NEDERLANDS
76
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire
of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met
dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze
instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met
zich meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van
originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk
gevaar voor de gebruiker.
Aanvullende veiligheidsregels voor klapzaagtafels
• Sta niet toe dat ongetrainde mensen deze machine bedienen.
• Gebruik de zaag niet om iets anders dan aluminium, hout of
vergelijkbaar materiaal te zagen.
• Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat dient te worden
gesneden.
• Gebruik geen gebroken of beschadigde zaagbladen.
• Gebruik geen HSS zaagbladen.
• Gebruik correct geslepen zaagbladen. Houd u aan de maximum
snelheidsmarkering op het zaagblad.
• Gebruik uitsluitend zaagbladen die door de fabrikant worden
aanbevolen en die voldoen aan EN 847-1.
• Gebruik de zaag niet zonder dat de beveiligingen en het splijtmes
in positie zijn en goed zijn onderhouden, vooral als u wissels van de
verstekzaagmodus naar de zaagbankmodus en vice versa.
• Zorg ervoor dat de vloer rondom de machine vlak is, goed
onderhouden en vrij van los materiaal, bv. splinters en afgesneden
delen.
• Zorg voor geschikte algemene en plaatselijke verlichting.
• Draag geschikte persoonlijke bescherming indien nodig, inclusief:
– gehoorbescherming om het risico op gehoorverlies te
verminderen;
– mondbescherming om het risico op het inademen van schadelijke
stofdeeltjes te verminderen;
– handschoenen voor het vastpakken van zaagbladen en grof
materiaal. Zaagbladen dienen in een houder te worden gedragen
indien dit mogelijk is.
• Vermijd het verwijderen van afgesneden delen of andere delen van
het werkstuk uit het snijdgebied terwijl de zaag in werking is en de
zaagkop niet tot stilstand is gekomen.
• Vervang de tafelinvoer als deze versleten is.
• Vervang de tafel wanneer de sleuf in de tafel te breed is.
• Meld defecten aan de machine, inclusief de beschermingen of
zaagbladen, aan uw dealer zodra deze worden ontdekt.
• Zorg ervoor dat de bovenkant van het zaagblad volledig door de
verstekzaagmodus is omgeven.
• Zorg ervoor dat de arm veilig is vastgezet in werkpositie in de
zaagbankmodus.
• Zorg ervoor dat de arm veilig is vastgezet als u schuine hoeken
zaagt in de zaagbankmodus.
• Doe voorzichtig als u groeven maakt tijdens de zaagbankmodus
door een geschikt beveiligingssysteem te gebruiken. Het zagen van
een sleuf is niet toegestaan.
• Sluit de zaag aan op een stofopvangapparaat wanneer u hout
zaagt. Houd altijd rekening met factoren die van invloed zijn op de
blootstelling aan stof, zoals:
– Type materiaal dat moet worden bewerkt (spaanplaat
produceert meer stof dan hout);
– Juiste afstelling van het zaagblad;
– Controleer dat de lokale afzuiging en ook kappen, schermen en
kokers goed zijn afgesteld.
– Stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s
• Gebruik geen schurende schijven of diamantsnijwielen.
• Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit
het zaaggebied terwijl de machine loopt en de zaagkop niet in
rustpositie staat.
• In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet
u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact trekken.
• Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de
machine aan zodat andere mensen niet proberen de niet (goed)
functionerende machine te gebruiken.
• Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale
aanvoerdruk tijdens het zagen, zet de machine dan uit en trek
de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg
voor vrijloop van het zaagblad. Zet de machine aan start de
zaagwerkzaamheden weer met verminderde aanvoerdruk.
• Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium.
• Monteer, wanneer de situatie dat toelaat, de machine op een
werkbank met bouten van een diameter van 8 mm en een lengte
van 80 mm (afb. C2).
Aanvullende veiligheidsregels voor verstekzagen
• Zorg ervoor dat alle vergrendelingknoppen en klemhendels stevig
vastzitten voordat u met een handeling begint.
• Bedien de machine niet als de beveiliging niet is aangebracht of als
de beveiliging niet werkt of niet correct is onderhouden.
• Gebruik uw zaag nooit zonder de zaagplaat.
• Plaats nooit één van de handen in het gebied van het zaagblad als
de zaag op de elektrische stroomvoorziening is aangesloten.
• Probeer nooit een bewegende machine snel te stoppen door een
stuk gereedschap of iets anders tegen het zaagblad te duwen; dit
kan onbedoeld ernstige ongelukken veroorzaken.
• Lees voordat u enig accessoire gebruikt de gebruiksaanwijzing. Het
onjuiste gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
• Kies het juiste zaagblad voor het materiaal dat dient te worden
gesneden.
• Houd u aan de maximum snelheidsmarkering op het zaagblad.
• Gebruik een houder of draag handschoenen als u een zaagblad
vastpakt.
• Zorg ervoor dat het zaagblad correct is bevestigd voor gebruik.
• Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd het
zaagblad scherp.
• Gebruik geen zaagbladen met een grotere of kleinere diameter
dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste
zaagbladkwalificatie. Gebruik uitsluitend de zaagbladen vermeld in
deze gebruiksaanwijzing, in overeenstemming met EN 847-1.
• Overweeg om speciaal ontworpen geluidsverminderende
zaagbladen te gebruiken.
• Gebruik geen HSS zaagbladen.
• Gebruik geen gebroken of beschadigde zaagbladen.
• Gebruik geen schuurschijven.
• Til het zaagblad omhoog uit de zaagplaat in het te bewerken
materiaal voordat u de schakelaar loslaat.
• Zorg ervoor dat de arm stevig vast zit als u schuine sneden maakt.
• Klem niets tegen de koeling aan om de motorkast vast te houden.
• De zaagbladbeveiliging op uw zaag gaat automatisch omhoog als
de arm naar beneden wordt geduwd; ze gaat omlaag over het
zaagblad als de arm wordt opgetild. De bescherming kan met de
hand worden opgetild als u zaagbladen installeert of verwijdert, of
voor een controle van de zaag. Til de zaagbladbescherming nooit
met de hand op, tenzij de zaag is uitgeschakeld.
• Houd de vloer rondom de machine schoon en vrij van los materiaal,
bv. splinters en afgesneden delen.
• Controleer regelmatig of de motorluchtgaten schoon en vrij van
splinters zijn.
• Vervang de zaagplaat als deze versleten is.
• Sluit de machine van de stroomvoorziening af voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert of als u het zaagblad vervangt.
• Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit als de
machine nog in werking is en de kop niet in de rustpositie staat.
• Bevestig de machine altijd aan een werkbank indien mogelijk.
• Als u een laser gebruikt om de snijdlijn aan te geven, zorg er
dan voor dat de laser van klasse 2 is in overeenstemming met