Renkforce SAP-702 Handleiding

Categorie
Soundbar luidsprekers
Type
Handleiding
41
Inhoudsopgave $
Pagina
1. Inleiding ....................................................................................................................................................................42
2. Voorgeschreven gebruik ...........................................................................................................................................
43
3. Verklaring van symbolen ..........................................................................................................................................
43
4. Veiligheidsvoorschriften ..........................................................................................................................................44
5. Opstelling .................................................................................................................................................................45
6. Aansluitingen en bedieningselementen ..................................................................................................................
46
7. Aansluiten ................................................................................................................................................................47
a) Aansluiten van de cinchingangen .....................................................................................................................
47
b) Aansluiting van de luidsprekeruitgangen ..........................................................................................................
48
c) Aansluiting van de voedingsspanning ...............................................................................................................
49
8. Bediening .................................................................................................................................................................50
a) In- en uitschakelen ............................................................................................................................................
50
b) Algemene functies .............................................................................................................................................
50
c) Gebruik met externe apparaten .........................................................................................................................
50
9. Gebruik .....................................................................................................................................................................51
10. Onderhoud ................................................................................................................................................................51
11. Reiniging ..................................................................................................................................................................52
12. Verhelpen van storingen ..........................................................................................................................................
52
13. Technische gegevens ...............................................................................................................................................
53
14. Afvalverwijdering .....................................................................................................................................................53
42
1. Inleiding
Geachte klant,
hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese wetgeving. Gelieve deze gebruiksaanwijzing goed op te
volgen om deze toestand te behouden en een gebruik zonder gevaren te waarborgen!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Ze bevat belangrijke aanwijzingen over de inbedrijfname en
het gebruik. Let hierop, ook als u het product doorgeeft aan derden. Bewaar deze bedieningshandleiding
daarom voor later gebruik!
Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreende eigenaar. Alle rech-
ten voorbehouden.
Nederlands: Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
43
2. Voorgeschreven gebruik
Het gebruiksgebied van de mini-versterker omvat het gebruik in muziekinstallaties in het privé-bereik.
Het apparaat wordt gebruikt voor het versterken van audiosignalen met een laag niveau.
De mini-versterker wordt hierbij tussen de te versterkende signaalbron en de luidspreker geschakeld.
Dit product is alleen goedgekeurd voor aansluiting op 230 Volt/50 Hz wisselspanning. Het product mag uitsluitend in
gesloten ruimten worden gebruikt, dus niet in de open lucht. Contact met vocht, bijv. in de badkamer, moet absoluut
worden voorkomen.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het
risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken.
Aan het complete product mag niets worden veranderd resp. omgebouwd en de behuizing mag niet worden geo
-
pend.
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen.
Volg alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing op.
3. Verklaring van symbolen
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor onbeschermde spanningvoerende delen resp. ele-
menten binnen in de behuizing of voor contactgevaarlijke aansluitpunten. Aanraking van deze elementen
resp. aansluitpunten kan levensgevaarlijk zijn.
Leidingen die op dergelijke punten worden aangesloten, mogen alleen door een vakman worden aangeslo
-
ten of er moeten leidingen worden gebruikt die volledig aansluitklaar zijn.
In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker moeten worden onderhouden. Het
apparaat mag daarom nooit worden geopend.
Het symbool met een uitroepteken wijst de gebruiker erop, dat hij/zij voor de ingebruikneming van het
apparaat de gebruiksaanwijzing moet lezen en deze bij het gebruik in acht moet nemen.
Het “hand”-symbool staat voor speciale tips en bedieningsinstructies.
44
4. Veiligheidsvoorschriften
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op
garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet
opvolgen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet verantwoordelijk! In dergelijke gevallen
vervalt elke aanspraak op garantie!
Geachte klant, de volgende veiligheids- en gevarenvoorschriften hebben niet alleen de bescherming van
het product, maar ook de bescherming van uw gezondheid tot doel. Lees de volgende punten zorgvuldig
door:
Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het pro
-
duct niet toegestaan.
Alle personen, die het apparaat bedienen, installeren, opstellen, in bedrijf nemen of onderhouden, moe
-
ten hiervoor opgeleid en voldoende gekwalificeerd zijn en deze gebruiksaanwijzing opvolgen.
Het apparaat is gebouwd volgens Veiligheidsklasse II. Als spanningsbron voor de mini-versterker mag
alleen een reglementair stopcontact (230 V/50 Hz) van het openbare lichtnet worden gebruikt.
Zorg voor een correcte ingebruikneming van het apparaat. Neem hierbij deze gebruiksaanwijzing in
acht.
Zorg dat bij het opstellen van het product het netsnoer niet wordt afgekneld of door scherpe randen
wordt beschadigd.
Als de mini-versterker of zijn voeding beschadigingen vertoont, raak deze dan niet aan. Schakel eerst
de betreende wandcontactdoos stroomloos (bijv. via de bijbehorende veiligheidsschakelaar) en trek
daarna de netstekker voorzichtig uit de wandcontactdoos. Gebruik het product hierna niet meer, maar
breng het naar een elektrotechnisch bedrijf.
Houd het product buiten bereik van kinderen; het is geen speelgoed. Kinderen kunnen niet inschatten
welke gevaren aan het gebruik van elektrische apparatuur zijn verbonden.
U mag geen potten met vloeistoen (b.v. emmers, vazen of planten) in de onmiddellijke buurt van het
product plaatsen. Vloeistoen kunnen in de behuizing dringen en daarbij afbreuk doen aan de elektrische
veiligheid. Bovendien bestaat het gevaar van brand of een elektrische schok; levensgevaarlijk! Schakel
in dit geval de striil van het bijhorende stopcontact uit (bijv. veiligheidsschakelaar uitschakelen) en trek
vervolgens de netstekker uit het stopcontact. Maak alle kabels los van het apparaat. Het product mag
daarna niet meer worden gebruikt, breng het naar een elektrotechnisch bedrijf.
Raak de netstekker van de mini-versterker nooit met vochtige of natte handen aan. Er bestaat het gevaar
van een elektrische schok; levensgevaarlijk.
Let tijdens het gebruik op voldoende ventilatie rondom het apparaat. Bedek de ventilatieopeningen niet
met tijdschriften, dekens, gordijnen, enz. Houd een minimale afstand van ca. 15cm aan tot andere voor
-
werpen.
Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, druip- of spatwater, sterke trillingen of hoge mecha
-
nische belastingen.
45
Zet geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat.
Het apparaat mag nooit zonder toezicht in werking zijn.
Gebruik het product uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch klimaat.
Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos slingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing in
acht.
Neem ook de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen in acht van de andere apparaten die op het
apparaat worden aangesloten.
Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of als er problemen zijn waar u in de gebruiksaanwij
-
zing geen oplossing voor kunt vinden, neem dan contact op met onze technische helpdesk of met een
vakman.
5. Opstelling
Houd bij het neerzetten van het apparaat rekening met de omgeving, bijv. de plaats van de dichtstbijzijnde contact-
doos, enz. Let bij het plaatsen van het apparaat op dat blootstelling aan direct zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou
en vocht moet worden voorkomen. Er mogen zich geen sterke transformatoren of motoren in de nabijheid van het
apparaat bevinden.
Gebruik de mini-versterker uitsluitend op een stabiele, horizontale ondergrond. Rondom het ap-
paraat moet voldoende luchtcirculatie kunnen zijn om de ontstane warmte te kunnen afvoeren.
Plaats de mini-versterker daarom alleen op gladde oppervlakken, niet op tapijten etc. Dek de
ventilatiesleuven van de behuizing niet af.
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot beschadiging van het apparaat.
Boor voor het bevestigen van het apparaat niet in de behuizing en gebruik geen extra schroe-
ven. Hierdoor wordt het apparaat beschadigd.
Gezien de grote verscheidenheid aan lakken en glansmiddelen die bij meubels worden gebruikt, kan niet
worden uitgesloten dat de poten van het apparaat als gevolg van een chemische reactie zichtbare sporen
op meubels achterlaten. Het apparaat dient daarom niet zonder geschikte bescherming op kostbare meu-
beloppervlakken te worden geplaatst.
46
6. Aansluit- en Bedieningselementen
(1) Volumeregelaar VOLUME
(2) Ingangskeuzeschakelaar
(3) Indicatie POWER
(4) Netschakelaar
(5) Regelaar BALANCE
(6) Regelaar BASS
(7) Regelaar TREBLE
(8) Netsnoer
(9) Luidsprekeruitgang R
(10) Luidsprekeruitgang L
(11) Aansluiting AUX
(12) Aansluiting TUNER
(13) Aansluiting CD
47
7. Aansluiten
Zorg er voor, dat vóór het aansluiten van het apparaat de netstekker uitgetrokken en de volume-
regelaar VOLUME (1) op minimum gedraaid is (linker aanslag). Schakel vóór de aansluiting van
het apparaat alle andere apparaten die met de mini-versterker verbonden zullen worden uit.
a) Aansluiten van de cinchingangen
Gebruik voor de aansluiting van de cinchingangen alleen hiervoor geschikte en afgeschermde
cinchkabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen zich storingen voordoen.
Om vervormingen of onjuiste aanpassingen te voorkomen, die tot beschadiging van het ap
-
paraat kunnen leiden, mogen op de ingangen van de mini-versterker alleen bronnen met een
cinchuitgang aangesloten worden.
Op de stereo-cinchingangen van de mini-versterker kunnen apparaten met LINE uitgangsni
-
veau b.v. een CD-speler of cassettedeck etc. aangesloten worden.
De ingangen zijn niet geschikt voor het directe aansluiten van een platenspeler. In dit geval
moet een compensatievoorversterker worden voorgeschakeld.
De witte cinchbus van de mini-versterker wordt met de linker cinchuitgang van de betreende aanstuurbron (b.v.
CD-speler) verbonden.
De rode cinchbus van de versterker wordt met de rechter cinchuitgang van de betreende aanstuurbron (b.v. CD-
speler) verbonden.
Aansluiting AUX (11)
Sluit aan deze aansluitingen de cinchuitgangsbussen van een cassetterecorder, videorecorder, satellietontvanger etc.
aan.
Aansluiting TUNER (12)
Sluit aan deze aansluitingen de cinchuitgangsbussen van het radioapparaat aan.
Aansluiting CD (13)
Sluit aan deze aansluitingen de cinchuitgangsbussen van de CD-speler aan.
48
b) Aansluiting van de luidsprekeruitgangen
De bedrading naar de luidsprekers moet steeds tweeaderig worden uitgevoerd. Isoleer alle
aansluitpunten. Zorg dat snoeren niet door scherpe randen kunnen worden beschadigd.
Gebruik uitsluitend luidsprekers met voldoende belastingscapaciteit (zie “technische gege
-
vens”).
Verbind de luidsprekers rechtstreeks met de mini-versterker.
Gebruik geen koptelefoonadapters of verdelerboxen. Neem in geval van twijfel contact op met
een deskundige.
Zorg dat alle luidsprekers volgens de juiste polariteit zijn aangesloten, dus de plus- en minte
-
kens moeten overeenstemmen!
De versterker is ontwikkeld voor gebruik met luidsprekerimpedanties van minstens 8-16 ohm.
Sluit op de uitgangen steeds één luidsprekerbox aan.
De luidsprekerklemmen gaan open, wanneer u op het rode resp. zwarte plastic vlak drukt. Steek nu de afgestripte
luidsprekerkabel in de opening en laat het plastic vlak weer los. De luidsprekerkabel is vastgeklemd en een zeker
contact is gegarandeerd.
Sluit het rechter luidsprekerpaar aan op de luidsprekeruitgang R (9):
Verbind de (+)-pool van de rechterluidspreker met de rode luidsprekerklem.
Verbind de (-)-pool van de rechterluidspreker met de zwarte luidsprekerklem.
Sluit het linker luidsprekerpaar aan op de luidsprekeruitgang L (10):
Verbind de (+)-pool van de linkerluidspreker met de rode luidsprekerklem.
Verbind de (-)-pool van de linkerluidspreker met de zwarte luidsprekerklem.
49
c) Aansluiting van de voedingsspanning
De netschakelaar (4) van de mini-versterker moet uitgeschakeld zijn.
Steek de netstekker van de voeding (8) in een wandcontactdoos (230V~/50Hz) van het stroomnet.
Voorbeeld van aansluiting:
50
8. Bediening
Houd er rekening mee dat geluidregelaars die sterk zijn opengedraaid, van de versterker ook al bij gemid-
delde volumes een zeer hoog uitgaand vermogen vragen waardoor deze al gauw overstuurd raakt. Dit komt
tot uiting in vervormingen die schadelijk zijn voor de luidsprekers.
Let bij hogere volumes en/of ver opengedraaide klankregelaars daarom of er vervormingen ontstaan en
draai in dit geval direct de volume- of klankregelaar terug om beschadiging van de luidsprekers te voorko
-
men.
a) In- en uitschakelen
Controleer nogmaals of alle aansluitingen juist zijn.
Draai de regelknop VOLUME (1) naar de linker aanslag.
Schakel de mini-versterker met de schakelaar (4) in (schakelaar op stand ON zetten).
De weergave POWER (3) gaat branden.
Om de versterker uit te schakelen draait u de volumeregelaar VOLUME (1) weer naar de linker aanslag en schakelt
u vervolgens de mini-versterker met de netschakelaar (4) uit (schakelaar op stand OFF zetten).
Houd deze volgorde aan. Door de in- en uitschakeling in een andere volgorde uit te voeren,
kunnen de luidsprekers of de mini-versterker beschadigd raken.
b) Algemene functies
Draai de volumeknop VOLUME (1) rechtsom totdat het gewenste volume is bereikt.
Stel met de regelaar BALANCE (5) de volumeverhouding tussen het linker en het rechter luidsprekerkanaal in. In
de middenpositie wordt het geluid door beide luidsprekers met hetzelfde volume uitgegeven. Met de klok mee
draaien verlaagt het volume van de linker luidspreker. Tegen de klok in draaien verlaagt het volume van de rechter
luidspreker.
Stel met de regelaar BASS (6) de intensiteit in van de basweergave.
Wordt de regelaar met de klok mee gedraaid, dan wordt de basweergave versterkt. Wordt de regelaar tegen de klok
in gedraaid, dan wordt de basweergave verzwakt.
Stel met de regelaar TREBLE (7) de intensiteit in van de hoge tonen-weergave.
Wordt de regelaar in uurwerkwijzerzin gedraaid, dan wordt de weergave van de hoge tonen versterkt. Wordt de
regelaar tegen de klok in gedraaid, dan wordt de weergave van de hoge tonen verzwakt.
c) Gebruik met externe apparaten
Schakel de aanstuurbronnen, zoals b.v. CD-speler, cassettedeck, etc. in.
Kies nu met de ingangskeuzeschakelaar (9) de gewenste ingangsbron (b.v. CD-speler).
Start indien nodig de weergave van de signaalbron.
51
9. Gebruik
Steek de netstekker nooit direct in een contactdoos als het apparaat van een koude in een warme ruimte is ge-
bracht. Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat beschadigen.
Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen, voordat u de stekker in de contactdoos steekt. Wacht tot al
het condenswater is verdampt.
Trek nooit aan het netsnoer om de stekker uit de contactdoos te verwijderen, pak altijd de netstekker beet bij de
daarvoor bestemde greepvlakken om deze uit de contactdoos te verwijderen.
Neem de netstekker uit het stopcontact als u deze langere tijd niet gebruikt.
Neem bij onweer de netstekker altijd uit het stopcontact.
Het wordt afgeraden gedurende een langere periode naar muziek met een te hoog volume te luisteren. Hierdoor kan
het gehoor beschadigd raken.
10. Onderhoud
Controleer regelmatig de technische veiligheid van de mini-versterker, bijv. op beschadigingen van de netkabel en de
behuizing.
Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden
gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Neem de stekker uit de contactdoos!
U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
het apparaat of het netsnoer zichtbaar beschadigd is
het apparaat niet meer functioneert
het apparaat gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
het apparaat tijdens transport te zwaar is belast.
Vóórdat u de mini-versterker reinigt of onderhoudt, dient rekening te worden gehouden met de volgende veiligheids
-
voorschriften:
Bij het openen van deksels en/of het verwijderen van onderdelen van het apparaat kunnen
spanningvoerende delen vrij komen te liggen.
Daarom moet het apparaat voor onderhoud of reparatie worden losgekoppeld van alle span
-
ningsbronnen.
Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het van alle spanningsbron
-
nen is losgekoppeld.
Een reparatie mag uitsluitend plaatsvinden door een technicus die vertrouwd is met de gevaren
resp. toepasselijke voorschriften.
52
11. Reiniging
De buitenkant van het apparaat mag slechts met een zachte, droge doek of kwast worden gereinigd.
U mag in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebruiken daar hierdoor de behu
-
izing aangetast en de werking benadeeld kan worden.
12. Verhelpen van storingen
U heeft met deze mini-versterker een product aangeschaft, dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld
en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Daarom wordt hieronder beschreven hoe eventuele storingen kunnen worden verholpen:
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht!
Er is geen geluid hoorbaar:
Een apparaat in de afspeelketen is niet ingeschakeld.
Op de mini-versterker is de verkeerde ingang geselecteerd.
De volumeregelaar VOLUME (1) staat op de linker aanslag.
Een kanaal werkt niet:
Er is een cinchkabel van het bronapparaat (b.v. bij de cassetterecorder) of de versterkeringang (11-13) los geraakt.
Bij de mini-versterker werd de balansregelaar (5) verdraaid.
Een luidsprekerkabel is uit de luidsprekerklemmen los geraakt.
Er treedt vervorming op:
De ingang van de mini-versterker wordt met een te groot signaal aangestuurd.
Het volume is te hard ingesteld zodat het geluid van de luidsprekers vervormd raakt.
De regelaars BASS (6) of TREBLE (7) zijn te ver open gedraaid.
De weergave vindt plaats zonder basgeluid:
Een luidspreker is verkeerdom aangesloten.
De regelaar BASS (6) op de mini-versterker staat op minimum.
De weergave vindt plaats zonder hoge tonen:
De regelaar TREBLE (7) op de mini-versterker staat op minimum.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vakman wor-
den uitgevoerd.
53
13. Technische gegevens
Bedrijfsspanning: ................................................. 230 V/50 Hz
Vermogensopname: .............................................. 60 W
Ingangsgevoeligheid: ............................................ 330 mV
Luidsprekersimpedantie: ....................................... 8-16 Ohm
Uitgangsvermogen: ............................................... 2 x 20 W RMS bij 8 Ohm
Vervormingsfactor: ................................................ <0,2 %
Frequentiebereik: .................................................. 20-25,000 Hz
S/R-verhouding: .................................................... >78 dB(A)
Klankregeling: ....................................................... +/-6 dB (bass/treble)
Afmetingen:........................................................... 170 x 65 x 200 mm
Gewicht: ................................................................ 2.4 kg
14. Afvalverwijdering
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoen en horen niet bij het huisvuil!
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor afvalverwer
-
king inleveren.

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave $ Pagina 1. Inleiding.....................................................................................................................................................................42 2. Voorgeschreven gebruik............................................................................................................................................43 3. Verklaring van symbolen...........................................................................................................................................43 4. Veiligheidsvoorschriften...........................................................................................................................................44 5. Opstelling..................................................................................................................................................................45 6. Aansluitingen en bedieningselementen...................................................................................................................46 7. Aansluiten.................................................................................................................................................................47 a) Aansluiten van de cinchingangen......................................................................................................................47 b) Aansluiting van de luidsprekeruitgangen...........................................................................................................48 c) Aansluiting van de voedingsspanning................................................................................................................49 8. Bediening..................................................................................................................................................................50 a) In- en uitschakelen.............................................................................................................................................50 b) Algemene functies..............................................................................................................................................50 c) Gebruik met externe apparaten..........................................................................................................................50 9. Gebruik......................................................................................................................................................................51 10. Onderhoud.................................................................................................................................................................51 11. Reiniging...................................................................................................................................................................52 12. Verhelpen van storingen...........................................................................................................................................52 13. Technische gegevens................................................................................................................................................53 14. Afvalverwijdering......................................................................................................................................................53 41 1. Inleiding Geachte klant, hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese wetgeving. Gelieve deze gebruiksaanwijzing goed op te volgen om deze toestand te behouden en een gebruik zonder gevaren te waarborgen! Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Ze bevat belangrijke aanwijzingen over de inbedrijfname en het gebruik. Let hierop, ook als u het product doorgeeft aan derden. Bewaar deze bedieningshandleiding daarom voor later gebruik! Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaar. Alle rechten voorbehouden. Nederlands: 42 Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 2. Voorgeschreven gebruik Het gebruiksgebied van de mini-versterker omvat het gebruik in muziekinstallaties in het privé-bereik. Het apparaat wordt gebruikt voor het versterken van audiosignalen met een laag niveau. De mini-versterker wordt hierbij tussen de te versterkende signaalbron en de luidspreker geschakeld. Dit product is alleen goedgekeurd voor aansluiting op 230 Volt/50 Hz wisselspanning. Het product mag uitsluitend in gesloten ruimten worden gebruikt, dus niet in de open lucht. Contact met vocht, bijv. in de badkamer, moet absoluut worden voorkomen. Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Aan het complete product mag niets worden veranderd resp. omgebouwd en de behuizing mag niet worden geopend. De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen. Volg alle veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing op. 3. Verklaring van symbolen Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor onbeschermde spanningvoerende delen resp. elementen binnen in de behuizing of voor contactgevaarlijke aansluitpunten. Aanraking van deze elementen resp. aansluitpunten kan levensgevaarlijk zijn. Leidingen die op dergelijke punten worden aangesloten, mogen alleen door een vakman worden aangesloten of er moeten leidingen worden gebruikt die volledig aansluitklaar zijn. In het apparaat bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker moeten worden onderhouden. Het apparaat mag daarom nooit worden geopend. Het symbool met een uitroepteken wijst de gebruiker erop, dat hij/zij voor de ingebruikneming van het apparaat de gebruiksaanwijzing moet lezen en deze bij het gebruik in acht moet nemen. Het “hand”-symbool staat voor speciale tips en bedieningsinstructies. 43 4. Veiligheidsvoorschriften Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet verantwoordelijk! In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie! Geachte klant, de volgende veiligheids- en gevarenvoorschriften hebben niet alleen de bescherming van het product, maar ook de bescherming van uw gezondheid tot doel. Lees de volgende punten zorgvuldig door: • Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. • Alle personen, die het apparaat bedienen, installeren, opstellen, in bedrijf nemen of onderhouden, moeten hiervoor opgeleid en voldoende gekwalificeerd zijn en deze gebruiksaanwijzing opvolgen. • Het apparaat is gebouwd volgens Veiligheidsklasse II. Als spanningsbron voor de mini-versterker mag alleen een reglementair stopcontact (230 V/50 Hz) van het openbare lichtnet worden gebruikt. • Zorg voor een correcte ingebruikneming van het apparaat. Neem hierbij deze gebruiksaanwijzing in acht. • Zorg dat bij het opstellen van het product het netsnoer niet wordt afgekneld of door scherpe randen wordt beschadigd. • Als de mini-versterker of zijn voeding beschadigingen vertoont, raak deze dan niet aan. Schakel eerst de betreffende wandcontactdoos stroomloos (bijv. via de bijbehorende veiligheidsschakelaar) en trek daarna de netstekker voorzichtig uit de wandcontactdoos. Gebruik het product hierna niet meer, maar breng het naar een elektrotechnisch bedrijf. • Houd het product buiten bereik van kinderen; het is geen speelgoed. Kinderen kunnen niet inschatten welke gevaren aan het gebruik van elektrische apparatuur zijn verbonden. • U mag geen potten met vloeistoffen (b.v. emmers, vazen of planten) in de onmiddellijke buurt van het product plaatsen. Vloeistoffen kunnen in de behuizing dringen en daarbij afbreuk doen aan de elektrische veiligheid. Bovendien bestaat het gevaar van brand of een elektrische schok; levensgevaarlijk! Schakel in dit geval de striil van het bijhorende stopcontact uit (bijv. veiligheidsschakelaar uitschakelen) en trek vervolgens de netstekker uit het stopcontact. Maak alle kabels los van het apparaat. Het product mag daarna niet meer worden gebruikt, breng het naar een elektrotechnisch bedrijf. • Raak de netstekker van de mini-versterker nooit met vochtige of natte handen aan. Er bestaat het gevaar van een elektrische schok; levensgevaarlijk. • Let tijdens het gebruik op voldoende ventilatie rondom het apparaat. Bedek de ventilatieopeningen niet met tijdschriften, dekens, gordijnen, enz. Houd een minimale afstand van ca. 15cm aan tot andere voorwerpen. • Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, druip- of spatwater, sterke trillingen of hoge mechanische belastingen. 44 • Zet geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat. • Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat. • Het apparaat mag nooit zonder toezicht in werking zijn. • Gebruik het product uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch klimaat. • Laat verpakkingsmateriaal niet achteloos slingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. • Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing in acht. • Neem ook de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen in acht van de andere apparaten die op het apparaat worden aangesloten. • Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of als er problemen zijn waar u in de gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neem dan contact op met onze technische helpdesk of met een vakman. 5. Opstelling Houd bij het neerzetten van het apparaat rekening met de omgeving, bijv. de plaats van de dichtstbijzijnde contactdoos, enz. Let bij het plaatsen van het apparaat op dat blootstelling aan direct zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou en vocht moet worden voorkomen. Er mogen zich geen sterke transformatoren of motoren in de nabijheid van het apparaat bevinden. Gebruik de mini-versterker uitsluitend op een stabiele, horizontale ondergrond. Rondom het apparaat moet voldoende luchtcirculatie kunnen zijn om de ontstane warmte te kunnen afvoeren. Plaats de mini-versterker daarom alleen op gladde oppervlakken, niet op tapijten etc. Dek de ventilatiesleuven van de behuizing niet af. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot beschadiging van het apparaat. Boor voor het bevestigen van het apparaat niet in de behuizing en gebruik geen extra schroeven. Hierdoor wordt het apparaat beschadigd. Gezien de grote verscheidenheid aan lakken en glansmiddelen die bij meubels worden gebruikt, kan niet worden uitgesloten dat de poten van het apparaat als gevolg van een chemische reactie zichtbare sporen op meubels achterlaten. Het apparaat dient daarom niet zonder geschikte bescherming op kostbare meubeloppervlakken te worden geplaatst. 45 6. Aansluit- en Bedieningselementen (1) Volumeregelaar VOLUME (8) Netsnoer (2) Ingangskeuzeschakelaar (9) Luidsprekeruitgang R (3) Indicatie POWER (10) Luidsprekeruitgang L (4) Netschakelaar (11) Aansluiting AUX (5) Regelaar BALANCE (12) Aansluiting TUNER (6) Regelaar BASS (13) Aansluiting CD (7) Regelaar TREBLE 46 7. Aansluiten Zorg er voor, dat vóór het aansluiten van het apparaat de netstekker uitgetrokken en de volumeregelaar VOLUME (1) op minimum gedraaid is (linker aanslag). Schakel vóór de aansluiting van het apparaat alle andere apparaten die met de mini-versterker verbonden zullen worden uit. a) Aansluiten van de cinchingangen Gebruik voor de aansluiting van de cinchingangen alleen hiervoor geschikte en afgeschermde cinchkabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen zich storingen voordoen. Om vervormingen of onjuiste aanpassingen te voorkomen, die tot beschadiging van het apparaat kunnen leiden, mogen op de ingangen van de mini-versterker alleen bronnen met een cinchuitgang aangesloten worden. Op de stereo-cinchingangen van de mini-versterker kunnen apparaten met LINE uitgangsniveau b.v. een CD-speler of cassettedeck etc. aangesloten worden. De ingangen zijn niet geschikt voor het directe aansluiten van een platenspeler. In dit geval moet een compensatievoorversterker worden voorgeschakeld. • De witte cinchbus van de mini-versterker wordt met de linker cinchuitgang van de betreffende aanstuurbron (b.v. CD-speler) verbonden. • De rode cinchbus van de versterker wordt met de rechter cinchuitgang van de betreffende aanstuurbron (b.v. CDspeler) verbonden. Aansluiting AUX (11) Sluit aan deze aansluitingen de cinchuitgangsbussen van een cassetterecorder, videorecorder, satellietontvanger etc. aan. Aansluiting TUNER (12) Sluit aan deze aansluitingen de cinchuitgangsbussen van het radioapparaat aan. Aansluiting CD (13) Sluit aan deze aansluitingen de cinchuitgangsbussen van de CD-speler aan. 47 b) Aansluiting van de luidsprekeruitgangen De bedrading naar de luidsprekers moet steeds tweeaderig worden uitgevoerd. Isoleer alle aansluitpunten. Zorg dat snoeren niet door scherpe randen kunnen worden beschadigd. Gebruik uitsluitend luidsprekers met voldoende belastingscapaciteit (zie “technische gegevens”). Verbind de luidsprekers rechtstreeks met de mini-versterker. Gebruik geen koptelefoonadapters of verdelerboxen. Neem in geval van twijfel contact op met een deskundige. Zorg dat alle luidsprekers volgens de juiste polariteit zijn aangesloten, dus de plus- en mintekens moeten overeenstemmen! De versterker is ontwikkeld voor gebruik met luidsprekerimpedanties van minstens 8-16 ohm. Sluit op de uitgangen steeds één luidsprekerbox aan. • De luidsprekerklemmen gaan open, wanneer u op het rode resp. zwarte plastic vlak drukt. Steek nu de afgestripte luidsprekerkabel in de opening en laat het plastic vlak weer los. De luidsprekerkabel is vastgeklemd en een zeker contact is gegarandeerd. Sluit het rechter luidsprekerpaar aan op de luidsprekeruitgang R (9): • Verbind de (+)-pool van de rechterluidspreker met de rode luidsprekerklem. • Verbind de (-)-pool van de rechterluidspreker met de zwarte luidsprekerklem. Sluit het linker luidsprekerpaar aan op de luidsprekeruitgang L (10): • Verbind de (+)-pool van de linkerluidspreker met de rode luidsprekerklem. • Verbind de (-)-pool van de linkerluidspreker met de zwarte luidsprekerklem. 48 c) Aansluiting van de voedingsspanning De netschakelaar (4) van de mini-versterker moet uitgeschakeld zijn. • Steek de netstekker van de voeding (8) in een wandcontactdoos (230V~/50Hz) van het stroomnet. Voorbeeld van aansluiting: 49 8. Bediening Houd er rekening mee dat geluidregelaars die sterk zijn opengedraaid, van de versterker ook al bij gemiddelde volumes een zeer hoog uitgaand vermogen vragen waardoor deze al gauw overstuurd raakt. Dit komt tot uiting in vervormingen die schadelijk zijn voor de luidsprekers. Let bij hogere volumes en/of ver opengedraaide klankregelaars daarom of er vervormingen ontstaan en draai in dit geval direct de volume- of klankregelaar terug om beschadiging van de luidsprekers te voorkomen. a) In- en uitschakelen • Controleer nogmaals of alle aansluitingen juist zijn. • Draai de regelknop VOLUME (1) naar de linker aanslag. • Schakel de mini-versterker met de schakelaar (4) in (schakelaar op stand ON zetten). • De weergave POWER (3) gaat branden. • Om de versterker uit te schakelen draait u de volumeregelaar VOLUME (1) weer naar de linker aanslag en schakelt u vervolgens de mini-versterker met de netschakelaar (4) uit (schakelaar op stand OFF zetten). Houd deze volgorde aan. Door de in- en uitschakeling in een andere volgorde uit te voeren, kunnen de luidsprekers of de mini-versterker beschadigd raken. b) Algemene functies • Draai de volumeknop VOLUME (1) rechtsom totdat het gewenste volume is bereikt. • Stel met de regelaar BALANCE (5) de volumeverhouding tussen het linker en het rechter luidsprekerkanaal in. In de middenpositie wordt het geluid door beide luidsprekers met hetzelfde volume uitgegeven. Met de klok mee draaien verlaagt het volume van de linker luidspreker. Tegen de klok in draaien verlaagt het volume van de rechter luidspreker. • Stel met de regelaar BASS (6) de intensiteit in van de basweergave. Wordt de regelaar met de klok mee gedraaid, dan wordt de basweergave versterkt. Wordt de regelaar tegen de klok in gedraaid, dan wordt de basweergave verzwakt. • Stel met de regelaar TREBLE (7) de intensiteit in van de hoge tonen-weergave. Wordt de regelaar in uurwerkwijzerzin gedraaid, dan wordt de weergave van de hoge tonen versterkt. Wordt de regelaar tegen de klok in gedraaid, dan wordt de weergave van de hoge tonen verzwakt. c) Gebruik met externe apparaten • Schakel de aanstuurbronnen, zoals b.v. CD-speler, cassettedeck, etc. in. • Kies nu met de ingangskeuzeschakelaar (9) de gewenste ingangsbron (b.v. CD-speler). • Start indien nodig de weergave van de signaalbron. 50 9. Gebruik • Steek de netstekker nooit direct in een contactdoos als het apparaat van een koude in een warme ruimte is gebracht. Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat beschadigen. Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen, voordat u de stekker in de contactdoos steekt. Wacht tot al het condenswater is verdampt. • Trek nooit aan het netsnoer om de stekker uit de contactdoos te verwijderen, pak altijd de netstekker beet bij de daarvoor bestemde greepvlakken om deze uit de contactdoos te verwijderen. • Neem de netstekker uit het stopcontact als u deze langere tijd niet gebruikt. • Neem bij onweer de netstekker altijd uit het stopcontact. • Het wordt afgeraden gedurende een langere periode naar muziek met een te hoog volume te luisteren. Hierdoor kan het gehoor beschadigd raken. 10. Onderhoud Controleer regelmatig de technische veiligheid van de mini-versterker, bijv. op beschadigingen van de netkabel en de behuizing. Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Neem de stekker uit de contactdoos! U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien: • het apparaat of het netsnoer zichtbaar beschadigd is • het apparaat niet meer functioneert • het apparaat gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of • het apparaat tijdens transport te zwaar is belast. Vóórdat u de mini-versterker reinigt of onderhoudt, dient rekening te worden gehouden met de volgende veiligheidsvoorschriften: Bij het openen van deksels en/of het verwijderen van onderdelen van het apparaat kunnen spanningvoerende delen vrij komen te liggen. Daarom moet het apparaat voor onderhoud of reparatie worden losgekoppeld van alle spanningsbronnen. Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het van alle spanningsbronnen is losgekoppeld. Een reparatie mag uitsluitend plaatsvinden door een technicus die vertrouwd is met de gevaren resp. toepasselijke voorschriften. 51 11. Reiniging De buitenkant van het apparaat mag slechts met een zachte, droge doek of kwast worden gereinigd. U mag in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebruiken daar hierdoor de behuizing aangetast en de werking benadeeld kan worden. 12. Verhelpen van storingen U heeft met deze mini-versterker een product aangeschaft, dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Daarom wordt hieronder beschreven hoe eventuele storingen kunnen worden verholpen: Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht! Er is geen geluid hoorbaar: • Een apparaat in de afspeelketen is niet ingeschakeld. • Op de mini-versterker is de verkeerde ingang geselecteerd. • De volumeregelaar VOLUME (1) staat op de linker aanslag. Een kanaal werkt niet: • Er is een cinchkabel van het bronapparaat (b.v. bij de cassetterecorder) of de versterkeringang (11-13) los geraakt. • Bij de mini-versterker werd de balansregelaar (5) verdraaid. • Een luidsprekerkabel is uit de luidsprekerklemmen los geraakt. Er treedt vervorming op: • De ingang van de mini-versterker wordt met een te groot signaal aangestuurd. • Het volume is te hard ingesteld zodat het geluid van de luidsprekers vervormd raakt. • De regelaars BASS (6) of TREBLE (7) zijn te ver open gedraaid. De weergave vindt plaats zonder basgeluid: • Een luidspreker is verkeerdom aangesloten. • De regelaar BASS (6) op de mini-versterker staat op minimum. De weergave vindt plaats zonder hoge tonen: • De regelaar TREBLE (7) op de mini-versterker staat op minimum. Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. 52 13. Technische gegevens Bedrijfsspanning: .................................................. 230 V/50 Hz Vermogensopname:............................................... 60 W Ingangsgevoeligheid:............................................. 330 mV Luidsprekersimpedantie:........................................ 8-16 Ohm Uitgangsvermogen:................................................ 2 x 20 W RMS bij 8 Ohm Vervormingsfactor:................................................. <0,2 % Frequentiebereik:................................................... 20-25,000 Hz S/R-verhouding:..................................................... >78 dB(A) Klankregeling:........................................................ +/-6 dB (bass/treble) Afmetingen:........................................................... 170 x 65 x 200 mm Gewicht:................................................................. 2.4 kg 14. Afvalverwijdering Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil! Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor afvalverwerking inleveren. 53
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54

Renkforce SAP-702 Handleiding

Categorie
Soundbar luidsprekers
Type
Handleiding