NLD-10
UkuntdebeeldstabilisatorindeAF-ende
MF-modus gebruiken. Deze functie zorgt voor een
optimalestabilisatievanhetbeeldovereenkomstig
deopname-omstandigheden(zoalsbijopnamen
van stilstaande onderwerpen of opnamen waarbij
onderwerpen worden gevolgd).
1 Zet de STABILIZER-schakelaar op ON.
● Als u de beeldstabilisatorfunctie niet wilt
gebruiken,zetudeschakelaaropOFF.
2
Wanneer u de ontspanknop half indrukt,
begint de beeldstabilisator te werken.
● Controleerofhetbeeldindezoekerstabielisen
drukdandeontspanknophelemaalinomdefoto
te maken.
6.
Beeldstabilisator
● De beeldstabilisator kan een wazige foto die
wordtveroorzaaktdoorbewegingvanhet
onderwerp niet compenseren.
● De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed bij
hetmakenvaneenfotovanuiteenhardopen
neerschuddendvoertuig.
● De Beeldstabilisator verbruikt meer stroom dan
normaal fotograferen, wat resulteert in minder
foto’senkorterelmopnamen.
● B
ijhetfotograferenvaneenstilstaandonderwerpwordt
gecompenseerdvoortrillingenvandecamerainallerichtingen.
● B
ijopnamenwaarbijonderwerpenineenhorizontale
richtingwordengevolgd,wordtgecompenseerdvoor
verticale trillingen van de camera; bij opnamen waarbij
onderwerpenineenverticalerichtingwordengevolgd,wordt
gecompenseerdvoorhorizontaletrillingenvandecamera.
● A
ls u een statief gebruikt, moet u de beeldstabilisator
uitschakelen,omdebatterijtesparen.
● B
ij gebruik van een eenpootsstatief zal de beeldstabilisator
meestaleveneffectiefzijnalsbijhetmakenvanfoto’smetde
cameraindehand.Afhankelijkvandeopname-omgevingkan
hetechtervoorkomendatdebeeldstabilisatormindereffectiefis.
● D
ebeeldstabilisatorfunctiewerktookwanneerhetobjectief
met een EF12 II- of EF25 II-tussenstuk wordt gebruikt.
● Al
s u de Custom-functie van de camera gebruikt voor
hettoewijzenvaneenanderetoetsvoordebediening
van de AF, zal de beeldstabilisatorfunctie werken
wanneer u op de nieuw toegewezen AF-toets drukt.