DeWalt DC411 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Dansk 3
Deutsch 18
English 36
Español 51
Français 68
Italiano 85
Nederlands 102
Norsk 119
Português 134
Suomi 151
Svenska 166
Türkçe 181
 197
NEDERLANDS
102
DRAADLOZE SLIJPER VOOR ZWARE TOEPASSINGEN
DC411
Gefeliciteerd!
U hebt een werktuig van DEWALT gekocht.
Door haar jarenlange ervaring, grondige
productontwikkeling en innovatie heeft D
EWALT zich
tot één van de meest betrouwbare partners voor
gebruikers van professionele elektrische werktuigen
ontwikkeld.
Technische gegevens
DC411
Voltage V
DC
18
Vermogen W 405
Nullast min
-1
6.500
Diameter schijf mm 125
Diameter spindel M14
Gewicht (zonder accu) kg 2,2*
* gewicht inclusief handvat en beschermkap
L
pA
(geluidsdruk) dB(A)
83
K
PA
(geluidsdruk onzekerheid) dB(A)
3,0
L
WA
(akoestisch vermogen) dB(A)
94
K
WA
(akoestisch vermogen
onzekerheid) dB(A)
3,0
Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald
conform EN 60745:
Trillingsuitstootwaarde
m/s²
7,5
onzekerheid K m/s² 3,3
Accuset DE9096 DE9503 DE9180
Accutype NiCd NiMH Li-Ion
Spanning V
DC
18 18 18
Vermogen Ah 2,4 2,6 2,0
Gewicht kg 1,0 1,0 0,68
Lader DE9116 DE9135
Netspanning V
AC
230 230
Accutype NiCd/ NiMH NiCd/NiMH/Li-Ion
Geschatte oplaadtijd min 60 40
(2,0 Ah (2,0 Ah
accusets) accusets)
Gewicht kg 0,4 0,52
Het in dit informatieblad gegeven
trillingsuitstootniveau werd gemeten in
overeenstemming met een in EN 60745 gegeven
gestandaardiseerde test en kan worden gebruikt om
een stuk gereedschap met een ander te vergelijken.
Het kan worden gebruikt voor een voorlopige
beoordeling van blootstelling.
WAARSCHUWING: Het aangegeven
trillingsemissieniveau vertegenwoordigt
de belangrijkste toepassingen van
het gereedschap. Maar als het
gereedschap wordt gebruikt voor
andere toepassingen, met verschillende
accessoires of als het niet goed
wordt onderhouden, dan kan de
trillingsemissie verschillend zijn. Dit
kan het blootstellingsniveau aanzienlijk
verhogen over de hele werkperiode.
Een schatting van het
blootstellingsniveau voor trilling moet
ook rekening houden met hoe vaak
het gereedschap uitgeschakeld is of
wanneer het gereedschap wel aan
staat maar niet daadwerkelijk gebruikt
wordt. Dit kan het blootstellingsniveau
aanzienlijk verlagen over de hele
werkperiode.
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen
om de gebruiker te beschermen tegen
trillingseffecten zoals: onderhoud het
gereedschap en de accessoires, houd
de handen warm, organisatie van
werkpatronen.
Zekeringen
Europa werktuig opererend op 230 V
& Ierland 10 ampère, netspanning
Verenigd Koninkrijk werktuig opererend op 230 V
13 ampère, in de stekkers
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven de
risicograad voor ieder signaalwoord. Gelieve de
handleiding te lezen en op deze symbolen te letten.
GEVAAR: Wijst op zeer
gevaarlijke situaties die de dood of
ernstig letsel tot gevolg zullen hebben.
WAARSCHUWING: Wijst op een
mogelijk gevaarlijke situatie diede
dood of ernstig letsel tot gevolg kan
hebben, indien er geen maatregelen zijn
getroffen.
NEDERLANDS
103
VOORZICHTIG: Wijst een mogelijk
gevaarlijke situatie die lichte tot
middelmatige verwondingen tot
gevolg kan hebben, indien er geen
maatregelen zijn getroffen.
VOORZICHTIG: Indien niet vergezeld
van het veiligheidsalarmsymbool wijst
dit symbool op een mogelijk gevaarlijke
situatie die zou kunnen leiden tot
zaakschade.
Geeft op het risico op een elektrische
schok aan.
EG-overeenkomstigheidsverklaring
DC411
DEWALT verklaart dat deze onder “technische
gegevens” beschreven producten werden
ontworpen in overeenstemming met:
98/37/EEC (tot 28 dec. 2009), 2004/108/EC,
2006/42/EC (vanaf 29 dec. 2009) 2006/95/EC,
EN 55014-1, EN 55014-2, EN 60745-1,
EN 60745-2-3.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met DEWALT op onderstaand adres, of kunt u de
achterzijde van de handleiding raadplegen.
Ondergetekende is verantwoordelijk voor het
samenstellen van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice-president Techniek en productontwikkeling
DEWALT, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
20.09.2007
WAARSCHUWING: Lees de
instructiehandleiding om het risico op
letsel te verminderen.
Algemene veiligheidswaarschuwingen
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en
instructies Indien geen gevolg aan
deze aanwijzingen wordt gegeven, kan
dit leiden tot elektrische schok, brand of
ernstig letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN
INSTRUCTIESOM LATER TE RAADPLEGEN.
De term ‘elektrisch gereedschap’ in alle
onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw
elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer)
of accugedreven (draadloos) elektrisch gereedschap.
1) VEILIGHEID VAN HET WERKGEBIED
a) Houd het werkgebied schoon en goed
verlicht. Rommelige of donkere plekken
vragen om ongelukken.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap
in een explosieve omgeving, zoals in de
buurt van brandbare vloeistoffen, gassen
of stof. Elektrisch gereedschap creëert
vonken die het stof of de dampen kunnen
doen ontbranden.
c) Houd kinderen en toeschouwers op een
afstand tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap. Verstrooidheid kan leiden tot
controleverlies.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrisch gereedschap
moeten in het stopcontact passen. Pas
de stekker op geen enkele manier aan.
Gebruik geen verloopstekkers met geaard
elektrisch gereedschap. Ongemodificeerde
stekkers en bijpassende stopcontacten
verminderen het risico op elektrische
schokken.
b) Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlaktes zoals pijpen, radiatoren,
ovens en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico op elektrische schokken als
uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrisch gereedschap niet bloot
aan regen of water. Water dat in elektrisch
gereedschap terechtkomt, verhoogt het risico
op een elektrische schok.
d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik
het snoer nooit om het elektrische
gereedschap te dragen, te slepen of de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van hitte,
scherpe kanten of bewegende delen.
Beschadigde of verwarde snoeren verhogen
het risico op een elektrische schok.
e) Als u elektrisch gereedschap buiten
bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat
geschikt is voor gebruik in open lucht. Het
gebruik van een snoer dat geschikt is voor
gebruik in open lucht vermindert het risico op
een elektrische schok.
f) Indien het bedienen van een elektrisch
gereedschap in een vochtige plaats
niet kan worden vermeden, gebruik dan
NEDERLANDS
104
een voeding beschermd door een RCD
(residustroomapparaat). Het gebruik van
een RCD verlaagt het risico van elektrische
schokken.
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik
uw gezond verstand als u elektrisch
gereedschap gebruikt. Gebruik geen
elektrisch gereedschap als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van
elektrisch gereedschap kan leiden tot ernstige
lichamelijke verwondingen.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming. Het
gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een
stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een
helm of gehoorbescherming, vermindert de
kans op letsels.
c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk
start. Zorg ervoor dat de schakelaar in
de stand “uit” is voordat u aansluit op de
stroombron en/of accu bij het opnemen
of verdragen van het gereedschap. Als
u elektrische werktuigen met uw vinger op
de schakelaar verplaatst, of een elektrisch
werktuig aansluit met de schakelaar al aan,
kan dit ongevallen tot gevolg hebben.
d) Verwijder alle afstelsleutels of
moersleutels voordat u het elektrische
gereedschap aanzet. Een moersleutel of
afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend
onderdeel van het elektrische gereedschap
kan tot lichamelijke verwondingen leiden.
e) Reik niet te ver. Behoud voortdurend uw
evenwicht en balans. Hierdoor bewaart u
in onverwachte omstandigheden een betere
controle over het elektrische gereedschap.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Losse kleding,
sieraden of lang haar kunnen vastraken in
bewegende onderdelen.
g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor
de verbinding van voorzieningen voor
stofafvoer en stofverzameling, zorg dan
dat deze aangesloten zijn en op de juiste
manier gebruikt worden. Stofverzameling
kan aan stof gerelateerde gevaren beperken.
4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCH
GEREEDSCHAP
a) Forceer het elektrische gereedschap
niet. Gebruik het juiste elektrische
gereedschap voor uw toepassing. Het
juiste elektrische gereedschap zal het karwei
beter en veiliger klaren aan de snelheid
waarvoor het ontworpen werd.
b) Gebruik het elektrische gereedschap
niet als de schakelaar het niet in- en
uitschakelt. Elk elektrisch gereedschap dat
niet met de schakelaar bediend kan worden,
is gevaarlijk en moet hersteld worden.
c) Koppel de stekker los van de stroombron
en/of accu van het elektrische
gereedschap voordat u aanpassingen
aanbrengt, accessoires wijzigt of
elektrisch gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
werktuig toevallig wordt geactiveerd.
d) Bewaar ongebruikt elektrisch
gereedschap buiten het bereik van
kinderen en laat mensen die niet
vertrouwd zijn met het elektrische
gereedschap of met deze instructies het
elektrische gereedschap niet gebruiken.
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk in de
handen van onervaren gebruikers.
e) Onderhoud elektrisch gereedschap.
Controleer op foutuitlijning of vastlopen
van beweegbare delen, gebroken
onderdelen of een andere omstandigheid
die de werking van het elektrische
gereedschap kan beïnvloeden. Als het
elektrische gereedschap beschadigd
is, laat dit dan herstellen alvorens het
te gebruiken. Veel ongelukken worden
veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrisch gereedschap.
f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon.
Goed onderhouden snijwerktuigen met
scherpe snijkanten zullen minder snel
vastlopen en zijn makkelijker te beheersen.
g) Gebruik het elektrische werktuig,
hulpstukken e.d. overeenkomstig deze
instructies, en houdt daarbij rekening met
de werkomstandigheden en het uit te
voeren werk. Het gebruik van het elektrische
werktuig voor handelingen die afwijken van
die waarvoor het werktuig bedoeld is, zou
een gevaarlijke situatie tot gevolg kunnen
hebben.
5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP
BATTERIJ
a) Herlaad alleen met de lader die wordt
vermeld door de fabrikant. Een lader die
geschikt is voor een bepaalde soort accuset,
kan een risico voor brand geven als deze
lader wordt gebruikt met een andere accuset.
NEDERLANDS
105
b) Gebruik elektrische werktuigen alleen met
speciaal daarvoor bestemde accusets.
Gebruik van een andere accuset kan een
risico voor verwondingen en brand inhouden.
c) Wanneer de accu niet wordt gebruikt,
houd die dan uit de buurt van andere
metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding kunnen maken van de
ene pool naar de andere. Het kortsluiten
van de polen van de batterij kan leiden tot
brandwonden of brand.
d) Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt,
kan vloeistof uit de accu weglekken.
Vermijd contact met deze vloeistof. Als er
per ongeluk contact ontstaat, spoel dan
met water. Raadpleeg een arts wanneer
de vloeistof in contact komt met de ogen.
Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) ONDERHOUDSBEURT
a) Laat uw elektrische gereedschap
onderhouden door een erkende
onderhoudsmonteur die alleen identieke
vervangingsonderdelen gebruikt. Dit
handhaaft de veiligheid van het elektrische
gereedschap.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
ALLE WERKZAAMHEDEN
a) Dit elektrische werktuig is bedoeld om mee
te slijpen, (staal)borstelen of doorslijpen.
Lees alle bij dit elektrische werktuig
behorende veiligheidswaarschuwingen,
instructies, illustraties en specificaties. Het
niet naleven van alle onderstaande instructies
kan elektrische schok, brand en/of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
b) Activiteiten zoals polijsten of schuren
worden niet aanbevolen met dit elektrische
werktuig. Dit elektrische werktuig gebruiken
voor werk waarvoor het niet is bedoeld, kan
gevaarlijk zijn en letsel tot gevolg hebben.
c) Gebruik geen hulpstukken die niet speciaal
door de fabrikant worden vervaardigd
of aangeraden. Dat een hulpstuk op uw
elektrische werktuig kan worden bevestigd,
garandeert nog geen veilig gebruik.
d) Het nominale toerental van het hulpstuk
moet minimaal gelijk zijn aan de maximum
snelheid die op het elektrische werktuig
staat aangegeven. Hulpstukken die gebruikt
worden op een snelheid hoger dan het
nominale toerental kunnen breken en uit elkaar
vliegen.
e) De buitenste diameter en de dikte
van het hulpstuk moeten binnen de
capaciteitsgrenzen van het elektrische
werktuig liggen. Hulpstukken die niet de juiste
maten hebben, kunnen niet veilig gebruikt
worden.
f) De asmaat van schijven, flenzen,
steunschijven en andere hulpstukken moet
overeenstemmen met de spindelmaat van
het elektrische werktuig. Hulpstukken zonder
as-uitsparing die niet op de juiste manier
gemonteerd kunnen worden, zullen uit balans
raken, overmatig trillen en kunnen controleverlies
tot gevolg hebben.
g) Gebruik geen beschadigde hulpstukken.
Controleer hulpstukken voor elk gebruik,
zoals schuurschijven op splinters en barsten,
steunschijven op barsten, scheuren en
overmatige slijtage, staalborstels op losse
of gespleten draden. Als u het elektrisch
werktuig of een hulpstuk laat vallen,
controleer dan of het niet beschadigd
is. Nadat u een hulpstuk gecontroleerd
en gemonteerd heeft, zorg dan dat u en
eventuele omstanders op een veilige afstand
van het draaiingsvlak van het werktuig staan,
en laat het elektrische werktuig één minuut
onbelast op maximale snelheid draaien.
Beschadigde hulpstukken vallen normaal
gesproken uit elkaar tijdens deze testperiode.
h) Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Afhankelijk van de werking, moet u
gezichtsbescherming, oogbescherming of
een veiligheidsbril dragen. Draag indien
nodig een stofmasker, gehoorbescherming,
handschoenen en overall die geschikt zijn
om kleine rondvliegende deeltjes tegen
te houden. De oogbeschermer moet in
staat zijn om rondvliegende deeltjes tegen te
houden die het gevolg zijn van uiteenlopende
werkzaamheden. Het stof- of gasmasker moet
kleine stofdeeltjes die vrijkomen bij het gebruik
van het werktuig kunnen zeven. Langdurige
blootstelling aan lawaai kan gehoorbeschadiging
veroorzaken.
i) Houd omstanders op een veilige afstand
van uw werkplek. Iedereen die zich op de
werkplek bevindt, dient een persoonlijke
veiligheidsuitrusting te dragen. Delen van het
werkstuk of van een defect hulpstuk kunnen
wegvliegen en letsels op enige afstand van de
werkplek tot gevolg hebben.
NEDERLANDS
106
j) Houd het elektrische werktuig alleen vast
bij de geïsoleerde handgrepen wanneer u
het gebruikt op een wijze waarbij verborgen
draden of het snoer van het werktuig
geraakt zouden kunnen worden. Wanneer
een hulpstuk een stroomdraad raakt, kunnen
de metalen delen van het elektrische werktuig
onder stroom komen te staan en kan de
gebruiker een schok krijgen.
k) Zorg dat het snoer niet in de buurt van het
draaiende hulpstuk komt. Als u de controle
verliest, kan het snoer doorgesneden worden en
uw hand of arm kan in het draaiende hulpstuk
getrokken worden.
l) Leg het elektrische werktuig pas neer
wanneer het hulpstuk volledig tot stilstand
is gekomen. Het draaiende hulpstuk kan het
oppervlak raken, waardoor u de controle over
het elektrische werktuig kunt verliezen.
m) Laat het werktuig nooit aanstaan terwijl u
het draagt. Als het draaiende hulpstuk per
ongeluk uw lichaam raakt, kan het in uw kleding
blijven haken met als gevolg dat het hulpstuk in
uw lichaam wordt gedraaid.
n) Maak de ventilatieopeningen van het
elektrische werktuig regelmatig schoon. De
ventilator van de motor zuigt stof naar binnen
en een overmatige opeenhoping van metalen
stofdeeltjes kan elektrische storingen tot gevolg
hebben.
o) Gebruik het elektrische werktuig niet in buurt
van ontvlambare materialen. Deze materialen
kunnen door vonken vlam vatten.
p) Gebruik geen hulpstukken die koelvloeistof
nodig hebben. Het gebruik van water of
andere koelvloeistoffen kan elektrocutie of
schok tot gevolg hebben.
q) Gebruik geen slijpwielen type 11
(klokvormig) voor dit werktuig. Gebruik
van ongeschikte hulpstukken kan leiden tot
verwondingen.
r) Gebruik altijd de zijhandgreep. Zorg dat de
handgreep strak vastzit. De zijhandgreep moet
altijd worden gebruikt, zodat het gereedschap
altijd gecontroleerd kan worden.
Oorzaken en voorkomen van
terugslag door de gebruiker
Terugslag is een plotselinge reactie op een
vastgehaakt of beklemd draaiend wiel, steunschijf,
borstel of ander hulpstuk. Vasthaken of beklemd
geraken zorgt dat het draaiende hulpstuk
plotseling vastloopt, waardoor vervolgens het stuk
gereedschap in de tegenovergestelde draairichting
beweegt.
Als een schuurwiel bijvoorbeeld gehaakt of geklemd
wordt door het werkstuk, kan de rand van het wiel
dat het geklemde punt binnenkomt in het oppervlak
van het materiaal graven waardoor het wiel uitklimt
en terugslaat. Het wiel kan naar de gebruiker of
weg van de gebruiker springen, afhankelijk van
de richting van de beweging van het wiel op het
punt van klemming. Schuurwielen kunnen in deze
omstandigheden ook breken.
Terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van het
werktuig en/of verkeerde werkomstandigheden
en kan voorkomen worden door de juiste
voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
aangegeven:
a) Houd het elektrische werktuig stevig vast en
breng lichaam en armen in een houding die
het mogelijk maakt een eventuele terugslag
op te vangen. Indien beschikbaar, moet u
altijd gebruik maken van een hulphandgreep,
zodat u maximale controle hebt bij een
terugslag of draaireactie bij het opstarten.
Indien de aangewezen voorzorgsmaatregelen
worden genomen, kan de gebruiker controle
houden bij een draaireactie of terugslag.
b) Plaats de handen nooit dichtbij het
draaiende hulpstuk. Het hulpstuk kan
terugslaan over uw handen.
c) Houd uw lichaam nooit waar terugslag van
het elektrische werktuig kan optreden. Door
terugslag kan het werktuig bewegen in de
richting tegenovergesteld aan de beweging van
het wiel waar het vastzit.
d) Wees bijzonder voorzichtig als u aan hoeken,
scherpe randen en dergelijke werkt. Vermijd
dat het hulpstuk terugkaatst en vasthaakt.
Het draaiende hulpstuk haakt dikwijls vast bij
hoeken, scherpe randen of terugkaatsing, met
verlies van controle of terugslag tot gevolg.
e) Bevestig geen blad van een kettingzaag
voor hout of een getand zaagblad. Deze
zaagbladen zorgen vaak voor terugslag en
controleverlies.
Speciale veiligheidswaarschuwingen
wanneer u gaat afbramen en
doorslijpen
a) Gebruik alleen slijpschijven die worden
aanbevolen voor uw type elektrisch werktuig
en gebruik een beschermkap die geschikt is
voor de gekozen schijf. Schijven waarvoor het
elektrisch werktuig niet ontworpen is, kunnen
niet adequaat afgedekt worden en zijn niet veilig.
NEDERLANDS
107
b) De beschermkap moet stevig en in een
dusdanige positie gemonteerd worden dat
maximale veiligheid geboden wordt en de
gebruiker zo veel mogelijk afgeschermd
wordt van de schijf. De beschermkap
beschermt de gebruiker tegen rondvliegende
splinters en ongewild contact met de schijf.
c) Schijven moeten alleen gebruikt worden
voor de aanbevolen toepassingen.
Bijvoorbeeld: slijp niet met de zijkant van
een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn
bedoeld voor omtrekslijpen; zijdelingse druk kan
een dergelijke schijf uiteen laten spatten.
d) Gebruik altijd onbeschadigde flenzen
van de juiste vorm en afmeting voor de
gekozen schijf. Goede flenzen ondersteunen
de schijf, wat het risico verkleint dat de schijf
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen
verschillen van flenzen voor afbraamschijven.
e) Gebruik geen versleten schijven van grotere
elektrische werktuigen. Een schijf bedoeld
voor een groter elektrisch werktuig is niet
geschikt voor de hogere snelheid van een
kleiner werktuig en kan barsten.
Bijkomende
veiligheidswaarschuwingen
specifi ek voor doorslijpen
a) Zet het slijpwiel niet “klem” en oefen niet
teveel druk uit. Probeer niet te diep te
slijpen. Te zwaar belasten van het wiel zorgt
dat het wiel eerder verbuigt of klemraakt in
de snede, waardoor een terugslag op kan
treden of het wiel kan breken.
b) Zorg dat uw lichaam niet op één lijn met
en achter het draaiende wiel staat. Als het
wiel, op het punt van gebruik, weg van uw
lichaam beweegt, kan de mogelijke terugslag
het draaiende wiel en het werktuig in uw
richting bewegen.
c) Wanneer het wiel vastloopt of u om gelijk
welke reden de snijoperatie afbreekt,
schakelt u het gereedschap uit en houdt
u dit stil totdat het wiel volledig stilstaat.
Probeer nooit het snijwiel uit de snede te
verwijderen terwijl het wiel nog beweegt;
anders kan een terugslag optreden.
Onderzoek waardoor de schijf bleef steken
en neem maatregelen om de reden weg te
nemen.
d) Hervat de snijoperatie niet in het
werkstuk. Laat het wiel de volledige
snelheid bereiken en plaats het
voorzichtig terug in de snede. Het wiel
kan vastlopen, weglopen of een terugslag
veroorzaken als het gereedschap in het
werkstuk wordt heropgestart.
e) Ondersteun panelen of grote werkstukken
om het risico van vastgelopen wielen
en terugslag te minimaliseren. Grote
werkstukken hebben de neiging door te
buigen onder hun eigen gewicht. Plaats
ondersteuning onder het werkstuk, dicht bij
de snijlijn en dicht bij de uiteinden van het
werkstuk, aan beide zijden van het wiel.
f) Wees extra voorzichtig bij het
verstekzagen in bestaande muren of
andere blinde zones. Het uitstekende
wiel kan mogelijk gas- of waterleidingen,
elektrische bedrading of objecten
doorsnijden, wat kan leiden tot een terugslag.
Veiligheidswaarschuwingen
specifi ek voor werking met
staalborstel
a) U dient te weten dat de metalen haren
van de borstel zelfs tijdens standaard
werkzaamheden loskomen. Vermijd te
veel druk op de borstelharen door de
borstel overmatig te belasten. De haren
van de staalborstel kunnen gemakkelijk in
lichte kleding en/of de huid dringen.
b) Indien bescherming aanbevolen is bij
gebruik van een staalborstel, mag de
bescherming de staaldraadborstel of
staalborstel niet hinderen. De diameter
van de staaldraad of staaldraadborstel
kan uitzetten door het werk en
middelpuntvliedende kracht.
Markeringen op gereedschap
Draag oorbescherming.
Draag oogbescherming.
POSITIE VAN DATUMCODE
De datumcode, die ook het jaar van fabricage bevat,
staat gedrukt op het oppervlak van het omhulsel
dat de bevestigingsverbinding vormt tussen het
gereedschap en de accu!
Voorbeeld:
2008 XX XX
Fabricagejaar
NEDERLANDS
108
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding
bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies
voor de acculaders DE9116/DE9135.
Lees voor gebruik van de accu en lader eerst
alle instructies en waarschuwingen op de
lader, de accuset en op het product waarin de
accuset wordt gebruikt.
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. 230 volt
is aanwezig op de laadterminals. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Dit kan leiden tot elektrische schokken
of elektrocutie.
WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar.
Zorg dat er geen vloeistof in de
werklamp/lader binnendringt. Dit kan
leiden tot elektrische schokken.
WAARSCHUWING: Risico op
brandwonden. Laad, om het risico
op letsel te beperken, uitsluitend
oplaadbare batterijen van DEWALT op.
Andere typen accu’s kunnen barsten.
Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en
schade.
VOORZICHTIG: Als de lader is
aangesloten op de voedingsbron,
kunnen de blootliggende contactpunten
in de lader onder bepaalde
omstandigheden kortsluiten onder
invloed van vreemd materiaal. Vreemde
geleidende materialen, waaronder,
maar niet beperkt tot, staalwol,
aluminiumfolie of een opeenhoping van
metaalhoudende deeltjes, moeten uit de
buurt van openingen in de lader worden
gehouden. Koppel de lader altijd los van
de voedingsbron als er geen accuset in
zit. Ontkoppel de lader voordat u deze
reinigt.
Probeer de accuset NIET op te laden
met andere laders dan de laders in deze
handleiding. De lader en de accuset zijn
specifiek op elkaar afgestemd.
Deze laders zijn niet bedoeld voor ander
gebruik dan het opladen van DEWALT
herlaadbare accu’s. Bij andere toepassingen
bestaat risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
Trek de stekker niet los aan het snoer
wanneer u de lader ontkoppelt. Zo beperkt u
het risico op beschadiging aan stekker en snoer.
Plaats het snoer zo dat niemand erop kan
stappen of erover kan struikelen, of het
snoer op een andere andere manier kan
beschadigen.
Gebruik geen verlengsnoer, tenzij dit echt
noodzakelijk is. Gebruik van een verkeerd
verlengsnoer kan leiden tot risico op brand,
elektrische schokken of elektrocutie.
Plaats geen voorwerpen op de lader en
plaats de lader niet op een zacht oppervlak.
Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen
geblokkeerd raken, wat kan leiden tot
extreem hoge interne temperaturen. Houd de
lader verwijderd van warmtebronnen. De lader
wordt geventileerd via groeven aan de boven-
en onderkant van de behuizing.
Gebruik de lader niet als het snoer of de
stekker beschadigd is – vervang deze in dat
geval direct.
Gebruik de lader niet als er hard tegenaan
is gestoten, als hij is gevallen of op
enigerlei wijze is beschadigd. Ga ermee naar
een erkend reparatiepunt.
Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee
naar een erkend reparatiepunt wanneer
onderhoud of reparatie nodig is. Als de lader
verkeerd in elkaar wordt gezet, kan dit leiden
tot risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u deze reinigt. Zo
beperkt u het risico op elektrische schokken.
U vermindert dit risico niet door de accuset te
verwijderen.
• NOOIT proberen twee laders samen te
verbinden.
De lader is ontworpen om te functioneren
met de standaard 230V huishoudelijke
stroomvoorziening. Probeer het toestel niet
te gebruiken met een andere spanning. Dit
geldt niet voor de lader van het apparaat.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
De DE9116 laders accepteren zowel de DEWALT
NiCd als de NiMH accusets variërende van
7,2 tot 18 V.
De DE9135-lader werkt met DEWALT NiCd,
NiMH- of Li-Ion-batterijen van 7,2 – 18 V.
Deze laders vereisen geen aanpassing en zijn
ontworpen om er zo eenvoudig mogelijk mee te
kunnen werken.
NEDERLANDS
109
Laadprocedure
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er is
230 volt aanwezig op laadstations. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Risico van elektrische schok of
elektrocutie.
1. Sluit de lader aan op een geschikt stopcontact
voordat u de accuset erin plaatst.
2. Plaats de accuset in de lader. Het rode (oplaad-)
lampje zal doorlopend knipperen om aan te
geven dat het oplaadproces begonnen is.
3. Als het rode AAN-lampje continu blijft branden,
is het opladen voltooid. De accu is volledig
opgeladen en mag onmiddellijk worden gebruikt
of in de lader blijven.
Oplaadproces
In onderstaande tabel staat aangegeven hoe u uit de
oplaadindicatoren kunt afleiden in welk stadium van
het opladen de accu zich bevindt.
Stadium van opladen
bezig met opladen – – – – – –
volledig opgeladen –––––––––––
hete/koude accuvertraging ––– – ––– –
accuset vervangen •••••••••••
probleem •• •• •• ••
Automatische verversing
De automatische verversingsmodus zal de
individuele cellen in de accuset gelijkschakelen of
balanceren op het piekvermogen van de accu.
De accuset dient wekelijks bijgeladen te worden,
of wanneer de accu niet langer de gebruikelijke
capaciteit levert.
Om de accuset bij te laden, plaatst u de accu op de
gebruikelijke manier in de lader. Laat de accuset ten
minste 8 uur in de lader.
Hete/koude accuvertraging
Als de lader een accu detecteert die te heet of te
koud is, begint de lader automatisch een hete/koude
accuvertraging, waarbij het opladen vertraagd wordt
totdat de accu een geschikte temperatuur heeft
bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op
de acculaadmodus. Hiermee wordt een maximale
levensduur van de accu gegarandeerd.
BESCHERMING TEGEN VOLLEDIGE ONTLADING
Wanneer de accuset zich in het werktuig bevindt,
is deze beschermd tegen volledige ontlading
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle accusets.
Wanneer u vervangingsaccusets besteld, zorg
er dan voor dat u het catalogusnummer en de
spanning vermeldt. Raadpleeg de tabel achteraan
deze handleiding voor de compatibiliteit van laders
en accusets.
De accuset is niet volledig opgeladen wanneer
die uit de verpakking komt. Vooraleer u de
accuset en de lader gebruikt, dient u de volgende
veiligheidsinstructies te lezen. Volg daarna de
beschreven oplaadprocedure.
LEES ALLE INSTRUCTIES
Gebruik geen elektrisch werktuig in een
explosieve omgeving, zoals in de buurt van
brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Door
de batterij in de lader te plaatsen of eruit te
halen kunnen stof of dampen ontvlammen.
Laad de accusets enkel in DEWALT laders.
• GELIEVE NIET met water of andere vloeistoffen
te besprenkelen of hierin onder te dompelen.
Het werktuig en de accuset niet opbergen of
gebruiken in ruimtes waar de temperatuur
40˚ C (105° F) kan bereiken of overschrijden
(zoals buitenloodsen of metalen gebouwen
in de zomer).
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Probeer
nooit een accu te openen, om welke
reden dan ook. Als het omhulsel van
de accuset gebarsten of beschadigd
is, plaats deze niet in de lader. Dit
kan leiden tot elektrische schokken of
elektrocutie. Beschadigde accusets
moeten terugbezorgd worden aan de
klantendienst voor recyclage.
WAARSCHUWING: Probeer nooit een
accu te openen, om welke reden dan
ook. Als het omhulsel van de accuset
gebarsten of beschadigd is, plaats deze
niet in de lader. Gelieve de accuset niet
samen te drukken, te laten vallen of te
beschadigen. Gebruik geen accuset of
lader die een zware klap heeft gekregen,
gevallen is, overreden is of beschadigd
is op welke manier dan ook (bv.
doorboord met een spijker, geraakt met
een hamer, platgetrapt). Beschadigde
accusets moeten teruggebracht worden
naar het reparatiepunt voor recyclage.
VOORZICHTIG: Wanneer het
werktuig niet gebruikt wordt,
plaats het dan op zijn zijkant op
een stabiele ondergrond waar
NEDERLANDS
110
niemand er kan over struikelen of
vallen. Sommige werktuigen met grote
accusets staan rechtop op de accuset,
waardoor deze makkelijk omver kan
vallen.
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR NIKKEL
CADMIUM (NiCd) OF NIKKEL METAAL HYDRIDE (NiMH)
Verbrand de accuset niet, ook al is deze
ernstig beschadigd of totaal versleten. De
accuset kan ontploffen in vuur.
Er kan een klein vloeistoflek optreden uit
de accuset bij extreem gebruik of extreme
temperaturen. Dit wijst niet op een probleem.
Als de buitenste zegel echter gebroken is:
a. en de batterijvloeistof raakt uw huid, was
deze dan onmiddellijk met zeep en water
gedurende verschillende minuten.
b. en de batterijvloeistof komt in uw ogen
terecht, spoel deze dan met schoon water
gedurende minimaal 10 minuten uit en zoek
onmiddellijk medische hulp. (Medische
opmerking: de vloeistof is 25-35% oplossing
van kaliumhydroxide.)
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM-ION
(LI-ION)
Verbrand de accuset niet, ook als deze
ernstig beschadigd is of volledig versleten.
De accuset kan ontploffen in vuur. Er ontstaan
giftige dampen en materialen wanneer lithium-
ion accusets verbrand worden.
Als de batterij-inhoud in contact komt met
de huid, was deze onmiddellijk met milde
zeep en water. Als de batterij-inhoud in de
ogen terecht komt, spoel water over het open
oog gedurende 15 minuten of totdat de irritatie
stopt. Indien medische hulp noodzakelijk is: de
elektrolyt is samengesteld uit een mengeling
van vloeibare organische carbonaten en
lithiumzouten.
De inhoud van geopende batterijcellen kan
irritatie bij ademhaling veroorzaken. Zorg
voor frisse lucht. Als de symptomen blijven
aanhouden, schakelt u het beste medische
hulp in.
WAARSCHUWING: Risico op
brandwonden. Batterijvloeistof kan
ontvlambaar zijn als deze blootgesteld
wordt aan vonken of vlammen.
Accudop (fi g. 3)
Een beschermende accudop wordt meegeleverd
om de aansluitpunten van een losgekoppelde accu
te bedekken. Zonder de beschermdop zouden
losse metalen voorwerpen de aansluitpunten kunnen
kortsluiten, wat leidt tot een brandrisico en schade
aan de accu veroorzaakt.
1. Verwijder de beschermende accudop voordat
u de accuset in de lader of het apparaat plaatst
(fig. 3A).
2. Plaats de beschermdop onmiddellijk op de
aansluitpunten nadat u de accu uit de lader of
het werktuig hebt verwijderd (fig. 3B).
WAARSCHUWING: Zorg dat de
beschermende accudop op zijn plaats
zit voordat u een losgekoppelde accu
oppakt of opbergt.
Accu (fi g. 1)
ACCUTYPE
De DC411 werken op accusets van 18 volt.
Conseils pour le rangement
1. Il est vivement conseillé de ranger le bloc-piles
dans un endroit frais et sec, à l’abri des rayons
directs du soleil et d’une chaleur ou d’un froid
excessifs.
2. Une conservation prolongée n’affecte pas le
bloc-piles ou le chargeur. Dans de bonnes
conditions, ils peuvent être conservés pendant
5 ans ou plus.
Étiquettes fi gurant sur le chargeur et
le bloc-piles
Outre les pictogrammes utilisés dans ce manuel, les
étiquettes sur le chargeur et le bloc-piles comportent
les pictogrammes suivants :
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
Accu opladen.
Accu opgeladen.
Accu beschadigd.
Hete/koude accuvertraging.
Niet sonderen met geleidende
voorwerpen.
Beschadigde accusets niet opladen.
NEDERLANDS
111
Uitsluitend gebruiken in combinatie met
accusets van D
EWALT, andere kunnen
openbarsten en tot lichamelijk letsel en
schade lijden.
Niet blootstellen aan water.
Zorg dat beschadigde snoeren meteen
vervangen worden.
Alleen opladen tussen 4 °C en 40 °C.
Denk aan het milieu wanneer u de
accuset weggooit.
Verbrand de NiMH, NiCd+ en Li-Ion
accusets niet.
Laadt NiMH en NiCd accu’s op.
Laadt Li-Ion accusets op.
Raadpleeg de technische informatie voor
de oplaadtijd.
Inhoud van het pakket
Het pakket bevat:
1 haakse slijper
1 beschermkap (type 27)
1 zijhandgreep
1 flensset
1 steeksleutel
2 accusets (DC411KL, DC411KB, DC411KA)
1 acculader (DC411KL, DC411KB, DC411KA)
1 gereedschapskist (DC411KL, DC411KB,
DC411KA)
1 gebruiksaanwijzing
1 opengewerkte tekening
OPMERKING: accusets en laders zijn niet bij
N-modellen inbegrepen.
Controleer het gereedschap, onderdelen of
hulpstukken op schade die tijdens het vervoer
veroorzaakt kan zijn.
Neem de tijd om voor het gebruik deze
gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen en te
begrijpen.
Beschrijving (Fig. 1, 2, 8)
WAARSCHUWING: Verander nooit
het elektrische gereedschap of enig
onderdeel daarvan. Dit kan schade of
lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
BEOOGD GEBRUIK
Uw DC411-slijper is ontworpen voor professioneel
slijpen, (staal)borstelen of doorslijpen. NIET
gebruiken in vochtige omstandigheden of in de buurt
van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
NIET gebruiken met andere slijpwielen dan een in
het midden ingedrukt wiel of lamellenschijf.
Deze verstekzaag voor zwaar werk is een
professioneel werktuig. Laat kinderen NIET in de
buurt van het gereedschap komen. Toezicht is
vereist wanneer dit gereedschap wordt gebruikt
door onervaren personen.
a. drukschakelaar
b. vergrendelknop
c. spindelvergrendelknop
d. spindel (Fig. 8)
e. zijhandgreep
f. schuurschijf
g. anti-blokkeerflens
h. schroefklemmoer
i. afschermkap (type 27)
j. accuset
k. accu-ontkoppelknoppen
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontworpen voor slechts
één spanning. Controleer altijd of de spanning van
de accuset overeenstemt met de spanning op de
kenplaat. Zorg ook dat de spanning van uw lader
overeenkomt met die van uw netspanning.
Uw DEWALT-lader is dubbel geïsoleerd
in overeenstemming met EN 60335; er is
daarom geen aardingsdraad nodig.
Indien het voedingssnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door een speciaal vervaardigd
snoer dat verkrijgbaar is via de onderhoudsafdeling
van DEWALT.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik geen verlengsnoer, tenzij absoluut
noodzakelijk. Gebruik een goedgekeurde kabel die
geschikt is voor de stroomtoevoer van uw lader (zie
technische gegevens). De minimumafmeting van de
geleider is 1 mm
2
; de maximumlengte is 30 m.
NEDERLANDS
112
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het
snoer dan helemaal af.
MONTAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Vóór montage
en aanpassing moet u altijd de accu
verwijderen. Schakel het werktuig
altijd uit voordat u de accu inbrengt of
verwijdert.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen de
accusets en laders van DEWALT.
ADe accuset in het gereedschap
plaatsen en eruit verwijderen (fi g. 2)
WAARSCHUWING: om het risico van
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen
en de accuset te verwijderen voordat
u aanpassingen maakt, of hulpstukken
of accessoires verwijdert of plaatst.
Een toevallige activering kan letsel
toebrengen.
OM DE ACCUSET IN DE HANDGREEP VAN HET
GEREEDSCHAP TE PLAATSEN
1. Breng de onderkant van het gereedschap op
gelijke hoogte van de inkeping in de handgreep
van het gereedschap (fig. 2).
2. Schuif de accuset stevig in de handgreep totdat
u het slot op zijn plaats hoort klikken.
OM DE ACCUSET UIT HET GEREEDSCHAP
TE VERWIJDEREN
1. Druk op de ontkoppelknoppen van de accu (k)
en trek de accuset stevig uit de handgreep van
het gereedschap.
2. Plaats de accuset in de lader zoals beschreven
in de laadsectie van deze handleiding.
De zijhandgreep bevestigen
De zijhandgreep (e) kan aan beide kanten van
het gereedschap bevestigd worden in de van
schroefdraad voorziene uitsparingen. Verzeker u
ervan dat de handgreep stevig vastzit voordat u het
werktuig gaat gebruiken.
Om het gebruiksgemak bij doorslijpen te
bevorderen, kan de behuizing 90˚ draaien.
De versnellingsbak van het werktuig
draaien (Fig. 4)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, moet
u het werktuig uitschakelen en
de accuset verwijderen voordat
u hulpstukken of hulpstukken aan- of
afkoppelt.
1. Verwijder de vier schroeven op de hoeken
waarmee de versnellingsbak vastzit aan de
motorbehuizing.
2. Draai de kop van de versnellingsbak in de
gewenste positie zonder de motorhuizing los te
trekken van de versnellingsbak.
OPMERKING: Als de versnellingsbak en de
motorbehuizing meer dan 3,17 mm (1/8”) los
komen van elkaar, moet het werktuig gerepareerd
en opnieuw in elkaar gezet worden door een
DEWALT-servicecentrum. Wanneer u het werktuig
niet laat repareren, kan dat borstel- motor- en
lagermankementen veroorzaken.
3. Om de versnellingsbak weer stevig op de
motorbehuizing te bevestigen, draait u de
schroeven weer vast. Draai de schroeven vast
tot een koppel van 2.2 Nm (20 in-lbs.). Te vast
aandraaien kan ertoe leiden dat de schroef
doldraait.
De beschermkap aanbrengen
DE BESCHERMKAP AANBRENGEN EN VERWIJDEREN (FIG. 5)
WAARSCHUWING: Om het risico
op ernstig letsel te verkleinen, moet
u het werktuig uitschakelen en de
accuset te verwijderen voordat u
hulpstukken of hulpstukken aan- of
afkoppelt.
VOORZICHTIG: Een beschermkap
dient gebruikt te worden bij alle
afbraamschijven, doorslijpschijven,
slijpwaaiers, staalborstels en
staaldraadborstels. De DC411 is
voorzien van een afschermkap, welke
bedoeld is voor gebruik bij in het
midden ingedrukte wielen (type 27) en
genaafde slijpwielen (type 27). Dezelfde
afschermkap is bedoeld voor gebruik
met ronde staalborstels.
1. Open de vergrendeling van de beschermkap (p),
en laat de nokjes (m) op de beschermkap in de
uitsparingen (n) op de versnellingsbak vallen.
2. Duw de beschermkap naar beneden totdat de
nokjes in de uitsparingen vallen en vrij in de sleuf
op de versnellingsbak kunnen draaien.
3. Met vergrendeling geopend, draait u de
beschermkap (i) in de gewenste positie. De
beschermkap moet zodanig gepositioneerd
worden tussen de spindel en de gebruiker dat
deze maximale bescherming biedt.
NEDERLANDS
113
4. Sluit de vergrendeling om de beschermkap
op de versnellingsbak vast te zetten. Wanneer
de vergrendeling gesloten is, mag het niet
mogelijk zijn de beschermkap met de hand
te verdraaien. Gebruik de slijper niet met
een losse beschermkap of wanneer de
vergrendelingsklem niet vast zit.
5. Om de beschermkap te verwijderen: open de
vergrendelingsklem, draai de kap zodanig dat
de nokjes en de uitsparingen overeen komen en
trek de kap van de versnellingsbak.
OPMERKING: De beschermkap is in de fabriek
op maat gemaakt voor de diameter van de
versnellingsbak. Wanneer, na verloop van tijd,
de beschermkap losser gaat zitten, draait u
de verstelschroef (o) vaster. Daarbij dient de
vergrendeling gesloten te zijn en de beschermkap op
de versnellingsbak bevestigd te zijn.
VOORZICHTIG: Draai de stelschroef
niet vast terwijl de vergrendelingsklem
niet vast zit. Er kan onzichtbare schade
ontstaan aan de beschermkap of aan
de gleuf op de bevestigingsnaaf.
VOORZICHTIG: Als de beschermkap
niet steviger kan worden vastgezet met
de verstelklem, moet u het werktuig
niet gebruiken. Om het risico op letsel
te verkleinen, moet u werktuig en
beschermkap naar een servicecentrum
brengen voor reparatie of vervanging
van de beschermkap.
VOORZICHTIG: Om het risico op
beschadiging van het werktuig te
verkleinen, mag u de verstelschroef niet
aandraaien wanneer de vergrendeling
geopend is. Er kan onzichtbare schade
ontstaan aan de beschermkap of aan
de gleuf op de bevestigingsnaaf.
OPMERKING: Het afbramen en doorslijpen
van randen en kanten kan gebeuren met type
27-schijven die speciaal voor dit doel ontworpen zijn.
Schijven van 6,35 mm (1/4") dik zijn ontworpen voor
het afbramen van oppervlakken, terwijl schijven van
3,17 mm (1/8") ontworpen zijn voor het afbramen
van kanten.
BEDIENING
Schakelaar
VERGRENDELAAR EN DRUKSCHAKELAAR (FIG. 6)
Uw doorslijpwerktuig is uitgerust met een
vergrendelaar (b).
Om de drukschakelaar te vergrendelen, drukt u
op de vergrendelaar zoals aangegeven. Wanneer de
vergrendelaar ingedrukt is zodat het vergrendelteken
zichtbaar is, is de eenheid vergrendeld.
Vergrendel de drukschakelaar altijd wanneer u
het werktuig verplaatst of opbergt om ongewild
aanzetten te voorkomen.
Om de drukschakelaar te ontgrendelen, drukt
u op de vergrendelaar. Wanneer de vergrendelaar
ingedrukt is zodat het ontgrendelteken zichtbaar is,
is de eenheid ontgrendeld. De vergrendelaar is rood
om aan te geven dat de schakelaar ontgrendeld is.
Gebruik de drukschakelaar (a) over om het werktuig
te activeren. Loslaten van de drukschakelaar zet het
werktuig UIT.
N.B.: Dit werktuig kan niet vergrendeld worden in de
AAN-stand, en mag in die positie ook niet op enige
andere manier vergrendeld worden.
VOORZICHTIG: Houd de zijhandgreep
en de body van het werktuig stevig
vast om het werktuig onder controle
te houden bij het aanzetten en tijdens
het gebruik totdat de schijf of ander
gebruikt hulpstuk stopt met draaien. Let
erop dat de schijf volledig tot stilstand
is gekomen voordat u het werktuig
neerlegt.
VOORZICHTIG: Wacht tot het
werktuig op volle snelheid is voordat
u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk. Til het werktuig van het
werkstuk voordat u het uitzet.
SPINDELVERGRENDELING
De spindelvergrendeling zorgt ervoor dat de spindel
niet kan draaien wanneer u een schijf installeert of
verwijdert. Gebruik de spindelvergrendeling alleen
wanneer het werktuig is uitgeschakeld, de accu
verwijderd is en de schijf volledig tot stilstand is
gekomen.
VOORZICHTIG: Om het
risico op beschadiging van het
werktuig te verkleinen, mag u de
spindelvergrendeling niet gebruiken
wanneer het werktuig aan staat.
Beschadiging van het werktuig zou
het gevolg zijn, terwijl het bevestigde
hulpstuk weg kan vliegen en ernstig
letsel zou kunnen veroorzaken.
Om de spindel te vergrendelen drukt u de
spindelvergrendelingsknop in en draait u de spindel
totdat deze niet meer verder kan draaien.
NEDERLANDS
114
Het aanbrengen en gebruiken van
schijven met verzonken middengat en
slijpwaaiers
HET AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN GENAAFDE
SCHIJVEN (FIG. 1, 7)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
werktuig uit te schakelen en de accuset
te verwijderen voordat u hulpstukken of
accessoires aan- of afkoppelt.
Genaafde schijven kunt u direct op de spindel met
M14-draad installeren.
1. Draai de schijf met de hand op de spindel.
2. Druk de spindelvergrendelingsknop in en
gebruik een moersleutel om de schijf vast te
zetten.
3. Volg de omgekeerde handelwijze om de schijf te
verwijderen.
VOORZICHTIG: Wanneer de schijf
niet behoorlijk vastgezet is voordat het
werktuig wordt aangezet, kan daardoor
de schijf of het werktuig beschadigd
raken.
HET AANBRENGEN VAN NIET-GENAAFDE SCHIJVEN
(FIG. 8)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
werktuig uit te schakelen en de accuset
te verwijderen voordat u hulpstukken of
accessoires aan- of afkoppelt.
Afbraamschijven met verzonken middengat
type 27 dienen gebruikt te worden met de
bijgeleverde flenzen.
1. Installeer de anti-blokkeer flens (g) op de spindel
(d) met het verhoogde deel tegen de schijf aan.
Verzeker u ervan dat het holle deel van flens
tegen de platte kanten van de spindel ligt door
de flens iets te draaien en te duwen voordat u
de schijf plaatst.
2. Plaats de schijf tegen de flens, waarbij u de
schijf op het verhoogde deel van de flens
plaatst.
3. Terwijl u de spindelvergrendelingsknop indrukt,
draait u de klemmoer (h) op de spindel. Als de
aan te brengen schijf dikker is dan 3,17 mm
(1/8"), plaats dan de klemmoer op de spindel
zodat het verhoogde deel in het midden van
de schijf past (Fig. 8A). Als de aan te brengen
schijf 3,17 mm (1/8") dik is of dunner, plaats
dan de klemmoer op de spindel zodanig dat het
verhoogde deel juist niet tegen de schijf aanligt
(Fig. 8B).
4. Terwijl u de spindelvergrendelingsknop indrukt,
draait u de klemmoer aan met een moersleutel.
5. Om de schijf te verwijderen, drukt u de
spindelvergrendelingsknop in en draait u de
klemmoer los met een moersleutel.
N.B.: Als de schijf draait nadat de klemmoer is
aangedraaid, kijk dan of de klemmoer niet verkeerd
om is gemonteerd. Als een dunne schijf gemonteerd
wordt met het uitstekende deel van de klemmoer
tegen de schijf aan, zal de schijf draaien omdat de
dikte van het uitstekende deel verhindert dat de
klemmoer de schijf vastklemt.
HET AFBRAMEN VAN OPPERVLAKKEN MET
AFBRAAMSCHIJVEN
1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is
voordat u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk.
2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het
werktuig op hoge snelheid kan draaien. De
mate van afbramen is het hoogst wanneer de
schijf op hoge snelheid kan draaien.
3. Houd een hoek van 20˚ tot 30˚ tussen het
werktuig en het werkstuk.
4. Beweeg het werktuig voortdurend van voor naar
achter om te voorkomen dat er gutsen ontstaan
in het werkstuk.
5. Beweeg het werktuig bij het werkstuk vandaan
voordat u het uitzet. Wacht totdat de schijf
uitgedraaid is voordat u het werktuig neerlegt.
HET AFBRAMEN VAN KANTEN MET AFBRAAMSCHIJVEN
WAARSCHUWING: Schijven bedoeld
voor het doorslijpen en afbramen van
kanten kunnen breken of terugslag
veroorzaken wanneer ze gebogen
worden doordat het werktuig gebruikt
wordt voor doorslijpen of volledig
afbramen. Om het risico op ernstig
letsel te verkleinen, dient u schijven met
een standaardtype 27 beschermkap
te beperken tot oppervlakkig afbraam-
en inkeepwerk [minder than 13 mm
(1/2") diep]. De open kant van de
beschermkap moet van de gebruiker
af gepositioneerd zijn. Voor dieper
doorslijpen met een type 1 doorslijpschijf
dient u een gesloten beschermkap
(type 1) te gebruiken.
1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is
voordat u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk.
2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het
werktuig op hoge snelheid kan draaien. De
NEDERLANDS
115
mate van afbramen is het hoogst wanneer de
schijf op hoge snelheid kan draaien.
3. Neem een zodanige positie in dat de open
onderkant van de schijf van u af gericht is.
4. Wanneer u eenmaal begonnen bent met slijpen
en er een inkeping in het werkstuk ontstaan is,
dient u de hoek waaronder u werkt niet meer te
veranderen. Door de hoek te veranderen buigt
de schijf waardoor deze zou kunnen breken.
Schijven voor het afbramen van kanten zijn niet
ontworpen om zijdelingse druk veroorzaakt door
buiging te kunnen weerstaan.
5. Til het werktuig van het werkstuk voordat u
het uitzet. Wacht totdat de schijf uitgedraaid is
voordat u het werktuig neerlegt.
WAARSCHUWING: Gebruik afbraam-
en doorslijpschijven voor kanten niet
voor oppervlakken. Deze schijven zijn
niet bestand tegen zijdelingse druk
veroorzaakt door het afbramen van
oppervlakken. De schijf kan breken en
ernstig letsel kan het gevolg zijn.
Voorzorgsmaatregelen bij het schuren
van verf
1. Het schuren van verf op loodbasis wordt NIET
AANGERADEN omdat het moeilijk is om de
vrijkomende giftige stof veilig af te voeren.
Kinderen en zwangere vrouwen lopen het
grootste risico op een loodvergiftiging.
2. Omdat het moeilijk is om zonder chemische
analyse vast te stellen of een bepaalde
verfsoort lood bevat, raden wij u de volgende
voorzorgsmaatregelen aan wanneer u verf
schuurt:
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
1. Kinderen en zwangere vrouwen zouden de
werkruimte pas mogen betreden wanneer
het schuren van verf afgelopen is en alles is
opgeruimd en schoongemaakt.
2. Iedereen in de werkruimte moet een stofmasker
of gasmasker dragen. De filter moet dagelijks
vervangen worden, of zodra de drager moeite
krijgt met ademhalen.
OPMERKING: Alleen stofmaskers die geschikt
zijn voor het werken met verf op loodbasis en
looddampen mogen gebruikt worden. Gewone
verfmaskers bieden deze bescherming niet.
Vraag in uw lokale doe-het-zelf-winkel naar
een volgens de N.I.O.S.H.-norm goedgekeurd
masker.
3. In de werkruimte mag NIET GEGETEN,
GEDRONKEN of GEROOKT worden om
te voorkomen dat iemand giftige deeltjes
binnenkrijgt. Iedereen in de werkruimte dient
zich af te borstelen en te wassen ALVORENS
te gaan eten, drinken of roken. Vermijd het om
etenswaren, dranken en rookartikelen in de
werkruimte te laten liggen, waar ze met giftig
stof in aanraking zouden kunnen komen.
VEILIGHEID EN MILIEU
1. Verf dient verwijderd te worden op een manier
die zo min mogelijk stof veroorzaakt.
2. Ruimten waar verf wordt verwijderd, moeten
afgesloten worden met plastic zeil van ten
minste 4 mils (0,1 mm) dik.
3. Het schuren dient zo te gebeuren dat de kans
op het verspreiden van verfdeeltjes buiten de
werkruimte zo klein mogelijk is.
SCHOONMAKEN EN WEGGOOIEN
1. Alle oppervlakken in de werkruimte moeten
dagelijks gestofzuigd en grondig gereinigd
worden zolang het schuren plaatsvindt. De
zak van de stofzuigerfilter dient regelmatig
vervangen te worden.
2. Plastic weggooikleding dient verzameld en
weggegooid te worden, samen met stof of
ander afval dat tijdens het werk is ontstaan.
Gooi afval in een afgesloten vuilcontainer die
volgens de reguliere methode opgehaald en
geleegd wordt.
Tijdens het opruimen en schoonmaken mogen
kinderen en zwangere vrouwen de werkruimte
niet betreden.
3. Al het speelgoed, wasbare benodigdheden
en gereedschap moeten gewassen worden
voordat ze opnieuw gebruikt worden.
Plaatsen en gebruiken van
staalborstels en staaldraadborstels
Ronde staalborstels en staaldraadborstels kunt u
direct op de spindel van de slijpmachine schroeven,
zonder een flens te gebruiken. Gebruik alleen
staalborstels en staaldraadborstels met M14-draad.
Gebruik een type-27-beschermkap wanneer u een
staalborstel gebruikt.
VOORZICHTIG: Draag
werkhandschoenen wanneer u
werkt met een staalborstel of
staaldraadborstel om het risico op
letsel te verkleinen. Staalborstels
kunnen erg scherp zijn.
VOORZICHTIG: Indien geplaatst of
in gebruik, mag de staalborstel of
staaldraadborstel de beschermkap
NEDERLANDS
116
niet raken om het risico op schade aan
het werktuig te verkleinen. Het hulpstuk
kan onzichtbaar beschadigd raken,
waardoor draden los kunnen geraken
van het hulpstuk.
HET PLAATSEN VAN RONDE STAALBORSTELS EN
STAALDRAADBORSTELS
WAARSCHUWING: Om het risico
op ernstig letsel te verkleinen,
moet u het werktuig uitschakelen
en de accuset verwijderen voordat
u hulpstukken of hulpstukken aan- of
afkoppelt of aanpast.
1. Draai de schijf met de hand op de spindel.
2. Druk de spindelvergrendelingsknop in en zet
een moersleutel in de naaf van de borstel om
hem vast te draaien.
3. Om de schijf te verwijderen volgt u de
omgekeerde handelwijze .
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat
de schijf stevig vastzit voordat u
het werktuig aanzet om het risico
op beschadiging van het werktuig te
verkleinen.
HET GEBRUIK VAN RONDE STAALBORSTELS EN STAAL-
DRAADBORSTELS
Staalborstels en staaldraadborstels kunnen gebruikt
worden om roest, aanslag en verf te verwijderen, en
om onregelmatige oppervlakken te egaliseren.
1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is
voordat u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk.
2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het
werktuig op hoge snelheid kan draaien. De
mate van borstelen is het hoogst wanneer de
schijf op hoge snelheid kan draaien.
3. Zorg voor een hoek van 5 tot 10˚ tussen
het gereedschap en het werkvlak voor
ronde staalborstels.
4. Houd contact tussen de rand van de schijf
en het werkoppervlak wanneer u een
staaldraadborstel gebruikt.
5. Beweeg het werktuig voortdurend van voor naar
achter om te voorkomen dat er gutsen ontstaan
in het werkoppervlak. Wanneer het werktuig
niet, of in een cirkelbeweging bewogen wordt, is
verbranding of een cirkelvormige afdruk op het
werkoppervlak het gevolg.
6. Til het werktuig van het werkoppervlak voordat
u het uitschakelt. Wacht totdat de schijf
uitgedraaid is voordat u het werktuig neerlegt.
VOORZICHTIG: Wees extra voorzichtig
wanneer u een hoek bewerkt. De
slijpmachine kan plotseling een scherpe
beweging maken.
ONDERHOUD
Uw elektrisch werktuig van DEWALT is ontworpen
om gedurende een lange periode te werken met
een minimum aan onderhoud. Een goede werking
op de lange termijn is afhankelijk van een zorgzaam
gebruik en het regelmatig schoonmaken van het
werktuig.
WAARSCHUWING: om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen
en de accuset te verwijderen voordat
u hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
letsel toebrengen.
De lader kan niet worden onderhouden. Er zijn geen
onderdelen in de lader die door de gebruiker kunnen
worden onderhouden.
Smering
Dit werktuig vereist geen smering.
VOORZICHTIG: Smeer dit werktuig
niet, omdat dit schade zal berokkenen
aan de interne onderdelen.
Reinigen
WAARSCHUWING: Blaas vuil en
stof met droge lucht uit de behuizing
als vuil zich zichtbaar opstapelt in en
rond de ventilatieopeningen. Draag
goedgekeurde oogbescherming
en goedgekeurd stofmasker bij het
uitvoeren van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere ruwe
chemicaliën voor het reinigen van
de niet-metalen onderdelen van het
werktuig. Deze chemicaliën kunnen
de materialen die in deze onderdelen
gebruikt worden, verzwakken. Gebruik
een doek enkel bevochtigd met water
en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in
het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in
vloeistof.
NEDERLANDS
117
SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER
WAARSCHUWING: Schokgevaar.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Verwijder vuil en vet met
een doek of zachte, niet-metalen
borstel van de buitenkant van de
werklamp/lader. Gebruik geen water of
schoonmaakmiddel.
Optionele toebehoren
WAARSCHUWING: Omdat
accessoires, behalve die van DEWALT,
niet zijn getest in combinatie met dit
product, kan het gebruik van dergelijke
accessoires gevaarlijk zijn. Om het risico
van letsel te beperken, mogen bij dit
product uitsluitend accessoires worden
gebruikt die zijn aanbevolen door
DEWALT.
WAARSCHUWING: Hulpstukken
moeten minimaal het nominale
toerental hebben dat staat aangegeven
op het waarschuwingslabel op het
werktuig. Schijven en hulpstukken die
het nominale toerental overschrijden,
kunnen uit elkaar vliegen en letsel
veroorzaken. Hulpstukken met
schroefdraad moeten voorzien zijn
van M14-draad. Hulpstukken zonder
schroefdraad moeten een as-uitsparing
van 22,2 mm (7/8") hebben. Zo niet,
dan is het hulpstuk waarschijnlijk
bedoeld voor een cirkelzaag. Het
nominale toerental van een hulpstuk
moet altijd hoger zijn dan de snelheid
van het werktuig zoals aangegeven op
het naamplaatje van het werktuig.
Het is belangrijk dat u de juiste beschermkappen,
steunschijven en flenzen kiest voor uw hulpstukken
en accessoires.
Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de
geschikte hulpstukken en accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet
bij het normale huishoudafval worden
gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product
vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt
gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval.
Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte
producten en verpakkingen maakt
recycling en hergebruik van materialen
mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde
materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een
aparte inzameling voor elektrische producten, in
containerparken of bij de verkoper wanneer u een
nieuw product koopt.
D
EWALT beschikt over een gebouw voor de
verzameling en recyclage van DEWALT producten
die het einde van hun levensduur hebben bereikt.
Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw
product terugbrengen naar elke erkende reparateur
die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden
door contact op te nemen met uw plaatselijke
DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende
DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze
herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
Herlaadbare accu
Deze duurzame accu moet herladen worden als hij
niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van
klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde
van zijn technische levensduur dient u dit werktuig
weg te gooien met respect voor het milieu:
Gebruik de accu helemaal op, en haal hem dan
uit het werktuig.
Li-ion-, NiCd- en NiMH-cellen zijn recycleerbaar.
Breng ze naar uw dealer of een plaatselijk
recyclagecentrum. De ingezamelde accu’s
worden gerecycleerd of op de correcte manier
weggegooid.
NEDERLANDS
118
GARANTIE
30 DAGEN GEEN RISICO
TEVREDENHEIDSGARANTIE
Indien uw DEWALT-machine, om welke reden
dan ook, niet geheel aan uw verwachtingen
voldoet, brengt u de machine dan compleet
zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen
terug naar het erkend D
EWALT verkooppunt
waar u het toestel heeft gekocht, samen
met uw aankoopbewijs. U ontvangt een
nieuw toestel of het aankoopbedrag wordt
terugbetaald.
EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT
Als u onderhoud of service nodig hebt voor
uw DEWALT werktuig binnen de 12 maanden
na uw aankoop, zal dit gratis worden geleverd
bij een bevoegde DEWALT reparateur. U
dient een aankoopbewijs voor te leggen. Dit
omvat werkuren en vervangingsonderdelen
voor elektrisch gereedschap. Dit omvat geen
toebehoren.
• EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE •
Als uw DEWALT product gebreken vertoont
die te wijten zijn aan slechte materialen
of vakmanschap binnen 12 maanden
na aankoop, garanderen wij dat we alle
defectieve onderdelen gratis zullen vervangen
of, naar onze keuze, de eenheid gratis zullen
vervangen mits:
Het product niet verkeerd werd gebruikt.
Onbevoegde personen niet getracht
hebben herstellingen uit te voeren.
Bewijs van aankoop is geleverd. Deze
garantie wordt aangeboden als een extra
voordeel en vormt een aanvulling op de
wettelijke rechten van klanten.
Voor het adres van uw dichtstbijzijnde
erkende DEWALT reparateur verwijzen we
naar het telefoonnummer op de achterzijde
van deze handleiding. Of u kunt een lijst
met bevoegde DEWALT reparateurs en alle
gegevens over onze herstellingsdienst en
contactinformatie vinden op www.2helpU.
com.

Documenttranscriptie

2 Dansk 3 Deutsch 18 English 36 Español 51 Français 68 Italiano 85 Nederlands 102 Norsk 119 Português 134 Suomi 151 Svenska 166 Türkçe 181 Ελληνικά 197 NEDERLANDS DRAADLOZE SLIJPER VOOR ZWARE TOEPASSINGEN DC411 Gefeliciteerd! U hebt een werktuig van DEWALT gekocht. Door haar jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en innovatie heeft DEWALT zich tot één van de meest betrouwbare partners voor gebruikers van professionele elektrische werktuigen ontwikkeld. Technische gegevens Voltage Vermogen Nullast Diameter schijf Diameter spindel Gewicht (zonder accu) DC411 18 405 6.500 125 M14 2,2* VDC W min-1 mm kg dB(A) dB(A) dB(A) 83 3,0 94 dB(A) 3,0 Bepaal extra veiligheidsmaatregelen om de gebruiker te beschermen tegen trillingseffecten zoals: onderhoud het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm, organisatie van werkpatronen. Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN 60745: Trillingsuitstootwaarde m/s² 7,5 onzekerheid K m/s² 3,3 Accuset Accutype Spanning Vermogen Gewicht VDC Ah kg Lader Netspanning VAC Accutype Geschatte oplaadtijd min Gewicht 102 kg DE9096 NiCd 18 2,4 1,0 DE9503 NiMH 18 2,6 1,0 WAARSCHUWING: Het aangegeven trillingsemissieniveau vertegenwoordigt de belangrijkste toepassingen van het gereedschap. Maar als het gereedschap wordt gebruikt voor andere toepassingen, met verschillende accessoires of als het niet goed wordt onderhouden, dan kan de trillingsemissie verschillend zijn. Dit kan het blootstellingsniveau aanzienlijk verhogen over de hele werkperiode. Een schatting van het blootstellingsniveau voor trilling moet ook rekening houden met hoe vaak het gereedschap uitgeschakeld is of wanneer het gereedschap wel aan staat maar niet daadwerkelijk gebruikt wordt. Dit kan het blootstellingsniveau aanzienlijk verlagen over de hele werkperiode. * gewicht inclusief handvat en beschermkap LpA (geluidsdruk) KPA (geluidsdruk onzekerheid) LWA (akoestisch vermogen) KWA (akoestisch vermogen onzekerheid) Het in dit informatieblad gegeven trillingsuitstootniveau werd gemeten in overeenstemming met een in EN 60745 gegeven gestandaardiseerde test en kan worden gebruikt om een stuk gereedschap met een ander te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een voorlopige beoordeling van blootstelling. DE9180 Li-Ion 18 2,0 0,68 DE9116 DE9135 230 230 NiCd/ NiMH NiCd/NiMH/Li-Ion 60 40 (2,0 Ah (2,0 Ah accusets) accusets) 0,4 0,52 Zekeringen Europa & Ierland Verenigd Koninkrijk werktuig opererend op 230 V 10 ampère, netspanning werktuig opererend op 230 V 13 ampère, in de stekkers Definities: Veiligheidsrichtlijnen De onderstaande definities beschrijven de risicograad voor ieder signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze symbolen te letten. GEVAAR: Wijst op zeer gevaarlijke situaties die de dood of ernstig letsel tot gevolg zullen hebben. WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie diede dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben, indien er geen maatregelen zijn getroffen. NEDERLANDS VOORZICHTIG: Wijst een mogelijk gevaarlijke situatie die lichte tot middelmatige verwondingen tot gevolg kan hebben, indien er geen maatregelen zijn getroffen. VOORZICHTIG: Indien niet vergezeld van het veiligheidsalarmsymbool wijst dit symbool op een mogelijk gevaarlijke situatie die zou kunnen leiden tot zaakschade. Geeft op het risico op een elektrische schok aan. EG-overeenkomstigheidsverklaring DC411 DEWALT verklaart dat deze onder “technische gegevens” beschreven producten werden ontworpen in overeenstemming met: 98/37/EEC (tot 28 dec. 2009), 2004/108/EC, 2006/42/EC (vanaf 29 dec. 2009) 2006/95/EC, EN 55014-1, EN 55014-2, EN 60745-1, EN 60745-2-3. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met DEWALT op onderstaand adres, of kunt u de achterzijde van de handleiding raadplegen. Ondergetekende is verantwoordelijk voor het samenstellen van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Horst Grossmann Vice-president Techniek en productontwikkeling DEWALT, Richard-Slinger-Strase 11, D-65510, Idstein, Duitsland 20.09.2007 WAARSCHUWING: Lees de instructiehandleiding om het risico op letsel te verminderen. Algemene veiligheidswaarschuwingen elektrisch gereedschap WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en instructies Indien geen gevolg aan deze aanwijzingen wordt gegeven, kan dit leiden tot elektrische schok, brand of ernstig letsel. BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIESOM LATER TE RAADPLEGEN. De term ‘elektrisch gereedschap’ in alle onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer) of accugedreven (draadloos) elektrisch gereedschap. 1) VEILIGHEID VAN HET WERKGEBIED a) Houd het werkgebied schoon en goed verlicht. Rommelige of donkere plekken vragen om ongelukken. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap in een explosieve omgeving, zoals in de buurt van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap creëert vonken die het stof of de dampen kunnen doen ontbranden. c) Houd kinderen en toeschouwers op een afstand tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap. Verstrooidheid kan leiden tot controleverlies. 2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID a) Stekkers van elektrisch gereedschap moeten in het stopcontact passen. Pas de stekker op geen enkele manier aan. Gebruik geen verloopstekkers met geaard elektrisch gereedschap. Ongemodificeerde stekkers en bijpassende stopcontacten verminderen het risico op elektrische schokken. b) Vermijd lichaamscontact met geaarde oppervlaktes zoals pijpen, radiatoren, ovens en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico op elektrische schokken als uw lichaam geaard is. c) Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan regen of water. Water dat in elektrisch gereedschap terechtkomt, verhoogt het risico op een elektrische schok. d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik het snoer nooit om het elektrische gereedschap te dragen, te slepen of de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, scherpe kanten of bewegende delen. Beschadigde of verwarde snoeren verhogen het risico op een elektrische schok. e) Als u elektrisch gereedschap buiten bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik in open lucht. Het gebruik van een snoer dat geschikt is voor gebruik in open lucht vermindert het risico op een elektrische schok. f) Indien het bedienen van een elektrisch gereedschap in een vochtige plaats niet kan worden vermeden, gebruik dan 103 NEDERLANDS een voeding beschermd door een RCD (residustroomapparaat). Het gebruik van een RCD verlaagt het risico van elektrische schokken. 3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik uw gezond verstand als u elektrisch gereedschap gebruikt. Gebruik geen elektrisch gereedschap als u moe of onder de invloed van drugs, alcohol of medicijnen bent. Een moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap kan leiden tot ernstige lichamelijke verwondingen. b) Gebruik een beschermende uitrusting. Draag altijd oogbescherming. Het gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een helm of gehoorbescherming, vermindert de kans op letsels. c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk start. Zorg ervoor dat de schakelaar in de stand “uit” is voordat u aansluit op de stroombron en/of accu bij het opnemen of verdragen van het gereedschap. Als u elektrische werktuigen met uw vinger op de schakelaar verplaatst, of een elektrisch werktuig aansluit met de schakelaar al aan, kan dit ongevallen tot gevolg hebben. d) Verwijder alle afstelsleutels of moersleutels voordat u het elektrische gereedschap aanzet. Een moersleutel of afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend onderdeel van het elektrische gereedschap kan tot lichamelijke verwondingen leiden. e) Reik niet te ver. Behoud voortdurend uw evenwicht en balans. Hierdoor bewaart u in onverwachte omstandigheden een betere controle over het elektrische gereedschap. f) Draag geschikte kleding. Draag geen losse kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende onderdelen. Losse kleding, sieraden of lang haar kunnen vastraken in bewegende onderdelen. g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de verbinding van voorzieningen voor stofafvoer en stofverzameling, zorg dan dat deze aangesloten zijn en op de juiste manier gebruikt worden. Stofverzameling kan aan stof gerelateerde gevaren beperken. 4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCH GEREEDSCHAP a) Forceer het elektrische gereedschap niet. Gebruik het juiste elektrische 104 gereedschap voor uw toepassing. Het juiste elektrische gereedschap zal het karwei beter en veiliger klaren aan de snelheid waarvoor het ontworpen werd. b) Gebruik het elektrische gereedschap niet als de schakelaar het niet in- en uitschakelt. Elk elektrisch gereedschap dat niet met de schakelaar bediend kan worden, is gevaarlijk en moet hersteld worden. c) Koppel de stekker los van de stroombron en/of accu van het elektrische gereedschap voordat u aanpassingen aanbrengt, accessoires wijzigt of elektrisch gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het elektrische werktuig toevallig wordt geactiveerd. d) Bewaar ongebruikt elektrisch gereedschap buiten het bereik van kinderen en laat mensen die niet vertrouwd zijn met het elektrische gereedschap of met deze instructies het elektrische gereedschap niet gebruiken. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk in de handen van onervaren gebruikers. e) Onderhoud elektrisch gereedschap. Controleer op foutuitlijning of vastlopen van beweegbare delen, gebroken onderdelen of een andere omstandigheid die de werking van het elektrische gereedschap kan beïnvloeden. Als het elektrische gereedschap beschadigd is, laat dit dan herstellen alvorens het te gebruiken. Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch gereedschap. f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon. Goed onderhouden snijwerktuigen met scherpe snijkanten zullen minder snel vastlopen en zijn makkelijker te beheersen. g) Gebruik het elektrische werktuig, hulpstukken e.d. overeenkomstig deze instructies, en houdt daarbij rekening met de werkomstandigheden en het uit te voeren werk. Het gebruik van het elektrische werktuig voor handelingen die afwijken van die waarvoor het werktuig bedoeld is, zou een gevaarlijke situatie tot gevolg kunnen hebben. 5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP BATTERIJ a) Herlaad alleen met de lader die wordt vermeld door de fabrikant. Een lader die geschikt is voor een bepaalde soort accuset, kan een risico voor brand geven als deze lader wordt gebruikt met een andere accuset. NEDERLANDS b) Gebruik elektrische werktuigen alleen met speciaal daarvoor bestemde accusets. Gebruik van een andere accuset kan een risico voor verwondingen en brand inhouden. c) Wanneer de accu niet wordt gebruikt, houd die dan uit de buurt van andere metalen voorwerpen, zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen die een verbinding kunnen maken van de ene pool naar de andere. Het kortsluiten van de polen van de batterij kan leiden tot brandwonden of brand. d) Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt, kan vloeistof uit de accu weglekken. Vermijd contact met deze vloeistof. Als er per ongeluk contact ontstaat, spoel dan met water. Raadpleeg een arts wanneer de vloeistof in contact komt met de ogen. Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of brandwonden veroorzaken. 6) ONDERHOUDSBEURT a) Laat uw elektrische gereedschap onderhouden door een erkende onderhoudsmonteur die alleen identieke vervangingsonderdelen gebruikt. Dit handhaaft de veiligheid van het elektrische gereedschap. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR ALLE WERKZAAMHEDEN a) Dit elektrische werktuig is bedoeld om mee te slijpen, (staal)borstelen of doorslijpen. Lees alle bij dit elektrische werktuig behorende veiligheidswaarschuwingen, instructies, illustraties en specificaties. Het niet naleven van alle onderstaande instructies kan elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. b) Activiteiten zoals polijsten of schuren worden niet aanbevolen met dit elektrische werktuig. Dit elektrische werktuig gebruiken voor werk waarvoor het niet is bedoeld, kan gevaarlijk zijn en letsel tot gevolg hebben. c) Gebruik geen hulpstukken die niet speciaal door de fabrikant worden vervaardigd of aangeraden. Dat een hulpstuk op uw elektrische werktuig kan worden bevestigd, garandeert nog geen veilig gebruik. d) Het nominale toerental van het hulpstuk moet minimaal gelijk zijn aan de maximum snelheid die op het elektrische werktuig staat aangegeven. Hulpstukken die gebruikt worden op een snelheid hoger dan het nominale toerental kunnen breken en uit elkaar vliegen. e) De buitenste diameter en de dikte van het hulpstuk moeten binnen de capaciteitsgrenzen van het elektrische werktuig liggen. Hulpstukken die niet de juiste maten hebben, kunnen niet veilig gebruikt worden. f) De asmaat van schijven, flenzen, steunschijven en andere hulpstukken moet overeenstemmen met de spindelmaat van het elektrische werktuig. Hulpstukken zonder as-uitsparing die niet op de juiste manier gemonteerd kunnen worden, zullen uit balans raken, overmatig trillen en kunnen controleverlies tot gevolg hebben. g) Gebruik geen beschadigde hulpstukken. Controleer hulpstukken voor elk gebruik, zoals schuurschijven op splinters en barsten, steunschijven op barsten, scheuren en overmatige slijtage, staalborstels op losse of gespleten draden. Als u het elektrisch werktuig of een hulpstuk laat vallen, controleer dan of het niet beschadigd is. Nadat u een hulpstuk gecontroleerd en gemonteerd heeft, zorg dan dat u en eventuele omstanders op een veilige afstand van het draaiingsvlak van het werktuig staan, en laat het elektrische werktuig één minuut onbelast op maximale snelheid draaien. Beschadigde hulpstukken vallen normaal gesproken uit elkaar tijdens deze testperiode. h) Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting. Afhankelijk van de werking, moet u gezichtsbescherming, oogbescherming of een veiligheidsbril dragen. Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbescherming, handschoenen en overall die geschikt zijn om kleine rondvliegende deeltjes tegen te houden. De oogbeschermer moet in staat zijn om rondvliegende deeltjes tegen te houden die het gevolg zijn van uiteenlopende werkzaamheden. Het stof- of gasmasker moet kleine stofdeeltjes die vrijkomen bij het gebruik van het werktuig kunnen zeven. Langdurige blootstelling aan lawaai kan gehoorbeschadiging veroorzaken. i) Houd omstanders op een veilige afstand van uw werkplek. Iedereen die zich op de werkplek bevindt, dient een persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen. Delen van het werkstuk of van een defect hulpstuk kunnen wegvliegen en letsels op enige afstand van de werkplek tot gevolg hebben. 105 NEDERLANDS j) Houd het elektrische werktuig alleen vast bij de geïsoleerde handgrepen wanneer u het gebruikt op een wijze waarbij verborgen draden of het snoer van het werktuig geraakt zouden kunnen worden. Wanneer een hulpstuk een stroomdraad raakt, kunnen de metalen delen van het elektrische werktuig onder stroom komen te staan en kan de gebruiker een schok krijgen. k) Zorg dat het snoer niet in de buurt van het draaiende hulpstuk komt. Als u de controle verliest, kan het snoer doorgesneden worden en uw hand of arm kan in het draaiende hulpstuk getrokken worden. l) Leg het elektrische werktuig pas neer wanneer het hulpstuk volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende hulpstuk kan het oppervlak raken, waardoor u de controle over het elektrische werktuig kunt verliezen. m) Laat het werktuig nooit aanstaan terwijl u het draagt. Als het draaiende hulpstuk per ongeluk uw lichaam raakt, kan het in uw kleding blijven haken met als gevolg dat het hulpstuk in uw lichaam wordt gedraaid. n) Maak de ventilatieopeningen van het elektrische werktuig regelmatig schoon. De ventilator van de motor zuigt stof naar binnen en een overmatige opeenhoping van metalen stofdeeltjes kan elektrische storingen tot gevolg hebben. o) Gebruik het elektrische werktuig niet in buurt van ontvlambare materialen. Deze materialen kunnen door vonken vlam vatten. p) Gebruik geen hulpstukken die koelvloeistof nodig hebben. Het gebruik van water of andere koelvloeistoffen kan elektrocutie of schok tot gevolg hebben. q) Gebruik geen slijpwielen type 11 (klokvormig) voor dit werktuig. Gebruik van ongeschikte hulpstukken kan leiden tot verwondingen. r) Gebruik altijd de zijhandgreep. Zorg dat de handgreep strak vastzit. De zijhandgreep moet altijd worden gebruikt, zodat het gereedschap altijd gecontroleerd kan worden. Oorzaken en voorkomen van terugslag door de gebruiker Terugslag is een plotselinge reactie op een vastgehaakt of beklemd draaiend wiel, steunschijf, borstel of ander hulpstuk. Vasthaken of beklemd geraken zorgt dat het draaiende hulpstuk plotseling vastloopt, waardoor vervolgens het stuk 106 gereedschap in de tegenovergestelde draairichting beweegt. Als een schuurwiel bijvoorbeeld gehaakt of geklemd wordt door het werkstuk, kan de rand van het wiel dat het geklemde punt binnenkomt in het oppervlak van het materiaal graven waardoor het wiel uitklimt en terugslaat. Het wiel kan naar de gebruiker of weg van de gebruiker springen, afhankelijk van de richting van de beweging van het wiel op het punt van klemming. Schuurwielen kunnen in deze omstandigheden ook breken. Terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van het werktuig en/of verkeerde werkomstandigheden en kan voorkomen worden door de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals hieronder aangegeven: a) Houd het elektrische werktuig stevig vast en breng lichaam en armen in een houding die het mogelijk maakt een eventuele terugslag op te vangen. Indien beschikbaar, moet u altijd gebruik maken van een hulphandgreep, zodat u maximale controle hebt bij een terugslag of draaireactie bij het opstarten. Indien de aangewezen voorzorgsmaatregelen worden genomen, kan de gebruiker controle houden bij een draaireactie of terugslag. b) Plaats de handen nooit dichtbij het draaiende hulpstuk. Het hulpstuk kan terugslaan over uw handen. c) Houd uw lichaam nooit waar terugslag van het elektrische werktuig kan optreden. Door terugslag kan het werktuig bewegen in de richting tegenovergesteld aan de beweging van het wiel waar het vastzit. d) Wees bijzonder voorzichtig als u aan hoeken, scherpe randen en dergelijke werkt. Vermijd dat het hulpstuk terugkaatst en vasthaakt. Het draaiende hulpstuk haakt dikwijls vast bij hoeken, scherpe randen of terugkaatsing, met verlies van controle of terugslag tot gevolg. e) Bevestig geen blad van een kettingzaag voor hout of een getand zaagblad. Deze zaagbladen zorgen vaak voor terugslag en controleverlies. Speciale veiligheidswaarschuwingen wanneer u gaat afbramen en doorslijpen a) Gebruik alleen slijpschijven die worden aanbevolen voor uw type elektrisch werktuig en gebruik een beschermkap die geschikt is voor de gekozen schijf. Schijven waarvoor het elektrisch werktuig niet ontworpen is, kunnen niet adequaat afgedekt worden en zijn niet veilig. NEDERLANDS b) De beschermkap moet stevig en in een dusdanige positie gemonteerd worden dat maximale veiligheid geboden wordt en de gebruiker zo veel mogelijk afgeschermd wordt van de schijf. De beschermkap beschermt de gebruiker tegen rondvliegende splinters en ongewild contact met de schijf. c) Schijven moeten alleen gebruikt worden voor de aanbevolen toepassingen. Bijvoorbeeld: slijp niet met de zijkant van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bedoeld voor omtrekslijpen; zijdelingse druk kan een dergelijke schijf uiteen laten spatten. d) Gebruik altijd onbeschadigde flenzen van de juiste vorm en afmeting voor de gekozen schijf. Goede flenzen ondersteunen de schijf, wat het risico verkleint dat de schijf breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen verschillen van flenzen voor afbraamschijven. e) Gebruik geen versleten schijven van grotere elektrische werktuigen. Een schijf bedoeld voor een groter elektrisch werktuig is niet geschikt voor de hogere snelheid van een kleiner werktuig en kan barsten. Bijkomende veiligheidswaarschuwingen specifiek voor doorslijpen a) Zet het slijpwiel niet “klem” en oefen niet teveel druk uit. Probeer niet te diep te slijpen. Te zwaar belasten van het wiel zorgt dat het wiel eerder verbuigt of klemraakt in de snede, waardoor een terugslag op kan treden of het wiel kan breken. b) Zorg dat uw lichaam niet op één lijn met en achter het draaiende wiel staat. Als het wiel, op het punt van gebruik, weg van uw lichaam beweegt, kan de mogelijke terugslag het draaiende wiel en het werktuig in uw richting bewegen. c) Wanneer het wiel vastloopt of u om gelijk welke reden de snijoperatie afbreekt, schakelt u het gereedschap uit en houdt u dit stil totdat het wiel volledig stilstaat. Probeer nooit het snijwiel uit de snede te verwijderen terwijl het wiel nog beweegt; anders kan een terugslag optreden. Onderzoek waardoor de schijf bleef steken en neem maatregelen om de reden weg te nemen. d) Hervat de snijoperatie niet in het werkstuk. Laat het wiel de volledige snelheid bereiken en plaats het voorzichtig terug in de snede. Het wiel kan vastlopen, weglopen of een terugslag e) f) veroorzaken als het gereedschap in het werkstuk wordt heropgestart. Ondersteun panelen of grote werkstukken om het risico van vastgelopen wielen en terugslag te minimaliseren. Grote werkstukken hebben de neiging door te buigen onder hun eigen gewicht. Plaats ondersteuning onder het werkstuk, dicht bij de snijlijn en dicht bij de uiteinden van het werkstuk, aan beide zijden van het wiel. Wees extra voorzichtig bij het verstekzagen in bestaande muren of andere blinde zones. Het uitstekende wiel kan mogelijk gas- of waterleidingen, elektrische bedrading of objecten doorsnijden, wat kan leiden tot een terugslag. Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor werking met staalborstel a) U dient te weten dat de metalen haren van de borstel zelfs tijdens standaard werkzaamheden loskomen. Vermijd te veel druk op de borstelharen door de borstel overmatig te belasten. De haren van de staalborstel kunnen gemakkelijk in lichte kleding en/of de huid dringen. b) Indien bescherming aanbevolen is bij gebruik van een staalborstel, mag de bescherming de staaldraadborstel of staalborstel niet hinderen. De diameter van de staaldraad of staaldraadborstel kan uitzetten door het werk en middelpuntvliedende kracht. Markeringen op gereedschap Draag oorbescherming. Draag oogbescherming. POSITIE VAN DATUMCODE De datumcode, die ook het jaar van fabricage bevat, staat gedrukt op het oppervlak van het omhulsel dat de bevestigingsverbinding vormt tussen het gereedschap en de accu! Voorbeeld: 2008 XX XX Fabricagejaar 107 NEDERLANDS Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle acculaders BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies voor de acculaders DE9116/DE9135. • Lees voor gebruik van de accu en lader eerst alle instructies en waarschuwingen op de lader, de accuset en op het product waarin de accuset wordt gebruikt. GEVAAR: Elektrocutiegevaar. 230 volt is aanwezig op de laadterminals. Niet sonderen met geleidende voorwerpen. Dit kan leiden tot elektrische schokken of elektrocutie. WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar. Zorg dat er geen vloeistof in de werklamp/lader binnendringt. Dit kan leiden tot elektrische schokken. WAARSCHUWING: Risico op brandwonden. Laad, om het risico op letsel te beperken, uitsluitend oplaadbare batterijen van DEWALT op. Andere typen accu’s kunnen barsten. Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en schade. VOORZICHTIG: Als de lader is aangesloten op de voedingsbron, kunnen de blootliggende contactpunten in de lader onder bepaalde omstandigheden kortsluiten onder invloed van vreemd materiaal. Vreemde geleidende materialen, waaronder, maar niet beperkt tot, staalwol, aluminiumfolie of een opeenhoping van metaalhoudende deeltjes, moeten uit de buurt van openingen in de lader worden gehouden. Koppel de lader altijd los van de voedingsbron als er geen accuset in zit. Ontkoppel de lader voordat u deze reinigt. • Probeer de accuset NIET op te laden met andere laders dan de laders in deze handleiding. De lader en de accuset zijn specifiek op elkaar afgestemd. • Deze laders zijn niet bedoeld voor ander gebruik dan het opladen van DEWALT herlaadbare accu’s. Bij andere toepassingen bestaat risico op brand, elektrische schokken of elektrocutie. • Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw. • Trek de stekker niet los aan het snoer wanneer u de lader ontkoppelt. Zo beperkt u het risico op beschadiging aan stekker en snoer. 108 • Plaats het snoer zo dat niemand erop kan stappen of erover kan struikelen, of het snoer op een andere andere manier kan beschadigen. • Gebruik geen verlengsnoer, tenzij dit echt noodzakelijk is. Gebruik van een verkeerd verlengsnoer kan leiden tot risico op brand, elektrische schokken of elektrocutie. • Plaats geen voorwerpen op de lader en plaats de lader niet op een zacht oppervlak. Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen geblokkeerd raken, wat kan leiden tot extreem hoge interne temperaturen. Houd de lader verwijderd van warmtebronnen. De lader wordt geventileerd via groeven aan de bovenen onderkant van de behuizing. • Gebruik de lader niet als het snoer of de stekker beschadigd is – vervang deze in dat geval direct. • Gebruik de lader niet als er hard tegenaan is gestoten, als hij is gevallen of op enigerlei wijze is beschadigd. Ga ermee naar een erkend reparatiepunt. • Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee naar een erkend reparatiepunt wanneer onderhoud of reparatie nodig is. Als de lader verkeerd in elkaar wordt gezet, kan dit leiden tot risico op brand, elektrische schokken of elektrocutie. • Haal de stekker van de lader uit het stopcontact voordat u deze reinigt. Zo beperkt u het risico op elektrische schokken. U vermindert dit risico niet door de accuset te verwijderen. • NOOIT proberen twee laders samen te verbinden. • De lader is ontworpen om te functioneren met de standaard 230V huishoudelijke stroomvoorziening. Probeer het toestel niet te gebruiken met een andere spanning. Dit geldt niet voor de lader van het apparaat. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Laders De DE9116 laders accepteren zowel de DEWALT NiCd als de NiMH accusets variërende van 7,2 tot 18 V. De DE9135-lader werkt met DEWALT NiCd, NiMH- of Li-Ion-batterijen van 7,2 – 18 V. Deze laders vereisen geen aanpassing en zijn ontworpen om er zo eenvoudig mogelijk mee te kunnen werken. NEDERLANDS Laadprocedure GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er is 230 volt aanwezig op laadstations. Niet sonderen met geleidende voorwerpen. Risico van elektrische schok of elektrocutie. 1. Sluit de lader aan op een geschikt stopcontact voordat u de accuset erin plaatst. 2. Plaats de accuset in de lader. Het rode (oplaad-) lampje zal doorlopend knipperen om aan te geven dat het oplaadproces begonnen is. 3. Als het rode AAN-lampje continu blijft branden, is het opladen voltooid. De accu is volledig opgeladen en mag onmiddellijk worden gebruikt of in de lader blijven. Oplaadproces In onderstaande tabel staat aangegeven hoe u uit de oplaadindicatoren kunt afleiden in welk stadium van het opladen de accu zich bevindt. Stadium van opladen bezig met opladen volledig opgeladen hete/koude accuvertraging accuset vervangen probleem – – – – – – ––––––––––– ––– – ––– – ••••••••••• •• •• •• •• Automatische verversing De automatische verversingsmodus zal de individuele cellen in de accuset gelijkschakelen of balanceren op het piekvermogen van de accu. De accuset dient wekelijks bijgeladen te worden, of wanneer de accu niet langer de gebruikelijke capaciteit levert. Om de accuset bij te laden, plaatst u de accu op de gebruikelijke manier in de lader. Laat de accuset ten minste 8 uur in de lader. Hete/koude accuvertraging Als de lader een accu detecteert die te heet of te koud is, begint de lader automatisch een hete/koude accuvertraging, waarbij het opladen vertraagd wordt totdat de accu een geschikte temperatuur heeft bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op de acculaadmodus. Hiermee wordt een maximale levensduur van de accu gegarandeerd. BESCHERMING TEGEN VOLLEDIGE ONTLADING Wanneer de accuset zich in het werktuig bevindt, is deze beschermd tegen volledige ontlading Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle accusets. Wanneer u vervangingsaccusets besteld, zorg er dan voor dat u het catalogusnummer en de spanning vermeldt. Raadpleeg de tabel achteraan deze handleiding voor de compatibiliteit van laders en accusets. De accuset is niet volledig opgeladen wanneer die uit de verpakking komt. Vooraleer u de accuset en de lader gebruikt, dient u de volgende veiligheidsinstructies te lezen. Volg daarna de beschreven oplaadprocedure. LEES ALLE INSTRUCTIES • Gebruik geen elektrisch werktuig in een explosieve omgeving, zoals in de buurt van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Door de batterij in de lader te plaatsen of eruit te halen kunnen stof of dampen ontvlammen. • Laad de accusets enkel in DEWALT laders. • GELIEVE NIET met water of andere vloeistoffen te besprenkelen of hierin onder te dompelen. • Het werktuig en de accuset niet opbergen of gebruiken in ruimtes waar de temperatuur 40˚ C (105° F) kan bereiken of overschrijden (zoals buitenloodsen of metalen gebouwen in de zomer). GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Probeer nooit een accu te openen, om welke reden dan ook. Als het omhulsel van de accuset gebarsten of beschadigd is, plaats deze niet in de lader. Dit kan leiden tot elektrische schokken of elektrocutie. Beschadigde accusets moeten terugbezorgd worden aan de klantendienst voor recyclage. WAARSCHUWING: Probeer nooit een accu te openen, om welke reden dan ook. Als het omhulsel van de accuset gebarsten of beschadigd is, plaats deze niet in de lader. Gelieve de accuset niet samen te drukken, te laten vallen of te beschadigen. Gebruik geen accuset of lader die een zware klap heeft gekregen, gevallen is, overreden is of beschadigd is op welke manier dan ook (bv. doorboord met een spijker, geraakt met een hamer, platgetrapt). Beschadigde accusets moeten teruggebracht worden naar het reparatiepunt voor recyclage. VOORZICHTIG: Wanneer het werktuig niet gebruikt wordt, plaats het dan op zijn zijkant op een stabiele ondergrond waar 109 NEDERLANDS niemand er kan over struikelen of vallen. Sommige werktuigen met grote accusets staan rechtop op de accuset, waardoor deze makkelijk omver kan vallen. SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR NIKKEL CADMIUM (NiCd) OF NIKKEL METAAL HYDRIDE (NiMH) • Verbrand de accuset niet, ook al is deze ernstig beschadigd of totaal versleten. De accuset kan ontploffen in vuur. losse metalen voorwerpen de aansluitpunten kunnen kortsluiten, wat leidt tot een brandrisico en schade aan de accu veroorzaakt. 1. Verwijder de beschermende accudop voordat u de accuset in de lader of het apparaat plaatst (fig. 3A). 2. Plaats de beschermdop onmiddellijk op de aansluitpunten nadat u de accu uit de lader of het werktuig hebt verwijderd (fig. 3B). WAARSCHUWING: Zorg dat de beschermende accudop op zijn plaats zit voordat u een losgekoppelde accu oppakt of opbergt. • Er kan een klein vloeistoflek optreden uit de accuset bij extreem gebruik of extreme temperaturen. Dit wijst niet op een probleem. Als de buitenste zegel echter gebroken is: a. en de batterijvloeistof raakt uw huid, was deze dan onmiddellijk met zeep en water gedurende verschillende minuten. b. en de batterijvloeistof komt in uw ogen terecht, spoel deze dan met schoon water gedurende minimaal 10 minuten uit en zoek onmiddellijk medische hulp. (Medische opmerking: de vloeistof is 25-35% oplossing van kaliumhydroxide.) SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM-ION (LI-ION) • Verbrand de accuset niet, ook als deze ernstig beschadigd is of volledig versleten. De accuset kan ontploffen in vuur. Er ontstaan giftige dampen en materialen wanneer lithiumion accusets verbrand worden. • Als de batterij-inhoud in contact komt met de huid, was deze onmiddellijk met milde zeep en water. Als de batterij-inhoud in de ogen terecht komt, spoel water over het open oog gedurende 15 minuten of totdat de irritatie stopt. Indien medische hulp noodzakelijk is: de elektrolyt is samengesteld uit een mengeling van vloeibare organische carbonaten en lithiumzouten. • De inhoud van geopende batterijcellen kan irritatie bij ademhaling veroorzaken. Zorg voor frisse lucht. Als de symptomen blijven aanhouden, schakelt u het beste medische hulp in. WAARSCHUWING: Risico op brandwonden. Batterijvloeistof kan ontvlambaar zijn als deze blootgesteld wordt aan vonken of vlammen. Accu (fig. 1) ACCUTYPE De DC411 werken op accusets van 18 volt. Conseils pour le rangement 1. Il est vivement conseillé de ranger le bloc-piles dans un endroit frais et sec, à l’abri des rayons directs du soleil et d’une chaleur ou d’un froid excessifs. 2. Une conservation prolongée n’affecte pas le bloc-piles ou le chargeur. Dans de bonnes conditions, ils peuvent être conservés pendant 5 ans ou plus. Étiquettes figurant sur le chargeur et le bloc-piles Outre les pictogrammes utilisés dans ce manuel, les étiquettes sur le chargeur et le bloc-piles comportent les pictogrammes suivants : Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing. Accu opladen. Accu opgeladen. Accu beschadigd. Hete/koude accuvertraging. Niet sonderen met geleidende voorwerpen. Accudop (fig. 3) Een beschermende accudop wordt meegeleverd om de aansluitpunten van een losgekoppelde accu te bedekken. Zonder de beschermdop zouden 110 Beschadigde accusets niet opladen. NEDERLANDS Uitsluitend gebruiken in combinatie met accusets van DEWALT, andere kunnen openbarsten en tot lichamelijk letsel en schade lijden. Niet blootstellen aan water. Beschrijving (Fig. 1, 2, 8) WAARSCHUWING: Verander nooit het elektrische gereedschap of enig onderdeel daarvan. Dit kan schade of lichamelijk letsel tot gevolg hebben. BEOOGD GEBRUIK Zorg dat beschadigde snoeren meteen vervangen worden. Alleen opladen tussen 4 °C en 40 °C. Denk aan het milieu wanneer u de accuset weggooit. Verbrand de NiMH, NiCd+ en Li-Ion accusets niet. Uw DC411-slijper is ontworpen voor professioneel slijpen, (staal)borstelen of doorslijpen. NIET gebruiken in vochtige omstandigheden of in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen. NIET gebruiken met andere slijpwielen dan een in het midden ingedrukt wiel of lamellenschijf. Deze verstekzaag voor zwaar werk is een professioneel werktuig. Laat kinderen NIET in de buurt van het gereedschap komen. Toezicht is vereist wanneer dit gereedschap wordt gebruikt door onervaren personen. a. drukschakelaar Laadt NiMH en NiCd accu’s op. b. vergrendelknop c. spindelvergrendelknop Laadt Li-Ion accusets op. Raadpleeg de technische informatie voor de oplaadtijd. d. spindel (Fig. 8) e. zijhandgreep f. schuurschijf g. anti-blokkeerflens h. schroefklemmoer Inhoud van het pakket Het pakket bevat: i. afschermkap (type 27) j. accuset k. accu-ontkoppelknoppen 1 haakse slijper 1 beschermkap (type 27) Elektrische veiligheid 1 zijhandgreep De elektrische motor is ontworpen voor slechts één spanning. Controleer altijd of de spanning van de accuset overeenstemt met de spanning op de kenplaat. Zorg ook dat de spanning van uw lader overeenkomt met die van uw netspanning. 1 flensset 1 steeksleutel 2 accusets (DC411KL, DC411KB, DC411KA) 1 acculader (DC411KL, DC411KB, DC411KA) 1 gereedschapskist (DC411KL, DC411KB, DC411KA) 1 gebruiksaanwijzing 1 opengewerkte tekening OPMERKING: accusets en laders zijn niet bij N-modellen inbegrepen. • Controleer het gereedschap, onderdelen of hulpstukken op schade die tijdens het vervoer veroorzaakt kan zijn. • Neem de tijd om voor het gebruik deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen en te begrijpen. Uw DEWALT-lader is dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 60335; er is daarom geen aardingsdraad nodig. Indien het voedingssnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door een speciaal vervaardigd snoer dat verkrijgbaar is via de onderhoudsafdeling van DEWALT. Een verlengsnoer gebruiken Gebruik geen verlengsnoer, tenzij absoluut noodzakelijk. Gebruik een goedgekeurde kabel die geschikt is voor de stroomtoevoer van uw lader (zie technische gegevens). De minimumafmeting van de geleider is 1 mm2; de maximumlengte is 30 m. 111 NEDERLANDS Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af. MONTAGE EN AANPASSINGEN WAARSCHUWING: Vóór montage en aanpassing moet u altijd de accu verwijderen. Schakel het werktuig altijd uit voordat u de accu inbrengt of verwijdert. WAARSCHUWING: Gebruik alleen de accusets en laders van DEWALT. ADe accuset in het gereedschap plaatsen en eruit verwijderen (fig. 2) WAARSCHUWING: om het risico van ernstig letsel te verkleinen, dient u het gereedschap uit te schakelen en de accuset te verwijderen voordat u aanpassingen maakt, of hulpstukken of accessoires verwijdert of plaatst. Een toevallige activering kan letsel toebrengen. OM DE ACCUSET IN DE HANDGREEP VAN HET GEREEDSCHAP TE PLAATSEN 1. Breng de onderkant van het gereedschap op gelijke hoogte van de inkeping in de handgreep van het gereedschap (fig. 2). 2. Schuif de accuset stevig in de handgreep totdat u het slot op zijn plaats hoort klikken. OM DE ACCUSET UIT HET GEREEDSCHAP TE VERWIJDEREN 1. Druk op de ontkoppelknoppen van de accu (k) en trek de accuset stevig uit de handgreep van het gereedschap. 2. Plaats de accuset in de lader zoals beschreven in de laadsectie van deze handleiding. De zijhandgreep bevestigen De zijhandgreep (e) kan aan beide kanten van het gereedschap bevestigd worden in de van schroefdraad voorziene uitsparingen. Verzeker u ervan dat de handgreep stevig vastzit voordat u het werktuig gaat gebruiken. Om het gebruiksgemak bij doorslijpen te bevorderen, kan de behuizing 90˚ draaien. De versnellingsbak van het werktuig draaien (Fig. 4) WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verkleinen, moet u het werktuig uitschakelen en 112 de accuset verwijderen voordat u hulpstukken of hulpstukken aan- of afkoppelt. 1. Verwijder de vier schroeven op de hoeken waarmee de versnellingsbak vastzit aan de motorbehuizing. 2. Draai de kop van de versnellingsbak in de gewenste positie zonder de motorhuizing los te trekken van de versnellingsbak. OPMERKING: Als de versnellingsbak en de motorbehuizing meer dan 3,17 mm (1/8”) los komen van elkaar, moet het werktuig gerepareerd en opnieuw in elkaar gezet worden door een DEWALT-servicecentrum. Wanneer u het werktuig niet laat repareren, kan dat borstel- motor- en lagermankementen veroorzaken. 3. Om de versnellingsbak weer stevig op de motorbehuizing te bevestigen, draait u de schroeven weer vast. Draai de schroeven vast tot een koppel van 2.2 Nm (20 in-lbs.). Te vast aandraaien kan ertoe leiden dat de schroef doldraait. De beschermkap aanbrengen DE BESCHERMKAP AANBRENGEN EN VERWIJDEREN (FIG. 5) WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verkleinen, moet u het werktuig uitschakelen en de accuset te verwijderen voordat u hulpstukken of hulpstukken aan- of afkoppelt. VOORZICHTIG: Een beschermkap dient gebruikt te worden bij alle afbraamschijven, doorslijpschijven, slijpwaaiers, staalborstels en staaldraadborstels. De DC411 is voorzien van een afschermkap, welke bedoeld is voor gebruik bij in het midden ingedrukte wielen (type 27) en genaafde slijpwielen (type 27). Dezelfde afschermkap is bedoeld voor gebruik met ronde staalborstels. 1. Open de vergrendeling van de beschermkap (p), en laat de nokjes (m) op de beschermkap in de uitsparingen (n) op de versnellingsbak vallen. 2. Duw de beschermkap naar beneden totdat de nokjes in de uitsparingen vallen en vrij in de sleuf op de versnellingsbak kunnen draaien. 3. Met vergrendeling geopend, draait u de beschermkap (i) in de gewenste positie. De beschermkap moet zodanig gepositioneerd worden tussen de spindel en de gebruiker dat deze maximale bescherming biedt. NEDERLANDS 4. Sluit de vergrendeling om de beschermkap op de versnellingsbak vast te zetten. Wanneer de vergrendeling gesloten is, mag het niet mogelijk zijn de beschermkap met de hand te verdraaien. Gebruik de slijper niet met een losse beschermkap of wanneer de vergrendelingsklem niet vast zit. Om de drukschakelaar te vergrendelen, drukt u op de vergrendelaar zoals aangegeven. Wanneer de vergrendelaar ingedrukt is zodat het vergrendelteken zichtbaar is, is de eenheid vergrendeld. 5. Om de beschermkap te verwijderen: open de vergrendelingsklem, draai de kap zodanig dat de nokjes en de uitsparingen overeen komen en trek de kap van de versnellingsbak. Om de drukschakelaar te ontgrendelen, drukt u op de vergrendelaar. Wanneer de vergrendelaar ingedrukt is zodat het ontgrendelteken zichtbaar is, is de eenheid ontgrendeld. De vergrendelaar is rood om aan te geven dat de schakelaar ontgrendeld is. OPMERKING: De beschermkap is in de fabriek op maat gemaakt voor de diameter van de versnellingsbak. Wanneer, na verloop van tijd, de beschermkap losser gaat zitten, draait u de verstelschroef (o) vaster. Daarbij dient de vergrendeling gesloten te zijn en de beschermkap op de versnellingsbak bevestigd te zijn. VOORZICHTIG: Draai de stelschroef niet vast terwijl de vergrendelingsklem niet vast zit. Er kan onzichtbare schade ontstaan aan de beschermkap of aan de gleuf op de bevestigingsnaaf. VOORZICHTIG: Als de beschermkap niet steviger kan worden vastgezet met de verstelklem, moet u het werktuig niet gebruiken. Om het risico op letsel te verkleinen, moet u werktuig en beschermkap naar een servicecentrum brengen voor reparatie of vervanging van de beschermkap. VOORZICHTIG: Om het risico op beschadiging van het werktuig te verkleinen, mag u de verstelschroef niet aandraaien wanneer de vergrendeling geopend is. Er kan onzichtbare schade ontstaan aan de beschermkap of aan de gleuf op de bevestigingsnaaf. OPMERKING: Het afbramen en doorslijpen van randen en kanten kan gebeuren met type 27-schijven die speciaal voor dit doel ontworpen zijn. Schijven van 6,35 mm (1/4") dik zijn ontworpen voor het afbramen van oppervlakken, terwijl schijven van 3,17 mm (1/8") ontworpen zijn voor het afbramen van kanten. BEDIENING Schakelaar VERGRENDELAAR EN DRUKSCHAKELAAR (FIG. 6) Uw doorslijpwerktuig is uitgerust met een vergrendelaar (b). Vergrendel de drukschakelaar altijd wanneer u het werktuig verplaatst of opbergt om ongewild aanzetten te voorkomen. Gebruik de drukschakelaar (a) over om het werktuig te activeren. Loslaten van de drukschakelaar zet het werktuig UIT. N.B.: Dit werktuig kan niet vergrendeld worden in de AAN-stand, en mag in die positie ook niet op enige andere manier vergrendeld worden. VOORZICHTIG: Houd de zijhandgreep en de body van het werktuig stevig vast om het werktuig onder controle te houden bij het aanzetten en tijdens het gebruik totdat de schijf of ander gebruikt hulpstuk stopt met draaien. Let erop dat de schijf volledig tot stilstand is gekomen voordat u het werktuig neerlegt. VOORZICHTIG: Wacht tot het werktuig op volle snelheid is voordat u het werktuig in contact brengt met het werkstuk. Til het werktuig van het werkstuk voordat u het uitzet. SPINDELVERGRENDELING De spindelvergrendeling zorgt ervoor dat de spindel niet kan draaien wanneer u een schijf installeert of verwijdert. Gebruik de spindelvergrendeling alleen wanneer het werktuig is uitgeschakeld, de accu verwijderd is en de schijf volledig tot stilstand is gekomen. VOORZICHTIG: Om het risico op beschadiging van het werktuig te verkleinen, mag u de spindelvergrendeling niet gebruiken wanneer het werktuig aan staat. Beschadiging van het werktuig zou het gevolg zijn, terwijl het bevestigde hulpstuk weg kan vliegen en ernstig letsel zou kunnen veroorzaken. Om de spindel te vergrendelen drukt u de spindelvergrendelingsknop in en draait u de spindel totdat deze niet meer verder kan draaien. 113 NEDERLANDS Het aanbrengen en gebruiken van schijven met verzonken middengat en slijpwaaiers HET AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN GENAAFDE SCHIJVEN (FIG. 1, 7) WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verkleinen, dient u het werktuig uit te schakelen en de accuset te verwijderen voordat u hulpstukken of accessoires aan- of afkoppelt. Genaafde schijven kunt u direct op de spindel met M14-draad installeren. 1. Draai de schijf met de hand op de spindel. 2. Druk de spindelvergrendelingsknop in en gebruik een moersleutel om de schijf vast te zetten. 3. Volg de omgekeerde handelwijze om de schijf te verwijderen. VOORZICHTIG: Wanneer de schijf niet behoorlijk vastgezet is voordat het werktuig wordt aangezet, kan daardoor de schijf of het werktuig beschadigd raken. HET AANBRENGEN VAN NIET-GENAAFDE SCHIJVEN (FIG. 8) WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verkleinen, dient u het werktuig uit te schakelen en de accuset te verwijderen voordat u hulpstukken of accessoires aan- of afkoppelt. Afbraamschijven met verzonken middengat type 27 dienen gebruikt te worden met de bijgeleverde flenzen. 1. Installeer de anti-blokkeer flens (g) op de spindel (d) met het verhoogde deel tegen de schijf aan. Verzeker u ervan dat het holle deel van flens tegen de platte kanten van de spindel ligt door de flens iets te draaien en te duwen voordat u de schijf plaatst. 2. Plaats de schijf tegen de flens, waarbij u de schijf op het verhoogde deel van de flens plaatst. 3. Terwijl u de spindelvergrendelingsknop indrukt, draait u de klemmoer (h) op de spindel. Als de aan te brengen schijf dikker is dan 3,17 mm (1/8"), plaats dan de klemmoer op de spindel zodat het verhoogde deel in het midden van de schijf past (Fig. 8A). Als de aan te brengen schijf 3,17 mm (1/8") dik is of dunner, plaats dan de klemmoer op de spindel zodanig dat het verhoogde deel juist niet tegen de schijf aanligt (Fig. 8B). 114 4. Terwijl u de spindelvergrendelingsknop indrukt, draait u de klemmoer aan met een moersleutel. 5. Om de schijf te verwijderen, drukt u de spindelvergrendelingsknop in en draait u de klemmoer los met een moersleutel. N.B.: Als de schijf draait nadat de klemmoer is aangedraaid, kijk dan of de klemmoer niet verkeerd om is gemonteerd. Als een dunne schijf gemonteerd wordt met het uitstekende deel van de klemmoer tegen de schijf aan, zal de schijf draaien omdat de dikte van het uitstekende deel verhindert dat de klemmoer de schijf vastklemt. HET AFBRAMEN VAN OPPERVLAKKEN MET AFBRAAMSCHIJVEN 1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is voordat u het werktuig in contact brengt met het werkstuk. 2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het werktuig op hoge snelheid kan draaien. De mate van afbramen is het hoogst wanneer de schijf op hoge snelheid kan draaien. 3. Houd een hoek van 20˚ tot 30˚ tussen het werktuig en het werkstuk. 4. Beweeg het werktuig voortdurend van voor naar achter om te voorkomen dat er gutsen ontstaan in het werkstuk. 5. Beweeg het werktuig bij het werkstuk vandaan voordat u het uitzet. Wacht totdat de schijf uitgedraaid is voordat u het werktuig neerlegt. HET AFBRAMEN VAN KANTEN MET AFBRAAMSCHIJVEN WAARSCHUWING: Schijven bedoeld voor het doorslijpen en afbramen van kanten kunnen breken of terugslag veroorzaken wanneer ze gebogen worden doordat het werktuig gebruikt wordt voor doorslijpen of volledig afbramen. Om het risico op ernstig letsel te verkleinen, dient u schijven met een standaardtype 27 beschermkap te beperken tot oppervlakkig afbraamen inkeepwerk [minder than 13 mm (1/2") diep]. De open kant van de beschermkap moet van de gebruiker af gepositioneerd zijn. Voor dieper doorslijpen met een type 1 doorslijpschijf dient u een gesloten beschermkap (type 1) te gebruiken. 1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is voordat u het werktuig in contact brengt met het werkstuk. 2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het werktuig op hoge snelheid kan draaien. De NEDERLANDS mate van afbramen is het hoogst wanneer de schijf op hoge snelheid kan draaien. 3. Neem een zodanige positie in dat de open onderkant van de schijf van u af gericht is. 4. Wanneer u eenmaal begonnen bent met slijpen en er een inkeping in het werkstuk ontstaan is, dient u de hoek waaronder u werkt niet meer te veranderen. Door de hoek te veranderen buigt de schijf waardoor deze zou kunnen breken. Schijven voor het afbramen van kanten zijn niet ontworpen om zijdelingse druk veroorzaakt door buiging te kunnen weerstaan. 5. Til het werktuig van het werkstuk voordat u het uitzet. Wacht totdat de schijf uitgedraaid is voordat u het werktuig neerlegt. WAARSCHUWING: Gebruik afbraamen doorslijpschijven voor kanten niet voor oppervlakken. Deze schijven zijn niet bestand tegen zijdelingse druk veroorzaakt door het afbramen van oppervlakken. De schijf kan breken en ernstig letsel kan het gevolg zijn. Voorzorgsmaatregelen bij het schuren van verf 1. Het schuren van verf op loodbasis wordt NIET AANGERADEN omdat het moeilijk is om de vrijkomende giftige stof veilig af te voeren. Kinderen en zwangere vrouwen lopen het grootste risico op een loodvergiftiging. 2. Omdat het moeilijk is om zonder chemische analyse vast te stellen of een bepaalde verfsoort lood bevat, raden wij u de volgende voorzorgsmaatregelen aan wanneer u verf schuurt: PERSOONLIJKE VEILIGHEID 1. Kinderen en zwangere vrouwen zouden de werkruimte pas mogen betreden wanneer het schuren van verf afgelopen is en alles is opgeruimd en schoongemaakt. 2. Iedereen in de werkruimte moet een stofmasker of gasmasker dragen. De filter moet dagelijks vervangen worden, of zodra de drager moeite krijgt met ademhalen. OPMERKING: Alleen stofmaskers die geschikt zijn voor het werken met verf op loodbasis en looddampen mogen gebruikt worden. Gewone verfmaskers bieden deze bescherming niet. Vraag in uw lokale doe-het-zelf-winkel naar een volgens de N.I.O.S.H.-norm goedgekeurd masker. 3. In de werkruimte mag NIET GEGETEN, GEDRONKEN of GEROOKT worden om te voorkomen dat iemand giftige deeltjes binnenkrijgt. Iedereen in de werkruimte dient zich af te borstelen en te wassen ALVORENS te gaan eten, drinken of roken. Vermijd het om etenswaren, dranken en rookartikelen in de werkruimte te laten liggen, waar ze met giftig stof in aanraking zouden kunnen komen. VEILIGHEID EN MILIEU 1. Verf dient verwijderd te worden op een manier die zo min mogelijk stof veroorzaakt. 2. Ruimten waar verf wordt verwijderd, moeten afgesloten worden met plastic zeil van ten minste 4 mils (0,1 mm) dik. 3. Het schuren dient zo te gebeuren dat de kans op het verspreiden van verfdeeltjes buiten de werkruimte zo klein mogelijk is. SCHOONMAKEN EN WEGGOOIEN 1. Alle oppervlakken in de werkruimte moeten dagelijks gestofzuigd en grondig gereinigd worden zolang het schuren plaatsvindt. De zak van de stofzuigerfilter dient regelmatig vervangen te worden. 2. Plastic weggooikleding dient verzameld en weggegooid te worden, samen met stof of ander afval dat tijdens het werk is ontstaan. Gooi afval in een afgesloten vuilcontainer die volgens de reguliere methode opgehaald en geleegd wordt. Tijdens het opruimen en schoonmaken mogen kinderen en zwangere vrouwen de werkruimte niet betreden. 3. Al het speelgoed, wasbare benodigdheden en gereedschap moeten gewassen worden voordat ze opnieuw gebruikt worden. Plaatsen en gebruiken van staalborstels en staaldraadborstels Ronde staalborstels en staaldraadborstels kunt u direct op de spindel van de slijpmachine schroeven, zonder een flens te gebruiken. Gebruik alleen staalborstels en staaldraadborstels met M14-draad. Gebruik een type-27-beschermkap wanneer u een staalborstel gebruikt. VOORZICHTIG: Draag werkhandschoenen wanneer u werkt met een staalborstel of staaldraadborstel om het risico op letsel te verkleinen. Staalborstels kunnen erg scherp zijn. VOORZICHTIG: Indien geplaatst of in gebruik, mag de staalborstel of staaldraadborstel de beschermkap 115 NEDERLANDS niet raken om het risico op schade aan het werktuig te verkleinen. Het hulpstuk kan onzichtbaar beschadigd raken, waardoor draden los kunnen geraken van het hulpstuk. HET PLAATSEN VAN RONDE STAALBORSTELS EN STAALDRAADBORSTELS WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verkleinen, moet u het werktuig uitschakelen en de accuset verwijderen voordat u hulpstukken of hulpstukken aan- of afkoppelt of aanpast. VOORZICHTIG: Wees extra voorzichtig wanneer u een hoek bewerkt. De slijpmachine kan plotseling een scherpe beweging maken. ONDERHOUD Uw elektrisch werktuig van DEWALT is ontworpen om gedurende een lange periode te werken met een minimum aan onderhoud. Een goede werking op de lange termijn is afhankelijk van een zorgzaam gebruik en het regelmatig schoonmaken van het werktuig. WAARSCHUWING: om het risico op ernstig letsel te verkleinen, dient u het gereedschap uit te schakelen en de accuset te verwijderen voordat u hulpstukken of accessoires aan- of afkoppelt. Een toevallige activering kan letsel toebrengen. 1. Draai de schijf met de hand op de spindel. 2. Druk de spindelvergrendelingsknop in en zet een moersleutel in de naaf van de borstel om hem vast te draaien. 3. Om de schijf te verwijderen volgt u de omgekeerde handelwijze . VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat de schijf stevig vastzit voordat u het werktuig aanzet om het risico op beschadiging van het werktuig te verkleinen. HET GEBRUIK VAN RONDE STAALBORSTELS EN STAALDRAADBORSTELS Staalborstels en staaldraadborstels kunnen gebruikt worden om roest, aanslag en verf te verwijderen, en om onregelmatige oppervlakken te egaliseren. 1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is voordat u het werktuig in contact brengt met het werkstuk. 2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het werktuig op hoge snelheid kan draaien. De mate van borstelen is het hoogst wanneer de schijf op hoge snelheid kan draaien. 3. Zorg voor een hoek van 5 tot 10˚ tussen het gereedschap en het werkvlak voor ronde staalborstels. 4. Houd contact tussen de rand van de schijf en het werkoppervlak wanneer u een staaldraadborstel gebruikt. 5. Beweeg het werktuig voortdurend van voor naar achter om te voorkomen dat er gutsen ontstaan in het werkoppervlak. Wanneer het werktuig niet, of in een cirkelbeweging bewogen wordt, is verbranding of een cirkelvormige afdruk op het werkoppervlak het gevolg. 6. Til het werktuig van het werkoppervlak voordat u het uitschakelt. Wacht totdat de schijf uitgedraaid is voordat u het werktuig neerlegt. 116 De lader kan niet worden onderhouden. Er zijn geen onderdelen in de lader die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Smering Dit werktuig vereist geen smering. VOORZICHTIG: Smeer dit werktuig niet, omdat dit schade zal berokkenen aan de interne onderdelen. Reinigen WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing als vuil zich zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek enkel bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof. NEDERLANDS SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER WAARSCHUWING: Schokgevaar. Haal de stekker van de lader uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt. Verwijder vuil en vet met een doek of zachte, niet-metalen borstel van de buitenkant van de werklamp/lader. Gebruik geen water of schoonmaakmiddel. Optionele toebehoren WAARSCHUWING: Omdat accessoires, behalve die van DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan het gebruik van dergelijke accessoires gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT. WAARSCHUWING: Hulpstukken moeten minimaal het nominale toerental hebben dat staat aangegeven op het waarschuwingslabel op het werktuig. Schijven en hulpstukken die het nominale toerental overschrijden, kunnen uit elkaar vliegen en letsel veroorzaken. Hulpstukken met schroefdraad moeten voorzien zijn van M14-draad. Hulpstukken zonder schroefdraad moeten een as-uitsparing van 22,2 mm (7/8") hebben. Zo niet, dan is het hulpstuk waarschijnlijk bedoeld voor een cirkelzaag. Het nominale toerental van een hulpstuk moet altijd hoger zijn dan de snelheid van het werktuig zoals aangegeven op het naamplaatje van het werktuig. Het is belangrijk dat u de juiste beschermkappen, steunschijven en flenzen kiest voor uw hulpstukken en accessoires. Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de geschikte hulpstukken en accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. Herlaadbare accu Deze duurzame accu moet herladen worden als hij niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde van zijn technische levensduur dient u dit werktuig weg te gooien met respect voor het milieu: • Gebruik de accu helemaal op, en haal hem dan uit het werktuig. • Li-ion-, NiCd- en NiMH-cellen zijn recycleerbaar. Breng ze naar uw dealer of een plaatselijk recyclagecentrum. De ingezamelde accu’s worden gerecycleerd of op de correcte manier weggegooid. Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. 117 NEDERLANDS GARANTIE • 30 DAGEN GEEN RISICO TEVREDENHEIDSGARANTIE • Indien uw DEWALT-machine, om welke reden dan ook, niet geheel aan uw verwachtingen voldoet, brengt u de machine dan compleet zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen terug naar het erkend DEWALT verkooppunt waar u het toestel heeft gekocht, samen met uw aankoopbewijs. U ontvangt een nieuw toestel of het aankoopbedrag wordt terugbetaald. • EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT • Als u onderhoud of service nodig hebt voor uw DEWALT werktuig binnen de 12 maanden na uw aankoop, zal dit gratis worden geleverd bij een bevoegde DEWALT reparateur. U dient een aankoopbewijs voor te leggen. Dit omvat werkuren en vervangingsonderdelen voor elektrisch gereedschap. Dit omvat geen toebehoren. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT product gebreken vertoont die te wijten zijn aan slechte materialen of vakmanschap binnen 12 maanden na aankoop, garanderen wij dat we alle defectieve onderdelen gratis zullen vervangen of, naar onze keuze, de eenheid gratis zullen vervangen mits: • Het product niet verkeerd werd gebruikt. • Onbevoegde personen niet getracht hebben herstellingen uit te voeren. • Bewijs van aankoop is geleverd. Deze garantie wordt aangeboden als een extra voordeel en vormt een aanvulling op de wettelijke rechten van klanten. Voor het adres van uw dichtstbijzijnde erkende DEWALT reparateur verwijzen we naar het telefoonnummer op de achterzijde van deze handleiding. Of u kunt een lijst met bevoegde DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU. com. 118
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220

DeWalt DC411 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor