Documenttranscriptie
1.
VEILIGHEIDSAANWIJZIGINGEN
2.
HOE TE HANDELEN BIJ EEN NOODSITUATIE OF EEN SCHOORSTEENBRAND
3.
EERSTE INGEBRUIKNAME
3.1 Werkzaamheden voor en tijdens de eerste opstart
4.
NORMAAL GEBRUIK VAN DE KACHEL
4.1 Instellingen kamertemperatuur
4.2 De geleverde warme wijzigen
4.3 Programmeren
4.3.1 Bedrijfsmenu
4.3.2 De kachel starten
4.4 Alarmsignalen
4.5 Afstandsbediening
5.
4.5.1 Toetsenbord
DE PELLETTRECHTER VULLEN MET PELLETS
5.1 De brandstof
5.2 Vullen van de pellettrechter
6.
ONDERHOUD
6.1 Door de (eind-)gebruiker uit te voeren onderhoud
6.2 De buitenkant van de kachel schoonmaken
6.3 De ruit schoonmaken
6.4 De branderpot met aslade reinigen
6.5 Reinigen van de warmtewisselaar
6.6 De vuurhaard reinigen
6.7 De dichting van de vuurdeur controleren
6.8 De pellettrechter en worm reinigen
6.9 Reinigen van de pellet toevoerbuis.
6.10 Door een geautoriseerd technicus uit te voeren onderhoud
7.
TECHNISCHE SERVICE EN ORIGINELE ONDERDELEN
8.
PROBLEMEN OPLOSSEN
8.1 Resetten van een storing
8.2 Storingslijst
9.
TECHNISCHE GEGEVENS
10.
GARANTIEBEPALINGEN
G
1
104
Alle afbeeldingen waarnaar in deze handleiding verwezen wordt,
bevinden zich achterin de handleiding
1. VEILIGHEIDSAANWIJZIGINGEN:
G
LET OP! Alle afbeeldingen in deze
handleiding en op de verpakking
zijn alleen bedoeld als toelichting en
indicatie en kunnen enigszins afwijken
van het apparaat dat u heeft gekocht.
Alleen de werkelijke vorm is belangrijk.
Het niet opvolgen van de in deze
handleiding gegeven eisen zou kunnen
leiden tot gevaarlijke situaties en leidt
ertoe dat de garantie vervalt.
Installeer dit apparaat alleen als het voldoet
aan de plaatselijke/landelijke wetgeving,
verordeningen en normen. Deze kachel is
bedoeld voor het verwarmen van ruimten
in woningen en is alleen geschikt voor
gebruik binnenshuis in woonkamers, keukens
en garages op droge plaatsen in normale
huishoudelijke situaties. Installeer de kachel
niet in slaap- of badkamers.
De correcte installatie van deze kachel is
uiterst belangrijk voor het juist functioneren
van het product en voor uw persoonlijke
veiligheid. Daarom gelden de volgende
aanwijzingen:
• Deze kachel moet worden geïnstalleerd
door een door Qlima geautoriseerde
verwarmings- of installatiemonteur,
anders is de garantie niet van kracht.
Als de in deze handleiding verstrekte
gebruiksaanwijzingen afwijken van de
plaatselijke en/of regionale wetgeving,
1
105
moet de strengste voorwaarde
worden toegepast. De fabrikant en
distributeur wijzen uitdrukkelijk alle
verantwoordelijkheid van de hand in
geval de installatie niet voldoet aan de
lokale wet- en regelgeving en/of in geval
van onjuiste beluchting en ventilatie en/
of een foutief gebruik.
• De kachel mag alleen worden geïnstalleerd
in een vertrek waarvan de locatie, de
bouwconstructie en het gebruik het veilige
gebruik van de kachel niet belemmeren.
Neem bij problemen met uw kachel of als u
deze handleiding moeilijk kunt lezen of niet
(helemaal) begrijpt altijd direct contact op
met uw dealer of installateur.
• Voor het verbranden van pellets is zuurstof,
en dus lucht, vereist.
Z org ervoor dat de leiding voor de
verbrandingslucht te allen tijde verse
lucht van buiten aan kan zuigen.
1
106
• Dek luchtinlaten en -uitlaten nooit af en
controleer regelmatig of de luchtinlaat
vrij is van vervuiling.
• Vervoer de kachel met de juiste
apparatuur. Als niet de juiste apparatuur
wordt gebruikt, kan dit leiden tot
persoonlijk letsel en/of schade aan de
kachel.
• Plaats geen brandbare voorwerpen en/
of materialen binnen 200 mm van de
zijkanten en 200 mm van de achterzijde
van de kachel of binnen 800 mm van de
voorkant van de kachel.
• De kachel is ontworpen voor vrijstaande
installatie en is niet geschikt voor inbouw.
Houd een vrije afstand van 200 mm
tussen de muren en de zij-/achterkanten
van de kachel aan.
• Tijdens gebruik kan de kachel aan de
buitenkant erg heet worden. Laat NOOIT
kinderen zonder toezicht bij de kachel
achter. Houd toezicht op kinderen om te
voorkomen dat ze met de kachel spelen.
• Deze kachel is niet bestemd voor gebruik
door personen (waaronder begrepen
kinderen) met beperkte fysieke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens,
of met onvoldoende ervaring en
kennis, tenzij zij onder toezicht staan
van of aanwijzingen met betrekking
tot het gebruik van het apparaat
hebben gekregen van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat de hierboven genoemde personen
ook nooit zonder toezicht bij de
verpakking. Er bestaat verstikkingsgevaar
door het verpakkingsmateriaal.
• Tijdens gebruik kan de kachel aan de
buitenkant erg heet worden. Gebruik
geschikte, hittebestendige persoonlijke
beschermingen zoals hittebestendige
handschoenen bij het bedienen van de
kachel.
• Gebruik tijdens het installeren en bij het
onderhoud van de kachel altijd de nodige
persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals
veiligheidsbril, handschoenen enz.
• Wees voorzichtig wanneer u de
kacheltrechter (bij)vult met pellets
1
107
1
108
wanneer de kachel (nog) heet is. Zorg
ervoor dat de zak met pellets geen vuur
kan vatten.
• Pas op met brandbare kleding; deze kan
in brand vliegen als u te dicht bij het vuur
in de kachel komt.
• Werk niet met brandbare oplosmiddelen
in dezelfde ruimte waar de kachel brandt.
Voorkom risico’s; verwijder brandbare
oplosmiddelen en andere brandbare
materialen uit het vertrek.
• De kachel is zwaar; laat de sterkte van
de vloer door een geautoriseerd expert
controleren.
• Gebruik enkel droge houten pellets van
een goede kwaliteit zonder resten van
lijm, hars of additieven. Diameter 6 mm.
maximum lengte 30 mm.
• Gebruik geen andere brandstof dan
de vermelde houten pellets. Andere
brandstoffen zoals bijvoorbeeld - houten
werkafval met lijm en/of solventen, afvalhout in het algemeen, - karton,
- vloeibare brandstof, - alcohol,
-petroleum, - benzine, -afvalmateriaal of
vuilnis, enz. zijn verboden.
• Slecht, nat, geïmpregneerd of geverfde
brandstof leidt tot de vorming van
condens en/of roet in de schoorsteen of
in de kachel. Dit leidt tot verminderde
prestaties en mogelijk gevaarlijke
situaties.
• Laat de schoorsteen regelmatig
schoonmaken en vegen volgens de
lokale wet- en regelgeving en/of zoals
voorgeschreven door uw verzekering. Bij
ontbreken van lokale wet- en regelgeving
•
en/of een voorschrift van de verzekering:
laat tenminste tweemaal per jaar (de
eerste keer aan het begin van het
stookseizoen) uw totale kachelsysteem
-inclusief schoorsteen- door een
geautoriseerd specialist nakijken en
onderhouden. Bij intensief gebruik
van de kachel moet het hele systeem,
inclusief schoorsteen, vaker worden
schoongemaakt.
Gebruik de kachel niet als barbecue.
Sluit slechts één kachel aan per
rookkanaal. Het aansluiten van meerdere
kachels op hetzelfde rookkanaal kan
leiden tot gevaarlijke situaties.
Voor deze kachel is ook een elektrische
voeding nodig. Lees de onderstaande
waarschuwingen en opmerkingen goed door:
• Gebruik geen beschadigde voedingskabel.
• Een beschadigde stroomkabel mag alleen
worden vervangen door de leverancier
of door een bevoegde persoon of een
bevoegd servicepunt.
• Klem de kabel niet vast en buig hem niet.
• Zorg ervoor dat de voedingskabel geen
hete delen van de kachel raakt.
• Sluit het apparaat NOOIT met behulp
van een verlengkabel aan. Als er geen
geschikt, geaard stopcontact beschikbaar
is, dient u er een te laten installeren door
een erkende elektricien.
• Controleer de netspanning. Dit apparaat
is uitsluitend geschikt voor geaarde
stopcontacten - Aansluitspanning 230 Volt/
~50 Hz.
1
109
Het apparaat MOET altijd een geaarde
aansluiting hebben. Als de voeding niet
geaard is, mag u het apparaat absoluut
NIET aansluiten.
• De stekker moet altijd gemakkelijk
bereikbaar zijn als het apparaat is
aangesloten.
• Plaats het apparaat niet direct onder een
wandcontactdoos.
Controleer alvorens het apparaat aan te
sluiten of:
• De aansluitspanning overeenkomt met de
waarde op het typeplaatje.
• Het stopcontact en de voeding geschikt
zijn voor het apparaat.
• De stekker aan de kabel in het
stopcontact past.
G
1
110
Laat de elektrische installatie door een
erkende expert controleren als u niet
zeker weet of alles in orde is.
• Dek luchtinlaten en -uitlaten nooit af.
• Steek geen voorwerpen in de openingen
van het apparaat.
• Laat het apparaat nooit in contact
komen met water. Sproei nooit water
over het apparaat en dompel het niet in
water onder, anders kan er kortsluiting
ontstaan.
• Trek de stekker altijd uit het stopcontact
voordat u het apparaat gaat
schoonmaken of voordat u het apparaat
of een onderdeel van het apparaat gaat
vervangen.
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact
alvorens onderhoud te plegen aan de
kachel.
• Trek de stekker altijd uit het stopcontact
als het apparaat niet in gebruik is.
• Wijzigingen aanbrengen aan het
apparaat is niet toegestaan. Hierdoor
kunnen levensgevaarlijke situaties
ontstaan. Tevens vervalt hierdoor de
garantie.
• Berg de installatie- en de
gebruikshandleiding goed op.
• Handel in noodgevallen altijd volgens de
aanwijzingen van de brandweer.
2. HOE TE HANDELEN BIJ EEN NOODSITUATIE OF EEN
SCHOORSTEENBRAND
1.
Schakel de kachel direct uit door de stekker uit het stopcontact te nemen.
2. Doof het vuur in de kachel met een CO2 blusser, zand, soda of zout om
rookvorming in de ruimte te minimaliseren. Gebruik nooit water om de
brand te blussen.
3. In geval van een schoorsteenbrand: Sluit de smoorklep (raadpleeg de
plaatselijke / nationale regels, voorschriften, verordeningen en normen of
een smoorklep is toegestaan) of dicht de schoorsteen met een natte doek.
LET OP: de schoorsteen kan zeer heet zijn. Draag bij het afdichten altijd
hittebestendige handschoenen.
4.
Waarschuw direct de brandweer.
5. Ventileer de ruimte door het openen van alle ramen en deuren in verband
met mogelijke vorming van koolmonoxide.
3. EERSTE INGEBRUIKNAME
De eerste ingebruikname moet worden uitgevoerd door een erkend Qlima service
technicus. De kachel moet bij de eerste ingebruikname worden ingeregeld zodat
een juiste lucht/brandstof-verhouding op elk van de vijf verbrandingsniveaus
wordt verkregen. De juiste verhouding is sterk afhankelijk van het gemonteerde
rookkanaal en kan enkel ingeregeld worden na het installeren van de kachel.
Een verkeerde lucht/brandstof-verhouding kan ernstige schade aan de kachel
veroorzaken. Tevens zal het brandstofverbruik toenemen.
1
111
G
3.1
G
1.
Wijzig nooit zelf de service-parameters in het servicemenu. Dit kan
ernstige schade aan de kachel veroorzaken, waardoor de garantie komt
te vervallen. Het inregelen van de kachel mag uitsluitend door een
Qlima erkend service technicus uitgevoerd worden.
WERKZAAMHEDEN VOOR EN TIJDENS DE EERSTE OPSTART
Na nieuwbouw of een verbouwing: laat het gebouw goed drogen
alvorens de kachel de eerste keer te gebruiken. Het is bekend dat
muren, plafonds en/of vloeren veel tijd nodig hebben om helemaal te
drogen. Roet, asdeeltjes etc. kunnen zich gemakkelijk aan niet helemaal
gedroogde muren hechten.
Controleer of de kachel is geïnstalleerd conform de installatiehandleiding.
2. Verwijder alle elementen, zoals handleiding, kachelgereedschap etc. van en
uit de kachel voordat deze in gebruik genomen wordt.
3. Vul de pellettrechter met pellets. Zie hoofdstuk 5 “De pellettrechter vullen
met pellets” van deze gebruikshandleiding voor uitleg met betrekking tot
de te gebruiken pellets en hoe de pellettrechter gevuld moet worden.
4. Steek de stekker in een geaard stopcontact en schakel de stroomschakelaar
in. Deze bevindt zich aan de achterzijde van de kachel.
Controleer hoofdstuk 9 “Elektrische aansluiting” van de installatiehandleiding voordat het apparaat elektrisch aangesloten wordt.
5. Lees hoofdstuk 4 “Normaal gebruik van de kachel” door voor meer
informatie over de bediening van de afstandsbediening (indien
meegeleverd) en het verloop van de opstartprocedure.
6. Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte. De kachel is gemaakt van
hoogwaardig staal met een beschermende coating. Tijdens de eerste
stookbeurten hardt de coating verder en zet het staal zich. Dit proces
kost de nodige tijd. Tijdens de eerste werking is het normaal dat er zich
een onaangename geur en rook vormt afkomstig van de verflaag van de
kachel.
7. Laat de kachel nooit draaien als de branddeur open is. Houd de deur
altijd gesloten tijdens de werking van de kachel en zorg ervoor dat de
deurvergrendeling goed gesloten is.
8.
Start de kachel op en selecteer verbrandingsniveau 1.
Om blijvende schade aan de kachel te voorkomen, moet dit instoken
geleidelijk en op een laag vuur gebeuren. Houd dit vuur laag gedurende
de eerste vier tot vijf uur; daarna kan het stookvermogen geleidelijk
verhoogd worden. Laat de kachel tenminste nog drie tot vier uur constant
branden.
1
112
9. Controleer dat er geen rookgassen afkomstig van het verbrandingsproces
in de ruimte komen. Schakel de kachel onmiddellijk uit indien dit wel het
geval is en herstel de lekkage.
10. Controleer of de ruimteventilator in bedrijf komt door te voelen of er
lucht uit het uitblaasrooster komt aan de voorzijde van de kachel. Deze
ventilator start pas op als de kachel voldoende warm is (na circa 15-20
minuten nadat de kachel brandt). Indien de ruimteventilator niet gaat
draaien, schakel de kachel uit om schade aan de kachel te voorkomen.
Herstel het probleem voordat de kachel opnieuw opgestart wordt.
Deze kachel is voorzien van een ventilator die de lucht in het vertrek laat
circuleren. Wanneer de ventilator ingeschakeld wordt, wordt lucht langs
de inwendige hete oppervlakken van de kachel gevoerd, opgewarmd en
als warme lucht weer aan het vertrek afgegeven. Laat de kachel nooit
branden als de ruimteventilator niet draait.
11. Controleer of de kachel op elk van de vijf verbrandingsstanden de juiste
lucht/brandstof-verhouding heeft door het vlambeeld op elk van de vijf
verbrandingsstanden te controleren. Zie hiervoor afbeelding 1. Regel
de lucht/brandstof-verhouding indien nodig bij. Inregelen van de lucht/
brandstof-verhouding mag alleen worden uitgevoerd door een Qlima
service technicus.
12. Controleer de schoorsteentrek met een verschildrukmeter. Regel - indien
geïnstalleerd - de smoorklep van de schoorsteen in.
Na het inregelen van de smoorklep mag de stand van de smoorklep
alleen gewijzigd worden bij calamiteiten, zoals bijvoorbeeld een
schoorsteenbrand.
13. Controleer of op elk van de vijf verbrandingsstanden de
rookgastemperatuur onder de 220ºC blijft. Indien de rookgastemperatuur
op één van de vijf verbrandingsstanden hoger wordt dan 220ºC, moet de
kachel op de desbetreffende stand opnieuw worden ingeregeld door het
verlagen van de pellettoevoer in combinatie met de omtreksnelheid van
de rookgasventilator en / of het verhogen van de omtreksnelheid van de
ruimteventilator.
Het laten uitvoeren van een inbedrijfstelling van de kachel door een door
Qlima erkend technicus heeft de volgende voordelen:
• Er zal minder roetvorming optreden, waardoor de schoorsteen en de
kachel minder snel vervuilen.
• De kachel zal minder brandstof verbruiken.
• Het rendement van de kachel zal optimaal zijn.
• Onderdelen in de kachel zullen minder zwaar belast worden, waardoor
de kachel een langere levensduur zal hebben.
• Het aantal service- en onderhoudsuren aan de kachel zal afnemen.
14. Na het inregelen is de kachel gereed voor gebruik.
1
113
4. NORMAAL GEBRUIK VAN DE KACHEL
Druk op P7 (MENU) om het menu te openen.
Het menu bestaat uit verschillende opties en submenu’s waarmee u de
instellingen en het tijdschema voor programmeren kunt openen. Druk gedurende
twee seconden op P7 om de verschillende opties in het menu weer te geven en
scrol door de lijst om de gewenste optie te selecteren door middel van P1 en P2.
Bevestig uw keuze door op P3 te drukken.
●
Menu 01 VENTILATOR INSTELLEN
●
Menu 02 KLOK INSTELLEN
●
Menu 03 TIMER INSTELLEN
●
Menu 04 TAAL INSTELLEN
●
Menu 05 STAND-BY
●
Menu 06 ZOEMER
●
Menu 07 INITIËLE LADING
●
Menu 08 STATUS VAN DE KACHEL
●
Menu 09 TECHNISCHE INSTELLINGEN
Menu 02 - Klok instellen
Stel de huidige datum en tijd in. Het circuit is uitgerust met een lithiumbatterij die
ervoor zorgt dat de interne klok meer dan 3/5 jaar kan werken.
Gebruik in het menu KLOK INSTELLEN de toetsen P1 en P2 om naar de gewenste
datum en tijd te scrollen en druk op P3 om te bevestigen.
Menu 03 - Timer instellen
Submenu 03 - 01 - Timer activeren
Hiermee kunt u alle timerfuncties van de thermostaat in- of uitschakelen.
Submenu 03 - 02 - Dagprogramma
Hiermee kunt u alle timerfuncties voor het dagprogramma van de thermostaat
in- of uitschakelen.
Het is mogelijk om twee werkingsbereiken in te stellen die gelimiteerd zijn door
de ingestelde tijden overeenkomstig de volgende tabel. OFF betekent dat de klok
1
114
het commando moet negeren:
Submenu 03 - 03 - Weekprogramma
Hiermee kun u alle timerfuncties voor het weekprogramma van de thermostaat
in- of uitschakelen.
Het weekprogramma bestaat uit 4 onafhankelijke programma’s en het
uiteindelijke resultaat is een combinatie van de 4 individuele programma’s.
Het weekprogramma kan in- of uitgeschakeld worden. Bovendien zal de klok,
door OFF te selecteren in het veld voor de tijd, het overeenstemmend commando
negeren.
Waarschuwing: Programmeer zorgvuldig, vermijd overlappen van de in- of
uitschakeluren op dezelfde dag in verschillende programma’.
1
115
Submenu 03 - 04 - Weekendprogramma
Hiermee kunt u de timerfuncties van de thermostaat voor het weekend instellen
(dagen 5 en 6 staan voor zaterdag en zondag).
TIP: Activeer, om verwarring en ongewenst aan/uitschakelen te voorkomen,
slechts één programma per keer als u niet precies weet wat u wil.
Schakel het dagprogramma uit als u het weekprogramma wil gebruiken. Laat
het weekendprogramma altijd uitgeschakeld als u het weekprogramma wil
gebruiken met programma’s 1, 2, 3 en 4.
Schakel het weekendprogramma alleen is na het uitschakelen van het
weekprogramma.
Menu 04 - Taal instellen
Hiermee kunt u een taal uit de beschikbare talen selecteren.
Menu 05 - Stand-bymodus
Activeer de modus “STAND-BY” om de kachel uit te zetten als de kamertemperatuur
hoger wordt dan de INGESTELDE waarde voor een langere periode dan gedefinieerd
door Pr44.
Na het uitschakelen van de kachel door bovenstaande optie, kan deze alleen
opnieuw aan gezet worden als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
TINGESTELD <(Tkamer - Pr43)
Menu 06 - Zoemermodus
“OFF” selecteren zal het geluidsalarm uitschakelen.
Menu 07 - Initiële lading
Hierdoor kan de kachel zelf pellets laden gedurende een periode gelijk aan 110
als de kachel uit staat en “koud” is. Zet aan door op P1 te drukken en onderbreek
door op P3 te drukken.
1
116
Menu 08 - Status van de kachel
Hierdoor kunnen de parameters van de pelletlader overeenkomstig het
ingestelde vermogen afgelezen worden en, het belangrijkste, de limieten voor de
rookgastemperatuur.
4.1 INSTELLINGEN KAMERTEMPERATUUR
Druk om de kamertemperatuur te wijzigen eenvoudigweg op P4 om het
instelmenu voor de temperatuur te openen. Druk vervolgens op P1 of P2 om de
insteltemperatuur te verhogen of te verlagen. Op het scherm wordt de huidige
status van de INGESTELDE temperatuur weergegeven. U kunt het menu afsluiten
door op P3 te drukken. zie afbeelding
4.2 DE GELEVERDE WARMTE WIJZIGEN
Door het drukken op de gepaste toets (P5) en door middel van P1 en P2 om te
verhogen/verlagen, wordt het vermogen van de kachel samen met alle relevante
parameters automatisch gewijzigd. Op het scherm wordt het vermogensniveau
weergegeven. Als de thermometer op een bepaald moment een overschrijding
van de temperatuur die ingesteld is op het scherm waarneemt, zal de
regeleenheid het vermogen automatisch verlagen naar het minimum (niveau 1).
1
117
4.3 PROGRAMMEREN
4.3.1 BEDRIJFSMENU
Deze functie wordt gebruikt om de bedrijfsmodus van de kachel te kiezen.
●
HANDLEIDING Ononderbroken werking van de kachel Het commando om
de kachel aan/uit te zetten wordt handmatig gegeven door op de toets
AAN/UIT te drukken.
●
AUTOMATISCH De kachel schakelt automatisch aan en uit overeenkomstig
het weekprogramma (zie timermenu).
Bevestig door op de toets ENTER te drukken, of annuleer de instelling door
middel van de functietoets. Na het selecteren van de gewenste optie zal de
kachel terugkeren naar het hoofdmenu.
De bedrijfsstatus kan ook van automatisch naar handmatig gewijzigd worden
door op de toets te drukken. Het volgende bericht zal dan op het scherm
weergegeven worden: en daarna het dagprogramma.
4.3.2 EEN DROGE KACHEL STARTEN
Het volgende deel beschrijft de normale functies van de regelaar die gewoonlijk
geïnstalleerd wordt in een droge kachel met verwijzing naar de functies die
beschikbaar zijn voor de gebruiker. De aanwijzingen hieronder verwijzen
naar een regelaar die uitgerust is met een timeroptie voor de thermostaat.
De onderliggende paragrafen leggen echter de nadruk op technische
programmeermethoden.
Voor het aanzetten van de kachel moet het scherm eruit zien als afbeelding.
Om de kachel aan te zetten
De kachel wordt handmatig aangezet door gedurende enkele seconden op P3
(AAN/UIT) te drukken. Hetzelfde proces moet toegepast worden om de kachel
uit te zetten. Een volledige cyclus bestaat gewoonlijk uit vijf kenmerkende fases
(ontsteking, vlamstabilisatie, normaal bedrijf, economisch en uitschakelen) die
afwisselen afhankelijk van de temperatuur of rookgastemperatuur en bepaalde
andere parameters.
1
118
Ontstekingsfase
De kachel wordt aangezet door gedurende enkele seconden op P3 (AAN/
UIT) te drukken. Deze procedure begint bij het ontsteken van de bougie (een
verwarmingsspiraal) en het ononderbroken laden van pellets door middel van de
pelletlader. Op het scherm zullen achtereenvolgens de woorden “AANZETTEN”,
“PELLET LADEN” en “WACHTEN OP VLAM” weergegeven worden. Na ongeveer
45” zal de aandrijfmotor stoppen en de rookafzuigventilator (met een
vooraf ingestelde snelheid) aanschakelen. Zodra de pellet ontstoken is en de
rookgastemperatuur 50°C bereikt, zal het verwarmingselement uitschakelen
en start de fase van de vlamstabilisatie. De ontstekingsfase is voltooid bij het
bereiken van 65°C, maar om veiligheidsredenen is de maximumtijd voor de
verwarmingsspiraal 15’. Als de pellets niet ontstoken zijn voor het verstrijken
van deze tijd zal het alarm “ONTSTEKEN MISLUKT” op het scherm weergegeven
worden.
Vlamstabilisatiefase
In deze fase laadt de lader de pellets tegen een vooraf ingestelde snelheid. Als
de rookgastemperatuur hoger wordt dan 50°C, schakelt de kachel over naar de
vlamstabilisatiefase. In de vlamstabilisatiefase begint de rookgasafzuigventilator
te draaien aan de vooraf ingestelde snelheid en wordt gecontroleerd of de
temperatuur stabiel blijft gedurende een bepaalde tijd. Daarna schakelt de
kachel over naar de modus “BEDRIJF”.
Bedrijfsfase
Het circuit is voorzien voor het gebruik van een externe thermostaat. Er bestaan
verschillende bedrijfsmodi voor de kachel afhankelijk van de instellingen van de
externe thermostaat, de kamerthermostaat en de gemeten kamertemperatuur:
T amb: Kamertemperatuur gemeten door de sensor
T setAmb: Kamertemperatuur ingesteld door de externe thermostaat
T setTerm: Kamertemperatuur ingesteld in INGESTELDE KAMERTEMPERATUUR
Met de externe thermostaat uitgeschakeld (Tamb > TsetTerm): Het woord
“ton” wordt weergegeven op het scherm en de kachel werkt op het ingestelde
vermogen tot de thermostaat geactiveerd wordt.
Met de externe thermostaat ingeschakeld (Tamb > TsetTerm): De kachel werkt op
het ingestelde vermogen tot de temperatuur TsetTerm (Tamb <TsetTerm) bereikt
wordt. De kachel zal nu overschakelen op de economy-fase.
1
119
De modulatiefase vindt plaats als de kamertemperatuur de waarde die ingesteld
werd in “INSTELTEMPERATUUR” bereikt. Tijdens deze fase gaan de pelletlader
en zowel de rookgasafzuigventilator en de warmtewisselingsventilator naar
hun minimumsnelheid en zal het bericht “BEDRIJFSMODUS” op het scherm
weergegeven worden.
Uitschakelfase
De kachel wordt uitgeschakeld door gedurende enkele seconden
op P3 (AAN/UIT) te drukken. De motor van de pelletlader stopt, de
rookgasafzuigventilator draait aan de ingestelde snelheid en op het scherm
worden de woorden “FINALE REINIGING” weergegeven. Als de temperatuur
van de rookgassen lager worden dan de minimale bedrijfslimiet zal ook de
warmtewisselingsventilator uitschakelen. Daarna zal uiteindelijk na 10 minuten
ook de rookgasafzuigventilator automatisch stoppen.
De kachel opnieuw ontsteken
Het is onmogelijk om de kachel opnieuw te starten tot de rookgastemperatuur
lager is dan de waarde van Pr13 en de veiligheidstijd van Pr38 verstreken is.
1
120
4.4 ALARMSIGNALEN
Als er een afwijking van de normale werking voorkomt, is het circuit uitgerust
met een regelsysteem dat de gebruiker op de hoogte zal brengen en, op het
scherm, zal aangeven waar de fout zich voordeed.
Elk alarm zal de kachel onmiddellijk laten uitschakelen
De alarmstatus wordt bereikt na de tijd van Pr11 en kan gereset worden door op
P4 te drukken. Zet de kachel uit, controleer de alarmcode, elimineer de oorzaak
en zet de kachel terug aan. Neem contact op met de installateur als het alarm
nog steeds aanwezig is.
Alarm van de rookgastemperatuursensor
Komt voor bij een defecte of losgekoppelde rookgassensor. Bij dit alarm wordt de
uitschakelprocedure voor de kachel toegepast.
Hoge temperatuuralarm
Komt voor als de rookgassensor een temperatuur hoger dan 220°C detecteert. Op
het scherm wordt het bericht weergegeven zoals getoond worden op afbeelding.
1
121
Alarm voor een mislukte ontsteking
Komt voor als de ontstekingsfase niet voltooid kon worden.
Uitschakelalarm tijdens de bedrijfsfase
Als tijdens bedrijf de vlam dooft en de rookgastemperatuur lager wordt dan
de minimum bedrijfslimiet (parameter Pr13) wordt het alarm geactiveerd zoals
getoond in afbeelding 30.
Alarm van de veiligheidsdrukregeling van de pelletlader
Als de drukschakelaar (drukregelaar) een druk detecteert die lager is dan de
uitschakeldrempel zal deze ingrijpen en de pelletlader uitschakelen (welke in serie
gevoed wordt) en tegelijkertijd, via klemmenblok AL2 in CN4, toelaten dat de
regelaar deze verandering van status accepteert. Het bericht “Alarm Dep Fail” zal
weergegeven worden en het systeem zal uitschakelen.
Algemeen thermostaatalarm
Als de algemene veiligheidsthermostaat een temperatuur detecteert die lager is
dan de uitschakeldrempel zal deze ingrijpen en de pelletlader uitschakelen (welke
in serie gevoed wordt) en tegelijkertijd, via klemmenblok AL1 in CN4, toelaten dat
de regelaar deze verandering van status accepteert. Het bericht ALARM SIC FAIL
zal weergegeven worden en het systeem zal uitschakelen.
Alarm voor defecte rookgasafzuigventilator
Bij een defect van de rookgasafzuigventilator zal de kachel uitschakelen en het
bericht ALARM FAN FAIL weergegeven worden. De uitschakelprocedure wordt dan
onmiddellijk geactiveerd.
1
122
4.5 AFSTANDSBEDIENING
De afstandsbediening kan zowel gebruikt worden om de bedrijfsparameters aan
te passen als voor normaal gebruik.
Daarbovenop kan de afstandsbediening ook gebruikt worden als
kamerthermostaat met timer en bewaard worden in de meegeleverde
wandhouder.
De Afbeelding beschrijft de betekenis van de
statusindicatoren op het scherm.
Als een van de symbolen worden
weergegeven op het scherm in het
“status” gebied, is dit een teken dat de
overeenkomstige toepassing geactiveerd is,
volgens de lijst aan de rechterkant.
1
123
4.5.1 TOETSENBORD
Hieronder vindt u een afbeelding van de afstandsbediening met een beschrijving
van de toetsen en de belangrijkste functies.
Display
Kamertemperatuursensor
Verhogen
AAN/UIT
Verlagen
De kamertemperatuur instellen
via het scrol-menu
Toegangsmenu
Scrol-menu
vermogensinstelling
Brandstoftoevoer selecteren
5. DE PELLETTRECHTER VULLEN MET PELLETS
5.1 DE BRANDSTOF
Gebruik geen andere brandstof dan de vermelde houten pellets. Andere
brandstoffen zoals bijvoorbeeld - houten werkafval met lijm en/of
solventen, - afvalhout in het algemeen, - karton, - vloeibare brandstof,
- alcohol, -petroleum, - benzine, -afvalmateriaal of vuilnis, enz. zijn
verboden.
Er zijn in de markt pellets verkrijgbaar in verschillende kwaliteiten en met
verschillende eigenschappen. Pellets van een slechte kwaliteit hebben een
negatieve invloed op de efficiëntie van de verbranding, vervuilen de kachel en
kunnen in het uiterste geval leiden tot gevaarlijke situaties.
Het gebruik van verkeerde pellets (slechte kwaliteit of andere diameter
dan genoemd) kan schade toebrengen aan uw kachel. Schade veroorzaakt
door verkeerde pellets valt niet onder de garantie.
Gebruik enkel houten pellets van een goede kwaliteit met een diameter van 6
mm en een maximum lengte van 30 mm. Er zijn verschillende soorten van houten
pellets met verschillende eigenschappen en kwaliteit verkrijgbaar op de markt.
Pellets van een goede kwaliteit kunnen als volgt herkend worden:
- diameter 6 mm.
- maximum lengte 30 mm.
- houten pellets overeenkomstig 6mm DIN+ / Ö-norm+ / EN+ of gelijkwaardig.
1
124
- goed samengedrukt, geen resten van lijm, hars of additieven.
- oppervlak glanst en is glad
- uniform in lengte en laag stofgehalte
- restwatergehalte: < 10%
- asgehalte: < 0,5%
- pellets van goede kwaliteit zinken wanneer ze in water gegooid worden
In het algemeen kan slechte brandstof voor deze kachel als volgt herkend worden:
- andere diameter dan de vereiste 6 mm en/of een verscheidenheid aan diameters
- verschillende variabele lengtes, hoger percentage van korte pellets
- het oppervlak vertoont verticale en/of horizontale barsten
- hoog stofgehalte
- oppervlak glanst niet
- drijft in water
Slechte brandstof gebruiken zal mogelijk leiden tot:
- slechte verbranding
- frequentie blokkering van de verbrandingskamer
- verhoogd pelletverbruik
- lage warmteafgifte en lage efficiëntie
- vuil op het glas
- meer assen en onverbrande korrels.
