NEDERLANDS
-- 4 8 --bt11d12h
De TIGAID 315 AC/DC heeft een ingebouwde slope--functie. Om deze te gebruiken
dient de stuurkabel tussen de eenheid en de stroombron aangesloten te zijn. Slope--
up betekent een langzame opvoering van de stroom tijdens de start en slope--down
of krateropvulfunctie is een langzaam wegvloeien van de stroom, van de lasstroom
terug naar de grondstroom van de machine.
Slope--up en slope--down zijn in te stellen met een draaiknop ( 3,5 ) tussen 0,3 en 10
s.
NB! Als de stuurkabel niet is aangesloten moeten deze draaiknoppen in de
minstand staan.
Inert gas
Als inert gas wordt doorgaans zuiver argon gebruikt. De TIGAID 315 AC/DC bezit
een gasautomaat die de gastoevoer tijdens het lassen regelt. Om het starten te ver-
gemakkelijken en de elektrode en de smelt tijdens het afkoelen te beschermen, zijn
er instelbare functies voor voor-- en nastroomtijd van het gas.
De voorstroomtijd is in te stellen tussen 0,1 en 5 s.
Het instellen gebeurt met een potentiometer (pregas) op de hoofdprintplaat. Bij de
leverantie is de potentiometer afgesteld in de minimale stand.
2--takt/4--takt
2--takt wordt verkregen met het contact ( 4 ) in de linker stand.
4--takt wordt verkregen met het contact ( 4 ) in de rechter stand.
In de praktijk betekent dit dat het brandercontact niet ingedrukt hoeft te worden ge-
houden tijden het lassen. Men drukt het contact in en laat het weer los, waarop de
lichtboog start; herhaalt men dit, dan dooft de lichtboog. Wenst men slope--down in
de 4--taktstand, dan moet de knop gedurende de gehele slope--downtijd ingedrukt
blijven. De stroom vloeit dan weg tot grondstroomniveau en blijft zo totdat de knop
wordt losgelaten. Dan dooft de lichtboog.
Easy start
Voor een contactvrije ontsteking is er een spanningspuls nodig.
Deze puls wordt verkregen met de schakelaar ( 12 ) in stand HF.
In stand 0 blijft de ontstekingspuls uit en wordt de ontsteking ver kregen door voor-
zichtig met de elektrode langs het werkstuk te schrapen.
TIG--lassen
Voor het lassen van lichte metalen (aluminium, magnesium enz.) wordt wisselstroom
van een transformator gebruikt. In o ver ige gevallen wordt er gelijkstroom gebruikt
van een lasgelijkrichter of van een convertor.
1. Open de reduceerklep.
2. Schakel de hoofdschakelaar in ( 1 ) lamp ( 2 ) gaat branden.
3. Start de stroombron.
4. Stel de gewenste stand in op de schakelaar ( 4 ) 2--takt of 4--takt.
5. Zet de schakelaar ( 6 ) in de stand links (T IG--lassen).
6. Kies de geschikte slope--tijden met de draaiknoppen ( 3 ) en ( 5 ) .
7. Kies de geschikte gasnastroomtijd met draaiknop ( 7 ).
8. Stel de lasstroom in met knop ( 8 ) . Controleer of de remote --uitgang van de
stroombron is aangesloten. Als de stuurkabel niet is aangesloten op de uitgang