Marantec CS 300 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedieningshandleiding CS 300 ME-besturing
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 1
2 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
1. Inhoudsopgave 3. Algemene veiligheidsinstructies
2. Verklaring van de symbolen
Originele bedieningshandleiding
Auteursrechtelk beschermd.
Reproductie, geheel of gedeeltelk, alleen met onze
toestemming.
Wzigingen, die de technische vooruitgang dienen, zn
voorbehouden.
Alle maataanduidingen in millimeters.
Weergaven zn niet op schaal getekend.
Garantie
De garantie op goede werking en veiligheid geldt alleen
wanneer de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwzing worden opgevolgd.
Voor persoonlk letsel en materiële schade voortvloeiende uit
het niet opvolgen van deze waarschuwingen en veiligheidsin-
structies aanvaardt de leverancier geen verantwoordelkheid.
Juist gebruik
De CS 300 ME-besturing is uitsluitend bestemd voor de be-
sturing van deurinstallaties met mechanische eindschakelaars.
Doelgroep
Alleen gekwaliceerde en gediplomeerde elektromonteurs
mogen de besturing aansluiten, programmeren en
onderhouden.
Gekwaliceerde en geschoolde elektromonteurs voldoen aan
de volgende eisen:
ze bezitten kennis van de algemene en speciale veiligheids-
en ongevallen preventievoorschriften,
ze bezitten kennis van de van toepassing znde
elektrotechnische voorschriften,
ze hebben een opleiding gehad in het gebruik en het
onderhoud van de juiste veiligheidsuitrusting,
ze zn in staat om gevaren in samenhang met elektriciteit
te onderkennen.
Instructies b montage en aansluiting
Voorafgaande aan werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet deze van de stroomvoor ziening worden
losgekoppeld. Tdens de werkzaamheden moet worden
gezorgd dat de stroomvoorziening ook voortdurend
onderbroken blft.
De plaatselke veiligheidsbepalingen moeten worden
opgevolgd.
Voedings- en besturingsleidingen moeten gescheiden
worden aangelegd.
Kans op letsel!
De veiligheidsinstructies altijd opvolgen!
Kans op materiële schade!
De veiligheidsinstructies altijd opvolgen!
Informatie
Bijzondere aanwijzingen
OD
Verwijzing naar andere informatiebronnen
1. Inhoudsopgave 2
2. Verklaring van de symbolen 2
3. Algemene veiligheidsinstructies 2
4. Productoverzicht 3
5. Ingebruikname 5
6. Programmering met de LED-module 10
7. Programmering met de LCD-monitor 12
8. Navigator (alleen LCD-monitor) 14
9. Functieoverzichten 16
10. Foutmelding en ophefng storing 23
11. Technische gegevens 24
12. EG-inbouwverklaring 25
13. Bijlage 26
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 3
Keuringsprincipes en voorschriften
B aansluiting, programmering en onderhoud moeten de
volgende voorschriften in acht worden genomen (zonder
aanspraak op volledigheid):
Bouwproductnormen
EN 13241-1 (Producten zonder vuur of
rookweerstandkarakteristieken)
EN 12445 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Beproevingsmethoden)
EN 12453 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Eisen)
EN 12978 (Veiligheidsvoorzieningen voor automatisch wer-
kende deuren en hekken - Eisen en beproevingsmethoden)
EMV
EN 50014-1 (Emissienorm huishoudelke apparaten)
EN 61000-3-2 (Limietwaarden voor de emissie van
harmonische stromen)
EN 61000-3-3 (Limietwaarden voor spanningswisselin-
gen, spanningsschommelingen en ikkering in openbare
laagspanningsnetten)
EN 61000-6-2 (Elektromagnetische compatibiliteit (EMV) -
Deel 6-2: Algemene normen - Immuniteit voor industriële
omgevingen)
EN 61000-6-3 (Elektromagnetische compatibiliteit (EMV) -
Deel 6-3: Algemene normen - Emissienormen voor huishou-
delke, handels- en lichtindustriële omgevingen)
Machinerichtlnen
EN 60204-1 (Veiligheid van machines - Elektrische
uitrusting van machines; deel 1: Algemene eisen)
EN 12100-1 (Veiligheid van machines - Basisbegrippen,
algemene ontwerpbeginselen -
Deel 1: Basisterminologie, methodologie)
Laagspanning
EN 60335-1 (Huishoudelke en soortgelke
elektrische toestellen - Veiligheid)
EN 60335-2-103 (Bzondere eisen voor poorten, deuren en
ramen)
Comité voor arbeidsplaatsen (ASTA)
ASR A1.7 (Technische regels voor arbeidsplaatsen / Duitse
richtln voor aangedreven ramen, deuren en poorten
4.1 Varianten
De volgende leveringsvarianten van de CS 300 ME- besturing
zn mogelk:
CS 300 ME-besturing met LCD-monitor.
CS 300 ME-besturing met LCD-monitor in behuizing.
CS 300 ME-besturing met LED-module voor het instellen
van de deurpositie OPEN en de deurpositie DICHT
(Er zn geen verdere instellingen mogelk).
CS 300 ME-besturing zonder LED-module en zonder LCD-
monitor (Module of monitor zn nodig voor de instellin-
gen).
Alle genoemde varianten kunnen worden voorzien van een
opsteekbare weekschakelklok en radio-ontvanger.
De volgende leveringsvarianten van de behuizing zn
mogelk:
Behuizing met 3-voudige toets CS
Behuizing met 3-voudige toets KDT
Behuizing met sleutelschakelaar AAN/UIT.
Behuizing met hoofdschakelaar.
Behuizing met noodstop.
De gebruiksaanwzing beschrft de aansluitmogelkheden en
programmering van de varianten:
CS 300 ME-besturing met LED-printplaat.
CS 300 ME-besturing met opgestoken LED-display-
printplaat.
4. Productoverzicht
4 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
4. Productoverzicht
4.2 Basisprintplaat CS 300 ME
(met opgestoken LCD-display-monitor)
H6
X13
Verklaring:
X1: Klemmenstrip
netaansluiting
X2: Klemmenstrip motor
X3: Klemmenstrip
commandoapparatuur
X4: Klemmenstrip
veiligheidselementen
X5: Klemmenstrip relais
X6: Aansluitstrip voor interne
AAN-UIT-schakelaar.
X7: Aansluitstrip voor interne
3-voudige schakelaar
X8: Opsteeksokkel voor
monitor (afgebeeld
zonder monitor)
X9: Aansluitstrip voor
radio-ontvanger
X10: Aansluitstrip voor
weekschakelklok
X11: Aansluitstrip voor mechanisch
eindstandsysteem
X12: Stekkeraansluiting voor
extern e radio-ontvanger
X13: Opsteeksokkel voor
3-voudige-toets CS
H4: Indicator toestand
veiligheidscontactlst
(SKS) – brandt b
functionerende SKS
H6: Statusindicatie stopketen –
brandt b gesloten stopketen
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 5
5. Ingebruikname
5.1 Algemeen
Waarschuwing!
Voor een onberispelke werking moet aan de
volgende voorwaarden zn voldaan:
- De deur is gemonteerd en klaar voor gebruik.
- De tandwielvertragingsmotor is gemonteerd
en klaar voor gebruik.
- De commando- en veiligheids apparaten zn
gemonteerd en klaar voor gebruik.
- De besturingsbehuizing met de CS 300 ME-
besturing is gemonteerd.
Informatie:
Volg de instructies van de betreffende fabri-
kanten op voor de montage van de deur, de
tandwielvertragingsmotor en de commando-
en veiligheids apparaten.
5.2 Aansluiting op het net
Gevaar!
Voor het onberispelk functioneren van de
besturing moet aan de volgende voorwaarden
zn voldaan:
- De netspanning moet overeenkomen met de
aanduiding op het typeplaatje.
- De netspanning moet met de spanning van
de aandrijving overeenstemmen.
- B draaistroom moet er een rechtsdraaiend
draaiveld zn.
- B een vaste aansluiting moet een meerpo-
lige hoofdschakelaar worden toegepast.
- B een draaistroomaansluiting mogen alleen
3-blokszekeringautomaten (10A) worden
toegepast.
Waarschuwing!
Voorafgaande aan het voor de eerste keer
inschakelen moet na voltooiing de bekabeling
worden gecontroleerd, of alle motoraanslui-
tingen aan besturings- en motorzde goed
vast zitten. Alle besturingsspanningsingangen
zn galvanisch gescheiden van de voeding.
6 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
Verklaring:
K1: Schakelaar DICHT
K2: Schakelaar OPEN
M1: Motor
T1: Transformator
X1: Klemmenstrip netaansluiting
X2: Klemmenstrip motor
Aansluiting:
Besturing op het elektriciteitsnet aansluiten.
Besturing op de motor aansluiten
Kabelgroepen moeten direct voor de desbetreffende klem
met een kabelbinder worden geborgd.
Informatie:
De technische gegevens zien pagina 24.
Gedetailleerd schakelschema en motor
(230 V / 3-fasig)
UVWB1B2
L1 L2 L3 N
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
230V/3Phase
X2
X1
T1
K2
K1
M
M1
Gedetailleerd schakelschema en motor
(230 V / 1-fasig)
AUF
ZU
N
B1 B2
N
L
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
230V/1 Phase
X2
X1
T1
K2
K1
M
M1
Gedetailleerd schakelschema en motor
(400 V / 3-fasig)
UVWB1B2
L1 L2 L3 N
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
400V/50Hz/
3/N/PE
X2
X1
T1
K2
K1
M
M1
5. Ingebruikname
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 7
5.3 Aansluitschema eindschakelaar
(klem X11 en X2)
Klemmenstrip X11
Klemmenstrip X2
1
Eindschakelaar OPEN
2
Eindschakelaar DICHT
3
Vooreindschakelaar OPEN
4
Vooreindschakelaar DICHT
5
Thermische beveiliging motor
6
Noodbediening (opener)
7
Veiligheidseindschakelaar DICHT
8
Veiligheidseindschakelaar OPEN
Aansluitingsvoorbeeld voor 6-aderige oplossing
Klemmenstrippen X11 en X2
5
6
7
8
U
V
W
B1
B2
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
1
2
3
4
5
6
7
8
5
6
7
8
1
2
3
4
U
V
W
B1
B2
8 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
Klemmenstrip X4
( voor veiligheidscontactlst van 8,2 kOhm)
- GEDEELTELK-
OPEN
2
- Veiligheidscontact-
lst
- Lichtrelais door-
gang
3
- 24V gelkstroom /
250 mA
4
Klemmenstrip X4
(voor pneumatische veiligheidscontactlst - DA:
- Een weerstand van 8,2 KOhm moet in serie
worden geschakeld
- Het invoerpunt SKS-TEST moet ingeschakeld worden)
- GEDEELTELK-
OPEN
2
- Veiligheidscon-
tactlst
- Lichtrelais door-
gang
3
- 24V gelkstroom /
250 mA
4
Klemmenstrip X4
(voor 3-draad fotocel)
- Fotocel 3-draad
5.4 Aansluitschema van commando- en
veiligheidsapparaten
Via de klemmen X3, X4 en X5 kunnen de aanwezige
commando- en veiligheidsapparaten worden aangesloten.
Klemmenstrip X3
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar impuls
1
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
- Noodstop, kabelschakelaar, loop-
deurcontact, intrek beveiliging
Klemmenstrip X4
(voor optisch-elektrische veiligheidscontactlst)
- GEDEELTELK-OPEN
2
- Veiligheidscontactlst
OPTISCH
- Lichtrelais
doorgang
3
- 24V gelkstroom /
250 mA
4
1
sequentiële sturing
2
schakelaar of programmeerschakelaar
3
werkt in neerwaartse richting
4
voor externe schakelapparaten
(Aansluiting op klemmen 1 en 2)
wt: wit
gr: groen
br: bruin
5. Ingebruikname
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
wt
gr
br
8k2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
24V
GND
8k2
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 9
Schakelaar OPEN / DICHT
- DICHT
- OPEN
Impulsschakelaar
(Sequentiële sturing)
- Schakelaar impuls
Aansluiting:
Aanwezige commando- en veiligheidsapparaten op de
besturing aansluiten.
Klemmenstrip X5
(potentiaalvrij schakelcontact)
- Relais 1
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
5.4 Aansluitvoorbeelden commando- en
veiligheidsapparaten (klem X3)
Schakelaar OPEN / STOP / DICHT
(6-aderige oplossing)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Schakelaar OPEN / STOP / DICHT
(4-aderige oplossing)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
1
2
3
4
5
6
7
8
10 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
6.1 Overzicht LED-module
Verklaring:
LED uit
LED brandt
LED knippert
6. Programmering met de LED-module
6.2 Standen van de LED-module
De besturing beschikt met de LED-module over twee standen:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
Informatie:
Via de LED‘s wordt aangegeven in welke stand de besturing zich bevindt.
- In de AUTOMATISCH-stand knippert er geen LED. De knoppen (+) en (–) hebben geen functie.
- In de AFSTELLING-stand knippert er ten minste één LED. De externe knoppen hebben geen functie.
U kunt tussen de standen wisselen door op de knop (P) te drukken.
Stand 1: AUTOMATISCH
In de AUTOMATISCH-stand is de deurinstallatie in gebruik.
LED-weergaven:
H1 H2 Toestand
De deur is geopend. De eindschakelaar OPEN is bereikt.
De deur is gesloten. De eindschakelaar DICHT is bereikt.
De deur staat in een tussenstand. Er is geen eindschakelaar bereikt.
De eindschakelaars OPEN en DICHT zijn onderbroken
(Onlogische toestand = Error eindstand).
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 11
Stand 2: AFSTELLING
In de AFSTELLING-stand worden de eindstanden OPEN/DICHT in dodemansbediening ingesteld.
LED-weergaven:
H1 H2 Toestand
De eindstand OPEN is in deze deurstand ingesteld.
De eindstand DICHT is in deze deurstand ingesteld.
De eindstanden DICHT en OPEN zijn in deze deurstand niet ingesteld.
6.3 Instellen van de eindstanden
Instellen in de eindstand OPEN
In de AFSTELLING-stand omschakelen door op knop (P) te drukken.
Deur in de gewenste eindstand OPEN bewegen door op knop (+) te drukken.
Mechanische eindschakelaar instellen.
Naar de bedrijfsmodus AUTOMATISCH gaan door de toets (P) in te drukken.
Instellen in de eindstand DICHT
In de AFSTELLING-stand omschakelen door op knop (P) te drukken.
Deur in de gewenste eindstand DICHT bewegen door op knop (-) te drukken.
Mechanische eindschakelaar instellen.
Naar de bedrijfsmodus AUTOMATISCH gaan door de toets (P) in te drukken.
Waarschuwing!
Door het passeren van de eindstand kan de deur beschadigd raken.
12 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
7.1 Overzicht LCD-monitor
7. Programmering met de LCD-monitor
A
B
C D E
F
G
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
Verklaring:
A: Stand / diagnose-info
B: Parameter / diagnose-info
C: Knop (+)
D: Knop (-)
E: Knop (P)
F: Waarde / status
G: Waarde / status
H: Jumper
H
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 13
7.2 Standen van de LCD-monitor
De besturing beschikt met de LED-module over vier standen:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
3. INVOER
4. DIAGNOSE
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de knoppen
(+), (-) en (P) geen functie.
De displayweergave functioneert nog wel.
Stand 1: AUTOMATISCH
In de stand AUTOMATISCH is de deurinstallatie in gebruik.
Display:
- Weergave van de uitgevoerde functie
- Weergave van de mogelijke fouten
Wordt in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend contact“
op MOD2 of MOD3 gezet, dan verandert de display-weergave
van AUTOMATISCH in HANDMATIG.
De knoppen (+) en (–) hebben geen functie.
Stand 2: AFSTELLING
In de stand AFSTELLING wordt in dodemansbediening naar
de eindstanden OPEN/DICHT bewogen en de mechanische
eindschakelaar ingesteld.
Display:
- Weergave van de gebruikstoestand
De externe knoppen hebben geen functie.
Stand 3: INVOER
In de INVOER-stand kunnen de waarden van
verschillende parameters worden gewijzigd.
Display:
- Weergave van de geselecteerde parameter
- Weergave van de ingestelde waarde / status
Stand 4: DIAGNOSE
In de DIAGNOSE-stand kunnen deurspecieke
controles worden uitgevoerd.
Display:
- Weergave van de controle
- Weergave van de controlestand
14 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
8. Navigator (alleen LCD-monitor)
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
>1 Sek.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie DEUR OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Dodemansgebruik
-
-> Positie DEUR DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Dodemansgebruik
P
>1 Sek.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
DEUTSCH :
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar stand
INVOER :
+
en
-
> 1 sec.
INVOER
DUUR : 60
P
>1 Sek.
