Nikon UT-1 Handleiding

Type
Handleiding
Communicatie-eenheid
Gebruikshandleiding
Nl
Raadpleeg de handleiding voor gebruik met uw
camera.
D4-serie, D7000
Gebruikershandleiding
communicatie-eenheid UT-1
(meegeleverd met de UT-1)
D7100
Handleiding communicatie-
eenheid UT-1 voor gebruikers
van D7100 digitale camera’s
D800, D800E
Handleiding communicatie-
eenheid UT-1 voor gebruikers van
D800/D800E digitale camera’s
Andere camera’s
Gebruikershandleiding versie 2
communicatie-eenheid UT-1
Communicatie-eenheid
Handleiding voor gebruikers
van D7100 digitale cameras
Nl
ii
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Wat de UT-1 voor u kan
betekenen
Deze handleiding geeft uitleg hoe u verbinding maakt met een netwerk
en foto’s uploadt naar een pc of ftp-server, of bedien de camera op
afstand met behulp van Camera Control Pro 2. Gebruik de UT-1 om
verbindingen te maken met een Ethernet-netwerk, of maak verbinding
met draadloze netwerken door een WT-5 op de UT-1 te bevestigen.
Alvorens u de UT-1 op de D7100 aansluit, moet eerst de firmware van
de UT-1 worden geüpdatet naar versie 1.1 of hoger. Voor meer
informatie, bezoek de websites vermeld op pagina x.
Aansluiten op een netwerk
Ethernet-netwerken
Zie pagina 17 voor informatie over verbinding maken met een pc.
Zie pagina 45 voor informatie over een verbinding maken met een
ftp-server.
Draadloze netwerken
Maak verbinding met draadloze netwerken met behulp van een
WT-5 draadloze zender (06).
Zie pagina 17 voor informatie over verbinding maken met een pc.
Zie pagina 45 voor informatie over een verbinding maken met een
ftp-server.
iii
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Netwerkverbindingen
Zodra een netwerkverbinding tot stand is gebracht, kunt u:
Bestaande foto’s uploaden naar een computer (034)
De camera op afstand bedienen met behulp van Camera Control Pro 2 (041)
Foto's uploaden naar een ftp-server (045)
iv
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Handelsmerkinformatie
Mac OS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. Microsoft, Windows
en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation. Alle andere handelsnamen die in deze handleiding, of in
andere bij dit Nikon-product geleverde informatie worden vermeld, zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaren.
Apple Public Source-licentie
Dit product bevat Apple mDNS-broncode welke onderhevig is aan de
voorwaarden van de Apple Public Source-licentie, die u kunt vinden op
http://developer.apple.com/opensource/.
Auteursrecht © 2012 Apple Computer, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Dit bestand bevat Originele Code (Original Code) en/of Wijzigingen van
Originele Code (Modifications of Original Code) zoals gedefinieerd in
versie 2.0 van de Apple Public Source License (de ‘Licentie’). U hebt geen
toestemming dit bestand te gebruiken, tenzij in overeenstemming met
de Licentie. Een exemplaar van deze Licentie kunt u vinden op
http://www.opensource.apple.com/license/apsl/ en lees het door
alvorens dit bestand te gebruiken.
Lees de Licentie voordat u dit bestand gebruikt. De Originele Code en alle
software die onder de Licentie wordt gedistribueerd, worden
gedistribueerd in de staat waarin ze op het moment van aankoop
verkeren (op ‘AS-IS’-basis), ZONDER ENIGE GARANTIE, EXPLICIET OF
IMPLICIET, EN APPLE SLUIT HIERBIJ UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES UIT,
MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT ENIGE GARANTIE
BETREFFENDE VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, ONGESTOORD GEBRUIK OF HET NIET SCHENDEN VAN
RECHTEN VAN DERDEN. Raadpleeg de Licentie voor informatie over
specifieke rechten en beperkingen met betrekking tot taalversies
krachtens de Licentie.
v
Voor uw veiligheid
Voor uw veiligheid
Om schade aan het Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te
voorkomen, dient u de volgende veiligheidsvoorschriften goed te lezen
alvorens het product te gebruiken. Bewaar deze veiligheidsvoorschriften
op een plaats waar gebruikers van het product ze kunnen lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk
vermelde veiligheidsvoorschriften worden door middel van het volgende
symbool aangegeven:
WAARSCHUWINGEN
Demonteer het apparaat niet
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit resulteren in brand, een elektrische schok of
letsel. Als het product openbreekt als gevolg van een val of een ander ongeluk,
koppelt u de voedingsbron van de camera los en brengt u het product voor
onderzoek naar een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Schakel het apparaat bij storing onmiddellijk uit
Indien er rook of een ongewone geur uit het apparaat komt, koppel de
lichtnetadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Let hierbij op dat u
geen brandwonden oploopt. Als u het apparaat blijft gebruiken, kan dit tot letsel
leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger te worden nagekeken.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambaar gas
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit resulteren in een explosie of brand.
Droog houden
Dompel het apparaat niet onder in water en stel het niet bloot aan regen. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
Niet vastpakken met natte handen
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische
schok.
Raak het netsnoer niet aan tijdens onweersbuien en blijf uit de buurt van de lader
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot
gevolg hebben.
Buiten bereik van kinderen houden
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit tot verwondingen
leiden.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden
gelezen voordat het Nikon-product wordt gebruikt om mogelijk
letsel te voorkomen.
vi
Voor uw veiligheid
Vermijd langdurig contact
Vermijd langdurige aanraking met de camera, communicatie-eenheid, batterij of
lader terwijl de producten zijn ingeschakeld of in gebruik zijn. Delen van het
product worden zeer warm; langdurige aanraking van het product met de huid kan
lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Neem bij het gebruik van batterijen de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
Batterijen kunnen lekken of ontploffen wanneer ze verkeerd worden gebruikt. Let
op de volgende punten bij het gebruik van de batterijen voor dit product:
Zorg dat het product is uitgeschakeld voordat u de batterij vervangt. Als u
een lichtnetadapter gebruikt, zorg er dan voor dat de stekker uit het
stopcontact is verwijderd.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
Plaats de batterij niet ondersteboven of achterstevoren.
Sluit de batterij niet kort en haal ze niet uit elkaar.
Stel de batterij niet bloot aan vlammen of hoge temperaturen.
Dompel de batterij niet onder in water en stel ze niet bloot aan water.
Plaats het afdekkapje terug wanneer u de batterij vervoert. Vervoer of
bewaar batterijen niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen of
haarspelden.
Volledig lege batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, moet u de batterij verwijderen als deze leeg is.
Plaats het afdekkapje op de contactpunten en berg de batterij op een koele
plaats op als de batterij niet in gebruik is.
Direct na gebruik of als het product gedurende langere tijd op batterijen is
gebruikt, kan de batterij zeer warm zijn. Zet de camera uit en laat de batterij
afkoelen voordat de batterij uit de camera wordt verwijderd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
Niet blootstellen aan hoge temperaturen
Laat het apparaat niet achter in een gesloten voertuig in de zon of op andere
plaatsen die onderhevig zijn aan extreem hoge temperaturen. Als u zich hier niet
aan houdt, kan dit resulteren in brand of schade aan de behuizing of de interne
onderdelen.
Cd-roms
De cd-roms waarop de software en de handleidingen worden gedistribueerd,
mogen niet op audio-cd-apparatuur worden afgespeeld. Het afspelen van cd-roms
op een audio-cd-speler kan tot gehoorverlies of schade aan de apparatuur leiden.
Volg de instructies voor ziekenhuis- en luchtvaartpersoneel
Dit product geeft radiofrequente straling af die storing kan veroorzaken met
medische apparatuur of navigatieapparatuur. Schakel het product uit tijdens het
opstijgen en landen en indien geïnstrueerd door luchtvaart- of
ziekenhuispersoneel.
vii
Opmerkingen
Opmerkingen
Geen enkel deel van de handleidingen die bij dit product worden geleverd,
mag worden gereproduceerd, overgedragen, overgeschreven, opgeslagen in
een archiefsysteem of vertaald in enige taal in welke vorm dan ook, met welk
middel dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor om de specificaties van de hardware en
de software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst
moment zonder voorafgaande aankondiging te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit het gebruik van dit
product.
Hoewel Nikon alles in het werk heeft gesteld om te zorgen dat de informatie
in deze handleidingen correct en compleet is, stellen we het zeer op prijs als
u de Nikon-vertegenwoordiging op de hoogte wilt stellen van eventuele
onjuistheden of omissies (adres aanwezig in de overige documentatie).
Dit product bevat coderingssoftware die is ontwikkeld in de Verenigde Staten. Het
product valt onder de United States Export Administration Regulations en mag niet
(opnieuw) worden geëxporteerd naar een land waarvoor het embargo van de
Verenigde Staten van toepassing is. Momenteel geldt er een embargo voor de
volgende landen: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië.
Kennisgeving voor klanten in Europa
Symbool voor gescheiden inzameling in Europese
landen
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden
inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd
bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg
als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van
natuurlijke bronnen en voorkomt negatieve consequenties voor mens
en milieu die kunnen ontstaan door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
viii
Inhoudsopgave
Wat de UT-1 voor u kan betekenen........................................................................ ii
Voor uw veiligheid........................................................................................................ v
Opmerkingen ...............................................................................................................vii
Inleiding ......................................................................1
Onderdelen van de UT-1............................................................................................ 2
De UT-1 bevestigen...................................................................................................... 4
De WT-5 aansluiten.........................................................................................................................6
Ondersteunde standen............................................................................................... 7
Werkschema ................................................................................................................... 9
De UT-1 met een computer gebruiken .................. 17
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren .....................................................18
Foto’s naar een hostcomputer uploaden ..........................................................31
De UT-1 aansluiten.......................................................................................................................31
Foto's uploaden .............................................................................................................................34
PC-stand .........................................................................................................................39
Verbinding maken met de computer ..............................................................................39
De camera bedienen ..................................................................................................................41
Foto's uploaden naar een ftp-server ..................... 45
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren .....................................................46
Verbinding maken met de ftp-server ..................................................................58
Foto's uploaden...........................................................................................................61
ix
Menugids.................................................................. 67
Kies hardware .............................................................................................................. 68
Netwerkinstellingen.................................................................................................. 68
Een netwerkprofiel kiezen.......................................................................................................68
Netwerkprofielen wissen .........................................................................................................69
FTP-serverprofielen bewerken.............................................................................................. 69
Opties.............................................................................................................................. 73
Automatisch verzenden ...........................................................................................................73
Wissen na verzending?.............................................................................................................. 73
Verzend bestand als .................................................................................................................... 73
Overschrijf bij gelijke naam..................................................................................................... 74
Beveiligen bij uploadmarkering........................................................................................... 74
Verzend map.................................................................................................................................... 74
Alles deselecteren? ...................................................................................................................... 74
Batterij-informatie......................................................................................................................... 75
Vertraging voor automatisch uit......................................................................................... 75
MAC-adres......................................................................................................................................... 75
Firmwareversie ............................................................................................................................... 75
Bijlagen..................................................................... 77
Een FTP-server creëren............................................................................................. 77
Windows 8/Windows 7.............................................................................................................78
Windows Vista................................................................................................................................. 85
Windows XP ..................................................................................................................................... 92
Mac OS X 10.6.................................................................................................................................. 96
Ftp-profielen maken met de cameramenu's.................................................... 98
Problemen oplossen ...............................................................................................101
Specificaties................................................................................................................102
Index .............................................................................................................................105
x
A Achtergrondkennis
Deze handleiding gaat uit van een basiskennis over ftp-servers en local
area networks (lokale netwerken of LAN’s). Raadpleeg de fabrikant of
netwerkbeheerder voor meer informatie over de installatie, configuratie
en het gebruik van apparaten in een netwerk.
A Illustraties
Tenzij anders vermeld, zijn alle dialoogvensters van software en
besturingssystemen, berichten en weergaves overgenomen uit
Windows 8 Pro of Mac OS X. De eigenlijke weergave en inhoud kunnen
verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem. Raadpleeg
voor informatie over basisbewerkingen van de computer de
documentatie die is meegeleverd met de computer of het
besturingssysteem.
A Levenslang leren
In het kader van de “levenslang leren”-filosofie van Nikon is er
ondersteuning en training voor producten en bijgewerkte informatie
online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de Verenigde Staten: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze websites om op de hoogte te blijven van de meest recente
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) en
algemeen advies over digitale beeldbewerking en fotografie. Bijkomende
informatie kan beschikbaar zijn bij uw Nikon-vertegenwoordiger in de
buurt. Raadpleeg de volgende website voor contactinformatie:
http://imaging.nikon.com/
Inleiding 1
Inleiding
Hartelijk dank voor uw aankoop van een UT-1-communicatie-
eenheid voor compatibele digitale camera's van Nikon. Deze
handleiding is bedoeld voor gebruikers van D7100 digitale
camera’s; lees de handleiding grondig door en bewaar ze op een
plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
In deze handleiding worden de volgende symbolen en conventies
gebruikt:
D
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Deze informatie moet u
vooraf lezen om schade aan het product te voorkomen.
A
Dit pictogram staat bij opmerkingen. Deze informatie moet u
lezen voordat u het product gebruikt.
0
Dit pictogram markeert referenties naar andere pagina's in deze
handleiding.
2
Onderdelen van de UT-1
Inleiding
Onderdelen van de UT-1
6
7
9
8
11
10
12
5
3
13
14
2
1
4
1 Afdekking perifere aansluiting
2 Perifere aansluiting
3
Hoofdschakelaar............33, 40, 60
4
De statuslampjes .................... 3, 37
POWER (groen/geel), LINK (groen),
ERROR (oranje)
5
Oogje voor riem
6
USB-aansluiting................ 4, 31, 58
7
Afdekking USB-aansluiting
................................................4, 31, 58
8 Afdekking Ethernet-aansluiting
9
Ethernet-aansluiting
10 Afdekking van de
stroomaansluiting....................... 11
11 Borgschroef
12 Voetjes
13 Statiefaansluiting
14
Deksel van het batterijvak ....... 10
3
Onderdelen van de UT-1
Inleiding
A Het POWER -statuslampje
Wanneer de UT-1 aan is, brandt de POWER LED groen om aan te duiden dat
de batterij volledig is opgeladen of dat een lichtnetadapter is
aangesloten. Bij batterijniveaus lager dan 10% zal de POWER LED groen
knipperen om te waarschuwen dat de batterij moet worden opgeladen.
Wanneer de UT-1 wordt uitgeschakeld, wordt de POWER LED eventjes geel
terwijl het product afsluit.
A Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden met de UT-1 meegeleverd (batterijen zoals
de EN-EL15 en de batterijladers zoals de MH-25 worden niet meegeleverd):
Bovendien worden de volgende accessoires meegeleverd wanneer de
UT-1 is aangeschaft als set met de WT-5:
Gebruikshandleiding
(deze handleiding)
Garantie
Cd
Opbergtas
Communicatie-eenheid USB-
kabel A (voor gebruik met D4- en
D7000-camera’s)
Communicatie-eenheid USB-
kabel B (voor gebruik met D800-
en D800E-camera’s)
UF3-RU14 afdichting voor USB-
kabel (voor gebruik met D4-,
D800- en D800E-camera’s)
UF-3 deksel voor USB-
kabelaansluiting (voor gebruik
met D800 en D800E camera’s)
WT-5 draadloze zender
WT-5 Gebruikshandleiding
Ga draadloos met een D4 digitale
SLR-camera en WT-5 draadloze
zender
4
De UT-1 bevestigen
Inleiding
De UT-1 bevestigen
Sluit de UT-1 op de D7100 aan met de UC-E6-kabel die is
meegeleverd met de camera.
5
De UT-1 bevestigen
Inleiding
A De UT-1 bevestigen
De UT-1 kan op een statief of de accessoireschoen van de camera worden
bevestigd. Gebruik een optionele SK-7 beugel om de UT-1 op de camera
te bevestigen wanneer een flitser of ander accessoire op de
accessoireschoen is bevestigd. Om de UT-1 op de accessoireschoen van
de camera te bevestigen:
1 Verwijder de afdekking van de accessoireschoen.
2 Schuif de UT-1 op de accessoireschoen.
3 Draai de borgschroef vast.
De UT-1 bevestigen / De WT-5 aansluiten
Inleiding6
De WT-5 aansluiten
De UT-1 kan in combinatie met de optionele WT-5 draadloze
zender worden gebruikt om verbinding te maken met draadloze
LAN’s. De WT-5 verbindt zoals hieronder beschreven.
1 Open de afdekking van de UT-1 perifere
aansluiting.
2 Steek de WT-5-aansluiting volledig in de
perifere aansluiting van de UT-1.
3 Draai aan het vergrendelingswiel om de
WT-5 op zijn plaats te vergrendelen.
A MAC-adresfiltering
Als het netwerk MAC-adresfiltering gebruikt en de UT-1 is met een WT-5
verbonden, dan heeft het filter het MAC-adres van de WT-5 nodig. Kies na
het verbinden met de WT-5, Netwerk > Opties > MAC-adres (075) uit
het setup-menu van de camera en noteer de MAC-adressen voor
draadloos en Ethernet.
7
Ondersteunde standen
Inleiding
Ondersteunde standen
De UT-1 verbindt de camera met Ethernet-netwerken en, bij
toevoeging van een optionele WT-5 draadloze zender, met
draadloze netwerken. Foto’s op de camera kunnen vervolgens
naar een FTP-server op een computer worden verzonden en de
camera kan vanaf een computer op afstand worden bediend. De
UT-1 ondersteunt de volgende functies:
Voordat gegevens via een draadloos of Ethernet-netwerk kunnen
worden overgezet, moet de camera worden voorzien van een
netwerkprofiel dat informatie verschaft over de hostcomputer of
FTP-server.
FTP-upload (045)
Upload nieuwe foto’s of bestaande foto’s en films
naar een host.
Beeldoverdracht (031)
Camerabediening (039)
Bedien de camera vanaf een computer met de
optionele Camera Control Pro 2 software.
8
Ondersteunde standen
Inleiding
A FTP-servers
Servers kunnen worden geconfigureerd met standaard ftp-diensten die
beschikbaar zijn met ondersteunde besturingssystemen, zoals IIS
(Internet Information Services). Verbindingen met computers op andere
netwerken via een router, ftp-verbindingen via internet en ftp-servers met
software van andere fabrikanten worden niet ondersteund.
A Ethernet-verbinding
Er zijn geen aanpassingen nodig aan de instellingen voor draadloos LAN
wanneer de camera door een Ethernet-kabel met een LAN is verbonden.
A Routers
Verbinding met computers in andere netwerken via een router wordt niet
ondersteund.
A Firewall-instellingen
De UT-1 gebruikt TCP-poorten 21 en 32768 via 61000 voor ftp en TCP-
poort 15740 en UDP-poort 5353 tijdens verbinding maken met een pc. De
firewall van pc’s moeten zo worden geconfigureerd dat toegang tot deze
poorten wordt toegestaan, aangezien de pc anders misschien geen
toegang krijgt tot de UT-1.
9
Werkschema
Inleiding
Werkschema
Volg de onderstaande stappen om de UT-1 in te stellen wanneer u
de UT-1 voor de eerste keer gebruikt, installeer de vereiste
software en upload foto’s naar de pc.
1 Stel de UT-1 in en installeer de software.
1-1 De UT-1 voorbereiden (010)
1-2 De Wireless Transmitter Utility installeren (012)
2 Upload foto's.
Foto’s uploaden naar een hostcomputer (017).
2-1 Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
2-2 De UT-1 aansluiten
2-3 Foto's uploaden
Foto's uploaden naar een ftp-server (045).
2-1 Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
2-2 Verbinding maken met de ftp-server
2-3 Foto's uploaden
10
Werkschema
Inleiding
De UT-1 voorbereiden
De batterij plaatsen
Gebruik een volledig opgeladen batterij of een optionele
AC-adapter om stroomverlies tijdens het instellen of uploaden te
vermijden. Er past één EN-EL15 oplaadbare Li-ion-batterij in de
UT-1. Andere batterijen kunnen niet worden gebruikt.
1 Verschuif (q) en open (w) het deksel van
het batterijvak.
2 Plaats de batterij in de aangeduide richting.
Raadpleeg de handleidingen van de batterij
en de lader voor de
veiligheidsvoorschriften en informatie over
het opladen van de batterij.
3 Sluit het deksel van het batterijvak.
11
Werkschema
Inleiding
A De batterij verwijderen
Laat de batterij niet vallen, open het deksel van het
batterijvak en verwijder de batterij zoals rechts
aangeduid.
A Stand-by
Zodra de verbinding met de camera wordt verbroken, schakelt de UT-1
automatisch uit na de vertraging die werd ingesteld voor Opties >
Vertraging voor automatisch uit in het menu Netwerk (075) om de
batterij te sparen.
A Batterijniveau
Het niveau van de batterij die is geplaatst in de UT-1 kan worden bepaald
door de UT-1 te verbinden met de camera (031, 58) en het batterijniveau
te controleren door middel van de optie Batterij-informatie (075) in het
setup-menu van de camera.
A Een lichtnetadapter gebruiken
Een optionele EP-5B-stroomaansluiting en EH-5b- of EH-5/EH-5a-
lichtnetadapter kunnen bovendien worden gebruikt om de camera van
stroom te voorzien wanneer de UT-1 is aangesloten. Plaats de
stroomaansluiting zoals hieronder wordt getoond.
Open het deksel van het UT-1 batterijvak (qw) en de stroomaansluiting
(e) en plaats vervolgens de EP-5B-stroomaansluiting in de aangeduide
richting (r). Plaats de stroomaansluiting zodat deze door de sleuf van de
stroomaansluiting (t) loopt en sluit het deksel van het batterijvak.
12
Werkschema
Inleiding
De Wireless Transmitter Utility
installeren
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het installeren van de
Wireless Transmitter Utility. De Wireless Transmitter Utility wordt
gebruikt om netwerkprofielen te kopiëren naar de camera en is
vereist wanneer u de camera configureert voor verbinding met
een computer in de standen beeldoverdracht en
camerabediening (zowel de Wireless Transmitter Utility als de
cameramenu’s kunnen worden gebruikt voor verbinding met FTP-
servers in de stand FTP-upload; zie pagina 98 voor informatie over
het gebruik van de cameramenu's voor FTP).
Volg de onderstaande stappen om de Wireless Transmitter Utility
te installeren onder Windows 8, Windows 7, Windows Vista,
Windows XP of Mac OS X.
Systeemvereisten
Controleer, voordat de UT-1, WT-5 of de Wireless Transmitter
Utility in gebruik worden genomen, of uw systeem aan de
volgende vereisten voldoet:
Camera
1
Nikon D4, D800, D800E, D7100 en D7000 digitale
reflexcamera’s. Zie de handleiding van de camera
voor informatie over ondersteuning van de UT-1
voor meer recente modellen.
Voeding
Eén EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij of EP-5B-
stroomaansluiting en EH-5b-lichtnetadapter
(apart verkrijgbaar)
Besturingssysteem
2
Vooraf geïnstalleerde versies van Windows 8 (64-
en 32-bits versies), Windows 7 (Service Pack 1, 64-
en 32-bits versies), Windows Vista (Service Pack 2,
64- en 32-bits versies), Windows XP
(Service Pack 3, alleen 32-bits versie) of Mac OS X
versie 10.6, 10.7 of 10.8 (alleen Intel CPU´s).
13
Werkschema
Inleiding
1. Zorg ervoor dat u over de meest recente versie beschikt van de UT-1-firmware
en meegeleverde software. Gebruikers van de D7100 moeten de UT-1-firmware
updaten naar versie 1.1 of hoger en de Wireless Transmitter Utility naar versie
1.4.0 of hoger.
2. Voor de meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen
bezoekt u de Nikon-website voor uw regio (0x).
3. Niet vereist voor het verbinden met ftp-servers.
4. Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan. De camera werkt mogelijk
niet naar behoren als hij wordt aangesloten via een hub, verlengkabel of
toetsenbord.
Netwerk
Draadloos: WT-5 draadloze zender en draadloos
LAN-toegangspunt of pc met ingebouwde of
externe draadloze LAN-adapter (compatibel
met IEEE 802.11n, 802.11b, 802.11g of 802.11a).
Ethernet: Ethernetkabel en pc met ingebouwde
of externe Ethernet-poort (100 base-TX of
10 base-T)
Diversen:
Wireless Transmitter Utility
: vereist om
computerprofielen naar de camera te kopiëren.
3
USB: de meegeleverde USB-kabel en een
computer met ingebouwde USB-poort zijn
vereist voor het kopiëren van netwerkprofielen
naar de camera.
4
14
Werkschema
Inleiding
Software installeren
Installeer eerst de Wireless Transmitter Utility alvorens u
verbinding maakt met een netwerk. De Wireless Transmitter Utility
kan worden gebruikt voor het maken van netwerkprofielen.
Controleer eerst op pagina 12 of uw computer aan de
systeemvereisten voldoet alvorens de software te installeren.
Vergeet niet de nieuwste updates voor de WirelessTransmitter
Utility en camera en UT-1-firmware te installeren. Gebruikers van
de D7100 moeten de UT-1-firmware updaten naar versie 1.1 of
hoger en de Wireless Transmitter Utility naar versie 1.4.0 of hoger.
1 Dubbelklik op het installatiepictogram.
Download met behulp van de meegeleverde cd de
Wireless Transmitter Utility van een Nikon-website.
Dubbelklik op het installatiepictogram zodra het
downloaden is voltooid.
2 Selecteer een taal (alleen Windows).
Selecteer een taal en klik op Volgende.
w Klik op Volgende
q Selecteer taal
15
Werkschema
Inleiding
3 Start het installatieprogramma.
Klik op Volgende (Windows) of Ga door (Mac OS) en volg de
instructies op het scherm.
4 Sluit het installatieprogramma af.
Klik op OK (Windows) of Sluit (Mac OS) zodra de installatie is
voltooid.
A De WT-4 Setup Utility
De Wireless Transmitter Utility moet opnieuw worden geïnstalleerd als de
WT-4 Setup Utility of andere Nikon-software voor draadloze netwerken is
geïnstalleerd na het voltooien van de installatie.
Windows Mac OS
Klik op Volgende Klik op Ga door
Windows Mac OS
Klik op OK Klik op Sluit
16
Werkschema
Inleiding
De UT-1 met een computer gebruiken 17
De UT-1 met een
computer gebruiken
De UT-1 kan in de volgende standen worden gebruikt:
Beeldoverdracht: foto's uploaden naar een computer.
Camerabediening: bestuur de camera vanaf een computer door
middel van Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar).
De werkwijze voor deze standen wordt hieronder getoond.
D Vóór het aansluiten
Voltooi voor het aansluiten eerst de netwerkinstellingen op de pc.
1 Netwerkprofielen naar de camera kopiëren (018).
2 Upload foto's.
Foto’s naar een hostcomputer uploaden (031–38).
2-1 De UT-1 aansluiten
2-2 Foto's uploaden
PC-stand (039–43).
2-1 Verbinding maken met de computer
2-2 De camera bedienen
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken18
Netwerkprofielen naar de
camera kopiëren
Controleer eerst of de pc is ingeschakeld en de gebruiker is
ingelogd alvorens netwerkprofielen te kopiëren.
1 Sluit de USB-kabel aan die met de camera is meegeleverd.
2 Zet de camera aan.
3 Start de Wireless Transmitter Utility.
Windows: dubbelklik op het pictogram Wireless Transmitter
Utility op het bureaublad.
Mac OS X: klik op het pictogram van de Wireless Transmitter
Utility in het Dock.
Hoofdschakelaar
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken 19
4 Het onderstaande dialoogvenster wordt weergegeven. Klik op
Volgende.
5 Selecteer Bedraad LAN voor gebruik van een Ethernet-
verbinding, WT-5 (draadloos LAN) voor verbinding met een
draadloos netwerk via de WT-5.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken20
6 Selecteer Profielen toevoegen/bewerken en klik op Volgende.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken 21
A Het dialoogvenster “Actie selecteren”
De andere opties in het dialoogvenster “Actie selecteren” worden
hieronder beschreven.
Wachtwoord wijzigen: het rechts
getoonde venster wordt
weergegeven. Het invoeren van een
wachtwoord in dit venster zorgt
ervoor dat de Wireless Transmitter
Utility een wachtwoordmelding
weergeeft wanneer de camera met
andere computers is verbonden.
Zodra het juiste wachtwoord is
ingevoerd, zal de melding niet meer
worden weergegeven. Om een
bestaand wachtwoord te wijzigen,
voer eerst het oude wachtwoord in en dan het nieuwe. Om het
wachtwoord te verwijderen, selecteer Wachtwoord resetten
(profielen gaan verloren) en klik op Volgende. Merk op dat het
resetten van de wachtwoorden alle bestaande apparaatprofielen van de
camera verwijdert. Klik op Vorige om af te sluiten zonder de
wachtwoordinstellingen te wijzigen.
Map voor beelden instellen: het rechts
getoonde venster wordt
weergegeven. Met dit scherm kunt u
de doelmap selecteren wanneer u
beelden naar uw computer
downloadt in de
beeldoverdrachtstand. Klik op de
knop Bladeren... om de bestemming
te selecteren voor beelden die naar de
computer worden geüpload (voor
deze bewerking hoeft de camera niet
verbonden te zijn). De standaardbestemming is de map “Wireless
Transmitter Utility” in “\Users\(gebruikersnaam)\Pictures” (Windows) of
“/Users/(gebruikersnaam)/Pictures” (Mac OS).
Openen met ViewNX 2: als deze optie is geselecteerd, worden geüploade
afbeeldingen in ViewNX 2 weergegeven zodra de verbinding met de
UT-1 is beëindigd. Deze optie is alleen beschikbaar als ViewNX 2 is
geïnstalleerd.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken22
7 Selecteer Profiel toevoegen en klik op Volgende.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken 23
8 Voer de volgende informatie in en klik op Volgende:
Profielnaam: voer een naam in van maximaal 16 tekens.
Verbindingstype: kies Beeldoverdracht of Camerabediening.
Als u verbinding maakt via ethernet, ga dan naar stap 11.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken24
9 Selecteer Handmatige configuratie (voor ervaren gebruikers)
en klik op Volgende.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken 25
A “Automatische configuratie”
Kies Automatische configuratie (aanbevolen) wanneer u voor het
eerst verbinding maakt met een netwerk met behulp van een UT-1
verbonden met een WT-5. Het volgende dialoogvenster wordt
weergegeven; selecteer Ad hoc of selecteer Infrastructuur-netwerk
(aanbevolen) en kies een netwerk uit het vervolgkeuzemenu. Klik op
Volgende om verder te gaan naar stap 11 (028).
De optie Automatische configuratie (aanbevolen) kan niet worden
gebruikt met bestaande netwerkprofielen, draadloze LAN-adapters
van andere fabrikanten, netwerken die gebruik maken van statische
IP-adressen of Mac OS X.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken26
10
Voer de volgende informatie in en klik op Volgende.
Netwerknaam (SSID): voer een netwerknaam in of kies een naam in
een lijst met bestaande netwerken. Wijzig de naam niet als
deze automatisch wordt opgegeven.
Communicatiestand: selecteer Infrastructuur of Ad hoc.
Kanaal: selecteer een kanaal (alleen ad hoc; in de
infrastructuurstand kiest de UT-1 automatisch het kanaal). Merk
op dat de UT-1 automatisch van kanaal kan veranderen
wanneer een bijpassend SSID op een ander kanaal werd
gedetecteerd.
Verificatie: de verificatie die voor het netwerk wordt gebruikt.
Kies uit open systeem, gedeelde sleutel, WPA-PSK en WPA2-PSK
(infrastructuur) of uit open systeem en gedeelde sleutel (ad
hoc).
Encryptie: de encryptie die door het netwerk wordt gebruikt. De
beschikbare opties zijn afhankelijk van de gebruikte verificatie.
Open: geen encryptie; 64- of 128-bit WEP
Gedeeld: 64- of 128-bit WEP
WPA-PSK: TKIP; AES
WPA2-PSK: AES
Encryptiesleutel: als het netwerk encryptie gebruikt, voert u de
netwerksleutel in. Het vereiste aantal tekens is afhankelijk van
de gebruikte sleutel:
Merk op dat afhankelijk van het apparaat en de gebruikte
toetsinstelling, de UT-1 mogelijk niet in staat is om verbinding
te maken. Probeer een andere toetsinstelling als dit zich
voordoet.
Sleutelindex: wanneer WEP64 of WEP128 werd geselecteerd
voor Encryptie, kiest u een sleutelindex (de standaard index is
1). Er is geen sleutelindex nodig wanneer Geen encryptie werd
geselecteerd.
WEP (64-bit) WEP (128-bit) TKIP, AES
Aantal tekens (ASCII) 5 13 8–63
Aantal tekens (hex) 10 26 64
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken 27
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken28
11
Als het netwerk is geconfigureerd om IP-adressen automatisch te
verschaffen met behulp van een DHCP-server of Auto-IP, selec-
teer Verkrijg automatisch en klik op Volgende. Verwijder
anders het vinkje van deze optie en voer de volgende informatie
in alvorens u op Volgende klikt:
Verkrijg automatisch: Selecteer deze optie wanneer het netwerk is
geconfigureerd om automatisch IP-adressen toe te wijzen.
Wanneer het netwerk geen DHCP-server heeft, worden
adressen automatisch toegewezen door automatische IP.
Adres: Wanneer het netwerk is geconfigureerd om manueel IP-
adressen toe te wijzen, geeft u een IP-adres in voor de UT-1.
Masker: Wanneer het netwerk is geconfigureerd om manueel IP-
adressen toe te wijzen, geeft u een subnetmasker in voor de
UT-1.
Gebruik gateway: Als het netwerk een gatewayadres vereist,
selecteert u deze optie en voert u het adres in dat u van de
netwerkbeheerder hebt gekregen.
DNS inschakelen: Als er al een domeinnaamserver bestaat in het
netwerk, selecteert u deze optie en voert u het adres in dat u
van de netwerkbeheerder hebt gekregen.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken 29
12
Bevestig dat de instellingen correct zijn en klik op Volgende.
13
Selecteer Wizard sluiten en klik op Volgende.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
De UT-1 met een computer gebruiken30
14
Schakel de camera uit en koppel de USB-
kabel los.
Het netwerkprofiel is nu naar de camera gekopieerd. Ga verder
naar “Foto’s naar een hostcomputer uploaden” (0 31), “PC-stand”
(039).
31
Foto’s naar een hostcomputer uploaden / De UT-1 aansluiten
De UT-1 met een computer gebruiken
Foto’s naar een hostcomputer
uploaden
De UT-1 aansluiten
Controleer eerst of de hostcomputer is ingeschakeld en de
gebruiker is ingelogd alvorens de UT-1 aan te sluiten.
1 Zet de camera uit en plaats de
geheugenkaart met de foto's die u wilt
verzenden (de kaart kan in om het even
welke sleuf worden geplaatst).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting op
de UT-1 en sluit de eenheid aan op de
D7100 met de USB-kabel die is
meegeleverd met de camera.
8
GB
32
Foto’s naar een hostcomputer uploaden / De UT-1 aansluiten
De UT-1 met een computer gebruiken
3 Sluit de Ethernet-kabel of draadloze zender aan.
Ethernet-netwerken: controleer of de camera uit staat en sluit de
Ethernet-kabel aan op de computer en UT-1 zoals wordt getoond.
Oefen geen kracht uit en steek de stekkers recht in de
aansluitingen.
Draadloze netwerken: sluit de WT-5 draadloze zender aan volgens de
beschrijving op pagina 6.
4 Zet de camera aan.
5 Selecteer het netwerktype.
Open in het setup-menu van de camera
Netwerk > Kies hardware en markeer
Bedraad LAN of Draadloos LAN. Druk op
2 om de gemarkeerde optie te selecteren
en terug te keren naar het netwerkmenu.
Hoofdschakelaar
33
Foto’s naar een hostcomputer uploaden / De UT-1 aansluiten
De UT-1 met een computer gebruiken
6 Geef netwerkprofielen weer.
Selecteer in het setup-menu Netwerk >
Netwerkinstellingen om de lijst met
profielen weer te geven.
Beeldoverdrachtprofielen worden
aangeduid met een K-pictogram.
Markeer een profiel en druk op 2 om het
gemarkeerde profiel te selecteren en terug te keren naar het
netwerkmenu.
7 Selecteer Netwerk > Opties en pas de
instellingen aan zoals beschreven op pag
73–75.
8 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
9 Controleer of het geselecteerde profiel
groen wordt weergegeven in het bovenste
niveau van het netwerkmenu. Zie
“Problemen oplossen” (0101) voor
informatie over wat u moet doen als een
fout wordt weergegeven.
Hoofdschakelaar
34
Foto’s naar een hostcomputer uploaden / Foto's uploaden
De UT-1 met een computer gebruiken
Foto's uploaden
1 Druk op de knop K om foto's op de geheugenkaart weer te
geven. Geef de eerste foto die u wilt verzenden weer in de
enkelvoudige weergave of markeer de foto in de lijst met
miniaturen.
2 Druk op P. Het beeld wordt aangeduid met
een wit pictogram “verzenden” en de
overdracht start onmiddellijk. Tijdens het
uploaden worden beelden aangeduid met
een groen pictogram “bezig met
verzenden”. Herhaal dit proces om nog
meer beelden te verzenden (foto's worden
in de geselecteerde volgorde verzonden).
Beelden die succesvol zijn geüpload,
worden gemarkeerd met een blauw
pictogram “verzonden”. Beelden kunnen
opnieuw worden verzonden met behulp
van de hierboven beschreven
bedieningsknoppen, zodat het blauwe
pictogram “verzonden” wordt gewijzigd in
een wit pictogram “verzenden”.
A Retoucheren
Wanneer de UT-1 aangesloten is, kan de P-knop van de camera tijdens
weergave worden gebruikt om foto´s te selecteren voor het uploaden in
de standen FTP en beeldoverdracht. Andere weergavebewerkingen
waarvoor de P-knop wordt gebruikt, zoals Vergelijken, kunnen niet
worden uitgevoerd, zelfs als de camera momenteel niet verbonden is met
een netwerk. Deze functies zijn echter toegankelijk als u een andere optie
dan FTP-upload of Beeldoverdracht selecteert voor Verbindingstype.
35
Foto’s naar een hostcomputer uploaden / Foto's uploaden
De UT-1 met een computer gebruiken
3 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 uit te
schakelen. Ontkoppel de USB-kabel en
UT-1. De doelmap geselecteerd in de
Wireless Transmitter Utility (021) opent
automatisch wanneer de verbinding
tussen de pc en de UT-1 wordt beëindigd.
De overdracht onderbreken
Om de overdracht van beelden aangeduid met een wit pictogram
“verzenden” of groen pictogram “bezig met verzenden” te
annuleren, selecteert u de beelden tijdens weergave en drukt u op
P. Het pictogram wordt verwijderd. Elk van de volgende
handelingen onderbreekt eveneens de overdracht:
De camera of UT-1 wordt uitgezet
U selecteert Ja voor Netwerk > Opties > Alles deselecteren?
D Tijdens het uploaden
Gelieve tijdens het uploaden de geheugenkaart niet te verwijderen en de
Ethernet-kabel niet uit te trekken.
A Intervalfotografie
Kies hoge waarden voor de stand-by-timer voordat u start met
intervalfotografie.
A Signaalverlies
De overdracht kan worden onderbroken als het signaal wegvalt (037). U
kunt de overdracht hervatten door de UT-1 uit en weer aan te zetten.
A De camera wordt uitgezet
De markering voor “verzenden” wordt opgeslagen als u de UT-1
uitschakelt terwijl de overdracht bezig is. De overdracht van foto’s met
het pictogram voor “verzenden” wordt hervat wanneer de camera of de
UT-1 wordt ingeschakeld.
H
oo
fd
sc
h
a
k
e
l
aar
36
Foto’s naar een hostcomputer uploaden / Foto's uploaden
De UT-1 met een computer gebruiken
Overdrachtstatus
Tijdens weergave verschijnt de status van de beelden die voor
uploaden zijn geselecteerd als volgt:
a: “Verzenden”
Foto's die voor uploaden zijn geselecteerd,
worden aangeduid met een wit pictogram
a.
b: “Bezig met verzenden”
Een groen pictogram
b verschijnt tijdens
het uploaden.
c: “Verzonden”
Foto's die zijn geüpload, worden aangeduid
met een blauw pictogram
c.
A Pictogrammen voor “verzenden”, “bezig met verzenden” en
“verzonden” verwijderen
U kunt de pictogrammen voor “verzenden”, “bezig met verzenden” en
“verzonden” uit alle foto's verwijderen door Ja te selecteren voor
Netwerk > Opties > Alles deselecteren? (074).
37
Foto’s naar een hostcomputer uploaden / Foto's uploaden
De UT-1 met een computer gebruiken
Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt
aangegeven door de statuslampjes en door de weergave in het
bovenste niveau van het netwerkmenu.
De statuslampjes
De POWER LED brandt wanneer de UT-1 is
ingeschakeld. Signaalkwaliteit worden
aangeduid door de LINK LED: hoe sneller de
LED knippert, des te beter het signaal en des
te sneller gegevens worden verzonden. De
ERROR LED knippert om aan te geven dat
zich een fout heeft voorgedaan.
Status POWER LINK ERROR
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
K (aan) I (uit) I (uit)
Verbinden met host
K (aan) K (aan) I (uit)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met
verzenden
K (aan) H (knippert) I (uit)
Verbindingsfout
K (aan) I (uit) H (knippert)
UT-1 fout in hardware of batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
De statuslampjes
38
Foto’s naar een hostcomputer uploaden / Foto's uploaden
De UT-1 met een computer gebruiken
De statusaanduiding
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau
van het netwerkmenu.
Signaalsterkte: draadloze
signaalsterkte. Ethernet-
verbindingen worden aangeduid
door d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Terwijl bestanden worden overgezet,
wordt de statusaanduiding
“Verzenden” weergegeven, gevolgd
door de naam van het bestand dat
wordt verzonden. Eventuele fouten
die tijdens de overdracht optreden,
worden hier eveneens weergegeven
(0101).
e, f: de geschatte
tijd die nodig is om
de resterende foto's
te verzenden.
Batterijniveau: een
weergave van vijf
niveaus die de status
van de batterij in de
UT-1 weergeven.
39
PC-stand / Verbinding maken met de computer
De UT-1 met een computer gebruiken
PC-stand
In de camerabedieningsstand kan een camera uitgerust met een
UT-1 worden bediend via een draadloos of Ethernet-netwerk
vanaf een computer met Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar)
en kunnen foto’s rechtstreeks op de harde schijf van de computer
worden opgeslagen in plaats van op de geheugenkaart in de
camera (films worden steeds op de geheugenkaart van de camera
opgenomen en kunnen daarom alleen worden opgenomen
wanneer een geheugenkaart in de camera is geplaatst).
Verbinding maken met de computer
Controleer eerst of de hostcomputer is ingeschakeld en de
gebruiker is ingelogd alvorens de UT-1 aan te sluiten.
1 Zet de camera uit, open het deksel van de USB-aansluiting op de
UT-1 en sluit de eenheid aan op de D7100 met de USB-kabel die is
meegeleverd met de camera.
2 Sluit de Ethernet-kabel of draadloze zender aan.
Ethernet-netwerken
: voor toegang tot het netwerk via Ethernet,
controleer of de pc uit is en sluit de Ethernet-kabel aan op de pc en
UT-1 zoals aangeduid. Oefen geen kracht uit en steek de stekkers
recht in de aansluitingen.
Draadloze netwerken: sluit de WT-5 draadloze zender aan volgens de
beschrijving op pagina 6.
40
PC-stand / Verbinding maken met de computer
De UT-1 met een computer gebruiken
3 Zet de camera aan.
4 Selecteer het netwerktype.
Open in het setup-menu van de camera
Netwerk > Kies hardware en markeer
Bedraad LAN of Draadloos LAN. Druk op
2 om de gemarkeerde optie te selecteren
en terug te keren naar het netwerkmenu.
5 Geef netwerkprofielen weer.
Selecteer in het setup-menu Netwerk >
Netwerkinstellingen om de lijst met pro-
fielen weer te geven. Camerabedienings-
profielen worden aangeduid met een L-
pictogram. Markeer een profiel en druk op
2 om het gemarkeerde profiel te selecteren
en terug te keren naar het netwerkmenu.
6 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
7 Wanneer een verbinding tot stand is
gebracht, wordt de netwerknaam groen
weergegeven in het bovenste niveau van
het netwerkmenu. Zie “Problemen
oplossen” (0101) voor informatie over wat
u moet doen als een fout wordt
weergegeven.
Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
41
PC-stand / De camera bedienen
De UT-1 met een computer gebruiken
De camera bedienen
1 Volg de stappen in “Verbinding maken met de computer” (039).
2 Start Camera Control Pro 2 op de hostcomputer en controleer of
“PC” wordt weergegeven in het configuratiescherm van de
camera.
3 Bedien de camera zoals beschreven in de handleiding van
Camera Control Pro 2 of online help.
4 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 uit te
schakelen wanneer de overdracht is
voltooid en ontkoppel vervolgens de USB-
kabel.
D Draadloze netwerken
Bewerkingen kunnen langer duren in een draadloos netwerk.
D Ethernet-netwerken: koppel de Ethernet-kabel niet los
Koppel de Ethernet-kabel niet los als de camera aanstaat.
A Draadloze netwerken: signaalverlies tijdens de overdracht
Signaalverlies kan de verbinding onderbreken terwijl foto’s worden
overgezet naar Camera Control Pro 2. Als de ERROR LED op de UT-1
knippert (02), zet de UT-1 uit en vervolgens weer aan. De overdracht
wordt hervat zodra de verbinding opnieuw tot stand is gebracht. Zet de
camera niet uit. De overdracht kan niet worden hervat zodra de camera
is uitgeschakeld.
H
oo
fd
sc
h
a
k
e
l
aar
42
PC-stand / De camera bedienen
De UT-1 met een computer gebruiken
Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt
aangegeven door de statuslampjes en door de weergave in het
bovenste niveau van het netwerkmenu.
De statuslampjes
De POWER LED brandt wanneer de UT-1 is
ingeschakeld. Signaalkwaliteit wordt
aangeduid door de LINK LED: hoe sneller de
LED knippert, des te beter het signaal en des
te sneller gegevens worden verzonden. De
ERROR LED knippert om aan te geven dat
zich een fout heeft voorgedaan.
Status POWER LINK ERROR
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
K (aan) I (uit) I (uit)
Verbinden met host
K (aan) K (aan) I (uit)
Wachten om gegevens te verzenden of
bezig met verzenden
K (aan)
H
(knippert)
I (uit)
Verbindingsfout
K (aan) I (uit)
H
(knippert)
UT-1 fout in hardware of batterij
H
(knippert)
H
(knippert)
H
(knippert)
De statuslampjes
43
PC-stand / De camera bedienen
De UT-1 met een computer gebruiken
De statusaanduiding
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau
van het netwerkmenu.
Batterijniveau: een
weergave van vijf
niveaus die de status
van de batterij in de
UT-1 weergeven.
Signaalsterkte: draadloze signaalsterkte.
Ethernet-verbindingen worden
aangeduid door d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Eventuele fouten die tijdens de
overdracht optreden, worden hier
eveneens weergegeven (0101).
44
PC-stand / De camera bedienen
De UT-1 met een computer gebruiken
Foto's uploaden naar een ftp-server 45
Foto's uploaden naar
een ftp-server
Volg de onderstaande stappen om afbeeldingen te uploaden naar
een ftp-server via een draadloos netwerk of Ethernet-netwerk.
D Vóór het aansluiten
Configureer de server voor het aansluiten. Servers kunnen worden
geconfigureerd met standaard ftp-diensten die beschikbaar zijn met
ondersteunde besturingssystemen, zoals IIS (Internet Information
Services). Verbindingen met pc’s op andere netwerken via een router, ftp-
verbindingen via internet en ftp-servers met software van andere
fabrikanten worden niet ondersteund.
1 Netwerkprofielen naar de camera kopiëren (046)
2 Verbinding maken met de ftp-server (058)
3 Foto's uploaden (0 61)
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server46
Netwerkprofielen naar de
camera kopiëren
Controleer eerst of de pc is ingeschakeld en de gebruiker is
ingelogd alvorens verbinding te maken om netwerkprofielen te
kopiëren.
1 Sluit de USB-kabel aan die met de camera is meegeleverd.
2 Zet de camera aan.
3 Start de Wireless Transmitter Utility.
Windows: dubbelklik op het pictogram Wireless Transmitter
Utility op het bureaublad.
Mac OS X: klik op het pictogram van de Wireless Transmitter
Utility in het Dock.
Hoofdschakelaar
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server 47
4 Het onderstaande dialoogvenster wordt weergegeven. Klik op
Volgende.
5 Selecteer Bedraad LAN voor gebruik van een Ethernet-
verbinding, WT-5 (draadloos LAN) voor verbinding met een
draadloos netwerk via de WT-5.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server48
6 Selecteer Profielen toevoegen/bewerken en klik op Volgende.
7 Selecteer Profiel toevoegen en klik op Volgende.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server 49
8 Voer de volgende informatie in en klik op Volgende:
Profielnaam: voer een naam in van maximaal 16 tekens.
Verbindingstype: kies FTP-upload.
Als u verbinding maakt via ethernet, ga dan naar stap 11.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server50
9 Selecteer Handmatige configuratie (voor ervaren gebruikers)
en klik op Volgende.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server 51
A “Automatische configuratie”
Kies Automatische configuratie (aanbevolen) wanneer u voor het eerst
verbinding maakt met een netwerk met behulp van een UT-1 verbonden
met een WT-5. Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven;
selecteer Ad-hoc-netwerk gebruiken of selecteer Infrastructuur-
netwerk (aanbevolen) en kies een netwerk uit het vervolgkeuzemenu.
Klik op Volgende om verder te gaan naar stap 11 (054).
De optie Automatische configuratie (aanbevolen) kan niet worden
gebruikt met bestaande netwerkprofielen, draadloze LAN-adapters van
andere fabrikanten, netwerken die gebruik maken van statische IP-
adressen of Mac OS X.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server52
10
Voer de volgende informatie in en klik op Volgende.
Netwerknaam (SSID): voer een netwerknaam in of kies een naam in
een lijst met bestaande netwerken. Wijzig de naam niet als
deze automatisch wordt opgegeven.
Communicatiestand: selecteer Infrastructuur of Ad hoc.
Kanaal: selecteer een kanaal (alleen ad hoc; in de
infrastructuurstand kiest de UT-1 automatisch het kanaal). Merk
op dat de UT-1 automatisch van kanaal kan veranderen
wanneer een bijpassend SSID op een ander kanaal werd
gevonden.
Verificatie: de verificatie die voor het netwerk wordt gebruikt.
Kies uit open systeem, gedeelde sleutel, WPA-PSK en WPA2-PSK
(infrastructuur) of uit open systeem en gedeelde sleutel (ad
hoc).
Encryptie: de encryptie die door het netwerk wordt gebruikt. De
beschikbare opties zijn afhankelijk van de gebruikte verificatie.
Open: geen encryptie; 64- of 128-bit WEP
Gedeeld: 64- of 128-bit WEP
WPA-PSK: TKIP; AES
WPA2-PSK: AES
Encryptiesleutel: als het netwerk encryptie gebruikt, voert u de
netwerksleutel in. Het vereiste aantal tekens is afhankelijk van
de gebruikte sleutel:
Merk op dat afhankelijk van het apparaat en de gebruikte
toetsinstelling, de UT-1 mogelijk niet in staat is om verbinding
te maken. Probeer een andere toetsinstelling als dit zich
voordoet.
Sleutelindex: wanneer WEP64 of WEP128 werd geselecteerd
voor Encryptie, kiest u een sleutelindex (de standaard index is
1). Er is geen sleutelindex nodig wanneer Geen encryptie werd
geselecteerd.
WEP (64-bit) WEP (128-bit) TKIP, AES
Aantal tekens (ASCII) 5 13 8–63
Aantal tekens (hex) 10 26 64
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server 53
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server54
11
Verwijder het vinkje van Verkrijg automatisch en voer de vol-
gende informatie in. Klik op Volgende om verder te gaan zodra
de invoer is voltooid.
Adres: voer een IP-adres in voor de UT-1.
Masker: voer een masker in voor de UT-1.
Gebruik gateway: als het netwerk een gatewayadres vereist,
selecteert u deze optie en voert u het adres in dat u van de
netwerkbeheerder hebt gekregen.
DNS inschakelen: als er een domeinnaamserver is op het netwerk,
selecteert u deze optie en voert u het adres in dat u van de
netwerkbeheerder hebt gekregen.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server 55
12
Voer de ftp-instellingen in en klik op Volgende.
Adres: voer de URL of het IP-adres van de ftp-server in.
Poort: voer het poortnummer voor de ftp-server in.
Map: kies de map waarin foto’s worden geüpload. Als er geen
map is gespecificeerd, worden foto’s naar de home-map
geüpload.
Servertype: kies FTP of SFTP.
Anoniem inloggen: selecteer deze optie om anoniem in te loggen
of laat deze optie onaangevinkt om een Gebruikers-ID en
Wachtwoord in te voeren.
Gebruik proxyserver: als een proxyserver is vereist voor ftp,
selecteer deze optie en voer het IP-adres en het poortnummer
voor de proxyserver in.
PASV-stand: selecteer deze optie voor het gebruik van de PASV-
stand.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server56
13
Bevestig dat de instellingen correct zijn en klik op Volgende.
14
Selecteer Wizard sluiten en klik op Volgende.
Netwerkprofielen naar de camera kopiëren
Foto's uploaden naar een ftp-server 57
15
Schakel de camera uit en koppel de USB-
kabel los.
Het netwerkprofiel werd nu naar de camera gekopieerd. Ga verder
naar “Verbinding maken met de ftp-server” (058).
Verbinding maken met de ftp-server
Foto's uploaden naar een ftp-server58
Verbinding maken met de ftp-
server
Controleer eerst of de hostcomputer is ingeschakeld en de
gebruiker is ingelogd alvorens de UT-1 aan te sluiten.
1 Zet de camera uit en plaats de
geheugenkaart met de foto's die u wilt
verzenden (de kaart kan in om het even
welke sleuf worden geplaatst).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
op de UT-1 en sluit de eenheid aan op de
D7100 met de USB-kabel die is
meegeleverd met de camera.
8
GB
Verbinding maken met de ftp-server
Foto's uploaden naar een ftp-server 59
3 Sluit de Ethernet-kabel of draadloze zender aan.
Ethernet-netwerken: voor toegang tot het netwerk via Ethernet,
controleer of de pc uit is en sluit de Ethernet-kabel aan op de pc
en UT-1 zoals aangeduid. Oefen geen kracht uit en steek de
stekkers recht in de aansluitingen.
Draadloze netwerken: sluit de WT-5 draadloze zender aan volgens de
beschrijving op pagina
6.
4 Zet de camera aan.
5 Selecteer het netwerktype.
Open in het setup-menu van de camera
Netwerk > Kies hardware en markeer
Bedraad LAN of Draadloos LAN. Druk op
2 om de gemarkeerde optie te selecteren
en terug te keren naar het netwerkmenu.
Hoofdschakelaar
Verbinding maken met de ftp-server
Foto's uploaden naar een ftp-server60
6 Geef netwerkprofielen weer.
Selecteer in het setup-menu Netwerk >
Netwerkinstellingen om de lijst met
profielen weer te geven. FTP-
serverprofielen worden aangeduid met een
N-pictogram. Markeer een profiel en druk
op 2 om het gemarkeerde profiel te
selecteren en terug te keren naar het netwerkmenu.
7 Selecteer Netwerk > Opties en pas de
instellingen aan zoals beschreven op 73–75.
8 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
9 Controleer of het geselecteerde profiel
groen wordt weergegeven in het bovenste
niveau van het netwerkmenu. Zie
“Problemen oplossen” (0101) voor
informatie over wat u moet doen als een
fout wordt weergegeven.
Hoofdschakelaar
Foto's uploaden
Foto's uploaden naar een ftp-server 61
Foto's uploaden
1 Druk op de knop K om de foto's op de geheugenkaart weer te
geven. Geef de eerste foto die u wilt verzenden weer in de
enkelvoudige weergave of markeer de foto in de lijst met
miniaturen.
2 Druk op P. Het beeld wordt aangeduid met
een wit pictogram “verzenden” en de
overdracht start onmiddellijk. Tijdens het
uploaden worden beelden aangeduid met
een groen pictogram “bezig met
verzenden”. Herhaal dit proces om nog
meer beelden te verzenden (foto's worden
in de geselecteerde volgorde verzonden).
Beelden die succesvol zijn geüpload,
worden gemarkeerd met een blauw
pictogram “verzonden”. Beelden kunnen
opnieuw worden verzonden met behulp
van de hierboven beschreven
bedieningsknoppen, zodat het blauwe
pictogram “verzonden” wordt gewijzigd in
een wit pictogram “verzenden”.
A Retoucheren
Wanneer de UT-1 aangesloten is, kan de P-knop van de camera tijdens
weergave worden gebruikt om foto´s te selecteren voor het uploaden in
de standen FTP en beeldoverdracht. Andere weergavebewerkingen
waarvoor de P-knop wordt gebruikt, zoals Vergelijken, kunnen niet
worden uitgevoerd, zelfs als de camera momenteel niet verbonden is met
een netwerk. Deze functies zijn echter toegankelijk als u een andere optie
dan FTP-upload of Beeldoverdracht selecteert voor Verbindingstype.
A Intervalfotografie
Kies hoge waarden voor de stand-by-timer voordat u start met
intervalfotografie.
Foto's uploaden
Foto's uploaden naar een ftp-server62
3 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 uit te
schakelen en ontkoppel vervolgens de
USB-kabel en UT-1.
De doelmap kan
worden geselecteerd met behulp van de
Wireless Transmitter Utility (021, 55).
De overdracht onderbreken
Om de overdracht van beelden aangeduid met een wit pictogram
“verzenden” of groen pictogram “bezig met verzenden” te
annuleren, selecteert u de beelden tijdens weergave en drukt u op
P. Het pictogram wordt verwijderd. Elk van de volgende
handelingen onderbreekt eveneens de overdracht:
De camera of UT-1 wordt uitgezet
U selecteert Ja voor Netwerk > Opties > Alles deselecteren?
D Tijdens het uploaden
Gelieve tijdens het uploaden de geheugenkaart niet te verwijderen en de
Ethernet-kabel niet uit te trekken.
H
oo
fd
sc
h
a
k
e
l
aar
Foto's uploaden
Foto's uploaden naar een ftp-server 63
Overdrachtstatus
Tijdens weergave verschijnt de status van de beelden die voor
uploaden zijn geselecteerd als volgt:
a: “Verzenden”
Foto's die voor uploaden zijn geselecteerd,
worden aangeduid met een wit pictogram
a.
b: “Bezig met verzenden”
Een groen pictogram
b verschijnt tijdens
het uploaden.
c: “Verzonden”
Foto's die zijn geüpload, worden aangeduid
met een blauw pictogram
c.
A Signaalverlies
De overdracht kan worden onderbroken als het signaal wegvalt (064). U
kunt de overdracht hervatten door de UT-1 uit en weer aan te zetten.
A De camera wordt uitgezet
De markering voor “verzenden” wordt opgeslagen als u de UT-1
uitschakelt terwijl de overdracht bezig is. De overdracht van foto’s met
het pictogram voor “verzenden” wordt hervat wanneer de camera of UT-1
wordt ingeschakeld.
A Pictogrammen voor “verzenden”, “bezig met verzenden” en
“verzonden” verwijderen
U kunt de pictogrammen voor “verzenden”, “bezig met verzenden” en
“verzonden” uit alle foto's verwijderen door Ja te selecteren voor
Netwerk > Opties > Alles deselecteren? (074).
Foto's uploaden
Foto's uploaden naar een ftp-server64
Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt
aangegeven door de statuslampjes en door de weergave in het
bovenste niveau van het netwerkmenu.
De statuslampjes
De POWER LED brandt wanneer de UT-1 is
ingeschakeld. Signaalkwaliteit wordt
aangeduid door de LINK LED: hoe sneller de
LED knippert, des te beter het signaal en des
te sneller gegevens worden verzonden. De
ERROR LED knippert om aan te geven dat
zich een fout heeft voorgedaan.
Status POWER LINK ERROR
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
K (aan) I (uit) I (uit)
Verbinden met host
K (aan) K (aan) I (uit)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met
verzenden
K (aan) H (knippert) I (uit)
Verbindingsfout
K (aan) I (uit) H (knippert)
UT-1 fout in hardware of batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
De statuslampjes
Foto's uploaden
Foto's uploaden naar een ftp-server 65
De statusaanduiding
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau
van het netwerkmenu.
Signaalsterkte: draadloze
signaalsterkte. Ethernet-
verbindingen worden aangeduid
door d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Terwijl bestanden worden overgezet,
wordt de statusaanduiding
“Verzenden” weergegeven, gevolgd
door de naam van het bestand dat
wordt verzonden. Eventuele fouten
die tijdens de overdracht optreden,
worden hier eveneens weergegeven.
e, f: de geschatte
tijd die nodig is om
de resterende foto's
te verzenden.
Batterijniveau: een
weergave van vijf
niveaus die de status
van de batterij in de
UT-1 weergeven.
Foto's uploaden
Foto's uploaden naar een ftp-server66
Menugids 67
Menugids
In dit gedeelte worden de beschikbare
instellingen beschreven voor de optie
Netwerk in het setup-menu van de camera
wanneer de UT-1 is aangesloten.
Menu item Pag.
Kies hardware 068
Netwerkinstellingen 068
Een netwerkprofiel kiezen 068
Netwerkprofielen wissen 069
FTP-serverprofielen bewerken 069
Opties 073
Automatisch verzenden 073
Wissen na verzending? 073
Verzend bestand als 073
Overschrijf bij gelijke naam 074
Beveiligen bij uploadmarkering 074
Verzend map 074
Alles deselecteren? 074
Batterij-informatie 075
Vertraging voor automatisch uit 075
MAC-adres 075
Firmwareversie 075
68
Kies hardware
Menugids
Kies hardware
Kies de hardware die wordt gebruikt voor
verbinding met het netwerk: Ethernet
(Bedraad LAN) of draadloos LAN (Draadloos
LAN).
Netwerkinstellingen
Markeer Netwerkinstellingen en druk op 2 om de lijst met
netwerkprofielen weer te geven.
Een netwerkprofiel kiezen
De camera kan maximaal negen
netwerkprofielen bewaren. Markeer een
profiel en druk op 2 om verbinding te maken
of druk op O (Q) om het gemarkeerde profiel
te verwijderen (069). Om informatie over het
gemarkeerde profiel te bekijken, druk op
L (U).
Om een gemarkeerd profiel te bewerken, druk op W (S) (069).
Verbindingstype
(023, 49)
Profielnaam
(023, 49)
SSID
Netwerkinstellingen / Netwerkprofielen wissen
Menugids 69
Netwerkprofielen wissen
Druk op O (Q) om het huidige gemarkeerde
profiel in de profiellijst te verwijderen. Er
wordt een bevestigingsscherm weergegeven;
markeer Ja en druk op J.
FTP-serverprofielen
bewerken
Voor het bewerken van FTP-serverprofielen
markeert u het profiel in de lijst met profielen,
drukt u op W (S) en kiest u uit de volgende
opties:
D Profielen bewerken
Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl de menu’s worden
weergegeven, wordt de monitor uitgeschakeld en gaan wijzigingen in het
huidige profiel verloren.
Algemeen Bewerk de profielnaam en het wachtwoord (070).
Draadloos
Pas de instellingen voor draadloos aan (alleen voor
draadloze verbindingen; 071).
TCP/IP Bewerk de TCP/IP-instellingen (072).
FTP Bewerk de FTP-instellingen (072).
Netwerkinstellingen / FTP-serverprofielen bewerken / Algemeen
Menugids70
A Tekst invoeren
Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven wanneer u tekst moet
invoeren.
Gebruik de multi-selector om het gewenste teken te in het
toetsenbordgebied te markeren en druk op J om het gemarkeerde
teken in te voegen bij de huidige cursorpositie (als een teken wordt
ingevoerd terwijl het veld vol is, dan wordt het laatste teken in het veld
verwijderd). Druk op de O (Q)-knop om het teken onder de cursor te
verwijderen. Houd W (S) ingedrukt en druk op 4 of 2 om de cursor
naar de nieuwe positie te verplaatsen.
Druk op X (T) om de invoer te voltooien en terug te keren naar het
vorige menu. Druk op G om af te sluiten zonder de tekstinvoer te
voltooien.
Algemeen
Kies Profielnaam om de profielnaam te
bewerken of Wachtwoordbeveiliging om
een profielwachtwoord in te voeren en om de
wachtwoordbeveiliging aan en uit te zetten.
Het inschakelen van wachtwoordbeveiliging
voorkomt dat anderen uw
netwerkinstellingen kunnen zien.
Toetsenbordgebied
Tekstweergavegebied
Netwerkinstellingen / FTP-serverprofielen bewerken / Draadloos
Menugids 71
Draadloos
Bewerk de volgende instellingen voor
draadloos:
SSID (vereist): Voer de naam (SSID) van het
netwerk in waarop de hostcomputer of FTP-
server zich bevindt.
Communicatiestand: Selecteer Infrastructuur
voor draadloze communicatie via een toegangspunt van een
draadloos netwerk, Ad hoc indien de camera rechtstreeks met
de FTP-server of computer is verbonden.
Kanaal: Selecteer een kanaal (alleen voor ad hoc; in
infrastructuurstand wordt het kanaal automatisch geselecteerd).
Verificatie: De verificatie die door het netwerk wordt gebruikt. Kies
uit open systeem, gedeelde sleutel, WPA-PSK en WPA2-PSK
(infrastructuur) of open systeem en gedeelde sleutel (ad hoc).
Encryptie: De encryptie die door het netwerk wordt gebruikt. De
beschikbare opties hangen af van de gebruikte verificatie:
Open: Geen; 64- of 128-bit WEP
Gedeeld: 64- of 128-bit WEP
WPA-PSK: TKIP; AES
WPA2-PSK: AES
Encryptiesleutel: Als het netwerk encryptie gebruikt, voert u de
netwerksleutel in. Het vereiste aantal tekens is afhankelijk van de
gebruikte sleutel:
Sleutelindex: Indien WEP64 of WEP128 is geselecteerd voor
Encryptie, kies dan een sleutelindex die overeenkomt met de
sleutelindex die wordt gebruikt door het toegangspunt of de
hostcomputer. Er is geen sleutelindex vereist wanneer Geen
encryptie is geselecteerd.
WEP (64-bit) WEP (128-bit) TKIP, AES
Aantal tekens (ASCII) 5 13 8–63
Aantal tekens (hex) 10 26 64
Netwerkinstellingen / FTP-serverprofielen bewerken / TCP/IP
Menugids72
TCP/IP
Als het netwerk is geconfigureerd om
automatisch IP-adressen aan te leveren,
selecteer dan Inschakelen voor Verkrijg
automatisch. Selecteer anders Uitschakelen
en voer de volgende informatie in:
Adres/Masker: Voer een IP-adres en
subnetmasker in.
Gateway: Als het netwerk een gatewayadres vereist, selecteert u
Inschakelen en voert u het adres in dat u van de
netwerkbeheerder hebt gekregen.
Domeinnaamserver (DNS): Als er een domeinnaamserver op
het netwerk aanwezig is, selecteer Inschakelen en voer het
adres in dat door de netwerkbeheerder is verkregen.
FTP
Bewerk de volgende FTP-instellingen:
Servertype: Kies FTP of SFTP en voer de
URL of het IP-adres (vereist), de doelmap en
het poortnummer in.
PASV-stand: Selecteer Inschakelen om
PASV-stand in te schakelen.
Anoniem inloggen: Selecteer Inschakelen om anoniem in te
loggen, of selecteer Uitschakelen om een Gebruikers-ID en
Wachtwoord te leveren.
Proxyserver: Als voor FTP een proxyserver is vereist, selecteer
Inschakelen en voer de naam en het poortnummer van de
proxyserver in.
Opties / Automatisch verzenden
Menugids 73
Opties
Bewerk de volgende instellingen.
Automatisch verzenden
Als Aan is geselecteerd voor beeldoverdracht
of FTP-serververbindingen, dan worden foto’s
tijdens het vastleggen automatisch naar de
computer of FTP-server geüpload (merk
echter op dat er alleen kan worden
gefotografeerd als er een geheugenkaart in
de camera is geplaatst). Films kunnen niet worden geüpload met
deze optie; zet films over tijdens het afspelen zoals beschreven op
pagina 34 en 61.
Wissen na verzending?
Selecteer Ja om foto’s van de geheugenkaart
van de camera automatisch te verwijderen
wanneer het uploaden is voltooid (alleen
voor beeldoverdracht- en FTP-
serververbindingen, bestanden die
gemarkeerd zijn voor overdracht voordat
deze optie is geselecteerd zullen niet worden beïnvloed).
Opeenvolgende bestandsnummering wordt gebruikt terwijl deze
optie van kracht is, ongeacht de instelling die is geselecteerd voor
persoonlijke instelling d7 in de cameramenu’s. Verwijdering kan
worden opgeschort tijdens sommige camerahandelingen.
Verzend bestand als
Bij het overzetten van NEF+JPEG-
afbeeldingen naar een computer of FTP-
server (alleen voor beeldoverdracht- en FTP-
serververbindingen), kies of zowel NEF
(RAW)-bestanden als JPEG-bestanden of
alleen de JPEG-kopie moeten worden
geüpload.
Opties / Overschrijf bij gelijke naam
Menugids74
Overschrijf bij gelijke naam
Kies Ja om bestanden met dubbele namen te
overschrijven tijdens het uploaden naar een
FTP-server en kies Nee om, indien nodig,
nummers aan namen toe te voegen van
nieuw geüploade bestanden om te
voorkomen dat bestaande bestanden
worden overschreven.
Beveiligen bij uploadmarkering
Selecteer Ja om automatisch bestanden te
beveiligen wanneer zij gemarkeerd worden
voor het uploaden naar een FTP-server.
Beveiliging wordt verwijderd als de
bestanden zijn geüpload.
Verzend map
Selecteer een map om te uploaden (alleen
voor beeldoverdracht- en FTP-
serververbindingen). Alle foto’s in de
geselecteerde map (met inbegrip van
bestanden die al zijn gemarkeerd als
“verzonden) worden direct geüpload. Films
kunnen niet geüpload worden met deze optie, zet films over
tijdens het afspelen zoals beschreven op pagina 34 en 61.
Alles deselecteren?
Selecteer Ja om de overdrachtsmarkering van
alle afbeeldingen die geselecteerd waren
voor het uploaden naar een computer of FTP-
server te verwijderen (alleen voor
beeldoverdracht- en FTP-
serververbindingen). Het uploaden van foto’s
met een pictogram “bezig met verzenden” wordt onmiddellijk
beëindigd.
Opties / Batterij-informatie
Menugids 75
Batterij-informatie
Geef informatie weer over de batterij die in de
UT-1 is geplaatst. De weergave Levensduur
met vijf niveaus toont de levensduur: 0 geeft
aan dat de batterijprestaties maximaal zijn, 4
dat de levensduur van de batterij verstreken
is en de batterij moet worden vervangen.
Vertraging voor automatisch uit
Kies hoe lang de UT-1 aan blijft nadat de USB-
verbinding met de camera is verbroken.
MAC-adres
Toon het MAC-adres van de hardware
geselecteerd voor Kies hardware (068).
Firmwareversie
Geef de huidige firmwareversie van de UT-1
weer.
76
Opties
Menugids
Bijlagen 77
Bijlagen
Een FTP-server creëren
Beelden kunnen worden geüpload naar FTP-servers die zijn aangemaakt
met behulp van de standaard FTP-diensten in Windows 8, Windows 8
Enterprise/Pro, Windows 7 (Professional/Enterprise/Ultimate),
Windows Vista (Ultimate/Business/Enterprise), Windows XP Professional
en Mac OS X versie 10.6. Onder Windows zijn Internet Information
Services (IIS) vereist voor het instellen van FTP-servers (installatie-
instructies zijn beschikbaar via Microsoft). Gebruik alleen tekens die in het
toetsenbordveld verschijnen in het tekstinvoervenster van de camera
(070) voor instellingen zoals gebruikers-ID, wachtwoord en mapnamen.
De volgende instellingen worden gebruikt voor illustratieve
doeleinden:
Windows 8/Windows 7............................................................................... 078
Windows Vista................................................................................................ 085
Windows XP .................................................................................................... 092
Mac OS X versie 10.6.................................................................................... 096
IP-adres: 192.168.1.3
Subnetmasker: 255.255.255.0
FTP-serverpoort: 21
FTP-server
78
Een FTP-server creëren
Bijlagen
Windows 8/Windows 7
1 Ga naar Centrum voor netwerk en delen.
Klik Configuratiescherm > Netwerk en internet >
Netwerkcentrum.
2 Geef de lijst met netwerkadapters weer.
Klik op Adapterinstellingen wijzigen.
3 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Als u een verbinding maakt via een draadloze LAN-adapter, klik
dan met de rechtermuisknop op Wi-Fi (Windows 8) of Draadloze
netwerkverbinding (Windows 7) en selecteer Eigenschappen.
Als u een verbinding maakt via Ethernet, klik dan met de
rechtermuisknop op Ethernet (Windows 8) of LAN-verbinding
(Windows 7) en selecteer Eigenschappen.
79
Een FTP-server creëren
Bijlagen
4 Geef TCP/IP-instellingen weer.
Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op
Eigenschappen.
5 Voer een IP-adres en subnetmasker in.
Voer een IP-adres en subnetmasker in voor de FTP-server en klik
op OK.
80
Een FTP-server creëren
Bijlagen
6 Sluit het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Klik op Sluiten.
7 Open administratieve tools.
Klik op Configuratiescherm > Systeem en veiligheid >
Administratieve tools.
81
Een FTP-server creëren
Bijlagen
8 Open de IIS-manager.
Dubbelklik op Beheer van Internet Information Services (IIS).
9 Selecteer FTP-site toevoegen...
Klik met de rechtermuisknop op de gebruikersnaam van de
computer en selecteer FTP-site toevoegen...
82
Een FTP-server creëren
Bijlagen
10
Voer site-informatie in.
Geef de site een naam en kies het pad naar de map die zal
worden gebruikt voor FTP-upload. Klik op Volgende om verder
te gaan.
A Anoniem inloggen
Om anoniem inloggen toe te staan moet u een map in de publieke map van
de gebruiker als inhoudsdirectory selecteren.
83
Een FTP-server creëren
Bijlagen
11
Kies binding- en SSL-opties.
Selecteer het IP-adres dat is ingevoerd in stap 5, noteer het
poortnummer, selecteer FTP-site automatisch starten en vink
Geen SSL aan. Klik op Volgende om verder te gaan.
84
Een FTP-server creëren
Bijlagen
12
Kies verificatie-opties.
Pas de instellingen aan zoals hieronder beschreven en klik op
Voltooien.
Verificatie: Basis
Toegang toestaan tot: Alle gebruikers
Machtigingen: Lezen/Schrijven
85
Een FTP-server creëren
Bijlagen
Windows Vista
1 Geef de netwerkverbindingen weer.
Klik op Start > Bedieningspaneel > Netwerk- en
internetinstellingen > Netwerkverbinding > Beheer
Netwerkverbindingen.
2 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Als u bent verbonden via ethernet, klik met de rechtermuisknop
op LAN-verbinding en selecteer Eigenschappen. Als u bent
verbonden via een adapter voor draadloos LAN, selecteer
Eigenschappen in het contextmenu voor Draadloze
netwerkverbinding.
3 Klik op Toestaan.
Een dialoogvenster “Gebruikersaccountbeheer” zal worden
weergegeven; klik op Toestaan.
86
Een FTP-server creëren
Bijlagen
4 Geef TCP/IP-instellingen weer.
Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op
Eigenschappen.
87
Een FTP-server creëren
Bijlagen
5 Voer een IP-adres en subnetmasker in.
Voer een IP-adres in en subnetmasker voor de FTP-server en klik
op OK.
6 Open administratieve tools.
Klik Start > Configuratiescherm > Systeem en onderhoud >
Administratieve tools.
88
Een FTP-server creëren
Bijlagen
7 Open de IIS-manager.
Dubbelklik op IIS6 Manager.
8 Klik op Toestaan.
Een dialoogvenster “Gebruikersaccountbeheer” zal worden
weergegeven; klik op Toestaan.
89
Een FTP-server creëren
Bijlagen
9 Geef eigenschappen van FTP-site weer.
Klik met de rechtermuisknop op Default FTP Site en selecteer
Eigenschappen.
90
Een FTP-server creëren
Bijlagen
10
Selecteer het adres en poortnummer.
Selecteer het IP-adres dat in stap 5 is ingevoerd en voer een
TCP-poortnummer in.
91
Een FTP-server creëren
Bijlagen
11
Kies een basismap.
Open het tabblad Basismap en selecteer Een map op deze
computer. De hoofddirectory voor foto’s die naar de FTP-server
zijn geüpload, wordt weergegeven in het tekstvak Lokaal pad.
Kies een map en selecteer Lezen, Schrijven en Bezoeken in
logboek vastleggen. Klik op OK om het eigenschappenvenster
te sluiten.
92
Een FTP-server creëren
Bijlagen
Windows XP
1 Geef de netwerkverbindingen weer.
Klik op Start > Bedieningspaneel > Netwerk- en
internetinstellingen > Netwerkverbinding.
2 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Als u bent verbonden via ethernet, klik met de rechtermuisknop
op LAN-verbinding en selecteer Eigenschappen. Als u bent
verbonden via een adapter voor draadloos LAN, selecteer
Eigenschappen in het contextmenu voor Draadloze
netwerkverbinding.
3 Geef TCP/IP-instellingen weer.
Selecteer Internet-protocol (TCP/IP) en klik op Eigenschappen.
93
Een FTP-server creëren
Bijlagen
4 Voer een IP-adres en subnetmasker in.
Voer een IP-adres in en subnetmasker voor de FTP-server en klik
op OK.
5 Open Internet Information Services.
Klik op Start > Bedieningspaneel > Systeem en
onderhoud >Administratieve tools en op de Internet
Information Services-console.
94
Een FTP-server creëren
Bijlagen
6 Geef eigenschappen van FTP-site weer.
Klik met de rechtermuisknop op Standaard FTP-site en selecteer
Eigenschappen.
7 Selecteer het adres en poortnummer.
Selecteer het IP-adres dat in stap 4 is ingevoerd en voer een
TCP-poortnummer in.
95
Een FTP-server creëren
Bijlagen
8 Kies een basismap.
Open het tabblad Basismap en selecteer een map op deze
computer. De hoofddirectory voor foto’s die naar de FTP-server
zijn geüpload, wordt weergegeven in het tekstvak Lokaal pad.
Kies een map en selecteer Lezen, Schrijven en Bezoeken in
logboek vastleggen. Klik op OK om het eigenschappenvenster
te sluiten.
96
Een FTP-server creëren
Bijlagen
Mac OS X 10.6
1 Geef de netwerkinstellingen weer.
Open Systeemvoorkeuren en klik op Netwerk.
2 Pas de netwerkinstellingen aan.
Klik op het soort netwerk dat u zult gebruiken om verbinding te
maken met de server, voer een IP-adres in en noteer het
subnetmasker. Klik op Toon alles om terug te keren naar het
paneel met de belangrijkste systeemvoorkeuren, wanneer de
instellingen voltooid zijn.
3 Klik op Delen.
97
Een FTP-server creëren
Bijlagen
4 Geef de opties voor het delen van bestanden weer.
Selecteer Bestandsdeling en klik op Opties...
5 Schakel bestanden delen via FTP in.
Selecteer Deel bestanden en mappen via FTP.
98
Ftp-profielen maken met de cameramenu's
Bijlagen
Ftp-profielen maken met de
cameramenu's
In de FTP-uploadstand kunnen de cameramenu´s worden gebruikt in
plaats van de Wireless Transmitter Utility om FTP-profielen te maken. Sluit
de UT-1 aan voordat u een FTP-profiel maakt met de cameramenu’s. Zorg
dat de batterij volledig is opgeladen of gebruik een optionele EP-5B-
stroomaansluiting en EH-5b-lichtnetadapter om onverwacht
stroomverlies te voorkomen.
1 Open het klepje over de USB-aansluiting
van de UT-1 en verbind de USB-kabel van
de UT-1 met de USB-aansluiting van de
camera. Als u verbinding maakt via een
draadloos netwerk, sluit dan de WT-5 op de
UT-1(06) aan.
D De menu's gebruiken
Als de ontspanknop op de camera wordt ingedrukt terwijl de menu's worden
weergegeven, wordt de monitor uitgeschakeld en gaan wijzigingen in het
huidige profiel verloren.
A Firewalls
De UT-1 gebruikt TCP-poorten 21 en 32768–61000 voor ftp. Mogelijk moet u
de firewallinstellingen aanpassen voordat u verbinding maakt met een server
achter een firewall.
A Bestaande ftp-profielen bewerken
Zie pagina 69 voor informatie over het gebruik van de cameramenu's om
bestaande ftp-profielen te bewerken.
99
Ftp-profielen maken met de cameramenu's
Bijlagen
2 Zet de camera aan.
3 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
4 Selecteer het netwerktype.
Open in het setup-menu van de camera
Netwerk > Kies hardware en markeer
Bedraad LAN of Draadloos LAN. Druk op
2 om de gemarkeerde optie te selecteren
en terug te keren naar het netwerkmenu.
5 Selecteer FTP-profiel toevoegen voor
Netwerk > Netwerkinstellingen (068).
U kunt geen nieuw ftp-profiel maken als de
camera al negen profielen bevat. Verwijder
zo nodig een profiel met de knop O (Q).
Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
100
Ftp-profielen maken met de cameramenu's
Bijlagen
6 Pas de instellingen aan.
Pas de instellingen aan zoals beschreven in
“FTP-serverprofielen bewerken” (069).
101
Problemen oplossen
Bijlagen
Problemen oplossen
Probleem Oplossing Pagina
POWER-lampje brandt
niet.
Zet de UT-1 aan.
Controleer of de batterij is geplaatst
en volledig is opgeladen.
33, 40, 60
10, 75
De optie Netwerk is
niet beschikbaar.
Controleer of de UT-1 is verbonden en
ingeschakeld.
31, 39, 58
Overmatige radio-
interferentie.
Pas de positie van het draadloze
toegangspunt of de hostcomputer aan.
Alle leds knipperen
tegelijk.
UT-1 fout in hardware of batterij. Neem
contact op met een door Nikon
geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Camera geeft
foutmelding over TCP/
IP of FTP.
Controleer de instellingen voor de
host en/of de draadloze LAN-adapter
en pas de camera-instellingen aan.
Controleer firewall-instellingen.
26, 52, 69
8
Camera geeft
foutmelding over
draadloze verbinding.
Controleer of de host en de draadloze
LAN-adapter zijn ingeschakeld.
Controleer of zich geen obstakels
bevinden tussen de UT-1 en de
draadloze LAN-adapter.
Controleer de instellingen voor de
host en/of de draadloze LAN-adapter
en pas de camera-instellingen aan.
26, 52, 69
Het bericht “Ethernet-
kabel niet aangesloten”
wordt weergegeven op
de camera.
Sluit een Ethernet-kabel aan of
selecteer WT-5 (draadloos LAN) voor
Kies hardware.
19, 47, 99
Foutmelding
geheugenkaart
verschijnt.
Controleer of geheugenkaart correct is
geplaatst.
De overdracht wordt
afgebroken voordat alle
foto's zijn verzonden.
De overdracht wordt hervat nadat de
UT-1 uit- en weer ingeschakeld werd.
35, 41, 63
USB-kabel
losgekoppeld tijdens
overdracht.
Sluit de USB-kabel opnieuw aan. Zet de
camera niet uit.
102
Specificaties
Bijlagen
Specificaties
❚❚ Communicatie-eenheid UT-1
Ethernet
Standaards IEEE 802.3u (100 base-TX)/IEEE 802.3 (10 base-T)
Overdrachtsnelheden 10/100 Mbps met autodetectie
Poort 100 base-TX/10 base-T (AUTO-MDIX)
Draadloos (WT-5)
Standaards
WT-5/WT-5A/WT-5B/WT-5C: 802.11a/b/g/n
WT-5D: 802.11b/g/n
Communicatie-
protocollen
IEEE802.11a: OFDM
IEEE802.11g: OFDM
IEEE802.11b: DSSS
IEEE802.11n: OFDM
Werkingsfrequentie
(MHz)
WT-5: 5180-5320 MHz (36/40/44/48/52/56/60/
64 kan)
5500-5700 MHz (100/104/108/112/116/120/124/
128/132/136/140 kan)
2412-2472 MHz (1–13 kan)
WT-5A:
5180-5320 MHz (36/40/44/48/52/56/60/
64 kan)
5745-5825 MHz (149/153/157/161/165 kan)
2412-2462 MHz (1–11 kan)
WT-5B: 5180-5320 MHz (36/40/44/48/52/56/60/
64 kan)
2412-2472 MHz (1–13 kan)
WT-5C: 5745-5825 MHz (149/153/157/161/165 kan)
2412-2472 MHz (1–13 kan)
WT-5D: 2412-2462 MHz (1–11 kan)
Gemiddeld bereik
(zichtlijn)
*
Circa 180 m
103
Specificaties
Bijlagen
* Met grote antenne op LAN-toegangspunt. Bereik kan variëren
naargelang de signaalsterkte en de aanwezigheid van obstakels.
† Maximale logische gegevenssnelheden volgens de IEEE-norm.
Werkelijke waarden kunnen afwijken.
Draadloos (WT-5)
Overdrachtsnelheden
IEEE 802.11a/g: 6, 9, 12, 18, 24, 36, 48 en 54 Mbps
IEEE 802.11b: 1, 2, 5,5 en 11 Mbps
IEEE 802.11n-HT20: maximaal 72 Mbps
IEEE 802.11n-HT40: maximaal 150 Mbps
Beveiliging
Verificatie: open systeem, gedeelde sleutel, WPA-
PSK, WPA2-PSK
Codering: 128/64 bit WEP, TKIP, AES
Toegangsprotocollen Infrastructuur, ad hoc
Protocollen voor
gegevensoverdracht
PTP/IP, ftp
Energieverbruik
Circa 1,9 W maximaal (alleen UT-1)
Circa 2,8 W maximaal (inclusief WT-5)
Voeding
Oplaadbare EN-EL15 Li-ionbatterij ×1 (apart
verkrijgbaar), EP-5B-stroomaansluiting en EH-5b-
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur:C4C
Vochtigheid: 85% of minder (geen condensatie)
Gewicht
Circa 205 g (inclusief batterij)/
Circa 120 g (alleen body)
Afmetingen (B × H × D) Circa 57 mm × 114 mm × 46 mm
104
Specificaties
Bijlagen
A Gebruiksduur batterij
De tijdsperiode dat batterijen kunnen worden gebruikt en het aantal
opnamen dat kan worden geüpload voordat er opnieuw moet worden
opgeladen, varieert naargelang de staat van de batterijen, signaalsterkte
en hoe de camera en UT-1 worden gebruikt. De volgende metingen
werden uitgevoerd met een volledig opgeladen EN-EL15-batterij
(1900 mAh) bij een temperatuur van 23 °C terwijl beelden met een
gemiddelde bestandsgrootte van 6 megabytes continu werden geüpload
(equivalent aan een grote JPEG-afbeelding met kwaliteit Normaal,
vastgelegd met de D7100) naar een FTP-server geconfigureerd met
Internet Information Services (IIS) onder Windows 8 via een
infrastructuurnetwerk met de UT-1 in de FTP-uploadstand (alle waarden
zijn bij benadering).
Voor maximale prestaties van de batterij:
Houd de batterijcontacten schoon. Vervuilde contacten kunnen de
batterijprestaties verminderen.
Gebruik EN-EL15 batterijen direct na het opladen. Batterijen verliezen
hun lading als ze ongebruikt worden gelaten.
Controleer regelmatig het batterijniveau via Netwerk > Opties >
Batterij-informatie.
De aanduiding voor het batterijniveau van de camera kan onder invloed
van de temperatuur variëren.
Een scherpe daling van de tijd waarin de batterij een lading kan
behouden, duidt aan dat de batterij moet worden vervangen.
Netwerk Draadloos (802.11n) Ethernet (100 base-TX)
Aantal foto's geüpload 11000 20000
Gebruiksduur batterij 300 min. (5 u.) 480 min. (8 u.)
105
Index
Bijlagen
Index
Symbolen
a: “Verzenden”.................................. 36, 63
b: “Bezig met verzenden” ............. 36, 63
c: “Verzonden”.................................. 36, 63
A
Adres............................................... 28, 54, 72
Alles deselecteren?.................................. 74
Automatisch verzenden ........................ 73
B
Batterij-informatie ................................... 75
Beeldoverdracht...................................7, 31
Bestandsnamen................................. 38, 65
Beveiligen bij uploadmarkering ......... 74
C
Camera Control Pro 2 ..................7, 39, 41
Camerabediening ................................7, 39
Communicatiestand ................. 26, 52, 71
D
De statuslampjes...................... 2, 3, 37, 42
De UT-1 aansluiten ..............31, 39, 58, 98
DHCP-server............................................... 28
DNS.................................................. 28, 54, 72
Domeinnaamserver (DNS)...... 28, 54, 72
Draadloos LAN .......................................... 71
E
Encryptie ....................................... 26, 52, 71
sleutel.......................................... 26, 52, 71
Ethernet....................................... 2, 7, 8, 101
F
Firmwareversie.......................................... 75
Foutmeldingen.......................................101
FTP-server ...............................45, 55, 72, 77
FTP-upload .............................................7, 45
G
Gateway......................................... 28, 54, 72
Gebruikers-ID............................................. 55
Geheugenkaart ......................................... 31
K
Kanaal....................................26, 52, 71, 102
Kies hardware.............................................68
M
Mac OS X ......................................................96
MAC-adres.............................................. 6, 75
Mappen .....................21, 55, 74, 82, 91, 95
Menu's...................................67–75, 98–100
N
Netwerk........................................................67
O
Opties............................................................73
Overschrijf bij gelijke naam...................74
P
PASV-stand...........................................55, 72
Poort.................................................. 8, 55, 98
Poortnummer........................72, 83, 90, 94
Profielnaam..........................................68, 70
Proxyserver ..........................................55, 72
PTP-IP ......................................................... 103
S
Sleutelindex..................................26, 52, 71
SSID...........................................26, 52, 68, 71
Stand ............................................................... 7
T
TCP/IP....................................................... 8, 72
Tekst invoeren............................................70
U
Uploaden .......................................31, 34, 61
beelden selecteren voor..............34, 61
Onderbreken....................................35, 62
V
Verbindingstype..........................23, 49, 68
Verificatie.....................................................71
Vertraging voor automatisch uit..11, 75
Verzend bestand als.................................73
Verzend map ..............................................74
W
Wachtwoord...............................................21
Wachtwoordbeveiliging ........................70
Windows 7...................................................78
106
Index
Bijlagen
Windows 8...................................................78
Windows Vista............................................85
Windows XP ................................................92
Wireless Transmitter Utility .....12, 18, 46
Wissen na verzending? ...........................73
Communicatie-eenheid
Handleiding voor gebruikers
van D800/D800E digitale cameras
Nl
ii
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Deze handleiding beschrijft hoe u verbinding maakt met een netwerk
en foto’s uploadt naar een computer of ftp-server of de camera op
afstand bedient met behulp van Camera Control Pro 2. Gebruik de UT-1
om verbinding te maken met Ethernet-netwerken, of maak verbinding
met draadloze netwerken door een WT-5 op de UT-1 te bevestigen.
Voordat u de UT-1 aansluit op een D800 of D800E, controleert u of de firmware
van de camera versie A 1.10/B 1.10 of hoger is en de firmware van de UT-1
versie 2.0 of hoger. Oudere firmware moet worden bijgewerkt tot de laatste
versie; ga voor meer informatie naar de websites vermeld op pagina xi.
Voordat u de netwerkfunctie van de UT-1 gebruikt, sluit u de camera op
een netwerk aan.
Ethernet-netwerken
Zie pagina 15 voor informatie over het maken van een verbinding
met een computer.
Zie pagina 57 voor informatie over het maken van een verbinding
met een ftp-server.
Draadloze netwerken
Maak verbinding met draadloze netwerken met behulp van een
WT-5 draadloze zender (
0
6).
Zie pagina 23 voor informatie over het maken van een verbinding
met een computer.
Zie pagina 64 voor informatie over het maken van een verbinding
met een ftp-server.
iii
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Zodra een netwerkverbinding tot stand is gebracht, kunt u:
Bestaande foto's en films uploaden
Op afstand foto’s maken of door foto's bladeren
D Firmware-updates
Netwerkfuncties en -profielen ondersteund voor vorige versies kunnen
niet meer worden gebruikt nadat de firmware van de camera is
bijgewerkt van een vorige versie naar versie A 1.10/B 1.10 of hoger. Maak
de netwerkprofielen indien nodig opnieuw aan.
Beeldoverdracht (035) FTP-upload (075)
Computer
ftp-server
Camerabediening (040) HTTP-server (043)
Camera Control Pro 2
iPhone
Computer
iv
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Handelsmerkinformatie
Mac OS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. Microsoft, Windows
en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation. Alle andere handelsnamen die in deze handleiding, of in
andere bij dit Nikon-product geleverde informatie worden vermeld, zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaren.
Apple Public Source-licentie
Dit product bevat Apple mDNS-broncode welke onderhevig is aan de
voorwaarden van de Apple Public Source-licentie, die u kunt vinden op
http://developer.apple.com/opensource/.
Auteursrecht © 2013 Apple Computer, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Dit bestand bevat Originele Code (Original Code) en/of Wijzigingen van
Originele Code (Modifications of Original Code) zoals gedefinieerd in
versie 2.0 van de Apple Public Source License (de ‘Licentie’). U hebt geen
toestemming dit bestand te gebruiken, tenzij in overeenstemming met
de Licentie. Een exemplaar van deze Licentie kunt u vinden op
http://www.opensource.apple.com/license/apsl/ en lees het door
alvorens dit bestand te gebruiken.
Lees de Licentie voordat u dit bestand gebruikt. De Originele Code en alle
software die onder de Licentie wordt gedistribueerd, worden
gedistribueerd in de staat waarin ze op het moment van aankoop
verkeren (op ‘AS-IS’-basis), ZONDER ENIGE GARANTIE, EXPLICIET OF
IMPLICIET, EN APPLE SLUIT HIERBIJ UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES UIT,
MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT ENIGE GARANTIE
BETREFFENDE VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, ONGESTOORD GEBRUIK OF HET NIET SCHENDEN VAN
RECHTEN VAN DERDEN. Raadpleeg de Licentie voor informatie over
specifieke rechten en beperkingen met betrekking tot taalversies
krachtens de Licentie.
v
Voor uw veiligheid
Voor uw veiligheid
Om schade aan het Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te
voorkomen, dient u de volgende veiligheidsvoorschriften goed te lezen
alvorens het product te gebruiken. Bewaar deze veiligheidsvoorschriften
op een plaats waar gebruikers van het product ze kunnen lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk
vermelde veiligheidsvoorschriften worden door middel van het volgende
symbool aangegeven:
WAARSCHUWINGEN
Demonteer het apparaat niet
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit resulteren in brand, een elektrische schok of
letsel. Als het product openbreekt als gevolg van een val of een ander ongeluk,
koppelt u de voedingsbron van de camera los en brengt u het product voor
onderzoek naar een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Schakel het apparaat bij storing onmiddellijk uit
Indien er rook of een ongewone geur uit het apparaat komt, koppel de
lichtnetadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Let hierbij op dat u
geen brandwonden oploopt. Als u het apparaat blijft gebruiken, kan dit tot letsel
leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger te worden nagekeken.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambaar gas
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit resulteren in een explosie of brand.
Droog houden
Dompel het apparaat niet onder in water en stel het niet bloot aan regen. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
Niet vastpakken met natte handen
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische
schok.
Raak het netsnoer niet aan tijdens onweersbuien en blijf uit de buurt van de lader
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot
gevolg hebben.
Buiten bereik van kinderen houden
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit tot verwondingen
leiden.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden
gelezen voordat het Nikon-product wordt gebruikt om mogelijk
letsel te voorkomen.
vi
Voor uw veiligheid
Vermijd langdurig contact
Vermijd langdurige aanraking met de camera, communicatie-eenheid, batterij of
lader terwijl de producten zijn ingeschakeld of in gebruik zijn. Delen van het
product worden zeer warm; langdurige aanraking van het product met de huid kan
lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Neem bij het gebruik van batterijen de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
Batterijen kunnen lekken of ontploffen wanneer ze verkeerd worden gebruikt. Let
op de volgende punten bij het gebruik van de batterijen voor dit product:
Zorg dat het product is uitgeschakeld voordat u de batterij vervangt. Als u
een lichtnetadapter gebruikt, zorg er dan voor dat de stekker uit het
stopcontact is verwijderd.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
Plaats de batterij niet ondersteboven of achterstevoren.
Sluit de batterij niet kort en haal ze niet uit elkaar.
Stel de batterij niet bloot aan vlammen of hoge temperaturen.
Dompel de batterij niet onder in water en stel ze niet bloot aan water.
Plaats het afdekkapje terug wanneer u de batterij vervoert. Vervoer of
bewaar batterijen niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen of
haarspelden.
Volledig lege batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, moet u de batterij verwijderen als deze leeg is.
Plaats het afdekkapje op de contactpunten en berg de batterij op een koele
plaats op als de batterij niet in gebruik is.
Direct na gebruik of als het product gedurende langere tijd op batterijen is
gebruikt, kan de batterij zeer warm zijn. Zet de camera uit en laat de batterij
afkoelen voordat de batterij uit de camera wordt verwijderd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
Niet blootstellen aan hoge temperaturen
Laat het apparaat niet achter in een gesloten voertuig in de zon of op andere
plaatsen die onderhevig zijn aan extreem hoge temperaturen. Als u zich hier niet
aan houdt, kan dit resulteren in brand of schade aan de behuizing of de interne
onderdelen.
Cd-roms
De cd-roms waarop de software en de handleidingen worden gedistribueerd,
mogen niet op audio-cd-apparatuur worden afgespeeld. Het afspelen van cd-roms
op een audio-cd-speler kan tot gehoorverlies of schade aan de apparatuur leiden.
Volg de instructies voor ziekenhuis- en luchtvaartpersoneel
Dit product geeft radiofrequente straling af die storing kan veroorzaken met
medische apparatuur of navigatieapparatuur. Schakel het product uit tijdens het
opstijgen en landen en indien geïnstrueerd door luchtvaart- of
ziekenhuispersoneel.
vii
Opmerkingen
Opmerkingen
Geen enkel deel van de handleidingen die bij dit product worden geleverd,
mag worden gereproduceerd, overgedragen, overgeschreven, opgeslagen in
een archiefsysteem of vertaald in enige taal in welke vorm dan ook, met welk
middel dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor om de specificaties van de hardware en
de software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst
moment zonder voorafgaande aankondiging te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit het gebruik van dit
product.
Hoewel Nikon alles in het werk heeft gesteld om te zorgen dat de informatie
in deze handleidingen correct en compleet is, stellen we het zeer op prijs als
u de Nikon-vertegenwoordiging op de hoogte wilt stellen van eventuele
onjuistheden of omissies (adres aanwezig in de overige documentatie).
Dit product bevat coderingssoftware die is ontwikkeld in de Verenigde Staten. Het
product valt onder de United States Export Administration Regulations en mag niet
(opnieuw) worden geëxporteerd naar een land waarvoor het embargo van de
Verenigde Staten van toepassing is. Momenteel geldt er een embargo voor de
volgende landen: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië.
Kennisgeving voor klanten in Europa
Symbool voor gescheiden inzameling in Europese
landen
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden
inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd
bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg
als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van
natuurlijke bronnen en voorkomt negatieve consequenties voor mens
en milieu die kunnen ontstaan door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de
gemeentelijkereinigingsdienst.
viii
Inhoudsopgave
Wat de UT-1 voor u kan betekenen........................................................................ ii
Voor uw veiligheid........................................................................................................ v
Opmerkingen ............................................................................................................... vii
Inleiding ......................................................................1
Onderdelen van de UT-1............................................................................................ 2
De UT-1 bevestigen...................................................................................................... 4
De WT-5 aansluiten.........................................................................................................................6
Ondersteunde netwerkfuncties............................................................................... 7
Werkschema ................................................................................................................... 9
Overdracht, bediening en HTTP............................. 15
Ethernet-verbindingen .............................................................................................15
Stap 1: de apparatuur aansluiten.........................................................................................16
Stap 2: de hardware configureren voor Ethernet-verbindingen.....................18
Stap 3: de verbindingswizard ................................................................................................18
Stap 4: koppelen ............................................................................................................................21
Draadloze verbindingen...........................................................................................23
Stap 1: de apparatuur gereed maken...............................................................................25
Stap 2: een draadloze verbinding inschakelen...........................................................26
Stap 3: de verbindingswizard ................................................................................................26
Stap 4: netwerkinstellingen.....................................................................................................32
Beeldoverdracht..........................................................................................................35
Camerabediening .......................................................................................................40
HTTP-server...................................................................................................................43
Webbrowsers voor computers.............................................................................................49
Webbrowsers voor iPhones....................................................................................................53
ix
FTP ............................................................................ 57
Ethernet-verbindingen............................................................................................. 57
Stap 1: de hardware aansluiten............................................................................................ 58
Stap 2: de hardware configureren voor Ethernet-verbindingen .................... 60
Stap 3: de verbindingswizard................................................................................................ 60
Draadloze verbindingen.......................................................................................... 64
Stap 1: de apparatuur aansluiten........................................................................................ 65
Stap 2: een draadloze verbinding inschakelen .......................................................... 66
Stap 3: de verbindingswizard................................................................................................ 66
Stap 4: netwerkinstellingen.................................................................................................... 72
FTP-upload.................................................................................................................... 75
Menugids.................................................................. 81
Kies hardware .............................................................................................................. 81
Netwerkinstellingen.................................................................................................. 82
De profielenlijst .............................................................................................................................. 82
Profiel maken................................................................................................................................... 82
Kopiëren naar/van kaart ........................................................................................................... 83
Netwerkprofielen wissen .........................................................................................................83
Netwerkprofielen bewerken.................................................................................................. 84
Opties.............................................................................................................................. 87
Automatisch verzenden ...........................................................................................................87
Wissen na verzending?.............................................................................................................. 87
Verzend bestand als .................................................................................................................... 87
Overschrijf bij gelijke naam..................................................................................................... 88
Beveiligen bij uploadmarkering........................................................................................... 88
Verzend map.................................................................................................................................... 88
Alles deselecteren? ...................................................................................................................... 88
HTTP-gebruikersinstellingen.................................................................................................. 89
Batterij-informatie......................................................................................................................... 89
Vertraging voor automatisch uit......................................................................................... 89
MAC-adres......................................................................................................................................... 89
Firmwareversie ............................................................................................................................... 90
x
Bijlagen .................................................................... 91
Profielen kopiëren ......................................................................................................91
Profielen maken op een computer.......................................................................93
Een FTP-server maken...............................................................................................94
Windows 8.1/Windows 7..........................................................................................................95
Windows Vista.............................................................................................................................. 103
Windows XP...................................................................................................................................110
Handmatig een profiel maken ............................................................................ 114
Problemen oplossen............................................................................................... 116
Specificaties ............................................................................................................... 117
Index............................................................................................................................. 121
Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs .......................... 124
xi
A Achtergrondkennis
Deze handleiding gaat uit van een basiskennis over ftp-servers en local
area networks (lokale netwerken of LAN’s). Raadpleeg de fabrikant of
netwerkbeheerder voor meer informatie over de installatie, configuratie
en het gebruik van apparaten in een netwerk.
A Illustraties
Het uiterlijk en de inhoud van dialoogvensters, berichten en
schermweergaven van de software en het besturingssysteem die in deze
handleiding worden getoond, verschillen mogelijk volgens het gebruikte
besturingssysteem. Raadpleeg voor informatie over basisbewerkingen
van de computer de documentatie die is meegeleverd met de computer
of het besturingssysteem.
A Levenslang leren
In het kader van de “levenslang leren”-filosofie van Nikon is er
ondersteuning en training voor producten en bijgewerkte informatie
online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de Verenigde Staten: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze websites om op de hoogte te blijven van de meest recente
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) en
algemeen advies over digitale beeldbewerking en fotografie. Bijkomende
informatie kan beschikbaar zijn bij uw Nikon-vertegenwoordiger in de
buurt. Raadpleeg de volgende website voor contactinformatie:
http://imaging.nikon.com/
xii
Inleiding 1
Inleiding
Hartelijk dank voor uw aankoop van een UT-1 communicatie-
eenheid voor compatibele digitale camera's van Nikon. Deze
handleiding is bedoeld voor gebruikers van D800 of D800E
digitale camera’s; lees de handleiding grondig door en bewaar ze
op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
In deze handleiding worden de volgende symbolen en conventies
gebruikt:
D
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Deze informatie moet u
vooraf lezen om schade aan het product te voorkomen.
A
Dit pictogram staat bij opmerkingen. Deze informatie moet u
lezen voordat u het product gebruikt.
0
Dit pictogram markeert referenties naar andere pagina's in deze
handleiding.
2
Onderdelen van de UT-1
Inleiding
Onderdelen van de UT-1
A Het POWER-lampje (VOEDING)
Wanneer de UT-1 aan is, brandt het POWER-lampje (VOEDING) groen om
aan te geven dat de batterij volledig is opgeladen of dat een
lichtnetadapter is aangesloten. Bij batterijniveaus lager dan 10% zal het
groen knipperen om te waarschuwen dat de batterij moet worden
opgeladen. Wanneer de UT-1 wordt uitgeschakeld, wordt het POWER-
lampje (VOEDING) eventjes geel terwijl het product wordt uitgeschakeld.
6
7
9
8
11
10
12
5
3
13
14
2
1
4
1 Deksel perifere aansluiting
2 Perifere aansluiting
3 Hoofdschakelaar.....17, 25, 59, 65
4 Statuslampjes ..........38, 41, 47, 78
POWER (VOEDING) (groen/geel),
LINK (VERBINDING) (groen),
ERROR (FOUT) (oranje)
5 Oogje voor polsriem
6 USB-aansluiting.............................. 4
7 Deksel USB-aansluiting................4
8 Deksel Ethernet-aansluiting
9 Ethernet-aansluiting
10 Afdekking van de
stroomaansluiting
11 Borgschroef
12 Voetjes
13 Statiefaansluiting
14 Deksel van het batterijvak ..........9
3
Onderdelen van de UT-1
Inleiding
A Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden met de UT-1 meegeleverd (batterijen
zoals de EN-EL15 en de batterijladers zoals de MH-25 worden niet
meegeleverd):
Bovendien worden de volgende accessoires meegeleverd wanneer de
UT-1 is aangeschaft als set met de WT-5:
Gebruikshandleiding (deze
handleiding)
Garantie
Cd
Opbergtas
Communicatie-eenheid USB-
kabel A (voor gebruik met D4 en
D7000 camera’s)
Communicatie-eenheid USB-
kabel B (voor gebruik met D800
en D800E camera’s)
UF3-RU14 afdichting voor USB-
kabel (voor gebruik met D4,
D800 en D800E camera’s)
UF-3 deksel voor USB-
kabelaansluiting (voor gebruik
met D800 en D800E camera’s)
WT-5 draadloze zender
WT-5 Gebruikshandleiding
Ga draadloos met een D4 digitale
SLR-camera en WT-5 draadloze
zender
4
De UT-1 bevestigen
Inleiding
De UT-1 bevestigen
Sluit de UT-1 op de camera aan met de USB-kabel die is
meegeleverd met de UT-1.
A USB-kabelafdichtingen en deksels van aansluitingen
De USB-kabelafdichtingen en deksels van aansluitingen voorkomen
onbedoeld uitschakelen. Bevestig ze zoals hieronder wordt getoond.
Camera
Wanneer de USB-kabel op een D800 of D800E wordt aangesloten,
bevestig dan het meegeleverde UF-3 deksel van de USB-aansluiting zoals
wordt getoond.
5
De UT-1 bevestigen
Inleiding
UT-1
Wanneer de USB-kabel op de UT-1 wordt aangesloten, bevestig dan de
meegeleverde UF3-RU14 kabelafdichting zoals wordt getoond.
A De UT-1 bevestigen
De UT-1 kan op een statief of de accessoireschoen van de camera worden
bevestigd. Gebruik een optionele SK-7 beugel om de UT-1 op de camera
te bevestigen wanneer een flitser of ander accessoire op de
accessoireschoen is bevestigd.
Om de UT-1 op de accessoireschoen van de camera te bevestigen:
1 Verwijder het afdekkapje van de
accessoireschoen.
2 Schuif de UT-1 op de accessoireschoen.
3 Draai de borgschroef vast.
6
De UT-1 bevestigen
Inleiding
De WT-5 aansluiten
De UT-1 kan in combinatie met de optionele WT-5 draadloze
zender worden gebruikt om verbinding te maken met draadloze
LAN’s. De WT-5 wordt aangesloten zoals hieronder beschreven.
1 Open het deksel van de perifere aansluiting
op de UT-1.
2 Steek de aansluiting van de WT-5 volledig
in de perifere aansluiting van de UT-1.
3 Draai aan het vergrendelingswiel om de
WT-5 op zijn plaats te vergrendelen.
7
Ondersteunde netwerkfuncties
Inleiding
Ondersteunde netwerkfuncties
De UT-1 verbindt de camera met Ethernet en, bij toevoeging van
een optionele WT-5 draadloze zender, met draadloze netwerken.
Foto’s op de camera kunnen vervolgens naar een ftp-server op
een computer worden verzonden en de camera kan vanaf een
computer op afstand worden bediend. De UT-1 ondersteunt de
volgende functies:
Voordat gegevens via een draadloos netwerk of Ethernet-netwerk
kunnen worden overgezet, moet de camera worden voorzien van
een netwerkprofiel dat informatie verschaft over de hostcomputer
of ftp-server.
D Een voedingsbron kiezen
Gebruik een volledig opgeladen batterij of een optionele lichtnetadapter
die is bedoeld voor gebruik met uw camera om het onverwacht
uitschakelen van uw camera te voorkomen tijdens instelling of
gegevensoverdracht. Zie de handleiding van de camera voor meer
informatie.
FTP-upload
(075)
Upload bestaande foto’s en films naar een
computer of ftp-server, of upload nieuwe foto’s
wanneer ze worden gemaakt.
Beeldoverdracht
(035)
Camerabediening
(040)
Bedien de camera met behulp van de optionele
Camera Control Pro 2 software en sla nieuwe foto's
en films rechtstreeks op de computer op.
HTTP-server
(043)
Bekijk en maak foto's op afstand met behulp van
een computer of iPhone waarop een browser is
geïnstalleerd.
8
Ondersteunde netwerkfuncties
Inleiding
A FTP-servers
Servers kunnen worden geconfigureerd met ftp-standaarddiensten die
beschikbaar zijn voor ondersteunde besturingssystemen, zoals IIS
(Internet Information Services). Verbinding met computers op andere
netwerken via een router, ftp-verbindingen via internet en ftp-servers met
software van andere fabrikanten worden niet ondersteund.
A Ethernet-verbinding
Er zijn geen aanpassingen nodig aan de instellingen voor draadloos LAN
wanneer de camera door een Ethernet-kabel met een LAN is verbonden.
A HTTP-serverstand
Internetverbindingen worden niet ondersteund in de http-serverstand.
A Routers
Verbinding met computers in andere netwerken via een router wordt niet
ondersteund.
A Firewall-instellingen
De UT-1 gebruikt TCP-poorten 21 en 32768 tot 61000 voor ftp en TCP-
poort 15740 en UDP-poort 5353 bij verbinding met een computer.
Firewalls van computers moeten zo worden geconfigureerd dat toegang
tot deze poorten wordt toegestaan; anders kan de computer mogelijk
geen toegang krijgen tot de UT-1.
9
Werkschema
Inleiding
Werkschema
De UT-1 voorbereiden
De batterij plaatsen
Gebruik een volledig opgeladen batterij of een optionele
lichtnetadapter om stroomverlies tijdens het instellen of uploaden
te vermijden. Er past één EN-EL15 oplaadbare Li-ion-batterij in de
UT-1; andere batterijen kunnen niet worden gebruikt.
1 Verschuif (q) en open (w) het deksel van
het batterijvak.
2 Plaats de batterij in de aangeduide richting.
Raadpleeg de handleidingen van de batterij
en de lader voor de
veiligheidsvoorschriften en informatie over
het opladen van de batterij.
3 Sluit het deksel van het batterijvak.
10
Werkschema
Inleiding
A De batterij verwijderen
Open het deksel van het batterijvak en verwijder
de batterij zoals rechts aangeduid, en let hierbij op
dat u de batterij niet laat vallen.
A Stand-by-stand
Wanneer de verbinding met de camera wordt verbroken, wordt de UT-1
automatisch uitgeschakeld na de vertraging gekozen voor Opties >
Vertraging voor automatisch uit in het menu Netwerk (UT-1) (089)
om het leeglopen van de batterij te beperken.
A Batterijniveau
Het niveau van de batterij die is geplaatst in de UT-1 kan worden bepaald
door de UT-1 te verbinden met de camera (04) en het batterijniveau te
controleren met behulp van de optie Batterij-informatie (089) in het
setup-menu van de camera.
A Een lichtnetadapter gebruiken
Een optionele EP-5B stroomaansluiting en EH-5b of EH-5/EH-5a
lichtnetadapter kunnen ook worden gebruikt om de camera van stroom
te voorzien wanneer de UT-1 is aangesloten. Plaats de stroomaansluiting
zoals hieronder wordt getoond.
Open het deksel van het batterijvak (qw) en het deksel van de
stroomaansluiting (e) op de UT-1 en plaats vervolgens de EP-5B
stroomaansluiting in de aangeduide richting (r). Plaats de
stroomaansluiting zodat deze door de sleuf van de stroomaansluiting (t)
loopt en sluit het deksel van het batterijvak.
11
Werkschema
Inleiding
De Wireless Transmitter Utility
installeren
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het installeren van de
Wireless Transmitter Utility. De Wireless Transmitter Utility wordt
gebruikt om netwerkprofielen te kopiëren naar de camera en is
vereist wanneer u de camera configureert voor verbinding met
een computer in de standen beeldoverdracht en
camerabediening (zowel de Wireless Transmitter Utility als de
cameramenu’s kunnen worden gebruikt voor verbinding met ftp-
servers in de stand ftp-upload; zie pagina 93 voor informatie over
het gebruik van de cameramenu's voor ftp).
Volg de onderstaande stappen om de Wireless Transmitter Utility
te installeren onder Windows 8.1, Windows 7, Windows Vista,
Windows XP of Mac OS X.
Systeemvereisten
Controleer, voordat de UT-1, WT-5 of de Wireless Transmitter
Utility in gebruik wordt genomen, of uw systeem aan de volgende
vereisten voldoet:
Camera
1
Nikon D800 en D800E digitale reflexcamera’s. Zie
de camerahandleiding voor informatie over
ondersteuning voor de UT-1 op meer recente
modellen.
Voedingsbron
Eén EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij of EP-5B
stroomaansluiting en EH-5b lichtnetadapter
(apart verkrijgbaar)
Besturingssysteem
2
Windows: vooraf geïnstalleerde versies van
Windows 8.1 (64- en 32-bits versies),
Windows 7 (Service Pack 1, 64- en 32-bits
versies), Windows Vista (Service Pack 2, 64- en
32-bits versies), Windows XP (Service Pack 3,
alleen 32-bits versie). Intel Celeron, Pentium 4
of Core-serie 1,0 GHz CPU of hoger vereist.
Mac: OS X versie 10.9, 10.8 of 10.7 (alleen Intel
CPU’s).
12
Werkschema
Inleiding
1. Zorg ervoor dat u beschikt over de meest recente versies van de firmware van de
UT-1 en de meegeleverde software. Gebruikers van de D800 of D800E moeten
de firmware van de camera bijwerken naar versie A 1.10/B 1.10 of hoger, de
firmware van de UT-1 naar versie 2.0 of hoger en de Wireless Transmitter Utility
naar versie 1.5.0 of hoger.
2. Voor de meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen
bezoekt u de Nikon-website voor uw regio (0 xi).
3. Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan. De camera werkt mogelijk
niet zoals verwacht als hij wordt aangesloten via een hub, verlengkabel of
toetsenbord.
Netwerk
Draadloos: WT-5 draadloze zender en
toegangspunt voor draadloos LAN of
computer met ingebouwde of externe adapter
voor draadloos LAN (compatibel met
IEEE 802.11n, 802.11b, 802.11g of 802.11a).
Ethernet: Ethernet-kabel en computer met
ingebouwde of externe Ethernet-poort
(100 base-TX of 10 base-T)
Diversen
USB: de meegeleverde USB-kabel en een
computer met ingebouwde USB-poort zijn
vereist voor het kopiëren van netwerkprofielen
naar de camera.
3
13
Werkschema
Inleiding
Software installeren
Installeer eerst de Wireless Transmitter Utility alvorens u
verbinding maakt met een netwerk. De Wireless Transmitter Utility
is vereist voor het koppelen in de standen beeldoverdracht en
camerabediening (022, 34) en kan worden gebruikt om
netwerkprofielen te maken.
Controleer op pagina 11 of uw computer aan de systeemvereisten
voldoet alvorens de software te installeren. Zorg ervoor dat u de
Wireless Transmitter Utility en de firmware van de camera en de
UT-1 bijwerkt naar de nieuwste versies.
1 Dubbelklik op het installatiepictogram.
Download de Wireless Transmitter Utility vanaf een
Nikon-website met behulp van de bij de UT-1
meegeleverde cd. Dubbelklik op het
installatiepictogram zodra het downloaden is
voltooid.
2 Selecteer een taal (alleen Windows).
Selecteer een taal en klik op Volgende.
w Klik op Volgende
q Selecteer een taal
14
Werkschema
Inleiding
3 Start het installatieprogramma.
Klik op Volgende (Windows) of Ga door (Mac OS) en volg de
instructies op het scherm.
4 Sluit het installatieprogramma af.
Klik op OK (Windows) of Sluit (Mac OS) zodra de installatie is
voltooid.
A De WT-4 Setup Utility
De Wireless Transmitter Utility moet opnieuw worden geïnstalleerd als de
WT-4 Setup Utility of andere Nikon-software voor draadloze netwerken is
geïnstalleerd na het voltooien van de installatie.
Windows Mac OS
Klik op Volgende Klik op Ga door
Windows Mac OS
Klik op OK Klik op Sluit
Overdracht, bediening en HTTP 15
Overdracht,
bediening en HTTP
Ethernet-verbindingen
Volg de onderstaande stappen voor verbinding via een Ethernet-
netwerk. Zie pagina 23 voor informatie over draadloze
verbindingen.
Beeldoverdracht Camerabediening HTTP-server
Installeer de Wireless Transmitter Utility (0 11)
Stap 1: verbind de camera, de UT-1 en de computer (0 16)
Stap 2: configureer de hardware voor Ethernet-verbindingen (018)
Stap 3: voer de verbindingswizard uit (018)
Stap 4: koppel de camera en de computer (021)
Zet foto’s over (0 35) Bedien de camera (0 40)
Krijg toegang tot de
camera (043)
16
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 1: de apparatuur aansluiten
Start de computer en meld u aan voordat u verder gaat met de
volgende stappen.
1 Plaats een geheugenkaart.
Schakel de camera uit en plaats een
geheugenkaart (schakel de camera niet uit
terwijl gegevens naar de computer worden
overgezet). Deze stap kan worden
overgeslagen in de stand camerabediening
(040).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
van de UT-1 en sluit de USB-kabel aan
tussen de UT-1 en de USB-aansluiting van
de camera (zie de camerahandleiding voor
meer informatie over het aansluiten van
USB-kabels op de camera).
3 Sluit een Ethernet-kabel aan.
Sluit de Ethernet-kabel aan zoals hieronder weergegeven. Oefen
geen kracht uit of steek de stekkers niet onder een hoek in.
16
GB
17
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
4 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
5 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
18
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 2: de hardware configureren voor
Ethernet-verbindingen
Configureer de UT-1 voor gebruik met Ethernet-netwerken.
1 Geef de hardwarelijst weer.
Selecteer Netwerk (UT-1) in het setup-
menu, markeer vervolgens Kies hardware
en druk op 2 om de hardware te bekijken.
2 Selecteer Bedraad LAN.
Markeer Bedraad LAN en druk op J om de
gemarkeerde optie te selecteren en terug te
keren naar het netwerkmenu.
Stap 3: de verbindingswizard
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer Netwerkinstellingen in het
netwerkmenu en druk op 2 om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen
weer te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op 2.
Houd er rekening mee dat als de lijst reeds
negen profielen bevat, u een bestaand
profiel moet wissen met de O (Q)-knop
voordat u verder gaat (083).
19
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
3 Start de verbindingswizard.
Markeer Verbindingswizard en druk op 2
om de verbindingswizard te starten.
4 Kies een verbindingstype (07).
Markeer Beeldoverdracht,
Camerabediening of HTTP-server en druk
op 2.
5 Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die u in de lijst met
profielen wilt weergeven en druk op J.
Profielnamen kunnen maximaal 16 tekens
bevatten.
A Tekst invoeren
Het volgende dialoogvenster wordt weergegeven wanneer het invoeren
van tekst is vereist.
Gebruik de multi-selector om het gewenste teken in het toetsenbordge-
bied te markeren en druk op de centrale knop van de multi-selector om
het gemarkeerde teken in te voegen op de huidige positie van de cursor
(houd er rekening mee dat als een teken wordt ingevoerd terwijl het veld
vol is, het laatste teken in het veld wordt verwijderd). Om het teken onder
de cursor te wissen, drukt u op de O-knop. Houd W ingedrukt en druk op
4 of 2 om de cursor naar een nieuwe positie te verplaatsen.
Druk op J om de invoer te voltooien en terug te keren naar het vorige
menu. Klik op G om terug te keren naar het vorige menu zonder de
tekstinvoer te voltooien.
Toetsenbordgebied:
markeer letters met de
multi-selector en druk
op het midden om de
letters te selecteren.
Tekstweergavegebied: tekst
wordt weergegeven in dit
gebied. Druk op 4 of 2
terwijl W wordt
ingedrukt om de cursor te
verplaatsen.
20
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
6 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de
IP-adressen automatisch te verstrekken.
Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid.
7 Kies uw volgende stap.
Het IP-adres wordt weergegeven; druk op J. Uw volgende stap is
afhankelijk van het verbindingstype geselecteerd in stap 4 op
pagina 19:
A Routers
Verbinding met computers op andere netwerken via een router wordt
alleen ondersteund wanneer FTP-upload of HTTP-server is geselecteerd.
Als u Beeldoverdracht of Camerabediening
kiest, koppel de USB-kabel dan los van de
UT-1 en ga verder naar pagina 21.
Als u HTTP-server heeft gekozen,
gaat u verder naar stap 8.
21
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
8 Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met de server.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “HTTP-server” (043).
Stap 4: koppelen
Als u Beeldoverdracht of Camerabediening hebt geselecteerd in
stap 4 van de verbindingswizard (0 19), koppel de camera dan
met de computer zoals hieronder wordt beschreven. Door
koppeling kan de computer verbinding maken met de camera.
1 Sluit de camera via USB op de computer
aan.
Sluit de camera met behulp van de USB-
kabel die is meegeleverd met de camera op
de computer aan wanneer dit gevraagd
wordt.
22
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
2 Start de Wireless Transmitter Utility.
Wanneer dit gevraagd wordt, start het
kopiëren van de Wireless Transmitter Utility
die op de computer is geïnstalleerd. Het
koppelen begint automatisch.
3 Koppel de camera los.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer het koppelen is
voltooid. Koppel de USB-kabel los van de
computer en sluit de UT-1 aan.
4 Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met de server.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “Beeldoverdracht” (035) of “Camerabediening”
(040).
23
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Draadloze verbindingen
Volg de onderstaande stappen om verbinding te maken met een
draadloos netwerk.
Beeldoverdracht Camerabediening HTTP-server
Installeer de Wireless Transmitter Utility
Stap 1: maak de camera, UT-1 en WT-5 gereed (025)
Stap 2: configureer de hardware voor draadloze netwerken (026)
Stap 3: voer de verbindingswizard uit (026)
Stap 4: pas de netwerkinstellingen aan (032)
Pas de instellingen aan voor het gekozen verbindingstype
Koppel de camera met de computer
Zet foto’s over
(035)
Bedien de camera
(040)
Krijg toegang tot de
camera (043)
24
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
A Standen Infrastructuur en Ad hoc
Draadloze netwerken kunnen infrastructuur- of ad hoc-netwerken zijn.
Infrastructuurstand: verbinding via een toegangspunt voor draadloos
LAN.
Ad hoc-stand: een directe peer-to-peer-verbinding.
A Draadloze LAN’s
Deze instructies zijn bedoeld voor klanten met een bestaand draadloos
LAN en in het geval van infrastructuurnetwerken wordt aangenomen dat
de computer en het toegangspunt al met het netwerk zijn verbonden.
WT-5 Toegangspunt voor
draadloos LAN
Computer
WT-5 Computer
25
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 1: de apparatuur gereed maken
Maak, na het starten van de computer en het inloggen, de camera
en WT-5 gereed zoals hieronder beschreven.
1 Plaats een geheugenkaart.
Schakel de camera uit en plaats een
geheugenkaart (schakel de camera niet uit
terwijl gegevens naar de computer worden
overgezet). Deze stap kan worden
overgeslagen in de stand camerabediening
(07).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
van de UT-1 en sluit de USB-kabel aan
tussen de UT-1 en de USB-aansluiting van
de camera (zie de camerahandleiding voor
meer informatie over het aansluiten van
USB-kabels op de camera).
3 Bevestig de WT-5 (06).
4 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
5 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
16
GB
Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
26
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 2: een draadloze verbinding
inschakelen
Configureer de UT-1 voor gebruik met draadloze netwerken.
1 Geef de hardwarelijst weer.
Selecteer Netwerk (UT-1) in het setup-
menu, markeer vervolgens Kies hardware
en druk op 2 om de hardware te bekijken.
2 Selecteer Draadloos LAN.
Markeer Draadloos LAN en druk op J om
de gemarkeerde optie te selecteren en
terug te keren naar het netwerkmenu.
Stap 3: de verbindingswizard
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer Netwerkinstellingen in het
netwerkmenu en druk op 2 om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen
weer te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op 2.
Houd er rekening mee dat als de lijst reeds
negen profielen bevat, u een bestaand
profiel moet wissen met de O (Q)-knop
voordat u verder gaat.
27
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
3 Start de verbindingswizard.
Markeer Verbindingswizard en druk op
2 om de verbindingswizard te starten.
4 Kies een verbindingstype (07).
Markeer Beeldoverdracht,
Camerabediening of HTTP-server en druk
op 2.
5 Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die verschijnt in de lijst
met profielen zoals beschreven op pagina
19 en druk J (om de standaardnaam te
gebruiken, drukt u op J zonder wijzigingen
te maken). Profielnamen kunnen maximaal
16 tekens lang zijn.
6 Kies een verbindingsmethode.
Markeer de door het netwerk gebruikte verbindingsmethode en
druk op 2. Meer informatie is te vinden op de hieronder
vermelde pagina's.
Zoeken naar
draadloos
netwerk
Kies uit een lijst van netwerken
gedetecteerd door de camera.
028
Drukknop-WPS
Kies voor toegangspunten voor draadloos
LAN met drukknop-WPS.
029
Pincode-WPS
Kies voor toegangspunten voor draadloos
LAN met pincode-WPS.
030
Directe verbinding
(ad hoc)
Maak rechtstreeks verbinding met een
hostcomputer of ftp-server in de ad hoc-
stand.
031
28
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
❚❚ Zoeken naar draadloos netwerk
Selecteer Zoeken naar draadloos netwerk
in stap 6 op pagina 27 om te kiezen uit een
lijst met netwerken (toegangspunten voor
draadloos LAN of hostcomputers) die door de
camera zijn gedetecteerd.
1 Kies een netwerk.
Als u Zoeken naar draadloos netwerk
selecteert, wordt een lijst van SSID’s
weergegeven. Het netwerktype wordt
aangeduid door de pictogrammen aan de
linkerzijde van de ID:
Markeer een netwerk en druk op J (indien het gewenste netwerk
niet wordt weergegeven, drukt u op X om opnieuw te zoeken).
A Verborgen SSID’s
Netwerken met verborgen SSID’s worden
aangeduid met blanco invoervelden in de lijst
met netwerken. Als u een netwerk met een
verborgen SSID selecteert, wordt u gevraagd
de netwerknaam in te geven; voer een naam
in en druk op J om naar stap 2 te gaan.
2 Voer de encryptiesleutel in.
Voer de encryptiesleutel in en druk op J
(dit venster wordt niet weergegeven als het
netwerk open verificatie gebruikt; ga naar
stap 3).
h Encryptie van signaal
j/i Infrastructuur/ad hoc
29
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Ga verder naar pagina 32.
❚❚ Drukknop-WPS
Kies Drukknop-WPS in stap 6 op pagina 27
als het toegangspunt voor draadloos LAN
drukknop-WPS gebruikt.
1 Druk op de WPS-knop op het toegangspunt
voor draadloos LAN.
Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij het toegangspunt voor
draadloos LAN.
2 Druk op de J-knop op de camera.
De camera maakt automatisch verbinding
met het toegangspunt.
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Druk op J en ga verder
naar pagina 32.
30
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
❚❚ Pincode-WPS
Kies Pincode-WPS in stap 6 op pagina 27 als
het toegangspunt voor draadloos LAN
pincode-WPS gebruikt.
1 Voer de pincode voor het toegangspunt
voor draadloos LAN in.
Voer vanaf een computer de pincode voor
het toegangspunt voor draadloos LAN in.
Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij het toegangspunt voor
draadloos LAN.
2 Druk op de J-knop op de camera.
De camera maakt automatisch verbinding
met het toegangspunt.
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Druk op J en ga verder
naar pagina 32.
31
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
❚❚ Directe verbinding (ad hoc)
Selecteer Directe verbinding (ad hoc) in
stap 6 op pagina 27 om rechtstreeks
verbinding te maken met een ftp-server of
computer in de ad hoc-stand.
1 Voer de SSID in.
Voer een netwerknaam (SSID) in en druk op
J. De standaardnaam is “WT” gevolgd door
het MAC-adres van de WT-5.
2 Voer de encryptiesleutel in.
Voer een encryptiesleutel in en druk op J
(de standaardsleutel is “nikon”). Ga verder
naar pagina 32.
32
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 4: netwerkinstellingen
Kies een IP-adres.
1 Kies of het profiel naar de computer moet
worden gekopieerd.
Markeer een van de rechts getoonde opties
en druk op 2. Om het nieuwe
netwerkprofiel voor de WT-5 naar de
computer te kopiëren (091), selecteert u
Ja (houd er rekening mee dat ad hoc-instellingen niet kunnen
worden gekopieerd naar computers met Windows 8.1 of
Mac OS X, en dat netwerkinstellingen voor andere
besturingssystemen mogelijk worden overschreven).
A Routers
Verbinding maken met computers op andere netwerken via een router
wordt alleen ondersteund wanneer HTTP-server is geselecteerd.
A MAC-adresfiltering
Als het netwerk MAC-adresfiltering gebruikt, heeft het filter het MAC-
adres van de WT-5 nodig. Kies na het bevestigen van de WT-5 op de
camera Netwerk (UT-1) > Opties > MAC-adres in het setup-menu van de
camera en noteer het MAC-adres.
33
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
2 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de IP-
adressen automatisch te verstrekken.
Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid.
3 Bevestig het IP-adres.
Het IP-adres van de camera wordt
weergegeven zoals rechts wordt getoond;
druk op J. Als Beeldoverdracht of
Camerabediening is geselecteerd, koppel
dan de USB-kabel los van de UT-1 en ga
verder naar stap 4; ga in andere gevallen verder naar stap 7.
4 Sluit de camera op de computer aan.
Sluit de camera met behulp van de USB-
kabel die is meegeleverd met de camera op
de computer aan wanneer dit gevraagd
wordt.
34
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
5 Start de Wireless Transmitter Utility.
Wanneer dit gevraagd wordt, start het
kopiëren van de Wireless Transmitter Utility
die op de computer is geïnstalleerd (011).
Het koppelen begint automatisch.
6 Koppel de camera los.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer het koppelen is
voltooid. Koppel de USB-kabel los van de
computer en sluit de UT-1 aan.
7 Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met het netwerk.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “Beeldoverdracht” (035), “Camerabediening”
(040) of “HTTP-server” (0 43).
35
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
Beeldoverdracht
Beeldoverdracht wordt gebruikt voor het uploaden van foto’s en
films naar een computer vanaf een geheugenkaart van de camera.
De uitleg die volgt gaat er van uit dat er bestaande foto’s worden
gebruikt.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Selecteer Netwerk (UT-1) >
Netwerkinstellingen in het setup-menu
om de lijst met profielen weer te geven.
Beeldoverdrachtprofielen worden
aangeduid met een K-pictogram.
Markeer een profiel en druk op 2 om het
gemarkeerde profiel te selecteren en terug te keren naar het
netwerkmenu.
De profielnaam wordt groen
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht.
2 Bekijk foto’s.
Druk op de K-knop om foto’s te bekijken.
Geef de eerste foto die u wilt verzenden
weer in enkelvoudige weergave of markeer
de foto in de lijst met miniaturen.
36
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
3 Upload foto's.
Druk op J. Er verschijnt een wit
overdrachtpictogram op de foto en het
uploaden begint onmiddellijk. Het
overdrachtpictogram wordt groen tijdens
het uploaden en wordt blauw wanneer het
uploaden is voltooid. Extra foto’s worden
geüpload in de geselecteerde volgorde.
Voor het uploaden van een foto die al een
keer werd geüpload, drukt u eenmaal op J
om het blauwe overdrachtpictogram te
verwijderen en drukt u vervolgens opnieuw
op J om het beeld te markeren met een
wit overdrachtpictogram.
Nieuwe foto’s uploaden wanneer ze worden gemaakt
Voor het uploaden van nieuwe foto’s wanneer ze
worden gemaakt, selecteert u Aan voor Netwerk
(UT-1) > Opties > Automatisch verzenden in het
setup-menu (087).
A Retoucheeropties
In de standen beeldoverdracht en ftp-upload wordt de J-knop op de
D800/D800E gebruikt om beelden te uploaden of beelden voor uploaden
te selecteren; de knop kan niet worden gebruikt voor naast elkaar
vergelijken, dat normaal toegankelijk is door op de J-knop te drukken in
schermvullende weergave. Naast elkaar vergelijken is beschikbaar in
andere overdrachtstanden.
37
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
Overdracht onderbreken/overdrachtmarkering
verwijderen
Om de overdracht van beelden aangeduid met een wit of groen
overdrachtpictogram te annuleren, selecteert u de beelden tijdens
weergave en drukt u op J. Het overdrachtpictogram wordt
verwijderd. Elk van de volgende handelingen onderbreekt
eveneens de overdracht:
De camera wordt uitgezet
U selecteert Ja voor Netwerk (UT-1) > Opties > Alles
deselecteren? (088; deze optie verwijdert tevens de
overdrachtmarkering op alle beelden)
D Tijdens het uploaden
Verwijder de geheugenkaart niet of koppel de Ethernet-kabel niet los
tijdens het uploaden.
A Intervalfotografie
De opname wordt onderbroken als de stand-by-timer afloopt terwijl
intervalfotografie aan de gang is. Kies een lange stand-by-tijd voordat u
start met intervalfotografie.
A Signaalverlies
Draadloze overdracht via de WT-5 wordt mogelijk onderbroken bij
signaalverlies, maar kan worden hervat door de camera uit te schakelen
en vervolgens weer in te schakelen.
A De camera uitschakelen
De markering “verzenden” wordt opgeslagen als u de camera of UT-1
uitschakelt terwijl de overdracht aan de gang is. De overdracht van
beelden aangeduid met een pictogram “verzenden” wordt hervat
wanneer u de camera of UT-1 inschakelt.
A Doelmappen
Standaard worden beelden naar de volgende mappen geüpload:
Windows: \Gebruikers\(gebruikersnaam)\Afbeeldingen\Wireless
Transmitter Utility
Mac OS: /Gebruikers/(gebruikersnaam)/Afbeeldingen/Wireless
Transmitter Utility
De doelmap kan worden geselecteerd met behulp van de Wireless
Transmitter Utility.
38
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
Overdrachtstatus
Tijdens weergave wordt de status van beelden die voor uploaden
zijn geselecteerd als volgt getoond:
a
: “Verzenden”
Beelden die voor uploaden zijn geselecteerd,
worden aangeduid met een wit
a-pictogram.
b
: “Bezig met verzenden”
Een groen
b-pictogram wordt weergegeven
tijdens het uploaden.
c
: “Verzonden”
Beelden die zijn geüpload, worden aangeduid met een blauw
c-pictogram.
A Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt getoond
door de statuslampjes en door de weergave in het bovenste niveau van
het netwerkmenu.
De statuslampjes
Het POWER-lampje (VOEDING) brandt wanneer de
UT-1 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt
getoond door het LINK-lampje (VERBINDING): hoe
sneller het lampje knippert, hoe beter het signaal
en hoe sneller gegevens kunnen worden
verzonden. Het ERROR-lampje (FOUT) knippert om
aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan.
Status
ERROR
(FOUT)
LINK
(VERBINDING)
POWER
(VOEDING)
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
I (uit) I (uit) K (aan)
Verbinding maken met host
I (uit) K (aan) K (aan)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met verzenden
I (uit) H (knippert) K (aan)
Verbindingsfout
H (knippert) I (uit) K (aan)
Storing in hardware van UT-1 of
batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
39
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
De statusweergave
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau van het
netwerkmenu.
Signaalsterkte: draadloze
signaalsterkte. Ethernet-
verbindingen worden aangeduid
met d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Terwijl bestanden worden overgezet,
toont de statusweergave
“Verzenden...” gevolgd door de naam
van het bestand dat wordt
verzonden. Eventuele fouten die
tijdens de overdracht optreden,
worden ook hier weergegeven
(0116).
e, f: de geschatte
tijd die nodig is om
de resterende
beelden te
verzenden.
Batterijniveau: een
weergave met vijf
niveaus die de
laadstatus van de
batterij in de UT-1
toont.
40
Camerabediening
Overdracht, bediening en HTTP
Camerabediening
Selecteer deze optie om de camera te bedienen vanaf een
computer met Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar) en foto’s
rechtstreeks op de harde schijf van de computer op te slaan in
plaats van op de geheugenkaart van de camera (films worden
steeds op de geheugenkaart van de camera opgeslagen; plaats
een geheugenkaart voordat u filmopnamen maakt). Houd er
rekening mee dat de belichtingsmeters van de camera niet
worden uitgeschakeld wanneer de camera in de stand
camerabediening staat.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Selecteer Netwerk (UT-1) >
Netwerkinstellingen in het setup-menu
om de lijst met profielen weer te geven.
Camerabedieningsprofielen worden
aangeduid met een L-pictogram.
Markeer een profiel en druk op 2 om het gemarkeerde profiel te
selecteren en terug te keren naar het netwerkmenu.
De profielnaam wordt groen
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht.
2 Start Camera Control Pro 2.
Start het kopiëren van Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar)
dat is geïnstalleerd op de hostcomputer. Zie de handleiding van
Camera Control Pro 2 (pdf) voor informatie over het gebruik van
Camera Control Pro 2.
A Ethernet-netwerken
Koppel de Ethernet-kabel niet los als de camera aan staat.
41
Camerabediening
Overdracht, bediening en HTTP
D Draadloze netwerken
Handelingen kunnen langer duren op draadloze netwerken. Als het
signaal wordt onderbroken terwijl foto’s worden overgezet naar
Camera Control Pro 2, knippert het lampje op de WT-5 geel; zet de camera
uit en vervolgens weer aan. De overdracht wordt hervat zodra de
verbinding opnieuw tot stand is gebracht. Houd er rekening mee dat de
overdracht niet kan worden hervat als u de camera nogmaals uitschakelt
voordat de overdracht is voltooid.
A Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt getoond
door de statuslampjes en door de weergave in het bovenste niveau van
het netwerkmenu.
De statuslampjes
Het POWER-lampje (VOEDING) brandt wanneer de
UT-1 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt
getoond door het LINK-lampje (VERBINDING): hoe
sneller het lampje knippert, hoe beter het signaal
en hoe sneller gegevens kunnen worden
verzonden. Het ERROR-lampje (FOUT) knippert om
aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan.
Status
ERROR
(FOUT)
LINK
(VERBINDING)
POWER
(VOEDING)
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
I (uit) I (uit) K (aan)
Verbinding maken met host
I (uit) K (aan) K (aan)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met verzenden
I (uit) H (knippert) K (aan)
Verbindingsfout
H (knippert) I (uit) K (aan)
Storing in hardware van UT-1 of
batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
42
Camerabediening
Overdracht, bediening en HTTP
De statusweergave
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau van het
netwerkmenu.
Signaalsterkte: draadloze signaalsterkte.
Ethernet-verbindingen worden
aangeduid met d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Eventuele fouten die tijdens de
overdracht optreden, worden ook hier
weergegeven (0116).
Batterijniveau: een
weergave met vijf
niveaus die de
laadstatus van de
batterij in de UT-1
toont.
43
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
HTTP-server
Selecteer HTTP-server om de foto’s op de geheugenkaart van de
camera te bekijken of foto’s te maken vanaf een webbrowser op
een computer of iPhone (zie pagina 48 voor systeemvereisten). Er
kunnen maximaal vijf gebruikers tegelijk toegang krijgen tot de
camera, maar slechts één kan foto’s maken. Houd er rekening mee
dat de belichtingsmeters niet automatisch worden uitgeschakeld
wanneer de camera in de stand http-server staat.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Selecteer Netwerk (UT-1) >
Netwerkinstellingen in het setup-menu
om de lijst met profielen weer te geven.
Profielen voor HTTP-server worden
aangeduid met een M-pictogram.
Markeer een profiel en druk op 2 om het
gemarkeerde profiel te selecteren en terug te keren naar het
netwerkmenu.
De URL gebruikt voor verbinding met de
camera wordt weergegeven wanneer een
verbinding tot stand is gebracht.
2 Start de webbrowser.
Start de webbrowser op een computer of iPhone.
44
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
3 Voer de URL van de camera in.
Voer de URL van de camera in (“http://”
gevolgd door het IP-adres van de camera
zoals getoond in het netwerkmenu) in het
adresveld van het browservenster.
45
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
4 Meld u aan.
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in het
aanmeldingsvenster van de webbrowser in (gebruikersnaam en
wachtwoord worden ingesteld met Network settings
(Netwerkinstellingen) > Options (Opties) > HTTP user
settings (HTTP-gebruikersinstellingen) in het netwerkmenu
zoals beschreven op pagina 89; de standaardgebruikersnaam is
“nikon” en het standaardwachtwoord is blanco).
46
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
5 Kies een taal.
Klik op Language (Taal) en kies Engels, Frans, Duits, Japans of
Spaans.
6 Kies een bedieningsstand.
Kies Shooting/Viewer (Opname/Weergave) om foto’s te maken
(049, 53) en Shooting/Viewer (Opname/Weergave) of Viewer
(Weergave) om bestaande foto’s te bekijken (051, 54).
Maximaal vijf gebruikers kunnen tegelijk verbinding maken met
Viewer (Weergave), maar er kan slechts één gebruiker tegelijk
verbinding maken met Shooting/Viewer (Opname/Weergave)
(als een andere gebruiker reeds verbonden is met Shooting/
Viewer (Opname/Weergave), wordt Shooting/Viewer
(Opname/Weergave) niet weergegeven en kunnen er slechts
vier gebruikers verbinding maken met Viewer (Weergave)).
47
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
A Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt getoond
door de statuslampjes en door de weergave in het bovenste niveau van
het netwerkmenu.
De statuslampjes
De statusweergave
De netwerkstatus kan worden bekeken op het hoogste niveau van het
netwerkmenu.
Het POWER-lampje (VOEDING) brandt wanneer de
UT-1 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt
getoond door het LINK-lampje (VERBINDING): hoe
sneller het lampje knippert, hoe beter het signaal
en hoe sneller gegevens kunnen worden
verzonden. Het ERROR-lampje (FOUT) knippert om
aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan.
Status
ERROR
(FOUT)
LINK
(VERBINDING)
POWER
(VOEDING)
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
I (uit) I (uit) K (aan)
Verbinding maken met host
I (uit) K (aan) K (aan)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met verzenden
I (uit) H (knippert) K (aan)
Verbindingsfout
H (knippert) I (uit) K (aan)
Storing in hardware van UT-1 of
batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
Signaalsterkte: draadloze signaalsterkte.
Ethernet-verbindingen worden
aangeduid met d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De URL van de
camera wordt groen weergegeven
wanneer een verbinding tot stand is
gebracht. Foutmeldingen worden hier
ook weergegeven (0116).
Batterijniveau: een
weergave met vijf
niveaus die de
laadstatus van de
batterij in de UT-1
toont.
48
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
A Systeemvereisten voor HTTP-server
Windows
Besturingssys-
teem
Vooraf geïnstalleerde 64- en 32-bits versies van Windows 8.1,
Windows 7 (Service Pack 1) en Windows Vista (Service Pack 2) en
32-bits versies van Windows XP (Service Pack 3); in 64-bits
versies van Windows 8.1, Windows 7 en Windows Vista wordt de
toepassing uitgevoerd in 32-bits compatibiliteitsmodus
Browser
Windows 8.1: Internet Explorer 11
Windows 7: Internet Explorer 10
Windows Vista: Internet Explorer 9
Windows XP: Internet Explorer 8
Monitor
Resolutie: 1.024 × 768 pixels (XGA) of meer; 1.280 × 1.024
pixels (SXGA) of meer aanbevolen
Kleur: 24-bits kleuren (True Color) of meer
Mac OS
Besturingssys-
teem
OS X versie 10.9, 10.8 of 10.7
Browser
OS X versie 10.9: Safari 7
OS X versies 10.8 en 10.7: Safari 6
Monitor
Resolutie: 1.024 × 768 pixels (XGA) of meer; 1.280 × 1.024
pixels (SXGA) of meer aanbevolen
Kleur: 24-bits kleuren (miljoenen kleuren) of meer
iPhone
Besturingssys-
teem
iOS 7 of iOS 6
Browser
Safari (meegeleverd met iOS)
49
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Webbrowsers voor computers
Dit deel beschrijft de schermweergaven van de HTTP-server voor
webbrowsers voor computers (ter verduidelijking zijn alle
knoppen zichtbaar in dialoogvensters). Klik om de camera-
instellingen aan te passen. Zie pagina 53 voor informatie over de
schermweergaven voor iPhones.
Het opnamevenster
De volgende bedieningsknoppen zijn toegankelijk wanneer u
Shooting/Viewer (Opname/Weergave) selecteert op de
hoofdpagina van de server of op de opnameknop klikt in het
weergavevenster.
A Filmlivebeeld
De informatie rechts verschijnt in het veld voor camera-
instellingen (050) in filmlivebeeld.
A Scherpstelknoppen
De grootte van de scherpstelaanpassing neemt
toe met de afstand van de knop vanaf het
midden van de weergave.
Weergavepaneel (050)
Camera-instellingen (050)
Belichtingsstand
Testknop (050)
Sluiterknop (050)
Fotografie-/filmknop
Uitloggen-knop
Home-knop (046)
Opnameknop
Zoomknoppen Scherpstelknop-
pen
Livebeeldknop
Zoeker
Weergaveknop (051)
Resolutie (livebeeld)
Klein
Groot
50
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Weergavepaneel
Bevat de belichtingsaanduiding en toont het
batterijniveau en het aantal resterende opnamen.
Camera-
instellingen
Toont sluitertijd, diafragma, belichtingscorrectie, ISO-
gevoeligheid, witbalans, lichtmeting, AF-veldstand,
scherpstelstand, beeldveld (alleen in
livebeeldfotografie), gevoeligheid van microfoon
(alleen in filmlivebeeld), en beeldkwaliteit en -formaat
voor foto’s of filmkwaliteit en beeldformaat/
beeldsnelheid. Raadpleeg de handleiding van de
camera voor meer informatie. Instellingen kunnen
worden aangepast door op de pictogrammen in het
paneel met camera-instellingen te klikken.
Sluiterknop
Neem een foto of begin en eindig een filmopname. Om
scherp te stellen, klikt u op het gewenste onderwerp in
het veld van de zoeker.
Testknop
Neem een testfoto en geef deze weer in de zoeker
zonder de foto op de geheugenkaart van de camera
vast te leggen. Niet beschikbaar in filmlivebeeld.
51
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Het weergavevenster
Het weergavevenster is toegankelijk wanneer u Viewer
(Weergave) selecteert op de hoofdpagina van de server of op de
weergaveknop klikt in het opnamevenster. Het weergavevenster
voor webbrowsers voor computers biedt een keuze uit miniatuur-,
filmstrook- (052) en schermvullende weergave (052).
Miniatuurweergave
Bekijk meerdere kleine beelden (“miniaturen”) per pagina. De
bedieningsknoppen aan de bovenkant van het venster kunnen
worden gebruikt voor navigatie.
A Bedieningsknoppen voor navigatie
Bedieningsknoppen voor
navigatie
Miniaturen (klik om foto’s
schermvullend te
bekijken). Films worden
aangeduid met 1.
Paginanummer
Schermvullende
weergave (052)
Filmstrookweergave
(052)
Miniatuurweergave
(051)
Bekijk de meest
recente foto in de map
Miniaturen per
pagina
Paginabedieningsknoppen
Mapselectie
52
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Filmstrookweergave
Kies de weergegeven foto uit de miniaturen aan de onderkant van
het venster.
Schermvullende weergave
Bekijk foto’s in schermvullende weergave.
Huidige foto (klik op 4 of 2
om extra foto’s te bekijken)
Kopieer huidige foto naar
computer
Miniaturen (klik om te
selecteren)
Huidige foto (klik op 4 of
2 om extra foto’s te
bekijken)
Kopieer huidige foto naar
computer
53
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Webbrowsers voor iPhones
Dit deel beschrijft de schermweergaven van de HTTP-server voor
webbrowsers voor iPhones (ter verduidelijking zijn alle knoppen
zichtbaar in de dialoogvensters). Tik om de camera-instellingen
aan te passen. Zie pagina 49 voor informatie over de
computerschermweergaven.
Het opnamevenster
De volgende bedieningsknoppen zijn toegankelijk wanneer u
Shoo-
ting/Viewer (Opname/Weergave)
selecteert op de hoofdpagina van
de server of op de opnameknop tikt in het weergavevenster.
A Livebeeldknop
Tik om te kiezen uit livebeeld uit,
fotolivebeeld en filmlivebeeld.
A Filmlivebeeld
De informatie rechts verschijnt in het veld
voor camera-instellingen (050) in
filmlivebeeld.
Weergavepaneel
(050)
Sluiterknop (050)
Uitloggen-knop
Home-knop (046)
Opnameknop
Belichtingsstand
Weergaveknop (054)
Zoomknoppen
Camera-instellingen
(050)
Zoeker (tik om scherp
te stellen op het
geselecteerde
onderwerp)
54
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Het weergavevenster
Het weergavevenster is toegankelijk wanneer u Viewer
(Weergave) selecteert op de hoofdpagina van de server of op de
weergaveknop tikt in het opnamevenster. Het weergavevenster
voor webbrowsers voor iPhones biedt een keuze uit miniatuur-,
filmstrook- en schermvullende weergave (055).
Miniatuurweergave
Bekijk meerdere kleine beelden (“miniaturen”) per pagina. De
bedieningsknoppen aan de bovenkant en onderkant van het veld
voor miniaturen kunnen worden gebruikt voor navigatie.
Miniaturen (tik om
foto’s in schermvul-
lende weergave te
bekijken). Films wor-
den aangeduid met
1.
Volgende pagina
Miniaturen per
pagina
Paginanummer
Vorige pagina
Bekijk de meest
recente foto's in de
map
Mapselectie
55
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Schermvullende weergave
Bekijk foto’s in schermvullende weergave.
Huidige foto (tik om
terug te keren naar
miniatuurweergave)
Toon volgende beeldToon vorige beeld
Bekijk de meest recente
foto in de map
Miniatuurweergave
56
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
FTP 57
FTP
Ethernet-verbindingen
Volg de onderstaande stappen voor verbinding met een ftp-server
via een Ethernet-netwerk. Zie pagina 64 voor informatie over
draadloze verbindingen.
D Een voedingsbron kiezen
Gebruik een volledig opgeladen batterij of een optionele lichtnetadapter
die is bedoeld voor gebruik met uw camera om het onverwacht
uitschakelen van uw camera te voorkomen tijdens instelling of
gegevensoverdracht. Zie de handleiding van de camera voor meer
informatie.
A FTP-servers
Servers kunnen worden geconfigureerd met ftp-standaarddiensten, zoals
IIS (Internet Information Services), die beschikbaar zijn voor ondersteunde
besturingssystemen (094). Verbinding met computers op andere
netwerken via een router, ftp-verbindingen via internet en ftp-servers met
software van andere fabrikanten worden niet ondersteund.
FTP-server
Stap 1: verbind de camera, de UT-1 en de computer (058)
Stap 2: selecteer Ethernet (060)
Stap 3: voer de verbindingswizard uit (060)
Zet foto’s over (075)
58
Ethernet-verbindingen
FTP
Stap 1: de hardware aansluiten
Start de ftp-server en sluit de camera aan zoals hieronder wordt
beschreven.
1 Plaats een geheugenkaart.
Schakel de camera uit en plaats een
geheugenkaart (schakel de camera niet uit
terwijl gegevens naar de computer worden
overgezet).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
van de UT-1 en sluit de USB-kabel aan
tussen de UT-1 en de USB-aansluiting van
de camera (zie de camerahandleiding voor
meer informatie over het aansluiten van
USB-kabels op de camera).
3 Sluit een Ethernet-kabel aan.
Sluit de camera aan op de ftp-server zoals hieronder wordt
getoond. Oefen geen kracht uit of steek de stekkers niet onder
een hoek in.
4 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
16
GB
Hoofdschakelaar
59
Ethernet-verbindingen
FTP
5 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
Hoofdschakelaar
60
Ethernet-verbindingen
FTP
Stap 2: de hardware configureren voor
Ethernet-verbindingen
Configureer de UT-1 voor gebruik met Ethernet-netwerken.
1 Geef de hardwarelijst weer.
Selecteer Netwerk (UT-1) in het setup-
menu, markeer vervolgens Kies hardware
en druk op 2 om de hardware te bekijken.
2 Selecteer Bedraad LAN.
Markeer Bedraad LAN en druk op J om de
gemarkeerde optie te selecteren en terug te
keren naar het netwerkmenu.
Stap 3: de verbindingswizard
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer Netwerkinstellingen in het
netwerkmenu en druk op 2 om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen
weer te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op 2.
Houd er rekening mee dat als de lijst reeds
negen profielen bevat, u een bestaand
profiel moet wissen met de O (Q)-knop
voordat u verder gaat (083).
61
Ethernet-verbindingen
FTP
3 Start de verbindingswizard.
Markeer Verbindingswizard en druk op 2
om de verbindingswizard te starten.
4 Kies een verbindingstype.
Markeer FTP-upload en druk op 2.
5 Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die verschijnt in de lijst
met profielen zoals beschreven op pagina
19 en druk op J (om de standaardnaam te
gebruiken, drukt u op J zonder wijzigingen
te maken). Profielnamen kunnen maximaal
16 tekens lang zijn.
6 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de IP-
adressen automatisch te verstrekken.
Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid.
62
Ethernet-verbindingen
FTP
7 Kies het servertype.
Markeer FTP of SFTP (beveiligde ftp) en
druk op 2.
8 Voer het IP-adres in.
Voer de URL of het IP-adres van de server in
(019) en druk op J om verbinding te
maken.
9 Meld u aan.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Anoniem inloggen: selecteer deze optie als
de server geen gebruikers-ID of
wachtwoord vereist.
Gebruikers-ID invoeren: voer een gebruikers-ID en wachtwoord in
wanneer dit wordt gevraagd en druk op J.
10
Kies een doelmap.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Hoofdmap: selecteer deze optie voor het
uploaden van foto’s naar de hoofdmap
van de server.
Mapnaam invoeren: selecteer deze optie voor het uploaden van
foto’s naar een andere map (de map moet reeds bestaan op de
server). Voer een mapnaam en pad in wanneer dit wordt
gevraagd en druk op J.
63
Ethernet-verbindingen
FTP
11
Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met de server.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “FTP-upload” (075).
64
Draadloze verbindingen
FTP
Draadloze verbindingen
Volg de onderstaande stappen om verbinding te maken met een
draadloos netwerk.
A Standen Infrastructuur en Ad hoc
Draadloze netwerken kunnen infrastructuur- of ad hoc-netwerken zijn.
Infrastructuurstand: verbinding via een toegangspunt voor draadloos
LAN.
Ad hoc-stand: een directe peer-to-peer-verbinding.
A Draadloze LAN’s
Deze instructies zijn bedoeld voor klanten met een bestaand draadloos
LAN en in het geval van infrastructuurnetwerken wordt aangenomen dat
de computer en het toegangspunt al met het netwerk zijn verbonden.
FTP-upload
Stap 1: maak de camera, UT-1 en WT-5 gereed (065)
Stap 2: configureer de hardware voor draadloze netwerken (066)
Stap 3: voer de verbindingswizard uit (066)
Stap 4: pas de netwerkinstellingen aan (072)
Zet foto’s over (075)
WT-5 Toegangspunt voor
draadloos LAN
Computer
WT-5 Computer
65
Draadloze verbindingen
FTP
Stap 1: de apparatuur aansluiten
Maak, na het starten van de computer en het inloggen, de camera
en WT-5 gereed zoals hieronder beschreven.
1 Plaats een geheugenkaart.
Schakel de camera uit en plaats een
geheugenkaart (schakel de camera niet uit
terwijl gegevens naar de computer worden
overgezet). Deze stap kan worden
overgeslagen in de stand camerabediening
(07).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
van de UT-1 en sluit de USB-kabel aan
tussen de UT-1 en de USB-aansluiting van
de camera (zie de camerahandleiding voor
meer informatie over het aansluiten van
USB-kabels op de camera).
3 Bevestig de WT-5 (06).
4 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
5 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
16
GB
Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
66
Draadloze verbindingen
FTP
Stap 2: een draadloze verbinding
inschakelen
Configureer de UT-1 voor gebruik met draadloze netwerken.
1 Geef de hardwarelijst weer.
Selecteer Netwerk (UT-1) in het setup-
menu, markeer vervolgens Kies hardware
en druk op 2 om de hardware te bekijken.
2 Selecteer Draadloos LAN.
Markeer Draadloos LAN en druk op J om
de gemarkeerde optie te selecteren en
terug te keren naar het netwerkmenu.
Stap 3: de verbindingswizard
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer
Netwerkinstellingen
in het
netwerkmenu en druk op
2
om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen weer
te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer
Profiel maken
en druk op
2
. Houd
er rekening mee dat als de lijst reeds negen
profielen bevat, u een bestaand profiel moet
wissen met de
O (Q)
-knop voordat u verder
gaat.
67
Draadloze verbindingen
FTP
3 Start de verbindingswizard.
Markeer
Verbindingswizard
en druk op
2
om de verbindingswizard te starten.
4 Kies FTP-upload (07).
Markeer FTP-upload en druk op 2.
5 Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die verschijnt in de lijst
met profielen zoals beschreven op pagina
19 en druk op J (om de standaardnaam te
gebruiken, drukt u op J zonder wijzigingen
te maken). Profielnamen kunnen maximaal
16 tekens lang zijn.
6 Kies een verbindingsmethode.
Markeer de door het netwerk gebruikte verbindingsmethode en
druk op 2. Meer informatie is te vinden op de hieronder
vermelde pagina's.
Zoeken naar
draadloos
netwerk
Kies uit een lijst van netwerken
gedetecteerd door de camera.
068
Drukknop-WPS
Kies voor toegangspunten voor draadloos
LAN met drukknop-WPS.
069
Pincode-WPS
Kies voor toegangspunten voor draadloos
LAN met pincode-WPS.
070
Directe verbinding
(ad hoc)
Maak rechtstreeks verbinding met een
hostcomputer of ftp-server in de ad hoc-
stand.
071
68
Draadloze verbindingen
FTP
❚❚ Zoeken naar draadloos netwerk
Selecteer Zoeken naar draadloos netwerk
in stap 6 op pagina 67 om te kiezen uit een
lijst met netwerken (toegangspunten voor
draadloos LAN of hostcomputers) die door de
camera zijn gedetecteerd.
1 Kies een netwerk.
Als u Zoeken naar draadloos netwerk
selecteert, wordt een lijst van SSID’s
weergegeven. Het netwerktype wordt
aangeduid door de pictogrammen aan de
linkerzijde van de ID:
Markeer een netwerk en druk op J (indien het gewenste netwerk
niet wordt weergegeven, drukt u op X om opnieuw te zoeken).
A Verborgen SSID’s
Netwerken met verborgen SSID’s worden
aangeduid met blanco invoervelden in de lijst
met netwerken. Als u een netwerk met een
verborgen SSID selecteert, wordt u gevraagd
de netwerknaam in te geven; voer een naam
in en druk op J om naar stap 2 te gaan.
2 Voer de encryptiesleutel in.
Voer de encryptiesleutel in en druk op J
(dit venster wordt niet weergegeven als het
netwerk open verificatie gebruikt; ga naar
stap 3).
h Encryptie van signaal
j/i Infrastructuur/ad hoc
69
Draadloze verbindingen
FTP
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Ga verder naar pagina 72.
❚❚ Drukknop-WPS
Kies Drukknop-WPS in stap 6 op pagina 67
als het toegangspunt voor draadloos LAN
drukknop-WPS gebruikt.
1 Druk op de WPS-knop op het toegangspunt
voor draadloos LAN.
Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij het toegangspunt voor
draadloos LAN.
2 Druk op de J-knop op de camera.
De camera maakt automatisch verbinding
met het toegangspunt.
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Ga verder naar pagina 72.
70
Draadloze verbindingen
FTP
❚❚ Pincode-WPS
Kies Pincode-WPS in stap 6 op pagina 67 als
het toegangspunt voor draadloos LAN
pincode-WPS gebruikt.
1 Voer de pincode voor het toegangspunt
voor draadloos LAN in.
Voer vanaf een computer de pincode voor
het toegangspunt voor draadloos LAN in.
Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij het toegangspunt voor
draadloos LAN.
2 Druk op de J-knop op de camera.
De camera maakt automatisch verbinding
met het toegangspunt.
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Ga verder naar pagina 72.
71
Draadloze verbindingen
FTP
❚❚ Directe verbinding (ad hoc)
Selecteer Directe verbinding (ad hoc) in
stap 6 op pagina 67 om rechtstreeks
verbinding te maken met een ftp-server of
computer in de ad hoc-stand.
1 Voer de SSID in.
Voer een netwerknaam (SSID) in en druk op
J. De standaardnaam is “WT” gevolgd door
het MAC-adres van de WT-5.
2 Voer de encryptiesleutel in.
Voer een encryptiesleutel in en druk op J
(de standaardsleutel is “nikon”). Ga verder
naar pagina 72.
72
Draadloze verbindingen
FTP
Stap 4: netwerkinstellingen
Volg de onderstaande stappen voor verbinding met de ftp-server.
1 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de IP-
adressen automatisch te verstrekken. De
camera geeft het door het netwerk verstrekte IP-adres weer;
druk op J om verder te gaan.
Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J wanneer de invoer is voltooid. De camera geeft het
geselecteerde IP-adres weer; druk op J om verder te gaan.
2 Kies het servertype.
Markeer FTP of SFTP (beveiligde ftp) en
druk op 2.
3 Voer het IP-adres in.
Voer de URL of het IP-adres van de server in
zoals beschreven op pagina 19 en druk op
J om een verbinding te maken.
73
Draadloze verbindingen
FTP
4 Meld u aan.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Anoniem inloggen: selecteer deze optie als
de server geen gebruikers-ID of
wachtwoord vereist.
Gebruikers-ID invoeren: voer een gebruikers-ID en wachtwoord in
wanneer dit wordt gevraagd en druk op J.
A MAC-adresfiltering
Als het netwerk MAC-adresfiltering gebruikt, heeft het filter het MAC-
adres van de WT-5 nodig. Kies na het bevestigen van de WT-5 op de
camera Netwerk (UT-1) > Opties > MAC-adres in het setup-menu van de
camera en noteer het MAC-adres.
74
Draadloze verbindingen
FTP
5 Kies een doelmap.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Hoofdmap: selecteer deze optie voor het
uploaden van foto’s naar de hoofdmap
van de server.
Mapnaam invoeren: selecteer deze optie voor het uploaden van
foto’s naar een van de andere bestaande mappen op de server.
Voer een mapnaam en pad in wanneer dit wordt gevraagd en
druk op J.
6 Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met de server.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “FTP-upload” (075).
75
FTP-upload
FTP
FTP-upload
Foto’s en films kunnen worden geüpload van de
geheugenkaarten van de camera naar een ftp-server zoals
hieronder wordt beschreven, of foto’s kunnen worden geüpload
wanneer ze worden gemaakt. Zie pagina 94 voor informatie over
het instellen van een ftp-server.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Selecteer Netwerk (UT-1) >
Netwerkinstellingen in het setup-menu
om de lijst met profielen weer te geven.
FTP-serverprofielen worden aangeduid met
een N-pictogram. Markeer een profiel en
druk op 2 om het gemarkeerde profiel te
selecteren en terug te keren naar het netwerkmenu.
De profielnaam wordt groen
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht.
2 Bekijk foto’s.
Druk op de K-knop om foto’s te bekijken.
Geef de eerste foto die moet worden
verzonden schermvullend weer of markeer
de foto in de miniaturenlijst.
76
FTP-upload
FTP
3 Upload foto's.
Druk op J. Er verschijnt een wit
overdrachtpictogram op de foto en het
uploaden begint onmiddellijk. Het
overdrachtpictogram wordt groen tijdens
het uploaden en wordt blauw wanneer het
uploaden is voltooid. Extra foto’s worden
geüpload in de geselecteerde volgorde.
Voor het uploaden van een foto die al een
keer werd geüpload, drukt u eenmaal op J
om het blauwe overdrachtpictogram te
verwijderen en drukt u vervolgens opnieuw
op J en het midden van de multi-selector
om het beeld te markeren met een wit
overdrachtpictogram.
77
FTP-upload
FTP
Nieuwe foto’s uploaden wanneer ze worden gemaakt
Voor het uploaden van foto’s wanneer ze worden
gemaakt, selecteert u Aan voor Netwerk (UT-1) >
Opties > Automatisch verzenden in het setup-
menu (087).
Overdracht onderbreken/overdrachtmarkering verwijderen
Om de overdracht van beelden aangeduid met een wit of groen
overdrachtpictogram te annuleren, selecteert u de beelden tijdens
weergave en drukt u op
J. Het overdrachtpictogram wordt verwijderd.
Elk van de volgende handelingen onderbreekt eveneens de overdracht:
De camera wordt uitgezet
U selecteert
Ja
voor
Netwerk (UT-1)
>
Opties
>
Alles deselecteren?
(
0
88;
deze optie verwijdert tevens de overdrachtmarkering op alle beelden)
D Tijdens het uploaden
Verwijder de geheugenkaart niet of koppel de Ethernet-kabel niet los
tijdens het uploaden.
A Retoucheeropties
In de standen beeldoverdracht en ftp-upload wordt de J-knop op de
D800/D800E gebruikt om beelden te uploaden of beelden voor uploaden
te selecteren; de knop kan niet worden gebruikt voor naast elkaar
vergelijken, dat normaal toegankelijk is door op de J-knop te drukken in
schermvullende weergave. Naast elkaar vergelijken is beschikbaar in
andere overdrachtstanden.
A Intervalfotografie
De opname wordt onderbroken als de stand-by-timer afloopt terwijl
intervalfotografie aan de gang is. Kies een lange stand-by-tijd voordat u
start met intervalfotografie.
A Signaalverlies
Draadloze overdracht via de WT-5 wordt mogelijk onderbroken bij
signaalverlies, maar kan worden hervat door de camera uit te schakelen
en vervolgens weer in te schakelen.
A De camera uitschakelen
De markering “verzenden” wordt opgeslagen als u de camera of UT-1
uitschakelt terwijl de overdracht aan de gang is. De overdracht van
beelden aangeduid met een pictogram “verzenden” wordt hervat
wanneer u de camera of UT-1 inschakelt.
78
FTP-upload
FTP
Overdrachtstatus
Tijdens weergave wordt de status van beelden die voor uploaden
zijn geselecteerd als volgt getoond:
a
: “Verzenden”
Beelden die voor uploaden zijn geselecteerd,
worden aangeduid met een wit
a-pictogram.
b
: “Bezig met verzenden”
Een groen
b-pictogram wordt weergegeven
tijdens het uploaden.
c
: “Verzonden”
Beelden die zijn geüpload, worden aangeduid met een blauw
c-pictogram.
A Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt getoond
door de statuslampjes en door de weergave in het bovenste niveau van
het netwerkmenu.
De statuslampjes
Het POWER-lampje (VOEDING) brandt wanneer de
UT-1 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt
getoond door het LINK-lampje (VERBINDING): hoe
sneller het lampje knippert, hoe beter het signaal
en hoe sneller gegevens kunnen worden
verzonden. Het ERROR-lampje (FOUT) knippert om
aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan.
Status
ERROR
(FOUT)
LINK
(VERBINDING)
POWER
(VOEDING)
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
I (uit) I (uit) K (aan)
Verbinding maken met host
I (uit) K (aan) K (aan)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met verzenden
I (uit) H (knippert) K (aan)
Verbindingsfout
H (knippert) I (uit) K (aan)
Storing in hardware van UT-1 of
batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
79
FTP-upload
FTP
De statusweergave
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau van het
netwerkmenu.
Signaalsterkte: draadloze
signaalsterkte. Ethernet-
verbindingen worden aangeduid
met d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Terwijl bestanden worden overgezet,
toont de statusweergave
“Verzenden...” gevolgd door de naam
van het bestand dat wordt
verzonden. Eventuele fouten die
tijdens de overdracht optreden,
worden ook hier weergegeven
(0116).
e, f: de geschatte
tijd die nodig is om
de resterende
beelden te
verzenden.
Batterijniveau: een
weergave met vijf
niveaus die de
laadstatus van de
batterij in de UT-1
toont.
80
FTP-upload
FTP
Menugids 81
Menugids
Dit deel beschrijft de beschikbare instellingen
voor de optie Netwerk (UT-1) in het setup-
menu van de camera wanneer de UT-1 is
aangesloten.
Kies hardware
Kies de hardware die wordt gebruikt voor
verbinding met het netwerk: Ethernet
(Bedraad LAN) of draadloos LAN (Draadloos
LAN).
82
Netwerkinstellingen
Menugids
Netwerkinstellingen
Markeer Netwerkinstellingen en druk op 2 om de lijst met
netwerkprofielen weer te geven. In deze lijst kunt u nieuwe
profielen maken of een bestaand profiel selecteren.
De profielenlijst
De camera kan maximaal negen
netwerkprofielen opslaan. Markeer een
profiel en druk op 2 om verbinding te maken
met de gemarkeerde hostcomputer of ftp-
server, of druk op O (Q) om het gemarkeerde
profiel te wissen (083). Om informatie over
het gemarkeerde profiel te bekijken, drukt u op L (Z/Q).
Om een gemarkeerd profiel te bewerken, drukt u op W (084).
Profiel maken
Kies Verbindingswizard om netwerkprofielen te maken met
behulp van een wizard (0 18, 26, 60, 66), Handmatig
configureren om ftp- en http-serverinstellingen handmatig in te
voeren (0 114).
Verbindingstype
(07)
Profielnaam
(019, 27, 61, 67, 84)
SSID
(alleen voor WT-5)
83
Netwerkinstellingen
Menugids
Kopiëren naar/van kaart
Deze optie is alleen beschikbaar met ftp- en http-
serververbindingen. Selecteer Profiel kopiëren van kaart om
profielen vanaf de geheugenkaart naar de profielenlijst te
kopiëren. Als u Profiel kopiëren naar kaart selecteert, wordt de
profielenlijst van de camera weergegeven; markeer een profiel en
druk op J om het profiel (zonder de encryptiesleutel en het ftp-
wachtwoord) te kopiëren naar de kaart (wachtwoordbeveiligde
profielen kunnen niet worden gekopieerd; 084). Als er zich twee
geheugenkaarten in de camera bevinden, wordt de kaart in de
eerste sleuf gebruikt voor zowel “kopiëren van” als “kopiëren
naar”.
Netwerkprofielen wissen
Druk op O (Q) om het momenteel
gemarkeerde profiel in de lijst met profielen
te wissen. Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; markeer Ja en druk op J.
84
Netwerkinstellingen
Menugids
Netwerkprofielen bewerken
Om netwerkprofielen te bewerken, markeert
u het profiel in de lijst met profielen, drukt u
op W en kiest u uit de volgende opties:
Algemeen
Kies Profielnaam om de profielnaam te
bewerken, Wachtwoordbeveiliging om een
profielwachtwoord in te voeren en
wachtwoordbeveiliging in of uit te schakelen.
Het inschakelen van wachtwoordbeveiliging
voorkomt dat anderen netwerkinstellingen
kunnen zien.
D Profielen bewerken
Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl menu’s worden
weergegeven, wordt de monitor uitgeschakeld en gaan wijzigingen in het
huidige profiel verloren.
Algemeen Bewerk de profielnaam en het wachtwoord (084).
Draadloos
Bewerk de instellingen voor draadloos (alleen voor
draadloze verbindingen; 085).
TCP/IP Bewerk de TCP/IP-instellingen (086).
FTP Bewerk de FTP-instellingen (086).
85
Netwerkinstellingen
Menugids
Draadloos
Bewerk de volgende instellingen voor
draadloos:
SSID (vereist): voer de naam (SSID) van het
netwerk in waarop de hostcomputer of ftp-
server zich bevindt.
Communicatiestand: selecteer Infrastructuur
voor draadloze communicatie via een toegangspunt voor
draadloos netwerk, Ad hoc als de camera rechtstreeks
verbonden is met de ftp- server of computer.
Kanaal: selecteer een kanaal (alleen voor ad hoc; in de
infrastructuurstand wordt het kanaal automatisch geselecteerd).
Verificatie: de verificatie die voor het netwerk wordt gebruikt. Kies
uit open systeem, gedeelde sleutel, WPA-PSK en WPA2 PSK
(infrastructuur) of uit open systeem en gedeelde sleutel (ad hoc).
Encryptie: de encryptie die door het netwerk wordt gebruikt. De
beschikbare opties hangen af van de gebruikte verificatie:
Open: geen; 64- of 128-bits WEP
Gedeeld: 64- of 128-bits WEP
WPA-PSK: TKIP; AES
WPA2-PSK: AES
Encryptiesleutel: als het netwerk encryptie gebruikt, voert u de
netwerksleutel in. Het vereiste aantal tekens is afhankelijk van
het gebruikte sleuteltype:
Sleutelindex: als WEP64 of WEP128 is geselecteerd voor Encryptie,
kiest u een passende sleutelindex die wordt gebruikt door het
toegangspunt of de hostcomputer. Er is geen sleutelindex
vereist wanneer Geen encryptie is geselecteerd.
WEP (64-bits) WEP (128-bits) TKIP, AES
Aantal tekens (ASCII) 5 13 8–63
Aantal tekens (hex) 10 26 64
86
Netwerkinstellingen
Menugids
TCP/IP
Als het netwerk is geconfigureerd om
automatisch IP-adressen te verstrekken,
selecteer dan Inschakelen voor Verkrijg
automatisch. Selecteer anders Uitschakelen
en voer de volgende informatie in:
Adres/Masker: voer een IP-adres en
subnetmasker in.
Gateway: als het netwerk een gateway-adres vereist, selecteert u
Inschakelen en voert u het adres in dat u van de
netwerkbeheerder hebt gekregen.
Domeinnaamserver (DNS): als er een domeinnaamserver is op het
netwerk, selecteert u Inschakelen en voert u het adres in dat u
van de netwerkbeheerder hebt gekregen.
FTP
Bewerk de volgende ftp-instellingen:
Servertype: kies ftp of sftp en voer de URL of
het IP-adres (vereist), de doelmap en het
poortnummer in.
PASV-stand: selecteer Inschakelen om de
PASV-stand in te schakelen.
Anoniem inloggen: selecteer Inschakelen om anoniem in te loggen
of selecteer Uitschakelen om een Gebruikers-ID en
Wachtwoord op te geven.
Proxyserver: als een proxyserver vereist is voor ftp, selecteer dan
Inschakelen en voer het IP-adres en het poortnummer voor de
proxyserver in.
87
Opties
Menugids
Opties
Bewerk de volgende instellingen.
Automatisch verzenden
Als Aan is geselecteerd voor beeldoverdracht
of ftp-serververbindingen, worden foto’s
automatisch naar de computer of ftp-server
geüpload wanneer ze worden gemaakt (houd
er echter rekening mee dat u alleen foto’s
kunt maken als er een geheugenkaart in de
camera is geplaatst). Films uploaden met deze optie is niet
mogelijk; zet films over tijdens het afspelen zoals beschreven op
pagina 35 en 75.
Wissen na verzending?
Selecteer Ja om automatisch foto’s te wissen
van de geheugenkaart van de camera
wanneer het uploaden is voltooid (alleen
voor beeldoverdracht en FTP-
serververbindingen; bestanden die
gemarkeerd zijn voor overdracht voordat
deze optie is geselecteerd, worden niet beïnvloed).
Opeenvolgende bestandsnummering wordt gebruikt terwijl deze
optie is ingeschakeld, ongeacht het geselecteerde item voor
Persoonlijke instelling d5 in de menu’s van de camera. Het wissen
wordt mogelijk uitgesteld tijdens bepaalde camerabewerkingen.
Verzend bestand als
Bij het overzetten van NEF+JPEG-beelden
naar een computer of ftp-server (alleen voor
beeldoverdracht en ftp-serververbindingen)
kiest u of zowel de NEF (RAW)- als de JPEG-
bestanden worden geüpload of alleen de
JPEG-kopie.
88
Opties
Menugids
Overschrijf bij gelijke naam
Kies Ja om bestanden met dubbele namen te
overschrijven tijdens het uploaden naar een
ftp-server, Nee om waar nodig nummers aan
de namen van nieuw geüploade bestanden
toe te voegen om het overschrijven van
bestaande bestanden te voorkomen.
Beveiligen bij uploadmarkering
Selecteer Ja om bestanden die zijn
gemarkeerd voor het uploaden naar een ftp-
server automatisch te beveiligen. De
beveiliging wordt verwijderd wanneer de
bestanden worden geüpload.
Verzend map
Selecteer een map om te uploaden (alleen
voor beeldoverdracht en ftp-
serververbindingen). Alle foto’s in de
geselecteerde map (inclusief deze die al zijn
gemarkeerd als “verzonden”) worden
onmiddellijk geüpload. Films uploaden met
deze optie is niet mogelijk; zet films over tijdens het afspelen zoals
beschreven op pagina 35 en 75.
Alles deselecteren?
Selecteer Ja om de overdrachtmarkering te
verwijderen van alle beelden die
geselecteerd zijn voor het uploaden naar een
computer of ftp-server (alleen voor
beeldoverdracht en ftp-serververbindingen).
Het uploaden van beelden met een
pictogram “bezig met verzenden” wordt onmiddellijk beëindigd.
89
Opties
Menugids
HTTP-gebruikersinstellingen
Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in
voor verbinding met een http-server (alleen
voor http-serververbindingen).
Batterij-informatie
Geef informatie weer over de batterij die in de
UT-1 is geplaatst. De weergave Levensduur
met vijf niveaus toont de levensduur: 0 geeft
aan dat de batterijprestaties maximaal zijn,
4 dat de levensduur van de batterij voorbij is
en de batterij moet worden vervangen.
Vertraging voor automatisch uit
Kies hoe lang de UT-1 aan blijft nadat de USB-
verbinding met de camera is verbroken.
MAC-adres
Geef het MAC-adres van de hardware
geselecteerd voor Kies hardware weer
(081).
90
Opties
Menugids
Firmwareversie
Geef de huidige firmwareversie van de UT-1
weer.
Bijlagen 91
Bijlagen
Profielen kopiëren
Netwerkprofielen voor de camera kunnen worden gekopieerd
naar een computer, die vervolgens automatisch wordt
geconfigureerd voor draadloze verbinding (profielen kunnen niet
worden gekopieerd over een draadloos netwerk in de ad hoc-
stand onder Windows 8.1 en Mac OS).
1 Schakel kopiëren in.
Markeer Ja en druk op 2 wanneer de
verbindingswizard vraagt of u het profiel
naar een computer wilt kopiëren (032).
2 Sluit de camera op de computer aan.
Sluit de camera met behulp van de USB-
kabel die is meegeleverd met de camera op
de computer aan wanneer dit gevraagd
wordt.
3 Start de Wireless Transmitter Utility.
Wanneer dit gevraagd wordt, start het
kopiëren van de Wireless Transmitter Utility
die op de computer is geïnstalleerd (011).
92
Profielen kopiëren
Bijlagen
4 Kies een adapter.
Kies een adapter uit het vervolgkeuzemenu en klik op Volgende.
Als Beeldoverdracht of Camerabediening is geselecteerd,
koppelt de Wireless Transmitter Utility de camera en de computer
automatisch.
5 Koppel de camera los.
De camera geeft het rechts getoonde
bericht weer wanneer het proces is
voltooid. Koppel de USB-kabel los van de
computer, sluit de kabel aan op de UT-1 en
sluit de Wireless Transmitter Utility af.
De camera geeft de rechts getoonde opties
weer; kies een optie om de wizard af te
sluiten.
D Ad hoc-stand
In de ad hoc-stand maakt de camera automatisch verbinding. Kies het
netwerkprofiel op de computer alvorens verbinding te maken.
93
Profielen maken op een computer
Bijlagen
Profielen maken op een
computer
De Wireless Transmitter Utility (011) kan worden gebruikt voor
het maken van netwerkprofielen.
1 Sluit de camera aan.
Start de computer en sluit de camera aan met de meegeleverde
USB-kabel zoals hieronder wordt getoond.
2 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen.
3 Start de Wireless Transmitter Utility.
Dubbelklik op het pictogram van de Wireless Transmitter Utility
op het bureaublad (Windows) of klik op het pictogram van de
Wireless Transmitter Utility in het Dock (Mac OS).
4 Maak een profiel.
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
Hoofdschakelaar
94
Een FTP-server maken
Bijlagen
Een FTP-server maken
Beelden kunnen worden geüpload naar ftp-servers gemaakt met
de ftp-standaarddiensten in Windows 8.1, Windows 8.1
Enterprise/Pro, Windows 7 (Professional/Enterprise/Ultimate),
Windows Vista (Ultimate/Business/Enterprise) en Windows XP
Professional. Onder Windows zijn Internet Information Services
(IIS) vereist voor het configureren van ftp-servers (installatie-
instructies zijn beschikbaar via Microsoft). Zorg ervoor dat u alleen
tekens gebruikt die in het toetsenbordveld van het
tekstinvoervenster van de camera verschijnen (0 19) voor
instellingen zoals gebruikers-ID, wachtwoord en mapnamen.
De volgende instellingen worden gebruikt voor illustratieve
doeleinden:
Windows 8.1/Windows 7.................................................................... 095
Windows Vista.......................................................................................0 103
Windows XP ...........................................................................................0110
IP-adres: 192.168.1.3
Subnetmasker: 255.255.255.0
ftp-serverpoort: 21
ftp-server
95
Een FTP-server maken
Bijlagen
Windows 8.1/Windows 7
1 Ga naar Centrum voor netwerk en delen.
Klik op Configuratiescherm > Netwerk en internet >
Netwerkcentrum.
2 Geef de lijst met netwerkadapters weer.
Klik op Adapterinstellingen wijzigen.
3 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Als u een verbinding maakt via een adapter voor draadloos LAN,
klik dan met de rechtermuisknop op Wi-Fi (Windows 8.1) of
Draadloze netwerkverbinding (Windows 7) en selecteer
Eigenschappen. Als u een verbinding maakt via Ethernet, klik
dan met de rechtermuisknop op Ethernet (Windows 8.1) of LAN-
verbinding (Windows 7) en selecteer Eigenschappen.
96
Een FTP-server maken
Bijlagen
4 Geef de TCP/IP-instellingen weer.
Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op
Eigenschappen.
97
Een FTP-server maken
Bijlagen
5 Voer een IP-adres en subnetmasker in.
Voer een IP-adres en subnetmasker voor de ftp-server in en klik
op OK.
98
Een FTP-server maken
Bijlagen
6 Sluit het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Klik op Sluiten.
7 Open Administratieve tools.
Klik op Configuratiescherm > Systeem en veiligheid >
Administratieve tools.
99
Een FTP-server maken
Bijlagen
8 Open de IIS-manager.
Dubbelklik op Beheer van Internet Information Services (IIS).
9 Selecteer FTP-site toevoegen…
Klik met de rechtermuisknop op de gebruikersnaam van de
computer en selecteer FTP-site toevoegen…
100
Een FTP-server maken
Bijlagen
10
Voer site-informatie in.
Geef de site een naam en kies het pad naar de map die zal
worden gebruikt voor ftp-upload. Klik op Volgende om verder te
gaan.
A Anoniem inloggen
Om anoniem inloggen toe te staan, moet u een map in de publieke map van
de gebruiker als inhoudsmap selecteren.
101
Een FTP-server maken
Bijlagen
11
Kies binding- en SSL-opties.
Selecteer het IP-adres dat is ingevoerd in stap 5, noteer het
poortnummer, selecteer FTP-site automatisch starten en vink
Geen SSL aan. Klik op Volgende om verder te gaan.
102
Een FTP-server maken
Bijlagen
12
Kies verificatie-opties.
Pas de instellingen aan zoals hieronder beschreven en klik op
Voltooien.
Verificatie: Basis
Toegang toestaan tot: Alle gebruikers
Machtigingen: Lezen/Schrijven
103
Een FTP-server maken
Bijlagen
Windows Vista
1 Geef de netwerkverbindingen weer.
Klik op Start > Bedieningspaneel > Netwerk- en
internetinstellingen > Netwerkverbinding > Beheer
Netwerkverbindingen.
2 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Als u een verbinding maakt via Ethernet, klik dan met de
rechtermuisknop op LAN-verbinding en selecteer
Eigenschappen. Als u een verbinding maakt via een adapter
voor draadloos LAN, selecteer dan Eigenschappen in het
contextmenu voor Draadloze netwerkverbinding.
3 Klik op Toestaan.
Een dialoogvenster “Gebruikersaccountbeheer” wordt
weergegeven; klik op Toestaan.
104
Een FTP-server maken
Bijlagen
4 Geef de TCP/IP-instellingen weer.
Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op
Eigenschappen.
105
Een FTP-server maken
Bijlagen
5 Voer een IP-adres en subnetmasker in.
Voer een IP-adres en subnetmasker voor de ftp-server in en klik
op OK.
6 Open Administratieve tools.
Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en onderhoud >
Administratieve tools.
106
Een FTP-server maken
Bijlagen
7 Open de IIS-manager.
Dubbelklik op IIS6 Manager.
8 Klik op Toestaan.
Een dialoogvenster “Gebruikersaccountbeheer” wordt
weergegeven; klik op Toestaan.
107
Een FTP-server maken
Bijlagen
9 Geef de eigenschappen van de ftp-site weer.
Klik met de rechtermuisknop op Default FTP Site en selecteer
Eigenschappen.
108
Een FTP-server maken
Bijlagen
10
Selecteer het adres en poortnummer.
Selecteer het IP-adres dat in stap 5 is ingevoerd en voer een
nummer voor TCP-poort in.
109
Een FTP-server maken
Bijlagen
11
Kies een basismap.
Open het tabblad Basismap en selecteer Een map op deze
computer. De hoofdmap voor beelden die naar de ftp-server
worden geüpload, wordt vermeld in het tekstvak Lokaal pad;
kies een map en selecteer Lezen, Schrijven en Bezoeken in
logboek vastleggen. Klik op OK om het eigenschappenvenster
te sluiten.
110
Een FTP-server maken
Bijlagen
Windows XP
1 Geef de netwerkverbindingen weer.
Klik op Start > Bedieningspaneel > Netwerk- en
internetinstellingen > Netwerkverbinding.
2 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Als u een verbinding maakt via Ethernet, klik dan met de
rechtermuisknop op LAN-verbinding en selecteer
Eigenschappen. Als u een verbinding maakt via een adapter
voor draadloos LAN, selecteer dan Eigenschappen in het
contextmenu voor Draadloze netwerkverbinding.
3 Geef de TCP/IP-instellingen weer.
Selecteer Internet-protocol (TCP/IP) en klik op Eigenschappen.
111
Een FTP-server maken
Bijlagen
4 Voer een IP-adres en subnetmasker in.
Voer een IP-adres en subnetmasker voor de ftp-server in en klik
op OK.
5 Open Internet Information Services.
Klik op Start > Bedieningspaneel > Systeem en onderhoud >
Administratieve tools en open de console Internet
Information Services.
112
Een FTP-server maken
Bijlagen
6 Geef de eigenschappen van de ftp-site weer.
Klik met de rechtermuisknop op Standaard FTP-site en selecteer
Eigenschappen.
7 Selecteer het adres en poortnummer.
Selecteer het IP-adres dat in stap 4 is ingevoerd en voer een
nummer voor TCP-poort in.
113
Een FTP-server maken
Bijlagen
8 Kies een basismap.
Open het tabblad Basismap en selecteer een map op deze
computer. De hoofdmap voor beelden die naar de ftp-server
worden geüpload, wordt vermeld in het tekstvak Lokaal pad;
kies een map en selecteer Lezen, Schrijven en Bezoeken in
logboek vastleggen. Klik op OK om het eigenschappenvenster
te sluiten.
114
Handmatig een profiel maken
Bijlagen
Handmatig een profiel maken
Volg de onderstaande stappen om de camera handmatig te
configureren voor verbinding met ftp- en http-servers. Houd er
rekening mee dat veranderingen aan het huidige profiel verloren
gaan als de camera wordt uitgezet tijdens het instellen; gebruik
een volledig opgeladen batterij of een optionele lichtnetadapter
die is bedoeld voor gebruik met uw camera om onverwacht
stroomverlies te voorkomen. Als u verbinding maakt met een ftp-
server achter een firewall, moet u mogelijk ook de firewall-
instellingen aanpassen om uitzonderingen te maken voor de ftp-
poorten die door de camera worden gebruikt (poorten 21, 22 en
32768 tot 61000).
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer Netwerkinstellingen in het
netwerkmenu en druk op 2 om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen
weer te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op 2.
Houd er rekening mee dat als de lijst reeds
negen profielen bevat, u een bestaand
profiel moet wissen met de O (Q)-knop
voordat u verder gaat (083).
3 Selecteer Handmatig configureren.
Markeer Handmatig configureren en druk
op 2.
115
Handmatig een profiel maken
Bijlagen
4 Selecteer een verbindingstype.
Markeer FTP-upload of HTTP-server en
druk op 2.
5 Pas de instellingen aan.
Pas de instellingen aan zoals beschreven in
“Netwerkprofielen bewerken” (084).
D Profielen bewerken
Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl menu’s worden
weergegeven, wordt de monitor uitgeschakeld en gaan wijzigingen in het
huidige profiel verloren. Kies een langere tijd waarna de monitor wordt
uitgeschakeld voor Persoonlijke instelling c4 in de cameramenu’s.
116
Problemen oplossen
Bijlagen
Problemen oplossen
Probleem Oplossing Pagina
“POWER”-lampje
(VOEDING) brandt
niet.
Zet de UT-1 aan.
Controleer of de batterij is
geplaatst en volledig is opgeladen.
17, 25, 59, 65
9, 89
De optie Netwerk
(UT-1) is niet
beschikbaar.
Controleer of de UT-1 is aangesloten
en ingeschakeld.
17, 25, 59, 65
Overmatige radio-
interferentie.
Pas de positie van het draadloze toe-
gangspunt of de hostcomputer aan.
Alle lampjes
knipperen tegelijk.
Storing in hardware van UT-1 of bat-
terij. Neem contact op met een door
Nikon geautoriseerde serviceverte-
genwoordiger.
Camera geeft
foutmelding over
TCP/IP of FTP.
Controleer de instellingen voor host
en/of adapter voor draadloos LAN
en pas de camera-instellingen aan.
Controleer de firewall-instellingen.
15, 23, 57,
64, 84
8
Camera geeft
foutmelding over
draadloze
verbinding.
Controleer of de host en de adapter
voor draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Zorg ervoor dat er zich geen
obstakels bevinden tussen de UT-1
en de adapter voor draadloos LAN.
Controleer de instellingen voor host
en/of adapter voor draadloos LAN en
pas de camera-instellingen aan.
23, 64, 84
Het bericht “Ethernet-
kabel niet aangeslo-
ten” wordt weergege-
ven op de camera.
Sluit een Ethernet-kabel aan of
selecteer WT-5 (draadloos LAN)
voor Kies hardware.
16, 58, 81
Foutmelding
geheugenkaart
wordt weergegeven.
Controleer of de geheugenkaart
correct is geplaatst.
De overdracht wordt
onderbroken voordat
alle foto's zijn
verzonden.
De overdracht wordt hervat als de
UT-1 uit- en vervolgens weer
ingeschakeld wordt.
17, 25, 59, 65
USB-kabel
losgekoppeld tijdens
overdracht.
Sluit de USB-kabel opnieuw aan.
Zet
de camera niet uit.
117
Specificaties
Bijlagen
Specificaties
❚❚ Communicatie-eenheid UT-1
Ethernet
Standaards IEEE 802.3u (100 base-TX)/IEEE 802.3 (10 base-T)
Gegevenssnelheden
*
10/100 Mbps met autodetectie
Poort 100 base-TX/10 base-T (AUTO-MDIX)
Draadloos (WT-5)
Standaards
WT-5/WT-5A/WT-5B/WT-5C: 802.11a/b/g/n
WT-5D: 802.11b/g/n
Communicatieproto-
collen
IEEE802.11a: OFDM
IEEE802.11g: OFDM
IEEE802.11b: DSSS
IEEE802.11n: OFDM
Werkingsfrequentie
(MHz)
WT-5: 5.180-5.320 MHz (kanaal 36/40/44/48/52/56/
60/64)
5.500-5.700 MHz (kanaal 100/104/108/112/116/
120/124/128/132/136/140)
2.412-2.472 MHz (kanaal 1–13)
WT-5A: 5.180-5.320 MHz (kanaal 36/40/44/48/52/56/
60/64)
5.745-5.825 MHz (kanaal 149/153/157/161/165)
2.412-2.462 MHz (kanaal 1–11)
WT-5B: 5.180-5.320 MHz (kanaal 36/40/44/48/52/56/
60/64)
2.412-2.472 MHz (kanaal 1–13)
WT-5C: 5.745-5.825 MHz (kanaal 149/153/157/161/
165)
2.412-2.472 MHz (kanaal 1–13)
WT-5D: 2.412-2.462 MHz (kanaal 1–11)
Geschat bereik
(zichtlijn)
Circa 180 m
118
Specificaties
Bijlagen
* Maximale logische gegevenssnelheden volgens IEEE-standaard.
Werkelijke waarden kunnen afwijken.
† Met grote antenne op toegangspunt voor draadloos LAN.
Het bereik
kan variëren naargelang de signaalsterkte en de aanwezigheid of
afwezigheid van obstakels.
Draadloos (WT-5)
Gegevenssnelheden
*
IEEE 802.11a/g: 6, 9, 12, 18, 24, 36, 48 en 54 Mbps
IEEE 802.11b: 1, 2, 5,5 en 11 Mbps
IEEE 802.11n-HT20: maximaal 72 Mbps
IEEE 802.11n-HT40: maximaal 150 Mbps
Beveiliging
Verificatie: open systeem, gedeelde sleutel,
WPA-PSK, WPA2-PSK
Encryptie: 128/64-bits WEP, TKIP, AES
Toegangsprotocollen Infrastructuur, ad hoc
Protocollen voor
gegevensoverdracht
PTP/IP, ftp
Stroomverbruik
Circa 1,9 W maximaal (alleen UT-1)
Circa 2,8 W maximaal (inclusief WT-5)
Voedingsbron
Oplaadbare EN-EL15 Li-ionbatterij ×1 (apart
verkrijgbaar), EP-5B stroomaansluiting en EH-5b
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar)
Gebruiksomstandighe-
den
Temperatuur:C4C
Vochtigheid: 85% of minder (geen condensatie)
Gewicht
Circa 205 g (inclusief batterij)/circa 120 g (alleen
camerabody)
Afmetingen (B × H × D) Circa 57 mm × 114 mm × 46 mm
119
Specificaties
Bijlagen
A Gebruiksduur van de batterij
De tijdsperiode dat batterijen kunnen worden gebruikt en het aantal
opnamen dat kan worden geüpload voordat de batterij moet worden
opgeladen, variëren naargelang de staat van de batterijen, de
signaalsterkte en de manier waarop de camera en UT-1 worden gebruikt.
De volgende metingen werden uitgevoerd met een volledig opgeladen
EN-EL15 batterij (1.900 mAh) bij een temperatuur van 23 °C terwijl
beelden met een gemiddelde bestandsgrootte van 9 megabytes
(equivalent aan een groot JPEG-beeld met kwaliteit Normaal, vastgelegd
met de D800/D800E) continu werden geüpload naar een ftp-server
geconfigureerd met Internet Information Services (IIS) onder Windows 8.1
via een infrastructuurnetwerk met de UT-1 in de FTP-uploadstand (alle
waarden zijn bij benadering).
Voor maximale prestaties van de batterij:
Houd de batterijcontacten schoon. Vervuilde contacten kunnen de
batterijprestaties verminderen.
Gebruik EN-EL15 batterijen direct na het opladen. Batterijen verliezen
hun lading als ze ongebruikt worden gelaten.
Controleer het batterijniveau regelmatig met Netwerk (UT-1) >
Opties > Batterij-informatie.
De aanduiding van het batterijniveau van de camera kan onder invloed
van de temperatuur variëren.
Een scherpe daling van de tijd waarin de batterij een lading kan
behouden, duidt aan dat de batterij moet worden vervangen.
Netwerk
Draadloos (802.11n) Ethernet (100 base-TX)
Aantal geüploade opnamen
8.000 17.000
Gebruiksduur van de batterij
300 min. (5 u.) 480 min. (8 u.)
120
Specificaties
Bijlagen
121
Index
Bijlagen
Index
Symbolen
a: “Verzenden”...................................38, 78
b: “Bezig met verzenden”..............38, 78
c: “Verzonden”...................................38, 78
A
Ad hoc........................24, 27, 31, 64, 67, 71
Alles deselecteren?...................................88
Automatisch verzenden.........................87
B
Batterij-informatie ....................................89
Beeldoverdracht............................ 7, 15, 35
Bestandsnamen..................................39, 79
Beveiligen bij uploadmarkering ..........88
C
Camera Control Pro 2 ..............................40
Camerabediening.................. 7, 15, 23, 40
Communicatiestand ................................85
D
Directe verbinding (ad hoc) ...27, 31, 67,
71
DNS ................................................................86
Domeinnaamserver (DNS).....................86
Draadloos LAN ...........................................85
Drukknop-WPS......................27, 29, 67, 69
E
Encryptie ......................................................85
Encryptiesleutel .........................................85
Ethernet............................................ 2, 8, 116
Ethernet-kabel ....................................16, 58
F
Firewall............................................................8
Firmwareversie ..........................................90
Foutmeldingen.......................................116
FTP-server ...................................57, 94, 114
FTP-upload ............................... 7, 57, 64, 75
G
Gateway........................................................86
Geheugenkaart..............16, 25, 58, 65, 83
H
Het opnamevenster..........................49, 53
Het weergavevenster.......................51, 54
HTTP-gebruikersinstellingen................89
HTTP-server..............7, 15, 23, 43, 48, 114
I
Infrastructuur ......................................24, 64
IP-adres.............................20, 33, 61, 72, 86
iPhone....................................................48, 53
K
Kanaal ................................................. 85, 117
Kies hardware................. 18, 26, 60, 66, 81
Kopiëren naar/van kaart.........................83
Koppelen .....................................................21
M
Mac OS X......................................................48
MAC-adres.....................................32, 73, 89
Mappen..........................................37, 62, 74
Menu's ..........................................................81
N
Netwerk (UT-1)...........................................81
Netwerkinstellingen ...18, 26, 60, 66, 82,
114
Netwerkstatus....................... 38, 41, 47, 78
O
Opties............................................................87
Overschrijf bij gelijke naam ..................88
P
PASV-stand..................................................86
Pincode-WPS.........................27, 30, 67, 70
Poortnummer ..8, 86, 101, 108, 112, 114
Profiel maken .............................................82
Profielnaam..........................................82, 84
Proxyserver .................................................86
PTP-IP ......................................................... 118
R
Routers .........................................................20
122
Index
Bijlagen
S
Sleutelindex ............................................... 85
SSID .............................28, 31, 68, 71, 82, 85
Stand................................................................7
Statuslampjes..........2, 38, 41, 47, 78, 116
T
TCP/IP .......................................................8, 86
Tekst invoeren........................................... 19
Toegangspunt voor draadloos LAN . 24,
28, 64, 68
V
Verbindingstype...................................7, 82
Verbindingswizard...............18, 26, 60, 66
Verificatie .................................................... 85
Vertraging voor automatisch uit . 10, 89
Verzend bestand als................................ 87
Verzend map.............................................. 88
W
Wachtwoordbeveiliging........................ 84
Windows 7........................................... 48, 95
Windows 8.1........................................ 48, 95
Windows Vista..................................48, 103
Windows XP ......................................48, 110
Wireless Transmitter Utility ... 11, 22, 34,
93
Wissen na verzending? .......................... 87
Z
Zoeken naar draadloos netwerk. 27, 28,
67, 68
Communicatie-eenheid
Gebruikershandleiding versie
2
Nl
ii
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Deze handleiding beschrijft hoe u verbinding maakt met een netwerk
en foto’s uploadt naar een computer of ftp-server of de camera op
afstand bedient met behulp van Camera Control Pro 2. Gebruik de UT-1
om verbinding te maken met Ethernet-netwerken, of maak verbinding
met draadloze netwerken door een WT-5 op de UT-1 te bevestigen.
Alvorens u de UT-1 aansluit, moet eerst de firmware voor de camera en UT-1
worden geüpdatet naar de nieuwste versie. Voor meer informatie, bezoek de
websites vermeld op pagina xi.
Voordat u de netwerkfunctie van de UT-1 gebruikt, sluit u de camera op
een netwerk aan.
Ethernet-netwerken
Zie pagina 15 voor informatie over het maken van een verbinding
met een computer.
Zie pagina 57 voor informatie over het maken van een verbinding
met een ftp-server.
Draadloze netwerken
Maak verbinding met draadloze netwerken met behulp van een
WT-5 draadloze zender (
0
6).
Zie pagina 23 voor informatie over het maken van een verbinding
met een computer.
Zie pagina 64 voor informatie over het maken van een verbinding
met een ftp-server.
iii
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Zodra een netwerkverbinding tot stand is gebracht, kunt u:
Bestaande foto's en films uploaden
Op afstand foto’s maken of door foto's bladeren
Beeldoverdracht (035) FTP-upload (075)
Computer
ftp-server
Camerabediening (040) HTTP-server (043)
Camera Control Pro 2
iPhone
Computer
iv
Wat de UT-1 voor u kan betekenen
Handelsmerkinformatie
Mac, OS X en iPhone zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Inc. in
de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft en Windows zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Alle andere
handelsnamen die in deze handleiding, of in andere bij dit Nikon-product
geleverde informatie worden vermeld, zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren.
Apple Public Source-licentie
Dit product bevat Apple mDNS-broncode welke onderhevig is aan de
voorwaarden van de Apple Public Source-licentie, die u kunt vinden op
http://developer.apple.com/opensource/.
Auteursrecht © 2014 Apple Computer, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Dit bestand bevat Originele Code (Original Code) en/of Wijzigingen van
Originele Code (Modifications of Original Code) zoals gedefinieerd in
versie 2.0 van de Apple Public Source License (de ‘Licentie’). U hebt geen
toestemming dit bestand te gebruiken, tenzij in overeenstemming met
de Licentie. Een exemplaar van deze Licentie kunt u vinden op
http://www.opensource.apple.com/license/apsl/ en lees het door
alvorens dit bestand te gebruiken.
Lees de Licentie voordat u dit bestand gebruikt. De Originele Code en alle
software die onder de Licentie wordt gedistribueerd, worden
gedistribueerd in de staat waarin ze op het moment van aankoop
verkeren (op ‘AS-IS’-basis), ZONDER ENIGE GARANTIE, EXPLICIET OF
IMPLICIET, EN APPLE SLUIT HIERBIJ UITDRUKKELIJK ALLE GARANTIES UIT,
MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT ENIGE GARANTIE
BETREFFENDE VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, ONGESTOORD GEBRUIK OF HET NIET SCHENDEN VAN
RECHTEN VAN DERDEN. Raadpleeg de Licentie voor informatie over
specifieke rechten en beperkingen met betrekking tot taalversies
krachtens de Licentie.
v
Voor uw veiligheid
Voor uw veiligheid
Om schade aan het Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te
voorkomen, dient u de volgende veiligheidsvoorschriften goed te lezen
alvorens het product te gebruiken. Bewaar deze veiligheidsvoorschriften
op een plaats waar gebruikers van het product ze kunnen lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk
vermelde veiligheidsvoorschriften worden door middel van het volgende
symbool aangegeven:
WAARSCHUWINGEN
Demonteer het apparaat niet
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit resulteren in brand, een elektrische schok of
letsel. Als het product openbreekt als gevolg van een val of een ander ongeluk,
koppelt u de voedingsbron van de camera los en brengt u het product voor
onderzoek naar een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Schakel het apparaat bij storing onmiddellijk uit
Indien er rook of een ongewone geur uit het apparaat komt, koppel de
lichtnetadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Let hierbij op dat u
geen brandwonden oploopt. Als u het apparaat blijft gebruiken, kan dit tot letsel
leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger te worden nagekeken.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambaar gas
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit resulteren in een explosie of brand.
Droog houden
Dompel het apparaat niet onder in water en stel het niet bloot aan regen. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
Niet vastpakken met natte handen
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische
schok.
Raak het netsnoer niet aan tijdens onweersbuien en blijf uit de buurt van de lader
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot
gevolg hebben.
Buiten bereik van kinderen houden
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit tot verwondingen
leiden.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden
gelezen voordat het Nikon-product wordt gebruikt om mogelijk
letsel te voorkomen.
vi
Voor uw veiligheid
Vermijd langdurig contact
Vermijd langdurige aanraking met de camera, communicatie-eenheid, batterij of
lader terwijl de producten zijn ingeschakeld of in gebruik zijn. Delen van het
product worden zeer warm; langdurige aanraking van het product met de huid kan
lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Neem bij het gebruik van batterijen de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
Accu’s kunnen lekken, oververhit raken, scheuren of in brand vliegen bij onjuist
gebruik. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het hanteren van
accu’s voor gebruik in dit product:
Zorg dat het product is uitgeschakeld voordat u de batterij vervangt. Als u
een lichtnetadapter gebruikt, zorg er dan voor dat de stekker uit het
stopcontact is verwijderd.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
Plaats de batterij niet ondersteboven of achterstevoren.
Sluit de batterij niet kort en haal ze niet uit elkaar.
Stel de accu of de camera waarin de accu is geplaatst, niet bloot aan sterke
fysieke schokken.
Stel de batterij niet bloot aan vlammen of hoge temperaturen.
Dompel de batterij niet onder in water en stel ze niet bloot aan water.
Plaats het afdekkapje terug wanneer u de batterij vervoert. Vervoer of bewaar
batterijen niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarspelden.
Volledig lege batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, moet u de batterij verwijderen als deze leeg is.
Plaats het afdekkapje op de contactpunten en berg de batterij op een koele
plaats op als de batterij niet in gebruik is.
Direct na gebruik of als het product gedurende langere tijd op batterijen is
gebruikt, kan de batterij zeer warm zijn. Zet de camera uit en laat de batterij
afkoelen voordat de batterij uit de camera wordt verwijderd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
Niet blootstellen aan hoge temperaturen
Laat het apparaat niet achter in een gesloten voertuig in de zon of op andere plaatsen
die onderhevig zijn aan extreem hoge temperaturen. Als u zich hier niet aan houdt,
kan dit resulteren in brand of schade aan de behuizing of de interne onderdelen.
Cd-roms
De cd-roms waarop de software en de handleidingen worden gedistribueerd,
mogen niet op audio-cd-apparatuur worden afgespeeld. Het afspelen van cd-roms
op een audio-cd-speler kan tot gehoorverlies of schade aan de apparatuur leiden.
Volg de instructies voor ziekenhuis- en luchtvaartpersoneel
Dit product geeft radiofrequente straling af die storing kan veroorzaken met medische
apparatuur of navigatieapparatuur. Schakel het product uit tijdens het opstijgen en
landen en indien geïnstrueerd door luchtvaart- of ziekenhuispersoneel.
vii
Opmerkingen
Opmerkingen
Geen enkel deel van de handleidingen die bij dit product worden geleverd,
mag worden gereproduceerd, overgedragen, overgeschreven, opgeslagen in
een archiefsysteem of vertaald in enige taal in welke vorm dan ook, met welk
middel dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor om de specificaties van de hardware en
de software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst
moment zonder voorafgaande aankondiging te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit het gebruik van dit
product.
Hoewel Nikon alles in het werk heeft gesteld om te zorgen dat de informatie
in deze handleidingen correct en compleet is, stellen we het zeer op prijs als
u de Nikon-vertegenwoordiging op de hoogte wilt stellen van eventuele
onjuistheden of omissies (adres aanwezig in de overige documentatie).
Dit product bevat coderingssoftware die is ontwikkeld in de Verenigde Staten. Het
product valt onder de United States Export Administration Regulations en mag niet
(opnieuw) worden geëxporteerd naar een land waarvoor het embargo van de
Verenigde Staten van toepassing is. Momenteel geldt er een embargo voor de
volgende landen: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië.
Kennisgeving voor klanten in Europa
Symbool voor gescheiden inzameling in Europese
landen
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden
inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd
bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg
als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van
natuurlijke bronnen en voorkomt negatieve consequenties voor mens
en milieu die kunnen ontstaan door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de
gemeentelijkereinigingsdienst.
viii
Inhoudsopgave
Wat de UT-1 voor u kan betekenen........................................................................ ii
Voor uw veiligheid........................................................................................................ v
Opmerkingen ............................................................................................................... vii
Inleiding ......................................................................1
Onderdelen van de UT-1............................................................................................ 2
De UT-1 bevestigen...................................................................................................... 4
De WT-5 aansluiten.........................................................................................................................6
Ondersteunde netwerkfuncties............................................................................... 7
Werkschema ................................................................................................................... 9
Overdracht, bediening en HTTP............................. 15
Ethernet-verbindingen .............................................................................................15
Stap 1: de apparatuur aansluiten.........................................................................................16
Stap 2: de hardware configureren voor Ethernet-verbindingen.....................18
Stap 3: de verbindingswizard ................................................................................................18
Stap 4: koppelen ............................................................................................................................21
Draadloze verbindingen...........................................................................................23
Stap 1: de apparatuur gereed maken...............................................................................25
Stap 2: een draadloze verbinding inschakelen...........................................................26
Stap 3: de verbindingswizard ................................................................................................26
Stap 4: netwerkinstellingen.....................................................................................................32
Beeldoverdracht..........................................................................................................35
Camerabediening .......................................................................................................40
HTTP-server...................................................................................................................43
Webbrowsers voor computers.............................................................................................49
Webbrowsers voor iPhones....................................................................................................53
ix
FTP ............................................................................ 57
Ethernet-verbindingen............................................................................................. 57
Stap 1: de hardware aansluiten............................................................................................ 58
Stap 2: de hardware configureren voor Ethernet-verbindingen .................... 60
Stap 3: de verbindingswizard................................................................................................ 60
Draadloze verbindingen.......................................................................................... 64
Stap 1: de apparatuur aansluiten........................................................................................ 65
Stap 2: een draadloze verbinding inschakelen .......................................................... 66
Stap 3: de verbindingswizard................................................................................................ 66
Stap 4: netwerkinstellingen.................................................................................................... 72
FTP-upload.................................................................................................................... 75
Menugids.................................................................. 81
Kies hardware .............................................................................................................. 81
Netwerkinstellingen.................................................................................................. 82
De profielenlijst .............................................................................................................................. 82
Profiel maken................................................................................................................................... 82
Kopiëren naar/van kaart ........................................................................................................... 83
Netwerkprofielen wissen .........................................................................................................83
Netwerkprofielen bewerken.................................................................................................. 84
Opties.............................................................................................................................. 87
Automatisch verzenden ...........................................................................................................87
Wissen na verzending?.............................................................................................................. 87
Verzend bestand als .................................................................................................................... 87
Overschrijf bij gelijke naam..................................................................................................... 88
Beveiligen bij uploadmarkering........................................................................................... 88
Verzend map.................................................................................................................................... 88
Alles deselecteren? ...................................................................................................................... 88
HTTP-gebruikersinstellingen.................................................................................................. 89
Batterij-informatie......................................................................................................................... 89
Vertraging voor automatisch uit......................................................................................... 89
MAC-adres......................................................................................................................................... 90
Firmwareversie ............................................................................................................................... 90
x
Bijlagen .................................................................... 91
Profielen kopiëren ......................................................................................................91
Profielen maken op een computer.......................................................................93
Een FTP-server maken...............................................................................................94
Handmatig een profiel maken ............................................................................ 103
Problemen oplossen............................................................................................... 105
Specificaties ............................................................................................................... 106
Index............................................................................................................................. 109
Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs .......................... 112
xi
A Achtergrondkennis
Deze handleiding gaat uit van een basiskennis over ftp-servers en local
area networks (lokale netwerken of LAN’s). Raadpleeg de fabrikant of
netwerkbeheerder voor meer informatie over de installatie, configuratie
en het gebruik van apparaten in een netwerk.
A Illustraties
Het uiterlijk en de inhoud van dialoogvensters, berichten en
schermweergaven van de software en het besturingssysteem die in deze
handleiding worden getoond, verschillen mogelijk volgens het gebruikte
besturingssysteem. Raadpleeg voor informatie over basisbewerkingen
van de computer de documentatie die is meegeleverd met de computer
of het besturingssysteem.
A Camerabedieningen
De bediening verschilt per cameramodel en kan verschillen van de
beschrijving in deze handleiding.
A Levenslang leren
In het kader van de “levenslang leren”-filosofie van Nikon is er
ondersteuning en training voor producten en bijgewerkte informatie
online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de Verenigde Staten: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze websites om op de hoogte te blijven van de meest recente
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) en
algemeen advies over digitale beeldbewerking en fotografie. Bijkomende
informatie kan beschikbaar zijn bij uw Nikon-vertegenwoordiger in de
buurt. Raadpleeg de volgende website voor contactinformatie:
http://imaging.nikon.com/
xii
Inleiding 1
Inleiding
Hartelijk dank voor uw aankoop van een UT-1 communicatie-
eenheid voor compatibele digitale camera's van Nikon. Lees deze
handleiding grondig door en bewaar het op een plaats waar
iedereen die het product gebruikt deze kan lezen.
In deze handleiding worden de volgende symbolen en conventies
gebruikt:
D
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Deze informatie moet u
vooraf lezen om schade aan het product te voorkomen.
A
Dit pictogram staat bij opmerkingen. Deze informatie moet u
lezen voordat u het product gebruikt.
0
Dit pictogram markeert referenties naar andere pagina's in deze
handleiding.
2
Onderdelen van de UT-1
Inleiding
Onderdelen van de UT-1
A Het POWER-lampje (VOEDING)
Wanneer de UT-1 aan is, brandt het POWER-lampje (VOEDING) groen om
aan te geven dat de batterij volledig is opgeladen of dat een
lichtnetadapter is aangesloten. Bij batterijniveaus lager dan 10% zal het
groen knipperen om te waarschuwen dat de batterij moet worden
opgeladen. Wanneer de UT-1 wordt uitgeschakeld, wordt het POWER-
lampje (VOEDING) eventjes geel terwijl het product wordt uitgeschakeld.
6
7
9
8
11
10
12
5
3
13
14
2
1
4
1 Deksel perifere aansluiting
2 Perifere aansluiting
3 Hoofdschakelaar.....17, 25, 59, 65
4 Statuslampjes ..........38, 41, 47, 78
POWER (VOEDING) (groen/geel),
LINK (VERBINDING) (groen),
ERROR (FOUT) (oranje)
5 Oogje voor polsriem
6 USB-aansluiting.............................. 4
7 Deksel USB-aansluiting
8 Deksel Ethernet-aansluiting
9 Ethernet-aansluiting
10 Afdekking van de
stroomaansluiting
11 Borgschroef
12 Voetjes
13 Statiefaansluiting
14 Deksel van het batterijvak ..........9
3
Onderdelen van de UT-1
Inleiding
A Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden met de UT-1 meegeleverd (batterijen
zoals de EN-EL15 worden niet meegeleverd):
Bovendien worden de volgende accessoires meegeleverd wanneer de
UT-1 is aangeschaft als set met de WT-5:
A Kabelafdichting
Wanneer de USB-kabel op de UT-1 wordt aangesloten, bevestig dan de
meegeleverde UF3-RU14 kabelafdichting zoals wordt getoond.
Gebruikshandleiding (deze
handleiding)
Garantie
Cd
Opbergtas
Communicatie-eenheid USB-
kabel A (voor gebruik met
camera’s zoals de D4 of D7000)
Communicatie-eenheid USB-
kabel B (voor gebruik met
camera’s zoals de D800 of
D800E)
UF3-RU14 afdichting voor USB-
kabel
UF-3 deksel voor USB-
kabelaansluiting (voor gebruik
met D800 en D800E camera’s)
WT-5 draadloze zender
WT-5 Gebruikshandleiding
Ga draadloos met een D4 digitale
SLR-camera en WT-5 draadloze
zender
4
De UT-1 bevestigen
Inleiding
De UT-1 bevestigen
Sluit de UT-1 op de camera aan met behulp van de USB-kabel zoals
vermeld in de camerahandleiding.
5
De UT-1 bevestigen
Inleiding
A De UT-1 bevestigen
De UT-1 kan op een statief of de accessoireschoen van de camera worden
bevestigd. Gebruik een optionele SK-7 beugel om de UT-1 op de camera
te bevestigen wanneer een flitser of ander accessoire op de
accessoireschoen is bevestigd.
Om de UT-1 op de accessoireschoen van de camera te bevestigen:
1 Verwijder het afdekkapje van de
accessoireschoen.
2 Schuif de UT-1 op de accessoireschoen.
3 Draai de borgschroef vast.
6
De UT-1 bevestigen
Inleiding
De WT-5 aansluiten
De UT-1 kan in combinatie met de optionele WT-5 draadloze
zender worden gebruikt om verbinding te maken met draadloze
LAN’s. De WT-5 wordt aangesloten zoals hieronder beschreven.
1 Open het deksel van de perifere aansluiting
op de UT-1.
2 Steek de aansluiting van de WT-5 volledig
in de perifere aansluiting van de UT-1.
3 Draai aan het vergrendelingswiel om de
WT-5 op zijn plaats te vergrendelen.
7
Ondersteunde netwerkfuncties
Inleiding
Ondersteunde netwerkfuncties
De UT-1 verbindt de camera met Ethernet en, bij toevoeging van
een optionele WT-5 draadloze zender, met draadloze netwerken.
Foto’s op de camera kunnen vervolgens naar een ftp-server op
een computer worden verzonden en de camera kan vanaf een
computer op afstand worden bediend. De UT-1 ondersteunt de
volgende functies:
Voordat gegevens via een draadloos netwerk of Ethernet-netwerk
kunnen worden overgezet, moet de camera worden voorzien van
een netwerkprofiel dat informatie verschaft over de hostcomputer
of ftp-server.
D Een voedingsbron kiezen
Gebruik een volledig opgeladen batterij of een optionele lichtnetadapter
die is bedoeld voor gebruik met uw camera om het onverwacht
uitschakelen van uw camera te voorkomen tijdens instelling of
gegevensoverdracht. Zie de handleiding van de camera voor meer
informatie.
FTP-upload
(075)
Upload bestaande foto’s en films naar een
computer of ftp-server, of upload nieuwe foto’s
wanneer ze worden gemaakt.
Beeldoverdracht
(035)
Camerabediening
(040)
Bedien de camera met behulp van de optionele
Camera Control Pro 2 software en sla nieuwe foto's
en films rechtstreeks op de computer op.
HTTP-server
(043)
Bekijk en maak foto's op afstand met behulp van
een computer of iPhone waarop een browser is
geïnstalleerd.
8
Ondersteunde netwerkfuncties
Inleiding
A FTP-servers
Servers kunnen worden geconfigureerd met ftp-standaarddiensten die
beschikbaar zijn voor ondersteunde besturingssystemen, zoals IIS
(Internet Information Services). Verbinding met computers op andere
netwerken via een router, ftp-verbindingen via internet en ftp-servers met
software van andere fabrikanten worden niet ondersteund.
A Ethernet-verbinding
Er zijn geen aanpassingen nodig aan de instellingen voor draadloos LAN
wanneer de camera door een Ethernet-kabel met een LAN is verbonden.
A HTTP-serverstand
Internetverbindingen worden niet ondersteund in de http-serverstand.
A Routers
Verbinding met computers in andere netwerken via een router wordt niet
ondersteund.
A Firewall-instellingen
De UT-1 gebruikt TCP-poorten 21 en 32768 tot 61000 voor ftp en TCP-
poort 15740 en UDP-poort 5353 bij verbinding met een computer.
Firewalls van computers moeten zo worden geconfigureerd dat toegang
tot deze poorten wordt toegestaan; anders kan de computer mogelijk
geen toegang krijgen tot de UT-1.
9
Werkschema
Inleiding
Werkschema
De UT-1 voorbereiden
De batterij plaatsen
Gebruik een volledig opgeladen batterij of een optionele
lichtnetadapter om stroomverlies tijdens het instellen of uploaden
te vermijden. Er past één EN-EL15 oplaadbare Li-ion-batterij in de
UT-1; andere batterijen kunnen niet worden gebruikt.
1 Verschuif (q) en open (w) het deksel van
het batterijvak.
2 Plaats de batterij in de aangeduide richting.
Raadpleeg de handleidingen van de batterij
en de lader voor de
veiligheidsvoorschriften en informatie over
het opladen van de batterij.
3 Sluit het deksel van het batterijvak.
10
Werkschema
Inleiding
A De batterij verwijderen
Open het deksel van het batterijvak en verwijder
de batterij zoals rechts aangeduid, en let hierbij op
dat u de batterij niet laat vallen.
A Stand-by-stand
Wanneer de verbinding met de camera wordt verbroken, wordt de UT-1
automatisch uitgeschakeld na de vertraging gekozen voor Opties >
Vertraging voor automatisch uit in het menu Netwerk (089) om het
leeglopen van de batterij te beperken.
A Batterijniveau
Het niveau van de batterij, geplaatst in de UT-1, kan worden bepaald door
de UT-1 op de camera (04) aan te sluiten en het batterijniveau te
controleren met behulp van Opties > Batterij-informatie in het
Netwerk-menu (089).
A Een lichtnetadapter gebruiken
Een optionele EP-5B stroomaansluiting en EH-5b of EH-5/EH-5a
lichtnetadapter kunnen ook worden gebruikt om de camera van stroom
te voorzien wanneer de UT-1 is aangesloten. Plaats de stroomaansluiting
zoals hieronder wordt getoond.
Open het deksel van het batterijvak (qw) en het deksel van de
stroomaansluiting (e) op de UT-1 en plaats vervolgens de EP-5B
stroomaansluiting in de aangeduide richting (r). Plaats de
stroomaansluiting zodat deze door de sleuf van de stroomaansluiting (t)
loopt en sluit het deksel van het batterijvak.
11
Werkschema
Inleiding
De Wireless Transmitter Utility
installeren
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het installeren van de
Wireless Transmitter Utility. De Wireless Transmitter Utility wordt
gebruikt om netwerkprofielen te kopiëren naar de camera en is
vereist wanneer u de camera configureert voor verbinding met
een computer in de standen beeldoverdracht en
camerabediening (zowel de Wireless Transmitter Utility als de
cameramenu’s kunnen worden gebruikt voor verbinding met ftp-
servers in de stand ftp-upload; zie pagina 93 voor informatie over
het gebruik van de cameramenu's voor ftp).
Volg de onderstaande stappen om de Wireless Transmitter Utility
te installeren onder Windows 8.1, Windows 7 of OS X.
Systeemvereisten
Controleer, voordat de UT-1, WT-5 of de Wireless Transmitter Utility
in gebruik wordt genomen, of uw systeem aan de volgende
vereisten voldoet. Ondersteunde besturingssystemen staan vermeld
op de downloadsite van de Wireless Transmitter Utility (
0
13).
Camera
Zie de camerahandleiding voor informatie over
ondersteuning voor de UT-1 op meer recente
modellen. Zorg ervoor dat u over de meest
recente versies van de UT-1 firmware en Wireless
Transmitter Utility beschikt.
Voedingsbron
Eén EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij of EP-5B
stroomaansluiting en EH-5b lichtnetadapter
(apart verkrijgbaar)
12
Werkschema
Inleiding
* Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan. De camera werkt mogelijk
niet zoals verwacht als hij wordt aangesloten via een hub, verlengkabel of
toetsenbord.
Netwerk
Draadloos: WT-5 draadloze zender en
toegangspunt voor draadloos LAN of
computer met ingebouwde of externe adapter
voor draadloos LAN (compatibel met
IEEE 802.11n, 802.11b, 802.11g of 802.11a).
Ethernet: Ethernet-kabel en computer met
ingebouwde of externe Ethernet-poort
(100 base-TX of 10 base-T)
Diversen
USB: Er is een USB-kabel en een computer met
ingebouwde USB-poort vereist wanneer
netwerkprofielen naar de camera worden
gekopieerd.
*
13
Werkschema
Inleiding
Software installeren
Installeer de Wireless Transmitter Utility volgens onderstaande
beschrijving alvorens verbinding te maken met het netwerk.
Controleer op pagina 11 of uw computer aan de systeemvereisten
voldoet alvorens verder te gaan. Zorg ervoor dat u de Wireless
Transmitter Utility en de firmware van de camera en de UT-1
bijwerkt naar de nieuwste versies.
1 Dubbelklik op het installatiepictogram.
Download de Wireless Transmitter Utility vanaf een
Nikon-website met behulp van de bij de UT-1
meegeleverde cd. Dubbelklik op het
installatiepictogram zodra het downloaden is
voltooid.
2 Selecteer een taal (alleen Windows).
Selecteer een taal en klik op Volgende.
w Klik op Volgende
q Selecteer een taal
14
Werkschema
Inleiding
3 Start het installatieprogramma.
Klik op Volgende (Windows) of Ga door (OS X) en volg de
instructies op het scherm.
4 Sluit het installatieprogramma af.
Klik op OK (Windows) of Sluit (OS X) zodra de installatie is
voltooid.
A De WT-4 Setup Utility
De Wireless Transmitter Utility moet opnieuw worden geïnstalleerd als de
WT-4 Setup Utility of andere Nikon-software voor draadloze netwerken is
geïnstalleerd na het voltooien van de installatie.
Windows OS X
Klik op Volgende Klik op Ga door
Windows OS X
Klik op OK Klik op Sluit
Overdracht, bediening en HTTP 15
Overdracht,
bediening en HTTP
Ethernet-verbindingen
Volg de onderstaande stappen voor verbinding via een Ethernet-
netwerk. Zie pagina 23 voor informatie over draadloze
verbindingen.
Beeldoverdracht Camerabediening HTTP-server
Installeer de Wireless Transmitter Utility (0 11)
Stap 1: verbind de camera, de UT-1 en de computer (0 16)
Stap 2: configureer de hardware voor Ethernet-verbindingen (018)
Stap 3: voer de verbindingswizard uit (018)
Stap 4: koppel de camera en de computer (021)
Zet foto’s over (0 35) Bedien de camera (0 40)
Krijg toegang tot de
camera (043)
16
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 1: de apparatuur aansluiten
Start de computer en meld u aan voordat u verder gaat met de
volgende stappen.
1 Plaats een geheugenkaart.
Schakel de camera uit en plaats een geheugenkaart (schakel de
camera niet uit en ontkoppel niet de ethernetkabel terwijl
gegevens naar de computer worden overgezet). Deze stap kan
worden overgeslagen in de stand camerabediening (040).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
van de UT-1 en sluit de USB-kabel aan
tussen de UT-1 en de USB-aansluiting van
de camera (zie de camerahandleiding voor
meer informatie over het aansluiten van
USB-kabels op de camera).
3 Sluit een Ethernet-kabel aan.
Sluit de Ethernet-kabel aan zoals hieronder weergegeven. Oefen
geen kracht uit of steek de stekkers niet onder een hoek in.
17
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
4 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de camera in te schakelen.
5 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
Hoofdschakelaar
18
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 2: de hardware configureren voor
Ethernet-verbindingen
Configureer de UT-1 voor gebruik met Ethernet-netwerken.
1 Geef de hardwarelijst weer.
Selecteer Netwerk in het setup-menu,
markeer vervolgens Kies hardware en druk
op 2 om de hardware te bekijken.
2 Selecteer Bedraad LAN.
Markeer Bedraad LAN en druk op J om de
gemarkeerde optie te selecteren en terug te
keren naar het netwerkmenu.
Stap 3: de verbindingswizard
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer Netwerkinstellingen in het
netwerkmenu en druk op 2 om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen
weer te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op 2.
Houd er rekening mee dat als de lijst reeds
negen profielen bevat, u een bestaand
profiel moet wissen met de O (Q)-knop
voordat u verder gaat (083).
19
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
3 Start de verbindingswizard.
Markeer Verbindingswizard en druk op 2
om de verbindingswizard te starten.
4 Kies een verbindingstype (07).
Markeer Beeldoverdracht,
Camerabediening of HTTP-server en druk
op 2.
5 Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die u in de lijst met
profielen wilt weergeven en druk op J.
Profielnamen kunnen maximaal 16 tekens
bevatten.
20
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
6 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de
IP-adressen automatisch te verstrekken.
Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid.
7 Kies uw volgende stap.
Het IP-adres wordt weergegeven; druk op J. Uw volgende stap is
afhankelijk van het verbindingstype geselecteerd in stap 4 op
pagina 19:
A Routers
Verbinding met computers op andere netwerken via een router wordt
alleen ondersteund wanneer FTP-upload of HTTP-server is geselecteerd.
Als u Beeldoverdracht of Camerabediening
kiest, koppel de USB-kabel dan los van de
UT-1 en ga verder naar pagina 21.
Als u HTTP-server heeft gekozen,
gaat u verder naar stap 8.
21
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
8 Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met de server.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “HTTP-server” (043).
Stap 4: koppelen
Als u Beeldoverdracht of Camerabediening hebt geselecteerd in
stap 4 van de verbindingswizard (0 19), koppel de camera dan
met de computer zoals hieronder wordt beschreven. Door
koppeling kan de computer verbinding maken met de camera.
1 Sluit de camera via USB op de computer
aan.
Sluit de camera met behulp van de USB-
kabel die is meegeleverd met de camera op
de computer aan wanneer dit gevraagd
wordt.
22
Ethernet-verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
2 Start de Wireless Transmitter Utility.
Wanneer dit gevraagd wordt, start het
kopiëren van de Wireless Transmitter Utility
die op de computer is geïnstalleerd. Het
koppelen begint automatisch.
3 Koppel de camera los.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer het koppelen is
voltooid. Koppel de USB-kabel los van de
computer en sluit de UT-1 aan.
4 Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met de server.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “Beeldoverdracht” (035) of “Camerabediening”
(040).
23
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Draadloze verbindingen
Volg de onderstaande stappen om verbinding te maken met een
draadloos netwerk.
Beeldoverdracht Camerabediening HTTP-server
Installeer de Wireless Transmitter Utility
Stap 1: maak de camera, UT-1 en WT-5 gereed (025)
Stap 2: configureer de hardware voor draadloze netwerken (026)
Stap 3: voer de verbindingswizard uit (026)
Stap 4: pas de netwerkinstellingen aan (032)
Pas de instellingen aan voor het gekozen verbindingstype
Koppel de camera met de computer
Zet foto’s over
(035)
Bedien de camera
(040)
Krijg toegang tot de
camera (043)
24
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
A Standen Infrastructuur en Ad hoc
Draadloze netwerken kunnen infrastructuur- of ad hoc-netwerken zijn.
Infrastructuurstand: verbinding via een toegangspunt voor draadloos
LAN.
Ad hoc-stand: een directe peer-to-peer-verbinding.
*
* Sommige besturingssystemen bieden mogelijk geen ondersteuning
voor de ad hoc-stand.
A Draadloze LAN’s
Deze instructies zijn bedoeld voor klanten met een bestaand draadloos
LAN en in het geval van infrastructuurnetwerken wordt aangenomen dat
de computer en het toegangspunt al met het netwerk zijn verbonden.
WT-5 Toegangspunt voor
draadloos LAN
Computer
WT-5 Computer
25
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 1: de apparatuur gereed maken
Maak, na het starten van de computer en het inloggen, de camera
en WT-5 gereed zoals hieronder beschreven.
1 Plaats een geheugenkaart.
Schakel de camera uit en plaats een geheugenkaart (schakel de
camera niet uit terwijl gegevens naar de computer worden
overgezet). Deze stap kan worden overgeslagen in de stand
camerabediening (07).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
van de UT-1 en sluit de USB-kabel aan
tussen de UT-1 en de USB-aansluiting van
de camera (zie de camerahandleiding voor
meer informatie over het aansluiten van
USB-kabels op de camera).
3 Bevestig de WT-5 (06).
4 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de camera in te schakelen.
5 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
Hoofdschakelaar
26
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 2: een draadloze verbinding
inschakelen
Configureer de UT-1 voor gebruik met draadloze netwerken.
1 Geef de hardwarelijst weer.
Selecteer Netwerk in het setup-menu,
markeer vervolgens Kies hardware en druk
op 2 om de hardware te bekijken.
2 Selecteer Draadloos LAN.
Markeer Draadloos LAN en druk op J om
de gemarkeerde optie te selecteren en
terug te keren naar het netwerkmenu.
Stap 3: de verbindingswizard
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer Netwerkinstellingen in het
netwerkmenu en druk op 2 om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen
weer te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op 2.
Houd er rekening mee dat als de lijst reeds
negen profielen bevat, u een bestaand
profiel moet wissen met de O (Q)-knop
voordat u verder gaat.
27
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
3 Start de verbindingswizard.
Markeer Verbindingswizard en druk op
2 om de verbindingswizard te starten.
4 Kies een verbindingstype (07).
Markeer Beeldoverdracht,
Camerabediening of HTTP-server en druk
op 2.
5 Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die verschijnt in de lijst
met profielen en druk op J (druk op J
zonder wijzigingen aan te brengen om de
standaardnaam te gebruiken).
Profielnamen kunnen maximaal 16 tekens
lang zijn.
6 Kies een verbindingsmethode.
Markeer de door het netwerk gebruikte verbindingsmethode en
druk op 2. Meer informatie is te vinden op de hieronder
vermelde pagina's.
Zoeken naar
draadloos
netwerk
Kies uit een lijst van netwerken
gedetecteerd door de camera.
028
Drukknop-WPS
Kies voor toegangspunten voor draadloos
LAN met drukknop-WPS.
029
Pincode-WPS
Kies voor toegangspunten voor draadloos
LAN met pincode-WPS.
030
Directe verbinding
(ad hoc)
Maak rechtstreeks verbinding met een
hostcomputer of ftp-server in de ad hoc-
stand.
031
28
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
❚❚ Zoeken naar draadloos netwerk
Selecteer Zoeken naar draadloos netwerk
in stap 6 op pagina 27 om te kiezen uit een
lijst met netwerken (toegangspunten voor
draadloos LAN of hostcomputers) die door de
camera zijn gedetecteerd.
1 Kies een netwerk.
Als u Zoeken naar draadloos netwerk
selecteert, wordt een lijst van SSID’s
weergegeven. Het netwerktype wordt
aangeduid door de pictogrammen aan de
linkerzijde van de ID:
Markeer een netwerk en druk op J (indien het gewenste netwerk
niet wordt weergegeven, drukt u op X om opnieuw te zoeken).
A Verborgen SSID’s
Netwerken met verborgen SSID’s worden
aangeduid met blanco invoervelden in de lijst
met netwerken. Als u een netwerk met een
verborgen SSID selecteert, wordt u gevraagd
de netwerknaam in te geven; voer een naam
in en druk op J om naar stap 2 te gaan.
2 Voer de encryptiesleutel in.
Voer de encryptiesleutel in en druk op J
(dit venster wordt niet weergegeven als het
netwerk open verificatie gebruikt; ga naar
stap 3).
h Encryptie van signaal
j/i Infrastructuur/ad hoc
29
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Ga verder naar pagina 32.
❚❚ Drukknop-WPS
Kies Drukknop-WPS in stap 6 op pagina 27
als het toegangspunt voor draadloos LAN
drukknop-WPS gebruikt.
1 Druk op de WPS-knop op het toegangspunt
voor draadloos LAN.
Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij het toegangspunt voor
draadloos LAN.
2 Druk op de J-knop op de camera.
De camera maakt automatisch verbinding
met het toegangspunt.
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Druk op J en ga verder
naar pagina 32.
30
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
❚❚ Pincode-WPS
Kies Pincode-WPS in stap 6 op pagina 27 als
het toegangspunt voor draadloos LAN
pincode-WPS gebruikt.
1 Voer de pincode voor het toegangspunt
voor draadloos LAN in.
Voer vanaf een computer de pincode voor
het toegangspunt voor draadloos LAN in.
Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij het toegangspunt voor
draadloos LAN.
2 Druk op de J-knop op de camera.
De camera maakt automatisch verbinding
met het toegangspunt.
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Druk op J en ga verder
naar pagina 32.
31
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
❚❚ Directe verbinding (ad hoc)
Selecteer Directe verbinding (ad hoc) in
stap 6 op pagina 27 om rechtstreeks
verbinding te maken met een ftp-server of
computer in de ad hoc-stand.
1 Voer de SSID in.
Voer een netwerknaam (SSID) in en druk op
J. De standaardnaam is “WT” gevolgd door
het MAC-adres van de WT-5.
2 Voer de encryptiesleutel in.
Voer een encryptiesleutel in en druk op J
(de standaardsleutel is “nikon”). Ga verder
naar pagina 32.
32
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
Stap 4: netwerkinstellingen
Kies een IP-adres.
1 Kies of het profiel naar de computer moet
worden gekopieerd.
Markeer een van de rechts getoonde opties
en druk op 2. Selecteer Ja om het nieuwe
netwerkprofiel voor de WT-5 naar de
computer te kopiëren (091) (houd er
rekening mee dat ad hoc-instellingen niet kunnen worden
gekopieerd naar computers met Windows 8.1 of OS X, en dat
netwerkinstellingen voor andere besturingssystemen mogelijk
worden overschreven).
A Routers
Verbinding maken met computers op andere netwerken via een router
wordt alleen ondersteund wanneer HTTP-server is geselecteerd.
A MAC-adresfiltering
Als het netwerk MAC-adresfiltering gebruikt, heeft het filter het MAC-
adres van de WT-5 nodig. Kies na het bevestigen van de WT-5 op de
camera Netwerk > Opties > MAC-adres in het setup-menu van de
camera en noteer het MAC-adres.
33
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
2 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de IP-
adressen automatisch te verstrekken.
Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid.
3 Bevestig het IP-adres.
Het IP-adres van de camera wordt
weergegeven zoals rechts wordt getoond;
druk op J. Als Beeldoverdracht of
Camerabediening is geselecteerd, koppel
dan de USB-kabel los van de UT-1 en ga
verder naar stap 4; ga in andere gevallen verder naar stap 7.
4 Sluit de camera op de computer aan.
Sluit de camera met behulp van de USB-
kabel die is meegeleverd met de camera op
de computer aan wanneer dit gevraagd
wordt.
34
Draadloze verbindingen
Overdracht, bediening en HTTP
5 Start de Wireless Transmitter Utility.
Wanneer dit gevraagd wordt, start het
kopiëren van de Wireless Transmitter Utility
die op de computer is geïnstalleerd (011).
Het koppelen begint automatisch.
6 Koppel de camera los.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer het koppelen is
voltooid. Koppel de USB-kabel los van de
computer en sluit de UT-1 aan.
7 Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met het netwerk.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “Beeldoverdracht” (035), “Camerabediening”
(040) of “HTTP-server” (0 43).
35
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
Beeldoverdracht
Beeldoverdracht wordt gebruikt voor het uploaden van foto’s en
films naar een computer vanaf een geheugenkaart van de camera.
De uitleg die volgt gaat er van uit dat er bestaande foto’s worden
gebruikt.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Selecteer Netwerk > Netwerkinstellingen
in het setup-menu om de lijst met profielen
weer te geven. Beeldoverdrachtprofielen
worden aangeduid met een K-pictogram.
Markeer een profiel en druk op 2 om het
gemarkeerde profiel te selecteren en terug
te keren naar het netwerkmenu.
De profielnaam wordt groen
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht.
2 Bekijk foto’s.
Druk op de K-knop om foto’s te bekijken.
Geef de eerste foto die u wilt verzenden
weer in enkelvoudige weergave of markeer
de foto in de lijst met miniaturen.
36
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
3 Upload foto's.
Druk op J. Er verschijnt een wit
overdrachtpictogram op de foto en het
uploaden begint onmiddellijk. Het
overdrachtpictogram wordt groen tijdens
het uploaden en wordt blauw wanneer het
uploaden is voltooid. Extra foto’s worden
geüpload in de geselecteerde volgorde.
Voor het uploaden van een foto die al een
keer werd geüpload, drukt u eenmaal op J
om het blauwe overdrachtpictogram te
verwijderen en drukt u vervolgens opnieuw
op J om het beeld te markeren met een
wit overdrachtpictogram.
Nieuwe foto’s uploaden wanneer ze worden gemaakt
Voor het uploaden van nieuwe foto’s wanneer ze
worden gemaakt, selecteert u Aan voor
Netwerk > Opties > Automatisch verzenden in
het setup-menu (087).
37
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
Overdracht onderbreken/overdrachtmarkering
verwijderen
Om de overdracht van beelden aangeduid met een wit of groen
overdrachtpictogram te annuleren, selecteert u de beelden tijdens
weergave en drukt u op J. Het overdrachtpictogram wordt
verwijderd. Elk van de volgende handelingen onderbreekt
eveneens de overdracht:
De camera wordt uitgezet
U selecteert Ja voor Netwerk > Opties > Alles deselecteren?
(088; deze optie verwijdert tevens de overdrachtmarkering op
alle beelden)
D Tijdens het uploaden
Verwijder de geheugenkaart niet of koppel de Ethernet-kabel niet los
tijdens het uploaden.
A Intervalfotografie
De opname wordt onderbroken als de stand-by-timer afloopt terwijl
intervalfotografie aan de gang is. Kies een lange stand-by-tijd voordat u
start met intervalfotografie.
A Signaalverlies
Draadloze overdracht via de WT-5 wordt mogelijk onderbroken bij
signaalverlies, maar kan worden hervat door de camera uit te schakelen
en vervolgens weer in te schakelen.
A De camera uitschakelen
De markering “verzenden” wordt opgeslagen als u de camera of UT-1
uitschakelt terwijl de overdracht aan de gang is. De overdracht van
beelden aangeduid met een pictogram “verzenden” wordt hervat
wanneer u de camera of UT-1 inschakelt.
A Doelmappen
Standaard worden beelden naar de volgende mappen geüpload:
Windows: \Gebruikers\(gebruikersnaam)\Afbeeldingen\Wireless
Transmitter Utility
OS X: /Gebruikers/(gebruikersnaam)/Afbeeldingen/Wireless Transmitter
Utility
De doelmap kan worden geselecteerd met behulp van de Wireless
Transmitter Utility.
38
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
Overdrachtstatus
Tijdens weergave wordt de status van beelden die voor uploaden
zijn geselecteerd als volgt getoond:
a
: “Verzenden”
Beelden die voor uploaden zijn geselecteerd,
worden aangeduid met een wit
a-pictogram.
b
: “Bezig met verzenden”
Een groen
b-pictogram wordt weergegeven
tijdens het uploaden.
c
: “Verzonden”
Beelden die zijn geüpload, worden aangeduid met een blauw
c-pictogram.
A Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt getoond
door de statuslampjes en door de weergave in het bovenste niveau van
het netwerkmenu.
De statuslampjes
Het POWER-lampje (VOEDING) brandt wanneer de
UT-1 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt
getoond door het LINK-lampje (VERBINDING): hoe
sneller het lampje knippert, hoe beter het signaal
en hoe sneller gegevens kunnen worden
verzonden. Het ERROR-lampje (FOUT) knippert om
aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan.
Status
ERROR
(FOUT)
LINK
(VERBINDING)
POWER
(VOEDING)
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
I (uit) I (uit) K (aan)
Verbinding maken met host
I (uit) K (aan) K (aan)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met verzenden
I (uit) H (knippert) K (aan)
Verbindingsfout
H (knippert) I (uit) K (aan)
Storing in hardware van UT-1 of
batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
39
Beeldoverdracht
Overdracht, bediening en HTTP
De statusweergave
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau van het
netwerkmenu.
Signaalsterkte: draadloze
signaalsterkte. Ethernet-
verbindingen worden aangeduid
met d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Terwijl bestanden worden overgezet,
toont de statusweergave
“Verzenden...” gevolgd door de naam
van het bestand dat wordt
verzonden. Eventuele fouten die
tijdens de overdracht optreden,
worden ook hier weergegeven
(0105).
e, f: de geschatte
tijd die nodig is om
de resterende
beelden te
verzenden.
Batterijniveau: een
weergave met vijf
niveaus die de
laadstatus van de
batterij in de UT-1
toont.
40
Camerabediening
Overdracht, bediening en HTTP
Camerabediening
Selecteer deze optie om de camera te bedienen vanaf een
computer met Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar) en foto’s
rechtstreeks op de harde schijf van de computer op te slaan in
plaats van op de geheugenkaart van de camera (films worden
steeds op de geheugenkaart van de camera opgeslagen; plaats
een geheugenkaart voordat u filmopnamen maakt). Houd er
rekening mee dat de belichtingsmeters van de camera niet
worden uitgeschakeld wanneer de camera in de stand
camerabediening staat.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Selecteer Netwerk > Netwerkinstellingen
in het setup-menu om de lijst met profielen
weer te geven. Camerabedieningsprofielen
worden aangeduid met een L-
pictogram. Markeer een profiel en druk op
2 om het gemarkeerde profiel te selecteren en terug te keren
naar het netwerkmenu.
De profielnaam wordt groen
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht.
2 Start Camera Control Pro 2.
Start het kopiëren van Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar)
dat is geïnstalleerd op de hostcomputer. Zie de handleiding van
Camera Control Pro 2 (pdf) voor informatie over het gebruik van
Camera Control Pro 2.
A Ethernet-netwerken
Koppel de Ethernet-kabel niet los als de camera aan staat.
41
Camerabediening
Overdracht, bediening en HTTP
D Draadloze netwerken
Handelingen kunnen langer duren op draadloze netwerken. Als het
signaal wordt onderbroken terwijl foto’s worden overgezet naar
Camera Control Pro 2, knippert het lampje op de WT-5 geel; zet de camera
uit en vervolgens weer aan. De overdracht wordt hervat zodra de
verbinding opnieuw tot stand is gebracht. Houd er rekening mee dat de
overdracht niet kan worden hervat als u de camera nogmaals uitschakelt
voordat de overdracht is voltooid.
A Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt getoond
door de statuslampjes en door de weergave in het bovenste niveau van
het netwerkmenu.
De statuslampjes
Het POWER-lampje (VOEDING) brandt wanneer de
UT-1 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt
getoond door het LINK-lampje (VERBINDING): hoe
sneller het lampje knippert, hoe beter het signaal
en hoe sneller gegevens kunnen worden
verzonden. Het ERROR-lampje (FOUT) knippert om
aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan.
Status
ERROR
(FOUT)
LINK
(VERBINDING)
POWER
(VOEDING)
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
I (uit) I (uit) K (aan)
Verbinding maken met host
I (uit) K (aan) K (aan)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met verzenden
I (uit) H (knippert) K (aan)
Verbindingsfout
H (knippert) I (uit) K (aan)
Storing in hardware van UT-1 of
batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
42
Camerabediening
Overdracht, bediening en HTTP
De statusweergave
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau van het
netwerkmenu.
Signaalsterkte: draadloze signaalsterkte.
Ethernet-verbindingen worden
aangeduid met d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Eventuele fouten die tijdens de
overdracht optreden, worden ook hier
weergegeven (0105).
Batterijniveau: een
weergave met vijf
niveaus die de
laadstatus van de
batterij in de UT-1
toont.
43
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
HTTP-server
Selecteer HTTP-server om de foto’s op de geheugenkaart van de
camera te bekijken of foto’s te maken vanaf een webbrowser op
een computer of iPhone (zie pagina 48 voor systeemvereisten). Er
kunnen maximaal vijf gebruikers tegelijk toegang krijgen tot de
camera, maar slechts één kan foto’s maken. Houd er rekening mee
dat de belichtingsmeters niet automatisch worden uitgeschakeld
wanneer de camera in de stand http-server staat.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Selecteer Netwerk > Netwerkinstellingen
in het setup-menu om de lijst met profielen
weer te geven. Profielen voor HTTP-server
worden aangeduid met een M-
pictogram. Markeer een profiel en druk op
2 om het gemarkeerde profiel te selecteren
en terug te keren naar het netwerkmenu.
De URL gebruikt voor verbinding met de
camera wordt weergegeven wanneer een
verbinding tot stand is gebracht.
2 Start de webbrowser.
Start de webbrowser op een computer of iPhone.
44
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
3 Voer de URL van de camera in.
Voer de URL van de camera in (“http://”
gevolgd door het IP-adres van de camera
zoals getoond in het netwerkmenu) in het
adresveld van het browservenster.
45
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
4 Meld u aan.
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in het
aanmeldingsvenster van de webbrowser in (gebruikersnaam en
wachtwoord worden ingesteld met Network settings
(Netwerkinstellingen) > Options (Opties) > HTTP user
settings (HTTP-gebruikersinstellingen) in het netwerkmenu
zoals beschreven op pagina 89; de standaardgebruikersnaam is
“nikon” en het standaardwachtwoord is blanco).
46
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
5 Kies een taal.
Klik op Language (Taal).
6 Kies een bedieningsstand.
Kies Shooting/Viewer (Opname/Weergave) om foto’s te maken
(049, 53) en Shooting/Viewer (Opname/Weergave) of Viewer
(Weergave) om bestaande foto’s te bekijken (051, 54).
Maximaal vijf gebruikers kunnen tegelijk verbinding maken met
Viewer (Weergave), maar er kan slechts één gebruiker tegelijk
verbinding maken met Shooting/Viewer (Opname/Weergave)
(als een andere gebruiker reeds verbonden is met Shooting/
Viewer (Opname/Weergave), wordt Shooting/Viewer
(Opname/Weergave) niet weergegeven en kunnen er slechts
vier gebruikers verbinding maken met Viewer (Weergave)).
47
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
A Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt getoond
door de statuslampjes en door de weergave in het bovenste niveau van
het netwerkmenu.
De statuslampjes
De statusweergave
De netwerkstatus kan worden bekeken op het hoogste niveau van het
netwerkmenu.
Het POWER-lampje (VOEDING) brandt wanneer de
UT-1 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt
getoond door het LINK-lampje (VERBINDING): hoe
sneller het lampje knippert, hoe beter het signaal
en hoe sneller gegevens kunnen worden
verzonden. Het ERROR-lampje (FOUT) knippert om
aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan.
Status
ERROR
(FOUT)
LINK
(VERBINDING)
POWER
(VOEDING)
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
I (uit) I (uit) K (aan)
Verbinding maken met host
I (uit) K (aan) K (aan)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met verzenden
I (uit) H (knippert) K (aan)
Verbindingsfout
H (knippert) I (uit) K (aan)
Storing in hardware van UT-1 of
batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
Signaalsterkte: draadloze signaalsterkte.
Ethernet-verbindingen worden
aangeduid met d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De URL van de
camera wordt groen weergegeven
wanneer een verbinding tot stand is
gebracht. Foutmeldingen worden hier
ook weergegeven (0105).
Batterijniveau: een
weergave met vijf
niveaus die de
laadstatus van de
batterij in de UT-1
toont.
48
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
A Systeemvereisten voor HTTP-server
Windows
Besturingssys-
teem
Vooraf geïnstalleerde 64- en 32-bits versies van Windows 8.1,
Windows 7 (Service Pack 1); in 64-bits versies van Windows 8.1,
Windows 7 wordt de toepassing uitgevoerd in 32-bits
compatibiliteitsmodus
Browser
Windows 8.1: Internet Explorer 11
Windows 7: Internet Explorer 10
Monitor
Resolutie: 1.024 × 768 pixels (XGA) of meer; 1.280 × 1.024
pixels (SXGA) of meer aanbevolen
Kleur: 24-bits kleuren (True Color) of meer
Mac
Besturingssys-
teem
OS X versie 10.10, 10.9 of 10.8
Browser
OS X versie 10.10: Safari 8
OS X versie 10.9: Safari 7
OS X versie 10.8: Safari 6
Monitor
Resolutie: 1.024 × 768 pixels (XGA) of meer; 1.280 × 1.024
pixels (SXGA) of meer aanbevolen
Kleur: 24-bits kleuren (miljoenen kleuren) of meer
iPhone
Besturingssys-
teem
iOS 8 of iOS 7
Browser
Safari (meegeleverd met iOS)
49
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Webbrowsers voor computers
Dit deel beschrijft de HTTP-serverweergaven voor
computerwebbrowsers (merk op dat de weergave verschilt per
cameramodel). Klik om de camera-instellingen aan te passen. Zie
pagina 53 voor informatie over de schermweergaven voor
iPhones.
Het opnamevenster
De volgende bedieningsknoppen zijn toegankelijk wanneer u
Shooting/Viewer (Opname/Weergave) selecteert op de
hoofdpagina van de server of op de opnameknop klikt in het
weergavevenster.
A Filmlivebeeld
De informatie rechts verschijnt in het veld voor camera-
instellingen (050) in filmlivebeeld.
A Scherpstelknoppen
De grootte van de scherpstelaanpassing neemt
toe met de afstand van de knop vanaf het
midden van de weergave.
Weergavepaneel (050)
Camera-instellingen (050)
Belichtingsstand
Testknop (050)
Sluiterknop (050)
Fotografie-/filmknop
Uitloggen-knop
Home-knop (046)
Opnameknop
Zoomknoppen Scherpstelknop-
pen
Livebeeldknop
Zoeker
Weergaveknop (051)
Resolutie (livebeeld)
Klein
Groot
50
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Weergavepaneel
Bevat de belichtingsaanduiding en toont het
batterijniveau en het aantal resterende opnamen.
Camera-
instellingen
Instellingen voor foto’s en filmopnamen kunnen
worden aangepast door op de pictogrammen in het
paneel met camera-instellingen te klikken. Raadpleeg
de camerahandleiding voor meer informatie.
Sluiterknop
Maak een foto of begin en eindig een filmopname. Om
scherp te stellen, klikt u op het gewenste onderwerp in
het veld van de zoeker.
Testknop
Neem een testfoto en geef deze weer in de zoeker
zonder de foto op de geheugenkaart van de camera
vast te leggen. Niet beschikbaar in filmlivebeeld.
51
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Het weergavevenster
Het weergavevenster is toegankelijk wanneer u Viewer
(Weergave) selecteert op de hoofdpagina van de server of op de
weergaveknop klikt in het opnamevenster. Het weergavevenster
voor webbrowsers voor computers biedt een keuze uit miniatuur-,
filmstrook- (052) en schermvullende weergave (052).
Miniatuurweergave
Bekijk meerdere kleine beelden (“miniaturen”) per pagina. De
bedieningsknoppen aan de bovenkant van het venster kunnen
worden gebruikt voor navigatie.
A Bedieningsknoppen voor navigatie
Bedieningsknoppen voor
navigatie
Miniaturen (klik om foto’s
schermvullend te
bekijken). Films worden
aangeduid met 1.
Paginanummer
Schermvullende
weergave (052)
Filmstrookweergave
(052)
Miniatuurweergave
(051)
Bekijk de meest
recente foto in de map
Miniaturen per
pagina
Paginabedieningsknoppen
Mapselectie
52
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Filmstrookweergave
Kies de weergegeven foto uit de miniaturen aan de onderkant van
het venster.
Schermvullende weergave
Bekijk foto’s in schermvullende weergave.
Huidige foto (klik op 4 of 2
om extra foto’s te bekijken)
Kopieer huidige foto naar
computer
Miniaturen (klik om te
selecteren)
Huidige foto (klik op 4 of
2 om extra foto’s te
bekijken)
Kopieer huidige foto naar
computer
53
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Webbrowsers voor iPhones
Dit deel beschrijft de HTTP-serverweergaven voor iPhone-
webbrowsers (merk op dat de weergave verschilt per
cameramodel). Tik om de camera-instellingen aan te passen. Zie
pagina 49 voor informatie over de computerschermweergaven.
Het opnamevenster
De volgende bedieningsknoppen zijn toegankelijk wanneer u
Shoo-
ting/Viewer (Opname/Weergave)
selecteert op de hoofdpagina van
de server of op de opnameknop tikt in het weergavevenster.
A De livebeeldknop
Tik om te kiezen uit livebeeld uit,
fotolivebeeld en filmlivebeeld.
A Filmlivebeeld
De informatie rechts verschijnt in het veld
voor camera-instellingen (050) in
filmlivebeeld.
Weergavepaneel
(050)
Sluiterknop (050)
Uitloggen-knop
Home-knop (046)
Opnameknop
Belichtingsstand
Weergaveknop (054)
Zoomknoppen
Camera-instellingen
(050)
Zoeker (tik om scherp
te stellen op het
geselecteerde
onderwerp)
54
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Het weergavevenster
Het weergavevenster is toegankelijk wanneer u Viewer
(Weergave) selecteert op de hoofdpagina van de server of op de
weergaveknop tikt in het opnamevenster. Het weergavevenster
voor webbrowsers voor iPhones biedt een keuze uit miniatuur-,
filmstrook- en schermvullende weergave (055).
Miniatuurweergave
Bekijk meerdere kleine beelden (“miniaturen”) per pagina. De
bedieningsknoppen aan de bovenkant en onderkant van het veld
voor miniaturen kunnen worden gebruikt voor navigatie.
Miniaturen (tik om
foto’s in schermvul-
lende weergave te
bekijken). Films wor-
den aangeduid met
1.
Volgende pagina
Miniaturen per
pagina
Paginanummer
Vorige pagina
Bekijk de meest
recente foto's in de
map
Mapselectie
55
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
Schermvullende weergave
Bekijk foto’s in schermvullende weergave.
Huidige foto (tik om
terug te keren naar
miniatuurweergave)
Toon volgende beeldToon vorige beeld
Bekijk de meest recente
foto in de map
Miniatuurweergave
56
HTTP-server
Overdracht, bediening en HTTP
FTP 57
FTP
Ethernet-verbindingen
Volg de onderstaande stappen voor verbinding met een ftp-server
via een Ethernet-netwerk. Zie pagina 64 voor informatie over
draadloze verbindingen.
D Een voedingsbron kiezen
Gebruik een volledig opgeladen batterij of een optionele lichtnetadapter
die is bedoeld voor gebruik met uw camera om het onverwacht
uitschakelen van uw camera te voorkomen tijdens instelling of
gegevensoverdracht. Zie de handleiding van de camera voor meer
informatie.
A FTP-servers
Servers kunnen worden geconfigureerd met ftp-standaarddiensten, zoals
IIS (Internet Information Services), die beschikbaar zijn voor ondersteunde
besturingssystemen (094). Verbinding met computers op andere
netwerken via een router, ftp-verbindingen via internet en ftp-servers met
software van andere fabrikanten worden niet ondersteund.
FTP-server
Stap 1: verbind de camera, de UT-1 en de computer (058)
Stap 2: selecteer Ethernet (060)
Stap 3: voer de verbindingswizard uit (060)
Zet foto’s over (075)
58
Ethernet-verbindingen
FTP
Stap 1: de hardware aansluiten
Start de ftp-server en sluit de camera aan zoals hieronder wordt
beschreven.
1 Plaats een geheugenkaart.
Schakel de camera uit en plaats een geheugenkaart (schakel de
camera niet uit terwijl gegevens naar de computer worden
overgezet).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
van de UT-1 en sluit de USB-kabel aan
tussen de UT-1 en de USB-aansluiting van
de camera (zie de camerahandleiding voor
meer informatie over het aansluiten van
USB-kabels op de camera).
3 Sluit een Ethernet-kabel aan.
Sluit de camera aan op de ftp-server zoals hieronder wordt
getoond. Oefen geen kracht uit of steek de stekkers niet onder
een hoek in.
59
Ethernet-verbindingen
FTP
4 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de camera in te schakelen.
5 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
Hoofdschakelaar
60
Ethernet-verbindingen
FTP
Stap 2: de hardware configureren voor
Ethernet-verbindingen
Configureer de UT-1 voor gebruik met Ethernet-netwerken.
1 Geef de hardwarelijst weer.
Selecteer Netwerk in het setup-menu,
markeer vervolgens Kies hardware en druk
op 2 om de hardware te bekijken.
2 Selecteer Bedraad LAN.
Markeer Bedraad LAN en druk op J om de
gemarkeerde optie te selecteren en terug te
keren naar het netwerkmenu.
Stap 3: de verbindingswizard
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer Netwerkinstellingen in het
netwerkmenu en druk op 2 om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen
weer te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op 2.
Houd er rekening mee dat als de lijst reeds
negen profielen bevat, u een bestaand
profiel moet wissen met de O (Q)-knop
voordat u verder gaat (083).
61
Ethernet-verbindingen
FTP
3 Start de verbindingswizard.
Markeer Verbindingswizard en druk op 2
om de verbindingswizard te starten.
4 Kies een verbindingstype.
Markeer FTP-upload en druk op 2.
5 Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die verschijnt in de lijst
met profielen en druk op J (druk op J
zonder wijzigingen aan te brengen om de
standaardnaam te gebruiken).
Profielnamen kunnen maximaal 16 tekens
lang zijn.
6 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de IP-
adressen automatisch te verstrekken.
Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J om verder te gaan wanneer het invoeren is voltooid.
62
Ethernet-verbindingen
FTP
7 Kies het servertype.
Markeer FTP of SFTP (beveiligde ftp) en
druk op 2.
8 Voer het IP-adres in.
Voer de URL of het IP-adres van de server in
en druk op J om verbinding te maken.
9 Meld u aan.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Anoniem inloggen: selecteer deze optie als
de server geen gebruikers-ID of
wachtwoord vereist.
Gebruikers-ID invoeren: voer een gebruikers-ID en wachtwoord in
wanneer dit wordt gevraagd en druk op J.
10
Kies een doelmap.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Hoofdmap: selecteer deze optie voor het
uploaden van foto’s naar de hoofdmap
van de server.
Mapnaam invoeren: selecteer deze optie voor het uploaden van
foto’s naar een andere map (de map moet reeds bestaan op de
server). Voer een mapnaam en pad in wanneer dit wordt
gevraagd en druk op J.
63
Ethernet-verbindingen
FTP
11
Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met de server.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “FTP-upload” (075).
64
Draadloze verbindingen
FTP
Draadloze verbindingen
Volg de onderstaande stappen om verbinding te maken met een
draadloos netwerk.
A Standen Infrastructuur en Ad hoc
Draadloze netwerken kunnen infrastructuur- of ad hoc-netwerken zijn.
Infrastructuurstand:
verbinding via een toegangspunt voor draadloos LAN
.
Ad hoc-stand: een directe peer-to-peer-verbinding.
*
* Sommige besturingssystemen bieden mogelijk geen ondersteuning
voor de ad hoc-stand.
A Draadloze LAN’s
Deze instructies zijn bedoeld voor klanten met een bestaand draadloos
LAN en in het geval van infrastructuurnetwerken wordt aangenomen dat
de computer en het toegangspunt al met het netwerk zijn verbonden.
FTP-upload
Stap 1: maak de camera, UT-1 en WT-5 gereed (065)
Stap 2: configureer de hardware voor draadloze netwerken (066)
Stap 3: voer de verbindingswizard uit (066)
Stap 4: pas de netwerkinstellingen aan (072)
Zet foto’s over (075)
WT-5 Toegangspunt voor
draadloos LAN
Computer
WT-5 Computer
65
Draadloze verbindingen
FTP
Stap 1: de apparatuur aansluiten
Maak, na het starten van de computer en het inloggen, de camera
en WT-5 gereed zoals hieronder beschreven.
1 Plaats een geheugenkaart.
Schakel de camera uit en plaats een geheugenkaart (schakel de
camera niet uit terwijl gegevens naar de computer worden
overgezet). Deze stap kan worden overgeslagen in de stand
camerabediening (07).
2 Open het deksel van de USB-aansluiting
van de UT-1 en sluit de USB-kabel aan
tussen de UT-1 en de USB-aansluiting van
de camera (zie de camerahandleiding voor
meer informatie over het aansluiten van
USB-kabels op de camera).
3 Bevestig de WT-5 (06).
4 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de camera in te schakelen.
5 Houd de hoofdschakelaar circa een
seconde ingedrukt om de UT-1 in te
schakelen.
Hoofdschakelaar
66
Draadloze verbindingen
FTP
Stap 2: een draadloze verbinding
inschakelen
Configureer de UT-1 voor gebruik met draadloze netwerken.
1 Geef de hardwarelijst weer.
Selecteer Netwerk in het setup-menu,
markeer vervolgens Kies hardware en druk
op 2 om de hardware te bekijken.
2 Selecteer Draadloos LAN.
Markeer Draadloos LAN en druk op J om
de gemarkeerde optie te selecteren en
terug te keren naar het netwerkmenu.
Stap 3: de verbindingswizard
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer
Netwerkinstellingen
in het
netwerkmenu en druk op
2
om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen weer
te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer
Profiel maken
en druk op
2
. Houd
er rekening mee dat als de lijst reeds negen
profielen bevat, u een bestaand profiel moet
wissen met de
O (Q)
-knop voordat u verder
gaat.
67
Draadloze verbindingen
FTP
3 Start de verbindingswizard.
Markeer
Verbindingswizard
en druk op
2
om de verbindingswizard te starten.
4 Kies FTP-upload (07).
Markeer FTP-upload en druk op 2.
5 Geef het netwerkprofiel een naam.
Voer de naam in die verschijnt in de lijst
met profielen en druk op J (druk op J
zonder wijzigingen aan te brengen om de
standaardnaam te gebruiken).
Profielnamen kunnen maximaal 16 tekens
lang zijn.
6 Kies een verbindingsmethode.
Markeer de door het netwerk gebruikte verbindingsmethode en
druk op 2. Meer informatie is te vinden op de hieronder
vermelde pagina's.
Zoeken naar
draadloos
netwerk
Kies uit een lijst van netwerken
gedetecteerd door de camera.
068
Drukknop-WPS
Kies voor toegangspunten voor draadloos
LAN met drukknop-WPS.
069
Pincode-WPS
Kies voor toegangspunten voor draadloos
LAN met pincode-WPS.
070
Directe verbinding
(ad hoc)
Maak rechtstreeks verbinding met een
hostcomputer of ftp-server in de ad hoc-
stand.
071
68
Draadloze verbindingen
FTP
❚❚ Zoeken naar draadloos netwerk
Selecteer Zoeken naar draadloos netwerk
in stap 6 op pagina 67 om te kiezen uit een
lijst met netwerken (toegangspunten voor
draadloos LAN of hostcomputers) die door de
camera zijn gedetecteerd.
1 Kies een netwerk.
Als u Zoeken naar draadloos netwerk
selecteert, wordt een lijst van SSID’s
weergegeven. Het netwerktype wordt
aangeduid door de pictogrammen aan de
linkerzijde van de ID:
Markeer een netwerk en druk op J (indien het gewenste netwerk
niet wordt weergegeven, drukt u op X om opnieuw te zoeken).
A Verborgen SSID’s
Netwerken met verborgen SSID’s worden
aangeduid met blanco invoervelden in de lijst
met netwerken. Als u een netwerk met een
verborgen SSID selecteert, wordt u gevraagd
de netwerknaam in te geven; voer een naam
in en druk op J om naar stap 2 te gaan.
2 Voer de encryptiesleutel in.
Voer de encryptiesleutel in en druk op J
(dit venster wordt niet weergegeven als het
netwerk open verificatie gebruikt; ga naar
stap 3).
h Encryptie van signaal
j/i Infrastructuur/ad hoc
69
Draadloze verbindingen
FTP
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Ga verder naar pagina 72.
❚❚ Drukknop-WPS
Kies Drukknop-WPS in stap 6 op pagina 67
als het toegangspunt voor draadloos LAN
drukknop-WPS gebruikt.
1 Druk op de WPS-knop op het toegangspunt
voor draadloos LAN.
Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij het toegangspunt voor
draadloos LAN.
2 Druk op de J-knop op de camera.
De camera maakt automatisch verbinding
met het toegangspunt.
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Ga verder naar pagina 72.
70
Draadloze verbindingen
FTP
❚❚ Pincode-WPS
Kies Pincode-WPS in stap 6 op pagina 67 als
het toegangspunt voor draadloos LAN
pincode-WPS gebruikt.
1 Voer de pincode voor het toegangspunt
voor draadloos LAN in.
Voer vanaf een computer de pincode voor
het toegangspunt voor draadloos LAN in.
Raadpleeg voor meer informatie de
documentatie bij het toegangspunt voor
draadloos LAN.
2 Druk op de J-knop op de camera.
De camera maakt automatisch verbinding
met het toegangspunt.
3 Kies uw volgende stap.
Het rechts getoonde bericht wordt
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht. Ga verder naar pagina 72.
71
Draadloze verbindingen
FTP
❚❚ Directe verbinding (ad hoc)
Selecteer Directe verbinding (ad hoc) in
stap 6 op pagina 67 om rechtstreeks
verbinding te maken met een ftp-server of
computer in de ad hoc-stand.
1 Voer de SSID in.
Voer een netwerknaam (SSID) in en druk op
J. De standaardnaam is “WT” gevolgd door
het MAC-adres van de WT-5.
2 Voer de encryptiesleutel in.
Voer een encryptiesleutel in en druk op J
(de standaardsleutel is “nikon”). Ga verder
naar pagina 72.
72
Draadloze verbindingen
FTP
Stap 4: netwerkinstellingen
Volg de onderstaande stappen voor verbinding met de ftp-server.
1 Verkrijg of selecteer een IP-adres.
Markeer een van de volgende opties en
druk op 2.
Verkrijg automatisch: selecteer deze optie als
het netwerk is geconfigureerd om de IP-
adressen automatisch te verstrekken. De
camera geeft het door het netwerk verstrekte IP-adres weer;
druk op J om verder te gaan.
Handmatig invoeren: voer een IP-adres en subnetmasker in
wanneer dit wordt gevraagd door te drukken op 4 en 2 om
segmenten te markeren en op 1 en 3 om te wijzigen. Druk op
J wanneer de invoer is voltooid. De camera geeft het
geselecteerde IP-adres weer; druk op J om verder te gaan.
2 Kies het servertype.
Markeer FTP of SFTP (beveiligde ftp) en
druk op 2.
3 Voer het IP-adres in.
Voer de URL of het IP-adres van de server in
en druk op J om verbinding te maken.
73
Draadloze verbindingen
FTP
4 Meld u aan.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Anoniem inloggen: selecteer deze optie als
de server geen gebruikers-ID of
wachtwoord vereist.
Gebruikers-ID invoeren: voer een gebruikers-ID en wachtwoord in
wanneer dit wordt gevraagd en druk op J.
A MAC-adresfiltering
Als het netwerk MAC-adresfiltering gebruikt, heeft het filter het MAC-
adres van de WT-5 nodig. Kies na het bevestigen van de WT-5 op de
camera Netwerk > Opties > MAC-adres in het setup-menu van de
camera en noteer het MAC-adres.
74
Draadloze verbindingen
FTP
5 Kies een doelmap.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Hoofdmap: selecteer deze optie voor het
uploaden van foto’s naar de hoofdmap
van de server.
Mapnaam invoeren: selecteer deze optie voor het uploaden van
foto’s naar een van de andere bestaande mappen op de server.
Voer een mapnaam en pad in wanneer dit wordt gevraagd en
druk op J.
6 Sluit de wizard af.
Markeer een van de volgende opties en
druk op J.
Verbinden en wizard afsluiten: sla het nieuwe
netwerkprofiel op en maak verbinding
met de server.
Wizard afsluiten: sla het nieuwe netwerkprofiel op en sluit af.
Ga verder naar “FTP-upload” (075).
75
FTP-upload
FTP
FTP-upload
Foto’s en films kunnen worden geüpload van de
geheugenkaarten van de camera naar een ftp-server zoals
hieronder wordt beschreven, of foto’s kunnen worden geüpload
wanneer ze worden gemaakt. Zie pagina 94 voor informatie over
het instellen van een ftp-server.
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Selecteer Netwerk > Netwerkinstellingen
in het setup-menu om de lijst met profielen
weer te geven. FTP-serverprofielen worden
aangeduid met een N-pictogram.
Markeer een profiel en druk op 2 om het
gemarkeerde profiel te selecteren en terug
te keren naar het netwerkmenu.
De profielnaam wordt groen
weergegeven wanneer een verbinding tot
stand is gebracht.
2 Bekijk foto’s.
Druk op de K-knop om foto’s te bekijken.
Geef de eerste foto die moet worden
verzonden schermvullend weer of markeer
de foto in de miniaturenlijst.
76
FTP-upload
FTP
3 Upload foto's.
Druk op J. Er verschijnt een wit
overdrachtpictogram op de foto en het
uploaden begint onmiddellijk. Het
overdrachtpictogram wordt groen tijdens
het uploaden en wordt blauw wanneer het
uploaden is voltooid. Extra foto’s worden
geüpload in de geselecteerde volgorde.
Voor het uploaden van een foto die al een
keer werd geüpload, drukt u eenmaal op J
om het blauwe overdrachtpictogram te
verwijderen en drukt u vervolgens opnieuw
op J en het midden van de multi-selector
om het beeld te markeren met een wit
overdrachtpictogram.
77
FTP-upload
FTP
Nieuwe foto’s uploaden wanneer ze worden gemaakt
Voor het uploaden van foto’s wanneer ze worden
gemaakt, selecteert u Aan voor Netwerk >
Opties > Automatisch verzenden in het setup-
menu (087).
Overdracht onderbreken/overdrachtmarkering verwijderen
Om de overdracht van beelden aangeduid met een wit of groen
overdrachtpictogram te annuleren, selecteert u de beelden tijdens
weergave en drukt u op J. Het overdrachtpictogram wordt verwijderd.
Elk van de volgende handelingen onderbreekt eveneens de overdracht:
De camera wordt uitgezet
U selecteert
Ja
voor
Netwerk
>
Opties
>
Alles deselecteren?
(
0
88; deze
optie verwijdert tevens de overdrachtmarkering op alle beelden)
D Tijdens het uploaden
Verwijder de geheugenkaart niet of koppel de Ethernet-kabel niet los
tijdens het uploaden.
A Intervalfotografie
De opname wordt onderbroken als de stand-by-timer afloopt terwijl
intervalfotografie aan de gang is. Kies een lange stand-by-tijd voordat u
start met intervalfotografie.
A Signaalverlies
Draadloze overdracht via de WT-5 wordt mogelijk onderbroken bij
signaalverlies, maar kan worden hervat door de camera uit te schakelen
en vervolgens weer in te schakelen.
A De camera uitschakelen
De markering “verzenden” wordt opgeslagen als u de camera of UT-1
uitschakelt terwijl de overdracht aan de gang is. De overdracht van
beelden aangeduid met een pictogram “verzenden” wordt hervat
wanneer u de camera of UT-1 inschakelt.
78
FTP-upload
FTP
Overdrachtstatus
Tijdens weergave wordt de status van beelden die voor uploaden
zijn geselecteerd als volgt getoond:
a
: “Verzenden”
Beelden die voor uploaden zijn geselecteerd,
worden aangeduid met een wit
a-pictogram.
b
: “Bezig met verzenden”
Een groen
b-pictogram wordt weergegeven
tijdens het uploaden.
c
: “Verzonden”
Beelden die zijn geüpload, worden aangeduid met een blauw
c-pictogram.
A Netwerkstatus
De status van de verbinding tussen de host en de UT-1 wordt getoond
door de statuslampjes en door de weergave in het bovenste niveau van
het netwerkmenu.
De statuslampjes
Het POWER-lampje (VOEDING) brandt wanneer de
UT-1 is ingeschakeld. De signaalkwaliteit wordt
getoond door het LINK-lampje (VERBINDING): hoe
sneller het lampje knippert, hoe beter het signaal
en hoe sneller gegevens kunnen worden
verzonden. Het ERROR-lampje (FOUT) knippert om
aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan.
Status
ERROR
(FOUT)
LINK
(VERBINDING)
POWER
(VOEDING)
UT-1 uit
I (uit) I (uit) I (uit)
USB-kabel niet verbonden
I (uit) I (uit) K (aan)
Verbinding maken met host
I (uit) K (aan) K (aan)
Wachten om gegevens te
verzenden of bezig met verzenden
I (uit) H (knippert) K (aan)
Verbindingsfout
H (knippert) I (uit) K (aan)
Storing in hardware van UT-1 of
batterij
H (knippert) H (knippert) H (knippert)
79
FTP-upload
FTP
De statusweergave
De netwerkstatus wordt ook weergegeven in het bovenste niveau van het
netwerkmenu.
Signaalsterkte: draadloze
signaalsterkte. Ethernet-
verbindingen worden aangeduid
met d.
Statusgebied: de status van de
verbinding met de host. De hostnaam
wordt groen weergegeven wanneer
een verbinding tot stand is gebracht.
Terwijl bestanden worden overgezet,
toont de statusweergave
“Verzenden...” gevolgd door de naam
van het bestand dat wordt
verzonden. Eventuele fouten die
tijdens de overdracht optreden,
worden ook hier weergegeven
(0105).
e, f: de geschatte
tijd die nodig is om
de resterende
beelden te
verzenden.
Batterijniveau: een
weergave met vijf
niveaus die de
laadstatus van de
batterij in de UT-1
toont.
80
FTP-upload
FTP
Menugids 81
Menugids
Dit deel beschrijft de beschikbare instellingen
voor de optie Netwerk in het setup-menu
van de camera wanneer de UT-1 is
aangesloten.
Kies hardware
Kies de hardware die wordt gebruikt voor
verbinding met het netwerk: Ethernet
(Bedraad LAN) of draadloos LAN (Draadloos
LAN).
82
Netwerkinstellingen
Menugids
Netwerkinstellingen
Markeer Netwerkinstellingen en druk op 2 om de lijst met
netwerkprofielen weer te geven. In deze lijst kunt u nieuwe
profielen maken of een bestaand profiel selecteren.
De profielenlijst
De camera kan maximaal negen
netwerkprofielen opslaan. Markeer een
profiel en druk op 2 om verbinding te maken
met de gemarkeerde hostcomputer of ftp-
server, of druk op O (Q) om het gemarkeerde
profiel te wissen (083). Om informatie over
het gemarkeerde profiel te bekijken, drukt u op L (Z/Q).
Om een gemarkeerd profiel te bewerken, drukt u op W (084).
Profiel maken
Kies Verbindingswizard om netwerkprofielen te maken met
behulp van een wizard (0 18, 26, 60, 66), Handmatig
configureren om ftp- en http-serverinstellingen handmatig in te
voeren (0 103).
Verbindingstype
(07)
Profielnaam
(019, 27, 61, 67, 84)
SSID
(alleen voor WT-5)
83
Netwerkinstellingen
Menugids
Kopiëren naar/van kaart
Deze optie is alleen beschikbaar met ftp- en http-
serververbindingen. Selecteer Profiel kopiëren van kaart om
profielen vanaf de geheugenkaart naar de profielenlijst te
kopiëren. Als u Profiel kopiëren naar kaart selecteert, wordt de
profielenlijst van de camera weergegeven; markeer een profiel en
druk op J om het profiel (zonder de encryptiesleutel en het ftp-
wachtwoord) te kopiëren naar de kaart (wachtwoordbeveiligde
profielen kunnen niet worden gekopieerd; 084). Als er zich twee
geheugenkaarten in de camera bevinden, wordt de kaart in de
eerste sleuf gebruikt voor zowel “kopiëren van” als “kopiëren
naar”.
Netwerkprofielen wissen
Druk op O (Q) om het momenteel
gemarkeerde profiel in de lijst met profielen
te wissen. Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; markeer Ja en druk op J.
84
Netwerkinstellingen
Menugids
Netwerkprofielen bewerken
Om netwerkprofielen te bewerken, markeert
u het profiel in de lijst met profielen, drukt u
op W en kiest u uit de volgende opties:
Algemeen
Kies Profielnaam om de profielnaam te
bewerken, Wachtwoordbeveiliging om een
profielwachtwoord in te voeren en
wachtwoordbeveiliging in of uit te schakelen.
Het inschakelen van wachtwoordbeveiliging
voorkomt dat anderen netwerkinstellingen
kunnen zien.
D Profielen bewerken
Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl menu’s worden
weergegeven, wordt de monitor uitgeschakeld en gaan wijzigingen in het
huidige profiel verloren.
Algemeen Bewerk de profielnaam en het wachtwoord (084).
Draadloos
Bewerk de instellingen voor draadloos (alleen voor
draadloze verbindingen; 085).
TCP/IP Bewerk de TCP/IP-instellingen (086).
FTP Bewerk de FTP-instellingen (086).
85
Netwerkinstellingen
Menugids
Draadloos
Bewerk de volgende instellingen voor
draadloos:
SSID (vereist): voer de naam (SSID) van het
netwerk in waarop de hostcomputer of ftp-
server zich bevindt.
Communicatiestand: selecteer Infrastructuur
voor draadloze communicatie via een toegangspunt voor
draadloos netwerk, Ad hoc als de camera rechtstreeks
verbonden is met de ftp- server of computer.
Kanaal: selecteer een kanaal (alleen voor ad hoc; in de
infrastructuurstand wordt het kanaal automatisch geselecteerd).
Verificatie: de verificatie die voor het netwerk wordt gebruikt. Kies
uit open systeem, gedeelde sleutel, WPA-PSK en WPA2 PSK
(infrastructuur) of uit open systeem en gedeelde sleutel (ad hoc).
Encryptie: de encryptie die door het netwerk wordt gebruikt. De
beschikbare opties hangen af van de gebruikte verificatie:
Open: geen; 64- of 128-bits WEP
Gedeeld: 64- of 128-bits WEP
WPA-PSK: TKIP; AES
WPA2-PSK: AES
Encryptiesleutel: als het netwerk encryptie gebruikt, voert u de
netwerksleutel in. Het vereiste aantal tekens is afhankelijk van
het gebruikte sleuteltype:
Sleutelindex: als WEP64 of WEP128 is geselecteerd voor Encryptie,
kiest u een passende sleutelindex die wordt gebruikt door het
toegangspunt of de hostcomputer. Er is geen sleutelindex
vereist wanneer Geen encryptie is geselecteerd.
WEP (64-bits) WEP (128-bits) TKIP, AES
Aantal tekens (ASCII) 5 13 8–63
Aantal tekens (hex) 10 26 64
86
Netwerkinstellingen
Menugids
TCP/IP
Als het netwerk is geconfigureerd om
automatisch IP-adressen te verstrekken,
selecteer dan Inschakelen voor Verkrijg
automatisch. Selecteer anders Uitschakelen
en voer de volgende informatie in:
Adres/Masker: voer een IP-adres en
subnetmasker in.
Gateway: als het netwerk een gateway-adres vereist, selecteert u
Inschakelen en voert u het adres in dat u van de
netwerkbeheerder hebt gekregen.
Domeinnaamserver (DNS): als er een domeinnaamserver is op het
netwerk, selecteert u Inschakelen en voert u het adres in dat u
van de netwerkbeheerder hebt gekregen.
FTP
Bewerk de volgende ftp-instellingen:
Servertype: kies ftp of sftp en voer de URL of
het IP-adres (vereist), de doelmap en het
poortnummer in.
PASV-stand: selecteer Inschakelen om de
PASV-stand in te schakelen.
Anoniem inloggen: selecteer Inschakelen om anoniem in te loggen
of selecteer Uitschakelen om een Gebruikers-ID en
Wachtwoord op te geven.
Proxyserver: als een proxyserver vereist is voor ftp, selecteer dan
Inschakelen en voer het IP-adres en het poortnummer voor de
proxyserver in.
87
Opties
Menugids
Opties
Bewerk de volgende instellingen.
Automatisch verzenden
Als
Aan
is geselecteerd voor beeldoverdracht
of ftp-serververbindingen, worden foto’s
automatisch naar de computer of ftp-server
geüpload wanneer ze worden gemaakt (houd
er echter rekening mee dat u alleen foto’s kunt
maken als er een geheugenkaart in de camera
is geplaatst). Films uploaden met deze optie is niet mogelijk; zet
films over tijdens het afspelen zoals beschreven op pagina 35 en 75.
Wissen na verzending?
Selecteer Ja om automatisch foto’s te wissen
van de geheugenkaart van de camera
wanneer het uploaden is voltooid (alleen
voor beeldoverdracht en FTP-
serververbindingen; bestanden die
gemarkeerd zijn voor overdracht voordat
deze optie is geselecteerd, worden niet beïnvloed). Ongeacht de
geselecteerde optie voor opeenvolgende nummering in het
cameramenu Persoonlijke instellingen, wordt het volgnummer
gebruikt zolang deze optie in werking is, zelfs als de map
verandert of de geheugenkaart wordt vervangen. Het wissen
wordt mogelijk uitgesteld tijdens bepaalde camerabewerkingen.
Verzend bestand als
Bij het overzetten van NEF+JPEG-beelden
naar een computer of ftp-server (alleen voor
beeldoverdracht en ftp-serververbindingen)
kiest u of zowel de NEF (RAW)- als de JPEG-
bestanden worden geüpload of alleen de
JPEG-kopie.
88
Opties
Menugids
Overschrijf bij gelijke naam
Kies Ja om bestanden met dubbele namen te
overschrijven tijdens het uploaden naar een
ftp-server, Nee om waar nodig nummers aan
de namen van nieuw geüploade bestanden
toe te voegen om het overschrijven van
bestaande bestanden te voorkomen.
Beveiligen bij uploadmarkering
Selecteer Ja om bestanden die zijn
gemarkeerd voor het uploaden naar een ftp-
server automatisch te beveiligen. De
beveiliging wordt verwijderd wanneer de
bestanden worden geüpload.
Verzend map
Selecteer een map om te uploaden (alleen
voor beeldoverdracht en ftp-
serververbindingen). Alle foto’s in de
geselecteerde map (inclusief deze die al zijn
gemarkeerd als “verzonden”) worden
onmiddellijk geüpload. Films uploaden met
deze optie is niet mogelijk; zet films over tijdens het afspelen zoals
beschreven op pagina 35 en 75.
Alles deselecteren?
Selecteer Ja om de overdrachtmarkering te
verwijderen van alle beelden die
geselecteerd zijn voor het uploaden naar een
computer of ftp-server (alleen voor
beeldoverdracht en ftp-serververbindingen).
Het uploaden van beelden met een
pictogram “bezig met verzenden” wordt onmiddellijk beëindigd.
89
Opties
Menugids
HTTP-gebruikersinstellingen
Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in
voor verbinding met een http-server (alleen
voor http-serververbindingen).
Batterij-informatie
Geef informatie weer over de batterij die in de
UT-1 is geplaatst. De weergave Levensduur
met vijf niveaus toont de levensduur: 0 geeft
aan dat de batterijprestaties maximaal zijn,
4 dat de levensduur van de batterij voorbij is
en de batterij moet worden vervangen.
Vertraging voor automatisch uit
Kies hoe lang de UT-1 aan blijft nadat de USB-
verbinding met de camera is verbroken.
90
Opties
Menugids
MAC-adres
Geef het MAC-adres van de hardware
geselecteerd voor Kies hardware weer
(081).
Firmwareversie
Geef de huidige firmwareversie van de UT-1 weer.
Bijlagen 91
Bijlagen
Profielen kopiëren
Netwerkprofielen voor de camera kunnen naar een computer
worden gekopieerd, die vervolgens automatisch worden
geconfigureerd om een draadloze verbinding te maken (in ad hoc-
stand onder Windows 8.1 en OS X kunnen geen profielen worden
gekopieerd via een draadloos netwerk).
1 Schakel kopiëren in.
Markeer Ja en druk op 2 wanneer de
verbindingswizard vraagt of u het profiel
naar een computer wilt kopiëren (032).
2 Sluit de camera op de computer aan.
Sluit de camera met behulp van de USB-
kabel die is meegeleverd met de camera op
de computer aan wanneer dit gevraagd
wordt.
3 Start de Wireless Transmitter Utility.
Wanneer dit gevraagd wordt, start het
kopiëren van de Wireless Transmitter Utility
die op de computer is geïnstalleerd (011).
92
Profielen kopiëren
Bijlagen
4 Kies een adapter.
Kies een adapter uit het vervolgkeuzemenu en klik op Volgende.
Als Beeldoverdracht of Camerabediening is geselecteerd,
koppelt de Wireless Transmitter Utility de camera en de computer
automatisch.
5 Koppel de camera los.
De camera geeft het rechts getoonde
bericht weer wanneer het proces is
voltooid. Koppel de USB-kabel los van de
computer, sluit de kabel aan op de UT-1 en
sluit de Wireless Transmitter Utility af.
De camera geeft de rechts getoonde opties
weer; kies een optie om de wizard af te
sluiten.
D Ad hoc-stand
In de ad hoc-stand maakt de camera automatisch verbinding. Kies het
netwerkprofiel op de computer alvorens verbinding te maken.
93
Profielen maken op een computer
Bijlagen
Profielen maken op een
computer
De Wireless Transmitter Utility (011) kan worden gebruikt voor
het maken van netwerkprofielen.
1 Sluit de camera aan.
Start de computer en sluit de camera aan met behulp van de
meegeleverde USB-kabel.
2 Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de camera in te schakelen.
3 Start de Wireless Transmitter Utility.
Dubbelklik op het pictogram van de Wireless Transmitter Utility
op het bureaublad (Windows) of klik op het pictogram van de
Wireless Transmitter Utility in het Dock (OS X).
4 Maak een profiel.
Volg de instructies op het scherm om een netwerkprofiel te
maken.
94
Een FTP-server maken
Bijlagen
Een FTP-server maken
Gecreëerd met behulp van standaard ftp-diensten in Windows 8.1,
Windows 8.1 Enterprise/Pro en Windows 7 (Professional/
Enterprise/Ultimate) kunnen beelden naar ftp-servers worden
geüpload. Onder Windows zijn Internet Information Services (IIS)
vereist voor het configureren van ftp-servers (installatie-instructies
zijn beschikbaar via Microsoft).
De volgende instellingen worden gebruikt voor illustratieve
doeleinden:
IP-adres: 192.168.1.3
Subnetmasker: 255.255.255.0
ftp-serverpoort: 21
ftp-server
95
Een FTP-server maken
Bijlagen
1 Ga naar Centrum voor netwerk en delen.
Klik op Configuratiescherm > Netwerk en internet >
Netwerkcentrum.
2 Geef de lijst met netwerkadapters weer.
Klik op Adapterinstellingen wijzigen.
3 Open het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Als u een verbinding maakt via een adapter voor draadloos LAN,
klik dan met de rechtermuisknop op Wi-Fi (Windows 8.1) of
Draadloze netwerkverbinding (Windows 7) en selecteer
Eigenschappen. Als u een verbinding maakt via Ethernet, klik
dan met de rechtermuisknop op Ethernet (Windows 8.1) of LAN-
verbinding (Windows 7) en selecteer Eigenschappen.
96
Een FTP-server maken
Bijlagen
4 Geef de TCP/IP-instellingen weer.
Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op
Eigenschappen.
97
Een FTP-server maken
Bijlagen
5 Voer een IP-adres en subnetmasker in.
Voer een IP-adres en subnetmasker voor de ftp-server in en klik
op OK.
98
Een FTP-server maken
Bijlagen
6 Sluit het dialoogvenster netwerkeigenschappen.
Klik op Sluiten.
7 Open Administratieve tools.
Klik op Configuratiescherm > Systeem en veiligheid >
Administratieve tools.
99
Een FTP-server maken
Bijlagen
8 Open de IIS-manager.
Dubbelklik op Beheer van Internet Information Services (IIS).
9 Selecteer FTP-site toevoegen…
Klik met de rechtermuisknop op de gebruikersnaam van de
computer en selecteer FTP-site toevoegen…
100
Een FTP-server maken
Bijlagen
10
Voer site-informatie in.
Geef de site een naam en kies het pad naar de map die zal
worden gebruikt voor ftp-upload. Klik op Volgende om verder te
gaan.
A Anoniem inloggen
Om anoniem inloggen toe te staan, moet u een map in de publieke map van
de gebruiker als inhoudsmap selecteren.
101
Een FTP-server maken
Bijlagen
11
Kies binding- en SSL-opties.
Selecteer het IP-adres dat is ingevoerd in stap 5, noteer het
poortnummer, selecteer FTP-site automatisch starten en vink
Geen SSL aan. Klik op Volgende om verder te gaan.
102
Een FTP-server maken
Bijlagen
12
Kies verificatie-opties.
Pas de instellingen aan zoals hieronder beschreven en klik op
Voltooien.
Verificatie: Basis
Toegang toestaan tot: Alle gebruikers
Machtigingen: Lezen/Schrijven
103
Handmatig een profiel maken
Bijlagen
Handmatig een profiel maken
Volg de onderstaande stappen om de camera handmatig te
configureren voor verbinding met ftp- en http-servers. Houd er
rekening mee dat veranderingen aan het huidige profiel verloren
gaan als de camera wordt uitgezet tijdens het instellen; gebruik
een volledig opgeladen batterij of een optionele lichtnetadapter
die is bedoeld voor gebruik met uw camera om onverwacht
stroomverlies te voorkomen. Als u verbinding maakt met een ftp-
server achter een firewall, moet u mogelijk ook de firewall-
instellingen aanpassen om uitzonderingen te maken voor de ftp-
poorten die door de camera worden gebruikt (poorten 21, 22 en
32768 tot 61000).
1 Geef de netwerkprofielen weer.
Markeer Netwerkinstellingen in het
netwerkmenu en druk op 2 om de lijst met
profielen en andere netwerkinstellingen
weer te geven.
2 Selecteer Profiel maken.
Markeer Profiel maken en druk op 2.
Houd er rekening mee dat als de lijst reeds
negen profielen bevat, u een bestaand
profiel moet wissen met de O (Q)-knop
voordat u verder gaat (083).
3 Selecteer Handmatig configureren.
Markeer Handmatig configureren en druk
op 2.
104
Handmatig een profiel maken
Bijlagen
4 Selecteer een verbindingstype.
Markeer FTP-upload of HTTP-server en
druk op 2.
5 Pas de instellingen aan.
Pas de instellingen aan zoals beschreven in
“Netwerkprofielen bewerken” (084).
D Profielen bewerken
Als de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl menu’s worden
weergegeven, wordt de monitor uitgeschakeld en gaan wijzigingen in het
huidige profiel verloren. Kies een langere tijd waarna de monitor wordt
uitgeschakeld voor Persoonlijke instellingen in de cameramenu’s.
105
Problemen oplossen
Bijlagen
Problemen oplossen
Probleem Oplossing Pagina
“POWER”-lampje
(VOEDING) brandt
niet.
Zet de UT-1 aan.
Controleer of de batterij is
geplaatst en volledig is opgeladen.
17, 25, 59, 65
9, 89
De optie Netwerk is
niet beschikbaar.
Controleer of de UT-1 is aangesloten
en ingeschakeld.
17, 25, 59, 65
Overmatige radio-
interferentie.
Pas de positie van het draadloze toe-
gangspunt of de hostcomputer aan.
Alle lampjes
knipperen tegelijk.
Storing in hardware van UT-1 of bat-
terij. Neem contact op met een door
Nikon geautoriseerde serviceverte-
genwoordiger.
Camera geeft
foutmelding over
TCP/IP of FTP.
Controleer de instellingen voor host
en/of adapter voor draadloos LAN
en pas de camera-instellingen aan.
Controleer de firewall-instellingen.
15, 23, 57,
64, 84
8
Camera geeft
foutmelding over
draadloze
verbinding.
Controleer of de host en de adapter
voor draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Zorg ervoor dat er zich geen
obstakels bevinden tussen de UT-1
en de adapter voor draadloos LAN.
Controleer de instellingen voor host
en/of adapter voor draadloos LAN en
pas de camera-instellingen aan.
23, 64, 84
Het bericht “Ethernet-
kabel niet aangeslo-
ten” wordt weergege-
ven op de camera.
Sluit een Ethernet-kabel aan of
selecteer WT-5 (draadloos LAN)
voor Kies hardware.
16, 58, 81
Foutmelding
geheugenkaart
wordt weergegeven.
Controleer of de geheugenkaart
correct is geplaatst.
De overdracht wordt
onderbroken voordat
alle foto's zijn
verzonden.
De overdracht wordt hervat als de
UT-1 uit- en vervolgens weer
ingeschakeld wordt.
17, 25, 59, 65
USB-kabel
losgekoppeld tijdens
overdracht.
Sluit de USB-kabel opnieuw aan.
Zet
de camera niet uit.
106
Specificaties
Bijlagen
Specificaties
❚❚ Communicatie-eenheid UT-1
Ethernet
Standaards IEEE 802.3u (100 base-TX)/IEEE 802.3 (10 base-T)
Gegevenssnelheden
*
10/100 Mbps met autodetectie
Poort 100 base-TX/10 base-T (AUTO-MDIX)
Draadloos (WT-5)
Standaards
WT-5/WT-5A/WT-5B/WT-5C: 802.11a/b/g/n
WT-5D: 802.11b/g/n
Communicatieproto-
collen
IEEE802.11a: OFDM
IEEE802.11g: OFDM
IEEE802.11b: DSSS
IEEE802.11n: OFDM
Werkingsfrequentie
(MHz)
WT-5: 5.180-5.320 MHz (kanaal 36/40/44/48/52/56/
60/64)
5.500-5.700 MHz (kanaal 100/104/108/112/116/
120/124/128/132/136/140)
2.412-2.472 MHz (kanaal 1–13)
WT-5A: 5.180-5.320 MHz (kanaal 36/40/44/48/52/56/
60/64)
5.745-5.825 MHz (kanaal 149/153/157/161/165)
2.412-2.462 MHz (kanaal 1–11)
WT-5B: 5.180-5.320 MHz (kanaal 36/40/44/48/52/56/
60/64)
2.412-2.472 MHz (kanaal 1–13)
WT-5C: 5.745-5.825 MHz (kanaal 149/153/157/161/
165)
2.412-2.472 MHz (kanaal 1–13)
WT-5D: 2.412-2.462 MHz (kanaal 1–11)
Geschat bereik
(zichtlijn)
Circa 180 m
107
Specificaties
Bijlagen
* Maximale logische gegevenssnelheden volgens IEEE-standaard.
Werkelijke waarden kunnen afwijken.
† Met grote antenne op toegangspunt voor draadloos LAN.
Het bereik
kan variëren naargelang de signaalsterkte en de aanwezigheid of
afwezigheid van obstakels.
Draadloos (WT-5)
Gegevenssnelheden
*
IEEE 802.11a/g: 6, 9, 12, 18, 24, 36, 48 en 54 Mbps
IEEE 802.11b: 1, 2, 5,5 en 11 Mbps
IEEE 802.11n-HT20: maximaal 72 Mbps
IEEE 802.11n-HT40: maximaal 150 Mbps
Beveiliging
Verificatie: open systeem, gedeelde sleutel,
WPA-PSK, WPA2-PSK
Encryptie: 128/64-bits WEP, TKIP, AES
Toegangsprotocollen Infrastructuur, ad hoc
Protocollen voor
gegevensoverdracht
PTP/IP, ftp
Stroomverbruik
Circa 1,9 W maximaal (alleen UT-1)
Circa 2,8 W maximaal (inclusief WT-5)
Voedingsbron
Oplaadbare EN-EL15 Li-ionbatterij ×1 (apart
verkrijgbaar), EP-5B stroomaansluiting en EH-5b
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar)
Gebruiksomstandighe-
den
Temperatuur:C4C
Vochtigheid: 85% of minder (geen condensatie)
Gewicht
Circa 205 g (inclusief batterij)/circa 120 g (alleen
camerabody)
Afmetingen (B × H × D) Circa 57 mm × 114 mm × 46 mm
108
Specificaties
Bijlagen
A Gebruiksduur van de batterij
De tijdsperiode dat batterijen kunnen worden gebruikt en het aantal
opnamen dat kan worden geüpload voordat de batterij moet worden
opgeladen, variëren naargelang de staat van de batterijen, de
signaalsterkte en de manier waarop de camera en UT-1 worden gebruikt.
De volgende metingen werden uitgevoerd met een volledig opgeladen
EN-EL15 batterij (1.900 mAh) bij een temperatuur van 23 °C terwijl
beelden met een gemiddelde bestandsgrootte van 9 megabytes
(equivalent aan een groot JPEG-beeld met kwaliteit Normaal, vastgelegd
met de D800/D800E) continu werden geüpload naar een ftp-server
geconfigureerd met Internet Information Services (IIS) onder Windows 8.1
via een infrastructuurnetwerk met de UT-1 in de FTP-uploadstand (alle
waarden zijn bij benadering).
Voor maximale prestaties van de batterij:
Houd de batterijcontacten schoon. Vervuilde contacten kunnen de
batterijprestaties verminderen.
Gebruik EN-EL15 batterijen direct na het opladen. Batterijen verliezen
hun lading als ze ongebruikt worden gelaten.
Controleer het batterijniveau regelmatig met Netwerk > Opties >
Batterij-informatie.
De aanduiding van het batterijniveau van de camera kan onder invloed
van de temperatuur variëren.
Een scherpe daling van de tijd waarin de batterij een lading kan
behouden, duidt aan dat de batterij moet worden vervangen.
Netwerk
Draadloos (802.11n) Ethernet (100 base-TX)
Aantal geüploade opnamen
8.000 17.000
Gebruiksduur van de batterij
300 min. (5 u.) 480 min. (8 u.)
109
Index
Bijlagen
Index
Symbolen
a: “Verzenden”...................................38, 78
b: “Bezig met verzenden”..............38, 78
c: “Verzonden”...................................38, 78
A
Ad hoc........................24, 27, 31, 64, 67, 71
Alles deselecteren?...................................88
Automatisch verzenden.........................87
B
Batterij-informatie ....................................89
Beeldoverdracht............................ 7, 15, 35
Bestandsnamen..................................39, 79
Beveiligen bij uploadmarkering ..........88
C
Camera Control Pro 2 ..............................40
Camerabediening.................. 7, 15, 23, 40
Communicatiestand ................................85
D
Directe verbinding (ad hoc) ...27, 31, 67,
71
DNS ................................................................86
Domeinnaamserver (DNS).....................86
Draadloos LAN ...........................................85
Drukknop-WPS......................27, 29, 67, 69
E
Encryptie ......................................................85
Encryptiesleutel .........................................85
Ethernet............................................ 2, 8, 105
Ethernet-kabel ....................................16, 58
F
Firewall............................................................8
Firmwareversie ..........................................90
Foutmeldingen.......................................105
FTP-server ...................................57, 94, 103
FTP-upload ............................... 7, 57, 64, 75
G
Gateway........................................................86
Geheugenkaart..............16, 25, 58, 65, 83
H
Het opnamevenster..........................49, 53
Het weergavevenster.......................51, 54
HTTP-gebruikersinstellingen................89
HTTP-server..............7, 15, 23, 43, 48, 103
I
Infrastructuur ......................................24, 64
IP-adres.............................20, 33, 61, 72, 86
iPhone....................................................48, 53
K
Kanaal ................................................. 85, 106
Kies hardware................. 18, 26, 60, 66, 81
Kopiëren naar/van kaart.........................83
Koppelen .....................................................21
M
Mac.................................................................48
MAC-adres.....................................32, 73, 90
Mappen..........................................37, 62, 74
Menu's ..........................................................81
N
Netwerk........................................................81
Netwerkinstellingen ...18, 26, 60, 66, 82,
103
Netwerkstatus....................... 38, 41, 47, 78
O
Opties............................................................87
Overschrijf bij gelijke naam ..................88
P
PASV-stand..................................................86
Pincode-WPS.........................27, 30, 67, 70
Poortnummer .....................8, 86, 101, 103
Profiel maken .............................................82
Profielnaam..........................................82, 84
Proxyserver .................................................86
PTP-IP ......................................................... 107
R
Routers .........................................................20
110
Index
Bijlagen
S
Sleutelindex ............................................... 85
SSID .............................28, 31, 68, 71, 82, 85
Stand................................................................7
Statuslampjes..........2, 38, 41, 47, 78, 105
T
TCP/IP .......................................................8, 86
Toegangspunt voor draadloos LAN . 24,
28, 64, 68
V
Verbindingstype...................................7, 82
Verbindingswizard...............18, 26, 60, 66
Verificatie .................................................... 85
Vertraging voor automatisch uit . 10, 89
Verzend bestand als................................ 87
Verzend map.............................................. 88
W
Wachtwoordbeveiliging........................ 84
Windows 7........................................... 48, 95
Windows 8.1........................................ 48, 95
Wireless Transmitter Utility ... 11, 22, 34,
93
Wissen na verzending? .......................... 87
Z
Zoeken naar draadloos netwerk. 27, 28,
67, 68
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk
(behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen)
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van
NIKON CORPORATION.
SB5C01(1F)
6MWD121F-01
Nikon Gebruikersondersteuning
Bezoek de volgende website om uw camera te registreren en op de hoogte
te blijven van de recentste productinformatie. U vindt hier antwoorden op
veelgestelde vragen (FAQ's) en u kunt contact met ons opnemen voor
technische bijstand.
http://www.europe-nikon.com/support
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374

Nikon UT-1 Handleiding

Type
Handleiding