DeWalt D27113 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
2
Copyright DEWALT
Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 6
Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 16
English (original instructions) 27
Español (traducido de las instrucciones originales) 37
Français (traduction de la notice d’instructions originale) 47
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 57
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 67
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 77
Português (traduzido das instruções originais) 86
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 96
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 105
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 114
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 124
3
Figure 7B
Figure 9C
2mm
5mm
Figure 8B
x
yy
Figure 8A
ss
ss
o
tt
uu
m
l
n
Figure 7D
dd
ee
jj
vv
ww
Figure 7C
u
rr
f
i
t
p
xx
zz
a1
a2
a3a4
a5
Figure 9A
zz
a7
a1
zz
a3
a2
a1
a4
a6
Figure 9B
NEDERLANDS
67
TAFELBLAD-VERSTEKZAAG
D27113
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring,
voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een
betrouwbare partner voor de professionele gebruiker.
Technische gegevens
D27113 D27113-LX
Spanning V 230 115
Type 2 2
Opgenomen vermogen W 1600 1600
Afgegeven vermogen W 933 869
Max. snelheid zaagblad min
-1
3300 3300
Zaagbladdiameter mm 305 305
Asgat mm 30 30
Zaagbladdikte mm 1,8 1,8
Dikte spouwmes mm 2 2
Hardheid spouwmes HRC 43 ± 5 43 ± 5
Stoptijd zaagblad s < 10,0 < 10,0
Gewicht kg 20 20
ZAAGCAPACITEITEN
Gebruik als verstekzaag
Verstek (max. posities) links 50° 50°
rechts 50° 50°
Afschuining (max. posities) links 48°* 48°*
rechts
Max. breedte van de snede 90°
bij max. hoogte 85 mm mm 160 160
Max. breedte van de snede bij 45°
verstek bij max. hoogte 85 mm mm 110 110
Max. breedte van de snede bij 45° afschuining
bij max. hoogte 55 mm mm 160 160
*Fabrieksinstelling 45 °
Gebruik als tafelzaag
Max. zaagdiepte mm 0–51 0–51
L
PA
(geluidsdruk) dB(A) 97 97
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk) dB(A) 2,9 2,9
L
WA
(akoestisch vermogen) dB(A) 109 109
K
WA
(onzekerheid akoestisch vermogen) dB(A) 3,1 3,1
Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN61029-1, EN61029-2-11:
Vibratie-emissiewaarde ah
ah = m/s² 1,3 1,3
Meetonzekerheid K = m/s² 1,5 1,5
Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is
gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens
EN61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere
te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting van
blootstelling.
WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau
geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als
het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt
gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt
onderhouden, kan de vibratie-emissie verschillen. Dit kan het
blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de totale
arbeidsduur.
Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient
ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt
uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke
werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau
aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te
beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud
het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm,
organisatie van werKPAtronen.
Zekeringen:
Europa 230 V-gereedschap 10 ampère, stroomnet
OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een
stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame
systeemimpedantie Zmax van 0,32 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast)
van de voorziening van de gebruiker.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten
op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet.
Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de
systeemimpedantie op het interfacepunt.
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder
signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let
op deze symbolen.
GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet
wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, indien
dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig
letsel.
VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan
die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot
gering of matig letsel.
OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen
persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan veroorzaken.
Wijst op het gevaar voor elektrische schok.
Wijst op brandgevaar.
EG verklaring van overeenstemming
RICHTLIJN VOOR MACHINES
D27113
DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder
Technische gegevens in overeenstemming zijn met:
2006/42/EG; EN 61029-1; EN61029-2-11
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op
met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de
gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het
technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering and Product Development
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
10.01.2011
NEDERLANDS
68
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch
gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan
elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand,
elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip
van de onderstaande maatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar
deze instructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
Algemene veiligheidsregels
1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving.
Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand.
2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap
niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht
(250–300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brand-
of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en
gassen.
3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld
pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van
het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld
hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd
enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen.
4. Houd andere mensen uit de buurt.
Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn
betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit
de buurt van de werkplek.
5. Berg ongebruikt gereedschap op.
Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge
plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van
kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde
wijze wordt gebruikt.
7. Maak gebruik van het juiste gereedschap.
Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit
te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het
niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of
houtblokken te zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij
werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag
ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn.
Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm.
10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen
voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en
naar behoren worden gebruikt.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.
Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Zeker het werkstuk.
Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen
gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen
bedienen.
13. Zorg voor een veilige houding.
Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14. Onderhoud gereedschap met zorg.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van
hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het
repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd.
Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als
bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16. Verwijder stel- en moersleutels.
Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17. Vermijd onbedoeld inschakelen.
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en
als zodanig zijn gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap
niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig
om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken
uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie
bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze
juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening
kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is
beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd
door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders
wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen.
Gebruik het gereedschap niet als de aan-/uitschakelaar niet naar
behoren werkt.
Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire
of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met
dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze
instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsregels.
Reparaties dienen uitgevoerd te worden door gekwalifieerde personen,
met originele reserve-onderdelen. Anders kan dit in beduidende mate
gevaar voor de gebruiker opleveren.
Aanvullende Veiligheidsregels voor Tafelverstekzagen
Deze machine is voorzien van een speciaal geconfigureerd netsnoer
(type M-bevestiging). Als het netsnoer beschadigd is of op een
andere wijze niet goed werkt, moet het worden vervangen door de
fabrikant of door een officieel erkende reparateur.
Het is belangrijk dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen
vastzitten voordat u een bedieningshandeling start.
Bedien de machine niet als de beschermkappen niet op hun plaats
zitten, dit is vooral belangrijk na het overschakelen op een andere
stand. Bedien de machine niet als de beschermkappen niet werken
of als de beschermkappen niet goed zijn onderhouden.
Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het zaagblad
wanneer de zaag is aangesloten op de stroomvoorziening.
Probeer nooit een machine die loopt, snel te stoppen door een stuk
gereedschap of een ander voorwerp tegen het zaagblad te houden;
door dat te doen kunt u onbedoeld ernstige ongelukken veroorzaken.
Raadpleeg de instructiehandleiding voordat u een accessoire
gebruikt. Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
Selecteer het juiste zaagblad voor het materiaal dat u wilt zagen.
NEDERLANDS
69
Gebruik een houder of draag handschoenen wanneer u een
zaagblad of ruw materiaal hanteert.
Controleer vóór gebruik dat het zaagblad goed is gemonteerd.
Het is belangrijk dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd het
zaagblad scherp.
Gebruik geen tussenringen om het zaagblad passend te maken voor
de as. Raadpleeg de technische gegevens voor de juiste maten van
het zaagblad. Gebruik alleen de zaagbladen die worden opgegeven
in deze handleiding, en die voldoen aan EN 847-1.
U kunt overwegen speciaal ontworpen zaagbladen toe te passen die
minder lawaai maken.
Gebruik geen HSS-zaagbladen.
Gebruik geen gescheurde of beschadigde zaagbladen.
Til het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de
schakelaar loslaat.
Controleer dat de arm stevig is vastgezet wanneer u schuine
zaagsneden uitvoert.
Zet niet iets vast tegen de ventilator om de motoras vast te zetten.
De zaagbladbeschermkap op uw zaag zal automatisch omhoog
gaan wanneer de arm van de zaagkop zakt, de kap zal over het
zaagblad zakken wanneer u de arm van de zaagkop omhoog brengt.
U kunt de beschermkap met de hand omhoog brengen wanneer u
zaagbladen monteert of verwijdert of als u de zaag wilt inspecteren.
Breng nooit de zaagbladbeschermkap met de hand omhoog als de
zaag niet is uitgeschakeld.
Houd de werkplek rond de machine opgeruimd en vrij van losse
materialen, zoals zaagsel en spaanders.
Controleer zo nu en dan dat de luchtsleuven van de motor schoon
zijn en dat er geen spaanders in zitten.
Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact voordat u
zaagbladen verwisselt of onderhoud verricht.
Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit wanneer
de machine nog loopt en de kop niet in de ruststand staat.
Pas, wanneer u zaagt in verstek, schuin of samengesteld in verstek,
het glijdende verstekscherm aan zodat een juiste vrije ruimte voor de
applicatie gewaarborgd is.
Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit het
zaaggebied terwijl de zaag loopt en de zaagkop niet in rustpositie
staat.
Controleer voordat u met het werk begint dat de machine op een
vlak oppervlak met voldoende stabiliteit is geplaatst.
Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium.
Gebruik geen schurende schijven of diamantschijven.
In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u
de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact trekken.
Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de
machine aan zodat andere mensen niet zullen proberen de niet
(goed) functionerende machine te gebruiken.
Zet, wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale
aanvoerdruk tijdens het zagen, de machine uit en trek de stekker uit
het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het
zaagblad. Zet de machine aan en start de zaagwerkzaamheden weer
met verminderde aanvoerdruk.
Het is belangrijk dat u altijd links of rechts van de zaaglijn staat.
Zorg voor voldoende algemene en plaatselijke verlichting.
Zorg ervoor dat de gebruiker voldoende getraind is in het gebruik, de
aanpassing en de bediening van de machine.
Schakel de machine uit wanneer u deze zonder toezicht achterlaat.
Sluit de zaag aan op een stofafzuigapparaat wanneer u hout
zaagt. Houd altijd rekening met factoren die van invloed zijn op de
blootstelling aan stof, zoals:
type materiaal dat moet worden bewerkt (spaanplaat produceert
meer stof dan hout);
juiste afstelling van het zaagblad;
controleer dat de lokale afzuiging en ook kappen, schermen en
kokers goed zijn afgesteld;
stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s.
Het is belangrijk dat alle zaagbladen en flenzen schoon zijn en dat de
terugvallende zijden van de kraag tegen het zaagblad zitten. Draai de
moer van de spandoorn stevig vast.
Zorg ervoor dat het zaagblad steeds scherp is en goed is ingesteld.
Controleer dat de snelheid die op het zaagblad wordt vermeld, ten
minste gelijk is aan de snelheid die op de zaag wordt vermeld.
Probeer niet de zaag te gebruiken op een andere spanning dan die is
aangeduid.
Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan terwijl het loopt.
Laat geen personen achter de machine staan.
Monteer, voor uw eigen veilighied, wanneer de situatie dat toelaat, de
machine op een werkbank met bouten van een diameter van 8mm
en een lengte van 80 mm.
Pas, als u met de zaag verticale rechte zaagsneden maakt, de stand
van het schuivende scherm goed aan zodat een vrije ruimte van
5mm tussen het zaagblad en het scherm gewaarborgd is.
Het werklicht is bedoeld voor het verlichten van het gebied rond het
werkstuk en het is geen veiligheidsvoorziening.
Tijdens transport is het belangrijk dat het bovenste gedeelte van het
zaagblad geheel bedekt is door de beschermkap.
Aanvullende Veiligheidsregels voor Zaagtafelstand
Vervang de zaagplaat wanneer deze versleten is.
Gebruik uw zaag nooit zonder de zaagplaat.
Zaag nooit wanneer het spouwmes en/of de bovenste beschermkap
zijn verwijderd.
Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een
maximaal werkstukformaat van:
– Hoogte 51mm bij breedte 500mm bij lengte 700mm.
– Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel.
Gebruik geen andere zaagbladen dan de zaagbladen die worden
vermeld onder Technische Gegevens. Het spouwmes mag vooral
niet dikker zijn dan de breedte van de zaagsnede en niet dunner dan
de body van het zaagblad.
Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait en dat de tanden
naar de voorzijde van de zaagbank wijzen.
Let erop dat alle klemhandgrepen vastzitten voordat u een
bedieningshandeling start.
Controleer dat het spouwmes is afgesteld op de juiste afstand van
het zaagblad - maximaal 5 mm.
Houd uw handen uit het pad van het zaagblad.
Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact voordat u
zaagbladen verwisselt of onderhoud verricht.
Gebruik altijd de aanduwstok. Zaag nooit werkstukken kleiner dan
30mm.
Gebruik te allen tijden een aanduwstok en plaats uw handen tijdens
het zagen nooit op minder dan 160 mm van het zaagblad.
Houd de aanduwstok altijd op dezelfde plaats wanneer u hem niet
gebruikt.
Reik nooit achter het zaagblad langs.
Ga niet op de machine staan.
Gebruik de bovenste beschermkap niet om de machine vast te
pakken of te transporteren.
Stel de parallelle langsgeleiding goed af zodat deze niet in contact
komt met de bovenste beschermkap.
Controleer dat de zaagtafel stevig is vastgezet op de gekozen
hoogte.
Gebruik de zaag niet voor het zagen van ander materiaal dan hout.
Gebruik deze machine niet voor het zagen van sleuven, sponningen
en groeven.
Controleer dat de arm stevig vastzit wanneer u de zaag als tafelzaag
gebruikt. Gebruik de machine alleen wanneer de zaagbank in
horizontale stand staat.
Aanvullende Veiligheidsregels voor Verstekzaagstand
Zorg ervoor dat het bovenste gedeelte van het zaagblad volledig
ingesloten is als u de zaag als verstekzaag gebruikt. Verwijder nooit
de bovenste bescherming van het zaagblad wanneer u de zaag als
verstekzaag gebruikt.
Zaag nooit werkstukken korten dan 250 mm.
Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een
maximaal werkstukformaat van:
Hoogte 85 mm bij breedte 160 mm bij lengte 550 mm
Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel.
Klem het werkstuk altijd stevig vast.
Vervang de LED van het werklicht niet door één van een ander type.
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door de fabrikant of een
erkende D
EWALT-reparateur.
NEDERLANDS
70
Overige gevaren
De volgende gevaren zijn inherent aan het gebruik van deze zaagmachines:
verwonding door het aanraken van roterende delen
Ondanks toepassing van de veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen van
beveiligingen blijven bepaalde gevaren bestaan, en wel met name:
Gevaar voor gehoorbeschadiging.
Gevaar voor verwonding door de niet afgedekte gedeelten van het
zaagblad.
Gevaar voor verwonding bij het verwisselen van het zaagblad.
Gevaar voor beklemming van vingers bij het openen van de afdekkap.
Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het
verwerken van eiken- en beukehout.
Risico van letsel veroorzaakt door onderdelen van het werkstuk die naar
omstanders worden geslingerd.
Risico van ongelukken veroorzaakt door rondvliegende metaaldeeltjes
als u in de parallelgeleiding zaagt.
Brandgevaar wegens extreme stofconcentratie als de machine niet
geregeld schoongemaakt wordt.
Risico van ongecontroleerde situaties bij gebruik in een
omgevingstemperatuur onder -10 °C of boven +45 °C.
De volgende factoren zijn van invloed op geluidsproductie:
het te zagen materiaal
het type zaagblad
toevoerkracht
De volgende factoren zijn van invloed op blootstelling aan stof:
versleten zaagblad
stofafzuiginstallatie met luchtsnelheid minder dan 20 m/s
werkstuk niet exact geleid
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld:
Waarschuwing voor veilig gebruik
Lees voor het gebruik de handleiding
Draagpunt.
POSITIE DATUMCODE (AFB. [FIG.] 2)
De datumcode (ii), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de
behuizing geprint.
Voorbeeld:
2012 XX XX
Jaar van fabricage
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Tafelverstekzaag
1 Zaagblad*
1 Parallelle langsgeleiding voor afkorten (A5, Afb. 9A)
1 Bovenste zaagbladbeschermkap
1 Aanduwstok
1 T30-stelsleutel*
1 T40-stelsleutel*
1. Materiaalklem
1 Gebruiksaanwijzing
1 Uitvergrote tekening
* Gemonteerd op de Tafelzaag
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op
transportschade.
Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de
machine gaat werken.
Beschrijving (afb. 14)
WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een onderdeel
ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
AFB. 1
a. Aan/Uit-schakelaar
b. Bedieningshandgreep
c. Vrijgavehefboom voor het omhoogbrengen van de kop
d. Aan/Uit-schakelaar werklicht
e. Vergrendelingsknop 2 zaagtafel
f Zaagblad
g. Beweegbare onderste zaagbladbeschermkap
h. Langsgeleiding, rechterzijde
i. Vaste tafel
j. Zaagplaat
k. Zaagsnede
l. Roterende tafel/verstekarm
m. Verstekknop
n. Verstekvergrendeling
o. Verstekschaalverdeling
p. Langsgeleiding, linkerzijde (glijdend)
q. Montagegaten
r. Voet
s. Uitsparing voor de hand
t. Geleidingsgroef
u. Klemknop langsgeleiding linkerzijde
v. Onderste stofverzamelgaten
w. Zaagtafel
x. Spouwmes
y. Bovenste zaagbladbeschermkap
z. Bovenste stofverzamelgat
AFB. 2
aa. Aanduwstok
bb. Vergrendelingsknop 1 zaagtafel
cc. Vergrendelingspen kop
dd. Aanduiding afschuinen
ee. Schaalverdeling afschuinen
ff. Knop spilvergrendeling
gg. T30 stelsleutel
hh. T40 stelsleutel
ii. Datumcode
AFB. 3
jj. Klemhandgreep afschuining
Optionele accessoires
AFB. 4
kk. Aanvullende werkstukondersteuning, DE7023-XJ, DE7033-XJ
GEBRUIKSDOEL
Uw D27113 tafelverstekzaag is ontworpen voor professionele toepassingen.
Deze uiterst nauwkeurig werkende machine kan gemakkelijk en snel
worden ingesteld op afkorten, afschuinen, verstekzagen of samengesteld
verstekzagen.
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik met een hardmetalen zaagblad met
nominale zaagbladdiameter van 305 mm, voor het professioneel zagen van
hout en gelijksoortige materialen.
NEDERLANDS
71
NIET GEBRUIKEN bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van
ontvlambare vloeistoffen of gassen.
Deze tafelverstekzagen zijn professioneel elektrisch gereedschap. LAAT
NIET kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is vereist
als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen.
Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder
kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische
vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/of kennis of
bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit alleen
worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden kunnen spelen.
WAARSCHUWING! Gebruik deze machine niet voor andere
doeleinden dan wordt bedoeld.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd
of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje.
Uw DEWALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in
overeenstemming met EN 61029; daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een
speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst.
Een verlengkabel gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap
(zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1,5 mm
2
; de
maximale lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen.
MONTAGE
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de
unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen
aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u
reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in
de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als
het gereedschap per ongeluk wordt gestart.
Uitpakken
Verwijder de verpakkingsmaterialen zorgvuldig van de zaagmachine.
Opslaan van het bevestigingsgereedschap (afb. 2)
De volgende hulpstukken worden bij de machine geleverd:
1 T30 Torx-sleutel (gg)
1 T40 Torx-sleutel (hh)
Denk erom dat u het gereedschap altijd opruimt na gebruik voor
assemblage of afstelling.
Werkbankmontage (afb. 1)
Er zit gaten (q) in alle vier de voetjes (r) zodat montage op een werkbank
gemakkelijk is. Er zijn gaten van twee verschillende afmetingen voor
gebruik van bouten van verschillende maten. Gebruik één van de gaten;
het is niet nodig beide te gebruiken. Geadviseerd wordt bouten met een
diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm te gebruiken. Monteer
uw zaag altijd stevig zodat beweging wordt voorkomen. Voor een
betere draagbaarheid kunt u het gereedschap monteren op een stuk
multiplex van een dikte van 12,5 millimeter of meer, wat u vervolgens op
uw werkbank kunt klemmen of kunt meenemen naar andere locaties en
daar weer kunt vastklemmen.
Wanneer u uw zaag op een stuk multiplex monteert, let er dan vooral
op dat de montageschroeven niet onder uit het hout steken. Het
multiplex moet vlak op het draagvlak rusten. Wanneer u de zaag op een
werkoppervlak klemt, zet de klemmen dan alleen vast op de voeten (r)
waar de gaten van de montageschroeven zich bevinden. Wanneer u de
klemmen op een ander punt vastzet, zal dat de werking van de zaag
verstoren.
Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het
bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het
werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van
de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat.
De bovenste zaagbladbeschermkap monteren
(afb.5A, 5B)
De bovenste zaagbladbeschermkap (y) is bedoeld voor een snelle en
gemakkelijke bevestiging op het spouwmes (x) wanneer de machine
eenmaal is ingesteld als tafelzaag.
1. Draai de bout van de zaagbladbeschermkap (ll) los en laat de moer van
de zaagbladbeschermkap (mm) in de zeskantige uitsparing zitten.
2. Houd, terwijl u de beschermkap horizontaal houdt, de sleuf in de
achterzijde van de beschermkap tegenover het spouwmes.
3. Laat de beschermkap over het spouwmes zakken en let er daarbij op
dat de schacht van de bout in de uitsparing komt.
4. Steek de bout in het gat en draai vast met behulp van de T30-
stelsleutel. De tanden van een nieuw zaagblad zijn zeer scherp en
kunnen gevaarlijk zijn.
5. Zet de bout niet te vast. De bovenste zaagbladbeschermkap moet
gemakkelijk over het zaagblad zakken.
Het werkstuk vastklemmen (fi g. 17A, 17B)
WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is
vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken
wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde
belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd,
zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun,
wanneer u een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de
balans kan brengen, het werkstuk goed en zorg ervoor dat de
zaag stevig met bouten is vastgezet op een stabiel oppervlak.
Persoonlijk letsel kan het
gevolg zijn.
WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de
grondplaat van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de
klem wordt gebruikt. Klem het werkstuk altijd vast op de
grondplaat van de zaag – niet op een andere onderdeel van het
werkgebied. Controleer dat de klemvoet niet op de rand van de
grondplaat van der zaag is geklemd.
VOORZICHTIG: Gebruik altijd een werkklem zodat u de
controle behoudt en het risico van beschadiging van het
werkstuk en van persoonlijk letsel beperkt, als u uw handen op
een afstand van minder dan 160 mm van het zaagblad moet
houden tijdens het zagen.
Gebruik de materiaalklem (a14) die bij uw zaag wordt geleverd. Andere
hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of klemschroeven kunnen
waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van bepaalde afmetingen
en vormen. De linkse en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen
helpen bij het vastklemmen.
KLEM PLAATSEN
1. Steek de klem in het gat achter de langsgeleiding. De klem moet naar
de achterzijde van de verstekzaag wijzen. Controleer dat de groef
volledig in de grondplaat van de verstekzaag is gestoken. Als de groef
zichtbaar is, zit de klem niet goed vast.
2. Draai de klem 180º naar de voorzijde van de verstekzaag.
3. Draai de knop los zodat u de klem omhoog en omlaag kunt aanpassen,
stel vervolgens de klem nauwkeurig af op het werkstuk door middel van
de fijnafstellingsknop.
OPMERKING: Plaats de klem op de juiste zijde van de grondplaat bij
het schuin afzagen. PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT (ZAAG
UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET PAD VAN
HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT DE KLEM
NIET DE WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP VERHINDERT.
Monteren van het zaagblad (afb. 1, 2, 6A–6C)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de
unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen
aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u
reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in
de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als
het gereedschap per ongeluk wordt gestart.
WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw blad zijn erg
scherp en kunnen gevaarlijk zijn.
NEDERLANDS
72
WAARSCHUWING: Controleer na het bevestigen of
terugplaatsen van het blad dat het blad volledig is bedekt door
de beschermkap.
WAARSCHUWING! Bedenk dat het zaagblad alleen op de
voorgeschreven manier moet worden vervangen. Gebruik alleen
zaagbladen die worden aangeduid bij Technische Gegevens;
Cat. nr.: Geadviseerd wordt DT4260 te gebruiken.
BELANGRIJK: U kunt alleen een nieuw zaagblad installeren als het
zaagblad in de hoogste stand staat. Raadpleeg Overschakelen van
Zaagtafel- naar Verstekzaagstand.
1. Houd de knop van de asvergrendeling (ff) ingedrukt met de rechterhand.
2. Roteer met uw linkerhand met de T40-stelsleutel het zaagblad en
vergrendel het in de juiste stand.
OPMERKING: De vergrendelingsschroef van het zaagblad heeft linkse
schroefdraad, draai de schroef dus naar rechts los.
3. Geef het systeem vrij door de knop van de asvergrendeling los te laten.
4. Druk de vrijgavehefboom (c) van de vergrendeling van de kop omlaag
zodat de onderste beschermkap loskomt (g), haal vervolgens de
onderste beschermkap zoveel mogelijk omhoog.
5. Verwijder de vergrendelingsschroef van het zaagblad (nn) en het
zaagblad uit de spandoorn (oo). Neem het zaagblad voorzichtig uit.
BELANGRIJK: Controleer dat de binnenste flens en beide zijden van het
nieuwe zaagblad schoon en vrij van stof zijn.
6. Plaats het zaagblad (f) op de steun (pp) die tegen de binnenste kraag
van de spandoorn (qq) is gemonteerd, en let er daarbij op dat de
tanden van de onderste rand van het zaagblad naar de achterzijde van
de zaag wijzen (weg van de gebruiker).
7. Breng voorzichtig het zaagblad op zijn plaats en laat de onderste
beschermkap van het zaagblad los.
8. Plaats de buitenste kraag van de spandoorn weer.
9. Draai de vergrendelingsschroef (nn) van het zaagblad aan door deze
naar links te draaien terwijl u de asvergrendelingsknop (ff) vasthoudt.
10. Berg de stelsleutel weer op.
Instellingen
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de
unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen
aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u
reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in
de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als
het gereedschap per ongeluk wordt gestart.
Het Zaagblad afstellen (afb. 6C)
Stel het zaagblad als het bij het opstarten en uitlopen heen en weer
beweegt, als volgt af:
1. Draai de vergrendelingsschroef van het zaagblad (nn) los voor de
buitenste kraag van de spandoorn (oo) en roteer het zaagblad (f) een
kwartslag.
2. Zet de vergrendelingsschroef van het zaagblad weer vast en controleer
of het zaagblad heen en weer beweegt.
3. Herhaal deze stappen totdat er geen speling meer zit op het zaagblad.
Montage voor verstekzaagmodus
Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij als
gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet worden
afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven.
De instelling zou nu niet meer moeten verlopen.
OVERSCHAKELEN VAN DE ZAAGBANK- NAAR DE VERSTEKZAAGSTAND (AFB. 1, 2)
De zaagkop in de hoogste stand zetten
Duw de zaagbank (w) omlaag en houd de vergrendelingspen (cc)
uitgetrokken.
Verminder, terwijl u nog de zaagtafel vasthoudt, de neerwaartse druk en
laat de zaagkop tot in de bovenste stand omhoogkomen.
HET ZAAGBLAD CONTROLEREN EN AANPASSEN AAN DE LANGSGELEIDING
(AFB. 1, 7A, 7B)
1. Maak de verstekknop (m) los en druk de verstekgrendel (n) in zodat de
verstekarm (l) loskomt.
2. Zwaai de verstekarm tot de vergrendeling zich in de verstekpositie voor
de zaagsnede op 0° bevindt. Zet de knop niet vast.
3. Trek de zaagkop naar beneden, totdat het mes net binnen de
zaagsnede (k) komt.
4. Plaats een winkelhaak (rr) op de vastgezette tafel (i) en tegen het
zaagblad (f).
5. Zet de verstekknop stevig vast.
WAARSCHUWING: Raak de punten van de tanden van het
zaagblad niet met de winkelhaak aan.
6. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
Draai de schroeven (ss) van de verstekschaalverdeling los en
verplaatst de schaalverdeling/arm naar links of naar rechts tot het
zaagblad in een hoek van 90° staat op de langsgeleiding volgens de
winkelhaak.
Zet de schroeven (ss) weer vast. Let op dat moment niet op de
uitlezing van de verstekaanwijzer.
DE VERSTEKAANWIJZER AANPASSEN (AFB. 7B)
1. Maak de verstekknop (m) los en druk de verstekgrendel (n) in zodat de
verstekarm (l) loskomt.
2. Verplaats de verstekarm zodat de verstekaanwijzer (tt) op de nulpositie
staat, zoals in afbeelding 7B wordt getoond.
3. Kijk naar de aanwijzer (tt) en naar de verstekschaalverdeling (o). Als
de aanwijzer niet precies nul aangeeft, draai de schroef (uu) van de
verstekaanwijzer dan los, verplaats de aanwijzer naar 0° en zet de
schroef vast.
4. Zet de verstekknop (m) stevig vast.
HET ZAAGBLAD CONTROLEREN EN AANPASSEN AAN DE TAFEL (AFB. 1, 3, 7C, 7D)
1. Maak de klemhandgreep van de hoek los (jj).
2. Druk de zaagkop naar rechts zodat deze volledig verticaal is en zet de
klemhandgreep van de hoek vast.
3. Trek de zaagkop naar beneden, totdat het zaagblad net binnen de
zaagsnede (k) komt.
4. Plaats een winkelhaak (rr) tegen de linkerzijde van de langsgeleiding en
het zaagblad (f).
WAARSCHUWING: Raak de punten van de tanden van het
zaagblad niet met de winkelhaak aan.
5. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
Draai de klemhandgreep van de hoek (jj) los en draai de schroef van
de stop voor de aanpassing van de verticale positie (xx) in of uit (met
de T30-stelsleutel) tot het zaagblad in een hoek van 90° staat ten
opzichte van de tafel zoals door de winkelhaak wordt aangeduid.
Als de aanwijzer van de schuine zaagsnede (dd) geen nul aangeeft
op de schaalverdeling van de hoek (ee), draai dan de schroef (ww)
los die de aanwijzer vastzet en verplaats de aanwijzer, als dat
nodig is.
6. Zet de klemhandgreep van de schuine hoek (jj) stevig vast.
DE LANGSGELEIDING AANPASSEN (AFB. 1)
Het bovenste gedeelte van de linkerzijde van de langsgeleiding kan worden
aangepast zodat speling ontstaat en de zaag een volledige afschuinhoek
van 45° naar links haalt.
De langsgeleiding aanpassen
1. Maak de klemknop (u) van de langsgeleiding aan de linkerzijde los en
schuif de langsgeleiding (p) naar links.
2. Probeer of de stand juist is door de speling te controleren met de
zaag uitgeschakeld. Stel dat langsgeleiding af zo dicht mogelijk bij het
zaagblad als praktisch mogelijk is, voor een maximale ondersteuning
van het werkstuk, zonder dat de armbeweging omhoog en omlaag
wordt gehinderd.
3. Zet de knop stevig vast.
WAARSCHUWING: De groef van de langsgeleiding (t) kan
verstopt raken met zaagsel. Plaats met lucht onder lage druk
vuil en stof uit de groef van de langsgeleiding.
DE AFSCHUINHOEK CONTROLEREN EN AFSTELLEN (AFB. 7C, 7D)
1. Draai de klemknop van de langsgeleiding aan de linkerzijde (u) los
en schuif het bovenste gedeelte van de linker langsgeleiding zoveel
mogelijk naar links.
NEDERLANDS
73
2. Maak de klemhandgreep (jj) van de schuine hoek los en verplaats de
zaagkop helemaal naar links. Dit is de positie voor de schuine hoek
van45°.
3. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
Draai de stopschroef voor de afstelling van de schuine hoek (v v) met
de T30-stelsleutel in of uit, totdat de aanwijzer van de schuine hoek
(dd) op 45° staat.
WAARSCHUWING: Tijdens het uitvoering van deze aanpassing
kunt u het beste het gewicht van de zaagkop opvangen door de
zaagkop vast te houden. Het draaien van de stelschroef is dan
gemakkelijker.
Aanpassingen voor de zaagtafelstand
OVERSCHAKELEN VAN DE VERSTEKZAAG- NAAR DE ZAAGTAFELSTAND (AFB. 1,2)
1. Zet het zaagblad in de 0˚-afkortzaagstand met de verstekknop (m)
vastgezet.
2. Vergrendel de zaagkop in de de laagste stand door op de
vrijgavehefboom (c) van de zaagkop te drukken en breng de kop
omlaag, druk vervolgens de vergrendelingspen (cc) voor de zaagkop op
z'n plaats
3. Raadpleeg voor het monteren van de parallelle langsgeleiding (zz)
Parallelle langsgeleiding monteren en Afstellen.
HET SPOUWMES AFSTELLEN (AFB. 1, 8A, 8B)
De juiste positie voor de bovenzijde van het spouwmes (x) is niet meer dan
2mm onder de hoogste stand van het zaagblad en van de body van de
straal 5 mm van de punten van de tanden van het zaagblad.
1. Zet de zaagkop in de hoogste stand.
2. Zet de zaagtafel halverwege zodat u bij de twee schroeven kunt komen
waarmee het spouwmes vastzit.
3. Draai de 2 schroeven (yy) met de T40-stelsleutel los zodat het
spouwmes omhoog en omlaag kan bewegen.
4. Schuif het spouwmes (x) omhoog of omlaag tot in de juiste positie.
5. Zet de twee schroeven (yy) weer stevig vast.
DE ZAAGTAFEL AFSTELLEN (AFB. 1, 2)
U kunt de tafel (w) met de hand omhoog en omlaag schuiven en de tafel
wordt op de gevraagde hoogte vastgezet met twee vergrendelknoppen.
1. Maak de twee vergrendelknoppen 1 en 2 (bb, e) los maar verwijder ze
niet.
2. Zet de tafel op de gevraagde hoogte.
3. Zet eerst vergrendelknop 1 (bb) van de tafel vast , zet vervolgens de
tafel in de gevraagde stand met vergrendelknop 2 (e).
DE PARALLELLE LANGSGELEIDING MONTEREN EN AFSTELLEN (AFB. 1, 9A–9C)
1. Zet de zaagtafel (w) in de laagste stand. Raadpleeg De Zaagtafel
Afstellen.
2. Schuif de beugel van de langsgeleiding (a3) vanaf de rechterzijde in. De
klemplaat zet zich vast achter de voorste rand van de tafel.
3. Breng de beschermkap van het zaagblad omhoog en schuif de
parallelle langsgeleiding (zz) tegen het zaagblad.
4. Duw de hefboom van de langsgeleiding (a2) omlaag zodat de
langsgeleiding op zijn plaats vast komt te zitten.
5. Controleer dat de langsgeleiding (zz) parallel loopt aan het zaagblad.
6. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
Maak de afstelknop van de langsgeleiding (a1) los en bevestig de
beugel van de langsgeleiding op de steun van de langsgeleiding (a7).
Stel de langsgeleiding parallel aan het zaagblad af door de afstand
tussen het zaagblad en de langsgeleiding aan de voorzijde en de
achterzijde van het zaagblad te controleren.
Zet, wanneer de afstelling is uitgevoerd, de afstelknop weer vast en
controleer opnieuw dat de langsgeleiding parallel aan het zaagblad
loopt.
BELANGRIJK: Breng de beschermkap van het zaagblad terug in de
oorspronkelijke positie wanneer de aanpassingen zijn uitgevoerd.
7. Controleer dat de aanwijzer (a4) van de langsgeleider op nul staat op
de schaalverdeling. Als de aanwijzer niet precies nul aangeeft, draai de
schroef (a6) van de verstekaanwijzer dan los, verplaats de aanwijzer
naar 0 en zet de schroef vast.
U kunt de langsgeleider omkeren: het werkstuk kan langs de zijde van 52
mm of langs de zijde van 8 mm worden geleid zodat u een aanduwstok
kunt gebruiken wanneer u met dunne werkstukken werkt.
BELANGRIJK: Controleer iedere keer dat een andere langsgeleiding wordt
gemonteerd, dat de langsgeleiding parallel loopt aan het zaagblad.
1. U kunt 8 mm of 52 mm instellen door de aanpassingsknop (a1) los te
maken en de langsgeleiding (zz) uit de klemsteun (a7) te schuiven.
2. Draai de langsgeleiding en schuif de klemsteun in de sleuf, zoals wordt
getoond.
WAARSCHUWING:
Gebruik het 8 mm-profiel voor het overlangszagen van lage
werkstukken zodat er ruimte is tussen het werkblad en de
langsgeleiding voor de aanduwstok..
De achterzijde van de langsgeleiding moet gelijk liggen met de
voorzijde van het spouwmes.
Voor ingebruikneming
Plaats het juiste zaagblad. Gebruik geen zeer versleten zaagbladen. De
maximale rotatiesnelheid van het gereedschap mag niet hoger zijn dan
die van het zaagblad.
Probeer niet al te kleine werkstukken te zagen.
Geef het zaagblad ruimte om te zagen. Oefen er geen kracht op uit.
Laat de motor eerst geheel op snelheid komen voordat u met zagen
begint.
Controleer dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen
vastzitten.
Zet het werkstuk goed vast.
Zaag niet ferro-materialen (ijzer en staal) of metselwerk met deze zaag!
Gebruik geen slijpschrijven!
Wanneer u non-ferro-materialen zaagt, gebruik dan altijd een geschikt
D
EWALT-zaagblad met een spaanhoek van -5°. Het is belangrijk dat u
het materiaal op zijn plaats vastzet met een materiaalklem.
Het is belangrijk dat u de zaagplaat gebruikt. Gebruik de machine niet
als de zaagsleuf breder is dan 10 mm.
Zorg ervoor dat het materiaal dat u wilt zagen stevig op zijn plaats is
vastgezet.
Oefen slechts lichte druk uit op het gereedschap en oefen geen druk
naar opzij uit op het zaagblad.
Overbelast de machine niet.
Verwijder na gebruik altijd het stof van de machine zodat de onderste
beschermkap goed kan functioneren.
Sluit, wanneer u hout of houtproducten zaagt, altijd een toestel voor
stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de
relevante voorschriften voor stofemissie.
BEDIENING
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften in acht.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de
unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen
aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u
reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in
de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als
het gereedschap per ongeluk wordt gestart.
We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de
“woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften
voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw
ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het
werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de
gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine
heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Beperk de gevolgen van trillingen, zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur
niet te laag is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en het
formaat van het werkstuk geschikt is voor deze machine.
NEDERLANDS
74
In- en uitschakelen (afb. 1)
De aan/uit-schakelaar (a) heeft een ingebouwde nulspanningsfunctie:
wordt de spanning om een of andere reden uitgeschakeld, dan moet de
schakelaar opnieuw ingedrukt worden.
Druk op de groene startknop om de machine in te schakelen.
Druk op de rode stopknop om de machine uit te schakelen.
WERKLICHT (AFB. 16A)
De Aan/Uit-knop van het werklicht (d) werkt onafhankelijk van de de Aan/Uit-
knoppen van de verstekzaag (a).
Stofafzuiging (afb. 1, 10)
De machine is voorzien van drie poorten voor stofafzuiging van 38 mm, één
op de bovenste beschermkap van het zaagblad (z) en twee onderaan aan
de achterzijde (v).
Sluit tijdens alle zaagwerkzaamheden een geschikt toestel voor
stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de
geldende voorschriften voor stofemissie.
Basis zaagsneden
KWALITEIT VAN DE ZAAGSNEDE
Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals
het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld
voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp
zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid
om het gewenste resultaat te bereiken.
WAARSCHUWING: Zorg er vooral voor dat het materiaal niet
kan opkruipen tijdens het zagen; klem het stevig op z'n plaats
vast. Haal altijd de arm van de zaagkop pas omhoog als het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als er nog kleine
splinters hout aan de achterzijde van het werkstuk uitsteken,
plak dan een stuk afdekband op het hout waar de zaagsnede
wordt gemaakt. Zaag door de tape heen en verwijder de tape
voorzichtig wanneer u klaar bent.
ZAGEN IN DE VERSTEKZAAGSTAND
Het is gevaarlijk te werken zonder beschermkappen. De beschermkappen
moeten zijn geplaatst wanneer u zaagt.
Algemene aanwijzingen voor werken met de verstekzaag
In de verstekzaagstand is de zaag automatisch vergrendeld wanneer de
zaagkop in de hoogste positie staat.
U ontgrendelt de zaagkop door de vrijgavehendel van de vergrendeling
van de kop in te knijpen Wanneer de zaagkop omlaag wordt bewogen,
wordt de beweegbare onderste beschermkap ingetrokken.
Probeer nooit te voorkomen dat de onderstaande beschermkap van
het zaagblad terugkeert naar de oorspronkelijke positie wanneer de
zaagsnede is voltooid.
Stel de zaagtafel in de hoogste stand als u de zaaghoogte die maximaal
mogelijk is wilt bereiken.
De D27113 zaag kan werkstukken zagen van maximaal 160 mm
breedte bij 85 mm hoogte. Raadpleeg de Technische gegevens voor
de juiste zaagcapaciteit. De lengte van het werkstuk mag nooit groter
zijn dan de basisbreedte als u niet voldoende ondersteuning gebruikt.
Het einde van het werkstuk mag nooit minder dan 160 mm verwijderd
zijn van het zaagblad als u niet extra klemmen gebruikt.
Plaats tijdens het werken uw handen niet op minder dan 160 mm
afstand van het zaagblad. Wanneer u kort materiaal zaagt (minimaal
160mm links of rechts van het zaagblad), moet de materiaalklem
worden gebruikt.
The minimumlengte van af te zagen materiaal is 10 mm.
Wanneer u werkstukken zaagt die langer zijn dan de tafel breed is, is het
belangrijk dat het werkstuk stabiel is over de gehele lengte. Ondersteun
de uitstekende delen van het werkstuk als dat nodig is, bijvoorbeeld met
de als optie verkrijgbare uitbreiding.
Wanneer u UPVC-delen zaagt, moet een ondersteuning van hout met
een aanvullend profi el onder het te zagen materiaal, worden geplaatst,
zodat het materiaal voldoende wordt ondersteund.
Recht afkorten (fig. 1, 11)
1. Maak de vergrendelingsknoppen los (bb, e) en verplaatst de boventafel
naar de hoogste positie. Vergrendel beide knoppen.
2. Maak de verstekknop (m) los en druk de verstekgrendel (n) in zodat de
verstekarm (l) loskomt.
3. Zet de verstekvergrendeling vast in de stand 0˚ en zet de verstekknop
vast.
4. Plaats het te zagen hout tegen de langsgeleiding (h, p).
5. Pak de bedieningshendel (b) vast en druk de vrijgavehefboom van de
kop (c) in zodat de kop vrijkomt.
6. Schakel de machine in en laat het zaagblad volledig op snelheid komen.
7. Druk de kop omlaag en laat het zaagblad door het hout zagen en de
kunststof zaagplaat (j) binnengaan.
8. Wanneer de zaagsnede is voltooid, schakelt u de machine uit en wacht
u tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de kop
laat terugkeren in de bovenste ruststand.
Kleine stukken zagen (afb. 1)
Het bovenste gedeelte van de linkerzijde van de langsgeleiding (p) kan
worden afgesteld voor maximale ondersteuning bij het zagen van kleine
stukken.
1. Breng de zaagkop omhoog in de hoogste stand.
2. Maak de klemknop (u) van van de linker langsgeleiding los.
3. Stel de linker langsleiding zo dicht mogelijk op het zaagblad af.
4. Zet de knop stevig vast.
Afkorten in de verstek (afb. 1, 12)
1. Maak de verstekknop (m) los en druk de verstekgrendel (n) in zodat de
verstekarm (l) loskomt. Verplaats de verstekarm naar links of naar rechts
in de gewenste hoek.
2. De verstekgrendel zal automatisch ingrijpen op 10˚, 15˚, 22,5˚, 31,62˚
en 45˚ zowel links als rechts, en op 50˚ links en rechts. Als een hoek
daartussen wordt gevraagd, houd de kop dan stevig vast en vergrendel
de kop door de verstekknop stevig aan te draaien.
3. Controleer altijd dat de verstekknop stevig is vergrendeld voordat u gaat
zagen.
4. Verder werkt u als bij de rechte afkortzaagsnede.
WAARSCHUWING: Wanneer u een klein stuk in verstek
afzaagt, plaats het hout dan zo dat het afgezaagde stuk is aan
de zijde van het zaagblad met de grootste hoek ten opzichte
van de langsgeleiding:
links verstek, afzagen naar rechts
rechts verstek, afzagen naar links.
Afschuinen (afb. 1, 7D, 13)
U kunt de hoek voor het schuin afzagen instellen van 45˚ links tot 0˚ rechts
en de hoeken kunnen worden uitgevoerd met de verstekarm tussen nul en
maximaal 50˚ verstek rechts of links.
1. Maak de vergrendelingsknoppen los (bb, e) en verplaatst de zaagtafel
naar de hoogste positie. Vergrendel beide knoppen.
2. Draai de klemknop van de langsgeleiding aan de linkerzijde (u) los en
schuif het bovenste gedeelte van de linker langsgeleiding (p) zoveel
mogelijk naar links.
3. Maak de handgreep van de klem voor de schuine hoek (jj) los en kies
de gewenste afstelling voor de schuine hoek, zoals in afbeelding 7D
wordt getoond.
4. Zet de klemhandgreep van de schuine hoek (jj) stevig vast.
5. Verder werkt u als bij de rechte afkortzaagsnede.
Samengesteld verstek
Deze zaagsnede is een combinatie van verstek en schuine zaagsnede.
Stel de schuine hoek in en vervolgens de verstekhoek.
ZAGEN IN DE ZAAGTAFELSTAND
Gebruik altijd het spouwmes.
Let er altijd op dat het spouwmes en de beschermkap van het zaagblad
goed zijn uitgelijnd.
Let er altijd op dat de verstekzaag is ingesteld en vergrendeld op de
stand van 0° verstek.
WAARSCHUWING: Zaag geen metaal in deze stand.
NEDERLANDS
75
Overlangszagen (afb. 14)
1. Zet de schuine hoek en de verstekhoek op 0˚.
2. Stel de hoogte van het zaagblad in door de zaagtafel af te stellen
(raadpleeg De Zaagtafel afstellen ). Het zaagblad staat in de juiste
stand als de punten van drie tanden boven het oppervlak van het hout
uitsteken. Controleer dat de zaagtafel stevig is vastgezet op de gekozen
hoogte.
3. Zet de parallelgeleiding op de gewenste afstand.
4. Houd het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider. Houd het
werkstuk ongeveer 25 mm van het zaagblad verwijderd.
5. Houd de handen uit de weg van het zaagblad.
6. Zet de machine aan en laat het zaagblad op volle toeren komen.
7. Leid het werkstuk langzaam onder de bovenste beschermkap door en
druk het stevig tegen de geleider. Zorg dat de tanden kunnen snijden,
en duw het werkstuk niet met overdreven kracht tegen het zaagblad. De
snelheid van het zaagblad moet constant worden gehouden.
8. Gebruik in de buurt van het zaagblad altijd het duwhout (aa).
9. Schakel na het zagen de machine uit, laat het zaagblad tot stilstand
komen en verwijder het werkstuk.
WAARSCHUWING:
Duw nooit tegen de vrije of afgezaagde kant van het werkstuk
en trek er ook niet aan.
Gebruik altijd een duwstok bij het zagen van kleine
werkstukken.
Transport (afb. 1–3)
1. Als u de zaag wilt vervoeren, breng dan de zaagtafel en de zaagkop
omlaag in hun laagste stand en duw de pen van de vergrendeling (cc)
op z'n plaats.
2. Verplaats de verstekarm (l) in de uiterst rechtse verstekhoek, schuif
de linker langsgeleiding (p) geheel naar binnen en vergrendel de
klemhandgreep van (jj) met de zaagkop in de laagste stand, zodat het
gereedschap zo compact mogelijk is.
3. Gebruik altijd de uitsparingen voor de hand (s) die in afbeelding 1
worden getoond, als u de zaag wilt vervoeren.
WAARSCHUWING: Transporteer de machine altijd in
tafelzaagstand met de bovenste beschermkap gemonteerd.
Draag de machine nooit aan de beschermkap.
ONDERHOUD
Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is ontworpen om gedurende een
lange periode te werken met een minimum aan onderhoud. Een permanente
goede werking is afhankelijk van goed onderhoud en een regelmatige
reiniging van het gereedschap.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de
unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen
aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u
reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in
de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als
het gereedschap per ongeluk wordt gestart.
Als het zaagblad niet in minder dan 10 seconden tot stilstand komt nadat
u de machine hebt uitgeschakeld, laat de machine dan nazien door een
erkende D
EWALT-reparateur.
Reinigen
Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het
zaagblad, de beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook
de stofafzuigbuis zodat u vaststellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg
ervoor dat spaanders, stof of deeltjes in de openingen niet kunnen leiden tot
blokkering van één van de functies.
Als er delen van het werkstuk tussen het zaagblad en de beschermkappen
bekneld zitten, trek de stekker van de machine dan uit het stopcontact en
volg de instructies die worden gegeven bij Het zaagblad verwisselen.
Verwijder de vastgelopen delen en monteer het zaagblad opnieuw.
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit
de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt
in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde
oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren
van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere
ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen
onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de
materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken.
Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep.
Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in vloeistof.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem.
REINIGEN EN ONDERHOUDEN VAN DE SLEUFPLAAT (FIG. 15)
Reinig regelmatig de ruimte onder de sleufplaat. Indien de sleufplaat
versleten is, dient hij te worden vervangen.
De zaagplaat reinigen
1. Zet de zaagkop in de hoogste stand.
2 Verwijder de schroeven (a8) waarmee de zaagplaat (j) vastzit.
3. Verwijder de zaagplaat en reinig het gebied eronder.
4. Plaats de zaagplaat weer.
5. Draai de schroeven handvast aan.
DE LENS VAN HET WERKLICHT REINIGEN (AFB 16A–16F)
Het werklicht (a9) presteert het best wanneer u de volgende
onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitvoert.
Verwijder voorzichtig zaagsel en vuil van de lens van het werklicht en
gebruik daarvoor een wattenstaafje.
Gebruik vooral GEEN oplosmiddelen van welke aard dan ook, deze
kunnen de lens beschadigen.
Stof kan het werklicht blokkeren en dan kan het licht de zaaglijn niet
zorgvuldig aangeven.
Het werklicht verwijderen
1. Breng de zaagtafel omhoog in de hoogste stand en breng vervolgens
de zaagkop omhoog in de hoogste stand.
2. Demonteer de zwarte kraag (a10) door deze een 1/4 slag naar links te
draaien.
3. Maak de draad (a11) naar het werklicht los.
4. Verwijder de schroeven (a12) met de T30-stelsleutel.
5. Schuif de aluminium behuizing van de LED naar buiten en vervolgens
omlaag voorbij de onderzijde van de tafel.
6. Maak de lens van het werklicht (a13) schoon met een wattenstaafje.
7. Plaats de aluminium behuizing van de LED weer op de tafel.
8. Monteer het werklicht weer door de hierboven vermelde stappen in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
Smering
Smering zal misschien alleen nodig zijn in de sleuf van de koppeling
(afb.18).
Als de zaagkop niet gemakkelijk beweegt of lijkt te klemmen tijdens het
verstekzagen, ga dan als volgt te werk:
1. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact.
2. Verwijder het zaagblad (raadpleeg Het zaagblad verwisselen).
3. Maak de sleuf van de koppeling (a15) schoon (deze bevindt zich
achter de as) en verwijder stof en houtsnippers, laat vervolgens enkele
druppels smeermiddel in de sleuf lopen.
4. Controleer of de zaag nu gemakkelijker beweegt.
5. Monteer het zaagblad weer.
NEDERLANDS
76
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van
DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan
het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het
risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend
accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door D
EWALT.
0NDERSTEUNEN VAN LANGE WERKSTUKKEN (AFB. 4)
Ondersteun lange werkstukken altijd.
Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (kk) om de tafelbreedte van uw
zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun lange
werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals zaagbokken e.d., om te
voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen.
STOFAFVOER (AFB. 10)
WAARSCHUWING! Sluit, wanneer dat maar mogelijk is,
een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in
overeenstemming met de relevante voorschriften voor
stofemissie.
De D27113 is voorzien van drie poorten voor stofopvang.
Breng een stofverzamelsysteem aan dat is ontworpen in overeenstemming
met de relevante voorschriften. De luchtsnelheid van externe verbonden
systemen dient 20 m/s ±2 m/s te zijn. De snelheid dient te worden
opgemeten in de verbindingsbuis op het punt waar deze wordt verbonden,
waarbij het werktuig wel is verbonden maar niet aan staat.
ZAAGBLADEN
GEBRUIK ALTIJD geluidsarme 305 mm (12") ZAAGBLADEN MET 30 mm
OPNAMEBOORGATEN. NOMINALE SNELHEID MOET TEN MINSTE 3500
ZIJN. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere diameter. Deze zullen
nooit goed kunnen worden afgeschermd. Gebruik alleen afkortzaagbladen!
Gebruik geen zaagbladen die bedoeld zijn voor overlangse verzaging,
combinatiezaagbladen of zaagbladen met grotere hoeken dan 5°.
BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN
TOEPASSING DIAMETER TANDEN
Constructiezaagbladen (dunne plaat met anti-kleef rand)
Algemene toepassing 305 mm (12") 40
Fijne afkortzaagsneden 305 mm (12") 60
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale
huishoudafval worden gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw D
EWALT product vervangen moet
worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het
huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen
maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk.
Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling
voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper
wanneer u een nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van
D
EWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om
van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar
elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te
nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende D
EWALT reparateurs en
alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten
en biedt professionele gebruikers van het product een
uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een
aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele
gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, niet-
professionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van
invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het
grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de
Europese Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE
Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw
D
EWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen,
gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor
een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het
aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate
zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT
Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn
voor uw D
EWALT-gereedschap, in de 12 maanden na
uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service.
Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een D
EWALT-
servicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen.
Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de
garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw D
EWALT-product defect raakt als gevolg van het
gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert
D
EWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of –
naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen,
op voorwaarde dat:
• Het product niet verkeerd gebruikt is;
• Het product in redelijke mate is versleten;
• Er geen reparaties zijn ondernomen door niet-
geautoriseerde personen;
• U een aankoopbewijs kunt overleggen;
Het product compleet met alle originele onderdelen wordt
geretourneerd.
Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan
contact op met uw leverancier of zoek het officiële D
EWALT-
servicecentrum bij u in de buurt in de D
EWALT-catalogus
of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres
dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële
DEWALT-servicecentra en volledige details over onze after-
sales-service zijn ook te vinden op internet via:
www.2helpU.com.

Documenttranscriptie

Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 6 Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 16 English (original instructions) 27 Español (traducido de las instrucciones originales) 37 Français (traduction de la notice d’instructions originale) 47 Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 57 Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 67 Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 77 Português (traduzido das instruções originais) 86 Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 96 Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 105 Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 114 Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 124 Copyright DEWALT 2 Figure 7B Figure 7C xx u ss ss o l f t uu tt rr n m i p Figure 7D Figure 8A dd ee jj vv yy ww Figure 8B Figure 9A zz x 2mm a5 5mm a1 a4 a2 a3 Figure 9C Figure 9B zz zz a7 a1 a2 a1 a4 a6 a3 3 NEDERLANDS TAFELBLAD-VERSTEKZAAG D27113 werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur. Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm, organisatie van werKPAtronen. Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring, voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een betrouwbare partner voor de professionele gebruiker. Technische gegevens Spanning Type Opgenomen vermogen Afgegeven vermogen Max. snelheid zaagblad Zaagbladdiameter Asgat Zaagbladdikte Dikte spouwmes Hardheid spouwmes Stoptijd zaagblad Gewicht ZAAGCAPACITEITEN Gebruik als verstekzaag Verstek (max. posities) Afschuining (max. posities) V W W min-1 mm mm mm mm HRC s kg D27113 230 2 1600 933 3300 305 30 1,8 2 43 ± 5 < 10,0 20 D27113-LX 115 2 1600 869 3300 305 30 1,8 2 43 ± 5 < 10,0 20 Zekeringen: Europa 230 V-gereedschap 10 ampère, stroomnet OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame systeemimpedantie Zmax van 0,32 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast) van de voorziening van de gebruiker. De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de systeemimpedantie op het interfacepunt. Definities: Veiligheidsrichtlijnen De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let op deze symbolen. GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel. links rechts links rechts Max. breedte van de snede 90° bij max. hoogte 85 mm mm Max. breedte van de snede bij 45° verstek bij max. hoogte 85 mm mm Max. breedte van de snede bij 45° afschuining bij max. hoogte 55 mm mm *Fabrieksinstelling 45 ° 50° 50° 48°* 0° 50° 50° 48°* 0° 160 160 110 110 160 160 WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot gering of matig letsel. OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen kan veroorzaken. Wijst op het gevaar voor elektrische schok. Wijst op brandgevaar. EG verklaring van overeenstemming Gebruik als tafelzaag Max. zaagdiepte mm 0–51 0–51 RICHTLIJN VOOR MACHINES LPA (geluidsdruk) KPA (onzekerheidsfactor geluidsdruk) LWA(akoestisch vermogen) KWA (onzekerheid akoestisch vermogen) dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) 97 2,9 109 3,1 97 2,9 109 3,1 D27113 Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN 61029-1, EN 61029-2-11: Vibratie-emissiewaarde ah ah = m/s² 1,3 1,3 Meetonzekerheid K = m/s² 1,5 1,5 Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens EN 61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting van blootstelling. WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt onderhouden, kan de vibratie-emissie verschillen. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de totale arbeidsduur. Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische gegevens in overeenstemming zijn met: 2006/42/EG; EN 61029-1; EN 61029-2-11 Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing. De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Horst Grossmann Vice President Engineering and Product Development DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11, D-65510, Idstein, Duitsland 10.01.2011 67 NEDERLANDS Veiligheidsinstructies 14. Onderhoud gereedschap met zorg. Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet. WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen. Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar deze instructies. 15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en snijstukken verwisselt. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK Algemene veiligheidsregels 16. Verwijder stel- en moersleutels. Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt. 1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving. Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand. 2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek. Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht (250–300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brandof explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en gassen. 17. Vermijd onbedoeld inschakelen. Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik. Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn gemarkeerd. 3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen. 4. Houd andere mensen uit de buurt. 19. Blijf alert. Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt. 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit de buurt van de werkplek. Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte schakelaars vervangen. 5. Berg ongebruikt gereedschap op. Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van kinderen. 6. Forceer het gereedschap niet. Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze wordt gebruikt. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/uitschakelaar niet naar behoren werkt. 7. Maak gebruik van het juiste gereedschap. Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren. Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken te zagen. WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich meebrengen. 8. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen. 21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsregels. Reparaties dienen uitgevoerd te worden door gekwalifieerde personen, met originele reserve-onderdelen. Anders kan dit in beduidende mate gevaar voor de gebruiker opleveren. 9. Gebruik beschermend materiaal. Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan. Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. Aanvullende Veiligheidsregels voor Tafelverstekzagen • • 11. Gebruik het snoer niet verkeerd. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer. 12. Zeker het werkstuk. Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen bedienen. 13. Zorg voor een veilige houding. Zorg altijd voor een juist, stabiele houding. 68 • • • • • Deze machine is voorzien van een speciaal geconfigureerd netsnoer (type M-bevestiging). Als het netsnoer beschadigd is of op een andere wijze niet goed werkt, moet het worden vervangen door de fabrikant of door een officieel erkende reparateur. Het is belangrijk dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen vastzitten voordat u een bedieningshandeling start. Bedien de machine niet als de beschermkappen niet op hun plaats zitten, dit is vooral belangrijk na het overschakelen op een andere stand. Bedien de machine niet als de beschermkappen niet werken of als de beschermkappen niet goed zijn onderhouden. Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het zaagblad wanneer de zaag is aangesloten op de stroomvoorziening. Probeer nooit een machine die loopt, snel te stoppen door een stuk gereedschap of een ander voorwerp tegen het zaagblad te houden; door dat te doen kunt u onbedoeld ernstige ongelukken veroorzaken. Raadpleeg de instructiehandleiding voordat u een accessoire gebruikt. Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken. Selecteer het juiste zaagblad voor het materiaal dat u wilt zagen. NEDERLANDS • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Gebruik een houder of draag handschoenen wanneer u een zaagblad of ruw materiaal hanteert. Controleer vóór gebruik dat het zaagblad goed is gemonteerd. Het is belangrijk dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd het zaagblad scherp. Gebruik geen tussenringen om het zaagblad passend te maken voor de as. Raadpleeg de technische gegevens voor de juiste maten van het zaagblad. Gebruik alleen de zaagbladen die worden opgegeven in deze handleiding, en die voldoen aan EN 847-1. U kunt overwegen speciaal ontworpen zaagbladen toe te passen die minder lawaai maken. Gebruik geen HSS-zaagbladen. Gebruik geen gescheurde of beschadigde zaagbladen. Til het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de schakelaar loslaat. Controleer dat de arm stevig is vastgezet wanneer u schuine zaagsneden uitvoert. Zet niet iets vast tegen de ventilator om de motoras vast te zetten. De zaagbladbeschermkap op uw zaag zal automatisch omhoog gaan wanneer de arm van de zaagkop zakt, de kap zal over het zaagblad zakken wanneer u de arm van de zaagkop omhoog brengt. U kunt de beschermkap met de hand omhoog brengen wanneer u zaagbladen monteert of verwijdert of als u de zaag wilt inspecteren. Breng nooit de zaagbladbeschermkap met de hand omhoog als de zaag niet is uitgeschakeld. Houd de werkplek rond de machine opgeruimd en vrij van losse materialen, zoals zaagsel en spaanders. Controleer zo nu en dan dat de luchtsleuven van de motor schoon zijn en dat er geen spaanders in zitten. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact voordat u zaagbladen verwisselt of onderhoud verricht. Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit wanneer de machine nog loopt en de kop niet in de ruststand staat. Pas, wanneer u zaagt in verstek, schuin of samengesteld in verstek, het glijdende verstekscherm aan zodat een juiste vrije ruimte voor de applicatie gewaarborgd is. Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit het zaaggebied terwijl de zaag loopt en de zaagkop niet in rustpositie staat. Controleer voordat u met het werk begint dat de machine op een vlak oppervlak met voldoende stabiliteit is geplaatst. Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium. Gebruik geen schurende schijven of diamantschijven. In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de machine aan zodat andere mensen niet zullen proberen de niet (goed) functionerende machine te gebruiken. Zet, wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens het zagen, de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het zaagblad. Zet de machine aan en start de zaagwerkzaamheden weer met verminderde aanvoerdruk. Het is belangrijk dat u altijd links of rechts van de zaaglijn staat. Zorg voor voldoende algemene en plaatselijke verlichting. Zorg ervoor dat de gebruiker voldoende getraind is in het gebruik, de aanpassing en de bediening van de machine. Schakel de machine uit wanneer u deze zonder toezicht achterlaat. Sluit de zaag aan op een stofafzuigapparaat wanneer u hout zaagt. Houd altijd rekening met factoren die van invloed zijn op de blootstelling aan stof, zoals: – type materiaal dat moet worden bewerkt (spaanplaat produceert meer stof dan hout); – juiste afstelling van het zaagblad; – controleer dat de lokale afzuiging en ook kappen, schermen en kokers goed zijn afgesteld; – stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s. Het is belangrijk dat alle zaagbladen en flenzen schoon zijn en dat de terugvallende zijden van de kraag tegen het zaagblad zitten. Draai de moer van de spandoorn stevig vast. Zorg ervoor dat het zaagblad steeds scherp is en goed is ingesteld. Controleer dat de snelheid die op het zaagblad wordt vermeld, ten minste gelijk is aan de snelheid die op de zaag wordt vermeld. • • • • • • • Probeer niet de zaag te gebruiken op een andere spanning dan die is aangeduid. Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan terwijl het loopt. Laat geen personen achter de machine staan. Monteer, voor uw eigen veilighied, wanneer de situatie dat toelaat, de machine op een werkbank met bouten van een diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm. Pas, als u met de zaag verticale rechte zaagsneden maakt, de stand van het schuivende scherm goed aan zodat een vrije ruimte van 5 mm tussen het zaagblad en het scherm gewaarborgd is. Het werklicht is bedoeld voor het verlichten van het gebied rond het werkstuk en het is geen veiligheidsvoorziening. Tijdens transport is het belangrijk dat het bovenste gedeelte van het zaagblad geheel bedekt is door de beschermkap. Aanvullende Veiligheidsregels voor Zaagtafelstand • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Vervang de zaagplaat wanneer deze versleten is. Gebruik uw zaag nooit zonder de zaagplaat. Zaag nooit wanneer het spouwmes en/of de bovenste beschermkap zijn verwijderd. Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal werkstukformaat van: – Hoogte 51 mm bij breedte 500 mm bij lengte 700 mm. – Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een geschikte aanvullende tafel. Gebruik geen andere zaagbladen dan de zaagbladen die worden vermeld onder Technische Gegevens. Het spouwmes mag vooral niet dikker zijn dan de breedte van de zaagsnede en niet dunner dan de body van het zaagblad. Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait en dat de tanden naar de voorzijde van de zaagbank wijzen. Let erop dat alle klemhandgrepen vastzitten voordat u een bedieningshandeling start. Controleer dat het spouwmes is afgesteld op de juiste afstand van het zaagblad - maximaal 5 mm. Houd uw handen uit het pad van het zaagblad. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact voordat u zaagbladen verwisselt of onderhoud verricht. Gebruik altijd de aanduwstok. Zaag nooit werkstukken kleiner dan 30 mm. Gebruik te allen tijden een aanduwstok en plaats uw handen tijdens het zagen nooit op minder dan 160 mm van het zaagblad. Houd de aanduwstok altijd op dezelfde plaats wanneer u hem niet gebruikt. Reik nooit achter het zaagblad langs. Ga niet op de machine staan. Gebruik de bovenste beschermkap niet om de machine vast te pakken of te transporteren. Stel de parallelle langsgeleiding goed af zodat deze niet in contact komt met de bovenste beschermkap. Controleer dat de zaagtafel stevig is vastgezet op de gekozen hoogte. Gebruik de zaag niet voor het zagen van ander materiaal dan hout. Gebruik deze machine niet voor het zagen van sleuven, sponningen en groeven. Controleer dat de arm stevig vastzit wanneer u de zaag als tafelzaag gebruikt. Gebruik de machine alleen wanneer de zaagbank in horizontale stand staat. Aanvullende Veiligheidsregels voor Verstekzaagstand • • • • • Zorg ervoor dat het bovenste gedeelte van het zaagblad volledig ingesloten is als u de zaag als verstekzaag gebruikt. Verwijder nooit de bovenste bescherming van het zaagblad wanneer u de zaag als verstekzaag gebruikt. Zaag nooit werkstukken korten dan 250 mm. Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal werkstukformaat van: – Hoogte 85 mm bij breedte 160 mm bij lengte 550 mm – Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een geschikte aanvullende tafel. Klem het werkstuk altijd stevig vast. Vervang de LED van het werklicht niet door één van een ander type. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door de fabrikant of een erkende DEWALT-reparateur. 69 NEDERLANDS Overige gevaren De volgende gevaren zijn inherent aan het gebruik van deze zaagmachines: – verwonding door het aanraken van roterende delen Ondanks toepassing van de veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen van beveiligingen blijven bepaalde gevaren bestaan, en wel met name: • Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op transportschade. • Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de machine gaat werken. Beschrijving (afb. 1–4) – Gevaar voor gehoorbeschadiging. WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een onderdeel ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk letsel tot gevolg hebben. – Gevaar voor verwonding door de niet afgedekte gedeelten van het zaagblad. – Gevaar voor verwonding bij het verwisselen van het zaagblad. AFB. 1 – Gevaar voor beklemming van vingers bij het openen van de afdekkap. a. Aan/Uit-schakelaar – Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het verwerken van eiken- en beukehout. b. Bedieningshandgreep – Risico van letsel veroorzaakt door onderdelen van het werkstuk die naar omstanders worden geslingerd. d. Aan/Uit-schakelaar werklicht – Risico van ongelukken veroorzaakt door rondvliegende metaaldeeltjes als u in de parallelgeleiding zaagt. – Brandgevaar wegens extreme stofconcentratie als de machine niet geregeld schoongemaakt wordt. – Risico van ongecontroleerde situaties bij gebruik in een omgevingstemperatuur onder -10 °C of boven +45 °C. De volgende factoren zijn van invloed op geluidsproductie: – het te zagen materiaal c. Vrijgavehefboom voor het omhoogbrengen van de kop e. Vergrendelingsknop 2 zaagtafel f Zaagblad g. Beweegbare onderste zaagbladbeschermkap h. Langsgeleiding, rechterzijde i. Vaste tafel j. Zaagplaat k. Zaagsnede l. Roterende tafel/verstekarm – het type zaagblad m. Verstekknop – toevoerkracht n. Verstekvergrendeling De volgende factoren zijn van invloed op blootstelling aan stof: o. Verstekschaalverdeling – versleten zaagblad p. Langsgeleiding, linkerzijde (glijdend) – stofafzuiginstallatie met luchtsnelheid minder dan 20 m/s q. Montagegaten – werkstuk niet exact geleid r. Voet Markering op het gereedschap De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld: Waarschuwing voor veilig gebruik s. Uitsparing voor de hand t. Geleidingsgroef u. Klemknop langsgeleiding linkerzijde v. Onderste stofverzamelgaten w. Zaagtafel Lees voor het gebruik de handleiding x. Spouwmes Draagpunt. z. Bovenste stofverzamelgat y. Bovenste zaagbladbeschermkap AFB. 2 POSITIE DATUMCODE (AFB. [FIG.] 2) aa. Aanduwstok De datumcode (ii), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de behuizing geprint. bb. Vergrendelingsknop 1 zaagtafel Voorbeeld: dd. Aanduiding afschuinen 2012 XX XX Jaar van fabricage cc. Vergrendelingspen kop ee. Schaalverdeling afschuinen ff. Knop spilvergrendeling Inhoud van de verpakking gg. T30 stelsleutel De verpakking bevat: hh. T40 stelsleutel 1 Tafelverstekzaag 1 Zaagblad* 1 Parallelle langsgeleiding voor afkorten (A5, Afb. 9A) ii. Datumcode AFB. 3 jj. Klemhandgreep afschuining 1 Bovenste zaagbladbeschermkap Optionele accessoires 1 Aanduwstok AFB. 4 1 T30-stelsleutel* kk. Aanvullende werkstukondersteuning, DE7023-XJ, DE7033-XJ 1 T40-stelsleutel* 1. Materiaalklem GEBRUIKSDOEL 1 Gebruiksaanwijzing Uw D27113 tafelverstekzaag is ontworpen voor professionele toepassingen. Deze uiterst nauwkeurig werkende machine kan gemakkelijk en snel worden ingesteld op afkorten, afschuinen, verstekzagen of samengesteld verstekzagen. 1 Uitvergrote tekening * Gemonteerd op de Tafelzaag Dit apparaat is ontworpen voor gebruik met een hardmetalen zaagblad met nominale zaagbladdiameter van 305 mm, voor het professioneel zagen van hout en gelijksoortige materialen. 70 NEDERLANDS NIET GEBRUIKEN bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. Deze tafelverstekzagen zijn professioneel elektrisch gereedschap. LAAT NIET kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen. • Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/of kennis of bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit alleen worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden kunnen spelen. WAARSCHUWING! Gebruik deze machine niet voor andere doeleinden dan wordt bedoeld. Elektrische veiligheid De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje. Uw DEWALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 61029; daarom is geen aarding nodig. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst. Een verlengkabel gebruiken Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap (zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1,5 mm2; de maximale lengte is 30 m. Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen. MONTAGE WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk wordt gestart. De bovenste zaagbladbeschermkap monteren (afb. 5A, 5B) De bovenste zaagbladbeschermkap (y) is bedoeld voor een snelle en gemakkelijke bevestiging op het spouwmes (x) wanneer de machine eenmaal is ingesteld als tafelzaag. 1. Draai de bout van de zaagbladbeschermkap (ll) los en laat de moer van de zaagbladbeschermkap (mm) in de zeskantige uitsparing zitten. 2. Houd, terwijl u de beschermkap horizontaal houdt, de sleuf in de achterzijde van de beschermkap tegenover het spouwmes. 3. Laat de beschermkap over het spouwmes zakken en let er daarbij op dat de schacht van de bout in de uitsparing komt. 4. Steek de bout in het gat en draai vast met behulp van de T30stelsleutel. De tanden van een nieuw zaagblad zijn zeer scherp en kunnen gevaarlijk zijn. 5. Zet de bout niet te vast. De bovenste zaagbladbeschermkap moet gemakkelijk over het zaagblad zakken. Het werkstuk vastklemmen (fig. 17A, 17B) WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd, zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun, wanneer u een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de balans kan brengen, het werkstuk goed en zorg ervoor dat de zaag stevig met bouten is vastgezet op een stabiel oppervlak. Persoonlijk letsel kan het gevolg zijn. WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de grondplaat van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de klem wordt gebruikt. Klem het werkstuk altijd vast op de grondplaat van de zaag – niet op een andere onderdeel van het werkgebied. Controleer dat de klemvoet niet op de rand van de grondplaat van der zaag is geklemd. VOORZICHTIG: Gebruik altijd een werkklem zodat u de controle behoudt en het risico van beschadiging van het werkstuk en van persoonlijk letsel beperkt, als u uw handen op een afstand van minder dan 160 mm van het zaagblad moet houden tijdens het zagen. Opslaan van het bevestigingsgereedschap (afb. 2) Gebruik de materiaalklem (a14) die bij uw zaag wordt geleverd. Andere hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of klemschroeven kunnen waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van bepaalde afmetingen en vormen. De linkse en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen helpen bij het vastklemmen. De volgende hulpstukken worden bij de machine geleverd: KLEM PLAATSEN Uitpakken Verwijder de verpakkingsmaterialen zorgvuldig van de zaagmachine. 1 T30 Torx-sleutel (gg) 1 T40 Torx-sleutel (hh) • Denk erom dat u het gereedschap altijd opruimt na gebruik voor assemblage of afstelling. Werkbankmontage (afb. 1) • Er zit gaten (q) in alle vier de voetjes (r) zodat montage op een werkbank gemakkelijk is. Er zijn gaten van twee verschillende afmetingen voor gebruik van bouten van verschillende maten. Gebruik één van de gaten; het is niet nodig beide te gebruiken. Geadviseerd wordt bouten met een diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm te gebruiken. Monteer uw zaag altijd stevig zodat beweging wordt voorkomen. Voor een betere draagbaarheid kunt u het gereedschap monteren op een stuk multiplex van een dikte van 12,5 millimeter of meer, wat u vervolgens op uw werkbank kunt klemmen of kunt meenemen naar andere locaties en daar weer kunt vastklemmen. • Wanneer u uw zaag op een stuk multiplex monteert, let er dan vooral op dat de montageschroeven niet onder uit het hout steken. Het multiplex moet vlak op het draagvlak rusten. Wanneer u de zaag op een werkoppervlak klemt, zet de klemmen dan alleen vast op de voeten (r) waar de gaten van de montageschroeven zich bevinden. Wanneer u de klemmen op een ander punt vastzet, zal dat de werking van de zaag verstoren. • Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat. 1. Steek de klem in het gat achter de langsgeleiding. De klem moet naar de achterzijde van de verstekzaag wijzen. Controleer dat de groef volledig in de grondplaat van de verstekzaag is gestoken. Als de groef zichtbaar is, zit de klem niet goed vast. 2. Draai de klem 180º naar de voorzijde van de verstekzaag. 3. Draai de knop los zodat u de klem omhoog en omlaag kunt aanpassen, stel vervolgens de klem nauwkeurig af op het werkstuk door middel van de fijnafstellingsknop. OPMERKING: Plaats de klem op de juiste zijde van de grondplaat bij het schuin afzagen. PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT (ZAAG UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET PAD VAN HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT DE KLEM NIET DE WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP VERHINDERT. Monteren van het zaagblad (afb. 1, 2, 6A–6C) WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk wordt gestart. WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw blad zijn erg scherp en kunnen gevaarlijk zijn. 71 NEDERLANDS WAARSCHUWING: Controleer na het bevestigen of terugplaatsen van het blad dat het blad volledig is bedekt door de beschermkap. WAARSCHUWING! Bedenk dat het zaagblad alleen op de voorgeschreven manier moet worden vervangen. Gebruik alleen zaagbladen die worden aangeduid bij Technische Gegevens; Cat. nr.: Geadviseerd wordt DT4260 te gebruiken. BELANGRIJK: U kunt alleen een nieuw zaagblad installeren als het zaagblad in de hoogste stand staat. Raadpleeg Overschakelen van Zaagtafel- naar Verstekzaagstand. 1. Houd de knop van de asvergrendeling (ff) ingedrukt met de rechterhand. 2. Roteer met uw linkerhand met de T40-stelsleutel het zaagblad en vergrendel het in de juiste stand. OPMERKING: De vergrendelingsschroef van het zaagblad heeft linkse schroefdraad, draai de schroef dus naar rechts los. 3. Geef het systeem vrij door de knop van de asvergrendeling los te laten. 4. Druk de vrijgavehefboom (c) van de vergrendeling van de kop omlaag zodat de onderste beschermkap loskomt (g), haal vervolgens de onderste beschermkap zoveel mogelijk omhoog. 5. Verwijder de vergrendelingsschroef van het zaagblad (nn) en het zaagblad uit de spandoorn (oo). Neem het zaagblad voorzichtig uit. BELANGRIJK: Controleer dat de binnenste flens en beide zijden van het nieuwe zaagblad schoon en vrij van stof zijn. 6. Plaats het zaagblad (f) op de steun (pp) die tegen de binnenste kraag van de spandoorn (qq) is gemonteerd, en let er daarbij op dat de tanden van de onderste rand van het zaagblad naar de achterzijde van de zaag wijzen (weg van de gebruiker). 7. Breng voorzichtig het zaagblad op zijn plaats en laat de onderste beschermkap van het zaagblad los. 8. Plaats de buitenste kraag van de spandoorn weer. 9. Draai de vergrendelingsschroef (nn) van het zaagblad aan door deze naar links te draaien terwijl u de asvergrendelingsknop (ff) vasthoudt. 2. Zwaai de verstekarm tot de vergrendeling zich in de verstekpositie voor de zaagsnede op 0° bevindt. Zet de knop niet vast. 3. Trek de zaagkop naar beneden, totdat het mes net binnen de zaagsnede (k) komt. 4. Plaats een winkelhaak (rr) op de vastgezette tafel (i) en tegen het zaagblad (f). 5. Zet de verstekknop stevig vast. WAARSCHUWING: Raak de punten van de tanden van het zaagblad niet met de winkelhaak aan. 6. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is: – Draai de schroeven (ss) van de verstekschaalverdeling los en verplaatst de schaalverdeling/arm naar links of naar rechts tot het zaagblad in een hoek van 90° staat op de langsgeleiding volgens de winkelhaak. – Zet de schroeven (ss) weer vast. Let op dat moment niet op de uitlezing van de verstekaanwijzer. DE VERSTEKAANWIJZER AANPASSEN (AFB. 7B) 1. Maak de verstekknop (m) los en druk de verstekgrendel (n) in zodat de verstekarm (l) loskomt. 2. Verplaats de verstekarm zodat de verstekaanwijzer (tt) op de nulpositie staat, zoals in afbeelding 7B wordt getoond. 3. Kijk naar de aanwijzer (tt) en naar de verstekschaalverdeling (o). Als de aanwijzer niet precies nul aangeeft, draai de schroef (uu) van de verstekaanwijzer dan los, verplaats de aanwijzer naar 0° en zet de schroef vast. 4. Zet de verstekknop (m) stevig vast. HET ZAAGBLAD CONTROLEREN EN AANPASSEN AAN DE TAFEL (AFB. 1, 3, 7C, 7D) 1. Maak de klemhandgreep van de hoek los (jj). 2. Druk de zaagkop naar rechts zodat deze volledig verticaal is en zet de klemhandgreep van de hoek vast. 10. Berg de stelsleutel weer op. 3. Trek de zaagkop naar beneden, totdat het zaagblad net binnen de zaagsnede (k) komt. Instellingen 4. Plaats een winkelhaak (rr) tegen de linkerzijde van de langsgeleiding en het zaagblad (f). WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk wordt gestart. Het Zaagblad afstellen (afb. 6C) Stel het zaagblad als het bij het opstarten en uitlopen heen en weer beweegt, als volgt af: 1. Draai de vergrendelingsschroef van het zaagblad (nn) los voor de buitenste kraag van de spandoorn (oo) en roteer het zaagblad (f) een kwartslag. 2. Zet de vergrendelingsschroef van het zaagblad weer vast en controleer of het zaagblad heen en weer beweegt. 3. Herhaal deze stappen totdat er geen speling meer zit op het zaagblad. Montage voor verstekzaagmodus Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De instelling zou nu niet meer moeten verlopen. OVERSCHAKELEN VAN DE ZAAGBANK- NAAR DE VERSTEKZAAGSTAND (AFB. 1, 2) De zaagkop in de hoogste stand zetten – Duw de zaagbank (w) omlaag en houd de vergrendelingspen (cc) uitgetrokken. – Verminder, terwijl u nog de zaagtafel vasthoudt, de neerwaartse druk en laat de zaagkop tot in de bovenste stand omhoogkomen. HET ZAAGBLAD CONTROLEREN EN AANPASSEN AAN DE LANGSGELEIDING (AFB. 1, 7A, 7B) 1. Maak de verstekknop (m) los en druk de verstekgrendel (n) in zodat de verstekarm (l) loskomt. 72 WAARSCHUWING: Raak de punten van de tanden van het zaagblad niet met de winkelhaak aan. 5. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is: – Draai de klemhandgreep van de hoek (jj) los en draai de schroef van de stop voor de aanpassing van de verticale positie (xx) in of uit (met de T30-stelsleutel) tot het zaagblad in een hoek van 90° staat ten opzichte van de tafel zoals door de winkelhaak wordt aangeduid. – Als de aanwijzer van de schuine zaagsnede (dd) geen nul aangeeft op de schaalverdeling van de hoek (ee), draai dan de schroef (ww) los die de aanwijzer vastzet en verplaats de aanwijzer, als dat nodig is. 6. Zet de klemhandgreep van de schuine hoek (jj) stevig vast. DE LANGSGELEIDING AANPASSEN (AFB. 1) Het bovenste gedeelte van de linkerzijde van de langsgeleiding kan worden aangepast zodat speling ontstaat en de zaag een volledige afschuinhoek van 45° naar links haalt. De langsgeleiding aanpassen 1. Maak de klemknop (u) van de langsgeleiding aan de linkerzijde los en schuif de langsgeleiding (p) naar links. 2. Probeer of de stand juist is door de speling te controleren met de zaag uitgeschakeld. Stel dat langsgeleiding af zo dicht mogelijk bij het zaagblad als praktisch mogelijk is, voor een maximale ondersteuning van het werkstuk, zonder dat de armbeweging omhoog en omlaag wordt gehinderd. 3. Zet de knop stevig vast. WAARSCHUWING: De groef van de langsgeleiding (t) kan verstopt raken met zaagsel. Plaats met lucht onder lage druk vuil en stof uit de groef van de langsgeleiding. DE AFSCHUINHOEK CONTROLEREN EN AFSTELLEN (AFB. 7C, 7D) 1. Draai de klemknop van de langsgeleiding aan de linkerzijde (u) los en schuif het bovenste gedeelte van de linker langsgeleiding zoveel mogelijk naar links. NEDERLANDS 2. Maak de klemhandgreep (jj) van de schuine hoek los en verplaats de zaagkop helemaal naar links. Dit is de positie voor de schuine hoek van 45°. U kunt de langsgeleider omkeren: het werkstuk kan langs de zijde van 52 mm of langs de zijde van 8 mm worden geleid zodat u een aanduwstok kunt gebruiken wanneer u met dunne werkstukken werkt. 3. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is: BELANGRIJK: Controleer iedere keer dat een andere langsgeleiding wordt gemonteerd, dat de langsgeleiding parallel loopt aan het zaagblad. – Draai de stopschroef voor de afstelling van de schuine hoek (v v) met de T30-stelsleutel in of uit, totdat de aanwijzer van de schuine hoek (dd) op 45° staat. WAARSCHUWING: Tijdens het uitvoering van deze aanpassing kunt u het beste het gewicht van de zaagkop opvangen door de zaagkop vast te houden. Het draaien van de stelschroef is dan gemakkelijker. Aanpassingen voor de zaagtafelstand OVERSCHAKELEN VAN DE VERSTEKZAAG- NAAR DE ZAAGTAFELSTAND (AFB. 1, 2) 1. Zet het zaagblad in de 0˚-afkortzaagstand met de verstekknop (m) vastgezet. 2. Vergrendel de zaagkop in de de laagste stand door op de vrijgavehefboom (c) van de zaagkop te drukken en breng de kop omlaag, druk vervolgens de vergrendelingspen (cc) voor de zaagkop op z'n plaats 3. Raadpleeg voor het monteren van de parallelle langsgeleiding (zz) Parallelle langsgeleiding monteren en Afstellen. HET SPOUWMES AFSTELLEN (AFB. 1, 8A, 8B) De juiste positie voor de bovenzijde van het spouwmes (x) is niet meer dan 2 mm onder de hoogste stand van het zaagblad en van de body van de straal 5 mm van de punten van de tanden van het zaagblad. 1. U kunt 8 mm of 52 mm instellen door de aanpassingsknop (a1) los te maken en de langsgeleiding (zz) uit de klemsteun (a7) te schuiven. 2. Draai de langsgeleiding en schuif de klemsteun in de sleuf, zoals wordt getoond. WAARSCHUWING: • Gebruik het 8 mm-profiel voor het overlangszagen van lage werkstukken zodat er ruimte is tussen het werkblad en de langsgeleiding voor de aanduwstok.. • De achterzijde van de langsgeleiding moet gelijk liggen met de voorzijde van het spouwmes. Voor ingebruikneming • Plaats het juiste zaagblad. Gebruik geen zeer versleten zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap mag niet hoger zijn dan die van het zaagblad. • Probeer niet al te kleine werkstukken te zagen. • Geef het zaagblad ruimte om te zagen. Oefen er geen kracht op uit. • Laat de motor eerst geheel op snelheid komen voordat u met zagen begint. • Controleer dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen vastzitten. 1. Zet de zaagkop in de hoogste stand. • Zet het werkstuk goed vast. 2. Zet de zaagtafel halverwege zodat u bij de twee schroeven kunt komen waarmee het spouwmes vastzit. • Zaag niet ferro-materialen (ijzer en staal) of metselwerk met deze zaag! Gebruik geen slijpschrijven! 3. Draai de 2 schroeven (yy) met de T40-stelsleutel los zodat het spouwmes omhoog en omlaag kan bewegen. • Wanneer u non-ferro-materialen zaagt, gebruik dan altijd een geschikt DEWALT-zaagblad met een spaanhoek van -5°. Het is belangrijk dat u het materiaal op zijn plaats vastzet met een materiaalklem. 4. Schuif het spouwmes (x) omhoog of omlaag tot in de juiste positie. 5. Zet de twee schroeven (yy) weer stevig vast. DE ZAAGTAFEL AFSTELLEN (AFB. 1, 2) U kunt de tafel (w) met de hand omhoog en omlaag schuiven en de tafel wordt op de gevraagde hoogte vastgezet met twee vergrendelknoppen. 1. Maak de twee vergrendelknoppen 1 en 2 (bb, e) los maar verwijder ze niet. 2. Zet de tafel op de gevraagde hoogte. 3. Zet eerst vergrendelknop 1 (bb) van de tafel vast , zet vervolgens de tafel in de gevraagde stand met vergrendelknop 2 (e). DE PARALLELLE LANGSGELEIDING MONTEREN EN AFSTELLEN (AFB. 1, 9A–9C) 1. Zet de zaagtafel (w) in de laagste stand. Raadpleeg De Zaagtafel Afstellen. 2. Schuif de beugel van de langsgeleiding (a3) vanaf de rechterzijde in. De klemplaat zet zich vast achter de voorste rand van de tafel. 3. Breng de beschermkap van het zaagblad omhoog en schuif de parallelle langsgeleiding (zz) tegen het zaagblad. 4. Duw de hefboom van de langsgeleiding (a2) omlaag zodat de langsgeleiding op zijn plaats vast komt te zitten. 5. Controleer dat de langsgeleiding (zz) parallel loopt aan het zaagblad. 6. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is: – Maak de afstelknop van de langsgeleiding (a1) los en bevestig de beugel van de langsgeleiding op de steun van de langsgeleiding (a7). – Stel de langsgeleiding parallel aan het zaagblad af door de afstand tussen het zaagblad en de langsgeleiding aan de voorzijde en de achterzijde van het zaagblad te controleren. – Zet, wanneer de afstelling is uitgevoerd, de afstelknop weer vast en controleer opnieuw dat de langsgeleiding parallel aan het zaagblad loopt. BELANGRIJK: Breng de beschermkap van het zaagblad terug in de oorspronkelijke positie wanneer de aanpassingen zijn uitgevoerd. 7. Controleer dat de aanwijzer (a4) van de langsgeleider op nul staat op de schaalverdeling. Als de aanwijzer niet precies nul aangeeft, draai de schroef (a6) van de verstekaanwijzer dan los, verplaats de aanwijzer naar 0 en zet de schroef vast. • Het is belangrijk dat u de zaagplaat gebruikt. Gebruik de machine niet als de zaagsleuf breder is dan 10 mm. • Zorg ervoor dat het materiaal dat u wilt zagen stevig op zijn plaats is vastgezet. • Oefen slechts lichte druk uit op het gereedschap en oefen geen druk naar opzij uit op het zaagblad. • Overbelast de machine niet. • Verwijder na gebruik altijd het stof van de machine zodat de onderste beschermkap goed kan functioneren. • Sluit, wanneer u hout of houtproducten zaagt, altijd een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften voor stofemissie. BEDIENING Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften in acht. WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk wordt gestart. We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de “woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen. Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk. Beperk de gevolgen van trillingen, zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur niet te laag is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en het formaat van het werkstuk geschikt is voor deze machine. 73 NEDERLANDS In- en uitschakelen (afb. 1) De aan/uit-schakelaar (a) heeft een ingebouwde nulspanningsfunctie: wordt de spanning om een of andere reden uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt worden. 2. Maak de verstekknop (m) los en druk de verstekgrendel (n) in zodat de verstekarm (l) loskomt. 3. Zet de verstekvergrendeling vast in de stand 0˚ en zet de verstekknop vast. Druk op de groene startknop om de machine in te schakelen. 4. Plaats het te zagen hout tegen de langsgeleiding (h, p). Druk op de rode stopknop om de machine uit te schakelen. 5. Pak de bedieningshendel (b) vast en druk de vrijgavehefboom van de kop (c) in zodat de kop vrijkomt. WERKLICHT (AFB. 16A) De Aan/Uit-knop van het werklicht (d) werkt onafhankelijk van de de Aan/Uitknoppen van de verstekzaag (a). Stofafzuiging (afb. 1, 10) De machine is voorzien van drie poorten voor stofafzuiging van 38 mm, één op de bovenste beschermkap van het zaagblad (z) en twee onderaan aan de achterzijde (v). • Sluit tijdens alle zaagwerkzaamheden een geschikt toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de geldende voorschriften voor stofemissie. Basis zaagsneden 6. Schakel de machine in en laat het zaagblad volledig op snelheid komen. 7. Druk de kop omlaag en laat het zaagblad door het hout zagen en de kunststof zaagplaat (j) binnengaan. 8. Wanneer de zaagsnede is voltooid, schakelt u de machine uit en wacht u tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de kop laat terugkeren in de bovenste ruststand. Kleine stukken zagen (afb. 1) Het bovenste gedeelte van de linkerzijde van de langsgeleiding (p) kan worden afgesteld voor maximale ondersteuning bij het zagen van kleine stukken. 1. Breng de zaagkop omhoog in de hoogste stand. 2. Maak de klemknop (u) van van de linker langsgeleiding los. KWALITEIT VAN DE ZAAGSNEDE 3. Stel de linker langsleiding zo dicht mogelijk op het zaagblad af. Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid om het gewenste resultaat te bereiken. 4. Zet de knop stevig vast. WAARSCHUWING: Zorg er vooral voor dat het materiaal niet kan opkruipen tijdens het zagen; klem het stevig op z'n plaats vast. Haal altijd de arm van de zaagkop pas omhoog als het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als er nog kleine splinters hout aan de achterzijde van het werkstuk uitsteken, plak dan een stuk afdekband op het hout waar de zaagsnede wordt gemaakt. Zaag door de tape heen en verwijder de tape voorzichtig wanneer u klaar bent. ZAGEN IN DE VERSTEKZAAGSTAND Het is gevaarlijk te werken zonder beschermkappen. De beschermkappen moeten zijn geplaatst wanneer u zaagt. Algemene aanwijzingen voor werken met de verstekzaag • In de verstekzaagstand is de zaag automatisch vergrendeld wanneer de zaagkop in de hoogste positie staat. • U ontgrendelt de zaagkop door de vrijgavehendel van de vergrendeling van de kop in te knijpen Wanneer de zaagkop omlaag wordt bewogen, wordt de beweegbare onderste beschermkap ingetrokken. • Probeer nooit te voorkomen dat de onderstaande beschermkap van het zaagblad terugkeert naar de oorspronkelijke positie wanneer de zaagsnede is voltooid. • Stel de zaagtafel in de hoogste stand als u de zaaghoogte die maximaal mogelijk is wilt bereiken. • De D27113 zaag kan werkstukken zagen van maximaal 160 mm breedte bij 85 mm hoogte. Raadpleeg de Technische gegevens voor de juiste zaagcapaciteit. De lengte van het werkstuk mag nooit groter zijn dan de basisbreedte als u niet voldoende ondersteuning gebruikt. Het einde van het werkstuk mag nooit minder dan 160 mm verwijderd zijn van het zaagblad als u niet extra klemmen gebruikt. • Plaats tijdens het werken uw handen niet op minder dan 160 mm afstand van het zaagblad. Wanneer u kort materiaal zaagt (minimaal 160 mm links of rechts van het zaagblad), moet de materiaalklem worden gebruikt. Afkorten in de verstek (afb. 1, 12) 1. Maak de verstekknop (m) los en druk de verstekgrendel (n) in zodat de verstekarm (l) loskomt. Verplaats de verstekarm naar links of naar rechts in de gewenste hoek. 2. De verstekgrendel zal automatisch ingrijpen op 10˚, 15˚, 22,5˚, 31,62˚ en 45˚ zowel links als rechts, en op 50˚ links en rechts. Als een hoek daartussen wordt gevraagd, houd de kop dan stevig vast en vergrendel de kop door de verstekknop stevig aan te draaien. 3. Controleer altijd dat de verstekknop stevig is vergrendeld voordat u gaat zagen. 4. Verder werkt u als bij de rechte afkortzaagsnede. WAARSCHUWING: Wanneer u een klein stuk in verstek afzaagt, plaats het hout dan zo dat het afgezaagde stuk is aan de zijde van het zaagblad met de grootste hoek ten opzichte van de langsgeleiding: links verstek, afzagen naar rechts rechts verstek, afzagen naar links. Afschuinen (afb. 1, 7D, 13) U kunt de hoek voor het schuin afzagen instellen van 45˚ links tot 0˚ rechts en de hoeken kunnen worden uitgevoerd met de verstekarm tussen nul en maximaal 50˚ verstek rechts of links. 1. Maak de vergrendelingsknoppen los (bb, e) en verplaatst de zaagtafel naar de hoogste positie. Vergrendel beide knoppen. 2. Draai de klemknop van de langsgeleiding aan de linkerzijde (u) los en schuif het bovenste gedeelte van de linker langsgeleiding (p) zoveel mogelijk naar links. 3. Maak de handgreep van de klem voor de schuine hoek (jj) los en kies de gewenste afstelling voor de schuine hoek, zoals in afbeelding 7D wordt getoond. 4. Zet de klemhandgreep van de schuine hoek (jj) stevig vast. 5. Verder werkt u als bij de rechte afkortzaagsnede. Samengesteld verstek Deze zaagsnede is een combinatie van verstek en schuine zaagsnede. • The minimumlengte van af te zagen materiaal is 10 mm. Stel de schuine hoek in en vervolgens de verstekhoek. • Wanneer u werkstukken zaagt die langer zijn dan de tafel breed is, is het belangrijk dat het werkstuk stabiel is over de gehele lengte. Ondersteun de uitstekende delen van het werkstuk als dat nodig is, bijvoorbeeld met de als optie verkrijgbare uitbreiding. ZAGEN IN DE ZAAGTAFELSTAND • Wanneer u UPVC-delen zaagt, moet een ondersteuning van hout met een aanvullend profiel onder het te zagen materiaal, worden geplaatst, zodat het materiaal voldoende wordt ondersteund. Recht afkorten (fig. 1, 11) 1. Maak de vergrendelingsknoppen los (bb, e) en verplaatst de boventafel naar de hoogste positie. Vergrendel beide knoppen. 74 • Gebruik altijd het spouwmes. • Let er altijd op dat het spouwmes en de beschermkap van het zaagblad goed zijn uitgelijnd. • Let er altijd op dat de verstekzaag is ingesteld en vergrendeld op de stand van 0° verstek. WAARSCHUWING: Zaag geen metaal in deze stand. NEDERLANDS Overlangszagen (afb. 14) WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure. 1. Zet de schuine hoek en de verstekhoek op 0˚. 2. Stel de hoogte van het zaagblad in door de zaagtafel af te stellen (raadpleeg De Zaagtafel afstellen ). Het zaagblad staat in de juiste stand als de punten van drie tanden boven het oppervlak van het hout uitsteken. Controleer dat de zaagtafel stevig is vastgezet op de gekozen hoogte. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof. 3. Zet de parallelgeleiding op de gewenste afstand. 4. Houd het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider. Houd het werkstuk ongeveer 25 mm van het zaagblad verwijderd. 5. Houd de handen uit de weg van het zaagblad. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel. 6. Zet de machine aan en laat het zaagblad op volle toeren komen. 7. Leid het werkstuk langzaam onder de bovenste beschermkap door en druk het stevig tegen de geleider. Zorg dat de tanden kunnen snijden, en duw het werkstuk niet met overdreven kracht tegen het zaagblad. De snelheid van het zaagblad moet constant worden gehouden. 8. Gebruik in de buurt van het zaagblad altijd het duwhout (aa). 9. Schakel na het zagen de machine uit, laat het zaagblad tot stilstand komen en verwijder het werkstuk. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem. REINIGEN EN ONDERHOUDEN VAN DE SLEUFPLAAT (FIG. 15) Reinig regelmatig de ruimte onder de sleufplaat. Indien de sleufplaat versleten is, dient hij te worden vervangen. De zaagplaat reinigen WAARSCHUWING: 1. Zet de zaagkop in de hoogste stand. • Duw nooit tegen de vrije of afgezaagde kant van het werkstuk en trek er ook niet aan. 2 Verwijder de schroeven (a8) waarmee de zaagplaat (j) vastzit. • Gebruik altijd een duwstok bij het zagen van kleine werkstukken. 4. Plaats de zaagplaat weer. 3. Verwijder de zaagplaat en reinig het gebied eronder. 5. Draai de schroeven handvast aan. Transport (afb. 1–3) 1. Als u de zaag wilt vervoeren, breng dan de zaagtafel en de zaagkop omlaag in hun laagste stand en duw de pen van de vergrendeling (cc) op z'n plaats. 2. Verplaats de verstekarm (l) in de uiterst rechtse verstekhoek, schuif de linker langsgeleiding (p) geheel naar binnen en vergrendel de klemhandgreep van (jj) met de zaagkop in de laagste stand, zodat het gereedschap zo compact mogelijk is. 3. Gebruik altijd de uitsparingen voor de hand (s) die in afbeelding 1 worden getoond, als u de zaag wilt vervoeren. WAARSCHUWING: Transporteer de machine altijd in tafelzaagstand met de bovenste beschermkap gemonteerd. Draag de machine nooit aan de beschermkap. ONDERHOUD Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is ontworpen om gedurende een lange periode te werken met een minimum aan onderhoud. Een permanente goede werking is afhankelijk van goed onderhoud en een regelmatige reiniging van het gereedschap. WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de Aan/Uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk wordt gestart. Als het zaagblad niet in minder dan 10 seconden tot stilstand komt nadat u de machine hebt uitgeschakeld, laat de machine dan nazien door een erkende DEWALT-reparateur. Reinigen DE LENS VAN HET WERKLICHT REINIGEN (AFB 16A–16F) Het werklicht (a9) presteert het best wanneer u de volgende onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitvoert. • Verwijder voorzichtig zaagsel en vuil van de lens van het werklicht en gebruik daarvoor een wattenstaafje. • Gebruik vooral GEEN oplosmiddelen van welke aard dan ook, deze kunnen de lens beschadigen. • Stof kan het werklicht blokkeren en dan kan het licht de zaaglijn niet zorgvuldig aangeven. Het werklicht verwijderen 1. Breng de zaagtafel omhoog in de hoogste stand en breng vervolgens de zaagkop omhoog in de hoogste stand. 2. Demonteer de zwarte kraag (a10) door deze een 1/4 slag naar links te draaien. 3. Maak de draad (a11) naar het werklicht los. 4. Verwijder de schroeven (a12) met de T30-stelsleutel. 5. Schuif de aluminium behuizing van de LED naar buiten en vervolgens omlaag voorbij de onderzijde van de tafel. 6. Maak de lens van het werklicht (a13) schoon met een wattenstaafje. 7. Plaats de aluminium behuizing van de LED weer op de tafel. 8. Monteer het werklicht weer door de hierboven vermelde stappen in omgekeerde volgorde uit te voeren. Smering Smering zal misschien alleen nodig zijn in de sleuf van de koppeling (afb. 18). Als de zaagkop niet gemakkelijk beweegt of lijkt te klemmen tijdens het verstekzagen, ga dan als volgt te werk: 1. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact. Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het zaagblad, de beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook de stofafzuigbuis zodat u vaststellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor dat spaanders, stof of deeltjes in de openingen niet kunnen leiden tot blokkering van één van de functies. 2. Verwijder het zaagblad (raadpleeg Het zaagblad verwisselen). Als er delen van het werkstuk tussen het zaagblad en de beschermkappen bekneld zitten, trek de stekker van de machine dan uit het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven bij Het zaagblad verwisselen. Verwijder de vastgelopen delen en monteer het zaagblad opnieuw. 4. Controleer of de zaag nu gemakkelijker beweegt. 3. Maak de sleuf van de koppeling (a15) schoon (deze bevindt zich achter de as) en verwijder stof en houtsnippers, laat vervolgens enkele druppels smeermiddel in de sleuf lopen. 5. Monteer het zaagblad weer. 75 NEDERLANDS Optionele accessoires GARANTIE WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT. 0NDERSTEUNEN VAN LANGE WERKSTUKKEN (AFB. 4) • Ondersteun lange werkstukken altijd. • Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (kk) om de tafelbreedte van uw zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun lange werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals zaagbokken e.d., om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen. STOFAFVOER (AFB. 10) WAARSCHUWING! Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften voor stofemissie. De D27113 is voorzien van drie poorten voor stofopvang. Breng een stofverzamelsysteem aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften. De luchtsnelheid van externe verbonden systemen dient 20 m/s ±2 m/s te zijn. De snelheid dient te worden opgemeten in de verbindingsbuis op het punt waar deze wordt verbonden, waarbij het werktuig wel is verbonden maar niet aan staat. ZAAGBLADEN GEBRUIK ALTIJD geluidsarme 305 mm (12") ZAAGBLADEN MET 30 mm OPNAMEBOORGATEN. NOMINALE SNELHEID MOET TEN MINSTE 3500 ZIJN. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere diameter. Deze zullen nooit goed kunnen worden afgeschermd. Gebruik alleen afkortzaagbladen! Gebruik geen zaagbladen die bedoeld zijn voor overlangse verzaging, combinatiezaagbladen of zaagbladen met grotere hoeken dan 5°. BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN TOEPASSING DIAMETER Constructiezaagbladen (dunne plaat met anti-kleef rand) Algemene toepassing 305 mm (12") Fijne afkortzaagsneden 305 mm (12") TANDEN 40 60 Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. 76 DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt professionele gebruikers van het product een uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, nietprofessionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone. • 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE • Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw DEWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen. • EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT • Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn voor uw DEWALT-gereedschap, in de 12 maanden na uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service. Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een DEWALTservicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT-product defect raakt als gevolg van het gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat: • Het product niet verkeerd gebruikt is; • Het product in redelijke mate is versleten; • Er geen reparaties zijn ondernomen door nietgeautoriseerde personen; • U een aankoopbewijs kunt overleggen; • Het product compleet met alle originele onderdelen wordt geretourneerd. Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan contact op met uw leverancier of zoek het officiële DEWALTservicecentrum bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële DEWALT-servicecentra en volledige details over onze aftersales-service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140

DeWalt D27113 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding