248 Verklarende woordenlijst
PCI Express — Een wijziging op de PCI-interface die de gegevensoverdrachtspecificatie
verhoogt tussen de processor en de apparaten die erop zijn aangesloten. PCI Express
kan gegevens overbrengen met snelheden van 250 MB/sec tot 4 GB/sec. Als de PCI
Express-chipset en het apparaat met verschillende snelheden kunnen werken, werken
ze met de lagere snelheid.
PC-kaart — Een verwijderbare I/O-kaart die voldoet aan de PCMCIA-standaard.
Modems en netwerkadapters zijn veelvoorkomende PC-kaarten.
PCMCIA — Personal Computer Memory Card International Association (internationale
vereniging voor geheugenkaarten van pc's) — De organisatie die standaarden voor
PC-kaarten vaststelt.
piekbeveiligers — Voorkomen spanningspieken, die bijvoorbeeld kunnen optreden
tijdens een elektrische storm die de computer ingaan via het stopcontact.
Piekbeveiligers beschermen niet tegen bliksem of onderspanningen, die optreden
wanneer de spanning tot meer dan 20 procent onder het normale voltageniveau van
de wisselstroomlijn komt.
Netwerkverbindingen kunnen niet door piekbeveiligers worden beschermd. Ontkoppel
de netwerkkabel tijdens elektrische stormen altijd van de netwerkconnector.
PIO — programmed input/output (geprogrammeerde invoer/uitvoer) — Een methode
voor het overbrengen van gegevens tussen twee apparaten via de processor als deel van
het gegevenspad.
pixel — Een enkele punt op een beeldscherm. Pixels worden gerangschikt in rijen en
kolommen om een afbeelding te vormen. Een videoresolutie, zoals 800 x 600, geeft het
aantal pixels aan dat horizontaal en verticaal staat.
Plug en Play — De mogelijkheid van de computer om apparaten automatisch te
configureren. Plug en Play zorgt voor automatische installatie, configuratie en
compatibiliteit met bestaande hardware als de BIOS, het besturingssysteem en alle
apparaten Plug en Play-compatibel zijn.
POST — power-on self-test (serie testen bij inschakelen computer) — Diagnostische
programma's die automatisch door de BIOS worden geladen en basistesten uitvoeren op
de belangrijkste computeronderdelen, zoals het geheugen, vaste schijven en videospelers.
Als er tijdens POST geen problemen worden opgespoord, gaat de computer verder met
opstarten.
processor — Een computerchip die programma-instructies vertaalt en uitvoert. De
processor wordt ook wel de CVE (centrale verwerkingseenheid) genoemd.
PS/2 — personal system/2 — Een connectortype voor het aansluiten van een toetsenbord,
muis of toetsenblok die compatibel zijn met PS/2.
PXE — pre-boot execution environment (uitvoeringsomgeving voorafgaan aan het
opstarten) — Een WfM-standaard (Wired for Management) waarmee computers die
zijn aangesloten op een netwerk en geen besturingssysteem hebben, extern geconfigureerd
en opgestart kunnen worden.