- hogere onderhoudskosten
G
G
Zelfs wanneer goede gestandaardiseerde pellets gebruikt worden, is
het normaal dat er verschillen optreden in de verbrandingssnelheid,
asproductie en de opbouw van gruis. Indien er pellets worden gebruikt,
anders dan tijdens de inbedrijfstelling moet de kachel opnieuw worden
ingeregeld door een Qlima erkend service technicus.
Bewaar en vervoer de pellets in absoluut droge omstandigheden.
Houten pellets kunnen aanzienlijk uitzetten wanneer ze in contact
komen met water.
Neem contact op met de Qlima-verkoper of de goedgekeurde Qlima-installateur
voor meer informatie over pellets.
5.2 VULLEN VAN DE PELLETTRECHTER
Open het deksel van de pellettrechter aan de bovenzijde van de kachel en vul de
trechter voorzicht voor 3/4 met pellets. Zorg ervoor dat er geen pellets in de kachel
vallen. Sluit vervolgens het deksel.
Raak nooit roterende onderdelen binnenin de pellettrechter aan. Om het
risico te vermijden dat u roterende onderdelen binnenin de pellettrechter
aanraakt, is het best de kachel altijd volledig uit te schakelen door de
stekker uit het stopcontact te halen.
1
125
Als de trechter tijdens de werking toch bijgevuld zou moeten worden,
zorg er dan voor dat de pellets en/of de pelletzak niet in contact komt
met hete delen van de kachel omdat dit kan leiden tot gevaarlijke
situaties. Zorg ervoor dat u nooit roterende onderdelen binnenin de
pellettrechter aanraakt.
6. ONDERHOUD
Door de warmte, de as en het residu die ontstaan door de verbranding van de
brandstof is regelmatig schoonmaken en onderhoud door zowel de eindgebruiker als
een geautoriseerd technicus nodig. Periodiek de kachel zorgvuldig schoonmaken is
belangrijk voor de veiligheid en voor een efficiënte werking en verhoogt tegelijkertijd
de levensduur van de kachel. Gebruik geen staalwol, waterstofchloride of andere
bijtende, agressieve of krassende producten voor het schoonmaken van de binnen- of
buitenkant van de kachel. In het bijzonder na langere periodes van stilstand, moet de
kachel en het schoorsteensysteem gecontroleerd worden op blokkeringen.
6.1 DOOR DE (EIND-)GEBRUIKER UIT TE VOEREN ONDERHOUD
11.
Buig
knik
de kabel niet.
Voerenpas
onderhoud
aan de kachel uit nadat u hebt gecontroleerd of de
kachel van binnen en van buiten helemaal is afgekoeld!
Trek voorafgaand aan onderhoud altijd de stekker van de kachel uit het
stopcontact.
Taak
Frequentie*
De buitenkant van de kachel Elke twee weken
schoonmaken
Het reinigen van de ruit
Voor iedere opstart. Ook bij opstart in geval
van timerfunctie
De branderpot reinigen
Voor iedere opstart. Ook bij opstart in geval
van timerfunctie
De aslade schoonmaken
Wanneer de lade vol is en voor elke opstart.
Ook bij opstart in geval van timerfunctie
Reinigen van de warmtewisselaar
Dagelijks
De vuurhaard reinigen
Elke 2 weken
De afdichting van de vuurdeur Tweemaal per jaar, de eerste keer aan het
controleren
begin van het seizoen en / of als er 2500 kg
aan pellets verstookt zijn
1
126
De
pellettrechter
wormaandrijving reinigen
en Een keer per maand en / of als er 2500 kg
aan pellets verstookt zijn
Het
reinigen
pellettoevoerbuis
de Een keer per week
van
6.2 DE BUITENKANT VAN DE KACHEL SCHOONMAKEN
Maak het oppervlak van de kachel met (heet) water en zeep schoon. Gebruik
geen schurende of op oplosmiddelen gebaseerde schoonmaakproducten, anders
kan de afwerklaag van het oppervlak beschadigd raken.
6.3 DE RUIT SCHOONMAKEN
De ruit van de kacheldeur moet voor iedere opstart gereinigd worden
om inbranden van roet en asdeeltjes te voorkomen.
Het glas is hittebestendig, maar kan door snelle temperatuurveranderingen
barsten. Laat daarom de ruit volledig afkoelen voordat deze wordt gereinigd.
Gebruik gewone glasreinigingsspray en schoonmaaktissues.
Reinig de glazen ruit uitsluitend als de kachel helemaal is afgekoeld!
6.4 DE BRANDERPOT MET ASLADE REINIGEN
De kachelpot met aslade moet voor elke opstart gereinigd worden.
1. Haal de kachelpot en de aslade uit de verbrandingskamer. Zie afbeelding 16
& 17.
2.
Reinig de aslade.
3. Reinig de branderpot en het rooster ervan met een borstel of stofzuiger. Als
de gaten van het rooster verstopt zitten, gebruik dan een puntig instrument
om de gaten vrij te maken (zie afbeelding 18).
4. Reinig de ruimte onder de branderpot en de ruimte onder de aslade met
een stofzuiger.
G
Open gaten en een proper rooster van de verbrandingskamer zijn
uiterst belangrijk voor een goede verbranding van de pellets.
5. Plaats de branderpot en de aslade terug in de kachel. Zorg ervoor dat de
branderpot op de juiste manier wordt teruggeplaatst. Zorg dat de grote
opening bij de ontstekingsstaaf geplaatst wordt (zoals aangegeven in
afbeelding 19 en 20). Indien de branderpot verkeerd wordt teruggeplaatst,
zal de kachel niet ontsteken.
6.5 REINIGEN VAN DE WARMTEWISSELAAR
De warmtewisselaar moet dagelijks gereinigd worden met behulp van een schraper.
Zorg ervoor dat de kachel uitgeschakeld is en de kacheldeur gesloten is. Beweeg de
hendel van de schraper, welke gemonteerd is in het uitblaasrooster (zie afbeelding
21) naar voren en vervolgens weer naar achteren. Herhaal deze handeling 5 à 6
keer totdat de schraper zonder weerstand heen en weer te bewegen is.
1
127
6.6 DE VUURHAARD REINIGEN
Reinig eerst de warmtewisselaar (zie hoofdstuk 6.5 reinigen van de warmtewisselaar).
1.
Verwijder de branderpot met aslade. Zie hoofdstuk 6.4
2.
Verwijder het hitteschild, welke zich boven de kachel bevindt.
a. Druk het hitteschild aan de voorzijde omhoog (afbeelding 22) zodat de
bevestigingspunten 2 (afbeelding 23) vrijkomen. Beweeg vervolgens het
hitteschild naar voren zodat ook bevestigingspunt 1 (afbeelding 23) vrij
komt.
b. Beweeg de achterzijden van het hitteschild naar beneden (afbeelding 24).
c. Druk nu de linkerzijde omhoog in de richting van pijl 1 (afbeelding 25) en
draai de rechterzijde naar beneden in de richting van pijl 2 (afbeelding
25).
d. Neem vervolgens het hitteschild uit de verbrandingskamer.
3.
Demonteer vervolgens de inwendige beplating van de vuurhaard.
a. Verwijder de schroeven 1 en 2 (afbeelding 26).
b. Maak de beplating los met behulp van een schroevendraaier (afbeelding
27).
c. Trek de beplating naar voren richting de deur en verwijder deze uit de
vuurhaard. Herhaal deze handeling voor de beplating aan de rechterzijde
(afbeelding 28 en 29).
d. Verwijder het schot aan de achterzijde van de vuurhaard door het schot
naar voren te halen. Maak eventueel gebruik van een schroevendraaier.
Verwijder het schot uit de kachel (afbeelding 30).
e.
Verwijder de schotten aan de linkerzijde en rechterzijde. Schuif het
zijschot ongeveer 2 cm naar voren in de richting van de deur tot voorbij
het gedeelte welke wordt aangegeven met de pijl (afbeelding 31).
f. Beweeg vervolgens de bovenzijde van het schot naar het midden van
de vuurhaard en neem het schot uit de kachel. Herhaal deze handeling
om ook het schot aan de rechterzijde van de kachel uit de vuurhaard te
nemen (afbeelding 32).
g.
Verwijder de bodemplaat aan de rechterzijde. Beweeg deze omhoog
met behulp van een schroevendraaier en neem de plaat uit de kachel
(afbeelding 33).
h.
Verwijder de bodemplaat aan de linkerzijde door deze eerst 3 cm
horizontaal naar rechts te schuiven waarna deze uit de vuurhaard kan
worden genomen (afbeelding 34 en 35).
4. Reinig de vuurhaard, het gedeelte onder de branderpot en de beplating
met een borstel en een stofzuiger.
5. Plaats na het reinigen alle verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde
terug in de vuurhaard.
6.7 DE DICHTING VAN DE VUURDEUR CONTROLEREN
Controleer ten minste twee keer per jaar, de eerste keer voordat het seizoen begint,
de afdichting van de deur op lekken en beschadigingen. Laat de deurafdichting
vervangen door een door Qlima goedgekeurde technicus indien nodig. Gebruik
enkel de originele reserveonderdelen van Qlima.
1
128
6.8 DE PELLETTRECHTER EN WORMAANDRIJVING REINIGEN
Reinig de pellettrechter en wormaandrijving een keer per maand.
1.
Verwijder het beschermingsrooster uit de pellettrechter.
2.
Maak de pellettrechter leeg.
3.
Reinig de pellettrechter en het zichtbare deel van de worm met een
stofzuiger (afbeelding 36).
4.
Plaats het beschermingsrooster terug op zijn plaats.
5.
Vul de trechter met pellets.
6.9 REINIGEN VAN DE PELLET TOEVOERBUIS
Reinig de toevoerbuis van de pellets een keer per week met een harde ronde
borstel (afbeelding 37). De toevoerbuis bevindt zich in de verbrandingskamer van
de kachel. In de toevoerbuis kan zich creosoot vormen, waardoor de toevoerbuis
sterk vervuild raakt en zelfs verstopt raken met pellets.
1
129
6.10 DOOR EEN GEAUTORISEERD TECHNICUS UIT TE VOEREN ONDERHOUD
Taak
Frequentie*
Algemene professionele inspectie
en onderhoud van de kachel (&
het rookkanaal)
Tweemaal per seizoen, de eerste keer
aan het begin van het seizoen en / of na
900 branduren wanneer de kachel SERV
aangeeft
Schoorsteen/rooksysteem reinigen/ Tweemaal per seizoen, de eerste keer aan
vegen
het begin van het seizoen
Het vervangen van onderdelen die Na het constateren van schade
niet in deze handleiding worden
genoemd
Aansluiting van de kachel op de
schoorsteen / het rookkanaal
controleren
Tweemaal per seizoen, de eerste keer
aan het begin van het seizoen en / of na
900 branduren wanneer de kachel SERV
aangeeft
Alle overige
onderhoudsactiviteiten die niet
specifiek worden genoemd in
deze handleiding.
Eenmaal per seizoen, de eerste keer aan
het begin van het seizoen
De ruimteventilator /
rookgasventilator reinigen
Tweemaal per seizoen, de eerste keer aan
het begin van het stookseizoen en / of na
900 branduren wanneer de kachel SERV
aangeeft
De kachel inwendig en uitwendig
reinigen
Eenmaal per seizoen of na 900 brand uren
kachel geeft “SERV”aan
De pellet schroef reductor smeren
Eenmaal per seizoen, aan het einde van
het stookseizoen
De rookkamer reinigen
Eenmaal per seizoen, aan het einde van het
stookseizoen of na 900 brand uren kachel
geeft “SERV”aan
Controle van het
ontstekingselement
Eenmaal per seizoen
De warmtewisselaar reinigen
luchtzijdig
Eenmaal per seizoen of na 900 brand uren
kachel geeft “SERV”aan
De warmtewisselaar reinigen
rookgaszijdig
Eenmaal per seizoen of na 900 brand uren
kachel geeft “SERV”aan
Het elektrische gedeelte
controleren zoals PCB de
bedrading, de sensoren en de
beveiligingen.
Eenmaal per seizoen of na 900 brand uren
kachel geeft “SERV”aan
De silicone slangen controleren
van de druksensor
Eenmaal per seizoen of na 900 brand uren
kachel geeft “SERV”aan
De deurafdichting controleren en
indien nodig vervangen.
Tweemaal per seizoen, de eerste keer aan
het begin van het seizoen of na 900 brand
uren kachel geeft “SERV”aan
Kachel testen op alle 5 de
Eenmaal per seizoen of na 900 brand uren
verbrandingsniveaus
kachel geeft “SERV”aan
De beveilligingen testen
Eenmaal per seizoen of na 900 brand uren
kachel geeft “SERV”aan
(*) De vermelde frequentie is een minimum frequentie. De lokale wetgeving en/of
uw verzekeringscontract kunnen voorrang hebben afhankelijk van wat het meest
strikt is. Bij intensief gebruik van de kachel moet de schoorsteen vaker worden
gereinigd.
1
130
7. TECHNISCHE SERVICE, ORIGINELE RESERVEONDERDELEN
Voordat een kachel de fabriek verlaat, wordt hij eerst zorgvuldig getest en in bedrijf
gesteld. Eventuele reparaties of inbedrijfstellingsactiviteiten die noodzakelijk blijken
te zijn tijdens of na het installeren moeten worden uitgevoerd door een door
Qlima goedgekeurde verwarmingstechnici. Originele reserveonderdelen zijn alleen
en exclusief te verkrijgen via onze Technische Servicecenters en geautoriseerde
verkooppunten.
Zorg voordat u contact opneemt met uw dealer, het Technische Servicecenter of de
geautoriseerde verwarmingstechnicus dat u het model en serienummer bij de hand
hebt.
Gebruik alleen originele Qlima reserveonderdelen. Door het gebruik van andere dan
Qlima reserveonderdelen vervalt de garantie.
8. PROBLEMEN OPLOSSEN
8.1 RESETTEN VAN EEN STORING
Raadpleeg alvorens een storing te resetten de storingslijst (hoofdstuk 8.2) en volg
de instructies op. Reset de kachel door toets 3 (zie afbeelding 2) van het display in
te drukken en deze 3 seconden vast te houden.
Indien na het resetten van de storing de melding terugkomt, raadpleeg dan uw
leverancier.
8.2 STORINGSLIJST
PROBLEEM
OORZAAK
OPLOSSING
Regelpaneel start niet
Geen stroomtoevoer naar de
kachel
Controleer of de stekker
aangesloten is
Zekering van printplaat is
doorgebrand
Vervang de zekering. Enkel door
een door Qlima goedgekeurde
technicus
Regelpaneel is defect
Vervang het regelpaneel.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
Lintkabel is defect
Vervang de lintkabel. Enkel door
een door Qlima goedgekeurde
technicus
Printplaat is defect
Vervang de printplaat.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
Hoofdschakelaar is niet
ingeschakeld
Schakel de hoofdschakelaar in
1
131
Kachel gaat uit, alarm
getoond “AlAr no FirE”
1
132
De pellettrechter is leeg
Vul de pellettrechter met pellets
De branderpot is vuil
Reinig de branderpot.
De motor van de pelletschroef is
defect
Vervang de motor van de
pelletschroef. Enkel door een
door Qlima goedgekeurde
technicus
Elektronische printplaat is defect
Vervang de printplaat.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
De temperatuursensor heeft de
minimumtemperatuursdrempel
om te starten niet gedetecteerd
Maak de verbrandingskamer
leeg en start opnieuw, indien het
probleem zich blijft voordoen.
Neem contact op met een door
Qlima goedgekeurde technicus
als het probleem zich blijft
voordoen.
Er bereikt onvoldoende
verbrandingslucht het vuur
Controleer het volgende (door
de eindgebruiker):
- Mogelijke obstructies
van de inlaatbuis van de
verbrandingslucht aan de
achterzijde van de kachel. Reinig
de inlaatbuis van verse lucht.
- Roostergaten van de
verbrandingskamer verstopt en/
of verbrandingskamer met te
veel as en/of verbrandingskamer
te vuil en moet gereinigd
worden. Enkel door een door
Qlima goedgekeurde technicus.
- Warmtewisselaar binnenin
de kachel is vervuild. Reinig de
warmtewiselaar.
Houten pellets zijn niet van goede
kwaliteit
Probeer houten pellets van een
betere kwaliteit
Wormaandrijving is geblokkeerd
Haal de stekker van de kachel
uit het stopcontact. Verwijder
het beschermingsrooster in het
reservoir, maak het reservoir leeg.
Reinig zorgvuldig de zichtbare
delen van de wormaandrijving.
Plaats het beschermingsrooster
terug en start opnieuw. Neem
contact op met een door Qlima
goedgekeurde technicus als het
probleem zich blijft voordoen.
De kachel geeft 15
minuten na opstart de
melding "ALARM NO
ACC"
Houten pellets
geraken niet in
verbrandingskamer
Het ontstekingsmechanisme is
kapot
Vervang het
ontstekingsmechanisme.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
De temperatuursensor heeft de
minimumtemperatuursdrempel
om te starten niet gedetecteerd
Maak de verbrandingskamer
leeg en start opnieuw, indien
het probleem zich blijft
voordoen. Neem contact
op met een door Qlima
goedgekeurde technicus
als het probleem zich blijft
voordoen.
Buitentemperatuur is te laag.
Maak de verbrandingskamer
leeg en start opnieuw. Neem
contact op met een door
Qlima goedgekeurde technicus
als het probleem zich blijft
voordoen.
Houten pellets zijn nat
Gebruik enkel droge houten
pellets.
Temperatuursensor is defect
Vervang de sensor. Enkel door
een door Qlima goedgekeurde
technicus
Elektronische printplaat is defect
Vervang de elektronische
printplaat. Enkel door een
door Qlima goedgekeurde
technicus
Het reservoir is leeg
Vul de pellettrechter.
Wormaandrijving is geblokkeerd
Haal de stekker van de kachel
uit het stopcontact. Verwijder
het beschermingsrooster in het
reservoir, maak het reservoir
leeg. Reinig zorgvuldig
de zichtbare delen van de
wormaandrijving. Plaats het
beschermingsrooster terug
en start opnieuw. Neem
contact op met een door
Qlima goedgekeurde technicus
als het probleem zich blijft
voordoen.
Motor van wormaandrijving is
beschadigd
Vervang de motor. Enkel door
een door Qlima goedgekeurde
technicus
Het reservoir is leeg
Vul de pellettrechter.
1
133
Het vuur heeft een
zwakke en oranje vlam,
pellets branden niet
correct en/of het glas
wordt (te) snel zwart.
1
134
De uitlaat/rookgasleiding/
schoorsteen is geblokkeerd
Laat de uitlaat/
rookgasleiding/schoorsteen
onmiddellijk reinigen
door een goedgekeurde
schoorsteenveger.
Neem contact op met
een goedgekeurde
schoorsteenveger.
De branderpot is vuil
Reinig de branderpot.
De kachel heeft interne
obstructies.
De kachel vereist onderhoud.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
Rookextractor is beschadigd
Houten pellets kunnen
branden dankzij de natuurlijke
trek van de schoorsteenrook.
Laat de ventilator onmiddellijk
vervangen aangezien het
slecht kan zijn voor uw
gezondheid. Enkel door een
door Qlima goedgekeurde
technicus.
Houten pellets zijn niet van
goede kwaliteit.
Probeer houten pellets van een
betere kwaliteit.
De kachel is niet goed ingeregeld
Regel de kachel in. Enkel door
een door Qlima goedgekeurde
technicus
Recirculatieventilator
van kamerlucht blijft
werken wanneer de
kachel koud is
Elektronische printplaat is kapot
Vervang de printplaat.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
As op de vloer rond de
kachel
Rookleidingen zijn niet
luchtdicht
Enkel door een goedgekeurde
schoorsteeninstallateur:
Rookleidingen die niet
luchtdicht zijn, kunnen
gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid. Dicht de fitting
van de leiding onmiddellijk
(met loctite 598 (of een
gelijkwaardig product) en/of
vervang de leidingen.
Gebroken, versleten of
beschadigde dichting van de
deur
Vervang de dichting. Enkel
door een door Qlima
goedgekeurde technicus
Kachel in constante
toestand, de display
toont: "Eco"
De door de gebruiker vereiste
kamertemperatuur is bereikt
Dit is geen fout. De kachel
werkt in eco mode. Deze
functie is te wijzigen met de
afstandsbediening
Display toont "SERV"
Geen storing. De kachel heeft
900 werkuren bereikt en heeft
onderhoud nodig. De kachel zal
gewoon blijven werken.
De kachel heeft onderhoud
nodig. Neem contact op met
een Qlima erkend service
technicus. Deze zal onderhoud
aan de kachel uitevoeren en de
melding resetten.
Display toont "Atte"
Er wordt geprobeerd de kachel
op te starten terwijl deze nog in
de cooldown fase staat.
Wacht totdat de cooldown fase
voorbij is voordat de kachel
opnieuw wordt opgestart.
Kachel gaat uit.
Weergegeven alarm
is “AlAr dEp” en de
Led's ALF en ALC of
een van beiden gaat op
het bedieningspaneel
branden.
Druksensor/schakelaar is defect
Vervang de drukschakelaar.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
De uitlaat/rookgasleiding/
schoorsteen is geblokkeerd
Laat de uitlaat/
rookgasleiding/schoorsteen
onmiddellijk reinigen
door een goedgekeurde
schoorsteenveger.
Neem contact op met
een goedgekeurde
schoorsteenveger.
Elektronische printplaat is kapot
Vervang de elektronische
printplaat. Enkel door een
door Qlima goedgekeurde
technicus
Overmatige schoorsteenlengte
Raadpleeg een
schoorsteenexpert om te
controleren of de schoorsteen
in overeenstemming is met
de wetgeving. Raadpleeg een
door Qlima goedgekeurde
technicus om te controleren of
de schoorsteen geschikt is voor
de kachel.
Ongunstige
weersomstandigheden
Wanneer er een sterke wind is,
kan er een negatieve druk naar
de schoorsteen plaatsvinden.
Controleer en start de kachel
opnieuw.
Kachel is overhit
Te hoge kamertemperatuur.
Open deuren naar andere
kamers. Als het probleem zich
blijft voordoen, raadpleeg een
door Qlima goedgekeurde
technicus.
De veiligheidsthermostaat van
de kachel is aangesprongen.
Laat de kachel afkoelen
en reset vervolgens de
veiligheidsthermostaat door
het verwijderen van het
afdekkapje (afbeelding 38)
en het indrukken van de
resetknop (afbeelding 39).
Kachel gaat uit.
Weergegeven alarm is
“AlAr Sond”
De recirculatieventilator van de
kamerlucht is defect
Vervang de ventilator.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
Tijdelijke stroomuitval
Een spanningsval tijdens de
werking van de kachel kan
leiden tot oververhitting van
de interne kachel. Laat de
kachel afkoelen en start hem
opnieuw.
Veiligheidsthermostaat is defect
Vervang de
veiligheidsthermostaat.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
Temperatuursensor van
rookuitlaat is defect.
Vervang het sensor. Enkel door
een door Qlima goedgekeurde
technicus
De bedrading van de
rookgassensor zit los.
Herstel de bedrading.
Enkel door een door Qlima
goedgekeurde technicus
1
135
Display toont "Cool
Fire"
Display toont "Alar fan
fail"
De kachel is handmatig, door
de ingestelde timerfunctie of
de save mode uitgeschakeld. De
kachel staat in de cooldown fase.
Geen storing, de cooldown
fase stopt automatisch
wanneer de kachel voldoende
is afgekoeld.
Stroomonderbreking
Nadat de stroomtoevoer
is hersteld, start de kachel
eerst in de cooldown fase.
Vervolgens kan de kachel
opnieuw opgestart worden.
De rookgasventilator is defect
of de printplaat kan de
omtreksnelheid van de ventilator
niet meten
De rookgasventilator,
de printplaat of de
omtreksnelheidssensor is
defect of de bedraing is
beschadigd of zit los. Herstel
het defect. Enkel door een
door Qlima goedgekeurde
technicus
9. TECHNISCHE DATA
Model
Qlima Isotta 94 S-line
Type kachel
Capaciteit (*)
Stroomverbruik (ontsteking / normale
operatie)
Aansluitspanning
Thermisch rendement bij nominale capaciteit
/ gereduceerde capaciteit (*)
CO-gehalte bij 13% O2 nominale /
gereduceerde capaciteit (*)
Houtpellets
kW
2,92 – 9,84
W
300 / 100
V/Hz
230/~50
%
89,76 – 93,43
%
0,016 / 0,012
Gemiddeld stofgehalte bij 13% O2
mg/Nm³
10,7
Voor vertrekken tot**
m³
250
Rookgasuitlaatdiameter
mm
80
°C
163
Pa
11
Rookgastemperatuur bij nominale capaciteit
/ gereduceerde capaciteit
Trek van de schoorsteen nodig
Smoorklep voor schoorsteen nodig
Mogelijk***
Kan worden toegepast op een
Nee
schoorsteencombinatie met rookkanaal
Ø 6 mm
Din+/Önorm+/EN+
Type brandstof (****)
Nominale lengte / diameter van de brandstof
mm
Inhoud van pellettrechter
kg
15
Autonomie (min-max)
h
6,6 - 23
Hoofdbeluchtingsschuif
Ja
Recirculatieventilator
Ja
Luchtfilter
Netto gewicht
Nee
kg
(*) Volgens EN 14785
(**) slechts ter indicatie, varieert per land/regio
(***) Te bepalen door een geautoriseerde professionele installateur
1
136
30 / 06
140
10. GARANTIEBEPALINGEN
Voor uw kachel geldt een garantie van 24 maanden vanaf de datum van aankoop. Binnen
deze periode worden alle materiaal- of productiefouten conform de volgende voorwaarden
gratis hersteld:
1. Wij wijzen uitdrukkelijk alle overige aanspraken op schadeloosstelling, waaronder
begrepen gevolgschade, af.
2. Eventuele reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt
niet tot een verlenging van de garantietermijn.
3. De garantie vervalt als er veranderingen aan de kachel worden doorgevoerd, nietoriginele fabrieksonderdelen worden toegepast of de kachel door derden wordt
gerepareerd.
4. Onderdelen die onderhevig zijn aan reguliere slijtage of met een kortere levensduur
dan de bovenvermelde garantieperiode, zoals pakkingen, afdichtingen, brandwerende
voeringsmaterialen, glas*/ruit*, geverfde details en keramiek, etc. worden niet door
de garantie gedekt.
5. De garantie is alleen geldig na overlegging van het originele aankoopbewijs, met
datum, waarop geen veranderingen mogen zijn aangebracht.
6. Garantie is niet van kracht voor schade die veroorzaakt is door handelingen die niet
in overeenstemming zijn met gebruiksaanwijzingen uit deze handleiding, nalatigheid
en het gebruik van een verkeerd type brandstof. Het gebruik van verkeerde brandstof
kan zelfs gevaarlijk zijn**.
7. De vervoerskosten en de risico’s die ontstaan tijdens het vervoer van de kachel of de
onderdelen ervan komen altijd voor rekening van de koper.
8.
De garantie is enkel geldig wanneer de kachel geïnstalleerd is door een door
Qlima goedgekeurde installateur en wanneer het ondertekende protocol van
inbedrijfstelling voorgelegd kan worden.
Om onnodige kosten te voorkomen adviseren wij u eerst deze handleiding zorgvuldig door
te lezen. Mocht u hier geen oplossing vinden, raadpleeg dan uw dealer of installateur.
*
De kachelruit is hittebestendig en is bestand tegen hogere temperaturen dan
de temperaturen die in de kachel kunnen optreden. Dit betekent dat schade
aan de kachelruit alleen maar kan ontstaan door oorzaken die niet binnen de
verantwoordelijkheid van de fabrikant/distributeur liggen. Schade aan de kachelruit
wordt daarom niet door de garantie gedekt.
** Zeer brandbare stoffen kunnen tot oncontroleerbare verbranding leiden, waardoor
er vlammen buiten de kachel komen. Mocht dit het geval zijn, probeer dan nooit de
kachel te verplaatsen, maar schakel hem dan altijd onmiddellijk uit. Gebruik in geval
van nood een brandblusser van het type B: een kooldioxide- of poederblusser.
Werp elektrische apparatuur niet weg bij het huisvuil; lever het in op de daarvoor aangewezen
plaats. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie waar apparatuur
kan worden ingeleverd. Wanneer elektrische apparaten worden weggegooid op de vuilstort
of in de dump, kunnen gevaarlijke stoffen in het grondwater en in de voedselketen terecht
komen met alle gevolgen voor de gezondheid. Bij de vervanging van oude apparaten
door nieuwe is de leverancier wettelijk verplicht zonder kosten het oude apparaat voor
vernietiging in te nemen. Batterijen niet in het vuur werpen, daar deze kunnen exploderen
of gevaarlijke vloeistoffen kunnen uitstoten. Indien u de afstandsbediening vervangt of
vernietigt, de batterijen uitnemen en deze conform de geldende wetgeving·weggooien daar
deze schadelijk zijn voor het milieu.
1
137
11. CONFORMITEITSVERKLARING
Conformiteitsverklaring
PVG Holding B.V.
Kanaalstraat 12C
5347 KM Oss, Nederland
Wij,
verklaren hierbij :
Dat de onderstaande producten qua ontwerp en uitvoering voldoen aan de
desbetreffende basisveiligheids- en -gezondheidseisen van de EG-richtlijnen:
Productbeschrijving:
Verwarmingstoestellen voor woningen
verwarmd door houten pellets
Merk:
Qlima
Typeaanduiding product:
Isotta 94 S-line
Toegepaste EG-richtlijnen:
EC Low Voltage Directive (LVD):
2006/95/EC
EC Electromagnetic Compatibility Directive
(EMC):
2004/108/EC
EC RoHS Directive
2002/ 95/EC
Thermisch
rendement %
Type
Isotta 94
S-line
Nominal
Capaciteit kW
Gemiddeld stofgehalte bij
13% O2 mg/Nm³
9,84
10,7
87,76
Toegepaste geharmoniseerde
normen:
EN14785 EN60335-1 EN60335-2-102
EN55014-1 EN55014-2 EN61000-3-2
EN62233 EN61000-3-3 EN 50581
Resultaten goedgekeurd door
keuringsinstituut:
TüV Rheinland Energie und Umwelt GmbH
Datum:
16-06-2018
Handtekening ondertekeningsbevoegde:
P.J.J. Walhout
Group Product & Sourcing Manager
1
138
--- --- -- ----- -- --- ------ -- --- ------ ---- -- ----
-- -- --- ------ -- --- ------- --- -- ----- ---- -- ----
www.Qlima.com
Distributed in Europe by PVG Holding B.V.
D Benötigen Sie weitere Informationen oder treten Probleme auf, besuchen Sie bitte unsere Website www.qlima.com, oder setzen Sie sich mit
unserem Kundendienst in Verbindung (Telefonnummer auf www.qlima.com).
DK For alle yderligere oplysninger eller ved eventuelle problemer med apparatet henvises til www.qlima.com eller det lokale Kundecenter (telefonnumre findes i www.qlima.com).
ES Si necesita información o si tiene algún problema, visite nuestra página Web www.qlima.com, o póngase en contacto con el servicio cliente
(hallará el número de teléfono en www.qlima.com).
F Si vous souhaitez obtenir des informations supplémentaires ou si vous rencontrez un problème, rendez-vous sur notre site Web (www.qlima.com)
ou contactez notre service client (vous trouverez l’adresse et numéro de téléphone sur www.qlima.com).
FIN Jos haluat huoltoapua, lisätietoja tai laitteen kanssa tulee ongelmia, tutustu verkkosivustoon osoitteessa www.qlima.com tai kysy neuvoa PVG
kuluttajapalvelukeskuksesta (www.qlima.com).
GB If you need information or if you have a problem, please visit the our website (www.qlima.com) or contact our sales support (you find its phone
number on www.qlima.com)
I Per
informazioni e in caso di problemi, visitate il sito Web www.qlima.com oppure contattate il Centro Assistenza Clienti (per conoscere il
numero di telefono, consultate www.qlima.com).
N Hvis du trenger informasjon, eller hvis du har et problem med produktet, kan du gå til nettsidene www.qlima.com. Alternativt kan du kontakte
med PVG’ forbrukertjeneste (telefonnummeret i www.qlima.com).
NL Als u informatie nodig hebt of als u een probleem hebt, bezoek dan de onze website (www.qlima.com) of neem contact op met de afdeling
sales support (adres en telefoon op www.qlima.com).
P Se necessitar de informações ou se tiver problemas, visite o Web site www.qlima.com ou contacte o Centro de Assistência (número de telefone
o www.qlima.com)
PL W przypadku problemów i w celu uzyskania szczegółowych informacji odwiedź stronę internetową Qlima dostępną pod adresem www.qlima.com
veya
LV©080801
ülkenizde bulunan Qlima müşteri merkeziyle iletişim kurun (telefon numarasını: www.qlima.com).
MarCom
hittar telefonnumret på www.qlima.com).
SLO Če želite dodatne informacije, obiščite spletno mesto podjetja na naslovu www.qlima.com ali pokličite na telefonsko (www.qlima.com).
TR Daha fazla bilgiye ihtiyaç duyarsanız veya bir sorunla karşılaşırsanız, www.qlima.com adresindeki Qlima Internet sitesini ziyaret edin
man_Isotta 94 S-line (‘18) V2
lub skontaktuj się z Centrum kontaktów Qlima (www.qlima.com)
S Om du behöver service eller information eller har problem med apparaten kan du besöka www.qlima.com eller kontakta Qlima kundtjänst (du