Can-Am Outlander and Outlander MAX 6x6 T Category Series (G2) Handleiding

Type
Handleiding
219002362_NL
GEBRUIKERS-
HANDLEIDING
Bevat veiligheids-, gebruiks- en onderhoudsinformatie
WAARSCHUWING
Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Deze bevat belangrijke
veiligheidsinformatie.
Aanbevolen minimumleeftijd bestuurder: 16 jaar of ouder.
Bewaar deze gebruikershandleiding altijd bij het voertuig.
Verwijdering of wijziging van onderdelen gerelateerd aan verdampingsemissie van dit OHRV
is wettelijk verboden.
Overtreders kunnen worden onderworpen aan burgerlijke en/of strafrechtelijke sancties uit
hoofde van Californische en federale wetgeving.
Vertaling van de
oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
2024
OUTLANDER EN OUTLANDER MAX 6X6
(MODELLEN UIT DE T-CATEGORIE)
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHEETT GGEEBBRRUUIIKK VVAANN UUWW VVOOEERRTTUUIIGG HHOOUUDDTT GGEEVVAARREENN IINN.. EEeenn aaaannrriijj--
ddiinngg ooff kkoopprrooll iiss ssnneell ggeebbeeuurrdd aallss uu ddee nnooddiiggee vvoooorrzzoorrggeenn nniieett nneeeemmtt,,
zzeellffss ttiijjddeennss rroouuttiinneemmaannooeeuuvvrreess zzooaallss kkeerreenn,, bbeerrggoopp ooff oovveerr hhiinnddeerrnniisssseenn
rriijjddeenn..
VVoooorr uuww eeiiggeenn vveeiilliigghheeiidd ddiieenntt uu aallllee wwaaaarrsscchhuuwwiinnggeenn iinn ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrss--
hhaannddlleeiiddiinngg eenn oopp ddee llaabbeellss oopp uuww vvooeerrttuuiigg ttee bbeeggrriijjppeenn eenn ttee vvoollggeenn.. AAllss
uu ddeezzee wwaaaarrsscchhuuwwiinnggeenn nneeggeeeerrtt kkaann ddiitt lleeiiddeenn ttoott EERRNNSSTTIIGGEE OOFF DDOODDEE--
LLIIJJKKEE VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN..
BBeewwaaaarr ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg aallttiijjdd bbiijj hheett vvooeerrttuuiigg..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHeett nniieett iinn aacchhtt nneemmeenn vvaann ddee vveeiilliigghheeiiddssmmaaaattrreeggeelleenn eenn iinnssttrruuccttiieess iinn ddee
ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg,, ddee VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSVVIIDDEEOO eenn oopp ddee vveeiilliigghheeiiddssllaa--
bbeellss oopp hheett pprroodduucctt kkaann lleeiiddeenn ttoott lleettsseell,, iinncclluussiieeff ddee mmooggeelliijjkkhheeiidd vvaann
oovveerrlliijjddeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDiitt vvooeerrttuuiigg oovveerrttrreefftt mmooggeelliijjkk hheett vveerrmmooggeenn vvaann aallllee aannddeerree vvooeerrttuuiiggeenn
wwaaaarrmmeeee uu aall hheeeefftt ggeerreeddeenn.. NNeeeemm vvoollddooeennddee ttiijjdd oomm uu mmeett uuww nniieeuuwwee
vvooeerrttuuiigg vveerrttrroouuwwdd ttee mmaakkeenn..
TM® Handelsmerken van BRP of zijn dochtermaatschappijen.
Dit is een niet noodzakelijk volledige lijst van handelsmerken die eigendom zijn
van Bombardier Recreational Products Inc. of zijn dochtermaatschappijen.
Handelsmerken zijn mogelijk niet in alle rechtsgebieden geregistreerd.
Can-Am®D.E.S.S.TM DPSTM OutlanderTM
ROTAX®TTITM XPS®
Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze gebruikershandleiding
mag worden verveelvoudigd in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schrif-
telijke toestemming van Bombardier Recreational Products Inc.
©Bombardier Recreational Products Inc. (BRP) 2023
1
Deutsch
Dieses Handbuch ist möglicherweise in Ihrer Landessprache
verfügbar. Bitte wenden Sie sich an Ihren Händler oder besuchen Sie:
www.operatorsguides.brp.com
English This guide may be available in your language. Check with your dealer or
go to: www.operatorsguides.brp.com
Español Es posible que este manual esté disponible en su idioma. Consulte a su
distribuidor o visite: www.operatorsguides.brp.com
Français Ce guide peut être disponible dans votre langue. Vérifier avec votre
concessionnaire ou aller à: www.operatorsguides.brp.com
.
www.operatorsguides.brp.com
Nederlands Deze handleiding kan beschikbaar zijn in uw taal. Vraag het aan uw dealer
of ga naar: www.operatorsguides.brp.com
Norsk Denne boken kan finnes tilgjengelig på ditt eget språk. Kontakt din
forhandler eller gå til: www.operatorsguides.brp.com
Português Este manual pode estar disponível em seu idioma. Fale com sua
concessionária ou visite o site: www.operatorsguides.brp.com
Suomi Käyttöohjekirja voi olla saatavissa omalla kielelläsi. Tarkista jälleenmyyjäl
tai käy osoitteessa: www.operatorsguides.brp.com
Svenska Denna bok kan finnas tillgänglig på ditt språk. Kontakta din återförsäljare
eller gå till: www.operatorsguides.brp.com
www.operatorsguides.brp.com
Italiano Questa guida potrebbe essere disponibile nella propria lingua. Contattare
il concessionario o consultare:
Русский
Воспользуйтесь руководством на вашем языке. Узнайте
о его наличии у дилера или на странице по адресу
www.operatorsguides.brp.com
www.operatorsguides.brp.com
219 002 362_NL
2
Beschreven modellen
Outlander 650 XU+ Outlander MAX 650 XU+
Outlander 1000 XU+ Outlander MAX 1000 XU+
In Canada worden de distributie en het onderhoud van de producten verzorgd
door Bombardier Recreational Products Inc.(BRP).
In de Verenigde Staten worden de producten verdeeld door BRP US Inc.
In de Europese Economische Ruimte (die bestaat uit de lidstaten van de Euro-
pese Unie plus het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein),
het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (inclusief Oekraïne en Turkmenis-
tan) en Turkije worden producten gedistribueerd en onderhouden door BRP Eu-
ropean Distribution S. A. en andere geaffilieerde bedrijven of
dochterondernemingen van BRP.
Voor alle andere landen worden de producten gedistribueerd en onderhouden
door Bombardier Recreational Products Inc. (BRP) of zijn
dochtermaatschappijen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
3
IINNHHOOUUDDSSOOPPGGAAVVEE
AALLGGEEMMEENNEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
AALLGGEEMMEENNEE IINNFFOORRMMAATTIIEE................................................................................................................................................1100
Informeer u voor u vertrekt ....................................................................10
Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................11
Over deze gebruikershandleiding...........................................................11
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSIINNFFOORRMMAATTIIEE
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSVVOOOORRSSCCHHRRIIFFTTEENN..........................................................................................................................1144
Koolmonoxidevergiftiging vermijden.......................................................14
Brandstofbranden en andere gevaren vermijden .....................................14
Brandwonden door hete onderdelen vermijden .......................................14
Accessoires en aanpassingen ...............................................................14
BBIIJJZZOONNDDEERREE VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSAAAANNWWIIJJZZIINNGGEENN ..................................................................................1166
Verantwoordelijkheden van bestuurders van 2-up-modellen ....................18
Verantwoordelijkheden van bestuurders van 2-up-modellen ....................18
BBEEDDRRIIJJFFSSWWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGGEENN............................................................................................................................2200
Passagiers op het voorrek of in de laadbak achter laten zitten..................24
Voertuig op verharde oppervlakken........................................................25
IINNSSPPEECCTTIIEE VVOOOORR HHEETT VVEERRTTRREEKK ....................................................................................................................4466
Checklist voor inspectie voor het vertrek.................................................46
RRIIJJDDEENN MMEETT UUWW VVOOEERRTTUUIIGG......................................................................................................................................4499
Rijkleding.............................................................................................50
Een passagier vervoeren.......................................................................51
Recreatief gebruik ................................................................................52
Milieu...................................................................................................53
Ontwerpbeperkingen ............................................................................53
Gebruik off-road ...................................................................................53
Rijtechnieken .......................................................................................54
LLAADDIINNGGEENN VVEERRPPLLAAAATTSSEENN EENN WWEERRKKEENN ..............................................................................................6655
Werken met uw voertuig........................................................................65
Lading transporteren.............................................................................65
De laadrekken laden.............................................................................66
Het laadbed beladen.............................................................................67
Rijden in geladen toestand ....................................................................68
Het laadbed kantelen ............................................................................68
Een lading vervoeren ............................................................................70
Een trailer trekken.................................................................................70
BBEELLAANNGGRRIIJJKKEE LLAABBEELLSS OOPP HHEETT PPRROODDUUCCTT ((LLAANNDDEENN BBUUIITTEENN CCAANNAADDAA
EENN DDEE VVEERREENNIIGGDDEE SSAATTEENN))........................................................................................................................................7733
Veiligheidspictogram.............................................................................74
VVOOEERRTTUUIIGGIINNFFOORRMMAATTIIEE
EELLEEMMEENNTTAAIIRREE BBEEDDIIEENNIINNGG......................................................................................................................................110000
STUUR..............................................................................................101
GASHENDEL.....................................................................................101
REMHENDEL ....................................................................................101
HENDEL REMSLOT...........................................................................101
REMPEDAAL.....................................................................................102
4
MOTORSTOPSCHAKELAAR.............................................................. 102
RF D.E.S.S. SLEUTEL EN CONTACT ................................................. 103
SSEECCUUNNDDAAIIRREE BBEEDDIIEENNIINNGGSSEELLEEMMEENNTTEENN ........................................................................................110055
BEDIENINGSHUIS GASHENDEL .......................................................106
SCHAKELHENDEL ............................................................................109
MULTIFUNCTIONELE SCHAKELAAR................................................. 111
VERWARMDE HANDGREPEN GEBRUIKER (indien aanwezig)............ 116
VERWARMDE GASHENDEL (indien aanwezig) ................................... 116
LED INDICATORS..............................................................................117
UUIITTRRUUSSTTIINNGG ....................................................................................................................................................................................111188
BESTUURDERSSTOEL .....................................................................118
PASSAGIERSSTOEL.........................................................................118
HANDSCHOENENVAK ......................................................................120
VOETSTEUNEN ................................................................................120
12-VOLT-VOEDINGSUITGANG .......................................................... 121
LAADREKKEN...................................................................................121
METERHOUDER ...............................................................................121
GEREEDSCHAPSSET .......................................................................122
LIER (indien aanwezig) .......................................................................122
ONTGRENDELHENDEL VOOR KANTELING VAN HET LAADBED....... 123
OPBERGVAK ACHTERAAN ...............................................................123
SLEEPHAAK......................................................................................124
ANKERHAKEN LAADBAK ..................................................................124
ACHTERSTE BOX ZIJWAND..............................................................125
TREKHAAK .......................................................................................127
AANHANGWAGENAANSLUITING ...................................................... 128
NUMMERPLAATVERLICHTING ......................................................... 128
44,,55"" DDIIGGIITTAAAALL DDIISSPPLLAAYY..................................................................................................................................................112299
Multifunctionele display.......................................................................129
Verklikkerlichtjes.................................................................................130
Instellingen.........................................................................................131
BBRRAANNDDSSTTOOFF ....................................................................................................................................................................................113344
VEREISTE BRANDSTOF....................................................................134
Tankprocedure...................................................................................135
IINNRRIIJJPPEERRIIOODDEE..............................................................................................................................................................................113366
Gebruik tijdens de inrijperiode.............................................................. 136
BBAASSIISSPPRROOCCEEDDUURREESS..........................................................................................................................................................113377
Het elektrisch systeem activeren.......................................................... 137
De motor starten.................................................................................137
De motor uitzetten ..............................................................................138
Parkeerrem inschakelen......................................................................138
Naar een andere versnelling schakelen................................................138
SSPPEECCIIAALLEE PPRROOCCEEDDUURREESS..........................................................................................................................................113399
Verdronken motor...............................................................................139
Water in de CVT .................................................................................139
Water het luchtfilterhuis.......................................................................139
Voertuig is omgeslagen.......................................................................140
Voertuig staat onder water...................................................................140
UUWW RRIITT AAAANNPPAASSSSEENN ..........................................................................................................................................................114422
Gebruik van ontgrendelbare stabilisatiestang........................................ 142
Ophanging afstellen Fabrieksinstellingen ...........................................143
INHOUDSOPGAVE
5
Bekrachtigingsniveaubijstelling met dynamische servostuurregeling (DPS,
modellen met DPS).............................................................................143
HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG HHEEFFFFEENN..............................................................................................................................................114455
Algemene veiligheidsinformatie voor heffen .......................................... 145
Het gehele voertuig heffen...................................................................146
VVOOEERRTTUUIIGG TTRRAANNSSPPOORRTTEERREENN..........................................................................................................................114477
Kracht van het voertuig benutten om sleepmaterieel op te rijden ............ 148
Voertuig met behulp van lier op sleepmaterieel trekken ......................... 148
Voertuig vastzetten voor transport........................................................149
Voertuig van aanhangwagen halen ...................................................... 150
OONNDDEERRHHOOUUDD
OONNDDEERRHHOOUUDDSSSSCCHHEEMMAA ..............................................................................................................................................115522
Voer onderhoud uit na gebruik in extreme omstandigheden ................... 152
Zeer stoffige omstandigheden ............................................................. 152
Gebruik in diepe modder/diep water ..................................................... 153
Onderhoudsschema ...........................................................................153
Onderhoudsdocumentatie ...................................................................164
OONNDDEERRHHOOUUDDSSPPRROOCCEEDDUURREESS............................................................................................................................116699
Het bericht resetten: Onderhoud vereist ............................................... 169
MOTORLUCHTFILTER ......................................................................169
CVT-LUCHTFILTER ...........................................................................172
MOTOROLIE: ....................................................................................173
MOTOROLIEFILTER..........................................................................175
FILTER VAN HET VERDAMPINGSEMISSIESYSTEEM........................ 176
ONTLUCHTINGSFILTER BRANDSTOFTANK .....................................177
RADIATEUR ......................................................................................177
MOTORKOELVLOEISTOF .................................................................178
UITLAATSYSTEEM............................................................................181
VERSNELLINGSBAK .........................................................................183
BOUGIES ..........................................................................................184
CVT-DEKSEL ....................................................................................185
AANDRIJFRIEM.................................................................................186
AANDRIJF- EN AANGEDREVEN ROLLEN .......................................... 188
ACCU................................................................................................188
ZEKERINGEN....................................................................................188
LICHTEN ...........................................................................................190
BALG EN BESCHERMER AANDRIJFAS ............................................. 191
WIELLAGER......................................................................................191
VELGEN EN BANDEN........................................................................192
BESTURING......................................................................................195
VERING.............................................................................................196
REMMEN...........................................................................................197
VVEERRZZOORRGGIINNGG VVAANN HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG..........................................................................................................119999
Reiniging en bescherming voertuig ......................................................199
INHOUDSOPGAVE
6
OOPPSSLLAAGG EENN VVOOOORRBBEERREEIIDDIINNGG OOPP HHEETT RRIIJJSSEEIIZZOOEENN ..................................................220011
TTEECCHHNNIISSCCHHEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
BBEEDDOOEELLDD GGEEBBRRUUIIKKSSDDOOEELLEEIINNDDEE ..............................................................................................................220044
VVOOEERRTTUUIIGGIIDDEENNTTIIFFIICCAATTIIEE........................................................................................................................................220055
Voertuigidentificatienummer ................................................................205
Motoridentificatienummer (E.I.N.)......................................................... 206
Conformiteitslabel...............................................................................206
Technische informatielabels ................................................................208
RRAADDIIOO FFRREEQQUUEENNCCYY DDIIGGIITTAALLLLYY EENNCCOODDEEDD SSEECCUURRIITTYY SSYYSSTTEEMM ((RRFF DD..
EE..SS..SS..--SSLLEEUUTTEELL)) ......................................................................................................................................................................221111
GGEELLUUIIDDSSEEMMIISSSSIIEE-- EENN TTRRIILLLLIINNGGSSWWAAAARRDDEENN............................................................................221122
EECC--CCOONNFFOORRMMIITTEEIITTSSVVEERRKKLLAARRIINNGG............................................................................................................221133
UUKK--CCOONNFFOORRMMIITTEEIITTSSVVEERRKKLLAARRIINNGG............................................................................................................221144
EEAACC--CCOONNFFOORRMMIITTEEIITTSSVVEERRKKLLAARRIINNGG ......................................................................................................221155
TTEECCHHNNIISSCCHHEE SSPPEECCIIFFIICCAATTIIEESS
TTEECCHHNNIISSCCHHEE SSPPEECCIIFFIICCAATTIIEESS ..........................................................................................................................221188
OONNDDEERRDDEELLEENNCCAATTAALLOOGGUUSS
OONNLLIINNEE OONNDDEERRDDEELLEENNCCAATTAALLOOGGUUSS........................................................................................................222266
OOPPLLOOSSSSEENN VVAANN PPRROOBBLLEEMMEENN
RRIICCHHTTLLIIJJNNEENN VVOOOORR HHEETT OOPPLLOOSSSSEENN VVAANN PPRROOBBLLEEMMEENN ....................................222288
Motor draait niet..................................................................................228
Motor slaat over maar start niet............................................................ 228
Motor accelereert onvoldoende of mist vermogen ................................. 229
Motor oververhit .................................................................................230
Motorterugslag ...................................................................................230
Motor weigert .....................................................................................230
Voertuig bereikt maximumsnelheid niet ................................................230
Schakelhendel beweegt stroef............................................................. 231
Het toerental stijgt maar het voertuig beweegt niet ................................ 231
Verminderde bekrachtiging servostuurregeling .....................................231
INHOUDSOPGAVE
7
MMEELLDDIINNGGEENN DDIIGGIITTAALLEE DDIISSPPLLAAYY....................................................................................................................223333
GGAARRAANNTTIIEE
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP -- VV..SS.. EENN CCAANNAADDAA:: 22002244 CCAANN--AAMM®®
AATTVV ..................................................................................................................................................................................................................223366
EEMMIISSSSIIEEGGEERREELLAATTEEEERRDDEE GGAARRAANNTTIIEE UUSS EEPPAA ........................................................................224400
GGAARRAANNTTIIEEVVEERRKKLLAARRIINNGG VVEERRDDAAMMPPIINNGGSSEEMMIISSSSIIEECCOONNTTRROOLLEE VVOOOORR
CCAALLIIFFOORRNNIIËË......................................................................................................................................................................................224433
IINNTTEERRNNAATTIIOONNAALLEE BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP:: 22002244 CCAANN--AAM®
AATTVV ..................................................................................................................................................................................................................224477
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP VVOOOORR DDEE EEUURROOPPEESSEE EECCOONNOOMMII--
SSCCHHEE RRUUIIMMTTEE,, DDEE LLIIDDSSTTAATTEENN VVAANN HHEETT RRUUSSSSIISSCCHHEE GGEEMMEENNEEBBEESSTT
EENN TTUURRKKIIJJEE:: 22002244 CCAANN--AAMM®® AATTVV ................................................................................................................225522
KKLLAANNTTEENNIINNFFOORRMMAATTIIEE
IINNFFOORRMMAATTIIEE OOVVEERR GGEEGGEEVVEENNSSBBEESSCCHHEERRMMIINNGG ................................................................225588
NNEEEEMM CCOONNTTAACCTT OOPP............................................................................................................................................................226600
Az-Pacific........................................................................................260
Europa, Midden-Oosten en Afrika ........................................................ 260
Latijns-Amerika ..................................................................................260
Noord-Amerika...................................................................................260
AADDRREESSWWIIJJZZIIGGIINNGG EENN VVEERRAANNDDEERRIINNGG VVAANN EEIIGGEENNAAAARR ..........................................226611
INHOUDSOPGAVE
8
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
INHOUDSOPGAVE
9
AALLGGEEMMEENNEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
10
AALLGGEEMMEENNEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Can-Am®ATV. U geniet de be-
perkte BRP-garantie en kunt steeds een beroep doen op een netwerk van er-
kende Can-Am Off-Road dealers voor de nodige onderdelen, accessoires of
service.
Op het moment van aflevering bent u op de hoogte gebracht van de garantiedek-
king en hebt u de checklist vóór aflevering ondertekend om er zeker van te zijn
dat uw nieuwe voertuig naar volle tevredenheid is gereedgemaakt.
Uw dealer staat altijd voor u klaar. Voor meer informatie kunt u bij uw dealer
terecht.
IInnffoorrmmeeeerr uu vvoooorr uu vveerrttrreekktt
Lees voordat u het voertuig gaat besturen deze Gebruikershandleiding voor in-
formatie over hoe het risico op ongevallen kunt beperken voor uzelf of andere
weggebruikers.
Lees tevens alle veiligheidslabels op uw voertuig en bekijk de
veiligheidsfilm
op:
hhttttppss::////ccaann--aamm..bbrrpp..ccoomm//ooffff rrooaadd//ssaaffeettyy
Of gebruik de volgende QR-code.
Dit voertuig is uitsluitend bestemd voor gebruik offroad. Hij dient hoofdzakelijk
voor algemeen recreatief gebruik, maar kan ook voor nutsdoeleinden worden
gebruikt.
De waarschuwingen in deze gebruikershandleiding negeren kan leiden tot ERN-
STIG LETSEL of DE DOOD.
AAaannbbeevvoolleenn lleeeeffttiijjdd
Dit is een voertuig van klasse G, respecteer altijd de aanbevolen leeftijd:
Laat nooit een persoon jonger dan 16 met dit voertuig rijden.
De passagier van een 2-UP-model moet minstens 12 jaar of ouder zijn en in
staat om zijn voeten op de voetsteunen te zetten en met zijn handen de hand-
grepen vast te houden terwijl hij op dit voertuig zit.
RRiijjoopplleeiiddiinngg
Ga nooit met dit voertuig rijden zonder gepaste opleiding. VVoollgg eeeenn pprraakkttiijjkkoopp--
lleeiiddiinngg.. Alle bestuurders moeten worden opgeleid door een gekwalificeerd
instructeur.
Voor meer informatie over het veilige gebruik van uw ATV kunt u contact opne-
men met een erkende off-road-dealer van Can-Am die u ook kan inlichten over
praktijkopleidingen in uw buurt.
11
VVeeiilliigghheeiiddssaaaannwwiijjzziinnggeenn
Verklaring over de soorten veiligheidsmeldingen, hoe ze eruit zien en hoe ze in
deze handleiding worden gebruikt:
Het veiligheidswaarschuwingssymbool duidt op een potentieel letselrisico.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDuuiiddtt oopp eeeenn mmooggeelliijjkk ggeevvaaaarr ddaatt,, aallss hheett nniieett wwoorrddtt vveerrmmeeddeenn,, kkaann lleeiiddeenn
ttoott eerrnnssttiiggee ooff ddooddeelliijjkkee vveerrwwoonnddiinnggeenn..
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
WWiijjsstt oopp eeeenn ggeevvaaaarrlliijjkkee ssiittuuaattiiee ddiiee,, aallss zzee nniieett wwoorrddtt vveerrmmeeddeenn,, kkaann lleeii--
ddeenn ttoott lliicchhtt ooff mmaattiigg lleettsseell..
MMEERRKK OOPP
DDuuiiddtt oopp eeeenn aaaannwwiijjzziinngg ddiiee,, aallss zzee nniieett wwoorrddtt ggeevvoollggdd,, kkaann lleeiiddeenn ttoott zzwwaa--
rree sscchhaaddee aaaann hheett vvooeerrttuuiigg ooff aannddeerree bbeezziittttiinnggeenn..
OOvveerr ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg
Deze Gebruikershandleiding is bedoeld om de eigenaar/gebruiker van een nieuw
voertuig vertrouwd te maken met de diverse bedieningselementen, het onder-
houd en het veilige gebruik van zijn voertuig. Ze is onmisbaar voor het correcte
gebruik van het product.
Bewaar deze Gebruikershandleiding in het voertuig zodat u ze onder meer kunt
raadplegen voor onderhoud, het oplossen van problemen en om anderen aanwij-
zingen te geven.
Merk op dat de Gebruikershandleiding beschikbaar is in verschillende talen. In
geval van discrepanties zal de Engelse versie de overhand hebben.
Voor een extra kopie of afdruk van uw Gebruikershandleiding kunt u terecht op
onze website:
wwwwww..ooppeerraattoorrssgguuiiddeess..bbrrpp..ccoomm
De informatie in dit document is correct op het moment van publicatie. BRP voert
echter een beleid van continue verbetering van zijn producten, zonder dat dit
enige verbintenis inhoudt tot uitrusting van eerder vervaardigde producten met
vernieuwde onderdelen. Door laattijdige wijzigingen kunnen er verschillen zijn
tussen het gefabriceerde product en de beschrijvingen en/of specificaties in deze
handleiding. BRP behoudt zich het recht voor op eender welk moment specifica-
ties, ontwerpen, functies, modellen of uitrusting te schrappen of te wijzigen zon-
der dat dit enige verplichting inhoudt.
Deze gebruikershandleiding moet bij een eventuele verkoop bij het voertuig
blijven.
ALGEMENE INFORMATIE
12
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
ALGEMENE INFORMATIE
VEILIGHEIDSINFORMATIE 13
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSIINNFFOORRMMAATTIIEE
14 VEILIGHEIDSINFORMATIE
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSVVOOOORRSSCCHHRRIIFFTTEENN
KKoooollmmoonnooxxiiddeevveerrggiiffttiiggiinngg vveerrmmiijjddeenn
Uitlaatgassen van motors bevatten steeds koolmonoxide, een dodelijk gas. In-
ademing van koolmonoxide kan leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid,
misselijkheid, verwarring en zelfs de dood.
Koolmonoxide is een kleurloos, geurloos, smaakloos gas dat aanwezig kan zijn
zelfs als u het niet ziet of geen uitlaatgas ruikt. Dodelijke concentraties koolmo-
noxide worden snel bereikt en kunnen u zo snel bevangen dat u zichzelf niet
meer in veiligheid kunt brengen. Ook kunnen dodelijke concentraties koolmono-
xide uren- of dagenlang in afgesloten of slecht verluchte ruimtes blijven hangen.
Als u één van de symptomen van koolmonoxidevergiftiging voelt opkomen, ver-
laat de ruimte dan onmiddellijk, zorg voor verse lucht en vraag medische
behandeling.
Om ernstig letsel of dood door koolmonoxide te verhinderen of te voorkomen:
Het voertuig nooit in slecht verluchte of gedeeltelijk afgesloten ruimtes zoals
garages, carports of schuren laten draaien. Zelfs indien u de uitlaatgassen
met ventilators of open vensters en deuren tracht te verluchten, kan de kool-
monoxideconcentratie toch gevaarlijk snel oplopen.
Laat het voertuig nooit draaien op plekken buitenshuis waar de uitlaatgassen
langs openingen, zoals vensters en deuren, een gebouw kunnen
binnendringen.
BBrraannddssttooffbbrraannddeenn eenn aannddeerree ggeevvaarreenn vveerrmmiijjddeenn
Benzine is uiterst brandbaar en zeer explosief. Benzinedampen kunnen zich ver-
spreiden en op meters afstand van de motor door een vonk of vlam worden aan-
gestoken. Volg deze aanwijzingen om het risico op brand of explosie te verlagen:
Benzine is giftig en kan letsel of de dood veroorzaken.
Hevel nooit benzine over met de mond.
Raadpleeg onmiddellijk uw arts als u benzine hebt ingeslikt, in de ogen hebt
gekregen of benzinedampen hebt ingeademd.
Als u benzine op het lichaam morst, afwassen met water en zeep en van kle-
ren verwisselen.
BBrraannddwwoonnddeenn ddoooorr hheettee oonnddeerrddeelleenn vveerrmmiijjddeenn
Bepaalde componenten zoals remrotoren en uitlaatcomponenten worden tijdens
het rijden zeer heet. Raak die onderdelen niet aan als de motor draait of net heeft
gedraaid om brandwonden te vermijden.
AAcccceessssooiirreess eenn aaaannppaassssiinnggeenn
Eventuele wijzigingen of toevoegingen van door BRP goedgekeurde accessoires
kunnen de besturing van uw voertuig beïnvloeden. Het is belangrijk dat u de tijd
neemt om vertrouwd te worden met het voertuig nadat wijzigingen zijn aange-
bracht, zodat u begrijpt hoe u uw rijgedrag overeenkomstig dient aan te passen.
Installeer geen uitrusting die niet specifiek door BRP voor het voertuig is goedge-
keurd en vermijd ongeautoriseerde wijzigingen. Deze wijzigingen en uitrusting
zijn niet getest door BRP en kunnen gevaren met zich meebrengen. Ze kunnen
bijvoorbeeld:
VEILIGHEIDSINFORMATIE 15
Controleverlies en een vergroot risico op een crash met zich meebrengen
Oververhitting of kortsluiting met een verhoogd risico op brand of brandwon-
den veroorzaken
Van invloed zijn op de beschermingsfuncties van het voertuig.
Van invloed zijn op het gedrag van de aanhangwagen tijdens vervoer van het
voertuig
Een risico van verlies van voorwerpen veroorzaken op de weg tijdens het
vervoer.
Het gebruik van uw voertuig kan hierdoor ook illegaal worden.
VVrraaaagg jjee BBRRPP ddeeaalleerr oomm bbeesscchhiikkbbaarree ggeesscchhiikkttee aacccceessssooiirreess vvoooorr jjee
vvooeerrttuuiigg..
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
16 VEILIGHEIDSINFORMATIE
BBIIJJZZOONNDDEERREE VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSAAAANNWWIIJJZZIINNGGEENN
DDIITT VVOOEERRTTUUIIGG IISS GGEEEENN SSPPEEEELLGGOOEEDD EENN HHEETT GGEEBBRRUUIIKK EERRVVAANN
HHOOUUDDTT GGEEVVAARREENN IINN..
Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen, zoals
motorfietsen en auto's. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodi-
ge voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routinemanoeuvres zoals keren, berg-
op of over hindernissen rijden.
UU lloooopptt ggeevvaaaarr oopp EERRNNSSTTIIGG LLEETTSSEELL OOFF ZZEELLFFSS DDEE DDOOOODD, als u de vol-
gende instructies niet volgt:
Lees deze Gebruikershandleiding en alle veiligheidslabels op het product
aandachtig en volg de beschreven bedieningsinstructies. Bekijk de veilig-
heidsvideo aandachtig voordat u het voertuig gebruikt.
Respecteer altijd de aanbevolen leeftijd: Laat nooit een persoon jonger dan
16 met dit voertuig rijden.
Rijd nooit op dit voertuig zonder dat u een goedgekeurde helm met de juiste
maat en andere verplichte rijuitrusting draagt. Zie
RIJUITRUSTING
in het
hoofdstuk
RIJDEN MET UW VOERTUIG
voor meer informatie.
Inspecteer uw voertuig altijd en kijk na of het in goede staat verkeert voordat
u gaat rijden. Zie
CONTROLE VOOR HET VERTREK
. Volg altijd de onder-
houdsschema's zoals in deze Gebruikershandleiding beschreven. Zie
ONDERHOUD
.
Breng op 1-UP modellen geen wijzigingen aan om een passagier mee te ne-
men of gebruik de rekken niet om een passagier te dragen.
Neem nooit een passagier mee op dit voertuig, tenzij het een 2-UP-model is.
Passagiers beïnvloeden het evenwicht en stuurgedrag en verhogen het risico
op controleverlies.
Bedien deze ATV nooit na gebruik van medicijnen of alcohol of wanneer u
moe of ziek bent. Dit geldt tevens voor de passagier (indien van toepassing).
In die omstandigheden zijn uw reactiesnelheid en oordeelkundig vermogen
sterk aangetast. Bedien uw ATV altijd zorgvuldig.
Probeer nooit op twee wielen te rijden, te springen of andere stunts uit te
voeren.
Rijd nooit overdreven snel. Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de
zichtbaarheid, de rijomstandigheden en uw ervaring.
Rijd altijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
Wees altijd alert voor veranderingen in het terrein wanneer u met dit voertuig
rijdt.
Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaardighe-
den heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op dergelijk
terrein. Wees altijd uiterst voorzichtig op dergelijk terrein.
Volg om te draaien altijd de juiste procedures zoals beschreven in
RIJTECHNIEKEN
.
Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig
of voor uw rijvaardigheid.
Volg om bergop te rijden altijd de juiste procedures zoals beschreven in
RIJ-
TECHNIEKEN
. Controleer het terrein aandachtig voordat u een helling begint
op te rijden. Rijd nooit een helling op met een te gladde of losse ondergrond.
Volg om bergaf te rijden en te remmen op een helling altijd de juiste procedu-
res zoals beschreven in
RIJTECHNIEKEN
. Controleer het terrein aandachtig
voordat u een helling begint af te rijden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE 17
Volg om dwars over een heuvel te rijden altijd de juiste procedures zoals be-
schreven in
RIJTECHNIEKEN
Vermijd hellingen met een te gladde of losse
ondergrond.
Pas altijd de juiste procedures toe wanneer u stilvalt of achteruitrolt bij het
bergop rijden. Schakel in een lage versnelling en houd een constante snel-
heid aan tijdens het bergop rijden om te voorkomen dat u stilvalt. Valt u stil of
rolt u achteruit, volg dan de speciale remprocedure zoals beschreven in
RIJTECHNIEKEN
.
Controleer altijd of er geen hindernissen zijn, voordat u op een onbekend ter-
rein gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblok-
ken of omgevallen bomen, te rijden. Volg om over hindernissen te rijden altijd
de juiste procedureszoals beschreven in
RIJTECHNIEKEN
Wees altijd voorzichtig bij het slippen of schuiven. Oefen met lage snelheid
op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig
onder controle kunt houden. Rijd traag en uiterst voorzichtig op een zeer
gladde ondergrond, bijvoorbeeld op ijs, om te voorkomen dat het voertuig on-
controleerbaar gaat slippen. Probeer nooit te slippen of schuiven met een
2-UP-model, wanneer u een passagier vervoert. U zou kunnen kantelen en
de passagier kan worden weggeslingerd.
Controleer altijd of er geen hindernissen of mensen achter het voertuig staan,
wanneer u achteruit rijdt. Rijd altijd traag achteruit. Houd er rekening mee dat
de passagier van een 2-UP-model uw zicht kan belemmeren.
Overschrijd nooit de aangegeven maximale belading van dit voertuig, inclu-
sief bestuurder en passagier (2-UP-modellen), alle lasten en bijkomende ac-
cessoires. Verdeel de lading gelijkmatig en bevestig alles stevig. Matig uw
snelheid en volg de instructies in deze handleiding voor het vervoer van las-
ten en het trekken van een aanhangwagen. Voorzie een langere remafstand.
Dit voertuig dient niet om te springen. Het is ook niet in staat de energie op te
vangen die vrijkomt bij manoeuvres zoals springen en die mogelijk op u, de
bestuurder, zal worden overgebracht. Als u op twee wielen probeert te rijden
kan uw voertuig kantelen en op u terechtkomen. Deze beide stunts zijn erg
gevaarlijk voor u en uw passagier (2-UP-modellen) en moeten tot elke prijs
worden vermeden.
Rijd nooit met het voertuig door diep of snel stromend water. Het water mag
niet hoger dan het midden van de wielen komen. Vergeet niet dat natte rem-
men een sterk verminderd remvermogen hebben. Test uw remmen, wanneer
u water, modder of sneeuw verlaat. Rem eventueel enkele malen zodat de
remblokken door de wrijving drogen.
Vergeet nooit dat de remafstand rechtstreeks wordt beïnvloed door onder
meer het weer, de staat van het terrein en de banden, het remsysteem, uw
snelheid en rijgedrag, en de lading, inclusief de gesleepte last. Pas uw rijg-
edrag daaraan aan.
BRP raadt u aan op uw ATV te zitten bij het achteruitrijden. Sta zo weinig mo-
gelijk rechtop. Als uw gewicht naar voren schuift tegen de gashendel kunt u
onverhoeds versnellen en de controle verliezen.
Gebruik het voertuig niet als de bedieningselementen niet normaal werken.
Houd steeds de juiste bandenspanning aan. Wanneer u de banden vervangt,
mag u alleen de aanbevolen bandenmaat en type gebruiken. Zie het hoofd-
stuk
TECHNISCHE SPECIFICATIES
in deze handleiding voor meer informa-
tie over de banden.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
18 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Wanneer u sneller rijdt dan uw vaardigheid of de omstandigheden toelaten,
kunt u verwondingen oplopen. Geef maar net genoeg gas om veilig vooruit te
komen. Uit statistieken blijkt dat snel genomen bochten vaak tot ongelukken
en verwondingen leiden. Vergeet nooit dat dit voertuig zwaar is! Als het met
zijn volle gewicht op u valt kunt u gewond raken.
Voer nooit onoordeelkundige wijzigingen aan uw voertuig uit, bijvoorbeeld
verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Gebruik alleen door BRP
goedgekeurde accessoires.
Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig, inclusief
bestuurder, alle lading en bijkomende accessoires. Verdeel de lading gelijk-
matig en bevestig alles stevig. Matig uw snelheid en volg de instructies in
deze handleiding voor het vervoer van lasten en het trekken van een aan-
hangwagen. Voorzie een langere remafstand.
VVeerraannttwwoooorrddeelliijjkkhheeddeenn vvaann bbeessttuuuurrddeerrss vvaann 22--uupp--mmooddeelllleenn
AAllss bbeessttuuuurrddeerr mmooeett uu hheett vvoollggeennddee ddooeenn::
Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn
passagier.
Informeer de passagier over de basisregels voor een veilige rit.
Instrueer de passagier om de veiligheidslabels van het voertuig te lezen en
de
veiligheidsfilm
te bekijken.
Oefen de manoeuvres die in deze Gebruikershandleiding worden beschreven
altijd in zonder en met passagier. Met passagier is er een grotere vaardigheid
nodig.
Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op
de besturing en de stabiliteit van uw voertuig. Vertraag op veilige wijze. Wees
voorzichtig. Probeer in geval van twijfel niet om de passagier te laten afstap-
pen voordat u een maneuver uitvoert.
Vergeet nooit dat wanneer u met een passagier rijdt, dit een grote invloed
heeft remafstand van uw voertuig. Voorzie een langere remafstand.
Als de passagiersstoel op een 2-UP model niet correct is geïnstalleerd, mag
een passagier nooit worden meegenomen.
Neem nooit meer dan één (1) passagier mee. Laat de passagier nergens an-
ders dan op de aangewezen passagierszitting zitten.
Vervoer nooit een passagier indien u vindt dat hij/zij onvoldoende in staat is
zich te concentreren op de omstandigheden op het terrein en zich hieraan
aan te passen.
Vervoer nooit een passagier die onder invloed van drugs of alcohol is of die
zich moe of ziek voelt. Dit vertraagt de reactiesnelheid en vertroebelt het
inschattingsvermogen.
VVeerraannttwwoooorrddeelliijjkkhheeddeenn vvaann bbeessttuuuurrddeerrss vvaann 22--uupp--mmooddeelllleenn
AAllss ppaassssaaggiieerr mmooeett uu hheett vvoollggeennddee ddooeenn::
Moet in staat zijn beide voeten op de voetsteunen te rusten en met zijn han-
den altijd de handgrepen kunnen vasthouden terwijl hij op dit voertuig zit.
Rijd nooit met dit voertuig zonder een goed passende, goedgekeurde helm
(met kinbeschermer) op. De passagier moet ook oogbescherming (bril of ge-
laatsscherm), handschoenen, laarzen, een hemd of jack met lange mouwen
en een lange broek dragen.
Blijf zitten op de hiervoor aangewezen passagierszitting.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 19
Houd uw handen altijd aan het stuur en uw voeten op de voetsteunen, terwijl
u met uw voertuig rijdt. Houd u nooit vast aan de bestuurder.
Sta nooit recht terwijl het voertuig rijdt. Door teveel beweging kan het voertuig
oncontroleerbaar worden.
Let op de bewegingen van de bestuurder en het voertuig.
Wanneer u zich om een of andere reden ongemakkelijk of onzeker voelt,
wacht dan niet af en vraag de bestuurder om te vertragen of te stoppen.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
20 VEILIGHEIDSINFORMATIE
BBEEDDRRIIJJFFSSWWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGGEENN
De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd
door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en
moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV's.
De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellingen. Uw model kan hier-
van afwijken.
RRiijjddeenn mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg zzoonnddeerr ddee jjuuiissttee iinnssttrruuccttiieess
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
RRiijjddeenn mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg zzoonnddeerr aaaannggeeppaassttee oopplleeiiddiinngg..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
HHeett rriissiiccoo oopp eeeenn oonnggeevvaall nneeeemmtt aaaannzziieennlliijjkk ttooee wwaannnneeeerr ddee bbeessttuuuurrddeerr
nniieett wweeeett hhooee hhiijj ddiitt vvooeerrttuuiigg ccoorrrreecctt mmooeett bbeessttuurreenn iinn vveerrsscchhiilllleennddee ssiittuu--
aattiieess eenn oopp vveerrsscchhiilllleennddee ssoooorrtteenn tteerrrreeiinneenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
BBeeggiinnnneerrss eenn oonneerrvvaarreenn bbeessttuuuurrddeerrss ddiieenneenn eeeenn pprraakkttiijjkkoopplleeiiddiinngg ttee vvooll--
ggeenn.. DDaaaarrnnaa mmooeetteenn zzee ddee aaaannggeelleeeerrddee vvaaaarrddiigghheeddeenn eenn ddee iinn ddeezzee GGee--
bbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg bbeesscchhrreevveenn rriijjtteecchhnniieekkeenn rreeggeellmmaattiigg iinnooeeffeenneenn..
VVoooorr mmeeeerr iinnffoorrmmaattiiee oovveerr eeeenn pprraakkttiijjkkoopplleeiiddiinngg kkuunntt uu ccoonnttaacctt ooppnneemmeenn
mmeett eeeenn eerrkkeennddee CCaann--AAmm ddeeaalleerr..
VEILIGHEIDSINFORMATIE 21
AAaannbbeevvoolleenn lleeeeffttiijjdd
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BESTUURDER
JONGER DAN
JAAR
BESTUURDER
JONGER DAN
JAAR
16
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
NNiieett--nnaalleevviinngg vvaann ddee lleeeeffttiijjddssaaaannbbeevveelliinnggeenn vvoooorr ddiitt vvooeerrttuuiigg..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
WWaannnneeeerr ddeezzee lleeeeffttiijjddssaaaannbbeevveelliinngg nniieett wwoorrddtt ggeerreessppeecctteeeerrdd,, lloooopptt ddee
jjoonnggee bbeessttuuuurrddeerr ggeevvaaaarr oopp eerrnnssttiigg lleettsseell ooff zzeellffss ddee ddoooodd..
ZZeellffss aallss eeeenn kkiinndd ttoott ddee lleeeeffttiijjddssccaatteeggoorriiee bbeehhoooorrtt wwaaaarrvvoooorr ddiitt vvooeerrttuuiigg
wwoorrddtt aaaannbbeevvoolleenn,, bbeesscchhiikktt hheett nniieett aallttiijjdd oovveerr ddee nnooddiiggee vvaaaarrddiigghheeddeenn
eenn vvoollddooeennddee bbeeoooorrddeelliinnggssvveerrmmooggeenn oomm vveeiilliigg mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg ttee rriijjddeenn..
DDiitt kkaann ttoott eerrnnssttiiggee oonnggeelluukkkkeenn lleeiiddeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
LLaaaatt nnooooiitt eeeenn ppeerrssoooonn jjoonnggeerr ddaann 1166 mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg rriijjddeenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
22 VEILIGHEIDSINFORMATIE
FFyyssiieekkee bbeeppeerrkkiinnggeenn vvaann ddee ppaassssaaggiieerr
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
22--UUPP--mmooddeelllleenn
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
NNeeggeerreenn vvaann ddee lliicchhaammeelliijjkkee bbeeppeerrkkiinnggeenn vvaann ddee ppaassssaaggiieerr vvaann eeeenn
22--UUPP--mmooddeell..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
EEeenn ppaassssaaggiieerr ddiiee nniieett ggooeedd mmeett zziijjnn vvooeetteenn oopp ddee vvooeettsstteeuunneenn kkaann sstteeuu--
nneenn,, kkaann wwoorrddeenn wweeggggeesslliinnggeerrdd ttiijjddeennss eeeenn rriitt oopp oonneeffffeenn tteerrrreeiinn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
DDee ppaassssaaggiieerr mmooeett mmeett zziijjnn bbeeiiddee vvooeetteenn oopp ddee vvooeettsstteeuunneenn kkuunnnneenn rruuss--
tteenn eenn mmeett zziijjnn hhaannddeenn aallttiijjdd ddee hhaannddggrreeppeenn kkuunnnneenn vvaasstthhoouuddeenn tteerrwwiijjll hhiijj
oopp ddiitt vvooeerrttuuiigg zziitt..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 23
MMeeeerr ddaann éééénn ((11)) ppaassssaaggiieerr mmeeeenneemmeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
EEnnkkeell 22--UUPP--mmooddeelllleenn
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
MMeeeerr ddaann éééénn ((11)) ppaassssaaggiieerr mmeeeenneemmeenn oopp ddiitt vvooeerrttuuiigg..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
WWaannnneeeerr uu mmeeeerr ddaann éééénn ((11)) ppaassssaaggiieerr mmeeeenneeeemmtt,, zzaall ddiitt vvooeerrttuuiigg ssnneell
zziijjnn eevveennwwiicchhtt vveerrlliieezzeenn ooff oonnccoonnttrroolleeeerrbbaaaarr wwoorrddeenn..
DDiitt kkaann ttoott eeeenn oonnggeelluukk lleeiiddeenn,, wwaaaarrbbiijj uu eenn//ooff uuww ppaassssaaggiieerrss ggeewwoonndd
rraakkeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
NNeeeemm nnooooiitt mmeeeerr ddaann éééénn ((11)) ppaassssaaggiieerr mmeeee.. OOnnddaannkkss ddee llaannggee zziittttiinngg
ddiiee ddee cchhaauuffffeeuurr oonnbbeeppeerrkkttee bbeewweeggiinnggssvvrriijjhheeiidd bbiieeddtt,, iiss ddiitt vvooeerrttuuiigg nniieett
oonnttwwoorrppeenn nnoocchh bbeeddooeelldd oomm mmeeeerr ddaann éééénn ((11)) bbeessttuuuurrddeerr eenn éééénn ((11)) ppaass--
ssaaggiieerr mmeeee ttee nneemmeenn..
DDee ppaassssaaggiieerr mmooeett ddee hhiieerrvvoooorr aaaannggeewweezzeenn ppaassssaaggiieerrsszziittttiinngg ggeebbrruuiikkeenn
wwaannnneeeerr hhiijj oopp hheett vvooeerrttuuiigg zziitt,, ddee vvooeetteenn sstteevviigg oopp ddee vvooeettsstteeuunneenn llaatteenn
rruusstteenn eenn aallttiijjdd ddee hhaannddggrreeppeenn vvaasstthhoouuddeenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
24 VEILIGHEIDSINFORMATIE
PPaassssaaggiieerrss oopp hheett vvoooorrrreekk ooff iinn ddee llaaaaddbbaakk aacchhtteerr llaatteenn zziitttteenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
PPaassssaaggiieerr((ss)) ttooeessttaaaann oopp hheett vvoooorrrreekk ooff iinn ddee llaaaaddbbaakk aacchhtteerr ttee zziitttteenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
EEeenn ppaassssaaggiieerr mmeeeenneemmeenn kkaann::
DDee ssttaabbiilliitteeiitt vvaann hheett vvooeerrttuuiigg iinn hheett ggeeddrraanngg bbrreennggeenn eenn ccoonnttrroolleevveerr--
lliieess vveerroooorrzzaakkeenn..
DDee ppaassssaaggiieerr((ss)) vveerrwwoonnddeenn bbiijj bboottssiinnggeenn mmeett hhaarrddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn..
TToott eeeenn oonnggeelluukk lleeiiddeenn,, wwaaaarrbbiijj uu eenn//ooff uuww ppaassssaaggiieerr((ss)) ggeewwoonndd
rraakkeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
SSttaa ppaassssaaggiieerr((ss)) nnooooiitt ttooee oopp hheett vvoooorrrreekk ooff iinn ddee llaaaaddbbaakk aacchhtteerr ttee zziitttteenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 25
VVooeerrttuuiigg oopp vveerrhhaarrddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
RRiijjddeenn mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg oopp vveerrhhaarrddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
DDee bbaannddeenn zziijjnn oonnttwwoorrppeenn vvoooorr ooffffrrooaadd--ggeebbrruuiikk eenn nniieett ggeesscchhiikktt oomm oopp
vveerrhhaarrddee wweeggeenn ttee rriijjddeenn..
OOpp eeeenn vveerrhhaarrddee wweegg vveerraannddeerrtt hheett rriijjggeeddrraagg vvaann ddiitt vvooeerrttuuiigg aaaannzziieennlliijjkk,,
wwaaaarrddoooorr uu ddee ccoonnttrroollee kkuunntt vveerrlliieezzeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg oopp vveerrhhaarrddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn,, bbiijjvv.. oopp ssttooeeppeenn,,
oopprriitttteenn,, ppaarrkkeeeerrtteerrrreeiinneenn eenn ssttrraatteenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
26 VEILIGHEIDSINFORMATIE
VVooeerrttuuiigg oopp ddee ooppeennbbaarree wweegg ooff ddee ssnneellwweegg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
MMeett ddiitt vvooeerrttuuiigg oopp ddee ooppeennbbaarree wweegg rriijjddeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt bboottsseenn mmeett eeeenn aannddeerr vvooeerrttuuiigg..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg oopp ddee ooppeennbbaarree wweegg,, zzeellffss aallss hheett eeeenn aaaarrddee--
wweegg ooff kkiieezzeellppaadd bbeettrreefftt.. IInn vveeeell ssttaatteenn iiss hheett vveerrbbooddeenn oomm mmeett ddiitt vvooeerr--
ttuuiigg oopp ddee ooppeennbbaarree wweegg ttee rriijjddeenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 27
RRiijjddeenn zzoonnddeerr ppeerrssoooonnlliijjkkee bbeesscchheerrmmiinnggssmmiiddddeelleenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
RRiijjddeenn mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg zzoonnddeerr eeeenn ggooeeddggeekkeeuurrddee hheellmm,, ooooggbbeesscchheerrmmiinngg
eenn bbeesscchheerrmmeennddee kklleeddiijj ttee ddrraaggeenn.. OOookk ddee ppaassssaaggiieerr vvaann eeeenn 22--UUPP--mmoo--
ddeell mmooeett eeeenn ggooeeddggeekkeeuurrddee hheellmm mmeett hhaarrddee kkiinnbbeesscchheerrmmeerr ddrraaggeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
WWaannnneeeerr uu rriijjddtt zzoonnddeerr ggooeeddggeekkeeuurrddee hheellmm nneeeemmtt hheett rriissiiccoo oopp eeeenn
eerrnnssttiigg ooff zzeellffss ddooddeelliijjkk hhooooffddlleettsseell bbiijj eeeenn oonnggeevvaall aaaannzziieennlliijjkk ttooee..
RRiijjddeenn zzoonnddeerr ooooggbbeesscchheerrmmiinngg vveerrhhooooggtt hheett rriissiiccoo oopp oonnggeelluukkkkeenn eenn
oopp eerrnnssttiiggee vveerrwwoonnddiinnggeenn bbiijj eeeenn oonnggeelluukk..
RRiijjddeenn zzoonnddeerr bbeesscchheerrmmeennddee kklleeddiijj vveerrhhooooggtt hheett rriissiiccoo oopp eerrnnssttiiggee
vveerrwwoonnddiinnggeenn bbiijj eeeenn oonnggeelluukk..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
DDrraaaagg aallttiijjdd eeeenn ggooeeddggeekkeeuurrddee hheellmm ddiiee ggooeedd ppaasstt.. DDrraaaagg ooookk::
OOooggbbeesscchheerrmmiinngg ((bbrriill ooff ggeellaaaattsssscchheerrmm))
HHaarrddee kkiinnbbeesscchheerrmmeerr
HHaannddsscchhooeenneenn eenn llaaaarrzzeenn
HHeemmdd ooff jjaacckk mmeett llaannggee mmoouuwweenn
LLaannggee bbrrooeekk..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
28 VEILIGHEIDSINFORMATIE
DDrruuggss eenn aallccoohhooll
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
GGeebbrruuiikk vvaann ddiitt vvooeerrttuuiigg aallss uu oonnddeerr iinnvvllooeedd bbeenntt vvaann ddrruuggss ooff aallccoohhooll..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
HHiieerrddoooorr kkaann ddee ppaassssaaggiieerr vvaalllleenn ((22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
DDiitt kkaann uuww bbeeoooorrddeelliinnggssvveerrmmooggeenn eerrnnssttiigg aaaannttaasstteenn..
UUww rreeaaccttiieessnneellhheeiidd kkaann aaffnneemmeenn..
UUww eevveennwwiicchhtt eenn ppeerrcceeppttiiee kkuunnnneenn eerroonnddeerr lliijjddeenn..
UU kkuunntt eeeenn eerrnnssttiigg ooff ddooddeelliijjkk oonnggeelluukk kkrriijjggeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
DDee bbeessttuuuurrddeerr eenn zziijjnn ppaassssaaggiieerr ((22--UUPP--mmooddeelllleenn)) mmooggeenn nnooooiitt oopp ddiitt
vvooeerrttuuiigg rriijjddeenn oonnddeerr ddee iinnvvllooeedd vvaann aallccoohhooll ooff ddrruuggss..
OOvveerrddrreevveenn ssnneellhheeiidd
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
TTee ssnneell rriijjddeenn mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
DDee kkaannss ddaatt uu ddee ccoonnttrroollee oovveerr uuww vvooeerrttuuiigg vveerrlliieesstt eenn eeeenn oonnggeelluukk hheeeefftt
nneeeemmtt ttooee..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
PPaass uuww ssnneellhheeiidd aallttiijjdd aaaann aaaann hheett tteerrrreeiinn,, ddee zziicchhttbbaaaarrhheeiidd,, ddee rriijjoommssttaann--
ddiigghheeddeenn eenn uuww eerrvvaarriinngg..
WWaannnneeeerr uu eeeenn ppaassssaaggiieerr mmeeeenneeeemmtt oopp eeeenn 22--UUPP--mmooddeell,, hheeeefftt ddiitt eeeenn
ggrroottee iinnvvllooeedd oopp ddee bbeessttuurriinngg vvaann uuww vvooeerrttuuiigg,, ddee ssttaabbiilliitteeiitt eenn ddee rreemmaaff--
ssttaanndd.. MMaattiigg uuww ssnneellhheeiidd aallttiijjdd wwaannnneeeerr uu eeeenn ppaassssaaggiieerr mmeeeenneeeemmtt..
VVoooorrzziiee eeeenn llaannggeerree rreemmaaffssttaanndd..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 29
RRiijjddeenn oopp ttwweeee wwiieelleenn,, sspprriinnggeenn eenn aannddeerree ssttuunnttss
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
RRiijjddeenn oopp ttwweeee wwiieelleenn,, sspprriinnggeenn eenn aannddeerree ssttuunnttss..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
HHeett rriissiiccoo ddaatt uu eeeenn oonnggeelluukk hheeeefftt,, bbiijjvvoooorrbbeeeelldd kkaanntteelltt,, nneeeemmtt ttooee..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
HHaaaall nnooooiitt ssttuunnttss uuiitt,, zzooaallss oopp ttwweeee wwiieelleenn rriijjddeenn ooff sspprriinnggeenn.. PPrroobbeeeerr nniieett
oopp ttee sscchheeppppeenn..
VVooeerrttuuiiggiinnssppeeccttiiee
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
NNiieett iinnssppeecctteerreenn vvaann hheett vvooeerrttuuiigg vvoooorr hheett rriijjddeenn..
NNiieett ggooeedd oonnddeerrhhoouuddeenn vvaann hheett vvooeerrttuuiigg..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
HHiieerrddoooorr nneeeemmtt hheett rriissiiccoo oopp oonnggeevvaalllleenn ooff bbeesscchhaaddiiggiinngg vvaann ddee uuiittrruussttiinngg
ttooee..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
IInnssppeecctteeeerr uuww vvooeerrttuuiigg vvoooorr eellkk ggeebbrruuiikk,, oomm ttee vveerrzzeekkeerreenn ddaatt hheett vvooeerr--
ttuuiigg iinn ggooeeddee ssttaaaatt vveerrkkeeeerrtt..
VVoollgg aallttiijjdd hheett oonnddeerrhhoouuddsssscchheemmaa zzooaallss iinn ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg
bbeesscchhrreevveenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
30 VEILIGHEIDSINFORMATIE
BBeevvrroorreenn wwaatteerrppaarrttiijjeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
RRiijjddeenn oopp bbeevvrroorreenn wwaatteerrwweeggeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt zzwwaaaarr ooff zzeellffss ddooddeelliijjkk lleettsseell ooppllooppeenn aallss uu ddoooorr hheett iijjss bbrreeeekktt..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
BBeeggeeeeff uu nnooooiitt mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg oopp eeeenn bbeevvrroorreenn ooppppeerrvvllaakk,, tteennzziijj uu zzeekkeerr
wweeeett ddaatt hheett iijjss ddiikk eenn sstteevviigg ggeennooeegg iiss oomm hheett vvooeerrttuuiigg eenn zziijjnn llaaddiinngg ttee
ddrraaggeenn eenn bbeessttaanndd iiss tteeggeenn ddee kkrraacchhtt ddiiee eeeenn bbeewweeggeenndd vvooeerrttuuiigg
uuiittooeeffeenntt..
JJuuiissttee ppoossiittiiee oopp hheett vvooeerrttuuiigg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
HHaannddeenn ttiijjddeennss hheett rriijjddeenn vvaann hheett ssttuuuurr ((bbeessttuuuurrddeerr)) ooff vvaann ddee hhaannddggrree--
ppeenn ((ppaassssaaggiieerr -- 22--UUPP--mmooddeelllleenn)) hhaalleenn ooff vvooeetteenn vvaann ddee vvooeettsstteeuunneenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
ZZeellffss mmeett éééénn hhaanndd ooff vvooeett llooss hheeeefftt uu mmiinnddeerr ccoonnttrroollee oovveerr hheett vvooeerrttuuiigg..
UU kkuunntt hheett eevveennwwiicchhtt vveerrlliieezzeenn eenn vvaann hheett vvooeerrttuuiigg vvaalllleenn.. AAllss uu eeeenn vvooeett
vvaann ddee vvooeettsstteeuunn hhaaaalltt,, kkaann uuww vvooeett ooff bbeeeenn ddee aacchhtteerrwwiieelleenn rraakkeenn,, zzooddaatt
uu vveerrwwoonnddiinnggeenn oopplloooopptt ooff eeeenn oonnggeelluukk hheeeefftt..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
DDee bbeessttuuuurrddeerr mmooeett aallttiijjdd ddee ssttuuuurrhheennddeellss vvaasstthhoouuddeenn eenn ddee ppaassssaaggiieerr
((22--UUPP--mmooddeelllleenn)) ddee hhaannddggrreeppeenn.. BBeeiiddee vvooeetteenn ((bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr
oopp 22--UUPP--mmooddeelllleenn)) mmooeetteenn ttiijjddeennss hheett rriijjddeenn oopp ddee vvooeettsstteeuunneenn rruusstteenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 31
OOnnbbeekkeenndd tteerrrreeiinn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
OOnnvvoollddooeennddee vvoooorrzziicchhttiigg rriijjddeenn oopp oonnbbeekkeenndd tteerrrreeiinn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt oopp vveerrbboorrggeenn rroottssbbllookkkkeenn,, bbuulltteenn ooff ggaatteenn ssttootteenn zzoonnddeerr vvooll--
ddooeennddee ttiijjdd oomm ttee rreeaaggeerreenn..
UUww vvooeerrttuuiigg kkaann kkaanntteelleenn ooff oonnccoonnttrroolleeeerrbbaaaarr wwoorrddeenn eenn ddee ppaassssaaggiieerr
kkaann wwoorrddeenn wweeggggeesslliinnggeerrdd ((22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
RRiijjdd ttrraaaagg eenn wweeeess eexxttrraa vvoooorrzziicchhttiigg wwaannnneeeerr uu oopp oonnbbeekkeenndd tteerrrreeiinn rriijjddtt..
WWeeeess aallttiijjdd aalleerrtt vvoooorr vveerraannddeerriinnggeenn iinn hheett tteerrrreeiinn wwaannnneeeerr uu mmeett ddiitt vvooeerr--
ttuuiigg rriijjddtt..
