7085 421-04
Originele gebruiksaanwijzing Pagina 22
Bedrijfsdiepvrieskast
Voor de inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing lezen
NL
GGPv 6520
GGPv 6570
GGPv 1470
22
Inhoud
Gradatie van de waarschuwingen .............................................22
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ................................22
Symbolen op het apparaat ......................................................... 23
Doelmatig gebruik ......................................................................23
Voorspelbaar misbruik ...............................................................23
Conformiteitsverklaring ..............................................................23
EPREL-database ........................................................................ 23
Geluidsemissie van het apparaat ..............................................23
Klimaatklasse ............................................................................. 23
Beschrijving van het apparaat ...................................................24
Opstellen ....................................................................................24
Het apparaat uitlijnen .................................................................24
Elektrische aansluiting ...............................................................24
Afmetingen van het apparaat .....................................................25
Uitvoering ...................................................................................25
Bedienings- en controleelementen ............................................26
Apparaat in- en uitschakelen .....................................................26
Temperatuur instellen.................................................................26
Temperatuurweergavemodus ...................................................26
SuperFrost .................................................................................26
Alarm bij openen deur ................................................................26
Instellen van de vertragingstijd voor het alarm bij openen deur ....27
Geluidssignaalfunctie op inactief zetten ....................................27
Alarm-test ...................................................................................27
Alarmmeldingen .........................................................................27
Instellen van de alarmparameters .............................................. 27
Uitlezen van het temperatuurverloop .........................................28
Alarmtoestanden terugzetten ....................................................28
Waarde van het geregistreerde
temperatuurverloop rt terugzetten .............................................28
Parameter op fabrieksinstelling terugzetten ..............................28
Bewaren .....................................................................................28
Ontdooien ..................................................................................28
Ontdooifunctie manueel activeren .............................................28
Instellen van de displayweergave tijdens de ontdooifase .........28
Reinigen .....................................................................................29
Aanwijzing m.b.t. afdanken ........................................................29
Storingen ....................................................................................29
Mogelijke foutmeldingen op het display .....................................29
Buiten werking stellen ................................................................29
Draairichting deur veranderen GGPv 65.. .................................30
Gradatie van de waarschuwingen
GEVAAR
duidt een direct gevaar aan,
die de dood of ernstig licha-
melijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie
aan, die de dood of ernstig
lichamelijk letsel tot gevolg
kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
VOORZICHTIG
duidt een gevaarlijke situatie
aan, die licht of middelzwaar
lichamelijk letsel tot gevolg
kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
LET OP
duidt een gevaarlijke si-
tuatie aan, die materi-
ele schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit ge-
vaar niet vermeden wordt.
Aanwijzing
geeft aan dat praktische
aanwijzingen en tips gege-
ven worden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
- WAARSCHUWING: ventilatie-
openingen van de behuizing
van het apparaat of de inbouw-
ruimte niet sluiten.
- WAARSCHUWING: om het
ontdooien te versnellen, mo-
gen er geen andere mechani-
sche voorzieningen of andere middelen worden
gebruikt dan de door de fabrikant aanbevolen
middelen.
- WAARSCHUWING: koelmiddelcircuit niet be-
schadigen.
- WAARSCHUWING: geen elektrische apparaten
in het koelvak gebruiken die niet overeenkomen
met de door de fabrikant aanbevolen constructie.
- WAARSCHUWING: de netkabel mag bij het
plaatsen van het apparaat niet beschadigd raken.
- WAARSCHUWING: meervoudige contactdozen/
verdeelstrips evenals andere elektronische ap-
paraten (zoals bijv. halogeentrafo's) mogen niet
aan de achterkant van apparaten geplaatst en
gebruikt worden.
- WAARSCHUWING: dit apparaat moet volgens
de gebruiksaanwijzing worden bevestigd om
gevaren door onvoldoende stabiliteit uit te sluiten.
- Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en
ouder, evenals door personen met beperkte
fysische, sensorische of mentale capaciteiten
of gebrek aan ervaring en kennis worden ge-
bruikt, wanneer ze onder toezicht staan of m.b.t.
het veilige gebruik van het apparaat instructies
hebben gekregen en de daaruit voortvloeiende
gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Kinderen mogen het apparaat
niet zonder toezicht reinigen en onderhouden.
- Geen explosieve stoffen, zoals spuitbussen met
brandbaar drijfgas, in het apparaat bewaren.
- Om letselschade en materiële schade te voor-
komen, het plaatsen van het apparaat door
2 personen uit laten voeren.
- Na het uitpakken, het apparaat op beschadigin-
gen controleren. Bij beschadigingen contact met
de leverancier opnemen. Het apparaat niet op
de spanningsvoorziening aansluiten.
- Langdurig huidcontact met koude oppervlakken
(bijv. te koelen/te bevriezen levensmiddelen)
voorkomen. Indien nodig veiligheidsmaatregelen
nemen (bijv. handschoenen).
23
Klimaatklasse
De klimaatklasse geeft aan, bij
welke omgevingstemperatuur het
apparaat gebruikt mag worden
om het volledig koelvermogen te
bereiken en van welke maximale
luchtvochtigheid in de opstellings-
ruimte van het apparaat sprake mag
zijn opdat zich geen condensaat aan
de buitenkant van het apparaat vormt.
U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje.
Klimaatklasse
Max. omgevings-
temperatuur
Max. relatieve
luchtvochtigheid
3 25 °C 60 %
4 30 °C 55 %
5 40 °C 40 %
7 35 °C 75 %
De minimaal toegestane omgevingstemperatuur op de opstel-
lingsplaats is 10 °C.
NL
Symbolen op het apparaat
Het symbool kan zich op de compressor be-
vinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar:
Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwe-
gen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor
het recyclingproces van belang. In de normale
modus bestaat er geen gevaar.
Waarschuwing voor ontvlambare stoen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op de
achterkant van het apparaat zijn aangebracht.
Deze heeft betrekking op de schuimpanelen in
de deur en/of de behuizing. Deze aanwijzing is
alleen voor het recyclingproces van belang. De
sticker niet verwijderen.
Geluidsemissie van het apparaat
Het geluidsniveau tijdens het gebruik van het apparaat ligt onder
70 dB(A) (rel. geluidsvermogen 1 pW).
Conformiteitsverklaring
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het appa-
raat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen
en de EU-richtlijnen 2006/42/EG, 2014/30/EU, 2009/125/EG en
2011/65/EU.
Doelmatig gebruik
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levens-
middelen.
Dit apparaat mag worden gebruikt voor het plaatsen van levens-
middelen, inclusief dranken, in de detailhandelsverkoop. Com-
mercieel gebruik ervan is bijvoorbeeld het gebruik in restaurants,
kantines, ziekenhuizen en in commerciële bedrijven zoals bak-
kerijen, slagerijen, supermarkten, enz.
Dit professionele koelapparaat is geschikt voor de opslag van
bevroren levensmiddelen. Het koelapparaat is niet geschikt voor
de presentatie of wegname van levensmiddelen door klanten.
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in gesloten ruimtes. Alle
andere toepassingen zijn ongeoorloofd.
Voorspelbaar misbruik
Het apparaat niet voor de volgende toepassingen gebruiken:
Opslag en koeling van geneesmiddelen, bloedplasma, labora-
toriumpreparaten of soortgelijke stoffen en producten volgens
de Richtlijn Medische Hulpmiddelen 2007/47/EG.
Toepassing in explosiegevaarlijke omgevingen.
Gebruik buiten of in vochtige en spatwaterzones .
Ondeskundig gebruik van het apparaat leidt tot schade of bederf
van de opgeslagen producten.
- Reparaties en ingrepen aan het apparaat mo-
gen enkel door de technische dienst of speciaal
daarvoor opgeleid vakpersoneel worden uitge-
voerd. Hetzelfde geldt voor het vervangen van
het aansluitsnoer.
- Reparaties en ingrepen aan het apparaat uit-
sluitend uitvoeren, wanneer de netstekker er
zichtbaar uitgetrokken is.
- Het apparaat uitsluitend volgens de informatie
in de gebruiksaanwijzing monteren, aansluiten
en verwijderen.
- Bij een storing de netstekker uit het stopcontact
halen of de zekering in de meterkast uitschakelen.
- Het netsnoer uitsluitend door aan de stekker te
trekken van het net loskoppelen. Niet aan de
kabel trekken.
- Ervoor zorgen, dat levensmiddelen die over de
datum zijn niet genuttigd worden. Levensmidde-
len die over de datum zijn vakkundig verwijderen.
- In de binnenruimte van het apparaat geen open
vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
- Alcoholische dranken of andere alcohol bevat-
tende verpakkingen uitsluitend goed afgesloten
opslaan.
EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake ener-
gieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp te vinden
in de Europese productdatabase (EPREL). U krijgt toegang tot
de productdatabase via de link https://eprel.ec.europa. eu/. Hier
wordt u gevraagd de modelidenticatie in te voeren. De modeli-
denticatie vindt u op het typeplaatje
24
Het apparaat uitlijnen
Bodemoneenheden met de stelpoten compenseren.
Voor de hoogteverstelling het onderdeel
van de betreende stelpoot verdraaien.
WAARSCHUWING
De hoogte van de stelpoot kan van 120 mm tot
170 mm worden ingesteld.
De stelpoot niet boven een hoogte
van 170 mm instellen! Het onderdeel
van de stelpoot kan losraken en het
apparaat omslaan.
Dit kan tot zware of dodelijke verwondingen leiden.
LET OP
Het apparaat moet horizontaal en verticaal uitgelijnd worden.
Wanneer het apparaat schuin staat, kan de body van het apparaat
vervormen en de deur sluit niet meer juist.
Opstellen
• Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
Plaats geen apparaten die warmte afgeven op het apparaat, bijv.
magnetron, broodrooster enz.
Des te meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat. In te kleine ruimten
kan bij een lek een brandbaar gas-luchtmengsel ontstaan. Per 8 g
koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m³ groot zijn. Gegevens
over het gebruikte koelmiddel staan op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
De afstand tussen de bovenkant van het apparaat en het plafond
van het vertrek moet minimaal 30 cm bedragen.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend met wisselstroom gebruiken.
De toelaatbare spanning en frequentie staan op het typeplaatje.
De positie van het typeplaatje is in het hoofdstuk Beschrijving
van het apparaat te vinden.
Het stopcontact moet correct geaard en elektrisch beveiligd zijn.
De uitschakelstroom van de zekering moet tussen 10 A en 16 A
liggen.
Het stopcontact mag zich niet achter het apparaat
bevinden en moet gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het apparaat niet door middel van een ver-
lengkabel of aftakcontactdoos aansluiten.
Gebruik geen omvormer (omzetten van ge-
lijkstroom naar wisselstroom) of spaarstekker.
Gevaar voor beschadiging van de elektroni-
sche componenten!
Beschrijving van het apparaat
LET OP
De maximale belasting per draagrooster bedraagt 60 kg.
GGPv 6520, GGPv 6570
GGPv 1470
Afvoeropening voor reinigingswater
Aan de onderzijde van het apparaat kan een
afvoerslang met een R 3/4 aansluiting
worden aangebracht.
Het bij de reiniging van de bin-
nenruimte opduikende water kan
zo worden afgevoerd.
Een haaks aansluitstuk wordt met het
apparaat meegeleverd.
(1) Bedienings- en controleelementen
(2) Slot
(3) Typeplaatje
(4) Draagroosters
(5)
Stapelgrens
(6) Stelpoten
(7) Afvoeropening voor reinigingswater
25
NL
Afmetingen van het apparaat
Draagroosters inzetten.
Uitvoering
Veiligheidsslot
Het slot is met een veiligheidsmecha-
nisme uitgerust.
Apparaat afsluiten
Sleutel in de richting 1 naar binnen
duwen.
Sleutel 180° draaien (2).
Om het apparaat weer te ontgrendelen
moet in dezelfde volgorde te werk worden
gegaan.
Uitvoering GGPv 1470
Tussenroosters
De meegeleverde tussenroosters op de draagrails plaatsen.
LET OP
De maximale belasting per tussenrooster bedraagt 20 kg.
De meegeleverde draagrails rechts
en links op de verticale rand plaatsen.
De rails op gewenste hoogte eerst in
de achterste strook schuiven en dan
aan de voorkant inhangen.
GGPv 1470
GGPv 6520
GGPv 6570
26
Bedienings- en controleelementen
ON/OFF-toets (apparaat in- en uitschakelen)
Uitlezen van het temperatuurverloop
Keuzetoetsen
SuperFrost-toets
Alarm Uit-toets
Ontdooitoets (ontdooifunctie handmatig activeren)
Enter-toets
Symbole im Display
Compressor werkt
LED knippert - inschakelvertraging van het aggregaat. Na
drukcompensatie in het koelmiddelcircuit start de com-
pressor automatisch.
Ventilator werkt
Het apparaat is in de ontdooifase
De melding betekent dat de stroomvoorziening
en de binnentemperatuur van het apparaat worden
geregistreerd.
Als op het display knippert, is de stroom uitgevallen
of bevindt zich de temperatuur in het apparaat in een
ontoelaatbaar bereik.
SuperFrost is actief
Alarmfunctie
Er is sprake van een storing van het apparaat. Neem
contact op met de technische dienst.
Apparaat in- en uitschakelen
Stekker in het stopcontact steken. Melding = OFF
Apparaat inschakelen
3 sec. drukken. Melding = ON
Apparaat uitschakelen
3 sec. drukken. Melding = OFF
SuperFrost
Gebruik SuperFrost om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel
af te koelen. Als SuperFrost ingeschakeld is, werkt het apparaat
met maximale koelcapaciteit.
SuperFrost activeren
3 sec. drukken. Melding =
Leg de verse levensmiddelen erin.
De elektronica schakelt automatisch terug naar het normale
regelbedrijf.
SuperFrost voortijdig deactiveren
3 sec. drukken. Melding =
Temperatuurweergavemodus
De temperatuurweergave kan tussen graden Celsius en graden
Fahrenheit gekozen worden. De fabrieksinstelling is graden
Celsius.
5 sec. indrukken. Melding =
indrukken. Melding =
Met de toetsen of de gewenste instelling selecteren.
0 = °C 1 = °F
indrukken. Melding = .
5 sec. indrukken. De elektronica schakelt terug naar het
normale regelbedrijf.
Alarm bij openen deur
Wanneer de deur geopend wordt, brandt de LED en de tem-
peratuurindicatie begint te knipperen.
Wanneer de deur langer dan 240 seconden geopend is, begint
de LED
te knipperen en op het display knippert en de
temperatuurindicatie afwisselend.
Het geluidssignaal klinkt (indien de geluidssignaalfunctie niet
gedeactiveerd is).
Wanneer de deur voor het opslaan van koelwaar langer geopend
moet zijn, het geluidssignaal uitschakelen door op de toets
te drukken.
Temperatuur instellen
1 sec. op drukken. Het temperatuurdisplay knippert.
Temperatuur verhogen (warmer) - op
drukken.
Temperatuur verlagen (kouder) - op toets
drukken.
Opnieuw op toets
drukken. De gewenste temperatuurinstel-
ling wordt opgeslaan.
Aanwijzing
In het warmste deel van de binnenruimte kan de temperatuur
hoger zijn dan de ingestelde temperatuur.
Wanneer de deur langere tijd geopend wordt, kan de temperatuur
in de vakken van het apparaat aanzienlijk stijgen.
27
NL
Alarm-test
Met deze test wordt de goede werking van de interne en van een
eventueel extern aangesloten alarminstallatie gecontroleerd. De
koeling van het apparaat wordt tijdens deze test niet onderbroken.
+ 5 sec. indrukken.
Het display toont nu een temperatuurwaarde van 0,2 °C onder
de ingestelde bovenste alarmgrens.
De temperatuurwaarde stijgt nu om de 2 seconden met 0,1 °C.
• Bij het bereiken van de bovenste alarmgrens verschijnt HIO op
het display. Een op de potentiaalvrije alarmuitgang aangesloten
externe alarmeenheid wordt nu geactiveerd.
De temperatuurwaarde stijgt verder tot 0,2 °C boven de bovenste
alarmgrens.
Dezelfde procedure voltrekt zich voor de onderste alarmgrens.
Op het display verschijnt LIO.
Tijdens de test brandt de LED
.
De elektronica schakelt automatisch terug naar het normale
regelbedrijf.
Test voortijdig afbreken
5 sec. indrukken.
Opmerking
Wanneer de waarden van de bovenste en onderste alarmgrens
(AL en AH in het hoofdstuk "Instellen van de alarmparameters")
op 0 gezet zijn, verschijnen bij deze test op het display H-- en L--.
Opmerking
Bij een reële temperatuuralarmtest geldt naast de instelbare
alarmparameters AL, AH en Ad een toegevoegde vertragingstijd
(60 min).
Na het openen van een deur of na ontdooien wordt de alarmver-
traging Ad met een extra vertragingstijd verlengd (60 min). Deze
extra vertragingstijd mag niet worden veranderd.
Zodoende komt een temperatuuralarm na het openen van een
deur of na ontdooien later dan met de parameter Ad is ingesteld.
Geluidssignaalfunctie op inactief zetten
De geluidssignaalfunctie kan, indien vereist, volledig gedeacti-
veerd worden.
5 sec. indrukken. Melding =
indrukken tot op het display verschijnt.
indrukken. Melding =
Met de toetsen
of de gewenste instelling selecteren.
0 = geactiveerd 1 = gedeactiveerd
indrukken. Melding =
5 sec. indrukken. De elektronica schakelt terug naar het
normale regelbedrijf.
Instellen van de vertragingstijd voor het alarm
bij openen deur
De tijd tot het geluidssignaal klinkt na het openen van de deur
kan worden veranderd.
5 sec. indrukken. Melding =
indrukken tot op het display verschijnt.
indrukken. Melding = Instelbereik = 1 - 5 minuten.
Met de toetsen of de gewenste instelling selecteren.
indrukken. Melding =
5 sec. indrukken. De elektronica schakelt terug naar het
normale regelbedrijf.
Instellen van de alarmparameters
De alarmgrenzen (verschil ten opzichte van de ingestelde tem-
peratuur) en de alarmvertraging (vertraging voordat het alarm
afgaat) kunnen ingesteld worden.
Opmerking
Na het openen van een deur of na ontdooien wordt de alarmver-
traging Ad met een extra vertragingstijd verlengd (60 min). Deze
extra vertragingstijd mag niet worden veranderd.
Zodoende komt een temperatuuralarm na het openen van een
deur of na ontdooien later dan met de parameter Ad is ingesteld.
5 sec. indrukken. Melding =
indrukken tot op het display verschijnt.
= Onderste alarmgrens
indrukken. Melding = temperatuurverschil in °C
Met de toetsen
of de gewenste instelling selecteren.
Alleen positieve waarden instellen.
indrukken. Melding =
indrukken. Melding = Bovenste alarmgrens
indrukken. Melding = temperatuurverschil in °C
Met de toetsen
of de gewenste instelling selecteren.
Alleen positieve waarden instellen.
indrukken. Melding =
indrukken. Melding =
indrukken. Melding = vertraging van het alarm in minuten
Met de toetsen
of de gewenste instelling selecteren.
indrukken. Melding =
5 sec. indrukken.
De elektronica schakelt terug naar het normale regelbedrijf.
Alarmmeldingen
1. LED knippert op het display
Verschijnt op het display de melding
dan heeft zich een sto-
ring voorgedaan. Neem a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde
technische dienst.
2. LED
knippert op het display - melding HI of LO
In de binnenruimte is het te warm (HI) of te koud (LO).
Het geluidssignaal klinkt (indien de geluidssignaalfunctie niet
gedeactiveerd is).
Opmerking
De alarmparameters kunnen worden ingesteld. Zie paragraaf
Instellen van de alarmparameters.
3. HA / knippert op het display
In de binnenruimte was het gedurende een bepaalde periode te
warm of te koud (HA).
28
Bewaren
De draagroosters kunnen
afhankelijk van de hoogte van
de te koelen essen en verpak-
kingen worden verzet.
(1) De ventilatiesleuven van
de radiaalventilator in het
interieur mogen niet worden
afgedekt!
(2)
Stapelgrens
Leg de producten op het bovenste rooster slechts tot aan de
stapelgrens. Dit is belangrijk voor een goede luchtcirculatie
en een gelijkmatige tempera tuurverdeling in de totale bin-
nenruimte.
LET OP
Rauw vlees of vis in schone, gesloten houders op het onderste
plateau van het koel-/vriesvak bewaren zodat er geen andere
levensmiddelen geraakt worden of vloeistof op kan druppelen.
Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan tot bederf van
de levensmiddelen leiden.
Ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch.
Ontdooifunctie manueel activeren
Als de deur gedurende een langere periode niet goed dicht was,
kan er in de binnenruimte of aan de koudeplaat een grotere ijsaf-
zetting ontstaan. In dit geval kunt u de ontdooifunctie voortijdig
activeren.
3 sec. indrukken. Melding = +
De elektronica schakelt automatisch terug naar het normale
regelbedrijf.
Melding =
Instellen van de displayweergave tijdens de
ontdooifase
5 sec. indrukken. Melding =
indrukken tot op het display verschijnt.
indrukken. Melding =
Met de toetsen of de gewenste instelling selecteren.
0 = Symbool
+ wisselende weergave van en van de
actuele temperatuur in de binnenruimte van het apparaat.
1 = Symbool
+ temperatuur voor aanvang van de ontdooifase
(fabrieksinstelling).
2 = Symbool
+
indrukken. Melding =
5 sec. indrukken. De elektronica schakelt terug naar het
normale regelbedrijf.
Uitlezen van het temperatuurverloop
indrukken. Melding =
Met de toetsen of in de lijst bladeren.
De periode in uren, waarin de maximaal en minimaal
opgetreden binnentemperaturen werden gemeten
De hoogst (warmst) gemeten temperatuur
De laagst gemeten temperatuur
Met de toets
het gewenste punt activeren. Wordt deze toets
nogmaals ingedrukt, geraakt men terug in de lijst.
Het menu kan voortijdig worden verlaten doordat men gedurende
5 sec. op de toets drukt.
Wordt binnen 60 seconden op geen toets gedrukt, schakelt de
elektronica automatisch terug.
Waarde van het geregistreerde temperatuur-
verloop rt terugzetten
indrukken. Melding =
indrukken. Melding = -
5 sec. indrukken. Melding =
De waarden voor en (hoogst resp. laagst gemeten bin-
nentemperatuur) worden daarbij op de op dat moment in de bin-
nenruimte heersende temperatuur teruggezet.
5 sec. indrukken. De elektronica schakelt terug naar het nor-
male regelbedrijf.
Alarmtoestanden terugzetten
indrukken. Melding =
+ 5 sec. indrukken. Melding =
5 sec. indrukken. De elektronica schakelt terug naar het nor-
male regelbedrijf.
Parameter op fabrieksinstelling terugzetten
Met deze functie kunnen de alarmgrenzen en waarden van de
sensorkalibratie op de fabrieksinstelling worden teruggezet.
Trek de stekker uit het stopcontact.
ingedrukt houden en de netstekker insteken.
Melding =
drücken. Melding =
De elektronica schakelt terug naar het normale regelbedrijf.
29
Storingen
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Het apparaat werkt niet. Controleer:
of het apparaat is ingeschakeld;
of de stekker goed in het stopcontact zit;
of de zekering in de meterkast nog goed is.
De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder "Temperatuur
instellen");
of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
of de ventilatie in orde is;
of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
• Temperatuuralarmtest functioneert niet zoals gewenst.
– Zie paragraaf „Alarm-test” en „Instellen van de alarmpara-
meters”
Neem, indien geen van de bo-
vengenoemde oorzaken van
toepassing zijn en u de storing
niet zelf verhelpen kunt, con-
tact op met de dichtstbijzijnde
technische dienst van de leve-
rancier van het apparaat. Geef
de volgende gegevens op het
typeplaatje door: typeaandui-
ding
1, servicenummer 2en
apparaatnummer
3.
De positie van het typeplaatje is te vinden in het hoofdstuk Be-
schrijving van het apparaat.
NL
Buiten werking stellen
Wanneer het apparaat het langere tijd leegstaat, het apparaat
uitschakelen, ontdooien, reinigen en drogen en de deur open
houden om schimmelvorming te voorkomen.
Aanwijzing m.b.t. afdanken
Het apparaat bevat waardevolle materialen en mag
niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meege-
geven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet
vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk
geldende voorschriften en wetten.
Beschadig het koelmiddelcircuit van het afgedankte apparaat
niet, wanneer u het afvoert.
Dit apparaat bevat brandbare gassen in het koelmiddelcircuit en
het isolatieschuim.
Informatie over correcte verwijdering is verkrijgbaar bij het
gemeentehuis/de gemeenteadministratie of een afvalverwer-
kingsbedrijf.
Reinigen
WAARSCHUWING
Voor het reinigen moet het apparaat in elk geval
van het net worden losgekoppeld. De netstekker
uit het stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen!
Oppervlakken die met levensmiddelen en toegan-
kelijke afvoersystemen in aanraking kunnen komen
moeten regelmatig worden gereinigd!
VOORZICHTIG
Gevaar voor beschadiging van onderdelen van het
apparaat en verwondingsgevaar door hete damp.
Het apparaat niet in met stoomreinigingsappara-
tuur reinigen!
Reinig de binnenkant, de delen van het interieur en de buitenwand
van het apparaat met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel
is toegevoegd. Geen zand- of zuurhoudende schoonmaakpro-
ducten resp. chemische oplosmiddelen gebruiken.
Om kortsluiting te voorkomen, bij het reinigen van het apparaat
erop letten dat er geen reinigingswater in de elektrische com-
ponenten dringt.
Maak alles goed droog met een doek.
Bij apparaten in rvs-uitvoering een normaal rvs-schoonmaak-
middel gebruiken.
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat nooit: het is belangrijk voor onze technische dienst.
Stolter reinigen
Het stolter minimaal 2 keer per jaar
reinigen!
De netstekker uit het
stopcontact trekken!
1. Het stolter naar boven toe
wegnemen.
2. Het stoffilter met water en
afwasmiddel reinigen.
3. Het stolter weer monteren.
Mogelijke foutmeldingen op het display
Fout-
code
Fout Maatregel
E0, E1,
E2, rE
Temperatuursensor
defect
Contact opnemen met de
technische dienst
EE, EF Fout in de
stuurelektronica
Contact opnemen met de
technische dienst
dOr De deur van het
apparaat te lang
open
De deur van het apparaat
sluiten
HI Temperatuur in het
apparaat te hoog
(warm)
Controleren of de deur
wel correct gesloten is.
Wanneer de temperatuur
niet daalt, contact
opnemen met de
technische dienst.
LO Temperatuur in het
apparaat te laag
(koud)
Contact opnemen met de
technische dienst
HA In de binnenruimte
was het gedurende
een bepaalde periode
te warm of te koud.
Zie paragraaf
Uitlezen van het tempera-
tuurverloop
30
De wisseling van de deurscharniering mag alleen door
opgeleid vakpersoneel worden doorgevoerd.
Voor de ombouw zijn twee personen noodzakelijk.
Draairichting deur veranderen GGPv 65..
4. Lagerdelen van het scharnier halen.
1. Deur ca. 90° openen.
Belangrijke aanwijzing
De deur moet 9 geopend
worden, voordat het onderste
scharnier gedemonteerd wordt.
Daardoor wordt het in de deur in-
gebouwde zelfsluitmechanisme in
een voor de inbouw noodzakelijke
positie gehouden.
WAARSCHUWING!
Wordt de deur in gesloten toestand gedemon-
teerd en weer gemonteerd, dan leidt dit tot
vernieling van het zelfsluitmechanisme bij de
eerste keer dat de deur geopend wordt.
Belangrijke aanwijzing
De deur moet vanwege het hoge gewicht
door een persoon worden vastgehouden.
2. Scharnier eraf schroeven.
Deur uit het bovenste scharnier
laten zakken en verwijderen.
Lagerring
Messing ring
Lagerbus
Kunststof ring
Aanwijzing bij punt 4
De lagerbus met messing ring en lagerring
kan bij het wegnemen van het scharnier in het
deurlager blijven steken en moet in dat geval
daar weggenomen worden.
3. Lagerring van het bovenste
deurlager afnemen.
5. Het bovenste scharnier en de afdekkingen elke keer
op de tegenoverliggende kant aanbrengen.
6. Schroef de scharnierbasis er af en monteer het
aan de tegenoverliggende zijde.
31
NL
9. Open de deur 90° en hang hem over
de bovenste vierkante stift.
WAARSCHUWING!
De deur beslist onder een hoek
van 90° weer monteren.
Wordt de deur in gesloten toe-
stand gemonteerd, dan leidt
dit tot vernieling van het zelf-
sluitmechanisme bij de eerste
keer dat de deur geopend en
gesloten wordt.
Belangrijke aanwijzing
De deur moet vanwege het hoge gewicht
door een persoon worden vastgehouden.
11. Het scharnier met aangebrachte lage-
ronderdelen in het onderste deurlager
zetten.
Lagerring
Messing ring
Kunststof ring
10. Lageronderdelen op het scharnier zetten.
Aanwijzing bij punt 11
De noppen aan de lagerring moeten bij
het inzetten in de uitsparingen van het
deurlager passen.
Indien nodig, de bovenste ring licht
draaien.
12. Scharnier vastschroeven.
8. Lagerring en lagerbus in
het bovenste deurlager
plaatsen.
7. Deur 180° draaien.
*708542104*
Liebherr-Hausgeräte GmbH
Memminger Straße 77-79
88416 Ochsenhausen
Germany
home.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12