INVOER
TIJD OPEN : 0
INVOER
WAARSCHW. V : 0
INVOER
OMKEER TIJD : 0,3
INVOER
M1-3 RUST : Mod1
INVOER
SNELDICHT : OFF
INVOER
RELAIS 1 : Mod6
INVOER
RELAIS 2 : Mod7
INVOER
RELAIS 3 : Mod1
INVOER
RELAIS 4 : Mod14
INVOER
DA-TEST : OFF
INVOER
VERTR.-OPEN : OFF
INVOER
ZELFSTOP. : MOD1
INVOER
ZO/WI : MOD1
INVOER
ACHTERUIT : MOD1
INVOER
FC-OPEN : MOD2
INVOER
FC DICHT : MOD1
INVOER
SKS VOOR : MOD1
DIAGNOSE
In het menu omhoog:
+
> 2 Sek
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Terug naar stand
AUTOMATISCH:
P
Alleen controle mogelijk
ES BOVEN : ON
ES BENEDEN : ON
OPEN-TOETS : OFF
GED. OPEN : OFF
DICHT-TOETS : OFF
SKS : ON
IMPULS : OFF
SCHAKELKLOK : OFF
FOTOCELBEW : ON
STOPKETEN : ON
V.ES.-OPEN : ON
V.ES-DICHT : ON
CYCLUS : 4
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 15
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
>1 Sek.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie DEUR OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Dodemansgebruik
-> Positie DEUR DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Dodemansgebruik
P
>1 Sek.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
DEUTSCH :
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar stand
INVOER :
+
en
-
> 1 sec.
INVOER
DUUR : 60
P
>1 Sek.
INVOER
TIJD OPEN : 0
INVOER
WAARSCHW. V : 0
INVOER
OMKEER TIJD : 0,3
INVOER
M1-3 RUST : Mod1
INVOER
SNELDICHT : OFF
INVOER
RELAIS 1 : Mod6
INVOER
RELAIS 2 : Mod7
INVOER
RELAIS 3 : Mod1
INVOER
RELAIS 4 : Mod14
INVOER
DA-TEST : OFF
INVOER
VERTR.-OPEN : OFF
INVOER
ZELFSTOP. : MOD1
INVOER
ZO/WI : MOD1
INVOER
ACHTERUIT : MOD1
INVOER
FC-OPEN : MOD2
INVOER
FC DICHT : MOD1
INVOER
SKS VOOR : MOD1
DIAGNOSE
In het menu omhoog:
+
> 2 Sek
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Terug naar stand
AUTOMATISCH:
P
Alleen controle mogelijk
ES BOVEN : ON
ES BENEDEN : ON
OPEN-TOETS : OFF
GED. OPEN : OFF
DICHT-TOETS : OFF
SKS : ON
IMPULS : OFF
SCHAKELKLOK : OFF
FOTOCELBEW : ON
STOPKETEN : ON
V.ES.-OPEN : ON
V.ES-DICHT : ON
CYCLUS : 4
16 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
9. Functieoverzichten
9.1 Stand AUTOMATISCH
Weergave Beschrijving
AUTOMATISCH
OPENEN
De deur beweegt naar de eindpositie OPEN
AUTOMATISCH
SLUITEN
De deur beweegt naar de eindpositie DICHT
AUTOMATIK
RUSTSTAND
De deur staat in een tussenstand
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
De deur staat in de eindpositie OPEN
AUTOMATISCH o
RUSTSTAND
De deur staat in de positie GEDEELTELIJK-OPEN („voor-eindpositie“ boven)
AUTOMATISCH rU
RUSTSTAND
De deur staat in de eindpositie DICHT
AUTOMATISCH u
RUSTSTAND
De deur staat in de positie GEDEELTELIJK-DICHT („voor-eindpositie“ beneden)
AUTOMATISCH r
RUSTSTAND
De deur staat in de achteruitschakelpositie
Informatie:
Indien in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend contact“op MOD2 of MOD3 gezet wordt, dan verandert de
displayweergave van AUTOMATISCH in HANDMATIG.
Weergave Beschrijving
HAND
HANDM. OPEN
De deur beweegt naar de eindpositie OPEN
HAND
HANDM. DICHT
De deur beweegt naar de eindpositie DICHT
HAND
RUSTSTAND
De deur staat in een tussenstand
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 17
9.2 Stand INVOER
Functie Beschrijving
Instellings-
mogelijkheden
Fabrieks-
instelling
DEUTSCH Selectie van de taal van het menu DEUTSCH
ENGLISH
FRANCAIS
ESPANOL
NEDERLANDS
POLSKI
CESKY
ITALIANO
DEUTSCH
DUUR Bewaking van de max. looptijd van een op- of neerwaartse beweging 1 – 250 seconden 60 seconden
TIJD OPEN Na het openen beweegt de deur na het verstrijken van de ingestelde waarde weer in
de richting DICHT
Tijd open > 0 = impulsfunctie alleen in richting OPEN
0 – 600 seconden 0 = automatisch
dichtgaan uit
WAARSCHW. V Het verkeerslicht begint te knipperen voordat de deur terugbeweegt.
De ingestelde voorafgaande waarschuwingstijd is alleen actief bij een openingstijd >
0 of bij gebruik van radio-impulsen
0 - 120 seconden 0 = Uit
OMKEER
TIJD
Duur van de stilstand bij elke richtingsverandering
0,1 - 2,0 seconden
(in 1/10 seconden)
0,3 seconden
M1-3 RUST MOD1: In ruststand UIT
MOD2: In ruststand AAN
MOD1
MOD2
MOD1
SNELDICHT ON: De openingstijd werd afgebroken nadat de fotocelbeveiliging werd
doorkruist (installatie sluit meteen).
Deze functie is ook bij opentijd = 0 actief.
OFF: De openingstijd verloopt normaal
ON
OFF
OFF
RELAIS 1
RELAIS 2
RELAIS 3
RELAIS 4
Aan alle 4 relais kan een relaismodus van 1 - 28 worden toegewezen.
MOD1: Rood verkeerslicht brandt tijdens deurbeweging en knippert als waar-
schuwing vooraf
MOD2: Rood verkeerslicht knippert tijdens deurbeweging en als waarschuwing
vooraf
MOD3: Rood verkeerslicht brandt tijdens deurbeweging en als waarschuwing
vooraf
Op deze 3 MOD werken de parameters M1–3 Rust
MOD4: Impulssignaal bij OPEN-bevel
MOD5: Storingsmelding
MOD6: Eindpositie OPEN
MOD7: Eindpositie DICHT
MOD8: Eindpositie OPEN genegeerd
MOD9: Eindpositie DICHT genegeerd
MOD10: Voor-eindpositie OPEN
MOD11: Voor-eindpositie DICHT
MOD12: Voor-eindpositie DICHT tot/met eindpositie DICHT
MOD13: Magneetslotfunctie
MOD14: Rem
MOD15: Rem genegeerd
MOD16: Rem blijft tijden open-tijd ON
MOD17: SKS geactiveerd
MOD18: (rood verkeerslicht 4)
Voorafgaande waarschuwing – knippert
Deurweging - Uit
MOD19: Voor-eindpositie OPEN tot/met eindpositie OPEN
MOD1 – MOD28
MOD1 – MOD28
MOD1 – MOD28
MOD1 – MOD28
MOD6
MOD7
MOD1
MOD14
18 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
Functie Beschrijving
Instellings-
mogelijkheden
Fabrieks-
instelling
MOD20: Activering overdrachtsysteem Opto
MOD21: Test van de intrekbeveiliging voor opening (extra module nodig)
MOD22: Test van de externe veiligheidsinrichtingen voor sluiting
(extra module nodig)
MOD23: (groen verkeerslicht)
Eindstand OPEN - brandt
Voorafgaande waarschuwing - UIT
Deurbeweging - UIT
MOD24: Condensatorschakeling voor 230V 1Ph aandrijvingen
MOD25: Tuinlichtfunctie 2 min. na open-bevel
MOD26: Activering overdrachtsysteem radio
MOD27: Impulssignaal na bereiken van de eindstand OPEN
MOD28: Relais UIT
DA-TEST ON: Drukastest is actief
OFF: Drukastest is niet actief
Het testen van de DA-schakelaar vindt plaats in de eindpositie DICHT. Daarbij moet
het DW-contact, wanneer de poort op de grond komt, kort ingedrukt worden.
ON
OFF
OFF
VERTR.-
OPEN
ON: Voorafgaande waarschuwing, ook voor het openen
OFF: Direct openen
ON
OFF
OFF
ZELFSTOP. MOD1: Automatisch bedrijf
MOD2: Handbediening voor OPEN + DICHT
MOD3: Handbediening voor DICHT
MOD1 - MOD3 MOD1
ZO/WI Aansluiting op klemmenlijst X4 (9 + 10)
MOD1: (SO/WI toets 1)
Wanneer de toets ingedrukt wordt, opent de poort tot in de tussenstand
deelOPEN.
Er vindt geen automatische sluiting plaats vanuit de stand deelOPEN.
MOD2: (SO/WI keuzeschakelaar 1)
Gesloten: alle OPEN-bevelen leiden tot de stand deelOPEN.
Open: alle OPEN-bevelen leiden naar de stand OPEN.
Er vindt een automatische sluiting vanuit beide stands plaats.
MOD3: (SO/WI keuzeschakelaar 2)
Gesloten: alle OPEN-bevelen leiden tot de stand deelOPEN.
Open: alle OPEN-bevelen leiden tot de stand OPEN.
Er vindt een automatische sluiting alleen vanuit de stand deelOPEN plaats.
MOD4: (SO/WI keuzeschakelaar 3)
Gesloten: alle OPEN-bevelen leiden tot de stand deelOPEN.
Open: alle OPEN-bevelen leiden tot de stand OPEN.
Er vindt een automatische sluiting alleen vanuit de stand OPEN plaats.
MOD5: (SO/WI toets 2)
Wanneer de toets ingedrukt wordt opent de poort tot in de tussenstand
deelOPEN. Er vindt een automatische sluiting plaats, ook vanuit de stand
deelOPEN.
MOD6: Automatische sluiting activering
Gesloten: geen automatische sluiting
Open: automatische sluiting is actief
MOD7: Externe ingang klok
De poort opent zodra het contact zich sluit en blijft in de stand OPEN tot
het contact zich opent. Daarna vindt een automatische sluiting plaats.
Deze functie kann door middel van de DICHT-toets afgebroken worden.
De poort rijdt DICHT.
MOD8: Keuzeschakelaar: Openhouden/alarm
Gesloten: De deur beweegt naar de positie deel-OPEN en blijf
daar staan zolang het contact gesloten is.
Open: Normale functie
MOD1 - MOD10 MOD1
9. Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 19
Functie Beschrijving
Instellings-
mogelijkheden
Fabrieks-
instelling
MOD9: Duur DICHT-signaal 1
Gesloten: Deur gaat dicht met actieve DICHT-veiligheidsvoorzieningen
en blijft in de positie Dicht tot het contact zich opent.
OPEN-commando’s worden genegeerd. Reageert tijdens het
sluiten de veiligheidscontactlijst 3x, dan blijft de deur in de
positie OPEN.
Open: Normale deurfunctie
MOD10: Duur DICHT-signaal 2
Als MOD9, nu blijft de deur echter na 3x veiligheidscontactlijst en een
vrijmakingsbeweging van 750 ms in de betreffende positie staan.
ACHTERUIT MOD1: Er vindt geen omkering plaats wanneer de vooreindschakelaar DICHT
wordt geactiveerd.
MOD2: Er vindt omkering plaats wanneer de vooreindschakelaar DICHT wordt
geactiveerd.
MOD1
MOD2
MOD1
FC-DICHT MOD1: Stop bij activering
MOD2: Stop en omkering bij activering
MOD 1
MOD 2
MOD 2
FC OPEN MOD1: De fotocel is niet actief
MOD2: Bij activering van de fotocel tussen eindstand DICHT en vooreindschakelaar
DICHT stopt de poort. Het rode verkeerslicht brandt. De vooreindscha-
kelaar DICHT wordt automatisch op eindstand DICHT + 600 gelegd.
MOD 1
MOD 2
MOD 1
SKS VOOR MOD1: Geen functie
MOD2: Voorlopende fotocel(MFZ)
MOD 1
MOD 2
MOD 1
Uitleg bij de relaismodi:
A. Functies van het verkeerslicht
MOD Benaming Eindstand DICHT Eindstand OPEN
Waarschuwing
vooraf
Werking van de
poort
MOD 1 Rood verkeerslicht 1 AAN / UIT * UIT Knippert Brandt
MOD 2 Rood verkeerslicht 2 AAN / UIT * UIT Knippert Knippert
MOD 3 Rood verkeerslicht 3 AAN / UIT * UIT Brandt Brandt
MOD 18 Rood verkeerslicht 4 UIT UIT Knippert UIT
MOD 23 Groen verkeerslicht UIT Brandt UIT UIT
* afhankelijk van parameter MOD1-3 RUST
B. Standmeldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 6 Eindstand OPEN Het relais sluit het contact wanneer de poort zich in de stand eindstand OPEN bevindt.
20 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 7 Eindstand DICHT Het relais sluit het contact wanneer de poort zich in de stand eindstand DICHT
bevindt.
MOD 8 Niet eindstand OPEN Het relais sluit het contact wanneer de poort zich niet in de stand eindstand OPEN
bevindt.
MOD 9 Niet eindstand DICHT Het relais sluit het contact wanneer de poort zich niet in de stand eindstand DICHT
bevindt.
MOD 10 Voor-eindstand OPEN / DEEL OPEN Het relais sluit het contact wanneer de poort zich in de stand vooreindstand OPEN /
deel OPEN bevindt.
MOD 11 Voor-eindstand DICHT Het relais sluit het contact wanneer de poort zich in de stand vooreindstand DICHT
bevindt.
MOD 12 Voor-eindstand DICHT tot eindstand DICHT Het relais sluit het contact wanneer de poort zich tussen eindstand DICHT en
vooreindstand DICHT bevindt.
MOD 19 Voor-eindstand OPEN tot eindstand OPEN Het relais sluit het contact wanneer de poort zich tussen eindstand OPEN en
vooreindstand OPEN / deel OPEN bevindt.
C. Impulssignalen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 4 Impuls bij OPEN-bevel Het relais sluit het contact gedurende 1 seconde wanneer de poort een OPEN-bevel
krijgt. Met deze impuls kan bijvoorbeeld een lichtaansturing gerealiseerd worden.
MOD 27 Impuls na bereiken van de eindstand OPEN Het relais sluit het contact gedurende 2 seconden, wanneer de poort de stand
eindstand OPEN bereikt.
Met deze impuls kan bijvoorbeeld een volgende slagboom geopend worden.
D. Remfuncties
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 14 Rem Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd, om een
snellere remfunctie te realiseren. Het contact wordt gesloten en zo wordt de rem
verlucht zodra de poort zich beweegt (ruststroomrem).
MOD 15 Rem genegeerd Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd, om een
snellere remfunctie te realiseren. Het contact wordt geopend en zo wordt de rem
verlucht zodra de poort zich beweegt (werkstroomrem).
MOD 16 Rem blijft in opentijd ON Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd, om een
snellere remfunctie te realiseren. Het contact wordt gesloten en zo wordt de rem
verlucht zodra de poort zich beweegt (ruststroomrem). Om in de bovenste eindstand
een zachtere stilstand van de poort te bereiken wordt het schakelcontact in de stand
eindstand OPEN (OPENTIJD) niet geschakeld.
9. Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 21
E. Storingsmeldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 5 Storingsmelding Het relais sluit het contact wanneer er een stopbevel of een fout is. Alle fouten van
hoofdstuk 10 leiden tot de activering van het relais.
MOD 17 SKS geactiveerd Het relais opent het contact wanneer de veiligheidscontactlijst wordt ingedrukt.
Een fout van de veiligheidscontactlijst of een mislukte test wordt weergegeven via
MOD5.
F. Functies voor het externe toebehoor
MOD Benaming Opmerkingen
MOD 13 Magneetslotfunctie In de eindstand DICHT is het relais geopend. Indien een OPEN-bevel gegeven wordt,
sluit het relais en blijft zolang gesloten tot de eindstand DICHT opnieuw bereikt
wordt. Wordt een vertragingstijd voor het openen van het magneetslot benodigd
dan moet deze tijd via de parameters VERTR.OPEN en voorafgaande waarschuwing
verwezenlijkt worden.
MOD 20 Activering overdrachtsysteem Opto Voor elk AF-bevel wordt het overdrachtsysteem Opto geactiveerd en blijft voor de
duur van de sluiting actief.
Door de activering gebeurt een met ca. 0,5 seconde vertraagde daling.
MOD 21 Test van de intrekbeveiliging Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindstand DICHT bereikt wordt, en
verwacht als reactie op het testsignaal een activering van de stopketen.
MOD 22 Test van de externe veiligheidsinrichtingen Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindstand OPEN en verwacht als
reactie op het testsignaal een activering van de schakellijstingang.
MOD 24 Condensatorschakeling Bij elk rijdbevel wordt het relais ongeveer 1 seconde lang gesloten. Met behulp
van dit relais wordt een voor wisselstroomtoepassingen benodigde bijkomende
startcondensator bijgeschakeld, om een zekere aanloop van de motor te garanderen.
MOD 25 Tuinlichtfunctie Bij elk OP-bevel wordt het relais 2 minuten lang gesloten en kan zo gebruikt worden
voor de aansturing van een verlichting.
MOD 26 Activering overdrachtsysteem RADIO Voor elk AF-bevel wordt het overdrachtsysteem radio met een impuls geactiveerd.
De duur van de activering moet op het overdrachtsysteem ingesteld worden.
Door deze activering vindt een daling met een vertraging van ca. 0,5 seconde.
MOD 28 Relais UIT Het relais is altijd geopend.
22 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
9. Functieoverzichten
9.3 Stand DIAGNOSE
Weergave Betekenis Toestand
ES BOVEN Eindpositie OPEN OFF: Ingeschakeld
ON: Niet ingeschakeld
ES BENEDEN Eindpositie DICHT OFF: Ingeschakeld
ON: Niet ingeschakeld
OPEN-TOETS Knop OPEN ON: Ingeschakeld
OFF: Niet ingeschakeld
GED. OPEN Knop GEDEELTELIJK-OPEN
(X4 / 9 + 10)
ON: Ingeschakeld
OFF: Niet ingeschakeld
DICHT-TOETS Knop DICHT ON: Ingeschakeld
OFF: Niet ingeschakeld
SKS Veiligheidscontactlijst ON: Systeem is gesloten
OFF: Systeem is onderbroken (storing)
IMPULS Impuls-knop ON: Ingeschakeld
OFF: Niet ingeschakeld
SCHAKELKLOK Weekschakelklok ON: Ingeschakeld
OFF: Niet ingeschakeld
FOTOCELBEW Lichtrelais ON: Gesloten
OFF: Onderbroken (storing)
STOPKETEN - Stopknop van de besturing
- Stopsysteem van de aandrijving
ON: Gesloten
OFF: Onderbroken (storing)
V.ES.-OPEN Vooreindschakelaar OPEN OFF: Ingeschakeld
ON: Niet ingeschakeld
V.ES-DICHT Vooreindschakelaar DICHT OFF: Ingeschakeld
ON: Niet ingeschakeld
CYCLUS Teller deurcycli Weergave van het aantal deurcycli
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 23
10. Foutmelding en ophefng storing
Storings- / foutmelding Oorzaak Ophefng
Installatie reageert niet - Geen spanning aanwezig - Netspanning naar aandrijving en besturing
controleren
Deur beweegt bij het indrukken van de knop
OPEN naar de eindpositie DICHT Deur beweegt
bij het indrukken van de knop DICHT naar de
eindpositie OPEN
- Draaiveld is verkeerd ingesteld - Draaiveld controleren en eventueel draaiveld
naar rechts activeren
STOP - De stopketen is onderbroken.
X3 1,2:
Noodstop. kabelschakelaar, loopdeurcontact,
intrekbeveiliging
X6 1,2:
Interne Aan-Uit schakelaar
X11 4,8:
Veiligheidscircuit aandrijving
X2 B1/B2:
Brug
X3 3,4:
externe stoptoets
X7 1,2:
interne stoptoets
- Stopketen controleren en sluiten
ERROR EINDPOS. - De eindschakelaars OPEN en DICHT zijn beide
geopend, terwijl er tem minste één eindscha-
kelaar gesloten moet zijn
- Aansluiting X11 controleren
- Aansluiting van de eindschakelaar controleren
- Instelling van de eindschakelaar controleren
ERROR LOOPTIJD - De geprogrammeerde bewegingsduur is
overschreden
- Baan van de deur testen
- Bewegingsduur opnieuw
programmeren
ERROR SKS - Veiligheidscontactlijst vertoont storingen - Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel
controleren
- Veiligheidscontactlijst is ingeschakeld - Obstakel uit de baan van de deur verwijderen
ERROR SKS-TEST - De DA-schakelaar wordt in de eindpositie
DICHT niet geactiveerd
- DA-schakelaar, spiraalkabel en Pro l
controleren
- Instelling van de eindpositie DICHT
controleren
Na het opheffen van de storingsoorzaak moet één keer de spanning van de besturing worden gehaald!
24 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
Afmetingen 215 x 275 x 190 mm
Behuizing:
Montage: verticaal op de muur; minimale hoogte 1.100 mm
Voeding via 400 V, 50 / 60 Hz; opnamevermogen
L1, L2, L3, N, PE: max. 2200 W - 3,2 A; inschakelduur 60% bij een duur
van max. 120 s
Zekering: 10 A K-karakteristiek
Eigen verbruik Max. 250 mA
van de besturing:
Stuurspanning: 24 V DC, max. 250 mA; beveiligd met een zelfte-
rugschakelende zekering voor externe sensoren; alle
besturingsspanningsingangen zijn ten opzichte van de
voeding galvanisch gescheiden
Besturingsingangen: 24 V DC, alle ingangen kunnen potentiaalvrij worden
aangesloten; min. signaalduur voor ingangsbesturings-
commando >100 ms
Besturingsuitgangen: 24 V DC, max. 250 mA
Veiligheidsketen / Alle ingangen potentiaalvrij aansluiten;
Noodstop: bij onderbreking van de veiligheidsketting kan de
aandrijving niet meer worden bewogen, ook niet in de
dodemansstand
Ingang van de Voor elektrische veiligheidslijsten met 8,2 kW,
veiligheidslijst: afsluitweerstand en voor dynamische optische
systemen.
Relaisuitgangen: Worden relaisuitgangen met inductieve belastingen
geschakeld (bijv. verdere relais of remmen), dan moe-
ten deze met de betreffende ontstoringsmaatregelen
(vrijloopdiode, varistoren, weerstandcondensator) wor-
den uitgerust. Werkcontact potentiaalvrij; min. 10 mA;
max. 230 V AC / 4A. Eenmaal voor vermogensscha-
keling gebruikte contacten kunnen geen zwakstroom
meer schakelen.
Temperatuurbereik: Gebruik: -10 °C …+45 °C
Opslag: -25 °C …+70 °C
Luchtvochtigheid: tot 80% niet condenserend
Vibraties: Starre montage, bijv. op een gemetselde muur
Isolatieklasse: IP 65
Gewicht: ca. 1,8 kg
11. Technische gegevens
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 25
12. EG-inbouwverklaring
Hierb verklaren w dat de hieronder aangegeven product:
CS300 ME-deurbesturing
aan de basiseisen van de machinerichtln (2006/42/EG)
voldoet:
De onvolledige machine voldoet verder aan alle bepalingen
van de EG-richtln van bouwproducten (89/106/EWG), de
EG-richtln elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG)
en de EG-richtln laagspanning (2006/95/EG).
De volgende normen worden toegepast:
EN 60204-1
Veiligheid van machines, elektrische uitrusting van machines;
Deel 1: Algemene eisen
EN 12100-1
Veiligheid van machines - Veiligheid van machines -
Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen - Deel 1:
Basisterminologie, methodologie
DIN EN 12453
Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren - Eisen
DIN EN 12604
Poorten – Mechanische aspecten – Eisen
EN 61000-6-2
Elektromagnetische veiligheid (EMV) - Deel 6-2:
Algemene normen - Immuniteit voor industriële omgevingen
EN 61000-6-3
Elektromagnetische veiligheid (EMV) - Deel 6-3:
Algmene normen - Emissienormen voor huishoudelke,
handels- en lichtindustriële omgevingen
EN 60335-1
Huishoudelke en soortgelke elektrische toestellen -
Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen
EN 60335-2-103
Huishoudelke en soortgelke elektrische toestellen -
Veiligheid - Deel 2-103: Bzondere eisen voor poorten,
deuren en ramen
Fabrikant en documentbeheer
De relevante technische documentatie is in overeenstemming
met blage VII, deel B, van de EG-machinerichtln 2006/42/
EG opgesteld. W zetten ons in om deze op verzoek binnen
een redelke termn in elektronische vorm in te dienen b de
autoriteiten voor markttoezicht.
De onvolledige machine mag pas in bedrf worden genomen
als is vastgesteld dat de machine, waarin de onvolledige
machine wordt ingebouwd, voldoet aan de bepalingen van de
machinerichtln (2006/42/EG).
Plaats, datum
Handtekening fabrikant
Functie van de ondertekenaar
26 – Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5
13. Bijlage
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N
L3
L2
L1
X5
X4
X3
X2
X11
X7
X6
X12
PE
PE
PE
X1
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X8
X9
H4
X13
H6
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
T1
K2
K1
400V/50Hz/3/N/PE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
X10
X11
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X9
X8
1
2
3
4
5
6
7
8
0V
Sig
+ 12 V
8,2 KOhm
8,2 KOhm
Overzicht van de aansluitingen
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N
L3
L2
L1
X5
X4
X3
X2
X11
X7
X6
X12
PE
PE
PE
X1
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X8
X9
H4
X13
H6
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
T1
K2
K1
400V/50Hz/3/N/PE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
X10
X11
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X9
X8
1
2
3
4
5
6
7
8
0V
Sig
+ 12 V
8,2 KOhm
8,2 KOhm
Klemmenstrip X5
(potentiaalvrij schakelcontact)
- Relais 1
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
NL
Deurbesturing CS 300 ME / Rev.B 5.5 – 27
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N
L3
L2
L1
X5
X4
X3
X2
X11
X7
X6
X12
PE
PE
PE
X1
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X8
X9
H4
X13
H6
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
T1
K2
K1
400V/50Hz/3/N/PE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
+
-
X10
X11
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X9
X8
1
2
3
4
5
6
7
8
0V
Sig
+ 12 V
8,2 KOhm
8,2 KOhm
Klemmenstrip X3
(belegging)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar impuls
1
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
- Noodstop,
kabelschakelaar,
loopdeurcontact,
intrekbeveiliging
Klemmenstrip X4
(voor optisch-elektrische veiligheidscontactlijst)
- GEDEELTELIJK-OPEN
2
- Veiligheidscontactlijst
OPTISCH
- Lichtrelais doorgang
3
- 24V gelijkstroom /
250 mA
4
Klemmenstrip X4
(voor veiligheidscontactlijst van 8,2 kOhm)
- GEDEELTELIJK-OPEN
2
- Veiligheidscontactlijst
- Lichtrelais doorgang
3
- 24V gelijkstroom /
250 mA
4
1
sequentiële sturing
2
schakelaar of programmeerschakelaar
3
werkt in neerwaartse richting
4
voor externe schakelapparaten
(Aansluiting op klemmen 1 en 2)
5
- Een weerstand van 8,2 KOhm moet
in serie worden geschakeld
- Het invoerpunt SKS-TEST moet
ingeschakeld worden
wt: wit
gr: groen
br: bruin
Klemmenstrip X4
(voor pneumatische veiligheidscontactlijst - DA)
5
- GEDEELTELIJK-OPEN
2
- Veiligheidscontactlijst
- Lichtrelais doorgang
3
- 24V gelijkstroom /
250 mA
4
Schakelaar OPEN / STOP / DICHT
(6-aderige oplossing)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Schakelaar OPEN / STOP / DICHT
(4-aderige oplossing)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Impulsschakelaar
(Sequentiële sturing)
- Schakelaar impuls
Schakelaar OPEN / DICHT
- DICHT
- OPEN
Dekseltoets CS
- Schakelaar STOP
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar DICHT
Dekseltoets KDT
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Interne AAN/UIT-schakelaar
Externe radio
- Schakelaar impuls
- Schakelaar OPEN
- GND
- 24 V DC
#1700008785
#145403
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Marantec CS 300 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor