DeWalt DW743N-AR Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 9
Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 19
English (original instructions) 31
Español (traducido de las instrucciones originales) 41
Français (traduction de la notice d’instructions originale) 52
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 64
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 74
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 85
Português (traduzido das instruções originais) 95
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 106
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 116
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 126
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 137
Copyright DEWALT
NEDERLANDS
74
KLAPZAAGTAFEL DW743N
Gefeliciteerd!
U heeft gereedschap van DEWALT gekocht. Door haar jarenlange
ervaring, grondige productontwikkeling en innovatie heeft DEWALT
zich tot één van de meest betrouwbare partners voor gebruikers van
professioneel elektrisch gereedschap ontwikkeld.
Technische gegevens
DW743N DW743N
QS DK
Voltage V 230 230
Type 2 3
Ingaand vermogen
230 V gereedschap W 2.000 2.000
Snelheid zonder weerstand min
-1
2.850 2.850
Zaagbladdiameter mm 250 250
Zaagbladboorgat mm 30 30
Dikte zaagblad mm 2,2 2,2
Dikte zaagtand mm 3 3
Dikte splijtmes mm 2,3 2,3
Verstekzaag (max. posities) links 45° 45°
rechts 45° 45°
Schuine hoek (max. posities) links 45° 45°
Automatische remtijd zaagblad s < 10 < 10
Gewicht kg 37 37
Snijdvermogen
Verstekzaagmodus (afb. b)
Snijdhoek Grootte van materiaal Opmerkingen
H mm B mm
Plaats werkstuk
tegen
geleider (X)
Rechte dwarsdoorsnede 20 180 Geen
verpakkingsstuk
nodig
30 176
40 170
68 140
85 26 Dwarsdoorsnede
op max.
hoogte
Tafel 45º naar rechts
gedraaid voor verstekzagen 70 95
Tafel 45º naar links
gedraaid voor verstekzagen 20 130
Zaagblad 45º naar links
gekanteld voor schuine sneden 50 140
Zaagbank modus
Max. trekzaagvermogen links/rechts mm 210/210 210/210
Diepte van snede bij 90º mm 0–70 0–70
Diepte van snede bij 45º mm 0–32 0–32
L
PA
(geluidsdruk) dB(A) 93 93
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk) dB(A) 3 3
L
WA
(akoestisch vermogen) dB(A) 106 106
K
WA
(onzekerheid akoestisch vermogen) dB(A) 2,9 2,9
Vibratietotaalwaarden (triax-vectorsom) bepaald volgens EN 61029-1 en
EN 61029-2-11.
Vibratie-emissiewaarde a
h
a
h
=
m/s²
2,0 2,0
Onzekerheid K = m/s
2
1,5 1,5
Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven,
is gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test
volgens EN 61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap
met het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste
inschatting van blootstelling.
WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau
geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als
het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt
gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt
onderhouden, kan de vibratie-emissie verschillen. Dit kan
het blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de
totale arbeidsduur.
Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient
ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt
uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke
werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau
aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator
te beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals:
onderhoud het gereedschap en de accessoires, houd de
handen warm, organisatie van werkpatronen.
Zekeringen:
Europa 230 V gereedschappen 10 Ampère, hoofdstroom
OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een
stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame
systeemimpedantie Zmax van 0,30 Ω op het interfacepunt
(elektriciteitskast) van de voorziening van de gebruiker.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt
aangesloten op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste
voldoet. Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen
naar de systeemimpedantie op het interfacepunt.
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder
signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door
en let op deze symbolen.
GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet
wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat,
indien dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood
of ernstig letsel.
VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan
die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden
tot gering of matig letsel.
OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen
persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan veroorzaken.
Wijst op het gevaar voor elektrische schok.
Wijst op brandgevaar.
Geeft scherpe hoeken aan.
NEDERLANDS
75
EG verklaring van overeenstemming
RICHTLIJN VOOR MACHINES
DW743N
DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder
“technische gegevens” in overeenstemming zijn met:
2006/42/EG; EN 61029-1; EN 61029-2-11.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via
het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het
technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering and Product Development
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
01.01.2010
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van
elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd
houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de
kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te
verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en
bewaar deze instructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
Algemene veiligheidsregels
1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving.
Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand.
2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het
gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de
werkplek goed verlicht (250–300 Lux). Gebruik het gereedschap
niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, bijv. in de
buurt van brandbare vloeistoffen en gassen.
3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld
pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van
het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld
hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd
enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen.
4. Houd andere mensen uit de buurt.
Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn
betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd
ze uit de buurt van de werkplek.
5. Berg ongebruikt gereedschap op.
Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een
droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het
bereik van kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de
bedoelde wijze wordt gebruikt.
7. Maak gebruik van het juiste gereedschap.
Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines
uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden
waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet
om boomtakken of houtblokken te zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker
bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen.
Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet
kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een
veiligheidshelm.
10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van
voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze
zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact
te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe
randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Zeker het werkstuk.
Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw
handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide
handen bedienen.
13. Zorg voor een veilige houding.
Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14. Onderhoud gereedschap met zorg.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen
van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en
laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is
beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en
vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires
als bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16. Verwijder stel- en moersleutels.
Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17. Vermijd onbedoeld inschakelen.
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik
en als zodanig zijn gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het
gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of
alcohol hebt gebruikt.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer
zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en
de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen
zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er
defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er
sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden.
Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient
op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door
een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders
wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/
uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties
uit te voeren.
NEDERLANDS
76
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire
of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met
dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze
instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met
zich meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van
originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk
gevaar voor de gebruiker.
Aanvullende veiligheidsregels voor klapzaagtafels
Sta niet toe dat ongetrainde mensen deze machine bedienen.
Gebruik de zaag niet om iets anders dan aluminium, hout of
vergelijkbaar materiaal te zagen.
Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat dient te worden
gesneden.
Gebruik geen gebroken of beschadigde zaagbladen.
Gebruik geen HSS zaagbladen.
Gebruik correct geslepen zaagbladen. Houd u aan de maximum
snelheidsmarkering op het zaagblad.
Gebruik uitsluitend zaagbladen die door de fabrikant worden
aanbevolen en die voldoen aan EN 847-1.
Gebruik de zaag niet zonder dat de beveiligingen en het splijtmes
in positie zijn en goed zijn onderhouden, vooral als u wissels van de
verstekzaagmodus naar de zaagbankmodus en vice versa.
Zorg ervoor dat de vloer rondom de machine vlak is, goed
onderhouden en vrij van los materiaal, bv. splinters en afgesneden
delen.
Zorg voor geschikte algemene en plaatselijke verlichting.
Draag geschikte persoonlijke bescherming indien nodig, inclusief:
gehoorbescherming om het risico op gehoorverlies te
verminderen;
mondbescherming om het risico op het inademen van schadelijke
stofdeeltjes te verminderen;
handschoenen voor het vastpakken van zaagbladen en grof
materiaal. Zaagbladen dienen in een houder te worden gedragen
indien dit mogelijk is.
Vermijd het verwijderen van afgesneden delen of andere delen van
het werkstuk uit het snijdgebied terwijl de zaag in werking is en de
zaagkop niet tot stilstand is gekomen.
Vervang de tafelinvoer als deze versleten is.
Vervang de tafel wanneer de sleuf in de tafel te breed is.
Meld defecten aan de machine, inclusief de beschermingen of
zaagbladen, aan uw dealer zodra deze worden ontdekt.
Zorg ervoor dat de bovenkant van het zaagblad volledig door de
verstekzaagmodus is omgeven.
Zorg ervoor dat de arm veilig is vastgezet in werkpositie in de
zaagbankmodus.
Zorg ervoor dat de arm veilig is vastgezet als u schuine hoeken
zaagt in de zaagbankmodus.
Doe voorzichtig als u groeven maakt tijdens de zaagbankmodus
door een geschikt beveiligingssysteem te gebruiken. Het zagen van
een sleuf is niet toegestaan.
Sluit de zaag aan op een stofopvangapparaat wanneer u hout
zaagt. Houd altijd rekening met factoren die van invloed zijn op de
blootstelling aan stof, zoals:
Type materiaal dat moet worden bewerkt (spaanplaat
produceert meer stof dan hout);
Juiste afstelling van het zaagblad;
Controleer dat de lokale afzuiging en ook kappen, schermen en
kokers goed zijn afgesteld.
Stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s
Gebruik geen schurende schijven of diamantsnijwielen.
Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit
het zaaggebied terwijl de machine loopt en de zaagkop niet in
rustpositie staat.
In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet
u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact trekken.
Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de
machine aan zodat andere mensen niet proberen de niet (goed)
functionerende machine te gebruiken.
Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale
aanvoerdruk tijdens het zagen, zet de machine dan uit en trek
de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg
voor vrijloop van het zaagblad. Zet de machine aan start de
zaagwerkzaamheden weer met verminderde aanvoerdruk.
Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium.
Monteer, wanneer de situatie dat toelaat, de machine op een
werkbank met bouten van een diameter van 8 mm en een lengte
van 80 mm (afb. C2).
Aanvullende veiligheidsregels voor verstekzagen
Zorg ervoor dat alle vergrendelingknoppen en klemhendels stevig
vastzitten voordat u met een handeling begint.
Bedien de machine niet als de beveiliging niet is aangebracht of als
de beveiliging niet werkt of niet correct is onderhouden.
Gebruik uw zaag nooit zonder de zaagplaat.
Plaats nooit één van de handen in het gebied van het zaagblad als
de zaag op de elektrische stroomvoorziening is aangesloten.
Probeer nooit een bewegende machine snel te stoppen door een
stuk gereedschap of iets anders tegen het zaagblad te duwen; dit
kan onbedoeld ernstige ongelukken veroorzaken.
Lees voordat u enig accessoire gebruikt de gebruiksaanwijzing. Het
onjuiste gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat dient te worden
gesneden.
Houd u aan de maximum snelheidsmarkering op het zaagblad.
Gebruik een houder of draag handschoenen als u een zaagblad
vastpakt.
Zorg ervoor dat het zaagblad correct is bevestigd voor gebruik.
Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd het
zaagblad scherp.
Gebruik geen zaagbladen met een grotere of kleinere diameter
dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste
zaagbladkwalificatie. Gebruik uitsluitend de zaagbladen vermeld in
deze gebruiksaanwijzing, in overeenstemming met EN 847-1.
Overweeg om speciaal ontworpen geluidsverminderende
zaagbladen te gebruiken.
Gebruik geen HSS zaagbladen.
Gebruik geen gebroken of beschadigde zaagbladen.
Gebruik geen schuurschijven.
Til het zaagblad omhoog uit de zaagplaat in het te bewerken
materiaal voordat u de schakelaar loslaat.
Zorg ervoor dat de arm stevig vast zit als u schuine sneden maakt.
Klem niets tegen de koeling aan om de motorkast vast te houden.
De zaagbladbeveiliging op uw zaag gaat automatisch omhoog als
de arm naar beneden wordt geduwd; ze gaat omlaag over het
zaagblad als de arm wordt opgetild. De bescherming kan met de
hand worden opgetild als u zaagbladen installeert of verwijdert, of
voor een controle van de zaag. Til de zaagbladbescherming nooit
met de hand op, tenzij de zaag is uitgeschakeld.
Houd de vloer rondom de machine schoon en vrij van los materiaal,
bv. splinters en afgesneden delen.
Controleer regelmatig of de motorluchtgaten schoon en vrij van
splinters zijn.
Vervang de zaagplaat als deze versleten is.
Sluit de machine van de stroomvoorziening af voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert of als u het zaagblad vervangt.
Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit als de
machine nog in werking is en de kop niet in de rustpositie staat.
Bevestig de machine altijd aan een werkbank indien mogelijk.
Als u een laser gebruikt om de snijdlijn aan te geven, zorg er
dan voor dat de laser van klasse 2 is in overeenstemming met
NEDERLANDS
77
EN 60825-1:200I. Vervang de laserdiode niet voor een ander type.
Zorg dat de laser door een erkende reparateur wordt gerepareerd
indien deze beschadigd is.
Gebruik de machine nooit in de verstekstand als de beschermkap
niet is gemonteerd (50, afb. D).
Gebruik altijd de aanduwstok. Zaag nooit werkstukken korter dan
30 mm.
Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een
maximaal werkstukformaat van:
Hoogte 68 mm bij breedte 140 mm bij lengte 600 mm
Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel, bijv. DE3497. Klem het werkstuk
altijd stevig vast.
Klem het werkstuk altijd stevig vast.
Aanvullende veiligheidsregels voor zaagbanken
Gebruik geen zaagbladen met een dikte die groter is of een
tandbreedte die kleiner is dan de dikte van het splijtmes.
Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste richting draait en dat de
tanden naar de voorzijde van de zaagbank wijzen.
Zorg ervoor dat alle klemhendels goed vast zitten voordat u een
handeling begint.
Zorg ervoor dat alle zaagbladen en flenzen schoon zijn en de
inspringende kanten van de kraag tegen het zaagblad aanliggen.
Maak de spanmoer stevig vast.
Houd het zaagblad scherp en juist ingesteld.
Zorg ervoor dat het splijtmes is aangepast op de juiste afstand van
het zaagblad - maximaal 5 mm.
Bedien de zaag nooit zonder dat de bovenste en onderste
beveiligingen op hun plaats zitten.
Houd uw handen uit de loop van het zaagblad.
Sluit de zaag af van de stroomvoorziening voordat u zaagbladen
vervangt of onderhoud uitvoert.
Gebruik te allen tijde een duwstok en zorg ervoor dat u uw handen
niet dichter dan 150 mm vanaf het zaagblad houdt terwijl u aan het
zagen bent.
Probeer niet op een andere dan het opgegeven voltage te werken.
Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan als het in werking
is.
Grijp niet achter het zaagblad.
Houd de duwstok altijd op zijn plaats als het apparaat niet in
gebruik is.
Ga niet bovenop het apparaat staan.
Zorg er tijdens transport voor dat het bovendeel van het zaagblad
bedekt is, bv. door een bescherming.
Gebruik de bescherming niet om vast te pakken of voor transport.
Gebruik geen zaagbladen met een dikte die groter is of een
tandbreedte die kleiner is dan de dikte van het splijtmes.
Overweeg om speciaal ontworpen geluidsverminderende
zaagbladen te gebruiken.
Houd de duwstok altijd op zijn plaats als het apparaat niet in
gebruik is.
Zorg er tijdens transport voor dat het bovendeel van het zaagblad
bedekt is, bv. door een bescherming.
Aanvullende Veiligheidsregels voor
Tafelzaagmachines
Sponningen, sleuven en groeven zagen is niet toegestaan.
Gebruik altijd de aanduwstok. Zaag nooit werkstukken kleiner dan
30 mm.
Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een
maximaal werkstukformaat van:
Hoogte 70 mm bij breedte 600 mm bij lengte 1.500 mm
Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel, bijv. DE3497 of DE3472.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen:
letsel veroorzaakt door het aanraken van roterende delen
Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het
toepassen van veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige risico’s
niet worden vermeden. Dit zijn:
Gehoorbeschadiging.
Het risico van ongelukken die worden veroorzaakt door de
onbedekte delen van het roterende zaagblad.
Het risico op letsel als u het zaagblad vervangt.
Het risico om uw vingers te beknellen als u de bescherming
openmaakt.
Gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het inademen van stof dat
ontstaat bij het zagen van hout, in het bijzonder eiken, beuken en
MDF.
De volgende factoren zijn van invloed op de geluidsproductie:
Het te zagen materiaal.
Het type zaagblad.
De aanvoerdruk.
De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen:
Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt.
Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd
Versleten zaagblad.
Werkstuk wordt niet nauwkeurig geleid.
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Draag gehoorbescherming.
Draag oogbescherming.
Gebruik nooit de verstekzaag wanneer de beschermkap niet
is geplaatst.
Als u de machine in de verstekzaagmodus gebruikt, zorg er
dan voor dat u de trekschakelaar bedient als u aan en uit
schakelt. Bedien de schakelbox niet in deze modus.
Als u de machine in de zaagbankmodus gebruikt, zorg
er dan voor dat het splijtmes is gemonteerd. Gebruik de
machine niet zonder het splijtmes.
Gebruik het splijtmes niet als u de machine in de
verstekzaagmodus gebruikt. Zorg ervoor dat het splijtmes
stevig is vastgemaakt in de hoogste ruststanden (afb. A2).
Draagpunt
POSITIE DATUMCODE [AFB. (FIG. ) A1]
De datumcode (39), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in
de behuizing geprint.
Voorbeeld:
2010 XX XX
Jaar van fabricage
NEDERLANDS
78
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gedeeltelijk gemonteerde machine
4 Poten
1 Box met daarin:
1 Bovenste bescherming voor zaagbankstand
1 Ondertafel bescherming voor de verstekzaagstand
1 Parallelgeleider
1 Duwstok
1 Plastic tas met daarin:
4 M8 vergrendelingknoppen
4 M8 x 50 bouten met bolcilinderkop
4 D8 platte sluitringen
1 Vergrendeling pakkingring
1 Gebruiksaanwijzing
1 Uitvergrote tekening
Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires
mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport.
Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te
begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt.
Verwijder de zaag voorzichtig uit het verpakkingsmateriaal.
Beschrijving (afb. A1–A8)
WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een
onderdeel ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk
letsel tot gevolg hebben.
A1
1 Schakelaar aan/uit (zaagbankmodus)
2 Hendel tafelvrijgave
3 Draaiende tafelklem
4 Verstekzaagtafel
5 Draaiende tafel
6 Geleider aan de rechterkant
7 Geleider aan de linkerkant
8 Positietaster draaiende tafel
9 Verstekzaagschaal/tafelinvoer
10 Adapter voor stofverwijdering
11 Vaste bovenste zaagbladbescherming
12 Verplaatsbare onderste zaagbladbescherming
13 Beveiliging vrijgavehendel
14 Bedieningshendel
A2
14 Bedieningshendel
15 Trekkerschakelaar (verstekzaagmodus)
16 Splijtmes
17 Duwstok
18 Poot
19 Voet
20 Tafelvergrendeling
21 Retentiebeugel zaagtafel
22 Klemhendel schuine hoeken
ZAAGBANKMODUS
A3
22 Klemhendel schuine hoeken
23 Hoogteaanpassing
24 Zaagbanktafel
25 Beveiliging bovenste zaagblad
26 Parallelgeleider
27 Verstekzaaggeleider (accessoire)
OPTIONELE ACCESSOIRES
Voor gebruik in de verstekzaagmodus:
A4
28 Verstelbare standaard 760 mm (max. hoogte) (DE3474)
29 Ondersteuning geleiderails 1.000 mm (DE3494)
29 Ondersteuning geleiderails 500 mm (DE3491)
30 Draaistop (DE3462)
31 Lengtestop voor korte werkstukken (te gebruiken met geleidende
rails [29]) (DE3460)
32 Ondersteuning met verwijderbare stop (DE3495)
33 Ondersteuning met verwijderde stop (DE3495)
34 Materiaalklem (DE3461)
A5
35 Roller ondersteunende tafel (DE3497)
Voor gebruik in de zaagbankmodus:
A3
27 Verstekzaaggeleider (DE3496)
A6
36 Verlengtafel (DE3472)
A7
37 Enkelvoudige schuiftafel (DE3471)
Niet afgebeeld
Dubbele schuiftafel
Voor gebruik in alle modi:
A8
38 Driewegs stofverwijderingskit (DE3500)
BEDOELD GEBRUIK
Uw DEWALT combinatiezaag is ontworpen als verstekzaag of zaagtafel
voor het gemakkelijk, nauwkeurig en veilig uitvoeren van de vier
belangrijkste zaagwerkzaamheden, te weten overlangszagen, afkorten,
afschuinen en verstekzagen.
Het apparaat is ontworpen voor gebruik met een hardmetaal zaagblad
met nominale zaagbladdiameter van 250 mm, voor het professioneel
zagen van hout, houtproducten en kunststoffen.
VERSTEKZAAGMODUS
In de verstekzaagmodus wordt de machine gebruikt in verticale,
verstekzaag of schuine hoek stand.
ZAAGBANKMODUS
Omgedraaid op zijn middenas wordt de zaagmachine gebruikt om
standaard trekzaaghandelingen uit te voeren en voor het zagen van
brede stukken door het werkstuk handmatig tegen het zaagblad te
voeren.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan worden beschreven.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer
altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het
typeplaatje.
Deze machine heeft een klasse I-constructie; daarom is een geaarde
aansluiting vereist.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door
een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT
servicedienst.
Een verlengsnoer gebruiken
Als een verlengkabel nodig is, maak dan gebruik van een goedgekeurde
verlengkabel, geschikt voor de stroominvoer van dit gereedschap (zie
technische gegevens).
NEDERLANDS
79
De minimale conductorgrootte is 1,5 mm
2
. Als u een haspel gebruikt,
dient u het snoer altijd volledig af te rollen. Zie ook de onderstaande
tabel.
ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen
aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg
ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat.
Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
Uitpakken
WAARSCHUWING: Zoek altijd hulp als u de machine
verplaatst. De machine is te zwaar om door één persoon te
worden verplaatst.
Verwijder het losse verpakkingsmateriaal uit de doos.
Til de machine uit de doos.
Verwijder de onderdelendoos uit het binnenste van de machine.
Verwijder al het overgebleven verpakkingsmateriaal van de
machine.
De poten monteren (afb. C1)
Als de poten gemonteerd zijn, is de machine geschikt om stand-alone
te worden geplaatst.
Draai de machine ondersteboven.
Steek een slotbout (47) vanaf de platte kant door de gaten in ieder
van de poten (18).
Plaats een vergrendelknop (48) en sluitring (49) op de bouten.
Plaats een poot (18) op ieder van de bevestigingspunten (46) die
zich aan de randen aan de binnenkant van het onderstel bevinden.
Zorg voor iedere poot dat de vergrendelingknop en sluitring zich
aan de buitenkant van het open gat bevinden.
Maak de vergrendelingknoppen vast.
Zet de machine rechtop. Zorg ervoor dat ze waterpas staat; pas de
klemhoogte van de poten aan indien nodig.
De machine op de werkbank monteren (afb. C2)
Wanneer u de poten van de zaagtafel losneemt, kunt u de machine op
een werkblad plaatsen. Zorg ervoor dat u veilig kunt werken, bevestig
de machine op het werkblad met bouten van een diameter van 8 mm
en een lengte van 80 mm.
ASSEMBLAGE VOOR VERSTEKZAAGMODUS
De beveiliging van de ondertafel monteren (afb. D)
De beveiliging van de ondertafel (50) is aan de bovenkant van de
zaagbladtafel bevestigd.
Plaats de twee haken links van de beveiliging in de langwerpige
gaten (52 ) links van het zaagbladgat.
Plaats de beveiliging plat op de tafel en druk deze in de
vergrendeling pakkingring.
Voor het verwijderen: maak de pakkingring los met een
schroevendraaier om hem te verwijderen en ga in omgekeerde
volgorde te werk.
De zaagkop en tafel omkeren (afb. A3, E1, E2)
Houd de zaagtafel met één hand tegen en druk de hendel
tafelvrijgave (2) naar links (afb. E1).
Druk de tafel naar beneden aan de voorzijde en draai hem volledig
om totdat de motorassemblage in de hoogste positie staat en de
karteling contact maakt met de tegenhoudtanden van het tafel
vergrendelingapparaat (20).
De kopassemblage wordt naar beneden gehouden door middel
van een klemriem aan de voorzijde en een hoogteaanpassing (23)
aan de achterzijde (afb. A3).
Verwijder de riem.
Draai het wiel (55) tegen de klok in terwijl u de kop naar beneden
houdt, totdat de U-vormige fitting (56) loskomt uit zijn plaats
(afb. E2).
Draai en duw de hoogteaanpassing omhoog.
Houd de kop stevig vast, zorg dat de veerdruk de kans krijgt de
kop omhoog te duwen naar zijn ruststand.
Het zaagblad bevestigen (afb. A2, F1–F3)
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen
aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg
ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat.
Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Bedenk dat het zaagblad alleen op de
voorgeschreven manier moet worden vervangen. Monteer
NOOIT andere zaagbladen dan de bladen die onder
Technische Gegevens worden aangeduid. Wij adviseren
Cat.Nr: DT4321.
WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw zaagblad
zijn zeer scherp en kunnen gevaarlijk zijn.
WAARSCHUWING: Verwissel zaagbladen altijd als de
machine in de verstekzaagmodus staat.
Zorg ervoor dat spouwmes (16) is vastgezet in de bovenste
ruststand (afb. A2).
Steek de inbussleutel (57) door het gat (58) in de riemkast en in het
uiteinde van de as (afb. F1). Plaats de zaagbladsleutel (59) op de
vergrendelingsschroef van het zaagblad (60) (afb. F2).
De vergrendelingsschroef van het zaagblad heeft linkse
schroefdraad, draai de schroef dus los door inbussleutel stevig vast
te houden en naar rechts te draaien.
Maak de onderste beschermkap (12) los door de
hoofdontgrendelingshendel (13) in te drukken, breng daarna de
onderste beschermkap zover mogelijk omhoog.
Verwijder de beveiligingschroef van het zaagblad (60) en de
buitenste cilinderkraag (61) (afb. F3).
Zorg ervoor dat de binnenflens en beide zijden van het zaagblad
schoon en stofvrij zijn.
Installeer het zaagblad (62) op het verbindingsstuk voor het blad
(63) dat zich direct naast de binnenste cilinderkraag (64) bevindt,
waarbij u ervoor zorgt dat de zaagtanden aan de onderste rand
van het blad gericht zijn naar de achterkant van de zaag (van de
gebruiker af).
Laat het zaagblad voorzichtig op zijn plaats komen en laat de
onderste zaagbeveiliging los.
Vervang de buitenste cilinderkraag.
Draai de vergrendelingsschroef (60) van het zaagblad aan door
deze naar links te draaien terwijl u de inbussleutel stevig vasthoudt
met uw andere hand.
Berg de zaagbladsleutel en de inbussleutel op.
WAARSCHUWING: Controleer na het monteren of
vervangen van het zaagblad altijd dat het zaagblad volledig
wordt bedekt door de beschermkap. Controleer dat de
zaagbladsleutel en de inbussleutel weer zijn opgeborgen.
Aanpassingen voor de verstekzaagmodus
WAARSCHUWING: Bedenk dat het zaagblad op de
voorgeschreven manier moet worden vervangen. Monteer
NOOIT andere zaagbladen dan de bladen die onder
Technische Gegevens worden aangeduid. Wij adviseren
Artikelnr: DT4321.
Uw verstekzaag is in de fabriek correct ingesteld. Als aanpassing als
gevolg van het transport en de opslag of een andere reden nodig is,
volgt u de onderstaande stappen om uw zaag aan te passen. Als deze
eenmaal gemaakt zijn, dienen deze aanpassingen juist te zijn.
Het zaagblad controleren en aan de geleider
aanpassen (afb. D, G1, G2, H)
Als de kop in verticale positie is en de klemhendel voor schuine hoeken
(22) Is vrijgegeven, draait u de vergrendelingschroef (65) losser in de
draaiende tafel positietaster (8) (afb. G1).
NEDERLANDS
80
Trek de kop omlaag totdat het zaagblad net in de zaagsnede van
de zaag komt.
Plaats een tekenhaak (66) tegen de linkerzijde (7) van de geleider
en het zaagblad (62) (afb. G2). De hoek dient 90º te zijn.
WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden
niet aan met de tekenhaak.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Draai de excentrische aanpassingslager (67) totdat het aanzicht van
het zaagblad plat tegen de tekenhaak staat (afb. G1).
Draai de vergrendelingschroef (65) vast.
Controleer of de rode markeringen (68) bij het zaagbladgat (52) op
één lijn staan met de 0º positie (69) op de twee schaalverdelingen
(afb. H).
Als aanpassing nodig is, draait u de schroeven (70) los en zet u de
indicatoren op één lijn. De 45º positie zou nu ook accuraat moeten
zijn. Als dit niet het geval is, staat het zaagblad niet loodrecht op de
draaitafel (zie hieronder).
Het zaagblad controleren en aan de tafel
aanpassen (afb. I1, I2)
Maak de schuine klemhendel (22) los (afb. I1).
Druk de zaagkop naar rechts om er zeker van te zijn dat hij volledig
verticaal staat, en maak de schuine klemhendel vast.
Trek de kop omlaag totdat het zaagblad net in de zaagsnede van
de zaag komt.
Plaats een ingestelde tekenhaak (66) op de tafel en omhoog tegen
het zaagblad (62) (afb. I2). De hoek dient 90º te zijn.
WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden
niet aan met de tekenhaak.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Maak de schuine klemhendel (22) los (afb. I1) en draai de
stopschroef voor verticale positieaanpassing (71) naar binnen of
naar buiten totdat het zaagblad op 90º ten opzichte van de tafel
staat, zoals gemeten met de tekenhaak (66) (afb. I2).
De verstekzaaghoek controleren en aanpassen
(afb. A1, A2, H)
De standen voor rechte dwarsdoorsnede en 45º verstekzagen zijn van
tevoren ingesteld.
Trek de positietaster van de draaitafel (8) omhoog en draai deze
tegen de klok in een kwart slag (afb. A1).
Draai de roterende tafelklem (3) los. De handgreep kan als ratel
werken wanneer een volledige omwenteling van de handgreep niet
mogelijk is.
Pak de regelhandgreep (14) vast (afb. A2), druk de
ontgrendelingshendel van de beschermkap (13) in en breng de
zaag omlaag tot ongeveer halverwege (afb. A1).
Draai de zaagkop met de roterende tafel in de gewenste stand.
Draai de roterende tafelklem (3) vast. De plaatsingspen van de
roterende tafel (8) zal zichzelf vastzetten (afb. A1).
Met de rode merktekens (68) kunt u de verstekzaagtafel (4) instellen in
iedere verstekhoek links of rechts tussen 0° en 45° (afb. H).
Ga verder als bij vooraf ingestelde standen. De positietaster van de
draaitafel kan niet worden gebruikt voor tussenliggende hoeken.
WAARSCHUWING: Maak altijd eerst een proefsnede met
afvalhout om de juistheid te controleren.
De geleider aanpassen (afb. J1, J2)
Het beweegbare gedeelte aan de linkerzijde van de geleider kan
worden aangepast om maximale ondersteuning van het werkstuk bij
het zaagblad te bieden, terwijl de zaag in staat is een schuine hoek
op volledige 45º links te maken. De schuifafstand wordt beperkt door
stoppen in beide richtingen. De afscheiding (7) aanpassen:
Til de hendel (72) op om de geleider (7) vrij te geven.
Schuif de geleider naar links.
Voer een proefsnede uit terwijl de zaag is uitgeschakeld en
controleer de speling. Pas de geleider aan zodat deze zich zo dicht
bij het zaagblad bevindt als praktisch mogelijk is om maximale
ondersteuning van het werkstuk te bieden, zonder de beweging
omhoog en omlaag van de arm te beïnvloeden.
Druk de hendel (72) naar beneden om de geleider op zijn plaats
vast te zetten.
De schuine hoek controleren en aanpassen
(afb. J1, K1, K2)
Schuif de zijgeleider zover als het kan naar links (afb. J1).
Maak de schuine klemhendel (22) los en beweeg de zaagkop naar
links. Dit is de 45º schuine positie.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Draai de stopschroef (73) naar binnen of buiten zoals gewenst
totdat de wijzer (74) 45º aangeeft.
ASSEMBLAGE VOOR ZAAGBANKMODUS
Wisselen tussen de verstekzaagmodus en
zaagbankmodus (afb. A1–A3, E2, L1, L2)
Zet het zaagblad in de 0º dwarsdoorsnede positie waarbij de
positietaster van de draaitafel (8) juist uigericht is en de klem van de
draaitafel (3) vast zit (afb. A1).
Maak de borgbout van het splijtmes (75) net voldoende los om het
mogelijk te maken dat het splijtmes het montagegat in kan (afb.
L1).
Pak het splijtmes (16) uit zijn opbergpositie tegen de zaagkop
(afb. A2).
Laat de hendel voor de beveiligingsvrijage (13) los de vergrendeling
van het zaagblad (12) vrij te geven, en til de beveiliging van het
zaagblad vervolgens zo ver als mogelijk is op (afb. A1).
Schuif de beugel van het splijtmes (76) volledig in het montagegat
(77) (afb. L1). Maak de borgbout vast.
Laat de onderste beveiliging voorzichtig los totdat deze op zijn
plaats zit achter de rand die uitsteekt vanuit de binnenkant van het
splijtmes.
Verwijder de beveiliging van de ondertafel.
Trek de zaagkop naar beneden en draai de hoogteaanpassing (23)
totdat de U-vormige beugel (56) contact maakt op de pen die in
het onderstel zit (afb. E2).
Draai het wiel (55) van de aanpasknop om ervoor te zorgen dat het
zaagblad en het splijtmes uitsteken van de zaagbanktafel (24)
(afb. A3) om maximale snijddiepte in de zaagbankmodus mogelijk
te maken.
WAARSCHUWING: Het zaagblad mag de onderste
zaagbladbescherming niet blokkeren.
Trek de tafelvrijgave hendel (2) naar links, tilt de voorste rand van
de tafel op en klap deze 180º terug totdat de tanden van het tafel
vergrendelingapparaat (20) automatisch contact maken met de
retentiehendel voor het zaagblad om dit in de zaagbankmodus vast
te zetten (afb. L2).
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat u het controle over de
beweging van de tafel niet verliest.
Plaats van het splijtmes (afb. M)
Bevestig het splijtmes (16) zoals hierboven beschreven. Als het
eenmaal is bevestigd heeft het splijtmes geen verdere aanpassing
meer nodig.
De bovenste zaagbladbeveiliging bevestigen
(afb. N)
De bovenste zaagbladbeveiliging (25) is ontworpen om snel en
gemakkelijk te worden vastgemaakt middels een taster met een veer
aan het gat in het splijtmes (16) als dit eenmaal op zijn plaats staat door
de werktafel voor de zaagbankmodus.
Maak de bovenste zaagbladbeveiliging (25) vast aan het splijtmes door
aan de knop (76) te trekken om ervoor te zorgen dat de taster contact
krijgt in de beveiliging.
WAARSCHUWING: Gebruik uw zaag nooit in de
zaagbankmodus zonder dat de bovenste beveiliging correct
is bevestigd.
NEDERLANDS
81
Montage en afstelling van de parallelle geleider
(afb. O)
De parallelle geleider voor twee hoogte-instellingen (26) kan in twee
posities worden gebruikt (11 of 60 mm). De parallelle geleider kan aan
beiden zijden van het zaagblad worden gemonteerd.
GA ALS VOLGT TE WERK OM DE GELEIDER OP DE JUISTE POSITIE TE
MONTEREN:
Maak de knop (77) los.
Schuif de beugel aan vanaf links of rechts. De klemplaat (78) maakt
contact achter de voorste rand van de tafel.
Maak de knop (77) vast.
Controleer dat de geleider parallel aan het zaagblad staat.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Pas de geleider aan zodat deze parallel aan het zaagblad staat
door de afstand tussen het zaagblad en de geleider te controleren
aan de voor- en achterkant van het zaagblad. Om dit te doen draait
u de stelt schroef in de geleideondersteuning naar binnen of buiten
voor zover nodig is.
De standaardinstelling van de geleider is aan de rechterkant van het
zaagblad.
GA ALS VOLGT TE WERK OM DE GELEIDER IN TE STELLEN VOOR GEBRUIK AAN
DE LINKERZIJDE VAN HET ZAAGBLAD:
Maak de knop (77) los.
Trek de beugel (79) eruit en plaats deze in het andere uiteinde.
Maak de geleider aan de tafel vast.
Maak de knop (77) vast.
WAARSCHUWING: Gebruik het 11 mm profiel voor het
trekzagen van lage werkstukken om toegang tussen het
zaagblad en de geleider voor de duwstok (17) mogelijk te
maken.
WAARSCHUWING: De achterkant van de geleider dient
gelijk te staan aan de voorkant van het splijtmes.
Wisselen tussen de zaagbank en
verstekzaagmodus (afb. A3, D, E1, E2, L1)
Verwijder de parallelle geleider (26) (afb. A3).
Draai het wiel (55) van de hoogteaanpassing (23) om maximale
snijddiepte in de verstekzaagmodus te krijgen (afb. E2).
Ga verder zoals beschreven staat in de paragraaf “De zaagkop en
tafel omdraaien”.
Maak de borgbout van het splijtmes (75) enigszins los en verwijder
het splijtmes (16) terwijl u de zaagbladbeveiliging (12) vast houdt
(afb. L1).
Laat de zaagbladbescherming zakken.
Plaats het splijtmes in zijn opslagpositie tegen de zaagkop.
Breng de beveiliging van de ondertafel (50) weer aan (afb. D).
Voor de bediening
Installeer het geschikte zaagblad. Gebruik geen extreem versleten
zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap
mag die van het zaagblad niet overschrijden.
Probeer geen extreem kleine delen te zagen.
Laat het zaagblad vrij zagen. Forceer het niet.
Laat de motor de volledige snelheid bereiken voordat u zaagt.
Zorg ervoor dat alle vergrendelingknoppen en klemhendels vast
zitten.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u het van de
stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing
maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/
installeert.
WAARSCHUWING:
Gebruikers in het VK worden gewezen op de
“woodworking machines regulations 1974” (regelgeving
met betrekking tot houtverwerkende machines) en alle
aanvullingen daarop.
Controleer dat het materiaal dat gezaagd gaat worden
stevig op zijn plek is vastgemaakt.
Pas uitsluitend een lichte druk op het gereedschap toe en
oefen geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.
• Vermijd overbelasting.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw
ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het
werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat
de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het
werkstuk.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de
omgevingstemperatuur niet te koud is, de machine en de accessoires
goed zijn onderhouden en dat de omvang van het werkstuk geschikt is
voor deze machine.
Aan- en uitschakelen (afb. A1–A2, P)
Deze machine heeft twee onafhankelijke schakelsystemen. In de
zaagbankmodus wordt de on/off (aan/uit) schakelaar (1) (A1) gebruikt. In
de verstekzaagmodus wordt de trekkerschakelaar (15) gebruikt.
ZAAGBANKMODUS (AFB. P)
De aan/uit schakelaar die in de zaagbankmodus wordt gebruikt, biedt
meerdere voordelen.
“geen voltage” vrijgavefunctie: als de stroom om een bepaalde
reden uitvalt, moet de schakelaar bewust opnieuw worden
bediend.
extra veiligheid: de scharnierende veiligheidsbehuizing plaat kan
worden afgesloten door een hangslot door de beugel in het
midden te steken. De plaat fungeert ook als “gemakkelijk te vinden”
noodstopknop, omdat druk op de voorzijde van de plaat de
stopknop vrij laat komen.
Om de machine aan te schakelen drukt u op de groene startknop (80).
Om de machine uit te schakelen drukt u op de rode stopknop (81).
VERSTEKZAAGMODUS (AFB. A2)
Om de machine aan te schakelen drukt het de trekkerschakelaar (15) in.
Om de machine uit te schakelen laat u trekkerschakelaar los.
BASIS ZAAGSNEDEN
Zagen in de verstekzaagmodus
Het is gevaarlijk om zonder bescherming te werken. De beschermingen
moeten tijdens het zagen op hun plaats zitten.
Zorg ervoor dat de ondertafel beveiliging niet met zaagsel verstopt
raakt.
Klem het werkstuk altijd vast als u niet-ijzerhoudende metalen
snijdt.
Algemene bediening
In de verstekzaagmodus wordt de zaagkop automatisch
vergrendeld in de bovenste “parkeer” stand.
Als u in de hendel van de beveiligingvrijgave knijpt, wordt de
zaagkop ontgrendeld. Het naar beneden bewegen van de zaagkop
trekt de beweegbare onderste beveiliging in.
Probeer nooit te voorkomen dat de onderste beveiliging terugkeert
naar de parkeerstand als de snede is voltooid.
De minimale lengte van afgesneden materiaal is 10 mm.
Als u kort materiaal snijdt (minimaal 190 mm links of rechts van
het zaagblad) wordt het gebruik van de optionele materiaalklem
aanbevolen.
Als u UPVC-delen snijdt, dient u een steun te plaatsen van
timmerhout met een aanvullend profiel onder het materiaal dat
wordt gesneden, om te voor de juiste mate van ondersteuning te
zorgen.
NEDERLANDS
82
Verticale rechte dwarsdoorsnede (afb. Q)
Stel de draaitafel op 0º en zorg ervoor dat de positietaster contact
maakt.
Draai de klemknop van de draaitafel vast.
Plaats het hout dat dient te worden gezaagd tegen de geleider. Pak
de controlehendel vast en druk de hendel beveiligingsretractie in.
Schakel de machine aan.
Laat het zaagblad vrij zagen. Forceer het niet.
Nadat de snede compleet is, laat u de schakelaar los en wacht u
totdat het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen, voordat u de
kop naar zijn bovenste rustpositie beweegt.
Laat de hendel beveiligingsretractie los.
WAARSCHUWING: Laat de zaagkop niet uit zichzelf
terugspringen, om schade te voorkomen.
Verstekzagen (afb. R)
Stel de gewenste verstekzaaghoek in.
Zorg ervoor dat de draaitafelklem stevig vast zit.
Ga verder als bij een verticale rechte snede.
Voorkom dat het zaagblad in de tafel snijdt als de hoek geen 45º is.
WAARSCHUWING: Als u het einde van een stuk hout met
een kleine snede verstek zaagt, plaats u het hout zo dat u
ervoor zorgt dat de snede aan de zijkant van het zaagblad
plaatsvindt met de grotere hoek naar de afscheiding, d.w.z.:
linker verstekhoek, afsnijden aan de rechter verstekhoek,
afsnijden links.
Schuine sneden (afb. A2, S)
Laat de klemhendel voor schuine hoeken (22) los en hel de kop
over naar de gewenste hoek.
Maak de klemhendel voor schuine hoeken vast.
Ga verder als bij een verticale rechte snede.
Samengestelde verstekzaag
De snede is een combinatie van een verstekzaagsnede en een schuine
snede. De grenzen liggen bij 35º verstekzaag/30º schuine hoek.
Overschrijd deze grenzen niet.
Stel de schuine hoek in en vervolgens de verstekzaaghoek.
Zagen in de bankmodus
Gebruik altijd het splijtmes.
Zorg er altijd voor dat het splijtmes en de zaagbladbeveiliging
correct zijn uitgelijnd.
Zorg er altijd voor dat de verstekzaag is ingesteld en vergrendeld
op 0º verstekzaag.
WAARSCHUWING: Zaag in deze modus geen metaal.
Splijten (afb. A2, T)
Stel de schuine hoek in op 0º.
Pas de zaagbladhoogte aan. De juiste zaagbladpositie is wanneer
de uiteinden van drie zaagtanden boven het bovenste oppervlak
van het hout uitsteken.
Stel de parallelle geleider in op de gewenste afstand.
Houd het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider. Houd het
werkstuk ong. 25 mm weg van het zaagblad.
Houd beide handen uit de loop van het zaagblad.
Schakel de machine aan en laat het zaagblad eerst op volle
snelheid komen.
Voer het werkstuk langzaam in onder de voorzijde van de bovenste
zaagbladbeveiliging, waarbij u dit stevig tegen de geleider gedrukt
houdt. Geef de zaagtanden de tijd om te zagen en forceer het
werkstuk niet door het zaagblad. De snelheid van het zaagblad
dient constant te blijven.
Onthoud het gebruik van de duwstok (17) als u dicht bij het
zaagblad in de buurt komt.
Nadat de snede is voltooid schakelt u de machine uit, laat u het
zaagblad tot stilstand komen en verwijdert u het werkstuk.
WAARSCHUWING: Druk nooit op de vrije of afgesneden
kant van het werkstuk en houd dit ook niet vast.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd een duwstok als u kleine
werkstukken splijt.
Schuine sneden (afb. U)
Laat de klemhendel voor schuine hoeken vrijkomen en stel het
zaagblad in op de gewenste hoek.
Om te voorkomen dat materiaal vastloopt tussen het zaagblad
en de geleider, plaatst u de geleider aan de linkerzijde van het
zaagblad.
Ga verder als bij verticaal splijten.
Versteksneden (afb. V1–V3)
Om de verstekzaaggeleider aan te passen, draait u de borgmoer
van de stopschroef (81) los en schroeft u de stop (82) naar binnen
of buiten totdat de verstekzaagindicator 0º aanwijst (afb. V1).
Stel de hoogte en hoek van het zaagblad in.
Steek de schuifbalk (83) van de verstekzaaggeleider in de groef (84)
die zich aan de linkerzijde van de tafel bevindt (afb. V2).
Maakt de vergrendelingknop van de verstekzaag (85) los en draai
de geleider om de schaal van de gewenste hoek in te stellen
(afb. V3).
Maak de vergrendelingknop van de verstekzaag (85) vast.
Plaats het werkstuk tegen het platte oppervlak van de
verstekzaaggeleider. Schakel de machine aan en schuif terwijl u
het werkstuk stevig vasthoudt de geleider langs de groef om het
werkstuk naar het zaagblad te geleiden. Als de snede is voltooid
wordt automatisch uitgeschakeld.
Geleiderstanden, zaagbankmodus (afb. W)
Voor het splijten van dun materiaal gebruikt u het 11 mm profiel
van de dubbele hoogte parallelgeleider en plaats u de geleider
tegenover de voorste rand van het splijtmes.
Voor het splijten van dikker materiaal gebruikt u het 60 mm profiel
van de dubbele hoogte parallelgeleider.
Bij het maken van een dwarsdoorsnede bij smalle en korte
werkstukken (afb. W):
Pas de parallelgeleider aan waarbij het lage profiel gericht is
op het zaagblad en installeer de achterkant van de geleider
op een lijn met de beginrand van het zaagblad.
Plaats het werkstuk tegen de verstekzaaggeleider (op 0º of
90º) en druk tegen de verstekzaaggeleider om de snede te
maken.
Om te voorkomen dat afgesneden gedeelten het zaagblad
blokkeren, legt u een tapse rij timmerhout neer en klemt u
dit aan de achterste rand van de werktafel, voldoende dicht
bij de rechterzijde van het zaagblad, zodat successievelijk
afgesneden stukken automatisch naar rechts vallen.
Voor het splijten van smalle (< 120 mm) en lange werkstukken:
Plaats de geleider in de meest achterste positie om precisie
tijdens lange sneden te waarborgen.
Druk het werkstuk met beide handen (één aan iedere kant
van het zaagblad).
Gebruik een duwstok als u dicht bij het zaagblad komt.
Ondersteun lange werkstukken op de plaats waar ze de
machine weer verlaten.
Voor het splijten van bredere (> 120 mm) werkstukken:
Pas de geleider in voorwaartse richting aan zoals afgebeeld
in figuur W als het materiaal dat wordt gesneden de neiging
heeft vast te gaan zitten tussen het zaagblad of het splijtmes
en de geleider.
NEDERLANDS
83
Optionele aanvullende onderdelen
WAARSCHUWING: Haal voordat u enig accessoire
monteert altijd eerst de stekker uit het stopcontact.
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet
door D
EWALT zijn aangeboden niet met dit product zijn
getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met
dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te
verminderen dient u uitsluitend door D
EWALT aanbevolen
accessoires met dit product te gebruiken.
STOFVERWIJDERINGSKIT (AFB. A1, A2, A8)
Deze machine is voorzien van drie stofverwijderingspunten voor gebruik
in iedere modus.
Sluit als u hout zaagt altijd een stofverwijderingsapparaat aan dat
is ontworpen in overeenstemming met de relevante regelgeving
omtrent stofemissie.
WAARSCHUWING: Sluit, wanneer dat maar mogelijk
is, een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen
in overeenstemming met de relevante voorschriften voor
stofemissie.
Sluit een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen volgens de
geldende voorschriften. De luchtsnelheid van extern aangesloten
systemen moeten 20 m/s +/- 2 m/s zijn. De snelheid moet worden
gemeten in de aansluitbuis op het aansluitpunt, terwijl het gereedschap
is aangesloten maar niet werkt.
Een apart stofpakket is als optie verkrijgbaar (DE3500)
1. Monteer de stofafzuigingbuis op de zuigmonden; de langste buis
op de bovenste zuigmond.
2. Sluit de slangen aan op de driewegconnector.
Aansluiten - verstekzaagstand
Sluit één slang aan op de beveiliging van de ondertafel.
Sluit één slang aan op de kleine diameteruitgang en één op de
grote diameteruitgang met behulp van de desbetreffende buizen.
Sluit de slangen op de driewegs connector aan.
Sluit de enkele uitgang van de driewegs connector aan op de slang
van het stofverwijderingsapparaat.
Aansluiten - zaagbankstand
Vervang de zaagbladbeveiliging door de beveiliging die bij de
stofverwijderingskit is meegeleverd en sluit de slang van de
beveiliging van de ondertafel erop aan.
Ga verder zoals bij de verstekzaagstand.
VERSTEKZAAG EXTRA STEUN/LENGTESTOP (AFB. A4)
De extra steun en lengtestop kunnen worden gemonteerd aan de linker-
of rechterzijde, of twee sets aan beide zijden.
Bevestig de items 28–34 op de tweede geleiderails (29).
Gebruik de zwenkstop (30) voor het afkorten van 210 mm brede
platen (15 mm dik).
ROLLER ONDERSTEUNENDE TAFEL (AFB. A5)
In de verstekzaagmodus dan de roller ondersteunende tafel worden
gemonteerd aan de linker- of rechterzijde, of twee sets aan beide zijden.
In de zaagbankmodus kan hij ook aan de voorkant of de achterkant van
de zaagtafel worden gemonteerd.
ZIJUITBREIDING TAFEL (AFB. A6)
Deze zijuitbreiding tafel vergroot de afstand van de splijtgeleider naar
het zaagblad tot 600 mm of meer, afhankelijk van de staaflengte die
aan de machine is bevestigd en de geklemde stand van de tafel. De
zijuitbreiding tafel met worden gebruikt samen met geleiderails (29)
(accessoire).
De verstelbare tafel is voorzien van een ingegraveerde schaalverdeling
aan de voorste rand en is gemonteerd op een stevig onderstel met
klemmen aan de geleidestangen.
Bevestig de uitbreidingstafel aan de rechterkant van de machine
voor continuïteit van de afstandsschaal op beide tafels.
ENKELVOUDIGE SCHUIFTAFEL (AFB. A7)
Deze schuiftafel (37) maakt boardgroottes aan de linkerzijde van het
zaagblad tot 1200 x 900 mm mogelijk.
De geleidestangen worden op een stevige legeringsteun gemonteerd
die snel van de machine kan worden losgemaakt en toch volledig
verstelbaar is in alle standen.
De geleider is voorzien van een meetlint voor de volledige lengte voor
het snel positioneren van een verstelbare stop en een verstelbare steun
voor smalle werkstukken.
DUBBELE SCHUIFTAFEL
Deze schuiftafel maakt boardgroottes aan de linkerzijde van het
zaagblad tot 1850 mm mogelijk.
Transporteren
WAARSCHUWING: Transporteer de machine altijd in de
zaagbankmodus met de bovenste zaagbladbescherming
aangebracht.
• Verwijder de poten.
WAARSCHUWING: Zoek altijd hulp als u de machine
draagt. De machine is te zwaar om door één persoon te
worden verplaatst.
ONDERHOUD
Uw DEWALT gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een
lange tijdsperiode te functioneren met een minimum aan onderhoud.
Het continu naar bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.
WARNING: To reduce the risk of injury, turn unit off
and disconnect machine from power source before
installing and removing accessories, before adjusting
or changing set-ups or when making repairs. Be sure
the trigger switch is in the OFF position. An accidental start-
up can cause injury.
Smering
De lagers van de motor zijn voorgesmeerd en waterdicht.
Olie regelmatig het draagoppervlak van de draaitafel licht, daar
waar het glijdt over de punt van de vaste tafel.
Maak de onderdelen die blootstaan aan de opeenhoping van
zaagsel of splinters regelmatig schoon met een droge borstel.
Reiniging
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de
hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat vuil
zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd
stofmasker als u deze procedure uitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen
of andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze
chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend
met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit enig
onderdeel van het gereedschap in een vloeistof.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem.
Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het
zaagblad, de beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en
ook de stofafzuigbuis om vast te stellen dat zij goed zullen functioneren.
Zorg ervoor dat spaanders, stof of een deel van het werkstuk niet
kunnen leiden tot blokkering van één van de functies.
NEDERLANDS
84
Als delen van het werkstuk zijn vastgelopen tussen het zaagblad en de
beschermkappen, trek de stekker van het netsnoer van de machine
dan uit het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven in
het hoofdstuk Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen
gedeelten en monteer het zaagblad opnieuw.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet
door DEWALT zijn aangeboden niet met dit product zijn
getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met
dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te
verminderen dient u uitsluitend door DEWALT aanbevolen
accessoires met dit product te gebruiken.
Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de
geschikte accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale
huishoudafval worden gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet
worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het
huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen
maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk.
Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt
milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar
grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor
elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u
een nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage
van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben
bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product
terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal
inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te
nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs
en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie
vinden op www.2helpU.com.
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt
een uitstekende garantie aan voor professionele gebruikers
van het product. Deze garantieverklaring komt in aanvulling
op, en beïnvloedt op geen enkele wijze uw contractuele
rechten als een professioneel gebruiker of uw wettelijke
rechten als een privé, niet-professioneel gebruiker. De garantie
is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de
Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD
TERUG GARANTIE
Als u niet volkomen tevreden bent over de prestaties van uw
D
EWALT gereedschap, kunt u dit gewoon binnen 30 dagen
terugbrengen, compleet met de originele onderdelen zoals u
het aankocht, bij het verkooppunt. U krijgt uw geld volledig
vergoed. Het product moet blootgesteld zijn geweest aan
redelijke slijtage en u dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT
Als u onderhoud aan uw D
EWALT gereedschap nodig
hebt gedurende de 12 maanden volgend op uw aankoop,
wordt dit gratis uitgevoerd door een erkende DEWALT
reparateur. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief
arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen,
tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw DEWALT product defect raakt als gevolg van verkeerd
materiaal of onjuiste constructie binnen 12 maanden na
de datum van aankoop, garandeert D
EWALT alle defecte
onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling –
het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat:
Het product niet verkeerd gebruikt is;
Het product is blootgesteld aan redelijke slijtage;
Er geen reparaties zijn ondernomen door niet-
geautoriseerde personen;
U een aankoopbewijs kunt overleggen;
Het product compleet met alle originele onderdelen wordt
geretourneerd.
Als u een schadeclaim wilt indienen, neem dan contact op
met uw verkoper of zoek de locatie op van de dichtstbijzijnde
erkende D
EWALT reparateur in de DEWALT catalogus, of
neem contact op met uw D
EWALT kantoor via het adres
dat in deze handleiding staat vermeld. Een lijst van erkende
D
EWALT reparateurs en volledige details over onze after sales
service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com.

Documenttranscriptie

Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 9 Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 19 English (original instructions) 31 Español (traducido de las instrucciones originales) 41 Français (traduction de la notice d’instructions originale) 52 Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 64 Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 74 Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 85 Português (traduzido das instruções originais) 95 Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 106 Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 116 Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 126 Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 137 Copyright DEWALT 2 N ED E R L A ND S KLAPZAAGTAFEL DW743N Gefeliciteerd! U heeft gereedschap van DEWALT gekocht. Door haar jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en innovatie heeft DEWALT zich tot één van de meest betrouwbare partners voor gebruikers van professioneel elektrisch gereedschap ontwikkeld. Technische gegevens Voltage Type Ingaand vermogen 230 V gereedschap Snelheid zonder weerstand Zaagbladdiameter Zaagbladboorgat Dikte zaagblad Dikte zaagtand Dikte splijtmes Verstekzaag (max. posities) V W min-1 mm mm mm mm mm links rechts links s kg Schuine hoek (max. posities) Automatische remtijd zaagblad Gewicht Snijdvermogen Verstekzaagmodus (afb. b) Snijdhoek Rechte dwarsdoorsnede Tafel 45º naar rechts gedraaid voor verstekzagen Tafel 45º naar links gedraaid voor verstekzagen Zaagblad 45º naar links gekanteld voor schuine sneden DW743N QS 230 2 DW743N DK 230 3 2.000 2.850 250 30 2,2 3 2,3 45° 45° 45° < 10 37 2.000 2.850 250 30 2,2 3 2,3 45° 45° 45° < 10 37 Grootte van materiaal H mm B mm 20 180 30 40 68 85 176 170 140 26 70 95 20 130 50 140 Opmerkingen Plaats werkstuk tegen geleider (X) Geen verpakkingsstuk nodig m/s² m/s2 2,0 1,5 2,0 1,5 Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens EN 61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting van blootstelling. WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt onderhouden, kan de vibratie-emissie verschillen. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de totale arbeidsduur. Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur. Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm, organisatie van werkpatronen. 230 V gereedschappen 10 Ampère, hoofdstroom OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame systeemimpedantie Zmax van 0,30 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast) van de voorziening van de gebruiker. De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de systeemimpedantie op het interfacepunt. Definities: Veiligheidsrichtlijnen Dwarsdoorsnede op max. hoogte De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let op deze symbolen. GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot gering of matig letsel. OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen kan veroorzaken. mm mm mm 210/210 0–70 0–32 210/210 0–70 0–32 LPA KPA LWA KWA dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) 93 3 106 2,9 93 3 106 2,9 74 Vibratie-emissiewaarde ah ah = Onzekerheid K = Zekeringen: Europa Zaagbank modus Max. trekzaagvermogen links/rechts Diepte van snede bij 90º Diepte van snede bij 45º (geluidsdruk) (onzekerheidsfactor geluidsdruk) (akoestisch vermogen) (onzekerheid akoestisch vermogen) Vibratietotaalwaarden (triax-vectorsom) bepaald volgens EN 61029-1 en EN 61029-2-11. Wijst op het gevaar voor elektrische schok. Wijst op brandgevaar. Geeft scherpe hoeken aan. N EDERLANDS EG verklaring van overeenstemming RICHTLIJN VOOR MACHINES 8. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen. 9. Gebruik beschermend materiaal. DW743N DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder “technische gegevens” in overeenstemming zijn met: 2006/42/EG; EN 61029-1; EN 61029-2-11. Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/EG. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing. De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan. Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11. Gebruik het snoer niet verkeerd. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer. 12. Zeker het werkstuk. Horst Grossmann Vice President Engineering and Product Development DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11, D-65510, Idstein, Duitsland 01.01.2010 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen. Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar deze instructies. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK Algemene veiligheidsregels 1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving. Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand. 2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek. Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht (250–300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en gassen. 3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen. 4. Houd andere mensen uit de buurt. Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit de buurt van de werkplek. 5. Berg ongebruikt gereedschap op. Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van kinderen. 6. Forceer het gereedschap niet. Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze wordt gebruikt. 7. Maak gebruik van het juiste gereedschap. Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken te zagen. Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen bedienen. 13. Zorg voor een veilige houding. Zorg altijd voor een juist, stabiele houding. 14. Onderhoud gereedschap met zorg. Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet. 15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en snijstukken verwisselt. 16. Verwijder stel- en moersleutels. Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt. 17. Vermijd onbedoeld inschakelen. Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik. Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn gemarkeerd. 19. Blijf alert. Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt. 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/ uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren. 75 N ED E R L A ND S WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich meebrengen. 21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor de gebruiker. Aanvullende veiligheidsregels voor klapzaagtafels • Sta niet toe dat ongetrainde mensen deze machine bedienen. • Gebruik de zaag niet om iets anders dan aluminium, hout of vergelijkbaar materiaal te zagen. • Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat dient te worden gesneden. • Gebruik geen gebroken of beschadigde zaagbladen. • In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. • Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de machine aan zodat andere mensen niet proberen de niet (goed) functionerende machine te gebruiken. • Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens het zagen, zet de machine dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het zaagblad. Zet de machine aan start de zaagwerkzaamheden weer met verminderde aanvoerdruk. • Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium. • Monteer, wanneer de situatie dat toelaat, de machine op een werkbank met bouten van een diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm (afb. C2). Aanvullende veiligheidsregels voor verstekzagen • Zorg ervoor dat alle vergrendelingknoppen en klemhendels stevig vastzitten voordat u met een handeling begint. • Gebruik geen HSS zaagbladen. • Bedien de machine niet als de beveiliging niet is aangebracht of als de beveiliging niet werkt of niet correct is onderhouden. • Gebruik correct geslepen zaagbladen. Houd u aan de maximum snelheidsmarkering op het zaagblad. • Gebruik uw zaag nooit zonder de zaagplaat. • Gebruik uitsluitend zaagbladen die door de fabrikant worden aanbevolen en die voldoen aan EN 847-1. • Gebruik de zaag niet zonder dat de beveiligingen en het splijtmes in positie zijn en goed zijn onderhouden, vooral als u wissels van de verstekzaagmodus naar de zaagbankmodus en vice versa. • Zorg ervoor dat de vloer rondom de machine vlak is, goed onderhouden en vrij van los materiaal, bv. splinters en afgesneden delen. • Zorg voor geschikte algemene en plaatselijke verlichting. • Draag geschikte persoonlijke bescherming indien nodig, inclusief: – gehoorbescherming om het risico op gehoorverlies te verminderen; – mondbescherming om het risico op het inademen van schadelijke stofdeeltjes te verminderen; – handschoenen voor het vastpakken van zaagbladen en grof materiaal. Zaagbladen dienen in een houder te worden gedragen indien dit mogelijk is. • Vermijd het verwijderen van afgesneden delen of andere delen van het werkstuk uit het snijdgebied terwijl de zaag in werking is en de zaagkop niet tot stilstand is gekomen. • Vervang de tafelinvoer als deze versleten is. • Vervang de tafel wanneer de sleuf in de tafel te breed is. • Meld defecten aan de machine, inclusief de beschermingen of zaagbladen, aan uw dealer zodra deze worden ontdekt. • Plaats nooit één van de handen in het gebied van het zaagblad als de zaag op de elektrische stroomvoorziening is aangesloten. • Probeer nooit een bewegende machine snel te stoppen door een stuk gereedschap of iets anders tegen het zaagblad te duwen; dit kan onbedoeld ernstige ongelukken veroorzaken. • Lees voordat u enig accessoire gebruikt de gebruiksaanwijzing. Het onjuiste gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken. • Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat dient te worden gesneden. • Houd u aan de maximum snelheidsmarkering op het zaagblad. • Gebruik een houder of draag handschoenen als u een zaagblad vastpakt. • Zorg ervoor dat het zaagblad correct is bevestigd voor gebruik. • Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd het zaagblad scherp. • Gebruik geen zaagbladen met een grotere of kleinere diameter dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste zaagbladkwalificatie. Gebruik uitsluitend de zaagbladen vermeld in deze gebruiksaanwijzing, in overeenstemming met EN 847-1. • Overweeg om speciaal ontworpen geluidsverminderende zaagbladen te gebruiken. • Gebruik geen HSS zaagbladen. • Gebruik geen gebroken of beschadigde zaagbladen. • Gebruik geen schuurschijven. • Zorg ervoor dat de bovenkant van het zaagblad volledig door de verstekzaagmodus is omgeven. • Til het zaagblad omhoog uit de zaagplaat in het te bewerken materiaal voordat u de schakelaar loslaat. • Zorg ervoor dat de arm veilig is vastgezet in werkpositie in de zaagbankmodus. • Zorg ervoor dat de arm stevig vast zit als u schuine sneden maakt. • Zorg ervoor dat de arm veilig is vastgezet als u schuine hoeken zaagt in de zaagbankmodus. • De zaagbladbeveiliging op uw zaag gaat automatisch omhoog als de arm naar beneden wordt geduwd; ze gaat omlaag over het zaagblad als de arm wordt opgetild. De bescherming kan met de hand worden opgetild als u zaagbladen installeert of verwijdert, of voor een controle van de zaag. Til de zaagbladbescherming nooit met de hand op, tenzij de zaag is uitgeschakeld. • Doe voorzichtig als u groeven maakt tijdens de zaagbankmodus door een geschikt beveiligingssysteem te gebruiken. Het zagen van een sleuf is niet toegestaan. • Sluit de zaag aan op een stofopvangapparaat wanneer u hout zaagt. Houd altijd rekening met factoren die van invloed zijn op de blootstelling aan stof, zoals: • Houd de vloer rondom de machine schoon en vrij van los materiaal, bv. splinters en afgesneden delen. – Type materiaal dat moet worden bewerkt (spaanplaat produceert meer stof dan hout); • Controleer regelmatig of de motorluchtgaten schoon en vrij van splinters zijn. – Juiste afstelling van het zaagblad; • Vervang de zaagplaat als deze versleten is. – Controleer dat de lokale afzuiging en ook kappen, schermen en kokers goed zijn afgesteld. • Sluit de machine van de stroomvoorziening af voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert of als u het zaagblad vervangt. – Stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s • Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit als de machine nog in werking is en de kop niet in de rustpositie staat. • Gebruik geen schurende schijven of diamantsnijwielen. • Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit het zaaggebied terwijl de machine loopt en de zaagkop niet in rustpositie staat. 76 • Klem niets tegen de koeling aan om de motorkast vast te houden. • Bevestig de machine altijd aan een werkbank indien mogelijk. • Als u een laser gebruikt om de snijdlijn aan te geven, zorg er dan voor dat de laser van klasse 2 is in overeenstemming met N EDERLANDS EN 60825-1:200I. Vervang de laserdiode niet voor een ander type. Zorg dat de laser door een erkende reparateur wordt gerepareerd indien deze beschadigd is. • Gebruik de machine nooit in de verstekstand als de beschermkap niet is gemonteerd (50, afb. D). • Gebruik altijd de aanduwstok. Zaag nooit werkstukken korter dan 30 mm. • Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal werkstukformaat van: – Hoogte 68 mm bij breedte 140 mm bij lengte 600 mm – Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een geschikte aanvullende tafel, bijv. DE3497. Klem het werkstuk altijd stevig vast. • Klem het werkstuk altijd stevig vast. Aanvullende veiligheidsregels voor zaagbanken • Gebruik geen zaagbladen met een dikte die groter is of een tandbreedte die kleiner is dan de dikte van het splijtmes. • Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste richting draait en dat de tanden naar de voorzijde van de zaagbank wijzen. Overige risico’s De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen: – letsel veroorzaakt door het aanraken van roterende delen Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het toepassen van veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: – Gehoorbeschadiging. – Het risico van ongelukken die worden veroorzaakt door de onbedekte delen van het roterende zaagblad. – Het risico op letsel als u het zaagblad vervangt. – Het risico om uw vingers te beknellen als u de bescherming openmaakt. – Gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het inademen van stof dat ontstaat bij het zagen van hout, in het bijzonder eiken, beuken en MDF. De volgende factoren zijn van invloed op de geluidsproductie: – Het te zagen materiaal. – Het type zaagblad. – De aanvoerdruk. • Zorg ervoor dat alle klemhendels goed vast zitten voordat u een handeling begint. De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen: • Zorg ervoor dat alle zaagbladen en flenzen schoon zijn en de inspringende kanten van de kraag tegen het zaagblad aanliggen. Maak de spanmoer stevig vast. – Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd • Houd het zaagblad scherp en juist ingesteld. • Zorg ervoor dat het splijtmes is aangepast op de juiste afstand van het zaagblad - maximaal 5 mm. • Bedien de zaag nooit zonder dat de bovenste en onderste beveiligingen op hun plaats zitten. – Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt. – Versleten zaagblad. – Werkstuk wordt niet nauwkeurig geleid. Markering op het gereedschap De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld: • Houd uw handen uit de loop van het zaagblad. Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik. • Sluit de zaag af van de stroomvoorziening voordat u zaagbladen vervangt of onderhoud uitvoert. Draag gehoorbescherming. • Gebruik te allen tijde een duwstok en zorg ervoor dat u uw handen niet dichter dan 150 mm vanaf het zaagblad houdt terwijl u aan het zagen bent. Draag oogbescherming. • Probeer niet op een andere dan het opgegeven voltage te werken. • Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan als het in werking is. Gebruik nooit de verstekzaag wanneer de beschermkap niet is geplaatst. • Grijp niet achter het zaagblad. • Houd de duwstok altijd op zijn plaats als het apparaat niet in gebruik is. ✔ • Ga niet bovenop het apparaat staan. • Zorg er tijdens transport voor dat het bovendeel van het zaagblad bedekt is, bv. door een bescherming. Als u de machine in de verstekzaagmodus gebruikt, zorg er dan voor dat u de trekschakelaar bedient als u aan en uit schakelt. Bedien de schakelbox niet in deze modus. • Gebruik de bescherming niet om vast te pakken of voor transport. • Gebruik geen zaagbladen met een dikte die groter is of een tandbreedte die kleiner is dan de dikte van het splijtmes. • Overweeg om speciaal ontworpen geluidsverminderende zaagbladen te gebruiken. Als u de machine in de zaagbankmodus gebruikt, zorg er dan voor dat het splijtmes is gemonteerd. Gebruik de machine niet zonder het splijtmes. • Houd de duwstok altijd op zijn plaats als het apparaat niet in gebruik is. • Zorg er tijdens transport voor dat het bovendeel van het zaagblad bedekt is, bv. door een bescherming. Gebruik het splijtmes niet als u de machine in de verstekzaagmodus gebruikt. Zorg ervoor dat het splijtmes stevig is vastgemaakt in de hoogste ruststanden (afb. A2). Aanvullende Veiligheidsregels voor Tafelzaagmachines • Sponningen, sleuven en groeven zagen is niet toegestaan. Draagpunt • Gebruik altijd de aanduwstok. Zaag nooit werkstukken kleiner dan 30 mm. • Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal werkstukformaat van: – Hoogte 70 mm bij breedte 600 mm bij lengte 1.500 mm – Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een geschikte aanvullende tafel, bijv. DE3497 of DE3472. POSITIE DATUMCODE [AFB. (FIG. ) A1] De datumcode (39), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de behuizing geprint. Voorbeeld: 2010 XX XX Jaar van fabricage 77 N ED E R L A ND S Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: OPTIONELE ACCESSOIRES Voor gebruik in de verstekzaagmodus: 1 Gedeeltelijk gemonteerde machine A4 4 Poten 28 Verstelbare standaard 760 mm (max. hoogte) (DE3474) 1 Box met daarin: 29 Ondersteuning geleiderails 1.000 mm (DE3494) 1 Bovenste bescherming voor zaagbankstand 29 Ondersteuning geleiderails 500 mm (DE3491) 1 Ondertafel bescherming voor de verstekzaagstand 30 Draaistop (DE3462) 1 Parallelgeleider 31 Lengtestop voor korte werkstukken (te gebruiken met geleidende rails [29]) (DE3460) 1 Duwstok 1 Plastic tas met daarin: 32 Ondersteuning met verwijderbare stop (DE3495) 4 M8 vergrendelingknoppen 33 Ondersteuning met verwijderde stop (DE3495) 4 M8 x 50 bouten met bolcilinderkop 34 Materiaalklem (DE3461) 4 D8 platte sluitringen 1 Vergrendeling pakkingring 1 Gebruiksaanwijzing 1 Uitvergrote tekening • Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport. A5 35 Roller ondersteunende tafel (DE3497) Voor gebruik in de zaagbankmodus: A3 • Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt. 27 Verstekzaaggeleider (DE3496) • Verwijder de zaag voorzichtig uit het verpakkingsmateriaal. A6 Beschrijving (afb. A1–A8) WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een onderdeel ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk letsel tot gevolg hebben. A1 36 Verlengtafel (DE3472) A7 37 Enkelvoudige schuiftafel (DE3471) Niet afgebeeld 1 Schakelaar aan/uit (zaagbankmodus) 2 Hendel tafelvrijgave 3 Draaiende tafelklem 4 Verstekzaagtafel 5 Draaiende tafel 6 Geleider aan de rechterkant 7 Geleider aan de linkerkant 8 Positietaster draaiende tafel 9 Verstekzaagschaal/tafelinvoer 10 Adapter voor stofverwijdering 11 Vaste bovenste zaagbladbescherming 12 Verplaatsbare onderste zaagbladbescherming 13 Beveiliging vrijgavehendel – Dubbele schuiftafel Voor gebruik in alle modi: A8 38 Driewegs stofverwijderingskit (DE3500) BEDOELD GEBRUIK Uw DEWALT combinatiezaag is ontworpen als verstekzaag of zaagtafel voor het gemakkelijk, nauwkeurig en veilig uitvoeren van de vier belangrijkste zaagwerkzaamheden, te weten overlangszagen, afkorten, afschuinen en verstekzagen. Het apparaat is ontworpen voor gebruik met een hardmetaal zaagblad met nominale zaagbladdiameter van 250 mm, voor het professioneel zagen van hout, houtproducten en kunststoffen. VERSTEKZAAGMODUS 14 Bedieningshendel In de verstekzaagmodus wordt de machine gebruikt in verticale, verstekzaag of schuine hoek stand. A2 ZAAGBANKMODUS 14 Bedieningshendel Omgedraaid op zijn middenas wordt de zaagmachine gebruikt om standaard trekzaaghandelingen uit te voeren en voor het zagen van brede stukken door het werkstuk handmatig tegen het zaagblad te voeren. 15 Trekkerschakelaar (verstekzaagmodus) 16 Splijtmes 17 Duwstok 18 Poot WAARSCHUWING: Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan worden beschreven. 19 Voet Elektrische veiligheid 20 Tafelvergrendeling De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje. 21 Retentiebeugel zaagtafel 22 Klemhendel schuine hoeken ZAAGBANKMODUS A3 Deze machine heeft een klasse I-constructie; daarom is een geaarde aansluiting vereist. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst. 22 Klemhendel schuine hoeken 23 Hoogteaanpassing 24 Zaagbanktafel 25 Beveiliging bovenste zaagblad 26 Parallelgeleider 27 Verstekzaaggeleider (accessoire) 78 Een verlengsnoer gebruiken Als een verlengkabel nodig is, maak dan gebruik van een goedgekeurde verlengkabel, geschikt voor de stroominvoer van dit gereedschap (zie technische gegevens). N EDERLANDS De minimale conductorgrootte is 1,5 mm2. Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen. Zie ook de onderstaande tabel. ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. Uitpakken WAARSCHUWING: Zoek altijd hulp als u de machine verplaatst. De machine is te zwaar om door één persoon te worden verplaatst. • Verwijder het losse verpakkingsmateriaal uit de doos. • Til de machine uit de doos. • Verwijder de onderdelendoos uit het binnenste van de machine. • Verwijder al het overgebleven verpakkingsmateriaal van de machine. De poten monteren (afb. C1) Als de poten gemonteerd zijn, is de machine geschikt om stand-alone te worden geplaatst. • Draai de machine ondersteboven. • Steek een slotbout (47) vanaf de platte kant door de gaten in ieder van de poten (18). • Plaats een vergrendelknop (48) en sluitring (49) op de bouten. • Plaats een poot (18) op ieder van de bevestigingspunten (46) die zich aan de randen aan de binnenkant van het onderstel bevinden. Zorg voor iedere poot dat de vergrendelingknop en sluitring zich aan de buitenkant van het open gat bevinden. • Maak de vergrendelingknoppen vast. • Zet de machine rechtop. Zorg ervoor dat ze waterpas staat; pas de klemhoogte van de poten aan indien nodig. De machine op de werkbank monteren (afb. C2) Wanneer u de poten van de zaagtafel losneemt, kunt u de machine op een werkblad plaatsen. Zorg ervoor dat u veilig kunt werken, bevestig de machine op het werkblad met bouten van een diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm. ASSEMBLAGE VOOR VERSTEKZAAGMODUS De beveiliging van de ondertafel monteren (afb. D) De beveiliging van de ondertafel (50) is aan de bovenkant van de zaagbladtafel bevestigd. • Plaats de twee haken links van de beveiliging in de langwerpige gaten (52 ) links van het zaagbladgat. • Plaats de beveiliging plat op de tafel en druk deze in de vergrendeling pakkingring. • Voor het verwijderen: maak de pakkingring los met een schroevendraaier om hem te verwijderen en ga in omgekeerde volgorde te werk. De zaagkop en tafel omkeren (afb. A3, E1, E2) • Houd de zaagtafel met één hand tegen en druk de hendel tafelvrijgave (2) naar links (afb. E1). • Druk de tafel naar beneden aan de voorzijde en draai hem volledig om totdat de motorassemblage in de hoogste positie staat en de karteling contact maakt met de tegenhoudtanden van het tafel vergrendelingapparaat (20). • De kopassemblage wordt naar beneden gehouden door middel van een klemriem aan de voorzijde en een hoogteaanpassing (23) aan de achterzijde (afb. A3). • Verwijder de riem. • Draai het wiel (55) tegen de klok in terwijl u de kop naar beneden houdt, totdat de U-vormige fitting (56) loskomt uit zijn plaats (afb. E2). • Draai en duw de hoogteaanpassing omhoog. • Houd de kop stevig vast, zorg dat de veerdruk de kans krijgt de kop omhoog te duwen naar zijn ruststand. Het zaagblad bevestigen (afb. A2, F1–F3) WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Bedenk dat het zaagblad alleen op de voorgeschreven manier moet worden vervangen. Monteer NOOIT andere zaagbladen dan de bladen die onder Technische Gegevens worden aangeduid. Wij adviseren Cat.Nr: DT4321. WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw zaagblad zijn zeer scherp en kunnen gevaarlijk zijn. WAARSCHUWING: Verwissel zaagbladen altijd als de machine in de verstekzaagmodus staat. • Zorg ervoor dat spouwmes (16) is vastgezet in de bovenste ruststand (afb. A2). • Steek de inbussleutel (57) door het gat (58) in de riemkast en in het uiteinde van de as (afb. F1). Plaats de zaagbladsleutel (59) op de vergrendelingsschroef van het zaagblad (60) (afb. F2). • De vergrendelingsschroef van het zaagblad heeft linkse schroefdraad, draai de schroef dus los door inbussleutel stevig vast te houden en naar rechts te draaien. • Maak de onderste beschermkap (12) los door de hoofdontgrendelingshendel (13) in te drukken, breng daarna de onderste beschermkap zover mogelijk omhoog. • Verwijder de beveiligingschroef van het zaagblad (60) en de buitenste cilinderkraag (61) (afb. F3). • Zorg ervoor dat de binnenflens en beide zijden van het zaagblad schoon en stofvrij zijn. • Installeer het zaagblad (62) op het verbindingsstuk voor het blad (63) dat zich direct naast de binnenste cilinderkraag (64) bevindt, waarbij u ervoor zorgt dat de zaagtanden aan de onderste rand van het blad gericht zijn naar de achterkant van de zaag (van de gebruiker af). • Laat het zaagblad voorzichtig op zijn plaats komen en laat de onderste zaagbeveiliging los. • Vervang de buitenste cilinderkraag. • Draai de vergrendelingsschroef (60) van het zaagblad aan door deze naar links te draaien terwijl u de inbussleutel stevig vasthoudt met uw andere hand. • Berg de zaagbladsleutel en de inbussleutel op. WAARSCHUWING: Controleer na het monteren of vervangen van het zaagblad altijd dat het zaagblad volledig wordt bedekt door de beschermkap. Controleer dat de zaagbladsleutel en de inbussleutel weer zijn opgeborgen. Aanpassingen voor de verstekzaagmodus WAARSCHUWING: Bedenk dat het zaagblad op de voorgeschreven manier moet worden vervangen. Monteer NOOIT andere zaagbladen dan de bladen die onder Technische Gegevens worden aangeduid. Wij adviseren Artikelnr: DT4321. Uw verstekzaag is in de fabriek correct ingesteld. Als aanpassing als gevolg van het transport en de opslag of een andere reden nodig is, volgt u de onderstaande stappen om uw zaag aan te passen. Als deze eenmaal gemaakt zijn, dienen deze aanpassingen juist te zijn. Het zaagblad controleren en aan de geleider aanpassen (afb. D, G1, G2, H) Als de kop in verticale positie is en de klemhendel voor schuine hoeken (22) Is vrijgegeven, draait u de vergrendelingschroef (65) losser in de draaiende tafel positietaster (8) (afb. G1). 79 N ED E R L A ND S • Trek de kop omlaag totdat het zaagblad net in de zaagsnede van de zaag komt. • Plaats een tekenhaak (66) tegen de linkerzijde (7) van de geleider en het zaagblad (62) (afb. G2). De hoek dient 90º te zijn. WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden niet aan met de tekenhaak. • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Draai de excentrische aanpassingslager (67) totdat het aanzicht van het zaagblad plat tegen de tekenhaak staat (afb. G1). • Draai de vergrendelingschroef (65) vast. • Controleer of de rode markeringen (68) bij het zaagbladgat (52) op één lijn staan met de 0º positie (69) op de twee schaalverdelingen (afb. H). • Als aanpassing nodig is, draait u de schroeven (70) los en zet u de indicatoren op één lijn. De 45º positie zou nu ook accuraat moeten zijn. Als dit niet het geval is, staat het zaagblad niet loodrecht op de draaitafel (zie hieronder). Het zaagblad controleren en aan de tafel aanpassen (afb. I1, I2) • Maak de schuine klemhendel (22) los (afb. I1). • Druk de zaagkop naar rechts om er zeker van te zijn dat hij volledig verticaal staat, en maak de schuine klemhendel vast. • Trek de kop omlaag totdat het zaagblad net in de zaagsnede van de zaag komt. • Plaats een ingestelde tekenhaak (66) op de tafel en omhoog tegen het zaagblad (62) (afb. I2). De hoek dient 90º te zijn. WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden niet aan met de tekenhaak. bij het zaagblad bevindt als praktisch mogelijk is om maximale ondersteuning van het werkstuk te bieden, zonder de beweging omhoog en omlaag van de arm te beïnvloeden. • Druk de hendel (72) naar beneden om de geleider op zijn plaats vast te zetten. De schuine hoek controleren en aanpassen (afb. J1, K1, K2) • Schuif de zijgeleider zover als het kan naar links (afb. J1). • Maak de schuine klemhendel (22) los en beweeg de zaagkop naar links. Dit is de 45º schuine positie. • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Draai de stopschroef (73) naar binnen of buiten zoals gewenst totdat de wijzer (74) 45º aangeeft. ASSEMBLAGE VOOR ZAAGBANKMODUS Wisselen tussen de verstekzaagmodus en zaagbankmodus (afb. A1–A3, E2, L1, L2) • Zet het zaagblad in de 0º dwarsdoorsnede positie waarbij de positietaster van de draaitafel (8) juist uigericht is en de klem van de draaitafel (3) vast zit (afb. A1). • Maak de borgbout van het splijtmes (75) net voldoende los om het mogelijk te maken dat het splijtmes het montagegat in kan (afb. L1). • Pak het splijtmes (16) uit zijn opbergpositie tegen de zaagkop (afb. A2). • Laat de hendel voor de beveiligingsvrijage (13) los de vergrendeling van het zaagblad (12) vrij te geven, en til de beveiliging van het zaagblad vervolgens zo ver als mogelijk is op (afb. A1). • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Schuif de beugel van het splijtmes (76) volledig in het montagegat (77) (afb. L1). Maak de borgbout vast. • Maak de schuine klemhendel (22) los (afb. I1) en draai de stopschroef voor verticale positieaanpassing (71) naar binnen of naar buiten totdat het zaagblad op 90º ten opzichte van de tafel staat, zoals gemeten met de tekenhaak (66) (afb. I2). • Laat de onderste beveiliging voorzichtig los totdat deze op zijn plaats zit achter de rand die uitsteekt vanuit de binnenkant van het splijtmes. • Verwijder de beveiliging van de ondertafel. De verstekzaaghoek controleren en aanpassen (afb. A1, A2, H) • Trek de zaagkop naar beneden en draai de hoogteaanpassing (23) totdat de U-vormige beugel (56) contact maakt op de pen die in het onderstel zit (afb. E2). De standen voor rechte dwarsdoorsnede en 45º verstekzagen zijn van tevoren ingesteld. • Draai het wiel (55) van de aanpasknop om ervoor te zorgen dat het zaagblad en het splijtmes uitsteken van de zaagbanktafel (24) (afb. A3) om maximale snijddiepte in de zaagbankmodus mogelijk te maken. • Trek de positietaster van de draaitafel (8) omhoog en draai deze tegen de klok in een kwart slag (afb. A1). • Draai de roterende tafelklem (3) los. De handgreep kan als ratel werken wanneer een volledige omwenteling van de handgreep niet mogelijk is. • Pak de regelhandgreep (14) vast (afb. A2), druk de ontgrendelingshendel van de beschermkap (13) in en breng de zaag omlaag tot ongeveer halverwege (afb. A1). • Draai de zaagkop met de roterende tafel in de gewenste stand. • Draai de roterende tafelklem (3) vast. De plaatsingspen van de roterende tafel (8) zal zichzelf vastzetten (afb. A1). Met de rode merktekens (68) kunt u de verstekzaagtafel (4) instellen in iedere verstekhoek links of rechts tussen 0° en 45° (afb. H). • Ga verder als bij vooraf ingestelde standen. De positietaster van de draaitafel kan niet worden gebruikt voor tussenliggende hoeken. WAARSCHUWING: Maak altijd eerst een proefsnede met afvalhout om de juistheid te controleren. De geleider aanpassen (afb. J1, J2) Het beweegbare gedeelte aan de linkerzijde van de geleider kan worden aangepast om maximale ondersteuning van het werkstuk bij het zaagblad te bieden, terwijl de zaag in staat is een schuine hoek op volledige 45º links te maken. De schuifafstand wordt beperkt door stoppen in beide richtingen. De afscheiding (7) aanpassen: • Til de hendel (72) op om de geleider (7) vrij te geven. • Schuif de geleider naar links. • Voer een proefsnede uit terwijl de zaag is uitgeschakeld en controleer de speling. Pas de geleider aan zodat deze zich zo dicht 80 WAARSCHUWING: Het zaagblad mag de onderste zaagbladbescherming niet blokkeren. • Trek de tafelvrijgave hendel (2) naar links, tilt de voorste rand van de tafel op en klap deze 180º terug totdat de tanden van het tafel vergrendelingapparaat (20) automatisch contact maken met de retentiehendel voor het zaagblad om dit in de zaagbankmodus vast te zetten (afb. L2). WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat u het controle over de beweging van de tafel niet verliest. Plaats van het splijtmes (afb. M) • Bevestig het splijtmes (16) zoals hierboven beschreven. Als het eenmaal is bevestigd heeft het splijtmes geen verdere aanpassing meer nodig. De bovenste zaagbladbeveiliging bevestigen (afb. N) De bovenste zaagbladbeveiliging (25) is ontworpen om snel en gemakkelijk te worden vastgemaakt middels een taster met een veer aan het gat in het splijtmes (16) als dit eenmaal op zijn plaats staat door de werktafel voor de zaagbankmodus. Maak de bovenste zaagbladbeveiliging (25) vast aan het splijtmes door aan de knop (76) te trekken om ervoor te zorgen dat de taster contact krijgt in de beveiliging. WAARSCHUWING: Gebruik uw zaag nooit in de zaagbankmodus zonder dat de bovenste beveiliging correct is bevestigd. N EDERLANDS Montage en afstelling van de parallelle geleider (afb. O) De parallelle geleider voor twee hoogte-instellingen (26) kan in twee posities worden gebruikt (11 of 60 mm). De parallelle geleider kan aan beiden zijden van het zaagblad worden gemonteerd. GA ALS VOLGT TE WERK OM DE GELEIDER OP DE JUISTE POSITIE TE MONTEREN: maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/ installeert. WAARSCHUWING: • Gebruikers in het VK worden gewezen op de “woodworking machines regulations 1974” (regelgeving met betrekking tot houtverwerkende machines) en alle aanvullingen daarop. • Maak de knop (77) los. • Controleer dat het materiaal dat gezaagd gaat worden stevig op zijn plek is vastgemaakt. • Schuif de beugel aan vanaf links of rechts. De klemplaat (78) maakt contact achter de voorste rand van de tafel. • Pas uitsluitend een lichte druk op het gereedschap toe en oefen geen zijwaartse druk op het zaagblad uit. • Maak de knop (77) vast. • Vermijd overbelasting. • Controleer dat de geleider parallel aan het zaagblad staat. • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Pas de geleider aan zodat deze parallel aan het zaagblad staat door de afstand tussen het zaagblad en de geleider te controleren aan de voor- en achterkant van het zaagblad. Om dit te doen draait u de stelt schroef in de geleideondersteuning naar binnen of buiten voor zover nodig is. De standaardinstelling van de geleider is aan de rechterkant van het zaagblad. GA ALS VOLGT TE WERK OM DE GELEIDER IN TE STELLEN VOOR GEBRUIK AAN DE LINKERZIJDE VAN HET ZAAGBLAD: • Maak de knop (77) los. • Trek de beugel (79) eruit en plaats deze in het andere uiteinde. • Maak de geleider aan de tafel vast. • Maak de knop (77) vast. WAARSCHUWING: Gebruik het 11 mm profiel voor het trekzagen van lage werkstukken om toegang tussen het zaagblad en de geleider voor de duwstok (17) mogelijk te maken. WAARSCHUWING: De achterkant van de geleider dient gelijk te staan aan de voorkant van het splijtmes. Wisselen tussen de zaagbank en verstekzaagmodus (afb. A3, D, E1, E2, L1) • Verwijder de parallelle geleider (26) (afb. A3). • Draai het wiel (55) van de hoogteaanpassing (23) om maximale snijddiepte in de verstekzaagmodus te krijgen (afb. E2). • Ga verder zoals beschreven staat in de paragraaf “De zaagkop en tafel omdraaien”. • Maak de borgbout van het splijtmes (75) enigszins los en verwijder het splijtmes (16) terwijl u de zaagbladbeveiliging (12) vast houdt (afb. L1). Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk. Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het werkstuk geschikt is voor deze machine. Aan- en uitschakelen (afb. A1–A2, P) Deze machine heeft twee onafhankelijke schakelsystemen. In de zaagbankmodus wordt de on/off (aan/uit) schakelaar (1) (A1) gebruikt. In de verstekzaagmodus wordt de trekkerschakelaar (15) gebruikt. ZAAGBANKMODUS (AFB. P) De aan/uit schakelaar die in de zaagbankmodus wordt gebruikt, biedt meerdere voordelen. – “geen voltage” vrijgavefunctie: als de stroom om een bepaalde reden uitvalt, moet de schakelaar bewust opnieuw worden bediend. – extra veiligheid: de scharnierende veiligheidsbehuizing plaat kan worden afgesloten door een hangslot door de beugel in het midden te steken. De plaat fungeert ook als “gemakkelijk te vinden” noodstopknop, omdat druk op de voorzijde van de plaat de stopknop vrij laat komen. Om de machine aan te schakelen drukt u op de groene startknop (80). Om de machine uit te schakelen drukt u op de rode stopknop (81). VERSTEKZAAGMODUS (AFB. A2) Om de machine aan te schakelen drukt het de trekkerschakelaar (15) in. Om de machine uit te schakelen laat u trekkerschakelaar los. BASIS ZAAGSNEDEN • Laat de zaagbladbescherming zakken. Zagen in de verstekzaagmodus • Plaats het splijtmes in zijn opslagpositie tegen de zaagkop. Het is gevaarlijk om zonder bescherming te werken. De beschermingen moeten tijdens het zagen op hun plaats zitten. • Breng de beveiliging van de ondertafel (50) weer aan (afb. D). Voor de bediening • Installeer het geschikte zaagblad. Gebruik geen extreem versleten zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap mag die van het zaagblad niet overschrijden. • Probeer geen extreem kleine delen te zagen. • Laat het zaagblad vrij zagen. Forceer het niet. • Laat de motor de volledige snelheid bereiken voordat u zaagt. • Zorg ervoor dat alle vergrendelingknoppen en klemhendels vast zitten. • Zorg ervoor dat de ondertafel beveiliging niet met zaagsel verstopt raakt. • Klem het werkstuk altijd vast als u niet-ijzerhoudende metalen snijdt. Algemene bediening – In de verstekzaagmodus wordt de zaagkop automatisch vergrendeld in de bovenste “parkeer” stand. – Als u in de hendel van de beveiligingvrijgave knijpt, wordt de zaagkop ontgrendeld. Het naar beneden bewegen van de zaagkop trekt de beweegbare onderste beveiliging in. BEDIENING – Probeer nooit te voorkomen dat de onderste beveiliging terugkeert naar de parkeerstand als de snede is voltooid. Instructies voor gebruik – De minimale lengte van afgesneden materiaal is 10 mm. WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften. WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing – Als u kort materiaal snijdt (minimaal 190 mm links of rechts van het zaagblad) wordt het gebruik van de optionele materiaalklem aanbevolen. – Als u UPVC-delen snijdt, dient u een steun te plaatsen van timmerhout met een aanvullend profiel onder het materiaal dat wordt gesneden, om te voor de juiste mate van ondersteuning te zorgen. 81 N ED E R L A ND S Verticale rechte dwarsdoorsnede (afb. Q) • Stel de draaitafel op 0º en zorg ervoor dat de positietaster contact maakt. • Draai de klemknop van de draaitafel vast. • Plaats het hout dat dient te worden gezaagd tegen de geleider. Pak de controlehendel vast en druk de hendel beveiligingsretractie in. • Schakel de machine aan. • Onthoud het gebruik van de duwstok (17) als u dicht bij het zaagblad in de buurt komt. • Nadat de snede is voltooid schakelt u de machine uit, laat u het zaagblad tot stilstand komen en verwijdert u het werkstuk. WAARSCHUWING: Druk nooit op de vrije of afgesneden kant van het werkstuk en houd dit ook niet vast. WAARSCHUWING: Gebruik altijd een duwstok als u kleine werkstukken splijt. • Laat het zaagblad vrij zagen. Forceer het niet. • Nadat de snede compleet is, laat u de schakelaar los en wacht u totdat het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen, voordat u de kop naar zijn bovenste rustpositie beweegt. • Laat de hendel beveiligingsretractie los. WAARSCHUWING: Laat de zaagkop niet uit zichzelf terugspringen, om schade te voorkomen. Verstekzagen (afb. R) • Stel de gewenste verstekzaaghoek in. Schuine sneden (afb. U) • Laat de klemhendel voor schuine hoeken vrijkomen en stel het zaagblad in op de gewenste hoek. • Om te voorkomen dat materiaal vastloopt tussen het zaagblad en de geleider, plaatst u de geleider aan de linkerzijde van het zaagblad. • Ga verder als bij verticaal splijten. Versteksneden (afb. V1–V3) • Ga verder als bij een verticale rechte snede. • Om de verstekzaaggeleider aan te passen, draait u de borgmoer van de stopschroef (81) los en schroeft u de stop (82) naar binnen of buiten totdat de verstekzaagindicator 0º aanwijst (afb. V1). • Voorkom dat het zaagblad in de tafel snijdt als de hoek geen 45º is. • Stel de hoogte en hoek van het zaagblad in. • Zorg ervoor dat de draaitafelklem stevig vast zit. WAARSCHUWING: Als u het einde van een stuk hout met een kleine snede verstek zaagt, plaats u het hout zo dat u ervoor zorgt dat de snede aan de zijkant van het zaagblad plaatsvindt met de grotere hoek naar de afscheiding, d.w.z.: linker verstekhoek, afsnijden aan de rechter verstekhoek, afsnijden links. • Steek de schuifbalk (83) van de verstekzaaggeleider in de groef (84) die zich aan de linkerzijde van de tafel bevindt (afb. V2). • Maakt de vergrendelingknop van de verstekzaag (85) los en draai de geleider om de schaal van de gewenste hoek in te stellen (afb. V3). • Maak de vergrendelingknop van de verstekzaag (85) vast. Schuine sneden (afb. A2, S) • Laat de klemhendel voor schuine hoeken (22) los en hel de kop over naar de gewenste hoek. • Maak de klemhendel voor schuine hoeken vast. • Plaats het werkstuk tegen het platte oppervlak van de verstekzaaggeleider. Schakel de machine aan en schuif terwijl u het werkstuk stevig vasthoudt de geleider langs de groef om het werkstuk naar het zaagblad te geleiden. Als de snede is voltooid wordt automatisch uitgeschakeld. • Ga verder als bij een verticale rechte snede. Samengestelde verstekzaag De snede is een combinatie van een verstekzaagsnede en een schuine snede. De grenzen liggen bij 35º verstekzaag/30º schuine hoek. Overschrijd deze grenzen niet. Geleiderstanden, zaagbankmodus (afb. W) – Voor het splijten van dun materiaal gebruikt u het 11 mm profiel van de dubbele hoogte parallelgeleider en plaats u de geleider tegenover de voorste rand van het splijtmes. Stel de schuine hoek in en vervolgens de verstekzaaghoek. – Voor het splijten van dikker materiaal gebruikt u het 60 mm profiel van de dubbele hoogte parallelgeleider. Zagen in de bankmodus – Bij het maken van een dwarsdoorsnede bij smalle en korte werkstukken (afb. W): • Gebruik altijd het splijtmes. • Zorg er altijd voor dat het splijtmes en de zaagbladbeveiliging correct zijn uitgelijnd. • Zorg er altijd voor dat de verstekzaag is ingesteld en vergrendeld op 0º verstekzaag. WAARSCHUWING: Zaag in deze modus geen metaal. Splijten (afb. A2, T) • Stel de schuine hoek in op 0º. • Pas de zaagbladhoogte aan. De juiste zaagbladpositie is wanneer de uiteinden van drie zaagtanden boven het bovenste oppervlak van het hout uitsteken. • Stel de parallelle geleider in op de gewenste afstand. • Houd het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider. Houd het werkstuk ong. 25 mm weg van het zaagblad. • Houd beide handen uit de loop van het zaagblad. • Schakel de machine aan en laat het zaagblad eerst op volle snelheid komen. • Voer het werkstuk langzaam in onder de voorzijde van de bovenste zaagbladbeveiliging, waarbij u dit stevig tegen de geleider gedrukt houdt. Geef de zaagtanden de tijd om te zagen en forceer het werkstuk niet door het zaagblad. De snelheid van het zaagblad dient constant te blijven. 82 • Pas de parallelgeleider aan waarbij het lage profiel gericht is op het zaagblad en installeer de achterkant van de geleider op een lijn met de beginrand van het zaagblad. • Plaats het werkstuk tegen de verstekzaaggeleider (op 0º of 90º) en druk tegen de verstekzaaggeleider om de snede te maken. • Om te voorkomen dat afgesneden gedeelten het zaagblad blokkeren, legt u een tapse rij timmerhout neer en klemt u dit aan de achterste rand van de werktafel, voldoende dicht bij de rechterzijde van het zaagblad, zodat successievelijk afgesneden stukken automatisch naar rechts vallen. – Voor het splijten van smalle (< 120 mm) en lange werkstukken: • Plaats de geleider in de meest achterste positie om precisie tijdens lange sneden te waarborgen. • Druk het werkstuk met beide handen (één aan iedere kant van het zaagblad). • Gebruik een duwstok als u dicht bij het zaagblad komt. • Ondersteun lange werkstukken op de plaats waar ze de machine weer verlaten. – Voor het splijten van bredere (> 120 mm) werkstukken: • Pas de geleider in voorwaartse richting aan zoals afgebeeld in figuur W als het materiaal dat wordt gesneden de neiging heeft vast te gaan zitten tussen het zaagblad of het splijtmes en de geleider. N EDERLANDS Optionele aanvullende onderdelen WAARSCHUWING: Haal voordat u enig accessoire monteert altijd eerst de stekker uit het stopcontact. WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door DEWALT zijn aangeboden niet met dit product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te verminderen dient u uitsluitend door DEWALT aanbevolen accessoires met dit product te gebruiken. STOFVERWIJDERINGSKIT (AFB. A1, A2, A8) Deze machine is voorzien van drie stofverwijderingspunten voor gebruik in iedere modus. De geleidestangen worden op een stevige legeringsteun gemonteerd die snel van de machine kan worden losgemaakt en toch volledig verstelbaar is in alle standen. De geleider is voorzien van een meetlint voor de volledige lengte voor het snel positioneren van een verstelbare stop en een verstelbare steun voor smalle werkstukken. DUBBELE SCHUIFTAFEL Deze schuiftafel maakt boardgroottes aan de linkerzijde van het zaagblad tot 1850 mm mogelijk. Transporteren WAARSCHUWING: Transporteer de machine altijd in de zaagbankmodus met de bovenste zaagbladbescherming aangebracht. • Sluit als u hout zaagt altijd een stofverwijderingsapparaat aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante regelgeving omtrent stofemissie. WAARSCHUWING: Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften voor stofemissie. Sluit een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen volgens de geldende voorschriften. De luchtsnelheid van extern aangesloten systemen moeten 20 m/s +/- 2 m/s zijn. De snelheid moet worden gemeten in de aansluitbuis op het aansluitpunt, terwijl het gereedschap is aangesloten maar niet werkt. • Verwijder de poten. WAARSCHUWING: Zoek altijd hulp als u de machine draagt. De machine is te zwaar om door één persoon te worden verplaatst. ONDERHOUD Uw DEWALT gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een lange tijdsperiode te functioneren met een minimum aan onderhoud. Het continu naar bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken. WARNING: To reduce the risk of injury, turn unit off and disconnect machine from power source before installing and removing accessories, before adjusting or changing set-ups or when making repairs. Be sure the trigger switch is in the OFF position. An accidental startup can cause injury. Een apart stofpakket is als optie verkrijgbaar (DE3500) 1. Monteer de stofafzuigingbuis op de zuigmonden; de langste buis op de bovenste zuigmond. 2. Sluit de slangen aan op de driewegconnector. Aansluiten - verstekzaagstand • Sluit één slang aan op de beveiliging van de ondertafel. • Sluit één slang aan op de kleine diameteruitgang en één op de grote diameteruitgang met behulp van de desbetreffende buizen. • Sluit de slangen op de driewegs connector aan. Smering • Sluit de enkele uitgang van de driewegs connector aan op de slang van het stofverwijderingsapparaat. De lagers van de motor zijn voorgesmeerd en waterdicht. Aansluiten - zaagbankstand • Vervang de zaagbladbeveiliging door de beveiliging die bij de stofverwijderingskit is meegeleverd en sluit de slang van de beveiliging van de ondertafel erop aan. • Olie regelmatig het draagoppervlak van de draaitafel licht, daar waar het glijdt over de punt van de vaste tafel. • Maak de onderdelen die blootstaan aan de opeenhoping van zaagsel of splinters regelmatig schoon met een droge borstel. • Ga verder zoals bij de verstekzaagstand. VERSTEKZAAG EXTRA STEUN/LENGTESTOP (AFB. A4) De extra steun en lengtestop kunnen worden gemonteerd aan de linkerof rechterzijde, of twee sets aan beide zijden. • Bevestig de items 28–34 op de tweede geleiderails (29). • Gebruik de zwenkstop (30) voor het afkorten van 210 mm brede platen (15 mm dik). ROLLER ONDERSTEUNENDE TAFEL (AFB. A5) In de verstekzaagmodus dan de roller ondersteunende tafel worden gemonteerd aan de linker- of rechterzijde, of twee sets aan beide zijden. In de zaagbankmodus kan hij ook aan de voorkant of de achterkant van de zaagtafel worden gemonteerd. ZIJUITBREIDING TAFEL (AFB. A6) Deze zijuitbreiding tafel vergroot de afstand van de splijtgeleider naar het zaagblad tot 600 mm of meer, afhankelijk van de staaflengte die aan de machine is bevestigd en de geklemde stand van de tafel. De zijuitbreiding tafel met worden gebruikt samen met geleiderails (29) (accessoire). De verstelbare tafel is voorzien van een ingegraveerde schaalverdeling aan de voorste rand en is gemonteerd op een stevig onderstel met klemmen aan de geleidestangen. • Bevestig de uitbreidingstafel aan de rechterkant van de machine voor continuïteit van de afstandsschaal op beide tafels. ENKELVOUDIGE SCHUIFTAFEL (AFB. A7) Reiniging WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd stofmasker als u deze procedure uitvoert. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit enig onderdeel van het gereedschap in een vloeistof. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem. Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het zaagblad, de beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook de stofafzuigbuis om vast te stellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor dat spaanders, stof of een deel van het werkstuk niet kunnen leiden tot blokkering van één van de functies. Deze schuiftafel (37) maakt boardgroottes aan de linkerzijde van het zaagblad tot 1200 x 900 mm mogelijk. 83 N ED E R L A ND S Als delen van het werkstuk zijn vastgelopen tussen het zaagblad en de beschermkappen, trek de stekker van het netsnoer van de machine dan uit het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven in het hoofdstuk Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen gedeelten en monteer het zaagblad opnieuw. Optionele accessoires WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door DEWALT zijn aangeboden niet met dit product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te verminderen dient u uitsluitend door DEWALT aanbevolen accessoires met dit product te gebruiken. Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de geschikte accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. 84 GARANTIE DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt een uitstekende garantie aan voor professionele gebruikers van het product. Deze garantieverklaring komt in aanvulling op, en beïnvloedt op geen enkele wijze uw contractuele rechten als een professioneel gebruiker of uw wettelijke rechten als een privé, niet-professioneel gebruiker. De garantie is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone. • 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE • Als u niet volkomen tevreden bent over de prestaties van uw DEWALT gereedschap, kunt u dit gewoon binnen 30 dagen terugbrengen, compleet met de originele onderdelen zoals u het aankocht, bij het verkooppunt. U krijgt uw geld volledig vergoed. Het product moet blootgesteld zijn geweest aan redelijke slijtage en u dient een aankoopbewijs te overleggen. • EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT • Als u onderhoud aan uw DEWALT gereedschap nodig hebt gedurende de 12 maanden volgend op uw aankoop, wordt dit gratis uitgevoerd door een erkende DEWALT reparateur. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT product defect raakt als gevolg van verkeerd materiaal of onjuiste constructie binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat: • Het product niet verkeerd gebruikt is; • Het product is blootgesteld aan redelijke slijtage; • Er geen reparaties zijn ondernomen door nietgeautoriseerde personen; • U een aankoopbewijs kunt overleggen; • Het product compleet met alle originele onderdelen wordt geretourneerd. Als u een schadeclaim wilt indienen, neem dan contact op met uw verkoper of zoek de locatie op van de dichtstbijzijnde erkende DEWALT reparateur in de DEWALT catalogus, of neem contact op met uw DEWALT kantoor via het adres dat in deze handleiding staat vermeld. Een lijst van erkende DEWALT reparateurs en volledige details over onze after sales service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152

DeWalt DW743N-AR Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor