-- 1 1 --
bu20d1ha
6.2 Stroombron inschakelen
Schakel de eenheid in door de schakelaar (7) in de ”START”--positie te draaien.
Laat de schakelaar los, deze zal dan in positie ”1” komen te staan.
Als de netspanning wordt onderbroken tijdens het lassen en daarna weer hersteld
wordt, blijft d e stroombron uitgeschakeld totdat de schakelaar weer handmatig in de
”START”--positie wordt gezet.
Schakel de stroombron uit door de schakelaar in de positie ”0” te zetten.
Als de eenheid wordt uitgeschakeld (door stroomonderbreking of als u de eenheid
op de normale wijze uitschakelt) worden de lasgegevens opgeslagen. Bij het
opnieuw inschakelen van de eenheid zijn deze gegevens dus meteen beschikbaar.
6.3 Ventilator
De ventilatoren van de eenheid blijven nog 6,5 minuut na het lassen draaien. De
eenheid wordt in de energiebesparende modus gezet. De ventilatoren gaan weer
draaien als u weer gaat lassen.
De ventilatoren draaien op lage snelheid bij een lasstroom tot 144 A. Ze draaien op
volle snelheid bij een hogere stroom.
6.4 Oververhittingsbeveiliging
De stroombron heeft twee beveiligingen tegen oververhitting, die in werking tr eden
als de interne temperatuur te hoog wordt. De lasstroom wordt onderbroken en het
oranje indicatielampje aan de voorzijde van de eenheid gaat branden. Als de
temperatuur is gedaald, wordt de beveiliging weer uitgeschakeld.
6.5 Koeleenheid
Wateraansluiting (TIG--lassen)
De draadaanvoereenheid is uitgerust met een waterdetectiesysteem ELP (ESAB
Logic Pump) dat controleert of de waterslangen zijn aangesloten.
De aan/uit--knop van de stroombron moet in de ”0”--positie (UIT) staan als er een
watergekoelde TIG--toorts wordt aangesloten.
Zodra de watergekoelde TIG--toorts is aangesloten, wordt de waterpomp
automatisch gestart als de aan/uit--schakelaar in de positie “START” wordt gezet
en/of wanneer u gaat lassen. Na het lassen blijft de pomp 6,5 minuut doorlopen,
waarna deze automatisch in de energiebesparende modus wordt gezet.
Functie tijdens het lassen
Om te kunnen lassen, drukt de lasser op de schakelaar van de lastoorts. De
stroombron wordt ingeschakeld en deze schakelt de draadaanvoereenheid en de
koelwaterpomp in.
Om te stoppen met lassen, laat de lasser de schakelaar van de lastoorts los. Het
lassen stopt, maar de koelwaterpomp blijft nog 6,5 minuut doorlopen. Daar na wordt
de stroombron in de energiebesparende modus gezet.
NL