25
NL
• Laat minstens 10 mm vrij rond de
behuizing. De ventilatieopeningen moeten
vrij blijven om het toestel behoorlijk te
laten functioneren en de levensduur van de
onderdelen te verlengen.
• Indien het toestel wordt achtergelaten in
een auto die in de zon geparkeerd staat,
kies dan altijd een plaats waar hij niet
blootstaat aan directe zonnestraling.
• De luidsprekers zijn voorzien van een
krachtige magneet en dus moet u credit
cards met magnetische codering of
horloges met veermechanisme uit de buurt
van het toestel houden om beschadiging
door de magneet te vermijden.
Werking
• Indien het toestel direct van een koude in
een warme of een zeer vochtige ruimte
wordt gebracht, kan er condensvorming
optreden op de lens in het CD-gedeelte. In
dat geval kan de werking van het toestel
zijn verstoord. Haal in dat geval de CD uit
het toestel en wacht ongeveer een uur tot
alle vocht is verdampt.
• Indien het toestel gedurende lange tijd niet
is gebruikt, moet u het enkele minuten in
de weergavestand laten opwarmen
alvorens een cassette in te brengen.
Met alle vragen over en eventuele problemen
met uw toestel kunt u steeds terecht bij uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• De laserstraal van de CD-speler is
schadelijk voor de ogen en bijgevolg mag
u de behuizing niet proberen te openen.
Laat het toestel alleen nakijken door
bevoegd vakpersoneel.
• Indien er een voorwerp of vloeistof in de
behuizing terechtkomt, moet u de stekker
uit het stopcontact trekken en het toestel
laten nakijken door een deskundige
alvorens hem weer in gebruik te nemen.
• Discs met afwijkende vormen (b.v. hart,
vierkant, ster) kunnen niet met deze dit
toestel worden afgespeeld. Indien u dat
niet doet, kan het toestel worden
beschadigd. Gebruik geen dergelijke discs.
Spanningsbronnen
• Controleer of de bedrijfsspanning van de
speler overeenkomt met de lokale
netspanning (zie “Technische gegevens”)
alvorens het toestel met behulp van het
meegeleverde netsnoer aan te sluiten op
een stopcontact; gebruik geen ander
netsnoer.
• Het toestel blijft onder (net)spanning staan
zolang de stekker in het stopcontact zit,
ook al is het toestel zelf uitgeschakeld.
• Het toestel kan ook werken op zes R20
(D) batterijen.
• Wanneer de batterijen niet worden
gebruikt, moet u ze verwijderen om
beschadiging door lekkage of corrosie te
voorkomen.
• Het kenplaatje met vermelding van
voedingsspanning, stroomverbruik, enz.
bevindt zich onderaan op het toestel.
Plaatsing
• Installeer het toestel niet in de buurt van
warmtebronnen of op een plaats waar het
is blootgesteld aan directe zonnestraling,
overmatig stof of mechanische schokken.
• Plaats het toestel niet op een hellend of
onstabiel oppervlak.
wordt vervolgd