Documenttranscriptie
* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing
op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze
soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet
provider. Drukfouten voorbehouden.
ELECTRONICS
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.: GH68-03860A
Dutch. 06/2003. Rev. 1.0
DUAL BAND
GPRS TELEFOON
SGH-C100
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie............
7
Uitpakken ...............................................
9
Uw telefoon.............................................
10
Onderdelen....................................................
Display..........................................................
Standby-lampje..............................................
10
13
15
Aan de slag .............................................
16
SIM-kaart installeren ......................................
Batterij opladen..............................................
Telefoon aan- en uitzetten ...............................
Toetsen blokkeren en deblokkeren ....................
16
18
20
21
Telefoneren.............................................
22
Zelf bellen .....................................................
Volume aanpassen..........................................
Een oproep beantwoorden ...............................
Gemiste oproepen bekijken..............................
Snel naar de stille modus overschakelen ............
22
24
25
26
28
Functies en opties selecteren ..................
29
Telefoon lijst ............................................
31
Naam en nummer vastleggen...........................
Opties telefoonlijst gebruiken ...........................
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ...........
Een belgroep wijzigen .....................................
Snelkiezen.....................................................
Alle contactpersonen in de telefoonlijst wissen ....
Geheugenstatus controleren.............................
31
34
35
37
38
40
41
3
Inhoud
Inhoud
Tekst intoetsen .......................................
42
Oproepen lijst .........................................
74
Tekstinvoerstand wijzigen................................
T9 stand........................................................
Stand voor het intoetsen van hoofdletters
en kleine letters .............................................
Speciale tekens intoetsen ................................
Stand voor cijfers ...........................................
43
44
46
47
47
Gemist (Menu 2.1) .........................................
Inkomend (Menu 2.2) .....................................
Uitgaand (Menu 2.3) .......................................
Alles wissen (Menu 2.4) ..................................
Gesprektellers (Menu 2.5) ...............................
Kostentellers (Menu 2.6) .................................
74
74
75
75
76
76
Tijdens een gesprek beschikbare opties..
48
Geluid opties ...........................................
78
Gesprek in de wacht zetten ..............................
Microfoon uitschakelen ....................................
Toetstonen in- en uitschakelen .........................
Toetstonen versturen ......................................
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ...........
SMS diensten .................................................
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek) ..............................................
Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen)..
48
49
50
50
51
51
Beltoon (Menu 3.1) .........................................
Belvolume (Menu 3.2) .....................................
Type belsignaal (Menu 3.3) ..............................
Toetstoon (Menu 3.4) .....................................
Berichttoon (Menu 3.5) ...................................
Toon bij in-/uitschakelen (Menu 3.6) .................
Andere tonen (Menu 3.7) ................................
78
78
79
79
80
81
82
Telefoon opties .......................................
83
Infrarood aan (Menu 4.1) ................................
Voorkeurinstellingen (Menu 4.2) .......................
Begroeting (Menu 4.3) ....................................
Eigen nummer (Menu 4.4) ...............................
Taal (Menu 4.5) .............................................
Beveiliging (Menu 4.6) ....................................
Display-instellingen (Menu 4.7) ........................
Extra instellingen (Menu 4.8) ...........................
Sneltoets (Menu 4.9) ......................................
Reset instellingen (Menu 4.10) .........................
83
84
85
86
86
86
90
91
92
92
Organizer ................................................
93
Kalender (Menu 5.1) .......................................
Actielijst (Menu 5.2) .......................................
Tijd en datum (Menu 5.3) ................................
Alarm (Menu 5.4) ...........................................
Calculator (Menu 5.5) .....................................
Valutabeurs (Menu 5.6) ...................................
93
96
99
100
101
102
52
52
Menu’s gebruiken....................................
55
Naar menufunctie bladeren ..............................
Naar menufunctie via de sneltoets ....................
Overzicht menufuncties ...................................
55
56
56
Berichten ................................................
62
Postvak IN (Menu 1.1) ....................................
Postvak UIT (Menu 1.2)...................................
Nieuw bericht (Menu 1.3) ................................
Standaardberichten (Menu 1.4) ........................
Profielen (Menu 1.5) .......................................
Alles wissen (Menu 1.6) ..................................
Mijn objecten (Menu 1.7).................................
Geheugenstatus (Menu 1.8) .............................
Voice Mail (Menu 1.9) .....................................
Infobericht (Menu 1.10) ..................................
62
63
65
67
68
69
70
71
71
72
4
5
Inhoud
Netwerk diensten.................................... 103
Doorschakelen (Menu 6.1) ...............................
Blokkeren (Menu 6.2) .....................................
Wisselgesprek (Menu 6.3) ...............................
Netwerk kiezen (Menu 6.4) ..............................
Nr.weergave (Menu 6.5)..................................
Gebr.groepen (Menu 6.6) ................................
103
105
107
108
109
109
Funbox .................................................... 111
Spelletjes (Menu 7.1) ......................................
WAP browser (Menu 7.2) .................................
Downloads (Menu 7.3) ....................................
111
112
119
Problemen oplossen................................ 121
Toegangscodes ....................................... 124
Wachtwoord telefoon ......................................
PIN...............................................................
PUK ..............................................................
PIN2 .............................................................
PUK2 ............................................................
Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken ......
124
125
125
126
126
127
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid......................... 128
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie) Radiofrequenties ....................
Voorzorgen bij het gebruik van batterijen ..........
Verkeersveiligheid ..........................................
Gebruiksomgeving ..........................................
Elektronische apparatuur .................................
Omgeving waar kans op explosies is .................
Telefoneren in geval van nood ..........................
Overige belangrijke veiligheidsinformatie ...........
Verzorging en Onderhoud ................................
128
130
132
134
134
136
137
138
139
Verklarende woordenlijst ........................ 141
Index ...................................................... 145
Referentiekaart ....................................... 151
6
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw
telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet aan,
dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de wet
overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie vindt u
op pagina 128 onder “Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid”.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Uitschakelen als u gaat tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van chemicaliën of brandstoffen.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Daarom is gebruik hiervan
in een vliegtuig verboden en gevaarlijk.
Uitschakelen in een ziekenhuis
Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid
van medische apparatuur bevindt. Volg alle van
kracht zijnde voorschriften op.
Storingen
De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig
worden beïnvloed door apparatuur die
radiofrequenties uitzendt.
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden
is of gevaar of storingen kan opleveren
(bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
7
Belangrijke veiligheidsinformatie
Radiofrequenties
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Het ontwerp van deze telefoon voldoet aan de eisen
van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan
deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend
door Samsung geleverde of goedgekeurde
accessoires te gebruiken. Gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat niet
meer aan deze eisen wordt voldaan.
Telefoon
Adapter
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor).
Batterij
Gebruiksaanwijzing
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij niet
nat wordt.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen.
Polsband
Deskundige technische service
De met de telefoon meegeleverde accessoires
kunnen per land verschillen.
Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde
technici.
Uw Samsung dealer kan de volgende accessoires
leveren:
•
•
•
•
•
•
•
8
Oortelefoon
Eenvoudige hands-free kit
Standaard batterijen
Adapter voor sigarettenaansteker
Houder voor in de auto
Datakabel
Oplader
9
Uw telefoon
Uw telefoon
Toets
Onderdelen
In de menustand: door de menukeuzes
of telefoonlijst bladeren.
De volgende afbeelding toont de belangrijkste
onderdelen van uw telefoon.
Standby-lampje
In de standby-stand: direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 92
voor meer informatie over sneltoetsen).
In de menustand: terug naar vorig
menuniveau of huidige menu selecteren.
Aansluiting
oortelefoon
Luidspreker
Bij het ingeven van tekst: voor het naar
links of rechts verplaatsen van de cursor.
Display
In de standby-stand: direct naar veel
gebruikte menu-opties (zie pagina 92
voor meer informatie over sneltoetsen).
Volumetoetsen/
bladertoetsen
Voert de functie uit die erboven is
aangegeven (op de onderste regel van
(functie- het display).
Navigatietoetsen
Functietoets
(links)
Kiezen/
bevestigen
menukeuze
Annuleren/
correctietoets/WAP
browser-toets
Infraroodpoort
Toetsen voor
speciale functies
10
Beschrijving
toetsen)
Functietoets
(rechts)
Aan/uit/menu
verlaten
Alfanumerieke
toetsen
Bij het ingeven van tekst: wist tekens
van het display.
In de menustand: terug naar vorig
menuniveau.
In de standby-stand: direct starten van
de WAP (Wireless Application Protocol)
browser.
Microfoon
11
Uw telefoon
Toets
Beschrijving (vervolg)
Uw telefoon
Display
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, kunt u het laatste
nummer dat u heeft gebeld of waarvan u
een oproep heeft ontvangen (opnieuw)
bellen.
Indeling display
Het display bestaat uit drie gedeelten.
Symbolen
In de menustand: menufunctie kiezen of
ingevoerde informatie (zoals een naam)
in het telefoon- of SIM-geheugen opslaan.
Tekst en
afbeeldingen
Gesprek beëindigen.
Ingedrukt houden om telefoon in- of uit
te schakelen.
Menu
Namen
Omschrijving
functietoetsen
In de menustand: uw ingave annuleren
en terug naar de standby-stand.
Gedeelte
Wanneer u deze toets in de standbystand ingedrukt houdt, krijgt u direct
toegang tot uw voice mail.
Cijfers, letters en een aantal speciale
tekens invoeren.
Speciale tekens invoeren.
Uitvoeren van diverse functies.
Beschrijving
Bovenste regel Toont diverse symbolen
(zie pagina 14).
Middengedeelte
Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld
telefoonnummer) weergegeven.
Onderste regel Toont de functies die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
(zijkant van de telefoon)
Tijdens een gesprek: volume van
luidspreker aanpassen.
In de standby-stand: toetsvolume
aanpassen.
In de menustand: door de menukeuzes
of telefoonlijst bladeren.
12
13
Uw telefoon
Symbolen
Symbool
Beschrijving
Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer
staafjes, hoe sterker het signaal.
Uw telefoon
Symbool
Beschrijving (vervolg)
Verschijnt als u buiten het bereik van uw
eigen netwerk bent en bij een ander
netwerk bent aangemeld (b.v. in het
buitenland).
Verschijnt tijdens een gesprek.
Verschijnt wanneer u verbinding met het
GPRS netwerk maakt.
Verschijnt wanneer de stille modus is
ingeschakeld of wanneer de menukeuze
Type belsignaal (Menu 3.3) op Trillen is
ingesteld. Voor meer informatie, zie de
pagina’s 28 en 79.
Wordt getoond wanneer een nieuw
tekstbericht is ontvangen.
Wordt getoond wanneer een nieuw voice
mailbericht is ontvangen.
Verschijnt tijdens het invoeren van tekst
om aan te geven wat de huidige
tekstinvoerstand is.
Verschijnt als u het alarm instelt.
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort
geactiveerd is. Voor meer informatie, zie
pagina 83.
Verschijnt als de Stille modus aan staat.
14
Wordt getoond wanneer de toetsen
geblokkeerd zijn.
Verlichting
De achtergrond van het display en het toetsenbord
zijn verlicht. Wanneer u op een willekeurige toets
drukt, gaat de verlichting een bepaalde tijd aan. De
duur is afhankelijk van de instelling bij de menu-optie
Verlichting (Menu 4.7.2) in het menu
Telefoonopties. Vervolgens gaat dit uit en wordt
overgeschakeld op de digitale klok. Dit is om de
batterij te sparen.
Om in te stellen hoe lang de verlichting aan moet
blijven, gaat u naar de menukeuze Verlichting
(Menu 4.7.2). Meer informatie hierover vindt u op
pagina 90.
Standby-lampje
Het standbylampje bevindt zich links bovenop de
telefoon. Het knippert als de telefoon gebruiksklaar
is en verbinding heeft met het netwerk.
U kunt het lampje in- en uitschakelen met de optie
Standby-lampje (Menu 4.7.3). Zie pagina 90
voor meer bijzonderheden.
15
Aan de slag
Aan de slag
SIM-kaart installeren
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een geheugen
waarin uw abonnementsgegevens (PIN,
aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen.
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder, zodat
de houder de kaart in de juiste stand vastzet.
Zorg ervoor dat het gedeelte met het schuine
hoekje rechts bovenaan zit en dat de gouden
contactpunten van de SIM-kaart naar de
telefoon gericht zijn.
Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor
beschadiging of verbuiging (dit geldt
met name voor de contacten).
Behandel de SIM dus zeer voorzichtig
als u hem plaatst of verwijdert.
Houd een SIM-kaart buiten het bereik
van kinderen.
1. Zet zo nodig de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start.
Opmerking: Als u de SIM-kaart moet verwijderen,
schuift u het in de aangegeven
richting en haalt u hem uit de houder.
2. Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te
werk:
➀ Schuif de batterijvergrendeling boven de
batterij naar de bovenkant van de telefoon en
houd hem in die stand.
➁ Schuif de batterij van de telefoon, zoals
afgebeeld.
4. Plaats de batterij zo op de telefoon dat de
nokjes onderaan binnen de uitsparingen aan de
onderkant van de telefoon vallen.
16
17
Aan de slag
5. Duw de batterij omlaag tot deze op zijn plaats
klikt. Controleer voordat u de telefoon aanzet of
de batterij goed vast zit.
Aan de slag
2. Doe de adapter in een normaal stopcontact.
3. Na het opladen haalt u de adapter uit het
stopcontact en maakt u de adapter los van de
telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant
van de connector in te drukken en de connector
uit de telefoon te trekken.
Batterij opladen
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij. Bij uw telefoon wordt een adapter
geleverd. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen
en opladers. Uw SAMSUNG dealer kan u hierover
meer informatie geven.
U kunt de telefoon tijdens het opladen van de
batterij blijven gebruiken.
Opmerking: Laad de batterij volledig op voordat u de
telefoon de eerste keer gebruikt. Een
geheel ontladen batterij wordt in
ongeveer 200 minuten volledig
opgeladen.
1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit
u het snoertje van de adapter aan op de
onderzijde van de telefoon.
18
Opmerking: Als de telefoon wordt opgeladen, kunt u de
batterij pas verwijderen nadat u de
telefoon van de adapter hebt losgekoppeld.
Hiermee voorkomt u dat de telefoon
beschadigt.
Indicatie batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele
minuten kunt bellen, hoort u een waarschuwingstoon
en verschijnt regelmatig een melding in het display.
Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te
kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich
automatisch uit.
19
Aan de slag
Aan de slag
Telefoon aan- en uitzetten
Toetsen blokkeren en deblokkeren
1. Houd de toets
aan is.
Om te voorkomen dat u per ongeluk een toets
indrukt, kunt u de toetsen blokkeren.
ingedrukt tot de telefoon
2. Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft
u dat in en drukt u op de functietoets OK. Het
wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Zie pagina 124 voor meer
bijzonderheden.
3. Als gevraagd wordt om uw PIN-code, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets OK. Zie
pagina 125 voor meer bijzonderheden.
De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit
heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm,
zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf
bellen of oproepen beantwoorden.
NETWERK
05:17
ZA 02 OKT
Menu
Namen
Opmerking: De displaytaal is standaard ingesteld
op Nederlands. U kunt de taal aanpassen
met de optie Taal (Menu 4.5); zie
pagina 86 voor meer bijzonderheden.
4. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de
toets
ingedrukt tot het slotfilmpje wordt
getoond.
Opmerking: Als u de toetsen heeft geblokkeerd,
moet u eerst de toetsen deblokkeren
voordat u de telefoon kunt uitschakelen.
Dit doet u door op de functietoets
Deblokrn en de toets
te drukken.
20
Houd in de standby-stand de toets
key
ingedrukt totdat het pictogram
en “Toetsen
geblok.” in het display worden getoond.
Ook wanneer de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u
een inkomende oproep beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken. Na afloop van het
gesprek worden de toetsen na een bepaalde
periode weer geblokkeerd. Deze periode kunt u
instellen via de menukeuze Auto toetsblokkering
(Menu 4.2.3).
Als de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u toch
alarmnummers bellen. Geef een alarmnummer in.
Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u op
de functietoets Ja of de toets
. Na afloop van het
gesprek worden de toetsen na een bepaalde
periode weer geblokkeerd. Deze periode kunt u
instellen via de menukeuze Auto toetsblokkering
(Menu 4.2.3).
U kunt de toetsblokkering opheffen door eerst op de
functietoets Deblokrn en vervolgens nogmaals op
de toets
te drukken. In het display verschijnt
“Toetsen ontgrendeld” en het pictogram
is niet
langer zichtbaar.
Via de menukeuze Auto toetsblokkering
(Menu 4.2.3) kunt u de telefoon zo instellen, dat
de toetsen automatisch worden geblokkeerd. Meer
informatie over deze optie vindt u op pagina 85.
21
Telefoneren
Telefoneren
Gesprek beëindigen
Zelf bellen
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u
op de toets
.
Opmerking: Als u de optie Nr. herhalen in het
menu Extra instellingen (Menu 4.8)
aan heeft gezet, wordt het nummer
automatisch maximaal 10 maal opnieuw
gedraaid wanneer de persoon die u wilt
bellen uw oproep niet beantwoordt of in
gesprek is. Meer informatie over deze
optie vindt u op pagina 91.
Internationaal bellen
1. Houd de toets
ingedrukt.
Het + teken verschijnt in het display.
2. Geef nu het landnummer in, dan het netnummer
en het abonneenummer. Druk daarna op
.
Dan doet u het volgende…
Laatste cijfer op Druk op de toets
het display
.
Ander cijfer van Druk op of totdat de cursor
het nummer
rechts naast het cijfer staat dat u
wilt wissen. Druk op de toets
.
U kunt ook een ontbrekend cijfer
invoeren door op de betreffende
toets te drukken.
Alle cijfers
22
Laatste nummer herhalen
De telefoon slaat de nummers op van uitgaande
gesprekken en van inkomende en gemiste
oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer
informatie, zie “Oproepenlijst” op pagina 74.
Om een van deze nummers te bellen, doet u het
volgende:
1. Maak eventueel het display leeg, door de
toets
gedurende ruim een seconde
ingedrukt te houden.
2. Druk op de toets
om naar de lijst met
laatstgekozen nummers te gaan.
3. Gebruik de toetsen
en
om door deze lijst
te bladeren tot u bij het gewenste nummer bent.
4. Om...
Nummer corrigeren
U wilt
wissen...
Als u uw gesprek wilt beëindigen, drukt u kort op de
toets
.
Houd de toets
ruim
1 seconde ingedrukt.
Dan doet u het
volgende…
Het gemarkeerde
Druk op de toets
nummer te draaien
.
Het gemarkeerde
nummer te
wijzigen
Druk op de functietoets
Opties, kies de optie
Wijzigen en wijzigt het
nummer.
Het gemarkeerde
nummer te
verwijderen
Druk op de functietoets
Opties en kies Wissen.
Alle nummers in de Druk op de functietoets
lijst te wissen
Opties en selecteer Alles
wissen. Meer informatie
hierover vindt u op op
pagina 75.
23
Telefoneren
Telefoneren
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Een oproep beantwoorden
Nummers die u regelmatig belt, kunt u in het
geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon
opslaan. Deze twee geheugens worden tezamen
aangeduid als Telefoonlijst. In dat geval hoeft u
alleen maar de naam te selecteren om het
bijbehorende nummer te laten kiezen. Zie
pagina 31 voor meer informatie over de
telefoonlijst.
Wanneer iemand u belt, gaat uw telefoon over en
wordt het animatiefilmpje voor een inkomende
oproep afgespeeld.
Volume aanpassen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van de
luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen
aan de linkerzijkant van de telefoon te drukken.
Druk op
om het volume te verhogen of op
het te verlagen.
om
Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn
telefoonnummer (of zijn naam als die in uw
telefoonlijst is opgeslagen).
Opmerking: Terwijl de telefoon overgaat, kunt u de
beltoon uitschakelen door een van de
volumetoetsen aan de zijkant van de
telefoon ingedrukt te houden.
1. Druk op de toets
of de functietoets
Opnemen om een binnenkomend gesprek te
beantwoorden.
Als de menu-optie Elke toets antw. in menu
Extra instellingen (Menu 4.8) is ingeschakeld,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering
van de toets
en de functietoets Weiger
(zie pagina 91).
2. U kunt een inkomende oproep weigeren door op
de functietoets Weiger te drukken.
3. U kunt een gesprek of oproep beëindigen door
op
te drukken.
Opmerking: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl u
menufuncties of de telefoonlijst gebruikt.
In de standby-stand kunt u met deze toetsen het
toetsvolume aanpassen.
24
25
Telefoneren
Telefoneren
Gemiste oproepen bekijken
Als u om wat voor reden dan ook een oproep niet
kunt of wilt beantwoorden, kunt u zien wie u
geprobeerd heeft te bellen (als uw provider deze
dienst levert). Desgewenst kunt u deze persoon dan
terugbellen.
Nummer gemiste oproep wijzigen
Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de
standby-stand het aantal gemiste oproepen op het
display.
1. Druk op de functietoets Opties.
Zo kunt u gemiste oproepen direct bekijken:
3. Druk op de functietoets Kies.
1. Druk op de functietoets Kies.
Is het bij de laatste gemiste oproep behorende
telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit
getoond.
2. U wilt...
Druk op de…
Door de gemiste
oproepen bladeren
Toets
of
.
Getoonde nummer
bellen
Toets
Nummer van gemiste
oproep wissen of
wijzigen
Functietoets Kies
(zie hieronder).
Opmerking: Als het nummer van de gemiste oproep
niet beschikbaar is, verschijnt de optie
Wijzigen niet.
2. Druk op de toets
of
Wijzigen te kiezen.
om de optie
4. Voer de gewenste wijzigingen in.
5. U wilt...
Druk op de…
Het nummer bellen Toets
Het nummer
opslaan
.
Functietoets Opslaan en
geef daarna de naam en
locatie in (zie pagina 31
voor meer informatie).
.
Gemiste oproep wissen
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
optie Wissen te kiezen.
of
om de
3. Druk op de functietoets Kies.
U kunt op elk gewenst moment op de toets
drukken om deze menu-keuze te verlaten.
Opmerking: Door de optie Gemist (Menu 2.1) te
kiezen, kunt u op ieder willekeurig
moment naar het overzicht met gemiste
oproepen. Zie pagina 74 voor meer
informatie.
26
27
Telefoneren
Functies en opties
selecteren
Snel naar de stille modus
overschakelen
De stille modus is handig wanneer u op een plaats
bent waar het overgaan van uw telefoon storend
zou werken, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of
een concert.
In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de
stille modus zetten, door de toets
ingedrukt te
houden tot de melding “Stille modus AAN” wordt
getoond en het symbool van de trilfunctie ( )
wordt weergegeven.
Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
Deze functies bevinden zich in menu’s en
submenu’s, die u kunt selecteren met de twee
functietoetsen
en
. In elk menu en
submenu kunt u de instellingen van een bepaalde
functie bekijken en eventueel veranderen.
Onder in het display ziet u direct boven de toets
welke functie de functietoets op dat moment
vervult.
Voorbeeld:
In de stille modus worden de geluidsinstellingen
van uw telefoon als volgt gewijzigd.
Optie
Nieuwe instelling
Type belsignaal (Menu 3.3) Trillen
Toetstoon (Menu 3.4)
Uit
Berichttoon (Menu 3.5)
Alleen lampje
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 3.6)
Uit
Andere tonen (Menu 3.7)
UIT
U kunt de stille modus uitschakelen en terug naar
de vorige geluidsinstellingen, door de toets
ingedrukt te houden totdat “Stille modus UIT”
verschijnt. Het symbool van de trilfunctie ( ) is
niet langer zichtbaar.
28
NETWERK
05:17
ZA 02 OKT
Menu
Met de linker functietoets gaat u naar het
hoofdmenu.
918
Namen
Met de rechter
functietoets gaat u
naar de telefoonlijst.
29
Functies en opties selecteren
Telefoon lijst
Via de volgende stappen krijgt u een overzicht van
de beschikbare functies/opties en kunt u er een
kiezen.
1. Druk op de desbetreffende functietoets.
2. U wilt...
Druk op de…
Naam en nummer vastleggen
Selecteren:
• De getoonde functie
of
• De gemarkeerde
optie
Functietoets Kies of
de toets .
De volgende functie
zien of de volgende
optie markeren
Toets
of
links
op de telefoon.
Een nummer vastleggen in de standby-stand
Naar de vorige functie
of lijst
Toets
of
links
op de telefoon.
Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt
boven de linker functietoets Opslaan. Daarmee
kunt u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst
opslaan.
Een niveau hoger in de
menustructuur
Toets , functietoets
of toets
.
1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan.
Dit menu verlaten
zonder instellingen aan
te passen
Toets
.
Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of
PIN-code gevraagd. Voer de juiste code in en druk
op de functietoets OK.
Opmerking: Als er een lijst met opties verschijnt,
wordt de huidige optie gemarkeerd. Als
er maar twee opties mogelijk zijn, zoals
bij Aan/Uit of Aanzetten/Uitzetten,
wordt de optie die niet actief is
gemarkeerd zodat u deze optie direct
kunt kiezen.
30
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen
in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan.
Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon
ruimte aan 500 nummers en namen. Hoewel beide
geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen
ze in de praktijk één geheel, de telefoonlijst.
U kunt een nummer op twee manieren vastleggen:
• In de standby-stand met de functietoets Opslaan
• In het menu Telefoonlijst via de optie Nieuw
contact
Opmerking: Als u tijdens het invoeren van een
nummer een fout maakt, kunt u
deze met de toets
corrigeren.
Zie pagina 22 voor meer
bijzonderheden.
2. Druk op de functietoets Opslaan als u zeker
weet dat het nummer correct is.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort. U heeft
de beschikking over drie categorieën:
Mobiel
Kantoor
Privénummer
Druk op de toets of en daarna op de
functietoets Kies om de gewenste categorie te
selecteren.
31
Telefoon lijst
Telefoon lijst
Een nummer in de telefoonlijst opslaan
4. Selecteer door op de toets
of
te drukken
het gewenste geheugen, SIM-geheugen of
Telefoon, en druk op de functietoets Kies.
Opmerking: Wanneer u van telefoon wisselt,
blijft de informatie die op uw SIMkaart is opgeslagen beschikbaar op
uw nieuwe telefoon. Informatie die
in het toestel zelf is opgeslagen is
dan niet meer beschikbaar en zal
eventueel opnieuw moeten worden
ingegeven.
5. Geef de naam in en druk op de functietoets OK.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
De telefoon toont nu de eerste vrije locatie in
het geselecteerde geheugen. Als dat geheugen
vol is, wordt de eerste vrije plaats in het andere
geheugen getoond.
6. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets
en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
7. Druk op OK om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
8. U wilt...
32
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Nieuw
contact en druk op de functietoets Kies om uw
keuze te bevestigen.
3. Selecteer het symbool van de categorie waar het
nummer dat u wilt opslaan toe behoort.
Opmerking: Hierbij is ook het symbool voor
e-mail (
) beschikbaar. Hier kunt
u in plaats van een telefoonnummer
een e-mailadres opslaan.
4. Selecteer door op de toets
of
te drukken
het gewenste geheugen, SIM-geheugen of
Telefoon, en druk op de functietoets Kies.
5. Geef de naam in en druk op de functietoets OK.
Het aantal posities dat voor ingave van de naam
beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 42.
6. Geef het nummer of e-mailadres in en druk op
de functietoets Opslaan.
7. Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde
naam op een andere dan de voorgestelde positie
wilt opslaan, druk dan op de toets
en geef
daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u
de informatie wilt opslaan.
8. Druk op OK om het nummer en de naam op te
slaan.
Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de
telefoon de zojuist opgeslagen naam.
Druk op de…
Invoeropties gebruiken
Functietoets Opties.
Teruggaan naar de
standby-stand
Toets
.
9. U wilt...
Druk op de…
Invoeropties gebruiken
Functietoets Opties.
Teruggaan naar de
standby-stand
Toets
.
33
Telefoon lijst
Telefoon lijst
Opties telefoonlijst gebruiken
Druk…
Gebr. groep: hiermee kunt u de contactpersoon
aan een belgroep toewijzen. Wanneer u door
iemand die tot die groep behoort wordt gebeld,
kunt u dat aan bijvoorbeeld het belsignaal horen.
Selecteer een van de tien beschikbare groepen.
Gemarkeerde optie Op de functietoets Kies of de
selecteren
toets .
Kies de optie Geen groep als u het nummer niet
(langer) aan een groep toe wilt wijzen.
Andere optie
selecteren
Zie pagina 37 voor meer informatie over de
instellingen voor belgroepen.
De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die
u kunt openen door op de functietoets Opties te
drukken.
U wilt...
Enkele keren op
of
tot
de gewenste optie gemarkeerd
wordt weergegeven.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer uit
de telefoonlijst in de stand voor normaal bellen
plakken. Gebruik deze optie als u een nummer wilt
bellen dat deels identiek is aan het nummer in de
telefoonlijst, bijvoorbeeld een intern nummer
binnen hetzelfde bedrijf.
Gebruik de toets
als u het nummer wilt
aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie).
Druk op
als u het nummer wilt bellen.
Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de
contactpersoon in uw telefoonlijst wijzigen. Selecteer
Eén contact als u een nummer van de geselecteerde
contactpersoon wilt wijzigen. Als u de naam wijzigt,
wordt het nummer apart opgeslagen. Selecteer Alle
contacten wanneer u de naam wilt wijzigen.
Wissen: hiermee kunt u een nummer en een naam
uit de telefoonlijst verwijderen. De telefoon vraagt
eerst om een bevestiging. Druk op de functietoets Ja.
Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een
andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze optie
om een nummer op te slaan dat veel lijkt op een
reeds opgeslagen nummer. Selecteer de locatie voor
het nieuwe nummer. Zodra het nummer gekopieerd
is, kunt u de naam en het nummer wijzigen.
34
Contact toevoegen: hiermee kunt u van de op dat
moment geselecteerde contactpersoon een nieuw
nummer aan een bepaalde categorie (mobiel,
kantoor, privénummer of e-mail) toevoegen. Een
contactpersoon in de telefoonlijst kan een naam en
maximaal 4 nummers bevatten (één nummer per
categorie).
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
Nadat u telefoonnummers in de telefoonlijst heeft
opgeslagen, kunt u deze op twee manieren opzieken:
• Op naam
• Op belgroep
Een nummer op naam opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Als Zoeken gemarkeerd wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets Kies. De telefoon
vraagt u nu om een naam op te geven.
3. Geef de beginletter(s) in van de naam die u zoekt.
U ziet nu de namen in de telefoonlijst,
beginnend met de eerste die aan de ingevoerde
beginletters voldoet. Die naam is bovendien
gemarkeerd.
35
Telefoon lijst
4. U wilt...
Telefoon lijst
Druk…
Druk…
Op de functietoets Kies.
De gemarkeerde
naam bekijken
Op de functietoets Kies.
Naar een andere
naam
Enkele keren op
of
tot de gewenste optie
gemarkeerd wordt
weergegeven.
Naar een andere
naam
Enkele keren op
of
tot de gewenste naam
gemarkeerd wordt
weergegeven.
Naam opzoeken
Op de toets
om de
beginnend met een reeds ingegeven letters te
andere letter
verwijderen en vervolgens
op de toets met de
gewenste letter.
5. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt
u op de toets
om het nummer te bellen of op
de functietoets Opties om het submenu met
Opties te openen. Voor meer informatie,
zie pagina 34.
Een nummer op belgroep opzoeken
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Groep
zoeken en druk op de functietoets Kies.
3. Geef de eerste letter(s) is van de naam van de
groep die u zoekt.
U ziet nu een overzicht van de groepen, te
beginnen met de eerste groep waarvan de
beginletters met uw ingave overeenstemmen.
4. Blader met de toets
of
naar de gewenste
groep en druk op de functietoets Kies.
U ziet nu een overzicht van de contactpersonen
die tot die groep behoren.
36
5. U wilt...
De gemarkeerde
naam bekijken
6. Als u de gewenste naam heeft gevonden, drukt
u op de toets
om het nummer te bellen of op
de functietoets Opties om het submenu met
Opties te openen. Voor meer informatie, zie
pagina 34.
Een belgroep wijzigen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Groep
wijzigen en druk op de functietoets Kies.
3. Blader met de toets
groep.
of
naar de gewenste
4. Als de door u gewenste groep gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Opties.
5. Selecteer de gewenste optie(s) en wijzig waar
nodig de instellingen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die
moet worden gebruikt als u gebeld wordt door
een persoon uit de groep.
SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen
die moet worden gebruikt als u een tekstbericht
ontvangt van een persoon uit de groep.
37
Telefoon lijst
Grafisch: hiermee kunt u een pictogram kiezen
dat verschijnt als u wordt gebeld door een
persoon uit de groep.
Groepnaam: hiermee kunt u een naam aan de
groep toekennen of de naam wijzigen. Op
pagina 42 vindt u meer informatie over het
intoetsen van tekst.
6. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of
.
Snelkiezen
Als u nummers op de SIM-kaart heeft opgeslagen,
kunt u maximaal acht van deze nummers aan
snelkiestoetsen toekennen. U kunt deze nummers
dan snel en eenvoudig bellen door op de cijfertoets
te drukken waaraan u het nummer heeft
toegewezen.
Telefoon lijst
5. Zijn er meer nummers, druk dan op de toets
of
om het gewenste nummer te selecteren
en druk op de functietoets Kies.
6. Nadat u aan de betreffende toets een nummer
hebt toegewezen, kunt u door op de functietoets
Opties te drukken uit de volgende opties
kiezen:
Wijzigen: hiermee kunt u aan de toets een
ander nummer toekennen.
Wissen: het nummer wordt gewist, zodat geen
nummer meer aan de toets is toegewezen.
Alles wissen: alle nummers worden gewist.
Aan geen enkele toets is dan meer een nummer
toegewezen.
Nummer: hiermee kunt u zien welk nummer
aan de toets is toegewezen.
7. Als alle instellingen naar wens zijn, drukt u op
de toets
of
.
Nummers voor verkort kiezen toekennen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Snelkiezen
en druk op de functietoets Kies.
3. Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen
wilt gebruiken (de toetsen
t/m
) en
druk op de functietoets OK.
Verkort kiezen via de telefoonlijst
Om de nummers te bellen die aan de toetsen
t/m
zijn toegewezen, houdt u de betreffende
toets ingedrukt.
Opmerking: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor
het telefoonnummer van uw Voice Mail
server.
Opmerking: Als aan de betreffende toets al een
nummer is toegekend, wordt de
functietoets OK vervangen door de
functietoets Opties. Ga naar stap 6.
4. Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en
druk op de functietoets Kies.
38
39
Telefoon lijst
Telefoon lijst
Alle contactpersonen in de
telefoonlijst wissen
Geheugenstatus controleren
U kunt alle contactpersonen in de telefoonlijst of op
de SIM-kaart of in beide geheugens in een keer
wissen.
U kunt nagaan hoeveel namen en nummers er in de
telefoonlijst (het geheugen op de SIM-kaart en van
de telefoon) zijn opgeslagen. U kunt ook zien wat
het totaal aantal locaties is.
1. Als de telefoon in de standby-stand staat, drukt
u op de functietoets Namen.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Namen.
2. Blader met de toets
of
naar Alles
wissen en druk op de functietoets Kies.
2. Kies de optie Geheugenstatus door op de
toets
of
te drukken en druk op de
functietoets Kies.
3. Om...
Drukt u op...
Het (de) geheugen(s) te
selecteren waarvan u de
contactpersonen wilt
wissen
De functietoets AAN.
De selectie te annuleren
De functietoets UIT.
Alle contactpersonen in
het (de) geselecteerde
geheugen(s) te wissen
De functietoets
Wissen.
3. Druk op de toets
of
om na te gaan
hoeveel contactpersonen er op de SIM-kaart en
in het telefoongeheugen zijn opgeslagen en wat
de totale capaciteit van het betreffende
geheugen is.
4. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of
.
4. Geef uw telefoonwachtwoord in en druk op de
functietoets OK.
Opmerking: Het wachtwoord is in de fabriek
ingesteld op 00000000. Wilt u het
wachtwoord wijzigen, kijk dan op
pagina 88.
5. Als om een bevestiging wordt gevraagd, drukt u
op de functietoets Ja.
6. Als u klaar bent, drukt u op de toets
of
.
40
41
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Tijdens gebruik van uw telefoon zult u merken dat u
regelmatig tekst in moet toetsen, bijvoorbeeld voor
het opslaan van namen in de telefoonlijst, het
intoetsen van de begroeting of het noteren van
afspraken in uw agenda. Daarom kunt u met de
toetsen van de telefoon ook letters en andere
tekens ingeven.
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een scherm staat waarin u letters wilt
intoetsen, ziet u in het display de tekstinvoerstand.
Voorbeeld: Aanmaken tekstbericht
Indicatie
tekstinvoerstand
Uw telefoon beschikt over de volgende
tekstinvoerstanden:
• T9 stand
In deze stand kunt u door slechts één toets per
letter in te drukken woorden ingeven. Aan iedere
toets op het toetsenbord zijn verschillende letters
toegewezen. Als u één keer op de toets
drukt, verschijnt de letter J, K of L. In de
T9 stand worden de tekens die u intoetst,
automatisch vergeleken met een ingebouwd
linguïstisch woordenboek en wordt het meest
waarschijnlijke woord automatisch aangevuld,
zodat u vaak minder toetsaanslagen nodig hebt
dan bij gebruik van de normale standen voor
hoofdletter en kleine letters.
Opties
Gewenste stand...
• Speciale tekens
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen,
bijvoorbeeld leestekens.
• Cijfers
Druk op de
functietoets
tot...
T9 stand
wordt getoond.
Zie pagina 44.
Hoofdletters
wordt getoond.
Zie pagina 46.
Kleine letters
wordt getoond.
Zie pagina 46.
Speciale tekens
intoetsen
wordt getoond.
Zie pagina 47.
Cijfers
wordt getoond.
Zie pagina 47.
• Standen voor hoofdletters en kleine letters
Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters
intoetsen door de toets waarop de gewenste
letter staat aangegeven één, twee, drie of vier
keer in te drukken tot de gewenste letter wordt
getoond.
918
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
42
43
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
T9 stand
Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u
tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze
invoerstand werkt met een ingebouwd
woordenboek.
1. Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan
staat en begin met de toetsen
t/m
het
woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de
toets maar één keer aan te slaan.
Voorbeeld: Om in de T9 stand Hallo in te geven,
drukt u op
,
,
,
en
.
Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display.
Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag
veranderen.
2. Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet
u het hele woord intoetsen.
• Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de
toets
. De T9 stand maakt gebruik van
grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het
juiste leesteken wordt gekozen.
Voorbeeld:
wordt twee keer gebruikt om twee
leestekens te tonen.
• Om in de T9 stand om te schakelen van
hoofdletters naar kleine letters of vice versa
gebruikt u de toets
. U kunt kiezen uit:
Kleine letters
Hoofdletters
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Door op de toets
te drukken,
kunt u letters wissen. Om alle letters te wissen
houdt u de toets
even ingedrukt.
3. Is het woord juist, ga dan verder met het
volgende woord.
Is het woord niet juist, druk dan op de
toets
,
of
om alternatieve woorden
weer te geven die overeenstemmen met de
toetsaanslagen.
Voorbeeld: Zowel Of en Me worden gemaakt
met de toetsen
,
. De
telefoon toont het meest gebruikte
woord eerst.
4. Om een spatie in te voegen, drukt u op de
toets
.
• Om woorden in te geven die niet in de T9
woordenlijst voorkomen, wijzigt u de
tekstinvoerstand in de stand voor het invoeren
van hoofd-/kleine letters.
44
45
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Stand voor het intoetsen van
hoofdletters en kleine letters
Met de toetsen
-
geeft u uw tekst in.
1. Druk op de toets met de letter die u wilt ingeven:
- Eén keer voor de eerste letter
- Twee keer voor de tweede letter
- Enz.
• Voor het invoegen van een spatie drukt u op de
toets
.
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de
toetsen en . Om letters te wissen, drukt u
op de toets
. Houd de toets
even
ingedrukt om alle letters te wissen.
2. Geef de resterende letters op dezelfde wijze in.
Opmerking: Als u op een andere toets drukt, schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u
twee keer dezelfde letter wilt ingeven
(of een andere letter van dezelfde
toets), wacht dan enkele seconden. De
cursor gaat dan automatisch een positie
verder.
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in een tekstbericht invoegen.
Zie onderstaande tabel voor meer informatie over
de tekens die met de toetsen kunnen worden
ingegeven.
Toets
Tekens in de weergegeven volgorde
Hoofdletters
Spatie
Kleine letters
OK
918
Met de navigatietoetsen gaat u naar het gewenste
teken of symbool. Vervolgens drukt u op de
functietoets OK om dit in uw bericht in te voegen.
Stand voor cijfers
In deze stand kunt u cijfers in een tekstbericht
opnemen (bijvoorbeeld een telefoonnummer). Druk
op de betreffende cijfertoets en kies vervolgens
weer de gewenste tekstinvoerstand.
46
47
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek
beschikbare opties
Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook
tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de
wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt,
kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan
voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het
tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u
tussen beide gesprekken heen en weer schakelen.
Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek
in de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt
gaan naar dat gesprek, drukt u op de functietoets
Haal op.
Op de volgende wijze kunt u, terwijl u al met
iemand in gesprek bent, een tweede persoon
bellen:
1. Geef het telefoonnummer in van degene die u
wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets
om dit nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de
wacht gezet.
Of:
1. Druk op de functietoets Wacht om het huidige
gesprek in de wacht te zetten.
2. Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de
persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.
Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de
persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan
horen.
Voorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand
die bij u in de ruimte zit, zonder dat de
persoon met wie u aan het telefoneren
bent dat kan horen.
Zo zet u de microfoon tijdelijk uit:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
Micr uit te markeren.
om de optie
3. Druk op de functietoets OK.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
nu niet meer horen.
Zo zet u de microfoon weer aan:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk indien nodig op de toets
Micr aan te markeren.
om de optie
3. Druk op de functietoets OK.
Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u
weer horen.
Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het
in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald,
zodat u het gesprek met die persoon kunt
voortzetten.
Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets
als u dat gesprek wilt beëindigen.
48
49
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Toetstonen in- en uitschakelen
Met deze opties bepaalt u of u bij het indrukken van
toetsen een toontje hoort. Als de optie DTMF uit is
gekozen, maakt uw telefoon geen geluid wanneer
een toets wordt ingedrukt. Op die manier hoort u
geen storende piepjes wanneer u tijdens een gesprek
toetsen indrukt.
Opmerking: Als u verbinding maakt met
antwoordapparaten of
computergestuurde telefoonsystemen
moet u de optie DTMF aan selecteren.
Toetstonen versturen
Desgewenst kunt u de telefoon zo instellen dat
toetstonen (DTMF) worden verstuurd die
overeenstemmen met de cijfers die tijdens een
gesprek worden ingetoetst.
Deze optie is handig wanneer u bijvoorbeeld een
wachtwoord of rekeningnummer aan een
computersysteem moet doorgeven, bijvoorbeeld voor
telebanking.
Het versturen van toetstonen stelt u als volgt in:
1. Wanneer u verbonden bent met het systeem van
de teledienst drukt u op de functietoets Opties.
2. Druk op de toets
om Toetstonen zenden te
selecteren.
3. Druk op de functietoets OK.
4. Geef het nummer in dat u wilt doorgeven en druk
op de functietoets OK.
Nu worden de met het nummer corresponderende
toetstonen verstuurd.
Opmerking: U kunt tijdens gebruik van deze functie
ook een nummer in de telefoonlijst
opzoeken. Dit doet u door op de
functietoets Namen te drukken. Meer
informatie over gebruik van de
telefoonlijst vindt u op pagina 31.
50
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
U kunt tijdens een gesprek een nummer in de
telefoonlijst opzoeken.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Druk op de toets
te selecteren.
om de optie Telefoonlijst
3. Druk op de functietoets OK.
U ziet nu een overzicht van de telefoonlijst,
gesorteerd op alfabetische volgorde.
4. U kunt nu door de lijst bladeren of de eerste
letters van de naam die u zoekt ingeven.
U gaat dan direct naar de eerste naam die
overeenstemt met de door u ingetoetste
beginletters. Deze naam is gemarkeerd.
5. Blader met de toets
of
naar het gewenste
item en druk op de functietoets Kies om dit item
te bekijken.
Zie pagina 31 voor meer informatie over de
telefoonlijst.
SMS diensten
Als tijdens een gesprek een SMS-bericht
(Short Message Service) binnenkomt, knippert
op het display het berichtsymbool (
). Door
SMS diensten te kiezen, kunt u berichten lezen
of schrijven.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 62.
51
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Een tweede oproep beantwoorden
(wisselgesprek)
2. Bel op dezelfde wijze ook de tweede gespreksdeelnemer. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
Als uw provider deze dienst levert en als u
Wisselgesprek (Menu 6.3) op Activeren hebt
ingesteld (zie pagina 107), kunt u tijdens een
gesprek een tweede binnenkomend gesprek
beantwoorden. U hoort dat er een gesprek
binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor
een wachtend gesprek.
3. Druk op de functietoets Opties en kies dan de
optie Deelnemen om de eerste deelnemer aan
het multiparty-gesprek toe te voegen.
U kunt een tweede gesprek op de volgende manier
aannemen:
1. Druk op de toets
om het tweede gesprek
aan te nemen. Het eerste gesprek wordt dan
automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op de functietoets Wissel om tussen beide
gesprekken te switchen.
Als u een in de wacht gezet gesprek wilt
beëindigen, drukt u op de functietoets Opties
en kiest u daarna de optie Stop wacht.
3. Druk op de toets
als u het huidige gesprek
wilt beëindigen.
Multiparty-gesprekken (telefonisch
vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer.
4. Om een volgende deelnemer aan het multipartygesprek toe te voegen, belt u die op de normale
wijze. Vervolgens drukt u op de functietoets
Opties en kiest u de optie Deelnemen.
Om binnenkomende gesprekken aan het
multiparty-gesprek toe te voegen, beantwoordt u
het binnenkomende gesprek en drukt u
achtereenvolgens op Opties en Deelnemen.
Herhaal dit zo vaak als u wilt.
Privégesprek met één van de deelnemers
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Kies deelnemer.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets
of
om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies of de toets
.
3. Kies de optie Privé.
Nu kunt u een privégesprek met de gekozen
deelnemer voeren. De overige multipartydeelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven
spreken.
4. Druk op de functietoets Opties en kies daarna
Deelnemen als u weer naar het multipartygesprek wilt gaan.
Nu kunnen alle multiparty-gesprekspartners
elkaar horen.
52
53
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Menu’s gebruiken
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Kies deelnemer.
Vervolgens verschijnt een overzicht van de
deelnemers aan het gesprek.
2. Druk op de toets
of
om de gewenste
persoon te kiezen en daarna op de functietoets
Kies of de toets
.
3. Kies nu Verwijderen.
De verbinding met de gekozen gespreksdeelnemer wordt verbroken, maar u kunt met
alle andere deelnemers blijven spreken.
4. U kunt het multiparty-gesprek beëindigen door
op de toets
te drukken.
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw eisen en wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
U kunt de menu's en submenu’s op twee manieren
selecteren: door naar de menufunctie te bladeren of
via de sneltoets.
Naar menufunctie bladeren
1. Druk in de standby stand op de functietoets
Menu.
2. Ga met de toets
of
naar het gewenste
hoofdmenu, bijvoorbeeld Telefoon opties.
Druk op de functietoets Kies of op de toets
om in het menu te komen.
3. Als het menu submenu’s bevat, zoals het menu
Taal, kunt u hier met de toets
of
naar
toe, waarna u op de functietoets Kies drukt.
Als het menu dat u heeft gekozen meer opties
bevat, kunt u hier op dezelfde wijze naar toe.
4. U wilt...
54
Druk op de…
Door de menu’s
bladeren
Toets
of
toetsen
en
de telefoon.
of de
links op
De gekozen instelling
bevestigen
Functietoets Kies of de
toets .
Terug naar het vorige
menuniveau
Functietoets
toets .
Het menu verlaten
zonder instellingen
aan te passen
Toets
of de
.
55
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
Naar menufunctie via de sneltoets
De diverse menu onderdelen (menu- en submenu
opties) zijn genummerd en via het betreffende
nummer snel te benaderen. Het nummer van de
sneltoets vindt u rechtsonder in het display naast
de functietoets . Druk op de functietoets Menu en
geef het gewenste nummer in.
1. Berichten
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Opmerking: In de lijst op de volgende pagina kunt u
nagaan welke nummers aan de diverse
menukeuzes zijn toegewezen. Het is
mogelijk dat deze enigszins afwijken
van de menunummers van uw telefoon.
Dit is namelijk afhankelijk van de
diensten die uw SIM-kaart ondersteunt.
1.6
1.7
Voorbeeld: De optie Taal openen.
1.8
1. Druk op de functietoets Menu.
2. Druk op
voor het menu Telefoon opties.
3. Druk op
voor Taal.
1.9
De beschikbare talen worden direct getoond.
1.10
Overzicht menufuncties
De volgende illustratie toont de beschikbare
menustructuur, inclusief:
• De nummers die aan de opties zijn toegewezen
• De pagina waarop u een beschrijving van de
betreffende functie kunt vinden
Opmerking: Als u gebruik maakt van een SIM
AT-kaart met extra mogelijkheden,
verschijnt het SIM AT menu pas als u
op de functietoets Menu drukt. Kijk voor
meer informatie in de documentatie van
de SIM-kaart.
56
(zie pagina 62)
Postvak IN
Postvak UIT
Nieuw bericht
Standaardberichten
Profielen
1.5.1 Instelling 1*
1.5.2 Instelling 2*
1.5.3 Instelling 3*
1.5.4 Instelling 4*
1.5.5 Instelling 5*
1.5.6 Standaard
Alles wissen
Mijn objecten
1.7.1 Mijn melodie
1.7.2 Mijn afbeelding
1.7.3 Mijn filmpje
1.7.4 Alles wissen
Geheugenstatus
1.8.1 SIM-geheugen
1.8.2 Telefoongeheugen
1.8.3 Infobericht-geheugen
Voice Mail
1.9.1 Verbinden met Voice Mail
1.9.2 Telefoonnr Voice Mail
Infobericht
1.10.1 Ontvangen bericht lezen
1.10.2 Ontvangen
1.10.3 Kanalen
1.10.4 Taal
2. Oproepen lijst
2.1
2.2
2.3
2.4
(zie pagina 74)
Gemist
Inkomend
Uitgaand
Alles wissen
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
57
Menu’s gebruiken
Menu’s gebruiken
2. Oproepen lijst
(vervolg)
2.5 Gesprektellers
2.5.1 Laatste oproep
2.5.2 Alle uitgaande oproepen
2.5.3 Alle inkomende oproepen
2.5.4 Tellers op nul
2.6 Kostentellers*
2.6.1 Kosten laatste oproep
2.6.2 Totale kosten
2.6.3 Max. kosten
2.6.4 Tellers op nul
2.6.5 Max. kosten instellen
2.6.6 Prijs per tik
3. Geluid opties
(zie pagina 78)
3.1 Beltoon
3.2 Belvolume
3.3 Type belsignaal
3.3.1 Alleen lampje
3.3.2 Melodie
3.3.3 Trillen
3.3.4 Trillen+melodie
3.4 Toetstoon
3.4.1 Uit
3.4.2 Rustig
3.4.3 Piano
3.4.4 Toon
3.4.5 Oproeptoon
3.5 Berichttoon
3.5.1 SMS-toon
3.5.2 Infoberichttoon
3.6 Toon bij in-/uitschakelen
3.6.1 Uit
3.6.2 Klassiek
3.6.3 Vrolijk
3.7 Andere tonen
3.7.1 Fouttoon
3.7.2 Minutenteller
3.7.3 Verbindingstoon
4. Telefoon opties
(zie pagina 83)
4.1 Infrarood aan
4.2 Voorkeurinstellingen
4.2.1 Achtergrond
4.2.2 Menustijl
4.2.3 Auto tœtsblokkering
4.3 Begroeting
4.4 Eigen nummer
4.4.1 Nummer 1
4.4.2 Nummer 2
4.4.3 Nummer 3
4.5 Taal
4.6 Beveiliging
4.6.1 PIN-controle
4.6.2 PIN wijzigen
4.6.3 Toestel blokkeren
4.6.4 Wachtwoord wijzigen
4.6.5 SIM blokkeren
4.6.6 FDN-modus*
4.6.7 PIN2 wijzigen*
4.7 Display-instellingen
4.7.1 Helderheid
4.7.2 Verlichting
4.7.3 Standby-lampje
4.7.4 Logo provider
4.8 Extra instellingen
4.8.1 Nr. herhalen
4.8.2 Elke toets antw.
4.9 Sneltoets
4.9.1 Toets omhoog
4.9.2 Toets omlaag
4.9.3 Toets rechts
4.9.4 Toets links
4.10 Reset instellingen
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
58
59
Menu’s gebruiken
5. Organizer
Menu’s gebruiken
(zie pagina 93)
5.1 Kalender
5.2 Actielijst
5.3 Tijd en datum
5.3.1 Tijd instellen
5.3.2 Datum instellen
5.3.3 Wereldtijd
5.3.4 Indeling tijd
5.4 Alarm
5.4.1 Eenmalig
5.4.2 Dagelijks
5.4.3 Wekker
5.4.4 Alarm uitzetten
5.4.5 Autom. inschakelen
5.5 Calculator
5.6 Valutabeurs
6. Netwerk diensten
(zie pagina 103)
6.1 Doorschakelen
6.1.1 Alles doorschakelen
6.1.2 In gesprek
6.1.3 Geen gehoor
6.1.4 Niet bereikbaar
6.1.5 Alles opheffen
6.2 Blokkeren
6.2.1 Alle uitgaande
6.2.2 Internationaal
6.2.3 Intern. behalve thuisland
6.2.4 Alle inkomende
6.2.5 Inkomend buiten bereik
6.2.6 Alles opheffen
6.2.7 Blokkeerwachtwoord wijzigen
6.3 Wisselgesprek
6.3.1 Spraak
6.3.2 Fax
6.3.3 Data
6.3.4 Alles opheffen
6.4 Netwerk kiezen
6.4.1 Automatisch
6.4.2 Zelf zoeken
6. Netwerkdiensten
(vervolg)
6.5 Nr.weergave
6.5.1 Standaard
6.5.2 Nr. verbergen
6.5.3 Nr. weergeven
6.6 Gebr.groepen
6.6.1 Groepen
6.6.2 Buiten groep OK
6.6.3 Standaard groep
6.6.4 Uitzetten*
7. Funbox
(zie pagina 111)
7.1 Spelletjes
7.1.1 Honeyball
7.1.2 Hamsterkooi
7.2 WAP browser
7.2.1 Startpagina
7.2.2 Favorieten
7.2.3 http://
7.2.4 Profielen
7.2.5 Wis pagina’s
7.3 Downloads
7.3.1 Spelletjes en meer
7.3.2 Geluiden
7.3.3 Afbeeldingen
7.3.4 DNS instelling
* Verschijnt alleen als de functie gesloten gebruikersgroep aan
staat.
60
61
Berichten
Berichten
De meeste providers bieden de mogelijkheid tot het
versturen van SMS-berichten (Short Message
Service). Voor zover uw provider deze diensten
aanbiedt, kunnen berichten als tekst, per fax, per
e-mail en via oproepsystemen worden verzonden.
Om berichten per telefoon te versturen, moet u
weten wat het SMS-nummer van uw provider is.
Als het symbool
verschijnt, heeft u een of meer
nieuwe tekstberichten ontvangen. Als het geheugen
vol is, verschijnt er een melding en kunt u geen
nieuwe berichten meer ontvangen. Met de optie
Wissen in de beide postvakken kunt u oude
berichten verwijderen.
Wanneer u een nieuw bericht ontvangt terwijl de
toetsen geblokkeerd zijn, kunt u het bericht pas
bekijken nadat u de toetsblokkering heeft
opgeheven. Dit doet u door op de functietoets
Deblokrn en de toets
te drukken.
Postvak IN
(Menu 1.1)
In dit postvak worden ontvangen berichten
opgeslagen.
Als u dit menu opent, worden de ontvangen
berichten getoond, met daarbij het telefoonnummer
of de naam (indien opgenomen in de telefoonlijst).
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om het bericht te lezen.
2. Met de toetsen
bericht bladeren.
en
kunt u door het
3. Met de toetsen
en
kunt u naar het
vorige of volgende bericht bladeren.
62
Met de functietoets Opties kunt u de volgende
opties kiezen.
Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders doorsturen. Meer informatie over
het verzenden van berichten vindt u op pagina 65.
Antwoorden: hiermee kunt u de afzender door
middel van een tekstbericht een antwoord sturen.
Terugbellen: om de afzender terug te bellen.
Adres knippen: hiermee kunt u het adres van een
website, een e-mail adres of een telefoonnummer
uit een tekstbericht overnemen en in het geheugen
van uw telefoon opslaan.
Naar telefoon: hiermee kunt u het bericht van
uw SIM-geheugen naar uw telefoongeheugen
verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond
wanneer u een bericht selecteert dat op de
SIM-kaart is opgeslagen.
Naar SIM: hiermee kunt u het bericht van
uw telefoongeheugen naar uw SIM-geheugen
verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond
wanneer u een bericht selecteert dat in het
telefoongeheugen is opgeslagen.
Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of
afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het
geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt
u deze zelf met een bericht meesturen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 66.
Postvak UIT
(Menu 1.2)
In dit postvak worden berichten opgeslagen die u
verzonden heeft of nog wilt verzenden.
Als u dit menu opent, wordt een lijst getoond met de
berichten die in het postvak zijn opgeslagen, met
daarbij het telefoonnummer van de geadresseerde of
de naam (wanneer deze in de telefoonlijst voorkomt).
63
Berichten
Berichten
Nieuw bericht
1. Selecteer het gewenste bericht en druk op de
functietoets Kies om de inhoud van het bericht
te bekijken.
2. Met de toetsen
bericht lopen.
en
kunt u door het
3. Om naar het vorige of volgende bericht te gaan,
drukt u op de toets
en
.
Met de functietoets Opties kunt u de volgende
opties kiezen:
Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht opnieuw
versturen. Meer informatie over het verzenden van
berichten vindt u op pagina 65.
Adres knippen: hiermee kunt u het adres van een
website, een e-mail adres of een telefoonnummer
uit een tekstbericht overnemen en in het geheugen
van uw telefoon opslaan.
Naar telefoon: hiermee kunt u het bericht van
uw SIM-geheugen naar uw telefoongeheugen
verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond
wanneer u een bericht selecteert dat op de
SIM-kaart is opgeslagen.
Naar SIM: hiermee kunt u het bericht van
uw telefoongeheugen naar uw SIM-geheugen
verplaatsen. Deze optie wordt alleen getoond
wanneer u een bericht selecteert dat in het
telefoongeheugen is opgeslagen.
Objecten selecteren: hiermee kunt u geluiden of
afbeeldingen die bij het bericht gevoegd zijn in het
geheugen van uw telefoon opslaan. Vervolgens kunt
u deze zelf met een bericht meesturen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 66.
64
(Menu 1.3)
Met dit menu kunt u een tekstbericht schrijven en
verzenden.
Opmerking: U heeft de beschikking over 918 posities.
Als u geluiden of afbeeldingen aan uw
bericht toevoegt, wordt het aantal
beschikbare posities lager.
Eenvoudig SMS tekstbericht maken
1. Stel uw bericht samen.
Opmerking: Meer informatie over het ingeven van
tekst vindt u op pagina 42.
2. Als u klaar bent met het ingeven van uw bericht,
drukt u op de functietoets Opties. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Verzenden: om een geselecteerd bericht te
verzenden. Na verzending wordt het bericht
verwijderd.
Verz.+Opslaan: hiermee wordt het bericht eerst
in het gekozen geheugen opgeslagen en
vervolgens verzonden. U kunt het bericht in
Postvak UIT terugvinden.
Opslaan: het bericht wordt in het gekozen geheugen
opgeslagen, zodat u dit later kunt versturen. U kunt
het bericht in Postvak UIT terugvinden.
Meer informatie over de opties Tekst formatteren,
Objecten toevoegen, Standaardbericht
toevoegen, Uit telefoonlijst, Favoriet toev en
Taal vindt u bij “Een bericht samenstellen met
gebruikmaking van de opties” op pagina 66.
3. Selecteer Verzenden of Verz.+Opslaan en druk
op de functietoets Kies.
Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u
Opslaan. Na het bericht te hebben opgeslagen,
gaat de telefoon terug naar het menu Berichten.
65
Berichten
4. Selecteer het geheugen waarin het bericht is
opgeslagen en druk op de functietoets OK.
5. Geef het gewenste nummer in.
Wilt u een nummer in de telefoonlijst opzoeken,
druk dan op de functietoets Namen en selecteer
in de lijst het gewenste nummer.
6. Druk op de functietoets OK. Het bericht wordt
verzonden.
Opmerking: Als het bericht om welke reden dan
ook niet verzonden kan worden, wordt
u gevraagd of u het opnieuw wilt
proberen. Wilt u dit, druk dan op de
functietoets OK; wilt u dit niet, druk
dan op de functietoets Afsluiten.
Een bericht samenstellen met
gebruikmaking van de opties
1. Stel uw bericht samen.
2. Druk op de functietoets Opties.
3. Kies zo nodig met de toetsen
en
een
vervolgoptie en druk ter bevestiging op de
functietoets Kies.
Tekst formatteren: hiermee kunt u de layout
van uw tekst aanpassen. Bij Grootte kunt u
kiezen uit Normaal, Groot en Klein.
Onderstreept en Doorgehaald kunt u
selecteren door deze opties Aan of Uit te
zetten. U kunt meerdere opties tegelijk
selecteren.
Objecten toevoegen: kies deze optie wanneer
u een belgeluid, melodie, afbeelding of filmpje
bij uw bericht wilt voegen. Selecteer de
gewenste categorie. Bij iedere categorie kunt u
kiezen voor een van de standaarditems of een
item dat u bijvoorbeeld via internet gedownload
hebt of via een bericht hebt ontvangen.
66
Berichten
Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt u
voor uw bericht een van de standaardberichten
gebruiken. Selecteer via het menu
Standaardberichten (Menu 1.4) een van de
vijf standaardberichten. Voor meer informatie,
zie hieronder.
Uit telefoonlijst: hiermee kunt u een contactpersoon uit de telefoonlijst in uw bericht opnemen.
Selecteer de gewenste contactpersoon.
Favoriet toev: voor het opnemen van een adres
van een internetpagina die u onder uw Favorieten
heeft opgenomen (Menu 7.2.2). Selecteer de
gewenste favoriet.
Taal: hiermee kunt u instellen welke taal in de
T9 tekstinvoerstand moet worden gebruikt.
Selecteer de gewenste taal.
4. Maak het bericht af en verzend het of sla het op
zoals beschreven bij stap 3 op pagina 65.
Standaardberichten
(Menu 1.4)
Via dit menu kunt u vijf berichten samenstellen met
een standaard inhoud. Blader met de toetsen
en
door de lijst. Wanneer het standaardbericht
dat u wilt wijzigen of gebruiken gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Opties.
Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw bericht
schrijven of het geselecteerde bericht wijzigen.
Opmerking: Meer informatie over het intoetsen van
tekst vindt u op pagina 42.
Verzenden: hiermee kunt u het geselecteerde
bericht terughalen en aanpassen. Als het bericht
klaar is, kunt u het versturen, opslaan en versturen
of alleen opslaan. Meer informatie over het
verzenden van berichten vindt u op pagina 65.
Wissen: om een geselecteerd bericht te verwijderen.
U kunt het wissen bevestigen door op de functietoets
Ja te drukken.
67
Berichten
Profielen
Berichten
(Menu 1.5)
Via dit menu kunt u de standaard SMS-informatie
instellen. Een profiel bevat een aantal instellingen
die nodig zijn om berichten te versturen. Het aantal
beschikbare profielen is afhankelijk van de
capaciteit van uw SIM-kaart.
Opmerking: Wanneer u een bericht verstuurt, wordt
automatisch de laatstgekozen groep
instellingen gebruikt.
Instelling x (waarbij x het nummer van de groep
is): ieder profiel heeft een eigen submenu.
SMS-service: om het SMS-nummer voor het
versturen van berichten op te slaan of te wijzigen.
U krijgt dit nummer van uw provider.
Standaard bestemming: hier kunt u een standaard
bestemming opnemen. Het nummer verschijnt bij
het samenstellen van een bericht automatisch in
het scherm Bestemming.
Standaard SMS instellingen: hier kunt u het
standaard berichttype (tekst, fax, e-mail en
ERMES) instellen. De provider zet de berichten om
in het gekozen formaat.
Standaard geldigheid: hier kunt u instellen hoe lang
uw provider het bericht moet bewaren als hij het
niet meteen kan doorsturen.
Naam instellen: om een naam toe te kennen aan de
groep die u aan het instellen bent.
Standaard: de volgende opties zijn beschikbaar:
Antwoordpad: de ontvanger van uw SMS-bericht
kan u een antwoord sturen via de provider, als deze
optie door het netwerk wordt aangeboden.
Ontv.bevest.: hier kunt u de functie voor
ontvangstbevestiging in- en uitschakelen. Als deze
functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te
horen of uw bericht al dan niet verstuurd is.
Drager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en
GPRS.
Alles wissen
(Menu 1.6)
Met deze menuoptie kunt u alle berichten uit een
postvak verwijderen. U kunt ook alle berichten in de
diverse postvakken in één keer verwijderen.
Om…
Drukt u op de…
Een postvak te
selecteren waaruit u
de berichten wilt
verwijderen
Toets
of
. Als u alle
berichten uit alle postvakken
wilt verwijderen, selecteert
u Alle berichten.
Een vinkje voor “Alle Functietoets AAN.
berichten” of een
bepaald postvak te
plaatsen
Een vinkje te
verwijderen
Functietoets UIT.
De aangevinkte
berichten te
verwijderen
Functietoets Wissen.
Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt
u op de functietoets Ja.
68
69
Berichten
Mijn objecten
Berichten
(Menu 1.7)
Nadat u objecten (afbeeldingen, melodieën, etc.)
die u bij berichten hebt ontvangen in uw telefoon
heeft opgeslagen, kunt u deze met de keuze
Objecten selecteren (zie pagina 63) via dit menu
bekijken.
Er zijn drie categorieën:
• Mijn melodie
• Mijn afbeelding
• Mijn filmpje
Om een geselecteerd object te wissen, drukt op de
functietoets Wis.
Met de optie Alles wissen (Menu 1.7.4) kunt u
alle objecten in één keer uit het geheugen
verwijderen.
Om...
Druk op de…
Een categorie van
Functietoets AAN.
objecten te selecteren die
u wilt verwijderen
De selectie te annuleren
Functietoets UIT.
De objecten in de
geselecteerde
categorie(ën) te
verwijderen
Functietoets Wissen.
Als u alle objecten wilt verwijderen, selecteert u
Alle objecten.
Geheugenstatus
(Menu 1.8)
Via dit menu kunt u nagaan hoeveel berichten er
zijn opgeslagen op de SIM-kaart, in de telefoon en
in het geheugen met info-berichten.
Voice Mail
(Menu 1.9)
Via dit menu kunt u snel in uw voice-mailbox
komen (als deze dienst door uw provider wordt
aangeboden).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Verbinden met Voice Mail: voordat u deze functie
kunt gebruiken moet u het voice-server nummer
invoeren dat u van uw provider hebt gekregen (zie
menu 1.9.2). Vervolgens kunt u deze optie kiezen
en op de functietoets OK drukken om uw berichten
te beluisteren.
Om snel verbinding te krijgen met de voice mail
server, houdt u de toets
ingedrukt.
Telefoonnr Voice Mail: u kunt het nummer van
de voice-mail server zo nodig wijzigen.
U wilt...
Druk op de…
Het voice servernummer Juiste cijfertoetsen.
ingeven
Een cijfer corrigeren
Toets
.
De cursor naar links of
rechts verplaatsen
zonder het cijfer te
wissen
Toets
of
.
Opmerking: Voice Mail is een netwerkdienst. Neem
voor meer informatie contact op met uw
provider.
70
71
Berichten
Infobericht
Berichten
(Menu 1.10)
Netwerkservice voor het ontvangen van berichten
over verschillende onderwerpen, zoals weer of
verkeer. Berichten verschijnen meteen nadat ze
ontvangen zijn, mits:
Taal: om te kiezen in welke taal de berichten op
het display verschijnen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider.
• De telefoon in de standby-stand staat
• De optie Ontvangen op Uitzetten staat
• Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst
De volgende opties zijn beschikbaar:
Ontvangen bericht lezen: lezen van het eerste
bericht. Niet opslaan toont de berichten van het
netwerk, maar deze worden gewist zodra de
telefoon wordt uitgezet. Met de toetsen
en
kunt u door het bericht bladeren. Terwijl u een
bericht leest, kunt u op de functietoets Opslaan
drukken om het bericht in het postvak Bewaren op
te slaan, zodat u het later nog eens kunt lezen.
Ontvangen: om het ontvangen van berichten in of
uit te schakelen.
Kanalen: hier kunt u aangeven van welke kanalen
u info-berichten wilt ontvangen. De volgende opties
zijn beschikbaar:
Kiezen: hier kunt u kanalen in de lijst in- of
uitschakelen door deze AAN of UIT te zetten. Een
geselecteerd kanaal is aangevinkt.
Toevoegen: voor het toevoegen van een nieuwe
kanaal-ID en kanaalnaam.
Wissen: om een kanaal uit de lijst te verwijderen.
Wijzigen: voor het wijzigen van een kanaal-ID en
kanaalnaam van een bestaand kanaal.
72
73
Oproepen lijst
Oproepen lijst
Via dit menu kunt u:
• Gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen
bekijken
• Nagaan hoe lang een gesprek geduurd heeft
• Nagaan wat de gesprekskosten zijn
te
Opmerking: Door in de standby-stand op
drukken, krijgt u toegang tot alle drie
de soorten oproepen.
Gemist
(Menu 2.1)
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar,
getoond, samen met de datum en tijd waarop de
oproep werd ontvangen. Door op de functietoets
Opties te drukken, kunt u:
• Het nummer uit de lijst verwijderen
• Het nummer, wanneer dit getoond wordt,
wijzigen en in de telefoonlijst opslaan
U kunt het nummer ook bellen door op de toets
te drukken.
Inkomend
(Menu 2.2)
Met deze optie kunt de laatste 20 binnengekomen
gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar,
getoond, samen met de datum en tijd waarop de
oproep werd ontvangen. Door op de functietoets
Opties te drukken, kunt u:
• Het nummer uit de lijst verwijderen
• Het nummer, wanneer dit getoond wordt,
wijzigen en in de telefoonlijst opslaan
Uitgaand
(Menu 2.3)
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers zien.
Het nummer en de naam worden weergegeven,
samen met de datum en tijd waarop de oproep
werd gedaan. Door op de functietoets Opties te
drukken, kunt u:
• Het nummer verwijderen
• Het nummer wijzigen en in de telefoonlijst
opslaan
U kunt het nummer ook bellen door op de toets
te drukken.
Alles wissen
(Menu 2.4)
U kunt alle nummers die tot een bepaalde soort
oproepen behoren in één keer verwijderen.
Om…
Drukt u op de…
Het type oproepen te
selecteren dat u wilt
wissen
Toets
of
, en
daarna op de
functietoets AAN.
De selectie te annuleren Functietoets UIT.
Alle oproepen van het
geselecteerde type te
wissen
Functietoets Wissen.
Wanneer om een bevestiging wordt gevraagd, drukt
u op de functietoets Ja.
U kunt het nummer ook bellen door op de toets
te drukken.
74
75
Oproepen lijst
Gesprektellers
Oproepen lijst
(Menu 2.5)
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
Opmerking: De werkelijke duur van uw gesprekken
op de rekening van uw provider kan iets
afwijken, bijvoorbeeld door de afronding
die bij het factureren wordt gehanteerd.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Laatste oproep: duur van het laatste gesprek.
Alle uitgaande oproepen: duur van alle
uitgaande gesprekken sinds de teller voor het laatst
op nul is gezet.
Alle inkomende oproepen: duur van alle
binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het
laatst op nul is gezet.
Max. kosten: maximale kosten, ingesteld met de
optie Max. kosten instellen (zie hieronder).
Tellers op nul: optie voor het op nul zetten van de
kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie
pagina 126). Daarna drukt u op de functietoets OK.
Max. kosten instellen: optie om de maximale
kosten voor uw gesprekken in te stellen. U moet
eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 126). Daarna
drukt u op de functietoets OK.
Prijs per tik: optie voor het instellen van de kosten
per tik. Met deze prijs per eenheid worden de
gesprekskosten berekend. U moet eerst uw PIN2
invoeren (zie pagina 126). Daarna drukt u op de
functietoets OK.
Tellers op nul: voor het opnieuw instellen van de
gesprekteller. U moet eerst het wachtwoord van uw
toestel invoeren (zie pagina 124). Daarna drukt u
op de functietoets OK.
Kostentellers*
(Menu 2.6)
Met deze functie kunt u de gesprekskosten
bekijken. Wanneer uw SIM-kaart deze functie niet
ondersteunt, wordt deze optie niet getoond.
De volgende tellers zijn beschikbaar:
Kosten laatste oproep: kosten van het laatste
gesprek.
Totale kosten: totale kosten van alle gesprekken
sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de
totale kosten de maximumkosten, instelbaar met
de optie Max. kosten instellen, overschrijden,
kunt u geen gesprekken meer voeren tot u de teller
op nul hebt gezet.
* Wordt alleen getoond als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
76
77
Geluid opties
Geluid opties
Via het menu Geluidopties kunt u de volgende
instellingen aanpassen:
Type belsignaal
• Melodie beltoon, volume en type belsignaal
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
moet waarschuwen bij een binnenkomend gesprek.
• Geluiden bij het indrukken van de toetsen,
foutieve invoer en bij het ontvangen van
berichten
De volgende opties zijn beschikbaar:
Opmerking: Als de telefoon in de stille modus staat
(zie pagina 28), kunt u de
geluidinstellingen niet wijzigen.
Beltoon
(Menu 3.3)
Alleen lampje: het display licht op, de telefoon
gaat niet over en trilt niet.
Melodie: de telefoon gaat over met de beltoon die
u hebt ingesteld in het menu Beltoon (Menu 3.1);
zie pagina 78.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
(Menu 3.1)
Met deze optie kunt u de gewenste beltoon kiezen.
Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en
gaat daarna over.
U kunt uit een groot aantal verschillende melodieën
kiezen. De gekozen melodie wordt enkele seconden
afgespeeld. Als u via internet of het programma
EasyGPRS beltonen of melodieën hebt gedownload,
worden deze in de lijst van dit menu opgenomen.
Toetstoon
Belvolume
(Menu 3.4)
Met deze optie kunt u kiezen welke toon u hoort bij
het indrukken van een toets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
(Menu 3.2)
Uit: het toetsgeluid is uitgeschakeld.
Met deze optie kunt u het belvolume instellen.
U kunt kiezen uit vijf niveaus.
Gebruik hiervoor de toetsen
en
toetsen
en links op de telefoon.
of de
Rustig: de toets die wordt ingedrukt geeft een
helder geluid.
Piano: de toetsen laten bij het indrukken
verschillende tonen van de toonladder horen.
Toon: alle toetsen geven bij het indrukken een
ander geluid.
Oproeptoon: alle toetsen geven bij het indrukken
hetzelfde geluid.
78
79
Geluid opties
Berichttoon
Geluid opties
(Menu 3.5)
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 3.6)
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend bericht.
Via dit menu kunt u het geluid dat de telefoon
maakt bij het in- en uitschakelen aan- of uitzetten.
SMS-toon (Menu 3.5.1)
De volgende opties zijn beschikbaar:
Met deze optie kunt u instellen hoe de telefoon u
waarschuwt bij een binnenkomend SMS-bericht.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend bericht.
Alleen lampje: het lampje links bovenop de
telefoon gaat knipperen.
Uit: bij het in- en uitschakelen van de telefoon
hoort u geen melodie.
Klassiek: bij het in- en uitschakelen van de
telefoon hoort u de standaard melodie.
Vrolijk: bij het in- en uitschakelen van de telefoon
hoort u een vrolijke melodie.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Enkele beep: bij een binnenkomend SMS-bericht
gaat de telefoon één keer over.
SMS-toonX: de telefoon gaat over met de door u
geselecteerde SMS-toon.
Infoberichttoon (Menu 3.5.2)
Met deze optie kunt u kiezen hoe de telefoon
aangeeft dat een nieuw info-bericht is ontvangen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: de telefoon geeft geen signaal bij een
binnenkomend info-bericht.
Alleen lampje: het lampje links bovenop de
telefoon gaat knipperen.
Trillen: de telefoon trilt, maar gaat niet over.
Enkele beep: bij een binnenkomend infobericht
gaat de telefoon één keer over.
InfoberichttoonX: de telefoon gaat over met de
door u geselecteerde Infobericht-toon.
80
81
Geluid opties
Telefoon opties
Andere tonen
(Menu 3.7)
Met deze optie kunt u diverse andere tonen die door
de telefoon worden gebruikt aanpassen.
U kunt de instelling van veel functies op uw telefoon
aan uw eigen voorkeur aanpassen. U roept deze
functies op via het menu Telefoon opties.
Infrarood aan
(Menu 4.1)
Om een toon...
Drukt op de…
AAN te zetten
Functietoets AAN.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van
uw telefoon data en faxberichten verzenden en
ontvangen. Om de infraroodverbinding te kunnen
gebruiken, moet u het volgende doen:
UIT te zetten
Functietoets UIT.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
• De IrDA-compatibele infraroodpoort van uw pc
configureren en aanzetten.
Fouttoon: hier kunt u instellen of de telefoon een
signaal moet geven bij een ongeldige invoer.
Minutenteller: met deze optie kunt u instellen of
de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere
minuut een piepje moet geven om de gespreksduur
aan te geven.
Verbindingstoon: geeft aan of de telefoon een
signaal moet geven wanneer u verbonden bent met
het netwerk.
• Zorg ervoor dat de infraroodpoort van uw
telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van
uw pc.
Infrarood
poort
15
De volgende opties zijn beschikbaar:
• De infraroodfunctie van uw telefoon aanzetten.
Het infraroodsymbool ( ) verschijnt op de
bovenste regel van het display.
Infrarood
poort
U kunt nu gegevens uitwisselen tussen de pc en
uw telefoon.
Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is
aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
Opmerking: U krijgt de beste resultaten wanneer u
gebruik maakt van een datakabel (optie).
Deze is verkrijgbaar bij uw Samsung
dealer.
82
83
Telefoon opties
Telefoon opties
Voorkeurinstellingen
(Menu 4.2)
U kunt de afbeelding op de achtergrond en het in
het display gebruikte kleurenschema aan uw
voorkeuren aanpassen.
Achtergrond
(Menu 4.2.1)
Met deze optie kunt u de afbeelding kiezen die in de
stand-by stand als achtergrond wordt gebruikt.
U kunt de achtergrond als volgt wijzigen:
1. Blader met de toets
afbeeldingen.
of
door de lijst met
U kunt kiezen uit een aantal standaard
afbeeldingen. U kunt ook een lege achtergrond
of via internet of het programma EasyGPRS
gedownloade afbeeldingen selecteren.
2. Als de gewenste afbeelding is geselecteerd,
drukt u op de functietoets Kies.
De geselecteerde afbeelding wordt getoond.
3. Wilt u deze afbeelding als achtergrond
selecteren, druk dan op de functietoets Kies.
(Menu 4.2.3)
Via deze menuoptie kunt u de telefoon zo instellen
dat de toetsen automatisch worden geblokkeerd
wanneer een bepaalde periode geen toets is
ingedrukt. Hiermee kunt u voorkomen dat per
ongeluk toetsen wordt ingedrukt.
U kunt deze functie inschakelen door aan te geven
hoelang de telefoon moet wachten voordat de
toetsen worden geblokkeerd.
Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u
Uit.
Opmerking: U kunt de toetsen ook handmatig
blokkeren. Meer informatie hierover
vindt u op pagina 21.
Begroeting
(Menu 4.3)
Met deze optie kunt u kort een begroeting laten
verschijnen bij het aanzetten van de telefoon.
Wanneer u deze menukeuze selecteert, wordt de
huidige begroeting getoond.
Druk op de…
U wilt...
Druk op de…
De huidige datum en tijd
bovenaan de afbeelding
in het display weer te
geven
Functietoets Ja.
De bestaande
begroeting wissen
Toets
en houd deze
ingedrukt tot het bericht is
verwijderd.
Alleen de afbeelding
weer te geven
Functietoets Nee.
4. Om...
Menustijl
(Menu 4.2.2)
Met deze optie kunt u instellen hoe het menu wordt
weergegeven. U kunt Onder elkaar of
Ingezoomd kiezen.
84
Auto toetsblokkering
Een nieuwe
Juiste alfanumerieke toetsen.
begroeting invoeren
Een andere
tekstinvoerstand
kiezen
Functietoets
.
Zie pagina 42 voor meer informatie over het
intoetsen van tekst.
85
Telefoon opties
Telefoon opties
Eigen nummer
(Menu 4.4)
Hiermee kunt u:
• Een naam aan uw eigen telefoonnummer
toekennen
• De naam en het nummer wijzigen
Deze functie is een geheugensteuntje dat u kunt
gebruiken om uw eigen telefoonnummers te
controleren.
Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet
doorgevoerd op uw SIM-kaart.
Taal
(Menu 4.5)
Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als de taalkeuze
op Automatisch is ingesteld, wordt automatisch de
taal van de SIM-kaart gekozen.
PIN-controle
(Menu 4.6.1)
Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN-code weten.
Opmerking: Voordat de PIN-controle uitgeschakeld
kan worden, moet u uw PIN-code
intoetsen.
Wilt u uw PIN-code wijzigen, kijk dan bij menuoptie PIN wijzigen (Menu 4.6.2).
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Aanzetten: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN-code intoetsen.
PIN wijzigen
(Menu 4.6.2)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot:
Met deze functie kunt u uw huidige PIN-code
veranderen. De PIN-controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN-code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN-code kunt
instellen.
• Door u gekozen personen
• Door u gekozen soorten gesprekken
Als u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Beveiliging
(Menu 4.6)
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende hoofdstukken beschreven (zie tevens
de pagina’s 124-127).
Toestel blokkeren
(Menu 4.6.3)
Als de functie Toestel blokkeren is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Wilt u het wachtwoord van uw
telefoon wijzigen, kijk dan op pagina 88 bij
Wachtwoord wijzigen (Menu 4.6.4).
86
87
Telefoon opties
Telefoon opties
Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de
telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Aanzetten: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Wachtwoord wijzigen
(Menu 4.6.4)
Hiermee kunt u uw wachtwoord wijzigen. U moet
het huidige wachtwoord ingeven voordat u een
nieuw kunt ingeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Als u een nieuw wachtwoord hebt
ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
SIM blokkeren
(Menu 4.6.5)
FDN-modus
(Menu 4.6.6)
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-modus
ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken
beperken tot een bepaald aantal nummers.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: u kunt elk nummer bellen.
Aanzetten: u kunt alleen nummers bellen die in de
telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code
intoetsen.
Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Zie menu-optie PIN2 wijzigen (Menu 4.6.7)
hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code.
PIN2 wijzigen
(Menu 4.6.7)
Met deze functie kunt u uw PIN2-code veranderen.
U moet uw huidige PIN2-code intoetsen voordat u
een nieuwe kunt invoeren.
Als de functie SIM blokkeren is ingeschakeld, werkt
uw telefoon alleen met de huidige SIM-kaart.
U moet dan eerst de SIM-code intoetsen.
Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingetoetst, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Als u de code voor blokkeren hebt ingetoetst, moet
u deze ter bevestiging nogmaals invoeren.
Opmerking: Niet alle SIM-kaarten beschikken over
PIN2. Bij een SIM-kaart zonder PIN2
verschijnt deze optie niet.
Om de SIM-blokkering op te heffen, moet u de
SIM-code intoetsen.
88
89
Telefoon opties
Telefoon opties
Display-instellingen
Helderheid
(Menu 4.7)
(Menu 4.7.1)
Via deze menukeuze kunt u de helderheid van het
display wijzigen, zodat u dit ook bij weinig of juist
veel licht kunt aflezen.
U kunt de helderheid als volgt aanpassen:
1. Wijzig met de toetsen
en
of de toetsen
en
links op de telefoon de helderheid.
2. Als de instelling naar wens is, drukt u op de
functietoets OK.
Verlichting
(Menu 4.7.2)
Met deze optie kunt u de verlichting aan- of
uitzetten. Uitzetten levert een kleine toename van
de standby- en beltijd op.
U kunt hier ook instellen hoe lang de verlichting aan
moet blijven. De verlichting gaat aan wanneer u op
een willekeurige toets drukt of een oproep of
bericht ontvangt. Vervolgens gaat dit uit en wordt
overgeschakeld op de digitale klok. Dit is om de
batterij te sparen.
Wilt u de verlichting uitschakelen, selecteer dan Uit.
Standby-lampje
(Menu 4.7.3)
Met deze optie kunt u instellen of u het standbylampje
linksboven op de telefoon wilt gebruiken en de kleur
selecteren waarin het knippert.
Kies een van de zeven kleuren. Het standby-lampje
knippert in de gekozen kleur als de telefoon
gebruiksklaar is.
Als u het standby-lampje niet wilt gebruiken, kunt u
dit uitschakelen door Uit te selecteren.
90
Logo provider
(Menu 4.7.4)
Met deze optie kunt u instellen dat in plaats van de
naam van de provider zijn logo wordt afgebeeld.
Aan: in de standby-stand wordt het provider-logo
dat in uw telefoon is opgeslagen getoond. Als geen
logo is opgeslagen, wordt de naam van de provider
weergegeven.
Uit: in de standby-stand wordt de naam van de
provider getoond.
Extra instellingen
(Menu 4.8)
Via dit menu kunt u de opties Nummer herhalen en
Elke toets antwoorden aan- en uitzetten.
Om een functie...
Drukt u op de…
AAN te zetten
Functietoets AAN.
Voor de optie wordt een
vinkje gezet.
UIT te zetten
Functietoets UIT.
Het vinkje voor de optie
verdwijnt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Nr. herhalen: als deze optie aan staat, probeert de
telefoon na een mislukte poging maximaal 10 keer
het laatste nummer opnieuw te bellen.
Opmerking: De tijd tussen twee pogingen kan
variëren.
Elke toets antw.: als deze optie geselecteerd is,
kunt u een gesprek aannemen door op een
willekeurige toets te drukken, met uitzondering van
de toetsen
en
en de functietoets
Weiger. Om een oproep te weigeren, drukt u op de
toets
of de functietoets Weiger.
Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u een
gesprek alleen aannemen door op de toets
of de
functietoets Opnemen te drukken.
91
Telefoon opties
Sneltoets
(Menu 4.9)
U kunt de navigatietoetsen als sneltoetsen gebruiken.
Als ze in de standby-stand worden ingedrukt, kunt u
daarmee direct naar een bepaalde menu-optie gaan.
U kunt de navigatietoetsen als volgt als sneltoetsen
instellen:
1. Selecteer door op de toets
of
te drukken
de toets die u als sneltoets wilt gebruiken en
druk daarna op de functietoets Kies.
Toets
Toets
Toets
Toets
omhoog ( )
omlaag ( )
rechts ( )
links ( )
2. Kies door op
of
te drukken het menu dat
u aan de toets wilt toekennen.
Opmerking: Als u een toets niet (meer) als
sneltoets wilt gebruiken, selecteert u
Geen.
3. Druk op de functietoets Kies om uw instelling op
te slaan.
Reset instellingen
(Menu 4.10)
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaard (fabrieks) instellingen. Dit doet u
als volgt:
1. Selecteer de optie Reset instellingen.
2. Voer het juiste 8-cijferige wachtwoord van uw
telefoon in en druk op de functietoets OK.
Opmerking: Het wachtwoord is in de fabriek
ingesteld op 00000000. Wilt u het
wachtwoord wijzigen, kijk dan op
pagina 88.
92
Organizer
Met deze functie kunt u:
• De kalender bekijken en afspraken bijhouden
• Een lijst opstellen met afspraken of acties die u
niet mag vergeten
• De huidige datum en tijd instellen
• Het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat (bijvoorbeeld om u aan
een afspraak te herinneren)
• De telefoon gebruiken om eenvoudige
rekenkundige of bewerkingen uit te voeren of een
wisselkoers te berekenen.
Kalender
(Menu 5.1)
Met de optie Agenda kunt u:
• De kalender bekijken
• Bij de desbetreffende data agendaregels maken
met informatie over afspraken, vergaderingen,
verjaardagen, enz. en desgewenst een alarm af
laten gaan
De kalender bekijken
De kalender verschijnt als u het menu Kalender
(Menu 5.1) kiest. Als u op de functietoets Opties
drukt, kunt u kiezen uit de volgende opties.
Alles zoeken: alle ingevoerde agendaregels
worden getoond, te beginnen met de oudste. U
kunt met de toets
of
door de agendaregels
lopen.
Alles wissen: om alle agendaregels te
verwijderen. Voordat de agendaregels worden
gewist, wordt om een bevestiging gevraagd.
Ga naar datum: om direct naar een bepaalde
datum te gaan.
Afsluiten: hiermee verlaat u de agendafunctie en
gaat u terug naar de standby-stand.
93
Organizer
Organizer
Agendaregel ingeven
Agendaregel wijzigen
Om een agendaregel bij een bepaalde datum aan te
maken of te wijzigen:
Als u een dag kiest waarvoor een agendaregel is
ingegeven, wordt de laatste agendaregel voor die
dag getoond.
1. Kies met de navigatietoetsen de gewenste
kalenderdatum.
of
links op
Opmerking: Door op de toetsen
de telefoon te drukken, kunt u naar
een vorige of volgende maand gaan.
2. Druk op de functietoets Kies.
Er verschijnt een leeg scherm waar u uw
agendaregel kunt ingeven.
3. Geef uw agendaregel in en druk op de
functietoets OK.
Opmerking: Zie pagina 42 voor meer informatie
over het intoetsen van tekst.
U wordt gevraagd of u het alarm wilt instellen.
4. Druk op de functietoets Ja als u wilt dat het
alarm op de betreffende dag afgaat.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee.
5. Indien u op Ja hebt gedrukt, stelt u de tijd voor
het alarm in en drukt u op OK.
U kunt ook de melodie voor het alarm selecteren
door op de functietoets Melodie te drukken.
Bij meer agendaregels voor een bepaalde dag kunt
u met de toetsen
en
door de agendaregels
bladeren.
U kunt een nieuwe agendaregel voor die dag
toevoegen, door op de functietoets Nieuw te
drukken.
Als u op de functietoets Opties drukt, zijn de
volgende extra opties beschikbaar.
Wijzigen: hiermee kunt u de tekst van een
agendaregel wijzigen.
Alarm: instellen van het alarm voor een bepaalde
dag. Als al een alarm is ingesteld, kunt u dit
wijzigen of verwijderen.
Wissen: verwijderen van de agendaregel.
Kopiëren naar: agendaregel kopiëren naar een
andere datum en/of tijd.
Verplaatsen naar: datum en/of tijd van de
agendaregel wijzigen.
De kleur van de datum wijzigt in groen, wat
aangeeft dat voor deze datum een agendaregel
is ingevoerd.
94
95
Organizer
Actielijst
Organizer
(Menu 5.2)
Hiermee kunt u:
• Een lijst opstellen met actiepunten of taken die u
uit moet voeren
• Prioriteit en deadline aan ieder actiepunt
toekennen
• De bestaande actiepunten op prioriteit en status
sorteren
Actielijst maken
1. Druk op de functietoets Nieuw.
2. Geef de eerste actie in.
Opmerking: U heeft de beschikking over
40 posities. Zie pagina 42 voor meer
informatie over het intoetsen van
tekst.
Actielijst wijzigen
Als er al actiepunten in de actielijst zijn opgenomen
wanneer u de menu-optie Actielijst (Menu 5.2)
selecteert, wordt de inhoud daarvan getoond,
inclusief informatie over de status van afhandeling
en de prioriteit (
= hoog,
= normaal
en
= laag ).
De volgende opties zijn beschikbaar:
U wilt...
Detailinformatie • Selecteer het actiepunt.
van een
• Druk op de functietoets Kies.
actiepunt
• Blader zo nodig met de toetsen
bekijken
en
naar de gewenste
taak.
De status van
een actiepunt
wijzigen
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de toets
om aan te
geven dat het actiepunt op de
huidige tijd en datum is
afgehandeld.
of
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Selecteren.
• Kies de gewenste status
(Afgehandeld of Niet
afgehandeld).
Een nieuw
actiepunt
toevoegen
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Nieuw.
• Geef de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt in.
Een bestaand
actiepunten
wijzigen
•
•
•
•
3. Druk op de functietoets OK.
4. Kies met behulp van de toets
of
de
prioriteit (hoog, normaal of laag) en druk op de
functietoets Kies.
5. Geef de datum in waarop de actie moet zijn
uitgevoerd.
Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de
functietoets Oversl.
6. Druk op de functietoets OK.
96
Doe dan het volgende...
Selecteer het actiepunt.
Druk op de functietoets Opties.
Kies de optie Wijzigen.
Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel deadline van de actie.
97
Organizer
Organizer
Tijd en datum
U wilt...
Doe dan het volgende...
Bestaande
actiepunten op
prioriteit en
status sorteren
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Sorteren.
• Kies het sorteercriterium
(Hoog, Laag, Afgehandeld of
Niet afgenhandeld).
Een actiepunt
kopiëren
Een actiepunt
naar de agenda
kopiëren
Een actiepunt
wissen
•
•
•
•
Selecteer het actiepunt.
Druk op de functietoets Opties.
Kies de optie Kopiëren.
Wijzig de tekst, prioriteit en
eventueel de deadline van het
actiepunt.
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Kopie naar
kalender.
• Wijzig de tekst, prioriteit en
deadline van het actiepunt en
stel eventueel het alarm in.
• Selecteer het actiepunt.
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Wissen.
Alle actiepunten • Druk op de functietoets Opties.
wissen
• Kies de optie Alles wissen.
• Druk op OK om dit te
bevestigen.
De actielijst
verlaten
• Druk op de functietoets Opties.
• Kies de optie Afsluiten.
(Menu 5.3)
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het display
wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich Mean
Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden bekijken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Tijd instellen: hier kunt u de huidige tijd instellen.
Via de menu-optie Indeling tijd (Menu 5.3.4) kunt
u het gewenste formaat instellen.
Opmerking: Voordat u de tijd instelt, moet u via de
menu-optie Wereldtijd (Menu 5.3.3)
de tijdzone instellen.
Datum instellen: met deze optie kunt u dag, maand
en jaar invoeren.
Wereldtijd: met behulp van de toetsen en
kunt u de Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd
in 21 steden bekijken.
In het display verschijnt de volgende informatie:
• Naam van de stad
• Lokale datum en tijd
• Tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en uw
stad (mits u de plaatselijke tijd heeft ingesteld, zie
hieronder) of GMT (standaard)
Het selecteren van uw tijdzone doet u als volgt:
1. Selecteer de stad die correspondeert met uw
tijdzone door zo vaak als nodig op de toets of
te drukken. (Voor Nederland kiest u Parijs.)
U ziet nu de plaatselijke datum en tijd.
2. Druk op de functietoets Stel in.
Indeling tijd: hier kunt het tijdformaat wijzigen in
24 uur of 12 uur.
98
99
Organizer
Alarm
Organizer
(Menu 5.4)
Hiermee kunt u:
• het alarm op een bepaalde tijd af laten gaan
• de telefoon automatisch in laten schakelen als het
alarm afgaat. De telefoon hoeft dus niet aan te
staan op het moment dat het alarm afgaat. De
optie Autom. inschakelen moet in dat geval aan
staan.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Eenmalig: het alarm gaat slechts één keer af en
wordt daarna uitgeschakeld.
Opmerking: Ook als u de toetsen heeft geblokkeerd,
kunt u het alarm uitzetten. Als de via
menuoptie Auto toetsblokkering
(Menu 4.2.3) geselecteerde periode
verstreken is, worden de toetsen weer
geblokkeerd.
Bij het instellen of bekijken van een alarm, zijn de
volgende opties beschikbaar als u op de
functietoets Opties drukt.
Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen.
Alarmsignaal ingesteld: hiermee kunt u de
melodie van het alarm selecteren.
Dagelijks: het alarm gaat iedere dag op dezelfde
tijd af.
Calculator
Wekker: het alarm gaat ‘s morgens af om u te
wekken.
Hiermee kunt u de telefoon als calculator gebruiken.
De calculator biedt de basis rekenfuncties: optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
(Menu 5.5)
Zo stelt u het alarm in:
1. Ga naar het gewenste alarm.
Calculator gebruiken
2. Geef de tijd in.
3. Druk op de functietoets OK.
1. Geef met behulp van de cijfertoetsen het eerste
cijfer in.
4. Als u bij stap 1 Wekker heeft geselecteerd, stelt
u in of de wekker van Maandag t/m vrijdag of
van Maandag t/m zaterdag af moet gaan.
2. Druk op de rechter functietoets tot het gewenste
rekenkundige symbool verschijnt: + (optellen),
– (aftrekken), * (vermenigvuldigen), / (delen).
Alarm uitzetten: om het alarm uit te schakelen.
3. Geef het tweede cijfer in.
Autom. inschakelen: als bij deze optie is gekozen
voor Aanzetten, gaat het alarm op de ingestelde
tijd af, ook als de telefoon is uitgeschakeld.
4. Herhaal zo vaak als nodig de stappen 1 tot en
met 3.
Opmerkingen:
• Om een onjuiste invoer te wissen en het display leeg
te maken, drukt u op de toets
.
• Om een decimaal of een haakje in te voeren, drukt u
op de linker functietoets tot het gewenste symbool
verschijnt.
Als deze menu-optie op Uitzetten staat en de
telefoon op de ingegeven tijd is uitgeschakeld, gaat
het alarm niet af.
Wanneer het alarm afgaat, kunt u dit uitzetten door
op de functietoets Afsluiten of de toets
te
drukken.
100
5. Druk op de toets
berekening.
voor het uitvoeren van de
101
Organizer
Netwerk diensten
Valutabeurs
Met deze menukeuze kunt u buitenlandse valuta
omrekenen.
De hieronder behandelde menufuncties zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider
voor de beschikbaarheid en een abonnement op
deze diensten.
1. Geef de huidige wisselkoers van de bronvaluta in
en druk op de functietoets OK.
Doorschakelen
(Menu 5.6)
U kunt een decimale punt invoegen door op de
toets
te drukken.
2. Geef het bedrag in dat u wilt omrekenen en druk
op de functietoets OK.
Getoond worden, het ingegeven bedrag in uw
eigen valuta en het equivalent in de vreemde
valuta.
3. Druk op de functietoets Afsluiten om deze
functie af te sluiten.
(Menu 6.1)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
Voorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als op
vakantie bent.
Gesprekken doorschakelen kan op de volgende
manieren:
Alles doorschakelen: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Geen gehoor: gesprekken worden doorgeschakeld
als u de telefoon niet opneemt.
Niet bereikbaar: gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw
provider bevindt.
Alles opheffen: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
• Alleen spraak oproepen
• Alleen fax oproepen
• Alleen data oproepen
102
103
Netwerk diensten
Netwerk diensten
U kunt de doorschakelopties als volgt instellen:
1. Selecteer de gewenste doorschakeloptie door op
de toets
of
te drukken tot de gewenste
optie verschijnt en druk dan op de functietoets
Kies.
2. Selecteer het soort oproep dat u door wilt
verbinden, door op de toets
of
te drukken
tot de gewenste optie verschijnt en druk dan op
de functietoets Kies.
De huidige instelling wordt getoond. Als de optie
al is ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar
de gesprekken worden doorgeschakeld.
(Menu 6.2)
Met dezenetwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
Gesprekken blokkeren kan op de volgende
manieren worden ingesteld.
Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal: u kunt geen internationale
gesprekken voeren.
Druk op de…
Intern. behalve thuisland: in het buitenland kunt
u alleen gesprekken voeren binnen dat land en naar
het land van uw eigen provider.
Gesprekken
doorschakelen
aanzetten.
Functietoets Activeren.
Ga naar stap 4.
Alle inkomende: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Het doorschakelnummer wijzigen
Functietoets Wijzig.
Ga naar stap 4.
Gesprekken
doorschakelen
annuleren
Functietoets Uitzetten.
3. U wilt...
4. Toets het nummer in waarnaar de gesprekken
moeten worden doorgeschakeld en druk op OK.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op
tot het teken +
verschijnt.
5. Als u de optie Geen gehoor heeft geselecteerd,
stelt u in hoelang de telefoon moet overgaan
voordat de oproep wordt doorgeschakeld en drukt
u op de functietoets Kies.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door
de optie Alles opheffen te kiezen.
104
Blokkeren
Inkomend buiten bereik: buiten het servicegebied
van uw eigen provider kunt u geen gesprekken
ontvangen.
Alles opheffen: u heft alle blokkeerinstellingen op;
u kunt gewoon gesprekken voeren en ontvangen.
U kunt de volgende soorten gesprekken blokkeren:
• Alleen spraak oproepen
• Alleen fax oproepen
• Alleen data oproepen
U kunt de blokkeeropties als volgt instellen:
1. Selecteer de gewenste blokkering door op de
toets
of
te drukken tot de gewenste optie
verschijnt en druk dan op de functietoets Kies.
2. Selecteer welk soort oproepen u wilt blokkeren
door op de toets
of
te drukken tot de
gewenste optie verschijnt en druk dan op de
functietoets Kies.
105
Netwerk diensten
Netwerk diensten
Wisselgesprek
3. Druk op de functietoets Aanzetten om uw
keuze te bevestigen.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
(Menu 6.3)
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek/wachtstand afzonderlijk instellen:
• Alleen spraak oproepen
• Alleen fax oproepen
• Alleen data oproepen
Het annuleren van een blokkeerinstelling doet u als
volgt:
1. Kies de blokkeerinstelling die geannuleerd moet
worden.
2. Kies het soort gesprek waarvoor deze blokkering
is ingesteld.
3. Druk op de functietoets Uitzetten.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U kunt ook alle blokkeringen annuleren door de
optie Alles opheffen te kiezen.
Zo stelt u de wisselgesprekopties in:
1. Kies het type oproep waarvoor u wisselgesprek
wilt instellen door op de toets
of
te
drukken tot de gewenste keuze is gemarkeerd
en daarna op de functietoets Kies te drukken.
Op het scherm ziet u of de optie Wisselgesprek
aan of uit staat.
2. U kunt deze optie naar keuze aan- of uitzetten
met de functietoetsen Aanzetten en Uitzetten.
Om naar het vorige scherm te gaan, drukt u op
de functietoets Afsluiten.
U kunt ook alle instellingen voor een wisselgesprek
annuleren door de optie Alles opheffen te kiezen.
Blokkeerwachtwoord wijzigen: met deze optie
kunt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw
provider hebt gekregen instellen of veranderen. U
moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u
een nieuw kunt ingeven.
Als u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet
u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen.
106
107
Netwerk diensten
Netwerk kiezen
Netwerk diensten
(Menu 6.4)
Nr.weergave
(Menu 6.5)
Om aan te geven of het netwerk tijdens roaming
automatisch of handmatig moet worden gekozen,
doet u het volgende.
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
Opmerking: U kunt een ander netwerk alleen kiezen
als dit een roamingcontract met uw
eigen provider heeft afgesloten.
Opmerking: Bij sommige providers kunt u deze
instelling niet wijzigen.
U kunt deze instelling als volgt wijzigen:
Standaard: de telefoon gebruikt de standaardinstelling van uw provider.
Nr. verbergen: uw nummer verschijnt niet op een
andere telefoon.
Nr. weergeven: uw nummer verschijnt wel op een
andere telefoon.
1. Als Netwerk kiezen verschijnt, drukt u op de
functietoets Kies.
2. Druk op de toets
of
tot de gewenste optie
verschijnt en druk dan op de functietoets OK.
Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roamingnetwerk.
Als u Zelf zoeken kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 3.
3. Druk op de toets
of
tot het gewenste
netwerk verschijnt en druk dan op de
functietoets OK.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Gebr.groepen
(Menu 6.6)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende en
uitgaande gesprekken beperken tot een bepaalde
groep gebruikers. U kunt gebruik maken van
maximaal 10 gebruikersgroepen.
Neem contact op met uw provider voor meer details
over het opzetten, activeren en gebruiken van een
gesloten gebruikersgroep.
Voorbeeld: Een bedrijf leent SIM-kaarten aan
werknemers en wil de uitgaande
gesprekken beperken tot leden van
hetzelfde team.
Als u het menu Gebr.groepen selecteert, kunt u
de instellingen voor de gesloten gebruikersgroep
vastleggen. Nadat u op de functietoets Kies hebt
gedrukt, kunt u de volgende opties kiezen.
Groepen: hier kunt u de indexnummers voor een
gebruikersgroep noteren, toevoegen of
verwijderen.
108
109
Netwerk diensten
Funbox
De huidige lijst van indexen verschijnt. Voeg een
nieuwe index toe (op advies van uw provider) of
verwijder een geselecteerde groep.
Spelletjes
U wilt...
Druk op de…
Door de
bestaande
indexen bladeren
Toets
Index toevoegen
Functietoets Opties, kies de
optie Toevoegen en geef de
index in.
of
Het menu Funbox biedt diverse spelletjes.
.
(Menu 7.1)
U kunt met uw telefoon twee spelletjes spelen.
Kies met de toetsen
en
het gewenste spel en
druk op de functietoets Kies. Meer bijzonderheden
over het spel vindt u in de on-line help-informatie.
Bij ieder spel zijn de volgende opties beschikbaar.
New Game: hiermee start u een nieuw spel.
Index verwijderen
Functietoets Opties en kies
de optie Wissen.
High Score: hiermee kunt u de topscorelijst
bekijken.
Index activeren
Functietoets Opties en kies
de optie Aanzetten.
Key Info: geeft informatie over de functies van de
toetsen in het spel.
Buiten groep OK: hiermee kunt u gesprekken met
nummers buiten de gebruiksgroep toestaan of
verbieden. Deze functie is afhankelijk van uw
abonnement. Neem contact op met uw provider.
Standaard groep: u kunt bij een provider een
standaard groep instellen. Hierna kunt u de optie
Standaard groep activeren. Als u gaat bellen,
kunt u kiezen voor de standaard gebruikersgroep in
plaats van deze uit de lijst te kiezen.
Uitzetten: beëindigt deze functie. Dit menu
verschijnt alleen als er een standaard groep is
ingeschakeld of als er een index is geselecteerd.
110
Continue: hiermee kunt u een eerder opgeslagen
spel voortzetten. Deze optie is alleen beschikbaar
wanneer u een spel eerder heeft opgeslagen.
Om…
Drukt u op de…
Het spel te pauzeren of
voort te zetten
Toets
Het spel te verlaten
Toets
.
.
Als u bij het einde van het spel een score heeft
behaald die tot de Top 5 behoort, kunt u een naam
van maximaal 10 posities ingeven.
111
Funbox
Funbox
WAP browser
(Menu 7.2)
Uw telefoon is voorzien van een WAP (Wireless
Application Protocol) browser, waarmee u gebruik
kunt maken van het draadloze web.
Starpagina
(Menu 7.2.1)
U wilt...
Doe dan het volgende...
Terug naar de
startpagina
Selecteer Startpagina; op
pagina 114 vindt u meer
informatie over deze optie.
De tekstinvoerstand Druk zo vaak als nodig op de
wijzigen
toets
.
Een spatie invoegen Druk op de toets
Via deze optie kunt u uw telefoon verbinden met het
netwerk en de startpagina van uw WAP provider laden.
De inhoud van de WAP browser startpagina is
afhankelijk van uw Wireless Web service provider.
U kunt met de toetsen
en
door de pagina lopen.
Opmerking: Om vanuit een andere pagina terug te
keren naar deze startpagina, kiest u de
optie Startpagina. Meer informatie
over de menu's van de WAP browser
vindt u op pagina 112.
.
➀ Zet de cursor rechts van de te
corrigeren tekst.
➁ Druk zo vaak als nodig op de
toets
.
➂ Toets de juiste tekens in.
Opmerking: Meer informatie over de tekstinvoerstanden vindt u op pagina 42.
WAP browser sluiten
U kunt de browser op ieder gewenst moment
afsluiten door op de toets
te drukken.
Navigatie
U wilt...
Tekst wijzigen
Doe dan het volgende...
Door de opties
Druk op de toets
of
tot
bladeren en browser het symbool
de gewenste
opties kiezen
optie aangeeft of de optie
gemarkeerd wordt
weergegeven. Druk vervolgens
op de functietoets OK.
Een optie met een
bepaald nummer
kiezen
Druk op de betreffende
cijfertoets.
Teruggaan naar de
vorige pagina
Druk op de functietoets Terug
of op de toets
.
Menuopties browser selecteren en
gebruiken
U kunt uit verschillende menu-opties kiezen wanneer
u met de WAP browser over het Wireless Web surft.
Voor het openen van een menu-optie doet u het
volgende:
1. Houd de toets
ingedrukt.
Vervolgens wordt een menu getoond.
2. Markeer de gewenste menu-optie met de
toetsen
of
.
3. Bevestig uw keuze door op de functietoets ✓ te
drukken.
112
113
Funbox
4. Kies zo nodig met de toetsen
of
een
vervolgoptie en druk ter bevestiging op de
functietoets ✓.
Opmerking: De inhoud van de menu's hangt af van
uw versie van de WAP browser.
De volgende menuopties zijn beschikbaar.
Terug: hierbij wordt de vorige pagina die u tijdens
deze sessie hebt opgeroepen opnieuw geladen.
Homepagina: keert terug naar uw startpagina,
bijvoorbeeld de homepage van uw Wireless Web
provider.
Afsluiten: via deze menukeuze kunt u de WAP
Browser verlaten.
Toevoegen aan Favorieten: de meeste pagina’s
kunt u aan uw favorieten toevoegen. Daardoor kunt
u deze vanaf iedere internetpagina direct openen.
Favorieten: met deze menukeuze kunt u een
pagina die u aan uw favorieten hebt toegevoegd
direct openen.
Postvak IN: als u deze optie kiest, worden alle
meldingen getoond die u van het web hebt
ontvangen.
Afbeelding opslaan: hiermee kunt u de afbeelding
van de huidige pagina opslaan. U kunt deze
afbeelding vervolgens bekijken via de optie
Afbeeldingen (Menu 7.3.3).
Vernieuwen: haalt de geopende pagina opnieuw op.
Instellingen: deze menukeuze biedt de volgende
mogelijkheden.
Homepagina: met deze functie kunt u uw
Homepagina zelf instellen.
114
Funbox
Proxy: hiermee kunt u de proxy server wijzigen
zonder de huidige WAP sessie te beëindigen.
Circuitvraag: hier kunt u aangeven of u steeds
wanneer er een WAP sessie wordt geopend
geïnformeerd wilt worden.
Als u hiervan een melding wilt krijgen, selecteert u
AAN; in het andere geval selecteert u UIT.
Circuitwachttijd: hier kunt u instellen hoe lang de
telefoon moet proberen verbinding te maken
wanneer er geen reactie komt van het netwerk.
Schuifmodus: hier kunt u instellen op welke wijze de
tekst over het scherm schuift. U kunt kiezen tussen
Blok (bloksgewijs) en Vloeiend.
Schuifsnelheid: hier kunt u de snelheid aangeven
waarmee de telefoon naar de volgende pagina gaat.
U kunt kiezen uit Snel, Normaal en Langzaam.
Time-out toetsaanslag: deze instelling bepaalt na
hoeveel tijd de cursor een positie naar rechts
verschuift nadat in de tekstinvoerstand een toets is
ingedrukt. U kunt kiezen voor Snel, Normaal of
Langzaam.
Beveiliging: toont alle informatie die met
beveiliging te maken heeft, zoals Verbindingsbericht,
Beveiligingsvraag, Huidig certificaat, CA-certificaten
en Encryptie.
Geavanceerd: toont het huidige URL adres en start
de browser opnieuw, zonder deze af te sluiten.
Informatie...: deze menukeuze geeft informatie
over de versie van de:
• WAP Browser software
• Beveiligingsmodule (WAP Identity Module - WIM)
115
Funbox
Funbox
Favorieten
(Menu 7.2.2)
Profielen
(Menu 7.2.4)
Met deze optie kunt u de URL adressen van uw
favoriete websites opslaan. U kunt dit menu
rechtstreeks openen door in de WAP browser de
toets
ingedrukt te houden.
Met deze optie kunt u maximaal vijf proxy servers
voor de WAP browser instellen. Neem voor meer
informatie over het invullen van de diverse velden
contact op met uw provider.
Het opslaan van het adres van een website doet u
als volgt:
Voor iedere server kunt u de volgende variabelen
ingeven.
1. Selecteer een lege locatie en druk op de
functietoets Opties.
2. Geef het adres van de website in en druk op de
functietoets Geef in.
3. Geef een naam voor uw favoriet in en druk op de
functietoets OK.
Nadat u uw favoriet hebt opgeslagen, kunt u door
op de functietoets Opties te drukken de volgende
opties kiezen.
Instelling
Beschrijving
Profielnaam
De naam die u aan uw proxy server
wilt geven.
Adres
startpagina
Het adres van de startpagina die u
voor deze proxy-server wilt
instellen. Wanneer hier al een
startpagina is ingevuld, kunt u deze
desgewenst met de toets
verwijderen en een ander adres
intoetsen.
Beveiliging
Datatransmissie modus. Als u
Veilig selecteert, worden uw
gegevens beschermd tegen
toegang door onbevoegden, dit in
tegenstelling tot Niet veilig.
IP-adres
IP adres van de proxy-server. Dit is
nodig voor verbinding met internet.
Drager
De drager heeft betrekking op het
type netwerk. U kunt GPRS of
Data kiezen.
Ga naar adres: om snel naar de betreffende site te
gaan.
Wijzigen: om het geselecteerde adres te wijzigen.
Wissen: voor het verwijderen van het
geselecteerde adres.
http://
(Menu 7.2.3)
Hier kunt u het URL adres intoetsen van een WAP
site die u wilt bezoeken. U komt direct in dit menu
door tijdens gebruik van de WAP browser de
toets
ingedrukt te houden.
Meer informatie over de tekstinvoerstanden vindt u
op pagina 42.
De overige opties hangen af van de bij Drager
gekozen instelling:
Als bij Drager is gekozen voor Data
Instelling
Beschrijving
Log-in naam
Gebruikersnaam bij PPP server
provider.
Wachtwoord Wachtwoord PPP server.
116
117
Funbox
Funbox
Instelling
Beschrijving
Downloads
Inbelnummer
Telefoonnummer PPP server.
Type dataoproep
Analoog of ISDN.
Met uw WAP browser kunt u vanuit diverse bronnen
MIDlets (Java toepassingen voor mobiele telefoons)
downloaden en in uw telefoon opslaan. Vervolgens
kunt u via het scherm Spelletjes en meer de lijst
met opgeslagen MIDlets bekijken.
Als bij Drager is gekozen voor GPRS
(Menu 7.3)
Instelling
Beschrijving
Opmerking: De beschikbaarheid van Java diensten is
afhankelijk van de provider.
Gebruikersnaam
Gebruikersnaam waarmee u
toegang krijgt tot het GPRS
netwerk.
Spelletjes en meer
Wachtwoord
Wachtwoord waarmee u toegang
krijgt tot het GPRS netwerk.
APN
Inbelnummer van het
toegangspunt dat voor het adres
van de GPRS netwerk gateway
wordt gebruikt.
Opmerking: De instellingen van de proxy-servers
verschillen per internet provider. Vraag
uw provider naar de details.
Wis pagina’s
(Menu 7.2.5)
U kunt het cache-geheugen (het geheugen van de
telefoon waar de laatste webpagina’s tijdelijk
worden opgeslagen) leegmaken.
Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. Wilt u
de informatie niet wissen, druk dan op de
functietoets Nee.
(Menu 7.3.1)
Met deze menu-optie kunt u een MIDlet starten en
toegang krijgen tot diverse menu-opties.
Een MIDlet starten
Het starten van een MIDlet gaat als volgt:
1. In het scherm Downloads selecteert u de optie
Spelletjes en meer.
2. Blader naar de gewenste MIDlet en druk op de
functietoets Starten.
Menu’s gebruiken
Door in het hoofdscherm op de functietoets Menu
te drukken, krijgt u toegang tot de volgende opties:
Info*: toont informatie over de geselecteerde
MIDlet, zoals bestandsgrootte, versie, leverancier
en locatie van het jad bestand (het
beschrijvingsbestand van de MIDlet).
Verwijderen*: verwijdert de geselecteerde MIDlet.
Als de melding verschijnt waarin u om een
bevestiging wordt gevraagd, drukt u op de
functietoets Wissen. Wilt u het bestand niet
verwijderen, druk dan op de functietoets Annuleren.
* Wordt alleen getoond wanneer een MIDlet is gedownload.
118
119
Funbox
Problemen oplossen
Tekst intoetsen
Wanneer u tekst in moet geven, wordt de huidige
tekstinvoerstand in het display getoond. Meer
informatie over de tekstinvoerstanden vindt u op
pagina 42.
Geluiden
(Menu 7.3.2)
In dit menu kunt u de lijst met geluiden die u van
de server gedownload heeft bekijken. Het geluid
dat u gedownload heeft, kunt u als beltoon
selecteren, maar u kunt het niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe beltonen is
dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Bij het aanzetten van de telefoon kunnen
de volgende boodschappen verschijnen
Insert SIM Card (Plaats SIM-kaart)
• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Tst. geblokkeerd Geef wachtwoord
• Het toestel is geblokkeerd. U moet het
wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de
telefoon kunt gebruiken.
Geef PIN
Afbeeldingen
(Menu 7.3.3)
In dit menu kunt u de lijst met afbeeldingen die u
van de server gedownload heeft bekijken. De
afbeelding die u gedownload heeft, kunt u als
achtergrond instellen, maar niet naar andere
telefoons sturen.
Als het geheugen vol is, wordt een waarschuwing
getoond. Het downloaden van nieuwe afbeeldingen
is dan pas mogelijk nadat u andere verwijderd hebt.
• U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
ontvangen.
• De functie PIN-controle is ingeschakeld. Iedere
keer dat de telefoon wordt aangezet, moet de PIN
worden ingegeven. U kunt deze optie
uitschakelen via de menukeuze PIN-controle
(Menu 4.6.1).
Geef PUK
DNS instelling
(Menu 7.3.4)
Het DNS (domeinnaam server)-adres van de Java
server is in de fabriek al ingesteld. Zo nodig moet
dit worden aangepast. Via dit menu kunt u het
vereiste DNS adres ingeven.
120
• Er is 3 keer achter elkaar een verkeerde PIN
ingetoetst. Daarom is uw telefoon nu
geblokkeerd. Toets de PUK in die u van uw
provider hebt gekregen.
121
Problemen oplossen
Problemen oplossen
“Geen netwerk”, “Netwerkfout” of “Niet
uitgevoerd” verschijnt in het display
• De netwerkverbinding is verbroken. U bevindt
zich in een omgeving met zwakke ontvangst
(in een tunnel of tussen gebouwen). Probeer
het opnieuw op een andere locatie.
• U probeert een optie te kiezen waarop u geen
abonnement hebt. Neem voor meer informatie
contact op met uw provider.
U hebt een nummer ingetoetst, maar het
werd niet gebeld
• Hebt u op de toets
gedrukt?
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
Iemand probeert tevergeefs u te bellen
De telefoon geeft waarschuwingssignalen en “**Batterij is** bijna leeg”
knippert op het display
• De batterij is onvoldoende opgeladen. Laad de
batterij op.
Slechte geluidskwaliteit
• Controleer in het display de signaalsterkte (
);
het aantal staafjes geeft aan of de signaalsterkte
sterk (
) of zwak ( ) is. Houd de telefoon in
een andere stand.
• Bevindt u zich in een gebouw, ga dan wat dichter
bij een raam staan.
Een nummer uit de telefoonlijst wordt
niet gebeld
• Controleer met de zoekfunctie of het
telefoonnummer goed is opgeslagen.
• Sla het nummer eventueel opnieuw op.
• Staat uw telefoon aan (
langer dan een
seconde ingedrukt gehouden)?
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien heeft u binnenkomende gesprekken
geblokkeerd.
Uw gesprekspartner hoort u niet
• Hebt u de microfoon uitgeschakeld?
Kunt u met behulp van voornoemde richtlijnen
uw probleem niet oplossen, zorg dan voor:
• Het type en serienummer van uw telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een goede beschrijving van het probleem
En neem contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
• Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond?
De microfoon bevindt zich in het midden aan de
onderkant van de telefoon.
122
123
Toegangscodes
Toegangscodes
Uw telefoon en de SIM-kaart zijn met verschillende
toegangscodes beveiligd. Zij helpen u om
onbevoegd gebruik van de telefoon tegen te gaan.
Als uw telefoon om een van de hieronder
aangegeven codes vraagt, toets die dan in (op het
display verschijnen alleen sterretjes) en druk
daarna op de functietoets OK. Als u een tikfout
maakt, drukt u een of meerdere keren op
tot
het onjuiste teken is gewist en geef dan de rest van
de goede code in.
U kunt de toegangscodes (behalve PUK en PUK2)
wijzigen met de opties van het menu Beveiliging
(Menu 4.6). Zie pagina 86 voor meer
bijzonderheden.
Belangrijk! Gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112, zodat
u niet onbedoeld een alarmnummer
draait.
Wachtwoord telefoon
De blokkeerfunctie gebruikt een wachtwoord om de
telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik.
In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op
00000000.
U wilt...
Zie...
De blokkering activeren/
opheffen
Pagina 87
(Menu 4.6.3).
Uw wachtwoord wijzigen
Pagina 88
(Menu 4.6.4).
PIN
Het Persoonlijke Identificatie Nummer of PIN code
van 4 tot 8 cijfers beschermt uw SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. Normaal gesproken wordt uw PIN
bij uw SIM-kaart geleverd.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN-code
invoert, wordt de PIN-code opgeheven. De telefoon
kan pas opnieuw worden gebruikt nadat u de
PUK-code hebt ingevoerd (zie hieronder).
U wilt...
Zie...
PIN-controle activeren/
opheffen
Pagina 87
(Menu 4.6.1).
De PIN wijzigen
Pagina 87
(Menu 4.6.2).
PUK
De PUK (PIN Unblocking Key) van 8 cijfers is nodig
om de telefoon weer bruikbaar te maken nadat de
PIN is geblokkeerd. Als u bij uw SIM-kaart geen
PUK-code hebt ontvangen of als u die code kwijt
bent, neem dan contact op met uw service provider.
U kunt uw PIN als volgt ontgrendelen:
1. Geef de juiste PUK-code in en druk op OK.
2. Geef een nieuwe PIN-code in en druk op OK.
3. Als de melding Herhaal nwe PIN verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals in en druk
op OK.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK-code
intoetst, wordt uw SIM-kaart onbruikbaar. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
124
125
Toegangscodes
PIN2
De PIN2 (4 tot 8 cijfers) die bij sommige SIMkaarten wordt geleverd, is nodig voor bepaalde
speciale functies, zoals het instellen van de
maximale kosten per gesprek. Deze functies
werken alleen als uw SIM-kaart ze ondersteunt.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN2-code
invoert, wordt de code opgeheven. U kunt die
functies dan pas opnieuw gebruiken nadat u de
PUK2-code hebt ingevoerd.
Toegangscodes
Wachtwoord voor blokkeren van
gesprekken
Voor de functie waarmee u gesprekken kunt
blokkeren is een wachtwoord van 4 cijfers nodig. U
krijgt dit wachtwoord van uw provider als u een
abonnement op deze functie neemt. U kan het
wachtwoord in het Blokkeren menu optie
(Menu 6.2) wijzigen. Zie pagina 105 voor meer
bijzonderheden.
Zie Pagina 89 als u PIN2 wilt wijzigen (Menu 4.6.7).
PUK2
De PUK2-code (PIN Unblocking Key 2) van 8 cijfers,
geleverd bij bepaalde SIM-kaarten, is nodig om
speciale functies weer te kunnen gebruiken door een
geblokkeerde PIN2 te wijzigen. Neem contact op met
uw provider als u de PUK2-code kwijt bent.
Zo kunt u PIN2 weer activeren:
1. Voer de PUK2-code in en druk op OK.
2. Voer een nieuwe PIN2-code in en druk op OK.
3. Als de melding Herhaal nwe PIN2 verschijnt,
geef dan dezelfde code nogmaals op en druk op
de functietoets OK.
Als u tien keer na elkaar een foute PUK2-code
opgeeft, dan kunt u de via PIN2 toegankelijke
speciale functies niet meer gebruiken. Neem
dan contact op met uw provider voor een nieuwe
SIM-kaart.
126
127
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met
betrekking tot
gezondheid en
veiligheid
Blootstelling aan radiogolven
(SAR informatie)
Radiofrequenties
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie,
zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet
overschreden worden. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
De SAR tests worden uitgevoerd in standaard
situaties waarbij de telefoon met het hoogste
toegestane vermogen wordt gebruikt op alle
geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is
vastgesteld op basis van het hoogste toegestane
vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens
gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde
liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat
nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt.
In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een
basisstation van het netwerk bent, hoe lager het
vermogen.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid
van de gebruiker en andere personen.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0 W/kg.*
* De SAR limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik
bedraagt gemiddeld 2,0 watt/kilogram (W/kg) per tien gram
lichaamsweefsel. Bij deze limiet is rekening gehouden met
een ruime veiligheidsmarge, die de bescherming van iedere
persoon waarborgt en rekening houdt met meetvariaties. De
SAR waarden zijn afhankelijk van landelijke eisen en de
bandbreedte van het netwerk.
128
129
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Voorzorgen bij het gebruik van
batterijen
Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ionbatterij.
• Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
• Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden
dan waarvoor ze bedoeld zijn.
• Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation
van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder
stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk
afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen
van het netwerk.
• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden ontladen en opgeladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en
standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd
om een nieuwe batterij te kopen.
• Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
• Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
• Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C.
• Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas bewaart.
Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij
(maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen.
• Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
• Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
130
131
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Verkeersveiligheid
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat
echter gepaard met een belangrijke
verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die
iedere gebruiker serieus moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw
belangrijkste taak die uw volledige aandacht
vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of
wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden.
Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon
wilt gebruiken, moet u rekening houden met het
volgende:
1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden
als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door
gebruik te maken van deze functies kunt u met
zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren.
2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free
carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires
verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk
maken, en daarmee het gemak en de veiligheid
aanzienlijk vergroten.
3. Zorg dat u uw telefoon gemakkelijk kunt pakken,
zodat uw blik op de weg gericht blijft. Laat
eventueel uw voice mail de oproep beantwoorden.
4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg
zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het
erg druk is op de weg of wanneer het weer erg
slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat
echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u
stilstaat of voordat u zich in het verkeer
begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het
rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw
blik weer op de weg en het verkeer, draai dan
de volgende twee cijfers, enzovoort.
7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die
stress of emoties met zich meebrengen. Maak
de persoon met wie u aan het telefoneren bent
duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek
uit tot een later tijdstip.
8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele
telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij
brand, een verkeersongeval, enzovoort. Meestal
kunt u deze nummers gratis bellen.
9. Gebruik uw telefoon om anderen in
noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk
gebeuren, een overval of een andere situatie
waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het
alarmnummer (112 of een ander officieel
alarmnummer).
10. Bel indien nodig de wegenwacht of een andere
hulpdienst. Als u een auto met pech ziet, een
kapot verkeerslicht, een verkeersongeluk waar
geen gewonden bij betrokken zijn of een auto
waarvan u weet dat die gestolen is, belt u de
wegenwacht, een andere hulpdienst of de politie.
5. Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit
soort activiteiten leiden ertoe dat u niet uw
volle aandacht bij het rijden en het verkeer
kunt houden.
132
133
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat
aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing
hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit
geen incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon
voor een juiste werking en uw persoonlijke
veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken
(tegen uw oor, waarbij de antenne over uw
schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen.
Het kan echter voorkomen dat bepaalde
elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen
de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant voor een
alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal
15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek door en
aanbevelingen van het Wireless Technology Research.
134
Gebruikers met een pacemaker:
• Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden
• Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen
• Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een eventueel andere
oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan
uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn.
Houd u altijd aan de voorschriftenvoor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
135
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Voertuigen
Telefoneren in geval van nood
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen.
Neem hierover eventueel contact op met de
fabrikant of dealer van de auto of het in uw auto
ingebouwde apparaat.
Verbod op mobiel telefoneren
Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval
uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan
hebben staan.
Omgeving waar kans op explosies is
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een omgeving
bent waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan
alle ter plaatse gelden veiligheidsvoorschriften. Vonken
kunnen in zo’n omgeving tot een ontploffing leiden,
met lichamelijk letsel en zelfs de dood als gevolg.
Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen
u nogmaals op de noodzaak om u in brandstofdepots
(opslag en distributie), chemische fabrieken en andere
plaatsen waar met explosieve materialen wordt
gewerkt altijd te houden aan de voorschriften en
verboden voor het gebruik van radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten,
bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en ieder
ander gebied waar u normaalgesproken de motor
van uw auto uit zou moeten zetten.
136
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies die geen garantie
voor verbinding onder alle omstandigheden kunnen
bieden. Vertrouw daarom in een noodgeval
(bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets
.
Als u bepaalde functies aan heeft staan
(wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.)
moet u deze functies misschien eerst uitzetten
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg
daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact
op met uw provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
137
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Verzorging en Onderhoud
• Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
• Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
• Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
• Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag.
• Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van een mobiele
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk
voor de besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren.
• Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Uw telefoon is een kwaliteitsproduct en moet
zorgvuldig worden behandeld. Onderstaande tips
helpen u te voldoen aan de garantieverplichtingen
en zij zorgen dat u uw telefoon jarenlang kunt
gebruiken.
• Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
• Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
• Raak de telefoon tijdens het opladen niet met
natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een
elektrische schok oplopen en de telefoon kan
erdoor beschadigd raken.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
• Bewaar uw telefoon niet op een plaats met
extreem hoge temperaturen. Dit verkort de
levensduur van de elektronica, beschadigt de
batterijen en doet het plastic kromtrekken of
smelten.
• Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
• Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
• Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
138
139
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Verklarende
woordenlijst
• Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
Verklaring van diverse technische termen en
afkortingen die in deze handleiding worden
gebruikt. Hiermee kunt u optimaal gebruik maken
van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon.
• Leg de telefoon niet op een apparaat dat warmte
opwekt, zoals een magnetron, kachel of radiator
van de verwarming. Als gevolg van oververhitting
kan de telefoon exploderen.
Blokkeren van oproepen
• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
Doorschakelen van oproepen
• Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
Dual Band
Mogelijkheid om zowel via DCS (1800 MHz) als GSM
(900 MHz)-netwerken te functioneren. De telefoon
gebruikt automatisch het netwerk met het sterkste
signaal en schakelt tijdens een gesprek zo nodig
automatisch over naar een ander netwerk van
dezelfde provider.
Functietoetsen
Toetsen
en
op de telefoon, waarvan het
doel:
• Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt
• Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven
Gesprek in de wacht zetten
U kunt een gesprek in de wacht te zetten terwijl u
een tweede telefoongesprek met iemand anders
voert of een ander nummer belt. U kunt tussen de
twee gesprekken heen en weer schakelen.
140
141
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
GPRS (General Packet Radio Service)
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIMkaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Java
Toepassingen die programmeertaal genereren en
die ongewijzigd op alle mogelijke
hardwareplatforms, zowel kleine als grote, gebruikt
kunnen worden. Java is sterk gericht op toepassing
binnen internet, zowel voor algemeen toegankelijke
websites als intranet-toepassingen.
Wanneer een Java-programma vanaf een
webpagina draait, wordt dit een Java applet
genoemd. Wanneer het op een mobiele telefoon
draait, heet het een MIDlet.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Nummerweergave
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te
deblokkeren nadat drie keer na elkaar een
onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat
uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de
SIM-kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SDN (Servicenummers)
Telefoonnummers die u van uw provider heeft
ontvangen en waarmee u toegang heeft tot speciale
diensten als voice mail, ondersteuning en
alarmcentrales.
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerken geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
142
143
Verklarende woordenlijst
SMS (Short Message Service)
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Voice Mail
Antwoordapparaat dat automatisch uw oproepen
beantwoordt als u niet beschikbaar bent. Eerst
wordt een welkomtekst afgespeeld (deze kunt u
eventueel zelf inspreken) en vervolgens kan een
boodschap worden opgenomen.
Wachtwoord telefoon
Met deze code kunt u uw telefoon beveiligen tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer u deze optie
aan heeft staan, kan de telefoon na aanzetten
alleen worden gebruikt als eerst het juiste
wachtwoord wordt ingevoerd.
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een
telefoongesprek te informeren dat er (nog) een
oproep is.
144
Index
A
B
Accessoires • 9
Achtergrond • 84
Actielijst (5.2) • 96
Actiepunten
ingeven • 96
wijzigen • 97
wissen • 95, 98
Adapter • 18
Afbeeldingen
achtergrond • 84
berichten • 66, 70
downloaden • 120
Agendaregels
kopiëren • 95
schrijven • 94
toevoegen • 94
verwijderen • 93, 95
wijzigen • 95
Alarm (5.4) • 100
Andere tonen (3.7) • 82
Auto toetsblokkering
(4.2.3) • 85
Automatisch herhalen
oproepen • 91
Autopower, alarm • 100
Berichten • 62
geheugenstatus
(1.8) • 71
infobericht (1.10) • 72
nieuw bericht (1.3) • 65
objecten • 70
ontvangen (1.1) • 62
postvak IN (1.1) • 62
postvak UIT (1.2) • 63
profielen (1.5) • 68
standaardberichten
(1.4) • 67
toon (3.5) • 80
Voice Mail (1.9) • 71
welkomtekst (4.3) • 85
wissen (1.6) • 69
Berichttoon (3.5) • 80
Beveiliging (4.6) • 86
Blokkeren (6.2) • 105
toetsen • 21, 85
wachtwoord • 106, 127
Browser
WAP (7.2) • 112
B
Batterij
indicatie batterij bijna
leeg • 19
opladen • 18
Beantwoorden
tweede oproep
(wisselgesprek) • 52
van een oproep • 25
Begroeting (4.3) • 85
Belgroep • 35, 36, 37
Beltoon (3.1) • 78
belsignaal,
type (3.3) • 79
belvolume (3.2) • 78
Bericht schrijven
tekst (1.3) • 65
(vervolg)
C
Calculator (5.5) • 101
Corrigeren van nummers • 22
CUG, zie
Gebruikersgroepen • 109
D
Datum instellen (5.3.2) • 99
Deblokkeren van
toetsen • 21, 85
Display • 13
helderheid • 90
instellingen (4.7) • 90
symbolen • 14
taal (4.5) • 86
Doorschakelen (6.1) • 103
Downloads (7.3) • 119
145
Index
Index
E
I
M
O
Eigen nummer (4.4) • 86
Elektronische
apparatuur • 134
Elke toets antw. • 91
Extra instellingen (4.8) • 91
In-/ uitschakelen
microfoon • 49
stille modus • 28
telefoon • 20
toon • 81
Indicatie batterij
bijna leeg • 19
Infobericht (1.10) • 72
Infrarood aan (4.1) • 83
Infraroodpoort • 83
Inkomend (2.2) • 74
Instellingen
alarm (5.4) • 100
beveiliging (4.6) • 86
datum (5.3.2) • 99
display (4.7) • 90
extra (4.8) • 91
geluid (3) • 78
kleurenschema • 90
resetten (4.10) • 92
taal (4.5) • 86
telefoon (4) • 83
tijd (5.3.1) • 99
Invoerstand
intoetsen van tekst • 42
selecteren • 42
wijzigen • 43
Medische apparatuur • 135
Melodieën • 66, 70, 78
Menu
naar menufunctie
bladeren • 55
naar menufunctie via de
sneltoets • 56
overzicht • 56
Menustijl (4.2.2) • 84
Microfoon uitschakelen • 49
Mijn objecten (1.7) • 70
Minutenteller • 82
Multi-party gesprek
deelnemer
verwijderen • 54
privégesprek • 53
starten • 52
Objecten bij bericht • 66, 70
Omgeving waar kans op
explosies is • 136
Onderhoud • 139
Oplossen van
problemen • 121
Oproepen
beantwoorden
van een oproep • 25
beantwoorden tweede
oproep
(wisselgesprek) • 52
beëindigen • 23
blokkeren (6.2) • 105
doorschakelen
(6.1) • 103
gemist (2.1) • 26, 74
gesprektellers (2.5) • 76
herhalen • 23
automatisch • 91
in de wacht zetten • 48
inkomend (2.2) • 74
internationaal • 22
kostentellers (2.6) • 76
multiparty • 52
noodoproep • 137
oproepenlijst (2) • 74
opzetten • 22
uitgaand (2.3) • 75
weigeren • 25
wisselgesprek
(6.3) • 107
Opties selecteren • 29
Opzoeken
nummer via
telefoonlijst • 35
Organizer (5) • 93
F
FDN-modus (4.6.6) • 89
Filmpjes • 66, 70
Fouttoon • 82
Funbox (9) • 111
Functies en opties
selecteren • 29
Functietoetsen • 29
G
Gebr.groepen (4.6) • 109
Gedownloade
afbeeldingen • 120
beltonen • 120
Geheugenstatus
info-berichten (1.8) • 71
telefoonlijst • 41
Gehoorapparaten • 135
Geluid
beltoon (3.1) • 78
berichten • 66
opties (3) • 78
Geluiden, downloaden • 120
Gemiste
oproepen (2.1) • 26, 74
Gesprek in de
wacht zetten • 48
Gespreksduur • 76, 82
Gezondheidsinformatie • 128
Groep
belgroep • 35, 36, 37
gebruikers • 109
K
Kaart
SIM-kaart
installeren • 16
Kalender (5.1) • 93
Kopiëren
actiepunten • 98
agendaregels • 98
nummer
in telefoonlijst • 34
Kostentellers (2.6) • 76
H
L
Helderheid (4.7.1) • 90
Herhalen
automatisch • 91
laatste nummer • 23
Laatste nummer
herhalen • 23
Lampje
standby • 15, 90
Logo
provider (4.7.4) • 91
Luidsprekervolume • 24
146
N
Namen
intoetsen • 42
vastleggen • 31
zoeken/kiezen • 35
Netwerk
diensten (6) • 103
kiezen (6.4) • 108
Nieuw bericht (1.3) • 65
Noodoproepen • 137
Nr. herhalen • 91
Nummers
corrigeren • 22
eigen nummer • 86
herhalen • 23
invoegen in
telefoonlijst • 34
stand • 47
telefoonlijst
kopiëren • 34
telefoonnr Voice Mail • 71
vaste nummers • 89
vastleggen • 31
wissen • 34
zoeken/kiezen • 35
Nummers telefoonlijst
wijzigen • 34
Nummerweergave
(6.5) • 109
P
Pacemakers • 134
PIN
code • 125
controle • 87
wijzigen • 87
PIN2
code • 126
wijzigen • 89
Postvaak UIT (1.2) • 63
Postvak IN (1.1) • 62
147
Index
P
(vervolg)
Problemen oplossen • 121
Profielen (1.5) • 68
PUK • 125
PUK2 • 126
R
Radiofrequenties • 128
Reset instellingen (4.10) • 92
Roaming • 108
S
SIM-kaart
blokkeren (4.6.5) • 88
installeren • 16
SMS-bericht
instellingen • 68
symbool • 62
tekstberichten • 52, 62
Snelkiezen • 38
Sneltoets (4.9) • 92
Speciale tekens
intoetsen • 47
Spelletjes (7.1) • 111
Standaardberichten
(1.4) • 67
Standby-lampje • 15, 90
Stille modus • 28
Symbolen, beschrijving • 14
T
T9 stand • 44
Taal (4.5) • 86
Tekstinvoerstand
tekst intoetsen • 42
wijzigen • 43
Telefonisch vergaderen • 52
Telefoonlijst • 31
belgroepen • 35, 36, 37
gehengenstatus • 41
invoegen • 34
kopiëren • 34
namen/nummers
vastleggen • 31
opties • 34
snelkiezen • 38
wijzigen • 34
wissen • 34
zoeken/kiezen • 35
148
Index
T
(vervolg)
Telefoonnr Voice Mail • 71
Tijd
Indeling (5.3.4) • 99
instellen (5.3.1) • 99
oproep (2.5) • 76
wereldtijd (5.3.3) • 99
Toegangscodes • 124
Toestel • 87
blokkeren (4.6.3) • 87
instellingen (4) • 83
wachtwoord • 124
Toets
beschrijving • 11
plaats • 10
Toetsen
automatisch blokkeren
(4.2.3) • 85
blokkeren • 21, 85
Toetstonen
selecteren (3.4) • 79
uitschakelen • 50
versturen • 50
verzenden • 50
volume aanpassen • 24
Toetstoon (3.4) • 79
Tonen
andere (3.7) • 82
Toon
beltoon (3.1) • 78
bij bericht (3.5) • 80
bij fouten • 82
bij verbinding • 82
in-/ uitschakelen
(3.6) • 81
minutenteller • 82
toetsen (3.4) • 79
Trillen • 28, 79
Type belsignaal (3.3) • 79
U
Uitgaand (2.3) • 75
Uitgaande berichten
tekst (1.2) • 63
Uitpakken • 9
Uitschakelen
DTMF (toetstonen) • 50
microfoon • 49
V
W
Valutabeurs (5.6) • 102
Veiligheid • 7
batterijen • 130
gebruiksomgeving • 134
informatie • 138
omgeving waar kans op
explosies is • 136
op de weg • 132
Verbinden
met Voice Mail • 71
Verbindingstoon • 82
Verkeersveiligheid • 132
Verlichting • 15, 90
achtergrond • 90
Versturen
toetstonen • 50
Verzenden
berichten • 65
van DTMF
(toetstonen) • 50
Verzorging • 139
Voice Mail (1.9) • 71
Volume
aanpassen • 24
belvolume
selecteren • 78
Voorkeurinstellingen
(4.2) • 84
Voorzorgsmaatregelen
batterijen • 130
Wijzigen (vervolg)
blokkeerwachtwoord
• 106
gemiste
oproepen • 27, 74
nummer in
telefoonlijst • 34
PIN (4.6.2) • 87
PIN2 (4.6.7) • 89
tekstinvoerstand • 43
wachtwoord (4.6.4) • 88
Wisselgesprek • 107
Wissen
actiepunt • 98
berichten • 63, 64
gemiste
oproepen • 26, 75
nummer in
telefoonlijst • 34
(vervolg)
Z
Zoeken in telefoonlijst • 35
W
Wachtwoord
blokkeren
gesprekken • 127
wijzigen • 106
telefoon • 124
wijzigen • 88
WAP browser (7.2) • 112
Wekker • 100
Wereldtijd (5.3.3) • 99
Wijzigen
actielijst • 97
agendaregels • 95
aktiepunten • 97
belgroep • 37
berichten • 62
149
151
➄ Druk op de functietoets
Kies.
➃ Blader met de toetsen
en
door de lijst met
opties tot de gewenste
optie is geselecteerd.
➂ Druk op de functietoets
Kies.
➁ Blader met de toetsen
en
door de menu’s tot u
bij het gewenste menu
bent.
➀ Druk op de functietoets
Menu.
• De twee functietoetsen (
en
)
hebben de functie die er direct boven
vermeld staat (op de onderste regel van
het display).
Naar de
menufuncties
➀ Toets het nummer in.
➁ Druk op de toets
.
Kort op de toets
drukken.
Zelf bellen
Gesprek
beëindigen
Direct gemiste ➀ Druk op de functietoets
oproepen
Kies.
bekijken
➁ Blader met de toetsen
en
door de lijst
met gemiste oproepen.
➂ Om het nummer terug te
bellen, drukt u op de
toets
.
Houd de toets
ingedrukt.
In-/
uitschakelen
Referentiekaart
Dual Band SGH-C100 GPRS Telefoon
Oproep
aannemen
Volume
aanpassen
Een nummer
in de
telefoonlijst
opslaan
Declaration of Conformity (R&TTE)
For the following product :
DUAL BAND GSM TELEPHONE
(Product Name)
Druk op de toets
(Model Number)
Manufactured at :
- Samsung Electronics, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350
(factory name, address)
.
Toets het nummer in.
Druk op de functietoets
Opslaan.
Selecteer een
categoriepictogram.
Druk op de functietoets Kies.
Selecteer het geheugen.
Geef de naam in.
Druk op de functietoets OK.
Wijzig zo nodig het geheugen.
Druk op de functietoets OK.
Druk op
om terug te
gaan naar standby.
Druk op de toets
of
aan de
linkerzijkant van de telefoon.
➀
➁
➂
➃
➄
➅
➆
➇
➈
➉
SGH-C100
to which this declaration relates, is in conformity with the following standards
and/or other normative documents.
Een nummer
➀ Druk op de functietoets
Namen.
opzoeken in de
telefoonlijst
➁ Kies de optie Zoeken.
➂ Geef de beginletter(s) van de
naam in.
➃ Blader met de toets
of
door de namen.
➄ Druk op de functietoets Kies.
➅ Met de toetsen
en
kunt u
door de nummers lopen.
➆ Om het nummer te bellen, drukt
u op
.
➁ Selecteer een optie:
• Alleen lampje
• Melodie
• Trillen
• Trillen+melodie
➂ Druk op de functietoets Kies.
Type belsignaal ➀ Selecteer de menukeuze Type
instellen
belsignaal (3.3).
Safety
: EN 60950:2000
EMC
: EN 301 489-01 v1.2.1 (07-2000)
SAR
: EN 50360
Network
: EN 301 511 V7.0.1(12-2000)
EN 301 489-07 v1.1.1 (09-2000)
We hereby declare the [all essential radio test suites have been carried out
and that] the above named product is in conformity to all the essential
requirements of Directive 1999/5/EC.
The conformity assessment procedure referred to in Article 10 and detailed in
Annex[IV] of Directive 1999/5/EC has been followed with the involvement of
the following Notified Body(ies):
BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames, KT12 4RQ, UK
Identification mark: 168
The technical documentation kept at:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
which will be made available upon request.
(Representative in the EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2003. 03.13
(place and date of issue)
In-Seop Lee / S. Manager
(name and signature of authorised person)
* For the phone number or the address of Samsung Service Centre, see the warranty
card or contact the retailer where you purchased your phone.
152