Bauknecht KGN 2120 A2+ IN Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Handleiding
www.bauknecht.eu/register
2
HANDLEIDING
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN BAUKNECHT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat
registeren op www.bauknecht.eu/register
INDEX
GIDS GEZONDHEID & VEILIGHEID ......................................................... 3
Veiligheidsvoorschriften .................................................................................3
GIDS GEBRUIK & ONDERHOUD ........................................................... 6
Productbeschrijving ......................................................................................6
Accessoires* ...............................................................................................6
Bedieningspaneel en temperatuurinstelling ................................................................7
IJsvrij koelkastcompartiment ...............................................................................8
IJsvrij vriescompartiment ...................................................................................8
Compartiment 3 in 1 zone .................................................................................. 8
Chillersysteem (ijsvrij) ......................................................................................8
Temperatuurlampje* .......................................................................................8
Groenten- en fruitbak ......................................................................................8
Humidity control (Vochtregelaar)* ..........................................................................9
Koelkastverlichting ........................................................................................9
Schappen ..................................................................................................9
Deur ....................................................................................................... 9
Gebruik van het apparaat ...............................................................................10
Eerste gebruik ............................................................................................10
Koelvak en bewaren voedsel ..............................................................................10
Opslaan van verse etenswaar en dranken ..................................................................10
Diepvriescompartiment en bewaren voedsel ..............................................................11
Verwijderen van de vriesladecontainer ....................................................................11
Tips voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen ..............................................11
Diepgevroren etenswaar: winkeltips .......................................................................11
Bewaartijd van bevroren levensmiddelen ..................................................................12
Functionele geluiden .....................................................................................12
Alarmtabel ................................................................................................13
Aanbevelingen wanneer het apparaat niet wordt gebruikt .................................................13
Reinigen en onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Probleemoplossing ......................................................................................14
Consumentenservice ....................................................................................15
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
NL
3
Gids Gezondheid & Veiligheid
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
BELANGRIJK MOET WORDEN GELEZEN EN IN
ACHT GENOMEN
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken deze
veiligheidsinstructies. Bewaar ze in de buurt voor
toekomstige raadpleging.
Deze instructies en het apparaat zelf zijn voorzien van
belangrijke veiligheidsaanwijzingen, die te allen tijde
moeten worden opgevolgd. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor schade die het
gevolg is van het niet opvolgen van deze
veiligheidsinstructies, oneigenlijk gebruik of een foute
programmering van de regelknoppen.
Heel kleine kinderen (0-3jaar) moeten uit de buurt
van het apparaat blijven. Jonge kinderen (3-8 jaar)
moeten uit de buurt van het apparaat blijven, tenzij ze
de hele tijd onder toezicht staan. Kinderen vanaf 8 jaar
en personen met verminderde fysieke, sensorische of
mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis,
mogen dit apparaat gebruiken indien ze onder toezicht
staan of instructies hebben ontvangen over veilig
gebruik en de mogelijke gevaren ervan begrijpen.
Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. De
reiniging en het onderhoud mogen niet door kinderen
worden uitgevoerd zonder toezicht.
TOEGESTAAN GEBRUIK
VOORZICHTIG: Het apparaat is niet geschikt voor
inwerkingstelling met een externe schakelaar zoals een
timer, of een afzonderlijk systeem met
afstandsbediening.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en gelijkaardige toepassingen zoals: personeelskeukens
in winkels, kantoren en overige werkomgevingen; in
landbouwbedrijven; door klanten in hotels, motels,
bed & breakfast en andere verblijfsomgevingen.
Dit apparaat is niet geschikt voor een professioneel
gebruik. Gebruik het apparaat niet buitenshuis.
De lamp die in het apparaat wordt gebruikt is
speciek ontworpen voor huishoudapparaten en is
niet geschikt voor ruimteverlichting (EG Verordening
244/2009).
Het apparaat is bedoeld voor gebruik op plaatsen
waar de temperatuur binnen het volgende bereik
komt, conform de klimaatklasse op het typeplaatje.
Mogelijk werkt het apparaat niet correct indien het
lange tijd op een temperatuur buiten het aangegeven
bereik wordt gebruikt.
Omgevingstemperaturen van klimaatklasse:
SN: van 10°C tot 32°C; N: van 16°C tot 32°C
ST: van 16°C tot 38°C; T: van 16°C tot 43°C
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit
bevat R600a (HC). Apparaten met Isobutaan
(R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen
schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel
ontvlambaar is. Zorg er daarom voor dat de
koelcircuitleidingen niet beschadigd raken,
vooral wanneer het koelcircuit geledigd wordt.
WA ARSCHUWING: Beschadig de koelcircuitleidingen
van het apparaat niet.
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen in
de behuizing van het apparaat of in de ingebouwde
structuur vrij van obstakels.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische,
elektrische of chemische middelen behalve de
middelen aanbevolen door de fabrikant om het
ontdooiproces te versnellen.
WAARSCHUWING: Gebruik of plaats geen elektrische
apparaten binnenin de apparaatcompartimenten
indien deze niet het type zijn dat uitdrukkelijk is
goedgekeurd door de Fabrikant.
WAARSCHUWING: IJsmakers en/of waterdispensers
die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn
aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater
worden gevuld.
WAARSCHUWING: Automatische ijsmakers en/of
waterdispensers moeten worden aangesloten op een
waterleidingnet dat uitsluitend drinkwater levert, met
een waterdruk tussen 0,17 en 0,81MPa (1,7 en 8,1 bar).
Sla geen ontplofbare stoen zoals spuitbussen op
en gebruik geen benzine of andere brandbare
materialen in of in de buurt van het apparaat.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen
niet in (bij enkele modellen). Eet geen ijsblokjes of
waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien
deze vriesbrandwonden kunnen veroorzaken.
Bij producten ontworpen voor gebruik met een
luchtlter in een toegankelijke ventilatorafdekking,
moet het lter altijd zijn aangebracht wanneer de
koelkast in bedrijf is.
Bewaar geen glazen containers met vloeistoen
in het diepvriescompartiment, omdat ze kunnen
breken.
Blokkeer de ventilator (indien aanwezig) niet met
levensmiddelen.
Nadat de levensmiddelen in het apparaat zijn
geplaatst dient gecontroleerd te worden of de
deuren van de vakken goed sluiten, met name de
deur van het vriesvak.
Een beschadigde afdichting dient zo snel mogelijk
vervangen te worden.
Gebruik het koelkastcompartiment uitsluitend
voor het bewaren van vers voedsel en het
diepvriescompartiment uitsluitend voor het
bewaren van bevroren voedsel, het invriezen van
vers voedsel en het maken van ijsblokjes.
4
Gids Gezondheid & Veiligheid
Vermijd het bewaren van onverpakt voedsel in
direct contact met interne oppervlakken van de
koelkast- of diepvriescompartimenten.
Apparaten kunnen over speciale compartimenten
beschikken (vak voor verse etenswaar, nul graden-
vak,...).
Indien niet anders gespeciceerd in de
productbeschrijving, kunnen deze compartimenten
verwijderd worden zonder dat hierdoor de prestaties
veranderen.
C-pentaan wordt gebruikt als blaasmiddel in het
isolatieschuim en is een licht ontvlambaar gas.
INSTALLATIE
Het apparaat moet gehanteerd en geïnstalleerd
worden door twee of meer personen - risico van
verwondingen. Gebruik beschermende handschoenen
om uit te pakken en te installeren - risico van snijwonden.
Laat de installatie, m.i.v. de aansluiting op het
waternet (indien van toepassing), de elektrische
aansluitingen en reparaties door een gekwaliceerd
technicus verrichten. Repareer of vervang geen enkel
onderdeel van het apparaat, behalve als dit expliciet
aangegeven wordt in de gebruikershandleiding. Houd
kinderen uit de buurt van de installatieplaats.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of het
tijdens het transport geen beschadigingen heeft
opgelopen. Neem in geval van twijfel contact op met
uw leverancier of de dichtstbijzijnde Whirlpool
Consumentenservice. Na de installatie moet het
verpakkingsmateriaal (plastic, piepschuim enz.) buiten
het bereik van kinderen bewaard worden - risico voor
verstikking. Het apparaat moet worden losgekoppeld
van het elektriciteitsnet voordat u
installatiewerkzaamheden uitvoert - risico voor
elektrocutie. Tijdens de installatie dient u ervoor te
zorgen dat het apparaat de voedingskabel niet
beschadigd - risico voor brand of elektrocutie. Activeer
het apparaat alleen als de installatie is voltooid.
Zorg dat u de vloer (bijv. parket) niet beschadigt
tijdens het verplaatsen van het apparaat. Installeer het
apparaat op een vloer of steun die sterk genoeg is om
het gewicht te kunnen hebben, en op een plaats die
geschikt is voor grootte en gebruik. Controleer of het
apparaat niet vlak naast een warmtebron staat en of
de vier pootjes stevig op de vloer rusten, stel ze naar
wens af en controleer of het apparaat exact horizontaal
staat en gebruik hiervoor een waterpas. Wacht
minstens twee uur alvorens het apparaat in te schakelen
om zeker te stellen dat het koelcircuit volledig eciënt
is.
Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er
aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te worden. De afstand
tussen de achterzijde van het apparaat en de muur
achter het apparaat dient minimaal 50 mm te bedragen,
om contact met hete oppervlakken te voorkomen. Bij
minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
WAARSCHUWING: Zorg er bij het plaatsen van het
apparaat voor dat de voedingssnoer niet geklemd zit
of beschadigd is.
WAARSCHUWING: Om gevaar als gevolg van
instabiliteit te voorkomen, moet de positionering of
bevestiging van het apparaat worden uitgevoerd
volgens de instructies van de fabrikant.
Het is verboden de koelkast dusdanig te plaatsen dat
de metalen slang van de gaskachel, de metalen gas- of
waterleidingen of de elektrische draden in contact
komen met de achterwand van de koelkast
(condensatorspoel).
Omkeerbare deuren - als het noodzakelijk is de
richting te veranderen waarin de deuren open gaan.
Contacteer de technische assistentie.
ELEKTRISCHE WAARSCHUWINGEN
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het
stopcontact te halen of via een meerpolige
netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact
is geplaatst conform de bedradingsvoorschriften en
het apparaat dient geaard te zijn conform de nationale
veiligheidsnormen voor elektriciteit.
Gebruik geen verlengsnoeren, meervoudige
stopcontacten of adapters. Als de installatie voltooid is,
mogen de elektrische onderdelen niet meer
toegankelijk zijn voor de gebruiker. Gebruik het
apparaat niet wanneer u natte voeten hebt of
blootsvoets bent.
Gebruik het apparaat niet als de stroomkabel of de
stekker beschadigd is, als het apparaat niet goed werkt
of als het beschadigd of gevallen is.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet het door
de fabrikant, zijn technicus of een gelijkaardig
gekwaliceerd persoon vervangen worden door een
identieke kabel, om gevaarlijke situaties en risico van
elektrocutie te voorkomen.
WAARSCHUWING: Meerdere draagbare
stopcontacten of draagbare voedingen mogen niet
aan de achterkant van het apparaat worden geplaatst.
REINIGEN EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING: Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektriciteitsnet voordat u
installatiewerkzaamheden uitvoert; gebruik nooit
stoomreinigers - risico van elektrocutie.
Gebruik op kunststof onderdelen, binnen- en
deurranden of afdichtingen geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen zoals ruitensprays,
schurende reinigingsmiddelen, brandbare vloeistoen,
schoonmaakwassen, geconcentreerde
NL
5
Gids Gezondheid & Veiligheid
schoonmaakmiddelen, bleekmiddelen en
reinigingsmiddelen die aardolieproducten bevatten.
Gebruik geen papieren handdoeken, schuursponsjes
of ander hard schoonmaakmateriaal.
VERWERKING VAN DE VERPAKKING
De verpakking kan volledig gerecycled worden, zoals door het
recyclingssymbool wordt aangegeven
.
De diverse onderdelen van de verpakking mogen daarom niet bij het
gewone huisvuil worden weggegooid, maar moeten worden afgevoerd
volgens de plaatselijke voorschriften.
AFDANKEN VAN HUISHOUDELIJKE APPARATUUR
Dit apparaat is vervaardigd van recyclebaar of herbruikbaar materiaal.
Dank het apparaat af in overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor afvalverwerking.
Voor meer informatie over behandeling, terugwinning en recycling van
huishoudelijke apparaten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
instantie, de vuilnisophaaldienst of de winkel waar u dit apparaat hebt
gekocht. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product correct wordt afgedankt, helpt
u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de gezondheid te
voorkomen.
Het symbool
op het product of op de begeleidende documentatie geeft
aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden,
maar dat het ingeleverd moet worden bij een speciaal inzamelingscentrum
voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
TIPS OM ENERGIE TE BESPAREN
Installeer het apparaat in een droge, goed geventileerde ruimte, ver bij
eventuele warmtebronnen vandaan (bijv. radiator, fornuis, etc.) en op een
plek die niet aan direct zonlicht wordt blootgesteld. Gebruik indien nodig
een isolatieplaat.
Volg de installatie-instructies om voldoende ventilatie te garanderen.
Door onvoldoende ventilatie aan de achterzijde van het product neemt het
energieverbruik toe en neemt de koeleciëntie af.
Wanneer de deur vaak wordt geopend kan dit leiden tot een verhoogd
Energieverbruik.
De interne temperatuur van het apparaat en het Energieverbruik worden
beïnvloed door de omgevingstemperatuur en de plaats waar het apparaat
opgesteld is. Bij het instellen van de temperatuur moet rekening gehouden
worden met deze factoren. Beperk het openen van deuren tot een minimum.
Plaats diepgevroren etenswaren die u wilt ontdooien in de koelkast. De
lage temperatuur van de diepgevroren etenswaar koelt de etenswaar in de
koelkast.
Laat warme gerechten en dranken eerst afkoelen voordat ze in het apparaat
geplaatst worden.
De positionering van de platen in de koelkast heeft geen invloed op
het eciënte energiegebruik. De etenswaar dient zodanig op de platen
geplaatst te worden om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen (de
verschillende etenswaar dient elkaar niet te raken en de afstand tussen de
etenswaar en de achterwand moet behouden blijven).
U kunt de opslagcapaciteit voor ingevroren etenswaar vergroten door
opslagmanden en, indien aanwezig, de Stop Frost-plaat te verwijderen.
Wees niet verontrust over geluiden die van de compressor komen want dat
zijn de normale geluiden van werking.
6
Gids Gebruik & Onderhoud
PRODUCTBESCHRIJVING
Koelvak
1. Stelpootjes
2. Conserveringszone
3. Vriezer en Opbergvak
4. Groenten- en fruitbak
5. Compartiment 3 in 1 zone
6. Bedieningspaneel
7. Wijnrek*
8. Schappen
9. Lampje
10. Uittrekbaar opslagschap met
deksel*
11. Uitneembare polyvalente schappen
12. Flessenvak
13. Eierhouder
14. Easy ice/ijsbakje*
* Afhankelijk van aantal en/of positie, alleen
voor bepaalde modellen verkrijgbaar.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
ACCESSOIRES*
EIERHOUDER FLESSENHOUDER EASY ICE
LADENVERDELER KOELKAST FLESSENREK IJSBAKJE
NL
7
Gids Gebruik & Onderhoud
BEDIENINGSPANEEL EN TEMPERATUURINSTELLING
1. AAN/UIT
2. Temperatuurlampje koelkast
3. Temperatuurinstelling koelkast
4. Super indicatorlampje (snelvriezen)
5. Super toets (snelvriezen)
2
35
4
1
AAN/UIT
Het hele product (zowel koel- als diepvriescompartimenten)
kan worden ingeschakeld door deze toets 2 seconden in te
drukken.
De laatste ingestelde waarde wordt aangegeven op
de interface. Druk deze toets in om het apparaat uit te
schakelen. Een geluidssignaal zal de "omschakeling naar uit
van het product" bevestigen.
KOELKAST TEMPERATUURLAMPJE
De temperatuur van het koelkastvak wordt getoond.
KOELKAST TEMPERATUURINSTELLING
Hiermee kunt u de waarde van de koelkasttemperatuur
wijzigen, op een cyclische manier; ook de geselecteerde
temperatuur op de interface wordt bevestigd.
SUPER INDICATORLAMPJE SNELVRIEZEN
Gaat branden wanneer op de toets SUPER FREEZE
(supervriezen) wordt gedrukt.
SUPER TOETS SNELVRIEZEN
Wordt gebruikt voor het invriezen van verse
levensmiddelen. Wanneer op de toets wordt gedrukt,
gaat het indicatorlampje van SUPER FREEZE (supervriezen)
branden (zie Start en gebruik).
Schakel LUCHT in het koelvak NIET in tijdens de SUPER
functie, dat kan te koude temperaturen veroorzaken. Voor
de beste conservering van levensmiddelen wordt de stand
MED aanbevolen.
Opmerking: De weergegeven temperatuurinstelling komt
overeen met de gemiddelde temperatuur in de hele koelkast.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
8
Gids Gebruik & Onderhoud
IJSVRIJ KOELKASTCOMPARTIMENT
Het ontdooien van het koelkastcompartiment vindt volledig
automatisch plaats
Waterdruppels aan de achterwand in het
koelkastcompartiment duiden er op dat het automatische
ontdooien aan de gang is.
IJSVRIJ VRIESCOMPARTIMENT
IJsvrije diepvriezers zorgen voor gekoelde luchtcirculatie rond
de opslagplaatsen en gaan ijsvorming tegen, waardoor de
noodzaak voor het ontdooien volledig wordt weg genomen.
Ingevroren levensmiddelen blijven niet aan de wanden
kleven, de labels blijven leesbaar en de opslagruimte blijft
netjes.
COMPARTIMENT 3 IN 1 ZONE
Dit is de nieuwe bak met maximale exibiliteit om uw
etenswaren op excellente wijze te bewaren.
bewaren van vlees, vis en kwetsbaar voedsel;
snel koelen van heet voedsel van 70°C tot 3°C en van
andere verse etenswaren en restjes;
ontdooien op lage temperatuur (het remt de verspreiding
van micro-organismen).
Onder normale omstandigheden kunt u de temperatuur van
0° C krijgen wanneer de koelvaktemperatuur is ingesteld op
ongeveer 4°C.
Als u de koelkasttemperatuur verlaagt, verlaagt u ook de
temperatuur van het KOELcompartiment.
CHILLERSYSTEEM IJSVRIJ
Het ijsvrije systeem laat ononderbroken koude lucht
circuleren om vocht te verzamelen en de vorming van
ijs en vorst te voorkomen. Het systeem zorgt voor een
optimaal vochtigheidsniveau in het compartiment, zodat de
oorspronkelijke kwaliteit van de etenswaren wordt behouden
en de etenswaren niet aan elkaar plakken, en ontdooien
denitief tot het verleden behoort. Dek de verluchtingscellen
niet af door voedsel of bakjes tegen het koelpaneel aan de
achterzijde te plaatsen. Sluit de essen en omwikkel het
voedsel goed.
HET POTENTIEEL VAN DE KOELKAST OPTIMAAL
BENUTTEN
Zet enkel koude of lauwe etenswaren in het
compartiment
Bedenk dat gekookt voedsel niet langer duurt dan rauw
voedsel.
Sla geen vloeistoen op in open containers: ze verhogen
de vochtigheidsgraad in de koelkast en veroorzaken
condensvorming.
TEMPERATUURLAMPJE*
Voor het vaststellen van de koelste plek in de koelkast.
1. Controleer of er duidelijk OK op het lampje verschijnt (zie
schets).
2.
Als het woord "OK" niet verschijnt betekent dit
dat de temperatuur te hoog is: zet de knop van
KOELKASTWERKING op een hogere positie (kouder) en
wacht ongeveer 10 uren tot de temperatuur stabiel is.
3. Controleer het controlelampje opnieuw: stel eventueel
opnieuw af na de eerste procedure. Als er grote
hoeveelheden voedsel zijn toegevoegd, of als de
koelkastdeur vaak is geopend, is het normaal dat het
lampje geen OK aangeeft. Wacht ten minste 10 uur
voordat de knop KOELKASTWERKING naar een hogere
instelling wordt gezet.
GROENTEN EN FRUITBAK
De salade crispers die in de koelkast zijn gemonteerd zijn
speciaal ontworpen om fruit en groenten fris en knapperig te
houden.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
NL
9
Gids Gebruik & Onderhoud
HUMIDITY CONTROL VOCHTREGELAAR*
Open de vochtregelaar (positie B) voor het opslaan van
voedsel in een minder vochtige omgeving, zoals fruit, of sluit
het (positie A) voor het opslaan van voedsel in een vochtiger
omgeving, zoals groente.
KOELKASTVERLICHTING
Het verlichtingssysteem in het koelkastcompartiment maakt
gebruik van Led-verlichting voor een betere verlichting en
een zeer laag energieverbruik.
Als het LED verlichtingssysteem niet werkt, contact opnemen
met de Consumentenservice om het te laten vervangen.
Belangrijk: De binnenverlichting van het
koelkastcompartiment gaat branden wanneer de deur van de
koelkast geopend wordt.
Als de deur langer dan 8 minuten geopend blijft, wordt de
verlichting automatisch uitgeschakeld.
SCHAPPEN
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn uitneembaar.
DEUR
OMKEREN VAN DE DEUR
Als het noodzakelijk is de richting te veranderen waarin de deuren
open gaan, contacteert u de Technische dienst.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
10
Gids Gebruik & Onderhoud
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
EERSTE GEBRUIK
Alvorens het apparaat aan te sluiten maakt u de
compartimenten en de accessoires goed schoon met lauw
water en bicarbonaat. Nadat het apparaat is aangesloten op het
stroomnet, wordt de werking ervan automatisch gestart.
Wacht nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, minstens 4-6
uur voordat u levensmiddelen in het apparaat legt.
Wanneer het apparaat wordt aangesloten op de netvoeding
wordt het display verlicht en worden alle pictogrammen
gedurende circa 1 seconde weergegeven. De standaardwaarden
(fabriekswaarden) van de instellingen van de koelkast lichten op.
KOELVAK EN BEWAREN VOEDSEL
In het koelkastcompartiment kunnen verse etenswaar
en dranken bewaard worden. Het ontdooien van het
koelkastcompartiment vindt geheel automatisch plaats. De
aanwezigheid van waterdruppels op de achterste binnenwand
van het koelkastcompartiment is een teken van de automatische
ontdooifase. Het dooiwater loopt weg in een afvoeropening en
vervolgens in een bak, waar het verdampt.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt
geopend en de plaats van het apparaat kan een invloed hebben op de
interne temperatuur van de twee vakken. Stel de temperatuur in aan
de hand van deze factoren.
Bij veel vocht in het koelkastcompartiment kan er condensvorming
ontstaan, vooral op de glasplaten.
In dit geval wordt geadviseerd dat u vloeistoen in open pannen
afsluit (bijv. een pan bouillon), etenswaar met een hoog watergehalte
(bijv. groenten) in folie wikkelt en de ventilator inschakelt (indien
hiermee uitgerust).
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
VENTILATIE
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak resulteert in
zones met verschillende temperaturen. Het koudste gedeelte
bevindt zich direct boven de crisperlade voor groente en fruit en
bij de achterwand. Het warmste gedeelte bevindt zich bovenaan
de voorzijde van het koelvak.
Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger energieverbruik
en lagere koelprestaties.
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid ethyleengas afgeven
en de levensmiddelen die gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit,
groenten en salade, moeten altijd worden zodanig worden
gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet achteruit gaat;
bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's of kool bewaren.
Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij elkaar om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Gebruik houders van
recyclebaar plastic, metaal, aluminium en glas, of wikkel de
levensmiddelen in folie.
Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de koelkast
opslaat, raden wij aan de platen boven de crisperlade voor
groente en fruit te gebruiken, aangezien dit de koelste plek
in het koelvak is. Gebruik altijd afsluitbare houders voor
vloeistoen en etenswaar die geuren of smaken kunnen
afgeven of opnemen, of dek de vloeistoen of etenswaar af. Om
te voorkomen dat essen omvallen, kunt u gebruik maken van
de essenhouder (beschikbaar op bepaalde modellen).
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch
fruit, blikjes, dranken, eieren, sauzen, augurken,
boter, jam
FRUIT & GROENTELADE
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk,
zuivelproducten, delicatessen, yoghurt
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
NL
11
Gids Gebruik & Onderhoud
DIEPVRIESCOMPARTIMENT EN BEWAREN VOEDSEL
In het diepvriescompartiment kan diepgevroren etenswaar
(gedurende de op de verpakking aangegeven periode) bewaard en
verse etenswaar ingevroren worden.
De hoeveelheid verse etenswaar die in 24 uur kan worden
ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje.
Schik de verse etenswaar in het vriesvak in het
diepvriescompartiment (zie de Beknopte Handleiding) en zorg
voor voldoende ruimte rondom elke verpakking zodat de lucht kan
circuleren. Geadviseerd wordt gedeeltelijk ontdooide etenswaar
niet opnieuw in te vriezen. Het is belangrijk om etenswaar
zodanig te verpakken dat het binnendringen van water, vocht of
condens wordt voorkomen.Voor meer opslagcapaciteit kan het
diepvriescompartiment zonder de diepvriesladen worden gebruikt.
Zorg ervoor dat de deur goed gesloten is.
IJSBLOKJES
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en plaats het in het
diepvriescompartiment. Gebruik nooit puntige of scherpe
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Legenda
LADE DIEPVRIESGEDEELTE
(MAX KOELZONE) Aanbevolen voor het
invriezen van verse/gekookte levensmiddelen.
VRIEZERLADE
VERWIJDEREN VAN DE VRIESLADECONTAINER
Open de vriezerdeur
Trek de bovenste container aan de rechter en linker hoeken
naar boven (1)
Verwijder de lade (2)
Installeer de bovenste container in de omgekeerde volgorde
1
2
TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN BEWAREN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN
Er wordt aanbevolen om al uw ingevroren levensmiddelen van
een label en datum te voorzien. Door een label aan te brengen
kunt u levensmiddelen makkelijker herkennen en weet u
wanneer deze gebruikt moet worden voordat de kwaliteit ervan
afneemt. Vries ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen dient u het te
wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie, lucht-
en waterdichte plastic zakken, polytheen containers met deksel
of diepvriescontainers die geschikt zijn voor het invriezen van
verse levensmiddelen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede
kwaliteit zijn.
Vries verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst in,
om de voedingsstoen, de consistentie, de kleur en de smaak
te behouden. Enkele vleessoorten (vooral wild) moeten worden
opgehangen voordat deze worden ingevroren.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in de
vriezer legt.
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten
onmiddellijk worden geconsumeerd.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het ontdooien
gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het opnieuw worden
ingevroren.
Flessen met vloeistof mogen niet worden ingevroren.
DIEPGEVROREN ETENSWAAR: WINKELTIPS
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende
punten letten:
Controleer of de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren
levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een
verminderde kwaliteit hebben).
Indien de verpakking bol staat of vochtplekken heeft, werd het
mogelijk niet bij optimale omstandigheden bewaard en het
ontdooien is mogelijk al begonnen.
Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het einde van
uw trip en vervoer het in een thermisch geïsoleerde koeltas.
Leg bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in
de vriezer.
Als het voedsel ook maar gedeeltelijk is ontdooid, vries
het niet opnieuw in. Eet binnen 24 uur op.
Voorkom temperatuurschommelingen of beperk tot
een minimum. De uiterste houdbaarheidsdatum op de
verpakking moet worden gerespecteerd.
Houd steeds rekening met de opslaginformatie op de
verpakking.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
12
Gids Gebruik & Onderhoud
BEWAARTIJD VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN
Product Bewaartijd
Boter of margarine 6 maanden
Kaas 3 maanden
Vis
Schaaldieren
2/3 maanden
1 maand
Fruit (behalve citrus) 8-12 maanden
Roomijs of sorbet 2/3 maanden
Vlees
Ham-worst
Gebraad (rund-varken-lam)
Biefstuk of koteletten (rund-lam-varken)
2 maanden
8/12 maanden
4 maanden
Melk, verse vloeistoen 1-3 maanden
Gevogelte (kip-kalkoen) 5- 7 maanden
Groente 8-12 maanden
FUNCTIONELE GELUIDEN
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal, omdat
er een aantal ventilatoren en motoren voor het regelen
van prestaties aanwezig zijn die automatisch worden in- en
uitgeschakeld.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN KUNNEN
WORDEN VERMINDERD DOOR MIDDEL VAN:
Optillen van het apparaat en op een egaal oppervlak
installeren.
Scheiden en vermijden van contact tussen het apparaat
en meubilair.
Controleren of de interne onderdelen correct zijn
geplaatst.
Controleren of de essen en houders niet tegen elkaar
komen.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN DIE U ZOU
KUNNEN HOREN
1. Een sisgeluid bij het voor de eerste keer of na een lange
pauze inschakelen van het apparaat.
2.
Een borrelgeluid wanneer koelmiddel de leidingen
instroomt.
3. BRRR-geluid van de compressor die loopt.
4.
Een zoemgeluid wanneer de waterklep of de ventilator
begint te werken.
5.
Een kraakgeluid wanneer de compressor start.
6.
De KLIK is van de thermostaat die afstelt hoe vaak de
compressor draait.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
NL
13
Gids Gebruik & Onderhoud
ALARMTABEL
ALARMTYPE SIGNAAL OORZAAK OPLOSSING
Alarm deur open. Koelkastverlichting knippert. De deur heeft langer dan 3
minuten open gestaan.
Sluit de deur.
Functiestoring. Alle temperatuurlampjes
knipperen.
Storing in het product. Neem contact op met de
consumentenservice.
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT
BIJ GEEN GEBRUIK
Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet en leeg,
ontdooi (indien nodig) en reinig het apparaat.
Laat de deuren op een kier staan, zodat lucht in de
compartimenten kan circuleren. Hierdoor voorkomt u de
ontwikkeling van schimmel en onaangename geuren.
BIJ EEN STROOMSTORING
Houd de deuren gesloten, zodat de etenswaar zo lang
mogelijk koel blijft. Vries gedeeltelijk ontdooide etenswaar
niet opnieuw in. Bij een langdurige stroomstoring is het
mogelijk dat het blackout-alarm geactiveerd wordt (bij
producten met elektronica).
REINIGEN EN ONDERHOUD
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de onderdelen van de koelkast nooit schoon met licht
ontvlambare vloeistoen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van
alcohol of daarvan afgeleide stoen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.
Reinig het apparaat regelmatig met een vochtige
doek met een oplossing van lauw water en neutrale
schoonmaakmiddelen die speciaal bestemd zijn voor het
reinigen van de binnenkant van een koelkast.
De uitneembare accessoires kunnen in warm water en
zeep of afwasmiddel ondergedompeld worden. Spoel ze
en droog ze zorgvuldig af.
Reinig de buitenkant en de deurafdichting met een
vochtige doek en droog ze af met een zachte doek.
De condensor aan de achterkant van het apparaat moet
regelmatig met behulp van een stofzuiger worden
schoongemaakt.
Behalve als anders wordt gespeciceerd, zijn de
apparaataccessoires
niet vaatwasmachineveilig.
Belangrijk:
De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van
alcohol of daarvan afgeleide stoen; gebruik in plaats
daarvan een droge doek.
De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt van de
ontdooibak en kunnen heet worden. Maak ze regelmatig
schoon met een stofzuiger.
Om de constante en correcte afvoer van het dooiwater te
garanderen, maakt u regelmatig het afvoergaatje op de
achterwand van het koelvak, in de buurt van de groente-
en fruitlade, schoon met behulp van het bijgeleverde
gereedschap*.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
14
Gids Gebruik & Onderhoud
PROBLEEMOPLOSSING
Wat moet u doen als... Mogelijke oorzaken Oplossingen
Het apparaat werkt niet. Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat
zijn.
Controleer of het netsnoer met de juiste spanning in een
stopcontact zit.
Controleer de beveiligingen en zekeringen van het
elektrische systeem in uw huis
Er zit water in de
ontdooibak.
Dit is normaal bij heet, vochtig
weer. De bak kan zelfs tot
halverwege gevuld raken.
Controleer of het apparaat goed horizontaal staat, om te
voorkomen dat het water uit de bak loopt.
De randen van het
apparaat die in contact
met de deurafdichting
komen zijn warm bij
aanraking.
Dit is geen defect.
Dit is normaal bij een warm klimaat
en als de compressor in werking is.
Het lampje werkt niet. Het lampje moet mogelijk
vervangen worden.
Het apparaat kan in Aan/Stand-by
modus staan.
Controleer of de beveiligingen en zekeringen van het
elektrische systeem in uw huis goed werken.
Controleer of het netsnoer met de juiste spanning in een
stopcontact zit
Wanneer LED's zijn gebroken moet de gebruiker contact
opnemen met de Klantenservice voor vervanging
van hetzelfde type LED, alleen verkrijgbaar bij de
Klantenservice of erkende dealers.
De motor lijkt te lang in
werking te blijven.
De tijd dat de motor draait
hangt van verschillende
factoren af: het aantal keren
dat de deur wordt geopend, de
hoeveelheid levensmiddelen die
in de koelkast wordt bewaard, de
kamertemperatuur en de instelling
van de thermostaten.
Zorg ervoor dat controles van het apparaat correct zijn
ingesteld.
Controleer of er niet een grote hoeveelheid voedsel aan
het apparaat is toegevoegd.
Controleer of de deur niet te vaak wordt geopend.
Controleer of de deur perfect sluit.
De temperatuur van het
apparaat is te hoog.
Dit kan verschillende oorzaken
hebben (zie 'Oplossingen').
› Zorg ervoor dat de condensor (achter het apparaat) vrij
is van stof en pluizen.
Zorg ervoor dat de deur goed gesloten is.
Zorg ervoor dat de deurafdichtingen goed vastzitten.
Op warme dagen, of als het warm is in het vertrek, zal de
motor langer draaien.
Wanneer de deur lang open heeft gestaan, of indien er
grote hoeveelheden levensmiddelen in het apparaat
zijn geplaatst, blijft de motor langer werken om de
binnenkant van het apparaat goed te koelen.
De deuren gaan niet
goed open en dicht.
Dit kan verschillende oorzaken
hebben (zie 'Oplossingen').
Controleer of de deur niet geblokkeerd wordt door
levensmiddelen.
Controleer of de binnenste onderdelen of de
automatische ijsmaker allemaal goed op hun plaats
zitten.
Controleer of de deurafdichtingen niet vuil of kleverig
zijn.
Controleer of het apparaat horizontaal staat.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
NL
15
Gids Gebruik & Onderhoud
CONSUMENTENSERVICE
VOORDAT U DE CONSUMENTENSERVICE BELT
1. Controleer of u het probleem zelf kunt oplossen
aan de hand van de punten die beschreven zijn in
“PROBLEEMOPLOSSING”.
2. Zet het apparaat aan en uit om te controleren of het
probleem is opgelost.
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES DE STORING NOG STEEDS
AANWEZIG IS, NEEM CONTACT OP MET DE DICHTSTBIJZIJNDE
CONSUMENTENSERVICE
Bel voor assistentie het nummer dat in het garantieboekje
staat, of volg de instructies op de website
www. bauknecht. eu
Wanneer u contact opneemt met de Klantenservice, vermeld
altijd:
een korte beschrijving van de storing;
het type en het exacte model van het apparaat;
het servicenummer (nummer na het woord Service op
het typeplaatje). Het servicenummer staat ook in het
garantieboekje;
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien reparatie
noodzakelijk is (alleen dan heeft u zekerheid dat originele
vervangingsonderdelen worden gebruikt en de reparatie
correct wordt uitgevoerd).
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
400011265004
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Bauknecht KGN 2120 A2+ IN Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding