Documenttranscriptie
* Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing
op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze
soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet
provider. Drukfouten voorbehouden.
ELECTRONICS
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.: GH68-03826A
Dutch. 06/2003. Rev. 1.0
DUAL BAND
GPRS TELEFOON
SGH-S500
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ......................................
3
Belangrijke veiligheidsinformatie ..........
7
Uitpakken ..............................................
9
Uw telefoon............................................
10
Onderdelen...................................................
Display.........................................................
Verlichting ....................................................
Display uitschakelen ......................................
10
13
15
16
Aan de slag ............................................
17
SIM-kaart plaatsen/verwijderen.......................
Batterij plaatsen/verwijderen/opladen ..............
Telefoon aan- of uitzetten ...............................
Functies en opties selecteren ..........................
17
18
22
23
Telefoneren............................................
25
Zelf bellen ....................................................
Oproep beëindigen.........................................
Oproep beantwoorden ....................................
Oproep weigeren ...........................................
Volume aanpassen.........................................
Tijdens gesprek beschikbare opties ..................
Oortelefoon gebruiken....................................
25
28
28
29
29
30
37
Tekst intoetsen ......................................
38
Tekstinvoerstand wijzigen...............................
T9 stand (Ned)..............................................
ABC stand ....................................................
Speciale tekens intoetsen ...............................
Cijfers..........................................................
39
40
42
44
44
Telefoonlijst ...........................................
45
Naam en nummer vastleggen..........................
Nummer in de telefoonlijst opzoeken en bellen ..
Een naam of nummer in de telefoonlijst wijzigen
Verkort kiezen...............................................
45
47
48
49
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Gegevens van de SIM-kaart naar het geheugen van
telefoon kopiëren...........................................
Contactpersonen in de telefoonlijst verwijderen .
Instellingen belgroep wijzigen .........................
Overige mogelijkheden van de telefoonlijst .......
de
52
52
53
54
Beveiliging (Menu 4.4) ...................................
Autom. herhalen (Menu 4.5) ...........................
Toets op zijkant (Menu 4.6) ............................
Fax stand (Menu 4.7) .....................................
Reset instellingen (Menu 4.8) ..........................
84
87
87
88
89
Het menu ...............................................
57
Organizer ...............................................
90
Menu openen ................................................
Wegwijzer menukeuzes ..................................
57
58
Berichten ...............................................
63
Postvak IN (Menu 1.1) ...................................
Postvak UIT (Menu 1.2)..................................
Nieuw bericht (Menu 1.3) ...............................
Voice mail (Menu 1.4) ....................................
Standaardberichten (Menu 1.5) .......................
Instellingen (Menu 1.6) ..................................
Geheugenstatus (Menu 1.7) ............................
Alles wissen (Menu 1.8) .................................
Infoberichten (Menu 1.9) ................................
63
65
66
68
69
70
70
71
71
Nieuwe notitie (Menu 5.1) ..............................
Kalender (Menu 5.2) ......................................
Actielijst (Menu 5.3) ......................................
Klok (Menu 5.4) ............................................
Alarm (Menu 5.5) ..........................................
Calculator (Menu 5.6) ....................................
Omrekenen (Menu 5.7) ..................................
Timer (Menu 5.8) ..........................................
Stopwatch (Menu 5.9) ....................................
90
92
94
96
98
100
101
102
103
Netwerkdiensten....................................
104
Oproepenlijst .........................................
73
Gemiste oproepen (Menu 2.1) .........................
Ontvangen oproepen (Menu 2.2) .....................
Uitgaande oproepen (Menu 2.3) ......................
Alles wissen (Menu 2.4) .................................
Gespreksduur (Menu 2.5) ...............................
Gesprekskosten (Menu 2.6) ............................
73
73
74
74
74
75
Oproepen doorschakelen (Menu 6.1) ................
Oproepen blokkeren (Menu 6.2) ......................
Wisselgesprek (Menu 6.3) ..............................
Netwerk kiezen (Menu 6.4) .............................
Nummerweergave (Menu 6.5) .........................
Actieve lijn (Menu 6.6) ...................................
104
106
108
109
110
111
Funbox ...................................................
112
Geluidsinstellingen.................................
77
Internetdiensten (Menu 7.1) ...........................
Mediabox (Menu 7.2) .....................................
Spelletjes (Menu 7.3) .....................................
Infrarood (Menu 7.4) .....................................
112
119
119
123
Inkomende oproepen (Menu 3.1) ....................
Berichten (Menu 3.2) .....................................
Telefoon aan/uit (Menu 3.3)............................
Verbindingstoon (Menu 3.4) ............................
Toetstoon (Menu 3.5) ....................................
Minutenteller (Menu 3.6) .................................
Stille modus (Menu 3.7) .................................
77
78
78
79
79
79
80
ALS (Alternate Line Service) ..................
126
Problemen oplossen...............................
128
PIN codes en wachtwoorden..................
131
Telefooninstellingen...............................
81
Welkomtekst (Menu 4.1) ................................
Display (Menu 4.2) ........................................
Taal (Menu 4.3) ............................................
81
82
83
Wachtwoord voor telefoon ..............................
PIN..............................................................
PIN2 ............................................................
PUK .............................................................
PUK2 ...........................................................
Wachtwoord blokkeren oproepen .....................
131
131
132
132
133
133
4
5
Inhoudsopgave
Gezondheids- en veiligheidsinformatie .. 134
Blootstelling aan radiogolven
(SAR Informatie) ........................................... 134
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen
135
Verkeersveiligheid ......................................... 137
Gebruiksomgeving ......................................... 139
Elektronische apparatuur ................................ 139
Omgeving waar explosiegevaar is .................... 141
Noodoproepen............................................... 142
Overige belangrijke veiligheidsinformatie .......... 143
Verzorging en onderhoud................................ 144
Verklarende woordenlijst .......................
146
Index .....................................................
150
Referentiekaart ......................................
155
6
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees, voordat u de telefoon in gebruik neemt, deze
eenvoudige veiligheidsrichtlijnen door. Wanneer u
zich er niet aan houdt, is dit gevaarlijk en mogelijk
illegaal.
Verkeersveiligheid gaat voor alles
Houd de telefoon tijdens het rijden niet in de hand,
maar plaats hem in een hands-free carkit of stop
eerst op een parkeerplaats.
Zet de telefoon uit tijdens het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of
chemicaliën zijn opgeslagen.
Zet de telefoon uit aan boord van een vliegtuig
Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken.
Aanzetten van deze telefoon in een vliegtuig is
gevaarlijk en verboden.
Zet de telefoon uit in het ziekenhuis
Zet de telefoon uit als u zich in de buurt van medische
apparatuur bevindt. Volg de aangegeven regels op.
Storingen
Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interferentie,
wat de werking ervan kan beïnvloeden.
Houd u aan specifieke regels en richtlijnen
Gelden in een bepaalde omgeving speciale regels
voor het gebruik van mobiele telefoons, volg deze
dan altijd op. Zet de telefoon altijd uit wanneer
gebruik ervan niet is toegestaan, storingen kan
veroorzaken of gevaar kan opleveren (bijvoorbeeld
in een ziekenhuis).
7
Belangrijke veiligheidsinformatie
Uitpakken
Maak op de juiste wijze gebruik van de
telefoon
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij
het oor). Raak de antenne niet onnodig aan
wanneer de telefoon aan staat.
Telefoneren in geval van nood
Controleer of de telefoon aan staat en verbinding
met het netwerk heeft. Geef het alarmnummer in
(112 of een ander officieel alarmnummer) en druk
vervolgens op de toets
. Als bepaalde functies
ingeschakeld zijn, zoals blokkering uitgaande
gesprekken, moet u deze eerst uitschakelen
voordat u kunt telefoneren. Geef alle benodigde
informatie zo accuraat mogelijk door. Verbreek de
verbinding pas als u daartoe opdracht heeft
gekregen.
Telefoon
Adapter
Batterijen
Polsband
Gebruiksaanwijzing
Oortelefoon
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij
droog blijft.
Accessoires en batterijen
Gebruik uitsluitend door Samsung aanbevolen
batterijen en accessoires.
Deskundige technische service
Laat de telefoon alleen repareren door een
vakbekwame technicus.
NB: De bij de telefoon geleverde accessoires kunnen
per land verschillen.
Daarnaast zijn bij uw Samsung dealer de volgende
extra accessoires voor uw telefoon verkrijgbaar:
• Batterijlader
• Eenvoudige hands-free kit
Uitgebreide veiligheidsinformatie vindt u in het
hoofdstuk “Gezondheids- en veiligheidsinformatie”
op pagina 134.
8
• Adapter sigarettenaansteker
• Datakit
9
Uw telefoon
Uw telefoon
Telefoon dicht
Onderdelen
Antenne
De volgende illustraties geven een overzicht van de
belangrijkste onderdelen van uw telefoon.
Extern display
Telefoon open
Infraroodpoort
Luidspreker
Klep
Display
Stuurtoetsen
(Omhoog/
Omlaag/Links/
Rechts)
Functietoets
(links)
Aansluiting
oortelefoon
Volume/menu
bladertoetsen
Bellen/bevestigen
menukeuze
Annuleren/
correctietoets
Toetsen voor
speciale
functies
10
Functietoets
(rechts)
WAP browser
toets
Aan/Uit/ Menu
verlaten
Alfanumerieke
toetsen
Microfoon
Toets
Beschrijving
(functietoetsen)
Hiermee voert u de functie uit die
erboven (op de onderste regel van het
display) staat aangegeven.
In menu’s kunt u hiermee door de
menuopties en de telefoonlijst bladeren.
In de standby-stand komt u met de
linkertoets in het menu Nieuw bericht
en met de rechtertoets in het menu
Melodie.
In de standby-stand: Direct starten van
de WAP (Wireless Application Protocol)
browser.
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
In de standby-stand opent u met deze
toets de Oproepenlijst.
In menu’s kunt u met deze toets een
menufunctie kiezen of door u ingegeven
informatie (bijv. een naam) in het
telefoon- of SIM-geheugen opslaan.
Verwijdert ingetoetste tekens.
Wanneer u deze toets in de standbystand ingedrukt houdt, komt u snel in
het menu Nieuwe notitie.
11
Uw telefoon
Toets
Uw telefoon
Beschrijving (vervolg)
Hiermee beëindigt u een gesprek of
oproep.
Door deze toets ingedrukt te houden,
kunt u de telefoon aan- en uitzetten.
In menu’s annuleert u hiermee de
ingevoerde informatie en gaat u terug
naar de standby-stand.
Display
Indeling van het display
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Pictogrammen
Als u deze toets in de standby-stand
ingedrukt houdt, wordt uw voice mail
geopend.
Tekst en
afbeeldingen
Voor het ingeven van cijfers, letters en
diverse bijzondere tekens en symbolen.
Deze toetsen worden voor diverse
functies en doeleinden gebruikt.
Toets
ingedrukt houden tijdens
intoetsen nummer: voegt een pauze in.
Toets
ingedrukt houden in standbystand: schakelt stille modus in of uit.
(aan de zijkant van de telefoon)
Tijdens gesprek: luidsprekervolume
aanpassen.
In standby-stand met telefoon open:
toetsvolume aanpassen.
Ingedrukt houden in standby-stand met
telefoon dicht: verlichting extern
display inschakelen.
Ingedrukt houden tijdens inkomend
gesprek met de telefoon dicht: oproep
weigeren of beltoon uitschakelen. Zie
pagina 87.
12
Menu
Tel.Lijst
Indicatie functietoetsen
Gedeelte
Beschrijving
Topregel
Toont diverse pictogrammen (zie
pagina 14).
Midden
Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld
telefoonnummer) weergegeven.
Onderste
regel
Toont de functies die op dat
moment aan de functietoetsen
zijn toegewezen.
13
Uw telefoon
Pictogrammen
Pictogram
Beschrijving
Signaalsterkte: Geeft de sterkte van het
ontvangen signaal aan. Hoe meer balkjes,
hoe beter het signaal.
Verschijnt tijdens een oproep.
Verschijnt wanneer u buiten het bereik
van uw netwerk bent. U kunt op dat
moment niet bellen of gebeld worden.
Verschijnt wanneer u een nieuw of
ongelezen bericht heeft.
Pictogram
Beschrijving (vervolg)
Verschijnt wanneer de Stille modus is
ingeschakeld.
Batterijstatus: Geeft de lading van uw
batterij aan. Hoe meer balkjes, hoe voller
de batterij.
Extern display
Op de klep van de telefoon bevindt zich het externe
display. Hierop kunt u zien dat er een inkomend
gesprek of bericht is. Ook als een door u ingesteld
alarm afgaat, kunt u dit op het externe display zien.
Verschijnt wanneer u een nieuw of niet
afgeluisterd voice-mail bericht heeft.
Wanneer u met de telefoon dicht een van de
volumetoetsen ingedrukt houdt, gaat de verlichting
van het externe display aan.
Verschijnt wanneer u een alarm heeft
ingesteld.
Als u de oortelefoon op de telefoon heeft
aangesloten, kunt u ook het knopje hierop
gebruiken om de verlichting in te schakelen.
Verschijnt wanneer de infraroodpoort is
ingeschakeld. Voor meer informatie, zie
pagina 123.
Verlichting
Verschijnt wanneer u verbinding heeft
met het GPRS netwerk.
Doorgeschakeld: Verschijnt wanneer de
functie Oproepen doorschakelen is
ingeschakeld.
Verschijnt wanneer u de menukeuze Type
belsignaal heeft ingesteld op Trillen. Kijk
voor meer informatie op pagina 77.
14
Uw telefoon
De verlichting van het display en het toetsenbord
wordt ingeschakeld zodra u een toets indrukt of de
telefoon opent. Is gedurende een bepaalde periode
geen toets ingedrukt, dan wordt de verlichting
uitgeschakeld. Deze periode kunt u instellen via de
menukeuze Verlichting. Meer informatie hierover
vindt u op pagina 83.
NB: Is de telefoon op de optionele carkit aangesloten,
dan is de verlichting altijd aan.
15
Uw telefoon
Aan de slag
Display uitschakelen
SIM-kaart plaatsen/verwijderen
Wanneer gedurende 1 minuut nadat de verlichting
is uitgeschakeld geen toets wordt ingedrukt,
schakelt het display zichzelf uit, zodat de batterij
langer meegaat. Door op een willekeurige toets te
drukken, wordt het display weer ingeschakeld.
Wanneer u een prepaid GSM-kaart koopt of een
GSM abonnement afsluit, ontvangt u een SIMkaartje dat al uw gegevens bevat (PIN code, extra
diensten, beltegoed, enzovoort).
• Houd SIM-kaarten altijd buiten bereik van kleine
kinderen.
• De SIM-kaart en de contacten kunnen gemakkelijk
beschadigen door krassen of buigen. Wees dus
voorzichtig wanneer u de kaart in de telefoon doet
of eruit haalt.
• Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u eerst de
telefoon uitzetten en vervolgens de batterij
verwijderen.
SIM-kaart plaatsen
1. Verwijder zo nodig de batterij. Zie pagina 19.
2. Schuif de SIM-kaart onder de twee uitsteekseltjes.
Zorg ervoor dat de hoek met de schuine rand links
boven zit en de gouden contacten naar de telefoon
gericht zijn.
16
17
Aan de slag
Aan de slag
SIM-kaart verwijderen
U kunt de SIM-kaart verwijderen, door de kaart uit de
houder te schuiven (zie illustratie).
2. Druk de batterij tegen de achterkant van de
telefoon tot deze op zijn plaats klikt.
Batterij plaatsen/verwijderen/
opladen
Batterij verwijderen
Uw telefoon wordt van stroom voorzien door een
oplaadbare Li-ion batterij. Gebruik alleen batterijen en
batterijladers die door Samsung zijn goedgekeurd.
Uw Samsung dealer kan u hierover meer informatie
geven.
1. Zet de telefoon zo nodig uit door de toets
ingedrukt te houden totdat u in het display het
afsluitende filmpje ziet.
NB: Voordat u de telefoon voor het eerst in gebruik
neemt, moet u ervoor zorgen dat de batterij
geheel is opgeladen. Het opladen van een lege
standaard batterij duurt ongeveer 140 minuten.
2. U kunt de batterij verwijderen door het nokje van
de batterij naar boven te duwen en in die stand te
houden. Nu kunt u de batterij van de telefoon
afhalen.
Batterij plaatsen
1. Schuif de nokjes onderaan de batterij in de
uitsparingen van de telefoon.
18
19
Aan de slag
Aan de slag
Batterij opladen met de adapter
Indicatie Batterij bijna leeg
NB: Terwijl de batterij wordt opgeladen, kunt u de
telefoon gewoon gebruiken. De batterij laadt echter
sneller op wanneer de telefoon is uitgeschakeld.
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar een paar
minuten kunt bellen, wordt u op diverse manieren
gewaarschuwd: in het display gaat het batterijpictogram knipperen (
), u hoort een
waarschuwingssignaal en in het display verschijnt
regelmatig een melding.
1. Steek het uiteinde van de adapter in de
aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
De pijl op de adapter moet in de richting van de
telefoon wijzen.
Als de batterij zo leeg is dat de telefoon niet meer
kan werken, schakelt de telefoon zichzelf uit.
2. Doe de stekker van de adapter in een normaal
stopcontact.
Tijdens het opladen van de batterij worden de
balkjes van het batterijpictogram rechtsboven in
het hoofddisplay een voor een gevuld.
3. Maak de adapter los van de telefoon door de
grijze knopjes aan de zijkant van de connector
in te drukken en de connector uit de telefoon te
trekken.
20
21
S500NL-00.fm Pages 22 - 23 Friday, June 13, 2003 8:46 AM
Aan de slag
Aan de slag
Telefoon aan- of uitzetten
Functies en opties selecteren
Telefoon aanzetten:
Uw telefoon heeft veel functies die u aan uw eigen
voorkeur kunt aanpassen. U kunt deze instellingen
via menu's en submenu's benaderen met behulp
van de twee functietoetsen
en
. In ieder
menu en submenu kunt u de instellingen van een
bepaalde functie bekijken en wijzigen.
1. Open de telefoon.
2. Om de telefoon aan te zetten, houdt u de
toets
ingedrukt tot de telefoon aan is.
3. Als de telefoon om de PIN code vraagt, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets OK. Voor
meer informatie, zie pagina 131.
De telefoon zoekt uw netwerk op en nadat dit
gevonden is, verschijnen de huidige datum en
tijd in de beide displays. Nu kunt u zelf bellen of
gebeld worden.
NETWERK
Do 12 Jun 03
12:53
De rol van de functietoetsen is afhankelijk van de
plaats binnen het menu waar ze worden gebruikt.
Op de onderste regel van het display, direct boven
de betreffende toets, kunt u zien welke functie hij
op dat moment heeft.
Voorbeeld:
NETWERK
12:53
Do 12 Jun 03
12:53
Do 12 Jun
Menu
Tel.Lijst
Menu
Tel.Lijst
NB: Om de taal te wijzigen, gaat u naar de menuoptie Taal (Menu 4.3). Voor meer informatie,
zie pagina 83.
Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de
toets
ingedrukt tot het slotfilmpje wordt
getoond.
22
Druk op de linker
functietoets om naar
het menu te gaan.
Druk op de rechter
functietoets om naar de
telefoonlijst te gaan.
23
Aan de slag
Telefoneren
Om de diverse beschikbare functies en opties te
bekijken en te selecteren, doet u het volgende:
1. Druk op de betreffende functietoets.
2.
Met de cijfertoetsen
Om...
Drukt u op...
De getoonde functie of
gemarkeerde optie te
selecteren
De functietoets Kies.
Terug te gaan naar de
De stuurtoets
vorige functie of optie in Omhoog.
de lijst
De rechter
functietoets (
Terug te gaan naar de
standby-stand
De toets
Als de telefoon standby staat, toetst u het netnummer
en telefoonnummer in en drukt u op de toets
.
NB: Als u de functie Autom. herhalen (Menu 4.5)
Aan heeft gezet en de persoon die u wilt bellen
neemt niet op of is in gesprek, wordt het nummer
automatisch maximaal tien keer opnieuw
gekozen. Meer informatie hierover vindt u op
pagina 87.
Naar de volgende functie De stuurtoets
te gaan of de volgende
Omlaag.
optie in de lijst te
selecteren
Een niveau in de
menustructuur terug te
gaan
Zelf bellen
Nummer corrigeren
)
.
U wilt wissen...
Druk dan op...
Het laatste cijfer
De toets C.
Een ander cijfer
De stuurtoets Links of Rechts
totdat de cursor (|) rechts
naast het cijfer staat dat u
wilt wissen. Druk vervolgens
op de toets C. Om een cijfer
tussen te voegen, zet u de
cursor op de gewenste plaats
en drukt u op de juiste
cijfertoets.
Alles
Houd de toets C ruim een
seconde ingedrukt.
Bij sommige functies moet u een wachtwoord of PIN
code invoeren. Geef de code in en druk op de
functietoets OK.
24
25
Telefoneren
Telefoneren
Internationaal bellen
3. Om het nummer te bellen, drukt u op
1. Houd voor de internationale toegangscode de
toets 0 ingedrukt. Het + teken verschijnt in het
display.
U kunt de verschillende oproepenlijsten ook apart
bekijken. Zie “Oproepenlijst” op pagina 73.
2. Geef het landnummer, netnummer en het
abonneenummer in en druk op de toets
.
Gemiste oproepen bekijken
Nummer uit de telefoonlijst bellen
Namen en telefoonnummers van personen of
bedrijven die u regelmatig belt, kunt u opslaan in het
geheugen van de SIM-kaart of van de telefoon. Deze
geheugens worden samen aangeduid als de
telefoonlijst. U hoeft alleen maar de gewenste naam
te kiezen om het bijbehorende nummer te bellen.
Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op
pagina 45.
.
Als u een oproep niet hebt beantwoord, kunt u, als
uw provider deze dienst levert, zien wie heeft
geprobeerd u te bellen. Desgewenst kunt u de
betreffende persoon dan terugbellen.
Als u een of meer oproepen heeft gemist, wordt het
aantal gemiste oproepen aangegeven.
Via de volgende stappen kunt u een of meer
gemiste oproepen direct bekijken:
1. Open, indien nodig, de telefoon.
2. Druk op de functietoets Gemist.
Oproepenlijsten gebruiken
Uw telefoon bewaart op chronologische wijze de
nummers van de laatste 20 ontvangen, uitgaande en
gemiste oproepen. De laatste oproep staat bovenaan
de lijst. Als een nummer meer dan eenmaal
voorkomt, wordt alleen de laatste oproep bewaard.
U kunt een van deze nummers als volgt (terug)bellen:
1. Druk in de standby-stand op de toets
Oproepenlijst te openen.
om de
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
door de lijst tot het nummer dat u wilt bellen
gemarkeerd wordt weergegeven.
In de Oproepenlijst worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
Nu wordt de lijst met gemiste oproepen
getoond.
3. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar het gewenste nummer.
4. Om het nummer te bellen, drukt u op
.
Meer informatie over de diverse mogelijkheden
vindt u onder “Gemiste oproepen” op pagina 73.
NB: U kunt de melding over de gemiste oproepen van
het display verwijderen, door op de toets
te
drukken. Als u ook een of meer nieuwe berichten
heeft, wijzigt de functietoets in de volgende
volgorde: Gemist, Bericht en Telefoonlijst.
Uitgaande oproepen
Ontvangen oproepen
Gemiste oproepen
26
27
Telefoneren
Snel en eenvoudig nummers vanuit de
telefoonlijst bellen
Zodra u telefoonnummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen
door slechts een of twee toetsen in te drukken. Voor
meer informatie, zie pagina 49.
Telefoneren
Oproep weigeren
U kunt een oproep weigeren door op de toets
of de functietoets Weigeren te drukken.
Oproep beëindigen
Als de optie Toets op zijkant is ingesteld op
Weiger, kunt u een inkomende oproep ook
weigeren door op een van de volumetoetsen links
op de telefoon te drukken. Voor meer informatie,
zie pagina 87.
Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort op de
toets
of sluit u de telefoon.
Volume aanpassen
Oproep beantwoorden
Als u gebeld wordt, gaat de telefoon over en wordt
het animatiefilmpje voor een inkomende oproep
getoond.
Met de toetsen aan de zijkant van de telefoon kunt
u tijdens het telefoneren het luidsprekervolume
aanpassen.
Druk op
om het volume te verhogen en op
het lager te zetten.
om
Als de gegevens van de beller bekend zijn, wordt
zijn of haar telefoonnummer of de naam (wanneer
deze in de telefoonlijst is opgeslagen) in het display
getoond.
Om een oproep te beantwoorden, opent u de
telefoon. Als de telefoon al open is, drukt u op de
toets
of de functietoets Opnemen.
NB: Ook tijdens het gebruik van de telefoonlijst of
menufuncties kunt u oproepen beantwoorden. De
handeling waar u op dat moment mee bezig bent,
wordt dan beëindigd.
In de standby-stand kunt u met de toetsen
het toetsvolume aanpassen.
en
Afhankelijk van de instelling bij menu-optie Toets
op zijkant (Menu 4.6), kunt u door een van de
volumetoetsen ingedrukt te houden een inkomende
oproep weigeren of de beltoon uitschakelen. Voor
meer informatie, zie pagina 87.
28
29
Telefoneren
Tijdens gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek zijn er verschillende opties
waaruit u kunt kiezen.
Microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen, zodat de persoon met wie u belt u
niet meer kan horen.
Voorbeeld: U wilt iets zeggen tegen iemand die bij u
in de kamer staat, zonder dat de
persoon die u aan de lijn hebt het hoort.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Wanneer Microfoon uit gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
Onderin het display verschijnt het pictogram
voor Microfoon uit (
) en de persoon die u
aan de lijn hebt kan u nu niet meer horen.
Om de microfoon weer in te schakelen, doet u het
volgende:
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Wanneer Microfoon aan gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
Het pictogram voor Microfoon uit verdwijnt en
de persoon met wie u belt kan u nu weer horen.
Telefoneren
Toetstonen in- en uitschakelen
Tijdens een gesprek kunt u de toetstonen in- of
uitschakelen. Als de optie Toetstonen uit is
geselecteerd, worden de toetstonen niet
doorgegeven. Op die manier hoort u geen storende
piepjes wanneer u tijdens een gesprek toetsen
indrukt.
Als u verbinding maakt met een antwoordapparaat
of computergestuurd telefoonsysteem, moet u de
optie Toetstonen aan selecteren.
Gesprek in de wacht zetten
U kunt op ieder willekeurig moment een gesprek “in
de wacht” zetten, als uw GSM provider deze dienst
levert. Terwijl het ene gesprek in de wacht staat,
kunt u een ander gesprek voeren. U kunt tussen
deze twee gespreken heen en weer schakelen.
Om een gesprek in de wacht te zetten, drukt u op
de functietoets In wacht. U kunt het gesprek op
ieder willekeurig moment weer uit de wacht halen
door op de functietoets Ophalen halen te drukken.
U kunt op de volgende wijze een tweede persoon
bellen terwijl u al met iemand in gesprek bent:
1. Geef het telefoonnummer in dat u wilt bellen of
zoek dit op in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets
om het nummer te bellen.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de
wacht gezet.
Een andere manier is de volgende:
1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op de
functietoets Wacht te drukken.
2. U kunt nu op de gebruikelijke manier het tweede
nummer bellen.
30
31
Telefoneren
U kunt tussen de twee gesprekken heen en weer
schakelen door op de functietoets Wisselen te
drukken.
Telefoneren
Een oproep doorverbinden
Het huidige gesprek wordt dan in de wacht gezet;
tegelijkertijd wordt het tweede gesprek uit de wacht
gehaald, zodat u dit kunt voortzetten.
Als uw provider deze dienst ondersteunt, kunt u het
huidige gesprek doorverbinden naar het gesprek
dat in de wacht staat, zodat beide bellers met
elkaar kunnen spreken. U bent op dat moment met
geen van beide meer verbonden.
U kunt het gesprek dat in de wacht staat beëindigen
door op de functietoets Opties te drukken en de
optie Gesprek in wacht beëindigen te selecteren.
1. Beantwoord terwijl u al met iemand in gesprek
bent een oproep of plaats op de normale wijze
een oproep en druk op de functietoets Opties.
U kunt beide gesprekken beëindigen door op de
toets
te drukken.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de optie Doorverbinden en druk op de
functietoets Kies.
De twee personen staan nu met elkaar in
verbinding.
Tweede oproep aannemen
(wisselgesprek)
Als uw provider deze dienst levert en als u de optie
Wisselgesprek heeft ingesteld (zie pagina 108), kunt
u tijdens een gesprek een tweede binnenkomend
gesprek beantwoorden. U hoort dat er een gesprek
binnenkomt door een waarschuwingstoontje voor een
wachtend gesprek.
U kunt het binnenkomende gesprek aannemen door
de volgende stappen uit te voeren:
1. Druk op
om de binnenkomende oproep te
beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht
gezet.
2. Door op de functietoets Wisselen te drukken
kunt u tussen beide gesprekken switchen.
3. U kunt het gesprek dat in de wacht staat
beëindigen door op de functietoets Opties te
drukken en de optie Gesprek in wacht
beëindigen te selecteren.
Om het huidige gesprek te beëindigen, drukt u op
de toets
.
Het gesprek dat in de wacht staat wordt nu
automatisch uit de wacht gehaald.
32
Nummer in telefoonlijst opzoeken en
bellen
Tijdens uw gesprek kunt u in uw telefoonlijst een
ander nummer opzoeken.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Selecteer zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag de optie Telefoonlijst en druk op de
functietoets Kies.
3. Selecteer de optie Naam zoeken en druk op de
functietoets Kies.
Nu wordt de telefoonlijst getoond.
4. Geef de eerste letters van de naam die u zoekt in.
NB: Met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag kunt
u ook vanaf het begin door de telefoonlijst
bladeren.
De telefoonlijst wordt nu getoond vanaf de
eerste naam of nummer dat begint met de door
u ingegeven letter(s) of cijfer(s).
33
Telefoneren
5. Om de gemarkeerde naam te bekijken, drukt u
op de functietoets OK.
Meer informatie over de telefoonlijst vindt u op
pagina 45.
Tijdens een gesprek een bericht lezen of
schrijven
Ook tijdens een telefoongesprek kunt u een nieuw
bericht lezen of schrijven.
1. Druk op de functietoets Opties.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de optie Bericht en druk op de functietoets Kies.
3. Al u een ontvangen bericht wilt lezen, selecteert
u Postvak IN en bladert u naar het bericht dat
u wilt lezen.
Wilt u een bericht schrijven, selecteer dan de
optie Nieuw bericht.
Telefoneren
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel op de normale wijze de eerste gespreksdeelnemer.
2. Bel op de gebruikelijke wijze de tweede deelnemer.
Het eerste gesprek wordt automatisch in de wacht
gezet.
3. Om de eerste deelnemer in het Multiparty-gesprek
op te nemen, drukt u op de functietoets Opties en
selecteert u de optie Deelnemen. Druk
vervolgens op de functietoets Kies.
4. Om een nieuwe deelnemer aan het Multipartygesprek toe te voegen, belt u deze op de
gebruikelijke wijze. Daarna drukt u op de
functietoets Opties en selecteert u de optie
Deelnemen. Druk daarna op de functietoets Kies.
Ook personen die u bellen kunt u aan het Multiparty
gesprek toevoegen door de oproep aan te nemen en
de optie Deelnemen te selecteren. Herhaal deze
procedure voor eventuele volgende binnenkomende
oproepen.
4. Druk op de functietoets Kies.
Meer informatie over SMS-berichten vindt u op
pagina 63.
Multiparty-gesprekken (telefonisch
vergaderen)
“Multiparty” (ook wel telefonisch vergaderen
genoemd) is een dienst die door diverse providers
geboden wordt, waarbij maximaal zes personen
tegelijkertijd aan een telefoongesprek kunnen
deelnemen. Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw provider.
34
Tijdens een Multiparty-gesprek een volgende
oproep aannemen of zelf iemand bellen
Ook tijdens een Multiparty-gesprek kunt u een oproep
aannemen of zelf iemand bellen. Dit doet u als volgt:
1. Zet het Multiparty-gesprek in de wacht door op de
functietoets Wacht te drukken.
2. Neem de oproep aan of bel op de gebruikelijke
wijze de gewenste persoon.
3. Het Multiparty-gesprek kunt u uit de wacht halen
door op de functietoets Ophalen te drukken.
U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door op
de functietoets Opties te drukken en de optie
Multiparty in wacht beëindigen te selecteren.
35
Telefoneren
Bent u bezig met een Multiparty-gesprek en heeft u
een gesprek in de wacht staan, dan kunt u als volgt
een inkomende oproep beantwoorden:
1. Druk op de functietoets Opnemen.
2. Selecteer de optie Gesprek in wacht
beëindigen om het gesprek dat in de wacht
staat te beëindigen.
Of selecteer de optie Dit gesprek beëindigen
om het gesprek dat niet in de wacht staat te
beëindigen.
3. Neem het nieuwe gesprek aan door op de
toets
te drukken.
Met een van de deelnemers een privégesprek
voeren
1. Druk op de functietoets Opties en selecteer de
optie Uit Mpty. Druk op de functietoets Kies.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste deelnemer en druk op de
functietoets Kies.
Nu kunt u privé met deze deelnemer praten. De
andere deelnemers kunnen intussen hun
conversatie gewoon voortzetten.
3. Druk op de functietoets Opties en kies daarna
Deelnemen als u terug wilt naar het
Multiparty-gesprek.
4. Druk op de functietoets Kies.
Alle deelnemers aan het Multiparty gesprek
kunnen elkaar nu weer horen.
36
Telefoneren
Gesprek met één deelnemer beëindigen
1. Druk op de functietoets Opties en kies de optie
Verwijder.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste deelnemer en druk op de
functietoets Kies. Het gesprek met deze
deelnemer wordt beëindigd, terwijl het gesprek
met de andere deelnemers gewoon kan worden
voortgezet.
3. U kunt het Multiparty-gesprek beëindigen door
de telefoon te sluiten of op de functietoets
te drukken.
Oortelefoon gebruiken
Met behulp van de oortelefoon kunt u telefoneren
zonder dat u de telefoon vast hoeft te houden.
Wanneer u de oortelefoon links op de telefoon
aansluit, werkt de knop van de oortelefoon als volgt:
Om...
Doet u het volgende...
Het laatste nummer Druk in de standby-stand de
te herhalen
knop twee keer in.
Een oproep te
beantwoorden
Houd de knop bij een
inkomende oproep ingedrukt.
Een gesprek te
beëindigen
Houd de knop ingedrukt.
37
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Tekstinvoerstand wijzigen
U zult regelmatig tekst willen intoetsen,
bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst wilt
opnemen, een bericht wilt schrijven, uw eigen
welkomtekst wilt maken of afspraken in de agenda
wilt zetten. Daarom kunt u met de toetsen van de
telefoon ook letters en andere tekens ingeven.
Uw telefoon beschikt over een aantal
tekstinvoerstanden waarmee u tekst in kunt
voeren:
Wanneer u in een veld staat waarin u letters kunt
intoetsen, ziet u onderaan het display de
tekstinvoerstand.
Voorbeeld: In de telefoonlijst een naam intoetsen.
Geef naam
• T9 stand*
In deze stand hoeft u vaak maar één keer op een
toets te drukken voor de gewenste letter. Iedere
toets op het toetsenbord is toegewezen aan een
aantal letters. Met de toets 5 kunt u bijvoorbeeld
de letters J, K en L maken. De T9 functie
vergelijkt uw toetsaanslagen met een
ingebouwde woordenlijst om te bepalen wat het
juiste woord is.
• ABC stand
In deze stand kunt u letters intoetsen door de
toets waarop de gewenste letter staat
aangegeven één, twee, drie of vier keer in te
drukken tot de gewenste letter wordt getoond.
• Tekens
In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen.
• Cijfers
In deze stand kunt u cijfers intoetsen.
*
38
is een geregistreerd handelsmerk van Tegic
Communications, Inc. en in de VSgepatenteerd onder
nummer 5,818,437/ 5,953,541/ 6,011,554.
OK
20
Indicatie tekstinvoerstand:
T9 Nederlands
De tekstinvoerstand kunt u als volgt wijzigen:
1. Druk op de rechter functietoets, die de huidige
tekstinvoerstand aangeeft.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste tekstinvoerstand.
Via de optie Taal kiezen kunt u de bij de
tekstinvoerstand T9 gebruikte taal wijzigen.
Me de optie Woord toevoegen kunt u nieuwe
woorden aan de T9 woordenlijst toevoegen. Zie
pagina 41.
NB: Als u dit menu wilt verlaten zonder wijzigingen
door te voeren, drukt u op de functietoets
of de toets
.
3. Druk op de functietoets Kies om de
gemarkeerde tekstinvoerstand te selecteren.
39
Tekst intoetsen
Tekst intoetsen
Snel en eenvoudig de tekstinvoerstand
wijzigen
Wisselen tussen de
standen...
Houd de volgende
toets ingedrukt...
Cijfers en de vorige stand
.
Tekens en de vorige stand
.
ABC stand en T9 stand
Als tijdens het intoetsen van tekst boven de linker
functietoets Spelling verschijnt, komt het woord niet
in het T9 woordenboek voor. Om woorden in te toetsen
die niet in het woordenboek voorkomen, wijzigt u de
tekstinvoerstand in de ABC stand. Dit doet u als volgt:
1. Druk op de functietoets Spelling of druk op de
rechter functietoets en selecteer Woord
toevoegen.
Rechter functietoets.
2. Geef in de ABC stand het woord in dat u wilt
toevoegen (zie pagina 42) en druk op OK.
Het woord wordt in het T9 woordenboek
opgeslagen en in uw scherm ingevoegd.
T9 stand (Ned)
Het intoetsen van een woord in de voorspellende
T9 stand doet u als volgt:
3. U kunt nu verdergaan met het invoeren van tekst
in de T9 stand.
1. Begin met de toetsen 2 t/m 9 het woord in te
toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar
één keer aan te slaan.
De juiste leestekens
Voorbeeld: Om in de T9 stand “hallo” in te
toetsen, drukt u op de 4, 2, 5, 5 en 6.
Voor het invoegen van een punt, verbindings-streepje
of apostrof, drukt u op de toets 1. De T9 stand past zelf
grammaticaregels toe en plaatst het juiste leesteken.
Voorbeeld: Voor het invoegen van de twee leestekens, is
twee keer de toets 1 gebruikt.
Het geraden woord verschijnt in het display.
Het kan bij iedere volgende toetsaanslag
veranderen.
2. Wijzig of verwijder pas letters wanneer u klaar
bent met het woord.
3. Is het woord juist, toets dan een spatie ( ) in
en ga verder met het volgende woord. Als het
woord niet juist is, drukt u zo vaak als nodig op
de toets 0 voor alternatieve woorden met de
door u gebruikte toetsen.
Voorbeeld: Zowel “of” en “me” worden gemaakt
met de toetsen 6 en 3. De telefoon
toont het meest gebruikte woord
eerst.
4. Sluit ieder woord af met een spatie (
40
l
e
t
'
s
e
a
t
.
(Engelse T9 stand)
Hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine
letters en vice versa, drukt u op de toets . Er zijn
drie standen beschikbaar:
• Kleine letters (geen aanduiding)
• Beginhoofdletter ( )
• Alles in hoofdletters ( )
).
41
Tekst intoetsen
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de cursor
binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen.
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op
de toets C. U kunt alle letters in het display wissen
door de toets C ingedrukt te houden.
Terug naar de vorige tekstinvoerstand
Als het tekstinvoerveld leeg is, kunt u terug naar de
vorige stand door de toets C ingedrukt te houden.
ABC stand
Als u in de ABC stand letters wilt intoetsen, drukt u
op de toets waarop de gewenste letter staat
aangegeven:
- Eenmaal voor de eerste letter;
- Tweemaal voor de tweede letter;
- Enzovoort.
Voorbeeld: Voor de letter "C" drukt u drie keer kort
op de toets 2. Voor de letter "K" drukt u
twee keer op de toets 5.
Tekst intoetsen
Overzicht met beschikbare tekens
Toets
Tekst in de weergegeven volgorde
1
.
,
2
A
B
3
D
E
4
G
H
5
J
6
-
?
!
‘
@
:
C
Ç
Ä
Á
À
Â
F
Ë
É
È
Ê
3
I
Ï
Í
Ì
Î
4
K
L
5
M
N
O
Ö
Ó
Ò
Ô
6
7
P
Q
R
S
7
8
T
U
V
Ü
Ú
Û
Ù
9
W
X
Y
Z
9
0
0
1
2
8
(Hoofdletterstand Nederlands)
Wisselen tussen hoofdletters/kleine letters
Om van hoofdletters over te schakelen naar kleine
letters en omgekeerd, drukt u op de toets . Er zijn
drie standen:
NB: Wanneer u een volgende toets indrukt, verschuift
de cursor mee naar rechts. Wanneer u twee keer
dezelfde toets nodig hebt (de volgende letter
staat op dezelfde toets), wacht dan even totdat
de cursor automatisch naar rechts is geschoven
en toets dan pas de volgende letter in.
• Kleine letters (geen aanduiding)
In de tabel op de volgende pagina vindt u meer
informatie over de beschikbare tekens. Deze zijn
afhankelijk van de voor de tekstinvoerstand
gekozen taal. De taal kunt u als volgt instellen:
Door op de toets
te drukken, kunt u tussen twee
woorden een spatie invoegen.
• Taal kiezen; zie pagina 39;
• Tekstinvoerstand (Menu 4-3-2); zie pagina 83.
42
• Beginhoofletters (
)
• Alles in hoofdletters (
)
Spatie invoegen
Cursor verplaatsen
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u de cursor
binnen de tekst naar links of rechts verplaatsen.
43
Tekst intoetsen
Telefoonlijst
Letters of woorden wissen
Om de letter links van de cursor wissen, drukt u op
de toets C. U kunt alle letters in het display wissen,
door de toets C ingedrukt te houden.
Terug naar de vorige tekstinvoerstand
Als het tekstinvoerveld leeg is, kunt u terug naar de
vorige stand door de toets C ingedrukt te houden.
De telefoonlijst biedt de volgende mogelijkheden:
• Telefoonlijst: hiermee kunt u contactpersonen
ingeven, opzoeken en beheren en de snelkeuzefunctie instellen.
• Beheer: hiermee kunt u uw eigen nummer
ingeven of verwijderen, belgroepen instellen en
de geheugenstatus controleren.
• Diensten: hier kunt u, afhankelijk van uw
SIM-kaart, het servicenummer van uw provider
bellen.
Speciale tekens intoetsen
Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en
symbolen in uw tekst opnemen.
U krijgt toegang tot deze functies door op de
functietoets Tel.Lijst te drukken en met de
stuurtoetsen naar de gewenste optie te bladeren.
Naam en nummer vastleggen
U wilt...
Drukt u op...
Meer symbolen
weergeven
De stuurtoets Omhoog of
Omlaag.
Een symbool
invoegen
De juiste cijfertoets.
Terug naar vorige
tekstinvoerstand
De functietoets
.
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende
namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan.
Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon
ruimte aan 500 namen en bij iedere naam kunnen
maximaal 5 nummers worden vastgelegd.
U kunt een nummer op twee manieren opslaan:
• In de standby-stand met de functietoets
Opslaan;
Cijfers
In de cijferstand kunt u in uw tekst cijfers
opnemen. Druk op de toetsen waarop de door u
gewenste cijfers voorkomen.
• In het menu Telefoonlijst via de optie Nummer
toevoegen.
Een nummer opslaan in de standby-stand
Zodra u begint met het intoetsen van een nummer,
verschijnt boven de linker functietoets Opslaan. U
kunt het nummer in de telefoonlijst opslaan door op
deze functietoets te drukken.
44
45
Telefoonlijst
1. Geef het nummer in dat u wilt opslaan.
Opmerkingen:
• Heeft u bij het intoetsen van een nummer een fout
gemaakt, dan kunt u dit met de toets C verbeteren.
Zie pagina 25.
• Voor bepaalde diensten zoals telebankieren, is het
nodig een pauze in het nummer in te voegen. Dit
doet u door de toets
ingedrukt te houden. De “P”
geeft de pauze aan.
2. Als u er zeker van bent dat het nummer juist is,
drukt u op de functietoets Opslaan.
3. Selecteer het geheugen waarin u het nummer
wilt opslaan (Telefoon of SIM) en druk op de
functietoets Kies.
NB: Als u van telefoon verandert, gaan de
nummers die u op de SIM-kaart hebt
opgeslagen automatisch mee naar uw nieuwe
telefoon. De in de telefoon opgeslagen
nummers zult u opnieuw in moeten geven.
4. Als u bij stap 3 SIM heeft geselecteerd, gaat u
verder bij stap 5. Heeft u bij stap 3 Telefoon
geselecteerd, dan selecteert u met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag om wat voor nummer het
gaat en drukt u op de functietoets Kies.
5. Geef de bijbehorende naam in.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38. Om de informatie op te slaan, drukt
u op de functietoets OK.
6. Als u bij stap 3 Telefoon heeft geselecteerd,
gaat u nu verder bij stap 5. Heeft u in stap 3 SIM
geselecteerd, dan geeft u nu de geheugenlocatie
in en drukt u op de functietoets OK.
7. Wilt u de gegevens wijzigen, kijk dan op
pagina 49. Om terug te gaan naar de standbystand, drukt u op de rechterfunctietoets ( ) of
de toets
.
46
Telefoonlijst
Een nummer opslaan via de telefoonlijst
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Nummer toevoegen en druk op
de functietoets Kies.
3. Om het nummer op te slaan, volgt u de procedure
vanaf stap 1 zoals vermeld op pagina 48.
Nummer in de telefoonlijst opzoeken
en bellen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Als de optie Naam zoeken gemarkeerd wordt
weergegeven, drukt u op de functietoets Kies.
3. Geef de eerste letter(s) in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu een overzicht van de namen waarvan de
beginletters met uw ingave overeenstemmen.
4. Blader zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag naar de door u gezochte naam.
5. Zodra u de gewenste naam heeft gevonden,
drukt u op de functietoets OK.
6.
Om...
Drukt u op de...
Het getoonde
nummer te bellen
Toets
Het getoonde
nummer te wijzigen
Functietoets Opties.
Zie volgende pagina.
.
47
Telefoonlijst
Telefoonlijst
Een naam of nummer in de
telefoonlijst wijzigen
Wijzigingen in de telefoonlijst
aanbrengen
Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar de
categorie die u wilt wijzigen. U kunt kiezen uit
onderstaande categorieën. U kunt de informatie in
de betreffende categorie wijzigen door op de
functietoets Opties te drukken.
Categorie
Opties
Mobiel
Privé
Kantoor
Fax
Overig
Nummer wijzigen
Naam wijzigen
Bericht sturen (alleen als een nummer
is vermeld)
Kopiëren (alleen als een nummer is
vermeld)
Contactpersoon wissen
Voor gebruik van deze opties
verwijzen wij u naar de bij het SIMgeheugen vermelde opties.
E-mail
E-mail adres ingeven of wijzigen.
Groep
Al dan niet een groep instellen.
Afbeelding
Al dan niet een afbeelding instellen.
Melodie
Al dan niet een melodie toewijzen.
Nummer of naam in SIM-geheugen
wijzigen
Om de informatie in het SIM geheugen te wijzigen,
drukt u op de functietoets Opties.
48
De volgende opties zijn beschikbaar:
Nummer wijzigen
Via deze optie kunt u het nummer wijzigen. U kunt
ook een nieuw nummer toevoegen als voor de
geselecteerde categorie nog geen nummer is
opgeslagen.
Naam wijzigen
Via deze optie kunt u de naam wijzigen.
U kunt de oude naam wissen door de toets C in te
drukken. Informatie over het intoetsen van tekst
vindt u op pagina 38.
Bericht sturen
Via deze optie kunt u een bericht naar het
betreffende nummer sturen. Meer informatie over
het sturen van tekstberichten vindt u op pagina 66.
Kopiëren
Via deze optie kunt u de contactpersoon van het
telefoongeheugen naar de SIM-kaart kopiëren en
vice versa.
Contactpersoon wissen
Via deze optie kunt u de contactpersoon uit uw
telefoonlijst verwijderen. Om dit te bevestigen, drukt
u op de functietoets Ja. Wilt u deze contactpersoon
toch niet verwijderen, druk dan op de functietoets
Nee.
Verkort kiezen
U kunt 8 nummers selecteren die u snel en
eenvoudig wilt kunnen bellen door slechts één toets
in te drukken.
49
Telefoonlijst
Nummers selecteren voor verkort kiezen
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Snelkeuzelijst en druk op de
functietoets Kies.
3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar een lege locatie en druk op de functietoets
Kies.
4. Als de optie Nummer wijzigen gemarkeerd
wordt weergegeven, drukt u op de functietoets
Kies.
5. Geef een telefoonnummer in en druk op de
functietoets OK.
U kunt ook een telefoonnummer uit de
Telefoonlijst overnemen. Druk in dat geval op de
functietoets Tel.Lijst, selecteer de gewenste
contactpersoon en druk op de functietoets OK.
Druk op de functietoets OK om de gegevens op
te slaan.
6. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten, door op de functietoets
of de
toets
te drukken.
Contactpersoon in snelkeuzelijst wijzigen
Telefoonlijst
4. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een van de volgende menu-opties en druk op de
functietoets Kies.
Nummer wijzigen: hiermee kunt u het
nummer wijzigen.
Naam wijzigen: hiermee kunt u de naam van
de contactpersoon wijzigen.
Wissen: hiermee verwijdert u het aan de toets
toegewezen telefoonnummer.
5. Zodra de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten door op de functietoets
of de
toets
te drukken.
De functie Snelkeuze gebruiken
In de standby-stand drukt u op de cijfertoets
(2 t/m 9) die aan de betreffende contactpersoon is
toegewezen en vervolgens op de toets
. U kunt
ook de betreffende cijfertoets ingedrukt houden.
NB: 1 is gereserveerd voor het nummer van uw Voice
Mail server.
Een nummer bellen dat op de SIM-kaart
is opgeslagen
Zodra u telefoonnummers op uw SIM-kaart hebt
opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen.
Dit doet u als volgt:
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
Snelkeuzelijst en druk op de functietoets Kies.
3. Selecteer de contactpersoon die u wilt wijzigen
en druk op de functietoets Kies.
1. Geeft het locatienummer op de SIM-kaart in
waar het nummer is opgeslagen.
2. Druk op de toets
.
In het display verschijnen de naam en het nummer
dat op de betreffende geheugenplaats is
opgeslagen.
3. Druk op de functietoets Kies nummer of op de
toets
.
50
51
Telefoonlijst
Gegevens van de SIM-kaart naar het
geheugen van de telefoon kopiëren
U kunt alle gegevens die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen naar het geheugen van de telefoon
kopiëren.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Alles naar telefoon kopiëren en
druk op de functietoets Kies.
3. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja.
De nummers worden naar het telefoongeheugen
gekopieerd, waarbij standaard Mobiel wordt
aangehouden.
Wilt u de gegevens toch niet kopiëren, druk dan
op de functietoets Nee.
4. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten door op de functietoets
of de
toets
te drukken.
Contactpersonen in de telefoonlijst
verwijderen
U kunt de contactpersonen in de telefoonlijst
afzonderlijk of allemaal in een keer verwijderen.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Alles wissen en druk op de
functietoets Kies.
52
Telefoonlijst
3. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een van de volgende opties en druk op de
functietoets Kies:
SIM: alle contactpersonen op de SIM-kaart
worden verwijderd.
Telefoon: alle contactpersonen in het geheugen
van de telefoon worden verwijderd.
SIM + Telefoon:alle contactpersonen in het
geheugen van de telefoon en op de SIM-kaart
worden verwijderd.
4. Druk ter bevestiging op de functietoets Ja.
Wilt u de gegevens niet wissen, druk dan op de
functietoets Nee.
5. Voordat de gegevens worden verwijderd, moet u
een wachtwoord ingeven. Dit is het wachtwoord
waarmee u uw telefoon blokkeert.
6. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op
de functietoets
of de toets
te drukken.
Instellingen belgroep wijzigen
U kunt de instellingen van de vijf van te voren
ingestelde belgroepen aanpassen.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu
Beheer.
3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
de optie Groep instellen en druk op de
functietoets Kies.
53
Telefoonlijst
Telefoonlijst
4. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
een belgroep en druk op de functietoets Kies.
2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu
Beheer.
5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste optie en druk op de
functietoets Kies.
3. Wanneer Eigen nummer is geselecteerd, drukt
u op de functietoets Kies.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Melodie kiezen: hier kunt u een melodie
selecteren. Wanneer u door iemand die tot die
groep behoort wordt gebeld, kunt u dat horen
aan de melodie.
Naam wijzigen: hier kunt u de naam van de
groep wijzigen. Meer informatie over het
intoetsen van letters vindt u op pagina 38.
Afbeelding tonen: wanneer u door iemand
die tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u
dat zien aan de afbeelding in het display.
6. Pas de instelling aan uw voorkeur aan druk op
de functietoets Kies.
7. Herhaal de stappen 5 en 6 voor eventuele
andere instellingen die u wilt wijzigen.
8. Wanneer de instellingen naar wens zijn, kunt u
dit menu verlaten door op de functietoets
of
de toets
te drukken.
Overige mogelijkheden van de
telefoonlijst
Eigen nummer opslaan
U kunt uw eigen telefoonnummer(s) onder een
naam opslaan. Het aantal telefoonnummers dat u
kunt opslaan is afhankelijk van uw SIM-kaart.
1. Druk op de functietoets Tel.lijst.
54
4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
een vrije locatie en druk op de functietoets Kies.
5. Wanneer Nummer wijzigen is geselecteerd,
drukt u op de functietoets Kies.
6. Geef uw nummer in en druk op de functietoets
OK.
7. Om een naam toe te wijzen, gaat u met de
stuurtoets Omlaag naar Naam wijzigen en
drukt u op de functietoets Kies.
8. Geef een naam in en druk op de functietoets OK.
9. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op
de functietoets
of de toets
te drukken.
U kunt een of meer eigen nummers als volgt
verwijderen:
1. Selecteer in de lijst met Eigen nummer het
nummer dat u wilt verwijderen en druk op de
functietoets Kies.
2. Blader met de stuurtoets Omlaag naar Wissen
en druk op de functietoets Kies.
3. Weet u zeker dat u het nummer wilt
verwijderen, druk dan op de functietoets Ja.
Als u het nummer niet wilt verwijderen, drukt u
op de functietoets Nee.
4. Bent u klaar, dan kunt u dit menu verlaten door op
de functietoets
of de toets
te drukken.
55
Telefoonlijst
Geheugenstatus controleren
U kunt controleren hoeveel namen en nummers er
in de telefoonlijst - op de SIM-kaart en in het
geheugen van de telefoon - zijn opgeslagen en
hoeveel geheugenplaatsen er nog vrij zijn.
1. Druk op de functietoets Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Rechts naar het menu
Beheer.
3. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de optie Geheugenstatus en druk op de
functietoets Kies.
In het display ziet u nu het aantal namen/
nummers dat in het telefoon- en SIM-kaart
geheugen is opgeslagen en hoeveel
geheugenplaatsen er in totaal zijn.
4. Als u klaar bent, kunt u dit menu verlaten door op
de functietoets
of de toets
te drukken.
Nummers diensten bellen
NB: De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van uw SIM-kaart.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Tel.Lijst.
2. Blader met de stuurtoets Links of Rechts naar
het menu Diensten.
3. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste optie en druk op de functietoets
Kies.
Nummers diensten: hier kunt u zien welke
servicenummers uw provider biedt en deze bellen.
4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar het gewenste nummer en druk op de
toets
om het nummer te bellen.
56
Het menu
Uw telefoon biedt u een groot aantal functies
waarmee u de telefoon op uw wensen kunt
afstemmen. Deze functies zijn ondergebracht in
menu’s en submenu’s.
Menu openen
U krijgt toegang tot de menu’s en submenu’s door
in de standby-stand op de functietoets Menu te
drukken en vervolgens met de stuurtoetsen naar
het gewenste menu te bladeren.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Menu om de menustand te openen.
2. Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door
het hoofdmenu bladeren.
3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u
naar het gewenste submenu bladeren.
4. Om toegang te krijgen tot het betreffende
submenu, drukt u op de functietoets Kies.
Bevat het menu dat u heeft geselecteerd ook
weer submenu's, dan herhaalt u deze stap.
5. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar de gewenste optie.
6. Druk op de functietoets Kies om deze optie te
selecteren.
NB: Door op de toets
te drukken, kunt teruggaan
naar het vorige menuniveau.
U kunt ook direct naar een menu of submenu gaan,
door het betreffende menunummer in te geven.
57
Het menu
Het menu
Voorbeeld: Om naar de menukeuze Gemiste
oproepen te gaan, drukt u in de standbystand achtereenvolgens op de functietoets
Menu, op de toets 2 en op de toets 1.
NB: In onderstaande lijst is vermeld welke cijfers aan
de diverse menu’s en submenu’s zijn toegewezen.
Wegwijzer menukeuzes
Via de diverse menu's kunt u de instellingen van de
telefoon controleren of wijzigen. De volgende lijst
toont de menustructuur.
Het is mogelijk dat de bij de menu's vermelde
nummers niet overeenstemmen met die van uw
telefoon. Deze zijn namelijk afhankelijk van de
diensten die door uw SIM-kaart worden ondersteund.
1. Berichten
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.8
1.9
58
(zie pagina 63)
Postvak IN
Postvak UIT
Nieuw bericht
Voice mail
1.4.1 Verbinden met voice mail
1.4.2 Voice server nummer
Standaardberichten
Instellingen
1.6.1 SMS centrale
1.6.2 Geldigheidsperiode
1.6.3 Soort bericht
1.6.4 Algemeen
Geheugenstatus
Alles wissen
Infoberichten
1.9.1 Lezen
1.9.2 Ontvangen
1.9.3 Kanaal kiezen
1.9.4 Taal kiezen
2. Oproepenlijst
(zie pagina 73)
2.1
2.2
2.3
2.4
Gemiste oproepen
Ontvangen oproepen
Uitgaande oproepen
Alles wissen
2.4.1 Gemiste oproepen
2.4.2 Ontvangen oproepen
2.4.3 Uitgaande oproepen
2.4.4 Alle oproepen
2.5 Gespreksduur
2.5.1 Duur laatste gesprek
2.5.2 Totaal uitgaand
2.5.3 Totaal ontvangen
2.5.4 Tijdtellers op nul zetten
2.6 Gesprekskosten*
2.6.1 Kosten laatste gesprek
2.6.2 Totale kosten
2.6.3 Maximumkosten
2.6.4 Kostentellers op nul zetten
2.6.5 Maximumkosten instellen
2.6.6 Tarief
3. Geluidsinstellingen
(zie pagina 77)
3.1 Inkomende oproepen
3.1.1 Melodie
3.1.2 Belvolume
3.1.3 Type belsignaal
3.2 Berichten
3.2.1 Beltoon
3.2.2 Type belsignaal
3.2.3 Herhaling
3.3 Telefoon aan/uit
3.4 Verbindingstoon
3.5 Toetstoon
3.6 Minutenteller
3.7 Stille modus
* Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
59
Het menu
Het menu
4. Telefooninstellingen
(zie pagina 81)
4.1 Welkomtekst
4.2 Display
4.2.1 Achtergrond
4.2.2 Kleur
4.2.3 Verlichting
4.2.4 Helderheid display
4.3 Taal
4.3.1 Taal display
4.3.2 Invoerstand
4.4 Beveiliging
4.4.1 PIN controle
4.4.2 PIN wijzigen
4.4.3 Telefoonblokkering
4.4.4 Wachtwoord wijzigen
4.4.5 SIM blokkeren
4.4.6 FDN-modus*
4.4.7 PIN2 wijzigen*
4.5 Autom. herhalen
4.6 Toets op zijkant
4.7 Fax stand
4.8 Reset instellingen
4.8.1 Reset geluidsinstellingen
4.8.2 Reset telefooninstellingen
4.8.3 Reset alle instellingen
5. Organizer
(zie pagina 90)
5.1
5.2
5.3
5.4
Nieuwe notitie
Kalender
Actielijst
Klok
5.4.1 Tijd instellen
5.4.2 Datum instellen
5.4.3 Wereldtijd instellen
5.4.4 Indeling instellen
5.5 Alarm
* Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
60
5. Organizer
5.6
5.7
5.8
5.9
(vervolg)
Calculator
Omrekenen
Timer
Stopwatch
6. Netwerkdiensten
(zie pagina 104)
6.1 Oproepen doorschakelen
6.1.1 Altijd doorschakelen
6.1.2 In gesprek
6.1.3 Geen antwoord
6.1.4 Onbereikbaar
6.1.5 Alles annuleren
6.2 Oproepen blokkeren
6.2.1 Alle uitgaande
6.2.2 Internationaal
6.2.3 Internationaal behalve thuisland
6.2.4 Alle inkomende
6.2.5 Inkomend in buitenland
6.2.6 Alles annuleren
6.2.7 Wachtwoord voor blokkeren
wijzigen
6.3 Wisselgesprek
6.3.1 Spraak oproepen
6.3.2 Fax oproepen
6.3.3 Data oproepen
6.3.4 Alles annuleren
6.4 Netwerk kiezen
6.5 Nummerweergave
6.6 Actieve lijn*
* Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
61
Het menu
Berichten
7. Funbox
7.1
(zie pagina 112)
Internetdiensten*
7.1.1 Startpagina
7.1.2 Favoriet
7.1.3 Ga naar adres
7.1.4 Buffer leegmaken
7.1.5 Proxy instelling
7.1.6 Huidige proxy
7.2 Mediabox
7.2.1 Afbeelding
7.2.2 Melodie
7.2.3 Alles wissen
7.3 Spelletjes
7.3.1 Honeyball
7.3.2 Go! Hamster
7.3.3 Bowling
7.4 Infrarood
7.4.1 Aanzetten
7.4.2 Telefoonlijst verzenden
8. SIM AT **
Via dit menu kunt u SMS- en EMS berichten
samenstellen, versturen, lezen en opslaan. SMS is
de afkorting van Short Message Service; dit zijn
eenvoudige tekstberichten. EMS is de afkorting van
Enhanced Message Service en dit heeft betrekking
op berichten die een afbeelding, filmpje of melodie
bevatten. Ook voice-mailberichten worden
ondersteund.
NB: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het
netwerk van uw provider deze ondersteunt. Neem
voor meer informatie contact op met uw provider.
De Postvakken IN en UIT nemen samen een bepaald
gedeelte van het geheugen van uw telefoon of SIMkaart in beslag. Als dit berichtgeheugen vol is, gaat
het pictogram voor een nieuw bericht (
)
knipperen en wordt een foutmelding getoond. (Dit
verdwijnt als u op de toets
drukt, maar het
wordt opnieuw getoond als u geen oude berichten
verwijdert.) U kunt dan pas weer nieuwe berichten
ontvangen nadat u ruimte vrij hebt gemaakt door via
de optie Wissen of Alles wissen een of meer oude
berichten uit uw Postvak In of Uit te verwijderen.
Meer informatie hierover vindt u op pagina 71.
Postvak IN
(Menu 1.1)
In dit postvak worden binnengekomen berichten
bewaard. SMS- en EMS-berichten worden gewoonlijk
op de SIM-kaart bewaard. Als het SIM-geheugen vol is,
worden ontvangen berichten in het geheugen van de
telefoon opgeslagen.
* Niet altijd beschikbaar of ondersteund door uw GSM netwerk
provider.
** Verschijnt alleen als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt.
62
Zodra u een nieuw bericht ontvangt, verschijnt het
pictogram
en een melding met het aantal
nieuwe berichten in het display. Afhankelijk van de
gekozen geluidsinstelling, hoort u ook een signaal
(zie pagina 78).
63
Berichten
Berichten
Als u een nieuw bericht direct wilt lezen, drukt u op
de functietoets Bericht. Nu wordt een berichtenlijst
getoond.
Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
NB: U kunt de melding inzake het nieuwe bericht van
uw display verwijderen door op de toets
te
drukken. Heeft u ook gemiste oproepen, dan
geeft de rechter functietoets e.e.a. in de volgende
volgorde weer: Gemist, Bericht en Tel.Lijst.
Antwoordtekst: hiermee kunt u een bericht
beantwoorden door een tekstbericht te sturen.
Als de menukeuze Postvak IN (Menu 1.1) is
geselecteerd, wordt een overzicht met ontvangen
berichten getoond met de volgende informatie:
• Telefoonnummer van de afzender of zijn/haar
naam wanneer deze in de telefoonlijst is
opgeslagen;
Wissen: hiermee kunt u het bericht verwijderen.
Terugbellen: hiermee kunt u de afzender
terugbellen.
Tel.nummer: om een bericht naar het telefoonnummer te sturen of dit in de telefoonlijst op te slaan.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders sturen.
• Berichtstatus:
voor een gelezen bericht,
voor een bericht dat nog gelezen moet
worden en
voor een onvolledig bericht.
Media ophalen: u kunt media (met uitzondering
van de standaard EMS filmpjes en melodieën) van
het bericht naar de mediabox van uw telefoon
overbrengen. Deze kunt u vervolgens zelf aan een
bericht toevoegen. Voor meer informatie, zie
pagina 67.
U kunt een bericht inzien door er naartoe te
bladeren en op de functietoets Kies te drukken. In
het display ziet u de volgende informatie:
Verplaatsen: hiermee kunt u het bericht
overbrengen van het geheugen op de SIM-kaart
naar het telefoongeheugen.
• Datum en tijd waarop het bericht ontvangen is;
• Geheugen waarin het bericht is opgeslagen:
voor de SIM-kaart en
voor het geheugen
van de telefoon;
• Inhoud van het bericht.
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u naar het
volgende of vorige bericht bladeren.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door
de tekst van het bericht bladeren. Als u een bericht
selecteert dat een melodie bevat, wordt de melodie
afgespeeld.
64
Postvak UIT
(Menu 1.2)
In dit postvak worden berichten bewaard die
verzonden zijn of nog verzonden moeten worden.
Als u de menukeuze Postvak UIT selecteert, wordt
de berichtenlijst getoond met verzonden en
opgeslagen berichten, met daarbij informatie over:
• Het telefoonnummer van de ontvanger of zijn/haar
naam, als deze in de telefoonlijst is opgeslagen;
• Berichtstatus;
voor een verzonden bericht en
voor een nog niet verzonden bericht.
65
Berichten
Berichten
U kunt een bericht inzien door er naartoe te bladeren
en op de functietoets Kies te drukken. In het display
ziet u de volgende informatie:
• Status;
voor een verzonden bericht en
voor een nog te verzenden bericht;
• De locatie waar het bericht is opgeslagen;
voor
de SIM-kaart en
voor het telefoongeheugen;
• De inhoud van het bericht.
Met de stuurtoets Links of Rechts kunt u naar het
volgende of vorige bericht bladeren.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u door de
tekst van het bericht bladeren.
Wanneer u op de functietoets Opties drukt, kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen.
Tel.nummer: om een bericht naar het betreffende
nummer te sturen of het nummer aan de
telefoonlijst toe te voegen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar
iemand anders sturen.
Wijzigen: hiermee kunt u het bericht wijzigen.
Doorverbinden: hiermee kunt u het bericht
overbrengen van SIM-kaart geheugen naar
telefoongeheugen.
Nieuw bericht
(Menu 1.3)
Via dit menu kunt u berichten maken die tekst,
afbeeldingen en/of melodieën bevatten.
1. Een bericht samenstellen.
Op de eerste regel van het display ziet u hoeveel
tekens u nog in kunt geven, het nummer van het
huidige bericht, het totaal aantal berichten dat u
kunt samenstellen en de lettertypestijl zoals u
dat bij de optie Tekststand heeft ingesteld.
66
NB: Informatie over het intoetsen van tekst, vindt u op
pagina 38.
2. Wanneer u tijdens het samenstellen van een
bericht op de functietoets Opties drukt, kunt u
gebruik maken van een aantal Berichtopties.
3. Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag gaat u naar
de gewenste optie en daarna drukt u op de
functietoets Kies.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Verzenden: hiermee kunt u het bericht verzenden.
Tekstformaat: hiermee kunt u de tekst
formatteren. U kunt de volgende instellingen
wijzigen en de diverse opties ook gecombineerd
gebruiken:
Tekstgrootte: Klein/Middel/Groot
Tekststand: Normaal/Onderstrepen/Doorhalen
Vet: Aan/Uit
Cursief: Aan/Uit
Uitlijnen: Links/Centreren/Rechts
Media toevoegen: hiermee kunt u afbeeldingen,
filmpjes en/of melodieën aan uw bericht
toevoegen. Selecteer eerst een categorie. U kunt
kiezen uit Afbeelding toevoegen, Film
toevoegen en Melodie toevoegen. Daarna kunt
u een standaard object kiezen of een object dat u
uit een andere bron heeft ontvangen en in uw
mediabox heeft opgeslagen. Kijk voor meer
informatie op pagina 119.
Standaardberichten: hiermee kunt u een
standaardbericht aan uw tekst toevoegen.
Selecteer daartoe een van de tien berichten die u
bij de menukeuze Standaardberichten
(Menu 1.5) heeft opgeslagen. Voor meer
informatie, zie pagina 69.
Bericht opslaan: hiermee kunt u het bericht
desgewenst alleen opslaan en op een later tijdstip
versturen. Het bericht wordt opgeslagen in het
Postvak UIT.
67
Berichten
Berichten
4. Wanneer u klaar bent met uw bericht, selecteert
u de berichtoptie Verzenden en drukt u op de
functietoets Kies.
Als u het bericht nog niet wilt versturen, maar
alleen opslaan, selecteert u Bericht opslaan en
vervolgens de gewenste geheugenlocatie.
5. Geef in het Adresscherm het nummer van de
bestemming in.
U kunt het nummer van de Voice mail server
opslaan via de menukeuzes Voice mail en Voice
server nummer (Menu 1.4.2). Geef het nummer
van de voice mail server en eventueel een naam in
en druk vervolgens op de functietoets OK om de
gegevens op te slaan.
Om één teken te wissen drukt u op de toets C. U
kunt alle tekens wissen door de toets C ingedrukt
te houden. Om terug te gaan naar het vorige
scherm drukt u, terwijl het display leeg is, op de
toets C.
Uw voice mail afluisteren
Eventueel kunt u het nummer in de telefoonlijst
opzoeken door op de functietoets Tel.Lijst te
drukken.
U kunt op drie manieren in uw voice mailbox komen:
• Wanneer u terwijl de telefoon in de standby-stand
staat een nieuw voice mail bericht ontvangt,
drukt u op de functietoets Verbinden en volgt u
de instructies op.
• U kunt ook naar uw voice mail server gaan door
in de standby-stand de toets 1 ingedrukt te
houden en de getoonde instructies op te volgen.
• Een derde manier om uw voice mail server te
bellen is via het menu Verbinden met voice mail
(Menu 1.4.1) en de instructies op te volgen.
Wilt u het bericht naar meer bestemmingen
sturen (het maximum is 5), druk dan op de
functietoets Toevoeg en herhaal de procedure
vanaf stap 5.
6. Als u alle nummers heeft ingegeven, drukt u op
de functietoets OK.
Het bericht wordt verzonden.
NB: Als de telefoon het bericht niet kan verzenden,
verschijnt er een foutmelding. Wilt u het nogmaals
proberen, druk dan op de functietoets Opnieuw.
U kunt het bericht opslaan of dit menu verlaten
door op de functietoets Nee te drukken.
Voice mail
(Menu 1.4)
Nummer Voice mail server opslaan
Voordat u van de voice mail service gebruik kunt
maken, moet u het nummer van de voice mail
68
server opslaan. Dit nummer heeft u ontvangen van
uw provider.
Als er een voice mail binnenkomt, verschijnt in het
display de voice mail indicatie en hoort u, afhankelijk
van de gekozen instelling, een signaal (zie pagina 78).
Standaardberichten
(Menu 1.5)
Via dit menu kunt u tien berichten invoeren die u vaak
gebruikt. Als u in dit menu komt, wordt het eerste
standaardbericht getoond.
1. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
naar een standaardbericht of een leeg veld.
2. Druk op de functietoets Kies en geef een nieuw
bericht in of wijzig een bestaand bericht.
Informatie over het intoetsen van tekst vindt u
op pagina 38.
69
Berichten
Berichten
3. Om het bericht op te slaan, drukt u op de
functietoets OK.
Instellingen
(Menu 1.6)
Via dit menu kunt u standaard SMS-gegevens
vastleggen. U kunt de volgende opties selecteren:
SMS centrale: hier kunt u het telefoonnummer
van uw SMS centrale opslaan of wijzigen. Dit
nummer heeft u nodig voor het versturen van
SMS-berichten. U krijgt dit van uw provider.
Geldigheidsperiode: hier kunt u instellen hoe
lang uw provider het bericht moet bewaren als hij
het niet meteen kan afleveren.
Soort bericht: hier kunt instellen om wat voor
soort bericht het gaat: Tekst, Fax, Spraak, ERMES,
X400 of E-mail. Het netwerk converteert het bericht
naar het gekozen formaat.
Algemeen: de volgende opties zijn beschikbaar:
Antwoordverzoek: de ontvanger van uw
SMS-bericht kan u een antwoord sturen via de
SMS centrale, als deze optie door het netwerk
wordt aangeboden.
Verzendrapport: als deze functie is ingeschakeld,
krijgt u van de provider te horen of uw bericht al
dan niet verstuurd is.
Geheugenstatus
(Menu 1.7)
Alles wissen
(Menu 1.8)
U kunt alle berichten die op uw SIM-kaart en in het
telefoongeheugen zijn opgeslagen in een keer
wissen.
1. Blader naar het gewenste postvak en selecteer
dit door het aan te kruisen. Daarna drukt u op
de functietoets Kies.
Wanneer u Alles selecteert, worden alle
postvakken aangekruist.
2. Herhaal eventueel stap 1 voor het selecteren
van een ander postvak.
3. Als u de postvakken waarvan u de berichten wilt
verwijderen heeft aangekruist, drukt u op de
functietoets OK.
4. Nu wordt om een bevestiging gevraagd. Weet u
zeker dat u de berichten wilt verwijderen, druk
dan op de functietoets Ja.
Wilt u de berichten niet verwijderen, druk dan
op de functietoets Nee.
Infoberichten
(Menu 1.9)
Dit is een netwerkservice waarmee u berichten over
verschillende onderwerpen, zoals weer of verkeer,
kunt ontvangen. Berichten verschijnen meteen
nadat ze ontvangen zijn, mits:
• De telefoon in de standby-stand staat;
Via dit menu kunt u controleren hoeveel SMS- en/of
EMS-berichten er zijn opgeslagen en de
beschikbare geheugencapaciteit van het telefoonof SIM-geheugen.
70
• De optie Ontvangen op Aan staat;
• Het berichtkanaal op dat moment actief is in de
kanaallijst.
71
Berichten
Oproepenlijst
Wanneer u een infobericht ontvangt, kunt u dit
terwijl te telefoon in de standby-stand staat in het
display zien. Is het een kort bericht, dan wordt dit
direct getoond. Voor langere berichten drukt u om
het te lezen op de functietoets Nieuw infobericht.
Met dit menu kunt u de volgende oproepen
bekijken:
De volgende opties zijn beschikbaar:
• De gesprekskosten;
Lezen: om het ontvangen infobericht te lezen.
Opgeslagen berichten: toont een overzicht met
opgeslagen berichten.
Huidige berichten: toont de laatste berichten. Deze
berichten gaan verloren wanneer de telefoon wordt
uitgezet, tenzij ze alsnog worden opgeslagen.
Om een langer bericht te lezen, drukt u op de
stuurtoets Omhoog of Omlaag.
Tijdens het lezen van een bericht kunt u op de
functietoets Opties drukken, waarmee u toegang
krijgt u tot de volgende mogelijkheden:
Tel.nummer: toont de nummers die in het bericht
voorkomen.
Opslaan (alleen bij Huidige berichten): hiermee kunt
u het bericht in het archief opslaan.
Wissen: om het bericht te verwijderen.
Alles wissen: om alle berichten uit de lijst te
verwijderen.
• De gespreksduur.
Ontvangen: hiermee kunt u de ontvangst van
informatieberichten in- en uitschakelen.
Kanaal kiezen: wanneer Alle is aangekruist, zijn
alle kanalen geselecteerd.
Om dit kanaal in- of uit te schakelen, drukt u op de
functietoets Kies en selecteert u Aanzetten of
Uitzetten.
Met de optie Aan lijst toevoegen kunt u een nieuw
kanaal aan de lijst toevoegen. Geef het kanaal ID in
dat u van uw provider heeft ontvangen en een naam
voor het kanaal.
Taal kiezen: hier kunt u een taal selecteren. U
ontvangt dan alleen infoberichten in de betreffende
taal.
72
• Gemiste, ontvangen of uitgaande oproepen;
Gemiste oproepen
(Menu 2.1)
Met deze optie kunt u de laatste 20 onbeantwoorde
oproepen bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u:
• De huidige oproep uit de lijst verwijderen;
• Alle oproepen uit de lijst verwijderen;
• Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen.
Ontvangen oproepen
(Menu 2.2)
Met deze optie kunt u de laatste 20 ontvangen
oproepen bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u:
• De huidige oproep uit de lijst verwijderen;
• Alle oproepen uit de lijst verwijderen;
• Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen.
73
Oproepenlijst
Oproepenlijst
Uitgaande oproepen
(Menu 2.3)
Met deze optie kunt u de laatste 20 gebelde
nummers bekijken.
Het nummer en de naam worden, indien
beschikbaar, getoond, samen met de datum en tijd
waarop de oproep werd gedaan.
Door op de functietoets Opties te drukken, kunt u:
• De huidige oproep uit de lijst verwijderen;
• Alle oproepen uit de lijst verwijderen;
• Het nummer aan uw telefoonlijst toevoegen.
Alles wissen
(Menu 2.4)
U kunt, afhankelijk van het soort oproep, alle
oproepen in een keer of afzonderlijk verwijderen.
U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Duur laatste gesprek: alleen de duur van het
laatste gesprek wordt getoond.
Totaal uitgaand: duur van alle uitgaande
gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is
gezet.
Totaal ontvangen: duur van alle binnengekomen
gesprekken sinds de teller voor het laatst op nul is
gezet.
Met de optie Tijdtellers op nul zetten kunt u de
gesprektellers opnieuw instellen.
Gesprekskosten
(Menu 2.6)
Met deze functie kunt u de gesprekskosten bekijken.
Druk ter bevestiging op de functietoets Ja. Wilt u
de oproepen niet verwijderen, druk dan op de
functietoets Nee.
Opmerkingen:
• Deze functie is niet bedoeld voor factureerdoeleinden.
• Afhankelijk van uw SIM-kaart of provider, kan in de
standby-stand informatie over de kosten worden
weergegeven.
Gespreksduur
De volgende opties zijn beschikbaar:
(Menu 2.5)
Met deze optie kunt u de tijdsduur van gevoerde en
binnengekomen gesprekken bekijken.
Opmerkingen:
• Als uw SIM-kaart de functie ALS ondersteunt, moet
u eerst de gewenste lijn selecteren.
• De werkelijke duur van uw gesprekken op de
rekening van uw provider kan iets afwijken,
afhankelijk van de netwerkdiensten, afronding van
kosten enz.
74
Kosten laatste gesprek: kosten van het laatste
telefoongesprek dat gevoerd is.
Totale kosten: totale kosten sinds de teller voor
het laatst op nul is gezet. Als de totale kosten de
maximumkosten, instelbaar met de optie
Maximumkosten instellen, overschrijden, kunt u
geen gesprekken meer voeren tot de teller op nul is
gezet.
Maximumkosten: maximale kosten zoals
ingesteld bij Maximumkosten instellen
(zie volgende pagina).
75
Oproepenlijst
Geluidsinstellingen
Kostentellers op nul zetten: optie voor het op
nul zetten van de kostenteller. U moet eerst uw
PIN2 invoeren (zie pagina 132). Daarna drukt u op
de functietoets OK.
Via dit menu kunt u allerlei geluidopties aan uw
wensen aanpassen, bijvoorbeeld:
Maximumkosten instellen: optie om de
maximale kosten voor uw gesprekken in te stellen.
U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 132).
Daarna drukt u op de functietoets OK.
• Volume voor de voice dial;
Tarief: voor het instellen van de prijs per tik. Op
basis hiervan worden de gesprekskosten berekend.
U moet eerst uw PIN2 invoeren (zie pagina 132).
Daarna drukt u op de functietoets OK.
• Beltoon, -volume en type belsignaal voor
inkomende oproepen of berichten;
• Geluid tijdens het verbinden of wanneer een toets
wordt ingedrukt;
• Stand waarnaar wordt overgeschakeld wanneer u
de toets
ingedrukt houdt.
Inkomende oproepen
(Menu 3.1)
Hier stelt u het belgeluid voor binnenkomende
oproepen in.
NB: Als uw SIM-kaart de functie ALS ondersteunt,
moet u eerst de lijn selecteren waarvoor u de
wijzigingen door wilt voeren.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Melodie: hier kunt u een van de vele beschikbare
melodieën selecteren. Steeds wanneer u een
melodie selecteert, wordt deze afgespeeld.
Belvolume: voor het aanpassen van het volume
waarop de melodie wordt afgespeeld. Dit doet u
met de stuurtoets Omhoog of Omlaag of de
volumetoetsen links op de telefoon. Hoe meer
staafjes, hoe hoger het volume.
Type belsignaal: hiermee kunt u het signaal voor
binnenkomende oproepen kiezen.
Melodie: de telefoon gaat over en u hoort de bij
menu-optie Melodie gekozen melodie. Zie hierboven.
Trillen: de telefoon trilt, maar maakt geen geluid.
Eerst trillen dan melodie: de telefoon trilt eerst
even en gaat daarna pas over.
76
77
Geluidsinstellingen
Berichten
Geluidsinstellingen
Verbindingstoon
(Menu 3.2)
Hier kunt u instellen hoe de telefoon aangeeft dat er
een nieuw bericht is ontvangen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Beltoon: u kunt uit een groot aantal verschillende
tonen kiezen. Steeds wanneer u een toon
selecteert, wordt deze afgespeeld.
Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe de
telefoon u waarschuwt dat er een bericht is
ontvangen.
Stille modus: er verschijnt alleen een tekst in het
display. De telefoon gaat niet over en trilt niet.
Beltoon: de telefoon gaat over en u hoort de bij
menu-optie Beltoon gekozen melodie. Zie
hierboven.
Trillen: de telefoon trilt, maar maakt geen geluid.
Eerst trillen dan melodie: telefoon trilt eerst even
en gaat daarna pas over.
Herhaling: hier kunt u instellen hoe vaak de
telefoon u moet informeren over de ontvangst van
een nieuw bericht. U kunt kiezen tussen Eenmalig
en Iedere 2 minuten.
Hier kunt u aangeven of de telefoon een signaal
moet geven als de telefoon verbinding heeft met
het netwerk.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: de telefoon geeft geen signaal.
Aan: de telefoon geeft een signaal wanneer er
verbinding is.
Toetstoon
(Menu 3.5)
Hier kunt u de toon kiezen die u hoort wanneer u
een toets indrukt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: geen geluid wanneer u een toets indrukt.
Beltoon: iedere toets geeft een ander geluid.
Gelijk: alle toetsen maken hetzelfde geluid.
U kunt het toetsvolume aanpassen door in de
standby-stand met de telefoon open de
volumetoetsen links op de telefoon in te drukken.
Minutenteller
Telefoon aan/uit
(Menu 3.3)
Hiek kunt u de melodie selecteren die u hoort
wanneer u de telefoon in- of uitschakelt.
U kunt kiezen tussen Standaard en Vrolijk.
Wanneer u geen melodie wilt horen, selecteert u Uit.
(Menu 3.4)
(Menu 3.6)
Met deze optie kunt u instellen of de telefoon tijdens
een uitgaand gesprek iedere minuut een piepje moet
geven om de gespreksduur aan te geven.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uit: de telefoon geeft geen signaal.
Aan: de telefoon geeft iedere minuut een signaal.
78
79
Geluidsinstellingen
Telefooninstellingen
Stille modus
(Menu 3.7)
Als u de toets
ingedrukt houdt terwijl de telefoon
in de standby-stand staat, schakelt de telefoon over
naar de Stille modus. U kunt instellen of de telefoon
in deze stand trilt of alle geluiden uitschakelt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Trillen: in de Stille modus trilt de telefoon bij een
inkomende oproep en wordt er geen melodie
afgespeeld.
Microfoon uit: de geluidinstellingen worden in die
van de stille modus gezet.
Via het menu Telefooninstellingen kunt u de meeste
functies van uw telefoon aan uw voorkeur aanpassen.
Welkomtekst
(Menu 4.1)
Hier kunt u ingeven welke tekst uw telefoon moet
weergeven wanneer hij wordt aangezet.
Als u deze optie selecteert, wordt de huidige
welkomtekst getoond.
Om...
Doet u het volgende...
De huidige
welkomtekst te
wissen
Houd de toets C ingedrukt.
Een nieuwe tekst
in te geven
Druk op de juiste
alfanumerieke toetsen.
De tekst op te
slaan
Druk op de functietoets OK.
Uw invoer te
annuleren en terug
te gaan naar de
standby-stand
Druk op de toets
.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38.
80
81
Telefooninstellingen
Display
(Menu 4.2)
U kunt de afbeelding op de achtergrond en de kleur
van de onderdelen van het display aan uw voorkeur
aanpassen.
Telefooninstellingen
Verlichting (Menu 4.2.3)
U kunt instellen hoelang de verlichting van de
telefoon aan moet blijven nadat voor het laatst een
toets is ingedrukt of het klepje is geopend.
Achtergrond (Menu 4.2.1)
Helderheid display (Menu 4.2.4)
Met deze optie kunt u de afbeelding die in de
standby-stand wordt getoond aanpassen.
Met deze optie kunt u de helderheid van het display
verhogen of verlagen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Dit doet u als volgt:
Afbeelding: hier kunt kiezen uit een aantal
standaard afbeeldingen. Met de stuurtoets Omhoog
of Omlaag kunt u door de lijst bladeren.
Mijn afbeelding: hier kunt u een afbeelding
selecteren uit de mediabox met via het internet of het
programma EasyStudio gedownloade afbeeldingen.
Plaats van tekst: hier kunt u aangeven op welke
plaats de tekst (netwerk, datum, tijd en eventuele
meldingen over gemiste oproepen of nieuwe
berichten) in het standby-scherm moet worden
weergegeven. U kunt kiezen uit Bovenkant en
Onderkant. Als u bij deze optie Uit selecteert,
wordt alleen de gekozen afbeelding getoond.
Stijl van tekst: hier kunt u de stijl van de in het
standby-scherm getoonde tekst aanpassen.
NB: Als u als achtergrond Kalender heeft gekozen,
kunt u de plaats en stijl van de tekst niet
aanpassen.
Kleur (Menu 4.2.2)
U kunt de kleur van de diverse onderdelen van het
display, zoals tekst, functietoetsindicaties,
menunamen en pictogrammen, wijzigen. U kunt
kiezen uit vier verschillende kleurstellingen.
82
1. Selecteer het display waarvan u de helderheid
wilt wijzigen, Hoofddisplay of Extern display,
en druk op de functietoets Kies.
2. Wijzig met behulp van de stuurtoets Omhoog of
Omlaag of de volumetoetsen aan de zijkant van
de telefoon de helderheid.
3. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets OK
om de wijziging vast te leggen.
Taal
(Menu 4.3)
Voor de weergave van de tekst in het display en de
tekstinvoerstanden kunt u verschillende talen
selecteren. De volgende opties zijn beschikbaar:
Taal display: hier kunt u de taal die voor de
teksten in het display, zoals menu’s, opties en
meldingen, wordt gebruikt wijzigen.
Invoerstand: hier kunt u de taal die standaard
voor de tekstinvoerstand (bijvoorbeeld T9) wordt
gebruikt wijzigen.
83
S500NL-01.fm Pages 84 - 85 Friday, June 13, 2003 9:06 AM
Telefooninstellingen
Beveiliging
(Menu 4.4)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot bepaalde personen of
oproepen.
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende alinea’s beschreven. Zie ook
pagina 131 - 133.
PIN controle (Menu 4.4.1)
Als de PIN controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN code weten.
NB: Voordat de PIN controle uitgeschakeld kan
worden, moet u uw PIN code intoetsen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Aanzetten: bij het inschakelen moet u iedere keer
uw PIN code intoetsen.
Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.
Eventueel kunt u uw PIN code via de optie PIN
wijzigen veranderen (zie volgende alinea).
Telefooninstellingen
Telefoonblokkering (Menu 4.4.3)
Als de functie Telefoonblokkering is ingeschakeld,
moet u na het aanzetten van de telefoon altijd een
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Dit wachtwoord is in de fabriek ingesteld op
00000000. Wilt u het wachtwoord van uw telefoon
wijzigen, kijk dan hieronder bij Wachtwoord
wijzigen.
Na het invoeren van het juiste wachtwoord kunt u
de telefoon gebruiken tot u hem uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Aanzetten: u moet het wachtwoord intoetsen bij
inschakeling van de telefoon.
Uitzetten: u hoeft geen wachtwoord in te toetsen
bij inschakeling van de telefoon.
Wachtwoord wijzigen (Menu 4.4.4)
Hiermee kunt u uw huidige wachtwoord
veranderen. U moet het huidige wachtwoord
ingeven voordat u een nieuw kunt ingeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op 00000000. Nadat u een nieuw wachtwoord hebt
ingetoetst, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
PIN wijzigen (Menu 4.4.2)
Met deze functie kunt u uw huidige PIN code
veranderen. De PIN controle moet dan wel
ingeschakeld zijn. U moet uw huidige PIN code
intoetsen voordat u een nieuwe PIN code kunt
instellen.
Nadat u een nieuwe PIN code hebt ingevoerd, moet
u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
84
85
Telefooninstellingen
Telefooninstellingen
SIM blokkeren (Menu 4.4.5)
PIN2 wijzigen (Menu 4.4.7)
Om de blokkering van de SIM-kaart in te schakelen,
moet u een nieuwe SIM-blokkeercode van 4 tot
8 cijfers ingeven. Nadat u deze code hebt ingetoetst,
moet u deze ter bevestiging nogmaals ingeven.
Met deze functie kunt u uw PIN2 code veranderen. U
moet uw huidige PIN2 code intoetsen voordat u een
nieuwe kunt invoeren.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: uw telefoon werkt ook met andere
SIM-kaarten.
Aanzetten: u kunt alleen een andere SIM-kaart in
uw telefoon gebruiken nadat de juiste SIM
blokkeercode is ingevoerd.
U kunt de blokkering van de SIM-kaart opheffen
door de code nogmaals in te geven.
FDN-modus (Menu 4.4.6)
Nadat u een nieuwe PIN2 code hebt ingetoetst, moet
u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
NB: Niet alle SIM-kaarten beschikken over een PIN2
code. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 verschijnt
deze optie niet.
Autom. herhalen
(Menu 4.5)
Als deze optie is ingeschakeld, probeert de telefoon
na een mislukte poging maximaal 10 keer het laatste
nummer opnieuw te bellen.
NB: De tijd tussen twee pogingen kan variëren.
Als uw SIM-kaart de FDN (Fixed Dial Number)-modus
ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken
beperken tot een bepaald aantal nummers.
De volgende opties zijn beschikbaar:
De volgende opties zijn beschikbaar:
Aan: het nummer wordt automatisch opnieuw gebeld.
Aanzetten: u kunt alleen nummers bellen die in de
telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code
intoetsen.
Toets op zijkant
Uitzetten: u kunt elk nummer bellen.
NB: Niet alle SIM-kaarten beschikken over een PIN2
code. Bij een SIM-kaart zonder PIN2 code
verschijnt deze optie niet.
Zie de menu-optie PIN2 wijzigen hieronder voor
het wijzigen van uw PIN2-code.
Uit: het nummer wordt niet automatisch opnieuw
gebeld.
(Menu 4.6)
Met deze menu-optie kunt u instellen welke functie
de volumetoetsen op de zijkant van de telefoon
tijdens een inkomend gesprek vervullen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Weigeren: u kunt een inkomende oproep weigeren
door een van de volumetoetsen ingedrukt te houden.
Stilte: wanneer u een van de volumetoetsen
ingedrukt houdt, wordt de inkomende oproep niet
geweigerd, maar de beltoon wordt uitgeschakeld.
86
87
Telefooninstellingen
Fax stand
(Menu 4.7)
Wanneer u uw telefoon op een computer heeft
aangesloten, kunt u uw telefoon als modem voor
het versturen van faxberichten gebruiken. Daarvoor
heeft u wel een datakit nodig. Deze is verkrijgbaar
bij uw Samsung dealer.
Via dit menu kunt u de telefoon in de fax stand
zetten.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Telefooninstellingen
Reset instellingen
(Menu 4.8)
U kunt uw telefoon op eenvoudige wijze terugzetten
in de standaardinstellingen. U kunt alleen de
geluidsinstellingen, alleen de telefooninstellingen of
alle instellingen terugzetten.
Als u wordt gevraagd uw keuze te bevestigen, drukt
u op de functietoets Ja. Wilt u deze functie verlaten
zonder de instellingen terug te zetten, druk dan op
de functietoets Nee.
Uit: u kunt alleen data oproepen versturen of
ontvangen.
Aan: u kunt ook fax oproepen versturen of
ontvangen.
In beide gevallen zijn voice oproepen mogelijk.
Nadat u uw telefoon via de datakabel op uw
computer heeft aangesloten en deze menu-optie
Aan heeft gezet, werkt uw telefoon als faxmodem.
Voor meer informatie over de instellingen en het
versturen van faxberichten vanaf uw computer via
de telefoon, wordt u verwezen naar de handleiding
van uw computer.
88
89
Organizer
Organizer
Met de Organizer kunt u:
• de kalender bekijken, notities maken en een
actielijst bijhouden.
• de huidige datum en tijd veranderen en nagaan
hoe laat het is in andere wereldsteden.
• het alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat.
• De telefoon gebruiken als rekenmachine, timer of
stopwatch en voor het omrekenen van valuta,
maten, gewichten, enz.
Nieuwe notitie
(Menu 5.1)
Met deze optie kunt u een nieuwe notitie ingeven.
NB: U komt direct in deze menukeuze door de toets C
in de standby-stand ingedrukt te houden.
1. Toets uw notitie in (max. 100 posities) en druk op
de functietoets OK.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 38.
2. Selecteer de categorie waartoe de notitie behoort
en druk op de functietoets Kies.
U kunt kiezen uit de volgende categorieën:
Agenda: afspraken, vergaderingen, enz.
Actielijst: actiepunten en taken die u moet
uitvoeren. Deze worden opgenomen in de actielijst.
3. Blader met de stuurtoetsen naar de juiste datum
in de kalender en druk op de functietoets Kies.
4. Indien van toepassing, geeft u de juiste tijd in
en drukt u op de functietoets OK.
5. Maakt u gebruik van de 12-uurs indeling (zie
pagina 97), dan kunt u nu met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag am of pm selecteren.
Daarna drukt u op de functietoets Kies.
6. Als u een alarm voor de notitie in wilt stellen,
drukt u op de functietoets Ja.
Wilt u dit niet, druk dan op de functietoets Nee.
De notitie wordt in dat geval direct opgeslagen.
Ga naar stap 10.
7. Geef de tijd in waarop het alarm af moet gaan
en druk op de functietoets OK.
8. Maakt u gebruik van de 12-uurs indeling (zie
pagina 97), dan kunt u nu met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag am of pm selecteren.
Daarna drukt u op de functietoets Kies.
9. Selecteer de gewenste melodie voor het alarm
en druk op de functietoets Kies.
De notitie wordt opgeslagen.
10. U kunt dit menu verlaten door op de
functietoets
of de toets
te drukken.
Bellen: telefoontjes die u moet plegen.
Verjaardag: verjaardagen, trouwdagen of andere
speciale gebeurtenissen die u niet mag vergeten.
NB: Per categorie kunt u 25 notities opnemen, dus
100 in totaal.
90
91
Organizer
Kalender
Organizer
(Menu 5.2)
Een nieuwe notitie maken
De kalender helpt u bij het bijhouden van uw
afspraken, telefoontjes die u moet plegen,
actiepunten die u moet uitvoeren en verjaardagen
die u niet mag vergeten. Desgewenst kunt u op de
betreffende datum het alarm af laten gaan.
1. Blader in de kalender naar de gewenste datum
(zie pagina 92) en druk op de functietoets Kies.
De kalender raadplegen
3. Selecteer de categorie waartoe de notitie
behoort en druk op de functietoets Kies.
Om...
Drukt u op...
Naar een andere
dag te gaan
De stuurtoets Links of
Rechts.
Naar een andere
week te gaan
De stuurtoets Omhoog of
Omlaag.
Naar de vorige of
Houd u de stuurtoets
volgende maand te Omhoog of Omlaag
gaan
ingedrukt.
Naar het vorige of
volgende jaar te
gaan
Houd u de stuurtoets Links of
Rechts ingedrukt.
Als u in de kalender op de functietoets Opties
drukt, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Notitie toevoegen: hier kunt u een nieuwe notitie
toevoegen voor de geselecteerde datum.
Ga naar datum: hiermee kunt u naar een
bepaalde datum gaan en voor die datum
bijvoorbeeld een afspraak ingeven.
Alles tonen: toont alle ingegeven afspraken.
Dag wissen: wist de voor die dag ingegeven
afspraken.
Alles wissen: wist alle ingegeven afspraken.
92
2. Maak de notitie en druk op de functietoets OK.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38.
U kunt kiezen uit de volgende categorieën:
Agenda: afspraken, vergaderingen, enz.
Actielijst: uit te voeren taken of actiepunten.
Bellen: telefoontjes die u moet plegen.
Verjaardag: verjaardagen, trouwdagen of
andere speciale gebeurtenissen die u niet mag
vergeten.
4. Om de notitie op te slaan, volgt u de procedure
vanaf stap 4 op pagina 91.
Notities bekijken
Een datum waaraan een notitie gekoppeld is, wordt
gemarkeerd weergegeven. Als u een datum selecteert
waarvoor al notities zijn ingegeven, ziet u onderin de
kalender het aantal notities per categorie.
Algemene agendanotities
Actielijst
Bellen
Verjaardagen
93
Organizer
Organizer
Druk op de functietoets Kies om de notitie te lezen.
Zijn er voor een bepaalde datum meer notities, dan
kunt u met de stuurtoets Links of Rechts naar de
notitie bladeren.
Zodra u de actiepunten heeft ingegeven, worden
deze met een statusmarkering (
voor
Afgehandeld en
voor Niet afgehandeld) in de
Actielijst opgenomen.
Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar
het gewenste actiepunt bladeren; vervolgens drukt
u op de functietoets Kies. U ziet nu de omschrijving
van het actiepunt, met daarbij de datum waarop
het actiepunt afgehandeld moet zijn, de alarm
instelling en de status van afhandeling.
Toevoegen: hiermee kunt u een nieuwe notitie
toevoegen. Meer informatie over het ingeven van
een notitie vindt u op pagina 90.
Wissen: hiermee kunt u de notitie verwijderen.
Wijzigen: hiermee kunt u de notitie wijzigen.
Met de stuurtoetsen Links en Rechts kunt u naar
een vorige of volgende taak bladeren.
Verplaatsen: hiermee kunt u de huidige notitie
naar een andere datum verplaatsen.
Als u op de functietoets Opties drukt, kunt u kiezen
uit de volgende mogelijkheden:
Kopiëren: hiermee kunt u de notitie naar een
andere datum kopiëren.
Toevoegen: hiermee kunt u een nieuw actiepunt
toevoegen. Meer informatie over het toevoegen van
notities als actiepunt vindt u op pagina 90.
Actielijst
Markeren: hiermee kunt u de status van
afhandeling wijzigen.
(Menu 5.3)
Met dit menu kunt u uw actielijst bekijken.
Een nieuw actiepunt toevoegen doet u als volgt:
1. Geef de omschrijving van het actiepunt in en
druk op de functietoets OK.
Informatie over het intoetsen van tekst vindt u
pagina 38.
2. Blader naar de juiste datum in de kalender (zie
pagina 92) en druk op de functietoets Kies.
Wijzigen: hiermee kunt u de omschrijving van het
huidige actiepunt wijzigen.
Verplaatsen: hiermee kunt u het actiepunt naar
een andere datum verplaatsen.
Kopiëren: hiermee kunt u het actiepunt naar een
andere datum kopiëren.
Wissen: hiermee kunt u het actiepunt verwijderen.
Alles wissen: hiermee kunt u alle actiepunten uit
de lijst verwijderen.
3. Sla de notitie op (zie vanaf stap 4 op pagina 91).
94
95
Organizer
Klok
(Menu 5.4)
Met deze optie kunt u de tijd en datum op het
display wijzigen. U kunt ook de huidige Greenwich
Mean Time (GMT) en de tijd in 21 grote steden
bekijken.
Organizer
U kunt uw tijdzone als volgt selecteren:
1. Selecteer met de stuurtoets Links of Rechts de
stad die correspondeert met uw tijdzone (voor
Nederland kiest u Parijs).
U ziet nu de lokale datum en tijd.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Tijd instellen: hier kunt u de huidige tijd instellen.
Met de menu-optie Indeling instellen kunt u de
gewenste indeling (12- of 24-uurs) kiezen. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 97.
NB: Voordat u de tijd instelt, moet u via de
menukeuze Wereldtijd instellen de tijdzone
waar u zich bevindt instellen.
Datum instellen: hier kunt u dag, maand en jaar
invoeren. De wijze waarop de datum wordt
weergegeven kunt u wijzigen via de menukeuze
Indeling instellen (zie pagina 97).
Wereldtijd instellen: hier kunt de huidige tijd in
21 verschillende wereldsteden bekijken. Met de
stuurtoetsen Links en Rechts kunt u door de steden
bladeren.
Met de stuurtoetsen Omhoog en Omlaag kunt u
andere steden in de betreffende tijdzone
selecteren.
2. Druk op de functietoets Instellen.
3.
U wilt...
Dan selecteert u...
De huidige datum
en tijd vervangen
door de nieuwe
instelling
Lokaal kiezen.
Aangeven dat het
in deze tijdzone
zomertijd is
Zomertijd. Naast het
tijdverschil verschijnt het
pictogram
.
Aangeven dat het
in deze tijdzone
wintertijd is
Wintertijd (kan alleen
geselecteerd worden als
naast het tijdverschil het
pictogram
staat).
In het display ziet u de volgende informatie:
• Naam van de stad;
• Huidige datum en tijd;
4. U kunt dit menu verlaten door op de
functietoets
of de toets
te drukken.
• Het tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en
de lokale tijd (mits u deze heeft ingesteld, zie
hieronder) of de Greenwich Mean Time
(standaard).
Indeling instellen: hier kunt u de indeling van de
datum en de tijd wijzigen.
Indeling tijd: 24-uurs
12-uurs
Indeling datum: DD/MM/JJJJ(dag/maand/jaar)
JJJJ/MM/DD (jaar/maand/dag)
96
97
Organizer
Alarm
Organizer
(Menu 5.5)
Met deze optie kunt u een alarm instellen, zodat
deze op een bepaalde tijd afgaat. U kunt maximaal
3 alarms instellen en de telefoon zo instellen dat het
ook afgaat wanneer de telefoon uit staat.
Het instellen van een alarm doet u als volgt:
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
Wekker, Alarm1 of Alarm2.
Het pictogram
geeft aan dat er op dat moment
geen alarm is ingesteld. Het pictogram
geeft
aan dat er al een alarm is ingesteld.
2. Druk op de functietoets Kies.
6. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten door op de functietoets
of de
toets
te drukken.
Zodra het alarm is ingesteld, verschijnt het Alarm
pictogram ( ) bovenin het display. U kunt het
alarm terwijl het afgaat uitzetten door de telefoon
te openen en te sluiten of door op een willekeurige
toets te drukken.
NB: Als de Stille modus is ingeschakeld, kunt u het
alarmsignaal niet horen. Dit geldt echter niet voor
de wekker. Die is altijd hoorbaar, dus ook als de
Stille modus is ingeschakeld.
3. Druk op de functietoets Opties.
U kunt de telefoon zo instellen dat het alarm ook
afgaat als de telefoon is uitgeschakeld:
4. Blader met de stuurtoets Omhoog of Omlaag naar
de gewenste optie en druk op de functietoets
Kies. Pas de instelling aan uw wensen aan.
1. Blader in de lijst Alarm naar Automatisch aan
en druk op de functietoets Kies.
Alarm voor dag: selecteer door op de
functietoets Kies te drukken, de dag(en) van de
week waarop het alarm af moet gaan. Wilt u dat
het alarm elke dag afgaat, selecteer dan
Dagelijks. Geldt het alarm voor een bepaalde
datum, selecteer dan Eenmalig alarm. Daarna
drukt u op de functietoets OK. Vervolgens kunt u
het volgende instellen:
2. Selecteer zo nodig met de toets Omhoog of
Omlaag Aan.
Alarmtijd: de tijd waarop het alarm af moet
gaan.
4. Als de instellingen naar wens zijn, kunt u dit
menu verlaten door op de functietoets
of de
toets
te drukken.
Alarmtoon: hier kunt u selecteren welke
melodie u als alarm wilt horen.
Alarm wissen: verwijdert de alarminstelling.
5. Herhaal eventueel stap 4 voor de andere
alarminstellingen.
98
Om de functie Automatisch aan uit te
schakelen, selecteert u Uit.
3. Druk op de functietoets Kies om de instelling op
te slaan.
Zodra u deze functie hebt ingeschakeld, verschijnt
voor Automatisch aan een vinkje. Als de telefoon
op het moment dat het alarm afgaat is
uitgeschakeld, gaat de telefoon automatisch aan en
gaat het alarm af. Daarna wordt het toestel weer
uitgeschakeld.
99
Organizer
Calculator
Organizer
(Menu 5.6)
Omrekenen
(Menu 5.7)
U kunt de telefoon ook als calculator gebruiken. De
calculator biedt de basisrekenfuncties optellen,
aftrekken, vermenigvuldigen, delen en rest
berekenen.
Met deze menu-optie kunt u diverse eenheden
omrekenen.
Het uitvoeren van een berekening doet u als volgt:
1. Blader naar de categorie die u wilt omrekenen.
U kunt kiezen uit Munteenheid, Lengte,
Gewicht, Inhoudsmaat, Oppervlakte en
Temperatuur. Druk vervolgens op de
functietoets Kies.
1. Geef met de cijfertoetsen het eerste getal in.
NB: Om een onjuiste invoer te wissen of het
display leeg te maken, drukt u op de toets C.
2. Met de toets
kunt u een decimale punt (.)
invoegen. Door op de toets
te drukken kunt u
het gewenste rekenkundige symbool ingeven:
+ (optellen), - (aftrekken), * (vermenigvuldigen),
/ (delen), % (rest berekenen), ( of ).
3. Toets het tweede getal in.
4. Herhaal zo nodig de stappen 2 en 3.
5. Druk op de functietoets Is om de berekening uit
te voeren.
Het resultaat wordt getoond in het kader
Antwoord.
NB: De uitkomst wordt tot op de zesde decimaal
afgerond.
6. U kunt deze functie verlaten door op de
functietoets
of de toets
te drukken.
Het omrekenen van een waarde doet u als volgt:
2. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en ga
met de stuurtoets Omlaag naar het veld Van.
Met de toets
invoegen
kunt u een decimale punt (.)
3. Selecteer met de stuurtoets Links of Rechts de
oorspronkelijke eenheid en ga met de stuurtoets
Omlaag naar het veld Naar. Op de volgende
pagina vindt u een overzicht met de beschikbare
eenheden.
4. Selecteer door op de stuurtoets Links of Rechts
te drukken de eenheid waarnaar u wilt
omrekenen.
5. Druk op de functietoets OK of de toets
het resultaat te bekijken.
om
Het resultaat wordt getoond in het kader
Antwoord.
6. Om deze functie te verlaten, drukt u op de
functietoets
of de toets
.
100
101
Organizer
Organizer
Beschikbare eenheden
Ook als u dit scherm verlaat, gaat de timer door
met aftellen. Als de ingestelde tijd om is, laat de
telefoon een melodie horen en ziet u in het display
een melding. U kunt de melodie uitzetten door de
telefoon te openen en te sluiten op door op een
willekeurige toets te drukken.
Soort
Eenheden
Munteenheid
EURO
FRF
ATS
PTE
LUF
DEM
ESP
BEF
GRD
ITL
NLG
FIM
IEP
Lengte
mm
in
cm
ft
m
km
yard mijl
Gewicht
g
grain
kg
oz
ton
pound
Inhoudsmaat
cm3
in3
m3
ft3
l
yd3
2
cm
in2
m2
°C
°F
Oppervlakte
Temperatuur
Timer
ft2
a
yd2
Door in het Timer-scherm op de functietoets Stop
te drukken, kunt u de Timer stoppen voordat de
ingestelde tijd om is.
gal
acre
(Menu 5.8)
Met de Timer kunt u de telefoon af laten tellen. Als
de tijd om is, gaat het alarm af.
1. Druk op de functietoets Instellen.
2. Geef in uren en minuten de af te tellen tijdsduur
in en druk op de functietoets OK.
3. Het aftellen begint zodra u op de functietoets
Start drukt.
102
NB: Bij gebruik van de Timer raakt de batterij sneller
leeg.
Stopwatch
(Menu 5.9)
De stopwatch kunt u gebruiken voor het opnemen
van de tijd bij wedstrijden, bijvoorbeeld een
zwemwedstrijd.
U kunt maximaal vier stopwatches tegelijk instellen.
De precisie van de stopwatch is een honderdste
seconde. De maximumtijd is 10 uur.
1. Om de stopwatch(es) te starten, drukt u op de
functietoets OK.
2. U kunt de eerste stopwatch stoppen, door op de
functietoets OK te drukken. Herhaal deze
procedure eventueel voor de andere
stopwatch(es).
3. Druk op de functietoets Op nul zetten om de
stopwatch(es) weer op nul in te stellen.
4. Om dit menu te verlaten, drukt u op de toets C
of
.
103
Netwerkdiensten
Netwerkdiensten
De hieronder behandelde menufuncties zijn
netwerkdiensten.
Neem eventueel contact op met uw provider voor
de beschikbaarheid en een abonnement op deze
diensten.
Oproepen doorschakelen
(Menu 6.1)
NB: De doorschakelopties van uw telefoon kunnen
afwijken van de beschrijving in deze
gebruiksaanwijzing. Uw telefoon toont alleen de
opties die uw SIM-kaart ondersteunt.
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
Voorbeeld: U kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als u op
vakantie bent.
De volgende doorschakelopties zijn beschikbaar:
Alltijd doorschakelen: alle gesprekken worden
doorgeschakeld.
In gesprek: gesprekken worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Geen antwoord: gesprekken worden
doorgeschakeld als u de telefoon niet opneemt.
Onbereikbaar: gesprekken worden doorgeschakeld
als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt.
Alles annuleren: alle doorschakelfuncties worden
geannuleerd.
U kunt doorschakelmogelijkheden invoeren voor de
volgende soorten gesprekken:
• Alleen spraakoproepen;
• Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen niet
beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is);
• Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Voorbeeld: U kunt:
• Faxoproepen systematisch
doorschakelen naar uw faxapparaat.
• Spraakoproepen doorschakelen naar een
collega wanneer u in gesprek bent.
Doorschakelopties instellen
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag de
gewenste doorschakeloptie en druk op de
functietoets Kies.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
welk soort oproepen u wilt doorschakelen en druk
op de functietoets Kies.
3. Druk op de functietoets Aanzetten.
4. Geef het nummer in waarnaar u de oproepen wilt
doorschakelen.
Voor het invoeren van een internationale
toegangscode drukt u op 0 tot het teken + verschijnt.
U kunt ook een nummer uit uw Telefoonlijst of het
Voice mail server nummer selecteren. Dit doet u
door op de functietoets Opties te drukken, gevolgd
door Telefoonlijst of Voice server.
5. Als u tevreden bent over uw invoer, drukt u op de
functietoets OK.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw provider
en bevestigt de ontvangst via het display.
104
105
Netwerkdiensten
Netwerkdiensten
Doorschakelinstellingen annuleren
1. Selecteer de doorschakelinstelling die u wilt
annuleren.
2. Kies het soort gesprek waarvan u de
doorschakeling wilt annuleren.
3. Druk op de functietoets Verwijder.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het display.
U kunt de blokkeeropties instellen voor de volgende
soorten gesprekken:
• Alleen spraakoproepen;
• Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is);
• Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
Blokkeeropties instellen
U kunt alle doorschakelinstellingen annuleren door
de optie Alles annuleren te kiezen.
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste blokkeeroptie en druk op de
functietoets Kies.
Oproepen blokkeren
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
welk soort oproepen u wilt blokkeren en druk op
de functietoets Kies.
(Menu 6.2)
Met deze netwerkdienst kunt u uw oproepen
beperken.
Gesprekken blokkeren kan op de volgende
manieren worden ingesteld:
Alle uitgaande: u kunt geen uitgaande
gesprekken voeren.
Internationaal: u kunt geen internationale
gesprekken voeren.
Internationaal behalve thuisland: in het
buitenland kunt u alleen gesprekken voeren binnen
dat land en naar het land van uw eigen provider.
Alle inkomende: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
Inkomend in buitenland: buiten het
servicegebied van uw eigen provider kunt u geen
gesprekken ontvangen.
3. Druk op de functietoets Aanzetten.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen en druk op de
functietoets OK.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het display.
Blokkeeropties annuleren
1. Selecteer de blokkeerinstelling die u wilt
annuleren.
2. Selecteer het soort gesprek waarvan u deze
blokkering wilt annuleren.
3. Druk op de functietoets Uitzetten.
Alles annuleren: u heft alle blokkeerinstellingen op;
u kunt gewoon gesprekken voeren en ontvangen.
106
107
Netwerkdiensten
Netwerkdiensten
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het display.
U kunt alle blokkeerinstellingen annuleren door de
optie Alles annuleren te kiezen.
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen
Met deze optie kunt u het blokkeerwachtwoord dat
u van uw provider hebt gekregen instellen of
veranderen.
1. Selecteer in het scherm Oproepen blokkeren
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen en
druk op de functietoets Kies.
2. Geef het huidige wachtwoord in en druk op de
functietoets OK.
3. Geef een nieuw wachtwoord in en druk op de
functietoets OK.
4. Geef het nieuwe wachtwoord ter bevestiging
nogmaals in en druk op de functietoets OK.
Wisselgesprek
(Menu 6.3)
Met deze netwerkdienst wordt u gewaarschuwd als
iemand probeert u te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
Van de volgende oproeptypes kunt u de opties voor
wisselgesprek afzonderlijk instellen:
• Alleen spraakoproepen;
Wisselgesprek aanzetten
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
het type oproep waarvoor u wisselgesprek wilt
instellen en druk vervolgens op de functietoets
Kies.
2. Druk op de functietoets Aanzetten.
De telefoon stuurt de instellingen naar uw provider
en bevestigt de ontvangst via het display.
Wisselgesprek annuleren
1. Selecteer het soort oproepen waarvoor u
wisselgesprek wilt opheffen.
2. Druk op de functietoets Uitzetten.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst via het display.
U kunt alle wisselgesprekinstellingen annuleren
door de optie Alles annuleren te kiezen.
Netwerk kiezen
(Menu 6.4)
Via het menu Netwerk kiezen kunt u instellen of u
automatisch of handmatig een netwerk wilt kiezen
wanneer u buiten het dekkingsgebied van uw
provider bent.
NB: U kunt alleen netwerken kiezen die een roamingcontract met uw eigen provider hebben afgesloten.
• Alleen faxoproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is);
• Alleen data oproepen (bij gebruik van twee lijnen
niet beschikbaar wanneer lijn 2 in gebruik is).
108
109
Netwerkdiensten
Netwerkdiensten
Actieve lijn
De keuze voor automatisch of handmatig netwerk
kiezen kunt u als volgt instellen:
1. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste optie en druk op de functietoets
Kies.
Als u Automatisch kiest, wordt u verbonden
met het eerste beschikbare roaming-netwerk.
Als u Handmatig kiest, zoekt uw telefoon naar
beschikbare netwerken. Ga naar stap 2.
(Menu 6.6)
Sommige SIM-kaarten kunt u voor twee abonneenummers gebruiken. Deze functie is alleen
beschikbaar wanneer uw SIM-kaart dit ondersteunt.
Via dit menu kunt u kiezen welke lijn u voor uw
uitgaande oproepen gebruikt. Welke lijn u ook kiest,
u kunt met beide lijnen oproepen beantwoorden.
Als u Lijn 1 of Lijn 2 selecteert, ziet u het nummer
van de gekozen lijn achter de naam van het
netwerk in het display.
2. Selecteer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
het gewenste netwerk en druk op de
functietoets Kies.
U bent dan verbonden met dat netwerk.
Nummerweergave
(Menu 6.5)
U kunt verhinderen dat uw telefoonnummer
verschijnt op het display van de persoon naar wie u
belt.
NB: Bij sommige providers kunt u deze instelling niet
wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard: de telefoon gebruikt de standaardinstelling van uw provider.
Nummer verbergen: uw nummer verschijnt niet
op een andere telefoon.
Nummer weergeven: uw nummer verschijnt wel
op een andere telefoon.
110
111
Funbox
Funbox
Startpagina (Menu 7.1.1)
In het menu Funbox kunt u kiezen uit de volgende
opties:
•
•
•
•
Internetdiensten
Mediabox
Spelletjes
Infrarood
Internetdiensten
Als u deze menukeuze selecteert, zoekt de telefoon
verbinding met het netwerk en wordt de startpagina
van uw provider geladen.
Zodra er verbinding is, wordt de startpagina
weergegeven. De inhoud hiervan is per provider
verschillend.
(Menu 7.1)
Uw telefoon beschikt over een ingebouwde WAP
browser, waarmee u toegang heeft tot het
draadloze web.
Met de WAP browser heeft u via uw mobiele telefoon
toegang tot de meest actuele informatie en kunt u
speciaal voor het draadloze web ontworpen
tekstversies van populaire sites bezoeken.
NB: U kunt de WAP browser direct starten, door in de
standby-stand op de toets
te drukken.
De inhoud van de startpagina van uw browser is
afhankelijk van uw provider. Met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag kunt u het hele scherm bekijken.
U kunt de browser op ieder willekeurig moment
afsluiten, door op de toets
te drukken. De
telefoon gaat dan terug naar de standby-stand.
Gebruik van de toetsen bij de browser
Surfen over het draadloze web met uw mobiele
telefoon is anders dan via de computer. Aanbieders
van deze sites hebben de belangrijkste informatie
voor het draadloze web geselecteerd en de meeste
grafische afbeeldingen achterwege gelaten.
Iedere keer dat u de WAP browser start, maakt de
telefoon verbinding met het draadloze internet. U
ziet dan het pictogram
of
in het display,
zodat u weet dat u kosten kunt verwachten. De
tarieven zijn afhankelijk van de geboden service.
De WAP browser verbreekt de netwerkverbinding
nadat deze een bepaalde periode niet actief is
geweest en maakt zo nodig automatisch opnieuw
verbinding. Het is dus mogelijk dat u een aantal
korte gesprekken op uw telefoonrekening vindt,
terwijl u de browser rond die tijd maar één keer
hebt gestart. Dit is normaal; de bedoeling hiervan is
uw telefoonrekening zo laag mogelijk te houden.
112
Om...
Drukt u op...
Door de opties van
de browser te
bladeren en deze
te selecteren
De stuurtoets Omhoog of
Omlaag tot de gewenste
optie gemarkeerd wordt
weergegeven en drukt u op
de functietoets
.
Een genummerde
optie te kiezen
De juiste cijfertoetsen.
Een pagina terug
te gaan
De functietoets
Terug te gaan naar
uw startpagina
De toets
en selecteert u de
browser optie Startpagina.
Kijk voor meer informatie in
de alinea over de Startpagina
hierboven.
.
113
Funbox
Funbox
Tekst invoeren in de WAP browser
Als u tekst in kunt toetsen, ziet u boven de rechter
functietoets de huidige tekstinvoerstand.
Postvak IN: hierin worden van het web ontvangen
meldingen of gegevens opgeslagen.
Vernieuwen: haalt de geopende pagina opnieuw op.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38.
Geavanceerd: de volgende opties zijn
beschikbaar:
WAP browser menu gebruiken
Adres tonen: toont het URL adres van de webpagina
die u op dat moment bezoekt.
U kunt uit verschillende menu-opties kiezen
wanneer u met de browser over het draadloze web
surft.
Buffer leegmaken: leegt het buffergeheugen
(tijdelijk geheugen waarin de laatst bezochte
webpagina´s worden opgeslagen).
Zo komt u in het browser menu:
Informatie...: toont het versienummer van de
WAP browser.
1. Druk op de toets
.
De beschikbare menu-opties van de browser
worden getoond.
WAP browser opties kiezen
2. Markeer met de stuurtoets Omhoog of Omlaag
de gewenste menu-optie.
3. Bevestig uw keuze door op de functietoets
drukken.
te
4. Kies zo nodig met de stuurtoets Omhoog of
Omlaag een vervolgoptie en druk ter bevestiging
op de functietoets
.
NB: De inhoud van de menu's hangt af van uw
versie van de browser.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Terug: hiermee gaat u terug naar de vorige pagina.
Homepagina: hiermee gaat u terug naar de
startpagina van uw provider.
Terwijl u over het draadloze web surft, staan u
diverse opties ter beschikking. Door terwijl u met
het web verbonden bent één keer op de toets
te
drukken, krijgt u toegang tot deze opties.
Ga naar adres: hiermee kunt u handmatig het
adres ingeven van de site die u wilt bezoeken.
Favoriet: hiermee kunt u naar een van de onder
uw Favoriet opgeslagen sites gaan. Kijk voor meer
informatie op pagina 116.
Berichten: hiermee kunt u een SMS tekstbericht
lezen of schrijven. Kijk voor meer informatie op
pagina 63.
Mediabox: hiermee kunt u uw mediabox bekijken.
Kijk voor meer informatie op pagina 119.
Afsluiten: hiermee sluit u de browser af.
114
115
Funbox
Tijdens gebruik van de WAP browser een
oproep aannemen
Terwijl u met de WAP browser over het draadloze
web surft, kunt u op de normale wijze een oproep
aannemen.
Neem het gesprek aan door op de toets
te
drukken. Nadat u het gesprek beëindigd heeft, gaat
u weer terug naar de webpagina die u bezocht toen
u de oproep aannam.
Funbox
Ga naar adres (Menu 7.1.3)
Via deze menukeuze kunt u het adres van de
website die u wilt bezoeken handmatig ingeven.
Geef het URL adres van de website in en druk op de
functietoets OK.
Informatie over het ingeven van tekst vindt u op
pagina 38.
Buffer leegmaken (Menu 7.1.4)
Favoriet (Menu 7.1.2)
Hier kunt u maximaal vijf URL adressen van uw
favoriete WAP pagina's vastleggen.
Om een URL adres vast te leggen:
1. Selecteer een lege regel en druk op de
functietoets Kies.
2. Geef een naam voor de favoriet in en druk op de
functietoets OK.
Meer informatie over het ingeven van tekst vindt
u op pagina 38.
3. Geef het URL adres van de website in en druk op
de functietoets OK om dit op te slaan.
Via deze menukeuze kunt u het buffergeheugen
(tijdelijk geheugen waarin de telefoon recent
bezochte internet pagina's bewaart) leegmaken.
Proxy instelling (Menu 7.1.5)
Via deze menukeuze kunt u maximaal vijf proxy
servers instellen.
NB: In het algemeen kunt u de browserinstellingen
ongewijzigd laten. Wijzig deze instellingen alleen
als uw provider u daartoe opdracht geeft.
Voor iedere proxy kunt u de volgende gegevens
vastleggen:
Naam proxy: geef hier de naam van de HTTP
proxy server in.
Zodra u een adres als favoriet heeft opgeslagen,
kunt u de volgende opties selecteren:
GSM instelling: u kunt de proxy instellingen voor
het GSM netwerk aanpassen.
Start: hiermee kunt u direct naar een site gaan.
Gateway: geef hier het IP adres en de IP poort in.
Wijzigen: hiermee kunt u de naam en het URL
adres van de favoriet wijzigen.
Type data-oproep: selecteer het type
netwerkverbinding; ISDN of Analoog.
Wissen: hiermee kunt u de favoriet wissen.
Inbelnummer: geef hier het telefoonnummer van
de PPP in.
Gebruikersnaam: geef hier uw gebruikersnaam van
de PPP server in.
116
117
Funbox
Funbox
Wachtwoord: geef hier het wachtwoord voor de PPP
server in.
Mediabox
GPRS instelling: u kunt de proxy instellingen voor
het GPRS netwerk aanpassen.
Via deze menukeuze kunt u de in uw telefoon
beschikbare afbeeldingen bekijken en melodieën
beluisteren.
Gateway: geef hier het IP adres en de IP poort in.
APN: geef hier de naam van het toegangspunt in
dat wordt gebruikt voor het adres van de GPRS
netwerk-gateway.
Gebruikersnaam: geef hier de gebruikersnaam voor
verbinding met het GPRS netwerk in.
Wachtwoord: geef hier het wachtwoord voor
verbinding met het GPRS netwerk in.
URL startpagina: hier kunt u het adres van de site
die u als startpagina wilt gebruiken ingeven.
De standaard startpagina kunt u met de toets C
verwijderen, waarna u de startpagina van uw keuze
in kunt geven. Speciale tekens (/ bijvoorbeeld) kunt
u in de stand voor Tekens ingeven (zie pagina 44).
Drager: hier kunt u de drager selecteren die wordt
gebruikt wanneer toegang tot een type netwerk
wordt gezocht.
Eerst GPRS: eerst zoekt uw telefoon naar het GPRS
netwerk. Als dit niet beschikbaar is, kunt u tijdelijk
kiezen voor GSM.
(Menu 7.2)
De volgende opties zijn beschikbaar:
Afbeelding: deze menukeuze toont u de
afbeeldingen die u van Internet hebt gedownload of
van andere telefoons hebt ontvangen. Door op de
functietoets Opties te drukken, kunt u de
afbeelding een andere naam geven of verwijderen.
Melodie: via deze menu-optie kunt u de melodieën
die u via Internet of van andere telefoons hebt
ontvangen beluisteren. Door op de functietoets
Opties te drukken, kunt u de melodie een andere
naam geven of verwijderen.
NB: Melodieën die op dat moment als beltoon of voor
andere melodie-instellingen worden gebruikt, kunt
u niet verwijderen.
Alles wissen: verwijdert alle afbeeldingen en
melodieën uit de mediabox. Met de functietoets
Kies kunt u een afbeelding of melodie selecteren of
de-selecteren. Vervolgens drukt u op de
functietoets OK.
Alleen GPRS: werkt alleen binnen het GPRS
netwerk.
Alleen GSM: werkt alleen binnen het GSM netwerk.
Huidige proxy (Menu 7.1.6)
Via deze menukeuze kunt u een van de eerder
ingestelde proxy´s voor de WAP verbinding
selecteren.
118
Spelletjes
(Menu 7.3)
Via deze menukeuze kunt u drie spelletjes spelen.
Met de stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u naar
het gewenste spelletjes bladeren. Daarna drukt u
op de functietoets Kies.
119
Funbox
Funbox
U kunt een van de beschikbare opties selecteren,
door op de betreffende cijfertoets te drukken. De
volgende opties zijn beschikbaar:
High Score: toont de tabel met de hoogste scores.
Dit is niet bij alle spelletjes mogelijk.
Wanneer u een nieuw spel start, bevindt de bal zich
op het slaghout in het midden van het scherm. Zodra
u de bal start, moet u het slaghout op de juiste plaats
houden, zodat de bal eraf stuitert. Steeds wanneer
de bal een blok raakt, breekt het blok. Soms
verschijnen er letters die de efficiency van het
slaghout of de bal verbeteren.
Key Info: toont de functie van de toetsen in het
spel.
B: het slaghout en de bal gaan terug naar hun
oorspronkelijk vorm.
Continue: hiermee kunt u een spel voortzetten.
Deze optie wordt alleen getoond als u een spel al
eerder gespeeld heeft.
C: de bal blijft aan het slaghout plakken wanneer het
dit raakt. Dit geeft u de tijd uw positie te verbeteren.
New Game: hiermee start u het spel.
Terwijl u een spel speelt, kunt u de volgende
instellingen wijzigen:
Om...
Drukt u op...
Het volume aan te
passen
De volumetoetsen.
Een spel te
pauzeren/voort te
zetten
De toets C.
Het spel af te
sluiten
De toets
functietoets.
of de rechter
H: het slaghout wordt langer.
P: de bal verandert in een krachtbal. Daardoor stuitert
hij niet meer van de blokken af, maar gaat er dwars
doorheen en vernietigt daarbij alles wat het raakt.
Wanneer u het einde van het spel nadert, veranderen
de regels enigszins. De blokken worden veel sterker
en worden pas vernietigd na meerdere keren geraakt
te zijn. Tegelijkertijd vallen kleine bijen het slaghout
aan, waardoor dit steeds verder beschadigd raakt en
uiteindelijk verloren gaat. Dit kost u een leven.
Toetscommando's
3: schuin omhoog.
Als de door u behaalde score tot de vijf hoogste
behoort, kunt u een naam van maximaal 10 posities
ingeven.
1: schuin omlaag.
4, Links: naar links.
6, Rechts: naar rechts.
Honey ball (Menu 7.3.1)
Het doel van dit spel is om de honingblokken te
breken, door een bal te laten stuiteren tussen een
slaghout en de blokken.
120
9, 5 of
: de bal slaan.
: geluid aan- of uitzetten.
121
Funbox
Funbox
Go! Hamster (Menu 7.3.2)
Infrarood
Go! Hamster is een bordspel waarvoor geduld en
tact onontbeerlijk zijn. Het doel van het spel is om
ongeveer 80% van de achtergrond te verwijderen,
waarbij de atoombommen ontweken moeten
worden. Daarna komt u in het volgende niveau.
Deze functie biedt de mogelijkheid om gegevens via
de infraroodpoort te verzenden of te ontvangen.
Als het startscherm wordt getoond, start u het spel
door op een willekeurige toets te drukken.
Als u de optie Aanzetten selecteert, kunt u de
infraroodpoort in of uitschakelen.
Toetscommando's
Om voor uw computer gebruik te kunnen maken
van de infraroodverbinding, moet u:
2: omhoog.
4: naar links.
6: naar rechts.
8: omlaag.
5: stop.
: geluid aan- of uitzetten.
Bowling (Menu 7.3.3)
Doel van het spel is om in een driehoek geplaatste
kegels door het rollen met een bal omver te werpen.
(Menu 7.4)
Aanzetten (Menu 7.4.1)
• Een IrDA compatibele infraroodpoort op uw
computer configureren en activeren.
• De infraroodfunctie van de telefoon inschakelen.
Dit doet u door de optie Aanzetten in het menu
Infrarood op Aan te zetten. Het infrarood
pictogram (
) verschijnt op de bovenste regel
van het display.
• Zorg ervoor dat de infraroodpoort van de telefoon
in één lijn ligt met de infraroodpoort van uw
computer.
Bij de start van een nieuw spel kunt u door op de
rechter functietoets te drukken, de gewenste stand,
de speler en de bal selecteren.
Als het spel begint, worden de speler en de bal
getoond. Verplaats eerst de speler, kies dan het
effect en de richting en tenslotte de kracht
waarmee de bal wordt gegooid.
Toetscommando´s
4, Links: naar links bewegen
6, Rechts: naar rechts bewegen
5,
: snelheid, effect selecteren of bal gooien.
: geluid aan- of uitzetten.
122
Infrarood
poort
Infrarood
poort
U kunt nu via de infraroodverbinding gegevens
oversturen.
Om de verbinding te verbreken, selecteert u Uit.
Als er binnen 1 minuut nadat de infrarood-verbinding
is geactiveerd geen communicatie tussen uw
123
Funbox
telefoon en het andere apparaat plaatsvindt, wordt de
infraroodfunctie automatisch uitgeschakeld.
NB: Deze functie is ook beschikbaar tussen twee
telefoons onderling. U krijgt echter de beste
resultaten wanneer u een datakabel gebruikt.
Funbox
Uw telefoon begint met het versturen van de
contactperso(o)n(en).
NB: Wanneer u tijdens het versturen van de
telefoonlijst een oproep ontvangt, wordt het
versturen afgebroken.
Telefoonlijst verzenden (Menu 7.4.2)
Telefoonlijst van een andere telefoon ontvangen
Via de infraroodverbinding kunt u uw telefoonlijst
naar een andere telefoon sturen en vice versa.
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de twee
telefoons in één lijn liggen.
Uw telefoonlijst naar een andere telefoon
sturen
2. Open in het menu Infrarood de menukeuze
Aanzetten en selecteer Aan om de
infraroodpoort te activeren.
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de twee
telefoons in één lijn liggen.
2. Open in het Infrarood menu de optie
Telefoonlijst verzenden en selecteer een van
de volgende opties. Druk daarna op de
functietoets Kies:
Eén: hiermee kunt u de gegevens van de
geselecteerde contactpersoon versturen.
Alles in SIM-geheugen: hiermee kunt u alle
contactpersonen uit de telefoonlijst die in het
SIM-geheugen zijn opgeslagen versturen.
Alles in telefoongeheugen: hiermee kunt u alle
contactpersonen uit de telefoonlijst die in het
Telefoongeheugen zijn opgeslagen versturen.
Alles (SIM+Telefoon): hiermee kunt u alle
contactpersonen uit beide geheugens versturen.
3. Selecteert u Eén of Alles (SIM+Telefoon), dan
toont uw telefoon alle contactpersonen in de
Telefoonlijst.
Selecteert u Alles in SIM-geheugen of Alles
in telefoongeheugen, dan worden de
contactpersonen getoond die in het betreffende
geheugen zijn opgeslagen.
4. Blader naar de contactperso(o)n(en) die u wilt
versturen en druk op de functietoets Kies.
124
3. Als uw telefoon gegevens van de andere telefoon
ontvangt:
Als u Eén telefoonlijstgegeven van de andere
telefoon ontvangt, ziet u in het display de naam
en het telefoonnummer. U kunt aangeven of u dit
wilt opslaan. Ga verder bij stap 4.
Als u de gegevens via de keuze Alles in SIMgeheugen, Alles in telefoongeheugen of Alles
(SIM+Telefoon) ontvangt, kunt u een geheugen
selecteren (SIM- of telefoongeheugen). Ga verder
bij stap 5.
4. Druk op de functietoets Opslaan om de
contactpersoon in uw telefoonlijst op te slaan.
U kunt de gegevens ook verwijderen door op de
functietoets Annuleren te drukken.
5. Druk op de functietoets SIM of Telefoon.
De gegevens worden in het geselecteerde
geheugen opgeslagen.
NB: Ontvangt u tijdens het ontvangen van Telefoonlijstgegevens een oproep, dan kunt u deze aannemen
of weigeren. Daarna gaat de telefoon automatisch
verder met ontvangen van de gegevens.
125
ALS (Alternate Line Service)
ALS (Alternate Line
Service)
De ALS functie maakt het mogelijk op dezelfde SIMkaart twee lijnen te combineren. Uiteraard kunt u
met beide lijnen bellen of gebeld worden. Wanneer
u zich op deze netwerkdienst abonneert,
verschijnen enkele extra menu-opties waarmee u
deze functie kunt instellen.
NB: Informeer bij uw GSM provider of deze dienst
geleverd wordt en hoe u zich hierop kunt
abonneren.
Lijn selecteren
Doorschakelopties instellen
Via de menukeuze Oproepen doorschakelen
(Menu 6.1) kunt u de doorschakelopties voor één of
beide lijnen instellen. Daarbij worden inkomende
oproepen die op de geselecteerde lijn binnenkomen,
doorgeschakeld naar een ander telefoonnummer.
Kijk voor meer informatie op pagina 104.
Gespreksinformatie bekijken
Van beide lijnen kunt u de gesprekskosten en -duur
bekijken. Voor meer informatie, zie pagina 74 en 75.
Via het menu Actieve lijn (Menu 6.6) kunt u
instellen welke lijn u voor welk type oproep wilt
gebruiken. Kijk voor meer informatie op
pagina 111.
Naam van de lijn wijzigen
Via het menu Eigen nummer kunt u de namen van
de lijnen wijzigen.
Wanneer u de naam van een lijn wijzigt, wordt in
ieder menu waar eerder "Lijn 1" of "Lijn 2" stond,
nu de door u gekozen naam vermeld. Voor meer
informatie, zie pagina 54.
Type belsignaal per lijn instellen
Om onderscheid te kunnen maken tussen de
oproepen die voor de twee lijnen binnenkomen,
kunt u per lijn een verschillend belgeluid instellen.
Dit doet u via de menukeuze Inkomende
oproepen (Menu 3.1). Meer informatie hierover
vindt u op pagina 77.
126
127
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Melding "Geen netwerk"
Voer de volgende controles uit alvorens contact op
te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u
de kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Wanneer u de telefoon aanzet, kunnen
de volgende boodschappen verschijnen:
Geen SIM-kaart
Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
• De verbinding met het netwerk is verbroken.
Misschien bevindt u zich op een locatie waar de
ontvangst te zwak is (bijvoorbeeld in een tunnel
of tussen veel gebouwen). Ga naar een andere
plaats en probeer het nog een keer.
• U probeert een optie te gebruiken waarvoor u bij
uw GSM provider geen abonnement hebt
afgesloten. Neem contact op met uw provider
voor meer informatie.
U heeft een telefoonnummer ingegeven,
maar er gebeurt niets
Toestel geblokkeerd Geef Wachtwoord
Het toestel is geblokkeerd. U moet het wachtwoord van
de telefoon ingeven voordat u de telefoon kunt
gebruiken.
• Heeft u op
gedrukt?
• Heeft u het juiste netwerk gekozen?
• Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
Geef PIN
• U gebruikt uw telefoon voor de eerste keer. U
moet de PIN code ingeven die u bij de SIM-kaart
hebt ontvangen.
• De functie PIN controle is ingeschakeld. Iedere
keer dat u de telefoon aanzet, moet u uw PIN
code intoetsen. U kunt deze functie uitschakelen
via de menukeuze PIN controle (Menu 4.4.1).
Zie pagina 84.
U bent niet bereikbaar
• Staat uw telefoon aan? (Heeft u de toets
ruim een seconde ingedrukt?)
• Heef u het juiste netwerk gekozen?
• Misschien heeft u inkomende oproepen
geblokkeerd.
Geef PUK in
De persoon met wie u belt hoort u niet
U hebt drie keer achter elkaar een onjuiste PIN
code ingegeven, zodat de telefoon geblokkeerd is.
Geef de PUK code in die u van uw GSM provider
hebt ontvangen.
• Staat de microfoon misschien uit? (U ziet dan
Microfoon uit in het display)
128
• Houdt u de telefoon misschien te ver van uw
mond? De microfoon zit aan de onderkant van de
telefoon.
129
Problemen oplossen
PIN codes en
wachtwoorden
De telefoon gaat piepen en in het display
knippert de melding **Batterij bijna
leeg**
Uw telefoon en de SIM-kaart hebben verschillende
toegangscodes om ervoor te zorgen dat ze niet door
onbevoegden gebruikt kunnen worden.
De batterij is bijna leeg. Plaats een volle batterij en
laad de batterij op.
Enkele toegangscodes kunt uw wijzigen via de
menukeuze Beveiliging (Menu 4.4). Meer
informatie hierover vindt u op pagina 84.
Slechte ontvangst/geluidskwaliteit
• Controleer in het display de signaalsterkte
indicatie (
). Het aantal balkjes geeft aan of
het signaal sterk (
) of zwak ( ) is.
• Houd de telefoon in een iets andere stand of ga
dichter bij een raam staan als u zich in een
gebouw bevindt.
Een in de telefoonlijst gekozen nummer
wordt niet gebeld
• Zoek de betreffende naam op in de telefoonlijst
en kijk of het bijbehorende nummer klopt.
• Sla het nummer zonodig opnieuw op.
Kunt u met behulp van de bovengenoemde
richtlijnen het probleem niet oplossen, zorg dan
voor:
• Het type en serienummer van uw telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een goede beschrijving van het probleem
Neem vervolgens contact op met uw leverancier
of de klantenservice van SAMSUNG.
130
Wachtwoord voor telefoon
De functie telefoonblokkering (zie pagina 85)
gebruikt een wachtwoord om de telefoon te
beschermen tegen onbevoegd gebruik.
In de fabriek is het wachtwoord ingesteld op
00000000. U kunt het wachtwoord wijzigen via de
menukeuze Wachtwoord wijzigen (Menu 4.4.4).
Zie pagina 85.
PIN
De PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) code
beschermt uw SIM-kaart tegen gebruik door
onbevoegden. Normaal gesproken wordt de PIN bij
de SIM-kaart geleverd. Als de functie PIN controle
is ingeschakeld (zie pagina 84) moet u elke keer
dat u uw telefoon aanzet de PIN code intoetsen.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN code invoert,
kunt u de telefoon pas gebruiken nadat u de PUK
code hebt ingevoerd en op de functietoets OK hebt
gedrukt. De telefoon wordt nu weer vrijgegeven.
Geef een nieuwe PIN code in en druk op de
functietoets OK. Druk de nieuwe PIN code
nogmaals in en druk op de functietoets OK.
131
PIN codes en wachtwoorden
PIN codes en wachtwoorden
PIN2
PUK2
Bij sommige SIM-kaarten wordt een PIN2 code
verstrekt. Deze code is nodig voor bepaalde
functies, bijvoorbeeld het opladen van het
beltegoed. Deze functies zijn alleen beschikbaar
indien uw SIM-kaart ze ondersteunt.
De PUK2 code die bij sommige SIM-kaarten
verstrekt wordt, is nodig om een geblokkeerde PIN2
code te kunnen wijzigen.
Als u drie keer na elkaar een foute PIN code invoert,
wordt de PIN2 code opgeheven. De telefoon kan
pas opnieuw worden gebruikt, nadat u de PUK2
code hebt ingevoerd en op de functietoets OK hebt
gedrukt. De telefoon wordt nu weer vrijgegeven.
Geef een nieuwe PIN2 code in en druk op de
functietoets OK. Druk de nieuwe PIN2 code
nogmaals in en druk op de functietoets OK.
PUK
U heeft de PUK (PIN Unblocking Key) code nodig om
een geblokkeerde PIN code te kunnen opheffen. In
het algemeen wordt de PUK code bij de SIM-kaart
verstrekt. Heeft u geen PUK code ontvangen, neem
dan contact op met uw provider.
Geeft u tien keer na elkaar een onjuiste PUK2 code
in, dan kunt u de functies waarvoor de PIN2 code
nodig is, niet meer gebruiken. Neem in dat geval
contact op met uw provider.
U kunt de PUK2 code niet wijzigen. Bent u de code
kwijt, neem dan contact op met uw provider.
Wachtwoord blokkeren oproepen
Wanneer u de functie Oproepen blokkeren gebruikt,
heeft u dit 4-cijferige wachtwoord nodig. Als u zich
op deze dienst abonneert, ontvangt u dit
wachtwoord van uw GSM provider.
U kunt het wachtwoord desgewenst wijzigen via de
menukeuze Oproepen blokkeren (Menu 6.2).
Kijk voor meer informatie op pagina 106.
Geeft u tien keer na elkaar een onjuiste PUK code
in, dan kunt u de SIM-kaart niet meer gebruiken.
Neem in dat geval contact op met uw provider.
U kunt de PUK code niet wijzigen. Bent u de code
kwijt, neem dan contact op met uw provider.
132
133
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Gezondheids- en
veiligheidsinformatie
Blootstelling aan radiogolven
(SAR Informatie)
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU
met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor
de blootstelling aan radiofrequentie (RF) energie,
zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet
overschreden worden. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor RF energie zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge, zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend
staat onder de naam SAR (Specific Absorption
Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is
vastgesteld op 2,0 W/kg.*
* De SAR limiet voor normale mobiele telefoons is
gemiddeld 2,0 W/Kg per 10 gram lichaamsweefsel. BIj
deze limiet is, i.v.m. eventuele afwijkingen in de
metingen, rekening gehouden met een ruime
veiligheidsmarge, die de gebruikers extra veiligheid
biedt. De SAR waarden kunnen variëren, afhanklelijk
van landelijke eisen en de bandbreedte.
134
De SAR tests worden uitgevoerd in standaard situaties
waarbij de telefoon met het maximaal toegestane
vermogen wordt gebruikt op alle geteste bandbreedtes.
Hoewel de SAR is vastgesteld op basis van het maximaal
toegestane vermogen, kan het werkelijke SAR niveau
tijdens gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de
telefoon rekening is gehouden met meerdere
vermogenniveaus, zodat alleen het vermogen dat nodig
is om het netwerk te bereiden wordt gebruikt. In het
algemeen geldt dat hoe dichter u bij een basisstation
van het netwerk bent, hoe lager het vermogen is.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag
worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet
aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de
belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid van
de gebruiker en andere personen.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van batterijen
• Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
• Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan
waarvoor ze bedoeld zijn.
• Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation van
het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder stroom. De
spreek- en standbytijden zijn sterk afhankelijk van
de signaalsterkte en instellingen van het netwerk.
• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden keren
worden ontladen en opgeladen, maar na verloop
van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit.
Wordt de gebruikstijd (spreek- en standbytijden)
aanmerkelijk korter, dan is het tijd om een nieuwe
batterij te kopen.
135
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
• Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
• Gebruik alleen batterijen en opladers die
Samsung heeft goedgekeurd. Gebruikt u de
batterijlader niet, haal dan de stekker uit het
stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een
week in de oplader zitten. Dit verkort de
levensduur van de batterij.
• Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
• Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm
of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de
batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen
werken met name niet goed bij temperaturen
onder de 0 °C (32 °F).
• Maak geen kortsluiting tussen de contacten van
de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer
een metalen voorwerp (bijv. een paperclip, de clip
van een pen of een sleutel) direct contact maakt
tussen de + en - polen van de batterij (metalen
strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas bewaart.
Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij
(maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen.
• Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en
gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in
het vuur.
136
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Verkeersveiligheid
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat echter
gepaard met een belangrijke verantwoordelijkheid.
Een verantwoordelijkheid die iedere gebruiker serieus
moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van uw auto uw
belangrijkste taak die uw volledige aandacht
vraagt. Het gebruik van een mobiele telefoon is (of
wordt binnenkort) dan ook in veel landen verboden.
Als u tijdens het rijden toch uw mobiele telefoon
wilt gebruiken, moet u rekening houden met het
volgende:
1. Zorg ervoor dat u alle functies en mogelijkheden
als snelkiezen en nummer herhalen kent. Door
gebruik te maken van deze functies kunt u met
zo min mogelijk toetsaanslagen telefoneren.
2. Maak bij voorkeur gebruik van een hands-free
carkit. Tegenwoordig zijn veel accessoires
verkrijgbaar die het hands-free bellen mogelijk
maken, en daarmee het gemak en de veiligheid
aanzienlijk vergroten.
3. Plaats de telefoon binnen handbereik. Zorg
ervoor dat u de telefoon kunt pakken zonder uw
ogen van de weg te hoeven halen. Laat eventueel
uw voice mail de oproep beantwoorden.
4. Laat degene die u belt weten dat u op de weg
zit. Breek het gesprek zonodig af wanneer het
erg druk is op de weg of wanneer het weer
slecht is. Regen, ijzel en sneeuw kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
137
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Gebruiksomgeving
5.
Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit
soort activiteiten leiden ertoe dat u niet uw
volle aandacht bij het rijden en het verkeer
kunt houden.
6.
Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat
echt nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u
stilstaat of voordat u zich in het verkeer
begeeft. Wilt u toch iemand bellen tijdens het
rijden, draai dan de eerste twee cijfers, richt uw
blik weer op de weg en het verkeer, draai dan
de volgende twee cijfers, enzovoort.
7.
Houd tijdens het rijden geen gesprekken die
met stress of emoties gepaard gaan. Maak de
persoon met wie u aan het telefoneren bent
duidelijk dat u op de weg zit en stel het gesprek
uit tot een later tijdstip.
8.
In noodsituaties kunt u met uw mobiele
telefoon de alarmdienst bellen, bijvoorbeeld bij
brand, een verkeersongeval, enzovoort.
Meestal kunt u deze nummers gratis bellen.
9.
Gebruik uw telefoon om anderen in
noodsituaties te helpen. Ziet u een ongeluk
gebeuren, een overval of een andere situatie
waarbij levens in gevaar zijn, bel dan het
alarmnummer (112 of een ander officieel
alarmnummer).
10. In minder ernstige situaties, bijvoorbeeld een
ongeluk zonder lichamelijk letsel, kunt u de
lokale politie of de wegenwacht bellen.
138
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen
in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten,
kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met
de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen
incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor
een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid
alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw
oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen.
Het kan echter voorkomen dat bepaalde
elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen
de RF signalen van uw mobiele telefoon. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant voor een
alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal
15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek door en
aanbevelingen van Wireless Technology Research.
139
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Gebruikers met een pacemaker:
Verbod op mobiel telefoneren
• Moeten de telefoon als deze aan staat minimaal
15 cm van hun pacemaker vandaan houden;
• Mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen;
• Moeten om het risico van interferentie te
beperken de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit.
Als in een bepaald gebouw of gebied is aangegeven
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich daaraan te houden. Zet in dat geval
uw mobiele telefoon direct uit, mocht u hem aan
hebben staan.
Heeft u het idee dat er toch sprake is van
interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige digitale draadloze telefoons is sprake
van interferentie met bepaalde gehoorapparaten.
Neem in dat geval contact op met de fabrikant van
uw gehoorapparaat voor een andere oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of
hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant
van dat apparaat om na te gaan of het afdoende
beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan uw
huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn. Houd
u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons
op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd
uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele
telefoons verboden is, of als dit storingen in
apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan
opleveren (zoals in een ziekenhuis).
Voertuigen
RF signalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of niet voldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen. Ga dit
na bij de fabrikant of dealer van de auto.
Omgeving waar explosiegevaar is
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een
omgeving bent waar met explosieven wordt
gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden
veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo'n
omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk
letsel en zelfs de dood tot gevolg.
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation. Zet
uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen
u nogmaals op de noodzaak om u in
brandstofdepots (opslag en distributie), chemische
fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve
materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de
voorschriften en verboden voor het gebruik van
radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht
zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en
ieder ander gebied waar u normaalgesproken de
motor van uw auto uit zou moeten zetten.
U kunt ook de fabrikant of leverancier van de in uw
auto geïnstalleerde apparatuur raadplegen.
140
141
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Noodoproepen
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en
voorgeprogrammeerde functies, waarbij er geen
garantie is dat er onder alle omstandigheden
verbinding mogelijk is. Vertrouw daarom in een
noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie)
nooit alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken
of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Een alarmnummer bellen doet u als volgt:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
.
Als u bepaalde functies aan heeft staan (wachtwoord
telefoon, blokkeren oproepen, enz.) moet u deze
functies misschien eerst uitzetten voordat u het
alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg daarvoor deze
gebruiksaanwijzing of neem contact op met uw
provider.
• Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
• Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
• Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
• Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan
aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag te plaatsen of te installeren. Zet uw
mobiele telefoon aan boord van een vliegtuig
altijd uit.
• Het gebruik van een mobiele telefoon in een
vliegtuig is verboden en gevaarlijk voor de
besturingselektronica van het vliegtuig.
Bovendien kan het het mobiele netwerk
verstoren.
• Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken
alle benodigde informatie zo accuraat mogelijk door
te geven. Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat
moment misschien het enige beschikbare
communicatiemiddel is. Verbreek de verbinding pas
nadat u daartoe opdracht hebt gekregen.
142
143
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Verzorging en onderhoud
• Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
• Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
• Raak de telefoon tijdens het opladen niet met
natte handen aan. Dit kan een elektrische schok
of schade aan de telefoon tot gevolg hebben.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen
daardoor beschadigen.
• Bewaar uw telefoon niet op een plaats met extreem hoge temperaturen. Dit verkort de levensduur van de elektronica, beschadigt de batterijen
en doet het plastic kromtrekken of smelten.
• Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
• Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparatuur, zoals een magnetron, een radiator
van de verwarming of een kachel. De telefoon
kan exploderen wanneer deze te heet wordt.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de
wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen
uitzendt.
• Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
• Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon
beschadigen.
• Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een in een mild sopje gedrenkte doek.
• Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
144
145
Verklarende woordenlijst
Verklarende
woordenlijst
Hieronder vindt u de uitleg van diverse technische
termen en afkortingen die in deze gebruiksaanwijzing
voorkomen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van
de mogelijkheden van uw mobiele telefoon.
ALS (Alternate Line Service)
Mogelijkheid om op een enkele SIM kaart twee
lijnen te gebruiken. U kunt op beide lijnen bellen en
gebeld worden.
EMS (Enhanced Message Service)
Via de netwerkdienst EMS (Enhanced Message
Service) kunnen berichten die afbeeldingen,
beltonen en animatiefilmpjes bevatten van de ene
naar de andere gebruiker worden gestuurd zonder
voorafgaand telefonisch overleg.
GPRS (General Packet Radio Service)
Nieuwe service waarbij via het mobiele
telefoonnetwerk informatie (data) verzonden en
ontvangen kan worden. GPRS garandeert
gebruikers van mobiele telefoons en computers een
continu verbinding met Internet. Het is gebaseerd
op GSM (Global System for Mobile Communication)
verbindingen en SMS (Short Message Service).
GSM (Global System for Mobile
Communication)
Deze internationale standaard voor mobiele
telefonie garandeert compatibiliteit tussen de vele
netwerk operators. Naast grote delen van Europa is
GSM ook in veel andere landen de standaard.
Irda (Infrared Data Association)
Functietoetsen
Toetsen
doel:
en
op de telefoon, waarvan het
• Afhankelijk is van de functie die op dat moment
wordt gebruikt;
• Op de onderste regel van het display, boven de
betreffende toets is aangegeven.
Een door het IrDA consortium gedefinieerde
standaard voor draadloze gegevensoverdracht via
infrarood. In de IrDA specificaties zijn zowel de
standaards voor de fysieke apparaten als de
protocollen waarmee zij met elkaar communiceren
gedefinieerd.
Multiparty (telefonisch vergaderen)
Gesprek in de wacht zetten
Mogelijkheid om met maximaal vijf andere
personen telefonisch te vergaderen.
Mogelijkheid om een gesprek in de wacht te zetten,
terwijl u een tweede oproep beantwoordt of zelf
iemand belt. U kunt tussen de twee gesprekken
heen en weer schakelen.
Nummerweergave
146
U kunt hiermee het nummer van bellers bekijken
en/of uw eigen nummer onzichtbaar maken.
147
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
Oproepen blokkeren
SMS (Short Message Service)
Beperkt uitgaande en inkomende oproepen tot
bepaalde telefoonnummers.
Een netwerkdienst waarmee kleine tekstberichten
kunnen worden uitgewisseld tussen mobiele
telefoons. U kunt berichten ontvangen, lezen,
bewerken en verzenden.
Oproepen doorschakelen
Inkomende oproepen worden naar een ander
nummer doorgeschakeld.
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer)
Code waarmee de SIM-kaart beveiligd is tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN code wordt
tegelijk met de SIM-kaart door de provider
verstrekt. Meestal bestaat deze uit 4 tot 8 letters
en/of cijfers. U kunt de PIN code wijzigen.
PUK (PIN Unblocking Key)
Wisselgesprek
Mogelijkheid om gebruikers tijdens een telefoongesprek te informeren dat er (nog) een oproep is.
Voice Mail
Geautomatiseerde antwoorddienst die uw
inkomende oproepen aanneemt wanneer u niet
beschikbaar bent. Er wordt een (desgewenst met
uw eigen stem ingesproken) boodschap afgespeeld
waarna de beller een boodschap kan inspreken die
u later kunt afluisteren.
Beveiligingscode die nodig is om de telefoon te
deblokkeren nadat drie keer na elkaar een onjuiste
PIN code is ingevoerd. Deze code bestaat uit 8
cijfers en/of letters en wordt tegelijk met de SIMkaart door de provider verstrekt.
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het bereik van uw
provider (met name in het buitenland).
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaartje met een chip die alle informatie bevat
die nodig is om de telefoon te gebruiken (netwerken geheugeninformatie en persoonlijke gegevens
van de eigenaar). De SIM-kaart past in een kleine
opening aan de achterkant van de telefoon en
wordt beschermd door de batterij die erop wordt
geplaatst.
148
149
Index
Index
A
Aan/uitzetten 78
microfoon 30
telefoon 22
Aannemen
tweede oproep 32
ABC stand 38, 42
Actielijst 94
Actieve lijn
selecteren 111
Adapter 20
Alarm
instellen 98
ALS 126
Autom. herhalen instellen 87
Automatisch aan bij alarm 99
B
Batterij
batterij bijna leeg 21
opladen 20
plaatsen 18
verwijderen 19
voorzorgsmaatregelen
135
Belgroep
instellingen 53
Bellen
internationaal 26
zelf bellen 25
Beltoon
berichten 78
inkomende oproepen 77
Berichten 63
info 71
instellingen 70
lezen 63
postvak
IN 63
UIT 65
schrijven 66
standaard 69
type belsignaal 78
voice mail 68
wissen 70, 71
Blokkeren
SIM-kaart 86
150
telefoon 85
Browser, WAP 112
C
bekijken 27, 73
Gesprek in de wacht zetten 31
Gespreksduur 74, 80
Gesprekskosten 75
Calculator 100
Cijfers 38, 44
Codes en wachtwoorden 131
Contactpersonen toevoegen
45
Herhalen
automatisch 87
Hoofddisplay 13
D
I
Datum, instellen 96
Diensten 56
Display
extern 15, 83
helderheid 82
hoofddisplay 13, 83
instellingen 82
pictogrammen 14
taal 82
uitschakelen 16
verlichting 83
Indicatie batterij bijna leeg 21
Infoberichten 71
Infrarood port 123
Instellingen
alarm 98
beveiliging 84
datum 96
display 82
geluid 77
netwerk 104
reset 89
SMS 70
telefoon 81
tijd 96
Internationaal bellen 26
Internet 112
Invoerstand 83
E
Eigen nummer 54
Elektronische apparatuur 139
Explosiegevaar 141
Extern display 15
F
H
K
FDN-modus 86
Fixed Dial Number-modus 86
Funbox 112
Functies
selecteren 23
Functietoetsen, gebruiken 22,
23
Kaart, SIM-kaart
plaatsen 17
verwijderen 18
Kalender 92
Kiezen 25
nummers op SIM-kaart
51
Klok 96
G
L
Gebruiksomgeving 139
Geheugenstatus 56
telefoon 56
Gemiste oproepen
Letters
intoetsen 38
Luidsprekervolume 29
M
Mediabox 119
Medische apparatuur 140
Melodie inkomende
oproepen 77
Menu
openen 57
Microfoon, uitschakelen 30
Minutenteller 79
Multiparty-gesprek
gesprek met één
deelnemer
beëindigen 37
privégesprek voeren 36
starten 35
Multiparty-gesprekk 34
N
Naam en nummer opslaan 45
Namen 38
opzoeken/bellen 47
vastleggen 45
Netwerk kiezen 109
Netwerkdiensten 104
Nieuwe notitie maken 90, 93
Nummers 51
bellen 47
corrigeren 25
diensten 56
eigen nummer 54
FDN-modus 86
in telefoonlijst opzoeken
en bellen 47
kopiëren 49
op SIM-kaart kiezen 51
opzoeken/bellen 47
snelkeuze 50
stand 38, 44
uit telefoonlijst
bellen 47
verwijderen 49
wijzigen 49
wissen 49
Nummerweergave 110
151
Index
Index
O
Omrekenen 101
Onderhoud 144
Ontvangen oproepen 73
Oortelefoon 37
Oproep
beantwoorden 28
tweede oproep 32
beëindigen 28
weigeren 29
Oproepen
blokkeren 106
doorschakelen 104
gemiste 27, 73
inkomende 77
ontvangen 73
uitgaande 74
Oproepenlijst 26
Opties
selecteren 23
Opzoeken en bellen van
nummers 47
uit de telefoonlijst 47
Organizer 90
P
Pictogrammen 14
PIN 131
controle 84
wijzigen 84
PIN2 132
wijzigen 87
Postvak
IN 63
UIT 65
Problemen oplossen 128
PUK 132
PUK2 133
R
Reset instellingen 89
S
plaatsen 17
sturen 49
verwijderen 18
SMS 63
Snelkiezen 50
Speciale tekens 38
Spelletjes 119
Bowlen 122
Go! Hamster 122
Honey Ball 120
Standaardberichten 69
Stille modus 80
Stopwatch 103
T
T9 stand 38, 40
Taal, selecteren 83
Tekens 38, 44
Tekst intoetsen 38
Tekstinvoerstand 38
taal 83
Telefonisch vergaderen 34
Telefoon
aan/uitzetten 22
instellingen 81
Telefoonlijst 45
opties 48
Tijd
instellen 96
wereld 96
Timer 102
Toets op zijkant 87
Toetstoon
selecteren 79
volume 29
Toon
berichten 78
bij in/uitschakelen 78
verbinding 79
Tweede oproep aannemen 32
Type belsignaal 78
V
Veiligheid
batterijen 135
Veiligheidsinformatie 7, 134,
143
Verbindingstoon 79
Verkort kiezen 49
Verlichting 15, 83
Verzorging 144
Voice mail 68
server 68
server nummer 68
verbinden met 69
Volume
aanpassen 29
microfoon 29
Volumetoetsen 29
W
Wachtwoord
blokkeren oproepen 108,
133
telefoon 85, 131
WAP browser 112
Wegwijzer menukeuzes 58
Welkomtekst 81
Wijzigen
geluidinstellingen 77
tekstinvoerstand 39
Wisselgesprek 32, 108
Z
Zelf bellen 25
U
Uitgaande oproepen 74
SIM-kaart
blokkeren 86
152
153
154
155
➃ Druk op de functietoets
Kies om uw keuze te
bevestigen.
➂ Ga met de stuurtoets
Omhoog of Omlaag naar de
gewenste menukeuze.
➁ Ga met de stuurtoets Links
of Omlaag naar het
gewenste menu.
➀ Druk in de standby-stand
op de functietoets Menu.
• De functietoetsen (
en
) hebben
de functie die er direct boven staat
(op de onderste regel van het display).
Menu’s
openen
Volume
aanpassen
Druk op devolume toetsen
aan de zijkant van de
telefoon.
.
Druk op de toets
Oproep
beëindigen
Oproep
Open de telefoon
beantwoorden of
Druk op de toets
➀ Geef het nummer in.
➁ Druk op de toets
.
Zelf bellen
.
Houd de toets
ingedrukt.
Aan/uitzetten
SGH-S500 GPRS Telefoon
Referentiekaart
Laatste
nummer
herhalen
Druk twee keer op de
toets
.
Verkort kiezen Houd in de standby-stand de
betreffende toets (2 - 9)
ingedrukt.
Of druk op de toets, gevolgd
door de toets .
Geef de SIM-geheugenplaats
in, druk op de toets
en
daarna op de toets
.
Nummer
in de
telefoonlijst
opslaan
➀ Geef het nummer in.
➁ Druk op de functietoets
Opslaan.
➂ Kies het gewenste geheugen
en druk op de functietoets
OK.
➃ Als u Telefoon heeft
geselecteerd, kiest u het
soort nummer en drukt u op
de functietoets OK.
➄ Geef de naam in en druk op
de functietoets OK.
➅ Als u SIM heeft geselecteerd, geeft u de locatie in
en drukt u op OK.
156
Een nummer
op uw SIMkaart bellen
Uw voice mail Houd de toets 1 ingedrukt.
afluisteren
Nummer
in de
telefoonlijst
opzoeken
➀ Druk in de standby-stand op
functietoets Tel.Lijst.
➁ Selecteer Naam zoeken.
➂ Geef de eerste letter(s) van
de naam in.
➃ Druk op OK.
➄ Druk zonodig op de toets
Links of Rechts.
➅ Om het nummer te bellen
drukt u op
.
* The address in not for Samsung Service Centre. For the address or the phone
number of Samsung Service Centre, see the warranty card or contact the retailer
where you purchased your phone.