Vega VEGATOR 132 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Tweekanaals meetversterker voor
niveaudetectie met conductieve
sensoren
VEGATOR 132
Document ID: 46837
2
Inhoudsopgave
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................................................................... 4
1.1 Functie ............................................................................................................................. 4
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 4
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 4
2 Voor uw veiligheid .................................................................................................................... 5
2.1 Geautoriseerd personeel .................................................................................................. 5
2.2 Correct gebruik ................................................................................................................. 5
2.3 Waarschuwing voor misbruik ............................................................................................ 5
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 5
2.5 EU-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.6 Veiligheidsmarkering op het instrument ............................................................................ 6
2.7 Installatie en bedrijf in de USA en Canada ....................................................................... 6
2.8 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving .......................................................................... 6
2.9 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 6
3 Productbeschrijving ................................................................................................................ 7
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 7
3.2 Werking ............................................................................................................................ 7
3.3 Bediening ......................................................................................................................... 8
3.4 Verpakking, transport en opslag ....................................................................................... 8
4 Monteren ................................................................................................................................. 10
4.1 Montage-instructies ........................................................................................................ 10
5 Op de voedingsspanning aansluiten ................................................................................... 11
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 11
5.2 Aansluitstappen ............................................................................................................. 12
5.3 Aansluitschema .............................................................................................................. 13
5.4 Aansluitschema vierkanaalsregeling .............................................................................. 14
6 In bedrijf nemen ..................................................................................................................... 15
6.1 Bedieningssysteem ........................................................................................................ 15
6.2 Bedieningselementen .................................................................................................... 15
6.3 Herhalingsbeproeving .................................................................................................... 18
6.4 Functietabel schakelpunt ................................................................................................ 19
6.5 Functietabel tweepuntsregeling ...................................................................................... 19
7 Service en storingen oplossen............................................................................................. 22
7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 22
7.2 Storingen oplossen ........................................................................................................ 22
7.3 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 23
8 Demonteren ............................................................................................................................ 24
8.1 Demontagestappen ........................................................................................................ 24
8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 24
9 Bijlage ..................................................................................................................................... 25
9.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 25
9.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 27
9.3 Industrieel octrooirecht ................................................................................................... 28
9.4 Handelsmerken .............................................................................................................. 28
3
Inhoudsopgave
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Overige documentatie
Informatie:
Afhankelijk van de bestelde uitvoering hoort aanvullende documenta-
tie tot de levering. Deze vindt u in hoofdstuk "Productbeschrijving".
Uitgave: 2017-09-04
4
1 Over dit document
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
1 Over dit document
1.1 Functie
Deze handleiding geeft u de benodigde informatie over de mon-
tage, aansluiting en inbedrijfname van het instrument. Deze bevat
bovendien belangrijke instructies voor het onderhoud, het oplossen
van storingen, het vervangen van onderdelen en de veiligheid van de
gebruiker. Lees deze daarom door voor de inbedrijfname en bewaar
deze handleiding als onderdeel van het product in de directe nabij-
heid van het instrument.
1.2 Doelgroep
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwaliceerd vakper-
soneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel
beschikbaar worden gesteld.
1.3 Gebruikte symbolen
Informatie, tip, instructie
Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie.
Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen
storingen of foutief functioneren ontstaan.
Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan
persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan.
Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig
persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument
ontstaan.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
SIL-toepassingen
Dit symbool markeert instructies betreende de functionele veiligheid,
die bij veiligheidsrelevante toepassing bijzonder zorgvuldig moeten
worden aangehouden.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
→
Handelingsstap
Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling.
1 Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
5
2 Voor uw veiligheid
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel
Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen
alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautori-
seerd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno-
digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik
De VEGATOR 132 is een universele meetversterker voor aansluiting
van conductieve sensoren..
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
"Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specicatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvul-
lende handleidingen gegeven.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de ge-
bruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
2.3 Waarschuwing voor misbruik
Bij ondeskundig of verkeerd gebruik kunnen van dit instrument
toepassingsspecieke gevaren uitgaan, zoals bijvoorbeeld overlopen
van de tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage
of instelling. Dit kan materiële, persoonlijke of milieuschade tot gevolg
hebben. Bovendien kunnen daardoor de veiligheidsspecicaties van
het instrument worden beïnvloed.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies
Het instrument voldoet aan de laatste stand van de techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Het mag alleen
in technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De
exploitant is voor het storingsvrije bedrijf van het instrument verant-
woordelijk. Bij gebruik in agressieve of corrosieve media, waarbij een
storing van het instrument tot een gevaarlijke situatie kan leiden, moet
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de
overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen
met de actuele stand van de betreende instituten vast te stellen en
nieuwe voorschriften aan te houden.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
6
2 Voor uw veiligheid
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
Om gevaren te voorkomen, moeten de op het instrument aange-
brachte veiligheidsmarkeringen en -instructies worden aangehouden
en moet de betekenis daarvan in deze handleiding worden opge-
zocht.
2.5 EU-conformiteit
Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende
EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de conformiteit
van het instrument met deze richtlijnen.
De EU-conformiteitsverklaring vindt u op onze homepage onder
www.vega.com/downloads.
2.6 Veiligheidsmarkering op het instrument
De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn
aangebracht moeten worden aangehouden.
2.7 Installatie en bedrijf in de USA en Canada
Deze instructies zijn uitsluitend geldig voor de USA en Canada. Daar-
om is de volgende tekst alleen beschikbaar in het Engels.
Installations in the US shall comply with the relevant requirements of
the National Electrical Code (ANSI/NFPA 70).
Installations in Canada shall comply with the relevant requirements of
the Canadian Electrical Code
2.8 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specieke veiligheidsin-
structies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en
worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd.
2.9 Milieuvoorschriften
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de be-
langrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming con-
stant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecerticeerd
conform DIN EN ISO 14001.
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi-
lieu-instructies in deze handleiding.
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk "Afvoeren"
7
3 Productbeschrijving
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie
De levering bestaat uit:
Meetversterker VEGATOR 132
Documentatie
Deze gebruiksaanwijzing
Ex-specieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen)
Evt. andere certicaten
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identicatie en
toepassing van het instrument:
Instrumenttype
Productcode
Toelatingen
Technische gegevens
Serienummer van het instrument
Data-Matrix-Code voor VEGA Tools-App
De typeplaat bevat het serienummer van het instrument. Daarmee
kunt u via onze homepage de volgende gegevens vinden:
Productcode van het instrument (HTML)
Leveringsdatum (HTML)
Opdrachtspecieke instrumentkenmerken (HTML)
Gebruiksaanwijzing op het tijdstip van de uitlevering (PDF)
Veiligheidsinstructies en certicaten
Ga hiervoor naar "www.vega.com", "Instrument zoeken (serienum-
mer)". Voer daar het serienummer in.
Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone.
De app "VEGA Tools" uit de "Apple App Store" of de "Google Play
Store" downloaden
Data-matrixcode op de typeplaat van het instrument scannen of
Serienummer handmatig in de app invoeren
3.2 Werking
De VEGATOR 132 is een tweekanaals meetversterker voor niveausig-
nalering met conductieve sensoren uit de serie EL. Via de inge-
bouwde relais kunnen eenvoudige regel- en besturingstaken worden
uitgevoerd. Typische toepassingen zijn bewakingsfuncties zoals
overloop- resp. droogloopbeveiliging en pompregelingen. Als optie
staat bovendien een storingsmeldrelais ter beschikking.
Bij een conductieve meting wordt op twee elektroden een kleine
spanning geactiveerd. Als alternatief kan bij metalen tanks ook één
elektrode worden toegepast, de massa moet dan op de tank worden
aangesloten. Door het gebruik van wisselspanning wordt een elek-
trolytische aantasting van de sondenstaven en het medium voorko-
men. Wanneer het (geleidende) medium de elektrode(n) aanraakt,
gaat een stroom lopen, die door de meetversterker wordt geregi-
streerd en verder wordt verwerkt.
Leveringsomvang
T
ypeplaat
Serienummer
T
oepassingsgebied
Werkingsprincipe
8
3 Productbeschrijving
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Via de potentiometer kan het schakelpunt van het relais op de betref-
fende geleidbaarheid worden aangepast. De uitgangsrelais schake-
len bij het bereiken van deze stroom afhankelijk van de ingestelde
bedrijfsmodus.
Universele voeding met een nominale spanning van 24 … 230 V AC,
50/60 Hz resp. 24 … 65 V DC.
Gedetailleerde informatie over de voedingsspanning vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
3.3 Bediening
Alle bedieningselementen zijn aangebracht onder een opklapbare
frontplaat. Via een DIL-schakelaarblok kunnen de bedrijfsmodus,
de schakelvertraging en de master-/slave-omschakeling worden
ingesteld. Via een potentiometer kan het relaisschakelpunt worden
ingesteld.
3.4 Verpakking, transport en opslag
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is
milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkings-
materiaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
Voedingsspanning
Verpakking
Transport
Transportinspectie
Opslag
Opslag- en transporttem-
peratuur
9
3 Productbeschrijving
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Bij een gewicht van instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moeten
voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden
gebruikt.
Tillen en dragen
10
4 Monteren
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
4 Monteren
4.1 Montage-instructies
De VEGATOR 132 is geconstrueerd voor DIN-railmontage (DIN-rail
35 x 7,5 conform DIN EN 50022/60715). Met de beschermingsklasse
IP20 is het instrument bedoeld voor inbouw in schakelkasten. Deze
kan horizontaal en verticaal worden gemonteerd.
Opmerking:
Bij de aaneengesloten montage van meerdere instrumenten zonder
onderlinge afstand mag de omgevingstemperatuur op de inbouw-
plaats van de instrumenten niet hoger zijn dan 60 °C. In de omgeving
van de ventilatiesleuven moet een afstand van minimaal 2 cm tot een
volgend component worden aangehouden.
De VEGATOR 132 in Ex-uitvoering is een bijbehorend intrinsiekveilig
bedrijfsmiddel en mag niet in explosiegevaarlijke omgevingen worden
geïnstalleerd. Een veilig bedrijf is alleen gewaarborgd wanneer de
handleiding en het EG-typebeproevingscerticaat aangehouden
worden. De VEGATOR 132 mag niet worden geopend. Als optie staat
ook een certicering voor Ex-zone 2 ter beschikking.
Het instrument is geschikt voor normale omgevingscondities conform
DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1.
Waarborg, dat de in hoofdstuk "Technische gegevens" van de hand-
leiding aangegeven vervuilingsgraad bij de aanwezige omstandighe-
den past.
Omgevingscondities
11
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
Opmerking:
Installeer een goed toegankelijke scheidingsinrichting voor het instru-
ment. De scheidingsinrichting moet voor het instrument zijn gemar-
keerd (IEC/EN61010).
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschrif-
ten, de conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de senso-
ren en de voedingen worden aangehouden.
Het nominale bereik van de voedingsspanning kan 24 … 230 V AC,
50/60 Hz resp. 24 … 65 V DC zijn.
Gedetailleerde informatie over de voedingsspanning vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
De voedingsspanning van de VEGATOR 132 wordt aangesloten met
standaard kabel conform de nationale installatienormen.
De sensoren worden met standaard 2-aderige kabel zonder afscher-
ming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industrie-
le omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Leg de kabelafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal. In
de sensor moet de afscherming direct op de interne aardklem worden
aangesloten. De externe aardklem op de sensorbehuizing moet
laagohmig met de potentiaalvereening zijn verbonden.
Indien potentiaalvereeningsstromen kunnen worden verwacht, moet
de verbinding aan de signaalzijde via een keramische condensator
(bijv. 1 nF, 1500 V) worden gerealiseerd. De laagfrequente potenti-
aalvereeningsstromen worden nu onderdrukt, de beschermende
werking tegen hoogfrequentie stoorsignalen blijft echter behouden.
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften
worden aangehouden. Vooral moet worden gewaarborgd, dat er geen
potentiaalvereeningsstromen via de kabelafscherming ontstaan. Dit
kan worden gerealiseerd bij aarding aan beide zijden door toepassing
van een condensator of via een separate potentiaalvereening.
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstruc-
ties voor Ex-toepas-
singen
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelafscherming en
aarding
Aansluitkabel voor
Ex-toepassingen
12
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
5.2 Aansluitstappen
De opsteekbare aansluitklemmen kunnen indien nodig worden los-
getrokken voor een gemakkelijke aansluiting. Ga voor de elektrische
aansluiting als volgt te werk:
1. Monteer het instrument zoals in het voorgaande hoofdstuk be-
schreven staat.
2. Sensorkabel 1 op klem 1 / 2 aansluiten, eventueel afscherming
aansluiten.
3. Sensorkabel 2 op klem 4/5 aansluiten, eventueel afscherming
aansluiten.
4. Bij de toepassing van meerdere instrumenten op een sensor
(master-/slave-bedrijf), klem 3 van alle instrumenten met elkaar
verbinden.
5. Spanningsloos geschakelde voeding op klem 16/17 aansluiten.
6. Relais 1 op klem 10/11/12 aansluiten
7. Relais 2 op klem 13/14/15 aansluiten
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
13
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
5.3 Aansluitschema
1
6
3
5
4
2
10 11 12
13 14 15
-+
16 17
EL
MA/SL
1 23
EL
4 5
OPEN
13
2
1
2
3
Fig. 1: Aansluitschema VEGATOR 132
1 Sensorstroomcircuit 1 (klem 1 + 2) en master-/slave-verbinding (klem 3),
max. niveau bij tweepuntsregeling
2 Sensorstroomcircuit 2 (klem 4 + 5), min. niveau bij tweepuntsregeling
3 Relaisuitgang 1
4 Relaisuitgang 2
5 Voedingsspanning
6 Sensor
De klemmen 1 en 4 zijn intern overbrugd. Bij toepassing van een
eenstaafelektrode worden de klemmen 1 of 4 met de metalen tank
verbonden en de klemmen 2 en 5 met de betreende elektrode. Bij
tweestaafelektroden worden de klemmen 1 of 4 op de langere staaf
en de klemmen 2 en 5 op de kortere staaf aangesloten.
Informatie:
De aansluitklemmen kunnen indien nodig naar voren toe worden
weggetrokken. Dit kan bij weinig ruimte of voor het vervangen van een
instrument zinvol zijn.
14
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
5.4 Aansluitschema vierkanaalsregeling
Voor een vierkanaalsregeling zijn twee VEGATOR 132 nodig, die via
de DIL-schakelaar op master/slave-bedrijf moeten worden gecon-
gureerd.
1
23
4
5
1
4
2
5
3
1
5
6 7
2
EL
MA/SL
1 23
EL
4 5
OPEN
3
4
EL
MA/SL
1 23
EL
4 5
OPEN
Fig. 2: Aansluitschema VEGATOR 132
1 Sensorstroomcircuit 1 (klem 1 + 2) en master-/slave-verbinding (klem 3),
max. niveau bij tweepuntsregeling
2 Sensorstroomcircuit 2 (klem 4 + 5), min. niveau bij tweepuntsregeling
3 Sensorstroomcircuit 3 (klem 1 + 2) en master-/slave-verbinding (klem 3),
max. niveau bij tweepuntsregeling
4 Sensorstroomcircuit 4 (klem 4 + 5), min. niveau bij tweepuntsregeling
5 Sensor
6 VEGATOR 132 (Master)
7 VEGATOR 132 (Slave)
15
6 In bedrijf nemen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
6 In bedrijf nemen
6.1 Bedieningssysteem
1
2
3
4
Fig. 3: Aanwijs- en bedieningselementen
1 Potentiometer voor schakelpuntinstelling
2 DIL-schakelaarblok
3 Controlelampen (LED's)
4 Opklapbare frontplaat
6.2 Bedieningselementen
Controle-LED's in de frontplaat signaleren de bedrijfsgereedheid,
schakeltoestand en storingsmelding.
Groen
Bedrijfscontrole-LED
Netspanning aan, instrument is in bedrijf
Rood
Storingsmeld-LED
Storing sensorcircuit door uitval sensor of kabeldefect
Bij een storing is het relais spanningsloos
Geel
Controle-LED's
16
6 In bedrijf nemen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Relaiscontrole-LED
Brandt bij geactiveerde (met stroom doorstroomde) toestand
van het relais
De bedieningselementen bevinden zich achter de opklapbare
frontplaat. Gebruik voor het openen een kleine schroevendraaier in
de gleuf aan de bovenkant van de frontplaat. Om te sluiten drukt u
de plaat onder en boven vast op de frontplaat, tot beide borgpunten
hoorbaar vastklikken.
Achter de frontplaat bevindt zich het DIL-schakelaarblok. De afzon-
derlijke schakelaars zijn als volgt bezet:
1
2
3
4
5
6
7
maxmin
MASL
0s
0s
0s
0s
8
9
maxmin
+2s
+6s
t
+2s
+6s
t
Fig. 4: DIL-schakelaar VEGATOR 132
1 Bedrijfsmodus kanaal 1 (min.-/max.-omschakeling)
2 Kabelbewaking kanaal 1 uit/aan
3 Inschakelvertraging 2 seconden
4 Inschakelvertraging 6 seconden
5 Uitschakelvertraging 2 seconden
6 Uitschakelvertraging 6 seconden
7 Omschakeling slave - master
8 Tweepuntsregeling aan/uit
9 Bedrijfsmodus kanaal 2 (min.-/max.-omschakeling)
Via de min.-/max.-omschakelaar stelt u de gewenste bedrijfsmodus
in (minimaal niveaubewaking resp. droogloopbeveiliging of maximaal
niveaubewaking resp. overloopbeveiliging)
Droogloopbeveiliging: relais wordt bij het onderschrijden van
het min. niveau uitgeschakeld (veilige spanningsloze toestand),
bij het overschrijden van het minimum niveau weer ingeschakeld
(inschakelpunt > uitschakelpunt)
Overloopbeveiliging: relais wordt bij het overschrijden van het
max. niveau uitgeschakeld (veilige spanningsloze toestand), bij
het onderschrijden van het maximum niveau weer ingeschakeld
(inschakelpunt < uitschakelpunt)
Via deze schakelaar kunt u het omschakelen van de relais met de in-
gestelde tijd vertragen. Dit kan bijv. bij onrustige productoppervlakken
zinvol zijn, om een ongewild schakelcommando te voorkomen. De in-/
uitschakelvertraging kan onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
Frontplaat
DIL
-schak
elaarblok
Bedrijfsmodus (min.-/
max.-omschakeling)
In-/uitschakelvertraging
17
6 In bedrijf nemen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Wanneer voor beide schakelaars bijv. de inschakelvertraging is
geactiveerd, dan worden beide tijden bij elkaar opgeteld. Zo kunnen
vertragingstijden van 2, 6 of 8 seconden worden ingesteld.
Met de potentiometer kan het schakelpunt op de geleidbaarheid van
het medium worden aangepast. Ga voor de instelling van het schakel-
punt als volgt te werk:
Elektrode moet minimaal 1 cm door het medium zijn bedekt
Stel de potentiometer in op de linkeraanslag
Controleer, of de schakelvertraging op 0 staat
Draai de potentiometer langzaam rechtsom, tot het relais schakelt
en de gele controle-LED van toestand verandert.
Draai de potentiometer nog iets verder, zodat het schakelpunt
altijd betrouwbaar wordt bereikt.
Maak de tank leeg en controleer, of het relais weer schakelt en de
gele controle-LED opnieuw van toestand verandert.
Het instrument biedt de mogelijkheid, de kabel naar de elektrode op
breuk te controleren. Voorwaarde hiervoor is, dat tussen de beide
elektroden resp. tussen elektrode en tank een 220 kΩ-weerstand
wordt geschakeld. Daardoor loopt ook bij onbedekte elektrode een
kleine stroom, die kan worden gedetecteerd. Bij onderbreking van de
kabel brandt de rode storingsmeld-LED.
Opmerking:
De kabelbewaking wordt alleen op kanaal 1 uitgevoerd. Kanaal 2
wordt niet bewaakt en heeft daarom geen 220 kΩ-weerstand nodig.
Wanneer op kanaal 1 een storingsmelding aanwezig is, werkt deze
op beide uitgangen, relais 1 en relais 2 gaan hierbij over in de veilige
toestand.
Voor Ex-toepassingen moet de 220 kΩ-weerstand samen met
de sensor zijn toegelaten. Hiervoor bieden wij u een speciaal op
VEGA-instrumenten aangepaste weerstand met toelating. Meer infor-
matie vindt u in de documentatie van de betreende sensor.
Fig. 5: Ex-weerstand voor kabelbewaking bij sensoren uit de EL-serie
Instelling schakelpunt
Kabelbewaking
18
6 In bedrijf nemen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Opmerking:
De kabelbewaking mag alleen worden geactiveerd, wanneer een 220
kΩ-weerstand tussen de beide elektroden is geschakeld.
Via deze schakelaar kunnen de volgende functies worden gekozen.
Eenpuntsregeling (tweekanaals niveaudetectie met hetzelfde in-/
uitschakelpunt)
Tweepuntsregeling (niveaudetectie met verschillende in-/uitscha-
kelpunten)
Bij een tweepuntsregeling kan in tegenstelling tot een éénpuntsrege-
ling het in- en uitschakeltijdstip op verschillende momenten worden
ingesteld (hysterese). Via de inbouw resp. de afstand tussen de beide
elektroden kan de hysterese naar wens worden gedenieerd. Het
max. niveau moet hierbij op sensoringang 1 worden aangesloten, het
min. niveau op sensoringang 2.
De tweepuntsregeling wordt bijvoorbeeld bij het vullen of aftappen via
een pomp gebruikt. Zo kan bijv. het vullen van een tank bij 10% wor-
den ingeschakeld en bij 90% weer worden uitgeschakeld. De uitgang
van het tweede kanaal gedraagt zich identiek aan het eerste kanaal,
zolang de bedrijfsmodus hetzelfde is ingesteld. Door verandering van
de bedrijfsmodus kan de werking van het relais worden geïnverteerd.
Indien meerdere instrumenten op dezelfde elektroden moeten
worden aangesloten, moeten alle VEGATOR 132 via de klem 3
onderling worden verbonden. Een instrument moet als master worden
gecongureerd, alle andere als slave. Door synchronisatie van de
meetspanningen worden foutieve schakelingen door overspraak van
de meetstromen voorkomen.
6.3 Herhalingsbeproeving
Opmerking:
Bij het omgaan met stoen die gevaarlijk zijn voor het milieu moet ge-
vaar voor het milieu of personen worden vermeden. Na afronding van
de inbedrijfname moet daarom de correcte werking van het instru-
ment via de hierna beschreven Proof Test worden gewaarborgd.
Kabelbreukherkenning: maak de sensorkabel gedurende deze
test los
De rode storingsmeld-LED moet branden
Het relais moet zijn afgevallen
Schakelpunttest (overloopbeveiliging): vul de tank tot het
ingestelde schakelpunt
Het bijbehorende relais moet bij het bereiken van het schakel-
punt afvallen
Schakelpunttest (droogloopbeveiliging): maak de tank leeg tot
het ingestelde schakelpunt
Het bijbehorende relais moet bij het bereiken van het schakel-
punt afvallen
Tweepuntsregeling
Master-/Slave-omscha-
keling
19
6 In bedrijf nemen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
6.4 Functietabel schakelpunt
De volgende tabel geeft een overzicht van de schakeltoestanden
afhankelijk van de ingestelde bedrijfsstand en het niveau.
Sensor Meetversterker
Niveau Elektrode LED geel
(uitgang)
LED rood
(storing)
Relais
Niet bedekt AAN
Bedekt UIT
Willekeurig Willekeurig UIT
Sensor Meetversterker
Niveau Elektrode LED geel
(uitgang)
LED rood
(storing)
Relais
Bedekt AAN
Niet bedekt UIT
Willekeurig Willekeurig UIT
6.5 Functietabel tweepuntsregeling
De volgende tabellen geven een overzicht van de schakeltoestanden
afhankelijk van de ingestelde bedrijfsstand en het niveau.
Overloopbeveiliging
schakelpunt (max.)
Door
gloopbeveiliging
schakelpunt (min.)
20
6 In bedrijf nemen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Sensor Meetversterker
Niveau Elektrode LED geel
(uitgang)
LED rood
(storing)
Relais
Niet bedekt
Niet bedekt
AAN
Niet bedekt
Bedekt
AAN
Bedekt
Bedekt
UIT
Niet bedekt
Bedekt
UIT
Niet bedekt
Niet bedekt
AAN
Willekeurig Willekeurig UIT
Sensor Meetversterker
Niveau Elektrode LED geel
(uitgang)
LED rood
(storing)
Relais
Niet bedekt
Niet bedekt
UIT
Niet bedekt
Bedekt
UIT
Bedekt
Bedekt
AAN
Overloopbeveiliging
tweepuntsregeling
Droogloopbeveiliging
tweepuntsregeling
21
6 In bedrijf nemen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Sensor Meetversterker
Niveau Elektrode LED geel
(uitgang)
LED rood
(storing)
Relais
Niet bedekt
Bedekt
AAN
Niet bedekt
Niet bedekt
UIT
Willekeurig Willekeurig UIT
22
7 Service en storingen oplossen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
7 Service en storingen oplossen
7.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
7.2 Storingen oplossen
Er wordt een grote mate aan functionele betrouwbaarheid gewaar-
borgd. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze
kunnen bijv. worden veroorzaakt door het volgende:
Meetwaarde van sensor niet correct
Voedingsspanning
Storingen op de kabels
De eerste maatregel is de controle van het in-/uitgangssignaal. De
procedure wordt hierna beschreven. In veel gevallen kunnen de
oorzaken op deze manier worden vastgesteld en kunnen de storingen
worden opgelost.
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr.
+49 1805 858550.
De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur
per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbie-
den, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis,
alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroen maatrege-
len moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschre-
ven handelingen weer worden uitgevoerd.
Oorzaak Oplossen
Sensor verkeerd aan-
gesloten
Controleer de elektrische aansluiting aan de hand
van de aansluitschema's
Kabelonderbreking
Controleer de elektrische aansluitkabels van
sensor naar meetversterker
Sensor zonder kabel-
breukbewaking
Controleer, of in de sensor tussen de beide elek-
troden een 220 kΩ-weerstand aanwezig is.
220 kΩ-weerstand inbouwen of de kabelbreukbe-
waking uitschakelen
Oorzaak Oplossen
Voedingsspanning
ontbreekt (groene con-
trole-LED is uit)
Controleer de elektrische aansluiting aan de hand
van de aansluitschema's
Meetversterker defect
VEGATOR 132 vervangen
Storingsoorzaken
Storingen verhelpen
24-uurs service hotline
Gedrag na oplossen
storing
Rode storingsmeld-LED
brandt
Meetversterker schakelt
niet
23
7 Service en storingen oplossen
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Oorzaak Oplossen
Meetsonde mechanisch
beschadigd
Meetsonde vervangen
Geleidbaarheid van het
product te laag
Controleer of de geleidbaarheid van uw product
min. 7,5 µS/cm is.
Contacten vastgelast -
bijv. na een kortsluiting
VEGATOR 132 vervangen, eventueel een zeke-
ring in het contactcircuit opnemen
Oorzaak Oplossen
Verkeerde bedrijfsmodus
(min.-/max.-omschake-
ling) ingesteld
Correcte bedrijfsmodus op het DIL-schakelaar-
blok instellen
7.3 Procedure in geval van reparatie
Een formulier voor retourzenden van het instrument en gedetailleerde
informatie overr de procedure vindt u in het downloadgedeelte van
www.vega.com.
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen
uit te voeren.
Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecicatie-
blad buiten op de verpakking aanbrengen.
Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi-
ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com.
Schakelfunctie fout
24
8 Demonteren
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
8 Demonteren
8.1 Demontagestappen
Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omge-
keerde volgorde.
8.2 Afvoeren
Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recy-
clingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom
de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken
recyclebare materialen.
WEEE-richtlijn 2002/96/EG
Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de
betreende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar
een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de
gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé
producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt.
Een deskundige afvoer voorkomt negatieve eecten op mens en
milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoen mogelijk.
Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens"
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te
voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
25
9 Bijlage
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
9 Bijlage
9.1 Technische gegevens
Aanwijzingvoorgecerticeerdeinstrumenten
Voor gecerticeerde instrumenten (bijv. met Ex-certicering) gelden de technische gegevens in
de betreende veiligheidsinstructies. Deze kunnen in afzonderlijke gevallen afwijken van de hier
genoemde specicaties.
Algemenespecicaties
Model Inbouwinstrument voor montage op rail 35 x 7,5 conform
EN 50022/60715
Gewicht 125 g (4.02 oz)
Materiaal behuizing Polycarbonaat PC-FR
Aansluitklemmen
Ʋ Type klemmen Schroefklem
Ʋ Aderdiameter 0,25 mm² (AWG 23) … 2,5 mm² (AWG 12)
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning
Ʋ Nominale spanning AC 24 … 230 V AC (-15 %, +10 %), 50/60 Hz
Ʋ Nominale spanning DC 24 … 65 V DC (-15 %, +10 %)
Max. opgenomen vermogen 2 W (8 VA)
Sensoringang
Aantal 2 x voor aansluiting van een conductieve elektrode
Soort ingang Actief (sensorvoeding door VEGATOR 132)
Meetwaarde-overdracht Wisselspanning
Aanspreekweerstand
500 Ω … 200 kΩ, instelbaar
Hysterese 100 Ω … 100 kΩ
Klemmenspanning (leegloop) 10 Vss -blokspanning 75 Hz
Kabelbreukbewaking
Ʋ Detectie kabelbreuk > 500 kΩ
Ʋ Aanbevolen weerstand in de sensor 220 kΩ
Toegestane kabelcapaciteit 200 nF
Relaisuitgang
Aantal 2 x arbeidsrelais
Contact Potentiaalvrij wisselcontact
Contactmateriaal AgSnO2 hard verguld
Schakelspanning
min. 10 mV DC, max. 253 V AC/50 V DC
Schakelstroom min. 10 µA DC, max. 3 A AC, 1 A DC
26
9 Bijlage
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Schakelvermogen
1)
min. 50 mW, max. 500 VA, max. 54 W DC
Fasehoek cos φ bij AC ≥ 0,7
In-/uitschakelvertraging
Ʋ Basisvertraging 250 ms, ± 20 %
Ʋ Instelbare vertraging 2/6/8 s, ± 20 %
Weergaven
LED-indicaties
Ʋ Status bedrijfsspanning 1 x LED groen
Ʋ Status storingsmelding 1 x LED rood
Ʋ Status arbeidsrelais 2 x LED geel
Bediening
9 x DIL-schakelaar Instelling bedrijfsmodus, tweepuntsregeling, schakelver-
traging, master/slave, kabelbewaking
1 x potentiometer Voor schakelpuntinstelling
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur op inbouwplaats
van het instrument
-20 … +60 °C (-4 … +140 °F)
Opslag- en transporttemperatuur -40 … +70 °C (-40 … +158 °F)
Relatieve luchtvochtigheid < 96 %
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad
IP 20
Overspanningscategorie (IEC 61010-1)
Ʋ Tot 2000 m (6562 ft) boven zeeniveau III
Ʋ Tot 5000 m (16404 ft) boven zeeni-
veau
II
Vervuilingsgraad 2
Elektrische scheiding
Veilige scheiding conform VDE 0106 deel 1 tussen alle circuits
Ʋ Nominale spanning 253 V AC
Ʋ Isolatiesterkte 5,1 kV DC
Toelatingen
Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische speci-
caties hebben.
Bij deze moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn
in de leveringsomvang opgenomen of kunnen via www.vega.com, "Instrument zoeken (serienum-
mer)" en via de algemene download-sectie worden gedownload.
1)
Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden geschakeld, wordt de goudlaag op de relaiscontactvlak-
ken permanent beschadigd. Het contact is daarna niet meer geschikt voor het schakelen van signaalcircuits.
27
9 Bijlage
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
9.2 Afmetingen
56 mm
(2.20")
20 mm
(0.79")
113 mm
(4.45")
111 mm
(4.37")
46 mm
(1.81")
92 mm
(3.62")
55 mm
(2.17")
OPEN
Fig. 56: Afmetingen VEGATOR 132
28
9 Bijlage
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
9.3 Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel-
le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu-
strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站<www.vega.com
9.4 Handelsmerken
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
29
INDEX
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
INDEX
A
Aansluiting 13
Aansluiting vierkanaalsregeling 14
Aansluitklemmen 12
Aarding 11
B
Bedrijfsstand 16
Beschermingsgraad 10
C
Controle-LED's 15
D
Data-matrix-code 7
DIL-schakelaar 16
DIN-rail 10
Documentatie 7
Droogloopbeveiliging 16
E
Ex-uitvoering 10
F
Formulier retourzenden instrument 23
H
Handleiding 7
Hysterese 18
I
Inschakelvertraging 16
K
Kabelafscherming 11
Kabelbewaking 17
L
LEDs 15
M
Master-/Slave-omschakeling 18
O
Overvulbeveiliging 16
P
Potentiaalvereening 11
Potentiometer 17
R
Recycling 24
Reparatie 23
S
Schakelpunt 17
Schakelpuntinstelling 17
Serienummer 7
Service-hotline 22
Storingen verhelpen 22
Storingsoorzaken 22
T
Tweepuntsregeling 18
Typeplaat 7
U
Uitschakelvertraging 16
V
VEGA Tools-app 7
Verbindingskabel 11
Voedingsspanning 11
W
WEEE-richtlijn 24
30
Notes
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
31
Notes
VEGATOR 132 •
46837-NL-170919
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
46837-NL-170919
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2017
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Vega VEGATOR 132 Handleiding

Type
Handleiding