Samsung SGH-C100 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
DUAL BAND
GPRS TELEFOON
SGH-C100
ELECTRONICS
* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing
op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze
soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet
provider. Drukfouten voorbehouden.
Printed in Korea
Code No.: GH68-03860A
Dutch. 06/2003. Rev. 1.0
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
3
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie............ 7
Uitpakken ............................................... 9
Uw telefoon............................................. 10
Onderdelen.................................................... 10
Display.......................................................... 13
Standby-lampje.............................................. 15
Aan de slag ............................................. 16
SIM-kaart installeren ...................................... 16
Batterij opladen.............................................. 18
Telefoon aan- en uitzetten ............................... 20
Toetsen blokkeren en deblokkeren .................... 21
Telefoneren............................................. 22
Zelf bellen ..................................................... 22
Volume aanpassen.......................................... 24
Een oproep beantwoorden ............................... 25
Gemiste oproepen bekijken.............................. 26
Snel naar de stille modus overschakelen ............ 28
Functies en opties selecteren .................. 29
Telefoon lijst............................................31
Naam en nummer vastleggen........................... 31
Opties telefoonlijst gebruiken ........................... 34
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ........... 35
Een belgroep wijzigen ..................................... 37
Snelkiezen..................................................... 38
Alle contactpersonen in de telefoonlijst wissen.... 40
Geheugenstatus controleren............................. 41
Inhoud
4
Tekst intoetsen ....................................... 42
Tekstinvoerstand wijzigen................................ 43
T9 stand........................................................ 44
Stand voor het intoetsen van hoofdletters
en kleine letters ............................................. 46
Speciale tekens intoetsen ................................ 47
Stand voor cijfers ........................................... 47
Tijdens een gesprek beschikbare opties.. 48
Gesprek in de wacht zetten.............................. 48
Microfoon uitschakelen .................................... 49
Toetstonen in- en uitschakelen ......................... 50
Toetstonen versturen ...................................... 50
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ........... 51
SMS diensten................................................. 51
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek) .............................................. 52
Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen).. 52
Menu’s gebruiken.................................... 55
Naar menufunctie bladeren .............................. 55
Naar menufunctie via de sneltoets .................... 56
Overzicht menufuncties ................................... 56
Berichten ................................................ 62
Postvak IN
(Menu 1.1)
.................................... 62
Postvak UIT
(Menu 1.2)
................................... 63
Nieuw bericht
(Menu 1.3)
................................ 65
Standaardberichten
(Menu 1.4)
........................ 67
Profielen
(Menu 1.5)
....................................... 68
Alles wissen
(Menu 1.6)
.................................. 69
Mijn objecten
(Menu 1.7)
................................. 70
Geheugenstatus
(Menu 1.8)
............................. 71
Voice Mail
(Menu 1.9)
..................................... 71
Infobericht
(Menu 1.10)
.................................. 72
Inhoud
5
Oproepen lijst ......................................... 74
Gemist
(Menu 2.1)
......................................... 74
Inkomend
(Menu 2.2)
..................................... 74
Uitgaand
(Menu 2.3)
....................................... 75
Alles wissen
(Menu 2.4)
.................................. 75
Gesprektellers
(Menu 2.5)
............................... 76
Kostentellers
(Menu 2.6)
................................. 76
Geluid opties ........................................... 78
Beltoon
(Menu 3.1)
......................................... 78
Belvolume
(Menu 3.2)
..................................... 78
Type belsignaal
(Menu 3.3)
.............................. 79
Toetstoon
(Menu 3.4)
..................................... 79
Berichttoon
(Menu 3.5)
................................... 80
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 3.6)
................. 81
Andere tonen
(Menu 3.7)
................................ 82
Telefoon opties ....................................... 83
Infrarood aan
(Menu 4.1)
................................ 83
Voorkeurinstellingen
(Menu 4.2)
....................... 84
Begroeting
(Menu 4.3)
.................................... 85
Eigen nummer
(Menu 4.4)
............................... 86
Taal
(Menu 4.5)
............................................. 86
Beveiliging
(Menu 4.6)
.................................... 86
Display-instellingen
(Menu 4.7)
........................ 90
Extra instellingen
(Menu 4.8)
........................... 91
Sneltoets
(Menu 4.9)
...................................... 92
Reset instellingen
(Menu 4.10)
......................... 92
Organizer ................................................ 93
Kalender
(Menu 5.1)
....................................... 93
Actielijst
(Menu 5.2)
....................................... 96
Tijd en datum
(Menu 5.3)
................................ 99
Alarm
(Menu 5.4)
........................................... 100
Calculator
(Menu 5.5)
..................................... 101
Valutabeurs
(Menu 5.6)
................................... 102
Inhoud
6
Netwerk diensten.................................... 103
Doorschakelen
(Menu 6.1)
............................... 103
Blokkeren
(Menu 6.2)
..................................... 105
Wisselgesprek
(Menu 6.3)
............................... 107
Netwerk kiezen
(Menu 6.4)
.............................. 108
Nr.weergave
(Menu 6.5)
.................................. 109
Gebr.groepen
(Menu 6.6)
................................ 109
Funbox.................................................... 111
Spelletjes
(Menu 7.1)
...................................... 111
WAP browser
(Menu 7.2)
................................. 112
Downloads
(Menu 7.3)
.................................... 119
Problemen oplossen................................ 121
Toegangscodes ....................................... 124
Wachtwoord telefoon ...................................... 124
PIN............................................................... 125
PUK .............................................................. 125
PIN2 ............................................................. 126
PUK2 ............................................................ 126
Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken ...... 127
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid......................... 128
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie) Radiofrequenties .................... 128
Voorzorgen bij het gebruik van batterijen .......... 130
Verkeersveiligheid .......................................... 132
Gebruiksomgeving .......................................... 134
Elektronische apparatuur ................................. 134
Omgeving waar kans op explosies is ................. 136
Telefoneren in geval van nood.......................... 137
Overige belangrijke veiligheidsinformatie ........... 138
Verzorging en Onderhoud ................................ 139
Verklarende woordenlijst ........................ 141
Index ...................................................... 145
Referentiekaart....................................... 151
7
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw
telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet aan,
dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de wet
overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie vindt u
op pagina 128 onder “Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid”.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Uitschakelen als u gaat tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van chemicaliën of brandstoffen.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Daarom is gebruik hiervan
in een vliegtuig verboden en gevaarlijk.
Uitschakelen in een ziekenhuis
Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid
van medische apparatuur bevindt. Volg alle van
kracht zijnde voorschriften op.
Storingen
De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig
worden beïnvloed door apparatuur die
radiofrequenties uitzendt.
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden
is of gevaar of storingen kan opleveren
(bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
Belangrijke veiligheidsinformatie
8
Radiofrequenties
Het ontwerp van deze telefoon voldoet aan de eisen
van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan
deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend
door Samsung geleverde of goedgekeurde
accessoires te gebruiken. Gebruik van niet-
goedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat niet
meer aan deze eisen wordt voldaan.
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor).
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij niet
nat wordt.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen.
Deskundige technische service
Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde
technici.
9
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
De met de telefoon meegeleverde accessoires
kunnen per land verschillen.
Uw Samsung dealer kan de volgende accessoires
leveren:
Oortelefoon
Eenvoudige hands-free kit
Standaard batterijen
Adapter voor sigarettenaansteker
Houder voor in de auto
Datakabel
Oplader
Telefoon
Adapter
Batterij
Gebruiksaanwijzing
Polsband
10
Uw telefoon
Onderdelen
De volgende afbeelding toont de belangrijkste
onderdelen van uw telefoon.
Luidspreker
Display
Functietoets
(rechts)
Annuleren/
correctietoets/WAP
browser-toets
Navigatie-
toetsen
Functietoets
(links)
Infraroodpoort
Kiezen/
bevestigen
menukeuze
Toetsen voor
speciale functies
Aan/uit/menu
verlaten
Alfanumerieke
toetsen
Standby-lampje
Aansluiting
oortelefoon
Microfoon
Volumetoetsen/
bladertoetsen
Uw telefoon
11
Toets
Beschrijving
In de menustand
: door de menukeuzes
of telefoonlijst bladeren.
In de standby-stand
: direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 92
voor meer informatie over sneltoetsen).
In de menustand
: terug naar vorig
menuniveau of huidige menu selecteren.
Bij het ingeven van tekst
: voor het naar
links of rechts verplaatsen van de cursor.
In de standby-stand
: direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 92
voor meer informatie over sneltoetsen).
(functie-
toetsen)
Voert de functie uit die erboven is
aangegeven (op de onderste regel van
het display).
Bij het ingeven van tekst
: wist tekens
van het display.
In de menustand
: terug naar vorig
menuniveau.
In de standby-stand: direct starten van
de WAP (Wireless Application Protocol)
browser.
Uw telefoon
12
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, kunt u het laatste
nummer dat u heeft gebeld of waarvan u
een oproep heeft ontvangen (opnieuw)
bellen.
In de menustand: menufunctie kiezen of
ingevoerde informatie (zoals een naam)
in het telefoon- of SIM-geheugen opslaan.
Gesprek beëindigen.
Ingedrukt houden om telefoon in- of uit
te schakelen.
In de menustand: uw ingave annuleren
en terug naar de standby-stand.
Wanneer u deze toets in de standby-
stand ingedrukt houdt, krijgt u direct
toegang tot uw voice mail.
Cijfers, letters en een aantal speciale
tekens invoeren.
Speciale tekens invoeren.
Uitvoeren van diverse functies.
(zijkant van de telefoon)
Tijdens een gesprek: volume van
luidspreker aanpassen.
In de standby-stand: toetsvolume
aanpassen.
In de menustand: door de menukeuzes
of telefoonlijst bladeren.
Toets Beschrijving (vervolg)
Uw telefoon
13
Display
Indeling display
Het display bestaat uit drie gedeelten.
Gedeelte Beschrijving
Bovenste regel Toont diverse symbolen
(zie pagina 14).
Midden-
gedeelte
Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld
telefoonnummer) weergegeven.
Onderste regel Toont de functies die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
Symbolen
Tekst en
afbeeldingen
Omschrijving
functietoetsen
Menu Namen
Uw telefoon
14
Symbolen
Sym-
bool
Beschrijving
Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer
staafjes, hoe sterker het signaal.
Verschijnt tijdens een gesprek.
Verschijnt wanneer u verbinding met het
GPRS netwerk maakt.
Verschijnt wanneer de stille modus is
ingeschakeld of wanneer de menukeuze
Type belsignaal (Menu 3.3) op Trillen is
ingesteld. Voor meer informatie, zie de
pagina’s 28 en 79.
Wordt getoond wanneer een nieuw
tekstbericht is ontvangen.
Wordt getoond wanneer een nieuw voice
mailbericht is ontvangen.
Verschijnt tijdens het invoeren van tekst
om aan te geven wat de huidige
tekstinvoerstand is.
Verschijnt als u het alarm instelt.
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort
geactiveerd is. Voor meer informatie, zie
pagina 83.
Verschijnt als de Stille modus aan staat.
Uw telefoon
15
Verlichting
De achtergrond van het display en het toetsenbord
zijn verlicht. Wanneer u op een willekeurige toets
drukt, gaat de verlichting een bepaalde tijd aan. De
duur is afhankelijk van de instelling bij de menu-optie
Verlichting (Menu 4.7.2) in het menu
Telefoonopties. Vervolgens gaat dit uit en wordt
overgeschakeld op de digitale klok. Dit is om de
batterij te sparen.
Om in te stellen hoe lang de verlichting aan moet
blijven, gaat u naar de menukeuze Verlichting
(Menu 4.7.2). Meer informatie hierover vindt u op
pagina 90.
Standby-lampje
Het standbylampje bevindt zich links bovenop de
telefoon. Het knippert als de telefoon gebruiksklaar
is en verbinding heeft met het netwerk.
U kunt het lampje in- en uitschakelen met de optie
Standby-lampje (Menu 4.7.3). Zie pagina 90
voor meer bijzonderheden.
Verschijnt als u buiten het bereik van uw
eigen netwerk bent en bij een ander
netwerk bent aangemeld (b.v. in het
buitenland).
Wordt getoond wanneer de toetsen
geblokkeerd zijn.
Sym-
bool
Beschrijving (vervolg)
16
Aan de slag
SIM-kaart installeren
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een geheugen
waarin uw abonnementsgegevens (PIN,
aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen.
Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor
beschadiging of verbuiging (dit geldt
met name voor de contacten).
Behandel de SIM dus zeer voorzichtig
als u hem plaatst of verwijdert.
Houd een SIM-kaart buiten het bereik
van kinderen.
1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start.
2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te
werk:
Schuif de batterijvergrendeling boven de
batterij naar de bovenkant van de telefoon en
houd hem in die stand.
Schuif de batterij van de telefoon, zoals
afgebeeld.
Aan de slag
17
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder, zodat
de houder de kaart in de juiste stand vastzet.
Zorg ervoor dat het gedeelte met het schuine
hoekje rechts bovenaan zit en dat de gouden
contactpunten van de SIM-kaart naar de
telefoon gericht zijn.
Opmerking
: Als u de SIM-kaart moet verwijderen,
schuift u het in de aangegeven
richting en haalt u hem uit de houder.
4. Plaats de batterij zo op de telefoon dat de
nokjes onderaan binnen de uitsparingen aan de
onderkant van de telefoon vallen.
Aan de slag
18
5. Duw de batterij omlaag tot deze op zijn plaats
klikt. Controleer voordat u de telefoon aanzet of
de batterij goed vast zit.
Batterij opladen
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-
batterij. Bij uw telefoon wordt een adapter
geleverd. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen
en opladers. Uw SAMSUNG dealer kan u hierover
meer informatie geven.
U kunt de telefoon tijdens het opladen van de
batterij blijven gebruiken.
Opmerking
: Laad de batterij volledig op voordat u de
telefoon de eerste keer gebruikt. Een
geheel ontladen batterij wordt in
ongeveer 200 minuten volledig
opgeladen.
1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit
u het snoertje van de adapter aan op de
onderzijde van de telefoon.
Aan de slag
19
2. Doe de adapter in een normaal stopcontact.
3. Na het opladen haalt u de adapter uit het
stopcontact en maakt u de adapter los van de
telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant
van de connector in te drukken en de connector
uit de telefoon te trekken.
Opmerking:
Als de telefoon wordt opgeladen, kunt u de
batterij pas verwijderen nadat u de
telefoon van de adapter hebt losgekoppeld.
Hiermee voorkomt u dat de telefoon
beschadigt.
Indicatie batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele
minuten kunt bellen, hoort u een waarschuwingstoon
en verschijnt regelmatig een melding in het display.
Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te
kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich
automatisch uit.
Aan de slag
20
Telefoon aan- en uitzetten
1. Houd de toets ingedrukt tot de telefoon
aan is.
2. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft
u dat in en drukt u op de functietoets OK. Het
wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Zie pagina 124 voor meer
bijzonderheden.
3. Als gevraagd wordt om uw PIN-code, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets OK. Zie
pagina 125 voor meer bijzonderheden.
De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit
heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm,
zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf
bellen of oproepen beantwoorden.
Opmerking
: De displaytaal is standaard ingesteld
op Nederlands. U kunt de taal aanpassen
met de optie
Taal
(
Menu 4.5
); zie
pagina 86 voor meer bijzonderheden.
4. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de
toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt
getoond.
Opmerking
: Als u de toetsen heeft geblokkeerd,
moet u eerst de toetsen deblokkeren
voordat u de telefoon kunt uitschakelen.
Dit doet u door op de functietoets
Deblokrn
en de toets te drukken.
NETWERK
05:17
ZA 02 OKT
Menu Namen
Aan de slag
21
Toetsen blokkeren en deblokkeren
Om te voorkomen dat u per ongeluk een toets
indrukt, kunt u de toetsen blokkeren.
Houd in de standby-stand de toets key
ingedrukt totdat het pictogram en “Toetsen
geblok.” in het display worden getoond.
Ook wanneer de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u
een inkomende oproep beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken. Na afloop van het
gesprek worden de toetsen na een bepaalde
periode weer geblokkeerd. Deze periode kunt u
instellen via de menukeuze Auto toetsblokkering
(Menu 4.2.3).
Als de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u toch
alarmnummers bellen. Geef een alarmnummer in.
Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op
de functietoets Ja of de toets . Na afloop van het
gesprek worden de toetsen na een bepaalde
periode weer geblokkeerd. Deze periode kunt u
instellen via de menukeuze Auto toetsblokkering
(Menu 4.2.3).
U kunt de toetsblokkering opheffen door eerst op de
functietoets Deblokrn en vervolgens nogmaals op
de toets te drukken. In het display verschijnt
“Toetsen ontgrendeld” en het pictogram is niet
langer zichtbaar.
Via de menukeuze Auto toetsblokkering
(Menu 4.2.3) kunt u de telefoon zo instellen, dat
de toetsen automatisch worden geblokkeerd. Meer
informatie over deze optie vindt u op pagina 85.
22
Telefoneren
Zelf bellen
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u
op de toets .
Opmerking
: Als u de optie
Nr. herhalen
in het
menu
Extra instellingen
(
Menu 4.8
)
aan heeft gezet, wordt het nummer
automatisch maximaal 10 maal opnieuw
gedraaid wanneer de persoon die u wilt
bellen uw oproep niet beantwoordt of in
gesprek is. Meer informatie over deze
optie vindt u op pagina 91.
Internationaal bellen
1. Houd de toets ingedrukt.
Het + teken verschijnt in het display.
2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer
en het abonneenummer. Druk daarna op .
Nummer corrigeren
U wilt
wissen...
Dan doet u het volgende…
Laatste cijfer op
het display
Druk op de toets .
Ander cijfer van
het nummer
Druk op of totdat de cursor
rechts naast het cijfer staat dat u
wilt wissen. Druk op de toets .
U kunt ook een ontbrekend cijfer
invoeren door op de betreffende
toets te drukken.
Alle cijfers Houd de toets ruim
1 seconde ingedrukt.
Telefoneren
23
Gesprek beëindigen
Als u uw gesprek wilt beëindigen, drukt u kort op de
toets .
Laatste nummer herhalen
De telefoon slaat de nummers op van uitgaande
gesprekken en van inkomende en gemiste
oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer
informatie, zie “Oproepenlijst” op pagina 74.
Om een van deze nummers te bellen, doet u het
volgende:
1. Maak eventueel het display leeg, door de
toets gedurende ruim een seconde
ingedrukt te houden.
2. Druk op de toets om naar de lijst met
laatstgekozen nummers te gaan.
3. Gebruik de toetsen en om door deze lijst
te bladeren tot u bij het gewenste nummer bent.
4.
Om...
Dan doet u het
volgende…
Het gemarkeerde
nummer te draaien
Druk op de toets .
Het gemarkeerde
nummer te
wijzigen
Druk op de functietoets
Opties, kies de optie
Wijzigen en wijzigt het
nummer.
Het gemarkeerde
nummer te
verwijderen
Druk op de functietoets
Opties en kies Wissen.
Alle nummers in de
lijst te wissen
Druk op de functietoets
Opties en selecteer Alles
wissen. Meer informatie
hierover vindt u op op
pagina 75.
Telefoneren
24
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Nummers die u regelmatig belt, kunt u in het
geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon
opslaan. Deze twee geheugens worden tezamen
aangeduid als Telefoonlijst. In dat geval hoeft u
alleen maar de naam te selecteren om het
bijbehorende nummer te laten kiezen. Zie
pagina 31 voor meer informatie over de
telefoonlijst.
Volume aanpassen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van de
luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen
aan de linkerzijkant van de telefoon te drukken.
Druk op om het volume te verhogen of op om
het te verlagen.
In de standby-stand kunt u met deze toetsen het
toetsvolume aanpassen.
Telefoneren
25
Een oproep beantwoorden
Wanneer iemand u belt, gaat uw telefoon over en
wordt het animatiefilmpje voor een inkomende
oproep afgespeeld.
Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn
telefoonnummer (of zijn naam als die in uw
telefoonlijst is opgeslagen).
Opmerking
: Terwijl de telefoon overgaat, kunt u de
beltoon uitschakelen door een van de
volumetoetsen aan de zijkant van de
telefoon ingedrukt te houden.
1. Druk op de toets of de functietoets
Opnemen om een binnenkomend gesprek te
beantwoorden.
Als de menu-optie Elke toets antw. in menu
Extra instellingen (Menu 4.8) is ingeschakeld,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering
van de toets en de functietoets Weiger
(zie pagina 91).
2. U kunt een inkomende oproep weigeren door op
de functietoets Weiger te drukken.
3. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door
op te drukken.
Opmerking
: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl u
menufuncties of de telefoonlijst gebruikt.
Telefoneren
26
Gemiste oproepen bekijken
Als u om wat voor reden dan ook een oproep niet
kunt of wilt beantwoorden, kunt u zien wie u
geprobeerd heeft te bellen (als uw provider deze
dienst levert). Desgewenst kunt u deze persoon dan
terugbellen.
Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de
standby-stand het aantal gemiste oproepen op het
display.
Zo kunt u gemiste oproepen direct bekijken:
1. Druk op de functietoets Kies.
Is het bij de laatste gemiste oproep behorende
telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit
getoond.
2.
U wilt... Druk op de…
Door de gemiste
oproepen bladeren
Toets of .
Getoonde nummer
bellen
Toets .
Nummer van gemiste
oproep wissen of
wijzigen
Functietoets Kies
(zie hieronder).
Telefoneren
27
Nummer gemiste oproep wijzigen
Opmerking
: Als het nummer van de gemiste oproep
niet beschikbaar is, verschijnt de optie
Wijzigen
niet.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk op de toets of om de optie
Wijzigen te kiezen.
3. Druk op de functietoets Kies.
4. Voer de gewenste wijzigingen in.
Gemiste oproep wissen
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets of om de
optie Wissen te kiezen.
3. Druk op de functietoets Kies.
U kunt op elk gewenst moment op de toets
drukken om deze menu-keuze te verlaten.
Opmerking
: Door de optie
Gemist
(
Menu 2.1
) te
kiezen, kunt u op ieder willekeurig
moment naar het overzicht met gemiste
oproepen. Zie pagina 74 voor meer
informatie.
5. U wilt... Druk op de…
Het nummer bellen Toets .
Het nummer
opslaan
Functietoets Opslaan en
geef daarna de naam en
locatie in (zie pagina 31
voor meer informatie).
Telefoneren
28
Snel naar de stille modus
overschakelen
De stille modus is handig wanneer u op een plaats
bent waar het overgaan van uw telefoon storend
zou werken, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of
een concert.
In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de
stille modus zetten, door de toets ingedrukt te
houden tot de melding “Stille modus AAN” wordt
getoond en het symbool van de trilfunctie ( )
wordt weergegeven.
In de stille modus worden de geluidsinstellingen
van uw telefoon als volgt gewijzigd.
U kunt de stille modus uitschakelen en terug naar
de vorige geluidsinstellingen, door de toets
ingedrukt te houden totdat “Stille modus UIT”
verschijnt. Het symbool van de trilfunctie ( ) is
niet langer zichtbaar.
Optie Nieuwe instelling
Type belsignaal (Menu 3.3) Trillen
Toetstoon (Menu 3.4) Uit
Berichttoon (Menu 3.5) Alleen lampje
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 3.6)
Uit
Andere tonen (Menu 3.7) UIT
29
Functies en opties
selecteren
Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
Deze functies bevinden zich in menu’s en
submenu’s, die u kunt selecteren met de twee
functietoetsen en . In elk menu en
submenu kunt u de instellingen van een bepaalde
functie bekijken en eventueel veranderen.
Onder in het display ziet u direct boven de toets
welke functie de functietoets op dat moment
vervult.
V
oorbeeld:
Met de linker functie-
toets gaat u naar het
hoofdmenu.
Met de rechter
functietoets gaat u
naar de telefoonlijst.
918
Menu Namen
NETWERK
05:17
ZA 02 OKT
Functies en opties selecteren
30
Via de volgende stappen krijgt u een overzicht van
de beschikbare functies/opties en kunt u er een
kiezen.
1. Druk op de desbetreffende functietoets.
Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of
PIN-code gevraagd. Voer de juiste code in en druk
op de functietoets OK.
Opmerking
: Als er een lijst met opties verschijnt,
wordt de huidige optie gemarkeerd. Als
er maar twee opties mogelijk zijn, zoals
bij Aan/Uit of Aanzetten/Uitzetten,
wordt de optie die niet actief is
gemarkeerd zodat u deze optie direct
kunt kiezen.
2. U wilt... Druk op de…
Selecteren:
• De getoonde functie
of
• De gemarkeerde
optie
Functietoets Kies of
de toets .
De volgende functie
zien of de volgende
optie markeren
Toets of links
op de telefoon.
Naar de vorige functie
of lijst
Toets of links
op de telefoon.
Een niveau hoger in de
menustructuur
Toets , functietoets
of toets .
Dit menu verlaten
zonder instellingen aan
te passen
Toets .
31
Telefoon lijst
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen
in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan.
Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon
ruimte aan 500 nummers en namen. Hoewel beide
geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen
ze in de praktijk één geheel, de telefoonlijst.
Naam en nummer vastleggen
U kunt een nummer op twee manieren vastleggen:
In de standby-stand met de functietoets Opslaan
In het menu Telefoonlijst via de optie Nieuw
contact
Een nummer vastleggen in de standby-stand
Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt
boven de linker functietoets Opslaan. Daarmee
kunt u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst
opslaan.
1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan.
Opmerking
: Als u tijdens het invoeren van een
nummer een fout maakt, kunt u
deze met de toets corrigeren.
Zie pagina 22 voor meer
bijzonderheden.
2. Druk op de functietoets Opslaan als u zeker
weet dat het nummer correct is.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort. U heeft
de beschikking over drie categorieën:
Mobiel
Kantoor
Privénummer
Druk op de toets of en daarna op de
functietoets Kies om de gewenste categorie te
selecteren.
Telefoon lijst
32
4. Selecteer door op de toets of te drukken
het gewenste geheugen, SIM-geheugen of
Telefoon, en druk op de functietoets Kies.
Opmerking
: Wanneer u van telefoon wisselt,
blijft de informatie die op uw SIM-
kaart is opgeslagen beschikbaar op
uw nieuwe telefoon. Informatie die
in het toestel zelf is opgeslagen is
dan niet meer beschikbaar en zal
eventueel opnieuw moeten worden
ingegeven.
5. Geef de naam in en druk op de functietoets OK.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
De telefoon toont nu de eerste vrije locatie in
het geselecteerde geheugen. Als dat geheugen
vol is, wordt de eerste vrije plaats in het andere
geheugen getoond.
6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
7. Druk op OK om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
8.
U wilt... Druk op de…
Invoeropties gebruiken Functietoets Opties.
Teruggaan naar de
standby-stand
Toets .
Telefoon lijst
33
Een nummer in de telefoonlijst opslaan
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets of naar Nieuw
contact en druk op de functietoets Kies om uw
keuze te bevestigen.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort.
Opmerking
: Hierbij is ook het symbool voor
e-mail ( ) beschikbaar. Hier kunt
u in plaats van een telefoonnummer
een e-mailadres opslaan.
4. Selecteer door op de toets of te drukken
het gewenste geheugen, SIM-geheugen of
Telefoon, en druk op de functietoets Kies.
5. Geef de naam in en druk op de functietoets OK.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
6. Geef het nummer of e-mailadres in en druk op
de functietoets Opslaan.
7. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
8. Druk op OK om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
9. U wilt... Druk op de…
Invoeropties gebruiken Functietoets Opties.
Teruggaan naar de
standby-stand
Toets .
Telefoon lijst
34
Opties telefoonlijst gebruiken
De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die
u kunt openen door op de functietoets Opties te
drukken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer uit
de telefoonlijst in de stand voor normaal bellen
plakken. Gebruik deze optie als u een nummer wilt
bellen dat deels identiek is aan het nummer in de
telefoonlijst, bijvoorbeeld een intern nummer
binnen hetzelfde bedrijf.
Gebruik de toets als u het nummer wilt
aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie).
Druk op als u het nummer wilt bellen.
Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de
contactpersoon in uw telefoonlijst wijzigen. Selecteer
Eén contact als u een nummer van de geselecteerde
contactpersoon wilt wijzigen. Als u de naam wijzigt,
wordt het nummer apart opgeslagen. Selecteer Alle
contacten wanneer u de naam wilt wijzigen.
Wissen: hiermee kunt u een nummer en een naam
uit de telefoonlijst
verwijderen. De telefoon vraagt
eerst om een bevestiging. Druk op de functietoets Ja.
Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een
andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze optie
om een nummer op te slaan dat veel lijkt op een
reeds opgeslagen nummer. Selecteer de locatie voor
het nieuwe nummer. Zodra het nummer gekopieerd
is, kunt u de naam en het nummer
wijzigen.
U wilt... Druk…
Gemarkeerde optie
selecteren
Op de functietoets Kies of de
toets .
Andere optie
selecteren
Enkele keren op of tot
de gewenste optie gemarkeerd
wordt weergegeven.
Telefoon lijst
35
Gebr. groep: hiermee kunt u de contactpersoon
aan een belgroep toewijzen. Wanneer u door
iemand die tot die groep behoort wordt gebeld,
kunt u dat aan bijvoorbeeld het belsignaal horen.
Selecteer een van de tien beschikbare groepen.
Kies de optie Geen groep als u het nummer niet
(langer) aan een groep toe wilt wijzen.
Zie pagina 37 voor meer informatie over de
instellingen voor belgroepen.
Contact toevoegen: hiermee kunt u van de op dat
moment geselecteerde contactpersoon een nieuw
nummer aan een bepaalde categorie (mobiel,
kantoor, privénummer of e-mail) toevoegen. Een
contactpersoon in de telefoonlijst kan een naam en
maximaal 4 nummers bevatten (één nummer per
categorie).
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
Nadat u telefoonnummers in de telefoonlijst heeft
opgeslagen, kunt u deze op twee manieren opzieken:
Op naam
Op belgroep
Een nummer op naam opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Als Zoeken gemarkeerd wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets Kies. De telefoon
vraagt u nu om een naam op te geven.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u zoekt.
U ziet nu de namen in de telefoonlijst,
beginnend met de eerste die aan de ingevoerde
beginletters voldoet. Die naam is bovendien
gemarkeerd.
Telefoon lijst
36
5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt
u op de toets om het nummer te bellen of op
de functietoets Opties om het submenu met
Opties te openen. Voor meer informatie,
zie pagina 34.
Een nummer op belgroep opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets of naar Groep
zoeken en druk op de functietoets Kies.
3. Geef de eerste letter(s) is van de naam van de
groep die u zoekt.
U ziet nu een overzicht van de groepen, te
beginnen met de eerste groep waarvan de
beginletters met uw ingave overeenstemmen.
4. Blader met de toets of naar de gewenste
groep en druk op de functietoets Kies.
U ziet nu een overzicht van de contactpersonen
die tot die groep behoren.
4. U wilt... Druk…
De gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets Kies.
Naar een andere
naam
Enkele keren op of
tot de gewenste optie
gemarkeerd wordt
weergegeven.
Naam opzoeken
beginnend met een
andere letter
Op de toets om de
reeds ingegeven letters te
verwijderen en vervolgens
op de toets met de
gewenste letter.
Telefoon lijst
37
6. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt
u op de toets om het nummer te bellen of op
de functietoets Opties om het submenu met
Opties te openen. Voor meer informatie, zie
pagina 34.
Een belgroep
wijzigen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets of naar Groep
wijzigen en druk op de functietoets Kies.
3. Blader met de toets of naar de gewenste
groep.
4. Als de door u gewenste groep gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Opties.
5. Selecteer de gewenste optie(s) en wijzig waar
nodig de instellingen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die
moet worden gebruikt als u gebeld wordt door
een persoon uit de groep.
SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen
die moet worden gebruikt als u een tekstbericht
ontvangt van een persoon uit de groep.
5. U wilt... Druk…
De gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets Kies.
Naar een andere
naam
Enkele keren op of
tot de gewenste naam
gemarkeerd wordt
weergegeven.
Telefoon lijst
38
Grafisch: hiermee kunt u een pictogram kiezen
dat verschijnt als u wordt gebeld door een
persoon uit de groep.
Groepnaam: hiermee kunt u een naam aan de
groep toekennen of de naam wijzigen. Op
pagina 42 vindt u meer informatie over het
intoetsen van tekst.
6. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of .
Snelkiezen
Als u nummers op de SIM-kaart heeft opgeslagen,
kunt u maximaal acht van deze nummers aan
snelkiestoetsen toekennen. U kunt deze nummers
dan snel en eenvoudig bellen door op de cijfertoets
te drukken waaraan u het nummer heeft
toegewezen.
Nummers voor verkort kiezen toekennen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets of naar Snelkiezen
en druk op de functietoets Kies.
3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen
wilt gebruiken (de toetsen t/m ) en
druk op de functietoets OK.
Opmerking
: Als aan de betreffende toets al een
nummer is toegekend, wordt de
functietoets
OK
vervangen door de
functietoets
Opties
. Ga naar stap 6.
4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en
druk op de functietoets Kies.
Telefoon lijst
39
5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets
of om het gewenste nummer te selecteren
en druk op de functietoets Kies.
6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer
hebt toegewezen, kunt u door op de functietoets
Opties te drukken uit de volgende opties
kiezen:
Wijzigen: hiermee kunt u aan de toets een
ander nummer toekennen.
Wissen: het nummer wordt gewist, zodat geen
nummer meer aan de toets is toegewezen.
Alles wissen: alle nummers worden gewist.
Aan geen enkele toets is dan meer een nummer
toegewezen.
Nummer: hiermee kunt u zien welk nummer
aan de toets is toegewezen.
7. Als alle instellingen naar wens zijn, drukt u op
de toets of .
Verkort kiezen via de telefoonlijst
Om de nummers te bellen die aan de toetsen
t/m zijn toegewezen, houdt u de betreffende
toets ingedrukt.
Opmerking
: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor
het telefoonnummer van uw Voice Mail
server.
Telefoon lijst
40
Alle contactpersonen in de
telefoonlijst wissen
U kunt alle contactpersonen in de telefoonlijst of op
de SIM-kaart of in beide geheugens in een keer
wissen.
1. Als de telefoon in de standby-stand staat, drukt
u op de functietoets Namen.
2. Blader met de toets of naar Alles
wissen en druk op de functietoets Kies.
4. Geef uw telefoonwachtwoord in en druk op de
functietoets OK.
Opmerking
: Het wachtwoord is in de fabriek
ingesteld op 00000000. Wilt u het
wachtwoord wijzigen, kijk dan op
pagina 88.
5. Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u
op de functietoets Ja.
6. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of .
3. Om... Drukt u op...
Het (de) geheugen(s) te
selecteren waarvan u de
contactpersonen wilt
wissen
De functietoets AAN.
De selectie te annuleren De functietoets UIT.
Alle contactpersonen in
het (de) geselecteerde
geheugen(s) te wissen
De functietoets
Wissen.
Telefoon lijst
41
Geheugenstatus controleren
U kunt nagaan hoeveel namen en nummers er in de
telefoonlijst (het geheugen op de SIM-kaart en van
de telefoon) zijn opgeslagen. U kunt ook zien wat
het totaal aantal locaties is.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Kies de optie Geheugenstatus door op de
toets of te drukken en druk op de
functietoets Kies.
3. Druk op de toets of om na te gaan
hoeveel contactpersonen er op de SIM-kaart en
in het telefoongeheugen zijn opgeslagen en wat
de totale capaciteit van het betreffende
geheugen is.
4. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of .
42
Tekst intoetsen
Tijdens gebruik van uw telefoon zult u merken dat u
regelmatig tekst in moet toetsen, bijvoorbeeld voor
het opslaan van namen in de telefoonlijst, het
intoetsen van de begroeting of het noteren van
afspraken in uw agenda. Daarom kunt u met de
toetsen van de telefoon ook letters en andere
tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over de volgende
tekstinvoerstanden:
T9 stand
In deze stand kunt u door slechts één toets per
letter in te drukken woorden ingeven. Aan iedere
toets op het toetsenbord zijn verschillende letters
toegewezen. Als u één keer op de toets
drukt, verschijnt de letter J, K of L. In de
T9 stand worden de tekens die u intoetst,
automatisch vergeleken met een ingebouwd
linguïstisch woordenboek en wordt het meest
waarschijnlijke woord automatisch aangevuld,
zodat u vaak minder toetsaanslagen nodig hebt
dan bij gebruik van de normale standen voor
hoofdletter en kleine letters.
Standen voor hoofdletters en kleine letters
Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters
intoetsen door de toets waarop de gewenste
letter staat aangegeven één, twee, drie of vier
keer in te drukken tot de gewenste letter wordt
getoond.
Speciale tekens
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen,
bijvoorbeeld leestekens.
Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
Tekst intoetsen
43
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een scherm staat waarin u letters wilt
intoetsen, ziet u in het display de tekstinvoerstand.
V
oorbeeld: Aanmaken tekstbericht
Gewenste stand... Druk op de
functietoets tot...
T9 stand wordt getoond.
Zie pagina 44.
Hoofdletters wordt getoond.
Zie pagina 46.
Kleine letters wordt getoond.
Zie pagina 46.
Speciale tekens
intoetsen
wordt getoond.
Zie pagina 47.
Cijfers wordt getoond.
Zie pagina 47.
918
Opties
Indicatie
tekstinvoerstand
Tekst intoetsen
44
T9 stand
Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u
tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze
invoerstand werkt met een ingebouwd
woordenboek.
1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan
staat en begin met de toetsen t/m het
woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de
toets maar één keer aan te slaan.
V
oorbeeld: Om in de T9 stand Hallo in te geven,
drukt u op , , ,
en .
Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display.
Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag
veranderen.
2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet
u het hele woord intoetsen.
3. Is het woord juist, ga dan verder met het
volgende woord.
Is het woord niet juist, druk dan op de
toets , of om alternatieve woorden
weer te geven die overeenstemmen met de
toetsaanslagen.
V
oorbeeld: Zowel Of en Me worden gemaakt
met de toetsen , . De
telefoon toont het meest gebruikte
woord eerst.
4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de
toets .
• Om woorden in te geven die niet in de T9
woordenlijst voorkomen, wijzigt u de
tekstinvoerstand in de stand voor het invoeren
van hoofd-/kleine letters.
Tekst intoetsen
45
Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de
toets . De T9 stand maakt gebruik van
grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het
juiste leesteken wordt gekozen.
V
oorbeeld: wordt twee keer gebruikt om twee
leestekens te tonen.
Om in de T9 stand om te schakelen van
hoofdletters naar kleine letters of vice versa
gebruikt u de toets . U kunt kiezen uit:
Kleine letters
Hoofdletters
U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Door op de toets te drukken,
kunt u letters wissen. Om alle letters te wissen
houdt u de toets even ingedrukt.
Tekst intoetsen
46
Stand voor het intoetsen van
hoofdletters en kleine letters
Met de toetsen - geeft u uw tekst in.
1. Druk op de toets met de letter die u wilt ingeven:
- Eén keer voor de eerste letter
- Twee keer voor de tweede letter
- Enz.
2. Geef de resterende letters op dezelfde wijze in.
Opmerking
: Als u op een andere toets drukt, schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u
twee keer dezelfde letter wilt ingeven
(of een andere letter van dezelfde
toets), wacht dan enkele seconden. De
cursor gaat dan automatisch een positie
verder.
Zie onderstaande tabel voor meer informatie over
de tekens die met de toetsen kunnen worden
ingegeven.
Tekens in de weergegeven volgorde
Toets
Spatie
Hoofdletters Kleine letters
Tekst intoetsen
47
Voor het invoegen van een spatie drukt u op de
toets .
U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Om letters te wissen, drukt u
op de toets . Houd de toets even
ingedrukt om alle letters te wissen.
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in een tekstbericht invoegen.
Met de navigatietoetsen gaat u naar het gewenste
teken of symbool. Vervolgens drukt u op de
functietoets OK om dit in uw bericht in te voegen.
Stand voor cijfers
In deze
stand kunt u cijfers in een tekstbericht
opnemen (bijvoorbeeld een telefoonnummer). Druk
op de betreffende cijfertoets en kies vervolgens
weer de gewenste tekstinvoerstand.
918
OK
48
Tijdens een gesprek
beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook
tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de
wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt,
kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan
voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het
tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u
tussen beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek
in de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt
gaan naar dat gesprek, drukt u op de functietoets
Haal op.
Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met
iemand in gesprek bent, een tweede persoon
bellen:
1. Geef het telefoonnummer in van degene die u
wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets om dit nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de
wacht gezet.
Of:
1. Druk op de functietoets Wacht om het huidige
gesprek in de wacht te zetten.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de
persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het
in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald,
zodat u het gesprek met die persoon kunt
voortzetten.
Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets
als u dat gesprek wilt beëindigen.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
49
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de
persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan
horen.
V
oorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand
die bij u in de ruimte zit, zonder dat de
persoon met wie u aan het telefoneren
bent dat kan horen.
Zo zet u de microfoon tijdelijk uit:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets om de optie
Micr uit te markeren.
3. Druk op de functietoets OK.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets om de optie
Micr aan te markeren.
3. Druk op de functietoets OK.
Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u
weer horen.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
50
Toetstonen in- en uitschakelen
Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van
toetsen een toontje hoort. Als de optie DTMF uit is
gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer
een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u
geen storende piepjes wanneer u tijdens een gesprek
toetsen indrukt.
Opmerking:
Als u verbinding maakt met
antwoordapparaten of
computergestuurde telefoonsystemen
moet u de optie
DTMF aan
selecteren.
Toetstonen versturen
Desgewenst kunt u de telefoon zo instellen dat
toetstonen (DTMF) worden verstuurd die
overeenstemmen met de cijfers die tijdens een
gesprek worden ingetoetst.
Deze optie is handig wanneer u bijvoorbeeld een
wachtwoord of rekeningnummer aan een
computersysteem moet doorgeven, bijvoorbeeld voor
telebanking.
Het versturen van toetstonen stelt u als volgt in:
1. Wanneer u verbonden bent met het systeem van
de teledienst drukt u op de functietoets Opties.
2. Druk op de toets om Toetstonen zenden te
selecteren.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Geef het nummer in dat u wilt doorgeven en druk
op de functietoets OK.
Nu worden de met het nummer corresponderende
toetstonen verstuurd.
Opmerking
: U kunt tijdens gebruik van deze functie
ook een nummer in de telefoonlijst
opzoeken. Dit doet u door op de
functietoets Namen te drukken. Meer
informatie over gebruik van de
telefoonlijst vindt u op pagina 31.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
51
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
U kunt tijdens een gesprek een nummer in de
telefoonlijst opzoeken.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk op de toets om de optie Telefoonlijst
te selecteren.
3. Druk op de functietoets OK.
U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst,
gesorteerd op alfabetische volgorde.
4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste
letters van de naam die u zoekt ingeven.
U gaat dan direct naar de eerste naam die
overeenstemt met de door u ingetoetste
beginletters. Deze naam is gemarkeerd.
5. Blader met de toets of naar het gewenste
item en druk op de functietoets Kies om dit item
te bekijken.
Zie pagina 31 voor meer informatie over de
telefoonlijst.
SMS diensten
Als tijdens een gesprek een SMS-bericht
(Short Message Service) binnenkomt, knippert
op het display het berichtsymbool ( ). Door
SMS diensten te kiezen, kunt u berichten lezen
of schrijven.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 62.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
52
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek)
Als uw provider deze dienst levert en als u
Wisselgesprek (Menu 6.3) op Activeren hebt
ingesteld (zie pagina 107), kunt u tijdens een
gesprek een tweede binnenkomend gesprek
beantwoorden. U hoort dat er een gesprek
binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor
een wachtend gesprek.
U kunt een tweede gesprek op de volgende manier
aannemen:
1. Druk op de toets om het tweede gesprek
aan te nemen. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Als u een in de wacht gezet gesprek wilt
beëindigen, drukt u op de functietoets Opties
en kiest u daarna de optie Stop wacht.
3. Druk op de toets als u het huidige gesprek
wilt beëindigen.
Multiparty-gesprekken (telefonisch
vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreks-
deelnemer.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
53
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreks-
deelnemer. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
3. Druk op de functietoets Opties en kies dan de
optie Deelnemen om de eerste deelnemer aan
het multiparty-gesprek toe te voegen.
4. Om een volgende deelnemer aan het multiparty-
gesprek toe te voegen, belt u die op de normale
wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets
Opties en kiest u de optie Deelnemen.
Om binnenkomende gesprekken aan het
multiparty-gesprek toe te voegen, beantwoordt u
het binnenkomende gesprek en drukt u
achtereenvolgens op Opties en Deelnemen.
Herhaal dit zo vaak als u wilt.
Privégesprek met één van de deelnemers
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Kies deelnemer.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets of om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies of de toets .
3. Kies de optie Privé.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen
deelnemer voeren. De overige multiparty-
deelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven
spreken.
4. Druk op de functietoets Opties en kies daarna
Deelnemen als u weer naar het multiparty-
gesprek wilt gaan.
Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners
elkaar horen.
Tijdens een gesprek beschikbare opties
54
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Kies deelnemer.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets of om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies of de toets .
3. Kies nu Verwijderen.
De verbinding met de gekozen gespreks-
deelnemer wordt verbroken, maar u kunt met
alle andere deelnemers blijven spreken.
4. U kunt het multiparty-gesprek beëindigen door
op de toets te drukken.
55
Menu’s gebruiken
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
U kunt de menu's en submenu’s op twee manieren
selecteren: door naar de menufunctie te bladeren of
via de sneltoets.
Naar menufunctie bladeren
1. Druk in de standby stand op de functietoets
Menu.
2. Ga met de toets of naar het gewenste
hoofdmenu, bijvoorbeeld Telefoon opties.
Druk op de functietoets Kies of op de toets
om in het menu te komen.
3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het menu
Taal, kunt u hier met de toets of naar
toe, waarna u op de functietoets Kies drukt.
Als het menu dat u heeft gekozen meer opties
bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe.
4.
U wilt... Druk op de…
Door de menu’s
bladeren
Toets of of de
toetsen en links op
de telefoon.
De gekozen instelling
bevestigen
Functietoets Kies of de
toets .
Terug naar het vorige
menuniveau
Functietoets of de
toets .
Het menu verlaten
zonder instellingen
aan te passen
Toets .
Menu’s gebruiken
56
Naar menufunctie via de sneltoets
De diverse menu onderdelen (menu- en submenu
opties) zijn genummerd en via het betreffende
nummer snel te benaderen. Het nummer van de
sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast
de functietoets . Druk op de functietoets Menu en
geef het gewenste nummer in.
Opmerking
: In de lijst op de volgende pagina kunt u
nagaan welke nummers aan de diverse
menukeuzes zijn toegewezen. Het is
mogelijk dat deze enigszins afwijken
van de menunummers van uw telefoon.
Dit is namelijk afhankelijk van de
diensten die uw SIM-kaart ondersteunt.
Voorbeeld: De optie Taal openen.
1. Druk op de functietoets Menu.
2. Druk op voor het menu Telefoon opties.
3. Druk op voor Taal.
De beschikbare talen worden direct getoond.
Overzicht menufuncties
De volgende illustratie toont de beschikbare
menustructuur, inclusief:
De nummers die aan de opties zijn toegewezen
De pagina waarop u een beschrijving van de
betreffende functie kunt vinden
Opmerking
: Als u gebruik maakt van een SIM
AT-kaart met extra mogelijkheden,
verschijnt het
SIM AT
menu pas als u
op de functietoets
Menu
drukt. Kijk voor
meer informatie in de documentatie van
de SIM-kaart.
Menu’s gebruiken
57
1. Berichten
(zie pagina 62)
1.1 Postvak IN
1.2 Postvak UIT
1.3 Nieuw bericht
1.4 Standaardberichten
1.5 Profielen
1.5.1 Instelling 1
*
1.5.2 Instelling 2
*
1.5.3 Instelling 3
*
1.5.4 Instelling 4
*
1.5.5 Instelling 5
*
1.5.6 Standaard
1.6 Alles wissen
1.7 Mijn objecten
1.7.1 Mijn melodie
1.7.2 Mijn afbeelding
1.7.3 Mijn filmpje
1.7.4 Alles wissen
1.8 Geheugenstatus
1.8.1 SIM-geheugen
1.8.2 Telefoongeheugen
1.8.3 Infobericht-geheugen
1.9 Voice Mail
1.9.1 Verbinden met Voice Mail
1.9.2 Telefoonnr Voice Mail
1.10 Infobericht
1.10.1 Ontvangen bericht lezen
1.10.2 Ontvangen
1.10.3 Kanalen
1.10.4 Taal
2. Oproepen lijst
(zie pagina 74)
2.1 Gemist
2.2 Inkomend
2.3 Uitgaand
2.4 Alles wissen
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Menu’s gebruiken
58
2. Oproepen lijst
(vervolg)
2.5 Gesprektellers
2.5.1 Laatste oproep
2.5.2 Alle uitgaande oproepen
2.5.3 Alle inkomende oproepen
2.5.4 Tellers op nul
2.6 Kostentellers*
2.6.1 Kosten laatste oproep
2.6.2 Totale kosten
2.6.3 Max. kosten
2.6.4 Tellers op nul
2.6.5 Max. kosten instellen
2.6.6 Prijs per tik
3. Geluid opties
(zie pagina 78)
3.1 Beltoon
3.2 Belvolume
3.3 Type belsignaal
3.3.1 Alleen lampje
3.3.2 Melodie
3.3.3 Trillen
3.3.4 Trillen+melodie
3.4 Toetstoon
3.4.1 Uit
3.4.2 Rustig
3.4.3 Piano
3.4.4 Toon
3.4.5 Oproeptoon
3.5 Berichttoon
3.5.1 SMS-toon
3.5.2 Infoberichttoon
3.6 Toon bij in-/uitschakelen
3.6.1 Uit
3.6.2 Klassiek
3.6.3 Vrolijk
3.7 Andere tonen
3.7.1 Fouttoon
3.7.2 Minutenteller
3.7.3 Verbindingstoon
Menu’s gebruiken
59
4. Telefoon opties
(zie pagina 83)
4.1 Infrarood aan
4.2 Voorkeurinstellingen
4.2.1 Achtergrond
4.2.2 Menustijl
4.2.3 Auto tœtsblokkering
4.3 Begroeting
4.4 Eigen nummer
4.4.1 Nummer 1
4.4.2 Nummer 2
4.4.3 Nummer 3
4.5 Taal
4.6 Beveiliging
4.6.1 PIN-controle
4.6.2 PIN wijzigen
4.6.3 Toestel blokkeren
4.6.4 Wachtwoord wijzigen
4.6.5 SIM blokkeren
4.6.6 FDN-modus
*
4.6.7 PIN2 wijzigen*
4.7 Display-instellingen
4.7.1 Helderheid
4.7.2 Verlichting
4.7.3 Standby-lampje
4.7.4 Logo provider
4.8 Extra instellingen
4.8.1 Nr. herhalen
4.8.2 Elke toets antw.
4.9 Sneltoets
4.9.1 Toets omhoog
4.9.2 Toets omlaag
4.9.3 Toets rechts
4.9.4 Toets links
4.10 Reset instellingen
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Menu’s gebruiken
60
5. Organizer
(zie pagina 93)
5.1 Kalender
5.2 Actielijst
5.3 Tijd en datum
5.3.1 Tijd instellen
5.3.2 Datum instellen
5.3.3 Wereldtijd
5.3.4 Indeling tijd
5.4 Alarm
5.4.1 Eenmalig
5.4.2 Dagelijks
5.4.3 Wekker
5.4.4 Alarm uitzetten
5.4.5 Autom. inschakelen
5.5 Calculator
5.6 Valutabeurs
6. Netwerk diensten
(zie pagina 103)
6.1 Doorschakelen
6.1.1 Alles doorschakelen
6.1.2 In gesprek
6.1.3 Geen gehoor
6.1.4 Niet bereikbaar
6.1.5 Alles opheffen
6.2 Blokkeren
6.2.1 Alle uitgaande
6.2.2 Internationaal
6.2.3 Intern. behalve thuisland
6.2.4 Alle inkomende
6.2.5 Inkomend buiten bereik
6.2.6 Alles opheffen
6.2.7 Blokkeerwachtwoord wijzigen
6.3 Wisselgesprek
6.3.1 Spraak
6.3.2 Fax
6.3.3 Data
6.3.4 Alles opheffen
6.4 Netwerk kiezen
6.4.1 Automatisch
6.4.2 Zelf zoeken
Menu’s gebruiken
61
6. Netwerkdiensten
(vervolg)
6.5 Nr.weergave
6.5.1 Standaard
6.5.2 Nr. verbergen
6.5.3 Nr. weergeven
6.6 Gebr.groepen
6.6.1 Groepen
6.6.2 Buiten groep OK
6.6.3 Standaard groep
6.6.4 Uitzetten
*
7. Funbox
(zie pagina 111)
7.1 Spelletjes
7.1.1 Honeyball
7.1.2 Hamsterkooi
7.2 WAP browser
7.2.1 Startpagina
7.2.2 Favorieten
7.2.3 http://
7.2.4 Profielen
7.2.5 Wis pagina’s
7.3 Downloads
7.3.1 Spelletjes en meer
7.3.2 Geluiden
7.3.3 Afbeeldingen
7.3.4 DNS instelling
* Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan
staat.
62
Berichten
De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het
versturen van SMS-berichten (Short Message
Service). Voor zover uw provider deze diensten
aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per
e-mail en via oproepsystemen worden verzonden.
Om berichten per telefoon te versturen, moet u
weten wat het SMS-nummer van uw provider is.
Als het symbool verschijnt, heeft u een of meer
nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen
vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen
nieuwe berichten meer ontvangen. Met de optie
Wissen in de beide postvakken kunt u oude
berichten verwijderen.
Wanneer u een nieuw bericht ontvangt terwijl de
toetsen geblokkeerd zijn, kunt u het bericht pas
bekijken nadat u de toetsblokkering heeft
opgeheven. Dit doet u door op de functietoets
Deblokrn en de toets te drukken.
Postvak IN
(Menu 1.1)
In dit postvak worden ontvangen berichten
opgeslagen.
Als u dit menu opent, worden de ontvangen
berichten getoond, met daarbij het telefoonnummer
of de naam (indien opgenomen in de telefoonlijst).
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om het bericht te lezen.
2. Met de toetsen en kunt u door het
bericht bladeren.
3. Met de toetsen en kunt u naar het
vorige of volgende bericht bladeren.
Berichten
63
Met de functietoets Opties kunt u de volgende
opties kiezen.
Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders doorsturen. Meer informatie over
het verzenden van berichten vindt u op pagina 65.
Antwoorden: hiermee kunt u de afzender door
middel van een tekstbericht een antwoord sturen.
Terugbellen: om de afzender terug te bellen.
Adres knippen: hiermee kunt u het adres van een
website, een e-mail adres of een telefoonnummer
uit een tekstbericht overnemen en in het geheugen
van uw telefoon opslaan.
Naar telefoon: hiermee kunt u het bericht van
uw SIM-geheugen naar uw telefoongeheugen
verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond
wanneer u een bericht selecteert dat op de
SIM-kaart is opgeslagen.
Naar SIM: hiermee kunt u het bericht van
uw telefoongeheugen naar uw SIM-geheugen
verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond
wanneer u een bericht selecteert dat in het
telefoongeheugen is opgeslagen.
Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of
afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het
geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt
u deze zelf met een bericht meesturen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 66.
Postvak UIT
(Menu 1.2)
In dit postvak worden berichten opgeslagen die u
verzonden heeft of nog wilt verzenden.
Als u dit menu opent, wordt een lijst getoond met de
berichten die in het postvak zijn opgeslagen, met
daarbij het telefoonnummer van de geadresseerde of
de naam (wanneer deze in de telefoonlijst voorkomt).
Berichten
64
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om de inhoud van het bericht
te bekijken.
2. Met de toetsen en kunt u door het
bericht lopen.
3. Om naar het vorige of volgende bericht te gaan,
drukt u op de toets en .
Met de functietoets Opties kunt u de volgende
opties kiezen:
Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht opnieuw
versturen. Meer informatie over het verzenden van
berichten vindt u op pagina 65.
Adres knippen: hiermee kunt u het adres van een
website, een e-mail adres of een telefoonnummer
uit een tekstbericht overnemen en in het geheugen
van uw telefoon opslaan.
Naar telefoon: hiermee kunt u het bericht van
uw SIM-geheugen naar uw telefoongeheugen
verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond
wanneer u een bericht selecteert dat op de
SIM-kaart is opgeslagen.
Naar SIM: hiermee kunt u het bericht van
uw telefoongeheugen naar uw SIM-geheugen
verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond
wanneer u een bericht selecteert dat in het
telefoongeheugen is opgeslagen.
Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of
afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het
geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt
u deze zelf met een bericht meesturen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 66.
Berichten
65
Nieuw bericht
(Menu 1.3)
Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en
verzenden.
Opmerking
: U heeft de beschikking over 918 posities.
Als u geluiden of afbeeldingen aan uw
bericht toevoegt, wordt het aantal
beschikbare posities lager.
Eenvoudig SMS tekstbericht maken
1. Stel uw bericht samen.
Opmerking
: Meer informatie over het ingeven van
tekst vindt u op pagina 42.
2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht,
drukt u op de functietoets Opties. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Verzenden: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Na verzending wordt het bericht
verwijderd.
Verz.+Opslaan: hiermee wordt het bericht eerst
in het gekozen geheugen opgeslagen en
vervolgens verzonden. U kunt het bericht in
Postvak UIT terugvinden.
Opslaan: het bericht wordt in het gekozen geheugen
opgeslagen, zodat u dit later kunt versturen. U kunt
het bericht in Postvak UIT terugvinden.
Meer informatie over de opties Tekst formatteren,
Objecten toevoegen, Standaardbericht
toevoegen, Uit telefoonlijst, Favoriet toev en
Taal vindt u bij “Een bericht samenstellen met
gebruikmaking van de opties” op pagina 66.
3. Selecteer Verzenden of Verz.+Opslaan en druk
op de functietoets Kies.
Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u
Opslaan. Na het bericht te hebben opgeslagen,
gaat de telefoon terug naar het menu Berichten.
Berichten
66
4. Selecteer het geheugen waarin het bericht is
opgeslagen en druk op de functietoets OK.
5. Geef het gewenste nummer in.
Wilt u een nummer in de telefoonlijst opzoeken,
druk dan op de functietoets Namen en selecteer
in de lijst het gewenste nummer.
6. Druk op de functietoets OK. Het bericht wordt
verzonden.
Opmerking
: Als het bericht om welke reden dan
ook niet verzonden kan worden, wordt
u gevraagd of u het opnieuw wilt
proberen. Wilt u dit, druk dan op de
functietoets
OK
; wilt u dit niet, druk
dan op de functietoets
Afsluiten
.
Een bericht
samenstellen met
gebruikmaking van de opties
1. Stel uw bericht samen.
2. Druk op de functietoets Opties.
3. Kies zo nodig met de toetsen en een
vervolgoptie en druk ter bevestiging op de
functietoets Kies.
Tekst formatteren: hiermee kunt u de layout
van uw tekst aanpassen. Bij Grootte kunt u
kiezen uit Normaal, Groot en Klein.
Onderstreept en Doorgehaald kunt u
selecteren door deze opties Aan of Uit te
zetten. U kunt meerdere opties tegelijk
selecteren.
Objecten toevoegen: kies deze optie wanneer
u een belgeluid, melodie, afbeelding of filmpje
bij uw bericht wilt voegen. Selecteer de
gewenste categorie. Bij iedere categorie kunt u
kiezen voor een van de standaarditems of een
item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload
hebt of via een bericht hebt ontvangen.
Berichten
67
Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt u
voor uw bericht een van de standaardberichten
gebruiken. Selecteer via het menu
Standaardberichten (Menu 1.4) een van de
vijf standaardberichten. Voor meer informatie,
zie hieronder.
Uit telefoonlijst: hiermee kunt u een contact-
persoon uit de telefoonlijst in uw bericht opnemen.
Selecteer de gewenste contactpersoon.
Favoriet toev: voor het opnemen van een adres
van een internetpagina die u onder uw Favorieten
heeft opgenomen (Menu 7.2.2). Selecteer de
gewenste favoriet.
Taal: hiermee kunt u instellen welke taal in de
T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt.
Selecteer de gewenste taal.
4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op
zoals beschreven bij stap 3 op pagina 65.
Standaardberichten
(Menu 1.4)
Via dit menu kunt u vijf berichten samenstellen met
een standaard inhoud. Blader met de toetsen
en door de lijst. Wanneer het standaardbericht
dat u wilt wijzigen of gebruiken gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Opties.
Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw bericht
schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen.
Opmerking
: Meer informatie over het intoetsen van
tekst vindt u op pagina 42.
Verzenden: hiermee kunt u het geselecteerde
bericht terughalen en aanpassen. Als het bericht
klaar is, kunt u het versturen, opslaan en versturen
of alleen opslaan. Meer informatie over het
verzenden van berichten vindt u op pagina 65.
Wissen: om een geselecteerd bericht te verwijderen.
U kunt het wissen bevestigen door op de functietoets
Ja te drukken.
Berichten
68
Profielen
(Menu 1.5)
Via dit menu kunt u de standaard SMS-informatie
instellen. Een profiel bevat een aantal instellingen
die nodig zijn om berichten te versturen. Het aantal
beschikbare profielen is afhankelijk van de
capaciteit van uw SIM-kaart.
Opmerking
: Wanneer u een bericht verstuurt, wordt
automatisch de laatstgekozen groep
instellingen gebruikt.
Instelling x (waarbij x het nummer van de groep
is): ieder profiel heeft een eigen submenu.
SMS-service
: om het SMS-nummer voor het
versturen van berichten op te slaan of te wijzigen.
U krijgt dit nummer van uw provider.
Standaard bestemming
: hier kunt u een standaard
bestemming opnemen. Het nummer verschijnt bij
het samenstellen van een bericht automatisch in
het scherm Bestemming.
Standaard SMS instellingen
: hier kunt u het
standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en
ERMES) instellen. De provider zet de berichten om
in het gekozen formaat.
Standaard geldigheid
: hier kunt u instellen hoe lang
uw provider het bericht moet bewaren als hij het
niet meteen kan doorsturen.
Naam instellen
: om een naam toe te kennen aan de
groep die u aan het instellen bent.
Berichten
69
Standaard: de volgende opties zijn beschikbaar:
Antwoordpad
: de ontvanger van uw SMS-bericht
kan u een antwoord sturen via de provider, als deze
optie door het netwerk wordt aangeboden.
Ontv
.bevest.: hier kunt u de functie voor
ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze
functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te
horen of uw bericht al dan niet verstuurd is.
Dr
ager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en
GPRS.
Alles wissen
(Menu 1.6)
Met deze menuoptie kunt u alle berichten uit een
postvak verwijderen. U kunt ook alle berichten in de
diverse postvakken in één keer verwijderen.
Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt
u op de functietoets Ja.
Om… Drukt u op de…
Een postvak te
selecteren waaruit u
de berichten wilt
verwijderen
Toets of . Als u alle
berichten uit alle postvakken
wilt verwijderen, selecteert
u Alle berichten.
Een vinkje voor “Alle
berichten” of een
bepaald postvak te
plaatsen
Functietoets AAN.
Een vinkje te
verwijderen
Functietoets UIT.
De aangevinkte
berichten te
verwijderen
Functietoets Wissen.
Berichten
70
Mijn objecten
(Menu 1.7)
Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.)
die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon
heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze
Objecten selecteren (zie pagina 63) via dit menu
bekijken.
Er zijn drie categorieën:
Mijn melodie
Mijn afbeelding
Mijn filmpje
Om een geselecteerd object te wissen, drukt op de
functietoets Wis.
Met de optie Alles wissen (Menu 1.7.4) kunt u
alle objecten in één keer uit het geheugen
verwijderen.
Als u alle objecten wilt verwijderen, selecteert u
Alle objecten.
Om... Druk op de…
Een categorie van
objecten te selecteren die
u wilt verwijderen
Functietoets AAN.
De selectie te annuleren Functietoets UIT.
De objecten in de
geselecteerde
categorie(ën) te
verwijderen
Functietoets Wissen.
Berichten
71
Geheugenstatus
(Menu 1.8)
Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er
zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en
in het geheugen met info-berichten.
Voice Mail
(Menu 1.9)
Via dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox
komen (als deze dienst door uw provider wordt
aangeboden).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Verbinden met Voice Mail: voordat u deze functie
kunt gebruiken moet u het voice-server nummer
invoeren dat u van uw provider hebt gekregen (zie
menu 1.9.2). Vervolgens kunt u deze optie kiezen
en op de functietoets OK drukken om uw berichten
te beluisteren.
Om snel verbinding te krijgen met de voice mail
server, houdt u de toets ingedrukt.
Telefoonnr Voice Mail: u kunt het nummer van
de voice-mail server zo nodig wijzigen.
Opmerking
: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem
voor meer informatie contact op met uw
provider.
U wilt... Druk op de…
Het voice servernummer
ingeven
Juiste cijfertoetsen.
Een cijfer corrigeren Toets .
De cursor naar links of
rechts verplaatsen
zonder het cijfer te
wissen
Toets of .
Berichten
72
Infobericht
(Menu 1.10)
Netwerkservice voor het ontvangen van berichten
over verschillende onderwerpen, zoals weer of
verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze
ontvangen zijn, mits:
De telefoon in de standby-stand staat
De optie Ontvangen op Uitzetten staat
Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst
De volgende opties zijn beschikbaar:
Ontvangen bericht lezen: lezen van het eerste
bericht. Niet opslaan toont de berichten van het
netwerk, maar deze worden gewist zodra de
telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen en
kunt u door het bericht bladeren. Terwijl u een
bericht leest, kunt u op de functietoets Opslaan
drukken om het bericht in het postvak Bewaren op
te slaan, zodat u het later nog eens kunt lezen.
Ontvangen: om het ontvangen van berichten in of
uit te schakelen.
Kanalen: hier kunt u aangeven van welke kanalen
u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties
zijn beschikbaar:
Kiez
en: hier kunt u kanalen in de lijst in- of
uitschakelen door deze AAN of UIT te zetten. Een
geselecteerd kanaal is aangevinkt.
T
oevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe
kanaal-ID en kanaalnaam.
Wissen
: om een kanaal uit de lijst te verwijderen.
Wijzigen
: voor het wijzigen van een kanaal-ID en
kanaalnaam van een bestaand kanaal.
Berichten
73
Taal: om te kiezen in welke taal de berichten op
het display verschijnen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider.
74
Oproepen lijst
Via dit menu kunt u:
Gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen
bekijken
Nagaan hoe lang een gesprek geduurd heeft
Nagaan wat de gesprekskosten zijn
Opmerking
: Door in de standby-stand op te
drukken, krijgt u toegang tot alle drie
de soorten oproepen.
Gemist
(Menu 2.1)
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar,
getoond, samen met de datum en tijd waarop de
oproep werd ontvangen. Door op de functietoets
Opties te drukken, kunt u:
Het nummer uit de lijst verwijderen
Het nummer, wanneer dit getoond wordt,
wijzigen en in de telefoonlijst opslaan
U kunt het nummer ook bellen door op de toets
te drukken.
Inkomend
(Menu 2.2)
Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar,
getoond, samen met de datum en tijd waarop de
oproep werd ontvangen. Door op de functietoets
Opties te drukken, kunt u:
Het nummer uit de lijst verwijderen
Het nummer, wanneer dit getoond wordt,
wijzigen en in de telefoonlijst opslaan
U kunt het nummer ook bellen door op de toets
te drukken.
Oproepen lijst
75
Uitgaand
(Menu 2.3)
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers zien.
Het nummer en de naam worden weergegeven,
samen met de datum en tijd waarop de oproep
werd gedaan. Door op de functietoets Opties te
drukken, kunt u:
Het nummer verwijderen
Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst
opslaan
U kunt het nummer ook bellen door op de toets
te drukken.
Alles wissen
(Menu 2.4)
U kunt alle nummers die tot een bepaalde soort
oproepen behoren in één keer verwijderen.
Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt
u op de functietoets Ja.
Om… Drukt u op de…
Het type oproepen te
selecteren dat u wilt
wissen
Toets of , en
daarna op de
functietoets AAN.
De selectie te annuleren Functietoets UIT.
Alle oproepen van het
geselecteerde type te
wissen
Functietoets Wissen.
Oproepen lijst
76
Gesprektellers
(Menu 2.5)
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
Opmerking
:
De werkelijke duur van uw gesprekken
op de rekening van uw provider kan iets
afwijken, bijvoorbeeld door de afronding
die bij het factureren wordt gehanteerd.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Laatste oproep: duur van het laatste gesprek.
Alle uitgaande oproepen: duur van alle
uitgaande gesprekken sinds de teller voor het laatst
op nul is gezet.
Alle inkomende oproepen: duur van alle
binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het
laatst op nul is gezet.
Tellers op nul: voor het opnieuw instellen van de
gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw
toestel invoeren (zie pagina 124). Daarna drukt u
op de functietoets OK.
Kostentellers
*
(Menu 2.6)
Met deze functie kunt u de gesprekskosten
bekijken. Wanneer uw SIM-kaart deze functie niet
ondersteunt, wordt deze optie niet getoond.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Kosten laatste oproep: kosten van het laatste
gesprek.
Totale kosten: totale kosten van alle gesprekken
sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de
totale kosten de maximumkosten, instelbaar met
de optie Max. kosten instellen, overschrijden,
kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller
op nul hebt gezet.
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Oproepen lijst
77
Max. kosten: maximale kosten, ingesteld met de
optie Max. kosten instellen (zie hieronder).
Tellers op nul: optie voor het op nul zetten van de
kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie
pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK.
Max. kosten instellen: optie om de maximale
kosten voor uw gesprekken in te stellen. U moet
eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna
drukt u op de functietoets OK.
Prijs per tik: optie voor het instellen van de kosten
per tik. Met deze prijs per eenheid worden de
gesprekskosten berekend. U moet eerst uw PIN2
invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de
functietoets OK.
78
Geluid opties
Via het menu Geluidopties kunt u de volgende
instellingen aanpassen:
Melodie beltoon, volume en type belsignaal
Geluiden bij het indrukken van de toetsen,
foutieve invoer en bij het ontvangen van
berichten
Opmerking
:
Als de telefoon in de stille modus staat
(zie pagina 28), kunt u de
geluidinstellingen niet wijzigen.
Beltoon
(Menu 3.1)
Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen.
U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën
kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden
afgespeeld. Als u via internet of het programma
EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload,
worden deze in de lijst van dit menu opgenomen.
Belvolume
(Menu 3.2)
Met deze optie kunt u het belvolume instellen.
U kunt kiezen uit vijf niveaus.
Gebruik hiervoor de toetsen en of de
toetsen en links op de telefoon.
Geluid opties
79
Type belsignaal
(Menu 3.3)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Alleen lampje: het display licht op, de telefoon
gaat niet over en trilt niet.
Melodie: de telefoon gaat over met de beltoon die
u hebt ingesteld in het menu Beltoon (Menu 3.1);
zie pagina 78.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en
gaat daarna over.
Toetstoon
(Menu 3.4)
Met deze optie kunt u kiezen welke toon u hoort bij
het indrukken van een toets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: het toetsgeluid is uitgeschakeld.
Rustig: de toets die wordt ingedrukt geeft een
helder geluid.
Piano: de toetsen laten bij het indrukken
verschillende tonen van de toonladder horen.
Toon: alle toetsen geven bij het indrukken een
ander geluid.
Oproeptoon: alle toetsen geven bij het indrukken
hetzelfde geluid.
Geluid opties
80
Berichttoon
(Menu 3.5)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend bericht.
SMS-toon
(Menu 3.5.1)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend SMS-bericht.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend bericht.
Alleen lampje: het lampje links bovenop de
telefoon gaat knipperen.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Enkele beep: bij een binnenkomend SMS-bericht
gaat de telefoon één keer over.
SMS-toonX: de telefoon gaat over met de door u
geselecteerde SMS-toon.
Infoberichttoon
(Menu 3.5.2)
Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon
aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend info-bericht.
Alleen lampje: het lampje links bovenop de
telefoon gaat knipperen.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Enkele beep: bij een binnenkomend infobericht
gaat de telefoon één keer over.
InfoberichttoonX: de telefoon gaat over met de
door u geselecteerde Infobericht-toon.
Geluid opties
81
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 3.6)
Via dit menu kunt u het geluid dat de telefoon
maakt bij het in- en uitschakelen aan- of uitzetten.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: bij het in- en uitschakelen van de telefoon
hoort u geen melodie.
Klassiek: bij het in- en uitschakelen van de
telefoon hoort u de standaard melodie.
Vrolijk: bij het in- en uitschakelen van de telefoon
hoort u een vrolijke melodie.
Geluid opties
82
Andere tonen
(Menu 3.7)
Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door
de telefoon worden gebruikt aanpassen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Fouttoon: hier kunt u instellen of de telefoon een
signaal moet geven bij een ongeldige invoer.
Minutenteller: met deze optie kunt u instellen of
de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere
minuut een piepje moet geven om de gespreksduur
aan te geven.
Verbindingstoon: geeft aan of de telefoon een
signaal moet geven wanneer u verbonden bent met
het netwerk.
Om een toon... Drukt op de…
AAN te zetten Functietoets AAN.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten Functietoets UIT.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
83
Telefoon opties
U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon
aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze
functies op via het menu Telefoon opties.
Infrarood aan
(Menu 4.1)
Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van
uw telefoon data en faxberichten verzenden en
ontvangen. Om de infraroodverbinding te kunnen
gebruiken, moet u het volgende doen:
De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc
configureren en aanzetten.
De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten.
Het infraroodsymbool ( ) verschijnt op de
bovenste regel van het display.
Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw
telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van
uw pc.
U kunt nu gegevens uitwisselen tussen de pc en
uw telefoon.
Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is
aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
Opmerking
: U krijgt de beste resultaten wanneer u
gebruik maakt van een datakabel (optie).
Deze is verkrijgbaar bij uw Samsung
dealer.
15
Infrarood
poort
Infrarood
poort
Telefoon opties
84
Voorkeurinstellingen
(Menu 4.2)
U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in
het display gebruikte kleurenschema aan uw
voorkeuren aanpassen.
Achtergrond
(Menu 4.2.1)
Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de
stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt.
U kunt de achtergrond als volgt wijzigen:
1. Blader met de toets of door de lijst met
afbeeldingen.
U kunt kiezen uit een aantal standaard
afbeeldingen. U kunt ook een lege achtergrond
of via internet of het programma EasyGPRS
gedownloade afbeeldingen selecteren.
2. Als de gewenste afbeelding is geselecteerd,
drukt u op de functietoets Kies.
De geselecteerde afbeelding wordt getoond.
3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond
selecteren, druk dan op de functietoets Kies.
Menustijl
(Menu 4.2.2)
Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt
weergegeven. U kunt Onder elkaar of
Ingezoomd kiezen.
4. Om... Druk op de…
De huidige datum en tijd
bovenaan de afbeelding
in het display weer te
geven
Functietoets Ja.
Alleen de afbeelding
weer te geven
Functietoets Nee.
Telefoon opties
85
Auto toetsblokkering
(Menu 4.2.3)
Via deze menuoptie kunt u de telefoon zo instellen
dat de toetsen automatisch worden geblokkeerd
wanneer een bepaalde periode geen toets is
ingedrukt. Hiermee kunt u voorkomen dat per
ongeluk toetsen wordt ingedrukt.
U kunt deze functie inschakelen door aan te geven
hoelang de telefoon moet wachten voordat de
toetsen worden geblokkeerd.
Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u
Uit.
Opmerking
: U kunt de toetsen ook handmatig
blokkeren. Meer informatie hierover
vindt u op pagina 21.
Begroeting
(Menu 4.3)
Met deze optie kunt u kort een begroeting laten
verschijnen bij het aanzetten van de telefoon.
Wanneer u deze menukeuze selecteert, wordt de
huidige begroeting getoond.
Zie pagina 42 voor meer informatie over het
intoetsen van tekst.
U wilt... Druk op de…
De bestaande
begroeting wissen
Toets en houd deze
ingedrukt tot het bericht is
verwijderd.
Een nieuwe
begroeting invoeren
Juiste alfanumerieke toetsen.
Een andere
tekstinvoerstand
kiezen
Functietoets .
Telefoon opties
86
Eigen nummer
(Menu 4.4)
Hiermee kunt u:
Een naam aan uw eigen telefoonnummer
toekennen
De naam en het nummer wijzigen
Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt
gebruiken om uw eigen telefoonnummers te
controleren.
Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet
doorgevoerd op uw SIM-kaart.
Taal
(Menu 4.5)
Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze
op Automatisch is ingesteld, wordt automatisch de
taal van de SIM-kaart gekozen.
Beveiliging
(Menu 4.6)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot:
Door u gekozen personen
Door u gekozen soorten gesprekken
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens
de pagina’s 124-127).
Telefoon opties
87
PIN-controle
(Menu 4.6.1)
Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN-code weten.
Opmerking
: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld
kan worden, moet u uw PIN-code
intoetsen.
Wilt u uw PIN-code wijzigen, kijk dan bij menu-
optie PIN wijzigen (Menu 4.6.2).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Aanzetten: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN-code intoetsen.
PIN wijzigen
(Menu 4.6.2)
Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code
veranderen. De PIN-controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt
instellen.
Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Toestel blokkeren
(Menu 4.6.3)
Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Wilt u het wachtwoord van uw
telefoon wijzigen, kijk dan op pagina 88 bij
Wachtwoord wijzigen (Menu 4.6.4).
Telefoon opties
88
Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de
telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Aanzetten: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Wachtwoord wijzigen
(Menu 4.6.4
)
Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet
het huidige wachtwoord ingeven voordat u een
nieuw kunt ingeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Als u een nieuw wachtwoord hebt
ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
SIM blokkeren
(Menu 4.6.5)
Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt
uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart.
U moet dan eerst de SIM-code intoetsen.
Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet
u deze ter bevestiging nogmaals invoeren.
Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de
SIM-code intoetsen.
Telefoon opties
89
FDN-modus
(Menu 4.6.6)
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-modus
ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken
beperken tot een bepaald aantal nummers.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: u kunt elk nummer bellen.
Aanzetten: u kunt alleen nummers bellen die in de
telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code
intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Zie menu-optie PIN2 wijzigen (Menu 4.6.7)
hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code.
PIN2 wijzigen
(Menu 4.6.7)
Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen.
U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u
een nieuwe kunt invoeren.
Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Opmerking
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Telefoon opties
90
Display-instellingen
(Menu 4.7)
Helderheid
(Menu 4.7.1)
Via deze menukeuze kunt u de helderheid van het
display wijzigen, zodat u dit ook bij weinig of juist
veel licht kunt aflezen.
U kunt de helderheid als volgt aanpassen:
1. Wijzig met de toetsen en of de toetsen
en links op de telefoon de helderheid.
2. Als de instelling naar wens is, drukt u op de
functietoets OK.
Verlichting
(Menu 4.7.2)
Met deze optie kunt u de verlichting aan- of
uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van
de standby- en beltijd op.
U kunt hier ook instellen hoe lang de verlichting aan
moet blijven. De verlichting gaat aan wanneer u op
een willekeurige toets drukt of een oproep of
bericht ontvangt. Vervolgens gaat dit uit en wordt
overgeschakeld op de digitale klok. Dit is om de
batterij te sparen.
Wilt u de verlichting uitschakelen, selecteer dan Uit.
Standby-lampje
(Menu 4.7.3)
Met deze optie kunt u instellen of u het standbylampje
linksboven op de telefoon wilt gebruiken en de kleur
selecteren waarin het knippert.
Kies een van de zeven kleuren. Het standby-lampje
knippert in de gekozen kleur als de telefoon
gebruiksklaar is.
Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u
dit uitschakelen door Uit te selecteren.
Telefoon opties
91
Logo
provider
(Menu 4.7.4)
Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de
naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld.
Aan: in de standby-stand wordt het provider-logo
dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen
logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider
weergegeven.
Uit: in de standby-stand wordt de naam van de
provider getoond.
Extra instellingen
(Menu 4.8)
Via dit menu kunt u de opties Nummer herhalen en
Elke toets antwoorden aan- en uitzetten.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Nr. herhalen: als deze optie aan staat, probeert de
telefoon na een mislukte poging maximaal 10 keer
het laatste nummer opnieuw te bellen.
Opmerking
: De tijd tussen twee pogingen kan
variëren.
Elke toets antw.: als deze optie geselecteerd is,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering van
de toetsen en en de functietoets
Weiger. Om een oproep te weigeren, drukt u op de
toets of de functietoets Weiger.
Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een
gesprek alleen aannemen door op de toets of de
functietoets Opnemen te drukken.
Om een functie... Drukt u op de…
AAN te zetten Functietoets AAN.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten Functietoets UIT.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
Telefoon opties
92
Sneltoets
(Menu 4.9)
U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen gebruiken.
Als ze in de standby-stand worden ingedrukt, kunt u
daarmee direct naar een bepaalde menu-optie gaan.
U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen
instellen:
1. Selecteer door op de toets of te drukken
de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en
druk daarna op de functietoets Kies.
Toets omhoog ( )
Toets omlaag ( )
Toets rechts ( )
Toets links ( )
2. Kies door op of te drukken het menu dat
u aan de toets wilt toekennen.
Opmerking
: Als u een toets niet (meer) als
sneltoets wilt gebruiken, selecteert u
Geen
.
3. Druk op de functietoets Kies om uw instelling op
te slaan.
Reset instellingen
(Menu 4.10)
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaard (fabrieks) instellingen. Dit doet u
als volgt:
1. Selecteer de optie Reset instellingen.
2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw
telefoon in en druk op de functietoets OK.
Opmerking
: Het wachtwoord is in de fabriek
ingesteld op 00000000. Wilt u het
wachtwoord wijzigen, kijk dan op
pagina 88.
93
Organizer
Met deze functie kunt u:
De kalender bekijken en afspraken bijhouden
Een lijst opstellen met afspraken of acties die u
niet mag vergeten
De huidige datum en tijd instellen
Het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan
een afspraak te herinneren)
De telefoon gebruiken om eenvoudige
rekenkundige of bewerkingen uit te voeren of een
wisselkoers te berekenen.
Kalender
(Menu 5.1)
Met de optie Agenda kunt u:
De kalender bekijken
Bij de desbetreffende data agendaregels maken
met informatie over afspraken, vergaderingen,
verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af
laten gaan
De kalender bekijken
De kalender verschijnt als u het menu Kalender
(Menu 5.1) kiest. Als u op de functietoets Opties
drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties.
Alles zoeken: alle ingevoerde agendaregels
worden getoond, te beginnen met de oudste. U
kunt met de toets of door de agendaregels
lopen.
Alles wissen: om alle agendaregels te
verwijderen. Voordat de agendaregels worden
gewist, wordt om een bevestiging gevraagd.
Ga naar datum: om direct naar een bepaalde
datum te gaan.
Afsluiten: hiermee verlaat u de agendafunctie en
gaat u terug naar de standby-stand.
Organizer
94
Agendaregel ingeven
Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te
maken of te wijzigen:
1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste
kalenderdatum.
Opmerking
: Door op de toetsen
of
links op
de telefoon te drukken, kunt u naar
een vorige of volgende maand gaan.
2. Druk op de functietoets Kies.
Er verschijnt een leeg scherm waar u uw
agendaregel kunt ingeven.
3. Geef uw agendaregel in en druk op de
functietoets OK.
Opmerking
: Zie pagina 42 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen.
4. Druk op de functietoets Ja als u wilt dat het
alarm op de betreffende dag afgaat.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee.
5. Indien u op Ja hebt gedrukt, stelt u de tijd voor
het alarm in en drukt u op OK.
U kunt ook de melodie voor het alarm selecteren
door op de functietoets Melodie te drukken.
De kleur van de datum wijzigt in groen, wat
aangeeft dat voor deze datum een agendaregel
is ingevoerd.
Organizer
95
Agendaregel wijzigen
Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is
ingegeven, wordt de laatste agendaregel voor die
dag getoond.
Bij meer agendaregels voor een bepaalde dag kunt
u met de toetsen en door de agendaregels
bladeren.
U kunt een nieuwe agendaregel voor die dag
toevoegen, door op de functietoets Nieuw te
drukken.
Als u op de functietoets Opties drukt, zijn de
volgende extra opties beschikbaar.
Wijzigen: hiermee kunt u de tekst van een
agendaregel wijzigen.
Alarm: instellen van het alarm voor een bepaalde
dag. Als al een alarm is ingesteld, kunt u dit
wijzigen of verwijderen.
Wissen: verwijderen van de agendaregel.
Kopiëren naar: agendaregel kopiëren naar een
andere datum en/of tijd.
Verplaatsen naar: datum en/of tijd van de
agendaregel wijzigen.
Organizer
96
Actielijst
(Menu 5.2)
Hiermee kunt u:
Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u
uit moet voeren
Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt
toekennen
De bestaande actiepunten op prioriteit en status
sorteren
Actielijst maken
1. Druk op de functietoets Nieuw.
2. Geef de eerste actie in.
Opmerking
: U heeft de beschikking over
40 posities. Zie pagina 42 voor meer
informatie over het intoetsen van
tekst.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Kies met behulp van de toets of de
prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de
functietoets Kies.
5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn
uitgevoerd.
Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de
functietoets Oversl.
6. Druk op de functietoets OK.
Organizer
97
Actielijst wijzigen
Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen
wanneer u de menu-optie Actielijst (Menu 5.2)
selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond,
inclusief informatie over de status van afhandeling
en de prioriteit ( = hoog, = normaal
en = laag ).
De volgende opties zijn beschikbaar:
U wilt... Doe dan het volgende...
Detailinformatie
van een
actiepunt
bekijken
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Kies.
Blader zo nodig met de toetsen
en naar de gewenste
taak.
De status van
een actiepunt
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
Druk op de toets om aan te
geven dat het actiepunt op de
huidige tijd en datum is
afgehandeld.
of
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Selecteren.
• Kies de gewenste status
(Afgehandeld of Niet
afgehandeld).
Een nieuw
actiepunt
toevoegen
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Nieuw.
• Geef de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt in.
Een bestaand
actiepunten
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Wijzigen.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel deadline van de actie.
Organizer
98
Bestaande
actiepunten op
prioriteit en
status sorteren
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Sorteren.
• Kies het sorteercriterium
(Hoog, Laag, Afgehandeld of
Niet afgenhandeld).
Een actiepunt
kopiëren
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Kopiëren.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel de deadline van het
actiepunt.
Een actiepunt
naar de agenda
kopiëren
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Kopie naar
kalender.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt en
stel eventueel het alarm in.
Een actiepunt
wissen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Wissen.
Alle actiepunten
wissen
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Alles wissen.
• Druk op OK om dit te
bevestigen.
De actielijst
verlaten
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Afsluiten.
U wilt... Doe dan het volgende...
Organizer
99
Tijd en datum
(Menu 5.3)
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het display
wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich Mean
Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden bekijken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Tijd instellen: hier kunt u de huidige tijd instellen.
Via de menu-optie Indeling tijd (Menu 5.3.4) kunt
u het gewenste formaat instellen.
Opmerking
: Voordat u de tijd instelt, moet u via de
menu-optie
Wereldtijd
(
Menu 5.3.3
)
de tijdzone instellen.
Datum instellen: met deze optie kunt u dag, maand
en jaar invoeren.
Wereldtijd: met behulp van de toetsen en
kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd
in 21 steden bekijken.
In het display verschijnt de volgende informatie:
Naam van de stad
Lokale datum en tijd
Tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en uw
stad (mits u de plaatselijke tijd heeft ingesteld, zie
hieronder) of GMT (standaard)
Het selecteren van uw tijdzone doet u als volgt:
1. Selecteer de stad die correspondeert met uw
tijdzone door zo vaak als nodig op de toets of
te drukken. (Voor Nederland kiest u Parijs.)
U ziet nu de plaatselijke datum en tijd.
2. Druk op de functietoets Stel in.
Indeling tijd: hier kunt het tijdformaat wijzigen in
24 uur of 12 uur.
Organizer
100
Alarm
(Menu 5.4)
Hiermee kunt u:
het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan
de telefoon automatisch in laten schakelen als het
alarm afgaat. De telefoon hoeft dus niet aan te
staan op het moment dat het alarm afgaat. De
optie Autom. inschakelen moet in dat geval aan
staan.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Eenmalig: het alarm gaat slechts één keer af en
wordt daarna uitgeschakeld.
Dagelijks: het alarm gaat iedere dag op dezelfde
tijd af.
Wekker: het alarm gaat ‘s morgens af om u te
wekken.
Zo stelt u het alarm in:
1. Ga naar het gewenste alarm.
2. Geef de tijd in.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Als u bij stap 1 Wekker heeft geselecteerd, stelt
u in of de wekker van Maandag t/m vrijdag of
van Maandag t/m zaterdag af moet gaan.
Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen.
Autom. inschakelen: als bij deze optie is gekozen
voor Aanzetten, gaat het alarm op de ingestelde
tijd af, ook als de telefoon is uitgeschakeld.
Als deze menu-optie op Uitzetten staat en de
telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat
het alarm niet af.
Wanneer het alarm afgaat, kunt u dit uitzetten door
op de functietoets Afsluiten of de toets te
drukken.
Organizer
101
Opmerking
: Ook als u de toetsen heeft geblokkeerd,
kunt u het alarm uitzetten. Als de via
menuoptie
Auto toetsblokkering
(
Menu 4.2.3
) geselecteerde periode
verstreken is, worden de toetsen weer
geblokkeerd.
Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de
volgende opties beschikbaar als u op de
functietoets Opties drukt.
Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen.
Alarmsignaal ingesteld: hiermee kunt u de
melodie van het alarm selecteren.
Calculator
(Menu 5.5)
Hiermee kunt u de telefoon als calculator gebruiken.
De calculator biedt de basis rekenfuncties: optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Calculator gebruiken
1. Geef met behulp van de cijfertoetsen het eerste
cijfer in.
2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste
rekenkundige symbool verschijnt: + (optellen),
(aftrekken), * (vermenigvuldigen), / (delen).
3. Geef het tweede cijfer in.
4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en
met 3.
Opmerkingen
:
• Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg
te maken, drukt u op de toets .
• Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u
op de linker functietoets tot het gewenste symbool
verschijnt.
5. Druk op de toets voor het uitvoeren van de
berekening.
Organizer
102
Valutabeurs
(Menu 5.6)
Met deze menukeuze kunt u buitenlandse valuta
omrekenen.
1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in
en druk op de functietoets
OK
.
U kunt een decimale punt invoegen door op de
toets te drukken
.
2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk
op de functietoets OK.
Getoond worden, het ingegeven bedrag in uw
eigen valuta en het equivalent in de vreemde
valuta.
3. Druk op de functietoets Afsluiten om deze
functie af te sluiten.
103
Netwerk diensten
De hieronder behandelde menufuncties zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider
voor de beschikbaarheid en een abonnement op
deze diensten.
Doorschakelen
(Menu 6.1)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
V
oorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als op
vakantie bent.
Gesprekken doorschakelen kan op de volgende
manieren:
Alles doorschakelen: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Geen gehoor: gesprekken worden doorgeschakeld
als u de telefoon niet opneemt.
Niet bereikbaar: gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw
provider bevindt.
Alles opheffen: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
Alleen spraak oproepen
Alleen fax oproepen
Alleen data oproepen
Netwerk diensten
104
U kunt de doorschakelopties als volgt instellen:
1. Selecteer de gewenste doorschakeloptie door op
de toets of te drukken tot de gewenste
optie verschijnt en druk dan op de functietoets
Kies.
2. Selecteer het soort oproep dat u door wilt
verbinden, door op de toets of te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets Kies.
De huidige instelling wordt getoond. Als de optie
al is ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar
de gesprekken worden doorgeschakeld.
4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken
moeten worden doorgeschakeld en druk op OK.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op tot het teken +
verschijnt.
5. Als u de optie Geen gehoor heeft geselecteerd,
stelt u in hoelang de telefoon moet overgaan
voordat de oproep wordt doorgeschakeld en drukt
u op de functietoets Kies.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt alle
doorschakelinstellingen annuleren door
de optie Alles opheffen te kiezen.
3. U wilt... Druk op de…
Gesprekken
doorschakelen
aanzetten.
Functietoets Activeren.
Ga naar stap 4.
Het doorschakel-
nummer wijzigen
Functietoets Wijzig.
Ga naar stap 4.
Gesprekken
doorschakelen
annuleren
Functietoets Uitzetten.
Netwerk diensten
105
Blokkeren
(Menu 6.2)
Met dezenetwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
Gesprekken blokkeren kan op de volgende
manieren worden ingesteld.
Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal: u kunt geen internationale
gesprekken voeren.
Intern. behalve thuisland: in het buitenland kunt
u alleen gesprekken voeren binnen dat land en naar
het land van uw eigen provider.
Alle inkomende: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Inkomend buiten bereik: buiten het servicegebied
van uw eigen provider kunt u geen gesprekken
ontvangen.
Alles opheffen: u heft alle blokkeerinstellingen op;
u kunt gewoon gesprekken voeren en ontvangen.
U kunt de volgende soorten gesprekken blokkeren:
Alleen spraak oproepen
Alleen fax oproepen
Alleen data oproepen
U kunt de blokkeeropties als volgt instellen:
1. Selecteer de gewenste blokkering door op de
toets of te drukken tot de gewenste optie
verschijnt en druk dan op de functietoets Kies.
2. Selecteer welk soort oproepen u wilt blokkeren
door op de toets of te drukken tot de
gewenste optie verschijnt en druk dan op de
functietoets Kies.
Netwerk diensten
106
3. Druk op de functietoets Aanzetten om uw
keuze te bevestigen.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
Het annuleren van een blokkeerinstelling doet u als
volgt:
1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet
worden.
2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering
is ingesteld.
3. Druk op de functietoets Uitzetten.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt ook alle
blokkeringen annuleren door de
optie Alles opheffen te kiezen.
Blokkeerwachtwoord wijzigen: met deze optie
kunt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw
provider hebt gekregen instellen of veranderen. U
moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u
een nieuw kunt ingeven.
Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet
u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Netwerk diensten
107
Wisselgesprek
(Menu 6.3)
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen:
Alleen spraak oproepen
Alleen fax oproepen
Alleen data oproepen
Zo stelt u de wisselgesprekopties in:
1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek
wilt instellen door op de toets of te
drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd
en daarna op de functietoets Kies te drukken.
Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek
aan of uit staat.
2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten
met de functietoetsen Aanzetten en Uitzetten.
Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op
de functietoets Afsluiten.
U kunt ook alle
instellingen voor een wisselgesprek
annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen.
Netwerk diensten
108
Netwerk kiezen
(Menu 6.4)
Om aan te geven of het netwerk tijdens roaming
automatisch of handmatig moet worden gekozen,
doet u het volgende.
Opmerking
: U kunt een ander netwerk alleen kiezen
als dit een roamingcontract met uw
eigen provider heeft afgesloten.
U kunt deze instelling als volgt wijzigen:
1. Als Netwerk kiezen verschijnt, drukt u op de
functietoets Kies.
2. Druk op de toets of tot de gewenste optie
verschijnt en druk dan op de functietoets OK.
Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roamingnetwerk.
Als u Zelf zoeken kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 3.
3. Druk op de toets of tot het gewenste
netwerk verschijnt en druk dan op de
functietoets OK.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
Netwerk diensten
109
Nr.weergave
(Menu 6.5)
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
Opmerking
: Bij sommige providers kunt u deze
instelling niet wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard: de telefoon gebruikt de standaard-
instelling van uw provider.
Nr. verbergen: uw nummer verschijnt niet op een
andere telefoon.
Nr. weergeven: uw nummer verschijnt wel op een
andere telefoon.
Gebr.groepen
(Menu 6.6)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en
uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde
groep gebruikers. U kunt gebruik maken van
maximaal 10 gebruikersgroepen.
Neem contact op met uw provider voor meer details
over het opzetten, activeren en gebruiken van een
gesloten gebruikersgroep.
V
oorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan
werknemers en wil de uitgaande
gesprekken beperken tot leden van
hetzelfde team.
Als u het menu Gebr.groepen selecteert, kunt u
de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep
vastleggen. Nadat u op de functietoets Kies hebt
gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen.
Groepen: hier kunt u de indexnummers voor een
gebruikersgroep noteren, toevoegen of
verwijderen.
Netwerk diensten
110
De huidige lijst van indexen verschijnt. Voeg een
nieuwe index toe (op advies van uw provider) of
verwijder een geselecteerde groep.
Buiten groep OK: hiermee kunt u gesprekken met
nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of
verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw
abonnement. Neem contact op met uw provider.
Standaard groep: u kunt bij een provider een
standaard groep instellen. Hierna kunt u de optie
Standaard groep activeren. Als u gaat bellen,
kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in
plaats van deze uit de lijst te kiezen.
Uitzetten: beëindigt deze functie. Dit menu
verschijnt alleen als er een standaard groep is
ingeschakeld of als er een index is geselecteerd.
U wilt... Druk op de…
Door de
bestaande
indexen bladeren
Toets of .
Index toevoegen Functietoets Opties, kies de
optie Toevoegen en geef de
index in.
Index verwijderen Functietoets Opties en kies
de optie Wissen.
Index activeren Functietoets Opties en kies
de optie Aanzetten.
111
Funbox
Het menu Funbox biedt diverse spelletjes.
Spelletjes
(Menu 7.1)
U kunt met uw telefoon twee spelletjes spelen.
Kies met de toetsen en het gewenste spel en
druk op de functietoets Kies. Meer bijzonderheden
over het spel vindt u in de on-line help-informatie.
Bij ieder spel zijn de volgende opties beschikbaar.
New Game: hiermee start u een nieuw spel.
High Score: hiermee kunt u de topscorelijst
bekijken.
Key Info: geeft informatie over de functies van de
toetsen in het spel.
Continue: hiermee kunt u een eerder opgeslagen
spel voortzetten. Deze optie is alleen beschikbaar
wanneer u een spel eerder heeft opgeslagen.
Als u bij het einde van het spel een score heeft
behaald die tot de Top 5 behoort, kunt u een naam
van maximaal 10 posities ingeven.
Om… Drukt u op de…
Het spel te pauzeren of
voort te zetten
Toets .
Het spel te verlaten Toets .
Funbox
112
WAP browser
(Menu 7.2)
Uw telefoon is voorzien van een WAP (Wireless
Application Protocol) browser, waarmee u gebruik
kunt maken van het draadloze web.
Starpagina
(Menu 7.2.1)
Via deze optie kunt u uw telefoon verbinden met het
netwerk en de startpagina van uw WAP provider laden.
De inhoud van de WAP browser startpagina is
afhankelijk van uw Wireless Web service provider.
U kunt met de toetsen en door de pagina lopen.
Opmerking
: Om vanuit een andere pagina terug te
keren naar deze startpagina, kiest u de
optie
Startpagina
. Meer informatie
over de menu's van de WAP browser
vindt u op pagina 112.
Navigatie
U wilt... Doe dan het volgende...
Door de opties
bladeren en browser
opties kiezen
Druk op de toets of tot
het symbool de gewenste
optie aangeeft of de optie
gemarkeerd wordt
weergegeven. Druk vervolgens
op de functietoets OK.
Een optie met een
bepaald nummer
kiezen
Druk op de betreffende
cijfertoets.
Teruggaan naar de
vorige pagina
Druk op de functietoets Terug
of op de toets .
Funbox
113
Opmerking
: Meer informatie over de tekst-
invoerstanden vindt u op pagina 42.
WAP browser sluiten
U kunt de browser op ieder gewenst moment
afsluiten door op de toets te drukken.
Menuopties browser selecteren en
gebruiken
U kunt uit verschillende menu-opties kiezen wanneer
u met de WAP browser over het Wireless Web surft.
Voor het openen van een menu-optie doet u het
volgende:
1. Houd de toets ingedrukt.
Vervolgens wordt een menu getoond.
2. Markeer de gewenste menu-optie met de
toetsen of .
3. Bevestig uw keuze door op de functietoets te
drukken.
Terug naar de
startpagina
Selecteer Startpagina; op
pagina 114 vindt u meer
informatie over deze optie.
De tekstinvoerstand
wijzigen
Druk zo vaak als nodig op de
toets .
Een spatie invoegen Druk op de toets .
Tekst wijzigen
Zet de cursor rechts van de te
corrigeren tekst.
Druk zo vaak als nodig op de
toets .
Toets de juiste tekens in.
U wilt... Doe dan het volgende...
Funbox
114
4. Kies zo nodig met de toetsen of een
vervolgoptie en druk ter bevestiging op de
functietoets .
Opmerking:
De inhoud van de menu's hangt af van
uw versie van de WAP browser.
De volgende menuopties zijn beschikbaar.
Terug: hierbij wordt de vorige pagina die u tijdens
deze sessie hebt opgeroepen opnieuw geladen.
Homepagina: keert terug naar uw startpagina,
bijvoorbeeld de homepage van uw Wireless Web
provider.
Afsluiten: via deze menukeuze kunt u de WAP
Browser verlaten.
Toevoegen aan Favorieten: de meeste pagina’s
kunt u aan uw favorieten toevoegen. Daardoor kunt
u deze vanaf iedere internetpagina direct openen.
Favorieten: met deze menukeuze kunt u een
pagina die u aan uw favorieten hebt toegevoegd
direct openen.
Postvak IN: als u deze optie kiest, worden alle
meldingen getoond die u van het web hebt
ontvangen.
Afbeelding opslaan: hiermee kunt u de afbeelding
van de huidige pagina opslaan. U kunt deze
afbeelding vervolgens bekijken via de optie
Afbeeldingen (Menu 7.3.3).
Vernieuwen: haalt de geopende pagina opnieuw op.
Instellingen: deze menukeuze biedt de volgende
mogelijkheden.
Homepagina
: met deze functie kunt u uw
Homepagina zelf instellen.
Funbox
115
Proxy: hiermee kunt u de proxy server wijzigen
zonder de huidige WAP sessie te beëindigen.
Circuitvr
aag: hier kunt u aangeven of u steeds
wanneer er een WAP sessie wordt geopend
geïnformeerd wilt worden.
Als u hiervan een melding wilt krijgen, selecteert u
AAN; in het andere geval selecteert u UIT.
Circuitw
achttijd: hier kunt u instellen hoe lang de
telefoon moet proberen verbinding te maken
wanneer er geen reactie komt van het netwerk.
Schuifmodus
: hier kunt u instellen op welke wijze de
tekst over het scherm schuift. U kunt kiezen tussen
Blok (bloksgewijs) en Vloeiend.
Schuifsnelheid
: hier kunt u de snelheid aangeven
waarmee de telefoon naar de volgende pagina gaat.
U kunt kiezen uit Snel, Normaal en Langzaam.
Time-out toetsaanslag
: deze instelling bepaalt na
hoeveel tijd de cursor een positie naar rechts
verschuift nadat in de tekstinvoerstand een toets is
ingedrukt. U kunt kiezen voor Snel, Normaal of
Langzaam.
Bev
eiliging: toont alle informatie die met
beveiliging te maken heeft, zoals Verbindingsbericht,
Beveiligingsvraag, Huidig certificaat, CA-certificaten
en Encryptie.
Gea
vanceerd: toont het huidige URL adres en start
de browser opnieuw, zonder deze af te sluiten.
Informatie...: deze menukeuze geeft informatie
over de versie van de:
WAP Browser software
Beveiligingsmodule (WAP Identity Module - WIM)
Funbox
116
Favorieten
(Menu 7.2.2)
Met deze optie kunt u de URL adressen van uw
favoriete websites opslaan. U kunt dit menu
rechtstreeks openen door in de WAP browser de
toets ingedrukt te houden.
Het opslaan van het adres van een website doet u
als volgt:
1. Selecteer een lege locatie en druk op de
functietoets Opties.
2. Geef het adres van de website in en druk op de
functietoets Geef in.
3. Geef een naam voor uw favoriet in en druk op de
functietoets OK.
Nadat u uw favoriet hebt opgeslagen, kunt u door
op de functietoets Opties te drukken de volgende
opties kiezen.
Ga naar adres: om snel naar de betreffende site te
gaan.
Wijzigen: om het geselecteerde adres te wijzigen.
Wissen: voor het verwijderen van het
geselecteerde adres.
http://
(Menu 7.2.3)
Hier kunt u het URL adres intoetsen van een WAP
site die u wilt bezoeken. U komt direct in dit menu
door tijdens gebruik van de WAP browser de
toets ingedrukt te houden.
Meer informatie over de tekstinvoerstanden vindt u
op pagina 42.
Funbox
117
Profielen
(Menu 7.2.4)
Met deze optie kunt u maximaal vijf proxy servers
voor de WAP browser instellen. Neem voor meer
informatie over het invullen van de diverse velden
contact op met uw provider.
Voor iedere server kunt u de volgende variabelen
ingeven.
De overige opties hangen af van de bij Drager
gekozen instelling:
Als bij Drager is gekozen voor Data
Instelling Beschrijving
Profielnaam De naam die u aan uw proxy server
wilt geven.
Adres
startpagina
Het adres van de startpagina die u
voor deze proxy-server wilt
instellen. Wanneer hier al een
startpagina is ingevuld, kunt u deze
desgewenst met de toets
verwijderen en een ander adres
intoetsen.
Beveiliging Datatransmissie modus. Als u
Veilig selecteert, worden uw
gegevens beschermd tegen
toegang door onbevoegden, dit in
tegenstelling tot Niet veilig.
IP-adres IP adres van de proxy-server. Dit is
nodig voor verbinding met internet.
Drager De drager heeft betrekking op het
type netwerk. U kunt GPRS of
Data kiezen.
Instelling Beschrijving
Log-in naam Gebruikersnaam bij PPP server
provider.
Wachtwoord Wachtwoord PPP server.
Funbox
118
Als bij Drager is gekozen voor GPRS
Opmerking
: De instellingen van de proxy-servers
verschillen per internet provider. Vraag
uw provider naar de details.
Wis pagina’s
(Menu 7.2.5)
U kunt het cache-geheugen (het geheugen van de
telefoon waar de laatste webpagina’s tijdelijk
worden opgeslagen) leegmaken.
Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. Wilt u
de informatie niet wissen, druk dan op de
functietoets Nee.
Instelling Beschrijving
Inbel-
nummer
Telefoonnummer PPP server.
Type data-
oproep
Analoog of ISDN.
Instelling Beschrijving
Gebruikers-
naam
Gebruikersnaam waarmee u
toegang krijgt tot het GPRS
netwerk.
Wachtwoord Wachtwoord waarmee u toegang
krijgt tot het GPRS netwerk.
APN Inbelnummer van het
toegangspunt dat voor het adres
van de GPRS netwerk gateway
wordt gebruikt.
Funbox
119
Downloads
(Menu 7.3)
Met uw WAP browser kunt u vanuit diverse bronnen
MIDlets (Java toepassingen voor mobiele telefoons)
downloaden en in uw telefoon opslaan. Vervolgens
kunt u via het scherm Spelletjes en meer de lijst
met opgeslagen MIDlets bekijken.
Opmerking
: De beschikbaarheid van Java diensten is
afhankelijk van de provider.
Spelletjes en meer
(Menu 7.3.1)
Met deze menu-optie kunt u een MIDlet starten en
toegang krijgen tot diverse menu-opties.
Een MIDlet starten
Het starten van een MIDlet gaat als volgt:
1. In het scherm Downloads selecteert u de optie
Spelletjes en meer.
2. Blader naar de gewenste MIDlet en druk op de
functietoets Starten.
Menu’s gebruiken
Door in het hoofdscherm op de functietoets Menu
te drukken, krijgt u toegang tot de volgende opties:
Info
*
: toont informatie over de geselecteerde
MIDlet, zoals bestandsgrootte, versie, leverancier
en locatie van het jad bestand (het
beschrijvingsbestand van de MIDlet).
Verwijderen
*
: verwijdert de geselecteerde MIDlet.
Als de melding verschijnt waarin u om een
bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de
functietoets Wissen. Wilt u het bestand niet
verwijderen, druk dan op de functietoets Annuleren.
* Wordt alleen getoond wanneer een MIDlet is gedownload.
Funbox
120
Tekst intoetsen
Wanneer u tekst in moet geven, wordt de huidige
tekstinvoerstand in het display getoond. Meer
informatie over de tekstinvoerstanden vindt u op
pagina 42.
Geluiden
(Menu 7.3.2)
In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van
de server gedownload heeft bekijken. Het geluid
dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon
selecteren, maar u kunt het niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is
dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
Afbeeldingen
(Menu 7.3.3)
In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u
van de server gedownload heeft bekijken. De
afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als
achtergrond instellen, maar niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen
is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
DNS instelling
(Menu 7.3.4)
Het DNS (domeinnaam server)-adres van de Java
server is in de fabriek al ingesteld. Zo nodig moet
dit worden aangepast. Via dit menu kunt u het
vereiste DNS adres ingeven.
121
Problemen oplossen
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Bij het aanzetten van de telefoon kunnen
de volgende boodschappen verschijnen
Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart)
Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Tst. geblokkeerd Geef wachtwoord
Het toestel is geblokkeerd. U moet het
wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de
telefoon kunt gebruiken.
Geef PIN
U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
ontvangen.
De functie PIN-controle is ingeschakeld. Iedere
keer dat de telefoon wordt aangezet, moet de PIN
worden ingegeven. U kunt deze optie
uitschakelen via de menukeuze PIN-controle
(Menu 4.6.1).
Geef PUK
Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN
ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu
geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw
provider hebt gekregen.
Problemen oplossen
122
“Geen netwerk”, “Netwerkfout” of “Niet
uitgevoerd” verschijnt in het display
De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt
zich in een omgeving met zwakke ontvangst
(in een tunnel of tussen gebouwen). Probeer
het opnieuw op een andere locatie.
U probeert een optie te kiezen waarop u geen
abonnement hebt. Neem voor meer informatie
contact op met uw provider.
U hebt een nummer ingetoetst, maar het
werd niet gebeld
Hebt u op de toets gedrukt?
Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
Iemand probeert tevergeefs u te bellen
Staat uw telefoon aan ( langer dan een
seconde ingedrukt gehouden)?
Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
Misschien heeft u binnenkomende gesprekken
geblokkeerd.
Uw gesprekspartner hoort u niet
Hebt u de microfoon uitgeschakeld?
Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond?
De microfoon bevindt zich in het midden aan de
onderkant van de telefoon.
Problemen oplossen
123
De telefoon geeft waarschuwings-
signalen en “**Batterij is** bijna leeg”
knippert op het display
De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de
batterij op.
Slechte geluidskwaliteit
Controleer in het display de signaalsterkte ( );
het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte
sterk ( ) of zwak ( ) is. Houd de telefoon in
een andere stand.
Bevindt u zich in een gebouw, ga dan wat dichter
bij een raam staan.
Een nummer uit de telefoonlijst wordt
niet gebeld
Controleer met de zoekfunctie of het
telefoonnummer goed is opgeslagen.
Sla het nummer eventueel opnieuw op.
Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen
uw probleem niet oplossen, zorg dan voor:
• Het type en serienummer van uw telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een goede beschrijving van het probleem
En neem contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
124
Toegangscodes
Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende
toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om
onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan.
Als uw telefoon om een van de hieronder
aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het
display verschijnen alleen sterretjes) en druk
daarna op de functietoets OK. Als u een tikfout
maakt, drukt u een of meerdere keren op tot
het onjuiste teken is gewist en geef dan de rest van
de goede code in.
U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2)
wijzigen met de opties van het menu Beveiliging
(Menu 4.6). Zie pagina 86 voor meer
bijzonderheden.
Belangrijk! Gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112, zodat
u niet onbedoeld een alarmnummer
draait.
Wachtwoord telefoon
De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de
telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik.
In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op
00000000.
U wilt... Zie...
De blokkering activeren/
opheffen
Pagina 87
(Menu 4.6.3).
Uw wachtwoord wijzigen Pagina 88
(Menu 4.6.4).
Toegangscodes
125
PIN
Het Persoonlijke Identificatie Nummer of PIN code
van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN
bij uw SIM-kaart geleverd.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code
invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon
kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de
PUK-code hebt ingevoerd (zie hieronder).
PUK
De PUK (PIN Unblocking Key) van 8 cijfers is nodig
om de telefoon weer bruikbaar te maken nadat de
PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart geen
PUK-code hebt ontvangen of als u die code kwijt
bent, neem dan contact op met uw service provider.
U kunt uw PIN als volgt ontgrendelen:
1. Geef de juiste PUK-code in en druk op OK.
2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op OK.
3. Als de melding Herhaal nwe PIN verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals in en druk
op OK.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code
intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
U wilt... Zie...
PIN-controle activeren/
opheffen
Pagina 87
(Menu 4.6.1).
De PIN wijzigen Pagina 87
(Menu 4.6.2).
Toegangscodes
126
PIN2
De PIN2 (4 tot 8 cijfers) die bij sommige SIM-
kaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde
speciale functies, zoals het instellen van de
maximale kosten per gesprek. Deze functies
werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code
invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die
functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de
PUK2-code hebt ingevoerd.
Zie Pagina 89 als u PIN2 wilt wijzigen (Menu 4.6.7).
PUK2
De PUK2-code (PIN Unblocking Key 2) van 8 cijfers,
geleverd bij bepaalde SIM-kaarten, is nodig om
speciale functies weer te kunnen gebruiken door een
geblokkeerde PIN2 te wijzigen. Neem contact op met
uw provider als u de PUK2-code kwijt bent.
Zo kunt u PIN2 weer activeren:
1. Voer de PUK2-code in en druk op OK.
2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op OK.
3. Als de melding Herhaal nwe PIN2 verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op
de functietoets OK.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code
opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke
speciale functies niet meer gebruiken. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
Toegangscodes
127
Wachtwoord voor blokkeren van
gesprekken
Voor de functie waarmee u gesprekken kunt
blokkeren is een wachtwoord van 4 cijfers nodig. U
krijgt dit wachtwoord van uw provider als u een
abonnement op deze functie neemt. U kan het
wachtwoord in het Blokkeren menu optie
(Menu 6.2) wijzigen. Zie pagina 105 voor meer
bijzonderheden.
128
Informatie met
betrekking tot
gezondheid en
veiligheid
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie)
Radiofrequenties
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie,
zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet
overschreden worden. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0 W/kg.
*
* De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik
bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg) per tien gram
lichaamsweefsel. Bij deze limiet is rekening gehouden met
een ruime veiligheidsmarge, die de bescherming van iedere
persoon waarborgt en rekening houdt met meetvariaties. De
SAR waarden zijn afhankelijk van landelijke eisen en de
bandbreedte van het netwerk.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
129
De SAR tests worden uitgevoerd in standaard
situaties waarbij de telefoon met het hoogste
toegestane vermogen wordt gebruikt op alle
geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is
vastgesteld op basis van het hoogste toegestane
vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens
gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde
liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat
nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt.
In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een
basisstation van het netwerk bent, hoe lager het
vermogen.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid
van de gebruiker en andere personen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
130
Voorzorgen bij het gebruik van
batterijen
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-
batterij.
Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden
dan waarvoor ze bedoeld zijn.
Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation
van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder
stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk
afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen
van het netwerk.
De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden ontladen en opgeladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en
standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd
om een nieuwe batterij te kopen.
Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
131
Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C.
Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas bewaart.
Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij
(maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen.
Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
132
Verkeersveiligheid
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat
echter gepaard met een belangrijke
verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die
iedere gebruiker serieus moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw
belangrijkste taak die uw volledige aandacht
vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of
wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden.
Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon
wilt gebruiken, moet u rekening houden met het
volgende:
1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden
als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door
gebruik te maken van deze functies kunt u met
zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren.
2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free
carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires
verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk
maken, en daarmee het gemak en de veiligheid
aanzienlijk vergroten.
3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt pakken,
zodat uw blik op de weg gericht blijft. Laat
eventueel uw voice mail de oproep beantwoorden.
4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg
zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het
erg druk is op de weg of wanneer het weer erg
slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
5. Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit
soort activiteiten leiden ertoe dat u niet uw
volle aandacht bij het rijden en het verkeer
kunt houden.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
133
6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat
echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u
stilstaat of voordat u zich in het verkeer
begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het
rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw
blik weer op de weg en het verkeer, draai dan
de volgende twee cijfers, enzovoort.
7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die
stress of emoties met zich meebrengen. Maak
de persoon met wie u aan het telefoneren bent
duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek
uit tot een later tijdstip.
8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele
telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij
brand, een verkeersongeval, enzovoort. Meestal
kunt u deze nummers gratis bellen.
9. Gebruik uw telefoon om anderen in
noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk
gebeuren, een overval of een andere situatie
waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het
alarmnummer (112 of een ander officieel
alarmnummer).
10. Bel indien nodig de wegenwacht of een andere
hulpdienst. Als u een auto met pech ziet, een
kapot verkeerslicht, een verkeersongeluk waar
geen gewonden bij betrokken zijn of een auto
waarvan u weet dat die gestolen is, belt u de
wegenwacht, een andere hulpdienst of de politie.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
134
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat
aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing
hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit
geen incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon
voor een juiste werking en uw persoonlijke
veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken
(tegen uw oor, waarbij de antenne over uw
schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen.
Het kan echter voorkomen dat bepaalde
elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen
de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant voor een
alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal
15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek door en
aanbevelingen van het Wireless Technology Research.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
135
Gebruikers met een pacemaker:
Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden
Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen
Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een eventueel andere
oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan
uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn.
Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
136
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen.
Neem hierover eventueel contact op met de
fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto
ingebouwde apparaat.
Verbod op mobiel telefoneren
Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval
uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan
hebben staan.
Omgeving waar kans op explosies is
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een omgeving
bent waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan
alle ter plaatse gelden veiligheidsvoorschriften. Vonken
kunnen in zo’n omgeving tot een ontploffing leiden,
met lichamelijk letsel en zelfs de dood als gevolg.
Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen
u nogmaals op de noodzaak om u in brandstofdepots
(opslag en distributie), chemische fabrieken en andere
plaatsen waar met explosieve materialen wordt
gewerkt altijd te houden aan de voorschriften en
verboden voor het gebruik van radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten,
bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en ieder
ander gebied waar u normaalgesproken de motor
van uw auto uit zou moeten zetten.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
137
Telefoneren in geval van nood
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies die geen garantie
voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen
bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval
(bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets .
Als u bepaalde functies aan heeft staan
(wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.)
moet u deze functies misschien eerst uitzetten
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact
op met uw provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
138
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag.
Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk
voor de besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren.
Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
139
Verzorging en Onderhoud
Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet
zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips
helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen
en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt
gebruiken.
Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
Raak de telefoon tijdens het opladen niet met
natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een
elektrische schok oplopen en de telefoon kan
erdoor beschadigd raken.
Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
Bewaar uw telefoon niet op een plaats met
extreem hoge temperaturen. Dit verkort de
levensduur van de elektronica, beschadigt de
batterijen en doet het plastic kromtrekken of
smelten.
Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
140
Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
Leg de telefoon niet op een apparaat dat warmte
opwekt, zoals een magnetron, kachel of radiator
van de verwarming. Als gevolg van oververhitting
kan de telefoon exploderen.
Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
141
Verklarende
woordenlijst
Verklaring van diverse technische termen en
afkortingen die in deze handleiding worden
gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken
van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon.
Blokkeren van oproepen
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Doorschakelen van oproepen
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
Dual Band
Mogelijkheid om zowel via DCS (1800 MHz) als GSM
(900 MHz)-netwerken te functioneren. De telefoon
gebruikt automatisch het netwerk met het sterkste
signaal en schakelt tijdens een gesprek zo nodig
automatisch over naar een ander netwerk van
dezelfde provider.
Functietoetsen
Toetsen
en
op de telefoon, waarvan het
doel:
Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt
Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u
een tweede telefoongesprek met iemand anders
voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de
twee gesprekken heen en weer schakelen.
Verklarende woordenlijst
142
GPRS (General Packet Radio Service)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Java
Toepassingen die programmeertaal genereren en
die ongewijzigd op alle mogelijke
hardwareplatforms, zowel kleine als grote, gebruikt
kunnen worden. Java is sterk gericht op toepassing
binnen internet, zowel voor algemeen toegankelijke
websites als intranet-toepassingen.
Wanneer een Java-programma vanaf een
webpagina draait, wordt dit een Java applet
genoemd. Wanneer het op een mobiele telefoon
draait, heet het een MIDlet.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Nummerweergave
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
Verklarende woordenlijst
143
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIMkaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te
deblokkeren nadat drie keer na elkaar een
onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat
uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de
SIM-kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SDN (Servicenummers)
Telefoonnummers die u van uw provider heeft
ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale
diensten als voice mail, ondersteuning en
alarmcentrales.
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerk-
en geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
Verklarende woordenlijst
144
SMS (Short Message Service)
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Voice Mail
Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen
beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst
wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u
eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een
boodschap worden opgenomen.
Wachtwoord telefoon
Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie
aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten
alleen worden gebruikt als eerst het juiste
wachtwoord wordt ingevoerd.
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een
telefoongesprek te informeren dat er (nog) een
oproep is.
145
Index
A
Accessoires •
9
Achtergrond •
84
Actielijst (5.2) •
96
Actiepunten
ingeven •
96
wijzigen •
97
wissen •
95
,
98
Adapter •
18
Afbeeldingen
achtergrond •
84
berichten •
66
,
70
downloaden •
120
Agendaregels
kopiëren •
95
schrijven •
94
toevoegen •
94
verwijderen •
93
,
95
wijzigen •
95
Alarm (5.4) •
100
Andere tonen (3.7) •
82
Auto toetsblokkering
(4.2.3) •
85
Automatisch herhalen
oproepen •
91
Autopower, alarm •
100
B
Batterij
indicatie batterij bijna
leeg •
19
opladen •
18
Beantwoorden
tweede oproep
(wisselgesprek) •
52
van een oproep •
25
Begroeting (4.3) •
85
Belgroep •
35
,
36
,
37
Beltoon (3.1) •
78
belsignaal,
type (3.3) •
79
belvolume (3.2) •
78
Bericht schrijven
tekst (1.3) •
65
B
(vervolg)
Berichten •
62
geheugenstatus
(1.8) •
71
infobericht (1.10) •
72
nieuw bericht (1.3) •
65
objecten •
70
ontvangen (1.1) •
62
postvak IN (1.1) •
62
postvak UIT (1.2) •
63
profielen (1.5) •
68
standaardberichten
(1.4) •
67
toon (3.5) •
80
Voice Mail (1.9) •
71
welkomtekst (4.3) •
85
wissen (1.6) •
69
Berichttoon (3.5) •
80
Beveiliging (4.6) •
86
Blokkeren (6.2) •
105
toetsen •
21
,
85
wachtwoord •
106
,
127
Browser
WAP (7.2) •
112
C
Calculator (5.5) •
101
Corrigeren van nummers •
22
CUG, zie
Gebruikersgroepen •
109
D
Datum instellen (5.3.2) •
99
Deblokkeren van
toetsen •
21
,
85
Display •
13
helderheid •
90
instellingen (4.7) •
90
symbolen •
14
taal (4.5) •
86
Doorschakelen (6.1) •
103
Downloads (7.3) •
119
Index
146
E
Eigen nummer (4.4) •
86
Elektronische
apparatuur •
134
Elke toets antw. •
91
Extra instellingen (4.8) •
91
F
FDN-modus (4.6.6) •
89
Filmpjes •
66
,
70
Fouttoon •
82
Funbox (9) •
111
Functies en opties
selecteren •
29
Functietoetsen •
29
G
Gebr.groepen (4.6) •
109
Gedownloade
afbeeldingen •
120
beltonen •
120
Geheugenstatus
info-berichten (1.8) •
71
telefoonlijst •
41
Gehoorapparaten •
135
Geluid
beltoon (3.1) •
78
berichten •
66
opties (3) •
78
Geluiden, downloaden •
120
Gemiste
oproepen (2.1) •
26
,
74
Gesprek in de
wacht zetten •
48
Gespreksduur •
76
,
82
Gezondheidsinformatie •
128
Groep
belgroep •
35
,
36
,
37
gebruikers •
109
H
Helderheid (4.7.1) •
90
Herhalen
automatisch •
91
laatste nummer •
23
I
In-/ uitschakelen
microfoon •
49
stille modus •
28
telefoon •
20
toon •
81
Indicatie batterij
bijna leeg •
19
Infobericht (1.10) •
72
Infrarood aan (4.1) •
83
Infraroodpoort •
83
Inkomend (2.2) •
74
Instellingen
alarm (5.4) •
100
beveiliging (4.6) •
86
datum (5.3.2) •
99
display (4.7) •
90
extra (4.8) •
91
geluid (3) •
78
kleurenschema •
90
resetten (4.10) •
92
taal (4.5) •
86
telefoon (4) •
83
tijd (5.3.1) •
99
Invoerstand
intoetsen van tekst •
42
selecteren •
42
wijzigen •
43
K
Kaart
SIM-kaart
installeren •
16
Kalender (5.1) •
93
Kopiëren
actiepunten •
98
agendaregels •
98
nummer
in telefoonlijst •
34
Kostentellers (2.6) •
76
L
Laatste nummer
herhalen •
23
Lampje
standby •
15
,
90
Logo
provider (4.7.4) •
91
Luidsprekervolume •
24
Index
147
M
Medische apparatuur •
135
Melodieën •
66
,
70
,
78
Menu
naar menufunctie
bladeren •
55
naar menufunctie via de
sneltoets •
56
overzicht •
56
Menustijl (4.2.2) •
84
Microfoon uitschakelen •
49
Mijn objecten (1.7) •
70
Minutenteller •
82
Multi-party gesprek
deelnemer
verwijderen •
54
privégesprek •
53
starten •
52
N
Namen
intoetsen •
42
vastleggen •
31
zoeken/kiezen •
35
Netwerk
diensten (6) •
103
kiezen (6.4) •
108
Nieuw bericht (1.3) •
65
Noodoproepen •
137
Nr. herhalen •
91
Nummers
corrigeren •
22
eigen nummer •
86
herhalen •
23
invoegen in
telefoonlijst •
34
stand •
47
telefoonlijst
kopiëren •
34
telefoonnr Voice Mail •
71
vaste nummers •
89
vastleggen •
31
wissen •
34
zoeken/kiezen •
35
Nummers telefoonlijst
wijzigen •
34
Nummerweergave
(6.5) •
109
O
Objecten bij bericht •
66
,
70
Omgeving waar kans op
explosies is •
136
Onderhoud •
139
Oplossen van
problemen •
121
Oproepen
beantwoorden
van een oproep •
25
beantwoorden tweede
oproep
(wisselgesprek) •
52
beëindigen •
23
blokkeren (6.2) •
105
doorschakelen
(6.1) •
103
gemist (2.1) •
26
,
74
gesprektellers (2.5) •
76
herhalen •
23
automatisch •
91
in de wacht zetten •
48
inkomend (2.2) •
74
internationaal •
22
kostentellers (2.6) •
76
multiparty •
52
noodoproep •
137
oproepenlijst (2) •
74
opzetten •
22
uitgaand (2.3) •
75
weigeren •
25
wisselgesprek
(6.3) •
107
Opties selecteren •
29
Opzoeken
nummer via
telefoonlijst •
35
Organizer (5) •
93
P
Pacemakers •
134
PIN
code •
125
controle •
87
wijzigen •
87
PIN2
code •
126
wijzigen •
89
Postvaak UIT (1.2) •
63
Postvak IN (1.1) •
62
Index
148
P
(vervolg)
Problemen oplossen •
121
Profielen (1.5) •
68
PUK •
125
PUK2 •
126
R
Radiofrequenties •
128
Reset instellingen (4.10) •
92
Roaming •
108
S
SIM-kaart
blokkeren (4.6.5) •
88
installeren •
16
SMS-bericht
instellingen •
68
symbool •
62
tekstberichten •
52
,
62
Snelkiezen •
38
Sneltoets (4.9) •
92
Speciale tekens
intoetsen •
47
Spelletjes (7.1) •
111
Standaardberichten
(1.4) •
67
Standby-lampje •
15
,
90
Stille modus •
28
Symbolen, beschrijving •
14
T
T9 stand •
44
Taal (4.5) •
86
Tekstinvoerstand
tekst intoetsen •
42
wijzigen •
43
Telefonisch vergaderen •
52
Telefoonlijst •
31
belgroepen •
35
,
36
,
37
gehengenstatus •
41
invoegen •
34
kopiëren •
34
namen/nummers
vastleggen •
31
opties •
34
snelkiezen •
38
wijzigen •
34
wissen •
34
zoeken/kiezen •
35
T
(vervolg)
Telefoonnr Voice Mail •
71
Tijd
Indeling (5.3.4) •
99
instellen (5.3.1) •
99
oproep (2.5) •
76
wereldtijd (5.3.3) •
99
Toegangscodes •
124
Toestel •
87
blokkeren (4.6.3) •
87
instellingen (4) •
83
wachtwoord •
124
Toets
beschrijving •
11
plaats •
10
Toetsen
automatisch blokkeren
(4.2.3) •
85
blokkeren •
21
,
85
Toetstonen
selecteren (3.4) •
79
uitschakelen •
50
versturen •
50
verzenden •
50
volume aanpassen •
24
Toetstoon (3.4) •
79
Tonen
andere (3.7) •
82
Toon
beltoon (3.1) •
78
bij bericht (3.5) •
80
bij fouten •
82
bij verbinding •
82
in-/ uitschakelen
(3.6) •
81
minutenteller •
82
toetsen (3.4) •
79
Trillen •
28
,
79
Type belsignaal (3.3) •
79
U
Uitgaand (2.3) •
75
Uitgaande berichten
tekst (1.2) •
63
Uitpakken •
9
Uitschakelen
DTMF (toetstonen) •
50
microfoon •
49
Index
149
V
Valutabeurs (5.6) •
102
Veiligheid •
7
batterijen •
130
gebruiksomgeving •
134
informatie •
138
omgeving waar kans op
explosies is •
136
op de weg •
132
Verbinden
met Voice Mail •
71
Verbindingstoon •
82
Verkeersveiligheid •
132
Verlichting •
15
,
90
achtergrond •
90
Versturen
toetstonen •
50
Verzenden
berichten •
65
van DTMF
(toetstonen) •
50
Verzorging •
139
Voice Mail (1.9) •
71
Volume
aanpassen •
24
belvolume
selecteren •
78
Voorkeurinstellingen
(4.2) •
84
Voorzorgsmaatregelen
batterijen •
130
W
Wachtwoord
blokkeren
gesprekken •
127
wijzigen •
106
telefoon •
124
wijzigen •
88
WAP browser (7.2) •
112
Wekker •
100
Wereldtijd (5.3.3) •
99
Wijzigen
actielijst •
97
agendaregels •
95
aktiepunten •
97
belgroep •
37
berichten •
62
W
(vervolg)
Wijzigen (vervolg)
blokkeerwachtwoord
106
gemiste
oproepen •
27
,
74
nummer in
telefoonlijst •
34
PIN (4.6.2) •
87
PIN2 (4.6.7) •
89
tekstinvoerstand •
43
wachtwoord (4.6.4) •
88
Wisselgesprek •
107
Wissen
actiepunt •
98
berichten •
63
,
64
gemiste
oproepen •
26
,
75
nummer in
telefoonlijst •
34
Z
Zoeken in telefoonlijst •
35
151
Naar de
menu-
functies
Druk op de functietoets
Menu
.
Blader met de toetsen
en door de menu’s tot u
bij het gewenste menu
bent.
Druk op de functietoets
Kies
.
Blader met de toetsen
en door de lijst met
opties tot de gewenste
optie is geselecteerd.
Druk op de functietoets
Kies
.
De twee functietoetsen ( en )
hebben de functie die er direct boven
vermeld staat (op de onderste regel van
het display).
In-/
uitschakelen
Houd de toets
ingedrukt.
Zelf bellen Toets het nummer in.
Druk op de toets .
Gesprek
beëindigen
Kort op de toets
drukken.
Direct gemiste
oproepen
bekijken
Druk op de functietoets
Kies.
Blader met de toetsen
en door de lijst
met gemiste oproepen.
Om het nummer terug te
bellen, drukt u op de
toets .
Dual Band SGH-C100 GPRS Telefoon
Referentiekaart
152
Oproep
aannemen
Druk op de toets .
Volume
aanpassen
Druk op de toets of aan de
linkerzijkant van de telefoon.
Een nummer
in de
telefoonlijst
opslaan
Toets het nummer in.
Druk op de functietoets
Opslaan
.
Selecteer een
categoriepictogram.
Druk op de functietoets
Kies
.
Selecteer het geheugen.
Geef de naam in.
Druk op de functietoets
OK
.
Wijzig zo nodig het geheugen.
Druk op de functietoets
OK
.
Druk op om terug te
gaan naar standby.
Een nummer
opzoeken in de
telefoonlijst
Druk op de functietoets
Namen
.
Kies de optie
Zoeken
.
Geef de beginletter(s) van de
naam in.
Blader met de toets of
door de namen.
Druk op de functietoets
Kies
.
Met de toetsen en kunt u
door de nummers lopen.
Om het nummer te bellen, drukt
u op .
Type belsignaal
instellen
Selecteer de menukeuze
Type
belsignaal
(
3.3
).
Selecteer een optie:
Alleen lampje
Melodie
Trillen
Trillen+melodie
Druk op de functietoets
Kies
.
Declaration of Conformity (R&TTE)
For the following product :
DUAL BAND GSM TELEPHONE
(Product Name)
SGH-C100
(Model Number)
Manufactured at :
- Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350
(factory name, address)
to which this declaration relates, is in conformity with the following standards
and/or other normative documents.
Safety : EN 60950:2000
EMC : EN 301 489-01 v1.2.1 (07-2000)
EN 301 489-07 v1.1.1 (09-2000)
SAR : EN 50360
Network : EN 301 511 V7.0.1(12-2000)
We hereby declare the [all essential radio test suites have been carried out
and that] the above named product is in conformity to all the essential
requirements of Directive 1999/5/EC.
The conformity assessment procedure referred to in Article 10 and detailed in
Annex[IV] of Directive 1999/5/EC has been followed with the involvement of
the following Notified Body(ies):
BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames, KT12 4RQ, UK
Identification mark: 168
The technical documentation kept at:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
which will be made available upon request.
(Representative in the EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2003. 03.13 In-Seop Lee / S. Manager
(place and date of issue) (name and signature of authorised person)
* For the phone number or the address of Samsung Service Centre, see the warranty
card or contact the retailer where you purchased your phone.

Documenttranscriptie

* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet provider. Drukfouten voorbehouden. ELECTRONICS World Wide Web http://www.samsungmobile.com Printed in Korea Code No.: GH68-03860A Dutch. 06/2003. Rev. 1.0 DUAL BAND GPRS TELEFOON SGH-C100 Inhoud Belangrijke veiligheidsinformatie............ 7 Uitpakken ............................................... 9 Uw telefoon............................................. 10 Onderdelen.................................................... Display.......................................................... Standby-lampje.............................................. 10 13 15 Aan de slag ............................................. 16 SIM-kaart installeren ...................................... Batterij opladen.............................................. Telefoon aan- en uitzetten ............................... Toetsen blokkeren en deblokkeren .................... 16 18 20 21 Telefoneren............................................. 22 Zelf bellen ..................................................... Volume aanpassen.......................................... Een oproep beantwoorden ............................... Gemiste oproepen bekijken.............................. Snel naar de stille modus overschakelen ............ 22 24 25 26 28 Functies en opties selecteren .................. 29 Telefoon lijst ............................................ 31 Naam en nummer vastleggen........................... Opties telefoonlijst gebruiken ........................... Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ........... Een belgroep wijzigen ..................................... Snelkiezen..................................................... Alle contactpersonen in de telefoonlijst wissen .... Geheugenstatus controleren............................. 31 34 35 37 38 40 41 3 Inhoud Inhoud Tekst intoetsen ....................................... 42 Oproepen lijst ......................................... 74 Tekstinvoerstand wijzigen................................ T9 stand........................................................ Stand voor het intoetsen van hoofdletters en kleine letters ............................................. Speciale tekens intoetsen ................................ Stand voor cijfers ........................................... 43 44 46 47 47 Gemist (Menu 2.1) ......................................... Inkomend (Menu 2.2) ..................................... Uitgaand (Menu 2.3) ....................................... Alles wissen (Menu 2.4) .................................. Gesprektellers (Menu 2.5) ............................... Kostentellers (Menu 2.6) ................................. 74 74 75 75 76 76 Tijdens een gesprek beschikbare opties.. 48 Geluid opties ........................................... 78 Gesprek in de wacht zetten .............................. Microfoon uitschakelen .................................... Toetstonen in- en uitschakelen ......................... Toetstonen versturen ...................................... Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ........... SMS diensten ................................................. Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek) .............................................. Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen).. 48 49 50 50 51 51 Beltoon (Menu 3.1) ......................................... Belvolume (Menu 3.2) ..................................... Type belsignaal (Menu 3.3) .............................. Toetstoon (Menu 3.4) ..................................... Berichttoon (Menu 3.5) ................................... Toon bij in-/uitschakelen (Menu 3.6) ................. Andere tonen (Menu 3.7) ................................ 78 78 79 79 80 81 82 Telefoon opties ....................................... 83 Infrarood aan (Menu 4.1) ................................ Voorkeurinstellingen (Menu 4.2) ....................... Begroeting (Menu 4.3) .................................... Eigen nummer (Menu 4.4) ............................... Taal (Menu 4.5) ............................................. Beveiliging (Menu 4.6) .................................... Display-instellingen (Menu 4.7) ........................ Extra instellingen (Menu 4.8) ........................... Sneltoets (Menu 4.9) ...................................... Reset instellingen (Menu 4.10) ......................... 83 84 85 86 86 86 90 91 92 92 Organizer ................................................ 93 Kalender (Menu 5.1) ....................................... Actielijst (Menu 5.2) ....................................... Tijd en datum (Menu 5.3) ................................ Alarm (Menu 5.4) ........................................... Calculator (Menu 5.5) ..................................... Valutabeurs (Menu 5.6) ................................... 93 96 99 100 101 102 52 52 Menu’s gebruiken.................................... 55 Naar menufunctie bladeren .............................. Naar menufunctie via de sneltoets .................... Overzicht menufuncties ................................... 55 56 56 Berichten ................................................ 62 Postvak IN (Menu 1.1) .................................... Postvak UIT (Menu 1.2)................................... Nieuw bericht (Menu 1.3) ................................ Standaardberichten (Menu 1.4) ........................ Profielen (Menu 1.5) ....................................... Alles wissen (Menu 1.6) .................................. Mijn objecten (Menu 1.7)................................. Geheugenstatus (Menu 1.8) ............................. Voice Mail (Menu 1.9) ..................................... Infobericht (Menu 1.10) .................................. 62 63 65 67 68 69 70 71 71 72 4 5 Inhoud Netwerk diensten.................................... 103 Doorschakelen (Menu 6.1) ............................... Blokkeren (Menu 6.2) ..................................... Wisselgesprek (Menu 6.3) ............................... Netwerk kiezen (Menu 6.4) .............................. Nr.weergave (Menu 6.5).................................. Gebr.groepen (Menu 6.6) ................................ 103 105 107 108 109 109 Funbox .................................................... 111 Spelletjes (Menu 7.1) ...................................... WAP browser (Menu 7.2) ................................. Downloads (Menu 7.3) .................................... 111 112 119 Problemen oplossen................................ 121 Toegangscodes ....................................... 124 Wachtwoord telefoon ...................................... PIN............................................................... PUK .............................................................. PIN2 ............................................................. PUK2 ............................................................ Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken ...... 124 125 125 126 126 127 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid......................... 128 Blootstelling aan radiogolven (SAR informatie) Radiofrequenties .................... Voorzorgen bij het gebruik van batterijen .......... Verkeersveiligheid .......................................... Gebruiksomgeving .......................................... Elektronische apparatuur ................................. Omgeving waar kans op explosies is ................. Telefoneren in geval van nood .......................... Overige belangrijke veiligheidsinformatie ........... Verzorging en Onderhoud ................................ 128 130 132 134 134 136 137 138 139 Verklarende woordenlijst ........................ 141 Index ...................................................... 145 Referentiekaart ....................................... 151 6 Belangrijke veiligheidsinformatie Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet aan, dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de wet overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie vindt u op pagina 128 onder “Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid”. Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Uitschakelen als u gaat tanken Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de buurt van chemicaliën of brandstoffen. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Daarom is gebruik hiervan in een vliegtuig verboden en gevaarlijk. Uitschakelen in een ziekenhuis Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid van medische apparatuur bevindt. Volg alle van kracht zijnde voorschriften op. Storingen De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig worden beïnvloed door apparatuur die radiofrequenties uitzendt. Speciale voorschriften Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden is of gevaar of storingen kan opleveren (bijvoorbeeld in een ziekenhuis). 7 Belangrijke veiligheidsinformatie Radiofrequenties Uitpakken In de doos vindt u de volgende onderdelen: Het ontwerp van deze telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend door Samsung geleverde of goedgekeurde accessoires te gebruiken. Gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat niet meer aan deze eisen wordt voldaan. Telefoon Adapter Stand van de telefoon Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Batterij Gebruiksaanwijzing Waterdichtheid Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij niet nat wordt. Accessoires en batterijen Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen. Polsband Deskundige technische service De met de telefoon meegeleverde accessoires kunnen per land verschillen. Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde technici. Uw Samsung dealer kan de volgende accessoires leveren: • • • • • • • 8 Oortelefoon Eenvoudige hands-free kit Standaard batterijen Adapter voor sigarettenaansteker Houder voor in de auto Datakabel Oplader 9 Uw telefoon Uw telefoon Toets Onderdelen In de menustand: door de menukeuzes of telefoonlijst bladeren. De volgende afbeelding toont de belangrijkste onderdelen van uw telefoon. Standby-lampje In de standby-stand: direct naar veel gebruikte menu-opties (zie pagina 92 voor meer informatie over sneltoetsen). In de menustand: terug naar vorig menuniveau of huidige menu selecteren. Aansluiting oortelefoon Luidspreker Bij het ingeven van tekst: voor het naar links of rechts verplaatsen van de cursor. Display In de standby-stand: direct naar veel gebruikte menu-opties (zie pagina 92 voor meer informatie over sneltoetsen). Volumetoetsen/ bladertoetsen Voert de functie uit die erboven is aangegeven (op de onderste regel van (functie- het display). Navigatietoetsen Functietoets (links) Kiezen/ bevestigen menukeuze Annuleren/ correctietoets/WAP browser-toets Infraroodpoort Toetsen voor speciale functies 10 Beschrijving toetsen) Functietoets (rechts) Aan/uit/menu verlaten Alfanumerieke toetsen Bij het ingeven van tekst: wist tekens van het display. In de menustand: terug naar vorig menuniveau. In de standby-stand: direct starten van de WAP (Wireless Application Protocol) browser. Microfoon 11 Uw telefoon Toets Beschrijving (vervolg) Uw telefoon Display Zelf bellen of oproep beantwoorden. Als u deze toets in de standby-stand ingedrukt houdt, kunt u het laatste nummer dat u heeft gebeld of waarvan u een oproep heeft ontvangen (opnieuw) bellen. Indeling display Het display bestaat uit drie gedeelten. Symbolen In de menustand: menufunctie kiezen of ingevoerde informatie (zoals een naam) in het telefoon- of SIM-geheugen opslaan. Tekst en afbeeldingen Gesprek beëindigen. Ingedrukt houden om telefoon in- of uit te schakelen. Menu Namen Omschrijving functietoetsen In de menustand: uw ingave annuleren en terug naar de standby-stand. Gedeelte Wanneer u deze toets in de standbystand ingedrukt houdt, krijgt u direct toegang tot uw voice mail. Cijfers, letters en een aantal speciale tekens invoeren. Speciale tekens invoeren. Uitvoeren van diverse functies. Beschrijving Bovenste regel Toont diverse symbolen (zie pagina 14). Middengedeelte Hier worden meldingen, instructies en ingevoerde informatie (bijvoorbeeld telefoonnummer) weergegeven. Onderste regel Toont de functies die op dat moment aan de twee functietoetsen zijn toegewezen. (zijkant van de telefoon) Tijdens een gesprek: volume van luidspreker aanpassen. In de standby-stand: toetsvolume aanpassen. In de menustand: door de menukeuzes of telefoonlijst bladeren. 12 13 Uw telefoon Symbolen Symbool Beschrijving Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer staafjes, hoe sterker het signaal. Uw telefoon Symbool Beschrijving (vervolg) Verschijnt als u buiten het bereik van uw eigen netwerk bent en bij een ander netwerk bent aangemeld (b.v. in het buitenland). Verschijnt tijdens een gesprek. Verschijnt wanneer u verbinding met het GPRS netwerk maakt. Verschijnt wanneer de stille modus is ingeschakeld of wanneer de menukeuze Type belsignaal (Menu 3.3) op Trillen is ingesteld. Voor meer informatie, zie de pagina’s 28 en 79. Wordt getoond wanneer een nieuw tekstbericht is ontvangen. Wordt getoond wanneer een nieuw voice mailbericht is ontvangen. Verschijnt tijdens het invoeren van tekst om aan te geven wat de huidige tekstinvoerstand is. Verschijnt als u het alarm instelt. Toont de batterijstatus. Hoe meer staafjes, hoe voller de batterij. Verschijnt wanneer de infraroodpoort geactiveerd is. Voor meer informatie, zie pagina 83. Verschijnt als de Stille modus aan staat. 14 Wordt getoond wanneer de toetsen geblokkeerd zijn. Verlichting De achtergrond van het display en het toetsenbord zijn verlicht. Wanneer u op een willekeurige toets drukt, gaat de verlichting een bepaalde tijd aan. De duur is afhankelijk van de instelling bij de menu-optie Verlichting (Menu 4.7.2) in het menu Telefoonopties. Vervolgens gaat dit uit en wordt overgeschakeld op de digitale klok. Dit is om de batterij te sparen. Om in te stellen hoe lang de verlichting aan moet blijven, gaat u naar de menukeuze Verlichting (Menu 4.7.2). Meer informatie hierover vindt u op pagina 90. Standby-lampje Het standbylampje bevindt zich links bovenop de telefoon. Het knippert als de telefoon gebruiksklaar is en verbinding heeft met het netwerk. U kunt het lampje in- en uitschakelen met de optie Standby-lampje (Menu 4.7.3). Zie pagina 90 voor meer bijzonderheden. 15 Aan de slag Aan de slag SIM-kaart installeren Als u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een geheugen waarin uw abonnementsgegevens (PIN, aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen. 3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder, zodat de houder de kaart in de juiste stand vastzet. Zorg ervoor dat het gedeelte met het schuine hoekje rechts bovenaan zit en dat de gouden contactpunten van de SIM-kaart naar de telefoon gericht zijn. Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor beschadiging of verbuiging (dit geldt met name voor de contacten). Behandel de SIM dus zeer voorzichtig als u hem plaatst of verwijdert. Houd een SIM-kaart buiten het bereik van kinderen. 1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start. Opmerking: Als u de SIM-kaart moet verwijderen, schuift u het in de aangegeven richting en haalt u hem uit de houder. 2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te werk: ➀ Schuif de batterijvergrendeling boven de batterij naar de bovenkant van de telefoon en houd hem in die stand. ➁ Schuif de batterij van de telefoon, zoals afgebeeld. 4. Plaats de batterij zo op de telefoon dat de nokjes onderaan binnen de uitsparingen aan de onderkant van de telefoon vallen. 16 17 Aan de slag 5. Duw de batterij omlaag tot deze op zijn plaats klikt. Controleer voordat u de telefoon aanzet of de batterij goed vast zit. Aan de slag 2. Doe de adapter in een normaal stopcontact. 3. Na het opladen haalt u de adapter uit het stopcontact en maakt u de adapter los van de telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant van de connector in te drukken en de connector uit de telefoon te trekken. Batterij opladen Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij. Bij uw telefoon wordt een adapter geleverd. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen en opladers. Uw SAMSUNG dealer kan u hierover meer informatie geven. U kunt de telefoon tijdens het opladen van de batterij blijven gebruiken. Opmerking: Laad de batterij volledig op voordat u de telefoon de eerste keer gebruikt. Een geheel ontladen batterij wordt in ongeveer 200 minuten volledig opgeladen. 1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit u het snoertje van de adapter aan op de onderzijde van de telefoon. 18 Opmerking: Als de telefoon wordt opgeladen, kunt u de batterij pas verwijderen nadat u de telefoon van de adapter hebt losgekoppeld. Hiermee voorkomt u dat de telefoon beschadigt. Indicatie batterij bijna leeg Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele minuten kunt bellen, hoort u een waarschuwingstoon en verschijnt regelmatig een melding in het display. Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich automatisch uit. 19 Aan de slag Aan de slag Telefoon aan- en uitzetten Toetsen blokkeren en deblokkeren 1. Houd de toets aan is. Om te voorkomen dat u per ongeluk een toets indrukt, kunt u de toetsen blokkeren. ingedrukt tot de telefoon 2. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft u dat in en drukt u op de functietoets OK. Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld op 00000000. Zie pagina 124 voor meer bijzonderheden. 3. Als gevraagd wordt om uw PIN-code, geeft u deze in en drukt u op de functietoets OK. Zie pagina 125 voor meer bijzonderheden. De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm, zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf bellen of oproepen beantwoorden. NETWERK 05:17 ZA 02 OKT Menu Namen Opmerking: De displaytaal is standaard ingesteld op Nederlands. U kunt de taal aanpassen met de optie Taal (Menu 4.5); zie pagina 86 voor meer bijzonderheden. 4. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt getoond. Opmerking: Als u de toetsen heeft geblokkeerd, moet u eerst de toetsen deblokkeren voordat u de telefoon kunt uitschakelen. Dit doet u door op de functietoets Deblokrn en de toets te drukken. 20 Houd in de standby-stand de toets key ingedrukt totdat het pictogram en “Toetsen geblok.” in het display worden getoond. Ook wanneer de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u een inkomende oproep beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken. Na afloop van het gesprek worden de toetsen na een bepaalde periode weer geblokkeerd. Deze periode kunt u instellen via de menukeuze Auto toetsblokkering (Menu 4.2.3). Als de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u toch alarmnummers bellen. Geef een alarmnummer in. Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de functietoets Ja of de toets . Na afloop van het gesprek worden de toetsen na een bepaalde periode weer geblokkeerd. Deze periode kunt u instellen via de menukeuze Auto toetsblokkering (Menu 4.2.3). U kunt de toetsblokkering opheffen door eerst op de functietoets Deblokrn en vervolgens nogmaals op de toets te drukken. In het display verschijnt “Toetsen ontgrendeld” en het pictogram is niet langer zichtbaar. Via de menukeuze Auto toetsblokkering (Menu 4.2.3) kunt u de telefoon zo instellen, dat de toetsen automatisch worden geblokkeerd. Meer informatie over deze optie vindt u op pagina 85. 21 Telefoneren Telefoneren Gesprek beëindigen Zelf bellen Als de telefoon standby staat, toetst u het netnummer en telefoonnummer in en drukt u op de toets . Opmerking: Als u de optie Nr. herhalen in het menu Extra instellingen (Menu 4.8) aan heeft gezet, wordt het nummer automatisch maximaal 10 maal opnieuw gedraaid wanneer de persoon die u wilt bellen uw oproep niet beantwoordt of in gesprek is. Meer informatie over deze optie vindt u op pagina 91. Internationaal bellen 1. Houd de toets ingedrukt. Het + teken verschijnt in het display. 2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer en het abonneenummer. Druk daarna op . Dan doet u het volgende… Laatste cijfer op Druk op de toets het display . Ander cijfer van Druk op of totdat de cursor het nummer rechts naast het cijfer staat dat u wilt wissen. Druk op de toets . U kunt ook een ontbrekend cijfer invoeren door op de betreffende toets te drukken. Alle cijfers 22 Laatste nummer herhalen De telefoon slaat de nummers op van uitgaande gesprekken en van inkomende en gemiste oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer informatie, zie “Oproepenlijst” op pagina 74. Om een van deze nummers te bellen, doet u het volgende: 1. Maak eventueel het display leeg, door de toets gedurende ruim een seconde ingedrukt te houden. 2. Druk op de toets om naar de lijst met laatstgekozen nummers te gaan. 3. Gebruik de toetsen en om door deze lijst te bladeren tot u bij het gewenste nummer bent. 4. Om... Nummer corrigeren U wilt wissen... Als u uw gesprek wilt beëindigen, drukt u kort op de toets . Houd de toets ruim 1 seconde ingedrukt. Dan doet u het volgende… Het gemarkeerde Druk op de toets nummer te draaien . Het gemarkeerde nummer te wijzigen Druk op de functietoets Opties, kies de optie Wijzigen en wijzigt het nummer. Het gemarkeerde nummer te verwijderen Druk op de functietoets Opties en kies Wissen. Alle nummers in de Druk op de functietoets lijst te wissen Opties en selecteer Alles wissen. Meer informatie hierover vindt u op op pagina 75. 23 Telefoneren Telefoneren Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Een oproep beantwoorden Nummers die u regelmatig belt, kunt u in het geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon opslaan. Deze twee geheugens worden tezamen aangeduid als Telefoonlijst. In dat geval hoeft u alleen maar de naam te selecteren om het bijbehorende nummer te laten kiezen. Zie pagina 31 voor meer informatie over de telefoonlijst. Wanneer iemand u belt, gaat uw telefoon over en wordt het animatiefilmpje voor een inkomende oproep afgespeeld. Volume aanpassen Tijdens een gesprek kunt u het volume van de luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen aan de linkerzijkant van de telefoon te drukken. Druk op om het volume te verhogen of op het te verlagen. om Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn telefoonnummer (of zijn naam als die in uw telefoonlijst is opgeslagen). Opmerking: Terwijl de telefoon overgaat, kunt u de beltoon uitschakelen door een van de volumetoetsen aan de zijkant van de telefoon ingedrukt te houden. 1. Druk op de toets of de functietoets Opnemen om een binnenkomend gesprek te beantwoorden. Als de menu-optie Elke toets antw. in menu Extra instellingen (Menu 4.8) is ingeschakeld, kunt u een gesprek aannemen door op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de toets en de functietoets Weiger (zie pagina 91). 2. U kunt een inkomende oproep weigeren door op de functietoets Weiger te drukken. 3. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door op te drukken. Opmerking: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl u menufuncties of de telefoonlijst gebruikt. In de standby-stand kunt u met deze toetsen het toetsvolume aanpassen. 24 25 Telefoneren Telefoneren Gemiste oproepen bekijken Als u om wat voor reden dan ook een oproep niet kunt of wilt beantwoorden, kunt u zien wie u geprobeerd heeft te bellen (als uw provider deze dienst levert). Desgewenst kunt u deze persoon dan terugbellen. Nummer gemiste oproep wijzigen Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de standby-stand het aantal gemiste oproepen op het display. 1. Druk op de functietoets Opties. Zo kunt u gemiste oproepen direct bekijken: 3. Druk op de functietoets Kies. 1. Druk op de functietoets Kies. Is het bij de laatste gemiste oproep behorende telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit getoond. 2. U wilt... Druk op de… Door de gemiste oproepen bladeren Toets of . Getoonde nummer bellen Toets Nummer van gemiste oproep wissen of wijzigen Functietoets Kies (zie hieronder). Opmerking: Als het nummer van de gemiste oproep niet beschikbaar is, verschijnt de optie Wijzigen niet. 2. Druk op de toets of Wijzigen te kiezen. om de optie 4. Voer de gewenste wijzigingen in. 5. U wilt... Druk op de… Het nummer bellen Toets Het nummer opslaan . Functietoets Opslaan en geef daarna de naam en locatie in (zie pagina 31 voor meer informatie). . Gemiste oproep wissen 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets optie Wissen te kiezen. of om de 3. Druk op de functietoets Kies. U kunt op elk gewenst moment op de toets drukken om deze menu-keuze te verlaten. Opmerking: Door de optie Gemist (Menu 2.1) te kiezen, kunt u op ieder willekeurig moment naar het overzicht met gemiste oproepen. Zie pagina 74 voor meer informatie. 26 27 Telefoneren Functies en opties selecteren Snel naar de stille modus overschakelen De stille modus is handig wanneer u op een plaats bent waar het overgaan van uw telefoon storend zou werken, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of een concert. In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de stille modus zetten, door de toets ingedrukt te houden tot de melding “Stille modus AAN” wordt getoond en het symbool van de trilfunctie ( ) wordt weergegeven. Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen. Deze functies bevinden zich in menu’s en submenu’s, die u kunt selecteren met de twee functietoetsen en . In elk menu en submenu kunt u de instellingen van een bepaalde functie bekijken en eventueel veranderen. Onder in het display ziet u direct boven de toets welke functie de functietoets op dat moment vervult. Voorbeeld: In de stille modus worden de geluidsinstellingen van uw telefoon als volgt gewijzigd. Optie Nieuwe instelling Type belsignaal (Menu 3.3) Trillen Toetstoon (Menu 3.4) Uit Berichttoon (Menu 3.5) Alleen lampje Toon bij in-/uitschakelen (Menu 3.6) Uit Andere tonen (Menu 3.7) UIT U kunt de stille modus uitschakelen en terug naar de vorige geluidsinstellingen, door de toets ingedrukt te houden totdat “Stille modus UIT” verschijnt. Het symbool van de trilfunctie ( ) is niet langer zichtbaar. 28 NETWERK 05:17 ZA 02 OKT Menu Met de linker functietoets gaat u naar het hoofdmenu. 918 Namen Met de rechter functietoets gaat u naar de telefoonlijst. 29 Functies en opties selecteren Telefoon lijst Via de volgende stappen krijgt u een overzicht van de beschikbare functies/opties en kunt u er een kiezen. 1. Druk op de desbetreffende functietoets. 2. U wilt... Druk op de… Naam en nummer vastleggen Selecteren: • De getoonde functie of • De gemarkeerde optie Functietoets Kies of de toets . De volgende functie zien of de volgende optie markeren Toets of links op de telefoon. Een nummer vastleggen in de standby-stand Naar de vorige functie of lijst Toets of links op de telefoon. Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt boven de linker functietoets Opslaan. Daarmee kunt u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst opslaan. Een niveau hoger in de menustructuur Toets , functietoets of toets . 1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan. Dit menu verlaten zonder instellingen aan te passen Toets . Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of PIN-code gevraagd. Voer de juiste code in en druk op de functietoets OK. Opmerking: Als er een lijst met opties verschijnt, wordt de huidige optie gemarkeerd. Als er maar twee opties mogelijk zijn, zoals bij Aan/Uit of Aanzetten/Uitzetten, wordt de optie die niet actief is gemarkeerd zodat u deze optie direct kunt kiezen. 30 U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan. Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon ruimte aan 500 nummers en namen. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel, de telefoonlijst. U kunt een nummer op twee manieren vastleggen: • In de standby-stand met de functietoets Opslaan • In het menu Telefoonlijst via de optie Nieuw contact Opmerking: Als u tijdens het invoeren van een nummer een fout maakt, kunt u deze met de toets corrigeren. Zie pagina 22 voor meer bijzonderheden. 2. Druk op de functietoets Opslaan als u zeker weet dat het nummer correct is. 3. Selecteer het symbool van de categorie waar het nummer dat u wilt opslaan toe behoort. U heeft de beschikking over drie categorieën: Mobiel Kantoor Privénummer Druk op de toets of en daarna op de functietoets Kies om de gewenste categorie te selecteren. 31 Telefoon lijst Telefoon lijst Een nummer in de telefoonlijst opslaan 4. Selecteer door op de toets of te drukken het gewenste geheugen, SIM-geheugen of Telefoon, en druk op de functietoets Kies. Opmerking: Wanneer u van telefoon wisselt, blijft de informatie die op uw SIMkaart is opgeslagen beschikbaar op uw nieuwe telefoon. Informatie die in het toestel zelf is opgeslagen is dan niet meer beschikbaar en zal eventueel opnieuw moeten worden ingegeven. 5. Geef de naam in en druk op de functietoets OK. Het aantal posities dat voor ingave van de naam beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart. Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 42. De telefoon toont nu de eerste vrije locatie in het geselecteerde geheugen. Als dat geheugen vol is, wordt de eerste vrije plaats in het andere geheugen getoond. 6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde naam op een andere dan de voorgestelde positie wilt opslaan, druk dan op de toets en geef daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u de informatie wilt opslaan. 7. Druk op OK om het nummer en de naam op te slaan. Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de telefoon de zojuist opgeslagen naam. 8. U wilt... 32 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Nieuw contact en druk op de functietoets Kies om uw keuze te bevestigen. 3. Selecteer het symbool van de categorie waar het nummer dat u wilt opslaan toe behoort. Opmerking: Hierbij is ook het symbool voor e-mail ( ) beschikbaar. Hier kunt u in plaats van een telefoonnummer een e-mailadres opslaan. 4. Selecteer door op de toets of te drukken het gewenste geheugen, SIM-geheugen of Telefoon, en druk op de functietoets Kies. 5. Geef de naam in en druk op de functietoets OK. Het aantal posities dat voor ingave van de naam beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart. Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 42. 6. Geef het nummer of e-mailadres in en druk op de functietoets Opslaan. 7. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde naam op een andere dan de voorgestelde positie wilt opslaan, druk dan op de toets en geef daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u de informatie wilt opslaan. 8. Druk op OK om het nummer en de naam op te slaan. Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de telefoon de zojuist opgeslagen naam. Druk op de… Invoeropties gebruiken Functietoets Opties. Teruggaan naar de standby-stand Toets . 9. U wilt... Druk op de… Invoeropties gebruiken Functietoets Opties. Teruggaan naar de standby-stand Toets . 33 Telefoon lijst Telefoon lijst Opties telefoonlijst gebruiken Druk… Gebr. groep: hiermee kunt u de contactpersoon aan een belgroep toewijzen. Wanneer u door iemand die tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u dat aan bijvoorbeeld het belsignaal horen. Selecteer een van de tien beschikbare groepen. Gemarkeerde optie Op de functietoets Kies of de selecteren toets . Kies de optie Geen groep als u het nummer niet (langer) aan een groep toe wilt wijzen. Andere optie selecteren Zie pagina 37 voor meer informatie over de instellingen voor belgroepen. De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die u kunt openen door op de functietoets Opties te drukken. U wilt... Enkele keren op of tot de gewenste optie gemarkeerd wordt weergegeven. De volgende opties zijn beschikbaar: Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer uit de telefoonlijst in de stand voor normaal bellen plakken. Gebruik deze optie als u een nummer wilt bellen dat deels identiek is aan het nummer in de telefoonlijst, bijvoorbeeld een intern nummer binnen hetzelfde bedrijf. Gebruik de toets als u het nummer wilt aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie). Druk op als u het nummer wilt bellen. Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de contactpersoon in uw telefoonlijst wijzigen. Selecteer Eén contact als u een nummer van de geselecteerde contactpersoon wilt wijzigen. Als u de naam wijzigt, wordt het nummer apart opgeslagen. Selecteer Alle contacten wanneer u de naam wilt wijzigen. Wissen: hiermee kunt u een nummer en een naam uit de telefoonlijst verwijderen. De telefoon vraagt eerst om een bevestiging. Druk op de functietoets Ja. Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze optie om een nummer op te slaan dat veel lijkt op een reeds opgeslagen nummer. Selecteer de locatie voor het nieuwe nummer. Zodra het nummer gekopieerd is, kunt u de naam en het nummer wijzigen. 34 Contact toevoegen: hiermee kunt u van de op dat moment geselecteerde contactpersoon een nieuw nummer aan een bepaalde categorie (mobiel, kantoor, privénummer of e-mail) toevoegen. Een contactpersoon in de telefoonlijst kan een naam en maximaal 4 nummers bevatten (één nummer per categorie). Een nummer opzoeken in de telefoonlijst Nadat u telefoonnummers in de telefoonlijst heeft opgeslagen, kunt u deze op twee manieren opzieken: • Op naam • Op belgroep Een nummer op naam opzoeken 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Als Zoeken gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. De telefoon vraagt u nu om een naam op te geven. 3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u zoekt. U ziet nu de namen in de telefoonlijst, beginnend met de eerste die aan de ingevoerde beginletters voldoet. Die naam is bovendien gemarkeerd. 35 Telefoon lijst 4. U wilt... Telefoon lijst Druk… Druk… Op de functietoets Kies. De gemarkeerde naam bekijken Op de functietoets Kies. Naar een andere naam Enkele keren op of tot de gewenste optie gemarkeerd wordt weergegeven. Naar een andere naam Enkele keren op of tot de gewenste naam gemarkeerd wordt weergegeven. Naam opzoeken Op de toets om de beginnend met een reeds ingegeven letters te andere letter verwijderen en vervolgens op de toets met de gewenste letter. 5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt u op de toets om het nummer te bellen of op de functietoets Opties om het submenu met Opties te openen. Voor meer informatie, zie pagina 34. Een nummer op belgroep opzoeken 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Groep zoeken en druk op de functietoets Kies. 3. Geef de eerste letter(s) is van de naam van de groep die u zoekt. U ziet nu een overzicht van de groepen, te beginnen met de eerste groep waarvan de beginletters met uw ingave overeenstemmen. 4. Blader met de toets of naar de gewenste groep en druk op de functietoets Kies. U ziet nu een overzicht van de contactpersonen die tot die groep behoren. 36 5. U wilt... De gemarkeerde naam bekijken 6. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt u op de toets om het nummer te bellen of op de functietoets Opties om het submenu met Opties te openen. Voor meer informatie, zie pagina 34. Een belgroep wijzigen 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Groep wijzigen en druk op de functietoets Kies. 3. Blader met de toets groep. of naar de gewenste 4. Als de door u gewenste groep gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Opties. 5. Selecteer de gewenste optie(s) en wijzig waar nodig de instellingen. De volgende opties zijn beschikbaar: Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die moet worden gebruikt als u gebeld wordt door een persoon uit de groep. SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die moet worden gebruikt als u een tekstbericht ontvangt van een persoon uit de groep. 37 Telefoon lijst Grafisch: hiermee kunt u een pictogram kiezen dat verschijnt als u wordt gebeld door een persoon uit de groep. Groepnaam: hiermee kunt u een naam aan de groep toekennen of de naam wijzigen. Op pagina 42 vindt u meer informatie over het intoetsen van tekst. 6. Als u klaar bent, drukt u op de toets of . Snelkiezen Als u nummers op de SIM-kaart heeft opgeslagen, kunt u maximaal acht van deze nummers aan snelkiestoetsen toekennen. U kunt deze nummers dan snel en eenvoudig bellen door op de cijfertoets te drukken waaraan u het nummer heeft toegewezen. Telefoon lijst 5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets of om het gewenste nummer te selecteren en druk op de functietoets Kies. 6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer hebt toegewezen, kunt u door op de functietoets Opties te drukken uit de volgende opties kiezen: Wijzigen: hiermee kunt u aan de toets een ander nummer toekennen. Wissen: het nummer wordt gewist, zodat geen nummer meer aan de toets is toegewezen. Alles wissen: alle nummers worden gewist. Aan geen enkele toets is dan meer een nummer toegewezen. Nummer: hiermee kunt u zien welk nummer aan de toets is toegewezen. 7. Als alle instellingen naar wens zijn, drukt u op de toets of . Nummers voor verkort kiezen toekennen 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Snelkiezen en druk op de functietoets Kies. 3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen wilt gebruiken (de toetsen t/m ) en druk op de functietoets OK. Verkort kiezen via de telefoonlijst Om de nummers te bellen die aan de toetsen t/m zijn toegewezen, houdt u de betreffende toets ingedrukt. Opmerking: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor het telefoonnummer van uw Voice Mail server. Opmerking: Als aan de betreffende toets al een nummer is toegekend, wordt de functietoets OK vervangen door de functietoets Opties. Ga naar stap 6. 4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en druk op de functietoets Kies. 38 39 Telefoon lijst Telefoon lijst Alle contactpersonen in de telefoonlijst wissen Geheugenstatus controleren U kunt alle contactpersonen in de telefoonlijst of op de SIM-kaart of in beide geheugens in een keer wissen. U kunt nagaan hoeveel namen en nummers er in de telefoonlijst (het geheugen op de SIM-kaart en van de telefoon) zijn opgeslagen. U kunt ook zien wat het totaal aantal locaties is. 1. Als de telefoon in de standby-stand staat, drukt u op de functietoets Namen. 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Namen. 2. Blader met de toets of naar Alles wissen en druk op de functietoets Kies. 2. Kies de optie Geheugenstatus door op de toets of te drukken en druk op de functietoets Kies. 3. Om... Drukt u op... Het (de) geheugen(s) te selecteren waarvan u de contactpersonen wilt wissen De functietoets AAN. De selectie te annuleren De functietoets UIT. Alle contactpersonen in het (de) geselecteerde geheugen(s) te wissen De functietoets Wissen. 3. Druk op de toets of om na te gaan hoeveel contactpersonen er op de SIM-kaart en in het telefoongeheugen zijn opgeslagen en wat de totale capaciteit van het betreffende geheugen is. 4. Als u klaar bent, drukt u op de toets of . 4. Geef uw telefoonwachtwoord in en druk op de functietoets OK. Opmerking: Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. Wilt u het wachtwoord wijzigen, kijk dan op pagina 88. 5. Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de functietoets Ja. 6. Als u klaar bent, drukt u op de toets of . 40 41 Tekst intoetsen Tekst intoetsen Tijdens gebruik van uw telefoon zult u merken dat u regelmatig tekst in moet toetsen, bijvoorbeeld voor het opslaan van namen in de telefoonlijst, het intoetsen van de begroeting of het noteren van afspraken in uw agenda. Daarom kunt u met de toetsen van de telefoon ook letters en andere tekens ingeven. Tekstinvoerstand wijzigen Wanneer u in een scherm staat waarin u letters wilt intoetsen, ziet u in het display de tekstinvoerstand. Voorbeeld: Aanmaken tekstbericht Indicatie tekstinvoerstand Uw telefoon beschikt over de volgende tekstinvoerstanden: • T9 stand In deze stand kunt u door slechts één toets per letter in te drukken woorden ingeven. Aan iedere toets op het toetsenbord zijn verschillende letters toegewezen. Als u één keer op de toets drukt, verschijnt de letter J, K of L. In de T9 stand worden de tekens die u intoetst, automatisch vergeleken met een ingebouwd linguïstisch woordenboek en wordt het meest waarschijnlijke woord automatisch aangevuld, zodat u vaak minder toetsaanslagen nodig hebt dan bij gebruik van de normale standen voor hoofdletter en kleine letters. Opties Gewenste stand... • Speciale tekens In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen, bijvoorbeeld leestekens. • Cijfers Druk op de functietoets tot... T9 stand wordt getoond. Zie pagina 44. Hoofdletters wordt getoond. Zie pagina 46. Kleine letters wordt getoond. Zie pagina 46. Speciale tekens intoetsen wordt getoond. Zie pagina 47. Cijfers wordt getoond. Zie pagina 47. • Standen voor hoofdletters en kleine letters Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters intoetsen door de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven één, twee, drie of vier keer in te drukken tot de gewenste letter wordt getoond. 918 In deze stand kunt u cijfers intoetsen. 42 43 Tekst intoetsen Tekst intoetsen T9 stand Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze invoerstand werkt met een ingebouwd woordenboek. 1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan staat en begin met de toetsen t/m het woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar één keer aan te slaan. Voorbeeld: Om in de T9 stand Hallo in te geven, drukt u op , , , en . Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display. Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag veranderen. 2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet u het hele woord intoetsen. • Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de toets . De T9 stand maakt gebruik van grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het juiste leesteken wordt gekozen. Voorbeeld: wordt twee keer gebruikt om twee leestekens te tonen. • Om in de T9 stand om te schakelen van hoofdletters naar kleine letters of vice versa gebruikt u de toets . U kunt kiezen uit: Kleine letters Hoofdletters • U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen en . Door op de toets te drukken, kunt u letters wissen. Om alle letters te wissen houdt u de toets even ingedrukt. 3. Is het woord juist, ga dan verder met het volgende woord. Is het woord niet juist, druk dan op de toets , of om alternatieve woorden weer te geven die overeenstemmen met de toetsaanslagen. Voorbeeld: Zowel Of en Me worden gemaakt met de toetsen , . De telefoon toont het meest gebruikte woord eerst. 4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de toets . • Om woorden in te geven die niet in de T9 woordenlijst voorkomen, wijzigt u de tekstinvoerstand in de stand voor het invoeren van hoofd-/kleine letters. 44 45 Tekst intoetsen Tekst intoetsen Stand voor het intoetsen van hoofdletters en kleine letters Met de toetsen - geeft u uw tekst in. 1. Druk op de toets met de letter die u wilt ingeven: - Eén keer voor de eerste letter - Twee keer voor de tweede letter - Enz. • Voor het invoegen van een spatie drukt u op de toets . • U kunt de cursor ook verplaatsen met de toetsen en . Om letters te wissen, drukt u op de toets . Houd de toets even ingedrukt om alle letters te wissen. 2. Geef de resterende letters op dezelfde wijze in. Opmerking: Als u op een andere toets drukt, schuift de cursor een positie naar rechts. Als u twee keer dezelfde letter wilt ingeven (of een andere letter van dezelfde toets), wacht dan enkele seconden. De cursor gaat dan automatisch een positie verder. Speciale tekens intoetsen Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en symbolen in een tekstbericht invoegen. Zie onderstaande tabel voor meer informatie over de tekens die met de toetsen kunnen worden ingegeven. Toets Tekens in de weergegeven volgorde Hoofdletters Spatie Kleine letters OK 918 Met de navigatietoetsen gaat u naar het gewenste teken of symbool. Vervolgens drukt u op de functietoets OK om dit in uw bericht in te voegen. Stand voor cijfers In deze stand kunt u cijfers in een tekstbericht opnemen (bijvoorbeeld een telefoonnummer). Druk op de betreffende cijfertoets en kies vervolgens weer de gewenste tekstinvoerstand. 46 47 Tijdens een gesprek beschikbare opties Tijdens een gesprek beschikbare opties Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook tijdens een gesprek kunt gebruiken. Gesprek in de wacht zetten U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt, kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u tussen beide gesprekken heen en weer schakelen. Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek in de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt gaan naar dat gesprek, drukt u op de functietoets Haal op. Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met iemand in gesprek bent, een tweede persoon bellen: 1. Geef het telefoonnummer in van degene die u wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst. 2. Druk op de toets om dit nummer te bellen. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. Of: 1. Druk op de functietoets Wacht om het huidige gesprek in de wacht te zetten. 2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de persoon die u tegelijkertijd wilt spreken. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen. Microfoon uitschakelen U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan horen. Voorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand die bij u in de ruimte zit, zonder dat de persoon met wie u aan het telefoneren bent dat kan horen. Zo zet u de microfoon tijdelijk uit: 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets Micr uit te markeren. om de optie 3. Druk op de functietoets OK. De persoon aan de andere kant van de lijn kan u nu niet meer horen. Zo zet u de microfoon weer aan: 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk indien nodig op de toets Micr aan te markeren. om de optie 3. Druk op de functietoets OK. Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u weer horen. Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald, zodat u het gesprek met die persoon kunt voortzetten. Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets als u dat gesprek wilt beëindigen. 48 49 Tijdens een gesprek beschikbare opties Toetstonen in- en uitschakelen Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van toetsen een toontje hoort. Als de optie DTMF uit is gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u geen storende piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen indrukt. Opmerking: Als u verbinding maakt met antwoordapparaten of computergestuurde telefoonsystemen moet u de optie DTMF aan selecteren. Toetstonen versturen Desgewenst kunt u de telefoon zo instellen dat toetstonen (DTMF) worden verstuurd die overeenstemmen met de cijfers die tijdens een gesprek worden ingetoetst. Deze optie is handig wanneer u bijvoorbeeld een wachtwoord of rekeningnummer aan een computersysteem moet doorgeven, bijvoorbeeld voor telebanking. Het versturen van toetstonen stelt u als volgt in: 1. Wanneer u verbonden bent met het systeem van de teledienst drukt u op de functietoets Opties. 2. Druk op de toets om Toetstonen zenden te selecteren. 3. Druk op de functietoets OK. 4. Geef het nummer in dat u wilt doorgeven en druk op de functietoets OK. Nu worden de met het nummer corresponderende toetstonen verstuurd. Opmerking: U kunt tijdens gebruik van deze functie ook een nummer in de telefoonlijst opzoeken. Dit doet u door op de functietoets Namen te drukken. Meer informatie over gebruik van de telefoonlijst vindt u op pagina 31. 50 Tijdens een gesprek beschikbare opties Een nummer opzoeken in de telefoonlijst U kunt tijdens een gesprek een nummer in de telefoonlijst opzoeken. 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Druk op de toets te selecteren. om de optie Telefoonlijst 3. Druk op de functietoets OK. U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst, gesorteerd op alfabetische volgorde. 4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste letters van de naam die u zoekt ingeven. U gaat dan direct naar de eerste naam die overeenstemt met de door u ingetoetste beginletters. Deze naam is gemarkeerd. 5. Blader met de toets of naar het gewenste item en druk op de functietoets Kies om dit item te bekijken. Zie pagina 31 voor meer informatie over de telefoonlijst. SMS diensten Als tijdens een gesprek een SMS-bericht (Short Message Service) binnenkomt, knippert op het display het berichtsymbool ( ). Door SMS diensten te kiezen, kunt u berichten lezen of schrijven. Meer informatie over SMS-berichten vindt u op pagina 62. 51 Tijdens een gesprek beschikbare opties Tijdens een gesprek beschikbare opties Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek) 2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreksdeelnemer. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. Als uw provider deze dienst levert en als u Wisselgesprek (Menu 6.3) op Activeren hebt ingesteld (zie pagina 107), kunt u tijdens een gesprek een tweede binnenkomend gesprek beantwoorden. U hoort dat er een gesprek binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor een wachtend gesprek. 3. Druk op de functietoets Opties en kies dan de optie Deelnemen om de eerste deelnemer aan het multiparty-gesprek toe te voegen. U kunt een tweede gesprek op de volgende manier aannemen: 1. Druk op de toets om het tweede gesprek aan te nemen. Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen. Als u een in de wacht gezet gesprek wilt beëindigen, drukt u op de functietoets Opties en kiest u daarna de optie Stop wacht. 3. Druk op de toets als u het huidige gesprek wilt beëindigen. Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen) “Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen genoemd) is een dienst die door diverse providers geboden wordt, waarbij maximaal zes personen tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw provider. Een multiparty-gesprek starten 1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer. 4. Om een volgende deelnemer aan het multipartygesprek toe te voegen, belt u die op de normale wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets Opties en kiest u de optie Deelnemen. Om binnenkomende gesprekken aan het multiparty-gesprek toe te voegen, beantwoordt u het binnenkomende gesprek en drukt u achtereenvolgens op Opties en Deelnemen. Herhaal dit zo vaak als u wilt. Privégesprek met één van de deelnemers 1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie Kies deelnemer. Vervolgens verschijnt een overzicht van de deelnemers aan het gesprek. 2. Druk op de toets of om de gewenste persoon te kiezen en daarna op de functietoets Kies of de toets . 3. Kies de optie Privé. Nu kunt u een privégesprek met de gekozen deelnemer voeren. De overige multipartydeelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven spreken. 4. Druk op de functietoets Opties en kies daarna Deelnemen als u weer naar het multipartygesprek wilt gaan. Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners elkaar horen. 52 53 Tijdens een gesprek beschikbare opties Menu’s gebruiken Een deelnemer verwijderen 1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie Kies deelnemer. Vervolgens verschijnt een overzicht van de deelnemers aan het gesprek. 2. Druk op de toets of om de gewenste persoon te kiezen en daarna op de functietoets Kies of de toets . 3. Kies nu Verwijderen. De verbinding met de gekozen gespreksdeelnemer wordt verbroken, maar u kunt met alle andere deelnemers blijven spreken. 4. U kunt het multiparty-gesprek beëindigen door op de toets te drukken. Uw telefoon biedt u een groot aantal functies waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in menu’s en submenu’s. U kunt de menu's en submenu’s op twee manieren selecteren: door naar de menufunctie te bladeren of via de sneltoets. Naar menufunctie bladeren 1. Druk in de standby stand op de functietoets Menu. 2. Ga met de toets of naar het gewenste hoofdmenu, bijvoorbeeld Telefoon opties. Druk op de functietoets Kies of op de toets om in het menu te komen. 3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het menu Taal, kunt u hier met de toets of naar toe, waarna u op de functietoets Kies drukt. Als het menu dat u heeft gekozen meer opties bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe. 4. U wilt... 54 Druk op de… Door de menu’s bladeren Toets of toetsen en de telefoon. of de links op De gekozen instelling bevestigen Functietoets Kies of de toets . Terug naar het vorige menuniveau Functietoets toets . Het menu verlaten zonder instellingen aan te passen Toets of de . 55 Menu’s gebruiken Menu’s gebruiken Naar menufunctie via de sneltoets De diverse menu onderdelen (menu- en submenu opties) zijn genummerd en via het betreffende nummer snel te benaderen. Het nummer van de sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast de functietoets . Druk op de functietoets Menu en geef het gewenste nummer in. 1. Berichten 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Opmerking: In de lijst op de volgende pagina kunt u nagaan welke nummers aan de diverse menukeuzes zijn toegewezen. Het is mogelijk dat deze enigszins afwijken van de menunummers van uw telefoon. Dit is namelijk afhankelijk van de diensten die uw SIM-kaart ondersteunt. 1.6 1.7 Voorbeeld: De optie Taal openen. 1.8 1. Druk op de functietoets Menu. 2. Druk op voor het menu Telefoon opties. 3. Druk op voor Taal. 1.9 De beschikbare talen worden direct getoond. 1.10 Overzicht menufuncties De volgende illustratie toont de beschikbare menustructuur, inclusief: • De nummers die aan de opties zijn toegewezen • De pagina waarop u een beschrijving van de betreffende functie kunt vinden Opmerking: Als u gebruik maakt van een SIM AT-kaart met extra mogelijkheden, verschijnt het SIM AT menu pas als u op de functietoets Menu drukt. Kijk voor meer informatie in de documentatie van de SIM-kaart. 56 (zie pagina 62) Postvak IN Postvak UIT Nieuw bericht Standaardberichten Profielen 1.5.1 Instelling 1* 1.5.2 Instelling 2* 1.5.3 Instelling 3* 1.5.4 Instelling 4* 1.5.5 Instelling 5* 1.5.6 Standaard Alles wissen Mijn objecten 1.7.1 Mijn melodie 1.7.2 Mijn afbeelding 1.7.3 Mijn filmpje 1.7.4 Alles wissen Geheugenstatus 1.8.1 SIM-geheugen 1.8.2 Telefoongeheugen 1.8.3 Infobericht-geheugen Voice Mail 1.9.1 Verbinden met Voice Mail 1.9.2 Telefoonnr Voice Mail Infobericht 1.10.1 Ontvangen bericht lezen 1.10.2 Ontvangen 1.10.3 Kanalen 1.10.4 Taal 2. Oproepen lijst 2.1 2.2 2.3 2.4 (zie pagina 74) Gemist Inkomend Uitgaand Alles wissen * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 57 Menu’s gebruiken Menu’s gebruiken 2. Oproepen lijst (vervolg) 2.5 Gesprektellers 2.5.1 Laatste oproep 2.5.2 Alle uitgaande oproepen 2.5.3 Alle inkomende oproepen 2.5.4 Tellers op nul 2.6 Kostentellers* 2.6.1 Kosten laatste oproep 2.6.2 Totale kosten 2.6.3 Max. kosten 2.6.4 Tellers op nul 2.6.5 Max. kosten instellen 2.6.6 Prijs per tik 3. Geluid opties (zie pagina 78) 3.1 Beltoon 3.2 Belvolume 3.3 Type belsignaal 3.3.1 Alleen lampje 3.3.2 Melodie 3.3.3 Trillen 3.3.4 Trillen+melodie 3.4 Toetstoon 3.4.1 Uit 3.4.2 Rustig 3.4.3 Piano 3.4.4 Toon 3.4.5 Oproeptoon 3.5 Berichttoon 3.5.1 SMS-toon 3.5.2 Infoberichttoon 3.6 Toon bij in-/uitschakelen 3.6.1 Uit 3.6.2 Klassiek 3.6.3 Vrolijk 3.7 Andere tonen 3.7.1 Fouttoon 3.7.2 Minutenteller 3.7.3 Verbindingstoon 4. Telefoon opties (zie pagina 83) 4.1 Infrarood aan 4.2 Voorkeurinstellingen 4.2.1 Achtergrond 4.2.2 Menustijl 4.2.3 Auto tœtsblokkering 4.3 Begroeting 4.4 Eigen nummer 4.4.1 Nummer 1 4.4.2 Nummer 2 4.4.3 Nummer 3 4.5 Taal 4.6 Beveiliging 4.6.1 PIN-controle 4.6.2 PIN wijzigen 4.6.3 Toestel blokkeren 4.6.4 Wachtwoord wijzigen 4.6.5 SIM blokkeren 4.6.6 FDN-modus* 4.6.7 PIN2 wijzigen* 4.7 Display-instellingen 4.7.1 Helderheid 4.7.2 Verlichting 4.7.3 Standby-lampje 4.7.4 Logo provider 4.8 Extra instellingen 4.8.1 Nr. herhalen 4.8.2 Elke toets antw. 4.9 Sneltoets 4.9.1 Toets omhoog 4.9.2 Toets omlaag 4.9.3 Toets rechts 4.9.4 Toets links 4.10 Reset instellingen * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 58 59 Menu’s gebruiken 5. Organizer Menu’s gebruiken (zie pagina 93) 5.1 Kalender 5.2 Actielijst 5.3 Tijd en datum 5.3.1 Tijd instellen 5.3.2 Datum instellen 5.3.3 Wereldtijd 5.3.4 Indeling tijd 5.4 Alarm 5.4.1 Eenmalig 5.4.2 Dagelijks 5.4.3 Wekker 5.4.4 Alarm uitzetten 5.4.5 Autom. inschakelen 5.5 Calculator 5.6 Valutabeurs 6. Netwerk diensten (zie pagina 103) 6.1 Doorschakelen 6.1.1 Alles doorschakelen 6.1.2 In gesprek 6.1.3 Geen gehoor 6.1.4 Niet bereikbaar 6.1.5 Alles opheffen 6.2 Blokkeren 6.2.1 Alle uitgaande 6.2.2 Internationaal 6.2.3 Intern. behalve thuisland 6.2.4 Alle inkomende 6.2.5 Inkomend buiten bereik 6.2.6 Alles opheffen 6.2.7 Blokkeerwachtwoord wijzigen 6.3 Wisselgesprek 6.3.1 Spraak 6.3.2 Fax 6.3.3 Data 6.3.4 Alles opheffen 6.4 Netwerk kiezen 6.4.1 Automatisch 6.4.2 Zelf zoeken 6. Netwerkdiensten (vervolg) 6.5 Nr.weergave 6.5.1 Standaard 6.5.2 Nr. verbergen 6.5.3 Nr. weergeven 6.6 Gebr.groepen 6.6.1 Groepen 6.6.2 Buiten groep OK 6.6.3 Standaard groep 6.6.4 Uitzetten* 7. Funbox (zie pagina 111) 7.1 Spelletjes 7.1.1 Honeyball 7.1.2 Hamsterkooi 7.2 WAP browser 7.2.1 Startpagina 7.2.2 Favorieten 7.2.3 http:// 7.2.4 Profielen 7.2.5 Wis pagina’s 7.3 Downloads 7.3.1 Spelletjes en meer 7.3.2 Geluiden 7.3.3 Afbeeldingen 7.3.4 DNS instelling * Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan staat. 60 61 Berichten Berichten De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het versturen van SMS-berichten (Short Message Service). Voor zover uw provider deze diensten aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per e-mail en via oproepsystemen worden verzonden. Om berichten per telefoon te versturen, moet u weten wat het SMS-nummer van uw provider is. Als het symbool verschijnt, heeft u een of meer nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen nieuwe berichten meer ontvangen. Met de optie Wissen in de beide postvakken kunt u oude berichten verwijderen. Wanneer u een nieuw bericht ontvangt terwijl de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u het bericht pas bekijken nadat u de toetsblokkering heeft opgeheven. Dit doet u door op de functietoets Deblokrn en de toets te drukken. Postvak IN (Menu 1.1) In dit postvak worden ontvangen berichten opgeslagen. Als u dit menu opent, worden de ontvangen berichten getoond, met daarbij het telefoonnummer of de naam (indien opgenomen in de telefoonlijst). 1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de functietoets Kies om het bericht te lezen. 2. Met de toetsen bericht bladeren. en kunt u door het 3. Met de toetsen en kunt u naar het vorige of volgende bericht bladeren. 62 Met de functietoets Opties kunt u de volgende opties kiezen. Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen. Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar iemand anders doorsturen. Meer informatie over het verzenden van berichten vindt u op pagina 65. Antwoorden: hiermee kunt u de afzender door middel van een tekstbericht een antwoord sturen. Terugbellen: om de afzender terug te bellen. Adres knippen: hiermee kunt u het adres van een website, een e-mail adres of een telefoonnummer uit een tekstbericht overnemen en in het geheugen van uw telefoon opslaan. Naar telefoon: hiermee kunt u het bericht van uw SIM-geheugen naar uw telefoongeheugen verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond wanneer u een bericht selecteert dat op de SIM-kaart is opgeslagen. Naar SIM: hiermee kunt u het bericht van uw telefoongeheugen naar uw SIM-geheugen verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond wanneer u een bericht selecteert dat in het telefoongeheugen is opgeslagen. Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt u deze zelf met een bericht meesturen. Meer informatie hierover vindt u op pagina 66. Postvak UIT (Menu 1.2) In dit postvak worden berichten opgeslagen die u verzonden heeft of nog wilt verzenden. Als u dit menu opent, wordt een lijst getoond met de berichten die in het postvak zijn opgeslagen, met daarbij het telefoonnummer van de geadresseerde of de naam (wanneer deze in de telefoonlijst voorkomt). 63 Berichten Berichten Nieuw bericht 1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de functietoets Kies om de inhoud van het bericht te bekijken. 2. Met de toetsen bericht lopen. en kunt u door het 3. Om naar het vorige of volgende bericht te gaan, drukt u op de toets en . Met de functietoets Opties kunt u de volgende opties kiezen: Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen. Verzenden: hiermee kunt u het bericht opnieuw versturen. Meer informatie over het verzenden van berichten vindt u op pagina 65. Adres knippen: hiermee kunt u het adres van een website, een e-mail adres of een telefoonnummer uit een tekstbericht overnemen en in het geheugen van uw telefoon opslaan. Naar telefoon: hiermee kunt u het bericht van uw SIM-geheugen naar uw telefoongeheugen verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond wanneer u een bericht selecteert dat op de SIM-kaart is opgeslagen. Naar SIM: hiermee kunt u het bericht van uw telefoongeheugen naar uw SIM-geheugen verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond wanneer u een bericht selecteert dat in het telefoongeheugen is opgeslagen. Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt u deze zelf met een bericht meesturen. Meer informatie hierover vindt u op pagina 66. 64 (Menu 1.3) Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en verzenden. Opmerking: U heeft de beschikking over 918 posities. Als u geluiden of afbeeldingen aan uw bericht toevoegt, wordt het aantal beschikbare posities lager. Eenvoudig SMS tekstbericht maken 1. Stel uw bericht samen. Opmerking: Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 42. 2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht, drukt u op de functietoets Opties. De volgende opties zijn beschikbaar: Verzenden: om een geselecteerd bericht te verzenden. Na verzending wordt het bericht verwijderd. Verz.+Opslaan: hiermee wordt het bericht eerst in het gekozen geheugen opgeslagen en vervolgens verzonden. U kunt het bericht in Postvak UIT terugvinden. Opslaan: het bericht wordt in het gekozen geheugen opgeslagen, zodat u dit later kunt versturen. U kunt het bericht in Postvak UIT terugvinden. Meer informatie over de opties Tekst formatteren, Objecten toevoegen, Standaardbericht toevoegen, Uit telefoonlijst, Favoriet toev en Taal vindt u bij “Een bericht samenstellen met gebruikmaking van de opties” op pagina 66. 3. Selecteer Verzenden of Verz.+Opslaan en druk op de functietoets Kies. Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u Opslaan. Na het bericht te hebben opgeslagen, gaat de telefoon terug naar het menu Berichten. 65 Berichten 4. Selecteer het geheugen waarin het bericht is opgeslagen en druk op de functietoets OK. 5. Geef het gewenste nummer in. Wilt u een nummer in de telefoonlijst opzoeken, druk dan op de functietoets Namen en selecteer in de lijst het gewenste nummer. 6. Druk op de functietoets OK. Het bericht wordt verzonden. Opmerking: Als het bericht om welke reden dan ook niet verzonden kan worden, wordt u gevraagd of u het opnieuw wilt proberen. Wilt u dit, druk dan op de functietoets OK; wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Afsluiten. Een bericht samenstellen met gebruikmaking van de opties 1. Stel uw bericht samen. 2. Druk op de functietoets Opties. 3. Kies zo nodig met de toetsen en een vervolgoptie en druk ter bevestiging op de functietoets Kies. Tekst formatteren: hiermee kunt u de layout van uw tekst aanpassen. Bij Grootte kunt u kiezen uit Normaal, Groot en Klein. Onderstreept en Doorgehaald kunt u selecteren door deze opties Aan of Uit te zetten. U kunt meerdere opties tegelijk selecteren. Objecten toevoegen: kies deze optie wanneer u een belgeluid, melodie, afbeelding of filmpje bij uw bericht wilt voegen. Selecteer de gewenste categorie. Bij iedere categorie kunt u kiezen voor een van de standaarditems of een item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload hebt of via een bericht hebt ontvangen. 66 Berichten Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt u voor uw bericht een van de standaardberichten gebruiken. Selecteer via het menu Standaardberichten (Menu 1.4) een van de vijf standaardberichten. Voor meer informatie, zie hieronder. Uit telefoonlijst: hiermee kunt u een contactpersoon uit de telefoonlijst in uw bericht opnemen. Selecteer de gewenste contactpersoon. Favoriet toev: voor het opnemen van een adres van een internetpagina die u onder uw Favorieten heeft opgenomen (Menu 7.2.2). Selecteer de gewenste favoriet. Taal: hiermee kunt u instellen welke taal in de T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt. Selecteer de gewenste taal. 4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op zoals beschreven bij stap 3 op pagina 65. Standaardberichten (Menu 1.4) Via dit menu kunt u vijf berichten samenstellen met een standaard inhoud. Blader met de toetsen en door de lijst. Wanneer het standaardbericht dat u wilt wijzigen of gebruiken gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Opties. Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw bericht schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen. Opmerking: Meer informatie over het intoetsen van tekst vindt u op pagina 42. Verzenden: hiermee kunt u het geselecteerde bericht terughalen en aanpassen. Als het bericht klaar is, kunt u het versturen, opslaan en versturen of alleen opslaan. Meer informatie over het verzenden van berichten vindt u op pagina 65. Wissen: om een geselecteerd bericht te verwijderen. U kunt het wissen bevestigen door op de functietoets Ja te drukken. 67 Berichten Profielen Berichten (Menu 1.5) Via dit menu kunt u de standaard SMS-informatie instellen. Een profiel bevat een aantal instellingen die nodig zijn om berichten te versturen. Het aantal beschikbare profielen is afhankelijk van de capaciteit van uw SIM-kaart. Opmerking: Wanneer u een bericht verstuurt, wordt automatisch de laatstgekozen groep instellingen gebruikt. Instelling x (waarbij x het nummer van de groep is): ieder profiel heeft een eigen submenu. SMS-service: om het SMS-nummer voor het versturen van berichten op te slaan of te wijzigen. U krijgt dit nummer van uw provider. Standaard bestemming: hier kunt u een standaard bestemming opnemen. Het nummer verschijnt bij het samenstellen van een bericht automatisch in het scherm Bestemming. Standaard SMS instellingen: hier kunt u het standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en ERMES) instellen. De provider zet de berichten om in het gekozen formaat. Standaard geldigheid: hier kunt u instellen hoe lang uw provider het bericht moet bewaren als hij het niet meteen kan doorsturen. Naam instellen: om een naam toe te kennen aan de groep die u aan het instellen bent. Standaard: de volgende opties zijn beschikbaar: Antwoordpad: de ontvanger van uw SMS-bericht kan u een antwoord sturen via de provider, als deze optie door het netwerk wordt aangeboden. Ontv.bevest.: hier kunt u de functie voor ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te horen of uw bericht al dan niet verstuurd is. Drager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en GPRS. Alles wissen (Menu 1.6) Met deze menuoptie kunt u alle berichten uit een postvak verwijderen. U kunt ook alle berichten in de diverse postvakken in één keer verwijderen. Om… Drukt u op de… Een postvak te selecteren waaruit u de berichten wilt verwijderen Toets of . Als u alle berichten uit alle postvakken wilt verwijderen, selecteert u Alle berichten. Een vinkje voor “Alle Functietoets AAN. berichten” of een bepaald postvak te plaatsen Een vinkje te verwijderen Functietoets UIT. De aangevinkte berichten te verwijderen Functietoets Wissen. Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de functietoets Ja. 68 69 Berichten Mijn objecten Berichten (Menu 1.7) Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.) die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze Objecten selecteren (zie pagina 63) via dit menu bekijken. Er zijn drie categorieën: • Mijn melodie • Mijn afbeelding • Mijn filmpje Om een geselecteerd object te wissen, drukt op de functietoets Wis. Met de optie Alles wissen (Menu 1.7.4) kunt u alle objecten in één keer uit het geheugen verwijderen. Om... Druk op de… Een categorie van Functietoets AAN. objecten te selecteren die u wilt verwijderen De selectie te annuleren Functietoets UIT. De objecten in de geselecteerde categorie(ën) te verwijderen Functietoets Wissen. Als u alle objecten wilt verwijderen, selecteert u Alle objecten. Geheugenstatus (Menu 1.8) Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en in het geheugen met info-berichten. Voice Mail (Menu 1.9) Via dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox komen (als deze dienst door uw provider wordt aangeboden). De volgende opties zijn beschikbaar: Verbinden met Voice Mail: voordat u deze functie kunt gebruiken moet u het voice-server nummer invoeren dat u van uw provider hebt gekregen (zie menu 1.9.2). Vervolgens kunt u deze optie kiezen en op de functietoets OK drukken om uw berichten te beluisteren. Om snel verbinding te krijgen met de voice mail server, houdt u de toets ingedrukt. Telefoonnr Voice Mail: u kunt het nummer van de voice-mail server zo nodig wijzigen. U wilt... Druk op de… Het voice servernummer Juiste cijfertoetsen. ingeven Een cijfer corrigeren Toets . De cursor naar links of rechts verplaatsen zonder het cijfer te wissen Toets of . Opmerking: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. 70 71 Berichten Infobericht Berichten (Menu 1.10) Netwerkservice voor het ontvangen van berichten over verschillende onderwerpen, zoals weer of verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze ontvangen zijn, mits: Taal: om te kiezen in welke taal de berichten op het display verschijnen. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. • De telefoon in de standby-stand staat • De optie Ontvangen op Uitzetten staat • Het berichtkanaal op dat moment actief is in de kanaallijst De volgende opties zijn beschikbaar: Ontvangen bericht lezen: lezen van het eerste bericht. Niet opslaan toont de berichten van het netwerk, maar deze worden gewist zodra de telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen en kunt u door het bericht bladeren. Terwijl u een bericht leest, kunt u op de functietoets Opslaan drukken om het bericht in het postvak Bewaren op te slaan, zodat u het later nog eens kunt lezen. Ontvangen: om het ontvangen van berichten in of uit te schakelen. Kanalen: hier kunt u aangeven van welke kanalen u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties zijn beschikbaar: Kiezen: hier kunt u kanalen in de lijst in- of uitschakelen door deze AAN of UIT te zetten. Een geselecteerd kanaal is aangevinkt. Toevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe kanaal-ID en kanaalnaam. Wissen: om een kanaal uit de lijst te verwijderen. Wijzigen: voor het wijzigen van een kanaal-ID en kanaalnaam van een bestaand kanaal. 72 73 Oproepen lijst Oproepen lijst Via dit menu kunt u: • Gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen bekijken • Nagaan hoe lang een gesprek geduurd heeft • Nagaan wat de gesprekskosten zijn te Opmerking: Door in de standby-stand op drukken, krijgt u toegang tot alle drie de soorten oproepen. Gemist (Menu 2.1) Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde gesprekken bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd ontvangen. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • Het nummer uit de lijst verwijderen • Het nummer, wanneer dit getoond wordt, wijzigen en in de telefoonlijst opslaan U kunt het nummer ook bellen door op de toets te drukken. Inkomend (Menu 2.2) Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen gesprekken bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd ontvangen. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • Het nummer uit de lijst verwijderen • Het nummer, wanneer dit getoond wordt, wijzigen en in de telefoonlijst opslaan Uitgaand (Menu 2.3) Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde nummers zien. Het nummer en de naam worden weergegeven, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • Het nummer verwijderen • Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst opslaan U kunt het nummer ook bellen door op de toets te drukken. Alles wissen (Menu 2.4) U kunt alle nummers die tot een bepaalde soort oproepen behoren in één keer verwijderen. Om… Drukt u op de… Het type oproepen te selecteren dat u wilt wissen Toets of , en daarna op de functietoets AAN. De selectie te annuleren Functietoets UIT. Alle oproepen van het geselecteerde type te wissen Functietoets Wissen. Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de functietoets Ja. U kunt het nummer ook bellen door op de toets te drukken. 74 75 Oproepen lijst Gesprektellers Oproepen lijst (Menu 2.5) Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en binnengekomen gesprekken bekijken. Opmerking: De werkelijke duur van uw gesprekken op de rekening van uw provider kan iets afwijken, bijvoorbeeld door de afronding die bij het factureren wordt gehanteerd. De volgende tellers zijn beschikbaar: Laatste oproep: duur van het laatste gesprek. Alle uitgaande oproepen: duur van alle uitgaande gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Alle inkomende oproepen: duur van alle binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Max. kosten: maximale kosten, ingesteld met de optie Max. kosten instellen (zie hieronder). Tellers op nul: optie voor het op nul zetten van de kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK. Max. kosten instellen: optie om de maximale kosten voor uw gesprekken in te stellen. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK. Prijs per tik: optie voor het instellen van de kosten per tik. Met deze prijs per eenheid worden de gesprekskosten berekend. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK. Tellers op nul: voor het opnieuw instellen van de gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw toestel invoeren (zie pagina 124). Daarna drukt u op de functietoets OK. Kostentellers* (Menu 2.6) Met deze functie kunt u de gesprekskosten bekijken. Wanneer uw SIM-kaart deze functie niet ondersteunt, wordt deze optie niet getoond. De volgende tellers zijn beschikbaar: Kosten laatste oproep: kosten van het laatste gesprek. Totale kosten: totale kosten van alle gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de totale kosten de maximumkosten, instelbaar met de optie Max. kosten instellen, overschrijden, kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller op nul hebt gezet. * Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 76 77 Geluid opties Geluid opties Via het menu Geluidopties kunt u de volgende instellingen aanpassen: Type belsignaal • Melodie beltoon, volume en type belsignaal Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek. • Geluiden bij het indrukken van de toetsen, foutieve invoer en bij het ontvangen van berichten De volgende opties zijn beschikbaar: Opmerking: Als de telefoon in de stille modus staat (zie pagina 28), kunt u de geluidinstellingen niet wijzigen. Beltoon (Menu 3.3) Alleen lampje: het display licht op, de telefoon gaat niet over en trilt niet. Melodie: de telefoon gaat over met de beltoon die u hebt ingesteld in het menu Beltoon (Menu 3.1); zie pagina 78. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. (Menu 3.1) Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen. Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en gaat daarna over. U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden afgespeeld. Als u via internet of het programma EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload, worden deze in de lijst van dit menu opgenomen. Toetstoon Belvolume (Menu 3.4) Met deze optie kunt u kiezen welke toon u hoort bij het indrukken van een toets. De volgende opties zijn beschikbaar: (Menu 3.2) Uit: het toetsgeluid is uitgeschakeld. Met deze optie kunt u het belvolume instellen. U kunt kiezen uit vijf niveaus. Gebruik hiervoor de toetsen en toetsen en links op de telefoon. of de Rustig: de toets die wordt ingedrukt geeft een helder geluid. Piano: de toetsen laten bij het indrukken verschillende tonen van de toonladder horen. Toon: alle toetsen geven bij het indrukken een ander geluid. Oproeptoon: alle toetsen geven bij het indrukken hetzelfde geluid. 78 79 Geluid opties Berichttoon Geluid opties (Menu 3.5) Toon bij in-/uitschakelen (Menu 3.6) Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u waarschuwt bij een binnenkomend bericht. Via dit menu kunt u het geluid dat de telefoon maakt bij het in- en uitschakelen aan- of uitzetten. SMS-toon (Menu 3.5.1) De volgende opties zijn beschikbaar: Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u waarschuwt bij een binnenkomend SMS-bericht. De volgende opties zijn beschikbaar: Uit: de telefoon geeft geen signaal bij een binnenkomend bericht. Alleen lampje: het lampje links bovenop de telefoon gaat knipperen. Uit: bij het in- en uitschakelen van de telefoon hoort u geen melodie. Klassiek: bij het in- en uitschakelen van de telefoon hoort u de standaard melodie. Vrolijk: bij het in- en uitschakelen van de telefoon hoort u een vrolijke melodie. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. Enkele beep: bij een binnenkomend SMS-bericht gaat de telefoon één keer over. SMS-toonX: de telefoon gaat over met de door u geselecteerde SMS-toon. Infoberichttoon (Menu 3.5.2) Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen. De volgende opties zijn beschikbaar: Uit: de telefoon geeft geen signaal bij een binnenkomend info-bericht. Alleen lampje: het lampje links bovenop de telefoon gaat knipperen. Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over. Enkele beep: bij een binnenkomend infobericht gaat de telefoon één keer over. InfoberichttoonX: de telefoon gaat over met de door u geselecteerde Infobericht-toon. 80 81 Geluid opties Telefoon opties Andere tonen (Menu 3.7) Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door de telefoon worden gebruikt aanpassen. U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze functies op via het menu Telefoon opties. Infrarood aan (Menu 4.1) Om een toon... Drukt op de… AAN te zetten Functietoets AAN. Voor de optie wordt een vinkje gezet. Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van uw telefoon data en faxberichten verzenden en ontvangen. Om de infraroodverbinding te kunnen gebruiken, moet u het volgende doen: UIT te zetten Functietoets UIT. Het vinkje voor de optie verdwijnt. • De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc configureren en aanzetten. Fouttoon: hier kunt u instellen of de telefoon een signaal moet geven bij een ongeldige invoer. Minutenteller: met deze optie kunt u instellen of de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere minuut een piepje moet geven om de gespreksduur aan te geven. Verbindingstoon: geeft aan of de telefoon een signaal moet geven wanneer u verbonden bent met het netwerk. • Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van uw pc. Infrarood poort 15 De volgende opties zijn beschikbaar: • De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten. Het infraroodsymbool ( ) verschijnt op de bovenste regel van het display. Infrarood poort U kunt nu gegevens uitwisselen tussen de pc en uw telefoon. Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld. Opmerking: U krijgt de beste resultaten wanneer u gebruik maakt van een datakabel (optie). Deze is verkrijgbaar bij uw Samsung dealer. 82 83 Telefoon opties Telefoon opties Voorkeurinstellingen (Menu 4.2) U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in het display gebruikte kleurenschema aan uw voorkeuren aanpassen. Achtergrond (Menu 4.2.1) Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt. U kunt de achtergrond als volgt wijzigen: 1. Blader met de toets afbeeldingen. of door de lijst met U kunt kiezen uit een aantal standaard afbeeldingen. U kunt ook een lege achtergrond of via internet of het programma EasyGPRS gedownloade afbeeldingen selecteren. 2. Als de gewenste afbeelding is geselecteerd, drukt u op de functietoets Kies. De geselecteerde afbeelding wordt getoond. 3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond selecteren, druk dan op de functietoets Kies. (Menu 4.2.3) Via deze menuoptie kunt u de telefoon zo instellen dat de toetsen automatisch worden geblokkeerd wanneer een bepaalde periode geen toets is ingedrukt. Hiermee kunt u voorkomen dat per ongeluk toetsen wordt ingedrukt. U kunt deze functie inschakelen door aan te geven hoelang de telefoon moet wachten voordat de toetsen worden geblokkeerd. Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u Uit. Opmerking: U kunt de toetsen ook handmatig blokkeren. Meer informatie hierover vindt u op pagina 21. Begroeting (Menu 4.3) Met deze optie kunt u kort een begroeting laten verschijnen bij het aanzetten van de telefoon. Wanneer u deze menukeuze selecteert, wordt de huidige begroeting getoond. Druk op de… U wilt... Druk op de… De huidige datum en tijd bovenaan de afbeelding in het display weer te geven Functietoets Ja. De bestaande begroeting wissen Toets en houd deze ingedrukt tot het bericht is verwijderd. Alleen de afbeelding weer te geven Functietoets Nee. 4. Om... Menustijl (Menu 4.2.2) Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt weergegeven. U kunt Onder elkaar of Ingezoomd kiezen. 84 Auto toetsblokkering Een nieuwe Juiste alfanumerieke toetsen. begroeting invoeren Een andere tekstinvoerstand kiezen Functietoets . Zie pagina 42 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. 85 Telefoon opties Telefoon opties Eigen nummer (Menu 4.4) Hiermee kunt u: • Een naam aan uw eigen telefoonnummer toekennen • De naam en het nummer wijzigen Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt gebruiken om uw eigen telefoonnummers te controleren. Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet doorgevoerd op uw SIM-kaart. Taal (Menu 4.5) Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze op Automatisch is ingesteld, wordt automatisch de taal van de SIM-kaart gekozen. PIN-controle (Menu 4.6.1) Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden gebruikt door mensen die uw PIN-code weten. Opmerking: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld kan worden, moet u uw PIN-code intoetsen. Wilt u uw PIN-code wijzigen, kijk dan bij menuoptie PIN wijzigen (Menu 4.6.2). De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact met het netwerk. Aanzetten: bij het inschakelen moet u iedere keer uw PIN-code intoetsen. PIN wijzigen (Menu 4.6.2) Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van uw telefoon beperken tot: Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code veranderen. De PIN-controle moet dan wel ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt instellen. • Door u gekozen personen • Door u gekozen soorten gesprekken Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen. Beveiliging (Menu 4.6) De functies van uw telefoon kunt u via verschillende codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens de pagina’s 124-127). Toestel blokkeren (Menu 4.6.3) Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld, moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een 8-cijferig wachtwoord intoetsen. Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld op 00000000. Wilt u het wachtwoord van uw telefoon wijzigen, kijk dan op pagina 88 bij Wachtwoord wijzigen (Menu 4.6.4). 86 87 Telefoon opties Telefoon opties Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de telefoon gebruiken tot u hem uitzet. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen bij inschakeling van de telefoon. Aanzetten: u moet het wachtwoord intoetsen bij inschakeling van de telefoon. Wachtwoord wijzigen (Menu 4.6.4) Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven. Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld op 00000000. Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen. SIM blokkeren (Menu 4.6.5) FDN-modus (Menu 4.6.6) Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal nummers. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: u kunt elk nummer bellen. Aanzetten: u kunt alleen nummers bellen die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code intoetsen. Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt deze optie niet. Zie menu-optie PIN2 wijzigen (Menu 4.6.7) hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code. PIN2 wijzigen (Menu 4.6.7) Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen. U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u een nieuwe kunt invoeren. Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart. U moet dan eerst de SIM-code intoetsen. Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen. Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet u deze ter bevestiging nogmaals invoeren. Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt deze optie niet. Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de SIM-code intoetsen. 88 89 Telefoon opties Telefoon opties Display-instellingen Helderheid (Menu 4.7) (Menu 4.7.1) Via deze menukeuze kunt u de helderheid van het display wijzigen, zodat u dit ook bij weinig of juist veel licht kunt aflezen. U kunt de helderheid als volgt aanpassen: 1. Wijzig met de toetsen en of de toetsen en links op de telefoon de helderheid. 2. Als de instelling naar wens is, drukt u op de functietoets OK. Verlichting (Menu 4.7.2) Met deze optie kunt u de verlichting aan- of uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van de standby- en beltijd op. U kunt hier ook instellen hoe lang de verlichting aan moet blijven. De verlichting gaat aan wanneer u op een willekeurige toets drukt of een oproep of bericht ontvangt. Vervolgens gaat dit uit en wordt overgeschakeld op de digitale klok. Dit is om de batterij te sparen. Wilt u de verlichting uitschakelen, selecteer dan Uit. Standby-lampje (Menu 4.7.3) Met deze optie kunt u instellen of u het standbylampje linksboven op de telefoon wilt gebruiken en de kleur selecteren waarin het knippert. Kies een van de zeven kleuren. Het standby-lampje knippert in de gekozen kleur als de telefoon gebruiksklaar is. Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u dit uitschakelen door Uit te selecteren. 90 Logo provider (Menu 4.7.4) Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld. Aan: in de standby-stand wordt het provider-logo dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider weergegeven. Uit: in de standby-stand wordt de naam van de provider getoond. Extra instellingen (Menu 4.8) Via dit menu kunt u de opties Nummer herhalen en Elke toets antwoorden aan- en uitzetten. Om een functie... Drukt u op de… AAN te zetten Functietoets AAN. Voor de optie wordt een vinkje gezet. UIT te zetten Functietoets UIT. Het vinkje voor de optie verdwijnt. De volgende opties zijn beschikbaar: Nr. herhalen: als deze optie aan staat, probeert de telefoon na een mislukte poging maximaal 10 keer het laatste nummer opnieuw te bellen. Opmerking: De tijd tussen twee pogingen kan variëren. Elke toets antw.: als deze optie geselecteerd is, kunt u een gesprek aannemen door op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de toetsen en en de functietoets Weiger. Om een oproep te weigeren, drukt u op de toets of de functietoets Weiger. Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een gesprek alleen aannemen door op de toets of de functietoets Opnemen te drukken. 91 Telefoon opties Sneltoets (Menu 4.9) U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen gebruiken. Als ze in de standby-stand worden ingedrukt, kunt u daarmee direct naar een bepaalde menu-optie gaan. U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen instellen: 1. Selecteer door op de toets of te drukken de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en druk daarna op de functietoets Kies. Toets Toets Toets Toets omhoog ( ) omlaag ( ) rechts ( ) links ( ) 2. Kies door op of te drukken het menu dat u aan de toets wilt toekennen. Opmerking: Als u een toets niet (meer) als sneltoets wilt gebruiken, selecteert u Geen. 3. Druk op de functietoets Kies om uw instelling op te slaan. Reset instellingen (Menu 4.10) U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten in de standaard (fabrieks) instellingen. Dit doet u als volgt: 1. Selecteer de optie Reset instellingen. 2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw telefoon in en druk op de functietoets OK. Opmerking: Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. Wilt u het wachtwoord wijzigen, kijk dan op pagina 88. 92 Organizer Met deze functie kunt u: • De kalender bekijken en afspraken bijhouden • Een lijst opstellen met afspraken of acties die u niet mag vergeten • De huidige datum en tijd instellen • Het alarm instellen, zodat de telefoon op een bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan een afspraak te herinneren) • De telefoon gebruiken om eenvoudige rekenkundige of bewerkingen uit te voeren of een wisselkoers te berekenen. Kalender (Menu 5.1) Met de optie Agenda kunt u: • De kalender bekijken • Bij de desbetreffende data agendaregels maken met informatie over afspraken, vergaderingen, verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af laten gaan De kalender bekijken De kalender verschijnt als u het menu Kalender (Menu 5.1) kiest. Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties. Alles zoeken: alle ingevoerde agendaregels worden getoond, te beginnen met de oudste. U kunt met de toets of door de agendaregels lopen. Alles wissen: om alle agendaregels te verwijderen. Voordat de agendaregels worden gewist, wordt om een bevestiging gevraagd. Ga naar datum: om direct naar een bepaalde datum te gaan. Afsluiten: hiermee verlaat u de agendafunctie en gaat u terug naar de standby-stand. 93 Organizer Organizer Agendaregel ingeven Agendaregel wijzigen Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te maken of te wijzigen: Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is ingegeven, wordt de laatste agendaregel voor die dag getoond. 1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste kalenderdatum. of links op Opmerking: Door op de toetsen de telefoon te drukken, kunt u naar een vorige of volgende maand gaan. 2. Druk op de functietoets Kies. Er verschijnt een leeg scherm waar u uw agendaregel kunt ingeven. 3. Geef uw agendaregel in en druk op de functietoets OK. Opmerking: Zie pagina 42 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen. 4. Druk op de functietoets Ja als u wilt dat het alarm op de betreffende dag afgaat. Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee. 5. Indien u op Ja hebt gedrukt, stelt u de tijd voor het alarm in en drukt u op OK. U kunt ook de melodie voor het alarm selecteren door op de functietoets Melodie te drukken. Bij meer agendaregels voor een bepaalde dag kunt u met de toetsen en door de agendaregels bladeren. U kunt een nieuwe agendaregel voor die dag toevoegen, door op de functietoets Nieuw te drukken. Als u op de functietoets Opties drukt, zijn de volgende extra opties beschikbaar. Wijzigen: hiermee kunt u de tekst van een agendaregel wijzigen. Alarm: instellen van het alarm voor een bepaalde dag. Als al een alarm is ingesteld, kunt u dit wijzigen of verwijderen. Wissen: verwijderen van de agendaregel. Kopiëren naar: agendaregel kopiëren naar een andere datum en/of tijd. Verplaatsen naar: datum en/of tijd van de agendaregel wijzigen. De kleur van de datum wijzigt in groen, wat aangeeft dat voor deze datum een agendaregel is ingevoerd. 94 95 Organizer Actielijst Organizer (Menu 5.2) Hiermee kunt u: • Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u uit moet voeren • Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt toekennen • De bestaande actiepunten op prioriteit en status sorteren Actielijst maken 1. Druk op de functietoets Nieuw. 2. Geef de eerste actie in. Opmerking: U heeft de beschikking over 40 posities. Zie pagina 42 voor meer informatie over het intoetsen van tekst. Actielijst wijzigen Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen wanneer u de menu-optie Actielijst (Menu 5.2) selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond, inclusief informatie over de status van afhandeling en de prioriteit ( = hoog, = normaal en = laag ). De volgende opties zijn beschikbaar: U wilt... Detailinformatie • Selecteer het actiepunt. van een • Druk op de functietoets Kies. actiepunt • Blader zo nodig met de toetsen bekijken en naar de gewenste taak. De status van een actiepunt wijzigen • Selecteer het actiepunt. • Druk op de toets om aan te geven dat het actiepunt op de huidige tijd en datum is afgehandeld. of • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Selecteren. • Kies de gewenste status (Afgehandeld of Niet afgehandeld). Een nieuw actiepunt toevoegen • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Nieuw. • Geef de tekst, prioriteit en deadline van het actiepunt in. Een bestaand actiepunten wijzigen • • • • 3. Druk op de functietoets OK. 4. Kies met behulp van de toets of de prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de functietoets Kies. 5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn uitgevoerd. Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de functietoets Oversl. 6. Druk op de functietoets OK. 96 Doe dan het volgende... Selecteer het actiepunt. Druk op de functietoets Opties. Kies de optie Wijzigen. Wijzig de tekst, prioriteit en eventueel deadline van de actie. 97 Organizer Organizer Tijd en datum U wilt... Doe dan het volgende... Bestaande actiepunten op prioriteit en status sorteren • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Sorteren. • Kies het sorteercriterium (Hoog, Laag, Afgehandeld of Niet afgenhandeld). Een actiepunt kopiëren Een actiepunt naar de agenda kopiëren Een actiepunt wissen • • • • Selecteer het actiepunt. Druk op de functietoets Opties. Kies de optie Kopiëren. Wijzig de tekst, prioriteit en eventueel de deadline van het actiepunt. • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Kopie naar kalender. • Wijzig de tekst, prioriteit en deadline van het actiepunt en stel eventueel het alarm in. • Selecteer het actiepunt. • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Wissen. Alle actiepunten • Druk op de functietoets Opties. wissen • Kies de optie Alles wissen. • Druk op OK om dit te bevestigen. De actielijst verlaten • Druk op de functietoets Opties. • Kies de optie Afsluiten. (Menu 5.3) Met deze optie kunt u de tijd en datum op het display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden bekijken. De volgende opties zijn beschikbaar: Tijd instellen: hier kunt u de huidige tijd instellen. Via de menu-optie Indeling tijd (Menu 5.3.4) kunt u het gewenste formaat instellen. Opmerking: Voordat u de tijd instelt, moet u via de menu-optie Wereldtijd (Menu 5.3.3) de tijdzone instellen. Datum instellen: met deze optie kunt u dag, maand en jaar invoeren. Wereldtijd: met behulp van de toetsen en kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in 21 steden bekijken. In het display verschijnt de volgende informatie: • Naam van de stad • Lokale datum en tijd • Tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en uw stad (mits u de plaatselijke tijd heeft ingesteld, zie hieronder) of GMT (standaard) Het selecteren van uw tijdzone doet u als volgt: 1. Selecteer de stad die correspondeert met uw tijdzone door zo vaak als nodig op de toets of te drukken. (Voor Nederland kiest u Parijs.) U ziet nu de plaatselijke datum en tijd. 2. Druk op de functietoets Stel in. Indeling tijd: hier kunt het tijdformaat wijzigen in 24 uur of 12 uur. 98 99 Organizer Alarm Organizer (Menu 5.4) Hiermee kunt u: • het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan • de telefoon automatisch in laten schakelen als het alarm afgaat. De telefoon hoeft dus niet aan te staan op het moment dat het alarm afgaat. De optie Autom. inschakelen moet in dat geval aan staan. De volgende opties zijn beschikbaar: Eenmalig: het alarm gaat slechts één keer af en wordt daarna uitgeschakeld. Opmerking: Ook als u de toetsen heeft geblokkeerd, kunt u het alarm uitzetten. Als de via menuoptie Auto toetsblokkering (Menu 4.2.3) geselecteerde periode verstreken is, worden de toetsen weer geblokkeerd. Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de volgende opties beschikbaar als u op de functietoets Opties drukt. Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen. Alarmsignaal ingesteld: hiermee kunt u de melodie van het alarm selecteren. Dagelijks: het alarm gaat iedere dag op dezelfde tijd af. Calculator Wekker: het alarm gaat ‘s morgens af om u te wekken. Hiermee kunt u de telefoon als calculator gebruiken. De calculator biedt de basis rekenfuncties: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. (Menu 5.5) Zo stelt u het alarm in: 1. Ga naar het gewenste alarm. Calculator gebruiken 2. Geef de tijd in. 3. Druk op de functietoets OK. 1. Geef met behulp van de cijfertoetsen het eerste cijfer in. 4. Als u bij stap 1 Wekker heeft geselecteerd, stelt u in of de wekker van Maandag t/m vrijdag of van Maandag t/m zaterdag af moet gaan. 2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste rekenkundige symbool verschijnt: + (optellen), – (aftrekken), * (vermenigvuldigen), / (delen). Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen. 3. Geef het tweede cijfer in. Autom. inschakelen: als bij deze optie is gekozen voor Aanzetten, gaat het alarm op de ingestelde tijd af, ook als de telefoon is uitgeschakeld. 4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en met 3. Opmerkingen: • Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg te maken, drukt u op de toets . • Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u op de linker functietoets tot het gewenste symbool verschijnt. Als deze menu-optie op Uitzetten staat en de telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat het alarm niet af. Wanneer het alarm afgaat, kunt u dit uitzetten door op de functietoets Afsluiten of de toets te drukken. 100 5. Druk op de toets berekening. voor het uitvoeren van de 101 Organizer Netwerk diensten Valutabeurs Met deze menukeuze kunt u buitenlandse valuta omrekenen. De hieronder behandelde menufuncties zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider voor de beschikbaarheid en een abonnement op deze diensten. 1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in en druk op de functietoets OK. Doorschakelen (Menu 5.6) U kunt een decimale punt invoegen door op de toets te drukken. 2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk op de functietoets OK. Getoond worden, het ingegeven bedrag in uw eigen valuta en het equivalent in de vreemde valuta. 3. Druk op de functietoets Afsluiten om deze functie af te sluiten. (Menu 6.1) Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende gesprekken doorschakelen naar een ander nummer. Voorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken doorschakelen naar een collega als op vakantie bent. Gesprekken doorschakelen kan op de volgende manieren: Alles doorschakelen: alle gesprekken worden doorgeschakeld. In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld als u in gesprek bent. Geen gehoor: gesprekken worden doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt. Niet bereikbaar: gesprekken worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt. Alles opheffen: alle doorschakelfuncties worden geannuleerd. U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de volgende soorten gesprekken: • Alleen spraak oproepen • Alleen fax oproepen • Alleen data oproepen 102 103 Netwerk diensten Netwerk diensten U kunt de doorschakelopties als volgt instellen: 1. Selecteer de gewenste doorschakeloptie door op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 2. Selecteer het soort oproep dat u door wilt verbinden, door op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. De huidige instelling wordt getoond. Als de optie al is ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar de gesprekken worden doorgeschakeld. (Menu 6.2) Met dezenetwerkdienst kunt u uw oproepen beperken. Gesprekken blokkeren kan op de volgende manieren worden ingesteld. Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande gesprekken voeren. Internationaal: u kunt geen internationale gesprekken voeren. Druk op de… Intern. behalve thuisland: in het buitenland kunt u alleen gesprekken voeren binnen dat land en naar het land van uw eigen provider. Gesprekken doorschakelen aanzetten. Functietoets Activeren. Ga naar stap 4. Alle inkomende: u kunt geen gesprekken ontvangen. Het doorschakelnummer wijzigen Functietoets Wijzig. Ga naar stap 4. Gesprekken doorschakelen annuleren Functietoets Uitzetten. 3. U wilt... 4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken moeten worden doorgeschakeld en druk op OK. Voor het invoeren van een internationale toegangscode drukt u op tot het teken + verschijnt. 5. Als u de optie Geen gehoor heeft geselecteerd, stelt u in hoelang de telefoon moet overgaan voordat de oproep wordt doorgeschakeld en drukt u op de functietoets Kies. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst hiervan via het display. U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. 104 Blokkeren Inkomend buiten bereik: buiten het servicegebied van uw eigen provider kunt u geen gesprekken ontvangen. Alles opheffen: u heft alle blokkeerinstellingen op; u kunt gewoon gesprekken voeren en ontvangen. U kunt de volgende soorten gesprekken blokkeren: • Alleen spraak oproepen • Alleen fax oproepen • Alleen data oproepen U kunt de blokkeeropties als volgt instellen: 1. Selecteer de gewenste blokkering door op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 2. Selecteer welk soort oproepen u wilt blokkeren door op de toets of te drukken tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 105 Netwerk diensten Netwerk diensten Wisselgesprek 3. Druk op de functietoets Aanzetten om uw keuze te bevestigen. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst hiervan via het display. (Menu 6.3) Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek bent. Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen: • Alleen spraak oproepen • Alleen fax oproepen • Alleen data oproepen Het annuleren van een blokkeerinstelling doet u als volgt: 1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet worden. 2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering is ingesteld. 3. Druk op de functietoets Uitzetten. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst hiervan via het display. U kunt ook alle blokkeringen annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. Zo stelt u de wisselgesprekopties in: 1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek wilt instellen door op de toets of te drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd en daarna op de functietoets Kies te drukken. Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek aan of uit staat. 2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten met de functietoetsen Aanzetten en Uitzetten. Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op de functietoets Afsluiten. U kunt ook alle instellingen voor een wisselgesprek annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen. Blokkeerwachtwoord wijzigen: met deze optie kunt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen instellen of veranderen. U moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven. Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen. 106 107 Netwerk diensten Netwerk kiezen Netwerk diensten (Menu 6.4) Nr.weergave (Menu 6.5) Om aan te geven of het netwerk tijdens roaming automatisch of handmatig moet worden gekozen, doet u het volgende. U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer verschijnt op het display van de persoon naar wie u belt. Opmerking: U kunt een ander netwerk alleen kiezen als dit een roamingcontract met uw eigen provider heeft afgesloten. Opmerking: Bij sommige providers kunt u deze instelling niet wijzigen. U kunt deze instelling als volgt wijzigen: Standaard: de telefoon gebruikt de standaardinstelling van uw provider. Nr. verbergen: uw nummer verschijnt niet op een andere telefoon. Nr. weergeven: uw nummer verschijnt wel op een andere telefoon. 1. Als Netwerk kiezen verschijnt, drukt u op de functietoets Kies. 2. Druk op de toets of tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op de functietoets OK. Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden met het eerste beschikbare roamingnetwerk. Als u Zelf zoeken kiest, zoekt uw telefoon naar beschikbare netwerken. Ga naar stap 3. 3. Druk op de toets of tot het gewenste netwerk verschijnt en druk dan op de functietoets OK. U bent dan verbonden met dat netwerk. De volgende opties zijn beschikbaar: Gebr.groepen (Menu 6.6) Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde groep gebruikers. U kunt gebruik maken van maximaal 10 gebruikersgroepen. Neem contact op met uw provider voor meer details over het opzetten, activeren en gebruiken van een gesloten gebruikersgroep. Voorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan werknemers en wil de uitgaande gesprekken beperken tot leden van hetzelfde team. Als u het menu Gebr.groepen selecteert, kunt u de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep vastleggen. Nadat u op de functietoets Kies hebt gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen. Groepen: hier kunt u de indexnummers voor een gebruikersgroep noteren, toevoegen of verwijderen. 108 109 Netwerk diensten Funbox De huidige lijst van indexen verschijnt. Voeg een nieuwe index toe (op advies van uw provider) of verwijder een geselecteerde groep. Spelletjes U wilt... Druk op de… Door de bestaande indexen bladeren Toets Index toevoegen Functietoets Opties, kies de optie Toevoegen en geef de index in. of Het menu Funbox biedt diverse spelletjes. . (Menu 7.1) U kunt met uw telefoon twee spelletjes spelen. Kies met de toetsen en het gewenste spel en druk op de functietoets Kies. Meer bijzonderheden over het spel vindt u in de on-line help-informatie. Bij ieder spel zijn de volgende opties beschikbaar. New Game: hiermee start u een nieuw spel. Index verwijderen Functietoets Opties en kies de optie Wissen. High Score: hiermee kunt u de topscorelijst bekijken. Index activeren Functietoets Opties en kies de optie Aanzetten. Key Info: geeft informatie over de functies van de toetsen in het spel. Buiten groep OK: hiermee kunt u gesprekken met nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw abonnement. Neem contact op met uw provider. Standaard groep: u kunt bij een provider een standaard groep instellen. Hierna kunt u de optie Standaard groep activeren. Als u gaat bellen, kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in plaats van deze uit de lijst te kiezen. Uitzetten: beëindigt deze functie. Dit menu verschijnt alleen als er een standaard groep is ingeschakeld of als er een index is geselecteerd. 110 Continue: hiermee kunt u een eerder opgeslagen spel voortzetten. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u een spel eerder heeft opgeslagen. Om… Drukt u op de… Het spel te pauzeren of voort te zetten Toets Het spel te verlaten Toets . . Als u bij het einde van het spel een score heeft behaald die tot de Top 5 behoort, kunt u een naam van maximaal 10 posities ingeven. 111 Funbox Funbox WAP browser (Menu 7.2) Uw telefoon is voorzien van een WAP (Wireless Application Protocol) browser, waarmee u gebruik kunt maken van het draadloze web. Starpagina (Menu 7.2.1) U wilt... Doe dan het volgende... Terug naar de startpagina Selecteer Startpagina; op pagina 114 vindt u meer informatie over deze optie. De tekstinvoerstand Druk zo vaak als nodig op de wijzigen toets . Een spatie invoegen Druk op de toets Via deze optie kunt u uw telefoon verbinden met het netwerk en de startpagina van uw WAP provider laden. De inhoud van de WAP browser startpagina is afhankelijk van uw Wireless Web service provider. U kunt met de toetsen en door de pagina lopen. Opmerking: Om vanuit een andere pagina terug te keren naar deze startpagina, kiest u de optie Startpagina. Meer informatie over de menu's van de WAP browser vindt u op pagina 112. . ➀ Zet de cursor rechts van de te corrigeren tekst. ➁ Druk zo vaak als nodig op de toets . ➂ Toets de juiste tekens in. Opmerking: Meer informatie over de tekstinvoerstanden vindt u op pagina 42. WAP browser sluiten U kunt de browser op ieder gewenst moment afsluiten door op de toets te drukken. Navigatie U wilt... Tekst wijzigen Doe dan het volgende... Door de opties Druk op de toets of tot bladeren en browser het symbool de gewenste opties kiezen optie aangeeft of de optie gemarkeerd wordt weergegeven. Druk vervolgens op de functietoets OK. Een optie met een bepaald nummer kiezen Druk op de betreffende cijfertoets. Teruggaan naar de vorige pagina Druk op de functietoets Terug of op de toets . Menuopties browser selecteren en gebruiken U kunt uit verschillende menu-opties kiezen wanneer u met de WAP browser over het Wireless Web surft. Voor het openen van een menu-optie doet u het volgende: 1. Houd de toets ingedrukt. Vervolgens wordt een menu getoond. 2. Markeer de gewenste menu-optie met de toetsen of . 3. Bevestig uw keuze door op de functietoets ✓ te drukken. 112 113 Funbox 4. Kies zo nodig met de toetsen of een vervolgoptie en druk ter bevestiging op de functietoets ✓. Opmerking: De inhoud van de menu's hangt af van uw versie van de WAP browser. De volgende menuopties zijn beschikbaar. Terug: hierbij wordt de vorige pagina die u tijdens deze sessie hebt opgeroepen opnieuw geladen. Homepagina: keert terug naar uw startpagina, bijvoorbeeld de homepage van uw Wireless Web provider. Afsluiten: via deze menukeuze kunt u de WAP Browser verlaten. Toevoegen aan Favorieten: de meeste pagina’s kunt u aan uw favorieten toevoegen. Daardoor kunt u deze vanaf iedere internetpagina direct openen. Favorieten: met deze menukeuze kunt u een pagina die u aan uw favorieten hebt toegevoegd direct openen. Postvak IN: als u deze optie kiest, worden alle meldingen getoond die u van het web hebt ontvangen. Afbeelding opslaan: hiermee kunt u de afbeelding van de huidige pagina opslaan. U kunt deze afbeelding vervolgens bekijken via de optie Afbeeldingen (Menu 7.3.3). Vernieuwen: haalt de geopende pagina opnieuw op. Instellingen: deze menukeuze biedt de volgende mogelijkheden. Homepagina: met deze functie kunt u uw Homepagina zelf instellen. 114 Funbox Proxy: hiermee kunt u de proxy server wijzigen zonder de huidige WAP sessie te beëindigen. Circuitvraag: hier kunt u aangeven of u steeds wanneer er een WAP sessie wordt geopend geïnformeerd wilt worden. Als u hiervan een melding wilt krijgen, selecteert u AAN; in het andere geval selecteert u UIT. Circuitwachttijd: hier kunt u instellen hoe lang de telefoon moet proberen verbinding te maken wanneer er geen reactie komt van het netwerk. Schuifmodus: hier kunt u instellen op welke wijze de tekst over het scherm schuift. U kunt kiezen tussen Blok (bloksgewijs) en Vloeiend. Schuifsnelheid: hier kunt u de snelheid aangeven waarmee de telefoon naar de volgende pagina gaat. U kunt kiezen uit Snel, Normaal en Langzaam. Time-out toetsaanslag: deze instelling bepaalt na hoeveel tijd de cursor een positie naar rechts verschuift nadat in de tekstinvoerstand een toets is ingedrukt. U kunt kiezen voor Snel, Normaal of Langzaam. Beveiliging: toont alle informatie die met beveiliging te maken heeft, zoals Verbindingsbericht, Beveiligingsvraag, Huidig certificaat, CA-certificaten en Encryptie. Geavanceerd: toont het huidige URL adres en start de browser opnieuw, zonder deze af te sluiten. Informatie...: deze menukeuze geeft informatie over de versie van de: • WAP Browser software • Beveiligingsmodule (WAP Identity Module - WIM) 115 Funbox Funbox Favorieten (Menu 7.2.2) Profielen (Menu 7.2.4) Met deze optie kunt u de URL adressen van uw favoriete websites opslaan. U kunt dit menu rechtstreeks openen door in de WAP browser de toets ingedrukt te houden. Met deze optie kunt u maximaal vijf proxy servers voor de WAP browser instellen. Neem voor meer informatie over het invullen van de diverse velden contact op met uw provider. Het opslaan van het adres van een website doet u als volgt: Voor iedere server kunt u de volgende variabelen ingeven. 1. Selecteer een lege locatie en druk op de functietoets Opties. 2. Geef het adres van de website in en druk op de functietoets Geef in. 3. Geef een naam voor uw favoriet in en druk op de functietoets OK. Nadat u uw favoriet hebt opgeslagen, kunt u door op de functietoets Opties te drukken de volgende opties kiezen. Instelling Beschrijving Profielnaam De naam die u aan uw proxy server wilt geven. Adres startpagina Het adres van de startpagina die u voor deze proxy-server wilt instellen. Wanneer hier al een startpagina is ingevuld, kunt u deze desgewenst met de toets verwijderen en een ander adres intoetsen. Beveiliging Datatransmissie modus. Als u Veilig selecteert, worden uw gegevens beschermd tegen toegang door onbevoegden, dit in tegenstelling tot Niet veilig. IP-adres IP adres van de proxy-server. Dit is nodig voor verbinding met internet. Drager De drager heeft betrekking op het type netwerk. U kunt GPRS of Data kiezen. Ga naar adres: om snel naar de betreffende site te gaan. Wijzigen: om het geselecteerde adres te wijzigen. Wissen: voor het verwijderen van het geselecteerde adres. http:// (Menu 7.2.3) Hier kunt u het URL adres intoetsen van een WAP site die u wilt bezoeken. U komt direct in dit menu door tijdens gebruik van de WAP browser de toets ingedrukt te houden. Meer informatie over de tekstinvoerstanden vindt u op pagina 42. De overige opties hangen af van de bij Drager gekozen instelling: Als bij Drager is gekozen voor Data Instelling Beschrijving Log-in naam Gebruikersnaam bij PPP server provider. Wachtwoord Wachtwoord PPP server. 116 117 Funbox Funbox Instelling Beschrijving Downloads Inbelnummer Telefoonnummer PPP server. Type dataoproep Analoog of ISDN. Met uw WAP browser kunt u vanuit diverse bronnen MIDlets (Java toepassingen voor mobiele telefoons) downloaden en in uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt u via het scherm Spelletjes en meer de lijst met opgeslagen MIDlets bekijken. Als bij Drager is gekozen voor GPRS (Menu 7.3) Instelling Beschrijving Opmerking: De beschikbaarheid van Java diensten is afhankelijk van de provider. Gebruikersnaam Gebruikersnaam waarmee u toegang krijgt tot het GPRS netwerk. Spelletjes en meer Wachtwoord Wachtwoord waarmee u toegang krijgt tot het GPRS netwerk. APN Inbelnummer van het toegangspunt dat voor het adres van de GPRS netwerk gateway wordt gebruikt. Opmerking: De instellingen van de proxy-servers verschillen per internet provider. Vraag uw provider naar de details. Wis pagina’s (Menu 7.2.5) U kunt het cache-geheugen (het geheugen van de telefoon waar de laatste webpagina’s tijdelijk worden opgeslagen) leegmaken. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. Wilt u de informatie niet wissen, druk dan op de functietoets Nee. (Menu 7.3.1) Met deze menu-optie kunt u een MIDlet starten en toegang krijgen tot diverse menu-opties. Een MIDlet starten Het starten van een MIDlet gaat als volgt: 1. In het scherm Downloads selecteert u de optie Spelletjes en meer. 2. Blader naar de gewenste MIDlet en druk op de functietoets Starten. Menu’s gebruiken Door in het hoofdscherm op de functietoets Menu te drukken, krijgt u toegang tot de volgende opties: Info*: toont informatie over de geselecteerde MIDlet, zoals bestandsgrootte, versie, leverancier en locatie van het jad bestand (het beschrijvingsbestand van de MIDlet). Verwijderen*: verwijdert de geselecteerde MIDlet. Als de melding verschijnt waarin u om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de functietoets Wissen. Wilt u het bestand niet verwijderen, druk dan op de functietoets Annuleren. * Wordt alleen getoond wanneer een MIDlet is gedownload. 118 119 Funbox Problemen oplossen Tekst intoetsen Wanneer u tekst in moet geven, wordt de huidige tekstinvoerstand in het display getoond. Meer informatie over de tekstinvoerstanden vindt u op pagina 42. Geluiden (Menu 7.3.2) In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van de server gedownload heeft bekijken. Het geluid dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon selecteren, maar u kunt het niet naar andere telefoons sturen. Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt. Voer de volgende controles uit alvorens contact op te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u de kosten en de tijd van een onnodig gesprek voorkomen. Bij het aanzetten van de telefoon kunnen de volgende boodschappen verschijnen Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart) • Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. Tst. geblokkeerd Geef wachtwoord • Het toestel is geblokkeerd. U moet het wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. Geef PIN Afbeeldingen (Menu 7.3.3) In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u van de server gedownload heeft bekijken. De afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als achtergrond instellen, maar niet naar andere telefoons sturen. Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt. • U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt ontvangen. • De functie PIN-controle is ingeschakeld. Iedere keer dat de telefoon wordt aangezet, moet de PIN worden ingegeven. U kunt deze optie uitschakelen via de menukeuze PIN-controle (Menu 4.6.1). Geef PUK DNS instelling (Menu 7.3.4) Het DNS (domeinnaam server)-adres van de Java server is in de fabriek al ingesteld. Zo nodig moet dit worden aangepast. Via dit menu kunt u het vereiste DNS adres ingeven. 120 • Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw provider hebt gekregen. 121 Problemen oplossen Problemen oplossen “Geen netwerk”, “Netwerkfout” of “Niet uitgevoerd” verschijnt in het display • De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt zich in een omgeving met zwakke ontvangst (in een tunnel of tussen gebouwen). Probeer het opnieuw op een andere locatie. • U probeert een optie te kiezen waarop u geen abonnement hebt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. U hebt een nummer ingetoetst, maar het werd niet gebeld • Hebt u op de toets gedrukt? • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien heeft u uitgaande gesprekken geblokkeerd. Iemand probeert tevergeefs u te bellen De telefoon geeft waarschuwingssignalen en “**Batterij is** bijna leeg” knippert op het display • De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de batterij op. Slechte geluidskwaliteit • Controleer in het display de signaalsterkte ( ); het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte sterk ( ) of zwak ( ) is. Houd de telefoon in een andere stand. • Bevindt u zich in een gebouw, ga dan wat dichter bij een raam staan. Een nummer uit de telefoonlijst wordt niet gebeld • Controleer met de zoekfunctie of het telefoonnummer goed is opgeslagen. • Sla het nummer eventueel opnieuw op. • Staat uw telefoon aan ( langer dan een seconde ingedrukt gehouden)? • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien heeft u binnenkomende gesprekken geblokkeerd. Uw gesprekspartner hoort u niet • Hebt u de microfoon uitgeschakeld? Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen uw probleem niet oplossen, zorg dan voor: • Het type en serienummer van uw telefoon • Uw garantie-informatie • Een goede beschrijving van het probleem En neem contact op met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. • Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De microfoon bevindt zich in het midden aan de onderkant van de telefoon. 122 123 Toegangscodes Toegangscodes Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan. Als uw telefoon om een van de hieronder aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het display verschijnen alleen sterretjes) en druk daarna op de functietoets OK. Als u een tikfout maakt, drukt u een of meerdere keren op tot het onjuiste teken is gewist en geef dan de rest van de goede code in. U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2) wijzigen met de opties van het menu Beveiliging (Menu 4.6). Zie pagina 86 voor meer bijzonderheden. Belangrijk! Gebruik geen toegangscodes die op alarmnummers lijken, zoals 112, zodat u niet onbedoeld een alarmnummer draait. Wachtwoord telefoon De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik. In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op 00000000. U wilt... Zie... De blokkering activeren/ opheffen Pagina 87 (Menu 4.6.3). Uw wachtwoord wijzigen Pagina 88 (Menu 4.6.4). PIN Het Persoonlijke Identificatie Nummer of PIN code van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN bij uw SIM-kaart geleverd. Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de PUK-code hebt ingevoerd (zie hieronder). U wilt... Zie... PIN-controle activeren/ opheffen Pagina 87 (Menu 4.6.1). De PIN wijzigen Pagina 87 (Menu 4.6.2). PUK De PUK (PIN Unblocking Key) van 8 cijfers is nodig om de telefoon weer bruikbaar te maken nadat de PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart geen PUK-code hebt ontvangen of als u die code kwijt bent, neem dan contact op met uw service provider. U kunt uw PIN als volgt ontgrendelen: 1. Geef de juiste PUK-code in en druk op OK. 2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op OK. 3. Als de melding Herhaal nwe PIN verschijnt, geef dan dezelfde code nogmaals in en druk op OK. Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem dan contact op met uw provider voor een nieuwe SIM-kaart. 124 125 Toegangscodes PIN2 De PIN2 (4 tot 8 cijfers) die bij sommige SIMkaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde speciale functies, zoals het instellen van de maximale kosten per gesprek. Deze functies werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt. Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de PUK2-code hebt ingevoerd. Toegangscodes Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken Voor de functie waarmee u gesprekken kunt blokkeren is een wachtwoord van 4 cijfers nodig. U krijgt dit wachtwoord van uw provider als u een abonnement op deze functie neemt. U kan het wachtwoord in het Blokkeren menu optie (Menu 6.2) wijzigen. Zie pagina 105 voor meer bijzonderheden. Zie Pagina 89 als u PIN2 wilt wijzigen (Menu 4.6.7). PUK2 De PUK2-code (PIN Unblocking Key 2) van 8 cijfers, geleverd bij bepaalde SIM-kaarten, is nodig om speciale functies weer te kunnen gebruiken door een geblokkeerde PIN2 te wijzigen. Neem contact op met uw provider als u de PUK2-code kwijt bent. Zo kunt u PIN2 weer activeren: 1. Voer de PUK2-code in en druk op OK. 2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op OK. 3. Als de melding Herhaal nwe PIN2 verschijnt, geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op de functietoets OK. Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke speciale functies niet meer gebruiken. Neem dan contact op met uw provider voor een nieuwe SIM-kaart. 126 127 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Blootstelling aan radiogolven (SAR informatie) Radiofrequenties Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven. Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie, zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet overschreden worden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties aan de hand van periodieke onderzoeken en evaluatie van wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de gezondheid, gewaarborgd is. De SAR tests worden uitgevoerd in standaard situaties waarbij de telefoon met het hoogste toegestane vermogen wordt gebruikt op alle geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is vastgesteld op basis van het hoogste toegestane vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de telefoon rekening is gehouden met meerdere vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt. In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een basisstation van het netwerk bent, hoe lager het vermogen. Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en andere personen. Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend staat onder de naam SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is vastgesteld op 2,0 W/kg.* * De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg) per tien gram lichaamsweefsel. Bij deze limiet is rekening gehouden met een ruime veiligheidsmarge, die de bescherming van iedere persoon waarborgt en rekening houdt met meetvariaties. De SAR waarden zijn afhankelijk van landelijke eisen en de bandbreedte van het netwerk. 128 129 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Voorzorgen bij het gebruik van batterijen Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij. • Gebruik nooit batterijen of batterijladers die beschadigd zijn. • Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze bedoeld zijn. • Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen van het netwerk. • De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden ontladen en opgeladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. • Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt zichzelf na verloop van tijd. • Gebruik alleen batterijen en opladers die Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de batterijlader niet, haal dan de stekker uit het stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een week in de oplader zitten. Dit verkort de levensduur van de batterij. • Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C. • Maak geen kortsluiting tussen de contacten van de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip van een pen of een sleutel) direct contact maakt tussen de + en - polen van de batterij (metalen strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas bewaart. Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigen of vernielen. • Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in het vuur. • Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op te warmen voor u met opladen begint. 130 131 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Verkeersveiligheid Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna overal en altijd mondeling te communiceren. Deze mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat echter gepaard met een belangrijke verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die iedere gebruiker serieus moet nemen. Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw belangrijkste taak die uw volledige aandacht vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden. Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon wilt gebruiken, moet u rekening houden met het volgende: 1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door gebruik te maken van deze functies kunt u met zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren. 2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk maken, en daarmee het gemak en de veiligheid aanzienlijk vergroten. 3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt pakken, zodat uw blik op de weg gericht blijft. Laat eventueel uw voice mail de oproep beantwoorden. 4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het erg druk is op de weg of wanneer het weer erg slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer gevaarlijke situaties leiden. 6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u stilstaat of voordat u zich in het verkeer begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw blik weer op de weg en het verkeer, draai dan de volgende twee cijfers, enzovoort. 7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die stress of emoties met zich meebrengen. Maak de persoon met wie u aan het telefoneren bent duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek uit tot een later tijdstip. 8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij brand, een verkeersongeval, enzovoort. Meestal kunt u deze nummers gratis bellen. 9. Gebruik uw telefoon om anderen in noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk gebeuren, een overval of een andere situatie waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het alarmnummer (112 of een ander officieel alarmnummer). 10. Bel indien nodig de wegenwacht of een andere hulpdienst. Als u een auto met pech ziet, een kapot verkeerslicht, een verkeersongeluk waar geen gewonden bij betrokken zijn of een auto waarvan u weet dat die gestolen is, belt u de wegenwacht, een andere hulpdienst of de politie. 5. Maak geen aantekeningen en zoek geen telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle aandacht bij het rijden en het verkeer kunt houden. 132 133 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Gebruiksomgeving Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen incompatibele producten op elkaar aan. Net als voor andere mobiele apparatuur die radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Elektronische apparatuur De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen. Het kan echter voorkomen dat bepaalde elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in dat geval contact op met de fabrikant voor een alternatieve oplossing. Pacemakers Om interferentie met de pacemaker te voorkomen, adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door en aanbevelingen van het Wireless Technology Research. 134 Gebruikers met een pacemaker: • Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal 15 cm van hun pacemaker vandaan houden • Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen • Moeten om het risico van interferentie te beperken de telefoon bij het oor houden dat het verst van de pacemaker vandaan zit Heeft u het idee dat er toch sprake is van interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit. Gehoorapparaten Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake van interferentie met bepaalde gehoorapparaten. Neem in dat geval contact op met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een eventueel andere oplossing. Andere medische apparatuur Gebruikt u een ander medisch apparaat of hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn. Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). 135 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Voertuigen Telefoneren in geval van nood Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. Neem hierover eventueel contact op met de fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto ingebouwde apparaat. Verbod op mobiel telefoneren Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan hebben staan. Omgeving waar kans op explosies is Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een omgeving bent waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo’n omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk letsel en zelfs de dood als gevolg. Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in brandstofdepots (opslag en distributie), chemische fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de voorschriften en verboden voor het gebruik van radioapparatuur. Omgevingen en situaties waar kans bestaat op ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven. Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen, plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en ieder ander gebied waar u normaalgesproken de motor van uw auto uit zou moeten zetten. 136 Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en voorgeprogrammeerde functies die geen garantie voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit alleen op uw mobiele telefoon. Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met voldoende signaalsterkte van een netwerk voor mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw provider. Een alarmnummer bellen doet u als volgt: 1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan. 2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op de toets . Als u bepaalde functies aan heeft staan (wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.) moet u deze functies misschien eerst uitzetten voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact op met uw provider. Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat moment misschien het enige beschikbare communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas nadat u daartoe opdracht hebt gekregen. 137 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Overige belangrijke veiligheidsinformatie Verzorging en Onderhoud • Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon vervalt. • Controleer ingebouwde telefoonapparatuur regelmatig op correcte montage en werking. • Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen, gassen en ander brandbaar of explosief materiaal niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of accessoires. • Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen. Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen of apparatuur in de directe omgeving van de airbag. • Zet uw mobiele telefoon aan boord van een vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk voor de besturingselektronica van het vliegtuig. Bovendien kan het het mobiele netwerk verstoren. • Bij het overtreden van deze voorschriften kan u het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd. Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt gebruiken. • Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Regen, vocht en mineraalhoudende vloeistoffen tasten de elektronica aan. • Raak de telefoon tijdens het opladen niet met natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een elektrische schok oplopen en de telefoon kan erdoor beschadigd raken. • Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen daardoor beschadigen. • Bewaar uw telefoon niet op een plaats met extreem hoge temperaturen. Dit verkort de levensduur van de elektronica, beschadigt de batterijen en doet het plastic kromtrekken of smelten. • Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij verplaatsing naar een warmere plaats kan er condens ontstaan die de elektronica aantast. • Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan, kunnen de onderdelen in de telefoon beschadigen. • Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een in een mild sopje gedrenkte doek. 138 139 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Verklarende woordenlijst • Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de beweegbare delen van het toestel verstopt raken, wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer goed werkt. Verklaring van diverse technische termen en afkortingen die in deze handleiding worden gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon. • Leg de telefoon niet op een apparaat dat warmte opwekt, zoals een magnetron, kachel of radiator van de verwarming. Als gevolg van oververhitting kan de telefoon exploderen. Blokkeren van oproepen • Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen uitzendt. Doorschakelen van oproepen • Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service center. Daar zorgt men voor technische ondersteuning en indien nodig voor deskundige reparatie. Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot bepaalde telefoonnummers. Inkomende oproepen worden naar een ander nummer doorgeschakeld. Dual Band Mogelijkheid om zowel via DCS (1800 MHz) als GSM (900 MHz)-netwerken te functioneren. De telefoon gebruikt automatisch het netwerk met het sterkste signaal en schakelt tijdens een gesprek zo nodig automatisch over naar een ander netwerk van dezelfde provider. Functietoetsen Toetsen en op de telefoon, waarvan het doel: • Afhankelijk is van de functie die op dat moment wordt gebruikt • Op de onderste regel van het display, boven de betreffende toets is aangegeven Gesprek in de wacht zetten U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u een tweede telefoongesprek met iemand anders voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de twee gesprekken heen en weer schakelen. 140 141 Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst GPRS (General Packet Radio Service) PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) Nieuwe service waarbij via het mobiele telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en ontvangen kan worden. GPRS garandeert gebruikers van mobiele telefoons en computers een continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd op GSM (Global System for Mobile Communication) verbindingen en SMS (Short Message Service). Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt tegelijk met de SIMkaart door de provider verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen. GSM (Global System for Mobile Communication) Deze internationale standaard voor mobiele telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele netwerk operators. Naast grote delen van Europa is GSM ook in veel andere landen de standaard. Java Toepassingen die programmeertaal genereren en die ongewijzigd op alle mogelijke hardwareplatforms, zowel kleine als grote, gebruikt kunnen worden. Java is sterk gericht op toepassing binnen internet, zowel voor algemeen toegankelijke websites als intranet-toepassingen. Wanneer een Java-programma vanaf een webpagina draait, wordt dit een Java applet genoemd. Wanneer het op een mobiele telefoon draait, heet het een MIDlet. Multiparty (telefonisch vergaderen) Mogelijkheid om met maximaal vijf andere personen telefonisch te vergaderen. Nummerweergave PUK (PIN Unblocking Key) Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te deblokkeren nadat drie keer na elkaar een onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de SIM-kaart door de provider verstrekt. Roaming Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw provider (met name in het buitenland). SDN (Servicenummers) Telefoonnummers die u van uw provider heeft ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale diensten als voice mail, ondersteuning en alarmcentrales. SIM (Subscriber Identification Module) Een kaartje met een chip die alle informatie bevat die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerken geheugeninformatie en persoonlijke gegevens van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine opening aan de achterkant van de telefoon en wordt beschermd door de batterij die erop wordt geplaatst. U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken. 142 143 Verklarende woordenlijst SMS (Short Message Service) Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen, bewerken en verzenden. Voice Mail Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een boodschap worden opgenomen. Wachtwoord telefoon Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten alleen worden gebruikt als eerst het juiste wachtwoord wordt ingevoerd. Wisselgesprek Mogelijkheid om gebruikers tijdens een telefoongesprek te informeren dat er (nog) een oproep is. 144 Index A B Accessoires • 9 Achtergrond • 84 Actielijst (5.2) • 96 Actiepunten ingeven • 96 wijzigen • 97 wissen • 95, 98 Adapter • 18 Afbeeldingen achtergrond • 84 berichten • 66, 70 downloaden • 120 Agendaregels kopiëren • 95 schrijven • 94 toevoegen • 94 verwijderen • 93, 95 wijzigen • 95 Alarm (5.4) • 100 Andere tonen (3.7) • 82 Auto toetsblokkering (4.2.3) • 85 Automatisch herhalen oproepen • 91 Autopower, alarm • 100 Berichten • 62 geheugenstatus (1.8) • 71 infobericht (1.10) • 72 nieuw bericht (1.3) • 65 objecten • 70 ontvangen (1.1) • 62 postvak IN (1.1) • 62 postvak UIT (1.2) • 63 profielen (1.5) • 68 standaardberichten (1.4) • 67 toon (3.5) • 80 Voice Mail (1.9) • 71 welkomtekst (4.3) • 85 wissen (1.6) • 69 Berichttoon (3.5) • 80 Beveiliging (4.6) • 86 Blokkeren (6.2) • 105 toetsen • 21, 85 wachtwoord • 106, 127 Browser WAP (7.2) • 112 B Batterij indicatie batterij bijna leeg • 19 opladen • 18 Beantwoorden tweede oproep (wisselgesprek) • 52 van een oproep • 25 Begroeting (4.3) • 85 Belgroep • 35, 36, 37 Beltoon (3.1) • 78 belsignaal, type (3.3) • 79 belvolume (3.2) • 78 Bericht schrijven tekst (1.3) • 65 (vervolg) C Calculator (5.5) • 101 Corrigeren van nummers • 22 CUG, zie Gebruikersgroepen • 109 D Datum instellen (5.3.2) • 99 Deblokkeren van toetsen • 21, 85 Display • 13 helderheid • 90 instellingen (4.7) • 90 symbolen • 14 taal (4.5) • 86 Doorschakelen (6.1) • 103 Downloads (7.3) • 119 145 Index Index E I M O Eigen nummer (4.4) • 86 Elektronische apparatuur • 134 Elke toets antw. • 91 Extra instellingen (4.8) • 91 In-/ uitschakelen microfoon • 49 stille modus • 28 telefoon • 20 toon • 81 Indicatie batterij bijna leeg • 19 Infobericht (1.10) • 72 Infrarood aan (4.1) • 83 Infraroodpoort • 83 Inkomend (2.2) • 74 Instellingen alarm (5.4) • 100 beveiliging (4.6) • 86 datum (5.3.2) • 99 display (4.7) • 90 extra (4.8) • 91 geluid (3) • 78 kleurenschema • 90 resetten (4.10) • 92 taal (4.5) • 86 telefoon (4) • 83 tijd (5.3.1) • 99 Invoerstand intoetsen van tekst • 42 selecteren • 42 wijzigen • 43 Medische apparatuur • 135 Melodieën • 66, 70, 78 Menu naar menufunctie bladeren • 55 naar menufunctie via de sneltoets • 56 overzicht • 56 Menustijl (4.2.2) • 84 Microfoon uitschakelen • 49 Mijn objecten (1.7) • 70 Minutenteller • 82 Multi-party gesprek deelnemer verwijderen • 54 privégesprek • 53 starten • 52 Objecten bij bericht • 66, 70 Omgeving waar kans op explosies is • 136 Onderhoud • 139 Oplossen van problemen • 121 Oproepen beantwoorden van een oproep • 25 beantwoorden tweede oproep (wisselgesprek) • 52 beëindigen • 23 blokkeren (6.2) • 105 doorschakelen (6.1) • 103 gemist (2.1) • 26, 74 gesprektellers (2.5) • 76 herhalen • 23 automatisch • 91 in de wacht zetten • 48 inkomend (2.2) • 74 internationaal • 22 kostentellers (2.6) • 76 multiparty • 52 noodoproep • 137 oproepenlijst (2) • 74 opzetten • 22 uitgaand (2.3) • 75 weigeren • 25 wisselgesprek (6.3) • 107 Opties selecteren • 29 Opzoeken nummer via telefoonlijst • 35 Organizer (5) • 93 F FDN-modus (4.6.6) • 89 Filmpjes • 66, 70 Fouttoon • 82 Funbox (9) • 111 Functies en opties selecteren • 29 Functietoetsen • 29 G Gebr.groepen (4.6) • 109 Gedownloade afbeeldingen • 120 beltonen • 120 Geheugenstatus info-berichten (1.8) • 71 telefoonlijst • 41 Gehoorapparaten • 135 Geluid beltoon (3.1) • 78 berichten • 66 opties (3) • 78 Geluiden, downloaden • 120 Gemiste oproepen (2.1) • 26, 74 Gesprek in de wacht zetten • 48 Gespreksduur • 76, 82 Gezondheidsinformatie • 128 Groep belgroep • 35, 36, 37 gebruikers • 109 K Kaart SIM-kaart installeren • 16 Kalender (5.1) • 93 Kopiëren actiepunten • 98 agendaregels • 98 nummer in telefoonlijst • 34 Kostentellers (2.6) • 76 H L Helderheid (4.7.1) • 90 Herhalen automatisch • 91 laatste nummer • 23 Laatste nummer herhalen • 23 Lampje standby • 15, 90 Logo provider (4.7.4) • 91 Luidsprekervolume • 24 146 N Namen intoetsen • 42 vastleggen • 31 zoeken/kiezen • 35 Netwerk diensten (6) • 103 kiezen (6.4) • 108 Nieuw bericht (1.3) • 65 Noodoproepen • 137 Nr. herhalen • 91 Nummers corrigeren • 22 eigen nummer • 86 herhalen • 23 invoegen in telefoonlijst • 34 stand • 47 telefoonlijst kopiëren • 34 telefoonnr Voice Mail • 71 vaste nummers • 89 vastleggen • 31 wissen • 34 zoeken/kiezen • 35 Nummers telefoonlijst wijzigen • 34 Nummerweergave (6.5) • 109 P Pacemakers • 134 PIN code • 125 controle • 87 wijzigen • 87 PIN2 code • 126 wijzigen • 89 Postvaak UIT (1.2) • 63 Postvak IN (1.1) • 62 147 Index P (vervolg) Problemen oplossen • 121 Profielen (1.5) • 68 PUK • 125 PUK2 • 126 R Radiofrequenties • 128 Reset instellingen (4.10) • 92 Roaming • 108 S SIM-kaart blokkeren (4.6.5) • 88 installeren • 16 SMS-bericht instellingen • 68 symbool • 62 tekstberichten • 52, 62 Snelkiezen • 38 Sneltoets (4.9) • 92 Speciale tekens intoetsen • 47 Spelletjes (7.1) • 111 Standaardberichten (1.4) • 67 Standby-lampje • 15, 90 Stille modus • 28 Symbolen, beschrijving • 14 T T9 stand • 44 Taal (4.5) • 86 Tekstinvoerstand tekst intoetsen • 42 wijzigen • 43 Telefonisch vergaderen • 52 Telefoonlijst • 31 belgroepen • 35, 36, 37 gehengenstatus • 41 invoegen • 34 kopiëren • 34 namen/nummers vastleggen • 31 opties • 34 snelkiezen • 38 wijzigen • 34 wissen • 34 zoeken/kiezen • 35 148 Index T (vervolg) Telefoonnr Voice Mail • 71 Tijd Indeling (5.3.4) • 99 instellen (5.3.1) • 99 oproep (2.5) • 76 wereldtijd (5.3.3) • 99 Toegangscodes • 124 Toestel • 87 blokkeren (4.6.3) • 87 instellingen (4) • 83 wachtwoord • 124 Toets beschrijving • 11 plaats • 10 Toetsen automatisch blokkeren (4.2.3) • 85 blokkeren • 21, 85 Toetstonen selecteren (3.4) • 79 uitschakelen • 50 versturen • 50 verzenden • 50 volume aanpassen • 24 Toetstoon (3.4) • 79 Tonen andere (3.7) • 82 Toon beltoon (3.1) • 78 bij bericht (3.5) • 80 bij fouten • 82 bij verbinding • 82 in-/ uitschakelen (3.6) • 81 minutenteller • 82 toetsen (3.4) • 79 Trillen • 28, 79 Type belsignaal (3.3) • 79 U Uitgaand (2.3) • 75 Uitgaande berichten tekst (1.2) • 63 Uitpakken • 9 Uitschakelen DTMF (toetstonen) • 50 microfoon • 49 V W Valutabeurs (5.6) • 102 Veiligheid • 7 batterijen • 130 gebruiksomgeving • 134 informatie • 138 omgeving waar kans op explosies is • 136 op de weg • 132 Verbinden met Voice Mail • 71 Verbindingstoon • 82 Verkeersveiligheid • 132 Verlichting • 15, 90 achtergrond • 90 Versturen toetstonen • 50 Verzenden berichten • 65 van DTMF (toetstonen) • 50 Verzorging • 139 Voice Mail (1.9) • 71 Volume aanpassen • 24 belvolume selecteren • 78 Voorkeurinstellingen (4.2) • 84 Voorzorgsmaatregelen batterijen • 130 Wijzigen (vervolg) blokkeerwachtwoord • 106 gemiste oproepen • 27, 74 nummer in telefoonlijst • 34 PIN (4.6.2) • 87 PIN2 (4.6.7) • 89 tekstinvoerstand • 43 wachtwoord (4.6.4) • 88 Wisselgesprek • 107 Wissen actiepunt • 98 berichten • 63, 64 gemiste oproepen • 26, 75 nummer in telefoonlijst • 34 (vervolg) Z Zoeken in telefoonlijst • 35 W Wachtwoord blokkeren gesprekken • 127 wijzigen • 106 telefoon • 124 wijzigen • 88 WAP browser (7.2) • 112 Wekker • 100 Wereldtijd (5.3.3) • 99 Wijzigen actielijst • 97 agendaregels • 95 aktiepunten • 97 belgroep • 37 berichten • 62 149 151 ➄ Druk op de functietoets Kies. ➃ Blader met de toetsen en door de lijst met opties tot de gewenste optie is geselecteerd. ➂ Druk op de functietoets Kies. ➁ Blader met de toetsen en door de menu’s tot u bij het gewenste menu bent. ➀ Druk op de functietoets Menu. • De twee functietoetsen ( en ) hebben de functie die er direct boven vermeld staat (op de onderste regel van het display). Naar de menufuncties ➀ Toets het nummer in. ➁ Druk op de toets . Kort op de toets drukken. Zelf bellen Gesprek beëindigen Direct gemiste ➀ Druk op de functietoets oproepen Kies. bekijken ➁ Blader met de toetsen en door de lijst met gemiste oproepen. ➂ Om het nummer terug te bellen, drukt u op de toets . Houd de toets ingedrukt. In-/ uitschakelen Referentiekaart Dual Band SGH-C100 GPRS Telefoon Oproep aannemen Volume aanpassen Een nummer in de telefoonlijst opslaan Declaration of Conformity (R&TTE) For the following product : DUAL BAND GSM TELEPHONE (Product Name) Druk op de toets (Model Number) Manufactured at : - Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350 (factory name, address) . Toets het nummer in. Druk op de functietoets Opslaan. Selecteer een categoriepictogram. Druk op de functietoets Kies. Selecteer het geheugen. Geef de naam in. Druk op de functietoets OK. Wijzig zo nodig het geheugen. Druk op de functietoets OK. Druk op om terug te gaan naar standby. Druk op de toets of aan de linkerzijkant van de telefoon. ➀ ➁ ➂ ➃ ➄ ➅ ➆ ➇ ➈ ➉ SGH-C100 to which this declaration relates, is in conformity with the following standards and/or other normative documents. Een nummer ➀ Druk op de functietoets Namen. opzoeken in de telefoonlijst ➁ Kies de optie Zoeken. ➂ Geef de beginletter(s) van de naam in. ➃ Blader met de toets of door de namen. ➄ Druk op de functietoets Kies. ➅ Met de toetsen en kunt u door de nummers lopen. ➆ Om het nummer te bellen, drukt u op . ➁ Selecteer een optie: • Alleen lampje • Melodie • Trillen • Trillen+melodie ➂ Druk op de functietoets Kies. Type belsignaal ➀ Selecteer de menukeuze Type instellen belsignaal (3.3). Safety : EN 60950:2000 EMC : EN 301 489-01 v1.2.1 (07-2000) SAR : EN 50360 Network : EN 301 511 V7.0.1(12-2000) EN 301 489-07 v1.1.1 (09-2000) We hereby declare the [all essential radio test suites have been carried out and that] the above named product is in conformity to all the essential requirements of Directive 1999/5/EC. The conformity assessment procedure referred to in Article 10 and detailed in Annex[IV] of Directive 1999/5/EC has been followed with the involvement of the following Notified Body(ies): BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames, KT12 4RQ, UK Identification mark: 168 The technical documentation kept at: Samsung Electronics Euro QA Lab. which will be made available upon request. (Representative in the EU) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK 2003. 03.13 (place and date of issue) In-Seop Lee / S. Manager (name and signature of authorised person) * For the phone number or the address of Samsung Service Centre, see the warranty card or contact the retailer where you purchased your phone. 152
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Samsung SGH-C100 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding