Gebruiksaanwijzing, Comfort 260 accu (#114435 – NL) 25
Storingen zonder storingsmelding
Geen reactie na impuls van de handzender.
Modulaire antenne niet ingestoken.
• Modulaire antenne met besturingseenheid verbinden.
➔ „4.6 Afronding van de montage“
Handzendercodering komt niet overeen met
ontvangercodering.
• Handzender opnieuw programmeren.
➔ „5.4 Snelprogrammering“
Batter van de handzender leeg.
• Nieuwe batter plaatsen.
➔ „6.1 Handzender“
Draadloze bediening uitgeschakeld (symbool „Externe
schakelaar“ knippert).
• Door het bedienen van de toetsen + (OPEN) of
–(DICHT) op de aandrving het draadloze contact
weer activeren.
Handzender of besturingselektronica van de modulaire
antenne defect.
• Alle 3 de componenten laten controleren.
Aandrijfsysteem keert om bij onderbreking van de fotocel
in hoekproel staande rail.
Programmering niet correct uitgevoerd.
• Reset van de veiligheidselementen uitvoeren.
➔ „Niveau 1, Menu 8 - RESET“
• Snelprogrammering opnieuw uitvoeren.
➔ „5.4 Snelprogrammering“
Weinig of geen reikwijdte.
Handzender is defect.
• Handzender controleren , indien nodig vervangen.
Antenne defect of verkeerd geïnstalleerd.
• Antenne controleren/vervangen.
• Antenne verplaatsen naar bovendorpel of buiten
de garage brengen, eventueel een buitenantenne
monteren.
Storingen op gebruikte frequentieband.
• Op alternatieve frequentie omschakelen.
Aandrijvingsverlichting werkt niet.
Verlichting defect.
• Ledje vervangen.
Bij verdere storingen.
• Op de foutmelding letten (zie LCD-display).
• Artikelnr., productienr. en versie (zie typeplaatje)
gereedhouden voor eventuele vragen.
• Reset en herinbedrfstelling volgens
inbouwaanwzing.
Storingen met storingsmeldingen
Het systeem geeft gedetecteerde storingen aan
met een foutmelding (bv. fotmelding 7).
De besturing schakelt over naar de
meldingsmodus.
In de bedrfsmodus kan door op de P-toets
te drukken de laatste foutmelding worden
weergegeven.
Foutmelding 7
Na 120 seconden zonder toetsbediening sluit de
programmeermodus vanzelf af.
• Start de programmering opnieuw.
Foutmelding 9
Impuls toerentalsensor niet aanwezig, aandrfsysteem
blokkeert.
• Aandrfsysteem laten controleren.
Foutmelding 10
Deur loopt stroef of deur blokkeert.
• Zorgen dat de deur soepel loopt.
Maximale aandrfkracht te laag ingesteld.
• Maximale aandrfkracht door de vakhandelaar laten
controleren.
➔ „Niveau 2, Menu 1 - Benodigde aandrfkracht
OPEN“
➔ „Niveau 2, Menu 2 - Benodigde aandrfkracht
DICHT“
Foutmelding 11
Looptdbegrenzing.
• Aandrfsysteem laten controleren.
Foutmelding 15
Fotocel onderbroken of defect.
• Hindernis verwderen of fotocel laten controleren.
Fotocel geprogrammeerd, maar niet aangesloten.
• Fotocel uitschakelen of aansluiten.
Foutmelding 16
Stroomsensor voor de Uitschakelautomaat defect.
• Aandrving laten controleren.
Foutmelding 28
Deur loopt te stroef, onregelmatig of blokkeert.
• Deurbeweging controleren en zorgen dat de deur
soepel loopt.
Uitschakelautomaat te gevoelig ingesteld.
• Uitschakelautomaat door de vakhandelaar laten
controleren.
➔ „Niveau 2, Menu 3 - Uitschakelautomaat OPEN“
➔ „Niveau 2, Menu 4 - Uitschakelautomaat DICHT“