Documenttranscriptie
2
Dansk
3
Deutsch
18
English
36
Español
51
Français
68
Italiano
85
Nederlands
102
Norsk
119
Português
134
Suomi
151
Svenska
166
Türkçe
181
Ελληνικά
197
NEDERLANDS
DRAADLOZE SLIJPER VOOR ZWARE TOEPASSINGEN
DC411
Gefeliciteerd!
U hebt een werktuig van DEWALT gekocht.
Door haar jarenlange ervaring, grondige
productontwikkeling en innovatie heeft DEWALT zich
tot één van de meest betrouwbare partners voor
gebruikers van professionele elektrische werktuigen
ontwikkeld.
Technische gegevens
Voltage
Vermogen
Nullast
Diameter schijf
Diameter spindel
Gewicht (zonder accu)
DC411
18
405
6.500
125
M14
2,2*
VDC
W
min-1
mm
kg
dB(A)
dB(A)
dB(A)
83
3,0
94
dB(A)
3,0
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen
om de gebruiker te beschermen tegen
trillingseffecten zoals: onderhoud het
gereedschap en de accessoires, houd
de handen warm, organisatie van
werkpatronen.
Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald
conform EN 60745:
Trillingsuitstootwaarde
m/s²
7,5
onzekerheid K
m/s²
3,3
Accuset
Accutype
Spanning
Vermogen
Gewicht
VDC
Ah
kg
Lader
Netspanning
VAC
Accutype
Geschatte oplaadtijd min
Gewicht
102
kg
DE9096
NiCd
18
2,4
1,0
DE9503
NiMH
18
2,6
1,0
WAARSCHUWING: Het aangegeven
trillingsemissieniveau vertegenwoordigt
de belangrijkste toepassingen van
het gereedschap. Maar als het
gereedschap wordt gebruikt voor
andere toepassingen, met verschillende
accessoires of als het niet goed
wordt onderhouden, dan kan de
trillingsemissie verschillend zijn. Dit
kan het blootstellingsniveau aanzienlijk
verhogen over de hele werkperiode.
Een schatting van het
blootstellingsniveau voor trilling moet
ook rekening houden met hoe vaak
het gereedschap uitgeschakeld is of
wanneer het gereedschap wel aan
staat maar niet daadwerkelijk gebruikt
wordt. Dit kan het blootstellingsniveau
aanzienlijk verlagen over de hele
werkperiode.
* gewicht inclusief handvat en beschermkap
LpA (geluidsdruk)
KPA (geluidsdruk onzekerheid)
LWA (akoestisch vermogen)
KWA (akoestisch vermogen
onzekerheid)
Het in dit informatieblad gegeven
trillingsuitstootniveau werd gemeten in
overeenstemming met een in EN 60745 gegeven
gestandaardiseerde test en kan worden gebruikt om
een stuk gereedschap met een ander te vergelijken.
Het kan worden gebruikt voor een voorlopige
beoordeling van blootstelling.
DE9180
Li-Ion
18
2,0
0,68
DE9116
DE9135
230
230
NiCd/ NiMH NiCd/NiMH/Li-Ion
60
40
(2,0 Ah
(2,0 Ah
accusets)
accusets)
0,4
0,52
Zekeringen
Europa
& Ierland
Verenigd Koninkrijk
werktuig opererend op 230 V
10 ampère, netspanning
werktuig opererend op 230 V
13 ampère, in de stekkers
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven de
risicograad voor ieder signaalwoord. Gelieve de
handleiding te lezen en op deze symbolen te letten.
GEVAAR: Wijst op zeer
gevaarlijke situaties die de dood of
ernstig letsel tot gevolg zullen hebben.
WAARSCHUWING: Wijst op een
mogelijk gevaarlijke situatie diede
dood of ernstig letsel tot gevolg kan
hebben, indien er geen maatregelen zijn
getroffen.
NEDERLANDS
VOORZICHTIG: Wijst een mogelijk
gevaarlijke situatie die lichte tot
middelmatige verwondingen tot
gevolg kan hebben, indien er geen
maatregelen zijn getroffen.
VOORZICHTIG: Indien niet vergezeld
van het veiligheidsalarmsymbool wijst
dit symbool op een mogelijk gevaarlijke
situatie die zou kunnen leiden tot
zaakschade.
Geeft op het risico op een elektrische
schok aan.
EG-overeenkomstigheidsverklaring
DC411
DEWALT verklaart dat deze onder “technische
gegevens” beschreven producten werden
ontworpen in overeenstemming met:
98/37/EEC (tot 28 dec. 2009), 2004/108/EC,
2006/42/EC (vanaf 29 dec. 2009) 2006/95/EC,
EN 55014-1, EN 55014-2, EN 60745-1,
EN 60745-2-3.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met DEWALT op onderstaand adres, of kunt u de
achterzijde van de handleiding raadplegen.
Ondergetekende is verantwoordelijk voor het
samenstellen van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice-president Techniek en productontwikkeling
DEWALT, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
20.09.2007
WAARSCHUWING: Lees de
instructiehandleiding om het risico op
letsel te verminderen.
Algemene veiligheidswaarschuwingen
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en
instructies Indien geen gevolg aan
deze aanwijzingen wordt gegeven, kan
dit leiden tot elektrische schok, brand of
ernstig letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN
INSTRUCTIESOM LATER TE RAADPLEGEN.
De term ‘elektrisch gereedschap’ in alle
onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw
elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer)
of accugedreven (draadloos) elektrisch gereedschap.
1) VEILIGHEID VAN HET WERKGEBIED
a) Houd het werkgebied schoon en goed
verlicht. Rommelige of donkere plekken
vragen om ongelukken.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap
in een explosieve omgeving, zoals in de
buurt van brandbare vloeistoffen, gassen
of stof. Elektrisch gereedschap creëert
vonken die het stof of de dampen kunnen
doen ontbranden.
c) Houd kinderen en toeschouwers op een
afstand tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap. Verstrooidheid kan leiden tot
controleverlies.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrisch gereedschap
moeten in het stopcontact passen. Pas
de stekker op geen enkele manier aan.
Gebruik geen verloopstekkers met geaard
elektrisch gereedschap. Ongemodificeerde
stekkers en bijpassende stopcontacten
verminderen het risico op elektrische
schokken.
b) Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlaktes zoals pijpen, radiatoren,
ovens en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico op elektrische schokken als
uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrisch gereedschap niet bloot
aan regen of water. Water dat in elektrisch
gereedschap terechtkomt, verhoogt het risico
op een elektrische schok.
d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik
het snoer nooit om het elektrische
gereedschap te dragen, te slepen of de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van hitte,
scherpe kanten of bewegende delen.
Beschadigde of verwarde snoeren verhogen
het risico op een elektrische schok.
e) Als u elektrisch gereedschap buiten
bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat
geschikt is voor gebruik in open lucht. Het
gebruik van een snoer dat geschikt is voor
gebruik in open lucht vermindert het risico op
een elektrische schok.
f) Indien het bedienen van een elektrisch
gereedschap in een vochtige plaats
niet kan worden vermeden, gebruik dan
103
NEDERLANDS
een voeding beschermd door een RCD
(residustroomapparaat). Het gebruik van
een RCD verlaagt het risico van elektrische
schokken.
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik
uw gezond verstand als u elektrisch
gereedschap gebruikt. Gebruik geen
elektrisch gereedschap als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van
elektrisch gereedschap kan leiden tot ernstige
lichamelijke verwondingen.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming. Het
gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een
stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een
helm of gehoorbescherming, vermindert de
kans op letsels.
c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk
start. Zorg ervoor dat de schakelaar in
de stand “uit” is voordat u aansluit op de
stroombron en/of accu bij het opnemen
of verdragen van het gereedschap. Als
u elektrische werktuigen met uw vinger op
de schakelaar verplaatst, of een elektrisch
werktuig aansluit met de schakelaar al aan,
kan dit ongevallen tot gevolg hebben.
d) Verwijder alle afstelsleutels of
moersleutels voordat u het elektrische
gereedschap aanzet. Een moersleutel of
afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend
onderdeel van het elektrische gereedschap
kan tot lichamelijke verwondingen leiden.
e) Reik niet te ver. Behoud voortdurend uw
evenwicht en balans. Hierdoor bewaart u
in onverwachte omstandigheden een betere
controle over het elektrische gereedschap.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Losse kleding,
sieraden of lang haar kunnen vastraken in
bewegende onderdelen.
g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor
de verbinding van voorzieningen voor
stofafvoer en stofverzameling, zorg dan
dat deze aangesloten zijn en op de juiste
manier gebruikt worden. Stofverzameling
kan aan stof gerelateerde gevaren beperken.
4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCH
GEREEDSCHAP
a) Forceer het elektrische gereedschap
niet. Gebruik het juiste elektrische
104
gereedschap voor uw toepassing. Het
juiste elektrische gereedschap zal het karwei
beter en veiliger klaren aan de snelheid
waarvoor het ontworpen werd.
b) Gebruik het elektrische gereedschap
niet als de schakelaar het niet in- en
uitschakelt. Elk elektrisch gereedschap dat
niet met de schakelaar bediend kan worden,
is gevaarlijk en moet hersteld worden.
c) Koppel de stekker los van de stroombron
en/of accu van het elektrische
gereedschap voordat u aanpassingen
aanbrengt, accessoires wijzigt of
elektrisch gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
werktuig toevallig wordt geactiveerd.
d) Bewaar ongebruikt elektrisch
gereedschap buiten het bereik van
kinderen en laat mensen die niet
vertrouwd zijn met het elektrische
gereedschap of met deze instructies het
elektrische gereedschap niet gebruiken.
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk in de
handen van onervaren gebruikers.
e) Onderhoud elektrisch gereedschap.
Controleer op foutuitlijning of vastlopen
van beweegbare delen, gebroken
onderdelen of een andere omstandigheid
die de werking van het elektrische
gereedschap kan beïnvloeden. Als het
elektrische gereedschap beschadigd
is, laat dit dan herstellen alvorens het
te gebruiken. Veel ongelukken worden
veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrisch gereedschap.
f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon.
Goed onderhouden snijwerktuigen met
scherpe snijkanten zullen minder snel
vastlopen en zijn makkelijker te beheersen.
g) Gebruik het elektrische werktuig,
hulpstukken e.d. overeenkomstig deze
instructies, en houdt daarbij rekening met
de werkomstandigheden en het uit te
voeren werk. Het gebruik van het elektrische
werktuig voor handelingen die afwijken van
die waarvoor het werktuig bedoeld is, zou
een gevaarlijke situatie tot gevolg kunnen
hebben.
5) GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN WERKTUIGEN OP
BATTERIJ
a) Herlaad alleen met de lader die wordt
vermeld door de fabrikant. Een lader die
geschikt is voor een bepaalde soort accuset,
kan een risico voor brand geven als deze
lader wordt gebruikt met een andere accuset.
NEDERLANDS
b) Gebruik elektrische werktuigen alleen met
speciaal daarvoor bestemde accusets.
Gebruik van een andere accuset kan een
risico voor verwondingen en brand inhouden.
c) Wanneer de accu niet wordt gebruikt,
houd die dan uit de buurt van andere
metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding kunnen maken van de
ene pool naar de andere. Het kortsluiten
van de polen van de batterij kan leiden tot
brandwonden of brand.
d) Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt,
kan vloeistof uit de accu weglekken.
Vermijd contact met deze vloeistof. Als er
per ongeluk contact ontstaat, spoel dan
met water. Raadpleeg een arts wanneer
de vloeistof in contact komt met de ogen.
Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) ONDERHOUDSBEURT
a) Laat uw elektrische gereedschap
onderhouden door een erkende
onderhoudsmonteur die alleen identieke
vervangingsonderdelen gebruikt. Dit
handhaaft de veiligheid van het elektrische
gereedschap.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
ALLE WERKZAAMHEDEN
a) Dit elektrische werktuig is bedoeld om mee
te slijpen, (staal)borstelen of doorslijpen.
Lees alle bij dit elektrische werktuig
behorende veiligheidswaarschuwingen,
instructies, illustraties en specificaties. Het
niet naleven van alle onderstaande instructies
kan elektrische schok, brand en/of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
b) Activiteiten zoals polijsten of schuren
worden niet aanbevolen met dit elektrische
werktuig. Dit elektrische werktuig gebruiken
voor werk waarvoor het niet is bedoeld, kan
gevaarlijk zijn en letsel tot gevolg hebben.
c) Gebruik geen hulpstukken die niet speciaal
door de fabrikant worden vervaardigd
of aangeraden. Dat een hulpstuk op uw
elektrische werktuig kan worden bevestigd,
garandeert nog geen veilig gebruik.
d) Het nominale toerental van het hulpstuk
moet minimaal gelijk zijn aan de maximum
snelheid die op het elektrische werktuig
staat aangegeven. Hulpstukken die gebruikt
worden op een snelheid hoger dan het
nominale toerental kunnen breken en uit elkaar
vliegen.
e) De buitenste diameter en de dikte
van het hulpstuk moeten binnen de
capaciteitsgrenzen van het elektrische
werktuig liggen. Hulpstukken die niet de juiste
maten hebben, kunnen niet veilig gebruikt
worden.
f) De asmaat van schijven, flenzen,
steunschijven en andere hulpstukken moet
overeenstemmen met de spindelmaat van
het elektrische werktuig. Hulpstukken zonder
as-uitsparing die niet op de juiste manier
gemonteerd kunnen worden, zullen uit balans
raken, overmatig trillen en kunnen controleverlies
tot gevolg hebben.
g) Gebruik geen beschadigde hulpstukken.
Controleer hulpstukken voor elk gebruik,
zoals schuurschijven op splinters en barsten,
steunschijven op barsten, scheuren en
overmatige slijtage, staalborstels op losse
of gespleten draden. Als u het elektrisch
werktuig of een hulpstuk laat vallen,
controleer dan of het niet beschadigd
is. Nadat u een hulpstuk gecontroleerd
en gemonteerd heeft, zorg dan dat u en
eventuele omstanders op een veilige afstand
van het draaiingsvlak van het werktuig staan,
en laat het elektrische werktuig één minuut
onbelast op maximale snelheid draaien.
Beschadigde hulpstukken vallen normaal
gesproken uit elkaar tijdens deze testperiode.
h) Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Afhankelijk van de werking, moet u
gezichtsbescherming, oogbescherming of
een veiligheidsbril dragen. Draag indien
nodig een stofmasker, gehoorbescherming,
handschoenen en overall die geschikt zijn
om kleine rondvliegende deeltjes tegen
te houden. De oogbeschermer moet in
staat zijn om rondvliegende deeltjes tegen te
houden die het gevolg zijn van uiteenlopende
werkzaamheden. Het stof- of gasmasker moet
kleine stofdeeltjes die vrijkomen bij het gebruik
van het werktuig kunnen zeven. Langdurige
blootstelling aan lawaai kan gehoorbeschadiging
veroorzaken.
i) Houd omstanders op een veilige afstand
van uw werkplek. Iedereen die zich op de
werkplek bevindt, dient een persoonlijke
veiligheidsuitrusting te dragen. Delen van het
werkstuk of van een defect hulpstuk kunnen
wegvliegen en letsels op enige afstand van de
werkplek tot gevolg hebben.
105
NEDERLANDS
j) Houd het elektrische werktuig alleen vast
bij de geïsoleerde handgrepen wanneer u
het gebruikt op een wijze waarbij verborgen
draden of het snoer van het werktuig
geraakt zouden kunnen worden. Wanneer
een hulpstuk een stroomdraad raakt, kunnen
de metalen delen van het elektrische werktuig
onder stroom komen te staan en kan de
gebruiker een schok krijgen.
k) Zorg dat het snoer niet in de buurt van het
draaiende hulpstuk komt. Als u de controle
verliest, kan het snoer doorgesneden worden en
uw hand of arm kan in het draaiende hulpstuk
getrokken worden.
l) Leg het elektrische werktuig pas neer
wanneer het hulpstuk volledig tot stilstand
is gekomen. Het draaiende hulpstuk kan het
oppervlak raken, waardoor u de controle over
het elektrische werktuig kunt verliezen.
m) Laat het werktuig nooit aanstaan terwijl u
het draagt. Als het draaiende hulpstuk per
ongeluk uw lichaam raakt, kan het in uw kleding
blijven haken met als gevolg dat het hulpstuk in
uw lichaam wordt gedraaid.
n) Maak de ventilatieopeningen van het
elektrische werktuig regelmatig schoon. De
ventilator van de motor zuigt stof naar binnen
en een overmatige opeenhoping van metalen
stofdeeltjes kan elektrische storingen tot gevolg
hebben.
o) Gebruik het elektrische werktuig niet in buurt
van ontvlambare materialen. Deze materialen
kunnen door vonken vlam vatten.
p) Gebruik geen hulpstukken die koelvloeistof
nodig hebben. Het gebruik van water of
andere koelvloeistoffen kan elektrocutie of
schok tot gevolg hebben.
q) Gebruik geen slijpwielen type 11
(klokvormig) voor dit werktuig. Gebruik
van ongeschikte hulpstukken kan leiden tot
verwondingen.
r) Gebruik altijd de zijhandgreep. Zorg dat de
handgreep strak vastzit. De zijhandgreep moet
altijd worden gebruikt, zodat het gereedschap
altijd gecontroleerd kan worden.
Oorzaken en voorkomen van
terugslag door de gebruiker
Terugslag is een plotselinge reactie op een
vastgehaakt of beklemd draaiend wiel, steunschijf,
borstel of ander hulpstuk. Vasthaken of beklemd
geraken zorgt dat het draaiende hulpstuk
plotseling vastloopt, waardoor vervolgens het stuk
106
gereedschap in de tegenovergestelde draairichting
beweegt.
Als een schuurwiel bijvoorbeeld gehaakt of geklemd
wordt door het werkstuk, kan de rand van het wiel
dat het geklemde punt binnenkomt in het oppervlak
van het materiaal graven waardoor het wiel uitklimt
en terugslaat. Het wiel kan naar de gebruiker of
weg van de gebruiker springen, afhankelijk van
de richting van de beweging van het wiel op het
punt van klemming. Schuurwielen kunnen in deze
omstandigheden ook breken.
Terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van het
werktuig en/of verkeerde werkomstandigheden
en kan voorkomen worden door de juiste
voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
aangegeven:
a) Houd het elektrische werktuig stevig vast en
breng lichaam en armen in een houding die
het mogelijk maakt een eventuele terugslag
op te vangen. Indien beschikbaar, moet u
altijd gebruik maken van een hulphandgreep,
zodat u maximale controle hebt bij een
terugslag of draaireactie bij het opstarten.
Indien de aangewezen voorzorgsmaatregelen
worden genomen, kan de gebruiker controle
houden bij een draaireactie of terugslag.
b) Plaats de handen nooit dichtbij het
draaiende hulpstuk. Het hulpstuk kan
terugslaan over uw handen.
c) Houd uw lichaam nooit waar terugslag van
het elektrische werktuig kan optreden. Door
terugslag kan het werktuig bewegen in de
richting tegenovergesteld aan de beweging van
het wiel waar het vastzit.
d) Wees bijzonder voorzichtig als u aan hoeken,
scherpe randen en dergelijke werkt. Vermijd
dat het hulpstuk terugkaatst en vasthaakt.
Het draaiende hulpstuk haakt dikwijls vast bij
hoeken, scherpe randen of terugkaatsing, met
verlies van controle of terugslag tot gevolg.
e) Bevestig geen blad van een kettingzaag
voor hout of een getand zaagblad. Deze
zaagbladen zorgen vaak voor terugslag en
controleverlies.
Speciale veiligheidswaarschuwingen
wanneer u gaat afbramen en
doorslijpen
a) Gebruik alleen slijpschijven die worden
aanbevolen voor uw type elektrisch werktuig
en gebruik een beschermkap die geschikt is
voor de gekozen schijf. Schijven waarvoor het
elektrisch werktuig niet ontworpen is, kunnen
niet adequaat afgedekt worden en zijn niet veilig.
NEDERLANDS
b) De beschermkap moet stevig en in een
dusdanige positie gemonteerd worden dat
maximale veiligheid geboden wordt en de
gebruiker zo veel mogelijk afgeschermd
wordt van de schijf. De beschermkap
beschermt de gebruiker tegen rondvliegende
splinters en ongewild contact met de schijf.
c) Schijven moeten alleen gebruikt worden
voor de aanbevolen toepassingen.
Bijvoorbeeld: slijp niet met de zijkant van
een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn
bedoeld voor omtrekslijpen; zijdelingse druk kan
een dergelijke schijf uiteen laten spatten.
d) Gebruik altijd onbeschadigde flenzen
van de juiste vorm en afmeting voor de
gekozen schijf. Goede flenzen ondersteunen
de schijf, wat het risico verkleint dat de schijf
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen
verschillen van flenzen voor afbraamschijven.
e) Gebruik geen versleten schijven van grotere
elektrische werktuigen. Een schijf bedoeld
voor een groter elektrisch werktuig is niet
geschikt voor de hogere snelheid van een
kleiner werktuig en kan barsten.
Bijkomende
veiligheidswaarschuwingen
specifiek voor doorslijpen
a)
Zet het slijpwiel niet “klem” en oefen niet
teveel druk uit. Probeer niet te diep te
slijpen. Te zwaar belasten van het wiel zorgt
dat het wiel eerder verbuigt of klemraakt in
de snede, waardoor een terugslag op kan
treden of het wiel kan breken.
b) Zorg dat uw lichaam niet op één lijn met
en achter het draaiende wiel staat. Als het
wiel, op het punt van gebruik, weg van uw
lichaam beweegt, kan de mogelijke terugslag
het draaiende wiel en het werktuig in uw
richting bewegen.
c) Wanneer het wiel vastloopt of u om gelijk
welke reden de snijoperatie afbreekt,
schakelt u het gereedschap uit en houdt
u dit stil totdat het wiel volledig stilstaat.
Probeer nooit het snijwiel uit de snede te
verwijderen terwijl het wiel nog beweegt;
anders kan een terugslag optreden.
Onderzoek waardoor de schijf bleef steken
en neem maatregelen om de reden weg te
nemen.
d) Hervat de snijoperatie niet in het
werkstuk. Laat het wiel de volledige
snelheid bereiken en plaats het
voorzichtig terug in de snede. Het wiel
kan vastlopen, weglopen of een terugslag
e)
f)
veroorzaken als het gereedschap in het
werkstuk wordt heropgestart.
Ondersteun panelen of grote werkstukken
om het risico van vastgelopen wielen
en terugslag te minimaliseren. Grote
werkstukken hebben de neiging door te
buigen onder hun eigen gewicht. Plaats
ondersteuning onder het werkstuk, dicht bij
de snijlijn en dicht bij de uiteinden van het
werkstuk, aan beide zijden van het wiel.
Wees extra voorzichtig bij het
verstekzagen in bestaande muren of
andere blinde zones. Het uitstekende
wiel kan mogelijk gas- of waterleidingen,
elektrische bedrading of objecten
doorsnijden, wat kan leiden tot een terugslag.
Veiligheidswaarschuwingen
specifiek voor werking met
staalborstel
a)
U dient te weten dat de metalen haren
van de borstel zelfs tijdens standaard
werkzaamheden loskomen. Vermijd te
veel druk op de borstelharen door de
borstel overmatig te belasten. De haren
van de staalborstel kunnen gemakkelijk in
lichte kleding en/of de huid dringen.
b) Indien bescherming aanbevolen is bij
gebruik van een staalborstel, mag de
bescherming de staaldraadborstel of
staalborstel niet hinderen. De diameter
van de staaldraad of staaldraadborstel
kan uitzetten door het werk en
middelpuntvliedende kracht.
Markeringen op gereedschap
Draag oorbescherming.
Draag oogbescherming.
POSITIE VAN DATUMCODE
De datumcode, die ook het jaar van fabricage bevat,
staat gedrukt op het oppervlak van het omhulsel
dat de bevestigingsverbinding vormt tussen het
gereedschap en de accu!
Voorbeeld:
2008 XX XX
Fabricagejaar
107
NEDERLANDS
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding
bevat belangrijke veiligheids- en bedieningsinstructies
voor de acculaders DE9116/DE9135.
• Lees voor gebruik van de accu en lader eerst
alle instructies en waarschuwingen op de
lader, de accuset en op het product waarin de
accuset wordt gebruikt.
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. 230 volt
is aanwezig op de laadterminals. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Dit kan leiden tot elektrische schokken
of elektrocutie.
WAARSCHUWING: Elektrocutiegevaar.
Zorg dat er geen vloeistof in de
werklamp/lader binnendringt. Dit kan
leiden tot elektrische schokken.
WAARSCHUWING: Risico op
brandwonden. Laad, om het risico
op letsel te beperken, uitsluitend
oplaadbare batterijen van DEWALT op.
Andere typen accu’s kunnen barsten.
Dit kan leiden tot lichamelijk letsel en
schade.
VOORZICHTIG: Als de lader is
aangesloten op de voedingsbron,
kunnen de blootliggende contactpunten
in de lader onder bepaalde
omstandigheden kortsluiten onder
invloed van vreemd materiaal. Vreemde
geleidende materialen, waaronder,
maar niet beperkt tot, staalwol,
aluminiumfolie of een opeenhoping van
metaalhoudende deeltjes, moeten uit de
buurt van openingen in de lader worden
gehouden. Koppel de lader altijd los van
de voedingsbron als er geen accuset in
zit. Ontkoppel de lader voordat u deze
reinigt.
• Probeer de accuset NIET op te laden
met andere laders dan de laders in deze
handleiding. De lader en de accuset zijn
specifiek op elkaar afgestemd.
• Deze laders zijn niet bedoeld voor ander
gebruik dan het opladen van DEWALT
herlaadbare accu’s. Bij andere toepassingen
bestaat risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
• Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
• Trek de stekker niet los aan het snoer
wanneer u de lader ontkoppelt. Zo beperkt u
het risico op beschadiging aan stekker en snoer.
108
• Plaats het snoer zo dat niemand erop kan
stappen of erover kan struikelen, of het
snoer op een andere andere manier kan
beschadigen.
• Gebruik geen verlengsnoer, tenzij dit echt
noodzakelijk is. Gebruik van een verkeerd
verlengsnoer kan leiden tot risico op brand,
elektrische schokken of elektrocutie.
• Plaats geen voorwerpen op de lader en
plaats de lader niet op een zacht oppervlak.
Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen
geblokkeerd raken, wat kan leiden tot
extreem hoge interne temperaturen. Houd de
lader verwijderd van warmtebronnen. De lader
wordt geventileerd via groeven aan de bovenen onderkant van de behuizing.
• Gebruik de lader niet als het snoer of de
stekker beschadigd is – vervang deze in dat
geval direct.
• Gebruik de lader niet als er hard tegenaan
is gestoten, als hij is gevallen of op
enigerlei wijze is beschadigd. Ga ermee naar
een erkend reparatiepunt.
• Haal de lader niet uit elkaar; ga ermee
naar een erkend reparatiepunt wanneer
onderhoud of reparatie nodig is. Als de lader
verkeerd in elkaar wordt gezet, kan dit leiden
tot risico op brand, elektrische schokken of
elektrocutie.
• Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u deze reinigt. Zo
beperkt u het risico op elektrische schokken.
U vermindert dit risico niet door de accuset te
verwijderen.
• NOOIT proberen twee laders samen te
verbinden.
• De lader is ontworpen om te functioneren
met de standaard 230V huishoudelijke
stroomvoorziening. Probeer het toestel niet
te gebruiken met een andere spanning. Dit
geldt niet voor de lader van het apparaat.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
De DE9116 laders accepteren zowel de DEWALT
NiCd als de NiMH accusets variërende van
7,2 tot 18 V.
De DE9135-lader werkt met DEWALT NiCd,
NiMH- of Li-Ion-batterijen van 7,2 – 18 V.
Deze laders vereisen geen aanpassing en zijn
ontworpen om er zo eenvoudig mogelijk mee te
kunnen werken.
NEDERLANDS
Laadprocedure
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Er is
230 volt aanwezig op laadstations. Niet
sonderen met geleidende voorwerpen.
Risico van elektrische schok of
elektrocutie.
1. Sluit de lader aan op een geschikt stopcontact
voordat u de accuset erin plaatst.
2. Plaats de accuset in de lader. Het rode (oplaad-)
lampje zal doorlopend knipperen om aan te
geven dat het oplaadproces begonnen is.
3. Als het rode AAN-lampje continu blijft branden,
is het opladen voltooid. De accu is volledig
opgeladen en mag onmiddellijk worden gebruikt
of in de lader blijven.
Oplaadproces
In onderstaande tabel staat aangegeven hoe u uit de
oplaadindicatoren kunt afleiden in welk stadium van
het opladen de accu zich bevindt.
Stadium van opladen
bezig met opladen
volledig opgeladen
hete/koude accuvertraging
accuset vervangen
probleem
– – – – – –
–––––––––––
––– – ––– –
•••••••••••
•• •• •• ••
Automatische verversing
De automatische verversingsmodus zal de
individuele cellen in de accuset gelijkschakelen of
balanceren op het piekvermogen van de accu.
De accuset dient wekelijks bijgeladen te worden,
of wanneer de accu niet langer de gebruikelijke
capaciteit levert.
Om de accuset bij te laden, plaatst u de accu op de
gebruikelijke manier in de lader. Laat de accuset ten
minste 8 uur in de lader.
Hete/koude accuvertraging
Als de lader een accu detecteert die te heet of te
koud is, begint de lader automatisch een hete/koude
accuvertraging, waarbij het opladen vertraagd wordt
totdat de accu een geschikte temperatuur heeft
bereikt. De lader schakelt dan automatisch over op
de acculaadmodus. Hiermee wordt een maximale
levensduur van de accu gegarandeerd.
BESCHERMING TEGEN VOLLEDIGE ONTLADING
Wanneer de accuset zich in het werktuig bevindt,
is deze beschermd tegen volledige ontlading
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle accusets.
Wanneer u vervangingsaccusets besteld, zorg
er dan voor dat u het catalogusnummer en de
spanning vermeldt. Raadpleeg de tabel achteraan
deze handleiding voor de compatibiliteit van laders
en accusets.
De accuset is niet volledig opgeladen wanneer
die uit de verpakking komt. Vooraleer u de
accuset en de lader gebruikt, dient u de volgende
veiligheidsinstructies te lezen. Volg daarna de
beschreven oplaadprocedure.
LEES ALLE INSTRUCTIES
• Gebruik geen elektrisch werktuig in een
explosieve omgeving, zoals in de buurt van
brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Door
de batterij in de lader te plaatsen of eruit te
halen kunnen stof of dampen ontvlammen.
• Laad de accusets enkel in DEWALT laders.
• GELIEVE NIET met water of andere vloeistoffen
te besprenkelen of hierin onder te dompelen.
• Het werktuig en de accuset niet opbergen of
gebruiken in ruimtes waar de temperatuur
40˚ C (105° F) kan bereiken of overschrijden
(zoals buitenloodsen of metalen gebouwen
in de zomer).
GEVAAR: Elektrocutiegevaar. Probeer
nooit een accu te openen, om welke
reden dan ook. Als het omhulsel van
de accuset gebarsten of beschadigd
is, plaats deze niet in de lader. Dit
kan leiden tot elektrische schokken of
elektrocutie. Beschadigde accusets
moeten terugbezorgd worden aan de
klantendienst voor recyclage.
WAARSCHUWING: Probeer nooit een
accu te openen, om welke reden dan
ook. Als het omhulsel van de accuset
gebarsten of beschadigd is, plaats deze
niet in de lader. Gelieve de accuset niet
samen te drukken, te laten vallen of te
beschadigen. Gebruik geen accuset of
lader die een zware klap heeft gekregen,
gevallen is, overreden is of beschadigd
is op welke manier dan ook (bv.
doorboord met een spijker, geraakt met
een hamer, platgetrapt). Beschadigde
accusets moeten teruggebracht worden
naar het reparatiepunt voor recyclage.
VOORZICHTIG: Wanneer het
werktuig niet gebruikt wordt,
plaats het dan op zijn zijkant op
een stabiele ondergrond waar
109
NEDERLANDS
niemand er kan over struikelen of
vallen. Sommige werktuigen met grote
accusets staan rechtop op de accuset,
waardoor deze makkelijk omver kan
vallen.
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR NIKKEL
CADMIUM (NiCd) OF NIKKEL METAAL HYDRIDE (NiMH)
• Verbrand de accuset niet, ook al is deze
ernstig beschadigd of totaal versleten. De
accuset kan ontploffen in vuur.
losse metalen voorwerpen de aansluitpunten kunnen
kortsluiten, wat leidt tot een brandrisico en schade
aan de accu veroorzaakt.
1. Verwijder de beschermende accudop voordat
u de accuset in de lader of het apparaat plaatst
(fig. 3A).
2. Plaats de beschermdop onmiddellijk op de
aansluitpunten nadat u de accu uit de lader of
het werktuig hebt verwijderd (fig. 3B).
WAARSCHUWING: Zorg dat de
beschermende accudop op zijn plaats
zit voordat u een losgekoppelde accu
oppakt of opbergt.
• Er kan een klein vloeistoflek optreden uit
de accuset bij extreem gebruik of extreme
temperaturen. Dit wijst niet op een probleem.
Als de buitenste zegel echter gebroken is:
a. en de batterijvloeistof raakt uw huid, was
deze dan onmiddellijk met zeep en water
gedurende verschillende minuten.
b. en de batterijvloeistof komt in uw ogen
terecht, spoel deze dan met schoon water
gedurende minimaal 10 minuten uit en zoek
onmiddellijk medische hulp. (Medische
opmerking: de vloeistof is 25-35% oplossing
van kaliumhydroxide.)
SPECIFIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM-ION
(LI-ION)
• Verbrand de accuset niet, ook als deze
ernstig beschadigd is of volledig versleten.
De accuset kan ontploffen in vuur. Er ontstaan
giftige dampen en materialen wanneer lithiumion accusets verbrand worden.
• Als de batterij-inhoud in contact komt met
de huid, was deze onmiddellijk met milde
zeep en water. Als de batterij-inhoud in de
ogen terecht komt, spoel water over het open
oog gedurende 15 minuten of totdat de irritatie
stopt. Indien medische hulp noodzakelijk is: de
elektrolyt is samengesteld uit een mengeling
van vloeibare organische carbonaten en
lithiumzouten.
• De inhoud van geopende batterijcellen kan
irritatie bij ademhaling veroorzaken. Zorg
voor frisse lucht. Als de symptomen blijven
aanhouden, schakelt u het beste medische
hulp in.
WAARSCHUWING: Risico op
brandwonden. Batterijvloeistof kan
ontvlambaar zijn als deze blootgesteld
wordt aan vonken of vlammen.
Accu (fig. 1)
ACCUTYPE
De DC411 werken op accusets van 18 volt.
Conseils pour le rangement
1. Il est vivement conseillé de ranger le bloc-piles
dans un endroit frais et sec, à l’abri des rayons
directs du soleil et d’une chaleur ou d’un froid
excessifs.
2. Une conservation prolongée n’affecte pas le
bloc-piles ou le chargeur. Dans de bonnes
conditions, ils peuvent être conservés pendant
5 ans ou plus.
Étiquettes figurant sur le chargeur et
le bloc-piles
Outre les pictogrammes utilisés dans ce manuel, les
étiquettes sur le chargeur et le bloc-piles comportent
les pictogrammes suivants :
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing.
Accu opladen.
Accu opgeladen.
Accu beschadigd.
Hete/koude accuvertraging.
Niet sonderen met geleidende
voorwerpen.
Accudop (fig. 3)
Een beschermende accudop wordt meegeleverd
om de aansluitpunten van een losgekoppelde accu
te bedekken. Zonder de beschermdop zouden
110
Beschadigde accusets niet opladen.
NEDERLANDS
Uitsluitend gebruiken in combinatie met
accusets van DEWALT, andere kunnen
openbarsten en tot lichamelijk letsel en
schade lijden.
Niet blootstellen aan water.
Beschrijving (Fig. 1, 2, 8)
WAARSCHUWING: Verander nooit
het elektrische gereedschap of enig
onderdeel daarvan. Dit kan schade of
lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
BEOOGD GEBRUIK
Zorg dat beschadigde snoeren meteen
vervangen worden.
Alleen opladen tussen 4 °C en 40 °C.
Denk aan het milieu wanneer u de
accuset weggooit.
Verbrand de NiMH, NiCd+ en Li-Ion
accusets niet.
Uw DC411-slijper is ontworpen voor professioneel
slijpen, (staal)borstelen of doorslijpen. NIET
gebruiken in vochtige omstandigheden of in de buurt
van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
NIET gebruiken met andere slijpwielen dan een in
het midden ingedrukt wiel of lamellenschijf.
Deze verstekzaag voor zwaar werk is een
professioneel werktuig. Laat kinderen NIET in de
buurt van het gereedschap komen. Toezicht is
vereist wanneer dit gereedschap wordt gebruikt
door onervaren personen.
a. drukschakelaar
Laadt NiMH en NiCd accu’s op.
b. vergrendelknop
c. spindelvergrendelknop
Laadt Li-Ion accusets op.
Raadpleeg de technische informatie voor
de oplaadtijd.
d. spindel (Fig. 8)
e. zijhandgreep
f. schuurschijf
g. anti-blokkeerflens
h. schroefklemmoer
Inhoud van het pakket
Het pakket bevat:
i. afschermkap (type 27)
j. accuset
k. accu-ontkoppelknoppen
1 haakse slijper
1 beschermkap (type 27)
Elektrische veiligheid
1 zijhandgreep
De elektrische motor is ontworpen voor slechts
één spanning. Controleer altijd of de spanning van
de accuset overeenstemt met de spanning op de
kenplaat. Zorg ook dat de spanning van uw lader
overeenkomt met die van uw netspanning.
1 flensset
1 steeksleutel
2 accusets (DC411KL, DC411KB, DC411KA)
1 acculader (DC411KL, DC411KB, DC411KA)
1 gereedschapskist (DC411KL, DC411KB,
DC411KA)
1 gebruiksaanwijzing
1 opengewerkte tekening
OPMERKING: accusets en laders zijn niet bij
N-modellen inbegrepen.
• Controleer het gereedschap, onderdelen of
hulpstukken op schade die tijdens het vervoer
veroorzaakt kan zijn.
• Neem de tijd om voor het gebruik deze
gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen en te
begrijpen.
Uw DEWALT-lader is dubbel geïsoleerd
in overeenstemming met EN 60335; er is
daarom geen aardingsdraad nodig.
Indien het voedingssnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door een speciaal vervaardigd
snoer dat verkrijgbaar is via de onderhoudsafdeling
van DEWALT.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik geen verlengsnoer, tenzij absoluut
noodzakelijk. Gebruik een goedgekeurde kabel die
geschikt is voor de stroomtoevoer van uw lader (zie
technische gegevens). De minimumafmeting van de
geleider is 1 mm2; de maximumlengte is 30 m.
111
NEDERLANDS
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het
snoer dan helemaal af.
MONTAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Vóór montage
en aanpassing moet u altijd de accu
verwijderen. Schakel het werktuig
altijd uit voordat u de accu inbrengt of
verwijdert.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen de
accusets en laders van DEWALT.
ADe accuset in het gereedschap
plaatsen en eruit verwijderen (fig. 2)
WAARSCHUWING: om het risico van
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen
en de accuset te verwijderen voordat
u aanpassingen maakt, of hulpstukken
of accessoires verwijdert of plaatst.
Een toevallige activering kan letsel
toebrengen.
OM DE ACCUSET IN DE HANDGREEP VAN HET
GEREEDSCHAP TE PLAATSEN
1. Breng de onderkant van het gereedschap op
gelijke hoogte van de inkeping in de handgreep
van het gereedschap (fig. 2).
2. Schuif de accuset stevig in de handgreep totdat
u het slot op zijn plaats hoort klikken.
OM DE ACCUSET UIT HET GEREEDSCHAP
TE VERWIJDEREN
1. Druk op de ontkoppelknoppen van de accu (k)
en trek de accuset stevig uit de handgreep van
het gereedschap.
2. Plaats de accuset in de lader zoals beschreven
in de laadsectie van deze handleiding.
De zijhandgreep bevestigen
De zijhandgreep (e) kan aan beide kanten van
het gereedschap bevestigd worden in de van
schroefdraad voorziene uitsparingen. Verzeker u
ervan dat de handgreep stevig vastzit voordat u het
werktuig gaat gebruiken.
Om het gebruiksgemak bij doorslijpen te
bevorderen, kan de behuizing 90˚ draaien.
De versnellingsbak van het werktuig
draaien (Fig. 4)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, moet
u het werktuig uitschakelen en
112
de accuset verwijderen voordat
u hulpstukken of hulpstukken aan- of
afkoppelt.
1. Verwijder de vier schroeven op de hoeken
waarmee de versnellingsbak vastzit aan de
motorbehuizing.
2. Draai de kop van de versnellingsbak in de
gewenste positie zonder de motorhuizing los te
trekken van de versnellingsbak.
OPMERKING: Als de versnellingsbak en de
motorbehuizing meer dan 3,17 mm (1/8”) los
komen van elkaar, moet het werktuig gerepareerd
en opnieuw in elkaar gezet worden door een
DEWALT-servicecentrum. Wanneer u het werktuig
niet laat repareren, kan dat borstel- motor- en
lagermankementen veroorzaken.
3. Om de versnellingsbak weer stevig op de
motorbehuizing te bevestigen, draait u de
schroeven weer vast. Draai de schroeven vast
tot een koppel van 2.2 Nm (20 in-lbs.). Te vast
aandraaien kan ertoe leiden dat de schroef
doldraait.
De beschermkap aanbrengen
DE BESCHERMKAP AANBRENGEN EN VERWIJDEREN (FIG. 5)
WAARSCHUWING: Om het risico
op ernstig letsel te verkleinen, moet
u het werktuig uitschakelen en de
accuset te verwijderen voordat u
hulpstukken of hulpstukken aan- of
afkoppelt.
VOORZICHTIG: Een beschermkap
dient gebruikt te worden bij alle
afbraamschijven, doorslijpschijven,
slijpwaaiers, staalborstels en
staaldraadborstels. De DC411 is
voorzien van een afschermkap, welke
bedoeld is voor gebruik bij in het
midden ingedrukte wielen (type 27) en
genaafde slijpwielen (type 27). Dezelfde
afschermkap is bedoeld voor gebruik
met ronde staalborstels.
1. Open de vergrendeling van de beschermkap (p),
en laat de nokjes (m) op de beschermkap in de
uitsparingen (n) op de versnellingsbak vallen.
2. Duw de beschermkap naar beneden totdat de
nokjes in de uitsparingen vallen en vrij in de sleuf
op de versnellingsbak kunnen draaien.
3. Met vergrendeling geopend, draait u de
beschermkap (i) in de gewenste positie. De
beschermkap moet zodanig gepositioneerd
worden tussen de spindel en de gebruiker dat
deze maximale bescherming biedt.
NEDERLANDS
4. Sluit de vergrendeling om de beschermkap
op de versnellingsbak vast te zetten. Wanneer
de vergrendeling gesloten is, mag het niet
mogelijk zijn de beschermkap met de hand
te verdraaien. Gebruik de slijper niet met
een losse beschermkap of wanneer de
vergrendelingsklem niet vast zit.
Om de drukschakelaar te vergrendelen, drukt u
op de vergrendelaar zoals aangegeven. Wanneer de
vergrendelaar ingedrukt is zodat het vergrendelteken
zichtbaar is, is de eenheid vergrendeld.
5. Om de beschermkap te verwijderen: open de
vergrendelingsklem, draai de kap zodanig dat
de nokjes en de uitsparingen overeen komen en
trek de kap van de versnellingsbak.
Om de drukschakelaar te ontgrendelen, drukt
u op de vergrendelaar. Wanneer de vergrendelaar
ingedrukt is zodat het ontgrendelteken zichtbaar is,
is de eenheid ontgrendeld. De vergrendelaar is rood
om aan te geven dat de schakelaar ontgrendeld is.
OPMERKING: De beschermkap is in de fabriek
op maat gemaakt voor de diameter van de
versnellingsbak. Wanneer, na verloop van tijd,
de beschermkap losser gaat zitten, draait u
de verstelschroef (o) vaster. Daarbij dient de
vergrendeling gesloten te zijn en de beschermkap op
de versnellingsbak bevestigd te zijn.
VOORZICHTIG: Draai de stelschroef
niet vast terwijl de vergrendelingsklem
niet vast zit. Er kan onzichtbare schade
ontstaan aan de beschermkap of aan
de gleuf op de bevestigingsnaaf.
VOORZICHTIG: Als de beschermkap
niet steviger kan worden vastgezet met
de verstelklem, moet u het werktuig
niet gebruiken. Om het risico op letsel
te verkleinen, moet u werktuig en
beschermkap naar een servicecentrum
brengen voor reparatie of vervanging
van de beschermkap.
VOORZICHTIG: Om het risico op
beschadiging van het werktuig te
verkleinen, mag u de verstelschroef niet
aandraaien wanneer de vergrendeling
geopend is. Er kan onzichtbare schade
ontstaan aan de beschermkap of aan
de gleuf op de bevestigingsnaaf.
OPMERKING: Het afbramen en doorslijpen
van randen en kanten kan gebeuren met type
27-schijven die speciaal voor dit doel ontworpen zijn.
Schijven van 6,35 mm (1/4") dik zijn ontworpen voor
het afbramen van oppervlakken, terwijl schijven van
3,17 mm (1/8") ontworpen zijn voor het afbramen
van kanten.
BEDIENING
Schakelaar
VERGRENDELAAR EN DRUKSCHAKELAAR (FIG. 6)
Uw doorslijpwerktuig is uitgerust met een
vergrendelaar (b).
Vergrendel de drukschakelaar altijd wanneer u
het werktuig verplaatst of opbergt om ongewild
aanzetten te voorkomen.
Gebruik de drukschakelaar (a) over om het werktuig
te activeren. Loslaten van de drukschakelaar zet het
werktuig UIT.
N.B.: Dit werktuig kan niet vergrendeld worden in de
AAN-stand, en mag in die positie ook niet op enige
andere manier vergrendeld worden.
VOORZICHTIG: Houd de zijhandgreep
en de body van het werktuig stevig
vast om het werktuig onder controle
te houden bij het aanzetten en tijdens
het gebruik totdat de schijf of ander
gebruikt hulpstuk stopt met draaien. Let
erop dat de schijf volledig tot stilstand
is gekomen voordat u het werktuig
neerlegt.
VOORZICHTIG: Wacht tot het
werktuig op volle snelheid is voordat
u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk. Til het werktuig van het
werkstuk voordat u het uitzet.
SPINDELVERGRENDELING
De spindelvergrendeling zorgt ervoor dat de spindel
niet kan draaien wanneer u een schijf installeert of
verwijdert. Gebruik de spindelvergrendeling alleen
wanneer het werktuig is uitgeschakeld, de accu
verwijderd is en de schijf volledig tot stilstand is
gekomen.
VOORZICHTIG: Om het
risico op beschadiging van het
werktuig te verkleinen, mag u de
spindelvergrendeling niet gebruiken
wanneer het werktuig aan staat.
Beschadiging van het werktuig zou
het gevolg zijn, terwijl het bevestigde
hulpstuk weg kan vliegen en ernstig
letsel zou kunnen veroorzaken.
Om de spindel te vergrendelen drukt u de
spindelvergrendelingsknop in en draait u de spindel
totdat deze niet meer verder kan draaien.
113
NEDERLANDS
Het aanbrengen en gebruiken van
schijven met verzonken middengat en
slijpwaaiers
HET AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN GENAAFDE
SCHIJVEN (FIG. 1, 7)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
werktuig uit te schakelen en de accuset
te verwijderen voordat u hulpstukken of
accessoires aan- of afkoppelt.
Genaafde schijven kunt u direct op de spindel met
M14-draad installeren.
1. Draai de schijf met de hand op de spindel.
2. Druk de spindelvergrendelingsknop in en
gebruik een moersleutel om de schijf vast te
zetten.
3. Volg de omgekeerde handelwijze om de schijf te
verwijderen.
VOORZICHTIG: Wanneer de schijf
niet behoorlijk vastgezet is voordat het
werktuig wordt aangezet, kan daardoor
de schijf of het werktuig beschadigd
raken.
HET AANBRENGEN VAN NIET-GENAAFDE SCHIJVEN
(FIG. 8)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u het
werktuig uit te schakelen en de accuset
te verwijderen voordat u hulpstukken of
accessoires aan- of afkoppelt.
Afbraamschijven met verzonken middengat
type 27 dienen gebruikt te worden met de
bijgeleverde flenzen.
1. Installeer de anti-blokkeer flens (g) op de spindel
(d) met het verhoogde deel tegen de schijf aan.
Verzeker u ervan dat het holle deel van flens
tegen de platte kanten van de spindel ligt door
de flens iets te draaien en te duwen voordat u
de schijf plaatst.
2. Plaats de schijf tegen de flens, waarbij u de
schijf op het verhoogde deel van de flens
plaatst.
3. Terwijl u de spindelvergrendelingsknop indrukt,
draait u de klemmoer (h) op de spindel. Als de
aan te brengen schijf dikker is dan 3,17 mm
(1/8"), plaats dan de klemmoer op de spindel
zodat het verhoogde deel in het midden van
de schijf past (Fig. 8A). Als de aan te brengen
schijf 3,17 mm (1/8") dik is of dunner, plaats
dan de klemmoer op de spindel zodanig dat het
verhoogde deel juist niet tegen de schijf aanligt
(Fig. 8B).
114
4. Terwijl u de spindelvergrendelingsknop indrukt,
draait u de klemmoer aan met een moersleutel.
5. Om de schijf te verwijderen, drukt u de
spindelvergrendelingsknop in en draait u de
klemmoer los met een moersleutel.
N.B.: Als de schijf draait nadat de klemmoer is
aangedraaid, kijk dan of de klemmoer niet verkeerd
om is gemonteerd. Als een dunne schijf gemonteerd
wordt met het uitstekende deel van de klemmoer
tegen de schijf aan, zal de schijf draaien omdat de
dikte van het uitstekende deel verhindert dat de
klemmoer de schijf vastklemt.
HET AFBRAMEN VAN OPPERVLAKKEN MET
AFBRAAMSCHIJVEN
1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is
voordat u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk.
2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het
werktuig op hoge snelheid kan draaien. De
mate van afbramen is het hoogst wanneer de
schijf op hoge snelheid kan draaien.
3. Houd een hoek van 20˚ tot 30˚ tussen het
werktuig en het werkstuk.
4. Beweeg het werktuig voortdurend van voor naar
achter om te voorkomen dat er gutsen ontstaan
in het werkstuk.
5. Beweeg het werktuig bij het werkstuk vandaan
voordat u het uitzet. Wacht totdat de schijf
uitgedraaid is voordat u het werktuig neerlegt.
HET AFBRAMEN VAN KANTEN MET AFBRAAMSCHIJVEN
WAARSCHUWING: Schijven bedoeld
voor het doorslijpen en afbramen van
kanten kunnen breken of terugslag
veroorzaken wanneer ze gebogen
worden doordat het werktuig gebruikt
wordt voor doorslijpen of volledig
afbramen. Om het risico op ernstig
letsel te verkleinen, dient u schijven met
een standaardtype 27 beschermkap
te beperken tot oppervlakkig afbraamen inkeepwerk [minder than 13 mm
(1/2") diep]. De open kant van de
beschermkap moet van de gebruiker
af gepositioneerd zijn. Voor dieper
doorslijpen met een type 1 doorslijpschijf
dient u een gesloten beschermkap
(type 1) te gebruiken.
1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is
voordat u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk.
2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het
werktuig op hoge snelheid kan draaien. De
NEDERLANDS
mate van afbramen is het hoogst wanneer de
schijf op hoge snelheid kan draaien.
3. Neem een zodanige positie in dat de open
onderkant van de schijf van u af gericht is.
4. Wanneer u eenmaal begonnen bent met slijpen
en er een inkeping in het werkstuk ontstaan is,
dient u de hoek waaronder u werkt niet meer te
veranderen. Door de hoek te veranderen buigt
de schijf waardoor deze zou kunnen breken.
Schijven voor het afbramen van kanten zijn niet
ontworpen om zijdelingse druk veroorzaakt door
buiging te kunnen weerstaan.
5. Til het werktuig van het werkstuk voordat u
het uitzet. Wacht totdat de schijf uitgedraaid is
voordat u het werktuig neerlegt.
WAARSCHUWING: Gebruik afbraamen doorslijpschijven voor kanten niet
voor oppervlakken. Deze schijven zijn
niet bestand tegen zijdelingse druk
veroorzaakt door het afbramen van
oppervlakken. De schijf kan breken en
ernstig letsel kan het gevolg zijn.
Voorzorgsmaatregelen bij het schuren
van verf
1. Het schuren van verf op loodbasis wordt NIET
AANGERADEN omdat het moeilijk is om de
vrijkomende giftige stof veilig af te voeren.
Kinderen en zwangere vrouwen lopen het
grootste risico op een loodvergiftiging.
2. Omdat het moeilijk is om zonder chemische
analyse vast te stellen of een bepaalde
verfsoort lood bevat, raden wij u de volgende
voorzorgsmaatregelen aan wanneer u verf
schuurt:
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
1. Kinderen en zwangere vrouwen zouden de
werkruimte pas mogen betreden wanneer
het schuren van verf afgelopen is en alles is
opgeruimd en schoongemaakt.
2. Iedereen in de werkruimte moet een stofmasker
of gasmasker dragen. De filter moet dagelijks
vervangen worden, of zodra de drager moeite
krijgt met ademhalen.
OPMERKING: Alleen stofmaskers die geschikt
zijn voor het werken met verf op loodbasis en
looddampen mogen gebruikt worden. Gewone
verfmaskers bieden deze bescherming niet.
Vraag in uw lokale doe-het-zelf-winkel naar
een volgens de N.I.O.S.H.-norm goedgekeurd
masker.
3. In de werkruimte mag NIET GEGETEN,
GEDRONKEN of GEROOKT worden om
te voorkomen dat iemand giftige deeltjes
binnenkrijgt. Iedereen in de werkruimte dient
zich af te borstelen en te wassen ALVORENS
te gaan eten, drinken of roken. Vermijd het om
etenswaren, dranken en rookartikelen in de
werkruimte te laten liggen, waar ze met giftig
stof in aanraking zouden kunnen komen.
VEILIGHEID EN MILIEU
1. Verf dient verwijderd te worden op een manier
die zo min mogelijk stof veroorzaakt.
2. Ruimten waar verf wordt verwijderd, moeten
afgesloten worden met plastic zeil van ten
minste 4 mils (0,1 mm) dik.
3. Het schuren dient zo te gebeuren dat de kans
op het verspreiden van verfdeeltjes buiten de
werkruimte zo klein mogelijk is.
SCHOONMAKEN EN WEGGOOIEN
1. Alle oppervlakken in de werkruimte moeten
dagelijks gestofzuigd en grondig gereinigd
worden zolang het schuren plaatsvindt. De
zak van de stofzuigerfilter dient regelmatig
vervangen te worden.
2. Plastic weggooikleding dient verzameld en
weggegooid te worden, samen met stof of
ander afval dat tijdens het werk is ontstaan.
Gooi afval in een afgesloten vuilcontainer die
volgens de reguliere methode opgehaald en
geleegd wordt.
Tijdens het opruimen en schoonmaken mogen
kinderen en zwangere vrouwen de werkruimte
niet betreden.
3. Al het speelgoed, wasbare benodigdheden
en gereedschap moeten gewassen worden
voordat ze opnieuw gebruikt worden.
Plaatsen en gebruiken van
staalborstels en staaldraadborstels
Ronde staalborstels en staaldraadborstels kunt u
direct op de spindel van de slijpmachine schroeven,
zonder een flens te gebruiken. Gebruik alleen
staalborstels en staaldraadborstels met M14-draad.
Gebruik een type-27-beschermkap wanneer u een
staalborstel gebruikt.
VOORZICHTIG: Draag
werkhandschoenen wanneer u
werkt met een staalborstel of
staaldraadborstel om het risico op
letsel te verkleinen. Staalborstels
kunnen erg scherp zijn.
VOORZICHTIG: Indien geplaatst of
in gebruik, mag de staalborstel of
staaldraadborstel de beschermkap
115
NEDERLANDS
niet raken om het risico op schade aan
het werktuig te verkleinen. Het hulpstuk
kan onzichtbaar beschadigd raken,
waardoor draden los kunnen geraken
van het hulpstuk.
HET PLAATSEN VAN RONDE STAALBORSTELS EN
STAALDRAADBORSTELS
WAARSCHUWING: Om het risico
op ernstig letsel te verkleinen,
moet u het werktuig uitschakelen
en de accuset verwijderen voordat
u hulpstukken of hulpstukken aan- of
afkoppelt of aanpast.
VOORZICHTIG: Wees extra voorzichtig
wanneer u een hoek bewerkt. De
slijpmachine kan plotseling een scherpe
beweging maken.
ONDERHOUD
Uw elektrisch werktuig van DEWALT is ontworpen
om gedurende een lange periode te werken met
een minimum aan onderhoud. Een goede werking
op de lange termijn is afhankelijk van een zorgzaam
gebruik en het regelmatig schoonmaken van het
werktuig.
WAARSCHUWING: om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen
en de accuset te verwijderen voordat
u hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
letsel toebrengen.
1. Draai de schijf met de hand op de spindel.
2. Druk de spindelvergrendelingsknop in en zet
een moersleutel in de naaf van de borstel om
hem vast te draaien.
3. Om de schijf te verwijderen volgt u de
omgekeerde handelwijze .
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat
de schijf stevig vastzit voordat u
het werktuig aanzet om het risico
op beschadiging van het werktuig te
verkleinen.
HET GEBRUIK VAN RONDE STAALBORSTELS EN STAALDRAADBORSTELS
Staalborstels en staaldraadborstels kunnen gebruikt
worden om roest, aanslag en verf te verwijderen, en
om onregelmatige oppervlakken te egaliseren.
1. Wacht tot het werktuig op volle snelheid is
voordat u het werktuig in contact brengt met
het werkstuk.
2. Oefen zo min mogelijk druk uit, zodat het
werktuig op hoge snelheid kan draaien. De
mate van borstelen is het hoogst wanneer de
schijf op hoge snelheid kan draaien.
3. Zorg voor een hoek van 5 tot 10˚ tussen
het gereedschap en het werkvlak voor
ronde staalborstels.
4. Houd contact tussen de rand van de schijf
en het werkoppervlak wanneer u een
staaldraadborstel gebruikt.
5. Beweeg het werktuig voortdurend van voor naar
achter om te voorkomen dat er gutsen ontstaan
in het werkoppervlak. Wanneer het werktuig
niet, of in een cirkelbeweging bewogen wordt, is
verbranding of een cirkelvormige afdruk op het
werkoppervlak het gevolg.
6. Til het werktuig van het werkoppervlak voordat
u het uitschakelt. Wacht totdat de schijf
uitgedraaid is voordat u het werktuig neerlegt.
116
De lader kan niet worden onderhouden. Er zijn geen
onderdelen in de lader die door de gebruiker kunnen
worden onderhouden.
Smering
Dit werktuig vereist geen smering.
VOORZICHTIG: Smeer dit werktuig
niet, omdat dit schade zal berokkenen
aan de interne onderdelen.
Reinigen
WAARSCHUWING: Blaas vuil en
stof met droge lucht uit de behuizing
als vuil zich zichtbaar opstapelt in en
rond de ventilatieopeningen. Draag
goedgekeurde oogbescherming
en goedgekeurd stofmasker bij het
uitvoeren van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere ruwe
chemicaliën voor het reinigen van
de niet-metalen onderdelen van het
werktuig. Deze chemicaliën kunnen
de materialen die in deze onderdelen
gebruikt worden, verzwakken. Gebruik
een doek enkel bevochtigd met water
en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in
het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in
vloeistof.
NEDERLANDS
SCHOONMAAKINSTRUCTIES VOOR DE LADER
WAARSCHUWING: Schokgevaar.
Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u het apparaat
reinigt. Verwijder vuil en vet met
een doek of zachte, niet-metalen
borstel van de buitenkant van de
werklamp/lader. Gebruik geen water of
schoonmaakmiddel.
Optionele toebehoren
WAARSCHUWING: Omdat
accessoires, behalve die van DEWALT,
niet zijn getest in combinatie met dit
product, kan het gebruik van dergelijke
accessoires gevaarlijk zijn. Om het risico
van letsel te beperken, mogen bij dit
product uitsluitend accessoires worden
gebruikt die zijn aanbevolen door
DEWALT.
WAARSCHUWING: Hulpstukken
moeten minimaal het nominale
toerental hebben dat staat aangegeven
op het waarschuwingslabel op het
werktuig. Schijven en hulpstukken die
het nominale toerental overschrijden,
kunnen uit elkaar vliegen en letsel
veroorzaken. Hulpstukken met
schroefdraad moeten voorzien zijn
van M14-draad. Hulpstukken zonder
schroefdraad moeten een as-uitsparing
van 22,2 mm (7/8") hebben. Zo niet,
dan is het hulpstuk waarschijnlijk
bedoeld voor een cirkelzaag. Het
nominale toerental van een hulpstuk
moet altijd hoger zijn dan de snelheid
van het werktuig zoals aangegeven op
het naamplaatje van het werktuig.
Het is belangrijk dat u de juiste beschermkappen,
steunschijven en flenzen kiest voor uw hulpstukken
en accessoires.
Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie over de
geschikte hulpstukken en accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling van gebruikte
producten en verpakkingen maakt
recycling en hergebruik van materialen
mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde
materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een
aparte inzameling voor elektrische producten, in
containerparken of bij de verkoper wanneer u een
nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de
verzameling en recyclage van DEWALT producten
die het einde van hun levensduur hebben bereikt.
Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw
product terugbrengen naar elke erkende reparateur
die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden
door contact op te nemen met uw plaatselijke
DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende
DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze
herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
Herlaadbare accu
Deze duurzame accu moet herladen worden als hij
niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van
klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde
van zijn technische levensduur dient u dit werktuig
weg te gooien met respect voor het milieu:
• Gebruik de accu helemaal op, en haal hem dan
uit het werktuig.
• Li-ion-, NiCd- en NiMH-cellen zijn recycleerbaar.
Breng ze naar uw dealer of een plaatselijk
recyclagecentrum. De ingezamelde accu’s
worden gerecycleerd of op de correcte manier
weggegooid.
Aparte inzameling. Dit product mag niet
bij het normale huishoudafval worden
gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product
vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt
gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval.
Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
117
NEDERLANDS
GARANTIE
• 30 DAGEN GEEN RISICO
TEVREDENHEIDSGARANTIE •
Indien uw DEWALT-machine, om welke reden
dan ook, niet geheel aan uw verwachtingen
voldoet, brengt u de machine dan compleet
zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen
terug naar het erkend DEWALT verkooppunt
waar u het toestel heeft gekocht, samen
met uw aankoopbewijs. U ontvangt een
nieuw toestel of het aankoopbedrag wordt
terugbetaald.
• EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT •
Als u onderhoud of service nodig hebt voor
uw DEWALT werktuig binnen de 12 maanden
na uw aankoop, zal dit gratis worden geleverd
bij een bevoegde DEWALT reparateur. U
dient een aankoopbewijs voor te leggen. Dit
omvat werkuren en vervangingsonderdelen
voor elektrisch gereedschap. Dit omvat geen
toebehoren.
• EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE •
Als uw DEWALT product gebreken vertoont
die te wijten zijn aan slechte materialen
of vakmanschap binnen 12 maanden
na aankoop, garanderen wij dat we alle
defectieve onderdelen gratis zullen vervangen
of, naar onze keuze, de eenheid gratis zullen
vervangen mits:
• Het product niet verkeerd werd gebruikt.
• Onbevoegde personen niet getracht
hebben herstellingen uit te voeren.
• Bewijs van aankoop is geleverd. Deze
garantie wordt aangeboden als een extra
voordeel en vormt een aanvulling op de
wettelijke rechten van klanten.
Voor het adres van uw dichtstbijzijnde
erkende DEWALT reparateur verwijzen we
naar het telefoonnummer op de achterzijde
van deze handleiding. Of u kunt een lijst
met bevoegde DEWALT reparateurs en alle
gegevens over onze herstellingsdienst en
contactinformatie vinden op www.2helpU.
com.
118