Export/import van klankdata
2
Importeren van klankdata
Laten we nu kijken hoe u registraties, Live Sets en/of Tones, die u eerder
naar een USB-stick geëxporteerd hebt, weer in de JUPITER-80 kunt
importeren.
1. Druk op de [MENU]-knop.
2. Druk op <Next>/<Prev> om naar “Page 2/2” te gaan.
3. Druk op <Import>.
4. Selecteer het bestand met de data die u wilt importeren
en druk op <Select>.
5. Kies de klankblokken, die u wilt importeren.
Wanneer u een databestand kiest, worden automatisch alle
klankblokken geselecteerd.
Schakel het “<Mark>”-sterretje van data, die u NIET nodig hebt, uit.
Via de tabs kunt u naar de registratie-, Live Set- en Tone-pagina gaan.
Geselecteerde items herkent u aan het “*”-symbool links naast het
nummer/naam.
Live Sets en Tones, die door de geselecteerde registratie (“*”) worden
aangesproken, worden automatisch met een “+” gemarkeerd. Dergelijke
“+”-symbolen kunt u niet deactiveren.
6. Druk op <Import>.
Op de nu verschijnende pagina kunt u de bestemming voor de te
importeren data kiezen.
Het instrument stelt automatisch geheugens met de benaming “INIT
REGIST”, “INIT LIVESET” en “INIT SYNTH” voor als bestemming voor de
import. Deze worden in de juiste numerieke volgorde afgebeeld.
Opmerking
Als u een klank geprogrammeerd en onder de naam “INIT
REGIST”, “INIT LIVESET” of “INIT SYNTH” opgeslagen hebt, wordt
het betreende geheugen eveneens als bestemming voor de
import gekozen.
Indien u de data dadelijk importeert, wordt een dergelijke klank
overschreven. Dit kunt u niet ongedaan maken.
Sla uw eigen klankdata dus altijd onder een andere naam op dan
“INIT REGIST”, “INIT LIVESET” of “INIT SYNTH”.
7. Om een ander geheugen van bestemming te kiezen
moet u de al ingevulde markering wissen en een ander
geheugen markeren.
Onthoud wel dat u evenveel bestemmingsgeheugens moet kiezen als er
klankdatablokken zijn. (Wanneer u te weinig geheugens kiest, wordt de
import niet uitgevoerd.)
Anderzijds kunt u nooit meer bestemmingsgeheugens kiezen dan u voor
de import nodig hebt.
8. Druk op <Execute>.
Nu verschijnt de vraag “Are you sure?”.
9. Druk op <OK> om de operatie te starten.
Opmerking
Schakel het instrument nooit uit, terwijl er data geïmporteerd
worden.
Meerdere items markeren
U kunt ook meerdere opeenvolgende items selecteren en ze samen
markeren of deactiveren.
1. Kies, op de “Select”-pagina, het item met het laagste
nummer dat u wilt selecteren.
2. Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt, terwijl u op het item
met het hoogste nummer drukt.
Alle items vanaf het in stap 1 geselecteerde tot en met het item van stap
2 worden nu geselecteerd.
Rechts boven de lijst ziet u hoeveel items u geselecteerd hebt.
3. Druk op <Mark>.
Hiermee markeert of deactiveert u de gekozen items.
Wissen van een geëxporteerd bestand
Op de pagina waar u de items selecteert, die u wilt importeren, kunt u
ook overbodige bestanden wissen.
1. Begin met stap 3 onder “Importeren van klankdata”.
2. Kies het klankdatabestand dat u wilt wissen.
3. Druk op <UTILITY>.
Opmerking
Eenmaal gewiste bestanden kunt u niet herstellen.
Controleer dus zorgvuldig of u het juiste bestand gekozen hebt.
4. Kies “Delete File” en druk op <Select>.
Nu verschijnt de vraag “Are you sure?”.
5. Druk op <OK>.
Naam van een geëxporteerd bestand
wijzigen
Op de pagina waar u de items selecteert, die u wilt importeren, kunt u
ook de naam van bestaande bestanden wijzigen.
1. Begin met stap 3 onder “Importeren van klankdata”.
2. Kies het klankdatabestand wiens naam u wilt wijzigen.
3. Druk op <UTILITY>.
4. Kies “Rename File” en druk op <Select>.
Nu verschijnt de “RENAME FILE”-pagina. Gebruik het display-klavier voor
het invoeren van de naam.
5. Druk op <OK>.