Xerox 2101 ST Gebruikershandleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding maakt deel uit van de Fiery EX2101 voor Xerox 2101
-
documentatieset. Deze set bestaat uit de volgende handleidingen voor gebruikers
en systeembeheerders:
•De
Snelstartgids
bevat een samenvatting van de stappen die nodig zijn om de
Fiery EX2101 voor Xerox 2101 te configureren en om af te drukken. Ook vindt
u hier informatie over het openen van Adobe Acrobat PDF-bestanden op de cd met
gebruikersdocumentatie.
•In de
Installatiegids gebruikerssoftware
wordt beschreven hoe u software kunt
installeren van de cd met gebruikerssoftware, zodat gebruikers kunnen afdrukken
met de Fiery EX2101 voor Xerox 2101. In deze handleiding wordt ook aandacht
besteed aan het instellen van afdrukverbindingen met de Fiery EX2101 voor
Xerox 2101.
•In de
Configuratiegids
vindt u informatie over de basistaken voor de configuratie en
het beheer van de Fiery EX2101 voor Xerox 2101 voor de ondersteunde platforms
en netwerkomgevingen. In deze gids zijn ook richtlijnen opgenomen voor het
instellen van UNIX-, Windows NT 4.0/2000/2003- en Novell NetWare-servers
om afdrukservices te bieden aan gebruikers.
•In de
Afdrukgids
worden de afdrukfuncties van de Fiery EX2101 voor Xerox 2101
beschreven voor gebruikers die taken verzenden vanaf hun eigen computer.
•In de
Gids voor taakbeheer
worden de functies van de hulpprogrammas voor
taakbeheer uitgelegd, zoals Command WorkStation
, Command WorkStation LE
en DocBuilder
Pro
. Deze handleiding bevat daarnaast instructies voor het
controleren en besturen van taken op de Fiery EX2101 voor Xerox 2101. Deze
handleiding is bedoeld voor operators, beheerders of voor gebruikers met de vereiste
toegangsrechten die de voortgang van afdruktaken willen controleren en beheren en
eventuele problemen willen oplossen.
•In de
Versienotities voor de klant
vindt u actuele productinformatie en tijdelijke
oplossingen voor problemen die kunnen optreden.
Over de
documentatie
Onderdeelnummer: 45037009
Copyright © 2003 Electronics for Imaging, Inc. Alle rechten voorbehouden.
De onderhavige publicatie is auteursrechtelijk beschermd en alle rechten op deze publicatie worden voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder
voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van Electronics For Imaging, Inc. worden verveelvoudigd dan wel in enige vorm of op enige manier
en voor enig doel worden verzonden. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en schept geen verplichtingen
zijdens Electronics for Imaging, Inc.
Deze publicatie wordt geleverd in combinatie met een EFI-product (het “Product”), dat EFI-software (de “Software”) bevat. De Software is onderworpen aan een
licentieovereenkomst en mag uitsluitend conform de hieronder aangegeven bepalingen van deze licentieovereenkomst worden gebruikt en gekopieerd.
Op het Product kunnen één of meer van de volgende Amerikaanse octrooien van toepassing zijn: 4,917,488, 4,941,038, 5,109,241, 5,150,454, 5,150,454,
5,170,182, 5,212,546, 5,278,599, 5,335,040, 5,343,311, 5,424,754, 5,467,446, 5,506,946, 5,517,334, 5,537,516, 5,543,940, 5,553,200, 5,565,960,
5,615,314, 5,619,624, 5,625,712, 5,640,228, 5,666,436, 5,760,913, 5,818,645, 5,835,788, 5,866,856, 5,867,179, 5,959,867, 5,970,174, 5,995,724,
6,002,795, 6,025,922, 6,041,200, 6,046,420, 6,065,041, 6,067,080, 6,112,665, 6,116,707, 6,118,205, 6,122,407, 6,134,018, 6,141,120, 6,151,014,
6,166,821, 6,184,873, 6,185,335, 6,201,614, 6,215,562, 6,219,659, 6,222,641, 6,224,048, 6,225,974, 6,226,419, 6,239,895, 6,256,108, 6,265,676,
6,266,051, 6,269,190, 6,289,122, 6,292,177, 6,292,270, 6,300,580, 6,310,697, 6,323,893, 6,326,565, 6,327,047, 6,327,050, 6,327,052, 6,330,071,
6,331,899, 6,335,723, 6,340,975, 6,341,017, 6,341,018, 6,341,307, 6,348,978, 6,356,359, 6,369,895, 6,373,003, 6,381,036, 6,400,443, 6,414,673,
6,424,340, 6,429,949, 6,449,393, 6,456,280, 6,476,927, 6,490,696, 6,501,461, 6,501,565, 6,519,053, D341,131, D406,117, D416,550, D417,864,
D419,185, D426,206, D430,206, D439,851, D444,793, RE33,973, RE36,947
Handelsmerken
Bestcolor, ColorWise, eBeam, EDOX, EFI, Fiery, Fiery-logo, Fiery Driven, RIP-While-Print en Spot-On zijn gedeponeerde handelsmerken van Electronics
for Imaging, Inc. bij het U.S. Patent and Trademark Office en/of in bepaalde buitenlandse rechtsgebieden.
Het Best-logo, het eBeam-logo, het Electronics for Imaging-logo, Fiery Driven-logo, het Intelligent Device Management-logo, het PrintMe-logo, het Splash-logo,
het Unimobile-ogo, het Velocity OneFlow-logo, Everywhere You Go, Changing the Way the World Prints, AutoCal, AutoGray, Best, ColorCal, Command
WorkStation, Device IQ, DocBuilder, DocBuilder Pro, DocStream, FreeForm, Fiery Link, Fiery Prints, Fiery Spark, NetWise, PrintMe, PrintMe Enterprise,
PrintMe Networks, RIPChips, ScanBuilder, Splash, Unimobile, Velocity, Velocity Balance, Velocity Build, Velocity Estimate, Velocity Exchange, Velocity
OneFlow, Velocity Scan, VisualCal, WebInstaller, WebScan, WebSpooler, WebStatus en WebTools zijn handelsmerken van Electronics for Imaging, Inc.
Alle overige handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaren en worden hierbij gerespecteerd.
Kennisgevingen
APPLE COMPUTER, INC. (HIERNA AANGEDUID ALS “APPLE”) VERLEENT MET BETREKKING TOT DE APPLE-SOFTWARE GEEN
ENKELE GARANTIE, NOCH UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, DAARONDER BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE
GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. APPLE DOET GEEN GARANTIES
EN BEWERINGEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK EN DE RESULTATEN VAN DE APPLE-SOFTWARE, EVENALS DE JUISTHEID,
NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID, GANGBAARHEID EN ANDERE ASPECTEN HIERVAN. DE RESULTATEN EN PRESTATIES VAN
DE APPLE-SOFTWARE ZIJN GEHEEL VOOR UW EIGEN RISICO. IN SOMMIGE STATEN IS DE UITSLUITING VAN IMPLICIETE GARANTIE
NIET TOEGESTAAN. DE BOVENSTAANDE UITSLUITING IS DERHALVE IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
IN GEEN GEVAL ZIJN APPLE, DAN WEL HAAR DIRECTEURS, STAFLEDEN, WERKNEMERS OF VERTEGENWOORDIGERS,
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGERLEI GEVOLGSCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF INDIRECTE SCHADE (DAARONDER BEGREPEN
SCHADE DOOR WINSTDERVING, BEDRIJFSONDERBREKING, VERLIES VAN BEDRIJFSGEGEVENS EN DERGELIJKE) DIE VOORTVLOEIT
UIT HET GEBRUIK VAN OF ENIGE VERHINDERING TOT HET GEBRUIK VAN DE APPLE-SOFTWARE, ZELFS INDIEN APPLE VAN DE
MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS GESTELD. AANGEZIEN HET IN SOMMIGE LANDEN NIET IS
TOEGESTAAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE TE BEPERKEN OF UIT TE SLUITEN, ZIJN
DE BOVENSTAANDE BEPERKINGEN IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
De aansprakelijkheid van Apple in geval van schade
zal, ongeacht de oorzaak van deze schade en de grondslag van de ingestelde actie (wanprestatie, onrechtmatige daad [met inbegrip van onrechtmatige nalatigheid],
productaansprakelijkheid of anderszins), te allen tijde beperkt blijven tot een bedrag van 50 USD.
De PANTONE®-kleuren die in de softwaretoepassing of in de gebruikersdocumentatie worden weergegeven, komen mogelijk niet overeen met de voor
PANTONE geïdentificeerde standaarden. Raadpleeg de publicaties over PANTONE-kleuren voor nauwkeurige kleurinformatie. PANTONE® en andere
handelsmerken van Pantone, Inc. zijn het eigendom van Pantone, Inc. © Pantone, Inc., 2003.
Pantone, Inc. is de eigenaar van het copyright voor kleurgegevens en/of software die ter distributie in licentie zijn gegeven aan Electronics for Imaging, Inc.
uitsluitend voor gebruik in combinatie met de producten of software van Electronics for Imaging, Inc. PANTONE-kleurgegevens en/of –software mogen niet
worden gekopieerd naar een andere schijf of naar het geheugen, behalve als onderdeel van de levering van de producten of software van Electronics for Imaging, Inc.
Dit product bevat software die is ontwikkeld door de Apache Software Foundation (http://www.apache.org/).
FCC-informatie
WAARSCHUWING: Volgens de FCC-voorschriften kunnen wijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door de fabrikant zijn
goedgekeurd, de toestemming voor het gebruik van deze apparatuur ongeldig maken.
Verklaring van conformiteit met klasse B
Deze apparatuur is getest en conform de grenzen bevonden van een digitaal apparaat van klasse B overeenkomstig Deel 15 van de regelgeving van de Federal
Communications Commission (FCC). Deze beperkingen bieden een redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie binnen een woonomgeving.
De apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Wanneer de apparatuur niet volgens de gebruikershandleiding van de fabrikant
geïnstalleerd en gebruikt worden, kan schadelijke interferentie ontstaan met radiocommunicatie. Het uitblijven van interferentie in een bepaalde installatie kan
echter niet gegarandeerd worden.
Wanneer de apparatuur de ontvangst van radio of televisie stoort (dit kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en aan te schakelen) wordt u verzocht
de storing te verhelpen door één van de volgende maatregelen te treffen:
Verander de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne.
Ver wijder de apparatuur en de ontvanger verder uitelkaar.
Sluit de apparatuur aan op de uitgang van een ander circuit dan de ontvanger.
Raadpleeg uw dealer of een erkende radio- en televisiemonteur.
Teneinde conformiteit met de FCC-voorschriften te waarborgen, moeten afgeschermde kabels worden gebruikt bij deze apparatuur. Gebruik met niet-
goedgekeurde apparatuur of niet-afgeschermde kabels resulteert naar alle waarschijnlijkheid in storing bij de ontvangst van radio en TV. De gebruiker wordt erop
geattendeerd dat wijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door de fabrikant zijn goedgekeurd, de toestemming voor het gebruik van
deze apparatuur ongeldig kunnen maken.
Verklaring van conformiteit met klasse B van Industry Canada
Dit digitale apparaat in klasse B voldoet aan de Canadese norm ICES-003.
Avis de Conformation Classe B de l’Industrie Canada
Cet appareil numérique de la Classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Verklaring van conformiteit met de radio-ontstoringsvereisten
Uit afzonderlijke tests en tests op systeemniveau (ter nabootsing van de normale bedrijfsomstandigheden) is gebleken dat dit apparaat aan de geldende radio-
ontstoringsvereisten voldoet. Het is echter mogelijk dat het apparaat onder bepaalde ongunstige omstandigheden in andere installaties niet aan deze vereisten
voldoet. In dat geval is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor de naleving van genoemde vereisten door de installatie.
Dieses Gerät wurde sowohl einzeln als auch in einer Anlage, die einen normalen Anwendungsfall nachbildet, auf die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen
geprüft. Es ist jedoch möglich, dass die Funkentstörbestimmungen unter ungünstigen Umständen bei anderen Gerätekombinationen nicht eingehalten werden.
Für die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen einer gesamten Anlage, in der dieses Gerät betrieben wird, ist der Betreiber verantwortlich.
De naleving van de geldende voorschriften is afhankelijk van het gebruik van afgeschermde kabels. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de aanschaf van
de juiste kabels.
Die Einhaltung zutreffender Bestimmungen hängt davon ab, dass geschirmte Ausführungen benützt werden. Für die Beschaffung richtiger Ausführungen ist
der Betreiber verantwortlich.
Licentieovereenkomst
LEES DE VOLGENDE ALGEMENE VOORWAARDEN ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U GEBRUIK GAAT MAKEN VAN DEZE SOFTWARE.
ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DE ALGEMENE VOORWAARDE IN DEZE OVEREENKOMST, MAG U DE SOFTWARE NIET GEBRUIKEN.
DE INSTALLATIE OF HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE GEEFT AAN DAT U INSTEMT MET DE VOORWAARDEN IN DEZE
OVEREENKOMST EN DEZE ACCEPTEERT. ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DE ALGEMENE VOORWAARDEN IN DEZE
OVEREENKOMST, KUNT U DE ONGEBRUIKTE SOFTWARE TERUGBRENGEN NAAR DE PLAATS VAN AANKOOP. U KRIJGT DAN UW GELD
TERUG.
Licentie
EFI kent een niet-exclusief gebruiksrecht aan u toe voor het gebruik van de Software en de bijbehorende documentatie (“Documentatie”) die met het Product
wordt meegeleverd. De Software wordt in licentie gegeven, niet verkocht. U mag de Sofware uitsluitend gebruiken voor uw eigen zakelijke of persoonlijke
doeleinden. Het is u niet toegestaan de Software te verhuren, in lease of sublicentie te geven of uit te lenen of de Software te gebruiken voor timesharing,
in servicebureaus of bij vergelijkbare activiteiten.
Het is u niet toegestaan kopieën van de Software of delen daarvan te (laten) maken of toestemming te geven tot het maken van kopieën, behalve één (1) exemplaar
voor de hieronder toegestane backup- of archiveringsdoeleinden ter ondersteuning van uw gebruik van de Software. Het is u niet toegestaan de Documentatie
te kopiëren. Het is u niet toegestaan pogingen te ondernemen de Software te localiseren, te vertalen, te disassembleren, te decompileren, te decoderen, te ontleden,
aan te passen, er "reverse engineering" op toe te passen, er afgeleide werken van te maken of er via andere methoden wijzigingen in aan te brengen.
De voorwaarden, bepalingen en beperkingen in de licentieovereenkomst gelden voor alle bug fixes, patches, versies, versienotities, updates en upgrades
met betrekking tot de Software.
Eigendomsrechten
U erkent en stemt erin toe dat alle rechten, de titel en belangen, met inbegrip van alle intellectuele eigendomsrechten, in en met betrekking tot de Software,
Documentatie en alle wijzigingen en afgeleide werken hiervan het exclusieve eigendom zijn en blijven van EFI en haar leveranciers. Met uitzondering van de
hierboven toegekende, uitdrukkelijk beperkte licentie voor het gebruiken van de Software wordt geen enkel recht of licentie van welke aard dan ook toegekend.
U ontvangt geen enkel recht of licentie op enige octrooien, copyrights, handelsgeheimen of handelsmerken (al dan niet gedeponeerd). U stemt erin toe geen
handelsmerken of handelsnamen van EFI (“EFI-merk”) of sterk hierop gelijkende handelsmerken of handelsnamen, URLs, domeinnamen op internet of symbolen
over te nemen, te registreren of proberen te registreren als uw eigen namen of de namen van uw dochterondernemingen of producten, en af te zien van alle
mogelijke andere acties die een inbreuk kunnen vormen op de handelsmerkrechten van EFI of haar leveranciers of die deze rechten kunnen beperken.
Vertrouwelijkheid
De Software is vertrouwelijke, bedrijfseigen informatie van EFI en het is u niet toegestaan de Software te verspreiden of openbaar te maken. Het is u echter
wel toegestaan al uw rechten in het kader van de Overeenkomst over te dragen op een andere persoon of juridische entiteit, op voorwaarde dat: (1) een dergelijke
overdracht is toegestaan volgens alle van toepassing zijnde exportwetten en -voorschriften, met inbegrip van de U.S. Export Administration Regulations, (2) u
de volledige Software en Documentatie overdraagt aan deze persoon of entiteit (met inbegrip van alle kopieën, updates, upgrades, eerdere versies, samenstellende
delen, de media en de gedrukte materialen, plus deze Overeenkomst); (3) u geen kopieën van de Software en Documentatie in bezit houdt, met inbegrip van
exemplaren die zijn opgeslagen op een computer; en (4) de ontvanger akkoord gaat met de voorwaarden en bepalingen van deze Overeenkomst.
Rechtsmiddelen en beëindiging
Het onbevoegd gebruiken, kopiëren of openbaar maken van de Software, of enige inbreuk op deze Overeenkomst resulteert in de automatische beëindiging van
deze licentie en geeft EFI het recht andere rechtsmiddelen aan te wenden. In het geval van beëindiging moet u alle kopieën van de Software, Documentatie en alle
samenstellende delen hiervan vernietigen. Alle bepalingen in deze Overeenkomst met betrekking tot beperking van garantie, afwijzing van aansprakelijkheid,
rechtsmiddelen, schade, heersend recht, rechtsbevoegdheid, rechtsgebied en eigendomsrechten van EFI blijven ook na beëindiging van de Overeenkomst
onverminderd van kracht.
Garantiebeperking en afwijzing van aansprakelijkheid
EFI garandeert de oorspronkelijke koper (“Klant”) gedurende dertig (30) dagen vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop bij EFI of haar geautoriseerde
dealer dat de Software in grote lijnen werkt zoals in de Documentatie wordt aangegeven indien het Product wordt gebruikt conform de specificaties van EFI.
EFI garandeert dat de media die de Software bevatten gedurende de bovengenoemde garantieperiode geen storingen zullen vertonen. EFI garandeert niet dat de
Software aan uw specifieke behoeften zal voldoen, dat de Software ononderbroken, veilig of zonder fouten zal werken of dat alle defecten in de Software worden
hersteld. EFI biedt geen garanties, impliciet of anderszins, ten aanzien van de prestaties of betrouwbaarheid van producten van derden (software of hardware).
DE INSTALLATIE VAN PRODUCTEN VAN DERDEN DIE NIET DOOR EFI ZIJN GEAUTORISEERD, MAAKT DEZE GARANTIE ONGELDIG.
BOVENDIEN MAAKT HET GEBRUIK, DE AANPASSING EN/OF DE REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN DERDEN DIE NIET DOOR EFI ZIJN
GEAUTORISEERD DEZE GARANTIE ONGELDIG.
MET UITZONDERING VAN DE BOVENSTAANDE UITDRUKKELIJKE, BEPERKTE GARANTIE, EN VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE
VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING, BIEDT EFI GEEN ENKELE GARANTIE MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE, UITDRUKKELIJK
NOCH IMPLICIET, OP GROND VAN WETTELIJKE BEPALINGEN, BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST DAN WEL AAN U GEDANE
MEDEDELINGEN. MET NAME BIEDT EFI GEEN ENKELE IMPLICIETE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOEL. TEVENS GARANDEERT EFI NIET DAT ER GEEN INBREUK WORDT GEMAAKT OP DE RECHTEN VAN DERDEN.
Beperking van aansprakelijkheid
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING WIJZEN EFI EN HAAR LEVERANCIERS ELKE
AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR SCHADE, DAARONDER BEGREPEN VERLIES VAN GEGEVENS, WINSTDERVING, DEKKINGSKOSTEN
OF ANDERE SPECIALE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE OF INDIRECTE SCHADE WELKE VOORTVLOEIT UIT HET
GEBRUIK VAN DE SOFTWARE, ONGEACHT DE OORZAAK VAN DERGELIJKE SCHADE EN DE THEORIE WAAROP DE
AANSPRAKELIJKHEID IS GEBASEERD. DEZE BEPERKING GELDT ZELFS INDIEN EFI VAN HET RISICO VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP
DE HOOGTE IS GESTELD. U ERKENT DAT DEZE RISICOVERDELING IN DE PRIJS VAN HET PRODUCT IS VERDISCONTEERD.
AANGEZIEN HET IN SOMMIGE RECHTSGEBIEDEN NIET IS TOEGESTAAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE
OF INCIDENTELE SCHADE TE BEPERKEN OF UIT TE SLUITEN, IS DE BOVENSTAANDE BEPERKING IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET
VAN TOEPASSING.
Hierbij stellen wij u ervan in kennis dat Adobe Systems Incorporated, een onderneming uit Delaware gevestigd aan de 345 Park Avenue, San Jose, CA 95110-
2704 (hierna aangeduid als “Adobe”) een derde-begunstigde bij deze overeenkomst is voorzover deze overeenkomst bepalingen bevat die betrekking hebben op het
gebruik van software, lettertypenprogrammas, lettertypen en/of handelsmerken die door Adobe in licentie worden gegeven of worden geleverd. Deze bepalingen
zijn uitdrukkelijk ten gunste van Adobe gemaakt, zodat naast EFI ook Adobe de nakoming hiervan kan vorderen. ADOBE IS IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK JEGENS U MET BETREKKING TOT SOFTWARE EN TECHNOLOGIE VAN ADOBE DIE IN HET KADER VAN DEZE
OVEREENKOMST IN LICENTIE WORDT GEGEVEN.
Exportbepalingen
Op de producten van EFI zijn de exportwetten en -voorschriften van de Verenigde Staten, met inbegrip van de U.S. Export Administration Regulations, alsmede
buitenlandse exportwetten en -voorschriften van toepassing. U stemt ermee in dat u de Software in geen enkele vorm zult gebruiken, verspreiden, overdragen,
exporteren of opnieuw exporteren indien u daarmee de van toepassing zijnde wetten of voorschriften van de Verenigde Staten of het land van aanschaf overtreedt.
Beperkte rechten voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten:
Het gebruik, de verveelvoudiging of verspreiding van de software door overheidsfunctionarissen van de Verenigde Staten zijn onderworpen aan de beperkingen
zoals neergelegd in FAR 12.212 of DFARS 227.7202-3 -227.7202-4 en, voor zover vereist onder de federale Amerikaanse wetgeving, de minimale beperkte rechten
zoals neergelegd in FAR 52.227-14, Restricted Rights Notice (juni 1987) Alternate III(g)(3)(juni 1987) of FAR 52.227-19 (juni 1987). Voor zover technische
gegevens worden verstrekt in het kader van de Overeenkomst, worden deze gegevens beschermd door middel van FAR 12.211 en DFARS 227.7102-2 en voor
zover uitdrukkelijk vereist door de Amerikaanse overheid, worden voor deze gegevens beperkte rechten toegekend zoals neergelegd in DFARS 252.227.7015
(november 1995) en DFARS 252.227-7037 (september 1999). In het geval dat enige van de hierboven genoemde voorschriften worden gewijzigd of vervangen,
gelden de vervangende of corresponderende voorschriften. De naam van de onderaannemer is Electronics for Imaging.
Algemeen
De rechten en plichten van de partijen met betrekking tot deze Overeenkomst zijn in alle opzichten en uitsluitend onderworpen aan de wetten van de staat
Californië, aangezien deze wetten gelden voor contracten tussen inwoners van Californië die volledig worden uitgevoerd binnen Californië. De Conventie inzake
contracten voor de internationale verkoop van goederen van de Verenigde Naties en ander vergelijkbare conventies zijn niet van toepassing op deze Overeenkomst.
U gaat ermee akkoord dat de persoonlijke en exclusieve rechtsbevoegdheid bij alle geschillen met betrekking tot deze Overeenkomst berust bij de staatsrechtbank
in San Mateo County, Californië en het federale rechtshof van het Northern District van Californië. Deze overeenkomst regelt de volledige rechtsverhouding tussen
u en Electronics for Imaging en prevaleert boven eerdere mondelinge of schriftelijke mededelingen dan wel advertenties met betrekking tot de software. Indien
enige bepaling van deze Overeenkomst ongeldig wordt geacht, wordt deze bepaling als gewijzigd beschouwd voor zover nodig om deze rechtsgeldig te maken en
blijven de overige bepalingen van deze Overeenkomst onverminderd van kracht.
Bij vragen kunt u een bezoek brengen aan de website van EFI: www.efi.com.
Electronics for Imaging
303 Velocity Way
Foster City, CA 94404, Verenigde Staten
Inhoud
Over de documentatie
Inleiding
Over deze handleiding
xi
Hoofdstuk 1: Afdrukken vanaf Windows-computers
Afdrukken vanuit toepassingen
1-1
Opties instellen en afdrukken vanaf Windows-computers 1-1
Werken met taaksjablonen
1-9
Snelkoppelingen
1-14
Snelkoppelingen gebruiken 1-14
Snelkoppelingen voor afdrukopties aanpassen 1-16
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
1-17
Werken met aangepaste paginaformaten in het PCL-printerstuurprogramma
voor Windows 1-18
Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma
voor Windows 98/Me 1-20
Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma
voor Windows NT 4.0 1-23
Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma
voor Windows2000/XP/2003 1-26
De status van de Xerox 2101 kopieermachine controleren
1-30
Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken
1-31
viii Inhoud
Hoofdstuk 2: Afdrukken vanaf Macintosh-computers
Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X
(Classic-modus)
2-1
Afdrukopties instellen en afdrukken 2-1
Aangepaste paginaformaten definiëren
2-6
Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS X (Native-modus)
2-8
Afdrukopties instellen en afdrukken 2-8
Hoofdstuk 3: Afdrukken vanaf UNIX-werkstations
Afdrukken naar de Fiery EX2101
3-1
Hoofdstuk 4: Bestanden en lettertypen downloaden
Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader
4-1
Bestanden of printerlettertypen downloaden 4-4
Printerlettertypen beheren 4-10
Hoofdstuk 5: Documenten met variabele gegevens afdrukken
Over het afdrukken van variabele gegevens
5-1
Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
5-2
Hoe werkt FreeForm? 5-2
Het modeldocument maken 5-3
Het variabele document maken 5-4
Het variabele document combineren met het FreeForm-model 5-6
Werken met FreeForm 5-8
Modeldocumenten vooraf bekijken in het Windows-printerstuurprogramma 5-12
Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2
5-14
Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele
gegevens
5-15
Fiery VDP Resource Manager gebruiken 5-16
ix Inhoud
Hoofdstuk 6: Werken met EFI Hot Folders
Werken met Hot Folders
6-1
Beperkingen voor bestandsindelingen 6-2
Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken
6-3
Hot Folders maken en verwijderen 6-4
Hot Folders in- en uitschakelen 6-7
Voorkeuren voor Hot Folders instellen 6-8
Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders
6-9
Hot Folder-instellingen aanpassen 6-10
Afdrukopties voor Hot Folders opgeven 6-11
Inslagopties opgeven 6-12
De takenlogboeken van Hot Folders bekijken
6-14
Hoofdstuk 7: Taken bijhouden en controleren
Fiery WebTools openen
7-1
De status van de Fiery EX2101 controleren met Fiery WebStatus 7-3
Informatie opvragen met WebLink
7-4
Job Monitor
7-4
Hoofdstuk 8: Fiery E-mailservice
De werking van Fiery E-mailservice
8-1
Afdrukken via een e-mailclient
8-2
Job Control 8-4
x Inhoud
Appendix A: Afdrukopties
Printerstuurprogramma's en printerdefinitiebestanden
A-1
Waar kunt u afdrukopties instellen?
A-2
Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties A-3
Standaardinstellingen A-3
Aanvullende informatie over afdrukopties
A-11
Appendix B: Lettertypelijsten
PostScript-printerlettertypen
B-1
Adobe Type 1-lettertypen B-1
Tr ueType-lettertypen B-6
PCL-printerlettertypen
B-7
Bijlage C: Problemen oplossen
Systeemprestaties optimaliseren
C-1
Problemen oplossen
C-2
Algemene afdrukproblemen C-2
Problemen met Fiery Downloader C-4
Problemen met Fiery WebTools C-5
Index
xi Over deze handleiding
U kunt met Fiery EX2101 voor Xerox 2101 zowel definitieve versies van documenten
afdrukken als proefdrukken vervaardigen van werk dat u later op een offsetpers gaat
drukken. U kunt een afdruktaak op dezelfde manier naar de
Fiery EX2101 voor
Xerox 2101 verzenden als naar andere printers, namelijk door hem te selecteren in het
dialoog
venster Printers en vervolgens vanuit een willekeurige toepassing af te drukken.
O
PMERKING
:
De term “Fiery EX2101” wordt in deze handleiding gebruikt
om te verwijzen naar de Fiery EX2101 voor Xerox 2101. In illustraties wordt
de naam “Aero” gebruikt als voorbeeld voor de naam die gebruikers kunnen
geven aan de Fiery EX2101. De term “Windows” wordt in deze handleiding
gebruikt voor zowel Microsoft Windows98, Windows Me, Windows NT 4.0,
Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003. De term “Instelling
wordt gebruikt om te verwijzen naar de configuratie van Fiery EX2101 voor een
goede werking in uw netwerkomgeving, met inbegrip van instel
lingen die een
invloed hebben op alle taken. De term “hulpmiddelen voor taakbeheer”
wordt
gebruikt om te verwijzen naar Command WorkStation, Command WorkStation
LE,
Fiery Spooler
en Fiery WebSpooler
.
Hoewel dit niet overal het geval hoeft te zijn, wordt ervan uitgegaan dat een operator
taken bestuurt en beheert die door gebruikers vanaf externe werkstations worden
verzonden. Raadpleeg de
Gids voor taakbeheer
voor meer informatie over de mogelijk-
heden van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Over deze handleiding
Deze handleiding is bedoeld voor externe gebruikers die taken verzenden via het netwerk
en de Fiery EX2101. In deze handleiding worden de volgende onderwerpen
behandeld:
Afdrukken vanaf een Windows-computer.
Afdrukken vanaf een Macintosh-computer.
Afdrukken vanaf een UNIX-werkstation.
•Bestanden en lettertypen downloaden met Fiery Downloader
en WebDownloader
.
•Documenten met variabele gegevens afdrukken.
Inleiding
xii Inleiding
•Werken met Hot Folders.
•Taken bijhouden en informatie opvragen met Fiery WebTools
en
EFI Job Monitor
.
Afdrukken via de Fiery e-mailservice.
•Taakinstellingen opgeven en tijdelijk wijzigen, een lijst genereren met de lettertypen
die zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101 en informatie voor het oplossen van
problemen.
1
1-1 Afdrukken vanuit toepassingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u afdrukt naar de Fiery EX2101 vanaf
Windows-
computers. U kunt afdrukken vanaf een Windows-computer in een netwerk
of vanaf
een losse computer via Windows-afdrukken (WINS). U kunt ook bestanden
opslaan
om deze op een externe locatie af te drukken (zie “Bestanden opslaan om op
een externe locatie af te drukken op pagina 1-31). Daarnaast kunt u bestanden naar
de Fiery EX2101 downloaden met behulp van Fiery Downloader (zie
Hoofdstuk 4
)
en documenten afdrukken met Hot Folders (optioneel) en Fiery E-mail Services
(zie respectie
velijk Hoofdstuk 6 en Hoofdstuk 8).
O
PMERKING
:
Raadpleeg de
Configuratiegids
voor informatie over het instellen van
de Windows-omgeving voor afdrukken via Windows-servers die zijn aangesloten
op de Fiery EX2101. Raadpleeg de
Installatiegids gebruikerssoftware
voor informatie
over
het tot stand brengen van een verbinding met de Fiery EX2101 via het netwerk, de
installatie
van printerstuurprogrammas en de installatie van de
Fiery
®
-hulpprogrammas.
Afdrukken vanuit toepassingen
Als u het printerstuurprogramma van de Fiery EX2101 hebt geïnstalleerd en de juiste
poor
t hebt ingesteld volgens de aanwijzingen in de
Installatiegids gebruikerssoftware
,
kunt
u rechtstreeks afdrukken vanuit de meeste Windows-toepassingen. Stel de
afdrukopties
in voor de taak en kies de opdracht Print (Afdrukken) in de toepassing.
Opties instellen en afdrukken vanaf Windows-computers
A
ls u wilt afdrukken vanuit Windows, installeert u het betreffende PostScript-printer-
stuur
programma of PCL-printerstuurprogramma. U vindt de stuurprogramma's
op de cd met gebruikerssoftware van de Fiery EX2101.
Als u het stuurprogramma en een overeenkomstig printerdefinitiebestand hebt
geïnstalleerd, kunt u afdrukinstellingen voor een specifieke taak opgeven en deze
afdrukken op de Fiery EX2101. U kunt ook de standaardafdrukinstellingen opgeven
via het stuurprogramma.
Als u wilt afdrukken vanuit Windows-toepassingen door uw computer via het netwerk
aan te sluiten op een afdrukserver, hebt u een Novell NetWare-, Windows NT/2000/2003-
of
UNIX-server nodig. Zie de
Configuratiegids
voor meer informatie.
Hoofdstuk 1:
Afdrukken
vanaf Windows-
computers
1
1-2 Afdrukken vanaf Windows-computers
Als u wilt afdrukken vanuit Windows-toepassingen zonder verbinding te maken
met een afdrukserver, kunt u SMB-afdrukken (Server Message Block) gebruiken.
Raadpleeg voor meer informatie de
Installatiegids gebruikerssoftware
.
In de volgende procedures wordt uitgelegd hoe u het stuurprogramma kunt gebruiken
om afdrukopties in te stellen. Zie Bijlage A voor meer informatie over specifieke
afdrukopties.
O
PMERKING
:
Voor de volgende procedures worden afbeeldingen uit Windows 2000
gebruikt. De interface kan er lichtjes anders uitzien wanneer u het PostScript- dan
wel het PCL-printerstuurprogramma gebruikt. De belangrijkste verschilpunten
worden opgegeven.
A
FDRUKOPTIES
VOOR
EEN
SPECIFIEKE
W
INDOWS
-
AFDRUKTAAK
INSTELLEN
MET
HET
PCL-
OF
POSTSCRIPT PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer de Fiery EX2101 PS of PCL als uw printer en klik op Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
Het tabblad Fiery-afdrukken is de plaats waar u alle veelgebruikte afdrukfuncties
kunt beheren.
Optiebalken
Snelkoppelingen, zie
pagina 1-14
Klik hierop om alle
afdrukopties weer te geven
Klik hierop om alle
afdrukopties te verbergen
Taaksjablonen, zie pagina 1-9
1
1-3 Afdrukken vanuit toepassingen
OPMERKING: De gebruikte Windows 9x/Me, Windows NT 4.0 of Windows 2000/XP/
2003 PostScript- en PCL-printerstuurprogrammas bepalen welke tabbladen en
afdrukopties worden ondersteund. Zie Bijlage A voor een complete lijst met
afdrukopties.
4. Klik op de optiebalk Eigendomsgegevens.
Geef voor veilig drukken een wachtwoord in (tot 10 alfanumerieke tekens) in het veld
Beveiligd afdrukken. Wanneer u in dit veld een wachtwoord ingeeft, wordt uw afdruk-
taak behouden op de Fiery EX2101 en afgedrukt wanneer u het wachtwoord ingeeft
op het confuguratiescherm van de Fiery EX2101. Zie “Beveiligd afdrukken op
pagina A-20 voor meer informatie.
OPMERKING: De optie Beveiligd afdrukken is niet beschikbaar in het PCL-printerstuur-
programma.
Geef een accountnaam op in het veld Groepsnaam. De Groepsnaam wordt weerge-
geven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. De accountnaam
wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kan u deze informatie geven.
Geef een wachtwoord op in het veld Groepspassword. Het groepswachtwoord wordt
versleuteld weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Het wachtwoord wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kan u deze
informatie geven.
1
1-4 Afdrukken vanaf Windows-computers
Als de accountnaam en het wachtwoord die u hebt ingegeven overeenkomen met
degene die de beheerder heeft gedefinieerd, wordt uw taak afgedrukt. Als ze niet
overeenkomen, treedt er een fout op en wordt uw taak in de wachtrij geplaatst.
De beheerder of de operator kan de groepsnaam en het groepswachtwoord bewerken
via het venster Eigenschappen van Command WorkStation/Command WorkStation
LE en het dialoogvenster Override Print Options (Printerinstellingen tijdelijk vervangen)
van Fiery WebSpooler/Fiery Spooler. De Groepsnaam wordt weergegeven in het veld
Opmerkingen 2 van de taak in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
OPMERKING: De opties Groepsnaam en Groepspassword zijn niet beschikbaar wanneer
u afdrukt naar de directe verbinding.
De operator van het kan de gegevens die u in het opmerkinggebied invoert, bekijken
met de hulpmiddelen voor taakbeheer; ze worden ook in het takenlogboek weergegeven
.
De operator kan geen opmerkingen bewerken of wissen.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen
voor taakbeheer.
Voer in het veld Instructies instructies bij de taak in voor de operator en klik op OK.
Deze instructies kunnen worden weergegeven in Command WorkStation/Command
WorkStation LE, maar worden niet in het takenlogboek vastgelegd. Deze instructies
kunnen wel door de operator bewerkt worden.
1
1-5 Afdrukken vanuit toepassingen
5. Klik op de overige optiebalken om de gewenste instellingen op te geven voor
de afdruktaak en klik vervolgens op OK.
Schuif de cursor langzaam over de optiebalken voor afdrukken om snel de afdrukoptie
te vinden die u zoekt. Voor elke optiebalk voor afdrukken verschijnt een menu dat
de onder die optiebalk beschikbare opties vermeldt.
Deze afdrukopties zijn specifiek voor de Fiery EX2101 en de kopieermachine.
Deze instellingen hebben voorrang boven de instellingen die zijn opgegeven in de Printer
Setup (Printerinstellingen) van Fiery EX2101, maar kunnen op hun beurt weer worden
onder
drukt met de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Zie Bijlage A voor informatie over deze opties en de prioriteit van instellingen.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over het
configureren van installeerbare opties.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen voor
taakbeheer.
Als u Standaardwaarden van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instel-
lingen die zijn geselecteerd tijdens de Setup. Zie Bijlage A voor meer informatie.
OPMERKING: As u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft, wordt het dialoogvenster
Conflict weergegeven met instructies voor het oplossen van het conflict.
1
1-6 Afdrukken vanaf Windows-computers
6. Klik twee keer op OK in de toepassing waarmee u werkt om uw afdruktaak te
verzenden.
Controleer of de Fiery EX2101 is geselecteerd als huidige kopieermachine.
OPMERKING: Sommige opties van het printerstuurprogramma kunnen ook worden
ingesteld vanuit een toepassing (bijvoorbeeld Sorteer of Omgekeerde volgorde).
In dergelijke gevallen is het echter beter de functie uit te voeren met de optie in het
stuurprogramma dan deze in te stellen vanuit de toepassing. Soms worden bestanden
door toepassingen niet goed voorbereid voor afdrukken op de Fiery EX2101, zodat
onverwachte afdrukfouten kunnen optreden en de verwerking langer kan duren.
OPMERKING: Wanneer de e-mailkennisgevingsoptie in het printerstuurprogramma
ingeschakeld is zoals beschreven in de Installatiegids gebruikerssoftware, kunt u een
kennisgeving per e-mail krijgen nadat uw taak afgedrukt werd of wanneer afdruk-
fouten voorkomen. Deze mogelijkheid veronderstelt tevens dat de Fiery Mail Port
geïnstalleerd is en dat in het dialoogvenster E-Mail Port Configuration de optie Status
messages from Fiery geselecteerd is. Zie de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer
informatie over het instellen en configureren van de Fiery e-mailpoort.
AFDRUKOPTIES VOOR EEN SPECIFIEKE WINDOWS-AFDRUKTAAK INSTELLEN MET HET
PCL- OF POSTSCRIPT PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Klik op Start.
2. Windows 98/Me/NT 4.0/2000: Kies Instellingen en klik op Printers.
Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten.
Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de the Fiery EX2101 -PS of PCL
en kies Eigenschappen (Windows 98/Me), Documentinstellingen (Windows NT 4.0)
of Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000/XP/2003).
1
1-7 Afdrukken vanuit toepassingen
De tab Fiery-afdrukken verschijnt. Als dat niet gebeurt, klikt u op de knop
Fiery-afdrukken.
4. Geef de standaardinstellingen op voor uw afdruktaken, zoals beschreven op
pagina 1-2.
5. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
Afdrukopties instellen zonder optiebalken voor afdrukken te openen
In de vorige procedures verkreeg u toegang tot de afdrukopties van de Fiery EX2101
door de optiebalken voor afdrukken te openen. U kunt de instellingen voor
afdrukopties ook bekijken en wijzigen door met de rechtermuistoets te klikken
op de optiebalken voor afdrukken. Wanneer u met de rechtermuistoets klikt op de
optiebalken voor afdrukken, verschijnt een lijst van afdrukopties binnen de optiebalk
voor afdrukken, en kunt u de instellingen in de lijst voor uw afdruktaak wijzigen.
1
1-8 Afdrukken vanaf Windows-computers
ADRUKOPTIES INSTELLEN ZONDER OPTIEBALKEN VOOR AFDRUKKEN TE OPENEN
1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
2. Klik met de rechtermuistoets op een optiebalk voor afdrukken.
Een lijst van afdrukopties verschijnt.
3. Klik of beweeg en houd de cursor op een optie die u wil wijzigen.
De beschikbare instellingen worden getoond.
Klik met de rechtermuistoets
op de optiebalk voor Afwerking
1
1-9 Werken met taaksjablonen
4. Klik op een instelling.
O
PMERKING: Om tekstvelden zoals Groepsnaam en Opmerkingen te wijzigen,
moet u op de optiebalk voor afdrukken klikken en deze openen.
Werken met taaksjablonen
U kunt instellingen voor afdrukopties opslaan op de vaste schijf, zodat u eenvoudig
specifieke instellingen voor een bepaalde taak kunt laden als een profiel. U kunt ook
profielen delen op een netwerk met de functies Importeren en Exporteren.
OPMERKING: Hoewel de gebruikersinterfaces lichtjes van mekaar verschillen, zijn
de volgende procedures dezelfde voor zowel de PCL- als PostScript-printerstuur-
programmas.
EEN TAAKSJABLOON MAKEN
1. Geef de optie Standaard taaksjabloon weer in de lijst Taaksjablonen en configureer
vervolgens de opties met behulp van de optiebalken voor afdrukken.
Zodra u een instelling wijzigt, wordt Naamloos weergegeven in plaats van Standaard
taaksjabloon in de lijst Taaksjablonen.
2. Klik op de knop Huidige instellingen opslaan in taaksjablonen.
Knop Huidige instellingen
opslaan in taaksjablonen
Knop Taaksjablonen
1
1-10 Afdrukken vanaf Windows-computers
3. Voer een naam in voor de taaksjabloon en klik op OK.
De naam wordt weergegeven in de lijst Taaksjablonen.
TAAKSJABLONEN LADEN
1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de lijst Taaksjablonen.
2. Kies de instellingen die u wilt gebruiken voor uw taaksjabloon.
De opties worden automatisch geconfigureerd.
TAAKSJABLONEN VERWIJDEREN
1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de knop Taaksjablonen.
2. Kies de taaksjablonen die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen.
3. Klik op Ja om het verwijderen te bevestigen en klik op OK.
1
1-11 Werken met taaksjablonen
TAAKSJABLONEN WIJZIGEN
1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de lijst Taaksjablonen.
2. Kies de sjabloon die u wilt wijzigen.
De opties worden automatisch geconfigureerd op basis van de op dat moment
opgeslagen instellingen.
3. Configureer uw nieuwe instellingen met behulp van de optiebalken en klik
op de knop Huidige taaksjabloon opslaan.
4. Klik op OK om de gewijzigde sjabloon op te slaan.
OPGESLAGEN TAAKSJABLONEN EXPORTEREN
1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de knop Taaksjablonen.
2. Kies de profielen die u wilt exporteren en klik op Exporteren.
1
1-12 Afdrukken vanaf Windows-computers
3. Blader naar de locatie waar u het bestand wilt opslaan, voer een bestandsnaam
in en klik op OK.
O
PMERKING: De bestandsnaam moet de extensie .sav hebben en mag maximaal
8 tekens bevatten (exclusief de extensie). De bestandsnaam hoeft niet overeen
te komen met de naam van de sjabloon.
4. Klik op OK.
OPGESLAGEN TAAKSJABLONEN IMPORTEREN
1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de knop Taaksjablonen.
2. Klik op Importeren.
3. Blader naar de locatie met het bestand van het opgeslagen profiel
dat u wilt importeren.
1
1-13 Werken met taaksjablonen
4. Selecteer het bestand en klik vervolgens op OK.
5. Klik op OK in het dialoogvenster Taaksjablonen importeren.
O
PMERKING: Als u sjablonen importeert, worden ze in de lijst Taaksjablonen
weergegeven met de sjabloon, niet met de bestandsnaam. In de voorgaande
schermafdrukken is het bestand presentatie.sav (bestandsnaam) geïmporteerd,
maar wordt in de lijst Taaksjablonen de naam Presentatie (sjabloonnaam) weer-
gegeven.
1
1-14 Afdrukken vanaf Windows-computers
Snelkoppelingen
Het dialoogvenster Eigenschappen of Afdrukvoorkeuren beschikt over twee deelge-
bieden met snelkoppelingen: Snelkoppelingen voor afdrukopties en Pagina-snelkop-
pelingen. Deze sectie bespreekt hoe afdrukopties gewijzigd kunnen worden met deze
snelkoppelingen en hoe u het gebied van de snelkoppelingen voor afdrukopties kan
aanpassen.
OPMERKING: Hoewel de gebruikersinterfaces lichtjes van mekaar verschillen, zijn
de volgende procedures dezelfde voor zowel de PCL- als PostScript-printerstuur-
programmas.
Snelkoppelingen gebruiken
In het gedeelte Snelkoppelingen voor afdrukopties van het stuurprogramma worden
de huidige instellingen voor de meest gebruikte afdrukopties weergegeven. Met behulp
van de snelkoppelingen kunt u deze instellingen snel en eenvoudig bekijken en wijzigen
.
U kunt ook bepaalde opties voor de lay-out van paginas en de afwerking van taken
openen door met de rechtermuisknop te klikken op de afbeelding van de pagina in het
gebied van de pagina-snelkoppelingen.
Snelkoppelingen voor
afdrukopties
Pagina-snelkoppelingen
1
1-15 Snelkoppelingen
AFDRUKOPTIES INSTELLEN MET BEHULP VAN SNELKOPPELINGEN VOOR AFDRUKOPTIES
1. Plaats op het tabblad Fiery-afdrukken de muisaanwijzer op de afdrukoptie
die u wilt instellen.
De cursor verandert in een handje.
2. Klik op de geselecteerde afdrukoptie en geef de gewenste instellingen op.
De optiebalk voor afdrukken waarin zich de geselecteerde afdrukoptie bevindt, wordt
geopend, en de afdrukoptie wordt gemarkeerd. U kunt ook met de rechtermuisknop
klikken op de afdrukoptie en de instelling selecteren uit het menu dat verschijnt.
3. Klik op Toepassen om de nieuwe instellingen als standaard te gaan gebruiken of klik
op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
AFDRUKOPTIES INSTELLEN MET BEHULP VAN DE PAGINA-SNELKOPPELINGEN
1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de tab Afwerking, plaats de muisaanwijzer
op de pagina-afbeelding en klik met de rechtermuisknop.
2. Geef de gewenste instellingen op voor de afdrukopties.
3. Klik op Toepassen om de nieuwe instellingen als standaard te gaan gebruiken
of klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
1
1-16 Afdrukken vanaf Windows-computers
Snelkoppelingen voor afdrukopties aanpassen
U kunt het gedeelte Snelkoppelingen aanpassen, zodat u snel toegang krijgt
tot de meest gebruikte afdrukopties.
SNELKOPPELINGEN VOOR AFDRUKOPTIES AANPASSEN
1. Klik op Snelkoppelingen in het gedeelte Snelkoppelingen.
Het dialoogvenster Snelkoppelingen aanpassen wordt weergegeven.
-
2. Selecteer een optie die u uit de lijst Huidige snelkoppelingen wilt verwijderen
en klik op Verwijderen, of dubbelklik op de optie in de lijst Huidige snelkoppelingen
.
Het maximum afdrukopties dat weergegeven kunnen worden, is zes. Standaard
verschijnen zes afdrukopties in het gebied snelkoppelingen voor afdrukopties.
U moet een snelkoppeling verwijderen om een andere te kunnen toevoegen.
3. Selecteer een optie die u bij de lijst Huidige snelkoppelingen wilt toevoegen
en klik op Toevoegen, of dubbelklik de optie in de lijst Beschikbare snelkoppelingen
.
De nieuwe optie verschijnt onderaan de lijst Huidige snelkoppelingen.
4. Om de volgorde van de Huidige snelkoppelingen te wijzigen, selecteert u een optie
in de lijst Huidige snelkoppelingen en klikt u op Omhoog of Omlaag.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Beschikbare snelkoppelingen te sluiten.
Het gedeelte Snelkoppelingen is nu aangepast.
1
1-17 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
Bij aangepaste papierformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina.
Als u een aangepast paginaformaat definieert, kunt u dit gebruiken in toepassingen
zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document
afdrukt. Als u een aangepast paginaformaat definieert, geeft u de breedte- en lengtema-
ten op die corresponderen met respectievelijk de korte en lange zijde van uw taak.
Aangepaste paginaformaten moeten altijd op deze manier worden ingesteld, ongeacht
de instellingen voor de afdrukstand in de toepassing.
OPMERKING: Bij inslagtaken kunnen geen aangepaste paginaformaten worden gebruikt.
OPMERKING: Voor Windows NT 4.0 en Windows 2000/XP/2003 kunnen geen
aangepaste paginaformaten worden ingesteld via het tabblad Fiery-afdrukken.
Zie “Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma
voor Windows NT 4.0” op pagina 1-23 en “Werken met aangepaste paginaformaten
in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows2000/XP/2003” op
pagina 1-26 voor meer informatie.
Hoogte
Breedte
Breedte
Hoogte
Staand Liggend
1
1-18 Afdrukken vanaf Windows-computers
Werken met aangepaste paginaformaten in het
PCL-printerstuurprogramma voor Windows
Bij aangepaste papierformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina.
Wanneer u een aangepast papierformaat definieert, kunt u het gebruiken in toepassin-
gen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een docu-
ment afdrukt.
AANGEPASTE PAPIERFORMATEN DEFINIËREN MET ALLE
PCL-PRINTERSTUURPROGRAMMAS VOOR WINDOWS
1. Klik op Start.
2. Windows 98/Me/NT 4.0/2000: Kies Instellingen en klik op Printers.
Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten.
Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery EX2101 en kies
Eigenschappen (Windows 98/Me), Documentinstellingen (Windows NT) of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000/XP).
4. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron.
5. Selecteer Aangepast op het menu Paginaformaat klik dan op Aangepast.
Klik op Aangepast
1
1-19 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
6. Kies de opties om het aangepaste paginaformaat te definiëren.
Breedte
—geef de breedte van de afdruktaak op.
Lengte—geef de lengte van de afdruktaak op.
Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak.
7. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven te sluiten.
8. Klik op OK om het Fiery EX2101 printerstuurprogramma te sluiten.
AANGEPASTE PAPIERFORMATEN BEWERKEN MET ALLE
PCL-PRINTERSTUURPROGRAMMAS VOOR WINDOWS
1. Klik op Start.
2. Windows 98/Me/NT 4.0/2000: Kies Instellingen en klik op Printers.
Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten.
Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery EX2101 en kies
Eigenschappen (Windows 98/Me), Documentinstellingen (Windows NT) of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000/XP).
4. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron.
5. Selecteer Aangepast op het menu Paginaformaat klik dan op Aangepast.
6. Geef de opties in om het aangepaste papierformaat te definiëren.
Breedte
—geef de breedte van de afdruktaak op.
Lengte—geef de lengte van de afdruktaak op.
Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak.
1
1-20 Afdrukken vanaf Windows-computers
7. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven te sluiten.
8. Klik op OK om het Fiery EX2101 printerstuurprogramma te sluiten.
AANGEPASTE PAPIERFORMATEN AFDRUKKEN MET ALLE
PCL-PRINTERSTUURPROGRAMMAS VOOR WINDOWS
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer het pictogram van de Fiery EX2101 -PCL om deze als uw printer te selecteren
en klik daarna op Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron.
4. Kies Lade 5 in het menu Papierbron.
5. Kies Aangepast in het menu Paginaformaat.
6. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken.
Werken met aangepaste paginaformaten in het
PostScript-printerstuurprogramma voor Windows 98/Me
Wanneer u in het printerstuurprogramma voor Windows 98/Me PostScript
een aangepast paginaformaat definieert of bewerkt, gaat u als volgt te werk.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN MET HET WINDOWS 98/ME
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies
Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron.
1
1-21 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
4. Klik op Aangepast.
Het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven wordt weergegeven.
5. Kies de opties om het aangepaste papierformaat te definiëren.
Papiernaam
—geef een naam op voor uw aangepaste paginaformaat. De naam van het
nieuwe aangepaste papierformaat wordt weergegeven in het menu Documentgrootte.
Breedte—geef de breedte van de afdruktaak op.
Lengte—geef de lengte van de afdruktaak op.
Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak.
Dwars—schakel deze optie in als u de breedte- en lengtematen wilt omdraaien,
zodat deze overeenkomen met de papierinvoerrichting van de afdruktaak.
Klik op Aangepast
1
1-22 Afdrukken vanaf Windows-computers
6. Klik op OK.
7. Klik op Niet-afdrukbaar gebied, voer de gewenste gegevens in en klik op OK
om het niet-afdrukbare gebied van de aangepaste pagina te definiëren.
8. Klik opnieuw op OK.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN MET HET WINDOWS 98/ME
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies
Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron.
4. Kies in het menu Paginaformaat de naam van de aangepaste pagina die u wilt
bewerken.
5. Klik op Aangepast.
Het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven wordt weergegeven.
6. Bewerk de instellingen zoals beschreven in de vorige procedure, en klik op OK.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN AFDRUKKEN MET HET WINDOWS 98/ME
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer het pictogram van de Fiery EX2101 PS als uw printer en klik op
Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron.
4. Kies Lade 5 op het menu Papierbron.
5. Kies het aangepast paginaformaat in de lijst Paginaformaat.
6. Klik op de optiebalk Lay-out en selecteer een instelling van Afdrukstand, afhankelijk
van de manier waarop het papier met aangepast formaat geladen is.
7. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken.
1
1-23 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
Werken met aangepaste paginaformaten in het
PostScript-printerstuurprogramma voor Windows NT 4.0
Bij aangepaste papierformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina.
Als u een aangepast paginaformaat definieert, kunt u dit gebruiken in toepassingen
zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een
document afdrukt.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN MET HET WINDOWS NT 4.0
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies Document
Standaardwaarden document.
3. Klik op het tabblad Pagina-instelling.
1
1-24 Afdrukken vanaf Windows-computers
4. Selecteer Aangepast paginaformaat PostScript in de lijst Papierformaat.
Het dialoogvenster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript)
wordt geopend.
5. Kies de opties om het aangepaste papierformaat te definiëren.
Afmetingen van de aangepaste pagina—geef de breedte en hoogte op van
de afdruktaak.
Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak.
Papierinvoerrichting—kies de richting van de papierinvoer voor de afdruktaak.
Papiertype—selecteer de papiersoort voor de afdruktaak.
Verschuivingen ten opzichte van de papierinvoerrichting—geef de verschuivingen
(marges) van de afdruktaak op ten opzichte van de papierinvoerrichting.
6. Klik op OK.
7. Klik op OK om het dialoogvenster Documentinstellingen te sluiten.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN MET HET WINDOWS NT 4.0
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies
Standaardwaarden document.
1
1-25 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
3. Klik op het tabblad Geavanceerd.
4. Wanneer PostScript aangepaste paginagrootte reeds geselecteerd is als papierformaat,
klikt u op de knop Aangepaste paginagrootte bewerken. In het andere geval selecteert
u PostScript aangepaste paginagrootte in de lijst Papierformaat, en klikt u daarna
op de knop Aangepaste paginagrootte bewerken.
Het dialoogvenster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript) wordt
geopend.
5. Bewerk de instellingen zoals beschreven op pagina 1-24 en klik op OK.
AFDRUKKEN OP AANGEPASTE PAGINAFORMATEN MET HET WINDOWS NT 4.0
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer de Fiery EX2101 PS als uw printer en klik op Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron.
4. Kies Lade 5 op het menu Papierbron.
1
1-26 Afdrukken vanaf Windows-computers
5. Selecteer Aangepast paginaformaat PostScript in de lijst Paginaformaat.
6. Klik op de optiebalk Lay-out en selecteer een instelling van Afdrukstand,
afhankelijk van de manier waarop het papier met aangepast formaat geladen is.
7. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken.
Werken met aangepaste paginaformaten in het
PostScript-printerstuurprogramma voor Windows2000/XP/2003
Bij aangepaste papierformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina.
Wanneer u een aangepast paginaformaat hebt gedefinieerd, kunt u het gebruiken
in toepassingen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer
u een document afdrukt.
OPMERKING: Windows 2000/XP/2003 hebben een vergelijkbare interface voor het
instellen van opties en het maken van afdrukken. Bij de volgende procedures worden
Windows 2000-afbeeldingen gebruikt en worden eventuele verschillen in Windows
XP/2003 apart aangegeven.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN MET HET WINDOWS 2000/XP/2003
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Klik op Start.
2. Windows 2000: Kies Instellingen en klik op Printers.
Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten.
Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten.
3. Klik met de rechtermuisknop op hetFiery EX2101 PS-pictogram en kies Printing
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4. Klik op de tab Papier/Kwaliteit.
1
1-27 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
5. Klik op Geavanceerd.
6. Selecteer PostScript aangepaste paginagrootte in de lijst Papierformaat.
Het dialoogvenster Definitie voor PostScript aangepaste paginagrootte (PostScript)
wordt geopend.
1
1-28 Afdrukken vanaf Windows-computers
7. Kies de opties om het aangepaste papierformaat te definiëren.
Aangepaste pagina-afmetingen
—geef de breedte en hoogte op van de afdruktaak.
Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak.
Invoerrichting—kies de richting van de papierinvoer voor de afdruktaak.
Papiertype—selecteer de papiersoort voor de afdruktaak.
Afstand tot rand ten opzichte van invoerrichting—geef de verschuivingen (marges) van
de afdruktaak op ten opzichte van de papierinvoerrichting.
8. Klik op OK om het dialoogvenster Definitie voor PostScript aangepaste paginagrootte
te sluiten.
9. Klik op OK om het dialoogvenster Geavanceerde opties te sluiten.
10. Klik op OK om het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken te sluiten.
U kunt het aangepaste paginaformaat nu opgeven vanuit een toepassing.
OPMERKING: Open het tabblad Papier/Kwaliteit alleen om aangepaste paginafor-
maten te definiëren of te bewerken. Stel de resterende afdrukopties in op het
tabblad Fiery-afdrukken.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN MET HET WINDOWS 2000/XP/2003
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Klik op Start.
2. Windows 2000: Kies Instellingen en klik op Printers.
Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten.
Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten.
3. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies Printing
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
1
1-29 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
4. Klik op de tab Papier/Kwaliteit.
5. Klik op Geavanceerd.
6. Selecteer Aangepast paginaformaat PostScript in de lijst Papierformaat.
Het dialoogvenster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript) wordt
geopend. Als dat niet gebeurt, klikt u op de knop Aangepast paginaformaat bewerken.
7. Bewerk de instellingen zoals beschreven op pagina 1-28 en klik op OK.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN MET HET WINDOWS 2000/XP/2003
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer de Fiery EX2101 als uw printer en klik op Eigenschappen.
3. Klik op de tab Papier/Kwaliteit en klik dan op Geavanceerd.
4. Selecteer PostScript aangepaste paginagrootte in de lijst Paginaformaat.
5. Controleer de instellingen voor het aangepaste paginaformaat en klik op OK.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Geavanceerde opties te sluiten.
7. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron.
8. Kies Lade 5 op het menu Papierbron.
9. Klik op de optiebalk Lay-out en selecteer een instelling van Afdrukstand,
afhankelijk van de manier waarop het papier met aangepast formaat geladen is.
10. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken.
1
1-30 Afdrukken vanaf Windows-computers
De status van de Xerox 2101 kopieermachine
controleren
U kunt de status van de verbruiksartikelen van de kopieermachine raadplegen
op het tabblad Printerstatus van het PostScript-printerstuurprogramma.
DE STATUS VAN DE VERBRUIKSARTIKELEN VAN DE XEROX 2101
KOPIEERMACHINE CONTROLEREN
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer de Fiery EX2101 PS of PCL als uw printer en klik op Eigenschappen.
3. Klik op de tab Printerstatus en klik op Bijwerken.
De optie Tweerichtingscommunicatie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg
de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie.
1
1-31 Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken
Papier
Lade
—Toont de naam van de lade.
Niveau—Hier ziet u de hoeveelheid papier die nog aanwezig is in de desbetreffende
papierlade.
Formaat—Hier ziet u het formaat van het papier in de desbetreffende papierlade.
Afmetingen—Hier ziet u de afmetingen van het papier in de desbetreffende papierlade.
Mediumtype—Hier ziet u het mediumtype van het papier in de desbetreffende
papierlade.
Status van apparaat
Dit gebied geeft de huidige status weer van de Xerox 2101 kopieermachine.
Bestanden opslaan om op een externe locatie
af te drukken
Als u ter plaatse niet beschikt over een Fiery EX2101 en u bestanden voorbereidt
die
u wilt afdrukken bij een servicebureau of op een andere locatie, kunt u de
definitieve
bestanden afdrukken naar een bestand (in plaats van een lokale poort).
U kunt ook afdrukken naar een bestand als u een bestand wilt maken dat u met
behulp van Fiery Downloader kunt downloaden. Raadpleeg de Windows-
documentatie voor instructies voor het afdrukken naar een bestand.
2
2-1 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus)
Afdrukken naar de Fiery EX2101 gaat op dezelfde manier als afdrukken naar andere
printers
. Selecteer, als u met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus) werkt,
eerst
de Fiery EX2101 als de huidige printer in de Kiezer en maak vervolgens een afdruk
van een
bestand vanuit de desbetreffende toepassing. Als u Mac OS X (Native-modus)
gebruikt
, kunt u de printer kiezen en het bestand afdrukken vanuit de toepassing.
Daarnaast kunt u bestanden naar de Fiery EX2101 downloaden met behulp van
Fiery Downloader (zie Hoofdstuk 4) en documenten afdrukken met Fiery E-mail
Services (zie Hoofdstuk 8).
Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder
of Mac OS X (Classic-modus)
Voordat u vanuit toepassingen kunt afdrukken naar de Fiery EX2101, moet u de
Fiery EX2101
selecteren in de Kiezer. Vervolgens kunt u met behulp van het Adobe
PostScript-printer
stuurprogramma en het juiste printerdefinitiebestand veel
verschillende afdrukfuncties
van de Fiery EX2101 besturen door in de afdrukvensters
specifieke taakinstellingen op te geven.
Afdrukopties instellen en afdrukken
In Macintosh-toepassingen kunt u afdrukopties instellen in twee verschillende
dialoogvensters: Pagina-instelling en Print. Zie Bijlage A voor nadere informatie over
specifieke afdrukopties.
OPMERKING: Sommige standaard afdrukopties worden door de beheerder ingesteld
tijdens de Setup. Neem contact op met de beheerder of de operator voor informatie
over de huidige standaardinstellingen van de server.
Hoofdstuk 2:
Afdrukken
vanaf Macintosh-
computers
2
2-2 Afdrukken vanaf Macintosh-computers
AFDRUKOPTIES INSTELLEN EN AFDRUKKEN MET HET
ADOBEPS-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Open een bestand en kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing.
2. Kies Paginakenmerken in het dialoogvenster dat wordt weergegeven.
Selecteer de Fiery EX2101 als uw printer.
OPMERKING: De dialoogvensters voor pagina-instelling verschillen per toepassing.
3. Selecteer de pagina-instellingen voor uw afdruktaak.
4. Klik op OK.
5. Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.
2
2-3 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus)
6. Selecteer de Fiery EX2101 als printer en geef instellingen op voor de afdrukopties
die worden weergegeven.
O
PMERKING: De dialoogvensters van de optie Print verschillen van toepassing
tot toepassing.
Kies de gewenste papierlade voor de taak in de vervolgkeuzelijst Papierinvoer.
U kunt bijvoorbeeld opgeven dat de taak moet worden afgedrukt op papier uit lade 1
.
De gekozen papierbron geldt alleen voor de huidige afdruktaak.
OPMERKING: Als het formaat, de afdrukstand of het mediatype van het papier in de
gekozen papierlade niet overeenkomt met de instellingen van de afdruktaak die u naar
de printer stuurt, geeft de Fiery EX2101 een foutbericht weer en wordt de taak niet
afgedrukt. Laad het juiste papier in de geselecteerde lade of annuleer de taak.
2
2-4 Afdrukken vanaf Macintosh-computers
7. Kies Fiery-taakopmerkingen.
Geef voor veilig drukken een wachtwoord in (tot 10 alfanumerieke tekens) in het veld
Beveiligd afdrukken. Wanneer u in dit veld een wachtwoord ingeeft, wordt uw afdruk-
taak behouden op de Fiery EX2101 en afgedrukt wanneer u het wachtwoord ingeeft
op het
confuguratiescherm van de Fiery EX2101. Zie
“Beveiligd afdrukken op
pagina A-20
voor meer informatie
.
Geef een accountnaam op in het veld Groepsnaam. De Groepsnaam wordt weerge-
geven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. De accountnaam
wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kunt u deze informatie geven.
Geef een wachtwoord op in het veld Groepspassword. Het groepswachtwoord wordt
versleuteld weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Het wachtwoord wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kunt u deze
informatie geven.
Als de accountnaam en het wachtwoord die u hebt ingegeven overeenkomen met
degene die de beheerder heeft gedefinieerd, wordt uw taak afgedrukt. Als ze niet
overeenkomen, treedt er een fout op en wordt uw taak in de wachtrij geplaatst.
De beheerder of de operator kan de groepsnaam en het groepswachtwoord bewerken
via het venster Eigenschappen van Command WorkStation/Command WorkStation
LE en het dialoogvenster Override Print Options (Printerinstellingen tijdelijk vervan-
gen) van Fiery WebSpooler/Fiery Spooler . De Groepsnaam wordt weergegeven in het veld
Opmerkingen 2 in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Kies Fiery-taakopmerkingen
2
2-5 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus)
OPMERKING: De opties Groepsnaam en Groepspassword zijn niet beschikbaar wanneer
u afdrukt naar de directe verbinding.
De operator kan de gegevens die u in het opmerkinggebied invoert, bekijken met
de hulpmiddelen voor taakbeheer; ze worden ook in het takenlogboek weergegeven.
De operator kan geen opmerkingen bewerken of wissen.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen
voor taakbeheer.
In het veld Instructies kunt u instructies voor de operator invoeren voor de taak.
Deze instructies kunnen worden weergegeven in Command WorkStation, maar
worden niet in het takenlogboek vastgelegd. Deze instructies kunnen wel door de
operator bewerkt worden.
8. Kies Printerspecifieke opties en geef de gewenste instellingen voor de afdruktaak op.
Deze afdrukopties zijn specifiek voor de Fiery EX2101 en de kopieermachine (gebruik de
schuifbalk om alle opties weer te geven). Deze instellingen hebben voorrang boven de
instellingen die zijn opgegeven in de Printerinstellingen van Fiery EX2101, maar
kunnen op hun beurt weer worden gewijzigd met de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Als u Standaardwaarden van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen
die zijn opgegeven tijdens de Setup.
Zie
Bijlage A
voor nadere informatie over deze opties en de prioriteit van instellingen
.
Kies Printerspecifieke opties
2
2-6 Afdrukken vanaf Macintosh-computers
Sommige afdrukopties, zoals Soft Collate (Sorteer), Soft Reverse Order (Omgekeerde
volgorde) en Manual Duplex (Handmatig dubbelzijdig afdrukken) die kunnen worden
geselecteerd vanuit een toepassing of via het Adobe PS-printerstuurprogramma, zijn
vergelijkbaar met de afdrukopties die beschikbaar zijn in het dialoogvenster Printer-
specifieke opties. In deze gevallen geeft u de afdrukoptie op vanuit het dialoogvenster
Printerspecifieke opties. Soms worden bestanden door toepassingen niet goed voor-
bereid voor afdrukken op de Fiery EX2101, zodat onverwachte afdrukfouten kunnen
optreden en de verwerking langer kan duren.
OPMERKING:
Als het formaat, de afdrukstand of het mediatype van het papier in de
gekozen papier
lade niet overeenkomt met de instellingen van de afdruktaak die u naar
de printer stuurt, geeft de Fiery EX2101 een foutbericht weer en wordt de taak niet
afgedrukt. Laad het juiste papier in de geselecteerde lade of annuleer de taak.
OPMERKING: Als u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft, kan er een dialoogvenster
worden weergegeven. Volg de instructies op het scherm om het conflict op te lossen.
9. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken als standaardinstellingen, klikt u op
Bewaar Instellingen.
10. Klik op Print.
Aangepaste paginaformaten definiëren
Bij aangepaste paginaformaten kunt u zelf de afmetingen en marges van de pagina
definiëren. Nadat u een aangepast paginaformaat gedefinieerd hebt, kunt u dit
gebruiken in toepassingen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren
wanneer u een document afdrukt.
EEN AANGEPAST PAGINAFORMAAT DEFINIËREN
1. Kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing.
2. Kies als Papier Aangepast.
3. Kies Standaard aangepast papierformaat.
2
2-7 Aangepaste paginaformaten definiëren
4. Voer de afmetingen en marges voor de pagina in.
5. Klik op de vervolgkeuzelijst PPD-bereik als u de minimum- en maximumformaten
wilt bekijken.
Er wordt een foutbericht weergegeven als u een ongeldig formaat invoert.
Klik op Annuleer en voer formaten in die binnen het PPD-bereik vallen.
6. Als u dit aangepaste paginaformaat wilt opslaan, voert u een naam in en klikt
u op Voeg toe.
Opgeslagen aangepaste papierformaten zijn beschikbaar in de lijst met papierformaten
rechtsboven in het dialoogvenster. Als u een opgeslagen aangepast papierformaat wilt
verwijderen, selecteert u het formaat in de lijst en klikt u op Verwijder.
7. Klik op OK.
EEN OPGESLAGEN AANGEPAST PAGINAFORMAAT BEWERKEN
1. Kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing.
2. Kies Standaard aangepast papierformaat.
3. Selecteer de naam van het aangepaste paginaformaat.
4. Bewerk de afmetingen en marges voor de pagina.
5. Klik op Voeg toe.
6. Vervang de bestaande naam voor het aangepaste paginaformaat en klik op OK.
Voer een aangepaste
paginanaam in
Namen van aangepaste
pagina’s worden hie
r
weergegeven
Limieten voor geselecteerde
afmetingen worden hier weer-
gegeven
Kies Standaard aangepast
papierformaat
2
2-8 Afdrukken vanaf Macintosh-computers
EEN AANGEPAST PAGINAFORMAAT AFDRUKKEN
1. Kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing.
2.
Kies Aangepast of de naam van het aangepaste paginaformaat in de
vervolgkeuzelijst Papier
.
3. Klik op OK.
4. Kies Print in het Archief-menu van de toepassing.
Geef de gewenste afdrukopties op.
5. Klik op Print.
U kunt ook een nieuw aangepast papierformaat definiëren in het dialoogvenster
Aangepast papierformaat wanneer u naar de Fiery EX2101 afdrukt. Als u afmetingen
opgeeft
die overeenkomen met een bepaald vast papierformaat, verwerkt de
Fiery EX2101 de taak als een afdruktaak voor dat papierformaat.
Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS X
(Native-modus)
Nadat u de printerbeschrijvingsbestanden van de Fiery EX2101 hebt geïnstalleerd met
behulp
van de PPD Installer, kunt u rechtstreeks afdrukken vanuit de meeste Mac OS
X-toepassingen. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie
over de installatie van printerbeschrijvingsbestanden met behulp van de PPD Installer.
Afdrukopties instellen en afdrukken
In Macintosh OS X-toepassingen kunt u afdrukopties instellen in twee verschillende
dialoogvensters: Pagina-instelling en Print. Zie Bijlage A voor nadere informatie over
specifieke afdrukopties.
OPMERKING: Sommige standaard afdrukopties worden door de beheerder ingesteld
tijdens de Setup. Vraag de systeembeheerder of de operator om informatie over de
huidige standaardinstellingen van de server.
2
2-9 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS X (Native-modus)
AFDRUKOPTIES INSTELLEN EN AFDRUKKEN MET HET
POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Open een bestand en kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing.
2. Kies in het dialoogvenster dat wordt weergegeven Paginakenmerken bij Instellingen
en de Fiery EX2101 bij Stel in voor.
3. Selecteer de pagina-instellingen voor uw afdruktaak.
4. Klik op OK.
5. Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing.
6. Selecteer de Fiery EX2101 als uw printer en kies een optiecategorie uit
de vervolgkeuzelijst.
U kunt de instellingen voor de afdrukopties wijzigen voor elke categorie.
Kies een afdrukcategorie
2
2-10 Afdrukken vanaf Macintosh-computers
7. Kies Fiery Job Notes (Fiery-taakopmerkingen).
Geef voor veilig drukken een wachtwoord in (tot 10 alfanumerieke tekens) in het veld
Beveiligd afdrukken. Wanneer u in dit veld een wachtwoord ingeeft, wordt uw afdruk-
taak behouden op de Fiery EX2101 en afgedrukt wanneer u het wachtwoord ingeeft
op het confuguratiescherm van de Fiery EX2101.
Geef een accountnaam op in het veld Groepsnaam. De Groepsnaam wordt weerge-
geven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. De accountnaam
wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kan u deze informatie geven.
Geef een wachtwoord op in het veld Groepspassword. Het groepswachtwoord wordt
versleuteld weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Het wachtwoord wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kan u deze
informatie geven.
Kies Fiery Job Notes
2
2-11 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS X (Native-modus)
Als de accountnaam en het wachtwoord die u hebt ingegeven overeenkomen met
degene die de beheerder heeft gedefinieerd, wordt uw taak afgedrukt. Als ze niet
overeenkomen, treedt er een fout op en wordt uw taak in de wachtrij geplaatst.
De beheerder of de operator kan de groepsnaam en het groepswachtwoord bewerken
via het venster Eigenschappen van Command WorkStation/Command WorkStation
LE en het dialoogvenster Override Print Options (Printerinstellingen tijdelijk vervan-
gen) van Fiery WebSpooler/Fiery Spooler. De Groepsnaam wordt weergegeven in het
veld Opmerkingen 2 in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
OPMERKING: De opties Groepsnaam en Groepspassword zijn niet beschikbaar wanneer
u afdrukt naar de directe verbinding.
De operator van het kan de gegevens die u in het opmerkinggebied invoert, bekijken
met de hulpmiddelen voor taakbeheer; ze worden ook in het takenlogboek weerge-
geven. De operator kan geen opmerkingen bewerken of wissen.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen
voor taakbeheer.
In het veld Instructies kunt u instructies voor de operator invoeren voor de taak.
Deze instructies kunnen worden weergegeven in Command WorkStation/Command
WorkStation LE, maar worden niet in het takenlogboek vastgelegd. Deze instructies
kunnen wel door de operator bewerkt worden.
Als u beslist de informatie in een of meer velden niet naar de Fiery EX2101 te
verzenden, maakt u het selectievakje links van de optienaam leeg. U hoeft de
informatie in het
veld niet te verwijderen. Als het selectievakje niet leeggemaakt is,
wordt de informatie
die u hebt ingevoerd opgeslagen maar niet naar de
Fiery EX2101 verzonden.
2
2-12 Afdrukken vanaf Macintosh-computers
8. Kies Printerfuncties en geef de gewenste instellingen op voor uw taak.
Deze afdrukopties zijn specifiek voor de Fiery EX2101 en de kopieermachine; u moet
een specifieke Functieset kiezen om alle opties te zien. Deze instellingen hebben
voorrang boven de instellingen die zijn opgegeven in de Printerinstellingen van
Fiery EX2101, maar kunnen op hun beurt weer worden gewijzigd met de
hulpmiddelen voor taakbeheer.
Als u Standaardwaarden van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instel-
lingen die zijn opgegeven tijdens de Setup.
Zie
Bijlage A
voor nadere informatie over deze opties en de prioriteit van instellingen
.
Sommige afdrukopties, zoals Soft Collate (Sorteer), Soft Reverse Order (Omgekeerde
volgorde) en Manual Duplex (Handmatig dubbelzijdig afdrukken) die kunnen worden
geselecteerd vanuit een toepassing of via het PostScript-printerstuurprogramma, zijn
vergelijkbaar met de afdrukopties die beschikbaar zijn in het dialoogvenster Printer-
functies. In deze gevallen geeft u de afdrukoptie op vanuit het dialoogvenster Printer-
functies. Soms worden bestanden door de toepassingen of het PostScript-printerstuur-
programma niet goed voorbereid voor afdrukken op de Fiery EX2101, zodat
onverwachte afdrukfouten kunnen optreden en de verwerking langer kan duren.
OPMERKING: Als u een ongeldige instelling of combinatie van instellingen selecteert bij
het afdrukken van een document, wordt geen foutbericht weergegeven. Zo kunt u
bijvoorbeeld dubbelzijdig afdrukken op transparanten kiezen. Ongeldige instellingen
en combinaties van instellingen worden genegeerd door de Fiery EX2101.
9. Klik op Print.
Kies een afdrukcategorie
Een specifieke functieset kiezen
3
3-1 Afdrukken naar de Fiery EX2101
U kunt vanaf UNIX-werkstations rechtstreeks afdrukken naar de Fiery EX2101. Taken
die u afdrukt naar de Fiery EX2101, worden verzonden naar de afdrukwachtrij of de
blok
keringswachtrij en kunnen vanaf Command WorkStation/Command WorkStation
LE
of vanaf Windows- en Macintosh-computers in het netwerk worden beheerd met
behulp van Fiery Spooler.
OPMERKING: Als u afdrukt naar de blokkeringswachtrij, moet de operator tussenkomen
vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer. Taken die naar de blokkeringswachtrij worden
verzonden, worden doorgestuurd naar de vaste schijf en daar geblokkeerd.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het gebruik van de hulp-
middelen voor taakbeheer.
De naam van de wachtrij en van de Fiery EX2101-printer worden vastgesteld door
de systeembeheerder. Neem contact op met de systeembeheerder voor de namen van de
wachtrijen
.
Raadpleeg de documentatie van uw UNIX-systeem voor informatie over het instellen
van afdrukken via TCP/IP.
Afdrukken naar de Fiery EX2101
U kunt met UNIX-opdrachten PostScript-bestanden en tekstbestanden afdrukken
naar de Fiery EX2101. Doorgaans kunt u de normale afdrukopdrachten (lpr, lpq,
lprm)
gebruiken om afdruktaken naar de Fiery EX2101 te verzenden.
Raadpleeg de desbetreffende
pagina's in de UNIX-handleiding of andere documentatie
voor informatie over UNIX-opdrachten.
OPMERKING: U kunt in UNIX alleen PCL-, PostScript- en ASCII-tekstbestanden
afdrukken.
Hoofdstuk 3:
Afdrukken
vanaf
UNIX-
werkstations
3
3-2 Afdrukken vanaf UNIX- werkstations
AFDRUKKEN VANUIT UNIX
Op systemen met Solaris 8 stuurt u een taak naar de Fiery EX2101 met de opdracht
lpr. De syntaxis van deze opdracht ziet er als volgt uit:
lp -d <printernaam> -n <exemplaren><bestandsnaam>
Als de afdrukwachtrij van de Fiery EX2101 bijvoorbeeld de naam afdrukserver heeft
en de bestandsnaam Proef is terwijl u twee exemplaren wilt afdrukken, gebruikt
u de volgende opdrachtregel:
lp -d afdrukserver -n 2 Proef
EEN LIJST OPVRAGEN MET DE TAKEN IN EEN WACHTRIJ
Op systemen met Solaris 8 gebruikt u de opdracht lpstat om een lijst op te vragen
met de taken in een wachtrij, als volgt:
lpstat -o <printernaam>
Als de afdrukwachtrij van de Fiery EX2101 bijvoorbeeld de naam afdrukserver heeft,
gebruikt u deze opdrachtregel:
lpstat -o afdrukserver
De inhoud van de wachtrij wordt vervolgens weergegeven op het werkstation.
TAKEN VERWIJDEREN UIT DE WACHTRIJ
OPMERKING: U kunt alleen uw eigen taken verwijderen, tenzij u bent aangemeld
als gebruiker met toegang tot de root.
Op systemen met Solaris 8 gebruikt u voor het verwijderen van taken uit een wachtrij
de opdracht Cancel.
cancel <printernaam> <taaknummer>
Als u bijvoorbeeld de taak met het nummer 123 wilt verwijderen uit de afdrukwachtrij
van de Fiery EX2101 met de naam afdrukserver, gebruikt u deze opdrachtregel:
cancel afdrukserver 123
4
4-1 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader
Met Fiery Downloader en WebDownloader kunt u PS-bestanden (PostScript),
EPS-bestanden (Encapsulated PostScript), TIFF-bestanden (Tagged Image File
Format), VPS-bestanden (Creo Variable Print Specification) en PDF-bestanden
(Portable Document Format) rechtstreeks naar de Fiery EX2101 afdrukken zonder
de toepassing te openen waarin de bestanden zijn gemaakt. Met Fiery Downloader
kunt u tevens printerlettertypen op de Fiery EX2101 beheren.
U kunt Fiery Downloader of Fiery WebDownloader ook gebruiken vanaf een extern
werkstation. Fiery Voor Downloader en Fiery WebDownloader is een netwerkverbinding
vereist. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor informatie over het instal-
leren en configureren van Fiery Downloader en WebDownloader voor ondersteunde
netwerkprotocollen.
OPMERKING: De versies van Fiery Downloader en WebDownloader voor Windows
en Macintosh zijn grotendeels identiek; de verschillen worden vermeld in deze sectie.
Als beide
vensters of dialoogvensters worden afgebeeld, is het eerste venster dat van de
Windows-
versie en wordt het gevolgd door de Macintosh-versie.
U kunt ook bestanden en lettertypen downloaden met behulp van de functie
Importeren in Command WorkStation. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer
voor meer informatie.
Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader
Met Fiery Downloader of WebDownloader kunt u het volgende doen:
•De status van de Fiery EX2101 controleren.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar in Fiery WebDownloader, maar wel via
WebStatus.
•PostScript-, EPS-, TIFF-, VPS- en PDF-bestanden afdrukken naar de
Fiery EX2101.
OPMERKING: Download PPML-bestanden door ze te importeren, gebruikmakend van
Command WorkStation. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over
het importeren van bestanden met Command WorkStation,.
Hoofdstuk 4:
Bestanden
en lettertypen
downloaden
4
4-2 Bestanden en lettertypen downloaden
•De printerlettertypen op de vaste schijf van de Fiery EX2101 beheren (voor deze
functie moet de directe verbinding zijn gepubliceerd op de Fiery EX2101).
OPMERKING: Fiery Downloader en Fiery WebDownloader zijn speciaal voor de
Fiery EX2101 ontworpen; de programma's kunnen niet worden gebruikt met een
andere printer.
INFORMATIE WEERGEVEN MET FIERY DOWNLOADER
1. Dubbelklik op het pictogram Fiery Downloader of kies Fiery Downloader via
Start >Programma’s.
2. Selecteer de Fiery EX2101 in het venster Printers of de Kiezer en klik op OK
(Windows) of op Connect (Verbinden) (Macintosh).
Het statusvenster van Fiery Downloader wordt geopend. Hierin ziet u de werkbalk,
de menu's en de statusbalk van Fiery Downloader.
Hier ziet u de status van de verwerking, de naam
van
de gebruiker die de taak heeft verzonden en
de naam van het document dat momenteel wordt
verwerkt
Hier ziet u een voortgangsbalk waarin de voort-
gang van de taak dynamisch wordt weergegeven
Hier ziet u de hoeveelheid beschikbare
schijfruimte
Hier ziet u de status van de server, de naam van de
gebruiker die de taak heeft verzonden en de
naam
van het document dat momenteel wordt
4
4-3 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader
Op de werkbalk boven aan het venster staan knoppen voor een aantal menufuncties.
Openen
Klik hierop om verbinding te maken met een andere
Fiery EX2101.
Downloaden Klik hierop om een bestand of lettertype te down-
loaden naar de Fiery EX2101.
Status Als u de lettertypelijst bekijkt, klikt u hierop
om het statusvenster voor de huidige
Fiery EX2101 weer te geven.
Lettertypelijst
Als u het statusvenster bekijkt, klikt u hierop om een
lijst met printerlettertypen op de vaste schijf van
de Fiery EX2101 weer te geven.
Info Fiery
Downloader
(alleen
Windows)
Klik hierop om versie-informatie te bekijken over
Fiery Downloader.
Hier ziet u een voortgangsbalk waarin de voort-
gang van de taak dynamisch wordt weergegeven
Hier ziet u de hoeveelheid beschikbare
schijfruimte
Hier ziet u de status van de verwerking, de naam
van de gebruiker die de taak heeft verzonden
en de naam van het document dat momenteel
wordt verwerkt
Hier ziet u de status van de server, de naam van
de gebruiker die de taak heeft verzonden en de
naam van het document dat momenteel wordt
afgedrukt
4
4-4 Bestanden en lettertypen downloaden
3. Als u lettertypegegevens in het venster wilt bekijken, klikt u op de knop
Lettertypelijst of kiest u Lettertypelijst in het menu Bestand.
4. Als u een andere Fiery EX2101 wilt selecteren, kiest u Openen in het menu Bestand of
klikt u op de knop Openen.
5. Selecteer de Fiery EX2101 in het dialoogvenster dat wordt weergegeven en klik
vervolgens op OK (Windows) of Connect (Verbinden) (Macintosh).
6.
Kies Sluiten in het menu Bestand om het statusvenster te sluiten. Als u Fiery Downloader
wilt afsluiten, kiest u de optie Afsluiten (Windows) of Stop (Macintosh) in het menu
Bestand.
7. Klik op Downloaden.
Bestanden of printerlettertypen downloaden
U kunt verschillende typen bestanden en lettertypen downloaden naar de
Fiery EX2101.
U kunt een beperkt aantal afdrukopties instellen voor bestanden
die u wilt downloaden.
BESTANDEN OF LETTERTYPEN DOWNLOADEN MET FIERY DOWNLOADER
1. Gebruik de gewenste toepassing om een bestand te maken.
U kunt een PostScript- of PDF-bestand opslaan door de desbetreffende optie in het dia-
loogvenster voor afdrukken van de toepassing te selecteren. In sommige toepassingen
kunt u bestanden ook als TIFF- of EPS-bestand opslaan.
Als u problemen ondervindt met het afdrukken van EPS-bestanden met Fiery
Downloader, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken vanuit de toepassing
waarin u het hebt gemaakt.
2. Start Fiery Downloader.
4
4-6 Bestanden en lettertypen downloaden
4. Kies het bestandstype dat moet worden weergegeven in de lijst Bestandstypen
(Windows) of Weergave (Macintosh).
Wanneer u Alle bekende indelingen kiest, worden alle bestandstypen weergegeven
die door Fiery Downloader worden ondersteund.
U kunt bestanden en lettertypen in één bewerking downloaden. Als de lettertypen
worden gebruikt door bestanden in dezelfde groep, worden de lettertypen als eerste
gedownload.
5.
Kies bij Verbindingstype (Windows) of Wachtrij (Macintosh) de bestemming waarnaar
u de bestanden wilt downloaden.
De opties in dit menu zijn afhankelijk van de instellingen op uw locatie. De mogelijke
selecties zijn Afdrukwachtrij (Windows) of Print (Macintosh), Blokkeringswachtrij
(Windows) of Blokkeren (Macintosh) en Directe verbinding (Windows) of Direct
(Macintosh). U kunt alleen de verbindingen selecteren die door de systeembeheerder
zijn ingeschakeld.
U kunt via directe verbinding geen PDF- of TIFF-bestanden afdrukken. Als u directe
verbinding kiest, wordt de taak in de afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens afgedrukt.
Als de afdrukwachtrij niet is ingeschakeld, wordt de taak in de blokkeringswachtrij ge-
plaatst. Daarna moet de operator de taak vrijgeven voor afdrukken.
OPMERKING:
Als u lettertypen wilt downloaden, moet u de directe verbinding gebruiken
(zorg ervoor
dat de directe verbinding is gepubliceerd op de Fiery EX2101). Als u geen
toegang hebt tot de directe verbinding, moet u speciale lettertypen die in het bestand
worden gebruikt in het bestand insluiten.
6. Selecteer de bestandsnaam en klik op Bestand(en) toevoegen (Windows) of Open
(Macintosh).
In het veld Bestandsnaam (Windows) wordt de naam van het geselecteerde bestand
weergegeven voordat u op Toevoegen klikt.
U kunt bladeren naar diverse stations en mappen om de bestanden te selecteren die
u wilt downloaden. Klik op Alles toevoegen (Macintosh) om alle bestanden in een
map toe te voegen.
U kunt meerdere opeenvolgende bestanden selecteren (Windows) door het eerste bestand
te selecteren en vervolgens Shift ingedrukt te houden en op het laatste bestand te klikken.
Wanneer u de Ctrl-toets ingedrukt houdt, kunt u klikken op meerdere niet-opeen
-
volgende bestanden om deze te selecteren.
4
4-7 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader
Als u besluit een geselecteerd bestand niet te downloaden, selecteert u het bestand in de
lijst Deze bestanden downloaden (Windows) / Bestanden voor downloaden (Macintosh)
en klikt u op Bestand(en) verwijderen (Windows) of Verwijderen (Macintosh).
Klik op Alles verwijderen (Macintosh) als u alle bestanden wilt verwijderen uit de lijst
Bestanden voor downloaden.
7.
Als u de kenmerken van een te downloaden bestand wilt wijzigen, selecteert u het
bestand
en klikt u op Opties.
8. Voer in het dialoogvenster de volgende gegevens in en klik op OK.
De opties die u opgeeft, zijn uitsluitend van toepassing op het geselecteerde bestand.
U kunt voor elk bestand verschillende opties instellen of de standaardwaarden accepteren.
Aantal—Geef het aantal exemplaren op.
Helderheid (alleen bij PostScript- en EPS-bestanden)—Wijzig de helderheid als een
bestand er te licht of te donker uitziet. Kies 85% voor een aanzienlijk lichtere afbeelding,
115% voor een aanzienlijk donkerdere afbeelding of een tussenliggend percentage voor
een andere helderheid.
Dialoogvenster PostScript-opties (Windows)
Dialoogvenster PDF-opties (Windows)
Dialoogvenster PS-opties (Macintosh) Dialoogvenster PDF-opties (Macintosh)
4
4-8 Bestanden en lettertypen downloaden
OPMERKING:
In sommige toepassingen, waaronder Adobe Photoshop, kunt u
overdrachtsfuncties ge
bruiken waarbij u de dichtheid voor een afbeelding kunt
instellen. Als er in het bestand dat u wilt afdrukken ook overdrachtfuncties zijn
gebruikt, heeft de optie Helderheid in
Fiery Downloader geen effect. Raadpleeg de
documentatie bij de
desbetreffende toepassing voor meer informatie over het gebruik
van overdrachtsfuncties
.
‘showpage’ na EPS-bestanden (Windows) of ‘showpage’ (Macintosh) (alleen PostScripten
EPS-bestanden)—In de meeste gevallen hoeft u deze optie niet te gebruiken. Selecteer
de optie ‘showpage’ alleen als een EPS-bestand zonder deze optie niet kan worden afge-
drukt. Met deze optie wordt een PostScript-opdracht ‘showpage’ toegevoegd aan het
einde van de afdruktaak. Door sommige toepassingen wordt deze noodzakelijke Post-
Script-opdracht weggelaten bij het genereren van EPS-bestanden. Selecteer
deze
optie
bij het afdrukken van EPS-bestanden die zijn gegenereerd door dergelijke toepassingen
.
Als u deze optie selecteert zonder dat dit nodig is, kunnen er extra lege paginas worden
afgedrukt.
Als u problemen ondervindt met het afdrukken van EPS-bestanden met Fiery
Downloader, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken vanuit de toepassing
waarin u het hebt gemaakt.
Paginabereik (alleen PDF-bestanden)—Geef het paginabereik op dat u wilt afdrukken.
9. Klik in Windows op Bestand(en) downloaden of op een Macintosh-computer
op Downloaden.
10. Als u het downloaden wilt annuleren, drukt u op de toets Esc (Windows)
of op de Command-toets (Macintosh).
EEN BACK-UP VAN EEN LETTERTYPE MAKEN
1. Start Fiery Downloader.
2. Kies Back up fonts (Back-up maken van lettertypen) in het menu Bestand.
4
4-9 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader
3. Ga naar de locatie waar u de lettertypen wilt opslaan.
U kunt een nieuwe map maken door op Maken (Windows) of Nieuwe map
(Macintosh) te klikken.
4. Klik op OK.
Het back-upbestand voor de lettertypen wordt opgeslagen.
LETTERTYPEN HERSTELLEN
1. Start Fiery Downloader.
2. Kies Restore fonts (Lettertypen herstellen) in het menu Bestand.
3. Open het back-upbestand voor de lettertypen op de locatie waar het is opgeslagen
en klik vervolgens op OK (Windows) of Select this folder (Selecteer deze map)
(Macintosh).
Alle lettertypen van de gebruiker worden nu vervangen op de Fiery EX2101.
4
4-10 Bestanden en lettertypen downloaden
BESTANDEN EN LETTERTYPEN DOWNLOADEN MET FIERY WEBDOWNLOADER
1. Maak een PostScript-, EPS, TIFF of PDF-bestand.
Geef de gewenste afdrukopties op en zorg ervoor dat alle lettertypen die niet resident
zijn op de Fiery EX2101, in het bestand worden ingesloten. Zie Bijlage B, voor een
lijst met residente lettertypen op de Fiery EX2101.
2.
Start Fiery WebTools en klik op Fiery WebDownloader. Zie
pagina 7-1
voor meer infor-
matie over het openen van Fiery WebTools.
3. Selecteer de afdrukverbinding en het bestand dat u wilt downloaden.
Printerlettertypen beheren
De Fiery EX2101 bevat 81 ingebouwde PCL-lettertypen en 136 PostScript-
lettertypen; zie Bijlage B voor een volledige lijst. Bovendien zijn er twee Adobe
Multiple Master-lettertypen die worden gebruikt voor lettertypevervanging in
PDF-bestanden.
Wanneer u een bestand gaat downloaden met lettertypen die niet resident zijn in de
Fiery EX2101, moet u eerst de lettertypen downloaden (tenzij de lettertypen zijn
ingesloten
in het bestand). Als u wilt zien welke lettertypen resident zijn op de
Fiery EX2101, kiest u Lettertypelijst in het menu Bestand of klikt u op de knop
Lettertypelijst (zie pagina 4-13).
Lettertypen kunt u alleen downloaden via de directe verbinding. Als u geen toegang
hebt tot de directe verbinding, moet u speciale lettertypen die in het bestand worden
gebruikt, in het bestand insluiten.
De schermlettertypen die horen bij de printerlettertypen van de Fiery EX2101 worden
niet automatisch geïnstalleerd op uw Windows-systeem.
4
4-11 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader
OPMERKING: Fiery Downloader kan geen TrueType-lettertypen downloaden. Als u in
Windows TrueType-lettertypen wilt gebruiken, moet u ze converteren naar Adobe
Type 1-lettertypen voordat u gaat afdrukken. Als u wilt converteren naar Adobe
Type 1-
lettertypen voor Windows 98/Me, klikt u op het tabblad Lettertypen in het
Adobe PS-printerstuurprogramma en stelt u de Font Substitution Table
(Lettertype-
vervangingstabel) in. In Windows NT 4.0/2000/XP/2003 gaat u naar het
tabblad PostScript in het dialoogvenster Standaardwaarden van docu
ment van de
Fiery EX2101 en selecteert u TrueType Font Setting (Instellingen
Tr ueType-
lettertypen)Download as Softfont (Laden als laadbaar lettertype).
OPMERKING: U kunt de instellingen voor de lettertypen in het printerstuurprogramma
aanpassen aan uw behoeften. Raadpleeg het Help-menu van het
printerstuurprogramma voor meer informatie.
Printerlettertypen en Macintosh-schermlettertypen
Zoals alle PostScript-lettertypen, zijn ook de lettertypen die bij de Fiery EX2101
worden
ge
leverd er in twee vormen: printerlettertypen en schermlettertypen.
Installeer de schermlettertypen die zijn meegeleverd met de gebruikerssoftware van
de Fiery EX2101
op uw Macintosh-computer. Als u deze lettertypen gebruikt in
documenten die worden afgedrukt op een LaserWriter, zijn ze waarschijnlijk al
geïnstalleerd. Als dit niet het geval is, moet u ze installeren. Raadpleeg de Installatiegids
gebruikerssoftware voor meer informatie.
Het kan gebeuren dat u Adobe Type 1 (Windows) of PostScript-lettertypen
(Macintosh) wilt gebruiken, die niet zijn meegeleverd met de Fiery EX2101. In dat
geval moet u zowel de schermlettertypen als de printerlettertypen op de computer
installeren. Volg hiervoor de instructies van de fabrikant van de lettertypen.
4
4-12 Bestanden en lettertypen downloaden
Printerlettertypen downloaden naar de Fiery EX2101
Meestal zullen bij het afdrukken vanuit een Macintosh-toepassing alle lettertypen in
het
document die nog niet zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101 automatisch worden
gedownload. Voorwaarde hiervoor is wel dat de bijbehorende printerlettertypen zijn
geïnstalleerd in de Systeemmap van uw computer. Deze lettertypen worden uit het
geheugen van de Fiery EX2101
verwijderd zodra het document is afgedrukt. Als u
hetzelfde document opnieuw afdrukt,
moet de toepassing de lettertypen opnieuw
downloaden.
Als u regelmatig lettertypen van Windows- of Macintosh-toepassingen gebruikt die
niet
zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101, kunt u tijd besparen door ze met Fiery
Downloader
te kopiëren naar de vaste schijf van de Fiery EX2101. Lettertypen die
u op deze manier laadt
naar de vaste schijf van de Fiery EX2101, blijven geïnstalleerd
totdat u ze verwijdert met Fiery
Downloader, hoe vaak de Fiery EX2101 ook wordt
in- en uitgeschakeld. Het is wellicht
raadzaam om lettertypen die u vaak gebruikt naar
de vaste schijf van de Fiery EX2101 te downloaden
.
Wanneer u PostScript-, TIFF-, VPS- of EPS-bestanden met Fiery Downloader wilt
downloaden, moeten alle lettertypen die in het bestand worden gebruikt, zijn geïnstal-
leerd op de Fiery EX2101 of zijn ingesloten in de bestanden. Als dit niet zo is, wordt
de tekst niet correct of zelfs helemaal niet afgedrukt. Bij PDF-bestanden worden
lettertypen die niet zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101 automatisch vervangen.
Op de Fiery EX2101 zijn twee Multiple Master-lettertypen (één met schreef en één
zonder schreef) opgeslagen. Deze lettertypen worden uitsluitend gebruikt voor de
vervanging van lettertypen in PDF-bestanden.
4
4-13 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader
LETTERTYPEGEGEVENS WEERGEVEN EN LETTERTYPEN BIJWERKEN,
AFDRUKKEN EN VERWIJDEREN
Kies Lettertypelijst in het menu Bestand of klik op de knop Lettertypelijst.
O
PMERKING:
Als de directe verbinding niet is gepubliceerd, is het niet mogelijk de lijst met
lettertypen
te bekijken of andere stappen uit te voeren die in deze procedure worden
beschreven. Zie de Configuratiegids voor meer informatie over het publiceren van de
directe verbinding, of neem contact op met uw beheerder.
Het venster Lettertypelijst bevat de knoppen Toevoegen, Afdrukken en Verwijderen.
De printerlettertypen die bij de Fiery EX2101 worden geleverd, zijn vergrendeld. De
namen
van deze vergrendelde lettertypen zijn gemarkeerd met een slotpictogram en
kunnen niet worden verwijderd.
Klik hierop om de gegevens in het
venster Lettertypelijst bij te werken
Klik hierop om de lettertypenlijst
af te drukken naar de
Afdrukwachtrij
Slotpictogram
Selecteer een lettertype en klik hierop
om het lettertype te verwijderen
5
5-1 Over het afdrukken van variabele gegevens
In dit hoofdstuk worden de aspecten van het afdrukken van variabele gegevens
besproken die worden ondersteund door de Fiery EX2101, waaronder:
•Achtergrondinformatie over het afdrukken van variabele gegevens.
•Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm™ en FreeForm 2.
Over het afdrukken van variabele gegevens
Het afdrukken van variabele gegevens wordt meestal gebruikt bij direct-mail en andere
gerichte mailings. Bij deze afdrukmethode wordt een aantal modelelementen die op alle
afgedrukte exemplaren gelijk zijn, gecombineerd met een aantal variabele elementen
die per afdruk verschillen. Een voorbeeld hiervan is een brochure met in de aanhef de naam
van de klant (en eventueel andere klantgegevens) afkomstig uit een marketingdatabase.
De elementen op de achtergrond, afbeeldingen en tekstblokken die op alle exemplaren
gelijk zijn, vormen de set modelelementen. De naam van de klant en andere klantspe-
cifieke gegevens vormen de set variabele elementen.
De Fiery EX2101 is geschikt voor de volgende methoden voor het afdrukken van
variabele gegevens:
•Met de FreeForm-functie kunt u afdrukopties definiëren en documenten met
modelelementen (FreeForm-modellen geheten) opslaan op de Fiery EX2101.
U kunt een taak met variabele elementen naar de Fiery EX2101 sturen samen met
instructies voor het combineren van de taak met een bepaald FreeForm-model.
•Met de FreeForm 2-functie kunt u een bepaalde pagina in een FreeForm-model
toewijzen aan elke pagina in een variabele taak. Als u FreeForm 2 wilt gebruiken,
moet u de variabele taak maken en afdrukken met een veelgebruikte toepassing voor
het afdrukken van variabele gegevens, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail.
PPML variabele gegevens.
OPMERKING: De Fiery-versies van PrintShop Mail en Pageflex Persona zijn als optie
verkrijgbaar.
Hoofdstuk 5:
Documenten
met variabele
gegevens
afdrukken
5
5-2 Documenten met variabele gegevens afdrukken
OPMERKING: U kunt op Machintosh-computers VPS-bestanden alleen uit QuarkXPress
afdrukken. Om af te drukken moet Darwin Desktop (een product van Creo) geïnstal-
leerd zijn.
Wanneer u variabele gegevens afdrukt, kunt u de volgende afdrukoptie en -instelling
niet gebruiken:
Power Point optimaliseren ingesteld op Aan
Zie Bijlage A voor meer informatie.
Documenten met variabele gegevens afdrukken
met FreeForm
Als u variabele gegevens afdrukt met FreeForm, kunt u aan de hand van afdrukopties
modellen definiëren en deze documenten toewijzen aan taken met variabele gegevens
die naar de Fiery EX2101 worden gestuurd.
Hoe werkt FreeForm?
Het uitgangspunt van het afdrukken van variabele gegevens met FreeForm is dat de
gegevens van de modelelementen voor de taak afzonderlijk van de variabele gegevens
naar de Fiery EX2101 kunnen worden gezonden en afzonderlijk worden gerasterd.
De gegevens
van de modelelementen voor de taak worden in gerasterde vorm als een
FreeForm-model
opgeslagen op de Fiery EX2101 en kunnen zo vaak als nodig worden
de gebruikt in combi
natie met meerdere sets variabele gegevens. Het FreeForm-model
wordt vooraf verwerkt
en opgeslagen op de Fiery EX2101. Dit betekent dat bij het
afdrukken van taken met variabele
gegevens alleen nog de variabele elementen hoeven te
worden verwerkt. U kunt FreeForm-
modellen gebruiken voor alle vaste gegevens die
worden gecombineerd met gegevens
die van dag tot dag variëren. Een sjabloon voor een
briefhoofd kan bijvoorbeeld worden
opgeslagen als FreeForm-model en bij herhaling
worden gebruikt als achtergrond voor brieven met uiteenlopende inhoud (de variabele
gegevens).
Met behulp van FreeForm kunt u in elke gewenste toepassing modellen en variabele
documenten maken. Beide documenten kunnen ook in twee verschillende toepassingen
worden gemaakt en zelfs op verschillende computerplatforms. Voor het maken van
modellen kunt u gebruikmaken van een toepassing voor paginaopmaak of een grafisch
programma.
5
5-3 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
Het variabele document kunt u maken in een tekstverwerkingsprogramma
dat beschikt
over een functie voor het samenvoegen van afdrukken, een toepassing voor
paginaopmaak die het uitvoeren van scripts ondersteunt of een databaseprogramma
.
De FreeForm-functies stelt u in via twee afdrukopties: Model maken Model gebruiken
.
U kunt deze opties activeren in het printerstuurprogramma wanneer u een taak verzendt
of anders de operator vragen de opties te activeren met vervangende taakinstellingen
vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer. U kunt Command WorkStation/Command
WorkStation LE ook gebruiken voor het bewaken en beheren van alle FreeForm-modellen
die op de Fiery EX2101 zijn opgeslagen. Zie voor meer informatie de Gids voor
taakbeheer.
Het modeldocument maken
V
oordat u FreeForm kunt gebruiken, moet u twee documenten maken: een modeldocu-
ment
en een variabel document. Dit houdt in dat u de opmaak voor zowel het gecom-
bineerde document als voor de elementen zelf moet maken. In een programma voor
paginaopmaak of een grafisch programma rangschikt u de modelelementen (tekst
en afbeeldingen die niet veranderen) op een of meer paginas en laat u ruimte vrij voor
de variabele elementen.
Ruimte voor variabele
elementen
Modelelementen die niet
veranderen
Modeldocument
5
5-4 Documenten met variabele gegevens afdrukken
Wanneer u het modeldocument hebt gemaakt, drukt u het af op de Fiery EX2101 en
geeft
u aan dat er van deze taak een FreeForm-model moet worden gemaakt (zie
pagina 5-10
).
OPMERKING: Alhoewel de Fiery EX2101 maximaal 100 FreeForm-modellen kan
opslaan, kunt u in het printerstuurprogramma en /Fiery Spooler alleen nummer 1 tot
en met
15 selecteren. Als u een FreeForm-model wilt maken met een nummer dat hoger
is dan
15, moet de operator de opties Model maken en Model gebruiken instellen en
de taak verwerken vanuit Command WorkStation/Command WorkStation LE.
Het variabele document maken
U kunt het variabele document maken in een tekstverwerkingsprogramma dat beschikt
over een functie voor het samenvoegen van afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak
die het uitvoeren van scripts ondersteunt of een databaseprogramma. In alle gevallen
worden de gegevens opgehaald uit een lijst of een database en samengevoegd met een
bestaand document dat is voorbereid voor samenvoeging met de gegevens. Elke toepas-
sing heeft eigen menuopties voor deze functie. Raadpleeg de documentatie van de toe-
passing voor gedetailleerde informatie. Voordat de variabele elementen kunnen worden
toegevoegd aan het model, moeten ze worden aangepast aan de opmaak van het model-
document. Dit doet u door een document te maken met de juiste opmaak en de variabele
gegevens vervolgens op de juiste plaats toe te voegen.
5
5-5 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
Met een variabel document dat meer pagina's bevat dan het corresponderende FreeForm-
model kunt u variabele gegevens het meest efficiënt afdrukken.
Wanneer u het document met de variabele gegevens hebt gemaakt, drukt u het af op
de Fiery EX2101 en geeft u op dat het moet worden gecombineerd met het
overeenkomstige FreeForm-model (zie pagina 5-10).
Variabel document
Variabel element
5
5-6 Documenten met variabele gegevens afdrukken
Het variabele document combineren met het FreeForm-model
Wanneer u het variabele document afdrukt op de Fiery EX2101, geeft u het
FreeForm-model
aan dat u met de afdrukoptie Model gebruiken hebt gemaakt op
basis van uw
modeldocument. De Fiery EX2101 combineert de rastergegevens
van het variabele document met het vooraf verwerkte FreeForm-model en maakt
zodoende een nieuw rasterbestand. Van dit samengevoegde rasterbestand kunt
u een afdrukvoorbeeld bekijken (voordat het wordt afgedrukt) in de
miniatuurweergavevensters van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Zie de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het bekijken van afdrukvoor-
beelden in de miniatuurweergavevensters van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Gecombineerd document
5
5-7 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
Een modeldocument kan uit meerdere pagina's bestaan. Wanneer u een variabel
document afdrukt en een FreeForm-model opgeeft dat meerdere pagina's bevat,
worden de variabele pagina's op een cyclische manier gecombineerd met de hoofd-
pagina's. In het volgende voorbeeld kunt u zien hoe een variabel document wordt
gecombineerd met een modeldocument dat uit twee pagina's bestaat. Pagina's 1 en 2
van het variabele document worden gecombineerd met respectievelijk pagina's 1 en 2
van het modeldocument. De cyclus van de modelpagina's wordt vervolgens opnieuw
gestart en pagina's 3 en 4 van het variabele document worden opnieuw gecombineerd
met respectievelijk pagina's 1 en 2 van het modeldocument. Deze procedure wordt
herhaald voor alle volgende sets van twee pagina's in het variabele document.
Modeldocument met meerdere pagina's
Variabel document
Gecombineerd document
5
5-8 Documenten met variabele gegevens afdrukken
Werken met FreeForm
In deze sectie vindt u enkele tips voor het correct afdrukken van taken met
variabele gegevens.
Raadpleeg uw systeembeheerder of operator over de manier waarop de nummers
van FreeForm-modellen worden toegewezen op uw locatie.
Als er op uw locatie veel gebruikers zijn die FreeForm-afdrukken maken, kunnen
er nummers of nummerreeksen van FreeForm-modellen worden gekoppeld aan
specifieke gebruikers of groepen. Gebruikers kunnen alleen de nummers 1 tot
en met 15 selecteren bij het instellen van afdrukopties. De operator kan vanuit
Command WorkStation de nummers van FreeForm-modellen wijzigen in nummers
boven de 15. Het kan zinvol zijn alle nummers voor FreeForm-modellen te laten
toewijzen door de operator om te voorkomen dat er later bij het gebruik van deze
nummers conflicten kunnen ontstaan.
•Gebruik de velden Opmerkingen en Instructies om instructies over taken door
te geven aan de operator.
Als u een FreeForm-model met een nummer boven de 15 wilt gebruiken, kunt
u in deze velden de operator vragen een vervangende instelling te gebruiken voor
de betreffende taak - Model maken of Model gebruiken - en de taak te verwerken
vanuit Command WorkStation.
•Geef uw taken een unieke en betekenisvolle naam.
Hierdoor wordt het eenvoudig voor uzelf en voor de operator om uw taken te herken-
nen wanneer er veel taken in de wachtrijen staan, wanneer nummers van FreeForm-
modellen opnieuw worden toegewezen of wanneer u in de velden Opmerkingen
of Instructies wilt verwijzen naar een andere taak.
•Zie Bijlage A voor informatie over de beperkingen die gelden voor het instellen
van afdrukopties in combinatie met FreeForm.
5
5-9 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
Voor het modeldocument en het variabele document moeten de volgende
instellingen overeenkomen:
Dubbelzijdig afdrukken
Afdrukstand
Papierformaat
Perforatierand
Perforaties
Modus voor nietmachine
Voor de volgende instellingen geldt dat de instelling in het variabele document
prioriteit heeft boven de instelling in het hoofddocument:
Mediasoort
Paginavolgorde
Papierbron
Perforatierand
Perforaties
Opslaan voor snel afdrukken
Modus voor nietmachine
Achterblad
OPMERKING: De optie Kort voor dubbelzijdig afdrukken werkt niet als u afdrukt
met behulp van FreeForm.
OPMERKING:
Wanneer de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken voor de documenten
met modelelementen en documenten met variabele elementen niet overeenkomen,
wordt de taak afgedrukt met gebruik van de instelling voor dubbelzijdig afdrukken
voor het document met variabele elementen.
5
5-10 Documenten met variabele gegevens afdrukken
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
1. Maak een modeldocument.
In het onderstaande voorbeeld wordt een pagina van een hoofddocument weerge-
geven voor een in drieën gevouwen brochure die is gemaakt met een toepassing voor
paginaopmaak.
2. Druk het modeldocument af op de Fiery EX2101, met de optie Model maken ingesteld
op een van de nummers van de FreeForm-modellen (1 tot en met 15).
Een andere mogelijkheid is de optie Model maken instellen op Geen en de operator
vragen om van deze taak een FreeForm-model te maken met een vervangende
taakinstelling.
3. Maak het variabele document.
U kunt het variabele document maken op basis van een ander bestand, in een andere
toepassing en zelfs op een ander computerplatform dan waarmee u het modeldocu-
ment hebt gemaakt. Wel moet een aantal afdrukopties gelijk zijn (zie pagina 5-8 voor
meer informatie).
5
5-11 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
In het onderstaande voorbeeld ziet u een pagina uit een variabel document voor een
in drieën gevouwen brochure. De gegevens in dit document kunnen eenvoudig zijn,
bijvoorbeeld adresgegevens, of complex, bijvoorbeeld een hele serie afbeeldingen
en grafische en fotografische elementen.
4.
Druk het document met de variabele gegevens af op de Fiery EX2101, nadat u bij de optie
Model gebruiken het nummer van het overeenkomstige FreeForm-model hebt
geselecteerd.
Het nummer van het FreeForm-model kan een nummer zijn dat u zelf hebt ingesteld
tijdens het verzenden van het modeldocument of een nummer dat is toegewezen
door de operator.
Nummers van FreeForm-modellen kunnen worden gewijzigd vanuit de hulpmiddelen
voor taakbeheer. Neem contact op met de operator als u twijfelt of het nummer dat
u opgeeft, overeenkomt met het FreeForm-model dat u wilt gebruiken.
5
5-12 Documenten met variabele gegevens afdrukken
Als u de taak wilt bekijken voordat deze wordt afgedrukt, geeft u de operator
de instructie de taak te verwerken en te blokkeren, zodat u een afdrukvoorbeeld
kunt bekijken in de hulpmiddelen voor taakbeheer.
In het volgende voorbeeld ziet u de combinatie van het FreeForm-modeldocument
met het variabele document. De variabele gegevens worden simpelweg over het model-
document gelegd.
Modeldocumenten vooraf bekijken in het
Windows-printerstuurprogramma
Van zodra een modeldocument gecreëerd is, kunt u het bekijken vanaf het
Windows-printerstuurprogramma. Deze mogelijkheid is handig wanneer
u modeldocumenten wilt selecteren bij gebruik van FreeForm-afdrukken.
5
5-13 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
MODELDOCUMENTEN VOORAF BEKIJKEN IN HET
WINDOWS-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer de Fiery EX2101 PS als uw printer en klik op Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
4. Klik en open de optiebalk voor afdrukken FreeForm.
5. Klik op Update om de lijst van FreeForm-modelnamen op te halen van de
Fiery EX2101.
De nummers en namen van de FreeForm modellen verschijnen in de opties Model
maken en Model gebruiken.
OPMERKING: De optie Tweerichtingscommunicatie moet ingeschakeld zijn om de lijst
van FreeForm-modelnamen op te halen. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware
voor meer informatie over het gebruik van deze optie.
Optiebalk voor afdrukken
FreeForm
5
5-14 Documenten met variabele gegevens afdrukken
6. Selecteer het modeldocument dat u wilt bekijken vanaf de optie Model gebruiken
en klik dan op Preview Master (Model bekijken).
Het dialoogvenster FreeForm Master - Preview (FreeForm model - bekijken) wordt
weergegeven.
7. Klik op Close (Sluiten).
Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2
FreeForm 2 breidt de functionaliteit van documenten met variabele gegevens met
behulp van een externe toepassing die FreeForm 2 ondersteunt, zoals de Fiery-versi
e
van PrintShop Mail, waarmee u documenten met variabele gegevens kunt maken
en afdrukken.
Als u FreeForm 2 wilt gebruiken voor het afdrukken van een taak met de variabele
gegevens, opent u het variabele document in de externe toepassing. De desbetreffende
externe toepassing biedt FreeForm 2-functies waarmee u een bepaalde pagina in een
FreeForm-model kunt toewijzen aan elke gewenste pagina in het variabele document
.
5
5-15 Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele
Met Freeform 2 kunt u paginacondities opgeven die regels voor afzonderlijke model-
paginas bevatten. Met behulp van deze regels, die worden beschreven met behulp van
“If-Then”-instructies op elke modelpagina, kunt u paginas binnen een modelbestand
overslaan of afdrukken. Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende externe afdruk-
toepassing voor meer informatie over het maken van paginacondities.
Instructies voor het afdrukken van taken met variabele gegevens met FreeForm 2
en software voor het afdrukken van variabele gegevens van een andere leverancier
kunt u vinden in de documentatie bij de desbetreffende externe afdruksoftware.
Met FreeForm 2 kunt u bovendien een opgegeven FreeForm-model verwijderen van de
vaste schijf van de Fiery EX2101 nadat de overeenkomstige variabele taak is verwerkt
en afgedrukt. U kunt deze optie instellen in elke andere toepassing die het verwijderen
van FreeForm-modellen ondersteunt. Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende
afdruksoftware voor meer informatie over het verwijderen van Freeform-modellen.
Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor
het afdrukken van variabele gegevens
Als alternatief voor FreeForm of FreeForm 2 kunt u de modelelementen en de variabele
elementen van uw taak ook maken in een toepassing voor het afdrukken van variabele
gegevens, zoals Pageflex Persona. Vervolgens kunt u de taak vanuit de betreffende toe-
passing in een compatibele bestandsindeling afdrukken op de Fiery EX2101.
De Fiery EX2101 ondersteunt de bestandsindeling van de volgende toepassing:
•Xerox VIPP (Variable data Intelligent PostScript PrintWare) versie 4.0
Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende toepassing voor meer informatie
over het afdrukken van documenten met indelingen voor variabele gegevens.
Wanneer u een taak naar de Fiery EX2101 stuurt in VIPP, worden de modelelementen
die in de taak zijn gedefinieerd door de Fiery EX2101 automatisch opgeslagen en
opnieuw gebruikt.
5
5-16 Documenten met variabele gegevens afdrukken
Fiery VDP Resource Manager gebruiken
VIPP-taken bevatten alle globale objecten die worden gebruikt voor een omgeving
die door een toepassing van een andere leverancier is gemaakt, zoals de Fiery-versie
van PrintShop Mail. Globale objecten zijn de vereiste afbeeldingen die zijn gedownload
naar de Fiery EX2101 voor VIPP-taken met variabele elementen. Deze afbeeldingen
worden als een groep in een bepaalde omgeving opgeslagen en in een cache-geheugen
geplaatst. De afbeeldingen kunnen vervolgens opnieuw worden gebruikt voor
toekomstige VIPP-taken.
De globale objecten in elke omgeving kunnen worden beheerd met het hulpprogramm
a
Fiery VDP Resource Manager. U kunt alle geïnstalleerde globale objecten bekijken
in het cache-gebied van Fiery EX2101 VDP Resource Manager. Alle globale objecten
worden
voor een bepaald project gegroepeerd onder een omgevingsnaam.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over de installatie
van de Fiery VDP Resource Manager. De volgende procedure beschrijft hoe u globale
objecten bekijkt en verwijdert.
GLOBALE OBJECTEN BEKIJKEN EN VERWIJDEREN
1. Open het hulpprogramma Fiery VDP Resource Manager.
2. Klik op de map Fiery Servers om de lijst met beschikbare Fiery-servers uit te vouwen.
Alle aangesloten servers worden weergegeven.
5
5-17 Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele
3. Dubbelklik op de map van de Fiery EX2101 om de lijst met globale
VIPP-objectomgevingen weer te geven.
4. Als u globale objecten wilt verwijderen, klikt u op de betreffende omgeving met
globale objecten en kiest u Remove Cache and Source (Cache en bron verwijderen)
in het menu Acties.
Als u alleen de cache en niet de bron wilt verwijderen, kiest u Remove Source
(Bron verwijderen) in het menu Acties.
5. Kies Refresh (Vernieuwen) in het menu Server om de huidige gegevens bij te werken.
6
6-1 Werken met Hot Folders
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bij het afdrukken van PostScript- en PDF-
bestanden op de Fiery EX2101 de toepassing EFI Hot Folders kunt gebruiken voor het
opslaan
en opnieuw gebruiken van veelgebruikte afdrukopties. De toepassing
Hot Folders is een
optioneel onderdeel van het Fiery-pakket met grafische afbeeldingen
dat ingeschakeld wordt met behulp van een dongle.
Werken met Hot Folders
Een Hot Folder is een speciale map waaraan u een groep afdrukopties kunt toewijzen.
U kunt een document afdrukken door het betreffende bestand naar de Hot Folder
te slepen en daar neer te zetten. De toepassing Hot Folder stuurt de taak door naar
een corresponderende afdrukwachtrij met de afdrukopties die horen bij de betref-
fende Hot Folder.
OPMERKING: Na het afdrukken van originele gegevens kunt u bijkomende cijfers
toevoegen aan het einde van de originele bestandsnaam.
U kunt op uw computer zo veel Hot Folders maken als u wilt. U kunt Hot Folders
ook delen met andere gebruikers op het netwerk door op de externe computers snel-
koppelingen naar de mappen te maken.
Als u met Hot Folders wilt gaan werken, moet u eerst één of meer Hot Folders maken
en aan elke map afdrukopties en een afdrukwachtrij toewijzen (zie
“Hot Folders maken
en verwijderen op pagina 6-4). Vervolgens kunt u taken afdrukken door de
document-
bestanden naar de corresponderende Hot Folders te slepen en daar neer te
zetten. U kunt
een taak ook afdrukken door het documentbestand af te drukken vanuit
de brontoe-
passing, waarbij u de betreffende Hot Folder als de afdrukbestemming
opgeeft. Met het Hot Folder Configuratiescherm kunt u uw Hot Folders beheren en de
status controleren
van taken die naar de mappen zijn gestuurd (zie “Het Hot Folders
Configuratiescherm gebruiken op pagina 6-3).
Hoofdstuk 6:
Werken met
EFI Hot Folders
6
6-2 Werken met EFI Hot Folders
Beperkingen voor bestandsindelingen
De toepassing Hot Folder ondersteunt het afdrukken van PostScript- en PDF-taken.
Als u echter afwijkende afdrukopties opgeeft die voorrang hebben boven de standaardopties
van de printer, of als u inslagopties opgeeft, is het mogelijk dat de Fiery EX2101
bepaalde bestandsindelingen slechts gedeeltelijk ondersteunt. Deze beperkingen
verschillen afhankelijk van de Fiery EX2101 die aan de Hot Folder gekoppeld is.
De Fiery EX2101 biedt volledige ondersteuning voor PostScript- en PDF-taken als u
alleen standaardopties van de printer toewijst aan een Hot Folder.
Zie Bijlage A voor informatie over het instellen van afdrukopties.
OPMERKING: Hot Folders sturen PostScript-taken rechtstreeks naar de server, samen met
inslaginformatie. De server converteert PostScript naar PDF voordat de inslaginformatie
wordt verwerkt. Zie pagina 6-12 voor de inslagopties.
Bestandsindeling Vervangende afdrukopties Inslag
PostScript Volledige ondersteuning Volledige ondersteuning
(met PS-naar-PDF-
conversie)
PDF Gedeeltelijke ondersteuning Volledige ondersteuning
6
6-3 Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken
Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken
De toepassing Hot Folder controleert de Hot Folders op uw computer voortdurend
op nieuwe taken. Deze activiteit wordt op de achtergrond uitgevoerd, dus u hoeft
de toepassing Hot Folder hiervoor niet apart te starten.
Als u het Hot Folder Configuratiescherm wilt weergeven, moet u de toepassing Hot
Folder wel starten. In het Hot Folder Configuratiescherm kunt u alle mappen maken
en beheren. U kunt in het configuratiescherm ook de status controleren van taken die
naar uw mappen zijn gestuurd.
In het Hot Folder Configuratiescherm wordt de naam vermeld van elke Hot Folder die
momenteel op uw computer is gedefinieerd, evenals de naam van de server die aan elke
Hot Folder is gekoppeld en het directorypad naar de Hot Folder.
DE TOEPASSING HOT FOLDERS STARTEN EN HET CONFIGURATIESCHERM WEERGEVEN
Klik op Start, wijs Programma's aan en kies Hot Folders. U kunt ook, als u een snel-
koppeling naar de toepassing hebt gemaakt, dubbelklikken op de snelkoppeling
op het bureaublad.
6
6-4 Werken met EFI Hot Folders
U kunt het Hot Folder Configuratiescherm ook weergeven door met de rechtermuis-
knop te klikken op het pictogram Hot Folders in het statusgebied op de taakbalk van
Windows en Configuratiescherm openen te kiezen in het snelmenu dat wordt weerge-
geven, of door het dialoogvenster Instellingen van Windows te openen en op het
pictogram van EFI Hot Folders te dubbelklikken.
Hot Folders maken en verwijderen
Elke Hot Folder die u maakt, wordt op uw vaste schijf opgeslagen en bevat alle bestanden
en submappen waarin informatie over uw taken is opgeslagen. U kunt taken afdrukken
door ze naar de Hot Folder te slepen en daar neer te zetten.
Als u een Hot Folder van uw computer wilt verwijderen, moet u deze uitschakelen
en verwijderen in het Hot Folder Configuratiescherm.
DE VERBINDING EN AFDRUKWACHTRIJ VOOR EEN NIEUWE HOT FOLDER TOEVOEGEN
EN CONFIGUREREN
1. Klik op Toevoegen in het Hot Folder Configuratiescherm.
Het dialoogvenster Map toevoegen wordt weergegeven.
2. Selecteer een bestaande map of blader naar de locatie waar u een nieuwe map wilt
maken en geef de mapnaam op.
6
6-5 Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken
3. Klik op OK.
Het dialoogvenster Mapeigenschappen voor de Hot Folder wordt weergegeven.
OPMERKING: De volgende maptypen kunt u niet als Hot Folders gebruiken:
•De map System (Systeem) op uw computer
•De map Bureaublad op uw computer
•Mappen die zich in een hoofddirectory bevinden (bijvoorbeeld C:\)
•Mappen op netwerkstations, zoals een gedeelde bestandsserver (tenzij de toepassing
Hot Folders lokaal op de bestandsserver is geïnstalleerd en daar wordt uitgevoerd).
4. Klik op Selecteren in het veld Server.
Het dialoogvenster Server selecteren wordt weergegeven.
5. Als u een verbinding met een Fiery EX2101-server in een lokaal subnetwerk wilt
configureren, selecteert u het tabblad Automatisch zoeken.
Alleen servers die Hot Folders ondersteunen worden in het gebied Beschikbare
servers weergegeven.
6
6-6 Werken met EFI Hot Folders
Als u een server uit een lokaal subnetwerk wilt toevoegen, selecteert u de server
en klikt u op OK.
Als u de verbinding met de Fiery EX2101 handmatig wilt configureren, selecteert u het
tabblad
Handmatig, geeft u het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EX2101 op en
klikt u op OK.
6. Kies in het veld Logische printer de wachtrij voor de Hot Folder.
7. Geef in het dialoogvenster Mapeigenschappen de eigenschappen en instellingen
op voor de nieuwe Hot Folder.
Zie “Hot Folder-instellingen aanpassen op pagina 6-10 voor meer informatie over
taak- en inslaginstellingen.
8. Klik op OK.
De nieuwe Hot Folder is nu klaar voor gebruik. De mapnaam wordt weergegeven
in de lijst in het Hot Folder Configuratiescherm.
6
6-7 Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken
EEN HOT FOLDER VAN UW COMPUTER VERWIJDEREN
1. Selecteer de map die u wilt verwijderen in het Hot Folder Configuratiescherm.
Noteer het directorypad van de map.
2. Klik op Uitschakelen, als de map nog niet is uitgeschakeld.
U kunt een map alleen verwijderen als de map is uitgeschakeld.
3. Klik op Verwijderen.
De map wordt uit het configuratiescherm verwijderd.
4. Klik op OK om het configuratiescherm van Hot Folders te sluiten.
5. Ga naar de betreffende Hot Folder op uw computer en controleer of de map
nog gearchiveerde taken bevat die u wilt bewaren.
Zie “Hot Folder-instellingen aanpassen op pagina 6-10 voor informatie over
het opslaan van gearchiveerde taken in submappen.
6. Verwijder de map door deze naar de Prullenbak te slepen of door Verwijderen
te kiezen in het menu Bestand.
Hot Folders in- en uitschakelen
De toepassing Hot Folder controleert standaard alle mappen voortdurend op nieuwe
taken. U kunt er echter voor kiezen een bepaalde map uit te schakelen, zodat deze niet
wordt gecontroleerd. Elke taak die u naar een uitgeschakelde map stuurt, blijft onzicht
-
baar voor de toepassing Hot Folders, totdat u de map weer inschakelt.
EEN MAP IN- OF UITSCHAKELEN
Selecteer de gewenste map in het Hot Folder Configuratiescherm en klik
op Inschakelen of Uitschakelen.
of
Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op de gewenste Hot folder. Kies EFI
HotFolders >Disable HotFolder (Map uitschakelen) of EFI HotFolders >Enable HotFolder
(Map inschakelen) in het snelmenu dat wordt weergegeven.
6
6-8 Werken met EFI Hot Folders
of
Klik met de rechtermuisknop op de gewenste Hot Folder en kies Eigenschappen in het
snelmenu dat wordt weergegeven. Selecteer het tabblad EFI Hot Folder en selecteer
Enable Hot Folder (Map inschakelen) of Disable Hot Folder (Map uitschakelen).
Ingeschakelde mappen worden in het configuratiescherm gemarkeerd met een groene
status. Uitgeschakelde mappen worden gemarkeerd met een rode status.
Voorkeuren voor Hot Folders instellen
U kunt diverse voorkeursinstellingen opgeven voor de toepassing Hot Folders, inclusief
de maateenheid die voor inslaginstellingen wordt gebruikt en de standaard maplocatie
voor tijdelijke bestanden en inslagsjablonen.
VOORKEUREN OP UW COMPUTER INSTELLEN VOOR DE TOEPASSING HOT FOLDERS
1. Klik op Voorkeursinstellingen in het Hot Folder Configuratiescherm.
Het dialoogvenster Voorkeursintelligen wordt weergegeven.
2. Als u een standaard maateenheid wilt opgeven, kiest u een optie in het
menu Eenheden.
De standaard maateenheid wordt gebruikt voor diverse inslaginstellingen.
3.
Als u een maplocatie wilt opgeven voor tijdelijke bestanden die door de toepassing
worden gemaakt tijdens het verwerken van taken, klikt u op Bladeren, selecteert
u de gewenste map en klikt u op OK.
Als u geen maplocatie opgeeft voor tijdelijke bestanden, wordt hiervoor standaard
de systeemmap Temp gebruikt.
6
6-9 Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders
4. Als u een maplocatie wilt opgeven voor inslagsjablonen die door de toepassing
worden gebruikt, klikt u op Bladeren, selecteert u de gewenste map en klikt u op OK
.
5. Als u klaar bent met het instellen van voorkeuren, klikt u op OK.
Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders
In het dialoogvenster Mapeigenschappen kunt u de instellingen definiëren die bij
de verschillende Hot Folders horen. U kunt de afdrukopties, inslaginstellingen, server-
bestemming en wachtrijbestemming opgeven die door de diverse Hot Folders worden
gebruikt voor binnenkomende taken.
Gebruik een van de volgende methoden om het dialoogvenster Mapeigenschappen
te openen:
•Maak een nieuwe map in het Hot Folder Configuratiescherm (zie pagina 6-4);
het dialoogvenster Mapeigenschappen wordt geopend.
Selecteer de map die u wilt bewerken in het Hot Folder Configuratiescherm en klik
op Eigenschappen.
Klik met de rechtermuisknop op de gewenste Hot Folder en kies EFI
HotFolders>Eigenschappen in het snelmenu dat wordt weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op de gewenste Hot Folder en kies Eigenschappen
in het snelmenu dat wordt weergegeven. Klik op het tabblad EFI Hot Folders
en vervolgens op Configureren.
6
6-10 Werken met EFI Hot Folders
Hot Folder-instellingen aanpassen
Standaard bevat elke Hot Folder die u maakt de volgende submappen:
De map Mislukt—de standaardlocatie waarin alle taken worden opgeslagen waarvan de
verwerking is mislukt. Een taak kan mislukken als gevolg van een probleem met het
afdrukapparaat.
De map Move (Verplaatsen)—de standaardlocatie voor het archiveren van alle taken
die reeds zijn verwerkt; in het dialoogvenster Mapinstellingen heet deze map Origineel
behouden.
De map Work (Verwerking)—een privé-map die door de Hot Folder wordt gebruikt
tijdens het verwerken van een afdruktaak.
U kunt instellen dat de toepassing Hot Folders archiefkopieën van taakbestanden moet
opslaan in de mappen Mislukt en Move (Verplaatsen). U kunt ook andere maplocaties
opgeven voor archiefbestanden.
HOT FOLDER-TAAKBESTANDEN ARCHIVEREN
1. Klik op Geavanceerd in het dialoogvenster Mapeigenschappen van Hot Folders.
Het dialoogvenster Mapinstellingen wordt weergegeven.
2. Als u een andere maplocatie wilt opgeven voor het opslaan van mislukte taken,
klikt u op Bladeren, selecteert u de gewenste map en klikt u op OK.
3. Als u taken die met succes zijn verwerkt, wilt opslaan in de standaardmap Move
(Verplaatsen), selecteert u Origineel behouden. Als u een andere maplocatie wilt
opgeven, klikt u op Bladeren, selecteert u de gewenste map en klikt u op OK.
Als u de optie Origineel behouden uitschakelt, worden taken die u naar
een Hot Folder hebt gesleept, uit de map verwijderd nadat ze zijn afgedrukt.
4. Klik op OK.
6
6-11 Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders
Afdrukopties voor Hot Folders opgeven
U kunt aan uw Hot Folder afdrukopties toewijzen zoals aan elke andere afdruktaak.
Als u afdrukopties aan een Hot Folder toewijst, gelden de afdrukopties voor alle
afdruktaken die via de Hot Folder worden verzonden. Deze afdrukopties hebben
voorrang boven eventuele standaardopties die aan de bestemmingsprintergroep
zijn toegewezen.
Wanneer u opties instelt voor een map die aan een afdruktaak is toegewezen, worden
alle opties voor elk afdrukapparaat in de groep weergegeven. Sommige van deze opties
kunnen conflicteren. Zie Bijlage A voor meer informatie over afdrukopties.
OPMERKING: Bij het toewijzen van opties aan een map wordt de directe verbinding
niet ondersteund.
AFDRUKOPTIES INSTELLEN VOOR EEN HOT FOLDER
1.
Als u afdrukopties wilt inschakelen, selecteert u Taakinstellingen in het dialoogvenster
Eigenschappen. Klik zonodig op Definiëren om het dialoogvenster Taakinstellingen
te openen.
Afdrukopties zijn onderverdeeld in functionele groepen. U kunt elke groep uitvouwen
door te klikken op de bijbehorende menubalk.
2. Selecteer de gewenste afdrukopties in de betreffende menu's.
3. Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Eigenschappen.
6
6-12 Werken met EFI Hot Folders
Inslagopties opgeven
Als u DocBuilder Pro hebt geïnstalleerd en hebt ingeschakeld op de Fiery EX2101,
kunt u de toepassing Hot Folder configureren om vooraf gemaakte inslagsjablonen
toe te passen op afdruktaken.
Als de gewenste instellingen niet beschikbaar zijn in de toepassing Hot Folders, kunt
u een meer gedetailleerde sjabloon maken met DocBuilder Pro en de sjabloon vervolgens
toepassen op de Hot Folder. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie
over het gebruik van DocBuilder Pro.
OPMERKING:
Bij het toewijzen van inslagopties aan een map wordt de directe verbinding
niet ondersteund.
OPMERKING: DocBuilder Pro is als optie beschikbaar.
INSLAGOPTIES INSTELLEN
1. Selecteer Inslaginstellingen in het dialoogvenster Imposition Settings
(Eigenschappen om de inslagopties) in te schakelen. Klik zonodig op Definiëren om
het dialoogvenster Inslaginstellingen te openen.
Inslaginstellingen zijn alleen beschikbaar als u DocBuilder Pro hebt geïnstalleerd
en hebt ingeschakeld voor de Fiery EX2101.
6
6-13 Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders
2. Als u het papierformaat voor een afdruktaak wilt opgeven, kiest u een optie
in het menu Sheet Size (Papierformaat).
3. Als u een bestaande inslagsjabloon wilt gebruiken, selecteert u de optie
Select Template (Sjabloon selecteren) en kiest u een sjabloon in het menu.
De toepassing Hot Folders beschikt over een aantal standaard inslagsjablonen.
De bestemmingsserver past de inslaginstellingen in de sjabloon toe op uw document
voordat het wordt afgedrukt.
4. Om inslagopties in te stellen, kiest u Custom (Aangepast).
5. Klikt vervolgens op Vel, Opmaak of Afwerking om het deelvenster met bijbehorende
instellingen uit te vouwen.
Deel-
venster
Instelling Resultaat
Sheet (Vel) Creep Adjustment
(Aanpassing
voor opkruipen)
Hiermee wordt het bedrukbare gebied van een
pagina aangepast ter compensatie van het
opkruipen dat ontstaat wanneer meerdere vellen
worden gevouwen en (al dan niet genest) door de
rug worden geniet.
Orientation
(Afdrukstand)
Hiermee wijzigt u de afdrukstand van een vel in
Staand of Liggend.
Duplex (Dubbelzijdig
afdrukken)
Met deze optie geeft u aan dat u zowel de voorzijde
als de achterzijde van een vel wilt bedrukken.
Layout
(Opmaak)
Rows and Columns
(Rijen en Kolommen)
Hiermee geeft u het aantal rijen en kolommen op
dat bij gecombineerde afdrukken moet worden
gebruikt voor het reproduceren van de afbeelding
op elk vel.
Printer’s Marks
(Printermarkeringen)
Met deze optie kunt u markeringen aanbrengen
d
ie aangeven waar de vellen moeten worden gesneden
en gevouwen.
Horizontal Bleed and
Ver tical Bleed
(Horizontale/
verticale aflopende
bedrukking)
Hiermee kunt u voor elke pagina de afloopwaarden
instellen in pixels.
6
6-14 Werken met EFI Hot Folders
6. Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Eigenschappen.
O
PMERKING: Als de afdrukinstellingen die u hebt opgegeven voor een map, niet
overeenkomen met de inslaginstellingen voor een vooraf gemaakte inslagsjabloon,
hebben de inslaginstellingen voorrang boven de afdrukinstellingen als u een afdruktaak
afdrukt uit een map die een inslagsjabloon gebruikt.
Zo zal een afdruktaak worden afgedrukt op Letter als in de door u gekozen
inslagsjabloon Letter is opgegeven als Paginaformaat, zelfs als voor de map
waaruit de afdruktaak wordt afgedrukt A4 is opgegeven.
Zie de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over inslaginstellingen.
De takenlogboeken van Hot Folders bekijken
U kunt een logboek bekijken met informatie over alle taken die via een Hot Folder
zijn afgedrukt.
HET TAKENLOGBOEK VOOR EEN HOT FOLDER BEKIJKEN
1. Selecteer in het Hot Folder Configuratiescherm de folder waarvoor u het takenlogboek
wilt bekijken.
2. Klik op View Log (Logboek bekijken).
Finishing
(Afwerking)
Binding (Inbinden) Met deze optie stelt u de bindmethode, de
inbindzijde en het aantal pagina's voor elke
nietgroep in.
Gang-up
(Combineren)
Hier geeft u de stijl op die moet worden gebruikt
voor gecombineerd afdrukken.
Deel-
venster
Instelling Resultaat
6
6-15 De takenlogboeken van Hot Folders bekijken
Het dialoogvenster Folder Log (Maplogboek) wordt weergegeven.
In het dialoogvenster Folder Log (Maplogboek) vindt u de volgende informatie:
Time (Tijd)—Hier wordt het tijdstip vermeld waarop de taak via de Hot Folder
is verwerkt.
Source (Bron)—Hier ziet u de naam van de afgedrukte taak.
Server—Hier ziet u de naam van de server die de taak heeft ontvangen.
Status—Hier wordt vermeld of de taak al dan niet met succes is afgedrukt.
3. Klik op Refresh (Vernieuwen) om het takenlogboek bij te werken.
Het takenlogboek wordt niet onmiddellijk bijgewerkt. Nieuwe taken worden
wel in het logboek opgenomen, maar nog niet vermeld, terwijl het dialoogvenster
Folder Log (Maplogboek) open blijft.
4. Klik op Clear All (Alles wissen) als u het takenlogboek wilt opschonen.
7
7-1 Fiery WebTools openen
De
gebruikerssoftware van de Fiery EX2101 bevat verschillende hulpmiddelen waarmee
u afdruktaken kunt bijhouden en beheren. De beheerder op uw locatie beheert
de toegang tot sommige van deze hulpprogrammas, maar een aantal is beschikbaar
voor alle gebruikers.
•De hulpmiddelen voor taakbeheer geven u de mogelijkheid om het traject van
afdruk-
taken naar de Fiery EX2101 te bekijken en te beheren. Als de beheerder in de
Instelling wacht
woorden heeft ingesteld voor beheerder en operator, hebt u voor de
meeste functies van de hulpmiddelen voor taakbeheer een van deze wachtwoorden
nodig. Informatie over deze hulpmiddelen en de toegangsrechten die ervoor nodig
zijn, vindt u in de Gids voor taakbeheer.
•Voor Fiery WebTools hebt u geen speciale toegangsrechten nodig. Als de beheerder
Webservices heeft ingeschakeld in de Setup en het IP-adres van de Fiery EX2101
aan de gebruikers heeft gegeven, kan iedereen deze services gebruiken.
•Job Monitor, een hulpmiddel waarmee alle gebruikers de actuele status van afdrukta-
ken en verbonden Fiery EX2101-servers kunnen opvragen.
Fiery WebTools openen
Fiery WebTools staan op de vaste schijf van de Fiery EX2101, maar zijn vanaf
verschillende platforms toegankelijk via het netwerk. De Fiery EX2101 heeft een
introductiepagina waarop u serverfuncties kunt bekijken en taken op afstand kunt
bewerken. In dit hoofdstuk wordt alleen aandacht besteed aan de WebTools Status
en WebLink.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over Fiery WebSpooler.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over de WebTool
Installer. Raadpleeg de Configuratiegids voor meer informatie over WebSetup.
Zie Hoofdstuk 4 voor meer informatie over WebDownloader.
Hoofdstuk 7:
Taken bijhouden
en controleren
7
7-2 Taken bijhouden en controleren
FIERY WEBTOOLS OPENEN
1. Start uw internetbrowser.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over ondersteunde
platforms en browsers.
2. Voer het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EX2101in.
De operator of beheerder kan u deze informatie geven.
3.
Als het dialoogvenster Aanmelden verschijnt, selecteert u Gastgebruiker
en klikt
u op OK.
Het dialoogvenster Aanmelden wordt alleen weergegeven als de beheerder
een
wachtwoord heeft ingesteld. Met gasttoegang kunt u de WebTools Status en WebLink
gebruiken zoals beschreven in dit hoofdstuk.
4. Als de introductiepagina van de Fiery EX2101 wordt weergegeven, kiest u een van
de Fiery WebTools door erop te klikken.
Beweeg de muisaanwijzer over de knoppen om informatie over de verschillende
opties weer te geven.
7
7-3 Fiery WebTools openen
De status van de Fiery EX2101 controleren met Fiery WebStatus
Met Fiery WebStatus
kunt u zien welke taken momenteel worden verwerkt
en afgedrukt. U activeert Fiery Webstatus door de introductiepagina van Fiery EX2101
te openen en op Status te klikken. U ziet een venster met daarin de huidige
verwerkingsstatus en printerstatus.
OPMERKING: Gebruik Fiery WebTools met de aanbevolen resolutie. Zie de sectie
Systeemvereisten in de Snelstartgids voor meer informatie.
U opent een nieuw browservenster voor de statusgegevens door te klikken op Configu-
reren. Vervolgens kunt u andere browservensters sluiten en het statusvenster geopend
houden, zodat u de status van de Fiery EX2101 kunt blijven controleren. De inhoud
van het statusvenster wordt continu bijgewerkt als het is geopend.
Als u meer informatie wilt over de status van taken, gebruikt u de hulpmiddelen
voor taakbeheer zoals beschreven in de Gids voor taakbeheer. U kunt ook Job Monitor
gebruiken. Raadpleeg “Job Monitor” on page 7-4 voor instructies voor het starten van
Job Monitor.
7
7-4 Taken bijhouden en controleren
Informatie opvragen met WebLink
WebLink op de introductiepagina van de Fiery EX2101 brengt u naar een andere
wegpagina
of naar verscheidene webpagina's, op voorwaarde dat u over een geldige
Internet-verbinding beschikt. De beheerder op uw locatie kan de bestemming voor
WebLink instellen. Controleer uw Fiery EX2101 WebLink op eventuele beschikbare
informatie.
Job Monitor
U kunt Job Monitor gebruiken om de status bij te houden van taken die naar de
Fiery EX2101 zijn verzonden. Bovendien houdt Job Monitor de status bij van
verbruiksartikelen op de Fiery EX2101 en waarschuwt u bij eventuele fouten die het
afdrukken verstoren. Als u meer dan een Fiery EX2101 hebt, kunt u Job Monitor
gebruiken om ze allemaal tegelijk te controleren.
Om Job Monitor te openen, moet u het Windows-printerstuurprogramma voor
Fiery EX2101 installeren en het starten vanuit het tabblad Printerstatus, zoals
beschreven in de Installatiegids gebruikerssoftware.
OPMERKING: Job Monitor wordt alleen ondersteund op Windows-computers.
Als u in het dialoogvenster Voorkeuren Job Monitor Uitvoeren bij opstarten van
Windows selecteert, wordt Job Monitor automatisch op de achtergrond gestart telkens
wanneer u Windows opstart. Raadpleeg na het starten van dit hulpprogramma het
Help-bestand van Job Monitor voor informatie over het openen van het dialoogvenste
r
Voorkeuren Job Monitor.
Wanneer Job Monitor niet onmiddellijk start of beëindigd werd, start u deze manueel
door te dubbelklikken op het Windows bureaublad of met behulp van het printerstuur-
programma, zoals beschreven in de Installatiegids gebruikerssoftware.
Raadpleeg het Help-menu van Job Monitor voor meer informatie over Job Monitor.
Om het helpbestand van Job Monitor te openen, klikt u op Help in de werkbalk.
8
8-1 De werking van Fiery E-mailservice
Met Fiery E-mailservice kunt u via uw huidige e-mailinfrastructuur afdrukken
naar
de Fiery EX2101 en deze beheren. U kunt afdrukken naar externe locatie en
firewalls omzeilen.
Met E-mailservice kunt u taken als e-mailbijlagen naar de
Fiery EX2101 sturen. U gebruikt E-mailservice om afdrukken te maken met behulp
van een e-mailclientprogramma.
De werking van Fiery E-mailservice
Als u de e-mailservices wilt gebruiken, moet u de E-mail Service instellen zoals beschreven
in de Configuratiegids.
Als u via een e-mailclient wilt afdrukken, verstuurt u het bestand als een e-mailbijlage.
Het bestand wordt vervolgens door E-mail Service opgehaald en naar de Fiery EX2101
verzonden. Het bestand in de bijlage kan elke indeling hebben die door de
Fiery EX2101 wordt herkend (PS, EPS, PDF en TIFF).
De Fiery EX2101 ondersteunt ook interne adresboeken. Beheerders kunnen adressen
uit adresboeken ophalen, eraan toevoegen, eruit verwijderen en erin wissen door een
verzoek per e-mail te versturen. Zie de Configuratiegids voor meer informatie over
adresboeken.
OPMERKING: Fiery E-Mail Service (E-mailservice) kan geen bestanden met de
extensie .vbs, .exe, .bat, en .txt verwerken.
Hoofdstuk 8:
Fiery
E-mailservice
8
8-2 Fiery E-mailservice
Afdrukken via een e-mailclient
U kunt afdruktaken met uw e-mailtoepassing als e-mailbijlage naar de Fiery EX2101
sturen.
Als u een e-mail met een bijlage verstuurt, wordt het bestand door E-mail Service
opge
haald en naar de Afdrukwachtrij op de Fiery EX2101 verzonden. Het bestand moet
een indeling
hebben die door de Fiery EX2101 wordt ondersteund.
Alle gebruikers kunnen in principe afdrukken via een e-mailclient, behalve wanneer het
adresboek voor afdrukken door de beheerder is ingesteld. Als uw e-mailadres niet in het
adresboek voor afdrukken voorkomt, kunt u geen bestanden via e-mail naar de
Fiery EX2101 sturen. Zie de Configuratiegids voor meer informatie over adresboeken.
OPMERKING: De wachtrijen Direct en Blokkeringswachtrij worden bij het gebruik van
de functie voor e-mailclients niet ondersteund.
OPMERKING: In de volgende schermafdrukken is de e-mailtoepassing Microsoft
Outlook gebruikt.
AFDRUKKEN VIA EEN E-MAILCLIENT
1. Open uw e-mailtoepassing.
2. Geef het e-mailadres van de Fiery EX2101 op de regel Aan...
3. Typ de gewenste tekst op de onderwerpregel of laat deze leeg.
4. Voeg het bestand bij dat u wilt afdrukken.
U kunt desgewenst ook aanvullende tekst in het tekstgebied van het bericht typen.
Deze tekst wordt dan ook afgedrukt.
8
8-3 Afdrukken via een e-mailclient
OPMERKING: Als uw bijlage de maximale bestandsgrootte overschrijdt die door de
beheerder van uw e-mailsysteem is ingesteld, wordt de e-mail niet verzonden.
5. Verzend de e-mail.
Het bestand wordt naar de Fiery EX2101 verzonden en de taak wordt afgedrukt.
Wanneer
de Fiery EX2101 de taak heeft ontvangen, wordt er per e-mail een
kennisgevingsbericht naar
u verzonden met de mededeling dat de afdruktaak is
geaccepteerd. In deze e-mail wordt ook een taakidentificatie (ID) vermeld. U kunt
de taakidentificaties gebruiken om taken
te beheren met behulp van Taakcontrole (zie de
volgende sectie). In het kennisgevings
bericht worden eventuele fouten aangegeven op
de kopieermachine.
Wanneer de taak is afgedrukt, ontvangt u een tweede kennisgevingsbericht met
de mededeling dat de taak met goed gevolg is afgedrukt.
U kunt met behulp van Taakcontrole de status van uw taak bekijken en controleren
of de taak met succes is afgedrukt.
8
8-4 Fiery E-mailservice
Job Control
Met Job Control kunt u afdruktaken beheren door opdrachten naar de Fiery EX2101
te verzenden via e-mail. U kunt een taak annuleren, de taakstatus bekijken en Help-
informatie over een taak openen. Als u een opdracht hebt verstuurd, stuurt de
Fiery EX2101
een e-mailbericht terug.
AFDRUKTAKEN BEHEREN MET JOB CONTROL
1. Geef in uw e-mailtoepassing het e-mailadres van de Fiery EX2101 op de regel Aan...
op de regel Aan...
2. Typ een van de volgende opdrachten voor taakcontrole op de onderwerpregel.
Als u de status van een taak wilt controleren, typt u #JobStatus<taak-ID>
op de onderwerpregel.
U ontvangt dan een antwoord op uw taakstatusverzoek. U kunt alleen de status-
gegevens van een taak opvragen als u de desbetreffende taak zelf hebt verstuurd
of als u een beheerder bent.
Als u een taak wilt annuleren, typt u #CancelJob<taak-ID> op de onderwerpregel.
U ontvangt dat een kennisgeving waarin wordt vermeld dat de taak is geannuleerd
en niet zal worden afgedrukt op de Fiery EX2101. U kunt een taak alleen annuleren als
u de desbetreffende taak zelf hebt verzonden of als u een beheerder bent.
Als u Help-informatie wilt opvragen, typt u #Help op de onderwerpregel.
U ontvangt dan een e-mailbericht met de koppelingen die u kunt gebruiken
om taken te annuleren, de taakstatus te controleren en adresboeken te zoeken
en te beheren. Klik op een van de koppelingen om een opdracht voor taakcontrole
uit te voeren.
A
A-1 Afdrukopties
Aan de hand van afdrukopties kunt u alle speciale functies van de kopieermachine
en de Fiery EX2101 gebruiken. U kunt de afdrukopties op diverse plaatsen opgeven: in de
Setup
van de Fiery EX2101, vanuit de toepassing waarmee u afdrukt en Fiery Downloader
en de hulpmiddelen voor taakbeheer. In de tabel in deze bijlage wordt elke afdrukoptie
kort beschre
ven, worden de standaardinstellingen vermeld en krijgt u informatie over
beperkingen of vereisten bij de werking van de opties.
Printerstuurprogramma's en printerdefinitiebestanden
De Fiery EX2101 ontvangt bestanden van computers op het netwerk, verwerkt
deze bestan
den en stuurt ze vervolgens naar de kopieermachine. Windows- en
Macintosh-computers
communiceren met de Fiery EX2101 met behulp van een
printerstuurprogramma en printer
definitiebestanden (PPD-bestanden).
Windows-computers kunnen ook communiceren
met de Fiery EX2101 met behulp van
een Printer Control Language (PCL)-printerstuurprogramma en PDD-bestanden (het
equivalent van PCL voor PPD-bestanden). Beide stuurprogrammas biedt toegang tot
speciale functies van de Fiery EX2101 via het dialoogvenster Afdrukken.
De communicatie tussen de toepassingssoftware en de printer wordt bestuurd door
een printerstuurprogramma. Dit programma interpreteert de instructies die de toepassing
genereert, voegt deze samen met printerspecifieke opties die u hebt opgegeven, en vertaalt
al die gegevens in PostScript of PCL, een taal die door de printer kan worden geïnter-
preteerd. Met andere woorden, het stuurprogramma schrijft een PostScript- of PCL-
bestand op basis van het oorspronkelijke bestand en de opties die u hebt ingesteld
in het dialoogvenster Afdrukken.
Met een printerstuurprogramma kunt u ook specifieke afdrukopties voor uw
kopieermachine selecteren. Hiervoor moet het printerstuurprogramma worden
gekoppeld aan een PPD/PDD-bestand voor uw Fiery EX2101.
Appendix A:
Afdrukopties
A
A-2 Afdrukopties
Een PPD/PDD -bestand bevat gegevens over de functies en mogelijkheden van een
bepaalde printer (bijvoorbeeld welke papierformaten en mediasoorten deze ondersteunt).
Het stuurprogramma leest de informatie in het PPD-bestand en toont u deze infor-
matie in de vorm van opties die u kunt kiezen in het dialoogvenster Afdrukken. Het
PPD/PDD-bestand voor de Fiery EX2101 bevat informatie over de eigenschappen van
zowel de kopieermachine als de Fiery EX2101. Zie de tabel oppagina A-2 voor meer
informatie over de specifieke afdrukopties voor de Fiery EX2101.
Waar kunt u afdrukopties instellen?
•In de Setup
Bepaalde instellingen worden tijdens Setup door de beheerder opgegeven. Neem contact
op met de beheerder of de operator voor informatie over de huidige standaardinstel-
lingen van de server.
•Vanuit toepassingen
Met de printerstuurprogramma's kunt u taakinstellingen opgeven als u een taak
afdrukt. Zie Hoofdstukken 1 en 2 voor informatie over het opgeven van
taakinstellingen vanuit toepassingen.
•Vanuit Fiery Downloader
Wanneer u taken afdrukt met Fiery Downloader, kunt u slechts enkele instellingen
opgeven: Aantal, Paginabereik (alleen voor PDF-bestanden) en (Helderheid (alleen
voor PostScript- en EPS-bestanden). Als u opties wilt wijzigen in Fiery Downloader,
selecteert u een taak in de lijst Deze bestanden downloaden (Windows) of Bestanden
voor downloaden (Macintosh) en klikt u op Opties. Zie
Hoofdstuk 4
voor meer
informatie.
•Vervangende instellingen via de hulpmiddelen voor taakbeheer
Als u taakinstellingen wilt wijzigen via Command WorkStation, dubbelklikt u op een taak
om het dialoogvenster Properties (Eigenschappen) weer te geven. Als u taakinstellingen
wilt wijzigen via Fiery WebSpooler en Fiery Spooler, dubbelklikt u op een taak om het
dialoogvenster Afdukinstellingen negeren weer te geven. Raadpleeg de Gids voor
taakbeheer voor meer informatie.
A
A-3 Afdrukopties
Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties
Bij het vervangen van afdrukopties wordt de volgende hiërarchie gehanteerd:
•De printerinstellingen van een gebruiker hebben voorrang boven de instellingen
in de Setup van de Fiery EX2101.
•Instellingen uit de hulpmiddelen voor taakbeheer hebben voorrang boven
de afdrukinstellingen van de gebruiker.
Standaardinstellingen
In de volgende tabellen zijn de onderstreepte instellingen in de kolom Opties en
instellingen de standaardwaarden van het printerstuurprogramma (PPD/PDD-standaard-
waarden). Dit betekent dat de Fiery EX2101 taken afdrukt met de onderstreepte
instelling als u geen opties configureert in de interface van een printerstuurprogramma.
Bij opties die kunnen worden geconfigureerd tijdens Setup via de Configuratiepagina
,
Command WorkStation, of WebSetup, heeft het kiezen van Standaardwaarde van
printer tot gevolg dat de Fiery EX2101 de taak afdrukt met de opgegeven
Setup-instelling. Bij opties die niet kunnen worden geconfigureerd tijdens Setup,
wordt de taak van de Fiery EX2101 afgedrukt met een vooraf geconfigureerde
instelling voor Standaardwaarde van printer. Zie de kolom Vereisten, beperkingen en
informatie voor meer informatie.
Druk de configuratiepagina af vanuit Command WorkStation/Command WorkStation
LE of via het bedieningspaneel van de Fiery EX2101 om te controleren wat de huidige
standaardinstellingen in de Setup zijn.
A
A-4 Afdrukopties
Opties en instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie
180 graden roteren
Ja/Nee
Geef op of u de paginas van de taak
180 graden wilt draaien.
Deze optie is beschikbaar in het
Macintosh printerstuurprogramma,
Command WorkStation/Command
WorkStation LE, Fiery WebSpooler, en
Fiery Spooler. Voor Windows moet u de
optie Afdrukstand gebruiken.
Afhankelijk van de toepassing die u
gebruikt, kan een taak met de
afdrukstand Liggend in de verkeerde
afdrukstand worden afgedrukt. Als dit
gebeurt, of als u een andere nietmodus
kiest dan Uit en het nietje op de
verkeerde plaats wordt geplaatst,
selecteert u Ja.
Aanpassing voor centreren
Uit XY
/Boven X/Onder X/
Links Y/Rechts Y
Hiermee geeft u op hoe de afbeeldingen
moeten worden gepositioneerd op de
pagina bij het afdrukken van inslagen.
Zie pagina A-12 voor meer informatie.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Aanpassing voor opkruipen
Uit
/Normaal/Dik
Gebruik deze optie om afbeeldingen aan
te passen die mogelijk verschuiven ten
opzichte van het midden van het vel bij
het afdrukken van boekjes.
Dit kan gebeuren bij het afdrukken van
boekjes met een groot aantal paginas of
bij het afdrukken van boekjes op dikke
media. Zie pagina A-14 voor meer
informatie.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Aantal afdrukken
1
-999
Geef het aantal exemplaren op dat u van
de taak wilt afdrukken.
Voer geen waarden groter dan 999 in.
Achterblad
Aan/Uit
Geef aan of een achterblad moet worden
ingevoegd tussen de verschillende
exemplaren of paginas van taken met
meerdere exemplaren.
Deze optie heeft enkel betrekking op
niet-gesorteerde of gecollationeerde
taken.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
A
A-5 Afdrukopties
Afdrukformaat
Gelijk aan documentgr
ootte/8.5x11 P/
8.5x11/A4 P/A4/11x17/12x18/A3/A5/
8.5x14/8.5x13/B4/B5/B5 P/
8K(267x389)/16K(194x267)/
8x10 P/5.5x8.5/Postcard/SRA3
Geef het afdrukformaat van het
document op. Wanneer het
documentformaat verschilt van het
gekozen afdrukformaat, zal het document
op schaal aangepast worden tot op het
gespecificeerde afdrukformaat.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Afdrukstand
Staand
/Liggend
Geef de afdrukstand van het document
op.
Selecteer Liggend om de paginas van een
liggende taak met 180 graden te draaien.
Bedrukte zijde -omlaag
Uit
/Aan
Selecteer Uit om het document op de
bovenzijde van het papier af te drukken.
Selecteer Aan om het document op de
onderzijde van het papier af te drukken
(het document wordt uitgevoerd uit de
kopieermachine met de tekstzijde naar
beneden).
Als de optie Bedrukte zijde omlaag is
ingeschakeld, moet u voor Mediasoort de
optie Normaal papier of Zwaar papier
opgeven.
Beeldverschuiving
Geen
/Links/Rechts/Boven/Onder
Geef de richting op waarnaar u het beeld
wilt verschuiven. De magnitude van de
beeldverschuiving kan gespecificeerd
worden met de afdrukoptie Mwidth.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Beveiligd afdrukken
Ken voor beveiligd afdrukken een
wachtwoord toe aan de taak. De taak
wordt behouden op de Fiery EX2101.
Om uw taak af te drukken, geeft u op het
configuratiescherm van de Fiery EX2101
uw wachtwoord in.
Die optieveld is beperkt tot 10 tekens.
Deze optie is enkel beschikbaar in het
PS-printerstuurprogramma.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Zie pagina A-20 voor meer informatie.
Boekje maken
Uit
/Boekje/Op de rug gesneden/
Dubbele afdruk/Snelle afdruk
Geef de pagina-indeling van uw
afdruktaak op met speciale lay-outs voor
vouwen of snijden na het afdrukken.
Zie pagina A-11 voor meer informatie.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Opties en instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie
A
A-6 Afdrukopties
Dubbelzijdig afdrukken
Uit
/Boven-Boven/Boven-Onder
Geef aan of de taak enkelzijdig of
dubbelzijdig moet worden afgedrukt door
de afdrukstand van de afgedrukte
afbeeldingen op te geven.
Zie pagina A-14 voor meer informatie
over dubbelzijdig afdrukken.
Gemengde media gebruikt
Ja/Nee
Selecteer Ja als u in het
Windows-printerstuurprogramma de
opties Gemengde media hebt
gedefinieerd.
Deze optie is niet beschikbaar in het
Macintosh-printerstuurprogramma en de
hulpmiddelen voor taakbeheer.
Gemengde media
Uit
/(Gemengde media definiëren)
Klik op Definiëren als u gemengde
mediasoorten wilt definiëren voor
specifieke pagina's.
Deze optie is enkel beschikbaar in het
PS-printerstuurprogramma voor
Windows en Command WorkStation.
Zie pagina A-15 voor meer informatie.
Groepsnaam
Als de optie Printing Groups
(Afdrukgroepen) is ingeschakeld, heeft de
beheerder van de Fiery EX2101
gebruikers toegewezen aan afdrukgroepen
en elke groep voorzien van een
wachtwoord. Voer de juiste groep in.
Naam voor de afdruktaak.
Groepspassword
Als de optie Printing Groups
(Afdrukgroepen) is ingeschakeld, heeft de
beheerder van de Fiery EX2101
gebruikers toegewezen aan afdrukgroepen
en elke groep voorzien van een
wachtwoord. Voer het juiste
groepswachtwoord in voor de afdruktaak.
Helderheid
Standaar
dwaarde printer/
85% Lichtst/90% Lichter/95% Licht/
100% Normaal
/105% Donker/
110% Donkerder/115% Donkerst
Selecteer 85% voor een aanzienlijk
lichtere afdruk, 115% voor een
aanzienlijk
donkerdere afdruk of een
tussenliggend
percentage voor een andere helderheid.
De standaardwaarde van de printer geeft
dezelfde resultaten als de selectie 100%.
Instructies
Voer instructies met betrekking tot de
taak in voor de operator.
Die optieveld is beperkt tot 127 tekens
(alfanumerieke en speciale tekens).
Opties en instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie
A
A-7 Afdrukopties
Kopieermodus
Standaar
dwaarde van printer/
Foto/Kaart
Welbepaalde kopieermodi produceren
met zekere bestanden optimale resultaten.
Kies de kopieermodus die het best
geschikt is voor uw taak:
Foto werkt het best wanneer het bestand
een foto is.
Kaart werkt het best voor tekst of
gegevens met dunne lijnen.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Lade-uitlijning
Inschakelen/Uitschak
elen
Geef op of u de lade-uitlijning wilt
inschakelen.
Zie voor meer informatie de Gids voor
taakbeheer.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Margebreedte
2807-14400 (pt)
2808 pt
Geef de magnitude van de
beeldverschuiving op. Het beeld wordt
verschoven in de richting die
gespecificeerd is in de afdrukoptie
Beeldverschuiving.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
7200 pts = 1 duim.
Mediakleur
Wit
/Groen/Blauw/Geel/Buff/
Goldenrod/Overig1/Overig2
Select een kleur van de media waarop uw
taak afdrukt.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Mediasoort
Ge
woon/Zwaar 1A/Zwaar 1B/Zwaar 2/
Transparant/Etiketten/Index1/Index2
Geef het mediasoort in dat u voor uw taak
wilt gebruiken.
Index1 en Index2 zijn niet beschikbaat
met PCL.
Model gebruiken
Geen
/1-15
Geef voor een afdruktaak met variabele
gegevens een nummer voor een
FreeForm
model op.
Zie pagina 5-2 voor meer informatie.
In Command WorkStation kunt
u maximaal 100 FreeForm-
modellen selecteren.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer
voor meer informatie over het maken van
FreeForm-modellen in Command
WorkStation.
Deze optie is niet beschikbaar
in het PCL-printerstuurprogramma.
Opties en instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie
A
A-8 Afdrukopties
Model maken
Geen
/1-15
Als u een FreeForm-modelbestand wilt
maken van deze taak, geeft u een nummer
op dat moet worden toegewezen aan het
FreeForm-modelbestand.
Zie pagina 5-2 voor meer informatie.
In Command WorkStation kunt u
maximaal 100 FreeForm-modellen
selecteren.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Modus voor nietmachine
Geen
/Boven links/Boven rechts/
Dubbel (Links of Boven)/Midden
Geef aan hoe taken met meerdere paginas
moeten worden geniet.
Opmerkingen
Voer gegevens over de taak in. De maximale lengte van het veld
Opmerkingen bedraagt 32 tekens.
Opslaan voor snel afdrukken
Uit
/Aan
Geef aan of u de rastergegevens van de
taak na het afdrukken op schijf wilt
opslaan, zodat de gegevens later opnieuw
kunnen worden afgedrukt (zonder dat ze
opnieuw moeten worden verwerkt).
Als u deze optie op Aan instelt, blijven
alle instellingen voor afdrukopties
behouden bij de opgeslagen
rastergegevens wanneer u de taak
opnieuw afdrukt. Als u de taak wilt
afdrukken met nieuwe instellingen voor
afdrukopties, moet u de rastergegevens
verwijderen en de taak opnieuw
verwerken.
Paginabereik
Alles
/Even/Oneven
Geef op of u alle pagina's of alleen de even
of oneven pagina's wilt afdrukken.
Deze optie is beschikbaar vanaf de
hulpmiddelen voor taakbeheer.
Paginaformaat achterblad
8.5x11 P
/8.5x11/A4 P/A4/11x17/
12x18/A3/A5/8.5x14/8.5x13/B4/B5/
B5 P/8K(267x389)/16K(194x267)/
8x10 P/5.5x8.5/Postcard/SRA3
Geef het paginaformaat voor het
achterblad op.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Paginavolgorde
V
ooruit/Achteruit
Selecteer Vooruit om de taak vanaf de
eerste pagina tot de laatste pagina af te
drukken.
Selecteer Achteruit om de taak vanaf de
laatste pagina tot de eerste pagina af te
drukken.
Opties en instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie
A
A-9 Afdrukopties
Papierbron achterblad
A
utomatisch selecteren/Lade 1/
Lade 2/Lade 3/Lade 4/Lade 5/
Lade 6
Geef de papierlade op voor het achterblad
van de taak.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Papierbron
A
utomatisch selecteren/Lade 1/
Lade 2/Lade 3/Lade 4/Lade 5/
Lade 6
Geef de papierlade op voor uw
afdruktaak.
Met de instelling Automatisch selecteren
wordt automatisch de lade gekozen met
het opgegeven papierformaat voor de
taak.
Papierformaat
8.5x11 P
/8.5x11/A4 P/A4/11x17/
12x18/A3/A5/8.5x14/8.5x13/B4/B5/
B5 P/8K(267x389)/16K(194x267)/
8x10 P/5.5x8.5/Postcard/SRA3/
Aangepaste papierformaten
Geef het formaat van het papier op
waarop u het document wilt afdrukken.
Passend maken
Uit
/Aan
Geef op of u de taak passend wilt maken
voor het opgegeven papierformaat.
Deze optie is alleen beschikbaar vanaf
Command WorkStation.
Perforatierand
Geen
/Links/Boven/Rechts
Specificeer waar u voor uw taak de
perforaties wilt.
Perforaties
Geen
/Twee/Drie/Vier
Specificeer waar u twee, drie of vier
perforaties wilt.
Powerpoint optimalis.
Standaar
dwaarde van printer/Uit/Aan
Selecteer Aan als u PowerPoint-bestanden
afdrukt naar de Fiery EX2101.
Als u deze optie instelt op Aan, kunt u de
verwerkingstijd voor PowerPoint-taken
reduceren.
De standaardwaarde van de printer geeft
dezelfde resultaten als de selectie Uit.
Wanneer u deze optie gebruikt, moet u
alle andere FreeForm-afdrukopties
uitschakelen.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Opties en instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie
A
A-10 Afdrukopties
Schaal aanpassen
25-400%
100%
Geef een ander vergrotings- of
verkleiningspercentage voor de afdruktaak
op.
Deze optie is alleen beschikbaar als
vervangende waarde vanuit de
hulpmiddelen voor taakbeheer.
Het ondersteunde bereik gaat van 25 tot
400.
Deze optie is niet dezelfde als de optie
Schaal van het printerstuurprogramma.
Sorteren
Aan/Uit
Geef aan hoe afdruk- of kopieer-
taken met meerdere paginas moeten
worden uitgevoerd.
Tekst/afbeeldingen verfijnen
Aan
/Uit
Geef op of u de randen van tekst of
vectorafbeeldingen scherper wilt laten
uitkomen.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Transparant + tussenblad
Uit
/Blanco tussenvel
Selecteer Blanco tussenvel om
transparanten te scheiden door blanco
paginas normaal papier.
Uitvoerlade
Standaar
dwaarde van printer/
Afdrukopvang./Bovenste lade
Geef de uitvoerbak voor uw afdruktaak
op.
Vouwen
Uit
/Z-vouw/Z-vouw in drie/
Vouw in twee/C-vouw in drie
Specificeer hoe u uw taak wilt vouwen Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Witte PPT-achtergrond wissen
Nee
/Ja
Selecteer Ja als u PowerPoint in
combinatie met FreeForm gebruikt om
variabele gegevens te maken.
Deze optie is niet beschikbaar in het
PCL-printerstuurprogramma.
Opties en instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie
A
A-11 Afdrukopties
Aanvullende informatie over afdrukopties
In de volgende secties wordt aanvullende informatie gegeven over afdrukopties.
Zie de voorafgaande tabel voor meer informatie over de instellingen, vereisten
en beperkingen voor deze opties.
Boekje maken
Geef de pagina-indeling van uw afdruktaak op met speciale lay-outs voor vouwen
of snijden na het afdrukken.
Uit—De taak wordt afgedrukt zonder inslagmogelijkheden.
Boekje—Kies deze instelling om volledige documenten af te drukken die in de volgorde
voor een boekje worden gevouwen en geniet.
U kunt bovendien met de optie Aanpassing voor opkruipen de verschuiving van de
afbeelding aanpassen die kan optreden bij het afdrukken van boekjes. Zie Aanpassing
voor opkruipen op pagina A-14 voor meer informatie.
Op de rug gesneden—Kies deze instelling om volledige documenten af te drukken
die in de volgorde voor een boekje worden gevouwen en geniet.
Voor Achter
Voor Achter
A
A-12 Afdrukopties
Dubbele afdruk— Kies deze instelling om een taak zo af te drukken dat de gegevens
van de eerste pagina op het eerste vel worden gekopieerd. De gegevens van de tweede
pagina worden op de volgende pagina gekopieerd, enz.
Snelle afdruk— Kies deze instelling om een afdruktaak te versnellen, zodat bij het
stapelen en snijden van de vellen vanuit de centrale positie de taak in volgorde wordt
genummerd en gescheiden als twee stapels.
Aanpassing voor centreren
Gebruik deze optie om op te geven hoe u de afbeelding op de pagina wilt plaatsen.
Het afdrukformaat moet op een groter papierformaat gezet worden om deze optie
te gebruiken.
Alleen voor
Voor Achter
E
n
k
e
l
z
ijdi
g
D
u
bb
e
l
z
ijdi
g a
fd
ru
kk
en
Alleen voor
Voor Achter
E
n
k
e
l
z
ijdi
g
D
u
bb
e
l
z
ijdi
g a
fd
ru
kk
en
A
A-13 Afdrukopties
Raadpleeg de onderstaande illustraties voor het gebruik van de optie Aanpassing
voor centreren.
OPMERKING: Wanneer de optie Boekje maken anders ingesteld is dan Uit, is enkel XY
mogelijk.
Aanpassing voor
centreren
Beeldpositionering
op pagina
XY
Plaatst de afbeelding in het
midden van de pagina.
Boven X
Plaatst de afbeelding zo dat
ze gelijk komt met de boven-
zijde van de pagina.
Onder X
Plaatst de afbeelding zo dat
ze gelijk komt met de onder-
zijde van de pagina.
Links Y
Plaatst de afbeelding zo dat
ze gelijk komt met de linker-
zijde van de pagina.
Rechts Y
Plaatst de afbeelding zo dat
ze gelijk komt met de
rechterzijde van de pagina.
A
A-14 Afdrukopties
Aanpassing voor opkruipen
Gebruik deze optie om afbeeldingen aan te passen die mogelijk verschuiven ten
opzichte van het midden van het vel bij het afdrukken van boekjes. Dit kan gebeuren
bij het afdrukken van boekjes met een groot aantal paginas of bij het afdrukken van
boekjes op dikke media.
OPMERKING: Om deze optie te gebruiken moet de optie Boekje maken op Boekje staan
en de optie Dubbelzijdig afdrukken op Boven-Boven.
Dubbelzijdig afdrukken
Boven-Boven—Hiermee de bovenzijde van de afbeelding afgedrukt op zijde 1 tegen
dezelfde paginarand als de bovenzijde van de afbeelding op zijde 2.
Boven-Onder—Drukt de bovenzijde van de afbeelding af op Zijde 1, aan de
tegengestelde rand van de pagina van de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 2.
In de volgende tabel ziet u het resultaat van de verschillende instellingen voor
dubbelzijdig afdrukken:
Boven-Boven Boven-Onder
Staand
Liggend
1 2
1
2
1 2
1
2
A
A-15 Afdrukopties
Gemengde media
Met de optie Gemengde media kunt u een reeks pagina's op media van verschillende
diktes afdrukken. U bepaalt de instellingen voor Gemengde media wanneer u de taak
afdrukt met het Fiery EX2101-printerstuurprogramma voor Windows. U kunt deze
optie bijvoorbeeld gebruiken om een andere mediasoort voor het voorblad op te geven,
om blanco pagina's toe te voegen en om dubbelzijdig bedrukte pagina's binnen een
enkele afdruktaak in te stellen. De instellingen voor Gemengde media kunnen
eveneens in Command WorkStation worden gedefinieerd of gewijzigd (zie Gids voor
taakbeheer).
De volgende procedures beschrijven hoe u in het Windows-printerstuurprogramma
de instellingen voor Gemengde media definieert, wijzigt en wist.
OPMERKING: De instellingen voor Gemengde media zijn niet beschikbaar in de PCL- of
Macintosh-printerstuurprogrammas.
OPMERKING: De instellingen voor Gemengde media functioneren niet voor de volgende
taken: afdrukken van variabele gegevens en inslag.
OPMERKING: Wanneer u de instellingen voor Gemengde media gebruikt bij
FreeForm-taken, is het mogelijk dat een hoofdpagina wordt gedrukt op paginas die
leeg zouden moeten zijn.
AFDRUKKEN MET GEMENGDE MEDIA OP WINDOWS-COMPUTERS
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en klik op Eigenschappen.
2. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
A
A-16 Afdrukopties
3. Klik op de optiebalk Papierbron en klik daarna op Definiëren.
Het dialoogvenster Gemengde media wordt weergegeven.
OPMERKING:
De informatie in cursief in de selectielijst is het standaard mediasoort voor
de taak
. Als een bepaalde reeks pagina's op de standaard mediasoort wordt afgedrukt,
hoeft u dit paginabereik niet op te geven. De term hoofddeel verwijst niet
noodzakelijker- wijs naar wat u als het hoofdstuk van het document zou aanmerken,
maar naar de mediasoort voor pagina's waarvoor in de lijst geen specifieke mediasoort
wordt vermeld.
4. Geef in het veld Start hoofdstuk een beginpaginanummer op voor elk hoofdstuk
wanneer uw taak bestaat uit verschillende hoofdstukken en dubbelzijdig afgedrukt
wordt.
Door het begin van de hoofdstukken te definiëren, bent u er zeker van dat de hoofd-
stukken met een even aantal pagina's worden afgedrukt. Het verdient aanbeveling dit
veld te gebruiken wanneer u een dubbelzijdig document met meerdere hoofdstukken
afdrukt. Scheid de paginanummers met komma's. Als bijvoorbeeld de hoofdstukken
van een document met 4 hoofdstukken beginnen op pagina's 1, 2, 34 en 56, geeft
u 1,2,34,56 in.
Selectielijst
A
A-17 Afdrukopties
OPMERKING:
Geef alle beginpaginanummers van hoofdstukken in, gescheiden door
kommas. Uw invoer
in het veld Start hoofdstuk geldt voor het hele document, los van
de paginabereiken die u specificeert in het gebied Gemengde media definiëren.
5. Selecteer het vakje Elk hoofdstuk definiëren als een aparte afwerkingsset als u wilt
dat elk hoofdstuk als een afzonderlijke afwerkingsset wordt behandeld.
Selecteer deze optie bijvoorbeeld om de Fiery EX2101 de opdracht te geven elk
hoofdstuk afzonderlijk te nieten.
6. Geef de paginanummers voor elk paginabereik op en selecteer de opties voor
dat bereik.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Paginabereik—Gebruik een koppelteken als u een reeks opeenvolgende pagina's wilt
opgeven. Als u bijvoorbeeld 1-3 opgeeft, worden de eerste drie pagina's op een bepaalde
mediasoort afgedrukt. Als u 1-14 opgeeft, worden de eerste veertien pagina's afgedrukt
en met 5-worden pagina 5 plus alle daaropvolgende pagina's tot het einde van het
document afgedrukt. Als u voor alle pagina's in diverse paginareeksen dezelfde media-
soort gebruikt, kunt u deze reeksen combineren met een komma, bijvoorbeeld 4-5, 9-10.
U kunt een blanco pagina invoegen door ^ in te voeren. Als u bijvoorbeeld ^6 invoert
in de optie Paginabereik, wordt voor pagina 6 een blanco pagina ingevoegd u kunt een
enkele pagina niet combineren met een paginabereik.
Dubbelzijdig-afdrukken—Selecteer Boven-Boven om bij het dubbelzijdig afdrukken de
bovenzijde van de afbeelding op Zijde 1 aan dezelfde rand van de pagina te plaatsen
als
de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 2, of Boven-Onder om bij het dubbelzijdig
afdrukken de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 1 aan de tegengestelde rand van
de pagina te plaatsen dan de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 2. U moet in het
printerstuurprogramma eerst Dubbelzijdig-afdrukken kiezen voor u dubbelzijdig
afdrukken met gemengde media kunt opgeven. De eerste pagina van dubbelzijdige
pagina's wordt altijd op de voorzijde van het vel afgedrukt.
Mediakleur—Selecteer een type media dat u voor het bereik wilt gebruiken.
Mediasoort—Selecteer een type media dat u voor het bereik wilt gebruiken.
Papierbron—Selecteer een papierlade met een medium dat u voor het bereik
wilt gebruiken.
A
A-18 Afdrukopties
OPMERKING: Standaardinstelling document staat voor de instelling die u maakt buiten
het dialoogvenster Gemengde Media. Wanneer u bijvoorbeeld Papierbron instelt op
Lade 1 in de optiebalk Papierbron , dan is de standaardinstelling van het document
voor Papierbron in het dialoogvenster Gemengde media gelijk aan Lade 1.
OPMERKING:
Als er geen opties zijn geselecteerd voor een of meer pagina's die vallen tussen
de pagina's
of binnen het paginabereik in de selectielijst, worden de betreffende
pagina's afgedrukt conform de specificaties voor het hoofddeel. De
hoofddeelspecificaties bestaan uit de instellingen voor afdrukopties voor alle
documenten die op dit moment voor het printerstuurprogramma zijn geselecteerd.
OPMERKING:
Vergewis u ervan dat u de correcte mediatypes in de correcte lades laadt, zoals
gedefinieerd
in het dialoogvenster Gemengde media, evenals in de optiebalk
Papierbron.
7. klik op Toevoegen.
Uw specificaties worden in de Selectielijst weergegeven.
8. Herhaal stap 6 en stap 7 voor elke pagina die of elk paginabereik dat u wilt afdrukken
met de opties voor gemengde media.
A
A-19 Afdrukopties
INSTELLINGEN VOOR GEMENGDE MEDIA AANPASSEN
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en klik op Eigenschappen.
2. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
3. Klik op de optiebalk Papierbron en klik daarna op Definiëren.
Het dialoogvenster Gemengde media wordt weergegeven.
4. Selecteer in de selectielijst het paginabereik dat u wilt wijzigen.
5. Geef de nieuwe instellingen op voor uw afdruktaken, zoals beschreven oppagina A-17.
6. Klik op Aanpassen.
7. Klik op OK.
INSTELLINGEN VOOR GEMENGDE MEDIA VERWIJDEREN
1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en klik op Eigenschappen.
2. Klik op de optiebalk Papierbron en klik daarna op Definiëren.
Het dialoogvenster Gemengde media wordt weergegeven.
3. Selecteer in de selectielijst het paginabereik dat u wilt wissen.
4. Klik op Verwijderen.
5. Klik op OK.
A
A-20 Afdrukopties
Powerpoint optimalis
Deze optie verbetert de verwerkingstijd voor PowerPoint-taken die één achtergrond
hebben met een grote afbeelding (minstens 200 dpi) of een groot aantal bladzijden
waarop de achtergrondafbeelding geplaatst is. Wanneer u deze optie inschakelt voor
PowerPoint-taken met achtergrondafbeeldingen van 100 dpi of minder, kan de werking
van de Fiery kort uitgesteld worden, gewoonlijk niet langer dan één of twee seconden.
Schaal aanpassen
De operator kan vanuit Fiery Spooler of Fiery WebSpooler een ander vergrotings-
of verkleiningspercentage opgeven, maar deze vervangende instelling wordt toegepast
op elk vergrotingspercentage dat al is ingesteld in de actieve taak. Als een gebruiker
bijvoorbeeld een taak verstuurt met een verkleiningspercentage van 50% en de operator
een vervangend vergrotingspercentage van 200% opgeeft, wordt de taak afgedrukt op
100%, dat wil zeggen 50% van 200%, van het formaat van het oorspronkelijke document
.
Beveiligd afdrukken
De optie Beveiligd afdrukken maakt het u mogelijk om uw taak enkel af te drukken
wanneer u aanwezig bent bij de Fiery EX2101 kopieermachine. Om deze optie te
gebruiken, moet u eerst een wachtwoord ingeven in het veld Beveiligd afdrukken
wanneer u uw taak naar de Fiery EX2101 stuurt. Om uw taak af te drukken, geeft u
zoals in de volgende procedure beschreven op het Fiery EX2101 van de Fiery EX2101
uw wachtwoord opnieuw in.
A
A-21 Afdrukopties
EEN BEVEILIGDE TAAK AFDRPUKKEN
1.
Geef een wachtwoord in in het veld Beveiligd afdrukken in het printerstuurprogramma
en stuur uw taak door naar de Fiery EX2101.
Zie pagina 1-3 (voor Windows) en pagina 2-4 (voor Macintosh) voor meer informatie
over het ingeven van het wachtwoord.
OPMERKING:
Het wachtwoord mag alleen maar alfanumerieke tekens bevatten. Gebruik
geen symbolen
.
2. Druk op de menuknop op het configuratiescherm van de Fiery EX2101 om naar het
menu Functies te gaan.
3. Schuif met de pijlknop naar beneden en druk op de regelselectieknop naast Beveiligd
afdrukken.
4. Met de pijlknoppen naar boven en naar beneden vult u hetzelfde wachtwoord in als
wat u ingaf in het veld Beveiligd afdrukken.
5. Schuif om uw taak te vinden en selecteer ze door de regelselectieknop ernaast in te
drukken.
6. Om het aantal kopieën te wijzigen van wat u opgaf in het printerstuurprogramma,
selecteert u Aantal exemplaren en geeft u een nieuw cijfer in.
7. Om uw taak af te drukken en te verwijderen van de Fiery EX2101, selecteert u Afdruk.
en verwijd.
Om uw taak af te drukken en te behouden op de Fiery EX2101, selecteert u
Afdrukken en blokk.
Tot de taak wordt weer toegang verkregen met hetzelfde wachtwoord.
8. Om uw taak te verwijderen zonder ze af te drukken, selecteert u Verwijderen.
B
B-1 Lettertypelijsten
Deze bijlage geeft een overzicht van alle ingebouwde lettertypen die worden geleverd
bij uw Fiery EX2101.
PostScript-printerlettertypen
In de volgende tabel staan de 136 PostScript-printerlettertypen die standaard
op de Fiery EX2101 zijn geïnstalleerd. Bovendien zijn er twee Adobe Multiple Master-
lettertypen, die worden gebruikt voor lettertypevervanging in PDF-bestanden.
OPMERKING: Op Macintosh-computers moet u de overeenkomstige schermlettertypen
installeren
van de cd met gebruikerssoftware. Raadpleeg de Installatiegids
gebruikerssoftware voor
instructies.
Adobe Type 1-lettertypen
De Fiery EX2101 beschikt over 126 Adobe Type 1-lettertypen:
In de kolom Menunaam Macintosh staat de naam zoals deze voorkomt in het menu
Lettertype van een Macintosh-computer. Als u bijvoorbeeld “Bodoni-Bold” wilt
gebruiken, moet u in de meeste toepassingen in het menu Lettertype het lettertype
Bodoni Bold kiezen.
In de kolom Menunaam Windows staat de naam zoals deze voorkomt in het menu
Lettertype van een Windows-computer. In de derde kolom staat ook de stijl die
in de toepassing moet worden geselecteerd om toegang te krijgen tot een bepaald
PostScript-lettertype. Als u bijvoorbeeld “Bodoni-Bold” wilt gebruiken, kiest u in
het menu Lettertype Bodoni en in het menu Tekenstijl de optie Vet.
PostScript-naam Menunaam Macintosh
Windows-menu
naam, tekenstijl
AlbertusMT-Light Albertus MT Lt Albertus MT Lt
AlbertusMT Albertus MT Albertus MT
AlbertusMT-Italic Albertus MT It Albertus MT, Italic
AntiqueOlive-Roman Antique Olive Roman Antique Olive Roman
AntiqueOlive-Bold Antique Olive Bold Antique Olive Roman, Bold
AntiqueOlive-Italic Antique Olive Italic Antique Olive Roman, Italic
Appendix B:
Lettertypelijsten
B
B-2 Lettertypelijsten
AntiqueOlive-Compact Antique Olive Compact Antique Olive Compact
Arial-BoldItalicMT Arial Bold Italic Arial, Bold Italic
Arial-BoldMT Arial Bold Arial, Bold
Arial-ItalicMT Arial Italic Arial, Italic
ArialMT Arial Arial
AvantGarde-Book Avant Garde AvantGarde
AvantGarde-Demi Avant Garde Demi AvantGarde, Bold
AvantGarde-BookOblique Avant Garde BookOblique AvantGarde, Italic
AvantGarde-DemiOblique Avant Garde
DemiOblique
AvantGarde, Bold Italic
Bodoni Bodoni Bodoni
Bodoni-Bold Bodoni Bold Bodoni, Bold
Bodoni-Italic Bodoni Italic Bodoni, Italic
Bodoni-BoldItalic Bodoni BoldItalic Bodoni, Bold Italic
Bodoni-Poster Bodoni Poster Bodoni Poster
Bodoni-PosterCompressed Bodoni PosterCompressed Bodoni PosterCompressed
Bookman-Light Bookman Bookman
Bookman-Demi Bookman Demi Bookman, Bold
Bookman-LightItalic Bookman LightItalic Bookman, Italic
Bookman-DemiItalic Bookman DemiItalic Bookman, Bold Italic
Carta Carta Carta
Clarendon-Light Clarendon Light Clarendon Light
Clarendon Clarendon Clarendon
Clarendon-Bold Clarendon Bold Clarendon, Bold
CooperBlack Cooper Black Cooper Black
CooperBlack-Italic Cooper Black Italic Cooper Black, Italic
Copperplate-ThirtyThreeBC Copperplate33bc Copperplate33bc
Copperplate-ThirtyTwoBC Copperplate32bc Copperplate32bc
Coronet Coronet Coronet
Courier Courier Courier
Courier-Bold Courier Bold Courier, Bold
PostScript-naam Menunaam Macintosh
Windows-menu
naam, tekenstijl
C
C-1 Problemen oplossen
In deze bijlage vindt u tips voor het oplossen van problemen.
Systeemprestaties optimaliseren
De Fiery EX2101 vereist geen onderhoud. Naast het normale onderhoud van de
kopieermachine
en het aanvullen van de verbruiksartikelen, kunt u het volgende
doen om de algemene prestaties van het systeem te verbeteren:
Controleer de taaklabelinformatie nauwkeurig voordat u afdrukt.
Druk taken met dezelfde specificaties voor uitvoer en papier samen af, zodat het
papier minder vaak hoeft te worden vervangen. Druk routinetaken af terwijl u taken
met speciale instructies of afwijkende mediasoorten voorbereidt.
•Sluit onnodige serververbindingen met Command WorkStation.
Als u af en toe een tweede of derde Fiery EX2101-server gebruikt, komt het de
prestaties ten goede wanneer u de verbinding verbreekt op het moment dat u deze
niet meer nodig hebt.
•Druk niet af wanneer de waarschuwing “Disk full” (Schijf vol) op de Fiery EX2101
wordt weergegeven.
Als u deze waarschuwing ziet, moet u taken verwijderen die waarschijnlijk niet
opnieuw zullen worden gebruikt. Voorkom deze situatie door regelmatig oude taken
te verwijderen. De datum die bij de taak staat, is de oorspronkelijke datum waarop
de taak is verzonden.
Bijlage C:
Problemen
oplossen
C
C-2 Problemen oplossen
Problemen oplossen
Deze afdeling bevat tips voor het oplossen van problemen. Neem contact op met
de operator of systeembeheerder als u met behulp van de informatie in deze sectie
het probleem niet kunt oplossen. Zorg er ook voor dat er geen toepassingen op
de Fiery EX2101 zijn geïnstalleerd, met uitzondering van de Fiery EX2101
hulpprogrammas die op de cd met gebruikerssoftware staan. Andere toepassingen
dan de Fiery EX2101hulpprogrammas worden niet ondersteund en kunnen
systeemproblemen veroorzaken.
Algemene afdrukproblemen
Probleem Mogelijke oplossing
U kunt geen wachtrijen
selecteren of bekijken.
Vraag de systeembeheerder de wachtrij te activeren in de Setup.
U kunt geen verbinding
maken met de Fiery EX2101
vanaf een Windows-systeem
met Command WorkStation
of de Fiery -hulpprogrammas.
Controleer of de verbinding correct is geconfigureerd.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor instructies.
Het afdrukken duurt te lang.
•Verstuur afdruktaken naar een wachtrij in plaats van de directe verbinding.
Wanneer u afdrukt naar een wachtrij, wordt de taak opgeslagen op de Fiery EX2101
totdat de taak kan worden verwerkt en afgedrukt. Wanneer u afdrukt naar de directe
verbinding, kan de taak pas naar de Fiery EX2101 worden verzonden nadat de vorige
taak is voltooid. Dit betekent dat u langer moet wachten voordat u de computer weer
kunt gebruiken.
Een of meer opties bij
Mediasoort zijn niet
beschikbaar.
Selecteer een Papierbron dat de mediasoort die u gebruikt ondersteunt.
Zie Bijlage A voor informatie over vereisten en beperkingen voor speciaal papier en
transparanten.
C
C-3 Problemen oplossen
De Fiery EX2101 reageert
niet op de opdracht
Afdrukken.
Controleer of de kopieermachine niet is losgekoppeld.
Als de beheerder of operator Afdrukken onderbreken heeft geselecteerd op het
bedieningspaneel van de Fiery EX2101 of in Command WorkStation om het
afdrukken te onderbreken, wordt de afdruktaak pas voortgezet als iemand Afdrukken
hervatten kiest in het menu Functies op het bedieningpaneel of klikt op de functietoets
in het Command WorkStation.
Controleer of de Fiery EX2101 is geselecteerd als huidige kopieermachine.
Voordat u kunt afdrukken, moet u de Fiery EX2101 selecteren als de actieve printer op
uw Windows-computer, Macintosh-computer of UNIX-werkstation.
Controleer of de kopieermachine is ingeschakeld.
Mogelijk heeft iemand de kopieermachine uitgeschakeld of is de energiebesparende
stand geactiveerd. Zelfs als de kopieermachine is uitgeschakeld, blijft de Fiery EX2101
zichtbaar in de Kiezer, zolang de Fiery EX2101 zelf aanstaat.
Als u afdrukt via een IPX (Novell)-netwerk, controleert u met het hulpprogramma
PCONSOLE of de taak is verzonden naar de Novell-wachtrij en of deze wachtrij wordt
gebruikt door de Fiery EX2101.
Controleer het bestand op PostScript-fouten.
Neem contact op met de operator of gebruik Fiery WebSpooler of Fiery Spooler om de
status van de taak te controleren. In Fiery WebSpooler of Fiery Spooler wordt een taak
met een PostScript-fout rood weergegeven.
Als u informatie over de PostScript-fout wilt weergeven, moet de optie Afdrukken tot
PS-fout in de Setup van de Fiery EX2101 zijn ingesteld op Ja. Zie de Configuratiegids
voor meer informatie.
Een boodschap vraagt om een
papierformaat waarover u niet
beschikt.
Annuleer de taak en voer een van de volgende acties uit:
Wanneer u een PostScript-bestand afdrukt, vraag dan de beheerder om de instelling
Papierformaten converteren in de printerinstellingen
om te zetten naar een
papierformaat waarover u wel beschikt. U kunt dit doen om over te gaan tussen
Amerikaanse en metrische papierformaten.
Wanneer u een bestand uit een toepassing afdrukt, wijzig dan het papierformaat in het
dialoogvenster Pagina-instelling.
U kunt niet afdrukken in
QuarkXPress 3.32 met het
PSPrinter 8.7.2-printerstuur-
programma op een
Macintosh-computer.
•Verwijder het bestand Balloon Help uit de map waar de toepassing QuarkXPress staat en
start QuarkXPress opnieuw.
Probleem Mogelijke oplossing
C
C-4 Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
Problemen met Fiery Downloader
Probleem Mogelijke oplossing
De afdrukinstellingen voor
de taakuitvoer komen niet
overeen met de instellingen
die u hebt opgegeven.
Controleer of u op een andere plaats vervangende taakinstellingen hebt opgegeven.
Zie Bijlage A voor informatie over opties en vervangende instellingen.
De afdrukresultaten zijn
niet goed.
Controleer of een van de printerdefinitiebestanden van de Fiery EX2101 vereist is voor
de toepassing die u gebruikt.
Voor uw toepassing is mogelijk het printerdefinitiebestand van de Fiery EX2101
vereist. Controleer of het printerdefinitiebestand van de Fiery EX2101 correct is
geïnstalleerd als u afdrukt vanuit Adobe PageMaker. Raadpleeg de Installatiegids
gebruikerssoftware voor meer informatie over de installatie van dit bestand.
Het afgedrukte bestand
is te donker.
Kies een andere instelling voor de optie Helderheid.
Met de optie Helderheid kunt u in toepassingen of in Fiery Downloader de
afbeelding lichter maken wanneer u een PostScript-bestand of EPS-bestand
(Encapsulated PostScript) afdrukt.
QuickDraw-opvulpatronen
worden afgedrukt als effen
kleuren.
Gebruik het Adobe PostScript-stuurprogramma (of het stuurprogramma Apple
LaserWriter 8.3 of recenter).
Probleem Mogelijke oplossing
Algemene problemen.
Controleer of u werkt met de laatste versie.
Na installatie van nieuwe systeemsoftware voor de Fiery EX2101 moet u de vorige
versie van Fiery Downloader van de Windows- of Macintosh-computer verwijderen en
de laatste versie installeren, zodat volledige compatibiliteit gewaarborgd is.
Controleer of de verbinding correct is geconfigureerd.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor instructies.
C
C-5 Problemen oplossen
Problemen met Fiery WebTools
U kunt geen EPS-bestan-
den
afdrukken met Fiery
Downloader.
•Probeer af te drukken terwijl de optie ‘showpage’ after EPS files (showpage
na EPS-bestanden - Windows) of ‘showpage’ (Macintosh) is ingeschakeld
in het dialoogvenster PostScript-bestand laden.
Met deze optie wordt een PostScript-opdracht showpage toegevoegd aan het einde
van de afdruktaak. Door bepaalde toepassingen wordt deze noodzakelijke opdracht
bij het genereren van EPS-bestanden weggelaten. Selecteer bovenstaande ‘showpage’-
optie wanneer u EPS-bestanden afdrukt die door deze toepassingen zijn gegenereerd.
Als de problemen zich blijven voordoen bij het afdrukken van EPS-bestanden in
Fiery Downloader, kunt u proberen het bestand af te drukken in de toepassing waarin
het is gemaakt.
Controleer of het EPS-bestand is opgeslagen zonder kop met voorbeeldafbeelding.
Koppen met voorbeeldafbeeldingen zijn handig als afbeeldingen in documenten
worden geplaatst met behulp van DTP-toepassingen, maar ze kunnen problemen
veroorzaken als de afbeeldingen rechtstreeks worden gedownload.
Controleer het bestand op PostScript-fouten.
Neem contact op met de operator of gebruik Command WorkStation, Fiery WebSpooler
of Fiery Spooler om de status van de taak te controleren. Taken met PostScript-fouten
herkent u aan een foutpictogram.
U hebt problemen bij het laden
van een lettertype met Fiery
Downloader.
Vraag uw systeembeheerder of de directe verbinding is geactiveerd.
Voor het downloaden van lettertypen moet u de directe verbinding gebruiken.
Er wordt een extra lege pagina
afgedrukt na een taak van
Fiery Downloader.
Schakel de optie ‘showpage’ after EPS files (‘showpage’ na EPS-bestanden - Windows)
of ‘showpage’ (Macintosh) uit.
Met deze optie wordt een speciale PostScript-opdracht toegevoegd, die ervoor zorgt
dat er een extra blanco pagina wordt afgedrukt als dit niet nodig is.
Probleem Mogelijke oplossing
Algemene problemen.
Wis de inhoud van de cache (Netscape Communicator) of de geschiedenis
(Microsoft Internet Explorer).
Probleem Mogelijke oplossing
Index
180 graden roteren, optie A-4
A
Aangepaste paginaformaten
afdrukken met Macintosh 2-8
afdrukken met Windows 98/Me 1-22
afdrukken met Windows NT 4.0 1-25
afdrukken met Windows
Server 2003 1-29
definiëren voor Macintosh 2-6
definiëren voor Windows 2000/XP 1-26
definiëren voor Windows 98/Me 1-20
definiëren voor Windows NT
4.0 1-18, 1-23
definiëren voor Windows Server
2003 1-26
Aanpassing voor centreren, optie A-4
Aanpassing voor opkruipen A-4
Aantal afdrukken, optie A-4
Achterblad, optie A-4
Adobe Photoshop
overdrachtsfuncties 4-8
Adobe Type 1-lettertypen B-1
Afdrukformaat, optie A-5
afdrukken
dubbelzijdig A-6
lettertypelijst 4-3
Macintosh 2-1
naar bestand 1-31
problemen oplossen C-2 tot C-3
Windows 1-1
Afdrukken naar bestand 1-31
Afdrukken, opdracht in Windows 1-1
afdrukkwaliteit, problemen met C-4
afdrukopties
Macintosh 2-2 tot 2-6
sets opslaan van 6-11
toewijzen aan Hot Folders 6-11
Windows 1-2 tot 1-6
Afdrukstand, optie A-5
B
Bedrukte zijde omlaag, optie A-5
Beeldverschuiving, optie A-5
Bestandsnaam, veld 4-6
Bestandstypen, lijst (Windows) 4-6
Beveiligd afdrukken 1-3, 2-4, 2-10
Beveiligd afdrukken, optie A-5, A-20
Boekje, optie A-5
C
Command WorkStation
afdruktaken beheren 7-1
nummer van FreeForm-model
vervangen 5-4
Command WorkStation LE
nummer van FreeForm-model
vervangen 5-4
D
Directe verbinding
lettertypen downloaden 4-10
vereist voor downloaden van
lettertypen C-5
Dubbelzijdig afdrukken, optie A-6, A-14
E
EPS-bestanden (Encapsulated PostScript)
downloaden 4-1
problemen met downloaden C-5
externe gebruikers xi
F
Fiery Downloader
Afdrukstatus, gebied 4-2, 4-3
bestand of lettertype, downloaden 4-4
tot 4-8
Brightness (Helderheid), optie 4-7
Download vooruitgang, balk 4-2, 4-3
gebied Vaste schijf 4-2, 4-3
gebied Verwerkingsstatus 4-2, 4-3
Index
I-2 Index
gebruiken 4-1
installeren van printerlettertypen 4-12
printer, kiezen 4-4
problemen met C-4
taakinstellingen vervangen A-2
Verbindingstype 4-6
Wachtrij 4-6
Werkbalk 4-3
Fiery E-mailservice
afdrukken via een e-mailclient 8-2
afdruktaken beheren 8-4
over 8-1
Taakcontrole 8-4
Fiery WebTools
introductiepagina 7-2
overzicht 7-4
problemen met C-5
toegang krijgen 7-1
WebLink 7-4
Fiery-pakket met grafische afbeeldingen
Hot Folders 6-1
FreeForm
nummer van het model 5-4
FreeForm 2
documenten met variabele gegevens
afdrukken 5-14
G
Gemengde media gebruikt, optie A-6
Gemengde media, optie A-6, A-15
globale objecten
bekijken 5-16
verwijderen 5-16
H
Helderheid, optie A-2, A-6
Hot Folders
afdrukopties voor 6-11
configuratiescherm, weergeven 6-3
eigenschappen, toewijzen 6-9 tot 6-14
gebruiken 6-12
inschakelen 6-7
inslaginstellingen 6-12
maken 6-4
over 6-1
taakbestanden archiveren 6-10
toevoegen 6-4
uitschakelen 6-7
verwijderen 6-7
voorkeuren 6-8
hulpmiddelen voor taakbeheer
gedefinieerd xi
printerinstellingen onderdrukken 1-5
I
inslaginstellingen
toepassen via Hot Folders 6-12
installeren van printerlettertypen 4-12
Instellingen, configuratie van de server xi
Instructies, veld 1-4, 2-5, 2-11, A-6
K
Kopieernodus, optie A-7
Kort, optie voor dubbelzijdig
afdrukken A-14
L
Lade-uitlijning, optie A-7
Lang, optie voor dubbelzijdig
afdrukken A-14
LaserWriter-printer, lettertypen geïnstalleerd
op 4-11
lettertypelijst
Adobe Type 1 B-1
afdrukken 4-3, 4-13
PCL B-7
PostScript B-1 tot B-6
Tr ueType B-6
weergeven 4-3, 4-13
Lettertypelijst, knop 4-4
I-3 Index
lettertypen
Adobe Type 1 4-11, B-1
downloaden en beheren 4-2, 4-6
installeren 4-12
PostScript 4-11
printerlettertypen 4-11
printerlettertypen op server 4-13
schermlettertypen 4-11
Tr ueType B-6
vervangen in PDF-bestanden 4-12
lp, opdracht 3-2
lpq, opdracht 3-1
lpr, opdracht 3-1
lprm, opdracht 3-1
lpstat, opdracht 3-2
M
Macintosh
afdrukken 2-1
dialoogvenster Printerspecifieke
opties 2-5
instellingen PostScript-printer 2-2 tot
2-6
menu Papierbron 2-3
papierlade kiezen 2-3
schermlettertypen 4-11
Margebreedte, optie A-7
Mediakleur, optie A-7
Mediasoort, optie A-7
Model gebruiken, optie 5-3, A-7
Model maken, optie 5-3, A-8
Modus voor nietmachine, optie A-8
O
Opmerkingen 1-3
Opslaan voor snel afdrukken, optie A-10
P
Paginabereik, optie A-2, A-8
Paginaformaat achterblad, optie A-8
Paginavolgorde, optie A-6
Papierbron achterblad, optie A-9
Papierbron, menu
Macintosh 2-3
Papierbron, optie A-9
Papierformaat, optie A-9
papierlade kiezen
Macintosh 2-3
PCL-printerdefinitiebestanden, zie PDD-
bestanden
PCL-printerstuurprogrammas
Windows 1-1
PDF-bestanden
downloaden 4-1
Hot Folder-ondersteuning voor 6-2
lettertypevervanging 4-12
Perforatierand, optie A-9
Perforaties, optie A-9
PostScript
bestanden downloaden 4-1
Hot Folder-ondersteuning voor 6-2
lettertypelijst B-1 tot B-6
PostScript-printerdefinitiebestanden, zie
PPD-bestanden
PostScript-printerstuurprogrammas
Macintosh 2-1
uitleg A-1
Windows 1-1
Powerpoint optimalis., optie A-9, A-20
PPD-bestanden (PostScript-
printerdefinitiebestanden)
afdrukopties instellen op Macintosh 2-1
opties A-2
prestaties, optimaliseren C-1
Printer Control Language, zie PCL
printer, standaardinstellingen
waar opgeven A-2
Windows 1-5
printerinstellingen
Macintosh 2-2 tot 2-6
Windows 1-2 tot 1-6
Printerspecifieke opties, dialoogvenster 2-5
I-4 Index
problemen oplossen
afdrukkwaliteit C-4
algemene afdrukproblemen C-2 tot C-3
EPS-bestanden C-5
Fiery Downloader C-4
Fiery WebTools C-5
S
Schaal, optie A-10, A-20
showpage after EPS files (showpage na EPS-
bestanden), optie 4-8
SMB-afdrukken 1-2
Snelkoppelingen 1-14
Solaris 8 3-2
Sorteren, optie A-10
T
taak
archiveren 6-10
taakinstellingen vervangen
180 graden roteren, optie A-4
Aanpassing voor centreren, optie A-4
Aanpassing voor opkruipen A-4
Aantal afdrukken, optie A-4
Achterblad, optie A-4
Afdrukformaat, optie A-5
afdrukinstellingen A-2
Bedrukte zijde omlaag, optie A-5
Beeldverschuiving, optie A-5
Dubbelzijdig afdrukken,
optie A-6, A-14
Gemengde media gebruikt, optie A-6
Helderheid, optie A-6
Kopieernodus, optie A-7
Margebreedte, optie A-7
Mediakleur, optie A-7
Mediasoort, optie A-7
Model gebruiken, optie A-7
Model maken, optie A-8
Modus voor nietmachine, optie A-8
Opslaan voor snel afdrukken,
optie A-10
Paginabereik, optie A-8
Paginaformaat achterblad, optie A-8
Paginavolgorde, optie A-6
Papierbron achterblad, optie A-9
Papierbron, optie A-9
Papierformaat, optie A-9
Perforatierand, optie A-9
Perforaties, optie A-9
Powerpoint optimalis., optie A-9
Schaal, optie A-10
Sorteren, optie A-10
Tekst/afbeeldingen verfijnen, optie A-10
Transparant tussenblad, optie A-10
Uitvoerlade, optie A-10
Vouwen, optie A-10
Witte PPT-achtergrond wissen,
optie A-10
taken archiveren
in Hot Folders 6-10
takenlogboek
voor Hot Folders 6-14
TCP/IP-afdrukken 3-1
Tekst/afbeeldingen verfijnen, optie A-10
Transparant tussenblad, optie A-10
Tr ueType-lettertypen B-6
U
Uitvoerlade, optie A-10
UNIX
afdrukken met 3-1
lijst opvragen met taken in een
wachtrij 3-2
taken verwijderen uit wachtrij 3-2
I-5 Index
V
VDP Resource Manager
gebruiken 5-16
globale objecten 5-16
Veld Groepsnaam 1-3, 2-4, 2-10, A-6
Veld Groepspassword 1-3, 2-4, 2-10, A-6
Veld Opmerkingen 1-4, 2-5, 2-11, A-8
vervangen van taakinstellingen A-2
verwerken A-1
Vouwen, optie A-10
W
WebLink, zie Fiery WebTools
Weergeven, lijst (Macintosh) 4-6
Windows
afdrukken met 1-1
afdrukopties instellen 1-2 tot 1-6
PCL-printerstuurprogramma 1-1
PostScript-printerstuurprogramma 1-1
printer, standaardinstellingen 1-5
Witte PPT-achtergrond wissen, optie A-10

Documenttranscriptie

Over de documentatie Deze handleiding maakt deel uit van de Fiery EX2101 voor Xerox 2101™documentatieset. Deze set bestaat uit de volgende handleidingen voor gebruikers en systeembeheerders: • De Snelstartgids bevat een samenvatting van de stappen die nodig zijn om de Fiery EX2101 voor Xerox 2101 te configureren en om af te drukken. Ook vindt u hier informatie over het openen van Adobe Acrobat PDF-bestanden op de cd met gebruikersdocumentatie. • In de Installatiegids gebruikerssoftware wordt beschreven hoe u software kunt installeren van de cd met gebruikerssoftware, zodat gebruikers kunnen afdrukken met de Fiery EX2101 voor Xerox 2101. In deze handleiding wordt ook aandacht besteed aan het instellen van afdrukverbindingen met de Fiery EX2101 voor Xerox 2101. • In de Configuratiegids vindt u informatie over de basistaken voor de configuratie en het beheer van de Fiery EX2101 voor Xerox 2101 voor de ondersteunde platforms en netwerkomgevingen. In deze gids zijn ook richtlijnen opgenomen voor het instellen van UNIX-, Windows NT 4.0/2000/2003- en Novell NetWare-servers om afdrukservices te bieden aan gebruikers. • In de Afdrukgids worden de afdrukfuncties van de Fiery EX2101 voor Xerox 2101 beschreven voor gebruikers die taken verzenden vanaf hun eigen computer. • In de Gids voor taakbeheer worden de functies van de hulpprogramma’s voor taakbeheer uitgelegd, zoals Command WorkStation™, Command WorkStation LE™ en DocBuilder Pro™. Deze handleiding bevat daarnaast instructies voor het controleren en besturen van taken op de Fiery EX2101 voor Xerox 2101. Deze handleiding is bedoeld voor operators, beheerders of voor gebruikers met de vereiste toegangsrechten die de voortgang van afdruktaken willen controleren en beheren en eventuele problemen willen oplossen. • In de Versienotities voor de klant vindt u actuele productinformatie en tijdelijke oplossingen voor problemen die kunnen optreden. Copyright © 2003 Electronics for Imaging, Inc. Alle rechten voorbehouden. De onderhavige publicatie is auteursrechtelijk beschermd en alle rechten op deze publicatie worden voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van Electronics For Imaging, Inc. worden verveelvoudigd dan wel in enige vorm of op enige manier en voor enig doel worden verzonden. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en schept geen verplichtingen zijdens Electronics for Imaging, Inc. Deze publicatie wordt geleverd in combinatie met een EFI-product (het “Product”), dat EFI-software (de “Software”) bevat. De Software is onderworpen aan een licentieovereenkomst en mag uitsluitend conform de hieronder aangegeven bepalingen van deze licentieovereenkomst worden gebruikt en gekopieerd. Op het Product kunnen één of meer van de volgende Amerikaanse octrooien van toepassing zijn: 4,917,488, 4,941,038, 5,109,241, 5,150,454, 5,150,454, 5,170,182, 5,212,546, 5,278,599, 5,335,040, 5,343,311, 5,424,754, 5,467,446, 5,506,946, 5,517,334, 5,537,516, 5,543,940, 5,553,200, 5,565,960, 5,615,314, 5,619,624, 5,625,712, 5,640,228, 5,666,436, 5,760,913, 5,818,645, 5,835,788, 5,866,856, 5,867,179, 5,959,867, 5,970,174, 5,995,724, 6,002,795, 6,025,922, 6,041,200, 6,046,420, 6,065,041, 6,067,080, 6,112,665, 6,116,707, 6,118,205, 6,122,407, 6,134,018, 6,141,120, 6,151,014, 6,166,821, 6,184,873, 6,185,335, 6,201,614, 6,215,562, 6,219,659, 6,222,641, 6,224,048, 6,225,974, 6,226,419, 6,239,895, 6,256,108, 6,265,676, 6,266,051, 6,269,190, 6,289,122, 6,292,177, 6,292,270, 6,300,580, 6,310,697, 6,323,893, 6,326,565, 6,327,047, 6,327,050, 6,327,052, 6,330,071, 6,331,899, 6,335,723, 6,340,975, 6,341,017, 6,341,018, 6,341,307, 6,348,978, 6,356,359, 6,369,895, 6,373,003, 6,381,036, 6,400,443, 6,414,673, 6,424,340, 6,429,949, 6,449,393, 6,456,280, 6,476,927, 6,490,696, 6,501,461, 6,501,565, 6,519,053, D341,131, D406,117, D416,550, D417,864, D419,185, D426,206, D430,206, D439,851, D444,793, RE33,973, RE36,947 Handelsmerken Bestcolor, ColorWise, eBeam, EDOX, EFI, Fiery, Fiery-logo, Fiery Driven, RIP-While-Print en Spot-On zijn gedeponeerde handelsmerken van Electronics for Imaging, Inc. bij het U.S. Patent and Trademark Office en/of in bepaalde buitenlandse rechtsgebieden. Het Best-logo, het eBeam-logo, het Electronics for Imaging-logo, Fiery Driven-logo, het Intelligent Device Management-logo, het PrintMe-logo, het Splash-logo, het Unimobile-ogo, het Velocity OneFlow-logo, Everywhere You Go, Changing the Way the World Prints, AutoCal, AutoGray, Best, ColorCal, Command WorkStation, Device IQ, DocBuilder, DocBuilder Pro, DocStream, FreeForm, Fiery Link, Fiery Prints, Fiery Spark, NetWise, PrintMe, PrintMe Enterprise, PrintMe Networks, RIPChips, ScanBuilder, Splash, Unimobile, Velocity, Velocity Balance, Velocity Build, Velocity Estimate, Velocity Exchange, Velocity OneFlow, Velocity Scan, VisualCal, WebInstaller, WebScan, WebSpooler, WebStatus en WebTools zijn handelsmerken van Electronics for Imaging, Inc. Alle overige handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaren en worden hierbij gerespecteerd. Kennisgevingen APPLE COMPUTER, INC. (HIERNA AANGEDUID ALS “APPLE”) VERLEENT MET BETREKKING TOT DE APPLE-SOFTWARE GEEN ENKELE GARANTIE, NOCH UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, DAARONDER BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. APPLE DOET GEEN GARANTIES EN BEWERINGEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK EN DE RESULTATEN VAN DE APPLE-SOFTWARE, EVENALS DE JUISTHEID, NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID, GANGBAARHEID EN ANDERE ASPECTEN HIERVAN. DE RESULTATEN EN PRESTATIES VAN DE APPLE-SOFTWARE ZIJN GEHEEL VOOR UW EIGEN RISICO. IN SOMMIGE STATEN IS DE UITSLUITING VAN IMPLICIETE GARANTIE NIET TOEGESTAAN. DE BOVENSTAANDE UITSLUITING IS DERHALVE IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING. IN GEEN GEVAL ZIJN APPLE, DAN WEL HAAR DIRECTEURS, STAFLEDEN, WERKNEMERS OF VERTEGENWOORDIGERS, AANSPRAKELIJK VOOR ENIGERLEI GEVOLGSCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF INDIRECTE SCHADE (DAARONDER BEGREPEN SCHADE DOOR WINSTDERVING, BEDRIJFSONDERBREKING, VERLIES VAN BEDRIJFSGEGEVENS EN DERGELIJKE) DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN OF ENIGE VERHINDERING TOT HET GEBRUIK VAN DE APPLE-SOFTWARE, ZELFS INDIEN APPLE VAN DE MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS GESTELD. AANGEZIEN HET IN SOMMIGE LANDEN NIET IS TOEGESTAAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE TE BEPERKEN OF UIT TE SLUITEN, ZIJN DE BOVENSTAANDE BEPERKINGEN IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING. De aansprakelijkheid van Apple in geval van schade zal, ongeacht de oorzaak van deze schade en de grondslag van de ingestelde actie (wanprestatie, onrechtmatige daad [met inbegrip van onrechtmatige nalatigheid], productaansprakelijkheid of anderszins), te allen tijde beperkt blijven tot een bedrag van 50 USD. Onderdeelnummer: 45037009 De PANTONE®-kleuren die in de softwaretoepassing of in de gebruikersdocumentatie worden weergegeven, komen mogelijk niet overeen met de voor PANTONE geïdentificeerde standaarden. Raadpleeg de publicaties over PANTONE-kleuren voor nauwkeurige kleurinformatie. PANTONE® en andere handelsmerken van Pantone, Inc. zijn het eigendom van Pantone, Inc. © Pantone, Inc., 2003. Pantone, Inc. is de eigenaar van het copyright voor kleurgegevens en/of software die ter distributie in licentie zijn gegeven aan Electronics for Imaging, Inc. uitsluitend voor gebruik in combinatie met de producten of software van Electronics for Imaging, Inc. PANTONE-kleurgegevens en/of –software mogen niet worden gekopieerd naar een andere schijf of naar het geheugen, behalve als onderdeel van de levering van de producten of software van Electronics for Imaging, Inc. Dit product bevat software die is ontwikkeld door de Apache Software Foundation (http://www.apache.org/). FCC-informatie WAARSCHUWING: Volgens de FCC-voorschriften kunnen wijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door de fabrikant zijn goedgekeurd, de toestemming voor het gebruik van deze apparatuur ongeldig maken. Verklaring van conformiteit met klasse B Deze apparatuur is getest en conform de grenzen bevonden van een digitaal apparaat van klasse B overeenkomstig Deel 15 van de regelgeving van de Federal Communications Commission (FCC). Deze beperkingen bieden een redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie binnen een woonomgeving. De apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Wanneer de apparatuur niet volgens de gebruikershandleiding van de fabrikant geïnstalleerd en gebruikt worden, kan schadelijke interferentie ontstaan met radiocommunicatie. Het uitblijven van interferentie in een bepaalde installatie kan echter niet gegarandeerd worden. Wanneer de apparatuur de ontvangst van radio of televisie stoort (dit kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en aan te schakelen) wordt u verzocht de storing te verhelpen door één van de volgende maatregelen te treffen: Verander de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne. Verwijder de apparatuur en de ontvanger verder uitelkaar. Sluit de apparatuur aan op de uitgang van een ander circuit dan de ontvanger. Raadpleeg uw dealer of een erkende radio- en televisiemonteur. Teneinde conformiteit met de FCC-voorschriften te waarborgen, moeten afgeschermde kabels worden gebruikt bij deze apparatuur. Gebruik met nietgoedgekeurde apparatuur of niet-afgeschermde kabels resulteert naar alle waarschijnlijkheid in storing bij de ontvangst van radio en TV. De gebruiker wordt erop geattendeerd dat wijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door de fabrikant zijn goedgekeurd, de toestemming voor het gebruik van deze apparatuur ongeldig kunnen maken. Verklaring van conformiteit met klasse B van Industry Canada Dit digitale apparaat in klasse B voldoet aan de Canadese norm ICES-003. Avis de Conformation Classe B de l’Industrie Canada Cet appareil numérique de la Classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada. Verklaring van conformiteit met de radio-ontstoringsvereisten Uit afzonderlijke tests en tests op systeemniveau (ter nabootsing van de normale bedrijfsomstandigheden) is gebleken dat dit apparaat aan de geldende radioontstoringsvereisten voldoet. Het is echter mogelijk dat het apparaat onder bepaalde ongunstige omstandigheden in andere installaties niet aan deze vereisten voldoet. In dat geval is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor de naleving van genoemde vereisten door de installatie. Dieses Gerät wurde sowohl einzeln als auch in einer Anlage, die einen normalen Anwendungsfall nachbildet, auf die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen geprüft. Es ist jedoch möglich, dass die Funkentstörbestimmungen unter ungünstigen Umständen bei anderen Gerätekombinationen nicht eingehalten werden. Für die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen einer gesamten Anlage, in der dieses Gerät betrieben wird, ist der Betreiber verantwortlich. De naleving van de geldende voorschriften is afhankelijk van het gebruik van afgeschermde kabels. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de aanschaf van de juiste kabels. Die Einhaltung zutreffender Bestimmungen hängt davon ab, dass geschirmte Ausführungen benützt werden. Für die Beschaffung richtiger Ausführungen ist der Betreiber verantwortlich. Licentieovereenkomst LEES DE VOLGENDE ALGEMENE VOORWAARDEN ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U GEBRUIK GAAT MAKEN VAN DEZE SOFTWARE. ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DE ALGEMENE VOORWAARDE IN DEZE OVEREENKOMST, MAG U DE SOFTWARE NIET GEBRUIKEN. DE INSTALLATIE OF HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE GEEFT AAN DAT U INSTEMT MET DE VOORWAARDEN IN DEZE OVEREENKOMST EN DEZE ACCEPTEERT. ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DE ALGEMENE VOORWAARDEN IN DEZE OVEREENKOMST, KUNT U DE ONGEBRUIKTE SOFTWARE TERUGBRENGEN NAAR DE PLAATS VAN AANKOOP. U KRIJGT DAN UW GELD TERUG. Licentie EFI kent een niet-exclusief gebruiksrecht aan u toe voor het gebruik van de Software en de bijbehorende documentatie (“Documentatie”) die met het Product wordt meegeleverd. De Software wordt in licentie gegeven, niet verkocht. U mag de Sofware uitsluitend gebruiken voor uw eigen zakelijke of persoonlijke doeleinden. Het is u niet toegestaan de Software te verhuren, in lease of sublicentie te geven of uit te lenen of de Software te gebruiken voor timesharing, in servicebureau’s of bij vergelijkbare activiteiten. Het is u niet toegestaan kopieën van de Software of delen daarvan te (laten) maken of toestemming te geven tot het maken van kopieën, behalve één (1) exemplaar voor de hieronder toegestane backup- of archiveringsdoeleinden ter ondersteuning van uw gebruik van de Software. Het is u niet toegestaan de Documentatie te kopiëren. Het is u niet toegestaan pogingen te ondernemen de Software te localiseren, te vertalen, te disassembleren, te decompileren, te decoderen, te ontleden, aan te passen, er "reverse engineering" op toe te passen, er afgeleide werken van te maken of er via andere methoden wijzigingen in aan te brengen. De voorwaarden, bepalingen en beperkingen in de licentieovereenkomst gelden voor alle bug fixes, patches, versies, versienotities, updates en upgrades met betrekking tot de Software. Eigendomsrechten U erkent en stemt erin toe dat alle rechten, de titel en belangen, met inbegrip van alle intellectuele eigendomsrechten, in en met betrekking tot de Software, Documentatie en alle wijzigingen en afgeleide werken hiervan het exclusieve eigendom zijn en blijven van EFI en haar leveranciers. Met uitzondering van de hierboven toegekende, uitdrukkelijk beperkte licentie voor het gebruiken van de Software wordt geen enkel recht of licentie van welke aard dan ook toegekend. U ontvangt geen enkel recht of licentie op enige octrooien, copyrights, handelsgeheimen of handelsmerken (al dan niet gedeponeerd). U stemt erin toe geen handelsmerken of handelsnamen van EFI (“EFI-merk”) of sterk hierop gelijkende handelsmerken of handelsnamen, URL’s, domeinnamen op internet of symbolen over te nemen, te registreren of proberen te registreren als uw eigen namen of de namen van uw dochterondernemingen of producten, en af te zien van alle mogelijke andere acties die een inbreuk kunnen vormen op de handelsmerkrechten van EFI of haar leveranciers of die deze rechten kunnen beperken. Vertrouwelijkheid De Software is vertrouwelijke, bedrijfseigen informatie van EFI en het is u niet toegestaan de Software te verspreiden of openbaar te maken. Het is u echter wel toegestaan al uw rechten in het kader van de Overeenkomst over te dragen op een andere persoon of juridische entiteit, op voorwaarde dat: (1) een dergelijke overdracht is toegestaan volgens alle van toepassing zijnde exportwetten en -voorschriften, met inbegrip van de U.S. Export Administration Regulations, (2) u de volledige Software en Documentatie overdraagt aan deze persoon of entiteit (met inbegrip van alle kopieën, updates, upgrades, eerdere versies, samenstellende delen, de media en de gedrukte materialen, plus deze Overeenkomst); (3) u geen kopieën van de Software en Documentatie in bezit houdt, met inbegrip van exemplaren die zijn opgeslagen op een computer; en (4) de ontvanger akkoord gaat met de voorwaarden en bepalingen van deze Overeenkomst. Rechtsmiddelen en beëindiging Het onbevoegd gebruiken, kopiëren of openbaar maken van de Software, of enige inbreuk op deze Overeenkomst resulteert in de automatische beëindiging van deze licentie en geeft EFI het recht andere rechtsmiddelen aan te wenden. In het geval van beëindiging moet u alle kopieën van de Software, Documentatie en alle samenstellende delen hiervan vernietigen. Alle bepalingen in deze Overeenkomst met betrekking tot beperking van garantie, afwijzing van aansprakelijkheid, rechtsmiddelen, schade, heersend recht, rechtsbevoegdheid, rechtsgebied en eigendomsrechten van EFI blijven ook na beëindiging van de Overeenkomst onverminderd van kracht. Garantiebeperking en afwijzing van aansprakelijkheid EFI garandeert de oorspronkelijke koper (“Klant”) gedurende dertig (30) dagen vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop bij EFI of haar geautoriseerde dealer dat de Software in grote lijnen werkt zoals in de Documentatie wordt aangegeven indien het Product wordt gebruikt conform de specificaties van EFI. EFI garandeert dat de media die de Software bevatten gedurende de bovengenoemde garantieperiode geen storingen zullen vertonen. EFI garandeert niet dat de Software aan uw specifieke behoeften zal voldoen, dat de Software ononderbroken, veilig of zonder fouten zal werken of dat alle defecten in de Software worden hersteld. EFI biedt geen garanties, impliciet of anderszins, ten aanzien van de prestaties of betrouwbaarheid van producten van derden (software of hardware). DE INSTALLATIE VAN PRODUCTEN VAN DERDEN DIE NIET DOOR EFI ZIJN GEAUTORISEERD, MAAKT DEZE GARANTIE ONGELDIG. BOVENDIEN MAAKT HET GEBRUIK, DE AANPASSING EN/OF DE REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN DERDEN DIE NIET DOOR EFI ZIJN GEAUTORISEERD DEZE GARANTIE ONGELDIG. MET UITZONDERING VAN DE BOVENSTAANDE UITDRUKKELIJKE, BEPERKTE GARANTIE, EN VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING, BIEDT EFI GEEN ENKELE GARANTIE MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE, UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, OP GROND VAN WETTELIJKE BEPALINGEN, BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST DAN WEL AAN U GEDANE MEDEDELINGEN. MET NAME BIEDT EFI GEEN ENKELE IMPLICIETE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. TEVENS GARANDEERT EFI NIET DAT ER GEEN INBREUK WORDT GEMAAKT OP DE RECHTEN VAN DERDEN. Beperking van aansprakelijkheid VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING WIJZEN EFI EN HAAR LEVERANCIERS ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR SCHADE, DAARONDER BEGREPEN VERLIES VAN GEGEVENS, WINSTDERVING, DEKKINGSKOSTEN OF ANDERE SPECIALE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE OF INDIRECTE SCHADE WELKE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE, ONGEACHT DE OORZAAK VAN DERGELIJKE SCHADE EN DE THEORIE WAAROP DE AANSPRAKELIJKHEID IS GEBASEERD. DEZE BEPERKING GELDT ZELFS INDIEN EFI VAN HET RISICO VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS GESTELD. U ERKENT DAT DEZE RISICOVERDELING IN DE PRIJS VAN HET PRODUCT IS VERDISCONTEERD. AANGEZIEN HET IN SOMMIGE RECHTSGEBIEDEN NIET IS TOEGESTAAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE TE BEPERKEN OF UIT TE SLUITEN, IS DE BOVENSTAANDE BEPERKING IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING. Hierbij stellen wij u ervan in kennis dat Adobe Systems Incorporated, een onderneming uit Delaware gevestigd aan de 345 Park Avenue, San Jose, CA 951102704 (hierna aangeduid als “Adobe”) een derde-begunstigde bij deze overeenkomst is voorzover deze overeenkomst bepalingen bevat die betrekking hebben op het gebruik van software, lettertypenprogramma’s, lettertypen en/of handelsmerken die door Adobe in licentie worden gegeven of worden geleverd. Deze bepalingen zijn uitdrukkelijk ten gunste van Adobe gemaakt, zodat naast EFI ook Adobe de nakoming hiervan kan vorderen. ADOBE IS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK JEGENS U MET BETREKKING TOT SOFTWARE EN TECHNOLOGIE VAN ADOBE DIE IN HET KADER VAN DEZE OVEREENKOMST IN LICENTIE WORDT GEGEVEN. Exportbepalingen Op de producten van EFI zijn de exportwetten en -voorschriften van de Verenigde Staten, met inbegrip van de U.S. Export Administration Regulations, alsmede buitenlandse exportwetten en -voorschriften van toepassing. U stemt ermee in dat u de Software in geen enkele vorm zult gebruiken, verspreiden, overdragen, exporteren of opnieuw exporteren indien u daarmee de van toepassing zijnde wetten of voorschriften van de Verenigde Staten of het land van aanschaf overtreedt. Beperkte rechten voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten: Het gebruik, de verveelvoudiging of verspreiding van de software door overheidsfunctionarissen van de Verenigde Staten zijn onderworpen aan de beperkingen zoals neergelegd in FAR 12.212 of DFARS 227.7202-3 -227.7202-4 en, voor zover vereist onder de federale Amerikaanse wetgeving, de minimale beperkte rechten zoals neergelegd in FAR 52.227-14, Restricted Rights Notice (juni 1987) Alternate III(g)(3)(juni 1987) of FAR 52.227-19 (juni 1987). Voor zover technische gegevens worden verstrekt in het kader van de Overeenkomst, worden deze gegevens beschermd door middel van FAR 12.211 en DFARS 227.7102-2 en voor zover uitdrukkelijk vereist door de Amerikaanse overheid, worden voor deze gegevens beperkte rechten toegekend zoals neergelegd in DFARS 252.227.7015 (november 1995) en DFARS 252.227-7037 (september 1999). In het geval dat enige van de hierboven genoemde voorschriften worden gewijzigd of vervangen, gelden de vervangende of corresponderende voorschriften. De naam van de onderaannemer is Electronics for Imaging. Algemeen De rechten en plichten van de partijen met betrekking tot deze Overeenkomst zijn in alle opzichten en uitsluitend onderworpen aan de wetten van de staat Californië, aangezien deze wetten gelden voor contracten tussen inwoners van Californië die volledig worden uitgevoerd binnen Californië. De Conventie inzake contracten voor de internationale verkoop van goederen van de Verenigde Naties en ander vergelijkbare conventies zijn niet van toepassing op deze Overeenkomst. U gaat ermee akkoord dat de persoonlijke en exclusieve rechtsbevoegdheid bij alle geschillen met betrekking tot deze Overeenkomst berust bij de staatsrechtbank in San Mateo County, Californië en het federale rechtshof van het Northern District van Californië. Deze overeenkomst regelt de volledige rechtsverhouding tussen u en Electronics for Imaging en prevaleert boven eerdere mondelinge of schriftelijke mededelingen dan wel advertenties met betrekking tot de software. Indien enige bepaling van deze Overeenkomst ongeldig wordt geacht, wordt deze bepaling als gewijzigd beschouwd voor zover nodig om deze rechtsgeldig te maken en blijven de overige bepalingen van deze Overeenkomst onverminderd van kracht. Bij vragen kunt u een bezoek brengen aan de website van EFI: www.efi.com. Electronics for Imaging 303 Velocity Way Foster City, CA 94404, Verenigde Staten Inhoud Over de documentatie Inleiding Over deze handleiding xi Hoofdstuk 1: Afdrukken vanaf Windows-computers Afdrukken vanuit toepassingen 1-1 Opties instellen en afdrukken vanaf Windows-computers 1-1 Werken met taaksjablonen 1-9 Snelkoppelingen 1-14 Snelkoppelingen gebruiken 1-14 Snelkoppelingen voor afdrukopties aanpassen 1-16 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken 1-17 Werken met aangepaste paginaformaten in het PCL-printerstuurprogramma voor Windows 1-18 Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows 98/Me 1-20 Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows NT 4.0 1-23 Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows2000/XP/2003 1-26 De status van de Xerox 2101 kopieermachine controleren 1-30 Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken 1-31 viii Inhoud Hoofdstuk 2: Afdrukken vanaf Macintosh-computers Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus) 2-1 Afdrukopties instellen en afdrukken 2-1 Aangepaste paginaformaten definiëren 2-6 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS X (Native-modus) 2-8 Afdrukopties instellen en afdrukken 2-8 Hoofdstuk 3: Afdrukken vanaf UNIX-werkstations Afdrukken naar de Fiery EX2101 3-1 Hoofdstuk 4: Bestanden en lettertypen downloaden Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader Bestanden of printerlettertypen downloaden Printerlettertypen beheren 4-1 4-4 4-10 Hoofdstuk 5: Documenten met variabele gegevens afdrukken Over het afdrukken van variabele gegevens 5-1 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm 5-2 Hoe werkt FreeForm? 5-2 Het modeldocument maken 5-3 Het variabele document maken Het variabele document combineren met het FreeForm-model Werken met FreeForm 5-4 5-6 5-8 Modeldocumenten vooraf bekijken in het Windows-printerstuurprogramma 5-12 Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2 5-14 Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele gegevens Fiery VDP Resource Manager gebruiken 5-15 5-16 ix Inhoud Hoofdstuk 6: Werken met EFI Hot Folders Werken met Hot Folders 6-1 Beperkingen voor bestandsindelingen 6-2 Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken 6-3 Hot Folders maken en verwijderen 6-4 Hot Folders in- en uitschakelen 6-7 Voorkeuren voor Hot Folders instellen 6-8 Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders Hot Folder-instellingen aanpassen 6-9 6-10 Afdrukopties voor Hot Folders opgeven 6-11 Inslagopties opgeven 6-12 De takenlogboeken van Hot Folders bekijken 6-14 Hoofdstuk 7: Taken bijhouden en controleren Fiery WebTools openen 7-1 De status van de Fiery EX2101 controleren met Fiery WebStatus 7-3 Informatie opvragen met WebLink 7-4 Job Monitor 7-4 Hoofdstuk 8: Fiery E-mailservice De werking van Fiery E-mailservice 8-1 Afdrukken via een e-mailclient Job Control 8-2 8-4 x Inhoud Appendix A: Afdrukopties Printerstuurprogramma's en printerdefinitiebestanden A-1 Waar kunt u afdrukopties instellen? A-2 Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties A-3 Standaardinstellingen A-3 Aanvullende informatie over afdrukopties A-11 Appendix B: Lettertypelijsten PostScript-printerlettertypen B-1 Adobe Type 1-lettertypen B-1 TrueType-lettertypen B-6 PCL-printerlettertypen B-7 Bijlage C: Problemen oplossen Systeemprestaties optimaliseren C-1 Problemen oplossen C-2 Algemene afdrukproblemen C-2 Problemen met Fiery Downloader C-4 Problemen met Fiery WebTools C-5 Index xi Inleiding Over deze handleiding U kunt met Fiery EX2101 voor Xerox 2101 zowel definitieve versies van documenten afdrukken als proefdrukken vervaardigen van werk dat u later op een offsetpers gaat drukken. U kunt een afdruktaak op dezelfde manier naar de Fiery EX2101 voor Xerox 2101 verzenden als naar andere printers, namelijk door hem te selecteren in het dialoogvenster Printers en vervolgens vanuit een willekeurige toepassing af te drukken. O PMERKING : De term “Fiery EX2101” wordt in deze handleiding gebruikt om te verwijzen naar de Fiery EX2101 voor Xerox 2101. In illustraties wordt de naam “Aero” gebruikt als voorbeeld voor de naam die gebruikers kunnen geven aan de Fiery EX2101. De term “Windows” wordt in deze handleiding gebruikt voor zowel Microsoft Windows98, Windows Me, Windows NT 4.0, Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003. De term “Instelling” wordt gebruikt om te verwijzen naar de configuratie van Fiery EX2101 voor een goede werking in uw netwerkomgeving, met inbegrip van instellingen die een invloed hebben op alle taken. De term “hulpmiddelen voor taakbeheer” wordt gebruikt om te verwijzen naar Command WorkStation, Command WorkStation LE, Fiery Spooler™ en Fiery WebSpooler™. Hoewel dit niet overal het geval hoeft te zijn, wordt ervan uitgegaan dat een operator taken bestuurt en beheert die door gebruikers vanaf externe werkstations worden verzonden. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de mogelijkheden van de hulpmiddelen voor taakbeheer. Over deze handleiding Deze handleiding is bedoeld voor externe gebruikers die taken verzenden via het netwerk en de Fiery EX2101. In deze handleiding worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken vanaf een Windows-computer. • Afdrukken vanaf een Macintosh-computer. • Afdrukken vanaf een UNIX-werkstation. • Bestanden en lettertypen downloaden met Fiery Downloader™ en WebDownloader™. • Documenten met variabele gegevens afdrukken. xii Inleiding • Werken met Hot Folders. • Taken bijhouden en informatie opvragen met Fiery WebTools™ en EFI Job Monitor™ . • Afdrukken via de Fiery e-mailservice. • Taakinstellingen opgeven en tijdelijk wijzigen, een lijst genereren met de lettertypen die zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101 en informatie voor het oplossen van problemen. 1 1-1 Hoofdstuk 1: Afdrukken vanaf Windowscomputers Afdrukken vanuit toepassingen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u afdrukt naar de Fiery EX2101 vanaf Windows-computers. U kunt afdrukken vanaf een Windows-computer in een netwerk of vanaf een losse computer via Windows-afdrukken (WINS). U kunt ook bestanden opslaan om deze op een externe locatie af te drukken (zie “Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken” op pagina 1-31). Daarnaast kunt u bestanden naar de Fiery EX2101 downloaden met behulp van Fiery Downloader (zie Hoofdstuk 4) en documenten afdrukken met Hot Folders (optioneel) en Fiery E-mail Services (zie respectievelijk Hoofdstuk 6 en Hoofdstuk 8). O PMERKING : Raadpleeg de Configuratiegids voor informatie over het instellen van de Windows-omgeving voor afdrukken via Windows-servers die zijn aangesloten op de Fiery EX2101. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor informatie over het tot stand brengen van een verbinding met de Fiery EX2101 via het netwerk, de installatie van printerstuurprogramma’s en de installatie van de Fiery®-hulpprogramma’s. Afdrukken vanuit toepassingen Als u het printerstuurprogramma van de Fiery EX2101 hebt geïnstalleerd en de juiste poort hebt ingesteld volgens de aanwijzingen in de Installatiegids gebruikerssoftware, kunt u rechtstreeks afdrukken vanuit de meeste Windows-toepassingen. Stel de afdrukopties in voor de taak en kies de opdracht Print (Afdrukken) in de toepassing. Opties instellen en afdrukken vanaf Windows-computers Als u wilt afdrukken vanuit Windows, installeert u het betreffende PostScript-printerstuurprogramma of PCL-printerstuurprogramma. U vindt de stuurprogramma's op de cd met gebruikerssoftware van de Fiery EX2101. Als u het stuurprogramma en een overeenkomstig printerdefinitiebestand hebt geïnstalleerd, kunt u afdrukinstellingen voor een specifieke taak opgeven en deze afdrukken op de Fiery EX2101. U kunt ook de standaardafdrukinstellingen opgeven via het stuurprogramma. Als u wilt afdrukken vanuit Windows-toepassingen door uw computer via het netwerk aan te sluiten op een afdrukserver, hebt u een Novell NetWare-, Windows NT/2000/2003of UNIX-server nodig. Zie de Configuratiegids voor meer informatie. 1 1-2 Afdrukken vanaf Windows-computers Als u wilt afdrukken vanuit Windows-toepassingen zonder verbinding te maken met een afdrukserver, kunt u SMB-afdrukken (Server Message Block) gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie de Installatiegids gebruikerssoftware . In de volgende procedures wordt uitgelegd hoe u het stuurprogramma kunt gebruiken om afdrukopties in te stellen. Zie Bijlage A voor meer informatie over specifieke afdrukopties. O PMERKING : Voor de volgende procedures worden afbeeldingen uit Windows 2000 gebruikt. De interface kan er lichtjes anders uitzien wanneer u het PostScript- dan wel het PCL-printerstuurprogramma gebruikt. De belangrijkste verschilpunten worden opgegeven. A FDRUKOPTIES VOOR EEN SPECIFIEKE W INDOWS - AFDRUKTAAK PCL- OF P OST S CRIPT PRINTERSTUURPROGRAMMA Taaksjablonen, zie pagina 1-9 INSTELLEN MET HET 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2. Selecteer de Fiery EX2101 PS of PCL als uw printer en klik op Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken. Snelkoppelingen, zie pagina 1-14 Optiebalken Klik hierop om alle afdrukopties weer te geven Klik hierop om alle afdrukopties te verbergen Het tabblad Fiery-afdrukken is de plaats waar u alle veelgebruikte afdrukfuncties kunt beheren. 1 1-3 Afdrukken vanuit toepassingen O PMERKING : De gebruikte Windows 9x/Me, Windows NT 4.0 of Windows 2000/XP/ 2003 PostScript- en PCL-printerstuurprogramma’s bepalen welke tabbladen en afdrukopties worden ondersteund. Zie Bijlage A voor een complete lijst met afdrukopties. 4. Klik op de optiebalk Eigendomsgegevens. Geef voor veilig drukken een wachtwoord in (tot 10 alfanumerieke tekens) in het veld Beveiligd afdrukken. Wanneer u in dit veld een wachtwoord ingeeft, wordt uw afdruktaak behouden op de Fiery EX2101 en afgedrukt wanneer u het wachtwoord ingeeft op het confuguratiescherm van de Fiery EX2101. Zie “Beveiligd afdrukken” op pagina A-20 voor meer informatie. O PMERKING : De optie Beveiligd afdrukken is niet beschikbaar in het PCL-printerstuur- programma. Geef een accountnaam op in het veld Groepsnaam. De Groepsnaam wordt weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. De accountnaam wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kan u deze informatie geven. Geef een wachtwoord op in het veld Groepspassword. Het groepswachtwoord wordt versleuteld weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. Het wachtwoord wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kan u deze informatie geven. 1 1-4 Afdrukken vanaf Windows-computers Als de accountnaam en het wachtwoord die u hebt ingegeven overeenkomen met degene die de beheerder heeft gedefinieerd, wordt uw taak afgedrukt. Als ze niet overeenkomen, treedt er een fout op en wordt uw taak in de wachtrij geplaatst. De beheerder of de operator kan de groepsnaam en het groepswachtwoord bewerken via het venster Eigenschappen van Command WorkStation/Command WorkStation LE en het dialoogvenster Override Print Options (Printerinstellingen tijdelijk vervangen) van Fiery WebSpooler/Fiery Spooler. De Groepsnaam wordt weergegeven in het veld Opmerkingen 2 van de taak in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. O PMERKING : De opties Groepsnaam en Groepspassword zijn niet beschikbaar wanneer u afdrukt naar de directe verbinding. De operator van het kan de gegevens die u in het opmerkinggebied invoert, bekijken met de hulpmiddelen voor taakbeheer; ze worden ook in het takenlogboek weergegeven. De operator kan geen opmerkingen bewerken of wissen. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen voor taakbeheer. Voer in het veld Instructies instructies bij de taak in voor de operator en klik op OK. Deze instructies kunnen worden weergegeven in Command WorkStation/Command WorkStation LE, maar worden niet in het takenlogboek vastgelegd. Deze instructies kunnen wel door de operator bewerkt worden. 1 1-5 5. Afdrukken vanuit toepassingen Klik op de overige optiebalken om de gewenste instellingen op te geven voor de afdruktaak en klik vervolgens op OK. Schuif de cursor langzaam over de optiebalken voor afdrukken om snel de afdrukoptie te vinden die u zoekt. Voor elke optiebalk voor afdrukken verschijnt een menu dat de onder die optiebalk beschikbare opties vermeldt. Deze afdrukopties zijn specifiek voor de Fiery EX2101 en de kopieermachine. Deze instellingen hebben voorrang boven de instellingen die zijn opgegeven in de Printer Setup (Printerinstellingen) van Fiery EX2101, maar kunnen op hun beurt weer worden onderdrukt met de hulpmiddelen voor taakbeheer. Zie Bijlage A voor informatie over deze opties en de prioriteit van instellingen. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over het configureren van installeerbare opties. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen voor taakbeheer. Als u Standaardwaarden van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen die zijn geselecteerd tijdens de Setup. Zie Bijlage A voor meer informatie. O PMERKING : As u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft, wordt het dialoogvenster Conflict weergegeven met instructies voor het oplossen van het conflict. 1 1-6 6. Afdrukken vanaf Windows-computers Klik twee keer op OK in de toepassing waarmee u werkt om uw afdruktaak te verzenden. Controleer of de Fiery EX2101 is geselecteerd als huidige kopieermachine. O PMERKING : Sommige opties van het printerstuurprogramma kunnen ook worden ingesteld vanuit een toepassing (bijvoorbeeld Sorteer of Omgekeerde volgorde). In dergelijke gevallen is het echter beter de functie uit te voeren met de optie in het stuurprogramma dan deze in te stellen vanuit de toepassing. Soms worden bestanden door toepassingen niet goed voorbereid voor afdrukken op de Fiery EX2101, zodat onverwachte afdrukfouten kunnen optreden en de verwerking langer kan duren. O PMERKING : Wanneer de e-mailkennisgevingsoptie in het printerstuurprogramma ingeschakeld is zoals beschreven in de Installatiegids gebruikerssoftware, kunt u een kennisgeving per e-mail krijgen nadat uw taak afgedrukt werd of wanneer afdrukfouten voorkomen. Deze mogelijkheid veronderstelt tevens dat de Fiery Mail Port geïnstalleerd is en dat in het dialoogvenster E-Mail Port Configuration de optie Status messages from Fiery geselecteerd is. Zie de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over het instellen en configureren van de Fiery e-mailpoort. A FDRUKOPTIES VOOR EEN SPECIFIEKE W INDOWS - AFDRUKTAAK PCL- OF P OST S CRIPT PRINTERSTUURPROGRAMMA INSTELLEN MET HET 1. Klik op Start. 2. Windows 98/Me/NT 4.0/2000: Kies Instellingen en klik op Printers. Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten. Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten. 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de the Fiery EX2101 -PS of PCL en kies Eigenschappen (Windows 98/Me), Documentinstellingen (Windows NT 4.0) of Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000/XP/2003). 1 1-7 Afdrukken vanuit toepassingen De tab Fiery-afdrukken verschijnt. Als dat niet gebeurt, klikt u op de knop Fiery-afdrukken. 4. Geef de standaardinstellingen op voor uw afdruktaken, zoals beschreven op pagina 1-2. 5. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Afdrukopties instellen zonder optiebalken voor afdrukken te openen In de vorige procedures verkreeg u toegang tot de afdrukopties van de Fiery EX2101 door de optiebalken voor afdrukken te openen. U kunt de instellingen voor afdrukopties ook bekijken en wijzigen door met de rechtermuistoets te klikken op de optiebalken voor afdrukken. Wanneer u met de rechtermuistoets klikt op de optiebalken voor afdrukken, verschijnt een lijst van afdrukopties binnen de optiebalk voor afdrukken, en kunt u de instellingen in de lijst voor uw afdruktaak wijzigen. 1 1-8 A DRUKOPTIES Afdrukken vanaf Windows-computers INSTELLEN ZONDER OPTIEBALKEN VOOR AFDRUKKEN TE OPENEN 1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken. 2. Klik met de rechtermuistoets op een optiebalk voor afdrukken. Een lijst van afdrukopties verschijnt. Klik met de rechtermuistoets op de optiebalk voor Afwerking 3. Klik of beweeg en houd de cursor op een optie die u wil wijzigen. De beschikbare instellingen worden getoond. 1 1-9 4. Werken met taaksjablonen Klik op een instelling. O PMERKING : Om tekstvelden zoals Groepsnaam en Opmerkingen te wijzigen, moet u op de optiebalk voor afdrukken klikken en deze openen. Werken met taaksjablonen U kunt instellingen voor afdrukopties opslaan op de vaste schijf, zodat u eenvoudig specifieke instellingen voor een bepaalde taak kunt laden als een profiel. U kunt ook profielen delen op een netwerk met de functies Importeren en Exporteren. O PMERKING : Hoewel de gebruikersinterfaces lichtjes van mekaar verschillen, zijn de volgende procedures dezelfde voor zowel de PCL- als PostScript-printerstuurprogramma’s. E EN TAAKSJABLOON MAKEN 1. Geef de optie Standaard taaksjabloon weer in de lijst Taaksjablonen en configureer vervolgens de opties met behulp van de optiebalken voor afdrukken. Zodra u een instelling wijzigt, wordt Naamloos weergegeven in plaats van Standaard taaksjabloon in de lijst Taaksjablonen. Knop Taaksjablonen Knop Huidige instellingen opslaan in taaksjablonen 2. Klik op de knop Huidige instellingen opslaan in taaksjablonen. 1 1-10 3. Afdrukken vanaf Windows-computers Voer een naam in voor de taaksjabloon en klik op OK. De naam wordt weergegeven in de lijst Taaksjablonen. T AAKSJABLONEN LADEN 1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de lijst Taaksjablonen. 2. Kies de instellingen die u wilt gebruiken voor uw taaksjabloon. De opties worden automatisch geconfigureerd. T AAKSJABLONEN VERWIJDEREN 1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de knop Taaksjablonen. 2. Kies de taaksjablonen die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. 3. Klik op Ja om het verwijderen te bevestigen en klik op OK. 1 1-11 Werken met taaksjablonen T AAKSJABLONEN WIJZIGEN 1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de lijst Taaksjablonen. 2. Kies de sjabloon die u wilt wijzigen. De opties worden automatisch geconfigureerd op basis van de op dat moment opgeslagen instellingen. 3. Configureer uw nieuwe instellingen met behulp van de optiebalken en klik op de knop Huidige taaksjabloon opslaan. 4. Klik op OK om de gewijzigde sjabloon op te slaan. O PGESLAGEN TAAKSJABLONEN EXPORTEREN 1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de knop Taaksjablonen. 2. Kies de profielen die u wilt exporteren en klik op Exporteren. 1 1-12 3. Afdrukken vanaf Windows-computers Blader naar de locatie waar u het bestand wilt opslaan, voer een bestandsnaam in en klik op OK. O PMERKING : De bestandsnaam moet de extensie .sav hebben en mag maximaal 8 tekens bevatten (exclusief de extensie). De bestandsnaam hoeft niet overeen te komen met de naam van de sjabloon. 4. O PGESLAGEN Klik op OK. TAAKSJABLONEN IMPORTEREN 1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de knop Taaksjablonen. 2. Klik op Importeren. 3. Blader naar de locatie met het bestand van het opgeslagen profiel dat u wilt importeren. 1 1-13 Werken met taaksjablonen 4. Selecteer het bestand en klik vervolgens op OK. 5. Klik op OK in het dialoogvenster Taaksjablonen importeren. O PMERKING : Als u sjablonen importeert, worden ze in de lijst Taaksjablonen weergegeven met de sjabloon, niet met de bestandsnaam. In de voorgaande schermafdrukken is het bestand presentatie.sav (bestandsnaam) geïmporteerd, maar wordt in de lijst Taaksjablonen de naam Presentatie (sjabloonnaam) weergegeven. 1 1-14 Afdrukken vanaf Windows-computers Snelkoppelingen Het dialoogvenster Eigenschappen of Afdrukvoorkeuren beschikt over twee deelgebieden met snelkoppelingen: Snelkoppelingen voor afdrukopties en Pagina-snelkoppelingen. Deze sectie bespreekt hoe afdrukopties gewijzigd kunnen worden met deze snelkoppelingen en hoe u het gebied van de snelkoppelingen voor afdrukopties kan aanpassen. O PMERKING : Hoewel de gebruikersinterfaces lichtjes van mekaar verschillen, zijn de volgende procedures dezelfde voor zowel de PCL- als PostScript-printerstuurprogramma’s. Snelkoppelingen voor afdrukopties Pagina-snelkoppelingen Snelkoppelingen gebruiken In het gedeelte Snelkoppelingen voor afdrukopties van het stuurprogramma worden de huidige instellingen voor de meest gebruikte afdrukopties weergegeven. Met behulp van de snelkoppelingen kunt u deze instellingen snel en eenvoudig bekijken en wijzigen. U kunt ook bepaalde opties voor de lay-out van pagina’s en de afwerking van taken openen door met de rechtermuisknop te klikken op de afbeelding van de pagina in het gebied van de pagina-snelkoppelingen. 1 1-15 Snelkoppelingen A FDRUKOPTIES 1. INSTELLEN MET BEHULP VAN SNELKOPPELINGEN VOOR AFDRUKOPTIES Plaats op het tabblad Fiery-afdrukken de muisaanwijzer op de afdrukoptie die u wilt instellen. De cursor verandert in een handje. 2. Klik op de geselecteerde afdrukoptie en geef de gewenste instellingen op. De optiebalk voor afdrukken waarin zich de geselecteerde afdrukoptie bevindt, wordt geopend, en de afdrukoptie wordt gemarkeerd. U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op de afdrukoptie en de instelling selecteren uit het menu dat verschijnt. 3. Klik op Toepassen om de nieuwe instellingen als standaard te gaan gebruiken of klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. A FDRUKOPTIES INSTELLEN MET BEHULP VAN DE PAGINA - SNELKOPPELINGEN 1. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken op de tab Afwerking, plaats de muisaanwijzer op de pagina-afbeelding en klik met de rechtermuisknop. 2. Geef de gewenste instellingen op voor de afdrukopties. 3. Klik op Toepassen om de nieuwe instellingen als standaard te gaan gebruiken of klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 1 1-16 Afdrukken vanaf Windows-computers Snelkoppelingen voor afdrukopties aanpassen U kunt het gedeelte Snelkoppelingen aanpassen, zodat u snel toegang krijgt tot de meest gebruikte afdrukopties. S NELKOPPELINGEN 1. VOOR AFDRUKOPTIES AANPASSEN Klik op Snelkoppelingen in het gedeelte Snelkoppelingen. Het dialoogvenster Snelkoppelingen aanpassen wordt weergegeven. - 2. Selecteer een optie die u uit de lijst Huidige snelkoppelingen wilt verwijderen en klik op Verwijderen, of dubbelklik op de optie in de lijst Huidige snelkoppelingen. Het maximum afdrukopties dat weergegeven kunnen worden, is zes. Standaard verschijnen zes afdrukopties in het gebied snelkoppelingen voor afdrukopties. U moet een snelkoppeling verwijderen om een andere te kunnen toevoegen. 3. Selecteer een optie die u bij de lijst Huidige snelkoppelingen wilt toevoegen en klik op Toevoegen, of dubbelklik de optie in de lijst Beschikbare snelkoppelingen. De nieuwe optie verschijnt onderaan de lijst Huidige snelkoppelingen. 4. Om de volgorde van de Huidige snelkoppelingen te wijzigen, selecteert u een optie in de lijst Huidige snelkoppelingen en klikt u op Omhoog of Omlaag. 5. Klik op OK om het dialoogvenster Beschikbare snelkoppelingen te sluiten. Het gedeelte Snelkoppelingen is nu aangepast. 1 1-17 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken Bij aangepaste papierformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina. Als u een aangepast paginaformaat definieert, kunt u dit gebruiken in toepassingen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt. Als u een aangepast paginaformaat definieert, geeft u de breedte- en lengtematen op die corresponderen met respectievelijk de korte en lange zijde van uw taak. Aangepaste paginaformaten moeten altijd op deze manier worden ingesteld, ongeacht de instellingen voor de afdrukstand in de toepassing. Staand Hoogte Liggend Breedte Hoogte Breedte O PMERKING : Bij inslagtaken kunnen geen aangepaste paginaformaten worden gebruikt. O PMERKING : Voor Windows NT 4.0 en Windows 2000/XP/2003 kunnen geen aangepaste paginaformaten worden ingesteld via het tabblad Fiery-afdrukken. Zie “Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows NT 4.0” op pagina 1-23 en “Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows2000/XP/2003” op pagina 1-26 voor meer informatie. 1 1-18 Afdrukken vanaf Windows-computers Werken met aangepaste paginaformaten in het PCL-printerstuurprogramma voor Windows Bij aangepaste papierformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina. Wanneer u een aangepast papierformaat definieert, kunt u het gebruiken in toepassingen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt. A ANGEPASTE PAPIERFORMATEN DEFINIËREN MET ALLE PCL- PRINTERSTUURPROGRAMMA ’ S VOOR W INDOWS Klik op Aangepast 1. Klik op Start. 2. Windows 98/Me/NT 4.0/2000: Kies Instellingen en klik op Printers. Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten. Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten. 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery EX2101 en kies Eigenschappen (Windows 98/Me), Documentinstellingen (Windows NT) of Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000/XP). 4. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron. 5. Selecteer Aangepast op het menu Paginaformaat klik dan op Aangepast. 1 1-19 6. Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken Kies de opties om het aangepaste paginaformaat te definiëren. Breedte—geef de breedte van de afdruktaak op. Lengte—geef de lengte van de afdruktaak op. Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak. 7. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven te sluiten. 8. Klik op OK om het Fiery EX2101 printerstuurprogramma te sluiten. A ANGEPASTE PAPIERFORMATEN BEWERKEN MET ALLE PCL- PRINTERSTUURPROGRAMMA ’ S VOOR W INDOWS 1. Klik op Start. 2. Windows 98/Me/NT 4.0/2000: Kies Instellingen en klik op Printers. Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten. Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten. 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery EX2101 en kies Eigenschappen (Windows 98/Me), Documentinstellingen (Windows NT) of Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000/XP). 4. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron. 5. Selecteer Aangepast op het menu Paginaformaat klik dan op Aangepast. 6. Geef de opties in om het aangepaste papierformaat te definiëren. Breedte—geef de breedte van de afdruktaak op. Lengte—geef de lengte van de afdruktaak op. Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak. 1 1-20 Afdrukken vanaf Windows-computers 7. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven te sluiten. 8. Klik op OK om het Fiery EX2101 printerstuurprogramma te sluiten. A ANGEPASTE PAPIERFORMATEN AFDRUKKEN MET ALLE PCL- PRINTERSTUURPROGRAMMA ’ S VOOR W INDOWS 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2. Selecteer het pictogram van de Fiery EX2101 -PCL om deze als uw printer te selecteren en klik daarna op Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron. 4. Kies Lade 5 in het menu Papierbron. 5. Kies Aangepast in het menu Paginaformaat. 6. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken. Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows 98/Me Wanneer u in het printerstuurprogramma voor Windows 98/Me PostScript een aangepast paginaformaat definieert of bewerkt, gaat u als volgt te werk. A ANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS 98/M E 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron. 1 1-21 4. Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken Klik op Aangepast. Klik op Aangepast Het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven wordt weergegeven. 5. Kies de opties om het aangepaste papierformaat te definiëren. Papiernaam—geef een naam op voor uw aangepaste paginaformaat. De naam van het nieuwe aangepaste papierformaat wordt weergegeven in het menu Documentgrootte. Breedte—geef de breedte van de afdruktaak op. Lengte—geef de lengte van de afdruktaak op. Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak. Dwars—schakel deze optie in als u de breedte- en lengtematen wilt omdraaien, zodat deze overeenkomen met de papierinvoerrichting van de afdruktaak. 1 1-22 Afdrukken vanaf Windows-computers 6. Klik op OK. 7. Klik op Niet-afdrukbaar gebied, voer de gewenste gegevens in en klik op OK om het niet-afdrukbare gebied van de aangepaste pagina te definiëren. 8. Klik opnieuw op OK. A ANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS 98/M E 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron. 4. Kies in het menu Paginaformaat de naam van de aangepaste pagina die u wilt bewerken. 5. Klik op Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven wordt weergegeven. 6. Bewerk de instellingen zoals beschreven in de vorige procedure, en klik op OK. A ANGEPASTE PAGINAFORMATEN AFDRUKKEN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS 98/M E 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2. Selecteer het pictogram van de Fiery EX2101 PS als uw printer en klik op Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron. 4. Kies Lade 5 op het menu Papierbron. 5. Kies het aangepast paginaformaat in de lijst Paginaformaat. 6. Klik op de optiebalk Lay-out en selecteer een instelling van Afdrukstand, afhankelijk van de manier waarop het papier met aangepast formaat geladen is. 7. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken. 1 1-23 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows NT 4.0 Bij aangepaste papierformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina. Als u een aangepast paginaformaat definieert, kunt u dit gebruiken in toepassingen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt. A ANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS NT 4.0 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies Document Standaardwaarden document. 3. Klik op het tabblad Pagina-instelling. 1 1-24 4. Afdrukken vanaf Windows-computers Selecteer Aangepast paginaformaat PostScript in de lijst Papierformaat. Het dialoogvenster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript) wordt geopend. 5. Kies de opties om het aangepaste papierformaat te definiëren. Afmetingen van de aangepaste pagina—geef de breedte en hoogte op van de afdruktaak. Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak. Papierinvoerrichting—kies de richting van de papierinvoer voor de afdruktaak. Papiertype—selecteer de papiersoort voor de afdruktaak. Verschuivingen ten opzichte van de papierinvoerrichting—geef de verschuivingen (marges) van de afdruktaak op ten opzichte van de papierinvoerrichting. 6. Klik op OK. 7. Klik op OK om het dialoogvenster Documentinstellingen te sluiten. A ANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS NT 4.0 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies Standaardwaarden document. 1 1-25 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken 3. Klik op het tabblad Geavanceerd. 4. Wanneer PostScript aangepaste paginagrootte reeds geselecteerd is als papierformaat, klikt u op de knop Aangepaste paginagrootte bewerken. In het andere geval selecteert u PostScript aangepaste paginagrootte in de lijst Papierformaat, en klikt u daarna op de knop Aangepaste paginagrootte bewerken. Het dialoogvenster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript) wordt geopend. 5. Bewerk de instellingen zoals beschreven op pagina 1-24 en klik op OK. A FDRUKKEN OP AANGEPASTE PAGINAFORMATEN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS NT 4.0 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2. Selecteer de Fiery EX2101 PS als uw printer en klik op Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron. 4. Kies Lade 5 op het menu Papierbron. 1 1-26 Afdrukken vanaf Windows-computers 5. Selecteer Aangepast paginaformaat PostScript in de lijst Paginaformaat. 6. Klik op de optiebalk Lay-out en selecteer een instelling van Afdrukstand, afhankelijk van de manier waarop het papier met aangepast formaat geladen is. 7. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken. Werken met aangepaste paginaformaten in het PostScript-printerstuurprogramma voor Windows2000/XP/2003 Bij aangepaste papierformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina. Wanneer u een aangepast paginaformaat hebt gedefinieerd, kunt u het gebruiken in toepassingen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt. O PMERKING : Windows 2000/XP/2003 hebben een vergelijkbare interface voor het instellen van opties en het maken van afdrukken. Bij de volgende procedures worden Windows 2000-afbeeldingen gebruikt en worden eventuele verschillen in Windows XP/2003 apart aangegeven. A ANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS 2000/XP/2003 1. Klik op Start. 2. Windows 2000: Kies Instellingen en klik op Printers. Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten. Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten. 3. Klik met de rechtermuisknop op hetFiery EX2101 PS-pictogram en kies Printing Voorkeursinstellingen voor afdrukken. 4. Klik op de tab Papier/Kwaliteit. 1 1-27 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken 5. Klik op Geavanceerd. 6. Selecteer PostScript aangepaste paginagrootte in de lijst Papierformaat. Het dialoogvenster Definitie voor PostScript aangepaste paginagrootte (PostScript) wordt geopend. 1 1-28 7. Afdrukken vanaf Windows-computers Kies de opties om het aangepaste papierformaat te definiëren. Aangepaste pagina-afmetingen—geef de breedte en hoogte op van de afdruktaak. Eenheid—selecteer de maateenheid voor de afdruktaak. Invoerrichting—kies de richting van de papierinvoer voor de afdruktaak. Papiertype—selecteer de papiersoort voor de afdruktaak. Afstand tot rand ten opzichte van invoerrichting—geef de verschuivingen (marges) van de afdruktaak op ten opzichte van de papierinvoerrichting. 8. Klik op OK om het dialoogvenster Definitie voor PostScript aangepaste paginagrootte te sluiten. 9. Klik op OK om het dialoogvenster Geavanceerde opties te sluiten. 10. Klik op OK om het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken te sluiten. U kunt het aangepaste paginaformaat nu opgeven vanuit een toepassing. O PMERKING : Open het tabblad Papier/Kwaliteit alleen om aangepaste paginafor- maten te definiëren of te bewerken. Stel de resterende afdrukopties in op het tabblad Fiery-afdrukken. A ANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS 2000/XP/2003 1. Klik op Start. 2. Windows 2000: Kies Instellingen en klik op Printers. Windows XP: Kies Printers en Faxapparaten. Windows Server 2003: Kies Instellingen en klik op Printers en Faxapparaten. 3. Klik met de rechtermuisknop op het Fiery EX2101 PS-pictogram en kies Printing Voorkeursinstellingen voor afdrukken. 1 1-29 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken 4. Klik op de tab Papier/Kwaliteit. 5. Klik op Geavanceerd. 6. Selecteer Aangepast paginaformaat PostScript in de lijst Papierformaat. Het dialoogvenster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript) wordt geopend. Als dat niet gebeurt, klikt u op de knop Aangepast paginaformaat bewerken. 7. Bewerk de instellingen zoals beschreven op pagina 1-28 en klik op OK. A ANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET W INDOWS 2000/XP/2003 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2. Selecteer de Fiery EX2101 als uw printer en klik op Eigenschappen. 3. Klik op de tab Papier/Kwaliteit en klik dan op Geavanceerd. 4. Selecteer PostScript aangepaste paginagrootte in de lijst Paginaformaat. 5. Controleer de instellingen voor het aangepaste paginaformaat en klik op OK. 6. Klik op OK om het dialoogvenster Geavanceerde opties te sluiten. 7. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken en klik op de optiebalk Papierbron. 8. Kies Lade 5 op het menu Papierbron. 9. Klik op de optiebalk Lay-out en selecteer een instelling van Afdrukstand, afhankelijk van de manier waarop het papier met aangepast formaat geladen is. 10. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken. 1 1-30 Afdrukken vanaf Windows-computers De status van de Xerox 2101 kopieermachine controleren U kunt de status van de verbruiksartikelen van de kopieermachine raadplegen op het tabblad Printerstatus van het PostScript-printerstuurprogramma. DE STATUS VAN DE VERBRUIKSARTIKELEN VAN DE KOPIEERMACHINE CONTROLEREN X EROX 2101 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2. Selecteer de Fiery EX2101 PS of PCL als uw printer en klik op Eigenschappen. 3. Klik op de tab Printerstatus en klik op Bijwerken. De optie Tweerichtingscommunicatie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie. 1 1-31 Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken Papier Lade—Toont de naam van de lade. Niveau—Hier ziet u de hoeveelheid papier die nog aanwezig is in de desbetreffende papierlade. Formaat—Hier ziet u het formaat van het papier in de desbetreffende papierlade. Afmetingen—Hier ziet u de afmetingen van het papier in de desbetreffende papierlade. Mediumtype—Hier ziet u het mediumtype van het papier in de desbetreffende papierlade. Status van apparaat Dit gebied geeft de huidige status weer van de Xerox 2101 kopieermachine. Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken Als u ter plaatse niet beschikt over een Fiery EX2101 en u bestanden voorbereidt die u wilt afdrukken bij een servicebureau of op een andere locatie, kunt u de definitieve bestanden afdrukken naar een bestand (in plaats van een lokale poort). U kunt ook afdrukken naar een bestand als u een bestand wilt maken dat u met behulp van Fiery Downloader kunt downloaden. Raadpleeg de Windowsdocumentatie voor instructies voor het afdrukken naar een bestand. 2 2-1 Hoofdstuk 2: Afdrukken vanaf Macintoshcomputers Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus) Afdrukken naar de Fiery EX2101 gaat op dezelfde manier als afdrukken naar andere printers. Selecteer, als u met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus) werkt, eerst de Fiery EX2101 als de huidige printer in de Kiezer en maak vervolgens een afdruk van een bestand vanuit de desbetreffende toepassing. Als u Mac OS X (Native-modus) gebruikt, kunt u de printer kiezen en het bestand afdrukken vanuit de toepassing. Daarnaast kunt u bestanden naar de Fiery EX2101 downloaden met behulp van Fiery Downloader (zie Hoofdstuk 4) en documenten afdrukken met Fiery E-mail Services (zie Hoofdstuk 8). Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus) Voordat u vanuit toepassingen kunt afdrukken naar de Fiery EX2101, moet u de Fiery EX2101 selecteren in de Kiezer. Vervolgens kunt u met behulp van het Adobe PostScript-printerstuurprogramma en het juiste printerdefinitiebestand veel verschillende afdrukfuncties van de Fiery EX2101 besturen door in de afdrukvensters specifieke taakinstellingen op te geven. Afdrukopties instellen en afdrukken In Macintosh-toepassingen kunt u afdrukopties instellen in twee verschillende dialoogvensters: Pagina-instelling en Print. Zie Bijlage A voor nadere informatie over specifieke afdrukopties. O PMERKING : Sommige standaard afdrukopties worden door de beheerder ingesteld tijdens de Setup. Neem contact op met de beheerder of de operator voor informatie over de huidige standaardinstellingen van de server. 2 2-2 Afdrukken vanaf Macintosh-computers A FDRUKOPTIES INSTELLEN EN AFDRUKKEN A DOBE PS- PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET 1. Open een bestand en kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing. 2. Kies Paginakenmerken in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Selecteer de Fiery EX2101 als uw printer. O PMERKING : De dialoogvensters voor pagina-instelling verschillen per toepassing. 3. Selecteer de pagina-instellingen voor uw afdruktaak. 4. Klik op OK. 5. Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. 2 2-3 6. Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus) Selecteer de Fiery EX2101 als printer en geef instellingen op voor de afdrukopties die worden weergegeven. O PMERKING : De dialoogvensters van de optie Print verschillen van toepassing tot toepassing. Kies de gewenste papierlade voor de taak in de vervolgkeuzelijst Papierinvoer. U kunt bijvoorbeeld opgeven dat de taak moet worden afgedrukt op papier uit lade 1. De gekozen papierbron geldt alleen voor de huidige afdruktaak. O PMERKING : Als het formaat, de afdrukstand of het mediatype van het papier in de gekozen papierlade niet overeenkomt met de instellingen van de afdruktaak die u naar de printer stuurt, geeft de Fiery EX2101 een foutbericht weer en wordt de taak niet afgedrukt. Laad het juiste papier in de geselecteerde lade of annuleer de taak. 2 2-4 7. Afdrukken vanaf Macintosh-computers Kies Fiery-taakopmerkingen. Kies Fiery-taakopmerkingen Geef voor veilig drukken een wachtwoord in (tot 10 alfanumerieke tekens) in het veld Beveiligd afdrukken. Wanneer u in dit veld een wachtwoord ingeeft, wordt uw afdruktaak behouden op de Fiery EX2101 en afgedrukt wanneer u het wachtwoord ingeeft op het confuguratiescherm van de Fiery EX2101. Zie “Beveiligd afdrukken” op pagina A-20 voor meer informatie. Geef een accountnaam op in het veld Groepsnaam. De Groepsnaam wordt weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. De accountnaam wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kunt u deze informatie geven. Geef een wachtwoord op in het veld Groepspassword. Het groepswachtwoord wordt versleuteld weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. Het wachtwoord wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kunt u deze informatie geven. Als de accountnaam en het wachtwoord die u hebt ingegeven overeenkomen met degene die de beheerder heeft gedefinieerd, wordt uw taak afgedrukt. Als ze niet overeenkomen, treedt er een fout op en wordt uw taak in de wachtrij geplaatst. De beheerder of de operator kan de groepsnaam en het groepswachtwoord bewerken via het venster Eigenschappen van Command WorkStation/Command WorkStation LE en het dialoogvenster Override Print Options (Printerinstellingen tijdelijk vervangen) van Fiery WebSpooler/Fiery Spooler . De Groepsnaam wordt weergegeven in het veld Opmerkingen 2 in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. 2 2-5 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS 9 en eerder of Mac OS X (Classic-modus) O PMERKING : De opties Groepsnaam en Groepspassword zijn niet beschikbaar wanneer u afdrukt naar de directe verbinding. De operator kan de gegevens die u in het opmerkinggebied invoert, bekijken met de hulpmiddelen voor taakbeheer; ze worden ook in het takenlogboek weergegeven. De operator kan geen opmerkingen bewerken of wissen. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen voor taakbeheer. In het veld Instructies kunt u instructies voor de operator invoeren voor de taak. Deze instructies kunnen worden weergegeven in Command WorkStation, maar worden niet in het takenlogboek vastgelegd. Deze instructies kunnen wel door de operator bewerkt worden. 8. Kies Printerspecifieke opties en geef de gewenste instellingen voor de afdruktaak op. Kies Printerspecifieke opties Deze afdrukopties zijn specifiek voor de Fiery EX2101 en de kopieermachine (gebruik de schuifbalk om alle opties weer te geven). Deze instellingen hebben voorrang boven de instellingen die zijn opgegeven in de Printerinstellingen van Fiery EX2101, maar kunnen op hun beurt weer worden gewijzigd met de hulpmiddelen voor taakbeheer. Als u Standaardwaarden van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen die zijn opgegeven tijdens de Setup. Zie Bijlage A voor nadere informatie over deze opties en de prioriteit van instellingen. 2 2-6 Afdrukken vanaf Macintosh-computers Sommige afdrukopties, zoals Soft Collate (Sorteer), Soft Reverse Order (Omgekeerde volgorde) en Manual Duplex (Handmatig dubbelzijdig afdrukken) die kunnen worden geselecteerd vanuit een toepassing of via het Adobe PS-printerstuurprogramma, zijn vergelijkbaar met de afdrukopties die beschikbaar zijn in het dialoogvenster Printerspecifieke opties. In deze gevallen geeft u de afdrukoptie op vanuit het dialoogvenster Printerspecifieke opties. Soms worden bestanden door toepassingen niet goed voorbereid voor afdrukken op de Fiery EX2101, zodat onverwachte afdrukfouten kunnen optreden en de verwerking langer kan duren. O PMERKING : Als het formaat, de afdrukstand of het mediatype van het papier in de gekozen papierlade niet overeenkomt met de instellingen van de afdruktaak die u naar de printer stuurt, geeft de Fiery EX2101 een foutbericht weer en wordt de taak niet afgedrukt. Laad het juiste papier in de geselecteerde lade of annuleer de taak. O PMERKING : Als u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft, kan er een dialoogvenster worden weergegeven. Volg de instructies op het scherm om het conflict op te lossen. 9. 10. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken als standaardinstellingen, klikt u op Bewaar Instellingen. Klik op Print. Aangepaste paginaformaten definiëren Bij aangepaste paginaformaten kunt u zelf de afmetingen en marges van de pagina definiëren. Nadat u een aangepast paginaformaat gedefinieerd hebt, kunt u dit gebruiken in toepassingen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt. E EN AANGEPAST PAGINAFORMAAT DEFINIËREN 1. Kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing. 2. Kies als Papier Aangepast. 3. Kies Standaard aangepast papierformaat. 2 2-7 4. Aangepaste paginaformaten definiëren Voer de afmetingen en marges voor de pagina in. Kies Standaard aangepast papierformaat Namen van aangepaste pagina’s worden hier weergegeven Limieten voor geselecteerde afmetingen worden hier weergegeven Voer een aangepaste paginanaam in 5. Klik op de vervolgkeuzelijst PPD-bereik als u de minimum- en maximumformaten wilt bekijken. Er wordt een foutbericht weergegeven als u een ongeldig formaat invoert. Klik op Annuleer en voer formaten in die binnen het PPD-bereik vallen. 6. Als u dit aangepaste paginaformaat wilt opslaan, voert u een naam in en klikt u op Voeg toe. Opgeslagen aangepaste papierformaten zijn beschikbaar in de lijst met papierformaten rechtsboven in het dialoogvenster. Als u een opgeslagen aangepast papierformaat wilt verwijderen, selecteert u het formaat in de lijst en klikt u op Verwijder. 7. E EN Klik op OK. OPGESLAGEN AANGEPAST PAGINAFORMAAT BEWERKEN 1. Kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing. 2. Kies Standaard aangepast papierformaat. 3. Selecteer de naam van het aangepaste paginaformaat. 4. Bewerk de afmetingen en marges voor de pagina. 5. Klik op Voeg toe. 6. Vervang de bestaande naam voor het aangepaste paginaformaat en klik op OK. 2 2-8 E EN Afdrukken vanaf Macintosh-computers AANGEPAST PAGINAFORMAAT AFDRUKKEN 1. Kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing. 2. Kies Aangepast of de naam van het aangepaste paginaformaat in de vervolgkeuzelijst Papier. 3. Klik op OK. 4. Kies Print in het Archief-menu van de toepassing. Geef de gewenste afdrukopties op. 5. Klik op Print. U kunt ook een nieuw aangepast papierformaat definiëren in het dialoogvenster Aangepast papierformaat wanneer u naar de Fiery EX2101 afdrukt. Als u afmetingen opgeeft die overeenkomen met een bepaald vast papierformaat, verwerkt de Fiery EX2101 de taak als een afdruktaak voor dat papierformaat. Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS X (Native-modus) Nadat u de printerbeschrijvingsbestanden van de Fiery EX2101 hebt geïnstalleerd met behulp van de PPD Installer, kunt u rechtstreeks afdrukken vanuit de meeste Mac OS X-toepassingen. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over de installatie van printerbeschrijvingsbestanden met behulp van de PPD Installer. Afdrukopties instellen en afdrukken In Macintosh OS X-toepassingen kunt u afdrukopties instellen in twee verschillende dialoogvensters: Pagina-instelling en Print. Zie Bijlage A voor nadere informatie over specifieke afdrukopties. O PMERKING : Sommige standaard afdrukopties worden door de beheerder ingesteld tijdens de Setup. Vraag de systeembeheerder of de operator om informatie over de huidige standaardinstellingen van de server. 2 2-9 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS X (Native-modus) A FDRUKOPTIES INSTELLEN EN AFDRUKKEN P OST S CRIPT - PRINTERSTUURPROGRAMMA MET HET 1. Open een bestand en kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing. 2. Kies in het dialoogvenster dat wordt weergegeven Paginakenmerken bij Instellingen en de Fiery EX2101 bij Stel in voor. 3. Selecteer de pagina-instellingen voor uw afdruktaak. 4. Klik op OK. 5. Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. 6. Selecteer de Fiery EX2101 als uw printer en kies een optiecategorie uit de vervolgkeuzelijst. U kunt de instellingen voor de afdrukopties wijzigen voor elke categorie. Kies een afdrukcategorie 2 2-10 7. Afdrukken vanaf Macintosh-computers Kies Fiery Job Notes (Fiery-taakopmerkingen). Kies Fiery Job Notes Geef voor veilig drukken een wachtwoord in (tot 10 alfanumerieke tekens) in het veld Beveiligd afdrukken. Wanneer u in dit veld een wachtwoord ingeeft, wordt uw afdruktaak behouden op de Fiery EX2101 en afgedrukt wanneer u het wachtwoord ingeeft op het confuguratiescherm van de Fiery EX2101. Geef een accountnaam op in het veld Groepsnaam. De Groepsnaam wordt weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. De accountnaam wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kan u deze informatie geven. Geef een wachtwoord op in het veld Groepspassword. Het groepswachtwoord wordt versleuteld weergegeven in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. Het wachtwoord wordt toegewezen door uw beheerder. De beheerder kan u deze informatie geven. 2 2-11 Afdrukken vanuit toepassingen met Mac OS X (Native-modus) Als de accountnaam en het wachtwoord die u hebt ingegeven overeenkomen met degene die de beheerder heeft gedefinieerd, wordt uw taak afgedrukt. Als ze niet overeenkomen, treedt er een fout op en wordt uw taak in de wachtrij geplaatst. De beheerder of de operator kan de groepsnaam en het groepswachtwoord bewerken via het venster Eigenschappen van Command WorkStation/Command WorkStation LE en het dialoogvenster Override Print Options (Printerinstellingen tijdelijk vervangen) van Fiery WebSpooler/Fiery Spooler. De Groepsnaam wordt weergegeven in het veld Opmerkingen 2 in het takenlogboek van de hulpmiddelen voor taakbeheer. O PMERKING : De opties Groepsnaam en Groepspassword zijn niet beschikbaar wanneer u afdrukt naar de directe verbinding. De operator van het kan de gegevens die u in het opmerkinggebied invoert, bekijken met de hulpmiddelen voor taakbeheer; ze worden ook in het takenlogboek weergegeven. De operator kan geen opmerkingen bewerken of wissen. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen voor taakbeheer. In het veld Instructies kunt u instructies voor de operator invoeren voor de taak. Deze instructies kunnen worden weergegeven in Command WorkStation/Command WorkStation LE, maar worden niet in het takenlogboek vastgelegd. Deze instructies kunnen wel door de operator bewerkt worden. Als u beslist de informatie in een of meer velden niet naar de Fiery EX2101 te verzenden, maakt u het selectievakje links van de optienaam leeg. U hoeft de informatie in het veld niet te verwijderen. Als het selectievakje niet leeggemaakt is, wordt de informatie die u hebt ingevoerd opgeslagen maar niet naar de Fiery EX2101 verzonden. 2 2-12 8. Afdrukken vanaf Macintosh-computers Kies Printerfuncties en geef de gewenste instellingen op voor uw taak. Kies een afdrukcategorie Een specifieke functieset kiezen Deze afdrukopties zijn specifiek voor de Fiery EX2101 en de kopieermachine; u moet een specifieke Functieset kiezen om alle opties te zien. Deze instellingen hebben voorrang boven de instellingen die zijn opgegeven in de Printerinstellingen van Fiery EX2101, maar kunnen op hun beurt weer worden gewijzigd met de hulpmiddelen voor taakbeheer. Als u Standaardwaarden van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen die zijn opgegeven tijdens de Setup. Zie Bijlage A voor nadere informatie over deze opties en de prioriteit van instellingen. Sommige afdrukopties, zoals Soft Collate (Sorteer), Soft Reverse Order (Omgekeerde volgorde) en Manual Duplex (Handmatig dubbelzijdig afdrukken) die kunnen worden geselecteerd vanuit een toepassing of via het PostScript-printerstuurprogramma, zijn vergelijkbaar met de afdrukopties die beschikbaar zijn in het dialoogvenster Printerfuncties. In deze gevallen geeft u de afdrukoptie op vanuit het dialoogvenster Printerfuncties. Soms worden bestanden door de toepassingen of het PostScript-printerstuurprogramma niet goed voorbereid voor afdrukken op de Fiery EX2101, zodat onverwachte afdrukfouten kunnen optreden en de verwerking langer kan duren. O PMERKING : Als u een ongeldige instelling of combinatie van instellingen selecteert bij het afdrukken van een document, wordt geen foutbericht weergegeven. Zo kunt u bijvoorbeeld dubbelzijdig afdrukken op transparanten kiezen. Ongeldige instellingen en combinaties van instellingen worden genegeerd door de Fiery EX2101. 9. Klik op Print. 3 3-1 Hoofdstuk 3: Afdrukken vanaf UNIXwerkstations Afdrukken naar de Fiery EX2101 U kunt vanaf UNIX-werkstations rechtstreeks afdrukken naar de Fiery EX2101. Taken die u afdrukt naar de Fiery EX2101, worden verzonden naar de afdrukwachtrij of de blokkeringswachtrij en kunnen vanaf Command WorkStation/Command WorkStation LE of vanaf Windows- en Macintosh-computers in het netwerk worden beheerd met behulp van Fiery Spooler. O PMERKING : Als u afdrukt naar de blokkeringswachtrij, moet de operator tussenkomen vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer. Taken die naar de blokkeringswachtrij worden verzonden, worden doorgestuurd naar de vaste schijf en daar geblokkeerd. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het gebruik van de hulpmiddelen voor taakbeheer. De naam van de wachtrij en van de Fiery EX2101-printer worden vastgesteld door de systeembeheerder. Neem contact op met de systeembeheerder voor de namen van de wachtrijen. Raadpleeg de documentatie van uw UNIX-systeem voor informatie over het instellen van afdrukken via TCP/IP. Afdrukken naar de Fiery EX2101 U kunt met UNIX-opdrachten PostScript-bestanden en tekstbestanden afdrukken naar de Fiery EX2101. Doorgaans kunt u de normale afdrukopdrachten (lpr, lpq, lprm) gebruiken om afdruktaken naar de Fiery EX2101 te verzenden. Raadpleeg de desbetreffende pagina's in de UNIX-handleiding of andere documentatie voor informatie over UNIX-opdrachten. O PMERKING : U kunt in UNIX alleen PCL-, PostScript- en ASCII-tekstbestanden afdrukken. 3 3-2 A FDRUKKEN • Afdrukken vanaf UNIX- werkstations VANUIT UNIX Op systemen met Solaris 8 stuurt u een taak naar de Fiery EX2101 met de opdracht lpr. De syntaxis van deze opdracht ziet er als volgt uit: lp -d <printernaam> -n <exemplaren> <bestandsnaam> Als de afdrukwachtrij van de Fiery EX2101 bijvoorbeeld de naam afdrukserver heeft en de bestandsnaam Proef is terwijl u twee exemplaren wilt afdrukken, gebruikt u de volgende opdrachtregel: lp -d afdrukserver -n 2 Proef E EN LIJST OPVRAGEN MET DE TAKEN IN EEN WACHTRIJ • Op systemen met Solaris 8 gebruikt u de opdracht lpstat om een lijst op te vragen met de taken in een wachtrij, als volgt: lpstat -o <printernaam> Als de afdrukwachtrij van de Fiery EX2101 bijvoorbeeld de naam afdrukserver heeft, gebruikt u deze opdrachtregel: lpstat -o afdrukserver De inhoud van de wachtrij wordt vervolgens weergegeven op het werkstation. T AKEN VERWIJDEREN UIT DE WACHTRIJ O PMERKING : U kunt alleen uw eigen taken verwijderen, tenzij u bent aangemeld als gebruiker met toegang tot de root. • Op systemen met Solaris 8 gebruikt u voor het verwijderen van taken uit een wachtrij de opdracht Cancel. cancel <printernaam> <taaknummer> Als u bijvoorbeeld de taak met het nummer 123 wilt verwijderen uit de afdrukwachtrij van de Fiery EX2101 met de naam afdrukserver, gebruikt u deze opdrachtregel: cancel afdrukserver 123 4 4-1 Hoofdstuk 4: Bestanden en lettertypen downloaden Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader Met Fiery Downloader en WebDownloader kunt u PS-bestanden (PostScript), EPS-bestanden (Encapsulated PostScript), TIFF-bestanden (Tagged Image File Format), VPS-bestanden (Creo Variable Print Specification) en PDF-bestanden (Portable Document Format) rechtstreeks naar de Fiery EX2101 afdrukken zonder de toepassing te openen waarin de bestanden zijn gemaakt. Met Fiery Downloader kunt u tevens printerlettertypen op de Fiery EX2101 beheren. U kunt Fiery Downloader of Fiery WebDownloader ook gebruiken vanaf een extern werkstation. Fiery Voor Downloader en Fiery WebDownloader is een netwerkverbinding vereist. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor informatie over het installeren en configureren van Fiery Downloader en WebDownloader voor ondersteunde netwerkprotocollen. O PMERKING : De versies van Fiery Downloader en WebDownloader voor Windows en Macintosh zijn grotendeels identiek; de verschillen worden vermeld in deze sectie. Als beide vensters of dialoogvensters worden afgebeeld, is het eerste venster dat van de Windows-versie en wordt het gevolgd door de Macintosh-versie. U kunt ook bestanden en lettertypen downloaden met behulp van de functie Importeren in Command WorkStation. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie. Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader Met Fiery Downloader of WebDownloader kunt u het volgende doen: • De status van de Fiery EX2101 controleren. O PMERKING : Deze functie is niet beschikbaar in Fiery WebDownloader, maar wel via WebStatus. • PostScript-, EPS-, TIFF-, VPS- en PDF-bestanden afdrukken naar de Fiery EX2101. O PMERKING : Download PPML-bestanden door ze te importeren, gebruikmakend van Command WorkStation. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het importeren van bestanden met Command WorkStation,. 4 4-2 Bestanden en lettertypen downloaden • De printerlettertypen op de vaste schijf van de Fiery EX2101 beheren (voor deze functie moet de directe verbinding zijn gepubliceerd op de Fiery EX2101). O PMERKING : Fiery Downloader en Fiery WebDownloader zijn speciaal voor de Fiery EX2101 ontworpen; de programma's kunnen niet worden gebruikt met een andere printer. I NFORMATIE WEERGEVEN MET F IERY D OWNLOADER 1. Dubbelklik op het pictogram Fiery Downloader of kies Fiery Downloader via Start >Programma’s. 2. Selecteer de Fiery EX2101 in het venster Printers of de Kiezer en klik op OK (Windows) of op Connect (Verbinden) (Macintosh). Het statusvenster van Fiery Downloader wordt geopend. Hierin ziet u de werkbalk, de menu's en de statusbalk van Fiery Downloader. Hier ziet u de status van de server, de naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden en de naam van het document dat momenteel wordt Hier ziet u de status van de verwerking, de naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden en de naam van het document dat momenteel wordt verwerkt Hier ziet u een voortgangsbalk waarin de voortgang van de taak dynamisch wordt weergegeven Hier ziet u de hoeveelheid beschikbare schijfruimte 4 4-3 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader Hier ziet u de status van de server, de naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden en de naam van het document dat momenteel wordt afgedrukt Hier ziet u de status van de verwerking, de naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden en de naam van het document dat momenteel wordt verwerkt Hier ziet u een voortgangsbalk waarin de voortgang van de taak dynamisch wordt weergegeven Hier ziet u de hoeveelheid beschikbare schijfruimte Op de werkbalk boven aan het venster staan knoppen voor een aantal menufuncties. Openen Klik hierop om verbinding te maken met een andere Fiery EX2101. Downloaden Klik hierop om een bestand of lettertype te downloaden naar de Fiery EX2101. Status Als u de lettertypelijst bekijkt, klikt u hierop om het statusvenster voor de huidige Fiery EX2101 weer te geven. Lettertypelijst Als u het statusvenster bekijkt, klikt u hierop om een lijst met printerlettertypen op de vaste schijf van de Fiery EX2101 weer te geven. Info Fiery Downloader (alleen Windows) Klik hierop om versie-informatie te bekijken over Fiery Downloader. 4 4-4 Bestanden en lettertypen downloaden 3. Als u lettertypegegevens in het venster wilt bekijken, klikt u op de knop Lettertypelijst of kiest u Lettertypelijst in het menu Bestand. 4. Als u een andere Fiery EX2101 wilt selecteren, kiest u Openen in het menu Bestand of klikt u op de knop Openen. 5. Selecteer de Fiery EX2101 in het dialoogvenster dat wordt weergegeven en klik vervolgens op OK (Windows) of Connect (Verbinden) (Macintosh). 6. Kies Sluiten in het menu Bestand om het statusvenster te sluiten. Als u Fiery Downloader wilt afsluiten, kiest u de optie Afsluiten (Windows) of Stop (Macintosh) in het menu Bestand. 7. Klik op Downloaden. Bestanden of printerlettertypen downloaden U kunt verschillende typen bestanden en lettertypen downloaden naar de Fiery EX2101. U kunt een beperkt aantal afdrukopties instellen voor bestanden die u wilt downloaden. B ESTANDEN 1. OF LETTERTYPEN DOWNLOADEN MET F IERY D OWNLOADER Gebruik de gewenste toepassing om een bestand te maken. U kunt een PostScript- of PDF-bestand opslaan door de desbetreffende optie in het dialoogvenster voor afdrukken van de toepassing te selecteren. In sommige toepassingen kunt u bestanden ook als TIFF- of EPS-bestand opslaan. Als u problemen ondervindt met het afdrukken van EPS-bestanden met Fiery Downloader, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken vanuit de toepassing waarin u het hebt gemaakt. 2. Start Fiery Downloader. 4 4-6 4. Bestanden en lettertypen downloaden Kies het bestandstype dat moet worden weergegeven in de lijst Bestandstypen (Windows) of Weergave (Macintosh). Wanneer u Alle bekende indelingen kiest, worden alle bestandstypen weergegeven die door Fiery Downloader worden ondersteund. U kunt bestanden en lettertypen in één bewerking downloaden. Als de lettertypen worden gebruikt door bestanden in dezelfde groep, worden de lettertypen als eerste gedownload. 5. Kies bij Verbindingstype (Windows) of Wachtrij (Macintosh) de bestemming waarnaar u de bestanden wilt downloaden. De opties in dit menu zijn afhankelijk van de instellingen op uw locatie. De mogelijke selecties zijn Afdrukwachtrij (Windows) of Print (Macintosh), Blokkeringswachtrij (Windows) of Blokkeren (Macintosh) en Directe verbinding (Windows) of Direct (Macintosh). U kunt alleen de verbindingen selecteren die door de systeembeheerder zijn ingeschakeld. U kunt via directe verbinding geen PDF- of TIFF-bestanden afdrukken. Als u directe verbinding kiest, wordt de taak in de afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens afgedrukt. Als de afdrukwachtrij niet is ingeschakeld, wordt de taak in de blokkeringswachtrij geplaatst. Daarna moet de operator de taak vrijgeven voor afdrukken. O PMERKING : Als u lettertypen wilt downloaden, moet u de directe verbinding gebruiken (zorg ervoor dat de directe verbinding is gepubliceerd op de Fiery EX2101). Als u geen toegang hebt tot de directe verbinding, moet u speciale lettertypen die in het bestand worden gebruikt in het bestand insluiten. 6. Selecteer de bestandsnaam en klik op Bestand(en) toevoegen (Windows) of Open (Macintosh). In het veld Bestandsnaam (Windows) wordt de naam van het geselecteerde bestand weergegeven voordat u op Toevoegen klikt. U kunt bladeren naar diverse stations en mappen om de bestanden te selecteren die u wilt downloaden. Klik op Alles toevoegen (Macintosh) om alle bestanden in een map toe te voegen. U kunt meerdere opeenvolgende bestanden selecteren (Windows) door het eerste bestand te selecteren en vervolgens Shift ingedrukt te houden en op het laatste bestand te klikken. Wanneer u de Ctrl-toets ingedrukt houdt, kunt u klikken op meerdere niet-opeenvolgende bestanden om deze te selecteren. 4 4-7 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader Als u besluit een geselecteerd bestand niet te downloaden, selecteert u het bestand in de lijst Deze bestanden downloaden (Windows) / Bestanden voor downloaden (Macintosh) en klikt u op Bestand(en) verwijderen (Windows) of Verwijderen (Macintosh). Klik op Alles verwijderen (Macintosh) als u alle bestanden wilt verwijderen uit de lijst Bestanden voor downloaden. 7. Als u de kenmerken van een te downloaden bestand wilt wijzigen, selecteert u het bestand en klikt u op Opties. 8. Dialoogvenster PostScript-opties (Windows) Dialoogvenster PDF-opties (Windows) Dialoogvenster PS-opties (Macintosh) Dialoogvenster PDF-opties (Macintosh) Voer in het dialoogvenster de volgende gegevens in en klik op OK. De opties die u opgeeft, zijn uitsluitend van toepassing op het geselecteerde bestand. U kunt voor elk bestand verschillende opties instellen of de standaardwaarden accepteren. Aantal—Geef het aantal exemplaren op. Helderheid (alleen bij PostScript- en EPS-bestanden)—Wijzig de helderheid als een bestand er te licht of te donker uitziet. Kies 85% voor een aanzienlijk lichtere afbeelding, 115% voor een aanzienlijk donkerdere afbeelding of een tussenliggend percentage voor een andere helderheid. 4 4-8 Bestanden en lettertypen downloaden O PMERKING : In sommige toepassingen, waaronder Adobe Photoshop, kunt u overdrachtsfuncties gebruiken waarbij u de dichtheid voor een afbeelding kunt instellen. Als er in het bestand dat u wilt afdrukken ook overdrachtfuncties zijn gebruikt, heeft de optie Helderheid in Fiery Downloader geen effect. Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende toepassing voor meer informatie over het gebruik van overdrachtsfuncties. ‘showpage’ na EPS-bestanden (Windows) of ‘showpage’ (Macintosh) (alleen PostScripten EPS-bestanden)—In de meeste gevallen hoeft u deze optie niet te gebruiken. Selecteer de optie ‘showpage’ alleen als een EPS-bestand zonder deze optie niet kan worden afgedrukt. Met deze optie wordt een PostScript-opdracht ‘showpage’ toegevoegd aan het einde van de afdruktaak. Door sommige toepassingen wordt deze noodzakelijke PostScript-opdracht weggelaten bij het genereren van EPS-bestanden. Selecteer deze optie bij het afdrukken van EPS-bestanden die zijn gegenereerd door dergelijke toepassingen. Als u deze optie selecteert zonder dat dit nodig is, kunnen er extra lege pagina’s worden afgedrukt. Als u problemen ondervindt met het afdrukken van EPS-bestanden met Fiery Downloader, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken vanuit de toepassing waarin u het hebt gemaakt. Paginabereik (alleen PDF-bestanden)—Geef het paginabereik op dat u wilt afdrukken. 9. 10. E EN Klik in Windows op Bestand(en) downloaden of op een Macintosh-computer op Downloaden. Als u het downloaden wilt annuleren, drukt u op de toets Esc (Windows) of op de Command-toets (Macintosh). BACK - UP VAN EEN LETTERTYPE MAKEN 1. Start Fiery Downloader. 2. Kies Back up fonts (Back-up maken van lettertypen) in het menu Bestand. 4 4-9 3. Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader Ga naar de locatie waar u de lettertypen wilt opslaan. U kunt een nieuwe map maken door op Maken (Windows) of Nieuwe map (Macintosh) te klikken. 4. Klik op OK. Het back-upbestand voor de lettertypen wordt opgeslagen. L ETTERTYPEN HERSTELLEN 1. Start Fiery Downloader. 2. Kies Restore fonts (Lettertypen herstellen) in het menu Bestand. 3. Open het back-upbestand voor de lettertypen op de locatie waar het is opgeslagen en klik vervolgens op OK (Windows) of Select this folder (Selecteer deze map) (Macintosh). Alle lettertypen van de gebruiker worden nu vervangen op de Fiery EX2101. 4 4-10 B ESTANDEN 1. Bestanden en lettertypen downloaden EN LETTERTYPEN DOWNLOADEN MET F IERY W EB D OWNLOADER Maak een PostScript-, EPS, TIFF of PDF-bestand. Geef de gewenste afdrukopties op en zorg ervoor dat alle lettertypen die niet resident zijn op de Fiery EX2101, in het bestand worden ingesloten. Zie Bijlage B, voor een lijst met residente lettertypen op de Fiery EX2101. 2. Start Fiery WebTools en klik op Fiery WebDownloader. Zie pagina 7-1 voor meer informatie over het openen van Fiery WebTools. 3. Selecteer de afdrukverbinding en het bestand dat u wilt downloaden. Printerlettertypen beheren De Fiery EX2101 bevat 81 ingebouwde PCL-lettertypen en 136 PostScriptlettertypen; zie Bijlage B voor een volledige lijst. Bovendien zijn er twee Adobe Multiple Master-lettertypen die worden gebruikt voor lettertypevervanging in PDF-bestanden. Wanneer u een bestand gaat downloaden met lettertypen die niet resident zijn in de Fiery EX2101, moet u eerst de lettertypen downloaden (tenzij de lettertypen zijn ingesloten in het bestand). Als u wilt zien welke lettertypen resident zijn op de Fiery EX2101, kiest u Lettertypelijst in het menu Bestand of klikt u op de knop Lettertypelijst (zie pagina 4-13). Lettertypen kunt u alleen downloaden via de directe verbinding. Als u geen toegang hebt tot de directe verbinding, moet u speciale lettertypen die in het bestand worden gebruikt, in het bestand insluiten. De schermlettertypen die horen bij de printerlettertypen van de Fiery EX2101 worden niet automatisch geïnstalleerd op uw Windows-systeem. 4 4-11 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader O PMERKING : Fiery Downloader kan geen TrueType-lettertypen downloaden. Als u in Windows TrueType-lettertypen wilt gebruiken, moet u ze converteren naar Adobe Type 1-lettertypen voordat u gaat afdrukken. Als u wilt converteren naar Adobe Type 1-lettertypen voor Windows 98/Me, klikt u op het tabblad Lettertypen in het Adobe PS-printerstuurprogramma en stelt u de Font Substitution Table (Lettertype-vervangingstabel) in. In Windows NT 4.0/2000/XP/2003 gaat u naar het tabblad PostScript in het dialoogvenster Standaardwaarden van document van de Fiery EX2101 en selecteert u TrueType Font Setting (Instellingen TrueType-lettertypen)Download as Softfont (Laden als laadbaar lettertype). O PMERKING : U kunt de instellingen voor de lettertypen in het printerstuurprogramma aanpassen aan uw behoeften. Raadpleeg het Help-menu van het printerstuurprogramma voor meer informatie. Printerlettertypen en Macintosh-schermlettertypen Zoals alle PostScript-lettertypen, zijn ook de lettertypen die bij de Fiery EX2101 worden geleverd er in twee vormen: printerlettertypen en schermlettertypen. Installeer de schermlettertypen die zijn meegeleverd met de gebruikerssoftware van de Fiery EX2101 op uw Macintosh-computer. Als u deze lettertypen gebruikt in documenten die worden afgedrukt op een LaserWriter, zijn ze waarschijnlijk al geïnstalleerd. Als dit niet het geval is, moet u ze installeren. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie. Het kan gebeuren dat u Adobe Type 1 (Windows) of PostScript-lettertypen (Macintosh) wilt gebruiken, die niet zijn meegeleverd met de Fiery EX2101. In dat geval moet u zowel de schermlettertypen als de printerlettertypen op de computer installeren. Volg hiervoor de instructies van de fabrikant van de lettertypen. 4 4-12 Bestanden en lettertypen downloaden Printerlettertypen downloaden naar de Fiery EX2101 Meestal zullen bij het afdrukken vanuit een Macintosh-toepassing alle lettertypen in het document die nog niet zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101 automatisch worden gedownload. Voorwaarde hiervoor is wel dat de bijbehorende printerlettertypen zijn geïnstalleerd in de Systeemmap van uw computer. Deze lettertypen worden uit het geheugen van de Fiery EX2101 verwijderd zodra het document is afgedrukt. Als u hetzelfde document opnieuw afdrukt, moet de toepassing de lettertypen opnieuw downloaden. Als u regelmatig lettertypen van Windows- of Macintosh-toepassingen gebruikt die niet zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101, kunt u tijd besparen door ze met Fiery Downloader te kopiëren naar de vaste schijf van de Fiery EX2101. Lettertypen die u op deze manier laadt naar de vaste schijf van de Fiery EX2101, blijven geïnstalleerd totdat u ze verwijdert met Fiery Downloader, hoe vaak de Fiery EX2101 ook wordt in- en uitgeschakeld. Het is wellicht raadzaam om lettertypen die u vaak gebruikt naar de vaste schijf van de Fiery EX2101 te downloaden. Wanneer u PostScript-, TIFF-, VPS- of EPS-bestanden met Fiery Downloader wilt downloaden, moeten alle lettertypen die in het bestand worden gebruikt, zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101 of zijn ingesloten in de bestanden. Als dit niet zo is, wordt de tekst niet correct of zelfs helemaal niet afgedrukt. Bij PDF-bestanden worden lettertypen die niet zijn geïnstalleerd op de Fiery EX2101 automatisch vervangen. Op de Fiery EX2101 zijn twee Multiple Master-lettertypen (één met schreef en één zonder schreef ) opgeslagen. Deze lettertypen worden uitsluitend gebruikt voor de vervanging van lettertypen in PDF-bestanden. 4 4-13 Werken met Fiery Downloader of Fiery WebDownloader L ETTERTYPEGEGEVENS WEERGEVEN EN LETTERTYPEN BIJWERKEN , AFDRUKKEN EN VERWIJDEREN • Kies Lettertypelijst in het menu Bestand of klik op de knop Lettertypelijst. O PMERKING : Als de directe verbinding niet is gepubliceerd, is het niet mogelijk de lijst met lettertypen te bekijken of andere stappen uit te voeren die in deze procedure worden beschreven. Zie de Configuratiegids voor meer informatie over het publiceren van de directe verbinding, of neem contact op met uw beheerder. Het venster Lettertypelijst bevat de knoppen Toevoegen, Afdrukken en Verwijderen. De printerlettertypen die bij de Fiery EX2101 worden geleverd, zijn vergrendeld. De namen van deze vergrendelde lettertypen zijn gemarkeerd met een slotpictogram en kunnen niet worden verwijderd. Klik hierop om de lettertypenlijst af te drukken naar de Afdrukwachtrij Klik hierop om de gegevens in het venster Lettertypelijst bij te werken Slotpictogram Selecteer een lettertype en klik hierop om het lettertype te verwijderen 5 5-1 Hoofdstuk 5: Documenten met variabele gegevens afdrukken Over het afdrukken van variabele gegevens In dit hoofdstuk worden de aspecten van het afdrukken van variabele gegevens besproken die worden ondersteund door de Fiery EX2101, waaronder: • Achtergrondinformatie over het afdrukken van variabele gegevens. • Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm™ en FreeForm 2. Over het afdrukken van variabele gegevens Het afdrukken van variabele gegevens wordt meestal gebruikt bij direct-mail en andere gerichte mailings. Bij deze afdrukmethode wordt een aantal modelelementen die op alle afgedrukte exemplaren gelijk zijn, gecombineerd met een aantal variabele elementen die per afdruk verschillen. Een voorbeeld hiervan is een brochure met in de aanhef de naam van de klant (en eventueel andere klantgegevens) afkomstig uit een marketingdatabase. De elementen op de achtergrond, afbeeldingen en tekstblokken die op alle exemplaren gelijk zijn, vormen de set modelelementen. De naam van de klant en andere klantspecifieke gegevens vormen de set variabele elementen. De Fiery EX2101 is geschikt voor de volgende methoden voor het afdrukken van variabele gegevens: • Met de FreeForm-functie kunt u afdrukopties definiëren en documenten met modelelementen (FreeForm-modellen geheten) opslaan op de Fiery EX2101. U kunt een taak met variabele elementen naar de Fiery EX2101 sturen samen met instructies voor het combineren van de taak met een bepaald FreeForm-model. • Met de FreeForm 2-functie kunt u een bepaalde pagina in een FreeForm-model toewijzen aan elke pagina in een variabele taak. Als u FreeForm 2 wilt gebruiken, moet u de variabele taak maken en afdrukken met een veelgebruikte toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail. • PPML variabele gegevens. O PMERKING : De Fiery-versies van PrintShop Mail en Pageflex Persona zijn als optie verkrijgbaar. 5 5-2 Documenten met variabele gegevens afdrukken O PMERKING : U kunt op Machintosh-computers VPS-bestanden alleen uit QuarkXPress afdrukken. Om af te drukken moet Darwin Desktop (een product van Creo) geïnstalleerd zijn. Wanneer u variabele gegevens afdrukt, kunt u de volgende afdrukoptie en -instelling niet gebruiken: Power Point optimaliseren ingesteld op Aan Zie Bijlage A voor meer informatie. Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm Als u variabele gegevens afdrukt met FreeForm, kunt u aan de hand van afdrukopties modellen definiëren en deze documenten toewijzen aan taken met variabele gegevens die naar de Fiery EX2101 worden gestuurd. Hoe werkt FreeForm? Het uitgangspunt van het afdrukken van variabele gegevens met FreeForm is dat de gegevens van de modelelementen voor de taak afzonderlijk van de variabele gegevens naar de Fiery EX2101 kunnen worden gezonden en afzonderlijk worden gerasterd. De gegevens van de modelelementen voor de taak worden in gerasterde vorm als een FreeForm-model opgeslagen op de Fiery EX2101 en kunnen zo vaak als nodig worden de gebruikt in combinatie met meerdere sets variabele gegevens. Het FreeForm-model wordt vooraf verwerkt en opgeslagen op de Fiery EX2101. Dit betekent dat bij het afdrukken van taken met variabele gegevens alleen nog de variabele elementen hoeven te worden verwerkt. U kunt FreeForm-modellen gebruiken voor alle vaste gegevens die worden gecombineerd met gegevens die van dag tot dag variëren. Een sjabloon voor een briefhoofd kan bijvoorbeeld worden opgeslagen als FreeForm-model en bij herhaling worden gebruikt als achtergrond voor brieven met uiteenlopende inhoud (de variabele gegevens). Met behulp van FreeForm kunt u in elke gewenste toepassing modellen en variabele documenten maken. Beide documenten kunnen ook in twee verschillende toepassingen worden gemaakt en zelfs op verschillende computerplatforms. Voor het maken van modellen kunt u gebruikmaken van een toepassing voor paginaopmaak of een grafisch programma. 5 5-3 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm Het variabele document kunt u maken in een tekstverwerkingsprogramma dat beschikt over een functie voor het samenvoegen van afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak die het uitvoeren van scripts ondersteunt of een databaseprogramma. De FreeForm-functies stelt u in via twee afdrukopties: Model maken Model gebruiken. U kunt deze opties activeren in het printerstuurprogramma wanneer u een taak verzendt of anders de operator vragen de opties te activeren met vervangende taakinstellingen vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer. U kunt Command WorkStation/Command WorkStation LE ook gebruiken voor het bewaken en beheren van alle FreeForm-modellen die op de Fiery EX2101 zijn opgeslagen. Zie voor meer informatie de Gids voor taakbeheer. Het modeldocument maken Voordat u FreeForm kunt gebruiken, moet u twee documenten maken: een modeldocument en een variabel document. Dit houdt in dat u de opmaak voor zowel het gecombineerde document als voor de elementen zelf moet maken. In een programma voor paginaopmaak of een grafisch programma rangschikt u de modelelementen (tekst en afbeeldingen die niet veranderen) op een of meer pagina’s en laat u ruimte vrij voor de variabele elementen. Ruimte voor variabele elementen Modelelementen die niet veranderen Modeldocument 5 5-4 Documenten met variabele gegevens afdrukken Wanneer u het modeldocument hebt gemaakt, drukt u het af op de Fiery EX2101 en geeft u aan dat er van deze taak een FreeForm-model moet worden gemaakt (zie pagina 5-10). O PMERKING : Alhoewel de Fiery EX2101 maximaal 100 FreeForm-modellen kan opslaan, kunt u in het printerstuurprogramma en /Fiery Spooler alleen nummer 1 tot en met 15 selecteren. Als u een FreeForm-model wilt maken met een nummer dat hoger is dan 15, moet de operator de opties Model maken en Model gebruiken instellen en de taak verwerken vanuit Command WorkStation/Command WorkStation LE. Het variabele document maken U kunt het variabele document maken in een tekstverwerkingsprogramma dat beschikt over een functie voor het samenvoegen van afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak die het uitvoeren van scripts ondersteunt of een databaseprogramma. In alle gevallen worden de gegevens opgehaald uit een lijst of een database en samengevoegd met een bestaand document dat is voorbereid voor samenvoeging met de gegevens. Elke toepassing heeft eigen menuopties voor deze functie. Raadpleeg de documentatie van de toepassing voor gedetailleerde informatie. Voordat de variabele elementen kunnen worden toegevoegd aan het model, moeten ze worden aangepast aan de opmaak van het modeldocument. Dit doet u door een document te maken met de juiste opmaak en de variabele gegevens vervolgens op de juiste plaats toe te voegen. 5 5-5 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm Met een variabel document dat meer pagina's bevat dan het corresponderende FreeFormmodel kunt u variabele gegevens het meest efficiënt afdrukken. Variabel element Variabel document Wanneer u het document met de variabele gegevens hebt gemaakt, drukt u het af op de Fiery EX2101 en geeft u op dat het moet worden gecombineerd met het overeenkomstige FreeForm-model (zie pagina 5-10). 5 5-6 Documenten met variabele gegevens afdrukken Het variabele document combineren met het FreeForm-model Wanneer u het variabele document afdrukt op de Fiery EX2101, geeft u het FreeForm-model aan dat u met de afdrukoptie Model gebruiken hebt gemaakt op basis van uw modeldocument. De Fiery EX2101 combineert de rastergegevens van het variabele document met het vooraf verwerkte FreeForm-model en maakt zodoende een nieuw rasterbestand. Van dit samengevoegde rasterbestand kunt u een afdrukvoorbeeld bekijken (voordat het wordt afgedrukt) in de miniatuurweergavevensters van de hulpmiddelen voor taakbeheer. Zie de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het bekijken van afdrukvoorbeelden in de miniatuurweergavevensters van de hulpmiddelen voor taakbeheer. Gecombineerd document 5 5-7 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm Een modeldocument kan uit meerdere pagina's bestaan. Wanneer u een variabel document afdrukt en een FreeForm-model opgeeft dat meerdere pagina's bevat, worden de variabele pagina's op een cyclische manier gecombineerd met de hoofdpagina's. In het volgende voorbeeld kunt u zien hoe een variabel document wordt gecombineerd met een modeldocument dat uit twee pagina's bestaat. Pagina's 1 en 2 van het variabele document worden gecombineerd met respectievelijk pagina's 1 en 2 van het modeldocument. De cyclus van de modelpagina's wordt vervolgens opnieuw gestart en pagina's 3 en 4 van het variabele document worden opnieuw gecombineerd met respectievelijk pagina's 1 en 2 van het modeldocument. Deze procedure wordt herhaald voor alle volgende sets van twee pagina's in het variabele document. Modeldocument met meerdere pagina's Variabel document Gecombineerd document 5 5-8 Documenten met variabele gegevens afdrukken Werken met FreeForm In deze sectie vindt u enkele tips voor het correct afdrukken van taken met variabele gegevens. • Raadpleeg uw systeembeheerder of operator over de manier waarop de nummers van FreeForm-modellen worden toegewezen op uw locatie. Als er op uw locatie veel gebruikers zijn die FreeForm-afdrukken maken, kunnen er nummers of nummerreeksen van FreeForm-modellen worden gekoppeld aan specifieke gebruikers of groepen. Gebruikers kunnen alleen de nummers 1 tot en met 15 selecteren bij het instellen van afdrukopties. De operator kan vanuit Command WorkStation de nummers van FreeForm-modellen wijzigen in nummers boven de 15. Het kan zinvol zijn alle nummers voor FreeForm-modellen te laten toewijzen door de operator om te voorkomen dat er later bij het gebruik van deze nummers conflicten kunnen ontstaan. • Gebruik de velden Opmerkingen en Instructies om instructies over taken door te geven aan de operator. Als u een FreeForm-model met een nummer boven de 15 wilt gebruiken, kunt u in deze velden de operator vragen een vervangende instelling te gebruiken voor de betreffende taak - Model maken of Model gebruiken - en de taak te verwerken vanuit Command WorkStation. • Geef uw taken een unieke en betekenisvolle naam. Hierdoor wordt het eenvoudig voor uzelf en voor de operator om uw taken te herkennen wanneer er veel taken in de wachtrijen staan, wanneer nummers van FreeFormmodellen opnieuw worden toegewezen of wanneer u in de velden Opmerkingen of Instructies wilt verwijzen naar een andere taak. • Zie Bijlage A voor informatie over de beperkingen die gelden voor het instellen van afdrukopties in combinatie met FreeForm. 5 5-9 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm Voor het modeldocument en het variabele document moeten de volgende instellingen overeenkomen: Dubbelzijdig afdrukken Afdrukstand Papierformaat Perforatierand Perforaties Modus voor nietmachine Voor de volgende instellingen geldt dat de instelling in het variabele document prioriteit heeft boven de instelling in het hoofddocument: Mediasoort Paginavolgorde Papierbron Perforatierand Perforaties Opslaan voor snel afdrukken Modus voor nietmachine Achterblad O PMERKING : De optie Kort voor dubbelzijdig afdrukken werkt niet als u afdrukt met behulp van FreeForm. O PMERKING : Wanneer de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken voor de documenten met modelelementen en documenten met variabele elementen niet overeenkomen, wordt de taak afgedrukt met gebruik van de instelling voor dubbelzijdig afdrukken voor het document met variabele elementen. 5 5-10 D OCUMENTEN 1. Documenten met variabele gegevens afdrukken MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN Maak een modeldocument. In het onderstaande voorbeeld wordt een pagina van een hoofddocument weergegeven voor een in drieën gevouwen brochure die is gemaakt met een toepassing voor paginaopmaak. 2. Druk het modeldocument af op de Fiery EX2101, met de optie Model maken ingesteld op een van de nummers van de FreeForm-modellen (1 tot en met 15). Een andere mogelijkheid is de optie Model maken instellen op Geen en de operator vragen om van deze taak een FreeForm-model te maken met een vervangende taakinstelling. 3. Maak het variabele document. U kunt het variabele document maken op basis van een ander bestand, in een andere toepassing en zelfs op een ander computerplatform dan waarmee u het modeldocument hebt gemaakt. Wel moet een aantal afdrukopties gelijk zijn (zie pagina 5-8 voor meer informatie). 5 5-11 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm In het onderstaande voorbeeld ziet u een pagina uit een variabel document voor een in drieën gevouwen brochure. De gegevens in dit document kunnen eenvoudig zijn, bijvoorbeeld adresgegevens, of complex, bijvoorbeeld een hele serie afbeeldingen en grafische en fotografische elementen. 4. Druk het document met de variabele gegevens af op de Fiery EX2101, nadat u bij de optie Model gebruiken het nummer van het overeenkomstige FreeForm-model hebt geselecteerd. Het nummer van het FreeForm-model kan een nummer zijn dat u zelf hebt ingesteld tijdens het verzenden van het modeldocument of een nummer dat is toegewezen door de operator. Nummers van FreeForm-modellen kunnen worden gewijzigd vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer. Neem contact op met de operator als u twijfelt of het nummer dat u opgeeft, overeenkomt met het FreeForm-model dat u wilt gebruiken. 5 5-12 Documenten met variabele gegevens afdrukken Als u de taak wilt bekijken voordat deze wordt afgedrukt, geeft u de operator de instructie de taak te verwerken en te blokkeren, zodat u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken in de hulpmiddelen voor taakbeheer. In het volgende voorbeeld ziet u de combinatie van het FreeForm-modeldocument met het variabele document. De variabele gegevens worden simpelweg over het modeldocument gelegd. Modeldocumenten vooraf bekijken in het Windows-printerstuurprogramma Van zodra een modeldocument gecreëerd is, kunt u het bekijken vanaf het Windows-printerstuurprogramma. Deze mogelijkheid is handig wanneer u modeldocumenten wilt selecteren bij gebruik van FreeForm-afdrukken. 5 5-13 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm M ODELDOCUMENTEN VOORAF BEKIJKEN W INDOWS - PRINTERSTUURPROGRAMMA IN HET 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2. Selecteer de Fiery EX2101 PS als uw printer en klik op Eigenschappen. 3. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken. 4. Klik en open de optiebalk voor afdrukken FreeForm. 5. Klik op Update om de lijst van FreeForm-modelnamen op te halen van de Fiery EX2101. Optiebalk voor afdrukken FreeForm De nummers en namen van de FreeForm modellen verschijnen in de opties Model maken en Model gebruiken. O PMERKING : De optie Tweerichtingscommunicatie moet ingeschakeld zijn om de lijst van FreeForm-modelnamen op te halen. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over het gebruik van deze optie. 5 5-14 6. Documenten met variabele gegevens afdrukken Selecteer het modeldocument dat u wilt bekijken vanaf de optie Model gebruiken en klik dan op Preview Master (Model bekijken). Het dialoogvenster FreeForm Master - Preview (FreeForm model - bekijken) wordt weergegeven. 7. Klik op Close (Sluiten). Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2 FreeForm 2 breidt de functionaliteit van documenten met variabele gegevens met behulp van een externe toepassing die FreeForm 2 ondersteunt, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail, waarmee u documenten met variabele gegevens kunt maken en afdrukken. Als u FreeForm 2 wilt gebruiken voor het afdrukken van een taak met de variabele gegevens, opent u het variabele document in de externe toepassing. De desbetreffende externe toepassing biedt FreeForm 2-functies waarmee u een bepaalde pagina in een FreeForm-model kunt toewijzen aan elke gewenste pagina in het variabele document. 5 5-15 Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele Met Freeform 2 kunt u paginacondities opgeven die regels voor afzonderlijke modelpagina’s bevatten. Met behulp van deze regels, die worden beschreven met behulp van “If-Then”-instructies op elke modelpagina, kunt u pagina’s binnen een modelbestand overslaan of afdrukken. Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende externe afdruktoepassing voor meer informatie over het maken van paginacondities. Instructies voor het afdrukken van taken met variabele gegevens met FreeForm 2 en software voor het afdrukken van variabele gegevens van een andere leverancier kunt u vinden in de documentatie bij de desbetreffende externe afdruksoftware. Met FreeForm 2 kunt u bovendien een opgegeven FreeForm-model verwijderen van de vaste schijf van de Fiery EX2101 nadat de overeenkomstige variabele taak is verwerkt en afgedrukt. U kunt deze optie instellen in elke andere toepassing die het verwijderen van FreeForm-modellen ondersteunt. Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende afdruksoftware voor meer informatie over het verwijderen van Freeform-modellen. Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele gegevens Als alternatief voor FreeForm of FreeForm 2 kunt u de modelelementen en de variabele elementen van uw taak ook maken in een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals Pageflex Persona. Vervolgens kunt u de taak vanuit de betreffende toepassing in een compatibele bestandsindeling afdrukken op de Fiery EX2101. De Fiery EX2101 ondersteunt de bestandsindeling van de volgende toepassing: • Xerox VIPP (Variable data Intelligent PostScript PrintWare) versie 4.0 Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende toepassing voor meer informatie over het afdrukken van documenten met indelingen voor variabele gegevens. Wanneer u een taak naar de Fiery EX2101 stuurt in VIPP, worden de modelelementen die in de taak zijn gedefinieerd door de Fiery EX2101 automatisch opgeslagen en opnieuw gebruikt. 5 5-16 Documenten met variabele gegevens afdrukken Fiery VDP Resource Manager gebruiken VIPP-taken bevatten alle globale objecten die worden gebruikt voor een omgeving die door een toepassing van een andere leverancier is gemaakt, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail. Globale objecten zijn de vereiste afbeeldingen die zijn gedownload naar de Fiery EX2101 voor VIPP-taken met variabele elementen. Deze afbeeldingen worden als een groep in een bepaalde omgeving opgeslagen en in een cache-geheugen geplaatst. De afbeeldingen kunnen vervolgens opnieuw worden gebruikt voor toekomstige VIPP-taken. De globale objecten in elke omgeving kunnen worden beheerd met het hulpprogramma Fiery VDP Resource Manager. U kunt alle geïnstalleerde globale objecten bekijken in het cache-gebied van Fiery EX2101 VDP Resource Manager. Alle globale objecten worden voor een bepaald project gegroepeerd onder een omgevingsnaam. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over de installatie van de Fiery VDP Resource Manager. De volgende procedure beschrijft hoe u globale objecten bekijkt en verwijdert. G LOBALE OBJECTEN BEKIJKEN EN VERWIJDEREN 1. Open het hulpprogramma Fiery VDP Resource Manager. 2. Klik op de map Fiery Servers om de lijst met beschikbare Fiery-servers uit te vouwen. Alle aangesloten servers worden weergegeven. 5 5-17 Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele 3. Dubbelklik op de map van de Fiery EX2101 om de lijst met globale VIPP-objectomgevingen weer te geven. 4. Als u globale objecten wilt verwijderen, klikt u op de betreffende omgeving met globale objecten en kiest u Remove Cache and Source (Cache en bron verwijderen) in het menu Acties. Als u alleen de cache en niet de bron wilt verwijderen, kiest u Remove Source (Bron verwijderen) in het menu Acties. 5. Kies Refresh (Vernieuwen) in het menu Server om de huidige gegevens bij te werken. 6 6-1 Hoofdstuk 6: Werken met EFI Hot Folders Werken met Hot Folders In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u bij het afdrukken van PostScript- en PDFbestanden op de Fiery EX2101 de toepassing EFI Hot Folders kunt gebruiken voor het opslaan en opnieuw gebruiken van veelgebruikte afdrukopties. De toepassing Hot Folders is een optioneel onderdeel van het Fiery-pakket met grafische afbeeldingen dat ingeschakeld wordt met behulp van een dongle. Werken met Hot Folders Een Hot Folder is een speciale map waaraan u een groep afdrukopties kunt toewijzen. U kunt een document afdrukken door het betreffende bestand naar de Hot Folder te slepen en daar neer te zetten. De toepassing Hot Folder stuurt de taak door naar een corresponderende afdrukwachtrij met de afdrukopties die horen bij de betreffende Hot Folder. O PMERKING : Na het afdrukken van originele gegevens kunt u bijkomende cijfers toevoegen aan het einde van de originele bestandsnaam. U kunt op uw computer zo veel Hot Folders maken als u wilt. U kunt Hot Folders ook delen met andere gebruikers op het netwerk door op de externe computers snelkoppelingen naar de mappen te maken. Als u met Hot Folders wilt gaan werken, moet u eerst één of meer Hot Folders maken en aan elke map afdrukopties en een afdrukwachtrij toewijzen (zie “Hot Folders maken en verwijderen” op pagina 6-4). Vervolgens kunt u taken afdrukken door de document-bestanden naar de corresponderende Hot Folders te slepen en daar neer te zetten. U kunt een taak ook afdrukken door het documentbestand af te drukken vanuit de brontoe-passing, waarbij u de betreffende Hot Folder als de afdrukbestemming opgeeft. Met het Hot Folder Configuratiescherm kunt u uw Hot Folders beheren en de status controleren van taken die naar de mappen zijn gestuurd (zie “Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken” op pagina 6-3). 6 6-2 Werken met EFI Hot Folders Beperkingen voor bestandsindelingen De toepassing Hot Folder ondersteunt het afdrukken van PostScript- en PDF-taken. Als u echter afwijkende afdrukopties opgeeft die voorrang hebben boven de standaardopties van de printer, of als u inslagopties opgeeft, is het mogelijk dat de Fiery EX2101 bepaalde bestandsindelingen slechts gedeeltelijk ondersteunt. Deze beperkingen verschillen afhankelijk van de Fiery EX2101 die aan de Hot Folder gekoppeld is. Bestandsindeling Vervangende afdrukopties Inslag PostScript Volledige ondersteuning Volledige ondersteuning (met PS-naar-PDFconversie) PDF Gedeeltelijke ondersteuning Volledige ondersteuning De Fiery EX2101 biedt volledige ondersteuning voor PostScript- en PDF-taken als u alleen standaardopties van de printer toewijst aan een Hot Folder. Zie Bijlage A voor informatie over het instellen van afdrukopties. O PMERKING : Hot Folders sturen PostScript-taken rechtstreeks naar de server, samen met inslaginformatie. De server converteert PostScript naar PDF voordat de inslaginformatie wordt verwerkt. Zie pagina 6-12 voor de inslagopties. 6 6-3 Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken De toepassing Hot Folder controleert de Hot Folders op uw computer voortdurend op nieuwe taken. Deze activiteit wordt op de achtergrond uitgevoerd, dus u hoeft de toepassing Hot Folder hiervoor niet apart te starten. Als u het Hot Folder Configuratiescherm wilt weergeven, moet u de toepassing Hot Folder wel starten. In het Hot Folder Configuratiescherm kunt u alle mappen maken en beheren. U kunt in het configuratiescherm ook de status controleren van taken die naar uw mappen zijn gestuurd. In het Hot Folder Configuratiescherm wordt de naam vermeld van elke Hot Folder die momenteel op uw computer is gedefinieerd, evenals de naam van de server die aan elke Hot Folder is gekoppeld en het directorypad naar de Hot Folder. DE TOEPASSING • H OT F OLDERS STARTEN EN HET CONFIGURATIESCHERM WEERGEVEN Klik op Start, wijs Programma's aan en kies Hot Folders. U kunt ook, als u een snelkoppeling naar de toepassing hebt gemaakt, dubbelklikken op de snelkoppeling op het bureaublad. 6 6-4 Werken met EFI Hot Folders U kunt het Hot Folder Configuratiescherm ook weergeven door met de rechtermuisknop te klikken op het pictogram Hot Folders in het statusgebied op de taakbalk van Windows en Configuratiescherm openen te kiezen in het snelmenu dat wordt weergegeven, of door het dialoogvenster Instellingen van Windows te openen en op het pictogram van EFI Hot Folders te dubbelklikken. Hot Folders maken en verwijderen Elke Hot Folder die u maakt, wordt op uw vaste schijf opgeslagen en bevat alle bestanden en submappen waarin informatie over uw taken is opgeslagen. U kunt taken afdrukken door ze naar de Hot Folder te slepen en daar neer te zetten. Als u een Hot Folder van uw computer wilt verwijderen, moet u deze uitschakelen en verwijderen in het Hot Folder Configuratiescherm. DE VERBINDING EN AFDRUKWACHTRIJ VOOR EEN NIEUWE EN CONFIGUREREN 1. H OT F OLDER TOEVOEGEN Klik op Toevoegen in het Hot Folder Configuratiescherm. Het dialoogvenster Map toevoegen wordt weergegeven. 2. Selecteer een bestaande map of blader naar de locatie waar u een nieuwe map wilt maken en geef de mapnaam op. 6 6-5 3. Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken Klik op OK. Het dialoogvenster Mapeigenschappen voor de Hot Folder wordt weergegeven. O PMERKING : De volgende maptypen kunt u niet als Hot Folders gebruiken: • De map System (Systeem) op uw computer • De map Bureaublad op uw computer • Mappen die zich in een hoofddirectory bevinden (bijvoorbeeld C:\) • Mappen op netwerkstations, zoals een gedeelde bestandsserver (tenzij de toepassing Hot Folders lokaal op de bestandsserver is geïnstalleerd en daar wordt uitgevoerd). 4. Klik op Selecteren in het veld Server. Het dialoogvenster Server selecteren wordt weergegeven. 5. Als u een verbinding met een Fiery EX2101-server in een lokaal subnetwerk wilt configureren, selecteert u het tabblad Automatisch zoeken. Alleen servers die Hot Folders ondersteunen worden in het gebied Beschikbare servers weergegeven. 6 6-6 Werken met EFI Hot Folders Als u een server uit een lokaal subnetwerk wilt toevoegen, selecteert u de server en klikt u op OK. Als u de verbinding met de Fiery EX2101 handmatig wilt configureren, selecteert u het tabblad Handmatig, geeft u het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EX2101 op en klikt u op OK. 6. Kies in het veld Logische printer de wachtrij voor de Hot Folder. 7. Geef in het dialoogvenster Mapeigenschappen de eigenschappen en instellingen op voor de nieuwe Hot Folder. Zie “Hot Folder-instellingen aanpassen” op pagina 6-10 voor meer informatie over taak- en inslaginstellingen. 8. Klik op OK. De nieuwe Hot Folder is nu klaar voor gebruik. De mapnaam wordt weergegeven in de lijst in het Hot Folder Configuratiescherm. 6 6-7 Het Hot Folders Configuratiescherm gebruiken E EN H OT F OLDER 1. VAN UW COMPUTER VERWIJDEREN Selecteer de map die u wilt verwijderen in het Hot Folder Configuratiescherm. Noteer het directorypad van de map. 2. Klik op Uitschakelen, als de map nog niet is uitgeschakeld. U kunt een map alleen verwijderen als de map is uitgeschakeld. 3. Klik op Verwijderen. De map wordt uit het configuratiescherm verwijderd. 4. Klik op OK om het configuratiescherm van Hot Folders te sluiten. 5. Ga naar de betreffende Hot Folder op uw computer en controleer of de map nog gearchiveerde taken bevat die u wilt bewaren. Zie “Hot Folder-instellingen aanpassen” op pagina 6-10 voor informatie over het opslaan van gearchiveerde taken in submappen. 6. Verwijder de map door deze naar de Prullenbak te slepen of door Verwijderen te kiezen in het menu Bestand. Hot Folders in- en uitschakelen De toepassing Hot Folder controleert standaard alle mappen voortdurend op nieuwe taken. U kunt er echter voor kiezen een bepaalde map uit te schakelen, zodat deze niet wordt gecontroleerd. Elke taak die u naar een uitgeschakelde map stuurt, blijft onzichtbaar voor de toepassing Hot Folders, totdat u de map weer inschakelt. E EN MAP IN - OF UITSCHAKELEN • Selecteer de gewenste map in het Hot Folder Configuratiescherm en klik op Inschakelen of Uitschakelen. of • Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op de gewenste Hot folder. Kies EFI HotFolders >Disable HotFolder (Map uitschakelen) of EFI HotFolders >Enable HotFolder (Map inschakelen) in het snelmenu dat wordt weergegeven. 6 6-8 Werken met EFI Hot Folders of • Klik met de rechtermuisknop op de gewenste Hot Folder en kies Eigenschappen in het snelmenu dat wordt weergegeven. Selecteer het tabblad EFI Hot Folder en selecteer Enable Hot Folder (Map inschakelen) of Disable Hot Folder (Map uitschakelen). Ingeschakelde mappen worden in het configuratiescherm gemarkeerd met een groene status. Uitgeschakelde mappen worden gemarkeerd met een rode status. Voorkeuren voor Hot Folders instellen U kunt diverse voorkeursinstellingen opgeven voor de toepassing Hot Folders, inclusief de maateenheid die voor inslaginstellingen wordt gebruikt en de standaard maplocatie voor tijdelijke bestanden en inslagsjablonen. V OORKEUREN 1. OP UW COMPUTER INSTELLEN VOOR DE TOEPASSING H OT F OLDERS Klik op Voorkeursinstellingen in het Hot Folder Configuratiescherm. Het dialoogvenster Voorkeursintelligen wordt weergegeven. 2. Als u een standaard maateenheid wilt opgeven, kiest u een optie in het menu Eenheden. De standaard maateenheid wordt gebruikt voor diverse inslaginstellingen. 3. Als u een maplocatie wilt opgeven voor tijdelijke bestanden die door de toepassing worden gemaakt tijdens het verwerken van taken, klikt u op Bladeren, selecteert u de gewenste map en klikt u op OK. Als u geen maplocatie opgeeft voor tijdelijke bestanden, wordt hiervoor standaard de systeemmap Temp gebruikt. 6 6-9 Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders 4. Als u een maplocatie wilt opgeven voor inslagsjablonen die door de toepassing worden gebruikt, klikt u op Bladeren, selecteert u de gewenste map en klikt u op OK. 5. Als u klaar bent met het instellen van voorkeuren, klikt u op OK. Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders In het dialoogvenster Mapeigenschappen kunt u de instellingen definiëren die bij de verschillende Hot Folders horen. U kunt de afdrukopties, inslaginstellingen, serverbestemming en wachtrijbestemming opgeven die door de diverse Hot Folders worden gebruikt voor binnenkomende taken. Gebruik een van de volgende methoden om het dialoogvenster Mapeigenschappen te openen: • Maak een nieuwe map in het Hot Folder Configuratiescherm (zie pagina 6-4); het dialoogvenster Mapeigenschappen wordt geopend. • Selecteer de map die u wilt bewerken in het Hot Folder Configuratiescherm en klik op Eigenschappen. • Klik met de rechtermuisknop op de gewenste Hot Folder en kies EFI HotFolders>Eigenschappen in het snelmenu dat wordt weergegeven. • Klik met de rechtermuisknop op de gewenste Hot Folder en kies Eigenschappen in het snelmenu dat wordt weergegeven. Klik op het tabblad EFI Hot Folders en vervolgens op Configureren. 6 6-10 Werken met EFI Hot Folders Hot Folder-instellingen aanpassen Standaard bevat elke Hot Folder die u maakt de volgende submappen: De map Mislukt—de standaardlocatie waarin alle taken worden opgeslagen waarvan de verwerking is mislukt. Een taak kan mislukken als gevolg van een probleem met het afdrukapparaat. De map Move (Verplaatsen)—de standaardlocatie voor het archiveren van alle taken die reeds zijn verwerkt; in het dialoogvenster Mapinstellingen heet deze map Origineel behouden. De map Work (Verwerking)—een privé-map die door de Hot Folder wordt gebruikt tijdens het verwerken van een afdruktaak. U kunt instellen dat de toepassing Hot Folders archiefkopieën van taakbestanden moet opslaan in de mappen Mislukt en Move (Verplaatsen). U kunt ook andere maplocaties opgeven voor archiefbestanden. H OT F OLDER - TAAKBESTANDEN 1. ARCHIVEREN Klik op Geavanceerd in het dialoogvenster Mapeigenschappen van Hot Folders. Het dialoogvenster Mapinstellingen wordt weergegeven. 2. Als u een andere maplocatie wilt opgeven voor het opslaan van mislukte taken, klikt u op Bladeren, selecteert u de gewenste map en klikt u op OK. 3. Als u taken die met succes zijn verwerkt, wilt opslaan in de standaardmap Move (Verplaatsen), selecteert u Origineel behouden. Als u een andere maplocatie wilt opgeven, klikt u op Bladeren, selecteert u de gewenste map en klikt u op OK. Als u de optie Origineel behouden uitschakelt, worden taken die u naar een Hot Folder hebt gesleept, uit de map verwijderd nadat ze zijn afgedrukt. 4. Klik op OK. 6 6-11 Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders Afdrukopties voor Hot Folders opgeven U kunt aan uw Hot Folder afdrukopties toewijzen zoals aan elke andere afdruktaak. Als u afdrukopties aan een Hot Folder toewijst, gelden de afdrukopties voor alle afdruktaken die via de Hot Folder worden verzonden. Deze afdrukopties hebben voorrang boven eventuele standaardopties die aan de bestemmingsprintergroep zijn toegewezen. Wanneer u opties instelt voor een map die aan een afdruktaak is toegewezen, worden alle opties voor elk afdrukapparaat in de groep weergegeven. Sommige van deze opties kunnen conflicteren. Zie Bijlage A voor meer informatie over afdrukopties. O PMERKING : Bij het toewijzen van opties aan een map wordt de directe verbinding niet ondersteund. A FDRUKOPTIES INSTELLEN VOOR EEN H OT F OLDER 1. Als u afdrukopties wilt inschakelen, selecteert u Taakinstellingen in het dialoogvenster Eigenschappen. Klik zonodig op Definiëren om het dialoogvenster Taakinstellingen te openen. Afdrukopties zijn onderverdeeld in functionele groepen. U kunt elke groep uitvouwen door te klikken op de bijbehorende menubalk. 2. Selecteer de gewenste afdrukopties in de betreffende menu's. 3. Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Eigenschappen. 6 6-12 Werken met EFI Hot Folders Inslagopties opgeven Als u DocBuilder Pro hebt geïnstalleerd en hebt ingeschakeld op de Fiery EX2101, kunt u de toepassing Hot Folder configureren om vooraf gemaakte inslagsjablonen toe te passen op afdruktaken. Als de gewenste instellingen niet beschikbaar zijn in de toepassing Hot Folders, kunt u een meer gedetailleerde sjabloon maken met DocBuilder Pro en de sjabloon vervolgens toepassen op de Hot Folder. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het gebruik van DocBuilder Pro. O PMERKING : Bij het toewijzen van inslagopties aan een map wordt de directe verbinding niet ondersteund. O PMERKING : DocBuilder Pro is als optie beschikbaar. I NSLAGOPTIES 1. INSTELLEN Selecteer Inslaginstellingen in het dialoogvenster Imposition Settings (Eigenschappen om de inslagopties) in te schakelen. Klik zonodig op Definiëren om het dialoogvenster Inslaginstellingen te openen. Inslaginstellingen zijn alleen beschikbaar als u DocBuilder Pro hebt geïnstalleerd en hebt ingeschakeld voor de Fiery EX2101. 6 6-13 Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders 2. Als u het papierformaat voor een afdruktaak wilt opgeven, kiest u een optie in het menu Sheet Size (Papierformaat). 3. Als u een bestaande inslagsjabloon wilt gebruiken, selecteert u de optie Select Template (Sjabloon selecteren) en kiest u een sjabloon in het menu. De toepassing Hot Folders beschikt over een aantal standaard inslagsjablonen. De bestemmingsserver past de inslaginstellingen in de sjabloon toe op uw document voordat het wordt afgedrukt. 4. Om inslagopties in te stellen, kiest u Custom (Aangepast). 5. Klikt vervolgens op Vel, Opmaak of Afwerking om het deelvenster met bijbehorende instellingen uit te vouwen. Deelvenster Sheet (Vel) Layout (Opmaak) Instelling Creep Adjustment Resultaat (Aanpassing voor opkruipen) Hiermee wordt het bedrukbare gebied van een pagina aangepast ter compensatie van het opkruipen dat ontstaat wanneer meerdere vellen worden gevouwen en (al dan niet genest) door de rug worden geniet. Orientation (Afdrukstand) Hiermee wijzigt u de afdrukstand van een vel in Staand of Liggend. Duplex (Dubbelzijdig afdrukken) Met deze optie geeft u aan dat u zowel de voorzijde als de achterzijde van een vel wilt bedrukken. Rows and Columns Hiermee geeft u het aantal rijen en kolommen op dat bij gecombineerde afdrukken moet worden gebruikt voor het reproduceren van de afbeelding op elk vel. (Rijen en Kolommen) Printer’s Marks (Printermarkeringen) Horizontal Bleed and Vertical Bleed (Horizontale/ verticale aflopende bedrukking) Met deze optie kunt u markeringen aanbrengen die aangeven waar de vellen moeten worden gesneden en gevouwen. Hiermee kunt u voor elke pagina de afloopwaarden instellen in pixels. 6 6-14 Werken met EFI Hot Folders Deelvenster Finishing (Afwerking) Instelling Resultaat Binding (Inbinden) Met deze optie stelt u de bindmethode, de inbindzijde en het aantal pagina's voor elke nietgroep in. Gang-up Hier geeft u de stijl op die moet worden gebruikt voor gecombineerd afdrukken. (Combineren) 6. Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Eigenschappen. O PMERKING : Als de afdrukinstellingen die u hebt opgegeven voor een map, niet overeenkomen met de inslaginstellingen voor een vooraf gemaakte inslagsjabloon, hebben de inslaginstellingen voorrang boven de afdrukinstellingen als u een afdruktaak afdrukt uit een map die een inslagsjabloon gebruikt. Zo zal een afdruktaak worden afgedrukt op Letter als in de door u gekozen inslagsjabloon Letter is opgegeven als Paginaformaat, zelfs als voor de map waaruit de afdruktaak wordt afgedrukt A4 is opgegeven. Zie de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over inslaginstellingen. De takenlogboeken van Hot Folders bekijken U kunt een logboek bekijken met informatie over alle taken die via een Hot Folder zijn afgedrukt. H ET TAKENLOGBOEK VOOR EEN H OT F OLDER BEKIJKEN 1. Selecteer in het Hot Folder Configuratiescherm de folder waarvoor u het takenlogboek wilt bekijken. 2. Klik op View Log (Logboek bekijken). 6 6-15 De takenlogboeken van Hot Folders bekijken Het dialoogvenster Folder Log (Maplogboek) wordt weergegeven. In het dialoogvenster Folder Log (Maplogboek) vindt u de volgende informatie: Time (Tijd)—Hier wordt het tijdstip vermeld waarop de taak via de Hot Folder is verwerkt. Source (Bron)—Hier ziet u de naam van de afgedrukte taak. Server—Hier ziet u de naam van de server die de taak heeft ontvangen. Status—Hier wordt vermeld of de taak al dan niet met succes is afgedrukt. 3. Klik op Refresh (Vernieuwen) om het takenlogboek bij te werken. Het takenlogboek wordt niet onmiddellijk bijgewerkt. Nieuwe taken worden wel in het logboek opgenomen, maar nog niet vermeld, terwijl het dialoogvenster Folder Log (Maplogboek) open blijft. 4. Klik op Clear All (Alles wissen) als u het takenlogboek wilt opschonen. 7 7-1 Hoofdstuk 7: Taken bijhouden en controleren Fiery WebTools openen De gebruikerssoftware van de Fiery EX2101 bevat verschillende hulpmiddelen waarmee u afdruktaken kunt bijhouden en beheren. De beheerder op uw locatie beheert de toegang tot sommige van deze hulpprogramma’s, maar een aantal is beschikbaar voor alle gebruikers. • De hulpmiddelen voor taakbeheer geven u de mogelijkheid om het traject van afdruk-taken naar de Fiery EX2101 te bekijken en te beheren. Als de beheerder in de Instelling wachtwoorden heeft ingesteld voor beheerder en operator, hebt u voor de meeste functies van de hulpmiddelen voor taakbeheer een van deze wachtwoorden nodig. Informatie over deze hulpmiddelen en de toegangsrechten die ervoor nodig zijn, vindt u in de Gids voor taakbeheer. • Voor Fiery WebTools hebt u geen speciale toegangsrechten nodig. Als de beheerder Webservices heeft ingeschakeld in de Setup en het IP-adres van de Fiery EX2101 aan de gebruikers heeft gegeven, kan iedereen deze services gebruiken. • Job Monitor, een hulpmiddel waarmee alle gebruikers de actuele status van afdruktaken en verbonden Fiery EX2101-servers kunnen opvragen. Fiery WebTools openen Fiery WebTools staan op de vaste schijf van de Fiery EX2101, maar zijn vanaf verschillende platforms toegankelijk via het netwerk. De Fiery EX2101 heeft een introductiepagina waarop u serverfuncties kunt bekijken en taken op afstand kunt bewerken. In dit hoofdstuk wordt alleen aandacht besteed aan de WebTools Status en WebLink. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over Fiery WebSpooler. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over de WebTool™ Installer. Raadpleeg de Configuratiegids voor meer informatie over WebSetup. Zie Hoofdstuk 4 voor meer informatie over WebDownloader. 7 7-2 Taken bijhouden en controleren F IERY W EB T OOLS 1. OPENEN Start uw internetbrowser. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over ondersteunde platforms en browsers. 2. Voer het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EX2101in. De operator of beheerder kan u deze informatie geven. 3. Als het dialoogvenster Aanmelden verschijnt, selecteert u Gastgebruiker en klikt u op OK. Het dialoogvenster Aanmelden wordt alleen weergegeven als de beheerder een wachtwoord heeft ingesteld. Met gasttoegang kunt u de WebTools Status en WebLink gebruiken zoals beschreven in dit hoofdstuk. 4. Als de introductiepagina van de Fiery EX2101 wordt weergegeven, kiest u een van de Fiery WebTools door erop te klikken. Beweeg de muisaanwijzer over de knoppen om informatie over de verschillende opties weer te geven. 7 7-3 Fiery WebTools openen De status van de Fiery EX2101 controleren met Fiery WebStatus Met Fiery WebStatus™ kunt u zien welke taken momenteel worden verwerkt en afgedrukt. U activeert Fiery Webstatus door de introductiepagina van Fiery EX2101 te openen en op Status te klikken. U ziet een venster met daarin de huidige verwerkingsstatus en printerstatus. O PMERKING : Gebruik Fiery WebTools met de aanbevolen resolutie. Zie de sectie Systeemvereisten in de Snelstartgids voor meer informatie. U opent een nieuw browservenster voor de statusgegevens door te klikken op Configureren. Vervolgens kunt u andere browservensters sluiten en het statusvenster geopend houden, zodat u de status van de Fiery EX2101 kunt blijven controleren. De inhoud van het statusvenster wordt continu bijgewerkt als het is geopend. Als u meer informatie wilt over de status van taken, gebruikt u de hulpmiddelen voor taakbeheer zoals beschreven in de Gids voor taakbeheer. U kunt ook Job Monitor gebruiken. Raadpleeg “Job Monitor” on page 7-4 voor instructies voor het starten van Job Monitor. 7 7-4 Taken bijhouden en controleren Informatie opvragen met WebLink WebLink op de introductiepagina van de Fiery EX2101 brengt u naar een andere wegpagina of naar verscheidene webpagina's, op voorwaarde dat u over een geldige Internet-verbinding beschikt. De beheerder op uw locatie kan de bestemming voor WebLink instellen. Controleer uw Fiery EX2101 WebLink op eventuele beschikbare informatie. Job Monitor U kunt Job Monitor gebruiken om de status bij te houden van taken die naar de Fiery EX2101 zijn verzonden. Bovendien houdt Job Monitor de status bij van verbruiksartikelen op de Fiery EX2101 en waarschuwt u bij eventuele fouten die het afdrukken verstoren. Als u meer dan een Fiery EX2101 hebt, kunt u Job Monitor gebruiken om ze allemaal tegelijk te controleren. Om Job Monitor te openen, moet u het Windows-printerstuurprogramma voor Fiery EX2101 installeren en het starten vanuit het tabblad Printerstatus, zoals beschreven in de Installatiegids gebruikerssoftware. O PMERKING : Job Monitor wordt alleen ondersteund op Windows-computers. Als u in het dialoogvenster Voorkeuren Job Monitor Uitvoeren bij opstarten van Windows selecteert, wordt Job Monitor automatisch op de achtergrond gestart telkens wanneer u Windows opstart. Raadpleeg na het starten van dit hulpprogramma het Help-bestand van Job Monitor voor informatie over het openen van het dialoogvenster Voorkeuren Job Monitor. Wanneer Job Monitor niet onmiddellijk start of beëindigd werd, start u deze manueel door te dubbelklikken op het Windows bureaublad of met behulp van het printerstuurprogramma, zoals beschreven in de Installatiegids gebruikerssoftware. Raadpleeg het Help-menu van Job Monitor voor meer informatie over Job Monitor. Om het helpbestand van Job Monitor te openen, klikt u op Help in de werkbalk. 8 8-1 Hoofdstuk 8: Fiery E-mailservice De werking van Fiery E-mailservice Met Fiery E-mailservice kunt u via uw huidige e-mailinfrastructuur afdrukken naar de Fiery EX2101 en deze beheren. U kunt afdrukken naar externe locatie en firewalls omzeilen. Met E-mailservice kunt u taken als e-mailbijlagen naar de Fiery EX2101 sturen. U gebruikt E-mailservice om afdrukken te maken met behulp van een e-mailclientprogramma. De werking van Fiery E-mailservice Als u de e-mailservices wilt gebruiken, moet u de E-mail Service instellen zoals beschreven in de Configuratiegids. Als u via een e-mailclient wilt afdrukken, verstuurt u het bestand als een e-mailbijlage. Het bestand wordt vervolgens door E-mail Service opgehaald en naar de Fiery EX2101 verzonden. Het bestand in de bijlage kan elke indeling hebben die door de Fiery EX2101 wordt herkend (PS, EPS, PDF en TIFF). De Fiery EX2101 ondersteunt ook interne adresboeken. Beheerders kunnen adressen uit adresboeken ophalen, eraan toevoegen, eruit verwijderen en erin wissen door een verzoek per e-mail te versturen. Zie de Configuratiegids voor meer informatie over adresboeken. O PMERKING : Fiery E-Mail Service (E-mailservice) kan geen bestanden met de extensie .vbs, .exe, .bat, en .txt verwerken. 8 8-2 Fiery E-mailservice Afdrukken via een e-mailclient U kunt afdruktaken met uw e-mailtoepassing als e-mailbijlage naar de Fiery EX2101 sturen. Als u een e-mail met een bijlage verstuurt, wordt het bestand door E-mail Service opgehaald en naar de Afdrukwachtrij op de Fiery EX2101 verzonden. Het bestand moet een indeling hebben die door de Fiery EX2101 wordt ondersteund. Alle gebruikers kunnen in principe afdrukken via een e-mailclient, behalve wanneer het adresboek voor afdrukken door de beheerder is ingesteld. Als uw e-mailadres niet in het adresboek voor afdrukken voorkomt, kunt u geen bestanden via e-mail naar de Fiery EX2101 sturen. Zie de Configuratiegids voor meer informatie over adresboeken. O PMERKING : De wachtrijen Direct en Blokkeringswachtrij worden bij het gebruik van de functie voor e-mailclients niet ondersteund. O PMERKING : In de volgende schermafdrukken is de e-mailtoepassing Microsoft Outlook gebruikt. A FDRUKKEN VIA EEN E - MAILCLIENT 1. Open uw e-mailtoepassing. 2. Geef het e-mailadres van de Fiery EX2101 op de regel Aan... 3. Typ de gewenste tekst op de onderwerpregel of laat deze leeg. 4. Voeg het bestand bij dat u wilt afdrukken. U kunt desgewenst ook aanvullende tekst in het tekstgebied van het bericht typen. Deze tekst wordt dan ook afgedrukt. 8 8-3 Afdrukken via een e-mailclient O PMERKING : Als uw bijlage de maximale bestandsgrootte overschrijdt die door de beheerder van uw e-mailsysteem is ingesteld, wordt de e-mail niet verzonden. 5. Verzend de e-mail. Het bestand wordt naar de Fiery EX2101 verzonden en de taak wordt afgedrukt. Wanneer de Fiery EX2101 de taak heeft ontvangen, wordt er per e-mail een kennisgevingsbericht naar u verzonden met de mededeling dat de afdruktaak is geaccepteerd. In deze e-mail wordt ook een taakidentificatie (ID) vermeld. U kunt de taakidentificaties gebruiken om taken te beheren met behulp van Taakcontrole (zie de volgende sectie). In het kennisgevingsbericht worden eventuele fouten aangegeven op de kopieermachine. Wanneer de taak is afgedrukt, ontvangt u een tweede kennisgevingsbericht met de mededeling dat de taak met goed gevolg is afgedrukt. U kunt met behulp van Taakcontrole de status van uw taak bekijken en controleren of de taak met succes is afgedrukt. 8 8-4 Fiery E-mailservice Job Control Met Job Control kunt u afdruktaken beheren door opdrachten naar de Fiery EX2101 te verzenden via e-mail. U kunt een taak annuleren, de taakstatus bekijken en Helpinformatie over een taak openen. Als u een opdracht hebt verstuurd, stuurt de Fiery EX2101 een e-mailbericht terug. A FDRUKTAKEN BEHEREN MET J OB C ONTROL 1. Geef in uw e-mailtoepassing het e-mailadres van de Fiery EX2101 op de regel Aan... op de regel Aan... 2. Typ een van de volgende opdrachten voor taakcontrole op de onderwerpregel. Als u de status van een taak wilt controleren, typt u #JobStatus<taak-ID> op de onderwerpregel. U ontvangt dan een antwoord op uw taakstatusverzoek. U kunt alleen de statusgegevens van een taak opvragen als u de desbetreffende taak zelf hebt verstuurd of als u een beheerder bent. Als u een taak wilt annuleren, typt u #CancelJob<taak-ID> op de onderwerpregel. U ontvangt dat een kennisgeving waarin wordt vermeld dat de taak is geannuleerd en niet zal worden afgedrukt op de Fiery EX2101. U kunt een taak alleen annuleren als u de desbetreffende taak zelf hebt verzonden of als u een beheerder bent. Als u Help-informatie wilt opvragen, typt u #Help op de onderwerpregel. U ontvangt dan een e-mailbericht met de koppelingen die u kunt gebruiken om taken te annuleren, de taakstatus te controleren en adresboeken te zoeken en te beheren. Klik op een van de koppelingen om een opdracht voor taakcontrole uit te voeren. A A-1 Appendix A: Afdrukopties Afdrukopties Aan de hand van afdrukopties kunt u alle speciale functies van de kopieermachine en de Fiery EX2101 gebruiken. U kunt de afdrukopties op diverse plaatsen opgeven: in de Setup van de Fiery EX2101, vanuit de toepassing waarmee u afdrukt en Fiery Downloader en de hulpmiddelen voor taakbeheer. In de tabel in deze bijlage wordt elke afdrukoptie kort beschreven, worden de standaardinstellingen vermeld en krijgt u informatie over beperkingen of vereisten bij de werking van de opties. Printerstuurprogramma's en printerdefinitiebestanden De Fiery EX2101 ontvangt bestanden van computers op het netwerk, verwerkt deze bestanden en stuurt ze vervolgens naar de kopieermachine. Windows- en Macintosh-computers communiceren met de Fiery EX2101 met behulp van een printerstuurprogramma en printerdefinitiebestanden (PPD-bestanden). Windows-computers kunnen ook communiceren met de Fiery EX2101 met behulp van een Printer Control Language (PCL)-printerstuurprogramma en PDD-bestanden (het equivalent van PCL voor PPD-bestanden). Beide stuurprogramma’s biedt toegang tot speciale functies van de Fiery EX2101 via het dialoogvenster Afdrukken. De communicatie tussen de toepassingssoftware en de printer wordt bestuurd door een printerstuurprogramma. Dit programma interpreteert de instructies die de toepassing genereert, voegt deze samen met printerspecifieke opties die u hebt opgegeven, en vertaalt al die gegevens in PostScript of PCL, een taal die door de printer kan worden geïnterpreteerd. Met andere woorden, het stuurprogramma schrijft een PostScript- of PCLbestand op basis van het oorspronkelijke bestand en de opties die u hebt ingesteld in het dialoogvenster Afdrukken. Met een printerstuurprogramma kunt u ook specifieke afdrukopties voor uw kopieermachine selecteren. Hiervoor moet het printerstuurprogramma worden gekoppeld aan een PPD/PDD-bestand voor uw Fiery EX2101. A A-2 Afdrukopties Een PPD/PDD -bestand bevat gegevens over de functies en mogelijkheden van een bepaalde printer (bijvoorbeeld welke papierformaten en mediasoorten deze ondersteunt). Het stuurprogramma leest de informatie in het PPD-bestand en toont u deze informatie in de vorm van opties die u kunt kiezen in het dialoogvenster Afdrukken. Het PPD/PDD-bestand voor de Fiery EX2101 bevat informatie over de eigenschappen van zowel de kopieermachine als de Fiery EX2101. Zie de tabel oppagina A-2 voor meer informatie over de specifieke afdrukopties voor de Fiery EX2101. Waar kunt u afdrukopties instellen? • In de Setup Bepaalde instellingen worden tijdens Setup door de beheerder opgegeven. Neem contact op met de beheerder of de operator voor informatie over de huidige standaardinstellingen van de server. • Vanuit toepassingen Met de printerstuurprogramma's kunt u taakinstellingen opgeven als u een taak afdrukt. Zie Hoofdstukken 1 en 2 voor informatie over het opgeven van taakinstellingen vanuit toepassingen. • Vanuit Fiery Downloader Wanneer u taken afdrukt met Fiery Downloader, kunt u slechts enkele instellingen opgeven: Aantal, Paginabereik (alleen voor PDF-bestanden) en (Helderheid (alleen voor PostScript- en EPS-bestanden). Als u opties wilt wijzigen in Fiery Downloader, selecteert u een taak in de lijst Deze bestanden downloaden (Windows) of Bestanden voor downloaden (Macintosh) en klikt u op Opties. Zie Hoofdstuk 4 voor meer informatie. • Vervangende instellingen via de hulpmiddelen voor taakbeheer Als u taakinstellingen wilt wijzigen via Command WorkStation, dubbelklikt u op een taak om het dialoogvenster Properties (Eigenschappen) weer te geven. Als u taakinstellingen wilt wijzigen via Fiery WebSpooler en Fiery Spooler, dubbelklikt u op een taak om het dialoogvenster Afdukinstellingen negeren weer te geven. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie. A A-3 Afdrukopties Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties Bij het vervangen van afdrukopties wordt de volgende hiërarchie gehanteerd: • De printerinstellingen van een gebruiker hebben voorrang boven de instellingen in de Setup van de Fiery EX2101. • Instellingen uit de hulpmiddelen voor taakbeheer hebben voorrang boven de afdrukinstellingen van de gebruiker. Standaardinstellingen In de volgende tabellen zijn de onderstreepte instellingen in de kolom Opties en instellingen de standaardwaarden van het printerstuurprogramma (PPD/PDD-standaardwaarden). Dit betekent dat de Fiery EX2101 taken afdrukt met de onderstreepte instelling als u geen opties configureert in de interface van een printerstuurprogramma. Bij opties die kunnen worden geconfigureerd tijdens Setup via de Configuratiepagina, Command WorkStation, of WebSetup, heeft het kiezen van Standaardwaarde van printer tot gevolg dat de Fiery EX2101 de taak afdrukt met de opgegeven Setup-instelling. Bij opties die niet kunnen worden geconfigureerd tijdens Setup, wordt de taak van de Fiery EX2101 afgedrukt met een vooraf geconfigureerde instelling voor Standaardwaarde van printer. Zie de kolom Vereisten, beperkingen en informatie voor meer informatie. Druk de configuratiepagina af vanuit Command WorkStation/Command WorkStation LE of via het bedieningspaneel van de Fiery EX2101 om te controleren wat de huidige standaardinstellingen in de Setup zijn. A A-4 Afdrukopties Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) 180 graden roteren Ja/Nee Beschrijving Geef op of u de pagina’s van de taak 180 graden wilt draaien. Vereisten, beperkingen en informatie Deze optie is beschikbaar in het Macintosh printerstuurprogramma, Command WorkStation/Command WorkStation LE, Fiery WebSpooler, en Fiery Spooler. Voor Windows moet u de optie Afdrukstand gebruiken. Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, kan een taak met de afdrukstand Liggend in de verkeerde afdrukstand worden afgedrukt. Als dit gebeurt, of als u een andere nietmodus kiest dan Uit en het nietje op de verkeerde plaats wordt geplaatst, selecteert u Ja. Aanpassing voor centreren Uit XY/Boven X/Onder X/ Links Y/Rechts Y Hiermee geeft u op hoe de afbeeldingen moeten worden gepositioneerd op de pagina bij het afdrukken van inslagen. Zie pagina A-12 voor meer informatie. Aanpassing voor opkruipen Uit/Normaal/Dik Gebruik deze optie om afbeeldingen aan te passen die mogelijk verschuiven ten opzichte van het midden van het vel bij het afdrukken van boekjes. Dit kan gebeuren bij het afdrukken van boekjes met een groot aantal pagina’s of bij het afdrukken van boekjes op dikke media. Zie pagina A-14 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Aantal afdrukken 1-999 Geef het aantal exemplaren op dat u van de taak wilt afdrukken. Voer geen waarden groter dan 999 in. Achterblad Aan/Uit Geef aan of een achterblad moet worden ingevoegd tussen de verschillende exemplaren of pagina’s van taken met meerdere exemplaren. Deze optie heeft enkel betrekking op niet-gesorteerde of gecollationeerde taken. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. A A-5 Afdrukopties Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Afdrukformaat Gelijk aan documentgrootte/8.5x11 P/ 8.5x11/A4 P/A4/11x17/12x18/A3/A5/ 8.5x14/8.5x13/B4/B5/B5 P/ 8K(267x389)/16K(194x267)/ 8x10 P/5.5x8.5/Postcard/SRA3 Deze optie is niet beschikbaar in het Geef het afdrukformaat van het PCL-printerstuurprogramma. document op. Wanneer het documentformaat verschilt van het gekozen afdrukformaat, zal het document op schaal aangepast worden tot op het gespecificeerde afdrukformaat. Afdrukstand Staand/Liggend Geef de afdrukstand van het document op. Selecteer Liggend om de pagina’s van een liggende taak met 180 graden te draaien. Bedrukte zijde -omlaag Uit/Aan Selecteer Uit om het document op de bovenzijde van het papier af te drukken. Selecteer Aan om het document op de onderzijde van het papier af te drukken (het document wordt uitgevoerd uit de kopieermachine met de tekstzijde naar beneden). Als de optie Bedrukte zijde omlaag is ingeschakeld, moet u voor Mediasoort de optie Normaal papier of Zwaar papier opgeven. Beeldverschuiving Geen/Links/Rechts/Boven/Onder Geef de richting op waarnaar u het beeld wilt verschuiven. De magnitude van de beeldverschuiving kan gespecificeerd worden met de afdrukoptie Mwidth. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Beveiligd afdrukken Ken voor beveiligd afdrukken een wachtwoord toe aan de taak. De taak wordt behouden op de Fiery EX2101. Om uw taak af te drukken, geeft u op het configuratiescherm van de Fiery EX2101 uw wachtwoord in. Die optieveld is beperkt tot 10 tekens. Deze optie is enkel beschikbaar in het PS-printerstuurprogramma. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Zie pagina A-20 voor meer informatie. Boekje maken Uit/Boekje/Op de rug gesneden/ Dubbele afdruk/Snelle afdruk Geef de pagina-indeling van uw afdruktaak op met speciale lay-outs voor vouwen of snijden na het afdrukken. Zie pagina A-11 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. A A-6 Afdrukopties Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Dubbelzijdig afdrukken Uit/Boven-Boven/Boven-Onder Zie pagina A-14 voor meer informatie Geef aan of de taak enkelzijdig of dubbelzijdig moet worden afgedrukt door over dubbelzijdig afdrukken. de afdrukstand van de afgedrukte afbeeldingen op te geven. Gemengde media gebruikt Ja/Nee Selecteer Ja als u in het Windows-printerstuurprogramma de opties Gemengde media hebt gedefinieerd. Deze optie is niet beschikbaar in het Macintosh-printerstuurprogramma en de hulpmiddelen voor taakbeheer. Gemengde media Uit/(Gemengde media definiëren) Klik op Definiëren als u gemengde mediasoorten wilt definiëren voor specifieke pagina's. Deze optie is enkel beschikbaar in het PS-printerstuurprogramma voor Windows en Command WorkStation. Zie pagina A-15 voor meer informatie. Groepsnaam Als de optie Printing Groups (Afdrukgroepen) is ingeschakeld, heeft de beheerder van de Fiery EX2101 gebruikers toegewezen aan afdrukgroepen en elke groep voorzien van een wachtwoord. Voer de juiste groep in. Naam voor de afdruktaak. Groepspassword Als de optie Printing Groups (Afdrukgroepen) is ingeschakeld, heeft de beheerder van de Fiery EX2101 gebruikers toegewezen aan afdrukgroepen en elke groep voorzien van een wachtwoord. Voer het juiste groepswachtwoord in voor de afdruktaak. Helderheid Standaardwaarde printer/ 85% Lichtst/90% Lichter/95% Licht/ 100% Normaal/105% Donker/ 110% Donkerder/115% Donkerst De standaardwaarde van de printer geeft Selecteer 85% voor een aanzienlijk lichtere afdruk, 115% voor een aanzienlijk dezelfde resultaten als de selectie 100%. donkerdere afdruk of een tussenliggend percentage voor een andere helderheid. Instructies Voer instructies met betrekking tot de taak in voor de operator. Die optieveld is beperkt tot 127 tekens (alfanumerieke en speciale tekens). A A-7 Afdrukopties Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Kopieermodus Standaardwaarde van printer/ Foto/Kaart Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Welbepaalde kopieermodi produceren Deze optie is niet beschikbaar in het met zekere bestanden optimale resultaten. PCL-printerstuurprogramma. Kies de kopieermodus die het best geschikt is voor uw taak: Foto werkt het best wanneer het bestand een foto is. Kaart werkt het best voor tekst of gegevens met dunne lijnen. Lade-uitlijning Inschakelen/Uitschakelen Geef op of u de lade-uitlijning wilt inschakelen. Zie voor meer informatie de Gids voor taakbeheer. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Margebreedte 2807-14400 (pt) 2808 pt Geef de magnitude van de beeldverschuiving op. Het beeld wordt verschoven in de richting die gespecificeerd is in de afdrukoptie Beeldverschuiving. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Mediakleur Wit/Groen/Blauw/Geel/Buff/ Goldenrod/Overig1/Overig2 Select een kleur van de media waarop uw taak afdrukt. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Mediasoort Gewoon/Zwaar 1A/Zwaar 1B/Zwaar 2/ Transparant/Etiketten/Index1/Index2 Geef het mediasoort in dat u voor uw taak Index1 en Index2 zijn niet beschikbaat wilt gebruiken. met PCL. Model gebruiken Geen/1-15 Geef voor een afdruktaak met variabele gegevens een nummer voor een FreeFormmodel op. 7200 pts = 1 duim. Zie pagina 5-2 voor meer informatie. In Command WorkStation kunt u maximaal 100 FreeFormmodellen selecteren. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het maken van FreeForm-modellen in Command WorkStation. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. A A-8 Afdrukopties Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Model maken Geen/1-15 Beschrijving Als u een FreeForm-modelbestand wilt maken van deze taak, geeft u een nummer op dat moet worden toegewezen aan het FreeForm-modelbestand. Vereisten, beperkingen en informatie Zie pagina 5-2 voor meer informatie. In Command WorkStation kunt u maximaal 100 FreeForm-modellen selecteren. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Modus voor nietmachine Geen/Boven links/Boven rechts/ Dubbel (Links of Boven)/Midden Geef aan hoe taken met meerdere pagina’s moeten worden geniet. Opmerkingen Voer gegevens over de taak in. De maximale lengte van het veld Opmerkingen bedraagt 32 tekens. Opslaan voor snel afdrukken Uit/Aan Geef aan of u de rastergegevens van de taak na het afdrukken op schijf wilt opslaan, zodat de gegevens later opnieuw kunnen worden afgedrukt (zonder dat ze opnieuw moeten worden verwerkt). Als u deze optie op Aan instelt, blijven alle instellingen voor afdrukopties behouden bij de opgeslagen rastergegevens wanneer u de taak opnieuw afdrukt. Als u de taak wilt afdrukken met nieuwe instellingen voor afdrukopties, moet u de rastergegevens verwijderen en de taak opnieuw verwerken. Paginabereik Alles/Even/Oneven Geef op of u alle pagina's of alleen de even Deze optie is beschikbaar vanaf de of oneven pagina's wilt afdrukken. hulpmiddelen voor taakbeheer. Paginaformaat achterblad 8.5x11 P/8.5x11/A4 P/A4/11x17/ 12x18/A3/A5/8.5x14/8.5x13/B4/B5/ B5 P/8K(267x389)/16K(194x267)/ 8x10 P/5.5x8.5/Postcard/SRA3 Geef het paginaformaat voor het achterblad op. Paginavolgorde Vooruit/Achteruit Selecteer Vooruit om de taak vanaf de eerste pagina tot de laatste pagina af te drukken. Selecteer Achteruit om de taak vanaf de laatste pagina tot de eerste pagina af te drukken. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. A A-9 Afdrukopties Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Papierbron achterblad Automatisch selecteren/Lade 1/ Lade 2/Lade 3/Lade 4/Lade 5/ Lade 6 Geef de papierlade op voor het achterblad Deze optie is niet beschikbaar in het van de taak. PCL-printerstuurprogramma. Papierbron Automatisch selecteren/Lade 1/ Lade 2/Lade 3/Lade 4/Lade 5/ Lade 6 Geef de papierlade op voor uw afdruktaak. Papierformaat 8.5x11 P/8.5x11/A4 P/A4/11x17/ 12x18/A3/A5/8.5x14/8.5x13/B4/B5/ B5 P/8K(267x389)/16K(194x267)/ 8x10 P/5.5x8.5/Postcard/SRA3/ Aangepaste papierformaten Geef het formaat van het papier op waarop u het document wilt afdrukken. Passend maken Uit/Aan Geef op of u de taak passend wilt maken voor het opgegeven papierformaat. Perforatierand Geen/Links/Boven/Rechts Specificeer waar u voor uw taak de perforaties wilt. Perforaties Geen/Twee/Drie/Vier Specificeer waar u twee, drie of vier perforaties wilt. Powerpoint optimalis. Standaardwaarde van printer/Uit/Aan Selecteer Aan als u PowerPoint-bestanden Als u deze optie instelt op Aan, kunt u de afdrukt naar de Fiery EX2101. verwerkingstijd voor PowerPoint-taken reduceren. Met de instelling Automatisch selecteren wordt automatisch de lade gekozen met het opgegeven papierformaat voor de taak. Deze optie is alleen beschikbaar vanaf Command WorkStation. De standaardwaarde van de printer geeft dezelfde resultaten als de selectie Uit. Wanneer u deze optie gebruikt, moet u alle andere FreeForm-afdrukopties uitschakelen. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. A A-10 Afdrukopties Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Schaal aanpassen 25-400% 100% Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Geef een ander vergrotings- of Deze optie is alleen beschikbaar als verkleiningspercentage voor de afdruktaak vervangende waarde vanuit de op. hulpmiddelen voor taakbeheer. Het ondersteunde bereik gaat van 25 tot 400. Deze optie is niet dezelfde als de optie Schaal van het printerstuurprogramma. Sorteren Aan/Uit Geef aan hoe afdruk- of kopieertaken met meerdere pagina’s moeten worden uitgevoerd. Tekst/afbeeldingen verfijnen Aan/Uit Geef op of u de randen van tekst of vectorafbeeldingen scherper wilt laten uitkomen. Transparant + tussenblad Uit/Blanco tussenvel Selecteer Blanco tussenvel om transparanten te scheiden door blanco pagina’s normaal papier. Uitvoerlade Standaardwaarde van printer/ Afdrukopvang./Bovenste lade Geef de uitvoerbak voor uw afdruktaak op. Vouwen Uit/Z-vouw/Z-vouw in drie/ Vouw in twee/C-vouw in drie Specificeer hoe u uw taak wilt vouwen Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Witte PPT-achtergrond wissen Nee/Ja Selecteer Ja als u PowerPoint in combinatie met FreeForm gebruikt om variabele gegevens te maken. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. Deze optie is niet beschikbaar in het PCL-printerstuurprogramma. A A-11 Afdrukopties Aanvullende informatie over afdrukopties In de volgende secties wordt aanvullende informatie gegeven over afdrukopties. Zie de voorafgaande tabel voor meer informatie over de instellingen, vereisten en beperkingen voor deze opties. Boekje maken Geef de pagina-indeling van uw afdruktaak op met speciale lay-outs voor vouwen of snijden na het afdrukken. Uit—De taak wordt afgedrukt zonder inslagmogelijkheden. Boekje—Kies deze instelling om volledige documenten af te drukken die in de volgorde voor een boekje worden gevouwen en geniet. U kunt bovendien met de optie Aanpassing voor opkruipen de verschuiving van de afbeelding aanpassen die kan optreden bij het afdrukken van boekjes. Zie “Aanpassing voor opkruipen” op pagina A-14 voor meer informatie. Voor Achter Op de rug gesneden—Kies deze instelling om volledige documenten af te drukken die in de volgorde voor een boekje worden gevouwen en geniet. Voor Achter A A-12 Afdrukopties Dubbele afdruk— Kies deze instelling om een taak zo af te drukken dat de gegevens van de eerste pagina op het eerste vel worden gekopieerd. De gegevens van de tweede pagina worden op de volgende pagina gekopieerd, enz. Enkelzijdig Alleen voor Dubbelzijdig afdrukken Voor Achter Snelle afdruk— Kies deze instelling om een afdruktaak te versnellen, zodat bij het stapelen en snijden van de vellen vanuit de centrale positie de taak in volgorde wordt genummerd en gescheiden als twee stapels. Enkelzijdig Alleen voor Dubbelzijdig afdrukken Voor Achter Aanpassing voor centreren Gebruik deze optie om op te geven hoe u de afbeelding op de pagina wilt plaatsen. Het afdrukformaat moet op een groter papierformaat gezet worden om deze optie te gebruiken. A A-13 Afdrukopties Raadpleeg de onderstaande illustraties voor het gebruik van de optie Aanpassing voor centreren. Aanpassing voor centreren Beeldpositionering op pagina XY Plaatst de afbeelding in het midden van de pagina. Boven X Plaatst de afbeelding zo dat ze gelijk komt met de bovenzijde van de pagina. Onder X Plaatst de afbeelding zo dat ze gelijk komt met de onderzijde van de pagina. Links Y Plaatst de afbeelding zo dat ze gelijk komt met de linkerzijde van de pagina. Rechts Y Plaatst de afbeelding zo dat ze gelijk komt met de rechterzijde van de pagina. O PMERKING : Wanneer de optie Boekje maken anders ingesteld is dan Uit, is enkel XY mogelijk. Afdrukopties Aanpassing voor opkruipen Gebruik deze optie om afbeeldingen aan te passen die mogelijk verschuiven ten opzichte van het midden van het vel bij het afdrukken van boekjes. Dit kan gebeuren bij het afdrukken van boekjes met een groot aantal pagina’s of bij het afdrukken van boekjes op dikke media. O PMERKING : Om deze optie te gebruiken moet de optie Boekje maken op Boekje staan en de optie Dubbelzijdig afdrukken op Boven-Boven. Dubbelzijdig afdrukken Boven-Boven—Hiermee de bovenzijde van de afbeelding afgedrukt op zijde 1 tegen dezelfde paginarand als de bovenzijde van de afbeelding op zijde 2. Boven-Onder—Drukt de bovenzijde van de afbeelding af op Zijde 1, aan de tegengestelde rand van de pagina van de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 2. In de volgende tabel ziet u het resultaat van de verschillende instellingen voor dubbelzijdig afdrukken: Boven-Boven Boven-Onder 1 1 2 Staand 2 2 A A-14 Liggend 1 2 1 A A-15 Afdrukopties Gemengde media Met de optie Gemengde media kunt u een reeks pagina's op media van verschillende diktes afdrukken. U bepaalt de instellingen voor Gemengde media wanneer u de taak afdrukt met het Fiery EX2101-printerstuurprogramma voor Windows. U kunt deze optie bijvoorbeeld gebruiken om een andere mediasoort voor het voorblad op te geven, om blanco pagina's toe te voegen en om dubbelzijdig bedrukte pagina's binnen een enkele afdruktaak in te stellen. De instellingen voor Gemengde media kunnen eveneens in Command WorkStation worden gedefinieerd of gewijzigd (zie Gids voor taakbeheer). De volgende procedures beschrijven hoe u in het Windows-printerstuurprogramma de instellingen voor Gemengde media definieert, wijzigt en wist. O PMERKING : De instellingen voor Gemengde media zijn niet beschikbaar in de PCL- of Macintosh-printerstuurprogramma’s. O PMERKING : De instellingen voor Gemengde media functioneren niet voor de volgende taken: afdrukken van variabele gegevens en inslag. O PMERKING : Wanneer u de instellingen voor Gemengde media gebruikt bij FreeForm-taken, is het mogelijk dat een hoofdpagina wordt gedrukt op pagina’s die leeg zouden moeten zijn. A FDRUKKEN MET GEMENGDE MEDIA OP W INDOWS - COMPUTERS 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en klik op Eigenschappen. 2. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken. A A-16 3. Afdrukopties Klik op de optiebalk Papierbron en klik daarna op Definiëren. Het dialoogvenster Gemengde media wordt weergegeven. Selectielijst O PMERKING : De informatie in cursief in de selectielijst is het standaard mediasoort voor de taak. Als een bepaalde reeks pagina's op de standaard mediasoort wordt afgedrukt, hoeft u dit paginabereik niet op te geven. De term hoofddeel verwijst niet noodzakelijker- wijs naar wat u als het hoofdstuk van het document zou aanmerken, maar naar de mediasoort voor pagina's waarvoor in de lijst geen specifieke mediasoort wordt vermeld. 4. Geef in het veld Start hoofdstuk een beginpaginanummer op voor elk hoofdstuk wanneer uw taak bestaat uit verschillende hoofdstukken en dubbelzijdig afgedrukt wordt. Door het begin van de hoofdstukken te definiëren, bent u er zeker van dat de hoofdstukken met een even aantal pagina's worden afgedrukt. Het verdient aanbeveling dit veld te gebruiken wanneer u een dubbelzijdig document met meerdere hoofdstukken afdrukt. Scheid de paginanummers met komma's. Als bijvoorbeeld de hoofdstukken van een document met 4 hoofdstukken beginnen op pagina's 1, 2, 34 en 56, geeft u 1,2,34,56 in. A A-17 Afdrukopties O PMERKING : Geef alle beginpaginanummers van hoofdstukken in, gescheiden door komma’s. Uw invoer in het veld Start hoofdstuk geldt voor het hele document, los van de paginabereiken die u specificeert in het gebied Gemengde media definiëren. 5. Selecteer het vakje Elk hoofdstuk definiëren als een aparte afwerkingsset als u wilt dat elk hoofdstuk als een afzonderlijke afwerkingsset wordt behandeld. Selecteer deze optie bijvoorbeeld om de Fiery EX2101 de opdracht te geven elk hoofdstuk afzonderlijk te nieten. 6. Geef de paginanummers voor elk paginabereik op en selecteer de opties voor dat bereik. U kunt kiezen uit de volgende opties: Paginabereik—Gebruik een koppelteken als u een reeks opeenvolgende pagina's wilt opgeven. Als u bijvoorbeeld 1-3 opgeeft, worden de eerste drie pagina's op een bepaalde mediasoort afgedrukt. Als u 1-14 opgeeft, worden de eerste veertien pagina's afgedrukt en met 5-worden pagina 5 plus alle daaropvolgende pagina's tot het einde van het document afgedrukt. Als u voor alle pagina's in diverse paginareeksen dezelfde mediasoort gebruikt, kunt u deze reeksen combineren met een komma, bijvoorbeeld 4-5, 9-10. U kunt een blanco pagina invoegen door ^ in te voeren. Als u bijvoorbeeld ^6 invoert in de optie Paginabereik, wordt voor pagina 6 een blanco pagina ingevoegd u kunt een enkele pagina niet combineren met een paginabereik. Dubbelzijdig-afdrukken—Selecteer Boven-Boven om bij het dubbelzijdig afdrukken de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 1 aan dezelfde rand van de pagina te plaatsen als de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 2, of Boven-Onder om bij het dubbelzijdig afdrukken de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 1 aan de tegengestelde rand van de pagina te plaatsen dan de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 2. U moet in het printerstuurprogramma eerst Dubbelzijdig-afdrukken kiezen voor u dubbelzijdig afdrukken met gemengde media kunt opgeven. De eerste pagina van dubbelzijdige pagina's wordt altijd op de voorzijde van het vel afgedrukt. Mediakleur—Selecteer een type media dat u voor het bereik wilt gebruiken. Mediasoort—Selecteer een type media dat u voor het bereik wilt gebruiken. Papierbron—Selecteer een papierlade met een medium dat u voor het bereik wilt gebruiken. A A-18 Afdrukopties O PMERKING : Standaardinstelling document staat voor de instelling die u maakt buiten het dialoogvenster Gemengde Media. Wanneer u bijvoorbeeld Papierbron instelt op Lade 1 in de optiebalk Papierbron , dan is de standaardinstelling van het document voor Papierbron in het dialoogvenster Gemengde media gelijk aan Lade 1. O PMERKING : Als er geen opties zijn geselecteerd voor een of meer pagina's die vallen tussen de pagina's of binnen het paginabereik in de selectielijst, worden de betreffende pagina's afgedrukt conform de specificaties voor het hoofddeel. De hoofddeelspecificaties bestaan uit de instellingen voor afdrukopties voor alle documenten die op dit moment voor het printerstuurprogramma zijn geselecteerd. O PMERKING : Vergewis u ervan dat u de correcte mediatypes in de correcte lades laadt, zoals gedefinieerd in het dialoogvenster Gemengde media, evenals in de optiebalk Papierbron. 7. klik op Toevoegen. Uw specificaties worden in de Selectielijst weergegeven. 8. Herhaal stap 6 en stap 7 voor elke pagina die of elk paginabereik dat u wilt afdrukken met de opties voor gemengde media. A A-19 Afdrukopties I NSTELLINGEN VOOR GEMENGDE MEDIA AANPASSEN 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en klik op Eigenschappen. 2. Klik op het tabblad Fiery-afdrukken. 3. Klik op de optiebalk Papierbron en klik daarna op Definiëren. Het dialoogvenster Gemengde media wordt weergegeven. 4. Selecteer in de selectielijst het paginabereik dat u wilt wijzigen. 5. Geef de nieuwe instellingen op voor uw afdruktaken, zoals beschreven oppagina A-17. 6. Klik op Aanpassen. 7. Klik op OK. I NSTELLINGEN VOOR GEMENGDE MEDIA VERWIJDEREN 1. Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en klik op Eigenschappen. 2. Klik op de optiebalk Papierbron en klik daarna op Definiëren. Het dialoogvenster Gemengde media wordt weergegeven. 3. Selecteer in de selectielijst het paginabereik dat u wilt wissen. 4. Klik op Verwijderen. 5. Klik op OK. A A-20 Afdrukopties Powerpoint optimalis Deze optie verbetert de verwerkingstijd voor PowerPoint-taken die één achtergrond hebben met een grote afbeelding (minstens 200 dpi) of een groot aantal bladzijden waarop de achtergrondafbeelding geplaatst is. Wanneer u deze optie inschakelt voor PowerPoint-taken met achtergrondafbeeldingen van 100 dpi of minder, kan de werking van de Fiery kort uitgesteld worden, gewoonlijk niet langer dan één of twee seconden. Schaal aanpassen De operator kan vanuit Fiery Spooler of Fiery WebSpooler een ander vergrotingsof verkleiningspercentage opgeven, maar deze vervangende instelling wordt toegepast op elk vergrotingspercentage dat al is ingesteld in de actieve taak. Als een gebruiker bijvoorbeeld een taak verstuurt met een verkleiningspercentage van 50% en de operator een vervangend vergrotingspercentage van 200% opgeeft, wordt de taak afgedrukt op 100%, dat wil zeggen 50% van 200%, van het formaat van het oorspronkelijke document. Beveiligd afdrukken De optie Beveiligd afdrukken maakt het u mogelijk om uw taak enkel af te drukken wanneer u aanwezig bent bij de Fiery EX2101 kopieermachine. Om deze optie te gebruiken, moet u eerst een wachtwoord ingeven in het veld Beveiligd afdrukken wanneer u uw taak naar de Fiery EX2101 stuurt. Om uw taak af te drukken, geeft u zoals in de volgende procedure beschreven op het Fiery EX2101 van de Fiery EX2101 uw wachtwoord opnieuw in. A A-21 E EN Afdrukopties BEVEILIGDE TAAK AFDRPUKKEN 1. Geef een wachtwoord in in het veld Beveiligd afdrukken in het printerstuurprogramma en stuur uw taak door naar de Fiery EX2101. Zie pagina 1-3 (voor Windows) en pagina 2-4 (voor Macintosh) voor meer informatie over het ingeven van het wachtwoord. O PMERKING : Het wachtwoord mag alleen maar alfanumerieke tekens bevatten. Gebruik geen symbolen. 2. Druk op de menuknop op het configuratiescherm van de Fiery EX2101 om naar het menu Functies te gaan. 3. Schuif met de pijlknop naar beneden en druk op de regelselectieknop naast Beveiligd afdrukken. 4. Met de pijlknoppen naar boven en naar beneden vult u hetzelfde wachtwoord in als wat u ingaf in het veld Beveiligd afdrukken. 5. Schuif om uw taak te vinden en selecteer ze door de regelselectieknop ernaast in te drukken. 6. Om het aantal kopieën te wijzigen van wat u opgaf in het printerstuurprogramma, selecteert u Aantal exemplaren en geeft u een nieuw cijfer in. 7. Om uw taak af te drukken en te verwijderen van de Fiery EX2101, selecteert u Afdruk. en verwijd. Om uw taak af te drukken en te behouden op de Fiery EX2101, selecteert u Afdrukken en blokk. Tot de taak wordt weer toegang verkregen met hetzelfde wachtwoord. 8. Om uw taak te verwijderen zonder ze af te drukken, selecteert u Verwijderen. B B-1 Appendix B: Lettertypelijsten Lettertypelijsten Deze bijlage geeft een overzicht van alle ingebouwde lettertypen die worden geleverd bij uw Fiery EX2101. PostScript-printerlettertypen In de volgende tabel staan de 136 PostScript-printerlettertypen die standaard op de Fiery EX2101 zijn geïnstalleerd. Bovendien zijn er twee Adobe Multiple Masterlettertypen, die worden gebruikt voor lettertypevervanging in PDF-bestanden. O PMERKING : Op Macintosh-computers moet u de overeenkomstige schermlettertypen installeren van de cd met gebruikerssoftware. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor instructies. Adobe Type 1-lettertypen De Fiery EX2101 beschikt over 126 Adobe Type 1-lettertypen: • In de kolom Menunaam Macintosh staat de naam zoals deze voorkomt in het menu Lettertype van een Macintosh-computer. Als u bijvoorbeeld “Bodoni-Bold” wilt gebruiken, moet u in de meeste toepassingen in het menu Lettertype het lettertype Bodoni Bold kiezen. • In de kolom Menunaam Windows staat de naam zoals deze voorkomt in het menu Lettertype van een Windows-computer. In de derde kolom staat ook de stijl die in de toepassing moet worden geselecteerd om toegang te krijgen tot een bepaald PostScript-lettertype. Als u bijvoorbeeld “Bodoni-Bold” wilt gebruiken, kiest u in het menu Lettertype Bodoni en in het menu Tekenstijl de optie Vet. PostScript-naam Menunaam Macintosh Windows-menu naam, tekenstijl AlbertusMT-Light Albertus MT Lt Albertus MT Lt AlbertusMT Albertus MT Albertus MT AlbertusMT-Italic Albertus MT It Albertus MT, Italic AntiqueOlive-Roman Antique Olive Roman Antique Olive Roman AntiqueOlive-Bold Antique Olive Bold Antique Olive Roman, Bold AntiqueOlive-Italic Antique Olive Italic Antique Olive Roman, Italic B B-2 Lettertypelijsten PostScript-naam Windows-menu naam, tekenstijl Menunaam Macintosh AntiqueOlive-Compact Antique Olive Compact Antique Olive Compact Arial-BoldItalicMT Arial Bold Italic Arial, Bold Italic Arial-BoldMT Arial Bold Arial, Bold Arial-ItalicMT Arial Italic Arial, Italic ArialMT Arial Arial AvantGarde-Book Avant Garde AvantGarde AvantGarde-Demi Avant Garde Demi AvantGarde, Bold AvantGarde-BookOblique Avant Garde BookOblique AvantGarde, Italic AvantGarde-DemiOblique Avant Garde DemiOblique AvantGarde, Bold Italic Bodoni Bodoni Bodoni Bodoni-Bold Bodoni Bold Bodoni, Bold Bodoni-Italic Bodoni Italic Bodoni, Italic Bodoni-BoldItalic Bodoni BoldItalic Bodoni, Bold Italic Bodoni-Poster Bodoni Poster Bodoni Poster Bodoni-PosterCompressed Bodoni PosterCompressed Bodoni PosterCompressed Bookman-Light Bookman Bookman Bookman-Demi Bookman Demi Bookman, Bold Bookman-LightItalic Bookman LightItalic Bookman, Italic Bookman-DemiItalic Bookman DemiItalic Bookman, Bold Italic Carta Carta Carta Clarendon-Light Clarendon Light Clarendon Light Clarendon Clarendon Clarendon Clarendon-Bold Clarendon Bold Clarendon, Bold CooperBlack Cooper Black Cooper Black CooperBlack-Italic Cooper Black Italic Cooper Black, Italic Copperplate-ThirtyThreeBC Copperplate33bc Copperplate33bc Copperplate-ThirtyTwoBC Copperplate32bc Copperplate32bc Coronet Coronet Coronet Courier Courier Courier Courier-Bold Courier Bold Courier, Bold C C-1 Bijlage C: Problemen oplossen Problemen oplossen In deze bijlage vindt u tips voor het oplossen van problemen. Systeemprestaties optimaliseren De Fiery EX2101 vereist geen onderhoud. Naast het normale onderhoud van de kopieermachine en het aanvullen van de verbruiksartikelen, kunt u het volgende doen om de algemene prestaties van het systeem te verbeteren: • Controleer de taaklabelinformatie nauwkeurig voordat u afdrukt. Druk taken met dezelfde specificaties voor uitvoer en papier samen af, zodat het papier minder vaak hoeft te worden vervangen. Druk routinetaken af terwijl u taken met speciale instructies of afwijkende mediasoorten voorbereidt. • Sluit onnodige serververbindingen met Command WorkStation. Als u af en toe een tweede of derde Fiery EX2101-server gebruikt, komt het de prestaties ten goede wanneer u de verbinding verbreekt op het moment dat u deze niet meer nodig hebt. • Druk niet af wanneer de waarschuwing “Disk full” (Schijf vol) op de Fiery EX2101 wordt weergegeven. Als u deze waarschuwing ziet, moet u taken verwijderen die waarschijnlijk niet opnieuw zullen worden gebruikt. Voorkom deze situatie door regelmatig oude taken te verwijderen. De datum die bij de taak staat, is de oorspronkelijke datum waarop de taak is verzonden. C C-2 Problemen oplossen Problemen oplossen Deze afdeling bevat tips voor het oplossen van problemen. Neem contact op met de operator of systeembeheerder als u met behulp van de informatie in deze sectie het probleem niet kunt oplossen. Zorg er ook voor dat er geen toepassingen op de Fiery EX2101 zijn geïnstalleerd, met uitzondering van de Fiery EX2101 hulpprogramma’s die op de cd met gebruikerssoftware staan. Andere toepassingen dan de Fiery EX2101hulpprogramma’s worden niet ondersteund en kunnen systeemproblemen veroorzaken. Algemene afdrukproblemen Probleem Mogelijke oplossing U kunt geen wachtrijen selecteren of bekijken. • Vraag de systeembeheerder de wachtrij te activeren in de Setup. U kunt geen verbinding maken met de Fiery EX2101 vanaf een Windows-systeem met Command WorkStation of de Fiery -hulpprogramma’s. • Controleer of de verbinding correct is geconfigureerd. Het afdrukken duurt te lang. • Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor instructies. Verstuur afdruktaken naar een wachtrij in plaats van de directe verbinding. Wanneer u afdrukt naar een wachtrij, wordt de taak opgeslagen op de Fiery EX2101 totdat de taak kan worden verwerkt en afgedrukt. Wanneer u afdrukt naar de directe verbinding, kan de taak pas naar de Fiery EX2101 worden verzonden nadat de vorige taak is voltooid. Dit betekent dat u langer moet wachten voordat u de computer weer kunt gebruiken. Een of meer opties bij Mediasoort zijn niet beschikbaar. • Selecteer een Papierbron dat de mediasoort die u gebruikt ondersteunt. Zie Bijlage A voor informatie over vereisten en beperkingen voor speciaal papier en transparanten. C C-3 Problemen oplossen Probleem De Fiery EX2101 reageert niet op de opdracht Afdrukken. Mogelijke oplossing • Controleer of de kopieermachine niet is losgekoppeld. Als de beheerder of operator Afdrukken onderbreken heeft geselecteerd op het bedieningspaneel van de Fiery EX2101 of in Command WorkStation om het afdrukken te onderbreken, wordt de afdruktaak pas voortgezet als iemand Afdrukken hervatten kiest in het menu Functies op het bedieningpaneel of klikt op de functietoets in het Command WorkStation. • Controleer of de Fiery EX2101 is geselecteerd als huidige kopieermachine. Voordat u kunt afdrukken, moet u de Fiery EX2101 selecteren als de actieve printer op uw Windows-computer, Macintosh-computer of UNIX-werkstation. • Controleer of de kopieermachine is ingeschakeld. Mogelijk heeft iemand de kopieermachine uitgeschakeld of is de energiebesparende stand geactiveerd. Zelfs als de kopieermachine is uitgeschakeld, blijft de Fiery EX2101 zichtbaar in de Kiezer, zolang de Fiery EX2101 zelf aanstaat. • Als u afdrukt via een IPX (Novell)-netwerk, controleert u met het hulpprogramma PCONSOLE of de taak is verzonden naar de Novell-wachtrij en of deze wachtrij wordt gebruikt door de Fiery EX2101. • Controleer het bestand op PostScript-fouten. Neem contact op met de operator of gebruik Fiery WebSpooler of Fiery Spooler om de status van de taak te controleren. In Fiery WebSpooler of Fiery Spooler wordt een taak met een PostScript-fout rood weergegeven. Als u informatie over de PostScript-fout wilt weergeven, moet de optie Afdrukken tot PS-fout in de Setup van de Fiery EX2101 zijn ingesteld op Ja. Zie de Configuratiegids voor meer informatie. Een boodschap vraagt om een papierformaat waarover u niet beschikt. • Annuleer de taak en voer een van de volgende acties uit: Wanneer u een PostScript-bestand afdrukt, vraag dan de beheerder om de instelling Papierformaten converteren in de printerinstellingen om te zetten naar een papierformaat waarover u wel beschikt. U kunt dit doen om over te gaan tussen Amerikaanse en metrische papierformaten. Wanneer u een bestand uit een toepassing afdrukt, wijzig dan het papierformaat in het dialoogvenster Pagina-instelling. U kunt niet afdrukken in QuarkXPress 3.32 met het PSPrinter 8.7.2-printerstuurprogramma op een Macintosh-computer. • Verwijder het bestand Balloon Help uit de map waar de toepassing QuarkXPress staat en start QuarkXPress opnieuw. C C-4 Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit Probleem Mogelijke oplossing De afdrukinstellingen voor de taakuitvoer komen niet overeen met de instellingen die u hebt opgegeven. • De afdrukresultaten zijn niet goed. • Controleer of u op een andere plaats vervangende taakinstellingen hebt opgegeven. Zie Bijlage A voor informatie over opties en vervangende instellingen. Controleer of een van de printerdefinitiebestanden van de Fiery EX2101 vereist is voor de toepassing die u gebruikt. Voor uw toepassing is mogelijk het printerdefinitiebestand van de Fiery EX2101 vereist. Controleer of het printerdefinitiebestand van de Fiery EX2101 correct is geïnstalleerd als u afdrukt vanuit Adobe PageMaker. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over de installatie van dit bestand. Het afgedrukte bestand is te donker. • QuickDraw-opvulpatronen worden afgedrukt als effen kleuren. • Kies een andere instelling voor de optie Helderheid. Met de optie Helderheid kunt u in toepassingen of in Fiery Downloader de afbeelding lichter maken wanneer u een PostScript-bestand of EPS-bestand (Encapsulated PostScript) afdrukt. Gebruik het Adobe PostScript-stuurprogramma (of het stuurprogramma Apple LaserWriter 8.3 of recenter). Problemen met Fiery Downloader Probleem Algemene problemen. Mogelijke oplossing • Controleer of u werkt met de laatste versie. Na installatie van nieuwe systeemsoftware voor de Fiery EX2101 moet u de vorige versie van Fiery Downloader van de Windows- of Macintosh-computer verwijderen en de laatste versie installeren, zodat volledige compatibiliteit gewaarborgd is. • Controleer of de verbinding correct is geconfigureerd. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor instructies. C C-5 Problemen oplossen Probleem U kunt geen EPS-bestanden afdrukken met Fiery Downloader. Mogelijke oplossing • Probeer af te drukken terwijl de optie ‘showpage’ after EPS files (showpage na EPS-bestanden - Windows) of ‘showpage’ (Macintosh) is ingeschakeld • in het dialoogvenster PostScript-bestand laden. Met deze optie wordt een PostScript-opdracht ‘showpage’ toegevoegd aan het einde van de afdruktaak. Door bepaalde toepassingen wordt deze noodzakelijke opdracht bij het genereren van EPS-bestanden weggelaten. Selecteer bovenstaande ‘showpage’optie wanneer u EPS-bestanden afdrukt die door deze toepassingen zijn gegenereerd. Als de problemen zich blijven voordoen bij het afdrukken van EPS-bestanden in Fiery Downloader, kunt u proberen het bestand af te drukken in de toepassing waarin het is gemaakt. • Controleer of het EPS-bestand is opgeslagen zonder kop met voorbeeldafbeelding. Koppen met voorbeeldafbeeldingen zijn handig als afbeeldingen in documenten worden geplaatst met behulp van DTP-toepassingen, maar ze kunnen problemen veroorzaken als de afbeeldingen rechtstreeks worden gedownload. • Controleer het bestand op PostScript-fouten. Neem contact op met de operator of gebruik Command WorkStation, Fiery WebSpooler of Fiery Spooler om de status van de taak te controleren. Taken met PostScript-fouten herkent u aan een foutpictogram. U hebt problemen bij het laden van een lettertype met Fiery Downloader. • Er wordt een extra lege pagina afgedrukt na een taak van Fiery Downloader. • Vraag uw systeembeheerder of de directe verbinding is geactiveerd. Voor het downloaden van lettertypen moet u de directe verbinding gebruiken. Schakel de optie ‘showpage’ after EPS files (‘showpage’ na EPS-bestanden - Windows) of ‘showpage’ (Macintosh) uit. Met deze optie wordt een speciale PostScript-opdracht toegevoegd, die ervoor zorgt dat er een extra blanco pagina wordt afgedrukt als dit niet nodig is. Problemen met Fiery WebTools Probleem Algemene problemen. Mogelijke oplossing • Wis de inhoud van de cache (Netscape Communicator) of de geschiedenis (Microsoft Internet Explorer). Index 180 graden roteren, optie A-4 A Aangepaste paginaformaten afdrukken met Macintosh 2-8 afdrukken met Windows 98/Me 1-22 afdrukken met Windows NT 4.0 1-25 afdrukken met Windows Server 2003 1-29 definiëren voor Macintosh 2-6 definiëren voor Windows 2000/XP 1-26 definiëren voor Windows 98/Me 1-20 definiëren voor Windows NT 4.0 1-18, 1-23 definiëren voor Windows Server 2003 1-26 Aanpassing voor centreren, optie A-4 Aanpassing voor opkruipen A-4 Aantal afdrukken, optie A-4 Achterblad, optie A-4 Adobe Photoshop overdrachtsfuncties 4-8 Adobe Type 1-lettertypen B-1 Afdrukformaat, optie A-5 afdrukken dubbelzijdig A-6 lettertypelijst 4-3 Macintosh 2-1 naar bestand 1-31 problemen oplossen C-2 tot C-3 Windows 1-1 Afdrukken naar bestand 1-31 Afdrukken, opdracht in Windows 1-1 afdrukkwaliteit, problemen met C-4 afdrukopties Macintosh 2-2 tot 2-6 sets opslaan van 6-11 toewijzen aan Hot Folders 6-11 Windows 1-2 tot 1-6 Afdrukstand, optie A-5 B Bedrukte zijde omlaag, optie A-5 Beeldverschuiving, optie A-5 Bestandsnaam, veld 4-6 Bestandstypen, lijst (Windows) 4-6 Beveiligd afdrukken 1-3, 2-4, 2-10 Beveiligd afdrukken, optie A-5, A-20 Boekje, optie A-5 C Command WorkStation afdruktaken beheren 7-1 nummer van FreeForm-model vervangen 5-4 Command WorkStation LE nummer van FreeForm-model vervangen 5-4 D Directe verbinding lettertypen downloaden 4-10 vereist voor downloaden van lettertypen C-5 Dubbelzijdig afdrukken, optie A-6, A-14 E EPS-bestanden (Encapsulated PostScript) downloaden 4-1 problemen met downloaden C-5 externe gebruikers xi F Fiery Downloader Afdrukstatus, gebied 4-2, 4-3 bestand of lettertype, downloaden 4-4 tot 4-8 Brightness (Helderheid), optie 4-7 Download vooruitgang, balk 4-2, 4-3 gebied Vaste schijf 4-2, 4-3 gebied Verwerkingsstatus 4-2, 4-3 I-2 Index gebruiken 4-1 installeren van printerlettertypen 4-12 printer, kiezen 4-4 problemen met C-4 taakinstellingen vervangen A-2 Verbindingstype 4-6 Wachtrij 4-6 Werkbalk 4-3 Fiery E-mailservice afdrukken via een e-mailclient 8-2 afdruktaken beheren 8-4 over 8-1 Taakcontrole 8-4 Fiery WebTools introductiepagina 7-2 overzicht 7-4 problemen met C-5 toegang krijgen 7-1 WebLink 7-4 Fiery-pakket met grafische afbeeldingen Hot Folders 6-1 FreeForm nummer van het model 5-4 FreeForm 2 documenten met variabele gegevens afdrukken 5-14 G Gemengde media gebruikt, optie A-6 Gemengde media, optie A-6, A-15 globale objecten bekijken 5-16 verwijderen 5-16 H Helderheid, optie A-2, A-6 Hot Folders afdrukopties voor 6-11 configuratiescherm, weergeven 6-3 eigenschappen, toewijzen 6-9 tot 6-14 gebruiken 6-12 inschakelen 6-7 inslaginstellingen 6-12 maken 6-4 over 6-1 taakbestanden archiveren 6-10 toevoegen 6-4 uitschakelen 6-7 verwijderen 6-7 voorkeuren 6-8 hulpmiddelen voor taakbeheer gedefinieerd xi printerinstellingen onderdrukken 1-5 I inslaginstellingen toepassen via Hot Folders 6-12 installeren van printerlettertypen 4-12 Instellingen, configuratie van de server xi Instructies, veld 1-4, 2-5, 2-11, A-6 K Kopieernodus, optie A-7 Kort, optie voor dubbelzijdig afdrukken A-14 L Lade-uitlijning, optie A-7 Lang, optie voor dubbelzijdig afdrukken A-14 LaserWriter-printer, lettertypen geïnstalleerd op 4-11 lettertypelijst Adobe Type 1 B-1 afdrukken 4-3, 4-13 PCL B-7 PostScript B-1 tot B-6 TrueType B-6 weergeven 4-3, 4-13 Lettertypelijst, knop 4-4 I-3 Index lettertypen Adobe Type 1 4-11, B-1 downloaden en beheren 4-2, 4-6 installeren 4-12 PostScript 4-11 printerlettertypen 4-11 printerlettertypen op server 4-13 schermlettertypen 4-11 TrueType B-6 vervangen in PDF-bestanden 4-12 lp, opdracht 3-2 lpq, opdracht 3-1 lpr, opdracht 3-1 lprm, opdracht 3-1 lpstat, opdracht 3-2 M Macintosh afdrukken 2-1 dialoogvenster Printerspecifieke opties 2-5 instellingen PostScript-printer 2-2 tot 2-6 menu Papierbron 2-3 papierlade kiezen 2-3 schermlettertypen 4-11 Margebreedte, optie A-7 Mediakleur, optie A-7 Mediasoort, optie A-7 Model gebruiken, optie 5-3, A-7 Model maken, optie 5-3, A-8 Modus voor nietmachine, optie A-8 O Opmerkingen 1-3 Opslaan voor snel afdrukken, optie A-10 P Paginabereik, optie A-2, A-8 Paginaformaat achterblad, optie A-8 Paginavolgorde, optie A-6 Papierbron achterblad, optie A-9 Papierbron, menu Macintosh 2-3 Papierbron, optie A-9 Papierformaat, optie A-9 papierlade kiezen Macintosh 2-3 PCL-printerdefinitiebestanden, zie PDDbestanden PCL-printerstuurprogramma’s Windows 1-1 PDF-bestanden downloaden 4-1 Hot Folder-ondersteuning voor 6-2 lettertypevervanging 4-12 Perforatierand, optie A-9 Perforaties, optie A-9 PostScript bestanden downloaden 4-1 Hot Folder-ondersteuning voor 6-2 lettertypelijst B-1 tot B-6 PostScript-printerdefinitiebestanden, zie PPD-bestanden PostScript-printerstuurprogramma’s Macintosh 2-1 uitleg A-1 Windows 1-1 Powerpoint optimalis., optie A-9, A-20 PPD-bestanden (PostScriptprinterdefinitiebestanden) afdrukopties instellen op Macintosh 2-1 opties A-2 prestaties, optimaliseren C-1 Printer Control Language, zie PCL printer, standaardinstellingen waar opgeven A-2 Windows 1-5 printerinstellingen Macintosh 2-2 tot 2-6 Windows 1-2 tot 1-6 Printerspecifieke opties, dialoogvenster 2-5 I-4 Index problemen oplossen afdrukkwaliteit C-4 algemene afdrukproblemen C-2 tot C-3 EPS-bestanden C-5 Fiery Downloader C-4 Fiery WebTools C-5 S Schaal, optie A-10, A-20 showpage after EPS files (showpage na EPSbestanden), optie 4-8 SMB-afdrukken 1-2 Snelkoppelingen 1-14 Solaris 8 3-2 Sorteren, optie A-10 T taak archiveren 6-10 taakinstellingen vervangen 180 graden roteren, optie A-4 Aanpassing voor centreren, optie A-4 Aanpassing voor opkruipen A-4 Aantal afdrukken, optie A-4 Achterblad, optie A-4 Afdrukformaat, optie A-5 afdrukinstellingen A-2 Bedrukte zijde omlaag, optie A-5 Beeldverschuiving, optie A-5 Dubbelzijdig afdrukken, optie A-6, A-14 Gemengde media gebruikt, optie A-6 Helderheid, optie A-6 Kopieernodus, optie A-7 Margebreedte, optie A-7 Mediakleur, optie A-7 Mediasoort, optie A-7 Model gebruiken, optie A-7 Model maken, optie A-8 Modus voor nietmachine, optie A-8 Opslaan voor snel afdrukken, optie A-10 Paginabereik, optie A-8 Paginaformaat achterblad, optie A-8 Paginavolgorde, optie A-6 Papierbron achterblad, optie A-9 Papierbron, optie A-9 Papierformaat, optie A-9 Perforatierand, optie A-9 Perforaties, optie A-9 Powerpoint optimalis., optie A-9 Schaal, optie A-10 Sorteren, optie A-10 Tekst/afbeeldingen verfijnen, optie A-10 Transparant tussenblad, optie A-10 Uitvoerlade, optie A-10 Vouwen, optie A-10 Witte PPT-achtergrond wissen, optie A-10 taken archiveren in Hot Folders 6-10 takenlogboek voor Hot Folders 6-14 TCP/IP-afdrukken 3-1 Tekst/afbeeldingen verfijnen, optie A-10 Transparant tussenblad, optie A-10 TrueType-lettertypen B-6 U Uitvoerlade, optie A-10 UNIX afdrukken met 3-1 lijst opvragen met taken in een wachtrij 3-2 taken verwijderen uit wachtrij 3-2 I-5 Index V VDP Resource Manager gebruiken 5-16 globale objecten 5-16 Veld Groepsnaam 1-3, 2-4, 2-10, A-6 Veld Groepspassword 1-3, 2-4, 2-10, A-6 Veld Opmerkingen 1-4, 2-5, 2-11, A-8 vervangen van taakinstellingen A-2 verwerken A-1 Vouwen, optie A-10 W WebLink, zie Fiery WebTools Weergeven, lijst (Macintosh) 4-6 Windows afdrukken met 1-1 afdrukopties instellen 1-2 tot 1-6 PCL-printerstuurprogramma 1-1 PostScript-printerstuurprogramma 1-1 printer, standaardinstellingen 1-5 Witte PPT-achtergrond wissen, optie A-10
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156

Xerox 2101 ST Gebruikershandleiding

Categorie
Afdrukken
Type
Gebruikershandleiding