Casio AP-270 Handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
Handleiding
AP270-D-3C
NL
GEBRUIKSAANWIJZING (volledig)
Lees voordat u de Digitale Piano de eerste maal gebruikt
de afzonderlijke GEBRUIKSAANWIJZING zorgvuldig door
zodat u vertrouwd bent met de basisbediening.
AP
-
270
NL-1
Inhoudsopgave
Algemene gids ................................ NL-3
FUNCTION toets ............................................................NL-4
Automatisch hervatten en bedieningsvergrendeling.......NL-4
Betreffende de muziekpartituurgegevens.......................NL-4
Stopcontact ..................................... NL-5
In- en uitschakelen van de stroom..................................NL-5
Terugzetten van de Digitale Piano naar de
standaardinstellingen die in de fabriek
ingesteld waren ..............................................................NL-5
Spelen met verschillende tonen.... NL-6
Selecteren en spelen van een toon ................................NL-6
Lagen van twee tonen ....................................................NL-7
Gebruik van effecten ......................................................NL-8
Gebruik van de pedalen van de Digitale Piano ..............NL-9
Gebruik van de metronoom ..........................................NL-10
Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel ................NL-11
Gebruik van ingebouwde melodieën
(orkestbegeleiding,
muziekbibliotheek,
demonstratiemelodieën) .............. NL-13
Uitvoeren van een demonstratieweergave ...................NL-13
Orkestbegeleiding.........................................................NL-13
Oefenen met een melodie uit de orkestbegeleiding .....NL-13
Muziekbibliotheek.........................................................NL-15
Weergeven van een specifieke melodie in de
muziekbibliotheek.........................................................NL-15
Oefenen met een melodie uit de muziekbibliotheek.....NL-16
Opname en weergave................... NL-17
Opnemen op de ingebouwde MIDI-recorder ................NL-17
Gebruik van de MIDI REC toets ...................................NL-17
Configureren van instellingen
met het toetsenbord .....................NL-20
Instellingen configureren met het toetsenbord............. NL-20
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen ....................................... NL-21
Parameterlijst............................................................... NL-22
Nagalm..................................................................... NL-22
Toonselectie............................................................. NL-22
Zweving.................................................................... NL-22
Helderheid................................................................ NL-22
Balans tussen lagen................................................. NL-22
Laag pedaal ............................................................. NL-22
Dempruis.................................................................. NL-22
Selectie van gelaagde toon...................................... NL-22
Duetmodus............................................................... NL-22
Melodie van muziekbibliotheek selecteren
(MUSIC LIBRARY SELECT).................................... NL-23
Tempo (TEMPO)...................................................... NL-23
Maatslag (BEAT)...................................................... NL-23
METRONOME TEMPO............................................ NL-23
METRONOME BEAT ............................................... NL-23
CONCERT PLAY
a............................................. NL-23
LISTEN..................................................................... NL-23
LESSON................................................................... NL-23
PLAY ........................................................................ NL-23
CONCERT PLAY SELECT (Melodie)
(SELECT +/–)........................................................... NL-23
CONCERT PLAY VOLUME (VOLUME +/–) ............ NL-23
Volume van muziekbibliotheekmelodie .................... NL-23
Volume van metronoom ........................................... NL-23
Temperament........................................................... NL-24
Temperament basnoot ............................................. NL-24
Temperament selectie.............................................. NL-24
Aanslagvolume......................................................... NL-24
Transponeren........................................................... NL-24
A-stemming .............................................................. NL-24
Octaafverschuiving................................................... NL-24
Volume van toetsenbord .......................................... NL-24
USB flash-drive modus ............................................ NL-25
Lokale sturing........................................................... N
L-25
Zendkanaal .............................................................. NL-25
Bedieningspieptoon.................................................. NL-25
Paneelvergrendeling ................................................ NL-25
Automatisch hervatten ............................................. NL-25
Koppelen aan een applicatie (APP-functie) ................. NL-26
Voorbereidingen................................................................................................. NL-31
Monteren van de instrumentstandaard ......................NL-31
Aansluiten van de kabel.............................................NL-34
Bevestigen van de muziekstandaard ...........................NL-34
Verwijderen van de beschermband van het
toetsenbord
................................................................NL-35
Aansluiten van de hoofdtelefoon ............................... NL-35
Aansluiten van geluidsapparatuur of een
versterker................................................................... NL-36
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires.......... NL-36
NL-2
Inhoudsopgave
Aansluiting op een computer ...... NL-27
Minimale computersysteemvereisten ...........................NL-27
Aansluiting van de Digitale Piano op uw computer ......NL-27
Gebruik van MIDI..........................................................NL-28
Oversturen van melodiegegevens met
een computer................................................................NL-28
Referentie ...................................... NL-37
Oplossen van moeilijkheden.........................................NL-37
Technische gegevens...................................................NL-38
Appendix ........................................... A-1
Toonlijst ............................................................................ A-1
Orkestbegeleidingslijst...................................................... A-1
Muziekbibliotheeklijst........................................................A-1
MIDI Implementation Chart
De namen van bedrijven en producten die in deze
handleiding worden gebruikt, kunnen geregistreerde
handelsmerken van derden zijn.
NL-3
Algemene gids
1
3
4
7
8
9
65
2
bk
bn
bo
bl bm
Voorkant
Onderkant
Achterkant
NL-4
Algemene gids
*LET OP
Let erop dat het deksel volledig open staat wanneer u op het toetsenbord speelt. Als het deksel gedeeltelijk open
staat, kan het onverwacht dichtklappen waardoor u uw vingers kunt bezeren.
OPMERKING
De hier aangegeven namen worden altijd vetgedrukt weergegeven wanneer ze in de tekst van deze
gebruiksaanwijzing verschijnen.
De FUNCTION toets wordt in combinatie met andere knoppen en
toetsen gebruikt.
Om een instelling te veranderen, houdt u de FUNCTION toets
ingedrukt terwijl u op de knop of toets drukt waaraan de instelling
die u wilt veranderen is toegewezen.
Wanneer u een klaviertoets indrukt, laat de Digitale Piano een
pieptoon klinken om u te laten weten hoe de instelling
geconfigureerd is.
Een lange pieptoon geeft aan dat de instelling uitgeschakeld is.
OPMERKING
Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina NL-20 voor details betreffende de bediening
en de instellingen.
Uw Digitale Piano kan zo worden geconfigureerd dat de huidige instellingen bewaard worden wanneer de stroom
wordt uitgeschakeld en weer hersteld worden zodra de stroom opnieuw wordt ingeschakeld (Automatisch
hervatten). U kunt de bedieningstoetsen ook vergrendelen om deze te beveiligen tegen abusievelijke bediening
(Bedieningsvergrendeling). Zie “Parameterlijst” op pagina NL-22 - NL-25 voor details.
Gebruik een computer om muziekpartituurgegevens vanaf de CASIO-website te downloaden. Bezoek de
onderstaande website voor verdere informatie.
http://world.casio.com/
FUNCTION toets
Automatisch hervatten en bedieningsvergrendeling
Betreffende de muziekpartituurgegevens
P (aan/uit) toets
Volumeregelaar (VOLUME)
Functietoets (FUNCTION)
Metronoomtoets (METRONOME)
Nagalmtoets (REVERB)
Midi-opnametoets (MIDI REC)
a toets
Vleugeltoets 1 (GRAND PIANO 1)
Vleugeltoets 2 (GRAND PIANO 2)
 Pedaalaansluiting
 USB-poort
 Stroomaansluiting (DC 12V)
 Hoofdtelefoon/uitgangsaansluitingen
(PHONES/OUTPUT)
 Aan/uit-indicatielampje
NL-5
Stopcontact
Schakel de Digitale Piano in nadat u klaar bent met het
monteren van de standaard. Zie “Voorbereidingen” op
pagina NL-31 voor details.
1.
Druk op de P (aan/uit) toets om de Digitale
Piano in te schakelen.
Het aan/uit-indicatielampje gaat branden en de
Digitale Piano wordt ingeschakeld. Het opstarten
duurt ongeveer 5 seconden.
2.
Houd de P (aan/uit) toets ingedrukt totdat
het aan/uit-indicatielampje uitgaat om de
Digitale Piano uit te schakelen.
OPMERKING
Wanneer op de P (aan/uit) toets wordt gedrukt om
de stroom uit te schakelen, komt de Digitale Piano in
de standby-toestand te staan. Er blijft nog kleine
hoeveelheid stroom in de Digitale Piano lopen
wanneer deze in de standby-toestand staat. Als u de
Digitale Piano voor langere tijd niet gebruikt of als
er onweer in de buurt is, dient u de stekker uit het
stopcontact te trekken.
Automatische stroomonderbreker
Deze Digitale Piano is ontworpen om automatisch
uitgeschakeld te worden om te voorkomen dat stroom
wordt verspild wanneer gedurende een vooringestelde
tijd geen bediening wordt uitgevoerd. De
activeringstijd voor de automatische
stroomonderbreker is ongeveer vier uur.
U kunt de onderstaande procedure volgen om de
automatische stroomonderbreker tijdelijk uit te
schakelen.
Uitschakelen van de automatische
stroomonderbreker
1.
Druk op de P (aan/uit) toets om de Digitale
Piano uit te schakelen als deze ingeschakeld
is.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de P (aan/uit) toets om de Digitale
Piano in te schakelen.
De automatische stroomonderbreker wordt op dat
moment gedeactiveerd.
OPMERKING
Door de Digitale Piano uit te schakelen na het
uitvoeren van de bovenstaande stappen zal de
automatische stroomonderbreker weer geactiveerd
worden.
Voer de volgende procedure uit wanneer u de
opgeslagen gegevens en instellingen van de Digitale
Piano wilt terugzetten op de standaard-
fabrieksinstellingen.
1.
Schakel de Digitale Piano uit.
2.
Houd de FUNCTION, MIDI REC en GRAND
PIANO 2 toets ingedrukt en druk dan op de
P (aan/uit) toets.
3.
Houd de FUNCTION, MIDI REC en GRAND
PIANO 2 toets ingedrukt totdat het GRAND
PIANO 2 lampje, dan het GRAND PIANO 1
lampje en daarna het R lampje beginnen te
knipperen.
Na verloop van tijd stopt het knipperen.
4.
Laat de FUNCTION, MIDI REC en GRAND
PIANO 2 toets los.
De Digitale Piano initialiseert het interne systeem. U
zult de Digitale Piano na even wachten kunnen
gebruiken.
OPMERKING
Zie “In- en uitschakelen van de stroom” (pagina
NL-5) voor informatie over het in- en uitschakelen
van de stroom.
In- en uitschakelen van de
stroom
Terugzetten van de Digitale
Piano naar de
standaardinstellingen die in de
fabriek ingesteld waren
NL-6
Spelen met verschillende tonen
De Digitale Piano heeft 22 ingebouwde tonen.
*1
*1: De namen van de tonen zijn gemarkeerd boven de klaviertoetsen waaraan ze zijn toegewezen.
*2: In deze handleiding worden deze negen tonen gezamenijk aangeduid als de “pianotonen”. De CONCERT,
MELLOW en BRIGHT tonen worden gezamenlijk aangeduid als de “GRAND PIANO tonen”.
Selecteren van een toon
Selecteren en spelen van een toon
*2
1.
Selecteer de gewenste toon.
Selecteren van GRAND PIANO 1 of GRAND
PIANO 2
Druk op de GRAND PIANO 1 toets of de
GRAND PIANO 2 toets.
Het toetslampje van de geselecteerde toon
gaat branden.
Selecteren van een van de andere tonen
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
druk dan op de klaviertoets die
correspondeert met de toon die u wilt
selecteren.
2.
Stel het volume in met de VOLUME
regelaar.
OPMERKING
Aan sommige toetsen zijn meerdere tonen
toegewezen. In dit geval worden de toegewezen
tonen doorlopen bij meerdere malen indrukken van
de toets. De geselecteerde toon wordt aangegeven
door het aantal bedieningspieptonen dat u hoort.
Voorbeeld: De MODERN, ROCK en JAZZ
instellingen doorlopen
MODERN: (1 pieptoon)
ROCK: (2 pieptonen)
JAZZ: (3 pieptonen)
Van de 22 ingebouwde tonen van de Digitale Piano
zijn de eerste zes de tonen van een klassieke
vleugel. Elke toon heeft haar eigen karakteristieke
voordelen. Dus u dient de toon te selecteren
waarmee u met de melodie kunt meespelen of de
toon die uw voorkeur geniet.
Toonnaam Karakteristieken
CONCERT Dit is een volwaardige
concertvleugeltoon voor dynamische
en natuurlijke veranderingen in de
toon. Deze toon is ontworpen om
demppedaal-, resonantie- en andere
pianonuances te reproduceren, wat
deze ideaal maakt voor vrijwel elk
type pianospel.
MELLOW Een warme, ingetogen klassieke
vleugeltoon.
BRIGHT Een heldere en duidelijke klassieke
vleugeltoon.
Spelen met verschillende tonen
NL-7
Bastoon (BASS)
Door de BASS (LOWER) toon in stap 1 van de
bovenstaande procedure te selecteren wordt de
bastoon toegewezen aan het lage bereik (linkerkant)
van het toetsenbord. Aan het hoge bereik (rechterkant)
wordt de toon toegewezen die geselecteerd was toen u
op de BASS toets drukte.
Met de BASS toon kunt u het toetsenbord in twee
verschillende tonen splitsen.
OPMERKING
Selecteer een andere toon dan BASS om opnieuw
een enkele toon voor het toetsenbord in te stellen.
U kunt BASS niet selecteren bij opnemen op spoor 2.
U kunt de instellingen configureren om de nagalm
van de BASS (LOWER) toon langer aan te houden
wanneer het demppedaal of sostuneto pedaal wordt
ingedrukt. Zie “Laag pedaal” (pagina NL-22) voor
verdere informatie.
Volg de volgende procedure om lagen van twee tonen
aan te brengen zodat die op hetzelfde moment klinken.
Bij het specificeren van twee tonen voor het maken van
lagen, zal de eerst geselecteerde toon die voor de
hoofdtoon zijn en de tweede voor de gelaagde toon.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de gelaagde toonselectietoets.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen” (pagina NL-21) voor
details betreffende het gebruik van de klaviertoetsen
voor het maken van instellingen.
Bij meermalen indrukken van de klaviertoets wordt
omgeschakeld tussen aan en uit.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de toets van de toon die gelaagd moet
worden.
3.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke
toon, houdt u de FUNCTION toets ingedrukt
en drukt dan op de gelaagde
toonselectietoets (hierdoor wordt de
gelaagde toonmodus afgesloten).
OPMERKING
U kunt de BASS toon niet gelaagd met een andere
toon laten klinken.
U kunt de bewerking voor het maken van lagen niet
uitvoeren bij het opnemen op spoor 2.
Splitspunt
Laag bereik Hoog bereik
BASS JAZZ ORGAN
(Momenteel geselecteerde toon)
Lagen van twee tonen
GRAND PIANO 1 BRIGHT
STRINGS 2
NL-8
Spelen met verschillende tonen
Instellen van de volumebalans tussen
twee gelaagde tonen
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
gebruik de hieronder getoonde klaviertoetsen
om het volume van de gelaagde tonen in te
stellen.
Houd om terug te gaan naar de oorspronkelijke
instelling van het volume de FUNCTION toets
ingedrukt en druk dan tegelijkertijd op beide toetsen.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen” (pagina NL-21) voor
details betreffende het gebruik van de klaviertoetsen
voor het maken van instellingen.
Toepassen van nagalm
1.
Bij meermalen indrukken van de REVERB
toets wordt de nagalm beurtelings in- en
uitgeschakeld.
De nagalm wordt uitgeoefend wanneer de functie
ingeschakeld is.
Selecteren van het nagalmtype
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de klaviertoets voor het nagalmtype
dat toegepast moet worden.
1: Kamer
2: Kleine zaal
3: Grote zaal
4: Stadion
Toepassen van zweving op een toon
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en ga
door de beschikbare instellingen met de
Chorus (zweving) klaviertoets.
Bij indrukken van de Chorus (zweving) klaviertoets
laat de Digitale Piano een piepgeluid klinken dat de
geselecteerde instelling aangeeft, zoals getoond in de
onderstaande tabel.
Zweving
Betreffende DSP
Met DSP kunt u complexe akoestische effecten digitaal
produceren. DSP is toegewezen aan elke toon wanneer
de Digitale Piano ingeschakeld is.
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
Midden
Volume van de hoofdtoon
(Eerste toon die u
selecteerde)
Volume van de gelaagde toon
(Tweede toon die u
selecteerde)
Gebruik van effecten
Nagalm : Laat uw noten resoneren.
Zweving : Voegt meer ruimtelijkheid toe aan uw noten.
Aantal pieptonen Instelling
1 (lang)
1 (kort)
2
3
4
Uit (OFF)
Lichte zweving
Middelmatige zweving
Diepe zweving
Flanger (suizend effect)
Spelen met verschillende tonen
NL-9
Uw Digitale Piano is uitgerust met drie pedalen:
demppedaal, zacht pedaal en sostenuto pedaal
Pedaalfuncties
Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen
zullen de noten die u aanslaat voor een lange tijd
blijven nagalmen. Het halverwege intrappen
(gedeeltelijk intrappen) van het pedaal wordt ook
ondersteund.
Wanneer een van de GRAND PIANO tonen of de
MODERN pianotoon wordt geselecteerd, kan het
demppedaal worden gebruikt om dempresonatie
toe te voegen die lijkt op de resonantie die wordt
voortgebracht op een akoestische vleugel.
Sostenuto pedaal
Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op
het moment van het intrappen van dit pedaal worden
aangehouden totdat het pedaal wordt losgelaten.
Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen tijdens het spelen
worden de op het toetsenbord aangeslagen noten
onderdrukt na het intrappen van het pedaal waardoor
de noten zachter klinken.
OPMERKING
Als het intrappen van het pedaal niet het juiste effect
geeft, kan dat betekenen dat het pedaalsnoer niet
goed aangesloten is. Zie stap 1 onder “Aansluiten
van de kabel” (pagina NL-34).
Uitschakelen van de weergave van de
dempruis
De dempruis is een metaalachtig klinkend geluid dat
ontstaat wanneer de demper van een akoestische piano
zich scheidt van het dradenpedaal wanneer het
demppedaal wordt ingetrapt. De dempresonantie van
uw Digitale Piano bevat gewoonlijk dempruis, maar u
kunt de onderstaande procedure gebruiken om de
weergave ervan uit te schakelen. De dempruis kan
worden toegepast op de zes GRAND PIANO tonen en
MODERN.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de dempruis-klaviertoets.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen” (pagina NL-21) voor
details betreffende het gebruik van de klaviertoetsen
voor het maken van instellingen.
Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, wordt de
instelling omgeschakeld en geeft de Digitale Piano
een pieptoon zoals hieronder is beschreven.
Lange pieptoon:Weergave van dempruis is
uitgeschakeld
Korte pieptoon: Weergave van dempruis is
ingeschakeld
Gebruik van de pedalen van de
Digitale Piano
Zacht pedaal
Demppedaal
Sostenuto pedaal
NL-10
Spelen met verschillende tonen
1.
Druk op de METRONOME toets.
De metronoom start.
Het lampje knippert bij elke maatslag.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de METRONOME BEAT klaviertoets.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt terwijl u
doorgaat naar stap 3.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de BEAT klaviertoets (0 t/m 9) die
correspondeert met de maatslag die u wilt
instellen.
U kunt een maatslagwaarde instellen in het bereik
lopend van 0 t/m 9 (slagen per maat). Er klinkt een
klokkenklank bij de eerste slag van elke maat en een
klikgeluid bij de resterende slagen. Door 0 in te
stellen wordt een gewoon klikgeluid weergegeven
zonder klokkenklank. Met deze instelling kunt u
oefenen met een vaste maatslag.
4.
Laat de FUNCTION toets los en druk hem
dan weer in terwijl u op de METRONOME
TEMPO klaviertoets drukt.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt terwijl u
doorgaat naar stap 5.
5.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
gebruik de TEMPO toetsen om een
tempowaarde in te stellen binnen het bereik
lopend van 20 t/m 255 maatslagen per
minuut.
Bij meermalen indrukken van de + of – toets wordt de
tempowaarde telkens met 1 verhoogd of verlaagd.
U kunt ook de tempowaarde-invoertoetsen (0 t/m 9)
gebruiken om een gewenste tempowaarde in te
voeren.
Er moeten drie cijfers voor de tempowaarde worden
ingevoerd.
Voorbeeld: Om een tempo van 20 in te stellen, drukt u
op de toetsen 0, 2 en dan 0.
6.
Druk op de METRONOME toets om de
metronoom uit te schakelen.
OPMERKING
Als u de cijfer-klaviertoetsen (0 t/m 9) heeft gebruikt
voor het invoeren van de maatslag- en/of
tempowaarden en de waarden binnen de toegestane
bereiken zijn, zal de Digitale Piano een hoge
pieptoon laten klinken wanneer u de FUNCTION
toets loslaat. Als een waarde buiten het toegestane
bereik is, klinkt er een lage toon.
U kunt ook de onderstaande procedure gebruiken in
plaats van de stappen 4 en 5 van de bovenstaande
procedure om een tempowaarde in te stellen.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en gebruik
de TEMPO klaviertoetsen om een tempowaarde
in te stellen binnen het bereik lopend van 20 t/m
255 (maatslagen per minuut).
In stap 5 van de bovenstaande procedure kunt u de
+ en – toetsen tegelijkertijd indrukken om het tempo
in te stellen van de orkestbegeleiding-lesmelodie of
de muziekbibliotheek-melodie (in het geval van een
opgenomen melodie, het tempo van de melodie die
werd opgenomen) die het laatst geselecteerd was op
de Digitale Piano.
Gebruik van de metronoom
Spelen met verschillende tonen
NL-11
Instellen van het metronoomvolume
U kunt de volgende procedure op elk moment
uitvoeren ongeacht of de metronoom klinkt of niet.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en stel
dan met de metronoom-volumetoetsen een
volumewaarde in binnen het bereik lopend
van 0 t/m 42.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen” op pagina NL-21 voor
details betreffende het gebruiken van de
klaviertoetsen voor het maken van instellingen.
Bij meermalen indrukken van de + of – toets wordt de
waarde van het metronoomvolume telkens met 1
verhoogd of verlaagd.
OPMERKING
Druk tegelijkertijd op + en – om terug te gaan naar
de oorspronkelijke standaardinstelling.
U kunt het toetsenbord in het midden splitsen zodat de
linker- en de rechterkant hetzelfde bereik hebben. Het
linker buitenste pedaal werkt als het demppedaal voor
het linker toetsenbord terwijl het rechter buitenste
pedaal fungeert als het demppedaal voor het rechter
toetsenbord.
Het linker en het rechter toetsenbord hebben vrijwel
hetzelfde bereik. Het linker pedaal werkt als het
demppedaal voor het linker toetsenbord terwijl het
rechter pedaal fungeert als het demppedaal voor het
rechter toetsenbord.
De duetmodus is de perfecte manier om les te geven
waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling
dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord.
OPMERKING
Alleen het demppedaal voor het rechter toetsenbord
ondersteunt halverwege intrappen.
1.
Selecteer de pianotoon die u wilt gebruiken
voor het duet.
Voorbeeld: GRAND PIANO 1 (BRIGHT)
2.
Voor het doorlopen van de duetmodus-
instellingen houdt u de FUNCTION toets
ingedrukt en drukt dan op de
duetmodustoets.
Uit
Aan
Pan: Het geluid van het linker toetsenbord wordt via de
linker luidspreker weergegeven en het geluid van
het rechter toetsenbord wordt via de rechter
luidspreker weergegeven.
BELANGRIJK!
De octaafverschuiving- en transponeerinstellingen
kunnen niet worden veranderd wanneer Aan of Pan
is geselecteerd voor de duetmodus-instelling.
Als “Pan” is geselecteerd voor de duetmodus-
instelling kunnen de zaalsimulator-, nagalm- en
zweving-instellingen niet worden veranderd.
Splitsen van het toetsenbord
voor duet-spel
C3 C4 C5 C6 C3 C4 C5 C6
Toetsenbord
Splitspunt
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(midden C)(midden C)
Pedalen
Linker demppedaal
Linker en rechter demppedaal
Rechter demppedaal
NL-12
Spelen met verschillende tonen
Veranderen van de octaven van de duet
toetsenborden
U kunt de bereiken van het linker en rechter
toetsenbord veranderen van hun oorspronkelijke
instellingen in eenheden van een octaaf. Dit is
bijvoorbeeld handig als het oorspronkelijke bereik niet
voldoende is wanneer een persoon het gedeelte voor
de linkerhand en de andere persoon het gedeelte voor
de rechterhand aan het spelen is.
1.
Houd de FUNCTION en GRAND PIANO 1
toetsen ingedrukt en druk dan op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden
C) van het linker toetsenbord. Houd de
FUNCTION en GRAND PIANO 1 toetsen
ingedrukt terwijl u doorgaat naar stap 2
hieronder.
Hierdoor klinkt de noot toegewezen aan C4 en wordt
de octaaf van het linker toetsenbord veranderd.
Voorbeeld: Door op de klaviertoets van de meest linkse
C (C4) te drukken wordt het hieronder
aangegeven bereik toegewezen.
2.
Houd de FUNCTION en GRAND PIANO 1
toetsen ingedrukt en druk dan op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden
C) van het rechter toetsenbord.
Hierdoor klinkt de noot toegewezen aan C4 en wordt
de octaaf van het rechter toetsenbord veranderd.
OPMERKING
Wanneer u de duetmodus verlaat en dan weer Aan
of Pan voor de duetmodus-instelling selecteert,
keren de toetsenborden terug naar de
oorspronkelijke standaardbereiken.
C4 C5 C6 C7 C3 C4 C5 C6
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(Ingedrukte klaviertoets)
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Onveranderd
NL-13
Gebruik van ingebouwde melodieën (orkestbegeleiding,
muziekbibliotheek, demonstratiemelodieën)
Uw Digitale Piano heeft 10 ingebouwde piano- en
orkestmelodieën (Concert Play 1 t/m 10) en 60
pianosolo’s (Music Library 1 t/m 60).
U kunt de orkestbegeleiding gebruiken om samen met
de begeleiding van een orkest te spelen. De
muziekbibliotheek kan worden gebruikt om beroemde
pianostukken te oefenen.
BELANGRIJK!
Wanneer u overschakelt naar een andere melodie
gaat de Digitale Piano de muziekgegevens laden.
De bedieningstoetsen werken niet wanneer de
muziekgegevens worden geladen. Als u iets op het
toetsenbord speelt, kan de geluidsweergave
stoppen wanneer de melodie wordt veranderd.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de METRONOME toets.
Er wordt nu gestart met het herhaaldelijk achter
elkaar afspelen van alle orkestbegeleidingsmelodieën
(luisteren) en muziekbibliotheekmelodieën.
U kunt meespelen met een melodie op het
toetsenbord terwijl de melodie wordt weergegeven.
De toon die toegewezen is aan het toetsenbord is de
toon die vooringesteld is voor de melodie die
weergegeven wordt.
2.
Om naar een andere demonstratiemelodie te
gaan, houdt u de FUNCTION toets ingedrukt
en drukt dan op de MIDI REC toets of de
REVERB toets.
Om door te gaan naar de volgende
demonstratiemelodie, houdt u de FUNCTION toets
ingedrukt en drukt dan op de MIDI REC toets.
Om terug te gaan naar de vorige
demonstratiemelodie, houdt u de FUNCTION toets
ingedrukt en drukt dan op de REVERB toets.
Zie pagina A-1 voor een lijst van de melodieën.
3.
Druk nogmaals op de a toets om de
weergave van de ingebouwde melodieën te
stoppen.
OPMERKING
Als tijdens orkestbegeleidingsweergave op de
METRONOME toets wordt gedrukt terwijl de
FUNCTION toets ingedrukt wordt gehouden,
wordt naar de eerste muziekbibliotheekmelodie
gegaan. Wanneer hetzelfde tijdens
muziekbibliotheekweergave wordt gedaan, wordt
naar de eerste orkestbegeleidingsmelodie gegaan.
De hierboven beschreven bewerkingen voor
melodieselectie en weergeven en stoppen zijn de
enige mogelijke bewerkingen tijdens de weergave
van demonstratiemelodieën.
De orkestbegeleidingsfunctie heeft live-opnamen van
een orkest die u kunt gebruiken om samen met de
authentieke begeleiding van een orkest te spelen.
U kunt de orkestbegeleiding voor een drievoudige
oefening gebruiken.
Stap 1: LISTEN
Luister naar het pianospel en het orkest om
vertrouwd te raken met de muziek.
Stap 2: LESSON
Oefen het pianodeel van het concertstuk.
U kunt het linkerhand of rechterhand gedeelte
uitschakelen van een ingebouwde melodie en zelf
meespelen op de piano.
Stap 3: PLAY
Speel mee met de begeleiding van het orkest.
De orkestbegeleiding bestaat uit de feitelijke
opnamen van een orkest. Dit betekent dat het
instrument anders klinkt dan de tonen die
geselecteerd kunnen worden met deze piano
(pagina NL-6). Ook bevat de
orkestbegeleidingsweergave ademhalingsgeluiden
en andere bijgeluiden van de voorstelling.
Luisteren naar een melodie uit de
orkestbegeleiding (LISTEN)
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
gebruik de CONCERT PLAY SELECT + en –
klaviertoetsen om de melodienummers achter
elkaar te doorlopen (vanaf 1 t/m 10).
Zie “Orkestbegeleidingslijst op pagina A-1 voor
verdere informatie over de melodieën van de
orkestbegeleiding.
Uitvoeren van een
demonstratieweergave
Orkestbegeleiding
Oefenen met een melodie uit
de orkestbegeleiding
NL-14
Gebruik van ingebouwde melodieën (orkestbegeleiding, muziekbibliotheek, demonstratiemelodieën)
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de LISTEN klaviertoets.
Hiermee wordt de luisterfunctie ingeschakeld voor
het luisteren naar de piano- en orkestuitvoering.
Het weergavetempo ligt vast en kan niet veranderd
worden tijdens de luisterfunctieweergave.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de CONCERT PLAY a klaviertoets
om te beginnen met de weergave.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie bereikt is.
4.
Om te stoppen met de weergave, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan nog
een keer op de CONCERT PLAY a
klaviertoets.
OPMERKING
Indien gewenst, kan het volume van de weergave
worden gewijzigd. Zie “Configureren van
instellingen met het toetsenbord” (pagina NL-20)
voor verdere informatie.
Oefenen van het pianodeel (LESSON)
VOORBEREIDINGEN
Indien gewenst, kunt u het tempo van de weergave
wijzigen. Zie “Configureren van instellingen met het
toetsenbord” (pagina NL-20) voor verdere
informatie.
OPMERKING
Sommige melodieën uit de orkestbegeleiding
bevatten tempowisselingen in de arrangementen.
Als gevolg hiervan kan het weergavetempo soms
sneller of langzamer zijn dan de tempo-instelling.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de LESSON klaviertoets.
Hierdoor wordt de lesfunctie ingeschakeld voor
eenvoudig meespelen met het pianodeel.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de a toets om het gedeelte te
selecteren dat u wilt uitschakelen.
Door op een toets te drukken wordt het bijbehorende
gedeelte ingeschakeld (toetslampje aan) en
uitgeschakeld (toetslampje uit).
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de CONCERT PLAY a
klaviertoets.
Hierdoor wordt de weergave gestart zonder het
gedeelte dat u uitschakelde in stap 2.
4.
Speel het ontbrekende gedeelte zelf op het
toetsenbord.
Linkerhand Rechterhand
Beide
gedeelten
ingeschakeld
Gedeelte voor
rechterhand
uitgeschakeld
Gedeelte voor
linkerhand
uitgeschakeld
Gebruik van ingebouwde melodieën (orkestbegeleiding, muziekbibliotheek, demonstratiemelodieën)
NL-15
5.
Om te stoppen met de weergave, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan nog
een keer op de CONCERT PLAY a
klaviertoets.
Meespelen met de begeleiding van het
orkest (PLAY)
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de PLAY klaviertoets.
Hierdoor wordt de meespeelfunctie ingeschakeld
voor weergave van het orkestdeel zonder het
pianodeel.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de CONCERT PLAY a klaviertoets
om te beginnen met de weergave.
Het weergavetempo ligt vast en kan niet veranderd
worden tijdens de meespeelfunctieweergave.
3.
Speel het pianodeel op het toetsenbord.
4.
Om te stoppen met de weergave, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan nog
een keer op de CONCERT PLAY a
klaviertoets.
U kunt de muziekbibliotheek gebruiken voor uw
luistergenot of om pianomelodieën te oefenen.
De muziekbibliotheek bevat 60 melodieën,
genummerd 1 t/m 60.
U kunt 10 melodieën* vanaf een computer in het
geheugen van de Digitale Piano importeren en deze
toewijzen aan de melodienummers 61 t/m 70 van de
muziekbibliotheek.
* U kunt muziekgegevens downloaden van internet
en daarna oversturen van uw computer naar het
geheugen van de Digitale Piano. Zie “Oversturen
van melodiegegevens met een computer” op pagina
NL-28 voor meer informatie.
1.
Zoek het melodienummer van de gewenste
melodie op in de “Muziekbibliotheeklijst” op
pagina A-1.
2.
Houd om van melodie te veranderen de
FUNCTION toets ingedrukt terwijl u de
MUSIC LIBRARY SELECT (+, –, 0 t/m 9)
toetsen gebruikt om een bepaald
melodienummer te specificeren.
Bij meermalen indrukken van de + of – toets wordt
het melodienummer telkens met 1 verhoogd of
verlaagd.
U kunt ook een waarde tussen 0 en 9 invoeren om een
muziekbibliotheekmelodie te selecteren.
Er moeten twee cijfers voor het melodienummer
worden ingevoerd.
Voorbeeld: Om melodienummer 5 in te voeren, drukt
u op de toetsen 0 en dan 5.
3.
Druk op de a toets.
Hierdoor wordt de weergave van de melodie gestart.
4.
Druk nogmaals op de a toets om de
weergave te stoppen.
De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie bereikt is.
OPMERKING
Door in stap 2 van de bovenstaande procedure
tegelijkertijd op de + en – toetsen te drukken wordt
melodienummer 1 geselecteerd.
U kunt het weergavetempo en het volume van de
melodie instellen. Zie “Configureren van
instellingen met het toetsenbord” op pagina NL-20
voor meer informatie.
Muziekbibliotheek
Weergeven van een specifieke
melodie in de
muziekbibliotheek
NL-16
Gebruik van ingebouwde melodieën (orkestbegeleiding, muziekbibliotheek, demonstratiemelodieën)
U kunt het linkerhand of rechterhand gedeelte
uitschakelen bij een melodie en zelf meespelen op de
Digitale Piano.
OPMERKING
De muziekbibliotheek bevat een aantal duetten.
Terwijl een duet geselecteerd is, kunt u de eerste
pianotoon (Primo) of de tweede pianotoon
(Secondo) uitschakelen en meespelen met de
melodie.
Sommige melodieën uit de muziekbibliotheek
bevatten tempowisselingen in de arrangementen.
Als gevolg hiervan kan het weergavetempo soms
sneller of langzamer zijn dan de tempo-instelling.
Selecteer de melodie waarmee u wilt oefenen en stel
het tempo in. Zie stap 3 onder “Gebruik van de
metronoom” (pagina NL-10).
Een aantal melodieën bevat tussentijds
tempowisselingen om bepaalde muziekeffecten te
produceren.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de a toets om het gedeelte te
selecteren dat u wilt uitschakelen.
Door op een toets te drukken wordt het bijbehorende
gedeelte ingeschakeld (toetslampje aan) en
uitgeschakeld (toetslampje uit).
2.
Druk op de a toets.
Hierdoor wordt de weergave gestart zonder het
gedeelte dat u uitschakelde in stap 1.
3.
Speel het ontbrekende gedeelte zelf op het
toetsenbord.
4.
Druk nogmaals op de a toets om de
weergave te stoppen.
Oefenen met een melodie uit
de muziekbibliotheek
Linkerhand Rechterhand
Beide
gedeelten
ingeschakeld
Gedeelte voor
rechterhand
uitgeschakeld
Gedeelte voor
linkerhand
uitgeschakeld
NL-17
Opname en weergave
U kunt de noten die u speelt opnemen met de MIDI-
recorder van de Digitale Piano en deze naderhand
weergeven.
Sporen
Een spoor is een opslagplaats van opgenomen
gegevens en elke melodie bestaat uit twee sporen:
spoor 1 en spoor 2. U kunt de twee sporen gescheiden
van elkaar opnemen en daarna combineren zodat ze
samen als een enkele melodie worden weergegeven.
Geheugencapaciteit
U kunt ongeveer 5000 noten opnemen in het
geheugen van de Digitale Piano.
Het lampje van de MIDI REC toets knippert snel
wanneer het geheugen vol dreigt te raken.
Het opnemen stopt automatisch als het aantal noten
in het geheugen het maximum overschrijdt.
Opgenomen gegevens
Toetsenbordspel
Toon die gebruikt wordt voor toetsenbordspel
Maatslag (alleen bij spoor 1)
Instelling van tempo (alleen bij spoor 1)
Instelling van lagen (alleen bij spoor 1)
Duet (alleen bij spoor 1)
Temperament (alleen bij spoor 1)
Toetsenbordvolume (alleen bij spoor 1)
Zweving (alleen bij spoor 1)
Helderheid (alleen bij spoor 1)
Instelling van nagalm (alleen bij spoor 1)
Dempruis aan/uit (alleen bij spoor 1)
Opslag van opgenomen gegevens
Door een nieuwe opname te starten worden
eventuele gegevens gewist die eerder in het
geheugen waren opgenomen.
Mocht de stroom uitvallen tijdens de opname, dan
zullen alle gegevens van het spoor dat u aan het
opnemen bent gewist worden.
BELANGRIJK!
CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen
verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van
winsten of eisen van derden die ontstaan uit het
verlies van opgenomen gegevens die verloren raken
door defecten, reparaties of om ongeacht welke
andere reden.
Bij meermalen indrukken van de MIDI REC toets
wordt telkens naar de volgende optie voor opname
gegaan in de hieronder getoonde volgorde.
Opnemen naar een specifiek
melodiespoor
Na het opnemen op een van de sporen van een melodie
kunt u opnemen op het andere spoor terwijl u luistert
naar de weergave van wat u op het eerste spoor
opgenomen had.
1.
Druk een- of tweemaal op de MIDI REC toets
zodat het MIDI REC lampje gaat knipperen.
Op dat moment gaat het L lampje knipperen om aan
te geven dat de Digitale Piano klaar staat voor
opname op spoor 1.
Opnemen op de ingebouwde
MIDI-recorder
Spoor 1 Opnemen
Tijdens de
weergave. . .
Spoor 2 Opnemen
Melodie
Gebruik van de MIDI REC toets
Weergave-
paraatstand
Opname-
paraatstand
Normaal
Brandt Knippert Uit
NL-18
Opname en weergave
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
selecteer met de a toets het spoor dat u
wilt opnemen.
Controleer of het lampje voor het opnamespoor
knippert.
Spoor 1: L lampje
Spoor 2: R lampje
Voorbeeld: Spoor 1 is geselecteerd
3.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij
spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw
opname.
Toon (pagina NL-6)
Effecten (pagina NL-8)
OPMERKING
Configureer de instellingen voor de maatslag en het
tempo en druk daarna op de METRONOME toets
als u wilt dat de metronoom klinkt tijdens het
opnemen. Zie “Gebruik van de metronoom” op
pagina NL-10 voor meer informatie.
4.
Druk op de a toets of begin met
weergeven.
Het opnemen begint automatisch.
5.
Druk op de a toets om de opname te
stoppen.
Hierdoor veranderen het MIDI REC toetslampje en
het lampje van het spoor dat u opnam van knipperen
naar continu branden.
Druk op de a toets om het spoor dat u zojuist
opgenomen heeft weer te geven.
6.
Druk nadat u klaar bent met opnemen of
weergeven op de MIDI REC toets zodat het
bijbehorende lampje uitgaat.
Opnemen naar een spoor terwijl u luistert
naar de weergave van het andere spoor
1.
Druk op de MIDI REC toets zodat het
bijbehorende lampje gaat branden.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de a toets om het spoor te
selecteren dat u wilt weergeven tijdens de
opname.
3.
Druk op de MIDI REC toets zodat het
bijbehorende lampje gaat knipperen.
Hierdoor gaat het L lampje knipperen.
4.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
selecteer met de a toets het spoor dat u
wilt opnemen.
Controleer of het lampje voor het opnamespoor
knippert.
Voorbeeld: Om naar de weergave van spoor 1 te
luisteren terwijl u opneemt naar spoor 2
5.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij
spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw
opname.
6.
Druk op de a toets of begin met
weergeven.
Hierdoor worden zowel de weergave van het
opgenomen spoor als de opname van het andere
spoor gestart.
Als u tijdens het opnemen opnieuw vanaf het begin
de opname wilt starten, houdt u de MIDI REC toets
ingedrukt totdat de Digitale Piano een pieptoon
produceert. De huidige opnamegegevens worden
gewist en het apparaat komt in de opname-
paraatstand te staan.
7.
Druk op de a toets om de opname te
stoppen.
Brandt (weergave) Knippert (opname-paraatstand)
Opname en weergave
NL-19
Weergeven van het geheugen van de
Digitale Piano
1.
Druk op de MIDI REC toets zodat het
bijbehorende lampje gaat branden.
OPMERKING
Wanneer een melodie op beide sporen is
opgenomen, kunt u een spoor uitschakelen en alleen
het andere spoor weergeven als u dat wenst.
2.
Druk op de a toets.
Hierdoor wordt de weergave gestart van de melodie
en/of het spoor dat u heeft geselecteerd.
OPMERKING
U kunt de instelling van het tempo veranderen
terwijl een spoor wordt weergegeven.
Druk nogmaals op a toets om de weergave te
stoppen.
Wissen van opgenomen gegevens
De volgende procedure wist een specifiek spoor van
een melodie.
BELANGRIJK!
De onderstaande procedure wist alle gegevens van
het geselecteerde spoor. Merk op dat de
wisbewerking niet ongedaan gemaakt kan worden.
Controleer of u de gegevens in het geheugen van de
Digitale Piano echt niet meer nodig heeft voordat u
de volgende stappen uitvoert.
1.
Druk een- of tweemaal op de MIDI REC toets
zodat het MIDI REC lampje gaat knipperen.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de a toets om het spoor te
selecteren dat u wilt wissen.
3.
Druk op de MIDI REC toets totdat het
bijbehorende lampje gaat branden.
Hierdoor gaat het lampje knipperen van het spoor
dat u selecteerde in stap 2 van deze procedure.
Voorbeeld: Als u spoor 2 heeft geselecteerd om te wissen
4.
Houd nogmaals de FUNCTION toets
ingedrukt terwijl u op de a toets drukt.
Hierdoor wordt het geselecteerde spoor gewist en
komt het apparaat in de weergave-paraatstand te
staan.
Om de wisbewerking te annuleren, drukt u op de
MIDI REC toets zodat het lampje niet meer brandt.
OPMERKING
Vanaf stap 3 kan enkel de a toets van de Digitale
Piano worden bediend totdat u de wisbewerking in
stap 4 in feite uitvoert. Er kunnen geen andere
toetsen worden bediend.
Uit Knippert: Paraatstand voor wissen
NL-20
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Naast het selecteren van tonen en melodieën (uit de
orkestbegeleiding of muziekbibliotheek) kunt u ook de
FUNCTION toets gebruiken in combinatie met de
klaviertoetsen om het effect, de aanslaggevoeligheid en
andere instellingen te configureren.
1.
Gebruik de “Parameterlijst” op pagina NL-22 -
NL-25 om de instelling te zoeken die u wilt
configureren en maak een notitie van de
details.
2.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor
het configureren van instellingen” op pagina
NL-21 om de plaats op het toetsenbord te
vinden voor het configureren van de
gewenste instelling.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
dan op de klaviertoets die correspondeert
met de instelling die u wilt configureren.
De Digitale Piano laat een bedieningspieptoon
klinken nadat de instelling geconfigureerd is.
Voorbeeld: Om het volume van de orkestbegeleiding te
verlagen, drukt u op de CONCERT PLAY
VOLUME min (–) toets.
4.
Laat de FUNCTION toets los om de
instelprocedure te voltooien.
OPMERKING
U kunt de Digitale Piano zo instellen dat er geen
bedieningspieptoon klinkt in stap 3. Zie

Bedieningspieptoon” onder “Parameterlijst” op
pagina NL-22 - NL-25 voor details.
Bedieningstypen voor de
toetsenbordinstellingen
Er zijn vier typen bediening die u kunt gebruiken bij
het configureren van de instellingen met de
klaviertoetsen: Type A, Type B, Type C en Type D.
Door een toets ingedrukt te houden, wordt de
instelling versneld verhoogd of verlaagd.
Druk beide toetsen tegelijkertijd in om terug te gaan
naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
Om een tweecijferige waarde in te voeren, drukt u
op 0 en dan op 2. Om een driecijferige waarde in te
voeren, drukt u op 0, 2 en dan op 0.
Wanneer u een klaviertoets indrukt, geeft de
Digitale Piano een piepgeluid af om u te laten weten
welke instelling is ingesteld.
Een lange pieptoon geeft aan dat de van toepassing
zijnde instelling uitgeschakeld is.
Voorbeeld: Door terwijl chorus (zweving) uitgeschakeld is
tweemaal op de Chorus klaviertoets te drukken,
laat de Digitale Piano tweemaal een pieptoon
klinken, wat aangeeft dat de Medium Chorus
(medium zweving) instelling geselecteerd is.
OPMERKING
U kunt er achter komen welk bedieningstype past bij
elke instelling door te kijken naar het
“Bedieningstype” in de “Parameterlijst” op pagina
NL-22 - NL-25.
Instellingen configureren met
het toetsenbord
CONCERT PLAY
VOLUME – toets
Type A : Direct invoeren
Type B: Verhogen of verlagen van een instelling met
de + en – klaviertoetsen
Type C: Invoeren van een waarde met de cijfer-
klaviertoetsen (0 t/m 9).
Type D: Tussen twee instellingen heen en weer
schakelen of de instellingen doorlopen door
indrukken van een klaviertoets
Configureren van instellingen met het toetsenbord
NL-21
De nummers t/m  corresponderen met dezelfde nummers in de “Parameterlijst” op pagina NL-22 - NL-25.
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen
(C6) (C7)
(C3) (C4) (C5)
(C1) (C2)
OFF
/
ON
OFF
/
ON
OFF
/
ON
+ +
+
+++ + + + ++
OFF
/
ON
OFF
/
ON
[Linker toetsenbord]
[Volledig]
[Midden toetsenbord]
[Rechter toetsenbord]
LISTEN

Temperament
CONCERT PLAY a (Melodie)

Aanslagvolume

Balans tussen lagen

A-stemming

Transponeren

Helderheid

Toon

PLAY

LESSON
Zweving
Laag pedaal
Dempruis

Basnoot
USB flash-drive modus
Lokale sturing
Zendkanaal

CONCERT PLAY SELECT (Melodie)

CONCERT PLAY VOLUME

Melodie van muziekbibliotheek selecteren/
Tempo/Maatslag/Temperament selectie

Toon

Volume van toetsenbord

Paneelvergrendeling

Octaafverschuiving

Automatisch hervatten

Duetmodus

Bedieningspieptoon

Volume van muziekbibliotheekmelodie

Volume van metronoom

Selectie van gelaagde toon

METRONOME BEAT

METRONOME TEMPO
Nagalm
NL-22
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Tonen
Parameterlijst
Parameter Instellingen
Bedienings-
type
(pagina
NL-20)
Beschrijving Opmerkingen
Nagalm
Uit, 1 t/m 4
Standaardinstelling:
2
A Specificeert de nagalm van de
noten. (pagina NL-8)

Toonselectie
Zie pagina NL-6.
Standaardinstelling:
GRAND PIANO 1
(CONCERT)
A Wijst een toon toe aan het
toetsenbord. (pagina NL-6)
Zweving
Uit, 1 t/m 4
Standaardinstelling:
Uit
D Regelt de breedte van de noten.
(pagina NL-8)

Helderheid
–3 tot 0 tot 3
Standaardinstelling:
0
B Specificeert de helderheid van de
noten. Door indrukken van [+]
worden de noten helderder en
harder. Door indrukken van [–]
worden de noten milder en
zachter.
Druk tegelijkertijd op [+] en [–] om terug te
gaan naar de oorspronkelijke
standaardinstelling (0).

Balans tussen
lagen
–24 tot 0 tot 24
Standaardinstelling:
–10
B Specificeert de balans tussen het
hoofdtoonvolume en het volume
van de gelaagde toon.
(pagina NL-7)
Druk tegelijkertijd op [+] en [–] om terug te
gaan naar de oorspronkelijke
standaardinstelling (–10).
Laag pedaal Uit, Aan
Standaardinstelling:
Uit
D Wanneer deze functie is
ingeschakeld en de BASS (LOWER)
toon wordt geselecteerd, zal bij
indrukken van het demppedaal of
het sostenuto pedaal de
aangehouden nagalm op de BASS
(LOWER) toon worden
uitgeoefend. (pagina NL-7)
Dempruis
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Aan
D In-/uitschakelen van de weergave
van de dempruis. (pagina NL-9)

Selectie van
gelaagde toon
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Uit
D In- of uitschakelen van de
lagenfunctie. (pagina NL-7)
BASS (LOWER) kan niet met een andere
toon worden gelaagd.
Configureren van lageninstellingen wordt
niet ondersteund in geval van opname op
spoor 2.

Duetmodus
Uit, Aan, Pan
Standaardinstelling:
Uit
D In- of uitschakelen van de
duetmodus. (pagina NL-11)
Wanneer Pan is ingesteld, kunnen de
nagalm- en zweving-effecten niet worden
toegepast.
Configureren van instellingen met het toetsenbord
NL-23
Melodie/metronoom
Parameter Instellingen
Bedienings-
type
(pagina
NL-20)
Beschrijving Opmerkingen

Melodie van
muziekbiblio-
theek selecteren
(MUSIC
LIBRARY
SELECT)
1 t/m 70
Standaardinstelling:
1
B
C
Selecteert een melodie uit de
muziekbibliotheek. (pagina NL-15)
Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.

Tempo
(TEMPO)
20 t/m 255
Standaardinstelling:
120
B
C
Specificeert het tempo van de
melodieën tijdens de lesfunctie van
de orkestbegeleiding, de melodieën
van de muziekbibliotheek, de
metronoom, opname en weergave,
enz. (pagina NL-10)
Door tijdens de opname tegelijkertijd op de
+ en – toetsen te drukken wordt een waarde
van 120 ingesteld.

Maatslag
(BEAT)
0 t/m 9
Standaardinstelling:
4
C Specificeert de
metronoommaatslag.
(pagina NL-10)
Het tempo kan niet worden veranderd in de
LISTEN modus of de PLAY modus van de
orkestbegeleiding.

METRONOME
TEMPO
Schakelt een instelmodus in voor
het instellen van het tempo van de
metronoom met de klaviertoetsen.
Gebruik de  TEMPO
klaviertoetsen voor het invoeren
van een tempowaarde.
(pagina NL-10)
Het tempo kan niet worden veranderd in de
LISTEN modus of de PLAY modus van de
orkestbegeleiding.

METRONOME
BEAT
Schakelt een instelmodus in voor
het instellen van de maatslag van
de metronoom met de
klaviertoetsen. Gebruik de  BEAT
klaviertoetsen voor het invoeren
van een maatslagwaarde. (pagina
NL-10)
CONCERT
PLAY a
Weergeven,
stoppen
D Schakelt om tussen weergeven en
stoppen van een melodie uit de
orkestbegeleiding. (pagina NL-13)
Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.
LISTEN
A Schakelt de luisterfunctie van de
orkestbegeleiding in.
(pagina NL-13)
Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.

LESSON
A Schakelt de lesfunctie van de
orkestbegeleiding in.
(pagina NL-14)
Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.

PLAY
A Schakelt de meespeelfunctie van de
orkestbegeleiding in.
(pagina NL-15)
Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.

CONCERT
PLAY SELECT
(Melodie)
(SELECT +/–)
1 t/m 10
Standaardinstelling:
1
B Specificeert het nummer van een
melodie uit de orkestbegeleiding.
(pagina NL-13)
Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.

CONCERT
PLAY
VOLUME
(VOLUME +/–)
0 t/m 42
Standaardinstelling:
32
B Stelt het volumeniveau in van de
weergave van de
orkestbegeleiding.
Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.

Volume van
muziekbiblio-
theekmelodie
0 t/m 42
Standaardinstelling:
42
B Stelt het volumeniveau in van de
weergave van de
muziekbibliotheek.
Deze instelling kan niet worden veranderd
tijdens opnemen.

Volume van
metronoom
0 t/m 42
Standaardinstelling:
36
B Specificeert het volume van de
metronoom. (pagina NL-11)
NL-24
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Toetsenbord
Parameter Instellingen
Bedieningstype
(pagina NL-20)
Beschrijving Opmerkingen



Temperament
Temperament
basnoot
Temperament
selectie
Temperament:
0 t/m 16
Basnoot: C t/m B
Standaardinstellingen:
Temperament:
0 (gelijkzwevend
temperament)
Basnoot: C
<Selecteren van een
temperament>
Houd de
FUNCTION
toets
ingedrukt en druk dan op de van
toepassing zijnde klaviertoetsen zoals
hieronder wordt beschreven.
1. Druk op de

Temperament-
klaviertoets.
2. Gebruik de

Temperament-
selectie klaviertoetsen om het
gewenste temperament te
selecteren.
Als u vanaf hier wilt doorgaan
naar de basnoot-selectie, laat u de
FUNCTION
toets los en gaat
dan door met de onderstaande
procedure.
<Selecteren van een basnoot>
Houd de
FUNCTION
toets
ingedrukt en druk dan op de van
toepassing zijnde klaviertoetsen zoals
hieronder wordt beschreven.
1. Druk op de

Basnoot-klaviertoets.
2. Druk op de klaviertoets van de noot
die u als de basnoot wilt instellen. U
kunt willekeurig welke noot in elk
register instellen.
U kunt de toonschaal
(het stemsysteem) van
het toetsenbord
veranderen van het
standaard
gelijkzwevend
temperament naar een
andere toonschaal die
geschikter is voor het
spelen van Indiase
muziek, Arabische
muziek, klassieke
stukken, enz.
Wanneer u een
ander temperament
dan “Equal”
(Gelijkzwevend)
selecteert, moet u
ook een
basnootinstelling
configureren
(basnoot van het
temperament van
de melodie die
wordt uitgevoerd).
Voor verdere
informatie over
temperamenten
wordt u verwezen
naar een boek dat
muziektheorie
behandelt.
<Temperamenten>
0: Equal /
1: Pure Major /
2: Pure Minor /
3: Pythagorean /
4: Kirnberger 3 /
5: Werckmeister /
6: Gemiddelde toon /
7: Rast /
8: Bayati /
9: Hijaz /
10: Saba /
11: Dashti /
12: Chahargah /
13: Segah /
14: Gurjari Todi /
15: Chandrakauns /
16: Charukeshi

Aanslagvolume
Uit, 1 t/m 3
Standaardinstelling:
2
D
Specificeert de
relatieve
aanslaggevoeligheid
van de klaviertoetsen.
Door een kleine
waarde in te stellen
wordt een krachtiger
geluid geproduceerd
bij een lichte aanslag.
Bij elke druk op de klaviertoets
hoort u een aantal pieptonen
die de huidige instelling
aangeven, zoals hieronder
wordt beschreven.
Eenmaal (lang): Uit
Eenmaal (kort): 1
Tweemaal: 2
Driemaal: 3

Transponeren
–12 tot 0 tot 12
Standaardinstelling:
0
B
Verhoogt of verlaagt
de toonschaal van de
Digitale Piano in
stappen van een halve
toon.
De transponeerinstelling kan niet
in de duetmodus worden
veranderd.
Als de sleutel van de Digitale
Piano verhoogd wordt, kunnen
de hoogste gedeelten in het bereik
vervormd raken.

A-stemming
415,5 Hz tot
440,0 Hz tot
465,9 Hz
Standaardinstelling:
440,0 Hz
B
Verhoogt of verlaagt
de algehele
toonhoogte van de
Digitale Piano in
stappen van 0,1 Hz
vanaf de standaard
toonhoogte van A4 =
440,0 Hz.
Om tussen de onderstaande twee
instellingen om te schakelen,
houdt u de FUNCTION toets
ingedrukt en drukt dan de twee
A-stemmingstoetsen (+ en –)
tegelijk in.
440,0 Hz (1 pieptoon)
442,0 Hz (2 pieptonen)

Octaaf-
verschuiving
–2 tot 0 tot 2
Standaardinstelling:
0
B
Verandert het bereik
van het toetsenbord in
eenheden van een
octaaf.

Volume van
toetsenbord
0 t/m 42
Standaardinstelling:
42
B
Stelt de
volumeniveaus in van
alle gedeelten die
geregeld worden door
het toetsenbord.
Configureren van instellingen met het toetsenbord
NL-25
MIDI en overige instellingen
Parameter Instellingen
Bedienings-
type
(pagina
NL-20)
Beschrijving Opmerkingen
USB flash-drive
modus
MIDI, Storage
(opslag)
Standaardinstelling:
MIDI
DDe MIDI-modus wordt
automatisch ingeschakeld bij de
Digitale Piano wanneer deze met
een USB-kabel op een computer
wordt aangesloten. Selecteer
Storage (opslag) voor het opslaan
van melodiegegevens van het
recordergeheugen naar een
computer of om melodiegegevens
te laden naar het geheugen van de
Digitale Piano. (pagina NL-28)
Nadat deze instelling naar Storage is
veranderd, gaan de GRAND PIANO 1,
GRAND PIANO 2 en R lampjes knipperen
en gaan alle andere lampjes uit.
Alle bedieningsfuncties voor de Digitale
Piano zijn dan gedeactiveerd.
Bij meermalen indrukken van de
klaviertoets voor de USB-apparaatmodus
wordt heen en weer geschakeld tussen de
MIDI en Storage (opslag) modus.
Lokale sturing
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Aan
D Wanneer de lokale sturing “Uit”
staat, is de klankbron van de
Digitale Piano uitgeschakeld
waardoor geen geluid wordt
geproduceerd door de Digitale
Piano bij het aanslaan van de
klaviertoetsen.
Zendkanaal
1 t/m 16
Standaardinstelling:
1
B Specificeert één van de MIDI-
kanalen (1 t/m 16) als het
zendkanaal dat gebruikt wordt
voor het zenden van de MIDI-
berichten naar een extern toestel.

Bedienings-
pieptoon
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Aan
D Het selecteren van “Uit” schakelt
het geluid van de
bedieningspieptoon uit wanneer
een klaviertoets wordt aangeslagen
terwijl de FUNCTION toets is
ingedrukt.
Deze instelling blijft behouden zelfs
wanneer de Digitale Piano wordt
uitgeschakeld.

Paneel-
vergrendeling
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Uit
D Door “Aan” te selecteren voor deze
instelling worden de toetsen van
de Digitale Piano vergrendeld
(behalve de P (aan/uit) toets en
de toetsen die vereist zijn voor het
ontgrendelen), zodat er geen
bediening kan worden uitgevoerd.
Schakel de
bedieningsvergrendeling in
wanneer u het apparaat wilt
beveiligen tegen abusievelijke
bediening van de toetsen.

Automatisch
hervatten
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Uit
D Wanneer Aan is geselecteerd voor
deze functie, onthoudt de Digitale
Piano de instellingen wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld en
herstelt de instellingen dan weer
wanneer het apparaat opnieuw
wordt ingeschakeld.
Wanneer Uit is geselecteerd,
worden de instellingen teruggezet
op de oorspronkelijke
standaardinstellingen telkens
wanneer de Digitale Piano wordt
ingeschakeld.
De onderstaande instellingen worden niet
onthouden, ook wanneer Automatisch
hervatten is ingeschakeld.
Duetmodus
Lagenfunctie
Melodie LR (deel) instelling
Lokale sturing
NL-26
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Uw Digitale Piano kan worden verbonden met een
smartphone, tablet of ander smart-apparaat. Een
speciale app is verkrijgbaar voor weergave van
muziekpartituren en een notenrol-display om hiermee
uw piano-oefeningen te ondersteunen.
Downloaden van de speciale app
Ga naar de onderstaande website om de app te
downloaden en op uw smart-apparaat te installeren.
http://web.casio.com/app/en/
Koppelen aan een applicatie
(APP-functie)
NL-27
Aansluiting op een computer
U kunt de Digitale Piano aansluiten op een computer
en MIDI-gegevens verzenden tussen deze apparaten. U
kunt gegevens van de Digitale Piano zenden naar de
los verkrijgbare muzieksoftware die op uw computer
draait of u kunt MIDI-gegevens vanaf uw computer
zenden naar de Digitale Piano voor weergave.
Hieronder volgen de minimale vereisten voor het
computersysteem wanneer MIDI-gegevens worden
verzonden en ontvangen. Controleer of de computer
voldoet aan deze vereisten voordat u probeert de
Digitale Piano er op aan te sluiten.
Besturingssysteem
Windows Vista
*1
Windows 7
*2
Windows 8.1
*3
Windows 10
*4
macOS (OS X/Mac OS X) 10.7, 10.8, 10.9, 10.10, 10.11,
10.12
USB-poort
BELANGRIJK!
•Probeer nooit aan te sluiten op een computer die
niet voldoet aan de hierboven beschreven vereisten.
Hierdoor kunnen problemen ontstaan bij uw
computer.
BELANGRIJK!
Zorg ervoor dat de stappen van de onderstaande
procedure precies worden opgevolgd. Een foute
aansluiting kan het zenden en ontvangen van
gegevens onmogelijk maken.
1.
Schakel de Digitale Piano uit en start uw
computer.
Start de muzieksoftware op uw computer nog niet!
2.
Nadat uw computer is gestart, sluit u deze
met een los verkrijgbare USB-kabel op de
Digitale Piano aan.
Gebruik een USB-kabel met een USB 2.0 of 1.1 A-B
type stekker.
3.
Schakel de Digitale Piano in.
Als dit de eerste maal is dat u de Digitale Piano
aansluit op uw computer, zal de driversoftware die
vereist is voor het zenden en ontvangen van
gegevens automatisch geïnstalleerd worden op uw
computer.
4.
Start de los verkrijgbare muzieksoftware op
uw computer.
5.
Configureer de instellingen van de
muzieksoftware om “CASIO USB-MIDI” te
selecteren als het MIDI-apparaat.
Zie de gebruikersdocumentatie die met de gebruikte
muzieksoftware wordt geleverd voor nadere
informatie over hoe u het MIDI-apparaat kunt
selecteren.
BELANGRIJK!
Zorg ervoor eerst de Digitale Piano in te schakelen
voordat u de muzieksoftware van uw computer start.
OPMERKING
Nadat de aansluiting eenmaal goed werkt, is het
geen probleem als de USB-kabel aangesloten
gehouden wordt en uw computer en/of uw Digitale
Piano uitgeschakeld wordt.
Voor gedetailleerde technische gegevens en
aansluitingen die van toepassing zijn op het zenden
en ontvangen van MIDI-gegevens door deze
Digitale Piano, wordt u verwezen naar de nieuwste
informatie die wordt verzorgd door de volgende
website.
http://world.casio.com/
Minimale
computersysteemvereisten
*1: Windows Vista (32-bit)
*2: Windows 7 (32-bit, 64-bit)
*3: Windows 8.1 (32-bit, 64-bit)
*4: Windows 10 (32-bit, 64-bit)
Aansluiting van de Digitale
Piano op uw computer
USB-poort van computer
A-stekker
USB-poort van Digitale Piano
B-stekker
USB-kabel (USB 2.0 of
1.1 A-B type stekker)
NL-28
Aansluiting op een computer
Wat is MIDI?
De letters MIDI zijn de afkorting van Musical
Instrument Digital Interface (digitale interface voor
muziekinstrumenten) hetgeen een wereldwijde
standaard voor digitale signalen en aansluitingen is
waardoor het mogelijk is om muziekgegevens uit te
wisselen tussen de muziekinstrumenten en computers
(apparaten) van verschillende fabrikanten.
OPMERKING
Voor details betreffende het gebruik van MIDI,
bezoekt u de CASIO website op:
http://world.casio.com/
.
Zie “Zendkanaal” en “Lokale sturing” op pagina
NL-25.
Volg de procedures in dit hoofdstuk om gegevens uit
het recordergeheugen over te sturen naar een
computer voor opslag en om melodieën naar het
gebruikersmelodiegeheugen (Muziekbibliotheek
61 t/m 70) te laden.
BELANGRIJK!
Wanneer de Digitale Piano wordt uitgeschakeld
terwijl gegevens worden opgeslagen of geladen,
kunnen alle gegevens die in het geheugen zijn
opgeslagen (opgenomen melodieën, enz.) van de
Digitale Piano worden gewist. Let er dus op dat de
stroom niet per ongeluk wordt uitgeschakeld tijdens
opslag- en laadbewerkingen. Als gegevens worden
gewist, duurt het langer dan gewoonlijk voor de
Digitale Piano om op te starten de volgende keer dat
de stroom wordt ingeschakeld (pagina NL-5).
1.
Voer de stappen 1 t/m 3 uit van de procedure
onder “Aansluiting van de Digitale Piano op
uw computer” op pagina NL-27.
2.
Verander de USB-apparaatmodus van de
Digitale Piano naar Storage (opslag).
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan
op de klaviertoets die correspondeert met de USB-
apparaatmodus.
Nadat deze instelling is veranderd, gaan de GRAND
PIANO 1, GRAND PIANO 2 en R lampjes knipperen
en gaan alle andere lampjes uit.
Zie “USB flash-drive modus” op pagina NL-25 voor
meer informatie.
3.
Voer op uw computer de vereiste bediening
uit om de opslagapparaten van uw computer
te tonen.
Het geheugen van deze Digitale Piano verschijnt als
“PIANO” onder “Stations met verwisselbare schijf”.
Gebruik van MIDI
Oversturen van
melodiegegevens met een
computer
Als uw computer onder dit
besturingssysteem draait:
Doe dit:
Windows Vista, Windows 7 Dubbelklik op “Computer”.
Windows 8.1, Windows 10 Open een willekeurige map.
Klik op “PC” in het
navigatievenster.
Mac OS Sla stap 3 over en dubbelklik
op “PIANO” op het
bureaublad van uw Mac.
Aansluiting op een computer
NL-29
4.
Dubbelklik op “PIANO”.
“PIANO” bevat mappen genaamd “MUSICLIB” en
“RECORDER”.
Om een gebruikersmelodie over te sturen naar de
Digitale Piano vanaf uw computer, dient u de
“MUSICLIB” map te openen en de melodie in een
van de genummerde submappen (61 t/m 70) te
plaatsen. Elke submap correspondeert met een
muziekbibliotheeknummer: Submap 61 met
muziekbibliotheek 61, enz.
Wanneer bijvoorbeeld melodiegegevens in submap
61 worden opgeslagen, worden deze door de Digitale
Piano behandeld als de muziekbibliotheek-
melodiegegevens 61.
Om recordermelodiegegevens (.CSR) op een
computer op te slaan, moet u het .CSR bestand in de
RECORDER map naar de computer kopiëren. Om de
opgeslagen melodiegegevens (.CSR) terug naar het
geheugen van de Digitale Piano te brengen, kopieert
u deze naar de RECORDER map.
* Voordat u een opslag- of laadbewerking start, moet
u eerst de bestandsnaamextensie controleren om er
zeker van te zijn dat deze overeenkomt met de
getoonde extensies in deze kolom.
In geval van een melodie die opgenomen is met de
opnamefunctie van de Digitale Piano, verandert u
de bestandsnaam naar een van de namen en
extensies die in deze kolom worden getoond.
BELANGRIJK!
In de standaardconfiguratie voor Windows Vista,
Windows 7, Windows 8.1 en Windows 10 zijn de
extensies voor de bestandsnamen verborgen. Voer
één van de volgende bewerkingen op uw computer
uit om de bestandsnaamextensies te tonen.
Tonen van de bestandsnaamextensies bij Windows
Vista of Windows 7
Tonen van de bestandsnaamextensies bij Windows
8.1 of Windows 10
Laden van een melodie in het
gebruikersmelodiegeheugen
(Muziekbibliotheek 61 t/m 70)
Gegevenstype Mapnaam
Bestandsnaam en
extensie
*
Gebruikers-
melodieën
MUSICLIB .MID: SMF-formaat
gegevens (formaat 0/1)
.CM2: Gegevens in
origineel CASIO-formaat
Recordergeheugen-
gegevens
RECORDER BIDREC01.CSR:
Gegevens in origineel
CASIO-formaat
\RECORDER
\MUSICLIB
\70
\62
\61
\PIANO
.MID bestanden of .CM2 bestanden
.CSR bestand
(gegevens van slechts één melodie)
Geheugen van Digitale Piano
1. Open Mapopties door op de [Start] knop te klikken
en klik daarna op [Configuratiescherm],
[Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen]
en dan [Mapopties].
2. Klik op het [Beeld] tabblad. Schakel onder
[Geavanceerde instellingen] het selectievakje
[Extensies voor bekende bestandstypen verbergen]
uit.
3. Klik op [OK].
1. Open een willekeurige map.
2. Klik op het [Beeld] menu en selecteer daarna het
[Bestandsnaamextensies] selectievakje in de
[Weergeven/verbergen] groep.
1. Open de MUSICLIB map.
2. Kopieer het melodiebestand (.MID of .CM2) naar de
nummer-submap (61 t/m 70) waarvan de naam
(nummer) overeenkomt met het nummer van de
muziekbibliotheeklocatie waar u de melodie wilt
laden.
Als er zich twee bestanden met de
bestandsnaamextensies .MID en .CM2 in de
MUSICLIB map bevinden, worden alleen de
.MID gegevens in het
gebruikersmelodiegeheugen geladen.
NL-30
Aansluiting op een computer
Oversturen van recordergeheugen-
gegevens tussen de Digitale Piano en uw
computer
Om de huidige recordergeheugen-gegevens van uw
Digitale Piano naar uw computer over te sturen, dient u
de RECORDER map te kopiëren naar uw computer.
Om de eerder op uw computer opgeslagen
recordergegevens terug te sturen naar het
recordergeheugen, dient u deze terug te kopiëren naar
de RECORDER map (en de huidige inhoud van de
RECORDER map te vervangen).
5.
Zet de USB-apparaatmodus terug op MIDI
nadat het kopiëren van het bestand is
voltooid.
Gebruikt u een Macintosh, voer dan de
uitwerpbewerking uit (naar de prullenbak slepen).
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan
op de van toepassing zijnde klaviertoets. Zie “USB
flash-drive modus” op pagina NL-25 voor meer
informatie.
Door de USB-apparaatmodus terug te zetten op MIDI
wordt de inhoud van MUSICLIB in het
gebruikersmelodiegeheugen geladen en de inhoud
van RECORDER in het recordergeheugen.
BELANGRIJK!
•Er wordt een gegevensomzettingsfout aangegeven
wanneer de GRAND PIANO 1, GRAND PIANO 2 en
L/R lampjes allemaal branden en alle andere
lampjes uit zijn.
Auteursrechten
De rechten van de makers en houders van
auteursrechten van muziek, beelden,
computerprogramma’s, databases en andere
gegevens worden beschermd door de wetgeving op
auteursrechten. U heeft toestemming om dergelijk
werk enkel voor persoonlijk of niet-commercieel
gebruik te reproduceren. Voor alle andere doeleinden,
alle reproductie (inclusief het omzetten van
gegevensformaten), wijzigingen, het oversturen van
reproducties, het distribueren over een netwerk of
ander g ebruik zonder de toestemming van de houders
van de auteursrechten, maken u ontvankelijk voor
schade-eisen en rechtsvervolging voor inbreuk op de
auteursrechten en het overtreden van de persoonlijke
rechten van de auteur. Denk erom werk waarop
auteursrechten rusten enkel te reproduceren of
anderszins te gebruiken wanneer dit in
overeenstemming is met de van toepassing zijnde
wetgeving op auteursrechten.
NL-31
Voorbereidingen
Voordat u begint met het monteren dient u eerst te
controleren of alle onderstaande onderdelen
aanwezig zijn.
Deze standaard bevat geen van de gereedschappen
die nodig zijn voor de montage. Het wordt aan u
overgelaten om een grote kruiskopschroevendraaier
(+) klaar te leggen.
BELANGRIJK!
•Verwijder het kleefband niet dat het deksel van het
toetsenbord op zijn plaats houdt totdat het monteren
is voltooid. Als het kleefband verwijderd wordt, kan
het deksel van het toetsenbord open en dicht gaan
tijdens het monteren, waardoor er gevaar bestaat op
letsel van uw handen en vingers.
•Gebruik geen andere schroeven dan de schroeven
die met de standaard zijn meegeleverd. Dit om
schade aan de standaard en/of de Digitale Piano te
voorkomen.
•U kunt de schroeven vinden in de plastic zak in het
verpakkingsmateriaal.
Mochten er onderdelen missen of beschadigd zijn,
neem dan contact op met de plaatselijke CASIO
servicedienst.
*LET OP
Om de standaard te monteren, zijn minimaal twee
personen nodig die op een vlakke ondergrond
werken.
Wees voorzichtig dat uw vingers niet klem raken
tussen de onderdelen wanneer u deze aan het
monteren bent.
Leg een viltmat of een zachte doek onder de bank
om rechtstreeks contact tussen het rubber aan de
uiteinden van de poten en het vloeroppervlak te
voorkomen. Rechtstreeks contact van het rubber met
de vloer kan verkleuring, krassen of andere
beschadiging van de vloer veroorzaken.
Wanneer u de Digitale Piano op de vloer zet, let er
dan op dat u het apparaat op iets zachts zet (een
deken, kussen enz.). Zet de Digitale Piano niet
rechtstreeks op de vloer.
OPMERKING
Volg de juiste procedure voor het monteren van de
standaard.
VOORBEREIDINGEN
Haal de kabel van de pedaaleenheid uit het
dwarsstuk .
Monteren van de
instrumentstandaard
Zijpaneel.............................. ×1
Zijpaneel.............................. ×1
Achterpaneel ....................... ×1
Dwarsstuk ........................... ×1
Schroeven ........................... ×4
Schroeven........................... ×6
Schroeven........................... ×2
Schroeven........................... ×2
Schroefdoppen.................... ×4
Klem.................................... ×1
H
IF
GJ
E
A
B
C
D
D
NL-32
Voorbereidingen
1.
Bevestig de zijpanelen en aan het
dwarsstuk
. Maak de zijpanelen met de vier
schroeven vast.
Bij de montage van de onderdelen schuift u de
beugels in de openingen in de uiteinden van het
dwarsstuk
. Als de beugels niet zo ver als
mogelijk in de uiteinden van het dwarsstuk
worden geschoven, kunnen de schroeven niet in
de schroefgaten van de beugels
worden gedraaid,
waardoor de schroefdraad van de schroeven kapot
kan gaan.
Bedek de schroefkoppen met de doppen
.
2.
Monteer met de twee schroeven de linker
en rechter bovenkant van het achterpaneel
aan de beugels
van de zijpanelen en .
BELANGRIJK!
Controleer of het achterpaneel correct is geplaatst
zoals hieronder is beschreven wanneer dit wordt
gemonteerd.
– Voordat u het achterpaneel op zijn plaats
schuift, dient u eerst te controleren of de
schroefgaten die zich ver uit elkaar langs de
onderkant van het paneel bevinden zich aan de
linkerkant bevinden (gezien vanaf de voorkant van
de standaard) en de schroefgaten die zich dichter
bij elkaar bevinden zich rechts bevinden.
Op de plaats schuift u de klem op de schroef
voordat u de schroef monteert.
A
E
E
D
B
I
I
2
1
C
Breed
Smal
3
G
G
4
J
Voorbereidingen
NL-33
3.
Maak vervolgens de onderkant van het
achterpaneel
met de zes schroeven vast.
4.
Stel de hoogtestelschroef af om extra
steun te geven zodat het dwarsstuk
niet
naar beneden buigt wanneer de pedalen
worden ingetrapt.
BELANGRIJK!
Bij het intrappen van de pedalen zonder dat de
hoogtestelschroef is afgesteld, kan het dwarsstuk
beschadigd raken. Zorg ervoor dat altijd de
hoogtestelschroef wordt afgesteld voordat de
pedalen worden bediend.
5.
Plaats de piano op de standaard.
Schuif de piano van achteren op de standaard zodat
de bouten aan de onderkant van de piano in de
gleuven van de beugels op de standaard vallen.
De zijkanten van de piano steken een stukje over het
linker en rechter zijpaneel uit. Schuif de piano zodat
deze aan beide zijden evenveel uitsteekt.
6.
Monteer met de twee schroeven de piano
aan de standaard.
BELANGRIJK!
De schroeven voorkomen dat de piano van de
standaard afvalt. Gebruik de piano nooit zonder de
schroeven te hebben gemonteerd.
C
F
A
B
5
D
Gleuf in beugel
Achterkant van
piano
Zijpaneel van standaard
Piano
Zijpanelen
H
NL-34
Voorbereidingen
1.
Met de kabelstekker van de pedaaleenheid in
de richting aangegeven in de onderstaande
afbeelding, steekt u de stekker in de
pedaalaansluiting aan de onderkant van de
piano.
a.Steek de stekker zo ver mogelijk in de aansluiting.
b.Gebruik de
klem om de pedaalkabel aan het
zijpaneel te bevestigen.
2.
Sluit de netadapter die met de Digitale Piano
wordt meegeleverd (12 V gelijkspanning) aan
op de netadapteraansluiting. Steek de
stekker van het netsnoer van de netadapter
die met de Digitale Piano wordt meegeleverd
in een stopcontact zoals aangegeven in de
onderstaande afbeelding.
Maak het snoer van de netadapter vast door dit aan
de haak naast de netadapteraansluiting te bevestigen.
1.
Steek de lipjes aan de onderkant van de
muziekstandaard in de twee gaten aan de
bovenkant van de piano.
Aansluiten van de kabel
J
a.
b.
Bevestigen van de
muziekstandaard
Netadapterstekker
Netadapter
Stopcontact
Meegeleverd netsnoer
Haak
Voorbereidingen
NL-35
Op de voorrand van de toetsen van het toetsenbord is
beschermband aangebracht om de toetsen tijdens het
transport te beschermen. Verwijder de beschermband
voordat u de Digitale Piano gebruikt.
Trek de beschermband voorzichtig naar u toe zoals
aangegeven in de afbeelding.
Als sommige toetsen iets hoger staan nadat u de
beschermband heeft verwijderd, drukt u op de
toetsen om deze weer in de normale stand terug te
zetten.
Sluit los verkrijgbare hoofdtelefoons aan op de
PHONES/OUTPUT aansluitingen. Door een
hoofdtelefoon aan te sluiten op één van beide
PHONES/OUTPUT aansluitingen wordt de weergave
van de luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u
zelfs midden in de nacht kunt oefenen zonder de buren
wakker te houden. Om uw gehoor te beschermen moet
u erop letten dat het volumeniveau niet te hoog staat
wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.
OPMERKING
Let erop dat u de stekker van de hoofdtelefoon zo
ver mogelijk in een van de PHONES/OUTPUT
aansluitingen steekt. Als u dat niet doet, kunt u het
geluid mogelijk van slechts één van beide kanten
van de hoofdtelefoon horen.
Mocht de stekker van de hoofdtelefoon die u
gebruikt niet passen in een van de PHONES/
OUTPUT aansluitingen, gebruik dan een passende
verloopstekker die u apart in de winkel kunt
aanschaffen.
Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een
verloopstekker nodig is, let er dan op dat de
verloopstekker niet ingestoken blijft als u de
aansluiting van de hoofdtelefoon verbreekt. Mocht
de stekker ingestoken blijven, dan zal er geen geluid
te horen zijn via de luidsprekers.
Verwijderen van de
beschermband van het
toetsenbord
Aansluiten van de
hoofdtelefoon
PHONES/OUTPUT aansluitingen
Voorkant
Stereo standaardstekker
NL-36
Voorbereidingen
U kunt geluidsapparatuur of een versterker aansluiten
op de Digitale Piano en het geluid dan via externe
luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van
een betere kwaliteit te verkrijgen.
BELANGRIJK!
Stel het volume altijd in op een laag niveau met de
VOLUME regelaar wanneer u een apparaat aan
gaat sluiten op de Digitale Piano. Stel het volume op
het gewenste niveau in nadat u de aansluiting tot
stand heeft gebracht.
Lees telkens wanneer u een apparaat op de Digitale
Piano wilt aansluiten eerst de gebruiksaanwijzing
door die met dat apparaat wordt meegeleverd.
Aansluiten van geluidsapparatuur
(Afbeelding )
Breng de aansluitingen met in de handel verkrijgbare
aansluitsnoeren (standaardstekker × 1, penstekker × 2)
tot stand zoals aangegeven in Afbeelding . Let erop
dat het uiteinde van het snoer dat u aansluit op de
Digitale Piano een standaard stereostekker is. Bij het
gebruik van een standaard monostekker wordt slechts
één van de twee stereokanalen afgegeven. Gewoonlijk
dient u de ingangskeuzeschakelaar van de
geluidsapparatuur in te stellen op de aansluiting
waarop de Digitale Piano aangesloten is (AUX IN
enz.). Stel het volume in met de VOLUME regelaar van
de Digitale Piano.
Aansluiten van een muziekversterker
(Afbeelding )
Sluit het aansluitsnoer* aan op één van de typen
versterkers getoond in Afbeelding .
Stel het volume in met de VOLUME regelaar van de
Digitale Piano.
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
gebruik met deze Digitale Piano.
Het gebruik van niet erkende accessoires kan
resulteren in brand, een elektrische schok of
persoonlijk letsel.
OPMERKING
U kunt informatie betreffende de accessoires die los
verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO catalogus die
beschikbaar is bij uw winkelier en van de CASIO
website op het volgende internetadres.
http://world.casio.com/
Aansluiten van geluidsapparatuur
of een versterker
* Digitale Piano : Stereo standaardstekker
Versterker : Voert de signalen in voor het linker
en het rechter kanaal. Door één van
beide stekkers niet aan te sluiten
wordt slechts één van de twee
stereokanalen afgegeven.
INPUT 1
INPUT 2
AUX IN aansluiting enz. van de geluidsversterker
Gitaarversterker,
toetsenbordversterker enz.
Penstekker
Penaansluiting Standaardstekker
RIGHT (rechts-rood)
Naar één van beide PHONES/OUTPUT aansluitingen van de Digitale Piano
Stereo standaardstekker
Penstekker (rood)
Penstekker (wit)
LEFT (links-wit)
Meegeleverde en los
verkrijgbare accessoires
NL-37
Referentie
Oplossen van moeilijkheden
Probleem Maatregel
Zie
pagina
Er wordt geen geluid
geproduceerd bij het aanslaan
van een klaviertoets.
1. Draai de VOLUME regelaar meer in de richting van “MAX”. NL-6
2. Haal de stekkers uit de PHONES/OUTPUT aansluitingen. NL-35
3. Schakel de instelling voor lokale sturing in. NL-25
De toonhoogte van de Digitale
Piano is uitgeschakeld.
1. Zet de transponeerinstelling op “0”. Of schakel de stroom uit en dan weer in. NL-24
2. Zet de stemmingsinstelling op 440,0 Hz. Of schakel de stroom uit en dan weer
in.
NL-24
3. Verander de instelling van de octaafverschuiving naar 0. NL-24
4. Zet de temperamentinstelling op “0: Equal”, wat de standaard moderne
stemming is.
NL-24
Er gebeurt niets wanneer ik een
pedaal indruk.
Controleer of de pedaalstekker correct en volledig naar binnen is gestoken.
NL-34
De tonen en/of effecten klinken
vreemd. Uitschakelen en dan
weer inschakelen van de
stroom lost het probleem niet
op.
Voorbeeld: De intensiteit van de
noten verandert niet zelfs als ik
de druk op de klaviertoetsen
verander.
Zet de functie voor Automatisch hervatten uit en schakel daarna de stroom uit en
vervolgens weer in.
NL-25
Het is niet mogelijk gegevens
over te sturen na het aansluiten
van de Digitale Piano op een
computer.
1. Controleer of de USB-kabel aangesloten is op de Digitale Piano en de
computer, en of de juiste apparatuur geselecteerd is met de muzieksoftware
van de computer.
NL-27
2. Schakel de Digitale Piano uit en sluit dan de muzieksoftware op uw computer
af. Schakel de Digitale Piano vervolgens weer in en start dan de
muzieksoftware op uw computer weer.
Het duurt een lan
ge tijd voordat
de Digitale Piano klaar is voor
gebruik na het inschakelen.
Het duurt ongeveer 20 seconden na het inschakelen van de stroom om de
geheugenformatteerbewerking uit te voeren. Wacht totdat de
formatteerbewerking is voltooid. Merk op dat u de Digitale Piano niet moet
uitschakelen terwijl het oversturen van gegevens naar een computer plaatsvindt.
NL-28
De kwaliteit en het volume van
een toon klinken ietwat anders
afhankelijk van waar deze op
het toetsenbord gespeeld
wordt.
Dit is een onvermijdelijk resultaat van het digitale samplingproces
*
en duidt verder niet op
een storing.
* Meerdere digitale monsters worden genomen voor het lage, het midden en het hoge
bereik van het oorspronkelijke muziekinstrument. Daardoor kunnen er zich kleine
verschillen voordoen in de toonkwaliteit en het toonvolume tussen de verschillende
samplingbereiken.
Bij indrukken van een toets
wordt de weergegeven noot
eventjes onderbroken of is er
een subtiel verschil in hoe de
effecten worden toegepast.
Dit gebeurt wanneer de geluiden van meerdere delen tegelijkertijd klinken terwijl lagen
worden gebruikt, de duetmodus in werking is, een ingebouwde melodie wordt
weergegeven, een opname plaatsvindt, enz. Door onder dergelijke omstandigheden een
toets in te drukken verandert de bij de toon ingebouwde effectinstelling waardoor noten
tijdelijk onderbroken kunnen w orden of waardoor een subtiel verschil kan optreden in hoe
de effecten worden toegepast.
Ik wil alle gegevens en
instellingen van de Digitale
Piano op de
standaardinstellingen
terugzetten.
Houd de FUNCTION, MIDI REC en GRAND PIANO 2 toets ingedrukt en druk dan op de
aan/uit-toets om de stroom in te schakelen.
Ik wil een bepaalde instelling op
de standaardwaarde
terugzetten.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan de + en – klaviertoetsen van de instelling
tegelijk in.
NL-38
Referentie
Wijzigingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden.
Technische gegevens
Model AP-270BK/AP-270BN/AP-270WE
Toetsenbord Piano-toetsenbord met 88 toetsen en met aanslagvolume
Maximale polyfonie 192 noten
Toon 22 typen
Lagen (exclusief bastonen)
Akoestieksimulator Dempresonantie (dempruis aan/uit), hamerrespons
Effecten Helderheid (–3 tot 0 tot 3), nagalm (4 typen), zweving (4 typen), DSP
Metronoom Maatslagen: 0 t/m 9
Tempobereik: 20 t/m 255
DuetmodusInstelbaar toonbereik (–2 t/m 2 octaven)
Orkestbegeleiding Melodieën: 10
•Volume van melodie: Instelbaar
Onderdeel aan/uit: L, R (alleen bij de lesfunctie)
•3 functies: LISTEN, LESSON, PLAY
Muziekbibliotheek Melodieën: 60; 10 download-melodieën (tot ongeveer 90 KB per melodie,
in totaal tot ongeveer 900 KB voor 10 melodieën)*
* Gebaseerd op 1 KB = 1024 bytes
•Volume van melodie: Instelbaar
Onderdeel aan/uit: L, R
Recorder MIDI-recorder
Modi: Real-time opname, weergave
Melodieën: 1
Sporen: 2
Capaciteit: Ongeveer 5000 noten in totaal
Opnameopslag: Ingebouwd flash-geheugen
Pedalen Demppedaal (ondersteuning voor halverwege intrappen), sostenuto, zacht
Overige functies Aanslagvolume: 3 niveaus, Uit
Transpositie: 2 octaven (–12 tot 0 tot +12)
Stemming: 415,5 Hz tot 440,0 Hz tot 465,9 Hz (stappen van 0,1 Hz)
Temperament: Equal + 16 andere typen
Octaafverschuiving: 4 octaven (–2 tot 0 tot +2)
Paneelvergrendeling
MIDI 16-kanaals multi-klankkleuren ontvangst
Ingangs-/uitgangsaansluitingen PHONES/OUTPUT-aansluitingen: Stereo standaardaansluiting × 2
Netadapteraansluiting: 12 V gelijkspanning
USB-poort: Type B
Pedaalaansluiting
Luidsprekers Ø12 cm × 2 (uitgangsvermogen: 8 W
+ 8 W)
Stroomvereisten Netadapter: AD-A12150LW
•Automatische stroomonderbreker: Ongeveer 4 uur; kan worden geannuleerd.
Stroomverbruik 12 V = 18 W
Afmetingen Piano en standaard: 141,7 (B) × 43,2 (D) × 82,1 (H) cm
Gewicht Piano en standaard: Ongeveer 36,6 kg
A-1
Appendix
Toonlijst
Toonnaam
Programmaveran-
dering
Bankselectie MSB
GRAND PIANO 1 CONCERT 0 0
MELLOW 1 0
BRIGHT 2 0
GRAND PIANO 2 CONCERT 3 0
MELLOW 4 0
BRIGHT 5 0
MODERN PIANO 6 0
ROCK PIANO 7 0
JAZZ PIANO 8 0
ELEC.PIANO 1 9 0
ELEC.PIANO 2 10 0
FM E.PIANO 11 0
60’S E.PIANO 12 0
HARPSICHORD 13 0
VIBRAPHONE 14 0
STRINGS 1 15 0
STRINGS 2 16 0
PIPE ORGAN 17 0
JAZZ ORGAN 18 0
ELEC.ORGAN 1 19 0
ELEC.ORGAN 2 20 0
BASS(LOWER) 21 0
Orkestbegeleidingslijst
Melodienummer
Melodienaam
1Je Te Veux
2 Vltava (Má vlast)
3Canon
4 Tableaux d’Une Exposition “Promenade”
5 Piano Concerto No.20 K.466 2nd Mov.
6 Polovetzian Dance (Prince Igor)
7 Sonate K.331 1st Mov.
8 Violin Concerto 1st Mov.
9 Jesus, Bleibet Meine Freude
10 Melody In F
Muziekbibliotheeklijst
Melodienummer
Melodienaam
01 Nocturne Op.9-2
02 Fantaisie-Impromptu Op.66
03 Étude Op.10-3 “Chanson de l’adieu”
04 Étude Op.10-5 “Black Keys”
05 Étude Op.10-12 “Revolutionary”
06 Étude Op.25-9 “Butterflies”
07 Prélude Op.28-7
08 Valse Op.64-1 “Petit Chien”
09 Valse Op.64-2
10 Moments Musicaux 3
11 Impromptu Op.90-2
12 Marche Militaire 1 (Duet)
13 Frühlingslied [Lieder Ohne Worte Heft 5]
14 Fröhlicher Landmann [Album für die Jugend]
15 Von fremden Ländern und Menschen [Kinderszenen]
16 Träumerei [Kinderszenen]
17 Tambourin
18
Menuet BWV Anh.114
[Clavierbüchlein der Anna Magdalena Bach]
19 Inventio 1 BWV 772
20 Inventio 8 BWV 779
21 Inventio 13 BWV 784
22 Praeludium 1 BWV 846 [Das Wohltemperierte Klavier 1]
23 Le Coucou
24 Gavotte
25 Sonatina Op.36-1 1st Mov.
26 Sonatine Op.20-1 1st Mov.
27 Sonate K.545 1st Mov.
28 Sonate K.331 3rd Mov. “Turkish March”
29 Rondo K.485
30 Für Elise
31 Marcia alla Turca
32 Sonate Op.13 “Pathétique” 1st Mov.
33 Sonate Op.13 “Pathétique” 2nd Mov.
34 Sonate Op.13 “Pathétique” 3rd Mov.
35 Sonate Op.27-2 “Moonlight” 1st Mov.
36 Rhapsodie 2
37 Waltz Op.39-15 (Duet)
38 Liebesträume 3
39 Blumenlied
40 La Prière d’une Vierge
41 Csikos Post
42 Humoresque Op.101-7
43 Melodie [Lyrische Stücke Heft 2]
44 Sicilienne Op.78
45 Berceuse [Dolly] (Duet)
46 Arabesque 1
47 La Fille aux Cheveux de Lin [Préludes]
48 Passepied [Suite bergamasque]
49 Gymnopédie 1
50 Je Te Veux
51 Salut d’Amour
52 The Entertainer
53 Maple Leaf Rag
54 L’arabesque [25 Etüden Op.100]
55 La Styrienne [25 Etüden Op.100]
56 Ave Maria [25 Etüden Op.100]
57 Le retour [25 Etüden Op.100]
58 La chevaleresque [25 Etüden Op.100]
59 No.13 [Études de Mécanisme Op.849]
60 No.26 [Études de Mécanisme Op.849]
Melodienummer
Melodienaam
Function Transmitted Recognized Remarks
Basic
Channel
1 - 16
1 - 16
1 - 16
1 - 16
Default
Changed
Note
Number
0 - 127 0 - 127
0 - 127
*
1True voice
After
Touch
Control
Change
X
X
X
O
Pitch Bender
XO
Key’s
Ch’s
Velocity
O
9nH v = 1 - 127
X
8nH v = 64
O
9nH v = 1 - 127
X
9nH v = 0, 8nH v =
**
Note ON
Note OFF
Mode
Mode 3
X
Mode 3
X
Default
Messages
Altered
0,32
1
5
6, 38
7
10
11
16
17
18
19
64
65
Bank select
Modulation
Portamento Time
Data entry LSB, MSB
*2
Volume
Pan
Expression
DSP Parameter0
*2
DSP Parameter1
*2
DSP Parameter2
*2
DSP Parameter3
*2
Damper
Portamento Switch
Model AP-270 Version : 1.0
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
X
X
X
O
X
X
X
X
X
X
O
X
MIDI Implementation Chart
*1: Hangt af van de toon.
**: geen relatie
Program
Change
OO
0 - 127:True #
System Exclusive
OO
System
Common
X
X
X
X
X
X
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
Aux
Messages
Remarks
System
Real Time
O
O
X
X
: Clock
: Commands
66
67
76
77
78
80
81
82
83
84
88
91
93
100, 101
Sostenuto
Soft pedal
Vibrato rate
Vibrato depth
Vibrato delay
DSP Parameter4
*2
DSP Parameter5
*2
DSP Parameter6
*2
DSP Parameter7
*2
Portamento Control
High resolution velocity prefix
*3
Reverb send
Chorus send
RPN LSB, MSB
*2
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes
X : No
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
X
X
X
X
X
X
X
X
O
X
O
X
*2
X
O
X
O
X
X
O
O
X
O
O
X
: All sound off
:
Reset all controller
: Local ON/OFF
: All notes OFF
: Active Sense
: Reset
*2: Zie voor details “MIDI Implementation” op Casio’s homepage http://world.casio.com/.
*3: Noot aan alleen
MA1708-C
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43

Casio AP-270 Handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
Handleiding