Gaggia 740903208 Handleiding

Categorie
Koffie makers
Type
Handleiding
78
BELANGRIJKE
VOORZORGSMAATREGELEN
Bij het gebruik van elektrische huishoudelijke apparaten is het
raadzaam enkele voorzorgsmaatregelen in acht te nemen, om
brandgevaar, elektrische schokken en/of dergelijke ongelukken
zoveel mogelijk te voorkomen.
1 Aandachtig alle aanwijzingen en informatie in deze
gebruiksaanwijzing en andere folders lezen, die zich in
de verpakking mochten bevinden, voordat het espresso
apparaat wordt gebruikt.
2 De hete oppervlakken niet aanraken.
3 Geen kabels, stekkers of het apparaat zelf in water of
andere vloeistoffen onderdompelen om brandgevaar,
elektrische schokken of ongelukken te vermijden.
4 Extra goed opletten indien het apparaat gebruikt wordt
met kinderen in de buurt.
5 De stekker uit het stopcontact trekken als het apparaat
niet gebruikt of gereinigd wordt. Wachten totdat het
apparaat afgekoeld is voordat de onderdelen verwijderd
worden of aangebracht, ook in geval van reiniging.
6 Het apparaat niet gebruiken als de kabel of stekker
beschadigd zijn ofwel in geval van schade of breuk.
Het apparaat laten controleren of repareren bij het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
7 Door het gebruik van niet door de producent aangeraden
onderdelen kan er schade aan dingen of letsel aan
personen worden aangericht.
8 Het espresso apparaat nooit in de open lucht
gebruiken.
9 De kabel niet van de tafel laten hangen en niet met hete
oppervlakken in aanraking laten komen.
10 Het espresso apparaat uit de buurt van warmtebronnen
houden.
11 Controleren dat het espresso apparaat altijd in de stand
“0” (uit) staat, voordat de stekker in het stopcontact
wordt gestoken. Indien men het apparaat uitschakelen
wil,de machine uitzetten en dan de stekker uit het
stopcontact trekken.
12 Het apparaat mag alleen voor huishoudelijk gebruik
gebruikt worden.
13 Uiterst goed opletten tijdens het gebruik van de stoom.
GELIEVE DEZE GEBRUIKSAAN-
WIJZINGEN TE BEWAREN
WAARSCHUWING
Het espresso apparaat is alleen maar voor huishoudelijk
gebruik geschikt. Al de servicewerkzaamheden of reparaties,
behalve de reiniging en het normale onderhoud moeten
door een bevoegd Servicecentrum uitgevoerd worden.
Het apparaat niet in water onderdompelen.
Elke reparatie dient door een bevoegd Servicecentrum te
worden uitgevoerd.
1 Controleren dat de aangetoonde spanning op het plaatje
overeenkomt met de spanning van het stopcontact.
2 Nooit lauw of warm water gebruiken, om het
waterreservoir te vullen. Alleen maar koud water
gebruiken.
3 De warme onderdelen van het apparaat en de
voedingskabel tijdens de werking niet met de
handen aanraken.
4 Nooit reinigen met schuurmiddelen of scherp
gereedschap. Een met water bevochtigde zachte
doek is voldoende.
5 Gebruik mineraalwater zonder koolzuur, om de
vorming van kalkaanslag te vermijden.
AANWIJZINGEN OVER DE
ELEKTRICITEITSKABEL
A Er wordt een nogal kort elektriciteitssnoer geleverd
om te voorkomen dat het in elkaar draait of dat u
erover kunt struikelen.
B Er kan een verlengsnoer gebruikt worden.
C Als u een verlengsnoer gebruikt, controleer dan:
1 of de spanning die op het verlengsnoer vermeld
is minstens gelijk is aan de spanning van het
apparaat;
2 of er een stekker aan zit met drie pinnen met aarde
(als het snoer van het apparaat van dit type is);
3 of het snoer niet van de tafel hangt zodat u er
niet over kunt struikelen.
79
ALGEMEENALGEMEEN - TECHNISCHE GEGEVENS
1 ALGEMEEN
Het koffiezetapparaat is geschikt voor het zetten
van espressokoffie met het gebruik van zowel
koffiebonen als gemalen koffie en is uitgerust met een
installatie voor afgifte van stoom en warm water. Het
apparaat heeft een elegant design, is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik en is niet geschikt voor continu,
professioneel gebruik.
Let op. Er wordt geen aansprakelijkheid
aanvaard voor eventuele schade in het
geval van:
foutief gebruik en gebruik dat niet in overeenstem-
ming is met de beoogde doelen;
reparaties die niet zijn uitgevoerd bij de erkende
assistentiecentra;
onklaar gemaakt elektriciteitssnoer;
onklaar gemaakte componenten van het
apparaat;
gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen
en accessoires.
In deze gevallen komt de garantie te vervallen.
1.1 Om het lezen te vergemakkelijken
De waarschuwingsdriehoek geeft alle
belangrijke aanwijzingen voor de veiligheid
van de gebruiker aan. Houdt u nauwgezet
aan deze aanwijzingen om ernstige ver-
wondingen te vermijden!
Voor de verwijzingen naar illustraties, onderdelen
van het apparaat en bedieningsorganen worden cijfers
en letters gebruikt, zoals in het voorbeeld de verwijzing
naar illustratie 2 van deze paragraaf.
Dit symbool wijst op informatie waaraan
grotere aandacht geschonken moet worden,
voor een beter gebruik van het apparaat.
De illustraties die corresponderen met de tekst
bevinden zich op de uitklapbare
binnenkaft.
Houd deze pagina open terwijl u
de instructies leest.
1.2 Gebruik van deze instructies
Bewaar deze instructies op een veilige plaats, en
doe ze bij het koffiezetapparaat als iemand anders
het apparaat gaat gebruiken.
Voor nadere informatie of in het geval van problemen
die niet helemaal of slechts onvoldoende in deze
aanwijzingen worden behandeld, kunt u zich wenden
tot de Erkende Sevicecentra.
2 TECHNISCHE GEGEVENS
• Nominale spanning
Zie het plaatje op het apparaat
• Nominaal vermogen
Zie het plaatje op het apparaat
• Materiaal behuizing
Thermoplastisch
Afmetingen (l x a x p) (mm)
390 x 380 x 330
• Gewicht (Kg)
8,7
• Lengte snoer (mm)
1200
• Bedieningspaneel
Frontaal
• Waterreservoir
Uittrekbaar
• Voeding
Zie het plaatje op het apparaat
• Waterreservoir (lt.)
1,7
• Inhoud koffiehouder (gr)
350 koffiebonen
• Pompdruk (bar)
13-15
• Verwarmingselement
Aluminium
• Veiligheidsvoorziening
Veiligheidsdrukventiel verwarmingselement;
veiligheidsthermotaat.
Wijzigingen in de bouw en de uitvoering, t.g.v.
technologische vooruitgang, voorbehouden.
Apparaat in overeenstemming met de Europese
richtlijn 89/336/EEG (Wetsdecreet 476 del 04/12/92),
inzake de opheffing van radiostoringen.
81
3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Laat onderdelen die onder stroom staan nooit in
aanraking komen met water: gevaar voor kortslui-
ting! Oververhitte stroom en heet water kunnen
brandwonden veroorzaken! Richt nooit stralen
stoom of heet water op lichaamsdelen, wees voor-
zichtig bij het aanraken van het mondstuk voor
stoom/heet water: gevaar voor brandwonden!
Bestemming
Het koffiezetapparaat is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk gebruik. In verband met risico’s is het
verboden technische wijzigingen aan te brengen of het
apparaat te gebruiken voor ongeoorloofde doeleinden!
Het koffiezetapparaat mag alleen door volwassenen
worden gebruikt die in goede fysieke en psychische
gezondheid verkeren.
Elektrische voeding
Sluit het koffiezetapparaat uitsluitend aan op
een geschikt stopcontact. De spanning moet
corresponderen met de spanning die vermeld staat
op het plaatje van het apparaat.
Snoer
Gebruik het koffiezetapparaat nooit als het snoer
defect is. Als de voedingskabel beschadigd is,
moet deze door de fabrikant of zijn klantenservice
vervangen worden. Laat het snoer niet over hoeken
of scherpe randen lopen of over zeer hete voorwerpen,
en bescherm het tegen olie. Draag of trek het
koffiezetapparaat niet aan het snoer. Trek de stekker
niet aan het snoer uit het stopcontact en raak hem niet
met natte handen aan. Zorg ervoor dat het snoer niet
vrij omlaag hangt van tafels of planken.
Bescherming van andere personen
Controleer of kinderen niet de mogelijkheid hebben
om met het koffiezetapparaat te spelen. Kinderen
hebben geen besef van gevaren die verbonden zijn
aan elektrische huishoudelijke apparatenI.
Gevaar voor verbranding
Zorg ervoor dat de straal oververhitte stoom en/of
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
water niet op uzelf of anderen wordt gericht: gevaar
voor brandwonden.
Gebruik altijd de handgrepen of knoppen die op het
apparaat aanwezig zijn.
Plaatsing
Zet het koffiezetapparaat op een veilige plek, waar
niemand het kan omstoten of erdoor verwond kan
raken. Gebruik het koffiezetapparaat niet in de open
lucht. Zet het apparaat niet op zeer hete oppervlakken
en in de buurt van open vuur, om te vermijden dat de
behuizing smelt of op andere wijze beschadigd raakt.
Reiniging
Alvorens het apparaat te reinigen dient men de
hoofdschakelaar (7) op -0- te zetten en vervolgens de
stekker uit het stopcontact te halen. Wacht bovendien
tot het apparaat is afgekoeld. Dompel het apparaat
nooit onder in water! Het is streng verboden te
proberen reparaties te verrichten aan het binnenwerk
van het apparaat.
Ruimte voor het gebruik en het onderhoud
Voor een juiste, goede werking van het koffiezetapparaat
wordt het volgende geadviseerd:
Kies een vlakke ondergrond om het apparaat op te
zetten;
Kies een voldoende verlichte, hygiënische ruimte
met een gemakkelijk te bereiken stopcontact;
Zorg voor de minimum afstand tussen de wanden
en het apparaat. Deze worden op de afbeelding
aangegeven.
Bewaren van het apparaat
Als het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt, moet
het worden uitgeschakeld en moet de stekker uit het
stopcontact worden gehaald.
Bewaar het op een droge plaats, buiten het bereik
van kinderen.
Bescherm het apparaat tegen stof en vuil.
Reparaties / Onderhoud
In het geval van storingen, defecten of vermoedelijke
defecten na een val, moet de stekker onmiddellijk uit
het stopcontact worden gehaald.
Schakel een defect apparaat nooit in.
Alleen erkende servicecentra mogen ingrepen en
82
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - INSTALLATIE
reparaties verrichten.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
een erkend servicecentrum.
In het geval van ingrepen die niet correct zijn uitge-
voerd, wordt elke aansprakelijkheid voor eventuele
schade afgewezen.
Brandpreventie
Gebruik brandblusapparaten met kooldioxyde (CO
2
),
in het geval van brand. Gebruik geen water of poe-
derblusapparaten.
Legenda componenten apparaat
Koffiebonenhouder
Deksel koffiebonenhouder
Knop afstelling maling
Knop afstelling dosis
Deksel doseerder gemalen koffie
Blad voor koffiekopjes
Hoofdschakelaar (ON/OFF)
Deksel waterreservoir
Waterreservoir
Koffiediklaatje
Elektriciteitssnoer
Druppelbakje + rooster
Niveauvlotter druppelbakje
In hoogte verstelbaar koffiemondstuk
Stoom-/heetwaterpijp
Voordeurtje
Stoomafgifteknop
Koffie-afgiftegroep
Sleutel koffie-afgiftegroep
Reinigingsborsteltje
Maatbekertje gemalen koffie
Bedieningspaneel
Knop afstellen hoeveelheid koffie in kopje
Toets afgifte koffie
Lampje temperatuur bereikt/ koffiefunctie
Knop keuze gemalen koffie
Lampje keuze gemalen koffie
Knop keuze stoomwerking
Lampje keuze stoomwerking
Lampje apparaat in werking
Lampje alarmsignalering
4 INSTALLATIE
Neem, voor uw eigen veiligheid en die van anderen,
de “Veiligheidsvoorschriftenvan hoofdstuk 3
nauwgezet in acht.
4.1 Verpakking
De originele verpakking is ontworpen en gerealiseerd
om het apparaat te beschermen tijdens het transport.
Men raadt aan de verpakking te bewaren voor even-
tueel transport in de toekomst.
4.2 Werkzaamheden vooraf
Haal het druppelbakje (12) met het rooster uit de
verpakking.
Haal het koffiezetapparaat uit de verpakking en
zet het op een geschikte plaats, die voldoet aan
de gestelde eisen die worden beschreven in de
veiligheidsvoorschriften (hoofdst.3.)
Breng het druppelbakje (12) aan op zijn plaats
in het apparaat; controleer of het bakje zelf, de
opvanglade (10) en de koffie-afgiftegroep (18)
correct geplaatst zijn en of het voordeurtje (16)
dicht is.
Plaats het deksel van de koffiebonenhouder
(2) op de koffiebonenhouder (1). Houd het
reingingsborsteltje (20), de sleutel van de koffie-
afgiftegroep (19) en het maatbekertje voor de
gemalen koffie (21) bij de hand.
Alvorens de stekker in het stopcontact te steken
dient men te controleren of de hoofdschakelaar (7)
op -0- staat.
Het knipperen van het rode lampje (30) bij het aanzetten
van het apparaat wil zeggen dat een van de eerder
beschreven onderdelen niet goed geplaatst is.
Belangrijke Opmerking: het is belangrijk
hoofdstuk 14 te lezen, waarin gedetailleerd
de betekenis wordt uitgelegd van alle signaleringen
van het apparaat door middel van de lampjes op het
bedieningspaneel.
4.3 Eerste inschakelingEerste inschakeling
Haal het waterreservoir (9) weg door het op
te tillen en verwijder het deksel (8). Spoel het om
en vul het met vers water; men raadt aan om het
reservoir niet te vol te maken. Zet het reservoir weer
op zijn plaats en plaats het deksel (8) erop.
83
INSTALLATIE - KOFIEMOLEN - AFSTELLING KOFFIEDOSIS
Doe uitsluitend vers water zonder koolzuur
in het reservoir (9). Warm water of andere
vloeistoffen kunnen het reservoir en/of het
apparaat beschadigen. Schakel het apparaat niet
in zonder water: controleer of er voldoende water
in het reservoir zit.
Verwijder het deksel (2) en doe de koffiebonen
in de houder (1).
Alléén koffiebonen in de houder (1) doen.
Gemalen en gelyofiliseerde koffie of ander
materiaal berokkenen het apparaat schade.
Plaats het deksel (2) op de koffiehouder (1).
Steek de stekker (11) in een geschikt stopcontact.
De hoofdschakelaar (7) van het apparaat staat
gewoonlijk op -0-. Men zet het apparaat aan door
op de knop (7) te drukken; het lampje (29) van het
bedieningspaneel gaat dan branden.
Om het circuit te vullen dient men de stoompijp
(15) op het druppelbakje te richten en vervolgens de
knop (17) tegen de klok in te draaien en te wachten
tot het water op regelmatige wijze uit de stoompijp
komt. Om de afgifte van water te stoppen dient men
de knop (17) met de klok mee te draaien.
Opmerking: alvorens het apparaat voor het
eerst aan te zetten, in het geval het lange
tijd niet wordt gebruikt of als het waterreservoir
helemaal leeggeraakt is, is het raadzaam het circuit
te vullen.
Als de bovenstaande handelingen zijn voltooid, is
het apparaat klaar voor het gebruik.
Voor de afgifte van koffie, warm water of stoom en
voor het juiste gebruik van het apparaat dient men
zich zorgvuldig aan de hieropvolgende instructies
te houden.
5 KOFIEMOLEN
Let op! Men mag alleen draaien aan de knop
voor de afstelling van de maling, die zich aan
de binnenkant van de koffiehouder bevindt, wanneer
de koffiemolen in werking is. Geen gemalen en/of
glyofiliseerde koffie in de koffiebonenhouder doen.
Het is verboden om iets anders dan
koffiebonen te gebruiken. De koffiemolen
bevat elementen die bewegen en die gevaarlijk
kunnen zijn. Het is verboden om er de vingers of
voorwerpen in te stoppen. Alvorens werkzaamheden
in de koffiehouder uit te voeren dient men de
hoofdschakelaar uit te schakelen en de stekker uit het
stopcontact te halen. Geen koffiebonen toevoegen
gedurende de werking van de koffiemolen.
De kwaliteit en de smaak van de koffie zijn behalve
van de melange ook afhankelijk van de maling. Het
apparaat heeft een knop (3) om de maling in te stellen.
Men dient daaraan te draaien als de koffiemolen in
werking is. De cijfers op de knop duiden op de mate
van maling. Elke machine is in de fabriek afgesteld op
een gemiddelde maling. Als de maling te fijn is, dient
men de knop naar de hogere cijfers te draaien, als de
maling te grof is naar de lagere cijfers.
Men merkt het verschil in maling pas na de afgifte van
drie/vier kopjes koffie.
Gebruik een koffiebonenmelange voor espresso-
apparaten. Stel niet af op te hoge of te lage nummers
(bijv. 1 16). Gebruik in deze gevallen ander
koffiemelanges. Bewaar de koffie op koele plaatsen,
in een hermetisch afgesloten houder.
De maling moet afgesteld worden indien de koffieafgifte
niet goed is.
Te snelle afgifte = maling is te grof- De knop moet op
de lagere nummers gezet worden.
Geen afgifte of druppelsgewijs = maling is te fijn- De
knop moet op de hogere nummers gezet worden.
6 AFSTELLING KOFFIEDOSIS
Het is mogelijk om de hoeveelheid koffie (dosis)
die men wenst te malen, af te stellen. De dosis wordt
door de fabriek afgesteld op een gemiddeld niveau dat
overeenkomt met de wensen van de meeste klanten;
streepje (A) op de hoogte van (B). Door de knop (4)
in de koffiehouder tegen de wijzers van de klok in te
draaien wordt de dosis gemalen koffie verhoogd, met
de wijzers van de klok mee, wordt deze verlaagd.
De dosis moet afgesteld worden alvorens op de koffie-
afgiftetoets te drukken. Met dit systeem verkrijgt men
84
AFGIFTE VAN KOFFIE'
een optimale afgifte bij alle soorten koffie die in de
handel verkrijgbaar zijn.
7 AFGIFTE VAN KOFFIE
Opmerking: als het apparaat geen koffie
afgeeft, moet worden gecontroleerd of het
waterreservoir water bevat; op de linkerkant van
het apparaat kan het waterniveau in het reservoir
worden gecontroleerd.
Vóór de afgifte van koffie dient men
te controleren of het groene lampje
“temperatuur bereikt” (24) continu brandt en of
het water- en koffiereservoir vol zijn.
Zet 1 of 2 kopjes onder de afgiftemondstukken
(14); u kunt het mondstuk in hoogte regelen, zodat
het zich aanpast aan uw kopjes.
Het mondstuk kan worden verplaatst voor het
gebruik van grote kopjes. Duw om grote kopjes te
gebruiken het mondstuk zover als het gaat met de
hand naar het apparaat. (gebruik in dit geval slechts
één kopje per keer). Om het mondstuk in de ideale
gebruikspositie te brengen moet het in de buitenste
stand worden getrokken. Men dient te controleren
of het geblokkeerd is.
De gewenste hoeveelheid koffie met behulp van
de knop (22) in het kopje laten lopen: als men met
de wijzers van de klok mee draait, krijgt men meer
koffieafgifte, tegen de wijzers van de klok in minder
koffieafgifte.
Opmerking: als de niveauvlotter (13) stijgt,
wordt geadviseerd het opvangbakje te
legen.
7.1 Afgifte bij koffiebonen
Voor koffieafgifte dient men op de toets (23) te
drukken, vervolgens begint de afgiftecyclus: Voor
1 kopje koffie een keer op de toets (23) drukken;
voor 2 kopjes koffie tweemaal achter elkaar op de
toets (23) drukken.
Bij deze werkwijze maalt en doseert het
apparaat automatisch de juiste hoeveelheid
koffie; voor de bereiding van twee kopjes koffie
worden twee maling- en twee afgiftecyclussen
automatisch door het apparaat uitgevoerd.
Nadat de koffie de pre-infusiecyclus uitgevoerd
heeft, komt de koffie uit de afgiftemond (14).
De afgifte van de koffie stopt automatisch wanneer
het niveau dat met de knop (22) ingesteld is, bereikt
wordt; niettemin kan men de afgifte stoppen door
op de toets (23) te drukken.
7.2 Afgifte bij gemalen koffie
Men dient in de doseerder (5) alléén ge-
malen koffie voor espresso-apparaten te
doen: koffiebonen, gelyofiliseerde koffie of ander
materiaal zijn schadelijk voor het apparaat.
Het is verboden uw vingers in het apparaat
te steken omdat het bewegende onderdelen
bevat.
Gebruik alleen het maatbekertje (21) dat bij het
apparaat geleverd wordt om de juiste hoeveelheid
gemalen koffie voor de doseerder te nemen
Doe er maar één maatbekertje gemalen
koffie per keer in; voor twee kopjes koffie
moet men tweemaal achter elkaar de cyclus
uitvoeren.
Druk op de toets (25) om de functie te kiezen; het
lampje (26) gaat aan.
Doe het deksel van de doseerder voor gemalen
koffie (5) omhoog.
Neem met het doseerbekertje (21) een koffiedosis:
verwijder de overtollige gemalen koffie van het
maatbekertje.
Doe de gemalen koffie in de doseerder.
Sluit het deksel (5).
Voor afgifte van koffie dient men op de toets te
drukken (23), vervolgens start de afgiftecyclus.
Nadat de koffie de pre-infusiecyclus uitgevoerd
heeft, komt de koffie uit de afgiftemond (14).
De afgifte van de koffie stopt automatisch wanneer
het niveau dat met de knop (22) ingesteld is, bereikt
is; niettemin kan men de afgifte stoppen door op de
toets (23) te drukken.
Vervolgens gaat het apparaat weer op de normale
werking over (zie par. 7.1).
85
WAFGIFTE HEET WATER - AFGIFTE STOOM - REINIGING EN ONDERHOUD
8 AFGIFTE HEET WATER
Let op: aan het begin van de afgifte kunnen
er spatten heet water naar buiten komen:
brandwondengevaar. De heetwaterpijp kan zeer
heet worden: kom er niet met de handen aan.
Controleer vóór afgifte van heet water of het groene
lampje van de temperatuur (24) brandt.
Ga, met het apparaat gereed voor afgifte van koffie,
als volgt te werk:
Zet een kop en/of een bak onder de heetwater-
/stoompijp (15).
Draai de knop (17) tegen de klok in.
Laat de gewenste hoeveelheid water naar buiten
komen: Draai de knop (17) met de klok mee om de
afgifte van water te stoppen. Het apparaat gaat terug
naar zijn normale werking.
9 AFGIFTE STOOM/HET ZETTEN
VAN EEN CAPPUCCINO
De stoom kan worden gebruik om de melk te
kloppen voor cappuccino, maar ook om dranken te
verwarmen.
Gevaar voor brandwonden! Aan het begin
van de afgite kunnen er spatten heet water
naar buiten komen. Het afgiftepijpje kan zeer
heet worden: raak het niet rechtstreeks aan met
uw handen.
Druk op de toets (27) terwijl het apparaat gereed
is voor afgifte van koffie.
Het apparaat heeft ‘n bepaalde tijd nodig voor de
voorverwarming
Wacht vóór stoomafgifte tot het groene lampje van
de temperatuur (28) is gaan branden
Richt de stoompijp (15) op de druppelbak, draai de
knop (17) “Warm water/stoom” even open zodat het
overgebleven water uit de stoompijp kan komen:
na enkele momenten zal er stoom naar buiten
komen.
Sluit de knop (17).
Vul 1/3 van de houder die u wilt gebruiken voor het
maken van een cappuccino met koude melk.
Voor het beste resultaat bij het maken van
een cappuccino, moeten koude melk en
een koud kopje worden gebruikt.
Dompel het stoompijpje onder in de melk die
verwarmd moet worden en open de knop (17);
laat de houder met langzame bewegingen van
beneden naar boven draaien, voor een gelijkmatige
schuimvorming.
Na de stoom gedurende de gewenste tijd te hebben
gebruikt sluit u de knop (17).
Hetzelfde systeem kan worden gebruikt voor het
verwarmen van andere dranken.
Maak na deze handelingen het stoompijpje schoon
met een vochtige doek.
9.1 Overgang van stoom op koffie
Men dient voor afgifte van koffie op de toets (27)
te drukken.
Bij het overgaan van afgifte stoom op afgifte koffie
knipperen de lampjes (24) en (28) tegelijkertijd
en ze geven aan dat het apparaat een te hoge
temperatuur heeft voor afgifte van koffie.
Voor afgifte van koffie moet men water weg laten
lopen door aan de stoomknop (17) te draaien
totdat het lampje “temperatuur bereikt” continu blijft
branden.
10 REINIGING EN ONDERHOUD
Algemene reiniging
Het onderhoud en de reiniging kunnen alleen
worden uitgevoerd als het apparaat koud is en
losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
Dompel het apparaat niet onder in water en zet
geen onderdelen in de vaatwasmachine.
Gebruik geen scherpe voorwerpen of agressieve
chemische producten (oplosmiddelen) voor de
reiniging.
Het wordt geadviseerd het waterreservoir
dagelijks schoon te maken:
- Haal het filter (C) dat in het reservoir zit weg en
maakt het schoon onder stromend drinkwater.
- Plaats het filter (C) terug in zijn behuizing, door er
86
REINIGING EN ONDERHOUD - ONTKALKING
zachtjes op te drukken en tegelijkertijd een beetje
te draaien.
- Vul het reservoir met vers drinkwater.
Bij gebruik de doseerder voor gemalen koffie
dagelijks reinigen:
- Pak het bijgeleverde kwastje, reinig de doseerder.
Gebruik een zachte doek met weinig water om het
apparaat schoon te maken.
Droog het apparaat en/of de componenten ervan
nooit in een magnetron en/of een oven.
Maak de ruimte en de afgiftegroep schoon,
wij adviseren om de opvanglade (10) dagelijks te
legen.
Het koffiemondstuk (14) kan worden weggehaald
voor reiniging; spoel de afgiftekanalen zorgvuldig
met warm water.
10.1 Afgiftegroep
De afgiftegroep (18) moet telkens wanneer
de houder met gemalen koffie wordt gevuld,
schoongemaakt worden, of minstens eenmaal per
week.
Schakel het apparaat uit door de keuzeschakelaar
(7) in de stand -0- te draaien, en trek de stekker uit
het stopcontact.
Haal vervolgens de opvanglade (10) en het
druppelbakje (12) weg, en open vervolgens het
deurtje (16).
Haal de afgiftegroep (18) weg met de
daarvoor bestemde handgreep en door op de
toets «PRESS» te drukken. De afgiftegroep mag
alleen worden afgewassen met warm water zonder
afwasmiddel.
Controleer of de twee stalen filters geen
koffieresten bevatten. Het bovenste filter kan worden
verwijderd door de plastic pen tegen de klok in los
te schroeven met de bijgeleverde sleutel (19).
Was alle onderdelen van de afgiftegroep af en maak
ze zorgvuldig droog.
Plaats het filter terug en schroef de plastic pen
zorgvuldig terug met behulp van de sleutel.
Maak de ruimte nauwkeurig schoon.
Zet de afgiftegroep weer met de handgreep
terug in de daarvoor bestemde ruimte, totdat hij
vasthaakt.
Sluit vervolgens het deurtje en plaats de opvanglade
en het druppelbakje weer.
11 ONTKALKING
Kalkvorming ontstaat wanneer het apparaat gebruikt
wordt; ontkalking is eens in de 3-4 maanden nodig
of wanneer men een verminderde watertoevoer
waarneemt.
Indien men zelf wil ontkalken, kan
men een niet toxisch en/of schadelijk
onkalkingsmiddel ge-bruiken dat normaal in de
handel verkrijgbaar is.
Let op! Gebruik in geen geval azijn als
ontkalkingsmiddel.
Meng het ontkalkingsmiddel met water,
zoals aangegeven op de verpakking van het
ontkalkingsmiddel, en vul het waterreservoir.
Zet het apparaat aan met de hoofdschakelaar (7).
Richt het stoompijpje (15) op het druppelbakje.
Laat met tussenpozen (een kopje per keer)
de hele inhoud uit het waterreservoir komen door
de stoomknop (17) tegen de klok in te draaien; om
de afgifte te stoppen draait u de knop (17) met de
klok mee.
Tijdens de intervallen moet u het product ongeveer
10-15 minuten laten inwerken en dient u het
apparaat uit te zetten door de hoofdschakelaar (7)
op -0- te zetten.
Als de ontkalkingsoplossing op is, moet het
waterreservoir worden omgespoeld en met vers
water worden gevuld.
Zet het apparaat aan met de hoofdschakelaar.
Leeg 2/3 van de inhoud van het waterreservoir
door de stoomknop (17) tegen de klok in te draaien;
om de afgifte te stoppen draait u de knop (17) met
de klok mee.
Laat het apparaat warm worden en leeg de
resterende inhoud van het waterreservoir door de
stoomknop (17) tegen de klok in te draaien; stop
de afgifte door de knop (17) met de klok mee te
draaien.
Als er een ander product gebruikt wordt,
raadt men aan de aanwijzingen op te volgen
van de fabrikant van het ontkalkingsproduct, die
op de verpakking vermeld worden.
87
INFORMATIE VAN JURIDISCHE AARD - VERWERKING ALS AFVAL
12 INFORMATIE VAN JURIDISCHE
AARD
Deze instructies bevatten de informatie die nodig is
voor een correct gebruik, voor de bediening en voor
een zorgvuldig onderhoud van het apparaat.
Deze kennis, en het in acht nemen van deze
instructies vormen een voorwaarde om het apparaat
zonder risico’s in volledig veilige omstandigheden
te kunnen gebruiken en onderhouden.
Als nadere informatie gewenst wordt, of als er
bijzondere problemen ontstaan waarvan men
denkt dat die in de instructies voor het gebruik
niet duidelijk genoeg zijn uitgelegd, verzoeken wij
u contact op te nemen met de plaatselijke dealer
of rechtstreeks met de fabrikant.
Wij wijzen er verder op dat de inhoud van deze
instructies geen deel uitmaakt van een vorige
of al bestaande conventie, overeenkomst of
juridisch contract en dat ze er de inhoud niet van
veranderen.
Alle plichten van de fabrikant zijn gebaseerd op het
betreffende verkoopcontract dat ook het volledige
en exclusieve regelement bevat met betrekking tot
de garantievoorwaarden.
De contractuele garantievoorschriften worden
noch beperkt, noch uitgebreid op grond van deze
uitleg.
De instructies voor het gebruik bevatten informatie
die beschermd wordt door het auteursrecht.
Het is verboden deze te fotokopiëren of in een
andere taal te vertalen, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de fabrikant.
13 VERWERKING ALS AFVAL
Maak het apparaat dat niet meer gebruikt wordt,
onbruikbaar.
Haal de stekker uit het stopcontact en snijd de
elektrische kabel door.
Overhandig het niet meer gebruikte apparaat aan
een afvalverzamelcentrum.
88
LAMPJES BEDIENINGSPANEEL
14 LAMPJES BEDIENINGSPANEEL
Signaleringen Oorzaken Oplossingen
Groen lampje (29)
Machine aan
Groen lampje (24) brandt con-
tinu
Machine optemperatuur bereikt”:
- voor afgifte van koffie;
- voor afgifte van heet water.
Groen lampje (24) knippert
Machine warmt op voor afgifte
koffie en warm water
Groen lampje (26) brandt con-
tinu
Machine geeft koffie af (gemalen)
Groen lampje (28) brandt con-
tinu
Machine op “temperatuur bereikt”
voor afgifte stoom
Groen lampje (28) knippert
Machine warmt op voor afgifte
stoom
Groen lampje (24) knippert
Groen lampje (28)knippert
tegelijkertijd
Apparaat oververhit; het apparaat
kan zo geen koffie afgeven
Men dient water in de druppelbak te
laten lopen door aan de stoomknop
(17) te draaien totdat het rode
lampje “temperatuur gereed” (24)
continu blijft branden en het
groene lampje (28) uitgaat.
Rood lampje (30) brandt con-
tinu
Onvoldoende water in het reservoir Het reservoir met vers water vullen,
het circuit vullen en de procedure
opnieuw starten.
Reservoir koffie leeg Het reservoir met koffiebonen
vullen en de procedure opnieuw
starten.
Rood lampje (30) knippert
Afgiftegroep, koffiediklaatje,
druppelbak, voordeurtje niet op
de juiste plaats voor de werking
van het apparaat
Controleren of alle onderdelen op
hun juiste plaats zitten
89
PROBLEMEN - OORZAKEN - OPLOSSINGEN
Problemen Oorzaken Oplossingen
Het apparaat gaat niet aan Het apparaat is niet op het elektri-
citeitsnet aangesloten
Sluit het apparaat aan op het
elektriciteitsnet
Het deurtje is open Sluit het deurtje
De koffie is niet warm genoeg De kopjes zijn koud Verwarm de kopjes
Er komt geen water of stoom naar
buiten
Het gat van de stoompijp is ver-
stopt
Reinig het gat van de stoompijp
met een knopspeld
De koffie heeft weinig crema De melange is niet goed of de
koffie is niet versgebrand of de
maling is te grof
Verander van melange of stel de
maling in zoals in par. 5 staat.
Verhoog de dosis, par.6
Het apparaat wordt te langzaam
warm of er komt te weinig water
uit de pijp
Het circuit van het apparaat is
verstopt door kalkafzetting
Ontkalk het apparaat
Het lukt niet om de afgiftegroep te
verwijderen
De afgiftegroep zit niet op zijn
plaats
Zet het apparaat aan. Doe het
deurtje dicht.De afgiftegroep
gaat automatisch terug naar de
beginpositie
Koffiediklaatje aanwezig Verwijder het koffiediklaatje
alvorens de afgiftegroep weg te
halen
Er komt geen koffie naar buiten Water ontbreekt Vul het waterreservoir en vul het
circuit (Par.4.3)
Groep vuil Reinig de afgiftegroep (Par.10.1)
Grote hoeveelheid Verminder de hoeveelheid (Par.6)
Circuit niet gevuld Vul het circuit (Par.4.3)
De koffie komt langzaam naar
buiten
Grote hoeveelheid Verminder de hoeveelheid (Par.6)
Te fijne koffie Verander van melange of stel de
maling in zoals in par. 5 staat.
Verhoog de dosis, par.6
Circuit niet gevuld Vul het circuit (Par.4.3)
Afgiftegroep vuil Maak de afgiftegroep schoon
(Par.10.1)
Koffie komt baar buiten uit het
afgiftemondstuk
Afgiftemondstuk niet in juiste
positie
Zet het afgiftemondstuk weer op
zijn plaats
Afgiftemondstuk verstopt Maak het afgiftemondstuk en zijn
gaten schoon
Bij defecten die niet in deze tabel staan of wanneer de oplossingen de defecten niet verhelpen, dient
men zich tot een servicecentrum te wenden.

Documenttranscriptie

78 BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN Bij het gebruik van elektrische huishoudelijke apparaten is het raadzaam enkele voorzorgsmaatregelen in acht te nemen, om brandgevaar, elektrische schokken en/of dergelijke ongelukken zoveel mogelijk te voorkomen. 1 Aandachtig alle aanwijzingen en informatie in deze gebruiksaanwijzing en andere folders lezen, die zich in de verpakking mochten bevinden, voordat het espresso apparaat wordt gebruikt. 2 De hete oppervlakken niet aanraken. 3 Geen kabels, stekkers of het apparaat zelf in water of andere vloeistoffen onderdompelen om brandgevaar, elektrische schokken of ongelukken te vermijden. 4 Extra goed opletten indien het apparaat gebruikt wordt met kinderen in de buurt. 5 De stekker uit het stopcontact trekken als het apparaat niet gebruikt of gereinigd wordt. Wachten totdat het apparaat afgekoeld is voordat de onderdelen verwijderd worden of aangebracht, ook in geval van reiniging. 6 Het apparaat niet gebruiken als de kabel of stekker beschadigd zijn ofwel in geval van schade of breuk. Het apparaat laten controleren of repareren bij het dichtstbijzijnde servicecentrum. 7 Door het gebruik van niet door de producent aangeraden onderdelen kan er schade aan dingen of letsel aan personen worden aangericht. 8 Het espresso apparaat nooit in de open lucht gebruiken. 9 De kabel niet van de tafel laten hangen en niet met hete oppervlakken in aanraking laten komen. 10 Het espresso apparaat uit de buurt van warmtebronnen houden. 11 Controleren dat het espresso apparaat altijd in de stand “0” (uit) staat, voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken. Indien men het apparaat uitschakelen wil,de machine uitzetten en dan de stekker uit het stopcontact trekken. 12 Het apparaat mag alleen voor huishoudelijk gebruik gebruikt worden. 13 Uiterst goed opletten tijdens het gebruik van de stoom. GELIEVE DEZE GEBRUIKSAANWIJZINGEN TE BEWAREN WAARSCHUWING Het espresso apparaat is alleen maar voor huishoudelijk gebruik geschikt. Al de servicewerkzaamheden of reparaties, behalve de reiniging en het normale onderhoud moeten door een bevoegd Servicecentrum uitgevoerd worden. Het apparaat niet in water onderdompelen. Elke reparatie dient door een bevoegd Servicecentrum te worden uitgevoerd. 1 Controleren dat de aangetoonde spanning op het plaatje overeenkomt met de spanning van het stopcontact. 2 Nooit lauw of warm water gebruiken, om het waterreservoir te vullen. Alleen maar koud water gebruiken. 3 De warme onderdelen van het apparaat en de voedingskabel tijdens de werking niet met de handen aanraken. 4 Nooit reinigen met schuurmiddelen of scherp gereedschap. Een met water bevochtigde zachte doek is voldoende. 5 Gebruik mineraalwater zonder koolzuur, om de vorming van kalkaanslag te vermijden. AANWIJZINGEN OVER DE ELEKTRICITEITSKABEL A Er wordt een nogal kort elektriciteitssnoer geleverd om te voorkomen dat het in elkaar draait of dat u erover kunt struikelen. B Er kan een verlengsnoer gebruikt worden. C Als u een verlengsnoer gebruikt, controleer dan: 1 of de spanning die op het verlengsnoer vermeld is minstens gelijk is aan de spanning van het apparaat; 2 of er een stekker aan zit met drie pinnen met aarde (als het snoer van het apparaat van dit type is); 3 of het snoer niet van de tafel hangt zodat u er niet over kunt struikelen. ALGEMEENALGEMEEN - TECHNISCHE GEGEVENS 1 ALGEMEEN Het koffiezetapparaat is geschikt voor het zetten van espressokoffie met het gebruik van zowel koffiebonen als gemalen koffie en is uitgerust met een installatie voor afgifte van stoom en warm water. Het apparaat heeft een elegant design, is ontworpen voor huishoudelijk gebruik en is niet geschikt voor continu, professioneel gebruik. Let op. Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor eventuele schade in het geval van: • foutief gebruik en gebruik dat niet in overeenstemming is met de beoogde doelen; • reparaties die niet zijn uitgevoerd bij de erkende assistentiecentra; • onklaar gemaakt elektriciteitssnoer; • onklaar gemaakte componenten van het apparaat; • gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen en accessoires. In deze gevallen komt de garantie te vervallen. 1.1 Om het lezen te vergemakkelijken De waarschuwingsdriehoek geeft alle belangrijke aanwijzingen voor de veiligheid van de gebruiker aan. Houdt u nauwgezet aan deze aanwijzingen om ernstige verwondingen te vermijden! Voor de verwijzingen naar illustraties, onderdelen van het apparaat en bedieningsorganen worden cijfers en letters gebruikt, zoals in het voorbeeld de verwijzing naar illustratie 2 van deze paragraaf. Dit symbool wijst op informatie waaraan grotere aandacht geschonken moet worden, voor een beter gebruik van het apparaat. De illustraties die corresponderen met de tekst bevinden zich op de uitklapbare binnenkaft. Houd deze pagina open terwijl u de instructies leest. 79 1.2 Gebruik van deze instructies Bewaar deze instructies op een veilige plaats, en doe ze bij het koffiezetapparaat als iemand anders het apparaat gaat gebruiken. Voor nadere informatie of in het geval van problemen die niet helemaal of slechts onvoldoende in deze aanwijzingen worden behandeld, kunt u zich wenden tot de Erkende Sevicecentra. 2 TECHNISCHE GEGEVENS • Nominale spanning Zie het plaatje op het apparaat • Nominaal vermogen Zie het plaatje op het apparaat • Materiaal behuizing Thermoplastisch • Afmetingen (l x a x p) (mm) 390 x 380 x 330 • Gewicht (Kg) 8,7 • Lengte snoer (mm) 1200 • Bedieningspaneel Frontaal • Waterreservoir Uittrekbaar • Voeding Zie het plaatje op het apparaat • Waterreservoir (lt.) 1,7 • Inhoud koffiehouder (gr) 350 koffiebonen • Pompdruk (bar) 13-15 • Verwarmingselement Aluminium • Veiligheidsvoorziening Veiligheidsdrukventiel verwarmingselement; veiligheidsthermotaat. Wijzigingen in de bouw en de uitvoering, t.g.v. technologische vooruitgang, voorbehouden. Apparaat in overeenstemming met de Europese richtlijn 89/336/EEG (Wetsdecreet 476 del 04/12/92), inzake de opheffing van radiostoringen. 81 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Laat onderdelen die onder stroom staan nooit in aanraking komen met water: gevaar voor kortsluiting! Oververhitte stroom en heet water kunnen brandwonden veroorzaken! Richt nooit stralen stoom of heet water op lichaamsdelen, wees voorzichtig bij het aanraken van het mondstuk voor stoom/heet water: gevaar voor brandwonden! Bestemming Het koffiezetapparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. In verband met risico’s is het verboden technische wijzigingen aan te brengen of het apparaat te gebruiken voor ongeoorloofde doeleinden! Het koffiezetapparaat mag alleen door volwassenen worden gebruikt die in goede fysieke en psychische gezondheid verkeren. Elektrische voeding Sluit het koffiezetapparaat uitsluitend aan op een geschikt stopcontact. De spanning moet corresponderen met de spanning die vermeld staat op het plaatje van het apparaat. Snoer Gebruik het koffiezetapparaat nooit als het snoer defect is. Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de fabrikant of zijn klantenservice vervangen worden. Laat het snoer niet over hoeken of scherpe randen lopen of over zeer hete voorwerpen, en bescherm het tegen olie. Draag of trek het koffiezetapparaat niet aan het snoer. Trek de stekker niet aan het snoer uit het stopcontact en raak hem niet met natte handen aan. Zorg ervoor dat het snoer niet vrij omlaag hangt van tafels of planken. Bescherming van andere personen Controleer of kinderen niet de mogelijkheid hebben om met het koffiezetapparaat te spelen. Kinderen hebben geen besef van gevaren die verbonden zijn aan elektrische huishoudelijke apparatenI. Gevaar voor verbranding Zorg ervoor dat de straal oververhitte stoom en/of water niet op uzelf of anderen wordt gericht: gevaar voor brandwonden. Gebruik altijd de handgrepen of knoppen die op het apparaat aanwezig zijn. Plaatsing Zet het koffiezetapparaat op een veilige plek, waar niemand het kan omstoten of erdoor verwond kan raken. Gebruik het koffiezetapparaat niet in de open lucht. Zet het apparaat niet op zeer hete oppervlakken en in de buurt van open vuur, om te vermijden dat de behuizing smelt of op andere wijze beschadigd raakt. Reiniging Alvorens het apparaat te reinigen dient men de hoofdschakelaar (7) op -0- te zetten en vervolgens de stekker uit het stopcontact te halen. Wacht bovendien tot het apparaat is afgekoeld. Dompel het apparaat nooit onder in water! Het is streng verboden te proberen reparaties te verrichten aan het binnenwerk van het apparaat. Ruimte voor het gebruik en het onderhoud Voor een juiste, goede werking van het koffiezetapparaat wordt het volgende geadviseerd: • Kies een vlakke ondergrond om het apparaat op te zetten; • Kies een voldoende verlichte, hygiënische ruimte met een gemakkelijk te bereiken stopcontact; • Zorg voor de minimum afstand tussen de wanden en het apparaat. Deze worden op de afbeelding aangegeven. Bewaren van het apparaat Als het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt, moet het worden uitgeschakeld en moet de stekker uit het stopcontact worden gehaald. Bewaar het op een droge plaats, buiten het bereik van kinderen. Bescherm het apparaat tegen stof en vuil. Reparaties / Onderhoud In het geval van storingen, defecten of vermoedelijke defecten na een val, moet de stekker onmiddellijk uit het stopcontact worden gehaald. Schakel een defect apparaat nooit in. Alleen erkende servicecentra mogen ingrepen en 82 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - INSTALLATIE reparaties verrichten. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum. In het geval van ingrepen die niet correct zijn uitgevoerd, wordt elke aansprakelijkheid voor eventuele schade afgewezen. 4 Brandpreventie 4.1 Verpakking Gebruik brandblusapparaten met kooldioxyde (CO2), in het geval van brand. Gebruik geen water of poederblusapparaten. Legenda componenten apparaat Koffiebonenhouder Deksel koffiebonenhouder Knop afstelling maling Knop afstelling dosis Deksel doseerder gemalen koffie Blad voor koffiekopjes Hoofdschakelaar (ON/OFF) Deksel waterreservoir Waterreservoir Koffiediklaatje Elektriciteitssnoer Druppelbakje + rooster Niveauvlotter druppelbakje In hoogte verstelbaar koffiemondstuk Stoom-/heetwaterpijp Voordeurtje Stoomafgifteknop Koffie-afgiftegroep Sleutel koffie-afgiftegroep Reinigingsborsteltje Maatbekertje gemalen koffie Bedieningspaneel Knop afstellen hoeveelheid koffie in kopje Toets afgifte koffie Lampje temperatuur bereikt/ koffiefunctie Knop keuze gemalen koffie Lampje keuze gemalen koffie Knop keuze stoomwerking Lampje keuze stoomwerking Lampje apparaat in werking Lampje alarmsignalering INSTALLATIE Neem, voor uw eigen veiligheid en die van anderen, de “Veiligheidsvoorschriften” van hoofdstuk 3 nauwgezet in acht. De originele verpakking is ontworpen en gerealiseerd om het apparaat te beschermen tijdens het transport. Men raadt aan de verpakking te bewaren voor eventueel transport in de toekomst. 4.2 Werkzaamheden vooraf • Haal het druppelbakje (12) met het rooster uit de verpakking. • Haal het koffiezetapparaat uit de verpakking en zet het op een geschikte plaats, die voldoet aan de gestelde eisen die worden beschreven in de veiligheidsvoorschriften (hoofdst.3.) • Breng het druppelbakje (12) aan op zijn plaats in het apparaat; controleer of het bakje zelf, de opvanglade (10) en de koffie-afgiftegroep (18) correct geplaatst zijn en of het voordeurtje (16) dicht is. • Plaats het deksel van de koffiebonenhouder (2) op de koffiebonenhouder (1). Houd het reingingsborsteltje (20), de sleutel van de koffieafgiftegroep (19) en het maatbekertje voor de gemalen koffie (21) bij de hand. • Alvorens de stekker in het stopcontact te steken dient men te controleren of de hoofdschakelaar (7) op -0- staat. Het knipperen van het rode lampje (30) bij het aanzetten van het apparaat wil zeggen dat een van de eerder beschreven onderdelen niet goed geplaatst is. Belangrijke Opmerking: het is belangrijk hoofdstuk 14 te lezen, waarin gedetailleerd de betekenis wordt uitgelegd van alle signaleringen van het apparaat door middel van de lampjes op het bedieningspaneel. 4.3 Eerste inschakelingEerste inschakeling • Haal het waterreservoir (9) weg door het op te tillen en verwijder het deksel (8). Spoel het om en vul het met vers water; men raadt aan om het reservoir niet te vol te maken. Zet het reservoir weer op zijn plaats en plaats het deksel (8) erop. INSTALLATIE - KOFIEMOLEN - AFSTELLING KOFFIEDOSIS Doe uitsluitend vers water zonder koolzuur in het reservoir (9). Warm water of andere vloeistoffen kunnen het reservoir en/of het apparaat beschadigen. Schakel het apparaat niet in zonder water: controleer of er voldoende water in het reservoir zit. • Verwijder het deksel (2) en doe de koffiebonen in de houder (1). Alléén koffiebonen in de houder (1) doen. Gemalen en gelyofiliseerde koffie of ander materiaal berokkenen het apparaat schade. • Plaats het deksel (2) op de koffiehouder (1). • Steek de stekker (11) in een geschikt stopcontact. • De hoofdschakelaar (7) van het apparaat staat gewoonlijk op -0-. Men zet het apparaat aan door op de knop (7) te drukken; het lampje (29) van het bedieningspaneel gaat dan branden. • Om het circuit te vullen dient men de stoompijp (15) op het druppelbakje te richten en vervolgens de knop (17) tegen de klok in te draaien en te wachten tot het water op regelmatige wijze uit de stoompijp komt. Om de afgifte van water te stoppen dient men de knop (17) met de klok mee te draaien. Opmerking: alvorens het apparaat voor het eerst aan te zetten, in het geval het lange tijd niet wordt gebruikt of als het waterreservoir helemaal leeggeraakt is, is het raadzaam het circuit te vullen. • Als de bovenstaande handelingen zijn voltooid, is het apparaat klaar voor het gebruik. • Voor de afgifte van koffie, warm water of stoom en voor het juiste gebruik van het apparaat dient men zich zorgvuldig aan de hieropvolgende instructies te houden. 5 KOFIEMOLEN Let op! Men mag alleen draaien aan de knop voor de afstelling van de maling, die zich aan de binnenkant van de koffiehouder bevindt, wanneer de koffiemolen in werking is. Geen gemalen en/of glyofiliseerde koffie in de koffiebonenhouder doen. 83 Het is verboden om iets anders dan koffiebonen te gebruiken. De koffiemolen bevat elementen die bewegen en die gevaarlijk kunnen zijn. Het is verboden om er de vingers of voorwerpen in te stoppen. Alvorens werkzaamheden in de koffiehouder uit te voeren dient men de hoofdschakelaar uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Geen koffiebonen toevoegen gedurende de werking van de koffiemolen. De kwaliteit en de smaak van de koffie zijn behalve van de melange ook afhankelijk van de maling. Het apparaat heeft een knop (3) om de maling in te stellen. Men dient daaraan te draaien als de koffiemolen in werking is. De cijfers op de knop duiden op de mate van maling. Elke machine is in de fabriek afgesteld op een gemiddelde maling. Als de maling te fijn is, dient men de knop naar de hogere cijfers te draaien, als de maling te grof is naar de lagere cijfers. Men merkt het verschil in maling pas na de afgifte van drie/vier kopjes koffie. Gebruik een koffiebonenmelange voor espressoapparaten. Stel niet af op te hoge of te lage nummers (bijv. 1 –16). Gebruik in deze gevallen ander koffiemelanges. Bewaar de koffie op koele plaatsen, in een hermetisch afgesloten houder. De maling moet afgesteld worden indien de koffieafgifte niet goed is. Te snelle afgifte = maling is te grof- De knop moet op de lagere nummers gezet worden. Geen afgifte of druppelsgewijs = maling is te fijn- De knop moet op de hogere nummers gezet worden. 6 AFSTELLING KOFFIEDOSIS Het is mogelijk om de hoeveelheid koffie (dosis) die men wenst te malen, af te stellen. De dosis wordt door de fabriek afgesteld op een gemiddeld niveau dat overeenkomt met de wensen van de meeste klanten; streepje (A) op de hoogte van (B). Door de knop (4) in de koffiehouder tegen de wijzers van de klok in te draaien wordt de dosis gemalen koffie verhoogd, met de wijzers van de klok mee, wordt deze verlaagd. De dosis moet afgesteld worden alvorens op de koffieafgiftetoets te drukken. Met dit systeem verkrijgt men 84 AFGIFTE VAN KOFFIE' een optimale afgifte bij alle soorten koffie die in de handel verkrijgbaar zijn. worden twee maling- en twee afgiftecyclussen automatisch door het apparaat uitgevoerd. 7 • Nadat de koffie de pre-infusiecyclus uitgevoerd heeft, komt de koffie uit de afgiftemond (14). • De afgifte van de koffie stopt automatisch wanneer het niveau dat met de knop (22) ingesteld is, bereikt wordt; niettemin kan men de afgifte stoppen door op de toets (23) te drukken. AFGIFTE VAN KOFFIE Opmerking: als het apparaat geen koffie afgeeft, moet worden gecontroleerd of het waterreservoir water bevat; op de linkerkant van het apparaat kan het waterniveau in het reservoir worden gecontroleerd. Vóór de afgifte van koffie dient men te controleren of het groene lampje “temperatuur bereikt” (24) continu brandt en of het water- en koffiereservoir vol zijn. Zet 1 of 2 kopjes onder de afgiftemondstukken (14); u kunt het mondstuk in hoogte regelen, zodat het zich aanpast aan uw kopjes. • Het mondstuk kan worden verplaatst voor het gebruik van grote kopjes. Duw om grote kopjes te gebruiken het mondstuk zover als het gaat met de hand naar het apparaat. (gebruik in dit geval slechts één kopje per keer). Om het mondstuk in de ideale gebruikspositie te brengen moet het in de buitenste stand worden getrokken. Men dient te controleren of het geblokkeerd is. • De gewenste hoeveelheid koffie met behulp van de knop (22) in het kopje laten lopen: als men met de wijzers van de klok mee draait, krijgt men meer koffieafgifte, tegen de wijzers van de klok in minder koffieafgifte. 7.2 Afgifte bij gemalen koffie Men dient in de doseerder (5) alléén gemalen koffie voor espresso-apparaten te doen: koffiebonen, gelyofiliseerde koffie of ander materiaal zijn schadelijk voor het apparaat. • legen. Opmerking: als de niveauvlotter (13) stijgt, wordt geadviseerd het opvangbakje te 7.1 Afgifte bij koffiebonen • Voor koffieafgifte dient men op de toets (23) te drukken, vervolgens begint de afgiftecyclus: Voor 1 kopje koffie een keer op de toets (23) drukken; voor 2 kopjes koffie tweemaal achter elkaar op de toets (23) drukken. Bij deze werkwijze maalt en doseert het apparaat automatisch de juiste hoeveelheid koffie; voor de bereiding van twee kopjes koffie bevat. Het is verboden uw vingers in het apparaat te steken omdat het bewegende onderdelen • Gebruik alleen het maatbekertje (21) dat bij het apparaat geleverd wordt om de juiste hoeveelheid gemalen koffie voor de doseerder te nemen Doe er maar één maatbekertje gemalen koffie per keer in; voor twee kopjes koffie moet men tweemaal achter elkaar de cyclus uitvoeren. • Druk op de toets (25) om de functie te kiezen; het lampje (26) gaat aan. • Doe het deksel van de doseerder voor gemalen koffie (5) omhoog. • Neem met het doseerbekertje (21) een koffiedosis: verwijder de overtollige gemalen koffie van het maatbekertje. • Doe de gemalen koffie in de doseerder. • Sluit het deksel (5). • Voor afgifte van koffie dient men op de toets te drukken (23), vervolgens start de afgiftecyclus. • Nadat de koffie de pre-infusiecyclus uitgevoerd heeft, komt de koffie uit de afgiftemond (14). • De afgifte van de koffie stopt automatisch wanneer het niveau dat met de knop (22) ingesteld is, bereikt is; niettemin kan men de afgifte stoppen door op de toets (23) te drukken. • Vervolgens gaat het apparaat weer op de normale werking over (zie par. 7.1). WAFGIFTE HEET WATER - AFGIFTE STOOM - REINIGING EN ONDERHOUD 8 AFGIFTE HEET WATER Let op: aan het begin van de afgifte kunnen er spatten heet water naar buiten komen: brandwondengevaar. De heetwaterpijp kan zeer heet worden: kom er niet met de handen aan. • Controleer vóór afgifte van heet water of het groene lampje van de temperatuur (24) brandt. Ga, met het apparaat gereed voor afgifte van koffie, als volgt te werk: • Zet een kop en/of een bak onder de heetwater/stoompijp (15). • Draai de knop (17) tegen de klok in. • Laat de gewenste hoeveelheid water naar buiten komen: Draai de knop (17) met de klok mee om de afgifte van water te stoppen. Het apparaat gaat terug naar zijn normale werking. 9 AFGIFTE STOOM/HET ZETTEN VAN EEN CAPPUCCINO De stoom kan worden gebruik om de melk te kloppen voor cappuccino, maar ook om dranken te verwarmen. Gevaar voor brandwonden! Aan het begin van de afgite kunnen er spatten heet water naar buiten komen. Het afgiftepijpje kan zeer heet worden: raak het niet rechtstreeks aan met uw handen. • Druk op de toets (27) terwijl het apparaat gereed is voor afgifte van koffie. Het apparaat heeft ‘n bepaalde tijd nodig voor de voorverwarming • Wacht vóór stoomafgifte tot het groene lampje van de temperatuur (28) is gaan branden • Richt de stoompijp (15) op de druppelbak, draai de knop (17) “Warm water/stoom” even open zodat het overgebleven water uit de stoompijp kan komen: na enkele momenten zal er stoom naar buiten komen. • Sluit de knop (17). • Vul 1/3 van de houder die u wilt gebruiken voor het maken van een cappuccino met koude melk. 85 Voor het beste resultaat bij het maken van een cappuccino, moeten koude melk en een koud kopje worden gebruikt. • Dompel het stoompijpje onder in de melk die verwarmd moet worden en open de knop (17); laat de houder met langzame bewegingen van beneden naar boven draaien, voor een gelijkmatige schuimvorming. • Na de stoom gedurende de gewenste tijd te hebben gebruikt sluit u de knop (17). • Hetzelfde systeem kan worden gebruikt voor het verwarmen van andere dranken. Maak na deze handelingen het stoompijpje schoon met een vochtige doek. 9.1 Overgang van stoom op koffie • Men dient voor afgifte van koffie op de toets (27) te drukken. • Bij het overgaan van afgifte stoom op afgifte koffie knipperen de lampjes (24) en (28) tegelijkertijd en ze geven aan dat het apparaat een te hoge temperatuur heeft voor afgifte van koffie. • Voor afgifte van koffie moet men water weg laten lopen door aan de stoomknop (17) te draaien totdat het lampje “temperatuur bereikt” continu blijft branden. 10 REINIGING EN ONDERHOUD Algemene reiniging • Het onderhoud en de reiniging kunnen alleen worden uitgevoerd als het apparaat koud is en losgekoppeld van het elektriciteitsnet. • Dompel het apparaat niet onder in water en zet geen onderdelen in de vaatwasmachine. • Gebruik geen scherpe voorwerpen of agressieve chemische producten (oplosmiddelen) voor de reiniging. Het wordt geadviseerd het waterreservoir dagelijks schoon te maken: - Haal het filter (C) dat in het reservoir zit weg en maakt het schoon onder stromend drinkwater. - Plaats het filter (C) terug in zijn behuizing, door er 86 zachtjes op te drukken en tegelijkertijd een beetje te draaien. - Vul het reservoir met vers drinkwater. Bij gebruik de doseerder voor gemalen koffie dagelijks reinigen: - Pak het bijgeleverde kwastje, reinig de doseerder. • Gebruik een zachte doek met weinig water om het apparaat schoon te maken. • Droog het apparaat en/of de componenten ervan nooit in een magnetron en/of een oven. • Maak de ruimte en de afgiftegroep schoon, wij adviseren om de opvanglade (10) dagelijks te legen. • Het koffiemondstuk (14) kan worden weggehaald voor reiniging; spoel de afgiftekanalen zorgvuldig met warm water. 10.1 Afgiftegroep • De afgiftegroep (18) moet telkens wanneer de houder met gemalen koffie wordt gevuld, schoongemaakt worden, of minstens eenmaal per week. • Schakel het apparaat uit door de keuzeschakelaar (7) in de stand -0- te draaien, en trek de stekker uit het stopcontact. • Haal vervolgens de opvanglade (10) en het druppelbakje (12) weg, en open vervolgens het deurtje (16). • Haal de afgiftegroep (18) weg met de daarvoor bestemde handgreep en door op de toets «PRESS» te drukken. De afgiftegroep mag alleen worden afgewassen met warm water zonder afwasmiddel. • Controleer of de twee stalen filters geen koffieresten bevatten. Het bovenste filter kan worden verwijderd door de plastic pen tegen de klok in los te schroeven met de bijgeleverde sleutel (19). • Was alle onderdelen van de afgiftegroep af en maak ze zorgvuldig droog. • Plaats het filter terug en schroef de plastic pen zorgvuldig terug met behulp van de sleutel. • Maak de ruimte nauwkeurig schoon. • Zet de afgiftegroep weer met de handgreep terug in de daarvoor bestemde ruimte, totdat hij vasthaakt. • Sluit vervolgens het deurtje en plaats de opvanglade en het druppelbakje weer. REINIGING EN ONDERHOUD - ONTKALKING 11 ONTKALKING Kalkvorming ontstaat wanneer het apparaat gebruikt wordt; ontkalking is eens in de 3-4 maanden nodig of wanneer men een verminderde watertoevoer waarneemt. Indien men zelf wil ontkalken, kan men een niet toxisch en/of schadelijk onkalkingsmiddel ge-bruiken dat normaal in de handel verkrijgbaar is. Let op! Gebruik in geen geval azijn als ontkalkingsmiddel. • Meng het ontkalkingsmiddel met water, zoals aangegeven op de verpakking van het ontkalkingsmiddel, en vul het waterreservoir. • Zet het apparaat aan met de hoofdschakelaar (7). • Richt het stoompijpje (15) op het druppelbakje. • Laat met tussenpozen (een kopje per keer) de hele inhoud uit het waterreservoir komen door de stoomknop (17) tegen de klok in te draaien; om de afgifte te stoppen draait u de knop (17) met de klok mee. • Tijdens de intervallen moet u het product ongeveer 10-15 minuten laten inwerken en dient u het apparaat uit te zetten door de hoofdschakelaar (7) op -0- te zetten. • Als de ontkalkingsoplossing op is, moet het waterreservoir worden omgespoeld en met vers water worden gevuld. • Zet het apparaat aan met de hoofdschakelaar. • Leeg 2/3 van de inhoud van het waterreservoir door de stoomknop (17) tegen de klok in te draaien; om de afgifte te stoppen draait u de knop (17) met de klok mee. • Laat het apparaat warm worden en leeg de resterende inhoud van het waterreservoir door de stoomknop (17) tegen de klok in te draaien; stop de afgifte door de knop (17) met de klok mee te draaien. Als er een ander product gebruikt wordt, raadt men aan de aanwijzingen op te volgen van de fabrikant van het ontkalkingsproduct, die op de verpakking vermeld worden. INFORMATIE VAN JURIDISCHE AARD - VERWERKING ALS AFVAL 12 INFORMATIE VAN JURIDISCHE AARD • Deze instructies bevatten de informatie die nodig is voor een correct gebruik, voor de bediening en voor een zorgvuldig onderhoud van het apparaat. • Deze kennis, en het in acht nemen van deze instructies vormen een voorwaarde om het apparaat zonder risico’s in volledig veilige omstandigheden te kunnen gebruiken en onderhouden. • Als nadere informatie gewenst wordt, of als er bijzondere problemen ontstaan waarvan men denkt dat die in de instructies voor het gebruik niet duidelijk genoeg zijn uitgelegd, verzoeken wij u contact op te nemen met de plaatselijke dealer of rechtstreeks met de fabrikant. • Wij wijzen er verder op dat de inhoud van deze instructies geen deel uitmaakt van een vorige of al bestaande conventie, overeenkomst of juridisch contract en dat ze er de inhoud niet van veranderen. • Alle plichten van de fabrikant zijn gebaseerd op het betreffende verkoopcontract dat ook het volledige en exclusieve regelement bevat met betrekking tot de garantievoorwaarden. • De contractuele garantievoorschriften worden noch beperkt, noch uitgebreid op grond van deze uitleg. • De instructies voor het gebruik bevatten informatie die beschermd wordt door het auteursrecht. • Het is verboden deze te fotokopiëren of in een andere taal te vertalen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. 13 VERWERKING ALS AFVAL • Maak het apparaat dat niet meer gebruikt wordt, onbruikbaar. • Haal de stekker uit het stopcontact en snijd de elektrische kabel door. • Overhandig het niet meer gebruikte apparaat aan een afvalverzamelcentrum. 87 88 14 LAMPJES BEDIENINGSPANEEL LAMPJES BEDIENINGSPANEEL Signaleringen Oorzaken Groen lampje (29) Machine aan Oplossingen Groen lampje (24) brandt con- Machine op “temperatuur bereikt”: - voor afgifte van koffie; tinu - voor afgifte van heet water. Groen lampje (24) knippert Machine warmt op voor afgifte koffie en warm water Groen lampje (26) brandt con- Machine geeft koffie af (gemalen) tinu Groen lampje (28) brandt con- Machine op “temperatuur bereikt” voor afgifte stoom tinu Groen lampje (28) knippert Machine warmt op voor afgifte stoom Groen lampje (24) knippert Apparaat oververhit; het apparaat Men dient water in de druppelbak te kan zo geen koffie afgeven laten lopen door aan de stoomknop (17) te draaien totdat het rode lampje “temperatuur gereed” (24) continu blijft branden en het groene lampje (28) uitgaat. Groen lampje (28)knippert tegelijkertijd Rood lampje (30) brandt con- Onvoldoende water in het reservoir tinu Reservoir koffie leeg Rood lampje (30) knippert Het reservoir met vers water vullen, het circuit vullen en de procedure opnieuw starten. Het reservoir met koffiebonen vullen en de procedure opnieuw starten. Afgiftegroep, koffiediklaatje, Controleren of alle onderdelen op druppelbak, voordeurtje niet op hun juiste plaats zitten de juiste plaats voor de werking van het apparaat 89 PROBLEMEN - OORZAKEN - OPLOSSINGEN Problemen Oorzaken Het apparaat gaat niet aan Het apparaat is niet op het elektri- Sluit het apparaat aan op het citeitsnet aangesloten elektriciteitsnet De koffie is niet warm genoeg Oplossingen Het deurtje is open Sluit het deurtje De kopjes zijn koud Verwarm de kopjes Er komt geen water of stoom naar Het gat van de stoompijp is ver- Reinig het gat van de stoompijp buiten stopt met een knopspeld De koffie heeft weinig crema De melange is niet goed of de Verander van melange of stel de koffie is niet versgebrand of de maling in zoals in par. 5 staat. maling is te grof Verhoog de dosis, par.6 Het apparaat wordt te langzaam Het circuit van het apparaat is Ontkalk het apparaat warm of er komt te weinig water verstopt door kalkafzetting uit de pijp Het lukt niet om de afgiftegroep te De afgiftegroep zit niet op zijn Zet het apparaat aan. Doe het verwijderen plaats deurtje dicht.De afgiftegroep gaat automatisch terug naar de beginpositie Er komt geen koffie naar buiten Koffiediklaatje aanwezig Verwijder het koffiediklaatje alvorens de afgiftegroep weg te halen Water ontbreekt Vul het waterreservoir en vul het circuit (Par.4.3) Groep vuil Reinig de afgiftegroep (Par.10.1) Grote hoeveelheid Verminder de hoeveelheid (Par.6) Circuit niet gevuld Vul het circuit (Par.4.3) De koffie komt langzaam naar Grote hoeveelheid buiten Te fijne koffie Verminder de hoeveelheid (Par.6) Verander van melange of stel de maling in zoals in par. 5 staat. Verhoog de dosis, par.6 Circuit niet gevuld Vul het circuit (Par.4.3) Afgiftegroep vuil Maak de afgiftegroep schoon (Par.10.1) Koffie komt baar buiten uit het Afgiftemondstuk niet in juiste Zet het afgiftemondstuk weer op afgiftemondstuk positie zijn plaats Afgiftemondstuk verstopt Maak het afgiftemondstuk en zijn gaten schoon Bij defecten die niet in deze tabel staan of wanneer de oplossingen de defecten niet verhelpen, dient men zich tot een servicecentrum te wenden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90

Gaggia 740903208 Handleiding

Categorie
Koffie makers
Type
Handleiding