Can-Am Traxter T Series Handleiding

Type
Handleiding
219002324_NL
TRAXTER SERIE (T CATEGORIE)
GEBRUIKERS-
HANDLEIDING
Omvat veiligheids-, voertuig- en onderhoudsinformatie
WAARSCHUWING
Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Deze bevat belangrijke
veiligheidsinformatie.
Aanbevolen minimumleeftijd bestuurder: 16 jaar of ouder met een geldig rijbewijs.
Voor het besturen van dit voertuig is ten minste een tractorrijbewijs vereist.
Bewaar deze gebruikershandleiding altijd bij het voertuig.
Vertaling van de
oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
2024
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHEETT GGEEBBRRUUIIKK VVAANN UUWW VVOOEERRTTUUIIGG HHOOUUDDTT GGEEVVAARREENN IINN.. EEeenn aaaannrriijj--
ddiinngg ooff kkoopprrooll iiss ssnneell ggeebbeeuurrdd aallss uu ddee nnooddiiggee vvoooorrzzoorrggeenn nniieett nneeeemmtt,,
zzeellffss ttiijjddeennss rroouuttiinneemmaannooeeuuvvrreess zzooaallss kkeerreenn,, bbeerrggoopp ooff oovveerr hhiinnddeerrnniisssseenn
rriijjddeenn..
VVoooorr uuww eeiiggeenn vveeiilliigghheeiidd ddiieenntt uu aallllee wwaaaarrsscchhuuwwiinnggeenn iinn ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrss--
hhaannddlleeiiddiinngg eenn oopp ddee llaabbeellss oopp uuww vvooeerrttuuiigg ttee bbeeggrriijjppeenn eenn ttee vvoollggeenn.. AAllss
uu ddeezzee wwaaaarrsscchhuuwwiinnggeenn nneeggeeeerrtt kkaann ddiitt lleeiiddeenn ttoott EERRNNSSTTIIGGEE OOFF DDOODDEE--
LLIIJJKKEE VVEERRWWOONNDDIINNGGEENN..
BBeewwaaaarr ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg aallttiijjdd bbiijj hheett vvooeerrttuuiigg..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHeett nniieett iinn aacchhtt nneemmeenn vvaann ddee vveeiilliigghheeiiddssmmaaaattrreeggeelleenn eenn --iinnssttrruuccttiieess iinn
ddee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg,, ddee VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSVVIIDDEEOO eenn oopp ddee vveeiilliigghheeiiddss--
llaabbeellss oopp hheett pprroodduucctt kkaann lleeiiddeenn ttoott lleettsseell,, iinncclluussiieeff ddee mmooggeelliijjkkhheeiidd vvaann
oovveerrlliijjddeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDiitt vvooeerrttuuiigg oovveerrttrreefftt mmooggeelliijjkk hheett vveerrmmooggeenn vvaann aallllee aannddeerree vvooeerrttuuiiggeenn
wwaaaarrmmeeee uu aall hheeeefftt ggeerreeddeenn.. NNeeeemm vvoollddooeennddee ttiijjdd oomm uu mmeett uuww nniieeuuwwee
vvooeerrttuuiigg vveerrttrroouuwwdd ttee mmaakkeenn..
TM® Handelsmerken van BRP of zijn dochtermaatschappijen.
Dit is een niet noodzakelijk volledige lijst van handelsmerken die eigendom zijn
van Bombardier Recreational Products Inc. of zijn dochtermaatschappijen:
Can-Am®D.E.S.S.TM DPSTM
ROTAX®XPS®
Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze gebruikershandleiding
mag worden verveelvoudigd in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schrif-
telijke toestemming van Bombardier Recreational Products Inc.
©Bombardier Recreational Products Inc. (BRP) 2023
1
Deutsch
Dieses Handbuch ist möglicherweise in Ihrer Landessprache
verfügbar. Bitte wenden Sie sich an Ihren Händler oder besuchen Sie:
www.operatorsguides.brp.com
English This guide may be available in your language. Check with your dealer or
go to: www.operatorsguides.brp.com
Español Es posible que este manual esté disponible en su idioma. Consulte a su
distribuidor o visite: www.operatorsguides.brp.com
Français Ce guide peut être disponible dans votre langue. Vérifier avec votre
concessionnaire ou aller à: www.operatorsguides.brp.com
.
www.operatorsguides.brp.com
Nederlands Deze handleiding kan beschikbaar zijn in uw taal. Vraag het aan uw dealer
of ga naar: www.operatorsguides.brp.com
Norsk Denne boken kan finnes tilgjengelig på ditt eget språk. Kontakt din
forhandler eller gå til: www.operatorsguides.brp.com
Português Este manual pode estar disponível em seu idioma. Fale com sua
concessionária ou visite o site: www.operatorsguides.brp.com
Suomi Käyttöohjekirja voi olla saatavissa omalla kielelläsi. Tarkista jälleenmyyjäl
tai käy osoitteessa: www.operatorsguides.brp.com
Svenska Denna bok kan finnas tillgänglig på ditt språk. Kontakta din återförsäljare
eller gå till: www.operatorsguides.brp.com
www.operatorsguides.brp.com
Italiano Questa guida potrebbe essere disponibile nella propria lingua. Contattare
il concessionario o consultare:
Русский
Воспользуйтесь руководством на вашем языке. Узнайте
о его наличии у дилера или на странице по адресу
www.operatorsguides.brp.com
www.operatorsguides.brp.com
219 002 324_NL
2
Beschreven modellen
Traxter HD7
Traxter XU HD7
Traxter HD9
Traxter XU HD9
Traxter XU HD10
In Canada worden de distributie en het onderhoud van de producten verzorgd
door Bombardier Recreational Products Inc.(BRP).
In de Verenigde Staten worden de producten verdeeld door BRP US Inc.
In de Europese Economische Ruimte (die bestaat uit de lidstaten van de Euro-
pese Unie plus het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein),
het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (inclusief Oekraïne en Turkmenis-
tan) en Turkije worden producten gedistribueerd en onderhouden door BRP Eu-
ropean Distribution S. A. en andere geaffilieerde bedrijven of
dochterondernemingen van BRP.
Voor alle andere landen worden de producten gedistribueerd en onderhouden
door Bombardier Recreational Products Inc. (BRP) of zijn
dochtermaatschappijen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
3
IINNHHOOUUDDSSOOPPGGAAVVEE
AALLGGEEMMEENNEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
AALLGGEEMMEENNEE IINNFFOORRMMAATTIIEE................................................................................................................................................1100
Informeer u voor u vertrekt ....................................................................10
Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................10
Over deze gebruikershandleiding...........................................................11
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSIINNFFOORRMMAATTIIEE
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSVVOOOORRSSCCHHRRIIFFTTEENN..........................................................................................................................1144
Koolmonoxidevergiftiging vermijden.......................................................14
Brandstofbranden en andere gevaren vermijden .....................................14
Brandwonden door hete onderdelen vermijden .......................................14
Accessoires en aanpassingen ...............................................................14
VVEEIILLIIGG GGEEBBRRUUIIKK -- VVEERRAANNTTWWOOOORRDDEELLIIJJKKHHEEDDEENN..................................................................1166
Europese Gemeenschap.......................................................................16
Eigenaar - Neem uw verantwoordelijkheid op..........................................16
Bestuurder - Weet wat u doet en neem uw verantwoordelijkheid op ..........16
Voorzichtig rijden..................................................................................17
Bevestigingssysteem bestuurder en passagier .......................................18
Omstandigheden terrein........................................................................18
IINNSSPPEECCTTIIEE VVOOOORR HHEETT VVEERRTTRREEKK ....................................................................................................................2200
Checklist voor inspectie voor het vertrek.................................................20
VVOOOORRBBEERREEIIDDEENN OOPP RRIIJJDDEENN....................................................................................................................................2244
Voor u vertrekt......................................................................................24
Rijuitrusting..........................................................................................24
OONNGGEEVVAALLLLEENN VVEERRMMIIJJDDEENN..........................................................................................................................................2277
Kantelen en omrollen vermijden.............................................................27
Botsingen vermijden .............................................................................28
RRIIJJDDEENN MMEETT UUWW VVOOEERRTTUUIIGG......................................................................................................................................2299
Praktische oefeningen...........................................................................29
Gebruik off-road ...................................................................................30
Algemene rijtechnieken.........................................................................30
LLAADDIINNGGEENN VVEERRPPLLAAAATTSSEENN EENN WWEERRKKEENN ..............................................................................................3377
Werken met uw voertuig........................................................................37
Lading transporteren.............................................................................37
Een lading vervoeren ............................................................................40
Een trailer trekken.................................................................................41
BBEELLAANNGGRRIIJJKKEE LLAABBEELLSS OOPP HHEETT PPRROODDUUCCTT ((AALLLLEE LLAANNDDEENN BBEEHHAALLVVEE
CCAANNAADDAA//VVSS)) ........................................................................................................................................................................................4422
Veiligheidspictogram.............................................................................42
Pictogram veilig voorbeeld ....................................................................55
VVOOEERRTTUUIIGGIINNFFOORRMMAATTIIEE
PPRRIIMMAAIIRREE BBEESSTTUURRIINNGGSSEELLEEMMEENNTTEENN ......................................................................................................5588
Stuurwiel..............................................................................................59
Gaspedaal ...........................................................................................59
Rempedaal ..........................................................................................59
Schakelhendel......................................................................................59
4
SSEECCUUNNDDAAIIRREE BBEEDDIIEENNIINNGGSSEELLEEMMEENNTTEENN ............................................................................................6611
Contactschakelaar en sleutels ...............................................................62
Multifunctionele hendel .........................................................................63
Keuzeschakelaar 2WD/4WD .................................................................64
Schakelaar voor de differentieelvergrendeling achter...............................64
Toetsenpaneel .....................................................................................65
Lierschakelaar......................................................................................65
Knipperlichtschakelaar..........................................................................65
Hill Descent Control (HDC) (alleen modellen met ABS)............................66
UUIITTRRUUSSTTIINNGG ........................................................................................................................................................................................6677
Verstelbare stuurkolom .........................................................................67
Bekerhouders.......................................................................................67
Passagiershandgreep...........................................................................68
Bergvakken..........................................................................................68
Gereedschapsset .................................................................................69
Voetsteunen.........................................................................................69
Zijnet bestuurder ..................................................................................69
Zijnet passagier....................................................................................70
Schouderbescherming ..........................................................................70
Veiligheidsgordels ................................................................................71
Bestuurdersstoel ..................................................................................72
Passagiersstoelen ................................................................................72
Dop brandstoftank ................................................................................72
Lier......................................................................................................73
Laadbak...............................................................................................73
Hendels voor kantelen laadbak..............................................................74
Ankerhaken..........................................................................................74
Achterklep............................................................................................74
Voedingsuitgangen van 12 volt ..............................................................75
Rem met vasthoudmechanisme.............................................................75
Buitenspiegels......................................................................................76
Trekhaak..............................................................................................76
Trekhaakstang .....................................................................................76
Koppeling voor de lampen van de aanhangwagen...................................77
Sleephaken (Modellen zonder een lier)...................................................77
Bodemplaat..........................................................................................77
77,,66"" DDIIGGIITTAAAALL DDIISSPPLLAAYY......................................................................................................................................................7788
Multifunctionele display.........................................................................78
Verklikkerlichtjes...................................................................................79
Instellingen...........................................................................................81
TTEECCHHNNOOLLOOGGIISSCCHHEE BBEESSTTUURRIINNGGSSHHUULLPPMMIIDDDDEELLEENN..........................................................8844
ABS (antiblokkeerremsysteem)..............................................................84
BTC (Brake Torque Control - remkoppelregeling)....................................84
DTC (Drag Torque Control) ...................................................................84
HHC (Hill Hold Control) .........................................................................84
HDC (Hill Descent Control)....................................................................84
BBRRAANNDDSSTTOOFF ........................................................................................................................................................................................8855
Vereiste brandstof ................................................................................85
Tankprocedure.....................................................................................85
IINNRRIIJJPPEERRIIOODDEE..................................................................................................................................................................................8877
Gebruik tijdens de inrijperiode................................................................87
INHOUDSOPGAVE
5
BBAASSIISSPPRROOCCEEDDUURREESS..............................................................................................................................................................8888
De motor starten...................................................................................88
Gebruik de schakelhendel .....................................................................88
Het juiste bereik kiezen (laag of hoog) ....................................................88
De motor uitzetten en het voertuig parkeren............................................89
Tips voor het maximaliseren van de levensduur van de aandrijfriem .........89
SSPPEECCIIAALLEE PPRROOCCEEDDUURREESS..............................................................................................................................................9900
Verdronken motor.................................................................................90
Wat als u vermoedt dat er water in de CVT zit? .......................................90
Wat als de batterij leeg is?.....................................................................90
Wat te doen als het voertuig is gekanteld? ..............................................90
Wat als het voertuig ondergedompeld werd? ..........................................91
UUWW RRIITT AAAANNPPAASSSSEENN ..............................................................................................................................................................9922
Richtlijnen voor het afstellen van de ophanging.......................................92
Fabrieksinstellingen ophanging..............................................................92
Ophanging afstellen..............................................................................92
DPS-functie..........................................................................................93
VVOOEERRTTUUIIGG TTRRAANNSSPPOORRTTEERREENN..............................................................................................................................9944
Kracht van het voertuig benutten om sleepmaterieel op te rijden ..............95
Voertuig met behulp van lier op sleepmaterieel trekken ...........................96
Voertuig vastzetten voor transport..........................................................97
Voertuig van aanhangwagen halen ........................................................98
HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG OOPPHHEEFFFFEENN EENN OONNDDEERRSSTTEEUUNNEENN ..............................................................9999
Voorzijde voertuig.................................................................................99
Achterkant voertuig...............................................................................99
OONNDDEERRHHOOUUDD
OONNDDEERRHHOOUUDDSSSSCCHHEEMMAA ..............................................................................................................................................110022
EPA-regelgeving - Voertuigen voor Canada en V.S. .............................. 102
Aanwijzingen voor onderhoud van de luchtfilter.....................................102
Zwaar werk ........................................................................................103
Gebruik in diepe modder/diep water ..................................................... 104
Onderhoudsschema ...........................................................................104
Onderhoudsdocumentatie ...................................................................115
OONNDDEERRHHOOUUDDSSPPRROOCCEEDDUURREESS............................................................................................................................112200
MOTORLUCHTFILTER ......................................................................120
CVT-luchtfilter ....................................................................................121
MOTOROLIE: ....................................................................................123
Oliefilter .............................................................................................126
RADIATEUR ......................................................................................128
MOTORKOELVLOEISTOF .................................................................129
UITLAATSYSTEEM............................................................................131
VERSNELLINGSBAK .........................................................................132
VOORDIFFERENTIEEL......................................................................135
Achterwielaandrijving (alleen modellen met Mono cylinder).................... 137
CVT-DEKSEL ....................................................................................138
Aandrijfriem........................................................................................139
Aandrijf- en aangedreven rollen ........................................................... 141
BOUGIES ..........................................................................................141
Accu..................................................................................................142
Zekeringen en zekerbare aansluitingen ................................................143
INHOUDSOPGAVE
6
Lichten...............................................................................................146
Aandrijfasbalg en -bescherming........................................................... 148
Wiellagers..........................................................................................148
Wielen en banden...............................................................................149
Wielophanging ...................................................................................150
Remmen............................................................................................151
VEILIGHEIDSGORDELS ....................................................................152
Kooi...................................................................................................152
VVEERRZZOORRGGIINNGG VVAANN HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG..........................................................................................................115544
Reiniging en bescherming voertuig ......................................................154
BBEEWWAARRIINNGG EENN VVOOOORRBBEERREEIIDDIINNGG OOPP HHEETT RRIIJJSSEEIIZZOOEENN ........................................115555
TTEECCHHNNIISSCCHHEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
VVOOEERRTTUUIIGGIIDDEENNTTIIFFIICCAATTIIEE........................................................................................................................................115588
Voertuigidentificatienummer ................................................................158
Motoridentificatienummer (E.I.N.)......................................................... 159
Conformiteitslabel...............................................................................160
Technische informatielabels ................................................................ 160
GGEELLUUIIDDSSEEMMIISSSSIIEE-- EENN TTRRIILLLLIINNGGSSWWAAAARRDDEENN............................................................................116666
VVEERRKKLLAARRIINNGG VVAANN CCOONNFFOORRMMIITTEEIITT ..........................................................................................................116677
EU-conformiteitsverklaring .................................................................. 167
UK-conformiteitsverklaring .................................................................. 168
EEAACC--CCOONNFFOORRMMIITTEEIITTSSVVEERRKKLLAARRIINNGG ......................................................................................................116699
TTEECCHHNNIISSCCHHEE SSPPEECCIIFFIICCAATTIIEESS
TTEECCHHNNIISSCCHHEE SSPPEECCIIFFIICCAATTIIEESS ..........................................................................................................................117722
OOPPLLOOSSSSEENN VVAANN PPRROOBBLLEEMMEENN
RRIICCHHTTLLIIJJNNEENN VVOOOORR HHEETT OOPPLLOOSSSSEENN VVAANN PPRROOBBLLEEMMEENN ....................................118844
CVT-riem slipt door.............................................................................184
De display van de versnellingsbakstand geeft "–" weer .......................... 184
Motor draait niet..................................................................................184
Motor slaat over maar start niet............................................................ 184
Motor accelereert onvoldoende of mist vermogen ................................. 185
Motor oververhit .................................................................................186
Motor weigert .....................................................................................186
Het toerental stijgt maar het voertuig beweegt niet ................................ 186
Gedeeltelijke of geen reactie van gaspedaal - Motorstoring is AAN en het
bericht FOUT PPS wordt weergegeven ................................................187
MMEELLDDIINNGGEENN DDIIGGIITTAALLEE DDIISSPPLLAAYY....................................................................................................................118888
GGAARRAANNTTIIEE
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP VVOOOORR CCAANNAADDAA EENN VV.. SS..:: 22002244 CCAA--
NN--AAMM®® SSSSVV ..........................................................................................................................................................................................119900
1) Voorwerp van de beperkte garantie .................................................. 190
2) Beperking van de aansprakelijkheid ................................................. 190
INHOUDSOPGAVE
7
3) UITSLUITINGEN Zijn niet gewaarborgd .........................................190
4) Dekkingsperiode van de garantie .....................................................191
5) Voorwaarden voor het hebben van garantiedekking .......................... 191
6) Wat u moet doen voor het verkrijgen van garantiedekking..................192
7) Wat BRP zal doen...........................................................................192
8) Overdracht .....................................................................................192
9) Klantenondersteuning .....................................................................193
EEMMIISSSSIIEEGGEERREELLAATTEEEERRDDEE GGAARRAANNTTIIEE UUSS EEPPAA ........................................................................119944
EEmmiissssiieeggeerreellaatteeeerrddee ggaarraannttiieeppeerriiooddee ..............................................194
GGeeddeekkttee oonnddeerrddeelleenn.........................................................................195
BBeeppeerrkkttee ttooeeppaassbbaaaarrhheeiidd .................................................................195
GGAARRAANNTTIIEEVVEERRKKLLAARRIINNGG VVEERRDDAAMMPPIINNGGSSEEMMIISSSSIIEECCOONNTTRROOLLEE VVOOOORR
CCAALLIIFFOORRNNIË......................................................................................................................................................................................119977
Uw rechten en plichten in het kader van de garantie ..............................198
Beperkte garantie van de fabrikant op uw offroad-sportvoertuig.............. 199
Verantwoordelijkheid van de eigenaar in het kader van de garantie ........ 199
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP VVOOOORR IINNTTEERRNNAATTIIOONNAAAALL:: 22002244 CCAA--
NN--AAMM®® SSSSVV ..........................................................................................................................................................................................220011
1) Voorwerp van de beperkte garantie.................................................. 201
2) Beperking van de aansprakelijkheid ................................................. 201
3) UITSLUITINGEN Zijn niet gewaarborgd .........................................202
4) Dekkingsperiode van de garantie .....................................................203
5) Alleen voor producten die in Australië worden verkocht......................203
6) Voorwaarden voor het hebben van garantiedekking .......................... 203
7) Wat u moet doen voor het verkrijgen van garantiedekking.................. 204
8) Wat BRP zal doen...........................................................................204
9) Overdracht .....................................................................................205
10) Klantenondersteuning ...................................................................205
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP VVOOOORR DDEE EEUURROOPPEESSEE EECCOONNOOMMII--
SSCCHHEE RRUUIIMMTTEE,, DDEE LLIIDDSSTTAATTEENN VVAANN HHEETT RRUUSSSSIISSCCHHEE GGEEMMEENNEEBBEESSTT
EENN TTUURRKKIIJJEE:: 22002244 CCAANN--AAMM®® SSSSVV..................................................................................................................220066
1) Voorwerp van de beperkte garantie.................................................. 206
2) Beperking van de aansprakelijkheid ................................................. 206
3) UITSLUITINGEN Zijn niet gewaarborgd .........................................207
4) Dekkingsperiode van de garantie .....................................................208
5) Uitsluitend voor in Frankrijk verkochte producten............................... 208
6) Voorwaarden voor het hebben van garantiedekking .......................... 209
7) Wat u moet doen voor het verkrijgen van garantiedekking..................209
8) Wat BRP zal doen...........................................................................210
9) Overdracht .....................................................................................210
10) Klantenondersteuning ...................................................................210
KKLLAANNTTEENNIINNFFOORRMMAATTIIEE
IINNFFOORRMMAATTIIEE OOVVEERR GGEEGGEEVVEENNSSBBEESSCCHHEERRMMIINNGG ................................................................221122
NNEEEEMM CCOONNTTAACCTT OOPP............................................................................................................................................................221144
Az-Pacific........................................................................................214
Europa, Midden-Oosten en Afrika ........................................................214
Latijns-Amerika ..................................................................................214
Noord-Amerika...................................................................................214
AADDRREESSWWIIJJZZIIGGIINNGG EENN VVEERRAANNDDEERRIINNGG VVAANN EEIIGGEENNAAAARR ..........................................221155
INHOUDSOPGAVE
8
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
INHOUDSOPGAVE
9
AALLGGEEMMEENNEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
10
AALLGGEEMMEENNEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Can-Am®side-by-sidevoertuig. U
geniet de beperkte BRP-garantie en kunt steeds een beroep doen op een net-
werk van erkende Can-Am Off-Road dealers voor de nodige onderdelen, acces-
soires of service.
Op het moment van aflevering bent u op de hoogte gebracht van de garantiedek-
king en hebt u de checklist vóór aflevering ondertekend om er zeker van te zijn
dat uw nieuwe voertuig naar volle tevredenheid is gereedgemaakt.
Uw dealer staat altijd voor u klaar. Voor meer informatie kunt u bij uw dealer
terecht.
IInnffoorrmmeeeerr uu vvoooorr uu vveerrttrreekktt
Lees voordat u het voertuig gaat besturen deze Gebruikershandleiding voor in-
formatie over hoe het risico op ongevallen kunt beperken voor uzelf of andere
weggebruikers.
Lees tevens alle veiligheidslabels op uw voertuig en bekijk de
veiligheidsfilm
op:
hhttttppss::////ccaann--aamm..bbrrpp..ccoomm//ooffff rrooaadd//ssaaffeettyy
Of gebruik de volgende QR-code.
Dit voertuig is uitsluitend bestemd voor gebruik offroad. Hij dient hoofdzakelijk
voor algemeen recreatief gebruik, maar kan ook voor nutsdoeleinden worden
gebruikt.
De waarschuwingen in deze gebruikershandleiding negeren kan leiden tot ERN-
STIG LETSEL of DE DOOD.
VVeeiilliigghheeiiddssaaaannwwiijjzziinnggeenn
Verklaring over de soorten veiligheidsmeldingen, hoe ze eruit zien en hoe ze in
deze handleiding worden gebruikt:
Het veiligheidswaarschuwingssymbool duidt op een potentieel letselrisico.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDuuiiddtt oopp eeeenn mmooggeelliijjkk ggeevvaaaarr ddaatt,, aallss hheett nniieett wwoorrddtt vveerrmmeeddeenn,, kkaann lleeiiddeenn
ttoott eerrnnssttiiggee ooff ddooddeelliijjkkee vveerrwwoonnddiinnggeenn..
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
WWiijjsstt oopp eeeenn ggeevvaaaarrlliijjkkee ssiittuuaattiiee ddiiee,, aallss zzee nniieett wwoorrddtt vveerrmmeeddeenn,, kkaann lleeii--
ddeenn ttoott lliicchhtt ooff mmaattiigg lleettsseell..
11
MMEERRKK OOPP
DDuuiiddtt oopp eeeenn aaaannwwiijjzziinngg ddiiee,, aallss zzee nniieett wwoorrddtt ggeevvoollggdd,, kkaann lleeiiddeenn ttoott zzwwaa--
rree sscchhaaddee aaaann hheett vvooeerrttuuiigg ooff aannddeerree bbeezziittttiinnggeenn..
OOvveerr ddeezzee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg
Deze Gebruikershandleiding is bedoeld om de eigenaar/gebruiker van een nieuw
voertuig vertrouwd te maken met de diverse bedieningselementen, het onder-
houd en het veilige gebruik van zijn voertuig. Ze is onmisbaar voor het correcte
gebruik van het product.
Bewaar deze Gebruikershandleiding in het voertuig zodat u ze onder meer kunt
raadplegen voor onderhoud, het oplossen van problemen en om anderen aanwij-
zingen te geven.
Merk op dat de Gebruikershandleiding beschikbaar is in verschillende talen. In
geval van discrepanties zal de Engelse versie de overhand hebben.
Voor een extra kopie of afdruk van uw Gebruikershandleiding kunt u terecht op
onze website:
wwwwww..ooppeerraattoorrssgguuiiddeess..bbrrpp..ccoomm
De informatie in dit document is correct op het moment van publicatie. BRP voert
echter een beleid van continue verbetering van zijn producten, zonder dat dit
enige verbintenis inhoudt tot uitrusting van eerder vervaardigde producten met
vernieuwde onderdelen. Door laattijdige wijzigingen kunnen er verschillen zijn
tussen het gefabriceerde product en de beschrijvingen en/of specificaties in deze
handleiding. BRP behoudt zich het recht voor op eender welk moment specifica-
ties, ontwerpen, functies, modellen of uitrusting te schrappen of te wijzigen zon-
der dat dit enige verplichting inhoudt.
Deze Gebruikershandleiding moet bij een eventuele verkoop bij het voertuig
blijven.
ALGEMENE INFORMATIE
12
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
ALGEMENE INFORMATIE
Veiligheidsinformatie 13
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSIINNFFOORRMMAATTIIEE
14 Veiligheidsinformatie
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSVVOOOORRSSCCHHRRIIFFTTEENN
KKoooollmmoonnooxxiiddeevveerrggiiffttiiggiinngg vveerrmmiijjddeenn
Uitlaatgassen van motors bevatten steeds koolmonoxide, een dodelijk gas. In-
ademing van koolmonoxide kan leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid,
misselijkheid, verwarring en zelfs de dood.
Koolmonoxide is een kleurloos, geurloos, smaakloos gas dat aanwezig kan zijn
zelfs als u het niet ziet of geen uitlaatgas ruikt. Dodelijke concentraties koolmo-
noxide worden snel bereikt en kunnen u zo snel bevangen dat u zichzelf niet
meer in veiligheid kunt brengen. Ook kunnen dodelijke concentraties koolmono-
xide uren- of dagenlang in afgesloten of slecht verluchte ruimtes blijven hangen.
Als u één van de symptomen van koolmonoxidevergiftiging voelt opkomen, ver-
laat de ruimte dan onmiddellijk, zorg voor verse lucht en vraag medische
behandeling.
Om ernstig letsel of dood door koolmonoxide te verhinderen of te voorkomen:
Het voertuig nooit in slecht verluchte of gedeeltelijk afgesloten ruimtes zoals
garages, carports of schuren laten draaien. Zelfs indien u de uitlaatgassen
met ventilators of open vensters en deuren tracht te verluchten, kan de kool-
monoxideconcentratie toch gevaarlijk snel oplopen.
Laat het voertuig nooit draaien op plekken buitenshuis waar de uitlaatgassen
langs openingen, zoals vensters en deuren, een gebouw kunnen
binnendringen.
BBrraannddssttooffbbrraannddeenn eenn aannddeerree ggeevvaarreenn vveerrmmiijjddeenn
Benzine is uiterst brandbaar en zeer explosief. Benzinedampen kunnen zich ver-
spreiden en op meters afstand van de motor door een vonk of vlam worden aan-
gestoken. Volg deze aanwijzingen om het risico op brand of explosie te verlagen:
Sla brandstof uitsluitend op in goedgekeurde benzinebidons.
Vul de benzinecontainer nooit terwijl deze in de laadbak of op het voertuig
staat - de brandstof kan ontvlammen door statische elektriciteit.
Volg nauwgezet de instructies in de
Tankprocedure
.
De motor nooit starten of bedienen zonder dat de benzinedop er goed opzit.
Benzine is giftig en kan letsel of de dood veroorzaken.
Hevel nooit benzine over met de mond.
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine hebt ingeslikt, in de ogen hebt
gekregen of benzinedampen hebt ingeademd.
Als u benzine op het lichaam morst, afwassen met water en zeep en van kleren
verwisselen.
BBrraannddwwoonnddeenn ddoooorr hheettee oonnddeerrddeelleenn vveerrmmiijjddeenn
Bepaalde componenten zoals remrotoren en uitlaatcomponenten worden tijdens
het rijden zeer heet. Raak die onderdelen niet aan als de motor draait of net heeft
gedraaid om brandwonden te vermijden.
AAcccceessssooiirreess eenn aaaannppaassssiinnggeenn
Eventuele wijzigingen of toevoegingen van door BRP goedgekeurde accessoires
kunnen de besturing van uw voertuig beïnvloeden. Het is belangrijk dat u de tijd
Veiligheidsinformatie 15
neemt om vertrouwd te worden met het voertuig nadat wijzigingen zijn aange-
bracht, zodat u begrijpt hoe u uw rijgedrag overeenkomstig dient aan te passen.
Installeer geen uitrusting die niet specifiek door BRP voor het voertuig is goedge-
keurd en vermijd ongeautoriseerde wijzigingen. Deze wijzigingen en uitrusting
zijn niet getest door BRP en kunnen gevaren met zich meebrengen. Ze kunnen
bijvoorbeeld:
Controleverlies en een vergroot risico op een crash met zich meebrengen
Oververhitting of kortsluiting met een verhoogd risico op brand of brandwon-
den veroorzaken
Van invloed zijn op de beschermingsfuncties van het voertuig.
Van invloed zijn op het gedrag van de aanhangwagen tijdens vervoer van het
voertuig
Een risico van verlies van voorwerpen veroorzaken op de weg tijdens het
vervoer.
Het gebruik van uw voertuig kan hierdoor ook illegaal worden.
VVrraaaagg jjee BBRRPP ddeeaalleerr oomm bbeesscchhiikkbbaarree ggeesscchhiikkttee aacccceessssooiirreess vvoooorr jjee
vvooeerrttuuiigg..
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
16 Veiligheidsinformatie
VVEEIILLIIGG GGEEBBRRUUIIKK -- VVEERRAANNTTWWOOOORRDDEELLIIJJKKHHEEDDEENN
EEuurrooppeessee GGeemmeeeennsscchhaapp
Het volgende geldt enkel in de Europese landen waar dit voertuig op de open-
bare weg mag rijden.
Dit voertuig is hoofdzakelijk bestemd voor gebruik OFFROAD. Daarom kan
het voertuig op een verharde ondergrond veel moeilijker bestuurbaar en con-
troleerbaar zijn. Als u over een korte afstand op een verharde ondergrond
moet rijden, rijd dan traag en vermijd abrupte handelingen aan het stuur, het
gas- en het rempedaal.
Houd u altijd aan de wegcode, wanneer u zich met uw voertuig op de open-
bare weg begeeft, zelfs op een aardeweg of grindpad.
EEiiggeennaaaarr -- NNeeeemm uuww vveerraannttwwoooorrddeelliijjkkhheeiidd oopp
Lees deze gebruikershandleiding en bekijk de
veiligheidsfilm
. Volg de link aan
het begin van de gebruikershandleiding.
Inspecteer uw voertuig altijd en kijk na of het in goede staat verkeert voordat u
gaat rijden. Volg altijd het onderhoudsschema zoals in deze Gebruikershandlei-
ding beschreven.
Laat niemand uw voertuig besturen, tenzij deze persoon verantwoordelijk is en
vertrouwd kan worden met een voertuig met een groot vermogen. Overweeg
nieuwe of jonge bestuurders te begeleiden en regels en limieten in te stellen
(zoals of ze passagiers mogen vervoeren, wat ze mogen doen met het voertuig,
waar ze mogen rijden enz.) voor iedereen die uw voertuig gebruikt.
KKiieess iinnddiieenn hheett vvooeerrttuuiigg iiss vvoooorrzziieenn vvaann ddee ooppttiioonneellee DD..EE..SS..SS..--sslleeuutteellss de
juiste sleutel (zie
contactschakelaar en sleutels
) op basis van de ervaring van de
bestuurder, het gebruik van het voertuig en de omgeving.
Bespreek de veiligheidsinformatie met iedereen die het voertuig zal gebruiken.
Zorg ervoor dat alle bestuurders en passagiers voldoen de onderstaande vereis-
ten en ermee akkoord gaan de veiligheidsinformatie te volgen. Help gebruikers
vertrouwd te worden met het voertuig.
We raden u aan uw voertuig jaarlijks aan een veiligheidsinspectie te onderwer-
pen. Neem voor meer details contact op met een erkende BRP dealer. Hoewel
het niet vereist is, wordt het aanbevolen dat de voorseizoensvoorbereiding van
uw voertuig door een erkende BRP dealer wordt uitgevoerd. Elk bezoek aan uw
erkende BRP dealer is een goede gelegenheid voor uw dealer om te controleren
of uw voertuig in een veiligheidsactie is opgenomen. We raden u tevens aan uw
erkende BRP dealer op tijd te bezoeken als u van een veiligheidsactie hoort.
Raadpleeg een erkende BRP dealer voor verkrijgbare accessoires die u wellicht
nodig hebt.
BBeessttuuuurrddeerr -- WWeeeett wwaatt uu ddooeett eenn nneeeemm uuww
vveerraannttwwoooorrddeelliijjkkhheeiidd oopp
Lees deze gebruikershandleiding en bekijk de
veiligheidsfilm
. Volg de link aan
het begin van de gebruikershandleiding.
Neem rustig de tijd om alle bedieningselementen en de algemene besturing van
het voertuig te leren kennen.
Veiligheidsinformatie 17
Volg indien mogelijk een opleiding (neem contact op met een erkende Can-Am--
dealer voor meer informatie over de opleidingsmogelijkheden of via het internet
op http://www.rohva.org/) en voer de praktijkoefeningen uit het hoofdstuk
Prak-
tijkoefeningen
uit. Oefen het rijden in een geschikte omgeving zonder gevaren
en leer de respons van elk bedieningselement kennen. Rijd traag. Voor hogere
snelheden heeft u meer ervaring, kennis en goede rijomstandigheden nodig.
Bestuurders moeten minstens 16 jaar oud zijn.
Bestuurders moeten groot genoeg zijn om de juiste zithouding te kunnen aanne-
men: met de rug tegen de rugsteun leunen en de gordel vastgemaakt, het stuur
met beide handen vasthouden en nog steeds in staat zijn de rem- en gaspedalen
volledig in te drukken met de rechtervoet en de linkervoet stevig op de voetsteun
te plaatsen.
Bestuurders moeten een geschikt rijbewijs hebben, in overeenstemming met de
lokale wetgeving.
Bestuur dit voertuig nooit na drugs- of alcoholgebruik of wanneer u zich moe of
ziek voelt. Dit vertraagt uw reactiesnelheid en vertroebelt uw
inschattingsvermogen.
VVeerrvvooeerr vvaann ppaassssaaggiieerrss
Vervoer alleen maximaal twee (2) passagiers. De passagiers moeten op de juiste
manier in de cockpit zitten.
De passagiers moeten lang genoeg zijn om steeds de juiste zithouding te kunnen
aannemen: met de rug tegen de rugsteun en de gordel vastgemaakt, met beide
handen op de handgrepen en de voeten stevig geplaatst - de rechterpassagier
met de rechtervoet op de voetsteun en linkervoet op de vloer van het voertuig en
de middelste passagier met beide voeten stevig op de vloer.
Vervoer nooit passagiers die onder invloed zijn van drugs of alcohol of die zich
moe of ziek voelen. Dit vertraagt de reactiesnelheid en vertroebelt het
inschattingsvermogen.
Draag de passagiers op de veiligheidsetiketten van het voertuig te lezen.’
Vervoer nooit passagiers indien u vindt dat hij/zij onvoldoende in staat zijn zich te
concentreren op de omstandigheden op het terrein en zich hieraan aan te pas-
sen. Meer bepaald voor side-by-sides moet de passagier ook voortdurend aan-
dacht besteden aan het terrein voor het voertuig en zich schrap zetten voor
oneffenheden.
VVoooorrzziicchhttiigg rriijjddeenn
Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen. Als u
de nodige voorzorgen niet neemt, is een aanrijding of koprol snel gebeurd tij-
dens abrupte manoeuvres zoals scherpe bochten, versnellen of vertragen en
rijden op heuvels of over hindernissen.
Rijd nooit overdreven snel. Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de
zichtbaarheid, de rijomstandigheden en uw ervaring.
Probeer nooit op twee wielen te rijden, te slippen, te springen of andere stunts
uit te voeren.
VEILIG GEBRUIK - VERANTWOORDELIJKHEDEN
18 Veiligheidsinformatie
Probeer nooit snel te versnellen of te vertragen wanneer u een scherpe bocht
neemt. Hierdoor kan het voertuig kantelen.
Probeer nooit te slippen of te schuiven met het voertuig. Als het voertuig be-
gint te slippen of te schuiven, stuurt u in de tegengestelde richting. Rijd traag
en uiterst voorzichtig op een zeer gladde ondergrond, bijvoorbeeld op ijs, om
te voorkomen dat het voertuig oncontroleerbaar gaat slippen.
Controleer altijd of er geen hindernissen of mensen achter het voertuig staan,
wanneer u achteruit rijdt. Wees aandachtig voor de blinde hoek. Rijd altijd
traag achteruit.
Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig. De lading
moet correct worden vastgemaakt. Rijd langzamer, voorzie een langere re-
mafstand en volg de overige instructies in het hoofdstuk
Ladingen vervoeren
en werk uitvoeren
.
Vergeet nooit dat dit voertuig zwaar is! Als het met zijn volle gewicht omkan-
telt of omrolt kunt u makkelijk gekneld raken.
BBeevveessttiiggiinnggssssyysstteeeemm bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr
Dit voertuig is ontworpen voor een (1) bestuurder en tot twee (2) passagiers,
die allen de geschikte beschermingsuitrusting dragen (zie
rijuitrusting
in dit
hoofdstuk).
Deur- of zijnetten moeten vergrendeld zijn en de veiligheidsgordels vastge-
maakt wanneer het voertuig in beweging is.
OOmmssttaannddiigghheeddeenn tteerrrreeiinn
Dit voertuig is niet ontworpen voor gebruik op verharde oppervlakken. Als u
over een korte afstand op een verharde ondergrond moet rijden, vermijd dan
abrupte handelingen aan het stuur, het gas- en het rempedaal.
Rijd altijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
Wees altijd alert voor veranderingen in het terrein wanneer u met dit voertuig
rijdt. Neem de tijd om te leren hoe het voertuig zich gedraagt in verschillende
omgevingen.
Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaardighe-
den heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op dergelijk
terrein. Wees altijd uiterst voorzichtig op dergelijk terrein.
Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig
of voor uw rijvaardigheid. Oefen op zachte hellingen.
Volg om bergop of bergaf te rijden altijd de juiste procedures die u in het
hoofdstuk
het voertuig besturen
vindt. Controleer het terrein aandachtig voor-
dat u een helling begint op of af te rijden. Rijd nooit een helling op of af met
een te gladde of losse ondergrond. Rijd nooit met hoge snelheid over de top
van een heuvel.
Probeer nooit steile hellingen op te rijden, ook niet zijwaarts, wanneer u een
aanhangwagen trekt.
Controleer altijd of er geen hindernissen zijn, voordat u op een onbekend ter-
rein gaat rijden. Volg om over hindernissen te rijden altijd de juiste procedures
die u in het hoofdstuk
het voertuig besturen
vindt.
Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat dieper
is dan aangegeven in het hoofdstuk
het voertuig besturen
. Vergeet niet dat
natte remmen een sterk verminderd remvermogen hebben. Test uw remmen
zodra u weer op het droge bent. Rem eventueel enkele malen zodat de rem-
men door de wrijving drogen.
VEILIG GEBRUIK - VERANTWOORDELIJKHEDEN
Veiligheidsinformatie 19
Zorg er steeds voor dat u het voertuig correct parkeert op het vlakste stuk van
het terrein. Zet de schakelhendel in de PARKEER-stand, stop de motor en
verwijder de sleutel voor u het voertuig verlaat.
Als parkeren op een helling onvermijdelijk is, wordt aanbevolen een grote
steen of een soortgelijk voorwerp achter een wiel te plaatsen om te voorko-
men dat het wiel verschuift.
Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onver-
wachte terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of
hardere “grond” of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of
onstabiel worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te
voorkomen. Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kiepen, dan moet u
onmiddellijk sturen in de richting waarnaar het kantelt! Probeer nooit een kan-
telend voertuig te stoppen met uw armen of benen. U behoort uw ledematen
binnen de kooi of de ROPS (beschermende structuur bij kantelen) te houden.
VEILIG GEBRUIK - VERANTWOORDELIJKHEDEN
20 Veiligheidsinformatie
IINNSSPPEECCTTIIEE VVOOOORR HHEETT VVEERRTTRREEKK
Inspecteer uw voertuig altijd en kijk na of het in goede staat verkeert voordat u
gaat rijden.
Volg altijd het onderhoudsschema zoals in deze Gebruikershandleiding
beschreven.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVooeerr vvoooorr iieeddeerr vveerrttrreekk eeeenn iinnssppeeccttiiee uuiitt oomm ppootteennttiiëëllee pprroobblleemmeenn oonnddeerr--
wweegg vvoooorr ttee zziijjnn.. DDee iinnssppeeccttiiee vvoooorr hheett vveerrttrreekk hheellpptt uu oomm sslliijjttaaggee eenn aaaann--
ttaassttiinngg vvaann oonnddeerrddeelleenn oopp ttee ssppoorreenn vvoooorrddaatt ddiiee pprroobblleemmaattiisscchh kkuunnnneenn
wwoorrddeenn.. CCoorrrriiggeeeerr aallllee oonnttddeekkttee pprroobblleemmeenn oomm hheett rriissiiccoo oopp eeeenn ppaannnnee ooff
oonnggeelluukk ttee vveerrmmiijjddeenn..
Voer voordat u met dit voertuig gaat rijden steeds een controle uit aan de hand
van de Checklist voor inspectie voor het vertrek.
Zie
Onderhoudsprocedures
voor meer informatie.
CChheecckklliisstt vvoooorr iinnssppeeccttiiee vvoooorr hheett vveerrttrreekk
TTee ddooeenn vvoooorrddaatt uu ddee mmoottoorr ssttaarrtt ((ccoonnttaacctt UUIITT))
TTee iinnssppeecctteerreenn
iitteemmss TTee iinnssppeecctteerreenn
Motorolie
(V-Twin motoren) Controleer het motoroliepeil.
Koelvloeistof Controleer het niveau van de koelvloeistof.
Remvloeistof Controleer het remvloeistofpeil.
Motorluchtfilter Controleer de motorluchtfilter, reinig of vervang deze
indien nodig (pleeg vaker onderhoud bij het rijden
onder stoffige omstandigheden).
CVT-luchtfilter Controleer en reinig de CVT-luchtfilter (bij rijden in
stoffige omstandigheden).
Luchtfilters
verwarming
(indien aanwezig)
Controleer de luchtfilters van de verwarming en
reinig indien nodig (vaker bij rijden onder stoffige
omstandigheden).
Remblokkeerme
chanisme
(indien aanwezig)
Bedien het remblokkeermechanisme en ga na of het
goed werkt.
Radiator Controleer of de radiator schoon is.
Voorste rooster Controleer of het voorste rooster schoon is.
Uitlaatsysteem Reinig het gebied rond het uitlaatsysteem, indien dit
nog niet gebeurd is, vooral als het voertuig tijdens
Veiligheidsinformatie 21
TTee iinnssppeecctteerreenn
iitteemmss TTee iinnssppeecctteerreenn
de laatste rit gebruikt werd in een moeras, veen,
hooi of dode bladeren.
Aandrijfasbalgen Controleer de staat van de balgen en beschermers
van de aandrijfas.
Banden Controleer de spanning en de staat van de banden.
Zie het
label bandenspanning
en pas de spanning
aan, afhankelijk van de belasting.
Velgen
Controleer de wielen op schade of abnormale
speling. Zorg ervoor dat de wielmoeren vast zitten.
Zie
Wielen en banden
in
Onderhoudsprocedures
voor de specificatie van de aanhaalmomenten.
Lading
LLaaddiinngg:: Respecteer de maximale belasting als u
een lading vervoert. Zie
De laadbak laden
. Zorg
ervoor dat de lading goed aan de laadbak achteraan
is bevestigd.
LLaaddiinngg vvooeerrttuuiigg:: Zorg ervoor dat de totale lading op
het voertuig (inclusief bestuurder, passagiers,
lading, disselgewicht en accessoires) niet meer
weegt dan gespecificeerd. Zie
Lading vervoeren
.
Laadbak
achteraan Controleer of de laadbak en de achterklep goed
vergrendeld zijn.
Trekhaak
Als u een trailer of iets anders gaat slepen:
Controleer de staat van de trekhaak en bal.
Respecteer de kogeldruk en het trekvermogen
zoals aangegeven op de sticker op de trekhaak
of raadpleeg of raadpleeg
Technische
specificaties
.
Zorg ervoor dat de aanhangwagen correct aan
de trekhaak wordt bevestigd.
Carrosserie en
ophanging
Controleer onder het voertuig of er vuil zit op
onderdeel van de chassis of de ophanging
(bovenste en onderste armen, wielen,
schokdempers, veren) en maak deze goed schoon
Deuren
Controleer alle deuren op schade. Laat de deuren
vervangen als u schade hebt geconstateerd.
Sluit alle deuren en controleer of ze goed zijn
gesloten.
INSPECTIE VOOR HET VERTREK
22 Veiligheidsinformatie
TTee ddooeenn vvoooorrddaatt uu ddee mmoottoorr ssttaarrtt ((ccoonnttaacctt oopp AAAANN))
TTEE
IINNSSPPEECCTTEERREENN
IITTEEMMSS TTEE IINNSSPPEECCTTEERREENN
Digitale display
Controleer de werking van de verklikkerlichtjes in de
digitale display (gedurende enkele seconden nadat
het contact op AAN staat).
Controleer of er meldingen voorkomen op de meter.
Lichten
Controleer de werking en properheid van de:
Koplampen (grootlicht en dimlicht)
– Achterlichten
– Remlichten.
Stoelen en
gordels
Controleer of de stoelen goed zijn vastgemaakt.
Controleer de gordels op schade. Maak de gordels
vast en controleer of ze goed vastklikken.
Zijnetten
Controleer de zijnetten op schade. Laat de netten
vervangen als u schade hebt geconstateerd.
Sluit beide zijnetten en controleer of ze goed vast
zitten.
Gebruik de afstelriem om het net naar behoefte aan
te spannen.
Gaspedaal
Druk het gaspedaal een paar keer volledig in om
ervoor ze zorgen dat het goed ingedrukt kan worden
en terugkeert naar de ruststand wanneer u het
loslaat.
Rempedaal Druk het rempedaal in en zorg ervoor dat u een
sterke weerstand voelt en dat het terugkeert naar de
ruststand wanneer u het loslaat.
Brandstofpeil Controleer het brandstofpeil.
Spiegel(s)
(indien aanwezig) Pas de spiegel(s) aan naar uw voorkeur.
Claxon
(indien aanwezig) Controleer of de claxon werkt.
Verwarmingsventi
lator
(CAB-modellen)
Controleer de werking van de
verwarmingsventilator.
Controleer of er lucht uit iedere ventilatieopening
stroomt (aan het dashboard en de verwarming).
INSPECTIE VOOR HET VERTREK
Veiligheidsinformatie 23
TTee ddooeenn nnaaddaatt ddee mmoottoorr iiss ggeessttaarrtt
TTEE
IINNSSPPEECCTTEERREENN
IITTEEMMSS TTEE IINNSSPPEECCTTEERREENN
Besturing Draai het stuur helemaal heen en weer om na te
gaan of het stuur vrij kan bewegen.
Contactschake
laar
Draai de contactschakelaar op UIT om te
controleren dat de motor stopt.
Start de motor opnieuw.
Schakelhendel Controleer de werking van de schakelhendel (P, R,
N, H en L).
Keuzeschakelaar
2WD/4WD Controleer de werking van de 2WD/
4WD-keuzeschakelaar.
Remmen
Rijd langzaam zowat een meter vooruit en test de
remmen. Het rempedaal moet weerstand bieden
wanneer het wordt ingedrukt. Het pedaal moet
terugkeren naar de ruststand wanneer u het loslaat.
De remmen moeten correct reageren op de
handelingen van de bestuurder.
Lier
(indien aanwezig) Controleer de werking van de lier.
Motorolie
(ééncilindermoto
ren) Controleer het motoroliepeil.
INSPECTIE VOOR HET VERTREK
24 Veiligheidsinformatie
VVOOOORRBBEERREEIIDDEENN OOPP RRIIJJDDEENN
VVoooorr uu vveerrttrreekktt
Voer de inspectie voor het vertrek uit om te bevestigen dat uw voertuig veilig
werkt. Zie
Controle voor het vertrek
.
Bestuurder en passagier moeten:
De juiste zithouding aannemen.
Netten of deuren vastzetten.
Veiligheidsgordel vastmaken.
De geschikte uitrusting dragen. Zie
Uitrusting
.
RRiijjuuiittrruussttiinngg
Van belang is dat de bestuurder en de passagiers altijd geschikte beschermende
kledij en uitrusting dragen, onder meer:
Een goedgekeurde helm
– Oogbescherming
– Laarzen
– Handschoenen
Een hemd of jas met lange mouwen
Lange broek.
Afhankelijk van het weer hebt u mogelijk een antimistbril nodig.
RRIIJJUUIITTRRUUSSTTIINNGG
1. Goedgekeurde helm
2. Oog- en gezichtsbescherming
3. Hemd of jas met lange mouwen
4. Handschoenen
5. Lange broek
6. Laarzen (boven enkelhoogte)
Kijk naar de weersomstandigheden om te beslissen welke kledij u aantrekt. Voor
een maximaal comfort en om 's winters bevriezing te voorkomen, dient u zich
steeds te kleden voor het koudste weer dat wordt verwacht. Thermisch onder-
goed op de huid zorgt ook voor een goede isolatie.
Draag nooit losse kledij die in het voertuig, boomtakken en struiken verstrikt kan
raken.
Veiligheidsinformatie 25
HHeellmmeenn eenn ooooggbbeesscchheerrmmiinngg
Helmen bieden bescherming tegen letsels aan het hoofd en de hersenen. Zelfs
met de beschermingskooi en de zijnetten kunnen er nog objecten binnendringen
in de cockpit en het hoofd raken, of het hoofd kan tegen de kooi of objecten bui-
ten het voertuig botsen. Zelfs de beste helm biedt geen garantie tegen letsels,
maar uit statistieken blijkt dat het dragen van een helm de het risico op hersenbe-
schadiging beperkt. Draag voor uw eigen veiligheid dus steeds een helm tijdens
het rijden.
EEeenn hheellmm kkiieezzeenn
Helmen moeten vervaardigd zijn volgens de normen die van toepassing zijn in
uw staat, provincie of land en moeten goed passen.
Een helm met gezichtsbescherming is een betere keuze. Deze beschermt ook bij
frontale botsingen. De helm kan ook beschermen tegen puin, stenen, insecten,
de weersomstandigheden, enz.
Een open helm biedt niet dezelfde bescherming voor het gezicht en de kin. Als u
een open helm draagt, moet u er een gezichtsscherm op plaatsen en/of een bril
dragen. Een gewone bril of een zonnebril biedt onvoldoende oogbescherming
voor bestuurders. Deze kunnen breken of afvallen en ze laten toe dat wind en
vliegende objecten de ogen bereiken.
's Winters dient u steeds een muts of een bivakmuts en een gezichtsmasker te
dragen.
Gebruik getinte gezichtsmaskers of brilglazen enkel overdag; gebruik deze niet
's nachts of in het donker. Gebruik deze niet als u hierdoor minder goed kleuren
kunt onderscheiden.
OOvveerriiggee uuiittrruussttiinngg
SScchhooeenneenn
Draag steeds schoenen met een gesloten tip. Stevige laarzen boven enkel-
hoogte met antislipzolen bieden meer bescherming en laten toe de voeten stevig
op de voetsteunen te plaatsen.
Vermijd lange schoenveters die verstrikt kunnen raken in het gas- of het
rempedaal.
Draag 's winters het liefst laarzen met rubberen zolen met een bovenkant uit ny-
lon of leder en met verwijderbare vilten inlegzolen.
Vermijd rubberlaarzen. Rubberlaarzen kunnen vast komen te zitten achter of tus-
sen de pedalen, waardoor u het gas- en rempedaal niet goed meer kunt
bedienen.
HHaannddsscchhooeenneenn
Handschoenen die de vingers helemaal bedekken, beschermen de handen te-
gen de wind, de zon, de hitte, de koude en vliegende objecten. Goed passende
handschoenen bieden een betere grip op het stuur en gaan vermoeide handen
tegen. Stevige, versterkte handschoenen voor motorrijders of ATV-bestuurders
bieden een betere bescherming voor de handen bij een ongeval of omkantelen.
VOORBEREIDEN OP RIJDEN
26 Veiligheidsinformatie
Als de handschoenen te dik zijn, kan het moeilijk zijn de besturingselementen te
bedienen.
's Winters moeten de handen beschermd worden door een paar sneeuwhand-
schoenen met voldoende isolatie, die het gebruik van duimen en vingers toelaten
om de besturingselementen te bedienen.
JJaasssseenn,, bbrrooeekkeenn eenn mmoottoorrppaakkkkeenn
Draag een jas of shirt met lange mouwen en een lange broek of een volledig mo-
torpak. Kwalitatieve beschermingsuitrusting voor ATV's biedt comfort en kan u
helpen niet afgeleid te worden door slechte omgevingsomstandigheden. Bij een
botsing kan beschermingsuitrusting van goede kwaliteit of uit stevig materiaal let-
sels voorkomen of beperken.
Bescherm uzelf tegen onderkoeling wanneer u in koude omstandigheden rijdt.
Onderkoeling, wat optreedt bij een lage lichaamstemperatuur, kan leiden tot con-
centratieverlies, een tragere reactiesnelheid en verlies van vlotte, nauwkeurige
spierbewegingen. In koude weersomstandigheden kan de juiste beschermende
kleding zoals een windbestendige jas en isolerende lagen kleding essentieel zijn.
Zelfs wanneer u in gematigde temperaturen rijdt, kunt u het erg koud hebben om-
wille van de wind.
Beschermende kleding geschikt voor rijden in koud weer kan te warm zijn wan-
neer u stopt. Draag verschillende lagen kleding die u naar wens kunt verwijde-
ren. Draag een windbestendige buitenlaag over uw beschermende kleding,
zodat de koude lucht uw huid niet kan bereiken.
RReeggeennkklleeddiinngg
Als u moet rijden in de regen wordt een regenpak of een waterbestendig motor-
pak aangeraden. Voor lange ritten is het een goed idee om regenkleding bij zich
te hebben. Een droge bestuurder voelt zich veel comfortabeler en is alerter.
GGeehhoooorrbbeesscchheerrmmiinngg
Langdurige blootstelling aan de wind en motorgeluiden tijdens het rijden kan per-
manent gehoorverlies veroorzaken. Correct aangebrachte gehoorbescherming
zoals oordopjes kan gehoorverlies tegen gaan. Raadpleeg de lokale wetgeving
voor u gehoorbescherming gebruikt.
VOORBEREIDEN OP RIJDEN
Veiligheidsinformatie 27
OONNGGEEVVAALLLLEENN VVEERRMMIIJJDDEENN
KKaanntteelleenn eenn oommrroolllleenn vveerrmmiijjddeenn
Side-by-sides besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen. Side--
by-sides zijn ontworpen voor gebruik op offroad-terrein (bijvoorbeeld hun wielba-
sis en bandbreedte, de ruimte tussen het voertuig en de grond, de ophanging, de
aandrijftrein, de banden enz.) en kunnen dus kantelen in situaties waarin voertui-
gen hoofdzakelijk ontworpen voor gebruik op verharde of gladde wegen dit niet
doen.
Tijdens abrupte manoeuvres zoals scherpe bochten of snel optrekken of remmen
in bochten of tijdens het rijden op hellingen of over hindernissen kan het voertuig
snel kantelen of kan er een ander ongeval gebeuren. Abrupte manoeuvres of
een agressieve rijstijl kunnen kantelen of controleverlies veroorzaken, zelfs op
vlakke, open terreinen. Als het voertuig kantelt, kan een lichaamsdeel buiten de
cockpit (zoals armen, benen of hoofd) worden verpletterd en bekneld raken door
de kooi, ROPS of andere delen van het voertuig. U kunt ook gewond raken bij
botsing met de grond, de cockpit of andere objecten.
Om het risico op kantelen te beperken:
Wees voorzichtig in bochten.
Draai het stuur niet te ver of te snel. Pas uw stuurbewegingen aan naarge-
lang uw snelheid en omgeving.
Vertraag voor u een bocht neemt. Vermijd hard remmen in een bocht.
Vermijd snel of hard optrekken in een bocht, zelfs als u uit stilstand of aan
een lage snelheid vertrekt.
Probeer nooit donuts, skids, slides, fishtails, sprongen of andere stunts. Als
het voertuig begint te slippen of te schuiven, stuur dan in de richting waarin
het voertuig slipt of schuift. U mag nooit bruusk remmen en de wielen
blokkeren.
Vermijd verharde wegen. Dit voertuig is niet ontworpen om te rijden op ver-
harde wegen en loopt meer risico om te kantelen. Als u op verharde wegen
moet rijden, draai dan geleidelijk, rijd traag en vermijd bruusk versnellen en
remmen.
Dit voertuig kan kantelen naar de zij-, voor- of achterkant op hellingen of oneffen
terrein.
Vermijd schuin een helling op of af te rijden. Rijd indien mogelijk recht omh-
oog of omlaag op hellingen en niet schuin. Als u schuin een helling op of af
moet rijden, wees dan uiterst voorzichtig en vermijd gladde oppervlakken, ob-
jecten of laagtes. Als u voelt dat het voertuig begint te kantelen of zijwaarts te
verschuiven, stuurt u indien mogelijk naar beneden (de helling af).
Vermijd steile heuvels en volg de procedures in deze handleiding om hellin-
gen op of af te rijden.
Door onverwachte terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen,
zachtere of hardere grond of andere onregelmatigheden kan het voertuig
kantelen of onstabiel worden. Observeer het terrein dat voor u ligt en vertraag
op oneffen terrein.
Dit voertuig reageert anders wanneer u een lading vervoert of trekt.
Matig uw snelheid en volg de instructies in deze handleiding voor het vervoer
van lasten en het trekken van een aanhangwagen.
Vermijd hellingen en ruig terrein.
28 Veiligheidsinformatie
Voorzie meer afstand om te stoppen.
WWeeeess vvoooorrbbeerreeiidd oopp kkaanntteelleenn
Maak de zijnetten en de veiligheidsgordel vast om te verhinderen dat u uw ar-
men of benen uitsteekt.
Grijp de kooi of ROPS nooit vast tijdens het rijden. Bij kantelen kunnen de
handen verpletterd worden tussen de kooi of ROPS en de grond. Houd de
handen aan het stuur of de handgrepen.
Probeer nooit een kantelend voertuig te stoppen met uw armen of benen. Als
u denkt dat het voertuig kan kantelen of omrollen, moet de bestuurder beide
handen op het stuur houden en de linkervoet stevig op de voetsteun plaatsen.
De passagiers moeten met beide handen de handgrepen vasthouden en bei-
de voeten stevig op de vloer plaatsen.
BBoottssiinnggeenn vveerrmmiijjddeenn
Dit voertuig kan hoge snelheden bereiken. Aan hogere snelheden is het risico op
controleverlies groter, vooral bij uitdagende offroad-omstandigheden, en is het ri-
sico op letsels bij een botsing groter. Rijd nooit overdreven snel. Pas uw snelheid
altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstandigheden en uw
ervaring.
Wanneer u zich met uw voertuig op de openbare weg begeeft kunt u met een an-
der voertuig botsen.
Respecteer altijd de wegcode wanneer u zich met uw ATV op de openbare weg
begeeft.
Dit voertuig biedt niet hetzelfde soort bescherming bij botsingen als een auto. Zo
zijn er bijvoorbeeld geen airbags, is de cockpit niet volledig gesloten en is het
voertuig niet ontworpen voor botsingen met andere voertuigen. Het is dus uiter-
mate belangrijk dat u de veiligheidsgordels vastmaakt en de zijnetten sluit en dat
u een goedgekeurde helm draagt.
ONGEVALLEN VERMIJDEN
Veiligheidsinformatie 29
RRIIJJDDEENN MMEETT UUWW VVOOEERRTTUUIIGG
PPrraakkttiisscchhee ooeeffeenniinnggeenn
Voor u een ritje maakt, is het erg belangrijk dat u vertrouwd wordt met het bestu-
ren van uw voertuig door te oefenen in een gecontroleerde omgeving. Indien mo-
gelijk is het ook een goed idee om een formele opleiding te volgen, om uw
vaardigheden aan te scherpen en het voertuig beter te leren kennen.
Zoek een geschikte oefenlocatie en voer de volgende oefeningen uit. Er moet
ten minste 45 m x 45 m ruimte zijn, vrij van hindernissen zoals bomen en rotsen.
Als u de geschikte locatie hebt gevonden, kunt u van start gaan met de volgende
oefeningen.
OOeeffeenniinnggeenn bboocchhtteenn
Bij het draaien in de bochten worden de meeste ongevallen veroorzaakt. Als u te
scherp draait of te snel rijdt, kan uw voertuig gemakkelijker de grip op de weg
verliezen of omkantelen. Vertraag wanneer u een bocht bereikt.
Leer eerst hoe u ruime bochten kunt nemen aan erg lage snelheden. Laat het
gaspedaal los voor u draait en druk het terug langzaam in terwijl u draait.
Herhaal deze oefening maar houd deze keer het gaspedaal ingedrukt terwijl
u draait.
Herhaal deze oefening in het nemen van bochten terwijl u lichtjes versnelt.
Voer deze oefeningen uit terwijl u naar de andere kant draait.
Merk op hoe uw voertuig reageert tijdens deze verschillende oefeningen. Wij ra-
den aan dat u het gaspedaal loslaat voor u een bocht neemt om de verandering
van richting uit te voeren. U voelt dat de zijdelingse krachten groter worden naar-
mate u sneller rijdt en het stuur meer draait. De zijdelingse krachten moeten zo
laag mogelijk gehouden worden om ervoor te zorgen dat het voertuig niet
omkantelt.
OOeeffeenniinnggeenn UU--bboocchhtteenn
Oefen het maken van U-bochten
Versnel geleidelijk aan, maar blijf traag rijden. Draai vervolgens het stuur
lichtjes naar rechts tot u de U-bocht heeft gemaakt.
Herhaal de oefening in het maken van U-bochten terwijl u wat harder aan het
stuur draait, maar nog steeds aan erg lage snelheid.
Herhaal de oefening in het maken van U-bochten terwijl u naar de andere
kant draait.
Zoals reeds vermeld in deze handleiding, mag u niet op verharde oppervlakken
rijden. Op deze oppervlakken reageert het voertuig anders en wordt het risico op
omkantelen groter.
OOeeffeenniinnggeenn rreemmmmeenn
Oefen het remmen om vertrouwd te raken met hoe het voertuig reageert.
Doe dit eerst aan een lage snelheid en verhoog de snelheid vervolgens.
Oefen het remmen in een rechte lijn met verschillende snelheden en verschil-
lende remkracht.
Oefen het remmen in noodgevallen. U kunt optimaal remmen in een rechte
lijn, terwijl u een grote kracht uitoefent, zonder de wielen te vergrendelen.
30 Veiligheidsinformatie
Denk eraan dat de remafstand afhangt van de snelheid en de lading van het
voertuig en het soort ondergrond. De staat van de banden en de remmen speelt
ook een belangrijke rol.
OOeeffeenniinnggeenn aacchhtteerruuiitt rriijjddeenn
De volgende stap is achteruit rijden.
Plaats een verkeerskegel aan beide zijden van het voertuig naast elk achter-
wiel. Rijd vooruit tot u de verkeerskegels kunt zien en stop het voertuig. Neem
nota van de afstand nodig om de obstakels achter u te zien.
Leer hoe het voertuig reageert in achteruit en wanneer u aan het stuur draait.
Voer deze oefening achteruit rijden steeds uit aan lage snelheden.
OOeeffeenniinngg nnooooddssttoopp mmoottoorr
Leer hoe u de motor snel kunt uitschakelen in een noodsituatie.
Draai hiertoe de sleutel in de stand uit terwijl u aan lage snelheid rijdt.
Zo leert u hoe het ’voertuig reageert wanneer de motor wordt uitgeschakeld ter-
wijl u rijdt en ontwikkelt u deze reflex.
Het is ook belangrijk om te kunnen stoppen en het voertuig snel te kunnen
verlaten.
Zet het voertuig stil.
Maak de veiligheidsgordel los en open het net om het voertuig te verlaten.
GGeebbrruuiikk ooffff--rrooaadd
Rijden op ongebaand terrein is per definitie gevaarlijk. Elk terrein dat niet speci-
aal werd voorbereid om voertuigen te dragen houdt gevaren in omdat men nooit
op voorhand weet welke oneffenheden men tegenkomt, hoe vast de ondergrond
is en hoe steil de helling. Het terrein zelf is daarom een permanente risicofactor,
die elke persoon die op avontuur trekt moet aanvaarden en incalculeren.
Een bestuurder die met zijn voertuig offroad gaat rijden moet met de grootste
zorg de veiligste weg kiezen en het terrein voor zich aandachtig observeren. Laat
dit voertuig in geen geval besturen door iemand die de juiste rijtechnieken voor
dit voertuig niet perfect beheerst en begeef u nooit op zeer steil of verraderlijk
terrein.
AAllggeemmeennee rriijjtteecchhnniieekkeenn
AAllggeemmeennee ttiippss vvoooorr rriijjddeenn
Zorgvuldigheid, voorzichtigheid, ervaring en rijvaardigheid zijn de beste voorzor-
gen die u kunt nemen tegen de risico's van het rijden met dit voertuig.
Bij de minste twijfel of het voertuig veilig over een hindernis of een bepaald deel
van het terrein raakt, kiest u beter een andere route.
Bij het offroad rijden zijn vermogen en tractie belangrijker dan snelheid. Rijd nooit
sneller dan de zichtbaarheid toelaat en dan u nodig heeft om een veilige route te
kiezen. Rijd altijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein
rijdt. Wees altijd alert voor veranderingen in het terrein wanneer u met dit voer-
tuig rijdt. Wees uitermate voorzichtig op uitzonderlijk ruw, glad, ijzig of los terrein.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
Veiligheidsinformatie 31
Let constant op het terrein voor u, zodat u plotse veranderingen in de hellings-
graad of hindernissen, zoals rotsblokken of stronken, tijdig opmerkt. Zo voorkomt
u dat uw voertuig zijn stabiliteit verliest en kantelt of over de kop gaat.
Gebruik het voertuig niet als de bedieningselementen niet normaal werken.
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
Om uw voertuig goed onder controle te houden, dient u uw beide handen aan
het stuur te houden, waar u alle bedieningselementen binnen handbereik heeft.
Dit geldt ook voor uw voeten. Om het gevaar voor verwonding van benen of voe-
ten tot een minimum te beperken, moet u steeds uw linkervoet op de voetsteun
en uw rechtervoet op de vloer geplaatst houden. Blijf volledig in de cockpit, zodat
u geen objecten buiten het voertuig raakt.
Kijk uit voor en vermijd takken en andere objecten die de passagiersruimte zou-
den kunnen binnendringen en u of uw passagier raken.
AAcchhtteerruuiitt rriijjddeenn
Controleer bij het achteruit rijden of er geen mensen of hindernissen achter het
voertuig staan. Wees aandachtig voor de blinde hoek. Wanneer het veilig is om
achteruit te rijden, rijd dan traag en vermijd scherpe bochten.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
SSttuuuurrbbeewweeggiinnggeenn iinn aacchhtteerruuiitt vveerrhhooggeenn hheett rriissiiccoo oopp kkaanntteelleenn..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
In achteruit is het toerental van de motor beperkt, waardoor dus ook de snelheid
van het voertuig in achteruit beperkt is.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
AAllss uu iinn aacchhtteerruuiitt eeeenn hheelllliinngg aaffrriijjddtt,, kkuunntt uu vveeiilliiggee ssnneellhheeiiddsslliimmiieett iinn aacchh--
tteerruuiitt ttoocchh oovveerrsscchhrriijjddeenn ddoooorr ddee zzwwaaaarrtteekkrraacchhtt..
WWeeggeenn oovveerrsstteekkeenn
Als u een kruispunt moet oversteken, zorg er dan voor dat het aankomende ver-
keer aan beide kanten goed zichtbaar is en beslis waar u naartoe wilt rijden aan
de andere kant van het kruispunt. Rijd in een rechte lijn naar dat punt toe. Maak
geen scherpe veranderingen van richting of versnel niet abrupt. Dit kan ertoe lei-
den dat het voertuig kantelt. Rijd niet op het trottoir of op fietspaden. Deze zijn
enkel voor dit specifieke gebruik bedoeld.
RRiijjddeenn oovveerr vveerrhhaarrddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn
Vermijd verharde wegen. Dit voertuig is niet ontworpen om te rijden op verharde
wegen en loopt meer risico om te kantelen. Als u op verharde wegen moet rijden,
draai dan geleidelijk, rijd traag en vermijd bruusk versnellen en remmen.
OOnnddiieepp wwaatteerr ddoooorrkkrruuiisseenn
Water kan groot gevaar inhouden. In te diep water kan het voertuig gaan drijven
en kantelen. Controleer de diepte van het water en de stroming alvorens het
RIJDEN MET UW VOERTUIG
32 Veiligheidsinformatie
water over te steken. Het water mag niet dieper zijn dan het midden van de wie-
len, zodat het voertuig deze hindernis veilig zou kunnen nemen. Let op voor
gladde oppervlakken zoals keien, gras, boomstronken enz. in het water en op de
oevers. Dit kan tot tractieverlies leiden. Rijd nooit met hoge snelheid in het water.
Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd dro-
gen door ze meermaals te activeren wanneer het voertuig weer op het droge is.
Nabij water is er vaak modder of moerasland. Let op voor onverwachte gaten of
inzinkingen. Kijk ook uit voor rotsblokken, stronken enz. die gedeeltelijk begroeid
zijn.
RRiijjddeenn oovveerr ssnneeeeuuww ooff iijjss
Let bij de inspectie voor het vertrek speciaal op die plaatsen op het voertuig waar
sneeuw- en ijsafzettingen de zichtbaarheid van het achterlicht kunnen belemme-
ren, ventilatieopeningen kunnen verstoppen, de radiator en ventilator kunnen
blokkeren en de beweging van de bedieningselementen kunnen bemoeilijken.
Controleer voor u het voertuig start dat het stuur, het gas- en het rempedaal on-
gehinderd werken.
Als dit voertuig over een besneeuwd pad rijdt, hebben de wielen minder tractie,
waardoor het voertuig anders gaat reageren op de inputs van de bestuurder. Op
oppervlakken met minder grip reageert het voertuig minder scherp en precies,
wordt de remafstand langer en wordt de versnelling eveneens beïnvloed. Ver-
traag en geef nooit bruusk gas. Daardoor kunnen de banden beginnen tollen en
kan het voertuig door oversturen gaan schuiven. Vermijd bruusk remmen. Dat
kan het voertuig doen schuiven over een rechte lijn. Nogmaals, voorzichtig snel-
heid verminderen en uzelf voldoende tijd en afstand laten in anticipatie op een
manoeuvre, om zo de volledige controle over het voertuig te kunnen houden, is
de beste aanpak.
Als u met uw voertuig over een besneeuwd oppervlak rijdt, wordt door de turbu-
lentie achteraan het bewegende voertuig sneeuw opgeworpen die met blootge-
stelde onderdelen, inclusief draaiende onderdelen zoals remschijven, in contact
kan komen of er zich kan ophopen of smelten. Water, sneeuw of ijs kunnen een
weerslag hebben op de reactietijd van het remsysteem van uw voertuig. Rem
vaak, zelfs als dat niet nodig is om de snelheid van uw voertuig te verlagen, zo-
dat zich zo weinig mogelijk ijs of sneeuw op de droge remblokken of -schijven
kan vastzetten. Door dit te doen in rijomstandigheden die weinig risico inhouden,
test u uw grip op het oppervlak en blijft u alert voor hoe het voertuig reageert op
uw stuurimpulsen. Houd rem- en gaspedaal en vloerplanken altijd sneeuw- en
ijsvrij. Veeg regelmatig de sneeuw van de stoelen, het stuur, de kop- en
achterlichten.
De sneeuw kan rotsen, boomstronken of andere objecten verhullen of kan zo
diep liggen dat het voertuig onbruikbaar is omdat het vast zou komen te zitten of
helemaal geen tractie meer zou hebben in de sneeuwbrij. Kijk ver voor u uit en
wees altijd alert voor zichtbare hints die kunnen wijzen op de aanwezigheid van
zulke obstakels. Rijd er in geval van twijfel rond. Vermijd rijden op bevroren wa-
terpartijen als u nog niet hebt gecontroleerd of het ijs voldoende sterk is om het
voertuig, de inzittenden en de lading veilig te dragen.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
Veiligheidsinformatie 33
Maak er een goede gewoonte van op het einde van de rit alle sneeuw- en ijsaf-
zettingen van het voertuig en alle bewegende onderdelen (remmen, onderdelen
van het besturingssysteem, aandrijflijnen, bedieningselementen, radiatorventila-
tor enz.) te verwijderen. Natte sneeuw zal immers aanvriezen tot ijs zodra de mo-
tor is afgezet en zal moeilijker te verwijderen zijn bij de volgende inspectie voor
het vertrek.
RRiijjddeenn oopp zzaanndd
Rijden op zandduinen is nog een unieke ervaring, waarvoor u echter enkele es-
sentiële voorzorgen moet nemen. In nat, diep of fijn zand/sneeuw treedt er trac-
tieverlies op en kan het voertuig gaan schuiven, kantelen of vastlopen. Zoek in
dit geval naar een vastere ondergrond. Ook in deze situatie dient u te vertragen
en uit te kijken voor moeilijke rijomstandigheden.
Wanneer u in duingebied gaat rijden, is het raadzaam uw voertuig uit te rusten
met een hoog uitstekende vlag. Zo kunnen andere personen aan de andere kant
van de zandduin beter zien waar u zich bevindt. Rijd voorzichtig wanneer u voor
u nog een veiligheidsvlag bespeurt.
RRiijjddeenn oopp kkiieezzeell,, lloossssee sstteenneenn ooff aannddeerree ggllaaddddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn
Rijden op losse stenen of kiezel lijkt sterk op rijden op ijs. Het verandert de bestu-
ring van het voertuig, waardoor het kan slippen of kantelen, vooral bij te hoge
snelheden. Ook de remafstand kan toenemen. Vergeet niet dat er bij “bruusk”
gas geven of doorslippen losse stenen achterwaarts kunnen wegvliegen en een
andere bestuurder kunnen raken. Doe dit nooit opzettelijk.
Begint u toch te slippen of schuiven, draai het stuur dan in de richting waarin u
slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle heeft. U mag nooit bruusk remmen
en de wielen blokkeren.
HHiinnddeerrnniisssseenn nneemmeenn
Gebruik de lage versnelling (L) om over obstakels te rijden.
Passeer hindernissen op uw weg voorzichtig. Dit omvat rotsen, omgevallen bo-
men en putten. Vermijd ze zoveel mogelijk. Houd er rekening mee dat sommige
hindernissen te groot of gevaarlijk zijn om over te rijden en beter ontweken wor-
den. Probeer nooit een hindernis te nemen die hoger is dan de speling tussen de
grond en uw voertuig. U kunt veilig over kleine rotsen of kleine omgevallen bo-
men rijden - benader de hindernis aan een lage snelheid en zoveel mogelijk in
een rechte hoek. Pas uw snelheid aan zonder vaart te verliezen en geef niet
bruusk gas. De passagiers moeten de handgrepen stevig vasthouden en de voe-
ten op de vloer plaatsen. Houd het stuur stevig vast zonder uw vuisten er om-
heen te sluiten en rijd vooruit. Houd er rekening mee dat de hindernis misschien
glad is of kan verschuiven wanneer u erover rijdt.
RRiijjddeenn oovveerr hheeuuvveellss
Er zijn twee zaken van belang wanneer u op heuvels of hellingen rijdt: wees voor-
bereid op gladde oppervlakken of variaties in ondergrond en hindernissen en zet
u schrap in het voertuig. Als u een te gladde helling of een helling met een losse
ondergrond op- of afrijdt, kunt u de controle over het voertuig verliezen. Als u aan
hoge snelheid over de top van een heuvel rijdt, is het mogelijk dat u geen tijd
RIJDEN MET UW VOERTUIG
34 Veiligheidsinformatie
meer heeft om u voor te bereiden op het terrein aan de andere kant. Parkeer niet
op een helling. Plaats de schakelhendel steeds in de PARKEER-stand wanneer
u stopt of parkeert, vooral op een helling, om te vermijden dat het voertuig gaat
rollen. Als u toch op een steile helling moet parkeren, blokkeer de wielen dan
met rotsen of stenen.
BBeerrggoopp rriijjddeenn
Gebruik de lage versnelling (L) om bergop te rijden.
Door zijn configuratie heeft dit voertuig een uitstekende tractie bij het klimmen,
zo goed zelfs dat het eerder zal kantelen dan zijn tractie verliezen. Op het terrein
komt het bijvoorbeeld geregeld voor dat de top van een heuvel is geërodeerd tot
een steile, scherpe piek. Dit voertuig is niet ontworpen voor dergelijke omstandig-
heden. Kies een alternatieve route.
Het is ook raadzaam na te gaan hoe het terrein er aan de andere kant van de
heuvel of glooiing uitziet. Al te vaak blijkt er een diepe afgrond te wachten en is
afdalen onmogelijk.
Als u voelt dat de helling te steil wordt, remt u om het voertuig te stoppen. Plaats
de schakelhendel in achteruit (R) en rijd achteruit de heuvel af. Laat hierbij de
remmen amper los en blijf aan een lage snelheid rijden. Probeer niet om te ke-
ren. Rijd nooit een heuvel af met de motor in neutraal. Ga niet hard op de rem
staan. Dit verhoogt het risico op kantelen.
BBeerrggaaff rriijjddeenn
Dit voertuig kan steilere hellingen beklimmen dan het veilig kan afdalen. Daarom
dient u er zeker van te zijn dat er een veilige weg naar beneden is, voordat u aan
een beklimming begint.
Als u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig gaan
schuiven, waardoor dit uitglijdt. Houd een constante snelheid aan en/of versnel
iets om het voertuig opnieuw onder controle te krijgen. U mag nooit bruusk rem-
men en de wielen blokkeren.
DDwwaarrss oopp eeeenn hheelllliinngg rriijjddeenn
Vermijd waar mogelijk een helling dwars op of af te rijden. Is het toch noodzake-
lijk, wees dan uiterst voorzichtig. Wanneer u dwars op een steile helling rijdt kunt
u kantelen. Bovendien kunt u op gladde of onvaste oppervlakken oncontroleer-
baar wegschuiven. Vermijd alle voorwerpen of inzinkingen die de overhelling van
het voertuig naar één zijde nog versterken, om te voorkomen dat het voertuig
kantelt. Als u voelt dat het voertuig begint te kantelen of zijwaarts te verschuiven,
stuurt u indien mogelijk naar beneden (de helling af).
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
WWeeeess vvoooorrzziicchhttiigg bbiijj hheett llaaddeenn eenn vveerrvvooeerreenn vvaann vvllooeeiibbaarree rreesseerrvvooiirrss..
DDeezzee kkuunnnneenn ddee ssttaabbiilliitteeiitt vvaann hheett vvooeerrttuuiigg bbeeïïnnvvllooeeddeenn wwaannnneeeerr uu ddwwaarrss
oopp eeeenn hheelllliinngg rriijjddtt,, ddoooorr bbeerrggaaffwwaaaarrttss ttee ttrreekkkkeenn eenn hheett rriissiiccoo oopp kkaanntteelleenn
ttee vveerrhhooggeenn..
RIJDEN MET UW VOERTUIG
Veiligheidsinformatie 35
SStteeiillee ddaalliinnggeenn
Dit voertuig is niet ontworpen voor steile dalingen. Dit voertuig zal doorgaans
stoppen als de voor- of achterwielen over een steile daling rijden. Als het om een
steile, diepe afgrond gaat zal het voertuig met zijn neus naar beneden duiken en
kantelen.
Vermijd steile dalingen. Keer om en kies een alternatieve route.
RRiijjddeenn aallss oonnttssppaannnniinngg,, iinn ggrrooeepp ooff oovveerr llaannggee aaffssttaannddeenn
Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones die
zijn voorbehouden aan andere offroadactiviteiten. Daartoe behoren paden voor
sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours enz. Ga er nooit
van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd rechts op
het pad en zigzag niet heen en weer. Zorg ervoor dat u kunt stoppen wanneer er
voor u een andere weggebruiker opdaagt.
Sluit u aan bij een plaatselijke side-by-side-club. Zij kunnen u een kaart bezorgen
en adviseren of informeren over de plaatsen waar u kunt rijden. Als er geen club
in uw buurt is, kunt u misschien meewerken aan de oprichting ervan. In groep rij-
den en clubactiviteiten zijn een aangename, sociale vrijetijdsbesteding. Berijdt
het voertuig nooit na drugs- of alcoholgebruik of wanneer u moe of ziek bent.
Houd altijd een veilige afstand van andere bestuurders. Op basis van uw eigen
inschatting van snelheid, staat van het terrein, weer, mechanische staat van uw
voertuig en uw “vertrouwen in het beoordelingsvermogen” van de mensen om u
heen, kunt u het best oordelen over de aangewezen veilige afstand. Net als an-
dere voertuigen kan dit voertuig niet ogenblikkelijk stoppen.
Informeer voor uw vertrek iemand over uw geplande bestemming en het tijdstip
waarop u vermoedelijk terugkeert.
Neem, afhankelijk van de afstand die u wilt afleggen, extra gereedschap of nood-
uitrusting mee. Vraag na waar u extra benzine kunt kopen. Wees voorbereid op
de omstandigheden die u mogelijk te wachten staan. Het verdient zeker aanbe-
veling een eerstehulpkit mee te nemen.
MMiilliieeuu
Eén van de voordelen van dit voertuig is dat u zich op ongebaand terrein kunt be-
geven tot ver buiten de bewoonde wereld. Doe dit echter altijd met respect voor
de natuur en de rechten van andere natuurliefhebbers. Rijd niet door ecologisch
kwetsbare gebieden. Rijd niet over bosaanplantingen of jonge boompjes, hak
geen bomen, verwijder geen omheiningen en verniel de bodem niet door uw wie-
len te laten spinnen. “Wees behoedzaam”.
Dit voertuig kan OHV-branden veroorzaken als er zich vuil bij de uitlaat of andere
hete motoronderdelen ophoopt, wat kan gaan branden en in droog gras kan val-
len. Voorkom rijden in natte gebieden, door moerassen of in lang gras, waar zich
vuil kan afzetten. Als u in zulke gebieden rijdt, inspecteert u de motor en hete de-
len en verwijdert u het vuil. Zie
verzorging van het voertuig
voor meer informatie.
Wilde dieren opjagen is wettelijk verboden in heel wat streken. Wild dat door een
motorvoertuig wordt opgejaagd, kan sterven van uitputting. Komt u dieren tegen
RIJDEN MET UW VOERTUIG
36 Veiligheidsinformatie
op uw weg, stop dan en observeer ze in stilte. U houdt er zeker heel wat mooie
herinneringen aan over.
Respecteer de regel “breng terug wat u meeneemt”. Laat geen afval achter.
Maak geen kampvuur tenzij u hiervoor toelating heeft, en dan alleen ver genoeg
van droge plaatsen. De gevaren die u veroorzaakt op uw weg kunnen anderen
en uzelf schade berokkenen, zelfs op een later tijdstip.
Respecteer landbouwgronden. Vraag voor het betreden van privéterrein altijd
toestemming aan de eigenaar. Respecteer landbouwgewassen, vee en
eigendomsgrenzen.
Vervuil ten slotte geen waterlopen, meren of rivieren, voer geen aanpassingen
aan de motor of het uitlaatsysteem uit en verwijder geen onderdelen. Dit kan de
emissies van het voertuig beïnvloeden.
RIJDEN MET UW VOERTUIG
Veiligheidsinformatie 37
LLAADDIINNGGEENN VVEERRPPLLAAAATTSSEENN EENN WWEERRKKEENN
WWeerrkkeenn mmeett uuww vvooeerrttuuiigg
Uw voertuig kan u helpen bij een aantal uiteenlopende LICHTE taken, gaande
van sneeuw ruimen tot hout slepen of een last vervoeren. Hiervoor is een waaier
van accessoires te verkrijgen bij uw erkende Can-Am Off-Road dealer. Om ver-
wondingen te voorkomen moet u de instructies en waarschuwingen volgen die
bij het accessoire zitten. Respecteer altijd de maximale belading van het voer-
tuig. Bij een te zware belasting van het voertuig kunnen de componenten overbe-
last raken en stukgaan. Vermijd te veel inspanningen te leveren door zware
ladingen te heffen of te trekken of het voertuig met de hand te duwen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeemmoonntteeeerrddee aappppaarraattuuuurr mmooeett oopp ddee ggrroonndd wwoorrddeenn nneeeerrggeellaatteenn vvoooorrddaatt
uu hheett vvooeerrttuuiigg vveerrllaaaatt..
LLaaddiinngg ttrraannssppoorrtteerreenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg ddaatt aacccceessssooiirreess,, llaaddiinngg eenn lloossssee vvoooorrwweerrppeenn iinn hheett vvooeerrttuuiigg ggooeedd
vvaassttzziitttteenn,, ooff vveerrwwiijjddeerr zzee oomm ttee vvoooorrkkoommeenn ddaatt zzee oopp ddee wweegg vvaalllleenn eenn
eeeenn ggeevvaaaarr vvoorrmmeenn vvoooorr aacchhtteerrooppkkoommeennddee vvooeerrttuuiiggeenn..
Alle lading die op het voertuig wordt vervoerd zal de handelbaarheid, stabiliteit
en remafstand van het voertuig beïnvloeden. Overschrijd nooit de maximale
voertuigbelading, inclusief gewicht van bestuurder, passagiers, lading, accessoi-
res en disselgewicht.
Houd er rekening mee dat de “lading” kan gaan schuiven of vallen en een onge-
luk kan veroorzaken.
U moet een lage versnelling gebruiken als de belading zwaarder is dan 227 kg
(500 lb).
MMaaxxiimmaallee vvooeerrttuuiiggbbeellaaddiinngg
680 kg (1500 lb) Inclusief bestuurder, passagier,
lading, disselgewicht en toegevoegde
accessoires
Het volgende is een voorbeeld van de juiste totale belasting over het voertuig:
Voorbeeld van geschikte ladingen
Modellen met een laadbeperking van 680 kg (1.500 lb), afstellen volgens de
laadbeperking van uw model.
Bestuurder
en
passagiers
Lading
laadbak Accessoires Disselge
wicht
Totale
voertuigla
ding
226 kg
(500 lb) 346 kg
(762 lb) 40 kg
(88 lb) 68 kg
(150 lb) 680 kg
(1500 lb)
38 Veiligheidsinformatie
Volg deze aanwijzingen om het risico op verlies van controle of van de lading te
verlagen.
IInnsstteelllliinnggeenn vvooeerrttuuiigg mmeett llaaddiinngg
Pas de ophanging aan wanneer u zware ladingen of passagiers vervoert.
Rijd met de schakelhendel in een lage versnelling (L) wanneer u zware ladingen
vervoert in de laadbak of wanneer u een geladen aanhangwagen trekt.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
UU mmooeett eeeenn llaaggee vveerrssnneelllliinngg ggeebbrruuiikkeenn aallss ddee bbeellaaddiinngg zzwwaaaarrddeerr iiss ddaann
222266 kkgg ((550000 llbb))..
DDee llaaaaddbbaakk llaaddeenn
MMEERRKK OOPP
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt uu ttiijjddeennss hheett llaaddeenn ooff lloosssseenn hheett mmaaxxiimmuummggeewwiicchhtt oopp ddee
aacchhtteerrkklleepp nniieett oovveerrsscchhrriijjddtt.. SSlluuiitt sstteeeeddss ddee aacchhtteerrkklleepp vvoooorr uu ggaaaatt rriijjddeenn..
ZZoo bbeeppeerrkktt uu hheett rriissiiccoo oopp llaaddiinnggvveerrlliieess..
Plaats de lading zo laag mogelijk. –Een hogere lading kan het zwaartepunt van
het voertuig’ omhoog brengen, wat het minder stabiel kan maken. Plaats de la-
ding vooraan in het midden van de laadbak en verdeel ze zo gelijkmatig
mogelijk.
Maak de lading vast met de bevestigingshaken in de laadbak. Gebruik alleen de
bevestigingshaken aan de onderkant van de laadbak. Maak de lading niet vast
aan de kooi of een ander deel van het voertuig. Als de lading niet correct is vast-
gemaakt, kan deze verschuiven of van het voertuig af vallen en hierbij mogelijk
bestuurder, passagier of omstanders raken, of ze kan verschuiven tijdens het rij-
den en de besturing van het voertuig beïnvloeden.
Objecten hoger dan de wanden van het laadbed kunnen de zichtbaarheid beïn-
vloeden voor de bestuurder en kunnen projectielen vormen bij een ongeval. La-
dingen die aan de zijkant uit het voertuig steken, kunnen vast komen te zitten in
struiken, takken of andere obstakels. Vermijd dat de lading de remlichten bedekt
en belemmert. Zorg ervoor dat de lading niet uit de laadbak steekt en dat de la-
ding uw zichtbaarheid of de besturing van het voertuig niet hindert.
Overbelast de laadbak niet.
Sluit de achterklep voor u gaat rijden.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RRiijj nnooooiitt iinn hheett vvooeerrttuuiigg mmeett eeeenn ggeeooppeennddee aacchhtteerrkklleepp..
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
Veiligheidsinformatie 39
Maximum ladinggewicht
Laadbak 454 kg (1.000 lb)
Gelijkmatig verdeeld en
veilig vastgemaakt. Zo
laag mogelijk geladen
om het zwaartepunt zo
laag mogelijk te houden.
Achterklep 113 kg (250 lb) Alleen terwijl u de
laadbak laadt. Rij nooit
met de achterklep open.
RRiijjddeenn iinn ggeellaaddeenn ttooeessttaanndd
Matig uw snelheid en draai geleidelijk aan wanneer u ladingen vervoert. Vermijd
hellingen en ruig terrein. Voorzie een langere remafstand. Wanneer dit voertuig
een zware last trekt, neemt zijn remafstand toe, vooral op een helling.
DDee llaaaaddbbaakk kkaanntteelleenn
De laadbak kan worden gekanteld, zodat u de lading gemakkelijker kunt lossen.
Gebruik hiervoor de hendels aan elke kant van de laadbak.
MMEERRKK OOPP
ZZeett aallttiijjdd ddee mmoottoorr uuiitt wwaannnneeeerr uu ddee llaaaaddbbaakk kkaanntteelltt..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerr sstteeeeddss vvoooorr ddaatt eerr nniieemmaanndd aacchhtteerr ddee llaaaaddbbaakk ssttaaaatt wwaannnneeeerr uu
aaaann ddee hheennddeell ttrreekktt oomm ddee llaaaaddbbaakk ttee kkaanntteelleenn..
HHeett llaaaaddggeewwiicchhtt kkaann ddee wweerrkkiinngg vvaann hheett kkaanntteelleenn vvaann ddee llaaaaddbbaakk bbeeïïnn--
vvllooeeddeenn ((kkaanntteelleenn ooff nnaaaarr oommllaaaagg llaatteenn))..
SSoommmmiiggee ggeemmoonntteeeerrddee aacccceessssooiirreess oopp ddee llaaaaddbbaakk kkuunnnneenn vvaann iinn--
vvllooeedd zziijjnn oopp ddiitt ggeeddrraagg ttiijjddeennss hheett ooppeenneenn eenn sslluuiitteenn.. LLeett aallttiijjdd oopp ttiijj--
ddeennss ddeezzee pprroocceedduurree..
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
40 Veiligheidsinformatie
Wees erg voorzichtig wanneer u de achterklep en de laadbak bedient. Tijdens
het transport kan de lading verschoven zijn.
Om de laadbak terug omlaag te brengen, duwt u de laadbak naar beneden toe
op zijn plaats.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt uuzzeellff eenn aannddeerree ppeerrssoonneenn wweegg vvaann ddee llaaaaddbbaakk eenn ddee
ppllaaaattss wwaaaarr ddeezzee oopp hheett vvooeerrttuuiiggffrraammee nneeeerrkkoommtt ssttaaaann wwaannnneeeerr uu ddee
llaaaaddbbaakk oommllaaaagg bbrreennggtt..
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt uu ddee llaaaaddbbaakk eenn ddee aacchhtteerrkklleepp ccoorrrreecctt vvaassttmmaaaakktt vvoooorr
uu rriijjddtt..
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt eerr ggeeeenn oobbjjeecctteenn ttuusssseenn ddee ggeekkaanntteellddee llaaaaddbbaakk eenn hheett
vvooeerrttuuiiggffrraammee zziitttteenn,, zzooddaatt ddee llaaaaddbbaakk ggooeedd kkaann wwoorrddeenn vvaassttggeemmaaaakktt
nnaaddaatt ddeezzee oommllaaaagg ggeebbrraacchhtt iiss..
EEeenn llaaddiinngg vveerrvvooeerreenn
MMEERRKK OOPP
OOmm aaaannhhaannggwwaaggeennss ttee ttrreekkkkeenn,, mmooeett oopp hheett vvooeerrttuuiigg eeeenn ddoooorr BBRRPP
ggooeeddggeekkeeuurrddee ttrreekkhhaaaakk wwoorrddeenn ggeemmoonntteeeerrdd..
Trek nooit een lading door deze aan de kooi of andere accessoires te bevesti-
gen, hierdoor kan het voertuig kantelen. Gebruik enkel de trekhaak (indien geïn-
stalleerd) of de lier (indien geïnstalleerd) om lasten te trekken.
Gebruik in geval van nood de sleephaak om een vastgelopen voertuig los te
trekken.
Wanneer u lasten trekt met een ketting of een kabel, zorg er dan voor dat deze
opgespannen is voor u start en behoud deze spanning tijdens het trekken.
Als u lasten trekt met een ketting of een kabel, zorgt u ervoor dat u progressief
remt. De inertie van de lading kan een botsing veroorzaken.
Respecteer de maximum trekcapaciteit wanneer u een lading trekt. Zie hieronder
voor
een aanhangwagen trekken
.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
WWaannnneeeerr ddee kkaabbeell ooff ddee kkeettttiinngg nniieett ooppggeessppaannnneenn iiss,, kkaann ddeezzee bbrreekkeenn eenn
tteerruuggsscchhiieetteenn..
Wanneer u een ander voertuig sleept, zorg er dan voor iemand het gesleepte
voertuig bestuurt. Deze persoon moet remmen en sturen om de controle over
het voertuig te behouden.
Voor u ladingen trekt met een lier, leest u de handleiding van de fabrikant van de
lier.
Matig uw snelheid en draai geleidelijk aan wanneer u lasten vervoert. Vermijd
hellingen en ruig terrein. Probeer nooit op steile hellingen te rijden. Voorzie meer
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
Veiligheidsinformatie 41
afstand om te remmen, vooral op hellingen en als u een passagier vervoert.
Wees voorzichtig om niet te beginnen slippen of schuiven.
EEeenn ttrraaiilleerr ttrreekkkkeenn
MMEERRKK OOPP
OOmm aaaannhhaannggwwaaggeennss ttee ttrreekkkkeenn,, mmooeett oopp hheett vvooeerrttuuiigg eeeenn ddoooorr BBRRPP
ggooeeddggeekkeeuurrddee ttrreekkhhaaaakk wwoorrddeenn ggeemmoonntteeeerrdd..
Wanneer dit voertuig een aanhangwagen trekt, neemt het risico op kantelen toe,
vooral op een helling. Als u een trailer aan uw voertuig wilt hangen, moet u zeker
nagaan of de dissel op de trekhaak van het voertuig past. Let erop dat de aan-
hangwagen horizontaal staat ten opzichte van het voertuig. (Soms moet de trek-
haak van uw voertuig van een speciaal verlengstuk worden voorzien). Bevestig
de trailer met een veiligheidsketting of -kabel aan het voertuig.
Verminder vaart en draai geleidelijk als u een aanhangwagen trekt. Vermijd hel-
lingen en ruig terrein. Probeer nooit op steile hellingen te rijden. Voorzie meer af-
stand om te remmen, vooral op hellingen en als u een passagier vervoert. Wees
voorzichtig om niet te beginnen slippen of schuiven.
De trailer verkeerd laden kan tot controleverlies leiden.
Zorg er steeds voor dat de lading gelijkmatig verdeeld is en veilig is vastgemaakt
op de trailer. Een gelijkmatig verdeelde trailer is makkelijker te besturen.
Zet de schakelhendel altijd op L (lage stand) voor het trekken van een aanhang-
wagen – rijden in lage stand helpt bij het trekken van de toegenomen belasting
op de achterbanden.
Blokkeer de wielen van het voertuig en de aanhangwagen wanneer u stopt of
parkeert, zodat ze niet kunnen wegrollen.
Wees voorzichtig wanneer u een geladen aanhangwagen loskoppelt; de wagen
of de lading kan op u of anderen vallen.
Respecteer de maximale kogeldruk en trekcapaciteit die op het label van de trek-
haak staat aangegeven, wanneer u een aanhangwagen trekt.
Zorg ervoor dat er ten minste wat gewicht op de dissel rust.
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
42 Veiligheidsinformatie
BBEELLAANNGGRRIIJJKKEE LLAABBEELLSS OOPP HHEETT PPRROODDUUCCTT ((AALLLLEE
LLAANNDDEENN BBEEHHAALLVVEE CCAANNAADDAA//VVSS))
VVeeiilliigghheeiiddssppiiccttooggrraamm
Lees alle veiligheidslabels op uw voertuig aandachtig door.
Deze etiketten zijn bevestigd op het voertuig voor de veiligheid van de bestuur-
der, passagiers en omstanders.
De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste onderde-
len van het voertuig worden beschouwd. Ze moeten te allen tijde schoon en
zichtbaar zijn. Ze moeten worden vervangen indien beschadigd. Veiligheidsla-
bels zijn gratis. Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road-dealer.
Zorg dat u na het vervangen van onderdelen met waarschuwingslabels de ge-
schikte, nieuwe (gratis) veiligheidslabels besteld indien die deze nog niet op het
vervangingsonderdeel zijn bevestigd.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
In geval van tegenstrijdigheid tussen deze handleiding en het voertuig, hebben
de veiligheidslabels op het voertuig voorrang boven de labels in deze
handleiding.
Veiligheidsinformatie 43
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
44 Veiligheidsinformatie
1. Waarschuwing voor de bediener
2. Algemene waarschuwing
3. Waarschuwing voor de passagier
4. Vracht trekken met behulp van de kooi
5. Keuzeschakelaar 2WD/4WD
6. Bandenspanning en maximaal toegestane belasting
7. Rollover
8. Beknellingspunt laadbak
9. Trek- en disselgewicht
10.Hete koelvloeistof
11.Uitlaat
12.Lierinstallatie
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
Veiligheidsinformatie 45
AAllggeemmeennee wwaaaarrsscchhuuwwiinngg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
EErrvvoooorr ttee zzoorrggeenn ddaatt rriijjddeerrss 1166 ooff oouuddeerr zziijjnn eenn eeeenn ggeellddiigg rriijjbbeewwiijjss
hheebbbbeenn..
NNiieett mmeeeerr mmeennsseenn mmeeee ttee nneemmeenn aallss eerr zziittppllaaaattsseenn zziijjnn:: 33 bbeerriijjddeerrss
MMeennsseenn nniieett ttee llaatteenn rriijjddeenn aallss zziijj aallccoohhooll ooff ddrruuggss hheebbbbeenn ggeebbrruuiikktt..
VVeerrmmiijjdd ddaatt uu ddee ccoonnttrroollee vveerrlliieesstt ooff oovveerr ddee kkoopp rroolltt::
VVeerrmmiijjdd aabbrruuppttee bbeewweeggiinnggeenn,, zziijjwwaaaarrttss gglliijjddeenn,, sscchhuuiivvee ooff vviiss--
ssttaaaarrttbbeewweeggiinnggeenn eenn mmaaaakk ggeeeenn ddoonnuuttss..
VVeerrmmiijjdd ssnneell ooppttrreekkkkeenn tteerrwwiijjll uu ddrraaaaiitt,, zzeellffss vvaannuuiitt ssttiillssttaanndd..
VVeerrttrraaaagg vvoooorr uu eeeenn bboocchhtt nneeeemmtt..
LLeett oopp hheeuuvveellss,, rruuww tteerrrreeiinn,, kkuuiilleenn eenn aannddeerree wwiijjzziiggiinnggeenn iinn ggrroonndd
ooff tteerrrreeiinn..
VVeerrmmiijjdd vveerrhhaarrddee wweeggeenn..
VVeerrmmiijjdd ddwwaarrss oopp eeeenn hheelllliinngg ((oopp hheeuuvveellss rriijjddeenn))..
OOmmrroolllleenn kkaann eerrnnssttiiggee vveerrwwoonnddiinnggeenn vveerroooorrzzaakkeenn eenn zzeellffss oovveerrlliijj--
ddeenn,, ooookk oopp vvllaakkkkee ooppeenn tteerrrreeiinn..
BBeekkiijjkk ddee vveeiilliigghheeiiddssvviiddeeoo aaaann ddee hhaanndd vvaann ddee QQRR--ccooddeelliinnkk ooff ggaa
nnaaaarr ddee CCaann--aamm wweebbssiittee vvoooorr hheett ggeebbrruuiikk..
VVeerrllaaaagg uuww ssnneellhheeiidd aallttiijjdd aallss uu oovveerr vveerrhhaarrddee ooppppeerrvvllaakkkkeenn rriijjddtt eenn
wweeeess vvoooorrzziicchhttiigg bbiijj hheett nneemmeenn vvaann bboocchhtteenn..
RRaaaaddpplleeeegg ddee hhaannddlleeiiddiinngg bbeettrreeffffeennddee hheeffpprroocceedduurree eenn ddee ppllaaaattss
vvaann hheeffppuunntteenn..
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
46 Veiligheidsinformatie
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg vvoooorr ddee bbeeddiieenneerr
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
LLeeeess eenn bbeeggrriijjpp aallllee vveeiilliigghheeiiddssllaabbeellss,, llookkaalliisseeeerr eenn lleeeess ddee
ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg..
DDrraaaagg aallttiijjdd eeeenn ggooeeddggeekkeeuurrddee hheellmm eenn bbeesscchheerrmmiinnggssuuiittrruussttiinngg..
MMaaaakk uuww vveeiilliigghheeiiddssggoorrddeell vvaasstt..
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt hheett nneett ooff ddee ddeeuurr ggooeedd iiss vvaassttggeezzeett..
DDrraaaagg aallttiijjdd ggeehhoooorrbbeesscchheerrmmiinngg..
EEllkkee bbeerriijjddeerr mmooeett mmeett zziijjnn//hhaaaarr rruugg tteeggeenn ddee zziittttiinngg kkuunnnneenn ppllaaaattssnnee--
mmeenn,, ddee vvooeetteenn vvllaakk oopp ddee vvllooeerr ooff vvooeettsstteeuunneenn eenn ddee hhaannddeenn oopp hheett
ssttuuuurr ooff ddee hhaannddggrreeppeenn..
IInnddiieenn uu ddeennkktt ooff vvooeelltt ddaatt hheett vvooeerrttuuiigg oommvvaalltt ooff oommrroolltt,, vveerrmmiinnddeerr
ddaann hheett ggeevvaaaarr oopp vveerrwwoonnddiinngg ddoooorr ddee hhaannddrraaiillss ooff hheett ssttuuuurr sstteevviigg
vvaasstt ttee hhoouuddeenn eenn ttee aannttiicciippeerreenn..
SStteeeekk oomm ggeeeenn eennkkeellee rreeddeenn ddeelleenn vvaann uuww lliicchhaaaamm bbuuiitteenn hheett vvooeerr--
ttuuiigg.. BBlliijjff aallttiijjdd ggeehheeeell bbiinnnneenn hheett vvooeerrttuuiigg..
7947
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
Veiligheidsinformatie 47
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg vvoooorr ddee ppaassssaaggiieerr
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDrraaaagg aallttiijjdd eeeenn ggooeeddggeekkeeuurrddee hheellmm eenn bbeesscchheerrmmiinnggssuuiittrruussttiinngg..
DDrraaaagg aallttiijjdd ggeehhoooorrbbeesscchheerrmmiinngg..
BBeevveessttiigg ddee vveeiilliigghheeiiddssggoorrddeellss eenn zzoorrgg eerrvvoooorr ddaatt hheett nneett ooff ddee ddeeuurr
ggooeedd iiss vvaassttggeezzeett..
EEllkkee bbeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaaggiieerr mmooeett mmeett ddee rruugg tteeggeenn ddee rruugglleeuunniinngg,,
ddee vvooeetteenn oopp ddee ggrroonndd ooff oopp ddee vvooeettsstteeuunn eenn ddee hhaannddeenn aaaann ddee
hhaannddggrreeppeenn kkuunnnneenn zziitttteenn..
IInnddiieenn uu ddeennkktt ooff vvooeelltt ddaatt hheett vvooeerrttuuiigg oommvvaalltt ooff oommrroolltt,, vveerrmmiinnddeerr
ddaann hheett ggeevvaaaarr oopp vveerrwwoonnddiinngg ddoooorr::
DDee hhaannddrraaiillss ooff hheett ssttuuuurr sstteevviigg vvaasstt ttee hhoouuddeenn eenn ttee aannttiicciippeerreenn..
SStteeeekk oomm ggeeeenn eennkkeellee rreeddeenn ddeelleenn vvaann uuww lliicchhaaaamm bbuuiitteenn hheett
vvooeerrttuuiigg..
BBlliijjff aallttiijjdd ggeehheeeell bbiinnnneenn hheett vvooeerrttuuiigg..
MMeennsseenn nniieett ttee llaatteenn rriijjddeenn aallss zziijj aallccoohhooll ooff ddrruuggss hheebbbbeenn ggeebbrruuiikktt..
7951
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
48 Veiligheidsinformatie
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg bbaannddeennssppaannnniinngg eenn mmaaxxiimmaaaall ttooeeggeessttaannee
bbeellaassttiinngg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZooeekk eenn lleeeess ddee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg.. DDoooorr eeeenn vveerrkkeeeerrddee bbaann--
ddeennssppaannnniinngg ooff oovveerrbbeellaaddiinngg kkuunntt uu ddee ccoonnttrroollee vveerrlliieezzeenn,, wwaatt EERRNN--
SSTTIIGG LLEETTSSEELL ooff ddee DDOOOODD kkaann vveerroooorrzzaakkeenn..
HHoouudd aallttiijjdd ddee aaaannggeeggeevveenn,, jjuuiissttee bbaannddeennssppaannnniinngg aaaann..
OOvveerrsscchhrriijjdd NNOOOOIITT ddee mmaaxxiimmaallee vvooeerrttuuiiggbbeellaaddiinngg,, iinncclluussiieeff ggeewwiicchhtt
vvaann bbeessttuuuurrddeerr,, ppaassssaaggiieerr,, llaaddiinngg,, aacccceessssooiirreess eenn ddiisssseellggeewwiicchhtt,, iinn--
ddiieenn vvaann ttooeeppaassssiinngg..
OOvveerrbbeellaasstt ddee llaaaaddbbaakk nniieett..
PPllaaaattss ddee bbeennzziinneebbuuss ttiijjddeennss hheett vvuulllleenn NNOOOOIITT iinn ddee bbaaggaaggeeddrraaggeerr..
DDaatt kkaann lleeiiddeenn ttoott eeeenn eexxpplloossiiee..
NNeeeemm NNOOOOIITT ppaassssaaggiieerrss mmeeee iinn ddee kkooffffeerrbbaakk ooff oopp ddee aacchhtteerrkklleepp..
Modellen met ABS
704908955_NL
TR ABS
97 ( 14 ) 221 ( 32 ) 680 ( 1500 ) 454 ( 1000 )
< kg (lb)
kPa (psi) < kg (lb)
3x
165 ( 24 ) 241 ( 35 ) 771 ( 1700 ) 544 ( 1200 )
3x
152 ( 22 ) 262 ( 38 ) 794 ( 1750 ) 454 ( 1000 )
6x
Modellen zonder ABS
8957_NL
TR
< kg (lb)
kPa (psi) < kg (lb)
69 ( 10 ) 152 ( 22 ) 680 ( 1500 ) 454 ( 1000 )
3x
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
Veiligheidsinformatie 49
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggeenn vvoooorr kkaanntteelleenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
PPrroobbeeeerr eeeenn kkaanntteelleenndd vvooeerrttuuiigg nnooooiitt ttee ssttooppppeenn mmeett uuww aarrmm ooff
bbeeeenn..
HHoouudd ddee kkooooii nnooooiitt vvaasstt ttiijjddeennss hheett rriijjddeenn..
BBeevveessttiigg ddee vveeiilliigghheeiiddssggoorrddeellss eenn zzoorrgg eerrvvoooorr ddaatt hheett nneett ooff ddee ddeeuurr
ggooeedd iiss vvaassttggeezzeett..
Links Rechts
7690
LH
7691
RH
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
50 Veiligheidsinformatie
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg 22WWDD//44WWDD sseelleeccttiiee
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
SSttoopp hheett vvooeerrttuuiigg eenn zzeett ddee rreemm oopp vvoooorr uu ddee sscchhaakkeellhheennddeell eenn ddee
22WWDD//44WWDD sscchhaakkeellaaaarr ggeebbrruuiikktt..
AAllss hheett ggeewwiicchhtt vvaann ddee iinnzziitttteennddee((nn)),, ddee llaaddiinngg eenn ddee ddiisssseell hhooggeerr iiss
ddaann 222255 kkgg ((550000 llbb)),, ddiieenntt ddee sscchhaakkeellhheennddeell iinn ddee llaaggee vveerrssnneelllliinngg
((LL)) ttee wwoorrddeenn ggeezzeett..
ZZeett ddee sscchhaakkeellhheennddeell iinn PPAARRKKEEEERRssttaanndd ((PP)) vvoooorr uu uuiittssttaapptt.. HHeett
vvooeerrttuuiigg kkaann vveerrddeerr rriijjddeenn aallss hheett nniieett iinn PPAARRKKEEEERRssttaanndd ssttaaaatt..
!STOP
!STOP
>
226 kg (500 lb)
8893_NL
S
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg SSlleeeepp-- eenn ddiisssseellggeewwiicchhtt
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBiijj hheett ttrreekkkkeenn vvaann eeeenn aaaannhhaannggeerr,, ddiieenntt ddee llaaggee vveerrssnneelllliinngg ((LL)) ttee
wwoorrddeenn iinnggeesscchhaakkeelldd..
VVeerrmmiinnddeerr vvaaaarrtt eenn ddrraaaaii ggeelleeiiddeelliijjkk..
VVeerrmmiijjdd hheelllliinnggeenn eenn rruuiigg tteerrrreeiinn..
VVoooorrzziiee mmeeeerr aaffssttaanndd oomm ttee ssttooppppeenn..
7959
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
Veiligheidsinformatie 51
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg BBeekknneelllliinnggssppuunntt llaaaaddbbaakk
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
KKnneellppuunntt.. VVrriijjhhoouuddeenn wwaannnneeeerr uu ddee bbaaggaaggeeddrraaggeerr oommllaaaagg bbrreennggtt..
7956
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg EEeenn llaaddiinngg ttrreekkkkeenn mmeett ddee kkooooii
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBeevveessttiigg NNIIEETTSS aaaann ddee kkooooii oomm llaasstteenn ttee ttrreekkkkeenn.. HHiieerrddoooorr kkaann uuww
vvooeerrttuuiigg kkaanntteelleenn.. GGeebbrruuiikk eennkkeell ddee ttrreekkhhaaaakk ooff hhuullpphhaaaakk oomm llaasstteenn
ttee ttrreekkkkeenn..
4967
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
52 Veiligheidsinformatie
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg LLiieerriinnssttaallllaattiiee
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk hheett ffrraammee oopp ddeezzee ppllaaaattss nnooooiitt vvoooorr hheett aaaarrddeenn vvaann eelleekkttrrii--
sscchhee oonnddeerrddeelleenn,, zzooaallss lliieerreenn..
TTiijjddeennss ggeebbrruuiikk kkaann hheett eelleekkttrriisscchhee oonnddeerrddeeeell eeeenn oonnggeewweennsstt sseerrvvoo--
ssttuuuurrrreeggeelliinnggssssiiggnnaaaall vveerroooorrzzaakkeenn,, wwaatt oonnbbeeddooeellddee ssttuuuurriinnvvooeerr kkaann
ggeevveenn..
OOnnddeerr bbeeppaaaallddee oommssttaannddiigghheeddeenn kkuunnnneenn oonnggeewwiillddee ssttuuuurrbbeewweeggiinn--
ggeenn lleeiiddeenn ttoott vveerrlliieess vvaann ccoonnttrroollee oovveerr hheett vvooeerrttuuiigg,, mmeett vveerrhhooggiinngg
vvaann hheett rriissiiccoo oopp eerrnnssttiigg lleettsseell ooff ddee ddoooodd..
7689
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
Veiligheidsinformatie 53
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg HHeettee kkooeellvvllooeeiissttooff
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
NNiieett ooppeenneenn iinnddiieenn HHEEEETT..
W
A
A
R
S
C
H
U
W
I
N
G
N
I
E
T
O
P
E
N
E
N
I
N
D
I
E
N
H
E
E
T
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
54 Veiligheidsinformatie
UUiittllaaaatt –– PPiiccttooggrraamm hheettee oonnddeerrddeelleenn
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
NNiieett aaaannrraakkeenn iinnddiieenn hheeeett..
WWaaaarrsscchhuuwwiinngg KKoouuddee ssttaarrtt
Dit label bevindt zich in het servicecompartiment vooraan.
8730_NL
Starten van de motor bij een
omgevingstemperatuur van minder dan 30 °C
onder nul wordt niet gegarandeerd. Er is geen
handmatige motorstart voor noodgevallen.
UUIITTSSLLUUIITTEENNDD IINN DDEE EEUURROO--AAZZIIAATTIISSCCHHEE RREEGGIIOO
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
Veiligheidsinformatie 55
PPiiccttooggrraamm vveeiilliigg vvoooorrbbeeeelldd
PPiiccttooggrraamm ggeeggootteenn aacchhtteerrkklleepp
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
NNeeeemm NNOOOOIITT ppaassssaaggiieerrss mmeeee
oopp ddee bbaaggaaggeeddrraaggeerr ooff ddee aacchh--
tteerrkklleepp.. MMaaxx.. ggeewwiicchhtt oopp aacchhtteerr--
kklleepp ttiijjddeennss llaaddeenn 111133 kkgg ((225500
llbb))
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT (ALLE LANDEN BEHALVE CANADA/VS)
56 Veiligheidsinformatie
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
VEILIGHEIDSINFORMATIE
57
VVOOEERRTTUUIIGGIINNFFOORRMMAATTIIEE
58
PPRRIIMMAAIIRREE BBEESSTTUURRIINNGGSSEELLEEMMEENNTTEENN
Het is belangrijk te weten waar de be-
sturingselementen zich bevinden en
hoe u ze moet bedienen, om ze vlot
en gecoördineerd te leren bedienen.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Sommige veiligheidslabels op het
voertuig worden niet op afbeeldingen
weergegeven. Voor informatie over
veiligheidslabels voor voertuigen,
raadpleegt u
Belangrijke labels op het
product
.
1. Stuurwiel
2. Gaspedaal
3. Rempedaal
4. Schakeling
59
SSttuuuurrwwiieell
Het stuur bevindt zich voor de
bestuurdersstoel.
Met het stuur kunt u het voertuig naar
links of naar rechts sturen.
Draai het stuur in de richting waarnaar
u wilt rijden.
Grijp het stuur met beide handen vast,
zonder dat u de duimen rond het stuur
klemt.
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
WWaannnneeeerr uu mmeett ddee dduuiimmeenn rroonndd
hheett ssttuuuurr ggeekklleemmdd oopp rruuiiggee ppaaddeenn
rriijjddtt ooff eeeenn hhiinnddeerrnniiss nneeeemmtt,, kkaann
hheett ssttuuuurr pplloottss ooppzziijj wwoorrddeenn ggee--
ttrrookkkkeenn,, mmeett vveerrwwoonnddiinnggeenn aaaann
ddee hhaannddeenn ooff ppoollsseenn ttoott ggeevvoollgg..
Dankzij dynamische stuurbekrachti-
ging (DPS) kost het minder inspan-
ning om het stuur te draaien.
GGaassppeeddaaaall
Het gaspedaal bevindt zich rechts van
het rempedaal.
Met het gaspedaal bepaalt u de snel-
heid van de motor.
Om de snelheid van uw voertuig te
verhogen of te behouden, drukt u met
uw rechtervoet op het gaspedaal.
Om snelheid te minderen, laat u het
gaspedaal los.
In het gaspedaal zit een veer, waar-
door het terug in de ruststand (omh-
oog) moet komen wanneer u het niet
indrukt.
RReemmppeeddaaaall
Het rempedaal bevindt zich links van
het gaspedaal.
Het rempedaal dient om het voertuig
te vertragen of te stoppen.
Om de snelheid van uw voertuig te
verlagen of het te stoppen, drukt u
met uw rechtervoet op het rempedaal.
In het rempedaal zit een veer, waar-
door het terug in de ruststand (omh-
oog) moet komen wanneer u het niet
indrukt.
SScchhaakkeellhheennddeell
Deze schakelhendel bevindt zich op
de bovenste console rechts van het
stuurwiel.
De schakelhendel wordt gebruikt om
van versnelling te veranderen.
TTYYPPIISSCCHH
1. Schakelhendel
2. Parkeren
3. Achteruit
4. Neutraal
5. Hoog toerental (vooruit)
6. Laag toerental (vooruit)
Het voertuig moet gestopt worden en
de remmen moeten ingeschakeld wor-
den voor u een versnelling kiest.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDeezzee vveerrssnneelllliinnggssbbaakk iiss nniieett oonntt--
wwoorrppeenn oomm ttee sscchhaakkeelleenn ttiijjddeennss
hheett rriijjddeenn..
PPaarrkkeerreenn
In de parkeerstand wordt de versnel-
lingsbak vergrendeld om te helpen
voorkomen dat het voertuig beweegt.
PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN
60
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk ddee PPAARRKKEEEERR--ssttaanndd ((PP))
aallttiijjdd wwaannnneeeerr hheett vvooeerrttuuiigg nniieett iinn
ggeebbrruuiikk iiss.. AAllss ddee sscchhaakkeellhheennddeell
nniieett iinn ddee PP ((PPAARRKKEEEERR--ssttaanndd))
ssttaaaatt,, kkaann hheett vvooeerrttuuiigg bbeewweeggeenn..
AAcchhtteerruuiitt
In de stand achteruit kan het voertuig
achteruit rijden.
Afhankelijk van uw specifieke voer-
tuigconfiguratie, kan het voertuig zijn
uitgerust met een achteruitrijalarm. Dit
wordt automatisch ingeschakeld wan-
neer de achteruitversnelling wordt
geselecteerd.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
In achteruit is het toerental van de mo-
tor beperkt, waardoor dus ook de
snelheid van het voertuig in achteruit
beperkt is.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
AAllss uu iinn aacchhtteerruuiitt eeeenn hheelllliinngg aaff--
rriijjddtt,, kkuunntt uu vveeiilliiggee ssnneellhheeiiddsslliimmiieett
iinn aacchhtteerruuiitt ttoocchh oovveerrsscchhrriijjddeenn
ddoooorr ddee zzwwaaaarrtteekkrraacchhtt..
NNeeuuttrraaaall
De neutrale stand schakelt de ver-
snellingsbak uit.
HHoooogg ttooeerreennttaall ((VVoooorruuiitt))
In deze stand wordt het overbren-
gingsmechanisme in een hoge ver-
snelling geschakeld. Dit is het
toerentalbereik voor normaal rijden. In
deze stand kan het voertuig zijn maxi-
mumsnelheid bereiken.
LLaaaagg ttooeerreennttaall ((VVoooorruuiitt))
In deze stand wordt het overbren-
gingsmechanisme in een lage ver-
snelling geschakeld. In deze stand
kan het voertuig traag rijden met een
maximaal koppel op de wielen.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk hheett llaaggee ttooeerreennttaall oomm eeeenn
ttrraaiilleerr ttee ttrreekkkkeenn,, zzwwaarree llaaddiinnggeenn
ttee ddrraaggeenn,, oovveerr hhiinnddeerrnniisssseenn ttee
rriijjddeenn ooff eeeenn hheelllliinngg oopp ooff aaff ttee
rriijjddeenn..
PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN
61
SSEECCUUNNDDAAIIRREE BBEEDDIIEENNIINNGGSSEELLEEMMEENNTTEENN
1. Contactschakelaar of D. E. S.
S.-contact en startknop
2. Multifunctionele hendel
3. Keuzeschakelaar 2WD/4WD
4. Schakelaar voor het differentieel
achter
5. Knipperlichtschakelaar
6. Lierschakelaar
7. Toetsenpaneel (gebruiken met 7,6
inch digitaal display)
8. Schakelaar hill descent control
62
CCoonnttaaccttsscchhaakkeellaaaarr eenn
sslleeuutteellss
De contactschakelaar bevindt zich bo-
venaan op de console.
TTYYPPIISSCCHH
1. UIT
2. AAN
3. START
UUIITT
Alleen in deze stand kan de sleutel in
het contact worden geplaatst of eruit
worden gehaald.
In de UIT-stand wordt het elektrische
systeem van het voertuig
uitgeschakeld.
De motor wordt uitgeschakeld als u de
contactschakelaar op UIT draait.
AAAANN
Wanneer de sleutel in deze stand
wordt gedraaid, wordt het elektrische
systeem van het voertuig geactiveerd.
De meter begint te werken.
De lichten van het voertuig gaan
branden.
De motor kan gestart worden.
SSTTAARRTT
Deze stand schakelt de motor in.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als de contactschakelaar langer dan
30 minuten op de stand AAN blijft
staan, zal de motor niet starten tenzij
de contactschakelaar op UIT wordt
gezet en daarna opnieuw op AAN.
SSlleeuutteellss
BBaassiisssslleeuutteell
Het voertuig wordt geleverd met 2
basissleutels,
Deze 2 mechanische sleutels hebben
geen snelheid- of koppelbeperkingen.
DD..EE..SS..SS.. sslleeuutteell ((bbeesscchhiikkbbaaaarr aallss
ooppttiiee))
Neem contact op met een erkende of-
f-road-dealer van Can-Am voor meer
informatie over opties met betrekking
tot D.E.S.S.
DDiiggiittaaaall bbeevveeiilliiggiinnggssssyysstteeeemm DD.. EE..
SS.. SS.. ((DDiiggiittaallllyy EEnnccooddeedd SSeeccuurriittyy
SSyysstteemm))
De contactsleutels zijn voorzien van
een elektronisch circuit dat een uniek
elektronisch serienummer bevat.
Het D.E.S.S.-systeem leest de sleutel-
code en laat het starten van de motor
toe voor sleutels die het herkent.
Dit voertuig kan worden bestuurd met
3 verschillende soorten
sleutelprogrammering:
– Werk
– Normaal
– Prestaties
Raadpleeg uw dealer voor volledige
informatie.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Extra sleutels zijn als accessoire ver-
krijgbaar bij uw dealer.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
63
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
KKaanntteelleenn,, bboottsseenn eenn ccoonnttrroolleevveerr--
lliieess mmeett zzwwaarree vveerrwwoonnddiinnggeenn ooff
ddee ddoooodd ttoott ggeevvoollgg zziijjnn mmooggeelliijjkk
mmeett ddee PPeerrffoorrmmaannccee KKeeyy ooff ddee
nnoorrmmaallee sslleeuutteell DDee nnoorrmmaallee sslleeuu--
tteell ggeebbrruuiikkeenn nneeeemmtt nniieett wweegg ddaatt
ddee bbeessttuuuurrddeerr vvoooorrbbeerreeiidd eenn oopp--
ggeelleeiidd mmooeett zziijjnn eenn vvoooorrzziicchhttiigg
mmooeett rriijjddeenn..
PPrreessttaattiieesslleeuutteell
De prestatiesleutel stelt de gebruiker
in staat het volledige vermogen van
de motor te gebruiken en de topsnel-
heid van het voertuig te bereiken.
Dit kan handig zijn voor bestuurders
die een vlottere gasrespons verkiezen
en in omgevingen waarvoor hogere
snelheden en een bruuskere versnel-
ling geschikt zijn. Op wijde, rechte pa-
den is het bijvoorbeeld mogelijk dat de
bestuurders de prestatiesleutel
verkiezen.
NNoorrmmaallee sslleeuutteell
De normale sleutel beperkt de snel-
heid van het voertuig tot 70 km/h (43
MPH) en vermindert het koppel.
WWeerrkksslleeuutteell
Met de werksleutel kan het motorkop-
pel voor 100% worden benut, maar
wordt de rijsnelheid beperkt tot 40 km/
h (25 MPH).
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOpp sstteeiillee hheelllliinnggeenn nnaaaarr bbeenneeddeenn
iiss hheett mmooggeelliijjkk ddaatt ddee ssnneellhheeiiddss--
bbeeppeerrkkiinngg nniieett vveerrhhiinnddeerrtt ddaatt hheett
vvooeerrttuuiigg ssnneelllleerr ddaann ddeezzee ssnneell--
hheeiidd ggaaaatt rriijjddeenn..
Deze sleutel kan nuttig zijn voor be-
stuurders die liever geleidelijk versnel-
len of om te rijden in omgevingen
waar de topsnelheid en bruusk
versnellen niet wenselijk zijn. Op nau-
we, bochtige paden is het bijvoorbeeld
mogelijk dat de bestuurders een nor-
male sleutel verkiezen.
DD..EE..SS..SS.. FFlleexxiibbiilliitteeiitt
Het D.E.S.S van uw voertuig kan door
uw erkende Can-Am Off-Road-dealer
worden geprogrammeerd voor maxi-
maal 8 verschillende sleutels.
Als u over meer dan voertuig met D.E.
S. S. beschikt, dan kan elk voertuig
worden geprogrammeerd door uw er-
kende off-road-dealer van Can-Am,
zodat het andere voertuig de D. E. S.
S.-sleutels accepteert.
MMuullttiiffuunnccttiioonneellee hheennddeell
KKeeuuzzee ggrroooott//kklleeiinn lliicchhtt
1. Multifunctionele hendel
Wanneer de multifunctionele hendel
in de middenste stand staan, is het
klein licht geselecteerd.
Trek de multifunctionele hendel naar
voren om het groot licht te selecteren.
Trek de multifunctionele hendel naar
achteren om terug te keren naar het
klein licht.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De lampen gaan automatisch aan als
de contactschakelaar op AAN (ON)
wordt geschakeld.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
64
KKooppllaammppeenn kknniippppeerreenn
Om te knipperen met de koplampen
terwijl u in de stand klein licht staan,
trekt u aan de multifunctionele hendel.
CCllaaxxoonn aaccttiivveerreenn
Druk het uiteinde van de multifunctio-
nele hendel richting het stuurwiel om
de claxon te activeren.
RRiicchhttiinnggaaaannwwiijjzzeerrss aaccttiivveerreenn
Om de richtingaanwijzers naar LINKS
te activeren, duwt u de multifunctione-
le hendel naar beneden.
Om de richtingaanwijzers naar
RECHTS te activeren, duwt u de mul-
tifunctionele hendel naar boven.
Plaats de multifunctionele hendel te-
rug in de middenstand om de richting-
aanwijzers te stoppen.
KKeeuuzzeesscchhaakkeellaaaarr 22WWDD//44WWDD
MMooddeelllleenn zzoonnddeerr SSmmaarrtt--LLookk
De 2WD/4WD-schakelaar bevindt
zich op de console bovenaan.
Met deze sleutel kan de twee- of vier-
wielaandrijvingsstand worden gese-
lecteerd als het voertuig stilstaat.
MMEERRKK OOPP
HHeett vvooeerrttuuiigg mmooeett ssttiillssttaaaann oomm
oovveerr ttee sscchhaakkeelleenn ttuusssseenn 22WWDD//
44WWDD..
HHeett iinn-- eenn uuiittsscchhaakkeelleenn vvaann ddeezzee
kknnoopp ttiijjddeennss hheett rriijjddeenn kkaann ttoott mmee--
cchhaanniisscchhee sscchhaaddee lleeiiddeenn..
Om de 4WD-modus te activeren drukt
u de keuzeschakelaar naar boven.
Om de 2WD-modus te activeren drukt
u de keuzeschakelaar naar beneden.
Het voertuig rijdt dan alleen met
achterwielaandrijving.
SScchhaakkeellaaaarr vvoooorr ddee
ddiiffffeerreennttiieeeellvveerrggrreennddeelliinngg
aacchhtteerr
De schakelaar voor de differentieel-
vergrendeling achter bevindt zich op
de console bovenaan.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
65
Met de schakelaar kan het achterdiffe-
rentieel worden vergrendeld.
MMEERRKK OOPP
HHeett vvooeerrttuuiigg mmooeett ssttiillssttaaaann oomm ddee
ddiiffffeerreennttiieeeellsscchhaakkeellaaaarr iinn ooff uuiitt ttee
kkuunnnneenn sscchhaakkeelleenn..
HHeett vvooeerrttuuiigg mmooeett iinn ddee vveerrssnneell--
lliinngg ssttaaaann ((nniieett iinn PPaarrkk)) oomm vveerrddeerr
ttee ggaaaann
HHeett iinn-- eenn uuiittsscchhaakkeelleenn vvaann ddeezzee
kknnoopp ttiijjddeennss hheett rriijjddeenn kkaann ttoott mmee--
cchhaanniisscchhee sscchhaaddee lleeiiddeenn..
Het achterdifferentieel is vergrendeld
als de schakelaar naar boven staat en
ontgrendeld als de schakelaar naar
beneden staat.
Als het voertuig in Park staat en de
schakelaar naar beneden wordt ge-
drukt, blijft het achterdifferentieel
vergrendeld.
TTooeettsseennppaanneeeell
Het toestenpaneel wordt gebruikt om
door diverse menu's en opties te navi-
geren wanneer de
7,6" digitale display
is geïnstalleerd.
Het toetsenpaneel bevindt zich op de
console bovenaan.
LLiieerrsscchhaakkeellaaaarr
De lier kan van binnenin en buitenaf
het voertuig worden bediend met de
lierschakelaar in de console
bovenaan.
Raadpleeg de
handleiding van de lier
die bij het voertuig zit voor het goed
bedienen van de lier.
KKnniippppeerrlliicchhttsscchhaakkeellaaaarr
De knipperlichtschakelaar bevindt
zich bovenaan op de console.
Deze schakelaar regelt tegelijkertijd
alle richtingaanwijzers. Deze dient te
worden gebruikt wanneer het voertuig
in vrijloop staat om aan te duiden dat
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
66
het voertuig tijdelijk het verkeer
hindert.
Druk op de knipperlichtschakelaar om
deze in te schakelen.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De knipperlichten kunnen zelfs bij een
uitgeschakeld elektrisch systeem
functioneren.
HHiillll DDeesscceenntt CCoonnttrrooll ((HHDDCC))
((aalllleeeenn mmooddeelllleenn mmeett AABBSS))
De functie Hill Descent Control (HDC)
wordt gebruikt om soepel en gecon-
troleerd af te dalen op een steile hel-
ling zonder dat de bestuurder het
rempedaal hoeft in te drukken.
Het voertuig houdt hierbij de inge-
stelde snelheid aan zonder tussen-
komst van de bestuurder.
De HDC kan met behulp van de
HDC-schakelaar door de bestuurder
uit- of ingeschakeld worden.
Houd de HDC-schakelaar minstens
0,5 sec. ingedrukt om in of uit te scha-
kelen (HDC ON/OFF wordt weergege-
ven in de onderste displaygedeelte en
het pictogram van het tractieregeling
gaat aan).
Verzoeken tot het inschakelen/uit-
schakelen van de HDC zijn bij elke
snelheid mogelijk:
Als de HDC bij een snelheid van
minder dan 4 km/h (2,5 MPH)
wordt ingeschakeld, wordt de
doelsnelheid van de HDC inge-
steld op 4 km/h (2,5 MPH).
Als de HDC bij een snelheid tus-
sen 4 en 30 km/h (2,5 tot 19 MPH)
wordt ingeschakeld, wordt de doel-
snelheid van de HDC als de daad-
werkelijke snelheid beschouwd.
Als de HDC bij een snelheid van
meer dan 30 km/h (19 MPH) wordt
ingeschakeld(19), wordt de stand-
by-modus van de HDC ingescha-
keld (symbool blijft ingeschakeld in
de display)
OOPPMMEERRKKIINNGG:: Wanneer de HDC ac-
tief ingrijpt, knippert het pictogram van
het tractieregeling in de display.
SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
67
UUIITTRRUUSSTTIINNGG
Bepaalde opties zijn mogelijk niet van
toepassing op uw model of zijn moge-
lijk optioneel.
VVeerrsstteellbbaarree ssttuuuurrkkoolloomm
U kunt de hoogte van het stuur
aanpassen.
Pas de hoogte van het stuur aan zo-
dat het ter hoogte van uw borst en niet
ter hoogte van uw hoofd komt.
De hoogte van het stuur stelt u als
volgt in:
1. Trek de stuurhendel naar u toe om
het stuur te ontgrendelen.
2. Zet het stuur in de gewenste
stand.
3. Laat de stuurhendel los om het
stuur in deze stand te
vergrendelen.
1. Stuurhendel
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
PPaass ddee hhooooggttee vvaann hheett ssttuuuurr nnooooiitt
aaaann tteerrwwiijjll uu rriijjddtt.. UU kkuunntt ddee ccoonn--
ttrroollee oovveerr uuww vvooeerrttuuiigg vveerrlliieezzeenn..
BBeekkeerrhhoouuddeerrss
AAllllee bbeehhaallvvee XXUU--mmooddeelllleenn
Aan iedere kant van het dashboard,
bij de bevestigingspunten van de zij-
netten, bevindt zich een bekerhouder.
Aan de achterkant van de rugleuning
van de middelste passagierstoel be-
vinden zich nog twee bekerhouders.
Om hiertoe toegang te krijgen verwij-
dert u de rugleuning.
TTYYPPIISSCCHH
1. Clip van het vergrendelmechanisme van de
rugsteun
TTYYPPIISSCCHH
1. Bekerhouder op de rugsteun van de mid-
delste passagier
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Gebruik de bekerhouders niet terwijl u
in moeilijke omstandigheden rijdt.
68
PPaassssaaggiieerrsshhaannddggrreeeepp
De passagiers hebben toegang tot
een handgreep vooraan, vóór hun
stoel.
1. Passagiershandgrepen
Wanneer de passagiers de handgre-
pen vasthouden, kunnen zij zich
schrap zetten tegen de beweging van
het voertuig en de handen in de cock-
pit houden indien het voertuig zou
kantelen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk nnooooiitt eenniigg oonnddeerrddeeeell vvaann
ddee kkooooii vvaann hheett vvooeerrttuuiigg aallss hhaanndd--
ggrreeeepp.. DDee hhaannddeenn kkuunnnneenn ggeerraaaakktt
wwoorrddeenn ddoooorr oobbjjeecctteenn bbuuiitteenn ddee
ccoocckkppiitt ooff vveerrpplleetttteerrdd wwoorrddeenn bbiijj
kkaanntteelleenn..
BBeerrggvvaakkkkeenn
Het voertuig is uitgerust met bergvak-
ken, bedoeld om lichte objecten te
dragen.
OOppbbeerrggvvaakk vvaann ddee bbeessttuuuurrddeerr
AAlllleeeenn bbeesscchhiikkbbaaaarr oopp
bbaassiissmmooddeelllleenn
Aan de bestuurderskant bevindt zich
een klein opbergvak.
Trek aan de hendel om te openen.
OOppbbeerrggvvaakk oonnddeerr ddee zziittttiinngg
Onder de zitting bevindt zich een han-
dig, verkrijgbaar opbergvak.
1. Opbergvak onder de zitting
Til de rechterpassagiersstoel omhoog
en trek het opbergvak onder de zitting
naar boven om het opbergvak onder
de zitting te verwijderen.
UITRUSTING
69
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Zorg bij het terugplaatsen van het op-
bergvak onder de zitting ervoor dat
deze goed is uitgelijnd met de buizen
van de stoel en de sleuven in de vloer
zodat het goed onder past.
OOppeenn ooppbbeerrggvvaakkkkeenn
In de console bevinden zich meerdere
open opbergvakken.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg ddaatt eerr ttiijjddeennss hheett rriijjddeenn ggeeeenn
oobbjjeecctteenn iinn ddee ooppeenn ooppbbeerrggvvaakk--
kkeenn zziitttteenn ddiiee iinn ggeevvaall vvaann kkaannttee--
lliinngg vveerrwwoonnddiinnggeenn kkuunnnneenn
vveerroooorrzzaakkeenn..
AALLLLEE MMOODDEELLLLEENN BBEEHHAALLVVEE BBAASSEE--MMOODDEELL
OOppbbeerrggvvaakkkkeenn aacchhtteerr ddee rruuggsstteeuunn
vvaann ddee mmiiddddeellssttee ppaassssaaggiieerr
Wanneer u de rugsteun van de mid-
delste passagier naar beneden trekt,
vindt u een opbergvak.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Maak dit opbergvak altijd leeg wan-
neer u de middelste rugsteun van de
passagier omhoog zet.
TTYYPPIISSCCHH
1. Opbergvakken achter de rugsteun van de
middelste passagier
GGeerreeeeddsscchhaappsssseett
Bij het voertuig wordt een gereed-
schapsset met basisgereedschap ge-
leverd. Deze bevindt zich in het
servicecenter vooraan.
1. Gereedschapsset
VVooeettsstteeuunneenn
Dit voertuig is uitgerust met voetsteu-
nen voor bestuurder en rechterpassa-
gier, waarmee u de voeten stevig op
de vloer van het voertuig kunt plaat-
sen om de juiste lichaamshouding te
helpen behouden tijdens het rijden.
De voetsteunen helpen het risico op
verwondingen aan de voeten of de be-
nen te beperken.
Draag steeds geschikte schoenen.
Zie
Uitrusting
.
ZZiijjnneett bbeessttuuuurrddeerr
Er is voorzien in een zijnet om uw ar-
men, benen of schouders in het voer-
tuig te houden, om het risico op
verwondingen te beperken.
UITRUSTING
70
Zijnetten kunnen ook helpen om strui-
ken en ander vuil uit de cockpit te
houden.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBeessttuuuurr hheett vvooeerrttuuiigg nnooooiitt zzoonnddeerr
ddaatt bbeeiiddee zziijjnneetttteenn ggeeppllaaaattsstt eenn
vvaassttggeemmaaaakktt zziijjnn..
1. Zijnet bestuurder
Het zijnet kan worden ingesteld en
moet zo strak mogelijk worden
aangespannen.
Pas de zijnetten als volgt aan:
1. Maak de zijnetten vast met de
gesp.
2. Trek aan alle drie (3) de spanrie-
men om aan te spannen.
1. Locaties waar het zijnet wordt
aangespannen
ZZiijjnneett ppaassssaaggiieerr
Er is voorzien in een zijnet om uw ar-
men, benen of schouders in het voer-
tuig te houden, om het risico op
verwondingen te beperken.
Zijnetten kunnen ook helpen om strui-
ken en puin uit de cockpit te houden.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBeessttuuuurr hheett vvooeerrttuuiigg nnooooiitt zzoonnddeerr
ddaatt bbeeiiddee zziijjnneetttteenn ggeeppllaaaattsstt eenn
vvaassttggeemmaaaakktt zziijjnn..
1. Zijnet passagier
Het zijnet kan worden ingesteld en
moet zo strak mogelijk worden
aangespannen.
Pas de zijnetten als volgt aan:
1. Maak de zijnetten vast met de
gesp.
2. Trek aan alle drie (3) de spanrie-
men om aan te spannen.
1. Locaties waar het zijnet wordt
aangespannen
2. Schouderbescherming
SScchhoouuddeerrbbeesscchheerrmmiinngg
Het voertuig is uitgerust met een
schouderbeschermer aan de kant van
de passagiers om de volledige
UITRUSTING
71
lichamen van de passagier in het
voertuig vast te maken.
VVeeiilliigghheeiiddssggoorrddeellss
Het voertuig is uitgerust met drie-
puntsgordels om bestuurder en pas-
sagier te beschermen bij een botsing,
kantelen of omrollen. De veiligheids-
gordels dragen bij aan de veiligheid in
het interieur.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDrraaaagg sstteeeeddss eeeenn
vveeiilliigghheeiiddssggoorrddeell..
VVeeiilliigghheeiiddssggoorrddeellss bbeeppeerrkkeenn hheett
rriissiiccoo oopp vveerrwwoonnddiinnggeenn bbiijj bboottssiinn--
ggeenn eenn hheellppeenn aallllee lleeddeemmaatteenn iinn
ddee ccoocckkppiitt ttee hhoouuddeenn bbiijj kkaanntteelleenn
ooff bboottsseenn..
Als de veiligheidsgordel van de be-
stuurder niet goed is vastgemaakt
wanneer:
De contactschakelaar op AAN
staat
Het verklikkerlichtje van de vei-
ligheidsgordel gaat branden.
De multifunctionele meter geeft
de volgende melding weer:
SEAT BELT
(VEILIGHEIDSGORDEL).
de motor gestart wordt en de scha-
kelhendel in een andere dan de
PARKEER-stand gezet wordt,
wordt de snelheid van het voertuig
beperkt tot ongeveer 20 km/h (12
M/U) op een vlakke ondergrond.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
NNaaaarrggeellaanngg ddee hheelllliinnggssggrraaaadd kkaann
hheett vvooeerrttuuiigg eeeenn hhooggeerree ooff llaaggeerree
ssnneellhheeiidd bbeerreeiikkeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
EErr iiss ggeeeenn vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjee ooff bbee--
rriicchhtt vvoooorr ddee vveeiilliigghheeiiddssggoorrddeell
vvaann ddee ppaassssaaggiieerrss..
DDee bbeessttuuuurrddeerr iiss vveerraannttwwoooorrddeelliijjkk
vvoooorr ddee vveeiilliigghheeiidd vvaann ddee ppaassssaa--
ggiieerrss eenn mmooeett eerrvvoooorr zzoorrggeenn ddaatt
ddee ppaassssaaggiieerrss ddee vveeiilliigghheeiiddssggoorr--
ddeell oommddooeenn..
DDee vveeiilliigghheeiiddssggoorrddeell vvaassttkklliikkkkeenn eenn
aaaannppaasssseenn
De gordel is voorzien van een ver-
grendeling die de heupgordel blok-
keert wanneer het web onder
spanning komt te staan.
TTYYPPIISSCCHH
1. Vergrendelknop
Duw het vergrendelplaatje van de vei-
ligheidsgordel in de houder en trek
aan de gordel om te controleren of
deze goed is vastgeklikt.
Leg de veiligheidsgordel strak langs
uw lichaam door de schoudergordel
naar boven te trekken.
UITRUSTING
72
TTYYPPIISSCCHH
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDrraaaagg ddee vveeiilliigghheeiiddssggoorrddeell oopp ddee
jjuuiissttee mmaanniieerr.. ZZoorrgg ddaatt hheett ggooeedd
vvaasstt bblliijjfftt eenn ssttrraakk tteeggeenn hheett llii--
cchhaaaamm zziitt.. ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt ddee ggoorr--
ddeell nniieett ggeeddrraaaaiidd zziitt ooff ddeeffeecctt iiss..
Om de veiligheidsgordel vrij te geven,
drukt u op de rode knop van de gesp.
BBeessttuuuurrddeerrssssttooeell
Op bepaalde modellen kan de be-
stuurdersstoel naar voren en naar
achteren worden afgesteld.
TTYYPPIISSCCHH
1. Verstelhendel
Draai aan de stoelhendel om de stoel
te ontgrendelen en te verschuiven.
Laat de hendel los om de stoel in de
gewenste stand te vergrendelen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrsscchhuuiiff ddee ssttooeell nnooooiitt tteerrwwiijjll uu
rriijjddtt..
PPaassssaaggiieerrssssttooeelleenn
De passagiersstoelen zijn niet
verstelbaar.
De passagiersstoel in het midden kan
naar voren kantelen om bij de beker-
houders te kunnen door het vergren-
delmechanisme bovenaan de
rugsteun te ontgrendelen.
TTYYPPIISSCCHH
1. Clip van het vergrendelmechanisme van de
rugsteun
Op bepaalde modellen kunnen de
stoelen naar boven worden getrokken
voor toegang tot de uitneembare op-
bergvakken onder de stoelen .
Om de stoel omhoog te trekken, trekt
u aan de voorkant van de stoel om het
los te wippen en omhoog te tillen tot
het in de bovenste positie "klikt".
DDoopp bbrraannddssttooffttaannkk
De dop van de brandstoftank bevindt
zich aan de rechterkant van de ont-
grendelingshendel van de laadbak
van het voertuig.
UITRUSTING
73
TTYYPPIISSCCHH
1. Dop brandstoftank
Zie het hoofdstuk
Brandstof
voor infor-
matie over het vullen van de brand-
stoftank en de brandstofvereisten.
LLiieerr
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOmm eerrnnssttiigg ooff ddooddeelliijjkk lleettsseell ooff
sscchhaaddee aaaann bbeellaannggrriijjkkee oonnddeerrddee--
lleenn ttee vvoooorrkkoommeenn..
GGeebbrruuiikk ddee kkaabbeell vvaann ddee lliieerr
nnooooiitt oomm eeeenn vvooeerrttuuiigg bbiijj hheett
vveerrvvooeerr vvaasstt ttee zzeetttteenn..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddee kkaabbeell vvaann ddee
lliieerr bbeevveessttiiggdd aaaann eeeenn llaaddiinngg
ooff eeeenn aannddeerr vvooeerrttuuiigg..
GGeebbrruuiikk ddee lliieerr aalllleeeenn oomm eeeenn
vvaassttggeellooppeenn vvooeerrttuuiigg ((ssnneeeeuuww,,
mmooddddeerr eennzz..)) llooss ttee ttrreekkkkeenn..
ZZiiee aallttiijjdd ddee iinnssttrruuccttiiee vvaann ddee
lliieerrffaabbrriikkaanntt aallvvoorreennss llaaddiinnggeenn
ttee ttrreekkkkeenn..
Raadpleeg de handleiding van de lier
die bij het voertuig zit voor het goed
bedienen van de lier.
De lier kan worden ingeschakeld in
het voertuig, met de bedieningsscha-
kelaar op de console bovenaan.
MMEERRKK OOPP
AAllss uu ddee lliieerr llaannggee ttiijjdd iinntteennssiieeff
ggeebbrruuiikktt,, kkaann ddee aaccccuu oonnttllaaddeenn..
Intensief gebruik van de lier kan de in-
gebouwde stroomonderbrekers
tijdelijk UITSCHAKELEN. Wacht dan
even en ga door met het inhalen van
de lier. De stroomonderbrekers wor-
den automatisch ingeschakeld zodra
ze zijn afgekoeld.
De volgende tips helpen de kans op
het ontladen van de accu te
verkleinen:
Windt altijd handmatig af: Maak de
kabel los met de hendel en trek
aan de haakband om af te winden.
Laat de motor draaien tijdens het
inhalen van de lier. Stop het voer-
tuig niet direct na het inhalen van
de lier, zodat de accu kan opladen.
Als u langer dan 30 seconden lang
de lier inhaalt, wordt het tevens
aanbevolen het toerental van de
motor te verhogen tot het bereik
van 3.000 tpm, zodat de laadspan-
ning voor de accu hoger wordt.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt hheett vvooeerrttuuiigg iinn
NNEEUUTTRRAAAALL ((NN)) ssttaaaatt,, vvoooorrddaatt uu
hheett ttooeerreennttaall vvaann ddee mmoottoorr
vveerrhhooooggtt..
LLaaaaddbbaakk
Het voertuig is uitgerust met een kan-
telbare laadbak. De laadbak kan voor
verschillende soorten ladingen wor-
den gebruikt.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk ddee llaaaaddbbaakk aalllleeeenn vvooll--
ggeennss ddee rriicchhttlliijjnneenn iinn
LLaaddiinngg vveerr--
vvooeerreenn
iinn hheett hhooooffddssttuukk
vveeiilliigghheeiiddssiinnffoorrmmaattiiee
,, oomm hheett rriissii--
ccoo oopp ccoonnttrroolleevveerrlliieess ooff llaaddiinnggvveerr--
lliieess ttee bbeeppeerrkkeenn..
SScchheeiiddiinnggeenn llaaaaddbbaakk
De laadbak kan eenvoudig worden
onderverdeeld in kleinere opslagcom-
partimenten zodat de ladingen niet
door elkaar kunnen raken.
UITRUSTING
74
VVOOOORRBBEEEELLDD VVAANN SSCCHHEEIIDDIINNGGEENN IINN DDEE
LLAAAADDBBAAKK
HHeennddeellss vvoooorr kkaanntteelleenn
llaaaaddbbaakk
Via de hendels aan beide kanten van
het voertuig kan het bevestigingsme-
chanisme van de laadbak worden
bediend.
1. Hendel laadbak
AAnnkkeerrhhaakkeenn
In de laadbak zitten er 4 ankerhaken
waarmee de lading in de laadbak
vastgemaakt kan worden.
MMEERRKK OOPP
TTiill nnooooiitt hheett vvooeerrttuuiigg oopp mmeett bbee--
hhuullpp vvaann aannkkeerrhhaakkeenn..
AAcchhtteerrkklleepp
De laadbak kan worden gesloten met
een achterklep.
1. Laadbak
2. Achterklep
MMEERRKK OOPP
PPllaaaattss ttiijjddeennss hheett llaaddeenn ooff lloosssseenn
nniieett mmeeeerr ddaann 111133 kkgg((225500 llbb)) oopp
ddee bboovveennssttee aacchhtteerrkklleepp.. SSlluuiitt
sstteeeeddss ddee aacchhtteerrkklleepp vvoooorr uu ggaaaatt
rriijjddeenn.. ZZoo bbeeppeerrkktt uu hheett rriissiiccoo oopp
llaaddiinnggvveerrlliieess..
AAcchhtteerrkklleepp vveerrwwiijjddeerreenn
1. Open de achterklep.
2. Wrik met een platte schroeven-
draaier de veerklem voorzichtig
aan elke kant voorbij de
schroefkop.
3. Til de achterklep 45° omhoog.
4. Til de rechterzijde uit het
scharnier.
5. Verwijder de achterklep door deze
naar rechts te schuiven.
6. Voor de installatie gaat u omge-
keerd te werk als bij de
verwijdering.
UITRUSTING
75
VVooeeddiinnggssuuiittggaannggeenn vvaann 1122
vvoolltt
Dit is een handige aansluiting voor
een looplamp of andere draagbare
uitrusting.
AALLLLEE MMOODDEELLLLEENN
1. 12 V-stroomaansluitingen
Verwijder het beschermkapje voor ge-
bruik. Bevestig het altijd opnieuw na
gebruik, ter bescherming tegen vocht.
RReemm mmeett
vvaasstthhoouuddmmeecchhaanniissmmee
De hendel van het remblokkeerme-
chanisme bevindt zich links van het
stuur, boven het rempedaal.
TTYYPPIISSCCHH
1. Rempedaal
2. Hendel remblokkeermechanisme
Het remblokkeermechanisme dient
om de remmen van alle wielen inge-
schakeld te houden, terwijl de scha-
kelhendel in PARK staat.
Om het remblokkeermechanisme in te
schakelen, gaat u als volgt te werk:
1. Zet het voertuig stil.
2. Houd het rempedaal ingedrukt.
3. Zet de schakelhendel in PPAARRKK.
4. Til de hendel richting het stuur ter-
wijl het rempedaal wordt ingedrukt.
5. Verwijder de voet van het rempe-
daal, het pedaal moet ingedrukt
blijven.
Stap 1. Rempedaal ingedrukt houden
Stap 2. Hendel optillen
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De hendel van het remblokkeerme-
chanisme kan in verschillende stan-
den worden gezet.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
CCoonnttrroolleeeerr ooff hheett vvooeerrttuuiigg vveeiilliigg
tteerr ppllaaaattssee bblliijjfftt wwaannnneeeerr hheett rreemm--
bbllookkkkeeeerrmmeecchhaanniissmmee iiss
ggeeaaccttiivveeeerrdd..
ZZeett ddee hheennddeell AALLTTIIJJDD iinn PPAARRKK bbiijj
ggeebbrruuiikk vvaann hheett
rreemmbbllookkkkeeeerrmmeecchhaanniissmmee..
Houdt het rempedaal ingedrukt, zet de
schakelhendel in de versnelling en
laat vervolgens het rempedaal los om
het remblokkeermechanisme te ont-
grendelen. Na loslaten zal het rempe-
daal terugkeren in de ruststand.
Voor veilig gebruik van het remblok-
keermechanisme moet de schakel-
hendel in PARK worden gezet.
UITRUSTING
76
Gebruik van alleen het remblokkeer-
mechanisme is niet aan te raden.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
LLeett oopp ddaatt uu hheett rreemmbbllookkkkeeeerrmmee--
cchhaanniissmmee oonnttggrreennddeelltt vvoooorrddaatt uu
mmeett hheett vvooeerrttuuiigg vveerrttrreekktt.. AAllss hheett
rreemmbbllookkkkeeeerrmmeecchhaanniissmmee IINNGGEE--
SSCCHHAAKKEELLDD iiss ttiijjddeennss hheett rriijjddeenn,,
kkaann ddiitt lleeiiddeenn ttoott bbeesscchhaaddiiggiinngg
vvaann hheett rreemmssyysstteeeemm,, eeeenn aaffnnaammee
vvaann hheett rreemmvveerrmmooggeenn eenn//ooff
bbrraanndd..
BBuuiitteennssppiieeggeellss
Dit voertuig is uitgerust met
zijspiegels.
De spiegels kunnen worden aange-
past aan de voorkeuren van de
bestuurder.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
PPaass ddee ssppiieeggeellss nniieett aaaann ttiijjddeennss
hheett rriijjddeenn.. DDaaaarrddoooorr kkuunntt uu ddee
ccoonnttrroollee oovveerr hheett ssttuuuurr vveerrlliieezzeenn..
TTrreekkhhaaaakk
Het voertuig is uitgerust met een stan-
daard aanhaakbevestiging van 50,8 x
50,8 mm (2 x 2 in)
Zie
Lading vervoeren en werk uitvoe-
ren
voor richtlijnen voor correct ge-
bruik van de aanhaakbevestiging.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOmm hheett rriissiiccoo oopp ccoonnttrroolleevveerrlliieess ooff
llaaddiinnggvveerrlliieess ttee rreedduucceerreenn,, mmooeett uu
sstteeeeddss ddee mmaaxxiimmuumm ttrreekkccaappaacciitteeiitt
iinn aacchhtt nneemmeenn..
TTrreekkhhaaaakkssttaanngg
Trekhaakstang met een geïnstal-
leerde kogel van 50 mm.
Lees
Technische specificaties
voor
aanbevelingen betreffende transport
van lasten en het trekken van een
aanhangwagen.
1. Trekhaak
2. Trekhaak
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt uu eeeenn bbaall mmoonn--
tteeeerrtt ddiiee ppaasstt bbiijj ddee uuiittrruussttiinngg ddiiee
uu wwiilltt ttrreekkkkeenn..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
voor de juiste bevestiging van de
aanhanger.
TTrreekkhhaaaakkssttaanngg ppllaaaattsseenn
Stek de stang in de
trekhaakbevestiging.
TTYYPPIISSCCHH
Steek de pin door de trekstang en de
trekhaakbevestiging.
UITRUSTING
77
TTYYPPIISSCCHH
Maak de pin vast door de vergrende-
ling om te slaan.
TTYYPPIISSCCHH
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt ddee ttrreekkssttaanngg ggooeedd
iiss bbeevveessttiiggdd..
KKooppppeelliinngg vvoooorr ddee llaammppeenn
vvaann ddee aaaannhhaannggwwaaggeenn
Koppeling voor de lampen indien de
aanhangwagen is voorzien van
lampen.
Raadpleeg het label aan de achter-
kant van de haak de instructies met
betrekking tot het trekken te lezen.
1. Trekhaak
2. Trekhaak
SSlleeeepphhaakkeenn ((MMooddeelllleenn
zzoonnddeerr eeeenn lliieerr))
Handige haak om een vastgelopen
voertuig los te trekken.
1. Sleephaak voor
BBooddeemmppllaaaatt
Beschermplaten bieden belangrijke
bescherming.
1. Beschermplaat achter (Alle modellen)
2. Beschermplaat midden (Alle modellen)
3. Beschermplaat zijkant (XU-modellen)
4. Beschermplaat voorkant (alle modellen)
UITRUSTING
78
77,,66"" DDIIGGIITTAAAALL DDIISSPPLLAAYY
MMuullttiiffuunnccttiioonneellee ddiissppllaayy
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee ddiissppllaayy nniieett aaaannppaasssseenn tteerrwwiijjll
uu rriijjddtt.. UU kkuunntt ddee ccoonnttrroollee oovveerr hheett
ssttuuuurr vveerrlliieezzeenn..
DDiissppllaayy oonnddeerraaaann
Kan het volgende weergeven:
– RPM
– Snelheidsgegevens
– Motortemperatuur
– Accuspanning
– Instellingen
– Meldingen
Actieve DPS-modus
De SPEED STAT display toont de
maximale en de gemiddelde snelheid.
Houd de MENU-knop of OK 1 se-
conde ingedrukt om te resetten.
DDiissppllaayy lliinnkkeerrzziijjkkaanntt
Het display aan de linkerzijkant
omvat:
– Brandstofpeilindicator
Ritmeter (A - B)
– Kilometerteller
– Voertuig-uurmeter
– DPS-indicator
DDiissppllaayy rreecchhtteerrzziijjkkaanntt
Het display aan de rechterzijkant
omvat:
– Motortemperatuur
– Klok
– Snelheidsindicator
De snelheidsindicator in deze display
wordt geactiveerd wanneer de cen-
trale display andere informatie dan de
snelheid toont. In andere gevallen is
deze blanco.
CCeennttrraallee ddiissppllaayy
Kan het volgende weergeven:
– RPM
– Voertuigsnelheid
VVeerrssnneelllliinnggssddiissppllaayy
De display geeft de schakelpositie van
de versnellingsbak weer:
AUTO (Automatic), automatisch
P (Park), parkeerstand
R (Reverse), achteruit
N (Neutral), neutraal
H (High range), hoge range
79
L (Low range), lage range
– (Ongeldige versnelling)
MMoottoorrmmoodduuss wweeeerrggaavvee
De motormodus weergave geeft de
geselecteerde bedrijfsmodus aan:
– NORMAL
– SPORT
– SPORT+
Er wordt bij activering en deactivering
als volgt een bericht van de geselec-
teerde modus op het onderste display
weergegeven:
RRiijjmmoodduuss BBeerriicchhtt bbiijj
aaccttiivveerriinngg
Normaal NORMAL MODE
Sport SPORTMODUS
Sport+ SPORT+ MODUS
DDiissppllaayy rreecchhttssmmiiddddeenn
Het display rechtsmidden geeft de ge-
selecteerde bedrijfsmodus aan:
– 2X4
– 4X4
Voordifferentieelolie (Smart–Lok)
PPiiccttooggrraamm BBeesscchhrriijjvviinngg
2x4-pictogram
Pictogram 4x4
Voordifferentieel
vergrendeling
DDiissppllaayy lliinnkkssmmiiddddeenn
Het display in het midden aan de lin-
kerzijkant omvat:
Herinnering veiligheidsgordel
Herinnering onderhoud
VVeerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjeess
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggss-- eenn
vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjeess
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggss-- eenn
vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjeess
ORANJE - Voertuigstoring.
BLAUW - Grootlicht
7,6" DIGITAAL DISPLAY
80
WWaaaarrsscchhuuwwiinnggss-- eenn
vveerrkklliikkkkeerrlliicchhttjjeess
ROOD - Motortemperatuur
te hoog.
GROEN - Neutraal
ROOD - Remslothendel
ingeschakeld of storing in
remsysteem
ROOD - De accuspanning
is te laag of er is een
probleem met het
elektrisch systeem
ROOD - Lage oliedruk
Normaal AAN bij
uitgeschakelde motor
ORANJE - Brandstofpeil te
laag.
ORANJE
BBrraannddtt: Storing in
emissiecontrolesysteem
van voertuig
KKnniippppeerrtt:
Motorproblemen, het motor
management
noodprogramma is
geactiveerd. Laat direct
servicewerkzaamheden
aan het voertuig uitvoeren.
PPiiccttooggrraammmmeenn eenn iinnddiiccaattoorrss
PPiiccttooggrraammmmeenn eenn iinnddiiccaattoorrss
Geeft aan dat de
modus SPORT is
geselecteerd.
Geeft aan dat de
modus ECO is
geselecteerd.
PPiiccttooggrraammmmeenn eenn iinnddiiccaattoorrss
Als deze indicator
brandt, is de
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt bij een
stilstaand voertuig.
De indicator knippert
wanneer het voertuig
beweegt.
Als deze indicator
brandt, is onderhoud
vereist.
Raadpleeg uw
erkende Can-Am
off-road-dealer of
persoon van uw
keuze voor het
onderhoud.
GGaaaatt bbrraannddeenn:
wanneer de HDC
ingeschakeld wordt
of bij een storing van
de ABS-module
KKnniippppeerrtt: wanneer
TCS, HDC, BTC of
DTC ingrijpt.
Geeft aan dat het
Tractieregelsysteem
is uitgeschakeld.
Het systeem verlaagt
niet het
motorvermogen,
maar verlaagt de
rijstabiliteit.
DDaaaarroomm iiss hheett
nnooooddzzaakkeelliijjkk oomm
mmeett ddee nnooddiiggee
vvoooorrzziicchhttiigghheeiidd ttee
rriijjddeenn..
Geeft aan dat de
snelheidsbegrenzer
is geselecteerd.
7,6" DIGITAAL DISPLAY
81
IInnsstteelllliinnggeenn
CCoonnffiigguurraattiiee
Selecteer het menu SSEETTTTIINNGGSS (in-
stellingen) met behulp van de knop
MENU op het toetsenpaneel en houd
de knop ingedrukt om het menu te
openen.
In plaats van het ingedrukt houden
van de MENU-knop kan ook de OK--
knop worden ingedrukt.
OOnnddeerrhhoouudd rreesseetttteenn
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Alleen wanneer het pictogram voor
onderhoud wordt weergegeven.
Gebruik de MENU-knop, selecteer
RREESS MMAAIINNTT (ONDERHOUD RESET-
TEN) en houd ingedrukt voor resetten
van het onderhoud.
SSttoorriinnggssccooddeess
Alleen beschikbaar wanneer minstens
één code is geactiveerd.
Gebruik de MENU-knop, selecteer
CCOODDEESS (CODES) en houd ingedrukt
om actieve storingscodes te zien.
Storingscodes worden weergegeven
op de onderste display.
RReesseett SSttaattss
Gebruik de knop MENU, selecteer
RREESSEETT SSTTAATT (STATISTIEK RESET-
TEN) en houd ingedrukt om te
resetten.
KKeeuuzzee mmeeeetteeeennhheeiidd
Deze multifunctionele meter wordt in
de fabriek ingesteld op UK-eenheden,
maar deze weergave kan worden ver-
anderd in metrische eenheden.
Gebruik de knop MENU, selecteer
UUNNIITTSS (EENHEDEN) en houd inge-
drukt om de eenheden te wijzigen.
SSnneellhheeiidd//TTPPMM
De display voor snelheid en TPM kan
worden geruild.
Gebruik de MENU-knop, selecteer
SSPPEEEEDD//RRPPMM (SNELHEID/TPM) en
houd ingedrukt om de display voor
sneheid en TPM te ruilen.
KKllookk iinnsstteelllleenn
Alle volgende acties moeten worden
uitgevoerd met de MENU-knop.
1. Selecteer CCLLOOCCKK (KLOK) en
houd ingedrukt om de tijd te
wijzigen.
2. Druk op de knop om een tijdweer-
gave te kiezen.
3. Houd de knop 1 seconde
ingedrukt.
4. Druk op de knop om als tijdsweer-
gave 12:00 AM PM of 24:00 te
kiezen.
5. Houd de knop of de OK-knop inge-
drukt om de selectie te bevestigen.
6. Druk op de knop om de uren te wij-
zigen (uren knipperen).
7. Houd de knop of de OK-knop inge-
drukt om de selectie van het uur te
bevestigen
8. Druk op de knop om naar minuten
te wisselen (de minuten
knipperen).
9. Houd de knop of de OK-knop inge-
drukt om de selectie van de minu-
ten te bevestigen.
HHeellddeerrhheeiidd iinnsstteelllleenn
Hier kunt u de helderheid van het
LCD-display afstellen.
Gebruik de MENU-knop, selecteer
BBRRIIGGHHTTNNEESSSS (HELDERHEID) en
houd de MENU-knop ingedrukt om de
helderheid te wijzigen.
Gebruik de MENU-knop, stel de hel-
derheid af en houd vervolgens de ME-
NU-knop ingedrukt om de selectie te
bevestigen.
7,6" DIGITAAL DISPLAY
82
TTaaaall iinnsstteelllleenn
De taal van de meter kan worden
gewijzigd.
Raadpleeg een erkende Can-Am Of-
f-Road dealer voor de beschikbare ta-
len en om de meter in te stellen op uw
voorkeur.
DDPPSS--mmooddii
Op de onderste display kan worden
weergegeven welke DPS-modus ac-
tief is. Raadpleeg
Uw rit aanpassen
.
MMoodduuss ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
In de modus Snelheidsbegrenzer kan
de bestuurder de de gewenste maxi-
mumsnelheid instellen.
Dat is nuttig bij rijden in zones met
snelheidsbeperkingen.
De bestuurder moet de gashendel in-
gedrukt houden om de voorwaartse
snelheid aan te houden.
Zodra de maximumsnelheid is inge-
steld, kan de bestuurder de snelheid
met het gaspedaal variëren van statio-
nair tot de ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid wordt over-
schreden wanneer de gashendel vol-
ledig wordt ingedrukt. Tegelijkertijd
wordt de snelheidsbegrenzer tijdelijk
gedeactiveerd (het pictogram knip-
pert) tot de voertuigsnelheid lager of
gelijk is dan het instelpunt van de
snelheidsbegrenzer.
Laat uw aandacht voor de omgeving
niet zakken terwijl u aan een con-
stante snelheid voortbeweegt.
Vertragen is een kwestie van het gas-
pedaal loslaten.
MMoodduuss ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
aaccttiivveerreenn
1. Druk op de meterschakelaar om
naar het menu INSTELLINGEN te
gaan.
2. Selecteer SNELHEIDSLIMIET,
waarna u de keuze heeft uit:
Keuze
meeteenheid Weergegeven
informatie
Metrische
eenheden (km/
u)
- -
(Onbe
grensd)
Tussen 30
en 100 km/
u in
stappen
van 10 km/
u.
Britse
eenheden
(MPH)
- -
(Onbe
grensd)
Tussen 20
en 65 km/u
in stappen
van 5 km/u.
Het indicatorlichtje snelheidsbe-
grenzer gaat branden.
1. Indicator snelheidsbegrenzer
3. Druk de menuknop ingedrukt om
de geselecteerde snelheidslimiet
te bevestigen.
Een geactiveerde snelheidsbe-
grenzermodus beperkt enkel de
maximaal beschikbare snelheid
wanneer het gaspedaal wordt
ingedrukt.
Het gaspedaal moet ingedrukt
worden gehouden om de voor-
waartse snelheid te handhaven.
Zodra de snelheidsbegrenzerfunc-
tie is geactiveerd, kan de
7,6" DIGITAAL DISPLAY
83
bestuurder de snelheid met het
gaspedaal variëren van stationair
tot de ingestelde snelheid.
MMoodduuss ssnneellhheeiiddssbbeeggrreennzzeerr
ddeeaaccttiivveerreenn
1. Om de modus Snelheidsbegrenzer
te deactiveren, selecteert u SNEL-
HEIDSLIMIET onder INSTELLIN-
GEN en vervolgens de limiet
(onbegrensd).
TTCCSS ((ttrraaccttiieerreeggeelliinngg)) ((iinnddiieenn
aaaannwweezziigg))
Druk op de meterschakelaar om naar
het menu
Instellingen
te gaan.
Om tussen TCS ON en OFF te wisse-
len houdt u de MENU-knop ingedrukt.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
TCS blijft gedeactiveerd, ook nadat de
motor is afgezet. Ga naar het menu
Instellingen
om TCS opnieuw te
activeren.
7,6" DIGITAAL DISPLAY
84
TTEECCHHNNOOLLOOGGIISSCCHHEE
BBEESSTTUURRIINNGGSSHHUULLPPMMIIDDDDEELLEENN
Deze systemen beheren actief het
remmen en de tractie.
Onder bepaalde omstandigheden kan
de bestuurder de door de systemen
genomen maatregelen voelen in de
vorm van trillingen of lichte schokken
in het stuur of het rempedaal; dit is
normaal.
AABBSS
((aannttiibbllookkkkeeeerrrreemmssyysstteeeemm))
Dit systeem voorkomt blokkeren van
de wielen tijdens remmen, wat de sta-
biliteit van het voertuig en het contact
van de banden met de ondergrond
verbetert.
BBeeppeerrkkiinnggeenn:: Minder contact van de
band met de ondergrond beperkt het
remvermogen. Zelfs met ABS is de re-
mafstand langer bij minder contact
van de band met de ondergrond.
BBTTCC ((BBrraakkee TToorrqquuee CCoonnttrrooll --
rreemmkkooppppeellrreeggeelliinngg))
Wanneer doorslippen van een voor- of
achterwiel wordt geregistreerd, stuurt
het BTC-systeem het koppel automa-
tisch over naar het wiel met de betere
tractie.
DDTTCC ((DDrraagg TToorrqquuee CCoonnttrrooll))
Dit systeem voorkomt doordraaien
van de wielen als gevolg van de mo-
torrem tijdens decelereren door het
aanvragen van verzoek om een
lampje en beperkt motorkoppel. In de
4WD-modus wordt de DTC gemakke-
lijker opgemerkt, waardoor remmen
op de motor nagenoeg wordt
geëlimineerd. Dit waarborgt een cor-
recte werking van het ABS-systeem.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHeett aaaannppaasssseenn vvaann ddee eeeennhheeiidd,,
zzooaallss hheett aaaannbbrreennggeenn vvaann eeeenn aann--
ddeerr bbaannddeennmmooddeell eenn//ooff --mmaaaatt kkaann
lleeiiddeenn ttoott oonnggeewweennsstt ssyysstteeeemmggee--
ddrraagg,, zzooaallss ttee wweeiinniigg ooff ttee vveeeell rree--
aaggeerreenn vvaann bboovveennssttaaaanndd
ssyysstteeeemm..
HHHHCC ((HHiillll HHoolldd CCoonnttrrooll))
Wanneer het rempedaal wordt inge-
drukt om het voertuig stationair te
houden, detecteert HHC automatisch
of het voertuig op een helling staat en
houdt de remdruk tijdelijk aan om er-
voor te zorgen dat het voertuig niet
wegrolt wanneer de voet van het rem-
pedaal naar het gaspedaal wordt
verplaatst.
HHDDCC ((HHiillll DDeesscceenntt CCoonnttrrooll))
HDC regelt de snelheid in situaties
waarbij bergaf gereden wordt door het
activeren en moduleren van de rem-
druk om de door de bestuurder inge-
stelde doelsnelheid aan te houden.
De bestuurder kan de ingestelde snel-
heid wijzigen door het gaspedaal of
het rempedaal in te drukken.
De HDC kan in- of uitgeschakeld wor-
den door op de HDC-schakelaar te
drukken.
Raadpleeg
Secundaire bedieningsele-
menten
voor volledige instructies.
85
BBRRAANNDDSSTTOOFF
VVeerreeiissttee bbrraannddssttooff
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk aallttiijjdd vveerrssee bbeennzziinnee.. BBeenn--
zziinnee ooxxiiddeeeerrtt,, wwaaaarrddoooorr hheett oocc--
ttaaaannggeettaall ddaaaalltt,, vvlluucchhttiiggee
iinnggrreeddiiëënntteenn vveerrvvlliieeggeenn eenn eerr
ggoommvvoorrmmiinngg eenn aaaannssllaagg oonnttssttaaaann,,
ddiiee uuww bbrraannddssttooffssyysstteeeemm kkuunnnneenn
bbeesscchhaaddiiggeenn..
De alcoholbijmenging in brandstof
verschilt per land en regio. Uw voer-
tuig is op het gebruik van de aanbevo-
len brandstoffen afgestemd, maar let
wel op het volgende:
Het gebruik van brandstof met een
hoger alcoholpercentage dan wet-
telijk is vastgelegd, wordt niet aan-
bevolen en kan tot de volgende
problemen met onderdelen van
het brandstofsysteem leiden:
Problemen met starten en
werking.
Aantasting van rubberen of
plastic onderdelen.
Aantasting van metalen
onderdelen.
Schade aan interne onderdelen
van de motor.
Inspecteer regelmatig op aanwe-
zigheid van brandstoflekker of an-
dere afwijkingen van het
brandstofsysteem als u vermoedt
dat er meer alcohol in de benzine
zit dan op dit moment wettelijk
voorgeschreven.
Met alcohol gemengde brandstof-
fen trekken vocht aan en houden
dit vast, wat kan leiden tot fase-
scheiding in de brandstof, wat kan
leiden tot problemen met de mo-
torprestaties of motorschade.
AAaannbbeevvoolleenn bbrraannddssttooff
De benzine moet voldoen aan de vol-
gende minimale vereisten voor
octaan:
Normale loodvrije benzine met een
AKI (R+M)/2 octaangetal van 87, of
een RON octaangetal van 91
Gebruik loodvrije benzine met MAXI-
MAAL 10% ethanol.
MMEERRKK OOPP
EExxppeerriimmeenntteeeerr nnooooiitt mmeett aannddeerree
bbrraannddssttooffffeenn.. GGeebbrruuiikk vvaann oonnggee--
sscchhiikkttee bbrraannddssttooff kkaann mmoottoorr-- ooff
ssyysstteeeemmsscchhaaddee vveerroooorrzzaakkeenn..
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk GGEEEENN bbrraannddssttooff vvaann
bbrraannddssttooffppoommppeenn ddiiee mmeett EE8855 zziijjnn
ggeemmaarrkkeeeerrdd..
Het gebruik van brandstof met het la-
bel E15 is verboden door de Ameri-
kaanse EPA-regelgeving.
TTaannkkpprroocceedduurree
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBrraannddssttooff iiss iinn bbeeppaaaallddee oomm--
ssttaannddiigghheeddeenn oonnttvvllaammbbaaaarr eenn
eexxpplloossiieeff..
CCoonnttrroolleeeerr hheett bbrraannddssttooffppeeiill
nnooooiitt mmeett bbeehhuullpp vvaann eeeenn ooppeenn
vvllaamm..
RRooookk nniieett eenn vveerrmmiijjdd vvuuuurr eenn
vvoonnkkeenn iinn ddee bbuuuurrtt vvaann ddee
bbrraannddssttooff..
WWeerrkk aallttiijjdd iinn eeeenn ggooeedd vveerr--
lluucchhttee rruuiimmttee..
OOmm ddee bbrraannddssttooff aaaann ttee vvuulllleenn
mmooeett hheett vvooeerrttuuiigg oopp eeeenn vvllaakk
ooppppeerrvvllaakk ssttaaaann..
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Zet de schakelhendel in de
PARK-stand.
86
3. Stop de motor.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
SSttoopp ddee mmoottoorr aallttiijjdd vvoooorr uu ttaannkktt..
4. Zorg ervoor dat de bestuurder en
de passagiers uit het voertuig
stappen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
LLaaaatt nnooooiitt iieemmaanndd iinn hheett vvooeerrttuuiigg
zziitttteenn tteerrwwiijjll uu bbiijjttaannkktt.. AAllss eerr ttiijj--
ddeennss hheett ttaannkkeenn bbrraanndd ooff eeeenn eexx--
pplloossiiee iiss,, iiss hheett mmooggeelliijjkk ddaatt ddee
ppeerrssoooonn oopp hheett vvooeerrttuuiigg hheett ggee--
bbiieedd nniieett ssnneell ggeennooeegg kkaann
vveerrllaatteenn..
5. Schroef langzaam de tankdop
linksom los en verwijder deze dop.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
AAllss uu eeeenn ddrruukkvveerrsscchhiill vvaassttsstteelltt
((fflluuiitteenndd ggeelluuiidd tteerrwwiijjll uu ddee ttaannkk--
ddoopp lloossddrraaaaiitt)),, llaaaatt uuww vvooeerrttuuiigg
ddaann nnaakkiijjkkeenn eenn//ooff rreeppaarreerreenn
vvoooorrddaatt uu eerr ooppnniieeuuww mmeeee rriijjddtt..
6. Steek het pistool in de vulmond.
7. Voeg langzaam brandstof toe zo-
dat lucht uit de tank kan ontsnap-
pen en vermijd dat brandstof
terugvloeit. Let op dat u geen
brandstof morst.
8. Stop met tanken zodra de brand-
stof de onderkant van de vulmond
bereikt. NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVuull ddee bbrraannddssttooffttaannkk nnooooiitt bbiijj
vvoooorrddaatt uu hheett vvooeerrttuuiigg nnaaaarr eeeenn
wwaarrmmee ppllaaaattss vveerrppllaaaattsstt.. AAllss ddee
tteemmppeerraattuuuurr ssttiijjggtt,, ggaaaatt bbrraannddssttooff
nnaammeelliijjkk uuiittzzeetttteenn wwaaaarrddoooorr ddee
ttaannkk kkaann oovveerrllooppeenn..
9. Draai de tankdop rechtsom geheel
vast tot u een klikkend geluid
hoort.
MMEERRKK OOPP
WWiiss oopp hheett vvooeerrttuuiigg ggeemmoorrssttee
bbrraannddssttooff oonnmmiiddddeelllliijjkk wweegg..
BRANDSTOF
87
IINNRRIIJJPPEERRIIOODDEE
GGeebbrruuiikk ttiijjddeennss ddee
iinnrriijjppeerriiooddee
Het voertuig heeft een inrijperiode van
10 bedrijfsuren of 300 km (200 mi)
nodig.
MMoottoorr
Tijdens de inrijperiode:
Geef geen plankgas.
Vermijd het gaspedaal voor meer
dan driekwart in te drukken.
Vermijd langdurig optrekken.
Vermijd langdurig rijden op
kruissnelheid.
Vermijd oververhitting van de
motor.
Kortstondig accelereren en uw snel-
heid variëren dragen echter wel bij tot
een goed inrijresultaat.
RReemmmmeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
NNiieeuuwwee rreemmmmeenn bbeerreeiikkeenn hhuunn
mmaaxxiimmaallee rreennddeemmeenntt ppaass nnaaddaatt
zzee zziijjnn iinnggeerreeddeenn.. DDee pprreessttaattiieess
vvaann ddee rreemmmmeenn kkaann bbeeppeerrkktt zziijjnn;;
wweeeess dduuss eexxttrraa vvoooorrzziicchhttiigg..
BBeeddiieenn ddee rreemmmmeenn lliicchhtt vvoooorr ddee
eeeerrssttee 4400 ttoott 5500 kkeeeerr rreemmmmeenn..
RRiieemm
Een nieuwe riem vraagt een inrijperi-
ode van 50 km (30 mi).
Tijdens de inrijperiode:
Vermijd fors optrekken en
vertragen.
Vermijd het slepen van een last.
Vermijd rijden op een hoge
kruissnelheid.
88
BBAASSIISSPPRROOCCEEDDUURREESS
DDee mmoottoorr ssttaarrtteenn
Duw op het rempedaal.
Steek de sleutel in het contactslot en
draai deze naar stand ON.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als de schakelhendel niet in stand
PARK (P) of NEUTRAL (N) staat,
moet het rempedaal worden ingedrukt
zodat de motor start.
Draai de sleutel in de startstand en
houd vast tot de motor start.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Druk het gaspedaal niet in. Als het
gaspedaal voor meer dan 50% wordt
ingedrukt, zal de motor niet starten.
Laat de motorstartpositie onmiddellijk
los zodra de motor is gestart.
MMEERRKK OOPP
AAllss ddee mmoottoorr nnaa eeeenn ppaaaarr sseeccoonn--
ddeenn nniieett ssttaarrtt,, hhoouudd ddaann ddee mmoottoorr--
ssttaarrttppoossiittiiee nniieett llaannggeerr ddaann 1100
sseeccoonnddeenn vvaasstt.. RRaaaaddpplleeeegg
OOppllooss--
sseenn vvaann pprroobblleemmeenn
..
GGeebbrruuiikk ddee sscchhaakkeellhheennddeell
Druk op de remmen en schakel naar
de gewenste versnelling.
Los de remmen.
MMEERRKK OOPP
SSttoopp hheett vvooeerrttuuiigg ttiijjddeennss hheett sscchhaa--
kkeelleenn aallttiijjdd hheelleemmaaaall eenn ddrruukk oopp
ddee rreemmmmeenn,, vvoooorrddaatt uu sscchhaakkeelltt..
AAllss uu ddiitt nniieett ddooeett,, kkaann ddiitt ddee vveerr--
ssnneelllliinnggssbbaakk bbeesscchhaaddiiggeenn..
HHeett jjuuiissttee bbeerreeiikk kkiieezzeenn ((llaaaagg
ooff hhoooogg))
Het is belangrijk situaties te beperken
waarvan bekend is dat hierbij de aan-
drijfriem veel slipt. De belangrijkste
oorzaak voor het slippen van de
aandrijfriem is een hoog toerental in
de versnellingsbak, terwijl er een laag
toerental zou moeten zijn.
Let goed op het volgende:
LLaaaagg ttooeerreennttaall
Een laag toerental moet worden ge-
bruikt bij±
– Trekken
– Duwen
Een lading vervoeren
– 4x4-toepassingen
– Modderplekken
– Watergaten
Hindernissen nemen
Een aanhangwagen op rijden
Bergop rijden
Het wordt tevens aanbevolen een
laag toerental te gebruiken als langere
tijd langzamer dan 24 km/h
(15 MPH) wordt gereden.
Zie
Inrijperiode
voor informatie over
de inrijperiode van de aandrijfriem.
HHoooogg ttooeerreennttaall
Hoog is het standaardrijbereik.
EElleekkttrroonniisscchhee
aaaannddrriijjffrriieemmbbeesscchheerrmmiinngg ((iinnddiieenn
oopp uuww mmooddeell bbeesscchhiikkbbaaaarr eenn
iinnggeesscchhaakkeelldd))
Bij sommige voertuigen is de elektro-
nische aandrijfriembeveiliging
ingeschakeld.
Neem contact op met uw erkende off--
road-dealer van Can-Am voor be-
schikbaarheid en mogelijk de
activering.
De functie wordt actief bij het rijden
met lage snelheid bij hhoooogg ttooeerreennttaall,
zoals in de volgende situaties:
– Trekken
– Duwen
Een lading vervoeren
– 4x4-toepassingen
– Modderplekken
– Watergaten
89
Hindernissen nemen
Een aanhangwagen op rijden
Bergop rijden
In de bovenvermelde situaties helpt
de elektronische aandrijfriembe-
scherming de CVT-riem te bescher-
men tegen schade door het
inschakelen van de motorkoppelbe-
perker. Op de meter wordt tevens de
melding LAGE VERSNELLING weer-
gegeven, wat de bediener vraagt het
voertuig stil te zetten en in LAGE
VERSNELLING te zetten.
AAllss ddee eelleekkttrroonniisscchhee aaaannddrriijjffrriieemm--
bbeesscchheerrmmiinngg iinnggeesscchhaakkeelldd iiss,,
MMOOEETT uu nnaaaarr hheett LLAAGGEE bbeerreeiikk
sscchhaakkeelleenn. Raadpleeg
Gebruik de
schakelhendel
.
DDee mmoottoorr uuiittzzeetttteenn eenn hheett
vvooeerrttuuiigg ppaarrkkeerreenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrmmiijjdd ppaarrkkeerreenn oopp eeeenn sstteeiillee
hheelllliinngg.. HHeett vvooeerrttuuiigg kkaann
wweeggrroolllleenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOmm ttee vveerrmmiijjddeenn ddaatt hheett vvooeerrttuuiigg
wweeggrroolltt,, ggeebbrruuiikktt uu ddee PPAARR--
KKEEEERR--ssttaanndd aallttiijjdd wwaannnneeeerr hheett
vvooeerrttuuiigg ggeessttoopptt iiss ooff ggeeppaarrkkeeeerrdd
ssttaaaatt..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrmmiijjdd ppaarrkkeerreenn oopp ppllaaaattsseenn
wwaaaarr ddee hheettee oonnddeerrddeelleenn bbrraanndd
kkuunnnneenn vveerroooorrzzaakkeenn..
Zet de schakelhendel altijd in de par-
keerstand als u gestopt bent of gepar-
keerd staat. Dit is vooral belangrijk
wanneer u op een helling parkeert. Op
erg steile hellingen of als het voertuig
geladen is, moeten de wielen worden
geblokkeerd met stenen of bakstenen.
Kies het vlakste terrein om het voer-
tuig te parkeren.
Laat het gaspedaal los en gebruik de
remmen om het voertuig volledig te
stoppen.
Zet de schakelhendel in de
PARKEER-stand.
Schakel de contactschakelaar op UIT.
Trek de sleutel uit het contactslot.
TTiippss vvoooorr hheett mmaaxxiimmaalliisseerreenn
vvaann ddee lleevveennssdduuuurr vvaann ddee
aaaannddrriijjffrriieemm
Rijstijl en -omstandigheden hebben
een directe invloed op de levensduur
van de aandrijfriem. Uw voertuig heeft
een CVT-systeemontwerp dat voor de
beste prestaties geoptimaliseerd is.
De CVT en de aandrijfriem hebben
met succes duizenden kilometers aan
duurzaamheidstests doorstaan. Voor
het maximaliseren van de levensduur
van de aandrijfriem en het voorkomen
van voortijdige storingen is het echter
belangrijk dat de rijder de beperkingen
van een riemaangedreven CVT-sys-
teem begrijpt en de rijstijl en -snelheid
hieraan aanpast.
Als u onder een van de onderstaande
omstandigheden rijdt, wordt het door
BRP sterk aanbevolen gedurende
meer dan vijf (5) minuten vol gas te
geven (WOT).
Hoge omgevingstemperatuur (bo-
ven 30 °C (86 °F)
Zware belading: Passagiers / Zwa-
re bagage
Zware weerstand: Zacht zand /
Heuvelop / Modder / Gebruik
rupsbandsysteem.
Na een paar minuten vol gas, laat u
het gas los en laat u de CVT afkoelen.
Zie
Het juiste bereik kiezen (laag of
hoog)
voor meer tips voor het maxi-
maliseren van de levensduur van de
aandrijfriem.
BASISPROCEDURES
90
SSPPEECCIIAALLEE PPRROOCCEEDDUURREESS
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Componentdefecten die hierdoor wor-
den veroorzaakt, worden niet gedekt
door de garantie.
VVeerrddrroonnkkeenn mmoottoorr
Als de motor niet start en teveel
brandstof bevat, kan de modus ver-
dronken worden geactiveerd om de
brandstofinjectie te verhinderen en de
ontsteking te onderdrukken tijdens het
starten. Ga dan als volgt te werk:
1. Zet de schakelhendel in de
parkeerstand.
2. Draai het contact op AAN.
3. Druk het gaspedaal volledig in en
HOUD het ingedrukt.
4. Draai de sleutel in de startstand en
houd 10 seconden vast.
5. Trek de sleutel uit het contactslot.
6. Laat het gashendel volledig los.
7. Zet het contact weer op start om
starten mogelijk te maken.
Als dit niet lukt:
1. Verwijder de bougies. Zie
Bougies
in het hoofdstuk
Onderhoudsprocedures
.
2. Start de motor herhaaldelijk.
3. Installeer nieuwe bougies indien
mogelijk of reinig en droog de
bougies.
Als de motor niet start, neemt u con-
tact op met een een erkende Can-Am
Off-Road dealer, reparatiebedrijf of ie-
mand anders van uw keuze voor on-
derhoud, reparatie of vervanging.
Raadpleeg de
emissiegerelateerde
garantie van US EPA
in deze handlei-
ding voor informatie over
garantieclaims.
WWaatt aallss uu vveerrmmooeeddtt ddaatt eerr
wwaatteerr iinn ddee CCVVTT zziitt??
Als er water in de CVT zit, zal de mo-
tor versnellen, maar blijft het voertuig
stilstaan.
MMEERRKK OOPP
SSttoopp ddee mmoottoorr eenn vveerrwwiijjddeerr hheett
wwaatteerr oomm sscchhaaddee aaaann ddee CCVVTT ttee
vveerrmmiijjddeenn..
TTYYPPIISSCCHH -- LLIINNKKSS VVAANN HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG
OONNDDEERR DDEE LLAAAADDBBAAKK
1. CVT-tap
Raadpleeg een erkende Can-Am-dea-
ler, reparatieplaats of persoon van uw
keuze om de CVT te laten controleren
en reinigen.
WWaatt aallss ddee bbaatttteerriijj lleeeegg iiss??
U kunt het voertuig starten met de
startkabels. Sluit de RODE (+) kabel
aan op de positieve pool en de
ZWARTE (-) kabel op het chassis van
het voertuig.
MMEERRKK OOPP
KKooppppeell ggeeeenn eelleekkttrriicciitteeiittssbbrroonn aaaann
hheett wwiieell ooff aaaann oonnddeerrddeelleenn ddiiee ggee--
kkooppppeelldd zziijjnn aaaann DDPPSS..
WWaatt ttee ddooeenn aallss hheett vvooeerrttuuiigg
iiss ggeekkaanntteelldd??
Het voertuig kan kantelen tijdens ab-
rupte manoeuvres, schuin een helling
op- of afrijden of een ongeval.
Als het voertuig is gekanteld, moet het
zo snel mogelijk naar een erkende of-
f-road-dealer van Can-Am worden ge-
bracht voor inspectie. SSTTAARRTT DDEE
MMOOTTOORR NNOOOOIITT!!
Punten die gecontroleerd moeten wor-
den zijn onder andere:
91
Alle vloeistofniveaus
Veiligheidsgordels, waaronder op-
rolmechanismen, gespen en
vergrendelknoppen
Kooi en zijn bevestigingspunten
– Stuursysteem
Ophanging en zijn
bevestigingspunten.
WWaatt aallss hheett vvooeerrttuuiigg
oonnddeerrggeeddoommppeelldd wweerrdd??
Als het voertuig ondergedompeld is
geweest, moet het zo snel mogelijk
naar een erkende off-road-dealer van
Can-Am worden gebracht.
MMEERRKK OOPP
SSttaarrtt ddee mmoottoorr vvaann eeeenn oonnddeerrggee--
ddoommppeelldd vvooeerrttuuiigg nnooooiitt.. DDee mmoottoorr
kkaann eerrnnssttiiggee sscchhaaddee ooppllooppeenn aallss
hheett vvooeerrttuuiigg nniieett oopp ddee jjuuiissttee mmaa--
nniieerr wwoorrddtt hheerrssttaarrtt..
SPECIALE PROCEDURES
92
UUWW RRIITT AAAANNPPAASSSSEENN
RRiicchhttlliijjnneenn vvoooorr hheett aaffsstteelllleenn
vvaann ddee oopphhaannggiinngg
Het rijgedrag en comfort van uw voer-
tuig zijn afhankelijk van de afregeling
van de ophanging.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee aaffsstteelllliinngg vvaann ddee oopphhaannggiinngg
kkaann ddee bbeessttuuuurrbbaaaarrhheeiidd vvaann hheett
vvooeerrttuuiigg bbeeïïnnvvllooeeddeenn.. NNeeeemm
sstteeeeddss ddee ttiijjdd oomm vveerrttrroouuwwdd ttee rraa--
kkeenn mmeett hheett rriijjggeeddrraagg vvaann hheett
vvooeerrttuuiigg nnaaddaatt ddee oopphhaannggiinngg iiss
aaffggeesstteelldd..
De ophanging kan worden afgesteld
in functie van de lading van het voer-
tuig, persoonlijke voorkeuren, rijsnel-
heid en staat van het terrein.
Om de ophanging af te regelen ver-
trekt u het best van de fabrieksinstel-
lingen en past vervolgens iedere
afregeling individueel aan.
De afregelingen vooraan en achter-
aan hangen onderling samen. Na de
afregeling van de voorschokdempers
kan het bijvoorbeeld nodig zijn de ach-
terschokdempers opnieuw af te
regelen.
Maak een proefrit met het voertuig in
dezelfde omstandigheden; terrein,
snelheid, lading enz. Wijzig één afstel-
ling en test opnieuw. Ga systematisch
te werk tot u tevreden bent.
FFaabbrriieekkssiinnsstteelllliinnggeenn
oopphhaannggiinngg
Fabrieksinstellingen zijn geschikt voor
bijna alle omstandigheden.
Houd er rekening mee dat verhoging
van de bodemvrijheid van invloed kan
zijn op het rijgedrag van het voertuig.
VVoooorrwwiieelloopphhaannggiinngg
VVeeeerrvvoooorrbbeellaassttiinngg
Positie regelnok 1 (zacht)
AAcchhtteerrwwiieelloopphhaannggiinngg
VVeeeerrvvoooorrbbeellaassttiinngg
Positie regelnok 1 (zacht)
OOpphhaannggiinngg aaffsstteelllleenn
AAffrreeggeelliinngg vveeeerrvvoooorrbbeellaassttiinngg
Hieronder vindt u richtlijnen voor een
nauwkeurige afregeling van de ophan-
ging. Gebruik het veringsafstelgereed-
schap in de meegeleverde
gereedschapsset.
De veervoorbelasting heeft invloed op
de ruimte tussen voertuig en grond.
Verkort de veer voor een hardere rit of
wanneer u een aanhangwagen trekt.
93
Verleng de veer voor een zachtere rit
en vlotte rijomstandigheden.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Fabrieksinstellingen zijn geschikt voor
bijna alle omstandigheden. Houd er
rekening mee dat verhoging van de
bodemvrijheid van invloed kan zijn op
het rijgedrag van het voertuig.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee lliinnkkeerr-- eenn rreecchhtteerrrreeggeellnnookkkkeenn
vvaann ddee sscchhookkddeemmppeerr mmooeetteenn aallttiijjdd
iinn ddeezzeellffddee ssttaanndd wwoorrddeenn
iinnggeesstteelldd..
PPaass nnooooiitt éééénn eennkkeellee sscchhookkddeemm--
ppeerr aaaann..
DDoooorr eeeenn oonnggeelliijjkkmmaattiiggee aaffrreeggee--
lliinngg wwoorrddtt hheett vvooeerrttuuiigg mmooeeiilliijjkk bbee--
ssttuuuurrbbaaaarr eenn iinnssttaabbiieell,, wwaatt ttoott eeeenn
oonnggeelluukk kkaann lleeiiddeenn..
Hef het voertuig op om de veervoor-
belasting af te regelen.
Pas deze aan door de regelnok te
draaien.
1. Draai aan de regelnok
2. Zachtere afstelling
3. Stevige afstelling
DDPPSS--ffuunnccttiiee
Dynamic Power Steering (DPS) levert
een computergeregelde, variabele
versterking die wordt opgewekt door
een elektrische motor die de stuur-
kracht die van de bestuurder wordt
gevergd optimaliseert.
UW RIT AANPASSEN
94
VVOOEERRTTUUIIGG TTRRAANNSSPPOORRTTEERREENN
Wanneer u een sleep- of transportdienst contacteert, vraag dan zeker of ze een
aanhangwagen met een vlak laadbed, een laadplatform of een verstelbare laad-
brug hebben om het voertuig veilig op te tillen en spanbanden om het vast te ma-
ken. Zorg ervoor dat het voertuig correct wordt getransporteerd volgens de
instructies in dit hoofdstuk.
MMEERRKK OOPP
SSlleeeepp ddiitt vvooeerrttuuiigg nniieett.. SSlleeppeenn kkaann ddee aaaannddrriijjvviinngg vvaann hheett vvooeerrttuuiigg eerrnnssttiigg
bbeesscchhaaddiiggeenn..
MMEERRKK OOPP
VVeerrmmiijjdd kkeettttiinnggeenn oomm hheett vvooeerrttuuiigg mmeeee vvaasstt ttee bbiinnddeenn —— ddiiee kkuunnnneenn ddee
llaakkllaaaagg ooff ddee ppllaassttiicc ccoommppoonneenntteenn bbeesscchhaaddiiggeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOmm eerrnnssttiigg ooff ddooddeelliijjkk lleettsseell ooff sscchhaaddee aaaann bbeellaannggrriijjkkee oonnddeerrddeelleenn ttee
vvoooorrkkoommeenn..
GGeebbrruuiikk ddee kkaabbeell vvaann ddee lliieerr nnooooiitt oomm eeeenn vvooeerrttuuiigg bbiijj hheett vveerrvvooeerr vvaasstt
ttee zzeetttteenn..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddee kkaabbeell vvaann ddee lliieerr bbeevveessttiiggdd aaaann eeeenn llaaddiinngg ooff eeeenn aann--
ddeerr vvooeerrttuuiigg..
GGeebbrruuiikk ddee lliieerr aalllleeeenn oomm eeeenn vvaassttggeellooppeenn vvooeerrttuuiigg ((ssnneeeeuuww,, mmooddddeerr
eennzz..)) llooss ttee ttrreekkkkeenn..
ZZiiee aallttiijjdd ddee iinnssttrruuccttiiee vvaann ddee lliieerrffaabbrriikkaanntt aallvvoorreennss llaaddiinnggeenn ttee
ttrreekkkkeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg ddaatt aacccceessssooiirreess,, llaaddiinngg eenn lloossssee vvoooorrwweerrppeenn iinn hheett vvooeerrttuuiigg ggooeedd
vvaassttzziitttteenn,, ooff vveerrwwiijjddeerr zzee oomm ttee vvoooorrkkoommeenn ddaatt zzee oopp ddee wweegg vvaalllleenn eenn
eeeenn ggeevvaaaarr vvoorrmmeenn vvoooorr aacchhtteerrooppkkoommeennddee vvooeerrttuuiiggeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
TTrraannssppoorrtteeeerr hheett vvooeerrttuuiigg aallttiijjdd mmeett hheett vvooeerrttuuiigg nnaaaarr vvoorreenn oomm sscchhaaddee
aaaann hheett wwiinnddsssscchheerrmm ooff aannddeerree ccoommppoonneenntteenn ttee vvoooorrkkoommeenn.. TTiijjddeennss hheett
ttrraannssppoorrtt kkuunnnneenn oonnddeerrddeelleenn lloossrraakkeenn..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg vvoooorrddaatt hheett vvooeerrttuuiigg oopp eeeenn llaaaaddppllaattffoorrmm ooff aaaannhhaannggwwaaggeenn wwoorrddtt
bbeevveessttiiggdd ddaatt uu ddee vvoollggeennddee vveeiilliigghheeiiddssvvoooorrsscchhrriifftteenn iinn aacchhtt nneeeemmtt..
95
VVeeiilliigghheeiiddssvvoooorrsscchhrriifftteenn
Transportuitrusting
De transportuitrusting (laadplatform,
aanhangwagen of dieplader) moet over de
juiste afmetingen en het juiste laadvermogen
beschikken om het voertuig veilig te kunnen
ondersteunen en transporteren.
Transportvoertuig
Zorg dat de trekcapaciteit en specificaties van
het transportvoertuig niet overschreden
worden. Zorg ervoor dat de aanhangwagen of
het laadplatform goed aan de trekhaak van het
transportvoertuig wordt bevestigd.
Zichtbaarheid Zorg ervoor dat u gedurende de hele
manoeuvre goed zicht heeft.
Terrein
Het transportvoertuig en de aanhangwagen
moeten op een vlakke ondergrond staan.
Gebruik wielblokken bij de aanhangwagen en
het transportvoertuig om te voorkomen dat
deze in beweging komen.
Oprijplaten
Gebruik oprijplaten met een geschikte
belastingscapaciteit en zet de oprijplaten vast
aan de aanhangwagen op het laadplatform.
Vermijd het gebruik van steile oprijplaten.
Omstanders Zorg er altijd voor dat er zich tijdens het
oprijden geen omstanders in de buurt van het
voertuig of de transportuitrusting bevinden.
Accessoires en lading
Zorg dat accessoires, lading en losse
voorwerpen in het voertuig goed vastzitten, of
verwijder ze om te voorkomen dat ze op de weg
vallen en een gevaar vormen voor
achteropkomende voertuigen.
KKrraacchhtt vvaann hheett vvooeerrttuuiigg bbeennuutttteenn oomm sslleeeeppmmaatteerriieeeell oopp ttee
rriijjddeenn
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg oopp eeiiggeenn vveerrmmooggeenn kkaann oopprriijjddeenn,, ggaaaatt uu aallss vvoollggtt ttee wweerrkk::
1. Draag geschikte beschermende kleding.
2. Veiligheidsgordel vastmaken.
3. Gebruik uitsluitend een lage versnelling (indien hermee uitgerust).
4. Gebruik de optie 4WD (of 6WD) indien het voertuig hierover beschikt.
5. Blijf tijdens het rijden altijd zitten.
6. Zorg voor een goede uitlijning op de rails of het laadplatform.
7. Zorg voordat u begint voor voldoende afstand tot de aanhangwagen om het
voertuig in een rechte lijn uit te lijnen met de oprijplaten. Probeer nooit te
draaien terwijl u de oprijplaten nadert. De achterwielen zijn dan mogelijk niet
VOERTUIG TRANSPORTEREN
96
meer uitgelijnd wanneer u de oprijplaten bereikt en het voertuig kan dan
vallen.
8. Rijd de voorwielen langzaam de oprijplaten op om de uitlijning te controleren.
9. Laat het voertuig achteruitrollen, controleer of de oprijplaten nog goed vastzit-
ten en rijd vervolgens met gepaste snelheid verder.
10.Rijd het voertuig voorzichtig het laadplatform of de aanhangwagen op. Ge-
bruik tijdens het oprijden voldoende snelheid zonder de wielen te laten door-
slippen of abrupt te versnellen. Vermijd versnellen op de oprijplaten om
beweging van de oprijplaten te voorkomen.
11.Als de aanhangwagen naar voren toe afloopt, laat het voertuig dan vooruitrol-
len zonder te versnellen.
12.Zorg nadat het voertuig op de juiste plaats staat dat de schakelhendel van
het voertuig in de parkeerstand (P) wordt gezet. Schakel het parkeerremme-
chanisme in (indien hiermee uitgerust).
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg nniieett oopp eeiiggeenn vveerrmmooggeenn kkaann rriijjddeenn,, ttee vveerr ddoooorrsscchhiieetteenn
eeeenn rriissiiccoo vvoorrmmtt ooff ggeevvaaaarrlliijjkkee oommssttaannddiigghheeddeenn hheett oopprriijjddeenn oopp eeiiggeenn
vveerrmmooggeenn oonnmmooggeelliijjkk mmaakkeenn,, ggaa ddaann vveerrddeerr mmeett bbeehhuullpp vvaann eeeenn lliieerr..
VVooeerrttuuiigg mmeett bbeehhuullpp vvaann lliieerr oopp sslleeeeppmmaatteerriieeeell ttrreekkkkeenn
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg nniieett oopp eeiiggeenn vveerrmmooggeenn kkaann oopprriijjddeenn,, ggaaaatt uu aallss vvoollggtt ttee
wweerrkk::
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RRooeepp ddee hhuullpp vvaann eeeenn aassssiisstteenntt iinn.. EEeenn ppeerrssoooonn mmooeett oopp hheett vvooeerrttuuiigg zziitt--
tteenn mmeett ssttuuuurr,, rreemmmmeenn eenn lliieerrsscchhaakkeellaaaarr bbiinnnneenn hhaannddbbeerreeiikk,, tteerrwwiijjll ddee aann--
ddeerree ppeerrssoooonn ddee oommggeevviinngg eenn ddee vveeiilliigghheeiidd vvaann ddee mmaannooeeuuvvrree
ccoonnttrroolleeeerrtt..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg ddaatt ddee lliieerrhhaaaakk vveeiilliigg aaaann eeeenn ggeesscchhiikktt vveerraannkkeerriinnggssppuunntt bbeevveessttiiggdd
wwoorrddtt.. GGeebbrruuiikk ggeesscchhiikkttee uuiittrruussttiinngg..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Laat de motor, indien het voertuig veilig kan worden gestart, stationair draaien
om te voorkomen dat de accu leegraakt.
1. Zet de schakelhendel op NEUTRAL (N).
2. Als het voertuig uitgerust is met een lier, gebruikt u de lier om het voertuig op
het platform te rollen.
3. Ga als volgt te werk als het voertuig niet is uitgerust met een lier:
1. Bevestig een band rondom het anker aan de voorbumper.
2. Maak de band vast aan de lierkabel van het sleepvoertuig.
3. Trek het voertuig met de lier op de aanhangwagen.
4. Zet de schakelhendel in de parkeerstand (P). Schakel het parkeerremmecha-
nisme in (indien hiermee uitgerust).
VOERTUIG TRANSPORTEREN
97
VVooeerrttuuiigg vvaassttzzeetttteenn vvoooorr ttrraannssppoorrtt
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOmm eerrnnssttiigg ooff ddooddeelliijjkk lleettsseell ooff sscchhaaddee aaaann bbeellaannggrriijjkkee oonnddeerrddeelleenn ttee
vvoooorrkkoommeenn..
GGeebbrruuiikk ddee kkaabbeell vvaann ddee lliieerr nnooooiitt oomm eeeenn vvooeerrttuuiigg bbiijj hheett vveerrvvooeerr vvaasstt
ttee zzeetttteenn..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett ddee kkaabbeell vvaann ddee lliieerr bbeevveessttiiggdd aaaann eeeenn llaaddiinngg ooff eeeenn aann--
ddeerr vvooeerrttuuiigg..
GGeebbrruuiikk ddee lliieerr aalllleeeenn oomm eeeenn vvaassttggeellooppeenn vvooeerrttuuiigg ((ssnneeeeuuww,, mmooddddeerr
eennzz..)) llooss ttee ttrreekkkkeenn..
ZZiiee aallttiijjdd ddee iinnssttrruuccttiiee vvaann ddee lliieerrffaabbrriikkaanntt aallvvoorreennss llaaddiinnggeenn ttee
ttrreekkkkeenn..
1. Verwijder de sleutel van het voertuig.
2. Maak het voertuig aan de achterkant aan beide zijden vast door een band
aan te brengen rondom de draagarm van de ophanging, zo dicht mogelijk bij
het wiel.
3. Maak het voertuig aan de voorkant aan beide zijden vast door een band aan
te brengen rondom de bovenste wieldraagarm, zo dicht mogelijk bij het wiel
en uit de buurt van de remslang.
1. Bovenste wieldraagarm voorzijde
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt ddee rreemmssllaanngg zziicchh uuiitt ddee bbuuuurrtt vvaann ddee bbaanndd bbeevviinnddtt..
EEeenn bbeekknneellddee rreemmssllaanngg kkaann hheett rreemmvveerrmmooggeenn vvaann hheett vvooeerrttuuiigg
vveerrmmiinnddeerreenn..
4. Maak de banden vast met hiertoe voorziene spanbanden voor slepen.
5. Maak de achterophanging met de ratels van de spanbanden stevig vast aan
beide zijden aan de achterkant van de aanhangwagen.
VOERTUIG TRANSPORTEREN
98
6. Zorg ervoor dat de voor- en achterwielen stevig bevestigd zijn op de
oplegger.
VVooeerrttuuiigg vvaann aaaannhhaannggwwaaggeenn hhaalleenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
TTiijjddeennss hheett ttrraannssppoorrtt kkaann hheett vvooeerrttuuiigg vveerrsscchhooeevveenn zziijjnn.. CCoonnttrroolleeeerr ddaatt
hheett vvooeerrttuuiigg ggooeedd mmeett ddee oopprriijjppllaatteenn uuiittggeelliijjnndd iiss vvoooorrddaatt uu vveerrddeerr ggaaaatt..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHeett zziicchhtt wwoorrddtt aaaannzziieennlliijjkk bbeeppeerrkktt wwaannnneeeerr uu ddee aaaannhhaannggwwaaggeenn aaffrriijjddtt..
RRooeepp ddee hhuullpp vvaann eeeenn aassssiisstteenntt iinn oomm oopp eeeenn ggooeeddee uuiittlliijjnniinngg eenn eeeenn vveeii--
lliiggee oommggeevviinngg ttee ccoonnttrroolleerreenn..
VOERTUIG TRANSPORTEREN
99
HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG OOPPHHEEFFFFEENN EENN OONNDDEERRSSTTEEUUNNEENN
VVoooorrzziijjddee vvooeerrttuuiigg
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond die niet glad is.
2. Zorg ervoor dat de schakelhendel
van het voertuig in de PARKEER--
stand staat.
3. Plaats een hydraulische krik onder
de voorste beschermplaat.
4. Hef de voorzijde van het voertuig
op en plaats een krik aan elke zijde
onder het frame.
1. Voorzijde voertuig
2. Frame
5. Breng de hydraulische lift naar om-
laag en zorg ervoor dat het voer-
tuig veilig wordt ondersteund door
beide krikken.
AAcchhtteerrkkaanntt vvooeerrttuuiigg
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond die niet glad is.
2. Activeer de 4-wielaandrijving
(4WD).
3. Zorg ervoor dat de schakelhendel
van het voertuig in de PARKEER--
stand staat.
4. Plaats een hydraulische krik onder
de beschermplaat.
5. Hef de achterzijde van het voertuig
op en plaats een krik aan elke zijde
voor het achterwiel.
1. Hefpunt onder beschermplaat
2. Deel van het frame waaronder krikken kun-
nen worden geplaatst
6. Breng de hydraulische lift naar om-
laag en zorg ervoor dat het voer-
tuig veilig wordt ondersteund door
beide krikken.
100
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
HET VOERTUIG OPHEFFEN EN ONDERSTEUNEN
101
OONNDDEERRHHOOUUDD
102
OONNDDEERRHHOOUUDDSSSSCCHHEEMMAA
Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende
staat te houden. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het
onderhoudsschema.
De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud. Garantie-
claims kunnen onder andere worden afgewezen als de eigenaar of bestuurder
door verkeerd onderhoud of gebruik het probleem heeft veroorzaakt.
Voer periodieke controles uit en volg het onderhoudsschema. OOookk aallss uu hheett oonn--
ddeerrhhoouuddsssscchheemmaa vvoollggtt mmooeett uu sstteeeeddss ddee iinnssppeeccttiiee vvoooorr hheett vveerrttrreekk
uuiittvvooeerreenn.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
AAllss hheett vvooeerrttuuiigg nniieett bbeehhoooorrlliijjkk vvoollggeennss hheett oonnddeerrhhoouuddsspprrooggrraammmmaa eenn ddee
oonnddeerrhhoouuddsspprroocceedduurreess wwoorrddtt oonnddeerrhhoouuddeenn kkaann ddaatt rriijjddeenn oopp hheett vvooeerrttuuiigg
oonnvveeiilliigg mmaakkeenn..
EEPPAA--rreeggeellggeevviinngg -- VVooeerrttuuiiggeenn vvoooorr CCaannaaddaa eenn VV..SS..
EEeenn rreeppaarraattiieebbeeddrriijjff ooff iieemmaanndd nnaaaarr kkeeuuzzee vvaann ddee eeiiggeennaaaarr kkaann emissiebe-
perkingsapparatuur en -systemen onderhouden, vervangen of repareren. Voor
deze aanwijzingen zijn geen onderdelen of service van BRP of erkende of-
f-road-dealers van Can-Am vereist.
Hoewel een erkende Can-Am Off-Road dealer diepgaande technische kennis en
gereedschap voor het onderhoud aan uw voertuig heeft, is de emissiegerela-
teerde garantie niet afhankelijk van het gebruik van een erkende Off-Road dealer
van Can-Am of een ander bedrijf waar BRP commerciële banden mee heeft.
De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud. Garantie-
claims kunnen onder andere worden afgewezen als de eigenaar of bestuurder
door verkeerd onderhoud of gebruik het probleem heeft veroorzaakt.
Voor emissiegerelateerde garantieclaims beperkt BRP de vaststelling en de re-
paratie van emissiegerelateerde onderdelen tot erkende Can-Am Off-Road dea-
lers. Raadpleeg de
emissiegerelateerde garantie van US EPA
in het hoofdstuk
Garantie
voor informatie.
U moet de aanwijzingen voor de brandstofvereisten in het brandstofgedeelte van
deze handleiding opvolgen. Ook als benzine met meer dan tien volumeprocent
ethanol gemakkelijk verkrijgbaar is, heeft de US EPA een verbod voor het ge-
bruik van benzine met meer dan 10 volumeprocent ethanol uitgevaardigd, dat op
dit vaartuig van toepassing is. Het gebruik van benzine met dan 10 volumepro-
cent ethanol in deze motor kan het emissiebeperkingssysteem beschadigen.
AAaannwwiijjzziinnggeenn vvoooorr oonnddeerrhhoouudd vvaann ddee lluucchhttffiilltteerr
Het onderhoud van de luchtfilter moet aangepast zijn aan de rijomstandigheden.
Laat het onderhoud aan het luchtfilter regelmatiger verrichten bij rijden op snee-
uw, droog zand, vuil terrein, gravel of een soortgelijke ondergrond met veel stof-
of deeltjesverplaatsing.
103
Als u in deze omstandigheden in een groep rijdt, moet u de onderhoudsfrequen-
tie van het luchtfilter verder opvoeren.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Accessoirefilters en pre-filter zijn verkrijgbaar voor dergelijke omstandigheden.
Neem voor informatie contact op met een erkende Can-Am Off-Road dealer.
ZZwwaaaarr wweerrkk
Raadpleeg het hoofdstuk
Zwaar werk
van het onderhoudsschema als uw voer-
tuig in de volgende omstandigheden wordt gebruikt.
Het herhaaldelijk vervoeren van ladingen met meer dan 75% van de
maximumcapaciteit.
De hogere belasting van het aandrijfsysteem versnelt de levensduur van
de differentiëlen, versnellingsbak/transmissie en motorolie. Dit vermindert
de levensduur van de interne onderdelen als deze niet vaker worden
vervangen.
Rijden met buitensporig hoge snelheid gedurende langere tijd.
Meer dan gemiddeld beroepsmatig of commercieel gebruik vereist frequentere
vervanging van vloeistoffen en slijtageonderdelen dan offroad, recreatief of occa-
sioneel beroepsmatig gebruik.
EExxttrreemmee kkoouuddee
Een motor die veelvuldig in een omgevingstemperatuur van -25°C (-13°F) of la-
ger wordt gebruikt, zal een intensiever service- en onderhoudsschema vereisen.
Elke verbrandingsmotor die bij deze lage omgevingstemperatuur werkt, zal bij
elke start/opwarming een grotere hoeveelheid condens opnemen.
Aangezien de motor gedurende langere tijd geen bedrijfstemperatuur bereikt, be-
gint de olie sterk verdund te raken met water en gasresten (hoger watergehalte).
Een motor moet op bedrijfstemperatuur komen om condensaat uit de olie te kun-
nen verdampen.
Bij dagelijks gebruik (werk- of vrijetijdsrit) zoals hieronder vermeld, raadt BRP
sterk aan de olie minstens één keer per maand te verversen.
Parameters van een hoger service- en onderhoudsschema:
Motor bereikt niet de juiste bedrijfstemperatuur bij normaal dagelijks gebruik
Meervoudig starten en stoppen zonder bedrijfstemperatuur te bereiken
Korte stationaire perioden
Rijcyclus met laag toerental bij korte afstanden zonder bedrijfstemperatuur te
bereiken.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
BRP raadt ten zeerste aan een blokverwarming te installeren om de vloeistoffen
op te warmen; dit zal ook helpen de levensduur van de olie te verlengen.
ONDERHOUDSSCHEMA
104
GGeebbrruuiikk iinn ddiieeppee mmooddddeerr//ddiieepp wwaatteerr
Of uw voertuig nu een X mr model is of werd uitgerust voor gebruik in diepe mod-
der/diep water, dit soort gebruik vereist frequenter onderhoud en inspecties om
ervoor te zorgen dat vuil niet in de mechanische onderdelen is
binnengedrongen.
Raadpleeg het hoofdstuk
DDiieeppee mmooddddeerr//ddiieepp wwaatteerr
van het onderhoudssche-
ma als u regelmatig in diepe modder/diep water rijdt.
Volg na iedere rit de punten in
VVooeerr oonnddeerrhhoouudd uuiitt nnaa ggeebbrruuiikk iinn ddiieeppee mmoodd--
ddeerr//ddiieepp wwaatteerr
.
VVooeerr oonnddeerrhhoouudd uuiitt nnaa ggeebbrruuiikk iinn ddiieeppee mmooddddeerr//ddiieepp wwaatteerr
Spoel het voertuig en de onderdelen af met vers water.
Reinig de CVT-luchtfilters.
Tap het CVT-compartiment af en reinig als er water of modder wordt
geconstateerd.
Inspecteer en reinig de motorluchtfilters en de behuizing hiervan.
Maak de radiator schoon.
Inspecteer visueel op accumulatie van water in de luchtslangen (brandstof-
tank, versnellingsbak, voordifferentieel en achteraandrijving). Breng, indien er
water aanwezig is, het voertuig naar uw dichtstbijzijnde, erkende Can-Am of-
f-road dealer voor inspectie en onderhoud van de belangrijke onderdelen met
betrekking tot de ontluchtingen.
Reinig de voor- en achterschokdempers om schade aan de afdichtingen door
stof en vuil te voorkomen.
Reinig de aandrijfasbalgen en de cardanasgaffels of -stofhoezen.
OOnnddeerrhhoouuddsssscchheemmaa
Zorg ervoor dat u het juiste onderhoud op de aanbevolen momenten uitvoert,
zoals in de tabellen is aangegeven.
De intervallen in het onderhoudsschema zijn gebaseerd op 3 factoren:
– Kalendertijd
– Bedrijfsuren
– Kilometerstand.
Houd in het oog wat zich het eerst voordoet om de onderhoudsdrempel vast te
stellen.
Uw rijgewoonten bepalen de factoren waar u zich aan moet houden.
Bijvoorbeeld:
Iemand die om het weekend met vrienden een trailrit gaat maken met het
voertuig zal waarschijnlijk de onderhoudsinterval bepalen aan de hand van
de kkiilloommeetteerrssttaanndd.
Iemand die het voertuig slechts enkele keren per jaar gebruikt (jagen, kampe-
ren) zal waarschijnlijk de onderhoudsinterval bepalen aan de hand van de
kkaalleennddeerrttiijjdd.
Iemand die het voertuig dagelijks/wekelijks gedurende lange tijd gebruikt,
ONDERHOUDSSCHEMA
105
zoals landbouw/werk, zal waarschijnlijk de onderhoudsinterval bepalen aan
de hand van de bbeeddrriijjffssuurreenn.
BBEELLAANNGGRRIIJJKK: De onderstaande tabellen tonen de betreffende onderhouds-
toepassing voor de eerste 3 jaar. Herhaal voor de opeenvolgende jaren tevens
hetzelfde patroon.
RReeggeellmmaattiigg oonnddeerrhhoouudd -- OOvveerrzziicchhtt
KKaalleennddeerrjjaa
rreenn VVaaaarrttuuiigguurreenn KKiilloommeetteerrtteelllleerr RReegguulliieerr
ggeebbrruuiikk
1 200 3000 km (1900 mijl) AA
2 400 6000 km (3700 mijl) AA en BB
3 600 9000 km (5600 mijl) AA
AA
OOnnddeerrhhoouudd bbiijj zzwwaaaarr ggeebbrruuiikk eenn iinn mmooddddeerr//wwaatteerr --
OOvveerrzziicchhtt
KKaalleennddeerrjjaa
rreenn VVaaaarrttuuiigguurreenn KKiilloommeetteerrtteelllleerr ZZwwaaaarr ggeebbrruuiikk
eenn ddiieeppee
mmooddddeerr//wwaatteerr
0,5 100 1500 km (900 mijl) AA++
1 200 3000 km (1900 mijl) AA++ en AA
1,5 300 4500 km (2800 mijl) AA++
2 400 6000 km (3700 mijl) AA++ en AA en BB
2,5 500 7500 km (4700 mijl) AA++
3 600 9000 km (5600 mijl) AA++ en AA
ONDERHOUDSSCHEMA
106
RREEGGUULLIIEERR GGEEBBRRUUIIKK AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Lucht- en brandstoflevering
Motorluchtfilter II,, CC of RR
Luchtleveringscomponenten en werking
(airbox, gasklephuis, kanalen, klemmen)* II,, CC
Brandstofonderdelen en werking
(brandstoftankdop, brandstoftank, slangen,
klemmen, lekkages)* IIkk
Brandstofpompdruk IIkk
Carrosserie, chassis en accessoires
Kooibevestigingen TT
Oprolmechanismen, gespen en
vergrendelknoppen van veiligheidsgordels II,, CC
Lier II,, CC
Bouten scharnieren windscherm (indien
aanwezig) TT
Deurvergrendeling, scharnieren en
slotcilinders LL,, TT
Bollager hydraulische cilinder powertilt
laadbed (indien aanwezig) LL
Motor en koeling
Motorolie en filter RR
Klepspeling (ongeacht kalendertijd) II,, AA
(V-twin motoren)
II,, AA
(ééncil. motoren)
Bougies (ongeacht kalendertijd) RR
Motorpakkingen en afdichtingen IIkk
Motorkoelingsonderdelen (gehalte, peil,
toestand slangen, klemmen, lekkages)* II,, AA,,
Motorkoelvloeistof RR
Iedere 5 jaar of 12000 km (7500 mi)
Radiator CC
Uitlaatgas en emissies
Uitlaatonderdelen (pakkingen, leidingen,
toestand demper, lekkages)* II,, CC
ONDERHOUDSSCHEMA
107
RREEGGUULLIIEERR GGEEBBRRUUIIKK AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Ontluchtingsfilter brandstoftank (modellen
zonder EVAP) RR
Voorfilter van de containerontluchtingsleiding
(CARB- en EVAP-modellen) RR
Vonkafleider knalpot CC
Vuil of stof rond de uitlaatpijp en het gebied
rondom de knalpot CC
HVAC
Luchtfilter II,, CC
Componenten verwarming en airconditioning
en werking* II,, CC
Compressorriem airconditioning IIkk
Rem
Remcomponenten en werking (vloeistofpeil,
remblokken, remschijven, remklauwen,
voeringen en hoofdcilinder)* II,, CC,, LL,, AA
Remvloeistof RR
Iedere 2 jaar
Gedrevenheid
Versnellingsbakolie
Vervangen na de eerste 3000 km
(1900 mi) en na 6000 km (3700 mi)en
volg hierna het normale schema
Versnellingsbakolie II,, AA,, RR
Voordifferentieelolie II,, AA,, RR
Olie van de achterwielaandrijving (ééncil.
motor) IIkk RR
Differentieelolie midden/achter (6x6
modellen) II,, AA,, RR
Banden (slijtage, spanning) II,, AA,,
Wielmoeren TT
Beadlockschroeven (indien aanwezig) TT
Aandrijvingscomponenten en functie* IIkk
Bediening
Werking versnellingshendel II,, AA,,
ONDERHOUDSSCHEMA
108
RREEGGUULLIIEERR GGEEBBRRUUIIKK AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Werking van de gashendel IIkk
Continu Variabele Transmissie (CVT)
CVT-componenten en functie* II,, CC,, LL
Schuifschoenen in aangedreven rol (ééncil.
motor) RR
Elektrisch
Accuverbindingen en toestand II,, CC
Modules (foutcodes en betreffende
software-updates) IIkk
Werking bedieningsschakelaars en
verlichting* IIkk
Voertuigsnelheidssensor (VSS) (ééncil.
motor) CC
Besturing
Stuurcomponenten en functie* IIkk
Wielophanging
Wielophangingscomponenten en functie* II,, CC,, LL,, TT
Bussen stabilisatorstang
II,, LL
Aanbevolen bij
elke 1.000 km
(620 mi)
* Raadpleeg de lokale dealer voor een uitgebreide lijst met uit te voeren
onderhoudshandelingen.
ONDERHOUDSSCHEMA
109
ZZWWAAAARR GGEEBBRRUUIIKK AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
110000 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Lucht- en brandstoflevering
Motorluchtfilter II,, CC RR
Luchtleveringscomponenten en
werking (airbox, gasklephuis,
kanalen, klemmen)* II,, CC
Brandstofonderdelen en werking
(brandstoftankdop, brandstoftank,
slangen, klemmen, lekkages)* IIkk
Brandstofpompdruk IIkk
Carrosserie, chassis en accessoires
Kooibevestigingen TT
Oprolmechanismen, gespen en
vergrendelknoppen van
veiligheidsgordels II,, CC
Lier II,, CC
Bouten scharnieren windscherm
(indien aanwezig) TT
Deurvergrendeling, scharnieren en
slotcilinders LL,, TT
Bollager hydraulische cilinder
powertilt laadbed (indien aanwezig) LL
Motor en koeling
Motorolie en filter RR
Klepspeling (ongeacht kalendertijd)
II,, AA
(V-twin
motoren)
II,, AA
(ééncil.
motoren)
Bougies (ongeacht kalendertijd) RR
Motorpakkingen en afdichtingen IIkk
Motorkoelingsonderdelen (gehalte,
peil, toestand slangen, klemmen,
lekkages)* II,, AA,, IIkk
Motorkoelvloeistof RR
Iedere 5 jaar of 12000 km (7500 mi)
Radiator CC
ONDERHOUDSSCHEMA
110
ZZWWAAAARR GGEEBBRRUUIIKK AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
110000 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Uitlaatgas en emissies
Ontluchtingsfilter brandstoftank
(modellen zonder EVAP) RR
Voorfilter van de
containerontluchtingsleiding (CARB-
en EVAP-modellen) RR
Uitlaatonderdelen (pakking,
leidingen, toestand demper,
lekkages)* II,, CC
Vonkafleider knalpot CC
Vuil of stof rond de uitlaatpijp en het
gebied rondom de knalpot CC
HVAC
Luchtfilter II,, CC
Componenten verwarming en
airconditioning en werking* II,, CC
Compressorriem airconditioning IIkk
Rem
Remcomponenten en werking
(vloeistofpeil, remblokken,
remschijven, remklauwen, voeringen
en hoofdcilinder)*
II,, CC,, LL,, AA
Remvloeistof RR
Iedere 2 jaar
Gedrevenheid
Versnellingsbakolie en filter Vervangen na de eerste 1500 km (900 mi) en
na 3000 km (1900 mi)en volg hierna het
normale schema
Versnellingsbakolie en filter II,, AA,, RR
Voordifferentieelolie II,, AA,, RR
Olie van de achterwielaandrijving
(ééncil. motor) II,, AA,, RR
Differentieelolie midden/achter (6x6
modellen) II,, AA,, RR
ONDERHOUDSSCHEMA
111
ZZWWAAAARR GGEEBBRRUUIIKK AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
110000 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Banden (slijtage, spanning) II,, AA,,
Wielmoeren TT
Beadlockschroeven (indien
aanwezig) TT
Aandrijvingscomponenten en
functie* IIkk
Bediening
Werking versnellingshendel II,, AA,,
Werking van de gashendel IIkk
Continu Variabele Transmissie (CVT)
CVT-componenten en functie* II,, CC,, LL
Schuifschoenen in aangedreven rol
(ééncil. motor) RR
Elektrisch
Accuverbindingen en toestand II,, CC
Modules (foutcodes en betreffende
software-updates) IIkk
Werking bedieningsschakelaars en
verlichting* IIkk
Voertuigsnelheidssensor (VSS)
(ééncil. motor) CC
Besturing
Stuurcomponenten en functie* IIkk
Wielophanging
Wielophangingscomponenten en
functie* II,, CC,, LL TT
Bussen stabilisatorstang
II,, LL
Aanbevolen
bij elke 1.000
km (620 mi)
* Raadpleeg de lokale dealer voor een uitgebreide lijst met uit te voeren
onderhoudshandelingen.
ONDERHOUDSSCHEMA
112
DDIIEEPPEE MMOODDDDEERR //
WWAATTEERR AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
110000 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Lucht- en brandstoflevering
Motorluchtfilter II,, CC RR
Luchtleveringscomponenten en
werking (airbox, gasklephuis,
kanalen, klemmen)* II,, CC
Brandstofonderdelen en werking
(brandstoftankdop, brandstoftank,
slangen, klemmen, lekkages)* IIkk
Brandstofpompdruk IIkk
Carrosserie, chassis en accessoires
Kooibevestigingen TT
Oprolmechanismen, gespen en
vergrendelknoppen van
veiligheidsgordels II,, CC
Lier II,, CC
Bouten scharnieren windscherm TT
Deurvergrendeling, scharnieren en
slotcilinders LL,, TT
Bollager hydraulische cilinder
powertilt laadbed (indien aanwezig) LL
Motor en koeling
Motorolie en filter II,, AA,, RR
Klepspeling (ongeacht kalendertijd)
II,, AA
(V-twin
motoren)
II,, AA
(ééncil.
motoren)
Bougies (ongeacht kalendertijd) RR
Motorpakkingen en afdichtingen IIkk
Motorkoelingsonderdelen (gehalte,
peil, toestand slangen, klemmen,
lekkages)* II,, AA,,
Motorkoelvloeistof RR
Iedere 5 jaar of 12000 km (7500 mi)
Radiator CC
ONDERHOUDSSCHEMA
113
DDIIEEPPEE MMOODDDDEERR //
WWAATTEERR AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
110000 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Uitlaatgas en emissies
Ontluchtingsfilter brandstoftank
(modellen zonder EVAP) RR
Voorfilter van de
containerontluchtingsleiding (CARB-
en EVAP-modellen) RR
Uitlaatonderdelen (pakking,
leidingen, toestand demper,
lekkages)* II,, CC
Vonkafleider knalpot CC
Vuil of stof rond de uitlaatpijp en het
gebied rondom de knalpot CC
HVAC
Luchtfilter II,, CC
Componenten verwarming en
airconditioning en werking* II,, CC
Compressorriem airconditioning IIkk
Rem
Remcomponenten en werking
(vloeistofpeil, remblokken,
remschijven, remklauwen, voeringen
en hoofdcilinder)*
II,, CC,, LL,, AA
Remvloeistof RR
Iedere 2 jaar
Gedrevenheid
Versnellingsbakolie en filter Vervangen na de eerste 1500 km (900 mi) en
na 3000 km (1900 mi)en volg hierna het
normale schema
Versnellingsbakolie en filter II,, AA,, RR
Voordifferentieelolie II,, AA,, RR
Olie van de achterwielaandrijving
(ééncil. motor) II,, AA,, RR
Differentieelolie midden/achter (6x6
modellen) II,, AA,, RR
ONDERHOUDSSCHEMA
114
DDIIEEPPEE MMOODDDDEERR //
WWAATTEERR AA++ AA BB
AA:: aaffrreeggeelleenn
CC:: rreeiinniiggeenn
II:: iinnssppeecctteerreenn
LL:: ssmmeerreenn
RR:: vveerrvvaannggeenn
TT:: kkooppppeell
IIeeddeerree 66
mmaaaannddeenn
ooff
110000 uuuurr
ooff
11550000 kkmm
((990000 mmii))
IIeeddeerr jjaaaarr
ooff
220000 uuuurr
ooff
33000000 kkmm
((11990000 mmii))
IIeeddeerree 22 jjaaaarr
ooff
440000 uuuurr
ooff
66000000 kkmm
((33770000 mmii))
Banden (slijtage, spanning) II,, AA,,
Wielmoeren TT
Beadlockschroeven (indien
aanwezig) TT
Aandrijvingscomponenten en
functie* IIkk
Bediening
Werking versnellingshendel II,, AA,,
Werking van de gashendel IIkk
Continu Variabele Transmissie (CVT)
CVT-componenten en functie* II,, CC,, LL
Schuifschoenen in aangedreven rol
(ééncil. motor) RR
Elektrisch
Accuverbindingen en toestand II,, CC
Modules (foutcodes en betreffende
software-updates) IIkk
Werking bedieningsschakelaars en
verlichting* IIkk
Voertuigsnelheidssensor (VSS)
(ééncil. motor) CC
Besturing
Stuurcomponenten en functie* IIkk
Wielophanging
Wielophangingscomponenten en
functie* II,, CC,, LL TT
Bussen stabilisatorstang
II,, LL
Aanbevolen
bij elke 1.000
km (620 mi)
* Raadpleeg de lokale dealer voor een uitgebreide lijst met uit te voeren
onderhoudshandelingen.
ONDERHOUDSSCHEMA
115
OOnnddeerrhhoouuddssddooccuummeennttaattiiee
Zend zonodig een kopie van het onderhoudsschema naar BRP.
PPrree--lleevveerriinngg
Serienummer: Handtekening/afdruk:
Kilometerstand:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het Pre-Delivery Bulletin van het voertuig voor gedetailleerde installatieprocedures.
EEEERRSSTTEE IINNSSPPEECCTTIIEE
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
116
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
117
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
118
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
119
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
SSeerrvviiccee
Kilometerstand: Handtekening/afdruk:
Uren:
Datum:
Dealernr:
Opmerkingen:
Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoudsinformatie in deze handleiding voor het onderhoudsschema.
ONDERHOUDSSCHEMA
120
OONNDDEERRHHOOUUDDSSPPRROOCCEEDDUURREESS
MMOOTTOORRLLUUCCHHTTFFIILLTTEERR
MMEERRKK OOPP
WWiijjzziigg hheett lluucchhttiinnllaaaattssyysstteeeemm
nnooooiitt.. AAnnddeerrss kkaann ddee mmoottoorr mmiinn--
ddeerr ppeerrffoorrmmaanntt wwoorrddeenn ooff sscchhaaddee
ooppllooppeenn.. DDee mmoottoorr iiss ssppeecciiaaaall ggee--
kkaalliibbrreeeerrdd oomm mmeett ddeezzee oonnddeerrddee--
lleenn ttee wweerrkkeenn..
IInnssttrruuccttiieess vvoooorr vveerrvvaannggeenn vvaann ddee
mmoottoorrlluucchhttffiilltteerr
De frequentie om de motorluchtfilter te
controleren en te vervangen moet
worden aangepast aan de rijomstan-
digheden. Het is immers uitermate be-
langrijk voor de goede prestaties en
voor een langere levensduur van de
motor.
De motorluchtfilter moet vaker worden
gecontroleerd en vervangen in de vol-
gende moeilijke rijomstandigheden:
Rijden op droog zand.
Rijden op droge, met aarde be-
dekte oppervlakken.
Rijden op droge grindpaden of
dergelijke.
Rijden in gebieden met een hoge
concentratie aan zaden of
gewassen.
Rijden in diepe sneeuw.
MMEERRKK OOPP
RReeiinniigg ddee lluucchhttffiilltteerrbbeehhuuiizziinngg iiee--
ddeerree kkeeeerr ddaatt uu ggaaaatt rriijjddeenn iinn ssttooff--
ffiiggee oommssttaannddiigghheeddeenn ooff zzaanndd..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als u in zulke omstandigheden in een
groep rijdt, moet de onderhoudsfre-
quentie van het luchtfilter worden
opgevoerd.
MMoottoorrlluucchhttffiilltteerr vveerrwwiijjddeerreenn
Kantel de laadbak.
Maak het luchtfilterdeksel los en ver-
wijder het filter.
1. Deksel luchtfilter
2. Vergrendelingen
Het filter past strak op de uitlaatbuis
en er zal in het begin wat weerstand
zijn. Beweeg voorzichtig het uiteinde
van het filter heen en weer om de af-
dichting los te maken en trek het er te-
gelijkertijd draaiend en recht uit. Zorg
dat het filter niet tegen de behuizing
slaat.
MMoottoorrlluucchhttffiilltteerr rreeiinniiggeenn
1. Controleer het filter of er tekenen
zijn die op lekkages wijzen. Een
streep stof op de schone kant van
het filter is een duidelijke aanwij-
zing. Vervang het filter als er scha-
de is. Verwijder de bron van
luchtlekkages voordat u een nieuw
filter installeert.
2. Reinig de motorluchtfilter door het
stof uit het papieren element te
kloppen. Zo komen vuil en stof vrij
van de papieren filter.
MMEERRKK OOPP
HHeett wwoorrddtt nniieett aaaannggeerraaddeenn mmeett
ppeerrsslluucchhtt oopp hheett ppaappiieerreenn eelleemmeenntt
ttee bbllaazzeenn.. DDiitt kkaann ddee ppaappiieerrvveezzeellss
bbeesscchhaaddiiggeenn eenn ddee ffiilltteerrccaappaacciitteeiitt
rreedduucceerreenn bbiijj ggeebbrruuiikk iinn ssttooffffiiggee
oommggeevviinnggeenn.. AAllss ddee mmoottoorrlluucchhttffiill--
tteerr ttee vvuuiill iiss eenn nniieett kkaann wwoorrddeenn
ggeerreeiinniiggdd vvoollggeennss ddee aaaannbbeevvoolleenn
pprroocceedduurree,, mmooeett ddeezzee wwoorrddeenn
vveerrvvaannggeenn..
121
3. Controleer dat de behuizing van
de luchtfilter schoon is. Reinig in-
dien nodig.
4. Gebruik een schone, vochtige
doek om het oppervlak van de fil-
terafdichting en de binnenkant van
de inlaatbuis te reinigen. Zorg er-
voor dat het gebied rondom de in-
laatafdichting vrij is van schade.
RReeiinniiggiinngg vvaann ddee dduucckkbbiillllkklleepp
Controleer de duckbillklep visueel en
druk het fysiek in.
MMEERRKK OOPP
ZZoorrgg eerrvvoooorr ddaatt ddee dduucckkbbiillllkklleepp
fflleexxiibbeell iiss eenn nniieett iinnggeeddeeuukktt,, bbee--
sscchhaaddiiggdd ooff vveerrssttoopptt..
MMoottoorrlluucchhttffiilltteerr iinnssttaalllleerreenn
1. Plaats voorzichtig het filter.
2. Plaats het filter handmatig en zorg
ervoor dat het geheel in de behui-
zing van het luchtfilter zit.
3. Druk met de hand op de buitenste
rand van het filter, niet het flexibele
middendeel.
4. Controleer en reinig zorgvuldig de
pakking in de groef van het deksel.
Vervang in geval van schade.
5. Maak het luchtfilter vast met de
vergrendelingen.
1. Deksel luchtfilter
2. Vergrendelingen
6. Installeer de luchtfiltertoegang en
bevestig deze met de
kwartdraaischroef.
CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr
IInnssttrruuccttiieess vvoooorr vveerrvvaannggeenn vvaann ddee
CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr
De frequentie om de CVT-luchtfilter te
controleren en te vervangen moet
worden aangepast aan de rijomstan-
digheden. Het is immers uitermate be-
langrijk voor de goede prestaties en
voor een langere levensduur van de
motor.
De CVT-luchtfilter moet vaker worden
geïnspecteerd en vervangen in de vol-
gende moeilijke rijomstandigheden:
Rijden op droog zand.
Rijden op droge, met aarde be-
dekte oppervlakken.
Rijden op droge grindpaden of
dergelijke.
Rijden in modderige
omstandigheden.
Rijden in gebieden met een hoge
concentratie aan zaden of
gewassen.
Rijden in diepe sneeuw.
MMEERRKK OOPP
RReeiinniigg ddee lluucchhttffiilltteerr iieeddeerree kkeeeerr
ddaatt uu ggaaaatt rriijjddeenn iinn ssttooffffiiggee oomm--
ssttaannddiigghheeddeenn ooff zzaanndd..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als u in zulke omstandigheden in een
groep rijdt, moet de onderhoudsfre-
quentie van het luchtfilter worden
opgevoerd.
PPrriimmaaiirr CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr vveerrwwiijjddeerreenn
1. Kantel de laadbak.
2. Druk op de filtertabjes om te
ontgrendelen.
ONDERHOUDSPROCEDURES
122
1. Hier drukken
3. Verwijder het CVT-luchtfilter.
SSeeccuunnddaaiirr CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr
vveerrwwiijjddeerreenn ((IInnddiieenn aaaannwweezziigg))
1. Kantel de laadbak.
2. Verwijder het primaire CVT-lucht-
filter. Raadpleeg
Primair
CVT-luchtfilter verwijderen
.
3. Maak de klem los.
4. Verwijder het filterhuis uit het
voertuig.
5. Druk op de filtertabjes om te
ontgrendelen.
6. Verwijder het CVT-luchtfilter.
CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr ccoonnttrroolleerreenn eenn
rreeiinniiggeenn
1. Controleer de filter en vervang
deze als hij beschadigd is.
2. Reinig de filter met een oplossing
van zachte zeep en water en spoel
na met water.
3. Schud zachtjes om het overtollige
water te verwijderen en laat de fil-
ter drogen op kamertemperatuur.
4. Reinig de binnenkant van de
CVT-luchtfilter met een stofzuiger.
PPrriimmaaiirr CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr iinnssttaalllleerreenn
1. Installeer het primaire
CVT-luchtfilter.
2. De laadbak omlaag brengen.
SSeeccuunnddaaiirr CCVVTT--lluucchhttffiilltteerr
iinnssttaalllleerreenn
1. Voor de installatie gaat u omge-
keerd te werk als bij de verwijde-
ring. Let echter goed op het
volgende.
ONDERHOUDSPROCEDURES
123
Aandraaimoment
Slangklem 2 ± 0,3 Nm
(17 ± 3 lbf-in)
MMOOTTOORROOLLIIEE::
AAaannbbeevvoolleenn mmoottoorroolliiee
Rotax®motoren werden ontwikkeld en
gevalideerd met de ®olie.
BRP raadt u aan altijd XPS-motorolie
of een gelijkwaardig middel te
gebruiken.
Schade veroorzaakt door het gebruik
van een olie die niet voor de motor ge-
schikt is, wordt wellicht niet gedekt
door de beperkte garantie van BRP.
Aanbevolen XPS-motorolie
Algemene
doeleinden 5W40 synthetische
gemengde olie
Lage
temperaturen 0W40 synthetische
gemengde olie
Hoge
temperatuur 10W50 synthetische
olie
Als de aanbevolen XPS-motorolie niet
beschikbaar is:
Gebruik een SAE synthetische
4-taktmotorolie of een sysnthetisch
oliemengsel dat voldoet aan de
onderstaande specificaties van de
smeermiddelindustrie of deze
overschrijdt.
Controleer altijd of het API-label op
de oliebus minstens één van de
aangegeven normen vermeldt.
AAPPII--oonnddeerrhhoouuddssccllaassssiiffiiccaattiiee
SSNN ooff
JJAASSOO MMAA22
MMoonnoo ccyylliinnddeerrmmoottoorreenn
HHeett mmoottoorroolliieeppeeiill ccoonnttrroolleerreenn
((MMoonnoo ccyylliinnddeerr))
MMEERRKK OOPP
EEeenn ttee hhoooogg oolliieeppeeiill kkaann eerrnnssttiiggee
sscchhaaddee aaaann ddee mmoottoorr aaaannrriicchhtteenn..
MMEERRKK OOPP
CCoonnttrroolleeeerr hheett oolliieeppeeiill wwaannnneeeerr
ddee mmoottoorr WWAARRMM iiss..
1. Start de motor en laat hem 60 se-
conden stationair draaien.
2. Stop de motor.
3. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
4. Reinig rond de peilstok om te voor-
komen dat er ongewenste deeltjes
in de buis vallen.
5. Schroef de peilstok los, verwijder
hem en wrijf hem schoon.
6. Plaats de peilstok terug en schroef
hem helemaal vast.
7. Verwijder de peilstok en lees het
oliepeil af. Dat moet dicht bij het
bovenste merkteken liggen.
1. MIN
2. MAX.
Breng de peilstok aan wanneer het
oliepeil zich tussen merktekens
bevindt.
ONDERHOUDSPROCEDURES
124
Vul als volgt olie bij wanneer het
oliepeil zich onder het onderste
merkteken bevindt:
Steek een trechter in de ope-
ning voor de oliepeilplug.
Voeg een beetje van de aanbe-
volen olie toe en controleer het
oliepeil opnieuw.
Vul olie bij tot het peil het bo-
venste merkteken heeft bereikt.
MMEERRKK OOPP
NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn.. WWiiss ggee--
mmoorrssttee oolliiee wweegg..
MMoottoorroolliiee vveerrvvaannggeenn
MMEERRKK OOPP
DDee mmoottoorroolliiee eenn hheett oolliieeffiilltteerr mmooee--
tteenn oopp hheettzzeellffddee ooggeennbblliikk wwoorrddeenn
vveerrvvaannggeenn..
Het vervangen van de olie en de olie-
filter dient met een warme motor te
gebeuren.
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee mmoottoorroolliiee kkaann eerrgg hheeeett zziijjnn..
WWaacchhtt ttoott ddee mmoottoorroolliiee wwaarrmm iiss..
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Reinig het gebied rondom de
peilstok.
3. Verwijder de peilstok.
4. Zet een opvangbak onder de
motoraftapplug.
5. Maak de plaats rond de olieaftap-
plug schoon.
6. Schroef de olieaftapplug los en
verwijder de pakkingring.
1. Pakkingring (wegwerp)
2. Afvoerplug
7. Laat alle olie uit het carter af.
8. Maak de olieaftapplug schoon.
9. Plaats een NIEUWE pakkingring
op de aftapplug.
MMEERRKK OOPP
PPllaaaattss ddee ggeebbrruuiikkttee ppaakkkkiinnggrriinngg
nnooooiitt tteerruugg.. AAllttiijjdd vveerrvvaannggeenn ddoooorr
eeeenn nniieeuuwwee..
10.Plaats de aftapplug en draai deze
aan volgens de aanbevolen
specificaties.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Afvoerplug 30 ± 2 Nm
(22 ± 1 lbf-ft)
11.Vervang het oliefilter, raadpleeg
Oliefilter
.
12.Vul de motor bij, raadpleeg
Aanbe-
volen motorolie
.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: Zie
Technisch Speci-
ficaties
voor de oliecapaciteit van de
motor.
13.Start de motor en laat hem min-
stens 60 seconden stationair
draaien.
14.Stop de motor.
15.Controleer meteen het oliepeil,
raadpleeg
Controle
motorvloeistofpeil
.
16.Vul bij indien nodig.
ONDERHOUDSPROCEDURES
125
17.Controleer of er geen lekkage is
ter hoogte van het oliefilter en de
olieaftapplug.
18.Verwijder oude olie en filters vol-
gens de plaatselijke
milieuvoorschriften.
TTwwiinn ccyylliinnddeerr mmoottoorreenn
MMoottoorroolliieeppeeiill ccoonnttrroolleerreenn ((VV--TTwwiinn))
MMEERRKK OOPP
EEeenn ttee hhoooogg oolliieeppeeiill kkaann eerrnnssttiiggee
sscchhaaddee aaaann ddee mmoottoorr aaaannrriicchhtteenn..
MMEERRKK OOPP
CCoonnttrroolleeeerr hheett oolliieeppeeiill wwaannnneeeerr
ddee mmoottoorr KKOOUUDD iiss..
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Reinig rond de peilstok om te voor-
komen dat er ongewenste deeltjes
in de buis vallen.
3. Schroef de peilstok los, verwijder
hem en wrijf hem schoon.
4. Plaats de peilstok terug en schroef
hem helemaal vast.
5. Verwijder de peilstok en lees het
oliepeil af. Dat moet dicht bij het
bovenste merkteken liggen.
1. MIN
2. MAX.
Breng de peilstok aan wanneer het
oliepeil zich tussen merktekens
bevindt.
Vul als volgt olie bij wanneer het
oliepeil zich onder het onderste
merkteken bevindt:
Steek een trechter in de ope-
ning voor de oliepeilplug.
Voeg een beetje van de aanbe-
volen olie toe en controleer het
oliepeil opnieuw.
Vul olie bij tot het peil het bo-
venste merkteken heeft bereikt.
MMEERRKK OOPP
NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn.. WWiiss ggee--
mmoorrssttee oolliiee wweegg..
MMoottoorroolliiee vveerrvvaannggeenn
MMEERRKK OOPP
DDee mmoottoorroolliiee eenn hheett oolliieeffiilltteerr mmooee--
tteenn oopp hheettzzeellffddee ooggeennbblliikk wwoorrddeenn
vveerrvvaannggeenn..
Het vervangen van de olie en de olie-
filter dient met een warme motor te
gebeuren.
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee mmoottoorroolliiee kkaann eerrgg hheeeett zziijjnn..
WWaacchhtt ttoott ddee mmoottoorroolliiee wwaarrmm iiss..
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Reinig het gebied rondom de
peilstok.
3. Verwijder de peilstok.
4. Zet een opvangbak onder de
motoraftapplug.
5. Maak de plaats rond de olieaftap-
plug schoon.
6. Schroef de olieaftapplug los en
verwijder de pakkingring.
ONDERHOUDSPROCEDURES
126
1. Pakkingring (wegwerp)
2. Afvoerplug
7. Laat alle olie uit het carter af.
8. Verwijder metaaldeeltjes en residu
van de magnetische aftapplug.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: De aanwezigheid van
vuil wijst op interne schade aan de
motor.
9. Plaats een NIEUWE pakkingring
op de aftapplug.
MMEERRKK OOPP
PPllaaaattss ddee ggeebbrruuiikkttee ppaakkkkiinnggrriinngg
nnooooiitt tteerruugg.. AAllttiijjdd vveerrvvaannggeenn ddoooorr
eeeenn nniieeuuwwee..
10.Plaats de aftapplug en draai deze
aan volgens de aanbevolen
specificaties.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Afvoerplug 30 ± 2 Nm
(22 ± 1 lbf-ft)
11.Vervang het oliefilter, raadpleeg
Oliefilter
.
12.Vul de motor bij, raadpleeg
Aanbe-
volen motorolie
.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: Zie
Technisch Speci-
ficaties
voor de oliecapaciteit van de
motor.
13.Start de motor en laat hem min-
stens 60 seconden stationair
draaien.
14.Stop de motor.
15.Controleer meteen het oliepeil,
raadpleeg
Controle
motorvloeistofpeil
.
16.Vul bij indien nodig.
17.Controleer of er geen lekkage is
ter hoogte van het oliefilter en de
olieaftapplug.
18.Verwijder oude olie en filters vol-
gens de plaatselijke
milieuvoorschriften.
OOlliieeffiilltteerr
MMoonnoo ccyylliinnddeerrmmoottoorreenn
OOlliieeffiilltteerr vveerrwwiijjddeerreenn
1. Reinig de omgeving van de
oliefilter.
2. Verwijder het oliefilterdeksel en de
O-ring.
1. Oliefilterschroef
2. Oliefilterdeksel
3. O-ring
4. Oliefilter
3. Verwijder het oliefilter en gooi dit
weg.
OOlliieeffiilltteerr iinnssttaalllleerreenn
1. Controleer de filterinlaat- en uitlaat
op verontreinigingen en reinig
deze zones.
ONDERHOUDSPROCEDURES
127
1. Inlaatboring van oliepomp naar oliefilter
2. Uitlaatboring naar het
motorolie-toevoersysteem
2. Voorzie een NIEUWE O-ring van
motorolie en schuif deze op het
oliefilterdeksel.
3. Plaats het nieuwe filter op het
filterdeksel.
4. Smeer de afdichting op het open
uiteinde van de oliefilter in met
motorolie.
1. Dunne laag olie aanbrengen
2. Dunne laag olie aanbrengen
MMEERRKK OOPP
LLeett eerroopp ddaatt ddee OO--rriinngg ttiijjddeennss hheett
ppllaaaattsseenn vvaann hheett ffiilltteerr eenn hheett ddeekk--
sseell nniieett bbeekklleemmdd rraaaakktt..
5. Plaats het deksel op het
oliefilterhuis.
6. Draai de schroeven van het oliefil-
terdeksel vast volgens de
specificaties.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Schroeven
van het
oliefilterdek
sel
10 ± 1 Nm
(89 ± 9 lbf-in)
7. Wis eventueel gemorste olie van
de motor.
TTwwiinn ccyylliinnddeerr mmoottoorreenn
OOlliieeffiilltteerr vveerrwwiijjddeerreenn
1. Verwijder het onderhoudsdeksel
van de motor als dit nog niet is
gebeurd.
2. Reinig de omgeving van de
oliefilter.
3. Verwijder het oliefilterdeksel.
4. Verwijder het oliefilter en gooi dit
weg.
TTYYPPIISSCCHH
1. Oliefilterschroef
2. Oliefilterdeksel
3. O-ring
4. Oliefilter
ONDERHOUDSPROCEDURES
128
OOlliieeffiilltteerr iinnssttaalllleerreenn
1. Controleer de filterinlaat- en uitlaat
op verontreinigingen en reinig
deze zones.
1. Inlaatboring van oliepomp naar oliefilter
2. Uitlaatboring naar het
motorolie-toevoersysteem
2. Voorzie een NIEUWE O-ring van
motorolie en schuif deze op het
oliefilterdeksel.
3. Plaats het nieuwe filter op het
filterdeksel.
4. Smeer de afdichting op het open
uiteinde van de oliefilter in met
motorolie.
1. Dunne laag olie aanbrengen
2. Dunne laag olie aanbrengen
MMEERRKK OOPP
LLeett eerroopp ddaatt ddee OO--rriinngg ttiijjddeennss hheett
ppllaaaattsseenn vvaann hheett ffiilltteerr eenn hheett ddeekk--
sseell nniieett bbeekklleemmdd rraaaakktt..
5. Plaats het deksel over de motor.
6. Draai de schroeven van het oliefil-
terdeksel vast volgens de aanbe-
volen specificaties.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Schroeven
van het
oliefilterdek
sel
10 ± 1 Nm
(89 ± 9 lbf-in)
7. Wis eventueel gemorste olie van
de motor.
RRAADDIIAATTEEUURR
RRaaddiiaattoorr ccoonnttrroolleerreenn eenn rreeiinniiggeenn
Controleer af en toe of de omgeving
van de radiator schoon is.
1. Verwijder om de radiator te berei-
ken het onderste deel van het
voorste rooster en schuif het naar
beneden.
2. Inspecteer de radiator en slangen
op lekkage of andere schade.
3. Inspecteer de radiatorvinnen. Ze
moeten schoon zijn, vrij van mod-
der, vuil, bladeren of andere ver-
ontreinigingen waardoor de lucht
niet vrij door de radiator kan
stromen.
Spuit de radiatorvinnen schoon
met een tuinslang, indien mogelijk.
ONDERHOUDSPROCEDURES
129
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
MMaaaakk ddee rraaddiiaattoorr nnooooiitt sscchhoooonn
mmeett uuww hhaannddeenn tteerrwwiijjll hhiijj nnoogg hheeeett
iiss.. LLaaaatt ddee ttee rreeiinniiggeenn rraaddiiaattoorr
eeeerrsstt aaffkkooeelleenn..
MMEERRKK OOPP
LLeett oopp ddaatt uu ddee rraaddiiaattoorrvviinnnneenn nniieett
bbeesscchhaaddiiggtt bbiijj ddee rreeiinniiggiinngg.. GGee--
bbrruuiikk ggeeeenn wweerrkkttuuiiggeenn//vvoooorrwweerr--
ppeenn ddiiee ddee vviinnnneenn kkuunnnneenn
bbeesscchhaaddiiggeenn.. SSppuuiitt zzee eennkkeell
sscchhoooonn oonnddeerr llaaggee ddrruukk.. GGeebbrruuiikk
nnooooiitt eeeenn HHOOGGEEDDRRUUKKRREEIINNIIGGEERR..
4. Steek om het voorste rooster aan
te brengen eerst de onderste lip-
pen naar binnen en duw de onder-
zijde van het rooster in de kap aan
de voorzijde.
1. Steek de bovenste lippen naar binnen.
2. Onderste lipjes aandrukken en vergrendelen
in de kap
MMOOTTOORRKKOOEELLVVLLOOEEIISSTTOOFF
AAaannbbeevvoolleenn mmoottoorrkkooeellvvllooeeiissttooff
1. XPS aanbevolen koelvloeistof
XXPPSS VVoooorrggeemmeennggddee kkooeellvvllooeeii--
ssttooff mmeett eeeenn llaannggee lleevveennssdduuuurr
Alternatief, of wanneer het
XPS-product beschikbaar is.
Gedistilleerd water met anti-
vriesmiddel (50% gedistilleerd
water, 50% antivriesmiddel)
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk aallttiijjdd eetthhyylleeeennggllyyccoollaannttii--
vvrriieess mmeett ccoorrrroossiieerreemmmmeerrss,, ssppeeccii--
aaaall bbeesstteemmdd vvoooorr aalluummiinniiuumm
iinntteerrnnee vveerrbbrraannddiinnggssmmoottoorreenn..
MMoottoorrkkooeellvvllooeeiissttooffppeeiill ccoonnttrroolleerreenn
MMEERRKK OOPP
CCoonnttrroolleeeerr hheett kkooeellvvllooeeiissttooffppeeiill
wwaannnneeeerr ddee mmoottoorr kkoouudd iiss..
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Open de laadbak.
3. Verwijder de drukdop
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrwwiijjddeerr ddee ddrruukkddoopp nniieett eenn
ddrraaaaii ddee kkooeellvvllooeeiissttooffaaffttaapppplluugg
nniieett ooppeenn tteerrwwiijjll ddee mmoottoorr hheeeett iiss,,
oomm bbrraannddwwoonnddeenn ttee vvoooorrkkoommeenn..
4. Zorg ervoor dat het koelsysteem
gevuld is tot aan de MAX-lijn.
ONDERHOUDSPROCEDURES
130
KKooeellvvllooeeiissttooff bbiijjvvuulllleenn
1. Verwijder de drukdop van de
koelvloeistoftank.
2. Gebruik een trechter om morsen te
voorkomen. Vul zo nodig koelvloei-
stof bij in het systeem. NNooooiitt ttee
vveeeell bbiijjvvuulllleenn..
3. Installeer opnieuw de drukdop op
de koeltank.
4. Sluit de laadbak.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Als u vaak koelvloeistof aan uw koel-
systeem moet toevoegen, wijst dit op
een lek of motorproblemen.
MMoottoorrkkooeellvvllooeeiissttooff vveerrvvaannggeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrwwiijjddeerr ddee ddrruukkddoopp nniieett eenn
ddrraaaaii ddee kkooeellvvllooeeiissttooffaaffttaapppplluugg
nniieett ooppeenn tteerrwwiijjll ddee mmoottoorr hheeeett iiss,,
oomm bbrraannddwwoonnddeenn ttee vvoooorrkkoommeenn..
1. Verwijder de drukdop van het
koelsysteem
2. Schroef de koelvloeistofaftapplug
gedeeltelijk los en vang de koel-
vloeistof op in een geschikt
recipiënt.
MMOONNOO CCYYLLIINNDDEERRMMOOTTOORR
1. Oliefilterhuis
2. Waterpompdeksel
3. Koelvloeistofaftapplug
VV--TTWWIINN MMOOTTOORR
1. Oliefilterdeksel
2. Waterpompdeksel
3. Koelvloeistofaftapplug
3. Koppel de onderste radiatorslang
los van het waterpompdeksel en
vang de resterende koelvloeistof
op in een geschikt recipiënt.
4. Draai de koelvloeistofaftapplug
aan tot de specificaties.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Koelvloeistof
aftapplug 10 ± 1 Nm
(89 ± 9 lbf-in)
5. Plaats de radiatorslang terug.
6. Vul het koelsysteem met koelvloei-
stof, zie de procedure onder
Koel-
systeem ontluchten
.
KKooeellssyysstteeeemm oonnttlluucchhtteenn
1. Verwijder de drukdop.
ONDERHOUDSPROCEDURES
131
2. Vul het koelsysteem tot aan de
Max-lijn van de koelvloeistoftank.
3. Installeer de drukdop.
4. Laat de motor stationair draaien
met de drukdop ggeeppllaaaattsstt tot de
koelventilator voor de tweede keer
gaat draaien.
5. Stop de motor en laat de motor
afkoelen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrwwiijjddeerr ddee ddrruukkddoopp nniieett tteerrwwiijjll
ddee mmoottoorr wwaarrmm iiss,, oomm bbrraannddwwoonn--
ddeenn ttee vvoooorrkkoommeenn..
6. Verwijder de drukdop en voeg de
juiste hoeveelheid koelvloeistof toe
wanneer de motor afgekoeld is.
7. Installeer de drukdop.
8. Controleer het koelvloeistofpeil na
de volgende rit nadat deze proce-
dure is uitgevoerd. Vul zoveel
koelvloeistof bij als nodig. Zie
Mo-
torkoelvloeistofpeil controleren
in
dit hoofdstuk.
UUIITTLLAAAATTSSYYSSTTEEEEMM
DDee oommggeevviinngg vvaann hheett
uuiittllaaaattssyysstteeeemm rreeiinniiggeenn
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVuuiilloopphhooppiinngg kkaann lleeiiddeenn ttoott eeeenn
vvooeerrttuuiiggbbrraanndd wwaannnneeeerr hheett uuiitt--
llaaaattssyysstteeeemm hheeeett iiss eenn hheett vvuuiill iiss
ooppggeeddrrooooggdd..
IInn ssoommmmiiggee ggeevvaalllleenn kkaann ddaatt lleeii--
ddeenn ttoott eerrnnssttiiggee mmaatteerriëllee sscchhaaddee,,
vveerrwwoonnddiinnggeenn ooff zzeellffss ddee ddoooodd..
RReeiinniigg vvaaaakk eenn rreeggeellmmaattiigg ddee oomm--
ggeevviinngg vvaann hheett uuiittllaaaattssyysstteeeemm
wwaannnneeeerr uu iinn mmooeerraass,, vveeeenn,, hhooooii
ooff ddooddee bbllaaddeerreenn rriijjddtt..
IInn aannddeerree ssiittuuaattiieess rreeiinniiggeenn vvooll--
ggeennss ddee eeiisseenn vvaann hheett
oonnddeerrhhoouuddsssscchheemmaa..
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
VVooeerr ddiitt wweerrkk nnooooiitt uuiitt wwaannnneeeerr ddee
mmoottoorr nneett hheeeefftt ggeeddrraaaaiidd,, oommddaatt
hheett uuiittllaaaattssyysstteeeemm ddaann eerrgg hheeeett
iiss..
1. Reinig vanaf de achterkant van het
voertuig de gebieden rond de
uitlaatdemper.
2. Reinig de omgeving van de
uitlaatpijp.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RReeiinniigg ooookk oonnddeerr ddee hhiitttteesscchhiillddeenn..
VVoonnkkaafflleeiiddeerr kknnaallppoott ccoonnttrroolleerreenn
eenn rreeiinniiggeenn
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
VVooeerr ddiitt wweerrkk nnooooiitt uuiitt wwaannnneeeerr ddee
mmoottoorr nneett hheeeefftt ggeeddrraaaaiidd,, oommddaatt
hheett uuiittllaaaattssyysstteeeemm ddaann eerrgg hheeeett
iiss..
1. Verwijder alle borgschroeven van
de uitlaatpijp en gooi ze weg.
ONDERHOUDSPROCEDURES
132
CCOONNFFIIGGUURRAATTIIEE MMOONNOO
CCYYLLIINNDDEERRMMOOTTOORR
CCOONNFFIIGGUURRAATTIIEE VV--TTWWIINN MMOOTTOORR
2. Verwijder de uitlaatpijp, de pakking
(weggooien) en de vonkafleider.
TTYYPPIISSCCHH
1. Uitlaat
2. Pakking (wegwerp)
3. Vonkafleider
3. Verwijder alle koolstofafzettingen
met een borstel van de
vonkafleider.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk eeeenn zzaacchhttee,, mmeettaalleenn bboorr--
sstteell eenn lleett oopp ddaatt uu hheett rroooosstteerr vvaann
ddee vvoonnkkaafflleeiiddeerr nniieett bbeesscchhaaddiiggtt..
4. Inspecteer het rooster van de von-
kafleider op schade. Vervangen in-
dien nodig.
5. Inspecteer de vonkafleiderkamer
in de knalpot. Verwijder eventueel
vuil.
6. Plaats de vonkafleiderkamer terug
in de omgekeerde volgorde als
voor de verwijdering. Let echter
goed op het volgende.
Aanhalen volgens de specificatie.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Borgschroef
uitlaatpijp 32 ± 2 Nm
(24 ± 1 lbf-ft)
VVEERRSSNNEELLLLIINNGGSSBBAAKK
AAaannbbeevvoolleenn vveerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee
De XPS-olie werd speciaal samenge-
steld voor de smeervereisten van
deze tandwielkast. BRP raadt stellig
aan deze XPS-olie te gebruiken.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk bbiijj ddee oonnddeerrhhoouuddsswweerrkk--
zzaaaammhheeddeenn ggeeeenn aannddeerree
oolliieessoooorrtteenn..
XXPPSS AAaannbbeevvoolleenn
vveerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee
75W140 synthetische
versnellingsbakolie
AAllss aalltteerrnnaattiieeff,, iinnddiieenn nniieett
vveerrkkrriijjggbbaaaarr
75W 140 API GL-5 synthetische
versnellingsbakolie
MMoonnoo ccyylliinnddeerrmmoottoorreenn
VVeerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliieeppeeiill ccoonnttrroolleerreenn
(ééénn cciilliinnddeerr))
1. Verwijder de spannings-/regel-
steun van het frame via de
ONDERHOUDSPROCEDURES
133
rechterwielkast en leg deze opzij
om ruimte te maken.
LLOOCCAATTIIEE VVAANN SSTTEEUUNNBBEEVVEESSTTIIGGIINNGGSS--
MMIIDDDDEELLEENN SSPPAANNNNIINNGG//RREEGGEELLAAAARR
2. Verwijder de oliepeilplug van de
tandwielkast.
1. Oliepeilopening
2. O-ring
3. Oliepeilplug
3. Controleer het oliepeil.
Het oliepeil moet ter hoogte van de
onderrand van het oliepeilgat
staan.
MMEERRKK OOPP
EEeenn ttee hhoooogg oolliieeppeeiill kkaann eerrnnssttiiggee
sscchhaaddee aaaann ddee vveerrssnneelllliinnggssbbaakk
aaaannrriicchhtteenn..
4. Plaats de olieaftapplug met de bij-
behorende o-ring terug. Draai de
plug volgens de specificatie vast.
Aandraaimoment
Oliepeilplug 5 ± 0,6 Nm
(44 ± 5lbf-in)
VVeerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee vveerrvvaannggeenn
1. Start de motor en laat het voertuig
werken om de versnellingsbakolie
op te warmen.
MMEERRKK OOPP
AAllss hheett ssttaattiioonnaaiirr llaatteenn ddrraaaaiieenn
vvaann ddee mmoottoorr oonnvvoollddooeennddee iiss,, bbee--
ddiieenntt uu ddee vveerrssnneelllliinnggssbbaakk vvaann hheett
vvooeerrttuuiigg..
2. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
3. Zet een opvangbak onder de af-
tapplug van de tandwielkast.
4. Reinig de plaats rond de aftapplug.
5. Verwijder de aftapplug en de dicht-
ingsring. Werp de dichtingsring
weg.
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee vveerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee kkaann eerrgg
hheeeett zziijjnn..
6. Verwijder de oliepeilplug en de
O-ring en laat de olie volledig uit
de versnellingsbak lopen.
1. Afvoerplug
2. Afdichtingsring
ONDERHOUDSPROCEDURES
134
7. Reinig de aftapplug en let op vuil
dat op de aftapplug aanwezig kan
zijn.
MMEERRKK OOPP
AAllss eerr tteevveeeell vvuuiill aaaannwweezziigg iiss,, iiss
ddiitt eeeenn aaaannwwiijjzziinngg ddaatt eerr eeeenn pprroo--
bblleeeemm mmeett ddee vveerrssnneelllliinnggssbbaakk iiss..
8. Plaats de aftapplug terug met een
NIEUWE dichtingsring.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Afvoerplug 20 ± 2 Nm
(15 ± 1 lbf-ft)
9. Verwijder de voertuigsnelheids-
sensor (VSS).
10.Maak de VSS schoon met een
schone doek.
11.Installeer de VSS en draai de bout
aan volgens de specificaties.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Borgschroef
VSS 10 ± 1 Nm
(89 ± 9 lbf-in)
12.Vul de versnellingsbak via het olie-
peilgat tot de olie de onderrand
van het oliepeilgat bereikt.
Capaciteit
0,5 l
(0,53 qt (liq.,US))
13.Plaats de olieaftapplug met de bij-
behorende o-ring terug. Aanhalen
volgens de specificatie.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Oliepeilplug 5 ± 0,6 Nm
(44 ± 5 lbf-in)
14.Wis gemorste olie weg.
15.Verwijder versnellingsbakolie vol-
gens de plaatselijke
milieuvoorschriften.
TTwwiinn ccyylliinnddeerr mmoottoorreenn
VVeerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliieeppeeiill ccoonnttrroolleerreenn
((VV--TTwwiinn))
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Selecteer de PARKEER-stand.
3. Reinig het gebied rondom de
peilstok.
4. Verwijder de
tandwielkastoliepeilstok.
5. Veeg de peilstok schoon en breng
deze aan.
6. Verwijder de peilstok opnieuw en
lees het oliepeil af. Dat moet dicht
bij het bovenste merkteken liggen.
1. MIN.
2. MAX.
3. Gebruiksbereik
7. Vul zoveel olie bij als nodig:
1. Steek een trechter in de ope-
ning voor de oliepeilplug.
ONDERHOUDSPROCEDURES
135
2. Voeg een klein beetje van de
aanbevolen olie toe.
3. Controleer het oliepeil
regelmatig.
4. Herhaal de procedure hierbo-
ven tot het oliepeil het bo-
venste merkteken op de
peilstok heeft bereikt.
MMEERRKK OOPP
EEeenn ttee hhoooogg oolliieeppeeiill kkaann eerrnnssttiiggee
sscchhaaddee aaaann ddee vveerrssnneelllliinnggssbbaakk
aaaannrriicchhtteenn..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn.. WWiiss ggee--
mmoorrssttee oolliiee wweegg..
8. Zet de oliepeilplug stevig vast.
VVeerrssnneelllliinnggssbbaakkoolliiee vveerrvvaannggeenn
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Zet een opvangbak onder de
olieaftapplug.
1. Plaats rond de aftapplug van
tandwielkast
3. Reinig de volgende plaatsen.
Plaats rond de aftapplug
Plaats rond de peilstok.
4. Verwijder de peilstok.
5. Verwijder de aftapplug.
6. Laat alle olie uit de tandwielkast
lopen.
7. Reinig de aftapplug van
metaaldeeltjes.
8. Installeer de aftapplug.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Afvoerplug 20 ± 2 Nm
(15 ± 1 lbf-ft)
9. Vul de tandwielkast opnieuw.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: Het oliepeil moet ter
hoogte van de onderrand van het olie-
peilgat staan.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk AALLLLEEEENN hheett aaaannbbeevvoolleenn
ttyyppee oolliiee..
10.Bevestig de peilstok opnieuw.
11.Wis gemorste olie weg.
VVOOOORRDDIIFFFFEERREENNTTIIEEEELL
OOlliieeppeeiill vvoooorrddiiffffeerreennttiieeeell
ccoonnttrroolleerreenn
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Reinig rond de vulplug voor con-
trole oliepeil.
De aftapplug bevindt zich rechts
van het voordifferentieel.
MMEETT GGEEÏÏNNTTEEGGRREEEERRDDEE 44WWDD--AACCTTUUAATTOORR
ONDERHOUDSPROCEDURES
136
ZZOONNDDEERR GGEEÏÏNNTTEEGGRREEEERRDDEE
44WWDD--AACCTTUUAATTOORR
SSMMAARRTT--LLOOKK
3. Verwijder de vulplug.
4. Controleer het oliepeil. De olie
moet tot aan de onderste rand
staan.
5. Plaats de vulplug terug.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Vulplug 16,5 ± 2,5 Nm
(146 ± 22 lbf-in)
AAaannbbeevvoolleenn oolliiee vvoooorrddiiffffeerreennttiieeeell
De XPS-olie heeft een speciale sa-
menstelling voor de smeringsvereis-
ten van dit differentieeltype. BRP
raadt stellig aan deze XPS-olie te
gebruiken.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk bbiijj ddee oonnddeerrhhoouuddsswweerrkk--
zzaaaammhheeddeenn ggeeeenn aannddeerree
oolliieessoooorrtteenn..
XXPPSS AAaannbbeevvoolleenn oolliiee
vvoooorrddiiffffeerreennttiieeeell
75W90 synthetische
versnellingsbakolie
AAlltteerrnnaattiieeff iinnddiieenn ggeeeenn
XXPPSS--pprroodduucctt bbeesscchhiikkbbaaaarr iiss
75W90 (API GL-5) synthetische
versnellingsbakolie
VVoooorrddiiffffeerreennttiieeeelloolliiee vveerrvvaannggeenn
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Zet de versnelling in de stand
PARK.
3. Reinig aan de onderzijde van het
voertuig de afvoerplug.
4. Plaats een opvangbak onder het
achterdifferentieel.
5. Verwijder de aftapplug.
6. Schroef de vulplug los.
EÉNNCCIILL.. MMOOTTOORR
ONDERHOUDSPROCEDURES
137
VVIISSCCOO--LLOOKK DDIIFFFFEERREENNTTIIEEEELL ((GGEEEENN
AACCTTUUAATTOORR))
7. Laat alle olie afvloeien.
8. Installeer de aftapplug.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Afvoerplug 2,5 ± 0,5 Nm
(24 ± 4 lbf-in)
9. Vul het differentieel met de aanbe-
volen olie voor optimale prestaties.
10.Zie
Technische specificaties
voor
de oliecapaciteit van het
differentieel.
11.Plaats de vulplug terug.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Vulplug 16,5 ± 2,5 Nm
(146 ± 22 lbf-in)
AAcchhtteerrwwiieellaaaannddrriijjvviinngg ((aalllleeeenn
mmooddeelllleenn mmeett MMoonnoo ccyylliinnddeerr))
OOlliieeppeeiill eeiinnddoovveerrbbrreennggiinngg aacchhtteerr
ccoonnttrroolleerreenn
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Verwijder het achterwiel aan de
rechterkant van het voertuig.
3. Reinig rond de vulplug voor con-
trole oliepeil.
De vulplug bevindt zich achter de
spanning/regelaar.
4. Verwijder de vulplug.
5. Controleer het oliepeil. De olie
moet tot aan de onderste rand
staan.
6. Plaats de vulplug terug.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Vulplug 16,5 ± 2,5 Nm
(146 ± 22 lbf-in)
AAaannbbeevvoolleenn oolliiee
aacchhtteerrwwiieellaaaannddrriijjvviinngg
De XPS-olie heeft een speciale sa-
menstelling voor de smeringsvereis-
ten van deze eindaandrijving. BRP
raadt stellig aan deze XPS-olie te
gebruiken.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk bbiijj ddee oonnddeerrhhoouuddsswweerrkk--
zzaaaammhheeddeenn ggeeeenn aannddeerree
oolliieessoooorrtteenn..
XXPPSS aaaannbbeevvoolleenn
eeiinnddoovveerrbbrreennggiinnggssoolliiee
75W90 synthetische
versnellingsbakolie
AAlltteerrnnaattiieeff iinnddiieenn ggeeeenn
XXPPSS--pprroodduucctt bbeesscchhiikkbbaaaarr iiss
75W90 (API GL-5) synthetische
versnellingsbakolie
ONDERHOUDSPROCEDURES
138
OOlliiee aacchhtteerrwwiieellaaaannddrriijjvviinngg
vveerrvvaannggeenn
1. Plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond.
2. Zet de versnelling in de stand
PARK.
3. Reinig aan de onderzijde van het
voertuig de afvoerplug.
TTOOEEGGAANNGGSSOOPPEENNIINNGG AAFFTTAAPPPPLLUUGG
4. Plaats een opvangbak onder de
achterwielaandrijving.
5. Verwijder de aftapplug.
6. Schroef de vulplug los.
7. Laat alle olie afvloeien.
8. Installeer de aftapplug.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Afvoerplug 2,5 ± 0,5 Nm
(24 ± 4 lbf-in)
9. Vul de aandrijving met de aanbe-
volen olie voor optimale prestaties.
10.Zie
Technische specificaties
voor
de oliecapaciteit.
11.Plaats de vulplug terug.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Vulplug 16,5 ± 2,5 Nm
(146 ± 22 lbf-in)
CCVVTT--DDEEKKSSEELL
Sommige illustraties zijn uitgevoerd
met de motor uit het voertuig voor
meer duidelijkheid. Het is niet nodig
om de motor te verwijderen om de vol-
gende instructies uit te voeren.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RRaaaakk hheett CCVVTT nnooooiitt aaaann aallss ddee
mmoottoorr ddrraaaaiitt..
RRiijjdd nnooooiitt mmeett hheett vvooeerrttuuiigg zzoonnddeerr
hheett CCVVTT--ddeekksseell..
VVOOOORRZZIICCHHTTIIGG
DDee mmoottoorr mmooeett kkoouudd zziijjnn,, vvoooorrddaatt
hheett ddeekksseell wwoorrddtt vveerrwwiijjddeerrdd..
MMEERRKK OOPP
HHeett CCVVTT hhooeefftt nniieett ggeessmmeeeerrdd ttee
wwoorrddeenn..
SSmmeeeerr nnooooiitt ddee oonnddeerrddeelleenn,, bbee--
hhaallvvee ddee aaaannddrriijjffrroollllaaggeerrss..
TTooeeggaanngg ttoott CCVVTT--ddeekksseell
1. Kantel de laadbak.
2. Verwijder het linkerachterpaneel
door de plastic klinknagels te
verwijderen.
ONDERHOUDSPROCEDURES
139
CCVVTT--ddeekksseell vveerrwwiijjddeerreenn
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Verwijder alle CVT-koelluchtkana-
len (indien aanwezig) van het
CVT-deksel.
3. Verwijder handmatig de borg-
schroeven van het CVT-deksel.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk hheett ggeerreeeeddsscchhaapp nniieett oomm
ddee CCVVTT--ddeekksseellsscchhrrooeevveenn eerruuiitt ttee
ttiikkkkeenn..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Verwijder de middelste schroef boven-
aan als laatste om tijdens verwijdering
het deksel te blijven ondersteunen.
4. Verwijder het CVT-deksel en de
pakking.
1. CVT-deksel
2. Schroeven CVT-deksel
CCVVTT--ddeekksseell ppllaaaattsseenn
1. Installeer eerst de middelste
schroef bovenaan.
2. Draai de CVT-dekselschroeven
vast in de volgende volgorde.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Schroeven
CVT-deksel 7 ± 0,8 Nm
(62 ± 7 lbf-in)
3. Installeer opnieuw de
CVT-koelluchtkanalen.
AAaannddrriijjffrriieemm
AAaannddrriijjffrriieemm vveerrwwiijjddeerreenn ((MMoonnoo
ccyylliinnddeerr mmoottoorr))
MMEERRKK OOPP
IInn ggeevvaall vvaann eeeenn ddeeffeecctt aaaann ddee
aaaannddrriijjffrriieemm,, mmooeetteenn hheett CCVVTT,,
ddeekksseell eenn ddee lluucchhttuuiittllaaaatt ggeerreeii--
nniiggdd wwoorrddeenn..
Zie
Tips voor het maximaliseren van
de levensduur van de aandrijfriem
in
Basisprocedures
voor belangrijke
informatie.
1. Verwijder het
CVT-deksel
.
2. Plaats het trek-/vergrendelings-
werktuig in het draadgat van de
aangedreven poelie.
TTrreekkkkeerr//vveerrggrreenn--
ddeelliinnggsswweerrkkttuuiigg
((OONNDD..NNRR..
552299003366009988))
ONDERHOUDSPROCEDURES
140
3. Draai vast om de rol te openen.
4. Schuif de riem over de bovenrand
van de vaste schijf om de riem te
verwijderen.
AAaannddrriijjffrriieemm vveerrwwiijjddeerreenn ((TTwwiinn
ccyylliinnddeerr mmoottoorr))
MMEERRKK OOPP
IInn ggeevvaall vvaann eeeenn ddeeffeecctt aaaann ddee
aaaannddrriijjffrriieemm,, mmooeetteenn hheett CCVVTT,,
ddeekksseell eenn ddee lluucchhttuuiittllaaaatt ggeerreeii--
nniiggdd wwoorrddeenn..
Zie
Tips voor het maximaliseren van
de levensduur van de aandrijfriem
in
Basisprocedures
voor belangrijke
informatie.
1. Verwijder het
CVT-deksel
.
2. Plaats de adapter in het draadgat
van de aangedreven rol.
AAaannggeeddrreevveenn
rroollaaddaapptteerr
((OONNDD..NNRR..
770088220000772200))
3. Schroef het trek-/vergrendelge-
reedschap in het draadgat van de
adapter.
TTrreekkkkeerr//vveerrggrreennddee--
lliinnggsswweerrkkttuuiigg
((OONNDD..NNRR..
552299000000008888))
4. Draai vast om de rol te openen.
1. Vaste aangedreven rolschijf
2. Adapter
3. Trekker/vergrendelingswerktuig
4. Moersleutel
5. Schuif, zoals weergegeven, de
riem over de bovenrand van de
vaste schijf om de riem te
verwijderen.
AAaannddrriijjffrriieemm iinnssttaalllleerreenn
Voor de installatie voert u de verwijde-
ringsprocedure in omgekeerde volg-
orde uit. Wees aandachtig voor de
volgende details.
De maximale levensduur van de aan-
drijfrol wordt behaald als de aandrijf-
riem in de juiste richting draait.
ONDERHOUDSPROCEDURES
141
1. Installeer het dusdanig, dat de op
de riem afgedrukte pijl naar de
voorkant van het voertuig wijst, ge-
zien van boven.
1. Op riem afgedrukte pijl
2. Aandrijfrol (voor)
3. Aangedreven rol (achter)
4. Draairichting
2. Draai de aangedreven riem tot het
onderste deel van de tanden op de
buitenkant van de aandrijfriem ge-
lijk is met de rand van de aange-
dreven rol.
1. Onderste deel van de tanden gelijk met de
rand van de aangedreven poelie
AAaannddrriijjff-- eenn aaaannggeeddrreevveenn
rroolllleenn
AAaannddrriijjff-- eenn aaaannggeeddrreevveenn rroolllleenn
iinnssppeecctteerreenn
De inspectie moet door een erkende
Can-Am Off-Road dealer, reparatie-
bedrijf of iemand anders van uw keu-
ze voor onderhoud, reparatie of
vervanging worden uitgevoerd.
AAaannddrriijjffppooeelliiee
Inspecteer de lagerbussen en rollen
van de schuifhuls van de aangedre-
ven rol, vervang versleten
onderdelen.
AAaannggeeddrreevveenn rrooll
Inspecteer de lagerbussen van de nok
en van de schuifhuls van de aange-
dreven rol, vervang versleten
onderdelen.
AAlllleeeenn VV--TTwwiinn
Inspecteer de rollen op de vaste huls.
AAlllleeeenn eeéénncciill.. mmoottoorreenn
Inspecteer de sliders op de vaste
huls.
BBOOUUGGIIEESS
BBoouuggiiee vveerrwwiijjddeerreenn
1. Koppel de bougiekabel los.
2. Reinig de ruimte rondom de bou-
gie met perslucht voordat u de
bougie verwijderd.
3. Schroef de bougie volledig los met
een bougiesleutel en verwijder het.
BBoouuggiieess ppllaaaattsseenn
1. Zorg er vóór de installatie voor dat
het contactoppervlak van cilinder-
kop en bougie vrij van vuil is.
2. Stel de bougiespleet met behulp
van een voelermaat in.
ONDERHOUDSPROCEDURES
142
EElleekkttrrooddeennaaffssttaanndd bboouuggiiee
Mono
cylinder 0,7 tot 0,8 mm
(028 tot 031 in)
Twin
cylinders 0,8 tot 0,9 mm
(031 tot 035 in)
3. Voorzie de bougieschroefdraden
van het volgende smeermiddel te-
gen het vastvreten.
SSmmeeeerrmmiiddddeell oopp bbaassiiss vvaann kkooppeerr
tteeggeenn hheett vvaassttvvrreetteenn
4. Schroef de bougie in de cilinder-
koppen met de hand of met een
passende bougiesleutel.
MMEERRKK OOPP
HHaaaall ddee bboouuggiieess nniieett ttee ssttrraakk aaaann
oomm sscchhaaddee aaaann ddee mmoottoorr ttee
vveerrmmiijjddeenn..
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Ontstekings
bougie 11 Nm
(97 lbf-in)
AAccccuu
OOnnddeerrhhoouudd vvaann ddee bbaatttteerriijj
MMEERRKK OOPP
LLaaaadd nnooooiitt eeeenn aaccccuu tteerrwwiijjll ddiiee iinn
hheett vvooeerrttuuiigg iiss ggeeïïnnssttaalllleeeerrdd..
Deze voertuigen zijn uitgerust met
een VRLA-accu (Valve Regulated
Lead Acid). Dit is een onderhoudsvrij
accutype, waaraan geen water moet
worden toegevoegd om het elektrolyt-
peil te regelen.
MMEERRKK OOPP
VVeerrwwiijjddeerr nnooooiitt ddee aaffsslluuiittddoopp vvaann
ddee aaccccuu..
DDee aaccccuu vveerrwwiijjddeerreenn
1. Verwijder het opslagcompartiment
onder de stoel indien aanwezig.
2. Verwijder het accudeksel door de
twee kwartdraaisluitingen los te
draaien.
1. Accudeksel
3. Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel
los en dan de RODE (+).
MMEERRKK OOPP
DDeemmoonntteeeerr aallttiijjdd iinn ddeezzee vvoollgg--
oorrddee;; kkooppppeell ddee ZZWWAARRTTEE ((--)) kkaa--
bbeell eeeerrsstt llooss..
4. Verwijder de borgschroef of borg-
schroeven van de accuhouder.
1. Accuhouder
2. Accu
3. Borgschroef of borgschroeven accuhouder
5. Verwijder de accuhouder.
6. Verwijder de accu.
ONDERHOUDSPROCEDURES
143
DDee aaccccuu ppllaaaattsseenn
Om de accu te installeren gaat u om-
gekeerd te werk als bij de
verwijdering.
MMEERRKK OOPP
AAllss ddee aaccccuukkaabbeellss nniieett ccoorrrreecctt ggee--
ppllaaaattsstt wwoorrddeenn ((oommggeekkeeeerrddee ppoo--
llaarriitteeiitt)),, kkaann ddiitt sscchhaaddee aaaann ddee
ssppaannnniinnggssrreeggeelliinngg ttooeebbrreennggeenn..
MMEERRKK OOPP
SSlluuiitt aallttiijjdd eeeerrsstt ddee RROODDEE ((++)) kkaa--
bbeell aaaann eenn ddaann ppaass ddee ZZWWAARRTTEE
((--)) kkaabbeell..
ZZeekkeerriinnggeenn eenn zzeekkeerrbbaarree
aaaannsslluuiittiinnggeenn
VVeerrvvaannggeenn vvaann ddee zzeekkeerriinnggeenn
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met hetzelfde
vermogen.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk ggeeeenn zzeekkeerriinngg mmeett eeeenn
hhooggeerree ccaappaacciitteeiitt oomm eerrnnssttiiggee
sscchhaaddee ttee vveerrmmiijjddeenn..
PPllaaaattss zzeekkeerriinnggddooooss
Dit voertuig is uitgerust met meerdere
zekeringdozen. Enkele zijn aange-
bracht in het servicecenter vooraan en
één zekeringdoos onder de rechter
passagiersstoel in de buurt van de
accu.
Twee zekeringaansluitingen in de ka-
bel maken de systeembescherming
af.
Een extra 50A zekering voor bescher-
ming van de spanningsregelaar is
aangebracht bij de accu.
Trek aan beide randen van het onder-
houdsdeksel om het mechanisme te
ontgrendelen en het onderhoudsdek-
sel te openen
TTRREEKKKKEENN AAAANN DDEE RRAANNDD VVAANN HHEETT
VVOOOORRSSTTEE OONNDDEERRHHOOUUDDSSDDEEKKSSEELL..
Til het onderhoudsdeksel op.
DDEE RRAANNDD VVAANN HHEETT VVOOOORRSSTTEE OONNDDEERR--
HHOOUUDDSSDDEEKKSSEELL OOPPTTIILLLLEENN..
SSTTEEUUNN ZZEEKKEERRIINNGGDDOOOOSS
ONDERHOUDSPROCEDURES
144
SSTTEEUUNN ZZEEKKEERRIINNGGDDOOOOSS
Verwijder het accudeksel om toegang
tot de secundaire zekeringendoos
achter te krijgen.
1. Accudeksel
1. Secundaire zekeringdoos achter
BBeesscchhrriijjvviinngg zzeekkeerriinnggddooooss
Zekeringen bevinden zich in het dek-
sel van elke zekeringdoos.
In het midden van het voorste opberg-
vak is zekeringdoosnummer in de
steun gegoten.
IInn sseerrvviicceecceenntteerr vvoooorraaaann
NNeeee BBeesscchhrriijj
vviinngg SSccoorree
PF1 Hoofdze
kering
doos
PF3 DPS 40 A
PF4 Accessoi
res 40 A
PF6 AB
S-pomp 40 A
PF7 ABS-klep
pen 25 A
HHooooffddzzeekkeerriinnggddooooss
((iinn mmiiddddeenn vvoooorrssttee
sseerrvviicceecceennttrruumm))
NNeeee BBeesscchhrriijj
vviinngg SSccoorree
F10 T-voertuig 10 A
F11 Koplam
pen 20 A
F12
DC1/DC3/
12V
stroom
aanslui
ting 1 voor
accessoi
re
10 A
F14
12 V
stroom
aanslui
ting 2 voor
accessoi
re
10 A
F16 Achterlich
ten 10 A
F24 Volgwa
genlamp 5 A
ONDERHOUDSPROCEDURES
145
HHooooffddzzeekkeerriinnggddooooss
((iinn mmiiddddeenn vvoooorrssttee
sseerrvviicceecceennttrruumm))
NNeeee BBeesscchhrriijj
vviinngg SSccoorree
F25 Volgwa
genindica
tor 5 A
F26 Stoelscha
kelaar 5 A
R3 ECM/
accessoi
re 12 V
R8 Remlich
ten
R9
12 V
accessoi
reaanslui
ting /
stroom
aanslui
ting 2
Reserve 1 Reserve 20 A
SSeeccuunnddaaiirree zzeekkeerriinnggddooooss
((oonnddeerr ppaassssaaggiieerrssssttooeell))
NNeeee BBeesscchhrriijj
vviinngg SSccoorree
F4 Cluster/
relais 10 A
F5
Ontste
king/
injectie/
brandstof
pomp
10 A
F6
Engine
Control
Module
(ECM -
motorbe
heermodu
le)
10 A
SSeeccuunnddaaiirree zzeekkeerriinnggddooooss
((oonnddeerr ppaassssaaggiieerrssssttooeell))
NNeeee BBeesscchhrriijj
vviinngg SSccoorree
F7 4WD-ac
tuator 10 A
F8
Contact
schake
laar
Klok
10 A
F9 Koelventi
lator 25 A
F18
Zuurstof
sensor
Emissiere
geleen
heid
10 A
F28 Uitgang
achteraan 10 A
R1 Koelventi
lator
R2 Hoofdze
kering
Reserve 1 Reserve 10 A
Reserve 2 Reserve 10 A
Reserve 3 Reserve 10 A
Zekeringaansluitingen
Zekering
aanslui
ting
Beschrij
ving Score
1Hoofdze
kering 18 awg
2Accessoi
reaanslui
ting 14 awg
ONDERHOUDSPROCEDURES
146
Regelingszekering
Nee Beschrij
ving Score
Regelaar 50A
LLiicchhtteenn
KKooppllaammppeenn vveerrvvaannggeenn
MMEERRKK OOPP
RRaaaakk hheett ggllaass vvaann eeeenn hhaallooggeeeenn--
llaammpp nnooooiitt mmeett ddee bblloottee vviinnggeerrss
aaaann,, wwaanntt ddaann ggaaaatt ddeezzee mmiinnddeerr
llaanngg mmeeee.. AAllss hheett ggllaass ttoocchh wwoorrddtt
aaaannggeerraaaakktt,, rreeiinniigg hheett ddaann mmeett
iissoopprrooppaannooll,, ddaatt oopp ddee llaammpp ggeeeenn
llaaaaggjjee aacchhtteerrllaaaatt..
Koppel de connector van de lamp los.
TTYYPPIISSCCHH
Draai de lamp.
TTYYPPIISSCCHH
Trek de lamp eruit.
Installeer de verwijderde onderdelen
opnieuw correct in de omgekeerde
volgorde dan waarin u ze heeft
verwijderd.
Controleer de werking van de
koplampen.
KKooppllaammpp rriicchhtteenn
Draai aan de regelschroef om de
straalhoogte naar wens in te stellen.
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Stel de koplampen gelijk af.
1. Afstelschroef
LLaammppeenn vvaann ddee aacchhtteerrlliicchhtteenn
vveerrvvaannggeenn
De achterlichten zijn gemaakt met
LED's (light emitting diode), een be-
proefde en betrouwbare technologie.
Als ze om een of andere reden toch
niet zouden werken, laat ze dan nakij-
ken door een erkende Can-Am dealer,
reparatieplaats of persoon van uw
keuze.
VVeerrvvaannggeenn rriicchhttiinnggaaaannwwiijjzzeerrllaammpp
vvoooorraaaann
1. Verwijder de lampfitting.
ONDERHOUDSPROCEDURES
147
DDRRAAAAII DDEE RRIICCHHTTIINNGGAAAANNWWIIJJZZEERRFFIITTTTIINNGG
1. Borgschroeven
2. Vervang de lamp.
3. Monteer de fitting.
VVeerrvvaannggeenn rriicchhttiinnggssaaaannwwiijjzzeerrllaammpp
aacchhtteerr
1. Verwijder de laadklep. Zie
Uitrusting
.
2. Verwijder de borgschroef van de
lens van de richtingaanwijzer.
1. Borgschroef lens
3. Verwijder de bovenste schroeven
van het zijpaneel van de laadbak.
4. Kantel het paneel.
5. Verwijder de lampfitting.
DDRRAAAAII DDEE RRIICCHHTTIINNGGAAAANNWWIIJJZZEERRFFIITTTTIINNGG
1. Borgschroeven
6. Vervang de lamp.
7. Breng de fitting en andere verwij-
derde onderdelen weer aan in om-
gekeerde volgorde.
LLaammpp vvaann hheett ssttaannddlliicchhtt vvoooorraaaann
vveerrvvaannggeenn
OOPPMMEERRKKIINNGG::
De standlichten vooraan kunnen niet
worden gedemonteerd. Zij moeten als
geheel worden vervangen.
1. Koppel de elektriciteitsconnector
los.
2. Draai de borgmoer los.
3. Verwijder het standlicht.
1. Standlicht
2. Borgmoer
4. Installeer het nieuwe standlicht in
omgekeerde volgorde.
DDee llaammpp vvaann ddee nnuummmmeerrppllaaaatt
vveerrvvaannggeenn
1. Verwijder de gloeilampkap van de
nummerplaat.
ONDERHOUDSPROCEDURES
148
1. Gloeilampkap nummerplaat
2. Borgschroef
2. Vervang de lamp.
3. Breng de lampplaat opnieuw aan.
AAaannddrriijjffaassbbaallgg eenn
--bbeesscchheerrmmiinngg
BBaallggeenn eenn bbeesscchheerrmmeerrss aaaannddrriijjffaass
iinnssppeecctteerreenn
1. Inspecteer visueel de bescher-
mers en balgen van de aandrijfas.
2. Controleer de beschermers op be-
schadigingen of schuren tegen de
assen.
3. Controleer balgen op barsten,
scheuren, vetlekken enz.
4. Herstel of vervang desgevallend
beschadigde onderdelen.
1. Balg binnenkant aandrijfas
1. Balg buitenkant aandrijfas
1. Balg binnenkant aandrijfas
1. Balg buitenkant aandrijfas
WWiieellllaaggeerrss
WWiieellllaaggeerr iinnssppeecctteerreenn
1. Hef het voertuig op en ondersteun
het. Raadpleeg
Het voertuig op-
heffen en ondersteunen
.
2. Duw en trek aan de bovenrand
van de wielen om de speling te
voelen.
3. Raadpleeg een erkende Can-Am
Off-Road dealer, reparatieplaats of
ONDERHOUDSPROCEDURES
149
persoon van uw keuze in geval
van abnormale speling.
TTYYPPIISSCCHH
WWiieelleenn eenn bbaannddeenn
WWiieell vveerrwwiijjddeerreenn
1. Zet het voertuig op een gelijkmatig
oppervlak.
2. Zet de schakelhendel in de PAR-
KEER-stand (P).
3. Draai de wielmoeren los.
4. Hef het voertuig op en ondersteun
het. Raadpleeg het hoofdstuk
Het
voertuig opheffen en
ondersteunen
5. Verwijder de wielmoeren en het
wiel.
WWiieell mmoonntteerreenn
1. Inspecteer de tapschroefdraden
en moeren. Vervang indien nodig.
2. Monteer het wiel.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: De banden zijn unidi-
rectioneel en moeten in de juiste
draairichting gemonteerd blijven om
goed te werken.
3. Monteer alle wielmoeren met de
hand.
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk aallttiijjdd ddee wwiieellmmooeerreenn ddiiee
vvoooorr ddaatt ttyyppee wwiieell zziijjnn aaaannbbeevvoo--
lleenn.. HHeett ggeebbrruuiikk vvaann aannddeerree wwiieell--
mmooeerreenn kkaann sscchhaaddee aaaann ddee vveellggeenn
ooff ttaappppeenn vveerroooorrzzaakkeenn..
4. Draai de wielmoeren aan zoals
hieronder afgebeeld.
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Wielmoeren 100 ± 10 Nm
(74 ± 7 lbf-ft)
AAAANNDDRRAAAAIIVVOOLLGGOORRDDEE
BBaannddeennssppaannnniinngg
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
DDee bbaannddeennssppaannnniinngg hheeeefftt eeeenn
ggrroottee iinnvvllooeedd oopp ddee bbeessttuurriinngg eenn
ssttaabbiilliitteeiitt vvaann hheett vvooeerrttuuiigg..
BBiijj oonnvvoollddooeennddee ddrruukk kkuunnnneenn ddee
bbaannddeenn lleeeeggllooppeenn eenn oopp ddee vveellgg
ggaaaann llooppeenn..
BBiijj oovveerrddrruukk kkaann ddee bbaanndd sspprriinn--
ggeenn.. HHoouudd uu aallttiijjdd aaaann ddee aaaannbbee--
vvoolleenn bbaannddeennssppaannnniinngg..
RReeggeell ddee bbaannddeennssppaannnniinngg NNOOOOIITT
llaaggeerr ddaann hheett mmiinniimmuumm.. AAnnddeerrss
kkaann ddee bbaanndd lloosskkoommeenn vvaann ddee
vveellgg..
Controleer de druk wanneer de ban-
den kkoouudd zijn voordat u het voertuig
gaat gebruiken. De bandendruk ver-
schilt naargelang de temperatuur en
de hoogte. Controleer de banden-
spanning opnieuw wanneer een van
deze factoren verandert.
Zie het
label Bandenspanning en
maximale belasting
op het voertuig
voor de juiste spanning.
ONDERHOUDSPROCEDURES
150
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Hoewel de banden speciaal zijn ont-
worpen voor offroadtoepassingen,
kan een lekke band nog steeds voor-
komen. Daarom wordt aangeraden
een bandenspanningsmeter, banden-
pomp en een reparatieset mee te
nemen.
IInnssppeeccttiiee bbaannddeenn
Controleer de banden op beschadigin-
gen en slijtage. Vervang deze zo
nodig.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
RRootteeeerr ddee bbaannddeenn nniieett.. DDee bbaann--
ddeenn vvoooorraaaann eenn aacchhtteerraaaann hheebb--
bbeenn eeeenn aannddeerree mmaaaatt.. DDee lliinnkkeerr--
eenn rreecchhtteerrbbaannddeenn hheebbbbeenn vveerr--
sscchhiilllleennddee uunniiddiirreeccttiioonneellee
pprrooffiieelleenn..
VVeerrvvaannggiinngg bbaannddeenn
De banden moeten worden vervangen
door een erkende Can-Am Off-Road
dealer, reparatieplaats of persoon van
uw keuze.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVeerrvvaanngg ddee bbaannddeenn aalllleeeenn ddoooorr
bbaannddeenn vvaann hheettzzeellffddee ttyyppee eenn
bbaannddeennmmaaaatt aallss ddee oorriiggiinneellee
bbaannddeenn..
LLeett eerroopp ddaatt uu bbaannddeenn mmeett eeeenn
uunniiddiirreeccttiioonneeeell pprrooffiieell iinn ddee jjuuiissttee
ddrraaaaiirriicchhttiinngg mmoonntteeeerrtt..
DDee bbaannddeenn mmooeetteenn vveerrvvaannggeenn
wwoorrddeenn ddoooorr eeeenn eerrvvaarreenn ppeerr--
ssoooonn,, iinn oovveerreeeennsstteemmmmiinngg mmeett ddee
nnoorrmmeenn eenn hheett ggeerreeeeddsscchhaapp ggee--
bbrruuiikktt iinn ddee sseeccttoorr..
WWiieelloopphhaannggiinngg
VVoooorrwwiieelloopphhaannggiinngg ssmmeerreenn
Smeer de voorste ophangingsarmen.
Synthetisch XPS-vet voor
wielophangingen
Er zitten twee smeerfittingen aan elke
arm en deze zijn naar boven gericht.
1. Smeerfittingen ophangingsarm
AAcchhtteerrwwiieelloopphhaannggiinngg ssmmeerreenn
Smeer de ophangingsarmen achter
(twee smeerfittingen op iedere arm)
en de stabilisatiestangbussen achter.
Synthetisch XPS-vet voor
wielophangingen
TTYYPPIISSCCHH
1. Smeerfittingen ophangingsarm achter
TTYYPPIISSCCHH
1. Smeerfitting stabilisatorstandbus achter
ONDERHOUDSPROCEDURES
151
IInnssppeeccttiiee oopphhaannggiinngg
Raadpleeg een erkende off-road-dea-
ler van Can-Am, een reparatiebedrijf
of iemand van uw keuze wanneer u
problemen ontdekt.
SScchhookkddeemmppeerrss
Controleer de schokdemper op lek-
kage, slijtage door bruuske bewegin-
gen en andere beschadigingen.
Controleer of de bevestigingen nog
goed vastzitten.
OOpphhaannggiinnggssaarrmmeenn vvoooorr
Controleer de ophangingsarmen op
barsten, krombuiging of andere teke-
nen van overmatige slijtage en
schade.
OOpphhaannggiinnggssaarrmmeenn aacchhtteerr
Controleer de ophangingsarmen op
barsten, krombuiging of andere teke-
nen van overmatige slijtage en
schade.
RReemmmmeenn
AAaannbbeevvoolleenn rreemmvvllooeeiissttooff
Gebruik altijd remvloeistof die voldoet
aan de specificatie DOT 4.
MMEERRKK OOPP
OOmm eerrnnssttiiggee sscchhaaddee aaaann hheett rreemm--
ssyysstteeeemm ttee vvoooorrkkoommeenn,, mmaagg uu
ggeeeenn aannddeerree vvllooeeiissttooffffeenn ddaann ddee
aaaannbbeevvoolleenn mmiiddddeelleenn ggeebbrruuiikkeenn
eenn nnooooiitt vveerrsscchhiilllleennddee vvllooeeiissttooffffeenn
mmeennggeenn bbiijj hheett bbiijjvvuulllleenn..
GGeebbrruuiikk ggeeeenn rreemmvvllooeeiissttooff uuiitt eeeenn
oouuddee ooff rreeeeddss ggeeooppeennddee bbuuss..
PPeeiill iinn rreemmvvllooeeiissttooffrreesseerrvvooiirr
ccoonnttrroolleerreenn
Controleer het vloeistofpeil in het re-
servoir terwijl het voertuig op een vlak
oppervlak staat. Het remvloeistofpeil
moet tussen MIN. en MAX. liggen.
Het remvloeistofreservoir bevindt zich
voor de multifunctionele meter.
Verwijder de afdekking van de meter
om toegang te krijgen.
AAFFDDEEKKKKIINNGG VVAANN DDEE MMEETTEERR
VVEERRWWIIJJDDEERRDD
1. Remvloeistofreservoir
2. MAX - merkteken
3. MIN - merkteken
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Een laag peil kan wijzen op lekkage of
versleten remblokken.
RReemmvvllooeeiissttooff ttooeevvooeeggeenn
Reinig de vuldop.
Verwijder de dop door de lip los te
maken.
Vul zoveel vloeistof bij als nodig.
NNooooiitt ttee vveeeell bbiijjvvuulllleenn..
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Zorg ervoor dat de ring van de vuldop
naar binnen is geduwd voor u de dop
van op het remvloeistofreservoir sluit.
ONDERHOUDSPROCEDURES
152
RReemmssyysstteeeemm iinnssppeecctteerreenn
Laat de remmen controleren, onder-
houden en repareren bij een erkende
Can-Am-dealer, reparatiebedrijf of
door een persoon van uw keuze.
Controleer echter het volgende tussen
bezoeken aan uw dealer:
– Remvloeistofpeil
Vloeistoflekkage van het
remsysteem
Slijtage remblok
Reinheid van de remmen
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
LLaaaatt hheett vveerrvveerrsseenn vvaann ddee rreemm--
vvllooeeiissttooff eenn aallllee oonnddeerrhhoouudd eenn rree--
ppaarraattiieess aaaann hheett rreemmssyysstteeeemm
uuiittvvooeerreenn ddoooorr eeeenn eerrkkeennddee CCaa--
nn--AAmm ddeeaalleerr..
VVEEIILLIIGGHHEEIIDDSSGGOORRDDEELLSS
VVeeiilliigghheeiiddssggoorrddeell rreeiinniiggeenn
Gebruik milde zeep en water om vuil
en andere resten van de veiligheids-
gordels te verwijderen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
GGeebbrruuiikk nnooooiitt eeeenn hhooggeeddrruukkrreeiinnii--
ggeerr vvoooorr hheett rreeiinniiggeenn vvaann ddee vveeii--
lliigghheeiiddssggoorrddeellccoommppoonneenntteenn oomm
bbeesscchhaaddiiggiinngg ttee vvoooorrkkoommeenn..
MMEERRKK OOPP
GGeebbrruuiikk ggeeeenn bblleeeekkmmiiddddeell,, vveerrff ooff
rreeiinniiggiinnggssmmiiddddeelleenn..
KKooooii
KKooooiibbeevveessttiiggiinnggeenn
Verwijder de afwerking om de bevesti-
gingen te bereiken.
Draai de kooibevestigingen vast vol-
gens de specificaties.
ONDERHOUDSPROCEDURES
153
AAaannddrraaaaiimmoommeenntt
Kooibeves
tigingen 67,5 ± 2,5 Nm
(50 ± 2 lbf-ft)
ONDERHOUDSPROCEDURES
154
VVEERRZZOORRGGIINNGG VVAANN HHEETT VVOOEERRTTUUIIGG
RReeiinniiggiinngg eenn bbeesscchheerrmmiinngg
vvooeerrttuuiigg
MMEERRKK OOPP
RReeiinniigg ddiitt vvooeerrttuuiigg nnooooiitt mmeett eeeenn
hhooggeeddrruukkrreeiinniiggeerr.. GGEEBBRRUUIIKK EENN--
KKEELL LLAAGGEE DDRRUUKK ((zzooaallss eeeenn
ttuuiinnssllaanngg))..
HHooggee ddrruukk kkaann sscchhaaddee aaaannrriicchhtteenn
aaaann eelleekkttrriisscchhee ooff mmeecchhaanniisscchhee
oonnddeerrddeelleenn..
Besteed aandacht aan plaatsen waar
zout water, modder of vuil zich kan op-
hopen en mogelijk kan leiden tot:
– Brand
– Slijtage
– Hinder
– Corrosie.
Deze niet-exhaustieve lijst omvat het
volgende:
Rond het uitlaatsysteem en tussen
de knalpot en het knalpotdeksel
Onder en rond de brandstoftank
– Radiator
– Schokdempers
Rond het voor- en
achterdifferentieel
Rond en onder de motor en de
tandwielkast
Binnenkant wielen
Op de beschermingsplaten.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
VVuuiilloopphhooppiinngg kkaann lleeiiddeenn ttoott eeeenn
vvooeerrttuuiiggbbrraanndd wwaannnneeeerr hheett uuiitt--
llaaaattssyysstteeeemm hheeeett iiss eenn hheett vvuuiill iiss
ooppggeeddrrooooggdd..
IInn ssoommmmiiggee ggeevvaalllleenn kkaann ddaatt lleeii--
ddeenn ttoott eerrnnssttiiggee mmaatteerriiëëllee sscchhaaddee,,
vveerrwwoonnddiinnggeenn ooff zzeellffss ddee ddoooodd..
RReeiinniigg vvaaaakk eenn rreeggeellmmaattiigg ddee oomm--
ggeevviinngg vvaann hheett uuiittllaaaattssyysstteeeemm
wwaannnneeeerr uu iinn mmooeerraass,, vveeeenn,, hhooooii
ooff ddooddee bbllaaddeerreenn rriijjddtt..
IInn aannddeerree ssiittuuaattiieess rreeiinniiggeenn vvooll--
ggeennss ddee eeiisseenn vvaann hheett
oonnddeerrhhoouuddsssscchheemmaa..
Als u uw voertuig in een zoutwaterom-
geving heeft gebruikt moet u het af-
spoelen met zoet water om het
voertuig en al zijn onderdelen in
goede staat te houden na elke
bedrijfsdag.
We raden u met aandrang aan meta-
len onderdelen te smeren.
Gebruik anti-corrosiesmeermiddel of
een gelijkwaardig product.
XPS smeermiddel en
anti-corrosiemiddel
Beschadigingen aan gelakte onderde-
len moeten zorgvuldig worden bijge-
werkt met verf om roest te
voorkomen.
Was de carrosserie indien nodig met
warm zeepsop (gebruik enkel een
mild schoonmaakmiddel). Breng een
niet-schurende was aan.
MMEERRKK OOPP
RReeiinniigg kkuunnssttssttooffoonnddeerrddeelleenn nnooooiitt
mmeett aaggrreessssiieevvee sscchhoooonnmmaaaakkmmiidd--
ddeelleenn,, oonnttvveetttteerrss,, vveerrffvveerrdduunnnneerr,,
aacceettoonn ee..dd..
Bescherm het voertuig met een hoes
om stofophoping tijdens de opslag te
voorkomen.
MMEERRKK OOPP
HHeett vvooeerrttuuiigg mmooeett oopp eeeenn kkooeellee,,
ddrrooggee pplleekk wwoorrddeenn ooppggeessllaaggeenn eenn
mmeett eeeenn oonnddoooorrzziicchhttiigg zzeeiill wwoorrddeenn
aaffggeeddeekktt.. HHiieerrddoooorr wwoorrddeenn ddee
ppllaassttiicc oonnddeerrddeelleenn eenn ddee llaakk vvaann
ddee ssnneeeeuuwwssccooootteerr bbeesscchheerrmmdd ttee--
ggeenn zzoonnlliicchhtt eenn vvuuiill eenn wwoorrddeenn
ssttooffoopphhooppiinnggeenn vvoooorrkkoommeenn..
155
BBEEWWAARRIINNGG EENN VVOOOORRBBEERREEIIDDIINNGG OOPP HHEETT
RRIIJJSSEEIIZZOOEENN
Als u het voertuig langer dan 4 maanden niet gebruikt, is een correcte opslag
noodzakelijk.
Als het voertuig langer dan 21 dagen niet wordt gebruikt, ontkoppel dan de
ZWARTE (-) accukabel.
Het gebruik van een druppellader met een lage stroomsterkte wordt aangeraden
om de accu volledig opgeladen te houden.
Nadat uw voertuig langere tijd was opgeborgen, is een voorbereiding vereist.
Neem contact op met een een erkende Can-Am Off-Road dealer, reparatiebedrijf
of iemand anders van uw keuze voor het correct voorbereiden van uw voertuig.
156
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN
157
TTEECCHHNNIISSCCHHEE IINNFFOORRMMAATTIIEE
158
VVOOEERRTTUUIIGGIIDDEENNTTIIFFIICCAATTIIEE
De voornaamste onderdelen van het
voertuig (de motor en het chassis) zijn
identificeerbaar aan de hand van ver-
schillende serienummers. Soms kunt
u deze nummers nodig hebben voor
de garantie of om uw voertuig te laten
opsporen bij verlies. Deze nummers
worden ook vereist door de erkende
Can-Am Off-Road dealer om garantie-
claims correct af te handelen. We ra-
den u stellig aan om alle
serienummers van uw voertuig te no-
teren en deze door te geven aan uw
verzekeraar.
VVooeerrttuuiiggiiddeennttiiffiiccaattiieennuummmmeerr
De constructieplaat bevindt zich aan
de bestuurderszijde, onder het
dashboard.
CCOONNSSTTRRUUCCTTIIEEPPLLAAAATT
1: Categorie
2: Typegoedkeuringsnummer
3: V.I.N.
4: Toegestane maximale beladen
massa van het voertuig
5-7: Toegestane maximale massa per
as
B-1: Toegestane trekmassa op ach-
terste koppelingspunt; ongeremde
aanhangwagen
B-2: Toegestane trekmassa op ach-
terste koppelingspunt; traagheidsge-
remde aanhangwagen
Het label met het chassisnummer be-
vindt zich aan de passagierszijde, on-
der het dashboard.
Bombardier Recreational Products Inc.
565 de la Montagne, Valcourt, QC
Canada, J0E 2L0
TYPE: SbS
BRP-Rotax GmbH Co. KG
Rotaxstrasse 1
Gunskirchen, A-4623, Oostenrijk
Vervaardigd in Mexico
kW
kg
9706_NL
VVIINN--LLAABBEELL -- EEUURROOPPEESSEE LLAANNDDEENN
159
TTYYPPIISSCCHH -- LLOOCCAATTIIEE VVIINN--LLAABBEELL
MMoottoorriiddeennttiiffiiccaattiieennuummmmeerr ((EE..
II..NN..))
EEéénncciill.. mmoottoorr
TTYYPPIISSCCHH
1. motoridentificatienummer (E.I.N.)
TTwwiinn ccyylliinnddeerr mmoottoorr
TTYYPPIISSCCHH
1. motoridentificatienummer (E.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIE
160
CCoonnffoorrmmiitteeiittssllaabbeell
VVeerroorrddeenniinngg ((EEUU)) 22001166//11662288
iinnzzaakkee nniieett vvoooorr ddee wweegg bbeesstteemmddee
mmoobbiieellee mmaacchhiinneess
De aanduiding voor voertuigen die
voldoen aan Verordening (EU) 2016/
1628 (NRMM, niet voor de weg be-
stemde mobiele machines) is terug te
vinden op het kleppendeksel van de
motor evenals op het voertuig, nabij
het vin-label.
TTYYPPIISSCCHH
TTYYPPIISSCCHH -- NNRRMMMM--IIDDEENNTTIIFFIICCAATTIIEELLAABBEELL
OOPPMMEERRKKIINNGG::
Knoeien met de motor of de bijbeho-
rende onderdelen maakt de EU-type-
goedkeuring van de betreffende motor
ongeldig.
PPiiccttooggrraamm eetthhaannoollccoonnffoorrmmiitteeiitt
Dit label bevindt zich altijd bij de
benzinedop.
PPiiccttooggrraamm kkooooiiccoonnffoorrmmiitteeiitt
Dit label bevindt zich bovenaan links
van de kooi.
e13
8229
00220 U3
PPiiccttooggrraamm ccaatteeggoorriieeccoonnffoorrmmiitteeiitt
Dit label bevindt zich bovenaan links
van de kooi.
704906301_NL
Categorie 1
EN 15695 - 1
TTeecchhnniisscchhee iinnffoorrmmaattiieellaabbeellss
MMiiddddeellssttee ssttooeell ooppeenneenn -- PPiiccttooggrraamm
Dit label bevindt zich nabij het vergrendelingslipje van de middelste stoel.
VOERTUIGIDENTIFICATIE
161
LLuucchhttffiilltteerr vveerrvvaannggeenn -- PPiiccttooggrraamm
MMEERRKK OOPP
RRaaaaddpplleeeegg ddee ggeebbrruuiikkeerrsshhaannddlleeiiddiinngg vvoooorr ddee vveerrvvaannggiinnggsspprroocceedduurree
vvaann hheett lluucchhttffiilltteerr..
7686
VOERTUIGIDENTIFICATIE
162
PPiiccttooggrraamm ppaarrkkeeeerrssttaanndd
Dit label bevindt zich bij de schakelhendel.
PPiiccttooggrraamm ssttaarrttssttaanndd
Dit label bevindt zich bij de onderkant van de contactschakelaar.
VOERTUIGIDENTIFICATIE
163
PPiiccttooggrraamm ssttaannddlliicchhttppoossiittiiee
Dit label bevindt zich bovenaan de contactschakelaar.
PPiiccttooggrraamm rreemmvvllooeeiissttooff..
Dit label bevindt zich bovenaan de remvloeistoftank.
VOERTUIGIDENTIFICATIE
164
PPllaaaattss ooppkkrriikkppuunntteenn
Dit label bevindt zich onder het voertuig, bij de opkrikpunten.
8712
PPllaaaattss ssmmeeeerrffiittttiinnggeenn vvaann vvoooorroopphhaannggiinngg
Dit label bevindt zich boven de bovenste ophangingsarm, bij de schokdemper.
704906317
704908149
VOERTUIGIDENTIFICATIE
165
PPllaaaattss ssmmeeeerrffiittttiinnggeenn vvaann aacchhtteerroopphhaannggiinngg
Dit label bevindt zich onder de laadbak, bij de schokdemper.
8621
VOERTUIGIDENTIFICATIE
166
GGEELLUUIIDDSSEEMMIISSSSIIEE-- EENN TTRRIILLLLIINNGGSSWWAAAARRDDEENN
GELUID (volgens richtlijnen (EU) NR. 1322/2014 Annex XIII)
Geluidsniveau ervaren door bestuurder
HD7 78 dB(A)
HD9 75 dB(A)
HD10 72 dB(A)
TRILLING (volgens richtlijnen (EU) NR. 1322/2014 Annex XIV)
Trilling gemeten bij de bestuurdersplaats Alle 0,56 m/s2
GELUID (volgens richtlijnen (EU) NR. 2015/96 Annex II)
Stationair
HD7 79 dB(A)
HD9 75 dB(A)
HD10 80 dB(A)
In beweging
HD7 83 dB(A)
HD9 82 dB(A)
HD10 83 dB(A)
167
VVEERRKKLLAARRIINNGG VVAANN CCOONNFFOORRMMIITTEEIITT
EEUU--ccoonnffoorrmmiitteeiittssvveerrkkllaarriinngg
565 de la Montagne Street
Valcourt (Québec) J0E 2L0
Canada
www.brp.com
Luc Bouchard, Eng.
Directeur, Productontwikkeling, Can-Am SSV
Bombardier Recreational Products Inc.
EU-conformiteitsverklaring
Geautoriseerde vertegenwoordiging: BRP-Rotax GmbH Co. KG, Rotaxstrasse 1,
Gunskirchen, A-4623, Oostenrijk
Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Machinerichtlijn 2006/42/EG zoals gewijzigd tot en
met EU-verordening 2019/1243
EU-verordening 2016/1628 inzake niet voor de weg
bestemde mobiele machines m.b.t. verontreinigende
gassen zoals gewijzigd tot en met EU-verordening
2022/992
Richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) 2014/30/EU zoals gewijzigd tot en met
EU-verordening 2018/1139
Accurichtlijn 2006/66/EG zoals gewijzigd tot en met
richtlijn (EU) 2018/849 en,
EU-verordening 1103/2010 m.b.t.
accucapaciteitslabels
Richtlijn radioapparatuur (RED) 2014/53/EU zoals
gewijzigd tot en met EU-verordening 2018/1139
(Indien voorzien van radiofrequentie (RF) D.E.S.S.
key)
ISO 12100:2010 &
EN 16990:2020
Categorie ATS,
Fase V uitstootlimieten
EN 50342-7:2015
CISPR 12:2007/A1:2009 &
IEC 61000-6-1:2007 of
UN R10.04 of latere versie
Art. 3.1a: IEC 62368-1:2014
Art. 3.1b: CISPR 25:2016 &
ISO 11452-2:2004
Art. 3.2: ETSI EN 300 330
V2.1.1:2017
Ondergetekende, die de fabrikant vertegenwoordigt, verklaart hierbij dat
Side-By-Side-voertuigen van modeljaar 2024 met het CE-merkteken en een
voertuigidentificatienummer (VIN) van 17 tekens, met de structuur 3JBxxxxxxRxxxxxxx
onder de handelsnamen Can-Am Traxter, Can-Am Maverick Sport en Can-Am Maverick,
voldoen aan alle toepasselijke bepalingen van de volgende richtlijnen en verordeningen:
Valcourt, QC, Canada
24 februari 2023
168
UUKK--ccoonnffoorrmmiitteeiittssvveerrkkllaarriinngg
565 de la Montagne Street
Valcourt (Québec) J0E 2L0
Canada
www.brp.com
Luc Bouchard, Eng.
Directeur, Productontwikkeling, Can-Am SSV
Bombardier Recreational Products Inc.
UK-conformiteitsverklaring
Geautoriseerde vertegenwoordiging:
BRP Recreational Products UK Ltd.,
Castle Chambers, 43 Castle Street, Liverpool, L2 9SH
Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Verordening voor levering van machines (veiligheid)
2008, UK SI 2008/1597 zoals gewijzigd tot en met
SI 2020/1112
Verordeningen 2018 inzake niet voor de weg
bestemde mobiele machines (typegoedkeuring en
emissie van verontreinigende gassen en deeltjes),
UK SI 2018/764 zoals gewijzigd tot en met
SI 2020/1393
Verordening voor elektromagnetische compatibiliteit
2016, UK SI 2016/1091 zoals gewijzigd tot en met
SI 2020/1112
Verordeningen voor accu's en accumulatoren
(placering op de markt) 2008, UK SI 2008/2164
zoals gewijzigd tot en met UK SI 2020/904
Verordening voor radioapparatuur 2017, UK SI
2017/1206 zoals gewijzigd tot en met SI 2020/1112
(Indien voorzien van radiofrequentie (RF) D.E.S.S.
key)
ISO 12100:2010 &
EN 16990:2020
Categorie ATS,
Fase V uitstootlimieten
EN 50342-7:2015
CISPR 12:2007/A1:2009 &
IEC 61000-6-1:2007 of
UN R10.04 of latere versie
Art. 3.1a: IEC 62368-1:2014
Art. 3.1b: CISPR 25:2016 &
ISO 11452-2:2004
Art. 3.2: ETSI EN 300 330
V2.1.1:2017
Ondergetekende, die de fabrikant vertegenwoordigt, verklaart hierbij dat
Side-By-Side-voertuigen van modeljaar 2024 met het UK-merkteken en een
voertuigidentificatienummer (VIN) van 17 tekens, met de structuur 3JBxxxxxxRxxxxxxx
onder de handelsnamen Can-Am Traxter, Can-Am Maverick Sport en Can-Am Maverick,
voldoen aan alle toepasselijke bepalingen van de volgende wettelijke instrumenten:
Valcourt, QC, Canada
24 februari 2023
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
169
EEAACC--CCOONNFFOORRMMIITTEEIITTSSVVEERRKKLLAARRIINNGG
Blanco gelaten voor conformiteit Eurazië,
markeren indien van toepassing
170
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
EAC-CONFORMITEITSVERKLARING
171
TTEECCHHNNIISSCCHHEE
SSPPEECCIIFFIICCAATTIIEESS
172
TTEECCHHNNIISSCCHHEE SSPPEECCIIFFIICCAATTIIEESS
MMoottoorr
Motortype
HD7
ROTAX®-motor met één
cilinder. 4-takt, dubbele
bovenliggende
nokkenas (DOHC),
vloeistofgekoeld
HD9
HD10
ROTAX®-motor met
twin cilinder. 4-takt,
enkele bovenliggende
nokkenas (SOHC),
vloeistofgekoeld
Aantal cilinders
HD7 1
HD9
HD10 2
Aantal kleppen
HD7 4 kleppen (mechanische
afstelling)
HD9
HD10 8 kleppen (mechanische
afstelling)
Inlaatklepspeling
HD7 0,11 mm tot 0,19 mm
(0,0043 in tot 0,0074 in)
HD9
HD10 0,08 tot 0,12 mm
(0,031 tot 0,047 in)
Uitlaat klepspeling
HD7 0,31 mm tot 0,39 mm
HD9
HD10 0,13 tot 0,17 mm
(0,051 tot 0,067 in)
Boring
HD7 97 mm
(3,82 in)
HD9
HD10 91 mm
(3,58 in)
Slag
HD7 88 mm
(3,46 in)
HD9
HD10 75 mm
(2,95 in)
Cilinderinhoud
HD7 650 cm³
(39,7 inch³)
HD9
HD10 976 cm³
(59,56 inch³)
173
MMoottoorr
Uitlaatsysteem
Vonkafleider
goedgekeurd door de
Amerikaanse USDA
Forest Service
met katalysator
Luchtfilter Synthetische papierfilter
SSmmeeeerrssyysstteeeemm
Type Nat carter
Oliefilter Vervangbaar patroon
oliefilter (papiertype)
Motorolie
Capaciteit
HD7 2,7 l
(2,85 qt (liq.,US))
HD9
HD10 2 l
(2,1 qt (liq.,US))
Aanbevo
len
XPS-olie
Algemene
doeleinden 5W40 synthetische
gemengde olie
Lage
temperatu
ren
0W40 synthetische
gemengde olie
Hoge
tempera
tuur 10W50 synthetische olie
Alternatieve olie indien
geen XPS-producten
beschikbaar zijn
Gebruik 5W40 of 10W50
motorolie die voldoet
aan de vereisten van de
API-classificatie SN of
JASO MA2.
KKooeellssyysstteeeemm
Koelvloeistof
Aanbevolen
XPS-koelvloeistof
Voorgemengde
koelvloeistof met een
lange levensduur
Alternatief indien geen
XPS-producten
beschikbaar zijn
Mengsel van ethylglycol/
water (50/50)
of koelvloeistof specifiek
ontwikkeld voor
aluminiummotoren
TECHNISCHE SPECIFICATIES
174
KKooeellssyysstteeeemm
Capaciteit
HD7 6,3 l
(1,66 gal (liq.,US))
HD9
HD10 6,8 l
(1,80 gal (liq.,US))
TTrraannssmmiissssiiee
Type Continu Variabele
Transmissie (CVT)
Schakeltoerental
HD7 1950 ± 100 TPM
HD9
HD10 2000 ± 100 TPM
TTaannddwwiieellkkaasstt
Type Dubbel bereik (HI-LO)
met PARKEER-stand,
neutraal en achteruit
Versnellingsbakolie
Capaciteit
HD7 0,5 l
(0,53 qt (liq.,US))
HD9
HD10 1,25 l
(1,321 qt (liq.,US))
Aanbevolen
XPS-tandwielkastolie
XPS 75W140
synthetische
versnellingsbakolie
Alternatief indien geen
XPS-producten
beschikbaar zijn 75W 140 API GL-5
EElleekkttrriisscchh ssyysstteeeemm
Output van de magneetgenerator 650 W bij 6000 TPM
Type ontstekingsysteem IDI (Inductive Discharge
Ignition)
Ontstekingsbougie
Aantal
HD7 1
HD9
HD10 2
Merk en
type HD7 NGK LMAR8AI-8
TECHNISCHE SPECIFICATIES
175
EElleekkttrriisscchh ssyysstteeeemm
HD9
HD10 NGK LMAR8C-9
Tussen
ruimte
HD7 0,7 tot 0,8 mm
(028 tot 031 in)
HD9
HD10 0,8 tot 0,9 mm
(031 tot 035 in)
Accu
Type Onderhoudsvrij —SLA
(Sealed Lead Acid)
Spanning 12 volt
Nominale
stroom
Basisuitvoe
ring 18 A•h
XU 30 A•h
Output starter 0,75 kW
Koplamp 4 x 35W (H8)
Achterlicht 2,3/3,5 W
Zekeringen Raadpleeg
Zekeringen
in het hoofdstuk
Onderhoud
BBrraannddssttooffssyysstteeeemm
Brandstofaflevering Elektronische
brandstofinjectie (EFI)
met iTC
Gasklephuis
HD7 46 mm met ETA
HD9
HD10 54 mm met ETA
Brandstofpomp Elektrisch (in
brandstoftank)
Leegloopsnelheid 1250 ± 100 TPM
Brandstof
Type Normale loodvrije
benzine
Minimaal octaangetal 91 RON
TECHNISCHE SPECIFICATIES
176
BBrraannddssttooffssyysstteeeemm
Inhoud van de brandstoftank ± 38 l
(10 gal (liq.,US))
Resterende brandstof wanneer lampje laag
brandstofpeil gaat BRANDEN ± 8,5 l
(2,2 gal (liq.,US))
AAaannddrriijjffssyysstteeeemm
Type aandrijfsysteem Selecteerbaar 2WD/
4WD
Voordifferentieelolie
Capaciteit
HD7 350 ml
HD9
HD10 400 ml
(13,6 fl oz (US))
Aanbevolen
XPS-differentieelolie
XPS 75W90
synthetische
versnellingsbakolie
Alternatief indien geen
XPS-producten
beschikbaar zijn
Synthetische
versnellingsbakolie
75W90 API GL-5
Vooraandrijving
Zonder
ABS
Instelbare 2WD/4WD
met Visco-Lok
voordifferentieel met
automatisch
vergrendeling,
spiraalvormige
tandwielen
Met ABS Open differentieel
Vooraandrijvingsratio 3.6:1
Achteraandrijving Vergrendelbaar
differentieel
Eindoverbrengingsolie
achter
Capaciteit
HD7 500 ml
(17 fl oz (US))
HD9
HD10
400 ml
(14 fl oz (US))
Aanbevolen
XPS-differentieelolie
XPS 75W140
synthetische
versnellingsbakolie
TECHNISCHE SPECIFICATIES
177
AAaannddrriijjffssyysstteeeemm
Alternatief indien geen
XPS-producten
beschikbaar zijn
Synthetische
versnellingsbakolie
75W140 API GL-5
Achteraandrijvingsratio
HD7 3.6:1
HD9
HD10 3.43:1
Smeermiddel homokinetische koppelingen XPS CV-vet voor
koppelingen
Smeermiddel cardanasspieën (smeermiddel voor
spieën)
XPS-vet voor
cardanassen of een
gelijkwaardig product
BBeessttuurriinngg
Type Rondsel en tandheugel
Stuurwiel In hoogte verstelbaar
VVoooorrwwiieelloopphhaannggiinngg
Type ophanging
XU HD9
XU HD10 Gebogen dubbele
ophangingsarmen
Alle andere
modellen Dubbele
ophangingsarmen
Veerweg
XU HD9
XU HD10 279 mm
(11 in)
Alle andere
modellen 254 mm
(10 in)
Schokdemper Aantal 2
Type Gasgeladen
Afregeling voorbelasting Regelnok met 5 standen
AAcchhtteerrwwiieelloopphhaannggiinngg
Type ophanging
XU HD9
XU HD10 Gebogen TTA met
stabilisatorstang
Alle andere
modellen TTA met
stabilisatorstang
TECHNISCHE SPECIFICATIES
178
AAcchhtteerrwwiieelloopphhaannggiinngg
Veerweg
XU HD9
XU HD10 279 mm
(11 in)
Alle andere
modellen 254 mm
(10 in)
Schokdemper Aantal 2
Type Gasgeladen
Afregeling voorbelasting Regelnok met 5 standen
RReemmmmeenn
Voorrem
Aantal 2
Type
Geventileerde
schijfremmen van 220
mm (8,7 in) met
hydraulische
remklauwen met
dubbele zuiger
Achterrem
Aantal 2
Type
Geventileerde
schijfremmen van 220
mm (8,7 in) met
hydraulische
remklauwen met enkele
zuiger
Remvloeistof
Type DOT 4
Capaciteit Ongeveer 310 ml (10,5 fl
oz(US))
Zadel Zwevend
Materiaal remblokken Metaal
Minimumdikte van de remblokken 0,5 mm
(0,02 in)
Minimumdikte van de remschijven 4 mm
(0,157 in)
Maximale kromming van de remschijven 0,2 mm
(0,01 in)
TECHNISCHE SPECIFICATIES
179
BBaannddeenn
Druk
De aanbevolen
bandenspanning vindt u
op het bandenlabel. Zie
het betreffende
hoofdstuk
Belangrijke
labels op het product
voor de plaats.
Bandenmaat
Voor 686 x 229 x 356 mm
(27 x 9 x 14 inch)
Achter 686 x 279 x 356 mm
(27 x 11 x 14 inch)
Minimum spoordiepte banden 3 mm
(0,118 inch)
VVeellggeenn
Type
Basisuitvoe
ring Staal
XU Gegoten aluminium
Velgenmaat Voor 35,6 x 18 cm
Achter 35,6 x 21,6 cm
Aandraaimoment wielmoeren 100 ± 10 Nm
(74 ± 7 lbf-ft)
Wielverplaatsing naar
buiten
Voor 41,2 mm
(1,6 in)
Achter 51 mm
(2 in)
CChhaassssiiss
Veiligheidskooi
Geprofileerd
buisgedeelte uit
hoogwaardig staal,
gecertificeerd volgens
ISO 3471
MMaatteenn
Totale lengte Basisuitvoe
ring 307 cm
(121 in)
TECHNISCHE SPECIFICATIES
180
MMaatteenn
XU 319,4 cm
(125,7 in)
Totale breedte
XU HD9
XU HD10 162,5 cm
Alle andere
modellen 157,5 cm
(62 in)
Totale hoogte
XU HD9
XU HD10 203 cm
(80 in)
XU HD7 198,1 cm
(78 in)
Alle andere
modellen 193 cm
(76 in)
Wielbasis 211,5 cm
(83 in)
Wielspoor
Voor
ABS-model
len 136 cm
(53,5 in)
Niet-ABS-
modellen 131 cm
(51,5 in)
Achter
ABS-model
len 130 cm
(51 in)
Niet-ABS-
modellen 126 cm
(49,5 in)
Bodemvrijheid
ABS-model
len 33 cm
(13 in)
Niet-ABS-
modellen 28 cm
LLaaaaddvveerrmmooggeenn eenn ggeewwiicchhtt
Drooggewicht
Base HD7 660 kg
(1.456 lb)
BASE HD9 671 kg
(1.479 lb)
XU HD7 687,8 kg
XU HD9 713 kg
TECHNISCHE SPECIFICATIES
181
LLaaaaddvveerrmmooggeenn eenn ggeewwiicchhtt
XU HD10 723 kg
Gewichtsverdeling (voor/achter) 42/58
Laadvermogen laadbak 454 kg
(1.000 lb)
Capaciteit van de achterklep 113 kg
(250 lb)
Totaal toegelaten gewicht (inclusief bestuurder,
alle andere ladingen en extra accessoires) 680 kg
(1.500 lb)
Nominaal brutogewicht voertuig
Base HD7 1400 kg
(3086 lb)
BASE HD9 1402 kg
(3091 lb)
XU HD7 1410 kg
(3109 lb)
XU HD9 1435 kg
(3164 lb)
XU HD10 1443 kg
(3180 lb)
Trekvermogen 1134 kg
(2500 lb)
Capaciteit van de dissel 114 kg
(250 lb)
Trekhaakbevestiging 50,8 x 50,8 mm
(2 x 2 in)
TECHNISCHE SPECIFICATIES
182
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
TECHNISCHE SPECIFICATIES
183
OOPPLLOOSSSSEENN VVAANN
PPRROOBBLLEEMMEENN
184
RRIICCHHTTLLIIJJNNEENN VVOOOORR HHEETT OOPPLLOOSSSSEENN VVAANN
PPRROOBBLLEEMMEENN
CCVVTT--rriieemm sslliipptt ddoooorr
11.. EErr iiss wwaatteerr iinn ddee CCVVTT ggeeddrroonnggeenn..
Raadpleeg Speciale procedures.
DDee ddiissppllaayy vvaann ddee vveerrssnneelllliinnggssbbaakkssttaanndd ggeeeefftt """" wweeeerr
11.. DDee sscchhaakkeellhheennddeell ssttaaaatt ttuusssseenn ttwweeee ssttaannddeenn..
Plaats de schakelhendel in de gewenste stand.
22.. DDee sscchhaakkeellhheennddeell iiss nniieett ggooeedd aaffggeesstteelldd..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
33.. FFoouutt iinn ddee eelleekkttrriisscchhee ccoommmmuunniiccaattiiee..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
MMoottoorr ddrraaaaiitt nniieett
11.. SSttaarrttpprroocceedduurree nniieett ccoorrrreecctt uuiittggeevvooeerrdd..
Raadpleeg De motor starten.
22.. SScchhaakkeellhheennddeell ssttaaaatt nniieett iinn ddee ppaarrkkeeeerrssttaanndd ((PPAARRKK))..
Schakel naar de parkeerstand (PARK) of druk het rempedaal in.
33.. ZZeekkeerriinngg ddoooorrggeebbrraanndd..
Controleer de zekeringen.
44.. AAccccuu ttee zzwwaakk ooff vveerrbbiinnddiinnggeenn llooss..
Controleer de zekering van het oplaadsysteem.
Controleer of er een foutmelding op de cluster staat.
Controleer de staat van de accuverbindingen en aansluitklemmen.
Laat de accu controleren door een erkende Can-Am Off-Road dealer.
55.. SSttaarrtteerrssoolleennooïïddee ddeeffeecctt..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
MMoottoorr ssllaaaatt oovveerr mmaaaarr ssttaarrtt nniieett
11.. VVeerrddrroonnkkeenn mmoottoorr
Activeer de modus verdronken om de motor te starten. Zie Verdronken Motor
in het hoofdstuk Speciale procedures.
22.. GGeeeenn bbrraannddssttooff iinn ddee mmoottoorr ((bboouuggiiee ddrroooogg bbiijj
vveerrwwiijjddeerriinngg))..
Controleer het brandstofpeil.
185
Controleer de zekering van de brandstofpomp.
Voorfilter brandstof verstopt of defecte brandstofpomp.
Neem contact op met een een erkende Can-Am Off-Road dealer, reparatie-
bedrijf of iemand anders van uw keuze voor onderhoud, reparatie of
vervanging.
Raadpleeg de emissiegerelateerde garantie van US EPA in deze handleiding
voor informatie over garantieclaims.
33.. BBoouuggiiee//oonnttsstteekkiinngg ((ggeeeenn vvoonnkk))..
Controleer de contactzekering.
Verwijder de bougie en sluit terug aan op de ontstekingsspoel.
Start de motor met de bougie geaard aan de motor, weg van het bougiegat.
Vervang de bougie als u geen vonk ziet.
Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met een een erkende Ca-
n-Am Off-Road dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze voor
onderhoud, reparatie of vervanging.
Raadpleeg de emissiegerelateerde garantie van US EPA in deze handleiding
voor informatie over garantieclaims.
MMoottoorr aacccceelleerreeeerrtt oonnvvoollddooeennddee ooff mmiisstt vveerrmmooggeenn
11.. VVeeiilliigghheeiiddssggoorrddeell nniieett ggooeedd vvaassttggeekklliikktt.. CCoonnttrroolleeeerr hheett bbee--
rriicchhtt oopp ddee cclluusstteerr..
Maak de veiligheidsgordel vast.
22.. BBoouuggiiee vvuuiill ooff bbeesscchhaaddiiggdd..
Bougies vervangen.
33.. MMoottoorrlluucchhttffiilltteerr vveerrssttoopptt ooff vvuuiill..
Controleer het luchtfilter en vervang het indien nodig.
Controleer het motorluchtfilterhuis op vuilafzetting.
44.. WWaatteerr iinn ddee CCVVTT
Tap het water in de CVT af. Zie het hoofdstuk Speciale procedures.
55.. CCVVTT vvuuiill ooff vveerrsslleetteenn..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
66.. GGeebbrreekk aaaann bbrraannddssttooff
Vuile of verstopte voorfilter van de brandstofpomp. Neem contact op met een
een erkende Can-Am Off-Road dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van
uw keuze voor onderhoud, reparatie of vervanging. Raadpleeg de emissiege-
relateerde garantie van US EPA in deze handleiding voor informatie over
garantieclaims.
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
186
77.. DDee mmoottoorr ssttaaaatt iinn ddee kkooppppeellbbeeggrreennzziinnggssmmoodduuss ((iinnddiieenn
aaaannwweezziigg))..
Het motorkoppel wordt geleidelijk beperkt voor bescherming wanneer de
koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Lees de motortemperatuur op de multi-
functionele display.
Laat de motor afkoelen.
88.. DDee mmoottoorr ddrraaaaiitt iinn tteerruuggkkeeeerrmmoodduuss..
Het motorverklikkerlichtje MOTORSTORING van de multifunctionele meter
brandt en op de display verschijnt MOTOR MANAGEMENT NOOD PRO-
GRAMMA. Neem contact op met een een erkende Can-Am Off-Road dealer,
reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze voor onderhoud, reparatie of
vervanging. Raadpleeg de emissiegerelateerde garantie van US EPA in deze
handleiding voor informatie over garantieclaims.
MMoottoorr oovveerrvveerrhhiitt
11.. KKooeellvvllooeeiissttooff iinn hheett kkooeellssyysstteeeemm oopp eeeenn llaaaagg ppeeiill..
Controleer het koelmiddelpeil en vul bij. Zie het hoofdstuk Onderhoudsproce-
dures. Zorg voor onderhoud, reparatie of vervanging door een erkende Ca-
n-Am Off-Road dealer, reparatiebedrijf of iemand anders van uw keuze.
Raadpleeg de emissiegerelateerde garantie van US EPA in deze handleiding
voor informatie over garantieclaims.
22.. DDee kkooeellvveennttiillaattoorr wweerrkktt nniieett..
Controleer of de koelventilator niet geblokkeerd is en goed werkt.
Controleer de ventilatorzekering. Zie Zekeringen en zekeringsverbindingen in
Onderhoudsprocedures.
33.. VVuuiillee rraaddiiaattoorrvviinnnneenn..
Controleer en reinig de radiatorvinnen. Zie het hoofdstuk
Onderhoudsprocedures.
MMoottoorr wweeiiggeerrtt
11.. BBoouuggiiee vvuuiill//bbeesscchhaaddiiggdd//vveerrsslleetteenn..
Vervang de zekeringen indien nodig.
22.. WWaatteerr iinn ddee bbrraannddssttooff..
Tap het brandstofsysteem af en hervul het met verse brandstof.
HHeett ttooeerreennttaall ssttiijjggtt mmaaaarr hheett vvooeerrttuuiigg bbeewweeeeggtt nniieett
11.. WWaatteerr iinn ddee CCVVTT..
Tap het water in de CVT af. Zie het hoofdstuk Speciale procedures.
22.. CCVVTT vvuuiill ooff vveerrsslleetteenn ooff rriieemm ddeeffeecctt..
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
187
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
GGeeddeeeelltteelliijjkkee ooff ggeeeenn rreeaaccttiiee vvaann ggaassppeeddaaaall -- MMoottoorrssttoorriinngg iiss
AAAANN eenn hheett bbeerriicchhtt FFOOUUTT PPPPSS wwoorrddtt wweeeerrggeeggeevveenn
11.. GGeeddeeeelltteelliijjkk ddeeffeecctt sseennssoorrss ggaassppeeddaaaall ((PPPPSS))..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
22.. VVoolllleeddiigg ddeeffeecctt sseennssoorrss ggaassppeeddaaaall ((PPPPSS))..
Neem contact op met een officiële Can-Am Off-Road dealer.
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
188
MMEELLDDIINNGGEENN DDIIGGIITTAALLEE DDIISSPPLLAAYY
Als de motor niet goed werkt, kunnen de volgende berichten worden gecombi-
neerd met een verklikkerlichtje.
Melding Beschrijving
D.E.S.S.
SLEUTEL NIET
HERKEND
De D.E.S.S.-sleutel moet worden gereinigd. Raadpleeg
een erkende Can-Am Off-Road dealer wanneer de melding
na het reinigen wordt weergegeven.
VERKEERDE
SLEUTEL Dit duidt aan dat u de verkeerde D.E.S.S.-sleutel hebt
gebruikt. Neem de juiste sleutel voor dit voertuig.
MOTORSTO
RING
Alle actieve of reeds geactiveerde storingen waar moet
worden naar gekeken.
Motorbegrenzing niet geactiveerd.
MOTOR
MANAGEMENT
NOOD
PROGRAMMA
Kritieke storingen die zo snel mogelijk moeten worden
gecontroleerd.
De motor is begrensd en/of het gedrag van de motor is
gewijzigd.
FOUT TPS Storing van het gasklephuis, meestal gevolgd door het
bericht "Limp Home".
FOUT
REMSCHAKE
LAAR Storing van het remsignaal.
CONTROLEER
DPS
Controleer of het verklikkerlichtje van de motor aan is. Dat
wijst erop dat de DPS (Dynamic Power Steering) niet naar
behoren functioneert. Neem contact op met een officiële
Can-Am Off-Road-dealer.
FOUT PPS Defecte gaspedaalpositiesensor(en) (PPS). Neem contact
op met een officiële Can-Am Off-Road-dealer.
BRANDSTOFDE
TECTOR
STORING
Wanneer de waarde van de resistor die de brandstof stuurt
buiten bereik ligt, zal de digitale display module dit
detecteren en dit bericht weergeven.
CONTROLEER
SMART-LOK
Controleer of het verklikkerlichtje van de motor aan is. Dat
wijst erop dat de Smart-Lok niet naar behoren functioneert.
Neem contact op met een officiële Can-Am
Off-Road-dealer.
189
GGAARRAANNTTIIEE
190
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP VVOOOORR CCAANNAADDAA
EENN VV..SS..:: 22002244 CCAANN--AAMM®® SSSSVV
11)) VVoooorrwweerrpp vvaann ddee bbeeppeerrkkttee ggaarraannttiiee
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP") biedt op zijn Can-Am SSV (“Pro-
duct(en)”) van 2024 die worden verkocht door erkende BRP-dealers (als hieron-
der bepaald) in de Verenigde Staten ("VS") en Canada een garantie voor
materiaal- en fabricagefouten gedurende de hieronder beschreven termijn en
aan de hieronder beschreven voorwaarden.
Deze beperkte garantie vervalt indien:
1. het product werd gebruikt om mee te racen of voor een andere competitieve
activiteit, om het even wanneer, zelfs door een vorige eigenaar; of
2. het product werd zodanig aangepast of veranderd, dat zijn werking, prestatie
of duurzaamheid negatief werden beïnvloed, of werden veranderd of aange-
past met het oog op een ander gebruik dan datgene waarvoor het was
bedoeld.
Deze beperkte garantie is niet van toepassing op niet in de fabriek gemonteerde
onderdelen en accessoires. Raadpleeg de tekst voor de van toepassing zijnde
beperkte garantie voor de onderdelen en accessoires.
22)) BBeeppeerrkkiinngg vvaann ddee aaaannsspprraakkeelliijjkkhheeiidd
VVOOOORR ZZOOVVEERR WWEETTTTEELLIIJJKK TTOOEEGGEESSTTAAAANN,, WWOORRDDTT DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE
UUIITTDDRRUUKKKKEELLIIJJKK GGEEGGEEVVEENN EENN AAAANNVVAAAARRDD TTEERR VVEERRVVAANNGGIINNGG VVAANN
EELLKKEE AANNDDEERREE GGAARRAANNTTIIEE,, HHEETTZZIIJJ EEXXPPLLIICCIIEETT OOFF IIMMPPLLIICCIIEETT,, IINNCCLLUU--
SSIIEEFF EENN ZZOONNDDEERR BBEEPPEERRKKIINNGG,, EELLKKEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN VVEERRKKOOOOPPBBAAAARR--
HHEEIIDD OOFF GGEESSCCHHIIKKTTHHEEIIDD VVOOOORR EEEENN BBEEPPAAAALLDD GGEEBBRRUUIIKKSSDDOOEELL.. IINN DDEE
MMAATTEE WWAAAARRIINN DDEEZZEE NNIIEETT KKUUNNNNEENN WWOORRDDEENN UUIITTGGEESSLLOOTTEENN,, IISS DDEE
DDUUUURR VVAANN DDEE IIMMPPLLIICCIIEETTEE GGAARRAANNTTIIEESS BBEEPPEERRKKTT TTOOTT DDEE TTEERRMMIIJJNN
VVAANN DDEE EEXXPPLLIICCIIEETTEE GGAARRAANNTTIIEE.. IINNCCIIDDEENNTTEELLEE SSCCHHAADDEE EENN GGEEVVOOLLGG--
SSCCHHAADDEE ZZIIJJNN UUIITTGGEESSLLOOTTEENN VVAANN DDEEKKKKIINNGG OONNDDEERR DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE..
IINN BBEEPPAAAALLDDEE SSTTAATTEENN//PPRROOVVIINNCCIIEESS ZZIIJJNN DDEE VVOOOORRNNOOEEMMDDEE AAFFWWIIJJ--
ZZIINNGGEENN VVAANN AAAANNSSPPRRAAKKEELLIIJJKKHHEEIIDD,, BBEEPPEERRKKIINNGGEENN EENN UUIITTSSLLUUIITTIINN--
GGEENN NNIIEETT TTOOEEGGEESSTTAAAANN.. DDIIEE ZZOOUUDDEENN BBIIJJGGEEVVOOLLGG NNIIEETT OOPP UU VVAANN
TTOOEEPPAASSSSIINNGG ZZIIJJNN.. DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE GGEEEEFFTT UU SSPPEECCIIFFIIEEKKEE RREECCHH--
TTEENN,, MMAAAARR UU KKUUNNTT OOOOKK NNOOGG AANNDDEERREE WWEETTTTEELLIIJJKKEE RREECCHHTTEENN GGEE--
NNIIEETTEENN,, AAFFHHAANNKKEELLIIJJKK VVAANN DDEE SSTTAAAATT OOFF PPRROOVVIINNCCIIEE WWAAAARR UU
WWOOOONNTT..
Geen enkele distributeur, BRP dealer of andere persoon is gemachtigd om an-
dere beloften, voorstellingen of garanties met betrekking tot dit product te bieden,
dan die welke deel uitmaken van deze beperkte garantie. Gebeurt dit toch, dan
zijn deze niet afdwingbaar van BRP.
BRP behoudt zich het recht voor, deze beperkte garantie op elk gewenst ogen-
blik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de
garantievoorwaarden die van toepassing waren op de producten, die tijdens de
geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
33)) UUIITTSSLLUUIITTIINNGGEENN –– ZZiijjnn nniieett ggeewwaaaarrbboorrggdd
De volgende zaken vallen in geen geval onder de garantie:
191
Normale gebruikssporen en slijtage;
Routineonderhoudszaken, tune-ups, aanpassingen;
Schade ten gevolge van verwaarlozing, gebrekkig onderhoud en/of onzorg-
vuldige bewaring, die niet strookt met de aanwijzingen in de
Gebruikershandleiding;
Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige
reparaties, service, onderhoud of aanpassingen of gebruik van onderdelen
en accessoires die niet door BRP zijn geproduceerd of goedgekeurd, of scha-
de ten gevolge van reparaties uitgevoerd door een persoon die geen erkende
BRP dealer is;
Schade ten gevolge van misbruik, abnormaal gebruik, verwaarlozing of ge-
bruik van het product op een manier die niet strookt met de aanbevelingen in
de Gebruikershandleiding;
Schade veroorzaakt door ongeval, onderdompeling, brand, diefstal, vanda-
lisme of overmacht;
Gebruik met brandstoffen, oliesoorten of smeermiddelen die niet geschikt zijn
voor het product (zie Gebruikershandleiding);
Schade door roest, corrosie of blootstelling aan de natuurelementen;
Schade door opname van water of sneeuw;
Incidentele of gevolgschade of schade van welke aard ook, inclusief en zon-
der beperkingen, kosten voor wegslepen, bewaren, telefoon, huur, taxi, ge-
notsderving, verzekering, afbetalingen, tijdverlies, inkomensderving of
tijdsverlies door stilstand wegens servicewerkzaamheden.
44)) DDeekkkkiinnggssppeerriiooddee vvaann ddee ggaarraannttiiee
Deze beperkte garantie loopt vanaf (1) de datum van levering aan de eerste klant
of (2) de datum van de eerste ingebruikname, naargelang van wat zich het eerst
voordoet, gedurende de onderstaande toepasselijke termijn:
1. TWAALF (12) opeenvolgende maanden, voor privégebruik of commercieel
2. RRaaaaddpplleeeegg vvoooorr eemmiissssiieeggeerreellaatteeeerrddee oonnddeerrddeelleenn de Emissiegerelateerde
garantie van US EPA.
3. VVoooorr oonnddeerrddeelleenn ggeerreellaatteeeerrdd aaaann vveerrddaammppiinnggsseemmiissssiiee vvaann mmooddeelllleenn
ddiiee ddoooorr BBRRPP wweerrddeenn ggeepprroodduucceeeerrdd vvoooorr vveerrkkoooopp iinn ddee ssttaaaatt CCaalliiffoorrnniiëë,
die oorspronkelijk worden verkocht aan een inwoner of nadien worden geregi-
streerd voor de garantie op naam van een inwoner van de staat Californië,
dienen ook te voldoen aan de toepasselijke Evaporative emission control
warranty statement (Garantieverklaring regelsysteem voor uitlaatgassen) van
Californië.
De reparatie of vervanging van onderdelen of service uitgevoerd in het kader van
deze garantie verlengt de duur van deze beperkte garantie niet. De oorspronke-
lijke vervaldatum blijft behouden.
55)) VVoooorrwwaaaarrddeenn vvoooorr hheett hheebbbbeenn vvaann ggaarraannttiieeddeekkkkiinngg
De dekking van deze garantie isaalllleeeenn vvaann ttooeeppaassssiinngg indien aan aallllee onder-
staande voorwaarden is voldaan:
1. Het product moet als nieuw en ongebruikt door de eerste eigenaar ervan zijn
gekocht van een dealer die erkend is voor verkoop van het product in het land
waarin het werd gekocht (“dealer”);
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR CANADA EN V.S.: 2024 CAN-AM
®
SSV
192
2. De door BRP voorgeschreven inspecties voor de levering moeten voltooid,
gedocumenteerd en ondertekend zijn door de koper;
3. Het product moet correct geregistreerd zijn door een erkende dealer;
4. Het product moet zijn aangekocht in het land waarin de koper woonachtig is;
5. Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon-
derhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de ga-
rantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te
vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
BRP zal deze beperkte garantie niet nakomen indien één van de bovenstaande
voorwaarden niet werd vervuld door de privégebruiker of commerciële gebruiker.
Deze beperkingen zijn noodzakelijk om BRP toe te laten, de veiligheid van zijn
producten, zijn klanten en het grote publiek te vrijwaren.
66)) WWaatt uu mmooeett ddooeenn vvoooorr hheett vveerrkkrriijjggeenn vvaann ggaarraannttiieeddeekkkkiinngg
De klant moet stoppen met gebruiken van het Product na het opduiken van een
defect en binnen drie (3) dagen na het opduiken hiervan contact opnemen met
een BRP dealer die servicewerken uitvoert en deze redelijke toegang tot het Pro-
duct verlenen en een redelijke gelegenheid bieden om het te repareren.
De klant moet aan de dealer ook een aankoopbewijs van het product voorleggen
en moet de reparatie/werkopdracht ondertekenen voordat de reparatiewerk-
zaamheden starten om in aanmerking te komen voor reparatie onder de
garantie.
Alle onderdelen die onder deze beperkte garantie worden vervangen worden ei-
gendom van BRP.
77)) WWaatt BBRRPP zzaall ddooeenn
De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de
reparatie of het vervangen van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud
en service defect zijn gebleken zonder aanrekening van onderdelen en werku-
ren, uitgevoerd door een erkende BRP dealer naar keuze, tijdens de garantiepe-
riode onder de hierin beschreven voorwaarden. Aanspraken op inbreuken op de
garantie kunnen geen aanleiding geven tot annulering of herroeping van de ver-
koop van het product door de eigenaar.
Wanneer er een prestatie nodig is in een ander land dan datgene waarin de oor-
spronkelijke verkoop heeft plaatsgevonden, zal de eigenaar instaan voor eventu-
ele bijkomende kosten op basis van plaatselijke praktijken en voorwaarden,
onder meer - maar niet beperkt tot - kosten voor transport, verzekering, belastin-
gen, vergunningen, invoerrechten en alle andere financiële lasten, inclusief hef-
fingen door overheden, staten, provincies en hun bevoegde instanties.
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan
te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geprodu-
ceerde producten aan te passen.
88)) OOvveerrddrraacchhtt
Indien een product tijdens de garantieperiode van eigenaar verandert, wordt
deze beperkte garantie onder de gestelde termijnen en voorwaarden mee over-
gedragen, en blijft deze geldig voor de resterende dekkingsperiode, op
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR CANADA EN V.S.: 2024 CAN-AM
®
SSV
193
voorwaarde dat BRP of een erkende product distributeur/dealer een bewijs ont-
vangt dat deze overdracht met instemming van de vorige eigenaar plaatsvond
en de gegevens van de nieuwe eigenaar ontvangt.
99)) KKllaanntteennoonnddeerrsstteeuunniinngg
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte ga-
rantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwes-
tie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de
servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Als het probleem niet wordt opgelost, neemt u contact op met BRP door het
klantcontactformulier op www.brp.com in te vullen of per e-mail contact met BRP
op te nemen via een van de adressen in het gedeelte Contact opnemen van
deze handleiding.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR CANADA EN V.S.: 2024 CAN-AM
®
SSV
194
EEMMIISSSSIIEEGGEERREELLAATTEEEERRDDEE GGAARRAANNTTIIEE UUSS EEPPAA
Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”) garandeert de eindkoper en elke
volgende koper dat dit nieuwe voertuig, inclusief alle onderdelen van het uitlaat-
emissiebeperkingssysteem en het dampemissiebeperkingssysteem, aan twee
voorwaarden voldoet:
1. Het is ontworpen, gemaakt en uitgerust, zodat het op het moment van ver-
koop aan de eindkoper voldoet aan de vereisten van 40 CFR 1051 en 40
CFR 1060.
2. Het is vrij van defecten in materiaal en afwerking, die kunnen voorkomen dat
wordt voldaan aan de vereisten van 40 CFR 1051 en 40 CFR 1060.
Als er iets aan de hand is dat onder de garantie valt, repareert of vervangt BRP
naar keuze van BRP binnen de garantieperiode en zonder kosten voor de eige-
naar, inclusief kosten voor vaststelling en reparatie of vervanging van emissiege-
relateerde onderdelen, elk onderdeel met een defect in materialen of afwerking
dat de emissie van de motor verhoogt van enige gereguleerde vervuilende stof.
Alle defecte onderdelen die onder deze garantie worden vervangen, worden ei-
gendom van BRP.
Voor emissiegerelateerde garantieclaims beperkt BRP de vaststelling en de re-
paratie van emissiegerelateerde onderdelen tot erkende Can-Am dealers, tenzij
voornoodreparaties, zoals vereist in onderdeel 2 van de volgende lijst.
Als certificerende fabrikant wijst BRP geen emissiegerelateerde garantieclaims
af op basis van een van het volgende:
1. Onderhoud of overige service op vestigingen van BRP of die door BRP zijn
erkend.
2. Reparatie aan motor/apparatuur die door een bestuurder is uitgevoerd voor
het verhelpen van een onveilige, dringende situatie die aan BRP toe te schrij-
ven is, zolang de bestuurder zo snel mogelijk de juiste configuratie van de
motor/apparatuur probeert te herstellen.
3. Elk handelen of niet handelen van de bestuurder dat geen verband houdt met
de garantieclaim.
4. Onderhoud dat vaker is uitgevoerd dan door BRP is aangegeven.
5. Alles dat een fout of verantwoordelijkheid van BRP is.
6. Het gebruik van elke brandstof die algemeen verkrijgbaar is waar de appara-
tuur wordt gebruikt, tenzij in geschreven onderhoudsaanwijzingen van BRP
staat dat deze brandstof het emissiebeperkingssysteem van de apparatuur
kan beschadigen en bestuurders gemakkelijk de juiste brandstof kunnen vin-
den. Zie het gedeelte over onderhoudsinformatie en de brandstofvereisten in
het brandstofgedeelte.
EEmmiissssiieeggeerreellaatteeeerrddee ggaarraannttiieeppeerriiooddee
De emissiegerelateerde garantie geldt gedurende de kortste van de volgende.
UUR MAAN
DEN KILOMETERS
Uitlaatemissiegebonden
onderdelen 500 30 5000
Dampemissiegebonden
onderdelen n.v.t. 24 n.v.t.
195
GGeeddeekkttee oonnddeerrddeelleenn
De emissiegerelateerde garantie dekt alle onderdelen die bij storing de emissie
van een gereguleerde vervuilende stof van een motor verhogen, inclusief de vol-
gende opgesomde onderdelen:
1. Voor uitlaatgassen omvatten de emissiegerelateerde onderdelen alle moto-
ronderdelen gerelateerd aan de volgende systemen:
– Luchtinductiesysteem
– Brandstofsysteem
– Ontstekingssysteem
Hercirculatiesystemen voor uitlaatgassen.
2. De volgende onderdelen worden ook als emissiegerelateerde onderdelen
voor uitlaatemissie beschouwd:
– Nabehandelingsapparatuur
– Carterventilatiekleppen
– Sensoren
Elektronische regeleenheden
3. De volgende onderdelen worden ook als emissiegerelateerde onderdelen
voor dampemissie beschouwd:
– Brandstoftank
Dop van de brandstoftank
– Brandstofleiding
– Brandstofleidingkoppeling
– Klemmen*
– Overdrukventielen*
– Regelkleppen*
– Regelmagneetventielen*
Elektronische bediening*
– Vacuümregelingsdiafragma's*
– Bedieningskabels*
– Bedieningskoppelingen*
– Aftapkleppen
– Dampslangen
– Vloeistof/dampafscheider
– Koolstofcontainer
Montagebeugels container
Aftapaansluiting carburatorpoort.
OOPPMMEERRKKIINNGG:: *Indien gerelateerd aan het dampemissiebeperkingssysteem.
4. Emissiegerelateerde onderdelen zijn ook alle andere onderdelen waarvan
het enige doel is emissies te verlagen of waarvan een storing de emissie ver-
hoogt zonder de prestaties van de motor/apparatuur significant te
verminderen.
BBeeppeerrkkttee ttooeeppaassbbaaaarrhheeiidd
Als certificerende fabrikant mag BRP emissiegerelateerde garantieclaims weige-
ren voor storingen die door verkeerd onderhoud of gebruik door de eigenaar of
bestuurder, door ongelukken waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk is of door
natuurrampen worden veroorzaakt. Een emissiegerelateerde garantieclaim kan
EEMMIISSSSIIEEGGEERREELLAATTEEEERRDDEE GGAARRAANNTTIIEE UUSS EEPPAA
196
bijvoorbeeld niet worden toegewezen voor storingen die direct zijn veroorzaakt
door verkeerd gebruik van de motor/apparatuur door de bestuurder of door het
gebruik van de motor/apparatuur door de bestuurder op een wijze waarvoor deze
niet is ontworpen, en die niet op enige manier door de fabrikant zijn veroorzaakt.
Hebt u nog vragen over uw rechten en plichten in het kader van de garantie of de
naam en locatie van de dichtstsbijzijnde erkende BRP dealer, neem dan contact
op met BRP door het klantcontactformulier op wwwwww..bbrrpp..ccoomm in te vullen of neem
per e-mail contact met BRP op via een van de adressen in het gedeelte CON-
TACT OPNEMEN van deze handleiding of bel 1- 888- 272- 9222.
EEMMIISSSSIIEEGGEERREELLAATTEEEERRDDEE GGAARRAANNTTIIEE UUSS EEPPAA
197
GGAARRAANNTTIIEEVVEERRKKLLAARRIINNGG
VVEERRDDAAMMPPIINNGGSSEEMMIISSSSIIEECCOONNTTRROOLLEE VVOOOORR
CCAALLIIFFOORRNNIIËË
De garantieperiodes beginnen op de datum waarop de nieuwe Off-Highway Re-
creational Vehicle ("OHRV") aan een uiteindelijke koper wordt geleverd.
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP") garandeert de uiteindelijke koper
en elke volgende koper dat de OHRV:
1. zodanig is ontworpen, gebouwd en uitgerust dat deze op het tijdstip van ver-
koop voldoet aan alle toepasselijke wetten, regels en voorschriften; en
2. Vrij van materiaal- en fabricagefouten die het defect raken van een onder de
garantie vallend onderdeel kunnen veroorzaken. Alle vervangende onderde-
len moeten in alle wezenlijke opzichten identiek zijn aan het onderdeel zoals
beschreven in de certificeringsaanvraag van BRP.
De garantie op emissiegerelateerde onderdelen functioneert als volgt:
1. Reparatie of vervanging van een garantiedeel wordt in een garantiestation
zonder kosten voor de OHRV-eigenaar uitgevoerd, behalve wanneer bij een
tijdelijke reparatie een garantiedeel of een garatiestation de OHRV-eigenaar
redelijkerwijs niet ter beschikking kan worden gesteld. In gevallen waarbij een
tijdelijke reparatie is toegestaan, kunnen reparaties met een reserveonder-
deel worden uitgevoerd in een beschikbare servicewerkplaats, of door de ei-
genaar. BRP zal de eigenaar zijn kosten vergoeden, inclusief
diagnosekosten voor zo’n tijdelijke reparatie, resp. vervanging, indien deze
de door BRP vastgelegde richtprijs voor alle vervangen garantiedelen en ar-
beidskosten op basis van de door BRP aanbevolen reparatietijd en het geo-
grafisch toepasselijke uurloon niet overschrijden.
2. Het niet aanwezig zijn van zulke garantie-onderdelen, of de onvolledigheid
van reparaties binnen een redelijke periode, echter niet meer dan 30 dagen
nadat de OHRV oorspronkelijk in het garantiestation ter reparatie werd afge-
geven, zal de behoefte aan een tijdelijke reparatie kwalificeren.
3. Elk garantiedeel dat niet als schriftelijk voorgeschreven onderhoudsmaatre-
gel dient te worden vervangen, valt gedurende de hieronder beschreven ga-
rantieperiode onder de garantie. Als zo’n onderdeel tijdens de
garantieperiode defect raakt, wordt het door BRP gerepareerd of vervangen.
Als zulke onderdelen onder garantie worden gerepareerd of vervangen, val-
len zij onder de volledige garantie.
4. Alle garantiedelen die volgens de schriftelijke instructies alleen regelmatig
moeten worden gecontroleerd, vallen gedurende de hieronder beschreven
garantieperiode onder de garantie. Een uitspraak in die schriftelijke instruc-
ties die luidt “reparatie of vervanging indien nodig” vermindert de garantieperi-
ode niet. Als zulke onderdelen onder garantie worden gerepareerd of
vervangen vallen zij gedurende de resterende garantieperiode onder de
garantie.
5. De garantiedelen die moeten worden vervangen in het kader van het vereiste
onderhoud, vallen onder de garantie gedurende de tijdsduur voorafgaand
aan de eerste geplande vervangingsdatum van het betreffende onderdeel. In-
dien het onderdeel defect raakt voordat de eerste geplande vervangingstijd is
bereikt, wordt het onderdeel door BRP gerepareerd of vervangen. Alle zulke
onder garantie gerepareerde of vervangen onderdelen blijven verder onder
garantie tijdens de resterende tijd tot het eerste geplande vervangingstijdstip
is bereikt.
198
6. Garantiewerkzaamheden of reparaties worden verricht bij alle dealers van de
fabrikant die eigendom zijn van de fabrikant of die in franchise zijn om de des-
betreffende OHRV's te onderhouden.
7. Het mag van de OHRV-eigenaar niet worden verlangd voor diagnosewerk te
betalen, dat nodig was om te bepalen dat een garantiedeel werkelijk , defect
is, onder de aanname dat zo’n diagnose , in een garantiestation werd
uitgevoerd.
8. BRP is aansprakelijk voor schade aan andere voertuigcomponenten die indi-
rect veroorzaakt werden door een defect van een garantiedeel in de
garantieperiode.
9. Voor garantie-reparaties kunnen voor garantiereparaties voor de OHRV-eige-
naar kosteloos reserveonderdelen worden gebruikt die door BRP werden be-
paald. Het gebruik van zulke onderdelen vermindert de
garantieverplichtingen van BRP niet, maar BRP is dan niet aansprakkelijk
voor reparatie of vervanging van een reserveonderdeel dat geen garantiedeel
was.
10.Elk aanbouwdeel of gewijzigd onderdeel dat door de Air Resources Board is
vrijgesteld van de verbodsbepalingen van sectie 27156 van de California Ve-
hicle Code mag in een OHRV worden gebruikt. Het gebruik van zo’n onder-
deel op zich mag er geen reden voor zijn een garantieclaim af te wijzen. BRP
is niet aansprakelijk voor defecten van garantiedelen als gevolg van het ge-
bruik van een aanbouwdeel of een veranderd onderdeel/veranderende on-
derdelen, tenzij dergelijke onderdelen ook onder de garantie vallen.
Voorwaarden en uitsluitingen:
BRP kan de dekking onder de garantie weigeren wanneer uw OHRV of een
onderdeel ervan direct gestoord werd door verkeerd gebruik, verwaarlozing,
verkeerd onderhoud of niet-goedgekeurde veranderingen.
UUww rreecchhtteenn eenn pplliicchhtteenn iinn hheett kkaaddeerr vvaann ddee ggaarraannttiiee
De California Air Resources Board geeft met genoegen uitleg over de garantie
op het dampemissiebeperkingssysteem op uw 2024 offroad sportvoertuig. In Ca-
lifornië moeten nieuwe recreatieve terreinvoertuigen zo worden ontworpen, ge-
bouwd en uitgerust dat ze voldoen aan de strenge normen tegen smog die in die
staat gelden. BRP moet gedurende de hierboven vermelde periode garantie bie-
den op het systeem ter beperking van de verdampingsemissie van uw offroad--
sportvoertuig, op voorwaarde dat de motor van uw offroad-sportvoertuig niet
werd misbruikt, verwaarloosd, slecht onderhouden of zonder goedkeuring werd
aangepast.
Het emissiecontrolesysteem kan onderdelen bevatten als het carburator- of
brandstofinjectiesysteem, de brandstoftank, brandstofslangen, de koolstofcontai-
ner en motorcomputer. Ook slangen, riemen, connectoren en andere verdam-
pingsemissiegebonden modules kunnen hiertoe behoren. Ingeval van een
gebrek dat onder de garantie valt, zal Bombardier Recreational Products Inc. de
motor van uw offroad-sportvoertuig gratis repareren, inclusief diagnose, onder-
delen en werkuren.
GARANTIEVERKLARING VERDAMPINGSEMISSIECONTROLE VOOR CALIFORNIË
199
BBeeppeerrkkttee ggaarraannttiiee vvaann ddee ffaabbrriikkaanntt oopp uuww
ooffffrrooaadd--ssppoorrttvvooeerrttuuiigg
De garantieperiode voor dit offroad-sportvoertuig is 60 maanden of 5000 mijl of
500 uur, wat zich het eerste voordoet.
Onderdelen onder de garantie zijn:
1. Montagebeugels container
2. Koolstofcontainer
3. Aftapppoortaansluiting
4. Klem(men)*
5. Elektronische bediening*
6. Dop van de brandstoftank
7. Vulhals
8. Slang voor de vulhals
9. Brandstofleiding(en)
10.Aansluiting(en) brandstofleiding
11.Brandstoftank
12.Overdrukventiel(en)*
13.Aftapklep(pen)
14.Terugslagklep(pen)*
15.Dampslang(en)
16.Stroomreductieklep
17.Filter(s)*
18.Brandstofpomp
19.Alle andere niet vermelde onderdelen die gevolgen kunnen hebben voor het
regelsysteem voor verdampingsemissies
OOPPMMEERRKKIINNGG:: *Indien gerelateerd aan het dampemissiebeperkingssysteem.
Als er op uw offroad-sportvoertuig een onderdeel defect is dat is gerelateerd aan
de verdampingsemissie, dan zal dit onderdeel worden gerepareerd of vervangen
door Bombardier Recreational Products Inc.
VVeerraannttwwoooorrddeelliijjkkhheeiidd vvaann ddee eeiiggeennaaaarr iinn hheett kkaaddeerr vvaann ddee
ggaarraannttiiee
Als eigenaar van het offroad-sportvoertuig bent u verantwoordelijk voor de uit-
voering van de door uw gebruikershandleiding voorgeschreven onderhoudsta-
ken. Bombardier Recreational Products Inc. raadt u aan alle ontvangstbewijzen
voor het onderhoud van uw offroad-sportvoertuig te bewaren, maar Bombardier
Recreational Products Inc. kan de garantie echter niet weigeren wanneer u niet
over alle ontvangstbewijzen beschikt of wanneer niet alle voorgeschreven onder-
houdstaken werden uitgevoerd.
Als eigenaar dient u uw offroad-sportvoertuig aan te bieden bij een dealer van
Bombardier Recreational Products Inc. zodra zich een probleem voordoet. Repa-
raties onder garantie dienen binnen een redelijke termijn te worden voltooid, ech-
ter niet langer dan 30 dagen.
Als eigenaar van het offroad-sportvoertuig dient u er zich tevens bewust van te
zijn dat Bombardier Recreational Products Inc. de dekking onder de garantie kan
GARANTIEVERKLARING VERDAMPINGSEMISSIECONTROLE VOOR CALIFORNIË
200
weigeren wanneer het offroad-sportvoertuig of een onderdeel ervan defect is ge-
raakt door verkeerd gebruik, verwaarlozing, verkeerd onderhoud of niet-goedge-
keurde veranderingen.
Als u vragen heeft over uw rechten en plichten in het kader van de garantie, dient
u contact op te nemen met:
Bombardier Recreational Products Inc. op 1-888-272-9222 of
California Air Resources Board op 4001 Iowa Avenue, Riverside, CA 92507.
GARANTIEVERKLARING VERDAMPINGSEMISSIECONTROLE VOOR CALIFORNIË
201
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP VVOOOORR
IINNTTEERRNNAATTIIOONNAAAALL:: 22002244 CCAANN--AAMM®® SSSSVV
11)) VVoooorrwweerrpp vvaann ddee bbeeppeerrkkttee ggaarraannttiiee
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP") garandeert zijn 2024 Can-Am
SSV (“Product(en)”) van modeljaar 2024 die verkocht wordt door distributeurs of
dealers die door BRP gemachtigd zijn om de producten te distribueren buiten de
Verenigde Staten ("VS"), Canada, de lidstaten van de Europese Economische
Ruimte (die bestaat uit de staten van de Europese Unie plus het Verenigd Ko-
ninkrijk), Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) ("EER"), Turkije, in lidstaten van
het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (met inbegrip van Oekraïne en Turk-
menistan) ("GOS") tegen materiaal- of fabricagefouten voor de periode en onder
de voorwaarden die hieronder worden beschreven.
Deze beperkte garantie vervalt indien:
1. het product werd gebruikt om mee te racen of voor een andere competitieve
activiteit, om het even wanneer, zelfs door een vorige eigenaar; of
2. het product werd zodanig aangepast of veranderd, dat zijn werking, prestatie
of duurzaamheid negatief werden beïnvloed, of werden veranderd of aange-
past met het oog op een ander gebruik dan datgene waarvoor het was
bedoeld.
Deze beperkte garantie is niet van toepassing op niet in de fabriek gemonteerde
onderdelen en accessoires. Raadpleeg de tekst voor de van toepassing zijnde
beperkte garantie voor de onderdelen en accessoires.
22)) BBeeppeerrkkiinngg vvaann ddee aaaannsspprraakkeelliijjkkhheeiidd
VVOOOORR ZZOOVVEERR WWEETTTTEELLIIJJKK TTOOEEGGEESSTTAAAANN,, WWOORRDDTT DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE
UUIITTDDRRUUKKKKEELLIIJJKK GGEEGGEEVVEENN EENN AAAANNVVAAAARRDD TTEERR VVEERRVVAANNGGIINNGG VVAANN
EELLKKEE AANNDDEERREE GGAARRAANNTTIIEE,, HHEETTZZIIJJ EEXXPPLLIICCIIEETT OOFF IIMMPPLLIICCIIEETT,, IINNCCLLUU--
SSIIEEFF EENN ZZOONNDDEERR BBEEPPEERRKKIINNGG,, EELLKKEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN VVEERRKKOOOOPPBBAAAARR--
HHEEIIDD OOFF GGEESSCCHHIIKKTTHHEEIIDD VVOOOORR EEEENN BBEEPPAAAALLDD GGEEBBRRUUIIKKSSDDOOEELL.. IINN DDEE
MMAATTEE WWAAAARRIINN DDEEZZEE NNIIEETT KKUUNNNNEENN WWOORRDDEENN UUIITTGGEESSLLOOTTEENN,, IISS DDEE
DDUUUURR VVAANN DDEE IIMMPPLLIICCIIEETTEE GGAARRAANNTTIIEESS BBEEPPEERRKKTT TTOOTT DDEE TTEERRMMIIJJNN
VVAANN DDEE EEXXPPLLIICCIIEETTEE GGAARRAANNTTIIEE.. IINNCCIIDDEENNTTEELLEE SSCCHHAADDEE EENN GGEEVVOOLLGG--
SSCCHHAADDEE ZZIIJJNN UUIITTGGEESSLLOOTTEENN VVAANN DDEEKKKKIINNGG OONNDDEERR DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE..
IINN BBEEPPAAAALLDDEE SSTTAATTEENN//PPRROOVVIINNCCIIEESS ZZIIJJNN DDEE VVOOOORRNNOOEEMMDDEE AAFFWWIIJJ--
ZZIINNGGEENN VVAANN AAAANNSSPPRRAAKKEELLIIJJKKHHEEIIDD,, BBEEPPEERRKKIINNGGEENN EENN UUIITTSSLLUUIITTIINN--
GGEENN NNIIEETT TTOOEEGGEESSTTAAAANN.. DDIIEE ZZOOUUDDEENN BBIIJJGGEEVVOOLLGG NNIIEETT OOPP UU VVAANN
TTOOEEPPAASSSSIINNGG ZZIIJJNN.. DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE GGEEEEFFTT UU SSPPEECCIIFFIIEEKKEE RREECCHH--
TTEENN,, MMAAAARR UU KKUUNNTT OOOOKK NNOOGG AANNDDEERREE WWEETTTTEELLIIJJKKEE RREECCHHTTEENN GGEE--
NNIIEETTEENN,, AAFFHHAANNKKEELLIIJJKK VVAANN HHEETT LLAANNDD WWAAAARR UU WWOOOONNTT.. BBRRPP KKAANN
NNIIEETT AAAANNSSPPRRAAKKEELLIIJJKK WWOORRDDEENN GGEESSTTEELLDD IINNDDIIEENN PPRROODDUUCCTTEENN OOFF
GGAARRAANNTTIIEEOONNDDEERRDDEELLEENN IINN BBEEPPAAAALLDDEE LLAANNDDEENN NNIIEETT BBEESSCCHHIIKKBBAAAARR
ZZIIJJNN OOMM RREEDDEENNEENN WWAAAARROOPP BBRRPP GGEEEENN IINNVVLLOOEEDD HHEEEEFFTT..
Producten gekocht in Australië, zie de specifieke sectie voor Australië hieronder.
Geen enkele distributeur, BRP distributeur/dealer of andere persoon is gemach-
tigd om andere beloften, voorstellingen of garanties met betrekking tot dit product
te bieden, dan die welke deel uitmaken van deze beperkte garantie. Gebeurt dit
toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP.
202
BRP behoudt zich het recht voor, deze beperkte garantie op elk gewenst ogen-
blik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de
garantievoorwaarden die van toepassing waren op de producten, die tijdens de
geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
33)) UUIITTSSLLUUIITTIINNGGEENN –– ZZiijjnn nniieett ggeewwaaaarrbboorrggdd
De volgende zaken vallen in geen geval onder de garantie:
Normale gebruikssporen en slijtage;
Routineonderhoudszaken, tune-ups, aanpassingen;
Schade ten gevolge van verwaarlozing, gebrekkig onderhoud en/of onzorg-
vuldige bewaring, die niet strookt met de aanwijzingen in de
Gebruikershandleiding;
Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige
reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van on-
derdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten ge-
volge van reparaties door een persoon die geen erkende BRP distributeur/
dealer is met toestemming om servicewerken uit te voeren;
Schade ten gevolge van misbruik, abnormaal gebruik, verwaarlozing of ge-
bruik van het product op een manier die niet strookt met de aanbevelingen in
de Gebruikershandleiding;
Schade veroorzaakt door ongeval, onderdompeling, brand, diefstal, vanda-
lisme of overmacht;
Gebruik met brandstoffen, oliesoorten of smeermiddelen die niet geschikt zijn
voor het product (zie Gebruikershandleiding);
Schade door roest, corrosie of blootstelling aan de natuurelementen;
Schade door opname van water of sneeuw;
Incidentele of gevolgschade of schade van welke aard ook, inclusief en zon-
der beperkingen, kosten voor wegslepen, bewaren, telefoon, huur, taxi, ge-
notsderving, verzekering, afbetalingen, tijdverlies, inkomensderving of
tijdsverlies door stilstand wegens servicewerkzaamheden.
De volgende lijst omvat onder meer onderdelen die worden beschouwd als on-
derdelen die aan slijtage onderhevig zijn en niet worden gedekt door de beperkte
garantie van BRP, tenzij het defect een direct gevolg is van een productie- of
materiaalfout:
– Accu's
– Remblokken
Remschijven en remtrommels
Installatie van de koppelingsplaten / blokken
– Koppelingsschuiven
– Koppelingsveren
Vervangbare koppelingsbussen
– Aandrijfriemen
– Filters
Afgewerkte en niet-afgewerkte oppervlakken
– Zekeringen
Gloeilampen / afgedicht
– Smeermiddelen
– Bougies
– Ophangingsbussen
Schoenen ophangingsschuif
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR INTERNATIONAAL: 2024 CAN-AM
®
SSV
203
– Ophangingsveren
– Banden
44)) DDeekkkkiinnggssppeerriiooddee vvaann ddee ggaarraannttiiee
Deze beperkte garantie loopt vanaf (1) de datum van levering aan de eerste klant
of (2) de datum van de eerste ingebruikname, naargelang van wat zich het eerst
voordoet, gedurende de onderstaande toepasselijke termijn:
1. ZES (6) opeenvolgende maanden, voor privégebruik of commercieel
Deze garantie loopt alleen in AUSTRALIE en NIEUWZEELAND vanaf (1) de da-
tum van levering aan de eerste klant of (2) de datum van de eerste ingebruik-
name van het product, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet, en dit
gedurende een termijn van (1) TWAALF (12) OPEENVOLGENDE MAANDEN en
ZESENDERTIG (36) OPEENVOLGENDE MAANDEN, alleen voor aandrijflijn,
motor en transmissiesystemen, voor privégebruik of commercieel gebruik.
De reparatie of vervanging van onderdelen of service uitgevoerd in het kader van
deze garantie verlengt de duur van deze garantie niet. De oorspronkelijke verval-
datum blijft behouden.
De hierboven aangegeven garantiedekkingsperiode is een minimale beperkte
garantieperiode die in bepaalde gevallen door een garantieprogramma kan wor-
den verlengd.
Merk op dat de duur en alle andere voorwaarden van de dekking onder de garan-
tie onderworpen zijn aan de toepasselijke nationale of lokale wetgeving in het
land van de klant.
55)) AAlllleeeenn vvoooorr pprroodduucctteenn ddiiee iinn AAuussttrraalliiëë wwoorrddeenn vveerrkkoocchhtt
Onze producten gaan vergezeld van garanties die niet onder het Australisch con-
sumentenrecht kunnen worden uitgesloten.
U heeft recht op vervanging of een terugbetaling voor een groot defect en voor
vergoeding van een ander redelijkerwijs voorspelbaar verlies of schade.
U heeft ook recht op reparatie of vervanging van producten als de producten niet
van acceptabele kwaliteit zijn en het defect niet leidt tot een groter defect.
Niets in deze garantie mag worden gebruikt voor uitsluiting, beperking of wijzi-
ging in de toepassing van een bepaling, garantie, recht of rechtsmiddel, beschre-
ven of geïmpliceerd in de het Australische wet op mededinging en
consumentenrecht 2010, inclusief het Australische consumentenrecht of enig an-
dere wet, waar dit de wet zou overtreden of enig deel van deze voorwaarden of
en bepalingen ongeldig zou maken. De voordelen die u heeft onder deze be-
perkte garantie, zijn een aanvulling op de andere rechten en rechtsmiddelen, die
u onder de Australische wet heeft.
66)) VVoooorrwwaaaarrddeenn vvoooorr hheett hheebbbbeenn vvaann ggaarraannttiieeddeekkkkiinngg
De dekking van deze garantie isaalllleeeenn vvaann ttooeeppaassssiinngg indien aan aallllee onder-
staande voorwaarden is voldaan:
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR INTERNATIONAAL: 2024 CAN-AM
®
SSV
204
1. Het product moet als nieuw en ongebruikt door de eerste eigenaar ervan zijn
gekocht van een distributeur/dealer die erkend is voor verdeling van produc-
ten in het land waarin de verkoop plaatsvond (“distributeur/dealer”);
2. De door BRP voorgeschreven inspecties voor de levering moeten voltooid,
gedocumenteerd en ondertekend zijn door de koper;
3. Het product moet correct geregistreerd zijn door een erkende distributeur/
dealer;
4. Het product moet zijn aangekocht in het land waarin de koper woonachtig is;
5. Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon-
derhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de ga-
rantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te
vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
BRP zal deze beperkte garantie niet nakomen indien één van de bovenstaande
voorwaarden niet werd vervuld door de privégebruiker of commerciële gebruiker.
Deze beperkingen zijn noodzakelijk om BRP toe te laten, de veiligheid van zijn
producten, zijn klanten en het grote publiek te vrijwaren.
77)) WWaatt uu mmooeett ddooeenn vvoooorr hheett vveerrkkrriijjggeenn vvaann ggaarraannttiieeddeekkkkiinngg
De klant moet stoppen met gebruiken van het product na het opduiken van een
defect en binnen twee (2) maanden na het opduiken hiervan contact opnemen
met een BRP distributeur/dealer die servicewerken uitvoert en deze redelijke toe-
gang tot het product verlenen en een redelijke gelegenheid bieden om het te
repareren.
De meldingsperiode is onderworpen aan de toepasselijke nationale of lokale wet-
geving in het land van de klant.
De klant moet aan de distrbuteur/dealer ook een aankoopbewijs van het product
voorleggen en moet de reparatie/werkopdracht ondertekenen voordat de repara-
tiewerkzaamheden starten om in aanmerking te komen voor reparatie onder de
garantie.
Alle onderdelen die onder deze beperkte garantie worden vervangen worden ei-
gendom van BRP.
88)) WWaatt BBRRPP zzaall ddooeenn
De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de
reparatie of het vervangen van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud
en service defect zijn gebleken zonder aanrekening van onderdelen en werku-
ren, uitgevoerd door een erkende BRP distributeur/dealer naar keuze, tijdens de
garantieperiode onder de hierin beschreven voorwaarden. Aanspraken op in-
breuken op de garantie kunnen geen aanleiding geven tot annulering of herroe-
ping van de verkoop van het product door de eigenaar. U heeft mogelijk nog
andere wettelijke rechten, die verschillen van land tot land.
Wanneer er een prestatie nodig is in een ander land dan datgene waarin de oor-
spronkelijke verkoop heeft plaatsgevonden, zal de eigenaar instaan voor eventu-
ele bijkomende kosten op basis van plaatselijke praktijken en voorwaarden,
onder meer - maar niet beperkt tot - kosten voor transport, verzekering, belastin-
gen, vergunningen, invoerrechten en alle andere financiële lasten, inclusief hef-
fingen door overheden, staten, provincies en hun bevoegde instanties.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR INTERNATIONAAL: 2024 CAN-AM
®
SSV
205
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan
te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geprodu-
ceerde producten aan te passen.
99)) OOvveerrddrraacchhtt
Indien een product tijdens de garantieperiode van eigenaar verandert, wordt
deze beperkte garantie onder de gestelde termijnen en voorwaarden mee over-
gedragen, en blijft deze geldig voor de resterende dekkingsperiode, op voor-
waarde dat BRP of een erkende product distributeur/dealer een bewijs ontvangt
dat deze overdracht met instemming van de vorige eigenaar plaatsvond en de
gegevens van de nieuwe eigenaar ontvangt.
1100)) KKllaanntteennoonnddeerrsstteeuunniinngg
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte ga-
rantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwes-
tie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de
servicemanager of zaakvoerder van de erkende Distributeur/Dealer.
Als het probleem niet wordt opgelost, neemt u contact op met BRP door het
klantcontactformulier op www.brp.com in te vullen of per e-mail contact met BRP
op te nemen via een van de adressen in het gedeelte Contact opnemen van
deze handleiding.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR INTERNATIONAAL: 2024 CAN-AM
®
SSV
206
BBEEPPEERRKKTTEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN BBRRPP VVOOOORR DDEE
EEUURROOPPEESSEE EECCOONNOOMMIISSCCHHEE RRUUIIMMTTEE,, DDEE
LLIIDDSSTTAATTEENN VVAANN HHEETT RRUUSSSSIISSCCHHEE GGEEMMEENNEEBBEESSTT
EENN TTUURRKKIIJJEE:: 22002244 CCAANN--AAMM®® SSSSVV
11)) VVoooorrwweerrpp vvaann ddee bbeeppeerrkkttee ggaarraannttiiee
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP") garandeert zijn 2024 Can-Am
SSV (“Product(en)”) van modeljaar 2024 die verkocht wordt door distributeurs of
dealers die door BRP gemachtigd zijn om de producten te distribueren in de lid-
staten van de Europese Economische Ruimte (die bestaat uit de staten van de
Europese Unie plus het Verenigd Koninkrijk), Noorwegen, IJsland en Liechten-
stein) ("EER"), Turkije, in lidstaten van het Gemenebest van Onafhankelijke Sta-
ten (met inbegrip van Oekraïne en Turkmenistan) ("GOS") (“distributeur/dealer”)
tegen materiaal- of fabricagefouten voor de periode en onder de voorwaarden
die hieronder worden beschreven.
Deze beperkte garantie vervalt indien:
1. het product werd gebruikt om mee te racen of voor een andere competitieve
activiteit, om het even wanneer, zelfs door een vorige eigenaar; of
2. het product werd zodanig aangepast of veranderd, dat zijn werking, prestatie
of duurzaamheid negatief werden beïnvloed, of werden veranderd of aange-
past met het oog op een ander gebruik dan datgene waarvoor het was
bedoeld.
Deze beperkte garantie is niet van toepassing op niet in de fabriek gemonteerde
onderdelen en accessoires. Raadpleeg de tekst voor de van toepassing zijnde
beperkte garantie voor de onderdelen en accessoires.
22)) BBeeppeerrkkiinngg vvaann ddee aaaannsspprraakkeelliijjkkhheeiidd
VVOOOORR ZZOOVVEERR WWEETTTTEELLIIJJKK TTOOEEGGEESSTTAAAANN,, WWOORRDDTT DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE
UUIITTDDRRUUKKKKEELLIIJJKK GGEEGGEEVVEENN EENN AAAANNVVAAAARRDD TTEERR VVEERRVVAANNGGIINNGG VVAANN
EELLKKEE AANNDDEERREE GGAARRAANNTTIIEE,, HHEETTZZIIJJ EEXXPPLLIICCIIEETT OOFF IIMMPPLLIICCIIEETT,, IINNCCLLUU--
SSIIEEFF EENN ZZOONNDDEERR BBEEPPEERRKKIINNGG,, EELLKKEE GGAARRAANNTTIIEE VVAANN VVEERRKKOOOOPPBBAAAARR--
HHEEIIDD OOFF GGEESSCCHHIIKKTTHHEEIIDD VVOOOORR EEEENN BBEEPPAAAALLDD GGEEBBRRUUIIKKSSDDOOEELL.. IINN DDEE
MMAATTEE WWAAAARRIINN DDEEZZEE NNIIEETT KKUUNNNNEENN WWOORRDDEENN UUIITTGGEESSLLOOTTEENN,, IISS DDEE
DDUUUURR VVAANN DDEE IIMMPPLLIICCIIEETTEE GGAARRAANNTTIIEESS BBEEPPEERRKKTT TTOOTT DDEE TTEERRMMIIJJNN
VVAANN DDEE EEXXPPLLIICCIIEETTEE GGAARRAANNTTIIEE.. IINNCCIIDDEENNTTEELLEE SSCCHHAADDEE EENN GGEEVVOOLLGG--
SSCCHHAADDEE ZZIIJJNN UUIITTGGEESSLLOOTTEENN VVAANN DDEEKKKKIINNGG OONNDDEERR DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE..
IINN BBEEPPAAAALLDDEE SSTTAATTEENN//PPRROOVVIINNCCIIEESS ZZIIJJNN DDEE VVOOOORRNNOOEEMMDDEE AAFFWWIIJJ--
ZZIINNGGEENN VVAANN AAAANNSSPPRRAAKKEELLIIJJKKHHEEIIDD,, BBEEPPEERRKKIINNGGEENN EENN UUIITTSSLLUUIITTIINN--
GGEENN NNIIEETT TTOOEEGGEESSTTAAAANN.. DDIIEE ZZOOUUDDEENN BBIIJJGGEEVVOOLLGG NNIIEETT OOPP UU VVAANN
TTOOEEPPAASSSSIINNGG ZZIIJJNN.. DDEEZZEE GGAARRAANNTTIIEE GGEEEEFFTT UU SSPPEECCIIFFIIEEKKEE RREECCHH--
TTEENN,, MMAAAARR UU KKUUNNTT OOOOKK NNOOGG AANNDDEERREE WWEETTTTEELLIIJJKKEE RREECCHHTTEENN GGEE--
NNIIEETTEENN,, AAFFHHAANNKKEELLIIJJKK VVAANN DDEE SSTTAAAATT OOFF PPRROOVVIINNCCIIEE WWAAAARR UU
WWOOOONNTT.. BBRRPP KKAANN NNIIEETT AAAANNSSPPRRAAKKEELLIIJJKK WWOORRDDEENN GGEESSTTEELLDD IINNDDIIEENN
PPRROODDUUCCTTEENN OOFF GGAARRAANNTTIIEEOONNDDEERRDDEELLEENN IINN BBEEPPAAAALLDDEE LLAANNDDEENN
NNIIEETT BBEESSCCHHIIKKBBAAAARR ZZIIJJNN OOMM RREEDDEENNEENN WWAAAARROOPP BBRRPP GGEEEENN IINN--
VVLLOOEEDD HHEEEEFFTT..
Producten gekocht in Frankrijk, zie de specifieke sectie voor Frankrijk hieronder.
Geen enkele distributeur, BRP distributeur/dealer of andere persoon is gemach-
tigd om andere beloften, voorstellingen of garanties met betrekking tot dit product
207
te bieden, dan die welke deel uitmaken van deze beperkte garantie. Gebeurt dit
toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP.
BRP behoudt zich het recht voor, deze beperkte garantie op elk gewenst ogen-
blik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de
garantievoorwaarden die van toepassing waren op de producten, die tijdens de
geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
33)) UUIITTSSLLUUIITTIINNGGEENN –– ZZiijjnn nniieett ggeewwaaaarrbboorrggdd
De volgende zaken vallen in geen geval onder de garantie:
Normale gebruikssporen en slijtage;
Routineonderhoudszaken, tune-ups, aanpassingen;
Schade ten gevolge van verwaarlozing, gebrekkig onderhoud en/of onzorg-
vuldige bewaring, die niet strookt met de aanwijzingen in de
Gebruikershandleiding;
Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige
reparaties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van on-
derdelen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten ge-
volge van reparaties door een persoon die geen erkende BRP distributeur/
dealer is met toestemming om servicewerken uit te voeren;
Schade ten gevolge van misbruik, abnormaal gebruik, verwaarlozing of ge-
bruik van het product op een manier die niet strookt met de aanbevelingen in
de Gebruikershandleiding;
Schade veroorzaakt door ongeval, onderdompeling, brand, diefstal, vanda-
lisme of overmacht;
Gebruik met brandstoffen, oliesoorten of smeermiddelen die niet geschikt zijn
voor het product (zie Gebruikershandleiding);
Schade door roest, corrosie of blootstelling aan de natuurelementen;
Schade door opname van water of sneeuw;
Incidentele of gevolgschade of schade van welke aard ook, inclusief en zon-
der beperkingen, kosten voor wegslepen, bewaren, telefoon, huur, taxi, ge-
notsderving, verzekering, afbetalingen, tijdverlies, inkomensderving of
tijdsverlies door stilstand wegens servicewerkzaamheden.
De volgende lijst omvat onder meer onderdelen die worden beschouwd als on-
derdelen die aan slijtage onderhevig zijn en niet worden gedekt door de beperkte
garantie van BRP, tenzij het defect een direct gevolg is van een productie- of
materiaalfout:
– Accu's
– Remblokken
Remschijven en remtrommels
Installatie van de koppelingsplaten / blokken
– Koppelingsschuiven
– Koppelingsveren
Vervangbare koppelingsbussen
– Aandrijfriemen
– Filters
Afgewerkte en niet-afgewerkte oppervlakken
– Zekeringen
Gloeilampen / afgedicht
– Smeermiddelen
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, DE LIDSTATEN VAN HET
RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2024 CAN-AM
®
SSV
208
– Bougies
– Ophangingsbussen
Schoenen ophangingsschuif
– Ophangingsveren
– Banden
44)) DDeekkkkiinnggssppeerriiooddee vvaann ddee ggaarraannttiiee
Deze beperkte garantie loopt vanaf (1) de datum van levering aan de eerste klant
of (2) de datum van de eerste ingebruikname, naargelang van wat zich het eerst
voordoet, gedurende de onderstaande toepasselijke termijn:
1. VIERENTWINTIG (24) opeenvolgende maanden voor privégebruik.
2. ZES (6) opeenvolgende maanden bij gebruik voor commerciële doeleinden.
Een Product wordt commercieel gebruikt als deze op enig moment in de loop
van de garantieperiode wordt gebruikt in verband met een werkzaamheid of te-
werkstelling die inkomsten voortbrengt. Een Product wordt eveneens commerci-
eel gebruikt als deze op enig moment in de loop van de garantieperiode voor
commercieel gebruik werd vergund.
De reparatie of vervanging van onderdelen of service uitgevoerd in het kader van
deze garantie verlengt de duur van deze garantie niet. De oorspronkelijke verval-
datum blijft behouden.
De hierboven aangegeven garantiedekkingsperiode is een minimale beperkte
garantieperiode die in bepaalde gevallen door een garantieprogramma kan wor-
den verlengd.
Merk op dat de duur en alle andere voorwaarden van de dekking onder de garan-
tie onderworpen zijn aan de toepasselijke nationale of lokale wetgeving in het
land van de klant.
55)) UUiittsslluuiitteenndd vvoooorr iinn FFrraannkkrriijjkk vveerrkkoocchhttee pprroodduucctteenn
De verkoper levert goederen die in overeenstemming zijn met het contract en is
verantwoordelijk voor defecten die aanwezig zijn bij de levering. De verkoper is
tevens verantwoordelijk voor defecten die voortvloeien uit de verpakking, de as-
semblage-instructies of de installatie wanneer deze verantwoordelijkheid con-
tractueel de zijne is of deze taken onder zijn verantwoordelijkheid werden
volbracht. Om in overeenstemming te zijn met het contract, moet het product:
1. Geschikt zijn voor normaal gebruik voor dit soort goederen en, waar
toepasselijk:
Beantwoorden aan de beschrijving die door de verkoper werd verstrekt,
en over de kwaliteiten beschikken die door de koper aan de hand van een
staal of model werden voorgesteld;
Beschikken over de kwaliteiten die een koper rechtmatig mag verwachten,
rekening houdend met de publieke verklaringen van de verkoper, de fabri-
kant of zijn vertegenwoordiger, inclusief die in reclame of etikettering; of
2. De eigenschappen hebben zoals overeengekomen tussen de partijen of ge-
schikt zijn voor specifiek gebruik bedoeld door de koper en verduidelijkt aan
de verkoper en aanvaard door de verkoper.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, DE LIDSTATEN VAN HET
RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2024 CAN-AM
®
SSV
209
Bij niet-naleving is actie voorbehouden gedurende twee jaar na de levering van
de goederen. De verkoper is verantwoordelijk voor de garantie voor verborgen
defecten van het verkochte product indien dergelijke defecten het product onge-
schikt maken voor het bedoelde gebruik, of indien deze het gebruik zodanig re-
duceren dat de koper het product niet zou hebben aangekocht of een lagere prijs
zou hebben betaald, indien deze hiervan op de hoogte zou zijn geweest. Voor
zulke verborgen defecten moet door de koper actie worden genomen binnen de
2 jaar na de ontdekking van het defect.
66)) VVoooorrwwaaaarrddeenn vvoooorr hheett hheebbbbeenn vvaann ggaarraannttiieeddeekkkkiinngg
De dekking van deze garantie isaalllleeeenn vvaann ttooeeppaassssiinngg indien aan aallllee onder-
staande voorwaarden is voldaan:
1. Het product moet als nieuw en ongebruikt door de eerste eigenaar ervan zijn
gekocht van een distributeur / dealer die erkend is voor distributie van produc-
ten in het land (of, in het geval van de EEA, de unie van landen) waarin de
verkoop plaatsvond (“distributeur/dealer”);
2. De door BRP voorgeschreven inspecties voor de levering moeten voltooid,
gedocumenteerd en ondertekend zijn door de koper;
3. Het product moet correct geregistreerd zijn door een erkende distributeur/
dealer;
4. Het product moet aangekocht zijn in het land (of, in het geval van de EEA, de
unie van landen) waar de koper zijn verblijfplaats heeft;
5. Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineon-
derhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de ga-
rantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te
vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
BRP zal deze beperkte garantie niet nakomen indien één van de bovenstaande
voorwaarden niet werd vervuld door de privégebruiker of commerciële gebruiker.
Deze beperkingen zijn noodzakelijk om BRP toe te laten, de veiligheid van zijn
producten, zijn klanten en het grote publiek te vrijwaren.
77)) WWaatt uu mmooeett ddooeenn vvoooorr hheett vveerrkkrriijjggeenn vvaann ggaarraannttiieeddeekkkkiinngg
De klant moet stoppen met gebruiken van het product na het opduiken van een
defect en binnen twee (2) maanden na het opduiken hiervan contact opnemen
met een BRP distributeur/dealer die servicewerken uitvoert en deze redelijke toe-
gang tot het product verlenen en een redelijke gelegenheid bieden om het te
repareren.
De meldingsperiode is onderworpen aan de toepasselijke nationale of lokale wet-
geving in het land van de klant.
De klant moet aan de distrbuteur/dealer ook een aankoopbewijs van het product
voorleggen en moet de reparatie/werkopdracht ondertekenen voordat de repara-
tiewerkzaamheden starten om in aanmerking te komen voor reparatie onder de
garantie.
Alle onderdelen die onder deze beperkte garantie worden vervangen worden ei-
gendom van BRP.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, DE LIDSTATEN VAN HET
RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2024 CAN-AM
®
SSV
210
88)) WWaatt BBRRPP zzaall ddooeenn
De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de
reparatie of het vervangen van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud
en service defect zijn gebleken zonder aanrekening van onderdelen en werku-
ren, uitgevoerd door een erkende BRP distributeur/dealer naar keuze, tijdens de
garantieperiode onder de hierin beschreven voorwaarden. Aanspraken op in-
breuken op de garantie kunnen geen aanleiding geven tot annulering of herroe-
ping van de verkoop van het product door de eigenaar. U heeft mogelijk nog
andere wettelijke rechten, die verschillen van land tot land.
Ingeval service is vereist buiten het land van de oorspronkelijke verkoop, of inge-
val inwoners van de EER service vereisen buiten de EER, is de eigenaar verant-
woordelijkheid voor alle extra kosten die te wijten zijn aan lokale praktijken en
voorwaarden, waaronder, maar niet uitsluitend kosten voor: vracht, verzekering,
belastingen, licentierechten, invoerrechten en alle andere financiële lasten, inclu-
sief heffingen van overheden, staten, gebieden en agentschappen ervan.
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan
te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geprodu-
ceerde producten aan te passen.
99)) OOvveerrddrraacchhtt
Indien een product tijdens de garantieperiode van eigenaar verandert, wordt
deze beperkte garantie onder de gestelde termijnen en voorwaarden mee over-
gedragen, en blijft deze geldig voor de resterende dekkingsperiode, op voor-
waarde dat BRP of een erkende product distributeur/dealer een bewijs ontvangt
dat deze overdracht met instemming van de vorige eigenaar plaatsvond en de
gegevens van de nieuwe eigenaar ontvangt.
1100)) KKllaanntteennoonnddeerrsstteeuunniinngg
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte ga-
rantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwes-
tie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de
servicemanager of zaakvoerder van de erkende Distributeur/Dealer.
Als het probleem niet wordt opgelost, neemt u contact op met BRP door het
klantcontactformulier op www.brp.com in te vullen of per e-mail contact met BRP
op te nemen via een van de adressen in het gedeelte Contact opnemen van
deze handleiding.
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, DE LIDSTATEN VAN HET
RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2024 CAN-AM
®
SSV
211
KKLLAANNTTEENNIINNFFOORRMMAATTIIEE
212
IINNFFOORRMMAATTIIEE OOVVEERR GGEEGGEEVVEENNSSBBEESSCCHHEERRMMIINNGG
Bombardier Recreational Products inc., haar dochterondernemingen en geli-
eerde bedrijven ("BRP") zet zich in om je privacy te beschermen en ondersteunt
een algemeen beleid van openheid over hoe we je persoonlijke gegevens verza-
melen, gebruiken en openbaar maken in het kader van het beheer van onze rela-
tie met u. MMeeeerr ddeettaaiillss kkuunntt uu vviinnddeenn iinn hheett pprriivvaaccyybbeelleeiidd vvaann BBRRPP oopp::
hhttttppss::////bbrrpp.. ccoomm//eenn//pprriivvaaccyy--ppoolliiccyy.. hhttmmll ooff ddoooorr ddee QQRR--ccooddee hhiieerroonnddeerr ttee
ssccaannnneenn..
U kunt er zeker van zijn dat we passende veiligheidsmaatregelen hebben geno-
men om ervoor te zorgen dat uw persoonlijke informatie beschermd is tegen ver-
lies en ongeoorloofde toegang.
Uw persoonlijke gegevens die door BRP kunnen worden verzameld, recht-
streeks van u of van geautoriseerde dealers of geautoriseerde derden,
omvatten:
CCoonnttaacctt--,, ddeemmooggrraaffiisscchhee eenn rreeggiissttrraattiiee--iinnffoorrmmaattiiee (bijvoorbeeld naam,
volledig adres, telefoonnummer, e-mail, geslacht, eigendomsgeschiedenis,
taal waarin wordt gecommuniceerd)
VVooeerrttuuiiggiinnffoorrmmaattiiee (bijvoorbeeld serienummer, aankoop- en leveringsda-
tum, gebruik van de eenheid, plaats en bewegingen van het voertuig)
IInnffoorrmmaattiiee vvaann ddeerrddeenn (bijvoorbeeld informatie ontvangen van BRP-part-
ners, informatie over gezamenlijke marketingactiviteiten, sociale media)
TTeecchhnnoollooggiisscchhee iinnffoorrmmaattiiee (bijvoorbeeld IP-adres, type apparaat, bestu-
ringssysteem, type browser, webpagina's die u bekijkt, cookies en soortgelij-
ke technologieën wanneer u websites of mobiele toepassingen van BRP of
dealers gebruikt)
IInntteerraaccttiiee mmeett BBRRPP--iinnffoorrmmaattiiee (bijvoorbeeld informatie die wordt verzameld
bij bellen van de verkoopvertegenwoordigers van BRP, kopen van artikelen
op een website van BRP, aanmelden voor e-mails van BRP, abonneren op
nieuwsbrieven van BRP, deelnemen aan door BRP gesponsorde wedstrijden
en loterijen of bijwonen van door BRP gesponsorde evenementen)
TTrraannssaaccttiieeggeeggeevveennss (bijvoorbeeld gegevens die nodig zijn voor de afhande-
ling van retourzendingen, betalingsgegevens wanneer u onze producten of
diensten koopt via onze websites of mobiele toepassingen en andere kwes-
ties gerelateerd aan de aankoop van uw BRP-producten)
Deze informatie kan worden gebruikt en verwerkt voor de volgende doeleinden:
Veiligheid & beveiliging
Klantenondersteuning voor verkoop en dienst na verkoop (bijvoorbeeld vol-
tooiing of follow-up met u over uw aankoop of onderhoud)
Registratie en garantie
Communicatie (bijvoorbeeld u een BRP-tevredenheidsenquête sturen)
Online gedragsadvertenties, profilering en locatiegebaseerde diensten
(bijvoorbeeld bieden van aangepaste ervaring)
Naleving en geschillenbeslechting
Marketing en reclame
Assistentie (bijvoorbeel hulp bij leveringsproblemen, afhandeling retourzen-
dingen en andere kwesties gerelateerd aan de aankoop van uw
BRP-producten).
We kunnen persoonlijke informatie ook gebruiken om geaggregeerde of statisti-
sche gegevens te genereren waarmee uw identiteit niet meer kan worden
achterhaald.
213
UUww ppeerrssoooonnlliijjkkee ggeeggeevveennss kkuunnnneenn wwoorrddeenn ddoooorrggeeggeevveenn aaaann ddee vvoollggeennddee
ppeerrssoonneenn//iinnssttaannttiieess:: BBRRPP,, ddoooorr BBRRPP eerrkkeennddee ddeeaalleerrss,, ddiissttrriibbuutteeuurrss,,
ddiieennssttvveerrlleenneerrss,, rreeccllaammee-- eenn mmaarrkkttoonnddeerrzzooeekkssppaarrttnneerrss eenn aannddeerree eerrkkeennddee
ddeerrddeenn..
We kunnen informatie over u ontvangen uit diverse bronnen, waaronder derden,
zoals erkende dealers en partners van BRP, met wie we diensten aanbieden of
gezamenlijke marketingactiviteiten ontplooien. We kunnen tevens informatie
over u ontvangen van sociale media platforms zoals Facebook en Twitter, wan-
neer u interactie met ons heeft via deze platforms.
Afhankelijk van de omstandigheden kunnen uw persoonsgegevens worden ge-
communiceerd buiten de regio waar u verblijft. Uw informatie wordt zo lang als
nodig bewaard voor het doel waarvoor de informatie is verkregen en volgens ons
bewaarbeleid.
Om uw recht op privacy uit te oefenen (bijvoorbeeld recht op toegang, recht op
rectificatie), om uw toestemming in te trekken om verwijderd te worden uit de
adreslijst voor marketingdoeleinden of voor het tevredenheidsonderzoek of voor
algemene vragen over privacy, kunt u contact opnemen met de functionaris voor
gegevensbescherming van BRP of per post via pprriivvaaccyyooffffiicceerr@@bbrrpp..ccoomm of via
e-mail:
BRP Legal Service, 726 St-Joseph, Valcourt, Quebec, Canada, J0E 2L0.
WWaannnneeeerr BBRRPP uuww ppeerrssoooonnlliijjkkee ggeeggeevveennss vveerrwweerrkktt,, ddooeett zziijj ddiitt iinn oovveerreeeenn--
sstteemmmmiinngg mmeett hhaaaarr PPrriivvaaccyybbeelleeiidd ddaatt bbeesscchhiikkbbaaaarr iiss oopp:: hhttttppss::////wwwwww..bbrrpp..
ccoomm//eenn//pprriivvaaccyy--ppoolliiccyy..hhttmmll ooff ddoooorr ddee QQRR--ccooddee hhiieerroonnddeerr ttee
ssccaannnneenn..
INFORMATIE OVER GEGEVENSBESCHERMING
214
NNEEEEMM CCOONNTTAACCTT OOPP
wwwwww..bbrrpp..ccoomm
AAzziiëë--PPaacciiffiicc
AAuussttrraalliiëë
Level 26
477 Pitt Street
Sydney, NSW 2020
CChhiinnaa
上海市徐汇区衡山路10号6号楼301
Rm 301, Building 6,
No.10 Heng Shan Rd,
Shanghai, China
JJaappaann
21F Shinagawa East One Tower
2–16–1 Konan, Minato-ku-ku,
Tokyo 108–0075
NNiieeuuww ZZeeeellaanndd
Suite 1.6, 2–8 Osborne Street,
Newmarket, Auckland 2013
EEuurrooppaa,, MMiiddddeenn--OOoosstteenn eenn
AAffrriikkaa
BBeellggiiëë
Oktrooiplein 1
9000 Gent
TTssjjeecchhiisscchhee RReeppuubblliieekk
Stefanikova 43a
Praag 5
150 00
DDuuiittssllaanndd
Itterpark 11
40724 Hilden
FFiinnllaanndd
Isoaavantie 7
PL 8040
96101 Rovaniemi
FFrraannkkrriijjkk
Arteparc Bâtiment B
Route de la côte d'Azur,
13 590 Meyreuil
NNoooorrwweeggeenn
Ingvald Ystgaardsvei 15
N-7484 Trondheim
Salg, marketing, ettermarked
ZZwweeddeenn
Spinnvägen 15
903 61 Umeå
Zweden 90821
ZZwwiittsseerrllaanndd
Avenue d’Ouchy 4-6
1006 Lausanne
LLaattiijjnnss--AAmmeerriikkaa
BBrraazziilliiëë
Av. James Clerck Maxwell, 230
Campinas, São Paulo
CEP 13069-380
MMeexxiiccoo
Av. Ferrocarril 202
Parque Industrial Querétaro
Santo Rosa Jauregui, Querétaro
C.P. 76220
NNoooorrdd--AAmmeerriikkaa
CCaannaaddaa
3200A, rue King Ouest,
Suite 300
Sherbrooke (Québec) J1L 1C9
VVeerreenniiggddee SSttaatteenn vvaann AAmmeerriikkaa
10101 Science Drive
Sturtevant, Wisconsin
53177
215
AADDRREESSWWIIJJZZIIGGIINNGG EENN VVEERRAANNDDEERRIINNGG VVAANN
EEIIGGEENNAAAARR
Als u bent verhuisd of als u de nieuwe eigenaar bent van het voertuig, laat dit
dan zeker weten aan BRP door:
Een erkende Can-Am dealer te verwittigen.
AAlllleeeenn NNoooorrdd--AAmmeerriikkaa:: calling at 1 888 272-9222.
Een van de adreswijzigingskaarten op de volgende bladzijden terug te sturen
naar een van de BRP adressen in het gedeelte
Contact opnemen
van deze
handleiding.
Gelieve ingeval van verandering van eigenaar een bewijs toe te voegen dat de
vroegere eigenaar met de overdracht heeft ingestemd.
Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo-
pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er voertuigen
zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte bren-
gen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar’.
GGEESSTTOOLLEENN VVOOEERRTTUUIIGGEENN:: Verwittig BRP of een erkende Can-Am-dealer als
uw voertuig werd gestolen. U zult verzocht worden om uw naam, adres, telefoon-
nummer, het voertuigidentificatienummer en de datum van de diefstal op te
geven.
216
Voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
ADRESWIJZIGING
OUDE ADRES
OF VORIGE EIGENAAR:
NIEUW ADRES
OF NIEUWE EIGENAAR:
VERANDERING VAN EIGENAAR
Modelnummer
NR.
WOONPLAATS
LAND
E-MAILADRES
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
NR.
WOONPLAATS
LAND
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
Voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
ADRESWIJZIGING
OUDE ADRES
OF VORIGE EIGENAAR:
NIEUW ADRES
OF NIEUWE EIGENAAR:
VERANDERING VAN EIGENAAR
Modelnummer
NR.
WOONPLAATS
LAND
E-MAILADRES
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
NR.
WOONPLAATS
LAND
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
217
Deze pagina is
bewust leeg gelaten
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
218
Voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
ADRESWIJZIGING
OUDE ADRES
OF VORIGE EIGENAAR:
NIEUW ADRES
OF NIEUWE EIGENAAR:
VERANDERING VAN EIGENAAR
Modelnummer
NR.
WOONPLAATS
LAND
E-MAILADRES
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
NR.
WOONPLAATS
LAND
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
Voertuigidentificatienummer (V.I.N.)
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER
ADRESWIJZIGING
OUDE ADRES
OF VORIGE EIGENAAR:
NIEUW ADRES
OF NIEUWE EIGENAAR:
VERANDERING VAN EIGENAAR
Modelnummer
NR.
WOONPLAATS
LAND
E-MAILADRES
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
NR.
WOONPLAATS
LAND
APP
ZIP/POSTCODE
STRAAT
NAAM
STAAT/PROVINCIE
TELEFOON
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
219
Deze pagina is
bewust leeg gelaten
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
220
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
221
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
222
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
223
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
224
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
225
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
226
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
227
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
228
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
229
OPMERKINGEN:
ADRESWIJZIGING EN VERANDERING VAN EIGENAAR
Deze pagina is bewust leeg
gelaten
Modelnr.
Eigenaar:
Aankoopdatum
Einddatum van de garantie
NAAM
STRAAT APP
STAAT/PROVINCIE ZIP/POSTCODE
Nr.
WOONPLAATS
JAAR MAAND DAG
JAAR
In te vullen door de dealer op het ogenblik van de verkoop.
STEMPEL DEALER
MAAND DAG
VOERTUIG
IDENTIFICATIENUMMER (V.I.N.)
MOTOR
IDENTIFICATIENUMMER (E.I.N.)
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP ERNSTIGE VERWONDINGEN OF
DE DOOD TE BEPERKEN,
-
Lees deze gebruikershandleiding en de veiligheidslabels.
- Bekijk de veiligheidsvideo.
WEES GOED VOORBEREID
- Bevestig de veiligheidsgordels en zorg ervoor dat de
netten of deuren goed zijn vastgezet.
- Draag een goedgekeurde helm en andere
beschermingsuitrusting.
- berijder moet met uw rug tegen de zitting kunnen
plaatsnemen, de voeten vlak op de vloer of voetsteun
en de handen op de handrails. Blijf geheel binnen het
voertuig.
RIJ VERANTWOORDELIJKHEIDSBEWUST
- Vermijd dat u de controle verliest of over de kop rolt.
- Vermijd abrupte bewegingen, zijwaarts glijden, schuive
of visstaartbewegingen en maak geen donuts.
- Vermijd snel optrekken terwijl u draait, zelfs vanuit
stilstand.
- Vertraag voor u een bocht neemt.
-
Let op heuvels, ruw terrein, kuilen en andere wijzigingen
in grond of terrein.
- Vermijd verharde wegen.
- Vermijd dwars op een helling (op heuvels rijden).
GEKWALIFICEERD EN VERANTWOORDELIJK ZIJN
- Niet toe te staan dat er roekeloos wordt gereden.
- De bestuurder moet tenminste 16 jaar of ouder zijn en
een geldig rijbewijs hebben.
- Rijd niet onder de invloed van drugs of alcohol.
-
Sta het gebruik op de openbare weg niet toe (tenzij deze
voor terreinvoertuigen toegankelijk zijn) – u kunt botsen
met auto's en vrachtwagens.
- Neem niet meer mensen mee dan er zitplaatsen zijn.
®TM en het BRP-logo zijn handelsmerken van Bombardier Recreational Products
Inc. of zijn dochtermaatschappijen.
©2023 Bombardier Recreational Products Inc. Alle rechten voorbehouden.
www.brp.com
SSKKII--DDOOOO®® SSEEAA--DDOOOO®® CCAANN--AAMM®®
LLYYNNXX®® EEVVIINNRRUUDDEE®® RROOTTAAXX®®
219002324_NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234

Can-Am Traxter T Series Handleiding

Type
Handleiding