is aan de deur van het koelgedeelte bevestig het dan aan de andere kant van de koelkast in de bovenste
openingen. Gebruik de afdekplaten
c om de lijst en de overige ruimte af te dekken.
11. Verwijder de afdekplaat van de bouten
a en de stoppers b. Verwijder de schroeven die de hendels
vasthouden. Verplaats de hendels naar de andere kant en schroef ze vast. Plaats de stoppers in de overige
openingen in de deur, en zet de schroefdoppen op hun plaats. Plaats deksel
10 op element 7, en terwijl
men deze vasthoudt, bevestigt men de onderste plaat
1.
Temperatuur instellen
De temperatuur in het koelgedeelte wordt bediend door de thermostaatknop 2 (afb. 1) in de gewenste stand te
draaien. De temperatuur wordt naast de thermostaatknop aangegeven.
De temperatuur wordt op een schaal van zeven cijfers aangegeven.
0 = Compressor is uitgeschakeld. WAARSCHUWING! Elektriciteit is niet uitgeschakeld.
1
= hoogste temperatuur (laagste koeling)
7 = laagste temperatuur (hoogste koeling)
Indien de levensmiddelen in het koelgedeelte te koud zijn, zet dan de thermostaatknop op stand
1, 2 of 3. Indien
de levensmiddelen in het koelgedeelte niet voldoende worden gekoeld, zet dan de thermostaatknop op stand
4, 5
of 6.
! Regel de gewenste temperatuur in de koelkast naar uw eigen wensen.
! DE TEMPERATUUR IN HET KOELGEDEELTE KAN IN HOGE MATE BEÏNVLOED WORDEN DOOR
DE OMGEVINGSTEMPERATUUR, DE HOEVEELHEID LEVENSMIDDELEN DIE BEWAARD WORDEN
EN DOOR DE REGELMAAT WAARMEE DE DEUR GEOPEND WORDT. Het is daarom aangeraden om:
de koelkast niet naast warmtebronnen te plaatsen,
levensmiddelen die in de koelkast worden bewaard nooit warmer te laten zijn dan de omgevingstemperatuur,
de deur moet nooit open te laten staan,
de deur nooit langer open te houden dan nodig is om levensmiddelen te plaatsen of te verwijderen.
! ALS DE OMGEVINGSTEMPERATUUR LAAG IS, ZAL DE KOELKAST MINDER KOELEN. DE
TEMPERATUUR IN DE KOELKAST KAN DAAROM STIJGEN. Gebruik de thermostaatknop om een lagere
temperatuur in te stellen.
Gebruik van het koelgedeelte
Het koelgedeelte van de koelkast is bestemd om verse levensmiddelen kortdurig te bewaren.
Plaats geen warme levensmiddelen in het koelgedeelte– levensmiddelen dienen op kamertemperatuur te zijn.
Houd u streng aan de houdbaarheidsdatum van de levensmiddelen die door de betreffende bedrijven op de
verpakking worden aaangeven.
Ontdooien van het koelgedeelte
De koelkast is voorzien van een automatisch ontdooi-systeem. IJsdruppels die zich op de achterwand van het
koelgedeelte vormen, dooien wanneer de compressor niet in werking is en het dooiwater loopt weg via het
afvoergootje naar het blad op de compressor
19 (afb. 1) waar het verdampt.
Gebruik van het vriesgedeelte
Het snelvriesgedeelte wordt in het vriesgedeelte aangegeven met het teken
Verse levensmiddelen die ingevroren dienen te worden, moeten in een of twee lagen in het snelvriesgedeelte
worden geplaatst. De thermostaatknop moet op stand
7 worden gezet. Na 24 uur dienen de gevroren
levensmiddelen verplaats te worden van het invriesgedeelte naar de andere laden (
Afb. 1). Als de producten
ingevroren zijn, dient de thermostaatknop
op zijn vroegere stand teruggezet te worden.
VRIES NOOIT MEER LEVENSMIDDELEN TEGELIJK IN DAN DE AANBEVOLE HOEVEELHEID
VOOR MODEL:
KS 9865 / 66 / 67 / 68 is deze 7,5 kg per 24 uur.
KS 9870 / 71 is deze 12 kg per 24 uur.
KS 9872 / 73 / 74 is deze 8 kg per 24 uur..
Behoud een ruimte van minstens 3 cm tussen de levensmiddelen en de bovenwand van het vriesgedeelte.
Bewaar geen onverpakte levensmiddelen in het vriesgedeelten.
Nog niet ingevroren levensmiddelen mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren middelen.
KS 9897 /98 / 99 / 9770 is deze 6 kg per 24 uur.
NL
51