VVeerrggeeeett nniieett ddaatt ddee bbeessttuuuurrddeerr vvaann eeeenn 22--UUPP--mmooddeell vveerraannttwwoooorrddeelliijjkk iiss
vvoooorr ddee vveeiilliigghheeiidd vvaann zziijjnn ppaassssaaggiieerr.. MMaattiigg uuww ssnneellhheeiidd aallttiijjdd wwaannnneeeerr uu
eeeenn ppaassssaaggiieerr mmeeeenneeeemmtt..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
32 VEILIGHEIDSINFORMATIE
GGeebbrruuiikk oopp uuiittzzoonnddeerrlliijjkk rruuww,, ggllaadd,, iijjzziigg ooff llooss tteerrrreeiinn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
OOnnvvoollddooeennddee vvoooorrzziicchhttiigg rriijjddeenn oopp zzeeeerr rruuiiggee,, ggllaaddddee ooff lloossssee
oonnddeerrggrroonndd..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UUww vvooeerrttuuiigg kkaann zziijjnn ggrriipp vveerrlliieezzeenn eenn oonnccoonnttrroolleeeerrbbaaaarr wwoorrddeenn.. DDiitt kkaann
lleeiiddeenn ttoott eeeenn oonnggeelluukk,, bbiijjvvoooorrbbeeeelldd kkaanntteelleenn ooff wweeggsslliinnggeerreenn vvaann ddee ppaass--
ssaaggiieerr ((22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
RRiijjdd nnooooiitt oopp ttee rruuiiggee,, ggllaaddddee ooff lloossssee oonnddeerrggrroonndd,, ttoott uu ddee nnooddiiggee vvaaaarr--
ddiigghheeiidd hheeeefftt vveerrwwoorrvveenn oomm uuww vvooeerrttuuiigg oonnddeerr ccoonnttrroollee ttee hhoouuddeenn oopp ddeerr--
ggeelliijjkk tteerrrreeiinn..
WWeeeess aallttiijjdd uuiitteerrsstt vvoooorrzziicchhttiigg oopp ddeerrggeelliijjkk tteerrrreeiinn..
VVeerrggeeeett nniieett ddaatt ddee bbeessttuuuurrddeerr vvaann eeeenn 22--UUPP--mmooddeell vveerraannttwwoooorrddeelliijjkk iiss
vvoooorr ddee vveeiilliigghheeiidd vvaann zziijjnn ppaassssaaggiieerr.. LLaaaatt ddee ppaassssaaggiieerr iinn ggeevvaall vvaann ttwwiijj--
ffeell aaffssttaappppeenn,, vvoooorrddaatt uu zziicchh oopp ddeerrggeelliijjkk tteerrrreeiinn bbeeggeeeefftt..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 33
VVeerrkkeeeerrdd ddrraaaaiieenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
VVeerrkkeeeerrdd ddrraaaaiieenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
HHeett vvooeerrttuuiigg kkaann oonnccoonnttrroolleeeerrbbaaaarr wwoorrddeenn eenn eeeenn bboottssiinngg vveerroooorrzzaakkeenn,,
kkaanntteelleenn ooff ddee ppaassssaaggiieerr wweeggsslliinnggeerreenn ((22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
VVoollgg oomm ttee ddrraaaaiieenn aallttiijjdd ddee jjuuiissttee pprroocceedduurreess ddiiee uu iinn ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrss--
hhaannddlleeiiddiinngg vviinnddtt.. OOeeffeenn hheett ddrraaaaiieenn mmeett llaaggee ssnneellhheeiidd vvoooorrddaatt uu hheett
ssnneelllleerr pprroobbeeeerrtt..
VVeerrggeeeett nniieett ddaatt ddee bbeessttuuuurrddeerr vvaann eeeenn 22--UUPP--mmooddeell vveerraannttwwoooorrddeelliijjkk iiss
vvoooorr ddee vveeiilliigghheeiidd vvaann zziijjnn ppaassssaaggiieerr.. VVooeerr ddiitt mmaannooeeuuvvrree nnooooiitt uuiitt mmeett
eeeenn ppaassssaaggiieerr.. DDeennkk eerraaaann:: wwaannnneeeerr uu mmeett eeeenn ppaassssaaggiieerr rriijjddtt hheeeefftt ddiitt
eeeenn ggrroottee iinnvvllooeedd oopp ddee bbeessttuurriinngg vvaann uuww vvooeerrttuuiigg,, ddee ssttaabbiilliitteeiitt eenn ddee
rreemmaaffssttaanndd..
DDrraaaaii nnooooiitt mmeett ttee hhooggee ssnneellhheeiidd..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
34 VEILIGHEIDSINFORMATIE
ZZeeeerr sstteeiillee hheelllliinnggeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
RRiijjddeenn oopp zzeeeerr sstteeiillee hheelllliinnggeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
HHeett vvooeerrttuuiigg kkaann ssnneelllleerr kkaanntteelleenn oopp zzeeeerr sstteeiillee hheelllliinnggeenn ddaann oopp vvllaakkkkee
oonnddeerrggrroonndd ooff lliicchhttee hheelllliinnggeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
BBeeggeeeeff uu mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg nnooooiitt oopp hheelllliinnggeenn ddiiee ttee sstteeiill zziijjnn vvoooorr hheett vvooeerr--
ttuuiigg ooff vvoooorr uuww rriijjvvaaaarrddiigghheeiidd..
OOeeffeenn,, mmeett eenn zzoonnddeerr ppaassssaaggiieerr ((22--UUPP--mmooddeelllleenn)),, oopp mmiinnddeerr sstteeiillee hheelllliinn--
ggeenn vvoooorrddaatt uu eeeenn sstteeiillee hheelllliinngg nneeeemmtt..
DDeennkk eerraaaann ddaatt,, hhooeewweell uuww vvooeerrttuuiigg iinn ssttaaaatt iiss oomm sstteeiillee hheelllliinnggeenn ttee bbee--
kklliimmmmeenn,, ddiitt vvoooorr 22--UUPP--mmooddeelllleenn nniieett wwoorrddtt aaaannbbeevvoolleenn mmeett eeeenn ppaassssaa--
ggiieerr.. LLaaaatt hheemm aallttiijjdd aaffssttaappppeenn vvoooorrddaatt uu ddiitt mmaannooeeuuvvrree uuiittvvooeerrtt.. SScchhaatt ddee
ssiittuuaattiiee ggooeedd iinn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 35
BBeerrggoopp rriijjddeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
VVeerrkkeeeerrdd bbeerrggoopp rriijjddeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt ddee ccoonnttrroollee vveerrlliieezzeenn,, ddee ppaassssaaggiieerr kkaann wwoorrddeenn wweeggggeesslliinnggeerrdd
((22--UUPP--mmooddeelllleenn)) ooff uuww vvooeerrttuuiigg kkaann kkaanntteelleenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
VVoollgg oomm bbeerrggoopp ttee rriijjddeenn aallttiijjdd ddee jjuuiissttee pprroocceedduurreess ddiiee uu iinn ddeezzee GGeebbrruuii--
kkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg vviinnddtt..
CCoonnttrroolleeeerr hheett tteerrrreeiinn aallttiijjdd aaaannddaacchhttiigg vvoooorrddaatt uu eeeenn hheelllliinngg bbeeggiinntt oopp ttee
rriijjddeenn.. VVeerrggeeeett nniieett ddaatt ddee bbeessttuuuurrddeerr vvaann eeeenn 22--UUPP--mmooddeell vveerraannttwwoooorrddee--
lliijjkk iiss vvoooorr ddee vveeiilliigghheeiidd vvaann zziijjnn ppaassssaaggiieerr.. LLaaaatt hheemm iinn ggeevvaall vvaann ttwwiijjffeell
aaffssttaappppeenn vvoooorrddaatt uu bbeerrggoopp rriijjddtt.. DDeennkk eerraaaann:: wwaannnneeeerr uu mmeett eeeenn ppaassssaa--
ggiieerr rriijjddtt hheeeefftt ddiitt eeeenn ggrroottee iinnvvllooeedd oopp ddee bbeessttuurriinngg vvaann uuww vvooeerrttuuiigg,, ddee
ssttaabbiilliitteeiitt eenn ddee rreemmaaffssttaanndd..
RRiijjdd nnooooiitt eeeenn hheelllliinngg oopp mmeett eeeenn ttee ggllaaddddee ooff lloossssee oonnddeerrggrroonndd..
VVeerrppllaaaattss uuww ggeewwiicchhtt nnaaaarr vvoorreenn ((bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr oopp hheett 22--UUPP
mmooddeell))
OOppeenn ddee ggaasskklleepp nniieett pplloottss eenn sscchhaakkeell nniieett bbrruuuusskk.. HHeett vvooeerrttuuiigg kkaann aacchh--
tteerrwwaaaarrttss oommkkiippppeenn..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett hhooggee ssnneellhheeiidd oovveerr ddee ttoopp vvaann eeeenn hheeuuvveell.. EErr zzoouu eeeenn hhiinn--
ddeerrnniiss,, eeeenn sstteeiillee aaffggrroonndd ooff eeeenn aannddeerr vvooeerrttuuiigg ooff ppeerrssoooonn aaaann ddee aannddeerree
kkaanntt vvaann ddee hheelllliinngg kkuunnnneenn zziijjnn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
36 VEILIGHEIDSINFORMATIE
HHeeuuvveellaaff rriijjddeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
VVeerrkkeeeerrdd bbeerrggaaff rriijjddeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt ddee ccoonnttrroollee vveerrlliieezzeenn,, ddee ppaassssaaggiieerr kkaann wwoorrddeenn wweeggggeesslliinnggeerrdd
((22--UUPP--mmooddeelllleenn)) ooff uuww vvooeerrttuuiigg kkaann kkaanntteelleenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
VVoollgg oomm bbeerrggaaff ttee rriijjddeenn aallttiijjdd ddee jjuuiissttee pprroocceedduurreess ddiiee uu iinn ddeezzee GGeebbrruuii--
kkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg vviinnddtt..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
OOmm ttee rreemmmmeenn ttiijjddeennss hheett bbeerrggaaff rriijjddeenn iiss eeeenn ssppeecciiaallee tteecchhnniieekk vveerreeiisstt..
CCoonnttrroolleeeerr hheett tteerrrreeiinn aallttiijjdd aaaannddaacchhttiigg vvoooorrddaatt uu eeeenn hheelllliinngg bbeeggiinntt aaff ttee
rriijjddeenn.. VVeerrggeeeett nniieett ddaatt ddee bbeessttuuuurrddeerr vvaann eeeenn 22--UUPP--mmooddeell vveerraannttwwoooorrddee--
lliijjkk iiss vvoooorr ddee vveeiilliigghheeiidd vvaann zziijjnn ppaassssaaggiieerr.. LLaaaatt hheemm iinn ggeevvaall vvaann ttwwiijjffeell
aaffssttaappppeenn vvoooorrddaatt uu bbeerrggaaff rriijjddtt.. DDeennkk eerraaaann:: wwaannnneeeerr uu mmeett eeeenn ppaassssaa--
ggiieerr rriijjddtt hheeeefftt ddiitt eeeenn ggrroottee iinnvvllooeedd oopp ddee bbeessttuurriinngg vvaann uuww vvooeerrttuuiigg,, ddee
ssttaabbiilliitteeiitt eenn ddee rreemmaaffssttaanndd..
VVeerrppllaaaattss uuww ggeewwiicchhtt nnaaaarr aacchhtteerreenn ((bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr oopp
((22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett hhooggee ssnneellhheeiidd vvaann eeeenn hheeuuvveell..
RRiijjdd nniieett vvaann eeeenn hheeuuvveell oonnddeerr eeeenn hhooeekk wwaaaarriinn hheett vvooeerrttuuiigg sstteerrkk nnaaaarr
éééénn kkaanntt ggaaaatt oovveerrhheelllleenn.. RRiijjdd lliieeffsstt rreecchhtt nnaaaarr bbeenneeddeenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 37
VVeerrkkeeeerrdd ddwwaarrss oopp eeeenn hheelllliinngg rriijjddeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
VVeerrkkeeeerrdd ddwwaarrss oopp eeeenn hheelllliinngg rriijjddeenn ooff kkeerreenn oopp eeeenn hheelllliinngg..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt ddee ccoonnttrroollee vveerrlliieezzeenn,, ddee ppaassssaaggiieerr kkaann wwoorrddeenn wweeggggeesslliinnggeerrdd
((22--UUPP--mmooddeelllleenn)) ooff uuww vvooeerrttuuiigg kkaann kkaanntteelleenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
VVooeerr ddiitt mmaannooeeuuvvrree nnooooiitt uuiitt oopp eeeenn 22--UUPP--mmooddeell mmeett eeeenn ppaassssaaggiieerr aaaann
bboooorrdd.. LLaaaatt hheemm aallttiijjdd aaffssttaappppeenn vvoooorr uu ddiitt ddooeett..
PPrroobbeeeerr nnooooiitt ttee kkeerreenn oopp eeeenn hheeuuvveell,, ttoott uu ddee oommkkeeeerrtteecchhnniieekk oopp vvllaakk
tteerrrreeiinn oonnddeerr ddee kknniiee hheeeefftt,, ddiiee uu iinn ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg vviinnddtt..
WWeeeess uuiitteerrsstt vvoooorrzziicchhttiigg bbiijj hheett kkeerreenn oopp eeeenn hheelllliinngg..
VVeerrmmiijjdd ddwwaarrss oovveerr eeeenn sstteeiillee hheelllliinngg rriijjddeenn,, iinnddiieenn mmooggeelliijjkk..
WWaannnneeeerr uu ddwwaarrss oovveerr eeeenn hheelllliinngg rriijjddtt::
VVoollgg aallttiijjdd ddee jjuuiissttee pprroocceedduurreess,, ddiiee uu vveerrddeerr iinn ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeii--
ddiinngg vviinnddtt..
VVeerrmmiijjdd hheelllliinnggeenn mmeett eeeenn ttee ggllaaddddee ooff lloossssee oonnddeerrggrroonndd..
DDee bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr ((22--UUPP--mmooddeelllleenn)) mmooeetteenn hhuunn ggeewwiicchhtt nnaaaarr
ddee bbeerrggooppzziijjddee vvaann hheett vvooeerrttuuiigg vveerrppllaaaattsseenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
38 VEILIGHEIDSINFORMATIE
SSttiillvvaalllleenn,, aacchhtteerruuiitt rroolllleenn ooff vveerrkkeeeerrdd aaffssttaappppeenn ttiijjddeennss hheett
bbeerrggoopp rriijjddeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
SSttiillvvaalllleenn,, aacchhtteerruuiitt rroolllleenn ooff vveerrkkeeeerrdd aaffssttaappppeenn ttiijjddeennss hheett bbeerrggoopp rriijjddeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UUww vvooeerrttuuiigg kkaann kkaanntteelleenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
GGeebbrruuiikk eeeenn llaaggee vveerrssnneelllliinngg eenn hhoouudd eeeenn ccoonnssttaannttee ssnneellhheeiidd aaaann bbiijj hheett
bbeerrggoopp rriijjddeenn..
AAllss uu nniieett mmeeeerr vvoooorruuiitt kkoommtt::
DDee bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr ((22--UUPP mmooddeelllleenn)) mmooeetteenn hhuunn ggeewwiicchhtt
rriicchhttiinngg bbeerrggoopp--zziijjddee hhaannddhhaavveenn.. OOppeenn ddee ggaasskklleepp nniieett pplloottss eenn sscchhaa--
kkeell nniieett bbrruuuusskk.. HHeett vvooeerrttuuiigg kkaann aacchhtteerrwwaaaarrttss oommkkiippppeenn..
AAccttiivveeeerr ddee rreemmmmeenn..
AAccttiivveeeerr ddee ppaarrkkeeeerrrreemm nnaaddaatt uu bbeenntt ggeessttoopptt..
SSttaapp aaff oopp eeeenn hhooggeerr ggeelleeggeenn zziijjddee ooff aaaann eeeenn zziijjddee aallss hheett vvooeerrttuuiigg
rreecchhtt bbeerrggooppwwaaaarrttss ssttaaaatt ((eeeerrsstt ddee ppaassssaaggiieerr oopp 22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
AAllss uu aacchhtteerruuiitt bbeeggiinntt ttee rroolllleenn::
DDee bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr ((22--UUPP mmooddeelllleenn)) mmooeetteenn hhuunn ggeewwiicchhtt
rriicchhttiinngg bbeerrggoopp--zziijjddee hhaannddhhaavveenn.. OOppeenn ddee ggaasskklleepp nniieett pplloottss eenn sscchhaa--
kkeell nniieett bbrruuuusskk.. HHeett vvooeerrttuuiigg kkaann aacchhtteerrwwaaaarrttss oommkkiippppeenn..
AAccttiivveeeerr nnooooiitt ddee aacchhtteerrrreemm wwaannnneeeerr uu aacchhtteerruuiittrroolltt..
AAccttiivveeeerr ddee vvoooorrrreemm ggeelleeiiddeelliijjkk..
ZZooddrraa uu vvoolllleeddiigg ssttiillssttaaaatt aaccttiivveeeerrtt uu ooookk ddee aacchhtteerrrreemm eenn ddee
ppaarrkkeeeerrrreemm..
SSttaapp aaff oopp eeeenn hhooggeerr ggeelleeggeenn zziijjddee ooff aaaann eeeenn zziijjddee aallss hheett vvooeerrttuuiigg
rreecchhtt bbeerrggooppwwaaaarrttss ssttaaaatt ((eeeerrsstt ddee ppaassssaaggiieerr oopp 22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
KKeeeerr hheett vvooeerrttuuiigg oomm eenn ssttaapp wweeeerr oopp vvoollggeennss ddee pprroocceedduurree ddiiee vveerrddeerr
iinn ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg wwoorrddtt bbeesscchhrreevveenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 39
OOvveerr hhiinnddeerrnniisssseenn rriijjddeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
VVeerrkkeeeerrdd oovveerr hhiinnddeerrnniisssseenn rriijjddeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt ddee ccoonnttrroollee vveerrlliieezzeenn ooff bboottsseenn ((wweeggsslliinnggeerreenn vvaann ppaassssaaggiieerr oopp
22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
HHeett vvooeerrttuuiigg kkaann kkaanntteelleenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
CCoonnttrroolleeeerr oopp hhiinnddeerrnniisssseenn vvoooorrddaatt uu iinn eeeenn oonnbbeekkeenndd ggeebbiieedd ggaaaatt rriijjddeenn..
PPrroobbeeeerr nnooooiitt oovveerr ggrroottee hhiinnddeerrnniisssseenn,, zzooaallss ggrroottee rroottssbbllookkkkeenn ooff oommggee--
vvaalllleenn bboommeenn,, ttee rriijjddeenn..
DDee bbeessttuuuurrddeerr vvaann eeeenn 22--UUPP--mmooddeell iiss vveerraannttwwoooorrddeelliijjkk vvoooorr ddee vveeiilliigghheeiidd
vvaann zziijjnn ppaassssaaggiieerr.. LLaaaatt hheemm iinn ggeevvaall vvaann ttwwiijjffeell aaffssttaappppeenn vvoooorrddaatt uu oovveerr
hhiinnddeerrnniisssseenn rriijjddtt.. DDeennkk eerraaaann:: wwaannnneeeerr uu mmeett eeeenn ppaassssaaggiieerr rriijjddtt hheeeefftt
ddiitt eeeenn ggrroottee iinnvvllooeedd oopp ddee bbeessttuurriinngg eenn ddee ssttaabbiilliitteeiitt vvaann uuww vvooeerrttuuiigg..
VVoollgg oomm oovveerr hhiinnddeerrnniisssseenn ttee rriijjddeenn aallttiijjdd ddee jjuuiissttee pprroocceedduurreess ddiiee uu iinn
ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg vviinnddtt..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
40 VEILIGHEIDSINFORMATIE
SSlliippppeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
VVeerrkkeeeerrdd sslliippppeenn ooff sscchhuuiivveenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt ddee ccoonnttrroollee oovveerr uuww vvooeerrttuuiigg vveerrlliieezzeenn..
UU kkuunntt ooookk pplloottss ooppnniieeuuww ggrriipp kkrriijjggeenn,, wwaaaarrddoooorr hheett vvooeerrttuuiigg kkaann kkaanntteelleenn
ooff ddee ppaassssaaggiieerr kkaann wwoorrddeenn wweeggggeesslliinnggeerrdd ((22--UUPP--mmooddeelllleenn))..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
OOeeffeenn mmeett llaaggee ssnneellhheeiidd oopp eeeenn vvllaakk,, eeffffeenn tteerrrreeiinn ttoottddaatt uu hheett sslliippppeennddee
ooff sscchhuuiivveennddee vvooeerrttuuiigg vveeiilliigg oonnddeerr ccoonnttrroollee kkuunntt hhoouuddeenn..
VVeerrmmiijjdd sslliippppeenn eenn sscchhuuiivveenn mmeett eeeenn 22--UUPP--mmooddeell wwaannnneeeerr eerr eeeenn ppaassssaa--
ggiieerr aaaann bboooorrdd iiss.. DDeennkk eerraaaann:: wwaannnneeeerr uu mmeett eeeenn ppaassssaaggiieerr rriijjddtt hheeeefftt ddiitt
eeeenn ggrroottee iinnvvllooeedd oopp ddee bbeessttuurriinngg eenn ddee ssttaabbiilliitteeiitt vvaann uuww vvooeerrttuuiigg..
RRiijjdd ttrraaaagg eenn uuiitteerrsstt vvoooorrzziicchhttiigg oopp eeeenn zzeeeerr ggllaaddddee oonnddeerrggrroonndd,, bbiijjvvoooorr--
bbeeeelldd oopp iijjss,, oomm ttee vvoooorrkkoommeenn ddaatt hheett vvooeerrttuuiigg oonnccoonnttrroolleeeerrbbaaaarr ggaaaatt sslliipp--
ppeenn ooff sscchhuuiivveenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 41
DDiieepp ooff ssnneellssttrroommeenndd wwaatteerr
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
MMeett hheett vvooeerrttuuiigg ddoooorr ddiieepp ooff ssnneell ssttrroommeenndd wwaatteerr rriijjddeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
DDee bbaannddeenn kkuunnnneenn ggaaaann ddrriijjvveenn,, wwaaaarrddoooorr uu uuww ggrriipp eenn ddee ccoonnttrroollee vveerr--
lliieesstt eenn eeeenn oonnggeevvaall kkuunntt vveerroooorrzzaakkeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddiitt vvooeerrttuuiigg iinn ssnneellssttrroommeenndd ooff ddiieepp wwaatteerr..
CCoonnttrroolleeeerr ddee ddiieeppttee vvaann hheett wwaatteerr eenn ddee ssttrroommiinngg aallvvoorreennss hheett wwaatteerr
oovveerr ttee sstteekkeenn.. HHeett wwaatteerr mmaagg nniieett hhooggeerr ddaann hheett mmiiddddeenn vvaann ddee wwiieelleenn
kkoommeenn..
VVeerrggeeeett nniieett ddaatt nnaattttee rreemmmmeenn eeeenn sstteerrkk vveerrmmiinnddeerrdd rreemmvveerrmmooggeenn hheebb--
bbeenn.. TTeesstt uuww rreemmmmeenn zzooddrraa uu wweeeerr oopp hheett ddrrooggee bbeenntt.. RReemm eevveennttuueeeell eenn--
kkeellee mmaalleenn zzooddaatt ddee rreemmbbllookkkkeenn ddoooorr ddee wwrriijjvviinngg ddrrooggeenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
42 VEILIGHEIDSINFORMATIE
AAcchhtteerruuiitt rriijjddeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
VVeerrkkeeeerrdd aacchhtteerruuiitt rriijjddeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
UU kkuunntt tteeggeenn eeeenn hhiinnddeerrnniiss ooff ppeerrssoooonn aacchhtteerr hheett vvooeerrttuuiigg rriijjddeenn eenn eerrnn--
ssttiiggee vveerrwwoonnddiinnggeenn vveerroooorrzzaakkeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
CCoonnttrroolleeeerr wwaannnneeeerr uu iinn aacchhtteerruuiitt sscchhaakkeelltt ooff eerr ggeeeenn hhiinnddeerrnniisssseenn ooff ppeerr--
ssoonneenn aacchhtteerr hheett vvooeerrttuuiigg zziijjnn.. RRiijjdd aallttiijjdd ttrraaaagg aacchhtteerruuiitt.. HHoouudd eerr bbiijj
22--UUPP--mmooddeelllleenn rreekkeenniinngg mmeeee ddaatt ddee ppaassssaaggiieerr uuww zziicchhtt kkaann bbeelleemmmmeerreenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 43
BBaannddeennssppaannnniinngg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
RRiijjddeenn mmeett oonnggeesscchhiikkttee bbaannddeenn,, mmeett eeeenn vveerrkkeeeerrddee ooff oonnggeelliijjkkmmaattiiggee
bbaannddeennssppaannnniinngg..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
WWaannnneeeerr uu rriijjddtt mmeett oonnggeesscchhiikkttee bbaannddeenn ooff eeeenn vveerrkkeeeerrddee ooff oonnggeelliijjkkmmaa--
ttiiggee bbaannddeennssppaannnniinngg kkuunntt uu ddee ccoonnttrroollee oovveerr hheett vvooeerrttuuiigg vveerrlliieezzeenn,, eeeenn
kkllaappbbaanndd kkrriijjggeenn ooff kkuunnnneenn ddee bbaannddeenn lloosskkoommeenn vvaann ddee vveellggeenn.. DDaaaarrddoooorr
nneeeemmtt hheett rriissiiccoo oopp eeeenn oonnggeelluukk ttooee..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
GGeebbrruuiikk vvoooorr ddiitt vvooeerrttuuiigg aallttiijjdd bbaannddeenn vvaann hheett ttyyppee eenn mmeett ddee bbaannddeenn--
mmaaaatt ddiiee iinn ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg ssttaaaann vveerrmmeelldd..
ZZoorrgg aallttiijjdd vvoooorr ddee jjuuiissttee bbaannddeennssppaannnniinngg,, zzooaallss iinn ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrsshhaanndd--
lleeiiddiinngg wwoorrddtt bbeesscchhrreevveenn..
VVeerrvvaanngg bbeesscchhaaddiiggddee wwiieelleenn ooff bbaannddeenn oonnmmiiddddeelllliijjkk..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
44 VEILIGHEIDSINFORMATIE
IInnccoorrrreeccttee mmooddiiffiiccaattiieess
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
RRiijjddeenn mmeett eeeenn oonnoooorrddeeeellkkuunnddiigg ggeewwiijjzziiggdd vvooeerrttuuiigg..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
DDoooorr eeeenn oonnjjuuiissttee iinnssttaallllaattiiee vvaann aacccceessssooiirreess ooff aaaannppaassssiinngg vvaann ddiitt vvooeerr--
ttuuiigg kkaann hheett rriijjggeeddrraagg vveerraannddeerreenn,, wwaatt iinn ssoommmmiiggee ssiittuuaattiieess ttoott oonnggeelluukk--
kkeenn kkaann lleeiiddeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
VVooeerr nnooooiitt oonnoooorrddeeeellkkuunnddiiggee wwiijjzziiggiinnggeenn aaaann uuww vvooeerrttuuiigg uuiitt,, bbiijjvvoooorr--
bbeeeelldd vveerrkkeeeerrddee iinnssttaallllaattiiee ooff ttooeeppaassssiinngg vvaann aacccceessssooiirreess.. AAllllee oonnddeerrddee--
lleenn eenn aacccceessssooiirreess ddiiee uu aaaann ddiitt vvooeerrttuuiigg ttooeevvooeeggtt,, mmooeetteenn ggooeeddggeekkeeuurrdd
zziijjnn ddoooorr BBRRPP eenn wwoorrddeenn ggeeïïnnssttaalllleeeerrdd eenn ggeebbrruuiikktt vvoollggeennss ddee aaaannwwiijjzziinn--
ggeenn.. MMeett aall uuww bbiijjkkoommeennddee vvrraaggeenn kkuunntt uu bbiijj eeeenn eerrkkeennddee CCaann--AAmm ddeeaalleerr
tteerreecchhtt..
PPllaaaattss NNOOOOIITT eeeenn aafftteerrmmaarrkkeett ppaassssaaggiieerrssssttooeell oopp eeeenn 11--UUPP mmooddeelllleenn eenn
llaaaatt nnooooiitt eeeenn ppaassssaaggiieerr ppllaaaattssnneemmeenn oopp ddee bbaaggaaggeerreekkkkeenn..
AAaannppaassssiinnggeenn aaaann hheett vvooeerrttuuiigg oomm ddee ssnneellhheeiidd eenn hheett vveerrmmooggeenn oopp ttee
ddrriijjvveenn,, kkuunnnneenn iinn ssttrriijjdd zziijjnn mmeett ddee ggaarraannttiieevvoooorrwwaaaarrddeenn vvoooorr uuww vvooeerr--
ttuuiigg.. BBoovveennddiieenn zziijjnn bbeeppaaaallddee aaaannppaassssiinnggeenn,, bbiijjvvoooorrbbeeeelldd vveerrwwiijjddeerreenn
vvaann mmoottoorr-- ooff uuiittllaaaattccoommppoonneenntteenn,, bbiijjnnaa oovveerraall bbiijj wweett vveerrbbooddeenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 45
LLaaddiinngg llaaddeenn,, ddrraaggeenn ooff ttrreekkkkeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
OOvveerrllaaddeenn vvaann ddiitt vvooeerrttuuiigg eenn vveerrkkeeeerrdd ddrraaggeenn ooff sslleeppeenn vvaann llaasstteenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
HHeett rriijjggeeddrraagg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg kkaann vveerraannddeerreenn,, wwaatt ttoott oonnggeelluukkkkeenn kkaann
lleeiiddeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
OOvveerrsscchhrriijjdd nnooooiitt ddee aaaannggeeggeevveenn mmaaxxiimmaallee bbeellaaddiinngg vvaann ddiitt vvooeerrttuuiigg,, iinn--
cclluussiieeff bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr ((22--UUPP--mmooddeelllleenn)),, aallllee llaasstteenn eenn bbiijjkkoo--
mmeennddee aacccceessssooiirreess..
VVeerrddeeeell ddee llaaddiinngg ggeelliijjkkmmaattiigg eenn bbeevveessttiigg aalllleess sstteevviigg..
MMaattiigg uuww ssnneellhheeiidd wwaannnneeeerr uu llaaddiinngg vveerrvvooeerrtt ooff eeeenn aaaannhhaannggwwaaggeenn ttrreekktt..
VVoooorrzziiee eeeenn llaannggeerree rreemmaaffssttaanndd..
VVoollgg aallttiijjdd ddee iinnssttrruuccttiieess iinn ddeezzee GGeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg vvoooorr hheett vveerrvvooeerr
vvaann llaasstteenn eenn hheett ttrreekkkkeenn vvaann eeeenn aaaannhhaannggwwaaggeenn..
VVeerrvvooeerr vvaann oonnttvvllaammbbaarree ooff ggeevvaaaarrlliijjkkee mmaatteerriiaalleenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMOOGGEELLIIJJKK GGEEVVAAAARR
HHeett ttrraannssppoorrtt vvaann oonnttvvllaammbbaarree ooff ggeevvaaaarrlliijjkkee mmaatteerriiaalleenn kkaann ttoott oonnttppllooff--
ffiinnggeenn lleeiiddeenn..
WWAATT KKAANN EERR GGEEBBEEUURREENN
DDiitt kkaann eerrnnssttiigg lleettsseell ooff zzeellffss ddee ddoooodd ttoott ggeevvoollgg hheebbbbeenn..
HHOOEE KKUUNNTT UU DDIITT RRIISSIICCOO VVOOOORRKKOOMMEENN
VVeerrvvooeerr nnooooiitt oonnttvvllaammbbaarree ooff ggeevvaaaarrlliijjkkee mmaatteerriiaalleenn..
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN
46 VEILIGHEIDSINFORMATIE
IINNSSPPEECCTTIIEE VVOOOORR HHEETT VVEERRTTRREEKK
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVooeerr vvoooorr iieeddeerr vveerrttrreekk eeeenn iinnssppeeccttiiee uuiitt oomm ppootteennttiiëëllee pprroobblleemmeenn oonnddeerr--
wweegg vvoooorr ttee zziijjnn.. DDee iinnssppeeccttiiee vvoooorr hheett vveerrttrreekk hheellpptt uu oomm sslliijjttaaggee eenn aaaann--
ttaassttiinngg vvaann oonnddeerrddeelleenn oopp ttee ssppoorreenn vvoooorrddaatt ddiiee pprroobblleemmaattiisscchh kkuunnnneenn
wwoorrddeenn.. CCoorrrriiggeeeerr aallllee oonnttddeekkttee pprroobblleemmeenn oomm hheett rriissiiccoo oopp eeeenn ppaannnnee ooff
oonnggeelluukk ttee vveerrmmiijjddeenn..
Voer voordat u met dit voertuig gaat rijden steeds een controle uit aan de hand
van de Checklist voor inspectie voor het vertrek:
CChheecckklliisstt vvoooorr iinnssppeeccttiiee vvoooorr hheett vveerrttrreekk
TTee ddooeenn vvoooorrddaatt uu ddee mmoottoorr ssttaarrtt ((ccoonnttaacctt UUIITT))
TTee iinnssppeecctteerreenn
iitteemmss TTee iinnssppeecctteerreenn
Motorolie Controleer het motoroliepeil.
Koelvloeistof Controleer het niveau van de koelvloeistof.
Remvloeistof Remvloeistofpeil controleren
Lekkage Kijk onder het voertuig of er geen lekken zijn.
Gashendel Geef meermaals gas om te controleren of de
gashendel vlot werkt. Deze moet terugkeren naar de
stationaire stand wanneer u hem loslaat.
Remhendelslot Schakel de remslothendel in en ga na of deze goed
werkt
Motorluchtfilter Controleer en reinig de motorluchtfilter
CVT-luchtfilter Controleer en reinig de CVT-luchtfilter
Uitlaatsysteem
Reinig het gebied rond het uitlaatsysteem, indien dit
nog niet gebeurd is, vooral als het voertuig tijdens
de laatste rit gebruikt werd in een moeras, veen,
hooi of dode bladeren.
Radiator Controleer of de radiator schoon is.
Zitting(en)
Bevestig dat de bestuurdersstoel goed op zijn plaats
is vergrendeld door deze een aantal keer achteruit
en omhoog te trekken. Zelfs als tijdens de installatie
een duidelijke klik hoorbaar is, moet de stoel altijd
terug en omhoog worden getrokken om te
controleren of deze goed vastzit.
Controleer of de passagierszitting en het
handschoenvak correct zijn aangebracht en
bevestigd (2-UP-modellen).
VEILIGHEIDSINFORMATIE 47
TTee iinnssppeecctteerreenn
iitteemmss TTee iinnssppeecctteerreenn
Controleer de handgrepen en rugleuning van de
passagier (2-UP-modellen)
Banden
Controleer de spanning en de staat van de banden.
Zie het label
Bandenspanning en maximaal
toegestane belasting
en pas de spanning aan,
afhankelijk van de belasting.
Velgen
Controleer de wielen op schade en abnormale
speling en controleer of de wielmoeren vastzitten.
Draai de beadlockbouten van het wiel aan (indien
aanwezig). Zie
Wielen en banden
in
Onderhoudsprocedures
voor de specificatie van de
aanhaalmomenten.
Aandrijfasbalgen Controleer de staat van de balgen en beschermers
van de aandrijfas
Belading
Respecteer de maximale belasting als u lading
vervoert. Raadpleeg
De laadrekken laden
.
Zorg dat de lading goed is bevestigd op de rekken
Als u een trailer of iets anders gaat slepen:
Controleer de staat van de trekhaak en bal.
Respecteer de kogeldruk en het trekvermogen
zoals aangegeven op de sticker op de trekhaak
of raadpleeg of raadpleeg
Technische
specificaties
.
Zorg ervoor dat de aanhangwagen correct aan
de trekhaak wordt bevestigd.
Opbergvak Controleer of het opbergvak achteraan goed is
vergrendeld.
Carrosserie en
ophanging
Kijk onder het voertuig of er vuil of stof op de
carrosserie of ophanging ligt en maak ze goed
schoon.
TTee ddooeenn vvoooorrddaatt uu ddee mmoottoorr ssttaarrtt ((ccoonnttaacctt oopp AAAANN))
TTee iinnssppeecctteerreenn
iitteemmss TTee iinnssppeecctteerreenn
Digitale display
Controleer de werking van de verklikkerlichtjes in de
digitale display (gedurende enkele seconden nadat
het contact op AAN staat).
Controleer of er meldingen voorkomen op de
multifunctionele display.
INSPECTIE VOOR HET VERTREK
48 VEILIGHEIDSINFORMATIE
TTee iinnssppeecctteerreenn
iitteemmss TTee iinnssppeecctteerreenn
Lichten
Controleer of de koplampen en het achterlicht
branden en schoon zijn.
Controleer de werking van de dim- en grootlichten.
Controleer de werking van de remlichten.
Brandstofpeil Controleer het brandstofpeil.
Claxon Controleer de werking van de claxon (indien
aanwezig).
TTee ddooeenn nnaaddaatt ddee mmoottoorr iiss ggeessttaarrtt
TTee iinnssppeecctteerreenn
iitteemmss TTee iinnssppeecctteerreenn
Besturing Draai het stuur heen en weer om na te gaan of het
stuur vrij kan bewegen.
Schakelhendel Controleer de werking van de schakelhendel (P, R,
N, H en L).
Keuzeschakelaar
4WD/6WD Controleer de werking van de 4WD/
6D-keuzeschakelaar.
Remmen
Rijd langzaam zowat een meter vooruit en test de
remhendel en het rempedaal een voor een uit. De
remmen volledig inschakelen. De hendel en pedaal
moeten na loslaten volledig terugkeren naar de
beginstand.
Motorstopschake
laar Controleer of de motorstopschakelaar naar behoren
functioneert.
RF D.E.S.S.
-contact
Controleer of het D.E.S.S.-contact goed werkt door
de D.E.S.S.-sleutel uit het D.E.S.S.-contact te
trekken en de motor te stoppen.
INSPECTIE VOOR HET VERTREK
VEILIGHEIDSINFORMATIE 49
RRIIJJDDEENN MMEETT UUWW VVOOEERRTTUUIIGG
Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw
voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige regels zul-
len nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en berusten op gezond
verstand.
Neem de tijd om deze gebruikershandleiding, alle veiligheidslabels op het pro-
duct en de veiligheidsfilm op https://can-am.brp.com/off-road/safety te bekijken.
Deze geven een meer volledige beschrijving van de zaken die u over uw voertuig
moet weten voordat u ermee rijdt.
Of u nu een nieuwe gebruiker of een ervaren chauffeur bent, voor uw eigen vei-
ligheid dient u de bedieningselementen en kenmerken van dit voertuig goed te
kennen. Al net zo belangrijk is een juiste rijstijl.
Dit is een uiterst performant voertuig dat uitsluitend voor offroad-gebruik is be-
stemd. Onervaren bestuurders kunnen de risico's over het hoofd zien en verrast
worden door het specifieke gedrag van deze ATV op verschillende soorten
terreinen.
De informatie in deze Gebruikershandleiding is beperkt. Het is sterk aanbevolen
om verdere informatie en instructies te zoeken bij uw plaatselijke overheidsin-
stanties, ATV-clubs of een erkende ATV-opleidingsorganisatie of contact op te
nemen met een erkende Can-Am Off-Road dealer.
Wij raden aan dat u de aanbeveling voor de minimumleeftijd volgt, vermeld op
het veiligheidslabel op het voertuig. Zelfs als een iemand tot de leeftijdscategorie
behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de
nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit
voertuig te rijden. Dit kan tot ernstige ongelukken leiden.
Personen met een verstandelijke of lichamelijke handicap die grote risico's ne-
men lopen meer kans om te kantelen en dus meer gevaar op ernstig letsel of
zelfs de dood.
Niet alle voertuigen zijn gelijk. Elk voertuig heeft een heel eigen rijgedrag, speci-
fieke bedieningselementen en kenmerken. Elk voertuig rijdt anders en wordt an-
ders bestuurd.
Neem rustig de tijd om alle bedieningselementen en de algemene besturing van
het voertuig te leren kennen, alvorens op offroad avontuur te vertrekken. Oefen
het rijden in een geschikte omgeving zonder gevaren en leer de respons van elk
bedieningselement kennen. Rijd traag. Voor hogere snelheden heeft u meer er-
varing, kennis en goede rijomstandigheden nodig.
De rijomstandigheden verschillen van streek tot streek. Ze worden beïnvloed
door de weersomstandigheden, die sterk kunnen variëren van dag tot dag en
van seizoen tot seizoen.
Op zand rijden is totaal verschillend van rijden door de sneeuw, in een bos of
moerasgebied. Elke locatie vraagt uw volle aandacht en specifieke rijvaardighe-
den. Schat de situatie goed in. Rijd altijd voorzichtig. Neem nooit onnodige risi-
co's, waardoor u zou kunnen vastlopen of gewond raken.
Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onverwachte
terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere
“grond” of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of onstabiel
50 VEILIGHEIDSINFORMATIE
worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te voorkomen.
Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kiepen, dan kunt u beter onmiddellijk
afstappen, WEG van de richting waarin het voertuig kantelt!
Als de wegcode in uw streek het gebruik van uw voertuig op de openbare weg
toelaat, begeef u dan enkel voor korte afstanden op de weg en enkel om uw
voertuig van één offroad-locatie naar een andere te verplaatsen. Rijd altijd traag
met uw voertuig (nooit sneller dan 40 km/u (25 MPH))) en vertraag voordat u een
bocht neemt. Dit voertuig is achteraan niet uitgerust met een differentieel (de
achterwielen draaien altijd even snel). Daarom kan het voertuig op een verharde
ondergrond moeilijker bestuurbaar en controleerbaar zijn.
Respecteer altijd de wegcode wanneer u zich met uw ATV op de openbare weg
begeeft. Om een weg over te steken moet de bestuurder die de leiding heeft af-
stappen en de andere bestuurders aanwijzingen geven om over te steken. De
laatste persoon die oversteekt helpt dan op zijn beurt de leider over de weg. Rijd
nooit op voetpaden. Dit is voorbehouden aan voetgangers.
We raden u aan uw voertuig jaarlijks aan een veiligheidsinspectie te onderwer-
pen. Neem voor meer informatie contact op met een officiële Can-Am off-road
dealer. Hoewel niet vereist, wordt het aanbevolen om uw voertuig door een er-
kende off-road-dealer van Can-Am te laten voorbereiden voor het nieuwe sei-
zoen. Een bezoek aan uw erkende off-road-dealer van Can-Am is een goede
gelegenheid voor uw dealer om te controleren of uw voertuig betrokken is bij een
veiligheidscampagne. We verzoeken u ook dringend om tijdig uw erkende of-
f-road-dealer van Can-Am te bezoeken als u kennis krijgt van veiligheidsgerela-
teerde campagnes.
Raadpleeg een erkende off-road-dealer van Can-Am voor de beschikbare acces-
soires die u mogelijk nodig hebt.
RRiijjkklleeddiinngg
Kijk ook naar de weersomstandigheden om te beslissen welke kledij u aantrekt.
Kleed u op de laagste voorspelde temperatuur. Thermisch ondergoed op de huid
zorgt ook voor een goede isolatie. Belangrijk is dat de bestuurder altijd een aan-
gepaste beschermende rijkledij en uitrusting draagt, onder meer een goedge-
keurde helm, oogbescherming, laarzen, handschoenen, een hemd met lange
mouwen en een lange broek. Deze kledij zal u beschermen tegen een aantal
kleinere risico's die u onderweg kunt tegenkomen. De bestuurder mag nooit
losse kledij dragen, zoals een sjaal, die in het voertuig, boomtakken en struiken
verstrikt kan raken. Afhankelijk van het weer hebt mogelijk u een antimistbril of
zonnebril nodig. Er zijn lenzen en brillen in verschillende kleuren verkrijgbaar,
waarmee variaties in het terrein beter te onderscheiden zijn. Draag uw zonnebril
enkel overdag.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
VEILIGHEIDSINFORMATIE 51
Bestuurders met gepaste kleding
Goedgekeurde
helm
Borstbeschermer
Handschoenen
Laarzen
Lange
mouwen
Lange, stevige
broek
Harde
kinbeschermer
Oogbescherming
EEeenn ppaassssaaggiieerr vveerrvvooeerreenn
11--UUPP--mmooddeelllleenn
Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van slechts ÉÉN (1) bestuur-
der. Installeer geen passagiersstoel en laat nooit een passagier plaatsnemen op
de bagagerekken.
22--UUPP--mmooddeelllleenn
Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van een bestuurder en ÉÉN
(1) passagier. De passagier moet plaatsnemen op de daartoe voorziene passa-
giersstoel en zich altijd vasthouden aan de handgrepen. Installeer NOOIT een
andere passagiersstoel dan het door BRP aanbevolen model. Laat geen passa-
gier(s) plaatsnemen op de bagagerekken. Wanneer u meer dan één (1) passa-
gier vervoert, komen de stabiliteit en bestuurbaarheid van het voertuig in het
gedrang. Wanneer het handschoenvak is geïnstalleerd (op de plaats van de pas-
sagiersstoel), wordt dit een SOLOVOERTUIG (1-UP-model) en mag er GEEN
PASSAGIER worden vervoerd.
11--UUPP--mmooddeelllleenn
Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van slechts ÉÉN (1)
bestuurder.
Monteer NOOIT een passagierszitje.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
52 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Laat geen passagier(s) plaatsnemen op het voorste bagagerek of de laadbak.
22--UUPP--mmooddeelllleenn
Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van een bestuurder en ÉÉN
(1) passagier.
De passagier moet plaatsnemen op de daartoe voorziene passagiersstoel en
zich altijd vasthouden aan de handgrepen.
Monteer NOOIT een ander passagierszitje.
Laat geen passagier(s) plaatsnemen op het voorste bagagerek of de laadbak.
Wanneer u meer dan één (1) passagier vervoert, komen de stabiliteit en bestuur-
baarheid van het voertuig in het gedrang.
RReeccrreeaattiieeff ggeebbrruuiikk
Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones die
zijn voorbehouden aan andere offroadactiviteiten. Daartoe behoren paden voor
sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours enz. Ga er nooit
van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd uiterst
rechts op het pad en zigzag niet heen en weer. Zorg ervoor dat u kunt stoppen
wanneer er voor u een andere weggebruiker opdaagt.
Sluit u aan bij een plaatselijke ATV-club. Zij kunnen u een kaart bezorgen en ad-
viseren of informeren over de plaatsen waar u kunt rijden. Als er geen club in uw
buurt is, kunt u misschien meewerken aan de oprichting ervan. In groep rijden en
clubactiviteiten zijn een aangename, sociale vrijetijdsbesteding.
Houd altijd een veilige afstand van andere bestuurders. Op basis van uw eigen
inschatting van snelheid, staat van het terrein, weer, mechanische staat van uw
voertuig en uw “vertrouwen in het beoordelingsvermogen” van de mensen om u
heen, kunt u het best oordelen over de aangewezen veilige afstand. Net als an-
dere voertuigen kan dit voertuig niet “ogenblikkelijk” stoppen. Voorzie een lan-
gere remafstand. Wanneer u een passagier meeneemt op een 2-UP-model,
heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de re-
mafstand. Matig uw snelheid altijd wanneer u een passagier meeneemt.
Informeer voor uw vertrek iemand over uw geplande bestemming en het tijdstip
waarop u vermoedelijk terugkeert.
Neem, afhankelijk van de afstand die u wilt afleggen, extra gereedschap, drink-
water, voedsel en nooduitrusting mee. Vraag na waar u extra benzine en olie
kunt kopen. Wees voorbereid op de omstandigheden die u mogelijk te wachten
staan.
Eerstehulpkit Verstelbare steeksleutel
Gsm Mes
Antisliptape Zaklamp
Een touw Bril met donkere glazen
RIJDEN MET UW VOERTUIG
VEILIGHEIDSINFORMATIE 53
Reservelampjes Kaart van de trail
Bijgeleverde gereedschapstas Snack
MMiilliieeuu
Eén van de voordelen van dit voertuig is dat u zich op ongebaand terrein kunt be-
geven tot ver buiten de bewoonde wereld. Doe dit echter altijd met respect voor
de natuur en de rechten van andere natuurliefhebbers. Rijd niet door ecologisch
kwetsbare gebieden. Rijd niet over bosaanplantingen of jonge boompjes, hak
geen bomen, verwijder geen omheiningen en verniel de bodem niet door uw wie-
len te laten spinnen. “Wees behoedzaam”.
Dit voertuig kan OHV-branden veroorzaken als er zich vuil bij de uitlaat of andere
hete motoronderdelen ophoopt, wat kan gaan branden en in droog gras kan val-
len. Voorkom rijden in natte gebieden, door moerassen of in lang gras, waar zich
vuil kan afzetten. Als u in zulke gebieden rijdt, inspecteert u de motor en hete de-
len en verwijdert u het vuil. Zie
verzorging van het voertuig
voor meer informatie.
Wilde dieren opjagen is wettelijk verboden in heel wat streken. Wild dat door een
motorvoertuig wordt opgejaagd, kan sterven van uitputting. Komt u dieren tegen
op uw weg, stop dan en observeer ze in stilte. U houdt er zeker heel wat mooie
herinneringen aan over.
Respecteer de regel “breng terug wat u meeneemt”. Laat geen afval achter.
Maak geen kampvuur tenzij u hiervoor toelating heeft, en dan alleen ver genoeg
van droge plaatsen. De gevaren die u veroorzaakt op uw weg kunnen anderen
en uzelf schade berokkenen, zelfs op een later tijdstip.
Respecteer landbouwgronden. Vraag voor het betreden van privéterrein altijd
toestemming aan de eigenaar. Respecteer landbouwgewassen, vee en
eigendomsgrenzen.
Vervuil ten slotte geen waterlopen, meren of rivieren, voer geen aanpassingen
aan de motor of het uitlaatsysteem uit en verwijder geen onderdelen. Dit kan de
emissies van het voertuig beïnvloeden.
OOnnttwweerrppbbeeppeerrkkiinnggeenn
Hoewel dit voertuig bijzonder robuust is voor zijn klasse blijft het per definitie een
licht voertuig dat enkel mag worden gebruikt voor de zaken waarvoor het is
bedoeld.
Extra gewicht aan enig deel van dit voertuig verandert de stabiliteit en de
prestaties.
GGeebbrruuiikk ooffff--rrooaadd
Rijden op ongebaand terrein is per definitie gevaarlijk. Elk terrein dat niet speci-
aal werd voorbereid om voertuigen te dragen houdt gevaren in omdat men nooit
op voorhand weet welke oneffenheden men tegenkomt, hoe vast de ondergrond
is en hoe steil de helling. Het terrein zelf is daarom een permanente risicofactor,
die elke persoon die op avontuur trekt moet aanvaarden en incalculeren.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
54 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Een bestuurder die met zijn voertuig offroad gaat rijden moet met de grootste
zorg de veiligste weg kiezen en het terrein voor zich aandachtig observeren. Laat
dit voertuig in geen geval besturen door iemand die de juiste rijtechnieken voor
dit voertuig niet perfect beheerst en begeef u nooit op zeer steil of verraderlijk
terrein.
RRiijjtteecchhnniieekkeenn
De informatie in deze handleiding is beperkt. Volg een erkende praktijkopleiding
om uw kennis te verruimen en uw vaardigheden te verbeteren.
Zorgvuldigheid, voorzichtigheid, ervaring en rijvaardigheid zijn de beste voorzor-
gen die u kunt nemen tegen de risico's van het rijden met dit voertuig.
Respecteer en volg de signalisatie langs het pad. Ze is daar geplaatst om u en
anderen te helpen.
Bij het offroad rijden zijn vermogen en tractie belangrijker dan snelheid. Rijd nooit
sneller dan de zichtbaarheid toelaat en dan u nodig heeft om een veilige route te
kiezen.
Let constant op het terrein voor u, zodat u plotse veranderingen in de hellings-
graad of hindernissen, zoals rotsblokken of stronken, tijdig opmerkt. Zo voorkomt
u dat uw voertuig zijn stabiliteit verliest en kantelt of over de kop gaat.
Het is ook raadzaam na te gaan hoe het terrein er aan de andere kant van de
heuvel of glooiing uitziet. Al te vaak blijkt er een diepe afgrond te wachten en is
afdalen onmogelijk.
Bij de minste twijfel of het voertuig veilig over een hindernis of een bepaald deel
van het terrein raakt, kiest u beter een andere route.
Pas altijd de juiste rijtechnieken toe om te voorkomen dat het voertuig kantelt op
hellingen, ruig terrein en in bochten.
LLiicchhaaaammssppoossiittiiee
Om uw voertuig goed onder controle te houden, dient u uw beide handen aan
het stuur te houden, waar u alle bedieningselementen binnen handbereik heeft.
Dit geldt ook voor uw voeten op de voetsteunen. Om het gevaar op letsel aan be-
nen of voeten tot een minimum te beperken, moet u uw voeten altijd op de voets-
teunen houden. Draai uw tenen niet naar buiten en steek uw voeten niet uit in
bochten, anders kunnen ze klappen krijgen, aan obstakels op de weg blijven ha-
ken of met de wielen in contact komen.
Hoewel dit voertuig is uitgerust met een ophanging, kan het rijden op zeer “hob-
belig” of uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels
veroorzaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag dan en vang de
schokken gedeeltelijk op met gebogen benen.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
VEILIGHEIDSINFORMATIE 55
22--UUPP--mmooddeelllleenn
Uw passagier moet altijd de handgrepen vasthouden en zijn voeten op de voets-
teunen plaatsen.
De passagier moet tevens zijn bewegingen synchroniseren met de bewegingen
van de bestuurder.
WWeeggeenn oovveerrsstteekkeenn
Als u een kruispunt moet oversteken, zorg er dan voor dat het aankomende ver-
keer aan beide kanten goed zichtbaar is en beslis waar u naartoe wilt rijden aan
de andere kant van het kruispunt. Rijd in een rechte lijn naar dat punt toe. Maak
geen scherpe veranderingen van richting of versnel niet abrupt. Dit kan ertoe lei-
den dat het voertuig kantelt. Rijd niet op het trottoir of op fietspaden. Deze zijn
enkel voor dit specifieke gebruik bedoeld.
RRiijjddeenn oopp ddee wweegg
Respecteer altijd de wegcode wanneer u zich met uw ATV op de openbare weg
begeeft.
Rijd nooit op voetpaden. Dit is voorbehouden aan voetgangers.
DDrraaaaiieenn
Oefen het draaien met lage snelheid voordat u het sneller probeert.
Houd beide handen op het stuur en beide voeten op de voetsteunen.
Houd een constante snelheid aan of versnel lichtjes in een bocht.
Om het risico op kantelen te beperken:
Wees voorzichtig in bochten.
Draai het stuur niet te ver of te snel naargelang uw snelheid en omgeving.
Pas uw stuurbewegingen ook aan naargelang uw snelheid en omgeving.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
56 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Vertraag voor u een bocht neemt. Vermijd hard remmen in een bocht.
Vermijd snel of hard optrekken in een bocht, zelfs als u uit stilstand of aan
een lage snelheid vertrekt.
Probeer nooit donuts, skids, slides, fishtails, sprongen of andere stunts. Als
het voertuig begint te slippen of te schuiven, stuur dan in de richting waarin
het voertuig slipt of schuift. U mag nooit bruusk remmen en de wielen
blokkeren.
Vermijd verharde wegen. Dit voertuig is niet ontworpen om te rijden op ver-
harde wegen en loopt meer risico om te kantelen. Als u op verharde wegen
moet rijden, draai dan geleidelijk, rijd traag en vermijd bruusk versnellen en
remmen.
Vermijd bruuske stuurbewegingen, versnellen en remmen tijdens het draaien.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
PPrroobbeeeerr nnooooiitt ttee ddrraaaaiieenn mmeett ttee hhooggee ssnneellhheeiidd..
Als u toch begint te slippen of schuiven, kan het nuttig zijn het stuur te draaien in
de richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle krijgt. U mag
nooit bruusk remmen en de wielen blokkeren.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee bbaannddeenn vvaann ddiitt vvooeerrttuuiigg zziijjnn nniieett ggeesscchhiikktt oomm oopp vveerrhhaarrddee wweeggeenn ttee rriijj--
ddeenn.. EEvveennmmiinn iiss hheett vvooeerrttuuiigg aacchhtteerraaaann uuiittggeerruusstt mmeett eeeenn ddiiffffeerreennttiieeeell ((ddee
aacchhtteerrwwiieelleenn ddrraaaaiieenn aallttiijjdd eevveenn ssnneell)).. DDaaaarroomm kkaann hheett vvooeerrttuuiigg oopp eeeenn
vveerrhhaarrddee oonnddeerrggrroonndd mmooeeiilliijjkkeerr bbeessttuuuurrbbaaaarr eenn ccoonnttrroolleeeerrbbaaaarr zziijjnn..
RReemmmmeenn
Houd beide handen altijd op het stuur en beide voeten op de voetsteunen wan-
neer u remt.
Oefen het remmen om vertrouwd te raken met hoe het voertuig reageert.
Doe dit eerst aan een lage snelheid en verhoog de snelheid vervolgens.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
VEILIGHEIDSINFORMATIE 57
Oefen het remmen in een rechte lijn met verschillende snelheden en verschil-
lende remkracht.
Oefen het remmen in noodgevallen. U kunt optimaal remmen in een rechte
lijn, terwijl u een grote kracht uitoefent, zonder de wielen te vergrendelen.
Denk eraan dat de remafstand afhangt van de snelheid en de lading van het
voertuig en het soort ondergrond. De staat van de banden en de remmen speelt
ook een belangrijke rol.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als u vooruit rijdt, verschuift het gewicht bij het remmen naar de voorwielen. Om
efficiënter te kunnen stoppen, verdeelt het remsysteem meer remkracht naar de
voorwielen. Dit beïnvloedt het rijgedrag en de besturing van het voertuig wan-
neer u bruusk remt. Houd hier rekening mee bij het remmen.
RReemmhheennddeell:: Wanneer de handrem wordt gebruikt, worden de voor- en achter-
remmen bediend in de 4x6- of 6x6-modus.
RReemmppeeddaaaall::
In de 4x6-modus activeert het rempedaal ALLEEN de achterremmen.
In de 6x6-modus activeert het rempedaal ALLE remmen (voor en achter).
AAcchhtteerruuiitt rriijjddeenn
Controleer bij het achteruit rijden of er geen mensen of hindernissen achter het
voertuig staan. Rijd traag en vermijd scherpe bochten.
Houd er bij 2-UP-modellen rekening mee dat de passagier uw zicht kan belem-
meren. Laat indien nodig de passagier afstappen.
We raden u aan op uw ATV te zitten bij rijden in achteruit. Sta zo weinig mogelijk
rechtop. Als uw gewicht naar voren verschuift en tegen de gashendel komt, kunt
u onverhoeds versnellen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOnnvveerrwwaacchhttee aacccceelleerraattiiee kkaann lleeiiddeenn ttoott vveerrlliieess vvaann ccoonnttrroollee wwaannnneeeerr ddee
AATTVV iinn ddee aacchhtteerruuiitt ssttaaaatt..
HHiinnddeerrnniisssseenn
Passeer hindernissen op uw weg voorzichtig. Daartoe behoren losse rotsblok-
ken, omgevallen bomen, gladde oppervlakken, omheiningen, palen, wallen en
laagtes.
Vermijd ze zoveel mogelijk. Houd er rekening mee dat sommige hindernissen te
groot of gevaarlijk zijn om over te rijden en beter ontweken worden.
Kleine stenen of omgevallen bomen kunt u veilig passeren, mits u ze in een hoek
van 90° nadert.
Ga op de voetsteunen staan met uw knieën gebogen. Pas uw snelheid aan zon-
der vaart te verliezen en geef niet “bruusk” gas.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
58 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Houd het stuur (bestuurder) of de handgrepen (passagier op 2-UP-modellen)
stevig vast. Breng het lichaamsgewicht naar achter (bestuurder en passagier
2-UP-modellen) en ga verder.
Probeer niet om de voorwielen van het voertuig van de grond te heffen. Houd er
rekening mee dat het voorwerp misschien glad is of kan verschuiven wanneer u
erover rijdt.
De bestuurder van een 2-UP-model is verantwoordelijk voor de veiligheid van
zijn passagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u de hindernis
neemt.
BBeerrggoopp rriijjddeenn
11--UUPP--mmooddeelllleenn
Houd hier rekening mee, voordat u een heuvel oprijdt.
Het oprijden van heuvels mag alleen door ervaren bestuurders worden
geprobeerd.
Begin met flauwe hellingen.
Rijd altijd recht heuvelop en verplaats uw lichaamsgewicht naar voren, naar de
top van de heuvel toe.
Houd uw voeten op de voetsteunen, zet de ATV in een lagere versnelling en ver-
snel voordat u gaat klimmen.
Probeer een vaste snelheid aan te houden en geef niet teveel gas om versnellen
te voorkomen.
Abrupte hellingen, variaties in het terrein of het gaan met een wiel over een ob-
stakel kan een grote invloed op de stabiliteit hebben, omdat dit de voorkant van
het voertuig omhoog tilt, met het risico van omkantelen.
Sommige heuvels zijn te stijl om veilig te kunnen stoppen of te herstellen van
een mislukte beklimpoging.
Probeer steile hellingen te vermijden. Als u niet voorzichtig bent, kunt u omkante-
len als u heuvelop gaat.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
VEILIGHEIDSINFORMATIE 59
Als de heuvel te steil is en u niet boven geraakt of het voertuig achteruit rolt, rem
dan voorzichtig zodat u niet slipt, en activeer de parkeerrem. Stap af aan de lin-
kerzijde en keer het voertuig om in een “K”-beweging (terwijl u naast het voertuig
loopt aan de bergop-zijde en met één hand aan de rem). Keer de achterkant van
het voertuig dan langzaam naar de heuveltop toe en rijd naar beneden.
Loop en stap altijd af aan de hoger gelegen zijde van de helling en blijf uit de
buurt van het voertuig en de draaiende wielen.
Probeer het voertuig nooit tegen te houden als het begint te kantelen. Blijf uit de
buurt.
Rijd niet met hoge snelheid over een heuveltop. Achter de top kunnen er hinder-
nissen of een steile afgrond liggen.
22--UUPP--mmooddeelllleenn
De passagier moet zijn bewegingen synchroniseren met de bewegingen van de
bestuurder. De passagier moet steeds blijven zitten.
Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas-
sagier. Laat de passagier in geval van twijfel afstappen voordat u bergop rijdt.
Houd hier rekening mee, voordat u een heuvel oprijdt. Het oprijden van heuvels
mag alleen door ervaren bestuurders worden geprobeerd.
Begin met flauwe hellingen. Rij altijd recht de heuvel op.
De bestuurder en de passagier moeten hun lichaamsgewicht naar voren ver-
plaatsen, naar de top van de heuvel toe. Houd uw voeten op de voetsteunen, zet
de ATV in een lagere versnelling en versnel voordat u gaat klimmen. Probeer
een vaste snelheid aan te houden en geef niet teveel gas om versnellen te
voorkomen.
Abrupte hellingen, variaties in het terrein of het gaan met een wiel over een ob-
stakel kan een grote invloed op de stabiliteit hebben, omdat dit de voorkant van
het voertuig omhoog tilt, met het risico van omkantelen.
Sommige heuvels zijn te stijl om veilig te kunnen stoppen of te herstellen van
een mislukte beklimpoging. Probeer steile hellingen te vermijden. Als u niet voor-
zichtig bent, kunt u omkantelen als u heuvelop gaat.
Als de heuvel te steil is en u niet boven geraakt of het voertuig achteruit rolt, rem
dan voorzichtig zodat u niet slipt, en activeer de parkeerrem. Vraag de passagier
als eerste af te stappen en keer het voertuig om in een “K”-beweging (terwijl u
naast het voertuig loopt aan de bergop-zijde en met één hand aan de rem). Keer
de achterkant van het voertuig dan langzaam naar de heuveltop toe en rijd naar
beneden. Loop en stap altijd af aan de hoger gelegen zijde van de helling en blijf
uit de buurt van het voertuig en de draaiende wielen.
Probeer het voertuig nooit tegen te houden als het begint te kantelen. Blijf uit de
buurt. Rijd niet met hoge snelheid over een heuveltop. Achter de top kunnen er
hindernissen of een steile afgrond liggen.
De passagier mag pas opstappen, wanneer het voertuig opnieuw op een veilige
plaats staat.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
60 VEILIGHEIDSINFORMATIE
HHaannddeelliinnggeenn ttiijjddeennss rriijjddeenn
Door zijn configuratie kan dit voertuig uitstekend klimmen, zo goed zelfs dat het
eerder zal kantelen dan zijn tractie te verliezen. Op het terrein komt het bijvoor-
beeld geregeld voor dat de top van een heuvel is geërodeerd tot een steile,
scherpe piek. Het voertuig kan dergelijke helling probleemloos aan, maar wan-
neer de voorkant van het voertuig zo ver omhoog komt dat het evenwicht naar
achter verschuift, kan het voertuig kantelen.
Dat kan ook gebeuren als de neus van het voertuig door een hindernis op de
grond te ver omhoog komt. Kies in een dergelijke situatie een andere route. Houd
daarbij rekening met de risico's van dwars op een helling rijden. Zie
DWARS OP
EEN HELLING RIJDEN
hieronder.
BBeerrggaaff rriijjddeenn
11--UUPP--mmooddeelllleenn
Verplaats uw lichaamsgewicht naar achteren. Blijf zitten Rem geleidelijk om niet
te slippen. Laat u niet naar beneden “rollen” op uitsluitend de motorcompressie
of in neutraal.
Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig
gaan “schuiven”. Houd een constante snelheid aan en/of versnel iets om het
voertuig opnieuw onder controle te krijgen. Probeer steile hellingen te vermijden.
Als u niet voorzichtig bent, kunt u omkantelen als u heuvelop gaat.
22--UUPP--mmooddeelllleenn
De bestuurder is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier. In geval
van twijfel moet hij de passagier voordat hij doorrijdt.
Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de
besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
De passagier moet zijn bewegingen synchroniseren met de bewegingen van de
bestuurder. De passagier moet steeds blijven zitten.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
VEILIGHEIDSINFORMATIE 61
De bestuurder en passagier moeten hun gewicht naar achteren verplaatsen.
Rem geleidelijk om niet te slippen. Laat u niet naar beneden “rollen” op uitslui-
tend de motorcompressie of in neutraal. Probeer steile hellingen te vermijden.
Als u niet voorzichtig bent, kunt u omkantelen als u heuvelop gaat.
HHaannddeelliinnggeenn ttiijjddeennss rriijjddeenn
Dit voertuig kan steilere hellingen beklimmen dan het veilig kan afdalen. Daarom
dient u er zeker van te zijn dat er een veilige weg naar beneden is, voordat u aan
een beklimming begint.
DDwwaarrss oopp eeeenn hheelllliinngg rriijjddeenn
Dit is één van de ggeevvaaaarrlliijjkkssttee manieren van rijden, omdat hierdoor het even-
wicht van het voertuig drastisch kan veranderen, Vermijd dit zoveel mogelijk. Als
het echter noodzakelijk is, verplaats dan ALTIJD uw lichaamsgewicht naar de
top van de helling toe en houd u klaar om er aan deze zijde af te springen mocht
het voertuig beginnen kantelen.
Vermijd alle voorwerpen of inzinkingen die de overhelling van het voertuig naar
één zijde nog versterken, om te voorkomen dat het voertuig kantelt.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
PPrroobbeeeerr nniieett ttee ssttooppppeenn ooff sscchhaaddee aaaann uuww vvooeerrttuuiigg ttee vvoooorrkkoommeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
WWeeeess vvoooorrzziicchhttiigg bbiijj hheett llaaddeenn eenn vveerrvvooeerreenn vvaann vvllooeeiibbaarree rreesseerrvvooiirrss..
DDeezzee kkuunnnneenn ddee ssttaabbiilliitteeiitt vvaann hheett vvooeerrttuuiigg bbeïnnvvllooeeddeenn wwaannnneeeerr uu ddwwaarrss
oopp eeeenn hheelllliinngg rriijjddtt,, ddoooorr bbeerrggaaffwwaaaarrttss ttee ttrreekkkkeenn eenn hheett rriissiiccoo oopp kkaanntteelleenn
ttee vveerrhhooggeenn..
22--UUPP--mmooddeelllleenn
De passagier moet zijn bewegingen synchroniseren met de bewegingen van de
bestuurder. De passagier moet steeds blijven zitten.
De bestuurder is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier. In geval
van twijfel moet hij de passagier voordat hij doorrijdt.
SStteeiillee ddaalliinnggeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrmmiijjdd sstteeiillee ddaalliinnggeenn.. KKeeeerr oomm eenn kkiieess eeeenn aalltteerrnnaattiieevvee rroouuttee..
RIJDEN MET UW VOERTUIG
62 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Dit voertuig zal gewoonlijk “stoppen” wanneer de voor- of achterwielen over een
steile daling rijden. Als het om een steile, diepe afgrond gaat zal het voertuig met
zijn neus naar beneden duiken en kantelen.
De bestuurder van een 2-UP-model is verantwoordelijk voor de veiligheid van
zijn passagier. Laat de passagier in geval van twijfel afstappen voordat u
doorgaat.
WWaatteerr oovveerrsstteekkeenn
Water kan groot gevaar inhouden. In te diep water kan het voertuig gaan drijven
en kantelen. Controleer de diepte van het water en de stroming alvorens het wa-
ter over te steken.
Het water mag niet hoger dan de voetsteunen komen.
Let op voor gladde oppervlakken zoals keien, gras en boomstronken enz. in het
water en op de oevers. Dit kan tot tractieverlies leiden. Rijd nooit met hoge snel-
heid in het water. Het water heeft een remmende werking en u kunt van het voer-
tuig op de grond worden geslingerd.
Natte remmen verminderen het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen
altijd drogen door ze meermaals te activeren wanneer het voertuig uit water,
modder of sneeuw komt. Voorzie een langere remafstand.
Nabij water is er vaak modder of moerasland. Let op voor onverwachte gaten of
inzinkingen. Kijk ook uit voor rotsblokken en stronken die gedeeltelijk begroeid
zijn.
RRiijjddeenn oopp hheett iijjss
Als u over bevroren water moet, controleer dan goed of het ijs dik genoeg is om
het totale gewicht van uzelf, uw passagier (2-UP-modellen), uw voertuig en de la-
ding te dragen. Kijk zeker uit voor open water. Dit wijst erop dat het ijs niet overal
even dik is.
De bestuurder van een 2-UP-model is verantwoordelijk voor de veiligheid van de
passagier. In geval van twijfel mag u zich niet op dit terrein begeven.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
VEILIGHEIDSINFORMATIE 63
IJs maakt het voertuig ook moeilijker bestuurbaar. Vertraag en geef nooit bruusk
gas. Anders gaan de banden spinnen en kan het voertuig kantelen en de passa-
gier kan eruit vallen (2-UP modellen).
Vermijd bruusk remmen. Hierdoor kan uw voertuig oncontroleerbaar gaan slip-
pen en kantelen of kan uw passagier (2-UP-modellen) worden weggeslingerd.
Rijd nooit in smeltende sneeuw. Die kan de werking en besturing van het voer-
tuig immers blokkeren.
RRiijjddeenn oovveerr bbeessnneeeeuuwwddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn
Let bij de inspectie voor het vertrek speciaal op die plekken op het voertuig waar
sneeuw- en ijsafzettingen de zichtbaarheid van het achterlicht en de reflectoren
kunnen belemmeren, ventilatieopeningen kunnen verstoppen, de radiator en
ventilator kunnen blokkeren en de beweging van de bedieningshendels, schake-
laars en rempedaal kunnen bemoeilijken. Controleer voor u de ATV start of be-
sturing, gas, remmen en pedalen zonder enige belemmering kunnen worden
bediend.
Als een ATV over een besneeuwd pad rijdt hebben de wielen minder tractie,
waardoor het voertuig anders gaat reageren op de inputs van de bestuurder. Op
oppervlakken met minder grip reageert het voertuig minder scherp en precies,
wordt de remafstand langer en zit er geen snee op de versnelling. Vertraag en
geef nooit bruusk gas. Daardoor kunnen de banden beginnen tollen en kan het
voertuig door oversturen gaan schuiven. Vermijd bruusk remmen. Dat kan het
voertuig doen schuiven over een rechte lijn. Nogmaals, voorzichtig snelheid ver-
minderen en uzelf voldoende tijd en afstand laten in anticipatie op een ma-
noeuvre, om zo de volledige controle over het voertuig te kunnen herwinnen
voordat het voertuig ongecontroleerd wegdraait, is de beste aanpak.
Als u met de ATV over een besneeuwd oppervlak rijdt, wordt door de turbulentie
achteraan het bewegende voertuig sneeuw opgeworpen die met blootgestelde
onderdelen, inclusief draaiende onderdelen zoals remschijven, in contact kan ko-
men of er zich kan ophopen of smelten. Water, sneeuw of ijs kunnen een weer-
slag hebben op de reactietijd van het remsysteem van uw ATV. Rem vaak, zelfs
als dat niet nodig is om de snelheid van uw voertuig te verlagen, zodat zich zo
weinig mogelijk ijs of sneeuw op de droge remblokken of -schijven kan vastzet-
ten. Door dit te doen in rijomstandigheden die weinig risico inhouden, test u uw
grip op het oppervlak en blijft u alert voor hoe het voertuig reageert op uw stuur-
impulsen. Houd rempedaal, voetsteunen, vloerplaten, rem- en gashendels altijd
sneeuw- en ijsvrij. Veeg regelmatig de sneeuw van de zitting, handgrepen, kop-
en achterlichten en reflectoren.
De sneeuw kan rotsen, boomstronken of andere objecten verhullen of kan zo
diep liggen dat het voertuig onbruikbaar is omdat het vast zou komen te zitten of
helemaal geen tractie meer zou hebben in de sneeuwbrij. Kijk ver voor u uit en
wees altijd alert voor zichtbare hints die kunnen wijzen op de aanwezigheid van
zulke obstakels. Rijd er in geval van twijfel rond. Vermijd rijden op bevroren wa-
terpartijen als u nog niet hebt gecontroleerd of het ijs voldoende sterk is om de
ATV, de opzittenden en de lading veilig te dragen. Vergeet niet dat een bepaalde
ijsdikte wel kan volstaan om een sneeuwscooter te dragen, maar niet voor een
ATV van hetzelfde gewicht, omdat het dragende contactoppervlak van de vier
wielen kleiner is dan dat van een sneeuwscooterrolband en ski's.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
64 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Draag voor een maximaal comfort en bescherming tegen bevriezing altijd be-
schermende kledij en ATV-uitrusting die aangepast is aan de weersomstandig-
heden waaraan u tijdens uw rit zult worden blootgesteld.
Maak er een goede gewoonte van op het einde van de rit alle sneeuw- en ijsaf-
zettingen van de carrosserie en alle bewegende onderdelen (remmen, onderde-
len van het besturingssysteem, aandrijflijnen, bedieningselementen,
radiatorventilator enz.) te verwijderen. Natte sneeuw zal immers aanvriezen tot
ijs zodra de motor is afgezet en zal moeilijker te verwijderen zijn bij de volgende
inspectie voor het vertrek.
In sneeuw rijden kan het remvermogen verlagen. Verminder op een veilige ma-
nier uw rijsnelheid en voorzie een langere remafstand. Sneeuw kan zich afzetten
op de remonderdelen en op het remregelsysteem. Rem vaak om te verhinderen
dat ijs of sneeuw zich kunnen vastzetten.
RRiijjddeenn oopp zzaanndd
Rijden op zand of zandduinen is nog een unieke ervaring, waarvoor u echter en-
kele elementaire voorzorgen moet nemen.
In nat, diep of fijn zand/sneeuw treedt er tractieverlies op en kan het voertuig
gaan schuiven, kantelen of vastlopen.
Zoek in dit geval naar een vastere ondergrond. Ook in deze situatie dient u te
vertragen en uit te kijken voor moeilijke rijomstandigheden.
Vertraag nog meer wanneer u rijdt met een passagier.
Wanneer u in duingebied gaat rijden, is het raadzaam uw voertuig uit te rusten
met een hoog uitstekende vlag. Zo kunnen andere personen aan de andere kant
van de zandduin beter zien waar u zich bevindt.
Rijd voorzichtig wanneer u voor u nog een veiligheidsvlag bespeurt.
Omdat een hoog uitstekende vlag kan plooien en terugveren tegen uw lichaam,
mag u ze niet gebruiken op plaatsen met lage takken of hindernissen.
Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de
besturing en de stabiliteit van uw voertuig.
RRiijjddeenn oopp lloossssee sstteenneenn
Rijden op losse stenen of kiezel lijkt sterk op rijden op ijs. Zij veranderen de be-
sturing van het voertuig, waardoor het kan slippen of kantelen, vooral bij te hoge
snelheden (dit kan ertoe leiden dat bestuurder en passagier worden weggeslin-
gerd (2-UP-modellen)).
Ook in deze situatie dient u te vertragen en uit te kijken voor moeilijke rijomstan-
digheden. Rijdt u met een passagier (2-UP-modellen), rijd dan nog trager.
Ook de remafstand kan toenemen. Vergeet niet dat er bij “bruusk gas geven” of
doorslippen losse stenen naar achteren kunnen vliegen en een andere bestuur-
der kunnen raken. Doe dit nooit opzettelijk.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
VEILIGHEIDSINFORMATIE 65
LLAADDIINNGGEENN VVEERRPPLLAAAATTSSEENN EENN WWEERRKKEENN
WWeerrkkeenn mmeett uuww vvooeerrttuuiigg
Uw voertuig kan u helpen bij een aantal uiteenlopende LICHTE taken, gaande
van sneeuw ruimen tot hout slepen of een last vervoeren. Hiervoor is een waaier
van accessoires te verkrijgen bij uw erkende Can-Am Off-Road dealer. Om ver-
wondingen te voorkomen moet u de instructies en waarschuwingen volgen die
bij het accessoire zitten. Respecteer altijd de maximale belading van het voer-
tuig. Bij een te zware belasting van het voertuig kunnen de componenten overbe-
last raken en stukgaan. Vermijd te veel inspanningen te leveren door zware
ladingen te heffen of te trekken of het voertuig met de hand te duwen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeemmoonntteeeerrddee aappppaarraattuuuurr mmooeett oopp ddee ggrroonndd wwoorrddeenn nneeeerrggeellaatteenn vvoooorrddaatt
uu hheett vvooeerrttuuiigg vveerrllaaaatt..
LLaaddiinngg ttrraannssppoorrtteerreenn
Elke lading op het voertuig, inclusief een passagier (2-UP-modellen) en/of de ba-
gagerekken zal de besturing, stabiliteit en remafstand van het voertuig
beïnvloeden.
Overschrijd nooit de maximale voertuigbelading van het voertuig, inclusief ge-
wicht van bestuurder en passagier, lading, accessoires en disselgewicht. Zie
Technische specificaties
.
Zorg ervoor dat de lading stevig vastzit, goed verdeeld is en de besturing en ver-
lichting van het voertuig niet kan hinderen.
Houd er rekening mee dat de lading kan gaan schuiven of vallen en een ongeluk
kan veroorzaken.
Vermijd ladingen die er opzij uitsteken en aan struiken of andere obstakels kun-
nen blijven haken.
Matig uw snelheid volgens de staat van het terrein wanneer u lading vervoert of
een aanhangwagen trekt.
Voorzie een langere remafstand.
Bevestig de lading altijd zo laag mogelijk op het achterrek om het zwaartepunt zo
min mogelijk te verhogen.
66 VEILIGHEIDSINFORMATIE
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee bbeessttuurriinngg eenn ssttaabbiilliitteeiitt vvaann hheett vvooeerrttuuiigg eenn ddee rreemmaaffssttaanndd wwoorrddeenn bbee--
ïïnnvvllooeedd ddoooorr ddee llaaddiinngg ddiiee uu mmeeeenneeeemmtt.. EEeenn jjuuiissttee llaaddiinngg eenn ggeewwiicchhttssvveerr--
ddeelliinngg zziijjnn ddaaaarroomm eerrgg bbeellaannggrriijjkk.. OOvveerrllaaaadd hheett vvooeerrttuuiigg nnooooiitt eenn sslleeeepp ooff
ttrraannssppoorrtteeeerr nnooooiitt llaaddiinngg oopp eeeenn oonnjjuuiissttee mmaanniieerr.. MMaaaakk ddee llaaddiinngg sstteevviigg
vvaasstt eenn vveerrddeeeell ddee llaasstt ggeelliijjkkmmaattiigg oovveerr ddee rreekkkkeenn vvoooorr uu ggaaaatt rriijjddeenn.. MMaa--
ttiigg uuww ssnneellhheeiidd vvoollggeennss ddee ssttaaaatt vvaann hheett tteerrrreeiinn wwaannnneeeerr uu llaaddiinngg vveerrvvooeerrtt
ooff eeeenn aaaannhhaannggwwaaggeenn ttrreekktt,, eenn vveerrmmiijjdd hheeuuvveellss eenn rruuww tteerrrreeiinn.. HHoouudd rree--
kkeenniinngg mmeett mmeeeerr aaffssttaanndd oomm ttee rreemmmmeenn,, vvoooorraall oopp hheelllliinnggeenn eenn aallss uu eeeenn
ppaassssaaggiieerr vveerrvvooeerrtt ((22--UUPP--mmooddeelllleenn)).. WWeeeess vvoooorrzziicchhttiigg oomm nniieett ttee bbeeggiinn--
nneenn sslliippppeenn ooff sscchhuuiivveenn.. BBeevveessttiigg ddee llaaddiinngg aallttiijjdd zzoo llaaaagg mmooggeelliijjkk oopp hheett
rreekk//ddee rreekkkkeenn oomm hheett zzwwaaaarrtteeppuunntt zzoo mmiinn mmooggeelliijjkk ttee vveerrhhooggeenn.. AAllss uu
ddeezzee aaaannbbeevveelliinnggeenn nniieett nnaalleeeefftt,, kkaann ddiitt hheett rriijjggeeddrraagg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg
vveerraannddeerreenn,, wwaatt ttoott oonnggeelluukkkkeenn kkaann lleeiiddeenn..
Tabel van de maximale lading
Maximale
totale lading
460 kg
(1.015 lb)
Inclusief gewicht van de bestuurder, de
passagier, lasten, accessoires en
disselgewicht.
Bagageruimte
vooraan
45 kg
(100 lb) Gelijkmatig verdeeld.
Belading
achteraan
318 kg
(700 lb)
Gelijkmatig verdeeld.
Inclusief laadbak achteraan, laadbak onder
en disselbelasting
(318 kg (700 lb) waarvan tenminste 45 kg
(100 lb) in de onderste laadbak).
Voorbeeld van juiste lading van het voertuig
Totale
voertuigla
ding
Bestuur
der en
passa
giers
Voorrek Lading
laadbak
Accessoi
res
Disselbe
lasting
460 kg
(1.015 lb)
137 kg
(302 lb)
40 kg
(88 lb)
250 kg
(551 lb)
10 kg
(22 lb)
23 kg
(51 lb)
Wanneer u zware ladingen vervoert in de laadbak of wanneer u een aanhangwa-
gen trekt:
Stel de ophanging dienovereenkomstig af
Zet de schakelhendel in de stand L (Low).
DDee llaaaaddrreekkkkeenn llaaddeenn
Plaats de lading zo laag mogelijk. –Een hogere lading kan het zwaartepunt van
het voertuig’ omhoog brengen, wat het minder stabiel kan maken. Positioneer de
lading zo gelijkmatig mogelijk op het rek.
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 67
Maak de lading vast op het laadrek. Maak de lading niet vast andere onderdelen
van het voertuig. Als de lading niet correct is vastgemaakt, kan deze verschuiven
of van het voertuig af vallen en hierbij mogelijk bestuurder, passagier of omstan-
ders raken, of ze kan verschuiven tijdens het rijden en de besturing van het voer-
tuig beïnvloeden.
Hoge objecten kunnen de zichtbaarheid beïnvloeden voor de bestuurder en kun-
nen projectielen vormen bij een ongeval. Ladingen die aan de zijkant uit het voer-
tuig steken, kunnen vast komen te zitten in struiken, takken of andere obstakels.
Vermijd dat de lading de remlichten bedekt en belemmert. Zorg ervoor dat de la-
ding niet uit het laadrek steekt en dat de lading uw zichtbaarheid of de besturing
van het voertuig niet hindert.
MMEERRKK OOPP
OOvveerrsscchhrriijjdd ddee llaaaaddccaappaacciitteeiitt vvaann hheett llaaaaddrreekk nniieett.. ZZiiee
TTeecchhnniisscchhee
ssppeecciiffiiccaattiieess
..
Vervoer op het bagagerek/de bagagerekken geen benzinebidon(s) of gevaarlijke
vloeistoffen.
HHeett llaaaaddbbeedd bbeellaaddeenn
Plaats de lading zo laag mogelijk. –Een hogere lading kan het zwaartepunt van
het voertuig’ omhoog brengen, wat het minder stabiel kan maken. Plaats de la-
ding vooraan in het midden van het laadbed en verdeel ze zo gelijkmatig
mogelijk.
Maak de lading vast met de bevestigingshaken in het laadbed. Gebruik alleen de
bevestigingshaken aan de onderkant van het laadbed. Maak de lading niet vast
aan de kooi of een ander deel van het voertuig. Als de lading niet correct is vast-
gemaakt, kan deze verschuiven of van het voertuig af vallen en hierbij mogelijk
bestuurder of omstanders raken, of ze kan verschuiven tijdens het rijden en de
besturing van het voertuig beïnvloeden.
Objecten hoger dan de wanden van het laadbed kunnen de zichtbaarheid beïn-
vloeden voor de bestuurder en kunnen projectielen vormen bij een ongeval. La-
dingen die aan de zijkant uit het voertuig steken, kunnen vast komen te zitten in
struiken, takken of andere obstakels. Vermijd dat de lading de remlichten bedekt
en belemmert. Zorg ervoor dat de lading niet uit de laadbak steekt en dat de la-
ding uw zichtbaarheid of de besturing van het voertuig niet hindert.
Overbelast de laadbak niet.
Maximumgewicht lading laadbed
Belading onderaan 318 kg
(700 lb)
Gelijkmatig verdeeld en
veilig vastgemaakt.
Inclusief achterlaadbak,
lage laadbak en
disselbelading.
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
68 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Belading achteraan 273 kg
(602 lb) Gelijkmatig verdeeld over
de scheidingswand.
Bovenste achterklep 100 kg
(220 lb)
De belading kan alleen op
de achterklep worden
geplaatst als de
ondersteuningsbeugel is
geïnstalleerd.
Alleen terwijl u de laadbak
laadt.
Onderste achterklep 50 kg
(110 lb) Alleen terwijl u de laadbak
laadt.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RRiijj nnooooiitt iinn hheett vvooeerrttuuiigg mmeett eeeenn ggeeooppeennddee aacchhtteerrkklleepp..
RRiijjddeenn iinn ggeellaaddeenn ttooeessttaanndd
Matig uw snelheid en draai geleidelijk aan wanneer u ladingen vervoert.
Vermijd hellingen en ruig terrein.
Voorzie een langere remafstand.
Wanneer dit voertuig een zware last trekt, neemt zijn remafstand toe, vooral op
een helling.
Laat bij rijden op openbare wegen de stabilisatiestang aan beide zijden vergren-
deld. Dit reduceert kanteling van het voertuig op bochtige wegen. Zie het hoofd-
stuk
Uw rit aanpassen
voor de volledige procedure.
Stel de ophanging dienovereenkomstig af.
Zet de schakelhendel in de stand L (LOW).
HHeett llaaaaddbbeedd kkaanntteelleenn
Het laadbed kan voor makkelijker uitladen worden gekanteld. Gebruik de hendel
aan de rechterkant van het laadbed om deze te ontgrendelen.
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 69
1. Hendel laadbed
MMEERRKK OOPP
ZZeett aallttiijjdd ddee mmoottoorr uuiitt wwaannnneeeerr uu hheett llaaaaddbbeedd kkaanntteelltt..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerr sstteeeeddss vvoooorr ddaatt eerr nniieemmaanndd aacchhtteerr hheett llaaaaddbbeedd ssttaaaatt wwaannnneeeerr
uu aaaann ddee hheennddeell ttrreekktt oomm hheett llaaaaddbbeedd ttee kkaanntteelleenn..
HHeett llaaaaddggeewwiicchhtt kkaann ddee wweerrkkiinngg vvaann hheett kkaanntteelleenn vvaann hheett llaaaaddbbeedd bbee--
ïïnnvvllooeeddeenn ((kkaanntteelleenn ooff nneeeerrllaatteenn))..
OOppeenn hheett llaaaaddbbeedd aallttiijjdd vvoooorrzziicchhttiigg,, wwaanntt ddee kknnaallppoott kkaann hheeeett zziijjnn..
Bedien het laadbed altijd heel voorzichtig. Tijdens het transport kan de lading
verschoven zijn.
Druk het laadbed naar beneden in de juiste positie en bevestig met een borgpen
om deze neer te laten.
1. Ontgrendelingshendel
2. Borgpen
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
70 VEILIGHEIDSINFORMATIE
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt uuzzeellff eenn aannddeerree ppeerrssoonneenn wweegg vvaann hheett llaaaaddbbeedd ssttaaaann
aallssooookk ddee ppllaaaattss wwaaaarr ddeezzee oopp hheett vvooeerrttuuiiggffrraammee nneeeerrkkoommtt wwaannnneeeerr uu
hheett llaaaaddbbeedd oommllaaaagg bbrreennggtt..
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt uu hheett llaaaaddbbeedd ccoorrrreecctt vvaassttmmaaaakktt vvoooorr uu rriijjddtt..
BBeevveessttiigg hheett llaaaaddbbeedd mmeett eeeenn bboorrggppeenn..
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt eerr ggeeeenn oobbjjeecctteenn ttuusssseenn hheett ggeekkaanntteellddee llaaaaddbbeedd eenn
hheett vvooeerrttuuiiggffrraammee zziitttteenn,, zzooddaatt hheett llaaaaddbbeedd ggooeedd kkaann wwoorrddeenn vvaassttggee--
mmaaaakktt nnaaddaatt ddiitt oommllaaaagg ggeebbrraacchhtt iiss..
EEeenn llaaddiinngg vveerrvvooeerreenn
Trek nooit een lading door deze aan de bumper te bevestigen; hierdoor kan het
voertuig kantelen. Gebruik enkel de trekhaak (indien geïnstalleerd) om lasten te
trekken.
Gebruik in geval van nood de sleephaak om een vastgelopen voertuig los te trek-
ken, zie
Sleephaken
.
Als u lasten trekt met een ketting of een kabel:
Zorg er voor dat deze opgespannen is voor u start en behoud deze spanning
tijdens het trekken.
Zorg ervoor dat u progressief remt. De inertie van de lading kan een botsing
veroorzaken.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
WWaannnneeeerr ddee kkaabbeell ooff ddee kkeettttiinngg nniieett ooppggeessppaannnneenn iiss,, kkaann ddeezzee bbrreekkeenn eenn
tteerruuggsscchhiieetteenn..
Respecteer de maximum trekcapaciteit wanneer u een lading trekt, zie
Een aan-
hangwagen trekken
.
Wanneer u een ander voertuig sleept, zorg er dan voor iemand het gesleepte
voertuig bestuurt. Deze persoon moet remmen en sturen om de controle over
het voertuig te behouden.
Matig uw snelheid en draai geleidelijk aan wanneer u lasten vervoert.
Vermijd hellingen en ruig terrein.
Probeer nooit op steile hellingen te rijden.
Voorzie meer afstand om te remmen, vooral op hellingen en als u een passagier
vervoert (2-UP modellen).
Wees voorzichtig om niet te beginnen slippen of schuiven.
EEeenn ttrraaiilleerr ttrreekkkkeenn
Controleer de waarden voor maximale belasting van de assen van de voertuig-
identificatieplaat (constructieplaat).
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 71
De Can-Am T Category tractor kan nu een aanhangwagen trekken op de weg.
Controleer de maximale belading voor de aanhangwagen op de
identificatieplaat.
Controleer de beperkingen die gelden voor uw regio betreffende gebruik van een
tractor met aanhanger op de weg.
Sluit de verlichting van de aanhanger aan.
MMEERRKK OOPP
OOmm aaaannhhaannggwwaaggeennss ttee ttrreekkkkeenn,, mmooeett oopp hheett vvooeerrttuuiigg eeeenn ddoooorr BBRRPP
ggooeeddggeekkeeuurrddee ttrreekkhhaaaakk wwoorrddeenn ggeemmoonntteeeerrdd..
Wanneer dit voertuig een aanhangwagen trekt, neemt het risico op kantelen toe,
vooral op een helling. Als u een trailer aan uw voertuig wilt hangen, moet u zeker
nagaan of de dissel op de trekhaak van het voertuig past. Let erop dat de aan-
hangwagen horizontaal staat ten opzichte van het voertuig. (Soms moet de trek-
haak van uw voertuig van een speciaal verlengstuk worden voorzien). Bevestig
de trailer met een veiligheidsketting of -kabel aan het voertuig.
Verminder vaart en draai geleidelijk als u een aanhangwagen trekt. Vermijd hel-
lingen en ruig terrein. Probeer nooit op steile hellingen te rijden. Voorzie meer af-
stand om te remmen, vooral op hellingen en als u een passagier vervoert (2-UP
modellen). Wees voorzichtig om niet te beginnen slippen of schuiven.
De trailer verkeerd laden kan tot controleverlies leiden.
Overschrijd niet het trekvermogen en disselgewicht. Zie
Technische
specificaties
.
Zorg ervoor dat er ten minste wat gewicht op de dissel rust.
Zorg er steeds voor dat de lading gelijkmatig verdeeld is en veilig is vastgemaakt
op de trailer. Een gelijkmatig verdeelde trailer is makkelijker te besturen.
Zet de schakelhendel altijd op L (lage stand) voor het trekken van een aanhang-
wagen – rijden in lage stand helpt bij het trekken van de toegenomen belasting
op de achterbanden.
Blokkeer de wielen van het voertuig en de aanhangwagen wanneer u stopt of
parkeert, zodat ze niet kunnen wegrollen.
Wees voorzichtig wanneer u een geladen aanhangwagen loskoppelt; de wagen
of de lading kan op u of anderen vallen.
Respecteer de maximale trekcapaciteit die op het label van de trekhaak staat
aangegeven, wanneer u een aanhangwagen trekt.
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
72 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Het trekvermogen omvat het gewicht van de aanhanger.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBlliijjff uuiitt hheett ggeebbiieedd ttuusssseenn hheett vvooeerrttuuiigg eenn ddee aaaannggeekkooppppeellddee aaaannhhaannggeerr..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVoollgg ddee iinnssttrruuccttiieess iinn ddee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg bbeettrreeffffeennddee ggeemmoonntteeeerrddee
ooff ggeettrrookkkkeenn uuiittrruussttiinngg ooff aaaannhhaannggeerr nnaauuwwggeezzeett oopp eenn bbeessttuuuurr hheett vvooeerr--
ttuuiigg nniieett iinn ddee ccoommbbiinnaattiiee vvooeerrttuuiigg -- mmaacchhiinnee ooff vvooeerrttuuiigg -- aaaannhhaannggwwaaggeenn
vvoooorrddaatt uu aallllee iinnssttrruuccttiieess hheeeefftt ooppggeevvoollggdd..
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
VEILIGHEIDSINFORMATIE 73
BBEELLAANNGGRRIIJJKKEE LLAABBEELLSS OOPP HHEETT PPRROODDUUCCTT
((LLAANNDDEENN BBUUIITTEENN CCAANNAADDAA EENN DDEE VVEERREENNIIGGDDEE
SSAATTEENN))
Lees alle veiligheidslabels op uw voertuig aandachtig door.
Deze etiketten zijn bevestigd op het voertuig voor de veiligheid van de bestuur-
der, passagiers en omstanders.
De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste onderde-
len van het voertuig worden beschouwd. Ze moeten te allen tijde schoon en
zichtbaar zijn. Ze moeten worden vervangen indien beschadigd. Veiligheidsla-
bels zijn gratis. Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road-dealer.
Zorg dat u na het vervangen van onderdelen met waarschuwingslabels de ge-
schikte, nieuwe (gratis) veiligheidslabels besteld indien die deze nog niet op het
vervangingsonderdeel zijn bevestigd.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
In geval van tegenstrijdigheid tussen deze handleiding en het voertuig, hebben
de veiligheidslabels op het voertuig voorrang boven de labels in deze
handleiding.
74 VEILIGHEIDSINFORMATIE
VVeeiilliigghheeiiddssppiiccttooggrraamm
Lees alle veiligheidslabels op uw voertuig aandachtig door.
Deze labels zijn bevestigd op het vaartuig voor de veiligheid van de bestuurder,
passagier (2–UP) en omstanders.
De veiligheidslabels op uw voertuig moeten als vaste onderdelen van het voer-
tuig worden beschouwd.
Als ze ontbreken of beschadigd zijn, kunnen ze kosteloos worden vervangen.
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
In geval van tegenstrijdigheid tussen deze gebruikershandleiding en het voertuig,
hebben de veiligheidslabels op het voertuig voorrang boven de labels in dit
document.
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 75
PPiiccttooggrraamm aallggeemmeennee wwaaaarrsscchhuuwwiinngg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrkkeeeerrdd ggeebbrruuiikk vvaann ddeezzee AATTVV kkaann ttoott EERRNNSSTTIIGGEE ooff DDOODDEELLIIJJKKEE
VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN lleeiiddeenn.. VVoollgg aallllee aaaannwwiijjzziinnggeenn eenn wwaaaarrsscchhuuwwiinn--
ggeenn oopp..
DDrraaaagg aallttiijjdd eeeenn ggooeeddggeekkeeuurrddee hheellmm eenn bbeesscchheerrmmiinnggssuuiittrruussttiinngg..
DDrraaaagg aallttiijjdd ggeehhoooorrbbeesscchheerrmmiinngg..
ZZooeekk eenn lleeeess ddee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg.. VVeerrkkeeeerrdd ggeebbrruuiikk vvaann ddeezzee
AATTVV kkaann ttoott EERRNNSSTTIIGGEE ooff DDOODDEELLIIJJKKEE VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN lleeiiddeenn..
VVoollgg aallllee aaaannwwiijjzziinnggeenn eenn wwaaaarrsscchhuuwwiinnggeenn oopp..
VVeerrllaaaagg uuww ssnneellhheeiidd aallss uu oopp vveerrhhaarrddee wweeggeenn mmooeett rriijjddeenn..
VVeerrvvooeerr nnooooiitt eeeenn ppaassssaaggiieerr oopp 11--uuppmmooddeelllleenn eenn vveerrvvooeerr NNOOOOIITT
mmeeeerr ddaann éééénn ppaassssaaggiieerr oopp ddee 22--uuppmmooddeelllleenn..
RRiijjdd nnooooiitt oonnddeerr iinnvvllooeedd vvaann aallccoohhooll ooff ddrruuggss..
1-UP-modellen 2-UP-modellen
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
76 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Veiligheidsvideo
https://
can-am.brp.com
/o-road/safety
Patent: www.brp.com/en/about-brp/patents.html
8489_NL
Veiligheidsvideo
https://
can-am.brp.com
/o-road/safety
Patent: www.brp.com/en/about-brp/patents.html
8496_NL
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm vvoooorr ddee ppaassssaaggiieerr
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZooeekk eenn lleeeess ddee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg..
VVeerrvvooeerr NNOOOOIITT eeeenn ppaassssaaggiieerr oopp 11--uuppmmooddeelllleenn eenn vveerrvvooeerr NNOOOOIITT
mmeeeerr ddaann éééénn ppaassssaaggiieerr oopp ddee 22--uuppmmooddeelllleenn..
PPaassssaaggiieerrss oopp 22--uuppmmooddeelllleenn mmooeetteenn aallttiijjdd eeeenn ggooeeddggeekkeeuurrddee hheellmm
eenn eeeenn bbeesscchheerrmmeennddee uuiittrruussttiinngg ddrraaggeenn..
PPaassssaaggiieerrss oopp 22--uuppmmooddeelllleenn mmooggeenn NNOOOOIITT rriijjddeenn nnaa ddrruuggss-- ooff
aallccoohhoollggeebbrruuiikk..
1-UP-modellen 2-UP-modellen
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 77
704906102
704906104
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
78 VEILIGHEIDSINFORMATIE
BBaannddeennssppaannnniinngg eenn mmaaxxiimmaaaall ttooeeggeessttaannee bbeellaassttiinngg --
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 79
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHoouudd AALLTTIIJJDD ddee wweeeerrggeeggeevveenn,, jjuuiissttee bbaannddeennssppaannnniinngg aaaann.. DDoooorr
eeeenn vveerrkkeeeerrddee bbaannddeennssppaannnniinngg ooff oovveerrbbeellaaddiinngg kkuunntt uu ddee ccoonnttrroollee
vveerrlliieezzeenn,, wwaatt EERRNNSSTTIIGG LLEETTSSEELL ooff ddee DDOOOODD kkaann vveerroooorrzzaakkeenn..
WWaannnneeeerr ddee bbeellaassttiinngg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg mmiinnddeerr ddaann 223344 kkgg ((551155 llbb))
bbeeddrraaaaggtt,, mmooeett ddee bbaannddeennssppaannnniinngg vvoooorr eenn aacchhtteerr 3344,,55 kkPPaa ((55 PPSSII))
bbeeddrraaggeenn
WWaannnneeeerr ddee bbeellaassttiinngg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg mmeeeerr ddaann 223344 kkgg ((551155 llbb)) bboo--
vveenn ddee vvooeerrttuuiigglliimmiieett vvaann 446600 kkgg ((001155 llbb)) bbeeddrraaaaggtt,, mmooeett ddee ssppaann--
nniinngg vvaann ddee vvoooorr-- eenn aacchhtteerrbbaannddeenn 4488,,33 kkPPaa ((77 PPSSII)) bbeeddrraaggeenn
ZZooeekk eenn lleeeess ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg eenn bbeekkiijjkk ddee vveeiilliigghheeiiddss--
ffiillmm.. VVeerrkkeeeerrdd ggeebbrruuiikk vvaann ddeezzee AATTVV kkaann ttoott EERRNNSSTTIIGGEE ooff DDOODDEE--
LLIIJJKKEE VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN lleeiiddeenn..
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
80 VEILIGHEIDSINFORMATIE
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 81
MMaaxxiimmaallee bbeellaassttiinngg rreekk vvoooorraaaann -- WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
NNeeeemm NNOOOOIITT eeeenn ppaassssaaggiieerr mmeeee oopp ddeezzee ddrraaggeerr..
MMAAXXIIMMUUMMBBEELLAADDIINNGG VVOOOORRAAAANN:: 4455 kkgg ((110000 llbb)) ggeelliijjkkmmaattiigg
vveerrddeeeelldd..
704906105_NL
< 45 kg
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
82 VEILIGHEIDSINFORMATIE
PPiiccttooggrraamm wwaaaarrsscchhuuwwiinngg llaaddiinnggggeewwiicchhtt aacchhtteerr
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOvveerrsscchhrriijjdd NNOOOOIITT ddee mmaaxxiimmaallee vvooeerrttuuiiggbbeellaaddiinngg vvaann 446600 kkgg ((11001155
llbb)),, iinncclluussiieeff ggeewwiicchhtt vvaann bbeessttuuuurrddeerr,, llaaddiinngg,, aacccceessssooiirreess eenn
ddiisssseellggeewwiicchhtt..
NNeeeemm NNOOOOIITT eeeenn ppaassssaaggiieerr mmeeee oopp ddeezzee ddrraaggeerr..
ZZooeekk eenn lleeeess ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg eenn bbeekkiijjkk ddee vveeiilliigghheeiiddss--
ffiillmm.. VVeerrkkeeeerrdd ggeebbrruuiikk vvaann ddeezzee AATTVV kkaann ttoott EERRNNSSTTIIGGEE ooff DDOODDEE--
LLIIJJKKEE VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN lleeiiddeenn..
MMAAXXIIMMUUMMBBEELLAADDIINNGG VVOOOORRAAAANN:: 4455 kkgg ((110000 llbb)) ggeelliijjkkmmaattiigg
vveerrddeeeelldd..
MMAAXXIIMMUUMMBBEELLAADDIINNGG AACCHHTTEERRAAAANN:: 331188 kkgg ((770000 llbb)) ggeelliijjkkmmaattiigg
vveerrddeeeelldd
((iinncclluussiieeff ddiisssseellggeewwiicchhtt iinnddiieenn vvaann ttooeeppaassssiinngg))..
< 318 kg
< 45 kg
704904226_NL
MAX
< 460 kg
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 83
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
84 VEILIGHEIDSINFORMATIE
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm bbeeddiieenniinngg llaaaaddbbaakk
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZooeekk eenn lleeeess ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg eenn bbeekkiijjkk ddee vveeiilliigghheeiiddss--
ffiillmm.. VVeerrkkeeeerrdd ggeebbrruuiikk vvaann ddeezzee AATTVV kkaann ttoott EERRNNSSTTIIGGEE ooff DDOODDEE--
LLIIJJKKEE VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN lleeiiddeenn..
LLaaaatt NNOOOOIITT eeeenn ppaassssaaggiieerr ppllaaaattssnneemmeenn oopp hheett llaaaaddbbeedd..
BBeevveessttiigg ddee vveerrggeennddeellhheennddeellss AALLTTIIJJDD mmeett bbeehhuullpp vvaann ddee
bboorrggppeennnneenn..
JJeerrrryyccaannss AALLTTIIJJDD uuiitt hheett vvooeerrttuuiigg vveerrwwiijjddeerreenn vvoooorrddaatt uu ddeezzee bbiijjvvuulltt..
704904227
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 85
IInnssttaallllaattiiee hhaannddsscchhooeennvvaakk -- WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm
1-UP-modellen
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
11.. OOppeenn ddee ddeekksseell vvaann hheett hhaannddsscchhooeenneennvvaakk eenn ddrraaaaii ddee ggrreennddeell iinn ddee
oonnttggrreennddeellppoossiittiiee..
22.. ZZeett ddee vveerrggrreennddeelliinngg vvaann hheett hhaannddsscchhooeennvvaakk iinn ddee jjuuiissttee ssttaanndd vvoooorr
ddee ""LLIINNQQ""--ooppeenniinngg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg eenn sstteeeekk hheett eerriinn..
33.. DDrraaaaii ddee ggrreennddeell iinn vveerrggrreennddeellssttaanndd..
44.. SSlluuiitt ddee aaffddeekkkkiinngg eenn ccoonnttrroolleeeerr ooff hheett hhaannddsscchhooeennvvaakk oopp zziijjnn pplleekk
iiss vveerrggrreennddeelldd..
ZZooeekk eenn lleeeess ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg eenn bbeekkiijjkk ddee vveeiilliigghheeiiddssffiillmm..
VVeerrkkeeeerrdd ggeebbrruuiikk vvaann ddeezzee AATTVV kkaann ttoott EERRNNSSTTIIGGEE ooff DDOODDEELLIIJJKKEE
VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN lleeiiddeenn..
8412
1
34
2
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
86 VEILIGHEIDSINFORMATIE
IInnssttaallllaattiiee ppaassssaaggiieerrssssttooeell eenn hhaannddsscchhooeennvvaakk --
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm
2-UP-modellen
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
EEeenn ppaassssaaggiieerrsszziittttiinngg mmoonntteerreenn
11.. ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt ddee vveerrggrreennddeelliinnggsshheennddeell iinn ddee ooppeenn ssttaanndd ssttaaaatt
ddoooorr hheett nnaaaarr ddee vvoooorrkkaanntt vvaann ddee ssttooeell ttee ttrreekkkkeenn..
22.. SStteeeekk bbeeiiddee bboorrggddeelleenn vvaann ddee ssttooeell aaaann ddee vvoooorrkkaanntt mmeett eeeenn nnaaaarr
vvoorreenn ggaaaannddee bbeewweeggiinngg iinn ddee vveerraannkkeerriinnggeenn vvaann hheett vvooeerrttuuiigg..
33.. DDrraaaaii nnaaaarr bbeenneeddeenn oomm ddee vveerrggrreennddeelliinngg aaaann ddee aacchhtteerrkkaanntt ttooee ttee
ppaasssseenn..
44.. SSlluuiitt ddee vveerrggrreennddeelliinnggsshheennddeell ddoooorr hheett nnaaaarr ddee aacchhtteerrkkaanntt ttee ddrruukk--
kkeenn oomm ddee ssttooeell oopp zziijjnn ppllaaaattss ttee vveerrggrreennddeelleenn..
55.. CCoonnttrroolleeeerr ooff ddee ssttooeell sstteevviigg oopp zziijjnn ppllaaaattss iiss vveerrggrreennddeelldd vvoooorrddaatt uu
eerr ggeebbrruuiikk vvaann nneeeemmtt..
11.. HHaannddsscchhooeennvvaakk mmoonntteerreenn
22.. OOppeenn ddee ddeekksseell vvaann hheett hhaannddsscchhooeenneennvvaakk eenn ddrraaaaii ddee ggrreennddeell iinn ddee
oonnttggrreennddeellppoossiittiiee..
33.. ZZeett ddee vveerrggrreennddeelliinngg vvaann hheett hhaannddsscchhooeennvvaakk iinn ddee jjuuiissttee ssttaanndd vvoooorr
ddee ""LLIINNQQ""--ooppeenniinngg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg eenn sstteeeekk hheett eerriinn..
44.. DDrraaaaii ddee ggrreennddeell iinn vveerrggrreennddeellssttaanndd..
55.. SSlluuiitt ddee aaffddeekkkkiinngg eenn ccoonnttrroolleeeerr ooff hheett hhaannddsscchhooeennvvaakk oopp zziijjnn pplleekk
iiss vveerrggrreennddeelldd..
ZZooeekk eenn lleeeess ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg eenn bbeekkiijjkk ddee vveeiilliigghheeiiddssffiillmm..
VVeerrkkeeeerrdd ggeebbrruuiikk vvaann ddeezzee AATTVV kkaann ttoott EERRNNSSTTIIGGEE ooff DDOODDEELLIIJJKKEE
VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN lleeiiddeenn..
8503
1
34
2
1
2
3
4
8503
1
34
2
1
2
3
4
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 87
AAaannbbeevvoolleenn lleeeeffttiijjdd -- WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
AAllss uu jjoonnggeerr bbeenntt ddaann 1166 jjaaaarr,, ddaann bbrreennggtt hheett rriijjddeenn oopp ddeezzee AATTVV eeeenn
vveerrhhooooggdd rriissiiccoo mmeett zziicchh mmeeee oopp EERRNNSSTTIIGG LLEETTSSEELL ooff ddee DDOOOODD vvoooorr
ddee bbeessttuuuurrddeerr eenn vvoooorr ddee bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr oopp 22--uuppmmooddeelllleenn..
RRiijjdd NNOOOOIITT mmeett ddeezzee AATTVV aallss uu jjoonnggeerr ddaann 1166 bbeenntt..
704905679
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
88 VEILIGHEIDSINFORMATIE
SScchhaakkeellpprroocceedduurreess -- PPiiccttooggrraamm
MMEERRKK OOPP
DDiitt vvooeerrttuuiigg mmooeett ssttooppppeenn aallvvoorreennss ttee sscchhaakkeelleenn.. DDrruukk ddee vvooeettrreemm AALL--
TTIIJJDD iinn oomm uuiitt ppaarrkkeerreenn ((PP)) eenn vvrriijjlloooopp ((NN)) ttee sscchhaakkeelleenn..
704908791_NL
MERK OP
STOP
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 89
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm vvoooorr ttrreekkkkeenn vvaann llaasstt
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
90 VEILIGHEIDSINFORMATIE
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGaa NNOOOOIITT oopp hheett llaaaaddbbeedd zziitttteenn..
NNOOOOIITT hhiieerr ooff aaaann hheett llaaaaddbbeedd bbeevveessttiiggeenn oomm llaasstteenn ttee ttrreekkkkeenn..
HHiieerrddoooorr kkaann uuww vvooeerrttuuiigg kkaanntteelleenn..
GGeebbrruuiikk eennkkeell ddee ttrreekkhhaaaakk ooff hhuullpphhaaaakk oomm llaasstteenn ttee ttrreekkkkeenn..
704904228
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 91
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
92 VEILIGHEIDSINFORMATIE
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssllaabbeell aacchhtteerrkklleeppbbeellaassttiinngg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZiitt NNOOOOIITT oopp ddee aacchhtteerrkklleepp..
OOvveerrsscchhrriijjdd NNOOOOIITT ddee llaaaaddccaappaacciitteeiitt vvaann 110000 kkgg ((222200 llbb oopp ddee
aacchhtteerrkklleepp..
704904233_NL
MAX. 100 kg
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 93
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm lliieerrppuunntt
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVrriijjhhoouuddeenn wwaannnneeeerr uu hheett llaaaaddbbeedd oommllaaaagg bbrreennggtt..
704904236
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
94 VEILIGHEIDSINFORMATIE
OOnnttggrreennddeellhheennddeell vveerrggrreennddeelliinngg -- WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZooeekk eenn lleeeess ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg eenn bbeekkiijjkk ddee vveeiilliigghheeiiddss--
ffiillmm.. VVeerrkkeeeerrdd ggeebbrruuiikk vvaann ddeezzee AATTVV kkaann ttoott EERRNNSSTTIIGGEE ooff DDOODDEE--
LLIIJJKKEE VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN lleeiiddeenn..
DDee vveerrggeennddeellhheennddeell AALLTTIIJJDD mmeett bbeehhuullpp vvaann ddee bboorrggppeenn
bbeevveessttiiggeenn..
704904234
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 95
GGaa hhiieerr nniieett ssttaaaann -- WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGaa hhiieerr nniieett ssttaaaann..
704904368
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
96 VEILIGHEIDSINFORMATIE
HHeettee kkooeellvvllooeeiissttooff -- WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssllaabbeell
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
NNiieett ooppeenneenn iinnddiieenn HHEEEETT..
W
A
A
R
S
C
H
U
W
I
N
G
N
I
E
T
O
P
E
N
E
N
I
N
D
I
E
N
H
E
E
T
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
VEILIGHEIDSINFORMATIE 97
MMooggeelliijjkk bbrraanndd -- WWaaaarrsscchhuuwwiinnggssppiiccttooggrraamm
704905706
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (LANDEN BUITEN CANADA EN DE VERENIGDE SATEN)
98 VEILIGHEIDSINFORMATIE
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
VEILIGHEIDSINFORMATIE
99
VVOOEERRTTUUIIGGIINNFFOORRMMAATTIIEE
100
EELLEEMMEENNTTAAIIRREE BBEEDDIIEENNIINNGG
1. Stuur
2. Gashendel
3. Rempedaal
4. RF D.E.S.S.-contact of contact
5. Motorstopschakelaar
6. Remhendel
7. Remhendelslot
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
101
SSTTUUUURR
Met het stuur wordt de besturing van
het voertuig bediend.
Als het stuur naar rechts of naar links
wordt gedraaid, worden de voorwielen
in deze richting gedraaid om het voer-
tuig te sturen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
SSnneell aacchhtteerruuiittrriijjddeenn ttiijjddeennss ddrraaaaii--
eenn,, kkaann lleeiiddeenn ttoott vveerrlliieess vvaann ssttaa--
bbiilliitteeiitt eenn ccoonnttrroollee..
GGAASSHHEENNDDEELL
De gashendel bevindt zich rechts aan
het stuur.
De gashendel regelt het
motortoerental.
Druk op de gashendel met uw rechter-
duim om de snelheid van het voertuig
te verhogen of te behouden.
Laat de gashendel los om het voertuig
te vertragen.
RREEMMHHEENNDDEELL
De remhendel bevindt zich links aan
het stuur.
1. Remhendel
De remhendel dient om het voertuig te
vertragen of te stoppen.
Wanneer de remhendel wordt inge-
drukt, worden de voor- en achterrem-
men geactiveerd.
Het remeffect is evenredig met de
kracht die op de hendel wordt
uitgeoefend.
HHEENNDDEELL RREEMMSSLLOOTT
De hendel van het remslot bevindt
zich links aan het stuur.
1. Remhendel
2. Remhendelslot
Schakel het remslot in als het voertuig
is geparkeerd.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
SScchhaakkeell hheett rreemmsslloott aallttiijjdd iinn eenn zzeett
ddee sscchhaakkeellhheennddeell iinn ddee PPAARR--
KKEEEERR--ssttaanndd ((PP)) wwaannnneeeerr uu nniieett
mmeett uuww vvooeerrttuuiigg rriijjddtt..
Ga te werk als afgebeeld om de hen-
del van het remslot vast te zetten:
ELEMENTAIRE BEDIENING
102
1. Remhendel
2. Remhendelslot
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De hendel van het remslot kan in ver-
schillende standen worden gezet.
MMEERRKK OOPP
CCoonnttrroolleeeerr ooff hheett vvooeerrttuuiigg vveeiilliigg
tteerr ppllaaaattssee bblliijjfftt wwaannnneeeerr hheett rreemm--
sslloott iiss ggeeaaccttiivveeeerrdd..
Knijp de remhendel in om de hendel
van het remslot te ontgrendelen. Het
zal terugkeren in de ruststand.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
LLeett oopp ddaatt uu hheett rreemmsslloott oonnttggrreenn--
ddeelltt vvoooorrddaatt uu mmeett hheett vvooeerrttuuiigg
vveerrttrreekktt..
AAllss hheett rreemmsslloott IINNGGEESSCCHHAAKKEELLDD
iiss ttiijjddeennss hheett rriijjddeenn,, kkaann ddiitt lleeiiddeenn
ttoott bbeesscchhaaddiiggiinngg vvaann hheett rreemmssyyss--
tteeeemm,, eeeenn aaffnnaammee vvaann hheett rreemm--
vveerrmmooggeenn eenn//ooff bbrraanndd..
RREEMMPPEEDDAAAALL
Het rempedaal bevindt zich rechts van
de voetsteun.
1. Rempedaal
Wanneer het rempedaal wordt inge-
drukt, wordt de achterrem
geactiveerd.
Wanneer deze wordt losgelaten moet
het rempedaal automatisch terugke-
ren naar zijn oorspronkelijke stand.
Het remeffect is evenredig met de
kracht die op de hendel wordt
uitgeoefend.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als de 4WD is ingeschakeld, zal de
rem via de aandrijftrein ook inwerken
op de voorwielen.
Als het remsysteem het zou laten af-
weten, kan de achterrem worden ge-
bruikt met het rempedaal.
MMOOTTOORRSSTTOOPPSSCCHHAAKKEELLAAAARR
Deze schakelaar dient om de motor
stil te leggen en als noodstopknop.
Om de motor stil te leggen laat u de
gashendel helemaal los en zet de mo-
torstopschakelaar in de STOP-stand.
Hoewel de motor kan worden stilge-
legd door de contactsleutel op UIT te
draaien of door de D.E.S.S.-sleutel te
verwijderen, raden we u aan de motor
uit te schakelen door de motorstop-
schakelaar in de STOP-stand te
zetten.
De motorstopschakelaar bevindt zich
op de multifunctionele schakelaar.
ELEMENTAIRE BEDIENING
103
12
1. STOP-stand
2. RUN-stand (rijden)
RRFF DD..EE..SS..SS.. SSLLEEUUTTEELL EENN
CCOONNTTAACCTT
DD..EE..SS..SS.. SSlleeuutteell
Deze sleutels zijn voorzien van een
elektronisch circuit dat een uniek elek-
tronisch serienummer bevat.
Het D.E.S.S.-systeem leest de sleutel-
code en laat het starten van de motor
toe voor sleutels die het herkent.
Dit voertuig kan worden bestuurd met
2 verschillende soorten
sleutelprogrammering:
– Normaal
– Prestaties
Neem contact op met uw erkende of-
f-road-dealer van Can-Am voor meer
informatie.
Het voertuig wordt geleverd met 1
prestatiesleutel.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Extra sleutels zijn als accessoire ver-
krijgbaar bij uw dealer.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
KKaanntteelleenn,, bboottsseenn eenn ccoonnttrroolleevveerr--
lliieess mmeett zzwwaarree vveerrwwoonnddiinnggeenn ooff
ddee ddoooodd ttoott ggeevvoollgg zziijjnn mmooggeelliijjkk
mmeett ddee PPeerrffoorrmmaannccee KKeeyy ooff ddee
nnoorrmmaallee sslleeuutteell DDee nnoorrmmaallee sslleeuu--
tteell ggeebbrruuiikkeenn nneeeemmtt nniieett wweegg ddaatt
ddee bbeessttuuuurrddeerr vvoooorrbbeerreeiidd eenn oopp--
ggeelleeiidd mmooeett zziijjnn eenn vvoooorrzziicchhttiigg
mmooeett rriijjddeenn..
PPrreessttaattiieesslleeuutteell
De prestatiesleutel stelt de gebruiker
in staat het volledige vermogen van
de motor te gebruiken en de topsnel-
heid van het voertuig te bereiken.
Dit kan handig zijn voor bestuurders
die een vlottere gasrespons verkiezen
en in omgevingen waarvoor hogere
snelheden en een bruuskere versnel-
ling geschikt zijn.
Op wijde, rechte paden is het bijvoor-
beeld mogelijk dat de bestuurders de
prestatiesleutel verkiezen.
NNoorrmmaallee sslleeuutteell
De normale sleutel beperkt de ver-
snelling van het voertuig en de snel-
heid tot 70 km/h/(43MPH).
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOpp sstteeiillee hheelllliinnggeenn nnaaaarr bbeenneeddeenn
iiss hheett mmooggeelliijjkk ddaatt ddee ssnneellhheeiiddss--
bbeeppeerrkkiinngg nniieett vveerrhhiinnddeerrtt ddaatt hheett
vvooeerrttuuiigg ssnneelllleerr ddaann ddeezzee ssnneell--
hheeiidd ggaaaatt rriijjddeenn..
