Samsung SGH-S500 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
ELECTRONICS
* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing
op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze
soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet
provider. Drukfouten voorbehouden.
Printed in Korea
Code No.: GH68-03826A
Dutch. 06/2003. Rev. 1.0
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ...................................... 3
Belangrijke veiligheidsinformatie .......... 7
Uitpakken .............................................. 9
Uw telefoon............................................ 10
Onderdelen................................................... 10
Display......................................................... 13
Verlichting .................................................... 15
Display uitschakelen ...................................... 16
Aan de slag ............................................ 17
SIM-kaart plaatsen/verwijderen....................... 17
Batterij plaatsen/verwijderen/opladen .............. 18
Telefoon aan- of uitzetten............................... 22
Functies en opties selecteren .......................... 23
Telefoneren............................................ 25
Zelf bellen .................................................... 25
Oproep beëindigen......................................... 28
Oproep beantwoorden .................................... 28
Oproep weigeren ........................................... 29
Volume aanpassen......................................... 29
Tijdens gesprek beschikbare opties .................. 30
Oortelefoon gebruiken.................................... 37
Tekst intoetsen ...................................... 38
Tekstinvoerstand wijzigen............................... 39
T9 stand (Ned).............................................. 40
ABC stand .................................................... 42
Speciale tekens intoetsen ............................... 44
Cijfers.......................................................... 44
Telefoonlijst ........................................... 45
Naam en nummer vastleggen.......................... 45
Nummer in de telefoonlijst opzoeken en bellen .. 47
Een naam of nummer in de telefoonlijst wijzigen 48
Verkort kiezen............................................... 49
Inhoudsopgave
4
Gegevens van de SIM-kaart naar het geheugen van de
telefoon kopiëren........................................... 52
Contactpersonen in de telefoonlijst verwijderen . 52
Instellingen belgroep wijzigen ......................... 53
Overige mogelijkheden van de telefoonlijst ....... 54
Het menu ............................................... 57
Menu openen ................................................ 57
Wegwijzer menukeuzes .................................. 58
Berichten ............................................... 63
Postvak IN
(Menu 1.1)
................................... 63
Postvak UIT
(Menu 1.2)
.................................. 65
Nieuw bericht
(Menu 1.3)
............................... 66
Voice mail
(Menu 1.4)
.................................... 68
Standaardberichten
(Menu 1.5)
....................... 69
Instellingen
(Menu 1.6)
.................................. 70
Geheugenstatus
(Menu 1.7)
............................ 70
Alles wissen
(Menu 1.8)
................................. 71
Infoberichten
(Menu 1.9)
................................ 71
Oproepenlijst ......................................... 73
Gemiste oproepen
(Menu 2.1)
......................... 73
Ontvangen oproepen
(Menu 2.2)
..................... 73
Uitgaande oproepen
(Menu 2.3)
...................... 74
Alles wissen
(Menu 2.4)
................................. 74
Gespreksduur
(Menu 2.5)
............................... 74
Gesprekskosten
(Menu 2.6)
............................ 75
Geluidsinstellingen................................. 77
Inkomende oproepen
(Menu 3.1)
.................... 77
Berichten
(Menu 3.2)
..................................... 78
Telefoon aan/uit
(Menu 3.3)
............................ 78
Verbindingstoon
(Menu 3.4)
............................ 79
Toetstoon
(Menu 3.5)
.................................... 79
Minutenteller
(Menu 3.6)
................................. 79
Stille modus
(Menu 3.7)
................................. 80
Telefooninstellingen............................... 81
Welkomtekst
(Menu 4.1)
................................ 81
Display
(Menu 4.2)
........................................ 82
Taal
(Menu 4.3)
............................................ 83
Inhoudsopgave
5
Beveiliging
(Menu 4.4)
................................... 84
Autom. herhalen
(Menu 4.5)
........................... 87
Toets op zijkant
(Menu 4.6)
............................ 87
Fax stand
(Menu 4.7)
..................................... 88
Reset instellingen
(Menu 4.8)
.......................... 89
Organizer ............................................... 90
Nieuwe notitie
(Menu 5.1)
.............................. 90
Kalender
(Menu 5.2)
...................................... 92
Actielijst
(Menu 5.3)
...................................... 94
Klok
(Menu 5.4)
............................................ 96
Alarm
(Menu 5.5)
.......................................... 98
Calculator
(Menu 5.6)
.................................... 100
Omrekenen
(Menu 5.7)
.................................. 101
Timer
(Menu 5.8)
.......................................... 102
Stopwatch
(Menu 5.9)
.................................... 103
Netwerkdiensten.................................... 104
Oproepen doorschakelen
(Menu 6.1)
................ 104
Oproepen blokkeren
(Menu 6.2)
...................... 106
Wisselgesprek
(Menu 6.3)
.............................. 108
Netwerk kiezen
(Menu 6.4)
............................. 109
Nummerweergave
(Menu 6.5)
......................... 110
Actieve lijn
(Menu 6.6)
................................... 111
Funbox................................................... 112
Internetdiensten
(Menu 7.1)
........................... 112
Mediabox
(Menu 7.2)
..................................... 119
Spelletjes
(Menu 7.3)
..................................... 119
Infrarood
(Menu 7.4)
..................................... 123
ALS (Alternate Line Service) .................. 126
Problemen oplossen............................... 128
PIN codes en wachtwoorden.................. 131
Wachtwoord voor telefoon .............................. 131
PIN.............................................................. 131
PIN2 ............................................................ 132
PUK ............................................................. 132
PUK2 ........................................................... 133
Wachtwoord blokkeren oproepen ..................... 133
Inhoudsopgave
6
Gezondheids- en veiligheidsinformatie .. 134
Blootstelling aan radiogolven
(SAR Informatie) ........................................... 134
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen
135
Verkeersveiligheid ......................................... 137
Gebruiksomgeving......................................... 139
Elektronische apparatuur ................................ 139
Omgeving waar explosiegevaar is .................... 141
Noodoproepen............................................... 142
Overige belangrijke veiligheidsinformatie .......... 143
Verzorging en onderhoud................................ 144
Verklarende woordenlijst ....................... 146
Index ..................................................... 150
Referentiekaart...................................... 155
7
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees, voordat u de telefoon in gebruik neemt, deze
eenvoudige veiligheidsrichtlijnen door. Wanneer u
zich er niet aan houdt, is dit gevaarlijk en mogelijk
illegaal.
Verkeersveiligheid gaat voor alles
Houd de telefoon tijdens het rijden niet in de hand,
maar plaats hem in een hands-free carkit of stop
eerst op een parkeerplaats.
Zet de telefoon uit tijdens het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of
chemicaliën zijn opgeslagen.
Zet de telefoon uit aan boord van een vliegtuig
Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken.
Aanzetten van deze telefoon in een vliegtuig is
gevaarlijk en verboden.
Zet de telefoon uit in het ziekenhuis
Zet de telefoon uit als u zich in de buurt van medische
apparatuur bevindt. Volg de aangegeven regels op.
Storingen
Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interferentie,
wat de werking ervan kan beïnvloeden.
Houd u aan specifieke regels en richtlijnen
Gelden in een bepaalde omgeving speciale regels
voor het gebruik van mobiele telefoons, volg deze
dan altijd op. Zet de telefoon altijd uit wanneer
gebruik ervan niet is toegestaan, storingen kan
veroorzaken of gevaar kan opleveren (bijvoorbeeld
in een ziekenhuis).
Belangrijke veiligheidsinformatie
8
Maak op de juiste wijze gebruik van de
telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij
het oor). Raak de antenne niet onnodig aan
wanneer de telefoon aan staat.
Telefoneren in geval van nood
Controleer of de telefoon aan staat en verbinding
met het netwerk heeft. Geef het alarmnummer in
(112 of een ander officieel alarmnummer) en druk
vervolgens op de toets . Als bepaalde functies
ingeschakeld zijn, zoals blokkering uitgaande
gesprekken, moet u deze eerst uitschakelen
voordat u kunt telefoneren. Geef alle benodigde
informatie zo accuraat mogelijk door. Verbreek de
verbinding pas als u daartoe opdracht heeft
gekregen.
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij
droog blijft.
Accessoires en batterijen
Gebruik uitsluitend door Samsung aanbevolen
batterijen en accessoires.
Deskundige technische service
Laat de telefoon alleen repareren door een
vakbekwame technicus.
Uitgebreide veiligheidsinformatie vindt u in het
hoofdstuk “Gezondheids- en veiligheidsinformatie”
op pagina 134.
9
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
NB
: De bij de telefoon geleverde accessoires kunnen
per land verschillen.
Daarnaast zijn bij uw Samsung dealer de volgende
extra accessoires voor uw telefoon verkrijgbaar:
Batterijlader
Eenvoudige hands-free kit
Adapter sigarettenaansteker
Datakit
Telefoon
Adapter
Batterijen
Polsband
Gebruiksaanwijzing
Oortelefoon
10
Uw telefoon
Onderdelen
De volgende illustraties geven een overzicht van de
belangrijkste onderdelen van uw telefoon.
Luidspreker
Display
Functietoets
(rechts)
WAP browser
toets
Alfanumerieke
toetsen
Functietoets
(links)
Bellen/bevestigen
menukeuze
Annuleren/
correctietoets
Klep
Volume/menu
bladertoetsen
Aansluiting
oortelefoon
Toetsen voor
speciale
functies
Aan/Uit/ Menu
verlaten
Telefoon open
Stuurtoetsen
(Omhoog/
Omlaag/Links/
Rechts)
Microfoon
Uw telefoon
11
Toets Beschrijving
(functie-
toetsen)
Hiermee voert u de functie uit die
erboven (op de onderste regel van het
display) staat aangegeven.
In menu’s
kunt u hiermee door de
menuopties en de telefoonlijst bladeren.
In de standby-stand
komt u met de
linkertoets in het menu
Nieuw bericht
en met de rechtertoets in het menu
Melodie.
In de standby-stand: Direct starten van
de WAP (Wireless Application Protocol)
browser.
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
In de standby-stand opent u met deze
toets de Oproepenlijst.
In menu’s kunt u met deze toets een
menufunctie kiezen of door u ingegeven
informatie (bijv. een naam) in het
telefoon- of SIM-geheugen opslaan.
Verwijdert ingetoetste tekens.
Wanneer u deze toets in de standby-
stand ingedrukt houdt, komt u snel in
het menu Nieuwe notitie.
Telefoon dicht
Antenne
Extern display
Infraroodpoort
Uw telefoon
12
Hiermee beëindigt u een gesprek of
oproep.
Door deze toets ingedrukt te houden,
kunt u de telefoon aan- en uitzetten.
In menu’s annuleert u hiermee de
ingevoerde informatie en gaat u terug
naar de standby-stand.
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, wordt uw voice mail
geopend.
Voor het ingeven van cijfers, letters en
diverse bijzondere tekens en symbolen.
Deze toetsen worden voor diverse
functies en doeleinden gebruikt.
Toets ingedrukt houden tijdens
intoetsen nummer: voegt een pauze in.
Toets ingedrukt houden in standby-
stand: schakelt stille modus in of uit.
(aan de zijkant van de telefoon)
Tijdens gesprek: luidsprekervolume
aanpassen.
In standby-stand met telefoon open:
toetsvolume aanpassen.
Ingedrukt houden in standby-stand met
telefoon dicht: verlichting extern
display inschakelen.
Ingedrukt houden tijdens inkomend
gesprek met de telefoon dicht: oproep
weigeren of beltoon uitschakelen. Zie
pagina 87.
Toets Beschrijving (vervolg)
Uw telefoon
13
Display
Indeling van het display
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Gedeelte Beschrijving
Topregel Toont diverse pictogrammen (zie
pagina 14).
Midden Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld
telefoonnummer) weergegeven.
Onderste
regel
Toont de functies die op dat
moment aan de functietoetsen
zijn toegewezen.
Menu Tel.Lijst
Pictogrammen
Tekst en
afbeeldingen
Indicatie functietoetsen
Uw telefoon
14
Pictogrammen
Picto-
gram
Beschrijving
Signaalsterkte: Geeft de sterkte van het
ontvangen signaal aan. Hoe meer balkjes,
hoe beter het signaal.
Verschijnt tijdens een oproep.
Verschijnt wanneer u buiten het bereik
van uw netwerk bent. U kunt op dat
moment niet bellen of gebeld worden.
Verschijnt wanneer u een nieuw of
ongelezen bericht heeft.
Verschijnt wanneer u een nieuw of niet
afgeluisterd voice-mail bericht heeft.
Verschijnt wanneer u een alarm heeft
ingesteld.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort is
ingeschakeld. Voor meer informatie, zie
pagina 123.
Verschijnt wanneer u verbinding heeft
met het GPRS netwerk.
Doorgeschakeld: Verschijnt wanneer de
functie Oproepen doorschakelen is
ingeschakeld.
Verschijnt wanneer u de menukeuze Type
belsignaal heeft ingesteld op Trillen. Kijk
voor meer informatie op pagina 77.
Uw telefoon
15
Extern display
Op de klep van de telefoon bevindt zich het externe
display. Hierop kunt u zien dat er een inkomend
gesprek of bericht is. Ook als een door u ingesteld
alarm afgaat, kunt u dit op het externe display zien.
Wanneer u met de telefoon dicht een van de
volumetoetsen ingedrukt houdt, gaat de verlichting
van het externe display aan.
Als u de oortelefoon op de telefoon heeft
aangesloten, kunt u ook het knopje hierop
gebruiken om de verlichting in te schakelen.
Verlichting
De verlichting van het display en het toetsenbord
wordt ingeschakeld zodra u een toets indrukt of de
telefoon opent. Is gedurende een bepaalde periode
geen toets ingedrukt, dan wordt de verlichting
uitgeschakeld. Deze periode kunt u instellen via de
menukeuze Verlichting. Meer informatie hierover
vindt u op pagina 83.
NB
: Is de telefoon op de optionele carkit aangesloten,
dan is de verlichting altijd aan.
Verschijnt wanneer de Stille modus is
ingeschakeld.
Batterijstatus: Geeft de lading van uw
batterij aan. Hoe meer balkjes, hoe voller
de batterij.
Picto-
gram
Beschrijving (vervolg)
Uw telefoon
16
Display uitschakelen
Wanneer gedurende 1 minuut nadat de verlichting
is uitgeschakeld geen toets wordt ingedrukt,
schakelt het display zichzelf uit, zodat de batterij
langer meegaat. Door op een willekeurige toets te
drukken, wordt het display weer ingeschakeld.
17
Aan de slag
SIM-kaart plaatsen/verwijderen
Wanneer u een prepaid GSM-kaart koopt of een
GSM abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-
kaartje dat al uw gegevens bevat (PIN code, extra
diensten, beltegoed, enzovoort).
•Houd SIM-kaarten altijd buiten bereik van kleine
kinderen.
•De SIM-kaart en de contacten kunnen gemakkelijk
beschadigen door krassen of buigen. Wees dus
voorzichtig wanneer u de kaart in de telefoon doet
of eruit haalt.
•Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u eerst de
telefoon uitzetten en vervolgens de batterij
verwijderen.
SIM-kaart plaatsen
1. Verwijder zo nodig de batterij. Zie pagina 19.
2. Schuif de SIM-kaart onder de twee uitsteekseltjes.
Zorg ervoor dat de hoek met de schuine rand links
boven zit en de gouden contacten naar de telefoon
gericht zijn.
Aan de slag
18
SIM-kaart verwijderen
U kunt de SIM-kaart verwijderen, door de kaart uit de
houder te schuiven (zie illustratie).
Batterij plaatsen/verwijderen/
opladen
Uw telefoon wordt van stroom voorzien door een
oplaadbare Li-ion batterij. Gebruik alleen batterijen en
batterijladers die door Samsung zijn goedgekeurd.
Uw Samsung dealer kan u hierover meer informatie
geven.
NB
: Voordat u de telefoon voor het eerst in gebruik
neemt, moet u ervoor zorgen dat de batterij
geheel is opgeladen. Het opladen van een lege
standaard batterij duurt ongeveer 140 minuten.
Batterij plaatsen
1. Schuif de nokjes onderaan de batterij in de
uitsparingen van de telefoon.
Aan de slag
19
2. Druk de batterij tegen de achterkant van de
telefoon tot deze op zijn plaats klikt.
Batterij verwijderen
1. Zet de telefoon zo nodig uit door de toets
ingedrukt te houden totdat u in het display het
afsluitende filmpje ziet.
2. U kunt de batterij verwijderen door het nokje van
de batterij naar boven te duwen en in die stand te
houden. Nu kunt u de batterij van de telefoon
afhalen.
Aan de slag
20
Batterij opladen met de adapter
NB
: Terwijl de batterij wordt opgeladen, kunt u de
telefoon gewoon gebruiken. De batterij laadt echter
sneller op wanneer de telefoon is uitgeschakeld.
1. Steek het uiteinde van de adapter in de
aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
De pijl op de adapter moet in de richting van de
telefoon wijzen.
2. Doe de stekker van de adapter in een normaal
stopcontact.
Tijdens het opladen van de batterij worden de
balkjes van het batterijpictogram rechtsboven in
het hoofddisplay een voor een gevuld.
3. Maak de adapter los van de telefoon door de
grijze knopjes aan de zijkant van de connector
in te drukken en de connector uit de telefoon te
trekken.
Aan de slag
21
Indicatie Batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar een paar
minuten kunt bellen, wordt u op diverse manieren
gewaarschuwd: in het display gaat het batterij-
pictogram knipperen ( ), u hoort een
waarschuwingssignaal en in het display verschijnt
regelmatig een melding.
Als de batterij zo leeg is dat de telefoon niet meer
kan werken, schakelt de telefoon zichzelf uit.
Aan de slag
22
Telefoon aan- of uitzetten
Telefoon aanzetten:
1. Open de telefoon.
2. Om de telefoon aan te zetten, houdt u de
toets ingedrukt tot de telefoon aan is.
3. Als de telefoon om de PIN code vraagt, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets
OK
. Voor
meer informatie, zie pagina 131.
De telefoon zoekt uw netwerk op en nadat dit
gevonden is, verschijnen de huidige datum en
tijd in de beide displays. Nu kunt u zelf bellen of
gebeld worden.
NB
: Om de taal te wijzigen, gaat u naar de menu-
optie
Taal
(
Menu 4.3
). Voor meer informatie,
zie pagina 83.
Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de
toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt
getoond.
Menu Tel.Lijst
NETWERK
Do 12 Jun 03
12:53
12:53
Do 12 Jun
Aan de slag
23
Functies en opties selecteren
Uw telefoon heeft veel functies die u aan uw eigen
voorkeur kunt aanpassen. U kunt deze instellingen
via menu's en submenu's benaderen met behulp
van de twee functietoetsen en . In ieder
menu en submenu kunt u de instellingen van een
bepaalde functie bekijken en wijzigen.
De rol van de functietoetsen is afhankelijk van de
plaats binnen het menu waar ze worden gebruikt.
Op de onderste regel van het display, direct boven
de betreffende toets, kunt u zien welke functie hij
op dat moment heeft.
Voorbeeld:
Menu Tel.Lijst
NETWERK
Do 12 Jun 03
12:53
Druk op de linker
functietoets om naar
het menu te gaan.
Druk op de rechter
functietoets om naar de
telefoonlijst te gaan.
S500NL-00.fm Pages 22 - 23 Friday, June 13, 2003 8:46 AM
Aan de slag
24
Om de diverse beschikbare functies en opties te
bekijken en te selecteren, doet u het volgende:
1. Druk op de betreffende functietoets.
Bij sommige functies moet u een wachtwoord of PIN
code invoeren. Geef de code in en druk op de
functietoets OK.
2.
Om... Drukt u op...
De getoonde functie of
gemarkeerde optie te
selecteren
De functietoets Kies.
Naar de volgende functie
te gaan of de volgende
optie in de lijst te
selecteren
De stuurtoets
Omlaag.
Terug te gaan naar de
vorige functie of optie in
de lijst
De stuurtoets
Omhoog.
Een niveau in de
menustructuur terug te
gaan
De rechter
functietoets ( )
Terug te gaan naar de
standby-stand
De toets .
25
Telefoneren
Zelf bellen
Met de cijfertoetsen
Als de telefoon standby staat, toetst u het netnummer
en telefoonnummer in en drukt u op de toets .
NB
: Als u de functie
Autom. herhalen
(
Menu 4.5
)
Aan
heeft gezet en de persoon die u wilt bellen
neemt niet op of is in gesprek, wordt het nummer
automatisch maximaal tien keer opnieuw
gekozen. Meer informatie hierover vindt u op
pagina 87.
Nummer corrigeren
U wilt wissen... Druk dan op...
Het laatste cijfer De toets C.
Een ander cijfer De stuurtoets Links of Rechts
totdat de cursor (|) rechts
naast het cijfer staat dat u
wilt wissen. Druk vervolgens
op de toets C. Om een cijfer
tussen te voegen, zet u de
cursor op de gewenste plaats
en drukt u op de juiste
cijfertoets.
Alles Houd de toets C ruim een
seconde ingedrukt.
Telefoneren
26
Internationaal bellen
1. Houd voor de internationale toegangscode de
toets 0 ingedrukt. Het + teken verschijnt in het
display.
2. Geef het landnummer, netnummer en het
abonneenummer in en druk op de toets .
Nummer uit de telefoonlijst bellen
Namen en telefoonnummers van personen of
bedrijven die u regelmatig belt, kunt u opslaan in het
geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon. Deze
geheugens worden samen aangeduid als de
telefoonlijst. U hoeft alleen maar de gewenste naam
te kiezen om het bijbehorende nummer te bellen.
Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op
pagina 45.
Oproepenlijsten gebruiken
Uw telefoon bewaart op chronologische wijze de
nummers van de laatste 20 ontvangen, uitgaande en
gemiste oproepen. De laatste oproep staat bovenaan
de lijst. Als een nummer meer dan eenmaal
voorkomt, wordt alleen de laatste oproep bewaard.
U kunt een van deze nummers als volgt (terug)bellen:
1. Druk in de standby-stand op de toets om de
Oproepenlijst te openen.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
door de lijst tot het nummer dat u wilt bellen
gemarkeerd wordt weergegeven.
In de Oproepenlijst worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
Uitgaande oproepen
Ontvangen oproepen
Gemiste oproepen
Telefoneren
27
3. Om het nummer te bellen, drukt u op .
U kunt de verschillende oproepenlijsten ook apart
bekijken. Zie “Oproepenlijst” op pagina 73.
Gemiste oproepen bekijken
Als u een oproep niet hebt beantwoord, kunt u, als
uw provider deze dienst levert, zien wie heeft
geprobeerd u te bellen. Desgewenst kunt u de
betreffende persoon dan terugbellen.
Als u een of meer oproepen heeft gemist, wordt het
aantal gemiste oproepen aangegeven.
Via de volgende stappen kunt u een of meer
gemiste oproepen direct bekijken:
1. Open, indien nodig, de telefoon.
2. Druk op de functietoets Gemist.
Nu wordt de lijst met gemiste oproepen
getoond.
3. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar het gewenste nummer.
4. Om het nummer te bellen, drukt u op .
Meer informatie over de diverse mogelijkheden
vindt u onder “Gemiste oproepen” op pagina 73.
NB
: U kunt de melding over de gemiste oproepen van
het display verwijderen, door op de toets te
drukken. Als u ook een of meer nieuwe berichten
heeft, wijzigt de functietoets in de volgende
volgorde:
Gemist
,
Bericht
en
Telefoonlijst
.
Telefoneren
28
Snel en eenvoudig nummers vanuit de
telefoonlijst bellen
Zodra u telefoonnummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen
door slechts een of twee toetsen in te drukken. Voor
meer informatie, zie pagina 49.
Oproep beëindigen
Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort op de
toets of sluit u de telefoon.
Oproep beantwoorden
Als u gebeld wordt, gaat de telefoon over en wordt
het animatiefilmpje voor een inkomende oproep
getoond.
Als de gegevens van de beller bekend zijn, wordt
zijn of haar telefoonnummer of de naam (wanneer
deze in de telefoonlijst is opgeslagen) in het display
getoond.
Om een oproep te beantwoorden, opent u de
telefoon. Als de telefoon al open is, drukt u op de
toets of de functietoets Opnemen.
NB
: Ook tijdens het gebruik van de telefoonlijst of
menufuncties kunt u oproepen beantwoorden. De
handeling waar u op dat moment mee bezig bent,
wordt dan
beëindigd
.
Telefoneren
29
Oproep weigeren
U kunt een oproep weigeren door op de toets
of de functietoets Weigeren te drukken.
Als de optie Toets op zijkant is ingesteld op
Weiger, kunt u een inkomende oproep ook
weigeren door op een van de volumetoetsen links
op de telefoon te drukken. Voor meer informatie,
zie pagina 87.
Volume aanpassen
Met de toetsen aan de zijkant van de telefoon kunt
u tijdens het telefoneren het luidsprekervolume
aanpassen.
Druk op om het volume te verhogen en op om
het lager te zetten.
In de standby-stand kunt u met de toetsen en
het toetsvolume aanpassen.
Afhankelijk van de instelling bij menu-optie Toets
op zijkant (Menu 4.6), kunt u door een van de
volumetoetsen ingedrukt te houden een inkomende
oproep weigeren of de beltoon uitschakelen. Voor
meer informatie, zie pagina 87.
Telefoneren
30
Tijdens gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek zijn er verschillende opties
waaruit u kunt kiezen.
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen, zodat de persoon met wie u belt u
niet meer kan horen.
V
oorbeeld: U wilt iets zeggen tegen iemand die bij u
in de kamer staat, zonder dat de
persoon die u aan de lijn hebt het hoort.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Wanneer Microfoon uit gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
Onderin het display verschijnt het pictogram
voor Microfoon uit ( ) en de persoon die u
aan de lijn hebt kan u nu niet meer horen.
Om de microfoon weer in te schakelen, doet u het
volgende:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Wanneer Microfoon aan gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
Het pictogram voor Microfoon uit verdwijnt en
de persoon met wie u belt kan u nu weer horen.
Telefoneren
31
Toetstonen in- en uitschakelen
Tijdens een gesprek kunt u de toetstonen in- of
uitschakelen. Als de optie Toetstonen uit is
geselecteerd, worden de toetstonen niet
doorgegeven. Op die manier hoort u geen storende
piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen
indrukt.
Als u verbinding maakt met een antwoordapparaat
of computergestuurd telefoonsysteem, moet u de
optie Toetstonen aan selecteren.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt op ieder willekeurig moment een gesprek “in
de wacht” zetten, als uw GSM provider deze dienst
levert. Terwijl het ene gesprek in de wacht staat,
kunt u een ander gesprek voeren. U kunt tussen
deze twee gespreken heen en weer schakelen.
Om een gesprek in de wacht te zetten, drukt u op
de functietoets In wacht. U kunt het gesprek op
ieder willekeurig moment weer uit de wacht halen
door op de functietoets Ophalen halen te drukken.
U kunt op de volgende wijze een tweede persoon
bellen terwijl u al met iemand in gesprek bent:
1. Geef het telefoonnummer in dat u wilt bellen of
zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets om het nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de
wacht gezet.
Een andere manier is de volgende:
1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op de
functietoets Wacht te drukken.
2. U kunt nu op de gebruikelijke manier het tweede
nummer bellen.
Telefoneren
32
U kunt tussen de twee gesprekken heen en weer
schakelen door op de functietoets Wisselen te
drukken.
Het huidige gesprek wordt dan in de wacht gezet;
tegelijkertijd wordt het tweede gesprek uit de wacht
gehaald, zodat u dit kunt voortzetten.
U kunt het gesprek dat in de wacht staat beëindigen
door op de functietoets Opties te drukken en de
optie Gesprek in wacht beëindigen te selecteren.
U kunt beide gesprekken beëindigen door op de
toets te drukken.
Tweede oproep aannemen
(wisselgesprek)
Als uw provider deze dienst levert en als u de optie
Wisselgesprek heeft ingesteld (zie pagina 108), kunt
u tijdens een gesprek een tweede binnenkomend
gesprek beantwoorden. U hoort dat er een gesprek
binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor een
wachtend gesprek.
U kunt het binnenkomende gesprek aannemen door
de volgende stappen uit te voeren:
1. Druk op om de binnenkomende oproep te
beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht
gezet.
2. Door op de functietoets Wisselen te drukken
kunt u tussen beide gesprekken switchen.
3. U kunt het gesprek dat in de wacht staat
beëindigen door op de functietoets Opties te
drukken en de optie Gesprek in wacht
beëindigen te selecteren.
Om het huidige gesprek te beëindigen, drukt u op
de toets .
Het gesprek dat in de wacht staat wordt nu
automatisch uit de wacht gehaald.
Telefoneren
33
Een oproep doorverbinden
Als uw provider deze dienst ondersteunt, kunt u het
huidige gesprek doorverbinden naar het gesprek
dat in de wacht staat, zodat beide bellers met
elkaar kunnen spreken. U bent op dat moment met
geen van beide meer verbonden.
1. Beantwoord terwijl u al met iemand in gesprek
bent een oproep of plaats op de normale wijze
een oproep en druk op de functietoets Opties.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de optie Doorverbinden en druk op de
functietoets Kies.
De twee personen staan nu met elkaar in
verbinding.
Nummer in telefoonlijst opzoeken en
bellen
Tijdens uw gesprek kunt u in uw telefoonlijst een
ander nummer opzoeken.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Selecteer zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag de optie Telefoonlijst en druk op de
functietoets Kies.
3. Selecteer de optie Naam zoeken en druk op de
functietoets Kies.
Nu wordt de telefoonlijst getoond.
4. Geef de eerste letters van de naam die u zoekt in.
NB
: Met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag kunt
u ook vanaf het begin door de telefoonlijst
bladeren.
De telefoonlijst wordt nu getoond vanaf de
eerste naam of nummer dat begint met de door
u ingegeven letter(s) of cijfer(s).
Telefoneren
34
5. Om de gemarkeerde naam te bekijken, drukt u
op de functietoets OK.
Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op
pagina 45.
Tijdens een gesprek een bericht lezen of
schrijven
Ook tijdens een telefoongesprek kunt u een nieuw
bericht lezen of schrijven.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de optie Bericht en druk op de functietoets Kies.
3. Al u een ontvangen bericht wilt lezen, selecteert
u Postvak IN en bladert u naar het bericht dat
u wilt lezen.
Wilt u een bericht schrijven, selecteer dan de
optie Nieuw bericht.
4. Druk op de functietoets Kies.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 63.
Multiparty
-gesprekken (telefonisch
vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
Telefoneren
35
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreks-
deelnemer.
2. Bel op de gebruikelijke wijze de tweede deelnemer.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht
gezet.
3. Om de eerste deelnemer in het Multiparty-gesprek
op te nemen, drukt u op de functietoets Opties en
selecteert u de optie Deelnemen. Druk
vervolgens op de functietoets Kies.
4. Om een nieuwe deelnemer aan het Multiparty-
gesprek toe te voegen, belt u deze op de
gebruikelijke wijze. Daarna drukt u op de
functietoets Opties en selecteert u de optie
Deelnemen. Druk daarna op de functietoets Kies.
Ook personen die u bellen kunt u aan het Multiparty
gesprek toevoegen door de oproep aan te nemen en
de optie Deelnemen te selecteren. Herhaal deze
procedure voor eventuele volgende binnenkomende
oproepen.
Tijdens een Multiparty-gesprek een volgende
oproep aannemen of zelf iemand bellen
Ook tijdens een Multiparty-gesprek kunt u een oproep
aannemen of zelf iemand bellen. Dit doet u als volgt:
1. Zet het Multiparty-gesprek in de wacht door op de
functietoets Wacht te drukken.
2. Neem de oproep aan of bel op de gebruikelijke
wijze de gewenste persoon.
3. Het Multiparty-gesprek kunt u uit de wacht halen
door op de functietoets Ophalen te drukken.
U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door op
de functietoets Opties te drukken en de optie
Multiparty in wacht beëindigen te selecteren.
Telefoneren
36
Bent u bezig met een Multiparty-gesprek en heeft u
een gesprek in de wacht staan, dan kunt u als volgt
een inkomende oproep beantwoorden:
1. Druk op de functietoets Opnemen.
2. Selecteer de optie Gesprek in wacht
beëindigen om het gesprek dat in de wacht
staat te beëindigen.
Of selecteer de optie Dit gesprek beëindigen
om het gesprek dat niet in de wacht staat te
beëindigen.
3. Neem het nieuwe gesprek aan door op de
toets te drukken.
Met een van de deelnemers een privégesprek
voeren
1. Druk op de functietoets Opties en selecteer de
optie Uit Mpty. Druk op de functietoets Kies.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste deelnemer en druk op de
functietoets Kies.
Nu kunt u privé met deze deelnemer praten. De
andere deelnemers kunnen intussen hun
conversatie gewoon voortzetten.
3. Druk op de functietoets
Opties
en kies daarna
Deelnemen
als u terug wilt naar het
Multiparty-gesprek.
4. Druk op de functietoets Kies.
Alle deelnemers aan het Multiparty gesprek
kunnen elkaar nu weer horen.
Telefoneren
37
Gesprek met één deelnemer beëindigen
1. Druk op de functietoets
Opties
en kies de optie
Verwijder.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste deelnemer en druk op de
functietoets Kies. Het gesprek met deze
deelnemer wordt beëindigd, terwijl het gesprek
met de andere deelnemers gewoon kan worden
voortgezet.
3. U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door
de telefoon te sluiten of op de functietoets
te drukken.
Oortelefoon gebruiken
Met behulp van de oortelefoon kunt u telefoneren
zonder dat u de telefoon vast hoeft te houden.
Wanneer u de oortelefoon links op de telefoon
aansluit, werkt de knop van de oortelefoon als volgt:
Om... Doet u het volgende...
Het laatste nummer
te herhalen
Druk in de standby-stand de
knop twee keer in.
Een oproep te
beantwoorden
Houd de knop bij een
inkomende oproep ingedrukt.
Een gesprek te
beëindigen
Houd de knop ingedrukt.
38
Tekst intoetsen
U zult regelmatig tekst willen intoetsen,
bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst wilt
opnemen, een bericht wilt schrijven, uw eigen
welkomtekst wilt maken of afspraken in de agenda
wilt zetten. Daarom kunt u met de toetsen van de
telefoon ook letters en andere tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over een aantal
tekstinvoerstanden
waarmee u tekst in kunt
voeren
:
T9 stand
*
In deze stand hoeft u vaak maar één keer op een
toets te drukken voor de gewenste letter. Iedere
toets op het toetsenbord is toegewezen aan een
aantal letters. Met de toets 5 kunt u bijvoorbeeld
de letters J, K en L maken. De T9 functie
vergelijkt uw toetsaanslagen met een
ingebouwde woordenlijst om te bepalen wat het
juiste woord is.
ABC stand
In deze stand
kunt u letters intoetsen door de
toets waarop de gewenste letter staat
aangegeven één, twee, drie of vier keer in te
drukken tot de gewenste letter wordt getoond.
Tekens
In deze stand kunt u
speciale tekens intoetsen
.
Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
* is een geregistreerd handelsmerk van Tegic
Communications, Inc. en in de VSgepatenteerd onder
nummer 5,818,437/ 5,953,541/ 6,011,554.
Tekst intoetsen
39
Tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een veld staat waarin u letters kunt
intoetsen, ziet u onderaan het display de
tekstinvoerstand
.
V
oorbeeld: In de telefoonlijst een naam intoetsen.
De tekstinvoerstand kunt u als volgt wijzigen:
1. Druk op de rechter functietoets, die de huidige
tekstinvoerstand aangeeft.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste tekstinvoerstand.
Via de optie Taal kiezen kunt u de bij de
tekstinvoerstand T9 gebruikte taal wijzigen.
Me de optie Woord toevoegen kunt u nieuwe
woorden aan de T9 woordenlijst toevoegen. Zie
pagina 41.
NB
: Als u dit menu wilt verlaten zonder wijzigingen
door te voeren, drukt u op de functietoets
of de toets .
3. Druk op de functietoets Kies om de
gemarkeerde tekstinvoerstand te selecteren.
Geef naam
OK
20
Indicatie tekstinvoerstand:
T9 Nederlands
Tekst intoetsen
40
Snel en eenvoudig de tekstinvoerstand
wijzigen
T9 stand (Ned)
Het intoetsen van een woord in de voorspellende
T9 stand doet u als volgt:
1. Begin met de toetsen 2 t/m 9 het woord in te
toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar
één keer aan te slaan.
V
oorbeeld: Om in de T9 stand “hallo” in te
toetsen, drukt u op de 4, 2, 5, 5 en 6.
Het geraden woord verschijnt in het display.
Het kan bij iedere volgende toetsaanslag
veranderen.
2. Wijzig of verwijder pas letters wanneer u klaar
bent met het woord.
3. Is het woord juist, toets dan een spatie ( ) in
en ga verder met het volgende woord. Als het
woord niet juist is, drukt u zo vaak als nodig op
de toets 0 voor alternatieve woorden met de
door u gebruikte toetsen.
V
oorbeeld: Zowel “of en “me” worden gemaakt
met de toetsen 6 en 3. De telefoon
toont het meest gebruikte woord
eerst.
4. Sluit ieder woord af met een spatie ( ).
Wisselen tussen de
standen...
Houd de volgende
toets ingedrukt...
Cijfers en de vorige stand .
Tekens en de vorige stand .
ABC stand en T9 stand Rechter functietoets.
Tekst intoetsen
41
Als tijdens het intoetsen van tekst boven de linker
functietoets Spelling verschijnt, komt het woord niet
in het T9 woordenboek voor. Om woorden in te toetsen
die niet in het woordenboek voorkomen, wijzigt u de
tekstinvoerstand in de ABC stand. Dit doet u als volgt:
1. Druk op de functietoets Spelling of druk op de
rechter functietoets en selecteer Woord
toevoegen.
2. Geef in de ABC stand het woord in dat u wilt
toevoegen (zie pagina 42) en druk op OK.
Het woord wordt in het T9 woordenboek
opgeslagen en in uw scherm ingevoegd.
3. U kunt nu verdergaan met het invoeren van tekst
in de T9 stand.
De juiste leestekens
Voor het invoegen van een punt, verbindings-streepje
of apostrof, drukt u op de toets 1. De T9 stand past zelf
grammaticaregels toe en plaatst het juiste leesteken.
V
oorbeeld:
Voor het invoegen van de twee leestekens, is
twee keer de toets 1 gebruikt.
(Engelse T9 stand)
Hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine
letters en vice versa, drukt u op de toets . Er zijn
drie standen beschikbaar:
Kleine letters (geen aanduiding)
Beginhoofdletter ( )
Alles in hoofdletters ( )
let 's eat.
Tekst intoetsen
42
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de cursor
binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen.
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op
de toets C. U kunt alle letters in het display wissen
door de toets C ingedrukt te houden.
Terug naar de vorige tekstinvoerstand
Als het tekstinvoerveld leeg is, kunt u terug naar de
vorige stand door de toets C ingedrukt te houden.
ABC stand
Als u in de ABC stand letters wilt intoetsen, drukt u
op de toets waarop de gewenste letter staat
aangegeven:
- Eenmaal voor de eerste letter;
- Tweemaal voor de tweede letter;
- Enzovoort.
V
oorbeeld: Voor de letter "C" drukt u drie keer kort
op de toets 2. Voor de letter "K" drukt u
twee keer op de toets 5.
NB
: Wanneer u een volgende toets indrukt, verschuift
de cursor mee naar rechts. Wanneer u twee keer
dezelfde toets nodig hebt (de volgende letter
staat op dezelfde toets), wacht dan even totdat
de cursor automatisch naar rechts is geschoven
en toets dan pas de volgende letter in.
In de tabel op de volgende pagina vindt u meer
informatie over de beschikbare tekens. Deze zijn
afhankelijk van de voor de tekstinvoerstand
gekozen taal. De taal kunt u als volgt instellen:
Taal kiezen; zie pagina 39;
Tekstinvoerstand (Menu 4-3-2); zie pagina 83.
Tekst intoetsen
43
Overzicht met beschikbare tekens
(Hoofdletterstand Nederlands)
Wisselen tussen hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine
letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn
drie standen:
Kleine letters (geen aanduiding)
Beginhoofletters ( )
Alles in hoofdletters ( )
Spatie invoegen
Door op de toets te drukken, kunt u tussen twee
woorden een spatie invoegen.
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de cursor
binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen.
Toets Tekst in de weergegeven volgorde
1.,-?! ‘ @ : 1
2ABCÇÄ
Á À Â 2
3DEFË É È Ê 3
4GHI Ï
Í Ì
Î
4
5JKL5
6MNOÖ Ó Ò Ô 6
7PQRS7
8TUVÜ Ú Û Ù 8
9WXYZ9
00
Tekst intoetsen
44
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op
de toets C. U kunt alle letters in het display wissen,
door de toets C ingedrukt te houden.
Terug naar de vorige tekstinvoerstand
Als het tekstinvoerveld leeg is, kunt u terug naar de
vorige stand door de toets C ingedrukt te houden.
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in uw tekst opnemen
.
Cijfers
In de cijferstand kunt u in uw tekst cijfers
opnemen
.
Druk op de toetsen waarop de door u
gewenste cijfers voorkomen
.
U wilt... Drukt u op...
Meer symbolen
weergeven
De stuurtoets Omhoog of
Omlaag.
Een symbool
invoegen
De juiste cijfertoets.
Terug naar vorige
tekstinvoerstand
De functietoets .
45
Telefoonlijst
De telefoonlijst biedt de volgende mogelijkheden:
Telefoonlijst: hiermee kunt u contactpersonen
ingeven, opzoeken en beheren en de snelkeuze-
functie instellen.
Beheer: hiermee kunt u uw eigen nummer
ingeven of verwijderen, belgroepen instellen en
de geheugenstatus controleren.
Diensten: hier kunt u, afhankelijk van uw
SIM-kaart, het servicenummer van uw provider
bellen.
U krijgt toegang tot deze functies door op de
functietoets Tel.Lijst te drukken en met de
stuurtoetsen naar de gewenste optie te bladeren.
Naam en nummer vastleggen
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende
namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan.
Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon
ruimte aan 500 namen en bij iedere naam kunnen
maximaal 5 nummers worden vastgelegd.
U kunt een nummer op twee manieren opslaan:
In de standby-stand met de functietoets
Opslaan
;
In het menu Telefoonlijst via de optie Nummer
toevoegen.
Een nummer opslaan in de standby-stand
Zodra u begint met het intoetsen van een nummer,
verschijnt boven de linker functietoets Opslaan. U
kunt het nummer in de telefoonlijst opslaan door op
deze functietoets te drukken.
Telefoonlijst
46
1. Geef het nummer in dat u wilt opslaan.
Opmerkingen
:
• Heeft u bij het intoetsen van een nummer een fout
gemaakt, dan kunt u dit met de toets
C
verbeteren.
Zie pagina 25.
• Voor bepaalde diensten zoals telebankieren, is het
nodig een pauze in het nummer in te voegen. Dit
doet u door de toets ingedrukt te houden. De “P”
geeft de pauze aan.
2. Als u er zeker van bent dat het nummer juist is,
drukt u op de functietoets Opslaan.
3. Selecteer het geheugen waarin u het nummer
wilt opslaan (Telefoon of SIM) en druk op de
functietoets Kies.
NB
: Als u van telefoon verandert, gaan de
nummers die u op de SIM-kaart hebt
opgeslagen automatisch mee naar uw nieuwe
telefoon. De in de telefoon opgeslagen
nummers zult u opnieuw in moeten geven.
4. Als u bij stap 3 SIM heeft geselecteerd, gaat u
verder bij stap 5. Heeft u bij stap 3 Telefoon
geselecteerd, dan selecteert u met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag om wat voor nummer het
gaat en drukt u op de functietoets Kies.
5. Geef de bijbehorende naam in.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38. Om de informatie op te slaan, drukt
u op de functietoets OK.
6. Als u bij stap 3 Telefoon heeft geselecteerd,
gaat u nu verder bij stap 5. Heeft u in stap 3 SIM
geselecteerd, dan geeft u nu de geheugenlocatie
in en drukt u op de functietoets OK.
7. Wilt u de gegevens wijzigen, kijk dan op
pagina 49. Om terug te gaan naar de standby-
stand, drukt u op de rechterfunctietoets ( ) of
de toets .
Telefoonlijst
47
Een nummer opslaan via de telefoonlijst
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Nummer toevoegen en druk op
de functietoets Kies.
3. Om het nummer op te slaan, volgt u de procedure
vanaf stap 1 zoals vermeld op pagina 48.
Nummer in de telefoonlijst opzoeken
en bellen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Als de optie Naam zoeken gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
3. Geef de eerste letter(s) in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu een overzicht van de namen waarvan de
beginletters met uw ingave overeenstemmen.
4. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar de door u gezochte naam.
5. Zodra u de gewenste naam heeft gevonden,
drukt u op de functietoets OK.
6.
Om... Drukt u op de...
Het getoonde
nummer te bellen
Toets .
Het getoonde
nummer te wijzigen
Functietoets Opties.
Zie volgende pagina.
Telefoonlijst
48
Een naam of nummer in de
telefoonlijst wijzigen
Wijzigingen in de telefoonlijst
aanbrengen
Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar de
categorie die u wilt wijzigen. U kunt kiezen uit
onderstaande categorieën. U kunt de informatie in
de betreffende categorie wijzigen door op de
functietoets Opties te drukken.
Nummer of naam in SIM-geheugen
wijzigen
Om de informatie in het SIM geheugen te wijzigen,
drukt u op de functietoets Opties.
Categorie Opties
Mobiel
Privé
Kantoor
Fax
Overig
Nummer wijzigen
Naam wijzigen
Bericht sturen (alleen als een nummer
is vermeld)
Kopiëren (alleen als een nummer is
vermeld)
Contactpersoon wissen
Voor gebruik van deze opties
verwijzen wij u naar de bij het SIM-
geheugen vermelde opties.
E-mail E-mail adres ingeven of wijzigen.
Groep Al dan niet een groep instellen.
Afbeelding Al dan niet een afbeelding instellen.
Melodie Al dan niet een melodie toewijzen.
Telefoonlijst
49
De volgende opties zijn beschikbaar:
Nummer wijzigen
Via deze optie kunt u het nummer wijzigen. U kunt
ook een nieuw nummer toevoegen als voor de
geselecteerde categorie nog geen nummer is
opgeslagen.
Naam wijzigen
Via deze optie kunt u de naam wijzigen.
U kunt de oude naam wissen door de toets C in te
drukken. Informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 38.
Bericht sturen
Via deze optie kunt u een bericht naar het
betreffende nummer sturen. Meer informatie over
het sturen van tekstberichten vindt u op pagina 66.
Kopiëren
Via deze optie kunt u de contactpersoon van het
telefoongeheugen naar de SIM-kaart kopiëren en
vice versa.
Contactpersoon wissen
Via deze optie kunt u de contactpersoon uit uw
telefoonlijst verwijderen. Om dit te bevestigen, drukt
u op de functietoets Ja. Wilt u deze contactpersoon
toch niet verwijderen, druk dan op de functietoets
Nee.
Verkort kiezen
U kunt 8 nummers selecteren die u snel en
eenvoudig wilt kunnen bellen door slechts één toets
in te drukken.
Telefoonlijst
50
Nummers selecteren voor verkort kiezen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Snelkeuzelijst en druk op de
functietoets Kies.
3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar een lege locatie en druk op de functietoets
Kies.
4. Als de optie Nummer wijzigen gemarkeerd
wordt weergegeven, drukt u op de functietoets
Kies.
5. Geef een telefoonnummer in en druk op de
functietoets OK.
U kunt ook een telefoonnummer uit de
Telefoonlijst overnemen. Druk in dat geval op de
functietoets Tel.Lijst, selecteer de gewenste
contactpersoon en druk op de functietoets OK.
Druk op de functietoets OK om de gegevens op
te slaan.
6. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten, door op de functietoets of de
toets te drukken.
Contactpersoon in snelkeuzelijst wijzigen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
Snelkeuzelijst en druk op de functietoets Kies.
3. Selecteer de contactpersoon die u wilt wijzigen
en druk op de functietoets Kies.
Telefoonlijst
51
4. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een van de volgende menu-opties en druk op de
functietoets Kies.
Nummer wijzigen: hiermee kunt u het
nummer wijzigen.
Naam wijzigen: hiermee kunt u de naam van
de contactpersoon wijzigen.
Wissen: hiermee verwijdert u het aan de toets
toegewezen telefoonnummer.
5. Zodra de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten door op de functietoets of de
toets te drukken.
De functie Snelkeuze gebruiken
In de standby-stand drukt u op de cijfertoets
(2 t/m 9) die aan de betreffende contactpersoon is
toegewezen en vervolgens op de toets . U kunt
ook de betreffende cijfertoets ingedrukt houden.
NB
:
1
is gereserveerd voor het nummer van uw Voice
Mail server.
Een nummer bellen dat op de SIM-kaart
is opgeslagen
Zodra u telefoonnummers op uw SIM-kaart hebt
opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen.
Dit doet u als volgt:
1. Geeft het locatienummer op de SIM-kaart in
waar het nummer is opgeslagen.
2. Druk op de toets .
In het display verschijnen de naam en het nummer
dat op de betreffende geheugenplaats is
opgeslagen.
3. Druk op de functietoets Kies nummer of op de
toets .
Telefoonlijst
52
Gegevens van de SIM-kaart naar het
geheugen van de telefoon kopiëren
U kunt alle gegevens die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen naar het geheugen van de telefoon
kopiëren.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Alles naar telefoon kopiëren en
druk op de functietoets Kies.
3. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja.
De nummers worden naar het telefoongeheugen
gekopieerd, waarbij standaard Mobiel wordt
aangehouden.
Wilt u de gegevens toch niet kopiëren, druk dan
op de functietoets Nee.
4. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten door op de functietoets of de
toets te drukken.
Contactpersonen in de telefoonlijst
verwijderen
U kunt de contactpersonen in de telefoonlijst
afzonderlijk of allemaal in een keer verwijderen.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Alles wissen en druk op de
functietoets Kies.
Telefoonlijst
53
3. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een van de volgende opties en druk op de
functietoets Kies:
SIM: alle contactpersonen op de SIM-kaart
worden verwijderd.
Telefoon: alle contactpersonen in het geheugen
van de telefoon worden verwijderd.
SIM + Telefoon:alle contactpersonen in het
geheugen van de telefoon en op de SIM-kaart
worden verwijderd.
4. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja.
Wilt u de gegevens niet wissen, druk dan op de
functietoets Nee.
5. Voordat de gegevens worden verwijderd, moet u
een wachtwoord ingeven. Dit is het wachtwoord
waarmee u uw telefoon blokkeert.
6. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op
de functietoets of de toets te drukken.
Instellingen belgroep wijzigen
U kunt de instellingen van de vijf van te voren
ingestelde belgroepen aanpassen.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu
Beheer.
3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
de optie Groep instellen en druk op de
functietoets Kies.
Telefoonlijst
54
4. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een belgroep en druk op de functietoets Kies.
5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste optie en druk op de
functietoets Kies.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Melodie kiezen: hier kunt u een melodie
selecteren.
Wanneer u door iemand die tot die
groep behoort wordt gebeld, kunt u dat horen
aan de melodie.
Naam wijzigen: hier kunt u de naam van de
groep wijzigen. Meer informatie over het
intoetsen van letters vindt u op pagina 38.
Afbeelding tonen:
wanneer u door iemand
die tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u
dat zien aan de afbeelding in het display.
6. Pas de instelling aan uw voorkeur aan druk op
de functietoets Kies.
7. Herhaal de stappen 5 en 6 voor eventuele
andere instellingen die u wilt wijzigen.
8. Wanneer de instellingen naar wens zijn, kunt u
dit menu verlaten door op de functietoets of
de toets te drukken.
Overige mogelijkheden van de
telefoonlijst
Eigen nummer opslaan
U kunt uw eigen telefoonnummer(s) onder een
naam opslaan. Het aantal telefoonnummers dat u
kunt opslaan is afhankelijk van uw SIM-kaart.
1. Druk op de functietoets Tel.lijst.
Telefoonlijst
55
2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu
Beheer.
3. Wanneer Eigen nummer is geselecteerd, drukt
u op de functietoets Kies.
4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
een vrije locatie en druk op de functietoets Kies.
5. Wanneer Nummer wijzigen is geselecteerd,
drukt u op de functietoets Kies.
6. Geef uw nummer in en druk op de functietoets
OK.
7. Om een naam toe te wijzen, gaat u met de
stuurtoets Omlaag naar Naam wijzigen en
drukt u op de functietoets Kies.
8. Geef een naam in en druk op de functietoets OK.
9. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op
de functietoets of de toets te drukken.
U kunt een of meer eigen nummers als volgt
verwijderen:
1. Selecteer in de lijst met Eigen nummer het
nummer dat u wilt verwijderen en druk op de
functietoets Kies.
2. Blader met de stuurtoets Omlaag naar Wissen
en druk op de functietoets Kies.
3. Weet u zeker dat u het nummer wilt
verwijderen, druk dan op de functietoets Ja.
Als u het nummer niet wilt verwijderen, drukt u
op de functietoets Nee.
4. Bent u klaar, dan kunt u dit menu verlaten door op
de functietoets of de toets te drukken.
Telefoonlijst
56
Geheugenstatus controleren
U kunt controleren hoeveel namen en nummers er
in de telefoonlijst - op de SIM-kaart en in het
geheugen van de telefoon - zijn opgeslagen en
hoeveel geheugenplaatsen er nog vrij zijn.
1. Druk op de functietoets Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu
Beheer.
3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Geheugenstatus en druk op de
functietoets Kies.
In het display ziet u nu het aantal namen/
nummers dat in het telefoon- en SIM-kaart
geheugen is opgeslagen en hoeveel
geheugenplaatsen er in totaal zijn.
4. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op
de functietoets of de toets te drukken.
Nummers diensten bellen
NB
: De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van uw SIM-kaart.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar
het menu Diensten.
3. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste optie en druk op de functietoets
Kies.
Nummers diensten: hier kunt u zien welke
servicenummers uw provider biedt en deze bellen.
4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar het gewenste nummer en druk op de
toets om het nummer te bellen.
57
Het menu
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
Menu openen
U krijgt toegang tot de menu’s en submenu’s door
in de standby-stand op de functietoets Menu te
drukken en vervolgens met de stuurtoetsen naar
het gewenste menu te bladeren.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Menu om de menustand te openen.
2. Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door
het hoofdmenu bladeren.
3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u
naar het gewenste submenu bladeren.
4. Om toegang te krijgen tot het betreffende
submenu, drukt u op de functietoets Kies.
Bevat het menu dat u heeft geselecteerd ook
weer submenu's, dan herhaalt u deze stap.
5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste optie.
6. Druk op de functietoets Kies om deze optie te
selecteren.
NB
: Door op de toets te drukken, kunt teruggaan
naar het vorige menuniveau.
U kunt ook direct naar een menu of submenu gaan,
door het betreffende menunummer in te geven.
Het menu
58
Voorbeeld: Om naar de menukeuze Gemiste
oproepen te gaan, drukt u in de standby-
stand achtereenvolgens op de functietoets
Menu, op de toets 2 en op de toets 1.
NB
: In onderstaande lijst is vermeld welke cijfers aan
de diverse menu’s en submenu’s zijn toegewezen.
Wegwijzer menukeuzes
Via de diverse menu's kunt u de instellingen van de
telefoon controleren of wijzigen. De volgende lijst
toont de menustructuur.
Het is mogelijk dat de bij de menu's vermelde
nummers niet overeenstemmen met die van uw
telefoon. Deze zijn namelijk afhankelijk van de
diensten die door uw SIM-kaart worden ondersteund.
1. Berichten
(zie pagina 63)
1.1 Postvak IN
1.2 Postvak UIT
1.3 Nieuw bericht
1.4 Voice mail
1.4.1 Verbinden met voice mail
1.4.2 Voice server nummer
1.5 Standaardberichten
1.6 Instellingen
1.6.1 SMS centrale
1.6.2 Geldigheidsperiode
1.6.3 Soort bericht
1.6.4 Algemeen
1.7 Geheugenstatus
1.8 Alles wissen
1.9 Infoberichten
1.9.1 Lezen
1.9.2 Ontvangen
1.9.3 Kanaal kiezen
1.9.4 Taal kiezen
Het menu
59
2. Oproepenlijst
(zie pagina 73)
2.1 Gemiste oproepen
2.2 Ontvangen oproepen
2.3 Uitgaande oproepen
2.4 Alles wissen
2.4.1 Gemiste oproepen
2.4.2 Ontvangen oproepen
2.4.3 Uitgaande oproepen
2.4.4 Alle oproepen
2.5 Gespreksduur
2.5.1 Duur laatste gesprek
2.5.2 Totaal uitgaand
2.5.3 Totaal ontvangen
2.5.4 Tijdtellers op nul zetten
2.6 Gesprekskosten
*
2.6.1 Kosten laatste gesprek
2.6.2 Totale kosten
2.6.3 Maximumkosten
2.6.4 Kostentellers op nul zetten
2.6.5 Maximumkosten instellen
2.6.6 Tarief
3. Geluidsinstellingen
(zie pagina 77)
3.1 Inkomende oproepen
3.1.1 Melodie
3.1.2 Belvolume
3.1.3 Type belsignaal
3.2 Berichten
3.2.1 Beltoon
3.2.2 Type belsignaal
3.2.3 Herhaling
3.3 Telefoon aan/uit
3.4 Verbindingstoon
3.5 Toetstoon
3.6 Minutenteller
3.7 Stille modus
* Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Het menu
60
4. Telefooninstellingen
(zie pagina 81)
4.1 Welkomtekst
4.2 Display
4.2.1 Achtergrond
4.2.2 Kleur
4.2.3 Verlichting
4.2.4 Helderheid display
4.3 Taal
4.3.1 Taal display
4.3.2 Invoerstand
4.4 Beveiliging
4.4.1 PIN controle
4.4.2 PIN wijzigen
4.4.3 Telefoonblokkering
4.4.4 Wachtwoord wijzigen
4.4.5 SIM blokkeren
4.4.6 FDN-modus
*
4.4.7 PIN2 wijzigen*
4.5 Autom. herhalen
4.6 Toets op zijkant
4.7 Fax stand
4.8 Reset instellingen
4.8.1 Reset geluidsinstellingen
4.8.2 Reset telefooninstellingen
4.8.3 Reset alle instellingen
5. Organizer
(zie pagina 90)
5.1 Nieuwe notitie
5.2 Kalender
5.3 Actielijst
5.4 Klok
5.4.1 Tijd instellen
5.4.2 Datum instellen
5.4.3 Wereldtijd instellen
5.4.4 Indeling instellen
5.5 Alarm
* Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Het menu
61
5. Organizer
(vervolg)
5.6 Calculator
5.7 Omrekenen
5.8 Timer
5.9 Stopwatch
6. Netwerkdiensten
(zie pagina 104)
6.1 Oproepen doorschakelen
6.1.1 Altijd doorschakelen
6.1.2 In gesprek
6.1.3 Geen antwoord
6.1.4 Onbereikbaar
6.1.5 Alles annuleren
6.2 Oproepen blokkeren
6.2.1 Alle uitgaande
6.2.2 Internationaal
6.2.3 Internationaal behalve thuisland
6.2.4 Alle inkomende
6.2.5 Inkomend in buitenland
6.2.6 Alles annuleren
6.2.7 Wachtwoord voor blokkeren
wijzigen
6.3 Wisselgesprek
6.3.1 Spraak oproepen
6.3.2 Fax oproepen
6.3.3 Data oproepen
6.3.4 Alles annuleren
6.4 Netwerk kiezen
6.5 Nummerweergave
6.6 Actieve lijn
*
* Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Het menu
62
7. Funbox
(zie pagina 112)
7.1 Internetdiensten
*
7.1.1 Startpagina
7.1.2 Favoriet
7.1.3 Ga naar adres
7.1.4 Buffer leegmaken
7.1.5 Proxy instelling
7.1.6 Huidige proxy
7.2 Mediabox
7.2.1 Afbeelding
7.2.2 Melodie
7.2.3 Alles wissen
7.3 Spelletjes
7.3.1 Honeyball
7.3.2 Go! Hamster
7.3.3 Bowling
7.4 Infrarood
7.4.1 Aanzetten
7.4.2 Telefoonlijst verzenden
8. SIM AT **
*Niet altijd beschikbaar of ondersteund door uw GSM netwerk
provider.
** Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
Berichten
Via dit menu kunt u SMS- en EMS berichten
samenstellen, versturen, lezen en opslaan. SMS is
de afkorting van Short Message Service; dit zijn
eenvoudige tekstberichten. EMS is de afkorting van
Enhanced Message Service en dit heeft betrekking
op berichten die een afbeelding, filmpje of melodie
bevatten. Ook voice-mailberichten worden
ondersteund.
NB
: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het
netwerk van uw provider deze ondersteunt. Neem
voor meer informatie contact op met uw provider.
De Postvakken IN en UIT nemen samen een bepaald
gedeelte van het geheugen van uw telefoon of SIM-
kaart in beslag. Als dit berichtgeheugen vol is, gaat
het pictogram voor een nieuw bericht ( )
knipperen en wordt een foutmelding getoond. (Dit
verdwijnt als u op de toets
drukt, maar het
wordt opnieuw getoond als u geen oude berichten
verwijdert.)
U kunt dan pas weer nieuwe berichten
ontvangen nadat u ruimte vrij hebt gemaakt door via
de optie Wissen of Alles wissen een of meer oude
berichten uit uw Postvak In of Uit te verwijderen.
Meer informatie hierover vindt u op pagina 71.
Postvak IN
(Menu 1.1)
In dit postvak worden binnengekomen berichten
bewaard. SMS- en EMS-berichten worden gewoonlijk
op de SIM-kaart bewaard. Als het SIM-geheugen vol is,
worden ontvangen berichten in het geheugen van de
telefoon opgeslagen.
Zodra u een nieuw bericht ontvangt, verschijnt het
pictogram en een melding met het aantal
nieuwe berichten in het display. Afhankelijk van de
gekozen geluidsinstelling, hoort u ook een signaal
(zie pagina 78).
63
Berichten
64
Als u een nieuw bericht direct wilt lezen, drukt u op
de functietoets Bericht. Nu wordt een berichtenlijst
getoond.
NB
: U kunt de melding inzake het nieuwe bericht van
uw display verwijderen door op de toets te
drukken. Heeft u ook gemiste oproepen, dan
geeft de rechter functietoets e.e.a. in de volgende
volgorde weer:
Gemist
,
Bericht
en
Tel.Lijst
.
Als de menukeuze Postvak IN (Menu 1.1) is
geselecteerd, wordt een overzicht met ontvangen
berichten getoond met de volgende informatie:
•Telefoonnummer van de afzender of zijn/haar
naam wanneer deze in de telefoonlijst is
opgeslagen;
Berichtstatus: voor een gelezen bericht,
voor een bericht dat nog gelezen moet
worden en voor een onvolledig bericht.
U kunt een bericht inzien door er naartoe te
bladeren en op de functietoets Kies te drukken. In
het display ziet u de volgende informatie:
•Datum en tijd waarop het bericht ontvangen is;
•Geheugen waarin het bericht is opgeslagen:
voor de SIM-kaart en voor het geheugen
van de telefoon;
Inhoud van het bericht.
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u naar het
volgende of vorige bericht bladeren.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door
de tekst van het bericht bladeren. Als u een bericht
selecteert dat een melodie bevat, wordt de melodie
afgespeeld.
Berichten
65
Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Antwoordtekst: hiermee kunt u een bericht
beantwoorden door een tekstbericht te sturen.
Terugbellen: hiermee kunt u de afzender
terugbellen.
Tel.nummer: om een bericht naar het telefoon-
nummer te sturen of dit in de telefoonlijst op te slaan.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders sturen.
Media ophalen: u kunt media (met uitzondering
van de standaard EMS filmpjes en melodieën) van
het bericht naar de mediabox van uw telefoon
overbrengen. Deze kunt u vervolgens zelf aan een
bericht toevoegen. Voor meer informatie, zie
pagina 67.
Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht
overbrengen van het geheugen op de SIM-kaart
naar het telefoongeheugen.
Postvak UIT
(Menu 1.2)
In dit postvak worden berichten bewaard die
verzonden zijn of nog verzonden moeten worden.
Als u de menukeuze Postvak UIT selecteert, wordt
de berichtenlijst getoond met verzonden en
opgeslagen berichten, met daarbij informatie over:
•Het telefoonnummer van de ontvanger of zijn/haar
naam, als deze in de telefoonlijst is opgeslagen;
Berichtstatus; voor een verzonden bericht en
voor een nog niet verzonden bericht.
Berichten
66
U kunt een bericht inzien door er naartoe te bladeren
en op de functietoets Kies te drukken. In het display
ziet u de volgende informatie:
Status; voor een verzonden bericht en
voor een nog te verzenden bericht;
•De locatie waar het bericht is opgeslagen; voor
de SIM-kaart en voor het telefoongeheugen;
•De inhoud van het bericht.
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u naar het
volgende of vorige bericht bladeren.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door de
tekst van het bericht bladeren.
Wanneer u op de functietoets Opties drukt, kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen.
Tel.nummer: om een bericht naar het betreffende
nummer te sturen of het nummer aan de
telefoonlijst toe te voegen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders sturen.
Wijzigen: hiermee kunt u het bericht wijzigen.
Doorverbinden: hiermee kunt u het bericht
overbrengen van SIM-kaart geheugen naar
telefoongeheugen.
Nieuw bericht
(Menu 1.3)
Via dit menu kunt u berichten maken die tekst,
afbeeldingen en/of melodieën bevatten.
1. Een bericht samenstellen.
Op de eerste regel van het display ziet u hoeveel
tekens u nog in kunt geven, het nummer van het
huidige bericht, het totaal aantal berichten dat u
kunt samenstellen en de lettertypestijl zoals u
dat bij de optie Tekststand heeft ingesteld.
NB
: Informatie over het intoetsen van tekst, vindt u op
pagina 38.
Berichten
67
2. Wanneer u tijdens het samenstellen van een
bericht op de functietoets Opties drukt, kunt u
gebruik maken van een aantal Berichtopties.
3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag gaat u naar
de gewenste optie en daarna drukt u op de
functietoets Kies.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Verzenden: hiermee kunt u het bericht verzenden.
Tekstformaat: hiermee kunt u de tekst
formatteren. U kunt de volgende instellingen
wijzigen en de diverse opties ook gecombineerd
gebruiken:
T
ekstgrootte: Klein/Middel/Groot
T
ekststand: Normaal/Onderstrepen/Doorhalen
V
et: Aan/Uit
Cursief
: Aan/Uit
Uitlijnen
: Links/Centreren/Rechts
Media toevoegen: hiermee kunt u afbeeldingen,
filmpjes en/of melodieën aan uw bericht
toevoegen. Selecteer eerst een categorie. U kunt
kiezen uit Afbeelding toevoegen, Film
toevoegen en Melodie toevoegen. Daarna kunt
u een standaard object kiezen of een object dat u
uit een andere bron heeft ontvangen en in uw
mediabox heeft opgeslagen. Kijk voor meer
informatie op pagina 119.
Standaardberichten: hiermee kunt u een
standaardbericht aan uw tekst toevoegen.
Selecteer daartoe een van de tien berichten die u
bij de menukeuze Standaardberichten
(Menu 1.5) heeft opgeslagen. Voor meer
informatie, zie pagina 69.
Bericht opslaan: hiermee kunt u het bericht
desgewenst alleen opslaan en op een later tijdstip
versturen. Het bericht wordt opgeslagen in het
Postvak UIT.
Berichten
68
4. Wanneer u klaar bent met uw bericht, selecteert
u de berichtoptie Verzenden en drukt u op de
functietoets Kies.
Als u het bericht nog niet wilt versturen, maar
alleen opslaan, selecteert u Bericht opslaan en
vervolgens de gewenste geheugenlocatie.
5. Geef in het Adresscherm het nummer van de
bestemming in.
Om één teken te wissen drukt u op de toets C. U
kunt alle tekens wissen door de toets C ingedrukt
te houden. Om terug te gaan naar het vorige
scherm drukt u, terwijl het display leeg is, op de
toets C.
Eventueel kunt u het nummer in de telefoonlijst
opzoeken door op de functietoets Tel.Lijst te
drukken.
Wilt u het bericht naar meer bestemmingen
sturen (het maximum is 5), druk dan op de
functietoets Toevoeg en herhaal de procedure
vanaf stap 5.
6. Als u alle nummers heeft ingegeven, drukt u op
de functietoets OK.
Het bericht wordt verzonden.
NB
: Als de telefoon het bericht niet kan verzenden,
verschijnt er een foutmelding. Wilt u het nogmaals
proberen, druk dan op de functietoets
Opnieuw
.
U kunt het bericht opslaan of dit menu verlaten
door op de functietoets
Nee te drukken
.
Voice mail
(Menu 1.4)
Nummer Voice mail server opslaan
Voordat u van de voice mail service gebruik kunt
maken, moet u het nummer van de voice mail
Berichten
69
server opslaan. Dit nummer heeft u ontvangen van
uw provider.
U kunt het nummer van de Voice mail server
opslaan via de menukeuzes Voice mail en Voice
server nummer (Menu 1.4.2). Geef het nummer
van de voice mail server en eventueel een naam in
en druk vervolgens op de functietoets OK om de
gegevens op te slaan.
Uw voice mail afluisteren
Als er een voice mail binnenkomt, verschijnt in het
display de voice mail indicatie en hoort u, afhankelijk
van de gekozen instelling, een signaal (zie pagina 78).
U kunt op drie manieren in uw voice mailbox komen:
•Wanneer u terwijl de telefoon in de standby-stand
staat een nieuw voice mail bericht ontvangt,
drukt u op de functietoets Verbinden en volgt u
de instructies op.
•U kunt ook naar uw voice mail server gaan door
in de standby-stand de toets 1 ingedrukt te
houden en de getoonde instructies op te volgen.
Een derde manier om uw voice mail server te
bellen is via het menu Verbinden met voice mail
(Menu 1.4.1) en de instructies op te volgen.
Standaardberichten
(Menu 1.5)
Via dit menu kunt u tien berichten invoeren die u vaak
gebruikt. Als u in dit menu komt, wordt het eerste
standaardbericht getoond.
1. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar een standaardbericht of een leeg veld.
2. Druk op de functietoets Kies en geef een nieuw
bericht in of wijzig een bestaand bericht.
Informatie over het intoetsen van tekst vindt u
op pagina 38.
Berichten
70
3. Om het bericht op te slaan, drukt u op de
functietoets OK.
Instellingen
(Menu 1.6)
Via dit menu kunt u standaard SMS-gegevens
vastleggen. U kunt de volgende opties selecteren:
SMS centrale: hier kunt u het telefoonnummer
van uw SMS centrale opslaan of wijzigen. Dit
nummer heeft u nodig voor het versturen van
SMS-berichten. U krijgt dit van uw provider.
Geldigheidsperiode: hier kunt u instellen hoe
lang uw provider het bericht moet bewaren als hij
het niet meteen kan afleveren.
Soort bericht: hier kunt instellen om wat voor
soort bericht het gaat: Tekst, Fax, Spraak, ERMES,
X400 of E-mail. Het netwerk converteert het bericht
naar het gekozen formaat.
Algemeen: de volgende opties zijn beschikbaar:
Antwoordv
erzoek: de ontvanger van uw
SMS-bericht kan u een antwoord sturen via de
SMS centrale, als deze optie door het netwerk
wordt aangeboden.
V
erzendrapport: als deze functie is ingeschakeld,
krijgt u van de provider te horen of uw bericht al
dan niet verstuurd is.
Geheugenstatus
(Menu 1.7)
Via dit menu kunt u controleren hoeveel SMS- en/of
EMS-berichten er zijn opgeslagen en de
beschikbare geheugencapaciteit van het telefoon-
of SIM-geheugen.
Berichten
71
Alles wissen
(Menu 1.8)
U kunt alle berichten die op uw SIM-kaart en in het
telefoongeheugen zijn opgeslagen in een keer
wissen.
1. Blader naar het gewenste postvak en selecteer
dit door het aan te kruisen. Daarna drukt u op
de functietoets Kies.
Wanneer u Alles selecteert, worden alle
postvakken aangekruist.
2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren
van een ander postvak.
3. Als u de postvakken waarvan u de berichten wilt
verwijderen heeft aangekruist, drukt u op de
functietoets OK.
4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u
zeker dat u de berichten wilt verwijderen, druk
dan op de functietoets Ja.
Wilt u de berichten niet verwijderen, druk dan
op de functietoets Nee.
Infoberichten
(Menu 1.9)
Dit is een netwerkservice waarmee u berichten over
verschillende onderwerpen, zoals weer of verkeer,
kunt ontvangen. Berichten verschijnen meteen
nadat ze ontvangen zijn, mits:
De telefoon in de standby-stand staat;
De optie Ontvangen op Aan staat;
•Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst.
Berichten
72
Wanneer u een infobericht ontvangt, kunt u dit
terwijl te telefoon in de standby-stand staat in het
display zien. Is het een kort bericht, dan wordt dit
direct getoond. Voor langere berichten drukt u om
het te lezen op de functietoets Nieuw infobericht.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Lezen: om het ontvangen infobericht te lezen.
Opgeslagen
berichten: toont een overzicht met
opgeslagen berichten.
Huidige berichten
: toont de laatste berichten. Deze
berichten gaan verloren wanneer de telefoon wordt
uitgezet, tenzij ze alsnog worden opgeslagen.
Om een langer bericht te lezen, drukt u op de
stuurtoets Omhoog of Omlaag.
Tijdens het lezen van een bericht kunt u op de
functietoets Opties drukken, waarmee u toegang
krijgt u tot de volgende mogelijkheden:
T
el.nummer: toont de nummers die in het bericht
voorkomen.
Opslaan (alleen bij
Huidige berichten): hiermee kunt
u het bericht in het archief opslaan.
Wissen
: om het bericht te verwijderen.
Alles wissen
: om alle berichten uit de lijst te
verwijderen.
Ontvangen: hiermee kunt u de ontvangst van
informatieberichten in- en uitschakelen.
Kanaal kiezen: wanneer Alle is aangekruist, zijn
alle kanalen geselecteerd.
Om dit kanaal in- of uit te schakelen, drukt u op de
functietoets Kies en selecteert u Aanzetten of
Uitzetten.
Met de optie Aan lijst toevoegen kunt u een nieuw
kanaal aan de lijst toevoegen. Geef het kanaal ID in
dat u van uw provider heeft ontvangen en een naam
voor het kanaal.
Taal kiezen: hier kunt u een taal selecteren. U
ontvangt dan alleen infoberichten in de betreffende
taal.
73
Oproepenlijst
Met dit menu kunt u de volgende oproepen
bekijken:
•Gemiste, ontvangen of uitgaande oproepen;
De gesprekskosten;
De gespreksduur.
Gemiste oproepen
(Menu 2.1)
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
oproepen bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Door op de functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
De huidige oproep uit de lijst verwijderen;
Alle oproepen uit de lijst verwijderen;
•Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen.
Ontvangen oproepen
(Menu 2.2)
Met deze optie kunt u de laatste 20 ontvangen
oproepen bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Door op de functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
De huidige oproep uit de lijst verwijderen;
Alle oproepen uit de lijst verwijderen;
•Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen.
Oproepenlijst
74
Uitgaande oproepen
(Menu 2.3)
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Door op de functietoets
Opties
te drukken, kunt u:
•De huidige oproep uit de lijst verwijderen;
Alle oproepen uit de lijst verwijderen;
•Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen.
Alles wissen
(Menu 2.4)
U kunt, afhankelijk van het soort oproep, alle
oproepen in een keer of afzonderlijk verwijderen.
Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. Wilt u
de oproepen niet verwijderen, druk dan op de
functietoets Nee.
Gespreksduur
(Menu 2.5)
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
Opmerkingen
:
Als uw SIM-kaart de functie ALS ondersteunt, moet
u eerst de gewenste lijn selecteren.
• De werkelijke duur van uw gesprekken op de
rekening van uw provider kan iets afwijken,
afhankelijk van de netwerkdiensten, afronding van
kosten enz.
Oproepenlijst
75
U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Duur laatste gesprek: alleen de duur van het
laatste gesprek wordt getoond.
Totaal uitgaand: duur van alle uitgaande
gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is
gezet.
Totaal ontvangen: duur van alle binnengekomen
gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is
gezet.
Met de optie Tijdtellers op nul zetten kunt u de
gesprektellers opnieuw instellen.
Gesprekskosten
(Menu 2.6)
Met deze functie kunt u de gesprekskosten bekijken.
Opmerkingen
:
• Deze functie is niet bedoeld voor factureerdoeleinden.
• Afhankelijk van uw SIM-kaart of provider, kan in de
standby-stand informatie over de kosten worden
weergegeven.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Kosten laatste gesprek: kosten van het laatste
telefoongesprek dat gevoerd is.
Totale kosten: totale kosten sinds de teller voor
het laatst op nul is gezet. Als de totale kosten de
maximumkosten, instelbaar met de optie
Maximumkosten instellen, overschrijden, kunt u
geen gesprekken meer voeren tot de teller op nul is
gezet.
Maximumkosten: maximale kosten zoals
ingesteld bij Maximumkosten instellen
(zie volgende pagina).
Oproepenlijst
76
Kostentellers op nul zetten: optie voor het op
nul zetten van de kostenteller. U moet eerst uw
PIN2 invoeren (zie pagina 132). Daarna drukt u op
de functietoets OK.
Maximumkosten instellen: optie om de
maximale kosten voor uw gesprekken in te stellen.
U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 132).
Daarna drukt u op de functietoets OK.
Tarief: voor het instellen van de prijs per tik. Op
basis hiervan worden de gesprekskosten berekend.
U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 132).
Daarna drukt u op de functietoets OK.
77
Geluidsinstellingen
Via dit menu kunt u allerlei geluidopties aan uw
wensen aanpassen, bijvoorbeeld:
Beltoon, -volume en type belsignaal voor
inkomende oproepen of berichten;
•Volume voor de voice dial;
•Geluid tijdens het verbinden of wanneer een toets
wordt ingedrukt;
Stand waarnaar wordt overgeschakeld wanneer u
de toets ingedrukt houdt.
Inkomende oproepen
(Menu 3.1)
Hier stelt u het belgeluid voor binnenkomende
oproepen in.
NB
: Als uw SIM-kaart de functie ALS ondersteunt,
moet u eerst de lijn selecteren waarvoor u de
wijzigingen door wilt voeren.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Melodie: hier kunt u een van de vele beschikbare
melodieën selecteren. Steeds wanneer u een
melodie selecteert, wordt deze afgespeeld.
Belvolume: voor het aanpassen van het volume
waarop de melodie wordt afgespeeld. Dit doet u
met de stuurtoets Omhoog of Omlaag of de
volumetoetsen links op de telefoon. Hoe meer
staafjes, hoe hoger het volume.
Type belsignaal: hiermee kunt u het signaal voor
binnenkomende oproepen kiezen.
Melodie
: de telefoon gaat over en u hoort de bij
menu-optie Melodie gekozen melodie. Zie hierboven.
T
rillen: de telefoon trilt, maar maakt geen geluid.
Eerst trillen dan melodie
: de telefoon trilt eerst
even en gaat daarna pas over.
Geluidsinstellingen
78
Berichten
(Menu 3.2)
Hier kunt u instellen hoe de telefoon aangeeft dat er
een nieuw bericht is ontvangen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Beltoon: u kunt uit een groot aantal verschillende
tonen kiezen. Steeds wanneer u een toon
selecteert, wordt deze afgespeeld.
Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe de
telefoon u waarschuwt dat er een bericht is
ontvangen.
Stille modus
: er verschijnt alleen een tekst in het
display. De telefoon gaat niet over en trilt niet.
Beltoon
: de telefoon gaat over en u hoort de bij
menu-optie Beltoon gekozen melodie. Zie
hierboven.
T
rillen: de telefoon trilt, maar maakt geen geluid.
Eerst trillen dan melodie
: telefoon trilt eerst even
en gaat daarna pas over.
Herhaling: hier kunt u instellen hoe vaak de
telefoon u moet informeren over de ontvangst van
een nieuw bericht. U kunt kiezen tussen Eenmalig
en Iedere 2 minuten.
Telefoon aan/uit
(Menu 3.3)
Hiek kunt u de melodie selecteren die u hoort
wanneer u de telefoon in- of uitschakelt.
U kunt kiezen tussen Standaard en Vrolijk.
Wanneer u geen melodie wilt horen, selecteert u Uit.
Geluidsinstellingen
79
Verbindingstoon
(Menu 3.4)
Hier kunt u aangeven of de telefoon een signaal
moet geven als de telefoon verbinding heeft met
het netwerk.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: de telefoon geeft geen signaal.
Aan: de telefoon geeft een signaal wanneer er
verbinding is.
Toetstoon
(Menu 3.5)
Hier kunt u de toon kiezen die u hoort wanneer u
een toets indrukt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: geen geluid wanneer u een toets indrukt.
Beltoon: iedere toets geeft een ander geluid.
Gelijk: alle toetsen maken hetzelfde geluid.
U kunt het toetsvolume aanpassen door in de
standby-stand met de telefoon open de
volumetoetsen links op de telefoon in te drukken.
Minutenteller
(Menu 3.6)
Met deze optie kunt u instellen of de telefoon tijdens
een uitgaand gesprek iedere minuut een piepje moet
geven om de gespreksduur aan te geven.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: de telefoon geeft geen signaal.
Aan: de telefoon geeft iedere minuut een signaal.
Geluidsinstellingen
80
Stille modus
(Menu 3.7)
Als u de toets ingedrukt houdt terwijl de telefoon
in de standby-stand staat, schakelt de telefoon over
naar de Stille modus. U kunt instellen of de telefoon
in deze stand trilt of alle geluiden uitschakelt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Trillen: in de Stille modus trilt de telefoon bij een
inkomende oproep en wordt er geen melodie
afgespeeld.
Microfoon uit: de geluidinstellingen worden in die
van de stille modus gezet.
81
Telefooninstellingen
Via het menu Telefooninstellingen kunt u de meeste
functies van uw telefoon aan uw voorkeur aanpassen.
Welkomtekst
(Menu 4.1)
Hier kunt u ingeven welke tekst uw telefoon moet
weergeven wanneer hij wordt aangezet.
Als u deze optie selecteert, wordt de huidige
welkomtekst getoond.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38.
Om... Doet u het volgende...
De huidige
welkomtekst te
wissen
Houd de toets C ingedrukt.
Een nieuwe tekst
in te geven
Druk op de juiste
alfanumerieke toetsen.
De tekst op te
slaan
Druk op de functietoets OK.
Uw invoer te
annuleren en terug
te gaan naar de
standby-stand
Druk op de toets .
Telefooninstellingen
82
Display
(Menu 4.2)
U kunt de afbeelding op de achtergrond en de kleur
van de onderdelen van het display aan uw voorkeur
aanpassen.
Achtergrond
(Menu 4.2.1)
Met deze optie kunt u de afbeelding die in de
standby-stand wordt getoond aanpassen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Afbeelding: hier kunt kiezen uit een aantal
standaard afbeeldingen. Met de stuurtoets Omhoog
of Omlaag kunt u door de lijst bladeren.
Mijn afbeelding: hier kunt u een afbeelding
selecteren uit de mediabox met via het internet of het
programma EasyStudio gedownloade afbeeldingen.
Plaats van tekst: hier kunt u aangeven op welke
plaats de tekst (netwerk, datum, tijd en eventuele
meldingen over gemiste oproepen of nieuwe
berichten) in het standby-scherm moet worden
weergegeven. U kunt kiezen uit Bovenkant en
Onderkant. Als u bij deze optie Uit selecteert,
wordt alleen de gekozen afbeelding getoond.
Stijl van tekst: hier kunt u de stijl van de in het
standby-scherm getoonde tekst aanpassen.
NB
:
Als u als achtergrond
Kalender
heeft gekozen,
kunt u de plaats en stijl van de tekst niet
aanpassen.
Kleur
(Menu 4.2.2)
U kunt de kleur van de diverse onderdelen van het
display, zoals tekst, functietoetsindicaties,
menunamen en pictogrammen, wijzigen. U kunt
kiezen uit vier verschillende kleurstellingen.
Telefooninstellingen
83
Verlichting
(Menu 4.2.3)
U kunt instellen hoelang de verlichting van de
telefoon aan moet blijven nadat voor het laatst een
toets is ingedrukt of het klepje is geopend.
Helderheid display
(Menu 4.2.4)
Met deze optie kunt u de helderheid van het display
verhogen of verlagen.
Dit doet u als volgt:
1. Selecteer het display waarvan u de helderheid
wilt wijzigen, Hoofddisplay of Extern display,
en druk op de functietoets Kies.
2. Wijzig met behulp van de stuurtoets Omhoog of
Omlaag of de volumetoetsen aan de zijkant van
de telefoon de helderheid.
3. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets OK
om de wijziging vast te leggen.
Taal
(Menu 4.3)
Voor de weergave van de tekst in het display en de
tekstinvoerstanden kunt u verschillende talen
selecteren. De volgende opties zijn beschikbaar:
Taal display: hier kunt u de taal die voor de
teksten in het display, zoals menu’s, opties en
meldingen, wordt gebruikt wijzigen.
Invoerstand: hier kunt u de taal die standaard
voor de tekstinvoerstand (bijvoorbeeld T9) wordt
gebruikt wijzigen.
Telefooninstellingen
84
Beveiliging
(Menu 4.4)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot bepaalde personen of
oproepen.
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende alinea’s beschreven. Zie ook
pagina 131 - 133.
PIN controle
(Menu 4.4.1)
Als de PIN controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN code weten.
NB
: Voordat de PIN controle uitgeschakeld kan
worden, moet u uw PIN code intoetsen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Aanzetten
: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN code intoetsen.
Uitzetten
: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Eventueel kunt u uw PIN code via de optie
PIN
wijzigen
veranderen (zie volgende alinea).
PIN wijzigen
(Menu 4.4.2)
Met deze functie kunt u uw huidige PIN code
veranderen. De PIN controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN code kunt
instellen.
Nadat u een nieuwe PIN code hebt ingevoerd, moet
u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Telefooninstellingen
85
Telefoonblokkering
(Menu 4.4.3)
Als de functie Telefoonblokkering is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Dit wachtwoord is in de fabriek ingesteld op
00000000. Wilt u het wachtwoord van uw telefoon
wijzigen, kijk dan hieronder bij
Wachtwoord
wijzigen
.
Na het invoeren van het juiste wachtwoord kunt u
de telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Aanzetten
: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Uitzetten
: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Wachtwoord wijzigen
(Menu 4.4.4)
Hiermee kunt u uw huidige wachtwoord
veranderen. U moet het huidige wachtwoord
ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Nadat u een nieuw wachtwoord hebt
ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
S500NL-01.fm Pages 84 - 85 Friday, June 13, 2003 9:06 AM
Telefooninstellingen
86
SIM blokkeren
(Menu 4.4.5)
Om de blokkering van de SIM-kaart in te schakelen,
moet u een nieuwe SIM-blokkeercode van 4 tot
8 cijfers ingeven. Nadat u deze code hebt ingetoetst,
moet u deze ter bevestiging nogmaals ingeven.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: uw telefoon werkt ook met andere
SIM-kaarten.
Aanzetten: u kunt alleen een andere SIM-kaart in
uw telefoon gebruiken nadat de juiste SIM
blokkeercode is ingevoerd.
U kunt de blokkering van de SIM-kaart opheffen
door de code nogmaals in te geven.
FDN-modus
(Menu 4.4.6)
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-modus
ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken
beperken tot een bepaald aantal nummers.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Aanzetten: u kunt alleen nummers bellen die in de
telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code
intoetsen.
Uitzetten: u kunt elk nummer bellen.
NB
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over een PIN2
code. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 code
verschijnt deze optie niet.
Zie de menu-optie
PIN2 wijzigen
hieronder voor
het wijzigen van uw PIN2-code.
Telefooninstellingen
87
PIN2 wijzigen
(Menu 4.4.7)
Met deze functie kunt u uw PIN2 code veranderen. U
moet uw huidige PIN2 code intoetsen voordat u een
nieuwe kunt invoeren.
Nadat u een nieuwe PIN2 code hebt ingetoetst, moet
u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
NB
: Niet alle SIM-kaarten beschikken over een PIN2
code. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt
deze optie niet.
Autom. herhalen
(Menu 4.5)
Als deze optie is ingeschakeld, probeert de telefoon
na een mislukte poging maximaal 10 keer het laatste
nummer opnieuw te bellen.
NB
: De tijd tussen twee pogingen kan variëren.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: het nummer wordt niet automatisch opnieuw
gebeld.
Aan: het nummer wordt automatisch opnieuw gebeld.
Toets op zijkant
(Menu 4.6)
Met deze menu-optie kunt u instellen welke functie
de volumetoetsen op de zijkant van de telefoon
tijdens een inkomend gesprek vervullen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Weigeren: u kunt een inkomende oproep weigeren
door een van de volumetoetsen ingedrukt te houden.
Stilte: wanneer u een van de volumetoetsen
ingedrukt houdt, wordt de inkomende oproep niet
geweigerd, maar de beltoon wordt uitgeschakeld.
Telefooninstellingen
88
Fax stand
(Menu 4.7)
Wanneer u uw telefoon op een computer heeft
aangesloten, kunt u uw telefoon als modem voor
het versturen van faxberichten gebruiken. Daarvoor
heeft u wel een datakit nodig. Deze is verkrijgbaar
bij uw Samsung dealer.
Via dit menu kunt u de telefoon in de fax stand
zetten.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: u kunt alleen data oproepen versturen of
ontvangen.
Aan: u kunt ook fax oproepen versturen of
ontvangen.
In beide gevallen zijn voice oproepen mogelijk.
Nadat u uw telefoon via de datakabel op uw
computer heeft aangesloten en deze menu-optie
Aan heeft gezet, werkt uw telefoon als faxmodem.
Voor meer informatie over de instellingen en het
versturen van faxberichten vanaf uw computer via
de telefoon, wordt u verwezen naar de handleiding
van uw computer.
Telefooninstellingen
89
Reset instellingen
(Menu 4.8)
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaardinstellingen. U kunt alleen de
geluidsinstellingen, alleen de telefooninstellingen of
alle instellingen terugzetten.
Als u wordt gevraagd uw keuze te bevestigen, drukt
u op de functietoets Ja. Wilt u deze functie verlaten
zonder de instellingen terug te zetten, druk dan op
de functietoets Nee.
90
Organizer
Met de Organizer kunt u:
de kalender bekijken, notities maken en een
actielijst bijhouden.
de huidige datum en tijd veranderen en nagaan
hoe laat het is in andere wereldsteden.
het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat.
•De telefoon gebruiken als rekenmachine, timer of
stopwatch en voor het omrekenen van valuta,
maten, gewichten, enz.
Nieuwe notitie
(Menu 5.1)
Met deze optie kunt u een nieuwe notitie ingeven.
NB
: U komt direct in deze menukeuze door de toets
C
in de standby-stand ingedrukt te houden.
1. Toets uw notitie in (max. 100 posities) en druk op
de functietoets OK.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 38.
2. Selecteer de categorie waartoe de notitie behoort
en druk op de functietoets Kies.
U kunt kiezen uit de volgende categorieën:
Agenda: afspraken, vergaderingen, enz.
Actielijst: actiepunten en taken die u moet
uitvoeren. Deze worden opgenomen in de actielijst.
Bellen: telefoontjes die u moet plegen.
Verjaardag: verjaardagen, trouwdagen of andere
speciale gebeurtenissen die u niet mag vergeten.
NB
: Per categorie kunt u 25 notities opnemen, dus
100 in totaal.
Organizer
91
3. Blader met de stuurtoetsen naar de juiste datum
in de kalender en druk op de functietoets Kies.
4. Indien van toepassing, geeft u de juiste tijd in
en drukt u op de functietoets OK.
5. Maakt u gebruik van de 12-uurs indeling (zie
pagina 97), dan kunt u nu met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag am of pm selecteren.
Daarna drukt u op de functietoets Kies.
6. Als u een alarm voor de notitie in wilt stellen,
drukt u op de functietoets Ja.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee.
De notitie wordt in dat geval direct opgeslagen.
Ga naar stap 10.
7. Geef de tijd in waarop het alarm af moet gaan
en druk op de functietoets OK.
8. Maakt u gebruik van de 12-uurs indeling (zie
pagina 97), dan kunt u nu met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag am of pm selecteren.
Daarna drukt u op de functietoets Kies.
9. Selecteer de gewenste melodie voor het alarm
en druk op de functietoets Kies.
De notitie wordt opgeslagen.
10. U kunt dit menu verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Organizer
92
Kalender
(Menu 5.2)
De kalender helpt u bij het bijhouden van uw
afspraken, telefoontjes die u moet plegen,
actiepunten die u moet uitvoeren en verjaardagen
die u niet mag vergeten. Desgewenst kunt u op de
betreffende datum het alarm af laten gaan.
De kalender raadplegen
Als u in de kalender op de functietoets Opties
drukt, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Notitie toevoegen: hier kunt u een nieuwe notitie
toevoegen voor de geselecteerde datum.
Ga naar datum: hiermee kunt u naar een
bepaalde datum gaan en voor die datum
bijvoorbeeld een afspraak ingeven.
Alles tonen: toont alle ingegeven afspraken.
Dag wissen: wist de voor die dag ingegeven
afspraken.
Alles wissen: wist alle ingegeven afspraken.
Om... Drukt u op...
Naar een andere
dag te gaan
De stuurtoets Links of
Rechts.
Naar een andere
week te gaan
De stuurtoets Omhoog of
Omlaag.
Naar de vorige of
volgende maand te
gaan
Houd u de stuurtoets
Omhoog of Omlaag
ingedrukt.
Naar het vorige of
volgende jaar te
gaan
Houd u de stuurtoets Links of
Rechts ingedrukt.
Organizer
93
Een nieuwe notitie maken
1. Blader in de kalender naar de gewenste datum
(zie pagina 92) en druk op de functietoets Kies.
2. Maak de notitie en druk op de functietoets OK.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38.
3. Selecteer de categorie waartoe de notitie
behoort en druk op de functietoets Kies.
U kunt kiezen uit de volgende categorieën:
Agenda: afspraken, vergaderingen, enz.
Actielijst: uit te voeren taken of actiepunten.
Bellen: telefoontjes die u moet plegen.
Verjaardag: verjaardagen, trouwdagen of
andere speciale gebeurtenissen die u niet mag
vergeten.
4. Om de notitie op te slaan, volgt u de procedure
vanaf stap 4 op pagina 91.
Notities bekijken
Een datum waaraan een notitie gekoppeld is, wordt
gemarkeerd weergegeven. Als u een datum selecteert
waarvoor al notities zijn ingegeven, ziet u onderin de
kalender het aantal notities per categorie.
Algemene agendanotities
Actielijst
Bellen
Verjaardagen
Organizer
94
Druk op de functietoets Kies om de notitie te lezen.
Zijn er voor een bepaalde datum meer notities, dan
kunt u met de stuurtoets Links of Rechts naar de
notitie bladeren.
Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
Toevoegen: hiermee kunt u een nieuwe notitie
toevoegen. Meer informatie over het ingeven van
een notitie vindt u op pagina 90.
Wissen: hiermee kunt u de notitie verwijderen.
Wijzigen: hiermee kunt u de notitie wijzigen.
Verplaatsen: hiermee kunt u de huidige notitie
naar een andere datum verplaatsen.
Kopiëren: hiermee kunt u de notitie naar een
andere datum kopiëren.
Actielijst
(Menu 5.3)
Met dit menu kunt u uw actielijst bekijken.
Een nieuw actiepunt toevoegen doet u als volgt:
1. Geef de omschrijving van het actiepunt in en
druk op de functietoets OK.
Informatie over het intoetsen van tekst vindt u
pagina 38.
2. Blader naar de juiste datum in de kalender (zie
pagina 92) en druk op de functietoets Kies.
3. Sla de notitie op (zie vanaf stap 4 op pagina 91).
Organizer
95
Zodra u de actiepunten heeft ingegeven, worden
deze met een statusmarkering ( voor
Afgehandeld en voor Niet afgehandeld) in de
Actielijst opgenomen.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar
het gewenste actiepunt bladeren; vervolgens drukt
u op de functietoets Kies. U ziet nu de omschrijving
van het actiepunt, met daarbij de datum waarop
het actiepunt afgehandeld moet zijn, de alarm
instelling en de status van afhandeling.
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u naar
een vorige of volgende taak bladeren.
Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
Toevoegen: hiermee kunt u een nieuw actiepunt
toevoegen. Meer informatie over het toevoegen van
notities als actiepunt vindt u op pagina 90.
Markeren: hiermee kunt u de status van
afhandeling wijzigen.
Wijzigen: hiermee kunt u de omschrijving van het
huidige actiepunt wijzigen.
Verplaatsen: hiermee kunt u het actiepunt naar
een andere datum verplaatsen.
Kopiëren: hiermee kunt u het actiepunt naar een
andere datum kopiëren.
Wissen: hiermee kunt u het actiepunt verwijderen.
Alles wissen: hiermee kunt u alle actiepunten uit
de lijst verwijderen.
Organizer
96
Klok
(Menu 5.4)
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het
display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich
Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden
bekijken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Tijd instellen: hier kunt u de huidige tijd instellen.
Met de menu-optie Indeling instellen kunt u de
gewenste indeling (12- of 24-uurs) kiezen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 97.
NB
: Voordat u de tijd instelt, moet u via de
menukeuze
Wereldtijd instellen
de tijdzone
waar u zich bevindt instellen.
Datum instellen: hier kunt u dag, maand en jaar
invoeren. De wijze waarop de datum wordt
weergegeven kunt u wijzigen via de menukeuze
Indeling instellen (zie pagina 97).
Wereldtijd instellen: hier kunt de huidige tijd in
21 verschillende wereldsteden bekijken. Met de
stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door de steden
bladeren.
In het display ziet u de volgende informatie:
•Naam van de stad;
•Huidige datum en tijd;
•Het tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en
de lokale tijd (mits u deze heeft ingesteld, zie
hieronder) of de Greenwich Mean Time
(standaard).
Organizer
97
U kunt uw tijdzone als volgt selecteren:
1. Selecteer met de stuurtoets Links of Rechts de
stad die correspondeert met uw tijdzone (voor
Nederland kiest u Parijs).
U ziet nu de lokale datum en tijd.
Met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag kunt u
andere steden in de betreffende tijdzone
selecteren.
2. Druk op de functietoets Instellen.
4. U kunt dit menu verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Indeling instellen: hier kunt u de indeling van de
datum en de tijd wijzigen.
Indeling tijd
: 24-uurs
12-uurs
Indeling datum
: DD/MM/JJJJ(dag/maand/jaar)
JJJJ/MM/DD (jaar/maand/dag)
3.
U wilt... Dan selecteert u...
De huidige datum
en tijd vervangen
door de nieuwe
instelling
Lokaal kiezen.
Aangeven dat het
in deze tijdzone
zomertijd is
Zomertijd. Naast het
tijdverschil verschijnt het
pictogram .
Aangeven dat het
in deze tijdzone
wintertijd is
Wintertijd (kan alleen
geselecteerd worden als
naast het tijdverschil het
pictogram staat).
Organizer
98
Alarm
(Menu 5.5)
Met deze optie kunt u een alarm instellen, zodat
deze op een bepaalde tijd afgaat. U kunt maximaal
3 alarms instellen en de telefoon zo instellen dat het
ook afgaat wanneer de telefoon uit staat.
Het instellen van een alarm doet u als volgt:
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
Wekker, Alarm1 of Alarm2.
Het pictogram geeft aan dat er op dat moment
geen alarm is ingesteld. Het pictogram geeft
aan dat er al een alarm is ingesteld.
2. Druk op de functietoets Kies.
3. Druk op de functietoets Opties.
4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
de gewenste optie en druk op de functietoets
Kies. Pas de instelling aan uw wensen aan.
Alarm voor dag: selecteer door op de
functietoets Kies te drukken, de dag(en) van de
week waarop het alarm af moet gaan. Wilt u dat
het alarm elke dag afgaat, selecteer dan
Dagelijks. Geldt het alarm voor een bepaalde
datum, selecteer dan Eenmalig alarm. Daarna
drukt u op de functietoets OK. Vervolgens kunt u
het volgende instellen:
Alarmtijd: de tijd waarop het alarm af moet
gaan.
Alarmtoon: hier kunt u selecteren welke
melodie u als alarm wilt horen.
Alarm wissen: verwijdert de alarminstelling.
5. Herhaal eventueel stap 4 voor de andere
alarminstellingen.
Organizer
99
6. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten door op de functietoets of de
toets te drukken.
Zodra het alarm is ingesteld, verschijnt het Alarm
pictogram ( ) bovenin het display. U kunt het
alarm terwijl het afgaat uitzetten door de telefoon
te openen en te sluiten of door op een willekeurige
toets te drukken.
NB
: Als de Stille modus is ingeschakeld, kunt u het
alarmsignaal niet horen. Dit geldt echter niet voor
de wekker. Die is altijd hoorbaar, dus ook als de
Stille modus is ingeschakeld.
U kunt de telefoon zo instellen dat het alarm ook
afgaat als de telefoon is uitgeschakeld:
1. Blader in de lijst Alarm naar Automatisch aan
en druk op de functietoets Kies.
2. Selecteer zo nodig met de toets Omhoog of
Omlaag Aan.
Om de functie Automatisch aan uit te
schakelen, selecteert u Uit.
3. Druk op de functietoets Kies om de instelling op
te slaan.
4. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten door op de functietoets of de
toets te drukken.
Zodra u deze functie hebt ingeschakeld, verschijnt
voor Automatisch aan een vinkje. Als de telefoon
op het moment dat het alarm afgaat is
uitgeschakeld, gaat de telefoon automatisch aan en
gaat het alarm af. Daarna wordt het toestel weer
uitgeschakeld.
Organizer
100
Calculator
(Menu 5.6)
U kunt de telefoon ook als calculator gebruiken. De
calculator biedt de basisrekenfuncties optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen, delen en rest
berekenen.
Het uitvoeren van een berekening doet u als volgt:
1. Geef met de cijfertoetsen het eerste getal in.
NB
: Om een onjuiste invoer te wissen of het
display leeg te maken, drukt u op de toets
C
.
2. Met de toets kunt u een decimale punt (.)
invoegen. Door op de toets te drukken kunt u
het gewenste rekenkundige symbool ingeven:
+ (optellen), - (aftrekken), * (vermenigvuldigen),
/ (delen), % (rest berekenen), ( of ).
3. Toets het tweede getal in.
4. Herhaal zo nodig de stappen 2 en 3.
5. Druk op de functietoets Is om de berekening uit
te voeren.
Het resultaat wordt getoond in het kader
Antwoord.
NB
: De uitkomst wordt tot op de zesde decimaal
afgerond.
6. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets of de toets te drukken.
Organizer
101
Omrekenen
(Menu 5.7)
Met deze menu-optie kunt u diverse eenheden
omrekenen.
Het omrekenen van een waarde doet u als volgt:
1. Blader naar de categorie die u wilt omrekenen.
U kunt kiezen uit Munteenheid, Lengte,
Gewicht, Inhoudsmaat, Oppervlakte en
Temperatuur. Druk vervolgens op de
functietoets Kies.
2. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en ga
met de stuurtoets Omlaag naar het veld Van.
Met de toets kunt u een decimale punt (.)
invoegen
3. Selecteer met de stuurtoets Links of Rechts de
oorspronkelijke eenheid en ga met de stuurtoets
Omlaag naar het veld Naar. Op de volgende
pagina vindt u een overzicht met de beschikbare
eenheden.
4. Selecteer door op de stuurtoets Links of Rechts
te drukken de eenheid waarnaar u wilt
omrekenen.
5. Druk op de functietoets OK of de toets om
het resultaat te bekijken.
Het resultaat wordt getoond in het kader
Antwoord.
6. Om deze functie te verlaten, drukt u op de
functietoets of de toets .
Organizer
102
Beschikbare eenheden
Timer
(Menu 5.8)
Met de Timer kunt u de telefoon af laten tellen. Als
de tijd om is, gaat het alarm af.
1. Druk op de functietoets Instellen.
2. Geef in uren en minuten de af te tellen tijdsduur
in en druk op de functietoets OK.
3. Het aftellen begint zodra u op de functietoets
Start drukt.
Soort Eenheden
Munteenheid EURO
DEM
ITL
FRF
ESP
NLG
ATS
BEF
FIM
PTE
GRD IEP
LUF
Lengte mm cm
mkm
in ft
yard mijl
Gewicht g kg
ton
grain oz
pound
Inhoudsmaat cm
3
m
3
l
in
3
ft
3
yd
3
gal
Oppervlakte cm
2
m
2
a
in
2
ft
2
yd
2
acre
Temperatuur °C °F
Organizer
103
Ook als u dit scherm verlaat, gaat de timer door
met aftellen. Als de ingestelde tijd om is, laat de
telefoon een melodie horen en ziet u in het display
een melding. U kunt de melodie uitzetten door de
telefoon te openen en te sluiten op door op een
willekeurige toets te drukken.
Door in het Timer-scherm op de functietoets Stop
te drukken, kunt u de Timer stoppen voordat de
ingestelde tijd om is.
NB
: Bij gebruik van de Timer raakt de batterij sneller
leeg.
Stopwatch
(Menu 5.9)
De stopwatch kunt u gebruiken voor het opnemen
van de tijd bij wedstrijden, bijvoorbeeld een
zwemwedstrijd.
U kunt maximaal vier stopwatches tegelijk instellen.
De precisie van de stopwatch is een honderdste
seconde. De maximumtijd is 10 uur.
1. Om de stopwatch(es) te starten, drukt u op de
functietoets OK.
2. U kunt de eerste stopwatch stoppen, door op de
functietoets OK te drukken. Herhaal deze
procedure eventueel voor de andere
stopwatch(es).
3. Druk op de functietoets Op nul zetten om de
stopwatch(es) weer op nul in te stellen.
4. Om dit menu te verlaten, drukt u op de toets C
of .
104
Netwerkdiensten
De hieronder behandelde menufuncties zijn
netwerkdiensten.
Neem eventueel contact op met uw provider voor
de beschikbaarheid en een abonnement op deze
diensten.
Oproepen doorschakelen
(Menu 6.1)
NB
: De doorschakelopties van uw telefoon kunnen
afwijken van de beschrijving in deze
gebruiksaanwijzing. Uw telefoon toont alleen de
opties die uw SIM-kaart ondersteunt.
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
V
oorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als u op
vakantie bent.
De volgende doorschakelopties zijn beschikbaar:
Alltijd doorschakelen
: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
In gesprek
: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Geen antwoord: gesprekken worden
doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt.
Onbereikbaar: gesprekken worden doorgeschakeld
als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt.
Alles annuleren: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
Netwerkdiensten
105
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
Alleen spraakoproepen;
Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen niet
beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is);
Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
V
oorbeeld: U kunt:
•Faxoproepen systematisch
doorschakelen naar uw faxapparaat.
Spraakoproepen doorschakelen naar een
collega wanneer u in gesprek bent.
Doorschakelopties instellen
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de
gewenste doorschakeloptie en druk op de
functietoets Kies.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
welk soort oproepen u wilt doorschakelen en druk
op de functietoets Kies.
3. Druk op de functietoets Aanzetten.
4. Geef het nummer in waarnaar u de oproepen wilt
doorschakelen.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op 0 tot het teken + verschijnt.
U kunt ook een nummer uit uw Telefoonlijst of het
Voice mail server nummer selecteren. Dit doet u
door op de functietoets Opties te drukken, gevolgd
door Telefoonlijst of Voice server.
5. Als u tevreden bent over uw invoer, drukt u op de
functietoets OK.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider
en bevestigt de ontvangst via het display.
Netwerkdiensten
106
Doorschakelinstellingen annuleren
1. Selecteer de doorschakelinstelling die u wilt
annuleren.
2. Kies het soort gesprek waarvan u de
doorschakeling wilt annuleren.
3. Druk op de functietoets Verwijder.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het display.
U kunt alle
doorschakelinstellingen annuleren door
de optie Alles annuleren te kiezen.
Oproepen blokkeren
(Menu 6.2)
Met deze netwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
Gesprekken blokkeren kan op de volgende
manieren worden ingesteld:
Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal: u kunt geen internationale
gesprekken voeren.
Internationaal behalve thuisland: in het
buitenland kunt u alleen gesprekken voeren binnen
dat land en naar het land van uw eigen provider.
Alle inkomende: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Inkomend in buitenland: buiten het
servicegebied van uw eigen provider kunt u geen
gesprekken ontvangen.
Alles annuleren: u heft alle blokkeerinstellingen op;
u kunt gewoon gesprekken voeren en ontvangen.
Netwerkdiensten
107
U kunt de blokkeeropties instellen voor de volgende
soorten gesprekken:
Alleen spraakoproepen;
Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is);
Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Blokkeeropties instellen
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste blokkeeroptie en druk op de
functietoets Kies.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
welk soort oproepen u wilt blokkeren en druk op
de functietoets Kies.
3. Druk op de functietoets Aanzetten.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen en druk op de
functietoets OK.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het display.
Blokkeeropties annuleren
1. Selecteer de blokkeerinstelling die u wilt
annuleren.
2. Selecteer het soort gesprek waarvan u deze
blokkering wilt annuleren.
3. Druk op de functietoets Uitzetten.
Netwerkdiensten
108
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het display.
U kunt alle
blokkeerinstellingen annuleren door de
optie Alles annuleren te kiezen.
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen
Met deze optie kunt u het blokkeerwachtwoord dat
u van uw provider hebt gekregen instellen of
veranderen.
1. Selecteer in het scherm Oproepen blokkeren
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen en
druk op de functietoets Kies.
2. Geef het huidige wachtwoord in en druk op de
functietoets OK.
3. Geef een nieuw wachtwoord in en druk op de
functietoets OK.
4. Geef het nieuwe wachtwoord ter bevestiging
nogmaals in en druk op de functietoets OK.
Wisselgesprek
(Menu 6.3)
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek afzonderlijk instellen:
Alleen spraakoproepen;
Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is);
Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Netwerkdiensten
109
Wisselgesprek aanzetten
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
het type oproep waarvoor u wisselgesprek wilt
instellen en druk vervolgens op de functietoets
Kies.
2. Druk op de functietoets Aanzetten.
De telefoon stuurt de instellingen naar uw provider
en bevestigt de ontvangst via het display.
Wisselgesprek annuleren
1. Selecteer het soort oproepen waarvoor u
wisselgesprek wilt opheffen.
2. Druk op de functietoets Uitzetten.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het display.
U kunt alle
wisselgesprekinstellingen annuleren
door de optie Alles annuleren te kiezen.
Netwerk kiezen
(Menu 6.4)
Via het menu Netwerk kiezen kunt u instellen of u
automatisch of handmatig een netwerk wilt kiezen
wanneer u buiten het dekkingsgebied van uw
provider bent.
NB
: U kunt alleen netwerken kiezen die een roaming-
contract met uw eigen provider hebben afgesloten.
Netwerkdiensten
110
De keuze voor automatisch of handmatig netwerk
kiezen kunt u als volgt instellen:
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste optie en druk op de functietoets
Kies.
Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roaming-netwerk.
Als u Handmatig kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 2.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
het gewenste netwerk en druk op de
functietoets Kies.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
Nummerweergave
(Menu 6.5)
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
NB
: Bij sommige providers kunt u deze instelling niet
wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard: de telefoon gebruikt de standaard-
instelling van uw provider.
Nummer verbergen: uw nummer verschijnt niet
op een andere telefoon.
Nummer weergeven: uw nummer verschijnt wel
op een andere telefoon.
Netwerkdiensten
111
Actieve lijn
(Menu 6.6)
Sommige SIM-kaarten kunt u voor twee abonnee-
nummers gebruiken. Deze functie is alleen
beschikbaar wanneer uw SIM-kaart dit ondersteunt.
Via dit menu kunt u kiezen welke lijn u voor uw
uitgaande oproepen gebruikt. Welke lijn u ook kiest,
u kunt met beide lijnen oproepen beantwoorden.
Als u Lijn 1 of Lijn 2 selecteert, ziet u het nummer
van de gekozen lijn achter de naam van het
netwerk in het display.
112
Funbox
In het menu Funbox kunt u kiezen uit de volgende
opties:
Internetdiensten
•Mediabox
Spelletjes
Infrarood
Internetdiensten
(Menu 7.1)
Uw telefoon beschikt over een ingebouwde WAP
browser, waarmee u toegang heeft tot het
draadloze web.
Met de WAP browser heeft u via uw mobiele telefoon
toegang tot de meest actuele informatie en kunt u
speciaal voor het draadloze web ontworpen
tekstversies van populaire sites bezoeken.
Surfen over het draadloze web met uw mobiele
telefoon is anders dan via de computer. Aanbieders
van deze sites hebben de belangrijkste informatie
voor het draadloze web geselecteerd en de meeste
grafische afbeeldingen achterwege gelaten.
Iedere keer dat u de WAP browser start, maakt de
telefoon verbinding met het draadloze internet. U
ziet dan het pictogram of in het display,
zodat u weet dat u kosten kunt verwachten. De
tarieven zijn afhankelijk van de geboden service.
De WAP browser verbreekt de netwerkverbinding
nadat deze een bepaalde periode niet actief is
geweest en maakt zo nodig automatisch opnieuw
verbinding. Het is dus mogelijk dat u een aantal
korte gesprekken op uw telefoonrekening vindt,
terwijl u de browser rond die tijd maar één keer
hebt gestart. Dit is normaal; de bedoeling hiervan is
uw telefoonrekening zo laag mogelijk te houden.
Funbox
113
Startpagina
(Menu 7.1.1)
Als u deze menukeuze selecteert, zoekt de telefoon
verbinding met het netwerk en wordt de startpagina
van uw provider geladen.
Zodra er verbinding is, wordt de startpagina
weergegeven. De inhoud hiervan is per provider
verschillend.
NB
: U kunt de WAP browser direct starten, door in de
standby-stand
op de toets te drukken.
De inhoud van de startpagina van uw browser is
afhankelijk van uw provider. Met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag kunt u het hele scherm bekijken.
U kunt de browser op ieder willekeurig moment
afsluiten, door op de toets te drukken. De
telefoon gaat dan terug naar de standby-stand.
Gebruik van de toetsen bij de browser
Om... Drukt u op...
Door de opties van
de browser te
bladeren en deze
te selecteren
De stuurtoets Omhoog of
Omlaag tot de gewenste
optie gemarkeerd wordt
weergegeven en drukt u op
de functietoets .
Een genummerde
optie te kiezen
De juiste cijfertoetsen.
Een pagina terug
te gaan
De functietoets .
Terug te gaan naar
uw startpagina
De toets en selecteert u de
browser optie Startpagina.
Kijk voor meer informatie in
de alinea over de Startpagina
hierboven.
Funbox
114
Tekst invoeren in de WAP browser
Als u tekst in kunt toetsen, ziet u boven de rechter
functietoets de huidige tekstinvoerstand.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38.
WAP browser menu gebruiken
U kunt uit verschillende menu-opties kiezen
wanneer u met de browser over het draadloze web
surft.
Zo komt u in het browser menu:
1. Druk op de toets .
De beschikbare menu-opties van de browser
worden getoond.
2. Markeer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste menu-optie.
3. Bevestig uw keuze door op de functietoets te
drukken.
4. Kies zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag een vervolgoptie en druk ter bevestiging
op de functietoets .
NB
: De inhoud van de menu's hangt af van uw
versie van de browser.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Terug: hiermee gaat u terug naar de vorige pagina.
Homepagina: hiermee gaat u terug naar de
startpagina van uw provider.
Afsluiten: hiermee sluit u de browser af.
Funbox
115
Postvak IN: hierin worden van het web ontvangen
meldingen of gegevens opgeslagen.
Vernieuwen: haalt de geopende pagina opnieuw op.
Geavanceerd: de volgende opties zijn
beschikbaar:
Adres tonen
: toont het URL adres van de webpagina
die u op dat moment bezoekt.
Buffer leegmak
en: leegt het buffergeheugen
(tijdelijk geheugen waarin de laatst bezochte
webpagina´s worden opgeslagen).
Informatie...: toont het versienummer van de
WAP browser.
WAP browser opties kiezen
Terwijl u over het draadloze web surft, staan u
diverse opties ter beschikking. Door terwijl u met
het web verbonden bent één keer op de toets te
drukken, krijgt u toegang tot deze opties.
Ga naar adres: hiermee kunt u handmatig het
adres ingeven van de site die u wilt bezoeken.
Favoriet: hiermee kunt u naar een van de onder
uw Favoriet opgeslagen sites gaan. Kijk voor meer
informatie op pagina 116.
Berichten: hiermee kunt u een SMS tekstbericht
lezen of schrijven. Kijk voor meer informatie op
pagina 63.
Mediabox: hiermee kunt u uw mediabox bekijken.
Kijk voor meer informatie op pagina 119.
Funbox
116
Tijdens gebruik van de WAP browser een
oproep aannemen
Terwijl u met de WAP browser over het draadloze
web surft, kunt u op de normale wijze een oproep
aannemen.
Neem het gesprek aan door op de toets te
drukken. Nadat u het gesprek beëindigd heeft, gaat
u weer terug naar de webpagina die u bezocht toen
u de oproep aannam.
Favoriet
(Menu 7.1.2)
Hier kunt u maximaal vijf URL adressen van uw
favoriete WAP pagina's vastleggen.
Om een URL adres vast te leggen:
1. Selecteer een lege regel en druk op de
functietoets Kies.
2. Geef een naam voor de favoriet in en druk op de
functietoets OK.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 38.
3. Geef het URL adres van de website in en druk op
de functietoets OK om dit op te slaan.
Zodra u een adres als favoriet heeft opgeslagen,
kunt u de volgende opties selecteren:
Start: hiermee kunt u direct naar een site gaan.
Wijzigen: hiermee kunt u de naam en het URL
adres van de favoriet wijzigen.
Wissen: hiermee kunt u de favoriet wissen.
Funbox
117
Ga naar adres
(Menu 7.1.3)
Via deze menukeuze kunt u het adres van de
website die u wilt bezoeken handmatig ingeven.
Geef het URL adres van de website in en druk op de
functietoets OK.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38.
Buffer leegmaken
(Menu 7.1.4)
Via deze menukeuze kunt u het buffergeheugen
(tijdelijk geheugen waarin de telefoon recent
bezochte internet pagina's bewaart) leegmaken.
Proxy instelling
(Menu 7.1.5)
Via deze menukeuze kunt u maximaal vijf proxy
servers instellen.
NB
: In het algemeen kunt u de browserinstellingen
ongewijzigd laten. Wijzig deze instellingen alleen
als uw provider u daartoe opdracht geeft.
Voor iedere proxy kunt u de volgende gegevens
vastleggen:
Naam proxy: geef hier de naam van de HTTP
proxy server in.
GSM instelling: u kunt de proxy instellingen voor
het GSM netwerk aanpassen.
Gatew
ay: geef hier het IP adres en de IP poort in.
T
ype data-oproep: selecteer het type
netwerkverbinding; ISDN of Analoog.
Inbelnummer
: geef hier het telefoonnummer van
de PPP in.
Gebruik
ersnaam: geef hier uw gebruikersnaam van
de PPP server in.
Funbox
118
Wachtwoord: geef hier het wachtwoord voor de PPP
server in.
GPRS instelling: u kunt de proxy instellingen voor
het GPRS netwerk aanpassen.
Gatew
ay: geef hier het IP adres en de IP poort in.
APN
: geef hier de naam van het toegangspunt in
dat wordt gebruikt voor het adres van de GPRS
netwerk-gateway.
Gebruik
ersnaam: geef hier de gebruikersnaam voor
verbinding met het GPRS netwerk in.
W
achtwoord: geef hier het wachtwoord voor
verbinding met het GPRS netwerk in.
URL startpagina: hier kunt u het adres van de site
die u als startpagina wilt gebruiken ingeven.
De standaard startpagina kunt u met de toets C
verwijderen, waarna u de startpagina van uw keuze
in kunt geven. Speciale tekens (/ bijvoorbeeld) kunt
u in de stand voor Tekens ingeven (zie pagina 44).
Drager: hier kunt u de drager selecteren die wordt
gebruikt wanneer toegang tot een type netwerk
wordt gezocht.
Eerst GPRS
: eerst zoekt uw telefoon naar het GPRS
netwerk. Als dit niet beschikbaar is, kunt u tijdelijk
kiezen voor GSM.
Alleen GPRS
: werkt alleen binnen het GPRS
netwerk.
Alleen GSM
: werkt alleen binnen het GSM netwerk.
Huidige proxy
(Menu 7.1.6)
Via deze menukeuze kunt u een van de eerder
ingestelde proxy´s voor de WAP verbinding
selecteren.
Funbox
119
Mediabox
(Menu 7.2)
Via deze menukeuze kunt u de in uw telefoon
beschikbare afbeeldingen bekijken en melodieën
beluisteren.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Afbeelding: deze menukeuze toont u de
afbeeldingen die u van Internet hebt gedownload of
van andere telefoons hebt ontvangen. Door op de
functietoets Opties te drukken, kunt u de
afbeelding een andere naam geven of verwijderen.
Melodie: via deze menu-optie kunt u de melodieën
die u via Internet of van andere telefoons hebt
ontvangen beluisteren. Door op de functietoets
Opties te drukken, kunt u de melodie een andere
naam geven of verwijderen.
NB
: Melodieën die op dat moment als beltoon of voor
andere melodie-instellingen worden gebruikt, kunt
u niet verwijderen.
Alles wissen: verwijdert alle afbeeldingen en
melodieën uit de mediabox. Met de functietoets
Kies kunt u een afbeelding of melodie selecteren of
de-selecteren. Vervolgens drukt u op de
functietoets OK.
Spelletjes
(Menu 7.3)
Via deze menukeuze kunt u drie spelletjes spelen.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar
het gewenste spelletjes bladeren. Daarna drukt u
op de functietoets Kies.
Funbox
120
U kunt een van de beschikbare opties selecteren,
door op de betreffende cijfertoets te drukken. De
volgende opties zijn beschikbaar:
New Game: hiermee start u het spel.
High Score: toont de tabel met de hoogste scores.
Dit is niet bij alle spelletjes mogelijk.
Key Info: toont de functie van de toetsen in het
spel.
Continue: hiermee kunt u een spel voortzetten.
Deze optie wordt alleen getoond als u een spel al
eerder gespeeld heeft.
Terwijl u een spel speelt, kunt u de volgende
instellingen wijzigen:
Als de door u behaalde score tot de vijf hoogste
behoort, kunt u een naam van maximaal 10 posities
ingeven.
Honey ball
(Menu 7.3.1)
Het doel van dit spel is om de honingblokken te
breken, door een bal te laten stuiteren tussen een
slaghout en de blokken.
Om... Drukt u op...
Het volume aan te
passen
De volumetoetsen.
Een spel te
pauzeren/voort te
zetten
De toets C.
Het spel af te
sluiten
De toets of de rechter
functietoets.
Funbox
121
Wanneer u een nieuw spel start, bevindt de bal zich
op het slaghout in het midden van het scherm. Zodra
u de bal start, moet u het slaghout op de juiste plaats
houden, zodat de bal eraf stuitert. Steeds wanneer
de bal een blok raakt, breekt het blok. Soms
verschijnen er letters die de efficiency van het
slaghout of de bal verbeteren.
B: het slaghout en de bal gaan terug naar hun
oorspronkelijk vorm.
C: de bal blijft aan het slaghout plakken wanneer het
dit raakt. Dit geeft u de tijd uw positie te verbeteren.
H: het slaghout wordt langer.
P: de bal verandert in een krachtbal. Daardoor stuitert
hij niet meer van de blokken af, maar gaat er dwars
doorheen en vernietigt daarbij alles wat het raakt.
Wanneer u het einde van het spel nadert, veranderen
de regels enigszins. De blokken worden veel sterker
en worden pas vernietigd na meerdere keren geraakt
te zijn. Tegelijkertijd vallen kleine bijen het slaghout
aan, waardoor dit steeds verder beschadigd raakt en
uiteindelijk verloren gaat. Dit kost u een leven.
Toetscommando's
3: schuin omhoog.
1: schuin omlaag.
4, Links: naar links.
6, Rechts: naar rechts.
9, 5 of : de bal slaan.
: geluid aan- of uitzetten.
Funbox
122
Go! Hamster
(Menu 7.3.2)
Go! Hamster is een bordspel waarvoor geduld en
tact onontbeerlijk zijn. Het doel van het spel is om
ongeveer 80% van de achtergrond te verwijderen,
waarbij de atoombommen ontweken moeten
worden. Daarna komt u in het volgende niveau.
Als het startscherm wordt getoond, start u het spel
door op een willekeurige toets te drukken.
Toetscommando's
2: omhoog.
4: naar links.
6: naar rechts.
8: omlaag.
5: stop.
: geluid aan- of uitzetten.
Bowling
(Menu 7.3.3)
Doel van het spel is om in een driehoek geplaatste
kegels door het rollen met een bal omver te werpen.
Bij de start van een nieuw spel kunt u door op de
rechter functietoets te drukken, de gewenste stand,
de speler en de bal selecteren.
Als het spel begint, worden de speler en de bal
getoond. Verplaats eerst de speler, kies dan het
effect en de richting en tenslotte de kracht
waarmee de bal wordt gegooid.
Toetscommando´s
4, Links: naar links bewegen
6, Rechts: naar rechts bewegen
5, : snelheid, effect selecteren of bal gooien.
: geluid aan- of uitzetten.
Funbox
123
Infrarood
(Menu 7.4)
Deze functie biedt de mogelijkheid om gegevens via
de infraroodpoort te verzenden of te ontvangen.
Aanzetten
(Menu 7.4.1)
Als u de optie Aanzetten selecteert, kunt u de
infraroodpoort in of uitschakelen.
Om voor uw computer gebruik te kunnen maken
van de infraroodverbinding, moet u:
Een IrDA compatibele infraroodpoort op uw
computer configureren en activeren.
•De infraroodfunctie van de telefoon inschakelen.
Dit doet u door de optie Aanzetten in het menu
Infrarood op Aan te zetten. Het infrarood
pictogram ( ) verschijnt op de bovenste regel
van het display.
•Zorg ervoor dat de infraroodpoort van de telefoon
in één lijn ligt met de infraroodpoort van uw
computer.
U kunt nu via de infraroodverbinding gegevens
oversturen.
Om de verbinding te verbreken, selecteert u Uit.
Als er binnen 1 minuut nadat de infrarood-verbinding
is geactiveerd geen communicatie tussen uw
Infrarood
poort
I
n
f
raroo
d
poort
Funbox
124
telefoon en het andere apparaat plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
NB
: Deze functie is ook beschikbaar tussen twee
telefoons onderling. U krijgt echter de beste
resultaten wanneer u een datakabel gebruikt.
Telefoonlijst verzenden
(Menu 7.4.2)
Via de infraroodverbinding kunt u uw telefoonlijst
naar een andere telefoon sturen en vice versa.
Uw telefoonlijst naar een andere telefoon
sturen
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de twee
telefoons in één lijn liggen.
2. Open in het Infrarood menu de optie
Telefoonlijst verzenden en selecteer een van
de volgende opties. Druk daarna op de
functietoets Kies:
Eén: hiermee kunt u de gegevens van de
geselecteerde contactpersoon versturen.
Alles in SIM-geheugen: hiermee kunt u alle
contactpersonen uit de telefoonlijst die in het
SIM-geheugen zijn opgeslagen versturen.
Alles in telefoongeheugen: hiermee kunt u alle
contactpersonen uit de telefoonlijst die in het
Telefoongeheugen zijn opgeslagen versturen.
Alles (SIM+Telefoon): hiermee kunt u alle
contactpersonen uit beide geheugens versturen.
3. Selecteert u Eén of Alles (SIM+Telefoon), dan
toont uw telefoon alle contactpersonen in de
Telefoonlijst.
Selecteert u Alles in SIM-geheugen of Alles
in telefoongeheugen, dan worden de
contactpersonen getoond die in het betreffende
geheugen zijn opgeslagen.
4. Blader naar de contactperso(o)n(en) die u wilt
versturen en druk op de functietoets Kies.
Funbox
125
Uw telefoon begint met het versturen van de
contactperso(o)n(en).
NB
: Wanneer u tijdens het versturen van de
telefoonlijst een oproep ontvangt, wordt het
versturen afgebroken.
Telefoonlijst van een andere telefoon ontvangen
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de twee
telefoons in één lijn liggen.
2. Open in het menu Infrarood de menukeuze
Aanzetten en selecteer Aan om de
infraroodpoort te activeren.
3. Als uw telefoon gegevens van de andere telefoon
ontvangt:
Als u Eén telefoonlijstgegeven van de andere
telefoon ontvangt, ziet u in het display de naam
en het telefoonnummer. U kunt aangeven of u dit
wilt opslaan. Ga verder bij stap 4.
Als u de gegevens via de keuze Alles in SIM-
geheugen, Alles in telefoongeheugen of Alles
(SIM+Telefoon) ontvangt, kunt u een geheugen
selecteren (SIM- of telefoongeheugen). Ga verder
bij stap 5.
4. Druk op de functietoets Opslaan om de
contactpersoon in uw telefoonlijst op te slaan.
U kunt de gegevens ook verwijderen door op de
functietoets Annuleren te drukken.
5. Druk op de functietoets SIM of Telefoon.
De gegevens worden in het geselecteerde
geheugen opgeslagen.
NB
: Ontvangt u tijdens het ontvangen van Telefoon-
lijstgegevens een oproep, dan kunt u deze aannemen
of weigeren. Daarna gaat de telefoon automatisch
verder met ontvangen van de gegevens.
126
ALS (Alternate Line
Service)
De ALS functie maakt het mogelijk op dezelfde SIM-
kaart twee lijnen te combineren. Uiteraard kunt u
met beide lijnen bellen of gebeld worden. Wanneer
u zich op deze netwerkdienst abonneert,
verschijnen enkele extra menu-opties waarmee u
deze functie kunt instellen.
NB
: Informeer bij uw GSM provider of deze dienst
geleverd wordt en hoe u zich hierop kunt
abonneren.
Lijn selecteren
Via het menu Actieve lijn (Menu 6.6) kunt u
instellen welke lijn u voor welk type oproep wilt
gebruiken. Kijk voor meer informatie op
pagina 111.
Naam van de lijn wijzigen
Via het menu Eigen nummer kunt u de namen van
de lijnen wijzigen.
Wanneer u de naam van een lijn wijzigt, wordt in
ieder menu waar eerder "Lijn 1" of "Lijn 2" stond,
nu de door u gekozen naam vermeld. Voor meer
informatie, zie pagina 54.
Type belsignaal per lijn instellen
Om onderscheid te kunnen maken tussen de
oproepen die voor de twee lijnen binnenkomen,
kunt u per lijn een verschillend belgeluid instellen.
Dit doet u via de menukeuze Inkomende
oproepen (Menu 3.1). Meer informatie hierover
vindt u op pagina 77.
ALS (Alternate Line Service)
127
Doorschakelopties instellen
Via de menukeuze Oproepen doorschakelen
(Menu 6.1) kunt u de doorschakelopties voor één of
beide lijnen instellen. Daarbij worden inkomende
oproepen die op de geselecteerde lijn binnenkomen,
doorgeschakeld naar een ander telefoonnummer.
Kijk voor meer informatie op pagina 104.
Gespreksinformatie bekijken
Van beide lijnen kunt u de gesprekskosten en -duur
bekijken. Voor meer informatie, zie pagina 74 en 75.
128
Problemen oplossen
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Wanneer u de telefoon aanzet, kunnen
de volgende boodschappen verschijnen:
Geen SIM-kaart
Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord
Het toestel is geblokkeerd. U moet het wachtwoord van
de telefoon ingeven voordat u de telefoon kunt
gebruiken.
Geef PIN
•U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN
code
ingeven die u bij de SIM-kaart
hebt ontvangen.
•De functie PIN
controle is ingeschakeld.
Iedere
keer dat u de telefoon aanzet, moet u uw PIN
code intoetsen. U kunt deze functie uitschakelen
via de menukeuze PIN controle (Menu 4.4.1).
Zie pagina 84.
Geef PUK in
U hebt drie keer achter elkaar een onjuiste PIN
code ingegeven, zodat de telefoon geblokkeerd is.
Geef de PUK code in die u van uw GSM provider
hebt ontvangen.
Problemen oplossen
129
Melding "Geen netwerk"
De verbinding met het netwerk is verbroken.
Misschien bevindt u zich op een locatie waar de
ontvangst te zwak is (bijvoorbeeld in een tunnel
of tussen veel gebouwen). Ga naar een andere
plaats en probeer het nog een keer.
•U probeert een optie te gebruiken waarvoor u bij
uw GSM provider geen abonnement hebt
afgesloten. Neem contact op met uw provider
voor meer informatie.
U heeft een telefoonnummer ingegeven,
maar er gebeurt niets
•Heeft u op gedrukt?
•Heeft u het juiste netwerk gekozen?
•Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
U bent niet bereikbaar
Staat uw telefoon aan? (Heeft u de toets
ruim een seconde ingedrukt?)
•Heef u het juiste netwerk gekozen?
•Misschien heeft u inkomende oproepen
geblokkeerd.
De persoon met wie u belt hoort u niet
Staat de microfoon misschien uit? (U ziet dan
Microfoon uit in het display)
•Houdt u de telefoon misschien te ver van uw
mond? De microfoon zit aan de onderkant van de
telefoon.
Problemen oplossen
130
De telefoon gaat piepen en in het display
knippert de melding **Batterij bijna
leeg**
De batterij is bijna leeg. Plaats een volle batterij en
laad de batterij op.
Slechte ontvangst/geluidskwaliteit
Controleer in het display de signaalsterkte
indicatie ( ). Het aantal balkjes geeft aan of
het signaal sterk ( ) of zwak ( ) is.
•Houd de telefoon in een iets andere stand of ga
dichter bij een raam staan als u zich in een
gebouw bevindt.
Een in de telefoonlijst gekozen nummer
wordt niet gebeld
•Zoek de betreffende naam op in de telefoonlijst
en kijk of het bijbehorende nummer klopt.
Sla het nummer zonodig opnieuw op.
Kunt u met behulp van de bovengenoemde
richtlijnen het probleem niet oplossen, zorg dan
voor:
• Het type en serienummer van uw telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een goede beschrijving van het probleem
Neem vervolgens contact op met uw leverancier
of de klantenservice van SAMSUNG.
131
PIN codes en
wachtwoorden
Uw telefoon en de SIM-kaart hebben verschillende
toegangscodes om ervoor te zorgen dat ze niet door
onbevoegden gebruikt kunnen worden.
Enkele toegangscodes kunt uw wijzigen via de
menukeuze Beveiliging (Menu 4.4). Meer
informatie hierover vindt u op pagina 84.
Wachtwoord voor telefoon
De functie telefoonblokkering (zie pagina 85)
gebruikt een wachtwoord om de telefoon te
beschermen tegen onbevoegd gebruik.
In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op
00000000. U kunt het wachtwoord wijzigen via de
menukeuze Wachtwoord wijzigen (Menu 4.4.4).
Zie pagina 85.
PIN
De PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) code
beschermt uw SIM-kaart tegen gebruik door
onbevoegden. Normaal gesproken wordt de PIN bij
de SIM-kaart geleverd. Als de functie PIN controle
is ingeschakeld (zie pagina 84) moet u elke keer
dat u uw telefoon aanzet de PIN code intoetsen.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN code invoert,
kunt u de telefoon pas gebruiken nadat u de PUK
code hebt ingevoerd en op de functietoets OK hebt
gedrukt. De telefoon wordt nu weer vrijgegeven.
Geef een nieuwe PIN code in en druk op de
functietoets OK. Druk de nieuwe PIN code
nogmaals in en druk op de functietoets OK.
PIN codes en wachtwoorden
132
PIN2
Bij sommige SIM-kaarten wordt een PIN2 code
verstrekt. Deze code is nodig voor bepaalde
functies, bijvoorbeeld het opladen van het
beltegoed. Deze functies zijn alleen beschikbaar
indien uw SIM-kaart ze ondersteunt.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN code invoert,
wordt de PIN2 code opgeheven. De telefoon kan
pas opnieuw worden gebruikt, nadat u de PUK2
code hebt ingevoerd en op de functietoets OK hebt
gedrukt. De telefoon wordt nu weer vrijgegeven.
Geef een nieuwe PIN2 code in en druk op de
functietoets OK. Druk de nieuwe PIN2 code
nogmaals in en druk op de functietoets OK.
PUK
U heeft de PUK (PIN Unblocking Key) code nodig om
een geblokkeerde PIN code te kunnen opheffen. In
het algemeen wordt de PUK code bij de SIM-kaart
verstrekt. Heeft u geen PUK code ontvangen, neem
dan contact op met uw provider.
Geeft u tien keer na elkaar een onjuiste PUK code
in, dan kunt u de SIM-kaart niet meer gebruiken.
Neem in dat geval contact op met uw provider.
U kunt de PUK code niet wijzigen. Bent u de code
kwijt, neem dan contact op met uw provider.
PIN codes en wachtwoorden
133
PUK2
De PUK2 code die bij sommige SIM-kaarten
verstrekt wordt, is nodig om een geblokkeerde PIN2
code te kunnen wijzigen.
Geeft u tien keer na elkaar een onjuiste PUK2 code
in, dan kunt u de functies waarvoor de PIN2 code
nodig is, niet meer gebruiken. Neem in dat geval
contact op met uw provider.
U kunt de PUK2 code niet wijzigen. Bent u de code
kwijt, neem dan contact op met uw provider.
Wachtwoord blokkeren oproepen
Wanneer u de functie Oproepen blokkeren gebruikt,
heeft u dit 4-cijferige wachtwoord nodig. Als u zich
op deze dienst abonneert, ontvangt u dit
wachtwoord van uw GSM provider.
U kunt het wachtwoord desgewenst wijzigen via de
menukeuze Oproepen blokkeren (Menu 6.2).
Kijk voor meer informatie op pagina 106.
134
Gezondheids- en
veiligheidsinformatie
Blootstelling aan radiogolven
(SAR Informatie)
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie,
zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet
overschreden worden. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge, zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0 W/kg.
*
* De SAR limiet voor normale mobiele telefoons is
gemiddeld 2,0 W/Kg per 10 gram lichaamsweefsel. BIj
deze limiet is, i.v.m. eventuele afwijkingen in de
metingen, rekening gehouden met een ruime
veiligheidsmarge, die de gebruikers extra veiligheid
biedt. De SAR waarden kunnen variëren, afhanklelijk
van landelijke eisen en de bandbreedte.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
135
De SAR tests worden uitgevoerd in standaard situaties
waarbij de telefoon met het maximaal toegestane
vermogen wordt gebruikt op alle geteste bandbreedtes.
Hoewel de SAR is vastgesteld op basis van het maximaal
toegestane vermogen, kan het werkelijke SAR niveau
tijdens gebruik in ruime mate onder de maximum-
waarde liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat nodig
is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt. In het
algemeen geldt dat hoe dichter u bij een basisstation
van het netwerk bent, hoe lager het vermogen is.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid van
de gebruiker en andere personen.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van batterijen
Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan
waarvoor ze bedoeld zijn.
•Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation van
het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder stroom. De
spreek- en standbytijden zijn sterk afhankelijk van
de signaalsterkte en instellingen van het netwerk.
De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden keren
worden ontladen en opgeladen, maar na verloop
van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit.
Wordt de gebruikstijd (spreek- en standbytijden)
aanmerkelijk korter, dan is het tijd om een nieuwe
batterij te kopen.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
136
Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
•Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C (32 °F).
•Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas bewaart.
Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij
(maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen.
Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
137
Verkeersveiligheid
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat echter
gepaard met een belangrijke verantwoordelijkheid.
Een verantwoordelijkheid die iedere gebruiker serieus
moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw
belangrijkste taak die uw volledige aandacht
vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of
wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden.
Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon
wilt gebruiken, moet u rekening houden met het
volgende:
1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden
als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door
gebruik te maken van deze functies kunt u met
zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren.
2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free
carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires
verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk
maken, en daarmee het gemak en de veiligheid
aanzienlijk vergroten.
3. Plaats de telefoon binnen handbereik. Zorg
ervoor dat u de telefoon kunt pakken zonder uw
ogen van de weg te hoeven halen. Laat eventueel
uw voice mail de oproep beantwoorden.
4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg
zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het
erg druk is op de weg of wanneer het weer
slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
138
5. Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit
soort activiteiten leiden ertoe dat u niet uw
volle aandacht bij het rijden en het verkeer
kunt houden.
6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat
echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u
stilstaat of voordat u zich in het verkeer
begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het
rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw
blik weer op de weg en het verkeer, draai dan
de volgende twee cijfers, enzovoort.
7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die
met stress of emoties gepaard gaan. Maak de
persoon met wie u aan het telefoneren bent
duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek
uit tot een later tijdstip.
8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele
telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij
brand, een verkeersongeval, enzovoort.
Meestal kunt u deze nummers gratis bellen.
9. Gebruik uw telefoon om anderen in
noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk
gebeuren, een overval of een andere situatie
waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het
alarmnummer (112 of een ander officieel
alarmnummer).
10. In minder ernstige situaties, bijvoorbeeld een
ongeluk zonder lichamelijk letsel, kunt u de
lokale politie of de wegenwacht bellen.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
139
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten,
kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met
de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen
incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor
een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid
alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw
oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen.
Het kan echter voorkomen dat bepaalde
elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen
de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant voor een
alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal
15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek door en
aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
140
Gebruikers met een pacemaker:
•Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden;
•Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen;
•Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit.
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een andere oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan uw
huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn. Houd
u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons
op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd
uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele
telefoons verboden is, of als dit storingen in
apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Voertuigen
RF signalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of niet voldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen. Ga dit
na bij de fabrikant of dealer van de auto.
U kunt ook de fabrikant of leverancier van de in uw
auto geïnstalleerde apparatuur raadplegen.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
141
Verbod op mobiel telefoneren
Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval
uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan
hebben staan.
Omgeving waar explosiegevaar is
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een
omgeving bent waar met explosieven wordt
gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden
veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo'n
omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk
letsel en zelfs de dood tot gevolg.
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation. Zet
uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen
u nogmaals op de noodzaak om u in
brandstofdepots (opslag en distributie), chemische
fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve
materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de
voorschriften en verboden voor het gebruik van
radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht
zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en
ieder ander gebied waar u normaalgesproken de
motor van uw auto uit zou moeten zetten.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
142
Noodoproepen
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies, waarbij er geen
garantie is dat er onder alle omstandigheden
verbinding mogelijk is. Vertrouw daarom in een
noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie)
nooit alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets .
Als u bepaalde functies aan heeft staan (wachtwoord
telefoon, blokkeren oproepen, enz.) moet u deze
functies misschien eerst uitzetten voordat u het
alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg daarvoor deze
gebruiksaanwijzing of neem contact op met uw
provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
143
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag te plaatsen of te installeren. Zet uw
mobiele telefoon aan boord van een vliegtuig
altijd uit.
•Het gebruik van een mobiele telefoon in een
vliegtuig is verboden en gevaarlijk voor de
besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren.
Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
144
Verzorging en onderhoud
•Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
•Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
•Raak de telefoon tijdens het opladen niet met
natte handen aan. Dit kan een elektrische schok
of schade aan de telefoon tot gevolg hebben.
•Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
Bewaar uw telefoon niet op een plaats met ex-
treem hoge temperaturen. Dit verkort de levens-
duur van de elektronica, beschadigt de batterijen
en doet het plastic kromtrekken of smelten.
Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
•Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
•Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
•Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
145
Leg de telefoon niet in of op verwarmings-
apparatuur, zoals een magnetron, een radiator
van de verwarming of een kachel. De telefoon
kan exploderen wanneer deze te heet wordt.
•Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
146
Verklarende
woordenlijst
Hieronder vindt u de uitleg van diverse technische
termen en afkortingen die in deze gebruiksaanwijzing
voorkomen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van
de mogelijkheden van uw mobiele telefoon.
ALS (Alternate Line Service)
Mogelijkheid om op een enkele SIM kaart twee
lijnen te gebruiken. U kunt op beide lijnen bellen en
gebeld worden.
EMS (Enhanced Message Service)
Via de netwerkdienst EMS (Enhanced Message
Service) kunnen berichten die afbeeldingen,
beltonen en animatiefilmpjes bevatten van de ene
naar de andere gebruiker worden gestuurd zonder
voorafgaand telefonisch overleg.
Functietoetsen
Toetsen en op de telefoon, waarvan het
doel:
Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt;
•Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven.
Gesprek in de wacht zetten
Mogelijkheid om een gesprek in de wacht te zetten,
terwijl u een tweede oproep beantwoordt of zelf
iemand belt. U kunt tussen de twee gesprekken
heen en weer schakelen.
Verklarende woordenlijst
147
GPRS (General Packet Radio Service)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Irda (Infrared Data Association)
Een door het IrDA consortium gedefinieerde
standaard voor draadloze gegevensoverdracht via
infrarood. In de IrDA specificaties zijn zowel de
standaards voor de fysieke apparaten als de
protocollen waarmee zij met elkaar communiceren
gedefinieerd.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Nummerweergave
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
Verklarende woordenlijst
148
Oproepen blokkeren
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Oproepen doorschakelen
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIM-kaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
PUK (PIN Unblocking Key)
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te
deblokkeren nadat drie keer na elkaar een onjuiste
PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat uit 8
cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de SIM-
kaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerk-
en geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
Verklarende woordenlijst
149
SMS (Short Message Service)
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een telefoon-
gesprek te informeren dat er (nog) een oproep is.
Voice Mail
Geautomatiseerde antwoorddienst die uw
inkomende oproepen aanneemt wanneer u niet
beschikbaar bent. Er wordt een (desgewenst met
uw eigen stem ingesproken) boodschap afgespeeld
waarna de beller een boodschap kan inspreken die
u later kunt afluisteren.
150
Index
A
Aan/uitzetten
78
microfoon
30
telefoon
22
Aannemen
tweede oproep
32
ABC stand
38
,
42
Actielijst
94
Actieve lijn
selecteren
111
Adapter
20
Alarm
instellen
98
ALS
126
Autom. herhalen instellen
87
Automatisch aan bij alarm
99
B
Batterij
batterij bijna leeg
21
opladen
20
plaatsen
18
verwijderen
19
voorzorgsmaatregelen
135
Belgroep
instellingen
53
Bellen
internationaal
26
zelf bellen
25
Beltoon
berichten
78
inkomende oproepen
77
Berichten
63
info
71
instellingen
70
lezen
63
postvak
IN
63
UIT
65
schrijven
66
standaard
69
type belsignaal
78
voice mail
68
wissen
70
,
71
Blokkeren
SIM-kaart
86
telefoon
85
Browser, WAP
112
C
Calculator
100
Cijfers
38
,
44
Codes en wachtwoorden
131
Contactpersonen toevoegen
45
D
Datum, instellen
96
Diensten
56
Display
extern
15
,
83
helderheid
82
hoofddisplay
13
,
83
instellingen
82
pictogrammen
14
taal
82
uitschakelen
16
verlichting
83
E
Eigen nummer
54
Elektronische apparatuur
139
Explosiegevaar
141
Extern display
15
F
FDN-modus
86
Fixed Dial Number-modus
86
Funbox
112
Functies
selecteren
23
Functietoetsen, gebruiken
22
,
23
G
Gebruiksomgeving
139
Geheugenstatus
56
telefoon
56
Gemiste oproepen
Index
151
bekijken
27
,
73
Gesprek in de wacht zetten
31
Gespreksduur
74
,
80
Gesprekskosten
75
H
Herhalen
automatisch
87
Hoofddisplay
13
I
Indicatie batterij bijna leeg
21
Infoberichten
71
Infrarood port
123
Instellingen
alarm
98
beveiliging
84
datum
96
display
82
geluid
77
netwerk
104
reset
89
SMS
70
telefoon
81
tijd
96
Internationaal bellen
26
Internet
112
Invoerstand
83
K
Kaart, SIM-kaart
plaatsen
17
verwijderen
18
Kalender
92
Kiezen
25
nummers op SIM-kaart
51
Klok
96
L
Letters
intoetsen
38
Luidsprekervolume
29
M
Mediabox
119
Medische apparatuur
140
Melodie inkomende
oproepen
77
Menu
openen
57
Microfoon, uitschakelen
30
Minutenteller
79
Multiparty-gesprek
gesprek met één
deelnemer
beëindigen
37
privégesprek voeren
36
starten
35
Multiparty-gesprekk
34
N
Naam en nummer opslaan
45
Namen
38
opzoeken/bellen
47
vastleggen
45
Netwerk kiezen
109
Netwerkdiensten
104
Nieuwe notitie maken
90
,
93
Nummers
51
bellen
47
corrigeren
25
diensten
56
eigen nummer
54
FDN-modus
86
in telefoonlijst opzoeken
en bellen
47
kopiëren
49
op SIM-kaart kiezen
51
opzoeken/bellen
47
snelkeuze
50
stand
38
,
44
uit telefoonlijst
bellen
47
verwijderen
49
wijzigen
49
wissen
49
Nummerweergave
110
Index
152
O
Omrekenen
101
Onderhoud
144
Ontvangen oproepen
73
Oortelefoon
37
Oproep
beantwoorden
28
tweede oproep
32
beëindigen
28
weigeren
29
Oproepen
blokkeren
106
doorschakelen
104
gemiste
27
,
73
inkomende
77
ontvangen
73
uitgaande
74
Oproepenlijst
26
Opties
selecteren
23
Opzoeken en bellen van
nummers
47
uit de telefoonlijst
47
Organizer
90
P
Pictogrammen
14
PIN
131
controle
84
wijzigen
84
PIN2
132
wijzigen
87
Postvak
IN
63
UIT
65
Problemen oplossen
128
PUK
132
PUK2
133
R
Reset instellingen
89
S
SIM-kaart
blokkeren
86
plaatsen
17
sturen
49
verwijderen
18
SMS
63
Snelkiezen
50
Speciale tekens
38
Spelletjes
119
Bowlen
122
Go! Hamster
122
Honey Ball
120
Standaardberichten
69
Stille modus
80
Stopwatch
103
T
T9 stand
38
,
40
Taal, selecteren
83
Tekens
38
,
44
Tekst intoetsen
38
Tekstinvoerstand
38
taal
83
Telefonisch vergaderen
34
Telefoon
aan/uitzetten
22
instellingen
81
Telefoonlijst
45
opties
48
Tijd
instellen
96
wereld
96
Timer
102
Toets op zijkant
87
Toetstoon
selecteren
79
volume
29
Toon
berichten
78
bij in/uitschakelen
78
verbinding
79
Tweede oproep aannemen
32
Type belsignaal
78
U
Uitgaande oproepen
74
Index
153
V
Veiligheid
batterijen
135
Veiligheidsinformatie
7
,
134
,
143
Verbindingstoon
79
Verkort kiezen
49
Verlichting
15
,
83
Verzorging
144
Voice mail
68
server
68
server nummer
68
verbinden met
69
Volume
aanpassen
29
microfoon
29
Volumetoetsen
29
W
Wachtwoord
blokkeren oproepen
108
,
133
telefoon
85
,
131
WAP browser
112
Wegwijzer menukeuzes
58
Welkomtekst
81
Wijzigen
geluidinstellingen
77
tekstinvoerstand
39
Wisselgesprek
32
,
108
Z
Zelf bellen
25
154 155
Menu’s
openen
Druk in de standby-stand
op de functietoets Menu.
Ga met de stuurtoets Links
of Omlaag naar het
gewenste menu.
Ga met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag naar de
gewenste menukeuze.
Druk op de functietoets
Kies om uw keuze te
bevestigen.
• De functietoetsen ( en ) hebben
de functie die er direct boven staat
(op de onderste regel van het display).
Aan/uitzetten Houd de toets
ingedrukt.
Zelf bellen Geef het nummer in.
Druk op de toets .
Oproep
beëindigen
Druk op de toets .
Oproep
beantwoorden
Open de telefoon
of
Druk op de toets .
Volume
aanpassen
Druk op devolume toetsen
aan de zijkant van de
telefoon.
SGH-S500 GPRS Telefoon
Referentiekaart
156
Laatste
nummer
herhalen
Druk twee keer op de
toets .
Verkort kiezen Houd in de standby-stand de
betreffende toets (2 - 9)
ingedrukt.
Of druk op de toets, gevolgd
door de toets .
Een nummer
op uw SIM-
kaart bellen
Geef de SIM-geheugenplaats
in, druk op de toets en
daarna op de toets .
Uw voice mail
afluisteren
Houd de toets 1 ingedrukt.
Nummer
in de
telefoonlijst
opslaan
Geef het nummer in.
Druk op de functietoets
Opslaan
.
Kies het gewenste geheugen
en druk op de functietoets
OK.
Als u Telefoon heeft
geselecteerd, kiest u het
soort nummer en drukt u op
de functietoets OK.
Geef de naam in en druk op
de functietoets
OK.
Als u SIM heeft geselec-
teerd, geeft u de locatie in
en drukt u op OK.
Nummer
in de
telefoonlijst
opzoeken
Druk in de standby-stand op
functietoets Tel.Lijst.
Selecteer Naam zoeken.
Geef de eerste letter(s) van
de naam in.
Druk op OK.
Druk zonodig op de toets
Links of Rechts.
Om het nummer te bellen
drukt u op .
*
The address in not for Samsung Service Centre. For the address or the phone
number of Samsung Service Centre, see the warranty card or contact the retailer
where you purchased your phone.

Documenttranscriptie

* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet provider. Drukfouten voorbehouden. ELECTRONICS World Wide Web http://www.samsungmobile.com Printed in Korea Code No.: GH68-03826A Dutch. 06/2003. Rev. 1.0 DUAL BAND GPRS TELEFOON SGH-S500 Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................... 3 Belangrijke veiligheidsinformatie .......... 7 Uitpakken .............................................. 9 Uw telefoon............................................ 10 Onderdelen................................................... Display......................................................... Verlichting .................................................... Display uitschakelen ...................................... 10 13 15 16 Aan de slag ............................................ 17 SIM-kaart plaatsen/verwijderen....................... Batterij plaatsen/verwijderen/opladen .............. Telefoon aan- of uitzetten ............................... Functies en opties selecteren .......................... 17 18 22 23 Telefoneren............................................ 25 Zelf bellen .................................................... Oproep beëindigen......................................... Oproep beantwoorden .................................... Oproep weigeren ........................................... Volume aanpassen......................................... Tijdens gesprek beschikbare opties .................. Oortelefoon gebruiken.................................... 25 28 28 29 29 30 37 Tekst intoetsen ...................................... 38 Tekstinvoerstand wijzigen............................... T9 stand (Ned).............................................. ABC stand .................................................... Speciale tekens intoetsen ............................... Cijfers.......................................................... 39 40 42 44 44 Telefoonlijst ........................................... 45 Naam en nummer vastleggen.......................... Nummer in de telefoonlijst opzoeken en bellen .. Een naam of nummer in de telefoonlijst wijzigen Verkort kiezen............................................... 45 47 48 49 3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Gegevens van de SIM-kaart naar het geheugen van telefoon kopiëren........................................... Contactpersonen in de telefoonlijst verwijderen . Instellingen belgroep wijzigen ......................... Overige mogelijkheden van de telefoonlijst ....... de 52 52 53 54 Beveiliging (Menu 4.4) ................................... Autom. herhalen (Menu 4.5) ........................... Toets op zijkant (Menu 4.6) ............................ Fax stand (Menu 4.7) ..................................... Reset instellingen (Menu 4.8) .......................... 84 87 87 88 89 Het menu ............................................... 57 Organizer ............................................... 90 Menu openen ................................................ Wegwijzer menukeuzes .................................. 57 58 Berichten ............................................... 63 Postvak IN (Menu 1.1) ................................... Postvak UIT (Menu 1.2).................................. Nieuw bericht (Menu 1.3) ............................... Voice mail (Menu 1.4) .................................... Standaardberichten (Menu 1.5) ....................... Instellingen (Menu 1.6) .................................. Geheugenstatus (Menu 1.7) ............................ Alles wissen (Menu 1.8) ................................. Infoberichten (Menu 1.9) ................................ 63 65 66 68 69 70 70 71 71 Nieuwe notitie (Menu 5.1) .............................. Kalender (Menu 5.2) ...................................... Actielijst (Menu 5.3) ...................................... Klok (Menu 5.4) ............................................ Alarm (Menu 5.5) .......................................... Calculator (Menu 5.6) .................................... Omrekenen (Menu 5.7) .................................. Timer (Menu 5.8) .......................................... Stopwatch (Menu 5.9) .................................... 90 92 94 96 98 100 101 102 103 Netwerkdiensten.................................... 104 Oproepenlijst ......................................... 73 Gemiste oproepen (Menu 2.1) ......................... Ontvangen oproepen (Menu 2.2) ..................... Uitgaande oproepen (Menu 2.3) ...................... Alles wissen (Menu 2.4) ................................. Gespreksduur (Menu 2.5) ............................... Gesprekskosten (Menu 2.6) ............................ 73 73 74 74 74 75 Oproepen doorschakelen (Menu 6.1) ................ Oproepen blokkeren (Menu 6.2) ...................... Wisselgesprek (Menu 6.3) .............................. Netwerk kiezen (Menu 6.4) ............................. Nummerweergave (Menu 6.5) ......................... Actieve lijn (Menu 6.6) ................................... 104 106 108 109 110 111 Funbox ................................................... 112 Geluidsinstellingen................................. 77 Internetdiensten (Menu 7.1) ........................... Mediabox (Menu 7.2) ..................................... Spelletjes (Menu 7.3) ..................................... Infrarood (Menu 7.4) ..................................... 112 119 119 123 Inkomende oproepen (Menu 3.1) .................... Berichten (Menu 3.2) ..................................... Telefoon aan/uit (Menu 3.3)............................ Verbindingstoon (Menu 3.4) ............................ Toetstoon (Menu 3.5) .................................... Minutenteller (Menu 3.6) ................................. Stille modus (Menu 3.7) ................................. 77 78 78 79 79 79 80 ALS (Alternate Line Service) .................. 126 Problemen oplossen............................... 128 PIN codes en wachtwoorden.................. 131 Telefooninstellingen............................... 81 Welkomtekst (Menu 4.1) ................................ Display (Menu 4.2) ........................................ Taal (Menu 4.3) ............................................ 81 82 83 Wachtwoord voor telefoon .............................. PIN.............................................................. PIN2 ............................................................ PUK ............................................................. PUK2 ........................................................... Wachtwoord blokkeren oproepen ..................... 131 131 132 132 133 133 4 5 Inhoudsopgave Gezondheids- en veiligheidsinformatie .. 134 Blootstelling aan radiogolven (SAR Informatie) ........................................... 134 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen 135 Verkeersveiligheid ......................................... 137 Gebruiksomgeving ......................................... 139 Elektronische apparatuur ................................ 139 Omgeving waar explosiegevaar is .................... 141 Noodoproepen............................................... 142 Overige belangrijke veiligheidsinformatie .......... 143 Verzorging en onderhoud................................ 144 Verklarende woordenlijst ....................... 146 Index ..................................................... 150 Referentiekaart ...................................... 155 6 Belangrijke veiligheidsinformatie Lees, voordat u de telefoon in gebruik neemt, deze eenvoudige veiligheidsrichtlijnen door. Wanneer u zich er niet aan houdt, is dit gevaarlijk en mogelijk illegaal. Verkeersveiligheid gaat voor alles Houd de telefoon tijdens het rijden niet in de hand, maar plaats hem in een hands-free carkit of stop eerst op een parkeerplaats. Zet de telefoon uit tijdens het tanken Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of chemicaliën zijn opgeslagen. Zet de telefoon uit aan boord van een vliegtuig Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken. Aanzetten van deze telefoon in een vliegtuig is gevaarlijk en verboden. Zet de telefoon uit in het ziekenhuis Zet de telefoon uit als u zich in de buurt van medische apparatuur bevindt. Volg de aangegeven regels op. Storingen Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interferentie, wat de werking ervan kan beïnvloeden. Houd u aan specifieke regels en richtlijnen Gelden in een bepaalde omgeving speciale regels voor het gebruik van mobiele telefoons, volg deze dan altijd op. Zet de telefoon altijd uit wanneer gebruik ervan niet is toegestaan, storingen kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (bijvoorbeeld in een ziekenhuis). 7 Belangrijke veiligheidsinformatie Uitpakken Maak op de juiste wijze gebruik van de telefoon In de doos vindt u de volgende onderdelen: Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij het oor). Raak de antenne niet onnodig aan wanneer de telefoon aan staat. Telefoneren in geval van nood Controleer of de telefoon aan staat en verbinding met het netwerk heeft. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk vervolgens op de toets . Als bepaalde functies ingeschakeld zijn, zoals blokkering uitgaande gesprekken, moet u deze eerst uitschakelen voordat u kunt telefoneren. Geef alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door. Verbreek de verbinding pas als u daartoe opdracht heeft gekregen. Telefoon Adapter Batterijen Polsband Gebruiksaanwijzing Oortelefoon Waterdichtheid Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij droog blijft. Accessoires en batterijen Gebruik uitsluitend door Samsung aanbevolen batterijen en accessoires. Deskundige technische service Laat de telefoon alleen repareren door een vakbekwame technicus. NB: De bij de telefoon geleverde accessoires kunnen per land verschillen. Daarnaast zijn bij uw Samsung dealer de volgende extra accessoires voor uw telefoon verkrijgbaar: • Batterijlader • Eenvoudige hands-free kit Uitgebreide veiligheidsinformatie vindt u in het hoofdstuk “Gezondheids- en veiligheidsinformatie” op pagina 134. 8 • Adapter sigarettenaansteker • Datakit 9 Uw telefoon Uw telefoon Telefoon dicht Onderdelen Antenne De volgende illustraties geven een overzicht van de belangrijkste onderdelen van uw telefoon. Extern display Telefoon open Infraroodpoort Luidspreker Klep Display Stuurtoetsen (Omhoog/ Omlaag/Links/ Rechts) Functietoets (links) Aansluiting oortelefoon Volume/menu bladertoetsen Bellen/bevestigen menukeuze Annuleren/ correctietoets Toetsen voor speciale functies 10 Functietoets (rechts) WAP browser toets Aan/Uit/ Menu verlaten Alfanumerieke toetsen Microfoon Toets Beschrijving (functietoetsen) Hiermee voert u de functie uit die erboven (op de onderste regel van het display) staat aangegeven. In menu’s kunt u hiermee door de menuopties en de telefoonlijst bladeren. In de standby-stand komt u met de linkertoets in het menu Nieuw bericht en met de rechtertoets in het menu Melodie. In de standby-stand: Direct starten van de WAP (Wireless Application Protocol) browser. Zelf bellen of oproep beantwoorden. In de standby-stand opent u met deze toets de Oproepenlijst. In menu’s kunt u met deze toets een menufunctie kiezen of door u ingegeven informatie (bijv. een naam) in het telefoon- of SIM-geheugen opslaan. Verwijdert ingetoetste tekens. Wanneer u deze toets in de standbystand ingedrukt houdt, komt u snel in het menu Nieuwe notitie. 11 Uw telefoon Toets Uw telefoon Beschrijving (vervolg) Hiermee beëindigt u een gesprek of oproep. Door deze toets ingedrukt te houden, kunt u de telefoon aan- en uitzetten. In menu’s annuleert u hiermee de ingevoerde informatie en gaat u terug naar de standby-stand. Display Indeling van het display Het display bestaat uit drie gedeelten: Pictogrammen Als u deze toets in de standby-stand ingedrukt houdt, wordt uw voice mail geopend. Tekst en afbeeldingen Voor het ingeven van cijfers, letters en diverse bijzondere tekens en symbolen. Deze toetsen worden voor diverse functies en doeleinden gebruikt. Toets ingedrukt houden tijdens intoetsen nummer: voegt een pauze in. Toets ingedrukt houden in standbystand: schakelt stille modus in of uit. (aan de zijkant van de telefoon) Tijdens gesprek: luidsprekervolume aanpassen. In standby-stand met telefoon open: toetsvolume aanpassen. Ingedrukt houden in standby-stand met telefoon dicht: verlichting extern display inschakelen. Ingedrukt houden tijdens inkomend gesprek met de telefoon dicht: oproep weigeren of beltoon uitschakelen. Zie pagina 87. 12 Menu Tel.Lijst Indicatie functietoetsen Gedeelte Beschrijving Topregel Toont diverse pictogrammen (zie pagina 14). Midden Hier worden meldingen, instructies en ingevoerde informatie (bijvoorbeeld telefoonnummer) weergegeven. Onderste regel Toont de functies die op dat moment aan de functietoetsen zijn toegewezen. 13 Uw telefoon Pictogrammen Pictogram Beschrijving Signaalsterkte: Geeft de sterkte van het ontvangen signaal aan. Hoe meer balkjes, hoe beter het signaal. Verschijnt tijdens een oproep. Verschijnt wanneer u buiten het bereik van uw netwerk bent. U kunt op dat moment niet bellen of gebeld worden. Verschijnt wanneer u een nieuw of ongelezen bericht heeft. Pictogram Beschrijving (vervolg) Verschijnt wanneer de Stille modus is ingeschakeld. Batterijstatus: Geeft de lading van uw batterij aan. Hoe meer balkjes, hoe voller de batterij. Extern display Op de klep van de telefoon bevindt zich het externe display. Hierop kunt u zien dat er een inkomend gesprek of bericht is. Ook als een door u ingesteld alarm afgaat, kunt u dit op het externe display zien. Verschijnt wanneer u een nieuw of niet afgeluisterd voice-mail bericht heeft. Wanneer u met de telefoon dicht een van de volumetoetsen ingedrukt houdt, gaat de verlichting van het externe display aan. Verschijnt wanneer u een alarm heeft ingesteld. Als u de oortelefoon op de telefoon heeft aangesloten, kunt u ook het knopje hierop gebruiken om de verlichting in te schakelen. Verschijnt wanneer de infraroodpoort is ingeschakeld. Voor meer informatie, zie pagina 123. Verlichting Verschijnt wanneer u verbinding heeft met het GPRS netwerk. Doorgeschakeld: Verschijnt wanneer de functie Oproepen doorschakelen is ingeschakeld. Verschijnt wanneer u de menukeuze Type belsignaal heeft ingesteld op Trillen. Kijk voor meer informatie op pagina 77. 14 Uw telefoon De verlichting van het display en het toetsenbord wordt ingeschakeld zodra u een toets indrukt of de telefoon opent. Is gedurende een bepaalde periode geen toets ingedrukt, dan wordt de verlichting uitgeschakeld. Deze periode kunt u instellen via de menukeuze Verlichting. Meer informatie hierover vindt u op pagina 83. NB: Is de telefoon op de optionele carkit aangesloten, dan is de verlichting altijd aan. 15 Uw telefoon Aan de slag Display uitschakelen SIM-kaart plaatsen/verwijderen Wanneer gedurende 1 minuut nadat de verlichting is uitgeschakeld geen toets wordt ingedrukt, schakelt het display zichzelf uit, zodat de batterij langer meegaat. Door op een willekeurige toets te drukken, wordt het display weer ingeschakeld. Wanneer u een prepaid GSM-kaart koopt of een GSM abonnement afsluit, ontvangt u een SIMkaartje dat al uw gegevens bevat (PIN code, extra diensten, beltegoed, enzovoort). • Houd SIM-kaarten altijd buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contacten kunnen gemakkelijk beschadigen door krassen of buigen. Wees dus voorzichtig wanneer u de kaart in de telefoon doet of eruit haalt. • Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u eerst de telefoon uitzetten en vervolgens de batterij verwijderen. SIM-kaart plaatsen 1. Verwijder zo nodig de batterij. Zie pagina 19. 2. Schuif de SIM-kaart onder de twee uitsteekseltjes. Zorg ervoor dat de hoek met de schuine rand links boven zit en de gouden contacten naar de telefoon gericht zijn. 16 17 Aan de slag Aan de slag SIM-kaart verwijderen U kunt de SIM-kaart verwijderen, door de kaart uit de houder te schuiven (zie illustratie). 2. Druk de batterij tegen de achterkant van de telefoon tot deze op zijn plaats klikt. Batterij plaatsen/verwijderen/ opladen Batterij verwijderen Uw telefoon wordt van stroom voorzien door een oplaadbare Li-ion batterij. Gebruik alleen batterijen en batterijladers die door Samsung zijn goedgekeurd. Uw Samsung dealer kan u hierover meer informatie geven. 1. Zet de telefoon zo nodig uit door de toets ingedrukt te houden totdat u in het display het afsluitende filmpje ziet. NB: Voordat u de telefoon voor het eerst in gebruik neemt, moet u ervoor zorgen dat de batterij geheel is opgeladen. Het opladen van een lege standaard batterij duurt ongeveer 140 minuten. 2. U kunt de batterij verwijderen door het nokje van de batterij naar boven te duwen en in die stand te houden. Nu kunt u de batterij van de telefoon afhalen. Batterij plaatsen 1. Schuif de nokjes onderaan de batterij in de uitsparingen van de telefoon. 18 19 Aan de slag Aan de slag Batterij opladen met de adapter Indicatie Batterij bijna leeg NB: Terwijl de batterij wordt opgeladen, kunt u de telefoon gewoon gebruiken. De batterij laadt echter sneller op wanneer de telefoon is uitgeschakeld. Als de batterij bijna leeg is en u nog maar een paar minuten kunt bellen, wordt u op diverse manieren gewaarschuwd: in het display gaat het batterijpictogram knipperen ( ), u hoort een waarschuwingssignaal en in het display verschijnt regelmatig een melding. 1. Steek het uiteinde van de adapter in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon. De pijl op de adapter moet in de richting van de telefoon wijzen. Als de batterij zo leeg is dat de telefoon niet meer kan werken, schakelt de telefoon zichzelf uit. 2. Doe de stekker van de adapter in een normaal stopcontact. Tijdens het opladen van de batterij worden de balkjes van het batterijpictogram rechtsboven in het hoofddisplay een voor een gevuld. 3. Maak de adapter los van de telefoon door de grijze knopjes aan de zijkant van de connector in te drukken en de connector uit de telefoon te trekken. 20 21 S500NL-00.fm Pages 22 - 23 Friday, June 13, 2003 8:46 AM Aan de slag Aan de slag Telefoon aan- of uitzetten Functies en opties selecteren Telefoon aanzetten: Uw telefoon heeft veel functies die u aan uw eigen voorkeur kunt aanpassen. U kunt deze instellingen via menu's en submenu's benaderen met behulp van de twee functietoetsen en . In ieder menu en submenu kunt u de instellingen van een bepaalde functie bekijken en wijzigen. 1. Open de telefoon. 2. Om de telefoon aan te zetten, houdt u de toets ingedrukt tot de telefoon aan is. 3. Als de telefoon om de PIN code vraagt, geeft u deze in en drukt u op de functietoets OK. Voor meer informatie, zie pagina 131. De telefoon zoekt uw netwerk op en nadat dit gevonden is, verschijnen de huidige datum en tijd in de beide displays. Nu kunt u zelf bellen of gebeld worden. NETWERK Do 12 Jun 03 12:53 De rol van de functietoetsen is afhankelijk van de plaats binnen het menu waar ze worden gebruikt. Op de onderste regel van het display, direct boven de betreffende toets, kunt u zien welke functie hij op dat moment heeft. Voorbeeld: NETWERK 12:53 Do 12 Jun 03 12:53 Do 12 Jun Menu Tel.Lijst Menu Tel.Lijst NB: Om de taal te wijzigen, gaat u naar de menuoptie Taal (Menu 4.3). Voor meer informatie, zie pagina 83. Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt getoond. 22 Druk op de linker functietoets om naar het menu te gaan. Druk op de rechter functietoets om naar de telefoonlijst te gaan. 23 Aan de slag Telefoneren Om de diverse beschikbare functies en opties te bekijken en te selecteren, doet u het volgende: 1. Druk op de betreffende functietoets. 2. Met de cijfertoetsen Om... Drukt u op... De getoonde functie of gemarkeerde optie te selecteren De functietoets Kies. Terug te gaan naar de De stuurtoets vorige functie of optie in Omhoog. de lijst De rechter functietoets ( Terug te gaan naar de standby-stand De toets Als de telefoon standby staat, toetst u het netnummer en telefoonnummer in en drukt u op de toets . NB: Als u de functie Autom. herhalen (Menu 4.5) Aan heeft gezet en de persoon die u wilt bellen neemt niet op of is in gesprek, wordt het nummer automatisch maximaal tien keer opnieuw gekozen. Meer informatie hierover vindt u op pagina 87. Naar de volgende functie De stuurtoets te gaan of de volgende Omlaag. optie in de lijst te selecteren Een niveau in de menustructuur terug te gaan Zelf bellen Nummer corrigeren ) . U wilt wissen... Druk dan op... Het laatste cijfer De toets C. Een ander cijfer De stuurtoets Links of Rechts totdat de cursor (|) rechts naast het cijfer staat dat u wilt wissen. Druk vervolgens op de toets C. Om een cijfer tussen te voegen, zet u de cursor op de gewenste plaats en drukt u op de juiste cijfertoets. Alles Houd de toets C ruim een seconde ingedrukt. Bij sommige functies moet u een wachtwoord of PIN code invoeren. Geef de code in en druk op de functietoets OK. 24 25 Telefoneren Telefoneren Internationaal bellen 3. Om het nummer te bellen, drukt u op 1. Houd voor de internationale toegangscode de toets 0 ingedrukt. Het + teken verschijnt in het display. U kunt de verschillende oproepenlijsten ook apart bekijken. Zie “Oproepenlijst” op pagina 73. 2. Geef het landnummer, netnummer en het abonneenummer in en druk op de toets . Gemiste oproepen bekijken Nummer uit de telefoonlijst bellen Namen en telefoonnummers van personen of bedrijven die u regelmatig belt, kunt u opslaan in het geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon. Deze geheugens worden samen aangeduid als de telefoonlijst. U hoeft alleen maar de gewenste naam te kiezen om het bijbehorende nummer te bellen. Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op pagina 45. . Als u een oproep niet hebt beantwoord, kunt u, als uw provider deze dienst levert, zien wie heeft geprobeerd u te bellen. Desgewenst kunt u de betreffende persoon dan terugbellen. Als u een of meer oproepen heeft gemist, wordt het aantal gemiste oproepen aangegeven. Via de volgende stappen kunt u een of meer gemiste oproepen direct bekijken: 1. Open, indien nodig, de telefoon. 2. Druk op de functietoets Gemist. Oproepenlijsten gebruiken Uw telefoon bewaart op chronologische wijze de nummers van de laatste 20 ontvangen, uitgaande en gemiste oproepen. De laatste oproep staat bovenaan de lijst. Als een nummer meer dan eenmaal voorkomt, wordt alleen de laatste oproep bewaard. U kunt een van deze nummers als volgt (terug)bellen: 1. Druk in de standby-stand op de toets Oproepenlijst te openen. om de 2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag door de lijst tot het nummer dat u wilt bellen gemarkeerd wordt weergegeven. In de Oproepenlijst worden de volgende pictogrammen gebruikt: Nu wordt de lijst met gemiste oproepen getoond. 3. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar het gewenste nummer. 4. Om het nummer te bellen, drukt u op . Meer informatie over de diverse mogelijkheden vindt u onder “Gemiste oproepen” op pagina 73. NB: U kunt de melding over de gemiste oproepen van het display verwijderen, door op de toets te drukken. Als u ook een of meer nieuwe berichten heeft, wijzigt de functietoets in de volgende volgorde: Gemist, Bericht en Telefoonlijst. Uitgaande oproepen Ontvangen oproepen Gemiste oproepen 26 27 Telefoneren Snel en eenvoudig nummers vanuit de telefoonlijst bellen Zodra u telefoonnummers in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen door slechts een of twee toetsen in te drukken. Voor meer informatie, zie pagina 49. Telefoneren Oproep weigeren U kunt een oproep weigeren door op de toets of de functietoets Weigeren te drukken. Oproep beëindigen Als de optie Toets op zijkant is ingesteld op Weiger, kunt u een inkomende oproep ook weigeren door op een van de volumetoetsen links op de telefoon te drukken. Voor meer informatie, zie pagina 87. Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort op de toets of sluit u de telefoon. Volume aanpassen Oproep beantwoorden Als u gebeld wordt, gaat de telefoon over en wordt het animatiefilmpje voor een inkomende oproep getoond. Met de toetsen aan de zijkant van de telefoon kunt u tijdens het telefoneren het luidsprekervolume aanpassen. Druk op om het volume te verhogen en op het lager te zetten. om Als de gegevens van de beller bekend zijn, wordt zijn of haar telefoonnummer of de naam (wanneer deze in de telefoonlijst is opgeslagen) in het display getoond. Om een oproep te beantwoorden, opent u de telefoon. Als de telefoon al open is, drukt u op de toets of de functietoets Opnemen. NB: Ook tijdens het gebruik van de telefoonlijst of menufuncties kunt u oproepen beantwoorden. De handeling waar u op dat moment mee bezig bent, wordt dan beëindigd. In de standby-stand kunt u met de toetsen het toetsvolume aanpassen. en Afhankelijk van de instelling bij menu-optie Toets op zijkant (Menu 4.6), kunt u door een van de volumetoetsen ingedrukt te houden een inkomende oproep weigeren of de beltoon uitschakelen. Voor meer informatie, zie pagina 87. 28 29 Telefoneren Tijdens gesprek beschikbare opties Tijdens een gesprek zijn er verschillende opties waaruit u kunt kiezen. Microfoon uitschakelen U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk uitschakelen, zodat de persoon met wie u belt u niet meer kan horen. Voorbeeld: U wilt iets zeggen tegen iemand die bij u in de kamer staat, zonder dat de persoon die u aan de lijn hebt het hoort. 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Wanneer Microfoon uit gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. Onderin het display verschijnt het pictogram voor Microfoon uit ( ) en de persoon die u aan de lijn hebt kan u nu niet meer horen. Om de microfoon weer in te schakelen, doet u het volgende: 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Wanneer Microfoon aan gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. Het pictogram voor Microfoon uit verdwijnt en de persoon met wie u belt kan u nu weer horen. Telefoneren Toetstonen in- en uitschakelen Tijdens een gesprek kunt u de toetstonen in- of uitschakelen. Als de optie Toetstonen uit is geselecteerd, worden de toetstonen niet doorgegeven. Op die manier hoort u geen storende piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen indrukt. Als u verbinding maakt met een antwoordapparaat of computergestuurd telefoonsysteem, moet u de optie Toetstonen aan selecteren. Gesprek in de wacht zetten U kunt op ieder willekeurig moment een gesprek “in de wacht” zetten, als uw GSM provider deze dienst levert. Terwijl het ene gesprek in de wacht staat, kunt u een ander gesprek voeren. U kunt tussen deze twee gespreken heen en weer schakelen. Om een gesprek in de wacht te zetten, drukt u op de functietoets In wacht. U kunt het gesprek op ieder willekeurig moment weer uit de wacht halen door op de functietoets Ophalen halen te drukken. U kunt op de volgende wijze een tweede persoon bellen terwijl u al met iemand in gesprek bent: 1. Geef het telefoonnummer in dat u wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst. 2. Druk op de toets om het nummer te bellen. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht gezet. Een andere manier is de volgende: 1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op de functietoets Wacht te drukken. 2. U kunt nu op de gebruikelijke manier het tweede nummer bellen. 30 31 Telefoneren U kunt tussen de twee gesprekken heen en weer schakelen door op de functietoets Wisselen te drukken. Telefoneren Een oproep doorverbinden Het huidige gesprek wordt dan in de wacht gezet; tegelijkertijd wordt het tweede gesprek uit de wacht gehaald, zodat u dit kunt voortzetten. Als uw provider deze dienst ondersteunt, kunt u het huidige gesprek doorverbinden naar het gesprek dat in de wacht staat, zodat beide bellers met elkaar kunnen spreken. U bent op dat moment met geen van beide meer verbonden. U kunt het gesprek dat in de wacht staat beëindigen door op de functietoets Opties te drukken en de optie Gesprek in wacht beëindigen te selecteren. 1. Beantwoord terwijl u al met iemand in gesprek bent een oproep of plaats op de normale wijze een oproep en druk op de functietoets Opties. U kunt beide gesprekken beëindigen door op de toets te drukken. 2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de optie Doorverbinden en druk op de functietoets Kies. De twee personen staan nu met elkaar in verbinding. Tweede oproep aannemen (wisselgesprek) Als uw provider deze dienst levert en als u de optie Wisselgesprek heeft ingesteld (zie pagina 108), kunt u tijdens een gesprek een tweede binnenkomend gesprek beantwoorden. U hoort dat er een gesprek binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor een wachtend gesprek. U kunt het binnenkomende gesprek aannemen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Druk op om de binnenkomende oproep te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 2. Door op de functietoets Wisselen te drukken kunt u tussen beide gesprekken switchen. 3. U kunt het gesprek dat in de wacht staat beëindigen door op de functietoets Opties te drukken en de optie Gesprek in wacht beëindigen te selecteren. Om het huidige gesprek te beëindigen, drukt u op de toets . Het gesprek dat in de wacht staat wordt nu automatisch uit de wacht gehaald. 32 Nummer in telefoonlijst opzoeken en bellen Tijdens uw gesprek kunt u in uw telefoonlijst een ander nummer opzoeken. 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Selecteer zo nodig met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de optie Telefoonlijst en druk op de functietoets Kies. 3. Selecteer de optie Naam zoeken en druk op de functietoets Kies. Nu wordt de telefoonlijst getoond. 4. Geef de eerste letters van de naam die u zoekt in. NB: Met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag kunt u ook vanaf het begin door de telefoonlijst bladeren. De telefoonlijst wordt nu getoond vanaf de eerste naam of nummer dat begint met de door u ingegeven letter(s) of cijfer(s). 33 Telefoneren 5. Om de gemarkeerde naam te bekijken, drukt u op de functietoets OK. Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op pagina 45. Tijdens een gesprek een bericht lezen of schrijven Ook tijdens een telefoongesprek kunt u een nieuw bericht lezen of schrijven. 1. Druk op de functietoets Opties. 2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de optie Bericht en druk op de functietoets Kies. 3. Al u een ontvangen bericht wilt lezen, selecteert u Postvak IN en bladert u naar het bericht dat u wilt lezen. Wilt u een bericht schrijven, selecteer dan de optie Nieuw bericht. Telefoneren Een multiparty-gesprek starten 1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer. 2. Bel op de gebruikelijke wijze de tweede deelnemer. Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 3. Om de eerste deelnemer in het Multiparty-gesprek op te nemen, drukt u op de functietoets Opties en selecteert u de optie Deelnemen. Druk vervolgens op de functietoets Kies. 4. Om een nieuwe deelnemer aan het Multipartygesprek toe te voegen, belt u deze op de gebruikelijke wijze. Daarna drukt u op de functietoets Opties en selecteert u de optie Deelnemen. Druk daarna op de functietoets Kies. Ook personen die u bellen kunt u aan het Multiparty gesprek toevoegen door de oproep aan te nemen en de optie Deelnemen te selecteren. Herhaal deze procedure voor eventuele volgende binnenkomende oproepen. 4. Druk op de functietoets Kies. Meer informatie over SMS-berichten vindt u op pagina 63. Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen) “Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen genoemd) is een dienst die door diverse providers geboden wordt, waarbij maximaal zes personen tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw provider. 34 Tijdens een Multiparty-gesprek een volgende oproep aannemen of zelf iemand bellen Ook tijdens een Multiparty-gesprek kunt u een oproep aannemen of zelf iemand bellen. Dit doet u als volgt: 1. Zet het Multiparty-gesprek in de wacht door op de functietoets Wacht te drukken. 2. Neem de oproep aan of bel op de gebruikelijke wijze de gewenste persoon. 3. Het Multiparty-gesprek kunt u uit de wacht halen door op de functietoets Ophalen te drukken. U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door op de functietoets Opties te drukken en de optie Multiparty in wacht beëindigen te selecteren. 35 Telefoneren Bent u bezig met een Multiparty-gesprek en heeft u een gesprek in de wacht staan, dan kunt u als volgt een inkomende oproep beantwoorden: 1. Druk op de functietoets Opnemen. 2. Selecteer de optie Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. Of selecteer de optie Dit gesprek beëindigen om het gesprek dat niet in de wacht staat te beëindigen. 3. Neem het nieuwe gesprek aan door op de toets te drukken. Met een van de deelnemers een privégesprek voeren 1. Druk op de functietoets Opties en selecteer de optie Uit Mpty. Druk op de functietoets Kies. 2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste deelnemer en druk op de functietoets Kies. Nu kunt u privé met deze deelnemer praten. De andere deelnemers kunnen intussen hun conversatie gewoon voortzetten. 3. Druk op de functietoets Opties en kies daarna Deelnemen als u terug wilt naar het Multiparty-gesprek. 4. Druk op de functietoets Kies. Alle deelnemers aan het Multiparty gesprek kunnen elkaar nu weer horen. 36 Telefoneren Gesprek met één deelnemer beëindigen 1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie Verwijder. 2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste deelnemer en druk op de functietoets Kies. Het gesprek met deze deelnemer wordt beëindigd, terwijl het gesprek met de andere deelnemers gewoon kan worden voortgezet. 3. U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door de telefoon te sluiten of op de functietoets te drukken. Oortelefoon gebruiken Met behulp van de oortelefoon kunt u telefoneren zonder dat u de telefoon vast hoeft te houden. Wanneer u de oortelefoon links op de telefoon aansluit, werkt de knop van de oortelefoon als volgt: Om... Doet u het volgende... Het laatste nummer Druk in de standby-stand de te herhalen knop twee keer in. Een oproep te beantwoorden Houd de knop bij een inkomende oproep ingedrukt. Een gesprek te beëindigen Houd de knop ingedrukt. 37 Tekst intoetsen Tekst intoetsen Tekstinvoerstand wijzigen U zult regelmatig tekst willen intoetsen, bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst wilt opnemen, een bericht wilt schrijven, uw eigen welkomtekst wilt maken of afspraken in de agenda wilt zetten. Daarom kunt u met de toetsen van de telefoon ook letters en andere tekens ingeven. Uw telefoon beschikt over een aantal tekstinvoerstanden waarmee u tekst in kunt voeren: Wanneer u in een veld staat waarin u letters kunt intoetsen, ziet u onderaan het display de tekstinvoerstand. Voorbeeld: In de telefoonlijst een naam intoetsen. Geef naam • T9 stand* In deze stand hoeft u vaak maar één keer op een toets te drukken voor de gewenste letter. Iedere toets op het toetsenbord is toegewezen aan een aantal letters. Met de toets 5 kunt u bijvoorbeeld de letters J, K en L maken. De T9 functie vergelijkt uw toetsaanslagen met een ingebouwde woordenlijst om te bepalen wat het juiste woord is. • ABC stand In deze stand kunt u letters intoetsen door de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven één, twee, drie of vier keer in te drukken tot de gewenste letter wordt getoond. • Tekens In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen. • Cijfers In deze stand kunt u cijfers intoetsen. * 38 is een geregistreerd handelsmerk van Tegic Communications, Inc. en in de VSgepatenteerd onder nummer 5,818,437/ 5,953,541/ 6,011,554. OK 20 Indicatie tekstinvoerstand: T9 Nederlands De tekstinvoerstand kunt u als volgt wijzigen: 1. Druk op de rechter functietoets, die de huidige tekstinvoerstand aangeeft. 2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de gewenste tekstinvoerstand. Via de optie Taal kiezen kunt u de bij de tekstinvoerstand T9 gebruikte taal wijzigen. Me de optie Woord toevoegen kunt u nieuwe woorden aan de T9 woordenlijst toevoegen. Zie pagina 41. NB: Als u dit menu wilt verlaten zonder wijzigingen door te voeren, drukt u op de functietoets of de toets . 3. Druk op de functietoets Kies om de gemarkeerde tekstinvoerstand te selecteren. 39 Tekst intoetsen Tekst intoetsen Snel en eenvoudig de tekstinvoerstand wijzigen Wisselen tussen de standen... Houd de volgende toets ingedrukt... Cijfers en de vorige stand . Tekens en de vorige stand . ABC stand en T9 stand Als tijdens het intoetsen van tekst boven de linker functietoets Spelling verschijnt, komt het woord niet in het T9 woordenboek voor. Om woorden in te toetsen die niet in het woordenboek voorkomen, wijzigt u de tekstinvoerstand in de ABC stand. Dit doet u als volgt: 1. Druk op de functietoets Spelling of druk op de rechter functietoets en selecteer Woord toevoegen. Rechter functietoets. 2. Geef in de ABC stand het woord in dat u wilt toevoegen (zie pagina 42) en druk op OK. Het woord wordt in het T9 woordenboek opgeslagen en in uw scherm ingevoegd. T9 stand (Ned) Het intoetsen van een woord in de voorspellende T9 stand doet u als volgt: 3. U kunt nu verdergaan met het invoeren van tekst in de T9 stand. 1. Begin met de toetsen 2 t/m 9 het woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar één keer aan te slaan. De juiste leestekens Voorbeeld: Om in de T9 stand “hallo” in te toetsen, drukt u op de 4, 2, 5, 5 en 6. Voor het invoegen van een punt, verbindings-streepje of apostrof, drukt u op de toets 1. De T9 stand past zelf grammaticaregels toe en plaatst het juiste leesteken. Voorbeeld: Voor het invoegen van de twee leestekens, is twee keer de toets 1 gebruikt. Het geraden woord verschijnt in het display. Het kan bij iedere volgende toetsaanslag veranderen. 2. Wijzig of verwijder pas letters wanneer u klaar bent met het woord. 3. Is het woord juist, toets dan een spatie ( ) in en ga verder met het volgende woord. Als het woord niet juist is, drukt u zo vaak als nodig op de toets 0 voor alternatieve woorden met de door u gebruikte toetsen. Voorbeeld: Zowel “of” en “me” worden gemaakt met de toetsen 6 en 3. De telefoon toont het meest gebruikte woord eerst. 4. Sluit ieder woord af met een spatie ( 40 l e t ' s e a t . (Engelse T9 stand) Hoofdletters/kleine letters Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine letters en vice versa, drukt u op de toets . Er zijn drie standen beschikbaar: • Kleine letters (geen aanduiding) • Beginhoofdletter ( ) • Alles in hoofdletters ( ) ). 41 Tekst intoetsen Cursor verplaatsen Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de cursor binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen. Letters of woorden wissen Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op de toets C. U kunt alle letters in het display wissen door de toets C ingedrukt te houden. Terug naar de vorige tekstinvoerstand Als het tekstinvoerveld leeg is, kunt u terug naar de vorige stand door de toets C ingedrukt te houden. ABC stand Als u in de ABC stand letters wilt intoetsen, drukt u op de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven: - Eenmaal voor de eerste letter; - Tweemaal voor de tweede letter; - Enzovoort. Voorbeeld: Voor de letter "C" drukt u drie keer kort op de toets 2. Voor de letter "K" drukt u twee keer op de toets 5. Tekst intoetsen Overzicht met beschikbare tekens Toets Tekst in de weergegeven volgorde 1 . , 2 A B 3 D E 4 G H 5 J 6 - ? ! ‘ @ : C Ç Ä Á À Â F Ë É È Ê 3 I Ï Í Ì Î 4 K L 5 M N O Ö Ó Ò Ô 6 7 P Q R S 7 8 T U V Ü Ú Û Ù 9 W X Y Z 9 0 0 1 2 8 (Hoofdletterstand Nederlands) Wisselen tussen hoofdletters/kleine letters Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn drie standen: NB: Wanneer u een volgende toets indrukt, verschuift de cursor mee naar rechts. Wanneer u twee keer dezelfde toets nodig hebt (de volgende letter staat op dezelfde toets), wacht dan even totdat de cursor automatisch naar rechts is geschoven en toets dan pas de volgende letter in. • Kleine letters (geen aanduiding) In de tabel op de volgende pagina vindt u meer informatie over de beschikbare tekens. Deze zijn afhankelijk van de voor de tekstinvoerstand gekozen taal. De taal kunt u als volgt instellen: Door op de toets te drukken, kunt u tussen twee woorden een spatie invoegen. • Taal kiezen; zie pagina 39; • Tekstinvoerstand (Menu 4-3-2); zie pagina 83. 42 • Beginhoofletters ( ) • Alles in hoofdletters ( ) Spatie invoegen Cursor verplaatsen Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de cursor binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen. 43 Tekst intoetsen Telefoonlijst Letters of woorden wissen Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op de toets C. U kunt alle letters in het display wissen, door de toets C ingedrukt te houden. Terug naar de vorige tekstinvoerstand Als het tekstinvoerveld leeg is, kunt u terug naar de vorige stand door de toets C ingedrukt te houden. De telefoonlijst biedt de volgende mogelijkheden: • Telefoonlijst: hiermee kunt u contactpersonen ingeven, opzoeken en beheren en de snelkeuzefunctie instellen. • Beheer: hiermee kunt u uw eigen nummer ingeven of verwijderen, belgroepen instellen en de geheugenstatus controleren. • Diensten: hier kunt u, afhankelijk van uw SIM-kaart, het servicenummer van uw provider bellen. Speciale tekens intoetsen Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en symbolen in uw tekst opnemen. U krijgt toegang tot deze functies door op de functietoets Tel.Lijst te drukken en met de stuurtoetsen naar de gewenste optie te bladeren. Naam en nummer vastleggen U wilt... Drukt u op... Meer symbolen weergeven De stuurtoets Omhoog of Omlaag. Een symbool invoegen De juiste cijfertoets. Terug naar vorige tekstinvoerstand De functietoets . U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan. Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon ruimte aan 500 namen en bij iedere naam kunnen maximaal 5 nummers worden vastgelegd. U kunt een nummer op twee manieren opslaan: • In de standby-stand met de functietoets Opslaan; Cijfers In de cijferstand kunt u in uw tekst cijfers opnemen. Druk op de toetsen waarop de door u gewenste cijfers voorkomen. • In het menu Telefoonlijst via de optie Nummer toevoegen. Een nummer opslaan in de standby-stand Zodra u begint met het intoetsen van een nummer, verschijnt boven de linker functietoets Opslaan. U kunt het nummer in de telefoonlijst opslaan door op deze functietoets te drukken. 44 45 Telefoonlijst 1. Geef het nummer in dat u wilt opslaan. Opmerkingen: • Heeft u bij het intoetsen van een nummer een fout gemaakt, dan kunt u dit met de toets C verbeteren. Zie pagina 25. • Voor bepaalde diensten zoals telebankieren, is het nodig een pauze in het nummer in te voegen. Dit doet u door de toets ingedrukt te houden. De “P” geeft de pauze aan. 2. Als u er zeker van bent dat het nummer juist is, drukt u op de functietoets Opslaan. 3. Selecteer het geheugen waarin u het nummer wilt opslaan (Telefoon of SIM) en druk op de functietoets Kies. NB: Als u van telefoon verandert, gaan de nummers die u op de SIM-kaart hebt opgeslagen automatisch mee naar uw nieuwe telefoon. De in de telefoon opgeslagen nummers zult u opnieuw in moeten geven. 4. Als u bij stap 3 SIM heeft geselecteerd, gaat u verder bij stap 5. Heeft u bij stap 3 Telefoon geselecteerd, dan selecteert u met de stuurtoets Omhoog of Omlaag om wat voor nummer het gaat en drukt u op de functietoets Kies. 5. Geef de bijbehorende naam in. Informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 38. Om de informatie op te slaan, drukt u op de functietoets OK. 6. Als u bij stap 3 Telefoon heeft geselecteerd, gaat u nu verder bij stap 5. Heeft u in stap 3 SIM geselecteerd, dan geeft u nu de geheugenlocatie in en drukt u op de functietoets OK. 7. Wilt u de gegevens wijzigen, kijk dan op pagina 49. Om terug te gaan naar de standbystand, drukt u op de rechterfunctietoets ( ) of de toets . 46 Telefoonlijst Een nummer opslaan via de telefoonlijst 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Tel.Lijst. 2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de optie Nummer toevoegen en druk op de functietoets Kies. 3. Om het nummer op te slaan, volgt u de procedure vanaf stap 1 zoals vermeld op pagina 48. Nummer in de telefoonlijst opzoeken en bellen 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Tel.Lijst. 2. Als de optie Naam zoeken gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. 3. Geef de eerste letter(s) in van de naam die u zoekt. U ziet nu een overzicht van de namen waarvan de beginletters met uw ingave overeenstemmen. 4. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de door u gezochte naam. 5. Zodra u de gewenste naam heeft gevonden, drukt u op de functietoets OK. 6. Om... Drukt u op de... Het getoonde nummer te bellen Toets Het getoonde nummer te wijzigen Functietoets Opties. Zie volgende pagina. . 47 Telefoonlijst Telefoonlijst Een naam of nummer in de telefoonlijst wijzigen Wijzigingen in de telefoonlijst aanbrengen Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar de categorie die u wilt wijzigen. U kunt kiezen uit onderstaande categorieën. U kunt de informatie in de betreffende categorie wijzigen door op de functietoets Opties te drukken. Categorie Opties Mobiel Privé Kantoor Fax Overig Nummer wijzigen Naam wijzigen Bericht sturen (alleen als een nummer is vermeld) Kopiëren (alleen als een nummer is vermeld) Contactpersoon wissen Voor gebruik van deze opties verwijzen wij u naar de bij het SIMgeheugen vermelde opties. E-mail E-mail adres ingeven of wijzigen. Groep Al dan niet een groep instellen. Afbeelding Al dan niet een afbeelding instellen. Melodie Al dan niet een melodie toewijzen. Nummer of naam in SIM-geheugen wijzigen Om de informatie in het SIM geheugen te wijzigen, drukt u op de functietoets Opties. 48 De volgende opties zijn beschikbaar: Nummer wijzigen Via deze optie kunt u het nummer wijzigen. U kunt ook een nieuw nummer toevoegen als voor de geselecteerde categorie nog geen nummer is opgeslagen. Naam wijzigen Via deze optie kunt u de naam wijzigen. U kunt de oude naam wissen door de toets C in te drukken. Informatie over het intoetsen van tekst vindt u op pagina 38. Bericht sturen Via deze optie kunt u een bericht naar het betreffende nummer sturen. Meer informatie over het sturen van tekstberichten vindt u op pagina 66. Kopiëren Via deze optie kunt u de contactpersoon van het telefoongeheugen naar de SIM-kaart kopiëren en vice versa. Contactpersoon wissen Via deze optie kunt u de contactpersoon uit uw telefoonlijst verwijderen. Om dit te bevestigen, drukt u op de functietoets Ja. Wilt u deze contactpersoon toch niet verwijderen, druk dan op de functietoets Nee. Verkort kiezen U kunt 8 nummers selecteren die u snel en eenvoudig wilt kunnen bellen door slechts één toets in te drukken. 49 Telefoonlijst Nummers selecteren voor verkort kiezen 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Tel.Lijst. 2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de optie Snelkeuzelijst en druk op de functietoets Kies. 3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar een lege locatie en druk op de functietoets Kies. 4. Als de optie Nummer wijzigen gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. 5. Geef een telefoonnummer in en druk op de functietoets OK. U kunt ook een telefoonnummer uit de Telefoonlijst overnemen. Druk in dat geval op de functietoets Tel.Lijst, selecteer de gewenste contactpersoon en druk op de functietoets OK. Druk op de functietoets OK om de gegevens op te slaan. 6. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit menu verlaten, door op de functietoets of de toets te drukken. Contactpersoon in snelkeuzelijst wijzigen Telefoonlijst 4. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag een van de volgende menu-opties en druk op de functietoets Kies. Nummer wijzigen: hiermee kunt u het nummer wijzigen. Naam wijzigen: hiermee kunt u de naam van de contactpersoon wijzigen. Wissen: hiermee verwijdert u het aan de toets toegewezen telefoonnummer. 5. Zodra de instellingen naar wens zijn, kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. De functie Snelkeuze gebruiken In de standby-stand drukt u op de cijfertoets (2 t/m 9) die aan de betreffende contactpersoon is toegewezen en vervolgens op de toets . U kunt ook de betreffende cijfertoets ingedrukt houden. NB: 1 is gereserveerd voor het nummer van uw Voice Mail server. Een nummer bellen dat op de SIM-kaart is opgeslagen Zodra u telefoonnummers op uw SIM-kaart hebt opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen. Dit doet u als volgt: 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Tel.Lijst. 2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar Snelkeuzelijst en druk op de functietoets Kies. 3. Selecteer de contactpersoon die u wilt wijzigen en druk op de functietoets Kies. 1. Geeft het locatienummer op de SIM-kaart in waar het nummer is opgeslagen. 2. Druk op de toets . In het display verschijnen de naam en het nummer dat op de betreffende geheugenplaats is opgeslagen. 3. Druk op de functietoets Kies nummer of op de toets . 50 51 Telefoonlijst Gegevens van de SIM-kaart naar het geheugen van de telefoon kopiëren U kunt alle gegevens die op de SIM-kaart zijn opgeslagen naar het geheugen van de telefoon kopiëren. 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Tel.Lijst. 2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de optie Alles naar telefoon kopiëren en druk op de functietoets Kies. 3. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. De nummers worden naar het telefoongeheugen gekopieerd, waarbij standaard Mobiel wordt aangehouden. Wilt u de gegevens toch niet kopiëren, druk dan op de functietoets Nee. 4. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. Contactpersonen in de telefoonlijst verwijderen U kunt de contactpersonen in de telefoonlijst afzonderlijk of allemaal in een keer verwijderen. 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Tel.Lijst. 2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de optie Alles wissen en druk op de functietoets Kies. 52 Telefoonlijst 3. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag een van de volgende opties en druk op de functietoets Kies: SIM: alle contactpersonen op de SIM-kaart worden verwijderd. Telefoon: alle contactpersonen in het geheugen van de telefoon worden verwijderd. SIM + Telefoon:alle contactpersonen in het geheugen van de telefoon en op de SIM-kaart worden verwijderd. 4. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. Wilt u de gegevens niet wissen, druk dan op de functietoets Nee. 5. Voordat de gegevens worden verwijderd, moet u een wachtwoord ingeven. Dit is het wachtwoord waarmee u uw telefoon blokkeert. 6. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. Instellingen belgroep wijzigen U kunt de instellingen van de vijf van te voren ingestelde belgroepen aanpassen. 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Tel.Lijst. 2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu Beheer. 3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de optie Groep instellen en druk op de functietoets Kies. 53 Telefoonlijst Telefoonlijst 4. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag een belgroep en druk op de functietoets Kies. 2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu Beheer. 5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de gewenste optie en druk op de functietoets Kies. 3. Wanneer Eigen nummer is geselecteerd, drukt u op de functietoets Kies. De volgende opties zijn beschikbaar: Melodie kiezen: hier kunt u een melodie selecteren. Wanneer u door iemand die tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u dat horen aan de melodie. Naam wijzigen: hier kunt u de naam van de groep wijzigen. Meer informatie over het intoetsen van letters vindt u op pagina 38. Afbeelding tonen: wanneer u door iemand die tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u dat zien aan de afbeelding in het display. 6. Pas de instelling aan uw voorkeur aan druk op de functietoets Kies. 7. Herhaal de stappen 5 en 6 voor eventuele andere instellingen die u wilt wijzigen. 8. Wanneer de instellingen naar wens zijn, kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. Overige mogelijkheden van de telefoonlijst Eigen nummer opslaan U kunt uw eigen telefoonnummer(s) onder een naam opslaan. Het aantal telefoonnummers dat u kunt opslaan is afhankelijk van uw SIM-kaart. 1. Druk op de functietoets Tel.lijst. 54 4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar een vrije locatie en druk op de functietoets Kies. 5. Wanneer Nummer wijzigen is geselecteerd, drukt u op de functietoets Kies. 6. Geef uw nummer in en druk op de functietoets OK. 7. Om een naam toe te wijzen, gaat u met de stuurtoets Omlaag naar Naam wijzigen en drukt u op de functietoets Kies. 8. Geef een naam in en druk op de functietoets OK. 9. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. U kunt een of meer eigen nummers als volgt verwijderen: 1. Selecteer in de lijst met Eigen nummer het nummer dat u wilt verwijderen en druk op de functietoets Kies. 2. Blader met de stuurtoets Omlaag naar Wissen en druk op de functietoets Kies. 3. Weet u zeker dat u het nummer wilt verwijderen, druk dan op de functietoets Ja. Als u het nummer niet wilt verwijderen, drukt u op de functietoets Nee. 4. Bent u klaar, dan kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. 55 Telefoonlijst Geheugenstatus controleren U kunt controleren hoeveel namen en nummers er in de telefoonlijst - op de SIM-kaart en in het geheugen van de telefoon - zijn opgeslagen en hoeveel geheugenplaatsen er nog vrij zijn. 1. Druk op de functietoets Tel.Lijst. 2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu Beheer. 3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de optie Geheugenstatus en druk op de functietoets Kies. In het display ziet u nu het aantal namen/ nummers dat in het telefoon- en SIM-kaart geheugen is opgeslagen en hoeveel geheugenplaatsen er in totaal zijn. 4. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. Nummers diensten bellen NB: De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw SIM-kaart. 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Tel.Lijst. 2. Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar het menu Diensten. 3. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste optie en druk op de functietoets Kies. Nummers diensten: hier kunt u zien welke servicenummers uw provider biedt en deze bellen. 4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar het gewenste nummer en druk op de toets om het nummer te bellen. 56 Het menu Uw telefoon biedt u een groot aantal functies waarmee u de telefoon op uw wensen kunt afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in menu’s en submenu’s. Menu openen U krijgt toegang tot de menu’s en submenu’s door in de standby-stand op de functietoets Menu te drukken en vervolgens met de stuurtoetsen naar het gewenste menu te bladeren. 1. Druk in de standby-stand op de functietoets Menu om de menustand te openen. 2. Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door het hoofdmenu bladeren. 3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar het gewenste submenu bladeren. 4. Om toegang te krijgen tot het betreffende submenu, drukt u op de functietoets Kies. Bevat het menu dat u heeft geselecteerd ook weer submenu's, dan herhaalt u deze stap. 5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de gewenste optie. 6. Druk op de functietoets Kies om deze optie te selecteren. NB: Door op de toets te drukken, kunt teruggaan naar het vorige menuniveau. U kunt ook direct naar een menu of submenu gaan, door het betreffende menunummer in te geven. 57 Het menu Het menu Voorbeeld: Om naar de menukeuze Gemiste oproepen te gaan, drukt u in de standbystand achtereenvolgens op de functietoets Menu, op de toets 2 en op de toets 1. NB: In onderstaande lijst is vermeld welke cijfers aan de diverse menu’s en submenu’s zijn toegewezen. Wegwijzer menukeuzes Via de diverse menu's kunt u de instellingen van de telefoon controleren of wijzigen. De volgende lijst toont de menustructuur. Het is mogelijk dat de bij de menu's vermelde nummers niet overeenstemmen met die van uw telefoon. Deze zijn namelijk afhankelijk van de diensten die door uw SIM-kaart worden ondersteund. 1. Berichten 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 58 (zie pagina 63) Postvak IN Postvak UIT Nieuw bericht Voice mail 1.4.1 Verbinden met voice mail 1.4.2 Voice server nummer Standaardberichten Instellingen 1.6.1 SMS centrale 1.6.2 Geldigheidsperiode 1.6.3 Soort bericht 1.6.4 Algemeen Geheugenstatus Alles wissen Infoberichten 1.9.1 Lezen 1.9.2 Ontvangen 1.9.3 Kanaal kiezen 1.9.4 Taal kiezen 2. Oproepenlijst (zie pagina 73) 2.1 2.2 2.3 2.4 Gemiste oproepen Ontvangen oproepen Uitgaande oproepen Alles wissen 2.4.1 Gemiste oproepen 2.4.2 Ontvangen oproepen 2.4.3 Uitgaande oproepen 2.4.4 Alle oproepen 2.5 Gespreksduur 2.5.1 Duur laatste gesprek 2.5.2 Totaal uitgaand 2.5.3 Totaal ontvangen 2.5.4 Tijdtellers op nul zetten 2.6 Gesprekskosten* 2.6.1 Kosten laatste gesprek 2.6.2 Totale kosten 2.6.3 Maximumkosten 2.6.4 Kostentellers op nul zetten 2.6.5 Maximumkosten instellen 2.6.6 Tarief 3. Geluidsinstellingen (zie pagina 77) 3.1 Inkomende oproepen 3.1.1 Melodie 3.1.2 Belvolume 3.1.3 Type belsignaal 3.2 Berichten 3.2.1 Beltoon 3.2.2 Type belsignaal 3.2.3 Herhaling 3.3 Telefoon aan/uit 3.4 Verbindingstoon 3.5 Toetstoon 3.6 Minutenteller 3.7 Stille modus * Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 59 Het menu Het menu 4. Telefooninstellingen (zie pagina 81) 4.1 Welkomtekst 4.2 Display 4.2.1 Achtergrond 4.2.2 Kleur 4.2.3 Verlichting 4.2.4 Helderheid display 4.3 Taal 4.3.1 Taal display 4.3.2 Invoerstand 4.4 Beveiliging 4.4.1 PIN controle 4.4.2 PIN wijzigen 4.4.3 Telefoonblokkering 4.4.4 Wachtwoord wijzigen 4.4.5 SIM blokkeren 4.4.6 FDN-modus* 4.4.7 PIN2 wijzigen* 4.5 Autom. herhalen 4.6 Toets op zijkant 4.7 Fax stand 4.8 Reset instellingen 4.8.1 Reset geluidsinstellingen 4.8.2 Reset telefooninstellingen 4.8.3 Reset alle instellingen 5. Organizer (zie pagina 90) 5.1 5.2 5.3 5.4 Nieuwe notitie Kalender Actielijst Klok 5.4.1 Tijd instellen 5.4.2 Datum instellen 5.4.3 Wereldtijd instellen 5.4.4 Indeling instellen 5.5 Alarm * Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 60 5. Organizer 5.6 5.7 5.8 5.9 (vervolg) Calculator Omrekenen Timer Stopwatch 6. Netwerkdiensten (zie pagina 104) 6.1 Oproepen doorschakelen 6.1.1 Altijd doorschakelen 6.1.2 In gesprek 6.1.3 Geen antwoord 6.1.4 Onbereikbaar 6.1.5 Alles annuleren 6.2 Oproepen blokkeren 6.2.1 Alle uitgaande 6.2.2 Internationaal 6.2.3 Internationaal behalve thuisland 6.2.4 Alle inkomende 6.2.5 Inkomend in buitenland 6.2.6 Alles annuleren 6.2.7 Wachtwoord voor blokkeren wijzigen 6.3 Wisselgesprek 6.3.1 Spraak oproepen 6.3.2 Fax oproepen 6.3.3 Data oproepen 6.3.4 Alles annuleren 6.4 Netwerk kiezen 6.5 Nummerweergave 6.6 Actieve lijn* * Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 61 Het menu Berichten 7. Funbox 7.1 (zie pagina 112) Internetdiensten* 7.1.1 Startpagina 7.1.2 Favoriet 7.1.3 Ga naar adres 7.1.4 Buffer leegmaken 7.1.5 Proxy instelling 7.1.6 Huidige proxy 7.2 Mediabox 7.2.1 Afbeelding 7.2.2 Melodie 7.2.3 Alles wissen 7.3 Spelletjes 7.3.1 Honeyball 7.3.2 Go! Hamster 7.3.3 Bowling 7.4 Infrarood 7.4.1 Aanzetten 7.4.2 Telefoonlijst verzenden 8. SIM AT ** Via dit menu kunt u SMS- en EMS berichten samenstellen, versturen, lezen en opslaan. SMS is de afkorting van Short Message Service; dit zijn eenvoudige tekstberichten. EMS is de afkorting van Enhanced Message Service en dit heeft betrekking op berichten die een afbeelding, filmpje of melodie bevatten. Ook voice-mailberichten worden ondersteund. NB: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het netwerk van uw provider deze ondersteunt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. De Postvakken IN en UIT nemen samen een bepaald gedeelte van het geheugen van uw telefoon of SIMkaart in beslag. Als dit berichtgeheugen vol is, gaat het pictogram voor een nieuw bericht ( ) knipperen en wordt een foutmelding getoond. (Dit verdwijnt als u op de toets drukt, maar het wordt opnieuw getoond als u geen oude berichten verwijdert.) U kunt dan pas weer nieuwe berichten ontvangen nadat u ruimte vrij hebt gemaakt door via de optie Wissen of Alles wissen een of meer oude berichten uit uw Postvak In of Uit te verwijderen. Meer informatie hierover vindt u op pagina 71. Postvak IN (Menu 1.1) In dit postvak worden binnengekomen berichten bewaard. SMS- en EMS-berichten worden gewoonlijk op de SIM-kaart bewaard. Als het SIM-geheugen vol is, worden ontvangen berichten in het geheugen van de telefoon opgeslagen. * Niet altijd beschikbaar of ondersteund door uw GSM netwerk provider. ** Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 62 Zodra u een nieuw bericht ontvangt, verschijnt het pictogram en een melding met het aantal nieuwe berichten in het display. Afhankelijk van de gekozen geluidsinstelling, hoort u ook een signaal (zie pagina 78). 63 Berichten Berichten Als u een nieuw bericht direct wilt lezen, drukt u op de functietoets Bericht. Nu wordt een berichtenlijst getoond. Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: NB: U kunt de melding inzake het nieuwe bericht van uw display verwijderen door op de toets te drukken. Heeft u ook gemiste oproepen, dan geeft de rechter functietoets e.e.a. in de volgende volgorde weer: Gemist, Bericht en Tel.Lijst. Antwoordtekst: hiermee kunt u een bericht beantwoorden door een tekstbericht te sturen. Als de menukeuze Postvak IN (Menu 1.1) is geselecteerd, wordt een overzicht met ontvangen berichten getoond met de volgende informatie: • Telefoonnummer van de afzender of zijn/haar naam wanneer deze in de telefoonlijst is opgeslagen; Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen. Terugbellen: hiermee kunt u de afzender terugbellen. Tel.nummer: om een bericht naar het telefoonnummer te sturen of dit in de telefoonlijst op te slaan. Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar iemand anders sturen. • Berichtstatus: voor een gelezen bericht, voor een bericht dat nog gelezen moet worden en voor een onvolledig bericht. Media ophalen: u kunt media (met uitzondering van de standaard EMS filmpjes en melodieën) van het bericht naar de mediabox van uw telefoon overbrengen. Deze kunt u vervolgens zelf aan een bericht toevoegen. Voor meer informatie, zie pagina 67. U kunt een bericht inzien door er naartoe te bladeren en op de functietoets Kies te drukken. In het display ziet u de volgende informatie: Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht overbrengen van het geheugen op de SIM-kaart naar het telefoongeheugen. • Datum en tijd waarop het bericht ontvangen is; • Geheugen waarin het bericht is opgeslagen: voor de SIM-kaart en voor het geheugen van de telefoon; • Inhoud van het bericht. Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u naar het volgende of vorige bericht bladeren. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door de tekst van het bericht bladeren. Als u een bericht selecteert dat een melodie bevat, wordt de melodie afgespeeld. 64 Postvak UIT (Menu 1.2) In dit postvak worden berichten bewaard die verzonden zijn of nog verzonden moeten worden. Als u de menukeuze Postvak UIT selecteert, wordt de berichtenlijst getoond met verzonden en opgeslagen berichten, met daarbij informatie over: • Het telefoonnummer van de ontvanger of zijn/haar naam, als deze in de telefoonlijst is opgeslagen; • Berichtstatus; voor een verzonden bericht en voor een nog niet verzonden bericht. 65 Berichten Berichten U kunt een bericht inzien door er naartoe te bladeren en op de functietoets Kies te drukken. In het display ziet u de volgende informatie: • Status; voor een verzonden bericht en voor een nog te verzenden bericht; • De locatie waar het bericht is opgeslagen; voor de SIM-kaart en voor het telefoongeheugen; • De inhoud van het bericht. Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u naar het volgende of vorige bericht bladeren. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door de tekst van het bericht bladeren. Wanneer u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen. Tel.nummer: om een bericht naar het betreffende nummer te sturen of het nummer aan de telefoonlijst toe te voegen. Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar iemand anders sturen. Wijzigen: hiermee kunt u het bericht wijzigen. Doorverbinden: hiermee kunt u het bericht overbrengen van SIM-kaart geheugen naar telefoongeheugen. Nieuw bericht (Menu 1.3) Via dit menu kunt u berichten maken die tekst, afbeeldingen en/of melodieën bevatten. 1. Een bericht samenstellen. Op de eerste regel van het display ziet u hoeveel tekens u nog in kunt geven, het nummer van het huidige bericht, het totaal aantal berichten dat u kunt samenstellen en de lettertypestijl zoals u dat bij de optie Tekststand heeft ingesteld. 66 NB: Informatie over het intoetsen van tekst, vindt u op pagina 38. 2. Wanneer u tijdens het samenstellen van een bericht op de functietoets Opties drukt, kunt u gebruik maken van een aantal Berichtopties. 3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag gaat u naar de gewenste optie en daarna drukt u op de functietoets Kies. De volgende opties zijn beschikbaar: Verzenden: hiermee kunt u het bericht verzenden. Tekstformaat: hiermee kunt u de tekst formatteren. U kunt de volgende instellingen wijzigen en de diverse opties ook gecombineerd gebruiken: Tekstgrootte: Klein/Middel/Groot Tekststand: Normaal/Onderstrepen/Doorhalen Vet: Aan/Uit Cursief: Aan/Uit Uitlijnen: Links/Centreren/Rechts Media toevoegen: hiermee kunt u afbeeldingen, filmpjes en/of melodieën aan uw bericht toevoegen. Selecteer eerst een categorie. U kunt kiezen uit Afbeelding toevoegen, Film toevoegen en Melodie toevoegen. Daarna kunt u een standaard object kiezen of een object dat u uit een andere bron heeft ontvangen en in uw mediabox heeft opgeslagen. Kijk voor meer informatie op pagina 119. Standaardberichten: hiermee kunt u een standaardbericht aan uw tekst toevoegen. Selecteer daartoe een van de tien berichten die u bij de menukeuze Standaardberichten (Menu 1.5) heeft opgeslagen. Voor meer informatie, zie pagina 69. Bericht opslaan: hiermee kunt u het bericht desgewenst alleen opslaan en op een later tijdstip versturen. Het bericht wordt opgeslagen in het Postvak UIT. 67 Berichten Berichten 4. Wanneer u klaar bent met uw bericht, selecteert u de berichtoptie Verzenden en drukt u op de functietoets Kies. Als u het bericht nog niet wilt versturen, maar alleen opslaan, selecteert u Bericht opslaan en vervolgens de gewenste geheugenlocatie. 5. Geef in het Adresscherm het nummer van de bestemming in. U kunt het nummer van de Voice mail server opslaan via de menukeuzes Voice mail en Voice server nummer (Menu 1.4.2). Geef het nummer van de voice mail server en eventueel een naam in en druk vervolgens op de functietoets OK om de gegevens op te slaan. Om één teken te wissen drukt u op de toets C. U kunt alle tekens wissen door de toets C ingedrukt te houden. Om terug te gaan naar het vorige scherm drukt u, terwijl het display leeg is, op de toets C. Uw voice mail afluisteren Eventueel kunt u het nummer in de telefoonlijst opzoeken door op de functietoets Tel.Lijst te drukken. U kunt op drie manieren in uw voice mailbox komen: • Wanneer u terwijl de telefoon in de standby-stand staat een nieuw voice mail bericht ontvangt, drukt u op de functietoets Verbinden en volgt u de instructies op. • U kunt ook naar uw voice mail server gaan door in de standby-stand de toets 1 ingedrukt te houden en de getoonde instructies op te volgen. • Een derde manier om uw voice mail server te bellen is via het menu Verbinden met voice mail (Menu 1.4.1) en de instructies op te volgen. Wilt u het bericht naar meer bestemmingen sturen (het maximum is 5), druk dan op de functietoets Toevoeg en herhaal de procedure vanaf stap 5. 6. Als u alle nummers heeft ingegeven, drukt u op de functietoets OK. Het bericht wordt verzonden. NB: Als de telefoon het bericht niet kan verzenden, verschijnt er een foutmelding. Wilt u het nogmaals proberen, druk dan op de functietoets Opnieuw. U kunt het bericht opslaan of dit menu verlaten door op de functietoets Nee te drukken. Voice mail (Menu 1.4) Nummer Voice mail server opslaan Voordat u van de voice mail service gebruik kunt maken, moet u het nummer van de voice mail 68 server opslaan. Dit nummer heeft u ontvangen van uw provider. Als er een voice mail binnenkomt, verschijnt in het display de voice mail indicatie en hoort u, afhankelijk van de gekozen instelling, een signaal (zie pagina 78). Standaardberichten (Menu 1.5) Via dit menu kunt u tien berichten invoeren die u vaak gebruikt. Als u in dit menu komt, wordt het eerste standaardbericht getoond. 1. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar een standaardbericht of een leeg veld. 2. Druk op de functietoets Kies en geef een nieuw bericht in of wijzig een bestaand bericht. Informatie over het intoetsen van tekst vindt u op pagina 38. 69 Berichten Berichten 3. Om het bericht op te slaan, drukt u op de functietoets OK. Instellingen (Menu 1.6) Via dit menu kunt u standaard SMS-gegevens vastleggen. U kunt de volgende opties selecteren: SMS centrale: hier kunt u het telefoonnummer van uw SMS centrale opslaan of wijzigen. Dit nummer heeft u nodig voor het versturen van SMS-berichten. U krijgt dit van uw provider. Geldigheidsperiode: hier kunt u instellen hoe lang uw provider het bericht moet bewaren als hij het niet meteen kan afleveren. Soort bericht: hier kunt instellen om wat voor soort bericht het gaat: Tekst, Fax, Spraak, ERMES, X400 of E-mail. Het netwerk converteert het bericht naar het gekozen formaat. Algemeen: de volgende opties zijn beschikbaar: Antwoordverzoek: de ontvanger van uw SMS-bericht kan u een antwoord sturen via de SMS centrale, als deze optie door het netwerk wordt aangeboden. Verzendrapport: als deze functie is ingeschakeld, krijgt u van de provider te horen of uw bericht al dan niet verstuurd is. Geheugenstatus (Menu 1.7) Alles wissen (Menu 1.8) U kunt alle berichten die op uw SIM-kaart en in het telefoongeheugen zijn opgeslagen in een keer wissen. 1. Blader naar het gewenste postvak en selecteer dit door het aan te kruisen. Daarna drukt u op de functietoets Kies. Wanneer u Alles selecteert, worden alle postvakken aangekruist. 2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren van een ander postvak. 3. Als u de postvakken waarvan u de berichten wilt verwijderen heeft aangekruist, drukt u op de functietoets OK. 4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u zeker dat u de berichten wilt verwijderen, druk dan op de functietoets Ja. Wilt u de berichten niet verwijderen, druk dan op de functietoets Nee. Infoberichten (Menu 1.9) Dit is een netwerkservice waarmee u berichten over verschillende onderwerpen, zoals weer of verkeer, kunt ontvangen. Berichten verschijnen meteen nadat ze ontvangen zijn, mits: • De telefoon in de standby-stand staat; Via dit menu kunt u controleren hoeveel SMS- en/of EMS-berichten er zijn opgeslagen en de beschikbare geheugencapaciteit van het telefoonof SIM-geheugen. 70 • De optie Ontvangen op Aan staat; • Het berichtkanaal op dat moment actief is in de kanaallijst. 71 Berichten Oproepenlijst Wanneer u een infobericht ontvangt, kunt u dit terwijl te telefoon in de standby-stand staat in het display zien. Is het een kort bericht, dan wordt dit direct getoond. Voor langere berichten drukt u om het te lezen op de functietoets Nieuw infobericht. Met dit menu kunt u de volgende oproepen bekijken: De volgende opties zijn beschikbaar: • De gesprekskosten; Lezen: om het ontvangen infobericht te lezen. Opgeslagen berichten: toont een overzicht met opgeslagen berichten. Huidige berichten: toont de laatste berichten. Deze berichten gaan verloren wanneer de telefoon wordt uitgezet, tenzij ze alsnog worden opgeslagen. Om een langer bericht te lezen, drukt u op de stuurtoets Omhoog of Omlaag. Tijdens het lezen van een bericht kunt u op de functietoets Opties drukken, waarmee u toegang krijgt u tot de volgende mogelijkheden: Tel.nummer: toont de nummers die in het bericht voorkomen. Opslaan (alleen bij Huidige berichten): hiermee kunt u het bericht in het archief opslaan. Wissen: om het bericht te verwijderen. Alles wissen: om alle berichten uit de lijst te verwijderen. • De gespreksduur. Ontvangen: hiermee kunt u de ontvangst van informatieberichten in- en uitschakelen. Kanaal kiezen: wanneer Alle is aangekruist, zijn alle kanalen geselecteerd. Om dit kanaal in- of uit te schakelen, drukt u op de functietoets Kies en selecteert u Aanzetten of Uitzetten. Met de optie Aan lijst toevoegen kunt u een nieuw kanaal aan de lijst toevoegen. Geef het kanaal ID in dat u van uw provider heeft ontvangen en een naam voor het kanaal. Taal kiezen: hier kunt u een taal selecteren. U ontvangt dan alleen infoberichten in de betreffende taal. 72 • Gemiste, ontvangen of uitgaande oproepen; Gemiste oproepen (Menu 2.1) Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde oproepen bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • De huidige oproep uit de lijst verwijderen; • Alle oproepen uit de lijst verwijderen; • Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen. Ontvangen oproepen (Menu 2.2) Met deze optie kunt u de laatste 20 ontvangen oproepen bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • De huidige oproep uit de lijst verwijderen; • Alle oproepen uit de lijst verwijderen; • Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen. 73 Oproepenlijst Oproepenlijst Uitgaande oproepen (Menu 2.3) Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde nummers bekijken. Het nummer en de naam worden, indien beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd waarop de oproep werd gedaan. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u: • De huidige oproep uit de lijst verwijderen; • Alle oproepen uit de lijst verwijderen; • Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen. Alles wissen (Menu 2.4) U kunt, afhankelijk van het soort oproep, alle oproepen in een keer of afzonderlijk verwijderen. U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden: Duur laatste gesprek: alleen de duur van het laatste gesprek wordt getoond. Totaal uitgaand: duur van alle uitgaande gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Totaal ontvangen: duur van alle binnengekomen gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Met de optie Tijdtellers op nul zetten kunt u de gesprektellers opnieuw instellen. Gesprekskosten (Menu 2.6) Met deze functie kunt u de gesprekskosten bekijken. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. Wilt u de oproepen niet verwijderen, druk dan op de functietoets Nee. Opmerkingen: • Deze functie is niet bedoeld voor factureerdoeleinden. • Afhankelijk van uw SIM-kaart of provider, kan in de standby-stand informatie over de kosten worden weergegeven. Gespreksduur De volgende opties zijn beschikbaar: (Menu 2.5) Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en binnengekomen gesprekken bekijken. Opmerkingen: • Als uw SIM-kaart de functie ALS ondersteunt, moet u eerst de gewenste lijn selecteren. • De werkelijke duur van uw gesprekken op de rekening van uw provider kan iets afwijken, afhankelijk van de netwerkdiensten, afronding van kosten enz. 74 Kosten laatste gesprek: kosten van het laatste telefoongesprek dat gevoerd is. Totale kosten: totale kosten sinds de teller voor het laatst op nul is gezet. Als de totale kosten de maximumkosten, instelbaar met de optie Maximumkosten instellen, overschrijden, kunt u geen gesprekken meer voeren tot de teller op nul is gezet. Maximumkosten: maximale kosten zoals ingesteld bij Maximumkosten instellen (zie volgende pagina). 75 Oproepenlijst Geluidsinstellingen Kostentellers op nul zetten: optie voor het op nul zetten van de kostenteller. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 132). Daarna drukt u op de functietoets OK. Via dit menu kunt u allerlei geluidopties aan uw wensen aanpassen, bijvoorbeeld: Maximumkosten instellen: optie om de maximale kosten voor uw gesprekken in te stellen. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 132). Daarna drukt u op de functietoets OK. • Volume voor de voice dial; Tarief: voor het instellen van de prijs per tik. Op basis hiervan worden de gesprekskosten berekend. U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 132). Daarna drukt u op de functietoets OK. • Beltoon, -volume en type belsignaal voor inkomende oproepen of berichten; • Geluid tijdens het verbinden of wanneer een toets wordt ingedrukt; • Stand waarnaar wordt overgeschakeld wanneer u de toets ingedrukt houdt. Inkomende oproepen (Menu 3.1) Hier stelt u het belgeluid voor binnenkomende oproepen in. NB: Als uw SIM-kaart de functie ALS ondersteunt, moet u eerst de lijn selecteren waarvoor u de wijzigingen door wilt voeren. De volgende opties zijn beschikbaar: Melodie: hier kunt u een van de vele beschikbare melodieën selecteren. Steeds wanneer u een melodie selecteert, wordt deze afgespeeld. Belvolume: voor het aanpassen van het volume waarop de melodie wordt afgespeeld. Dit doet u met de stuurtoets Omhoog of Omlaag of de volumetoetsen links op de telefoon. Hoe meer staafjes, hoe hoger het volume. Type belsignaal: hiermee kunt u het signaal voor binnenkomende oproepen kiezen. Melodie: de telefoon gaat over en u hoort de bij menu-optie Melodie gekozen melodie. Zie hierboven. Trillen: de telefoon trilt, maar maakt geen geluid. Eerst trillen dan melodie: de telefoon trilt eerst even en gaat daarna pas over. 76 77 Geluidsinstellingen Berichten Geluidsinstellingen Verbindingstoon (Menu 3.2) Hier kunt u instellen hoe de telefoon aangeeft dat er een nieuw bericht is ontvangen. De volgende opties zijn beschikbaar: Beltoon: u kunt uit een groot aantal verschillende tonen kiezen. Steeds wanneer u een toon selecteert, wordt deze afgespeeld. Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe de telefoon u waarschuwt dat er een bericht is ontvangen. Stille modus: er verschijnt alleen een tekst in het display. De telefoon gaat niet over en trilt niet. Beltoon: de telefoon gaat over en u hoort de bij menu-optie Beltoon gekozen melodie. Zie hierboven. Trillen: de telefoon trilt, maar maakt geen geluid. Eerst trillen dan melodie: telefoon trilt eerst even en gaat daarna pas over. Herhaling: hier kunt u instellen hoe vaak de telefoon u moet informeren over de ontvangst van een nieuw bericht. U kunt kiezen tussen Eenmalig en Iedere 2 minuten. Hier kunt u aangeven of de telefoon een signaal moet geven als de telefoon verbinding heeft met het netwerk. De volgende opties zijn beschikbaar: Uit: de telefoon geeft geen signaal. Aan: de telefoon geeft een signaal wanneer er verbinding is. Toetstoon (Menu 3.5) Hier kunt u de toon kiezen die u hoort wanneer u een toets indrukt. De volgende opties zijn beschikbaar: Uit: geen geluid wanneer u een toets indrukt. Beltoon: iedere toets geeft een ander geluid. Gelijk: alle toetsen maken hetzelfde geluid. U kunt het toetsvolume aanpassen door in de standby-stand met de telefoon open de volumetoetsen links op de telefoon in te drukken. Minutenteller Telefoon aan/uit (Menu 3.3) Hiek kunt u de melodie selecteren die u hoort wanneer u de telefoon in- of uitschakelt. U kunt kiezen tussen Standaard en Vrolijk. Wanneer u geen melodie wilt horen, selecteert u Uit. (Menu 3.4) (Menu 3.6) Met deze optie kunt u instellen of de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere minuut een piepje moet geven om de gespreksduur aan te geven. De volgende opties zijn beschikbaar: Uit: de telefoon geeft geen signaal. Aan: de telefoon geeft iedere minuut een signaal. 78 79 Geluidsinstellingen Telefooninstellingen Stille modus (Menu 3.7) Als u de toets ingedrukt houdt terwijl de telefoon in de standby-stand staat, schakelt de telefoon over naar de Stille modus. U kunt instellen of de telefoon in deze stand trilt of alle geluiden uitschakelt. De volgende opties zijn beschikbaar: Trillen: in de Stille modus trilt de telefoon bij een inkomende oproep en wordt er geen melodie afgespeeld. Microfoon uit: de geluidinstellingen worden in die van de stille modus gezet. Via het menu Telefooninstellingen kunt u de meeste functies van uw telefoon aan uw voorkeur aanpassen. Welkomtekst (Menu 4.1) Hier kunt u ingeven welke tekst uw telefoon moet weergeven wanneer hij wordt aangezet. Als u deze optie selecteert, wordt de huidige welkomtekst getoond. Om... Doet u het volgende... De huidige welkomtekst te wissen Houd de toets C ingedrukt. Een nieuwe tekst in te geven Druk op de juiste alfanumerieke toetsen. De tekst op te slaan Druk op de functietoets OK. Uw invoer te annuleren en terug te gaan naar de standby-stand Druk op de toets . Informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 38. 80 81 Telefooninstellingen Display (Menu 4.2) U kunt de afbeelding op de achtergrond en de kleur van de onderdelen van het display aan uw voorkeur aanpassen. Telefooninstellingen Verlichting (Menu 4.2.3) U kunt instellen hoelang de verlichting van de telefoon aan moet blijven nadat voor het laatst een toets is ingedrukt of het klepje is geopend. Achtergrond (Menu 4.2.1) Helderheid display (Menu 4.2.4) Met deze optie kunt u de afbeelding die in de standby-stand wordt getoond aanpassen. Met deze optie kunt u de helderheid van het display verhogen of verlagen. De volgende opties zijn beschikbaar: Dit doet u als volgt: Afbeelding: hier kunt kiezen uit een aantal standaard afbeeldingen. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door de lijst bladeren. Mijn afbeelding: hier kunt u een afbeelding selecteren uit de mediabox met via het internet of het programma EasyStudio gedownloade afbeeldingen. Plaats van tekst: hier kunt u aangeven op welke plaats de tekst (netwerk, datum, tijd en eventuele meldingen over gemiste oproepen of nieuwe berichten) in het standby-scherm moet worden weergegeven. U kunt kiezen uit Bovenkant en Onderkant. Als u bij deze optie Uit selecteert, wordt alleen de gekozen afbeelding getoond. Stijl van tekst: hier kunt u de stijl van de in het standby-scherm getoonde tekst aanpassen. NB: Als u als achtergrond Kalender heeft gekozen, kunt u de plaats en stijl van de tekst niet aanpassen. Kleur (Menu 4.2.2) U kunt de kleur van de diverse onderdelen van het display, zoals tekst, functietoetsindicaties, menunamen en pictogrammen, wijzigen. U kunt kiezen uit vier verschillende kleurstellingen. 82 1. Selecteer het display waarvan u de helderheid wilt wijzigen, Hoofddisplay of Extern display, en druk op de functietoets Kies. 2. Wijzig met behulp van de stuurtoets Omhoog of Omlaag of de volumetoetsen aan de zijkant van de telefoon de helderheid. 3. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets OK om de wijziging vast te leggen. Taal (Menu 4.3) Voor de weergave van de tekst in het display en de tekstinvoerstanden kunt u verschillende talen selecteren. De volgende opties zijn beschikbaar: Taal display: hier kunt u de taal die voor de teksten in het display, zoals menu’s, opties en meldingen, wordt gebruikt wijzigen. Invoerstand: hier kunt u de taal die standaard voor de tekstinvoerstand (bijvoorbeeld T9) wordt gebruikt wijzigen. 83 S500NL-01.fm Pages 84 - 85 Friday, June 13, 2003 9:06 AM Telefooninstellingen Beveiliging (Menu 4.4) Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van uw telefoon beperken tot bepaalde personen of oproepen. De functies van uw telefoon kunt u via verschillende codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in de volgende alinea’s beschreven. Zie ook pagina 131 - 133. PIN controle (Menu 4.4.1) Als de PIN controle is ingeschakeld, moet u bij het aanzetten van de telefoon altijd uw PIN code intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden gebruikt door mensen die uw PIN code weten. NB: Voordat de PIN controle uitgeschakeld kan worden, moet u uw PIN code intoetsen. De volgende opties zijn beschikbaar: Aanzetten: bij het inschakelen moet u iedere keer uw PIN code intoetsen. Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact met het netwerk. Eventueel kunt u uw PIN code via de optie PIN wijzigen veranderen (zie volgende alinea). Telefooninstellingen Telefoonblokkering (Menu 4.4.3) Als de functie Telefoonblokkering is ingeschakeld, moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een 8-cijferig wachtwoord intoetsen. Dit wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. Wilt u het wachtwoord van uw telefoon wijzigen, kijk dan hieronder bij Wachtwoord wijzigen. Na het invoeren van het juiste wachtwoord kunt u de telefoon gebruiken tot u hem uitzet. De volgende opties zijn beschikbaar: Aanzetten: u moet het wachtwoord intoetsen bij inschakeling van de telefoon. Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen bij inschakeling van de telefoon. Wachtwoord wijzigen (Menu 4.4.4) Hiermee kunt u uw huidige wachtwoord veranderen. U moet het huidige wachtwoord ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven. Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld op 00000000. Nadat u een nieuw wachtwoord hebt ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals intoetsen. PIN wijzigen (Menu 4.4.2) Met deze functie kunt u uw huidige PIN code veranderen. De PIN controle moet dan wel ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN code intoetsen voordat u een nieuwe PIN code kunt instellen. Nadat u een nieuwe PIN code hebt ingevoerd, moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen. 84 85 Telefooninstellingen Telefooninstellingen SIM blokkeren (Menu 4.4.5) PIN2 wijzigen (Menu 4.4.7) Om de blokkering van de SIM-kaart in te schakelen, moet u een nieuwe SIM-blokkeercode van 4 tot 8 cijfers ingeven. Nadat u deze code hebt ingetoetst, moet u deze ter bevestiging nogmaals ingeven. Met deze functie kunt u uw PIN2 code veranderen. U moet uw huidige PIN2 code intoetsen voordat u een nieuwe kunt invoeren. De volgende opties zijn beschikbaar: Uitzetten: uw telefoon werkt ook met andere SIM-kaarten. Aanzetten: u kunt alleen een andere SIM-kaart in uw telefoon gebruiken nadat de juiste SIM blokkeercode is ingevoerd. U kunt de blokkering van de SIM-kaart opheffen door de code nogmaals in te geven. FDN-modus (Menu 4.4.6) Nadat u een nieuwe PIN2 code hebt ingetoetst, moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen. NB: Niet alle SIM-kaarten beschikken over een PIN2 code. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt deze optie niet. Autom. herhalen (Menu 4.5) Als deze optie is ingeschakeld, probeert de telefoon na een mislukte poging maximaal 10 keer het laatste nummer opnieuw te bellen. NB: De tijd tussen twee pogingen kan variëren. Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal nummers. De volgende opties zijn beschikbaar: De volgende opties zijn beschikbaar: Aan: het nummer wordt automatisch opnieuw gebeld. Aanzetten: u kunt alleen nummers bellen die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code intoetsen. Toets op zijkant Uitzetten: u kunt elk nummer bellen. NB: Niet alle SIM-kaarten beschikken over een PIN2 code. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 code verschijnt deze optie niet. Zie de menu-optie PIN2 wijzigen hieronder voor het wijzigen van uw PIN2-code. Uit: het nummer wordt niet automatisch opnieuw gebeld. (Menu 4.6) Met deze menu-optie kunt u instellen welke functie de volumetoetsen op de zijkant van de telefoon tijdens een inkomend gesprek vervullen. De volgende opties zijn beschikbaar: Weigeren: u kunt een inkomende oproep weigeren door een van de volumetoetsen ingedrukt te houden. Stilte: wanneer u een van de volumetoetsen ingedrukt houdt, wordt de inkomende oproep niet geweigerd, maar de beltoon wordt uitgeschakeld. 86 87 Telefooninstellingen Fax stand (Menu 4.7) Wanneer u uw telefoon op een computer heeft aangesloten, kunt u uw telefoon als modem voor het versturen van faxberichten gebruiken. Daarvoor heeft u wel een datakit nodig. Deze is verkrijgbaar bij uw Samsung dealer. Via dit menu kunt u de telefoon in de fax stand zetten. De volgende opties zijn beschikbaar: Telefooninstellingen Reset instellingen (Menu 4.8) U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten in de standaardinstellingen. U kunt alleen de geluidsinstellingen, alleen de telefooninstellingen of alle instellingen terugzetten. Als u wordt gevraagd uw keuze te bevestigen, drukt u op de functietoets Ja. Wilt u deze functie verlaten zonder de instellingen terug te zetten, druk dan op de functietoets Nee. Uit: u kunt alleen data oproepen versturen of ontvangen. Aan: u kunt ook fax oproepen versturen of ontvangen. In beide gevallen zijn voice oproepen mogelijk. Nadat u uw telefoon via de datakabel op uw computer heeft aangesloten en deze menu-optie Aan heeft gezet, werkt uw telefoon als faxmodem. Voor meer informatie over de instellingen en het versturen van faxberichten vanaf uw computer via de telefoon, wordt u verwezen naar de handleiding van uw computer. 88 89 Organizer Organizer Met de Organizer kunt u: • de kalender bekijken, notities maken en een actielijst bijhouden. • de huidige datum en tijd veranderen en nagaan hoe laat het is in andere wereldsteden. • het alarm instellen, zodat de telefoon op een bepaalde tijd overgaat. • De telefoon gebruiken als rekenmachine, timer of stopwatch en voor het omrekenen van valuta, maten, gewichten, enz. Nieuwe notitie (Menu 5.1) Met deze optie kunt u een nieuwe notitie ingeven. NB: U komt direct in deze menukeuze door de toets C in de standby-stand ingedrukt te houden. 1. Toets uw notitie in (max. 100 posities) en druk op de functietoets OK. Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 38. 2. Selecteer de categorie waartoe de notitie behoort en druk op de functietoets Kies. U kunt kiezen uit de volgende categorieën: Agenda: afspraken, vergaderingen, enz. Actielijst: actiepunten en taken die u moet uitvoeren. Deze worden opgenomen in de actielijst. 3. Blader met de stuurtoetsen naar de juiste datum in de kalender en druk op de functietoets Kies. 4. Indien van toepassing, geeft u de juiste tijd in en drukt u op de functietoets OK. 5. Maakt u gebruik van de 12-uurs indeling (zie pagina 97), dan kunt u nu met de stuurtoets Omhoog of Omlaag am of pm selecteren. Daarna drukt u op de functietoets Kies. 6. Als u een alarm voor de notitie in wilt stellen, drukt u op de functietoets Ja. Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee. De notitie wordt in dat geval direct opgeslagen. Ga naar stap 10. 7. Geef de tijd in waarop het alarm af moet gaan en druk op de functietoets OK. 8. Maakt u gebruik van de 12-uurs indeling (zie pagina 97), dan kunt u nu met de stuurtoets Omhoog of Omlaag am of pm selecteren. Daarna drukt u op de functietoets Kies. 9. Selecteer de gewenste melodie voor het alarm en druk op de functietoets Kies. De notitie wordt opgeslagen. 10. U kunt dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. Bellen: telefoontjes die u moet plegen. Verjaardag: verjaardagen, trouwdagen of andere speciale gebeurtenissen die u niet mag vergeten. NB: Per categorie kunt u 25 notities opnemen, dus 100 in totaal. 90 91 Organizer Kalender Organizer (Menu 5.2) Een nieuwe notitie maken De kalender helpt u bij het bijhouden van uw afspraken, telefoontjes die u moet plegen, actiepunten die u moet uitvoeren en verjaardagen die u niet mag vergeten. Desgewenst kunt u op de betreffende datum het alarm af laten gaan. 1. Blader in de kalender naar de gewenste datum (zie pagina 92) en druk op de functietoets Kies. De kalender raadplegen 3. Selecteer de categorie waartoe de notitie behoort en druk op de functietoets Kies. Om... Drukt u op... Naar een andere dag te gaan De stuurtoets Links of Rechts. Naar een andere week te gaan De stuurtoets Omhoog of Omlaag. Naar de vorige of Houd u de stuurtoets volgende maand te Omhoog of Omlaag gaan ingedrukt. Naar het vorige of volgende jaar te gaan Houd u de stuurtoets Links of Rechts ingedrukt. Als u in de kalender op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: Notitie toevoegen: hier kunt u een nieuwe notitie toevoegen voor de geselecteerde datum. Ga naar datum: hiermee kunt u naar een bepaalde datum gaan en voor die datum bijvoorbeeld een afspraak ingeven. Alles tonen: toont alle ingegeven afspraken. Dag wissen: wist de voor die dag ingegeven afspraken. Alles wissen: wist alle ingegeven afspraken. 92 2. Maak de notitie en druk op de functietoets OK. Informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 38. U kunt kiezen uit de volgende categorieën: Agenda: afspraken, vergaderingen, enz. Actielijst: uit te voeren taken of actiepunten. Bellen: telefoontjes die u moet plegen. Verjaardag: verjaardagen, trouwdagen of andere speciale gebeurtenissen die u niet mag vergeten. 4. Om de notitie op te slaan, volgt u de procedure vanaf stap 4 op pagina 91. Notities bekijken Een datum waaraan een notitie gekoppeld is, wordt gemarkeerd weergegeven. Als u een datum selecteert waarvoor al notities zijn ingegeven, ziet u onderin de kalender het aantal notities per categorie. Algemene agendanotities Actielijst Bellen Verjaardagen 93 Organizer Organizer Druk op de functietoets Kies om de notitie te lezen. Zijn er voor een bepaalde datum meer notities, dan kunt u met de stuurtoets Links of Rechts naar de notitie bladeren. Zodra u de actiepunten heeft ingegeven, worden deze met een statusmarkering ( voor Afgehandeld en voor Niet afgehandeld) in de Actielijst opgenomen. Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar het gewenste actiepunt bladeren; vervolgens drukt u op de functietoets Kies. U ziet nu de omschrijving van het actiepunt, met daarbij de datum waarop het actiepunt afgehandeld moet zijn, de alarm instelling en de status van afhandeling. Toevoegen: hiermee kunt u een nieuwe notitie toevoegen. Meer informatie over het ingeven van een notitie vindt u op pagina 90. Wissen: hiermee kunt u de notitie verwijderen. Wijzigen: hiermee kunt u de notitie wijzigen. Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u naar een vorige of volgende taak bladeren. Verplaatsen: hiermee kunt u de huidige notitie naar een andere datum verplaatsen. Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden: Kopiëren: hiermee kunt u de notitie naar een andere datum kopiëren. Toevoegen: hiermee kunt u een nieuw actiepunt toevoegen. Meer informatie over het toevoegen van notities als actiepunt vindt u op pagina 90. Actielijst Markeren: hiermee kunt u de status van afhandeling wijzigen. (Menu 5.3) Met dit menu kunt u uw actielijst bekijken. Een nieuw actiepunt toevoegen doet u als volgt: 1. Geef de omschrijving van het actiepunt in en druk op de functietoets OK. Informatie over het intoetsen van tekst vindt u pagina 38. 2. Blader naar de juiste datum in de kalender (zie pagina 92) en druk op de functietoets Kies. Wijzigen: hiermee kunt u de omschrijving van het huidige actiepunt wijzigen. Verplaatsen: hiermee kunt u het actiepunt naar een andere datum verplaatsen. Kopiëren: hiermee kunt u het actiepunt naar een andere datum kopiëren. Wissen: hiermee kunt u het actiepunt verwijderen. Alles wissen: hiermee kunt u alle actiepunten uit de lijst verwijderen. 3. Sla de notitie op (zie vanaf stap 4 op pagina 91). 94 95 Organizer Klok (Menu 5.4) Met deze optie kunt u de tijd en datum op het display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden bekijken. Organizer U kunt uw tijdzone als volgt selecteren: 1. Selecteer met de stuurtoets Links of Rechts de stad die correspondeert met uw tijdzone (voor Nederland kiest u Parijs). U ziet nu de lokale datum en tijd. De volgende opties zijn beschikbaar: Tijd instellen: hier kunt u de huidige tijd instellen. Met de menu-optie Indeling instellen kunt u de gewenste indeling (12- of 24-uurs) kiezen. Meer informatie hierover vindt u op pagina 97. NB: Voordat u de tijd instelt, moet u via de menukeuze Wereldtijd instellen de tijdzone waar u zich bevindt instellen. Datum instellen: hier kunt u dag, maand en jaar invoeren. De wijze waarop de datum wordt weergegeven kunt u wijzigen via de menukeuze Indeling instellen (zie pagina 97). Wereldtijd instellen: hier kunt de huidige tijd in 21 verschillende wereldsteden bekijken. Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door de steden bladeren. Met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag kunt u andere steden in de betreffende tijdzone selecteren. 2. Druk op de functietoets Instellen. 3. U wilt... Dan selecteert u... De huidige datum en tijd vervangen door de nieuwe instelling Lokaal kiezen. Aangeven dat het in deze tijdzone zomertijd is Zomertijd. Naast het tijdverschil verschijnt het pictogram . Aangeven dat het in deze tijdzone wintertijd is Wintertijd (kan alleen geselecteerd worden als naast het tijdverschil het pictogram staat). In het display ziet u de volgende informatie: • Naam van de stad; • Huidige datum en tijd; 4. U kunt dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. • Het tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en de lokale tijd (mits u deze heeft ingesteld, zie hieronder) of de Greenwich Mean Time (standaard). Indeling instellen: hier kunt u de indeling van de datum en de tijd wijzigen. Indeling tijd: 24-uurs 12-uurs Indeling datum: DD/MM/JJJJ(dag/maand/jaar) JJJJ/MM/DD (jaar/maand/dag) 96 97 Organizer Alarm Organizer (Menu 5.5) Met deze optie kunt u een alarm instellen, zodat deze op een bepaalde tijd afgaat. U kunt maximaal 3 alarms instellen en de telefoon zo instellen dat het ook afgaat wanneer de telefoon uit staat. Het instellen van een alarm doet u als volgt: 1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag Wekker, Alarm1 of Alarm2. Het pictogram geeft aan dat er op dat moment geen alarm is ingesteld. Het pictogram geeft aan dat er al een alarm is ingesteld. 2. Druk op de functietoets Kies. 6. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. Zodra het alarm is ingesteld, verschijnt het Alarm pictogram ( ) bovenin het display. U kunt het alarm terwijl het afgaat uitzetten door de telefoon te openen en te sluiten of door op een willekeurige toets te drukken. NB: Als de Stille modus is ingeschakeld, kunt u het alarmsignaal niet horen. Dit geldt echter niet voor de wekker. Die is altijd hoorbaar, dus ook als de Stille modus is ingeschakeld. 3. Druk op de functietoets Opties. U kunt de telefoon zo instellen dat het alarm ook afgaat als de telefoon is uitgeschakeld: 4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de gewenste optie en druk op de functietoets Kies. Pas de instelling aan uw wensen aan. 1. Blader in de lijst Alarm naar Automatisch aan en druk op de functietoets Kies. Alarm voor dag: selecteer door op de functietoets Kies te drukken, de dag(en) van de week waarop het alarm af moet gaan. Wilt u dat het alarm elke dag afgaat, selecteer dan Dagelijks. Geldt het alarm voor een bepaalde datum, selecteer dan Eenmalig alarm. Daarna drukt u op de functietoets OK. Vervolgens kunt u het volgende instellen: 2. Selecteer zo nodig met de toets Omhoog of Omlaag Aan. Alarmtijd: de tijd waarop het alarm af moet gaan. 4. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit menu verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. Alarmtoon: hier kunt u selecteren welke melodie u als alarm wilt horen. Alarm wissen: verwijdert de alarminstelling. 5. Herhaal eventueel stap 4 voor de andere alarminstellingen. 98 Om de functie Automatisch aan uit te schakelen, selecteert u Uit. 3. Druk op de functietoets Kies om de instelling op te slaan. Zodra u deze functie hebt ingeschakeld, verschijnt voor Automatisch aan een vinkje. Als de telefoon op het moment dat het alarm afgaat is uitgeschakeld, gaat de telefoon automatisch aan en gaat het alarm af. Daarna wordt het toestel weer uitgeschakeld. 99 Organizer Calculator Organizer (Menu 5.6) Omrekenen (Menu 5.7) U kunt de telefoon ook als calculator gebruiken. De calculator biedt de basisrekenfuncties optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en rest berekenen. Met deze menu-optie kunt u diverse eenheden omrekenen. Het uitvoeren van een berekening doet u als volgt: 1. Blader naar de categorie die u wilt omrekenen. U kunt kiezen uit Munteenheid, Lengte, Gewicht, Inhoudsmaat, Oppervlakte en Temperatuur. Druk vervolgens op de functietoets Kies. 1. Geef met de cijfertoetsen het eerste getal in. NB: Om een onjuiste invoer te wissen of het display leeg te maken, drukt u op de toets C. 2. Met de toets kunt u een decimale punt (.) invoegen. Door op de toets te drukken kunt u het gewenste rekenkundige symbool ingeven: + (optellen), - (aftrekken), * (vermenigvuldigen), / (delen), % (rest berekenen), ( of ). 3. Toets het tweede getal in. 4. Herhaal zo nodig de stappen 2 en 3. 5. Druk op de functietoets Is om de berekening uit te voeren. Het resultaat wordt getoond in het kader Antwoord. NB: De uitkomst wordt tot op de zesde decimaal afgerond. 6. U kunt deze functie verlaten door op de functietoets of de toets te drukken. Het omrekenen van een waarde doet u als volgt: 2. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en ga met de stuurtoets Omlaag naar het veld Van. Met de toets invoegen kunt u een decimale punt (.) 3. Selecteer met de stuurtoets Links of Rechts de oorspronkelijke eenheid en ga met de stuurtoets Omlaag naar het veld Naar. Op de volgende pagina vindt u een overzicht met de beschikbare eenheden. 4. Selecteer door op de stuurtoets Links of Rechts te drukken de eenheid waarnaar u wilt omrekenen. 5. Druk op de functietoets OK of de toets het resultaat te bekijken. om Het resultaat wordt getoond in het kader Antwoord. 6. Om deze functie te verlaten, drukt u op de functietoets of de toets . 100 101 Organizer Organizer Beschikbare eenheden Ook als u dit scherm verlaat, gaat de timer door met aftellen. Als de ingestelde tijd om is, laat de telefoon een melodie horen en ziet u in het display een melding. U kunt de melodie uitzetten door de telefoon te openen en te sluiten op door op een willekeurige toets te drukken. Soort Eenheden Munteenheid EURO FRF ATS PTE LUF DEM ESP BEF GRD ITL NLG FIM IEP Lengte mm in cm ft m km yard mijl Gewicht g grain kg oz ton pound Inhoudsmaat cm3 in3 m3 ft3 l yd3 2 cm in2 m2 °C °F Oppervlakte Temperatuur Timer ft2 a yd2 Door in het Timer-scherm op de functietoets Stop te drukken, kunt u de Timer stoppen voordat de ingestelde tijd om is. gal acre (Menu 5.8) Met de Timer kunt u de telefoon af laten tellen. Als de tijd om is, gaat het alarm af. 1. Druk op de functietoets Instellen. 2. Geef in uren en minuten de af te tellen tijdsduur in en druk op de functietoets OK. 3. Het aftellen begint zodra u op de functietoets Start drukt. 102 NB: Bij gebruik van de Timer raakt de batterij sneller leeg. Stopwatch (Menu 5.9) De stopwatch kunt u gebruiken voor het opnemen van de tijd bij wedstrijden, bijvoorbeeld een zwemwedstrijd. U kunt maximaal vier stopwatches tegelijk instellen. De precisie van de stopwatch is een honderdste seconde. De maximumtijd is 10 uur. 1. Om de stopwatch(es) te starten, drukt u op de functietoets OK. 2. U kunt de eerste stopwatch stoppen, door op de functietoets OK te drukken. Herhaal deze procedure eventueel voor de andere stopwatch(es). 3. Druk op de functietoets Op nul zetten om de stopwatch(es) weer op nul in te stellen. 4. Om dit menu te verlaten, drukt u op de toets C of . 103 Netwerkdiensten Netwerkdiensten De hieronder behandelde menufuncties zijn netwerkdiensten. Neem eventueel contact op met uw provider voor de beschikbaarheid en een abonnement op deze diensten. Oproepen doorschakelen (Menu 6.1) NB: De doorschakelopties van uw telefoon kunnen afwijken van de beschrijving in deze gebruiksaanwijzing. Uw telefoon toont alleen de opties die uw SIM-kaart ondersteunt. Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende gesprekken doorschakelen naar een ander nummer. Voorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken doorschakelen naar een collega als u op vakantie bent. De volgende doorschakelopties zijn beschikbaar: Alltijd doorschakelen: alle gesprekken worden doorgeschakeld. In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld als u in gesprek bent. Geen antwoord: gesprekken worden doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt. Onbereikbaar: gesprekken worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt. Alles annuleren: alle doorschakelfuncties worden geannuleerd. U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de volgende soorten gesprekken: • Alleen spraakoproepen; • Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is); • Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is). Voorbeeld: U kunt: • Faxoproepen systematisch doorschakelen naar uw faxapparaat. • Spraakoproepen doorschakelen naar een collega wanneer u in gesprek bent. Doorschakelopties instellen 1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste doorschakeloptie en druk op de functietoets Kies. 2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag welk soort oproepen u wilt doorschakelen en druk op de functietoets Kies. 3. Druk op de functietoets Aanzetten. 4. Geef het nummer in waarnaar u de oproepen wilt doorschakelen. Voor het invoeren van een internationale toegangscode drukt u op 0 tot het teken + verschijnt. U kunt ook een nummer uit uw Telefoonlijst of het Voice mail server nummer selecteren. Dit doet u door op de functietoets Opties te drukken, gevolgd door Telefoonlijst of Voice server. 5. Als u tevreden bent over uw invoer, drukt u op de functietoets OK. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst via het display. 104 105 Netwerkdiensten Netwerkdiensten Doorschakelinstellingen annuleren 1. Selecteer de doorschakelinstelling die u wilt annuleren. 2. Kies het soort gesprek waarvan u de doorschakeling wilt annuleren. 3. Druk op de functietoets Verwijder. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst via het display. U kunt de blokkeeropties instellen voor de volgende soorten gesprekken: • Alleen spraakoproepen; • Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is); • Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is). Blokkeeropties instellen U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door de optie Alles annuleren te kiezen. 1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste blokkeeroptie en druk op de functietoets Kies. Oproepen blokkeren 2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag welk soort oproepen u wilt blokkeren en druk op de functietoets Kies. (Menu 6.2) Met deze netwerkdienst kunt u uw oproepen beperken. Gesprekken blokkeren kan op de volgende manieren worden ingesteld: Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande gesprekken voeren. Internationaal: u kunt geen internationale gesprekken voeren. Internationaal behalve thuisland: in het buitenland kunt u alleen gesprekken voeren binnen dat land en naar het land van uw eigen provider. Alle inkomende: u kunt geen gesprekken ontvangen. Inkomend in buitenland: buiten het servicegebied van uw eigen provider kunt u geen gesprekken ontvangen. 3. Druk op de functietoets Aanzetten. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen en druk op de functietoets OK. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst via het display. Blokkeeropties annuleren 1. Selecteer de blokkeerinstelling die u wilt annuleren. 2. Selecteer het soort gesprek waarvan u deze blokkering wilt annuleren. 3. Druk op de functietoets Uitzetten. Alles annuleren: u heft alle blokkeerinstellingen op; u kunt gewoon gesprekken voeren en ontvangen. 106 107 Netwerkdiensten Netwerkdiensten 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst via het display. U kunt alle blokkeerinstellingen annuleren door de optie Alles annuleren te kiezen. Wachtwoord voor blokkeren wijzigen Met deze optie kunt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen instellen of veranderen. 1. Selecteer in het scherm Oproepen blokkeren Wachtwoord voor blokkeren wijzigen en druk op de functietoets Kies. 2. Geef het huidige wachtwoord in en druk op de functietoets OK. 3. Geef een nieuw wachtwoord in en druk op de functietoets OK. 4. Geef het nieuwe wachtwoord ter bevestiging nogmaals in en druk op de functietoets OK. Wisselgesprek (Menu 6.3) Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek bent. Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor wisselgesprek afzonderlijk instellen: • Alleen spraakoproepen; Wisselgesprek aanzetten 1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag het type oproep waarvoor u wisselgesprek wilt instellen en druk vervolgens op de functietoets Kies. 2. Druk op de functietoets Aanzetten. De telefoon stuurt de instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst via het display. Wisselgesprek annuleren 1. Selecteer het soort oproepen waarvoor u wisselgesprek wilt opheffen. 2. Druk op de functietoets Uitzetten. De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider en bevestigt de ontvangst via het display. U kunt alle wisselgesprekinstellingen annuleren door de optie Alles annuleren te kiezen. Netwerk kiezen (Menu 6.4) Via het menu Netwerk kiezen kunt u instellen of u automatisch of handmatig een netwerk wilt kiezen wanneer u buiten het dekkingsgebied van uw provider bent. NB: U kunt alleen netwerken kiezen die een roamingcontract met uw eigen provider hebben afgesloten. • Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is); • Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is). 108 109 Netwerkdiensten Netwerkdiensten Actieve lijn De keuze voor automatisch of handmatig netwerk kiezen kunt u als volgt instellen: 1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste optie en druk op de functietoets Kies. Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden met het eerste beschikbare roaming-netwerk. Als u Handmatig kiest, zoekt uw telefoon naar beschikbare netwerken. Ga naar stap 2. (Menu 6.6) Sommige SIM-kaarten kunt u voor twee abonneenummers gebruiken. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer uw SIM-kaart dit ondersteunt. Via dit menu kunt u kiezen welke lijn u voor uw uitgaande oproepen gebruikt. Welke lijn u ook kiest, u kunt met beide lijnen oproepen beantwoorden. Als u Lijn 1 of Lijn 2 selecteert, ziet u het nummer van de gekozen lijn achter de naam van het netwerk in het display. 2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag het gewenste netwerk en druk op de functietoets Kies. U bent dan verbonden met dat netwerk. Nummerweergave (Menu 6.5) U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer verschijnt op het display van de persoon naar wie u belt. NB: Bij sommige providers kunt u deze instelling niet wijzigen. De volgende opties zijn beschikbaar: Standaard: de telefoon gebruikt de standaardinstelling van uw provider. Nummer verbergen: uw nummer verschijnt niet op een andere telefoon. Nummer weergeven: uw nummer verschijnt wel op een andere telefoon. 110 111 Funbox Funbox Startpagina (Menu 7.1.1) In het menu Funbox kunt u kiezen uit de volgende opties: • • • • Internetdiensten Mediabox Spelletjes Infrarood Internetdiensten Als u deze menukeuze selecteert, zoekt de telefoon verbinding met het netwerk en wordt de startpagina van uw provider geladen. Zodra er verbinding is, wordt de startpagina weergegeven. De inhoud hiervan is per provider verschillend. (Menu 7.1) Uw telefoon beschikt over een ingebouwde WAP browser, waarmee u toegang heeft tot het draadloze web. Met de WAP browser heeft u via uw mobiele telefoon toegang tot de meest actuele informatie en kunt u speciaal voor het draadloze web ontworpen tekstversies van populaire sites bezoeken. NB: U kunt de WAP browser direct starten, door in de standby-stand op de toets te drukken. De inhoud van de startpagina van uw browser is afhankelijk van uw provider. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u het hele scherm bekijken. U kunt de browser op ieder willekeurig moment afsluiten, door op de toets te drukken. De telefoon gaat dan terug naar de standby-stand. Gebruik van de toetsen bij de browser Surfen over het draadloze web met uw mobiele telefoon is anders dan via de computer. Aanbieders van deze sites hebben de belangrijkste informatie voor het draadloze web geselecteerd en de meeste grafische afbeeldingen achterwege gelaten. Iedere keer dat u de WAP browser start, maakt de telefoon verbinding met het draadloze internet. U ziet dan het pictogram of in het display, zodat u weet dat u kosten kunt verwachten. De tarieven zijn afhankelijk van de geboden service. De WAP browser verbreekt de netwerkverbinding nadat deze een bepaalde periode niet actief is geweest en maakt zo nodig automatisch opnieuw verbinding. Het is dus mogelijk dat u een aantal korte gesprekken op uw telefoonrekening vindt, terwijl u de browser rond die tijd maar één keer hebt gestart. Dit is normaal; de bedoeling hiervan is uw telefoonrekening zo laag mogelijk te houden. 112 Om... Drukt u op... Door de opties van de browser te bladeren en deze te selecteren De stuurtoets Omhoog of Omlaag tot de gewenste optie gemarkeerd wordt weergegeven en drukt u op de functietoets . Een genummerde optie te kiezen De juiste cijfertoetsen. Een pagina terug te gaan De functietoets Terug te gaan naar uw startpagina De toets en selecteert u de browser optie Startpagina. Kijk voor meer informatie in de alinea over de Startpagina hierboven. . 113 Funbox Funbox Tekst invoeren in de WAP browser Als u tekst in kunt toetsen, ziet u boven de rechter functietoets de huidige tekstinvoerstand. Postvak IN: hierin worden van het web ontvangen meldingen of gegevens opgeslagen. Vernieuwen: haalt de geopende pagina opnieuw op. Informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 38. Geavanceerd: de volgende opties zijn beschikbaar: WAP browser menu gebruiken Adres tonen: toont het URL adres van de webpagina die u op dat moment bezoekt. U kunt uit verschillende menu-opties kiezen wanneer u met de browser over het draadloze web surft. Buffer leegmaken: leegt het buffergeheugen (tijdelijk geheugen waarin de laatst bezochte webpagina´s worden opgeslagen). Zo komt u in het browser menu: Informatie...: toont het versienummer van de WAP browser. 1. Druk op de toets . De beschikbare menu-opties van de browser worden getoond. WAP browser opties kiezen 2. Markeer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de gewenste menu-optie. 3. Bevestig uw keuze door op de functietoets drukken. te 4. Kies zo nodig met de stuurtoets Omhoog of Omlaag een vervolgoptie en druk ter bevestiging op de functietoets . NB: De inhoud van de menu's hangt af van uw versie van de browser. De volgende opties zijn beschikbaar: Terug: hiermee gaat u terug naar de vorige pagina. Homepagina: hiermee gaat u terug naar de startpagina van uw provider. Terwijl u over het draadloze web surft, staan u diverse opties ter beschikking. Door terwijl u met het web verbonden bent één keer op de toets te drukken, krijgt u toegang tot deze opties. Ga naar adres: hiermee kunt u handmatig het adres ingeven van de site die u wilt bezoeken. Favoriet: hiermee kunt u naar een van de onder uw Favoriet opgeslagen sites gaan. Kijk voor meer informatie op pagina 116. Berichten: hiermee kunt u een SMS tekstbericht lezen of schrijven. Kijk voor meer informatie op pagina 63. Mediabox: hiermee kunt u uw mediabox bekijken. Kijk voor meer informatie op pagina 119. Afsluiten: hiermee sluit u de browser af. 114 115 Funbox Tijdens gebruik van de WAP browser een oproep aannemen Terwijl u met de WAP browser over het draadloze web surft, kunt u op de normale wijze een oproep aannemen. Neem het gesprek aan door op de toets te drukken. Nadat u het gesprek beëindigd heeft, gaat u weer terug naar de webpagina die u bezocht toen u de oproep aannam. Funbox Ga naar adres (Menu 7.1.3) Via deze menukeuze kunt u het adres van de website die u wilt bezoeken handmatig ingeven. Geef het URL adres van de website in en druk op de functietoets OK. Informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 38. Buffer leegmaken (Menu 7.1.4) Favoriet (Menu 7.1.2) Hier kunt u maximaal vijf URL adressen van uw favoriete WAP pagina's vastleggen. Om een URL adres vast te leggen: 1. Selecteer een lege regel en druk op de functietoets Kies. 2. Geef een naam voor de favoriet in en druk op de functietoets OK. Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 38. 3. Geef het URL adres van de website in en druk op de functietoets OK om dit op te slaan. Via deze menukeuze kunt u het buffergeheugen (tijdelijk geheugen waarin de telefoon recent bezochte internet pagina's bewaart) leegmaken. Proxy instelling (Menu 7.1.5) Via deze menukeuze kunt u maximaal vijf proxy servers instellen. NB: In het algemeen kunt u de browserinstellingen ongewijzigd laten. Wijzig deze instellingen alleen als uw provider u daartoe opdracht geeft. Voor iedere proxy kunt u de volgende gegevens vastleggen: Naam proxy: geef hier de naam van de HTTP proxy server in. Zodra u een adres als favoriet heeft opgeslagen, kunt u de volgende opties selecteren: GSM instelling: u kunt de proxy instellingen voor het GSM netwerk aanpassen. Start: hiermee kunt u direct naar een site gaan. Gateway: geef hier het IP adres en de IP poort in. Wijzigen: hiermee kunt u de naam en het URL adres van de favoriet wijzigen. Type data-oproep: selecteer het type netwerkverbinding; ISDN of Analoog. Wissen: hiermee kunt u de favoriet wissen. Inbelnummer: geef hier het telefoonnummer van de PPP in. Gebruikersnaam: geef hier uw gebruikersnaam van de PPP server in. 116 117 Funbox Funbox Wachtwoord: geef hier het wachtwoord voor de PPP server in. Mediabox GPRS instelling: u kunt de proxy instellingen voor het GPRS netwerk aanpassen. Via deze menukeuze kunt u de in uw telefoon beschikbare afbeeldingen bekijken en melodieën beluisteren. Gateway: geef hier het IP adres en de IP poort in. APN: geef hier de naam van het toegangspunt in dat wordt gebruikt voor het adres van de GPRS netwerk-gateway. Gebruikersnaam: geef hier de gebruikersnaam voor verbinding met het GPRS netwerk in. Wachtwoord: geef hier het wachtwoord voor verbinding met het GPRS netwerk in. URL startpagina: hier kunt u het adres van de site die u als startpagina wilt gebruiken ingeven. De standaard startpagina kunt u met de toets C verwijderen, waarna u de startpagina van uw keuze in kunt geven. Speciale tekens (/ bijvoorbeeld) kunt u in de stand voor Tekens ingeven (zie pagina 44). Drager: hier kunt u de drager selecteren die wordt gebruikt wanneer toegang tot een type netwerk wordt gezocht. Eerst GPRS: eerst zoekt uw telefoon naar het GPRS netwerk. Als dit niet beschikbaar is, kunt u tijdelijk kiezen voor GSM. (Menu 7.2) De volgende opties zijn beschikbaar: Afbeelding: deze menukeuze toont u de afbeeldingen die u van Internet hebt gedownload of van andere telefoons hebt ontvangen. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u de afbeelding een andere naam geven of verwijderen. Melodie: via deze menu-optie kunt u de melodieën die u via Internet of van andere telefoons hebt ontvangen beluisteren. Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u de melodie een andere naam geven of verwijderen. NB: Melodieën die op dat moment als beltoon of voor andere melodie-instellingen worden gebruikt, kunt u niet verwijderen. Alles wissen: verwijdert alle afbeeldingen en melodieën uit de mediabox. Met de functietoets Kies kunt u een afbeelding of melodie selecteren of de-selecteren. Vervolgens drukt u op de functietoets OK. Alleen GPRS: werkt alleen binnen het GPRS netwerk. Alleen GSM: werkt alleen binnen het GSM netwerk. Huidige proxy (Menu 7.1.6) Via deze menukeuze kunt u een van de eerder ingestelde proxy´s voor de WAP verbinding selecteren. 118 Spelletjes (Menu 7.3) Via deze menukeuze kunt u drie spelletjes spelen. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar het gewenste spelletjes bladeren. Daarna drukt u op de functietoets Kies. 119 Funbox Funbox U kunt een van de beschikbare opties selecteren, door op de betreffende cijfertoets te drukken. De volgende opties zijn beschikbaar: High Score: toont de tabel met de hoogste scores. Dit is niet bij alle spelletjes mogelijk. Wanneer u een nieuw spel start, bevindt de bal zich op het slaghout in het midden van het scherm. Zodra u de bal start, moet u het slaghout op de juiste plaats houden, zodat de bal eraf stuitert. Steeds wanneer de bal een blok raakt, breekt het blok. Soms verschijnen er letters die de efficiency van het slaghout of de bal verbeteren. Key Info: toont de functie van de toetsen in het spel. B: het slaghout en de bal gaan terug naar hun oorspronkelijk vorm. Continue: hiermee kunt u een spel voortzetten. Deze optie wordt alleen getoond als u een spel al eerder gespeeld heeft. C: de bal blijft aan het slaghout plakken wanneer het dit raakt. Dit geeft u de tijd uw positie te verbeteren. New Game: hiermee start u het spel. Terwijl u een spel speelt, kunt u de volgende instellingen wijzigen: Om... Drukt u op... Het volume aan te passen De volumetoetsen. Een spel te pauzeren/voort te zetten De toets C. Het spel af te sluiten De toets functietoets. of de rechter H: het slaghout wordt langer. P: de bal verandert in een krachtbal. Daardoor stuitert hij niet meer van de blokken af, maar gaat er dwars doorheen en vernietigt daarbij alles wat het raakt. Wanneer u het einde van het spel nadert, veranderen de regels enigszins. De blokken worden veel sterker en worden pas vernietigd na meerdere keren geraakt te zijn. Tegelijkertijd vallen kleine bijen het slaghout aan, waardoor dit steeds verder beschadigd raakt en uiteindelijk verloren gaat. Dit kost u een leven. Toetscommando's 3: schuin omhoog. Als de door u behaalde score tot de vijf hoogste behoort, kunt u een naam van maximaal 10 posities ingeven. 1: schuin omlaag. 4, Links: naar links. 6, Rechts: naar rechts. Honey ball (Menu 7.3.1) Het doel van dit spel is om de honingblokken te breken, door een bal te laten stuiteren tussen een slaghout en de blokken. 120 9, 5 of : de bal slaan. : geluid aan- of uitzetten. 121 Funbox Funbox Go! Hamster (Menu 7.3.2) Infrarood Go! Hamster is een bordspel waarvoor geduld en tact onontbeerlijk zijn. Het doel van het spel is om ongeveer 80% van de achtergrond te verwijderen, waarbij de atoombommen ontweken moeten worden. Daarna komt u in het volgende niveau. Deze functie biedt de mogelijkheid om gegevens via de infraroodpoort te verzenden of te ontvangen. Als het startscherm wordt getoond, start u het spel door op een willekeurige toets te drukken. Als u de optie Aanzetten selecteert, kunt u de infraroodpoort in of uitschakelen. Toetscommando's Om voor uw computer gebruik te kunnen maken van de infraroodverbinding, moet u: 2: omhoog. 4: naar links. 6: naar rechts. 8: omlaag. 5: stop. : geluid aan- of uitzetten. Bowling (Menu 7.3.3) Doel van het spel is om in een driehoek geplaatste kegels door het rollen met een bal omver te werpen. (Menu 7.4) Aanzetten (Menu 7.4.1) • Een IrDA compatibele infraroodpoort op uw computer configureren en activeren. • De infraroodfunctie van de telefoon inschakelen. Dit doet u door de optie Aanzetten in het menu Infrarood op Aan te zetten. Het infrarood pictogram ( ) verschijnt op de bovenste regel van het display. • Zorg ervoor dat de infraroodpoort van de telefoon in één lijn ligt met de infraroodpoort van uw computer. Bij de start van een nieuw spel kunt u door op de rechter functietoets te drukken, de gewenste stand, de speler en de bal selecteren. Als het spel begint, worden de speler en de bal getoond. Verplaats eerst de speler, kies dan het effect en de richting en tenslotte de kracht waarmee de bal wordt gegooid. Toetscommando´s 4, Links: naar links bewegen 6, Rechts: naar rechts bewegen 5, : snelheid, effect selecteren of bal gooien. : geluid aan- of uitzetten. 122 Infrarood poort Infrarood poort U kunt nu via de infraroodverbinding gegevens oversturen. Om de verbinding te verbreken, selecteert u Uit. Als er binnen 1 minuut nadat de infrarood-verbinding is geactiveerd geen communicatie tussen uw 123 Funbox telefoon en het andere apparaat plaatsvindt, wordt de infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld. NB: Deze functie is ook beschikbaar tussen twee telefoons onderling. U krijgt echter de beste resultaten wanneer u een datakabel gebruikt. Funbox Uw telefoon begint met het versturen van de contactperso(o)n(en). NB: Wanneer u tijdens het versturen van de telefoonlijst een oproep ontvangt, wordt het versturen afgebroken. Telefoonlijst verzenden (Menu 7.4.2) Telefoonlijst van een andere telefoon ontvangen Via de infraroodverbinding kunt u uw telefoonlijst naar een andere telefoon sturen en vice versa. 1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de twee telefoons in één lijn liggen. Uw telefoonlijst naar een andere telefoon sturen 2. Open in het menu Infrarood de menukeuze Aanzetten en selecteer Aan om de infraroodpoort te activeren. 1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de twee telefoons in één lijn liggen. 2. Open in het Infrarood menu de optie Telefoonlijst verzenden en selecteer een van de volgende opties. Druk daarna op de functietoets Kies: Eén: hiermee kunt u de gegevens van de geselecteerde contactpersoon versturen. Alles in SIM-geheugen: hiermee kunt u alle contactpersonen uit de telefoonlijst die in het SIM-geheugen zijn opgeslagen versturen. Alles in telefoongeheugen: hiermee kunt u alle contactpersonen uit de telefoonlijst die in het Telefoongeheugen zijn opgeslagen versturen. Alles (SIM+Telefoon): hiermee kunt u alle contactpersonen uit beide geheugens versturen. 3. Selecteert u Eén of Alles (SIM+Telefoon), dan toont uw telefoon alle contactpersonen in de Telefoonlijst. Selecteert u Alles in SIM-geheugen of Alles in telefoongeheugen, dan worden de contactpersonen getoond die in het betreffende geheugen zijn opgeslagen. 4. Blader naar de contactperso(o)n(en) die u wilt versturen en druk op de functietoets Kies. 124 3. Als uw telefoon gegevens van de andere telefoon ontvangt: Als u Eén telefoonlijstgegeven van de andere telefoon ontvangt, ziet u in het display de naam en het telefoonnummer. U kunt aangeven of u dit wilt opslaan. Ga verder bij stap 4. Als u de gegevens via de keuze Alles in SIMgeheugen, Alles in telefoongeheugen of Alles (SIM+Telefoon) ontvangt, kunt u een geheugen selecteren (SIM- of telefoongeheugen). Ga verder bij stap 5. 4. Druk op de functietoets Opslaan om de contactpersoon in uw telefoonlijst op te slaan. U kunt de gegevens ook verwijderen door op de functietoets Annuleren te drukken. 5. Druk op de functietoets SIM of Telefoon. De gegevens worden in het geselecteerde geheugen opgeslagen. NB: Ontvangt u tijdens het ontvangen van Telefoonlijstgegevens een oproep, dan kunt u deze aannemen of weigeren. Daarna gaat de telefoon automatisch verder met ontvangen van de gegevens. 125 ALS (Alternate Line Service) ALS (Alternate Line Service) De ALS functie maakt het mogelijk op dezelfde SIMkaart twee lijnen te combineren. Uiteraard kunt u met beide lijnen bellen of gebeld worden. Wanneer u zich op deze netwerkdienst abonneert, verschijnen enkele extra menu-opties waarmee u deze functie kunt instellen. NB: Informeer bij uw GSM provider of deze dienst geleverd wordt en hoe u zich hierop kunt abonneren. Lijn selecteren Doorschakelopties instellen Via de menukeuze Oproepen doorschakelen (Menu 6.1) kunt u de doorschakelopties voor één of beide lijnen instellen. Daarbij worden inkomende oproepen die op de geselecteerde lijn binnenkomen, doorgeschakeld naar een ander telefoonnummer. Kijk voor meer informatie op pagina 104. Gespreksinformatie bekijken Van beide lijnen kunt u de gesprekskosten en -duur bekijken. Voor meer informatie, zie pagina 74 en 75. Via het menu Actieve lijn (Menu 6.6) kunt u instellen welke lijn u voor welk type oproep wilt gebruiken. Kijk voor meer informatie op pagina 111. Naam van de lijn wijzigen Via het menu Eigen nummer kunt u de namen van de lijnen wijzigen. Wanneer u de naam van een lijn wijzigt, wordt in ieder menu waar eerder "Lijn 1" of "Lijn 2" stond, nu de door u gekozen naam vermeld. Voor meer informatie, zie pagina 54. Type belsignaal per lijn instellen Om onderscheid te kunnen maken tussen de oproepen die voor de twee lijnen binnenkomen, kunt u per lijn een verschillend belgeluid instellen. Dit doet u via de menukeuze Inkomende oproepen (Menu 3.1). Meer informatie hierover vindt u op pagina 77. 126 127 Problemen oplossen Problemen oplossen Melding "Geen netwerk" Voer de volgende controles uit alvorens contact op te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u de kosten en de tijd van een onnodig gesprek voorkomen. Wanneer u de telefoon aanzet, kunnen de volgende boodschappen verschijnen: Geen SIM-kaart Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. • De verbinding met het netwerk is verbroken. Misschien bevindt u zich op een locatie waar de ontvangst te zwak is (bijvoorbeeld in een tunnel of tussen veel gebouwen). Ga naar een andere plaats en probeer het nog een keer. • U probeert een optie te gebruiken waarvoor u bij uw GSM provider geen abonnement hebt afgesloten. Neem contact op met uw provider voor meer informatie. U heeft een telefoonnummer ingegeven, maar er gebeurt niets Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord Het toestel is geblokkeerd. U moet het wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. • Heeft u op gedrukt? • Heeft u het juiste netwerk gekozen? • Misschien heeft u uitgaande gesprekken geblokkeerd. Geef PIN • U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U moet de PIN code ingeven die u bij de SIM-kaart hebt ontvangen. • De functie PIN controle is ingeschakeld. Iedere keer dat u de telefoon aanzet, moet u uw PIN code intoetsen. U kunt deze functie uitschakelen via de menukeuze PIN controle (Menu 4.4.1). Zie pagina 84. U bent niet bereikbaar • Staat uw telefoon aan? (Heeft u de toets ruim een seconde ingedrukt?) • Heef u het juiste netwerk gekozen? • Misschien heeft u inkomende oproepen geblokkeerd. Geef PUK in De persoon met wie u belt hoort u niet U hebt drie keer achter elkaar een onjuiste PIN code ingegeven, zodat de telefoon geblokkeerd is. Geef de PUK code in die u van uw GSM provider hebt ontvangen. • Staat de microfoon misschien uit? (U ziet dan Microfoon uit in het display) 128 • Houdt u de telefoon misschien te ver van uw mond? De microfoon zit aan de onderkant van de telefoon. 129 Problemen oplossen PIN codes en wachtwoorden De telefoon gaat piepen en in het display knippert de melding **Batterij bijna leeg** Uw telefoon en de SIM-kaart hebben verschillende toegangscodes om ervoor te zorgen dat ze niet door onbevoegden gebruikt kunnen worden. De batterij is bijna leeg. Plaats een volle batterij en laad de batterij op. Enkele toegangscodes kunt uw wijzigen via de menukeuze Beveiliging (Menu 4.4). Meer informatie hierover vindt u op pagina 84. Slechte ontvangst/geluidskwaliteit • Controleer in het display de signaalsterkte indicatie ( ). Het aantal balkjes geeft aan of het signaal sterk ( ) of zwak ( ) is. • Houd de telefoon in een iets andere stand of ga dichter bij een raam staan als u zich in een gebouw bevindt. Een in de telefoonlijst gekozen nummer wordt niet gebeld • Zoek de betreffende naam op in de telefoonlijst en kijk of het bijbehorende nummer klopt. • Sla het nummer zonodig opnieuw op. Kunt u met behulp van de bovengenoemde richtlijnen het probleem niet oplossen, zorg dan voor: • Het type en serienummer van uw telefoon • Uw garantie-informatie • Een goede beschrijving van het probleem Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de klantenservice van SAMSUNG. 130 Wachtwoord voor telefoon De functie telefoonblokkering (zie pagina 85) gebruikt een wachtwoord om de telefoon te beschermen tegen onbevoegd gebruik. In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op 00000000. U kunt het wachtwoord wijzigen via de menukeuze Wachtwoord wijzigen (Menu 4.4.4). Zie pagina 85. PIN De PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) code beschermt uw SIM-kaart tegen gebruik door onbevoegden. Normaal gesproken wordt de PIN bij de SIM-kaart geleverd. Als de functie PIN controle is ingeschakeld (zie pagina 84) moet u elke keer dat u uw telefoon aanzet de PIN code intoetsen. Als u drie keer na elkaar een foute PIN code invoert, kunt u de telefoon pas gebruiken nadat u de PUK code hebt ingevoerd en op de functietoets OK hebt gedrukt. De telefoon wordt nu weer vrijgegeven. Geef een nieuwe PIN code in en druk op de functietoets OK. Druk de nieuwe PIN code nogmaals in en druk op de functietoets OK. 131 PIN codes en wachtwoorden PIN codes en wachtwoorden PIN2 PUK2 Bij sommige SIM-kaarten wordt een PIN2 code verstrekt. Deze code is nodig voor bepaalde functies, bijvoorbeeld het opladen van het beltegoed. Deze functies zijn alleen beschikbaar indien uw SIM-kaart ze ondersteunt. De PUK2 code die bij sommige SIM-kaarten verstrekt wordt, is nodig om een geblokkeerde PIN2 code te kunnen wijzigen. Als u drie keer na elkaar een foute PIN code invoert, wordt de PIN2 code opgeheven. De telefoon kan pas opnieuw worden gebruikt, nadat u de PUK2 code hebt ingevoerd en op de functietoets OK hebt gedrukt. De telefoon wordt nu weer vrijgegeven. Geef een nieuwe PIN2 code in en druk op de functietoets OK. Druk de nieuwe PIN2 code nogmaals in en druk op de functietoets OK. PUK U heeft de PUK (PIN Unblocking Key) code nodig om een geblokkeerde PIN code te kunnen opheffen. In het algemeen wordt de PUK code bij de SIM-kaart verstrekt. Heeft u geen PUK code ontvangen, neem dan contact op met uw provider. Geeft u tien keer na elkaar een onjuiste PUK2 code in, dan kunt u de functies waarvoor de PIN2 code nodig is, niet meer gebruiken. Neem in dat geval contact op met uw provider. U kunt de PUK2 code niet wijzigen. Bent u de code kwijt, neem dan contact op met uw provider. Wachtwoord blokkeren oproepen Wanneer u de functie Oproepen blokkeren gebruikt, heeft u dit 4-cijferige wachtwoord nodig. Als u zich op deze dienst abonneert, ontvangt u dit wachtwoord van uw GSM provider. U kunt het wachtwoord desgewenst wijzigen via de menukeuze Oproepen blokkeren (Menu 6.2). Kijk voor meer informatie op pagina 106. Geeft u tien keer na elkaar een onjuiste PUK code in, dan kunt u de SIM-kaart niet meer gebruiken. Neem in dat geval contact op met uw provider. U kunt de PUK code niet wijzigen. Bent u de code kwijt, neem dan contact op met uw provider. 132 133 Gezondheids- en veiligheidsinformatie Gezondheids- en veiligheidsinformatie Blootstelling aan radiogolven (SAR Informatie) Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven. Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie, zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet overschreden worden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties aan de hand van periodieke onderzoeken en evaluatie van wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is sprake van een ruime veiligheidsmarge, zodat de veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de gezondheid, gewaarborgd is. Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend staat onder de naam SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is vastgesteld op 2,0 W/kg.* * De SAR limiet voor normale mobiele telefoons is gemiddeld 2,0 W/Kg per 10 gram lichaamsweefsel. BIj deze limiet is, i.v.m. eventuele afwijkingen in de metingen, rekening gehouden met een ruime veiligheidsmarge, die de gebruikers extra veiligheid biedt. De SAR waarden kunnen variëren, afhanklelijk van landelijke eisen en de bandbreedte. 134 De SAR tests worden uitgevoerd in standaard situaties waarbij de telefoon met het maximaal toegestane vermogen wordt gebruikt op alle geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is vastgesteld op basis van het maximaal toegestane vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de telefoon rekening is gehouden met meerdere vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat nodig is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt. In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een basisstation van het netwerk bent, hoe lager het vermogen is. Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en andere personen. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen • Gebruik nooit batterijen of batterijladers die beschadigd zijn. • Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze bedoeld zijn. • Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen van het netwerk. • De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden ontladen en opgeladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Wordt de gebruikstijd (spreek- en standbytijden) aanmerkelijk korter, dan is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. 135 Gezondheids- en veiligheidsinformatie • Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt zichzelf na verloop van tijd. • Gebruik alleen batterijen en opladers die Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de batterijlader niet, haal dan de stekker uit het stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een week in de oplader zitten. Dit verkort de levensduur van de batterij. • Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op te warmen voor u met opladen begint. • Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C (32 °F). • Maak geen kortsluiting tussen de contacten van de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip van een pen of een sleutel) direct contact maakt tussen de + en - polen van de batterij (metalen strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas bewaart. Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigen of vernielen. • Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in het vuur. 136 Gezondheids- en veiligheidsinformatie Verkeersveiligheid Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna overal en altijd mondeling te communiceren. Deze mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat echter gepaard met een belangrijke verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die iedere gebruiker serieus moet nemen. Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw belangrijkste taak die uw volledige aandacht vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden. Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon wilt gebruiken, moet u rekening houden met het volgende: 1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door gebruik te maken van deze functies kunt u met zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren. 2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk maken, en daarmee het gemak en de veiligheid aanzienlijk vergroten. 3. Plaats de telefoon binnen handbereik. Zorg ervoor dat u de telefoon kunt pakken zonder uw ogen van de weg te hoeven halen. Laat eventueel uw voice mail de oproep beantwoorden. 4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het erg druk is op de weg of wanneer het weer slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer gevaarlijke situaties leiden. 137 Gezondheids- en veiligheidsinformatie Gezondheids- en veiligheidsinformatie Gebruiksomgeving 5. Maak geen aantekeningen en zoek geen telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle aandacht bij het rijden en het verkeer kunt houden. 6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u stilstaat of voordat u zich in het verkeer begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw blik weer op de weg en het verkeer, draai dan de volgende twee cijfers, enzovoort. 7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die met stress of emoties gepaard gaan. Maak de persoon met wie u aan het telefoneren bent duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek uit tot een later tijdstip. 8. In noodsituaties kunt u met uw mobiele telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij brand, een verkeersongeval, enzovoort. Meestal kunt u deze nummers gratis bellen. 9. Gebruik uw telefoon om anderen in noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk gebeuren, een overval of een andere situatie waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het alarmnummer (112 of een ander officieel alarmnummer). 10. In minder ernstige situaties, bijvoorbeeld een ongeluk zonder lichamelijk letsel, kunt u de lokale politie of de wegenwacht bellen. 138 Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen incompatibele producten op elkaar aan. Net als voor andere mobiele apparatuur die radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Elektronische apparatuur De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen. Het kan echter voorkomen dat bepaalde elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in dat geval contact op met de fabrikant voor een alternatieve oplossing. Pacemakers Om interferentie met de pacemaker te voorkomen, adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door en aanbevelingen van Wireless Technology Research. 139 Gezondheids- en veiligheidsinformatie Gezondheids- en veiligheidsinformatie Gebruikers met een pacemaker: Verbod op mobiel telefoneren • Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal 15 cm van hun pacemaker vandaan houden; • Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen; • Moeten om het risico van interferentie te beperken de telefoon bij het oor houden dat het verst van de pacemaker vandaan zit. Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan hebben staan. Heeft u het idee dat er toch sprake is van interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit. Gehoorapparaten Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake van interferentie met bepaalde gehoorapparaten. Neem in dat geval contact op met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een andere oplossing. Andere medische apparatuur Gebruikt u een ander medisch apparaat of hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn. Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). Voertuigen RF signalen kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of niet voldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. Ga dit na bij de fabrikant of dealer van de auto. Omgeving waar explosiegevaar is Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een omgeving bent waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo'n omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk letsel en zelfs de dood tot gevolg. Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation. Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in brandstofdepots (opslag en distributie), chemische fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de voorschriften en verboden voor het gebruik van radioapparatuur. Omgevingen en situaties waar kans bestaat op ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven. Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen, plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en ieder ander gebied waar u normaalgesproken de motor van uw auto uit zou moeten zetten. U kunt ook de fabrikant of leverancier van de in uw auto geïnstalleerde apparatuur raadplegen. 140 141 Gezondheids- en veiligheidsinformatie Noodoproepen Overige belangrijke veiligheidsinformatie Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en voorgeprogrammeerde functies, waarbij er geen garantie is dat er onder alle omstandigheden verbinding mogelijk is. Vertrouw daarom in een noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit alleen op uw mobiele telefoon. Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met voldoende signaalsterkte van een netwerk voor mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw provider. Een alarmnummer bellen doet u als volgt: 1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan. 2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op de toets Gezondheids- en veiligheidsinformatie . Als u bepaalde functies aan heeft staan (wachtwoord telefoon, blokkeren oproepen, enz.) moet u deze functies misschien eerst uitzetten voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact op met uw provider. • Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon vervalt. • Controleer ingebouwde telefoonapparatuur regelmatig op correcte montage en werking. • Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen, gassen en ander brandbaar of explosief materiaal niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of accessoires. • Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen. Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen of apparatuur in de directe omgeving van de airbag te plaatsen of te installeren. Zet uw mobiele telefoon aan boord van een vliegtuig altijd uit. • Het gebruik van een mobiele telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk voor de besturingselektronica van het vliegtuig. Bovendien kan het het mobiele netwerk verstoren. • Bij het overtreden van deze voorschriften kan u het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd. Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat moment misschien het enige beschikbare communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas nadat u daartoe opdracht hebt gekregen. 142 143 Gezondheids- en veiligheidsinformatie Gezondheids- en veiligheidsinformatie Verzorging en onderhoud • Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Regen, vocht en mineraalhoudende vloeistoffen tasten de elektronica aan. • Raak de telefoon tijdens het opladen niet met natte handen aan. Dit kan een elektrische schok of schade aan de telefoon tot gevolg hebben. • Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen daardoor beschadigen. • Bewaar uw telefoon niet op een plaats met extreem hoge temperaturen. Dit verkort de levensduur van de elektronica, beschadigt de batterijen en doet het plastic kromtrekken of smelten. • Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij verplaatsing naar een warmere plaats kan er condens ontstaan die de elektronica aantast. • Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparatuur, zoals een magnetron, een radiator van de verwarming of een kachel. De telefoon kan exploderen wanneer deze te heet wordt. • Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen uitzendt. • Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service center. Daar zorgt men voor technische ondersteuning en indien nodig voor deskundige reparatie. • Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan, kunnen de onderdelen in de telefoon beschadigen. • Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een in een mild sopje gedrenkte doek. • Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de beweegbare delen van het toestel verstopt raken, wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer goed werkt. 144 145 Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Hieronder vindt u de uitleg van diverse technische termen en afkortingen die in deze gebruiksaanwijzing voorkomen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van de mogelijkheden van uw mobiele telefoon. ALS (Alternate Line Service) Mogelijkheid om op een enkele SIM kaart twee lijnen te gebruiken. U kunt op beide lijnen bellen en gebeld worden. EMS (Enhanced Message Service) Via de netwerkdienst EMS (Enhanced Message Service) kunnen berichten die afbeeldingen, beltonen en animatiefilmpjes bevatten van de ene naar de andere gebruiker worden gestuurd zonder voorafgaand telefonisch overleg. GPRS (General Packet Radio Service) Nieuwe service waarbij via het mobiele telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en ontvangen kan worden. GPRS garandeert gebruikers van mobiele telefoons en computers een continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd op GSM (Global System for Mobile Communication) verbindingen en SMS (Short Message Service). GSM (Global System for Mobile Communication) Deze internationale standaard voor mobiele telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele netwerk operators. Naast grote delen van Europa is GSM ook in veel andere landen de standaard. Irda (Infrared Data Association) Functietoetsen Toetsen doel: en op de telefoon, waarvan het • Afhankelijk is van de functie die op dat moment wordt gebruikt; • Op de onderste regel van het display, boven de betreffende toets is aangegeven. Een door het IrDA consortium gedefinieerde standaard voor draadloze gegevensoverdracht via infrarood. In de IrDA specificaties zijn zowel de standaards voor de fysieke apparaten als de protocollen waarmee zij met elkaar communiceren gedefinieerd. Multiparty (telefonisch vergaderen) Gesprek in de wacht zetten Mogelijkheid om met maximaal vijf andere personen telefonisch te vergaderen. Mogelijkheid om een gesprek in de wacht te zetten, terwijl u een tweede oproep beantwoordt of zelf iemand belt. U kunt tussen de twee gesprekken heen en weer schakelen. Nummerweergave 146 U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken. 147 Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Oproepen blokkeren SMS (Short Message Service) Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot bepaalde telefoonnummers. Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen, bewerken en verzenden. Oproepen doorschakelen Inkomende oproepen worden naar een ander nummer doorgeschakeld. PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt tegelijk met de SIM-kaart door de provider verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen. PUK (PIN Unblocking Key) Wisselgesprek Mogelijkheid om gebruikers tijdens een telefoongesprek te informeren dat er (nog) een oproep is. Voice Mail Geautomatiseerde antwoorddienst die uw inkomende oproepen aanneemt wanneer u niet beschikbaar bent. Er wordt een (desgewenst met uw eigen stem ingesproken) boodschap afgespeeld waarna de beller een boodschap kan inspreken die u later kunt afluisteren. Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te deblokkeren nadat drie keer na elkaar een onjuiste PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat uit 8 cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de SIMkaart door de provider verstrekt. Roaming Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw provider (met name in het buitenland). SIM (Subscriber Identification Module) Een kaartje met een chip die alle informatie bevat die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerken geheugeninformatie en persoonlijke gegevens van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine opening aan de achterkant van de telefoon en wordt beschermd door de batterij die erop wordt geplaatst. 148 149 Index Index A Aan/uitzetten 78 microfoon 30 telefoon 22 Aannemen tweede oproep 32 ABC stand 38, 42 Actielijst 94 Actieve lijn selecteren 111 Adapter 20 Alarm instellen 98 ALS 126 Autom. herhalen instellen 87 Automatisch aan bij alarm 99 B Batterij batterij bijna leeg 21 opladen 20 plaatsen 18 verwijderen 19 voorzorgsmaatregelen 135 Belgroep instellingen 53 Bellen internationaal 26 zelf bellen 25 Beltoon berichten 78 inkomende oproepen 77 Berichten 63 info 71 instellingen 70 lezen 63 postvak IN 63 UIT 65 schrijven 66 standaard 69 type belsignaal 78 voice mail 68 wissen 70, 71 Blokkeren SIM-kaart 86 150 telefoon 85 Browser, WAP 112 C bekijken 27, 73 Gesprek in de wacht zetten 31 Gespreksduur 74, 80 Gesprekskosten 75 Calculator 100 Cijfers 38, 44 Codes en wachtwoorden 131 Contactpersonen toevoegen 45 Herhalen automatisch 87 Hoofddisplay 13 D I Datum, instellen 96 Diensten 56 Display extern 15, 83 helderheid 82 hoofddisplay 13, 83 instellingen 82 pictogrammen 14 taal 82 uitschakelen 16 verlichting 83 Indicatie batterij bijna leeg 21 Infoberichten 71 Infrarood port 123 Instellingen alarm 98 beveiliging 84 datum 96 display 82 geluid 77 netwerk 104 reset 89 SMS 70 telefoon 81 tijd 96 Internationaal bellen 26 Internet 112 Invoerstand 83 E Eigen nummer 54 Elektronische apparatuur 139 Explosiegevaar 141 Extern display 15 F H K FDN-modus 86 Fixed Dial Number-modus 86 Funbox 112 Functies selecteren 23 Functietoetsen, gebruiken 22, 23 Kaart, SIM-kaart plaatsen 17 verwijderen 18 Kalender 92 Kiezen 25 nummers op SIM-kaart 51 Klok 96 G L Gebruiksomgeving 139 Geheugenstatus 56 telefoon 56 Gemiste oproepen Letters intoetsen 38 Luidsprekervolume 29 M Mediabox 119 Medische apparatuur 140 Melodie inkomende oproepen 77 Menu openen 57 Microfoon, uitschakelen 30 Minutenteller 79 Multiparty-gesprek gesprek met één deelnemer beëindigen 37 privégesprek voeren 36 starten 35 Multiparty-gesprekk 34 N Naam en nummer opslaan 45 Namen 38 opzoeken/bellen 47 vastleggen 45 Netwerk kiezen 109 Netwerkdiensten 104 Nieuwe notitie maken 90, 93 Nummers 51 bellen 47 corrigeren 25 diensten 56 eigen nummer 54 FDN-modus 86 in telefoonlijst opzoeken en bellen 47 kopiëren 49 op SIM-kaart kiezen 51 opzoeken/bellen 47 snelkeuze 50 stand 38, 44 uit telefoonlijst bellen 47 verwijderen 49 wijzigen 49 wissen 49 Nummerweergave 110 151 Index Index O Omrekenen 101 Onderhoud 144 Ontvangen oproepen 73 Oortelefoon 37 Oproep beantwoorden 28 tweede oproep 32 beëindigen 28 weigeren 29 Oproepen blokkeren 106 doorschakelen 104 gemiste 27, 73 inkomende 77 ontvangen 73 uitgaande 74 Oproepenlijst 26 Opties selecteren 23 Opzoeken en bellen van nummers 47 uit de telefoonlijst 47 Organizer 90 P Pictogrammen 14 PIN 131 controle 84 wijzigen 84 PIN2 132 wijzigen 87 Postvak IN 63 UIT 65 Problemen oplossen 128 PUK 132 PUK2 133 R Reset instellingen 89 S plaatsen 17 sturen 49 verwijderen 18 SMS 63 Snelkiezen 50 Speciale tekens 38 Spelletjes 119 Bowlen 122 Go! Hamster 122 Honey Ball 120 Standaardberichten 69 Stille modus 80 Stopwatch 103 T T9 stand 38, 40 Taal, selecteren 83 Tekens 38, 44 Tekst intoetsen 38 Tekstinvoerstand 38 taal 83 Telefonisch vergaderen 34 Telefoon aan/uitzetten 22 instellingen 81 Telefoonlijst 45 opties 48 Tijd instellen 96 wereld 96 Timer 102 Toets op zijkant 87 Toetstoon selecteren 79 volume 29 Toon berichten 78 bij in/uitschakelen 78 verbinding 79 Tweede oproep aannemen 32 Type belsignaal 78 V Veiligheid batterijen 135 Veiligheidsinformatie 7, 134, 143 Verbindingstoon 79 Verkort kiezen 49 Verlichting 15, 83 Verzorging 144 Voice mail 68 server 68 server nummer 68 verbinden met 69 Volume aanpassen 29 microfoon 29 Volumetoetsen 29 W Wachtwoord blokkeren oproepen 108, 133 telefoon 85, 131 WAP browser 112 Wegwijzer menukeuzes 58 Welkomtekst 81 Wijzigen geluidinstellingen 77 tekstinvoerstand 39 Wisselgesprek 32, 108 Z Zelf bellen 25 U Uitgaande oproepen 74 SIM-kaart blokkeren 86 152 153 154 155 ➃ Druk op de functietoets Kies om uw keuze te bevestigen. ➂ Ga met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar de gewenste menukeuze. ➁ Ga met de stuurtoets Links of Omlaag naar het gewenste menu. ➀ Druk in de standby-stand op de functietoets Menu. • De functietoetsen ( en ) hebben de functie die er direct boven staat (op de onderste regel van het display). Menu’s openen Volume aanpassen Druk op devolume toetsen aan de zijkant van de telefoon. . Druk op de toets Oproep beëindigen Oproep Open de telefoon beantwoorden of Druk op de toets ➀ Geef het nummer in. ➁ Druk op de toets . Zelf bellen . Houd de toets ingedrukt. Aan/uitzetten SGH-S500 GPRS Telefoon Referentiekaart Laatste nummer herhalen Druk twee keer op de toets . Verkort kiezen Houd in de standby-stand de betreffende toets (2 - 9) ingedrukt. Of druk op de toets, gevolgd door de toets . Geef de SIM-geheugenplaats in, druk op de toets en daarna op de toets . Nummer in de telefoonlijst opslaan ➀ Geef het nummer in. ➁ Druk op de functietoets Opslaan. ➂ Kies het gewenste geheugen en druk op de functietoets OK. ➃ Als u Telefoon heeft geselecteerd, kiest u het soort nummer en drukt u op de functietoets OK. ➄ Geef de naam in en druk op de functietoets OK. ➅ Als u SIM heeft geselecteerd, geeft u de locatie in en drukt u op OK. 156 Een nummer op uw SIMkaart bellen Uw voice mail Houd de toets 1 ingedrukt. afluisteren Nummer in de telefoonlijst opzoeken ➀ Druk in de standby-stand op functietoets Tel.Lijst. ➁ Selecteer Naam zoeken. ➂ Geef de eerste letter(s) van de naam in. ➃ Druk op OK. ➄ Druk zonodig op de toets Links of Rechts. ➅ Om het nummer te bellen drukt u op . * The address in not for Samsung Service Centre. For the address or the phone number of Samsung Service Centre, see the warranty card or contact the retailer where you purchased your phone.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81

Samsung SGH-S500 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding