Casio CDP-S90 Handleiding

Type
Handleiding
NL
CDP-S90
CDPS90-D-2A
GEBRUIKSAANWIJZING
Omslag
Klaarmaken van de voeding In- en uitschakelen van de
stroom
Aansluiten van een pedaal Gebruik van een hoofdtelefoon
Selecteren van een toon Veranderen van de
toonhoogte in stappen van een
halve toon (Transponeren)
Fijnstemmen van een
toonhoogte (Stemming)
Luisteren naar
demonstratiemelodieën
Gebruik van effecten Koppelen aan een
smartapparaat (APP-functie)
NL-1
Overzicht en instellingen NL-2
Algemene gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-2
Klaarmaken van de voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-3
In- en uitschakelen van de stroom . . . . . . . . . . . . . .NL-5
Terugzetten van de Digitale Piano naar de
standaardinstellingen die in de fabriek
ingesteld waren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-6
Aansluiten van een pedaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-6
Gebruik van een hoofdtelefoon . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-6
Gebruik van de Digitale Piano NL-7
Luisteren naar demonstratiemelodieën. . . . . . . . . . .NL-7
Lijst met demonstratiemelodieën . . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Selecteren van een toon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Gebruik van effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-9
Gebruik van de metronoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-10
Koppelen aan een smartapparaat (APP-functie) . .NL-11
Configureren van de instellingen NL-11
Veranderen van het aanslagvolume
van het toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-11
Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon (Transponeren) . . . .NL-12
Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming) . . . .NL-13
Veranderen van de pieptooninstelling. . . . . . . . . . .NL-14
Configureren van de MIDI-instellingen . . . . . . . . . .NL-15
Aansluiten van externe toestellen NL-16
Aansluiten op audio-apparatuur . . . . . . . . . . . . . . .NL-16
Aansluiten van een computer . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-17
Referentie NL-18
Oplossen van moeilijkheden . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-18
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-20
Toonlijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-21
Toetsenbordfunctielijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-22
MIDI Implementation Chart
Inhoudsopgave
Meegeleverde en los verkrijgbare
accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
gebruik met deze Digitale Piano.
Het gebruik van niet erkende accessoires kan resulteren in
brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel.
U kunt informatie betreffende de accessoires die los
verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO catalogus die
beschikbaar is bij uw winkelier en op de CASIO website
toegankelijk via het onderstaande internetadres of QR-
code.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/CDP-S90/
Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de inhoud van deze handleiding is verboden. Met uitzondering van uw eigen
persoonlijke gebruik, is het aanwenden van de inhoud van deze handleiding voor niet-bedoelde doeleinden zonder de
uitdrukkelijke toestemming van CASIO verboden onder de wetgeving inzake auteursrechten.
IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM (INCLUSIEF EN ZONDER
BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE
BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE ONMOGELIJKHEID TOT
HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS ALS CASIO EROP ATTENT GEMAAKT IS DAT
DE MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE BESTAAT.
De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud.
Het product kan er in werkelijkheid anders uitzien dan zoals is aangegeven in de afbeeldingen van deze
gebruiksaanwijzing.
De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden gebruikt, kunnen geregistreerde handelsmerken van
derden zijn.
NL-2
Overzicht en instellingen
Algemene gids
1 P (aan/uit) toets
2 Volumeregelaar (VOLUME)
3 Functietoets (FUNCTION)
4 Vleugeltoets (GRAND PIANO)
5 USB-poort (USB)
6 Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
7 Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting
(PHONES/OUTPUT)
8 Audio-ingangsaansluiting (AUDIO IN)
9 12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
bk Functies die aan de klaviertoetsen zijn
toegewezen*
2
5
bk
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8A0
1 2 3 4
6 7 8 9
Achterkant
*
1
NL-3
Overzicht en instellingen
*1 Namen van toetsenbordnoten en toonhoogten
De namen van de toetsenbordnoten en de toonhoogten die in
deze handleiding worden gebruikt, volgen de internationale
standaard. Midden C is C4, de laagste C is C1 en de hoogste
C is C8. De onderstaande afbeelding (C4 t/m C5) toont de
namen van de toetsenbordnoten.
*2 Functies die aan de klaviertoetsen zijn toegewezen
Terwijl de 3 FUNCTION toets ingedrukt wordt gehouden
kunt u deze klaviertoetsen gebruiken om instellingen te
veranderen, zoals de huidige geselecteerde toon enz. De
meeste functies die met de klaviertoetsen kunnen worden
veranderd, zijn op het toetsenbord aangegeven. Bijvoorbeeld,
de toonnamen toegewezen aan de TONE-instellingstoetsen
(C3 t/m A3) zijn boven de klaviertoetsen aangegeven.
Merk op dat sommige toegewezen functies niet boven de
toetsen zijn aangegeven. Zie “Toetsenbordfunctielijst
(pagina NL-22) voor informatie over alle functies die aan de
klaviertoetsen zijn toegewezen.
Klaarmaken van de muziekstandaard
Uw Digitale Piano maakt gebruik van een netadapter voor de
voeding.
Hoewel deze Digitale Piano ook op batterijen kan worden
gebruikt, verdient het toch aanbeveling om het instrument
met de netadapter te gebruiken.
Gebruik van de netadapter
Let erop dat u alleen de netadapter gebruikt die voor deze
Digitale Piano wordt voorgeschreven. Het gebruik van een
ander type netadapter kan problemen veroorzaken.
Gebruik nooit de netadapter (JEITA standaard, met een
uniforme polariteitsstekker) die met deze Digitale Piano
meegeleverd wordt om een ander toestel aan te sluiten
dan deze Digitale Piano. Dit kan namelijk resulteren in
een defect.
Zorg ervoor dat u de stroom van de Digitale Piano
uitschakelt voordat u de aansluiting van de netadapter
tot stand brengt of verbreekt.
De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is
normaal en duidt niet op een defect.
C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5
C
4E
D
4F
4A
D
4B
D
4
Muziekstandaard
Klaarmaken van de voeding
Voorgeschreven netadapter: AD-A12150LW
(JEITA standaardstekker)
Stopcontact
Netadapter
9 DC 12V
Netsnoer
Overzicht en instellingen
NL-4
Neem de onderstaande belangrijke
voorzorgsmaatregelen in acht om schade aan het
netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
Trek nooit met geweld aan het snoer.
Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de
aansluiting.
Wanneer het toestel wordt verplaatst
Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te
trekken voordat u de Digitale Piano verplaatst.
Tijdens opslag
Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer maar
wind het snoer nooit om de netadapter.
Steek nooit metaal, potloden of andere voorwerpen in
de 12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V) van dit
product. Dit kan namelijk een ongeluk veroorzaken.
Gebruik het netsnoer dat bij dit product wordt geleverd
niet met een ander toestel.
Sluit de netadapter op een stopcontact aan dat zich
dicht in de buurt van de Digitale Piano bevindt. U kunt
de stekker dan meteen uit het stopcontact trekken als
er een probleem optreedt.
De netadapter is enkel bedoeld voor gebruik
binnenshuis. Zet de netadapter niet op een plaats waar
deze nat kan worden. Plaats ook nooit een vaas of een
andere bak met vloeistof op de netadapter.
Dek de netadapter niet af met een krant, tafelkleed,
gordijn of een of andere doek.
Als u de Digitale Piano voor langere tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de stekker uit het stopcontact te
trekken.
De netadapter kan niet gerepareerd worden. Als de
netadapter defect is of beschadigd raakt, moet u een
nieuwe aanschaffen.
Werkingsomgeving van de netadapter
Temperatuur: 0 t/m 40°C
Vochtigheid: 10% tot 90% RV
Uitgangspolariteit: &
Gebruik op batterijen
Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de
batterijen inlegt.
Het wordt aan u overgelaten om zes los verkrijgbare
alkalibatterijen aan te schaffen.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
wanneer de Digitale Piano ondersteboven wordt
gedraaid om de batterijen te plaatsen.
Wees voorzichtig dat uw vingers niet onder de
Digitale Piano klem komen te zitten waardoor u letsel
oploopt.
Let op dat de Digitale Piano niet valt of op andere
wijze aan een harde schok wordt blootgesteld. Door
een harde schok kunnen de volumeknop en de
klaviertoetsen worden beschadigd.
1.
Open het batterijdeksel aan de onderkant van
de Digitale Piano.
2.
Leg zes AA-formaat batterijen in het
batterijcompartiment.
Let erop dat de positieve + en negatieve - kanten van
de batterijen in de richting wijzen aangegeven op de
Digitale Piano.
3.
Steek de lipjes van het batterijdeksel in de
gaten aan de kant van het batterijcompartiment
en sluit vervolgens het deksel.
Lipjes
NL-5
Overzicht en instellingen
Aanduiding voor lege batterijen
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, gaat het lampje van de
1P(aan/uit) toets knipperen. Vervang de batterijen in dat
geval.
Wanneer u de Digitale Piano gebruikt terwijl de
batterijen bijna leeg zijn, kan het instrument plotseling
worden uitgeschakeld. Hierdoor kunnen de gegevens
die het geheugen van de Digitale Piano zijn
opgeslagen, beschadigd raken of verloren gaan.
1.
Druk op de 1P(aan/uit) toets om de Digitale
Piano in te schakelen.
Het aan/uit-indicatielampje gaat branden en de
Digitale Piano wordt ingeschakeld. Het opstarten duurt
een paar seconden.
Gebruik 2 VOLUME om het volume in te stellen.
2.
Houd de 1P(aan/uit) toets ingedrukt totdat
het aan/uit-indicatielampje uitgaat om de
Digitale Piano uit te schakelen.
Wanneer de 1P(aan/uit) toets wordt ingedrukt om de
stroom uit te schakelen, komt de Digitale Piano op standby
te staan. Er blijft nog kleine hoeveelheid stroom in de
Digitale Piano lopen wanneer deze in de standby-toestand
staat. Als u de Digitale Piano voor langere tijd niet gebruikt
of als er onweer in de buurt is, dient u de stekker uit het
stopcontact te trekken.
Als de stroom wordt uitgeschakeld, keren alle instellingen
van de Digitale Piano terug naar de oorspronkelijke
standaardinstellingen. De stemmingsinstelling (pagina
NL-13) blijft echter in het geheugen bewaard.
Deze Digitale Piano is ontworpen om automatisch
uitgeschakeld te worden om te voorkomen dat stroom wordt
verspild wanneer gedurende een vooringestelde tijd geen
bediening wordt uitgevoerd. De activeringstijd voor de
automatische stroomonderbreker is ongeveer vier uur bij
gebruik op netspanning of zes minuten bij gebruik op
batterijen.
U kunt de onderstaande procedure volgen om de
automatische stroomonderbreker naar wens in of uit te
schakelen.
In- of uitschakelen van de automatische
stroomonderbreker
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan
tegelijkertijd op de B6 (automatische
stroomonderbreker) klaviertoets.
Telkens wanneer u op de B6 klaviertoets drukt, hoort u
een korte pieptoon. Een lage pieptoon betekent dat de
automatische stroomonderbreker is uitgeschakeld en
een hoge pieptoon betekent dat deze is ingeschakeld.
2.
Laat 3 FUNCTION los nadat de gewenste
instelling is gemaakt.
In- en uitschakelen van de stroom
Automatische stroomonderbreker
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B6 (automatische stroomonderbreker) toets
Overzicht en instellingen
NL-6
Voer de onderstaande procedure uit wanneer u de
opgeslagen gegevens en instellingen van de Digitale Piano
wilt terugzetten op de standaard-fabrieksinstellingen.
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en voer dan de
onderstaande stappen (1) en (2) uit.
(1) Druk op de E7 (fabrieksinstellingen) klaviertoets.
Er klinkt nu een korte pieptoon.
Door onderstaande stap (2) uit te voeren wordt de
Digitale Piano geïnitialiseerd en teruggezet op de
standaard-fabrieksinstellingen. Als u besluit om de
initialisatie toch te annuleren, laat u
3 FUNCTION los.
(2) Druk op de G7 (uitvoeren) klaviertoets.
Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon,
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid en de initialisatie is begonnen.
Het duurt even voordat de initialisatie is voltooid.
Nadat de instellingen zijn teruggezet op de
standaard-fabrieksinstellingen, wordt de Digitale
Piano automatisch uitgeschakeld.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Door het meegeleverde pedaal (SP-3) op de 6 DAMPER
PEDAL aansluiting aan te sluiten wordt het mogelijk om het
pedaal te gebruiken als een demppedaal.
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen zullen
de noten die u aanslaat blijven nagalmen.
Achterkant
Door een hoofdtelefoon te gebruiken wordt het geluid van de
ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u
zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen.
Zorg ervoor altijd het volumeniveau laag in te stellen
voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
Er wordt geen hoofdtelefoon meegeleverd met de Digitale
Piano.
Gebruik een los verkrijgbare hoofdtelefoon. Zie pagina
NL-1 voor informatie over de verkrijgbare opties.
Luister niet voor lange tijd met een hoog volume via de
hoofdtelefoon. Dit kan namelijk resulteren in
gehoorschade.
Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een
verloopstekker nodig is, let er dan op dat de
verloopstekker niet ingestoken blijft als u de
aansluiting van de hoofdtelefoon verbreekt. Mocht de
stekker ingestoken blijven, dan zal er geen geluid te
horen zijn via de luidsprekers.
Terugzetten van de Digitale Piano
naar de standaardinstellingen die
in de fabriek ingesteld waren
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
E7 (fabrieksinstellingen) toets
G7 (uitvoeren) toets
Aansluiten van een pedaal
Gebruik van een hoofdtelefoon
6 DAMPER PEDAL aansluiting (standaardaansluiting (6,3 mm))
SP-3
7 PHONES/OUTPUT
aansluiting (stereo mini-aansluiting (3,5 mm))
Stereo ministekker
NL-7
1.
Druk 3 FUNCTION en 4 GRAND PIANO
tegelijk in.
Hierdoor wordt de weergave van de twee
demonstratiemelodieën gestart.
Bij weergave van demonstratiemelodieën worden de
instellingen van de Digitale Piano automatisch
geoptimaliseerd voor de demonstratiemelodie die
wordt weergegeven.
Om tijdens het weergeven om te schakelen tussen de
demonstratiemelodieën, houdt u 3 FUNCTION
ingedrukt en drukt dan op de [–] (D4) of [+] (E}4)
klaviertoets.
De weergave van de demonstratiemelodieën wordt
herhaald totdat u de bediening in de onderstaande
stap 2 uitvoert.
2.
Druk op 3 FUNCTION of 4 GRAND PIANO
om de weergave van de demonstatiemelodieën
te stoppen.
Als de automatische stroomonderbreker is ingeschakeld,
zal de stroom automatisch bij het bereiken van de
activeringstijd worden uitgeschakeld wanneer er geen
bediening wordt uitgevoerd, ook als er
demonstratiemelodieën worden weergegeven. Indien
gewenst kunt u de automatische stroomonderbreker
uitschakelen zoals beschreven onder “In- of uitschakelen
van de automatische stroomonderbreker” (pagina NL-5).
Deze Digitale Piano heeft 10 ingebouwde tonen. In aanvulling
op het gebruik van één enkele toon, kunt u ook twee
verschillende tonen selecteren en die tegelijk laten klinken.
Gebruik de toonklaviertoetsen (C3 t/m A3) om een toon te
selecteren.
•ZieToonlijst” (pagina NL-21) en “Toetsenbordfunctielijst
(pagina NL-22) voor informatie over de toonnamen.
Druk op 4 GRAND PIANO. U kunt de GRAND PIANO
STANDARD toon ook selecteren via de bediening
beschreven onder “Selecteren van één enkele toon (pagina
NL-8).
Bij het selecteren van deze toon gaat het lampje van de
4 GRAND PIANO toets branden.
De GRAND PIANO STANDARD toon is de standaardtoon
wanneer de Digitale Piano wordt ingeschakeld.
Het lampje van de 4 GRAND PIANO toets brandt niet
tijdens weergave van de demonstratiemelodieën.
Gebruik van de Digitale
Piano
Luisteren naar
demonstratiemelodieën
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
[–] toets (D4)
[+] toets (E}4)
Lijst met demonstratiemelodieën
Melodie-
nummer
Melodienaam Toonnaam
1 Prélude
[Suite bergamasque]
GRAND PIANO
STANDARD
2 Origineel ELEC.PIANO 1
Selecteren van een toon
Selecteren van de GRAND PIANO
STANDARD toon
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
Toontoetsen (C3 t/m A3)
Toonnamen
Gebruik van de Digitale Piano
NL-8
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
een van de toonklaviertoetsen (C3 t/m A3).
Om bijvoorbeeld HARPSICHORD te selecteren, houdt
u 3 FUNCTION ingedrukt en drukt dan op de
HARPSICHORD klaviertoets (F{3). Er klinkt een korte
pieptoon om de instelling te bevestigen.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de toonklaviertoets (C3 t/m A3) van de eerste
toon en daarna op die van de tweede toon die u
gelaagd wilt laten klinken.
Om bijvoorbeeld HARPSICHORD en STRINGS
gelaagd te laten klinken, houdt u 3 FUNCTION
ingedrukt en drukt dan op de HARPSICHORD
klaviertoets (F{3) en daarna op de STRINGS
klaviertoets (G3).
Bij het indrukken van de klaviertoets voor de eerste
toon hoort u een korte pieptoon en bij het indrukken
van de klaviertoets voor de tweede toon hoort u een
korte en dan een lange pieptoon waarmee wordt
aangegeven dat de tonen waarvan u de toetsen heeft
ingedrukt gelaagd zullen klinken.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Wanneer u nu op een enkele klaviertoets drukt,
klinken gelijktijdig de HARPSICHORD en STRINGS
tonen.
Voer de procedure uit onder “Selecteren van één enkele
toon” (pagina NL-8) om de functie voor gelaagde tonen uit
te schakelen. U kunt ook op 4 GRAND PIANO drukken
waardoor de toetsenbordtoon wordt overgeschakeld naar
enkel GRAND PIANO STANDARD.
Selecteren van één enkele toon
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
HARPSICHORD toets (F{3)
Twee tonen gelaagd laten klinken
HARPSICHORD toets (F{3)
STRINGS toets (G3)
NL-9
Gebruik van de Digitale Piano
Uw Digitale Piano heeft een aantal effecten waarmee de
nagalm van de noten kan worden veranderd (nagalm) en
effecten die de noten dieper en ruimtelijker maken (zweving).
Toevoegen van nagalm aan de noten
1.
Houd de 3 FUNCTION toets ingedrukt en
voer dan de onderstaande procedure (A) of (B)
uit.
(A) Druk op de REVERB klaviertoets (E}5) om de
beschikbare instellingen te doorlopen.
Bij elke druk op de toets verandert de instelling. De
pieptonen geven aan welke instelling is
geselecteerd, zoals hieronder beschreven.
1 keer lage pieptoon: Nagalm uit.
1 t/m 4 keer hoge pieptoon: Het aantal pieptonen
geeft het geselecteerde nagalmtype aan. Vier
hoge pieptonen betekent dat Virtual Hall* is
geselecteerd.
* Dit is een akoestisch effect dat het gevoel
creëert van het spelen in een klassieke
concertzaal.
U kunt de instelling ook veranderen door op de [+]
klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4) te
drukken.
Om terug te keren naar de standaardinstelling
houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4) klaviertoetsen
tegelijk ingedrukt totdat er een lange pieptoon
klinkt.
(B) Druk op de REVERB klaviertoets (E}5) en druk dan
op een klaviertoets binnen het bereik [0] (E4: UIT)
t/m [4] (A}4: Virtual Hall).
Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid en dat de nagalminstelling die
overeenkomt met de toets die u heeft ingedrukt nu
geactiveerd is.
Wanneer een klaviertoets buiten het bereik van de
insteltoetsen wordt ingedrukt, klinkt er een hoge
en dan een lage pieptoon waarmee wordt
aangegeven dat de instelling niet is veranderd.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Toevoegen van het zwevingseffect aan de noten
1.
Houd de 3 FUNCTION toets ingedrukt en
voer dan de onderstaande procedure (A) of (B)
uit.
(A) Druk op de CHORUS klaviertoets (E5) om de
beschikbare instellingen te doorlopen.
Bij elke druk op de toets verandert de instelling. De
pieptonen geven aan welke instelling is
geselecteerd, zoals hieronder beschreven.
1 keer lage pieptoon: Zweving uit.
1 t/m 4 keer hoge pieptoon: Het aantal pieptonen
geeft het geselecteerde zwevingstype aan.
U kunt de instelling ook veranderen door op de [+]
klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4) te
drukken.
Om terug te keren naar de standaardinstelling
houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4) klaviertoetsen
tegelijk ingedrukt totdat er een lange pieptoon
klinkt.
(B) Druk op de CHORUS klaviertoets (E5) en druk dan
op een klaviertoets binnen het bereik [0] (E4: UIT) t/m
[4] (A
}
4: Zweving 4).
Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid en dat de zwevingsinstelling die
overeenkomt met de toets die u heeft ingedrukt nu
geactiveerd is.
Wanneer een klaviertoets buiten het bereik van de
insteltoetsen wordt ingedrukt, klinkt er een hoge
en dan een lage pieptoon waarmee wordt
aangegeven dat de instelling niet is veranderd.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Gebruik van effecten
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
013
24
[0] (E4) t/m [4] (A}4) toetsen
[+] toets (E}4)
[–] toets (D4)
REVERB toets (E}5)
CHORUS toets (E5)
Gebruik van de Digitale Piano
NL-10
De metronoom laat een regelmatige toon klinken om het
tijdsverloop te markeren. Gebruik de metronoom wanneer u
bij muziekstudie wilt oefenen om het tempo vast te houden.
De metronoominstellingen (maatslag, tempo, volume)
kunnen worden veranderd terwijl de metronoom klinkt of
gestopt is.
Starten of stoppen van de metronoom
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de METRONOME ON/OFF klaviertoets (B}3).
Veranderen van de maatslag van de metronoom
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en voer dan de
onderstaande stappen (1) en (2) uit.
(1) Druk op de METRONOME BEAT klaviertoets (C4).
(2)
Druk op een klaviertoets binnen het bereik [0] (E4) t/m
[9] (C{5) om de gewenste maatslag op te geven.
U kunt de maatslag ook verhogen of verlagen door
op de [+] klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4)
te drukken.
Als bij de bediening van een toets de bovenste of
onderste grenswaarde zou worden overschreden,
klinkt er een hoge en dan een lage pieptoon om
aan te geven dat de instelling niet hoger of lager
kan worden gemaakt.
Om terug te keren naar de standaardinstelling
houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4) klaviertoetsen
tegelijk ingedrukt totdat er een lange pieptoon
klinkt.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Veranderen van het tempo van de metronoom
U kunt een metronoomtempo instellen in het bereik lopend
van 20 t/m 255 maatslagen per minuut (bpm). Voer altijd
drie cijfers in. Om een tweecijferige waarde in te voeren,
voert u nul (0) in voor het niet gebruikte eerste cijfer.
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en voer dan de
onderstaande stappen (1) en (2) uit.
(1) Druk op de METRONOME TEMPO klaviertoets (B3).
(2) Gebruik de [0] (E4) t/m [9] (C{5) klaviertoetsen om
de driecijferige tempowaarde in te voeren.
Om bijvoorbeeld een tempowaarde van 80 bpm in te
voeren, drukt u de klaviertoetsen in deze volgorde in:
[0] (E4) 3 [8] (C5) 3 [0] (E4). Bij het invoeren van
het derde en laatste cijfer klinkt er een korte en dan
een lange pieptoon waarmee wordt aangegeven dat
de waarde die u heeft ingevoerd wordt toegepast.
U kunt het tempo ook verhogen of verlagen door
op de [+] klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4)
te drukken.
Om terug te keren naar de standaardinstelling
(120 bpm) houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4)
klaviertoetsen tegelijk ingedrukt totdat er een
lange pieptoon klinkt.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Gebruik van de metronoom
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
013578
246 9
[0] (E4) t/m [9] (C{5) toetsen
[+] toets (E}4)
[–] toets (D4)
METRONOME VOLUME toets (C{4)
METRONOME BEAT toets (C4)
METRONOME TEMPO toets (G3)
METRONOME ON/OFF toets (B}3)
Instelling Beschrijving
0 De maatslagen zijn niet geaccentueerd.
1 Alle maatslagen zijn geaccentueerd.
2-9
(Standaard-
instelling: 4)
Specificeert het aantal maatslagen per maat
tussen 2 en 9. Er klinkt alleen een
accentgeluid bij de eerste maatslag.
NL-11
Instellen van het metronoomvolume
U kunt een waarde voor het metronoomvolume instellen in
het bereik lopend van 0 (geen geluid) tot 42 (maximum).
Voer altijd twee cijfers in. Om een ééncijferige waarde in te
voeren, voert u nul (0) in voor het niet gebruikte eerste
cijfer.
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en voer dan de
onderstaande stappen (1) en (2) uit.
(1) Druk op de METRONOME VOLUME klaviertoets
(C{4).
(2) Gebruik de [0] (E4) t/m [9] (C{5) klaviertoetsen om
een tweecijferige volumewaarde in te voeren.
Om bijvoorbeeld een volumewaarde van 8 in te
voeren, drukt u de klaviertoetsen in deze volgorde in:
[0] (E4) 3 [8] (C5). Bij het invoeren van het tweede
en laatste cijfer klinkt er een korte en dan een lange
pieptoon waarmee wordt aangegeven dat de waarde
die u heeft ingevoerd wordt toegepast.
U kunt het volume ook verhogen of verlagen door
op de [+] klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4)
te drukken.
Om terug te keren naar de standaardinstelling (36)
houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4) klaviertoetsen
tegelijk ingedrukt totdat er een lange pieptoon
klinkt.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Nadat u de Digitale Piano aan een smartphone, tablet of
ander smartapparaat heeft gekoppeld, kunt u de Digitale
Piano bedienen vanaf het gekoppelde smartapparaat (Piano-
afstandsbediening).
Downloaden van de app voor het smartapparaat
Download de Chordana Play for Piano app van de CASIO-
website en installeer deze op het smartapparaat.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/CDP-S90/
Koppelen aan een smartapparaat
Nadat de Chordana Play for Piano app op het smartapparaat
is geïnstalleerd, gebruikt u een los verkrijgbare USB-kabel om
de USB-poort van het smartapparaat te verbinden met de
USB-poort van de Digitale Piano.
Nadat het smartapparaat met de Digitale Piano is verbonden,
kan het smartapparaat worden gebruikt voor de bediening van
de piano. Zie de gebruikersdocumentatie van de app voor
details betreffende de bediening.
U kunt kiezen uit vier instellingen voor het aanslagvolume. De
instelling bepaalt hoe het volume van de Digitale Piano
verandert als reactie op hoe sterk de klaviertoetsen worden
ingedrukt.
Veranderen van de instelling voor het
aanslagvolume
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en voer dan de
onderstaande procedure (A) of (B) uit.
(A) Druk op de TOUCH RESPONSE klaviertoets (D5).
Bij elke druk op de toets verandert de instelling. Er
klinkt een pieptoon die aangeeft welke instelling
met de toets is geselecteerd.
U kunt de instelling ook veranderen door op de [+]
klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4) te
drukken.
Om terug te keren naar de standaardinstelling
houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4) klaviertoetsen
tegelijk ingedrukt totdat er een lange pieptoon
klinkt.
Koppelen aan een smartapparaat
(APP-functie)
Configureren van de
instellingen
Veranderen van het aanslagvolume
van het toetsenbord
Pieptoon Instelling Beschrijving
Eén lage
pieptoon
Uit Aanslagvolume is uitgeschakeld.
Het geluidsvolume ligt vast
ongeacht de snelheid van het
aanslaan van de klaviertoetsen.
Eén hoge
pieptoon
Licht Sterk geluid zelfs bij weinig druk
Twee hoge
pieptonen
Normaal
(stan-
daardin-
stelling)
Normaal aanslagvolume
Drie hoge
pieptonen
Zwaar Normaal geluid zelfs bij sterke
druk
[0] (E4) t/m [3] (G4) toetsen
[+] toets (E}4)
[–] toets (D4)
TOUCH RESPONSE toets (D5)
Configureren van de instellingen
NL-12
(B) Druk op de TOUCH RESPONSE klaviertoets (D5) en
druk dan op een klaviertoets binnen het bereik [0]
(E4: UIT) t/m [3] (G4: Zwaar).
Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid en dat de instelling voor het
aanslagvolume die overeenkomt met de toets die
u heeft ingedrukt nu geactiveerd is.
Wanneer een klaviertoets buiten het bereik van de
insteltoetsen wordt ingedrukt, klinkt er een hoge
en dan een lage pieptoon waarmee wordt
aangegeven dat de instelling niet is veranderd.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van de
Digitale Piano verhogen of verlagen in stappen van een halve
toon. U kunt deze functie gebruiken om de toon van het
toetsenbord te verhogen of verlagen en een stuk te spelen in
een toonaard die voor u meer geschikt is of om de toonaard
aan te passen aan de zanger enz.
U kunt de transponeerinstelling veranderen binnen het bereik
lopend van –12 halve tonen tot 0 tot +12 halve tonen.
Veranderen van de transponeerinstelling in
stappen van een halve toon
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de TRANSPOSE– klaviertoets (F5) om de
toonhoogte met een halve toon te verlagen of
op de TRANSPOSE+ klaviertoets (F{5) om de
toonhoogte met een halve toon te verhogen.
Telkens wanneer u op de klaviertoets drukt, hoort u
een korte hoge toon. Er klinkt een lage toon wanneer
de transponeerinstelling door het indrukken van een
toets nul (0) wordt.
Als bij de bediening van een toets de bovenste of
onderste grenswaarde zou worden overschreden,
klinkt er een hoge en dan een lage pieptoon om aan te
geven dat de instelling niet hoger of lager kan worden
gemaakt.
U kunt de ingestelde waarde ook verhogen of verlagen
door op de [+] klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4)
te drukken.
Om terug te keren naar nul (0) houdt u de
TRANSPOSE– (F5) en TRANSPOSE+ (F{5)
klaviertoetsen tegelijk ingedrukt totdat er een lange
pieptoon klinkt.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon
(Transponeren)
[0] (E4) t/m [9] (C{5) toetsen
[+] toets (E}4)
[–] toets (D4)
TRANSPOSE– toets (F5)
TRANSPOSE+ toets (F{5)
NL-13
Configureren van de instellingen
Een waarde invoeren voor het opgeven van de
transponeerinstelling
Wanneer de waarde die u wilt instellen binnen het bereik
van 0 tot +12 halve tonen is, kunt u de onderstaande
procedure gebruiken om de gewenste waarde rechtstreeks
in te voeren.
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en voer dan de
onderstaande stappen (1) en (2) uit.
(1) Druk op de TRANSPOSE– klaviertoets (F5) of de
TRANSPOSE+ klaviertoets (F{5).
(2) Gebruik de [0] (E4) t/m [9] (C{5) klaviertoetsen om
een tweecijferige transponeerwaarde in te voeren.
Om bijvoorbeeld een transponeerwaarde van 8 halve
tonen in te voeren, drukt u de klaviertoetsen in deze
volgorde in: [0] (E4) 3 [8] (C5). Bij het invoeren van
het tweede en laatste cijfer klinkt er een korte en dan
een lange pieptoon waarmee wordt aangegeven dat
de waarde die u heeft ingevoerd wordt toegepast.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
De stemmingsfunctie specificeert de frequentie van de A4
noot. U kunt de frequentie instellen in het bereik van 415,5 Hz
t/m 465,9 Hz. De oorspronkelijke standaardinstelling is
440,0 Hz.
De instelling die u maakt, blijft in het geheugen bewaard ook
wanneer de Digitale Piano wordt uitgeschakeld.
Veranderen van de stemmingsinstelling
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en voer dan de
onderstaande stappen (1) t/m (3) uit.
Als bij de bediening van een toets tijdens de stappen (1) t/m
(3) de bovenste of onderste grenswaarde zou worden
overschreden, klinkt er een hoge en dan een lage pieptoon
om aan te geven dat de instelling niet hoger of lager kan
worden gemaakt.
(1) Druk op de TUNE– klaviertoets (G5) of de TUNE+
klaviertoets (A}5).
Bij indrukken van de TUNE– toets (G5) wordt de
huidige toonhoogte-instelling met 0,1 Hz verlaagd
en bij indrukken van TUNE+ (A}5) met 0,1 Hz
verhoogd.
Als u alleen maar de huidige toonhoogte-instelling
wilt fijnafstellen, gaat u direct door naar stap (3)
hieronder.
Fijnstemmen van een toonhoogte
(Stemming)
[0] (E4) t/m [9] (C{5) toetsen
[+] toets (E}4)
[–] toets (D4)
TUNE– toets (G5)
TUNE+ toets (A}5)
Configureren van de instellingen
NL-14
(2) Om een toonhoogtewaarde in te voeren, gebruikt u
de [0] (E4) t/m [9] (C{5) klaviertoetsen om het hele
getal in te stellen dat de frequentie (Hz) van de A4
noot aangeeft.
Om bijvoorbeeld een frequentie van 442 Hz in te
voeren, drukt u de klaviertoetsen in deze volgorde
in: [4] (A}4) 3 [4] (A}4) 3 [2] (F{4). Bij het
invoeren van het derde en laatste cijfer klinkt er
een korte en dan een lange pieptoon waarmee
wordt aangegeven dat de waarde die u heeft
ingevoerd wordt toegepast.
U kunt een waarde instellen in het bereik lopend
van 416 t/m 465 Hz.
(3) Voor fijnafstelling in stappen van 0,1 Hz drukt u op
de TUNE– klaviertoets (G5) om de toonhoogte met
0,1 Hz te verlagen of op de TUNE+ klaviertoets (A}5)
om de toonhoogte met 0,1 Hz te verhogen.
Telkens wanneer u op de klaviertoets drukt, hoort
u een pieptoon. De pieptoon is hoger wanneer de
instelling bij het indrukken van de toets een heel
getal bereikt.
U kunt een waarde instellen in het bereik lopend
van 415,5 t/m 465,9 Hz.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke
standaardinstelling houdt u de TUNE– (G5) en
TUNE+ (A}5) klaviertoetsen tegelijk ingedrukt
totdat er een lange pieptoon klinkt.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
U kunt de 3 FUNCTION toets gebruiken zoals hieronder
beschreven om de pieptoon in en uit te schakelen.
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de B7 (pieptoon) klaviertoets.
Telkens wanneer u op de B7 klaviertoets drukt, hoort u
een korte pieptoon. Een lage pieptoon betekent dat de
pieptoonfunctie wordt uitgeschakeld en een hoge
pieptoon betekent dat de pieptoonfunctie wordt
ingeschakeld.
2.
Druk op 3 FUNCTION nadat u de gewenste
instelling heeft gemaakt.
Veranderen van de
pieptooninstelling
B7 (pieptoon) klaviertoets
NL-15
Configureren van de instellingen
Toetsenbordkanaal
Deze instelling specificeert een kanaal tussen 1 t/m 16 als het
MIDI-kanaal dat wordt gebruikt voor het verzenden van
gegevens naar een extern apparaat (standaardinstelling:
Kanaal 1).
Lokale sturing
Wanneer deze instelling is uitgeschakeld, wordt de
uitvoeringsinformatie (MIDI-gegevens) door de Digitale Piano
verzonden, maar wordt er geen geluid door de Digitale Piano
weergegeven. Deze instelling wordt gebruikt wanneer u
alleen MIDI-gegevens naar een extern apparaat wilt
verzenden (standaardinstelling: Aan).
Veranderen van het toetsenbordkanaal
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en voer dan de
onderstaande stappen (1) en (2) uit.
(1) Druk op de G6 (toetsenbordkanaal) klaviertoets.
(2) Gebruik de [0] (E4) t/m [9] (C{5) klaviertoetsen om
een tweecijferig nummer voor het toetsenbordkanaal
in te voeren.
Om bijvoorbeeld toetsenbordkanaal 8 in te voeren,
drukt u de klaviertoetsen in deze volgorde in: [0] (E4)
3 [8] (C5). Bij het invoeren van het tweede en
laatste cijfer klinkt er een korte en dan een lange
pieptoon waarmee wordt aangegeven dat de waarde
die u heeft ingevoerd wordt toegepast.
U kunt het kanaalnummer ook verhogen of
verlagen door op de [+] klaviertoets (E}4) of [–]
klaviertoets (D4) te drukken.
Om terug te keren naar de standaardinstelling
houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4) klaviertoetsen
tegelijk ingedrukt totdat er een lange pieptoon
klinkt.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
In- en uitschakelen van de lokale sturing
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de A6 (lokale sturing) klaviertoets.
Telkens wanneer u op de A6 klaviertoets drukt, hoort u
een korte pieptoon. Een lage pieptoon betekent dat de
lokale sturing wordt uitgeschakeld en een hoge
pieptoon betekent dat de lokale sturing wordt
ingeschakeld.
2.
Druk op 3 FUNCTION nadat u de gewenste
instelling heeft gemaakt.
Configureren van de MIDI-
instellingen
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
013578
246 9
[0] (E4) t/m [9] (C{5) toetsen
[+] toets (E}4)
[–] toets (D4)
G6 (toetsenbordkanaal) toets
A6 (lokale sturing) toets
NL-16
Deze Digitale Piano kan aangesloten worden op los
verkrijgbare apparatuur zoals een stereotoren, een versterker,
opnameapparatuur of een draagbare audiospeler.
Weergeven van de toetsenbordnoten via de
audio-apparatuur
Voor de aansluiting zijn los verkrijgbare snoeren nodig, die u
zelf dient aan te schaffen.
De aansluitsnoeren dienen aan een kant een stereo
ministekker te hebben en aan de andere kant een stekker
die past bij de configuratie van de externe apparatuur.
Schakel de externe apparatuur uit bij het tot stand
brengen van de verbinding. Nadat de aansluiting
eenmaal tot stand is gebracht, dient u de
volumeniveaus van de Digitale Piano en de externe
apparatuur laag te zetten telkens wanneer u de stroom
in- of uitschakelt.
Schakel na het maken van de aansluiting de stroom
van de Digitale Piano in en vervolgens die van de
externe apparatuur.
Als de toetsenbordnoten vervormd klinken via de
externe audio-apparatuur, verlaag dan de instelling van
het volume van de Digitale Piano.
Weergeven van de externe apparatuur via de
Digitale Piano
Voor de aansluiting zijn los verkrijgbare snoeren nodig, die u
zelf dient aan te schaffen.
De aansluitsnoeren dienen aan een kant een 3-polige
stereo ministekker te hebben en aan de andere kant een
stekker die past bij de configuratie van de externe
apparatuur.
Bij het weergeven via de Digitale Piano van geluid dat
vanaf externe apparatuur komt, moet het volumeniveau van
het geluid op de externe apparatuur worden ingesteld.
U kunt het volumeniveau niet op de Digitale Piano instellen.
Schakel de Digitale Piano uit tijdens het tot stand
brengen van de aansluitingen. Nadat de aansluiting
eenmaal tot stand is gebracht, dient u de
volumeniveaus van de Digitale Piano en de externe
apparatuur laag te zetten telkens wanneer u de stroom
in- of uitschakelt.
Schakel na het maken van de aansluiting de stroom
van de externe apparatuur in en vervolgens die van de
Digitale Piano.
Als de noten van de externe apparatuur die via de
luidsprekers van de Digitale Piano worden
weergegeven vervormd klinken, moet u de instelling
van het volumeniveau op de externe apparatuur
verlagen.
Aansluiten van externe
toestellen
Aansluiten op audio-apparatuur
7 PHONES/OUTPUT aansluiting van Digitale Piano
(stereo mini-aansluiting (3,5 mm))
Stereo ministekker
Audio-apparatuur, versterker
enz.
3-polige stereo ministekker
8 AUDIO IN aansluiting van Digitale Piano
(stereo mini-aansluiting (3,5 mm))
Draagbare audiospeler enz.
NL-17
Aansluiten van externe toestellen
U kunt de Digitale Piano aansluiten op een computer en MIDI-
gegevens verzenden tussen deze apparaten. U kunt
gegevens vanaf de Digitale Piano zenden naar de
muzieksoftware die op uw computer draait of u kunt MIDI-
gegevens vanaf uw computer zenden naar de Digitale Piano
voor weergave.
Minimale computersysteemvereisten
Hieronder zijn de minimale computersysteemvereisten
aangegeven voor het zenden en ontvangen van MIDI-
gegevens. Controleer of de computer voldoet aan deze
vereisten voordat u probeert de Digitale Piano er op aan te
sluiten.
Besturingssysteem
Windows 7 *
1
Windows 8.1 *
2
Windows 10 *
3
macOS (OS X / Mac OS X) 10.7, 10.8, 10.9, 10.10, 10.11,
10.12, 10.13, 10.14, 10.15
*1 Windows 7 (32-bit, 64-bit)
*2 Windows 8.1 (32-bit, 64-bit)
*3 Windows 10 (32-bit, 64-bit)
USB-poort
Probeer nooit aan te sluiten op een computer die niet
voldoet aan de hierboven beschreven vereisten.
Hierdoor kunnen problemen ontstaan bij uw computer.
Voor de meest recente informatie over de ondersteunde
besturingssystemen kunt u de website bezoeken op het
onderstaande webadres of QR-code.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/CDP-S90/
Aansluiten van de Digitale Piano op uw computer
Zorg ervoor dat de stappen van de onderstaande
procedure precies worden opgevolgd. Een foute
aansluiting kan het zenden en ontvangen van
gegevens onmogelijk maken.
1.
Schakel de Digitale Piano uit en start uw
computer.
Start de muzieksoftware op uw computer nog niet!
2.
Nadat uw computer is gestart, sluit u deze met
een los verkrijgbare USB-kabel op de Digitale
Piano aan.
Gebruik een USB-kabel met een USB 2.0 of 1.1 A-B
type stekker.
3.
Schakel de Digitale Piano in.
Als dit de eerste maal is dat u de Digitale Piano
aansluit op uw computer, zal de driversoftware die
vereist is voor het zenden en ontvangen van gegevens
automatisch geïnstalleerd worden op uw computer.
4.
Start de los verkrijgbare muzieksoftware op uw
computer.
5.
Configureer de instellingen van de
muzieksoftware en selecteer “CASIO USB-
MIDI” als het MIDI-apparaat.
Zie de gebruikersdocumentatie die met de gebruikte
muzieksoftware wordt geleverd voor nadere informatie
over hoe u het MIDI-apparaat kunt selecteren.
Zorg ervoor eerst de Digitale Piano in te schakelen
voordat u de muzieksoftware van uw computer start.
Nadat de aansluiting eenmaal goed werkt, is het geen
probleem als de USB-kabel aangesloten gehouden wordt
en uw computer en/of uw Digitale Piano uitgeschakeld of
ingeschakeld wordt.
Voor gedetailleerde technische gegevens en aansluitingen
die van toepassing zijn op het zenden en ontvangen van
MIDI-gegevens door deze Digitale Piano, wordt u verwezen
naar de nieuwste informatie die wordt verzorgd door de
website op het onderstaande webadres of QR-code.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/CDP-S90/
•ZieConfigureren van de MIDI-instellingen” (pagina NL-15)
voor informatie over de MIDI-instellingen.
Aansluiten van een computer
NL-18
Referentie
Oplossen van moeilijkheden
Symptoom Maatregel
Bijgeleverde accessoires
Ik kan iets niet vinden wat er toch hoort te zijn. Controleer zorgvuldig wat er in de verpakking zit.
Stroomvereisten
De stroom kan niet worden ingeschakeld. Controleer de netadapter of zorg ervoor dat de batterijen in de
juiste richting wijzen (pagina NL-3).
Vervang de batterijen door nieuwe of schakel over op stroom van
het lichtnet via de netadapter (pagina NL-3).
De stroom wordt niet ingeschakeld bij indrukken van
de 1P (aan/uit) toets.
Druk 1P (aan/uit) stevig en volledig in om de stroom in te
schakelen.
De Digitale Piano geeft een hard geluid weer en
schakelt dan plotseling uit.
Vervang de batterijen door nieuwe of schakel over op stroom van het
lichtnet via de netadapter (pagina NL-3).
De Digitale Piano schakelt plotseling uit nadat deze
een tijdje ingeschakeld heeft gestaan.
Het is mogelijk dat de automatische stroomonderbreker (pagina NL-5)
in werking is getreden. Druk op de 1P (aan/uit) toets om de stroom
weer in te schakelen.
Geluid
Er gebeurt niets bij aanslaan van een klaviertoets. Controleer de volume-instelling (pagina NL-5).
Controleer of er iets op de 7 PHONES/OUTPUT aansluiting aan
de achterkant van de Digitale Piano is aangesloten.
Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle
instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina
NL-5).
De metronoom klinkt niet. Controleer de instelling van het metronoomvolume en stel dit indien
nodig af (pagina NL-11).
Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle
instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina
NL-5).
De noten blijven klinken zonder dat ze stoppen. Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle
instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina
NL-5).
Vervang de batterijen door nieuwe of schakel over op stroom van
het lichtnet via de netadapter (pagina NL-3).
Sommige noten worden afgesneden terwijl ze
weergegeven worden.
Noten worden afgesneden telkens wanneer het aantal noten dat klinkt
de maximale polyfonische waarde van 64 (32 bij bepaalde tonen)
overschrijdt. Dit duidt niet op een defect.
De instelling voor het volume of de toon die ik heb
gemaakt is veranderd.
Controleer de volume-instelling (pagina NL-5).
Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle
instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina
NL-5).
Vervang de batterijen door nieuwe of schakel over op stroom van
het lichtnet via de netadapter (pagina NL-3).
Het uitgangsvolume verandert niet zelfs wanneer ik
de aanslag van de klaviertoetsen verander.
Verander de instelling van het aanslagvolume (pagina NL-11).
Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle
instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina
NL-5).
In bepaalde bereiken van het toetsenbord kunnen
het volume en de toonkwaliteit ietwat afwijken van
andere bereiken.
Dit komt door systeembeperkingen. Dit duidt echter niet op een
defect.
De toonhoogte komt niet overeen met andere
begeleidende instrumenten of klinkt vreemd bij het
meespelen met andere instrumenten.
Controleer de instellingen voor transponeren (pagina NL-12) en
stemmen en stel deze indien nodig af (pagina NL-13).
Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle
instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina
NL-5).
NL-19
Referentie
De nagalm van de noten verandert plotseling. Controleer de nagalminstelling en stel deze indien nodig af (pagina
NL-9).
Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle
instellingen van de Digitale Piano terug te stellen (resetten) (pagina
NL-5).
Aansluiting van een computer
Het is niet mogelijk om gegevens uit te wisselen
tussen de Digitale Piano en een computer.
Controleer of de USB-kabel is aangesloten op de Digitale Piano en
de computer en of de apparatuur die is geselecteerd overeenkomt
met de instellingen van de muzieksoftware van de computer
(pagina NL-17).
Schakel de Digitale Piano uit en sluit dan de muzieksoftware op uw
computer af. Schakel de Digitale Piano vervolgens weer in en start
dan de muzieksoftware op uw computer weer.
Symptoom Maatregel
NL-20
Referentie
Wijzigingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden.
Technische gegevens
Model CDP-S90BK
Toetsenbord Piano-toetsenbord met 88 toetsen en met aanslagvolume
Maximale polyfonie 64 noten
Tonen 10, lagenfunctie
Effecten Nagalm (4 typen), zweving (4 typen)
Metronoom Maatslagbel: 0 (uit), 1 t/m 9 (maatslagen)
Tempobereik: 20 t/m 255
Demonstratiemelodieën 2
Pedalen Demppedaal
Overige functies Aanslagvolume: 3 typen, Uit
Transponeren: –12 tot 0 tot 12 halve tonen
Stemming: A4 = 415,5 Hz t/m 465,9 Hz (standaardwaarde: 440,0 Hz), variabel in
stappen van 0,1 Hz
MIDI 16-kanaals multi-klankkleuren ontvangst
Ingangsaansluitingen/
uitgangsaansluitingen
PHONES/OUTPUT-aansluiting: Stereo mini-aansluiting (3,5 mm)
Uitgangsspanning: 1,2 V (RMS) MAX
Stroom: 12 V gelijkstroom
AUDIO IN-aansluiting: Stereo mini-aansluiting (3,5 mm)
Ingangsimpedantie: 10 k
Ω
Ingangsspanning: 200 mV
USB-poort: TYPE B
DAMPER PEDAL-aansluiting: Standaardaansluiting (6,3 mm)
Luidsprekers 12 cm × 6 cm (ovaal) × 2 (uitgangsvermogen 8 W + 8 W)
Stroomvoorziening 2-weg stroomvoorziening
Batterijen 6 AA-formaat alkalibatterijen
Levensduur van batterijen Ongeveer 13 uur continue werking op alkalibatterijen
Netadapter AD-A12150LW
Automatische stroomonderbreker Ongeveer 4 uur (netadapter) / 6 minuten (batterijen) na de laatste toetsbediening; functie
kan worden geannuleerd.
Stroomverbruik 12 V = 8 W
Afmetingen 132,2 (B) × 23,2 (D) × 9,9 (H) cm
Gewicht Ongeveer 10,5 kg (zonder batterijen)
NL-21
Referentie
Toonlijst
Toonnaam
Programma-
verandering
Bankselectie
MSB
GRAND PIANO STANDARD 0 0
GRAND PIANO MELLOW 1 0
GRAND PIANO BRIGHT 2 0
ELEC.PIANO 1 3 0
ELEC.PIANO 2 4 0
ELEC.PIANO 3 5 0
HARPSICHORD 6 0
STRINGS 7 0
PIPE ORGAN 8 0
JAZZ ORGAN 9 0
NL-22
Referentie
Toetsenbordfunctielijst
Nootnaam Toegewezen functie (aangegeven boven de klaviertoets)
C3 Vleugel (GRAND PIANO) Standaard (STANDARD)
C{3 Vleugel (GRAND PIANO) Zacht (MELLOW)
D3 Vleugel (GRAND PIANO) Helder (BRIGHT)
E}3 Elek. piano (ELEC. PIANO) 1
E3 Elek. piano (ELEC. PIANO) 2
F3 Elek. piano (ELEC. PIANO) 3
F{3 Clavecimbel (HARPSICHORD)
G3 Snaarinstrument (STRINGS)
A}3 Pijporgel (PIPE ORGAN)
A3 Jazzorgel (JAZZ ORGAN)
B}3 Metronoom (METRONOME) Aan/Uit (ON/OFF)
B3 Tempo (TEMPO)
C4 Maatslag (BEAT)
C{4 Volume (VOLUME)
D4 Tempo/Maatslag/Volume (TEMPO/BEAT/VOLUME)
E}4 +
E4 0
F4 1
F{42
G4 3
A}44
A4 5
B}46
B4 7
C5 8
C{5 9
D5 Aanslagvolume (TOUCH RESPONSE)
E}5 Nagalm (REVERB)
E5 Zweving (CHORUS)
F5 Transponeren (TRANSPOSE)
F{5+
G5 Stemming (TUNE)
A}5+
De onderstaande functies zijn niet boven de klaviertoetsen aangegeven.
G6 Toetsenbordkanaal
A6 Lokale sturing
B6 Automatische stroomonderbreker
E7 Terug naar fabrieksinstellingen
G7 Uitvoeren
B7 Pieptoon
A0
C1
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
Function Transmitted Recognized Remarks
Basic
Channel
1
1 - 16
1 - 16
1 - 16
Default
Changed
Note
Number
0 - 127
0 - 127
*
1
21 - 108
True voice
After
Touch
Control
Change
X
X
X
O
Pitch Bender
OX
Key’s
Ch’s
Velocity
O
9nH v = 1 - 127
O 9nH v = 0, 8nH v =
**
O 9nH v = 1 - 127
O 8nH v = 64
Note ON
Note OFF
Mode
Mode 3
X
Mode 3
X
Default
Messages
Altered
0
1
5
6, 38
7
10
11
64
65
66
Bank select
Modulation
Portamento Time
Data entry LSB/MSB
Volume
Pan
Expression
Hold 1
Portamento Switch
Sostenuto
Model: CDP-S90 Version : 1.0
O
X
X
X
X
X
X
O
X
X
*
2
*
3
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
*
2
MIDI Implementation Chart
**: geen relatie
Program
Change
True #
Exclusive
O
*
2
O
*
2
System
Common
X
X
X
X
X
X
Song Pos
Song Sel
Tune
Aux
Messages
Remarks
X
X
X
X
X
X
O
O
X
O
O
X
All sound off
Reset all controller
Local ON/OFF
All notes OFF
Active Sense
System Reset
System
Real Time
X
X
X
X
Clock
Commands
67
71
72
73
74
84
91
93
100, 101
Soft pedal
Filter resonance
Release time
Attack time
Brightness
Portamento Control
Reverb send level
Chorus send level
RPN LSB/MSB
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes
X : No
X
X
X
X
X
X
X
X
X
*
3
*
2
*
3
O
O
O
O
O
O
O
O
O
*
2
OO
0 - 127
*1: Hangt af van de toon.
*2: Voor details over RPN en systeem-exclusieve meldingen, zie MIDI implementatie op
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/CDP-S90/
*3: Uitvoer samen met bepaalde bedieningsfuncties.
MA2008-A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Casio CDP-S90 Handleiding

Type
Handleiding