Deze sleutel kan nuttig zijn voor be-
stuurders die liever geleidelijk versnel-
len of om te rijden in omgevingen
waar de topsnelheid en bruusk ver-
snellen niet wenselijk zijn.
Op nauwe, bochtige paden is het bij-
voorbeeld mogelijk dat de bestuurders
een normale sleutel verkiezen.
ELEMENTAIRE BEDIENING
104
DD..EE..SS..SS.. FFlleexxiibbiilliitteeiitt
Het D.E.S.S van uw voertuig kan door
uw erkende Can-Am Off-Road-dealer
worden geprogrammeerd voor maxi-
maal 8 verschillende sleutels.
Als u over meer dan één Can-Am--
voertuig met D. E. S. S. beschikt, dan
kan elk voertuig worden geprogram-
meerd door uw erkende off-road-dea-
ler van Can-Am, zodat het andere
voertuig de D. E. S. S.-sleutels
accepteert.
ELEMENTAIRE BEDIENING
105
SSEECCUUNNDDAAIIRREE BBEEDDIIEENNIINNGGSSEELLEEMMEENNTTEENN
Bepaalde opties zijn mogelijk niet van
toepassing op uw model of zijn moge-
lijk optioneel.
1. Bedieningshuis gashendel
2. Schakelhendel
3. Verwarmde handgrepen gebruiker
4. Multifunctionele schakelaar
5. Indicator LED's
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
106
BBEEDDIIEENNIINNGGSSHHUUIISS
GGAASSHHEENNDDEELL
EElleekkttrroonniisscchhee ggaasskklleepprreeggeelliinngg
((EETTCC))
1. 4WD stand
2. 6WD stand
3. 6WDLock stand
4. 6WDLock controlelampje
AAaannddrriijjffssttaanndd wwiijjzziiggeenn
Alvorens over te schakelen naar de
4WD- of 6WD-stand:
1. Breng het voertuig volledig tot
stilstand.
2. Laat de motor stationair draaien.
3. Selecteer de gewenste stand.
MMEERRKK OOPP
HHeett vvoooorrddiiffffeerreennttiieeeell kkaann bbeesscchhaa--
ddiiggdd wwoorrddeenn aallss ddee 44WWDD//
66WWDD--kkeeuuzzeesscchhaakkeellaaaarr ggeebbrruuiikktt
wwoorrddtt tteerrwwiijjll hheett vvooeerrttuuiigg iinn bbeewwee--
ggiinngg iiss..
6WDLock-stand inschakelen of
uitschakelen:
1. Verzeker u ervan dat de
6WD-stand is geselecteerd.
2. Verlaag de snelheid tot onder
30 km/u (20 MPH).
3. Laat de gashendel los.
4. Druk de keuzeschakelaar kortston-
dig volledig in.
5. Om de 6WDLock-stand uit te scha-
kelen drukt u de keuzeschakelaar
nogmaals omhoog.
Wanneer 6WDLock wordt ingescha-
keld, gaan het verklikkerlichtje op de
gashendelbehuizing en het icoontje
op de digitale display aan en hoort u
een pieptoon.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als het verklikkerlicht knippert maar
vervolgens uit blijft, dan is de schakel-
poging niet geaccepteerd. Verlaag de
rijsnelheid tot minder dan 30 km/h (20
MPH), laat de gashendel los en pro-
beer het nog eens.
44WWDD--mmoodduuss
Het motorvermogen wordt uitsluitend
overgebracht door de achterwielen.
De overdracht tussen de voorwielen is
afhankelijk van de trekkracht die door
het Visco-Lok systeem wordt
uitgeoefend.
Om de 4WD-stand in te schakelen be-
weegt u de keuzeschakelaar
OOMMLLAAAAGG.
66WWDD--ssttaanndd
Het motorvermogen wordt verdeeld
over de voorwielen én de
achterwielen.
De overdracht tussen de voorwielen is
afhankelijk van de trekkracht die door
het Visco-Lok systeem wordt
uitgeoefend.
Om de 6WD-stand in te schakelen zet
u de keuzeschakelaar in de MMIIDD--
DDEELLSSTTEE stand.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
107
66WWDDLLoocckk--ssttaanndd
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
PPlloottsseelliinngg vvaann rriicchhttiinngg vveerraannddeerreenn
kkaann lleeiiddeenn ttoott vveerrwwoonnddiinnggeenn eenn
ccoonnttrroolleevveerrlliieess..
SScchhaakkeell ddee 66WWDDLLoocckk--ssttaanndd nnooooiitt
iinn vvoooorr ooff iinn eeeenn bboocchhtt..
HHeett ggeeddrraagg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg vveerr--
aannddeerrtt aallss ddee 66WWDDLLoocckk--ssttaanndd aacc--
ttiieeff iiss..
DDee ddrraaaaiicciirrkkeell iiss ooookk ggrrootteerr..
Deze modus is ontworpen om het
voordifferentieel te vergrendelen zo-
dat er meer tractie beschikbaar is om
het voertuig los te krijgen (bijvoor-
beeld: voertuig dat vastzit in de mod-
der of andere zachte ondergrond).
Het motorvermogen wordt dan gelijk-
matig over alle 6 de wielen verspreid.
Om de 6WDLock-stand in te schake-
len beweegt u de keuzeschakelaar
OOMMHHOOOOGG.
In de 6WDlock-stand beperkt een
snelheidsbegrenzer de rijsnelheid tot
40 km/h (25 MPH). Raadpleeg
multi-
functionele schakelaar
voor meer in-
formatie over het opheffen van deze
beperking.
KKeeuuzzeesscchhaakkeellaaaarr rriijjmmoodduuss
1. Keuzeschakelaar rijmodus
De keuzeschakelaar voor de rijstand
bevindt behuizing bovenop het bedie-
ningshuis van de gashendel.
2 Specifieke modi kunnen worden
geselecteerd:
ECO of WORK
– SPORT
De geselecteerde modus verschijnt in
de modusdisplay van de meter.
Als de SPORT-modus wordt geacti-
veerd, hoort u een pieptoon.
EECCOO-- ooff WWOORRKK--mmoodduuss
In de ECO- of WORK-modus reageert
de gasklep soepeler en de rijsnelheid
is beperkt tot 70 km/h (43 MPH).
Activeer de SPORT- of WORK-modus
door de schakelaar naar LINKS te
drukken.
Druk op RECHTS om te deactiveren.
SSPPOORRTT--mmoodduuss
De SPORT-modus biedt een nauw-
keurigere reactie van het gaspedaal.
Deze modus wordt geactiveerd met
alle soorten sleutels en biedt het maxi-
male vermogen voor de gebruikte
sleutel.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
108
Activeer de SPORT- of WORK-modus
door de schakelaar naar RECHTS te
drukken.
Druk op LINKS om te deactiveren.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: OOpp 885500--,, 11000000-- eenn
11000000RR--mmooddeelllleenn wordt de SPORT--
modus automatisch uitgeschakeld na-
dat de digitale display is
uitgeschakeld.
KKeeuuzzeesscchhaakkeellaaaarr rriijjmmoodduuss
1. Keuzeschakelaar rijmodus
De keuzeschakelaar voor de rijstand
bevindt behuizing bovenop het bedie-
ningshuis van de gashendel.
2 Specifieke modi kunnen worden
geselecteerd:
ECO of WORK
– SPORT
De geselecteerde modus verschijnt in
de modusdisplay van de meter.
Als de SPORT-modus wordt geacti-
veerd, hoort u een pieptoon.
EECCOO-- ooff WWOORRKK--mmoodduuss
In de ECO- of WORK-modus reageert
de gasklep soepeler en de rijsnelheid
is beperkt tot 70 km/h (43 MPH).
Activeer de SPORT- of WORK-modus
door de schakelaar naar LINKS te
drukken.
Druk op RECHTS om te deactiveren.
SSPPOORRTT--mmoodduuss
De SPORT-modus biedt een nauw-
keurigere reactie van het gaspedaal.
Deze modus wordt geactiveerd met
alle soorten sleutels en biedt het maxi-
male vermogen voor de gebruikte
sleutel.
Activeer de SPORT- of WORK-modus
door de schakelaar naar RECHTS te
drukken.
Druk op LINKS om te deactiveren.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: OOpp 885500--,, 11000000-- eenn
11000000RR--mmooddeelllleenn wordt de SPORT--
modus automatisch uitgeschakeld na-
dat de digitale display is
uitgeschakeld.
KKeeuuzzeesscchhaakkeellaaaarr IInntteelllliiggeenntt
EEnnggiinnee BBrraakkiinngg ((iiEEBB)) mmoodduuss
((iinnddiieenn aaaannwweezziigg))
Met Intelligent Engine Braking (iEB)
kan de gebruiker het niveau van de
motorremmen voor of tijdens het rij-
den aanpassen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee mmaattee wwaaaarriinn ddee mmoottoorr rreemmtt,, iiss
vvaann iinnvvllooeedd oopp ddee vveerrttrraaggiinnggss--
ssnneellhheeiidd wwaannnneeeerr ddee ggaasshheennddeell
wwoorrddtt lloossggeellaatteenn..
HHeett iiss nniieett aaaann ttee rraaddeenn ddee iiEEBB iinn--
sstteelllliinngg ttee wwiijjzziiggeenn tteerrwwiijjll uu bbee--
ppaaaallddee aaccttiieess uuiittvvooeerrtt..
DDeezzee hhaannddeelliinnggeenn oommvvaatttteenn,,
mmaaaarr zziijjnn nniieett bbeeppeerrkktt ttoott:: rreemm--
mmeenn,, bboocchhtteenn nneemmeenn ooff bbiijj hheett
aaffddaalleenn..
GGeebbrruuiikk ddee rreemm oomm ddee ssnneellhheeiidd ttee
vveerrmmiinnddeerreenn aallss ddaatt nnooddiigg iiss..
De iEB-keuzeschakelaar bevindt zich
aan de achterkant van het
gashendelhuis.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
109
Er zijn drie (3) specifieke niveaus be-
schikbaar en de geselecteerde modus
wordt aangegeven in het modusdis-
play van de meter.
Modus Beschrijving Melding
display
Modus
1
Maximaal
remmen op
de motor IEB MAX
Modus
2
Gemiddeld
remmen op
de motor IEB MED
Modus
3
Zeer weinig
remmen op
de motor IEB MIN
Gebruik de keuzeschakelaar om het
iEB-niveau te wijzigen of het geselec-
teerde niveau op de meter te tonen.
KKoorrtt iinnddrruukkkkeenn ((mmiinnddeerr ddaann 00,,55
sseeccoonnddee)): Toont het huidige iEB--
niveau in de meter.
LLaanngg iinnddrruukkkkeenn ((mmeeeerr ddaann 11 ssee--
ccoonnddee)): Ga naar het volgende
niveau.
De niveauwijziging gaat van MAX
naar MIN bij elke lange druk op de
toets, en keert terug naar MAX na
MIN.
Na een niveauwijziging geeft de mel-
ding in de meter het nieuwe geselec-
teerde niveau aan.
Wanneer het MAX-niveau is geselec-
teerd en de gashendel wordt
losgelaten, wordt het voertuig alleen
al door het remmen op de motor aan-
zienlijk afgeremd, waardoor de rem-
hendel minder hoeft te worden
gebruikt.
Op het MIN-niveau is meer remkracht
nodig om het voertuig af te remmen of
tot stilstand te brengen.
Het laatst geselecteerde niveau wordt
automatisch geactiveerd wanneer het
voertuig opnieuw wordt gestart na een
volledige stilstand.
SSCCHHAAKKEELLHHEENNDDEELL
De schakelhendel zit aan de rechter-
kant van het voertuig naast de
stuurkolom.
LLOOCCAATTIIEE SSCCHHAAKKEELLHHEENNDDEELL
De schakelhendel wordt gebruikt om
van versnelling te veranderen.
De schakelhendel heeft 5 standen:
Standen schakelhendel
Stand Versnelling
P Parkeren
R Achteruit
NNeutraal
HHoog toerental
(vooruit)
LLaag toerental
(vooruit)
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
110
SSCCHHAAKKEELLPPAATTRROOOONN
Het voertuig moet gestopt worden en
de remmen moeten ingeschakeld wor-
den voor u een versnelling kiest.
MMEERRKK OOPP
DDeezzee vveerrssnneelllliinnggssbbaakk iiss nniieett oonntt--
wwoorrppeenn oomm ttee sscchhaakkeelleenn ttiijjddeennss
hheett rriijjddeenn..
PPaarrkkeerreenn
In de parkeerstand wordt de versnel-
lingsbak vergrendeld om te helpen
voorkomen dat het voertuig beweegt.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk ddee PPAARRKKEEEERR--ssttaanndd ((PP))
aallttiijjdd wwaannnneeeerr hheett vvooeerrttuuiigg nniieett iinn
ggeebbrruuiikk iiss.. AAllss ddee sscchhaakkeellhheennddeell
nniieett iinn ddee PP ((PPAARRKKEEEERR--ssttaanndd))
ssttaaaatt,, kkaann hheett vvooeerrttuuiigg bbeewweeggeenn..
AAcchhtteerruuiitt
In de stand achteruit kan het voertuig
achteruit rijden.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
In achteruit is het toerental van de mo-
tor beperkt, waardoor dus ook de
snelheid van het voertuig in achteruit
beperkt is.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
AAllss uu iinn aacchhtteerruuiitt eeeenn hheelllliinngg aaff--
rriijjddtt,, kkuunntt uu ddee iinnggeesstteellddee ssnneell--
hheeiiddsslliimmiieett iinn aacchhtteerruuiitt ttoocchh
oovveerrsscchhrriijjddeenn ddoooorr ddee
zzwwaaaarrtteekkrraacchhtt..
NNeeuuttrraaaall
De neutrale stand schakelt de ver-
snellingsbak uit.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk ddee PPAARRKKEEEERR--ssttaanndd ((PP))
aallttiijjdd wwaannnneeeerr hheett vvooeerrttuuiigg nniieett iinn
ggeebbrruuiikk iiss.. AAllss ddee sscchhaakkeellhheennddeell
iinn NN ((NNEEUUTTRRAAAALL)) ssttaaaatt,, kkaann hheett
vvooeerrttuuiigg bbeewweeggeenn..
HHoooogg ttooeerreennttaall ((VVoooorruuiitt))
In deze stand wordt het overbren-
gingsmechanisme in een hoge ver-
snelling geschakeld. Dit is het
toerentalbereik voor normaal rijden. In
deze stand kan het voertuig zijn maxi-
mumsnelheid bereiken.
LLaaaagg ttooeerreennttaall ((VVoooorruuiitt))
In deze stand wordt het overbren-
gingsmechanisme in een lage ver-
snelling geschakeld. In deze stand
kan het voertuig traag rijden met een
maximaal koppel op de wielen.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk hheett llaaggee ttooeerreennttaall oomm eeeenn
ttrraaiilleerr ttee ttrreekkkkeenn,, zzwwaarree llaaddiinnggeenn
ttee ddrraaggeenn,, oovveerr hhiinnddeerrnniisssseenn ooff
ddoooorr mmooddddddeerr ttee rriijjddeenn ooff eeeenn hheell--
lliinngg oopp ooff aaff ttee rriijjddeenn..
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
111
MMUULLTTIIFFUUNNCCTTIIOONNEELLEE
SSCCHHAAKKEELLAAAARR
1. Dimschakelaar
2. Schakelaar knipperlicht
3. Schakelaar richtingaanwijzersignaal
4. Claxonknop
5. Knop START/DPS/OPHEF
6. Knop UIT/ACCEL
7. Knop Instellen (AAN)/DECEL
8. Lierschakelaar
DDiimmsscchhaakkeellaaaarr
1
2
3
1. Dimmer/Verlichting UIT
2. Dimlichten
3. Grootlicht
GGrroooottlliicchhtt: Druk de schakelaar omh-
oog om het grootlicht te selecteren.
DDiimmlliicchhtt: Zet de schakelaar in het
midden om het dimlicht te selecteren.
DDiimmmmeerr//UUIITT:
Even indrukken: Om te schakelen
tussen dimlicht en grootlicht.
Langer indrukken: Om de koplam-
pen uit te schakelen.
SSnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr ((iinnddiieenn
ggeemmoonntteeeerrdd))
Dankzij de modus snelheidsbegrenzer
kan de bestuurder het voertuig op een
gewenste maximumsnelheid instellen
die tijdens het rijden niet kan worden
overschreden.
Dit is nuttig om te voorkomen dat de
bestuurder een bepaalde snelheidsli-
miet overschrijdt, maar ook om een
constantere snelheid te behouden tij-
dens het uitvoeren van werkzaamhe-
den aan de ATV of tijdens het rijden.
De bestuurder kan met het gashendel
de snelheid altijd variëren van een vol-
ledige stop tot de ingestelde
snelheidslimiet.
De bestuurder moet de gashendel in-
gedrukt houden om de snelheid aan
te houden.
Wanneer de ingestelde snelheidsli-
miet is bereikt, heeft ee nverdere be-
weging van het gaspedaal geen
effect, maar de snelheid kan wel op
elk gewenst moment worden verlaagd
door de gashendel los te laten.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
LLaaaatt uuww aaaannddaacchhtt vvoooorr ddee oommggee--
vviinngg nniieett zzaakkkkeenn tteerrwwiijjll uu aaaann eeeenn
ccoonnssttaannttee ssnneellhheeiidd vvoooorrttbbeewweeeeggtt..
TTiijjddeennss hheeuuvveellaaff rriijjddeenn kkaann ddee
vvooeerrttuuiiggssnneellhheeiidd ddee iinnggeesstteellddee
ssnneellhheeiidd oovveerrsscchhrriijjddeenn..
LLaaaatt ddee kkooppppeelliinnggsshheennddeell llooss rreemm
oopp ddee nnoorrmmaallee mmaanniieerr oomm ttee
vveerrttrraaggeenn..
MMoodduuss ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
aaccttiivveerreenn eenn aaaannppaasssseenn
Er zijn 2 manieren om de snelheidsli-
miet in te stellen op de gewenste
waarde.
AAllvvoorreennss ttee ggaaaann rriijjddeenn ((mmoottoorr aaaann,,
ssttaattiioonnaaiirr,, ssttiillssttaaaanndd))::
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
112
1. De bestuurder kan de gewenste
snelheidslimiet instllen door de
SET (ON) DECEL-knop lang in te
drukken (1 seconde ingedrukt
houden).
SSEETT ((OONN))//DDEECCEELL--KKNNOOPP
2. Als het voertuig stilstaat, wordt de
snelheidslimiet automatisch inge-
steld op de minimale voertuigsnel-
heid om deze functie te laten
werken.
3. Een ‘pieptoon’ bevestigt dat de in-
stelling werd geactiveerd.
4. De bestuurder kan de waarde
vrvolgens verhogen door de OFF/
ACCEL-knop in te drukken (kort
indrukken).
OOFFFF//AACCCCEELL--KKNNOOPP
5. Druk op SET(ON)DECEL-knop om
de waarde voor de snelheidslimiet
te verlagen (kort indrukken).
SSEETT ((OONN))//DDEECCEELL--KKNNOOPP
TTiijjddeennss hheett rriijjddeenn ((oopp ssnneellhheeiidd))::
1. Zodra de gewenste snelheid wordt
weergegeven, drukt u lang (1 se-
conde) op de SET (ON)/
DECEL-knop.
SSEETT ((OONN))//DDEECCEELL--KKNNOOPP
2. Een ‘pieptoon’ bevestigt dat de in-
stelling werd geactiveerd en de
snelheidlimietindicator gaat
branden op het digitale display.
3. De bestuurder kan de waarde ver-
volgens verhogen door de OFF/
ACCEL-knop in te drukken (kort
indrukken).
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
113
OOFFFF//AACCCCEELL--KKNNOOPP
4. Druk op de SET (ON)/DECEL--
knop om de snelheidslimietwaarde
te verlagen (kort indrukken).
SSEETT ((OONN))//DDEECCEELL--KKNNOOPP
Wanneer de snelheidlimiet wordt aan-
gepast met de OFF/ACCEL- of SET
(ON)/DECEL-knop, wordt de snelheid
stapsgewijs verhoogd of verlaagd.
Snelheid Verhogen of
verlagen in
stappen van...
Minimumsnel
heid tot 30 km/h
(19 MPH) 1 km/h (1 MPH)
Sneller dan 30
km/h
(19 MPH) 2 km/h (2 MPH)
44,,55 IINNCCHH DDIIGGIITTAAAALL DDIISSPPLLAAYY
1. Indicator snelheidsbegrenzer
77,,66 IINNCCHH DDIIGGIITTAAAALL DDIISSPPLLAAYY
1. Indicator snelheidsbegrenzer
WWaaaarrddeenn ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
MMeettrriisscchhee eeeennhheeddeenn
Versnel
ling Minimale
waarde Maximale
waarde
L 8 km/h 70 km/h
H11 km/h 100 km/h
IImmppeerriiaallee eeeennhheeddeenn
Versnel
ling Minimale
waarde Maximale
waarde
L 5 MPH 44 MPH
H 7 MPH 62 MPH
BBeeppeerrkkiinnggeenn
Het gaspedaal moet ingedrukt worden
gehouden om de snelheid te
handhaven.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
114
De snelheid kan met het gas en de
rem op de normale manier worden ge-
varieerd van een volledige stop (stati-
onair) tot de ingestelde
snelheidslimiet.
Wanneer een snelheidslimiet is geac-
tiveerd, kan de bestuurder de snel-
heidslimiet nog verder aanpassen.
Druk op de SET(ON)DECEL-knop om
de waarde voor de snelheidslimiet te
verlagen of op de OFF/ACCEL-knop
om de snelheidslimiet te verhogen.
Indien de snelheidsbegrenzer wordt
geactiveerd wanneer de voertuigsnel-
heid onder de minimale waarde is,
wordt de vooraf vastgestelde minima-
le waarde standaard ingesteld.
MMoodduuss ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
ddeeaaccttiivveerreenn
De functie kan op twee manieren wor-
den gedeactiveerd:
Houd de OFF/ACCEL-knop onge-
veer 1 seconde lang ingedrukt.
OOFFFF//AACCCCEELL--KKNNOOPP
Houd de SET(ON)DECEL-knop
ongeveer 1 seconde lang
ingedrukt.
SSEETT((OONN))//DDEECCEELL--KKNNOOPP
SSttaarrtt//DDPPSS//oopphheeffkknnoopp
Deze knop heeft 3 functies.
De motor starten
Activeren van de opheffunctie
DPS-stand wijzigen.
MMoottoorrssttaarrttkknnoopp
Houd de knop ingedrukt om de motor
te starten.
Laat de knop onmiddellijk los zodra de
motor is gestart.
Zie de informatie onder
Motor starten
in het hoofdstuk
Basisprocedures
.
OOpphheeffffuunnccttiiee
Met deze functie kan de motortoeren-
talbegrenzer worden omzeild wanneer
het voertuig achteruit rijdt of in de
4WDLock-modus wordt gebruikt.
In de 4WDLock-stand kan men met
de opheffunctie een andere snelheids-
limiet instellen:
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
115
60 km/u (37 MPH) in HOGE of
LAGE versnelling
25 km/u (16 MPH) in achteruit.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg ddaatt hheett ggeebbiieedd rroonndd hheett vvooeerr--
ttuuiigg vveeiilliigg iiss aallss ddee “oopphheeffmmoodduuss
wwoorrddtt iinnggeesscchhaakkeelldd..
GGeebbrruuiikk ddee oopphheeffmmoodduuss aalllleeeenn bbiijj
llaaggee ssnneellhheeddeenn eenn aallss hheett vvooeerr--
ttuuiigg oonnddeerr ddee mmooddddeerr zziitt ooff iinn aann--
ddeerr zzaacchhtt tteerrrreeiinn..
GGeebbrruuiikk ddee oopphheeffmmoodduuss nniieett bbiijj
aacchhtteerruuiittrriijjddeenn,, ddiitt rreessuulltteeeerrtt iinn
eeeenn hhooggee ssnneellhheeiidd,,
GGeebbrruuiikk ddee oopphheeffmmoodduuss nniieett bbiijj
rriijjddeenn iinn 44WWDDLLoocckk,, ddiitt rreessuulltteeeerrtt
iinn ccoonnttrroolleevveerrlliieess..
Om gebruik te maken van de ophef-
functie, gaat u als volgt te werk:
1. Zorg ervoor dat het voertuig volle-
dig stilstaat.
2. Houd de ophef/DPS-schakelaar in-
gedrukt en duw geleidelijk op de
gashendel.
3. Bij gebruik van de opheffunctie
schuift de melding NEGEREN over
de meter om te bevestigen dat de
functie is geactiveerd.
4. Om de opheffunctie uit te schake-
len, laat u de ophef/DPS-schake-
laar los.
DDPPSS--ffuunnccttiiee
Deze knop dient ook om de DPS-mo-
dus (Dynamic Power Steering) te
wijzigen.
Raadpleeg het hoofdstuk
Uw rit aan-
passen
voor meer informatie over de
DPS-modus.
BBeeddiieenniinnggsssscchhaakkeellaaaarr lliieerr
Om de kabel af te rollen, drukt u de
schakelaar omlaag.
Om de kabel op te rollen, drukt u de
schakelaar omhoog.
KKnnoopp nnooooddkknniippppeerrlliicchhtteenn
Dus de knop opzij om de noodknip-
perlichten in te schakelen. Druk de
knop naar de andere zijde om de
noodknipperlichten uit te schakelen.
De noodknipperlichten gebruiken alle
richtingaanwijzers tegelijkertijd. Deze
dienen te worden gebruikt wanneer
het voertuig stationair draait om aan
te duiden dat het voertuig tijdelijk het
verkeer hindert.
De noodknipperlichten kunnen zelfs
bij een uitgeschakeld elektrisch sys-
teem functioneren.
SScchhaakkeellaaaarr
rriicchhttiinnggaaaannwwiijjzzeerrssiiggnnaaaall
Beweeg de schakelaar naar links om
de linker richtingaanwijzers te
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
116
activeren en naar rechts om de rech-
ter richtingaanwijzers te selecteren.
Beweeg de schakelaar terug naar de
middenstand om de richtingaanwij-
zers te stoppen.
CCllaaxxoonnkknnoopp
Druk op de knop om de claxon te ge-
bruiken. Deze stopt wanneer de knop
wordt losgelaten.
VVEERRWWAARRMMDDEE
HHAANNDDGGRREEPPEENN GGEEBBRRUUIIKKEERR
((iinnddiieenn aaaannwweezziigg))
De verwarmde handgrepen hebben 4
verwarmingsstanden.
De verwarmingsstand wordt aangege-
ven door de LED's boven de schake-
laar. Indien er geen LED brandt, is de
verwarming uitgeschakeld.
1
1. LED verwarmingsstand
Druk eenmaal op de schakelaar om in
te schakelen.
1
1. Schakelaar voor de stuurgreepverwarming
Druk nogmaals op de schakelaar om
de verwarmingsstand te verhogen.
Elke keer dat op de schakelaar wordt
gedrukt, wordt de verwarmingsstand
verhoogd.
Druk wanneer de hoogste verwar-
mingsstand is bereikt nogmaals op de
schakelaar om de verwarming uit te
schakelen.
VVEERRWWAARRMMDDEE GGAASSHHEENNDDEELL
((iinnddiieenn aaaannwweezziigg))
De verwarmde duim heeft 4
verwarmingsstanden.
Het verwarmingsniveau wordt aange-
geven door de LED's boven de scha-
kelaar. Indien er geen LED brandt, is
de verwarming uitgeschakeld.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
117
1
1. LED verwarmingsstand
Druk eenmaal op de schakelaar om in
te schakelen.
1
1. Schakelaar verwarmde gashendel
Druk nogmaals op de schakelaar om
de verwarmingsstand te verhogen.
Elke keer dat op de schakelaar wordt
gedrukt, wordt de verwarmingsstand
verhoogd.
Druk wanneer de hoogste verwar-
mingsstand is bereikt nogmaals op de
schakelaar om de verwarming uit te
schakelen.
LLEEDD IINNDDIICCAATTOORRSS
IInnddiiccaattoorr LLEEDD''ss
Alarmknipperlichten
aanhanger
Standlichten
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
118
UUIITTRRUUSSTTIINNGG
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
BBEESSTTUUUURRDDEERRSSSSTTOOEELL
Deze stoel is uitsluitend bestemd voor
één bestuurder.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
LLaaaatt nniieemmaanndd aallss ppaassssaaggiieerr oopp ddiitt
vvooeerrttuuiigg zziitttteenn..
HHeett zzaaddeell vveerrwwiijjddeerreenn
1. Druk de vergrendeling van de stoel
naar boven. De vergrendeling zit
onder de achterrand van de stoel.
1. Zadelvergrendeling
2. Trek de zitting naar omhoog en
vervolgens naar achter.
3. Licht de zitting verder op tot u de
bevestiging vooraan kunt losma-
ken en verwijder ze dan helemaal.
HHeett zzaaddeell aaaannbbrreennggeenn
1. Steek de lipjes vooraan van de
stoel in de stalen haken van het
frame.
2. Druk de zitting daarna stevig naar
beneden tot ze vastklikt. U zult dui-
delijk een klik voelen.
3. Controleer nogmaals of de stoel
stevig vastzit door eraan te
trekken.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBeevveessttiigg ddaatt ddee bbeessttuuuurrddeerrssssttooeell
ggooeedd oopp zziijjnn ppllaaaattss iiss vveerrggrreennddeelldd
ddoooorr ddeezzee eeeenn aaaannttaall kkeeeerr aacchhtteerr--
uuiitt eenn oommhhoooogg ttee ttrreekkkkeenn.. ZZeellffss
aallss ttiijjddeennss ddee iinnssttaallllaattiiee eeeenn dduuii--
ddeelliijjkkee kklliikk hhoooorrbbaaaarr iiss,, mmooeett ddee
ssttooeell aallttiijjdd tteerruugg eenn oommhhoooogg wwoorr--
ddeenn ggeettrrookkkkeenn oomm ttee ccoonnttrroolleerreenn
ooff ddeezzee ggooeedd vvaassttzziitt..
PPAASSSSAAGGIIEERRSSSSTTOOEELL
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk ddiitt vvooeerrttuuiigg nnooooiitt zzoonnddeerr
ddee ppaassssaaggiieerrssssttooeell..
''WWaannnneeeerr ddee ppaassssaaggiieerrssssttooeell
wwoorrddtt vveerrwwiijjddeerrdd,, wwoorrddtt ddiitt eeeenn
eeeennppeerrssoooonnssvvooeerrttuuiigg ((11--UUPP mmoo--
ddeell)) eenn mmaagg eerr GGEEEENN PPAASSSSAA--
GGIIEERR mmeeeerriijjddeenn..
Deze stoel is uitsluitend bestemd voor
één passagier. De ingebouwde rug-
steun steunt de rug tijdens het rijden.
119
1. Ingebouwde rugsteun
2. Handgreep
3. Passagiersstoel
DDee ppaassssaaggiieerrssssttooeell vveerrwwiijjddeerreenn
1. Trek de vergrendelingshendel van
de passagiersstoel naar de voor-
kant van de stoel om de vergren-
deling los te maken.
1. Zadelhendel
2. Druk de achterkant van de ver-
grendelingshendel naar beneden
om de vergrendeling aan de ach-
terkant los te maken van de pin en
de stoel met de ruggensteun naar
voren te draaien.
3. Modellen met verwarmde hand-
grepen en/of vizierverwarming
voor de passagier en/of stopcon-
tact voor vizierverwarming de elek-
trische aansluiting onder de zitting
aansluiten.
4. Trek de stoel naar achter en omh-
oog van zijn plaats om de borgde-
len aan de voorkant los te maken.
PPaassssaaggiieerrsszziittttiinngg iinnssttaalllleerreenn
1. Zorg ervoor dat de vergrendelings-
hendel in de open stand staat door
het naar de voorkant van de stoel
te trekken.
2. Steek beide borgdelen van de
stoel aan de voorkant met een
naar voren gaande beweging in de
verankeringen van het voertuig.
3. Modellen met verwarmde hand-
grepen voor de passagier en/of
stopcontact voor vizierverwarming
de elektrische aansluiting onder de
zitting aansluiten.
4. Draai naar beneden om de ver-
grendeling aan de achterkant toe
te passen.
5. Sluit de vergrendelingshendel door
het naar de achterkant te drukken
om de stoel op zijn plaats te
vergrendelen.
6. Controleer of de stoel stevig op
zijn plaats is vergrendeld voordat u
er gebruik van neemt.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
UUiitteerrsstt bbeellaannggrriijjkk vvoooorr ddee vveeiilliigg--
hheeiidd vvaann ddee ppaassssaaggiieerr iiss ddaatt uu
ccoonnttrroolleeeerrtt ooff ddee ppaassssaaggiieerrssssttooeell
ccoorrrreecctt oopp zziijjnn ppllaaaattss vveerrggrreennddeelldd
zziitt ddoooorr ddeezzee mmeeeerrmmaaaallss aacchhtteerruuiitt
eenn oommhhoooogg ttee ttrreekkkkeenn..
UITRUSTING
120
HHAANNDDSSCCHHOOEENNEENNVVAAKK
1. Dashboardkastje
HHeett hhaannddsscchhooeenneennvvaakk iinnssttaalllleerreenn
1. Open de deksel van het hand-
schoenenvak en draai de grendel
in de ontgrendelpositie.
2. Zet de vergrendeling van het
handschoenvak in de juiste stand
voor de "LINQ"-opening van het
voertuig en steek het erin.
1. Vergrendeling handschoenvak
2. "LINQ"-opening
3. Draai de grendel in
vergrendelstand.
1. Grendel
4. Sluit de afdekking en controleer of
het handschoenvak op zijn plek is
vergrendeld.
HHeett hhaannddsscchhooeenneennvvaakk vveerrwwiijjddeerreenn
1. Ontgrendel de sluiting aan iedere
kant van het handschoenvak en
open het deksel.
2. Draai de hendel met de klok mee
om te ontgrendelen
1. Grendel
3. Verwijder het handschoenvak.
VVOOEETTSSTTEEUUNNEENN
De voetsteunen bevinden zich aan
rechter- en linkerzijde van het
voertuig.
11--UUPP--mmooddeelllleenn
UITRUSTING
121
1. Linkervoetsteun bestuurder
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee bbeessttuuuurrddeerr mmooeett aallttiijjdd ttiijjddeennss
hheett rriijjddeenn bbeeiiddee vvooeetteenn oopp ddee
vvooeettsstteeuunneenn llaatteenn rruusstteenn..
22--UUPP--mmooddeelllleenn
De voetsteunen voor de passagier be-
vinden zich aan de rechter- en linker-
zijde van het voertuig achter de
voetsteunen van de bestuurder.
1. Linkervoetsteun bestuurder
2. Linkervoetsteun passagier
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee ppaassssaaggiieerr mmooeett aallttiijjdd ttiijjddeennss
hheett rriijjddeenn bbeeiiddee vvooeetteenn oopp ddee
vvooeettsstteeuunneenn llaatteenn rruusstteenn..
1122--VVOOLLTT--VVOOEEDDIINNGGSSUUIITT--
GGAANNGG
Dit is een handige aansluiting voor
een looplamp of andere draagbare
uitrusting.
1. 12 volt-voedingsuitgang
Verwijder het beschermkapje voor ge-
bruik. Bevestig het altijd opnieuw na
gebruik, ter bescherming tegen vocht.
LLAAAADDRREEKKKKEENN
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
NNeeeemm nnooooiitt eeeenn ppaassssaaggiieerr mmeeee
oopp eeeenn bbaaggaaggeerreekk..
DDee llaaddiinngg mmaagg hheett ggeezziicchhtt vvaann
ddee bbeessttuuuurrddeerr ooff ddee ggooeeddee bbee--
ssttuuuurrbbaaaarrhheeiidd nnooooiitt
bbeelleemmmmeerreenn..
OOvveerrbbeellaasstt hheett vvooeerrttuuiigg nniieett..
ZZoorrgg eerr aallttiijjdd vvoooorr ddaatt ddee llaaddiinngg
ggooeedd iiss bbeevveessttiiggdd eenn nniieett uuiitt ddee
rreekkkkeenn sstteeeekktt..
Raadpleeg altijd
Maximale rekbelas-
ting - Waarschuwingslabel
voor aan-
bevelingen over het gewicht van de
bagage.
MMEETTEERRHHOOUUDDEERR
DDee mmeetteerrhhoouuddeerr vveerrwwiijjddeerreenn
Til de achterkant van de meterhouder
op en duw naar voren.
UITRUSTING
122
DDee mmeetteerrhhoouuddeerr iinnssttaalllleerreenn
Schuif de meterhouder naar achteren
om de voorste tabjes in te haken.
Duw tegen de achterkant van de me-
terhouder om te bevestigen.
GGEERREEEEDDSSCCHHAAPPSSSSEETT
De gereedschapsset bevindt zich on-
der de stoel. Het bevat gereedschap
voor het basisonderhoud.
LLIIEERR ((iinnddiieenn aaaannwweezziigg))
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOmm eerrnnssttiigg ooff ddooddeelliijjkk lleettsseell ooff
sscchhaaddee aaaann bbeellaannggrriijjkkee oonnddeerrddee--
lleenn ttee vvoooorrkkoommeenn..
GGeebbrruuiikk ddee kkaabbeell vvaann ddee lliieerr
nnooooiitt oomm eeeenn vvooeerrttuuiigg bbiijj hheett
vveerrvvooeerr vvaasstt ttee zzeetttteenn..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddee kkaabbeell vvaann ddee
lliieerr bbeevveessttiiggdd aaaann eeeenn llaaddiinngg
ooff eeeenn aannddeerr vvooeerrttuuiigg..
GGeebbrruuiikk ddee lliieerr aalllleeeenn oomm eeeenn
vvaassttggeellooppeenn vvooeerrttuuiigg ((ssnneeeeuuww,,
mmooddddeerr eennzz..)) llooss ttee ttrreekkkkeenn..
ZZiiee aallttiijjdd ddee iinnssttrruuccttiiee vvaann ddee
lliieerrffaabbrriikkaanntt aallvvoorreennss llaaddiinnggeenn
ttee ttrreekkkkeenn..
Een kabelgeleider voorkomt bescha-
diging van het voertuig en geleidt de
kabel in de lier.
1. Lier
2. Rolgeleider
3. Lierhaak
4. Haakband
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als u de lier lange tijd intensief ge-
bruikt, kan de accu ontladen.
De volgende tips helpen de kans op
het ontladen van de accu te
verkleinen:
LLiieerr hhaannddmmaattiigg aaffwwiikkkkeelleenn:: Maak de
lier los met de hendel en trek aan de
haakband om af te winden.
UITRUSTING
123
Het is aanbevolen de motor te laten
draaien tijdens het inhalen of opwikke-
len van de lier. Stop het motor niet di-
rect na het inhalen van de lier, zodat
de accu kan opladen.
Als u langer dan 30 seconden lang de
lier inhaalt, wordt het tevens aanbevo-
len het toerental van de motor te ver-
hogen tot het bereik van 3.000 tpm,
zodat de laadspanning voor de accu
hoger wordt.
MMEERRKK OOPP
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt hheett vvooeerrttuuiigg iinn
NNEEUUTTRRAAAALL ((NN)) ssttaaaatt,, vvoooorrddaatt uu
hheett ttooeerreennttaall vvaann ddee mmoottoorr
vveerrhhooooggtt..
Raadpleeg de instructies van de fabri-
kant voor de lier die bij het voertuig
werd geleverd voor meer informatie
over de lier.
OONNTTGGRREENNDDEELLHHEENNDDEELL
VVOOOORR KKAANNTTEELLIINNGG VVAANN
HHEETT LLAAAADDBBEEDD
Via de hendels aan de rechterkant
van het voertuig kan het bevestigings-
mechanisme van het laadbed worden
bediend.
OOpphheeffffeenn vvaann hheett llaaaaddbbeedd
Ontgrendel de borgpen.
Trek aan de ontgrendelhendel van het
laadbed en hef tegelijkertijd de rand
van het laadbed op.
1. Hendel laadbed
2. Borgpen
NNeeeerrllaatteenn vvaann hheett llaaaaddbbeedd
Druk het laadbed naar beneden in de
juiste positie en bevestig met een
borgpen om deze neer te laten.
Voor meer informatie, zie
Lading ver-
voeren
in het hoofdstuk
VEILIGHEIDSINFORMATIE
.
OOPPBBEERRGGVVAAKK AACCHHTTEERRAAAANN
Dit is een handige plaats om persoon-
lijke voorwerpen mee te nemen.
1. Deksel bergvak achteraan
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZeett ddee sscchhaakkeellhheennddeell aallttiijjdd iinn ddee
ppaarrkkeeeerrssttaanndd ((PP)) aallvvoorreennss hheett
ddeekksseell ttee ooppeenneenn.. LLeegg nnooooiitt zzwwaarree
ooff lloossssee bbrreeeekkbbaarree ddiinnggeenn iinn hheett
ooppbbeerrggvvaakk.. SSlluuiitt hheett ddeekksseell aallttiijjdd
aaff vvoooorrddaatt uu wweeggrriijjddtt..
UITRUSTING
124
OOmm hheett ooppbbeerrggvvaakk aacchhtteerraaaann ttee
ooppeenneenn
OOmm hheett ddeekksseell vvaann hheett ooppbbeerrggvvaakk
ttee ooppeenneenn
Open het deksel van het opbergvak.
TTRREEKK DDEE VVEERRGGRREENNDDEELLIINNGGEENN OOMMHHOOOOGG
1. Rubbersluitingen
Til op en kantel naar achteren.
OOmm hheett ddeekksseell vvaann hheett ooppbbeerrggvvaakk
ttee ooppeenneenn
Trek aan, til op en verwijder het deksel
van het opbergvak.
OOmm hheett ooppbbeerrggvvaakk aacchhtteerraaaann ttee
sslluuiitteenn
OOmm ddee vveerrggrreennddeelliinngg vvaann hheett
ooppbbeerrggvvaakk ttee sslluuiitteenn
Trek voorzichtig, til op en duw de ver-
grendeling op zijn plek.
Vergrendel de sluitingen.
OOmm hheett ddeekksseell vvaann hheett bbeerrggvvaakk ttee
sslluuiitteenn
Keer de methode voor het openen
om.
SSLLEEEEPPHHAAAAKK
Handige haak om een vastgelopen
ATV los te trekken.
AANNKKEERRHHAAKKEENN LLAAAADDBBAAKK
In het laadbed zitten 4 ankerhaken,
waarmee de lading in het laadbed
vastgemaakt kan worden.
UITRUSTING
125
AACCHHTTEERRSSTTEE BBOOXX ZZIIJJWWAANNDD
VVeerrwwiijjddeerreenn vvaann ddee zziijjwwaannddeenn eenn
ddee llaaaaddkklleeppppeenn
1. Zijwand
2. Laadklep
1. Open de laadklepvergrendelingen.
2. Laat de laadklep onder neer
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Verwijder de laadklep nog niet.
3. Verwijder de bevestigingspenne-
tjes van de vergrendelgreep aan
beide kanten.
4. Verwijder de vergrendelgrepen
van beide kanten.
5. Hef de zijwand omhoog en verwij-
der het.
Herhaal dit aan de andere kant.
UITRUSTING
126
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrwwiijjddeerr eeeerrsstt ddee zziijjwwaannddeenn eenn
ddaann ddee llaaaaddkklleepp..
6. Verwijder de laadklep.
7. Plaats de vergrendelgrepen terug
in de oorspronkelijke stand.
8. Bevestig met bevestigingspen.
IInnssttaalllleerreenn vvaann ddee zziijjwwaannddeenn eenn ddee
llaaaaddkklleeppppeenn
1. Verwijder de bevestigingspenne-
tjes van de vergrendelgreep aan
beide kanten.
2. Verwijder de vergrendelgrepen.
3. Plaats de zijwand op het vlakke
bed en laat op zijn plek neer.
Herhaal dit aan de andere kant.
UITRUSTING
127
4. Plaats de vergrendelgrepen.
5. Bevestig met bevestigingspen.
6. Plaats de achterklep.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
PPllaaaattss ggeeeenn oobbjjeecctteenn ooff uuww hhaann--
ddeenn ttuusssseenn ddee ooppggeehheevveenn llaaaadd--
kklleepp eenn zziijjwwaannddeenn,, zzooddaatt ddee
llaaaaddkklleepp nnaaaarr bbeehhoorreenn kkaann
vveerrggrreennddeelleenn..
7. Sluit de achterkleppen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt uu uuww hhaannddeenn nniieett
ttuusssseenn ddee vveerrggeennddeelliinnggeenn llaaaadd--
kklleeppppeenn llaaaatt zziitttteenn..
TTRREEKKHHAAAAKK
Op deze handige trekhaak kunt u een
bal monteren om een aanhangwagen
of andere uitrusting te trekken. Mon-
teer een gepaste bal volgens de aan-
bevelingen van de fabrikant van de
aanhangwagen.
Raadpleeg
Lading vervoeren en dis-
selgewicht - Waarschuwingslabel
voor
aanbevelingen betreffende transport
van lasten en het trekken van een
aanhangwagen.
UITRUSTING
128
1. Trekhaak
2. Veiligheidslabel
TTYYPPIISSCCHH
1. Trekhaak
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMoonntteeeerr eeeenn bbaall ddiiee ppaasstt bbiijj ddee
uuiittrruussttiinngg ddiiee uu wwiilltt ttrreekkkkeenn..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Bevestig de aanhangwagen volgens
de aanwijzingen van de fabrikant.
AAAANNHHAANNGGWWAAGGEENNAAAANN--
SSLLUUIITTIINNGG
Aansluiting voor de lampen van de
aanhangwagen.
Raadpleeg het label aan de achter-
kant van de haak de instructies met
betrekken tot het trekken te lezen.
Wanneer een aanhangwagen is aan-
gesloten en de richtingaanwijzers of
de noodknipperlichten werken, knip-
pert een verklikkerlichtje op de stuur-
bescherming. Zie
Indicator-LED’s
.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De Trailer Flasher Module is ontwor-
pen voor aanhangwagenverlichting
van in totaal 40W. De knipperfrequen-
tie wordt beïnvloed wanneer de aan-
hangwagenverlichting verschillende
vermogens hebben.
1. Trekhaak
NNUUMMMMEERRPPLLAAAATTVVEERRLLIICCHH--
TTIINNGG
Biedt verlichting voor de
kentekenplaat.
UITRUSTING
129
44,,55"" DDIIGGIITTAAAALL DDIISSPPLLAAYY
MMuullttiiffuunnccttiioonneellee ddiissppllaayy
DDiissppllaayy oonnddeerraaaann
Kan het volgende weergeven:
– RPM
– Snelheid
– Motortemperatuur
– Accuspanning
– Instellingen
– Meldingen
Gebruik de OMLAAG-knop (MENU)
om de weergegeven informatie te
wijzigen.
De display van de snelheid toont de
maximale en de gemiddelde snelheid.
1. Knop omhoog
2. Knop omlaag
DDiissppllaayy lliinnkkeerrzziijjkkaanntt
Het display aan de linkerzijkant
omvat:
– Brandstofpeilindicator
Verklikkerlichtje 4X4/6X6
PPiiccttooggrraamm BBeesscchhrriijjvviinngg
4x6-pictogram
6x6-pictogram
DDiissppllaayy rreecchhtteerrzziijjkkaanntt
Het display aan de rechterzijkant
omvat:
– Motortemperatuur
Rupsbandsysteem actief
Wanneer er een rupsbandsysteem is
geïnstalleerd, wordt een melding in de
onderste display weergegeven.
CCeennttrraallee ddiissppllaayy
Toont de snelheid van het voertuig in
km/u of mph.
130
VVeerrssnneelllliinnggssddiissppllaayy
Deze display geeft de positie van de
versnellingshendel weer.
P (Park), parkeerstand
R (Reverse), achteruit
N (Neutral), neutraal
H (hoog toerental)
L (laag toerental)
– (Ongeldig bereik)
DDiissppllaayy MMOODDUUSS
De display MODUS geeft de geselec-
teerde bedrijfsmodus aan:
– SPORT
ECO of WORK
RRiittddiissppllaayy
Deze display geeft ritinformatie weer:
Afstandsmeter cumulatieve
afstand
Rit A
Rit B
– Voertuig-uurmeter
– Klok
Gebruik de OMHOOG-knop om de
weergegeven informatie te wijzigen.
Houd de OMHOOG-knop ingedrukt
om de trip A/B meters te resetten.
VVeerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjeess
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggss-- eenn
vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjeess
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggss-- eenn
vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjeess
Groen - Richtingaanwijzers
Waarschuwingsknipperlich
ten - Alle richtingaanwijzers
voor en achter knipperen
ORANJE - Voertuigstoring.
BLAUW - Grootlicht
ROOD - Motortemperatuur
te hoog.
GROEN - Neutraal
ROOD - Remslothendel
ingeschakeld of storing in
remsysteem
ROOD - De accuspanning
is te laag of er is een
probleem met het
elektrisch systeem
ORANJE - Storing in
ABS-systeem
4,5" DIGITAAL DISPLAY
131
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggss-- eenn
vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjeess
ROOD - Lage oliedruk
Normaal AAN bij
uitgeschakelde motor
ORANJE - Brandstofpeil te
laag.
ORANJE
BBrraannddtt: Storing in
emissiecontrolesysteem
van voertuig
KKnniippppeerrtt:
Motorproblemen, het motor
management
noodprogramma is
geactiveerd. Laat direct
servicewerkzaamheden
aan het voertuig uitvoeren.
PPiiccttooggrraammmmeenn eenn iinnddiiccaattoorrss --
MMuullttiiffuunnccttiioonneeeell ddiissppllaayy
PPiiccttooggrraammmmeenn eenn iinnddiiccaattoorrss
Geeft aan dat de
modus SPORT
is geselecteerd.
Duidt aan dat de
WERK-modus
geselecteerd is.
Als deze
indicator brandt,
is onderhoud
vereist.
Raadpleeg uw
erkende
Can-Am
off-road-dealer
of persoon van
uw keuze voor
het onderhoud.
– Rupsbandsys
teem actief
(indien
aanwezig).
Geeft aan dat de
snelheidsbegren
zer is
geselecteerd.
Wanneer deze
optie
beschikbaar is.
IInnsstteelllliinnggeenn
De knoppen voor het navigeren door
de menu's bevinden zich aan de lin-
kerzijde van het LCD-display.
4,5" DIGITAAL DISPLAY
132
1. Knop omhoog
2. Knop omlaag
PPiiccttooggrraamm SSeettuupp
Selecteer het menu SSEETTTTIINNGGSS (in-
stellingen) met behulp van de ON-
DERSTE knop en houd de knop
ingedrukt om het menu te openen.
MMoodduuss ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
In de modus Snelheidsbegrenzer kan
de bestuurder de de gewenste maxi-
mumsnelheid instellen.
Dat is nuttig bij rijden in zones met
snelheidsbeperkingen.
De bestuurder moet de gashendel in-
gedrukt houden om de voorwaartse
snelheid aan te houden.
Zodra de maximumsnelheid is inge-
steld, kan de bestuurder de snelheid
met het gaspedaal variëren van statio-
nair tot de ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid wordt over-
schreden wanneer de gashendel vol-
ledig wordt ingedrukt. Tegelijkertijd
wordt de snelheidsbegrenzer tijdelijk
gedeactiveerd (het pictogram knip-
pert) tot de voertuigsnelheid lager of
gelijk is dan het instelpunt van de
snelheidsbegrenzer.
Laat uw aandacht voor de omgeving
niet zakken terwijl u aan een con-
stante snelheid voortbeweegt.
Vertragen is een kwestie van het gas-
pedaal loslaten.
MMoodduuss ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
aaccttiivveerreenn
1. Druk op de meterschakelaar om
naar het menu INSTELLINGEN te
gaan.
2. Selecteer SNELHEIDSLIMIET,
waarna u de keuze heeft uit:
Keuze
meeteenheid Weergegeven
informatie
Metrische
eenheden (km/
u)
- -
(Onbe
grensd)
Tussen 30
en 100 km/
u in
stappen
van 10 km/
u.
Britse
eenheden
(MPH)
- -
(Onbe
grensd)
Tussen 20
en 65 km/u
in stappen
van 5 km/u.
Het indicatorlichtje snelheidsbe-
grenzer gaat branden.
1. Indicator snelheidsbegrenzer
3. Druk de menuknop ingedrukt om
de geselecteerde snelheidslimiet
te bevestigen.
Een geactiveerde snelheidsbe-
grenzermodus beperkt enkel de
maximaal beschikbare snelheid
wanneer het gaspedaal wordt
ingedrukt.
4,5" DIGITAAL DISPLAY
133
Het gaspedaal moet ingedrukt
worden gehouden om de voor-
waartse snelheid te handhaven.
Zodra de snelheidsbegrenzerfunc-
tie is geactiveerd, kan de bestuur-
der de snelheid met het gaspedaal
variëren van stationair tot de inge-
stelde snelheid.
MMoodduuss ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
ddeeaaccttiivveerreenn
1. Om de modus Snelheidsbegrenzer
te deactiveren, selecteert u SNEL-
HEIDSLIMIET onder INSTELLIN-
GEN en vervolgens de limiet
(onbegrensd).
OOnnddeerrhhoouudd rreesseetttteenn
Raadpleeg
Melding resetten: Binnen-
kort onderhoud nodig
in het hoofdstuk
Onderhoudsprocedures.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: Alleen wanneer on-
derhoud moet worden uitgevoerd (tel-
kens na 100 uur motorgebruik).
SSttoorriinnggssccooddeess
Alleen beschikbaar wanneer ten
minste één code is geactiveerd.
Selecteer CCOODDEESS met behulp van de
ONDERSTE knop en houd de knop
ingedrukt om actieve storingscodes te
zien.
Storingscodes worden weergegeven
op de onderste display.
RReesseett SSttaattss
Selecteer RREESSEETT SSTTAATT (statistieken
resetten) met behulp van de ON-
DERSTE knop en houd de knop inge-
drukt om te resetten.
KKeeuuzzee mmeeeetteeeennhheeiidd
Deze multifunctionele meter wordt in
de fabriek ingesteld op UK-eenheden,
maar deze weergave kan worden ver-
anderd in metrische eenheden.
Selecteer het menu UUNNIITTSS (eenhe-
den) met behulp van de ONDERSTE
knop en houd de knop ingedrukt om
de eenheden te veranderen.
KKllookk iinnsstteelllleenn
De volgende taken moeten met de
ONDERSTE knop worden uitgevoerd.
1. Selecteer CCLLOOCCKK (klok) en houd
de knop ingedrukt om de tijd aan
te passen.
2. Druk op de knop om een tijdweer-
gave te kiezen.
3. Houd de knop 1 seconde
ingedrukt.
4. Druk op de knop om als tijdsweer-
gave 12:00 AM PM of 24:00 te
kiezen.
5. Houd de knop ingedrukt om de se-
lectie te bevestigen.
6. Druk op de knop om de uren te wij-
zigen (uren knipperen).
7. Houd de knop ingedrukt om de
uurselectie te bevestigen.
8. Druk op de knop om naar minuten
te gaan (minuten knipperen).
9. Houd de knop ingedrukt om de mi-
nutenselectie te bevestigen.
TTaaaall iinnsstteelllleenn
De taal van de meter kan worden
gewijzigd.
Raadpleeg een erkende Can-Am of-
f-road-dealer voor de beschikbare ta-
len en om de meter in te stellen op uw
voorkeur.
HHeellddeerrhheeiidd iinnsstteelllleenn
Hier kunt u de helderheid van het
LCD-display afstellen.
Selecteer het menu BBRRIIGGHHTTNNEESSSS
(helderheid) met behulp van de ON-
DERSTE knop en houd de knop inge-
drukt om de helderheid te veranderen.
Stel de helderheid af met behulp van
de ONDERSTE knop en houd vervol-
gens de knop ingedrukt om de selec-
tie te bevestigen.
4,5" DIGITAAL DISPLAY
134
BBRRAANNDDSSTTOOFF
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
VVEERREEIISSTTEE BBRRAANNDDSSTTOOFF
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk aallttiijjdd vveerrssee bbeennzziinnee.. BBeenn--
zziinnee ooxxiiddeeeerrtt,, wwaaaarrddoooorr hheett oocc--
ttaaaannggeettaall ddaaaalltt,, vvlluucchhttiiggee
iinnggrreeddiiëënntteenn vveerrvvlliieeggeenn eenn eerr
ggoommvvoorrmmiinngg eenn aaaannssllaagg oonnttssttaaaann,,
ddiiee uuww bbrraannddssttooffssyysstteeeemm kkuunnnneenn
bbeesscchhaaddiiggeenn..
De alcoholbijmenging in brandstof
verschilt per land en regio. Uw voer-
tuig is op het gebruik van de aanbevo-
len brandstoffen afgestemd, maar let
wel op het volgende:
Het gebruik van brandstof met een
hoger alcoholpercentage dan wet-
telijk is vastgelegd, wordt niet aan-
bevolen en kan tot de volgende
problemen met onderdelen van
het brandstofsysteem leiden:
Problemen met starten en
werking.
Aantasting van rubberen of
plastic onderdelen.
Aantasting van metalen
onderdelen.
Schade aan interne onderdelen
van de motor.
Inspecteer regelmatig op aanwe-
zigheid van brandstoflekker of an-
dere afwijkingen van het
brandstofsysteem als u vermoedt
dat er meer alcohol in de benzine
zit dan op dit moment wettelijk
voorgeschreven.
Met alcohol gemengde brandstof-
fen trekken vocht aan en houden
dit vast, wat kan leiden tot fase-
scheiding in de brandstof, wat kan
leiden tot problemen met de mo-
torprestaties of motorschade.
AAaannbbeevvoolleenn bbrraannddssttooff
De benzine moet voldoen aan de vol-
gende minimale vereisten voor
octaan:
Gebruik gewone loodvrije benzine
met een AKI (R+M)/2 octaangehalte
van 87, of een RON octaangehalte
van 91
Gebruik loodvrije benzine met MAXI-
MAAL 10% ethanol.
MMEERRKK OOPP
EExxppeerriimmeenntteeeerr nnooooiitt mmeett aannddeerree
bbrraannddssttooffffeenn.. GGeebbrruuiikk vvaann oonnggee--
sscchhiikkttee bbrraannddssttooff kkaann mmoottoorr-- ooff
ssyysstteeeemmsscchhaaddee vveerroooorrzzaakkeenn..
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk GGEEEENN bbrraannddssttooff vvaann
bbrraannddssttooffppoommppeenn ddiiee mmeett EE8855 zziijjnn
ggeemmaarrkkeeeerrdd..
135
TTaannkkpprroocceedduurree
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBrraannddssttooff iiss iinn bbeeppaaaallddee oomm--
ssttaannddiigghheeddeenn oonnttvvllaammbbaaaarr eenn
eexxpplloossiieeff..
CCoonnttrroolleeeerr hheett bbrraannddssttooffppeeiill
nnooooiitt mmeett bbeehhuullpp vvaann eeeenn ooppeenn
vvllaamm..
RRooookk nniieett eenn vveerrmmiijjdd vvuuuurr eenn
vvoonnkkeenn iinn ddee bbuuuurrtt vvaann ddee
bbrraannddssttooff..
WWeerrkk aallttiijjdd iinn eeeenn ggooeedd vveerr--
lluucchhttee rruuiimmttee..
OOmm ddee bbrraannddssttooff aaaann ttee vvuulllleenn
mmooeett hheett vvooeerrttuuiigg oopp eeeenn vvllaakk
ooppppeerrvvllaakk ssttaaaann..
1. Stop de motor.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
SSttoopp ddee mmoottoorr aallttiijjdd vvoooorr uu ttaannkktt..
2. Zorg ervoor dat de bestuurder en/
of de passagier uit het voertuig
stappen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
LLaaaatt nnooooiitt iieemmaanndd iinn hheett vvooeerrttuuiigg
zziitttteenn tteerrwwiijjll uu bbiijjttaannkktt.. AAllss eerr ttiijj--
ddeennss hheett ttaannkkeenn bbrraanndd ooff eeeenn eexx--
pplloossiiee iiss,, iiss hheett mmooggeelliijjkk ddaatt ddee
ppeerrssoooonn oopp hheett vvooeerrttuuiigg hheett ggee--
bbiieedd nniieett ssnneell ggeennooeegg kkaann
vveerrllaatteenn..
3. Schroef de tankdop traag linksom
los en verwijder deze dop.
1. Dop brandstoftank
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
AAllss uu eeeenn ddrruukkvveerrsscchhiill vvaassttsstteelltt
((fflluuiitteenndd ggeelluuiidd tteerrwwiijjll uu ddee ttaannkk--
ddoopp lloossddrraaaaiitt)),, llaaaatt uuww vvooeerrttuuiigg
ddaann nnaakkiijjkkeenn eenn//ooff rreeppaarreerreenn
vvoooorrddaatt uu eerr ooppnniieeuuww mmeeee rriijjddtt..
4. Steek het pistool in de vulmond.
5. Voeg langzaam brandstof toe zo-
dat lucht uit de tank kan ontsnap-
pen en vermijd dat brandstof
terugvloeit. Let op dat u geen
brandstof morst.
6. Stop met tanken zodra de brand-
stof de onderkant van de vulmond
bereikt. NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVuull ddee bbrraannddssttooffttaannkk nnooooiitt bbiijj
vvoooorrddaatt uu hheett vvooeerrttuuiigg nnaaaarr eeeenn
wwaarrmmee ppllaaaattss vveerrppllaaaattsstt.. AAllss ddee
tteemmppeerraattuuuurr ssttiijjggtt,, ggaaaatt bbrraannddssttooff
nnaammeelliijjkk uuiittzzeetttteenn wwaaaarrddoooorr ddee
ttaannkk kkaann oovveerrllooppeenn..
7. Draai de dop van de brandstoftank
rechtsom volledig aan.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
WWiiss oopp hheett vvooeerrttuuiigg ggeemmoorrssttee
bbrraannddssttooff oonnmmiiddddeelllliijjkk wweegg..
BRANDSTOF
136
IINNRRIIJJPPEERRIIOODDEE
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
GGeebbrruuiikk ttiijjddeennss ddee
iinnrriijjppeerriiooddee
Het voertuig heeft een inrijperiode van
10 bedrijfsuren of 300 km (200 mi)
nodig.
MMoottoorr
Tijdens de inrijperiode:
Geef geen plankgas.
Vermijd het gaspedaal voor meer
dan driekwart in te drukken.
Vermijd langdurig optrekken.
Vermijd langdurig rijden op
kruissnelheid.
Vermijd oververhitting van de
motor.
Kortstondig accelereren en uw snel-
heid variëren dragen echter wel bij tot
een goed inrijresultaat.
RReemmmmeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
NNiieeuuwwee rreemmmmeenn bbeerreeiikkeenn hhuunn
mmaaxxiimmaallee rreennddeemmeenntt ppaass nnaaddaatt
zzee zziijjnn iinnggeerreeddeenn.. DDee pprreessttaattiieess
vvaann ddee rreemmmmeenn kkaann bbeeppeerrkktt zziijjnn;;
wweeeess dduuss eexxttrraa vvoooorrzziicchhttiigg..
BBeeddiieenn ddee rreemmmmeenn lliicchhtt vvoooorr ddee
eeeerrssttee 4400 ttoott 5500 kkeeeerr rreemmmmeenn..
RRiieemm
Een nieuwe riem vraagt een inrijperi-
ode van 50 km (30 mi).
Tijdens de inrijperiode:
Vermijd fors optrekken en
vertragen.
Vermijd het slepen van een last.
Vermijd rijden op een hoge
kruissnelheid.
137
BBAASSIISSPPRROOCCEEDDUURREESS
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
HHeett eelleekkttrriisscchh ssyysstteeeemm
aaccttiivveerreenn
Houd de START-knop minder dan
een halve seconde ingedrukt, zodat
het elektrisch systeem wordt
ingeschakeld:
30 seconden, zzoonnddeerr aandrijving
van andere apparatuur:
Als de D.E.S.S.-sleutel niet is
aangebracht of als de contact-
schakelaar in de UIT-stand
staat, OOFF
Als de motorstopschakelaar in
de STOP-stand wordt gezet
10 minuten, met aandrijving van
apparatuur:
Als de D.E.S.S.-sleutel is aan-
gebracht of als de contactscha-
kelaar in de AAN-stand staat,
EENN
Als de motorstopschakelaar in
de RUN-stand wordt gezet.
Het elektrische systeem wordt na
30 seconden uitgeschakeld als of-
wel de D.E.S.S.-sleutel ofwel de
contactsleutel wordt verwijderd,
OOFFWWEELL als de motorstopschake-
laar op STOP wordt gezet.
MMEERRKK OOPP
HHeett hheerrhhaaaallddeelliijjkk aaccttiivveerreenn vvaann
hheett eelleekkttrriisscchh ssyysstteeeemm ooff ggeebbrruuii--
kkeenn vvaann eelleekkttrriisscchhee aappppaarraattuuuurr
oonnttllaaaaddtt ddee aaccccuu,, wwaaaarrddoooorr uu mmoo--
ggeelliijjkk ddee mmoottoorr nniieett kkuunntt ssttaarrtteenn..
DDee mmoottoorr ssttaarrtteenn
De schakelhendel moet in de PAR-
KEER-stand of NEUTRAAL staan.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Gemakshalve is er een modus "nege-
ren" voorzien die toelaat de motor te
starten in elke stand van de schakel-
hendel. Houd de remhendel of het
rempedaal ingedrukt terwijl u op de
motorstartknop drukt.
Afhankelijk van uw model:
Steek de D.E.S.S.-sleutel in het D.
E.S.S.-contact of
Steek de sleutel in het contactslot
en draai deze naar stand ON.
Zet de motorstopschakelaar op RUN
(rijden).
Druk op de motorstartknop en houd
hem ingedrukt tot de motor start.
Laat de motorstartknop onmiddellijk
los zodra de motor is gestart.
MMEERRKK OOPP
AAllss ddee mmoottoorr nnaa eeeenn ppaaaarr sseeccoonn--
ddeenn nniieett ssttaarrtt,, hhoouudd ddaann ddee mmoottoorr--
ssttaarrttppoossiittiiee nniieett llaannggeerr ddaann 1100
sseeccoonnddeenn vvaasstt..
RRaaaaddpplleeeegg
OOpplloosssseenn vvaann
pprroobblleemmeenn
..
138
DDee mmoottoorr uuiittzzeetttteenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVoooorrkkoomm ssttooppppeenn vvaann hheett
vvooeerrttuuiigg::
OOpp eeeenn sstteeiillee hheelllliinngg.. HHeett vvooeerr--
ttuuiigg kkaann wweeggrroolllleenn..
OOpp ppllaaaattsseenn wwaaaarr ddee hheettee oonn--
ddeerrddeelleenn vvaann hheett vvooeerrttuuiigg
bbrraanndd kkuunnnneenn vveerroooorrzzaakkeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
SScchhaakkeell ddee ppaarrkkeeeerrrreemm aallttiijjdd iinn
aallss uu hheett vvooeerrttuuiigg ssttoopptt..
1. Kies het vlakste terrein.
2. Breng het voertuig volledig tot
stilstand.
3. Zet de parkeerrem aan.
4. Gebruik de motorstopschakelaar
om het voertuig te stoppen.
5. Afhankelijk van uw voertuig:
Verwijder de D.E.S.S.-sleutel
uit het D.E.S.S.-contact of
Draai de contactsleutel naar
UIT en verwijder de sleutel.
6. Als u op een steile helling moet
parkeren of als het voertuig gela-
den is, moet u de wielen blokkeren
met wielblokken. Indien niet be-
schikbaar, gebruik stenen of
bakstenen.
PPaarrkkeeeerrrreemm iinnsscchhaakkeelleenn
Het inschakelen van de parkeerrem is
de combinatie van de 2 volgende
handelingen.
1. Nadat het voertuig volledig tot stil-
stand is gekomen, zet u de ver-
snellingshendel in de stand
PARKEREN, EN...
2. Schakel de remslothendel in, raad-
pleeg
Remslothendel
in
Primaire
besturingselementen
.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als u op een steile helling moet parke-
ren of als het voertuig geladen is,
moet u de wielen blokkeren met wiel-
blokken. Indien niet beschikbaar, ge-
bruik stenen of bakstenen.
NNaaaarr eeeenn aannddeerree vveerrssnneelllliinngg
sscchhaakkeelleenn
Druk op de remmen om het voertuig
te immobiliseren en schakel naar de
gewenste versnelling.
Los de remmen.
MMEERRKK OOPP
SSttoopp hheett vvooeerrttuuiigg ttiijjddeennss hheett sscchhaa--
kkeelleenn aallttiijjdd hheelleemmaaaall eenn ddrruukk oopp
ddee rreemmmmeenn,, vvoooorrddaatt uu sscchhaakkeelltt..
AAllss uu ddiitt nniieett ddooeett,, kkaann ddiitt ddee vveerr--
ssnneelllliinnggssbbaakk bbeesscchhaaddiiggeenn..
Druk de gashendel geleidelijk in om
het motortoerental te verhogen en de
continu variabele transmissie (CVT) te
activeren.
Wanneer de gashendel daarentegen
wordt gelost, daalt het motortoerental.
BASISPROCEDURES
139
SSPPEECCIIAALLEE PPRROOCCEEDDUURREESS
VVeerrddrroonnkkeenn mmoottoorr
Als de motor niet start en teveel
brandstof bevat, kan deze speciale
modus verdronken worden geacti-
veerd om de brandstofinjectie te ver-
hinderen en de ontsteking te
onderdrukken tijdens het starten. Ga
dan als volgt te werk:
1. Zet de schakelhendel in de
parkeerstand.
2. Steek de sleutel in het D. E. S.
S.-contact of draai de contatsleutel
naar de AAN-stand.
3. HOUD de gashendel helemaal
ingedrukt.
4. Druk 20 seconden op de
motorstartknop.
5. Laat de gashendel los.
6. Druk nogmaals op de motorstart-
knop en houd hem ingedrukt tot de
motor start.
Als de motor dan nog niet start:
1. Ontkoppel de elektriciteitsconnec-
tor van de injector
2. Reinig de bougiekapjes en verwij-
der ze.
3. Verwijder de bougies.
4. Start de motor herhaaldelijk.
5. Installeer nieuwe bougies indien
mogelijk of reinig en droog de
bougies.
6. Start de motor volgens de aanwij-
zingen hierboven.
Als de motor blijft verdrinken, raad-
pleeg dan een erkende off-road-dea-
ler van Can-Am.
MMEERRKK OOPP
CCoonnttrroolleeeerr ooff eerr ggeeeenn bbrraannddssttooff iinn
ddee mmoottoorroolliiee zziitt.. IIss ddiitt wweell hheett ggee--
vvaall,, vveerrvveerrss ddee mmoottoorroolliiee ddaann..
WWaatteerr iinn ddee CCVVTT
De CVT-aftapplug bevindt zich op de
achterzijde van de CVT-behuizing. Dit
is toegankelijk via het achterspatbord
links.
Controleer het CVT-aftapplug om te
verifiëren of er water aanwezig is.
1. Afvoerplug
2. Veerklem
MMEERRKK OOPP
WWaatteerr iinn ddee CCVVTT kkaann eerrttooee lleeiiddeenn
ddaatt ddee rriieemm ddoooorrsslliipptt.. DDee mmoottoorr
zzaall vveerrssnneelllleenn mmaaaarr hheett vvooeerrttuuiigg
zzaall nniieett rriijjddeenn..
Als er water in aanwezig is, verwijder
dan de CVT-aftapplug om het water te
verwijderen.
Installer de aftapplug opnieuw en ver-
grendel met behulp van de veerklem.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Zorg ervoor dat de slang op juiste wij-
ze in de CVT-nippel is gestoken.
MMEERRKK OOPP
RRaaaaddpplleeeegg eeeenn eerrkkeennddee CCaann--AAmm
ooffff--rrooaadd--ddeeaalleerr oomm ddee CCVVTT ttee llaa--
tteenn iinnssppeecctteerreenn eenn rreeiinniiggeenn..
WWaatteerr hheett lluucchhttffiilltteerrhhuuiiss
Verwijder het linkerzijpaneel.
Controleer het aftapreservoir onder
het luchtfilterhuis om te verifiëren of er
water aanwezig is.
Als er water aanwezig is, drukt u op
de klem en verwijdert u het reservoir
uit het luchtfilterhuis.
140
Als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan, brengt u uw voer-
tuig naar de dichtstbijzijnde erkende
off-road-dealer van Can-Am voor een
onderhoudsbeurt:
Als er meer dan 50 ml (2 fl oz
(US)) water (ongeveer 5 reser-
voirs) in de luchtfilterbehuizing
wordt aangetroffen.
Als er zich afzettingen in het afta-
preservoir bevinden.
In dat geval moeten de volgende on-
derdelen van het voertuig een onder-
houdsbeurt krijgen:
– Ontluchtingsopeningen
Reiniging CVT-luchtfilter
Reiniging CVT
Vervangen ontluchtingsfilter
brandstoftank
Controle smeermiddel en vervan-
gen indien nodig (motor, versnel-
lingsbak en achterwielaandrijving)
MMEERRKK OOPP
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg ggeeeenn oonnddeerr--
hhoouuddssbbeeuurrtt kkrriijjggtt,, kkaann ddiitt lleeiiddeenn
ttoott ppeerrmmaanneennttee sscchhaaddee aaaann ddee
vvoollggeennddee ccoommppoonneenntteenn ((nniieett--eexx--
hhaauussttiieevvee lliijjsstt))::
MMoottoorr eenn vveerrssnneelllliinnggssbbaakk
– BBrraannddssttooffppoommpp
– CCVVTT
– VVoooorrddiiffffeerreennttiieeeell
– AAcchhtteerrwwiieellaaaannddrriijjvviinngg..
VVooeerrttuuiigg iiss oommggeessllaaggeenn
Als uw voertuig ondersteboven of op
zijn zijkant ligt, zet het dan terug op
zijn wielen.
Inspecteer het voertuig op
beschadigingen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk hheett vvooeerrttuuiigg nniieett aallss hheett
bbeesscchhaaddiiggdd iiss..
NNeeeemm ccoonnttaacctt oopp mmeett eeeenn ooffffiicciiëëllee
CCaann--AAmm OOffff--RRooaadd--ddeeaalleerr..
Als het voertuig geen schade heeft,
raadpleeg
Onderhoudsprocedures
en
inspecteer het volgende.
Inspecteer het luchtfilterhuis op
olie. Reinig de luchtfilter en het
luchtfilterhuis als u olie aantreft.
Controleer het motoroliepeil regel-
matig en vul bij indien nodig.
Controleer het motoroliepeil regel-
matig en vul bij indien nodig.
Controleer het oliepeil van de ver-
snellingsbak regelmatig en vul bij
indien nodig.
Controleer het oliepeil van de ach-
terwielaandrijving regelmatig en
vul bij indien nodig.
Start de motor. Leg de motor on-
middellijk stil als het oliedruklichtje
blijft branden. Neem contact op
met een officiële Can-Am
Off-Road-dealer.
Wanneer het voertuig is omgeslagen,
moet het door een erkende off-road--
dealer van Can-Am worden
geïnspecteerd.
VVooeerrttuuiigg ssttaaaatt oonnddeerr wwaatteerr
Stop onmiddellijk de motor als het
voertuig onder water staat.
Gebruik geen elektrische apparatuur,
inclusief de lier.
U moet het voertuig zo snel mogelijk
naar een erkende off-road-dealer van
Can-Am brengen. PPRROOBBEEEERR DDEE
MMOOTTOORR NNOOOOIITT TTEE SSTTAARRTTEENN!!
MMEERRKK OOPP
EEeenn oonnddeerrggeeddoommppeelldd vvooeerrttuuiigg
kkaann eerrnnssttiiggee sscchhaaddee ooppllooppeenn aallss
hheett nniieett oopp ddee jjuuiissttee wwiijjzzee wwoorrddtt
hheerrssttaarrtt..
Van zodra het voertuig uit het water
wordt getrokken, moet u het volgende
doen:
Vrwijder water uit het filterhuis, zie
Water in het filterhuis
.
SPECIALE PROCEDURES
141
Water uit de CVT verwijderen, zie
Water in de CVT
.
MMEERRKK OOPP
HHeett vvooeerrttuuiigg mmooeett zzoo ssnneell mmooggee--
lliijjkk nnaaaarr eeeenn eerrkkeenndd CCaann--AAmm ooff--
ff--rrooaadd--ddeeaalleerr wwoorrddeenn ggeebbrraacchhtt
vvoooorr eeeenn oonnddeerrhhoouuddssbbeeuurrtt..
SPECIALE PROCEDURES
142
UUWW RRIITT AAAANNPPAASSSSEENN
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee aaffsstteelllliinngg vvaann ddee oopphhaannggiinngg
kkaann ddee bbeessttuuuurrbbaaaarrhheeiidd vvaann hheett
vvooeerrttuuiigg bbeeïïnnvvllooeeddeenn..
NNeeeemm sstteeeeddss ddee ttiijjdd oomm vveerrttrroouuwwdd
ttee rraakkeenn mmeett hheett rriijjggeeddrraagg vvaann hheett
vvooeerrttuuiigg nnaaddaatt ddee oopphhaannggiinngg iiss
aaffggeesstteelldd..
Hieronder vindt u richtlijnen voor een
nauwkeurige afregeling van de
ophanging.
Gebruik het veringsafstelgereedschap
in de meegeleverde gereedschapsset.
GGeebbrruuiikk vvaann oonnttggrreennddeellbbaarree
ssttaabbiilliissaattiieessttaanngg
Laat bij rijden op vlak terrein de stabili-
satiestang aan beide zijden vergren-
deld. Dit reduceert kanteling van het
voertuig op bochtige paden.
1. Borgpen van stabilisatiestang vergrendeld
Ontgrendel de stabilisatiestang aan
beide kanten bij offroad-gebruik en bij
gebruik op hoge snelheden op hobbe-
lige paden.
Dit zorgt voor een onafhankelijke op-
hangingsveerweg, wat helpt om meer
wielen in contact met de grond te hou-
den en betere tractie te geven.
Onderdelen van de stabilisatorstang
kunnen beschadigd raken wanneer de
stabilisatorstang wordt gebruikt bij
hoge snelheden op hobbelige paden.
Verwijderde borgpennen van stabili-
satiestang kunnen in het handschoen-
vak worden bewaard.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
MMaattiigg uuww ssnneellhheeiidd eenn ddrraaaaii ggeelleeii--
ddeelliijjkk aaaann wwaannnneeeerr uu llaaddiinnggeenn
vveerrvvooeerrtt..
VVeerrmmiijjdd hheelllliinnggeenn eenn rruuiigg tteerrrreeiinn..
VVoooorrzziiee eeeenn llaannggeerree rreemmaaffssttaanndd..
WWaannnneeeerr ddiitt vvooeerrttuuiigg eeeenn zzwwaarree
llaasstt ttrreekktt,, nneeeemmtt zziijjnn rreemmaaffssttaanndd
ttooee,, vvoooorraall oopp eeeenn hheelllliinngg..
143
OOpphhaannggiinngg aaffsstteelllleenn –
FFaabbrriieekkssiinnsstteelllliinnggeenn
De belasting en afstelling van de op-
hanging kan het rijgedrag en comfort
van het voertuig beïnvloeden.
De ophanging kan worden afgeregeld
in functie van het gewicht van de be-
stuurder, persoonlijke voorkeuren, rij-
snelheid en staat van het terrein.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Fabrieksinstellingen zijn geschikt voor
bijna alle omstandigheden. Houd er
rekening mee dat verhoging van de
bodemvrijheid van invloed kan zijn op
het rijgedrag van het voertuig.
VVoooorrwwiieelloopphhaannggiinngg
Veervoorbelasting
Alle modellen Nok positie 3
AAcchhtteerrwwiieelloopphhaannggiinngg
Veervoorbelasting
Alle modellen Nok positie 3
AAffrreeggeelliinngg vveeeerrvvoooorrbbeellaassttiinngg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee lliinnkkeerr-- eenn rreecchhtteerrrreeggeellnnookkkkeenn
vvaann ddee sscchhookkddeemmppeerr mmooeetteenn aallttiijjdd
iinn ddeezzeellffddee ssttaanndd wwoorrddeenn
iinnggeesstteelldd..
PPaass nnooooiitt éééénn eennkkeellee sscchhookkddeemm--
ppeerr aaaann..
DDoooorr eeeenn oonnggeelliijjkkmmaattiiggee aaffrreeggee--
lliinngg wwoorrddtt hheett vvooeerrttuuiigg mmooeeiilliijjkk bbee--
ssttuuuurrbbaaaarr eenn iinnssttaabbiieell,, wwaatt ttoott eeeenn
oonnggeelluukk kkaann lleeiiddeenn..
Verkort de veren voor een hardere ve-
ring en om op ruig terrein te rijden.
Verleng de veren voor een zachtere
vering en om op vlot berijdbaar terrein
te rijden.
TTYYPPIISSCCHH
1. Regelnok
2. Zachtere afstelling
3. Stijvere afstelling
BBeekkrraacchhttiiggiinnggssnniivveeaauubbiijjsstteell--
lliinngg mmeett ddyynnaammiisscchhee
sseerrvvoossttuuuurrrreeggeelliinngg ((DDPPSS,,
mmooddeelllleenn mmeett DDPPSS))
De DPS-modus kan niet worden ge-
wijzigd als de transmissiehendel in
ACHTERUIT staat.
Dynamische stuurbekrachtiging
(DPS) met 3 modi biedt gemakkelijke
stuurbekrachtiging voor de bestuur-
der. Het bekrachtigingsniveau wordt
automatisch aan de snelheid van het
voertuig en de behoefte van de be-
stuurder aangepast voor maximale
stuurkracht bij lagere snelheden,
waarbij de eisen doorgaans hoger
zijn. Naarmate de snelheid toeneemt
wordt de bekrachtiging steeds verder
verzwakt voor maximaal stuurgevoel
en nauwkeurigheid voor de
bestuurder.
U kunt uit drie bekrachtigingsmodi kie-
zen: Minimum, Medium en Maximum.
Met elke modus wordt doorgegaan
met het automatisch aanpassen aan
de snelheid van het voertuig en de be-
hoefte van de bestuurder, zodat het
niet nodig is deze tijdens het rijden te
wijzigen. Deze modussen gebruikt u
voor het instellen van het bekrachti-
gingsniveau op de voorkeur van elke
bestuurder.
UW RIT AANPASSEN
144
De volgende DPS-modi zijn op het
voertuig vooraf ingesteld.
DDPPSS--MMOODDUUSS
DPS
MAX.
Maximale
stuurbekrachtiging
DPS
MED. Gemiddelde
stuurbekrachtiging
DPS
MIN.
Minimale
stuurbekrachtiging
De motor moet zijn ingeschakeld om
de DPS-modus te wijzigen met behulp
van de multifunctionele schakelaar.
Activeren van het elektrisch systeem
is niet voldoende om deze procedure
uit te voeren.
Om te zien welke DPS-modus wordt
geactiveerd.
Houd de DPS-knop kort (1 se-
conde) ingedrukt.
Druk nogmaals op dezelfde knop
om terug te keren naar het vorige
venster.
Wijzigen van de DPS-modus.
Houd de DPS-knop kort (1 se-
conde) ingedrukt om te zien welke
DPS-modus wordt geactiveerd.
Houd de DPS-knop lang (2 secon-
den) ingedrukt om een andere mo-
dus te selecteren. Herhalen tot de
gewenste modus wordt
geactiveerd.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: Het is ook mogelijk
de DSP-modus te wijzigen door de
ONDERSTE knop van het cluster of
op de TRIP/MENU-schakelaar lang in
te drukken (afhankelijk van uw mo-
del). De motor hoeft hiervoor niet te lo-
pen, maar het elektrische systeem
moet geactiveerd zijn.
UW RIT AANPASSEN
145
HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG HHEEFFFFEENN
AAllggeemmeennee
vveeiilliigghheeiiddssiinnffoorrmmaattiiee vvoooorr
hheeffffeenn
1. Activeer de 6WD-modus.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De 6WD-modus wordt ingeschakeld
als de motor draait en het voertuig on-
geveer een meter heeft gereden.
2. Zet de transmissie in PARK.
3. Blokkeer de remmen.
1. Activeer de remmen
2. Vergrendel remmen
4. Hef het voertuig met behulp van
een geschikt hefwerktuig.
Het volgende label bevindt zich bij
de hefpunten.
704907067
OOPP ZZIIJJKKAANNTT VVAANN CCHHAASSSSIISS -- VVOOOORR EENN
AACCHHTTEERR
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
CCoonnttrroolleeeerr ooff aallllee wwiieelleenn zziijjnn ggee--
bbllookkkkeeeerrdd vvoooorr hheett ooppkkrriikkkkeenn vvaann
ddee aauuttoo.. OOvveerrsscchhrriijjdd nniieett hheett
mmaaxxiimmaallee hheeffvveerrmmooggeenn vvaann hheett
vvooeerrttuuiigg.. GGeebbrruuiikk aalllleeeenn hheett vvoooorr
ddiitt ttyyppee vvooeerrttuuiigg ggooeeddggeekkeeuurrddee
hheeffwweerrkkttuuiigg.. HHeett vvooeerrttuuiigg mmaagg
nniieett wwoorrddeenn vveerrppllaaaattsstt mmeett bbeehhuullpp
vvaann eeeenn hheeffwweerrkkttuuiigg.. RRaaaaddpplleeeegg
vvoooorraaffggaaaanndd aaaann ggeebbrruuiikk ddee wwaaaarr--
sscchhuuwwiinnggeenn eenn iinnssttrruuccttiieess vvaann ddee
ffaabbrriikkaanntt..
TTYYPPIISSCCHH —— PPLLAAAATTSS VVAANN HHEETT KKRRIIKKPPUUNNTT
VVOOOORRAAAANN
146
TTYYPPIISSCCHH —— PPLLAAAATTSS VVAANN HHEETT KKRRIIKKPPUUNNTT
AACCHHTTEERRAAAANN
HHeett ggeehheellee vvooeerrttuuiigg hheeffffeenn
1. Zet het voertuig op een stevige,
vlakke ondergrond.
2. Zet de versnellingshendel in stand
P en schakel de remslothendel in.
3. Hef de voorkant van het voertuig
met behulp van een geschikt
hefwerktuig.
4. Borg het voertuig lateraal met be-
hulp van krikken op de
stabilisatiepunten.
1. Voorzijde voertuig
2. Voorste hefpunt
3. Linker stabilisatiepunt
4. Rechter stabilisatiepunt
5. Achterste hefpunt
5. Hef de achterkant van het voertuig
op.
6. Stel de hoogte van de krikken af.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHeeff ddee vvoooorr-- EENN aacchhtteerrkkaanntt vvaann
hheett vvooeerrttuuiigg nnooooiitt zzoonnddeerr ddee ssttaabbii--
lliissaattiieeppuunntteenn ttee bboorrggeenn.. HHeeff hheett
vvooeerrttuuiigg nnooooiitt aalllleeeenn mmeett bbeehhuullpp
vvaann ddee ssttaabbiilliissaattiieeppuunntteenn..
HET VOERTUIG HEFFEN
147
VVOOEERRTTUUIIGG TTRRAANNSSPPOORRTTEERREENN
Wanneer u een sleep- of transport-
dienst contacteert, vraag dan zeker of
ze een aanhangwagen met een vlak
laadbed, een laadplatform of een ver-
stelbare laadbrug hebben om het
voertuig veilig op te tillen en spanban-
den om het vast te maken. Zorg er-
voor dat het voertuig correct wordt
getransporteerd volgens de instructies
in dit hoofdstuk.
MMEERRKK OOPP
SSlleeeepp ddiitt vvooeerrttuuiigg nniieett.. SSlleeppeenn kkaann
ddee aaaannddrriijjvviinngg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg
eerrnnssttiigg bbeesscchhaaddiiggeenn..
MMEERRKK OOPP
VVeerrmmiijjdd kkeettttiinnggeenn oomm hheett vvooeerrttuuiigg
mmeeee vvaasstt ttee bbiinnddeenn.. DDiiee kkuunnnneenn
ddee llaakkllaaaagg ooff ddee ppllaassttiicc ccoommppoo--
nneenntteenn bbeesscchhaaddiiggeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOmm eerrnnssttiigg ooff ddooddeelliijjkk lleettsseell ooff
sscchhaaddee aaaann bbeellaannggrriijjkkee oonnddeerrddee--
lleenn ttee vvoooorrkkoommeenn..
GGeebbrruuiikk ddee kkaabbeell vvaann ddee lliieerr
nnooooiitt oomm eeeenn vvooeerrttuuiigg bbiijj hheett
vveerrvvooeerr vvaasstt ttee zzeetttteenn..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddee kkaabbeell vvaann ddee
lliieerr bbeevveessttiiggdd aaaann eeeenn llaaddiinngg
ooff eeeenn aannddeerr vvooeerrttuuiigg..
GGeebbrruuiikk ddee lliieerr aalllleeeenn oomm eeeenn
vvaassttggeellooppeenn vvooeerrttuuiigg ((ssnneeeeuuww,,
mmooddddeerr eennzz..)) llooss ttee ttrreekkkkeenn..
ZZiiee aallttiijjdd ddee iinnssttrruuccttiiee vvaann ddee
lliieerrffaabbrriikkaanntt aallvvoorreennss llaaddiinnggeenn
ttee ttrreekkkkeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg ddaatt aallllee ssttooeelleenn,, aacccceessssooii--
rreess,, llaaddiinngg eenn lloossssee vvoooorrwweerrppeenn iinn
hheett vvooeerrttuuiigg ggooeedd vvaassttzziitttteenn,, ooff
vveerrwwiijjddeerr zzee oomm ttee vvoooorrkkoommeenn ddaatt
zzee oopp ddee wweegg vvaalllleenn eenn eeeenn ggee--
vvaaaarr vvoorrmmeenn vvoooorr aacchhtteerrooppkkoo--
mmeennddee vvooeerrttuuiiggeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
TTrraannssppoorrtteeeerr hheett vvooeerrttuuiigg aallttiijjdd
mmeett hheett vvooeerrttuuiigg nnaaaarr vvoorreenn oomm
sscchhaaddee aaaann hheett wwiinnddsssscchheerrmm ooff
aannddeerree ccoommppoonneenntteenn ttee vvoooorrkkoo--
mmeenn.. TTiijjddeennss hheett ttrraannssppoorrtt kkuunnnneenn
oonnddeerrddeelleenn lloossrraakkeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg vvoooorrddaatt hheett vvooeerrttuuiigg oopp eeeenn
llaaaaddppllaattffoorrmm ooff aaaannhhaannggwwaaggeenn
wwoorrddtt bbeevveessttiiggdd ddaatt uu ddee vvoollggeennddee
vveeiilliigghheeiiddssvvoooorrsscchhrriifftteenn iinn aacchhtt
nneeeemmtt..
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Transport
uitrusting
De transportuitrusting
(laadplatform,
aanhangwagen of
dieplader) moet over
de juiste afmetingen
en het juiste
laadvermogen
beschikken om het
voertuig veilig te
kunnen ondersteunen
en transporteren.
Transport
voertuig
Zorg dat de
trekcapaciteit en
specificaties van het
transportvoertuig niet
overschreden worden.
Zorg ervoor dat de
aanhangwagen of het
laadplatform goed aan
de trekhaak van het
transportvoertuig
wordt bevestigd.
Zichtbaar
heid
Zorg ervoor dat u
gedurende de hele
manoeuvre goed zicht
heeft.
Terrein
Het transportvoertuig
en de aanhangwagen
moeten op een vlakke
ondergrond staan.
Gebruik wielblokken
148
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
bij de aanhangwagen
en het
transportvoertuig om
te voorkomen dat deze
in beweging komen.
Oprijpla
ten
Gebruik oprijplaten
met een geschikte
belastingscapaciteit en
zet de oprijplaten vast
aan de aanhangwagen
op het laadplatform.
Vermijd het gebruik
van steile oprijplaten.
Omstan
ders
Zorg er altijd voor dat
er zich tijdens het
oprijden geen
omstanders in de
buurt van het voertuig
of de
transportuitrusting
bevinden.
Stoel en
accessoi
res
Zorg dat alle stoelen,
accessoires en lading
goed vastzitten, of
verwijder ze om te
voorkomen dat ze op
de weg vallen en een
gevaar vormen voor
achteropkomende
voertuigen.
KKrraacchhtt vvaann hheett vvooeerrttuuiigg
bbeennuutttteenn oomm sslleeeeppmmaatteerriieeeell
oopp ttee rriijjddeenn
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg oopp eeiiggeenn vveerrmmooggeenn
kkaann oopprriijjddeenn,, ggaaaatt uu aallss vvoollggtt ttee
wweerrkk::
1. Draag geschikte beschermende
kleding.
2. Gebruik uitsluitend een lage ver-
snelling (indien hermee uitgerust).
3. Blijf tijdens het rijden altijd zitten.
4. Zorg voor een goede uitlijning op
de rails of het laadplatform.
5. Zorg voordat u begint voor vol-
doende afstand tot de aanhangwa-
gen om het voertuig in een rechte
lijn uit te lijnen met de oprijplaten.
Probeer nooit te draaien terwijl u
de oprijplaten nadert. De achter-
wielen zijn dan mogelijk niet meer
uitgelijnd wanneer u de oprijplaten
bereikt en het voertuig kan dan
vallen.
6. Rijd de voorwielen langzaam de
oprijplaten op om de uitlijning te
controleren.
7. Laat het voertuig achteruitrollen,
controleer of de oprijplaten nog
goed vastzitten en rijd vervolgens
met gepaste snelheid verder.
8. Rijd het voertuig voorzichtig het
laadplatform of de aanhangwagen
op. Gebruik tijdens het oprijden
voldoende snelheid zonder de wie-
len te laten doorslippen of abrupt
te versnellen. Vermijd versnellen
op de oprijplaten om beweging van
de oprijplaten te voorkomen.
9. Als de aanhangwagen naar voren
toe afloopt, laat het voertuig dan
vooruitrollen zonder te versnellen.
10.Zorg nadat het voertuig op de
juiste plaats staat dat de schakel-
hendel van het voertuig in de par-
keerstand (P) wordt gezet.
Schakel het parkeerremmecha-
nisme in (indien hiermee
uitgerust).
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg nniieett oopp eeiiggeenn
vveerrmmooggeenn kkaann rriijjddeenn,, ttee vveerr
ddoooorrsscchhiieetteenn eeeenn rriissiiccoo vvoorrmmtt ooff
ggeevvaaaarrlliijjkkee oommssttaannddiigghheeddeenn hheett
oopprriijjddeenn oopp eeiiggeenn vveerrmmooggeenn oonn--
mmooggeelliijjkk mmaakkeenn,, ggaa ddaann vveerrddeerr
mmeett bbeehhuullpp vvaann eeeenn lliieerr..
VVooeerrttuuiigg mmeett bbeehhuullpp vvaann lliieerr
oopp sslleeeeppmmaatteerriieeeell ttrreekkkkeenn
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg nniieett oopp eeiiggeenn vveerr--
mmooggeenn kkaann oopprriijjddeenn,, ggaaaatt uu aallss
vvoollggtt ttee wweerrkk::
VOERTUIG TRANSPORTEREN
149
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RRooeepp ddee hhuullpp vvaann eeeenn aassssiisstteenntt
iinn.. EEeenn ppeerrssoooonn mmooeett oopp hheett vvooeerr--
ttuuiigg zziitttteenn mmeett ssttuuuurr,, rreemmmmeenn eenn
lliieerrsscchhaakkeellaaaarr bbiinnnneenn hhaannddbbeerreeiikk,,
tteerrwwiijjll ddee aannddeerree ppeerrssoooonn ddee oomm--
ggeevviinngg eenn ddee vveeiilliigghheeiidd vvaann ddee
mmaannooeeuuvvrree ccoonnttrroolleeeerrtt..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg ddaatt ddee lliieerrhhaaaakk vveeiilliigg aaaann
eeeenn ggeesscchhiikktt vveerraannkkeerriinnggssppuunntt
bbeevveessttiiggdd wwoorrddtt.. GGeebbrruuiikk ggee--
sscchhiikkttee uuiittrruussttiinngg..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Laat de motor, indien het voertuig vei-
lig kan worden gestart, stationair
draaien om te voorkomen dat de accu
leegraakt.
1. Zet de schakelhendel op NEU-
TRAL (N).
2. Als het voertuig uitgerust is met
een lier, gebruikt u de lier om het
voertuig op het platform te rollen.
3. Ga als volgt te werk als het voer-
tuig niet is uitgerust met een lier:
1. Bevestig een band rondom het
anker aan de voorbumper.
2. Maak de band vast aan de lier-
kabel van het sleepvoertuig.
3. Trek het voertuig met de lier op
de aanhangwagen.
4. Zet de schakelhendel in de par-
keerstand (P). Schakel het par-
keerremmechanisme in (indien
hiermee uitgerust).
VVooeerrttuuiigg vvaassttzzeetttteenn vvoooorr
ttrraannssppoorrtt
Bevestig het voertuig voor transport
met aangepaste
bevestigingsmiddelen op de aanhang-
wagen of pick-up. Gewoon touw is
niet aanbevolen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOmm eerrnnssttiigg ooff ddooddeelliijjkk lleettsseell ooff
sscchhaaddee aaaann bbeellaannggrriijjkkee oonnddeerrddee--
lleenn ttee vvoooorrkkoommeenn..
GGeebbrruuiikk ddee kkaabbeell vvaann ddee lliieerr
nnooooiitt oomm eeeenn vvooeerrttuuiigg bbiijj hheett
vveerrvvooeerr vvaasstt ttee zzeetttteenn..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddee kkaabbeell vvaann ddee
lliieerr bbeevveessttiiggdd aaaann eeeenn llaaddiinngg
ooff eeeenn aannddeerr vvooeerrttuuiigg..
GGeebbrruuiikk ddee lliieerr aalllleeeenn oomm eeeenn
vvaassttggeellooppeenn vvooeerrttuuiigg ((ssnneeeeuuww,,
mmooddddeerr eennzz..)) llooss ttee ttrreekkkkeenn..
ZZiiee aallttiijjdd ddee iinnssttrruuccttiiee vvaann ddee
lliieerrffaabbrriikkaanntt aallvvoorreennss llaaddiinnggeenn
ttee ttrreekkkkeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
SSlleeeepp ddiitt vvooeerrttuuiigg nnooooiitt aacchhtteerr eeeenn
wwaaggeenn ooff eeeenn aannddeerr vvooeerrttuuiigg.. GGee--
bbrruuiikk eeeenn aaaannhhaannggwwaaggeenn.. KKaanntteell
ddeezzee wwaatteerrssccooootteerr vvoooorr hheett ttrraannss--
ppoorrtt nnooooiitt oopp zziijjnn aacchhtteerrkkaanntt.. HHeett
vvooeerrttuuiigg mmooeett iinn zziijjnn nnoorrmmaallee rriijj--
ppoossiittiiee ((oopp aallllee wwiieelleenn)) ssttaaaann..
Denk eraan:
Laad de rekken van het voertuig af
voordat u het transporteert.
Bevestig dat de stoel(en) goed op
de plaats is(zijn) vergrendeld door
deze een aantal keer achteruit en
omhoog te trekken.
Zet de schakelhendel in de
PARKEER-stand.
Schakel de remslothendel in.
Maak het voertuig vast aan de
VOERTUIG TRANSPORTEREN
150
voor- en de
achterbevestigingspunten.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt aallllee ssttooeelleenn,, aacc--
cceessssooiirreess eenn llaasstt ggooeedd vvaassttzziitttteenn,,
ooff vveerrwwiijjddeerr zzee oomm ttee vvoooorrkkoommeenn
ddaatt zzee oopp ddee wweegg vvaalllleenn eenn eeeenn
ggeevvaaaarr vvoorrmmeenn vvoooorr aacchhtteerrooppkkoo--
mmeennddee vvooeerrttuuiiggeenn..
BBEEVVEESSTTIIGGIINNGGSSPPUUNNTT VVOOOORRAAAANN
TTYYPPIISSCCHH
1. Locatie bevestigingspunt achteraan
MMEERRKK OOPP
DDoooorr hheett eerrggeennss aannddeerrss aaaann ttee bbee--
vveessttiiggeenn kkaann hheett vvooeerrttuuiigg sscchhaaddee
ooppllooppeenn..
VVooeerrttuuiigg vvaann aaaannhhaannggwwaaggeenn
hhaalleenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
TTiijjddeennss hheett ttrraannssppoorrtt kkaann hheett
vvooeerrttuuiigg vveerrsscchhooeevveenn zziijjnn.. CCoonn--
ttrroolleeeerr ddaatt hheett vvooeerrttuuiigg ggooeedd mmeett
ddee oopprriijjppllaatteenn uuiittggeelliijjnndd iiss vvoooorrddaatt
uu vveerrddeerr ggaaaatt..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHeett zziicchhtt wwoorrddtt aaaannzziieennlliijjkk bbee--
ppeerrkktt wwaannnneeeerr uu ddee aaaannhhaannggwwaa--
ggeenn aaffrriijjddtt.. RRooeepp ddee hhuullpp vvaann eeeenn
aassssiisstteenntt iinn oomm oopp eeeenn ggooeeddee uuiitt--
lliijjnniinngg eenn eeeenn vveeiilliiggee oommggeevviinngg ttee
ccoonnttrroolleerreenn..
VOERTUIG TRANSPORTEREN
151
OONNDDEERRHHOOUUDD
152
OONNDDEERRHHOOUUDDSSSSCCHHEEMMAA
Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende
staat te houden. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het
onderhoudsschema.
De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud. Garantie-
claims kunnen onder andere worden afgewezen als de eigenaar of bestuurder
door verkeerd onderhoud of gebruik het probleem heeft veroorzaakt.
Voer periodieke controles uit en volg het onderhoudsschema. OOookk aallss uu hheett oonn--
ddeerrhhoouuddsssscchheemmaa vvoollggtt mmooeett uu sstteeeeddss ddee iinnssppeeccttiiee vvoooorr hheett vveerrttrreekk
uuiittvvooeerreenn.
Het controleren van storingscodes als eerste onderhoudsstap is een goede ge-
woonte en wordt sterk aanbevolen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg nniieett bbeehhoooorrlliijjkk vvoollggeennss hheett oonnddeerrhhoouuddsspprrooggrraammmmaa eenn ddee
oonnddeerrhhoouuddsspprroocceedduurreess wwoorrddtt oonnddeerrhhoouuddeenn kkaann ddaatt rriijjddeenn oopp hheett vvooeerrttuuiigg
oonnvveeiilliigg mmaakkeenn..
VVooeerr oonnddeerrhhoouudd uuiitt nnaa ggeebbrruuiikk iinn eexxttrreemmee oommssttaannddiigghheeddeenn
Spoel het volledige voertuig met zuiver zoet water.
Reinig de CVT-luchtfilter(s).
Tap het CVT-deksel af. Verwijder het deksel en reinig als er water of modder
wordt geconstateerd.
Controleer de motorluchtfilter. Reinig het luchtfilterhuis van de motor als er
water of modder wordt geconstateerd.
Inspecteer visueel op aanwezigheid van water in de luchtslang van de ver-
snellingsbak, het voordifferentieel en de achteraandrijving. Breng het voertuig
naar uw geautoriseerde Can-Am Off-road dealer voor inspectie en onderhoud
als er water wordt geconstateerd.
Reinig de schokdemper om schade aan de door stof of vuil te voorkomen.
Reinig de balgen van de aandrijfas.
ZZeeeerr ssttooffffiiggee oommssttaannddiigghheeddeenn
Raadpleeg de tabel ZZWWAAAARR WWEERRKK van het onderhoudsschema als uw voertuig
in de volgende omstandigheden wordt:
Het herhaaldelijk vervoeren van ladingen met meer dan 75% van de
maximumcapaciteit.
De hogere belasting van het aandrijfsysteem versnelt de levensduur van
de differentiëlen, versnellingsbak/transmissie en motorolie. Dit vermindert
de levensduur van de interne onderdelen als deze niet vaker worden
vervangen.
Rijden met buitensporig hoge snelheid gedurende langere tijd.
Meer dan gemiddeld beroepsmatig/commercieel gebruik vereist frequentere ver-
vanging van vloeistoffen en slijtageonderdelen dan normaal offroad, recreatief of
occasioneel beroepsmatig gebruik.
153
AAaannwwiijjzziinnggeenn vvoooorr oonnddeerrhhoouudd vvaann ddee lluucchhttffiilltteerr
Het onderhoud van de luchtfilter moet aangepast zijn aan de rijomstandigheden.
De luchtfilter moet vaker worden onderhouden in de volgende stoffige
omstandigheden:
Rijden op droog zand
Rijden op droge, met aarde bedekte oppervlakken
Rijden op met sneeuw bedekte oppervlakken
Rijden op droge grindwegen of dergelijke.
Als u in zulke omstandigheden in een groep rijdt moet de onderhoudsfrequentie
van het luchtfilter worden opgevoerd.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Een aanvullende voorfilter moet worden gebruikt om sneeuwophoping te voorko-
men wanneer het voertuig in zulke omstandigheden wordt gebruikt . Neem voor
nadere informatie contact op met uw erkende Can-Am dealer.
GGeebbrruuiikk iinn ddiieeppee mmooddddeerr//ddiieepp wwaatteerr
Of uw voertuig nu een X mr model is of werd uitgerust voor gebruik in diepe mod-
der/diep water, dit soort gebruik vereist frequenter onderhoud en inspecties om
ervoor te zorgen dat vuil niet in de mechanische onderdelen is
binnengedrongen.
Raadpleeg het hoofdstuk
DDiieeppee mmooddddeerr//ddiieepp wwaatteerr
van het onderhoudssche-
ma als u regelmatig in diepe modder/diep water rijdt.
Volg na iedere rit de punten in
VVooeerr oonnddeerrhhoouudd uuiitt nnaa ggeebbrruuiikk iinn ddiieeppee mmoodd--
ddeerr//ddiieepp wwaatteerr
.
VVooeerr oonnddeerrhhoouudd uuiitt nnaa ggeebbrruuiikk iinn ddiieeppee mmooddddeerr//ddiieepp wwaatteerr
Spoel het voertuig en de onderdelen af met vers water.
Reinig de CVT-luchtfilters.
Tap het CVT-compartiment af en reinig als er water of modder wordt
geconstateerd.
Inspecteer en reinig de motorluchtfilters en de behuizing hiervan.
Maak de radiator schoon.
Inspecteer visueel op accumulatie van water in de luchtslangen (brandstof-
tank, versnellingsbak, voordifferentieel en achteraandrijving). Breng, indien er
water aanwezig is, het voertuig naar uw dichtstbijzijnde, erkende Can-Am of-
f-road dealer voor inspectie en onderhoud van de belangrijke onderdelen met
betrekking tot de ontluchtingen.
Reinig de voor- en achterschokdempers om schade aan de afdichtingen door
stof en vuil te voorkomen.
Reinig de aandrijfasbalgen en de cardanasgaffels of -stofhoezen.
OOnnddeerrhhoouuddsssscchheemmaa
Zorg ervoor dat u het juiste onderhoud op de aanbevolen momenten uitvoert,
zoals in de tabellen is aangegeven.
De intervallen in het onderhoudsschema zijn gebaseerd op 3 factoren:
ONDERHOUDSSCHEMA
154
– Kalendertijd
– Bedrijfsuren
– Kilometerstand.
Houd in het oog wat zich het eerst voordoet om de onderhoudsdrempel vast te
stellen.
Uw rijgewoonten bepalen de factoren waar u zich aan moet houden.
Bijvoorbeeld:
Iemand die om het weekend met vrienden een trailrit gaat maken met het
voertuig zal waarschijnlijk de onderhoudsinterval bepalen aan de hand van
de kkiilloommeetteerrssttaanndd.
Iemand die het voertuig slechts enkele keren per jaar gebruikt (jagen, kampe-
ren) zal waarschijnlijk de onderhoudsinterval bepalen aan de hand van de
kkaalleennddeerrttiijjdd.
Iemand die het voertuig dagelijks/wekelijks gedurende lange tijd gebruikt,
zoals landbouw/werk, zal waarschijnlijk de onderhoudsinterval bepalen aan
de hand van de bbeeddrriijjffssuurreenn.
BBEELLAANNGGRRIIJJKK: De onderstaande tabellen tonen de betreffende onderhouds-
toepassing voor de eerste 3 jaar. Herhaal voor de opeenvolgende jaren tevens
hetzelfde patroon.
RReeggeellmmaattiigg oonnddeerrhhoouudd -- OOvveerrzziicchhtt
Kalenderja
ren Vaartuiguren Kilometerteller Regulier gebruik
1 100 3000 km (1900 mijl) AA
2 200 6000 km (3700 mijl) AA en BB
3 300 9000 km (5600 mijl) AA
AA
OOnnddeerrhhoouudd bbiijj zzwwaaaarr ggeebbrruuiikk eenn iinn mmooddddeerr//wwaatteerr --
OOvveerrzziicchhtt
Kalenderjaren Vaartuiguren Kilometerteller Zwaar gebruik
en diepe
modder/water
0,5 50 1500 km (900 mijl) AA++
1 100 3000 km (1900 mijl) AA++ en AA
1,5 150 4500 km (2800 mijl) AA++
2 200 6000 km (3700 mijl) AA++ en AA en BB
2,5 250 7500 km (4700 mijl) AA++
3 300 9000 km (5600 mijl) AA++ en AA
ONDERHOUDSSCHEMA
155
RREEGGUULLIIEERR GGEEBBRRUUIIKK AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Lucht- en brandstoflevering
Motorluchtfilter II,, CC,, LL ooff RR
Luchtleveringscomponenten en werking
(airbox, gasklephuis, kanalen, klemmen)* II,, CC
Brandstofonderdelen en werking
(brandstoftankdop, brandstoftank, slangen,
klemmen, lekkages)* IIkk
Brandstofpompdruk IIkk
Carrosserie, chassis en accessoires
Frameconditie IIkk
Vergrendeling van het zadel IIkk
Lier II,, CC
Motor en koeling
Motorolie en filter RR
Klepspeling (ongeacht kalendertijd) II,, AA,,
Bougies (ongeacht kalendertijd) RR
Motorpakkingen en afdichtingen IIkk
Motorkoelingsonderdelen
(koelvloeistofgehalte, koelvloeistofpeil,
toestand slang, klemmen, lekkages)* II,, AA,, IIkk
Motorkoelvloeistof RR
Iedere 5 jaar of 12000 km (7500 mi)
Radiator CC
Uitlaatgas en emissies
Ontluchtingsfilter brandstoftank (modellen
zonder EVAP). RR
Voorfilter van de containerontluchtingsleiding
(CARB- en EVAP-modellen) RR
Uitlaatonderdelen (pakkingen, leidingen,
toestand demper, lekkages)* II,, CC
Vonkafleider knalpot CC
Vuil of stof rond de uitlaatpijp en het gebied
rondom de knalpot CC
ONDERHOUDSSCHEMA
156
RREEGGUULLIIEERR GGEEBBRRUUIIKK AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Rem
Remcomponenten en werking (oliepeil,
remblokken, remschijven, remklauwen,
remvoeringen en hoofdcilinder)* II,, CC,, LL,, AA
Remvloeistof RR
Iedere 2 jaar
Gedrevenheid
Versnellingsbakolie
RR
Vervangen na de eerste 3000 km
(1900 mi) en na 6000 km (3700 mi) en
volg hierna het normale schema
Versnellingsbakolie II,, AA,, RR
Voordifferentieelolie II,, AA,, RR
Olie achteraandrijving midden en achter II,, AA,, RR
Banden (slijtage en spanning) II,, AA,,
Bouten beadlockwielen (indien aanwezig) TT
Wielmoeren TT
Aandrijvingscomponenten en functie
(afdichtingen ingaande en uitgaande as,
aandrijfasbalg, U-verbindingen cardanas)* II,, LL
Bediening
Werking versnellingsstandhendel II,, AA,,
Gaskabel (indien geïnstalleerd) II,, AA,, LL
Werking van de gashendel IIkk
Continu Variabele Transmissie (CVT)
CVT-componenten en functie* II,, CC LL
Elektrisch
Accuverbindingen en toestand II,, CC
Elektronische modules (foutcodes en
betreffende software-updates) IIkk
Routering elektrisch harnas IIkk
Voertuigsnelheidssensor CC
Werking bedieningsschakelaars en verlichting
(werking alle verlichting en schakelaars)* IIkk
ONDERHOUDSSCHEMA
157
RREEGGUULLIIEERR GGEEBBRRUUIIKK AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Besturing
Besturingscomponenten en functie
(stuurkolom, trekstangen)* IIkk
Bussen stuurkolomhelft II,, CC,, LL
Wielophanging
Wielophangingscomponenten en functie
(schokdemper, bollagers, ophangingsarmen,
draagarmen)* II,, CC,, LL,, TT
Bussen stabilisatorstang
II,, LL
Aanbevolen bij
elke 1.000 km
(620 mi)
*Raadpleeg de lokale dealer voor een uitgebreide lijst met uit te voeren
ONDERHOUDSSCHEMA
158
ZZWWAAAARR GGEEBBRRUUIIKK AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
5500 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Lucht- en brandstoflevering
Motorluchtfilter II,, CC,, LL ooff RR
Luchtleveringscomponenten en
werking (airbox, gasklephuis,
kanalen, klemmen)* II,, CC
Brandstofonderdelen en werking
(brandstoftankdop, brandstoftank,
slangen, klemmen, lekkages)* IIkk
Brandstofpompdruk IIkk
Carrosserie, chassis en accessoires
Frameconditie IIkk
Vergrendeling van het zadel IIkk
Lier II,, CC
Motor en koeling
Motorolie en filter RR
Klepspeling (ongeacht kalendertijd) II,, AA,,
Bougies (ongeacht kalendertijd) RR
Motorpakkingen en afdichtingen IIkk
Motorkoelingsonderdelen
(koelvloeistofgehalte,
koelvloeistofpeil, toestand slang,
klemmen, lekkages)*
II,, AA,, IIkk
Motorkoelvloeistof RR
Iedere 5 jaar of 12000 km (7500 mi)
Radiator CC
Uitlaatgas en emissies
Ontluchtingsfilter brandstoftank
(modellen zonder EVAP). RR
Voorfilter van de
containerontluchtingsleiding (CARB-
en EVAP-modellen) RR
Uitlaatonderdelen (pakkingen,
leidingen, toestand demper,
lekkages)* II,, CC
ONDERHOUDSSCHEMA
159
ZZWWAAAARR GGEEBBRRUUIIKK AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
5500 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Vonkafleider knalpot CC
Vuil of stof rond de uitlaatpijp en het
gebied rondom de knalpot CC
Rem
Remcomponenten en werking
(oliepeil, remblokken, remschijven,
remklauwen, remvoeringen en
hoofdcilinder)*
II,, CC,, LL,, AA
Remvloeistof RR
Iedere 2 jaar
Gedrevenheid
Versnellingsbakolie
RR
Vervangen na de eerste 3000 km (1900 mi) en
na 6000 km (3700 mi) en volg hierna het
normale schema
Versnellingsbakolie II,, AA,, RR
Voordifferentieelolie II,, AA,, RR
Olie achteraandrijving midden en
achter II,, AA,, RR
Banden (slijtage en spanning) II,, AA,,
Bouten beadlockwielen (indien
aanwezig) TT
Wielmoeren TT
Aandrijvingscomponenten en functie
(afdichtingen ingaande en uitgaande
as, aandrijfasbalg, U-verbindingen
cardanas)*
II,, LL
Bediening
Werking versnellingsstandhendel II,, AA,,
Gaskabel (indien geïnstalleerd) II,, AA,, LL
Werking van de gashendel IIkk
Continu Variabele Transmissie (CVT)
CVT-componenten en functie* II,, CC LL
Elektrisch
ONDERHOUDSSCHEMA
160
ZZWWAAAARR GGEEBBRRUUIIKK AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
5500 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Accuverbindingen en toestand II,, CC
Elektronische modules (foutcodes
en betreffende software-updates) IIkk
Routering elektrisch harnas IIkk
Voertuigsnelheidssensor CC
Werking bedieningsschakelaars en
verlichting (werking alle verlichting
en schakelaars)* IIkk
Besturing
Besturingscomponenten en functie
(stuurkolom, trekstangen)* IIkk
Bussen stuurkolomhelft II,, CC,, LL
Wielophanging
Wielophangingscomponenten en
functie (schokdemper, bollagers,
ophangingsarmen, draagarmen)* II,, CC,, LL TT
Bussen stabilisatorstang
II,, LL
Aanbevolen
bij elke 1.000
km (620 mi)
*Raadpleeg de lokale dealer voor een uitgebreide lijst met uit te voeren
ONDERHOUDSSCHEMA
161
DDIIEEPPEE MMOODDDDEERR //
WWAATTEERR AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
5500 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Lucht- en brandstoflevering
Motorluchtfilter II,, CC,, LL ooff RR
Luchtleveringscomponenten en
werking (airbox, gasklephuis,
kanalen, klemmen)* II,, CC
Brandstofonderdelen en werking
(brandstoftankdop, brandstoftank,
slangen, klemmen, lekkages)* IIkk
Brandstofpompdruk IIkk
Carrosserie, chassis en accessoires
Frameconditie IIkk
Vergrendeling van het zadel IIkk
Lier II,, CC
Motor en koeling
Motorolie en filter II,, AA,, RR
Klepspeling (ongeacht kalendertijd) II,, AA,,
Bougies (ongeacht kalendertijd) RR
Motorpakkingen en afdichtingen IIkk
Motorkoelingsonderdelen
(koelvloeistofgehalte,
koelvloeistofpeil, toestand slang,
klemmen, lekkages)*
II,, AA,, IIkk
Motorkoelvloeistof RR
Iedere 5 jaar of 12000 km (7500 mi)
Radiator CC
Uitlaatgas en emissies
Ontluchtingsfilter brandstoftank
(modellen zonder EVAP). RR
Voorfilter van de
containerontluchtingsleiding (CARB-
en EVAP-modellen) RR
ONDERHOUDSSCHEMA
162
DDIIEEPPEE MMOODDDDEERR //
WWAATTEERR AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
5500 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Uitlaatonderdelen (pakkingen,
leidingen, toestand demper,
lekkages)* II,, CC
Vonkafleider knalpot CC
Vuil of stof rond de uitlaatpijp en het
gebied rondom de knalpot CC
Rem
Remcomponenten en werking
(oliepeil, remblokken, remschijven,
remklauwen, remvoeringen en
hoofdcilinder)*
II,, CC,, LL,, AA
Remvloeistof RR
Iedere 2 jaar
Gedrevenheid
Versnellingsbakolie
RR
Vervangen na de eerste 3000 km (1900 mi) en
na 6000 km (3700 mi) en volg hierna het
normale schema
Versnellingsbakolie II,, AA,, RR
Voordifferentieelolie II,, AA,, RR
Olie achteraandrijving midden en
achter II,, AA,, RR
Banden (slijtage en spanning) II,, AA,,
Bouten beadlockwielen (indien
aanwezig) TT
Wielmoeren TT
Aandrijvingscomponenten en functie
(afdichtingen ingaande en uitgaande
as, aandrijfasbalg, U-verbindingen
cardanas)*
II,, LL
Bediening
Werking versnellingsstandhendel II,, AA,,
Gaskabel (indien geïnstalleerd) II,, AA,, LL
Werking van de gashendel IIkk
ONDERHOUDSSCHEMA
163
DDIIEEPPEE MMOODDDDEERR //
WWAATTEERR AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
5500 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
110000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Continu Variabele Transmissie (CVT)
CVT-componenten en functie* II,, CC LL
Elektrisch
Accuverbindingen en toestand II,, CC
Elektronische modules (foutcodes
en betreffende software-updates) IIkk
Routering elektrisch harnas IIkk
Voertuigsnelheidssensor CC
Werking bedieningsschakelaars en
verlichting (werking alle verlichting
en schakelaars)* IIkk
Besturing
Besturingscomponenten en functie
(stuurkolom, trekstangen)* IIkk
Bussen stuurkolomhelft II,, CC,, LL
Wielophanging
Wielophangingscomponenten en
functie (schokdemper, bollagers,
ophangingsarmen, draagarmen)* II,, CC,, LL TT
Bussen stabilisatorstang
II,, LL
Aanbevolen
bij elke 1.000
km (620 mi)
*Raadpleeg de lokale dealer voor een uitgebreide lijst met uit te voeren
ONDERHOUDSSCHEMA
164
OOnnddeerrhhoouuddssddooccuummeennttaattiiee
Zend zonodig een kopie van het onderhoudsschema naar BRP.
PPrree--lleevveerriinngg
Serienummer: Handtekening/afdruk:
Kilometerstand:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het Pre-Delivery Bulletin van het voertuig voor gedetailleerde installatieprocedures.
EEEERRSSTTEE IINNSSPPEECCTTIIEE
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
165
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
166
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
167
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
168
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
169
OONNDDEERRHHOOUUDDSSPPRROOCCEEDDUURREESS
Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen voor
de elementaire
onderhoudsprocedures.
Vanwege de complexiteit van som-
mige onderhoudsprocedures is goede
mechanische deskundigheid vereist.
Als u niet comfortabel bent met deze
procedures, neem dan contact op met
een erkende Can-Am Off-Road dea-
ler, reparatieplaats of persoon van uw
keuze.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
TTeennzziijj aannddeerrss aaaannggeeggeevveenn,, mmooeett
uu ddee mmoottoorr ssttooppzzeetttteenn eenn ddee sslleeuu--
tteell aallttiijjdd vveerrwwiijjddeerreenn vvoooorr uu oonnddeerr--
hhoouudd uuiittvvooeerrtt
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
WWaaaarr bboorrggiinnrriicchhttiinnggeenn mmooeetteenn
wwoorrddeenn vveerrwwiijjddeerrdd ((bbvv.. bboorrggppeenn,,
zzeellffbboorrggeennddee bbeevveessttiiggiinngg eennzz..)),,
mmooeett uu ddeezzee aallttiijjdd ddoooorr nniieeuuwwee
vveerrvvaannggeenn..
HHeett bbeerriicchhtt rreesseetttteenn::
OOnnddeerrhhoouudd vveerreeiisstt
1. Gebruik de ONDERSTE knop
(4.5” digitale display) of de knop
MENU (7.6” digitale display) om
RREESS MMAAIINN in IINNSSTTEELLLLIINNGGEENN te
selecteren.
2. Houd de knop ingedrukt om het
onderhoudsbericht te resetten.
MMOOTTOORRLLUUCCHHTTFFIILLTTEERR
MMoottoorrlluucchhttffiilltteerr vveerrwwiijjddeerreenn
MMEERRKK OOPP
VVeerrwwiijjddeerr ooff wwiijjzziigg ggeeeenn eennkkeell oonn--
ddeerrddeeeell vvaann hheett lluucchhttffiilltteerrhhuuiiss..
AAnnddeerrss kkaann ddee mmoottoorr mmiinnddeerr ppeerr--
ffoorrmmaanntt wwoorrddeenn ooff sscchhaaddee oopplloo--
ppeenn.. DDee mmoottoorr iiss ssppeecciiaaaall
ggeekkaalliibbrreeeerrdd oomm mmeett ddeezzee oonnddeerr--
ddeelleenn ttee wweerrkkeenn..
1. Verwijder de zitting.
2. Til de achterkant van de console
naar boven tot de tappen loslaten
van de pakkingringen.
TTYYPPIISSCCHH
1. Console
2. Tappen en pakkingsringen
3. Trek de console naar achter.
4. Draai het deksel van de luchtfilter
linksom om het te verwijderen.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Voor makkelijke verwijdering kunt u
een dopsleutel gebruiken.
1. Deksel luchtfilter
5. Verwijder de luchtfilter.
170
HHeett mmoottoorrlluucchhttffiilltteerr ccoonnttrroolleerreenn eenn
aaffttaappppeenn
1. Verwijder het linkerzijpaneel.
2. Vang de vloeistof van de toevoer-
buis van het luchtfilterhuis op.
TTYYPPIISSCCHH
1. Toevoerbuis van het luchtfilterhuis
3. Controleer dat de vuilfilterkamer
schoon is.
Als u vuil of water vaststelt,
moet de filterkamer met een
stofzuiger worden gereinigd.
MMEERRKK OOPP
BBllaaaass ggeeeenn ppeerrsslluucchhtt iinn ddee
lluucchhttffiilltteerrkkaammeerr..
4. Afvoerbuis van het luchtfilter
(schone kamer).
Als u vuil of water vaststelt, zie
het hoofdstuk
Speciale
procedures
.
Onderzoek wat de bron is van
de contaminatie.
TTYYPPIISSCCHH
1. Afvoerbuis van het luchtfilter
MMoottoorrlluucchhttffiilltteerr rreeiinniiggeenn eenn mmeett oolliiee
ssmmeerreenn
PPaappiieerreenn ffiilltteerr rreeiinniiggeenn
1. Zorg dat de schuimfilter uit de pa-
pierfilter wordt genomen.
2. Tik grote stofafzettingen uit de
papierfilter.
Zo vallen vuil en stof uit de
papierfilter.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De papierfilter heeft een beperkte le-
vensduur; vervang hem als hij te vuil
of verstopt is.
MMEERRKK OOPP
HHeett wwoorrddtt nniieett aaaannggeerraaddeenn mmeett
ppeerrsslluucchhtt oopp hheett ppaappiieerreenn eelleemmeenntt
ttee bbllaazzeenn.. DDiitt kkaann ddee ppaappiieerrvveezzeellss
bbeesscchhaaddiiggeenn eenn ddee ffiilltteerrccaappaacciitteeiitt
rreedduucceerreenn bbiijj ggeebbrruuiikk iinn ssttooffffiiggee
oommggeevviinnggeenn.. AAllss ddee mmoottoorrlluucchhttffiill--
tteerr ttee vvuuiill iiss eenn nniieett kkaann wwoorrddeenn
ggeerreeiinniiggdd vvoollggeennss ddee aaaannbbeevvoolleenn
pprroocceedduurree,, mmooeett ddeezzee wwoorrddeenn
vveerrvvaannggeenn..
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk ggeeeenn wwaassmmiiddddeell oomm ddee
ppaappiieerrffiilltteerr ttee wwaasssseenn..
ONDERHOUDSPROCEDURES
171
SScchhuuiimmffiilltteerr rreeiinniiggeenn
1. Spuit binnen en buiten op de
schuimfilter met een goede luchtfil-
terreiniger en volg de aanwijzingen
van de fabrikant op.
TTYYPPIISSCCHH
2. Laat de schuimfilter helemaal
drogen.
TTYYPPIISSCCHH
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Een tweede toepassing kan noodza-
kelijk zijn voor zwaar vervuilde
elementen.
SScchhuuiimmffiilltteerr mmeett oolliiee ssmmeerreenn
1. Zorg ervoor dat het filter schoon is.
Zie
Het schuimfilter schoonmaken
.
2. Spuit luchtfilterolie op het eerder
gedroogde schuimfilter.
TTYYPPIISSCCHH
3. 3 tot 5 minuten laten rusten.
4. Neem eventuele overtollige olie,
die naar de papierfilter zou kunnen
lopen, weg door de schuimfilter in
een absorberende doek te wikke-
len en er zachtjes op te knijpen.
Hierdoor zal de olie de schuimfilter
volledig dekken.
5. Plaats de schuimfilter over de
papierfilter.
TTYYPPIISSCCHH
6. Smeer het plastic filterhuis lichtjes
om het makkelijker te installeren
en te verwijderen in de toekomst.
MMoottoorrlluucchhttffiilltteerr iinnssttaalllleerreenn
1. Plaats de schuimfilter met olie over
de papieren luchtfilter.
2. Smeer O-ring en de plastic behui-
zing van de luchtfilter lichtjes.
3. Plaats het luchtfilter in de omge-
keerde volgorde van de
verwijdering.
4. Zorg dat het luchtfilterdeksel op
juiste wijze op het luchtfilterhuis is
vergrendeld. Zie indicaties op het
filterdeksel en -huis.
ONDERHOUDSPROCEDURES
172
1. Dekselstandpijl
2. Vergrendeld
3. Ontgrendeld
5. Plaats de console in de omge-
keerde volgorde van de verwijde-
ring. Let echter goed op het
volgende.
Plaats de lipjes aan de voor-
kant van de console op één lijn
met de uitsparingen en duw de
console naar voren.
Lijn vervolgens de tappen met
pakkingringen op de achterkant
van de console tot tappen en
pakkingringen in elkaar
passen.
TTYYPPIISSCCHH
1. Console
2. Tappen en pakkingsringen
6. Plaats de zitting terug.
CCVVTT--LLUUCCHHTTFFIILLTTEERR
CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr vveerrwwiijjddeerreenn
1. Verwijder de meterhouder.
1. Optrekken
2. Schuif
2. Druk op de lippen (3) en verwijder
het luchtfilter
1. CVT-luchtfilter
2. Lipje
CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr rreeiinniiggeenn
1. Spuit binnen en buiten op de filter
met een goede luchtfilterreiniger
en volg de aanwijzingen van de fa-
brikant op.
2. Laat de filter volledig drogen.
ONDERHOUDSPROCEDURES
173
1. CVT-luchtfilter (opschuiftype)
1. CVT luchtfilter (aanklemtype)
3. Maak de binnenkant van de
CVT-luchtinlaat schoon.
CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr iinnssttaalllleerreenn
MMooddeelllleenn mmeett ooppsscchhuuiiffbbaaaarr
lluucchhttffiilltteerr
Plaats de luchtfilter op de CVT-inlaat
door deze aan de kanten uit te rekken.
MMooddeelllleenn mmeett aaaannkklleemmbbaaaarr
lluucchhttffiilltteerr
Installeer het luchtfilter op de CVT
door de lipjes in de uitsparing te ste-
ken en op het luchtfilter te drukken tot
het vastklikt.
AAllllee mmooddeelllleenn
Plaats de de meterhouder
1. Haak
2. Steunlipje sluiten
MMOOTTOORROOLLIIEE::
HHeett mmoottoorroolliieeppeeiill ccoonnttrroolleerreenn
MMEERRKK OOPP
EEeenn ttee hhoooogg oolliieeppeeiill kkaann eerrnnssttiiggee
sscchhaaddee aaaann ddee mmoottoorr//ttrraannssmmiissssiiee
aaaannrriicchhtteenn..
MMEERRKK OOPP
CCoonnttrroolleeeerr hheett oolliieeppeeiill wwaannnneeeerr
ddee mmoottoorr kkoouudd iiss..
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Reinig de zone van de peilstok om
te voorkomen dat er ongewenste
deeltjes in de motor vallen.
TTYYPPIISSCCHH —— RREECCHHTTEERRKKAANNTT VVAANN DDEE
MMOOTTOORR
1. Peilstok
3. Schroef de peilstok los, verwijder
hem en wrijf hem schoon.
4. Plaats de peilstok terug en schroef
hem helemaal vast.
ONDERHOUDSPROCEDURES
174
5. Verwijder de peilstok en lees het
oliepeil af. Dat moet dicht bij het
bovenste merkteken liggen.
TTYYPPIISSCCHH
1. Vol
2. Toevoegen
3. Gebruiksbereik
Breng de peilstok aan wanneer het
oliepeil zich tussen merktekens
bevindt.
Vul als volgt olie bij wanneer het
oliepeil zich onder het onderste
merkteken bevindt:
Steek een trechter in de ope-
ning voor de oliepeilplug.
Voeg een beetje van de aanbe-
volen olie toe en controleer het
oliepeil opnieuw.
Vul olie bij tot het peil het bo-
venste merkteken heeft bereikt.
MMEERRKK OOPP
NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn.. WWiiss ggee--
mmoorrssttee oolliiee wweegg..
6. Bevestig de peilstok correct.
AAaannbbeevvoolleenn mmoottoorroolliiee
Rotax®motoren werden ontwikkeld en
gevalideerd met de ®olie.
BRP raadt u aan altijd XPS-motorolie
of een gelijkwaardig middel te
gebruiken.
Schade veroorzaakt door het gebruik
van een olie die niet voor de motor ge-
schikt is, wordt wellicht niet gedekt
door de beperkte garantie van BRP.
Aanbevolen XPS-motorolie
Algemene
doeleinden
5W40 synthetische
gemengde olie
Lage
temperaturen
0W40 synthetische
gemengde olie
Hoge
temperatuur
10W50
synthetische olie
Als de aanbevolen XPS-motorolie
niet beschikbaar is
Gebruik een SAE 4-taktmotorolie
die voldoet aan de onderstaande
specificaties van de
smeermiddelindustrie of deze
overschrijdt.
Controleer altijd of het API-label op
de oliebus minstens één van de
aangegeven normen vermeldt.
API-onderhoudsclassificatie SN
of
JASO MA2.
MMoottoorroolliiee vveerrvvaannggeenn
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee mmoottoorroolliiee kkaann eerrgg hheeeett zziijjnn..
WWaacchhtt ttoott ddee mmoottoorroolliiee wwaarrmm iiss..
MMEERRKK OOPP
DDee mmoottoorroolliiee eenn hheett oolliieeffiilltteerr mmooee--
tteenn oopp hheettzzeellffddee ooggeennbblliikk wwoorrddeenn
vveerrvvaannggeenn..
1. Zet het voertuig op een vlak
oppervlak.
ONDERHOUDSPROCEDURES
175
2. Laat de motor op zijn normale be-
drijfstemperatuur komen en stop
de motor vervolgens.
3. Verwijder de peilstok.
4. Maak de plaats rond de olieaftap-
plug schoon.
5. Zet een opvangbak onder de
olieaftapplug.
6. Schroef de magnetische olieaftap-
plug los en verwijder de
pakkingring.
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee mmoottoorroolliiee kkaann eerrgg hheeeett zziijjnn..
1. Magnetische aftapplug
2. Toegang door frame
7. Wacht lang genoeg zodat alle olie
uit de motor en het oliefilter kan
lekken.
8. Vervang het oliefilter. Raadpleeg
Motoroliefilter
.
9. Verwijder metaaldeeltjes en residu
van de magnetische aftapplug.
MMEERRKK OOPP
DDee aaaannwweezziigghheeiidd vvaann vvuuiill wwiijjsstt oopp
iinntteerrnnee sscchhaaddee aaaann ddee mmoottoorr..
10.Plaats een NIEUWE pakkingring
op de magnetische aftapplug.
MMEERRKK OOPP
PPllaaaattss ddee ggeebbrruuiikkttee ppaakkkkiinnggrriinngg
nnooooiitt tteerruugg..
VVeerrvvaanngg ddeezzee sstteeeeddss ddoooorr eeeenn
nniieeuuwwee..
11.Installeer de magnetische aftap-
plug en draai deze aan.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
M2 aftapplug 20 ± 2 Nm
(15 ± 1 lbf-ft)
M18 aftapplug 30 ± 2 Nm
(22 ± 1 lbf-ft)
12.Vul de motor tot het juiste niveau
met de aanbevolen olie.
Raadpleeg de
Technische specifi-
caties
voor het olievolume.
13.Start de motor en laat hem enkele
minuten stationair draaien.
14.Controleer of er geen lekkage is
ter hoogte van de oliefilter en de
olieaftapplug.
15.Stop de motor.
16.Wacht even tot de olie is doorge-
stroomd naar het carter en contro-
leer het oliepeil.
17.Vul bij indien nodig.
18.Verwijder de oude olie volgens de
plaatselijke milieuvoorschriften.
MMOOTTOORROOLLIIEEFFIILLTTEERR
OOlliieeffiilltteerr vveerrwwiijjddeerreenn
Reinig de omgeving van de oliefilter.
Verwijder het oliefilterdeksel.
Verwijder de oliefilter.
TTYYPPIISSCCHH
1. Oliefilterschroef
2. Oliefilterdeksel
3. O-ring
4. Oliefilter
ONDERHOUDSPROCEDURES
176
OOlliieeffiilltteerr iinnssttaalllleerreenn
1. Controleer de filterinlaat- en uitlaat
op verontreinigingen en reinig
deze zones.
1. Inlaatboring van oliepomp naar oliefilter
2. Uitlaatboring naar het
motorolie-toevoersysteem
2. Plaats een NIEUWE O-ring op het
oliefilterdeksel.
3. Plaats het nieuwe filter op het
filterdeksel.
4. Smeer de O-ring en het uiteinde
van de filter met motorolie.
1. Dunne laag olie aanbrengen
2. Dunne laag olie aanbrengen
MMEERRKK OOPP
LLeett eerroopp ddaatt ddee OO--rriinngg ttiijjddeennss hheett
ppllaaaattsseenn vvaann hheett ffiilltteerr eenn hheett ddeekk--
sseell nniieett bbeekklleemmdd rraaaakktt..
5. Plaats het deksel over de motor.
6. Draai de schroeven van het oliefil-
terdeksel vast volgens de aanbe-
volen specificaties.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Schroeven van
het
oliefilterdeksel
10 ± 1 Nm
(89 ± 9 lbf-in)
7. Wis eventueel gemorste olie van
de motor.
FFIILLTTEERR VVAANN HHEETT
VVEERRDDAAMMPPIINNGGSSEEMMIISSSSIIEE--
SSYYSSTTEEEEMM
FFiilltteerr vvaann hheett
vveerrddaammppiinnggsseemmiissssiieessyysstteeeemm
vveerrvvaannggeenn
Het filter van het verdampingsemissie-
systeem bevindt zich achter het bin-
nenspatbord linksvoor op de
EVAP-container.
1. Knip de kabelbandjes om het filter
op de EVAP-containersteun los.
2. Trek het filter voldoende op om
toegang tot beide slangen te
krijgen.
3. Knip de Oetiker-klemmen door
waarmee de slangen aan het filter
zijn bevestigd.
4. Verwijder het filter en gooi dit weg.
5. Monteer het nieuwe filter met be-
hulp van de nieuwe
Oetiker-klemmen.
ONDERHOUDSPROCEDURES
177
OONNTTLLUUCCHHTTIINNGGSSFFIILLTTEERR
BBRRAANNDDSSTTOOFFTTAANNKK
HHeett oonnttlluucchhttiinnggssffiilltteerr vvaann ddee
bbrraannddssttooffttaannkk vveerrvvaannggeenn
Het ontluchtingsfilter van de brand-
stoftank bevindt zich onder het achter-
spatbord tussen de hals van de
brandstoftank en de zitting.
1. Koppel de slangen los van het filter
bij de wielkast aan de rechterzijde.
2. Verwijder het filter en gooi dit weg.
3. Monteer een nieuw filter met de pijl
naar de achterkant van het
voertuig.
4. Zorg dat de slangen goed
vastzitten.
RRAADDIIAATTEEUURR
RRaaddiiaattoorr iinnssppeecctteerreenn
1. Controleer af en toe of de omge-
ving van de radiator schoon is.
TTYYPPIISSCCHH
2. Inspecteer de radiator en slangen
op lekkage of andere schade.
3. Inspecteer de radiatorvinnen. Ze
moeten schoon zijn, vrij van mod-
der, vuil, bladeren en andere ver-
ontreinigingen die de koelprestatie
van de radiator in het gedrang kun-
nen brengen.
4. Verwijder zoveel mogelijk veront-
reinigingen met de hand.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De binnenspatborden kunnen worden
verwijderd voor gemakkelijke
reiniging.
Heeft u water ter beschikking,
ONDERHOUDSPROCEDURES
178
probeer de radiatorvinnen dan af
te spoelen.
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
MMaaaakk ddee rraaddiiaattoorr nnooooiitt sscchhoooonn
mmeett uuww hhaannddeenn tteerrwwiijjll hhiijj nnoogg hheeeett
iiss..
LLaaaatt ddee ttee rreeiinniiggeenn rraaddiiaattoorr eeeerrsstt
aaffkkooeelleenn..
MMEERRKK OOPP
LLeett oopp ddaatt uu ddee rraaddiiaattoorrvviinnnneenn nniieett
bbeesscchhaaddiiggtt bbiijj ddee rreeiinniiggiinngg..
GGeebbrruuiikk ggeeeenn wweerrkkttuuiiggeenn//vvoooorr--
wweerrppeenn ddiiee ddee vviinnnneenn kkuunnnneenn
bbeesscchhaaddiiggeenn..
DDee vviinnnneenn zziijjnn ddooeellbbeewwuusstt eerrgg
dduunnnnee oonnddeerrddeelleenn,, oomm eeeenn eeffffii--
cciiëënnttee kkooeelliinngg mmooggeelliijjkk ttee mmaakkeenn..
SSppuuiitt zzee eennkkeell sscchhoooonn oonnddeerr llaaggee
ddrruukk..
GGeebbrruuiikk nnooooiitt eeeenn
HHOOGGEEDDRRUUKKRREEIINNIIGGEERR..
5. Laat de werking van het koelsys-
teem controleren door een er-
kende off-road-dealer van
Can-Am, reparateur of iemand
naar uw keuze.
MMOOTTOORRKKOOEELLVVLLOOEEIISSTTOOFF
MMoottoorrkkooeellvvllooeeiissttooffppeeiill ccoonnttrroolleerreenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
CCoonnttrroolleeeerr hheett kkooeellvvllooeeiissttooffppeeiill
wwaannnneeeerr ddee mmoottoorr kkoouudd iiss..
VVooeegg nnooooiitt kkooeellvvllooeeiissttooff ttooee aaaann
hheett kkooeellssyysstteeeemm tteerrwwiijjll ddee mmoottoorr
hheeeett iiss..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als u vaak koelvloeistof aan uw koel-
systeem moet toevoegen wijst dit op
lekkage of motorproblemen. Neem
contact op met een officiële Can-Am
Off-Road-dealer.
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Verwijder de meterhouder.
1. Optrekken
2. Schuif
3. Verwijder de dop van het
koelvloeistofreservoir.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrwwiijjddeerr ddee ddoopp vvaann hheett kkooeell--
vvllooeeiissttooffrreesseerrvvooiirr nniieett aallss ddee mmoo--
ttoorr wwaarrmm iiss..
4. Wanneer het voertuig op een vlak
oppervlak staat moet het vloeistof-
peil tussen de MIN. en MAX. merk-
tekens van het koelmiddelreservoir
staan.
1. Motorkoelvloeistofreservoir
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Wanneer u het peil controleert bij een
temperatuur van minder dan 20 ° C
(68 ° F), mag het iets onder het MIN.
merkteken liggen.
ONDERHOUDSPROCEDURES
179
5. Vul zoveel koelvloeistof bij als
nodig.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: Gebruik een trechter
om morsen te vermijden. NNooooiitt ttee
vveeeell bbiijjvvuulllleenn..
6. Sluit de dop van het reservoir op-
nieuw en draai hem stevig aan.
7. Plaats de meterhouder terug.
1. Haak
2. Steunlipje sluiten
AAaannbbeevvoolleenn mmoottoorrkkooeellvvllooeeiissttooff
XXPPSS aaaannbbeevvoolleenn
mmoottoorrkkooeellvvllooeeiissttooff
XPS Voorgemengde koelvloeistof
met een lange levensduur
Als de aanbevolen XPS
motorkoelvloeistof niet beschikbaar
is
Gedistilleerd water met
antivriesmiddel (50% gedistilleerd
water, 50% antivriesmiddel)
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk aallttiijjdd eetthhyylleeeennggllyyccoollaannttii--
vvrriieess mmeett ccoorrrroossiieerreemmmmeerrss,, ssppeeccii--
aaaall bbeesstteemmdd vvoooorr aalluummiinniiuumm
iinntteerrnnee vveerrbbrraannddiinnggssmmoottoorreenn..
VVeerrvvaannggiinngg mmoottoorrkkooeellvvllooeeiissttooff
KKooeellssyysstteeeemm aaffttaappppeenn
1. Verwijder de meterhouder.
1. Optrekken
2. Schuif
2. Verwijder de dop van het
koelvloeistofreservoir.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrwwiijjddeerr ddee ddrruukkddoopp nniieett eenn
ddrraaaaii ddee kkooeellvvllooeeiissttooffaaffttaapppplluugg
nniieett ooppeenn tteerrwwiijjll ddee mmoottoorr hheeeett iiss,,
oomm bbrraannddwwoonnddeenn ttee vvoooorrkkoommeenn..
1. Dop motorkoelvloeistoftank
3. Schroef de koelvloeistofaftapplug
gedeeltelijk los en vang de koel-
vloeistof op in een geschikt
recipiënt.
1. Koelvloeistofaftapplug
ONDERHOUDSPROCEDURES
180
665500--mmoottoorreenn
4. Koppel de onderste radiatorslang
los en vang de resterende koel-
vloeistof op in een geschikt
recipiënt.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Onthoud de positie van de slangklem
op de onderste radiatorslang bij de
radiator.
5. Installeer de radiatorslang terug
zoals ze was geplaatst voor u ze
verwijderde.
AAllllee mmoottoorreenn
6. Installeer de aftapplug van het
koelsysteem opnieuw met een
nieuw afdichtring.
7. Draai de koelvloeistofaftapplug
aan.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Afvoerplug 10± 1 Nm
(89 ± 9 lbf-in)
8. Ontlucht het koelsysteem, zie
Koelsysteem vullen en ontluchten
.
KKooeellssyysstteeeemm vvuulllleenn eenn oonnttlluucchhtteenn
1. Schoef de ontluchtingsschroeven
los boven de cilinders vooraan en
achteraan.
TTYYPPIISSCCHH
1. Ontluchtingsschroef cilinder vooraan
TTYYPPIISSCCHH
1. Ontluchtingsschroef cilinder achteraan
2. Vul het koelsysteem tot de koel-
vloeistof uit de ontluchtingsschroef
(-schroeven) stroomt.
665500--mmoottoorreenn
3. Knijp verschillende keren in de bo-
venkant van de koelvloeistofslang
tussen de radiator en de koelvloei-
stofpomp tot alle lucht uit het
hoogste deel van de slang is
ontsnapt.
AAllllee mmooddeelllleenn
4. Installeer de ontluchtingsschroef
met NNIIEEUUWWEE pakkingringen en
draai aan volgens specificaties.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Aftapschroeven 5,0 ± 0,6 Nm
(44 ± 5 lbf-in)
5. Blijf koelvloeistof toevoegen tot het
systeem tot aan de radiatordop ge-
vuld is.
6. Hervul de koelvloeistoftank tot de
markering MAX.
7. Laat de motor stationair draaien
met verwijderde radiatordop. Voeg
langzaam koelvloeistof toe indien
nodig.
8. Wacht nu tot de motor een norma-
le bedrijfstemperatuur heeft
bereikt.
9. Druk de gashendel twee- of drie-
maal in en voeg nog koelvloeistof
toe, indien nodig.
ONDERHOUDSPROCEDURES
181
10.Stop de motor en laat de motor
afkoelen.
11.Plaats de dop van het koelvloei-
stofreservoir terug.
12.Inspecteer alle aansluitingen op
lekkage en controleer het koel-
vloeistofpeil in het reservoir.
UUIITTLLAAAATTSSYYSSTTEEEEMM
DDee oommggeevviinngg vvaann hheett
uuiittllaaaattssyysstteeeemm rreeiinniiggeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVuuiilloopphhooppiinngg kkaann lleeiiddeenn ttoott eeeenn
vvooeerrttuuiiggbbrraanndd wwaannnneeeerr hheett uuiitt--
llaaaattssyysstteeeemm hheeeett iiss eenn hheett vvuuiill iiss
ooppggeeddrrooooggdd..
IInn ssoommmmiiggee ggeevvaalllleenn kkaann ddaatt lleeii--
ddeenn ttoott eerrnnssttiiggee mmaatteerriiëëllee sscchhaaddee,,
vveerrwwoonnddiinnggeenn ooff zzeellffss ddee ddoooodd..
RReeiinniigg vvaaaakk eenn rreeggeellmmaattiigg ddee oomm--
ggeevviinngg vvaann hheett uuiittllaaaattssyysstteeeemm
wwaannnneeeerr uu iinn mmooeerraass,, vveeeenn,, hhooooii
ooff ddooddee bbllaaddeerreenn rriijjddtt..
IInn aannddeerree ssiittuuaattiieess rreeiinniiggeenn vvooll--
ggeennss ddee eeiisseenn vvaann hheett
oonnddeerrhhoouuddsssscchheemmaa..
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
VVooeerr ddiitt wweerrkk nnooooiitt uuiitt wwaannnneeeerr ddee
mmoottoorr nneett hheeeefftt ggeeddrraaaaiidd,, oommddaatt
hheett uuiittllaaaattssyysstteeeemm ddaann eerrgg hheeeett
iiss..
1. Reinig vanaf de achterkant van het
voertuig de gebieden rond de
uitlaatdemper.
2. Verwijder het zadel.
3. Verwijder het linkerzijpaneel met
het middenpaneel.
4. Verwijder het interne spatbord
linksvoor.
5. Reinig de gebieden rond de
voorste uitlaatpijp en langs de hele
achterste uitlaatpijp.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RReeiinniigg ooookk oonnddeerr ddee hhiitttteesscchhiillddeenn..
6. Monteer de verwijderde onderde-
len opnieuw.
VVoonnkkaafflleeiiddeerr kknnaallppoott ccoonnttrroolleerreenn
eenn rreeiinniiggeenn
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Het scherm van de vonkafleider moet
alleen worden vervangen als het be-
schadigd is.
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
LLaaaatt hheett uuiittllaaaattssyysstteeeemm aaffkkooeelleenn
vvoooorr uu vveerrddeerr ggaaaatt mmeett rreeiinniiggeenn eenn
iinnssppeecctteerreenn..
1. Verwijder het deksel van de knal-
pot. Verwijder de borgschroeven.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk ggeeeenn ggeerreeeeddsscchhaapp oomm ddee
sscchhrrooeevveenn ttee vveerrwwiijjddeerreenn..
TTYYPPIISSCCHH
1. Bouten
2. Hoes
2. Verwijder alle borgschroeven van
de uitlaatpijp en gooi ze weg.
ONDERHOUDSPROCEDURES
182
TTYYPPIISSCCHH
1. Bouten
2. Uitlaat
3. Verwijder de uitlaatpijp, de pakking
(weggooien) en de vonkafleider.
TTYYPPIISSCCHH
1. Vonkafleider
2. Pakking
3. Uitlaatpijp
4. Verwijder alle koolstofafzettingen
met een borstel van de
vonkafleider.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk eeeenn zzaacchhttee,, mmeettaalleenn bboorr--
sstteell eenn lleett oopp ddaatt uu hheett rroooosstteerr vvaann
ddee vvoonnkkaafflleeiiddeerr nniieett bbeesscchhaaddiiggtt..
1. Reinig de vonkafleider
5. Inspecteer het rooster van de von-
kafleider op schade. Vervangen in-
dien nodig.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Het scherm van de vonkafleider moet
alleen worden vervangen als het be-
schadigd is
6. Inspecteer de vonkafleiderkamer
in de knalpot. Verwijder eventueel
vuil.
7. Installeer een nieuwe pakking, uit-
laatpijp en nieuwe borgschroeven.
8. Installeer het deksel van de knal-
pot terug met nieuwe borgschroe-
ven. Aanhalen volgens de
specificatie.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Schroeven
uitlaatpijp 11 ± 1 Nm
(97 ± 9 lbf-in)
Schroeven
behuizing
ONDERHOUDSPROCEDURES
183
VVEERRSSNNEELLLLIINNGGSSBBAAKK
VVeerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliieeppeeiill ccoonnttrroolleerreenn
MMEERRKK OOPP
CCoonnttrroolleeeerr hheett ppeeiill eenn vvuull hheett bbiijj
iinnddiieenn nnooddiigg..
NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn..
EEeenn vveerrkkeeeerrdd oolliieeppeeiill kkaann eerrnnssttiiggee
sscchhaaddee aaaann ddee ttaannddwwiieellkkaasstt
aaaannrriicchhtteenn..
WWiiss ggeemmoorrssttee oolliiee wweegg..
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Schakel het in NEUTRAAL.
3. Zet de parkeerrem aan.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Controleer het oliepeil van de versnel-
lingsbak als de motor koud is en niet
draait.
4. Verwijder de oliepeilplug van de
tandwielkast.
TTYYPPIISSCCHH
1. Afvoerplug
2. Oliepeilplug
5. Controleer het peil. Het oliepeil
moet ter hoogte van de onderrand
van het oliepeilgat staan.
6. Vul olie bij, indien nodig, tot er olie
door het oliepeilgat naar buiten
loopt.
AAaannbbeevvoolleenn vveerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee
De XPS-olie werd speciaal samenge-
steld voor de smeervereisten van
deze tandwielkast. BRP raadt stellig
aan deze XPS-olie te gebruiken.
XXPPSS AAaannbbeevvoolleenn
vveerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee
XPS 75W140 synthetische
versnellingsbakolie
Als de aanbevolen XPS
versnellingsbakolie niet
beschikbaar is
Gebruik een versnellingsbakolie die
voldoet aan de onderstaande
specificaties van de
smeermiddelindustrie of deze
overschrijdt.
75W 140 API GL-5 synthetische
versnellingsbakolie
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk bbiijj ddee oonnddeerrhhoouuddsswweerrkk--
zzaaaammhheeddeenn ggeeeenn aannddeerree
oolliieessoooorrtteenn..
VVeerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee vveerrvvaannggeenn
VVeerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee aaffttaappppeenn
1. Zet het voertuig op een vlak
oppervlak.
2. Laat de motor op zijn normale be-
drijfstemperatuur komen en stop
de motor vervolgens.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: Als het stationair la-
ten draaien van de motor onvol-
doende is, bedient u de
versnellingsbak van het voertuig.
3. Reinig het gebied rondom de af-
tapplug en de oliepeilplug.
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee vveerrssnneelllliinnggssbbaakk eenn ddee oolliiee
vvoooorr ddee vveerrssnneelllliinnggssbbaakk kkaann eerrgg
hheeeett zziijjnn..
ONDERHOUDSPROCEDURES
184
1. Afvoerplug
2. Oliepeilplug
4. Zet een opvangbak onder de af-
tapplug en de oliepeilplug.
5. Verwijder de magnetische
aftapplug.
6. Werp de afdichtingsring weg.
7. Verwijder de oliepeilplug en de
o-ring ervan.
8. Om de tandwielkast volledig te le-
digen, zet u een krik onder de lin-
kervoetsteun en kantelt het
voertuig wat naar rechts.
9. Wacht enige tijd tot olie uit de ver-
snellingsbak gelopen is.
10.Wanneer de tandwielkast leeg is,
brengt u de aftapplug weer aan en
zet het voertuig weer op de grond.
11.Verwijder metaaldeeltjes en residu
van de magnetische aftapplug.
MMEERRKK OOPP
DDee aaaannwweezziigghheeiidd vvaann vvuuiill wwiijjsstt oopp
iinntteerrnnee sscchhaaddee aaaann ddee
vveerrssnneelllliinnggssbbaakk..
12.Plaats een NIEUWE pakkingring
op de magnetische aftapplug.
MMEERRKK OOPP
EEeenn ddiicchhttiinnggssrriinngg mmaagg nnooooiitt wwoorr--
ddeenn hheerrggeebbrruuiikktt..
VVeerrvvaanngg ddeezzee sstteeeeddss ddoooorr eeeenn
nniieeuuwwee..
13.Installeer de magnetische aftap-
plug en draai deze aan.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Magnetische
aftapplug 20 ± 2 Nm
(15 ± 1 lbf-ft)
14.Verwijder de oude olie volgens de
plaatselijke milieuvoorschriften.
VVeerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee vvuulllleenn
1. Vul de versnellingsbak via het olie-
peilgat tot de aanbevolen olie de
onderrand van het oliepeilgat
bereikt.
2. Plaats de olieaftapplug met de bij-
behorende o-ring terug.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Oliepeilplug 5 ± 0,6 Nm
(44 ± 5 lbf-in)
BBOOUUGGIIEESS
BBoouuggiiee vveerrwwiijjddeerreenn
1. Neem de zijpanelen weg om de
zone rondom de bougie beter te
zien.
2. Koppel de bougiekabel los.
3. Draai de bougies een toer los.
4. Reinig de bougies en cilinderkop-
pen met perslucht, indien mogelijk.
5. Schroef de bougies volledig los
met een bougiesleutel en verwijder
ze.
RREECCHHTTEERRKKAANNTT —— AACCHHTTEERRSSTTEE
CCIILLIINNDDEERR
1. Ontstekingsbougie
ONDERHOUDSPROCEDURES
185
LLIINNKKEERRKKAANNTT —— VVOOOORRSSTTEE CCIILLIINNDDEERR
1. Ontstekingsbougie
BBoouuggiiee iinnssttaalllleerreenn
1. Controleer voor de installatie of de
contactoppervlakken van de cilin-
derkoppen en bougies niet vuil
zijn.
2. Stel de elektrodespleet met behulp
van een voelermaat in volgens de
Technische specificaties
.
3. Breng een kleine hoeveelheid
smeermiddel tegen het vastvreten
aan op de bougieschroefdraad.
SSmmeeeerrmmiiddddeell oopp bbaassiiss vvaann kkooppeerr
tteeggeenn hheett vvaassttvvrreetteenn
4. Schroef de bougies in de cilinder-
koppen met de hand of met een
passende momentsleutel.
MMEERRKK OOPP
HHaaaall ddee bboouuggiieess nniieett ttee ssttrraakk aaaann
oomm sscchhaaddee aaaann ddee mmoottoorr ttee
vveerrmmiijjddeenn..
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
650 20 ± 2 Nm
(15 ± 2 lbf-ft)
1000 11 ± 1 Nm
(97 ± 9 lbf-in)
CCVVTT--DDEEKKSSEELL
Sommige illustraties zijn uitgevoerd
met de motor uit het voertuig voor
meer duidelijkheid. Het is niet nodig
om de motor te verwijderen om de vol-
gende instructies uit te voeren.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RRaaaakk hheett CCVVTT nnooooiitt aaaann aallss ddee
mmoottoorr ddrraaaaiitt..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett hheett vvooeerrttuuiigg zzoonnddeerr
hheett CCVVTT--ddeekksseell..
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee mmoottoorr mmooeett kkoouudd zziijjnn,, vvoooorrddaatt
hheett ddeekksseell wwoorrddtt vveerrwwiijjddeerrdd..
MMEERRKK OOPP
HHeett CCVVTT hhooeefftt nniieett ggeessmmeeeerrdd ttee
wwoorrddeenn..
SSmmeeeerr nnooooiitt ddee oonnddeerrddeelleenn,, bbee--
hhaallvvee ddee aaaannddrriijjffrroollllaaggeerrss..
TTooeeggaanngg ttoott CCVVTT--ddeekksseell
De CVT-deksel bevindt zich aan de
linkerkant van het voertuig.
Verwijder de volgende onderdelen:
Linkerzijpaneel en verlengpanelen
– Linkertreeplank.
TTYYPPIISSCCHH
1. CVT-deksel
CCVVTT--ddeekksseell vveerrwwiijjddeerreenn
1. Koppel de luchtinlaat- en -uitlaat-
koelkanalen los van het
CVT-deksel.
2. Verwijder de borgschroeven van
het CVT-deksel.
ONDERHOUDSPROCEDURES
186
3. Verwijder de middelste schroef bo-
venaan als laatste om tijdens ver-
wijdering het deksel te blijven
ondersteunen.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk hheett ggeerreeeeddsscchhaapp nniieett oomm
ddee CCVVTT--ddeekksseellsscchhrrooeevveenn eerruuiitt ttee
ttiikkkkeenn..
4. Verwijder het CVT-deksel en de
pakking.
1. CVT-dekselschroef
2. CVT-deksel
3. Pakking
CCVVTT--ddeekksseell ppllaaaattsseenn
1. Plaats het deksel tegen de motor.
2. Installeer eerst de middelste
schroef bovenaan.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk ggeeeenn ssllaaggggeerreeeeddsscchhaapp
oomm ddee CCVVTT--ddeekksseellsscchhrrooeevveenn ttee
iinnssttaalllleerreenn..
3. Draai de CVT-dekselschroeven
vast in de volgende volgorde.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Schroeven
CVT-deksel 7 ± 0,8 Nm
(62 ± 7 lbf-in)
4. Verwijder de luchtinlaat- en
-uitlaatkoelkanalen.
AAAANNDDRRIIJJFFRRIIEEMM
AAaannddrriijjffrriieemm ccoonnttrroolleerreenn
1. Controleer de aandrijfriem op
scheuren, rafelen of abnormale
slijtage. Vervang deze zo nodig.
2. Controleer de breedte van de aan-
drijfriem op draadniveau. Vervang
de aandrijfriem als deze niet aan
de specificatie voldoet.
Breedte van de aandrijfriem
Servicelimiet 30 mm
(1,181 in)
1. Aandrijfriem
2. Draad in de aandrijfriem
ONDERHOUDSPROCEDURES
187
AAaannddrriijjffrriieemm vveerrwwiijjddeerreenn
MMEERRKK OOPP
IInn ggeevvaall vvaann eeeenn ddeeffeecctt aaaann ddee
aaaannddrriijjffrriieemm,, mmooeetteenn CCVVTT,, ddeekksseell
eenn lluucchhttuuiittllaaaatt ggeerreeiinniiggdd eenn oopp bbee--
lleemmmmeerriinnggeenn ggeeccoonnttrroolleeeerrdd
wwoorrddeenn..
1. Verwijder het
CVT-deksel
.
2. Maak de aangedreven rol open.
TTrreekkkkeerr//vveerrggrreennddee--
lliinnggsswweerrkkttuuiigg
((552299003366009988))
3. Schroef het gereedschap in het
draadgat van de aangedreven rol
en draai vast om de rol te openen.
1. Trekker/vergrendelingswerktuig
2. Vaste aangedreven rolschijf
4. Schuif de riem over de bovenrand
van de vaste schijf om de riem te
verwijderen.
AAaannddrriijjffrriieemm iinnssttaalllleerreenn
Voor de installatie voert u de verwijde-
ringsprocedure in omgekeerde volg-
orde uit. Wees aandachtig voor de
volgende details.
De maximale levensduur van de aan-
drijfrol wordt behaald als de aandrijf-
riem in de juiste richting draait.
1. Installeer de aandrijfriem dusda-
nig, dat de op de riem afgedrukte
pijl naar de voorkant van het voer-
tuig wijst, gezien van boven.
1. Op riem afgedrukte pijl
2. Aandrijfrol (voor)
3. Aangedreven rol (achter)
4. Draairichting
2. Draai de aangedreven riem tot het
onderste deel van de tanden op de
buitenkant van de aandrijfriem ge-
lijk is met de rand van de aange-
dreven rol.
1. Het onderste deel van de tanden gelijk met
de buitenkant van de aandrijfriem
ONDERHOUDSPROCEDURES
188
AAAANNDDRRIIJJFF-- EENN
AAAANNGGEEDDRREEVVEENN RROOLLLLEENN
AAaannddrriijjff-- eenn aaaannggeeddrreevveenn rroolllleenn
iinnssppeecctteerreenn
De inspectie moet door een erkende
Can-Am Off-Road dealer, reparatie-
bedrijf of iemand anders van uw keu-
ze voor onderhoud, reparatie of
vervanging worden uitgevoerd.
AAaannddrriijjffppooeelliiee
Inspecteer de lagerbussen en rollen
van de schuifhuls van de aangedre-
ven rol, vervang versleten
onderdelen.
AAaannggeeddrreevveenn rrooll
Inspecteer de lagerbussen van de nok
en van de schuifhuls van de aange-
dreven rol, vervang versleten
onderdelen.
AACCCCUU
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
LLaaaadd nnooooiitt eeeenn aaccccuu tteerrwwiijjll ddiiee iinn
hheett vvooeerrttuuiigg iiss ggeeïïnnssttaalllleeeerrdd..
Deze voertuigen zijn uitgerust met
een VRLA-accu (Valve Regulated
Lead Acid). Dit is een onderhoudsvrij
accutype, waaraan geen water moet
worden toegevoegd om het elektrolyt-
peil te regelen.
MMEERRKK OOPP
VVeerrwwiijjddeerr nnooooiitt ddee aaffsslluuiittddoopp vvaann
ddee aaccccuu..
DDee aaccccuu vveerrwwiijjddeerreenn
1. Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel
los en dan de RODE (+).
MMEERRKK OOPP
OOnnttkkooppppeell aallttiijjdd eeeerrsstt ddee
ZZWWAARRTTEE ((--)) aaccccuukkaabbeell..
2. Verwijder de borgschroeven, de
bevestigingsband van de accu en
trek de accu uit de houder.
1. Bevestigingsband accu
2. Borgschroeven
AAccccuu rreeiinniiggeenn
1. Reinig de accu, de behuizing en
polen met een oplossing van na-
triumcarbonaat en water.
2. Verwijder roest van de accuklem-
men en -polen met een harde sta-
len borstel.
DDee aaccccuu ppllaaaattsseenn
Voor de installatie gaat u omgekeerd
te werk als bij de verwijdering.
MMEERRKK OOPP
SSlluuiitt aallttiijjdd eeeerrsstt ddee RROODDEE ((++)) aacc--
ccuukkaabbeell aaaann..
ZZEEKKEERRIINNGGEENN
LLooccaattiiee zzeekkeerriinnggeenn
De hoofdzekeringsdoos vooraan be-
vindt zich onder de meterhouder.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Kijk in het deksel van de zekeringdoos
voor de locatie van de zekeringen.
De houder van de volgende zekering
vindt u achter het rechterzijpaneel.
ONDERHOUDSPROCEDURES
189
Zekering accu/
spanningsrege
laar 40 A
DPS-zekering 40 A
BBeesscchhrriijjvviinngg hhooooffddzzeekkeerriinnggddooooss
MMooddeelllleenn uuiittggeerruusstt mmeett eeeenn eelleekkttrroonniisscchhee ggaassrreeggeelliinngg ooff EETTCC ((EElleeccttrroonniicc
TThhrroottttllee CCoonnttrrooll))
Nee. Beschrijving Score
RY1 koelventilatorrelais
RY2 Hoofdrelais
RY3 Relais lichten
RY5 Relais accessoires
RY6 Relais remmen
F1 Startschakelaar/cluster 10 A
F2 Lichten 30A
F3 ACC 1 20 A
F4 ACC2 20A
F5 Brandstofpomp/
Verstuivers/Bobines/
EVAP 10A
F6 Cluster/Relais/DPS/
Snelheidsbegrenzer 10A
F7 Achterlichten/remlichten 10A
F8 D.E.S.S/ECM 10A
F9 2WD/4WD 10A
F12 Koelventilator
(terugstelbaar) 25A
ONDERHOUDSPROCEDURES
190
LLIICCHHTTEENN
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
VVeerrwwiijjddeerr ddee DD..EE..SS..SS..--sslleeuutteell aall--
ttiijjdd uuiitt hheett DD..EE..SS..SS..--ccoonnttaacctt eenn
sscchhaakkeell ddee ccoonnttaaccttsscchhaakkeellaaaarr aall--
ttiijjdd oopp UUIITT vvoooorrddaatt uu eeeenn ddeeffeeccttee
llaammpp vveerrvvaannggtt..
Controleer na vervanging altijd of het
licht wel werkt.
KKooppllaammppeenn vveerrvvaannggeenn
Voor dit voertuig hoeft de koplamp
niet te worden vervangen. Deze is
voorzien van koplampen met LED’s
(Light Emitting Diode). Deze technolo-
gie is bewezen betrouwbaar.
Als ze om een of andere reden toch
niet zouden werken, laat ze dan con-
troleren bij een erkende Can-Am of-
f-road dealer, een reparatiewerkplaats
of door persoon van uw keuze.
KKooppllaammpp rriicchhtteenn
1. Laad het voertuig zoals
gewoonlijk.
2. Zet het voertuig op een vlakke on-
dergrond 5 m (16 ft) voor een tes-
toppervlak (wand of scherm) zoals
in de eerste afbeelding.
3. Meet de afstand van het midden
van elke koplamp tot de grond
(grootlicht en dimlicht).
4. Trek een lijn op het testoppervlak
evenwijdig aan de grond op elke
gemeten hoogte (één voor groot-
licht en één voor dimlicht).
De afstelling van het dimlicht is
correct wanneer de top van het
dimlicht zich 50 mm (2 inch) oonnddeerr
de toepasselijke horizontale mid-
dellijn bevindt die volgens de spe-
cificaties op het testoppervlak is
getrokken.
De afstelling van het grootlicht is
correct wanneer het midden van
het grootlicht (focuspunt) zich 40
mm (1,57 inch) oonnddeerr de toepas-
selijke horizontale middellijn be-
vindt die volgens de specificaties
op het testoppervlak is getrokken.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: De koplampen kun-
nen alleen verticaal worden versteld.
TTYYPPIISSCCHH
1. Midden lichtbundel
A. 5 m (16 ft)
B. Specificatie koplampuitrichting
TTYYPPIISSCCHH
1. Middellijnen van koplamp
2. Midden lichtbundel
5. U kunt dit bijregelen door aan de
regelschroef te draaien.
ONDERHOUDSPROCEDURES
191
LLaammppjjee rriicchhttiinnggaaaannwwiijjzzeerr
vveerrvvaannggeenn
Voor dit voertuig hoeft het lampje van
de richtingaanwijzer niet te worden
vervangen.
Dit is voorzien van koplampen met
LED’s (Light Emitting Diode).
Deze technologie is bewezen
betrouwbaar.
Als ze om een of andere reden toch
niet zouden werken, laat ze dan con-
troleren bij een erkende Can-Am of-
f-road dealer, een reparatiewerkplaats
of door persoon van uw keuze.
LLaammpp vvaann hheett ssttaannddlliicchhtt vvoooorraaaann
vveerrvvaannggeenn
Voor dit voertuig hoeft de lamp van
het standlicht vooraan niet te worden
vervangen.
Deze is voorzien van koplampen met
LED’s (Light Emitting Diode).
Deze technologie is bewezen
betrouwbaar.
Als ze om een of andere reden toch
niet zouden werken, laat ze dan con-
troleren bij een erkende Can-Am of-
f-road dealer, een reparatiewerkplaats
of door persoon van uw keuze.
BBAALLGG EENN BBEESSCCHHEERRMMEERR
AAAANNDDRRIIJJFFAASS
AAaannddrriijjffaassbbaallgg eenn --bbeesscchheerrmmiinngg
iinnssppeecctteerreenn
Inspecteer visueel de beschermingen
en balgen van de aandrijfas.
Controleer de beschermers op be-
schadigingen of schuren tegen de
assen.
Controleer de balgen op barsten,
scheuren, lekkend vet, enz.
Herstel of vervang desgevallend be-
schadigde onderdelen.
TTYYPPIISSCCHH —— VVOOOORRKKAANNTT VVOOEERRTTUUIIGG
1. Aandrijfasbalgen
2. Beschermer
TTYYPPIISSCCHH —— AACCHHTTEERRKKAANNTT VVOOEERRTTUUIIGG
1. Aandrijfasbalgen
2. Beschermer
WWIIEELLLLAAGGEERR
WWiieellllaaggeerrss iinnssppeecctteerreenn
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Zet de parkeerrem aan.
3. Hef het voertuig op en ondersteun
het.
4. Zet het voertuig vast op
kriksteunen.
5. Duw en trek aan de bovenrand
van de wielen om de speling te
voelen.
6. Raadpleeg een erkende off-read--
dealer van Can-Am als u abnorma-
le speling vaststelt.
ONDERHOUDSPROCEDURES
192
TTYYPPIISSCCHH
VVEELLGGEENN EENN BBAANNDDEENN
BBaannddeennssppaannnniinngg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee bbaannddeennssppaannnniinngg hheeeefftt eeeenn
ggrroottee iinnvvllooeedd oopp ddee bbeessttuurriinngg eenn
ssttaabbiilliitteeiitt vvaann hheett vvooeerrttuuiigg..
BBiijj oonnvvoollddooeennddee ddrruukk kkuunnnneenn ddee
bbaannddeenn lleeeeggllooppeenn eenn oopp ddee vveellgg
ggaaaann llooppeenn..
BBiijj oovveerrddrruukk kkaann ddee bbaanndd sspprriinn--
ggeenn.. HHoouudd uu aallttiijjdd aaaann ddee aaaannbbee--
vvoolleenn bbaannddeennssppaannnniinngg..
RReeggeell ddee bbaannddeennssppaannnniinngg NNOOOOIITT
llaaggeerr ddaann hheett mmiinniimmuumm.. AAnnddeerrss
kkaann ddee bbaanndd lloosskkoommeenn vvaann ddee
vveellgg..
Controleer de druk wanneer de ban-
den kkoouudd zijn voordat u het voertuig
gaat gebruiken. De bandendruk ver-
schilt naargelang de temperatuur en
de hoogte. Controleer de banden-
spanning opnieuw wanneer een van
deze factoren verandert.
Zie het label
Bandenspanning en
maximale belasting
voor de juiste
bandenspanning.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Hoewel de banden speciaal zijn ont-
worpen voor offroadtoepassingen,
kan een lekke band nog steeds voor-
komen. Daarom wordt aangeraden
een bandenspanningsmeter, banden-
pomp en een reparatieset mee te
nemen.
IInnssppeeccttiiee bbaannddeenn
Controleer de banden op beschadigin-
gen en slijtage. Vervang deze zo
nodig.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RRootteeeerr ddee bbaannddeenn nniieett.. DDee bbaann--
ddeenn vvoooorraaaann eenn aacchhtteerraaaann hheebb--
bbeenn eeeenn aannddeerree mmaaaatt.. DDee lliinnkkeerr--
eenn rreecchhtteerrbbaannddeenn hheebbbbeenn vveerr--
sscchhiilllleennddee uunniiddiirreeccttiioonneellee
pprrooffiieelleenn..
VVeerrvvaannggiinngg bbaannddeenn
De banden moeten worden vervangen
door een erkende Can-Am Off-Road
dealer, reparatieplaats of persoon van
uw keuze.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrvvaanngg ddee bbaannddeenn aalllleeeenn ddoooorr
bbaannddeenn vvaann hheettzzeellffddee ttyyppee eenn
bbaannddeennmmaaaatt aallss ddee oorriiggiinneellee
bbaannddeenn..
LLeett eerroopp ddaatt uu bbaannddeenn mmeett eeeenn
uunniiddiirreeccttiioonneeeell pprrooffiieell iinn ddee jjuuiissttee
ddrraaaaiirriicchhttiinngg mmoonntteeeerrtt..
DDee bbaannddeenn mmooeetteenn vveerrvvaannggeenn
wwoorrddeenn ddoooorr eeeenn eerrvvaarreenn ppeerr--
ssoooonn,, iinn oovveerreeeennsstteemmmmiinngg mmeett ddee
nnoorrmmeenn eenn hheett ggeerreeeeddsscchhaapp ggee--
bbrruuiikktt iinn ddee sseeccttoorr..
WWiieell vveerrwwiijjddeerreenn
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Zet de parkeerrem aan.
3. Draai de wielmoeren los en hef het
voertuig op.
ONDERHOUDSPROCEDURES
193
4. Zet het voertuig vast op
kriksteunen.
5. Verwijder de wielmoeren en verwij-
der dan het wiel.
WWiieell mmoonntteerreenn
Af en toe moet u de wielmoeren ver-
wijderen en wat smeermiddel tegen
het vastvreten op de wielbouten aan-
brengen, om ze later gemakkelijker te
kunnen verwijderen. Dat is vooral van
belang wanneer het voertuig in een
zoutwateromgeving of in modder
wordt gebruikt. Verwijder één moer te-
gelijk, smeer de tap en span de moer
weer aan.
1. Smeermiddel tegen vastvreten op
de schroefdraden.
LLooccttiittee 776677 ((ssmmeeeerrmmiiddddeell tteeggeenn
vvaassttvvrreetteenn))
2. Als de banden unidirectioneel zijn,
moet u ervoor zorgen dat het wiel
volgens de draairichting van de
band wordt geïnstalleerd.
3. Draai telkens twee tegenoverlig-
gende wielmoeren voorzichtig aan
en draai ze daarna aan volgens de
specificatie.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk aallttiijjdd ddee wwiieellmmooeerreenn ddiiee
vvoooorr ddaatt ttyyppee wwiieell zziijjnn
aaaannbbeevvoolleenn..
HHeett ggeebbrruuiikk vvaann aannddeerree wwiieellmmooee--
rreenn kkaann sscchhaaddee aaaann ddee vveellggeenn ooff
ttaappppeenn vveerroooorrzzaakkeenn..
Aandraaimoment
Wielmoer 80 ± 5 Nm
(59 ± 4 lbf-ft)
BBeeaaddlloocckkwwiieell ccoonnttrroolleerreenn
BBeeaaddlloocckkwwiieelleenn ooppnniieeuuww
aaaannddrraaaaiieenn
MMEERRKK OOPP
DDee bbeeaaddlloocckksscchhrrooeevveenn nniieett aaaann--
ddrraaaaiieenn mmeett eeeenn mmooeerreennaaaannzzeett--
tteerr.. WWaannnneeeerr uu eeeenn
mmooeerreennaaaannzzeetttteerr ggeebbrruuiikktt,, bbee--
ssttaaaatt eerr eeeenn ggrroooott rriissiiccoo ddaatt ddee
sscchhrrooeevveenn bbrreekkeenn ooff bbuuiiggeenn..
1. Draai alle schroeven opnieuw aan
volgens de gespecificeerde draai-
momenten en in de volgende
aandraaivolgorde.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Beadlock
bouten 11 ± 1 Nm
(97 ± 9 lbf-in)
TTYYPPIISSCCHH -- LLAAAATTSSTTEE
AAAANNDDRRAAAAIIVVOOLLGGOORRDDEE
2. Draai de bouten eeeenn ppaaaarr ddrraaaaiieenn
ppeerr kkeeeerr aan voor een gelijkma-
tige druk op de beadlockklem.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Dat de beadlockklemring wat door-
buigt en de hiel van de band volgt is
normaal.
AAffssttaanndd ttuusssseenn wwiieell eenn
bbeeaaddlloocckkkklleemmrriinngg ccoonnttrroolleerreenn
1. Controleer de afstand tussen het
wiel en de beadlockklemring, die
zou rondom de ring bijna overal
even groot moeten zijn.
ONDERHOUDSPROCEDURES
194
TTYYPPIISSCCHH
1. Spleet tussen band en ring
Zie
Plaatsing van banden op de
beadlock-velgen
hieronder als de
afstand niet aanvaardbaar is.
BBaannddeenn ppllaaaattsseenn oopp BBeeaaddlloocckkwwiieell
1. Aan de andere kant van de bead-
lock brengt u smeermiddel voor
het plaatsen van de band aan op
de binnenste hiel van de band en
het wiel, om ervoor te zorgen dat
de band goed zal zitten wanneer
deze opgepompt wordt.
2. Plaats de binnenste hiel zoals ge-
bruikelijk over het wiel.
3. Plaats de buitenste hiel van de
band in de schouder van de bin-
nenste ring van de beadlock en
centreer de band.
4. Monteer alle beadlockschroeven
met de hand om het schroefdraad
niet te beschadigen.
MMEERRKK OOPP
DDee bbeeaaddlloocckksscchhrrooeevveenn nniieett aaaann--
ddrraaaaiieenn mmeett eeeenn mmooeerreennaaaannzzeett--
tteerr.. WWaannnneeeerr uu eeeenn
mmooeerreennaaaannzzeetttteerr ggeebbrruuiikktt,, bbee--
ssttaaaatt eerr eeeenn ggrroooott rriissiiccoo ddaatt ddee
sscchhrrooeevveenn bbrreekkeenn ooff bbuuiiggeenn..
TTYYPPIISSCCHH
5. Draai de beadlockschroeven aan
volgens deze specificaties en in
deze volgorde.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Om te zorgen voor een gelijkmatige
druk op de beadlockklemring, draait u
de schroeven eeeenn ppaaaarr ddrraaaaiieenn ppeerr
kkeeeerr aaaann.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Beadlock
schroeven
(eerste
volgorde)
3 ± 1 Nm
(27 ± 9 lbf-in)
TTYYPPIISSCCHH -- AAAANNDDRRAAAAIIVVOOLLGGOORRDDEE
6. Controleer op dit moment dat de
band nog steeds gecentreerd zit
op het wiel. Verplaats de band in-
dien nodig.
7. Draai de beadlockschroeven vast
in de ttwweeeeddee torsie in dezelfde
volgorde.
ONDERHOUDSPROCEDURES
195
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Beadlock
schroeven
(tweede
volgorde)
8 ± 1 Nm
(71 ± 9 lbf-in)
TTYYPPIISSCCHH -- AAAANNDDRRAAAAIIVVOOLLGGOORRDDEE
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De beadlockklemring kan wat doorbui-
gen om bij de hiel van de band te pas-
sen. DIT IS NORMAAL.
8. Controleer de afstand tussen het
wiel en de beadlockklemring, die
zou rondom de ring bijna overal
even groot moeten zijn.
1. Band
2. Rand beadlockklemring
1. Gelijke afstand rond de hele
beadlockklemring
Als de opening niet aanvaardbaar
is:
Maak alle schroeven los.
Controleer de positie van de
band op het wiel en verplaats
deze indien nodig.
Start de aandraaivolgorde op-
nieuw zoals aangegeven.
9. Draai de beadlockschroeven de
llaaaattssttee keer vast in de aangege-
ven volgorde.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Beadlock
schroeven
(laatste
volgorde)
11 ± 1 Nm
(97 ± 9 lbf-in)
TTYYPPIISSCCHH -- LLAAAATTSSTTEE
AAAANNDDRRAAAAIIVVOOLLGGOORRDDEE
10.Pomp de band op om de binnenste
hiel op het wiel te plaatsen. Pas
steeds veilige praktijken toe, zoals
een veiligheidskooi voor banden.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOvveerrsscchhrriijjdd nnooooiitt ddee aaaannbbeevvoolleenn
mmaaxxiimmuummddrruukk vvoooorr hheett ppllaaaattsseenn
vvaann bbaannddeenn..
BBEESSTTUURRIINNGG
DDee uuiitteeiinnddeenn vvaann ddee ttrreekkssttaanngg
iinnssppeecctteerreenn
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Trek de parkeerrem aan.
3. Trek het voertuig op.
ONDERHOUDSPROCEDURES
196
4. Zet het voertuig vast op
kriksteunen.
5. Inspecteer de trekstangbalgen op
barsten.
6. Duw en trek aan de boven- of on-
derrand rand van de wielen om de
speling te voelen.
7. Raadpleeg een erkende off-road--
dealer van Can-Am als u abnorma-
le speling vaststelt of als de balg is
gebarsten.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHeett uuiitteeiinnddee vvaann ddee kkooppppeellssttaanngg
mmooeett wwoorrddeenn vveerrvvaannggeenn aallss ddee
bbaallgg iiss ggeebbaarrsstteenn ooff aallss eerr aabbnnoorr--
mmaallee ssppeelliinngg iiss..
VVEERRIINNGG
VVoooorrwwiieelloopphhaannggiinngg ssmmeerreenn
1. Smeer de lagerbussen van de
voorste stabilisatiestang en de
wieldraagarmen bij de
smeerpunten.
SSyynntthheettiisscchh XXPPSS--vveett vvoooorr
wwiieelloopphhaannggiinnggeenn
AAcchhtteerrwwiieelloopphhaannggiinngg ssmmeerreenn
1. Smeer de verbindingen en de
draaibus van de stabilisatiestang
achteraan bij de smeerpunten.
SSyynntthheettiisscchh XXPPSS--vveett vvoooorr
wwiieelloopphhaannggiinnggeenn
OOpphhaannggiinngg iinnssppeecctteerreenn
Raadpleeg een erkende off-road-dea-
ler van Can-Am, een reparatiebedrijf
of iemand van uw keuze wanneer u
problemen ontdekt.
SScchhookkddeemmppeerrss
1. Inspecteer de schokdemper op
olielekkage en andere schade.
2. Controleer of de bevestigingen
stevig vastzitten.
3. Raadpleeg zo nodig een erkende
Can-Am off-road dealer.
KKooggeellsscchhaarrnniieerreenn
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Trek de parkeerrem aan.
3. Trek het voertuig op.
4. Zet het voertuig vast op
kriksteunen.
5. Inspecteer de kogelscharnierbal-
gen op barsten.
6. Duw en trek aan de boven- en on-
derrand van de wielen om de spe-
ling te voelen.
7. Raadpleeg een erkende off-road--
dealer van Can-Am als u abnorma-
le speling vaststelt of als de hoes
is gebarsten.
TTYYPPIISSCCHH
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee kkooggeellsscchhaarrnniieerr mmooeett wwoorrddeenn
vveerrvvaannggeenn,, aallss ddee bbaallgg iiss ggeebbaarr--
sstteenn ooff aallss eerr aabbnnoorrmmaallee ssppeelliinngg
iiss..
OOpphhaannggiinnggssaarrmmeenn vvoooorr
1. Controleer de ophangingsarmen
op barsten, krombuiging of andere
schade.
2. Raadpleeg zo nodig een erkende
Can-Am off-road dealer.
ONDERHOUDSPROCEDURES
197
WWiieellddrraaaaggaarrmmeenn aacchhtteerraaaann
1. Controleer de wieldraagarmen op
vervorming, barsten of
krombuiging.
2. Raadpleeg een erkende off-road--
dealer van Can-Am als u een pro-
bleem vaststelt.
RREEMMMMEENN
HHeett vvoooorrssttee rreemmvvllooeeiissttooffppeeiill
ccoonnttrroolleerreenn
1. Draai het stuur recht vooruit zodat
het reservoir waterpas staat.
2. Controleer het remvloeistofniveau.
Het reservoir is vol wanneer de
vloeistof tot de bovenrand van het
venster reikt.
3. Inspecteer de staat van de man-
chet visueel.
4. Controleer op barsten, scheuren
enz. Vervang ze indien nodig.
TTYYPPIISSCCHH
HHeett aacchhtteerrssttee rreesseerrvvooiirrppeeiill
ccoonnttrroolleerreenn
1. Verwijder de stoel.
2. Wanneer het voertuig op een vlak
oppervlak staat moet het vloeistof-
peil van het rempedaal tussen de
MIN. en MAX. merktekens staan.
1. Achterrem-vloeistofreservoir
RReemmvvllooeeiissttooff ttooeevvooeeggeenn
1. Reinig de vuldop.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RReeiinniigg ddee vvuullddoopp vvoooorrddaatt ddee ddoopp
wwoorrddtt vveerrwwiijjddeerrdd oomm vveerrvvuuiilliinngg
vvaann hheett rreemmssyysstteeeemm ttee
vvoooorrkkoommeenn..
2. Verwijder de reservoirdop.
3. Vul zonodig vloeistof aan met be-
hulp van een schone trechter.
NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn..
MMEERRKK OOPP
RReemmvvllooeeiissttooff kkaann ppllaassttiicc eenn ggee--
sscchhiillddeerrddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn bbeesscchhaa--
ddiiggeenn.. VVeeeegg ggeemmoorrssttee oolliiee wweegg eenn
mmaaaakk sscchhoooonn..
4. Breng de reservoirdop aan.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Zorg ervoor dat de ring van de vuldop
naar binnen is geduwd voor u de dop
van op het remvloeistofreservoir sluit.
5. Draai de schroeven op het reser-
voir voor volgens specificaties
vast.
Aandraaimoment
Remvloeistofre
servoirschroe
ven
1,3 ± 0,1 Nm
(12 ± 1 lbf-in)
ONDERHOUDSPROCEDURES
198
AAaannbbeevvoolleenn rreemmvvllooeeiissttooff
Gebruik altijd remvloeistof die voldoet
aan de specificatie DOT 4.
MMEERRKK OOPP
OOmm eerrnnssttiiggee sscchhaaddee aaaann hheett rreemm--
ssyysstteeeemm ttee vvoooorrkkoommeenn,, mmaagg uu
ggeeeenn aannddeerree vvllooeeiissttooffffeenn ddaann ddee
aaaannbbeevvoolleenn mmiiddddeelleenn ggeebbrruuiikkeenn
eenn nnooooiitt vveerrsscchhiilllleennddee vvllooeeiissttooffffeenn
mmeennggeenn bbiijj hheett bbiijjvvuulllleenn..
GGeebbrruuiikk ggeeeenn rreemmvvllooeeiissttooff uuiitt eeeenn
oouuddee ooff rreeeeddss ggeeooppeennddee bbuuss..
RReemmssyysstteeeemm iinnssppeecctteerreenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee vveerrvvaannggiinngg vvaann ddee rreemmvvllooeeii--
ssttooff ooff hheett oonnddeerrhhoouudd eenn ddee rreeppaa--
rraattiieess vvaann hheett rreemmssyysstteeeemm
mmooeetteenn ddoooorr eeeenn eerrkkeennddee ooff--
ff--rrooaadd--ddeeaalleerr vvaann CCaann--AAmm wwoorrddeenn
uuiittggeevvooeerrdd..
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee rreemmmmeenn kkuunnnneenn nnaa llaannggdduurriigg
ggeebbrruuiikk vvaann hheett vvooeerrttuuiigg zzeeeerr hheeeett
zziijjnn eenn bbrraannddwwoonnddeenn vveerroooorrzzaa--
kkeenn.. WWaacchhtt ttoott ddee rreemmmmeenn zziijjnn
aaffggeekkooeelldd..
Doe voor alle inspecties, onderhoud
en reparaties aan het remsysteem
een beroep op een erkende off-read--
dealer van Can-Am.
1. Controleer echter het volgende
tussen bezoeken aan uw dealer:
– Remvloeistofpeil
Vloeistoflekkage van het
remsysteem
Reinheid van de remmen.
ONDERHOUDSPROCEDURES
199
VVEERRZZOORRGGIINNGG VVAANN HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG
RReeiinniiggiinngg eenn bbeesscchheerrmmiinngg
vvooeerrttuuiigg
MMEERRKK OOPP
RReeiinniigg ddiitt vvooeerrttuuiigg nnooooiitt mmeett eeeenn
hhooggeeddrruukkrreeiinniiggeerr.. GGEEBBRRUUIIKK EENN--
KKEELL LLAAGGEE DDRRUUKK ((zzooaallss eeeenn
ttuuiinnssllaanngg))..
HHooggee ddrruukk kkaann sscchhaaddee aaaannrriicchhtteenn
aaaann eelleekkttrriisscchhee ooff mmeecchhaanniisscchhee
oonnddeerrddeelleenn..
Besteed aandacht aan plaatsen waar
zout water, modder of vuil zich kan op-
hopen en mogelijk kan leiden tot:
– Brand
– Slijtage
– Hinder
– Corrosie.
Deze niet-exhaustieve lijst omvat het
volgende:
Rond het uitlaatsysteem en tussen
de knalpot en het knalpotdeksel
Onder en rond de brandstoftank
– Radiator
– Schokdempers
Rond het voor- en
achterdifferentieel
Rond en onder de motor en de
tandwielkast
Binnenkant wielen
Op de beschermingsplaten.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVuuiilloopphhooppiinngg kkaann lleeiiddeenn ttoott eeeenn
vvooeerrttuuiiggbbrraanndd wwaannnneeeerr hheett uuiitt--
llaaaattssyysstteeeemm hheeeett iiss eenn hheett vvuuiill iiss
ooppggeeddrrooooggdd..
IInn ssoommmmiiggee ggeevvaalllleenn kkaann ddaatt lleeii--
ddeenn ttoott eerrnnssttiiggee mmaatteerriiëëllee sscchhaaddee,,
vveerrwwoonnddiinnggeenn ooff zzeellffss ddee ddoooodd..
RReeiinniigg vvaaaakk eenn rreeggeellmmaattiigg ddee oomm--
ggeevviinngg vvaann hheett uuiittllaaaattssyysstteeeemm
wwaannnneeeerr uu iinn mmooeerraass,, vveeeenn,, hhooooii
ooff ddooddee bbllaaddeerreenn rriijjddtt..
IInn aannddeerree ssiittuuaattiieess rreeiinniiggeenn vvooll--
ggeennss ddee eeiisseenn vvaann hheett
oonnddeerrhhoouuddsssscchheemmaa..
Als u uw voertuig in een zoutwaterom-
geving heeft gebruikt moet u het af-
spoelen met zoet water om het
voertuig en al zijn onderdelen in
goede staat te houden na elke
bedrijfsdag.
We raden u met aandrang aan meta-
len onderdelen te smeren.
Gebruik anti-corrosiesmeermiddel of
een gelijkwaardig product.
XPS smeermiddel en
anti-corrosiemiddel
Beschadigingen aan gelakte onderde-
len moeten zorgvuldig worden bijge-
werkt met verf om roest te
voorkomen.
Was de carrosserie indien nodig met
warm zeepsop (gebruik enkel een
mild schoonmaakmiddel). Breng een
niet-schurende was aan.
MMEERRKK OOPP
RReeiinniigg kkuunnssttssttooffoonnddeerrddeelleenn nnooooiitt
mmeett aaggrreessssiieevvee sscchhoooonnmmaaaakkmmiidd--
ddeelleenn,, oonnttvveetttteerrss,, vveerrffvveerrdduunnnneerr,,
aacceettoonn ee..dd..
Bescherm het voertuig met een hoes
om stofophoping tijdens de opslag te
voorkomen.
MMEERRKK OOPP
HHeett vvooeerrttuuiigg mmooeett oopp eeeenn kkooeellee,,
ddrrooggee pplleekk wwoorrddeenn ooppggeessllaaggeenn eenn
mmeett eeeenn oonnddoooorrzziicchhttiigg zzeeiill wwoorrddeenn
aaffggeeddeekktt.. HHiieerrddoooorr wwoorrddeenn ddee
ppllaassttiicc oonnddeerrddeelleenn eenn ddee llaakk vvaann
ddee ssnneeeeuuwwssccooootteerr bbeesscchheerrmmdd ttee--
ggeenn zzoonnlliicchhtt eenn vvuuiill eenn wwoorrddeenn
ssttooffoopphhooppiinnggeenn vvoooorrkkoommeenn..
200
OOnnggeesscchhiikkttee RReeiinniiggiinnggsspprroodduucctteenn
MMaatteerriiaaaall
ssoooorrtt
OOnnggeesscchhiikkttee
rreeiinniiggiinnggsspprroodduucc
tteenn
Polypropy
leen
– Reinigingsproduc
ten op basis van
petroleum
XPS ATV
finishing spray
XPS ATV
Cleaning Kit
(dit bevat de
bovenstaande
XPS ATV
Finishing Spray)
GGeesscchhiikkttee RReeiinniiggiinnggsspprroodduucctteenn
MMaatteerriiaaaall
ssoooorrtt GGeesscchhiikktt
rreeiinniiggiinnggsspprroodduucctt
Polypropy
leen XPS ATV wash
– Zeepsop
VERZORGING VAN HET VOERTUIG
201
OOPPSSLLAAGG EENN VVOOOORRBBEERREEIIDDIINNGG OOPP HHEETT
RRIIJJSSEEIIZZOOEENN
Als u het voertuig langer dan 4 maan-
den niet gebruikt, is een correcte op-
slag noodzakelijk.
Als het voertuig langer dan 21 dagen
niet wordt gebruikt, ontkoppel dan de
ZWARTE (-) accukabel.
Het gebruik van een druppellader met
een lage stroomsterkte wordt aange-
raden om de accu volledig opgeladen
te houden.
Nadat uw voertuig langere tijd was op-
geborgen, is een voorbereiding
vereist.
Neem contact op met een een er-
kende Can-Am Off-Road dealer, repa-
ratiebedrijf of iemand anders van uw
keuze voor het correct voorbereiden
van uw voertuig.
WAARSCHUWING
Onthoud tijdens het lezen van deze gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, als het niet wordt vermeden,
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.
202
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
OPSLAG EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN
203
TTEECCHHNNIISSCCHHEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
204
BBEEDDOOEELLDD GGEEBBRRUUIIKKSSDDOOEELLEEIINNDDEE
Landbouwtractor, waarmee u materia-
len kunt meenemen.
Controleer de maximale belasting van
het voertuig dat is aangegeven op de
contstructieplaat en het label maxima-
le voertuigbelasting, raadpleeg
Be-
langrijke labels op het product
.
De Can-Am T Categorie tractor kan
nu een aanhangwagen trekken op de
weg.
Controleer de maximale belasting van
de aanhangwagen.
Controleer de beperkingen die gelden
voor uw regio betreffende gebruik van
een tractor met aanhanger op de weg.
Sluit de verlichting van de aanhanger
aan op het voertuig.
205
VVOOEERRTTUUIIGGIIDDEENNTTIIFFIICCAATTIIEE
De voornaamste onderdelen van het
voertuig (de motor en het chassis) zijn
identificeerbaar aan de hand van ver-
schillende serienummers.
Soms kunt u deze nummers nodig
hebben voor de garantie of om uw
voertuig te laten opsporen bij verlies.
Deze nummers worden ook vereist
door de erkende off-road-dealer van
Can-Am om garantieclaims correct af
te handelen.
We raden u stellig aan om alle serie-
nummers van uw voertuig te noteren
en deze door te geven aan uw
verzekeraar.
VVooeerrttuuiiggiiddeennttiiffiiccaattiieennuummmmeerr
Het VIN bevindt zich op de construc-
tieplaat onder het zadel en op het
VIN-label.
Bombardier Recreational Products Inc.
T-1 T-2 T-3
B-1
B-2
TXX
eXXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXXXXX
XXXX kg
A-1: XXX kg
A-2: XXX kg
A-3: XXX kg
XXX kg XXX kg XXX kg
XXX kg
XXX kgXXX kg
1
2
3
4
5
6
7
CCOONNSSTTRRUUCCTTIIEEPPLLAAAATT
1: Categorie
2: Typegoedkeuringsnummer
3: V.I.N.
4: Toegestane maximale beladen
massa van het voertuig
5-7: Toegestane maximale massa per
as
B-1: Toegestane trekmassa op ach-
terste koppelingspunt; ongeremde
aanhangwagen
B-2: Toegestane trekmassa op ach-
terste koppelingspunt; traagheidsge-
remde aanhangwagen
Bombardier Recreational Products Inc.
565 de la Montagne, Valcourt, QC
Canada, J0E 2L0
TYPE: ATV
BRP-Rotax GmbH Co. KG
Rotaxstrasse 1
Gunskirchen, A-4623, Oostenrijk
Vervaardigd in Mexico
kW
kg
9931_NL
1. VIN-label - Op het frame onder de stoel
2. Gestempelde VIN - Aan de rechterzijde, on-
der het voordifferentieel
206
MMoottoorriiddeennttiiffiiccaattiieennuummmmeerr ((EE..
II..NN..))
VV--TTwwiinn mmoottoorr
1. motoridentificatienummer (E.I.N.)
CCoonnffoorrmmiitteeiittssllaabbeell
VVeerroorrddeenniinngg ((EEUU)) 22001166//11662288
iinnzzaakkee nniieett vvoooorr ddee wweegg bbeesstteemmddee
mmoobbiieellee mmaacchhiinneess
De aanduiding voor voertuigen die
voldoen aan Verordening (EU) 2016/
1628 (NRMM, niet voor de weg be-
stemde mobiele machines) is terug te
vinden op het kleppendeksel van de
motor evenals op het frame onder het
zadel.
TTYYPPIISSCCHH
1. NRMM-label - Op het frame onder het zadel
Rotax
8639_NL
MXXXXXXX
XXXX
MM-JJJJ
XXXXXX
AT1/P V-####
NRSC G1 CO2 g/kWh:
#
Productiedatum:
Klassetype:
e13
TTYYPPIISSCCHH -- NNRRMMMM--IIDDEENNTTIIFFIICCAATTIIEELLAABBEELL
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Knoeien met de motor of de bijbeho-
rende onderdelen maakt de EU-type-
goedkeuring van de betreffende motor
ongeldig.
VOERTUIGIDENTIFICATIE
207
IInnffoorrmmaattiiee oovveerr ddee bbeeppeerrkkiinngg vvaann ddee uuiittllaaaattggaasssseenn ((ttyyppiisscchh))
CARB- en EPA-modellen Alleen EPA-modellen
VEHICLE EMISSIONS CONTROL INFORMATION
VE
VE
H
I
I
C
LE E
M
ISSIO
N
S
C
O
N
T
R
R
O
L
I
I
N
N
FO
RM
A
TIO
A
A
A
A
N
N
VE
VE
H
I
I
C
LE E
M
ISSIO
N
S
C
O
N
T
R
R
O
L
I
I
N
N
FO
RM
A
TIO
A
A
AA N
N
9571
VOERTUIGIDENTIFICATIE
208
CCoonnffoorrmmiitteeiitt ttrreekkhhaaaakk
Dit label bevindt zich op de
trekhaak.
704906869_NL
E13
55R - 01 4385
D=4,48 kN S=75 kg
KLASSE A50-X
VVooeerrttuuiigg uuiitt CCaatteeggoorriiee 11
Dit label bevindt zich voor de
brandstofdop.
CATEGORIE
1
De cabine biedt
geen bescherming
tegen stoffen die
schadelijk zijn voor
de gezondheid.
704906301_NL
Categorie 1
EN 15695 -1
OOccttaaaannggeettaall
Dit label bevindt zich bij de
benzinedop.
TTeecchhnniisscchhee iinnffoorrmmaattiieellaabbeellss
OOnnddeerrhhoouuddssllaabbeell lluucchhttffiilltteerr
Dit label bevindt zich onder de
stoel.
ONDERHOUD VAN DE LUCHTFILTER
HET ONDERHOUD MOET WORDEN UITGEVOERD ALS VOORGESCHRE-
VEN IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING. DE LUCHTFILTER VERGT
FREQUENTER ONDERHOUD IN ZWAARDERE (STOFFIGE)
OMSTANDIGHEDEN.
MMiiddddeennddeekk vveerrwwiijjddeerreenn
1. Ontgrendel het deksel en laat
het deksel voorzichtig zakken.
Til het deksel op.
2. Trek en laat het zakken.
3. Trek het middendek weg.
704904229
VOERTUIGIDENTIFICATIE
209
HHeennddeell vvoooorr kkaanntteelliinngg ggeebbrruuiikkeenn
Gebruik de
ontgrendelingshendel en druk
het laadbed omhoog.
Zet de ontgrendelingshendel
terug en druk het laadbed
omlaag.
Gebruik de
ontgrendelingshendel en druk
het laadbed omhoog.
Zet de ontgrendelingshendel
terug en druk het laadbed
omlaag.
PPiiccttooggrraamm ppaarrkkeeeerrssttaanndd
Dit pictogram bevindt zich naast het
schakelpatroon.
VOERTUIGIDENTIFICATIE
210
PPiiccttooggrraamm rreemmvvllooeeiissttooff..
Dit pictogram bevindt zich bij alle
remreservoirs.
PPllaaaattss ssmmeeeerrnniippppeell –
VVoooorrwwiieelloopphhaannggiinngg
Deze labels bevinden zich op de
onderste ophangingsarmen, bij het
frame.
Het aantal beschikbare
smeernippels wordt aangegeven.
4 X
PPllaaaattss ssmmeeeerrnniippppeell –
AAcchhtteerrwwiieelloopphhaannggiinngg
Deze labels bevinden zich op de
wieldraagarmen, bij de wielen.
Het aantal beschikbare
smeernippels wordt aangegeven.
2 X
PPiiccttooggrraamm ppllaaaattss hheeffppuunntteenn
Deze labels bevinden zich op de
plaats waar een krik (voor het
heffen) of een kriksteun (voor het
ondersteunen) wordt aangebracht.
Raadpleeg de
Instructies voor
heffen van het voertuig
voor de
plaats van hefpunten en
procedures.
704907067
VOERTUIGIDENTIFICATIE
211
RRAADDIIOO FFRREEQQUUEENNCCYY DDIIGGIITTAALLLLYY EENNCCOODDEEDD
SSEECCUURRIITTYY SSYYSSTTEEMM ((RRFF DD..EE..SS..SS..--SSLLEEUUTTEELL))
Dit apparaat voldoet aan FCC deel 15 en Industry Canada licentievrijgestelde
RSS-normen. De werking valt onder de volgende twee voorwaarden: 1) dit appa-
raat mag geen interferentie veroorzaken, en 2) dit apparaat moet interferentie ac-
cepteren, inclusief interferentie die ongewenste werking van het apparaat kan
veroorzaken.
Wijzigingen of aanpassingen die niet expliciet door de instantie zijn goedge-
keurd, die voor naleving verantwoordelijk is, kunnen de toestemming voor de ge-
bruiker voor het bedienen van de apparatuur ongeldig maken.
IC-registratienummer: 12006A-1001317030
FCC ID: 2ACER1001317030
Wij, de partij die voor naleving verantwoordelijk zijn, verklaren onder onze exclu-
sieve verantwoordelijkheid dat het apparaat voldoet aan de vereisten in de vol-
gende richtlijn: 2014/53/EU. Het apparaat waarop deze verklaring betrekking
heeft, voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante vereisten. Het
product voldoet aan de volgende richtlijnen, geharmoniseerde normen en regel-
geving: Richtlijn radioapparatuur (RED) 2014/53/EU en geharmoniseerde nor-
men: EN 300 330-2, EN 60950-1.
212
GGEELLUUIIDDSSEEMMIISSSSIIEE-- EENN TTRRIILLLLIINNGGSSWWAAAARRDDEENN
Geluid en trilling1
Geluidsniveau exterieur (dB (A))
Conform Bijlage II (EU) 2018/
985
Stationair 650 79 dB(A)
1000 81 dB(A)
In beweging 85 dB(A)
Geluidsniveau ervaren door bestuurder (dB (A))
Conform Bijlage XIII (EU) 1322/2014 78 dB(A)
Stoeltrilling
Conform richtlijn 78/764/EG
Licht bestuurder aws 0,508
Zware bestuurder aws 0,534
1: Geluidsemissie en vibratiewaarden worden gemeten volgens de norm EN
15997:2011 op geasfalteerd oppervlak in neutraal.
213
EECC--CCOONNFFOORRMMIITTEEIITTSSVVEERRKKLLAARRIINNGG
565 de la Montagne Street
Valcourt (Québec) J0E 2L0
Canada
www.brp.com
Renald Plante, Eng.
Directeur, Productontwikkeling, Can-Am
Bombardier Recreational Products Inc.
Valcourt, QC, Canada
EU-conformiteitsverklaring
Geautoriseerde vertegenwoordiging: BRP-Rotax GmbH Co. KG, Rotaxstrasse 1, Gunskirchen,
A-4623, Oostenrijk
Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Machinerichtlijn 2006/42/EG zoals gewijzigd tot en
met EU-verordening 2019/1243
EU-verordening 2016/1628 inzake niet voor de weg
bestemde mobiele machines m.b.t. verontreinigende
gassen zoals gewijzigd tot en met EU-verordening
2020/1040
Richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) 2014/30/EU zoals gewijzigd tot en met
EU-verordening 2018/1139
Accurichtlijn 2006/66/EG zoals gewijzigd tot en met
richtlijn (EU) 2018/849 en,
EU-verordening 1103/2010 m.b.t.
accucapaciteitslabels
Richtlijn radioapparatuur (RED) 2014/53/EU zoals
gewijzigd tot en met EU-verordening 2018/1139
(indien voorzien van radiofrequentie (RF) D.E.S.S.
key)
ISO 12100:2010
Categorie ATS,
Fase V uitstootlimieten
EN 50342-7:2015
CISPR 12:2007/A1:2009 &
IEC 61000-6-1:2016 of
UN R10.04 of latere versie
Art. 3.1a: IEC 62368-1:2014
Art. 3.1b: CISPR 25:2016 &
ISO 11452-2:2004
Art. 3.2: ETSI EN 300 330
V2.1.1:2017
De ondergetekende, als vertegenwoordiger van de fabrikant, verklaart hierbij dat All Terrain
Vehicles van modeljaar 2024 voorzien van de CE-markering en een
voertuigidentificatienummer van 17 karakters in de vorm van 3JBxxxxxxRxxxxxxx onder
commerciële namen Can-Am Outlander en Can-Am Renegade voldoen aan alle relevante
voorwaarden van de volgende verordeningen en normen:
19 april 2023
214
UUKK--CCOONNFFOORRMMIITTEEIITTSSVVEERRKKLLAARRIINNGG
565 de la Montagne Street
Valcourt (Québec) J0E 2L0
Canada
www.brp.com
Renald Plante, Eng.
Directeur, Productontwikkeling, Can-Am ATV & Spyder
Bombardier Recreational Products Inc.
Valcourt, QC, Canada
UK-conformiteitsverklaring
Geautoriseerde vertegenwoordiging: BRP UK Ltd., (BWM Accountants Limited), Suite 5.1,
12 Tithebarn Street, Liverpool, L2 2DT
Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Verordening voor levering van machines (veiligheid)
2008, UK SI 2008/1597 zoals gewijzigd tot en met
SI 2020/1112
Verordeningen 2018 inzake niet voor de weg
bestemde mobiele machines (typegoedkeuring en
emissie van verontreinigende gassen en deeltjes), UK
SI 2018/764 zoals gewijzigd tot en met SI 2020/1393
Verordening voor elektromagnetische compatibiliteit
2016, UK SI 2016/1091 zoals gewijzigd tot en met
SI 2020/1112
Verordeningen voor accu's en accumulatoren
(placering op de markt) 2008, UK SI 2008/2164
zoals gewijzigd tot en met UK SI 2020/904
Verordening voor radioapparatuur 2017, UK SI
2017/1206 zoals gewijzigd tot en met SI 2020/1112
(indien voorzien van radiofrequentie (RF) D.E.S.S.
key)
ISO 12100:2010
Categorie ATS,
Fase V uitstootlimieten
EN 50342-7:2015
CISPR 12:2007/A1:2009 &
IEC 61000-6-1:2016 of
UN R10.04 of latere versie
Art. 3.1a: IEC 62368-1:2014
Art. 3.1b: CISPR 25:2016 &
ISO 11452-2:2004
Art. 3.2: ETSI EN 300 330
V2.1.1:2017
De ondergetekende, als vertegenwoordiger van de fabrikant, verklaart hierbij dat All Terrain
Vehicles van modeljaar 2024 voorzien van de -markering en een
voertuigidentificatienummer van 17 karakters in de vorm van 3JBxxxxxxRxxxxxxx onder
commerciële namen Can-Am Outlander en Can-Am Renegade voldoen aan alle
toepasselijke bepalingen van de volgende wettelijke instrumenten:
19 april 2023
215
EEAACC--CCOONNFFOORRMMIITTEEIITTSSVVEERRKKLLAARRIINNGG
BBllaannccoo ggeellaatteenn vvoooorr ccoonnffoorrmmiitteeiitt EEuurraazziiëë,,
mmaarrkkeerreenn iinnddiieenn vvaann ttooeeppaassssiinngg
216
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
EAC-CONFORMITEITSVERKLARING
217
TTEECCHHNNIISSCCHHEE
SSPPEECCIIFFIICCAATTIIEESS
218
TTEECCHHNNIISSCCHHEE SSPPEECCIIFFIICCAATTIIEESS
MMoottoorr
Type ROTAX®4-takt, 2
cilinders (V-twin),
vloeistofgekoeld
Kleppen
4 kleppen/cilinder
(mechanisch regelbaar,
enkele bovenliggende
nokkenas (SOHC) met
nokkenasketting
Klepspeling
Inlaat 0.06 to 0.14 mm
(.0024 to .0055 in)
Uitlaat 0.11 to 0.19 mm
(.0043 to .0075 in)
Boring
650 82 mm
(3,23 in)
1000 91 mm
(3,58 in)
Slag
650 61,5 mm
(2,42 in)
1000 75 mm
(2,95 in)
Cilinderinhoud
650 650 cm³
(39,7 inch³)
1000 976 cm³
(59,6 inch³)
Uitlaatsysteem
NRMM-modellen Katalysator aanwezig
Andere modellen
Vonkafleider
goedgekeurd door de
Amerikaanse USDA
Forest Service
Motorluchtfilter Synthetische papierfilter
met schuim
SSmmeeeerrssyysstteeeemm
Type Nat carter. Vervangbaar
patroon oliefilter
Oliefilter BRP Rotax papiertype,
vervangbaar
Motorolie
Inhoud (olieverversing met
filter) 2,0 l
(2,1 qt (liq.,US))
Aanbevo
len
XPS-olie
Algemene
doeleinden XPS 4T 5W40
synthetische mengolie
219
SSmmeeeerrssyysstteeeemm
Lage
temperaturen XPS 4T 0W40
synthetische olie
Hoge temperatuur XPS 4T 10W50
synthetische olie
Alternatieve olie indien geen
XPS-producten beschikbaar
zijn
5W40 of 10W50
motorolie die voldoet
aan de vereisten van de
API-classificatie SN of
JASO MA2
KKooeellssyysstteeeemm
Koelvloeistof
Aanbevolen XPS-koelvloeistof XPS voorgemengde
koelvloeistof voor
langere levensduur
Alternatief indien geen
XPS-product beschikbaar is
Mengsel van ethylglycol/
water (50%/50%)
of koelvloeistof specifiek
ontwikkeld voor
aluminiummotoren
Capaciteit
650 3,4 l
(,9 gal (liq.,US))
1000 3,5 l
(,92 gal (liq.,US))
TTrraannssmmiissssiiee
Type
Continu Variabele
Transmissie (CVT),
subtransmissie met L/H/
N/R/P, standaard
motorrem
Schakeltoerental (TPM) 1650 TPM ± 100 TPM
TTaannddwwiieellkkaasstt
Type Dubbel bereik (HI-LO)
met parkeerstand,
neutraal en achteruit
Versnellingsbakolie
Capaciteit 450 ml
(15,22 fl oz (US))
Aanbevolen XPS-olie XPS 75W140
synthetische
versnellingsbakolie
Alternatief indien geen
XPS-product beschikbaar is
75W140 API GL-5
synthetische
versnellingsbakolie
TECHNISCHE SPECIFICATIES
220
EElleekkttrriisscchh ssyysstteeeemm
Output van de magneetgenerator 650 W bij 6000 TPM
Type ontstekingsysteem IDI (Inductive Discharge
Ignition)
Timing van de ontsteking Niet regelbaar
Ontstekingsbougie
Aantal 2
Merk en type NGK DCPR8E of
gelijkwaardig
Tussenruimte 0,8 tot 0,9 mm
(031 tot 035 in)
Instelling van de
motortoerentalbegren
zer
Vooruit 8000 TPM
Achteruit 15 km/h
(9 MPH) (zonder
opheffen)
Accu
Type Onderhoudsvrij
Spanning 12 volt
Nominale stroom 18 A•h
Output starter 750 W
Koplampen Grootlicht LED's
Dimlicht LED's
Achterlichten 2 x 5/21 W
Richtingaanwijzers LED's
Standlichten LED's
Licht nummerplaat 2 x 5 W
Zekeringen Raadpleeg
Zekeringen
in het hoofdstuk
Onderhoud
BBrraannddssttooffssyysstteeeemm
Brandstofaflevering
Elektronische
brandstofinjectie (EFI),
46 mm gasklephuis, 1
injector per cilinder
Brandstofpomp Type Elektrisch (in
brandstoftank)
Leegloopsnelheid 1250 TPM ± 100 TPM
Brandstof Type
Gewone loodvrije
benzine
Zie
Vereisten voor
brandstof
TECHNISCHE SPECIFICATIES
221
BBrraannddssttooffssyysstteeeemm
Minimumoctaangetal 91 RON of meer
Inhoud van de brandstoftank 20,5 l
(5,4 gal (liq.,US))
Resterende brandstof wanneer lampje laag
brandstofpeil gaat BRANDEN ± 5 l
(1,3 gal (liq.,US))
AAaannddrriijjffssyysstteeeemm
Type aandrijfsysteem Selecteerbaar 4WD,
6WD en 6WDLock
Vooraandrijving
Visco-4Lok
auto-vergrendeling en
volledige vergrendeling
voordifferentieel
Vooraandrijvingsratio 3.6:1
Achteraandrijving Spiraalkegeltandwielen /
as-aangedreven
achteraandrijving
Achteraandrijvingsratio 3.6:1
Voordifferentieelolie
Capaciteit 400 ml
(14 fl oz (US))
Aanbevolen olie 75W90 synthetische
versnellingsbakolie
Indien XPS-producten niet
beschikbaar zijn
Gebruik synthetische
versnellingsbakolie
75W90 API GL-5
Olie
middendifferentieel
Olie achteraandrijving
Capaciteit
Middle 400 ml
(14 fl oz (US))
Achter 300 ml
(10,2 fl oz (US))
Aanbevolen XPS-olie XPS 75W140
synthetische
versnellingsbakolie
Alternatief indien geen
XPS-product beschikbaar is
75W140 API GL-5
synthetische
versnellingsbakolie
Smeermiddel homokinetische koppelingen XPS CV-vet voor
koppelingen of een
gelijkwaardig product
Smeermiddel cardanas XPS-vet voor
cardanassen of een
gelijkwaardig product
TECHNISCHE SPECIFICATIES
222
VVoooorrwwiieelloopphhaannggiinngg
Type ophanging Dubbele gebogen
ophangingsarm met
stabilisatorstang
Veerweg 23,3 cm
(9,2 in)
Schokdemper Aantal 2
Type Olie
Type afregeling voorbelasting Regelnok met 5 standen
AAcchhtteerrwwiieelloopphhaannggiinngg
Type ophanging
Dubbele TTI2 (Torsional
Trailing arm
Independent) met snel
ontgrendelbare
stabilisatorstang
Veerweg 25,1 cm
(9,9 in)
Schokdemper Aantal 4
Type Olie
Type afregeling voorbelasting Regelnok met 5 standen
RReemmmmeenn
Type Hydraulische
schijfremmen
Voorrem
Aantal 2
Type
214 mm geboorde
remschijven met
hydraulische
tweezuigerremklauwen
Achterrem
Aantal 2
Type
214 mm geboorde
remschijf met
hydraulische
tweezuigerremklauw
Remvloeistof Capaciteit 260 ml
(8,8 fl oz (US))
Type DOT 4
Zadel Zwevende dubbele
zuigers (2 x 26 mm)
Materiaal remblokken Organisch
TECHNISCHE SPECIFICATIES
223
RReemmmmeenn
Minimumdikte van de remblokken 1 mm
(,04 in)
Minimumdikte van de remschijven 4,0 mm
(0,157 in)
Maximale kromming van de remschijven 0,2 mm
(0,01 in)
BBaannddeenn
Druk
De aanbevolen
bandenspanning vindt u
op het bandenlabel.
Raadpleeg het juiste
hoofdstuk
Belangrijke
labels op het product
voor de plaats.
Minimum spoordiepte banden 3 mm
(0,118 inch)
Maat
Voor 205/90-12
(26x8-12)
Achter 255/70-12
(26x10-12)
VVeellggeenn
Type Gegoten aluminium
Velgenmaat
Voor 30,5 x 15,2 cm
(12 x 6 in)
Achter 305 x 1,91 cm
(12 x 7,5 in)
Wieloffset
Voor 41,2 mm
(1,62 in)
Midden
Achter 51 mm
(2,01 in)
Draaimoment van de wielmoer 80 ± 5 Nm
(59 ± 4 lbf-ft)
MMaatteenn
Totale lengte
1-UP 303 cm
(119,3 in)
2-UP 323 cm
(127 in)
Totale breedte 122 cm
(48 in)
TECHNISCHE SPECIFICATIES
224
MMaatteenn
Totale hoogte
1-UP 126 cm
(49,5 in)
2-UP 141 cm
(55,5 in)
Wielbasis
1-UP 208 cm
(82 in)
2-UP 228 cm
(90 in)
Wielspoor
Voor 101 cm
(40 in)
Achter 96 cm
(38 in)
Bodemvrijheid 27,9 cm
(11 in)
GGeewwiicchhtt eenn llaaaaddvveerrmmooggeenn
Drooggewicht
1-UP
650 574 kg
(1.265,5 lb)
1000 576 kg
(1.270 lb)
2-UP
650 595 kg
(1.312 lb)
1000 597 kg
(1.316 lb)
Capaciteit laadrek voor 45 kg
(100 lb)
Laadbed 318 kg (700 lb) waarvan
tenminste 45 kg (100 lb)
in de laadbak achter
Gewichtsverdeling per as
Voor/Midden/Achter (%) 28/35/37
Totaal toegelaten gewicht
(inclusief bestuurder, passagier,
alle andere ladingen en extra
accessoires)
1-UP 460 kg
(1,015 lb)
2-UP 460 kg
(1,015 lb)
Trekvermogen
Trailer zonder remmen 674 kg
(1.486 lb)
Trailer met inertieremmen 907 kg
(2.000 lb)
Disselcapaciteit (ongeremd of traaggeremd) 67,5 kg
(149 lb)
TECHNISCHE SPECIFICATIES
225
OONNDDEERRDDEELLEENNCCAATTAALLOOGGUUSS
226
OONNLLIINNEE OONNDDEERRDDEELLEENNCCAATTAALLOOGGUUSS
De voor uw Can-Am ATV vereiste onderdelencatalogus vindt u op onze website
op:
wwwwww..eeppcc..bbrrpp..ccoomm
227
OOPPLLOOSSSSEENN VVAANN
PPRROOBBLLEEMMEENN
228
RRIICCHHTTLLIIJJNNEENN VVOOOORR HHEETT OOPPLLOOSSSSEENN VVAANN
PPRROOBBLLEEMMEENN
MMoottoorr ddrraaaaiitt nniieett
11.. MMoottoorrssttooppsscchhaakkeellaaaarr..
Let erop dat de motorstopschakelaar op AAN staat.
22.. DD..EE..SS..SS..--sslleeuutteell iiss nniieett iinn DD..EE..SS..SS..--ccoonnttaacctt ggeeppllaaaattsstt..
Plaats de D.E.S.S.-sleutel stevig in het D.E.S.S.-contact.
33.. DDee ddiiggiittaallee ddiissppllaayy ttoooonntt BBAADD KKEEYY ((vveerrkkeeeerrddee sslleeuutteell))..
Verkeerde D.E.S.S.-sleutel. Gebruik de juiste sleutel voor dit voertuig.
44.. TTrraannssmmiissssiiee ssttaaaatt nniieett iinn ddee PPAARRKKEEEERR--ssttaanndd ((PP)) ooff iinn
NNEEUUTTRRAAAALL ((NN))..
Schakel naar de PARKEER-stand (P) of naar NEUTRAAL (N) of druk de rem-
hendel in.
Druk de remhendel in
55.. ZZeekkeerriinngg ddoooorrggeebbrraanndd..
Controleer de staat van de hoofdzekering.
66.. AAccccuu ttee zzwwaakk ooff vveerrbbiinnddiinnggeenn llooss..
Controleer het oplaadsysteem.
Controleer de staat van de verbindingen en aansluitklemmen.
Laat de accu nakijken.
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
77.. SSttaarrttaaccccuu ttee zzwwaakk ooff vveerrbbiinnddiinnggeenn llooss..
Controleer de aansluitingen van de startaccu
Controleer de startrelais.
MMoottoorr ssllaaaatt oovveerr mmaaaarr ssttaarrtt nniieett
11.. VVeerrddrroonnkkeenn mmoottoorr ((bboouuggiiee nnaatt bbiijj vveerrwwiijjddeerriinngg))..
Zie Verdronken Motor in het hoofdstuk Speciale procedures.
22.. GGeeeenn bbrraannddssttooff iinn ddee mmoottoorr ((bboouuggiiee ddrroooogg bbiijj
vveerrwwiijjddeerriinngg))..
Controleer het brandstofpeil.
Controleer de zekering en relais van de brandstofpomp.
Mogelijk is de brandstofpomp defect.
Als de motor niet start, zorgt u voor onderhoud, reparatie of vervanging door
een erkende Can-Am Off-road-dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van
uw keuze.
33.. BBoouuggiiee//oonnttsstteekkiinngg ((ggeeeenn vvoonnkk))..
229
Controleer de toestand van de zekeringen van de ontsteking/injector.
Verwijder de bougie en sluit terug aan op de ontstekingsspoel.
Start de motor met de bougie geaard aan de motor, weg van het bougiegat.
Vervang de bougie als u geen vonk ziet.
Als het probleem aanhoudt, dient u voor onderhoud, reparatie of vervanging
contact op te nemen met een erkende off-road-dealer van Can-Am, een repa-
ratiebedrijf of een persoon van uw keuze
44.. HHeett vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjee CCOONNTTRROOLLEEEERR MMOOTTOORR bbrraannddtt eenn oopp
ddee ddiissppllaayy wwoorrddtt CCHHEECCKK EENNGGIINNEE ((CCOONNTTRROOLLEEEERR MMOO--
TTOORR)) wweeeerrggeeggeevveenn..
Ga voor onderhoud, reparatie of vervanging naar een erkende off-road-dealer
van Can-Am, een reparatiebedrijf of persoon van uw keuze.
55.. DDee mmoottoorr ddrraaaaiitt iinn bbeesscchheerrmmiinnggssmmoodduuss
((tteerruuggkkeeeerrmmoodduuss))..
Het verklikkerlichtje CONTROLEER MOTOR brandt en op het digitale display
wordt CONTROLEER MOTOR weergegeven. Zorg voor onderhoud, repara-
tie of vervanging door een erkende off-road-dealer van Can-Am, reparatiebe-
drijf of iemand anders van uw keuze.
MMoottoorr aacccceelleerreeeerrtt oonnvvoollddooeennddee ooff mmiisstt vveerrmmooggeenn
11.. BBoouuggiiee vvuuiill ooff ddeeffeecctt..
Zie Motor wentelt maar start niet.
22.. MMoottoorr kkrriijjggtt oonnvvoollddooeennddee bbrraannddssttooff..
Zie Motor wentelt maar start niet.
33.. MMoottoorr rraaaakktt oovveerrvveerrhhiitt.. ((HHeett vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjee CCOONNTTRROO--
LLEEEERR MMOOTTOORR ggaaaatt bbrraannddeenn eenn TTEEMMPP HHOOOOGG vveerrsscchhiijjnntt
oopp ddee ddiiggiittaallee ddiissppllaayy..))
Zie Oververhitting van de motor.
44.. LLuucchhttffiilltteerr//bbeehhuuiizziinngg vveerrssttoopptt ooff vvuuiill..
Controleer de filter en reinig hem indien nodig.
Controleer de afvoer van het luchtfilterhuis op vuilafzetting.
Controleer de positie van de luchtinlaatleiding.
55.. CCVVTT vvuuiill ooff vveerrsslleetteenn..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
66.. DDee mmoottoorr ddrraaaaiitt iinn bbeesscchheerrmmiinnggssmmoodduuss ((MMoottoorrmmaannaaggee--
mmeenntt nnooooddpprrooggrraammmmaa))..
Lees de meldingen op de digitale display.
Het verklikkerlichtje CONTROLEER MOTOR brandt en op het digitale display
wordt CONTROLEER MOTOR of MOTORMANAGEMENT
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
230
NOODPROGRAMMA weergegeven. Zorg voor onderhoud, reparatie of ver-
vanging door een erkende off-road-dealer van Can-Am, reparatiebedrijf of ie-
mand anders van uw keuze.
MMoottoorr oovveerrvveerrhhiitt
11.. TTee wweeiinniigg kkooeellvvllooeeiissttooff iinn hheett kkooeellssyysstteeeemm
Controleer koelvloeistof, zie hoofdstuk Koelvloeistof controleren in
Onderhoudsprocedures.
22.. VVuuiillee rraaddiiaattoorrvviinnnneenn..
Reinig de radiatorvinnen, zie De radiator inspecteren in
Onderhoudsprocedures.
33.. KKooeellvveennttiillaattoorr ddrraaaaiitt nniieett..
Controleer de zekering of relais van de koelventilator, zie Zekeringen in On-
derhoudsprocedures. Als de zekering in orde is, zorgt u voor onderhoud, re-
paratie of vervanging door een erkende off-road-dealer van Can-Am,
reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
MMoottoorrtteerruuggssllaagg
11.. UUiittllaaaattssyysstteeeemm lleekktt..
Ga voor onderhoud, reparatie of vervanging naar een erkende off-road-dealer
van Can-Am, een reparatiebedrijf of persoon van uw keuze.
22.. MMoottoorr lloooopptt ttee hheeeett..
Zie Motor mist acceleratie of vermogen.
33.. OOnnttsstteekkiinnggssttiimmiinngg iiss vveerrkkeeeerrdd ooff hheett oonnttsstteekkiinnggssssyysstteeeemm
iiss ddeeffeecctt..
Ga voor onderhoud, reparatie of vervanging naar een erkende off-road-dealer
van Can-Am, een reparatiebedrijf of persoon van uw keuze.
MMoottoorr wweeiiggeerrtt
11.. BBoouuggiiee vvuuiill//ddeeffeecctt//vveerrsslleetteenn..
Reinig/controleer de bougie en het verwarmingsbereik. Vervangen indien
nodig.
22.. WWaatteerr iinn ddee bbrraannddssttooff..
Tap het brandstofsysteem af en hervul het met verse brandstof.
VVooeerrttuuiigg bbeerreeiikktt mmaaxxiimmuummssnneellhheeiidd nniieett
11.. PPrroobblleemmeenn mmeett ddee mmoottoorr..
Zie Motor mist acceleratie of vermogen.
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
231
22.. RReemmhheennddeellsslloott ggeeaaccttiivveeeerrdd..
Zorg dat de remslothendel volledig is uitgeschakeld.
33.. LLuucchhttffiilltteerr//bbeehhuuiizziinngg vveerrssttoopptt ooff vvuuiill..
Controleer de filter en reinig hem indien nodig.
Controleer de afvoer van het luchtfilterhuis op vuilafzetting.
Controleer de positie van de luchtinlaatleiding.
44.. CCVVTT vvuuiill ooff vveerrsslleetteenn..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
55.. DDee mmoottoorr ddrraaaaiitt iinn bbeesscchheerrmmiinnggssmmoodduuss
((tteerruuggkkeeeerrmmoodduuss))..
Lees de meldingen op de digitale display.
Het verklikkerlichtje CONTROLEER MOTOR brandt en op het digitale display
wordt CONTROLEER MOTOR of MOTORMANAGEMENT NOODPRO-
GRAMMA weergegeven. Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door
een erkende off-road-dealer van Can-Am, reparatiebedrijf of iemand anders
van uw keuze.
SScchhaakkeellhheennddeell bbeewweeeeggtt ssttrrooeeff
11.. HHeett oovveerrbbrreennggiinnggssmmeecchhaanniissmmee ssttaaaatt iinn eeeenn ssttaanndd wwaaaarriinn
ddee sscchhaakkeellhheennddeell nniieett kkaann wweerrkkeenn..
Schok het voertuig heen en weer om de tandwielen te bewegen, totdat de
schakelhendel kan worden verzet.
22.. CCVVTT vvuuiill ooff vveerrsslleetteenn..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
HHeett ttooeerreennttaall ssttiijjggtt mmaaaarr hheett vvooeerrttuuiigg bbeewweeeeggtt nniieett
11.. DDee ttrraannssmmiissssiiee ssttaaaatt iinn ddee PPAARRKKEEEERR--ssttaanndd ((PP)) ooff iinn NNEEUU--
TTRRAAAALL ((NN))..
Schakel naar de stand R, HI of LO.
22.. CCVVTT vvuuiill ooff vveerrsslleetteenn..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
33.. WWaatteerr iinn ddee CCVVTT--bbeehhuuiizziinngg..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
VVeerrmmiinnddeerrddee bbeekkrraacchhttiiggiinngg sseerrvvoossttuuuurrrreeggeelliinngg
11.. AAllss ddee ddyynnaammiisscchhee ssttuuuurrbbeekkrraacchhttiiggiinngg ((DDPPSS)) aaaann aaaannhhoouu--
ddeennddee zzwwaarree ssttuuuurroommssttaannddiigghheeddeenn wwoorrddtt bblloooottggeesstteelldd,,
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
232
kkaann ddee ssttuuuurrbbeekkrraacchhttiiggiinngg ddoooorr ddee DDPPSS--mmoottoorr vveerrllaaaaggdd
wwoorrddeenn oomm hheett ssyysstteeeemm ttee bbeesscchheerrmmeenn..
Zodra de belasting is gereduceerd, keert de stuurbekrachtiging terug naar
normaal.
22.. HHeett vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjee CCOONNTTRROOLLEEEERR MMOOTTOORR bbrraannddtt eenn oopp
ddee ddiissppllaayy wwoorrddtt CCHHEECCKK DDPPSS ((CCOONNTTRROOLLEEEERR DDPPSS))
wweeeerrggeeggeevveenn..
Ga voor onderhoud, reparatie of vervanging naar een erkende off-road-dealer
van Can-Am, een reparatiebedrijf of persoon van uw keuze.
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
233
MMEELLDDIINNGGEENN DDIIGGIITTAALLEE DDIISSPPLLAAYY
Melding Controle
lampje(s)
ON Pieptoon Beschrijving
VERKEERDE
SLEUTEL N.v.t.
Duidt aan dat u de verkeerde
contactsleutel of D.E.S.S.-sleutel
gebruikt. Gebruik de juiste sleutel
voor dit voertuig.
Het is ook mogelijk dat de
contactsleutel een slecht contact
geeft. Verwijder de sleutel en maak
hem schoon.
DESS-SLEU
TEL NIET
HERKEND N.v.t. Dit duidt aan dat er mogelijk een
slecht contact is. Verwijder de
sleutel en reinig deze.
BRAKE (rem) Enkel - kort
Wordt weergegeven als u de
remslothendel langer dan 15
seconden activeert (tijdens het
rijden) of,
Wanneer de remhendel of het
voetrempedaal wordt gebruikt
tijdens het rijden.
LO BATT
(accuspan
ning te laag) N.v.t. Accuspanning te laag. Controleer
de accuspanning en het
oplaadsysteem.
HI BATT
(accuspan
ning te hoog) N.v.t. Accuspanning te hoog. Controleer
de accuspanning en het
oplaadsysteem.
LOW OIL (1)
(motoroliedruk te
laag) Enkel - lang Motoroliedruk te laag. Stop de
motor onmiddellijk.
KOELVLOEI
STOF
TEMPERA
TUUR TE
HOOG
Enkel - lang
De motor oververhit, zie
OVERVERHITTING VAN DE
MOTOR
in
Oplossen van
problemen
MOTOR
MANAGE
MENT NOOD
PROGRAM
MA
Enkel - lang
Ernstige storing aan de motor die
de normale werking van de motor
kan belemmeren. Het
MOTORVERKLIKKERLICHTJE zal
ook knipperen, zie
Oplossen van
problemen
.
MOTORSTO
RING N.v.t.
Motorstoring, het
MOTORVERKLIKKERLICHTJE zal
ook BRANDEN. Zie
Oplossen van
problemen
.
234
NO ECM
COMMUNICA
TION (geen
ECM-commu
nicatie)
N.v.t. Communicatiestoring tussen
snelheidsmeter en
motorbeheermodule (ECM).
CONTRO
LEER DPS N.v.t.
Dat wijst erop dat de DPS
(Dynamic Power Steering) niet
naar behoren functioneert.
Raadpleeg een erkende Off-road
Can-Am dealer.
ONDER
HOUD
NOODZAKE
LIJK
N.v.t. Weergegeven op de meter
wanneer het voertuig binnenkort
periodiek onderhoud nodig heeft.
FOUT TPS
OPHEFKNOP
INDRUKKEN
VOOR
MOTOR
MANAGE
MENT NOOD
PROGRAM
MA
N.v.t.
Gaskleppositiesensor werkt niet
correct. Zorg voor onderhoud,
reparatie of vervanging door een
erkende Off-Road Can-Am-dealer,
reparatiebedrijf of iemand anders
van uw keuze.
VOORDEFFE
RENTIEEL
VERGRENDE
LING -
ONTGRENDE
LEN
N.v.t. Dubbel -
kort De voordifferentieelvergrendeling
is ontgrendeld.
SPORT
MODE
ACTIVE
(SPORTMO
DUS ACTIEF)
Enkel - kort De SPORT-modus is nu
geselecteerd.
SNELHEIDS
BEGREN
ZING ACTIEF Enkel - kort De snelheidsbegrenzer is
geactiveerd.
MMEERRKK OOPP
((11)) AAllss ddee mmeellddiinngg eenn hheett mmoottoorrvveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjee aaaannbblliijjvveenn nnaaddaatt ddee mmoottoorr
iiss ggeessttaarrtt,, sscchhaakkeell ddee mmoottoorr ddaann uuiitt.. CCoonnttrroolleeeerr hheett mmoottoorroolliieeppeeiill.. VVuull bbiijj
iinnddiieenn nnooddiigg.. AAllss hheett oolliieeppeeiill iinn oorrddee iiss,, zzoorrggtt uu vvoooorr oonnddeerrhhoouudd,, rreeppaarraattiiee
ooff vveerrvvaannggiinngg ddoooorr eeeenn eerrkkeennddee ooffff--rrooaadd--ddeeaalleerr vvaann CCaann--AAmm,, rreeppaarraattiiee--
bbeeddrriijjff ooff iieemmaanndd aannddeerrss vvaann uuww kkeeuuzzee.. RRaaaaddpplleeeegg ddee eemmiissssiieeggeerreellaa--
tteeeerrddee ggaarraannttiiee vvaann UUSS EEPPAA iinn ddeezzee hhaannddlleeiiddiinngg vvoooorr iinnffoorrmmaattiiee oovveerr
ggaarraannttiieeccllaaiimmss.. GGeebbrruuiikk hheett vvooeerrttuuiigg nniieett mmeeeerr ttoott hheett iiss ggeerreeppaarreeeerrdd..
MELDINGEN DIGITALE DISPLAY
235
GGAARRAANNTTIIEE
236
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP -- VV..SS.. EENN
CCAANNAADDAA:: 22002244 CCAANN--AAMM®® AATTVV
11)) VVOOOORRWWEERRPP VVAANN DDEE BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP") biedt op zijn Can-Am ATV (“Pro-
duct(en)”) van 2024 die worden verkocht door erkende BRP-dealers (als hieron-
der bepaald) in de Verenigde Staten ("VS") en Canada een garantie voor
materiaal- en fabricagefouten gedurende de hieronder beschreven termijn en
aan de hieronder beschreven voorwaarden.
Deze beperkte garantie vervalt indien:
1. het Product werd gebruikt om mee te racen of voor een andere competitieve
activiteit, om het even wanneer, zelfs door een vorige eigenaar; of
2. het Product werd zodanig aangepast of veranderd, dat zijn werking, prestatie
of duurzaamheid negatief werden beïnvloed, of werden veranderd of aange-
past met het oog op een ander gebruik dan datgene waarvoor het was be-
doeld; of
Deze beperkte garantie is niet van toepassing op niet in de fabriek gemonteerde
onderdelen en accessoires. Raadpleeg de tekst voor de van toepassing zijnde
beperkte garantie voor de onderdelen en accessoires.
22)) BBEEPPEERRKKIINNGG VVAANN DDEE AAAANNSSPPRRAAKKEELLIIJJKKHHEEIIDD
VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, WORDT DEZE GARANTIE UIT-
DRUKKELIJK GEGEVEN EN AANVAARD TER VERVANGING VAN ELKE AN-
DERE GARANTIE, HETZIJ EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF EN
ZONDER BEPERKING, ELKE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID OF GE-
SCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIKSDOEL. IN DE MATE WAARIN
DEZE NIET KUNNEN WORDEN UITGESLOTEN, IS DE DUUR VAN DE IMPLI-
CIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GA-
RANTIE. INCIDENTELE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN UITGESLOTEN
VAN DEKKING ONDER DEZE GARANTIE. IN BEPAALDE STATEN/PROVIN-
CIES ZIJN DE VOORNOEMDE AFWIJZINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID,
BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOEGESTAAN. DIE ZOUDEN BIJ-
GEVOLG NIET OP U VAN TOEPASSING ZIJN. DEZE GARANTIE GEEFT U
SPECIFIEKE RECHTEN, MAAR U KUNT OOK NOG ANDERE WETTELIJKE
RECHTEN GENIETEN, AFHANKELIJK VAN DE STAAT OF PROVINCIE WAAR
U WOONT.
Geen enkele distributeur, BRP dealer of andere persoon is gemachtigd om an-
dere beloften, voorstellingen of garanties met betrekking tot dit product te bieden,
dan die welke deel uitmaken van deze beperkte garantie. Gebeurt dit toch, dan
zijn deze niet afdwingbaar van BRP.
BRP behoudt zich het recht voor, deze beperkte garantie op elk gewenst ogen-
blik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de
garantievoorwaarden die van toepassing waren op Producten, die tijdens de gel-
digheidsduur van deze garantie werden verkocht.
33)) UUIITTSSLLUUIITTIINNGGEENNZZIIJJNN NNIIEETT GGEEWWAAAARRBBOORRGGDD
De volgende zaken vallen in geen geval onder de garantie:
Normale gebruikssporen en slijtage;
237
Routineonderhoudszaken, tune-ups, aanpassingen;
Schade ten gevolge van verwaarlozing, gebrekkig onderhoud en/of onzorg-
vuldige bewaring, die niet strookt met de aanwijzingen in de
Gebruikershandleiding;
Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige
reparaties, service, onderhoud of aanpassingen of gebruik van onderdelen
en accessoires die niet door BRP zijn geproduceerd of goedgekeurd, of scha-
de ten gevolge van reparaties uitgevoerd door een persoon die geen erkende
BRP dealer is;
Schade ten gevolge van misbruik, abnormaal gebruik, verwaarlozing of ge-
bruik van het Product op een manier die niet strookt met de aanbevelingen in
de Gebruikershandleiding van het Product;
Schade veroorzaakt door ongeval, onderdompeling, brand, diefstal, vanda-
lisme of overmacht;
Gebruik met brandstoffen, oliesoorten of smeermiddelen die niet geschikt zijn
voor dit Product (zie Gebruikershandleiding);
Schade door roest, corrosie of blootstelling aan de natuurelementen;
Schade door opname van water of sneeuw;
Incidentele of gevolgschade of schade van welke aard ook, inclusief en zon-
der beperkingen, kosten voor wegslepen, bewaren, telefoon, huur, taxi, ge-
notsderving, verzekering, afbetalingen, tijdverlies, inkomensderving of
tijdsverlies door stilstand wegens servicewerkzaamheden.
44)) GGAARRAANNTTIIEEPPEERRIIOODDEE
Deze beperkte garantie loopt vanaf (1) de datum van levering aan de eerste klant
of (2) de datum van de eerste ingebruikname, naargelang van wat zich het eerst
voordoet, gedurende de onderstaande toepasselijke termijn:
ZES (6) opeenvolgende maanden, voor privégebruik of commercieel
RRaaaaddpplleeeegg vvoooorr eemmiissssiieeggeerreellaatteeeerrddee oonnddeerrddeelleenn de Emissiegerelateerde
garantie van US EPA.
VVoooorr oonnddeerrddeelleenn ggeerreellaatteeeerrdd aaaann vveerrddaammppiinnggsseemmiissssiiee vvaann mmooddeelllleenn
ddiiee ddoooorr BBRRPP wweerrddeenn ggeepprroodduucceeeerrdd vvoooorr vveerrkkoooopp iinn ddee ssttaaaatt CCaalliiffoorrnniiëë,
die oorspronkelijk worden verkocht aan een inwoner of nadien worden geregi-
streerd voor de garantie op naam van een inwoner van de staat Californië,
dienen ook te voldoen aan de toepasselijke Evaporative emission control
warranty statement (Garantieverklaring regelsysteem voor uitlaatgassen) van
Californië.
De reparatie of vervanging van onderdelen of service uitgevoerd in het kader van
deze garantie verlengt de duur van deze beperkte garantie niet. De oorspronke-
lijke vervaldatum blijft behouden.
55)) VVOOOORRWWAAAARRDDEENN OOMM VVAANN DDEE GGAARRAANNTTIIEE TTEE KKUUNNNNEENN
GGEENNIIEETTEENN
De dekking van deze garantie isaalllleeeenn vvaann ttooeeppaassssiinngg indien aan aallllee onder-
staande voorwaarden is voldaan:
Het Product moet als nieuw en ongebruikt door de eerste eigenaar ervan zijn
gekocht van een Dealer die erkend is voor verkoop van de Producten in het
land waarin het werd gekocht (“Dealer”);
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP - V.S. EN CANADA: 2024 CAN-AM® ATV
238
De door BRP voorgeschreven inspecties voor de levering moeten voltooid,
gedocumenteerd en ondertekend zijn door de koper;
Het Product moet op een correcte manier zijn geregistreerd door een erkende
Dealer;
Het Product moet zijn aangekocht in het land waarin de koper woonachtig is;
Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon-
derhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de ga-
rantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te
vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
BRP zal deze beperkte garantie niet nakomen indien één van de bovenstaande
voorwaarden niet werd vervuld door de privégebruiker of commerciële gebruiker.
Deze beperkingen zijn noodzakelijk om BRP toe te laten, de veiligheid van zijn
producten, zijn klanten en het grote publiek te vrijwaren.
66)) HHOOEE KKUUNNTT UU EEEENN PPRREESSTTAATTIIEE OONNDDEERR GGAARRAANNTTIIEE
AAAANNVVRRAAGGEENN
De klant moet stoppen met gebruiken van het Product na het opduiken van een
defect en binnen drie (3) dagen na het opduiken hiervan contact opnemen met
een BRP dealer die servicewerken uitvoert en deze redelijke toegang tot het Pro-
duct verlenen en een redelijke gelegenheid bieden om het te repareren.
De klant moet aan de dealer ook een aankoopbewijs van het Product voorleggen
en moet de reparatie / werkopdracht ondertekenen voordat de reparatiewerk-
zaamheden starten om in aanmerking te komen voor reparatie onder de
garantie.
Alle onderdelen die onder deze beperkte garantie worden vervangen worden ei-
gendom van BRP.
77)) WWAATT BBRRPP ZZAALL DDOOEENN
De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de
reparatie of het vervangen van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud
en service defect zijn gebleken zonder aanrekening van onderdelen en werku-
ren, uitgevoerd door een erkende BRP dealer naar keuze, tijdens de garantiepe-
riode onder de hierin beschreven voorwaarden. Aanspraken op inbreuken op de
garantie kunnen geen aanleiding geven tot annulering of herroeping van de ver-
koop van het product door de eigenaar.
Wanneer er een prestatie nodig is in een ander land dan datgene waarin de oor-
spronkelijke verkoop heeft plaatsgevonden, zal de eigenaar instaan voor eventu-
ele bijkomende kosten op basis van plaatselijke praktijken en voorwaarden,
onder meer - maar niet beperkt tot - kosten voor transport, verzekering, belastin-
gen, vergunningen, invoerrechten en alle andere financiële lasten, inclusief hef-
fingen door overheden, staten, provincies en hun bevoegde instanties.
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan
te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geprodu-
ceerde producten aan te passen.
88)) OOVVEERRDDRRAACCHHTT
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP - V.S. EN CANADA: 2024 CAN-AM® ATV
239
Indien een Product tijdens de garantieperiode van eigenaar verandert, wordt
deze beperkte garantie onder de gestelde termijnen en voorwaarden mee over-
gedragen, en blijft deze geldig voor de resterende dekkingsperiode, op voor-
waarde dat BRP of een erkende product distributeur/dealer een bewijs ontvangt
dat deze overdracht met instemming van de vorige eigenaar plaatsvond en de
gegevens van de nieuwe eigenaar ontvangt.
99)) BBIIJJSSTTAANNDD VVOOOORR DDEE KKLLAANNTT
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte ga-
rantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwes-
tie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de
servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Als het probleem niet wordt opgelost, neemt u contact op met BRP door het
klantcontactformulier op www.brp.com in te vullen of per e-mail contact met BRP
op te nemen via een van de adressen in het gedeelte Contact opnemen van
deze handleiding.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP - V.S. EN CANADA: 2024 CAN-AM® ATV
240
EEMMIISSSSIIEEGGEERREELLAATTEEEERRDDEE GGAARRAANNTTIIEE UUSS EEPPAA
Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”) garandeert de eindkoper en elke
volgende koper dat dit nieuwe voertuig, inclusief alle onderdelen van het uitlaat-
emissiebeperkingssysteem en het dampemissiebeperkingssysteem, aan twee
voorwaarden voldoet:
1. Het is ontworpen, gemaakt en uitgerust, zodat het op het moment van ver-
koop aan de eindkoper voldoet aan de vereisten van 40 CFR 1051 en 40
CFR 1060.
2. Het is vrij van defecten in materiaal en afwerking, die kunnen voorkomen dat
wordt voldaan aan de vereisten van 40 CFR 1051 en 40 CFR 1060.
Als er iets aan de hand is dat onder de garantie valt, repareert of vervangt BRP
naar keuze van BRP binnen de garantieperiode en zonder kosten voor de eige-
naar, inclusief kosten voor vaststelling en reparatie of vervanging van emissiege-
relateerde onderdelen, elk onderdeel met een defect in materialen of afwerking
dat de emissie van de motor verhoogt van enige gereguleerde vervuilende stof.
Alle defecte onderdelen die onder deze garantie worden vervangen, worden ei-
gendom van BRP.
Voor emissiegerelateerde garantieclaims beperkt BRP de vaststelling en de re-
paratie van emissiegerelateerde onderdelen tot erkende Can-Am dealers, tenzij
voornoodreparaties, zoals vereist in onderdeel 2 van de volgende lijst.
Als certificerende fabrikant wijst BRP geen emissiegerelateerde garantieclaims
af op basis van een van het volgende:
1. Onderhoud of overige service op vestigingen van BRP of die door BRP zijn
erkend.
2. Reparatie aan motor/apparatuur die door een bestuurder is uitgevoerd voor
het verhelpen van een onveilige, dringende situatie die aan BRP toe te schrij-
ven is, zolang de bestuurder zo snel mogelijk de juiste configuratie van de
motor/apparatuur probeert te herstellen.
3. Elk handelen of niet handelen van de bestuurder dat geen verband houdt met
de garantieclaim.
4. Onderhoud dat vaker is uitgevoerd dan door BRP is aangegeven.
5. Alles dat een fout of verantwoordelijkheid van BRP is.
6. Het gebruik van elke brandstof die algemeen verkrijgbaar is waar de appara-
tuur wordt gebruikt, tenzij in geschreven onderhoudsaanwijzingen van BRP
staat dat deze brandstof het emissiebeperkingssysteem van de apparatuur
kan beschadigen en bestuurders gemakkelijk de juiste brandstof kunnen vin-
den. Zie het gedeelte over onderhoudsinformatie en de brandstofvereisten in
het brandstofgedeelte.
EEmmiissssiieeggeerreellaatteeeerrddee ggaarraannttiieeppeerriiooddee
De emissiegerelateerde garantie geldt gedurende de kortste van de volgende.
UUR MAAN
DEN KILOMETERS
Uitlaatemissiegebonden
onderdelen 500 30 5000
Dampemissiegebonden
onderdelen n.v.t. 24 n.v.t.
241
GGeeddeekkttee oonnddeerrddeelleenn
De emissiegerelateerde garantie dekt alle onderdelen die bij storing de emissie
van een gereguleerde vervuilende stof van een motor verhogen, inclusief de vol-
gende opgesomde onderdelen:
1. Voor uitlaatgassen omvatten de emissiegerelateerde onderdelen alle moto-
ronderdelen gerelateerd aan de volgende systemen:
– Luchtinductiesysteem
– Brandstofsysteem
– Ontstekingssysteem
Hercirculatiesystemen voor uitlaatgassen.
2. De volgende onderdelen worden ook als emissiegerelateerde onderdelen
voor uitlaatemissie beschouwd:
– Nabehandelingsapparatuur
– Carterventilatiekleppen
– Sensoren
Elektronische regeleenheden
3. De volgende onderdelen worden ook als emissiegerelateerde onderdelen
voor dampemissie beschouwd:
– Brandstoftank
Dop van de brandstoftank
– Brandstofleiding
– Brandstofleidingkoppeling
– Klemmen*
– Overdrukventielen*
– Regelkleppen*
– Regelmagneetventielen*
Elektronische bediening*
– Vacuümregelingsdiafragma's*
– Bedieningskabels*
– Bedieningskoppelingen*
– Aftapkleppen
– Dampslangen
– Vloeistof/dampafscheider
– Koolstofcontainer
Montagebeugels container
Aftapaansluiting carburatorpoort.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: *Indien gerelateerd aan het dampemissiebeperkingssysteem.
4. Emissiegerelateerde onderdelen zijn ook alle andere onderdelen waarvan
het enige doel is emissies te verlagen of waarvan een storing de emissie ver-
hoogt zonder de prestaties van de motor/apparatuur significant te
verminderen.
BBeeppeerrkkttee ttooeeppaassbbaaaarrhheeiidd
Als certificerende fabrikant mag BRP emissiegerelateerde garantieclaims weige-
ren voor storingen die door verkeerd onderhoud of gebruik door de eigenaar of
bestuurder, door ongelukken waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk is of door
natuurrampen worden veroorzaakt. Een emissiegerelateerde garantieclaim kan
EEMMIISSSSIIEEGGEERREELLAATTEEEERRDDEE GGAARRAANNTTIIEE UUSS EEPPAA
242
bijvoorbeeld niet worden toegewezen voor storingen die direct zijn veroorzaakt
door verkeerd gebruik van de motor/apparatuur door de bestuurder of door het
gebruik van de motor/apparatuur door de bestuurder op een wijze waarvoor deze
niet is ontworpen, en die niet op enige manier door de fabrikant zijn veroorzaakt.
Hebt u nog vragen over uw rechten en plichten in het kader van de garantie of de
naam en locatie van de dichtstsbijzijnde erkende BRP dealer, neem dan contact
op met BRP door het klantcontactformulier op wwwwww..bbrrpp..ccoomm in te vullen of neem
per e-mail contact met BRP op via een van de adressen in het gedeelte CON-
TACT OPNEMEN van deze handleiding of bel 1- 888- 272- 9222.
EEMMIISSSSIIEEGGEERREELLAATTEEEERRDDEE GGAARRAANNTTIIEE UUSS EEPPAA
243
GGAARRAANNTTIIEEVVEERRKKLLAARRIINNGG
VVEERRDDAAMMPPIINNGGSSEEMMIISSSSIIEECCOONNTTRROOLLEE VVOOOORR
CCAALLIIFFOORRNNIIËË
De garantieperiodes beginnen op de datum waarop de nieuwe Off-Highway Re-
creational Vehicle ("OHRV") aan een uiteindelijke koper wordt geleverd.
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP") garandeert de uiteindelijke koper
en elke volgende koper dat de OHRV:
1. zodanig is ontworpen, gebouwd en uitgerust dat deze op het tijdstip van ver-
koop voldoet aan alle toepasselijke wetten, regels en voorschriften; en
2. Vrij van materiaal- en fabricagefouten die het defect raken van een onder de
garantie vallend onderdeel kunnen veroorzaken. Alle vervangende onderde-
len moeten in alle wezenlijke opzichten identiek zijn aan het onderdeel zoals
beschreven in de certificeringsaanvraag van BRP.
De garantie op emissiegerelateerde onderdelen functioneert als volgt:
1. Reparatie of vervanging van een garantiedeel wordt in een garantiestation
zonder kosten voor de OHRV-eigenaar uitgevoerd, behalve wanneer bij een
tijdelijke reparatie een garantiedeel of een garatiestation de OHRV-eigenaar
redelijkerwijs niet ter beschikking kan worden gesteld. In gevallen waarbij een
tijdelijke reparatie is toegestaan, kunnen reparaties met een reserveonder-
deel worden uitgevoerd in een beschikbare servicewerkplaats, of door de ei-
genaar. BRP zal de eigenaar zijn kosten vergoeden, inclusief
diagnosekosten voor zo’n tijdelijke reparatie, resp. vervanging, indien deze
de door BRP vastgelegde richtprijs voor alle vervangen garantiedelen en ar-
beidskosten op basis van de door BRP aanbevolen reparatietijd en het geo-
grafisch toepasselijke uurloon niet overschrijden.
2. Het niet aanwezig zijn van zulke garantie-onderdelen, of de onvolledigheid
van reparaties binnen een redelijke periode, echter niet meer dan 30 dagen
nadat de OHRV oorspronkelijk in het garantiestation ter reparatie werd afge-
geven, zal de behoefte aan een tijdelijke reparatie kwalificeren.
3. Elk garantiedeel dat niet als schriftelijk voorgeschreven onderhoudsmaatre-
gel dient te worden vervangen, valt gedurende de hieronder beschreven ga-
rantieperiode onder de garantie. Als zo’n onderdeel tijdens de
garantieperiode defect raakt, wordt het door BRP gerepareerd of vervangen.
Als zulke onderdelen onder garantie worden gerepareerd of vervangen, val-
len zij onder de volledige garantie.
4. Alle garantiedelen die volgens de schriftelijke instructies alleen regelmatig
moeten worden gecontroleerd, vallen gedurende de hieronder beschreven
garantieperiode onder de garantie. Een uitspraak in die schriftelijke instruc-
ties die luidt “reparatie of vervanging indien nodig” vermindert de garantieperi-
ode niet. Als zulke onderdelen onder garantie worden gerepareerd of
vervangen vallen zij gedurende de resterende garantieperiode onder de
garantie.
5. De garantiedelen die moeten worden vervangen in het kader van het vereiste
onderhoud, vallen onder de garantie gedurende de tijdsduur voorafgaand
aan de eerste geplande vervangingsdatum van het betreffende onderdeel. In-
dien het onderdeel defect raakt voordat de eerste geplande vervangingstijd is
bereikt, wordt het onderdeel door BRP gerepareerd of vervangen. Alle zulke
onder garantie gerepareerde of vervangen onderdelen blijven verder onder
garantie tijdens de resterende tijd tot het eerste geplande vervangingstijdstip
is bereikt.
244
6. Garantiewerkzaamheden of reparaties worden verricht bij alle dealers van de
fabrikant die eigendom zijn van de fabrikant of die in franchise zijn om de des-
betreffende OHRV's te onderhouden.
7. Het mag van de OHRV-eigenaar niet worden verlangd voor diagnosewerk te
betalen, dat nodig was om te bepalen dat een garantiedeel werkelijk , defect
is, onder de aanname dat zo’n diagnose , in een garantiestation werd
uitgevoerd.
8. BRP is aansprakelijk voor schade aan andere voertuigcomponenten die indi-
rect veroorzaakt werden door een defect van een garantiedeel in de
garantieperiode.
9. Elk door BRP aangewezen vervangend onderdeel mag worden gebruikt bij
garantiereparaties zonder kosten voor de eigenaar van de OHRV. Dergelijk
gebruik zal de garantieverplichtingen van BRP niet verminderen, behalve dat
BRP niet aansprakelijk zal zijn voor reparatie of vervanging van een vervan-
gend onderdeel dat geen onderdeel is waarop de garantie van toepassing is.
10.Elk aanbouwdeel of gewijzigd onderdeel dat door de Air Resources Board is
vrijgesteld van de verbodsbepalingen van sectie 27156 van de California Ve-
hicle Code mag in een OHRV worden gebruikt. Het gebruik van zo’n onder-
deel op zich mag er geen reden voor zijn een garantieclaim af te wijzen. BRP
is niet aansprakelijk voor defecten van garantiedelen als gevolg van het ge-
bruik van een aanbouwdeel of een veranderd onderdeel/veranderende on-
derdelen, tenzij dergelijke onderdelen ook onder de garantie vallen.
Voorwaarden en uitsluitingen:
BRP kan de dekking onder de garantie weigeren wanneer uw OHRV of een
onderdeel ervan direct gestoord werd door verkeerd gebruik, verwaarlozing,
verkeerd onderhoud of niet-goedgekeurde veranderingen.
UUww rreecchhtteenn eenn pplliicchhtteenn iinn hheett kkaaddeerr vvaann ddee ggaarraannttiiee
De California Air Resources Board geeft met genoegen uitleg over de garantie
op het dampemissiebeperkingssysteem op uw 2024 All-Terrain-voertuig. In Cali-
fornië moeten nieuwe recreatieve terreinvoertuigen zo worden ontworpen, ge-
bouwd en uitgerust dat ze voldoen aan de strenge normen tegen smog die in die
staat gelden. BRP moet gedurende de hierboven vermelde periode garantie bie-
den op het systeem ter beperking van de verdampingsemissie van uw All-Ter-
rein-voertuig, op voorwaarde dat de motor van uw Off-Terrein-voertuig niet werd
misbruikt, verwaarloosd, slecht onderhouden of zonder goedkeuring werd
aangepast.
Het emissiecontrolesysteem kan onderdelen bevatten als het carburator- of
brandstofinjectiesysteem, de brandstoftank, brandstofslangen, de koolstofcontai-
ner en motorcomputer. Ook slangen, riemen, connectoren en andere verdam-
pingsemissiegebonden modules kunnen hiertoe behoren. Ingeval van een
gebrek dat onder de garantie valt, zal Bombardier Recreational Products Inc. de
motor van uw All-Terrain-voertuig gratis repareren, inclusief diagnose, onderde-
len en werkuren.
BBeeppeerrkkttee ggaarraannttiiee vvaann ddee ffaabbrriikkaanntt oopp uuww
ooffffrrooaadd--ssppoorrttvvooeerrttuuiigg
De garantieperiode voor dit offroad-sportvoertuig is 60 maanden of 5000 mijl of
500 uur, wat zich het eerste voordoet.
GARANTIEVERKLARING VERDAMPINGSEMISSIECONTROLE VOOR CALIFORNIË
245
Onderdelen onder de garantie zijn:
1. Montagebeugels container
2. Koolstofcontainer
3. Aftapppoortaansluiting
4. Klem(men)*
5. Elektronische bediening*
6. Dop van de brandstoftank
7. Vulhals
8. Slang voor de vulhals
9. Brandstofleiding(en)
10.Aansluiting(en) brandstofleiding
11.Brandstoftank
12.Overdrukventiel(en)*
13.Aftapklep(pen)
14.Terugslagklep(pen)*
15.Dampslang(en)
16.Stroomreductieklep
17.Filter(s)*
18.Brandstofpomp
19.Alle andere niet vermelde onderdelen die gevolgen kunnen hebben voor het
regelsysteem voor verdampingsemissies
OOPPMMEERRKKIINNGG:: *Indien gerelateerd aan het dampemissiebeperkingssysteem.
Als er op uw All-Terrain-voertuig een onderdeel defect is dat is gerelateerd aan
de verdampingsemissie, dan zal dit onderdeel worden gerepareerd of vervangen
door Bombardier Recreational Products Inc.
VVeerraannttwwoooorrddeelliijjkkhheeiidd vvaann ddee eeiiggeennaaaarr iinn hheett kkaaddeerr vvaann ddee
ggaarraannttiiee
Als eigenaar van het All-Terrain-voertuig bent u verantwoordelijk voor de uitvoe-
ring van de door uw gebruikershandleiding voorgeschreven onderhoudstaken.
Bombardier Recreational Products Inc. raadt u aan alle ontvangstbewijzen voor
het onderhoud van uw All-Terrain-voertuig te bewaren, maar Bombardier Recre-
ational Products Inc. kan de garantie echter niet weigeren wanneer u niet over al-
le ontvangstbewijzen beschikt of wanneer niet alle voorgeschreven
onderhoudstaken werden uitgevoerd.
Als eigenaar dient u uw All-Terrain-voertuig aan te bieden bij een dealer van
Bombardier Recreational Products Inc. zodra zich een probleem voordoet. Repa-
raties onder garantie dienen binnen een redelijke termijn te worden voltooid, ech-
ter niet langer dan 30 dagen.
Als eigenaar van het All-Terrain-voertuig dient u er zich tevens bewust van te zijn
dat Bombardier Recreational Products Inc. de dekking onder de garantie kan
weigeren wanneer het All-Terrain-voertuig of een onderdeel ervan defect is ge-
raakt door verkeerd gebruik, verwaarlozing, verkeerd onderhoud of niet-goedge-
keurde veranderingen.
Als u vragen heeft over uw rechten en plichten in het kader van de garantie, dient
u contact op te nemen met:
GARANTIEVERKLARING VERDAMPINGSEMISSIECONTROLE VOOR CALIFORNIË
246
Bombardier Recreational Products Inc. op 1-888-272-9222 of,
California Air Resources Board op 4001 Iowa Avenue, Riverside, CA 92507.
GARANTIEVERKLARING VERDAMPINGSEMISSIECONTROLE VOOR CALIFORNIË
247
IINNTTEERRNNAATTIIOONNAALLEE BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN
BBRRPP:: 22002244 CCAANN--AAMM®® AATTVV
11)) VVOOOORRWWEERRPP VVAANN DDEE BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP") garandeert zijn 2024 Can-Am
ATV (“Product(en)”) van modeljaar 2024 die verkocht wordt door distributeurs of
dealers die door BRP gemachtigd zijn om de producten te distribueren buiten de
Verenigde Staten ("VS"), Canada, de lidstaten van de Europese Economische
Ruimte (die bestaat uit de staten van de Europese Unie plus het Verenigd Ko-
ninkrijk), Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) ("EER"), Turkije, in lidstaten van
het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (met inbegrip van Oekraïne en Turk-
menistan) ("GOS") tegen materiaal- of fabricagefouten voor de periode en onder
de voorwaarden die hieronder worden beschreven.
Deze beperkte garantie vervalt indien:
1. het Product werd gebruikt om mee te racen of voor een andere competitieve
activiteit, om het even wanneer, zelfs door een vorige eigenaar; of
2. het Product werd zodanig aangepast of veranderd, dat zijn werking, prestatie
of duurzaamheid negatief werden beïnvloed, of werden veranderd of aange-
past met het oog op een ander gebruik dan datgene waarvoor het was be-
doeld; of
Deze beperkte garantie is niet van toepassing op niet in de fabriek gemonteerde
onderdelen en accessoires. Raadpleeg de tekst voor de van toepassing zijnde
beperkte garantie voor de onderdelen en accessoires.
22)) BBEEPPEERRKKIINNGG VVAANN DDEE AAAANNSSPPRRAAKKEELLIIJJKKHHEEIIDD
VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, WORDT DEZE GARANTIE UIT-
DRUKKELIJK GEGEVEN EN AANVAARD TER VERVANGING VAN ELKE AN-
DERE GARANTIE, HETZIJ EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF EN
ZONDER BEPERKING, ELKE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID OF GE-
SCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIKSDOEL. IN DE MATE WAARIN
DEZE NIET KUNNEN WORDEN UITGESLOTEN, IS DE DUUR VAN DE IMPLI-
CIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GA-
RANTIE. INCIDENTELE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN UITGESLOTEN
VAN DEKKING ONDER DEZE GARANTIE. IN BEPAALDE STATEN/PROVIN-
CIES ZIJN DE VOORNOEMDE AFWIJZINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID,
BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOEGESTAAN. DIE ZOUDEN BIJ-
GEVOLG NIET OP U VAN TOEPASSING ZIJN. DEZE GARANTIE GEEFT U
SPECIFIEKE RECHTEN, MAAR U KUNT OOK NOG ANDERE WETTELIJKE
RECHTEN GENIETEN, AFHANKELIJK VAN HET LAND WAAR U WOONT.
BRP KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD INDIEN PRODUCTEN
OF GARANTIEONDERDELEN IN BEPAALDE LANDEN NIET BESCHIKBAAR
ZIJN OM REDENEN WAAROP BRP GEEN INVLOED HEEFT.
Producten gekocht in Australië, zie de specifieke sectie voor Australië hieronder.
Geen enkele distributeur, BRP distributeur/dealer of andere persoon is gemach-
tigd om andere beloften, voorstellingen of garanties met betrekking tot dit product
te bieden, dan die welke deel uitmaken van deze beperkte garantie. Gebeurt dit
toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP.
BRP behoudt zich het recht voor, deze beperkte garantie op elk gewenst ogen-
blik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de
248
garantievoorwaarden die van toepassing waren op Producten, die tijdens de gel-
digheidsduur van deze garantie werden verkocht.
33)) UUIITTSSLLUUIITTIINNGGEENN – ZZIIJJNN NNIIEETT GGEEWWAAAARRBBOORRGGDD
De volgende zaken vallen in geen geval onder de garantie:
Normale gebruikssporen en slijtage;
Routineonderhoudszaken, tune-ups, aanpassingen;
Schade ten gevolge van verwaarlozing, gebrekkig onderhoud en/of onzorg-
vuldige bewaring, die niet strookt met de aanwijzingen in de
Gebruikershandleiding;
Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige
reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van on-
derdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten ge-
volge van reparaties door een persoon die geen erkende BRP distributeur/
dealer is met toestemming om servicewerken uit te voeren;
Schade ten gevolge van misbruik, abnormaal gebruik, verwaarlozing of ge-
bruik van het Product op een manier die niet strookt met de aanbevelingen in
de Gebruikershandleiding van het Product;
Schade veroorzaakt door ongeval, onderdompeling, brand, diefstal, vanda-
lisme of overmacht;
Gebruik met brandstoffen, oliesoorten of smeermiddelen die niet geschikt zijn
voor dit Product (zie Gebruikershandleiding);
Schade door roest, corrosie of blootstelling aan de natuurelementen;
Schade door opname van water of sneeuw;
Incidentele of gevolgschade of schade van welke aard ook, inclusief en zon-
der beperkingen, kosten voor wegslepen, bewaren, telefoon, huur, taxi, ge-
notsderving, verzekering, afbetalingen, tijdverlies, inkomensderving of
tijdsverlies door stilstand wegens servicewerkzaamheden.
44)) GGAARRAANNTTIIEEPPEERRIIOODDEE
Deze beperkte garantie loopt vanaf (1) de datum van levering aan de eerste klant
of (2) de datum van de eerste ingebruikname, naargelang van wat zich het eerst
voordoet, gedurende de onderstaande toepasselijke termijn:
ZES (6) opeenvolgende maanden, voor privégebruik of commercieel
Deze garantie loopt alleen in AUSTRALIE en NIEUWZEELAND vanaf (1) de da-
tum van levering aan de eerste klant of (2) de datum van de eerste ingebruik-
name van het product, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, en dit
gedurende een termijn van (1) TWAALF (12) OPEENVOLGENDE MAANDEN en
ZESENDERTIG (36) OPEENVOLGENDE MAANDEN, alleen voor aandrijflijn,
motor en transmissiesystemen, voor privégebruik of commercieel gebruik.
De reparatie of vervanging van onderdelen of service uitgevoerd in het kader van
deze garantie verlengt de duur van deze garantie niet. De oorspronkelijke verval-
datum blijft behouden.
De hierboven aangegeven garantiedekkingsperiode is een minimale beperkte
garantieperiode die in bepaalde gevallen door een garantieprogramma kan wor-
den verlengd.
INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2024 CAN-AM® ATV
249
Merk op dat de duur en alle andere voorwaarden van de dekking onder de garan-
tie onderworpen zijn aan de toepasselijke nationale of lokale wetgeving in het
land van de klant.
ALLEEN VOOR PRODUCTEN DIE IN AUSTRALIE WORDEN VERKOCHT
Onze producten gaan vergezeld van garanties die niet onder het Australisch con-
sumentenrecht kunnen worden uitgesloten.
U heeft recht op vervanging of een terugbetaling voor een groot defect en voor
vergoeding van een ander redelijkerwijs voorspelbaar verlies of schade.
U heeft ook recht op reparatie of vervanging van producten als de producten niet
van acceptabele kwaliteit zijn en het defect niet leidt tot een groter defect.
Niets in deze garantie mag worden gebruikt voor uitsluiting, beperking of wijzi-
ging in de toepassing van een bepaling, garantie, recht of rechtsmiddel, beschre-
ven of geïmpliceerd in de het Australische wet op mededinging en
consumentenrecht 2010, inclusief het Australische consumentenrecht of enig an-
dere wet, waar dit de wet zou overtreden of enig deel van deze voorwaarden of
en bepalingen ongeldig zou maken. De voordelen die u heeft onder deze be-
perkte garantie, zijn een aanvulling op de andere rechten en rechtsmiddelen, die
u onder de Australische wet heeft.
55)) VVOOOORRWWAAAARRDDEENN OOMM VVAANN DDEE GGAARRAANNTTIIEE TTEE KKUUNNNNEENN
GGEENNIIEETTEENN
De dekking van deze garantie isaalllleeeenn vvaann ttooeeppaassssiinngg indien aan aallllee onder-
staande voorwaarden is voldaan:
Het product moet als nieuw en ongebruikt door de eerste eigenaar ervan zijn
gekocht van een distributeur/dealer die erkend is voor verdeling van produc-
ten in het land waarin de verkoop plaatsvond (“distributeur/dealer”);
De door BRP voorgeschreven inspecties voor de levering moeten voltooid,
gedocumenteerd en ondertekend zijn door de koper;
Het product moet correct geregistreerd zijn door een erkende distributeur/
dealer;
Het Product moet zijn aangekocht in het land waarin de koper woonachtig is;
Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon-
derhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de ga-
rantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te
vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
BRP zal deze beperkte garantie niet nakomen indien één van de bovenstaande
voorwaarden niet werd vervuld door de privégebruiker of commerciële gebruiker.
Deze beperkingen zijn noodzakelijk om BRP toe te laten, de veiligheid van zijn
producten, zijn klanten en het grote publiek te vrijwaren.
66)) HHOOEE KKUUNNTT UU EEEENN PPRREESSTTAATTIIEE OONNDDEERR GGAARRAANNTTIIEE
AAAANNVVRRAAGGEENN
De klant moet stoppen met gebruiken van het Product na het opduiken van een
defect en binnen twee (2) maanden na het opduiken hiervan contact opnemen
met een BRP distributeur/dealer die servicewerken uitvoert en deze redelijke
INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2024 CAN-AM® ATV
250
toegang tot het Product verlenen en een redelijke gelegenheid bieden om het te
repareren.
De meldingsperiode is onderworpen aan de toepasselijke nationale of lokale wet-
geving in het land van de klant.
De klant moet aan de distributeur/dealer ook een aankoopbewijs van het Product
voorleggen en moet de reparatie / werkopdracht ondertekenen voordat de repa-
ratiewerkzaamheden starten om in aanmerking te komen voor reparatie onder
de garantie.
Alle onderdelen die onder deze beperkte garantie worden vervangen worden ei-
gendom van BRP.
77)) WWAATT BBRRPP ZZAALL DDOOEENN
De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de
reparatie of het vervangen van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud
en service defect zijn gebleken zonder aanrekening van onderdelen en werku-
ren, uitgevoerd door een erkende BRP distributeur/dealer naar keuze, tijdens de
garantieperiode onder de hierin beschreven voorwaarden. Aanspraken op in-
breuken op de garantie kunnen geen aanleiding geven tot annulering of herroe-
ping van de verkoop van het product door de eigenaar. U heeft mogelijk nog
andere wettelijke rechten, die verschillen van land tot land.
Wanneer een prestatie nodig is in een ander land dan datgene waarin de oor-
spronkelijke verkoop heeft plaatsgevonden, zal de eigenaar instaan voor eventu-
ele bijkomende kosten op basis van plaatselijke praktijken en voorwaarden,
onder meer - maar niet beperkt tot - kosten voor transport, verzekering, belastin-
gen, vergunningen, invoerrechten en alle andere financiële lasten, inclusief hef-
fingen door overheden, staten, provincies en hun bevoegde instanties.
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan
te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geprodu-
ceerde producten aan te passen.
88)) OOVVEERRDDRRAACCHHTT
Indien een Product tijdens de garantieperiode van eigenaar verandert, wordt
deze beperkte garantie onder de gestelde termijnen en voorwaarden mee over-
gedragen, en blijft deze geldig voor de resterende dekkingsperiode, op voor-
waarde dat BRP of een erkende product distributeur/dealer een bewijs ontvangt
dat deze overdracht met instemming van de vorige eigenaar plaatsvond en de
gegevens van de nieuwe eigenaar ontvangt.
99)) BBIIJJSSTTAANNDD VVOOOORR DDEE KKLLAANNTT
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte ga-
rantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwes-
tie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de
servicemanager of zaakvoerder van de erkende Distributeur/Dealer.
Als het probleem niet wordt opgelost, neemt u contact op met BRP door het
klantcontactformulier op www.brp.com in te vullen of per e-mail contact met BRP
INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2024 CAN-AM® ATV
251
op te nemen via een van de adressen in het gedeelte Contact opnemen van
deze handleiding.
INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2024 CAN-AM® ATV
252
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP VVOOOORR DDEE
EEUURROOPPEESSEE EECCOONNOOMMIISSCCHHEE RRUUIIMMTTEE,, DDEE
LLIIDDSSTTAATTEENN VVAANN HHEETT RRUUSSSSIISSCCHHEE GGEEMMEENNEEBBEESSTT
EENN TTUURRKKIIJJEE:: 22002244 CCAANN--AAMM®® AATTVV
11)) VVOOOORRWWEERRPP VVAANN DDEE BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP") garandeert zijn 2024 Can-Am
ATV (“Product(en)”) van modeljaar 2024 die verkocht wordt door distributeurs of
dealers die door BRP gemachtigd zijn om de producten te distribueren in de lid-
staten van de Europese Economische Ruimte (die bestaat uit de staten van de
Europese Unie plus het Verenigd Koninkrijk), Noorwegen, IJsland en Liechten-
stein) ("EER"), Turkije, in lidstaten van het Gemenebest van Onafhankelijke Sta-
ten (met inbegrip van Oekraïne en Turkmenistan) ("GOS") (“distributeur/dealer”)
tegen materiaal- of fabricagefouten voor de periode en onder de voorwaarden
die hieronder worden beschreven.
Deze beperkte garantie vervalt indien:
1. het Product werd gebruikt om mee te racen of voor een andere competitieve
activiteit, om het even wanneer, zelfs door een vorige eigenaar; of
2. het Product werd zodanig aangepast of veranderd, dat zijn werking, prestatie
of duurzaamheid negatief werden beïnvloed, of werden veranderd of aange-
past met het oog op een ander gebruik dan datgene waarvoor het was be-
doeld; of
Deze beperkte garantie is niet van toepassing op niet in de fabriek gemonteerde
onderdelen en accessoires. Raadpleeg de tekst voor de van toepassing zijnde
beperkte garantie voor de onderdelen en accessoires.
22)) BBEEPPEERRKKIINNGG VVAANN DDEE AAAANNSSPPRRAAKKEELLIIJJKKHHEEIIDD
VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, WORDT DEZE GARANTIE UIT-
DRUKKELIJK GEGEVEN EN AANVAARD TER VERVANGING VAN ELKE AN-
DERE GARANTIE, HETZIJ EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF EN
ZONDER BEPERKING, ELKE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID OF GE-
SCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIKSDOEL. IN DE MATE WAARIN
DEZE NIET KUNNEN WORDEN UITGESLOTEN, IS DE DUUR VAN DE IMPLI-
CIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GA-
RANTIE. INCIDENTELE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN UITGESLOTEN
VAN DEKKING ONDER DEZE GARANTIE. IN BEPAALDE STATEN/PROVIN-
CIES ZIJN DE VOORNOEMDE AFWIJZINGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID,
BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOEGESTAAN. DIE ZOUDEN BIJ-
GEVOLG NIET OP U VAN TOEPASSING ZIJN. DEZE GARANTIE GEEFT U
SPECIFIEKE RECHTEN, MAAR U KUNT OOK NOG ANDERE WETTELIJKE
RECHTEN GENIETEN, AFHANKELIJK VAN DE STAAT OF PROVINCIE WAAR
U WOONT. BRP KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD INDIEN
PRODUCTEN OF GARANTIEONDERDELEN IN BEPAALDE LANDEN NIET
BESCHIKBAAR ZIJN OM REDENEN WAAROP BRP GEEN INVLOED HEEFT.
Producten gekocht in Frankrijk, zie de specifieke sectie voor Frankrijk hieronder.
Geen enkele distributeur, BRP distributeur/dealer of andere persoon is gemach-
tigd om andere beloften, voorstellingen of garanties met betrekking tot dit product
te bieden, dan die welke deel uitmaken van deze beperkte garantie. Gebeurt dit
toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP.
253
BRP behoudt zich het recht voor, deze beperkte garantie op elk gewenst ogen-
blik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de
garantievoorwaarden die van toepassing waren op Producten, die tijdens de gel-
digheidsduur van deze garantie werden verkocht.
33)) UUIITTSSLLUUIITTIINNGGEENN –– ZZIIJJNN NNIIEETT GGEEWWAAAARRBBOORRGGDD
De volgende zaken vallen in geen geval onder de garantie:
Normale gebruikssporen en slijtage;
Routineonderhoudszaken, tune-ups, aanpassingen;
Schade ten gevolge van verwaarlozing, gebrekkig onderhoud en/of onzorg-
vuldige bewaring, die niet strookt met de aanwijzingen in de
Gebruikershandleiding;
Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige
reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van on-
derdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten ge-
volge van reparaties door een persoon die geen erkende BRP distributeur/
dealer is met toestemming om servicewerken uit te voeren;
Schade ten gevolge van misbruik, abnormaal gebruik, verwaarlozing of ge-
bruik van het Product op een manier die niet strookt met de aanbevelingen in
de Gebruikershandleiding van het Product;
Schade veroorzaakt door ongeval, onderdompeling, brand, diefstal, vanda-
lisme of overmacht;
Gebruik met brandstoffen, oliesoorten of smeermiddelen die niet geschikt zijn
voor dit Product (zie Gebruikershandleiding);
Schade door roest, corrosie of blootstelling aan de natuurelementen;
Schade door opname van water of sneeuw;
Incidentele of gevolgschade of schade van welke aard ook, inclusief en zon-
der beperkingen, kosten voor wegslepen, bewaren, telefoon, huur, taxi, ge-
notsderving, verzekering, afbetalingen, tijdverlies, inkomensderving of
tijdsverlies door stilstand wegens servicewerkzaamheden.
44)) GGAARRAANNTTIIEEPPEERRIIOODDEE
Deze beperkte garantie loopt vanaf (1) de datum van levering aan de eerste klant
of (2) de datum van de eerste ingebruikname, naargelang van wat zich het eerst
voordoet, gedurende de onderstaande toepasselijke termijn:
1. VIERENTWINTIG (24) opeenvolgende maanden voor privégebruik.
2. ZES (6) opeenvolgende maanden bij gebruik voor commerciële doeleinden.
Een Product wordt commercieel gebruikt als deze op enig moment in de loop
van de garantieperiode wordt gebruikt in verband met een werkzaamheid of te-
werkstelling die inkomsten voortbrengt. Een Product wordt eveneens commerci-
eel gebruikt als deze op enig moment in de loop van de garantieperiode voor
commercieel gebruik werd vergund.
De reparatie of vervanging van onderdelen of service uitgevoerd in het kader van
deze garantie verlengt de duur van deze garantie niet. De oorspronkelijke verval-
datum blijft behouden.
De hierboven aangegeven garantiedekkingsperiode is een minimale beperkte
garantieperiode die in bepaalde gevallen door een garantieprogramma kan wor-
den verlengd.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, DE LIDSTATEN VAN HET
RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2024 CAN-AM® ATV
254
Merk op dat de duur en alle andere voorwaarden van de dekking onder de garan-
tie onderworpen zijn aan de toepasselijke nationale of lokale wetgeving in het
land van de klant.
55)) UUIITTSSLLUUIITTEENNDD VVOOOORR IINN FFRRAANNKKRRIIJJKK VVEERRKKOOCCHHTTEE
PPRROODDUUCCTTEENN
De verkoper levert goederen die in overeenstemming zijn met het contract en is
verantwoordelijk voor defecten die aanwezig zijn bij de levering. De verkoper is
tevens verantwoordelijk voor defecten die voortvloeien uit de verpakking, de as-
semblage-instructies of de installatie wanneer deze verantwoordelijkheid con-
tractueel de zijne is of deze taken onder zijn verantwoordelijkheid werden
volbracht. Om in overeenstemming te zijn met het contract, moet het product:
1. Geschikt zijn voor normaal gebruik voor dit soort goederen en, waar
toepasselijk:
Beantwoorden aan de beschrijving die door de verkoper werd verstrekt,
en over de kwaliteiten beschikken die door de koper aan de hand van een
staal of model werden voorgesteld;
Beschikken over de kwaliteiten die een koper rechtmatig mag verwachten,
rekening houdend met de publieke verklaringen van de verkoper, de fabri-
kant of zijn vertegenwoordiger, inclusief die in reclame of etikettering; of
2. De eigenschappen hebben zoals overeengekomen tussen de partijen of ge-
schikt zijn voor specifiek gebruik bedoeld door de koper en verduidelijkt aan
de verkoper en aanvaard door de verkoper.
Bij niet-naleving is actie voorbehouden gedurende twee jaar na de levering van
de goederen. De verkoper is verantwoordelijk voor de garantie voor verborgen
defecten van het verkochte product indien dergelijke defecten het product onge-
schikt maken voor het bedoelde gebruik, of indien deze het gebruik zodanig re-
duceren dat de koper het product niet zou hebben aangekocht of een lagere prijs
zou hebben betaald, indien deze hiervan op de hoogte zou zijn geweest. Voor
zulke verborgen defecten moet door de koper actie worden genomen binnen de
2 jaar na de ontdekking van het defect.
66)) VVOOOORRWWAAAARRDDEENN OOMM VVAANN DDEE GGAARRAANNTTIIEE TTEE KKUUNNNNEENN
GGEENNIIEETTEENN
De dekking van deze garantie isaalllleeeenn vvaann ttooeeppaassssiinngg indien aan aallllee onder-
staande voorwaarden is voldaan:
Het product moet als nieuw en ongebruikt door de eerste eigenaar ervan zijn
gekocht van een distributeur / dealer die erkend is voor distributie van produc-
ten in het land (of, in het geval van de EEA, de unie van landen) waarin de
verkoop plaatsvond (“distributeur/dealer”);
De door BRP voorgeschreven inspecties voor de levering moeten voltooid,
gedocumenteerd en ondertekend zijn door de koper;
Het product moet correct geregistreerd zijn door een erkende distributeur/
dealer;
Het product moet aangekocht zijn in het land (of, in het geval van de EEA, de
unie van landen) waar de koper zijn verblijfplaats heeft;
Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon-
derhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, DE LIDSTATEN VAN HET
RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2024 CAN-AM® ATV
255
garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud
te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
BRP zal deze beperkte garantie niet nakomen indien één van de bovenstaande
voorwaarden niet werd vervuld door de privégebruiker of commerciële gebruiker.
Deze beperkingen zijn noodzakelijk om BRP toe te laten, de veiligheid van zijn
producten, zijn klanten en het grote publiek te vrijwaren.
77)) HHOOEE KKUUNNTT UU EEEENN PPRREESSTTAATTIIEE OONNDDEERR GGAARRAANNTTIIEE
AAAANNVVRRAAGGEENN
De klant moet stoppen met gebruiken van het Product na het opduiken van een
defect en binnen twee (2) maanden na het opduiken hiervan contact opnemen
met een BRP distributeur/dealer die servicewerken uitvoert en deze redelijke toe-
gang tot het Product verlenen en een redelijke gelegenheid bieden om het te
repareren.
De meldingsperiode is onderworpen aan de toepasselijke nationale of lokale wet-
geving in het land van de klant.
De klant moet aan de distributeur/dealer ook een aankoopbewijs van het Product
voorleggen en moet de reparatie / werkopdracht ondertekenen voordat de repa-
ratiewerkzaamheden starten om in aanmerking te komen voor reparatie onder
de garantie.
Alle onderdelen die onder deze beperkte garantie worden vervangen worden ei-
gendom van BRP.
88)) WWAATT BBRRPP ZZAALL DDOOEENN
De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de
reparatie of het vervangen van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud
en service defect zijn gebleken zonder aanrekening van onderdelen en werku-
ren, uitgevoerd door een erkende BRP distributeur/dealer naar keuze, tijdens de
garantieperiode onder de hierin beschreven voorwaarden. Aanspraken op in-
breuken op de garantie kunnen geen aanleiding geven tot annulering of herroe-
ping van de verkoop van het product door de eigenaar. U heeft mogelijk nog
andere wettelijke rechten, die verschillen van land tot land.
Ingeval service is vereist buiten het land van de oorspronkelijke verkoop, of inge-
val inwoners van de EER service vereisen buiten de EER, is de eigenaar verant-
woordelijkheid voor alle extra kosten die te wijten zijn aan lokale praktijken en
voorwaarden, waaronder, maar niet uitsluitend kosten voor: vracht, verzekering,
belastingen, licentierechten, invoerrechten en alle andere financiële lasten, inclu-
sief heffingen van overheden, staten, gebieden en agentschappen ervan.
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan
te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geprodu-
ceerde producten aan te passen.
99)) OOVVEERRDDRRAACCHHTT
Indien een Product tijdens de garantieperiode van eigenaar verandert, wordt
deze beperkte garantie onder de gestelde termijnen en voorwaarden mee over-
gedragen, en blijft deze geldig voor de resterende dekkingsperiode, op
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, DE LIDSTATEN VAN HET
RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2024 CAN-AM® ATV
256
voorwaarde dat BRP of een erkende product distributeur/dealer een bewijs ont-
vangt dat deze overdracht met instemming van de vorige eigenaar plaatsvond
en de gegevens van de nieuwe eigenaar ontvangt.
1100)) BBIIJJSSTTAANNDD VVOOOORR DDEE KKLLAANNTT
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte ga-
rantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwes-
tie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de
servicemanager of zaakvoerder van de erkende Distributeur/Dealer.
Als het probleem niet wordt opgelost, neemt u contact op met BRP door het
klantcontactformulier op www.brp.com in te vullen of per e-mail contact met BRP
op te nemen via een van de adressen in het gedeelte Contact opnemen van
deze handleiding.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, DE LIDSTATEN VAN HET
RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2024 CAN-AM® ATV
257
KKLLAANNTTEENNIINNFFOORRMMAATTIIEE
258
IINNFFOORRMMAATTIIEE OOVVEERR GGEEGGEEVVEENNSSBBEESSCCHHEERRMMIINNGG
Bombardier Recreational Products inc., haar dochterondernemingen en geli-
eerde bedrijven ("BRP") zet zich in om je privacy te beschermen en ondersteunt
een algemeen beleid van openheid over hoe we je persoonlijke gegevens verza-
melen, gebruiken en openbaar maken in het kader van het beheer van onze rela-
tie met u. MMeeeerr ddeettaaiillss kkuunntt uu vviinnddeenn iinn hheett pprriivvaaccyybbeelleeiidd vvaann BBRRPP oopp::
hhttttppss::////bbrrpp.. ccoomm//eenn//pprriivvaaccyy--ppoolliiccyy.. hhttmmll ooff ddoooorr ddee QQRR--ccooddee hhiieerroonnddeerr ttee
ssccaannnneenn..
U kunt er zeker van zijn dat we passende veiligheidsmaatregelen hebben geno-
men om ervoor te zorgen dat uw persoonlijke informatie beschermd is tegen ver-
lies en ongeoorloofde toegang.
Uw persoonlijke gegevens die door BRP kunnen worden verzameld, recht-
streeks van u of van geautoriseerde dealers of geautoriseerde derden,
omvatten:
CCoonnttaacctt--,, ddeemmooggrraaffiisscchhee eenn rreeggiissttrraattiiee--iinnffoorrmmaattiiee (bijvoorbeeld naam,
volledig adres, telefoonnummer, e-mail, geslacht, eigendomsgeschiedenis,
taal waarin wordt gecommuniceerd)
VVooeerrttuuiiggiinnffoorrmmaattiiee (bijvoorbeeld serienummer, aankoop- en leveringsda-
tum, gebruik van de eenheid, plaats en bewegingen van het voertuig)
IInnffoorrmmaattiiee vvaann ddeerrddeenn (bijvoorbeeld informatie ontvangen van BRP-part-
ners, informatie over gezamenlijke marketingactiviteiten, sociale media)
TTeecchhnnoollooggiisscchhee iinnffoorrmmaattiiee (bijvoorbeeld IP-adres, type apparaat, bestu-
ringssysteem, type browser, webpagina's die u bekijkt, cookies en soortgelij-
ke technologieën wanneer u websites of mobiele toepassingen van BRP of
dealers gebruikt)
IInntteerraaccttiiee mmeett BBRRPP--iinnffoorrmmaattiiee (bijvoorbeeld informatie die wordt verzameld
bij bellen van de verkoopvertegenwoordigers van BRP, kopen van artikelen
op een website van BRP, aanmelden voor e-mails van BRP, abonneren op
nieuwsbrieven van BRP, deelnemen aan door BRP gesponsorde wedstrijden
en loterijen of bijwonen van door BRP gesponsorde evenementen)
TTrraannssaaccttiieeggeeggeevveennss (bijvoorbeeld gegevens die nodig zijn voor de afhande-
ling van retourzendingen, betalingsgegevens wanneer u onze producten of
diensten koopt via onze websites of mobiele toepassingen en andere kwes-
ties gerelateerd aan de aankoop van uw BRP-producten)
Deze informatie kan worden gebruikt en verwerkt voor de volgende doeleinden:
Veiligheid & beveiliging
Klantenondersteuning voor verkoop en dienst na verkoop (bijvoorbeeld vol-
tooiing of follow-up met u over uw aankoop of onderhoud)
Registratie en garantie
Communicatie (bijvoorbeeld u een BRP-tevredenheidsenquête sturen)
Online gedragsadvertenties, profilering en locatiegebaseerde diensten
(bijvoorbeeld bieden van aangepaste ervaring)
Naleving en geschillenbeslechting
Marketing en reclame
Assistentie (bijvoorbeel hulp bij leveringsproblemen, afhandeling retourzen-
dingen en andere kwesties gerelateerd aan de aankoop van uw
BRP-producten).
We kunnen persoonlijke informatie ook gebruiken om geaggregeerde of statisti-
sche gegevens te genereren waarmee uw identiteit niet meer kan worden
achterhaald.
259
UUww ppeerrssoooonnlliijjkkee ggeeggeevveennss kkuunnnneenn wwoorrddeenn ddoooorrggeeggeevveenn aaaann ddee vvoollggeennddee
ppeerrssoonneenn//iinnssttaannttiieess:: BBRRPP,, ddoooorr BBRRPP eerrkkeennddee ddeeaalleerrss,, ddiissttrriibbuutteeuurrss,,
ddiieennssttvveerrlleenneerrss,, rreeccllaammee-- eenn mmaarrkkttoonnddeerrzzooeekkssppaarrttnneerrss eenn aannddeerree eerrkkeennddee
ddeerrddeenn..
We kunnen informatie over u ontvangen uit diverse bronnen, waaronder derden,
zoals erkende dealers en partners van BRP, met wie we diensten aanbieden of
gezamenlijke marketingactiviteiten ontplooien. We kunnen tevens informatie
over u ontvangen van sociale media platforms zoals Facebook en Twitter, wan-
neer u interactie met ons heeft via deze platforms.
Afhankelijk van de omstandigheden kunnen uw persoonsgegevens worden ge-
communiceerd buiten de regio waar u verblijft. Uw informatie wordt zo lang als
nodig bewaard voor het doel waarvoor de informatie is verkregen en volgens ons
bewaarbeleid.
Om uw recht op privacy uit te oefenen (bijvoorbeeld recht op toegang, recht op
rectificatie), om uw toestemming in te trekken om verwijderd te worden uit de
adreslijst voor marketingdoeleinden of voor het tevredenheidsonderzoek of voor
algemene vragen over privacy, kunt u contact opnemen met de functionaris voor
gegevensbescherming van BRP of per post via pprriivvaaccyyooffffiicceerr@@bbrrpp..ccoomm of via
e-mail:
BRP Legal Service, 726 St-Joseph, Valcourt, Quebec, Canada, J0E 2L0.
WWaannnneeeerr BBRRPP uuww ppeerrssoooonnlliijjkkee ggeeggeevveennss vveerrwweerrkktt,, ddooeett zziijj ddiitt iinn oovveerreeeenn--
sstteemmmmiinngg mmeett hhaaaarr PPrriivvaaccyybbeelleeiidd ddaatt bbeesscchhiikkbbaaaarr iiss oopp:: hhttttppss::////wwwwww..bbrrpp..
ccoomm//eenn//pprriivvaaccyy--ppoolliiccyy..hhttmmll ooff ddoooorr ddee QQRR--ccooddee hhiieerroonnddeerr ttee
ssccaannnneenn..
INFORMATIE OVER GEGEVENSBESCHERMING
260
NNEEEEMM CCOONNTTAACCTT OOPP
wwwwww..bbrrpp..ccoomm
AAzziiëë--PPaacciiffiicc
AAuussttrraalliiëë
Level 26
477 Pitt Street
Sydney, NSW 2020
CChhiinnaa
上海市徐汇区衡山路10号6号楼301
Rm 301, Building 6,
No.10 Heng Shan Rd,
Shanghai, China
JJaappaann
21F Shinagawa East One Tower
2–16–1 Konan, Minato-ku-ku,
Tokyo 108–0075
NNiieeuuww ZZeeeellaanndd
Suite 1.6, 2–8 Osborne Street,
Newmarket, Auckland 2013
EEuurrooppaa,, MMiiddddeenn--OOoosstteenn eenn
AAffrriikkaa
BBeellggiiëë
Oktrooiplein 1
9000 Gent
TTssjjeecchhiisscchhee RReeppuubblliieekk
Stefanikova 43a
Praag 5
150 00
DDuuiittssllaanndd
Itterpark 11
40724 Hilden
FFiinnllaanndd
Isoaavantie 7
PL 8040
96101 Rovaniemi
FFrraannkkrriijjkk
Arteparc Bâtiment B
Route de la côte d'Azur,
13 590 Meyreuil
NNoooorrwweeggeenn
Ingvald Ystgaardsvei 15
N-7484 Trondheim
Salg, marketing, ettermarked
ZZwweeddeenn
Spinnvägen 15
903 61 Umeå
Zweden 90821
ZZwwiittsseerrllaanndd
Avenue d’Ouchy 4-6
1006 Lausanne
LLaattiijjnnss--AAmmeerriikkaa
BBrraazziilliiëë
Av. James Clerck Maxwell, 230
Campinas, São Paulo
CEP 13069-380
MMeexxiiccoo
Av. Ferrocarril 202
Parque Industrial Querétaro
Santo Rosa Jauregui, Querétaro
C.P. 76220
NNoooorrdd--AAmmeerriikkaa
CCaannaaddaa
3200A, rue King Ouest,
Suite 300
Sherbrooke (Québec) J1L 1C9
VVeerreenniiggddee SSttaatteenn vvaann AAmmeerriikkaa
10101 Science Drive
Sturtevant, Wisconsin
53177
261
AADDRREESSWWIIJJZZIIGGIINNGG EENN VVEERRAANNDDEERRIINNGG VVAANN
EEIIGGEENNAAAARR
Als u bent verhuisd of als u de nieuwe eigenaar bent van het voertuig, laat dit
dan zeker weten aan BRP door:
Een erkende Can-Am dealer te verwittigen.
AAlllleeeenn NNoooorrdd--AAmmeerriikkaa:: calling at 1 888 272-9222.
Een van de adreswijzigingskaarten op de volgende bladzijden terug te sturen
naar een van de BRP adressen in het gedeelte
Contact opnemen
van deze
handleiding.
Gelieve ingeval van verandering van eigenaar een bewijs toe te voegen dat de
vroegere eigenaar met de overdracht heeft ingestemd.
Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo-
pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er voertuigen
zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte bren-
gen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar’.
GGEESSTTOOLLEENN VVOOEERRTTUUIIGGEENN:: Verwittig BRP of een erkende Can-Am-dealer als
uw voertuig werd gestolen. U zult verzocht worden om uw naam, adres, telefoon-
nummer, het voertuigidentificatienummer en de datum van de diefstal op te
geven.
262
Voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
ADRESWIJZIGING
OUDE ADRES
OF VORIGE EIGENAAR:
NIEUW ADRES
OF NIEUWE EIGENAAR:
VERANDERING VAN EIGENAAR
Modelnummer
NR.
WOONPLAATS
LAND
E-MAILADRES
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
NR.
WOONPLAATS
LAND
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
Voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
ADRESWIJZIGING
OUDE ADRES
OF VORIGE EIGENAAR:
NIEUW ADRES
OF NIEUWE EIGENAAR:
VERANDERING VAN EIGENAAR
Modelnummer
NR.
WOONPLAATS
LAND
E-MAILADRES
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
NR.
WOONPLAATS
LAND
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
263
Deze pagina is
bewust leeg gelaten
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
264
Voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
ADRESWIJZIGING
OUDE ADRES
OF VORIGE EIGENAAR:
NIEUW ADRES
OF NIEUWE EIGENAAR:
VERANDERING VAN EIGENAAR
Modelnummer
NR.
WOONPLAATS
LAND
E-MAILADRES
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
NR.
WOONPLAATS
LAND
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
Voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
ADRESWIJZIGING
OUDE ADRES
OF VORIGE EIGENAAR:
NIEUW ADRES
OF NIEUWE EIGENAAR:
VERANDERING VAN EIGENAAR
Modelnummer
NR.
WOONPLAATS
LAND
E-MAILADRES
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
NR.
WOONPLAATS
LAND
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
265
Deze pagina is
bewust leeg gelaten
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
266
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
267
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
268
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
269
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
270
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
271
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
272
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
273
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
274
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
275
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
Modelnr.
Eigenaar:
Aankoopdatum
Einddatum van de garantie
NAAM
STRAAT APP
STAAT/PROVINCIE ZIP/POSTCODE
Nr.
WOONPLAATS
JAAR MAAND DAG
JAAR
In te vullen door de dealer op het ogenblik van de verkoop.
STEMPEL DEALER
MAAND DAG
VOERTUIG
IDENTIFICATIENUMMER (V.I.N.)
MOTOR
IDENTIFICATIENUMMER (E.I.N.)
WAARSCHUWING
HET GEBRUIK VAN DIT VOERTUIG HOUDT
GEVAREN IN.
Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de
nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens
routinemanoeuvres zoals keren, bergop of over
hindernissen rijden.
U kunt ERNSTIGE OF DODELIJKE
VERWONDINGEN oplopen, als u deze instructies
niet volgt:
• VOORDAT U MET DIT
VOERTUIG GAAT RIJDEN,
MOET U DE
BEDIENINGSHANDLEIDING EN
ALLE VEILIGHEIDSLABELS OP
HET PRODUCT LEZEN EN DE
VEILIGHEIDSFILM BEKIJKEN.
• GA NOOIT MET DIT VOERTUIG RIJDEN
ZONDER GEPASTE INSTRUCTIES.
Volg een gecertificeerde training.
• DE MAXIMALE ZITPLAATSCAPACITEIT MAG
NIET WORDEN OVERSCHREDEN.
• VERVOER GEEN PASSAGIERS OP
1-PASSAGIERSMODELLEN.
U verhoogt het risico controle kwijt te raken als
u een passagier meeneemt.
• RIJ NOOIT MET DIT VOERTUIG OP EEN
VERHARDE WEG.
U verhoogt het risico dat u controle kwijtraakt
als u dit voertuig gebruikt op verharde wegen.
• RIJ NOOIT MET DIT VOERTUIG OP DE
OPENBARE WEG.
U kunt in botsing komen met een ander
voertuig als u met dit voertuig op de openbare
weg rijdt.
• DE BESTUURDER EN DE PASSAGIER
(MAX-modellen) MOETEN EEN
GOEDGEKEURDE HELM, oogbescherming en
beschermende kleding dragen.
• RIJ NOOIT ONDER INVLOED VAN ALCOHOL
OF DRUGS.
Deze verlagen uw reactie- en
beoordelingsvermogen.
• NOOIT TE SNEL RIJDEN MET DIT
VOERTUIG.
U verhoogt het risico dat u controle kwijtraakt
als u te snel rijdt voor het terrein, de
zichtomstandigheden of uw ervaring.
• PROBEER NOOIT OP TWEE WIELEN TE
RIJDEN, TE SPRINGEN OF ANDERE STUNTS
UIT TE VOEREN.
®TM en het BRP-logo zijn handelsmerken van BOMBARDIER RECREATIONAL PRO-
DUCTS INC. of dochterondernemingen ervan.
©2023 BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. ALLE RECHTEN
VOORBEHOUDEN.
219002362_NL
www.brp.com
SSKKII--DDOOOO®® SSEEAA--DDOOOO®® CCAANN--AAMM®®
LLYYNNXX®® RROOTTAAXX®® AALLUUMMAACCRRAAFFTT®®
MMAANNIITTOOUU®® QQUUIINNTTRREEXX®®
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280

Can-Am Outlander and Outlander MAX 6x6 T Category Series (G2) Handleiding

Type
Handleiding