NordicTrack NETL17711.1 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
Modelnr. NETL17711.1
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze
handleiding voor verdere
raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag: 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
2
252913
English Translation:
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn
met dit product inbegrepen. Plak de stickers
op de aangegeven plaatsen over de Engelse
waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
French
Spanish
Italian German
Dutch
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................15
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................23
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
INHOUD
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te overtuigen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen voor per-
sonen ouder dan 35, of voor personen met al
reeds bestaande gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals in deze
handleiding beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik thuis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel, niet voor verhuur of in een instelling.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte achter
achter de loopband en 0,6 m ruimte aan
iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbe-
dekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbus-
sen gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband mag alleen door mensen die
159 kg of minder wegen worden gebruikt.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijk de
loopband gebruiken.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van
de loopband. Draag geen losse kleding
die in de loopband verstrikt kan raken.
Sportsuspensiors worden aangeraden voor
zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
sportschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, met alleen sokken of san-
dalen aan.
12. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie bladzijde 15). Geen enkel ander
apparaat mag op dezelfde groep aangeslo-
ten zijn.
13. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-draadig, 1 mm
2
(maat 14)
snoer van maximaal 1,5 m.
14. Houd de stekker bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer de
elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de
loopband niet als deze niet goed werkt. (Zie
PROBLEMEN OPLOSSEN op bladzijde 24 als
de loopband niet goed werkt).
16. Lees de noodstopprocedure grondig door,
begrijp wat u gelezen heeft en test de pro-
cedure voordat u de loopband gebruikt
(raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN op bladzijde 17).
17. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd aan de han-
dleuningen vast wanneer u de loopband
gebruikt.
18. De loopband kan op hoge snelheid draaien.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schokk-
ende versnellingen te voorkomen.
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Bepaalde factoren zoals bewegingen,
kunnen de juistheid van de metingen beïnv-
loeden. De hartslagmonitor dient slechts om
de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel
bij uw oefeningen.
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek
de stekker uit het stopcontact, en zet de
stroomschakelaar in de uitstand wanneer
de loopband niet gebruikt wordt. (Zie de
tekening op bladzijde 5 om te zien waar de
stroomschakelaar zit.)
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u deze rechtop zet, neer laat, of
verplaatst. (Zie MONTAGE op bladzijde 7
en HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN
VERPLAATSEN op bladzijde 23.) U moet in
staat zijn om veilig 20 kg op te kunnen optil-
len, neer te kunnen laten of om de loopband
te kunnen verplaatsen.
22. Bij het inklappen of verplaatsen van de
loopband dient u ervoor te zorgen dat de
opbergvergrendeling het onderstel stevig in
de opbergstand houdt.
23. Steek geen enkel voorwerp in welke opening
van de loopband dan ook.
24. Controleer alle onderdelen regelmatig en
draai ze indien nodig goed vast.
25. GEVAAR: trek de stekker na gebruik
altijd direct uit het stopcontact. Doe dit
ook bij het schoonmaken van de loopband,
voor het plegen van onderhoud en voor
het bijstellen zoals in deze handleiding
beschreven. Verwijder nooit de motorkap
tenzij een erkende servicemonteur dat
aangeeft. Onderhoud, anders dan de proce-
dures in deze handleiding, moet uitsluitend
uitgevoerd worden door een erkende
servicemonteur.
26. Te veel oefenen kan leiden tot ernstig letsel
of tot de dood. Als u zich duizelig voelt of
pijn voelt, stop dan meteen met het oefenen
en begin met een afkoeling.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire
NORDICTRACK
®
T18.0 loopband. Deze T18.0 loop-
band biedt een reeks aan indrukwekkende functies die
zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker
te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze
unieke loopband opvouwen, waardoor deze minder dan
de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Lade
Sleutel/Klip
Stroomschakelaar
Band
Verstelbaar Kussen
van het Loopplatform
Voetrail
Bijstelschroeven
van de Ruststandrol
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
Lengte: 203 cm
Breedte: 97 cm
Gewicht: 128 kg
6
#10 x 3/4" Schroef
(8)–4
#8 x 1/2" Schroef
(1)–9
#8 x 3/4" Schroef
(2)–4
3/8" x 1" Hechtbout
(4)–4
5/16" Sterring
(9)–6
3/8" Moer (10)–2
3/8" Sterring
(11)–3
5/16" x 1 1/4"
Hechtbout (5)–6
3/8" x 1 3/4"
Hechtbout (6)–1
3/8" x 2 3/4" Hechtbout (7)–3
3/8" x 2" Bout (3)–1
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
2. Zorg dat het snoer niet in het stopcontact
gestoken is.
Maak de Rechter Wieldop (90) aan de Basis (94)
vast met twee #8 x 3/4" Schroeven (2).
Maak de Linker Wieldop (niet afgebeeld) op
dezelfde manier aan de linkerkant van de
Basis (94) vast.
Snij de transportdraadband die de Draad van de
Staander (79) aan de Basis (94) vasthoudt door.
2
2
90
94
79
Draad-
band
MONTAGE
• Montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
• Plaats de loopband op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het ver-
pakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband
volledig hebt gemonteerd.
• Er kan, na verzending, een olieachtige substantie
op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is
normaal. Mocht er wat olieachtige substantie op
de loopband zitten, veeg dit dan met een zachte
lap en een zacht, niet-schurend schoonmaakmid-
del weg.
• Linker onderdelen zijn met een “L” of “Left”
aangegeven en rechter onderdelen zijn met een
“R” of “Right” aangegeven.
• Voor het herkennen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 6.
• Voor montage heeft u het volgende gereedschap:
de meegeleverde inbussleutel
een verstelbare sleutel
een kruiskopschroevendraaier
schaar
Om schade aan onderdelen te vermijden, moet
u geen elektrisch gereedschap bij het monteren
gebruiken.
1. Ga op uw computer naar www.iconsupport.eu
en registreer uw apparaat.
Door uw apparaat te registeren heeft u de vol-
gende voordelen:
•activeringvandefabrieksgarantie
•hetzalutijdbesparenwanneerumetdeklan-
tendienst contact opneemt
•dankunnenwijuinformerenoverupgradesen
aanbiedingen
Aandacht: bel met de KLANTENDIENST wan-
neer u geen toegang tot internet heeft (zie de
kaft van deze handleiding) om uw appraraat te
registreren.
1
8
4. Houd de Staander (86) tegen de Basis (94).
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander
(79) niet bekneld raakt. Steek drie 3/8" x 2 3/4"
Hechtbouten (7) met drie 3/8" Sterringen (11) in
de Staander.
Draai de 3/8" x 2 3/4" Hechtbouten (7)
gedeeltelijk vast tot de koppen van de
Hechtbouten de Staander (86) raken; draai de
Hechtbouten nog niet helemaal vast.
94
4
86
7
11
79
3. Schuif de Beschermingskapje van de Staander
(87) op de onderkant van de Staander (86) zoals
afgebeeld.
Laat een tweede persoon de Staander (86) bij de
Basis (94) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Staander (86) stevig vast rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (79).
Trek dan aan het andere uiteinde van de draad-
band totdat de Draad van de Staander goed
door de Staander ligt.
86
Draad-
band
94
Gat
87
86
79
79
Draad-
band
Gat
3
9
6. Plaats het bedieningspaneel met de bovenkant
op een zachte oppervlakte om het bediening-
spaneel niet te bekrassen. Verwijder de Schroef
(A) en til de Dwarsstang (80) af. Gooi de
Schroef weg.
80
Bediening-
spaneel
A
6
5. Schuif de stevigheid van het Verstelbare
Kussens (39) tot instelling 5 (alleen een kant is
afgebeeld).
Zoek naar de Rechter Handleuning (82) en
de Rechter Basiskap (84). Schuif de Rechter
Basiskap op de Rechter Handleuning.
Houd een 3/8" x 1" Hechtbout (4) op het uiteinde
van een inbussleutel en steek de Hechtbout
in de Rechter Handleuning (82). Herhaal deze
stap met een tweede 3/8" x 1" Hechtbout (4).
Draai de twee 3/8" x 1" Hechtbouten (4)
gedeeltelijk vast in de Rechter Handleuning
(82) en in de Basis (94) totdat de koppen van
de Hechtbouten de Rechter Handleuning raken;
draai de Hechtbouten nog niet helemaal
vast. Druk de Rechter Basiskap (84) nog niet
op zijn plaats.
Schuif de Linker Basiskap (niet afgebeeld) op
de Linker Handleuning (niet afgebeeld). Maak
de Linker Handleuning aan de Basis (94)
vast zoals hierboven beschreven.
94
82
84
4
5
39
10
8. Maak de Linker Lade (101) en de Rechter Lade
(102) aan het bedieningspaneel vast met zes #8
x 1/2" Schroeven (1).
1
1
1
8
101
102
Bediening-
spaneel
1
7. BELANGRIJK: gebruik geen groot ger-
eedschap om de Dwarsstang (80) niet
te beschadigen en draai de #10 x 3/4"
Schroeven (8) niet te vast.
Draai de Dwarsstang (80) zoals afgebeeld.
Maak de Dwarsstang aan de Handleuningen
(81, 82) vast met vier #10 x 3/4" Schroeven (8).
Draai eerst alle zes de Schroeven wat aan,
en draai dan elke Schroef vast.
7
80
81
82
8
8
11
10. Plaats het bedieningspaneel op de
Handleuningen (81, 82) en op de Staander
(86). Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Steek het overschot aan Draad van de
Staander (niet afgebeeld) in de Staander.
Maak het bedieningspaneel aan de Dwarsstang
(niet afgebeeld) vast met drie #8 x 1/2"
Schroeven (1). Draai de Schroeven nog niet
volledig vast.
10
Bedieningspaneel
1
82
1
86
81
9. Houd het bedieningspaneel met hulp van een
tweede persoon dichtbij de Staander (86).
Sluit de Draad van de Staander (79) aan
op de draad van het bedieningspaneel.
Raadpleeg de inzet-tekening. De connec-
toren zouden makkelijk samen moeten
glijden en op hun plaats moeten klikken. Als
dit niet gebeurt, dient u een van de connec-
toren te draaien en het nog eens te proberen.
ALS U DE CONNECTOREN NIET GOED
AANSLUIT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
INGESCHAKELD WORDT. Verwijder de draad-
band uit de Draad van de Staander.
Bedieningspaneel
Draad van het
Bedieningspaneel
Draadband
86
9
79
79
12
12. Draai de vier 3/8" x 1" Hechtbouten (4) vast
(alleen een kant is afgebeeld). Draai dan de drie
3/8" x 2 3/4" Hechtbouten (7) goed vast.
Schuif de Kap van de Staander (87) naar
beneden tegen de Basis (94).
Druk de Rechter Basiskap (84) en de Linker
Basiskap (niet afgebeeld) op de Basis (94).
12
94
87
84
4
7
11. Maak zes 5/16" x 1 1/4" Hechtbouten (5) met
zes 5/16" Sterringen (9) in het bedieningspaneel
vast. Draai alle zes de Hechtbouten eerst aan
en draai ze dan vast.
Zie stap 9. Draai de drie #8 x 1/2" Schroeven
(1) vast.
11
Bedieningspaneel
9
9
9
9
5
5
5
5
13
15. Zorg dat alle (onder)delen goed vastgedraaid zijn voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic
op de stickers van de loopband zitten, dient u ze te verwijderen. Plaats een matje onder de loopband om de
vloer of de vloebedekking te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen meegeleverd zijn. Berg de
inbussleutel goed op; de meegeleverde inbussleutel wordt gebruikt om de band mee bij te stellen (zie bladzi-
jden 25 en 26).
13. Breng daarna het Onderstel (60) omhoog, tot de
afgebeelde stand. Laat een tweede persoon
het Onderstel vasthouden totdat stap 13
voltooid is.
Draai de Opbergvergrendeling (61) zodanig dat
de grote cilinder en de vergrendelknop gedraaid
zijn zoals afgebeeld.
Maak het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (61) aan de Basis (94)
vast met een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer
(10).
13
61
60
10
3
94
Grote
Cilinder
Verg-
rendel-
knop
14. Maak het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (61) vast aan de beugel
op het Onderstel (60) met een 3/8" x 1 3/4"
Hechtbout (6) en een 3/8" Moer (10).
Laat het Onderstel (60) neer (zie HOE
DE LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR
GEBRUIK op bladzijde 23).
14
61
10
60
6
14
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkas-
band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afge-
beeld in de tekening.
Druk dan het uit-
einde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag moni-
tor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borst-
kas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit-
einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en
zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas-
band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan-
neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag
monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u
de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te
transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte
van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog-
spanningsdraden en andere elektromagnetische
bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
Gesp
Flap
Borstkas-
band
Flaps
Sensor
Sensor
15
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
GR
FR/SP
IT
AUS
AUS
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
UK
GR
FR/SP
IT
AUS
AUS
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
16
ETNE17711
(NTL17711)
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
reeks indrukwekkende mogelijkheden ontworpen om
uw workouts effectiever en prettiger te maken. U kunt
wanneer u de handmatige instelling gebruikt de snel-
heid en de hellingstand van de loopband door een druk
op een toets veranderen. Tijdens het oefenen zal het
bedieningspaneel meteen feedback over uw workout
geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te
maken van de handgreep met hartslagmonitor of door
middel van de borstkas-hartslag monitor.
Het bedieningspaneel heeft tevens achtentwintig
workouts-zeven calorie workouts, zeven intensiteit
workouts, zeven snelheid workouts, en zeven helling
workouts. Elke workout regelt automatisch de snelheid
en de hellingstand van de loopband terwijl u door een
effectieve oefensessie geleid wordt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit module waardoor
de loopband op uw draadloos netwerk aangesloten
kan worden door middel van een optionele iFit module.
U kunt, met de iFit module, workouts downloaden, uw
eigen workouts samenstellen, resultaten van uw wor-
kout volgen, tegen andere renners racen en vele an-
dere mogelijkheden benutten. Ga naar www.iFit.com
of bel met het telefoonnummer op de kaft van deze
handleiding voor de aankoop van de iFit module.
U kunt tijdens het oefenen tevens naar uw favoriete
muziek of audioboeken luisteren door gebruik van het
stereogeluidssysteem van het bedieningspaneel.
Om te stroom in te schakelen, zie bladzijde 17. Om
de handmatige instelling te gebruiken, zie bladzijde
17. Om een workout te gebruiken, zie bladzijde 19.
Om een iFit workout te gebruiken, zie bladzijde 20.
Om de informatie instelling te gebruiken, zie blad-
zijde 21. Om het stereogeluidssysteem te gebrui-
ken, zie bladzijde 22.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen aangeven. Om te zien
welke meeteenheid gekozen is, zie DE INFORMATIE
INSTELLING op bladzijde 21. Om het eenvoudig te
houden zijn alle instructies in deze handleiding in kilo-
meters aangegeven.
BELANGRIJK: als er velletjes plastic op het bedie-
ningspaneel zitten, verwijder ze dan. Draag alleen
schone sportschoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. De eerste keer dat u de loopband ge-
bruikt, dient u de uitlijning van de loopband te be-
kijken en het midden van de band zo nodig in het
midden te leggen (zie bladzijde 26).
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
17
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat de loopband, wanneer deze aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, tot
kamertemperatuur komen voordat de elektriciteit
inschakeld wordt. Als u dit niet doet, kunt u het
bedieningspaneel of andere elektrische componen-
ten beschadigen.
Steek het snoer in het
stopcontact (zie bladzijde
15). Zoek vervolgens naar
de stroomschakelaar bij
het snoer op het onderstel
van de loopband. Druk de
stroomschakelaar in de
Reset stand.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel heeft een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Als
het snoer ingestoken wordt en de stroomscha-
kelaar in de resetstand gedrukt wordt, gaat de
demostand aan. Druk enkele seconden lang op de
Stoptoets [STOP] om de demostand uit te scha-
kelen. Raadpleeg DE INFORMATIE INSTELLING
op bladzijde 21 om de demostand uit te schakelen
wanneer de displays blijven branden.
Ga vervolgens op
de voetrails van de
loopband staan.
Zoek naar de klip
die aan de sleutel
vastzit en schuif de
klip aan de taille-
band van uw kleding.
Steek de sleutel in
het bedieningspaneel. Kort daarna zullen de displays
oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsituatie kan
aan de sleutel van het bedieningspaneel getrokken
worden, zodat de loopband tot stilstand komt. Test
de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit
te lopen totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
getrokken wordt. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de klip
bij.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de Handmatige [MANUAL] toets op het
bedieningspaneel wanneer de handmatige instel-
ling nog niet gekozen is.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START], de Snelheids-
toename [SPEED] toets of een van de
genummerde snelheidstoetsen [1 STEP SPEED]
om de loopband te starten.
Als op de Starttoets of de Snelheidstoename
gedrukt worden dan zal de loopband met een
snelheid van 2 Km/u [KM/H] beginnen te draaien.
Tijdens het oefenen, kan de snelheid van de
loopband naar wens aangepast worden door op de
snelheidstoename en -afname toetsen te drukken.
Steeds als u op een van de toetsen drukt, zal de
snelheidsinstelling met 0,1 Km/u [KM/H] veranderd
worden; als u op een toets blijft drukken, veran-
dert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u [KM/H].
Aandacht: na het drukken op de toets kan het even
duren voordat de loopband de gekozen snelheids-
instelling bereikt.
De snelheid van de loopband zal geleidelijk aan-
gepast worden tot de gewenste snelheidsinstelling
bereikt wordt wanneer u op een van de genum-
merde Snelheidstoetsen drukt.
Druk op de Stoptoets [STOP] om de loopband te
stoppen.Detijdzalopdedisplayopikkeren.Druk
op de Starttoets of op de Snelheidstoename toets
om de loopband opnieuw te starten.
4. Verander de hellingstand van de loopband
zoals gewenst.
Druk op de Hellingstoename [INCLINE] of -afname
toets of op een van de genummerde hellings-
toetsen [1 STEP INCLINE] om de helling van de
loopband te veranderen. Elke keer als u op een
van de toetsen drukt, zal de helling geleidelijk ver-
anderen tot de gekozen hellinginstelling bereikt is.
Reset
ETNE17711
(NTL17711)
Sleutel
Klip
18
5. Volg uw voortgang op de displays.
De matrix-Indien u de
handmatige instelling
kiest, toont de matrix
een piste die 400 m
(1/4 mijl) vertegenwoor-
digt. Als u oefent, zullen
de indicatoren rond de piste na elkaar verschijnen
tot de hele piste verschijnt. De piste zal dan ver-
dwijnen en de indicators zullen weer opnieuw na
elkaar verschijnen.
De Calorieën/Helling
display—Deze display
geeft bij benadering
het aantal verbrande
calorieën [CALORIES]
aan. De display zal ook
de helling [INCLINE] van de loopband een paar
seconden lang aangeven telkens wanneer de hel-
ling van de loopband veranderd wordt.
De tijd display—De
display zal de verlopen
tijd [TIME] aangeven.
Aandacht: indien u een
workout kiest, zal de
display de resterende
tijd van de workout in plaats van de verlopen tijd
aangeven.
De afstand display
Deze display geeft de
gelopen of gerende
afstand [DISTANCE]
aan.
De Snelheid/Hartslag
display—De display
geeft de snelheid
[SPEED] van de loop-
band aan. De display
geeft ook uw hartslag
aan wanneer u de hart-
slag [PULSE] monitor gebruikt (raadpleeg stap 6).
De middelste [CENTER] display—Deze display
zal de workout instructies aangeven.
Druk op de Thuis [HOME] toets om naar de
start instelling terug te keren (raadpleeg DE
INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 21 om
de start instelling in te stellen). Druk, indien nodig,
nogmaals op de Thuis toets.
Het iFit symbool op de
middelste display zal
gaan branden wanneer
een iFit module met
www.iFit.com verbon-
den is.
Druk op de Stoptoets [STOP], trek de sleutel eruit
en steek de sleutel weer in om de displays te
resetten.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Aandacht: het bedieningspaneel zal uw hartslag
niet nauwkeurig aangeven als u de borstkas-
hartslag monitor draagt en tegelijkertijd de
hartslagsensor met de handgreep gebruikt. Zie
bladzijde 14 voor meer informatie over de borstkas-
hartslag monitor.
Verwijder
de velletjes
plastic van
de metalen
contactpunten
op de hartslag-
stang voordat
u de hartslag-
monitor met
handgreep
gebruikt. Zorg
er ook voor dat uw handen schoon zijn.
Ga, om uw hartslag te meten, op de voetrails
staan en houd de hartslagstang ongeveer tien
seconden lang met uw handpalmen op de metalen
contactpunten vast—beweeg uw handen niet.
Wanneer uw pols gemeten kan worden, verschij-
nen er verschillende streepjes en daarna wordt
uw hartslag aangegeven. U moet voor de meest
nauwkeurige hartslagmeting, de contactpunten
ongeveer 15 seconden lang vasthouden.
7. Als u met oefenen klaar bent dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te trekken.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de hellingstand van de loopband in de laag-
ste stand. De helling van de loopband moet in
de laagste stand staan wanneer u de loopband
wilt opbergen anders kan de loopband bescha-
digd worden. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Zet de stroomschakelaar in de uitstand [OFF]
en trek het snoer uit het stopcontact, wanneer
u klaar bent met het gebruik van de loopband.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
Contactpunten
19
HOE EEN WORKOUT TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 17.
2. Kies een workout.
Druk herhaaldelijk op de Calorie, op de Intensiteit
[INTENSITY] of op de Snelheid [SPEED] toets om
een workout te kiezen of druk herhaaldelijk op de
Hellingtoets [INCLINE] totdat de gewenste workout
op het scherm verschijnt.
De displays zullen wanneer u een workout kiest
de maximum helling, de duur, de afstand, de maxi-
mum snelheid, en de naam van de workout aan-
geven.Bovendienzalereenproelvandesnel-
heidsinstellingen van de workout op het scherm
verschijnen. Wanneer u voor een calorie workout
kiest, dan zal bij benadering het aantal calorieën
die u zult verbranden in de naam van de workout
verschijnen.
3. Begin met de workout.
Druk op de Starttoets [START] of de Snelheids-
toename toets om met de workout te beginnen.
Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loop-
band zich automatisch aanpassen aan de eerste
snelheids- en hellinginstelling van de workout.
Houd de handleuningen vast en begin met lopen.
Elke workout is in segmenten verdeeld. Er is één
hellinginstelling en één snelheidsinstelling voor elk
segment geprogrammeerd. Aandacht: dezelfde
snelheids- en/of hellinginstelling kan voor opeen-
volgende segmenten geprogrammeerd worden.
Tijdens de workout zal
hetproeluwvordering
aangeven. Het knipper-
ende segment van het
proelgeefthethuidige
segment van de work-
out aan. De hoogte van het knipperende segment
geeft de snelehidssinstelling voor het huidige seg-
ment aan. Aan het einde van ieder segment is een
serie tonen te horen en begint het volgende seg-
mentvanhetproelteknipperen.Alseennieuwe
snelheidsinstelling en/of hellinginstelling voor het
volgende segment geprogrammeerd is, dan zal de
nieuwe snelheidsinstelling en/of hellinginstelling
een paar seconden lang in het display verschi-
jnen en zal de loopband zich automatisch aan de
nieuwe snelheidsinstelling en hellinginstelling aan-
passen.
De workout gaat op deze wijze door tot het laatste
segmentvanhetproelknippertindedisplayen
het laatste segment stopt. De loopband zal vertra-
gen en tot stilstand komen.
Aandacht: het na te streven calorieëndoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de workout verbranden zult. Het werkeli-
jke aantal calorieën die u zult verbranden zal
van verschillenden factoren zoals uw gewicht
afhangen. Daarnaast heeft een handmatige
wijziging van de snelheid of de helling van de
loopband tijdens de workout effect op het aan-
tal calorieën die u zult
verbranden.
Indien de snelheids- of hellinginstelling tijdens de
workout te hoog of te laag is, dan kunt u de instell-
ing handmatig overschrijven door op de Snelheids-
en Hellingtoetsen te drukken. Als het volgende
segment van de workout begint, dan zal de
loopband zich automatisch aan de snelheids-
en hellinginstelling voor het volgende segment
aanpassen.
Druk op de Stoptoets [STOP] om op welk moment
dan ook met de workout te stoppen. De tijd zal
op de display knipperen. Druk op de Starttoets of
op de Snelheidstoename toets om de workout te
hervatten. De loopband begint met een snelheid
van ongeveer 2 Km/u [Km/H] te draaien. Als het
volgende segment van de workout begint, zal de
loopband zich automatisch aan de snelheids- en
hellinginstelling voor dat volgende segment aan-
passen.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 18.
6. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 18.
Huidig Segment
20
HOE EEN IFIT WORKOUT TE GEBRUIKEN
Aandacht: u heeft een optionele iFit module nodig om
een iFit workout te kunnen doen. Ga naar www.iFit.
com of bel met het telefoonnummer op de kaft van
deze handleiding om de iFit module te kopen. U
dient toegang te hebben tot een computer met een
internetverbinding en een USB-poort. Daarnaast dient
u ook toegang te hebben tot een draadloos netwerk
inclusief een 802.11b/g/n router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet
ondersteund). Een iFit.com-lidmaatschap is eveneens
vereist.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 17.
2. Steek de iFit module in het bedienings-paneel.
Zie de instructies van de iFit module om de iFit
module in te steken.
BELANGRIJK: om aan de vereisten van de
stralingsblootstelling te voldoen, dienen de
antenne en de zender in de iFit module op min-
stens 20 cm afstand van alle personen te staan
en mogen ze niet dichtbij een andere antenne
of zender staan of er op aangesloten zijn.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker geregis-
treerd is, vanuit het iFit hoofdscherm van gebruiker
wisselen. Druk op de toename en afname toetsen
naast de Entertoets [ENTER] om een gebruiker te
kiezen.
4. Kies een iFit workout.
Druk op een van de iFit toetsen om een iFit wor-
kout te kiezen. U moet enkele workouts, voordat
die gedownload worden, aan uw lijst op www.iFit.
com toevoegen.
Druk op de iFit toets om de volgende workout op
uw lijst te downloaden. Druk op de Mijn Trainer
[MY TRAINER] toets, de Mijn Kaarten [MY MAPS]
toets, de Wereldtour [WORLD TOUR] toets, of de
Evenement Training [EVENT TRAINING] toets om
de volgende workout van dat type op uw lijst te
downloaden. Druk op de Competitie [COMPETE]
toets om aan een race deel te nemen die u al
eerder gekozen heeft. Ga naar www.iFit.com
voor meer informatie over de iFit workouts.
Aandacht: indien er geen gekozen type workouts
op uw lijst staat, dan zal de volgende workout op
uw lijst gedownload worden.
De display zal, wanneer u een iFit Workout kiest,
de tijdsduur van de workout, de afstand die u
zult lopen of rennen, en het bij benadering aantal
calorieën die u zult verbranden en de naam van de
workout aangeven. De display zal, als u een com-
petitie workout kiest, aftellen totdat de race begint.
5. Begin met de workout.
Zie stap 3 op bladzijde 17.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
audio coach u door uw workout leiden. U kunt een
instelling voor uw audio coach kiezen (raadpleeg
DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 21).
Druk op de Stoptoets [STOP] om op welk moment
dan ook met de workout te stoppen. De tijd zal
op de display knipperen. Druk op de Starttoets
[START] of op de Snelheidstoename [SPEED]
toets om de workout te hervatten. De loopband zal
met de snelheidsinstelling van het eerste segment
van de workout beginnen te draaien. Echter, als
het volgende segment van de workout begint, zal
de loopband zich automatisch aan de snelheids-
en hellinginstelling voor het volgende segment
aanpassen.
6. Volg uw vordering op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 18.
8. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 18.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over
de iFit instelling.
21
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een informatie instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel instellingen laat samenstellen.
Houd om de informatie instelling te kiezen de
Stoptoets ingedrukt terwijl u de sleutel in het bedie-
ningspaneel steekt en laat dan de Stoptoets [STOP]
weer los. Als de informatie instelling gekozen is, zal de
volgende informatie aangegeven worden:
De Tijd [TIME] display zal
het aantal uren tonen dat
de loopband gebruikt is
geweest.
De Afstand [DISTANCE]
display zal het totaal aantal
kilometers of mijlen tonen
die de loopband gedraaid
heeft.
Druk, als de informatie instelling gekozen is op
de afname toets naast de Entertoets [ENTER] om
ieder van de volgende schermen in het middelste
display te kiezen:
1. EENHEDEN [UNITS]:
druk op de Entertoets
om de meeteenheid
te veranderen. Kies
ENGLISH (Engels) om
de afstand in mijlen te
bekijken. Kies METRIC
(metrisch) om de afstand in kilometers te bekijken.
2. DEMO INSTELLING: het bedieningspaneel heeft
een demo instelling, die ontwikkeld is voor gebruik
als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt.
Terwijl de demo instelling aan staat, kunt u het
bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u
het snoer in het stopcontact steekt, de stroom-
schakelaar in de resetstand [RESET] plaatst,
en de sleutel in het bedieningspaneel steekt.
Als u echter de sleutel eruit haalt, dan blijven de
displays branden hoewel de toetsen niet werken.
Het woord ON (aan) zal op de middelste display
verschijnen wanneer de demo instelling aan is.
Druk, om de demoinstelling aan en uit te zetten,
op de Entertoets of op de Snelheidsafname toets.
3. CONTRASTNIVEAU: druk op de Hellings-
toename en -afname toetsen om het
contrastniveau van de displays aan te passen.
Druk dan op de Entertoets.
Als een module aangesloten is, kunt u ook de vol-
gende schermen kiezen:
4. MODULE: als een iFit Live module aangesloten
is, geeft de display de woorden WIFI aan. De dis-
play zal, als een USB module aangesloten is, de
woorden USB/SD aangeven.
5. AUDIO COACH: druk op de Entertoets om de
audio coach aan of uit te zetten.
Als een iFit Live module aangesloten is, kunt u ook
de volgende schermen kiezen:
6. START INSTELLING: de start instelling (het stan-
daardmenu) zal verschijnen wanneer u de sleutel
in het bedieningspaneel steekt of wanneer u op de
Thuis [HOME] toets drukt. Druk herhaaldelijk op
de Entertoets om de handmatige instelling of de
iFit Live instelling als standaardmenu te kiezen.
7. WIFI NAGAAN: druk dan op de Entertoets. De
middelste display zal het nummer van de soft-
wareversie, het netwerk-SSID, de codering van
het type netwerk, de sterkte van het draadloos
signaal, het IP-adres van de module, het aantal
geregistreerde gebruikers en hun namen, de
resultaten van de DNS zoekopdracht, de status
van de iFit Live server, en of de controle geslaagd
is aangegeven.
8. GEGEVENS VERSTUREN/OPVRAGEN: druk
op de Entertoets om workouts, de workout logs
en de updates te verzenden en te ontvangen.
Wanneer de procedure voltooid is zullen de woor-
den TRANSFERS DONE (versturen klaar) op de
display verschijnen.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie instelling te verlaten.
22
HOE HET STEREOGELUIDSSYSTEEM TE
GEBRUIKEN
Om via de stereoluidsprekers van het bedieningspa-
neel naar muziek te luisteren of audioboeken af te
spelen, moet u uw MP3-speler, CD-speler, of andere
persoonlijke audiospeler via de audio-aansluiting op
het bedieningspaneel aansluiten.
Zoek om de audio-aansluiting te gebruiken naar de
meegeleverde audiokabel en steek deze in de audio-
aansluiting in de zijkant van het bedieningspaneel.
Steek dan het audiosnoer in een aansluiting op uw
MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke audio-
speler. Zorg dat het audiosnoer volledig ingestoken
is.
Druk dan op de afspelen
toets op uw MP3-speler,
CD-speler of andere per-
soonlijke audiospeler. Pas
het volume op uw persoon-
lijke audiospeler aan of
druk op de volume toename
of afname toetsen op het
bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD
slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een
ander effen oppervlak en niet op het bedieningspaneel.
HOE HET KUSSENSYSTEEM BIJ TE STELLEN
Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
trek het snoer uit het stopcontact. De loopband
heeft een kussensysteem dat het schokeffect tijdens
het lopen of rennen op de loopband vermindert. Stap
van de band en schuif de platformkussens naar de
voorkant van de loopband om de stevigheid van het
loopplatform te verhogen. Stap van de loopband en
schuif de platformkussens naar de achterkant van de
loopband om de stevigheid van het loopplatform te
verlagen. Aandacht: zorg dat beide kussens op het-
zelfde stevigheidsniveau ingesteld zijn. Hoe sneller
u op de loopband rent of loopt, of hoe zwaarder u
bent hoe steviger het loopplatform zou moeten zijn.
Volume Verlagen
Volume Verhogen
Loopplatform
Verhogen
Verlagen
Kussen van het
Loopplatform
Kussen van het
Loopplatform
23
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE
VERPLAATSEN
Stel om de loopband niet te beschadigen de helling
in de laagste stand en schuif de stevigheid van de
verstelbare kussens tot instelling 1 voordat u de
loopband inklapt. Verwijder dan de sleutel en trek
het snoer uit het stopcontact. OPGELET: u moet
in staat zijn om veilig 20 kg op te kunnen optillen,
neer te kunnen laten of om de loopband te kunnen
verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder aangegeven wordt.
OPGELET: houd het onderstel niet bij de plas-
tic voetrails vast. Buig uw knieën en houd uw
rug recht.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
opbergstand vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
Plaats een matje onder de loopband om de vloer
of de vloerbedekking te beschermen. Houd de
loopband weg uit direct zonlicht. Berg de loopband
nooit op in een omgeving waar de temperatuur
hoger is dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Klap de loopband eerst in zoals aan de linkerkant
beschreven staat voordat deze verplaatst wordt.
OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de
opbergstand vergrendeld is. Er zijn twee mensen
nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste plaats. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te laten leunen, trek niet aan het onder-
stel en verplaats de loopband niet over een
oneffen oppervlakte.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig neer.
HOE DE LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van het
onderstel van de loopband met uw rechterhand
vast. Trek vervolgens de vergrendelknop naar
links. BELANGRIJK: draai niet aan de vergren-
delknop. Duw, indien nodig, het onderstel iets naar
voren. Draai het onderstel een paar centimeter
naar beneden en laat de vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel met beide handen stevig vast en laat deze op
de vloer zakken. OPGELET: houd het onderstel
niet bij de plastic voetrails vast en laat het
onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw
rug recht.
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
1
1
Vergrendel-
knop
2
Onderstel
24
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen opgelost
worden. Zoek het verschijnsel dat van toepass-
ing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg dat het snoer in een goed geaard stopcontact
is gestoken (zie bladzijde 15). Als u een verlengs-
noer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-draadig,
1 mm
2
(maat 14) snoer dan niet langer is dan
1,5 m.
b. Nadat de stekker goed is ingestoken, zorg er dan
voor dat de sleutel goed in het bedieningspaneel
zit.
c. Controleer de stroomschakelaar op het onderstel
van de loopband bij het snoer. Als de schakelaar
uitsteekt zoals afgebeeld dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw
in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
SYMPTOOM: de stroom gaat tijdens het gebruik uit
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar
weer in.
b. Zorg dat het snoer goed ingestoken is. Als het
snoer ingestoken is, trekt u het snoer uit, wacht u
vijf minuten en steekt u het snoer weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de omslag van de gebruikershandle-
iding wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: het displays van het bediening-
spaneel blijven branden als u de sleutel uit het
bedieningspaneel trekt
a. Het bedieningspaneel heeft een demo instelling,
die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband in
een winkel geëtaleerd wordt. De demo instelling is
aan wanneer de display blijft branden als u de sleu-
tel eruit trekt. Houd de Stoptoets [STOP] enkele
seconden lang ingedrukt om de demo instelling
uit te schakelen. Raadpleeg als de displays nog
steeds branden, de INFORMATIE INSTELLING op
bladzijde 21 om de demo instelling uit te zetten.
VERSCHIJNSEL: de displays van het bediening-
spaneel werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder de twee #8 x 3/4" Schroeven (2). Til dan
de Motorkap (67) er voorzichtig af.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Resetten
Doorgeslagen
c
67
2
a
2
2
2
25
Zoek naar de Bladveerschakelaar (57) en naar de
Magneet (55) aan de linkerkant van de Katrol (56).
Draai de Katrol tot de Magneet gelijk staat met de
Bladveerschakelaar. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3
mm is. Draai, indien nodig de #8 x 3/4” Tekschroef
(12) los, verschuif de bladveerschakelaar wat en
maak de Schroef weer vast. Maak de Motorkap
(niet afgebeeld) weer vast en laat de loopband een
paar minuten draaien om te controleren of de snel-
heid juist aangegeven wordt.
VERSCHIJNSEL: de helling van de loopband veran-
dert niet goed
a. Houd de Stoptoets [STOP] en Snelheidstoename
[SPEED] toets ingedrukt, steek de sleutel in het
bedieningspaneel en laat dan de Stoptoets en
Snelheidstoename toets los. Druk op de Stoptoets
en druk dan op de Hellingtoename [INCLINE] of -
afname toets. De loopband klimt automatisch naar
de maximum hellingstand en keert dan naar de
minimumstand terug. Hierdoor wordt het helling-
systeem opnieuw geijkt. Als de helling niet geijkt
wordt, druk dan weer op de Stoptoets en druk dan
opnieuw op de Hellingtoename of -afname toets.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als de hel-
ling geijkt is.
VERSCHIJNSEL: de loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan
alleen een 3-draadig, 1 mm
2
(maat 14) snoer van
maximaal 1,5 m.
b. Als de loopband te strak staat, dan zal de werking
van de loopband verslechteren en kan de loopband
beschadigd raken. Verwijder de sleutel en TREK
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai
beide bijstelschroeven van de ruststandrol met de
inbussleutel een kwartslag tegen de klok in. Als
de loopband goed vastzit moet u elke rand van de
loopband 5 tot 7 cm van het loopplatform op kun-
nen optillen. Zorg ervoor dat de band in het midden
ligt. Steek dan de stekker in het stopcontact. Steek
de sleutel in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze procedure tot de loopband
goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel behandeld
is. BELANGRIJK: behandel de band of het
loopplatform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit door een erkende ser-
vicemonteur aangegeven wordt. Dergelijke
middelen kunnen de kwaliteit van de loopband
verslechteren en tot overmatige slijtage leiden.
Als u vermoedt dat de loopband aanvullende sme-
ring nodig heeft, raadpleeg dan de kaft van deze
handleiding.
d. Raadpleeg dan de kaft van deze handleiding als
de loopband nog steeds vertraagt wanneer er op
gelopen wordt.
Bijstelschroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
Boven-
aanzicht
55
3 mm
56
57
12
26
SYMPTOOM: de loopband ligt niet in het midden
van de voetrails. BELANGRIJK: als de loopband
tegen de voetrails schuurt, dan kan de loopband
beschadigd raken.
a. Verwijder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Als de loopband
naar links verschoven is, kunt u de inbussleutel
gebruiken om de linker Schroef van de ruststandrol
een halve slag met de klok mee te draaien; als de
loopband naar rechts verschoven is kunt u de
linker schroef van de ruststandrol een halve slag
tegen de klok in draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het stop-
contact. Steek de sleutel in en laat de loopband
een paar minuten draaien. Herhaal deze procedure
tot de loopband goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: de loopband slipt als u er op loopt
a. Verwijder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai beide bijstel-
schroeven van de ruststandrol met de inbussleutel
een kwartslag met de klok mee. Als de loopband
goed vast ligt moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak op kunnen tillen. Zorg
ervoor dat de loopband in het midden ligt. Steek
dan de stekker in het stopcontact. Steek de sleutel
in en laat de loopband een paar minuten draaien.
Herhaal deze tot de loopband goed vast ligt.
a
a
Voetrails
27
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
28
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achil-
lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
29
AANTEKENINGEN
30
1 21 #8 x 1/2" Schroef
2 66 #8 x 3/4" Schroef
3 1 3/8" x 2" Bout
4 4 3/8" x 1" Hechtbout
5 6 5/16" x 1 1/4" Hechtbout
6 1 3/8" x 1 3/4" Hechtbout
7 3 3/8" x 2 3/4" Hechtbout
8 4 #10 x 3/4" Schroef
9 6 5/16" Sterring
10 2 3/8" Moer
11 3 3/8" Sterring
12 1 #8 x 3/4" Tekschroef
13 2 Bijstelschroef van de Ruststandrol
14 1 3/8" x 1 1/2" Inbusbout
15 2 3/8" x 1 3/4" Bout
16 4 #8 x 1/2" Geaarde Schroef
17 2 #8 x 1 3/4" Schroef
18 4 #8 Schroef van de Riemgeleider
19 16 #8 x 3/4" Tekschroef
20 2 #8 x 1" Tekschroef
21 2 5/16" Schroef van de Motor
22 2 1/2" x 2 1/4" Bout
23 2 3/8" x 1" Bout
24 4 5/16" x 3 5/8" Bout
25 1 1/4" x 1 1/4" Schroef
26 8 #8 x 1" Schroef
27 2 #12 x 1" Schroef
28 2 Huls van de Motor
29 2 #8 Sterring
30 1 1/4" Sterring
31 8 #8 Plat Tussenstuk
32 4 5/16" Platte Tussenring
33 2 1/2" Klemmoer
34 6 3/8" Klemmoer
35 4 5/16" Klemmoer
36 4 Klip van de Kap
37 4 Rubber Kussen
38 7 #8 x 1/2" Schroef met Zeshoekige
Kop
39 2 Verstelbaar Kussen
40 2 Stop van het Kussen
41 2 Kussengeleider
42 1 Linker Achterpoot
43 1 Rechter Achterpoot
44 2 Achterste Steun van het
Loopplatform
45 1 Ruststandrol
46 1 Linker Voetrail
47 1 Rechter Voetrail
48 1 Waarschuwingssticker
49 1 Loopplatform
50 1 Band
51 2 Riemgeleider
52 1 Linker Voorste Steun van het
Loopplatform
53 1 Rechter Voorste Steun van het
Loopplatform
54 1 Klem van de Bladveerschakelaar
55 1 Magneet
56 1 Aandrijfrol/Katrol
57 1 Bladveerschakelaar
58 1 Beugel van de Filter
59 1 Filter
60 1 Onderstel
61 1 Opbergvergrendeling
62 1 Aandrijfmotor
63 1 Riem van de Motor
64 4 Draadband
65 1 Rechter Kap van het Onderstel
66 1 Linker Kap van het Onderstel
67 1 Motorkap
68 2 Tussenstuk van het Onderstel van
de Helling
69 1 Hellingmotor
70 1 Onderstel van de Helling
71 2 Tussenstuk van het Onderstel
72 1 Regulateur
73 1 Plaat van de Regulateur
74 2 Buis van de Onderste Kap
75 1 Stroomschakelaar
76 1 Onderpan
77 1 Snoer
78 1 Doorvoerhuls
79 1 Draad van de Staander
80 1 Dwarsstang
81 1 Linker Handleuning
82 1 Rechter Handleuning
83 1 Linker Basiskap
84 1 Rechter Basiskap
85 2 Waarschuwingssticker
86 1 Staander
87 1 Kap van de Staander
88 4 Kussentje van de Basis
89 1 Linker Wieldop
90 1 Rechter Wieldop
91 2 Wiel
92 1 Sleutel/Klip
93 1 Bedieningspaneel
94 1 Basis
95 1 Basis van het Bedieningspaneel
96 1 Sensor
97 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
98 4 Klem van het Bedieningspaneel
99 2 Aarddraad
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NETL17711.1 R1112A
31
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
100 1 Achterkant van het
Bedieningspaneel
101 1 Linker Lade
102 1 Rechter Lade
103 5 Kabeldraad
104 1 Snoer voor gebruik in Engeland
105 1 Inbussleutel
106 1 Motorisolator
107 1 3/8" x 2" Bout van de Hellingmotor
108 1 Houder van de Helling Stop
109 1 Geaarde Beugel
110 1 Ontvanger
111 1 Ferrietdoos
112 1 Borstriem
* Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
32
18
51
2
105
13
35
32
37
17
16
16
64
17
24
25
30
32
37
22
35
56
24
55
12
54
57
51
18
13
22
3
10
61
63
62
6
2
2
2
2
2
43
39
40
20
44
2
44
2
20
40
41
19
42
48
45
47
46
49
50
1
1
41
39
2
35
32
37
1
2
2
27
27
2
52
2
10
19
19
19
19
19
19
24
24
31
31
31
32
37
35
2
31
19
2
31
31
65
66
53
60
21
28
38
58
38
59
106
29
28
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NETL17711.1 R1112A
33
77
74
2
75
2
2
2
2
73
72
2
74
2
76
2
36
2
2
2
2
2
2
34
69
68
71
14
34
70
67
71
107
33
33
23
23
36
36
36
68
108
110
109
38
38
104
111
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NETL17711.1 R1112A
34
2
90
15
91
89
34
88
1
88
2
34
91
88
1
1
88
1
34
11
7
85
84
86
82
81
87
4
4
5
9
5
9
5
5
9
9
78
79
79
80
1
8
8
1
1
85
83
15
34
94
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NETL17711.1 R1112A
35
92
93
2
2
2
2
98
26
26
97
98
26
16
26
2
2
1
1
102
99
1
2
2
2
1
101
95
2
103
2
103
100
98
98
112
96
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. NETL17711.1 R1112A
Onderdeel Nr. 339741 R1112A Gedrukt in China © 2012 ICON IP, Inc.
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

NordicTrack NETL17711.1 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor