6 Nederlands
▶ De buitendiameter en dikte van het inzetgereedschap dienen overeen
te komen met de opgegeven afmetingen van uw elektrisch gereed-
schap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende worden
afgeschermd of gecontroleerd.
▶ Inzetgereedschap met schroefdraadbevestiging moet exact op de
schroefdraad van de slijpspil passen. Bij inzetgereedschap dat
met behulp van een flens wordt gemonteerd, moet de gatdiameter
van het inzetgereedschap overeenkomen met de opnamediameter
van de flens. Inzetgereedschap dat niet nauwkeurig op het elektrisch
gereedschap wordt bevestigd, draait ongelijkmatig en trilt zeer sterk,
hetgeen kan leiden tot verlies van de controle over het apparaat.
▶ Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer inzetgereed-
schap, zoals slijpschijven, voor het gebruik altijd op afsplinteringen
en barsten, steunschijven op barsten of sterke slijtage, draadborstels
op losse of gebroken draden. Wanneer het elektrisch gereedschap
of het inzetgereedschap naar beneden valt, controleert u of het be-
schadigd is, of gebruikt u onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer
u het inzetgereedschap hebt gecontroleerd en gemonteerd, dient u
ervoor te zorgen dat iedereen die zich in de nabijheid bevindt buiten
het draaivlak van het roterende inzetgereedschap blijft en laat u het
apparaat een minuut lang op het hoogste toerental draaien. Bescha-
digd inzetgereedschap breekt meestal in deze testperiode.
▶ Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van
de toepassing volledige gezichtsbescherming, een veiligheids- of
werkbril. Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbescherming,
werkhandschoenen of een speciaal schort, dat u bescherming biedt
tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rond-
vliegende deeltjes, die bij verschillende toepassingen ontstaan, te worden
beschermd. Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof te filteren.
Wanneer u lang aan hard geluid bent blootgesteld, kan dit leiden tot
gehoorbeschadiging.
▶ Let er op dat andere personen zich op een veilige afstand van het
werkgebied bevinden. Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken van
het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kunnen wegvliegen en letsel
veroorzaken, ook buiten het directe werkgebied.
▶ Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan de geïsoleerde
greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer
kan raken. Door het contact met een spanningvoerende leiding kunnen
ook metalen delen van apparaten onder spanning komen te staan, hetgeen
tot een elektrische schok kan leiden.
▶ Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap.
Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer
Printed: 08.09.2017 | Doc-Nr: PUB / 5373408 / 000 / 00