59
Northstar Explorer W310 Installation and Operation Manual
2-1 In- en uitschakelen
Schakel het apparaat in en uit via de hulpschakelaar
aan boord. Het apparaat heeft geen eigen aan/uit
knop. Als de stroom uitgeschakeld wordt blijven al
uw instellingen bewaard.
Als het woord SIM flikkert bovenaan het scherm,
dan staat het apparaat op de simulatie-instelling
(zie sectie 2-4).
2-2 Standaard bediening
De toetsen
Het apparaat heeft vier toetsen, met de opdruk
en . In deze handleiding:
Betekent drukken, dat men voor minder dan
een seconde op een toets drukt.
Betekent 2 seconden ingedrukt houden
dat men de toets voor 2 seconden of langer
ingedrukt houdt.
Betekent druk een toets + een andere
toets dat men deze toetsen tegelijkertijd
indrukt.
Instellen van achtergrondverlichting voor
scherm en toetsen
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende
helderheidsniveaus ingesteld of uitgeschakeld
worden (de toetsenverlichting kan niet
uitgeschakeld worden). Druk eenmaal op om de
huidige lichtsterkte te zien en druk nomaals op
om de lichtsterkte te veranderen:
Verander het weergegeven item
Als een bepaalde waarde wordt weergegeven
als (— —) dan betekent dit dat deze waarde niet
beschikbaar is, bijv. dat de ware windwaarden
niet beschikbaar zijn omdat de W310 niet op een
snelheidsinstrument is aangesloten.
2 Bediening
Het bovenste deel van het scherm geeft de
windrichting weer en het onderste deel snelheid.
Druk eenmaal op om te kiezen uit:
Ware windrichting en -snelheid (alleen
beschikbaar als de W310 op een
snelheidsinstrument als de S310 of een
Northstar GPS is aangesloten).
Schijnbare windrichting en -snelheid.
Naar de wind koersen (zie sectie 5).
Druk een of meerdere keren op om de
snelheidwaarde in de onderste helft van het
scherm te veranderen (zie sectie 4):
Windsnelheid, schijnbaar en waar.
Maximale schijnbare windsnelheid.
VMG, het onderdeel van de vaarsnelheid
parallel aan de wind (alleen beschikbaar
als de W310 op een snelheidsinstrument is
aangesloten, bv. de S310 of een Northstar GPS).
2-3 Alarmen
De W310 kan zodanig worden ingesteld dat een
alarm klinkt wanneer de schijnbare windsnelheid
hoger is dan de alarmwaarde (zie sectie 4-3).
Wanneer het alarm en de interne pieper klinken,
begint het op het beeldscherm te flikkeren en
worden ook externe toeters en lichten in werking
gesteld.
Druk op om het alarm uit te schakelen. Het
alarm blijft uitgeschakeld totdat de windsnelheid
lager wordt dan de alarmwaarde. Het alarm zal
weer afgaan wanneer de windsnelheid weer hoger
wordt dan de alarmwaarde.
2-4 Simulatie-instelling
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid
om aan wal aan het apparaat te wennen. De
W310 werkt als hetzelfde in de simulatie-stand,
met uitzondering van de gegevens van het
masttop instrument. Deze worden genegeerd
en de informatie wordt door het apparaat
zelf aangemaakt. Het woord SIM flikkert in de
rechterbovenhoek van het scherm.
Om de Simulatie-instelling in of uit te schakelen:
Schakelt u de stroom uit.1.
Houdt u 2. ingedrukt terwijl u de stroom weer
inschakeld.
Achtergrond-
verlichting
niveau 2