Shimano SW-S705 (E-BIKE) Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
DM-SP0001-16
Dealerhandleiding
RACE MTB Trekking
Stads-toer/
comfort-fiets
STADS-SPORT E-BIKE
E6000 serie
SC-E6000
SC-E6010
SC-S705
SW-E6000
SW-E6010
SW-S705
FC-E6000
FC-E6010
SM-CRE60
DU-E6000
DU-E6001
DU-E6010
DU-E6050
DU-E6002
DU-E6012
SM-DUE01
SM-DUE10
SM-DUE11
BT-E6000
BT-E6001
BT-E6010
BT-E8010
BT-E8020
BM-E6000
BM-E6010
SM-BME60
SM-BME61
BM-E8010
BM-E8020
SM-BCE60
EC-E6000
TL-FC38
TL-DUE60
RT-EM300
RT-EM600
RT-EM800
RT-EM810
RT-EM900
RT-EM910
(Dutch)
ii
INHOUD
BELANGRIJKE MEDEDELING .............................................................................................. iv
VEILIGHEID VOOROP .......................................................................................................... v
Hoofdstuk 1 MONTAGE 1-1
MONTAGE ........................................................................................................................1-2
Namen van onderdelen ....................................................................................................................................1-4
Productspecificaties ...........................................................................................................................................1-5
De fietscomputer plaatsen ................................................................................................................................1-6
De fietscomputer plaatsen en verwijderen......................................................................................................1-7
De hoek van de fietscomputer afstellen .......................................................................................................... 1-7
Met de kabelband de bekrachtigingsschakelaar op het stuur vastzetten ....................................................1-8
De bekrachtigingsschakelaar plaatsen .............................................................................................................1-8
De accuhouder plaatsen .................................................................................................................................1-10
De accu plaatsen ..............................................................................................................................................1-25
De accu verwijderen ........................................................................................................................................ 1-27
De snelheidssensor plaatsen ...........................................................................................................................1-30
De magneet plaatsen ......................................................................................................................................1-31
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN 2-1
DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN .........................................................2-2
De aandrijfeenheid plaatsen ............................................................................................................................2-2
Bedradingsschema aandrijfeenheid .................................................................................................................2-3
Voedingskabel aansluiten ................................................................................................................................. 2-4
De ferrietkraal aanbrengen (DU-E6001/E6010/E6050) ....................................................................................2-5
De elektrische kabel aansluiten ........................................................................................................................2-6
De bekrachtigingsschakelaar en aandrijfeenheid op de fietscomputer aansluiten ......................................2-6
De snelheidssensor op de aandrijfeenheid aansluiten....................................................................................2-7
De verlichting aansluiten op de aandrijfeenheid ............................................................................................2-7
De ferrietkraal aanbrengen (MU-S705) .........................................................................................................2-10
De crank en het voorste kettingblad plaatsen ..............................................................................................2-11
De kettingspanning meten en afstellen ........................................................................................................2-13
iii
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN 3-1
DE ACCU LADEN ..............................................................................................................3-2
Inleiding .............................................................................................................................................................3-2
Juist gebruik van de accu .................................................................................................................................. 3-2
Laadprocedures .................................................................................................................................................3-2
Over de LED-lamp van de lader ........................................................................................................................ 3-6
Over de LED-lampen van de accu ..................................................................................................................... 3-6
De stroom in-/uitschakelen ...............................................................................................................................3-8
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN 4-1
FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN ................................................................4-2
Namen en functies van de onderdelen van de bekrachtigingsschakelaar ....................................................4-2
Weergave standaardscherm van de fietscomputer .........................................................................................4-3
De instellingen wijzigen .................................................................................................................................4-14
Foutberichten op de fietscomputer ...............................................................................................................4-36
Hoofdstuk 5 AANSLUITING EN COMMUNICATIE MET DE PC 5-1
AANSLUITING EN COMMUNICATIE MET DE PC .............................................................5-2
Back-upfunctie aandrijfeenheidinstellingen voor de fietscomputer .............................................................5-2
Instelbare instellingen in E-TUBE PROJECT ...................................................................................................... 5-3
Op de pc aansluiten ..........................................................................................................................................5-4
Hoofdstuk 6 ONDERHOUD 6-1
ONDERHOUD ...................................................................................................................6-2
Het voorste kettingblad vervangen .................................................................................................................6-2
iv
BELANGRIJKE MEDEDELING
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet over een professionele achtergrond in het monteren van fietsen beschikken, moeten niet proberen de onderdelen zelf aan de hand
van de dealerhandleidingen te installeren.
Indien informatie in deze handleiding u niet duidelijk is, ga dan niet verder met de installatie. Neem in dat geval contact op met de plaats van aankoop
of een plaatselijke fietshandelaar.
Lees alle instructiehandleidingen die bij het product zijn geleverd.
Demonteer of wijzig het product niet op een andere manier dan aangegeven in de informatie in deze dealerhandleiding.
Alle dealerhandleidingen en instructiehandleidingen staan op onze website (http://si.shimano.com).
Voor klanten die geen eenvoudige toegang hebben tot het internet, neem contact op met een SHIMANO-verdeler of een van de SHIMANO-kantoren om
een afgedrukte versie van de gebruikershandleiding te verkrijgen.
Volg de betreffende bepalingen en regels van het land, de staat of de regio waarin u als dealer werkzaam bent.
Lees voor de veiligheid deze dealerhandleiding voor gebruik zorgvuldig door en volg de aanwijzingen daarin op voor een
correct gebruik.
De volgende instructies moeten te allen tijde worden opgevolgd om persoonlijk letsel en beschadigingen aan apparatuur en omgeving te
voorkomen.
De instructies zijn ingedeeld aan de hand van de mate van gevaar die zij kunnen opleveren of beschadigingen die zij kunnen veroorzaken bij
incorrect gebruik van het product.
GEVAAR
Als de instructies niet worden opgevolgd, heeft dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg.
WAARSCHUWING
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of beschadigingen aan apparatuur en omgeving.
v
VEILIGHEID VOOROP
VEILIGHEID VOOROP
GEVAAR
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Omgaan met de accu
De accu mag niet worden vervormd, gewijzigd of gedemonteerd; ook mag er geen soldeer op worden aangebracht. Gebeurt dit wel, dan kan de accu
gaan lekken, oververhit raken, barsten of ontploffen.
Laat de accu niet in de buurt van warmtebronnen, zoals een verwarming, liggen. Stel de accu niet bloot aan hitte en gooi hem niet in vuur. Gebeurt
dit wel, dan kan de accu barsten of ontploffen.
Stel de accu niet bloot aan krachtige schokken en laat deze niet vallen. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat de kans op brand, ontploffing of
oververhitting.
Plaats de accu niet in zoetwater of zeewater en laat de aansluitpunten van de accu niet nat worden. Als dit niet in acht wordt genomen, kan de accu
oververhit raken, barsten of ontploffen.
Gebruik de door SHIMANO aangegeven lader en voldoe aan de aangegeven voorwaarden voor het laden tijdens het laden van de aangegeven accu.
Als dit niet in acht wordt genomen, kan de accu oververhit raken, barsten of ontploffen.
WAARSCHUWING
Volg de instructies in de handleidingen tijdens de installatie van het product.
Aangeraden wordt alleen originele onderdelen van SHIMANO te gebruiken. Als onderdelen zoals bouten en moeren los komen te zitten of
beschadigd raken, kan de fiets plotseling omvallen met ernstig letsel voor de berijder als gevolg.
Bovendien, als afstellingen niet correct worden uitgevoerd, kunnen er problemen optreden en kan de fiets plotseling omvallen met ernstig letsel voor
de berijder als gevolg.
Draag tijdens onderhoudswerkzaamheden, zoals het vervangen van onderdelen, een veiligheidsbril ter bescherming van uw ogen.
Raadpleeg de handleidingen bij het product voor informatie die niet in deze handleiding wordt gegeven.
Bewaar de dealerhandleiding na het grondig doorlezen zorgvuldig op een veilige plek, zodat u deze later kunt raadplegen.
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Laat u niet afleiden door informatie op het display van de fietscomputer tijdens het fietsen. U kunt dan van uw fiets vallen.
Controleer vóór het rijden dat de wielen goed vastzitten. Anders kunt u vallen en ernstig letsel oplopen.
U moet weten hoe u de elektrische fiets start, voordat u op een drukke weg gaat fietsen. Anders start u de fiets misschien plotseling en kunt u een
ongeluk veroorzaken.
Schakel 's avonds het licht in.
Demonteer het product niet. Bij demontage kunnen mensen letsel oplopen.
Als u de accu oplaadt terwijl deze op de fiets is aangebracht, moet u de fiets niet verplaatsen. De stekker van de acculader is wellicht niet volledig in
het stopcontact gestoken, hetgeen brand kan veroorzaken.
Raak de aandrij feenheid niet onbedoeld aan als deze lange tij d ononderbroken is gebruikt. Het oppervlak van de aandrij feenheid wordt heet en
kan brandwonden veroorzaken.
vi
VEILIGHEID VOOROP
Lithium-ion accu
Als er vloeistof uit de accu in de ogen terechtkomt, spoel de ogen dan onmiddellijk met schoon water. Wrijf niet in de ogen. Roep onmiddellijk
medische hulp in. Worden deze aanwijzingen niet opgevolgd, dan kan het accuzuur uw ogen beschadigen.
Laad de accu niet op in een zeer vochtige omgeving of buitenshuis. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat er kans op elektrische schokken.
Steek de stekker niet in en trek hem niet los wanneer hij nat is. Als dit niet in acht wordt genomen, bestaat er kans op elektrische schokken. Als er
water uit de stekker lekt, droog de stekker dan grondig alvorens hem in te steken.
Als de accu na twee uur laden niet volledig is opgeladen, koppel de lader dan onmiddellijk los van het stopcontact en neem contact op met de plaats
van aankoop. Als dit niet in acht wordt genomen, kan de accu oververhit raken, barsten of ontploffen.
Gebruik de accu niet als deze duidelijk zichtbaar is bekrast of als de buitenzijde andere beschadigingen vertoont. Doet u dit wel, dan kan de accu
barsten, oververhit raken of er kunnen bedieningsproblemen ontstaan.
Het bereik van de gebruikstemperatuur van de accu wordt hieronder aangegeven. Gebruik de accu niet bij temperaturen buiten dit bereik. Als de
accu gebruikt of bewaard wordt bij temperaturen buiten dit bereik, bestaat de kans op brand, letsel of defecten.
1. Tijdens de ontlading: –10 °C - 50 °C
2. Tijdens laden: 0 °C - 40 °C
Punten met betrekking tot de installatie van onderdelen en onderhoud van de fiets
Verwijder de accu en lader voordat u de bedrading aansluit of onderdelen op de fiets monteert. Doet u dit niet, dan kunt u een elektrische schok
oplopen.
Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van het gebruik en de fietsomstandigheden. Reinig de ketting regelmatig met een geschikte kettingreiniger.
Gebruik nooit alkalische of zure oplosmiddelen, zoals roestverwijderaars. Worden dergelijke oplosmiddelen wel gebruikt, dan kan de ketting breken
en kan er ernstig letsel ontstaan.
LET OP
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Volg de instructies in de gebruikershandleiding voor de fiets op, zodat u veilig kunt fietsen.
Controleer de acculader en adapter (met name het snoer, de stekker en de behuizing) regelmatig op beschadigingen. Als de lader of adapter is
beschadigd, mag deze pas weer worden gebruikt als hij is gerepareerd.
Gebruik dit product op basis van de aanwijzingen van een veiligheidsexpert of de gebruiksaanwijzing. Laat dit apparaat niet gebruiken door personen
met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking, onervaren personen of personen zonder de vereiste kennis, waaronder kinderen.
Laat kinderen niet spelen in de nabijheid van dit product.
Als er storingen of problemen optreden, neem dan contact op met een dealer in de buurt.
Wijzig het systeem nooit. Het systeem kan dan defect raken.
Lithium-ion accu
Laat de accu niet op een plaats liggen waar hij aan direct zonlicht wordt blootgesteld, of in een auto op een hete dag, of op een andere warme
plaats. De accu kan dan gaan lekken.
Als er gelekte vloeistof op uw huid of kleding terechtkomt, deze onmiddellijk met schoon water afspoelen. Anders kan de gelekte vloeistof huidletsel
veroorzaken.
Bewaar de accu op een veilige plaats buiten het bereik van kleine kinderen of huisdieren.
vii
VEILIGHEID VOOROP
NOTITIE
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Plaats blinde pluggen op de ongebruikte poorten.
Neem contact op met een dealer voor installatie- en afstellingsaanwijzigen voor het product.
De eenheden zijn volledig waterdicht, zodat ze in regenachtig weer kunnen worden gebruikt. Plaats het product echter niet met opzet in water.
Maak de fiets niet schoon in een wasstraat met hogedrukspuit. Als er water in de onderdelen komt, kan dit ervoor zorgen dat deze minder goed
werken.
Ga voorzichtig om met de onderdelen en voorkom dat ze aan sterke schokken worden blootgesteld.
Plaats de fiets niet ondersteboven. Als u dit doet, kan de fietscomputer of de versnellingsschakelaar beschadigd raken.
Hoewel de fiets nog steeds als een normale fiets werkt, ook als de accu is verwijderd, gaat het licht niet aan als het op het elektrische systeem is
aangesloten. In dit geval voldoet de fiets in Duitsland niet aan de verkeerswetten.
Als u de fiets een voertuig in draagt, moet u de accu van de fiets verwijderen en deze op een stabiele ondergrond in het voertuig plaatsen.
Controleer voordat u de accu aansluit dat zich geen water bevindt in de aansluiting waarop de accu zal worden aangesloten.
Wanneer u de accu oplaadt terwijl deze op de fiets is bevestigd, moet u letten op het volgende:
-
Zorg dat zich tijdens het laden geen water bevindt op de laderaansluiting of op de laadstekker.
-
Controleer voorafgaand aan het laden dat de accuhouder is vergrendeld.
-
Verwijder de accu niet uit de accuhouder tijdens het laden.
-
Fiets niet terwijl de acculader is bevestigd.
-
Sluit altijd de dop van de laderaansluiting wanneer er niet geladen wordt.
-
Stabiliseer de fiets om ervoor te zorgen dat deze niet valt tijdens het laden.
Het gebruik van een originele SHIMANO accu wordt aanbevolen. Als u een accu van een andere fabrikant gebruikt, moet u de instructiehandleiding
voor de accu nauwkeurig doorlezen voor het gebruik.
Het is wellicht niet mogelijk om het systeem in te schakelen vanaf de fietscomputer (SC-E6010) wanneer de fietscomputer bij lage temperaturen wordt
gebruikt of gedurende langere tijd op een lage temperatuur wordt gehouden. Druk op de aan/uit-knop van de accu om het systeem in te schakelen.
Neem contact op met het verkooppunt als het inschakelen nog steeds niet lukt.
Sommige belangrijke informatie in deze dealerhandleiding staat ook op de apparaatlabels.
Het nummer op de accusleutel heeft u nodig bij het kopen van reservesleutels. Berg het zorgvuldig op.
Gebruik een vochtige, goed uitgewrongen doek voor het reinigen van de accu en de plastic afdekking.
Als u vragen heeft over het gebruik en het onderhoud van het product, neem dan contact op met de dealer waar u dit heeft gekocht.
Neem contact op met de plaats van aankoop voor updates van de software. De nieuwste informatie vindt u op de website van SHIMANO. Meer
informatie kunt u vinden onder “Aansluiting op en communicatie met de pc”.
De producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en kwaliteitsverlies door normaal gebruik en veroudering.
Lithium-ion accu
Verwijderingsinformatie voor landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is uitsluitend van toepassing binnen de Europese Unie.
Volg de plaatselijk geldende regels voor het weggooien van gebruikte batterijen/accu's. Als u
twijfelt, kunt u contact opnemen met het verkooppunt of een fietsenmaker.
Punten met betrekking tot de installatie van onderdelen en onderhoud van de fiets
Gebruik geen verdunner of andere verdunningsmiddelen om de onderdelen te reinigen. Dergelijke materialen kunnen het oppervlak beschadigen.
Was de kettingbladen op gezette tijden met een neutraal reinigingsmiddel. Het reinigen van de ketting met een neutraal reinigingsmiddel en het
smeren ervan kan tevens een effectieve manier zijn om de gebruiksduur van de kettingbladen en de ketting te verlengen.
De juiste bekrachtiging kan alleen worden verkregen wanneer de juiste instellingen zijn uitgevoerd (montage van de crank in de juiste positie, juiste
afstelling van de kettingspanning, etc.). Wees vooral voorzichtig met deze instellingen bij de DU-E6010/DU-E6012, die geschikt is voor
terugtrapremmen.
Het werkelijke product kan van de afbeelding afwijken, omdat in deze handleiding hoofdzakelijk de procedures voor het
gebruik van het product worden uitgelegd.
Hoofdstuk 1 MONTAGE
1-2
Hoofdstuk 1 MONTAGE
MONTAGE
Te gebruiken gereedschappen
De volgende gereedschappen zijn nodig voor de montage van het product.
Onderdeel Waar te gebruiken Gereedschap
Fietscomputers
Bevestigingsbout stuur
Schroevendraaier[nr.2]
Hoekstelschroef
Schroevendraaier[nr.2]
Bekrachtigingsschakelaar
(SW-E6000)
Bevestigingsbout
Schroevendraaier[nr.2]
Bekrachtigingsschakelaar
(SW-E6010)
Bevestigingsbout
3mm inbussleutel
Accuhouder
(SM-BME61)
Contacteenheid
Onderbehuizing houder
3mm inbussleutel
Afdekking contacteenheid
Bovenbehuizing houder
Schroevendraaier[nr.1]
Accuhouder
(BM-E8010)
Onderbehuizing houder
3mm inbussleutel / 8mm moersleutel
Contacteenheid
3mm inbussleutel
Afdekking contacteenheid
2,5mm inbussleutel
Bovenbehuizing houder
2,5mm inbussleutel
Accuhouder
(BM-E8020)
Onderbehuizing houder
5mm inbussleutel
Bovenbehuizing houder
Schroevendraaier[nr.2]
Slotcilinder
2mm inbussleutel
Contacteenheid
5mm inbussleutel
Afdekking contacteenheid
Schroevendraaier[nr.2]
1-3
Hoofdstuk 1 MONTAGE
Onderdeel Waar te gebruiken Gereedschap
Snelheidssensor
(SM-DUE10)
Bevestigingsbout snelheidssensor
4mm inbussleutel
Snelheidssensor
(SM-DUE11)
Bevestigingsbout snelheidssensor
Torx-sleutel[nr.10]
Magneet Bevestigingsschroef
Schroevendraaier[nr.2]
Elektrische kabel Connector
TL-EW02
Verlichtingsadapter Bevestigingsschroef eenheid
Schroevendraaier[nr.2]
Aandrijfeenheid
Bevestigingsbout frame Geschikt voor M8-bout en -moer*
Bevestigingsbout afdekking (M3)
Schroevendraaier[nr.2]
Kettingblad Borgring
TL-FC32 / 36+TL-FC38
Crankarm Bevestigingsbout crank
14 mm dopsleutel
Ketting Ketting TL-DUE60
*
Neem contact op met een fietsfabrikant voor informatie over geschikte gereedschappen.
1-4
Hoofdstuk 1 MONTAGE
Namen van onderdelen
Namen van onderdelen
Bij mechanisch schakelsysteem
(B)
(A)
(a)
(J)
(I)
(H) *1
*2
(G)
(F)
(C)
(E)
(D)
(A)
Fietscomputer SC-E6000/
SC-E6010
(B)
Bekrachtigingsschakelaar
SW-E6000
SW-E6010
(C)
Kettingblad SM-CRE60
(D)
Crankarm FC-E6000
FC-E6010
(E)
Aandrijfeenheid/ DU-E6000
Snelheidssensor
DU-E6001
DU-E6010
DU-E6050
DU-E6002
DU-E6012
(F)
Accu (extern type)
BT-E6000
BT-E6001*3
(G)
Accuhouder (extern type)
SM-BME60
BM-E6000
(H)
Acculader *1:
SM-BCE60
+SM-BCC1
*2:
EC-E6000
(I)
Verlichtingsadapter SM-DUE01
(J)
Afdekking aandrijfeenheid
SM-DUE60
(K)
Accu (extern type) BT-E6010
BT-E8010*3
(L)
Accuhouder (extern type)
SM-BME61
BM-E6010
BM-E8010
(M)
Snelheidssensor SM-DUE10
(N)
Accu (ingebouwd type)
BT-E8020*3
(O)
Accuhouder (ingebouwd type)
BM-E8020
(P)
Snelheidssensor SM-DUE11
(Q)
Remschijf RT-EM300
RT-EM600
RT-EM800
RT-EM810
RT-EM900
RT-EM910
*
3 Als de firmwareversie van de
aandrijfeenheid 3.2.6 of lager is, werkt
de accu wellicht niet correct. Update
de firmwareversie E-TUBEPROJECT.
Draadbundel
E-TUBE
TECHNISCHE TIPS
Er kan sprake zijn van een riemaandrijving. In
dat geval worden het kettingblad, de tandkrans
en de riem geleverd door de fabrikant van de
riem. Voor details over de montage en afstelling
moet u de technische informatie raadplegen die
wordt geleverd door de riemfabrikant.
Maximale kabellengte (EW-SD50)
(a) ≤ 1600 mm
(K)
(L)
(M)
(O)
(N)
(Q)
(P)
1-5
Hoofdstuk 1 MONTAGE
Productspecificaties
Bij een systeem met elektronische interne versnellingsnaaf
(B)
(A)
(a)
(D)
(C)
(A)
Bekrachtigings-/
versnellingsschakelaar SW-E6000
SW-E6010
SW-S705
(B)
Fietscomputer SC-E6000
SC-E6010
(C)
Motoreenheid MU-S705
(D)
Interne naafversnelling
SG-C6060
SG-S705
SG-S505
Kabelboom
E-TUBE
TECHNISCHE TIPS
Er kan sprake zijn van een riemaandrijving.
In dat geval worden het kettingblad, de
tandkrans en de riem geleverd door de
fabrikant van de riem. Voor details over de
montage en afstelling moet u de
technische informatie raadplegen die
wordt geleverd door de riemfabrikant.
Voor informatie over het plaatsen van de
MU-S705 kunt u terecht in de
dealerhandleiding voor de serie ALFINE
S705 (de informatie over het plaatsen van
de motoreenheid op de naaf (MU-S705)).
Maximale kabellengte (EW-SD50)
(a) ≤ 1600 mm
Productspecificaties
Bedrijfstemperatuurbereik: tijdens
ontladen
-10 – 50 °C Accutype Lithium-ion accu
Bedrijfstemperatuurbereik: tijdens
laden
0 – 40 °C Nominale capaciteit
Raadpleeg de gebruikershandleiding
voor de accu “UM-70F0A”. Ga voor de
laatste informatie over handleiding
naar de website (http://si.shimano.com).
Opslagtemperatuur -20 – 70 °C Nominale spanning 36 V DC
Opslagtemperatuur (accu) -20 – 60 °C Type aandrijfeenheid In het midden
Laadspanning 100 – 240 V AC Motortype Borstelloos DC
Laadtijd
Raadpleeg de gebruikershandleiding
voor de accu “UM-70F0A”. Ga voor de
laatste informatie over handleiding
naar de website (http://si.shimano.com).
Nominaal vermogen aandrijfeenheid 250W
*
Het snelheidsbereik van de bekrachtigingsfunctie verschilt afhankelijk van de specificaties.
DU-E6000/E6001/E6010: 25 kilometer/uur of minder
DU-E6050: 20 mijl/uur of minder
1-6
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De fietscomputer plaatsen
De fietscomputer plaatsen
1
Open de klem (B) en bevestig deze op het stuur.
2
(B)
(C)
(A)
Bevestig de bevestigingsbout van het
stuur (A) en draai deze vast tot het
opgegeven aanhaalmoment met een
schroevendraaier.
(A)
Bevestigingsbout stuur
(B)
Klem
(C)
Adapter
Compatibiliteitstabel stuur
øA øB-øA Adapter Bevestigingsbout
ø23,4-ø24 0-1,1 X 15,5mm
ø24-ø25,5 0-1,1 X 20mm
ø31,3-ø31,9 0-0,6 - 20mm
*
X: OK
Stuur
øA
øB
25
30
Aanhaalmoment
1 Nm
TECHNISCHE TIPS
Voer de procedure in omgekeerde volgorde
uit om de fietscomputer te verwijderen.
1-7
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De fietscomputer plaatsen en verwijderen
De fietscomputer plaatsen en verwijderen
1
(A)
(B)
Schuif de fietscomputer (A) in de steun
(B) zoals aangegeven in de afbeelding.
Duw tot u de fietscomputer hoort
vastklikken.
(A)
Fietscomputer
(B)
Steun
2
(C)
Om de fietscomputer te verwijderen,
verschuift u hem terwijl u op de hendel
van de steun duwt (C).
(C)
Hendel
NOTITIE
Als de fietscomputer zich niet op de juiste
plaats bevindt, werkt de ondersteuning
niet naar behoren.
De afmetingen van (C) verschillen voor
SC-E6000 en SC-E6010.
De hoek van de fietscomputer afstellen
(A)
Draai de hoekstelschroef (A) los met een
schroevendraaier. Stel de hoek van de
fietscomputer zodanig af dat dat hij
goed te zien is tijdens het fietsen.
Haal vervolgens de schroef met het
aangegeven aanhaalmoment weer aan.
(A)
Hoekstelschroef
Aanhaalmoment
0,5 Nm
1-8
Hoofdstuk 1 MONTAGE
Met de kabelband de bekrachtigingsschakelaar op het stuur vastzetten
Met de kabelband de bekrachtigingsschakelaar op het stuur vastzetten
1
(A)
Bevestig de kabelband (A) tijdelijk aan
de bekrachtigingsschakelaar. Stel de
kabelband af op de lengte van het stuur.
(A)
Kabelband
TECHNISCHE TIPS
De kabelband wordt meegeleverd met
SW-E6000.
2
Zet de bekrachtigingsschakelaar met de
kabelband vast op het stuur.
De bekrachtigingsschakelaar plaatsen
1
(A)
(B)
Bevestig de bekrachtigingsschakelaar op
een ø 22,2 mm stuur waarbij de
elektrische kabel onder de schakelaar
door wordt geleid en open de afdekking
(A) van de bevestigingsbout.
(A)
Afdekking bevestigingsbout
(B)
Bevestigingsbout
2
<SW-E6000>
Draai de bevestigingsbout (B) vast tot
het opgegeven aanhaalmoment met een
schroevendraaier.
Voor de SW-E6010: draai de bout vast
met behulp van een
3mm inbussleutel.
Aanhaalmoment
SW-E6000
1,5 Nm
SW-E6010
TECHNISCHE TIPS
Voer de procedure in omgekeerde volgorde
uit om de fietscomputer te verwijderen.
1-9
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De bekrachtigingsschakelaar plaatsen
Voorbeeld van het leggen van de elektrische draad
(C)(B)(A)
(D)
Voorbeeld 1: Zet de elektrische kabel van
de bekrachtigingsschakelaar (A) vast op
het stuur met de kabelband (B). Wikkel
de overtollige elektrische kabel rond het
gebied tussen de fietscomputer (C) en de
stuurpen (D). Sluit vervolgens de kabel
aan op de fietscomputer.
(A)
Bekrachtigingsschakelaar
(B)
Kabelband
(C)
Fietscomputer
(D)
Stuurpen
(G)
(F)
(E)
Voorbeeld 2: Zet de elektrische kabel van
de bekrachtigingsschakelaar vast op het
stuur met de kabelband. Bind de
elektrische kabel van de
bekrachtigingsschakelaar en van de
fietscomputer (E) aan de rem-
buitenkabel (F) met de klemband (G) en
sluit de elektrische kabel van de
bekrachtigingsschakelaar aan op de
fietscomputer.
(E)
Elektrische draad van de
fietscomputer
(F)
Rembuitenkabel
(G)
Klemband
TECHNISCHE TIPS
De klemband wordt meegeleverd met
SC-E6000.
1-10
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
De accuhouder plaatsen
SM-BME60 / BM-E6000
<SM-BME60>
(F)
(G)
(D)
(C)
(B)
(A)
(E)
<BM-E6000>
(D)
(C)
(B)
(G)
(F)
(A)
(E)
(H)
(I)
(A)
Onderbehuizing houder
(B)
M4-bout
(C)
M4-bout (éénwegtype)
(D)
Bovenbehuizing houder
(E)
Torx-sleutel nr.10H
(F)
Stekker
(G)
Contacteenheid (niet meegeleverd
met het product)
(H)
Rails accuhouder
(I)
M4-bout
<Voor SM-BME60>
1
Zet de contacteenheid (G) vast op de onderbehuizing van de houder (A) door M4-bout (B)
en (C) aan te draaien.
