Bauknecht KDU 1476-1 LH Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE
EERSTE KEER GEBRUIKT
MILIEUTIPS
ALGEMENE EN VEILIGHEIDSADVIEZEN
INSTALLATIE
AANSLUITING VAN DE MINIKEUKEN
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE
KOOKZONES
GEBRUIK VAN DE TIMER
BEDIENING VAN HET
KOELKASTCOMPARTIMENT
BEDIENING VAN HET DIEPVRIEZERVAK
DE KOELKAST ONTDOOIEN EN
SCHOONMAKEN
ONDERHOUD EN REINIGING
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
2
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE
EERSTE KEER GEBRUIKT
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
in huishoudelijke en gelijkaardige
toepassingen zoals
- personeelskeukens in winkels,
kantoren en overige
werkomgevingen;
- cottages en door klanten in
hotels, motels en andere
residentiële omgevingen;
- bed- and breakfast omgevingen;
Lees aandachtig de
gebruiksaanwijzingen met een
beschrijving van het product en
nuttig advies om het meeste te
halen uit uw apparaat. Bewaar
deze instructies voor
toekomstige referentie.
Met uw aankoop van dit nieuwe
product hebt u gekozen voor een
huishoudtoestel dat aan de
hoogste verwachtingen voldoet
vanuit een technisch standpunt
gezien en dat zorgt voor een
gebruiksgemak dat compatibel is
met praktische vereisten.
Bij verantwoord gebruik is uw
apparaat bijzonder voordelig
voor wat betreft energieverbruik
en het is bijgevolg
milieuvriendelijk. Bij correcte
behandeling geeft het apparaat u
jarenlang een betrouwbare
service. Lees aandachtig het
gebruikershandboek om het
meeste te halen uit uw nieuwe
apparaat. U vindt hier een
volledige beschrijving van de
verschillende componenten.
Bewaar dit handboek voor
toekomstige raadpleging.
Belangrijk: In het verleden waren
de deuren van koelkasten en
diepvriezers vaak uitgerust met
veer- of grendelsloten. Wanneer een
dergelijk product moet weggegooid
worden, dient u het slot te
vernietigen om zeker te stellen dat
kinderen niet binnenin opgesloten
raken en aan ernstige risico's worden
blootgesteld.
1. Na het uitpakken van het
apparaat controleert u of het
niet beschadigd is en dat de deur
goed sluit. Binnen de 24 uur na
levering van het apparaat dient
alle schade gerapporteerd te
worden aan de verdeler.
2. Wacht minstens twee uur
alvorens het apparaat in te
schakelen om zeker te stellen
dat het koelcircuit volledig
efficiënt is.
3. De installatie en aansluiting op
het elektriciteitsnet moet
worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel aan de
hand van de aanwijzingen van de
fabrikant en conform de
veiligheidsvoorschriften.
4. Maak de binnenkant van het
apparaat schoon alvorens het te
gebruiken.
3
MILIEUTIPS
1. Verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn 100%
recyclebaar en zijn gemerkt met het
recyclingsymbool . Leef de plaatselijke
afvalverwerkingsreglementen n. Bewaar
het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
polystyreen enz.) buiten bereik van
kinderen; het kan een bron van gevaar
vormen.
2. Slopen/afdanken
Het apparaat is vervaardigd van
recyclebaar materiaal. Dit apparaat is
voorzien van het merkteken volgens
de Europese Richtlijn 2002/96/EG
inzake Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit
apparaat op de juiste manier wordt
afgedankt, helpt u mogelijk
schadelijke gevolgen voor het milieu
en de gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
begeleidende documentatie geeft aan
dat dit apparaat niet als huishoudelijk
afval behandeld mag worden, maar dat
het ingeleverd moet worden bij een
speciaal inzamelingscentrum voor de
recycling van elektrische en
elektronische apparatuur.
Bij het afdanken van het apparaat
dient u het onbruikbaar te maken
door de stroomkabel af te snijden en
de deuren en schappen te
verwijderen zodat kinderen niet in
het apparaat kunnen klauteren en
vast komen te zitten.
Dank het apparaat af conform de
plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking en breng het naar
een speciaal inzamelpunt; laat het
apparaat niet onbewaakt achter,
zelfs niet voor een paar dagen,
aangezien het een potentieel gevaar
vormt voor kinderen. Voor meer
informatie over behandeling,
terugwinning en recycling van dit
product kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke instantie, de
vuilnisophaaldienst of de winkel waar
u dit product hebt gekocht.
Informatie
Dit apparaat bevat geen CFC's. Het
koelcircuit bevat R134a (HFC) of R600a
(HC) (raadpleeg het typeplaatje
binnenin het apparaat). Apparaten met
Isobutaan (R600a): isobutaan is een
natuurlijk gas zonder impact op het
milieu, maar het is brandbaar. Zorg er
daarom voor dat de koelcircuitleidingen
niet beschadigd raken.
Dit product bevat mogelijk
fluorhoudende broeikasgassen
onder het Kyoto Protocol; het
koelgas zit binnenin een hermetisch
afgesloten systeem.
Koelgas: R134a heeft een
aardopwarmingspotentieel (GWP)
van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat werd ontwikkeld
voor het bewaren van voedsel en
werd geproduceerd conform
Richtlijn (EC) nr. 1935/2004.
Dit apparaat werd ontworpen,
geproduceerd en op de markt
gebracht conform:
- veiligheidsobjectieven van de
richtlijn “Laagspanning” 2006/
95/CE (ter vervanging van 73/
23/CEE en daaropvolgende
wijzigingen);
- de beschermingsvoorwaarden
van Richtlijn “EMC” 2004/108/
EC.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen gegarandeerd
indien het correct is aangesloten op
een goedgekeurd aardingssysteem.
4
ALGEMENE EN VEILIGHEIDSADVIEZEN
INSTALLATIE
Het apparaat moet gehanteerd en
geïnstalleerd worden door twee
of meer personen.
Zorg dat u de vloer (bijv. parket)
niet beschadigt tijdens het
verplaatsen van het apparaat.
Zorg er tijdens de installatie voor
dat het apparaat de stroomkabel
niet beschadigt.
Volg de installatie-instructies om
voldoende ventilatie te garanderen.
WAARSCHUWING: Houd de
ventilatie-openingen van het
apparaat vrij.
WAARSCHUWING: Beschadig
de koelcircuitleidingen van het
apparaat niet.
•Installeer het apparaat op een vloer
die voldoende stevig is om het
gewicht te dragen en op een plaats
die geschikt is voor de omvang en
toepassing van het apparaat.
Installeer het apparaat op een
droge en goed geventileerde
plaats. Het apparaat is bedoeld
voor gebruik op plaatsen waar de
temperatuur binnen het volgende
bereik komt, conform de
klimaatklasse op het typeplaatje.
Mogelijk werkt het apparaat niet
correct indien het lange tijd op
een temperatuur buiten het
aangegeven bereik wordt
gebruikt.
Zorg dat de spanning op het
typeplaatje overeenkomt met de
spanning in uw woning.
Gebruik voor de aansluiting geen
meervoudige contactdozen of
verlengsnoeren.
Het vervangen van het netsnoer
moet door een erkend elektricien
gebeuren of door de
klantenservice.
• Het moet mogelijk zijn om het
apparaat elektrisch los te koppelen
door het uit de stekker te halen of
met een meervoudige-polaire
schakelaar die voor de stekker is
geïnstalleerd conform de
nationale veiligheidsnormen.
VEILIGHEID
Bewaar geen explosieve stoffen
zoals aerosolspuitbussen met een
ontvlambaar drijfgas in dit
apparaat.
Bewaar geen benzine,
ontvlambare vloeistoffen of gas in
de buurt van dit apparaat of
andere elektrische apparaten. De
dampen kunnen brand of
explosies veroorzaken.
WAARSCHUWING: Gebruik
geen mechanische, elektrische of
chemische middelen behalve de
middelen aanbevolen door de
fabrikant om het ontdooiproces te
versnellen.
WAARSCHUWING: Gebruik of
plaats geen elektrische apparaten
binnenin de
apparaatcompartimenten indien
deze niet het type zijn dat
uitdrukkelijk is goedgekeurd door
de Fabrikant.
Klimaat-
klasse
Omgeving T.
(°C)
Omgeving T. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
5
WAARSCHUWING:
Onbewaakt koken op een
kookvuur met vet of olie kan
gevaarlijk zijn en kan brand
veroorzaken. TRACHT NOOIT
een brand te blussen met water,
maar schakel het apparaat uit en
bedek vervolgens de vlam met
een deksel of een blusdeken.
WAARSCHUWING:
Brandgevaar: bewaar geen items
op de kookoppervlakken.
Dit apparaat mag worden gebruikt
door kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met verminderde
fysieke, sensorische of mentale
vermogens of gebrek aan ervaring
en kennis, indien ze onder
toezicht staan of instructies
hebben ontvangen over het
gebruik van het apparaat en de
mogelijke gevaren ervan
begrijpen. Reiniging en
gebruikersonderhoud mogen niet
door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd.
Laat kinderen niet spelen met of
zich verstoppen binnenin het
apparaat om het risico te
vermijden dat kinderen vast
komen te zitten en verstikken.
De inhoud (niet toxisch) van de
icepacks (in sommige modellen)
niet inslikken.
Eet geen ijsblokjes of ijslolly's
onmiddellijk nadat u deze uit de
diepvriezer hebt gehaald omdat
deze koude brandwonden kunnen
veroorzaken.
GEBRUIK
•Trek de stekker uit het stopcontact
of sluit de stroomtoevoer af
voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden
begint.
•Gebruik geen stoomreiniger om
het apparaat te reinigen.
•Gebruik het
koelkastcompartiment uitsluitend
voor het bewaren van vers
voedsel en het
diepvriezercompartiment
uitsluitend voor het bewaren van
bevroren voedsel, het invriezen
van vers voedsel en het maken
van ijsblokjes.
Bewaar geen glazen containers
met vloeistoffen in het
diepvriezercompartiment omdat
ze kunnen breken.
•Vermijd het bewaren van
onverpakt voedsel in direct
contact met interne oppervlakken
van de koelkast- of
diepvriezercompartimenten.
•De lamp die in het apparaat wordt
gebruikt is specifiek ontworpen
voor huishoudapparaten en is niet
geschikt voor ruimteverlichting
(EC Richtlijn Nr. 244/2009).
De fabrikant wijst alle
aansprakelijkheid af indien het
bovenstaande advies en
voorzorgsmaatregelen niet worden
opgevolgd.
6
INSTALLATIE
Controleer voor de installatie of de
buizen op de achterkant van de
koelkast niet verbogen werden
tijdens het transport. Indien de
buizen de koelkast of de wand raken,
maakt de koelkast een irritant geluid
tijdens het bedrijf.
Indien noodzakelijk dient u ze
voorzichtig te buigen om de correcte
speling te herstellen. De minikeuken
moet in een vaste en rechtopstaande
positie geïnstalleerd worden. Pas de
voetjes aan om een ongelijkmatigheid
in de vloer te compenseren.
De warme lucht moet onbelemmerd
kunnen ontsnappen aan de
achterkant van de koelkast zodat de
werking niet wordt aangetast (en
geen hoger stroomverbruik wordt
veroorzaakt). Ook de
ventilatiesleuven in de buurt van de
kookplaten mogen niet bedekt
worden.
De machine is uitsluitend
goedgekeurd voor installatie tegen
een muur. Een losstaande installatie
met de achterzijde ver van de muur
verwijderd is niet toegestaan, noch is
een ingebouwde installatie in een
gesloten kast toegestaan.
Aan beide zijden mogelijk
uitsluitend meubilairstukken
geplaatst worden.
Opmerking: Pas de voorste voetjes
aan om de hoogte van de deuren uit
te lijnen.
Installatie van een afzuigkap...
Respecteer de minimale afstand van de
kookzones! Minimale afstand tussen
elektrische kookzones en onderste rand
van afzuigkap: 650 mm. Deze afstand
dient absoluut gerespecteerd te worden
omwille van veiligheidsredenen!
7
AANSLUITING VAN DE MINIKEUKEN
Een professionele installateur dient
de aansluiting uit te voeren op de
waterleidingen en afvoerpijpen.
De minikeuken werd speciaal
ontwikkeld voor aansluiting op de
geaarde stekker van een 220-240V/
50Hz stroomtoevoer, geïnstalleerd
conform de huidige
veiligheidsreglementen.
De minikeuken met elektrische
kookzones dient beschermd te
worden door een 16A zekering. De
minikeuken kan geconverteerd
worden door een bevoegde
installateur voor gebruik bij 380-
415V 2N 50Hz.
In dit geval is een zekering van 10A
vereist.
Belangrijk: In het geval van een
vaste elektrische installatie van
de minikeuken dient de installateur
een multipolaire schakelaar te
installeren conform de nationale
veiligheidsnormen.
Dit multipolair isolatie-apparaat
dient geplaatst te worden zelfs indien
de stekker niet langer toegankelijk is
nadat het apparaat werd
geïnstalleerd.
• Belangrijk voor apparaat die los
van de 380-415V 2N (CH)
stroom werken.
De minikeuken dient aangesloten te
worden door de installateur op de
380-415V 2N 50Hz stroom, mits
plaatsing van een 10A zekering en
een multipolaire schakelaar
geïnstalleerd conform de nationale
veiligheidsnormen.
1000 or 1200
8
GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE
KOOKZONES
AKookzones
BKnoppen
De normale en snelle kookzones bieden zes
nominale kooktemperaturen.
In de stand “0” staat de kookzone uit.
De snelle kookzone, aan de voorzijde, is te
herkennen aan een rode stip in het midden. Deze
kookzone wordt gebruikt voor snel koken,
bakken, etc. Voor dit soort toepassing draait u de
regelknop in stand 3.
Gebruik stand 3 voor snel koken en stand 1 voor
traag koken of sudderen. Verhoog of verlaag als
nodig.
Voor braden, roosteren etc., kiest u stand
3 totdat het vet warm is. Plaats vervolgens het
vlees en verlaag tot stand 2, of selecteer een
hogere of lager instelling als nodig.
Voor een delicatere bereiding van dit soort
gerechten kiest u een lagere instelling.
Beide kookzones beschikken over een
oververhittingsbeschermingssysteem dat de
elektrische input automatisch beperkt wanneer
een gevaarlijk temperatuurniveau wordt
waargenomen.
* Ontwerp van knoppen afhankelijk van het type
apparaat.
Maakt gebruik van restwarmte om energie
te besparen
Bij de bereiding van praktisch elk gerecht kan de
restwarmte van de kookzones gebruikt worden
voor de laatste 5-10 minuten van de bereiding.
Denk er daarom aan om tijdig “0” te selecteren.
De symbolen op de knoppen duiden de
verschillende kookzones aan:
De gele indicator blijft branden net zolang als de
kookzones in bedrijf zijn.
Algemene waarschuwingen
Ongeacht de kookmethode dient u alleen potten
en pannen te gebruiken die geschikt zijn voor
elektrische kookzones. Deze hebben speciale
bodems die de warmte effectiever geleiden.
Gebruik steeds een deksel om te roosteren,
braden, etc. om energie te besparen. Bovendien
gaan ook wateroplosbare smaken en vitaminen
verloren indien de kookdampen vrij kunnen
ontsnappen.
Overvloedige hoeveelheden damp wijzen op een
hoge temperatuur; selecteer een lagere
temperatuur voordat de damp zich ophoopt.
Zorg dat geen zout op de kookzones terecht
komt. Een ongebruikte kookzone kan mettertijd
verroesten als het gevolg van het vocht dat het
zout absorbeert.
Schoonmaken van de kookzones
Maak de kookplaat na elk gebruik schoon
wanneer deze is afgekoeld. Dit verhindert
vuilophoping en vereenvoudigt het reinigen.
Laat geen voedselresten drogen op de platen.
Gebruik geen schuurproducten, corrosieven
op basis van chloride, ovenreinigerspray of
schuursponsjes om de platen te reinigen.
Positie van knop
Type bediening
0-6* 0-3*
00uit
63snel koken
52braden
4 2 roosteren
3 1 langzame bereiding
21
1 0 langzame bereiding
verwarmen
= Knop voor achterste kookzone
o = Knop voor voorste kookzone
9
GEBRUIK VAN DE TIMER
Kookplaat met timer (indien voorzien)
B controleknop kookplaat 1-6 (1-3). Elke
kookplaat heeft zijn eigen controleknop.
C Timer controleknop.
D Het gele indicatorlampje blijft branden terwijl
de kookplaten in bedrijf zijn.
Inschakelen van de kookplaten
Stel de controleknop B in tussen 1 en 6 (1 en 3).
Draai de controleknop C naar rechts (zo ver als
deze kan gaan).
De kookplaten werken wanneer beide knoppen
B en C zijn ingeschakeld.
Instellen van de timer
Positie van de controleknop:
C1 voor een kooktijd van circa 60 minuten.
C2 voor een kooktijd van circa 30 minuten.
Tussentijdse instellingen mogelijk.
Opmerking: Opgelet: indien de timer volledig
aftelt voordat de bereiding is voltooid, dient u
deze opnieuw in te stellen.
Indien de bereiding is voltooid voordat de timer
gereed is met aftellen, dient u de
controleknop(pen) op “0” te zetten om de
kookplaat/platen uit te schakelen. De timer
schakelt zichzelf automatisch uit aan het einde
van het ingestelde interval.
approx. 30 min.
approx. 60 min.
circa 60 min.
circa 30 min.
10
BEDIENING VAN HET
KOELKASTCOMPARTIMENT
Inschakelen van het apparaat
Opstarten van het apparaat
Afhankelijk van het model is het apparaat uitgerust met externe
controles of interne controles.
Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact.
Voor apparaten met externe controles:
Het lampje, dat zich ofwel onder het bedieningspaneel of
binnenin het apparaat bevindt (afhankelijk van het model)
schakelt in telkens wanneer de deur wordt geopend.
Het groene lampje gaat branden om aan te geven dat het
apparaat werkt.
Voor apparaten met interne controles, wanneer het apparaat
is aangesloten op de netspanning, schakelt het binnenlampje in
telkens wanneer de deur wordt geopend (op voorwaarde dat de
thermostaat niet is ingeschakeld
).
De thermostaat die zich binnenin het koelkastcompartiment of
op het voorpaneel bevindt, wordt gebruikt om de temperatuur
aan te passen van het koelkastcompartiment en diepvriezervak
(indien voorzien).
De temperatuur aanpassen
1. Volg de instructies op het bijgesloten productblad voor het
aanpassen van de thermostaat voor een correcte bediening
en optimale voedselopslag.
2. Draai de regelknop van de thermostaat om de temperatuur
in het compartiment aan te passen:
•laagste cijfers 1-2/MIN voor de MINST KOUDE interne
temperaturen;
•cijfers 3-4/MED voor een GEMIDDELDE interne
temperatuur;
hoogste cijfers 5-7/MIN voor de KOUDSTE interne
temperaturen;
Thermostaat ingesteld op
: alle functies, inclusief de
binnenverlichting, zijn uitgeschakeld.
Opmerking: De omgevingsluchttemperatuur, de frequentie
van het openen van de deur en de positie van het apparaat kan
een impact hebben op de interne temperaturen. Met deze
factoren moet rekening gehouden worden bij het instellen van
de temperatuur.
Gebruik van het koelvak
Plaats het voedsel zoals op de afbeelding.
A Bereid voedsel
BVis, vlees
C Fruit en groenten
DFlessen
EKaas
11
BEDIENING VAN HET DIEPVRIEZERVAK
Het diepvriezervak is , of .
Vakken aangeduid met of kunnen gebruikt worden
om bevroren voedsel te bewaren gedurende de periode zoals
aangegeven op de verpakking. Indien het diepvriezervak is
aangeduid met , kan het ook gebruikt worden om vers
voedsel in te vriezen. De hoeveelheid vers voedsel die kan
worden ingevroren in 24 u wordt aangeduid op het typeplaatje.
In het geval van een stroomstoring behoudt het diepvriezervak
een voldoende lage temperatuur voor de opslag van voedsel.
Het wordt echter afgeraden om de deur van het vak te openen
tijdens dergelijke perioden.
Invriezen van vers voedsel (alleen in vakken met de
aanduiding )
Belangrijk
Alvorens vers voedsel in te vriezen dient u het te wikkelen en
verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie, lucht- en
waterdichte plastic zakken, polytheen containers met deksel
of diepvriezercontainers die geschikt zijn voor het invriezen
van vers voedsel.
Schik het vers voedsel in het bovenste vak, zorg voor
voldoende ruimte rond elk pak zodat de lucht kan circuleren.
Wanneer u vers voedsel in het diepvriezervak plaatst, dient u
de thermostaat met een halve punt lager te draaien, voor
optimale vriesresultaten.
Het voedsel zal binnen de 24 uur volledig bevroren zijn.
Voor apparaten met vakken gemarkeerd met
toont de tabel de aanbevolen maximale opslagtijd voor
diepgevroren vers voedsel.
Wanneer diepgevroren voedselproducten worden aangekocht:
Zorg dat de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren voedsel
in beschadigde verpakkingen kan een verminderde kwaliteit
hebben). Indien de verpakking bol staat of vochtplekken heeft,
werd het mogelijk niet bij optimale omstandigheden bewaard en
het ontdooien is mogelijk al begonnen.
Tijdens het winkelen dient u de aankopen van diepgevroren
voedsel als laatste te doen en u dient de producten in een
thermisch geïsoleerde koelzak te transporteren.
Plaats de artikelen zodra u thuiskomt in het diepvriezervak.
Zelfs indien het voedsel slechts gedeeltelijk ontdooid is, mag
u het niet opnieuw invriezen. Consumeer binnen de 24 uur.
Vermijd of beperk temperatuurvariaties tot een minimum.
Respecteer de vervaldatum op de verpakking.
Houd steeds rekening met de opslaginformatie op de verpakking.
IJsblokjes maken
Vul de ijsblokjesplaat voor 2/3 en plaats deze in het
diepvriezervak
Gebruik geen scherpe of puntige voorwerpen om de plaat los
te maken wanneer deze vastzit aan de onderkant van het
diepvriezervak.
Buig de ijsplaat enigszins om de blokjes te verwijderen.
MAANDEN VOEDSEL
12
DE KOELKAST ONTDOOIEN EN
SCHOONMAKEN
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Het ontdooien van het koelkastvak gebeurt volledig
automatisch.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de
binnenkant van de koelkast geeft aan dat de automatische
ontdooifase bezig is.
Het dooiwater wordt automatisch naar een afloop geleid in een
bakje waar het opnieuw verdampt.
Maak de afvoer van het dooiwater regelmatig schoon met het
meegeleverde instrument om zeker te stellen dat het dooiwater
correct wordt verwijderd.
Ontdooien van het diepvriezervak
Ontdooi het diepvriezervak een of twee keer per jaar of
wanneer de ijsvorming buitensporig is. Het is perfect
normaal dat zich ijs vormt. De hoeveelheid ijs die
gevormd wordt en de snelheid waaraan het ijs
accumuleert hangt af van de kamertemperatuur en
vochtigheid en van de frequentie waarmee de deur wordt
geopend. De ijsvorming zit geconcentreerd rond de
bovenkant van het vak en heeft geen invloed op de
efficiëntie van het apparaat.
Indien mogelijk dient u de ontdooiing uit te voeren
wanneer het vak bijna leeg is.
Verwijder het voedsel uit het diepvriezervak, wikkel het in
een krant en groepeer het op een koele plaats of in een
draagbare koelbak.
Laat de deur van de vriezer open, zodat het ijs kan smelten.
Maak de binnenkant schoon met een spons die in warm water
en/of neutraal detergent werd gedrenkt. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Binnenkant goed afspoelen en afdrogen.
Plaats het voedsel terug in het vak.
Sluit de deur.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Inschakelen van het apparaat.
13
ONDERHOUD EN REINIGING
Maak de luchtopeningen en de condensator aan de
achterzijde van het apparaat regelmatig schoon met een
stofzuiger of een borstel.
Maak de buitenkant schoon met een zachte doek.
Langdurig buiten gebruik
1. Maak de koelkast leeg.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Laat ontdooien en maak de binnenkant schoon.
4. In het geval van langdurige buiten gebruikstelling dient u de
deur open te laten om de vorming van schimmel, geurtjes
en oxidatie te voorkomen.
5. Reinig het apparaat.
Reinig de binnenkant van het diepvriezervak (indien geplaatst)
tijdens het ontdooien.
Reinig regelmatig de binnenkant van het koelkastvak met een
spons die bevochtigd is met warm water en/of neutraal
detergent. Spoel de binnenkant en droog met een zachte
doek. Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinig de buitenkant met een vochtig doekje. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, vlekkenverwijderaars
(bijvoorbeeld aceton, trichloorethyleen) of azijn.
14
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Temperatuur binnenin de vakken is
onvoldoende laag.
Verhindert het voedsel dat de deuren
correct sluiten?
Is de thermostaatinstelling correct?
Zijn de luchtcirculatie-openingen
geblokkeerd?
2. De temperatuur binnenin het koelkastvak is
te laag.
Is de thermostaatinstelling correct?
3. Het apparaat maakt veel lawaai.
Werd het apparaat correct geïnstalleerd?
Raken de leidingen achteraan elkaar of
trillen deze?
Is het normaal om de koelvloeistof te horen
circuleren.
4. Het apparaat werkt niet?
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker correct in het stopcontact?
Is de dubbele polaire schakelaar
ingeschakeld?
Werken de beschermingstoestellen voor
huishoudelijke elektrische systemen
correct?
Is het netsnoer beschadigd?
5. Er hoopt zich water op onderaan in het
koelkastvak.
Is de thermostaatinstelling correct?
Is de waterafvoer voor dooiwater
geblokkeerd?
6. Het interieurlampje werkt niet. Voer de controles
uit voor punt 4, en vervolgens:
koppel het apparaat los van de
stroomtoevoer, controleer het lampje en
indien nodig, vervang door een nieuw:
- Traditioneel lampje
(max 25W)
Of
- LED-lamp (met
dezelfde eigenschappen),
alleen verkrijgbaar bij de
Klantenservice.
Verwijderen van de lamp: Schroef de lamp
linksom los zoals afgebeeld op de
afbeelding.
15
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1. Controleer of u het probleem zelf kunt
oplossen aan de hand van de punten die
beschreven zijn in “Opsporen van storingen”.
2. Schakel het apparaat opnieuw in en
controleer of het probleem is opgelost.
Indien niet, koppelt u het apparaat los van de
stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur
voordat u het opnieuw inschakelt.
3. Indien het probleem aanhoudt na deze actie,
neemt u contact op met de Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
De aard van de storing.
•Het model
Het servicenummer (het nummer na het
woord SERVICE op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat)
Uw volledige adres
Uw telefoonnummer en zonecode.
Opmerking: De richting waarin de deur opent
kan veranderd worden. Indien deze actie wordt
uitgevoerd door Klantenservice valt dit niet
onder de garantie.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Bauknecht KDU 1476-1 LH Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor