Documenttranscriptie

Le régulateur ne nécessite aucun entretien. Degré de contrôle de la pollution : 2 Le degré de pollution 2 correspond à la circulation d’air normale dans les habitations. Catégorie de surtension : III Classification Le produit est de classe II (isolation renforcée) et doit être raccordé aux conducteurs suivants : 1) Phase (L) 2) Neutre (N) Le thermostat est conçu pour mémoriser l’heure jusqu’à 4 heures lors d’une interruption occasionnelle de tension. L’interruption régulière de tension n’est pas appropriée. (Exemple : Applications de limite de puissance). A de telles conditions un approvisionnement de puissance constante pour le thermostat doit être assuré. AVERTISSEMENT – Importantes instructions pour la sécurité Isoler l’alimentation avant de faire l’installation ou l’entretien de ce module de contrôle et les composants associés. Ce module de contrôle et les composants associés ne devraient être installés que par une personne compétente (par ex. un électricien qualifié). L’installation électrique doit être réalisée en conformité avec la plus récente réglementation applicable en vigueur. Montage de la sonde Sonde de sol: Il est placé dans une gaine d’installation non-conductrice approuvée et encastrée dans le sol (fig. 3) en conformité avec l’EN 61386-1. La gaine est fermée au bout et placée aussi haut que possible dans la couche de béton. La gaine d’installation doit être centrée entre les câbles chauffants. Le câble de 3 m de la sonde peut être allongé jusqu’à 100 m par un câble distinct. Si le câble de rallonge est plus léger que H05VV-F, il doit aussi être installé dans une gaine d’installation ininterrompue entre le câble de la sonde et le thermostat. Les fils non utilisés dans un câble multibrins qui, par exemple, servent à l’alimentation de câbles chauffants d’un système de chauffage au sol, ne doivent pas être utilisés. Les pics de commutation dans de tels câbles d’alimentation de courant peuvent créer des signaux interférents qui interdiront le fonctionnement optimal du régulateur. Le câble à deux brins doit être placé dans une gaine distincte. Installation du régulateur Le régulateur doit être monté au mur de façon à ce que l’air circule librement autour (fig. 4). Choisir un emplacement où le régulateur ne sera pas exposé à des sources d’énergie externes comme le rayonnement solaire par exemple. Le régulateur ne doit pas être exposé à des courants d’air provenant de fenêtres, de portes ou de murs extérieurs froids. Le régulateur est équipé d’un circuit interrupteur sur faute qui coupe le chauffage en cas d’une sonde court-circuitée ou débranchée. Montage du régulateur Le boîtier simple de montage doit posséder une profondeur égale ou supérieure à 25 mm. 1. Utiliser un tournevis pour ouvrir les sécurités. Le couvercle doit être démonté (fig. 1). 2. Raccorder les câbles tel que montré sur le schéma (fig. 2a-2b). Tous les raccords électriques doivent être exécutés par un électricien qualifié et certifié «PV de réception ». 3. Le thermostat est monté dans le boîtier mural. Le couvercle est remonté. Programmation (Voir le mode d’emploi) Les régulateurs sont livrés avec un programme de consigne préinstallée. Si le programme de consigne préinstallée n’est pas utilisé, il y a différents programmes qui peuvent-être sélectionnés et utilisés aux jours requis. Les régulateurs calculent le moment où le chauffage doit démarrer pour atteindre la température souhaitée, à l’heure requise. Dépistage des erreurs Si la sonde est débranchée ou court-circuitée, le système de chauffage s’arrête. La sonde peut-être contrôlée conformément au tableau des résistances (fig.5). Environnement et recyclage Nous vous demandons de nous aider à préserver l’environnement. Pour ce faire, merci de vous débarrasser de l’emballage conformément aux règlements nationaux relatifs au traitement des déchets. Recyclage des appareils obsolètes Les appareils munis de cette étiquette ne doivent pas être rebutés avec les rebuts communs. Ils doivent être collectés et rebutés en conformité avec les règlements locaux. OJ ELECTRONICS A/S Stenager 13B · DK-Sønderborg · Denmark T. +45 73 12 13 14 · F. +45 73 12 13 13 [email protected] · www.ojelectronics.com Nederlands De elektronische comfortregelaar is een klokgestuurde thermostaat met te programmeren begrenzende functies die te gebruiken is als temperatuurregelaar voor de vloer en voor de ruimte. De thermostaat is bedoeld voor wandmontage in een 55 mm standaard inbouwdoos. Het werkingsbereik ligt tussen +0° en +30°C. De thermostaat is voorzien van een klok waardoor het mogelijk is verschillende terugzetfuncties te programmeren. Instelling regelaar ICD3 Programmakeus Regeling vloertemperatuur Regeling vloertemperatuur met 2 sensors Regeling luchttemperatuur Regeling luchttemperatuur met begrenzing vloertemperatuur Regelaar Externe regeling De regelaar is ontworpen in overeenstemming met de actuele productstandaard EN 60730-2-9, en beantwoordt daardoor aan de vereisten in zowel de LVD als de EMC richtlijnen De regelaar mag niet in bedrijf genomen worden voordat gecontroleerd is dat de complete installatie beantwoordt aan de geldende algemene veiligheidseisen voor elektrische installaties. Technische gegevens Voedingsspanning .................230V ±10%, 50 Hz Uitgangsrelais SPST....................... 16 A, 3600 W Temperatuurbereik............................... +0/+30°C © 2016 OJ Electronics A/S Temperatuurbegrenzing.......min./max. +5/+55°C Klokfunctie................1 vooringesteld programma .........28 optionele terugzetprogramma’s Omgevingstemperatuur...........................0/+30°C Aan/Uit differentieel..................................... 0,4°C Behuizing .....................................................IP 20 Sensortype ...................................................NTC - de verwarming wordt uitgeschakeld bij sensorstoringen............................................... Afmetingen (HxBxD) (fig. 6).........0,86/86/48 mm. De regelaar is onderhoudsvrij. Controle verontreinigingsgraad 2 Verontreinigingsgraad 2 is representatief voor de luchtcirculatie in normale huishoudens. Categorie overspanning: III Classificatie Het product is een klasse II apparaat (versterkte isolatie) en moet aangesloten worden op de volgende geleiders: 1) Fase (L) 2) Neutraal (N) De thermostaat kan de klokinformatie tot 4 uur opslaan bij onverwachte stroomstoringen. Hij is niet geschikt voor gebruik bij regelmatige stroomstoringen. (Voorbeeld: Power term toepassingen). Bij zulke omstandigheden moet ervoor gezorgd worden dat de thermostaat een constante stroomvoorziening heeft. WAARSCHUWING – Belangrijke veiligheidsaanwijzingen Schakel de stroomtoevoer uit voordat er installatie- of onderhoudswerkzaamheden op deze regelaar en bijbehorende componenten uitgevoerd wordt. Deze regelaar en bijbehorende componenten moeten door een vakbekwaam persoon uitgevoerd worden (d.w.z. een goedgekeurde elektricien). De elektrische installatie moet in overeenstemming zijn met de nieuwste geldende overheidsbepalingen. Montage van de sensor Vloersensor Geplaatst in een goedgekeurde, niet geleidende installatiebuis in overeenstemming met EN 61386-1, die in de vloer aangebracht is (fig. 3). De buis is gesloten aan het uiteinde en wordt zo hoog mogelijk in de betonlaag aangebracht. De installatiebuis moet midden tussen de verwarmingskabels geplaatst worden. De bijgevoegde 3 meter sensorkabel is met behulp van een extra kabel tot 100 m te verlengen. Als de verlengkabel lichter is dan H05VV-F, moet hij ook in een installatiebuis uit één stuk geplaatst worden tussen de sensorkabel en de thermostaat. De twee overgebleven aders in een meeraderige kabel die bv. spanning aan de verwarmings­ kabels van een vloerverwarmingssysteem levert, mogen niet gebruikt worden. De schakel­ pieken van dergelijke transportleidingen kunnen spanningssignalen zenden die het goed functioneren van de regelaar kunnen beïnvloeden. De buis is gesloten aan het uiteinde en wordt zo hoog mogelijk in de beton­ laag aangebracht. Plaatsing van de regelaar Monteer de regelaar dusdanig aan de wand dat vrije luchtcirculatie mogelijk is (fig. 4). De regelaar moet zó aangebracht worden dat hij niet door andere energiebronnen, bv. zonlicht, beïnvloed wordt. De regelaar mag niet aan tocht (van bv. ramen, deuren of buitenmuren) blootgesteld worden. De regelaar heeft een ingebouwde schakelaar die de verwarming onderbreekt als de sensor uitgeschakeld of kortgesloten wordt. De regelaar monteren De montagedoos moet minstens 25 mm diep zijn. 5