Samsung SAMSUNG NV100HD Handleiding

Type
Handleiding
Deze gebruiksaanwijzing bevat uitgebreide
instructies voor het gebruik van uw camera.
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door.
Klik op een van de onderstaande knoppen
voor meer informatie.
NV100HD
Snel zoeken
Inhoud
1 Basisfuncties
2 Geavanceerde functies
3 Opnameopties
4 Afspelen/bewerken
5 Naslaginformatie
Index
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Neem altijd de volgende voorschriften en tips in acht om
gevaarlijke situaties te voorkomen en optimale cameraprestaties
te waarborgen:
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Opmerking—opmerkingen, tips voor gebruik of extra
informatie
Waarschuwingen
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstof, brandbaar
gas of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in hetzelfde
compartiment als de camera of camera-accessoires.
Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en
huisdieren
Houd de camera en alle accessoires buiten bereik van kleine
kinderen en dieren. Bij het inslikken van kleine onderdelen lopen
zij het gevaar van verstikking of ernstig letsel. Bewegende delen
en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's
Gebruik de flitser niet dichtbij mensen of dieren (op minder
dan 1 m afstand). Hierdoor kunt u tijdelijk of blijvend oogletsel
teweegbrengen.
Ga zorgvuldig te werk bij het hanteren en afdanken van
batterijen en opladers
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en
opladers. Incompatibele batterijen en opladers kunnen ernstig
letsel teweegbrengen en de camera beschadigen.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Werp batterijen nooit in het vuur. Houd u bij het afdanken van
batterijen aan de plaatselijke verordeningen.
Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Veiligheidsvoorschriften
Wees zorgvuldig en verstandig in het gebruik en de
opslag van de camera
Laat de camera niet nat worden. Vloeistoffen kunnen ernstige
schade veroorzaken. Raak de camera niet met natte handen
aan. Bij waterschade kan de garantie van de fabrikant komen
te vervallen.
Stel de camera niet gedurende lange tijd bloot aan direct
zonlicht of hoge temperaturen. Langdurige blootstelling aan
zonlicht of extreme temperaturen kan blijvende schade aan de
interne onderdelen van de camera teweegbrengen.
Gebruik of bewaar de camera niet in een stoffige, vuile,
vochtige of slecht geventileerde ruimte. In deze
omstandigheden bestaat het risico dat bewegende en interne
onderdelen schade oplopen.
Verwijder de batterij uit de camera wanneer u deze langere tijd
niet gebruikt. Batterijen die in de camera blijven zitten, kunnen
mettertijd gaan lekken of roesten, waardoor de camera ernstige
schade kan oplopen.
Zorg in omgevingen met zand of losse deeltjes (bijvoorbeeld het
strand) dat de camera beschermd is tegen zand en vuil.
Bescherm de camera en het beeldscherm tegen stoten,
overmatige trilling en ruw gebruik ter voorkoming van ernstige
schade.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels of adapters en
bij het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Wanneer u
de connectors met overmatige kracht induwt, kabels verkeerd
aansluit of batterijen en geheugenkaarten niet op de juiste
wijze plaatst, kunnen poorten, connectors en accessoires
beschadigd raken. Plaats geen vreemde voorwerpen in de
compartimenten, sleuven of toegangspunten van de camera.
Schade als gevolg van oneigenlijk gebruik wordt mogelijk niet
door de garantie gedekt.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Stel batterijen en geheugenkaarten niet bloot aan extreem hoge
of lage temperaturen (onder 0º C of boven 40º C). Extreme
temperaturen kunnen de oplaadcapaciteit van de batterijen
verminderen en de werking van geheugenkaarten verstoren.
Zorg dat batterijen niet in aanraking komen met metalen
voorwerpen. Hierdoor kan namelijk een verbinding tussen de
plus- en minpool ontstaan, waardoor de batterijen beschadigd
kunnen raken.
Houd geheugenkaarten uit de buurt van vloeistoffen, vuil en
vreemde stoffen. Veeg de geheugenkaart zo nodig schoon met
een zachte doek voordat u de kaart in de camera plaatst.
Schakel de camera uit voordat u de geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
Zorg dat geheugenkaarten niet worden gebogen of komen
te vallen, en stel de kaarten niet bloot aan zware druk of
schokken.
3
Gebruik geen geheugenkaarten die met andere camera's of
met een pc zijn geformatteerd. Formatteer de geheugenkaart
opnieuw met uw camera.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Gebruik van incompatibele accessoires kan resulteren in
beschadiging van de camera of letsel. Bovendien kan de garantie
komen te vervallen.
Bescherm de cameralens
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de
beeldsensor verkleuren of kan de werking van de sensor
worden aangetast.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de
lens met een zachte, schone, stofvrije lensdoek.
Belangrijke gebruiksinformatie
Laat uw camera uitsluitend door bevoegd personeel
onderhouden en repareren
Geef geen toestemming voor reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden door onbevoegd personeel
en probeer niet zelf onderhoud of reparaties uit te voeren.
Schade als gevolg van onbevoegde onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden wordt niet gedekt door uw garantie.
Verleng de levensduur van de oplader en batterijen
Het opladen van batterijen kan de levensduur ervan
verminderen. Maak de kabel los van de camera wanneer het
opladen voltooid is.
Ongebruikte batterijen verliezen na verloop van tijd hun lading
en moeten in dat geval worden opgeladen.
Laat ongebruikte opladers niet op het stopcontact aangesloten.
Gebruik batterijen alleen voor de doeleinden waarvoor ze
bestemd zijn.
Wees voorzichtig wanneer u de camera in vochtige
omgevingen gebruikt
Wanneer u de camera vanuit een koude omgeving in een warme
en vochtige omgeving brengt, kan er condensatie optreden op
de gevoelige elektronische schakelingen en de geheugenkaart.
Wacht in dat geval minstens 1 uur tot alle vocht is verdampt
voordat u de camera weer in gebruik neemt.
Controleer of de camera naar behoren werkt voordat u
ermee aan de slag gaat
De fabrikant aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor verlies van
bestanden of schade als gevolg van camerastoringen of oneigenlijk
gebruik.
Informatie over gezondheid en veiligheid
4
©2008 SAMSUNG DIGITAL IMAGING CO., LTD.
De specificaties van de camera of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen vanwege een upgrade van
de camerafuncties zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd.
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definition
Multimedia Interface" zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
QuickTime
®
en het QuickTime
®
-logo zijn handelsmerken
of geregistreerde handelsmerken van Apple Computer,
Inc. en worden onder licentie gebruikt.
Indeling van de gebruiksaanwijzing
1
Basisfuncties .......................................................10
Hier wordt ingegaan op de indeling, pictogrammen en
standaardopnamefuncties van de camera.
2
Geavanceerde functies ....................................19
Hier leest u hoe u een foto neemt door een modus
te selecteren en hoe u een video of spraakmemo
opneemt.
3
Opnameopties ....................................................29
Hier wordt ingegaan op de opties die u in de
opnamemodus kunt instellen.
4
Afspelen/bewerken .........................................47
Hier wordt beschreven hoe u foto's, video's of
spraakmemo's afspeelt en hoe u foto's of video's
bewerkt. Verder wordt toegelicht hoe u de camera
aansluit op de computer, fotoprinter, tv of HDTV.
5
Naslaginformatie ................................................67
Hier wordt naslaginformatie gegeven met betrekking
tot instellingen, foutmeldingen, specificaties en
onderhoudstips.
5
Aanduidingen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Aanduiding
AUTO
2
PROGRAMMA
1
HANDMATIG
8
DUAL IS
7
NACHT
6
BEAUTY SHOT
5
SCÈNE
4
FILM
3
Pictogrammen voor de opnamemodus naast een titel
Deze pictogrammen geven aan dat een functie beschikbaar is
in de corresponderende modi. De modus 4 ondersteunt
mogelijk niet voor alle scènes functies.
Bijvoorbeeld
Beschikbaar in de modus
AUTO, PROGRAMMA,
NACHT en BEAUTY
SHOT en in bepaalde
SCÈNE-modi
Beschikbaar in de modus
AUTO, PROGRAMMA,
NACHT en BEAUTY
SHOT en in bepaalde
SCÈNE-modi
Pictogrammen en tekens in deze
gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Extra informatie
Situaties waarin u voorzichtig moet zijn
[ ]
Cameraknoppen, bijvoorbeeld: [Ontspanknop]
(duidt op de ontspanknop)
( ) Paginanummer voor referentie
¡
De volgorde waarin u opties en/of menu's moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
Raak
¡ aan (staat voor gevolgd door ).
* Aantekening
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Definitie
ACB
Auto Contrast Balance
(automatische contrastbalans)
AEB
Auto Exposure Bracket
(automatische belichtingsbracketing)
AF
Auto Focus (automatische scherpstelling)
DIS
Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie)
DPOF
Digital Print Order Format (voor fotoafdrukken)
EV
Exposure Value (belichtingswaarde)
OIS
Optical Image Stabilisation (optische beeldstabilisatie)
WB
White Balance (Witbalans)
6
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
De ontspanknop indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot
halverwege in
Druk de [Ontspanknop] in: druk de ontspanknop volledig in
[Ontspanknop] half indrukken[Ontspanknop] half indrukken
[Ontspanknop] indrukken[Ontspanknop] indrukken
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
OnderwerpOnderwerp
CompositieCompositie
AchtergrondAchtergrond
Belichting (helderheid)
De hoeveelheid licht die de camerasensor bereikt, wordt
'belichting' genoemd. U kunt de belichting wijzigen met de
sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-snelheid. Door de belichting
aan te passen maakt u uw foto's donkerder of lichter.
Overbelichting (te helder)Overbelichting (te helder)
Normale belichtingNormale belichting
7
Snel zoeken
Foto's van mensen maken
Modus 4 > PORTRET,
KINDEREN, ZELFPORTRET
f
20
Modus 5
f
21
RODE OGEN, ANTI-RODE OGEN
(om rode ogen te voorkomen of te
corrigeren)
f
33
GEZICHTSHERK., ZELFPORTRET,
GLIMLACH, KNIPPEREN
f
38
's Nachts of in het donker foto's
nemen
Modus 6
f
20
Modus 4 > DAGERAAD,
VUURWERK
f
20
FLITS-opties
f
33
ISO-snelheid (om de lichtgevoeligheid bij te
stellen)
f
35
Actiefoto's maken
Stel de sluitertijd bij in de modus 8
f
22
CONTINU, HOGE SNLH, BEW.DETECTIE
f
44
Foto's van voedsel, insecten of
bloemen maken
Modus 4 > CLOSE-UP, ETEN
f
20
MACRO, AUTO MACRO
(om foto's van dichtbij te maken)
f
36
WB (Witbalans; om de kleurtoon te wijzigen)
f
42
De belichting (helderheid) bijstellen
Stel de belichting bij in de modus 8
f
22
ISO-snelheid (om de lichtgevoeligheid bij te
stellen)
f
35
EV (om de belichting bij te stellen)
f
40
ACB (om te compenseren voor
onderwerpen tegen lichte achtergronden)
f
41
L.METING
f
42
AEB (om drie foto's met verschillende
belichtingen te maken van dezelfde scène)
f
44
Een ander effect toepassen
Fotostijl (om andere tinten toe te passen)
f
45
Effect (om een ander kleurfilter toe te
passen)
f
45
Stel kleurverzadiging, scherpte of
contrast bij
f
46
Bewegingsonscherpte verminderen
OIS (Optical Image Stabilisation)
f
18
Modus 7
f
21
Alle bestanden van de
geheugenkaart verwijderen
f
50
Bestanden in een
diavoorstelling bekijken
f
52
Bestanden op een tv of
HDTV weergeven
f
59
De camera op een
computer aansluiten
f
61
Geluid en volume bijstellen
f
69
De helderheid van het
scherm bijstellen
f
69
De schermtaal wijzigen
f
69
De datum en tijd instellen
f
69
De geheugenkaart
formatteren
f
70
Problemen oplossen
f
76
8
1. Basisfuncties ..................................................................... 10
Onderdelen en functies ................................................ 11
Pictogrammen ............................................................. 13
De camera in- of uitschakelen ...................................... 14
Het aanraakscherm gebruiken ..................................... 15
De weergave instellen ..................................................... 16
Foto's nemen ............................................................... 17
In- en uitzoomen ............................................................ 17
Bewegingsonscherpte verminderen (OIS) .......... 18
2. Geavanceerde functies ................................................... 19
Opnamemodi ............................................................... 20
2 De modus AUTO gebruiken .................................. 20
6 De modus NACHT gebruiken .................................... 20
4 De modus SCÈNE gebruiken ............................. 20
7De modus DUAL IS gebruiken ............................. 21
5 De modus BEAUTY SHOT gebruiken .......................... 21
1 De modus PROGRAMMA gebruiken ........................... 22
8 De modus HANDMATIG gebruiken ............................. 22
3 Een video opnemen ................................................. 24
Tips voor scherpere foto's ............................................... 26
Spraakmemo's opnemen ............................................ 28
Een spraakmemo opnemen ............................................ 28
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ....................... 28
3. Opnameopties .................................................................. 29
Een resolutie en kwaliteit selecteren ............................. 30
Een resolutie selecteren .................................................. 30
Een kwaliteit selecteren ................................................... 31
De timer en afstandsbediening gebruiken .................... 32
Fotograferen in het donker ........................................... 33
Rode ogen voorkomen ................................... 33
De flitser gebruiken ......................................................... 33
De ISO-snelheid aanpassen ............................. 35
De scherpstelling (focus) van de camera wijzigen ........ 36
Macro gebruiken  ............................................. 36
Automatische scherpstelling gebruiken .............. 36
Scherpstellen door middel van aanraken ............ 37
Het focusgebied aanpassen .......................... 37
Gezichtsherkenning gebruiken ..................................... 38
Helderheid en kleur bijstellen ........................................ 40
De belichting handmatig aanpassen .................. 40
Compenseren voor tegenlicht ........................... 41
De optie voor lichtmeting wijzigen ...................... 42
Een lichtbron selecteren (witbalans) ................... 42
Functies voor serieopname gebruiken ......................... 44
Uw foto's verbeteren ................................................... 45
Fotostijlen toepassen ....................................... 45
Kleureffecten toepassen ................................... 45
Uw foto's aanpassen ...................................................... 46
Rode ogen
EV
ACB
L.METING
Fotostijl
Kleureffect
ISO
MACRO
AF
OIS
WB
Inhoud
TOUCH AF
Autom. focus
9
4. Afspelen/bewerken ........................................................ 47
Afspelen ....................................................................... 48
In de afspeelmodus ........................................................ 48
Foto's bekijken ............................................................... 51
Een video afspelen ......................................................... 53
Spraakmemo's afspelen ................................................. 54
Een foto bewerken ....................................................... 55
Een foto draaien ............................................................. 55
Het formaat van foto's aanpassen .................................... 55
Kleurbewerking .............................................................. 56
Een effect toepassen ..................................................... 56
Belichtingsproblemen corrigeren ...................................... 57
Een afdrukbestelling maken .............................. 58
Bestanden op een tv of HDTV weergeven ................... 59
Bestanden naar de computer overbrengen ................. 61
Voor Windows-gebruikers ............................................... 61
Voor Mac-gebruikers ...................................................... 64
Foto's met een fotoprinter afdrukken ............. 65
5. Naslaginformatie .............................................................. 67
Het instellingenmenu van de camera ........................... 68
Het instellingenmenu openen .......................................... 68
Geluidsinstellingen ................................................... 69
Weergave-instellingen .............................................. 69
Camera-instellingen ................................................. 70
Aansluitingsinstellingen .............................................. 71
Foutmeldingen ............................................................. 72
De camera onderhouden ............................................. 73
De camera reinigen ........................................................ 73
Geheugenkaarten .......................................................... 74
De batterij ...................................................................... 75
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum .. 76
Cameraspecificaties ..................................................... 79
Index ............................................................................ 83
Inhoud
DPOF
PictBridge
1. Basisfuncties
Hier wordt ingegaan op de onderdelen,
pictogrammen en standaardopnamefuncties
van de camera.
1. Basisfuncties
Onderdelen en functies ............................... 11
Pictogrammen .............................................. 13
De camera in- of uitschakelen .................... 14
Het aanraakscherm gebruiken ................... 15
De weergave instellen ................................... 16
Foto's nemen ................................................ 17
In- en uitzoomen ........................................... 17
Bewegingsonscherpte verminderen (OIS) ..... 18
Basisfuncties
11
Onderdelen en functies
Pictogram Modus Omschrijving
2
AUTO
Eenvoudig een foto nemen met
minimale instellingen
1
PROGRAMMA
Een foto nemen door opties in
te stellen (behalve sluitertijd en
diafragma)
8
HANDMATIG
Een foto nemen door opties
handmatig in te stellen
7
DUAL IS
Een foto nemen met opties die
bewegingsonscherpte tegengaan
Pictogram Modus Omschrijving
6
NACHT
Een foto nemen met opties voor
nachtelijke opnamen
5
BEAUTY SHOT
Een foto van iemand nemen met
opties om onvolkomenheden in het
gezicht te verbergen
4
SCÈNE
Een foto nemen met opties voor een
vooraf ingestelde scène
3
FILM
Een video opnemen
Flitser
Als dit nodig is springt de
flitser automatisch omhoog
als u op de [Ontspanknop]
drukt. (Om te sluiten weer
voorzichtig indrukken).
Houd de flitser naar beneden als u deze niet
gebruikt, om beschadiging te voorkomen.
De flitser met kracht omhoog proberen te krijgen
kan de camera beschadigen.
Sensor voor de
afstandsbediening
Modusdraaiknop
Zie hieronder
Ontspanknop
Power-knop
Lens
AF-hulplampje/Timerlampje
Microfoon
Basisfuncties
12
Onderdelen en functies
Statuslampje
Knippert: bij opslaan van een foto of video, opnemen van
een spraakmemo, uitlezen door een computer of printer of bij
een onscherp onderwerp
Licht op: bij aansluiting op een computer of bij een scherp
onderwerp
Inzoomen/Vergroten
Uitzoomen/Verkleinen
Aanraakscherm
Menuknop
Toegang tot het
instellingenmenu
Weergaveknop
Luidspreker
Batterijklep
Plaatsing van batterij en
geheugenkaart
USB- en A/V-aansluiting
Statiefbevestigingspunt
Basisfuncties
13
Pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties.
B. Aanraakpictogrammen
Pictogram Omschrijving
Geselecteerde fotostijl
Een witbalans selecteren
De belichting met ACB aanpassen
Een weergave selecteren
Terug naar het vorige scherm
Een scène selecteren
Een ISO-waarde selecteren
De helderheid van het gezicht
aanpassen
De belichting handmatig aanpassen
De sluitertijd aanpassen
Onvolmaaktheden in het gezicht
aanpassen
Een diafragmawaarde selecteren
Een autofocusoptie selecteren
Een flitsoptie selecteren
Een videoresolutie selecteren
Een fotoresolutie selecteren
A. Hoofdscherm
Pictogram Omschrijving
Geselecteerde opnamemodus
: Volledig geladen
: Deels geladen
: Opladen nodig
Intern geheugen
Geheugenkaart geplaatst
Resterende foto's
Resterende opnametijd
Optical Image Stabilisation (OIS)
De huidige datum en tijd
Zoomverhouding
Spraakmemo
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Optiereeks 1 (van 3)
Pictogram Omschrijving
Een opnamesnelheid selecteren
Een gezichtsdetectieoptie
selecteren
Een scherpsteloptie selecteren
Een type serieopname selecteren
Een lichtmetingsoptie selecteren
Een fotokwaliteit selecteren
Een timeroptie selecteren
Een spraakmemo opnemen of aan
een foto toevoegen
De Optical Image Stabilisation-optie
instellen
Een kleureffect toepassen
De scherpte bijstellen
Het contrast bijstellen
De verzadiging bijstellen
Nog een reeks opties weergeven
A
B
Basisfuncties
14
De camera in- of uitschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
In de afspeelmodus
Druk op de [Weergaveknop] om opgeslagen bestanden te zien.
Houd de [Weergaveknop] ingedrukt om het camerageluid te
dempen.
Basisfuncties
15
Het aanraakscherm gebruiken
Hier leert u de basishandelingen met het aanraakscherm. Het aanraakscherm werkt het beste met het zachte gedeelte van de vinger.
Raak het scherm niet met scherpe objecten aan. Hierdoor zou het scherm kunnen beschadigen.
Aanraken
Raak een pictogram aan om een menu te openen of een optie in
te stellen.
Het scherm herkent uw aanrakingen wellicht niet goed wanneer:
u meerdere items tegelijk aanraakt
u de camera gebruikt in een erg vochtige omgeving of met een
natte vinger
u de camera gebruikt met lcd-beschermfolie of ander lcd-
accessoire.
-
-
-
Slepen
Sleep uw vinger naar links of rechts om horizontaal te scrollen.
Sleep uw vinger omhoog of omlaag om verticaal te scrollen.
VOLUME
PIEPJES
SL.TOON
B.GELUID
AF-GELUID
VOLUME
PIEPJES
SL.TOON
B.GELUID
AF-GELUID
MIDDEL
GELUID1
GELUID1
UIT
AAN
MIDDEL
GELUID1
GELUID1
UIT
AAN
Basisfuncties
16
De weergave instellen
Een weergave selecteren
U kunt een weergavestijl voor de opname- of afspeelmodus
selecteren.
c
Aanraken
c
Aanraken
d
Aanraken
d
Aanraken
Optie
Beschikbare
modus
Omschrijving
VOLLEDIG
Opname,
Afspelen
De naam van een optie weergeven
wanneer u een pictogram aanraakt.
VERBORGN
Opname,
Afspelen
Pictogrammen op het scherm
verbergen als u 3 seconden lang geen
bewerkingen uitvoert (raak het scherm
opnieuw aan om de pictogrammen
weer zichtbaar te maken).
BASIS Afspelen
Pictogrammen zonder de naam van
een optie weergeven.
FUNCTIE-
BESCHR.
Opname
De naam van een optie en een korte
omschrijving weergeven wanneer u
een pictogram aanraakt.
Het aanraakscherm gebruiken
Een beginafbeelding instellen
U kunt een beginafbeelding instellen die wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld.
1
Druk in de afspeelmodus op [MENU].
2
Raak ¡BEGINAFB ¡ GEBR.AFB aan.
3
Raak aan.
4
Selecteer een foto en raak aan.
Als er geen afbeeldingen zijn, moet u eerst een foto maken.
5
Stel een beginafbeelding in.
c
Aanraken
c
Aanraken
d
Aanraken
d
Aanraken
Er wordt slechts één beginafbeelding in het ingebouwde geheugen
opgeslagen.
Als u de camera reset of een nieuwe foto als beginafbeelding
selecteert, wordt de huidige afbeelding verwijderd.
Brede afbeeldingen en afbeeldingen met de verhouding 3:2 kunnen
niet als beginafbeelding worden ingesteld.
Basisfuncties
17
Foto's nemen
1
Draai de modusdraaiknop naar 2.
2
Kader het onderwerp.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Groen: Scherpgesteld
Rood: Onderwerp onscherp
Groen: Scherpgesteld
Rood: Onderwerp onscherp
4
Druk de [Ontspanknop] in om een foto te nemen.
In- en uitzoomen
U kunt foto's van dichtbij nemen door de zoomverhouding aan te
passen. De camera heeft een optische functie voor inzoomen tot
3,6X, en een digitale functie voor inzoomen tot 5X. Door beide
functies te gebruiken kunt u maximaal 18 keer inzoomen.
Druk op [T] of houd deze knop ingedrukt om op uw onderwerp
in te zoomen. Druk op [W] of houd deze knop ingedrukt om uit
te zoomen.
ZoomverhoudingZoomverhouding
InzoomenInzoomen
UitzoomenUitzoomen
Basisfuncties
18
Digitale zoom
Als de zoomindicator in het digitale bereik staat, maakt de camera
gebruik van de digitale zoom. Bij gebruik van digitale zoom kan de
beeldkwaliteit achteruitgaan.
Optisch bereikOptisch bereik
ZoomindicatorZoomindicator
Digitaal bereikDigitaal bereik
Bij gebruik van de modi 7,6, 5,4 (in bepaalde
scènes) en 3, en bij fotograferen met HOGE SNLH, BEW.
DETECTIE, of GEZICHTSHERK. is de digitale zoom niet
beschikbaar
Wanneer u digitale zoom gebruikt, duurt het soms langer om een
foto op te slaan.
Bij gebruik van de digitale zoom zal de scherpsteloptie zijn ingesteld
op CENTRUM-AF.
Bewegingsonscherpte verminderen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
1
Raak in de opnamemodus ¡ aan.
(In sommige modi moet u
tweemaal aanraken.)
2
Stel een optie in.
Als u de optie op AAN instelt, wordt boven aan het scherm
weergegeven.
c
Aanraken
c
Aanraken
d
Aanraken
d
Aanraken
In de volgende gevallen werkt OIS (Optical Image Stabilisation)
mogelijk niet correct:
U beweegt de camera om een bewegend onderwerp te volgen
U gebruikt digitale zoom
De camera trilt teveel
Er is sprake van een lange sluitertijd
(bijvoorbeeld bij opnemen in de modus 6)
De batterij is bijna leeg
U neemt een foto van dichtbij
Als u de functie OIS met een statief gebruikt, zijn uw foto's
misschien wazig door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de
functie OIS bij gebruik van een statief uit.
-
-
-
-
-
-
Foto's nemen
2. Geavanceerde functies
Hier leest u hoe u een foto neemt door een
modus te selecteren en hoe u een video of
spraakmemo opneemt.
2. Geavanceerde functies
Opnamemodi ................................................ 20
2 De modus AUTO gebruiken ............... 20
6 De modus NACHT gebruiken .................. 20
4 De modus SCÈNE gebruiken .......... 20
7De modus DUAL IS gebruiken .......... 21
5 De modus BEAUTY SHOT gebruiken ...... 21
1 De modus PROGRAMMA gebruiken ........ 22
8 De modus HANDMATIG gebruiken ......... 22
3 Een video opnemen ................................ 24
Tips voor scherpere foto's ............................. 26
Spraakmemo's opnemen ............................ 28
Een spraakmemo opnemen .......................... 28
Een spraakmemo aan een foto toevoegen .... 28
Geavanceerde functies
20
Opnamemodi
U kunt foto's nemen of video's opnemen door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
2 De modus AUTO gebruiken
Selecteer 2 om eenvoudig een foto te nemen met minimale
instellingen.
1
Draai de modusdraaiknop naar 2.
2
Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
3
Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
6 De modus NACHT gebruiken
Selecteer 6 om een foto te nemen met opties voor nachtelijke
opnamen. Gebruik een statief om beweging van de camera te
voorkomen.
1
Draai de modusdraaiknop naar 6.
2
Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
3
Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
4 De modus SCÈNE gebruiken
Selecteer 4 om een foto te nemen met opties voor een
vooraf ingestelde scène.
1
Draai de modusdraaiknop naar 4.
2
Raak aan.
3
Selecteer een scène.
PORTRET
Deze modus is geschikt om opn. van
mensen te maken
c
Raak een scène aan
c
Raak een scène aan
d
Aanraken
d
Aanraken
4
Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
Geavanceerde functies
21
7De modus DUAL IS gebruiken
U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's
vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS
(Digital Image Stabilisation).
Na correctieVóór correctie
1
Draai de modusdraaiknop naar 7.
2
Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
3
Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
Houd de camera stil terwijl ‘VASTLEGGEN!’ op het scherm
zichtbaar is.
De digitale zoomfunctie werkt niet in deze modus.
De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd bij fotograferen met een
lichtbron die helderder is dan fluorescerend licht.
Bij een snel bewegend onderwerp kan de foto onscherp worden.
Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende
opnamemodi tegen te gaan. (pag. 18)
5 De modus BEAUTY SHOT gebruiken
Selecteer 5 om een foto van een persoon te nemen met opties
om onvolkomenheden in het gezicht te corrigeren.
1
Draai de modusdraaiknop naar 5.
2
Stel de helderheid van het gezicht bij.
c
Aanraken
c
Aanraken
d
Aanraken
Hoe hoger het getal, des te
helderder het gezicht.
d
Aanraken
Hoe hoger het getal, des te
helderder het gezicht.
3
Corrigeer onvolkomenheden in het gezicht.
c
Aanraken
c
Aanraken
d
Aanraken
Het gezicht wordt egaler
naarmate u het getal
verhoogt.
d
Aanraken
Het gezicht wordt egaler
naarmate u het getal
verhoogt.
Opnamemodi
Geavanceerde functies
22
4
Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
1 De modus PROGRAMMA gebruiken
In de modus PROGRAMMA kunt u diverse opties instellen (met
uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
1
Draai de modusdraaiknop naar 1.
2
Stel opties in. (Zie hoofdstuk 3, ‘Opnameopties’,
voor een lijst met opties.
)
Aanraken om opties in te
stellen
Aanraken om opties in te
stellen
3
Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
8 De modus HANDMATIG gebruiken
In de modus HANDMATIG kunt u opties zoals de sluitertijd
en de diafragmawaarde instellen. Met deze twee opties kunt
u de belichting regelen en de foto op verschillende manieren
weergeven.
Sluitertijd
De sluitertijd is de tijd dat de sluiter van de camera open staat.
Bij gebruik van een lange sluitertijd valt er gedurende langere tijd
licht in de camera, waardoor de foto helderder wordt. Een korte
sluitertijd resulteert in donkerdere foto's.
Bij gebruik van een lange sluitertijd kunnen bewegende
onderwerpen er onscherp komen uit te zien. Door een korte
sluitertijd te gebruiken kunt u een snel bewegend onderwerp
bevriezen.
Lange sluitertijdLange sluitertijd
Korte sluitertijdKorte sluitertijd
Opnamemodi
Geavanceerde functies
23
Diafragmawaarde
Hoe hoger de diafragmawaarde, des te minder licht de camera
binnenlaat, waardoor de foto donkerder wordt. Bij verlaging van
de diafragmawaarde laat de camera meer licht binnen, met als
resultaat een meer heldere foto.
Grote diafragmawaardeGrote diafragmawaarde
Kleine diafragmawaardeKleine diafragmawaarde
1
Draai de modusdraaiknop naar 8.
2
Selecteer een sluitertijd.
c
Aanraken
c
Aanraken
d
Naar links of rechts slepen
d
Naar links of rechts slepen
e
Aanraken
e
Aanraken
3
Selecteer een diafragmawaarde.
c
Aanraken
c
Aanraken
d
Aanraken
d
Aanraken
4
Stel naar wens andere opties in. (Zie hoofdstuk 3,
‘Opnameopties’, voor een lijst met opties.
)
5
Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
6
Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen.
Wanneer de sluitertijd of diafragmawaarde verandert, wordt de
belichtingswaarde ( ) navenant aangepast.
Opnamemodi
Geavanceerde functies
24
3 Een video opnemen
U kunt video's met een maximumduur van 20 minuten opnemen
met High Definition-kwaliteit (resolutie 1280 X 720). De video-
opname wordt opgeslagen als een H.264-bestand (MPEG4-
AVC).
H.264 (MPEG4 part 10/AVC) is een video-indeling met hoge
compressie, die is ontwikkeld door de internationale standaardisatie
organisaties ISO/IEC en ITU-T.
Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname
met High Definition-kwaliteit. Stel in dit geval een lagere resolutie
in. (pag. 30)
Wanneer de OIS (
) actief is, kan het geluid van de OIS op de
video worden opgenomen.
Als u tijdens het opnemen van een video in- of uitzoomt, kan het
zoomgeluid op de video hoorbaar zijn.
1
Draai de modusdraaiknop naar 3.
2
Selecteer een opnamesnelheid (het aantal frames per
seconde).
d
Aanraken
Naarmate het aantal frames
toeneemt, ziet de actie er
natuurlijker uit maar wordt
het bestand groter.
d
Aanraken
Naarmate het aantal frames
toeneemt, ziet de actie er
natuurlijker uit maar wordt
het bestand groter.
c
Aanraken
c
Aanraken
Wanneer u 60 FPS selecteert, wordt de video opgenomen met
een resolutie van 320x240.
3
Raak aan en selecteer een geluidsoptie.
d
Aanraken
d
Aanraken
c
Aanraken
c
Aanraken
Optie Omschrijving
UIT
Video zonder geluid opnemen.
ZOOM
GEDEMPT
Video opnemen zonder geluid tijdens in-
/uitzoomen.
AAN
Video met geluid opnemen.
Opnamemodi
Geavanceerde functies
25
4
Stel naar wens andere opties in. (Zie hoofdstuk 3,
‘Opnameopties’, voor een lijst met opties.
)
5
Druk de [Ontspanknop] in.
6
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
Een video-opname pauzeren
De camera biedt de mogelijkheid om het opnemen van een video
tijdelijk te pauzeren. Zodoende kunt u uw favoriete scènes als één
video opnemen.
Aanraken om een opname te
pauzeren
(Nogmaals aanraken om verder te gaan.)
Aanraken om een opname te
pauzeren
(Nogmaals aanraken om verder te gaan.)
Stop:ShutterStop:Shutter
Opnamemodi
Geavanceerde functies
26
Tips voor scherpere foto's
De camera goed vasthouden
De ontspanknop half indrukken
Zorg dat uw vingers
zich niet voor de lens
bevinden.
Zorg dat uw vingers
zich niet voor de lens
bevinden.
Druk de [Ontspanknop] half in en
stel het beeld scherp. Het beeld
wordt automatisch scherpgesteld
en de belichting wordt automatisch
aangepast, of de flitser springt
automatisch omhoog als dit nodig is.
Druk de [Ontspanknop] half in en
stel het beeld scherp. Het beeld
wordt automatisch scherpgesteld
en de belichting wordt automatisch
aangepast, of de flitser springt
automatisch omhoog als dit nodig is.
De diafragmawaarde en sluitertijd
worden automatisch ingesteld.
De diafragmawaarde en sluitertijd
worden automatisch ingesteld.
Autofocuskader
Als het kader groen wordt weergegeven, drukt u de
[Ontspanknop] in om de foto te nemen.
Als het kader rood wordt weergegeven, past u het
aan en drukt u de [Ontspanknop] weer half in..
Autofocuskader
Als het kader groen wordt weergegeven, drukt u de
[Ontspanknop] in om de foto te nemen.
Als het kader rood wordt weergegeven, past u het
aan en drukt u de [Ontspanknop] weer half in..
Bewegingsonscherpte verminderen
Wanneer wordt weergegeven
Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation)
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 18)
Selecteer de modus 7 om de
bewegingsonscherpte zowel optisch als
digitaal te reduceren. (pag. 21)
Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation)
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 18)
Selecteer de modus 7 om de
bewegingsonscherpte zowel optisch als
digitaal te reduceren. (pag. 21)
Stel de flitsoptie bij opnemen
in het donker niet in op LANG.
SYNC of UIT. Het diafragma
blijft in dat geval langer open, en
de camera is wellicht moeilijker
stil te houden.
Gebruik een statief of stel de
flitsfunctie in op INVULLEN.
(pag. 33)
Stel een hogere ISO-waarde
in. (pag. 35)
Stel de flitsoptie bij opnemen
in het donker niet in op LANG.
SYNC of UIT. Het diafragma
blijft in dat geval langer open, en
de camera is wellicht moeilijker
stil te houden.
Gebruik een statief of stel de
flitsfunctie in op INVULLEN.
(pag. 33)
Stel een hogere ISO-waarde
in. (pag. 35)
BewegingsonscherpteBewegingsonscherpte
Opnamemodi
Geavanceerde functies
27
Wanneer u foto's maakt in slechte lichtomstandigheden
Wanneer onderwerpen snel bewegen
Voorkomen dat het onderwerp onscherp is
In de volgende gevallen is het moeilijk scherp te stellen op het onderwerp:
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
(Als het onderwerp kleren draagt die qua kleur niet goed uitkomen tegen de
achtergrond)
De lichtbron achter het onderwerp is te helder
Het onderwerp glanst
Het onderwerp is voorzien van horizontale patronen, zoals jaloezieën
Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader
-
-
-
-
-
Schakel de flitser in.
(pag. 33)
Gebruik scherpstelvergrendeling
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Na scherpstelling op het onderwerp kunt u het kader
verplaatsen om de compositie te wijzigen. Druk ten slotte
de [Ontspanknop] volledig in om de foto te maken.
Gebruik de snelheidsoptie
CONTINU, HOGE SNLH of
BEW.DETECTIE. (pag. 44)
Opnamemodi
Geavanceerde functies
28
Spraakmemo's opnemen
U kunt een spraakmemo opnemen dat u op elk gewenst moment kunt afspelen, of een spraakmemo aan een foto toevoegen om de
opnameomstandigheden kort te beschrijven.
Voor optimale geluidskwaliteit kunt u spraakmemo's het beste opnemen op een afstand van 40 cm van de camera.
Een spraakmemo opnemen
1
Raak aan in de opnamemodus
(met uitzondering van
3).
2
Raak ¡ aan.
3
Druk de [Ontspanknop] in om op te nemen.
De beschikbare opnametijd wordt boven aan het scherm
weergegeven.
U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen.
4
Druk de [Ontspanknop] in om te stoppen.
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om een nieuwe
spraakmemo op te nemen.
5
Raak aan om naar de opnamemodus te gaan.
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
1
Raak aan in de opnamemodus
(met uitzondering van
3).
2
Raak ¡ aan.
3
Kader het onderwerp en neem een foto.
Na het nemen van de foto begint u direct met het opnemen
van de spraakmemo.
4
Neem een kort spraakmemo op (maximaal 10
seconden).
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
3. Opnameopties
Hier wordt ingegaan op de opties die u in de
opnamemodus kunt instellen.
3. Opnameopties
Een resolutie en kwaliteit selecteren ......... 30
Een resolutie selecteren ................................ 30
Een kwaliteit selecteren ................................. 31
De timer en afstandsbediening gebruiken 32
Fotograferen in het donker ......................... 33
Rode ogen voorkomen ................................. 33
De flitser gebruiken ........................................ 33
De ISO-snelheid aanpassen .......................... 35
De scherpstelling (focus) van de camera
wijzigen
.......................................................... 36
Macro gebruiken ........................................... 36
Automatische scherpstelling gebruiken ......... 36
Scherpstellen door middel van aanraken ...... 37
Het focusgebied aanpassen .......................... 37
Gezichtsherkenning gebruiken ................... 38
Helderheid en kleur bijstellen ..................... 40
De belichting handmatig aanpassen ............. 40
Compenseren voor tegenlicht ....................... 41
De optie voor lichtmeting wijzigen ................. 42
Een lichtbron selecteren (witbalans) ............... 42
Functies voor serieopname gebruiken ...... 44
Uw foto's verbeteren ................................... 45
Fotostijlen toepassen .................................... 45
Kleureffecten toepassen ................................ 45
Uw foto's aanpassen .................................... 46
Opnameopties
30
Een resolutie en kwaliteit selecteren
Een resolutie selecteren
21876543
Naarmate u de resolutie verhoogt, bevat uw foto of video meer
pixels, zodat deze op een groter papierformaat of op een groter
scherm kan worden weergegeven. Bij gebruik van een hoge
resolutie neemt de bestandsgrootte toe.
Bij het nemen van een foto:
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een resolutie.
Optie Omschrijving
4384x3288
Afdrukken op A1-papier.
4384x2920
Afdrukken op A1-papier in de verhouding
3:2 (breed).
4384x2464
Afdrukken op A2-papier of weergeven op
een HDTV.
3264x2448
Afdrukken op A3-papier.
Optie Omschrijving
2592x1944
Afdrukken op A4-papier.
1920x1080
Afdrukken op A5-papier of weergeven op
een HDTV.
1024x768
Als bijlage aan een e-mail toevoegen of op
een webpagina plaatsen.
Bij het opnemen van een video:
1
Raak aan in de modus 3.
2
Selecteer een resolutie.
Voor HD-kwaliteit selecteert u 1280x720HQ of 1280x720.
Optie Omschrijving
1280x720
Bestanden met hoge kwaliteit afspelen op
een HDTV.
1280x720
Afspelen op een HDTV.
640x480
Afspelen op een gewone tv.
320x240
Op een webpagina plaatsen.
Opnameopties
31
Een kwaliteit selecteren 2187654
Foto's die u neemt, worden gecomprimeerd en in JPG-indeling
opgeslagen. Hoe hoger de kwaliteit die u selecteert, des te beter
de resulterende foto's, maar des te groter het bestand.
1
Raak in de opnamemodus ¡ aan.
(In sommige modi moet u
aanraken.)
2
Selecteer een fotokwaliteit.
Optie Omschrijving
SUPERHOOG
Superhoge kwaliteit
HOOG
Hoge kwaliteit
NORMAAL
Normale kwaliteit
Een resolutie en kwaliteit selecteren
Opnameopties
32
De timer en afstandsbediening gebruiken 21876543
1
Raak in de opnamemodus ¡ aan.
2
Selecteer een timeroptie.
Optie Omschrijving
UIT
De timer is uitgeschakeld.
10 SEC
Een foto nemen over 10 seconden.
2 SEC
Een foto nemen over 2 seconden.
DUBBEL
Een foto nemen over 10 seconden, en 2
seconden daarna een tweede foto nemen.
Optie Omschrijving
AFSTBDNG
Telkens wanneer u de ontspanknop op de
afstandsbediening indrukt na 2 seconden
een foto nemen.
3
Druk de [Ontspanknop] in om de timer te starten.
Het timerlampje knippert. Na de opgegeven tijd wordt
automatisch een foto genomen.
Raak het timerpictogram aan om de timer te annuleren.
Als GLIMLACH of KNIPPEREN is ingesteld, is de timer niet
beschikbaar.
Bereik van
afstandsbediening
Timerlampje
Opnameopties
33
Fotograferen in het donker
Rode ogen voorkomen 21654
Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een
persoon neemt, kan een rode gloed in de ogen verschijnen. U
kunt dit voorkomen door RODE OGEN of ANTI-RODE OGEN
te selecteren.
De flitser gebruiken 218654
Gebruik de flitser wanneer u foto's neemt in het donker.
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een flitsoptie.
Optie Omschrijving
UIT
De flitser gaat niet af.
In het donker wordt een waarschuwing
over bewegingsonscherpte (
)
weergegeven.
AUTO
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of
de achtergrond donker is.
RODE
OGEN*
De flitser gaat af wanneer het onderwerp
of de achtergrond donker is.
Rode ogen worden gereduceerd.
INVULLEN
De flitser gaat altijd af.
De lichtintensiteit wordt automatisch
aangepast.
Opnameopties
34
Optie Omschrijving
LANG.
SYNC
De flitser gaat af en de sluiter blijft langer
open.
Selecteer deze optie 's avonds of in het
donker.
U kunt beter een statief gebruiken om
onscherpe foto's te voorkomen.
ANTI-RODE
OGEN*
De flitser gaat af wanneer het onderwerp
of de achtergrond donker is.
Rode ogen worden gecorrigeerd door de
geavanceerde softwareanalyse van de
camera.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren.
* Tussen twee flitsen wordt even gewacht. Beweeg niet voordat de flitser
voor de tweede keer is afgegaan.
Flitsopties zijn niet beschikbaar als u opties voor serieopname instelt
of ZELFPORTRET of KNIPPEREN selecteert.
Zorg dat uw onderwerpen zich op de aanbevolen afstand van de
flitser bevinden. (pag. 79)
Bij lichtreflectie of als er is veel stof in de lucht zit, kunnen er kleine
vlekjes op de foto zichtbaar zijn.
Het gebruik van de flitser
Wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, komt de flitser
omhoog wanneer dit nodig is. Wanneer u de [Ontspanknop]
indrukt, gaat de flitser af en wordt een foto genomen.
Druk de flitser voorzichtig omlaag om deze te sluiten.
Fotograferen in het donker
Houd de flitser naar beneden als u
deze niet gebruikt, om beschadiging
te voorkomen.
De flitser met kracht omhoog
proberen te krijgen kan de camera
beschadigen.
Opnameopties
35
De ISO-snelheid aanpassen 18
ISO-snelheid is de mate van lichtgevoeligheid van een film
zoals gedefinieerd door de ISO (Internationale Organisatie voor
Standaardisatie). Hoe hoger de ISO-snelheid die u selecteert, des
te lichtgevoeliger uw camera wordt. Met een hogere ISO-snelheid
kunt u een betere foto nemen zonder de flitser te gebruiken.
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een ISO-snelheid.
Selecteer om de ISO-snelheid af te stemmen op de
helderheid van het onderwerp en de verlichting.
Hogere ISO-snelheden resulteren soms in meer beeldruis.
Als HOGE SNLH, BEW.DETECTIE, AEB, KNIPPEREN of ACB
is ingesteld, of als de modus 8 is geselecteerd, zijn bepaalde
ISO-opties niet beschikbaar.
Wanneer u de ISO-snelheid op 3200 instelt, wordt de resolutie vast
ingesteld op 3M.
Fotograferen in het donker
Opnameopties
36
De scherpstelling (focus) van de camera wijzigen
Macro gebruiken 21873
Selecteer MACRO of AUTO MACRO om foto's van dichtbij te
maken, bijvoorbeeld van bloemen of insecten.
Houd de camera zo stil mogelijk om onscherpe foto's te
voorkomen.
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan
40 cm is.
Automatische scherpstelling gebruiken
21873
Om scherpe foto's te nemen selecteert u de juiste
scherpsteloptie al naar gelang uw afstand van het onderwerp.
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een optie voor de scherpstelafstand.
Optie Omschrijving
NORMAAL
(AF)
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op
een afstand van 80 cm of meer bevindt.
MACRO
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op
een afstand van 5 tot 80 cm bevindt
(van 50 tot 80 cm bij gebruik van de
zoomfunctie).
Opnameopties
37
Optie Omschrijving
AUTO
MACRO
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op
een afstand van 5 cm of meer bevindt
(50 cm of meer bij gebruik van de
zoomfunctie).
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren.
Scherpstellen door middel van aanraken
187
U kunt scherpstellen op een specifiek onderdeel van uw scène.
Raak de plaats aan waarop u scherp wilt stellen. Stel de optie
voor automatische focus in op TOUCH AF.
Zolang u het scherm niet aanraakt, blijft het kader in het midden van
het scherm staan.
Als u de optie voor gezichtsherkenning instelt, is deze functie niet
beschikbaar.
Het focusgebied aanpassen
218764
Door een scherpsteloptie te selecteren die overeenstemt met de
locatie van uw onderwerp in de scène, kunt u scherpere foto's
nemen.
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een scherpsteloptie.
Optie Omschrijving
CENTRUM-
AF
Scherpstellen op het midden (voor
onderwerpen die zich in het midden
bevinden).
MULTI-AF
Scherpstellen op een of meer gebieden
uit een selectie van negen (bij gebruik van
digitale zoom verandert de scherpstelling in
CENTRUM-AF).
TOUCH AF
Scherpstellen op het punt dat u op het
scherm aanraakt.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren.
De scherpstelling (focus) van de camera wijzigen
Het kader wordt verplaatst
naar de locatie die u op het
scherm aanraakt.
Opnameopties
38
Gezichtsherkenning gebruiken 218754
Bij gebruik van gezichtsherkenningsopties worden de gezichten
van mensen automatisch door de camera gedetecteerd.
Wanneer u scherpstelt op een gezicht, wordt de belichting
automatisch aangepast. Neem eenvoudig foto's met de optie
Knipperen om dichte ogen te voorkomen, of met Glimlach om
een glimlach vast te leggen.
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een gezichtsherkenningsoptie.
Optie Omschrijving
UIT Gezichtsherkenning is uitgeschakeld.
GEZICHTSHERK.
Gezichten van mensen (maximaal 10)
worden automatisch door de camera
gedetecteerd.
Hoe dichterbij het onderwerp,
des te sneller gezichten worden
gedetecteerd.
Als geen gezicht wordt
gedetecteerd, wordt
scherpgesteld op het midden.
Het dichtstbijzijnde gezicht verschijnt in
een wit scherpstelkader, en de overige
gezichten in grijze scherpstelkaders.
Opnameopties
39
Gezichtsherkenning gebruiken
Optie Omschrijving
ZELFPORTRET
Foto's van uzelf nemen. De
scherpstelafstand wordt ingesteld op
close-up en u hoort een pieptoon.
Als u de pieptoon wilt in- of
uitschakelen, selecteert
u ZELFPORTRET in de
geluidsinstellingen. (pag. 69)
GLIMLACH
De sluiter wordt automatisch ontspannen
wanneer een lachend gezicht wordt
gedetecteerd.
Optie Omschrijving
KNIPPEREN
Als de camera gesloten ogen detecteert,
worden drie foto's achtereen genomen.
Als de melding 'Foto gemaakt
met gesloten ogen' wordt
weergegeven, neemt u nog een
foto.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren.
In de volgende omstandigheden werkt gezichtsherkenning mogelijk
niet:
De afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het
scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor GLIMLACH en
KNIPPEREN)
Het is te licht of te donker
Het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
Het onderwerp draagt een zonnebril of masker
Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een
foto-effect of een fotostijl.
Als u de optie voor gezichtsherkenning gebruikt, werkt de digitale
zoomfunctie niet.
Als GLIMLACH of KNIPPEREN is ingesteld, is de timer niet
beschikbaar.
Als u de optie voor gezichtsherkenning gebruikt, wordt het
scherpstelgebied ingesteld op CENTRUM-AF.
-
-
-
-
Wanneer u een korte pieptoon hoort, drukt u
de [Ontspanknop] in.
Wanneer uw onderwerp breed
lacht, wordt dit gemakkelijker
gedetecteerd.
Opnameopties
40
Helderheid en kleur bijstellen
De belichting handmatig aanpassen 173
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht zijn uw foto's
soms waarschijnlijk te helder of te donker. In die gevallen kunt u
de belichting aanpassen voor betere foto's.
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Sleep naar links of rechts om de belichting aan te
passen.
+: helderder, -: donkerder
3
Raak aan.
De bijgestelde belichtingswaarde zal op de aangegeven wijze
worden weergegeven.
Aangepaste
belichtingswaarde
Nadat de belichting is aangepast, blijft deze instelling van kracht.
Mogelijk moet de belichtingswaarde weer worden gewijzigd om
over- of onderbelichting te voorkomen.
Als u het moeilijk vindt de juiste belichting te bepalen, selecteert u
AEB (Auto Exposure Bracket). De camera neemt dan foto's met
verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht, overbelicht.
(pag. 44)
Helderder (+)
Neutraal
Donkerder (-)
Opnameopties
41
Compenseren voor tegenlicht 18
Wanneer de lichtbron zich achter uw onderwerp bevindt of
er sprake is van hoog contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond, ziet het onderwerp er in de foto waarschijnlijk donker
uit. Stel in dat geval de optie ACB (automatische contrastbalans)
in.
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een ACB-optie.
Optie Omschrijving
UIT
ACB is uit.
AAN
ACB is aan.
In de modus 2 is de functie ACB altijd aan.
Wanneer de ACB-functie is ingeschakeld, zijn HOGE SNLH,
CENTRUM-AF, AEB en bepaalde ISO-opties niet beschikbaar.
Helderheid en kleur bijstellen
Met ACB
Zonder ACB
Opnameopties
42
De optie voor lichtmeting wijzigen 1873
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een
camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en verlichting
van uw foto's variëren naar gelang van de lichtmetingsmodus die
u selecteert.
1
Raak in de opnamemodus ¡ aan.
(In de modus
3 moet u
aanraken.)
2
Selecteer een lichtmetingsoptie.
Optie Omschrijving
MULTI
De scène wordt in verschillende gebieden
verdeeld, waarna de lichtintensiteit van elk
gebied wordt gemeten.
Geschikt voor doorsnee foto's.
SPOT
Alleen de lichtintensiteit van het middelpunt
van het kader wordt gemeten.
Als een onderwerp zich niet in het midden
van de scène bevindt, wordt uw foto
mogelijk te helder of donker.
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Optie Omschrijving
CENTER-
GEWOGEN
De gemiddelde lichtmeting voor het volledige
kader wordt berekend, waarbij de nadruk in
het midden valt.
Geschikt voor foto's met onderwerpen in het
midden van het kader.
Een lichtbron selecteren (witbalans)
1873
De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit
van de lichtbron. Als u wilt dat de kleur van uw foto overeenkomt
met wat u ziet, selecteert u de juiste verlichtingsoptie om de
witbalans te kalibreren, zoals A Witbalans, Daglicht, Bewolkt
of Kunstlicht .
Helderheid en kleur bijstellen
(AUTO WITBALANS)
(DAGLICHT)
(KUNSTLICHT)
(BEWOLKT)
Opnameopties
43
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een witbalansoptie.
Sleep naar links of rechts om een voorbeeld te bekijken.
Pictogram Omschrijving
AUTO
WITBALANS
Automatische instellingen
gebruiken afhankelijk van de
verlichtingsomstandigheden.
DAGLICHT
Voor het nemen van foto's buitenshuis op
een zonnige dag.
BEWOLKT
Voor het nemen van foto's buitenshuis op
een bewolkte dag of in de schaduw.
FLUORE-
SCEREND_H
Voor fotograferen met een
daglichtfluorescentielamp of driewegs
fluorescentielamp.
FLUORE-
SCEREND_L
Voor fotograferen bij wit fluorescentielicht.
KUNSTLICHT
Voor het nemen van foto's binnenshuis
bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting.
Helderheid en kleur bijstellen
Pictogram Omschrijving
AANGEP.
INSTELLING
Uw vooraf gedefinieerde instellingen
gebruiken.
Wanneer u een witbalansoptie (met uitzondering van AUTO
WITBALANS) selecteert, kunt u effectopties op NORMAAL of
NEGATIEF instellen. (pag. 45)
Uw eigen witbalans definiëren
1
Raak ¡ aan in het scherm met de witbalansopties.
2
Richt de lens op een vel wit papier.
3
Druk de [Ontspanknop] in.
Raak of aan om te annuleren.
Wit papier
Opnameopties
44
Functies voor serieopname gebruiken 184
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende
onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van
uw onderwerpen in foto's vast te leggen. In dergelijke gevallen kunt
u het beste een van de functies voor serieopname selecteren.
1
Raak in de opnamemodus ¡ aan.
2
Selecteer een serieopnameoptie.
Optie Omschrijving
ENKEL
Eén foto nemen.
CONTINU
Zolang de [Ontspanknop] volledig ingedrukt is,
worden doorlopend foto's gemaakt.
Het maximum aantal foto's is afhankelijk van de
capaciteit van de geheugenkaart.
Optie Omschrijving
HOGE
SNLH
Zolang de [Ontspanknop] volledig ingedrukt
is, worden er drie foto’s per twee seconden
gemaakt.
De opnamesnelheid kan dalen afhankelijk van
de opnameomstandigheden en het aantal
genomen foto's.
BEW.
DETECTIE
Zolang de [Ontspanknop] volledig ingedrukt is,
worden er foto’s van 1 MB gemaakt (15 foto’s
per twee seconden; maximaal 30 foto’s).
De zojuist genomen foto's worden automatisch
door de camera weergegeven en vervolgens
opgeslagen.
AEB
Er worden foto's met verschillende belichtingen
genomen: normaal, onderbelicht en overbelicht.
U kunt het beste een statief gebruiken, omdat
het even duurt om foto's die met AEB zijn
genomen, op te slaan.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren.
U kunt de flitser en timer alleen gebruiken als u ENKEL selecteert.
Wanneer HOGE SNLH, BEW.DETECTIE, of AEB is ingesteld,
zijn ACB en bepaalde ISO-opties niet beschikbaar.
Wanneer u HOGE SNLH of BEW.DETECTIE selecteert, is de
digitale zoomfunctie niet beschikbaar.
Wanneer u BEW.DETECTIE selecteert, wordt de resolutie vast
ingesteld op 1M.
Opnameopties
45
Uw foto's verbeteren
Fotostijlen toepassen 2187
U kunt verschillende stijlen op uw foto's toepassen, zoals Zacht,
Helder of Bos.
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Selecteer een fotostijl.
Sleep naar links of rechts om een voorbeeld te bekijken.
Als u de fotostijl instelt, wordt de witbalans op AUTO WITBALANS
ingesteld.
Kleureffecten toepassen 1843
U kunt allerlei effecten op uw foto's toepassen, zoals Zwart-Wit,
Sepia of Blauw.
1
Raak in de opnamemodus tweemaal aan ¡ .
(In sommige modi moet u
aanraken.)
2
Selecteer een kleureffect.
Sleep naar boven of beneden om een voorbeeld te bekijken.
Selecteer NORMAAL als u gezichtsherkenningsopties of
witbalansinstellingen wilt gebruiken.
Als u een fotostijl (met uitzondering van NORMAAL) selecteert, is
deze functie niet beschikbaar.
BOS
HELDERZACHT
ZWART-WIT
SEPIA BLAUW
Opnameopties
46
Uw foto's aanpassen 18
U kunt de scherpte, de kleurverzadiging en het contrast van uw
foto's aanpassen.
1
Raak in de opnamemodus tweemaal aan.
2
Selecteer een aanpassingsoptie.
: SCHERPTE
: CONTRAST
: KLEURVERZADIGING
3
Selecteer een optie (bijvoorbeeld SCHERPTE).
Scherpte-optie Omschrijving
/
LEVENDIG +/
LEVENDIG
De randen verscherpen om de foto's
duidelijker te maken. Hierdoor kan de
ruis op foto's toenemen.
NORMAAL
Geen effect toepassen (geschikt voor
afdrukken).
/
ZACHT/
ZACHT +
De randen van uw foto's verzachten
(geschikt voor het bewerken van de
foto's op de pc).
Contrast-optie Omschrijving
+
De kleur en helderheid verhogen.
-
De kleur en helderheid verlagen.
Kleurverzadiging-optie Omschrijving
+
De kleurverzadiging verhogen.
-
De kleurverzadiging verlagen.
Als u een fotostijl (met uitzondering van NORMAAL) selecteert,
kunnen contrast en verzadiging niet worden aangepast.
Uw foto's verbeteren
4. Afspelen/bewerken
Hier wordt beschreven hoe u foto's, video's
of spraakmemo's afspeelt en hoe u foto's of
video's bewerkt. Verder wordt toegelicht hoe u
de camera aansluit op de computer, fotoprinter,
tv of HDTV.
4. Afspelen/bewerken
Afspelen ......................................................... 48
In de afspeelmodus ....................................... 48
Foto's bekijken .............................................. 51
Een video afspelen ........................................ 53
Spraakmemo's afspelen ............................... 54
Een foto bewerken ....................................... 55
Een foto draaien ............................................ 55
Het formaat van foto's aanpassen ................ 55
Kleurbewerking ............................................. 56
Een effect toepassen ..................................... 56
Belichtingsproblemen corrigeren ................... 57
Een afdrukbestelling maken .......................... 58
Bestanden op een tv of HDTV weergeven 59
Bestanden naar de computer
overbrengen
.................................................. 61
Voor Windows-gebruikers ............................. 61
Voor Mac-gebruikers ..................................... 64
Foto's met een fotoprinter afdrukken ........ 65
Afspelen/bewerken
48
Afspelen
Weergave in afspeelmodus
Pictogram Omschrijving
Mapnaam – bestandsnaam
Videobestand
Beveiligd bestand
Foto bevat een spraakmemo
Afdrukbestelling is ingesteld (DPOF)
Weergavetype selecteren (pag. 16)
Diavoorstelling (pag. 52)
Bestanden verwijderen (pag. 50)
Menu met opties voor het bewerken van foto's
(pag. 55)
Video's of spraakmemo's afspelen (Video pag. 53/
Spraakmemo pag. 54)
In de afspeelmodus
U kunt foto's bekijken of video's en spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen, afspelen.
1
Druk op de [Weergaveknop].
De inhoud van het laatst opgeslagen bestand wordt
weergegeven.
Als de camera is uitgeschakeld, zal deze worden
ingeschakeld.
2
Sleep uw vinger naar links of rechts om door bestanden
te bladeren.
Als u bestanden wilt weergeven die in het ingebouwde geheugen zijn
opgeslagen, verwijdert u de geheugenkaart.
U kunt een optionele afstandsbediening gebruiken om bestanden af
te spelen. (Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-houder".)
Aanraken om het vorige
bestand weer te geven. Vinger
op pictogram houden om
bestanden snel te bekijken.
Aanraken om het volgende
bestand weer te geven. Vinger
op pictogram houden om
bestanden snel te bekijken.
Informatie
Afspelen/bewerken
49
Bestanden op datum weergeven
U kunt bestanden weergeven op de datum waarop ze zijn
opgeslagen.
1
Druk in de afspeelmodus op [MENU].
2
Raak BEKIJK ¡ DATUM aan.
Raak ALLES aan als u alle bestanden wilt weergeven.
3
Selecteer de datum waarop het bestand is opgeslagen.
c
Raak of aan om
de datum te selecteren
c
Raak of aan om
de datum te selecteren
d
Aanraken
d
Aanraken
4
Sleep uw vinger naar links of rechts om door bestanden
te bladeren.
Raak aan om de datum aan te passen.
Bestanden als miniaturen weergeven
U kunt bestanden doorlopen aan de hand van miniaturen.
Aanraken om een bestand weer
te geven
Aanraken om een bestand weer
te geven
Aanraken om bestanden voor
verwijdering te selecteren
Aanraken om bestanden voor
verwijdering te selecteren
Om door bestanden te bladeren:
• raak
of aan
• sleep de schuifbalk naar links of naar rechts
Om door bestanden te bladeren:
• raak
of aan
• sleep de schuifbalk naar links of naar rechts
Aanraken om de miniatuurweergave
te sluiten
Aanraken om de miniatuurweergave
te sluiten
Afspelen
Druk in de afspeelmodus op [W] om de miniatuurweergave te
activeren (druk op [T] om de miniatuurweergave te sluiten).
Afspelen/bewerken
50
Bestanden beveiligen
U kunt bestanden beveiligen om te verhinderen dat ze
onopzettelijk worden verwijderd.
1
Druk in de afspeelmodus op [MENU].
2
Raak BEVEILIGEN aan.
3
Raak SELECT of ALLES aan.
Als u ALLES aanraakt, gaat u naar stap 5.
4
Selecteer een bestand.
d
Aanraken
d
Aanraken
c
Een bestand aanraken
om het te selecteren
c
Een bestand aanraken
om het te selecteren
GeselecteerdGeselecteerd
BeveiligdBeveiligd
5
Raak VERGRENDEL aan.
Als u het bestand wilt ontgrendelen, raakt u ONTGRENDEL
aan.
Bestanden verwijderen
U kunt afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk
verwijderen. Beveiligde bestanden kunnen niet worden verwijderd.
Eén bestand verwijderen:
1
Selecteer een bestand in de afspeelmodus en raak
aan.
2
Raak JA aan om het bestand te verwijderen.
Alle bestanden verwijderen:
1
Druk in de afspeelmodus op [MENU].
2
Raak VERWIJDER ¡ ALLES aan.
3
Raak JA aan om alle bestanden te verwijderen.
Andere manieren om een bestand te verwijderen
Teken een X op het scherm terwijl u een bestand in de
afspeelmodus bekijkt. Raak JA aan om het bestand te
verwijderen.
Afspelen
Afspelen/bewerken
51
Foto's herstellen uit de prullenbak
Als u de prullenbak activeert, worden bestanden die u verwijdert,
niet definitief gewist maar gaan ze naar de prullenbak (p. 70). Dit
gaat alleen op voor afzonderlijke bestanden of geselecteerde
bestanden-als u ervoor kiest alle bestanden te wissen, gaan die
bestanden niet naar de prullenbak.
In de prullenbak past niet meer dan 10MB aan bestanden. Als
u over de grens van 10MB heen gaat, worden er automatisch
bestanden gewist (het oudste bestand in de prullenbak wordt het
eerst gewist).
1
Druk in de afspeelmodus op [MENU].
2
Raak ¡ PRULLENBAK ¡ PRULLENB aan.
Het herstelproces begint.
Raak
aan als u het herstelproces wilt annuleren.
Deze functie werkt niet voor video’s of spraakmemo’s.
Bij gebruik van de prullenbakfunctie kan het langer duren om
bestanden te verwijderen.
Als u het ingebouwde geheugen formatteert, worden alle bestanden
in de prullenbak verwijderd.
Als u de bestanden in de RECYCLE wilt zien, sluit u de camera
zonder geheugenkaart op een computer aan.
Afspelen
Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren
U kunt bestanden vanuit het ingebouwde geheugen naar een
geheugenkaart kopiëren.
1
Druk in de afspeelmodus op [MENU].
2
Raak KOPIE aan.
3
Raak JA aan om bestanden te kopiëren.
Foto's bekijken
Wanneer u een foto bekijkt, kunt u deze door middel van slepen
in de gewenste stand zetten of inzoomen op een deel van de
foto. Bovendien kunt u foto's in een diavoorstelling weergeven.
Een foto draaien door met uw vinger te slepen
Sleep uw vinger tijdens het bekijken van een foto op de hieronder
aangegeven manier om de foto een kwartslag te draaien.
Afspelen/bewerken
52
Een foto vergroten
Vergroot gebiedVergroot gebied
Zoomverhouding (de maximale
zoomverhouding kan variëren
afhankelijk van de resolutie.)
Zoomverhouding (de maximale
zoomverhouding kan variëren
afhankelijk van de resolutie.)
Sleep hier met uw vinger om het
vergrote gebied te verplaatsen
Sleep hier met uw vinger om het
vergrote gebied te verplaatsen
Pictogram Omschrijving
De vergrote foto bijsnijden (de foto wordt opgeslagen
als een nieuw bestand).
Teruggaan naar de oorspronkelijke weergave.
Een diavoorstelling starten
U kunt effecten en geluid op uw diavoorstelling toepassen.
1
Raak in de afspeelmodus aan.
2
Stel een diavoorstellingseffect in.
Optie Omschrijving
EFFECT
Een overgangseffect selecteren.
Selecteer UIT als u geen effect wilt.
INTERVAL
Het interval tussen foto's instellen.
Deze optie is niet beschikbaar als in het
menu EFFECT de optie UIT of BASIS
is geselecteerd.
MUZIEK
Achtergrondmuziek selecteren.
AFSPMODS
Selecteren of de diavoorstelling moet
worden herhaald.
3
Raak aan om de diavoorstelling te starten.
Raak aan als u de diavoorstelling wilt pauzeren.
Raak
aan om naar de afspeelmodus te gaan.
Afspelen
Druk in de afspeelmodus op [T] om een foto te vergroten
(druk op [W] om een foto te verkleinen).
Afspelen/bewerken
53
Een video afspelen
U kunt een video afspelen, een videobeeld vastleggen of een
video bijsnijden.
1
Selecteer een video in de afspeelmodus en raak
aan.
2
Gebruik de volgende pictogrammen voor het afspelen.
Pictogram Omschrijving
Terugspoelen.
Houd uw vinger op dit pictogram om terug te
spoelen (maximale spoelsnelheid: 16 X).
Pauzeren of afspelen.
Stoppen.
Vooruitspoelen.
Houd uw vinger op dit pictogram om vooruit te
spoelen (maximale spoelsnelheid: 16 X).
Een video bijsnijden
d
Aanraken
d
Aanraken
c
Aanraken op het punt
waarop u de nieuwe video
wilt beginnen en nogmaals
aanraken op het punt waarop
u de video wilt beëindigen.
c
Aanraken op het punt
waarop u de nieuwe video
wilt beginnen en nogmaals
aanraken op het punt waarop
u de video wilt beëindigen.
TRIMMEN?
NEE
JA
TRIMMEN?
NEE
JA
De oorspronkelijke video moet minstens 5 seconden lang zijn.
De bewerkte video wordt opgeslagen als een nieuw bestand.
Een beeld vastleggen tijdens het afspelen
Een vastgelegd beeld wordt opgeslagen als een nieuw bestand, dat
even groot is als het oorspronkelijke videobestand.
Afspelen
Verstreken tijd
d
Aanraken (Dit verschijnt als u
aanraakt.)
c
Aanraken op het punt
waarop u een foto wilt
opslaan.
Afspelen/bewerken
54
Spraakmemo's afspelen
Een spraakmemo afspelen
1
Selecteer een spraakmemo in de afspeelmodus en raak
aan.
2
Gebruik de volgende pictogrammen voor het afspelen.
Pictogram Omschrijving
Terugspoelen.
Houd uw vinger op dit pictogram om terug te
spoelen.
Pauzeren of afspelen.
Stoppen.
Vooruitspoelen.
Houd uw vinger op dit pictogram om vooruit te
spoelen.
Een spraakmemo bij een foto afspelen
1
Selecteer in de afspeelmodus een spraakmemo met een
spraakmemo en raak
aan.
2
Gebruik de volgende pictogrammen voor het afspelen.
Pictogram Omschrijving
Pauzeren of afspelen.
Stoppen.
Afspelen
Afspelen/bewerken
55
Een foto bewerken
U kunt foto's bewerken door ze bijvoorbeeld te draaien, het formaat aan te passen, rode ogen te corrigeren en de helderheid, het contrast
of de kleurverzadiging bij te stellen.
Een foto draaien
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan.
2
Draai de foto.
3
Raak aan om de wijziging op te slaan.
Het formaat van foto's aanpassen
U kunt een foto verkleinen en de foto als een nieuw bestand
opslaan.
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan.
2
Selecteer een resolutie.
De wijziging wordt automatisch opgeslagen.
d
Aanraken
Sleep naar boven of
beneden om een voorbeeld
te bekijken.
c
Aanraken
d
Aanraken
c
Aanraken
Afspelen/bewerken
56
Kleurbewerking
U kunt een andere kleurtoon (bijvoorbeeld Zwart-wit, Sepia of
Blauw) op een foto toepassen en de foto als een nieuw bestand
opslaan.
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan.
2
Selecteer een kleurtoon.
3
Raak aan om de wijziging op te slaan.
Een effect toepassen
U kunt allerlei effects op de foto toepassen, zoals kleurenfilters of
vigneteffecten.
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan.
2
Selecteer een
effect.
Optie Omschrijving
KLEURENFILTER
Achtergrondkleuren omzetten in
zwart-wit om te zorgen dat het
hoofdonderwerp beter uitkomt.
MET SCHADUW
Een vigneteffect toepassen dat de
buitenranden van een beeld donkerder
maakt in vergelijking met het midden
van het beeld.
ELEGANT
Effecten op de foto toepassen om
deze helderder en zachter te maken.
RUIS TOEVOEGEN
Ruis aan de foto toevoegen om deze
er oud te laten uitzien.
3
Raak aan om de wijziging op te slaan.
Een foto bewerken
ZWART-WIT
SEPIA
BLAUW
d
Aanraken
Sleep naar boven of beneden
om een voorbeeld te bekijken.
c
Aanraken
d
Aanraken
c
Aanraken
Afspelen/bewerken
57
Belichtingsproblemen corrigeren
U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast
of kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken of
onvolkomenheden in het gezicht verbergen. Bewerkte foto's
worden als nieuwe bestanden opgeslagen.
ACB (automatische contrastbalans) aanpassen
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan.
2
Raak ¡ ¡ aan.
3
Raak aan om de wijziging op te slaan.
Rode ogen wegwerken
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan.
2
Raak ¡ ¡ aan.
3
Raak aan om de wijziging op te slaan.
Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan.
2
Raak aan en selecteer een aanpassingsoptie.
: HELDERHEID
: CONTRAST
: KLEURVERZADIGING
3
Selecteer een waarde. (-: minder of +: meer)
Sleep naar links of rechts om een voorbeeld te bekijken.
4
Raak aan om de wijziging op te slaan.
Onvolkomenheden in het gezicht verbergen
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan.
2
Raak ¡ aan.
3
Wijzig een niveau.
Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt.
4
Raak aan om de wijziging op te slaan.
Een foto bewerken
Afspelen/bewerken
58
Een afdrukbestelling maken
U kunt opgeven welke foto's u wilt afdrukken, evenals informatie
over het aantal exemplaren of het papierformaat.
U kunt de geheugenkaart naar een copyshop brengen die DPOF
(Digital Print Order Format) ondersteunt of u kunt foto's rechtstreeks
via een DPOF-compatibele printer thuis afdrukken.
Bij het afdrukken van brede foto's worden de linker- en rechterrand
mogelijk afgesneden. Controleer bij het bestellen van afdrukken dus
of de foto's breed zijn.
U kunt geen DPOF instellen voor de foto's die in het ingebouwde
geheugen zijn opgeslagen.
1
Selecteer een foto in de afspeelmodus en druk op
[MENU].
2
Raak DPOF aan.
3
Stel DPOF-opties in.
Optie Omschrijving
AFBEELD.
De af te drukken foto('s) selecteren.
: alleen de huidige foto afdrukken.
: alle foto's op de geheugenkaart
afdrukken.
FORMAAT
Het formaat van de afdruk opgeven.
: het formaat van de huidige foto
opgeven.
: het formaat van alle foto’s opgeven.
INDEX*
Opgeven of de foto's als miniaturen moeten
worden afgedrukt.
* Met DPOF kunt u meerdere foto's op één blad afdrukken.
U kunt foto's van een specifiek formaat alleen afdrukken met DPOF
1.1-compatibele printers.
Een foto bewerken
Afspelen/bewerken
59
Bestanden op een tv of HDTV weergeven
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de bijgeleverde A/V-kabel op een tv aan te sluiten.
1
Selecteer de juiste videosignaaluitgang voor uw land of
regio. (pag. 71
)
2
Schakel de camera en tv uit.
3
Sluit de camera op de tv aan met de A/V-kabel.
4
Schakel de tv in en selecteer de video-uitvoermodus met
de afstandsbediening van de tv.
5
Schakel de camera in en druk op de [Weergaveknop].
6
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van het
aanraakscherm op de camera.
Op bepaalde tv’s kan er digitale ruis optreden of wordt mogelijk een
gedeelte van het beeld niet weergegeven.
Afhankelijk van de tv-instellingen kan het zijn dat de beelden niet
centraal op het tv-scherm worden weergegeven.
U kunt een foto nemen of een video maken terwijl de camera is
aangesloten op een tv.
Bestanden op een HDTV weergeven
U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit op
een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-houder.
HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt door de meeste
HDTV's ondersteund. Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-
houder" voor meer informatie.
1
Druk in de opname- of afspeelmodus op [MENU].
2
Stel de HDMI-resolutie in.
3
Schakel de camera en HDTV uit.
Video
Audio
Anynet +
HDMI FORMAAT
VIDEO
AAN
1080i
NTSC
d
Een resolutie selecteren
c
Aanraken
Afspelen/bewerken
60
4
Plaats de camera in de houder en sluit de HDMI-kabel
aan op de HDTV en de houder.
Ontkoppel de A/V-kabel als deze op de houder is aangesloten.
5
Schakel de camera in.
De HDTV wordt automatisch aangezet en het camerascherm
wordt weergegeven.
6
Bekijk bestanden met behulp van het aanraakscherm op
de camera of de afstandsbediening van de camera of
HDTV.
Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, activeert u Anynet+
in het instellingenmenu (pag. 71) om alle aangesloten Samsung
A/V-apparaten te regelen met de afstandsbediening van de tv. Zie de
"Gebruiksaanwijzing voor HDMI-houder" voor meer informatie.
Bestanden op een tv of HDTV weergeven
HDMI-kabel
Afspelen/bewerken
61
Bestanden naar de computer overbrengen
Voor Windows-gebruikers
U kunt bestanden overbrengen door uw camera op de pc aan te
sluiten. Gebruik de bijgeleverde USB-kabel nadat u de benodigde
programma's vanaf de cd hebt geïnstalleerd.
Programma's installeren
Hardware- en softwarevereisten
Item Vereisten
CPU
Pentium III 500 MHz of hoger
(Pentium III 800 MHz of hoger aanbevolen)
RAM
256 MB of meer (512MB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows 2000/XP/Vista
Vaste-schijfcapaciteit
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
USB-poort
Cd-romstation
1024x768 pixels, 16-bits kleurenmonitor
(24-bits kleurenmonitor aanbevolen)
Microsoft Direct X 9.0 of hoger
Vereisten voor QuickTime Player 7.4
Intel Pentium IV, 3,2 GHz of hoger/AMD Athlon 64FX, 2,6 GHz of
hoger
Windows XP Service Pack 2 of Vista
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
Videokaart van 64 MB of meer (nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-serie of hoger aanbevolen)
Bij gebruik van een zelfgebouwde pc of een pc en
besturingssysteem die niet worden ondersteund, kan uw garantie
komen te vervallen.
Bij de 64-bits edities van Windows XP en Vista werken de
programma’s mogelijk niet goed.
Programma's op de cd
Item Vereisten
Samsung Master
Foto's en video's bewerken.
QuickTime Player 7.4
Video's (MPEG-4 AVC/H.264-bestanden)
op een pc afspelen.
Adobe Reader
De gebruiksaanwijzing weergeven.
1
Plaats de installatie-cd in een cd-romstation.
2
Klik in het installatiescherm op Samsung Digital
Camera Installer om de installatie te starten.
Afspelen/bewerken
62
3
Selecteer de te installeren programma's en volg de
aanwijzingen op het scherm.
4
Klik op OK om de installatie te voltooien.
Bestanden naar de pc overbrengen
Wanneer u uw camera op de pc aansluit, wordt de camera als
een verwisselbare schijf herkend.
De batterij wordt opgeladen terwijl de camera via de USB-kabel op
een pc is aangesloten.
1
Sluit de camera op de pc aan.
Het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) moet op
de camera worden aangesloten. Als de kabel andersom wordt
aangesloten, kan dit uw bestanden beschadigen. De fabrikant is
niet voor enig gegevensverlies verantwoordelijk.
2
Schakel de camera in.
3
Raak COMPUTER aan.
4
Selecteer op de pc Deze computer ¡ Verwisselbare
schijf ¡ DCIM ¡ 100SSCAM.
5
Selecteer de gewenste bestanden en sleep ze naar de
pc, of sla ze daar op.
Het apparaat ontkoppelen (Windows XP)
Bij gebruik van Windows 2000/Vista gaat u op dezelfde manier te
werk om de USB-kabel te ontkoppelen.
1
Wacht tot de pc stopt met het lezen van gegevens van
de camera.
Als het indicatielampje op de camera knippert, wacht u tot
het uitgaat.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder op het pc-
scherm.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Verwijder de USB-kabel.
Bestanden naar de computer overbrengen
Afspelen/bewerken
63
De Samsung Master-interface gebruiken
Weergavemodus
WerkbalkWerkbalk
Menu'sMenu's
Aanklikken om informatie
over het programma
weer te geven
Aanklikken om informatie
over het programma
weer te geven
Aanklikken om de foto's
in de lijst te vergroten of
te verkleinen
Aanklikken om de foto's
in de lijst te vergroten of
te verkleinen
Dubbelklikken
om naar volledige
schermweergave
om te schakelen
Dubbelklikken
om naar volledige
schermweergave
om te schakelen
Informatie
over het
geselecteerde
bestand bekijken
Informatie
over het
geselecteerde
bestand bekijken
De foto's in de geselecteerde mapDe foto's in de geselecteerde map
De modus wijzigen
: Weergavemodus : Bewerkingsmodus
voor foto's
: Bewerkingsmodus
voor video's
Bestanden naar de computer overbrengen
Samsung Master gebruiken
U kunt bestanden downloaden of foto's of video's die op de pc
zijn opgeslagen, bewerken. Zie de Help van het programma voor
meer informatie.
Dit programma biedt geen ondersteuning voor het bewerken van
videobestanden (H.264 (MPEG4. AVC)) op de camera.
Bestanden downloaden met Samsung Master
Wanneer de camera wordt aangesloten, wordt automatisch een
venster voor het downloaden van bestanden geopend. Selecteer
de bestanden die u wilt downloaden. Klik op Next en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Aanklikken om de geselecteerde
bestanden te downloaden
Aanklikken om de geselecteerde
bestanden te downloaden
Een map voor het opslaan
van gedownloade bestanden
selecteren
Een map voor het opslaan
van gedownloade bestanden
selecteren
De miniaturen van
bestanden
(Klikken op te
downloaden bestanden.)
De miniaturen van
bestanden
(Klikken op te
downloaden bestanden.)
Afspelen/bewerken
64
Voor Mac-gebruikers
Wanneer u de camera op een Macintosh-computer aansluit,
wordt het apparaat automatisch door de computer herkend. U
kunt bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer
overbrengen zonder programma's te installeren.
Mac OS X versie 10.3 of hoger wordt ondersteund.
1
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintosh-
computer aan.
2
Schakel de camera in.
Het apparaat wordt automatisch door de computer herkend
en er wordt een symbool van een verwisselbare schijf
weergegeven.
3
Dubbelklik op het symbool van de verwisselbare schijf.
4
Breng foto's of video's naar de computer over.
Bestanden naar de computer overbrengen
Afspelen/bewerken
65
4
Selecteer een afdrukmodus.
Pictogram Omschrijving
De huidige foto afdrukken overeenkomstig de
printerinstellingen. (Raak
aan om af te drukken.)
Foto's afdrukken met aangepaste instellingen.
(pag. 66)
1
Zorg dat de printer ingeschakeld is en sluit de camera
aan met de USB-kabel.
2
Druk op de [POWER] of [Weergaveknop] om de
camera in te schakelen.
3
Raak PRINTER aan.
Foto's met een fotoprinter afdrukken
U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
c
Aanraken
d
Aanraken
Afspelen/bewerken
66
Afdrukken met aangepaste instellingen
1
Stel afdrukopties in.
Optie Omschrijving
AFBEELD.
Kiezen of alleen de huidige foto dan wel alle
foto's moeten worden afgedrukt.
FORMAAT
Het formaat van de afdruk opgeven.
LAYOUT
Miniatuurafdrukken maken.
TYPE
Het papiertype selecteren.
KWALIT.
De afdrukkwaliteit instellen.
DATUM
Instellen of de datum moet worden afgedrukt.
FILENAME
Instellen of de naam van het bestand moet
worden afgedrukt.
Niet alle opties worden door alle printers ondersteund.
2
Raak aan om af te drukken.
3
Raak ter bevestiging JA aan.
Er wordt begonnen met afdrukken. Raak aan om het
afdrukken te annuleren.
Foto's met een fotoprinter afdrukken
Reset
5. Naslaginformatie
Hier wordt naslaginformatie gegeven met
betrekking tot instellingen, foutmeldingen,
specificaties en onderhoudstips.
5. Naslaginformatie
Het instellingenmenu van de camera ........ 68
Het instellingenmenu openen ........................ 68
Geluidsinstellingen
.................................. 69
Weergave-instellingen
............................. 69
Camera-instellingen
................................ 70
Aansluitingsinstellingen
............................ 71
Foutmeldingen .............................................. 72
De camera onderhouden ............................ 73
De camera reinigen ....................................... 73
Geheugenkaarten ......................................... 74
De batterij ...................................................... 75
Voordat u contact opneemt met een
servicecentrum
............................................. 76
Cameraspecificaties .................................... 79
Index ............................................................... 83
Naslaginformatie
68
Pictogram Omschrijving
Het interne geheugen en de geheugenkaart
formatteren, de geheugenkaart formatteren, de
standaardinstellingen herstellen, de prullenbak
inschakelen, bestandsnamen opgeven, opgeven
of de opnamedatum moet worden afgedrukt, de
time-out voor automatisch uitschakelen instellen of
het AF-hulplampje inschakelen. (pag. 70)
Anynet+ of HDMI-resolutie instellen of een video-
uitgang selecteren. (pag. 71)
3
Selecteer een menu en sla uw instellingen op.
d
Een optie aanraken
d
Een optie aanraken
VOLUME
PIEPJES
SL.TOON
B.GELUID
AF-GELUID
VOLUME
PIEPJES
SL.TOON
B.GELUID
AF-GELUID
UIT
LAAG
MIDDEL
HOOG
AAN
UIT
LAAG
MIDDEL
HOOG
AAN
c
Een menu aanraken
c
Een menu aanraken
4
Raak aan om terug te gaan naar het vorige scherm.
Het instellingenmenu openen
1
Druk in de opname- of afspeelmodus op [MENU].
2
Selecteer een menu.
Het gewenste menu aanrakenHet gewenste menu aanraken
VOLUME
PIEPJES
SL.TOON
B.GELUID
AF-GELUID
VOLUME
PIEPJES
SL.TOON
B.GELUID
AF-GELUID
MIDDEL
GELUID1
GELUID1
UIT
AAN
MIDDEL
GELUID1
GELUID1
UIT
AAN
Pictogram Omschrijving
Het volume regelen of het geluid voor de pieptoon,
de ontspanknop, starten, AF of zelfportret instellen.
(pag. 69)
Een schermtaal selecteren, de datum en tijd
instellen, een beginafbeelding instellen, de
helderheid van het scherm aanpassen, de duur voor
het afspelen van bestanden instellen of de time-out
voor het uitschakelen van het scherm opgeven.
(pag. 69)
Het instellingenmenu van de camera
Naslaginformatie
69
Het instellingenmenu van de camera
Geluidsinstellingen
Optie Omschrijving
VOLUME
Het volume van geluiden aanpassen.
(UIT, LAAG, MIDDEL*, HOOG)
PIEPJES
Kiezen welk geluid wordt geproduceerd wanneer u
het scherm aanraakt of van modus wisselt.
(UIT, GELUID1*, GELUID2, GELUID3)
SL.TOON
Kiezen welk geluid bij het indrukken van de
ontspanknop wordt geproduceerd.
(UIT, GELUID1*, GELUID2, GELUID3)
B.GELUID
Kiezen welk geluid bij het inschakelen van de
camera wordt geproduceerd.
(UIT*, GELUID1, GELUID2, GELUID3)
AF-GELUID
Kiezen welk geluid wordt geproduceerd wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt. (UIT, AAN*)
ZELFPORTRET
Een pieptoon instellen voor detectie van uw eigen
gezicht. (UIT, AAN*)
Weergave-instellingen
Optie Omschrijving
Language
Een taal voor de schermtekst selecteren.
DAG/TIJD
Een regio selecteren, de datum en tijd instellen en
de datumnotatie bepalen. (JJJJ/MM/DD,
MM/DD/JJJJ,DD/MM/JJJJ, UIT*)
Wanneer u de camera in een ander land gebruikt,
selecteert u een plaats om de lokale tijd in te stellen.
BEGINAFB
Een beginafbeelding instellen die wordt
weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
UIT*: geen beginafbeelding weergeven.
LOGO: een standaardafbeelding weergeven die
in het ingebouwde geheugen is opgeslagen.
GEBR.AFB: een door de gebruiker
geselecteerde afbeelding weergeven. (pag. 16)
HELDER
SCHERM
De helderheid van het scherm bijstellen.
(AUTO*, DONKER, NORMAAL, LICHT)
NORMAAL is de vaste instelling in de afspeelmodus,
zelfs als AUTO is geselecteerd.
S.WEERG.
Opgeven hoe lang een vastgelegd beeld of
een video wordt weergegeven voordat de
opnamemodus weer actief wordt.
(UIT, 0.5 SEC*, 1 SEC, 3 SEC)
SCHERM SAVE
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, wordt de camera automatisch in de
spaarstand gezet (raak het scherm aan om de
spaarstand te deactiveren). (UIT*, AAN)
* Standaardinstelling * Standaardinstelling
Naslaginformatie
70
Camera-instellingen
Optie Omschrijving
FORMAT
Het ingebouwde geheugen en de geheugenkaart
formatteren (hierdoor worden alle bestanden,
inclusief beveiligde bestanden, verwijderd).
(NEE*, JA)
Als u een geheugenkaart gebruikt die is gebruikt
in camera's van andere fabrikanten of in een
geheugenkaartlezer, of een kaart die met een
computer is geformatteerd, zal uw camera de kaart
mogelijk niet goed kunnen uitlezen. Formatteer de
kaart voordat u hem gebruikt.
RESET
De standaardinstellingen voor menu's en
opnameopties herstellen (datum en tijd, taal
en video-uitvoerinstellingen worden niet op de
standaardinstellingen teruggezet). (NEE*, JA)
PRULLENBAK
De prullenbakoptie instellen of verwijderde
bestanden herstellen. (UIT*, AAN, PRULLENB)
Selecteer PRULLENB om bestanden te
herstellen.
Optie Omschrijving
BESTAND
De manier voor het toewijzen van bestandsnamen
opgeven.
HERSTEL: wanneer een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden
verwijderd, worden bestanden genummerd vanaf
0001.
SERIE*: wanneer een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden
verwijderd, worden bestanden genummerd vanaf
het voorgaande bestandsnummer.
De standaardnaam van de eerste map is
100SSCAM en de standaardnaam van het eerste
bestand is SDC10001.
Het bestandsnummer wordt telkens met één
verhoogd, van SDC10001 tot en met SDC19999.
Het mapnummer wordt telkens met één verhoogd,
van 100SSCAM tot en met 999SSCAM.
Er kunnen maximaal 9999 bestanden in één map
worden opgeslagen.
Bestandsnamen worden gedefinieerd volgens de
DCF-norm (Design rule for Camera File system).
Als u de namen van bestanden opzettelijk wijzigt,
worden de bestanden mogelijk niet door de camera
afgespeeld.
Het instellingenmenu van de camera
* Standaardinstelling* Standaardinstelling
Naslaginformatie
71
Het instellingenmenu van de camera
Optie Omschrijving
AFDRUK
Opgeven of de datum en tijd op afdrukken moeten
worden vermeld. (UIT*, DATUM, DAG/TIJD)
De datum en tijd worden in het geel weergegeven
in de rechterbenedenhoek van de foto.
Op sommige printermodellen worden de datum en
tijd mogelijk niet afgedrukt.
Als u
selecteert in de modus 4, worden
de datum en tijd niet weergegeven.
AUTO UIT
Het toestel uitschakelen wanneer het niet wordt
gebruikt. (UIT, 1 MIN, 3 MIN*, 5 MIN, 10 MIN)
Wanneer u de batterij vervangt, blijven uw
instellingen ongewijzigd.
In de volgende omstandigheden werkt deze functie
niet:
De camera is aangesloten op een computer
of printer
U speelt een diavoorstelling of video's af
U neemt een spraakmemo op
-
-
-
AF-LAMP
Een hulplampje instellen voor scherpstellen in het
donker. (UIT, AAN*)
Aansluitingsinstellingen
Optie Omschrijving
Anynet +
Als de camera is aangesloten op een Samsung-HDTV
die Anynet+(CEC) ondersteunt, kunt u deze met de
afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie
in te schakelen.
UIT: bestanden weergeven zonder een HDTV-
afstandsbediening te gebruiken.
AAN*: de camera gebruiken met een HDTV-
afstandsbediening.
HDMI
FORMAAT
De resolutie van foto's selecteren wanneer u
bestanden op een HDTV afspeelt met de HDMI-
houder. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p /
PAL: 1080i*, 720p, 576p)
Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt
ondersteund, wordt automatisch de onderliggende
resolutiewaarde geselecteerd.
VIDEO
De videosignaaluitgang instellen conform uw regio.
NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico
enzovoort.
PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië,
België, China, Denemarken, Duitsland, Engeland,
Finland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nieuw-Zeeland,
Noorwegen, Oostenrijk, Singapore, Spanje,
Thailand, Zweden, Zwitserland enzovoort.
* Standaardinstelling * Standaardinstelling
Naslaginformatie
72
Foutmeldingen
Wanneer een van de volgende foutmeldingen wordt weergegeven, kunt u proberen het probleem met de voorgestelde handelwijze op te
lossen.
Foutmelding
Voorgestelde handelwijze
KAART
VERGRENDELD!
Ontgrendel de geheugenkaart.
DCF Full Error
Bestandsnamen voldoen niet aan de
DCF-norm. Kopieer de bestanden van
de geheugenkaart naar de computer en
formatteer de kaart. (pag. 70)
Foutmelding
Voorgestelde handelwijze
KAARTFOUT!
Schakel de camera uit en vervolgens
weer in.
Verwijder de geheugenkaart en plaats de
kaart vervolgens weer in de camera.
Formatteer de geheugenkaart. (pag. 70)
BATTERY BIJNA
LEEG!
Plaats een opgeladen batterij in de camera of
laad de batterij op.
GEEN AFBEELDING!
Neem foto's of plaats een geheugenkaart
waarop foto's zijn opgeslagen.
WEINIG LICHT!
Schakel de flitser in. (pag. 33)
BESTANDSFOUT!
Verwijder het beschadigde bestand of neem
contact op met een servicecentrum.
GEHEUGEN VOL!
Verwijder overbodige bestanden of plaats
een nieuwe geheugenkaart.
Naslaginformatie
73
De camera onderhouden
Camerabehuizing
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge
doek.
Gebruik nooit benzeen, thinners of alcohol om het toestel schoon te
maken. Hierdoor kunt u schade of storingen teweegbrengen.
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de
lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en aanraakscherm
Verwijder stof met een blaasborsteltje en veeg de lens voorzichtig
af met een zachte doek. Als er stof blijft zitten, veegt u dit
weg met een stuk reinigingspapier dat is bevochtigd met
lensreinigingsvloeistof.
Naslaginformatie
74
Geheugenkaarten
Geheugenkaarten die u kunt gebruiken
U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken:
SD (Secure Digital), SDHC (Secure Digital High Capacity) en
MMC (MultiMedia Card).
ContactpuntContactpunt
SchrijfbeveiligingsschakelaarSchrijfbeveiligingsschakelaar
Etiket (voorkant)Etiket (voorkant)
U kunt verhinderen dat bestanden worden verwijderd met
behulp van de schrijfbeveiligingsschakelaar op de SD- of
SDHC-kaart. Schuif de schakelaar omlaag om de kaart
te vergrendelen of omhoog om de kaart te ontgrendelen.
Ontgrendel de kaart bij het maken van opnamen.
De camera onderhouden
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit kan variëren afhankelijk van de scènes die u
opneemt of de opnameomstandigheden. Voor een SD-kaart van 1GB
gelden de volgende waarden:
Formaat SUPERHOOG HOOG NORMAAL 60 FPS 30 FPS 15 FPS
F
o
t
o
'
s
136 265 386 - - -
153 296 430 - - -
180 347 501 - - -
240 457 653 - - -
370 685 957 - - -
807 1374 1794 - - -
1655 2438 2894 - - -
*
V
i
d
e
o
'
s
----
Ca.
12’ 38’’
Ca.
20 min
Ca.
20 min
Ca.
20 min
----
Ca.
20 min
Ca.
20 min
---
Ca.
20 min
Ca.
20 min
Ca.
20 min
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd variëren.
Naslaginformatie
75
De camera onderhouden
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
Model
SLB-1137D
Type
Lithium-ionbatterij
Celcapaciteit
1100 mAh
Spanning
3,7 V
Oplaadtijd
(wanneer de camera uitgeschakeld is)
Ca. 150 min
Levensduur van de batterij
Opnametijd/
aantal foto's
Opnameomstandigheden
(wanneer de batterij volledig is opgeladen)
Foto's
Ca. 100
min/
Ca. 200
Dit is gemeten in de volgende omstandigheden: in
de modus 2, resolutie 14M, kwaliteit HOOG,
OIS AAN.
1. Stel de flitseroptie in op INVULLEN, neem één
foto, neem één foto met de flitser aan en zoom
in of uit.
2. Stel de flitseroptie in op
UIT, neem één foto,
neem één foto met de flitser uit en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30 seconden uit en
herhaal dit 5 minuten lang. Schakel de camera
uit en wacht 1 minuut.
4. Herhaal stap 1 tot en met 3.
Video's
Ca. 90
min
Video's opnemen met de resolutie 640x480 en
30 fps.
De cijfers in de vorige tabel zijn gemeten volgens de maatstaven van Samsung en
kunnen variëren afhankelijk van het gebruik.
Er zijn verschillende video's achtereen opgenomen om de totale opnametijd te
bepalen.
Opmerkingen over het opladen van de batterij
Als het indicatielampje uit is, controleert u of de batterij in de juiste
richting in de camera is geplaatst.
Schakel de camera tijdens het opladen van de batterij uit.
Schakel de camera in nadat u de batterij langer dan 10 minuten hebt
opgeladen.
Wanneer u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel
leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen gaat branden.
Als het indicatielampje rood knippert of niet brandt, sluit u de kabel
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in
de camera.
Als u de batterij oplaadt terwijl die nog warm is, kan het indicatielampje
oranje gaan branden. Het opladen begint als de batterij is afgekoeld.
Opmerkingen over opladen terwijl een pc is aangesloten
Gebruik alleen de bijgeleverde USB-kabel.
In de volgende omstandigheden wordt de batterij mogelijk niet
opgeladen:
- U gebruikt een USB-hub.
- Er zijn andere USB-apparaten op de pc aangesloten.
- U sluit de kabel aan op de poort aan de voorzijde van de computer.
- Het nominale uitgangsvermogen (5 V, 500 mA) wordt niet
ondersteund door de USB-poort van de computer.
Naslaginformatie
76
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Probeer in het geval van problemen met de camera eerst de volgende probleemoplossingsprocedures uit te voeren voordat u contact
opneemt met een servicecentrum. Als u de suggestie voor probleemoplossing hebt gevolgd en de problemen aanhouden, wendt u zich tot
uw lokale dealer of servicecentrum.
Situatie
Voorgestelde handelwijze
Kan geen foto's nemen.
Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Verwijder overbodige bestanden of plaats
een nieuwe kaart.
Formatteer de geheugenkaart. (pag. 70)
De geheugenkaart is defect. Koop een
nieuwe geheugenkaart.
De geheugenkaart is vergrendeld.
Ontgrendel de kaart. (pag. 72)
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Laad de batterij op.
Controleer of de batterij correct is
geplaatst.
De camera blokkeert.
Verwijder de batterij en plaats deze opnieuw
in de camera.
De flitser werkt niet.
Misschien is de flitsoptie op UIT
ingesteld. (pag. 33)
U kunt de flitser niet gebruiken in de
modus 7 en 3 en in bepaalde
4-modi.
Situatie
Voorgestelde handelwijze
Kan de camera niet
inschakelen.
Controleer of er een batterij in de camera
is geplaatst.
Controleer of de batterij correct is
geplaatst.
Laad de batterij op.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld.
Laad de batterij op.
De camera staat mogelijk in de
spaarstand. (pag. 69)
De camera wordt mogelijk uitgezet om te
voorkomen dat de geheugenkaart wordt
beschadigd als gevolg van een schok.
Schakel de camera weer in.
De kleuren in de foto
komen niet met de
werkelijkheid overeen.
Bij lage temperaturen (onder 0°C) raakt
de batterij misschien sneller leeg. Houd
de batterij warm door deze in uw zak te
steken.
Wanneer u de flitser gebruikt of video's
opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad
de batterij zo nodig op.
Batterijen zijn verbruiksartikelen en
moeten na verloop van tijd worden
vervangen. Als de batterij steeds vaker
moet worden opgeladen, koopt u een
nieuwe.
Naslaginformatie
77
Situatie
Voorgestelde handelwijze
De kleurtoon van de
foto wijkt af van wat
ik zie.
Een onjuiste witbalans kan resulteren in
een onnatuurlijke kleur. Selecteer de juiste
witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 42)
De foto is te helder.
De foto is overbelicht. Pas de
belichtingswaarde aan. (pag. 40)
Schakel de flitser uit. (pag. 33)
Uw foto's worden niet
op de tv weergegeven.
Controleer of de camera correct op het
externe scherm is aangesloten met de
A/V-kabel.
Controleer of de geheugenkaart foto's
bevat.
Uw computer herkent
de camera niet.
Controleer of de USB-kabel correct is
aangesloten.
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Controleer of u een ondersteund
besturingssysteem gebruikt.
De verbinding tussen de
computer en de camera
wordt verbroken tijdens
bestandsoverdracht.
Misschien wordt de bestandsoverdracht
onderbroken door statische elektriciteit.
Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze
vervolgens opnieuw aan.
Situatie
Voorgestelde handelwijze
De flitser gaat plotseling
af.
De flitser kan afgaan als gevolg van
statische elektriciteit.
Dit ligt niet aan de camera.
De datum en tijd zijn
onjuist.
Stel de datum en tijd in via het menu met
weergave-instellingen.
Het aanraakscherm of
knoppen werken niet.
Verwijder de batterij en plaats deze opnieuw
in de camera.
Er een fout met de
geheugenkaart.
Er is geen reset van de geheugenkaart
uitgevoerd. Formatteer de kaart. (pag. 70)
Kan bestanden niet
afspelen.
Als u de naam van een bestand wijzigt,
wordt het bestand mogelijk niet afgespeeld
door de camera (de bestandsnaam
moet voldoen aan de DCF-norm). Speel
bestanden in dit geval af op de computer.
De foto is onscherp.
Zorg dat de scherpsteloptie die u instelt,
geschikt is voor foto's van dichtbij.
(pag. 36)
Controleer of u de flitser gebruikt binnen
het ondersteunde flitsbereik. (pag. 79)
Controleer of de cameralens schoon is.
Maak de lens zo nodig schoon.
(pag. 73)
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Naslaginformatie
78
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Situatie
Voorgestelde handelwijze
Uw computer kan geen
video's afspelen.
De codec die in uw computer is
geïnstalleerd, is mogelijk incompatibel met
de videobestanden die u wilt afspelen.
Gebruik QuickTime® Player of installeer
Codec Pack Full.
QuickTime
®
Player 7.4 gebruiken
1. Installeer QuickTime
®
Player 7.4. Dit
programma ondersteunt MP4(H.264
(MPEG.AVC)).
2. Speel video's af met QuickTime
®
Player.
Codec Pack Full gebruiken
1. Installeer de laatste versie van Codec
Pack Full.
2. Speel video's af met de mediaspeler
(Media Player Classic of Windows
Media Player 11 worden aanbevolen).
Installeer QuickTime
®
Player 7.4 of K-Lite
Codec Pack Full op Windows XP SP2
of hoger.
Mogelijk verloopt het afspelen van de
video niet vloeiend. Dit is afhankelijk van
uw computeromgeving.
Naslaginformatie
79
Cameraspecificaties
Belichting
Bediening Programma AE
Lichtmeting MULTI, SPOT, GECENTREERD OP ÉÉN
PUNT, Gezichtsherkenning AE
Compensatie ±2 EV (in stappen van 1/3 EV)
ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200
(bij 3200 is het fotoformaat vast ingesteld
op 3M)
Flitser
Modus UIT, AUTO, RODE OGEN, INVULLEN,
LANG. SYNC, ANTI-RODE OGEN
Bereik Groothoek: 0,3 m - 5,4 m (ISO Auto)
Tele: 0,5 m - 2,7 m (ISO Auto)
Oplaadtijd Circa 5 sec.
Trillingsreductie
Dual IS [OIS (Optical Image Stabilisation) +
DIS (Digital Image Stabilisation)]
Scherpte
ZACHT +, ZACHT, NORMAAL, LEVENDIG,
LEVENDIG +
Beeld-sensor
Type 1/1,72 inch (1,49 cm) CCD
Effectieve pixels Circa 14,7 megapixels
Totaal aantal pixels Circa 15,0 megapixels
Lens
Brandpuntsafstand Schneider-KREUZNACH-lens f
= 6,0 - 21,6 mm
(35-mm equivalent: 28 - 102 mm)
Diafragmabereik f/2.8 (G) - f/5.9 (T)
Digitale zoom Fotomodus: 1,0X - 5,0X
Afspeelmodus: 1,0X - 13,7X (afhankelijk
van het beeldformaat)
LCD-scherm
3,0-inch (7,62cm) hVGA kleuren-TFT-LCD
(460.000 pixels) (Aanraak)
Scherp-
stelling
Type TTL-autofocus (Multi-AF, Centrum-AF,
TOUCH AF, GEZICHTSHERK.-AF)
Bereik
Groothoek (G) Tele (T)
NORMAAL 80 cm - oneindig
MACRO 5 cm - 80 cm 50 cm - 80 cm
AUTO
MACRO
5 cm - oneindig 50 cm - oneindig
Sluitertijden
AUTO: 1 - 1/2000 sec.
HANDMATIG: 16 - 1/2000 sec.
NACHT: 8 - 1/2000 sec.
VUURWERK: 4 sec.
Naslaginformatie
80
Effect
Opnamemodus Fotostijl: NORMAAL, ZACHT, HELDER,
BOS, RETRO, COOL, RUSTIG,
KLASSIEK
Kleureffect: NORMAAL, ZWART-WIT,
SEPIA, BLAUW, ROOD, GROEN,
NEGATIEF
Beeld aanpassen: SCHERPTE,
CONTRAST, KLEURVERZADIGING
Afspeelmodus Beeld bewerken: AFM.WIJZ, DRAAI,
TRIMMEN
Kleureffect: NORMAAL, ZWART-WIT,
SEPIA, BLAUW, ROOD, GROEN,
NEGATIEF
Speciaal effect: KLEURENFILTER,
MET SCHADUW, ELEGANT, RUIS
TOEVOEGEN
Beeld aanpassen: GEZICHTRETOUCH,
HELDERHEID, CONTRAST,
KLEURVERZADIGING, ANTI-RODE
OGEN, ACB
Witbalans
AUTO WITBALANS, DAGLICHT,
BEWOLKT, FLUORESCEREND_H,
FLUORESCEREND_L, KUNSTLICHT,
AANGEP. INSTELLING
Spraakopname
Spraakopname (max. 10 uur)
Spraakmemo in foto (max. 10 sec.)
Datumafdruk
DAG/TIJD, DATUM, UIT (door gebruiker
in te stellen)
Opname
Foto's Modi: AUTO, PROGRAMMA,
HANDMATIG, DUAL IS, NACHT,
BEAUTY SHOT, SCÈNE (PORTRET,
KINDEREN, LANDSCHAP, CLOSE-UP,
TEKST, ZON ONDER, DAGERAAD,
TEGNLICHT, VUURWERK, STRAND
EN SNEEUW, ZELFPORTRET, ETEN,
CAFÉ)
Continu: ENKEL, CONTINU, HOGE
SNLH, BEW.DETECTIE, AEB
Timer: 10 SEC, 2 SEC, DUBBEL,
AFSTBDNG
Video's Met of zonder geluid (max. opnametijd:
20 min)
Formaat: 1280x720 (30 FPS, 15 FPS)
met hoge kwaliteit, 1280x720 (30 FPS,
15 FPS) met standaardkwaliteit,
640x480 (30 FPS, 15 FPS), 320x240
(60 FPS, 30 FPS)
Opnamesnelheid: 60 FPS, 30 FPS,
15 FPS
3,6X optische zoom en gedempt
zoomen (geluid wordt uitgeschakeld bij
gebruik van de zoomfunctie)
Kleureffect en witbalans te selecteren
Video bewerken (ingesloten): pauzeren
tijdens opnemen, foto's nemen,
bijsnijden
Vanwege het geluid van de optische zoom,
kan de gebruiker kiezen om wel of geen geluid
op te nemen.
Cameraspecificaties
Naslaginformatie
81
Opslag
Media Intern geheugen: circa 40 MB
Extern geheugen (optioneel)
- SD-kaart (tot 4 GB gegarandeerd)
- SDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd)
- MMC Plus (tot 2 GB gegarandeerd,
4-bits, 20 MHz)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specificaties afwijken.
Bestandsindeling Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21,
DPOF 1.1, PictBridge 1.0
Video: MP4 (H.264(MPEG4.AVC))
Audio: WAV
Beeldformaat Voor 1-GB SD
SUPER-
HOOG
HOOG
NOR-
MAAL
4384x3288 136 265 386
4384x2920 153 296 430
4384x2464 180 347 501
3264x2448 240 457 653
2592x1944 370 685 957
1920x1080 807 1374 1794
1024x768 1655 2438 2894
Deze waarden zijn gemeten onder
standaardcondities en kunnen variëren
afhankelijk van opnameomstandigheden en
camera-instellingen.
Afbeeldingen weergeven
Eén foto, miniaturen, geavanceerde
diavoorstelling (met effecten en muziek)
Interface
Digitale uitvoer Aansluiting: USB 2.0 (30-pins)
Audio-uitvoer Mono (interne speaker)
Stereo (microfoon)
Video-uitvoer AV: NTSC, PAL (keuze)
HDMI 1.2: NTSC, PAL (keuze)
HDMI is beschikbaar als het op de optionele
houder is aangesloten.
DC-stroom-
aansluiting
30-pins, 4,2 V
Energie-bron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij SLB-1137D (1100 mAh)
AC-adapter Stroomadapter (SAC-47),
USB-kabel (SUC-C4)
Houder (optioneel) SCC-NV5 HD
Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
94,9 X 59,5 X 19,9 mm
(zonder uitstekende delen)
Gewicht
138 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40˚C
Bedrijfsvochtigheid
5 - 85%
Software
Samsung Master, QuickTime
®
Player 7.4,
Adobe Reader
Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Cameraspecificaties
Naslaginformatie
82
Correcte verwijdering van dit product
(inzameling en recycling van elektrische en
elektronische apparatuur)
Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese
landen waar afval gescheiden wordt ingezameld.)
Dit merkteken, dat op het product of de documentatie wordt
weergegeven, geeft aan dat het product niet mag worden
weggeworpen bij het huishoudelijk afval. Om gevaar voor het milieu
of de volksgezondheid te voorkomen, dient u dit product van andere
typen afval gescheiden te houden en het op een verantwoordelijke
manier te recyclen om duurzaam hergebruik van materiaalbronnen
te bevorderen. Particulieren dienen contact op te nemen met het
verkooppunt waar het product is gekocht of met de plaatselijke
overheid voor informatie over waar dit product kan worden ingeleverd
voor milieuvriendelijke recycling. Bedrijven dienen contact op te
nemen met hun leverancier en de voorwaarden en bepalingen van het
aankoopcontract na te kijken. Dit product mag niet samen met ander
commercieel afval worden weggeworpen.
Correcte behandeling van een gebruikte accu
uit dit product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen.)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de
accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met
ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
De oplaadbare accu in dit product kan niet door de gebruiker zelf
worden vervangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor
informatie over vervanging.
Het Samsung Eco-symbool
Dit is een eigen symbool van Samsung dat het bedrijf
gebruikt om zijn milieuvriendelijke productactiviteiten
naar de consument te communiceren. Het symbool
staat voor Samsung’s voortdurende inspanningen om
milieubewuste producten te ontwikkelen.
Naslaginformatie
83
A
Aanpassen
Contrast
in afspeelmodus 57
in opnamemodus 46
Helderheid 57
Kleurverzadiging
in afspeelmodus 57
in opnamemodus 46
Scherpte 46
Aanraakscherm 12
Aanraken 15
ACB 41, 57
ACB (automatische
contrastbalans) 41, 57
Adobe Reader 61
AF-GELUID 69
AF-hulplampje 11
AF-LAMP 71
AFDRUK 71
Afdrukbestelling
FORMAAT 58
INDEX 58
Afdrukken, foto's
AFBEELD. 66
DATUM 66
FILENAME 66
FORMAAT 66
KWALIT. 66
LAYOUT 66
TYPE 66
Afspeelmodus 48
Afstandsbediening 32
Anynet+ 71
Apparaat ontkoppelen 62
AUTO, modus 20
B
Batterij
Levensduur 75
Opladen 75
Specificaties 75
BEAUTY SHOT, modus 21
Beeld vastleggen 53
Beginafbeelding 69
Belichting 40
Bestanden, verwijderen 50
Beveiligen, bestanden 50
Bewegingsonscherpte 26
Bewerken 55
Bijsnijden 53
D
DAG/TIJD 69
Dempen
Camera 14
Video 24
Diafragmawaarde 23
Diavoorstelling 52
Digitale zoom 18
Digital Image Stabilisation
(digitale beeldstabilisatie) 21
DPOF 58
Draaien 55
DUAL IS, modus 21
F
Filter
ELEGANT 56
Kleurenfilter 56
MET SCHADUW 56
RUIS TOEVOEGEN 56
Flitser 11
ANTI-RODE OGEN 34
AUTO 33
INVULLEN 33
LANG. SYNC 34
RODE OGEN 33
UIT 33
Formaat aanpassen 55
Formatteren 70
Fotokwaliteit 31
Index
Naslaginformatie
84
Fotostijlen 45
Foutmeldingen 72
G
Geheugenkaart
Capaciteit 74
MMC 74
SD 74
SDHC 74
Gezichtsherkenning 38
GLIMLACH 39
H
HANDMATIG, modus 22
HDTV 59
HELDERH. SCHERM 69
I
Inzoomen/Vergroten 12
ISO-snelheid 35
K
Kleureffecten 45
Kleurtoon 56
KNIPPEREN 39
L
L.METING
MULTI 42
SPOT 42
Lichtbron (witbalans) 42
M
Menuknop 12
Modusdraaiknop 11
N
NACHT, modus 20
O
Onderhoud 73
Ontspanknop 11
Opnamesnelheid 24
Opnemen
Spraakmemo 28
Video 24
Optical Image Stabilisation
(OIS) 18, 21
Overbrengen, bestanden
voor Mac 64
voor Windows 61
P
Pictogrammen 13
PROGRAMMA, modus 22
PRULLENBAK 70
Prullenbak 51
Q
QuickTime Player 61
R
Reinigen
Behuizing 73
Lens 73
Scherm 73
Resolutie
Foto 30
Video 30
Rode ogen 33
S
S.WEERG. 69
Samsung Master
Gebruiken 63
Installeren 61
SCÈNE, modus 20
Index
Naslaginformatie
85
Scherpstelafstand
AUTO MACRO 37
MACRO 36
NORMAAL (AF) 36
Scherpsteloptie
CENTRUM-AF 37
MULTI-AF 37
TOUCH AF 37
Sensor voor
afstandsbediening 11
Serie-opname
AEB (Auto Exposure Bracket)
44
Bewegingsdetectie 44
HOGE SNLH 44
Servicecentrum 76
Slepen 15
Sluitertijd 22
Spraakmemo
Afspelen 54
Opnemen 28
Statiefbevestigingspunt 12
T
Timer 32
Timerlampje 11
U
Uitzoomen/Verkleinen 12
USB- en A/V-aansluiting 12
V
Vergroten 52
VIDEO 71
Video
Afspelen 53
Opnemen 24
VOLUME 69
W
Weergaveknop 12, 14
Weergeven, bestanden
als miniaturen 49
op datum 49
op tv 59
Witbalans 42
Z
ZELFPORTRET 39
Zoom 17
Index
Raadpleeg voor after-salesondersteuning of -informatie de
garantie-informatie die bij het product is geleverd of bezoek
onze website http://www.samsungcamera.com/.
Het CE-merk is een aanduiding dat
wordt voldaan aan de richtlijnen van de
Europese Gemeenschap (EG)

Documenttranscriptie

NV100HD Deze gebruiksaanwijzing bevat uitgebreide instructies voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door. Klik op een van de onderstaande knoppen voor meer informatie. Snel zoeken Inhoud 1 Basisfuncties 2 Geavanceerde functies 3 Opnameopties 4 Afspelen/bewerken 5 Naslaginformatie Index Informatie over gezondheid en veiligheid Neem altijd de volgende voorschriften en tips in acht om gevaarlijke situaties te voorkomen en optimale cameraprestaties te waarborgen: Waarschuwingen Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Gebruik de camera niet in de buurt van brandstof, brandbaar gas of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in hetzelfde compartiment als de camera of camera-accessoires. Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur Opmerking—opmerkingen, tips voor gebruik of extra informatie Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en huisdieren Houd de camera en alle accessoires buiten bereik van kleine kinderen en dieren. Bij het inslikken van kleine onderdelen lopen zij het gevaar van verstikking of ernstig letsel. Bewegende delen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren. Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's Gebruik de flitser niet dichtbij mensen of dieren (op minder dan 1 m afstand). Hierdoor kunt u tijdelijk of blijvend oogletsel teweegbrengen. Ga zorgvuldig te werk bij het hanteren en afdanken van batterijen en opladers • Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Incompatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel teweegbrengen en de camera beschadigen. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid • Bescherm de camera en het beeldscherm tegen stoten, overmatige trilling en ruw gebruik ter voorkoming van ernstige schade. • Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels of adapters en bij het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Wanneer u de connectors met overmatige kracht induwt, kabels verkeerd aansluit of batterijen en geheugenkaarten niet op de juiste wijze plaatst, kunnen poorten, connectors en accessoires beschadigd raken. Plaats geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven of toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van oneigenlijk gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. • Werp batterijen nooit in het vuur. Houd u bij het afdanken van batterijen aan de plaatselijke verordeningen. • Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. Veiligheidsvoorschriften Wees zorgvuldig en verstandig in het gebruik en de opslag van de camera • Laat de camera niet nat worden. Vloeistoffen kunnen ernstige schade veroorzaken. Raak de camera niet met natte handen aan. Bij waterschade kan de garantie van de fabrikant komen te vervallen. • Stel de camera niet gedurende lange tijd bloot aan direct zonlicht of hoge temperaturen. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan blijvende schade aan de interne onderdelen van de camera teweegbrengen. • Gebruik of bewaar de camera niet in een stoffige, vuile, vochtige of slecht geventileerde ruimte. In deze omstandigheden bestaat het risico dat bewegende en interne onderdelen schade oplopen. • Verwijder de batterij uit de camera wanneer u deze langere tijd niet gebruikt. Batterijen die in de camera blijven zitten, kunnen mettertijd gaan lekken of roesten, waardoor de camera ernstige schade kan oplopen. • Zorg in omgevingen met zand of losse deeltjes (bijvoorbeeld het strand) dat de camera beschermd is tegen zand en vuil. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade • Stel batterijen en geheugenkaarten niet bloot aan extreem hoge of lage temperaturen (onder 0º C of boven 40º C). Extreme temperaturen kunnen de oplaadcapaciteit van de batterijen verminderen en de werking van geheugenkaarten verstoren. • Zorg dat batterijen niet in aanraking komen met metalen voorwerpen. Hierdoor kan namelijk een verbinding tussen de plus- en minpool ontstaan, waardoor de batterijen beschadigd kunnen raken. • Houd geheugenkaarten uit de buurt van vloeistoffen, vuil en vreemde stoffen. Veeg de geheugenkaart zo nodig schoon met een zachte doek voordat u de kaart in de camera plaatst. • Schakel de camera uit voordat u de geheugenkaart plaatst of verwijdert. • Zorg dat geheugenkaarten niet worden gebogen of komen te vallen, en stel de kaarten niet bloot aan zware druk of schokken. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid • Gebruik geen geheugenkaarten die met andere camera's of met een pc zijn geformatteerd. Formatteer de geheugenkaart opnieuw met uw camera. • Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. Verleng de levensduur van de oplader en batterijen • Het opladen van batterijen kan de levensduur ervan verminderen. Maak de kabel los van de camera wanneer het opladen voltooid is. • Ongebruikte batterijen verliezen na verloop van tijd hun lading en moeten in dat geval worden opgeladen. • Laat ongebruikte opladers niet op het stopcontact aangesloten. • Gebruik batterijen alleen voor de doeleinden waarvoor ze bestemd zijn. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires Gebruik van incompatibele accessoires kan resulteren in beschadiging van de camera of letsel. Bovendien kan de garantie komen te vervallen. Bescherm de cameralens Wees voorzichtig wanneer u de camera in vochtige omgevingen gebruikt • Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of kan de werking van de sensor worden aangetast. • Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone, stofvrije lensdoek. Wanneer u de camera vanuit een koude omgeving in een warme en vochtige omgeving brengt, kan er condensatie optreden op de gevoelige elektronische schakelingen en de geheugenkaart. Wacht in dat geval minstens 1 uur tot alle vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt. Controleer of de camera naar behoren werkt voordat u ermee aan de slag gaat Belangrijke gebruiksinformatie De fabrikant aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor verlies van bestanden of schade als gevolg van camerastoringen of oneigenlijk gebruik. Laat uw camera uitsluitend door bevoegd personeel onderhouden en repareren Geef geen toestemming voor reparatie- of onderhoudswerkzaamheden door onbevoegd personeel en probeer niet zelf onderhoud of reparaties uit te voeren. Schade als gevolg van onbevoegde onderhouds- of reparatiewerkzaamheden wordt niet gedekt door uw garantie. 3 Indeling van de gebruiksaanwijzing ©2008 SAMSUNG DIGITAL IMAGING CO., LTD. De specificaties van de camera of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen vanwege een upgrade van de camerafuncties zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. 1 Basisfuncties........................................................10 2 Geavanceerde functies.....................................19 3 Opnameopties.....................................................29 4 Afspelen/bewerken ..........................................47 5 Naslaginformatie.................................................67 Copyrightinformatie • Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. • HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definition Multimedia Interface" zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. • QuickTime® en het QuickTime®-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. en worden onder licentie gebruikt.  Hier wordt ingegaan op de indeling, pictogrammen en standaardopnamefuncties van de camera. Hier leest u hoe u een foto neemt door een modus te selecteren en hoe u een video of spraakmemo opneemt. Hier wordt ingegaan op de opties die u in de opnamemodus kunt instellen. Hier wordt beschreven hoe u foto's, video's of spraakmemo's afspeelt en hoe u foto's of video's bewerkt. Verder wordt toegelicht hoe u de camera aansluit op de computer, fotoprinter, tv of HDTV. Hier wordt naslaginformatie gegeven met betrekking tot instellingen, foutmeldingen, specificaties en onderhoudstips. Aanduidingen in deze gebruiksaanwijzing Opnamemodus Aanduiding AUTO 2 PROGRAMMA 1 HANDMATIG 8 DUAL IS 7 NACHT 6 BEAUTY SHOT 5 SCÈNE 4 FILM 3 Pictogrammen en tekens in deze gebruiksaanwijzing Pictogram Functie Extra informatie Situaties waarin u voorzichtig moet zijn [ ] Cameraknoppen, bijvoorbeeld: [Ontspanknop] (duidt op de ontspanknop) ( ) Paginanummer voor referentie ¡ De volgorde waarin u opties en/of menu's moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Raak ¡ aan (staat voor gevolgd door ). * Aantekening Pictogrammen voor de opnamemodus naast een titel Deze pictogrammen geven aan dat een functie beschikbaar is in de corresponderende modi. De modus 4 ondersteunt mogelijk niet voor alle scènes functies. Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing Bijvoorbeeld Beschikbaar in de modus AUTO, PROGRAMMA, NACHT en BEAUTY  SHOT en in bepaalde SCÈNE-modi 5 Afkorting Definitie ACB Auto Contrast Balance (automatische contrastbalans) AEB Auto Exposure Bracket (automatische belichtingsbracketing) AF Auto Focus (automatische scherpstelling) DIS Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) DPOF Digital Print Order Format (voor fotoafdrukken) EV Exposure Value (belichtingswaarde) OIS Optical Image Stabilisation (optische beeldstabilisatie) WB White Balance (Witbalans) Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Belichting (helderheid) De ontspanknop indrukken De hoeveelheid licht die de camerasensor bereikt, wordt 'belichting' genoemd. U kunt de belichting wijzigen met de sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-snelheid. Door de belichting aan te passen maakt u uw foto's donkerder of lichter. • Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot halverwege in • Druk de [Ontspanknop] in: druk de ontspanknop volledig in Normale belichting [Ontspanknop] half indrukken [Ontspanknop] indrukken Onderwerp, achtergrond en compositie • Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven • Achtergrond: de objecten rond het onderwerp • Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Compositie Onderwerp Achtergrond 6 Overbelichting (te helder) Snel zoeken Foto's van mensen maken • Modus 4 > PORTRET, KINDEREN, ZELFPORTRET f 20 • Modus 5 f 21 • RODE OGEN, ANTI-RODE OGEN (om rode ogen te voorkomen of te corrigeren) f 33 • GEZICHTSHERK., ZELFPORTRET, GLIMLACH, KNIPPEREN f 38 's Nachts of in het donker foto's nemen • Modus 6 f 20 • Modus 4 > DAGERAAD, VUURWERK f 20 • FLITS-opties f 33 • ISO-snelheid (om de lichtgevoeligheid bij te stellen) f 35 Actiefoto's maken • Stel de sluitertijd bij in de modus 8 f 22 • CONTINU, HOGE SNLH, BEW.DETECTIE f 44 Foto's van voedsel, insecten of bloemen maken De belichting (helderheid) bijstellen • Stel de belichting bij in de modus 8 f 22 • ISO-snelheid (om de lichtgevoeligheid bij te stellen) f 35 • EV (om de belichting bij te stellen) f 40 • ACB (om te compenseren voor onderwerpen tegen lichte achtergronden) f 41 • L.METING f 42 • AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te maken van dezelfde scène) f 44 Een ander effect toepassen • Fotostijl (om andere tinten toe te passen) f 45 • Effect (om een ander kleurfilter toe te passen) f 45 • Stel kleurverzadiging, scherpte of contrast bij f 46 Bewegingsonscherpte verminderen • OIS (Optical Image Stabilisation) f 18 • Modus 7 f 21 • Modus 4 > CLOSE-UP, ETEN f 20 • MACRO, AUTO MACRO (om foto's van dichtbij te maken) f 36 • WB (Witbalans; om de kleurtoon te wijzigen) f 42 7 • Alle bestanden van de geheugenkaart verwijderen f 50 • Bestanden in een diavoorstelling bekijken f 52 • Bestanden op een tv of HDTV weergeven f 59 • De camera op een computer aansluiten f 61 • Geluid en volume bijstellen f 69 • De helderheid van het scherm bijstellen f 69 • De schermtaal wijzigen f 69 • De datum en tijd instellen f 69 • De geheugenkaart formatteren f 70 • Problemen oplossen f 76 Inhoud 1. Basisfuncties ..................................................................... 10 3. Opnameopties .................................................................. 29 Onderdelen en functies ................................................ 11 Een resolutie en kwaliteit selecteren ............................. 30 Een resolutie selecteren .................................................. 30 Een kwaliteit selecteren ................................................... 31 Pictogrammen ............................................................. 13 De camera in- of uitschakelen ...................................... 14 De timer en afstandsbediening gebruiken .................... 32 Het aanraakscherm gebruiken ..................................... 15 De weergave instellen ..................................................... 16 Foto's nemen ............................................................... 17 In- en uitzoomen ............................................................ 17 Bewegingsonscherpte verminderen (OIS) OIS .......... 18 2. Geavanceerde functies ................................................... 19 Opnamemodi ............................................................... 2 De modus AUTO gebruiken .................................. 6 De modus NACHT gebruiken .................................... 4 De modus SCÈNE gebruiken ............................. 7De modus DUAL IS gebruiken ............................. 5 De modus BEAUTY SHOT gebruiken .......................... 1 De modus PROGRAMMA gebruiken ........................... 8 De modus HANDMATIG gebruiken ............................. 3 Een video opnemen ................................................. Tips voor scherpere foto's ............................................... 20 20 20 20 21 21 22 22 24 26 Fotograferen in het donker ........................................... Rode ogen voorkomen Rode ogen ................................... De flitser gebruiken ......................................................... De ISO-snelheid aanpassen ISO ............................. 33 33 33 35 De scherpstelling (focus) van de camera wijzigen ........ Macro gebruiken  MACRO        ............................................. Automatische scherpstelling gebruiken AF .............. Scherpstellen door middel van aanraken TOUCH AF ............ Het focusgebied aanpassen Autom. focus .......................... 36 36 36 37 37 Gezichtsherkenning gebruiken ..................................... 38 Helderheid en kleur bijstellen ........................................ De belichting handmatig aanpassen EV .................. Compenseren voor tegenlicht ACB ........................... De optie voor lichtmeting wijzigen L.METING ...................... Een lichtbron selecteren (witbalans) WB ................... 40 40 41 42 42 Functies voor serieopname gebruiken ......................... 44 Uw foto's verbeteren ................................................... Fotostijlen toepassen Fotostijl ....................................... Kleureffecten toepassen Kleureffect ................................... Uw foto's aanpassen ...................................................... Spraakmemo's opnemen ............................................ 28 Een spraakmemo opnemen ............................................ 28 Een spraakmemo aan een foto toevoegen ....................... 28 8 45 45 45 46 Inhoud 4. Afspelen/bewerken ........................................................ 47 5. Naslaginformatie .............................................................. 67 Afspelen ....................................................................... In de afspeelmodus ........................................................ Foto's bekijken ............................................................... Een video afspelen ......................................................... Spraakmemo's afspelen ................................................. 48 48 51 53 54 Een foto bewerken ....................................................... Een foto draaien ............................................................. Het formaat van foto's aanpassen .................................... Kleurbewerking .............................................................. Een effect toepassen ..................................................... Belichtingsproblemen corrigeren ...................................... Een afdrukbestelling maken DPOF .............................. 55 55 55 56 56 57 58 Het instellingenmenu van de camera ........................... Het instellingenmenu openen .......................................... Geluidsinstellingen ................................................... Weergave-instellingen .............................................. Camera-instellingen ................................................. Aansluitingsinstellingen .............................................. Foutmeldingen ............................................................. 72 De camera onderhouden ............................................. De camera reinigen ........................................................ Geheugenkaarten .......................................................... De batterij ...................................................................... Cameraspecificaties ..................................................... 79 Bestanden naar de computer overbrengen ................. 61 Voor Windows-gebruikers ............................................... 61 Voor Mac-gebruikers ...................................................... 64 PictBridge 73 73 74 75 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum .. 76 Bestanden op een tv of HDTV weergeven ................... 59 Foto's met een fotoprinter afdrukken 68 68 69 69 70 71 Index ............................................................................ 83 ............. 65 9 1. Basisfuncties 1. Basisfuncties Hier wordt ingegaan op de onderdelen, pictogrammen en standaardopnamefuncties van de camera. Onderdelen en functies ............................... 11 Pictogrammen .............................................. 13 De camera in- of uitschakelen .................... 14 Het aanraakscherm gebruiken ................... 15 De weergave instellen ................................... 16 Foto's nemen ................................................ 17 In- en uitzoomen ........................................... 17 Bewegingsonscherpte verminderen (OIS) ..... 18 Onderdelen en functies Power-knop Ontspanknop AF-hulplampje/Timerlampje Flitser Modusdraaiknop Zie hieronder Als dit nodig is springt de flitser automatisch omhoog als u op de [Ontspanknop] drukt. (Om te sluiten weer voorzichtig indrukken). Sensor voor de afstandsbediening • Houd de flitser naar beneden als u deze niet gebruikt, om beschadiging te voorkomen. • De flitser met kracht omhoog proberen te krijgen kan de camera beschadigen. Lens Pictogram Modus Omschrijving 2 AUTO Eenvoudig een foto nemen met minimale instellingen 1 PROGRAMMA 8 7 Microfoon Pictogram Modus Omschrijving 6 NACHT Een foto nemen met opties voor nachtelijke opnamen Een foto nemen door opties in te stellen (behalve sluitertijd en diafragma) 5 BEAUTY SHOT Een foto van iemand nemen met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen HANDMATIG Een foto nemen door opties handmatig in te stellen 4 SCÈNE Een foto nemen met opties voor een vooraf ingestelde scène DUAL IS Een foto nemen met opties die bewegingsonscherpte tegengaan 3 FILM Een video opnemen Basisfuncties 11 Onderdelen en functies Luidspreker Statuslampje Aanraakscherm • Knippert: bij opslaan van een foto of video, opnemen van een spraakmemo, uitlezen door een computer of printer of bij een onscherp onderwerp • Licht op: bij aansluiting op een computer of bij een scherp onderwerp Menuknop Toegang tot het instellingenmenu Weergaveknop Inzoomen/Vergroten Uitzoomen/Verkleinen Statiefbevestigingspunt Batterijklep USB- en A/V-aansluiting Plaatsing van batterij en geheugenkaart Basisfuncties 12 Pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties. A B. Aanraakpictogrammen B Pictogram Omschrijving Pictogram Een opnamesnelheid selecteren Een witbalans selecteren Een gezichtsdetectieoptie selecteren De belichting met ACB aanpassen A. Hoofdscherm Pictogram Een weergave selecteren Omschrijving Omschrijving Geselecteerde fotostijl Een scherpsteloptie selecteren Terug naar het vorige scherm Een type serieopname selecteren Een scène selecteren Een lichtmetingsoptie selecteren Een ISO-waarde selecteren Een fotokwaliteit selecteren Intern geheugen De helderheid van het gezicht aanpassen Een timeroptie selecteren Geheugenkaart geplaatst De belichting handmatig aanpassen Een spraakmemo opnemen of aan een foto toevoegen Geselecteerde opnamemodus : Volledig geladen : Deels geladen : Opladen nodig Resterende foto's Resterende opnametijd De sluitertijd aanpassen Optical Image Stabilisation (OIS) Onvolmaaktheden in het gezicht aanpassen De huidige datum en tijd Een diafragmawaarde selecteren Zoomverhouding Een autofocusoptie selecteren Spraakmemo Autofocuskader Bewegingsonscherpte Optiereeks 1 (van 3) De Optical Image Stabilisation-optie instellen Een kleureffect toepassen De scherpte bijstellen Een flitsoptie selecteren Het contrast bijstellen Een videoresolutie selecteren De verzadiging bijstellen Een fotoresolutie selecteren Nog een reeks opties weergeven Basisfuncties 13 De camera in- of uitschakelen Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen. In de afspeelmodus Druk op de [Weergaveknop] om opgeslagen bestanden te zien. Houd de [Weergaveknop] ingedrukt om het camerageluid te dempen. Basisfuncties 14 Het aanraakscherm gebruiken Hier leert u de basishandelingen met het aanraakscherm. Het aanraakscherm werkt het beste met het zachte gedeelte van de vinger. Raak het scherm niet met scherpe objecten aan. Hierdoor zou het scherm kunnen beschadigen. Aanraken Slepen Raak een pictogram aan om een menu te openen of een optie in te stellen. Sleep uw vinger naar links of rechts om horizontaal te scrollen. Sleep uw vinger omhoog of omlaag om verticaal te scrollen. Het scherm herkent uw aanrakingen wellicht niet goed wanneer: - u meerdere items tegelijk aanraakt - u de camera gebruikt in een erg vochtige omgeving of met een natte vinger - u de camera gebruikt met lcd-beschermfolie of ander lcdaccessoire. Basisfuncties VOLUME MIDDEL PIEPJES GELUID1 SL.TOON GELUID1 B.GELUID UIT AF-GELUID AAN 15 Het aanraakscherm gebruiken Een beginafbeelding instellen De weergave instellen U kunt een beginafbeelding instellen die wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. Een weergave selecteren U kunt een weergavestijl voor de opname- of afspeelmodus selecteren. 1 2 3 4 c Aanraken 5 Beschikbare Omschrijving modus VOLLEDIG Opname, Afspelen VERBORGN Opname, Afspelen BASIS Afspelen FUNCTIEBESCHR. Opname Raak ¡BEGINAFB ¡ GEBR.AFB aan. Raak aan. Selecteer een foto en raak aan. • Als er geen afbeeldingen zijn, moet u eerst een foto maken. d Aanraken Optie Druk in de afspeelmodus op [MENU]. Stel een beginafbeelding in. d Aanraken De naam van een optie weergeven wanneer u een pictogram aanraakt. Pictogrammen op het scherm verbergen als u 3 seconden lang geen bewerkingen uitvoert (raak het scherm opnieuw aan om de pictogrammen weer zichtbaar te maken). Pictogrammen zonder de naam van een optie weergeven. c Aanraken • Er wordt slechts één beginafbeelding in het ingebouwde geheugen opgeslagen. • Als u de camera reset of een nieuwe foto als beginafbeelding selecteert, wordt de huidige afbeelding verwijderd. • Brede afbeeldingen en afbeeldingen met de verhouding 3:2 kunnen niet als beginafbeelding worden ingesteld. De naam van een optie en een korte omschrijving weergeven wanneer u een pictogram aanraakt. Basisfuncties 16 Foto's nemen 1 In- en uitzoomen Draai de modusdraaiknop naar 2. U kunt foto's van dichtbij nemen door de zoomverhouding aan te passen. De camera heeft een optische functie voor inzoomen tot 3,6X, en een digitale functie voor inzoomen tot 5X. Door beide functies te gebruiken kunt u maximaal 18 keer inzoomen. 2 Druk op [T] of houd deze knop ingedrukt om op uw onderwerp in te zoomen. Druk op [W] of houd deze knop ingedrukt om uit te zoomen. Kader het onderwerp. Zoomverhouding Inzoomen Uitzoomen 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Groen: Scherpgesteld • Rood: Onderwerp onscherp 4 Druk de [Ontspanknop] in om een foto te nemen. Basisfuncties 17 Foto's nemen Digitale zoom Bewegingsonscherpte verminderen (OIS) Als de zoomindicator in het digitale bereik staat, maakt de camera gebruik van de digitale zoom. Bij gebruik van digitale zoom kan de beeldkwaliteit achteruitgaan. Optisch bereik Zoomindicator In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. 1 2 Raak in de opnamemodus ¡ aan. (In sommige modi moet u tweemaal aanraken.) Stel een optie in. • Als u de optie op AAN instelt, wordt boven aan het scherm weergegeven. Digitaal bereik • Bij gebruik van de modi 7,6, 5,4 (in bepaalde scènes) en 3, en bij fotograferen met HOGE SNLH, BEW. DETECTIE, of GEZICHTSHERK. is de digitale zoom niet beschikbaar • Wanneer u digitale zoom gebruikt, duurt het soms langer om een foto op te slaan. • Bij gebruik van de digitale zoom zal de scherpsteloptie zijn ingesteld op CENTRUM-AF. d Aanraken c Aanraken • In de volgende gevallen werkt OIS (Optical Image Stabilisation) mogelijk niet correct: - U beweegt de camera om een bewegend onderwerp te volgen - U gebruikt digitale zoom - De camera trilt teveel - Er is sprake van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij opnemen in de modus 6) - De batterij is bijna leeg - U neemt een foto van dichtbij • Als u de functie OIS met een statief gebruikt, zijn uw foto's misschien wazig door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de functie OIS bij gebruik van een statief uit. Basisfuncties 18 2. Geavanceerde functies 2. Geavanceerde functies Hier leest u hoe u een foto neemt door een modus te selecteren en hoe u een video of spraakmemo opneemt. Opnamemodi ................................................ 20 2 De modus AUTO gebruiken ............... 20 6 De modus NACHT gebruiken .................. 20 4 De modus SCÈNE gebruiken .......... 20 7De modus DUAL IS gebruiken .......... 21 5 De modus BEAUTY SHOT gebruiken ...... 21 1 De modus PROGRAMMA gebruiken ........ 22 8 De modus HANDMATIG gebruiken ......... 22 3 Een video opnemen ................................ 24 Tips voor scherpere foto's ............................. 26 Spraakmemo's opnemen ............................ 28 Een spraakmemo opnemen .......................... 28 Een spraakmemo aan een foto toevoegen .... 28 Opnamemodi U kunt foto's nemen of video's opnemen door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren. 2 De modus AUTO gebruiken 4 De modus SCÈNE gebruiken Selecteer 2 om eenvoudig een foto te nemen met minimale instellingen. Selecteer 4 om een foto te nemen met opties voor een vooraf ingestelde scène. 1 2 1 2 3 3 Draai de modusdraaiknop naar 2. Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Draai de modusdraaiknop naar 4. Raak aan. Selecteer een scène. Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen. PORTRET Deze modus is geschikt om opn. van mensen te maken 6 De modus NACHT gebruiken c Raak een scène aan Selecteer 6 om een foto te nemen met opties voor nachtelijke opnamen. Gebruik een statief om beweging van de camera te voorkomen. d Aanraken 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar 6. 4 Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 5 Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen. Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen. Geavanceerde functies 20 Opnamemodi 7De modus DUAL IS gebruiken 5 De modus BEAUTY SHOT gebruiken U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS (Digital Image Stabilisation). Selecteer 5 om een foto van een persoon te nemen met opties om onvolkomenheden in het gezicht te corrigeren. Vóór correctie 1 2 3 1 2 Draai de modusdraaiknop naar 5. Stel de helderheid van het gezicht bij. c Aanraken d Aanraken Na correctie Draai de modusdraaiknop naar 7. Hoe hoger het getal, des te helderder het gezicht. Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen. 3 Corrigeer onvolkomenheden in het gezicht. • Houd de camera stil terwijl ‘VASTLEGGEN!’ op het scherm zichtbaar is. • De digitale zoomfunctie werkt niet in deze modus. • De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd bij fotograferen met een lichtbron die helderder is dan fluorescerend licht. • Bij een snel bewegend onderwerp kan de foto onscherp worden. • Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende opnamemodi tegen te gaan. (pag. 18) Geavanceerde functies c Aanraken d Aanraken Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt. 21 Opnamemodi 4 5 Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen. 1 De modus PROGRAMMA gebruiken In de modus HANDMATIG kunt u opties zoals de sluitertijd en de diafragmawaarde instellen. Met deze twee opties kunt u de belichting regelen en de foto op verschillende manieren weergeven. Sluitertijd In de modus PROGRAMMA kunt u diverse opties instellen (met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde). 1 2 8 De modus HANDMATIG gebruiken Draai de modusdraaiknop naar 1. De sluitertijd is de tijd dat de sluiter van de camera open staat. Bij gebruik van een lange sluitertijd valt er gedurende langere tijd licht in de camera, waardoor de foto helderder wordt. Een korte sluitertijd resulteert in donkerdere foto's. Bij gebruik van een lange sluitertijd kunnen bewegende onderwerpen er onscherp komen uit te zien. Door een korte sluitertijd te gebruiken kunt u een snel bewegend onderwerp bevriezen. Stel opties in. (Zie hoofdstuk 3, ‘Opnameopties’, voor een lijst met opties.) Aanraken om opties in te stellen Lange sluitertijd 3 Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen. Geavanceerde functies 22 Korte sluitertijd Opnamemodi Diafragmawaarde Hoe hoger de diafragmawaarde, des te minder licht de camera binnenlaat, waardoor de foto donkerder wordt. Bij verlaging van de diafragmawaarde laat de camera meer licht binnen, met als resultaat een meer heldere foto. 3 Selecteer een diafragmawaarde. c Aanraken d Aanraken Grote diafragmawaarde 1 2 Kleine diafragmawaarde Draai de modusdraaiknop naar 8. 4 Stel naar wens andere opties in. (Zie hoofdstuk 3, ‘Opnameopties’, voor een lijst met opties.) 5 Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 6 Druk de [Ontspanknop] in om de foto te nemen. Selecteer een sluitertijd. Wanneer de sluitertijd of diafragmawaarde verandert, wordt de belichtingswaarde ( ) navenant aangepast. c Aanraken d Naar links of rechts slepen e Aanraken Geavanceerde functies 23 Opnamemodi 3 Een video opnemen U kunt video's met een maximumduur van 20 minuten opnemen met High Definition-kwaliteit (resolutie 1280 X 720). De videoopname wordt opgeslagen als een H.264-bestand (MPEG4AVC). Wanneer u 60 FPS selecteert, wordt de video opgenomen met een resolutie van 320x240. 3 Raak aan en selecteer een geluidsoptie. • H.264 (MPEG4 part 10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie, die is ontwikkeld door de internationale standaardisatie organisaties ISO/IEC en ITU-T. • Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met High Definition-kwaliteit. Stel in dit geval een lagere resolutie in. (pag. 30) • Wanneer de OIS ( ) actief is, kan het geluid van de OIS op de video worden opgenomen. • Als u tijdens het opnemen van een video in- of uitzoomt, kan het zoomgeluid op de video hoorbaar zijn. d Aanraken c Aanraken Optie 1 2 Omschrijving UIT Draai de modusdraaiknop naar 3. Video opnemen zonder geluid tijdens inZOOM GEDEMPT /uitzoomen. Selecteer een opnamesnelheid (het aantal frames per seconde). AAN d Aanraken Naarmate het aantal frames toeneemt, ziet de actie er natuurlijker uit maar wordt het bestand groter. c Aanraken Geavanceerde functies Video zonder geluid opnemen. 24 Video met geluid opnemen. Opnamemodi 4 Stel naar wens andere opties in. (Zie hoofdstuk 3, ‘Opnameopties’, voor een lijst met opties.) 5 6 Druk de [Ontspanknop] in. Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Een video-opname pauzeren De camera biedt de mogelijkheid om het opnemen van een video tijdelijk te pauzeren. Zodoende kunt u uw favoriete scènes als één video opnemen. Stop:Shutter Aanraken om een opname te pauzeren (Nogmaals aanraken om verder te gaan.) Geavanceerde functies 25 Opnamemodi Tips voor scherpere foto's Bewegingsonscherpte verminderen De camera goed vasthouden • Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 18) • Selecteer de modus 7 om de bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal te reduceren. (pag. 21) Zorg dat uw vingers zich niet voor de lens bevinden. Wanneer wordt weergegeven De ontspanknop half indrukken Stel de flitsoptie bij opnemen in het donker niet in op LANG. SYNC of UIT. Het diafragma blijft in dat geval langer open, en de camera is wellicht moeilijker stil te houden. Druk de [Ontspanknop] half in en stel het beeld scherp. Het beeld wordt automatisch scherpgesteld en de belichting wordt automatisch aangepast, of de flitser springt automatisch omhoog als dit nodig is. Bewegingsonscherpte De diafragmawaarde en sluitertijd worden automatisch ingesteld. Autofocuskader • Als het kader groen wordt weergegeven, drukt u de [Ontspanknop] in om de foto te nemen. • Als het kader rood wordt weergegeven, past u het aan en drukt u de [Ontspanknop] weer half in.. Geavanceerde functies 26 • Gebruik een statief of stel de flitsfunctie in op INVULLEN. (pag. 33) • Stel een hogere ISO-waarde in. (pag. 35) Opnamemodi Voorkomen dat het onderwerp onscherp is • In de volgende gevallen is het moeilijk scherp te stellen op het onderwerp: - Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (Als het onderwerp kleren draagt die qua kleur niet goed uitkomen tegen de achtergrond) - De lichtbron achter het onderwerp is te helder - Het onderwerp glanst - Het onderwerp is voorzien van horizontale patronen, zoals jaloezieën - Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader • Wanneer u foto's maakt in slechte lichtomstandigheden Gebruik scherpstelvergrendeling Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Na scherpstelling op het onderwerp kunt u het kader verplaatsen om de compositie te wijzigen. Druk ten slotte de [Ontspanknop] volledig in om de foto te maken. • Wanneer onderwerpen snel bewegen Gebruik de snelheidsoptie CONTINU, HOGE SNLH of BEW.DETECTIE. (pag. 44) Schakel de flitser in. (pag. 33) Geavanceerde functies 27 Spraakmemo's opnemen U kunt een spraakmemo opnemen dat u op elk gewenst moment kunt afspelen, of een spraakmemo aan een foto toevoegen om de opnameomstandigheden kort te beschrijven. Voor optimale geluidskwaliteit kunt u spraakmemo's het beste opnemen op een afstand van 40 cm van de camera. Een spraakmemo opnemen Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 Raak aan in de opnamemodus (met uitzondering van 3). 1 Raak aan in de opnamemodus (met uitzondering van 3). 2 Raak 2 Raak 3 ¡ aan. Druk de [Ontspanknop] in om op te nemen. • De beschikbare opnametijd wordt boven aan het scherm weergegeven. • U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen. 4 Druk de [Ontspanknop] in om te stoppen. 3 Raak aan. Kader het onderwerp en neem een foto. • Na het nemen van de foto begint u direct met het opnemen van de spraakmemo. 4 • Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om een nieuwe spraakmemo op te nemen. 5 ¡ Neem een kort spraakmemo op (maximaal 10 seconden). • Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen. aan om naar de opnamemodus te gaan. Geavanceerde functies 28 3. Opnameopties 3. Opnameopties Hier wordt ingegaan op de opties die u in de opnamemodus kunt instellen. Een resolutie en kwaliteit selecteren ......... 30 Een resolutie selecteren ................................ 30 Een kwaliteit selecteren ................................. 31 De timer en afstandsbediening gebruiken 32 Fotograferen in het donker ......................... 33 Rode ogen voorkomen ................................. 33 De flitser gebruiken ........................................ 33 De ISO-snelheid aanpassen .......................... 35 De scherpstelling (focus) van de camera wijzigen .......................................................... 36 Macro gebruiken ........................................... Automatische scherpstelling gebruiken ......... Scherpstellen door middel van aanraken ...... Het focusgebied aanpassen .......................... 36 36 37 37 Gezichtsherkenning gebruiken ................... 38 Helderheid en kleur bijstellen ..................... 40 De belichting handmatig aanpassen ............. 40 Compenseren voor tegenlicht ....................... 41 De optie voor lichtmeting wijzigen ................. 42 Een lichtbron selecteren (witbalans) ............... 42 Functies voor serieopname gebruiken ...... 44 Uw foto's verbeteren ................................... 45 Fotostijlen toepassen .................................... 45 Kleureffecten toepassen ................................ 45 Uw foto's aanpassen .................................... 46 Een resolutie en kwaliteit selecteren Een resolutie selecteren 2 1 8 7 6 5 4 3 Optie Naarmate u de resolutie verhoogt, bevat uw foto of video meer pixels, zodat deze op een groter papierformaat of op een groter scherm kan worden weergegeven. Bij gebruik van een hoge resolutie neemt de bestandsgrootte toe. Bij het nemen van een foto: 1 2 Raak in de opnamemodus Omschrijving 2592x1944 1920x1080 1024x768 Afdrukken op A4-papier. Afdrukken op A5-papier of weergeven op een HDTV. Als bijlage aan een e-mail toevoegen of op een webpagina plaatsen. Bij het opnemen van een video: 1 2 aan. Selecteer een resolutie. Raak aan in de modus 3. Selecteer een resolutie. • Voor HD-kwaliteit selecteert u 1280x720HQ of 1280x720. Optie Omschrijving 4384x3288 4384x2920 4384x2464 3264x2448 Optie Afdrukken op A1-papier. Afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2 (breed). Afdrukken op A2-papier of weergeven op een HDTV. Afdrukken op A3-papier. Opnameopties Omschrijving 1280x720 1280x720 640x480 320x240 30 Bestanden met hoge kwaliteit afspelen op een HDTV. Afspelen op een HDTV. Afspelen op een gewone tv. Op een webpagina plaatsen. Een resolutie en kwaliteit selecteren Een kwaliteit selecteren 2187654 Foto's die u neemt, worden gecomprimeerd en in JPG-indeling opgeslagen. Hoe hoger de kwaliteit die u selecteert, des te beter de resulterende foto's, maar des te groter het bestand. 1 Raak in de opnamemodus (In sommige modi moet u 2 Selecteer een fotokwaliteit. Optie ¡ aan. aanraken.) Omschrijving SUPERHOOG HOOG NORMAAL Superhoge kwaliteit Hoge kwaliteit Normale kwaliteit Opnameopties 31 De timer en afstandsbediening gebruiken 1 2 Raak in de opnamemodus ¡ 21876543 Optie aan. Omschrijving Telkens wanneer u de ontspanknop op de afstandsbediening indrukt na 2 seconden een foto nemen. Selecteer een timeroptie. Bereik van afstandsbediening AFSTBDNG Optie 3 Omschrijving Druk de [Ontspanknop] in om de timer te starten. • Het timerlampje knippert. Na de opgegeven tijd wordt automatisch een foto genomen. UIT De timer is uitgeschakeld. 10 SEC Een foto nemen over 10 seconden. 2 SEC Een foto nemen over 2 seconden. DUBBEL Een foto nemen over 10 seconden, en 2 seconden daarna een tweede foto nemen. Timerlampje • Raak het timerpictogram aan om de timer te annuleren. • Als GLIMLACH of KNIPPEREN is ingesteld, is de timer niet beschikbaar. Opnameopties 32 Fotograferen in het donker Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken 21654 Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon neemt, kan een rode gloed in de ogen verschijnen. U kunt dit voorkomen door RODE OGEN of ANTI-RODE OGEN te selecteren. 218654 Gebruik de flitser wanneer u foto's neemt in het donker. 1 2 Raak in de opnamemodus Optie Omschrijving UIT AUTO RODE OGEN* INVULLEN Opnameopties aan. Selecteer een flitsoptie. 33 • De flitser gaat niet af. • In het donker wordt een waarschuwing over bewegingsonscherpte ( ) weergegeven. De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. • De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. • Rode ogen worden gereduceerd. • De flitser gaat altijd af. • De lichtintensiteit wordt automatisch aangepast. Fotograferen in het donker Optie Het gebruik van de flitser Omschrijving • De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open. • Selecteer deze optie 's avonds of in het LANG. SYNC donker. • U kunt beter een statief gebruiken om onscherpe foto's te voorkomen. • De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. ANTI-RODE • Rode ogen worden gecorrigeerd door de OGEN* geavanceerde softwareanalyse van de camera. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren. * Tussen twee flitsen wordt even gewacht. Beweeg niet voordat de flitser voor de tweede keer is afgegaan. Wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, komt de flitser omhoog wanneer dit nodig is. Wanneer u de [Ontspanknop] indrukt, gaat de flitser af en wordt een foto genomen. • Houd de flitser naar beneden als u deze niet gebruikt, om beschadiging te voorkomen. • De flitser met kracht omhoog proberen te krijgen kan de camera beschadigen. Druk de flitser voorzichtig omlaag om deze te sluiten. • Flitsopties zijn niet beschikbaar als u opties voor serieopname instelt of ZELFPORTRET of KNIPPEREN selecteert. • Zorg dat uw onderwerpen zich op de aanbevolen afstand van de flitser bevinden. (pag. 79) • Bij lichtreflectie of als er is veel stof in de lucht zit, kunnen er kleine vlekjes op de foto zichtbaar zijn. Opnameopties 34 Fotograferen in het donker De ISO-snelheid aanpassen 18 ISO-snelheid is de mate van lichtgevoeligheid van een film zoals gedefinieerd door de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie). Hoe hoger de ISO-snelheid die u selecteert, des te lichtgevoeliger uw camera wordt. Met een hogere ISO-snelheid kunt u een betere foto nemen zonder de flitser te gebruiken. 1 2 Raak in de opnamemodus aan. Selecteer een ISO-snelheid. • Selecteer om de ISO-snelheid af te stemmen op de helderheid van het onderwerp en de verlichting. • Hogere ISO-snelheden resulteren soms in meer beeldruis. • Als HOGE SNLH, BEW.DETECTIE, AEB, KNIPPEREN of ACB is ingesteld, of als de modus 8 is geselecteerd, zijn bepaalde ISO-opties niet beschikbaar. • Wanneer u de ISO-snelheid op 3200 instelt, wordt de resolutie vast ingesteld op 3M. Opnameopties 35 De scherpstelling (focus) van de camera wijzigen Macro gebruiken Automatische scherpstelling gebruiken 21873 Selecteer MACRO of AUTO MACRO om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of insecten. 21873 Om scherpe foto's te nemen selecteert u de juiste scherpsteloptie al naar gelang uw afstand van het onderwerp. 1 2 Raak in de opnamemodus Selecteer een optie voor de scherpstelafstand. Optie • Houd de camera zo stil mogelijk om onscherpe foto's te voorkomen. • Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm is. Opnameopties aan. 36 Omschrijving NORMAAL (AF) Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van 80 cm of meer bevindt. MACRO Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van 5 tot 80 cm bevindt (van 50 tot 80 cm bij gebruik van de zoomfunctie). De scherpstelling (focus) van de camera wijzigen Optie AUTO MACRO Omschrijving Het focusgebied aanpassen Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van 5 cm of meer bevindt (50 cm of meer bij gebruik van de zoomfunctie). 218764 Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren. Door een scherpsteloptie te selecteren die overeenstemt met de locatie van uw onderwerp in de scène, kunt u scherpere foto's nemen. 1 2 Scherpstellen door middel van aanraken Raak in de opnamemodus aan. Selecteer een scherpsteloptie. 187 U kunt scherpstellen op een specifiek onderdeel van uw scène. Raak de plaats aan waarop u scherp wilt stellen. Stel de optie voor automatische focus in op TOUCH AF. Het kader wordt verplaatst naar de locatie die u op het scherm aanraakt. Optie • Zolang u het scherm niet aanraakt, blijft het kader in het midden van het scherm staan. • Als u de optie voor gezichtsherkenning instelt, is deze functie niet beschikbaar. Omschrijving CENTRUMAF Scherpstellen op het midden (voor onderwerpen die zich in het midden bevinden). MULTI-AF Scherpstellen op een of meer gebieden uit een selectie van negen (bij gebruik van digitale zoom verandert de scherpstelling in CENTRUM-AF). TOUCH AF Scherpstellen op het punt dat u op het scherm aanraakt. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren. Opnameopties 37 Gezichtsherkenning gebruiken 218754 Bij gebruik van gezichtsherkenningsopties worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u scherpstelt op een gezicht, wordt de belichting automatisch aangepast. Neem eenvoudig foto's met de optie Knipperen om dichte ogen te voorkomen, of met Glimlach om een glimlach vast te leggen. 1 2 Raak in de opnamemodus Optie UIT Omschrijving Gezichtsherkenning is uitgeschakeld. Gezichten van mensen (maximaal 10) worden automatisch door de camera gedetecteerd. aan. Selecteer een gezichtsherkenningsoptie. GEZICHTSHERK. Het dichtstbijzijnde gezicht verschijnt in een wit scherpstelkader, en de overige gezichten in grijze scherpstelkaders. • Hoe dichterbij het onderwerp, des te sneller gezichten worden gedetecteerd. • Als geen gezicht wordt gedetecteerd, wordt scherpgesteld op het midden. Opnameopties 38 Gezichtsherkenning gebruiken Optie Omschrijving Optie Omschrijving Als de camera gesloten ogen detecteert, worden drie foto's achtereen genomen. Foto's van uzelf nemen. De scherpstelafstand wordt ingesteld op close-up en u hoort een pieptoon. KNIPPEREN Als de melding 'Foto gemaakt met gesloten ogen' wordt weergegeven, neemt u nog een foto. ZELFPORTRET Wanneer u een korte pieptoon hoort, drukt u de [Ontspanknop] in. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren. Als u de pieptoon wilt in- of uitschakelen, selecteert u ZELFPORTRET in de geluidsinstellingen. (pag. 69) • In de volgende omstandigheden werkt gezichtsherkenning mogelijk niet: - De afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor GLIMLACH en KNIPPEREN) - Het is te licht of te donker - Het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera - Het onderwerp draagt een zonnebril of masker • Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een foto-effect of een fotostijl. • Als u de optie voor gezichtsherkenning gebruikt, werkt de digitale zoomfunctie niet. • Als GLIMLACH of KNIPPEREN is ingesteld, is de timer niet beschikbaar. • Als u de optie voor gezichtsherkenning gebruikt, wordt het scherpstelgebied ingesteld op CENTRUM-AF. De sluiter wordt automatisch ontspannen wanneer een lachend gezicht wordt gedetecteerd. GLIMLACH Wanneer uw onderwerp breed lacht, wordt dit gemakkelijker gedetecteerd. Opnameopties 39 Helderheid en kleur bijstellen De belichting handmatig aanpassen 173 Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht zijn uw foto's soms waarschijnlijk te helder of te donker. In die gevallen kunt u de belichting aanpassen voor betere foto's. 3 Raak aan. • De bijgestelde belichtingswaarde zal op de aangegeven wijze worden weergegeven. Aangepaste belichtingswaarde Donkerder (-) 1 2 Neutraal Raak in de opnamemodus Helderder (+) aan. • Nadat de belichting is aangepast, blijft deze instelling van kracht. Mogelijk moet de belichtingswaarde weer worden gewijzigd om over- of onderbelichting te voorkomen. • Als u het moeilijk vindt de juiste belichting te bepalen, selecteert u AEB (Auto Exposure Bracket). De camera neemt dan foto's met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht, overbelicht. (pag. 44) Sleep naar links of rechts om de belichting aan te passen. • +: helderder, -: donkerder Opnameopties 40 Helderheid en kleur bijstellen Compenseren voor tegenlicht Optie 18 Wanneer de lichtbron zich achter uw onderwerp bevindt of er sprake is van hoog contrast tussen het onderwerp en de achtergrond, ziet het onderwerp er in de foto waarschijnlijk donker uit. Stel in dat geval de optie ACB (automatische contrastbalans) in. Zonder ACB 1 2 aan. Selecteer een ACB-optie. Opnameopties ACB is uit. AAN ACB is aan. • In de modus 2 is de functie ACB altijd aan. • Wanneer de ACB-functie is ingeschakeld, zijn HOGE SNLH, CENTRUM-AF, AEB en bepaalde ISO-opties niet beschikbaar. Met ACB Raak in de opnamemodus Omschrijving UIT 41 Helderheid en kleur bijstellen De optie voor lichtmeting wijzigen Optie 1873 1 Raak in de opnamemodus (In de modus 3 moet u 2 Selecteer een lichtmetingsoptie. ¡ aan. aanraken.) Omschrijving • De gemiddelde lichtmeting voor het volledige kader wordt berekend, waarbij de nadruk in CENTERhet midden valt. GEWOGEN • Geschikt voor foto's met onderwerpen in het midden van het kader. De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en verlichting van uw foto's variëren naar gelang van de lichtmetingsmodus die u selecteert. Een lichtbron selecteren (witbalans) 1873 De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit van de lichtbron. Als u wilt dat de kleur van uw foto overeenkomt met wat u ziet, selecteert u de juiste verlichtingsoptie om de witbalans te kalibreren, zoals Aœ›– Witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht . Optie Omschrijving MULTI • De scène wordt in verschillende gebieden verdeeld, waarna de lichtintensiteit van elk gebied wordt gemeten. • Geschikt voor doorsnee foto's. SPOT • Alleen de lichtintensiteit van het middelpunt van het kader wordt gemeten. • Als een onderwerp zich niet in het midden van de scène bevindt, wordt uw foto mogelijk te helder of donker. • Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. Opnameopties (AUTO WITBALANS) (BEWOLKT) 42 (DAGLICHT) (KUNSTLICHT) Helderheid en kleur bijstellen 1 2 Raak in de opnamemodus Pictogram aan. Omschrijving Uw vooraf gedefinieerde instellingen gebruiken. AANGEP. INSTELLING Selecteer een witbalansoptie. • Sleep naar links of rechts om een voorbeeld te bekijken. Wanneer u een witbalansoptie (met uitzondering van AUTO WITBALANS) selecteert, kunt u effectopties op NORMAAL of NEGATIEF instellen. (pag. 45) Uw eigen witbalans definiëren Pictogram 1 2 Omschrijving AUTO WITBALANS Automatische instellingen gebruiken afhankelijk van de verlichtingsomstandigheden. DAGLICHT Voor het nemen van foto's buitenshuis op een zonnige dag. BEWOLKT Voor het nemen van foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de schaduw. FLUORESCEREND_H Voor fotograferen met een daglichtfluorescentielamp of driewegs fluorescentielamp. FLUORESCEREND_L Voor fotograferen bij wit fluorescentielicht. Raak ¡ aan in het scherm met de witbalansopties. Richt de lens op een vel wit papier. Wit papier 3 Voor het nemen van foto's binnenshuis KUNSTLICHT bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. Opnameopties Druk de [Ontspanknop] in. • Raak 43 of aan om te annuleren. Functies voor serieopname gebruiken Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. In dergelijke gevallen kunt u het beste een van de functies voor serieopname selecteren. 1 2 Raak in de opnamemodus ¡ 184 Optie Omschrijving HOGE SNLH BEW. DETECTIE aan. Selecteer een serieopnameoptie. AEB • Zolang de [Ontspanknop] volledig ingedrukt is, worden er drie foto’s per twee seconden gemaakt. • De opnamesnelheid kan dalen afhankelijk van de opnameomstandigheden en het aantal genomen foto's. • Zolang de [Ontspanknop] volledig ingedrukt is, worden er foto’s van 1 MB gemaakt (15 foto’s per twee seconden; maximaal 30 foto’s). • De zojuist genomen foto's worden automatisch door de camera weergegeven en vervolgens opgeslagen. • Er worden foto's met verschillende belichtingen genomen: normaal, onderbelicht en overbelicht. • U kunt het beste een statief gebruiken, omdat het even duurt om foto's die met AEB zijn genomen, op te slaan. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties variëren. Optie ENKEL CONTINU • U kunt de flitser en timer alleen gebruiken als u ENKEL selecteert. • Wanneer HOGE SNLH, BEW.DETECTIE, of AEB is ingesteld, zijn ACB en bepaalde ISO-opties niet beschikbaar. • Wanneer u HOGE SNLH of BEW.DETECTIE selecteert, is de digitale zoomfunctie niet beschikbaar. • Wanneer u BEW.DETECTIE selecteert, wordt de resolutie vast ingesteld op 1M. Omschrijving Eén foto nemen. • Zolang de [Ontspanknop] volledig ingedrukt is, worden doorlopend foto's gemaakt. • Het maximum aantal foto's is afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart. Opnameopties 44 Uw foto's verbeteren Fotostijlen toepassen Kleureffecten toepassen 2187 1843 U kunt verschillende stijlen op uw foto's toepassen, zoals Zacht, Helder of Bos. U kunt allerlei effecten op uw foto's toepassen, zoals Zwart-Wit, Sepia of Blauw. ZACHT ZWART-WIT 1 2 HELDER Raak in de opnamemodus BOS aan. Selecteer een fotostijl. • Sleep naar links of rechts om een voorbeeld te bekijken. 1 2 SEPIA BLAUW Raak in de opnamemodus tweemaal aan ¡ (In sommige modi moet u aanraken.) . Selecteer een kleureffect. • Sleep naar boven of beneden om een voorbeeld te bekijken. Als u de fotostijl instelt, wordt de witbalans op AUTO WITBALANS ingesteld. • Selecteer NORMAAL als u gezichtsherkenningsopties of witbalansinstellingen wilt gebruiken. • Als u een fotostijl (met uitzondering van NORMAAL) selecteert, is deze functie niet beschikbaar. Opnameopties 45 Uw foto's verbeteren Uw foto's aanpassen Scherpte-optie 18 U kunt de scherpte, de kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen. 1 2 Raak in de opnamemodus tweemaal LEVENDIG +/ LEVENDIG NORMAAL Geen effect toepassen (geschikt voor afdrukken). ZACHT/ ZACHT + De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor het bewerken van de foto's op de pc). aan. Selecteer een aanpassingsoptie. • • • 3 / : SCHERPTE : CONTRAST : KLEURVERZADIGING / Contrast-optie Selecteer een optie (bijvoorbeeld SCHERPTE). Omschrijving De randen verscherpen om de foto's duidelijker te maken. Hierdoor kan de ruis op foto's toenemen. Omschrijving + De kleur en helderheid verhogen. - De kleur en helderheid verlagen. Kleurverzadiging-optie Omschrijving + De kleurverzadiging verhogen. - De kleurverzadiging verlagen. Als u een fotostijl (met uitzondering van NORMAAL) selecteert, kunnen contrast en verzadiging niet worden aangepast. Opnameopties 46 4. Afspelen/bewerken 4. Afspelen/bewerken Hier wordt beschreven hoe u foto's, video's of spraakmemo's afspeelt en hoe u foto's of video's bewerkt. Verder wordt toegelicht hoe u de camera aansluit op de computer, fotoprinter, tv of HDTV. Afspelen ......................................................... 48 In de afspeelmodus ....................................... 48 Foto's bekijken .............................................. 51 Een video afspelen ........................................ 53 Spraakmemo's afspelen ............................... 54 Een foto bewerken ....................................... 55 Een foto draaien ............................................ 55 Het formaat van foto's aanpassen ................ 55 Kleurbewerking ............................................. 56 Een effect toepassen ..................................... 56 Belichtingsproblemen corrigeren ................... 57 Een afdrukbestelling maken .......................... 58 Bestanden op een tv of HDTV weergeven 59 Bestanden naar de computer overbrengen .................................................. 61 Voor Windows-gebruikers ............................. 61 Voor Mac-gebruikers ..................................... 64 Foto's met een fotoprinter afdrukken ........ 65 Afspelen Weergave in afspeelmodus In de afspeelmodus U kunt foto's bekijken of video's en spraakmemo's die in de camera zijn opgeslagen, afspelen. 1 Druk op de [Weergaveknop]. Informatie • De inhoud van het laatst opgeslagen bestand wordt weergegeven. • Als de camera is uitgeschakeld, zal deze worden ingeschakeld. 2 Sleep uw vinger naar links of rechts om door bestanden te bladeren. Pictogram Omschrijving Mapnaam – bestandsnaam Videobestand Beveiligd bestand Aanraken om het vorige bestand weer te geven. Vinger op pictogram houden om bestanden snel te bekijken. Foto bevat een spraakmemo Afdrukbestelling is ingesteld (DPOF) Weergavetype selecteren (pag. 16) Aanraken om het volgende bestand weer te geven. Vinger op pictogram houden om bestanden snel te bekijken. Diavoorstelling (pag. 52) Bestanden verwijderen (pag. 50) Menu met opties voor het bewerken van foto's (pag. 55) • Als u bestanden wilt weergeven die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen, verwijdert u de geheugenkaart. • U kunt een optionele afstandsbediening gebruiken om bestanden af te spelen. (Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-houder".) Afspelen/bewerken Video's of spraakmemo's afspelen (Video pag. 53/ Spraakmemo pag. 54) 48 Afspelen Bestanden op datum weergeven Bestanden als miniaturen weergeven U kunt bestanden weergeven op de datum waarop ze zijn opgeslagen. 1 2 U kunt bestanden doorlopen aan de hand van miniaturen. Druk in de afspeelmodus op [W] om de miniatuurweergave te activeren (druk op [T] om de miniatuurweergave te sluiten). Druk in de afspeelmodus op [MENU]. Raak BEKIJK ¡ DATUM aan. • Raak ALLES aan als u alle bestanden wilt weergeven. 3 Aanraken om de miniatuurweergave te sluiten Selecteer de datum waarop het bestand is opgeslagen. Aanraken om bestanden voor verwijdering te selecteren c Raak of aan om de datum te selecteren Aanraken om een bestand weer te geven d Aanraken Om door bestanden te bladeren: • raak of aan • sleep de schuifbalk naar links of naar rechts 4 Sleep uw vinger naar links of rechts om door bestanden te bladeren. • Raak aan om de datum aan te passen. Afspelen/bewerken 49 Afspelen Bestanden beveiligen Bestanden verwijderen U kunt bestanden beveiligen om te verhinderen dat ze onopzettelijk worden verwijderd. U kunt afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk verwijderen. Beveiligde bestanden kunnen niet worden verwijderd. 1 2 3 Druk in de afspeelmodus op [MENU]. Eén bestand verwijderen: Raak BEVEILIGEN aan. 1 Selecteer een bestand in de afspeelmodus en raak aan. • Als u ALLES aanraakt, gaat u naar stap 5. 2 Raak JA aan om het bestand te verwijderen. Selecteer een bestand. Alle bestanden verwijderen: 4 Raak SELECT of ALLES aan. c Een bestand aanraken om het te selecteren d Aanraken Geselecteerd Beveiligd 5 1 2 3 Druk in de afspeelmodus op [MENU]. Raak VERWIJDER ¡ ALLES aan. Raak JA aan om alle bestanden te verwijderen. Andere manieren om een bestand te verwijderen Teken een X op het scherm terwijl u een bestand in de afspeelmodus bekijkt. Raak JA aan om het bestand te verwijderen. Raak VERGRENDEL aan. • Als u het bestand wilt ontgrendelen, raakt u ONTGRENDEL aan. Afspelen/bewerken 50 Afspelen Foto's herstellen uit de prullenbak Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren Als u de prullenbak activeert, worden bestanden die u verwijdert, niet definitief gewist maar gaan ze naar de prullenbak (p. 70). Dit gaat alleen op voor afzonderlijke bestanden of geselecteerde bestanden-als u ervoor kiest alle bestanden te wissen, gaan die bestanden niet naar de prullenbak. In de prullenbak past niet meer dan 10MB aan bestanden. Als u over de grens van 10MB heen gaat, worden er automatisch bestanden gewist (het oudste bestand in de prullenbak wordt het eerst gewist). 1 2 Druk in de afspeelmodus op [MENU]. Raak U kunt bestanden vanuit het ingebouwde geheugen naar een geheugenkaart kopiëren. 1 2 3 Druk in de afspeelmodus op [MENU]. Raak KOPIE aan. Raak JA aan om bestanden te kopiëren. Foto's bekijken ¡ PRULLENBAK ¡ PRULLENB aan. Wanneer u een foto bekijkt, kunt u deze door middel van slepen in de gewenste stand zetten of inzoomen op een deel van de foto. Bovendien kunt u foto's in een diavoorstelling weergeven. • Het herstelproces begint. aan als u het herstelproces wilt annuleren. • Raak • Deze functie werkt niet voor video’s of spraakmemo’s. • Bij gebruik van de prullenbakfunctie kan het langer duren om bestanden te verwijderen. • Als u het ingebouwde geheugen formatteert, worden alle bestanden in de prullenbak verwijderd. • Als u de bestanden in de RECYCLE wilt zien, sluit u de camera zonder geheugenkaart op een computer aan. Een foto draaien door met uw vinger te slepen Sleep uw vinger tijdens het bekijken van een foto op de hieronder aangegeven manier om de foto een kwartslag te draaien. Afspelen/bewerken 51 Afspelen Een foto vergroten Een diavoorstelling starten U kunt effecten en geluid op uw diavoorstelling toepassen. Druk in de afspeelmodus op [T] om een foto te vergroten (druk op [W] om een foto te verkleinen). Vergroot gebied 1 2 Raak in de afspeelmodus aan. Stel een diavoorstellingseffect in. Zoomverhouding (de maximale zoomverhouding kan variëren afhankelijk van de resolutie.) Sleep hier met uw vinger om het vergrote gebied te verplaatsen Optie Pictogram Omschrijving Een overgangseffect selecteren. Selecteer UIT als u geen effect wilt. Het interval tussen foto's instellen. Deze optie is niet beschikbaar als in het INTERVAL menu EFFECT de optie UIT of BASIS is geselecteerd. MUZIEK Achtergrondmuziek selecteren. Selecteren of de diavoorstelling moet AFSPMODS worden herhaald. Omschrijving EFFECT De vergrote foto bijsnijden (de foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand). Teruggaan naar de oorspronkelijke weergave. 3 Raak • Raak • Raak Afspelen/bewerken 52 • • • • aan om de diavoorstelling te starten. aan als u de diavoorstelling wilt pauzeren. aan om naar de afspeelmodus te gaan. Afspelen Een video bijsnijden Een video afspelen U kunt een video afspelen, een videobeeld vastleggen of een video bijsnijden. TRIMMEN? 1 Selecteer een video in de afspeelmodus en raak aan. 2 Gebruik de volgende pictogrammen voor het afspelen. NEE JA c Aanraken op het punt waarop u de nieuwe video wilt beginnen en nogmaals aanraken op het punt waarop u de video wilt beëindigen. d Aanraken • De oorspronkelijke video moet minstens 5 seconden lang zijn. • De bewerkte video wordt opgeslagen als een nieuw bestand. Verstreken tijd Pictogram Een beeld vastleggen tijdens het afspelen c Aanraken op het punt Omschrijving waarop u een foto wilt opslaan. • Terugspoelen. • Houd uw vinger op dit pictogram om terug te spoelen (maximale spoelsnelheid: 16 X). d Aanraken (Dit verschijnt als u Pauzeren of afspelen. aanraakt.) Stoppen. • Vooruitspoelen. • Houd uw vinger op dit pictogram om vooruit te spoelen (maximale spoelsnelheid: 16 X). Afspelen/bewerken Een vastgelegd beeld wordt opgeslagen als een nieuw bestand, dat even groot is als het oorspronkelijke videobestand. 53 Afspelen Een spraakmemo bij een foto afspelen Spraakmemo's afspelen Een spraakmemo afspelen 1 Selecteer een spraakmemo in de afspeelmodus en raak aan. 2 Gebruik de volgende pictogrammen voor het afspelen. 1 Selecteer in de afspeelmodus een spraakmemo met een spraakmemo en raak aan. 2 Gebruik de volgende pictogrammen voor het afspelen. Pictogram Omschrijving Pauzeren of afspelen. Pictogram Omschrijving Stoppen. • Terugspoelen. • Houd uw vinger op dit pictogram om terug te spoelen. Pauzeren of afspelen. Stoppen. • Vooruitspoelen. • Houd uw vinger op dit pictogram om vooruit te spoelen. Afspelen/bewerken 54 Een foto bewerken U kunt foto's bewerken door ze bijvoorbeeld te draaien, het formaat aan te passen, rode ogen te corrigeren en de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging bij te stellen. Een foto draaien 1 2 Het formaat van foto's aanpassen Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan. Draai de foto. U kunt een foto verkleinen en de foto als een nieuw bestand opslaan. 1 2 Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak Selecteer een resolutie. • De wijziging wordt automatisch opgeslagen. d Aanraken Sleep naar boven of beneden om een voorbeeld te bekijken. d Aanraken c Aanraken 3 Raak aan om de wijziging op te slaan. c Aanraken Afspelen/bewerken 55 aan. Een foto bewerken Kleurbewerking Een effect toepassen U kunt een andere kleurtoon (bijvoorbeeld Zwart-wit, Sepia of Blauw) op een foto toepassen en de foto als een nieuw bestand opslaan. U kunt allerlei effects op de foto toepassen, zoals kleurenfilters of vigneteffecten. 1 2 Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan. Selecteer een effect. d Aanraken ZWART-WIT 1 2 SEPIA BLAUW Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak aan. c Aanraken Selecteer een kleurtoon. Optie Omschrijving Achtergrondkleuren omzetten in zwart-wit om te zorgen dat het hoofdonderwerp beter uitkomt. Een vigneteffect toepassen dat de buitenranden van een beeld donkerder MET SCHADUW maakt in vergelijking met het midden van het beeld. Effecten op de foto toepassen om ELEGANT deze helderder en zachter te maken. Ruis aan de foto toevoegen om deze RUIS TOEVOEGEN er oud te laten uitzien. KLEURENFILTER d Aanraken Sleep naar boven of beneden om een voorbeeld te bekijken. c Aanraken 3 Raak aan om de wijziging op te slaan. 3 Afspelen/bewerken Raak 56 aan om de wijziging op te slaan. Een foto bewerken Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen Belichtingsproblemen corrigeren U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast of kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken of onvolkomenheden in het gezicht verbergen. Bewerkte foto's worden als nieuwe bestanden opgeslagen. 1 2 Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak Raak ¡ ¡ Raak aan om de wijziging op te slaan. aan. aan. aan en selecteer een aanpassingsoptie. : HELDERHEID : CONTRAST : KLEURVERZADIGING Selecteer een waarde. (-: minder of +: meer) 4 Raak aan om de wijziging op te slaan. Onvolkomenheden in het gezicht verbergen Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak ¡ 3 aan. • Sleep naar links of rechts om een voorbeeld te bekijken. Rode ogen wegwerken 1 2 3 Raak • • • ACB (automatische contrastbalans) aanpassen 1 2 3 Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak Raak ¡ Raak aan om de wijziging op te slaan. aan. aan. 1 2 3 Selecteer een foto in de afspeelmodus en raak Raak ¡ aan. Wijzig een niveau. • Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt. 4 Afspelen/bewerken Raak 57 aan om de wijziging op te slaan. aan. Een foto bewerken Een afdrukbestelling maken Optie U kunt opgeven welke foto's u wilt afdrukken, evenals informatie over het aantal exemplaren of het papierformaat. • U kunt de geheugenkaart naar een copyshop brengen die DPOF (Digital Print Order Format) ondersteunt of u kunt foto's rechtstreeks via een DPOF-compatibele printer thuis afdrukken. • Bij het afdrukken van brede foto's worden de linker- en rechterrand mogelijk afgesneden. Controleer bij het bestellen van afdrukken dus of de foto's breed zijn. • U kunt geen DPOF instellen voor de foto's die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen. Omschrijving AFBEELD. De af te drukken foto('s) selecteren. • : alleen de huidige foto afdrukken. • : alle foto's op de geheugenkaart afdrukken. FORMAAT Het formaat van de afdruk opgeven. • : het formaat van de huidige foto opgeven. : het formaat van alle foto’s opgeven. • INDEX* Opgeven of de foto's als miniaturen moeten worden afgedrukt. * Met DPOF kunt u meerdere foto's op één blad afdrukken. 1 Selecteer een foto in de afspeelmodus en druk op [MENU]. 2 3 Raak DPOF aan. U kunt foto's van een specifiek formaat alleen afdrukken met DPOF 1.1-compatibele printers. Stel DPOF-opties in. Afspelen/bewerken 58 Bestanden op een tv of HDTV weergeven U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de bijgeleverde A/V-kabel op een tv aan te sluiten. 1 2 3 Selecteer de juiste videosignaaluitgang voor uw land of regio. (pag. 71) Schakel de camera en tv uit. Sluit de camera op de tv aan met de A/V-kabel. Video Bestanden op een HDTV weergeven U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit op een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-houder. HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt door de meeste HDTV's ondersteund. Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMIhouder" voor meer informatie. Audio 1 2 Druk in de opname- of afspeelmodus op [MENU]. Stel de HDMI-resolutie in. c Aanraken Anynet + AAN HDMI FORMAAT 1080i 4 Schakel de tv in en selecteer de video-uitvoermodus met de afstandsbediening van de tv. 5 6 Schakel de camera in en druk op de [Weergaveknop]. VIDEO 3 Bekijk foto's of speel video's af met behulp van het aanraakscherm op de camera. Schakel de camera en HDTV uit. • Op bepaalde tv’s kan er digitale ruis optreden of wordt mogelijk een gedeelte van het beeld niet weergegeven. • Afhankelijk van de tv-instellingen kan het zijn dat de beelden niet centraal op het tv-scherm worden weergegeven. • U kunt een foto nemen of een video maken terwijl de camera is aangesloten op een tv. Afspelen/bewerken d Een resolutie selecteren NTSC 59 Bestanden op een tv of HDTV weergeven 4 Plaats de camera in de houder en sluit de HDMI-kabel aan op de HDTV en de houder. Ontkoppel de A/V-kabel als deze op de houder is aangesloten. HDMI-kabel 5 Schakel de camera in. • De HDTV wordt automatisch aangezet en het camerascherm wordt weergegeven. 6 Bekijk bestanden met behulp van het aanraakscherm op de camera of de afstandsbediening van de camera of HDTV. Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, activeert u Anynet+ in het instellingenmenu (pag. 71) om alle aangesloten Samsung A/V-apparaten te regelen met de afstandsbediening van de tv. Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-houder" voor meer informatie. Afspelen/bewerken 60 Bestanden naar de computer overbrengen Voor Windows-gebruikers • Bij gebruik van een zelfgebouwde pc of een pc en besturingssysteem die niet worden ondersteund, kan uw garantie komen te vervallen. • Bij de 64-bits edities van Windows XP en Vista werken de programma’s mogelijk niet goed. U kunt bestanden overbrengen door uw camera op de pc aan te sluiten. Gebruik de bijgeleverde USB-kabel nadat u de benodigde programma's vanaf de cd hebt geïnstalleerd. Programma's installeren Programma's op de cd Hardware- en softwarevereisten Item Vereisten Item Vereisten Samsung Master Foto's en video's bewerken. CPU Pentium III 500 MHz of hoger (Pentium III 800 MHz of hoger aanbevolen) QuickTime Player 7.4 Video's (MPEG-4 AVC/H.264-bestanden) op een pc afspelen. RAM 256 MB of meer (512MB of meer aanbevolen) Besturingssysteem Windows 2000/XP/Vista Adobe Reader De gebruiksaanwijzing weergeven. Vaste-schijfcapaciteit 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) Overig • USB-poort • Cd-romstation • 1024x768 pixels, 16-bits kleurenmonitor (24-bits kleurenmonitor aanbevolen) • Microsoft Direct X 9.0 of hoger 1 2 Plaats de installatie-cd in een cd-romstation. Klik in het installatiescherm op Samsung Digital Camera Installer om de installatie te starten. Vereisten voor QuickTime Player 7.4 • Intel Pentium IV, 3,2 GHz of hoger/AMD Athlon 64FX, 2,6 GHz of hoger • Windows XP Service Pack 2 of Vista • Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) • Videokaart van 64 MB of meer (nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ ATI X1600-serie of hoger aanbevolen) Afspelen/bewerken 61 Bestanden naar de computer overbrengen 3 Selecteer de te installeren programma's en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Klik op OK om de installatie te voltooien. 3 4 5 Bestanden naar de pc overbrengen Wanneer u uw camera op de pc aansluit, wordt de camera als een verwisselbare schijf herkend. De batterij wordt opgeladen terwijl de camera via de USB-kabel op een pc is aangesloten. 1 Selecteer op de pc Deze computer ¡ Verwisselbare schijf ¡ DCIM ¡ 100SSCAM. Selecteer de gewenste bestanden en sleep ze naar de pc, of sla ze daar op. Het apparaat ontkoppelen (Windows XP) Bij gebruik van Windows 2000/Vista gaat u op dezelfde manier te werk om de USB-kabel te ontkoppelen. 1 Sluit de camera op de pc aan. Het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) moet op de camera worden aangesloten. Als de kabel andersom wordt aangesloten, kan dit uw bestanden beschadigen. De fabrikant is niet voor enig gegevensverlies verantwoordelijk. 2 Raak COMPUTER aan. Wacht tot de pc stopt met het lezen van gegevens van de camera. • Als het indicatielampje op de camera knippert, wacht u tot het uitgaat. 2 Klik op scherm. 3 4 Klik op het pop-upbericht. Verwijder de USB-kabel. Schakel de camera in. Afspelen/bewerken op de werkbalk rechtsonder op het pc- 62 Bestanden naar de computer overbrengen Samsung Master gebruiken De Samsung Master-interface gebruiken U kunt bestanden downloaden of foto's of video's die op de pc zijn opgeslagen, bewerken. Zie de Help van het programma voor meer informatie. Weergavemodus Werkbalk Menu's Aanklikken om informatie over het programma weer te geven Aanklikken om de foto's in de lijst te vergroten of te verkleinen Dit programma biedt geen ondersteuning voor het bewerken van videobestanden (H.264 (MPEG4. AVC)) op de camera. Bestanden downloaden met Samsung Master Wanneer de camera wordt aangesloten, wordt automatisch een venster voor het downloaden van bestanden geopend. Selecteer de bestanden die u wilt downloaden. Klik op Next en volg de aanwijzingen op het scherm. De miniaturen van bestanden (Klikken op te downloaden bestanden.) Een map voor het opslaan van gedownloade bestanden selecteren Dubbelklikken om naar volledige schermweergave om te schakelen Informatie over het geselecteerde bestand bekijken De foto's in de geselecteerde map De modus wijzigen : Weergavemodus Aanklikken om de geselecteerde bestanden te downloaden Afspelen/bewerken 63 : Bewerkingsmodus voor foto's : Bewerkingsmodus voor video's Bestanden naar de computer overbrengen Voor Mac-gebruikers Wanneer u de camera op een Macintosh-computer aansluit, wordt het apparaat automatisch door de computer herkend. U kunt bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen zonder programma's te installeren. Mac OS X versie 10.3 of hoger wordt ondersteund. 1 2 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan. Schakel de camera in. • Het apparaat wordt automatisch door de computer herkend en er wordt een symbool van een verwisselbare schijf weergegeven. 3 4 Dubbelklik op het symbool van de verwisselbare schijf. Breng foto's of video's naar de computer over. Afspelen/bewerken 64 Foto's met een fotoprinter afdrukken U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten. 1 Zorg dat de printer ingeschakeld is en sluit de camera aan met de USB-kabel. 4 Selecteer een afdrukmodus. c Aanraken d Aanraken 2 3 Druk op de [POWER] of [Weergaveknop] om de camera in te schakelen. Pictogram Omschrijving De huidige foto afdrukken overeenkomstig de printerinstellingen. (Raak aan om af te drukken.) Raak PRINTER aan. Foto's afdrukken met aangepaste instellingen. (pag. 66) Afspelen/bewerken 65 Foto's met een fotoprinter afdrukken Afdrukken met aangepaste instellingen 1 2 3 Stel afdrukopties in. Raak aan om af te drukken. Raak ter bevestiging JA aan. • Er wordt begonnen met afdrukken. Raak afdrukken te annuleren. Reset Optie Omschrijving AFBEELD. Kiezen of alleen de huidige foto dan wel alle foto's moeten worden afgedrukt. FORMAAT Het formaat van de afdruk opgeven. LAYOUT Miniatuurafdrukken maken. TYPE Het papiertype selecteren. KWALIT. De afdrukkwaliteit instellen. DATUM Instellen of de datum moet worden afgedrukt. FILENAME Instellen of de naam van het bestand moet worden afgedrukt. Niet alle opties worden door alle printers ondersteund. Afspelen/bewerken 66 aan om het 5. Naslaginformatie 5. Naslaginformatie Hier wordt naslaginformatie gegeven met betrekking tot instellingen, foutmeldingen, specificaties en onderhoudstips. Het instellingenmenu van de camera ........ 68 Het instellingenmenu openen ........................ 68 .................................. 69 Geluidsinstellingen ............................. 69 Weergave-instellingen ................................ 70 Camera-instellingen ............................ 71 Aansluitingsinstellingen Foutmeldingen .............................................. 72 De camera onderhouden ............................ 73 De camera reinigen ....................................... 73 Geheugenkaarten ......................................... 74 De batterij ...................................................... 75 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum ............................................. 76 Cameraspecificaties .................................... 79 Index ............................................................... 83 Het instellingenmenu van de camera Het instellingenmenu openen 1 2 Pictogram Druk in de opname- of afspeelmodus op [MENU]. Selecteer een menu. Het gewenste menu aanraken VOLUME MIDDEL PIEPJES GELUID1 SL.TOON GELUID1 B.GELUID UIT AF-GELUID AAN Omschrijving Het interne geheugen en de geheugenkaart formatteren, de geheugenkaart formatteren, de standaardinstellingen herstellen, de prullenbak inschakelen, bestandsnamen opgeven, opgeven of de opnamedatum moet worden afgedrukt, de time-out voor automatisch uitschakelen instellen of het AF-hulplampje inschakelen. (pag. 70) Anynet+ of HDMI-resolutie instellen of een videouitgang selecteren. (pag. 71) 3 Selecteer een menu en sla uw instellingen op. c Een menu aanraken Pictogram Omschrijving Het volume regelen of het geluid voor de pieptoon, de ontspanknop, starten, AF of zelfportret instellen. (pag. 69) Een schermtaal selecteren, de datum en tijd instellen, een beginafbeelding instellen, de helderheid van het scherm aanpassen, de duur voor het afspelen van bestanden instellen of de time-out voor het uitschakelen van het scherm opgeven. (pag. 69) 4 Naslaginformatie VOLUME UIT PIEPJES LAAG SL.TOON MIDDEL B.GELUID HOOG AF-GELUID AAN Raak 68 d Een optie aanraken aan om terug te gaan naar het vorige scherm. Het instellingenmenu van de camera Geluidsinstellingen * Standaardinstelling Weergave-instellingen * Standaardinstelling Optie Omschrijving Optie Omschrijving VOLUME Het volume van geluiden aanpassen. (UIT, LAAG, MIDDEL*, HOOG) Language Een taal voor de schermtekst selecteren. PIEPJES Kiezen welk geluid wordt geproduceerd wanneer u het scherm aanraakt of van modus wisselt. (UIT, GELUID1*, GELUID2, GELUID3) DAG/TIJD Een regio selecteren, de datum en tijd instellen en de datumnotatie bepalen. (JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ,DD/MM/JJJJ, UIT*) SL.TOON Kiezen welk geluid bij het indrukken van de ontspanknop wordt geproduceerd. (UIT, GELUID1*, GELUID2, GELUID3) B.GELUID Kiezen welk geluid bij het inschakelen van de camera wordt geproduceerd. (UIT*, GELUID1, GELUID2, GELUID3) AF-GELUID Kiezen welk geluid wordt geproduceerd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. (UIT, AAN*) ZELFPORTRET Een pieptoon instellen voor detectie van uw eigen gezicht. (UIT, AAN*) Wanneer u de camera in een ander land gebruikt, selecteert u een plaats om de lokale tijd in te stellen. BEGINAFB HELDER SCHERM Een beginafbeelding instellen die wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. • UIT*: geen beginafbeelding weergeven. • LOGO: een standaardafbeelding weergeven die in het ingebouwde geheugen is opgeslagen. • GEBR.AFB: een door de gebruiker geselecteerde afbeelding weergeven. (pag. 16) De helderheid van het scherm bijstellen. (AUTO*, DONKER, NORMAAL, LICHT) NORMAAL is de vaste instelling in de afspeelmodus, zelfs als AUTO is geselecteerd. S.WEERG. Opgeven hoe lang een vastgelegd beeld of een video wordt weergegeven voordat de opnamemodus weer actief wordt. (UIT, 0.5 SEC*, 1 SEC, 3 SEC) SCHERM SAVE Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, wordt de camera automatisch in de spaarstand gezet (raak het scherm aan om de spaarstand te deactiveren). (UIT*, AAN) Naslaginformatie 69 Het instellingenmenu van de camera Camera-instellingen Optie * Standaardinstelling * Standaardinstelling Optie Omschrijving Het ingebouwde geheugen en de geheugenkaart formatteren (hierdoor worden alle bestanden, inclusief beveiligde bestanden, verwijderd). (NEE*, JA) FORMAT De manier voor het toewijzen van bestandsnamen opgeven. • HERSTEL: wanneer een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd, worden bestanden genummerd vanaf 0001. • SERIE*: wanneer een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd, worden bestanden genummerd vanaf het voorgaande bestandsnummer. Als u een geheugenkaart gebruikt die is gebruikt in camera's van andere fabrikanten of in een geheugenkaartlezer, of een kaart die met een computer is geformatteerd, zal uw camera de kaart mogelijk niet goed kunnen uitlezen. Formatteer de kaart voordat u hem gebruikt. RESET De standaardinstellingen voor menu's en opnameopties herstellen (datum en tijd, taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op de standaardinstellingen teruggezet). (NEE*, JA) PRULLENBAK De prullenbakoptie instellen of verwijderde bestanden herstellen. (UIT*, AAN, PRULLENB) • Selecteer PRULLENB om bestanden te herstellen. Omschrijving BESTAND Naslaginformatie 70 • De standaardnaam van de eerste map is 100SSCAM en de standaardnaam van het eerste bestand is SDC10001. • Het bestandsnummer wordt telkens met één verhoogd, van SDC10001 tot en met SDC19999. • Het mapnummer wordt telkens met één verhoogd, van 100SSCAM tot en met 999SSCAM. • Er kunnen maximaal 9999 bestanden in één map worden opgeslagen. • Bestandsnamen worden gedefinieerd volgens de DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u de namen van bestanden opzettelijk wijzigt, worden de bestanden mogelijk niet door de camera afgespeeld. Het instellingenmenu van de camera * Standaardinstelling Optie Omschrijving Aansluitingsinstellingen Omschrijving Anynet + Als de camera is aangesloten op een Samsung-HDTV die Anynet+(CEC) ondersteunt, kunt u deze met de afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie in te schakelen. • UIT: bestanden weergeven zonder een HDTVafstandsbediening te gebruiken. • AAN*: de camera gebruiken met een HDTVafstandsbediening. Opgeven of de datum en tijd op afdrukken moeten worden vermeld. (UIT*, DATUM, DAG/TIJD) AFDRUK • De datum en tijd worden in het geel weergegeven in de rechterbenedenhoek van de foto. • Op sommige printermodellen worden de datum en tijd mogelijk niet afgedrukt. • Als u selecteert in de modus 4, worden de datum en tijd niet weergegeven. Het toestel uitschakelen wanneer het niet wordt gebruikt. (UIT, 1 MIN, 3 MIN*, 5 MIN, 10 MIN) AUTO UIT AF-LAMP • Wanneer u de batterij vervangt, blijven uw instellingen ongewijzigd. • In de volgende omstandigheden werkt deze functie niet: - De camera is aangesloten op een computer of printer - U speelt een diavoorstelling of video's af - U neemt een spraakmemo op Een hulplampje instellen voor scherpstellen in het donker. (UIT, AAN*) * Standaardinstelling Optie HDMI FORMAAT VIDEO Naslaginformatie 71 De resolutie van foto's selecteren wanneer u bestanden op een HDTV afspeelt met de HDMIhouder. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p / PAL: 1080i*, 720p, 576p) Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd. De videosignaaluitgang instellen conform uw regio. • NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico enzovoort. • PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland enzovoort. Foutmeldingen Wanneer een van de volgende foutmeldingen wordt weergegeven, kunt u proberen het probleem met de voorgestelde handelwijze op te lossen. Foutmelding Voorgestelde handelwijze KAARTFOUT! • Schakel de camera uit en vervolgens weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats de kaart vervolgens weer in de camera. • Formatteer de geheugenkaart. (pag. 70) BATTERY BIJNA LEEG! Plaats een opgeladen batterij in de camera of laad de batterij op. GEEN AFBEELDING! Neem foto's of plaats een geheugenkaart waarop foto's zijn opgeslagen. WEINIG LICHT! Schakel de flitser in. (pag. 33) BESTANDSFOUT! Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecentrum. GEHEUGEN VOL! Verwijder overbodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Foutmelding Voorgestelde handelwijze KAART VERGRENDELD! Ontgrendel de geheugenkaart. DCF Full Error Bestandsnamen voldoen niet aan de DCF-norm. Kopieer de bestanden van de geheugenkaart naar de computer en formatteer de kaart. (pag. 70) Naslaginformatie 72 De camera onderhouden Camerabehuizing De camera reinigen Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Cameralens en aanraakscherm Verwijder stof met een blaasborsteltje en veeg de lens voorzichtig af met een zachte doek. Als er stof blijft zitten, veegt u dit weg met een stuk reinigingspapier dat is bevochtigd met lensreinigingsvloeistof. • Gebruik nooit benzeen, thinners of alcohol om het toestel schoon te maken. Hierdoor kunt u schade of storingen teweegbrengen. • Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de lenskap. Naslaginformatie 73 De camera onderhouden Geheugenkaarten Geheugenkaarten die u kunt gebruiken U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: SD (Secure Digital), SDHC (Secure Digital High Capacity) en MMC (MultiMedia Card). Capaciteit van de geheugenkaart De geheugencapaciteit kan variëren afhankelijk van de scènes die u opneemt of de opnameomstandigheden. Voor een SD-kaart van 1GB gelden de volgende waarden: Formaat Contactpunt Schrijfbeveiligingsschakelaar F o t o s' Etiket (voorkant) U kunt verhinderen dat bestanden worden verwijderd met behulp van de schrijfbeveiligingsschakelaar op de SD- of SDHC-kaart. Schuif de schakelaar omlaag om de kaart te vergrendelen of omhoog om de kaart te ontgrendelen. Ontgrendel de kaart bij het maken van opnamen. SUPERHOOG HOOG NORMAAL 60 FPS 30 FPS 15 FPS 136 265 386 - - - 153 296 430 - - - 180 347 501 - - - 240 457 653 - - - 370 685 957 - - - 807 1374 1794 - - - 1655 2438 2894 - - - - Ca. 12’ 38’’ Ca. 20 min Ca. 20 min Ca. 20 min - * V i d e o s' - - - - - - Ca. 20 min Ca. 20 min - - - Ca. 20 min Ca. 20 min Ca. 20 min * Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd variëren. Naslaginformatie 74 De camera onderhouden De batterij • De cijfers in de vorige tabel zijn gemeten volgens de maatstaven van Samsung en kunnen variëren afhankelijk van het gebruik. • Er zijn verschillende video's achtereen opgenomen om de totale opnametijd te bepalen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Batterijspecificaties Model SLB-1137D Type Lithium-ionbatterij Celcapaciteit 1100 mAh Spanning 3,7 V Oplaadtijd (wanneer de camera uitgeschakeld is) Ca. 150 min Opmerkingen over het opladen van de batterij Levensduur van de batterij Opnametijd/ aantal foto's Opnameomstandigheden (wanneer de batterij volledig is opgeladen) Foto's Ca. 100 min/ Ca. 200 Dit is gemeten in de volgende omstandigheden: in de modus 2, resolutie 14M, kwaliteit HOOG, OIS AAN. 1. Stel de flitseroptie in op INVULLEN, neem één foto, neem één foto met de flitser aan en zoom in of uit. 2. Stel de flitseroptie in op UIT, neem één foto, neem één foto met de flitser uit en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30 seconden uit en herhaal dit 5 minuten lang. Schakel de camera uit en wacht 1 minuut. 4. Herhaal stap 1 tot en met 3. Video's Ca. 90 min Video's opnemen met de resolutie 640x480 en 30 fps. • Als het indicatielampje uit is, controleert u of de batterij in de juiste richting in de camera is geplaatst. • Schakel de camera tijdens het opladen van de batterij uit. • Schakel de camera in nadat u de batterij langer dan 10 minuten hebt opgeladen. • Wanneer u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen gaat branden. • Als het indicatielampje rood knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. • Als u de batterij oplaadt terwijl die nog warm is, kan het indicatielampje oranje gaan branden. Het opladen begint als de batterij is afgekoeld. Opmerkingen over opladen terwijl een pc is aangesloten • Gebruik alleen de bijgeleverde USB-kabel. • In de volgende omstandigheden wordt de batterij mogelijk niet opgeladen: - U gebruikt een USB-hub. - Er zijn andere USB-apparaten op de pc aangesloten. - U sluit de kabel aan op de poort aan de voorzijde van de computer. - Het nominale uitgangsvermogen (5 V, 500 mA) wordt niet ondersteund door de USB-poort van de computer. Naslaginformatie 75 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum Probeer in het geval van problemen met de camera eerst de volgende probleemoplossingsprocedures uit te voeren voordat u contact opneemt met een servicecentrum. Als u de suggestie voor probleemoplossing hebt gevolgd en de problemen aanhouden, wendt u zich tot uw lokale dealer of servicecentrum. Situatie Voorgestelde handelwijze Situatie Kan de camera niet inschakelen. • Controleer of er een batterij in de camera is geplaatst. • Controleer of de batterij correct is geplaatst. • Laad de batterij op. De camera wordt plotseling uitgeschakeld. • Laad de batterij op. • De camera staat mogelijk in de spaarstand. (pag. 69) • De camera wordt mogelijk uitgezet om te voorkomen dat de geheugenkaart wordt beschadigd als gevolg van een schok. Schakel de camera weer in. • Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Verwijder overbodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. • Formatteer de geheugenkaart. (pag. 70) • De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. Kan geen foto's nemen. • De geheugenkaart is vergrendeld. Ontgrendel de kaart. (pag. 72) • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Laad de batterij op. • Controleer of de batterij correct is geplaatst. Voorgestelde handelwijze De kleuren in de foto komen niet met de werkelijkheid overeen. • Bij lage temperaturen (onder 0°C) raakt de batterij misschien sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. • Wanneer u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij zo nodig op. • Batterijen zijn verbruiksartikelen en moeten na verloop van tijd worden vervangen. Als de batterij steeds vaker moet worden opgeladen, koopt u een nieuwe. De camera blokkeert. Verwijder de batterij en plaats deze opnieuw in de camera. De flitser werkt niet. • Misschien is de flitsoptie op UIT ingesteld. (pag. 33) • U kunt de flitser niet gebruiken in de modus 7 en 3 en in bepaalde 4-modi. Naslaginformatie 76 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum Situatie Voorgestelde handelwijze Situatie Voorgestelde handelwijze De flitser kan afgaan als gevolg van Een onjuiste witbalans kan resulteren in een onnatuurlijke kleur. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 42) Dit ligt niet aan de camera. De kleurtoon van de foto wijkt af van wat ik zie. De datum en tijd zijn onjuist. Stel de datum en tijd in via het menu met weergave-instellingen. De foto is te helder. Het aanraakscherm of knoppen werken niet. Verwijder de batterij en plaats deze opnieuw in de camera. • De foto is overbelicht. Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 40) • Schakel de flitser uit. (pag. 33) Er een fout met de geheugenkaart. Er is geen reset van de geheugenkaart uitgevoerd. Formatteer de kaart. (pag. 70) Uw foto's worden niet op de tv weergegeven. Kan bestanden niet afspelen. Als u de naam van een bestand wijzigt, wordt het bestand mogelijk niet afgespeeld door de camera (de bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm). Speel bestanden in dit geval af op de computer. • Controleer of de camera correct op het externe scherm is aangesloten met de A/V-kabel. • Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. Uw computer herkent de camera niet. • Controleer of de USB-kabel correct is aangesloten. • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Controleer of u een ondersteund besturingssysteem gebruikt. De verbinding tussen de computer en de camera wordt verbroken tijdens bestandsoverdracht. Misschien wordt de bestandsoverdracht onderbroken door statische elektriciteit. Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze vervolgens opnieuw aan. De flitser gaat plotseling statische elektriciteit. af. De foto is onscherp. • Zorg dat de scherpsteloptie die u instelt, geschikt is voor foto's van dichtbij. (pag. 36) • Controleer of u de flitser gebruikt binnen het ondersteunde flitsbereik. (pag. 79) • Controleer of de cameralens schoon is. Maak de lens zo nodig schoon. (pag. 73) Naslaginformatie 77 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum Situatie Voorgestelde handelwijze De codec die in uw computer is geïnstalleerd, is mogelijk incompatibel met de videobestanden die u wilt afspelen. Gebruik QuickTime® Player of installeer Codec Pack Full. Uw computer kan geen video's afspelen. • QuickTime® Player 7.4 gebruiken 1. Installeer QuickTime® Player 7.4. Dit programma ondersteunt MP4(H.264 (MPEG.AVC)). 2. Speel video's af met QuickTime® Player. • Codec Pack Full gebruiken 1. Installeer de laatste versie van Codec Pack Full. 2. Speel video's af met de mediaspeler (Media Player Classic of Windows Media Player 11 worden aanbevolen). • Installeer QuickTime® Player 7.4 of K-Lite Codec Pack Full op Windows XP SP2 of hoger. • Mogelijk verloopt het afspelen van de video niet vloeiend. Dit is afhankelijk van uw computeromgeving. Naslaginformatie 78 Cameraspecificaties Type Beeld-sensor Effectieve pixels 1/1,72 inch (1,49 cm) CCD Bediening Programma AE Circa 14,7 megapixels Lichtmeting MULTI, SPOT, GECENTREERD OP ÉÉN PUNT, Gezichtsherkenning AE Totaal aantal pixels Circa 15,0 megapixels Belichting Brandpuntsafstand Schneider-KREUZNACH-lens f = 6,0 - 21,6 mm (35-mm equivalent: 28 - 102 mm) Lens Diafragmabereik f/2.8 (G) - f/5.9 (T) Digitale zoom • Fotomodus: 1,0X - 5,0X • Afspeelmodus: 1,0X - 13,7X (afhankelijk van het beeldformaat) LCD-scherm Type TTL-autofocus (Multi-AF, Centrum-AF, TOUCH AF, GEZICHTSHERK.-AF) Bereik Scherpstelling Groothoek (G) NORMAAL MACRO AUTO MACRO Sluitertijden Flitser 3,0-inch (7,62cm) hVGA kleuren-TFT-LCD (460.000 pixels) (Aanraak) • • • • Tele (T) ±2 EV (in stappen van 1/3 EV) ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200 (bij 3200 is het fotoformaat vast ingesteld op 3M) Modus UIT, AUTO, RODE OGEN, INVULLEN, LANG. SYNC, ANTI-RODE OGEN Bereik Groothoek: 0,3 m - 5,4 m (ISO Auto) Tele: 0,5 m - 2,7 m (ISO Auto) Oplaadtijd Circa 5 sec. Trillingsreductie Dual IS [OIS (Optical Image Stabilisation) + DIS (Digital Image Stabilisation)] Scherpte ZACHT +, ZACHT, NORMAAL, LEVENDIG, LEVENDIG + 80 cm - oneindig 5 cm - 80 cm Compensatie 50 cm - 80 cm 5 cm - oneindig 50 cm - oneindig AUTO: 1 - 1/2000 sec. HANDMATIG: 16 - 1/2000 sec. NACHT: 8 - 1/2000 sec. VUURWERK: 4 sec. Naslaginformatie 79 Cameraspecificaties Opnamemodus • Fotostijl: NORMAAL, ZACHT, HELDER, BOS, RETRO, COOL, RUSTIG, KLASSIEK • Kleureffect: NORMAAL, ZWART-WIT, SEPIA, BLAUW, ROOD, GROEN, NEGATIEF • Beeld aanpassen: SCHERPTE, CONTRAST, KLEURVERZADIGING Afspeelmodus • Beeld bewerken: AFM.WIJZ, DRAAI, TRIMMEN • Kleureffect: NORMAAL, ZWART-WIT, SEPIA, BLAUW, ROOD, GROEN, NEGATIEF • Speciaal effect: KLEURENFILTER, MET SCHADUW, ELEGANT, RUIS TOEVOEGEN • Beeld aanpassen: GEZICHTRETOUCH, HELDERHEID, CONTRAST, KLEURVERZADIGING, ANTI-RODE OGEN, ACB Effect Witbalans Opname AUTO WITBALANS, DAGLICHT, BEWOLKT, FLUORESCEREND_H, FLUORESCEREND_L, KUNSTLICHT, AANGEP. INSTELLING Spraakopname (max. 10 uur) Spraakopname Datumafdruk Spraakmemo in foto (max. 10 sec.) • Modi: AUTO, PROGRAMMA, HANDMATIG, DUAL IS, NACHT, BEAUTY SHOT, SCÈNE (PORTRET, KINDEREN, LANDSCHAP, CLOSE-UP, TEKST, ZON ONDER, DAGERAAD, TEGNLICHT, VUURWERK, STRAND EN SNEEUW, ZELFPORTRET, ETEN, CAFÉ) • Continu: ENKEL, CONTINU, HOGE SNLH, BEW.DETECTIE, AEB • Timer: 10 SEC, 2 SEC, DUBBEL, AFSTBDNG Video's • Met of zonder geluid (max. opnametijd: 20 min) • Formaat: 1280x720 (30 FPS, 15 FPS) met hoge kwaliteit, 1280x720 (30 FPS, 15 FPS) met standaardkwaliteit, 640x480 (30 FPS, 15 FPS), 320x240 (60 FPS, 30 FPS) • Opnamesnelheid: 60 FPS, 30 FPS, 15 FPS • 3,6X optische zoom en gedempt zoomen (geluid wordt uitgeschakeld bij gebruik van de zoomfunctie) • Kleureffect en witbalans te selecteren • Video bewerken (ingesloten): pauzeren tijdens opnemen, foto's nemen, bijsnijden Vanwege het geluid van de optische zoom, kan de gebruiker kiezen om wel of geen geluid op te nemen. DAG/TIJD, DATUM, UIT (door gebruiker in te stellen) Naslaginformatie Foto's 80 Cameraspecificaties Media • Intern geheugen: circa 40 MB • Extern geheugen (optioneel) - SD-kaart (tot 4 GB gegarandeerd) - SDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd) - MMC Plus (tot 2 GB gegarandeerd, 4-bits, 20 MHz) Interface Digitale uitvoer Aansluiting: USB 2.0 (30-pins) Audio-uitvoer Mono (interne speaker) Stereo (microfoon) Video-uitvoer • AV: NTSC, PAL (keuze) • HDMI 1.2: NTSC, PAL (keuze)  DMI is beschikbaar als het op de optionele H houder is aangesloten.  e interne geheugencapaciteit kan van deze D specificaties afwijken. Bestandsindeling Beeldformaat Opslag • Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0 • Video: MP4 (H.264(MPEG4.AVC)) • Audio: WAV DC-stroomaansluiting 30-pins, 4,2 V Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij SLB-1137D (1100 mAh) Voor 1-GB SD AC-adapter Stroomadapter (SAC-47), USB-kabel (SUC-C4) Houder (optioneel) SCC-NV5 HD SUPERNORHOOG HOOG MAAL 4384x3288 136 265 386 4384x2920 153 296 430 4384x2464 180 347 501 3264x2448 240 457 653 2592x1944 370 685 957 1920x1080 807 1374 1794 1024x768 1655 2438 2894  eze waarden zijn gemeten onder D standaardcondities en kunnen variëren afhankelijk van opnameomstandigheden en camera-instellingen. Afbeeldingen weergeven Energie-bron Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen. Afmetingen (B x H x D) 94,9 X 59,5 X 19,9 mm (zonder uitstekende delen) Gewicht 138 g (zonder batterij en geheugenkaart) Bedrijfstemperatuur 0 - 40˚C Bedrijfsvochtigheid 5 - 85% Software Samsung Master, QuickTime® Player 7.4, Adobe Reader Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Eén foto, miniaturen, geavanceerde diavoorstelling (met effecten en muziek) Naslaginformatie 81 Correcte verwijdering van dit product (inzameling en recycling van elektrische en elektronische apparatuur) Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s en batterijen.) Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen waar afval gescheiden wordt ingezameld.) Dit merkteken, dat op het product of de documentatie wordt weergegeven, geeft aan dat het product niet mag worden weggeworpen bij het huishoudelijk afval. Om gevaar voor het milieu of de volksgezondheid te voorkomen, dient u dit product van andere typen afval gescheiden te houden en het op een verantwoordelijke manier te recyclen om duurzaam hergebruik van materiaalbronnen te bevorderen. Particulieren dienen contact op te nemen met het verkooppunt waar het product is gekocht of met de plaatselijke overheid voor informatie over waar dit product kan worden ingeleverd voor milieuvriendelijke recycling. Bedrijven dienen contact op te nemen met hun leverancier en de voorwaarden en bepalingen van het aankoopcontract na te kijken. Dit product mag niet samen met ander commercieel afval worden weggeworpen. Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. De oplaadbare accu in dit product kan niet door de gebruiker zelf worden vervangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over vervanging. Het Samsung Eco-symbool Dit is een eigen symbool van Samsung dat het bedrijf gebruikt om zijn milieuvriendelijke productactiviteiten naar de consument te communiceren. Het symbool staat voor Samsung’s voortdurende inspanningen om milieubewuste producten te ontwikkelen. Naslaginformatie 82 Index A Afdrukbestelling BEAUTY SHOT, modus 21 Aanpassen FORMAAT 58 INDEX 58 Beeld vastleggen 53 Contrast in afspeelmodus 57 in opnamemodus 46 Helderheid 57 Kleurverzadiging in afspeelmodus 57 in opnamemodus 46 Scherpte 46 Aanraakscherm 12 Afspeelmodus 48 ACB 41, 57 Afstandsbediening 32 ACB (automatische contrastbalans) 41, 57 Anynet+ 71 AF-GELUID 69 AF-hulplampje 11 AF-LAMP 71 AFDRUK 71 Belichting 40 AFBEELD. 66 DATUM 66 FILENAME 66 FORMAAT 66 KWALIT. 66 LAYOUT 66 TYPE 66 Aanraken 15 Adobe Reader 61 Beginafbeelding 69 Afdrukken, foto's Bestanden, verwijderen 50 Beveiligen, bestanden 50 Bewegingsonscherpte 26 Bewerken 55 Bijsnijden 53 D DPOF 58 Draaien 55 DUAL IS, modus 21 F Filter ELEGANT 56 Kleurenfilter 56 MET SCHADUW 56 RUIS TOEVOEGEN 56 Flitser 11 DAG/TIJD 69 Apparaat ontkoppelen 62 Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) 21 Dempen AUTO, modus 20 Camera 14 Video 24 B Diafragmawaarde 23 Batterij Diavoorstelling 52 Levensduur 75 Opladen 75 Specificaties 75 Digitale zoom 18 ANTI-RODE OGEN 34 AUTO 33 INVULLEN 33 LANG. SYNC 34 RODE OGEN 33 UIT 33 Formaat aanpassen 55 Formatteren 70 Fotokwaliteit 31 Naslaginformatie 83 Index Fotostijlen 45 K O Q Foutmeldingen 72 Kleureffecten 45 Onderhoud 73 QuickTime Player 61 Kleurtoon 56 Ontspanknop 11 KNIPPEREN 39 Opnamesnelheid 24 R Opnemen Reinigen Spraakmemo 28 Video 24 Behuizing 73 Lens 73 Scherm 73 G Geheugenkaart Capaciteit 74 MMC 74 SD 74 SDHC 74 Gezichtsherkenning 38 GLIMLACH 39 H HANDMATIG, modus 22 HDTV 59 HELDERH. SCHERM 69 I L L.METING MULTI 42 SPOT 42 Optical Image Stabilisation (OIS) 18, 21 Lichtbron (witbalans) 42 Overbrengen, bestanden voor Mac 64 voor Windows 61 Resolutie Foto 30 Video 30 Rode ogen 33 M Menuknop 12 P S Modusdraaiknop 11 Pictogrammen 13 S.WEERG. 69 PROGRAMMA, modus 22 Samsung Master PRULLENBAK 70 Gebruiken 63 Installeren 61 N NACHT, modus 20 Prullenbak 51 Inzoomen/Vergroten 12 ISO-snelheid 35 Naslaginformatie 84 SCÈNE, modus 20 Index Scherpstelafstand AUTO MACRO 37 MACRO 36 NORMAAL (AF) 36 T W Timer 32 Weergaveknop 12, 14 Timerlampje 11 Weergeven, bestanden als miniaturen 49 op datum 49 op tv 59 Scherpsteloptie CENTRUM-AF 37 MULTI-AF 37 TOUCH AF 37 Sensor voor afstandsbediening 11 Serie-opname U Uitzoomen/Verkleinen 12 Z V AEB (Auto Exposure Bracket) 44 Bewegingsdetectie 44 HOGE SNLH 44 Vergroten 52 Servicecentrum 76 Afspelen 53 Opnemen 24 Slepen 15 Witbalans 42 USB- en A/V-aansluiting 12 ZELFPORTRET 39 Zoom 17 VIDEO 71 Video VOLUME 69 Sluitertijd 22 Spraakmemo Afspelen 54 Opnemen 28 Statiefbevestigingspunt 12 Naslaginformatie 85 Raadpleeg voor after-salesondersteuning of -informatie de garantie-informatie die bij het product is geleverd of bezoek onze website http://www.samsungcamera.com/. Het CE-merk is een aanduiding dat wordt voldaan aan de richtlijnen van de Europese Gemeenschap (EG)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87

Samsung SAMSUNG NV100HD Handleiding

Type
Handleiding