-- 9 --
bt32d1ha
6.2 Gebruikte symbolen
MMA TIG Aardklem
6.3 Stroombron inschakelen
Schakel het apparaat in door de schakelaar (9) in de ”START”--positie te draaien.
Laat de schakelaar los, deze zal dan in positie ”1” komen te staan.
Als de netspanning wordt onderbroken tijdens het lassen en daarna weer hersteld
wordt, blijft d e stroombron uitgeschakeld totdat de schakelaar weer handmatig in de
”START”--positie wordt gezet.
Schakel de stroombron uit door de schakelaar in de positie ”0” te zetten.
Als de eenheid wordt uitgeschakeld (door stroomonderbreking of als u de eenheid
op de normale wijze uitschakelt) worden de lasgegevens opgeslagen. Bij het
opnieuw inschakelen van de eenheid zijn deze gegevens dus meteen beschikbaar.
6.4 Ventilator
De ventilatoren van de eenheid blijven nog 6,5 minuut na het lassen draaien. De
eenheid wordt in de energiebesparende modus gezet. De ventilatoren gaan weer
draaien als u weer gaat lassen.
De ventilatoren draaien op lage snelheid bij een lasstroom tot 144 A. Bij een hogere
stroom draaien ze op volle snelheid.
6.5 Oververhittingsbeveiliging
De stroombron heeft twee beveiligingen tegen oververhitting die in werking treden
als de interne temperatuur te hoog wordt. De lasstroom wordt onderbroken, het
oranje indicatielampje aan de voorzijde van de eenheid gaat branden en er
verschijnt een foutcode op het bedieningspaneel. Als de temperatuur is gedaald,
wordt de beveiliging weer uitgeschakeld.
6.6 Koeleenheid
Waterslot
De koeleenheid is uitgerust met een detectiesysteem ELP (ESAB Logic Pump) dat
controleert of de waterslangen zijn aangesloten.
De aan/uit--knop van de stroombron moet in de ”0”--positie (UIT) staan als er een
watergekoelde TIG--toorts wordt aangesloten.
Zodra de watergekoelde TIG--toorts is aangesloten, wordt de waterpomp
automatisch gestart als de aan/uit--schakelaar in de positie “START” wordt gezet
en/of wanneer u gaat lassen. Na het lassen blijft de pomp 6,5 minuut doorlopen,
waarna deze automatisch in de energiebesparende modus wordt gezet.
Functie tijdens het lassen
Om te kunnen lassen, drukt de lasser op de schakelaar van de lastoorts. De
stroombron voedt de toorts en schakelt de draadtransporteenheid en de
koelwaterpomp in.
Om te stoppen met lassen, laat de lasser de schakelaar van de lastoorts los. De
toevoer van lasstroom wordt onderbroken, maar de koelwater pom p blijft nog 6,5
minuut doorlopen. Daarna wordt de eenheid in de energiebesparende modus gezet.
NL