Aanhaalmoment
(B) 1,6 - 1,8 Nm
(C) 1,6 - 1,8 Nm
2
Lijn de stekker (F) met de onderbehuizing van de houder (A).
3
Zet de bovenbehuizing van de houder (D) vast op de onderbehuizing van de houder (A) met
behulp van 2 bouten (E).
Aanhaalmoment
1 - 1,3 Nm
1-11
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
<Voor BM-E6000>
1
Zet de contacteenheid (G) vast op de onderbehuizing van de houder (A) door M4-bout (B)
en (C) aan te draaien.
Aanhaalmoment
(B) 1,6 - 1,8 Nm
(C) 1,6 - 1,8 Nm
2
Lijn de stekker (F) en de rails van de accuhouder (H), in die volgorde, met de onderbehuizing
van de houder (A).
3
Bevestig de onderbehuizing van de houder (A) en de rails van de accuhouder (H) met behulp
van de M4-bout (I).
Aanhaalmoment
1,6 - 1,8 Nm
4
Zet de bovenbehuizing van de houder (D) vast op de onderbehuizing van de houder (A) met
behulp van 2 bouten (E).
Aanhaalmoment
1,1 - 1,3 Nm
1-12
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
(A)
Lijn de bevestigingsgaten in de
bagagedrager uit met die in de
accuhouder. Breng de inbusschroeven (A)
aan in het bovendeel van de accuhouder
en bevestig het op de drager.
(A)
Inbusschroef (M5) (niet
meegeleverd met het product)
NOTITIE
Zorg ervoor dat de dop van de
laderaansluiting goed is gesloten.
dop laderaansluiting
TECHNISCHE TIPS
Er worden geen bouten en moeren bij de
producten van SHIMANO meegeleverd.
Gebruik die van de fabrikant.
Voor informatie over de aanhaalmomenten
moet u contact opnemen met de fabrikant
van de drager.
1-13
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
SM-BME61 / BM-E6010
1
(C)
(D)
(A)
(B)
(E)
Bevestig de onderbehuizing van de
houder (E) op de montagegaten in het
frame, steek de bevestigingsbouten van
de houder (C) door de tussenringen (D),
en zet de houder vast met de bouten.
Bevestig nu de contacteenheid (B)
tijdelijk met de bevestigingsbouten (A)
van de contacteenheid.
(A)
Bevestigingsbout contacteenheid
(M5)
(B)
Contacteenheid (niet meegeleverd
met het product)
(C)
Bevestigingsbout houder (M5)
(D)
Tussenringen
(E)
Onderbehuizing houder
Aanhaalmoment
(C) 3 Nm
NOTITIE
De contacteenheid wordt niet meegeleverd
met SHIMANO-producten.
2
(a)
(b)
223 mm
Pas de positie van de contacteenheid aan
zodat er 223 mm ruimte zit tussen (a) en
(b) zoals aangegeven in de afbeelding.
Plaats tijdelijk de afdekking van de
contacteenheid en voer een afstelling uit
om ervoor te zorgen dat de accu
gemakkelijk aan te sluiten en los te
koppelen is en er tijdens het fietsen geen
geluiden hoorbaar zijn doordat deze te
los zit. Draai vervolgens de
bevestigingsbouten van de
contacteenheid (A) volledig vast.
Aanhaalmoment
3 Nm
1-14
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
3
(L)
(G)
(H)
(F)
(K)
(I)
(J)
(M)
<SM-BME61>
Draai de bevestigingsbouten van de
afdekking van de contacteenheid (J)
volledig aan om de afdekking van de
contacteenheid (I) te bevestigen.
Bevestig het antirammel-vulstuk (K). Bij
het bevestigen van het
antirammelvulstuk van de accu (K) moet
u de aftrekstrip lostrekken van de
dubbelzijdige afdichting (L) aan de
achterkant van het antirammel-vulstuk
en dit bevestigen.
Steek de stekker (F) in de
onderbehuizing van de houder (M).
Steek de stekker (F) in de
bovenbehuizing van de houder (G) en
zet deze vast met de bevestigingsbouten
van de bovenbehuizing (H).
(F)
Stekker
(G)
Bovenbehuizing houder
(H)
Bevestigingsbout bovenbehuizing
houder (M3)
(I)
Afdekking contacteenheid
(J)
Bevestigingsbout afdekking
contacteenheid (M4)
(K)
Antirammel-vulstuk
(L)
Dubbelzijdige afdichting
(M)
Onderbehuizing houder
(N)
Dop laderaansluiting
Aanhaalmoment
(H), (J) 0,6 Nm
NOTITIE
Controleer dat zich geen olie, vuil, etc.
bevindt op het kleefoppervlak van de
dubbelzijdige afdichting (L) of op het
oppervlak waarop de dubbelzijdige
afdichting (L) zal worden bevestigd. Als dit
wel zo is, verwijder deze dan.
Voor de BM-E6010: trek de dop van de
laderaansluiting (N) volledig open alvorens
de plug (F) te plaatsen, zoals aangegeven
in de aanbeelding. Plaatsen van de plug
met gesloten dop zorgt ervoor dat de dop
niet correct kan worden geopend/gesloten.
Zorg ervoor dat de dop van de
laderaansluiting goed is gesloten.
dop laderaansluiting
(L)
(G)
(H)
(F)
(N)
(K)
(I)
(J)
(M)
<BM-E6010>
Draai de bevestigingsbouten van de
afdekking van de contacteenheid (J)
volledig aan om de afdekking van de
contacteenheid (I) te bevestigen.
Bevestig het antirammel-vulstuk (K). Bij
het bevestigen van het
antirammelvulstuk van de accu (K) moet
u de aftrekstrip lostrekken van de
dubbelzijdige afdichting (L) aan de
achterkant van het antirammel-vulstuk
en dit bevestigen.
Open de laadpoortklep (N) volledig en
steek de stekker (F) in de onderbehuizing
van de houder (M). Plaats de stekker (F)
tussen de twee delen van de
bovenbehuizing van de houder (G) en
zet hem vast met de bevestigingsbouten
van de bovenbehuizing (H).
1-15
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
BM-E8010
(C)
(B)
(D)
(E)
(z)
(y)
(A)
(y)
Voorkant van fiets
(z)
Achterkant van fiets
(A)
Contacteenheid
(B)
Aansluiteenheid accu
(C)
Bovenbehuizing houder
(D)
Onderbehuizing houder
(E)
Frame
1
(A)
(D)
(E)
(C)
(B)
Plaats de rubber vulstukken (C) en het
metalen vulstuk (B) op de
onderbehuizing van de houder (A) en
lijn de bevestigingsgaten van het frame
(E) met de boutgaten in de
onderbehuizing van de houder (A).
(A)
Onderbehuizing houder
(B)
Metalen vulstuk
(C)
Rubber vulstuk
(D)
Frame
(E)
Bevestigingsgaten frame
1-16
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
2
(F)(G)
(H)
Zet de onderbehuizing van de houder
(H) vast door de twee typen
bevestigingsbout van de houder (M5) (F)/
(G) aan te halen.
Haal de bevestigingsbout van de houder
(M5) (type met lage kop) (G) eerst aan.
(F)
Bevestigingsbout houder (M5)
(type inbusbout):
Gebruik een 3 mm inbussleutel of
een 8 mm moersleutel om de
bevestigingsbout van de houder
aan te halen.
(G)
Bevestigingsbout houder (M5)
(type met lage knop):
Gebruik een 3 mm inbussleutel
om de bevestigingsbout van de
houder aan te halen.
(H)
Onderbehuizing houder
Aanhaalmoment
(F), (G) 3 Nm
(F) 3 Nm
3
(J)
(I)
(K)
(K)
Bevestig de contacteenheid tijdelijk met
de bevestigingsbouten van de
contacteenheid (M5) (J).
(I)
Contacteenheid:
De contacteenheid wordt niet
meegeleverd met SHIMANO-
producten.
(J)
Bevestigingsbout contacteenheid
(M5)
(K)
Tussenring
4
(b)(a)
224,4 mm
Stel de positie van de contacteenheid zo
af, dat de afstand tussen gedeelte (a)
van de contacteenheid en gedeelte (b)
van de onderbehuizing van de houder
224,4mm is en haal vervolgens de
bevestigingsbouten van de
contacteenheid (M5) (J) volledig aan.
Aanhaalmoment
3 Nm
1-17
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
5
(L)
(M)
Zet de afdekking van de contacteenheid
(L) tijdelijk vast en stel hem zo af, dat de
accu (M) soepel kan worden
aangesloten/ontkoppeld en er geen
geluid wordt geproduceerd ten gevolge
van speling tijdens het fietsen.
(L)
Afdekking contacteenheid
(M)
Accu
6
(N)
(O)
(P)
(O)
(P)
Zet de afdekking van de contacteenheid
vast met de bevestigingsbouten van de
contacteenheid (M4) (O).
(N)
Afdekking contacteenheid
(O)
Bevestigingsbout afdekking
contacteenheid (M4)
(P)
Tussenring
Aanhaalmoment
0,6 Nm
1-18
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
7
(Q)
(R)
(S)
(T)
(U)
Leid de voedingskabel (Q) door het
kabelgat (R).
Lijn de uitstekende delen van de
bovenbehuizing van de houder (S) en de
onderbehuizing van de houder (T) uit.
Trek aan de voedingskabel (Q) tot het
rubber busje (U) is bevestigd in het
kabelgat (R).
(Q)
Voedingskabel
(R)
Kabelgat
(S)
Bovenbehuizing houder
(T)
Onderbehuizing houder
(U)
Rubber busje
8
(V)
(W)
(W)
Zet de bovenbehuizing van de houder
(V) vast met de bevestigingsbouten van
de bovenbehuizing (M3) (W).
(V)
Bovenbehuizing houder
(W)
Bevestigingsbout bovenbehuizing
houder (M3)
Aanhaalmoment
0,6 Nm
1-19
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
BM-E8020
Montage van de aansluiteenheid van de accu
(A)
(y)
(z)
(B)
(C)
(y)
Voorkant van fiets
(z)
Achterkant van fiets
(A)
Frame
(B)
Aansluiteenheid accu
(C)
Gemonteerde bovenbehuizing
houder en onderbehuizing
houder
1
(A)
(B)
(C) (D)
Plaats het rubber vulstuk (B) op de
onderbehuizing van de houder (A) en
lijn de bevestigingsgaten van het frame
(D) met de boutgaten in de
onderbehuizing van de houder (A).
(A)
Onderbehuizing houder
(B)
Rubber vulstuk
(C)
Frame
(D)
Bevestigingsgaten frame
1-20
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
2
(E)
(F)
(G)
Zet de onderbehuizing van de houder (F)
vast op het frame door de
bevestigingsbouten van de houder (M8)
(E) aan te halen.
(E)
Bevestigingsbout houder (M8)
(F)
Onderbehuizing houder
(G)
Frame
Aanhaalmoment
10 Nm
3
(H) (I) (J) (K)
(L)
Leid de voedingskabel (I) door het
kabelgat (K) in de onderbehuiziging van
de houder (J) en haal de bovenbehuizing
van de houder (H) vervolgens aan met
behulp van de bevestigingsbouten van de
bovenbehuizing van de houder (M3) (L).
(H)
Bovenbehuizing houder
(I)
Voedingskabel
(J)
Onderbehuizing houder
(K)
Kabelgat
(L)
Bevestigingsbout bovenbehuizing
houder (M3)
Aanhaalmoment
0,6 Nm
1-21
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
(A)
(z)
(y)
(B)
(y)
Voorkant van fiets
(z)
Achterkant van fiets
(A)
Frame
(B)
Contacteenheid
4
(M)
(N)
(O)
(z)
Steek de slotcilinder (M) in de
contacteenheid.
Zet de slotcilinder (M) vast door de
bevestigingsbouten van de slotcilinder
(M4) (O) aan te halen vanaf de
achterkant van de contacteenheid (N).
(z)
Achterkant van de contacteenheid
(M)
Slotcilinder:
De slotcilinder wordt niet
meegeleverd met SHIMANO-
producten.
(N)
Contacteenheid
(O)
Bevestigingsbout slotcilinder (M4)
Aanhaalmoment
0,6 Nm
1-22
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
5
(P)
(Q)(R) (R)(Q)
(S)
(T)
Lijn de gaten van de bevestigingsbout in
de contacteenheid (P) uit met de
bevestigingsgaten van het frame (T).
Bevestig de contacteenheid (P) tijdelijk
op het frame (S) met de
bevestigingsbouten van de
contacteenheid (M8) (Q).
Bevestig de rubbers tegen uitvallen van
de bout van het achtervorkeinde (R).
(P)
Contacteenheid
(Q)
Bevestigingsbout contacteenheid
(M8)
(R)
Rubber tegen uitvallen bout
achtervorkeinde
(S)
Frame
(T)
Bevestigingsgaten frame
6
347,9 mm
(c) (d)
Stel de positie van de contacteenheid zo
af, dat de afstand tussen gedeelte (c) van
de contacteenheid en gedeelte (d) van
de aansluiteenheid van de accu
347,9mm is en haal vervolgens de
bevestigingsbouten van de
contacteenheid (Q) volledig aan.
Aanhaalmoment
10 Nm
7
(U)
(V)
Zet de afdekking van de contacteenheid
(U) tijdelijk vast en stel hem zo af, dat de
accu (V) soepel kan worden aangesloten/
ontkoppeld en er geen geluid wordt
geproduceerd ten gevolge van speling
tijdens het fietsen.
(U)
Afdekking contacteenheid
(V)
Accu
1-23
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
De accu vastzetten/losmaken bij frames met naar beneden gericht bevestigen/verwijderen ontwerp
(z)
(z)
Frame met naar beneden gericht
bevestigen/
verwijderen ontwerp
8
(AA)
(Z)
(Y)
(X)
(W)
Gebruik afdekking van de
contacteenheid A (W) met de
indicatiemarkering A en bevestig de
plaatveer (Z).
Bevestig de afdekking van de
contacteenheid A (W) op de
contacteenheid (X).
Zet de contacteenheid (X) vast met de
bevestigingsbouten van de afdekking
van de contacteenheid (M3) (Y).
Zet de plaatveer (Z) vast door de
bevestigingsbout van de plaatveer (AA)
vast te draaien.
(W)
Afdekking contacteenheid A
(X)
Contacteenheid
(Y)
Bevestigingsbout afdekking
contacteenheid (M3)
(Z)
Plaatveer
(AA)
Bevestigingsbout plaatveer
Aanhaalmoment
(Y), (AA) 0,6 Nm
1-24
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accuhouder plaatsen
De accu vastzetten/losmaken bij frames met naar boven gericht bevestigen/verwijderen ontwerp
(z)
(z)
Frame met naar boven gericht
bevestigen/verwijderen ontwerp
8
(AD)
(AB)
(AC)
Gebruik de afdekking van de
contacteenheid B (AB) met
indicatiemarkering B.
Bevestig de afdekking van de
contacteenheid B (AB) op de
contacteenheid (AC).
Zet de contacteenheid (AC) vast met de
bevestigingsbouten van de afdekking
van de contacteenheid (M3) (AD).
(AB)
Afdekking contacteenheid B
(AC)
Contacteenheid
(AD)
Bevestigingsbout afdekking
contacteenheid (M3)
Aanhaalmoment
0,6 Nm
NOTITIE
Bevestig geen plaatveer bij gebruik van een
frame met naar boven gericht bevestigen/
verwijderen ontwerp.
1-25
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accu plaatsen
De accu plaatsen
BT-E6000/BT-E6001/SM-BME60/BM-E6000
Plaats de accu aan de achterkant op de
houderrails en schuif hem naar voren.
Duw de accu stevig op zijn plaats.
NOTITIE
Om te voorkomen dat de accu uit de houder
kan vallen, moet u na montage controleren
dat de accu is vergrendeld.
BT-E6010/SM-BME61/BM-E6010/BT-E8010/BM-E8010
1
Lijn de inkeping in de onderzijde van de
accu uit met het uitsteeksel op de
houder en steek de accu naar binnen.
2
Schuif de accu naar rechts vanaf het punt
waar deze naar binnen is gestoken. Duw
de accu stevig op zijn plaats.
NOTITIE
De accu moet na het plaatsen zijn
vergrendeld, zodat de accu niet los kan
raken.
Zorg voordat u gaat fietsen dat de dop van
de laderaansluiting is gesloten.
Ga niet fietsen met de sleutel ingestoken,
omdat de accu dan van de fiets kan vallen.
1-26
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accu plaatsen
BT-E8020/BM-E8020
Voor demonstratiedoeleinden wordt in deze instructies een frameontwerp als voorbeeld gebruikt waarbij de accu vanaf de onderzijde wordt verwijderd/
aangebracht.
(A)
(B)
Plaats de accu (A) in de accuhouder (B)
tot u een klik hoort.
Als de accu is geplaatst tot u een klik
hoort, dan wordt deze automatisch
vergrendeld.
(A)
Accu
(B)
Accuhouder
NOTITIE
De accu moet na het plaatsen zijn
vergrendeld, zodat de accu niet los kan
raken.
Zorg voordat u gaat fietsen dat de dop van
het sleutelgat en de dop van de
laderaansluiting zijn gesloten.
Ga niet fietsen met de sleutel ingestoken,
omdat de accu dan van de fiets kan vallen.
Dop laderaansluiting
Dop sleutelgat
1-27
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accu verwijderen
De accu verwijderen
BT-E6000/BT-E6001/BT-E6010/BT-E8010
De volgende beschrijving is mogelijk niet van toepassing, omdat er verschillende soorten sleutels worden gebruikt.
1
<BT-E6000/BT-E6001>
(A) (B)
<BT-E6010/BT-E8010>
(A)
(B)
Schakel de stroom uit en steek de sleutel
(A) in de sleutelcilinder (B) in de
accuhouder.
(A)
Sleutel
(B)
Slotcilinder
TECHNISCHE TIPS
De positie van de sleutel is niet van invloed
op het plaatsen van de accu. U kunt deze
plaatsen ongeacht de sleutelpositie.
U kunt de sleutel niet verwijderen wanneer
deze niet in de insteekpositie staat.
2
<BT-E6000/BT-E6001>
<BT-E6010/BT-E8010>
U ontgrendelt de accu door de sleutel
(A) naar links te draaien tot u wat
weerstand voelt.
3
<BT-E6000/BT-E6001> Trek de accu naar buiten.
TECHNISCHE TIPS
U kunt de accu alleen verwijderen wanneer
de sleutel in de ontgrendelpositie staat.
1-28
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accu verwijderen
3
<BT-E6010/BT-E8010> Houd het bovenste deel van de accu vast
en schuif het naar links om de accu te
verwijderen.
NOTITIE
Houd de accu stevig vast en zorg ervoor dat
deze niet valt tijdens het verwijderen of
dragen.
BT-E8020
Voor demonstratiedoeleinden wordt in deze instructies een frameontwerp als voorbeeld gebruikt waarbij de accu vanaf de onderzijde wordt
verwijderd/aangebracht.
Als u een accudeksel gefabriceerd door een ander bedrijf gebruikt, moet u deze verwijderen voordat u de accu verwijdert.
1
(A)
Verwijder de dop van het sleutelgat (A).
(A)
Dop sleutelgat
2
(B)
(C)
Steek de sleutel (B) in de slotcilinder (C)
in de accuhouder.
(B)
Sleutel
(C)
Slotcilinder
TECHNISCHE TIPS
De positie van de sleutel is niet van invloed
op het plaatsen van de accu. U kunt deze
plaatsen ongeacht de sleutelpositie.
U kunt de sleutel niet verwijderen wanneer
deze niet in de insteekpositie staat.
3
U ontgrendelt de accu door de sleutel (B)
rechtsom te draaien en in te drukken. Als
het accuslot is ontgrendeld, houdt de
plaatveer de accu op de plaats en
voorkomt dat deze eruit valt.
1-29
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De accu verwijderen
4
Verwijder de sleutel (B) uit de slotcilinder
(C), sluit de dop van het sleutelgat (A) en
maak de accu los.
NOTITIE
Ondersteun de accu met uw hand bij het
losmaken om te zorgen dat deze er niet uit
valt.
Bevestig de accu niet of maak deze niet los
met de sleutel in de slotcilinder of
geopende dop van het sleutelgat. De accu
kan beschadigd raken door contact met de
hendel van de sleutel of de dop van het
sleutelgat.
1-30
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De snelheidssensor plaatsen
De snelheidssensor plaatsen
SM-DUE10
1
(A)
(B)
(C)
(D)
(a)
Voordat u de snelheidssensor (A)
monteert, moet u controleren dat de
tussenruimte (a) tussen de
snelheidssensor en de magneet (B)
tussen 3 en 17 mm bedraagt.
(A)
Snelheidssensor
(B)
Magneet
(C)
Spaak
(D)
Liggende achtervork
TECHNISCHE TIPS
Controleer of de speling minder is dan 17 mm
en let hierbij op de correcte positie van het
wiel, vervormingen van het frame, etc.
2
(E)
(F)
Als de tussenruimte binnen het
aangegeven bereik valt, plaatst u de
gekartelde tussenring (E) tussen de
snelheidssensor en de liggende
achtervork en brengt u de
bevestigingsbout van de snelheidssensor
(F) aan.
(E)
Getande ring
(F)
Bevestigingsbout snelheidssensor
(16 mm)
Aanhaalmoment
1,5 - 2Nm
3
(G)
(H)
Als de tussenruimte groter is dan 17 mm
moet u een vulstuk (G) gebruiken om
deze aan te passen. Bevestig de
snelheidssensor met de bevestigingsbout
van de snelheidssensor (H).
(G)
Vulstuk
(H)
Bevestigingsbout snelheidssensor
(22 mm)
Aanhaalmoment
1,5 - 2Nm
SM-DUE11
(A)
(A)
Monteer de snelheidssensor met
de 2 bevestigingsbouten van de
snelheidssensor.
(A)
Bevestigingsbout snelheidssensor
Aanhaalmoment
0,6 Nm
1-31
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De magneet plaatsen
De magneet plaatsen
SM-DUE10
Magneetpositie
Plaats de magneet zo dat het midden
ervan in lijn staat met de punt van de
driehoek.
De magneet zo plaatsen
1
(A)
(B)
(C)
Plaats de snelheidssensor (A) en de
magneet (B) op één lijn, zoals
aangegeven in de afbeelding.
(A)
Snelheidssensor
(B)
Magneet
(C)
Spaak
2
(D)
Draai de bevestigingsschroef (D) vast met
een schroevendraaier.
(D)
Bevestigingsschroef
Aanhaalmoment
1,5 - 2Nm
1-32
Hoofdstuk 1 MONTAGE
De magneet plaatsen
SM-DUE11
(B)
(A)
Gebruik het speciale magneetmodel voor
de remschijf.
(A)
Magneet
(B)
Snelheidssensor
NOTITIE
Raadpleeg Algemene bewerkingen voor het
aanbrengen van de remschijf.
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAA TSEN EN BEDRADEN
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID
PLAATSEN EN BEDRADEN
2-2
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De aandrijfeenheid plaatsen
DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De aandrijfeenheid plaatsen
1
(B)
(A)
Lijn de drie montagegaten (B) in de
aandrijfeenheid (A) uit met de gaten in
het frame.
(A)
Aandrijfeenheid
(B)
Montagegat
NOTITIE
Pas op dat de kabels niet worden afgeklemd
door het frame of de houder van de
aandrijfeenheid.
2
Steek M8-bouten naar binnen, bevestig
de moeren vanaf de andere zijde, en
draai ze aan tot het opgegeven
aanhaalmoment.
TECHNISCHE TIPS
Er worden geen bouten en moeren bij de
producten van SHIMANO meegeleverd.
Gebruik die van de fabrikant. Voor informatie
over de aanhaalmomenten moet u contact
opnemen met de fabrikant.
2-3
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
Bedradingsschema aandrijfeenheid
Bedradingsschema aandrijfeenheid
Hieronder ziet u een voorbeeld van de bekabeling van een accu voor houders.
(D)*
(A)
DU-E6000/E6001/
E6010/E6050
DU-E6002/E6012
(B)
(B)
(C)
(C)
(A)
Lichtstekker
(B)
Snelheidssensorstekker
(C)
E-TUBE-connector voor
fietscomputers, motoreenheden
en achterderailleurs
(D)
Ferrietkraal*
*
Wordt mogelijk niet
meegeleverd, afhankelijk van de
specificaties van het product.
NOTITIE
Plaats blinde pluggen op de ongebruikte
poorten.
TECHNISCHE TIPS
De linker afbeelding toont een voorbeeld
van de bekabeling.
De verlichtingsaansluiting kan worden
gebruikt via beide poorten (A).
De E-TUBE-aansluiting voor fietscomputers
en motoreenheden kan worden gebruikt
via beide poorten (C).
2-4
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
Voedingskabel aansluiten
Voedingskabel aansluiten
De aandrijfeenheid aansluiten
(B)
(A)
Lijn de pijl op de stroomkabelconnector
(A) uit met de driehoek op het contact
van de aandrijfeenheid (B) en steek de
stroomkabel naar binnen.
Deze moet op zijn plaats klikken.
(A)
Aansluiting netsnoer
(B)
Aansluiting op aandrijfeenheid
De aandrijfeenheid ontkoppelen
Om het elektriciteitssnoer te
verwijderen, houdt u het gegroefde deel
van het uiteinde vast en trekt u het naar
u toe.
2-5
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De ferrietkraal aanbrengen (DU-E6001/E6010/E6050)
De ferrietkraal aanbrengen (DU-E6001/E6010/E6050)
Als een ferrietkraal is meegeleverd met de eenheid of accuhouder, moet u deze aanbrengen zoals hieronder staat beschreven.
Afhankelijk van de specificaties kan het zijn dat geen ferrietkraal is meegeleverd met de aandrijfeenheid. Dan hoeft deze niet te worden aangebracht.
1
(B)
(A)
Breng de ferrietkraal (A) aan op de
elektriciteitskabel (B).
(A)
Ferrietkraal
(B)
Voedingskabel
2
(C)
Controleer dat de elektriciteitskabel niet
afgeklemd wordt en zet de ferrietkraal
stevig vast.
Zeker de ferrietkraal nu met de
kabelbinder (C).
(C)
Kabelbinder
NOTITIE
Controleer dat de tabs van de ferrietkraal
stevig zijn vastgezet.
Knip het overtollige deel van de
kabelbinder niet af. Het afgeknipte deel
van de kabelbinder kan de binnen- of
buitenkabel krassen.
Laat de ferrietkraal niet vallen en stel hem
niet bloot aan schokken. Als de ferrietkraal
wordt blootgesteld aan schokken kan deze
breken of barsten, waardoor hij
onbruikbaar wordt.
3
<SM-BME60>
<SM-BME61>
Plaats de ferrietkraal zodanig dat de
elektriciteitskabel in de aandrijfeenheid
past.
2-6
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De elektrische kabel aansluiten
De elektrische kabel aansluiten
Zet het gereedschap zodanig dat het
uitsteeksel op de stekker lijnt met de
groef in het smalle uiteinde.
(A)
(B)
(A)
TL-EW02
(B)
Stekker
NOTITIE
Gebruik het originele SHIMANO-gereedschap
voor het monteren en verwijderen van de
elektrische kabel.
Bij montage van de elektrische kabel de
stekker niet met kracht buigen.
Dit kan resulteren in slecht contact.
Bij het aansluiten van de elektrische kabel op
de kabel duwen totdat deze op zijn plaats
klikt.
De bekrachtigingsschakelaar en aandrijfeenheid op de fietscomputer aansluiten
Gebruik de TL-EW02 (D) voor het aansluiten.
(A)
Fietscomputer
(B)
Bekrachtigings-/
versnellingsschakelaar
(C)
Aandrijfeenheid
(D)
TL-EW02
TECHNISCHE TIPS
De aansluiting van de elektrische kabel kan
op iedere poort van de fietscomputer worden
aangesloten, maar wij raden aan de
bekrachtigingsschakelaar op de poort aan de
schakelaarzijde aan te sluiten.
(A)
(B)
(C)
(D)
(B)
(C)
DU-E6000/E6001/E6010/E6050 DU-E6002/E6012
2-7
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De snelheidssensor op de aandrijfeenheid aansluiten
De snelheidssensor op de aandrijfeenheid aansluiten
Sluit de elektrische kabel van de snelheidssensor aan op de aansluiting voor de snelheidssensor van
de aandrijfeenheid (B) met behulp van de TL-EW02 (A).
(A)
TL-EW02
(B)
Snelheidssensorstekker
(B)
(B)
(A)
DU-E6000/E6001/E6010/E6050
DU-E6002/E6012
(A)
De verlichting aansluiten op de aandrijfeenheid
DU-E6002/E6012
1
(B)
(A)
Verwijder de crank en de afdekking van
de aandrijfeenheid en draai de
bevestigingsbouten van de
verlichting-aansluitterminals los.
(A)
Verlichting-aansluitterminals
(B)
Bevestigingsbout
TECHNISCHE TIPS
Neem contact op met een fietsfabrikant voor
informatie over geschikte lampen.
2-8
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De verlichting aansluiten op de aandrijfeenheid
2
(B)
(A)
Bevestig de kabel van het voorlicht en de
kabel van het achterlicht op de terminals
en zet ze vast met de
bevestigingsbouten.
(A)
Kabel voorlicht
(B)
Kabel achterlicht
Aanhaalmoment
0,6 Nm
DU-E6000/E6001/E6010/E6050
Leg de bedrading als volgt om het licht via de lichtadapter aan te sluiten.
(A)
(A)
Verlichtingsadapter
1
(A)(B)
Bevestig de verlichtingsadapter (A) in de
richting die wordt aangegeven in de
afbeelding. Zet hem vast op de
aandrijfeenheid met de
bevestigingsschroef (B) van de eenheid.
(A)
Verlichtingsadapter
(B)
Bevestigingsschroef eenheid
Aanhaalmoment
0,6 Nm
Wordt vervolgd op de volgende pagina
2-9
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De verlichting aansluiten op de aandrijfeenheid
2
(C)
Verwijder de blinde plug (C) met
TL-EW02 uit de aandrijfeenheid.
(C)
Blinde plug
3
Sluit de stekker van de lichtadapter op
de aandrijfeenheid aan.
4
(E)
(D)
Leid de kabels van de koplamp en het
achterlicht door de kabelgaten (D) en
bevestig de afdekking.
Draai de bevestigingsbouten van de
afdekking (E) op de drie plekken vast.
(D)
Kabelgaten
(E)
Bevestigingsbout afdekking (M3)
Aanhaalmoment
0,6 Nm
5
(F)
(G)
Zet de verlichtingskabels vast aan de
draad rond de lichtadapter en leg ze
langs het frame.
(F)
Kabel voorlicht
(G)
Kabel achterlicht
TECHNISCHE TIPS
Neem contact op met een fietsfabrikant voor
informatie over geschikte lampen.
2-10
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De ferrietkraal aanbrengen (MU-S705)
De ferrietkraal aanbrengen (MU-S705)
Als een ferrietkraal is meegeleverd met MU-S705, moet u deze aanbrengen zoals hieronder staat beschreven.
Afhankelijk van de specificaties kan het zijn dat geen ferrietkraal is meegeleverd met MU-S705. Dan hoeft deze niet te worden aangebracht.
1
(C)
(A)
(B)
Breng de ferrietkraal (A) aan op de
elektrische kabel voor de motoreenheid
(B) en de elektrische kabel voor de
fietscomputer (C).
(A)
Ferrietkraal
(B)
Elektrische kabel (EW-SD50) voor
motoreenheid
(C)
Elektrische kabel (EW-SD50) voor
fietscomputer
2
(D)
Controleer dat de elektrische kabels niet
afgeklemd worden en zet de ferrietkraal
stevig vast.
Zeker de ferrietkraal nu met de
kabelbinder (D).
De kabelbinders worden meegeleverd
met de MU-S705.
(D)
Kabelbinder
NOTITIE
Controleer dat de tabs van de ferrietkraal
stevig zijn vastgezet.
Knip het overtollige deel van de
kabelbinder niet af. Het afgeknipte deel
van de kabelbinder kan de binnen- of
buitenkabel krassen.
Laat de ferrietkraal niet vallen en stel hem
niet bloot aan schokken. Als de ferrietkraal
wordt blootgesteld aan schokken kan deze
breken of barsten, waardoor hij
onbruikbaar wordt.
3
(E)
Steek de kabelbinder door het
uitsteeksel (E) aan de bovenzijde van de
ferrietkraal.
Bind de elektrische kabels en
naastgelegen kabels samen en zeker ze
met de kabelbinder.
(E)
Uitsteeksel
2-11
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De crank en het voorste kettingblad plaatsen
De crank en het voorste kettingblad plaatsen
Voer de onderstaande procedure uit voor alle modellen, ongeacht of er sprake is van elektrisch of mechanisch schakelen.
1
(A)
(B)
Monteer de linker crankarm.
Lijn de ronde inkeping (A) op de
vierkante as uit met de montagerichting
van de crankarm (B) zoals aangegeven in
de afbeelding.
(A)
Inkeping
(B)
Montagerichting van de crankarm
2
(C)
Plaats de bevestigingsbout van de
crankarm en haal hem met een 14 mm
dopsleutel (C) aan.
(C)
14 mm dopsleutel
Aanhaalmoment
35 - 50Nm
3
(D)
(E)
(F)
Lijn de uitsparing in het voorblad (D) uit
met het brede gedeelte (F) op het
montagedeel voor het kettingblad (E)
wanneer u het voorblad naar binnen
steekt.
<In het geval van DU-E6000>
Bij het monteren van een voorblad
met de aanduiding “SM-CRE60” moet
een vulstuk worden geplaatst tussen
het voorblad en het montagedeel voor
het kettingblad. Raadpleeg in dit
geval een fietsenmaker.
<Voor de DU-E6001/E6010/E6050/E6002/
E6012>
Dit kan uitsluitend worden bevestigd
op voorbladen met de aanduiding
“SM-CRE60”.
Er zijn ook modellen zonder een breed
gedeelte. Bij dergelijke modellen is
geen positionering nodig om het
voorblad aan te brengen.
(D)
Voorste kettingbladen
(E)
Installatiestuk
(F)
Breed stuk
Wordt vervolgd op de volgende pagina
2-12
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De crank en het voorste kettingblad plaatsen
4
(G) (H)
(H)
Draai de borgring met de hand vast en
bevestig het originele SHIMANO-
gereedschap.
Houd de linkercrank tegen en haal de
sluitring aan in de richting die in de
afbeelding staat aangegeven.
(G)
TL-FC32 / FC36
(H)
TL-FC38
Aanhaalmoment
35 - 45 Nm
NOTITIE
Als u een momentsleutel gebruikt, gebruik
dan de TL-FC38 in combinatie met de TL-FC33.
TL-FC33
TL-FC38
*
Gebruik geen slagmoersleutel.
TECHNISCHE TIPS
De sluitring heeft een linkse schroefdraad.
5
Steek de rechter crankarm naar binnen, plaats de bevestigingsbout van de crankarm en
draai hem aan.
Bevestiging tenslotte crankarmdop.
Aanhaalmoment
35 - 50Nm
6
Na montage van de crankarm draait u de crank om te controleren dat deze soepel draait.
2-13
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De kettingspanning meten en afstellen
De kettingspanning meten en afstellen
Als u een interne versnellingsnaaf gebruikt, moet u de kettingspanning aanpassen.
De kettingspanning handmatig meten en afstellen.
1
Zet de ketting op zijn plaats en duw
hemomlaag met een kracht van circa
10N(1kg).
2
Stel de speling van de ketting af op 15 mm of meer.
De kettingspanning meten en afstellen met de kettingspanningsmeter (TL-DUE60).
Zet de ketting op zijn plaats en oefen vervolgens druk uit vanaf de bovenkant of onderkant van de ketting met de kettingspanningsmeter.
Wanneer de kettingspanning vanaf de bovenkant van de ketting wordt gemeten en afgesteld:
1
(B)
(A)
Plaats de kettingspanningsmeter (A)
tegen de bovenkant van de ketting en
duw hem omlaag totdat hij het voorblad
en de tandkrans raakt.
(A)
Kettingspanningsmeter
(TL-DUE60)
(B)
Uitsteeksel
2
Uitsteeksel steekt niet uit ten
opzichte van frame
Uitsteeksel steekt uit ten
opzichte van frame
Stel de kettingspanning zodanig af dat
het uitsteeksel (B) in het geheel niet
uitsteekt ten opzichte van het frame van
de kettingspanningsmeter.
2-14
Hoofdstuk 2 DE AANDRIJFEENHEID PLAATSEN EN BEDRADEN
De kettingspanning meten en afstellen
Wanneer de kettingspanning vanaf de onderkant van de ketting wordt gemeten en afgesteld:
1
(B)
(A)
Plaats de kettingspanningsmeter (A)
tegen de onderkant van de ketting en
duw hem omhoog totdat hij het
voorblad en de tandkrans raakt.
(A)
Kettingspanningsmeter
(TL-DUE60)
(B)
Uitsteeksel
2
(B)
(z)
Deel (z) gaat niet schuil achter frame
(z)
Deel (z) gaat schuil achter
frame
Stel de kettingspanning zodanig af dat
deel (z) van het uitsteeksel (B) niet schuil
gaat achter het frame van de
kettingspanningsmeter.
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN
3-2
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN
Inleiding
DE ACCU LADEN
Inleiding
De accu kan niet onmiddellijk na aankoop worden gebruikt, omdat deze in de slaapmodus staat. Door de accu op te laden met de speciale acculader wordt
deze uit de slaapmodus gehaald, zodat de accu kan worden gebruikt. De accu kan worden gebruikt wanneer de LED op de accu gaat branden. De accu kan
tevens uit de slaapmodus worden gehaald door deze te verbinden met E-TUBE PROJECT als de fiets is uitgerust met alle componenten.
Juist gebruik van de accu
Er kan op ieder willekeurig moment worden opgeladen, ongeacht de lading van de accu. Echter, u moet de accu onder de volgende omstandigheden
volledig opladen. Sluit de juiste lader aan op de accu.
De accu wordt voor de verzending niet opgeladen. Laad de accu eerst volledig op voordat u gaat fietsen.
Laad de accu zo snel mogelijk op als hij volledig leeg is geraakt. Als u de accu niet oplaadt, kan hij verslechteren.
Als de fiets gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, berg deze dan op met een resterende accucapaciteit van ongeveer 70%. Zorg er bovendien voor
dat de accu niet volledig leeg raakt door deze iedere 6 maanden op te laden.
Maak geen verbinding met E-TUBE PROJECT terwijl de accu wordt geladen.
Het gebruik van een originele SHIMANO accu wordt aanbevolen. Als u een accu van een andere fabrikant gebruikt, moet u de instructiehandleiding voor
de accu nauwkeurig doorlezen voor het gebruik.
Maak verbinding met E-TUBE PROJECT en klik op [Controle verbinding] om te bevestigen of de gebruikte accu een originele SHIMANO accu of een accu
van een ander merk is.
Laadprocedures
De losse accu opladen
<EC-E6000>/<BT-E6000/BT-E6001/BT-E6010>
1
(B)
(A)
Bevestig de adapter (B) op de
laadstekker van de acculader (A).
(A)
Laadstekker
(B)
Adapter
2
Steek de stekker van de acculader in het stopcontact.
3-3
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN
Laadprocedures
3
<BT-E6000/BT-E6001>
(C)
(D)
<BT-E6010>
(C)
(D)
Steek de adapter (B) in de
laderaansluiting van de accu (C).
*
Plaats de adapter zodanig in de
laderaansluiting, dat de laadstekker
onder de adapter is geplaatst. De
adapter kan niet worden geplaatst als
de laadstekker zich boven de adapter
bevindt.
*
De accu moet binnenshuis worden
opgeladen op een vlakke ondergrond.
(C)
Laadpoort
(D)
Accu
<EC-E6000>/<BT-E8010/BT-E8020>
1
Steek de stekker van de acculader in het stopcontact.
2
<BT-E8010>
(A)
(C)
(B)
<BT-E8020>
(A)
(B)
(C)
Steek de laadstekker (A) in de
laderaansluiting van de accu (B).
(A)
Laadstekker
(B)
Laadpoort
(C)
Accu
NOTITIE
De accu moet binnenshuis worden opgeladen
op een vlakke ondergrond.
3-4
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN
Laadprocedures
<SM-BCE60>/<BT-E6000/BT-E6001/BT-E6010>
<BT-E6000/BT-E6001>
(A)
(B)
(C)
(D)
<BT-E6010>
(B)
(C)
Sluit de laadstekker aan op de
laderaansluiting (B) van de accu (A).
Steek de stekker naar binnen met de
groefzijde (C) in de richting die wordt
aangegeven in de afbeelding.
(A)
Accu
(B)
Laadpoort
(C)
Groef
(D)
Achterzijde (Geen groef)
Wanneer de accu wordt opgeladen op de fiets
<EC-E6000>/<BT-E6000/BT-E6001/BT-E6010/BT-E8010/BT-E8020>
1
Steek de laadstekker in het stopcontact.
3-5
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN
Laadprocedures
2
Steek de laadstekker (C) in de laderaansluiting (B) van de accuhouder (A) of de accu (D).
*
Plaats de acculader op een stabiele ondergrond voordat u de accu oplaadt.
*
Stabiliseer de fiets om ervoor te zorgen dat deze niet valt tijdens het laden.
(A)
Accuhouder
(B)
Laadpoort
(C)
Laadstekker
(D)
Accu
(C)
(D)
(B)
(A)
(B)
(C)
<BT-E6000/BT-E6001> <BT-E8020>
(A)(B)
(C)
(C)
(B)
(D)
<BT-E6010/BT-E8010>
<BT-E6010> <BT-E8010>
3-6
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN
Over de LED-lamp van de lader
Over de LED-lamp van de lader
(A)
Zodra het laden is gestart, gaat het
LED-lampje (A) op de lader branden.
Brandt
Aan het laden
(Binnen 1 uur na het
voltooien van de
laadprocedure)
Knippert
Fout bij het laden
Uitgeschakeld
Accu ontkoppeld
(1 uur of langer na het
voltooien van de
laadprocedure)
(A)
LED-lampje lader
GEVAAR
Gebruik voor het laden de accu en lader die
door de fabrikant zijn opgegeven en volg de
aanwijzingen van de fabrikant voor het
opladen. Als dit niet in acht wordt genomen,
kan de accu oververhit raken, barsten of
ontploffen.
NOTITIE
Als de fiets onmiddellijk na aankoop
gedurende langere tijd wordt opgeslagen,
moet u de accu opladen, voordat u gaat
fietsen. Zodra de accu is opgeladen, begint
deze te verslechteren.
Over de LED-lampen van de accu
(A)
U kunt de huidige laadstatus aflezen aan
het accupeillampje (A) op de accu.
(A)
LED-lamp accu
Laadindicatie
Indicator accupeil*1 Accupeil
0 - 20%
21 - 40%
41 - 60%
61 - 80%
81 - 99%
100%
*1
: Brandt niet : Brandt : Knippert
3-7
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN
Over de LED-lampen van de accu
Indicator accupeil
Het accupeil kan worden gecontroleerd door op de aan/uit-knop van de accu te drukken.
Indicator accupeil*1 Accupeil
100 - 81%
80 - 61%
60 - 41%
40 - 21%
20 - 1%
0% (Als de accu niet op de fiets is
aangebracht)
0% (Als de accu op de fiets is aangebracht)
Uitschakelen
*1
: Brandt niet : Brandt : Knippert
Foutindicatie
Systeemfouten en vergelijkbare waarschuwingen worden aangegeven door de LED-lampen van de accu via verschillende oplichtpatronen.
Foutindicatie Toestand Oplichtpatroon *1 Herstel
Systeemfout
Communicatiefout met het
fietssysteem.
Controleer of de kabel niet loszit of onjuist is aangesloten.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet
verbetert.
Temperatuurbescherming
Als de temperatuur het
gegarandeerde
bedrijfsbereik overschrijdt,
wordt de accu
uitgeschakeld.
Laat de accu op een koele plaats buiten bereik van direct zonlicht
afkoelen tot de temperatuur in de accu voldoende is gedaald.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet
verbetert.
Fout bij
beveiligingsauthenticatie
Dit wordt weergegeven als
er geen originele
aandrijfeenheid is
aangesloten.
Dit wordt weergegeven als
een van de kabels is
ontkoppeld.
Sluit een originele accu en aandrijfeenheid aan.
Controleer de toestand van de kabels.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet
verbetert.
Fout bij het laden
Dit wordt weergegeven als
er tijdens het laden een
fout optreedt.
Trek de stekker tussen de accu en de lader los en druk de aan/
uit-knop in terwijl alleen de accu is aangesloten.
Als de fout alleen optreedt wanneer de accu is aangesloten,
neem dan contact op met een agentschap.
Accustoring
Elektrische storing in de
accu.
Sluit de lader op de accu aan en ontkoppel hem weer. Druk op de
aan/uit-schakelaar terwijl alleen de accu is aangesloten.
Als de fout alleen optreedt wanneer de accu is aangesloten,
neem dan contact op met een agentschap.
*1
: Brandt niet : Brandt : Knippert
3-8
Hoofdstuk 3 DE ACCU LADEN
De stroom in-/uitschakelen
De stroom in-/uitschakelen
Automatische uitschakeling
Als de fiets langer dan 10 minuten niet wordt verplaatst, wordt de accu automatisch uitgeschakeld.
De stroom in-/uitschakelen via de fietscomputer
<SC-E6010>
(A)
Houd de aan/uit-knop (A) op de
fietscomputer gedurende 2 seconden
ingedrukt.
(A)
Aan/uit-knop
NOTITIE
Als de ingebouwde accu van de fietscomputer
niet voldoende is opgeladen, wordt de
computer niet ingeschakeld.
Als de ingebouwde accu van de fietscomputer
alleen wordt opgeladen wanneer het scherm
van de fietscomputer is ingeschakeld.
De stroom in-/uitschakelen via de accu
<BT-E6000/BT-E6001>
(A)
<BT-E6010>
(A)
<BT-E8010>
(A)
<BT-E8020>
(A)
Druk op de aan/uit-knop (A) van de accu.
De LED-lampen gaan branden en geven
de resterende accucapaciteit aan.
(A)
Aan/uit-knop
NOTITIE
Let er bij het inschakelen op dat de accu
stevig in de houder is geplaatst.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld
tijdens het laden.
Plaats uw voet niet op de pedalen tijdens
inschakelen. Er kan een systeemfout
optreden.
TECHNISCHE TIPS
BT-E8010/BT-E8020 kan worden uitgeschakeld
door de aan/uit-knop gedurende 6 seconden
ingedrukt te houden.
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY
EN -INSTELLINGEN
4-2
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Namen en functies van de onderdelen van de bekrachtigingsschakelaar
FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Hieronder wordt de procedure uitgelegd voor wanneer de schakelaarinstellingen de fabrieksinstellingen zijn.
Namen en functies van de onderdelen van de bekrachtigingsschakelaar
<SW-E6000>
Y
X
A
A
X
Y
<SW-S705>
X
Y
A
De weergave op de fietscomputer
veranderen
X
Bij het veranderen van
bekrachtigingsmodi:de
bekrachtiging neemt toe
Bij het schakelen: het trappen
wordt zwaarder
Y
Bij het veranderen van
bekrachtigingsmodi:de
bekrachtiging neemt af
Bij het schakelen: het trappen
wordt lichter
<SW-E6010>
X
A
Y
X
A
Y
A
De weergave op de fietscomputer
veranderen
Wisselen tussen automatisch en
handmatig schakelen
X
Bij het veranderen van
bekrachtigingsmodi:de
bekrachtiging neemt toe
Bij het schakelen: het trappen
wordt zwaarder
Y
Bij het veranderen van
bekrachtigingsmodi:de
bekrachtiging neemt af
Bij het schakelen: het trappen
wordt lichter
4-3
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
<SC-E6000>
(A)
(G)
(B)
(C)
(D)
(E)
(F)
<SC-E6010>
(H)
(F)
(A)
(D)
(G)
(B)
(C)
(I)
(E)
(A)
Huidige snelheid
Geeft de huidige snelheid aan.
(B)
Indicator accucapaciteit
Geeft het huidige accupeil aan.
(C)
Snelheidsdisplay
De display kan tussen km/h en
mph schakelen.
(D)
Bekrachtigingsmodus
Geeft de huidige
bekrachtigingsmodus aan.
(E)
Display met versnellingsindicatie
en fietsgegevens
Geeft de momenteel ingestelde
versnelling of de fietsgegevens
weer.
Bedien de
bekrachtigingsschakelaar om de
display voor de SC-E6000 te
wijzigen van de display met
versnellingsindicatie naar de
display met fietsgegevens.
(F)
Huidige tijd
Geeft de huidige tijd aan.
(G)
Schakelmodus
De huidige schakelmodus wordt
als volgt weergegeven.
SC-E6000: [A] (Auto)/[M]
(Handmatig)
SC-E6010: [Auto]/[Manual]
(H)
Lamp-pictogram
Geeft aan dat de acculamp
brandt.
(I)
Bekrachtigingsmeter
Geeft de bekrachtiging aan.
4-4
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
B
<SC-E6000>
Display Accupeil
100 - 81%
80 - 61%
60 - 41%
40 - 21%
20 - 1%
0%
<SC-E6010>
Display Accupeil
100%
0%
U kunt tijdens het fietsen het accupeil
controleren op de fietscomputer.
(B)
Indicator accucapaciteit
TECHNISCHE TIPS
Het accupeil wordt niet weergegeven
wanneer het display met fietsgegevens (E) is
ingesteld op [RANGE].
4-5
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
(D)
(D)
<SC-E6000>
<SC-E6010>
(D)
Wijzigen van
bekrachtigingsmodusdisplay
4-6
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
D
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Geef de huidige bekrachtigingsmodus aan.
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y
op de bekrachtigingsschakelaar om naar
een andere bekrachtigingsmodus over te
schakelen.
<SW-E6000>
HIGH
NORM
ECO
Uit
LOOP
Bekrachtigen-YBekrachtigen-X
Lang indrukken
gedurende
2seconden
<SW-E6010>
HIGH
NORM
ECO
UIT
LOOP
Bekrachtigen-YBekrachtigen-X
Lang indrukken
gedurende
2seconden
<SW-E6000>
<Loopondersteuningsmodus>
Bekrachtigen Schakelen
2 s
Wanneer de snelheidsindicator “0”
aangeeft en u de knop Bekrachtigen-Y
gedurende 2 seconden houdt ingedrukt,
wordt er overgeschakeld naar de modus
voor loopondersteuning.
Druk op Bekrachtigen-X om de modus te
schakelen naar [UIT].
Bekrachtigen Schakelen
Ingedrukt
houden
W
anneer [LOOP] wordt weergegeven,
houdt u Bekrachtigen-Y op de
bekrachtigingsschakelaar ingedrukt om de
functie loopondersteuning te starten.
Drukken op Bekrachtigen-Y stopt de
functie loopondersteuning. U kunt de
functie loopondersteuning ook stoppen
door op Bekrachtigen-X te drukken.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
NOTITIE
U kunt de functie
Loopondersteuningsmodus mogelijk niet
gebruiken in bepaalde regio's.
Wanneer [LOOP] wordt weergegeven,
wijzigt de modus in [UIT] als
Bekrachtigen-Y op de
bekrachtigingsschakelaar gedurende
minstens 1 minuut niet wordt bediend.
TECHNISCHE TIPS
Als de fiets niet beweegt nadat de functie
loopondersteuning is ingeschakeld, stopt
de functie automatisch. Om de functie
loopondersteuning opnieuw te starten,
laat u de bekrachtigingsschakelaar los en
houdt u Bekrachtigen-Y weer ingedrukt.
De functie loopondersteuning kan werken
bij maximaal 6 km/h.
De bekrachtiging en snelheid hangen af
van de versnellingsstand.
4-7
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
D
<SW-E6010>
<Loopondersteuningsmodus>
Bekrachtigen Schakelen
2 s
Wanneer de snelheidsindicator “0”
aangeeft en u de knop
Bekrachtigen-Y gedurende 2 seconden
houdt ingedrukt,
wordt er overgeschakeld naar de modus
voor loopondersteuning.
Druk op Bekrachtigen-X om de modus te
schakelen naar [UIT].
Inge-
drukt
houden
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer [LOOP] wordt weergegeven,
houdt uBekrachtigen-Y op de bekrachti-
gingsschakelaar ingedruktom de functie
loopondersteuning te starten. Drukken op
Bekrachtigen-Y stopt de
functie loopondersteuning. U kunt de
functie loopondersteuning ook stoppen
door op Bekrachtigen-X te drukken.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
NOTITIE
U kunt de functie
Loopondersteuningsmodus mogelijk niet
gebruiken in bepaalde regio's.
Wanneer [LOOP] wordt weergegeven,
wijzigt de modus in [UIT] als
Bekrachtigen-Y op de
bekrachtigingsschakelaar gedurende
minstens 1 minuut niet wordt bediend.
TECHNISCHE TIPS
Als de fiets niet beweegt nadat de functie
loopondersteuning is ingeschakeld, stopt
de functie automatisch. Om de functie
loopondersteuning opnieuw te starten,
laat u de bekrachtigingsschakelaar los en
houdt u Bekrachtigen-Y weer ingedrukt.
De functie loopondersteuning kan werken
bij maximaal 6 km/h.
De bekrachtiging en snelheid hangen af
van de versnellingsstand.
4-8
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
(E)
<SC-E6000>
(E)
Display met versnellingsindicatie
en fietsgegevens
NOTITIE
U kunt de functie Loopondersteuningsmodus
mogelijk niet gebruiken in bepaalde regio's.
E
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Geeft de tandkranspositie of fietsgegevens
weer.
Telkens wanneer u op Bekrachtigen-A
drukt, veranderen de weergegeven
rijgegevens.
Display Details
Versnelling *5
(alleen weergegeven
wanneer
motoreenheid is
aangesloten.)
Beginversnelling *4
(als de startmodus
wordt ingesteld)
Afgelegde afstand
Totaal afgelegde
afstand
Maximum afgelegde
afstand*1, 3
Maximum afgelegde
afstand
(optioneel)*2
Reistijd
(optioneel)*2
Gemiddelde snelheid
(optioneel)*2
Maximumsnelheid
(optioneel)*2
TECHNISCHE TIPS
*
1 Wanneer [RANGE] wordt weergegeven,
worden het accupeil en de modus
loopondersteuning niet weergegeven.
De actieradius mag alleen als richtlijn
worden gebruikt.
*
2 Optioneel item: U kunt de
displayinstellingen in E-TUBE PROJECT
instellen. Voor meer informatie kunt u
terecht onder “Aansluiting op en
communicatie met de pc” - “Instelbare
instellingen in E-TUBE PROJECT”.
*
3 Als loopondersteuning werkt, wordt de
schermdisplay [RANGE] gewijzigd naar
[RANGE ---].
*
4 Wanneer de startmodus is ingeschakeld,
wordt de beginversnelling tijdens
gebruik van de automatische
afschakelfunctie weergegeven.
*
5 De versnellingspositie wordt alleen
weergegeven in de automatische
schakelmodus.
4-9
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
(G)
(H)
<SC-E6010>
(G)
Versnellingspositie
(H)
Display met fietsgegevens
NOTITIE
U kunt de functie Loopondersteuningsmodus
mogelijk niet gebruiken in bepaalde regio's.
G
/
H
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Geeft fietsgegevens weer.
Telkens wanneer u op Bekrachtigen-A
drukt, veranderen de weergegeven
rijgegevens.
Display Details
Versnelling *5
(alleen weergegeven
wanneer
motoreenheid is
aangesloten.)
Beginversnelling *4
(als de startmodus
wordt ingesteld)
Afgelegde afstand
Totaal afgelegde
afstand
Maximum afgelegde
afstand*1, 3
Maximum
afgelegde afstand
(optioneel)*2
Reistijd
(optioneel)*2
Gemiddelde snelheid
(optioneel)*2
Maximumsnelheid
(optioneel)*2
TECHNISCHE TIPS
*
1 Wanneer [RANGE] wordt weergegeven,
worden het accupeil en de modus
loopondersteuning niet weergegeven. De
actieradius mag alleen als richtlijn worden
gebruikt.
*
2 Optioneel item: U kunt de
displayinstellingen in E-TUBE PROJECT
instellen. Voor meer informatie kunt u
terecht onder “Aansluiting op en
communicatie met de pc” - “Instelbare
instellingen in E-TUBE PROJECT”.
*
3 Als loopondersteuning werkt, wordt de
schermdisplay [RANGE] gewijzigd naar
[RANGE ---].
*
4 Wanneer de startmodus is ingeschakeld,
wordt de beginversnelling tijdens gebruik
van de automatische afschakelfunctie
weergegeven.
*
5 De versnellingspositie wordt alleen
weergegeven in de automatische
schakelmodus.
4-10
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
Acculamp in- of uitschakelen
<SC-E6000>
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
2 s
<SW-E6010>
Bekrachtigen
Schakelen
2 s
Als de verlichting is ingesteld in E-TUBE PROJECT verschijnt de informatie over de
verlichtingsinstelling in plaats van de klok en de bekrachtigingsmodus wanneer de knop
Bekrachtigen-A 2 seconden wordt ingedrukt. De lamp gaat aan en uit telkens als deze wordt
weergegeven. De weergave duurt circa 2 seconden.
Wanneer de lamp wordt
ingeschakeld
Wanneer de lamp wordt
uitgeschakeld
4-11
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
<SC-E6010>
Lampknop
Wanneer een acculamp is aangesloten, kan de lamp worden ingeschakeld door op de
lampknop van de fietscomputer te drukken. Wanneer dit wordt gedaan, wordt een
pictogram weergegeven op het scherm dat aangeeft dat de lamp brandt. Druk nogmaals op
de lampknop om de lamp uit te schakelen. Het pictogram verdwijnt van het scherm wanneer
de lamp wordt uitgeschakeld.
*
Wanneer [Achtergrondverlichting] wordt ingesteld op [HANDMATIG] terwijl er geen
acculamp is aangesloten, schakelt u de achtergrondverlichting van de fietscomputer in en
uit door op de lampknop te drukken. In dit geval wordt het pictogram dat aangeeft dat
de lamp is ingeschakeld niet weergegeven.
Wanneer de lamp wordt ingeschakeld
Wanneer de lamp wordt uitgeschakeld
TECHNISCHE TIPS
De lamp wordt uitgeschakeld wanneer de accu wordt uitgeschakeld.
Wanneer de accu is uitgeschakeld, is ook het licht uit.
4-12
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
De schakelmodus wisselen
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
De schakelmodus wisselt tussen automatisch en handmatig iedere keer dat op
Bekrachtigen-A wordt gedrukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
<SC-E6000>
Auto Handmatig
<SC-E6010>
Auto Handmatig
4-13
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Weergave standaardscherm van de fietscomputer
De afgelegde afstand wissen
De afgelegde afstand kan worden gewist in het hoofdscherm. Als een acculamp is aangesloten en is geconfigureerd, kunt u de afgelegde afstand (DST)
wissen zoals beschreven onder “De instellingen wijzigen” - “Wissen”.
*
Bij de SC-E6000 kan deze functie alleen worden gebruikt wanneer de lamp niet is aangesloten.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
2 s
<SW-E6010>
Bekrachtigen
Schakelen
2 s
Wijzig de weergegeven gegevens in DST en druk 2 seconden op Bekrachtigen-A.
<SC-E6000> <SC-E6010>
2
Laat de knop los wanneer de DST-indicatie begint te knipperen.
Als u nu opnieuw op Bekrachtigen-A drukt, wordt de afgelegde afstand gewist.
TECHNISCHE TIPS
Als u het systeem vijf seconden niet
bedient, stopt de DST-indicator met
knipperen en verschijnt het
standaardscherm weer.
Als de afgelegde afstand wordt gewist,
worden TIJD, AVG en MAX tevens gewist.
<SC-E6000> <SC-E6010>
4-14
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
De instellingen wijzigen
Het instellingenmenu openen
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
2 s
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
2 s
De fiets moet stilstaan. Als u Bekrachtigen-X en Bekrachtigen-Y tegelijkertijd 2 seconden
indrukt, verschijnt het instellingenscherm.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
4-15
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar het item te verplaatsen dat u
wilt configureren.
Als u op Bekrachtigen-A drukt, verschijnt het instellingenscherm voor het geselecteerde
item.
Instelbare items Details
Wissen Instellingen wissen
Klok Klokinstellingen
Start mode
*2
Instellingen voor de
startmodus
Achtergrondverlichting
Achtergrondverlichtings-
instelling
Helderheid
*1
Instellingen voor
helderheid van
achtergrondverlichting
Pieptoon Pieptooninstelling
Eenheid Kiezen tussen km en mijl
Taal Taalinstelling
Beeldscherm optie
*1
Instellingen
beeldschermoptie
Adjust/Stellen
*2
Elektronische
schakeleenheid afstellen
Auto
*2
De schakeltiming
afstellen
Sluit
Terug naar het
hoofdscherm
Wissen
Sluit
Auto
*2
Adjust/Stellen
*2
Beeldscherm optie
*1
Taal
Klok
Start mode
*2
Achtergrondverlichting
Helderheid
*1
Pieptoon
Eenheid
*
1: Dit menu is alleen voor de SC-E6010.
*
2: Deze handeling is alleen mogelijk bij elektronisch schakelen.
4-16
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Wissen
De afgelegde afstand wissen Of de weergave-instellingen terugstellen op de standaardinstellingen
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar het item te verplaatsen dat
uwilt configureren.
Item Details
Sluit
Terug naar het
instellingenscherm
DST
De afgelegde afstand
wissen
Standaard
De displayinstelling
van de computer
wordt teruggesteld
op standaard
Standaardwaarde ingesteld in de
displayinstelling van de computer
Item Standaardwaarde
Achtergrondverlichting AAN
Pieptoon AAN
Eenheid km
Taal English
<SC-E6010>
Helderheid
3
<SC-E6010>
Beeldschermoptie
Wit
<SC-E6000> <SC-E6010>
4-17
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen
Schakelen
2 s
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
2 s
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt, wordt de ingestelde waarde bij de cursorpositie
ingeschakeld en gaat u terug naar het instellingenscherm.
TECHNISCHE TIPS
Als de afgelegde afstand wordt gewist,
worden TIJD, AVG en MAX tevens gewist.
<SC-E6010><SC-E6000>
4-18
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Klok
Voor het instellen van de klok.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om het uur in te stellen.
TECHNISCHE TIPS
Druk op Bekrachtigen-X om de waarden te
verhogen.
Druk op Bekrachtigen-Y om de waarden te
verlagen.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt, wordt de ingestelde waarde ingeschakeld en
verschijnen de minuten.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
4-19
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
3
<SW-E6000>
Bekrachtigen
Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of
Bekrachtigen-Y om de minuten in te
stellen.
TECHNISCHE TIPS
U kunt de nummers snel veranderen door
Assist-X of Assist-Y ingedrukt te houden.
4
<SW-E6000>
Bekrachtigen
Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de ingestelde waarde
ingeschakeld en gaat u terug naar het
instellingenscherm.
4-20
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Start mode
Stel de beginversnelling in bij gebruik van de functie startmodus.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar het item te verplaatsen dat u
wilt configureren.
Item Details
OFF/UIT Geen instelling
2 2-speed
3 3-speed
4 4-speed
5 5 versnellingen
NOTITIE
Wanneer u zich in een lagere versnelling
bevindt dan de ingestelde versnelling terwijl u
stilstaat, wordt er niet automatisch
opgeschakeld.
TECHNISCHE TIPS
Zelfs wanneer automatisch schakelen is
ingeschakeld, zal de versnelling terugkeren
naar de ingestelde beginversnelling van de
startmodus wanneer de fiets wordt gestopt.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de ingestelde waarde bij de
cursorpositie ingeschakeld en gaat u
terug naar het instellingenscherm.
4-21
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Achtergrondverlichting
Configureer de instelling van de achtergrondverlichting van de display.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar het item te verplaatsen dat u
wilt configureren.
Item Details
AAN Licht altijd ingeschakeld
UIT Licht altijd uitgeschakeld
HANDMATIG
De achtergrondverlichting
gaat aan en uit, samen met
de acculamp.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen
Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om
de cursor naar het item te verplaatsen dat u
wilt configureren.
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de ingestelde waarde bij de
cursorpositie ingeschakeld en gaat u
terug naar het instellingenscherm.
4-22
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Helderheid <SC-E6010>
De helderheid van de achtergrondverlichting kan indien nodig worden aangepast.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de helderheid aan te passen.
De helderheid kan worden ingesteld op 5 niveaus.
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen
Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de ingestelde waarde bij de
cursorpositie ingeschakeld en gaat u
terug naar het instellingenscherm.
4-23
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Pieptoon
De pieptoon kan worden in-/uitgeschakeld.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar het item te verplaatsen dat u
wilt configureren.
Item Details
AAN Schakelt pieptonen in
UIT Schakelt pieptonen uit
TECHNISCHE TIPS
Ook al is [Pieptoon] ingesteld op [UIT], er
klinkt een pieptoon bij een incorrecte
bediening, systeemfout enz.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de ingestelde waarde bij de
cursorpositie ingeschakeld en gaat u
terug naar het instellingenscherm.
4-24
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Eenheid
Afstandseenheden (km/mijl) kunnen worden geschakeld.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar het item te verplaatsen dat u
wilt configureren.
Item Details
km Weergave in km
mile Weergave in mijl
<SC-E6000>
<SC-E6010>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de ingestelde waarde bij de
cursorpositie ingeschakeld en gaat u
terug naar het instellingenscherm.
4-25
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Taal
Voor het instellen van de taal.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar het item te verplaatsen dat u
wilt configureren.
Taal
Engels
Frans
Duits
Nederlands
Italiaans
Spaans
<SC-E6000>
<SC-E6010>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de ingestelde waarde bij de
cursorpositie ingeschakeld en gaat u
terug naar het instellingenscherm.
4-26
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Beeldscherm optie <SC-E6010>
De beeldschermoptie kan worden gewijzigd.
1
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar het item te verplaatsen dat u
wilt configureren.
Instelbare items
Wit
Zwart
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
<Zwart><Wit>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de ingestelde waarde bij de
cursorpositie ingeschakeld en gaat u
terug naar het instellingenscherm.
4-27
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Stellen
De schakelwerking wordt afgesteld met de elektronische schakeleenheid.
LET OP
Een te sterke afstelling kan ervoor zorgen dat de pedalen tijdens het trappen vrijuit gaan ronddraaien, waardoor u ten val kunt komen.
Voer alleen een afstelling uit als het schakelen ongewoon aanvoelt. Onder normale omstandigheden kan het uitvoeren van een onnodige afstelling de
schakelprestaties verslechteren.
Open het scherm Adjust en controleer of de afstelwaarde is ingesteld op [0].
<SC-E6010>
0
<SC-E6000>
TECHNISCHE TIPS
Schakelafstelling is alleen mogelijk wanneer een elektronische interne versnellingsnaaf is aangesloten.
De instellingen hebben een bereik van -4 tot 4.
4-28
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Als de afstelwaarde [0] is
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen
Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Schakelen-X of Schakelen-Y om de afstelwaarde 1 stap te verhogen of verlagen.
− 1
<SC-E6010><SC-E6000>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen
Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-A.
Selecteer [OK] en schakel om te
controleren of de situatie is verbeterd.
4-29
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
3
De toestand is verbeterd
Verhoog of verlaag de afstelwaarde 1 stap in dezelfde richting en controleer de
schakelwerking opnieuw.
Herhaal deze stappen totdat het geluid of ongewone gevoel is verdwenen.
<SC-E6010>
− 1
− 2
<SC-E6000>
4-30
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
3
Er lijkt niets te zijn veranderd
Verhoog of verlaag de afstelwaarde 1 stap in dezelfde richting en controleer de
schakelwerking opnieuw.
Als de toestand is verbeterd, ga dan verder zoals beschreven onder 'De toestand is verbeterd'.
Als de toestand is verslechterd, ga dan verder zoals beschreven onder 'De toestand is
verslechterd'.
<SC-E6010>
− 1
− 2
<SC-E6000>
3
De toestand is verslechterd
Verhoog of verlaag de afstelwaarde 2 stappen in de tegengestelde richting en controleer de
schakelwerking opnieuw.
Verhoog of verlaag dan de waarde 1 stap in dezelfde richting en controleer of het geluid of
ongewone gevoel is verdwenen.
<SC-E6010>
− 1
1
<SC-E6000>
4-31
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
4
Ga tot slot rijden op de fiets en controleer of er sprake is van geluiden of een ongewoon
gevoel.
Als de afstelwaarde niet [0] is
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen
Schakelen
Druk op Schakelen-X of Schakelen-Y en zet de afstelwaarde terug op [0].
<SC-E6010>
<SC-E6000>
− 4
0
4-32
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen
Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen
Schakelen
Druk op Bekrachtigen-A.
Selecteer [OK] en schakel om te
controleren of de situatie is verbeterd.
3
Ga tot slot rijden op de fiets en controleer of er sprake is van geluiden of een ongewoon
gevoel.
4-33
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Auto
Wanneer de schakelmodus wordt ingesteld op auto, kan de timing worden ingesteld waarmee er geschakeld wordt.
1
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de waarden aan te passen.
Als u op Bekrachtigen-X drukt en de waarde verhoogt, wordt de schakeltiming aangepast
om het trappen te vergemakkelijken.
Als u op Bekrachtigen-Y drukt en de waarde verlaagt, wordt de schakeltiming aangepast
om het trappen zwaarder te maken.
<SC-E6010>
<SC-E6000>
2
<SW-E6000>
Bekrachtigen Schakelen
<SW-E6010>
Bekrachtigen Schakelen
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt,
wordt de aangepaste waarde
ingeschakeld en gaat u terug naar het
instellingenmenu.
4-34
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
NOTITIE
Wanneer u bij de SC-S705 op de schakelaars voor opschakelen en terugschakelen drukt, kan tegelijkertijd worden gewisseld tussen automatische
en handmatige schakelmodi; de schakeltiming kan echter niet worden afgesteld.
Schakelaar voor
opschakelen
Schakelaar voor
terugschakelen
Sluit
Sluit het instellingenmenu en keert terug naar het standaardscherm.
1
Druk op Bekrachtigen-X of Bekrachtigen-Y om de cursor naar [Sluit] te verplaatsen.
2
Wanneer u op Bekrachtigen-A drukt, wordt het instellingenmenu afgesloten en gaat u terug
naar het standaardscherm.
4-35
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
De instellingen wijzigen
Bevestigingsscherm voor bijwerken back-upgegevens van aandrijfeenheidinstellingen
De fietscomputer heeft een functie waarmee automatisch een back-up wordt gemaakt van de instellingen van de aandrijfeenheid.
Als de fietscomputer is ingeschakeld, wordt in de volgende gevallen een scherm weergegeven dat u vraagt om te bevestigen of u de back-upgegevens
wilt bijwerken:
De fietscomputer opnieuw aanbrengen op een fiets met andere instellingen
Als de instellingen van de aandrijfeenheid zijn gewijzigd via E-TUBE PROJECT
Selecteer [Save] voor het updaten van de instellingen van de aandrijfeenheid en selecteer
[Annuleren] om de update te annuleren.
<SC-E6010><SC-E6000>
Als u geen toegang tot de instellingen kunt krijgen vanwege een storing in de aandrijfeenheid, kunnen ze worden geopend met behulp van
E-TUBEPROJECT.
4-36
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Foutberichten op de fietscomputer
Foutberichten op de fietscomputer
Waarschuwingen
Deze verschijnt zodra de fout is verholpen.
Bij de SC-E6000 wordt een bericht weergegeven in plaats van de klok.
<SC-E6000> <SC-E6010>
Code Weergavevoorwaarden
Bedieningsbeperkingen terwijl
waarschuwing wordt
weergegeven
Oplossing
W031
De kettingspanning is
mogelijk niet afgesteld
of de crank is mogelijk
in de verkeerde positie
gemonteerd.
De bekrachtigingsfuncties
werken niet. (Elektronisch
schakelen werkt echter nog
steeds.)
Neem voor ondersteuning contact op met het verkooppunt of een
plaatselijke fietshandelaar.
<SC-E6010>
4-37
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Foutberichten op de fietscomputer
Lijst met waarschuwingen
Code Weergavevoorwaarden
Bedieningsbeperkingen terwijl
waarschuwing wordt
weergegeven
Oplossing
W010
De temperatuur van de
aandrijfeenheid is hoog.
De bekrachtiging kan afnemen.
Gebruik geen bekrachtiging tot de temperatuur van de
aandrijfeenheid is afgenomen.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet verbetert.
W011
De rijsnelheid kan niet
worden waargenomen.
De maximumsnelheid waarbij
bekrachtiging mogelijk is, kan
afnemen. (Bekrachtiging is
mogelijk tot 25 km/h in de
hoogste versnelling.)
Controleer het volgende:
Of de snelheidssensor in de juiste positie is gemonteerd.
Of de magneet die is meegeleverd met de remschijf niet is
losgekomen.
Raadpleeg het onderdeel over schijfremmen van Algemene
bewerkingen voor stappen voor het opnieuw bevestigen van de
magneet. Neem contact op met een agentschap als de situatie niet
verbetert.
W012
Mogelijk is de crank in de
verkeerde richting
aangebracht.
-
Breng de crank opnieuw aan in de opgegeven richting en schakel het
systeem weer in.
W030
Er zijn twee of meer
bekrachtigingsschakelaars
op het systeem
aangesloten.
Schakelen is niet mogelijk bij
elektronische schakelderailleurs.
Verander de bekrachtigingsschakelaar naar de schakelschakelaar, of
sluit slechts één bekrachtigingsschakelaar aan en schakel het systeem
weer in.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet verbetert.
-
Er is een
communicatiefout tussen
de aandrijfeenheid en de
motoreenheid
waargenomen.
Schakelen is niet mogelijk bij
elektronische schakelderailleurs.
Controleer of de kabel correct is aangesloten tussen de
aandrijfeenheid en de motoreenheid.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet verbetert.
Fouten
Als er een foutbericht op het hele scherm wordt weergegeven, volg dan een van onderstaande
procedures om de display te resetten.
Druk op de aan/uit-knop van de accu.
Verwijder de accu uit de houder.
NOTITIE
Als het probleem niet wordt verholpen door
het resetten of als hetzelfde probleem vaak
optreedt, neem dan contact op met een
agentschap.
<SC-E6000>
<SC-E6010>
4-38
Hoofdstuk 4 FIETSCOMPUTERDISPLAY EN -INSTELLINGEN
Foutberichten op de fietscomputer
Lijst met fouten
Code Weergavevoorwaarden
Operationele beperking
wanneer een fout wordt
weergegeven
Oplossing
E010
Er is een systeemfout
waargenomen.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Druk op de aan/uit-schakelaar van de accu om het systeem weer in te
schakelen.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet verbetert.
E012
Het initialiseren van de
koppelsensor is mislukt.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Haal uw voet van het pedaal en druk op de aan/uit-schakelaar van de
accu om het systeem weer in te schakelen.
Raadpleeg het onderdeel 'De kettingspanning meten en afstellen' en
controleer dat de kettingspanning correct is.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet verbetert.
E013
Er is een afwijking
gevonden in de
firmware van de
aandrijfeenheid.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Controleer of de snelheidssensor in de juiste positie is gemonteerd.
Als de snelheidssensor zich niet in de juiste positie bevindt, zal de fout
worden opgelost door deze in de juiste positie te monteren en een
tijdje te fietsen.
Neem contact op met een fietsenmaker als de fout nog steeds niet is
opgelost.
E014
De schakelsensor is
mogelijk in de
verkeerde positie
aangebracht.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Controleer of de snelheidssensor in de juiste positie is gemonteerd.
Als de snelheidssensor zich niet in de juiste positie bevindt, zal de fout
worden opgelost door deze in de juiste positie te monteren en een
tijdje te fietsen.
Neem contact op met een fietsenmaker als de fout nog steeds niet is
opgelost.
E020
Er is een
communicatiefout
tussen de accu en de
aandrijfeenheid
waargenomen.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Controleer of de kabel tussen de aandrijfeenheid en de accu correct is
aangesloten.
Neem contact op met een agentschap als de situatie niet verbetert.
E021
De accu die is
verbonden met de
aandrijfeenheid voldoet
aan de
systeemvereisten, maar
wordt niet ondersteund.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Raadpleeg een fietsenmaker.
E022
De accu die is
verbonden met de
aandrijfeenheid voldoet
niet aan de
systeemvereisten.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Raadpleeg een fietsenmaker.
E030
Er is een instellingsfout
waargenomen.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Druk op de aan/uit-schakelaar van de accu om het systeem weer in te
schakelen. Neem contact op met een fietsenmaker als de situatie niet
verbetert.
E031
De kettingspanning is
mogelijk niet afgesteld
of de crank is mogelijk
in de verkeerde positie
gemonteerd.
De bekrachtigingsfuncties
werken niet. (Elektronisch
schakelen werkt echter nog
steeds.)
Raadpleeg een fietsenmaker.
E033
De huidige firmware is
niet geschikt voor dit
systeem.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Maak verbinding met E-TUBE PROJECT en werk vervolgens de
firmware voor alle eenheden bij met de laatste versie.
E043
De firmware van de
fietscomputer is
mogelijk gedeeltelijk
corrupt.
Geen bekrachtiging tijdens
fietsen.
Raadpleeg een fietsenmaker.
Hoofdstuk 5 AANSLUITING EN COMMUNICATIE MET DE PC
Hoofdstuk 5 AANSLUITING EN
COMMUNICATIE MET DE PC
5-2
Hoofdstuk 5 AANSLUITING EN COMMUNICATIE MET DE PC
Back-upfunctie aandrijfeenheidinstellingen voor de fietscomputer
AANSLUITING EN COMMUNICATIE MET DE PC
U kunt de fiets (systeem of onderdelen) via een pc-verbindingsapparaat op een pc aansluiten. U kunt dan taken uitvoeren zoals het aanpassen van
onderdelen of het hele systeem en het updaten van de bijbehorende firmware.
U hebt E-TUBE PROJECT nodig om SHIMANO STEPS te configureren en de firmware bij te werken.
U kunt E-TUBE PROJECT downloaden op onze supportwebsite (http://e-tubeproject.shimano.com).
Voor informatie over het installeren van E-TUBE PROJECT kunt u terecht op de E-TUBE
supportwebsite. Voor informatie over het gebruik van het E-TUBE PROJECT op uw pc kunt u
terecht in de helphandleiding van het E-TUBE PROJECT.
NOTITIE
U hebt SM-PCE1 en SM-JC40/JC41 nodig om
SHIMANO STEPS op een pc aan te sluiten.
Deze zijn niet nodig als er een poort
beschikbaar is.
Firmware kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Aansluiting op en communicatie met een
pc zijn niet mogelijk tijdens het laden.
Maak geen verbinding met E-TUBE
PROJECT terwijl de accu wordt geladen.
Back-upfunctie aandrijfeenheidinstellingen voor de fietscomputer
Exporteer het PDF-rapport uit het E-TUBE PROJECT [Eenheidlog registreren] menu om de instellingen van de aandrijfeenheid te controleren waarvan een
back-up is gemaakt op de fietscomputer. Bij het omruilen van de aandrijfeenheid moet u het rapport samen met de eenheid opsturen naar het
verkooppunt of een lokale fietsenmaker.
5-3
Hoofdstuk 5 AANSLUITING EN COMMUNICATIE MET DE PC
Instelbare instellingen in E-TUBE PROJECT
Instelbare instellingen in E-TUBE PROJECT
Functie-instelling schakelaar
Wijzigt de functies die aan de schakelaars A, X en Y van SW-E6000, SW-E6010 of schakelaar
X en Y van SW-S705 worden toegewezen. Welke functies kunnen worden toegewezen,
hangt af van het type schakelaar.
SW-E6000/SW-E6010: Er kunnen niet verschillende schakelaars aan dezelfde functie
worden toegewezen.
SW-S705: Er kunnen verschillende schakelaars aan dezelfde functie worden toegewezen.
Instelling schakelaarmodus SW-E6000/SW-E6010 kan worden gebruikt voor de bekrachtiging of het schakelen.
Aandrijfeenheidsinstelling
Verlichtingsaansluiting Hiermee wordt aangegeven of een licht moet worden gebruikt.
Startmodus
Hiermee schakelt u de startmodus in of uit. U kunt de versnellingsstand wijzigen wanneer
de modus is ingeschakeld.
Automatisch schakelen
Automatisch schakelen kan worden ingeschakeld of uitgeschakeld. De schakeltiming kan
ook worden aangepast.
Instellingen displayscherm
Weergave-eenheid Schakelt tussen km en mijl.
Tijdsinstelling Voor het instellen van de tijd.
Aachtergrondverlich
-
tingsinstelling
V
oor het in- en uitschakelen van de achtergrondverlichting.
Instellingen voor
achtergrondverlichting
(SC-E6010)
De helderheid van de achtergrondverlichting kan worden aangepast.
Pieptooninstelling Voor het in- en uitschakelen van de zoemer.
Weergavetaal
U kunt kiezen tussen Engels, Frans, Duits, Nederlands, Spaans en Italiaans als de
weergavetaal.
Instellingen
beeldschermoptie
(SC-E6010)
De letterkleur kan op wit of zwart ingesteld worden.
Rijtijd Voor het in- en uitschakelen van de reistijd.
Gemiddelde snelheid Voor het in- en uitschakelen van de weergave van de gemiddelde snelheid.
Maximumsnelheid Voor het in- en uitschakelen van de weergave van de maximumsnelheid.
Overzicht actieradius Voor het in- en uitschakelen van de lijst met afgelegde afstanden.
Motorunit instellingen versnelling Schakelt de MU-S705 tussen 8 en 11 versnellingen.
Andere functies
Foutcontrole
Bijwerken firmware
Voorkeuzeinstellingen
Acquisitie logbestand eenheden
De motoreenheid aanpassen (MU-S705)
*
Download E-TUBE PROJECT en raadpleeg de bijgeleverde handleiding voor meer
informatie.
NOTITIE
Wanneer de SC-E6010 firmware wordt bijgewerkt, wordt de ingestelde tijd voor de fietscomputer gereset zodat deze overeenstemt met de klok van
de computer.
5-4
Hoofdstuk 5 AANSLUITING EN COMMUNICATIE MET DE PC
Op de pc aansluiten
Op de pc aansluiten
Losse eenheden aansluiten
Sluit SM-PCE1 aan op de stekker van iedere eenheid.
NOTITIE
Als u SW-E6000/SW-E6010 aansluit, heeft u
SM-JC40/41 nodig.
DU-E6000/E6001/
E6010/E6050
DU-E6002/E6012
5-5
Hoofdstuk 5 AANSLUITING EN COMMUNICATIE MET DE PC
Op de pc aansluiten
Op de fiets aansluiten
<Als de fietscomputer een beschikbare poort heeft>
1
Sluit SM-PCE1 aan op een beschikbare poort op de fietscomputer.
(A)
Bekrachtigingsschakelaar
(B)
Aandrijfeenheid
(A)
(B)
<Als de fietscomputer geen beschikbare poort heeft>
1
Sluit eerst SM-JC40/JC41 op SM-PCE1 aan.
Ontkoppel vervolgens EW-SD50 van de middelste poort van de fietscomputer en sluit hem
op SM-JC40/JC41 aan.
(A)
Bekrachtigingsschakelaar
(B)
Aandrijfeenheid
(A)
(B)
(A)
2
Sluit EW-SD50 aan op de beschikbare poort van SM-JC40/JC41 en de middelste poort van de
fietscomputer.
Hoofdstuk 6 ONDERHOUD
6-2
Hoofdstuk 6 ONDERHOUD
Het voorste kettingblad vervangen
ONDERHOUD
Het voorste kettingblad vervangen
1
Vervang terwijl de ketting nog over het achterwiel ligt. Verwijder de crankarmdop.
Verwijder vervolgens de bevestigingsbout van de crank met een 14 mm dopsleutel.
Verwijder daarna de rechtercrank met TL-FC11.
2
(A)
(B)
(B)
Houd het wiel tegen en draai de
borgring met het originele SHIMANO-
gereedschap in de richting die in de
afbeelding staat aangegeven.
(A)
TL-FC32 / FC36
(B)
TL-FC38
NOTITIE
Als u een momentsleutel gebruikt, gebruik
dan de TL-FC38 in combinatie met de TL-FC33.
TL-FC33
TL-FC38
*
Gebruik geen slagmoersleutel.
TECHNISCHE TIPS
De sluitring heeft een linkse schroefdraad.
3
Vervang het voorste kettingblad. Volg stappen 3 t/m 6 onder “De aandrijfeenheid plaatsen
en bedraden” - “De crank en het voorste kettingblad plaatsen” voor het vervangen van een
voorste kettingblad.
Let op: specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107

Shimano SW-S705 (E-BIKE) Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual