Wilo Wilo-Stratos PARA C Handleiding

Type
Handleiding
Pioneering for You
Wilo-Stratos PARA-C/-CZ
2226924 • Ed.01/2023-04
nl Inbouw- en bedieningsvoorschriften
Fig.I a:
Fig.I b:
Fig. II
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 5
Inhoudsopgave
1 Over deze handleiding...................................... 6
2 Veiligheid ........................................................... 6
2.1 Aanduiding van veiligheidsvoorschriften
..................................................................... 6
2.2 Personeelskwalificatie.............................. 7
2.3 Elektrische werkzaamheden.................... 8
2.4 Plichten van de gebruiker ........................ 9
2.5 Veiligheidsvoorschriften ........................10
3 Transport en opslag ........................................ 11
3.1 Transportinspectie..................................11
3.2 Transport- en opslagomstandigheden
...................................................................11
4 Toepassing en verkeerd gebruik ................... 12
4.1 Verwarmingsmedia .................................12
4.2 Gebruik in toepassingen met koelmidde-
len..............................................................13
4.3 Tapwater ..................................................14
4.4 Verkeerd gebruik.....................................14
5 Productgegevens ............................................ 14
5.1 Type-aanduiding.....................................14
5.2 Uitrustingsniveau....................................15
5.3 Technische gegevens ............................. 16
5.4 Leveringsomvang....................................17
5.5 Toebehoren..............................................17
6 Beschrijving en werking ................................. 17
6.1 Beschrijving van de pomp ......................17
6.2 Regelings- en communicatiefuncties..18
7 Installatie en elektrische aansluiting ............ 22
7.1 Installatie.................................................. 23
7.2 Elektrische aansluiting ...........................25
8 Inbedrijfname .................................................. 28
8.1 Vullen en ontluchten ..............................28
8.2 Regelingsmodus instellen......................29
8.3 Bedrijf bij externe doorstroming van de
pomp.........................................................29
9 Onderhoud ....................................................... 30
9.1 Product-levenscyclus.............................30
9.2 Uitbedrijfname.........................................30
9.3 Demontage/montage .............................30
10 Storingen, oorzaken en oplossingen..............32
10.1 Storingsoplossing ....................................32
10.2 Foutmeldingen.........................................32
11 Reserveonderdelen..........................................32
12 Afvoeren ...........................................................33
12.1 Informatie over het verzamelen van ge-
bruikte elektrische en elektronische pro-
ducten........................................................33
nl
6 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
1 Over deze handleiding
Deze handleiding is een vast bestanddeel van het product. Het naleven van deze handleiding is een vereiste
voor het correcte gebruik en de juiste bediening van het product:
Lees de inbouw- en bedieningsvoorschriften voor elk gebruik en bewaar ze ergens waar deze op elk mo-
ment kunnen worden geraadpleegd.
Informatie en aanduidingen aan de pomp moeten in acht worden genomen.
De geldende voorschriften op de plaats van installatie van de pomp in acht nemen.
Voor schade door het niet in acht nemen van deze handleiding wordt geen aansprakelijkheid aanvaard.
De taal van de originele inbouw- en bedieningsvoorschriften is Duits. Alle andere talen waarin deze inbouw-
en bedieningsvoorschriften beschikbaar zijn, zijn een vertaling van de originele inbouw- en bedieningsvoor-
schriften.
2 Veiligheid
Dit hoofdstuk bevat basisinstructies voor de afzonderlijke levensfa-
sen van het product. Het niet opvolgen van deze instructies kan lei-
den tot de volgende gevaren:
Gevaar voor personen door elektrische, mechanische en bacteriolo-
gische invloeden en door elektromagnetische velden
Gevaar voor het milieu door het lekken van gevaarlijke stoffen
Materiële schade
Uitvallen van belangrijke functies van het product
Niet uitvoeren van de voorgeschreven onderhouds- en reparatie-
procedures
Het niet opvolgen van de instructies leidt tot het vervallen van alle
aanspraken op schadevergoeding.
Let daarnaast op de instructies en veiligheidsvoorschriften in de
overige hoofdstukken!
2.1 Aanduiding van veiligheidsvoorschriften
In deze inbouw- en bedieningsvoorschriften worden veiligheidsvoor-
schriften ter voorkoming van materiële schade en letsel gebruikt en
verschillend weergegeven:
Veiligheidsvoorschriften ter voorkoming van letsel beginnen met
een signaalwoord en worden voorafgegaan door een overeenkom-
stig symbool.
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 7
Veiligheidsvoorschriften ter voorkoming van materiële schade be-
ginnen met een signaalwoord en worden zonder symbool weerge-
geven.
Signaalwoorden
GEVAAR!
Negeren leidt tot overlijden of tot zeer ernstig letsel!
WAARSCHUWING!
Negeren kan leiden tot (ernstig) letsel!
VOORZICHTIG!
Negeren kan leiden tot materiële schade, mogelijk met onherstel-
bare schade als gevolg.
LET OP!
Een nuttige aanwijzing voor het gebruik van het product
Symbolen
In deze inbouw- en bedieningsvoorschriften worden de volgende
symbolen gebruikt:
Algemeen gevarensymbool
Gevaar voor elektrische spanning
Waarschuwing voor hete oppervlak-
ken
Waarschuwing voor magnetische
velden
Aanwijzingen
2.2 Personeelskwalificatie
Het personeel moet:
Geïnstrueerd zijn over de plaatselijk geldige ongevallenpreventie-
voorschriften.
nl
8 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
De inbouw- en bedieningsvoorschriften gelezen en begrepen heb-
ben.
Het personeel moet de volgende kwalificaties hebben:
Werkzaamheden aan de elektrische installatie: Een elektromonteur
moet werkzaamheden aan de elektrische installatie uitvoeren.
Installatie-/demontagewerkzaamheden: De monteur moet een op-
leiding hebben gevolgd voor de omgang met de noodzakelijke ge-
reedschappen en bevestigingsmaterialen.
De bediening moet door personen worden uitgevoerd die geïnstru-
eerd zijn over de werking van de volledige installatie.
Onderhoudswerkzaamheden: De vakman moet vertrouwd zijn in de
omgang met de gebruikte bedrijfsstoffen en met het afvoeren van
deze stoffen.
Definitie 'Elektromonteur'
Een elektromonteur is een persoon met een geschikte vakopleiding,
kennis en ervaring, die de gevaren van elektriciteit kan herkennen en
voorkomen.
De verantwoordelijkheidsgebieden, bevoegdheden en bewaking van
het personeel moeten door de gebruiker worden gewaarborgd. Als
het personeel niet over de vereiste kennis beschikt, moet het worden
geschoold en geïnstrueerd. Indien nodig, kan dit in opdracht van de
gebruiker door de fabrikant van het product worden uitgevoerd.
2.3 Elektrische werkzaamheden
Elektrische werkzaamheden moeten door een elektromonteur wor-
den uitgevoerd.
De geldende nationale richtlijnen, normen en voorschriften evenals
de bepalingen van de plaatselijke energiebedrijven dienen te wor-
den opgevolgd bij het aansluiten op het lokale elektriciteitsnet.
Voor aanvang van alle werkzaamheden moet het product van het
elektriciteitsnet worden losgekoppeld en tegen herinschakelen
worden beveiligd.
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 9
De aansluiting moet met een lekstroom-veiligheidsschakelaar
(RCD) worden beveiligd.
Het product moet worden geaard.
Defecte kabels moeten direct door een elektromonteur worden
vervangen.
Open de regelmodule nooit en verwijder bedieningselementen
nooit.
2.4 Plichten van de gebruiker
Stel de inbouw- en bedieningsvoorschriften in de taal van het per-
soneel ter beschikking.
Zorg voor de vereiste opleiding van het personeel voor de aange-
geven werkzaamheden.
Regel de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het perso-
neel.
De vereiste beschermingsuitrustingen moeten ter beschikking
worden gesteld. Er moet voor worden gezorgd dat deze door het
personeel worden gedragen en/of gebruikt.
De aangebrachte veiligheids- en instructieplaatjes op het product
moeten permanent leesbaar worden gehouden.
Instrueer het personeel over de werking van de installatie.
Sluit risico's verbonden aan het gebruik van elektriciteit uit.
Voorzie onderdelen die gevaar kunnen opleveren (extreem koud,
extreem warm, draaiend enz.) van een door de klant te leveren aan-
rakingsbeveiliging.
Voer door lekkage vrijgekomen gevaarlijke vloeistof (bijv. explosief,
giftig, heet) zodanig af dat ze geen gevaar vormen voor mensen en
het milieu. Neem de nationale wetgeving in acht.
Houd licht ontvlambare materialen altijd uit de buurt van het pro-
duct.
Waarborg dat de voorschriften voor de ongevallenpreventie wor-
den nageleefd.
nl
10 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
Zorg ervoor dat de plaatselijke of algemene voorschriften [bijv. IEC,
VDE enz.] en de voorschriften van de plaatselijke energiebedrijven
worden opgevolgd.
Neem direct op het product aangebrachte aanwijzingen in acht en
houd deze permanent leesbaar:
Waarschuwingen en gevarenaanduidingen
Typeplaatje
Pijl voor de draairichting/symbool voor de stroomrichting
Opschrift van aansluitingen
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8jaar en ouder, evenals door
personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of geestelijke vaar-
digheden of gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt, indien zij
onder toezicht staan of over het veilige gebruik van het apparaat zijn
geïnstrueerd en de daaruit resulterende gevaren kennen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mogen
zonder toezicht niet worden uitgevoerd door kinderen.
2.5 Veiligheidsvoorschriften
Elektrische stroom
GEVAAR
Elektrische schok!
De pomp wordt elektrisch aangedreven. Bij stroomschokken bestaat er levensgevaar!
Werkzaamheden aan elektrische componenten mogen alleen door
elektriciens worden uitgevoerd.
Schakel vóór het uitvoeren van alle werkzaamheden de spannings-
voorziening uit (eventueel ook via SSM) en beveilig deze tegen op-
nieuw inschakelen. Vanwege de nog aanwezige aanraakspanning
die een gevaar vormt voor personen, mogen werkzaamheden aan
de pomp pas na 5 minuten worden uitgevoerd.
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 11
Regelmodule nooit openen en de bedieningselementen nooit ver-
wijderen.
Pomp uitsluitend met intacte elementen en aansluitleidingen ge-
bruiken.
Magneetveld
GEVAAR
Magneetveld!
De duurmagneetrotor in de pomp kan bij demontage levensgevaarlijk zijn voor personen met
medische implantaten (bijv. pacemaker).
De insteekset er nooit uitnemen.
Hete componenten
WAARSCHUWING
Hete componenten!
Pomphuis en natlopermotor kunnen heet worden en bij aanraking tot brandwonden leiden.
Tijdens het bedrijf alleen de regelmodule aanraken.
Pomp voor werkzaamheden altijd laten afkoelen.
Licht ontvlambare materialen uit de buurt houden.
3 Transport en opslag
3.1 Transportinspectie
Direct na ontvangst van het product:
Het product controleren op transportschade.
Bij vaststelling van transportschade binnen de vastgestelde tijd de vereiste maatregelen bij het transport-
bedrijf nemen.
3.2 Transport- en opslagomstandigheden
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade!
Ondeskundig transport en ondeskundige opslag kunnen materiële schade aan het product
veroorzaken.
nl
12 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door zacht geworden verpakking!
Zacht geworden verpakkingen verliezen hun stevigheid en kunnen door uitvallen van het
product leiden tot persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door gescheurde kunststofbanden!
Gescheurde kunststofbanden aan de verpakking heffen de transportbescherming op. Het
uitvallen van het product kan leiden tot persoonlijk letsel.
Bij transport en opslag de pomp incl. verpakking beschermen tegen vocht, vorst en mechanische bescha-
digingen.
Toegestaan temperatuurbereik tijdens het transport:
-25°C–+70°C
Toegelaten relatieve luchtvochtigheid tijdens het transport:
+5%...95%
In originele verpakking opslaan.
Opslag van de pomp met horizontale as en op een horizontale ondergrond. Op het verpakkingssymbool
(boven) letten.
Sla de pomp niet langer op dan 6 maanden.
Toegestaan temperatuurbereik tijdens de opslag:
-20°C...+60°C
Toegelaten relatieve luchtvochtigheid tijdens de opslag:
+5%...95%
4 Toepassing en verkeerd gebruik
WAARSCHUWING
De series Wilo-Stratos PARA-C voldoen niet aan de vereisten van de ATEX-richtlijn en zijn
niet geschikt voor de toepassing in ATEX-toepassingen!
4.1 Verwarmingsmedia
Hoogrendementcirculatiepompen van de serie Wilo-Stratos PARA-C dienen uitsluitend voor het circuleren
van medium in warm water-verwarmingsinstallaties en soortgelijke systemen, inclusief zonne-energie-in-
stallaties, met voortdurend wisselende transportstromen.
Toegestane vloeistoffen:
Verwarmingswater conform VDI 2035 deel1 en deel2, binnen de volgende grenzen:
Elektrische warmtegeleidbaarheid in het bereik 10 µ/cm tot 100 µS/cm
pH-waarde in het bereik van 8,2 tot 10,0
Water-glycol-mengsels, max. mengverhouding 1:1. Bij bijmenging van glycol de transportgegevens van de
pomp overeenkomstig de hogere viscositeit, afhankelijk van de procentuele mengverhouding, aanpassen.
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 13
4.2 Gebruik in toepassingen met koelmiddelen
De Wilo-Stratos PARA-C kan als apparaat worden gebruikt in warmtepompen of klimaatinstallaties die vol-
gens IEC60335-2-40 zijn ontworpen. De toegestane ontbrandbare koudemiddelen zijn beperkt tot die mid-
delen die volgens IEC 60335-2-40:2018-01 als compatibel zijn genoemd.
Koelmiddel
Omschrijving
Beveiligingsklasse Max. toegestane
oppervlaktetem-
peratuur volgens
IEC60335-2-40:20
18-01
(°C)
Stratos PARA-C
Pictogram op de pomp:
R-32 A2L 700 Compatibel
R-50 A3 545 niet toegestaan
R-142b A2L 650 niet toegestaan
R-143a A2L 650 niet toegestaan
R-152a A2 355 niet toegestaan
R-170 A3 415 niet toegestaan
R-E170 A3 135 niet toegestaan
R-290 A3 370 niet toegestaan
R-444B A2L 700 Compatibel
R-444A A2L 700 Compatibel
R-447B A2L 700 Compatibel
R-451A A2L 700 Compatibel
R-451B A2L 700 Compatibel
R-452B A2L 700 Compatibel
R-454A A2L 700 Compatibel
R-454B A2L 700 Compatibel
R-454C A2L 700 Compatibel
R-457A A2L 700 Compatibel
R-600 A3 265 niet toegestaan
R-600a A3 360 niet toegestaan
R-1270 A3 355 niet toegestaan
R-1234yf A2L 700 Compatibel
R-1234ze(E) A2L 700 Compatibel
nl
14 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
LET OP
Voor de meest voorkomende koudemiddelen is ook een pictogram op het producttypeplaat-
je aanwezig, om een snelle identificatie van de mogelijke toepassing van het product moge-
lijk te maken:
- R32:
4.3 Tapwater
Tapwater
De hoogrendementcirculatiepompen van de serie Wilo-Stratos PARA-CZ zijn geschikt voor toepassing in
tapwatercirculatiesystemen en andere drinkwatertoepassingen. In drinkwatertoepassingen mag de water-
temperatuur 80 °C niet overschrijden.
Een lijst met certificaten is te vinden in het certificeringsboekje.
Voor het doelmatige gebruik van de pomp moeten ook deze inbouw- en bedieningsvoorschriften en de in-
formatie en aanduidingen op de pomp in acht worden genomen.
Elke andere toepassing wordt beschouwd als verkeerd gebruik en leidt tot verlies van elke aansprakelijkheid.
4.4 Verkeerd gebruik
WAARSCHUWING
Verkeerd gebruik van de pomp kan tot gevaarlijke situaties en materiële schade leiden!
Niet-toegestane stoffen in de vloeistof kunnen de pomp vernielen! Door schurende vaste
stoffen (bijv. zand) neemt de slijtage van de pomp toe.
Nooit andere vloeistoffen gebruiken.
Licht ontvlambare materialen/vloeistoffen moeten altijd uit de buurt van het product worden gehouden.
Laat werkzaamheden nooit door onbevoegde personen uitvoeren.
Gebruik nooit buiten het aangegeven toepassingsgebied.
Voer nooit zelf ombouwwerkzaamheden uit.
Uitsluitend toegestane toebehoren en reserveonderdelen gebruiken.
Gebruik met pulsbreedtemodulatie is niet toegestaan.
5 Productgegevens
5.1 Type-aanduiding
Voorbeeld: Wilo-Stratos PARA-C 25-180-12-T01 3,2-3H-C4-AI
Stratos PARA Hoogrendementcirculatiepomp
-C
-CZ
Algemene toepassingsgebieden, verwarming, toepassing van zonne-energie
Tapwatertoepassingen
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 15
Voorbeeld: Wilo-Stratos PARA-C 25-180-12-T01 3,2-3H-C4-AI
25 Schroefdraadaansluiting:
25 = DN25 (RP1/G1½)
30 = DN30 (RP1¼/G2)
180 Bouwlengte in [mm]
12 Maximale pompdruk in meters waterkolom
T01 Uitrustingsniveau (let op de tabel 'Uitrustingsvarianten')
3,2 OPTIONEEL: Kabellengte in [m], indien afwijkend van de standaardwaarde
zonder vermelding: kabellengte 1,5m
3H OPTIONEEL: Positie van de elektronicamodule, indien niet seriematig:
zonder vermelding: 6H = 6uur tussen drukstuk en kabel
3H = 3uur tussen drukstuk en kabel
9H = 9uur tussen drukstuk en kabel
12H = 12uur tussen drukstuk en kabel
-C4 OPTIONEEL: Fabrieksinstelling
zonder vermelding: Bedieningsknop in positie "Ext. In"
C4 = bedieningsknop in positie Δp-c 4 m
V3 = bedieningsknop in positie Δp-v 3 m
...
AI OPTIONEEL: Verpakkingswijze
zonder vermelding: Verzamelverpakking
A = toebehoren is opgenomen in de verpakking
I = afzonderlijke verpakking
Tab.1: Type-aanduiding
5.2 Uitrustingsniveau
Ty-
penr.
Bedieningsknop Interne bestu-
ring
Δp-v
Interne bestu-
ring
Δp-c
Externe besturings-
functie
SSM
(verzamelsto-
ringsmelding)
T01 Analoog 0 ... 10 V met
kabelbreukfunctie
T02 Analoog 0 ... 10 V
zonder kabelbreuk-
functie
T03 ● ● Minimumtoerental*-
T06 - - - Analoog 0 ... 10 V met
kabelbreukfunctie
T08 - - - Analoog 0 ... 10 V
zonder kabelbreuk-
functie
T10 - - - PWM1 -
T11 - - - PWM 2 -
nl
16 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
Ty-
penr.
Bedieningsknop Interne bestu-
ring
Δp-v
Interne bestu-
ring
Δp-c
Externe besturings-
functie
SSM
(verzamelsto-
ringsmelding)
T12 - - - PWM1
T13 - - - PWM 2
T16 Analoog 0 ... 10 V met
kabelbreukfunctie
-
T17 Analoog 0 ... 10 V
zonder kabelbreuk-
functie
-
T18 - - - Analoog 0 ... 10 V met
kabelbreukfunctie
-
T19 - - - Analoog 0 ... 10 V
zonder kabelbreuk-
functie
-
T20 ● ● PWM1 -
T21 PWM 2 -
T22 ● ● PWM1
T24 PWM 2
T26 - - - Maximumtoerental*-
T27 ● ● Pomp stopt*-
T28 ● ● Maximumtoerental*-
*De pomp volgt deze instelling als de knop op "Ext. In" staat. In dit geval wordt de pomp niet extern aange-
stuurd.
Tab.2: Uitrustingsniveau
5.3 Technische gegevens
Technische gegevens
Aansluitspanning 1~230V +10%/-10%, 50/60Hz
Beschermingsklasse IPX4D
Isolatieklasse F
Energie Efficiëntie Index EEI Zie typeplaatje (Fig. I, pos.7)
Toegestane mediumtemperatuur -20°C...+95°C (+110°C met verminderd vermogen)
Toegestane mediumtemperatuur voor tapwa-
ter
0°C–+80°C
Toegestane omgevingstemperatuur -20°C–+40°C (+60°C met verminderd vermogen)
Max. werkdruk 10bar (1000kPa)
Emissie-geluidsniveau <38dB(A)1)
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 17
Technische gegevens
Installatiehoogte max. 2000m boven zeeniveau
Minimale toevoerdruk bij +95°C/+110°C 1,0bar/1,6bar (100kPa/160kPa)2)
1)Gerelateerd aan het punt met het hoogste rendement binnen de ontwerpvoorwaarden.
2)De waarden gelden tot 300 m boven de zeespiegel; toeslag voor hogere locaties: 0,01bar/100m hoogte-
toename.
Tab.3: Technische gegevens
LET OP
Zie voor gedetailleerde producteigenschappen de technische productcatalogus van Wilo.
5.4 Leveringsomvang
Hoogrendementcirculatiepomp
Inbouw- en bedieningsvoorschriften
5.5 Toebehoren
Toebehoren moet afzonderlijk besteld worden, gedetailleerde opsomming en beschrijving, zie catalogus.
Volgend toebehoren is verkrijgbaar:
Warmte-isolatieschaal voor verwarmingssystemen
Koude-isolatieschalen voor koelsystemen
6 Beschrijving en werking
6.1 Beschrijving van de pomp
De hoogrendementcirculatiepompen Wilo-Stratos PARA-C (Fig. I) zijn natlopers, bestaande uit een hoogeffi-
ciënte hydraulica, een elektronisch gecommuteerde motor (ECM) met duurmagneetrotor en een geïnte-
greerde verschildrukregeling. Op het motorhuis bevindt zich een elektronische regelmodule met geïnte-
greerde frequentieomvormer. Regelingsmodus en opvoerhoogte (verschildruk) zijn in te stellen. De verschil-
druk wordt geregeld via het toerental van de pomp.
Overzicht
Pos. Omschrijving
1 Pomphuis met schroefdraadaansluitingen
2 Natlopermotor
3 Uitlooplabyrinten (4x aan de wand)
4 Schroeven van het huis
5 Regelmodule
6 Bedieningsknop voor instelling van de pomp
7 Typeplaatje
8 Instelbereik Ext. In
9 Instelbereik verschildruk constant (Δp-c)
10 Instelbereik verschildruk variabel (Δp-v)
nl
18 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
11 Signaalkabelaansluiting
12 Netkabelaansluiting
6.2 Regelings- en communicatiefuncties
Variabele verschildruk Δp-v
H max
H
H min
Hs
Q
Hs
1
/
2
Aanbeveling bij tweepijpsverwarmingssystemen met radiatoren voor het reduceren van stromingsgeluiden
aan thermostaatventielen. De pomp reduceert de opvoerhoogte tot de helft bij een dalend debiet in het lei-
dingnet. Besparing van elektrische energie door de aanpassing van de opvoerhoogte aan de debietbehoefte
en geringere doorstromingshoeveelheid.
Constante verschildruk Δp-c
H max
H
H min
Hs
Q
Aanbeveling bij vloerverwarmingen of bij grote leidingen of alle toepassingen zonder veranderlijke buisnet-
werkkarakteristiek (bijv. oplaadpompen), alsmede enkele-buis-verwarmingssystemen met radiatoren. De re-
geling houdt de ingestelde opvoerhoogte constant, onafhankelijk van het getransporteerde debiet.
Constant toerental
H
n s
n max
n min
Q
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 19
Aanbeveling voor installaties met onveranderlijke installatieweerstand die een constant debiet vragen. De
regeling houdt het ingestelde toerental constant, onafhankelijk van het getransporteerde debiet.
PWMIn type1
In de PWM 1-modus wordt het toerental van de pomp afhankelijk van het PWM-ingangssignaal geregeld.
Gedrag bij kabelbreuk:
Als de signaalkabel van de pomp wordt losgekoppeld, bijv. door een kabelbreuk, versnelt de pomp naar het
maximale toerental.
max
n/¹/min
min
0 5 85 88 93 100 PWM %
PWM 1-signaalingang (%) Reactie van de pomp
<5 Pomp draait bij maximaal toerental.
5...85 Het toerental van de pomp daalt lineair van nmax naar nmin.
85...93 (bedrijf) Pomp draait bij minimaal toerental (bedrijf).
85...88 (start) Pomp draait bij minimaal toerental (start).
93...100 Pomp stopt (standby).
PWMIn type2
In de PWM 2-modus wordt het toerental van de pomp afhankelijk van het PWM-ingangssignaal geregeld.
Gedrag bij kabelbreuk:
Als de signaalkabel van de pomp wordt losgekoppeld, bijv. door een kabelbreuk, blijft de pomp stilstaan.
nl
20 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
max
min
0 7 12 15 95 100 PWM %
n/¹/min
PWM 2-signaalingang (%) Reactie van de pomp
<7 Pomp stopt (standby).
7...15 (bedrijf) Pomp draait bij minimaal toerental.
12...15 (start) Pomp draait bij minimaal toerental.
15...95 Het toerental van de pomp stijgt lineair van nmin naar nmax.
>95 Pomp draait bij maximaal toerental.
Besturingsingang 'Analoog in 0 ... 10 V' met kabelbreukfunctie
De regeling van de pomp gebeurt volgens een analoog signaal in het bereik van 0 ... 10 V. Gedrag bij kabel-
breuk: Als de signaalkabel van de pomp wordt losgekoppeld, bijv. door een kabelbreuk, verlaagt de pomp
naar het minimale toerental.
nmax
n/ 1/min
nmin
Off
123 10 U/V
0,5
Ingang analoge signalering
(V)
Reactie van de pomp
<0,5 Pomp draait bij minimaal toerental (noodbedrijf).
0,5...1 Pomp stopt.
1…3 (bedrijf) Pomp draait bij minimaal toerental.
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 21
Ingang analoge signalering
(V)
Reactie van de pomp
2...3 (start) Pomp draait bij minimaal toerental.
3...10 Het toerental van de pomp stijgt lineair van nmin naar nmax.
Besturingsingang 'Analoog in 0 ... 10 V' zonder kabelbreukfunctie
De aansturing van de pomp gebeurt volgens een analoog signaal in het bereik van 0 ... 10 V. Gedrag bij kabel-
breuk: Als de signaalkabel van de pomp wordt losgekoppeld, bijv. door een kabelbreuk, blijft de pomp stil-
staan.
nmax
n/ 1/min
nmin
Off
123 10 U/V
Ingang analoge signalering
(V)
Reactie van de pomp
<1 Pomp stopt.
1…3 (bedrijf) Pomp draait bij minimaal toerental.
2...3 (start) Pomp draait bij minimaal toerental.
3...10 Het toerental van de pomp stijgt lineair van nmin naar nmax.
Verzamelstoringsmelding SSM
Storingen leiden altijd tot het activeren van de verzamelstoringsmelding 'SSM' via een relais. Het contact van
de verzamelstoringsmelding (potentiaalvrij verbreekcontact) kan alleen voor het verkrijgen van ontstane
foutmeldingen aan de installatie worden aangesloten.
Het interne contact is gesloten wanneer de pomp stroomloos is en er geen storing of uitval van de regelmo-
dule is opgetreden.
Het interne contact is geopend wanneer de pomp een storing herkent.
Het gedrag van de SSM-functie wordt gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk 'Storingen, oorzaken, op-
lossingen'.
nl
22 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
7 Installatie en elektrische aansluiting
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Werkzaamheden aan de pomp/installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd als deze
spanningsvrij zijn!
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok!
De afdekking van de regelmodule mag nooit worden geopend.
Het openen van de regelmodule leidt tot het vervallen van de garantie.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok! Generator- of turbinebedrijf bij
doorstroming van de pomp!
Ook zonder module (zonder elektrische aansluiting) kan op de motorcontacten een spanning
staan die bij aanraking gevaarlijk kan zijn.
Doorstroming van de pomp tijdens de montage/demontagewerkzaamheden vermijden!
Aanwezige afsluitarmaturen voor en achter de pomp afsluiten!
Als er geen afsluitarmaturen aanwezig zijn, moet de gehele installatie worden leeggemaakt!
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Werkzaamheden aan de pomp/installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd bij mechani-
sche stilstand en met geschikte gereedschappen.
WAARSCHUWING
Heet oppervlak!
De volledig pomp kan zeer heet worden. Er bestaat gevaar voor brandwonden!
Pomp voor werkzaamheden altijd laten afkoelen!
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 23
7.1 Installatie
7.1.1 Installatie voorbereiden
Installatie uitsluitend door gekwalificeerde specialisten laten uitvoeren.
Houd voor de installatie rekening met de volgende punten:
Installatie binnen een gebouw:
Pomp in een droge, goed geventileerde en vorstvrije ruimte installeren.
Installatie buiten een gebouw (buitenopstelling):
Pomp in een pompput met afdekking of in een kast/huis als bescherming tegen weersinvloeden installe-
ren.
Directe zonnestraling op de pomp voorkomen.
Bescherm de pomp tegen regen.
Motor en elektronica voortdurend beluchten, om oververhitting te voorkomen.
Toegestane media- en omgevingstemperaturen niet over- of onderschrijden.
Selecteer een goed toegankelijke installatieplaats.
Toegestane inbouwpositie (Fig.II) van de pomp in acht nemen.
VOORZICHTIG
Door een verkeerde inbouwpositie kan de pomp beschadigd raken!
Inbouwplaats kiezen in overeenstemming met de toegestane inbouwpositie (Fig.II).
De motor moet altijd horizontaal worden geïnstalleerd.
Voor en achter de pomp afsluitarmaturen inbouwen, zodat de pomp gemakkelijker kan worden vervangen.
De bovenste afsluitarmatuur zijwaarts uitlijnen.
VOORZICHTIG
Lekwater kan de regelmodule beschadigen!
De bovenste afsluitarmatuur zo uitlijnen dat lekwater niet op de regelmodule kan druppelen.
Als de regelmodule met vloeistof besproeid is, moet de interface afgedroogd worden.
Indien de pomp in de aanvoer van open installaties wordt gemonteerd, de veiligheidsaanvoer vóór de
pomp aftakken (EN12828).
Voor de installatie van de pomp moeten alle las- en soldeerwerkzaamheden worden uitgevoerd.
Leidingsysteem spoelen.
VOORZICHTIG
Verontreinigingen in het leidingsysteem kunnen de pomp tijdens het bedrijf onherstelbaar
beschadigen!
Voor de installatie van de pomp moet het leidingsysteem worden gespoeld.
Pomp niet voor het spoelen van het leidingsysteem gebruiken.
nl
24 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
7.1.2 Pomp monteren
WAARSCHUWING
Levensgevaar door magneetveld!
Voor personen met medische implantaten (bijv. pacemaker) bestaat er levensgevaar vanwe-
ge de in de pomp aanwezige permanente magneet.
Volg de algemene richtlijnen die gelden voor de omgang met elektrische apparaten!
Nooit de motor verwijderen!
LET OP
De magneet binnenin de motor is niet gevaarlijk zolang de motor volledig is gemonteerd.
WAARSCHUWING
Ondeskundige installatie kan leiden tot lichamelijk letsel!
Er bestaat gevaar voor letsel door naar beneden vallen van de pomp/motor!
Er bestaat gevaar voor beknelling!
Pomp/motor indien nodig met geschikte hijswerktuigen beveiligen tegen naar beneden vallen.
Als de pomp moet worden getransporteerd, mag deze alleen aan de motor/het pomphuis worden gedra-
gen. Nooit aan de regelmodule of de kabel!
VOORZICHTIG
Ondeskundige installatie kan leiden tot materiële schade!
Installatie alleen door gekwalificeerd personeel laten uitvoeren!
Neem nationale en regionale voorschriften in acht!
Bij de inbouw van de pomp dient u op het volgende te letten:
Richtingspijl op het pomphuis in acht nemen.
Mechanisch spanningsvrij met horizontaal liggende natlopermotor(Fig. I, pos.2) installeren.
Afdichtingen aan de schroefdraadaansluitingen plaatsen.
Leidingkoppelingen erop schroeven.
De pomp met een steeksleutel tegen verdraaiing beveiligen en met de leidingen dicht schroeven.
7.1.3 Isolatie van de pomp in verwarmingsinstallaties
Warmte-isolatieschalen (optioneel toebehoren) zijn alleen bij verwarmingstoepassingen met vloeistoftem-
peraturen vanaf +20 °C toegestaan, aangezien deze warmte-isolatieschalen het pomphuis niet diffusiedicht
omsluiten.
Warmte-isolatieschaal vóór inbedrijfname van de pomp aanbrengen:
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 25
Plaats de beide isolatieschalen en druk deze samen, zodat de geleidingspennen in de tegenoverliggende
boorgaten vastklikken.
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken!
De volledige pomp kan zeer heet worden. Bij het achteraf aanbrengen van de isolatie in het
lopende bedrijf bestaat er gevaar voor brandwonden!
Pomp voor werkzaamheden altijd laten afkoelen.
VOORZICHTIG
Indien warmte niet goed wordt afgevoerd en er zich condensaat vormt,
kunnen de regelmodule en de natlopermotor beschadigd raken!
Natlopermotor niet isoleren voor warmtebehoud.
Alle openingen voor de condensaatafvoer (Fig.I, pos.3) vrij laten.
7.1.4 Isolatie van de pomp in koelsystemen
Toepassing in klimaatinstallaties, koelinstallaties, geothermische installaties en gelijkwaardige systemen met
mediumtemperaturen tot lager dan 0°C. Op mediumvervoerende delen zoals leidingen en pomphuis kan zich
condensaat vormen.
Voor de toepassing in dergelijke installaties moet ter plaatse een diffusiedichte isolatie worden aange-
bracht (bijv. Wilo Cooling Shell).
VOORZICHTIG
Elektrisch defect!
Stijgend condensaat in de motor kan tot een elektrisch defect leiden.
Het pomphuis alleen tot de scheidingsvoeg met de motor isoleren!
Condensaatopeningen vrijlaten, zodat in de motor ontstaan condensaat ongehinderd kan
uitstromen!
7.2 Elektrische aansluiting
Werkzaamheden aan de elektrische installatie: Een elektromonteur moet werkzaamheden aan de elektri-
sche installatie uitvoeren.
nl
26 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Voor alle werkzaamheden de voedingsspanning uitschakelen en beveiligen tegen opnieuw
inschakelen.
Nooit de regelmodule (Fig. I pos. 5) openen en nooit bedieningselementen verwijderen.
Vanwege de nog aanwezige aanraakspanning die een gevaar vormt voor personen, mogen
werkzaamheden aan de pomp pas na 5 minuten worden uitgevoerd.
Controleer of alle aansluitingen (ook potentiaalvrije contacten) spanningsvrij zijn.
Bij beschadigde regelmodule/kabel de pomp niet in bedrijf nemen.
Bij niet-toegestane verwijdering van instel- en bedieningselementen van de regelmodule
bestaat het gevaar voor een elektrische schok bij aanraking van interne elektrische onderde-
len.
VOORZICHTIG
Materiële schade door ondeskundige elektrische aansluiting!
Bij toepassen van een verkeerde spanning kan de regelmodule worden beschadigd!
Het stroomtype en de spanning van de netaansluiting dienen overeen te stemmen met de gegevens op
het typeplaatje!
Aansturing via Triacs/halfgeleiderrelais zijn niet toegestaan!
Als de isolatie gecontroleerd wordt bij een hoogspanningsgenerator, moet de pomp in de schakelkast van
de installatie aan alle polen van het net worden gehaald.
7.2.1 Stroom
Pomp alleen met sinusvormige wisselspanning voeden, 1~230V 50/60Hz, DINIEC60038.
Het ter plaatse aanbrengen van een motorbeveiligingsschakelaar is niet nodig.
Als er een lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD) wordt toegepast, wordt aanbevolen om een RCD-type A
(pulsstroomsensitief) te gebruiken. Daarbij controleren of de regels voor de coördinatie van elektrische
apparatuur in de elektrische installatie in acht worden genomen en de RCD hier indien nodig op aanpassen.
Bij het ontwerp van de lekstroom-veiligheidsschakelaar het aantal aangesloten pompen en hun nominale
motorstroom in acht nemen.
Neem per pomp een lekstroom Ieff ≤3,5mA in acht.
Bij uitschakeling met niet inbegrepen netrelais moet worden voldaan aan de volgende minimumeisen:
Nominale stroom ≥8A
Nominale spanning: 250 V wisselstroom
Rekening houden met schakelfrequentie:
In-/uitschakelingen via netspanning ≤100/24h
≤20/h bij een schakelfrequentie van 1min. tussen in-/uitschakelingen via netspanning
7.2.2 Netkabel
De netkabel is bedoeld voor de stroomvoorziening van de pomp.
Het vrije kabeleinde moet in de schakelkast van de installatie worden opgelegd. Kabelconfiguratie in acht
nemen!
Er voor zorgen dat de aansluitkabel niet met leidingen noch met de pomp in contact komt.
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 27
Kabelconfiguratie
Kabel Pin Kabelkleur Toewijzing
1 Bruin Fase (L)
2 Geel/groen Aardleiding PE
3 Blauw Nulleider (N)
7.2.3 Signaaleigenschappen
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade!
Het product wordt onherstelbaar beschadigd als er netspanning (230VAC) op de communi-
catiepinnen (PWM) wordt aangesloten.
Voedingsspanning uitsluitend op 230V (fase naar nulleider) aansluiten!
PWM
Signaalfrequentie: 90Hz-5000Hz (1000Hz nominale waarde)
Signaalamplitude: Min. 4 V tot 24,5 V (ingangsweerstand >10kOhm)
Signaalpolariteit: ja
0...10V signaal
Voedingsvastheid 30V DC/24V AC
Ingangsweerstand van de spanningsingang >10kOhm
7.2.4 SSM-signaaleigenschappen
Een geïntegreerde verzamelstoringsmelding is als potentiaalvrij verbreekcontact beschikbaar.
Contactbelasting:
Minimaal toegestaan: 12VAC/DC, 10mA
Maximaal toegestaan: 250VAC, 1A, (AC1 vermogensfactor >0,95). 30VDC, 1A
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Bij ondeskundig aansluiten van het SSM-contact bestaat levensgevaar door elektrische
schok!
7.2.5 Signaalkabel
Het vrije kabeleinde moet in de schakelkast van de installatie worden opgelegd. Kabelconfiguratie in acht
nemen!
Er voor zorgen dat de aansluitkabel niet met leidingen noch met de pomp in contact komt.
Kabelconfiguratie
(2-aderige kabel) Pin Kabelkleur 0...10V signaal PWM
nl
28 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
1 Bruin Massa (GND) Massa (GND)
2 wit of blauw 0...10V signaal PWM-ingang
4-aderige kabel Pin Kabelkleur 0...10V signaal PWM
1 Bruin Massa (GND) Massa (GND)
2 wit (grijs) 0...10V signaal PWM-ingang
3 Blauw SSM SSM
4 Zwart SSM SSM
Het bouwtype van de besturingskabel moet de kenmerken van de volgende tabel bevatten:
Kenmerk Aanbevolen waarde
Lengte voor de 0–10V-signaalkabel max. 15m
Lengte voor de PWM-signaalkabel max. 3m
8 Inbedrijfname
Werkzaamheden aan de elektrische installatie: Een elektromonteur moet werkzaamheden aan de elektri-
sche installatie uitvoeren.
Installatie-/demontagewerkzaamheden: De monteur moet een opleiding hebben gevolgd voor de omgang
met de noodzakelijke gereedschappen en bevestigingsmaterialen.
De bediening moet door personen worden uitgevoerd die geïnstrueerd zijn over de werking van de volledi-
ge installatie.
Controleer voorafgaand aan de inbedrijfname van de pomp of deze vakkundig is geïnstalleerd en aange-
sloten.
Verzekeren dat de installatie met een toegestaan medium is gevuld.
VOORZICHTIG
Droogloop leidt tot schade aan de lagers!
Sluit droogloop van de pomp uit!
8.1 Vullen en ontluchten
Systeem/installatie op een correcte manier vullen en ontluchten. De rotorruimte van de pomp wordt normaal
gesproken na een korte werkingstijd automatisch ontlucht.
LET OP
Een onvolledige ontluchting veroorzaakt geluidsontwikkeling in de pomp.
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 29
8.2 Regelingsmodus instellen
8.2.1 Pompen met bedieningsknop
(Fig.Ia):
De regelingsmodus wordt geselecteerd met de bedieningsknop.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Instelbereik verschildruk constant (Δp-c)
Fig.Ia, pos.9: De regelingsmodus Δp-c is actief.
Het getal geeft de opvoerhoogte in meters waterkolom aan.
Instelbereik verschildruk variabel (Δp-v)
Fig.Ia, pos.10: De regelingsmodus Δp-v is actief.
Het getal geeft de opvoerhoogte in meters waterkolom bij het no-
minale debiet aan.
Instelbereik Ext. In
Fig.Ia, pos.8: De externe aansturing is actief. De regelingsmodus
hangt van de technische versie van het product af. (Zie hoofdstuk
"Uitrusting")
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Instelling gewenste waarde via analoge ingang 0–10V.
Instelling gewenste waarde via pulsbreedtemodulatie (PWM).
Instelling gewenste waarde bij constant toerental (niet extern aangestuurd).
Fabrieksinstelling
De pomp wordt standaard met de instelmodus "Ext. In" geleverd.
8.2.2 Pompen zonder bedieningsknop
(Fig.Ib):
De pomp volgt automatisch de externe besturingsfunctie. De regelingsmodus hangt van de technische versie
van het product af. (Zie hoofdstuk "Uitrusting")
Instelling gewenste waarde via analoge ingang 0–10V.
Instelling gewenste waarde via pulsbreedtemodulatie (PWM).
Instelling gewenste waarde bij constant toerental (niet extern aangestuurd).
8.3 Bedrijf bij externe doorstroming van de pomp
De pomp kan bij een positieve externe doorstroming (generatorbedrijf) met maximaal 100% van het maxi-
male debiet starten en worden gebruikt (bijv. pompen in serieschakeling)
De pomp kan bij een negatieve externe doorstroming (turbinebedrijf) met maximaal 30% van het maximale
debiet starten en worden gebruikt.
LET OP
Ook in de spanningsvrij schakelende toestand kan de pomp doorstroomd worden. De aange-
dreven rotor induceert een spanning binnen de pomp.
nl
30 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
9 Onderhoud
WAARSCHUWING
Gevaar door sterk magneetveld
In het binnenste van de motor is er altijd een sterk magneetveld aanwezig dat bij een ondes-
kundige demontage letsel en materiële schade kan veroorzaken!
Bij personen met elektronische implantaten (pacemaker, insulinepomp enz.) kan het mag-
neetveld tot de dood leiden!
LET OP
In het geval van demontagewerkzaamheden moet altijd de volledige pomp uit de installatie
gedemonteerd worden. Het verwijderen van een los onderdeel (regelmodule, motorkop etc.)
is niet toegestaan!
9.1 Product-levenscyclus
Het product is onderhoudsvrij. Er wordt aangeraden het product om de 12.000 uur te controleren. De beoog-
de levensduur bedraagt tien jaar, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en het vervullen van alle vereis-
ten uit de inbouw- en bedieningsvoorschriften.
9.2 Uitbedrijfname
Voor onderhouds-/reparatiewerkzaamheden of demontage moet de pomp uit bedrijf worden genomen.
GEVAAR
Elektrische schok!
Bij werkzaamheden aan elektrische apparaten bestaat levensgevaar door elektrische schok!
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen alleen door elektriciens laten uitvoeren!
Pomp meerpolig spanningsvrij schakelen en tegen onbevoegd opnieuw inschakelen beveiligen!
Altijd voedingsspanning van pomp en eventueel SSM en SBM uitschakelen!
Vanwege de nog aanwezige aanraakspanning die een gevaar vormt voor personen, mogen werkzaamhe-
den aan de module pas na 5 minuten worden uitgevoerd!
Controleer of alle aansluitingen (ook potentiaalvrije contacten) spanningsvrij zijn!
Ook in de spanningsvrij schakelende toestand kan de pomp doorstroomd worden. De aangedreven rotor
induceert een gevaarlijke spanning op de motorcontacten. Aanwezige afsluitarmaturen voor en achter de
pomp afsluiten!
Bij beschadigde regelmodule/kabel de pomp niet in bedrijf nemen!
Bij niet-toegestane verwijdering van instel- en bedieningselementen van de regelmodule bestaat gevaar
voor elektrische schok bij aanraking van interne elektrische elementen!
9.3 Demontage/montage
Voor iedere demontage/montage verzekeren, dat rekening werd gehouden met het hoofdstuk „Uitbe-
drijfname”!
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 31
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
Ondeskundige demontage/montage kan leiden tot persoonlijk letsel en materiële schade.
Afhankelijk van de bedrijfstoestand van de pomp en de installatie (temperatuur van het me-
dium) kan de hele pomp zeer heet worden.
Er bestaat ernstig verbrandingsgevaar bij het eenvoudig aanraken van de pomp!
Laat de installatie en de pomp afkoelen tot ruimtetemperatuur!
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
Het pompmedium staat onder hoge druk en kan zeer heet zijn.
Er bestaat verbrandingsgevaar door uittredend heet medium!
Afsluitarmaturen aan beide zijden van de pomp sluiten!
Laat de installatie en de pomp afkoelen tot ruimtetemperatuur!
Afgesloten inatallatie-aftakking leegmaken!
Als er geen afsluitarmaturen aanwezig zijn, moet de gehele installatie worden leeggemaakt!
Informatie van de fabrikant en de veiligheidsinformatiebladen bij de mogelijke additieven in de installatie
in acht nemen!
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Gevaar voor letsel door naar beneden vallen van de motor / pomp na het losmaken van de
bevestigingsschroeven.
Houd u aan de nationale voorschriften voor ongevallenpreventie en eventuele interne arbeids-, bedrijfs-
en veiligheidsvoorschriften van de gebruiker. Indien nodig een beschermingsmiddelen dragen!
GEVAAR
Risico op dodelijk letsel!
De duurmagneetrotor binnenin de pomp kan bij demontage levensgevaarlijk zijn voor perso-
nen met medische implantaten.
De verwijdering van de insteekset uit het motorhuis is alleen door geautoriseerd gekwalificeerd personeel
toegestaan!
Wanneer de uit waaier, lagerplaat en rotor bestaande eenheid uit de motor wordt getrokken lopen in het
bijzonder personen die medische hulpmiddelen als pacemakers, insulinepompen, gehoorapparaten, im-
plantaten of dergelijke gebruiken gevaar. Dood, ernstig letsel en materiële schade kunnen het gevolg zijn.
Voor deze personen is in ieder geval een arbeidsgeneeskundige beoordeling nodig!
nl
32 Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04
Er bestaat gevaar voor beknelling! Wanneer de insteekset uit de motor wordt getrokken, kan deze door
het sterke magneetveld plotseling in de uitgangspositie worden teruggetrokken!
Wanneer de insteekset zich buiten de motor bevindt, kunnen magnetische voorwerpen plotseling worden
aangetrokken. Dit kan letsel en materiële schade tot gevolg hebben!
Elektronische apparaten kunnen door het sterkte magneetveld van de rotor in hun werking worden be-
perkt of beschadigd!
In gemonteerde toestand wordt het magneetveld van de rotor in de ijzeren kring van de motor geleid. Daar-
door is buiten de machine geen voor de gezondheid schadelijk of storend magneetveld aantoonbaar.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Ook zonder module (zonder elektrische aansluiting) kan op de motorcontacten een spanning
staan die bij aanraking gevaarlijk kan zijn.
Demontage van de module is niet toegestaan!
10 Storingen, oorzaken en oplossingen
10.1 Storingsoplossing
Storingen uitsluitend laten verhelpen door een gekwalificeerde specialist. Werkzaamheden aan elektrische
aansluitingen uitsluitend door een gekwalificeerde elektrotechnicus laten uitvoeren.
Storingen Oorzaken Oplossing
Pomp draait niet bij ingeschakelde
stroomtoevoer.
Elektrische zekering defect. Zekering controleren.
Pomp draait niet bij ingeschakelde
stroomtoevoer.
Pomp heeft geen spanning. Spanningsuitval verhelpen.
Pomp maakt geluiden. Cavitatie door onvoldoende toe-
voerdruk.
Systeemdruk binnen het toege-
stane bereik verhogen.
Pomp maakt geluiden. Cavitatie door onvoldoende toe-
voerdruk.
Instelling opvoerhoogte controle-
ren en indien nodig lager instellen.
Gebouw wordt niet warm. Warmtecapaciteit van de verwar-
mingsvlakken te laag.
Gewenste waarde verhogen.
Gebouw wordt niet warm. Warmtecapaciteit van de verwar-
mingsvlakken te laag.
Regelingsmodus op Δp-c in plaats
van op Δp-v zetten.
Neem contact op met een specialist of de Wilo-servicedienst indien een storing niet verholpen kan worden.
10.2 Foutmeldingen
Storingen leiden altijd tot activering van de "verzamelstoringsmelding" (SSM) via een relais.
In geval van een fout gaat het SSM-contact open.
11 Reserveonderdelen
Voor de pompen uit de serie Wilo-Stratos PARA-C zijn geen reserveonderdelen beschikbaar.
In het geval van schade moet de volledige pomp worden vervangen en in gemonteerde toestand aan de fa-
brikant van de installatie teruggestuurd worden.
nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Stratos PARA-C/-CZ • Ed.01/2023-04 33
12 Afvoeren
12.1 Informatie over het verzamelen van gebruikte elektrische en elektronische pro-
ducten
Door dit product op de voorgeschreven wijze af te voeren en correct te recyclen, worden milieuschade en
persoonlijke gezondheidsrisico's voorkomen.
LET OP
Afvoer via het huisvuil is verboden!
In de Europese Unie kan dit symbool op het product, de verpakking of op de bijbehorende
documenten staan. Het betekent dat de betreffende elektrische en elektronische producten
niet via het huisvuil afgevoerd mogen worden.
Voor een correcte behandeling, recycling en afvoer van de betreffende afgedankte producten dienen de vol-
gende punten in acht te worden genomen:
Geef deze producten alleen af bij de daarvoor bedoelde, gecertificeerde inzamelpunten.
Neem de lokale voorschriften in acht!
Vraag naar informatie over de correcte afvoer bij de gemeente, de plaatselijke afvalverwerkingsplaats of bij
de verkoper van het product. Meer informatie over recycling is te vinden op www.wilo‑recycling.com.
Technische wijzigingen voorbehouden!
Pioneering for You
Local contact at
www.wilo.com/contact
WILO SE
Wilopark 1
44263 Dortmund
Germany
T +49 (0)231 4102-0
T +49 (0)231 4102-7363
www.wilo.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Wilo Wilo-Stratos PARA C Handleiding

Type
Handleiding