1/4GEBRUIKSAANWIJZING
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
Bewaar alle informatie voor eventuele naslag in de toekomst.
Deze handleiding bestaat uit vier pagina’s op twee bladen. Elke pagina is in de rechter bovenhoek
voorzien van een paginanummer.
● Zie “Monteren van de instrumentstandaard” op pagina 4/4 van deze handleiding voor
informatie over de montage van de instrumentstandaard en het bevestigen van de
muziekstandaard.
● Lees aandachtig de “Veiligheidsmaatregelen” in deze handleiding en gebruik de Digitale Piano
op de juiste wijze.
*Let op!
Zorg dat het toetsenborddeksel volledig open staat wanneer u op het toetsenbord speelt. Als het deksel
gedeeltelijk open staat, kan het onverwacht dichtklappen waardoor u uw vingers kunt bezeren.
Over deze handleiding
Voordat u een bediening uitvoert, gaat u eerst naar pagina 3/4 en leest u de
informatie onder “Pianotoetsen”, “Gebruik van de FUNCTION toets” en
“Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen”.
Deze handleiding geeft algemene informatie over de bediening van de Digitale
Piano. Voor meer gedetailleerde informatie wordt u verwezen naar de
“Gebruiksaanwijzing (volledig)” die u kunt downloaden op de onderstaande
website of met behulp van de QR-code hiernaast.
http://world.casio.com/manual/emi/
De “Gebruiksaanwijzing (volledig)” bevat informatie over de onderstaande
onderwerpen.
• Automatisch hervatten en bedieningsvergrendeling
• Aansluiten op een audiosysteem en versterker
• Aansluiten op een computer
• Details over de instellingen met de FUNCTION toets
• Gebruik van een USB flash-drive
• MIDI Implementation Chart (MIDI implementatietabel) enz.
Uw Digitale Piano werkt op de spanning van het lichtnet.
Vergeet niet de stroom uit te schakelen wanneer u de
Digitale Piano niet gebruikt.
■ Gebruik van een netadapter
Gebruik enkel de netadapter (JEITA standaard, met een
uniforme polariteitsstekker) die bij deze Digitale Piano wordt
meegeleverd. Het gebruik van een ander type netadapter
kan problemen veroorzaken.
• Gebruik het meegeleverde netsnoer om de netadapter
aan te sluiten.
Onderkant
BELANGRIJK!
• Sluit de met deze Digitale Piano meegeleverde
netadapter nooit aan op een ander apparaat dan deze
Digitale Piano. Dit kan namelijk een defect
veroorzaken.
• Vergeet niet de Digitale Piano uit te schakelen
voordat u de netadapter in het stopcontact steekt of
hem eruit trekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit
is normaal en duidt niet op een defect.
• Gebruik het meegeleverde netsnoer nooit met een
ander apparaat.
• Zet de netadapter op de vloer met het label naar
beneden. De netadapter is gevoeliger voor
opwekking van magnetische golven wanneer het
label in een andere richting wijst.
■ Inschakelen van de stroom
Druk op de P (aan/uit) toets. Het opstarten duurt ongeveer
vijf seconden.
■ Uitschakelen van de stroom
Houd de P (aan/uit) toets ingedrukt totdat het aan/uit-
indicatielampje uitgaat.
Voorkant
• Wanneer de P (aan/uit) toets wordt ingedrukt om de
stroom uit te schakelen, komt de Digitale Piano in de
standby-toestand te staan (er blijft nog een kleine
hoeveelheid stroom lopen). Als u de Digitale Piano
voor langere tijd niet gebruikt of als er onweer in de
buurt is, dient u de stekker uit het stopcontact te
trekken.
■ Automatische uitschakelfunctie
De stroom wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het
apparaat vier uur niet is gebruikt.
Om de automatische uitschakelfunctie te annuleren,
schakelt u de stroom in door de FUNCTION toets ingedrukt
te houden en tegelijkertijd op de P (aan/uit) toets te
drukken.
Gebruik de VOLUME knop om het volume van de
luidspreker en de hoofdtelefoon in te stellen.
Stopcontact
Voorgeschreven netadapter:
AD-E24250LW
Stroomaansluiting (DC 24V)
In- of uitschakelen van de stroom
Instellen van het volume
De fabrieksinstelling voor de stemming (A4 = 440,0 Hz) kan
worden veranderd in stappen van 0,1 Hz.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en gebruik de
A-stemmingstoetsen (+, –).
• De stemming wordt in stappen van 0,1 Hz verhoogd
of verlaagd.
• Om tussen de onderstaande twee instellingen om te
schakelen, houdt u de FUNCTION toets ingedrukt
en drukt dan de twee A-stemmingstoetsen (+ en –)
tegelijk in.
440,0 Hz (1 pieptoon)
442,0 Hz (2 pieptonen)
Sluit de hoofdtelefoon op de PHONES/OUTPUT
aansluiting aan. Bij het aansluiten van een hoofdtelefoon
wordt de geluidsweergave via de luidsprekers uitgeschakeld
en kunt u dus ook ’s avonds laat spelen. Om uw gehoor te
beschermen, moet u het volume niet te hoog instellen
wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.
Voorkant
OPMERKING
• Als de stekker van de hoofdtelefoon niet in de PHONES/
OUTPUT aansluiting past, moet u een los verkrijgbare
verloopstekker gebruiken.
De hoofdtelefoonmodus zorgt voor een natuurlijk klinkend
geluid van een akoestische piano wanneer een
hoofdtelefoon wordt gebruikt.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de
hoofdtelefoonmodustoets.
Bij meermalen indrukken wordt omgeschakeld tussen
aan en uit.
1.
Druk op de GRAND PIANO 1 toets of de GRAND
PIANO 2 toets.
• Bij indrukken van de GRAND PIANO 1 toets wordt
de CONCERT toon in de GRAND PIANO 1 groep
geselecteerd.
• Bij indrukken van de GRAND PIANO 2 toets wordt
de CONCERT toon in de GRAND PIANO 2 groep
geselecteerd.
De toonnamen staan boven de toetsen.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de
gewenste toontoets. (Zie het “Toon” gedeelte onder
“Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen”.)
• Aan sommige toetsen zijn meerdere tonen
toegewezen. In dit geval worden de toegewezen
tonen doorlopen bij meerdere malen indrukken van
de toets. De geselecteerde toon wordt aangegeven
door het aantal bedieningspieptonen dat u hoort.
Voorbeeld: De MODERN, ROCK en JAZZ
instellingen doorlopen
MODERN: (1 pieptoon)
ROCK: (2 pieptonen)
JAZZ: (3 pieptonen)
■ Bastoon (BASS)
Wanneer de BASS (LOWER) toets wordt ingedrukt om een
bastoon te selecteren, wordt er alleen een bastoon
geselecteerd voor het laaggedeelte (linkerkant) van het
toetsenbord. Het hooggedeelte (rechterkant) van het
toetsenbord behoudt de toon die is toegewezen voordat de
bastoon werd geselecteerd.
Wijzigen van de stemming
Aansluiten van de hoofdtelefoon
PHONES/OUTPUT aansluiting
Hoofdtelefoonmodus
Selecteren van een toon d.m.v.
een bedieningstoets
Selecteren van een toon d.m.v.
een klaviertoets
Splitspunt
Basbereik Hoogbereik
BASS GRAND PIANO 2 MELLOW
(voorheen geselecteerde toon)
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de
gelaagde toonselectietoets.
• Bij meermalen indrukken van de klaviertoets wordt
omgeschakeld tussen aan en uit.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de toets van de toon die gelaagd moet worden.
3.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke toon,
houdt u de FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan
op de gelaagde toonselectietoets (hierdoor wordt
de gelaagde toonmodus afgesloten).
U kunt het toetsenbord in het midden splitsen zodat de
linker- en de rechterkant hetzelfde bereik hebben. Het linker
buitenste pedaal werkt als het demppedaal voor het linker
toetsenbord terwijl het rechter buitenste pedaal fungeert als
het demppedaal voor het rechter toetsenbord.
Toetsenbord
Pedalen
• Alleen het demppedaal voor het rechter toetsenbord
ondersteunt halverwege intrappen.
1.
Selecteer een toon.
2.
Voor het doorlopen van de duetmodus-instellingen
houdt u de FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan
op de duetmodustoets.
Uit
Aan
Pan: Het geluid van het linker toetsenbord wordt via de
linker luidspreker weergegeven en het geluid van het
rechter toetsenbord wordt via de rechter luidspreker
weergegeven.
U kunt de bereiken van het linker en rechter toetsenbord
veranderen van hun oorspronkelijke instellingen in
eenheden van een octaaf.
1.
Houd de FUNCTION toets en de GRAND PIANO 1
toets ingedrukt en druk dan op de C-toets die u als
de midden C (C4) van het linker toetsenbord wilt.
Blijf de FUNCTION toets en de GRAND PIANO 1
toets ingedrukt houden terwijl u doorgaat naar
stap 2.
Voorbeeld: Bij indrukken van de meest linkse C-toets
worden de toetsenborden geconfigureerd zoals
hieronder is aangegeven.
2.
Met de FUNCTION toets en de GRAND PIANO 1
toets nog steeds ingedrukt, drukt u op de C-toets die
u als de midden C (C4) van het rechter toetsenbord
wilt.
Hierdoor klinkt de noot toegewezen aan C4 en wordt de
octaaf van het rechter toetsenbord veranderd.
• U kunt de toetsenborden terugstellen op hun
oorspronkelijke bereiken door de duetfunctie eerst uit te
schakelen en vervolgens weer in te schakelen of door de
Pan-instelling te selecteren.
Lagen van twee tonen
aanbrengen
Splitsen van het toetsenbord voor
duet-spel
GRAND PIANO 1 BRIGHT
STRINGS 2
Splitspunt
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(Midden C) (Midden C)
Demppedaal voor
linker toetsenbord
Linker en rechter
demppedaal
Demppedaal voor
rechter toetsenbord
Veranderen van de octaven van de
toetsenborden
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(Ingedrukte klaviertoets)
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Onveranderd
De tonen van uw Digitale Piano hebben ingebouwde
elementen die ze de karakteristieke nagalm en andere
eigenschappen van een akoestische piano geven. Elk van
deze elementen kan afzonderlijk worden ingesteld op een
van vier niveaus.
■ Hamerrespons
Regelt het tijdverloop tussen wanneer een klaviertoets wordt
aangeslagen en wanneer de noot uiteindelijk klinkt.
Instellingen
1: Snel
2: Vleugelstijl
3: Enigszins langzaam
4: Langzaam
■ Snaarresonantie
Past de karakteristieke nagalm (snaarresonantie) aan van
een akoestische piano.
U kunt een nagalminstelling selecteren die past bij de
melodie die gespeeld wordt of die uw voorkeur geniet.
Instellingen
1: Ingetogen
2: Enigszins ingetogen
3: Resonerend
4: Zeer resonerend
■ Dekselsimulator
Past de resonantie van het geluid aan overeenkomstig de
stand van het deksel van een vleugel.
Instellingen
1: Deksel gesloten
2: Deksel gedeeltelijk geopend
3: Deksel volledig geopend
4: Deksel verwijderd
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de gewenste elementtoets.
• Openen of sluiten van het deksel van de Digitale Piano
heeft geen invloed op de Dekselsimulator-instelling.
Deze Digitale Piano is voorzien van een ingebouwde
muziekbibliotheek met 60 pianomelodieën (genummerd
1 t/m 60) en een orkestbegeleidingsselectie van piano- en
orkestuitvoeringsmelodieën (genummerd 1 t/m 10).
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de METRONOME toets.
Er wordt nu gestart met het herhaaldelijk achter elkaar
afspelen van alle orkestbegeleidingsmelodieën
(luisteren) en muziekbibliotheekmelodieën.
• Om door te gaan naar de volgende
demonstratiemelodie houdt u de FUNCTION toets
ingedrukt en drukt dan op de MIDI REC toets.
• Om terug te gaan naar de vorige
demonstratiemelodie houdt u de FUNCTION toets
ingedrukt en drukt dan op de AUDIO REC toets.
• Druk op de a toets om de weergave van de
demonstratiemelodieën te stoppen.
OPMERKING
• Als tijdens orkestbegeleidingsweergave op de
METRONOME toets wordt gedrukt terwijl de
FUNCTION toets ingedrukt wordt gehouden, wordt naar
de eerste muziekbibliotheekmelodie gegaan. Wanneer
hetzelfde tijdens muziekbibliotheekweergave wordt
gedaan, wordt naar de eerste orkestbegeleidingsmelodie
gegaan.
• Tijdens weergave van demonstratiemelodieën kan alleen
de weergegeven melodie worden veranderd of de
weergave worden gestopt.
1.
Om een melodie te selecteren, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en gebruikt dan de
selectietoetsen voor de
muziekbibliotheekmelodieën (–, +).
U kunt ook een waarde tussen 0 en 9 invoeren om een
muziekbibliotheekmelodie te selecteren.
2.
Druk op de a toets om de weergave te starten.
• Druk op de a toets om de weergave te stoppen.
Aanpassen van de
geluidskarakteristieken van de
akoestische piano
Weergeven van ingebouwde
melodieën
Demonstratiemelodieën
Muziekbibliotheek
1.
Om een melodie te selecteren, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en gebruikt dan de
SELECT toetsen (–, +) in het CONCERT PLAY
gebied.
2.
Om de melodieweergave te starten, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets in het CONCERT PLAY gebied.
• Om de melodieweergave te stoppen, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets in het CONCERT PLAY gebied.
OPMERKING
• De orkestbegeleidingsfunctie maakt gebruik van
opnamen van een live orkest, dus de tonen die gebruikt
zijn voor de opname kunnen verschillend zijn van de
tonen die geselecteerd kunnen worden met de Digitale
Piano. Het is tevens mogelijk dat ademhaling en
uitvoeringsgeluiden hoorbaar zijn in de
orkestbegeleidingsmelodieën.
Gebruik de onderstaande stappen om het linkerhand-
gedeelte of het rechterhand-gedeelte van een melodie uit te
schakelen en dit zelf te spelen.
1.
Om een melodie die u wilt oefenen te selecteren,
houdt u de FUNCTION toets ingedrukt en gebruikt
dan de selectietoetsen voor de
muziekbibliotheekmelodieën (–, +, toetsen 0 t/m 9).
2.
Om een gedeelte in of uit te schakelen, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets.
Speel het gedeelte dat u heeft uitgeschakeld.
• Bij enkele malen indrukken van de a toets
worden de ingeschakeld/uitgeschakeld-instellingen
doorlopen die hierboven zijn getoond.
3.
Druk op de a toets om de weergave te starten.
• Druk op de a toets om de weergave te stoppen.
U kunt de orkestbegeleiding voor een 3-staps oefening
gebruiken.
■ Stap 1: Luisteren (LISTEN)
Luister naar het pianospel en het orkest om vertrouwd te
raken met de muziek.
1.
Om een melodie te selecteren, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en gebruikt dan de
SELECT toetsen (–, +) in het CONCERT PLAY
gebied.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de LISTEN toets in het CONCERT PLAY gebied.
3.
Om de melodieweergave te starten, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets in het CONCERT PLAY gebied.
• Om de melodieweergave te stoppen, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets in het CONCERT PLAY gebied.
■ Stap 2: Les (LESSON)
U kunt het linkerhand-gedeelte of het rechterhand-gedeelte
van een ingebouwde melodie uitschakelen en dit zelf op de
Digitale Piano spelen. Oefen het pianodeel van het
ensemble.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de LESSON toets in het CONCERT PLAY gebied.
2.
Om een gedeelte in of uit te schakelen, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets.
Zie de afbeelding onder stap 2 van de procedure voor
de selectie van het “Muziekbibliotheek” gedeelte.
3.
Om de melodieweergave te starten, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets in het CONCERT PLAY gebied.
• Om de melodieweergave te stoppen, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets in het CONCERT PLAY gebied.
■ Stap 3: Meespelen (PLAY)
Speel mee met het orkest.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de PLAY toets in het CONCERT PLAY gebied.
2.
Om de melodieweergave te starten, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets in het CONCERT PLAY gebied.
• Om de melodieweergave te stoppen, houdt u de
FUNCTION toets ingedrukt en drukt dan op de a
toets in het CONCERT PLAY gebied.
Orkestbegeleiding
Oefenen met de ingebouwde
melodieën
Muziekbibliotheek
Beide gedeelten
ingeschakeld
Rechterhand-
gedeelte
uitgeschakeld
Linkerhand-
gedeelte
uitgeschakeld
Linkerhand-gedeelte
(brandt)
Rechterhand-gedeelte
(brandt)
Rechterhand-gedeelte
(brandt niet)
Linkerhand-gedeelte
(brandt niet)
Orkestbegeleiding
■ Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen zullen
de noten die u aanslaat blijven nagalmen. Het halverwege
intrappen (gedeeltelijk intrappen) van het pedaal wordt ook
ondersteund.
■ Sostenuto pedaal
Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op het
moment van het intrappen van dit pedaal worden
aangehouden, totdat het pedaal wordt losgelaten. Dit geldt
ook wanneer de klaviertoetsen worden losgelaten.
■ Zacht pedaal
Dit pedaal maakt de noten zachter en gevoeliger. Het effect
wordt alleen op de noten toegepast die worden gespeeld
terwijl het pedaal is ingetrapt.
OPMERKING
• Als het intrappen van het pedaal niet het juiste effect
geeft, kan dat betekenen dat het pedaalsnoer niet goed
aangesloten is. Duw de stekker volledig naar binnen.
■ Weergeven van de metronoom
1.
Druk op de METRONOME toets.
De eerste maatslag van elke maat is een klokkenklank
terwijl de resterende maatslagen klikgeluiden zijn. De
lamp knippert bij elke maatslag.
Druk nogmaals op de METRONOME toets om de
metronoom uit te schakelen.
■ Instellen van de maatslag
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de BEAT toets in het METRONOME gebied.
• Houd de FUNCTION toets ingedrukt terwijl u
doorgaat naar de volgende stap.
2.
Terwijl de FUNCTION toets nog steeds ingedrukt
wordt gehouden, gebruikt u de cijfertoetsen
(0 t/m 9) om de maatslag in te stellen.
Instelbereik: 0 t/m 9
• Door 0 in te stellen wordt een gewone klik weergegeven
zonder klokkenklank.
■ Instellen van het tempo
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de TEMPO toets in het METRONOME gebied.
• Houd de FUNCTION toets ingedrukt terwijl u
doorgaat naar de volgende stap.
2.
Terwijl de FUNCTION toets nog steeds ingedrukt
wordt gehouden, gebruikt u de cijfertoetsen
(0 t/m 9) om het tempo in te stellen.
Instelbereik 20 t/m 255
• Bij meermalen indrukken van de + of – toets wordt de
tempowaarde telkens met 1 verhoogd of verlaagd.
■ Instellen van het metronoomvolume
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en gebruik de
metronoomvolumetoetsen (–, +) om een volumeniveau
tussen 0 en 42 in te stellen.
Instelbereik 0 t/m 42
• Druk de metronoomvolumetoetsen + en - tegelijk in om
terug te keren naar de standaardinstelling.
Het aanslagvolume verandert het toonvolume in
overeenkomst met de aanslagdruk (snelheid).
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan op
de klavieraanslagtoets.
• U kunt kiezen uit drie niveaus, of Uit. Bij elke druk op
de klaviertoets hoort u een aantal pieptonen die de
huidige instelling aangeven, zoals hieronder wordt
beschreven.
Eenmaal (lang): Uit
Eenmaal (kort): 1
Tweemaal: 2
Driemaal: 3
• Door een kleine waarde in te stellen wordt een
krachtiger geluid geproduceerd bij een lichte
aanslag.
• Wanneer Uit wordt geselecteerd, worden de noten
met een vast volume weergegeven, ongeacht de
aanslagsnelheid.
Gebruik van een pedaal
Gebruik van de metronoom
Instellingen voor de metronoom
Zacht pedaal
Sostenuto pedaal
Demppedaal
Veranderen van het
aanslagvolume dat
correspondeert met de
aanslagdruk (Aanslagvolume)
U kunt de ingebouwde MIDI-recorder gebruiken om uw
uitvoering op te nemen en deze dan naderhand weergeven
wanneer u dat wenst.
■ Opnamecapaciteit
• U kunt ongeveer 5000 noten opnemen in het geheugen
van de Digitale Piano.
■ Opgenomen gegevens
• Toetsenbordspel
• Toon die gebruikt wordt voor toetsenbordspel
• Maatslag (alleen bij spoor 1)
• Instelling van tempo (alleen bij spoor 1)
• Instelling van lagen (alleen bij spoor 1)
• Duet (alleen bij spoor 1)
• Temperament (alleen bij spoor 1)
• Toetsenbordvolume (alleen bij spoor 1)
• Zweving (alleen bij spoor 1)
• Helderheid (alleen bij spoor 1)
• Instelling van zaalsimulator (alleen bij spoor 1)
• Akoestieksimulator (alleen bij spoor 1)
■ Opslag van opgenomen gegevens
• Door een nieuwe opname te starten worden eventuele
gegevens gewist die eerder in het geheugen waren
opgenomen.
• Mocht de stroom uitvallen tijdens de opname, dan zullen
alle gegevens van het spoor dat u aan het opnemen bent
gewist worden.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen
verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van
winsten of eisen van derden die ontstaan uit het
verlies van opgenomen gegevens die verloren raken
door defecten, reparaties of om ongeacht welke
andere reden.
■ Sporen
Een “spoor” is de plaats waar uw uitvoering is opgeslagen.
Deze Digitale Piano heeft twee sporen en de status van elk
spoor wordt aangegeven door de L/R-lampjes van de a
toets.
• U kunt de twee sporen gescheiden van elkaar opnemen
en daarna combineren zodat ze samen als een enkele
melodie worden weergegeven.
■ Opnemen van het toetsenbordspel
1.
Druk een- of tweemaal op de MIDI REC toets zodat
het MIDI REC lampje gaat knipperen.
Hierdoor komt het apparaat in de opname-paraatstand
te staan.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk dan
een- of tweemaal op de a toets totdat het lampje
van het spoor waarop u wilt opnemen knippert.
3.
Om de opname te starten, drukt u op de a toets
of begint u met weergeven.
Het opnemen kan ook worden gestart door een pedaal
in te trappen of een andere bediening uit te voeren.
• Als u tijdens het opnemen opnieuw vanaf het begin
de opname wilt starten, houdt u de MIDI REC toets
ingedrukt totdat de Digitale Piano een pieptoon
produceert. De huidige opnamegegevens worden
gewist en het apparaat komt in de opname-
paraatstand te staan.
• Druk op de a toets of de MIDI REC toets om te
stoppen met opnemen.
Gebruik van de MIDI-recorder
Lampje Status
Brandt niet Uit
Brandt Weergave-paraatstand of bezig met
weergeven
Knippert Opname-paraatstand of bezig met
opnemen
Melodie-
naam
Spoor 1 Opnemen
Tijdens de
weergave...
Spoor 2 Opnemen
Wordt vervolgd op de achterkant
AP470_NL.fm 1 ページ 2017年10月13日 金曜日 午前10時19分