Documenttranscriptie
Dansk (oversat fra original brugsvejledning)
3
Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen)
23
English (original instructions)
45
Español (traducido de las instrucciones originales)
64
Français (traduction de la notice d’instructions originale)
86
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali)
108
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies)
130
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene)
152
Português (traduzido das instruções originais)
171
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta)
193
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna)
212
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir)
232
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες)
253
Copyright DEWALT
2
NEDERLANDS
SNOERLOZE SLIJPER MET KRACHTIGE AANDRIJVING
DC413/DC415
WAARSCHUWING: Het verklaarde
vibratie-emissieniveau geldt voor
de hoofdtoepassingen van het
gereedschap. Als het gereedschap
echter voor andere toepassingen
wordt gebruikt, dan wel met
andere accessoires of slecht wordt
onderhouden, kan de vibratieemissie verschillen. Dit kan het
blootstellingniveau aanzienlijk verhogen
gedurende de totale arbeidsduur.
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap.
Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling
en innovatie maken DEWALT tot een van de
betrouwbaarste partners voor gebruikers van
professioneel gereedschap.
Technische gegevens
Voltage
Type
Vermogen
Snelheid zonder weerstand
Schijfdiameter
Spildiameter
Aslengte
Gewicht
VDC
W
min-1
mm
mm
kg
DC413
28
2
630
6500
125
M14
16
2,3*
DC415
36
2
815
6500
125
M14
16
2,3*
Een inschatting van het
blootstellingniveau aan vibratie dient
ook te worden overwogen wanneer het
gereedschap wordt uitgeschakeld of als
het aan staat maar geen daadwerkelijke
werkzaamheden uitvoert. Dit kan
het blootstellingniveau aanzienlijk
verminderen gedurende de totale
arbeidsduur.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen
op om de operator te beschermen
tegen de effecten van vibratie, zoals:
onderhoud het gereedschap en de
accessoires, houd de handen warm,
organisatie van werkpatronen.
* gewicht is inclusief zijhandgreep en bescherming
LPA (geluidsdruk)
KPA (onzekerheidsfactor
geluidsdruk)
LWA (akoestisch vermogen)
KWA (onzekerheid akoestisch
vermogen)
dB(A)
77
79
dB(A)
dB(A)
3
88
3
90
dB(A)
3
3
Vibratie totaalwaarden (triax vectorsom) vastgesteld in
overeenstemming met EN 60745:
Vibratie-emissiewaarde ah oppervlakte slijpen
ah,AG =
m/s2
4,5
4,5
Onzekerheid K =
m/s2
1,5
1,5
Vibratie-emissiewaarde ah schijf zandschuren
ah,DS =
m/s2
< 2,5
< 2,5
Onzekerheid K =
m/s2
1,5
1,9
OPMERKING: Toepassingen zoals afkortzagen en schuren
met een draadborstel kunnen andere waarden voor vibratieemissie geven.
Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad
wordt gegeven, is gemeten in overeenstemming met
een gestandaardiseerde test volgens EN 60745 en
kan worden gebruikt om het ene gereedschap met
het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt
voor een eerste inschatting van blootstelling.
130
Accu
Accutype
Voltage
Capaciteit
Gewicht
Lader
Netspanning
Accutype
Geschatte oplaadtijd
Gewicht
VDC
Ah
kg
VAC
min
kg
DE9280 DE9360
Li-Ion
Li-Ion
28
36
2,2
2,2
0,92
1,0
DE9000
230
28 V, 36 V Li-Ion
60
(2,0 Ah accu’s)
0,9
Zekeringen
Europa
230 V gereedschappen 10 Ampère, hoofdstroom
NEDERLANDS
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven het
veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees
de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let
op deze symbolen.
GEVAAR: Geeft een dreigend
gevaar aan dat, indien dit niet wordt
voorkomen, leidt tot de dood of
ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk
gevaar aan dat, indien dit niet wordt
voorkomen, kan leiden tot de dood of
ernstig letsel.
VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, indien dit niet
wordt voorkomen, zou kunnen leiden
tot gering of matig letsel.
OPMERKING: Geeft een handeling
aan waarbij geen persoonlijk letsel
optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan
veroorzaken.
Wijst op het gevaar voor elektrische
schok.
Wijst op brandgevaar.
EG verklaring van overeenstemming
RICHTLIJN VOOR MACHINES
DC413/DC415
DEWALT verklaart dat deze producten zoals
beschreven onder Technische gegevens in
overeenstemming zijn met:
2006/42/EG; EN 60745-1; EN 60745-2-3.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer
informatie contact op met DEWALT via het
volgende adres of kijk op de achterzijde van de
gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de
samenstelling van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering and Product
Development
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
01.12.2012
WAARSCHUWING: Lees de
instructiehandleiding om het risico op
letsel te verminderen.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle
instructies. Het niet opvolgen van de
waarschuwingen en instructies kan
leiden tot een elektrische schok, brand
en/of ernstig persoonlijk letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES
ALS TOEKOMSTIG REFERENTIEMATERIAAL
De term „elektrisch gereedschap“ in de
waarschuwingen verwijst naar uw (met een
snoer) op de netspanning aangesloten elektrische
gereedschap of naar (draadloos) elektrisch
gereedschap met een accu.
1) VEILIGHEID WERKPLAATS
a) Houd het werkgebied schoon en goed
verlicht. Rommelige of donkere gebieden
zorgen voor ongelukken.
b) Bedien elektrische gereedschappen niet
in een explosieve omgeving, zoals in de
nabijheid van ontvlambare vloeistoffen,
gassen of stof. Elektrische gereedschappen
veroorzaken vonken die het stof of de
dampen kunnen doen ontbranden.
c) Houd kinderen en omstanders op
een afstand terwijl u een elektrisch
gereedschap bedient. Als u wordt afgeleid
kunt u de controle over het gereedschap
verliezen.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrisch gereedschap
moeten in het stopcontact passen. Pas
de stekker nooit op enige manier aan.
Gebruik geen adapterstekkers samen
met geaard elektrisch gereedschap.
Niet aangepaste stekkers en passende
contactdozen verminderen het risico op een
elektrische schok.
131
NEDERLANDS
b)
c)
d)
e)
f)
Vermijd lichamelijk contact met geaarde
oppervlaktes zoals buizen, radiatoren,
fornuizen en ijskasten. Er bestaat een
verhoogd risico op een elektrische schok als
uw lichaam geaard is.
Stel elektrisch gereedschap niet bloot
aan regen of natte omstandigheden.
Als er water in een elektrisch gereedschap
terecht komt, verhoogt dit het risico op een
elektrische schok.
Behandel het stroomsnoer voorzichtig.
Gebruik het stroomsnoer nooit om het
elektrische gereedschap te dragen of te
trekken, of de stekker uit het stopcontact
te halen. Houd het snoer uit de buurt
van warmte, olie, scherpe randen, of
bewegende onderdelen. Beschadigde
snoeren of snoeren die in de war zijn
verhogen het risico op een elektrische schok.
Als u een elektrisch gereedschap
buitenshuis gebruikt, gebruikt u een
verlengsnoer dat geschikt is voor
gebruik buitenshuis. Het gebruik van een
verlengsnoer dat geschikt is voor buitenshuis,
vermindert het risico op een elektrische
schok.
Als het gebruik van een elektrisch
gereedschap op een vochtige locatie
onvermijdelijk is, gebruikt u een
stroomvoorziening die beveiligd is met
een aardlekschakelaar. Het gebruik van een
aardlekschakelaar vermindert het risico op
een elektrische schok.
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw
gezonde verstand als u een elektrisch
gereedschap bedient. Gebruik het
gereedschap niet als u vermoeid bent
of onder de invloed van drugs, alcohol
of medicatie bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het bedienen van
elektrische gereedschappen kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming.
Beschermende uitrusting zoals een
stofmasker, antislip veiligheidsschoenen,
een helm, of gehoorbescherming gebruikt in
de juiste omstandigheden zal het risico op
persoonlijk letsel verminderen.
c) Vermijd onbedoeld starten. Zorg ervoor
dat de schakelaar in de ‚off‘ (uit) stand
staat voordat u het gereedschap aansluit
op de stroombron en/of accu, het
oppakt of ronddraagt. Het ronddragen
van elektrische gereedschappen met uw
vinger op de schakelaar of het aanzetten
132
d)
e)
f)
g)
van elektrische gereedschappen waarvan de
schakelaar aan staat, zorgt voor ongelukken.
Verwijder alle stelsleutels of moersleutels
voordat u het elektrische gereedschap
aan zet. Een moersleutel of stelsleutel die
in een ronddraaiend onderdeel van het
elektrische gereedschap is achtergelaten kan
leiden tot persoonlijk letsel.
Rek u niet te ver uit. Blijf altijd stevig en
in balans op de grond staan. Dit zorgt
voor betere controle van het elektrische
gereedschap in onverwachte situaties.
Draag geschikte kleding. Draag geen
loszittende kleding of sieraden. Houd
uw haar, kleding en handschoenen uit
de buurt van bewegende onderdelen.
Loszittende kleding, sieraden of lang haar
kunnen door bewegende delen worden
gegrepen.
Als er in apparaten wordt voorzien voor
het aansluiten van stofverwijdering- of
verzamelapparatuur, zorg er dan voor
dat deze correct worden aangesloten
en gebruikt. Het gebruik van een
stofverzamelaar kan aan stof gerelateerde
gevaren verminderen.
4) GEBRUIK EN VERZORGING VAN ELEKTRISCH
GEREEDSCHAP
a) Forceer het gereedschap niet. Gebruik
het juiste elektrische gereedschap voor
uw toepassing. Het juiste elektrische
gereedschap voert de werkzaamheden beter
en veiliger uit waarvoor het is ontworpen.
b) Gebruik het gereedschap niet als de
schakelaar het niet aan en uit kan
zetten. Ieder gereedschap dat niet met de
schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk
en moet worden gerepareerd.
c) Haal de stekker uit het stopcontact en/
of neem de accu uit het gereedschap
voordat u aanpassingen uitvoert,
accessoires verwisselt, of het elektrische
gereedschap opbergt. Dergelijke
preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
gereedschap per ongeluk opstart.
d) Bewaar gereedschap dat niet wordt
gebruikt buiten het bereik van kinderen en
laat niet toe dat personen die onbekend
zijn met het elektrische gereedschap
of deze instructies het gereedschap
bedienen. Elektrische gereedschappen
zijn gevaarlijk in handen van ongetrainde
gebruikers.
e) Onderhoud elektrische gereedschappen.
Controleer op verkeerde uitlijning en
het grijpen van bewegende onderdelen,
NEDERLANDS
f)
g)
breuk van onderdelen en andere
omstandigheden die de werking van het
gereedschap nadelig kunnen beïnvloeden.
Zorg dat het gereedschap voor gebruik
wordt gerepareerd als het beschadigd is.
Veel ongelukken worden veroorzaakt door
slecht onderhouden gereedschap.
Houd snijdgereedschap scherp
en schoon. Correct onderhouden
snijdgereedschappen met scherpe
snijdranden lopen minder snel vast en zijn
gemakkelijker te beheersen.
Gebruik het elektrische gereedschap, de
accessoires en gereedschapsonderdelen
enz. in overeenstemming met deze
instructies, waarbij u rekening houdt
met de werkomstandigheden en de
werkzaamheden die dienen te worden
uitgevoerd. Gebruik van het elektrische
gereedschap voor werkzaamheden die
anders zijn dan het bedoelde gebruik, kunnen
leiden tot een gevaarlijke situatie.
5) GEBRUIK EN VERZORGING VAN GEREEDSCHAP OP
ACCU
a) Gebruik alleen de lader die door de
fabrikant wordt opgegeven. Een lader die
geschikt is voor één accutype, kan een risico
op brand veroorzaken indien gebruikt met
een andere accu.
b) Gebruik elektrische gereedschappen
uitsluitend met speciaal omschreven
accu’s. Gebruik van andere accu’s kan leiden
tot letsel en brandgevaar.
c) Als de accu niet in gebruik is, dient u
deze uit de buurt te houden van andere
metalen voorwerpen zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding van het ene contactpunt
met het andere kunnen maken. Het
kortsluiten van de accucontactpunten samen
kan brandwonden of brand veroorzaken.
d) Als het gereedschap te zwaar wordt
belast, kan er vloeistof uit de accu
lekken; vermijd contact hiermee. Als u
per ongeluk hier toch mee in contact
komt, spoelt u met water. Als de vloeistof
in contact met de ogen komt, dient u
daarnaast medische hulp in te roepen.
Vloeistof afkomstig uit de accu kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) SERVICE
a) Zorg dat u gereedschap wordt
onderhouden door een erkende
reparateur die uitsluitend identieke
vervangende onderdelen gebruikt. Dit
zorgt ervoor dat de veiligheid van het
gereedschap blijft gegarandeerd.
AANVULLENDE SPECIFIEKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Veiligheidsvoorschriften voor alle
handelingen
a) Dit elektrisch gereedschap is bedoeld als
slijpmachine, schuurmachine, metalen
borstel en afkortgereedschap. Lees alle
veiligheidswaarschuwingen, instructies,
illustraties en specificaties die bij dit
gereedschap zijn meegeleverd. Het niet
opvolgen van alle onderstaande instructies kan
leiden tot een elektrische schok, brand en/of
ernstig persoonlijk letsel.
b) Het wordt niet aanbevolen werkzaamheden
zoals polijsten met dit elektrisch
gereedschap uit te voeren. Werkzaamheden
waarvoor het elektrisch gereedschap niet is
ontworpen, kunnen leiden tot een gevaarlijke
situatie en persoonlijk letsel.
c) Gebruik geen accessoires die niet speciaal
ontworpen en aanbevolen zijn door de
fabrikant van het gereedschap. Het feit
dat een accessoire aan uw gereedschap kan
worden bevestigd wil nog niet zeggen dat dit
een veilige bediening garandeert.
d) Het nominale toerental van het accessoire
moet tenminste gelijk zijn aan het maximale
toerental zoals dit op het gereedschap
staat vermeld. Accessoires die sneller draaien
dan hun nominale toerental kunnen breken en
wegschieten.
e) De buitendiameter en de dikte van uw
accessoire moeten binnen het nominale
vermogen van uw gereedschap liggen.
Accessoires met een onjuiste grootte kunnen
niet voldoende worden vastgemaakt of
beheerst.
f) De drevelgrootte van wielen, flenzen,
steunkussens en ieder ander accessoire
moet goed passen op de as van het
gereedschap. Accessoires met drevelgaten die
niet passen op de bevestigingshardware van
het gereedschap zullen uit balans raken en/of
extreem trillen en kunnen u de beheersing over
het gereedschap doen verliezen.
g) Gebruik een accessoire niet als ze
beschadigd is. Controleer het accessoire
zoals een schuurwiel voor gebruik op
schilfers en barstjes, steunkussens op
barstjes, scheurtjes of excessieve slijtage,
133
NEDERLANDS
staalborstels op losse of gespleten draden.
Als het gereedschap of het accessoire is
gevallen, controleert u dit op schade of
plaatst u een onbeschadigd accessoire.
Na het controleren en plaatsen van een
accessoire zorgt u dat u en omstanders
uit de buurt van het bereik van het
ronddraaiende accessoire blijft en zet u het
gereedschap gedurende een minuut aan
op maximale snelheid zonder weerstand.
Beschadigde accessoires breken gewoonlijk af
tijdens deze testtijd.
h) Draag persoonlijke beschermende kleding.
Afhankelijk van de toepassing gebruikt u
gezichtsbedekking en een beschermende of
veiligheidsbril. Indien van toepassing draagt
u een stofmasker, gehoorbescherming,
handschoenen en een werkschort die kleine
afgeschuurde deeltjes of deeltjes van het
werkstuk tegenhouden. De oogbescherming
moet rondvliegende brokstukken die door de
diverse werkzaamheden vrijkomen tegen kunnen
houden. Het stofmasker e.d. moet in staat zijn
om partikeltjes die door uw werkzaamheden
vrijkomen te filteren. Langdurige blootstelling aan
intense geluiden kan gehoorverlies veroorzaken.
i) Houd omstanders op een veilige afstand
van het werkgebied. Iedereen die het
werkgebied betreedt moet persoonlijke
beschermende kleding dragen. Brokstukken
van het werkstuk of van een afgebroken
accessoire kunnen wegvliegen en letsel buiten
het directe werkgebied veroorzaken.
j) Houd het elektrisch gereedschap alleen
vast aan geïsoleerde oppervlakten
als u een handeling uitvoert waarbij
het snijdgereedschap in contact kan
komen met verborgen bedrading of
het eigen stroomsnoer. Accessoires van
zaaggereedschap die in contact komen met
bedrading die onder stroom staat, kunnen
metalen onderdelen van het gereedschap onder
stroom zetten en de gebruiker een elektrische
schok geven.
k) Plaats het stroomsnoer buiten het bereik
van het ronddraaiende accessoire. Als u
de controle verliest, wordt het snoer mogelijk
doorgesneden of gegrepen en kan uw hand
of arm in het draaiende accessoire worden
getrokken.
l) Leg het gereedschap nooit neer voordat het
accessoire volledig tot stilstand is gekomen.
Het ronddraaiende accessoire kan mogelijk in
contact met de oppervlakte komen waardoor u
de controle over het gereedschap verliest.
134
m) Gebruik het gereedschap niet terwijl u het
aan uw zijde draagt. Per ongeluk contact met
het ronddraaiende accessoires kan uw kleding
grijpen waardoor het accessoire naar uw
lichaam wordt getrokken.
n) Maak de luchtgaten van het gereedschap
regelmatig schoon. De ventilator van de
motor zuigt het stof in de behuizing en extreme
ophoping van metaaldeeltjes kan een elektrische
schok veroorzaken.
o) Bedien het gereedschap niet in de buurt van
ontvlambare materialen. Vonken kunnen deze
materialen doen ontbranden.
p) Gebruik geen accessoires die koelvloeistof
nodig hebben. Het gebruik van water of andere
koelvloeistoffen kan leiden tot elektrocutie of een
elektrische schok.
OVERIGE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
VOOR ALLE HANDELINGEN
Oorzaken en voorkoming van
terugslag
Terugslag is een plotselinge reactie op een
ronddraaiend wiel, steunkussen, borstel of ander
accessoire dat bekneld of gegrepen wordt.
Beknelling of grijpen zorgt voor het snel vastlopen
van het ronddraaiende accessoire dat op zijn
beurt zorgt dat het onbeheersbare gereedschap
in de tegenovergestelde richting van de draaiing
van het accessoire wordt gedwongen op het
bevestigingspunt.
Als bijvoorbeeld een schuurwiel wordt gegrepen of
bekneld raakt door het werkstuk, kan de rand van
het wiel die er bij het beknellingpunt ingaat in het
oppervlak van het materiaal slaan waardoor het wiel
naar buiten loopt of terugslaat. Het wiel kan ofwel
naar de operator toe of van hem vandaan springen,
afhankelijk van de richting van de wielbeweging op
het beknellingpunt. Schuurwielen kunnen onder deze
omstandigheden ook afbreken.
Terugslag is het gevolg van een verkeerd gebruik
en/of onjuiste gebruiksomstandigheden van het
gereedschap en kan worden voorkomen door
geschikte voorzorgsmaatregelen te nemen zoals
hieronder vermeld:
a) Houd het gereedschap voortdurend stevig
vast en plaats uw lichaam en arm zo
dat u terugslagkrachten kunt weerstaan.
Gebruik altijd een hulphandgreep indien
meegeleverd voor maximale beheersing
van terugslag of torsiereactie tijdens het
opstarten. De operator kan torsiereactie of
NEDERLANDS
terugslagkrachten beheersen als de juiste
voorzorgsmaatregelen worden genomen.
b) Plaats uw handen nooit in de buurt van het
ronddraaiende accessoire. Het accessoire
kan over uw hand terugslaan.
c) Plaats uw lichaam niet in het gebied
waar het gereedschap naartoe zal gaan
als zich terugslag voordoet. Terugslag
zorgt dat het gereedschap wegschiet in de
tegenovergestelde richting van de wielbeweging
op het beknellingpunt.
d) Wees extra voorzichtig als u hoeken,
scherpe randen, enz. bewerkt. Voorkom
dat het accessoire stuitert of blijft hangen.
Hoeken, scherpe randen en stuiteren kunnen
er vaak toe leiden dat het ronddraaiende
accessoire blijft hangen en kunnen verlies van
controle of terugslag veroorzaken.
e) Bevestig geen houtsnijdzaag of getand
zaagblad aan het gereedschap. Dergelijke
zaagbladen kunnen herhaaldelijke terugslag en
verlies van controle veroorzaken.
Veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor slijpende en schurende
snijdhandelingen
a) Gebruik uitsluitend wieltypes die
zijn aanbevolen voor uw elektrische
gereedschap en de specifieke beveiliging die
is ontworpen voor het gekozen wiel. Wielen
waarvoor het elektrische gereedschap niets
is ontwikkeld kunnen niet adequaat worden
beveiligd en zijn onveilig.
b) De beschermkap moet stevig zijn
vastgemaakt aan en geplaatst zijn op het
elektrisch gereedschap voor maximale
veiligheid, zodat het gedeelte dat
onafgeschermd is voor de gebruiker zo
klein mogelijk is. De beschermkap helpt
de gebruiker te beveiligen tegen afgebroken
deeltjes van de schijf en voorkomt dat de
gebruiker in contact komt met de schijf.
c) Wielen mogen uitsluitend worden gebruikt
voor de aanbevolen toepassingen.
Bijvoorbeeld: slijp niet met de zijkant van
een snijdwiel. Schurende snijdwielen zijn
bedoeld voor perifeer slijpen; zijwaartse krachten
kunnen ervoor zorgen dat deze wielen barsten.
d) Gebruik altijd onbeschadigde wielflenzen
van de juiste grootte en vorm voor het
wiel van uw keuze. De juiste wielflenzen
ondersteunen het wiel en verminderen zo de
mogelijkheid dat het wiel breekt. Flenzen voor
snijdwielen kunnen verschillen van wielflenzen
voor slijpen.
e) Gebruik geen versleten wielen van grotere
elektrische gereedschappen. Een wiel dat is
bedoeld voor een groter elektrisch gereedschap
is niet geschikt voor de hogere snelheid van een
kleiner gereedschap en kan barsten.
Aanvullende
veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor schurende snijdhandelingen
a) Laat het snijdwiel niet ”vastlopen” en oefen
er geen extreme druk op uit. Probeer
geen extreme diepte of snede te maken.
Het overbelasten van het wiel vergroot de
belasting en ontvankelijkheid voor het blokkeren
of vastlopen van het wiel in de snede, en de
mogelijkheid van terugslag of wielbreuk.
b) Plaats uw lichaam niet op een lijn met
en achter het ronddraaiende wiel. Als het
wiel tijdens de bediening van uw lichaam
vandaan beweegt, kan de mogelijke terugslag
het draaiende wiel doen wegschieten en het
elektrische gereedschap direct in uw richting
doen komen.
c) Als het wiel blokkeert of als een snede om
een bepaalde reden wordt onderbroken,
schakelt u het elektrische gereedschap uit
en houdt u het vast zonder te bewegen
totdat het wiel volledig tot stilstand is
gekomen. Probeer nooit een snijdwiel uit
de snede te verwijderen terwijl het wiel in
beweging is, anders kan zich een terugslag
voordoen. Zoek naar de oorzaak van het
blokkeren en neem de geschikte maatregelen
om dit op te heffen.
d) Start de zaaghandeling niet opnieuw op
in het werkstuk. Laat het wiel op volledige
snelheid komen en steek het voorzichtig
nogmaals in de snede. Het wiel kan blokkeren,
weglopen of terugslaan als het gereedschap
opnieuw wordt opgestart in het werkstuk.
e) Ondersteun panelen of enig ander erg
groot werkstuk om te het risico dat het wiel
vastloopt of terugslaat te verminderen. Grote
werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
doorzakken. De ondersteuningen moeten
aan beide zijden worden geplaatst onder het
werkstuk, dicht bij de zaaglijn en aan beide
randen.
f) Wees bijzonder voorzichtig wanneer u
invallend zaagt op bestaande muren of
andere verborgen gedeelten. Het uitstekende
135
NEDERLANDS
wiel kan gas- of waterbuizen, elektrische
bedrading of objecten snijden die een terugslag
veroorzaken.
Veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor schuurwerkzaamheden
a) Gebruik geen schuurschijfpapier dat
veel te groot is. Volg de aanbevelingen
van de fabrikant op bij het uitkiezen van
schuurpapier. Groter schuurpapier dat uit het
schuurkussen steekt, veroorzaakt gevaar van
openrijten en kan beknelling of scheuren van de
schijf of terugslag veroorzaken.
– Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende
deeltjes.
– Risico op brandwonden als gevolg van
accessoires die tijdens het gebruik heet worden.
– Risico op persoonlijk letsel als gevolg van
langdurig gebruik.
– Risico van stof dat van gevaarlijke stoffen
vrijkomt.
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het
gereedschap vermeld:
Veiligheidswaarschuwingen speciaal
voor metaalborstelen
a) Wees ervan bewust dat metalen haartjes
worden uitgeworpen zelfs tijdens normale
bediening. Zet niet teveel kracht op de
borstelharen door een te grote druk op de
borstel uit te oefenen. De borstelharen dringen
gemakkelijk door in lichte kleding en/of de huid.
b) Als het gebruik van een beveiliging wordt
aanbevolen voor metaalborstelen, zorg dan
dat er geen contact is tussen het draadwiel
of de metaalborstel en de beveiliging. Het
draadwiel of de borstel kan in diameter groter
worden als gevolg van centrifugale krachten.
Aanvullende veiligheidsregels
• Bij het monteren van accessoires moet de
schroefdraad overeenkomen met die van de
as van de slijpmachine. Voor accessoires die
zijn gemonteerd door middel van flenzen moet
het drevelgat van het accessoire passen bij
de diameter van de flens. Accessoires die
niet passen op de bevestigingshardware van
het gereedschap zullen uit balans raken en/of
extreem trillen en kunnen u de beheersing over
het gereedschap doen verliezen.
• Het slijpoppervlak van de in het midden
verzonken schijven moet worden gemonteerd
onder het vlak van de beveiligingslip. Een wiel
dat niet goed is gemonteerd en dat uitsteekt
door het vlak van de beveiligingslip, kan niet
naar behoren worden beschermd.
Overige risico’s
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige
risico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
– Gehoorbeschadiging
136
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Draag gehoorbescherming.
Draag oogbescherming.
POSITIE DATUMCODE
De datumcode, die ook het jaar van fabricage
bevat, staat afgedrukt in de behuizing die het
verbindingsstuk tussen het gereedschap en de accu
vormt.
Voorbeeld:
2013 XX XX
Jaar van fabricage
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze
gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheids- en
bedieningsinstructies voor de DE9000 acculader.
• Lees voordat u de lader gebruikt alle instructies
en waarschuwingsmarkeringen op de lader,
accu, en product dat de accu gebruikt.
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er staat
230 volt op de oplaadterminals. Niet
doorboren met geleidende voorwerpen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok
of elektrocutie.
WAARSCHUWING: Gevaar voor
elektrische schok. Zorg dat er geen
vloeistof in de lader komt. Dit kan leiden
tot een elektrische schok.
VOORZICHTIG: Gevaar voor
brandwonden. Laad om het risico
van letsel te verminderen uitsluitend
NEDERLANDS
DEWALT oplaadbare accu’s op. Andere
accutypes kunnen uiteenspatten
hetgeen tot persoonlijk letsel en schade
leidt.
VOORZICHTIG: Onder bepaalde
omstandigheden kunnen als de lader
in de stroomvoorziening is gestoken de
blootliggende laadcontacten in de lader
worden kortgesloten door vreemde
voorwerpen. Vreemde voorwerpen met
een geleidende eigenschap zoals, maar
niet beperkt tot, staalwol, aluminiumfolie
of een opeenhoping van metaalpartikels
dienen uit de buurt van de laadpunten
te worden gehouden. Neem de lader
altijd uit de stroomvoorziening als er
zich geen accu in de holte bevindt.
Neem het stroomsnoer van de lader uit
het stopcontact voordat u deze gaat
schoonmaken.
• Probeer NIET om de accu op te laden
met een andere acculader dan die in deze
gebruiksaanwijzing staan beschreven. De
lader en de accu zijn speciaal ontworpen om
met elkaar te functioneren.
• Deze acculaders zijn niet bedoeld voor enig
ander gebruik dan het opladen van DEWALT
oplaadbare accu’s. Ieder ander gebruik kan
leiden tot brandgevaar, elektrische schok of
elektrocutie.
• Stel de acculader niet bloot aan regen of
sneeuw.
• Trek aan de stekker in plaats van aan het
snoer als u de lader afkoppelt. Dit vermindert
het risico op schade aan de stekker en het
stroomsnoer.
• Zorg ervoor dat het stroomsnoer zo is
gepositioneerd dat er niet op kan worden
gelopen, over kan worden gestruikeld, of op
een andere manier tot schade of problemen
kan leiden.
• Gebruik geen verlengsnoer tenzij dit
absoluut noodzakelijk is. Het gebruik van
een ongeschikt verlengsnoer kan leiden
tot brandgevaar, een elektrische schok of
elektrocutie.
• Plaats geen voorwerpen op de acculader
en plaats de acculader niet op een zachte
ondergrond die de ventilatieopeningen kan
belemmeren en tot excessieve interne hitte
kan leiden. Plaats de acculader niet in de
buurt van een warmtebron. De acculader wordt
geventileerd door openingen in de bovenzijde
en de onderzijde van de behuizing.
• Gebruik de acculader niet met een
beschadigd snoer of beschadigde stekker vervang deze onmiddellijk.
• Gebruik de acculader niet wanneer deze een
zware klap heeft gehad, is laten vallen of
anderszins beschadigd is. Breng deze bij een
erkend servicecentrum.
• Demonteer de acculader niet; breng deze
bij een geautoriseerd servicecentrum als
onderhoud of reparatie nodig is. Het onjuist
opnieuw monteren kan leiden tot een elektrische
schok, elektrocutie of brand.
• Ontkoppel de lader van de
stroomvoorziening voordat u deze gaat
reinigen. Dit zal het risico op een elektrische
schok verminderen. Het verwijderen van de
accu vermindert dit risico niet.
• Probeer NOOIT 2 laders op elkaar aan te
sluiten.
• De acculader is ontworpen om te
worden gebruikt op standaard 230V
huishoudstroom. Probeer de lader niet op
enig ander voltage uit. Dit geldt niet voor de
transportlader.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
De DE9000 oplader werkt op 28 V en 36 V Li-Ion
accu’s.
Deze laders hebben geen aanpassingen nodig en
zijn ontworpen voor een gemakkelijke bediening.
Oplaadprocedure (afb. [fig.] 2)
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er staat
230 volt op de oplaadterminals. Niet
doorboren met geleidende voorwerpen.
Gevaar voor een elektrische schok of
elektrocutie.
1. Steek de acculader (l) in een geschikt
stopcontact voordat u de accu erin plaatst.
2. Plaats de accu in de lader. De lader is voorzien
van een oplaadmeter (m) met drie lampjes die
knipperen naar gelang de status van de lading
van de accu.
3. Het voltooien van het opladen wordt
aangegeven doordat het rode lampje continu
ON (AAN) blijft. De accu is volledig opgeladen
en kan nu worden gebruikt of in de lader
worden gelaten.
OPMERKING: Om maximale prestaties en
levensduur van de Li-Ion accu’s te garanderen laadt
u de accu tenminste 10 uur voor het eerste gebruik
op.
137
NEDERLANDS
Oplaadproces
Zie voor de oplaadstatus van de accu de
onderstaande tabel.
Oplaadstatus
1 lampje knippert
< 33%
1 lampje knippert, 1 lampje aan
33–66%
1 lampje knippert, 2 lampjes aan
66–99%
3 lampjes aan
100%
Automatisch verversen
De automatische verversingsmodus maakt de
individuele cellen in de accu op de piekcapaciteit
gelijk of balanceert ze. Accu’s dienen wekelijks te
worden opgeladen of telkens als de accu niet meer
dezelfde hoeveelheid werk levert.
Om uw accu te verversen plaatst u de accu zoals
gebruikelijk in de oplader. Laat de accu tenminste 10
uur in de acculader.
Hete/koude accuvertraging
Als de oplader detecteert dat een accu te heet of
te koud is, begint deze automatisch met een hete/
koude accuvertraging, waarbij het opladen wordt
uitgesteld totdat de accu een geschikte temperatuur
heeft bereikt. De oplader schakelt vervolgens
automatisch naar de oplaadmodus voor de accu.
Deze functionaliteit verzekert u van maximale
levensduur van de accu.
UITSLUITEND LI-ION ACCU’S
Li-Ion accu’s zijn ontworpen met een elektronisch
beschermingssysteem dat de accu beschermt tegen
te lang opladen, oververhitting en bijna volledige
ontlading.
Het gereedschap schakelt automatisch uit als het
elektronische beschermingssysteem in werking
treedt. Als dit gebeurt, plaatst u de Li-Ion accu in de
lader totdat deze volledig is opgeladen.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle accu’s
Als u vervangende accu’s bestelt, zorg er dan voor
dat u het catalogusnummer en voltage vermeldt.
De accu is niet volledig opgeladen als deze
uit de verpakking komt. Voordat u de accu
en oplader gebruikt, dient u de onderstaande
veiligheidsinstructies te lezen. Volg vervolgens de
oplaadprocedures zoals die zijn uitgelegd.
LEES ALLE INSTRUCTIES
• Laad de accu niet op en gebruik deze niet
in een explosieve omgeving, zoals in de
138
nabijheid van ontvlambare vloeistoffen,
gassen of stof. Het plaatsen van de accu in
of verwijderen van de accu uit de acculader
kan ervoor zorgen dat het stof of de dampen
ontbranden.
• Laad de accu’s uitsluitend met DEWALT laders
op.
• NIET overgieten met of plaatsen in water of
andere vloeistoffen.
• Bewaar of gebruik het gereedschap en de
accu niet op plaatsen waar de temperatuur
40 ºC bereikt of overstijgt (zoals een
buitenkeet of metalen gebouw in de zomer).
GEVAAR: Probeer nooit de accu te
openen om welke reden dan ook. Plaats
de accu niet in de oplader wanneer
deze gebroken of beschadigd is oefen
geen kracht op de accu uit, laat deze
niet vallen en beschadig ze niet. Gebruik
een accu of oplader niet wanneer deze
een zware klap heeft gekregen, is laten
vallen, er overheen is gereden of op
enigerlei wijze is beschadigd (d.w.z.
doorboord met een spijker, geslagen
met een hamer, erop getrapt is). Dit
kan leiden tot een elektrische schok of
elektrocutie. Beschadigde accu‘s dienen
naar het servicecentrum te worden
gebracht voor recycling.
VOORZICHTIG: Plaats het
gereedschap als het niet in gebruik
is op de zijkant op een stabiele
ondergrond waar er niet overheen
kan worden gestruikeld of het zelf
kan vallen. Sommige gereedschappen
met grote accu‘s staan rechtop op de
accu maar kunnen gemakkelijk worden
omgestoten.
SPECIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM ION
(Li-Ion)
• Verbrand de accu niet, zelfs niet als deze
ernstig beschadigd is of volledig verbruikt.
De accu kan in vuur exploderen. Als lithium ion
accu‘s worden verbrand, komen giftige dampen
en materialen vrij.
• Als de inhoud van de accu in contact met
de huid komt, wast u dit onmiddellijk af met
water en een milde zeep. Als accuvloeistof in
de ogen komt spoelt u 15 minuten met water
in het geopende oog, of totdat de irritatie stopt.
Als medische hulp nodig is dient u te vermelden
dat de accuelektrolyt is samengesteld uit een
mengsel van vloeibare organische carbonaten
en lithiumzouten.
NEDERLANDS
• De inhoud van geopende accucellen kan
irritatie aan de luchtwegen veroorzaken.
Zorg voor frisse lucht. Zoek als de symptomen
aanhouden medische hulp.
WAARSCHUWING: Gevaar voor
brandwonden. Accuvloeistof kan
ontvlambaar zijn als deze aan een vonk
of vlam wordt blootgesteld.
Transport
DEWALT Li-Ion-accu’s zijn in overeenstemming met
het handboek UN Manual of Tests and Criteria (ST/
SG/AC. 10/11/Rev.3 Deel III, Onderafdeling 38,3)
conform de UN Aanbevelingen over het Transport
van Gevaarlijke Stoffen.
Labels op de oplader en op de accu
De labels op de oplader en op de accu laten de
volgende pictogrammen zien:
Lees voor het gebruik de handleiding
Zie Technische gegevens voor de
oplaadtijd.
Niet aan water blootstellen
Niet met geleidende voorwerpen aan de
contactpunten komen
– De accu’s hebben een effectieve bescherming
tegen interne overdruk en kortsluiting.
Geen beschadigde accu's laden
– Er zijn de vereiste maatregelen getroffen
ter voorkoming van breuk door geweld en
gevaarlijke tegenstroom.
Geen beschadigde opladers gebruiken
– Het equivalente lithiumgehalte ligt onder de
relevante grenswaarde.
DEWALT Li-Ion-accu’s zijn vrijgesteld van nationale
en internationale bepalingen die gelden voor
gevaarlijke stoffen. Deze bepalingen treden toch
in werking wanneer meerdere accu’s tegelijk
getransporteerd worden.
• Zorg ervoor dat de accu’s verpakt worden in
overeenstemming met de bepalingen voor
gevaarlijke stoffen zoals hierboven beschreven,
om kortsluiting te voorkomen.
Alleen laden bij temperaturen tussen
4 °C en 40 °C
Beschadigd snoer direct laten vervangen
Probleem met de oplader
Probleem met de accu
Accu (afb. 2)
ACCUTYPE
De DC413 werkt op 28 volt Li-Ion accu’s.
Versleten accu's dienen op milieubewuste
wijze te worden verwerkt
De DC415 werkt op 36 volt Li-Ion accu’s.
Aanbevelingen voor opslag
1. De beste plaats om het apparaat op te bergen
is koel en droog, uit direct zonlicht en niet
in overmatige hitte of koude. Voor optimale
accuprestaties en levensduur bergt u accu’s op
bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik
zijn.
OPMERKING: Li-Ion accu‘s dienen volledig te
zijn opgeladen als ze worden opgeborgen.
2. Langdurige opslag zal de accu of de
oplader niet beschadigen. Onder de juiste
omstandigheden kunnen ze tot maximaal 5 jaar
worden opgeslagen.
Verbrand de accu nooit
Alleen laden met speciale DEWALTopladers
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 haakse slijper
1 beschermkap (type 27)
1 trilbestendige zijhandgreep
1 flensset
1 steeksleutel
2 accusets (DC413KL/DC415KL)
1 acculader (DC413KL/DC415KL)
139
NEDERLANDS
1 opbergkoffer voor slijper + hulpstukken
(DC413KL/DC415KL)
1 gebruiksaanwijzing
1 vergrote tekening
• Controleer of het gereedschap, de onderdelen
of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens
het transport.
• Neem de tijd om deze handleiding grondig door
te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur
gebruikt.
Beschrijving (afb. 1, 4)
WAARSCHUWING: Pas het
gereedschap of een onderdeel ervan
nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk
letsel tot gevolg hebben.
a. Drukschakelaar
b. Vergrendelknop
c. Spindelvergrendelknop
d. Zijhandgreep
e. Schuurschijf
f. Anti-blokkeer-flens
g. Klemmoer
h. Beschermkap (type 27)
i. Accuset
j. Accu ontgrendelingsknop
GEBRUIKSDOEL
De DC413, DC415 hoekslijpmachines voor
zwaar gebruik zijn ontworpen voor professioneel
slijpen, snijden, schuren en toepassingen met een
draadborstel.
Gebruik GEEN schuurwielen anders dan in het
midden drukvrije wielen en flapschijven.
GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of
in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen.
Deze hoekslijpmachines voor zwaar gebruik zijn
professionele elektrische gereedschappen.
LAAT GEEN kinderen in contact met het
gereedschap komen. Toezicht is vereist als
onervaren operators dit gereedschap bedienen.
• Dit product is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) die verminderde
fysieke, sensorische of psychische vermogens
hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/
of kennis of bekwaamheden, als dat niet
gebeurt onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
mogen nooit alleen worden gelaten met dit
product zodat ze ermee zouden kunnen spelen.
140
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage
ontworpen. Controleer altijd of het voltage van
de accu overeenkomt met het voltage op het
typeplaatje. Zorg er ook voor dat het voltage
van uw oplader overeenkomt met dat van uw
stroomvoorziening.
Uw DEWALT oplader is dubbel geïsoleerd
in overeenstemming met EN 60335;
daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het
worden vervangen door een speciaal
geprepareerd snoer dat leverbaar is via
het DEWALT servicecentrum.
Een verlengsnoer gebruiken
U dient geen verlengsnoer te gebruiken, tenzij dit
absoluut noodzakelijk is. Gebruik een goedgekeurd
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroominvoer
van uw oplader (zie Technische gegevens). De
minimale geleidergrootte is 1 mm2; de maximale
lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd
volledig af te rollen.
ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Verwijder vóór
de montage en aanpassing altijd de
accu. Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu plaatst of verwijdert.
WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend
DEWALT accu’s en opladers.
Inzetten en verwijderen
van de accuset in het werktuig
(afb. 2)
WAARSCHUWING: Gebruik de
vergrendelknop (b) zodat de
drukschakelaar niet geactiveerd
kan worden tijdens het inzetten of
verwijderen van de accu. Hiermee
verkleint u het risico op ernstig
letsel. Het onbedoeld opstarten kan
letsel veroorzaken.
OPMERKING: Zorg ervoor dat uw accu (i) volledig
is opgeladen.
1. Zorg dat u de accu in de juiste positie houdt
(i) alvorens deze in de accuhouder te plaatsen.
Schuif de accu in de accuhouder en oefen
enige druk uit totdat de accu op zijn plaats klikt.
NEDERLANDS
2. Om de accuset te verwijderen, drukt u op de
accu-ontgrendelingsknop (j) terwijl u tegelijkertijd
de accu uit de accuhouder trekt.
De zijhandgreep bevestigen (afb. 1)
WAARSCHUWING: Controleer voordat
u het gereedschap gebruikt of de hendel
stevig vastzit.
WAARSCHUWING: Gebruik de
zijhandgreep zodat u te allen tijde de
controle over het gereedschap behoudt.
De zijhandgreep (d) kan aan beide kanten van
het gereedschap bevestigd worden in de van
schroefdraad voorziene uitsparingen. Verzeker
u ervan dat de handgreep echt stevig vastzit
voordat u het werktuig gaat gebruiken!
Om het gebruiksgemak bij doorslijpen te
bevorderen, kan het huis 90˚ draaien.
Het huis van het werktuig draaien
(afb. 3)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
werktuig uit te schakelen en de accuset
te verwijderen voordat u hulpstukken of
accessoires aan- of afkoppelt.
1. Verwijder de vier schroeven op de hoeken
waarmee het huis vastzit aan het motorhuis.
2. Draai het huis in de gewenste positie zonder
huis los te trekken van het motorhuis.
OPMERKING: Als het huis en het motorhuis meer
dan
6,35 mm (1/4") los komen van elkaar, moet het
werktuig gerepareerd en opnieuw in elkaar gezet
worden bij een DEWALT servicecentrum. Wanneer
u het werktuig niet laat repareren, kan dat borstelmotor- en lagermankementen veroorzaken.
3. Om het huis weer stevig op het motorhuis te
bevestigen, draait u de schroeven weer vast.
Draai de schroeven vast tot een koppel van
2,08 Nm. Te vast aandraaien kan ertoe leiden
dat de schroef doldraait.
De bescherming bevestigen en
verwijderen (afb. 4)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
werktuig uit te schakelen en de accuset
te verwijderen voordat u hulpstukken of
accessoires aan- of afkoppelt.
VOORZICHTIG: Een beschermkap
dient gebruikt te worden bij alle
afbraamschijven, doorslijpschijven,
slijpwaaiers, staalborstels en
draadschijven. Het werktuig mag
alleen zonder beschermkap gebruikt
worden wanneer u schuurt met gewone
schuurschijven. DC413/DC415 is
voorzien van een beschermkap bedoeld
voor gebruik met schijven met een
verzonken middengat
(type 27) en genaafde afbraamschijven
(type 27). Dezelfde beschermkap kan
gebruikt worden met slijpwaaiers (type
27 en 29) en staalborstels (kommodel).
VOORZICHTIG: Bij deze slijpmachine
moeten beveiligingen worden gebruikt.
Als u de DC413 of de DC415 gebruikt met een
gelijmde slijpschijf voor het zagen van metaal of
van metselwerk moet u een beveiliging van Type 1
gebruiken. Type 1 beveiligingen zijn tegen meerprijs
leverbaar bij DEWALT vestigingen.
OPMERKING: Kijk a.u.b. onder Tabel slijp- en
snijdaccessoires aan het einde van deze paragraaf
om andere accessoires te zien die samen met deze
slijpmachines kunnen worden gebruikt.
1. Open de vergrendeling van de beschermkap (n),
en laat de nokjes (p) op de beschermkap in de
uitsparingen (o) op het huis vallen.
2. Duw de beschermkap naar beneden totdat de
nokjes in de uitsparingen vallen en vrij in de sleuf
op het huis kunnen draaien.
3. Met vergrendeling geopend, draait u de
beschermkap (h) in de gewenste positie. De
beschermkap moet zodanig gepositioneerd
worden tussen de spindel en de gebruiker dat
deze maximale bescherming biedt.
4. Sluit de vergrendeling om de beschermkap
op het huis vast te zetten. Wanneer de
vergrendeling gesloten is, mag het niet
mogelijk zijn de beschermkap met de hand
te verdraaien. Gebruik de slijper niet met
een losse beschermkap of wanneer de
vergrendelingsklem niet vast zit.
5. Om de beschermkap te verwijderen: open de
vergrendelingsklem, draai de kap zodanig dat
de nokjes en de uitsparingen overeen komen en
trek de kap van het huis.
OPMERKING: De beschermkap is in de fabriek
op maat gemaakt voor de diameter van het huis.
Wanneer, na verloop van tijd, de beschermkap
losser gaat zitten, draait u de verstelschroef (q)
vaster. Daarbij dient de vergrendeling gesloten te zijn
en de beschermkap op het huis bevestigd te zijn.
141
NEDERLANDS
VOORZICHTIG: Als de beschermkap
niet steviger kan worden vastgezet met
de verstelschroef, dient u het werktuig
niet te gebruiken. Om het risico op
letsel te verkleinen, dient u werktuig en
beschermkap naar een servicecentrum
te brengen voor reparatie of vervanging
van de beschermkap.
OPMERKING: Om het risico op
beschadiging van het werktuig te
verkleinen, mag u de verstelschroef niet
aandraaien wanneer de vergrendeling
geopend is. Er kan onzichtbare schade
ontstaan aan de beschermkap of aan
de gleuf op het huis.
OPMERKING: Het afbramen en doorslijpen van
randen en kanten kan gebeuren met type 27
schijven die speciaal voor dit doel ontworpen zijn;
schijven van 6,35 mm (1/4") dik zijn ontworpen voor
het afbramen van oppervlakken, terwijl schijven van
3,17 mm (1/8") ontworpen zijn voor het afbramen
van kanten.
Voor de bediening
• Installeer de beveiliging en pas schijf of wiel
aan. Gebruik geen extreem versleten schijven of
wielen.
• Gebruik een accessoire niet als het beschadigd
is. Controleer accessoires zoals schuurwielen
voor gebruik op schilfers en barstjes,
steunkussens op barstjes, scheurtjes of
excessieve slijtage, staalborstels op losse of
gespleten draden. Als het gereedschap of
het accessoire is gevallen, controleert u dit
op schade of plaatst u een onbeschadigd
accessoire. Na het controleren en plaatsen van
een accessoire zorgt u dat u en omstanders uit
de buurt van het bereik van het ronddraaiende
accessoire blijft en zet u het gereedschap
gedurende een minuut aan op maximale
snelheid zonder weerstand. Beschadigde
accessoires breken gewoonlijk af tijdens deze
testtijd.
• Controleer dat de binnenste en buitenste
flens op juiste wijze zijn gemonteerd. Volg de
instructies die worden gegeven in de Tabel
Accessoires voor slijpen en zagen.
• Zorg ervoor dat de schijf of het wiel draait in de
richting van de pijlen op het accessoire en het
gereedschap.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige
aanpassing maakt of hulpstukken
of accessoires verwijdert/installeert.
Voordat u het gereedschap opnieuw
aansluit, drukt u de trekkerschakelaar in
en laat deze vrijkomen, om er zeker van
te zijn dat het gereedschap uit staat.
WAARSCHUWING:
• Zorg dat al het materiaal dat
geschuurd gaat worden stevig op zijn
plaats zit.
• Zet het werkstuk met klemmen of een
bankschroef vast en ondersteun het
op een stabiele ondergrond. Het is
belangrijk dat u het werkstuk stevig
vastzet en ondersteunt zodat u het
onder controle houdt en het niet kan
verschuiven. Wanneer het werkstuk
verschuift of wanneer u de controle
over het werkstuk verliest, kan dat
leiden tot een gevaarlijke situatie en
kan persoonlijk letsel het gevolg zijn.
• Zet het werkstuk goed vast. Met de
hand kunt u een werkstuk niet zo
goed vasthouden als lijmklemmen of
een bankschroef dat kunnen,
• Ondersteun panelen of een ander
groot werkstuk zodat het risico van
vastlopen of terugslaan van het wiel
minder groot is. Grote werkstukken
kunnen onder hun eigen gewicht
doorzakken. De ondersteuningen
moeten aan beide zijden worden
geplaatst onder het werkstuk, dicht bij
de zaaglijn en aan beide randen.
• Draag altijd de gewone
werkhandschoenen wanneer u met dit
gereedschap werkt.
• De tandwielkast wordt zeer heet
tijdens gebruik.
• Oefen uitsluitend zachte druk op
het gereedschap uit. Oefen geen
zijwaartse druk uit op de schijf.
142
NEDERLANDS
• Overbelast de machine niet. Als het
gereedschap heet wordt, laat het dan
een paar minuten zonder belasting
draaien zodat het accessoire kan
afkoelen. Raak accessoires niet aan
voordat ze zijn afgekoeld. De schijven
worden zeer heet tijdens gebruik.
• Gebruik geen verkleinende hulsen of
adaptors om slijpschijven met grotere
gaten aan te passen.
• Gebruik het gereedschap nooit zonder
de beschermkap te plaatsen.
• Het is niet de bedoeling dat het
gereedschap wordt gebruikt met een
slijpkom.
• Gebruik het elektrisch gereedschap
niet met een afkortstandaard.
• Gebruik nooit vloemateriaal samen
met gebonden schuurproducten.
• Let op, de schijf blijft draaien nadat het
gereedschap wordt uitgeschakeld.
Juiste positie van de handen
(afb. 8)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand
aan de zijgreep (d), terwijl u met de andere hand de
hoofdgreep (s) vasthoudt.
Schakelaar
VERGRENDELAAR EN DRUKSCHAKELAAR (AFB. 5)
Uw doorslijpwerktuig is uitgerust met een
vergrendelaar (b).
Om de drukschakelaar te vergrendelen, drukt u
op de vergrendelaar zoals aangegeven. Wanneer de
vergrendelaar ingedrukt is zodat het vergrendelteken
zichtbaar is, is de eenheid vergrendeld.
Vergrendel de drukschakelaar altijd wanneer u
het werktuig verplaatst of opbergt om ongewild
aanzetten te voorkomen.
Om de drukschakelaar te ontgrendelen, drukt
u op de vergrendelaar. Wanneer de vergrendelaar
ingedrukt is zodat het ontgrendelteken zichtbaar is,
is de eenheid ontgrendeld. De vergrendelaar is rood
om aan te geven dat de schakelaar ontgrendeld is.
Gebruik de drukschakelaar (a) over om het werktuig
te activeren. Loslaten van de drukschakelaar zet het
werktuig UIT.
OPMERKING: Dit werktuig kan niet vergrendeld
worden in de AAN-stand, en mag in die positie ook
niet op enige andere manier vergrendeld worden.
VOORZICHTIG: Houd de zijhandgreep
en de body van het werktuig stevig
vast om het werktuig onder controle
te houden bij het aanzetten en tijdens
het gebruik totdat de schijf of ander
gebruikt hulpstuk stopt met draaien. Let
erop dat de schijf volledig tot stilstand
is gekomen voordat u het werktuig
neerlegt.
VOORZICHTIG: Wacht tot het
werktuig op volle snelheid is voordat
u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk. Til het werktuig van het
werkstuk voordat u het uitzet.
SPINDELVERGRENDELING
De spindelvergrendeling zorgt ervoor dat de spindel
niet kan draaien wanneer u een schijf installeert of
verwijdert. Gebruik de spindelvergrendeling alleen
wanneer het werktuig is uitgeschakeld, de accu
verwijderd is en de schijf volledig tot stilstand is
gekomen.
OPMERKING: Om het risico
op beschadiging van het
werktuig te verkleinen, mag u de
spindelvergrendeling niet gebruiken
wanneer het werktuig aan staat.
Beschadiging van het werktuig zou
het gevolg zijn, terwijl het bevestigde
hulpstuk weg kan vliegen en ernstig
letsel zou kunnen veroorzaken.
Om de spindel te vergrendelen drukt u de
spindelvergrendelingsknop in en draait u de spindel
totdat deze niet meer verder kan draaien.
Het aanbrengen en gebruiken van
schijven met verzonken middengat en
slijpwaaiers
HET AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN GENAAFDE
SCHIJVEN (AFB. 6)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
werktuig uit te schakelen en de accuset
te verwijderen voordat u hulpstukken of
accessoires aan- of afkoppelt.
Genaafde schijven kunt u direct op de spindel met
M14-draad installeren.
143
NEDERLANDS
1. Draai de schijf met de hand op de spindel.
2. Druk de spindelvergrendelingsknop in en
gebruik een moersleutel om de schijf vast te
zetten.
3. Volg de omgekeerde handelwijze om de schijf te
verwijderen.
VOORZICHTIG: Wanneer de schijf
niet behoorlijk vastgezet is voordat het
werktuig wordt aangezet, kan daardoor
de schijf of het werktuig beschadigd
raken.
HET AANBRENGEN VAN NIET-GENAAFDE SCHIJVEN
(AFB. 1, 6, 7)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
werktuig uit te schakelen en de accuset
te verwijderen voordat u hulpstukken of
accessoires aan- of afkoppelt.
Afbraamschijven met verzonken middengat
type 27 dienen gebruikt te worden met de
bijgeleverde flenzen.
1. Installeer de anti-blokkeer flens (f) op de spindel
(r) met het verhoogde deel (k) tegen de schijf
aan. Verzeker u ervan dat het holle deel van
flens tegen de platte kanten van de spindel
ligt door de flens iets te draaien en te duwen
voordat u de schijf plaatst.
2. Plaats de schijf tegen de flens, waarbij u de
schijf op het verhoogde deel van de flens
plaatst.
3. Terwijl u de spindelvergrendelingsknop indrukt,
draait u de klemmoer (g) op de spindel. Als de
aan te brengen schijf dikker is dan 3,17 mm
(1/8"), plaats dan de klemmoer op de spindel
zodat het verhoogde deel in het midden van
de schijf past (afb. 7A). Als de aan te brengen
schijf 3,17 mm (1/8") dik is of dunner, plaats
dan de klemmoer op de spindel zodanig dat het
verhoogde deel juist niet tegen de schijf aanligt
(afb. 7B).
4. Terwijl u de spindelvergrendelingsknop indrukt,
draait u de klemmoer aan met een moersleutel.
5. Om de schijf te verwijderen, drukt u de
spindelvergrendelingsknop in en draait u de
klemmoer los met een moersleutel.
OPMERKING: Als de schijf draait nadat de
klemmoer is aangedraaid, kijk dan of de klemmoer
niet verkeerd om is gemonteerd. Als een dunne
schijf gemonteerd wordt met het uitstekende deel
van de klemmoer tegen de schijf aan, zal de schijf
draaien omdat de dikte van het uitstekende deel
verhindert dat de klemmoer de schijf vastklemt.
144
HET AFBRAMEN VAN OPPERVLAKKEN MET
AFBRAAMSCHIJVEN
1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is
voordat u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk.
2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het
werktuig op hoge snelheid kan draaien. De
mate van afbramen is het hoogst wanneer de
schijf op hoge snelheid kan draaien.
3. Houd een hoek van 20˚ tot 30˚ tussen het
werktuig en het werkstuk.
4. Beweeg het werktuig voortdurend van voor naar
achter om te voorkomen dat er gutsen ontstaan
in het werkstuk.
5. Beweeg het werktuig bij het werkstuk vandaan
voordat u het uitzet. Wacht totdat de schijf
uitgedraaid is voordat u het werktuig neerlegt.
HET AFBRAMEN VAN KANTEN MET AFBRAAMSCHIJVEN
WAARSCHUWING: Schijven bedoeld
voor het doorslijpen en afbramen van
kanten kunnen breken of terugslag
veroorzaken wanneer ze gebogen
worden doordat het werktuig gebruikt
wordt voor doorslijpen of volledig
afbramen. Om het risico op ernstig
letsel te verkleinen, dient u schijven met
een standaardtype 27 beschermkap
te beperken tot oppervlakkig afbraamen inkeepwerk [minder than 13 mm
(1/2") diep]. De open kant van de
beschermkap moet van de gebruiker
af gepositioneerd zijn. Voor dieper
doorslijpen met een type 1 doorslijpschijf
dient u een gesloten beschermkap
(type 1) te gebruiken.
1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is
voordat u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk.
2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het
werktuig op hoge snelheid kan draaien. De
mate van afbramen is het hoogst wanneer de
schijf op hoge snelheid kan draaien.
3. Neem een zodanige positie in dat de open
onderkant van de schijf van u af gericht is.
4. Wanneer u eenmaal begonnen bent met slijpen
en er een inkeping in het werkstuk ontstaan is,
dient u de hoek waaronder u werkt niet meer te
veranderen. Door de hoek te veranderen buigt
de schijf waardoor deze zou kunnen breken.
Schijven voor het afbramen van kanten zijn niet
ontworpen om zijdelingse druk veroorzaakt door
buiging te kunnen weerstaan.
NEDERLANDS
5. Til het werktuig van het werkstuk voordat u
het uitzet. Wacht totdat de schijf uitgedraaid is
voordat u het werktuig neerlegt.
WAARSCHUWING: Gebruik afbraamen doorslijpschijven voor kanten niet
voor oppervlakken. Deze schijven zijn
niet bestand tegen zijdelingse druk
veroorzaakt door het afbramen van
oppervlakken. De schijf kan breken en
ernstig letsel kan het gevolg zijn.
Monteren van Draadborstels en
Draadschijven (afb. 1)
Draadborstels of draadschijven worden direct op de
as met schroefdraad geplaatst zonder dat flenzen
worden gebruikt.
Gebruik alleen de draadborstels of schijven die
voorzien zijn van een naaf met M14-schroefdraad.
Deze accessoires zijn tegen meerprijs verkrijgbaar
bij uw dealer ter plaatse of bij het officiële
servicemonteur.
OPMERKING: De beschermkap Type 27 is vereist
wanneer u draadborstels of schijven gebruikt.
VOORZICHTIG: Beperk het
risico van persoonlijk letsel, draag
werkhandschoenen wanneer u met
draadborstels en schijven werkt. Zij
kunnen scherp worden.
VOORZICHTIG: Beperk het risico van
beschadiging van het gereedschap,
de schijf of de borstel mag de
beschermkap niet raken wanneer de
kap is gemonteerd of in gebruik is.
DRAADKOMBORSTEL OF SCHIJF MONTEREN
1. Plaats het gereedschap op een tafel, de
beveiliging omhoog.
2. Draai met de hand de schijf of borstel op de as.
3. Druk de asvergrendelknop (c) in en zet de schijf
met een sleutel op de naaf van de draadschijf of
borstel vast.
4. U kunt de borstel of de schijf verwijderen
door de hierboven vermelde instructies in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
OPMERKING: Beperk het risico van
beschadiging van het gereedschap,
zet de naaf van de schijf goed op de
as vast voordat u het gereedschap
inschakelt.
Voorzorgsmaatregelen wanneer u
geverfde oppervlakken schuurt
1. Het schuren van verf op loodbasis wordt
NIET AANGERADEN omdat het moeilijk is
het vrijkomende giftige stof veilig af te voeren.
Kinderen en zwangere vrouwen lopen het
grootste risico op een loodvergiftiging.
2. Omdat het moeilijk is om zonder chemische
analyse vast te stellen of een bepaalde
verfsoort lood bevat, raden wij u de volgende
voorzorgsmaatregelen aan wanneer u verf
schuurt:
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
1. Kinderen en zwangere vrouwen zouden de
werkruimte pas moeten betreden wanneer
het schuren van verf afgelopen is en alles is
opgeruimd en schoongemaakt.
2. Iedereen in de werkruimte zou een stofmasker
of respirator moeten dragen. Het filter moet
dagelijks vervangen worden, of zodra de drager
moeite krijgt met ademhalen.
OPMERKING: Alleen stofmaskers die geschikt
zijn voor het werken met verf op loodbasis
en looddampen dienen gebruikt te worden.
Gewone verfmaskers bieden deze bescherming
niet. Vraag in uw lokale doe-het-zelf-winkel naar
een goedgekeurd masker.
3. In de werkruimte mag niet GEGETEN,
GEDRONKEN of GEROOKT worden om
te voorkomen dat iemand giftige deeltjes
binnenkrijgt. Iedereen in de werkruimte dient
zich af te borstelen en te wassen ALVORENS
te gaan eten, drinken of roken. Vermijd het
etenswaren, dranken en rookartikelen in de
werkruimte te laten liggen, waar ze met giftig
stof in aanraking zouden kunnen komen.
VEILIGHEID EN MILIEU
1. Verf dient verwijderd te worden op een manier
die zo min mogelijk stof veroorzaakt.
2. Ruimten waar verf wordt verwijderd dienen
afgesloten te worden met plastic zeil van ten
minste 4 mil dik.
3. Het schuren dient zo te gebeuren dat de kans
op het verspreiden van verfdeeltjes buiten de
werkruimte zo klein mogelijk is.
SCHOONMAKEN EN WEGGOOIEN
1. Alle oppervlakken in de werkruimte dienen
dagelijks gestofzuigd en grondig gereinigd te
worden zolang het schuren plaatsvindt. Het
stofzuiger filter dient regelmatig vervangen te
worden.
145
NEDERLANDS
2. Plastic weggooikleding dient verzameld en
weggegooid te worden, samen met ander afval
dat tijdens het werk is ontstaan. Gooi afval in
een afgesloten vuilcontainer die volgens de
reguliere methode opgehaald en geleegd wordt.
Tijdens het opruimen en schoonmaken dienen
kinderen en zwangere vrouwen de werkruimte
niet te betreden.
3. Al het speelgoed, wasbare benodigdheden en
gereedschappen dienen gewassen te worden
voordat ze opnieuw gebruik worden.
Vraag, voordat u met de werkzaamheden begint,
advies aan de verantwoordelijke bouwopzichter,
architect of bouwkundig adviseur.
ONDERHOUD
Uw DEWALT gereedschap op stroom is ontworpen
om gedurende een lange tijdsperiode te functioneren
met een minimum aan onderhoud. Het continu naar
bevrediging functioneren, hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u de accu,
voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Metaal zagen
Gebruik voor het snijden met gebonden
schuurmiddelen altijd de beschermkap type 1.
Werk bij het zagen op een gematigde snelheid,
aangepast aan het materiaal dat wordt gezaagd. Zet
geen druk op de zaagschijf, kantel de machine niet
en laat de machine niet trillen.
Verminder niet de snelheid van lopende zaagschijven
door zijwaartse druk uit te oefenen.
De machine moet altijd in een omhooggaande
beweging werken. Anders bestaat er het gevaar dat
de machine uit de zaagsnede wordt geduwd en u
de controle verliest.
Bij het zagen van profielen en vierkante balken kunt
u het beste beginnen bij de kleinste doorsnede.
Ruw slijpen
Aan de lader en de accu kan geen onderhoud
worden verricht. Er zitten binnen in het apparaat
geen onderdelen die onderhoudswerkzaamheden
vereisen.
Losgekomen borstels
De motor wordt automatisch uitgeschakeld om
aan te geven dat de koolstofborstels bijna versleten
zijn en dat het gereedschap een onderhoudsbeurt
nodig heeft. De koolstofborstels kunnen niet
door de gebruiker worden vervangen. Breng het
gereedschap naar een erkende DEWALT reparateur.
Gebruik nooit een zaagschijf voor opruwen.
Bij het opruwen worden de beste resultaten behaald
wanner de machine in een hoek van 30° tot 40°
wordt geplaatst. Beweeg de machine heen en weer
met gematigde druk. Op deze manier wordt het
werkstuk niet te heet, verkleurt het niet en ontstaan
er geen groeven.
Natuursteen zagen
Met de machine mag alleen droog worden
gezaagd.
Voor het zagen van natuursteen kunt u het beste
een diamant-zaagschijf gebruiken.
Werk alleen met de machine met een extra
stofbeschermingsmasker.
Werkadvies
Ga voorzichtig te werk wanneer u sleuven
zaagt in draagmuren.
Voor sleuven in draagmuren gelden in elk land
speciale voorschriften. Deze voorschriften moeten
onder alle omstandigheden in acht worden
genomen.
146
Smering
Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende
smering nodig.
OPMERKING: Smeer dit werktuig niet,
omdat dit schade zal berokkenen aan
de interne onderdelen.
Reiniging
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof
uit de hoofdbehuizing met droge lucht,
zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond
de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een
goedgekeurd stofmasker als u deze
procedure uitvoert.
NEDERLANDS
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere bijtende
chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het
gereedschap. Deze chemicaliën kunnen
het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een
doek die uitsluitend met water en milde
zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt;
dompel nooit enig onderdeel van het
gereedschap in een vloeistof.
SCHOONMAAKINSTRUCTIES LADER
WAARSCHUWING: Gevaar voor
elektrische schok. Ontkoppel de oplader
van de wisselstroomvoorziening voordat
u deze gaat reinigen. Vuil en vet kunnen
van de buitenzijde van de acculader
worden verwijderd met een doek of een
zachte, niet-metalen borstel. Gebruik
geen water of schoonmaakmiddelen.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Aangezien
accessoires die niet door DEWALT zijn
aangeboden niet met dit product zijn
getest, kan het gebruik van dergelijke
accessoires met dit gereedschap
gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel
te verminderen dient u uitsluitend door
DEWALT aanbevolen accessoires met
dit product te gebruiken.
WAARSCHUWING: Hulpstukken
moeten minimaal het nominale
toerental hebben dat staat aangegeven
op het waarschuwingslabel op het
werktuig. Schijven en hulpstukken die
het nominale toerental overschrijden,
kunnen uit elkaar vliegen en letsel
veroorzaken. Hulpstukken met
schroefdraad moeten voorzien zijn
van M14-draad. Hulpstukken zonder
schroefdraad moeten een as-uitsparing
van 22,2 mm (7/8") hebben. Zo niet,
dan is het hulpstuk waarschijnlijk
bedoeld voor een cirkelzaag. Het
nominale toerental van een hulpstuk
moet altijd hoger zijn dan de snelheid
van het werktuig zoals aangegeven op
het naamplaatje van het werktuig.
Het is belangrijk dat u de juiste beschermkappen,
steunschijven en flenzen kiest voor uw hulpstukken
en accessoires.
Neem contact op met uw leverancier voor verdere
informatie over de geschikte accessoires.
AANVULLENDE TAFEL
Max.
[mm]
D
b
[mm]
d
Min.
Lengte
Omtreksnelheid
Rotatie
draadgat
m/s
-1
[min. ]
[mm]
d
D
125 6 22,23 11000
80
-
125 -
11000
80
-
75 30 M14
11000
45
18,0
125 12 M14
11000
80
18,0
b
D
-
d
b
D
D
Bescherming van het milieu
Gescheiden afvalinzameling. Dit product
mag niet bij het normale huishoudelijke
afval worden aangeboden.
Als u op een dag bemerkt dat uw DEWALT product
vervangen dient te worden of dat u er verder geen
gebruik meer van maakt, mag u het niet als normaal
huishoudelijk afval aanbieden. Bied dit product aan
bij de gescheiden afvalinzameling.
Gescheiden inzameling van gebruikte
producten of verpakkingen maakt het
mogelijk dat materiaal kan worden
gerecycled en nogmaals gebruikt. Het
hergebruik van gerecycled materiaal
helpt milieuvervuiling te voorkomen en
vermindert de vraag naar grondstoffen.
Plaatselijke bepalingen voorzien mogelijk in de
gescheiden inzameling van elektrische producten
uit een huishouden, op stedelijke inzamelingspunten
of bij de detailhandelaar waar u een nieuw product
aanschaft.
DEWALT heeft een faciliteit voor het verzamelen van
recyclen van DEWALT producten als ze eenmaal
het einde van hun levensduur hebben bereikt. Stuur
om van deze service gebruik te maken uw product
a.u.b. terug naar iedere erkende reparateur die
namens ons de verzameling op zich neemt.
147
NEDERLANDS
U kunt de locatie van de erkende reparateur die het
dichtste bij u in de buurt is opzoeken door contact
op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor
zoals vermeld in deze handleiding. Een lijst van
erkende DEWALT reparateurs en volledige details
over onze after sales service zijn ook te vinden op
internet via: www.2helpU.com.
Accu
De accu met een lange levensduur moet worden
opgeladen als deze niet meer voldoende voeding
levert bij werkzaamheden die eerder probleemloos
werden uitgevoerd. Voer de accu aan het einde van
de technische levensduur op een milieuvriendelijke
manier af.
• Laat de accu volledig leeglopen en verwijder
hem vervolgens uit de machine.
• Li-ion-accu's zijn recycleerbaar. Breng
ze naar uw handelaar of uw plaatselijke
verwerkingscentrum. De ingezamelde accu's
worden dan op een milieuvriendelijke manier
gerecycled of afgevoerd.
148
NEDERLANDS
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit
van zijn producten en biedt
professionele gebruikers van het
product een uitstekende garantie. Deze
garantieverklaring is een aanvulling op uw
contractuele rechten als een professionele
gebruiker of uw wettelijke rechten als een
particuliere, niet-professionele gebruiker,
en is op geen enkele wijze van invloed
op deze rechten. De garantie is geldig
binnen het grondgebied van de Lidstaten
van de Europese Unie en de Europese
Vrijhandelszone.
• 30 DAGEN NIET GOED GELD
TERUG GARANTIE •
Als u niet geheel tevreden bent over de
prestaties van uw DEWALT-gereedschap,
kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht.
binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen
bij het verkooppunt en omruilen voor een
ander stuk gereedschap of tegen restitutie
van het aankoopbedrag. Het product mag
niet in onredelijke mate zijn versleten en u
dient een aankoopbewijs te overleggen.
• Er geen reparaties zijn ondernomen
door niet-geautoriseerde personen;
• U een aankoopbewijs kunt
overleggen;
• Het product compleet met alle originele
onderdelen wordt geretourneerd.
Als u aanspraak wilt maken op de garantie,
neem dan contact op met uw leverancier of
zoek het officiële DEWALT-servicecentrum
bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of
neem contact op met het DEWALT-kantoor
op het adres dat wordt vermeld in deze
handleiding. Een lijst van officiële DEWALTservicecentra en volledige details over onze
after-sales-service zijn ook te vinden op
internet via: www.2helpU.com.
• EEN JAAR GRATIS
ONDERHOUDSCONTRACT •
Als onderhouds- of
servicewerkzaamheden nodig zijn
voor uw DEWALT-gereedschap, in de
12 maanden na uw aankoop, hebt u
recht op één jaar gratis service. Deze
zal kosteloos worden uitgevoerd in een
DEWALT-servicecentrum. U dient een
aankoopbewijs te overleggen. Inclusief
arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect
raakten en onder de garantie vielen.
• EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE •
Als uw DEWALT-product defect raakt als
gevolg van het gebruik van verkeerde
materialen of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van
aankoop, garandeert DEWALT alle defecte
onderdelen gratis te vervangen of – naar
onze beoordeling – het apparaat gratis te
vervangen, op voorwaarde dat:
• Het product niet verkeerd gebruikt is;
• Het product in redelijke mate is
versleten;
149
NEDERLANDS
TABEL SLIJPACCESSOIRES
Beveiligingstype
Accessoire
Beschrijving
Hoe bevestigt u op de
slijpmachine
Slijpschijf met
niet ingedrukt
midden
TYPE 27
BEVEILIGING
Type 27 beveiliging
Flapwiel
Ondersteunende flens
Draadwielen
Type 27 niet ingedrukt middenwiel
Klemmoer met schroefdraad
Draadwielen
met moer met
schroefdraad
Type 27 beveiliging
Draadwiel
Draadbus
met moer met
schroefdraad
Type 27 beveiliging
Draadborstel
Steunkussen/
schuurblad
Type 27 beveiliging
Rubberen steunkussen
Schuurschijf
Klemmoer met schroefdraad
150
NEDERLANDS
TABEL SLIJPACCESSOIRES (vervolg)
Beveiligingstype
Accessoire
Beschrijving
Hoe bevestigt u op de
slijpmachine
Snijdschijf voor
metselwerk
TYPE 1
BEVEILIGING
Type 1 beveiliging
Snijdschijf voor
metaal
Diamanten
snijdwielen
Ondersteunende flens
Snijdwiel
Klemmoer met schroefdraad
GEEN
BEVEILIGING
Polijstkap
151