Miele KM 3010 GAS de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Downloaded from www.vandenborre.be
Gebruiks- en montageaanwijzing
Gaskookvlakken
KM 3010
KM 3014
Lees in elk geval de ge-
bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 289 570
nl-BE
Downloaded from www.vandenborre.be
2
Downloaded from www.vandenborre.be
Beschrijving van het toestel .........................................5
KM 3010..........................................................5
KM 3014..........................................................6
Bijgeleverd toebehoren ..............................................8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................9
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu .......................22
Het afdanken van het apparaat .......................................22
Vóór het eerste gebruik............................................23
Bediening .......................................................24
Bedieningsknoppen................................................24
Inschakelen ......................................................25
Inschakelen tijdens een stroomonderbreking .........................25
Regelen .........................................................26
Uitschakelen .....................................................26
Kookgerei .......................................................27
Verkleinring ....................................................28
Wokring.......................................................28
Tips om energie te besparen .......................................29
Veiligheidsvoorzieningen ..........................................30
Reiniging en onderhoud ...........................................31
Wat gedaan als ...?................................................36
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................37
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw ........................38
Toestel- en inbouwafmetingen ......................................41
Inbouwen .......................................................43
Elektrische aansluiting ............................................45
Gasaansluiting ...................................................47
Brandervermogen ................................................49
Aanpassen aan een andere gassoort ................................50
Tabel voor de inspuiters ............................................50
Grote inspuiters vervangen ..........................................51
Kleine inspuiters vervangen .........................................53
Werking controleren................................................54
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie ....................55
Inhoud
4
Downloaded from www.vandenborre.be
KM 3010
a Intensieve brander
b Sudderbrander
cd Normale branders
e Pandragers (voor elke brander)
f Kookzonesymbool
Bedieningsknoppen voor het kookvlak
g Vooraan rechts
h Achteraan rechts
i Achteraan links
j Vooraan links
Beschrijving van het toestel
5
Downloaded from www.vandenborre.be
KM 3014
a Wokbrander
b Sudderbrander
c Normale brander
d Pandragers (voor elke brander)
e Kookzonesymbool
Bedieningsknoppen voor het kookvlak
f Vooraan rechts
g Achteraan rechts
h Links
Beschrijving van het toestel
6
Downloaded from www.vandenborre.be
Branders Wokbrander
a Buitenste branderdop
b Binnenste branderdop
c Branderkop
d Brandervoet
e Thermisch element
f Ontstekingselektrode
Sudder-, normale, intensieve brander
a Branderdop
b Branderkop
c Brandervoet
d Thermisch element
e Ontstekingselektrode
Beschrijving van het toestel
7
Downloaded from www.vandenborre.be
Bijgeleverd toebehoren
U kunt het bijgeleverde toebehoren apart kopen (zie rubriek
"Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Dit geldt ook voor an
-
der toebehoren.
Wokring
(alleen voor KM 3014)
De meegeleverde wokring zorgt voor extra stabiliteit van het
kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een
ronde bodem.
Verkleinring
(alleen voor KM 3014)
Wanneer u kookgerei wilt gebruiken dat kleinere afmetingen
heeft dan deze die vermeld staan in de tabel in de rubriek
"Kookgerei", moet u de bijgeleverde verkleinring gebruiken.
Beschrijving van het toestel
8
Downloaded from www.vandenborre.be
Dit gaskookvlak voldoet aan de voorgeschreven vei
-
ligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kun
-
nen gebruikers echter letsel oplopen en kan er scha
-
de optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing daarom
aandachtig door voordat u het gaskookvlak in ge
-
bruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veilig-
heid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van
uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef
ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Downloaded from www.vandenborre.be
Juist gebruik
~
Dit gaskookvlak is bedoeld voor gebruik in het huis
-
houden en gelijkaardige omgevingen zoals
in winkels, kantoren en gelijkaardige
werkomgevingen,
op boerderijen,
door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en
andere typische woonomgevingen.
~
Gebruik het gaskookvlak uitsluitend in huishoudelijke
context voor het bereiden en warmhouden van ge-
rechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt
vermeld of door foutieve bediening.
~
Dit gaskookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of
geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of
gebrek aan kennis niet in staat zijn om dit gaskookvlak
veilig te bedienen, mogen het toestel alleen onder het
toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
Downloaded from www.vandenborre.be
Kinderen in het huishouden
~
Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
~
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt van
het gaskookvlak worden gehouden, tenzij ze constant
in het oog worden gehouden.
~
Kinderen vanaf 8 jaar mogen het gaskookvlak alleen
maar gebruiken wanneer hun de bediening ervan zo
uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kin-
deren moeten de eventuele risico's van een foutieve
bediening kunnen beseffen.
~
Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik
is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitscha-
kelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is af-
gekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich
aan verbranden.
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interes-
sant zijn, boven of achter het gaskookvlak. Anders wor
-
den kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren.
Ze kunnen zich verbranden!
~
Zorg ervoor dat kinderen geen hete kookpotten en
pannen omlaag kunnen trekken. Draai de handvaten
van de kookpotten en pannen over het werkblad. Hier
-
door voorkomt u dat iemand zich verbrandt. In de han
-
del vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit
risico wordt beperkt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Delen van de verpakking, bijv. folie of piepschuim,
kunnen voor kinderen gevaar inhouden. Kinderen kun
-
nen verstikken! Bewaar deze delen van de verpakking
buiten hun bereik en verwijder de verpakking ook zo
vlug mogelijk.
Technische veiligheid
~
Controleer vóórdat het gaskookvlak wordt geplaatst
of het aan de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is
dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in
gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in
gevaar brengen!
~
De elektrische veiligheid van het gaskookvlak is al-
leen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een
volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem.
Het is belangrijk dat u dit controleert.
Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel
door een elektricien controleren. Miele kan niet aan-
sprakelijk gesteld worden voor schade die werd ver
-
oorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere
gevaar voor elektrische schokken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Vergelijk zeker eerst de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elek
-
trische installatie. Sluit daarna pas uw gaskookvlak
aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen.
Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij
twijfel inlichtingen aan een elektricien.
~
Gebruik uw gaskookvlak enkel in ingebouwde toe-
stand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd.
~
Alleen een erkend installateur mag het toestel aan-
sluiten op het gasnet. Wordt de stekker verwijderd, dan
mag het toestel uitsluitend door een erkend elektricien
op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Laat dit
werk uitvoeren door vakmensen die goed op de hoogte
zijn van de nationale voorschriften en van de bijkomen-
de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf; ze
moeten deze voorschriften zorgvuldig naleven. Wan-
neer er bij het inbouwen en aansluiten van het toestel
fouten worden gemaakt, kan Miele niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die daar eventueel het
gevolg van is.
~
Open in geen geval de behuizing van het gaskook
-
vlak.
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of
de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan
dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen
in de werking van het toestel leiden.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
13
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mo
-
gen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die
door Miele erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-,
onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de
gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele
niet aansprakelijk kan worden gesteld.
~
Tijdens installatie-, onderhouds- en
herstellingswerken moet het gaskookvlak van het
gasnet en het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het
toestel is pas stroomloos als aan een van deze voor-
waarden is voldaan:
De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld.
De schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn hele-
maal uitgedraaid.
De stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij toestellen met stekker niet aan de kabel maar
aan de stekker om het toestel los te koppelen van het
elektriciteitsnet.
~
Laat u het gaskookvlak tijdens de garantieperiode
herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een
technicus die door Miele erkend is. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
14
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen
door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u
zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele
qua veiligheid stelt.
~
Het kookvlak is niet bestemd voor gebruik met een
externe schakelklok (timer) of een systeem voor bestu
-
ring op afstand.
~
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze wor-
den vervangen door een speciale aansluitkabel van het
type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijg-
baar bij de fabrikant of via de Service After Sales.
~
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen
stopcontactenblokken of verlengkabels om het gas-
kookvlak op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Die bie-
den niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat on-
der andere gevaar voor oververhitting.
~
Als het gaskookvlak defect is of als de
glaskeramiekplaat barsten of spleten vertoont, mag u
het gaskookvlak niet in gebruik nemen en dient u het
toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het gaskook
-
vlak van het elektriciteitsnet en het gasnet. Neem in dat
geval contact op met de dienst Herstellingen aan huis
van Miele.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
15
Downloaded from www.vandenborre.be
Veilig gebruik
~
Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik
is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitscha
-
kelen. Let erop dat u het toestel niet aanraakt zolang
het nog warm kan zijn.
~
Zorg dat op een ontstoken brander altijd kookgerei
staat. Door de te sterke hitte van de vlammen kan een
erboven geplaatste dampkap schade oplopen of vlam
vatten.
~
Laat het gaskookvlak niet zonder toezicht achter ter-
wijl het in werking is! Door oververhitting kunnen olie en
vet in brand vliegen en kan vervolgens het toestel in
brand vliegen.
~
Als heet vet of hete olie in brand vliegt, probeer het
vuur dan niet met water te blussen! Doe het vuur
stikken, bijv. met een deken, een vochtige vaatdoek of
iets in die aard.
~
Gebruik het gaskookvlak niet om het vertrek te ver
-
warmen. Door de hoge temperaturen bestaat er brand
-
gevaar voor licht ontvlambare voorwerpen in de omge
-
ving van het toestel. Bovendien vermindert hierdoor de
levensduur van het toestel.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
16
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Bescherm uw handen telkens als u met het hete toe
-
stel omgaat. Maak gebruik van ovenwanten, pannen
-
lappen of iets dergelijks. Zorg dat deze niet te dicht bij
de vlammen komen. Gebruik dus geen al te grote pan
-
nenlappen, theedoeken of iets dergelijks.
De pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn. An
-
ders wordt de warmte sterker overgedragen en kunt u
zich verbranden.
~
Flambeer nooit gerechten onder een dampkap. De
ventilator zuigt de vlammen aan zodat de dampkap in
brand kan vliegen.
~
Vermijd dat er voorwerpen of kookgerei op de
glaskeramiekplaat vallen. Zelfs lichte voorwerpen zoals
zoutvaatjes kunnen in een minder gunstig geval
barsten of spleten veroorzaken.
~
Gebruik het gaskookvlak niet om er voorwerpen op
neer te leggen.
Wanneer u het toestel per ongeluk inschakelt of wan
-
neer het nog warm is van een kookproces, bestaat het
risico dat het materiaal van de voorwerpen verhit. U
kunt zich daaraan verbranden. Het materiaal zelf kan
ook smelten of vlam vatten.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
17
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Dek het gaskookvlak nooit af, bijv. met een afdek
-
plaat, doek of folie. Als u het toestel per ongeluk in
-
schakelt of als het nog warm is van een bereiding, be
-
staat het risico dat het materiaal in brand vliegt, springt
of smelt.
~
Gebruik geen kookgerei van kunststof of aluminium
-
folie. Dat smelt bij hogere temperaturen. Er is dan ook
brandgevaar!
~
Verwarm geen gesloten recipiënten, bijv. conserven-
blikjes, met dit toestel. Door de resulterende overdruk
kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspatten. Er is
dan risico op verbrandingen en ander lichamelijk letsel!
~
Ontsteek een brander alleen wanneer alle brander-
delen op de juiste wijze in elkaar zijn gezet.
~
Gebruik alleen kookgerei waarvan de diameter niet
groter of kleiner is dan de in de tabel aangegeven af-
metingen (zie rubriek "Kookgerei"). Als de bodemdia
-
meter te klein is, staat het kookgerei niet stevig ge
-
noeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de
hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant ge
-
voerd en kunnen het werkblad, niet-hittebestendige
wanden (bijv. met panelen) of onderdelen van het gas
-
kookvlak beschadigd raken. Voor schade die op deze
wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden
gesteld.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
18
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het
kookgerei vandaan komen en aan de rand
omhoogslaan.
~
Gebruik geen kookgerei met een te dunne bodem.
Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij de fabrikant van
het kookgerei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als
u hiermee geen rekening houdt, kan het gaskookvlak
schade oplopen.
~
Gebruik altijd de bijgeleverde pandragers. U mag
het kookgerei niet rechtstreeks op de branders
plaatsen.
~
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de
buurt van het gaskookvlak.
~
Verwijder vetspatten en andere brandbare etensres-
ten zo snel mogelijk van het gaskookvlak. Anders be-
staat er brandgevaar.
~
Plaats de pandragers verticaal op het toestel, zodat
er geen krassen kunnen ontstaan.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
19
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Bij gebruik van een gaskookvlak ontstaan warmte,
vocht en verbrandingsproducten in het vertrek waar
het toestel is geplaatst. Vooral terwijl het toestel in wer
-
king is, moet het vertrek waar het toestel is geplaatst
goed worden verlucht: de natuurlijke ventilatieope
-
ningen moeten open worden gehouden of er moet een
mechanische ventilatievoorziening (bijv. een dampkap)
aanwezig zijn.
~
Als u het toestel intensief en lang aan één stuk door
gebruikt, is het aan te raden de ruimte extra te
verluchten, bijvoorbeeld door een raam te openen of
door de aanwezige mechanische ventilatievoorziening
(bijv. een dampkap) op een hogere stand in te scha-
kelen.
~
Wanneer u een elektrisch toestel, bijv. een
handmixer, gebruikt in de buurt van het gaskookvlak,
zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met het hete
gaskookvlak in contact komt. De isolatie van de kabel
kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elek
-
trische schokken!
~
Als er onder het gaskookvlak een lade is aange
-
bracht, mag u daarin geen spuitbussen, licht ontvlam
-
bare vloeistoffen of andere brandbare voorwerpen be
-
waren. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan
dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen
hitte bestand is.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
20
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Gebruik geen braadpannen, andere pannen of
grillstenen die zo groot zijn dat ze meerdere branders
bedekken. Door de daardoor ontstane hitte zou het
toestel beschadigd kunnen raken.
~
Als het gaskookvlak is ingebouwd achter een meu
-
beldeur, mag het alleen worden gebruikt wanneer de
meubeldeur is geopend.
Sluit de meubeldeur pas wanneer het toestel uitge-
schakeld is.
~
Als het gaskookvlak gedurende een ongebruikelijk
lange tijd niet is gebruikt, is het aan te bevelen het toe-
stel grondig te reinigen voordat u het weer in gebruik
neemt. Laat de correcte werking van het toestel zo no-
dig door een vakman of vakvrouw controleren.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan
is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht wer
-
den genomen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
21
Downloaded from www.vandenborre.be
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd voor milieu
-
vriendelijk en recycleerbaar verpak
-
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma
-
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw han
-
delaar neemt de verpakking terug.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio-
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be-
handeling kunnen deze stoffen schade-
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa-
raat dan ook nooit met het gewone af-
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
-
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
22
Downloaded from www.vandenborre.be
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is
op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Typeplaatje".
Eerste reiniging
^
Verwijder eventuele beschermfolies.
^
Reinig de afneembare delen van de branders vóór het
eerste gebruik met een sponsdoek, wat handafwasmiddel
en warm water. Vervolgens droogt u de delen en daarna
zet u de branders weer in elkaar (zie rubriek "Reiniging en
onderhoud").
^
Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speci
-
aal beschermlaagje. Daarom komt er een geur vrij als het toe-
stel voor het eerst wordt gebruikt.
Die geur en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze
verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch
op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de
gezondheid.
Vóór het eerste gebruik
23
Downloaded from www.vandenborre.be
Inschakelen
^
Ontsteek de brander door de desbetreffende bedienings
-
knop in te drukken en naar links op het grootste vlamsym
-
bool te draaien.
Als u de bedieningsknop bedient, wordt automatisch op
alle gaskookzones een vonk afgegeven. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
^
Zodra er een vlam zichtbaar is, houdt u de bedieningsknop
nog 5-10 seconden ingedrukt. Daarna laat u deze los.
^
Als de vlam voortijdig uitgaat, draait u de bedieningsknop
op "ß". Wacht minstens 1 minuut voor u een tweede keer
probeert om de brander te ontsteken. Houd de bedienings
-
knop eventueel langer ingedrukt.
^ Als de brander ook deze keer niet wordt ontstoken, draait u
de bedieningsknop op "ß" en raadpleegt u de rubriek "Wat
gedaan als ...".
Inschakelen tijdens een stroomonderbreking
Tijdens een stroomonderbreking kunt u de brander handma-
tig ontsteken, bijv. met een lucifer.
^ Druk de bedieningsknop in en draai deze naar links op het
grootste vlamsymbool.
^
Houd de bedieningsknop ingedrukt en ontsteek het
uitstromende mengsel van gas en lucht met een lucifer.
^
Houd de bedieningsknop nog ca. 5–10 seconden inge
-
drukt. Daarna laat u deze los.
Bediening
25
Downloaded from www.vandenborre.be
Regelen
Regel de vlam zodanig dat deze in geen geval boven het
kookgerei uitsteekt. Omdat de vlam aan de buitenkant heter
is dan in de kern moeten de punten van de vlam onder de
bodem van het kookgerei blijven. De warmte wordt anders
aan de lucht afgegeven. Bovendien kunnen de handvaten
van het kookgerei beschadigd raken en neemt de kans op
verbrandingen toe.
De branders kunnen traploos worden geregeld, van de groot
-
ste vlam tot de kleinste vlam.
^
Om van een grote naar een kleine vlam te gaan, draait u de
bedieningsknop in tegenwijzerzin tot aan de barrière. Druk
de bedieningsknop in, draai deze over de barrière heen en
laat de knop los. U kunt nu het gewenste vermogen instel-
len.
^ Om van een kleine naar een grote vlam te gaan, draait u de
bedieningsknop in wijzerzin tot aan de barrière. Druk de
bedieningsknop in, draai deze over de barrière heen en
laat de knop los. U kunt nu het gewenste vermogen instel-
len.
Uitschakelen
^ Draai de bedieningsknop naar rechts op "ß".
De gastoevoer wordt afgesloten en de vlam wordt gedoofd.
Draai de bedieningsknop niet in wijzerzin over "ß" heen.
Bediening
26
Downloaded from www.vandenborre.be
Branders Minimale bodemdiameter pannen/kookpotten (in cm)
Sudderbrander
Normale brander
Intensieve brander
Wokbrander
10
12
14
14
Maximale bovendiameter pannen/kookpotten (in cm)
Sudderbrander
Normale brander
Intensieve brander
Wokbrander
20
22
24
26
Neem de in de tabel vermelde afmetingen in acht. Als de
bodemdiameter te klein is, staat het kookgerei niet stevig
genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de
hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en
kunnen het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv.
met panelen) of onderdelen van het gaskookvlak bescha-
digd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
Hou er bij het aankopen van kookpotten en pannen re-
kening mee dat meestal niet de bodemdiameter maar de
bovendiameter wordt aangegeven.
Voor gas is geen speciaal kookgerei nodig. Het materiaal
moet alleen hittebestendig zijn.
Gebruik bij voorkeur kookgerei met een dikke bodem, om-
dat de warmte hierdoor goed wordt verdeeld. Als de bo
-
dem te dun is, kan het voedsel op bepaalde plaatsen over
-
verhit raken. Roer daarom regelmatiger om.
Gebruik kookgerei dat qua diameter bij de brander past.
Algemene regel: grote diameter = grote brander, kleine
diameter = kleine brander.
Plaats het kookgerei altijd op de meegeleverde pandrager.
U mag het kookgerei niet rechtstreeks op de branders
plaatsen.
Kookgerei
27
Downloaded from www.vandenborre.be
Zorg ervoor dat het kookgerei stevig op de pandrager
staat, zodat het niet kan omkantelen. Hou er rekening mee
dat het kookgerei altijd wat kan wankelen, zelfs als het
goed is geplaatst.
Gebruik geen kookpotten of pannen met een bodem die
steunt op de rand.
Verkleinring
U moet de bijgeleverde verkleinring gebruiken wanneer u
kookgerei wilt gebruiken dat kleinere afmetingen heeft dan
deze die vermeld staan in de tabel. Op deze manier staat het
kookgerei stevig op het gaskookvlak en kan het niet kantelen.
Wokring
Gebruik de wokring voor extra stabiliteit van het kookgerei.
Deze is vooral geschikt voor wokken met een ronde bodem.
Zorg ervoor dat de wokring juist geplaatst is, zodat deze
vastzit en niet kan verschuiven.
De wok vormt een buitenbeentje onder het kookgerei. De wok
heeft een kleine bodemdiameter en een grote bovendiameter
(meestal 35-40 cm). De wokbrander is speciaal geschikt voor
de wok.
Kookgerei
28
Downloaded from www.vandenborre.be
Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo
vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt.
Gebruik weinig water bij het bereiden.
U kunt de bereidingstijd aanzienlijk verkorten door een
snelkookpan/snelkookpot te gebruiken.
Stel na de kookstart of het aanbraden een kleinere vlam in.
Kies liever brede, lage kookpotten dan smalle, hoge
kookpotten. Ze warmen immers sneller op.
Tips om energie te besparen
29
Downloaded from www.vandenborre.be
Thermo-elektrische vlambeveiliging
Uw gaskookvlak is uitgerust met een thermo-elektrische vlam
-
beveiliging. Deze zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt afge
-
sloten wanneer de gasvlam uitgaat, bijvoorbeeld omdat deze
uitwaait of omdat een gerecht overkookt, en wanneer de
brander vervolgens zonder succes weer wordt ontstoken. Op
deze manier wordt voorkomen dat er verder gas naar buiten
stroomt.
^
Om het gaskookvlak weer in gebruik te nemen, draait u de
bedieningsknop naar rechts op "ß". Schakel de brander
vervolgens op de normale manier weer in.
De veiligheidsuitschakeling werkt onafhankelijk van de
stroomtoevoer. Dat betekent dat deze ook werkt wanneer het
toestel bij een stroomonderbreking in gebruik is.
Veiligheidsvoorzieningen
30
Downloaded from www.vandenborre.be
,
Gebruik nooit een stoomreiniger om het toestel schoon
te maken. De stoom kan in aanraking komen met onderde
-
len van het toestel die onder spanning staan en zo een
kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst
afkoelen.
Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voor
-
komt u kalkafzetting.
Hardnekkig vuil laat u eerst inweken.
Als de inhoud van pannen of kookpotten overloopt op het
hete toestel, kan dit tot verkleuringen leiden op de bran
-
derdelen. Verwijder vuil dus onmiddellijk!
De oppervlakken van de branderdelen en de pandragers
worden na verloop van tijd iets matter. Dit is normaal en
heeft verder geen gevolgen voor het gebruik van het gas-
kookvlak.
Reiniging en onderhoud
31
Downloaded from www.vandenborre.be
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid
-
delen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
vlek- en roestverwijderaars,
schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
grill- of ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuurspons-
jes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuur-
middel bevatten,
scherpe voorwerpen
(om te vermijden dat de dichtingen tussen het frame en het
werkblad beschadigd raken).
Reiniging en onderhoud
32
Downloaded from www.vandenborre.be
Reiniging Opmerkingen
Glaskeramiek Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek.
Aangekoekt vuil schraapt u weg met een glaskrab
-
ber.
Maak het kookvlak grondig schoon met het specia
-
le reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij
staal van Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijg
-
baar toebehoren") of een reinigingsmiddel voor ke
-
ramische kookplaten dat in de handel verkrijgbaar
is. Gebruik daartoe wat keukenrolpapier of een
schone doek.
Breng het reinigingsmiddel niet op een warm kook
-
vlak aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan.
Ga daarna met een vochtige doek over het kook
-
vlak en wrijf tot slot alles droog met een zachte
doek.
Gebruik geen handafwas
-
middel. Hiermee kunt u niet
al het vuil en alle resten ver
-
wijderen. Bovendien vormt
er zich dan een onzichtbare
film, die ervoor zorgt dat er
verkleuringen ontstaan op
de glaskeramiek. U kunt
deze verkleuringen niet
meer verwijderen.
Volg bij gebruik van specia
-
le reinigingsmiddelen voor
keramische kookplaten de
richtlijnen van de fabrikant.
Pandragers Verwijder de pandragers.
Reinig deze in de afwasautomaat of met een
sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm
water.
Indien nodig gebruikt u de ruwe kant van een
afwasspons.
Bedieningsknop-
pen
Reinig deze met een sponsdoek, een beetje hand-
afwasmiddel en warm water.
Niet geschikt voor de af-
wasautomaat.
Branders Verwijder alle losse delen van de brander.
Reinig deze met een sponsdoek, een beetje hand
-
afwasmiddel en warm water.
Ga vervolgens met een vochtige doek over de
niet-afneembare branderdelen.
Niet geschikt voor de af-
wasautomaat.
Zorg dat ook de gleuven in
de brander na de reiniging
goed droog zijn.
Ontstekingselek
-
trode
Thermisch ele
-
ment
Ga hier voorzichtig over met een goed uitgewron
-
gen vochtige doek.
De ontstekingselektrode
mag niet nat worden. An
-
ders kan er geen vonk wor
-
den afgegeven.
Reiniging en onderhoud
33
Downloaded from www.vandenborre.be
Sudder-, normale, intensieve brander in elkaar zetten
^ Plaats de branderkop b zodanig op de brandervoet c dat
het thermische element d en de ontstekingselektrode e
door de gleuven van de branderkop heen steken. De bran-
derkop moet goed op de brandervoet liggen.
^
Plaats de branderdop a zodanig dat de nokjes in de uit
-
sparingen van de branderkop b vallen.
Als de branderdop juist is geplaatst kan deze niet worden
verschoven.
Zorg ervoor dat u de branderdelen in de juiste volgorde in el
-
kaar zet.
Reiniging en onderhoud
34
Downloaded from www.vandenborre.be
Wokbrander in elkaar zetten
^ Plaats de branderkop c zodanig op de brandervoet d dat
het thermische element e en de ontstekingselektrode f
door de gleuven van de branderkop heen steken. De bran
-
derkop moet goed op de brandervoet liggen.
^
Plaats de branderdoppen a en b.
Zorg ervoor dat u de branderdelen in de juiste volgorde in el
-
kaar zet.
Reiniging en onderhoud
35
Downloaded from www.vandenborre.be
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u
zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellin
-
gen aan huis van Miele, bespaart u tijd en kosten.
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te
vinden en problemen te verhelpen. Vergeet echter niet:
,
Herstellingen aan elektrische en gastoestellen mogen alleen door vakmen
-
sen worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er
niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Probleem Oorzaak Oplossing
De brander kan niet
worden aangestoken
na meerdere pogin
-
gen
De brander is niet juist in elkaar
gezet.
Zet de brander juist in elkaar.
De gaskraan is niet geopend. Open de gaskraan.
De brander is nat en/of vuil. Reinig en droog de brander.
De gleuven in de brander zijn
verstopt en/of nat.
Reinig en droog de gleuven in de brander
De desbetreffende zekering in
uw zekeringkast is gesprongen.
Neem eventueel contact op met een elektri-
cien of de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
Gasvlam gaat uit na
de ontsteking
De vlammen komen niet in con-
tact met het thermische ele-
ment; het wordt niet heet ge-
noeg:
- De branderdelen zijn niet juist
geplaatst.
- Er bevindt zich vuil bij het
thermische element.
Zet de branderdelen juist op elkaar.
Verwijder het vuil.
De gasvlam ziet er
anders uit
De branderdelen zijn niet juist
geplaatst.
Zet de branderdelen juist op elkaar.
De branderkop of de gleuven
van de branderdop zijn vuil.
Verwijder het vuil.
De elektrische
ontstekingsinrichting
van de brander func
-
tioneert niet
De desbetreffende zekering in
uw zekeringkast is gesprongen.
Neem eventueel contact op met een elektri
-
cien of de dienst Herstellingen aan huis van
Miele.
U kunt het gas ontsteken met een lucifer (zie
rubriek "Inschakelen tijdens een stroomonder
-
breking").
Er bevinden zich etensresten
tussen de ontstekingselektrode
en de branderdop
Verwijder deze voorzichtig (volg de instructies
van de rubriek "Reiniging en onderhoud").
Wat gedaan als ...?
36
Downloaded from www.vandenborre.be
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat
geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan
reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele
Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After
Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal
250 ml
Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en
aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken).
Microvezeldoek
Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
37
Downloaded from www.vandenborre.be
Om schade aan het toestel te ver
-
mijden, mag u het pas inbouwen na
-
dat de wandkasten en de dampkap
zijn gemonteerd.
~
De lijsten en randen van het werk
-
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen.
Ook de wandafdichtstrips moeten hitte
-
bestendig zijn.
~
Dit toestel mag niet op niet-vaste
plaatsen (bijv. op een schip) worden
gebruikt.
~
Vanwege het risico op overslaande
vlammen mag een gaskookvlak niet di-
rect naast een friteuse worden inge-
bouwd. Er dient tussen het gaskookvlak
en een friteuse een afstand van min-
stens 300 mm te worden aangehouden.
~
Gaskookvlakken mogen niet worden
ingebouwd boven koeltoestellen, af-
wasautomaten, wasautomaten en
droogautomaten.
~
De gasslang en de aansluitkabel
mogen na de inbouw niet in aanraking
komen met onderdelen van het toestel
die bij gebruik warm worden. Anders
kunnen de gasslang en de aansluitka
-
bel beschadigd raken.
~
De aansluitkabel en een flexibele
gasaansluiting moeten zodanig aange
-
bracht zijn dat deze niet in contact
komen met beweegbare delen van de
keukenelementen (bijv. een lade) en
dat deze niet blootgesteld zijn aan me
-
chanische belastingen.
~
Neem de veiligheidsafstanden op
de volgende pagina's strikt in acht.
~
Gebruik geen middel om de voegen
te dichten, tenzij dat uitdrukkelijk wordt
gevraagd. De dichtingsstrook van het
toestel zorgt al voor voldoende afdich
-
ting met het werkblad.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
38
Downloaded from www.vandenborre.be
Veilige afstand boven het toestel
Hou tussen het toestel en een dampkap
erboven de veiligheidsafstand aan die
door de fabrikant van de dampkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de dampkap
geen afstand vermeld of zijn er licht
ontvlambare materialen (bijv. een rekje)
boven het toestel geïnstalleerd, dan
dient de veiligheidsafstand minstens
760 mm te bedragen.
Als u verschillende toestellen (bijv. een
gaskookvlak en een elektrisch kook
-
vlak) naast elkaar inbouwt onder een
dampkap, neemt u de grootste afstand
die wordt vermeld in de gebruiks- en
montageaanwijzing.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
39
Downloaded from www.vandenborre.be
Veilige afstand opzij
Het gaskookvlak mag slechts aan één
zijkant (rechts of links) en aan de ach
-
terkant grenzen aan meubels of
wanden die hoger zijn dan het toestel
zelf (zie de afbeeldingen).
Neem minstens volgende afstanden in
acht:
a Achter het toestel: minstens 50 mm
tussen de uitsparing in het werkblad
en de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
150 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
c Links van het toestel: minstens
150 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
40
Downloaded from www.vandenborre.be
^
Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de maatschets. Neem de
veiligheidsafstanden (zie rubriek
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid
bij inbouw") in acht.
^
Bescherm het zaagpatroon bij houten
werkbladen met speciale lak,
siliconenrubber of giethars om op
-
zwellen door vocht te verhinderen.
De gebruikte materialen moeten hitte
-
bestendig zijn.
Zorg ervoor dat deze materialen niet
in contact komen met het oppervlak
van het werkblad.
^ Voer de aansluitkabel van het toestel
naar onderen door de uitsparing in
het werkblad.
^ Plaats het toestel in de uitsparing.
Wordt bij het inbouwen geconsta-
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius (ß
R4) voorzichtig met een decoupeer
-
zaag worden nabewerkt.
^
Sluit het toestel aan op het elektrici
-
teitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
^
Sluit het toestel aan op gas (zie "Gas
-
aansluiting").
^
Bevestig het toestel met de bijgele
-
verde draagprofielen a.
Na het inbouwen
Controleer na het inbouwen de werking
van het gaskookvlak door alle branders
aan te steken.
Op de laagste stand mag de vlam niet
doven, ook niet wanneer u de bedie-
ningsknop snel van de grote naar de
kleine vlam draait.
Op de hoogste stand moet de brander
een duidelijk zichtbare kern hebben.
Inbouwen
43
Downloaded from www.vandenborre.be
Dichting tussen het toestel en het
werkblad
De dichtingsstrook onder de rand van
het bovenste deel van het toestel zorgt
reeds voor voldoende afdichting met
het werkblad.
Het toestel mag in geen geval met
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
worden afgedicht.
Het toestel en het werkblad kunnen
beschadigd raken wanneer het toe-
stel moeten worden verwijderd.
Betegeld werkblad
De voegen a en het gearceerde deel
onder de ondersteuning van het gas-
kookvlak moeten glad en effen zijn, zo-
dat het gaskookvlak er gelijkmatig op
ligt en de dichtingsstrook onder de
rand van het bovenste deel van het toe-
stel een voldoende goede afdichting tot
het werkblad garandeert.
Inbouwen
44
Downloaded from www.vandenborre.be
Het is aan te bevelen het toestel via een
stekker aan te sluiten op het elektrici
-
teitsnet. Daardoor worden onderhouds-
en herstelwerken eenvoudiger.
Zorg ervoor dat het stopcontact na de
inbouw van uw toestel nog vlot toegan
-
kelijk is.
Als de aansluiting niet via een stopcon
-
tact gebeurt, dient u de aansluiting te
laten uitvoeren door een elektricien, die
goed op de hoogte is van de nationale
voorschriften en aanvullende voor
-
schriften van de plaatselijke elektrici
-
teitsmaatschappij, en die deze voor
-
schriften nauwkeurig opvolgt.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vaste
aansluiting voorzien, dan moet die
voor elke fase met een stroomonder-
breker uitgerust zijn. Als stroomonder-
brekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automa-
tische uitschakelaars, zekeringen en
contactsluiters.
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje. Deze gegevens
moeten overeenstemmen met de gege
-
vens van het elektriciteitsnet.
De fabrikant wijst erop dat hij geen
aansprakelijkheid aanvaart voor
(on)rechtstreekse schade die
voortvloeit uit een ondeskundige in
-
bouw of verkeerde aansluiting.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er zijn elek
-
trische schokken mogelijk.
Na inbouw moet worden gewaar
-
borgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange-
raakt.
Totaal vermogen
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
AC230V/50Hz
Zekering: 10 A
Onderbrekingskarakteristiek: type B of
C
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen wordt
aangeraden vóór het toestel een
veiligheidsschakelaar met een uitscha
-
kelstroom van 30 mA te plaatsen.
Elektrische aansluiting
45
Downloaded from www.vandenborre.be
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het elektriciteitsnet dient te worden los
-
gekoppeld, gaat u afhankelijk van de
installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen
Neem de inzetstukken helemaal uit
de schroefkappen. of:
Automaat met schroefzekeringen
Druk op de testknop (rood) tot de
middelste knop (zwart) uitspringt.
of:
Inbouwzekeringsautomaat
(stroomonderbreker, min.
type B of C!):
Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan)
op 0 (uit). of:
Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar) Zet de
hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0
(uit) of druk op de testtoets.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
-
keld.
Aansluitkabel vervangen
Bij het vervangen van de aansluitkabel
mag alleen een speciale aansluitkabel
van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie)
worden gebruikt. Deze kabel is verkrijg
-
baar bij de fabrikant of de Service After
Sales van Miele.
De kabel mag enkel worden vervangen
door de fabrikant van het toestel, de
door Miele erkende dienst Herstellingen
aan huis of een elektricien. De vereiste
aansluitgegevens vindt u op het type
-
plaatje.
Elektrische aansluiting
46
Downloaded from www.vandenborre.be
,
De aansluiting op gas of het
aanpassen aan een andere gassoort
mag uitsluitend worden uitgevoerd
door een installateur die erkend is
door het plaatselijke gasbedrijf. De
installateur is ervoor verantwoorde
-
lijk dat het toestel goed functioneert
op de plaats waar het toestel wordt
geplaatst.
De gasaansluiting moet zo zijn ge
-
plaatst dat een aansluiting binnen of
buiten het keukenmeubel mogelijk
is. De afsluitkraan moet, eventueel
na het openen van de meubeldeur,
toegankelijk en zichtbaar zijn.
Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf
welke gassoort u hebt en vergelijk
dit met de gegevens op het type-
plaatje.
Dit toestel mag niet op een afvoerlei-
ding voor verbrandingsgassen wor-
den aangesloten. Het moet volgens
de geldende installatievoorschriften
worden geplaatst en aangesloten.
De ruimte waarin het toestel wordt
geplaatst, moet voldoende worden
verlucht.
Het gaskookvlak moet volgens de
geldende voorschriften en richtlijnen
op het gasnet worden aangesloten.
Bij de gasaansluiting moeten ook de
speciale voorschriften van het
plaatselijke gasbedrijf en die van de
bouwtoezichtsinstanties in acht wor
-
den genomen.
De gasaansluitingen moeten zoda
-
nig zijn aangebracht dat deze niet
worden beschadigd door de hitte
die het toestel afgeeft als het aan
staat.
Met name de gasleidingen en de
aansluitarmaturen mogen niet in
aanraking komen met hete verbran
-
dingsgassen.
De gasslang en de aansluitkabel
mogen niet in aanraking komen met
onderdelen van het gaskookvlak die
bij gebruik warm worden, omdat de
slang en de kabel anders bescha-
digd kunnen raken.
Een flexibele aansluitleiding moeten
zodanig aangebracht zijn dat deze
niet in contact komt met
beweegbare delen van de
keukenelementen (bijv. een lade) en
dat deze niet blootgesteld is aan
mechanische belastingen.
Na het inbouwen van het toestel
moet het aan de plaatselijke
gasverhoudingen worden aange
-
past.
Tot slot moet de gasaansluiting op
dichtheid worden gecontroleerd.
Gasaansluiting
47
Downloaded from www.vandenborre.be
Het toestel is geschikt voor aardgas en
vloeibaar gas.
Categorie overeenkomstig EN 30:
BE II 2E+ 3+ 20/25, 28-30/37 mbar.
Het toestel is, afhankelijk van de
landspecifieke uitvoering, voorzien voor
aardgas of vloeibaar gas (zie sticker op
het toestel).
Voor het aanpassen aan een andere
gassoort is, afhankelijk van de
landspecifieke uitvoering, de overeen
-
komstige set inspuiters bijgeleverd.
Als de voor uw installatie vereiste set in
-
spuiters niet bijgeleverd is, dient u con-
tact op te nemen met uw Miele-hande-
laar of de Service After Sales van Miele.
Het aanpassen aan een andere gas-
soort wordt beschreven in de rubriek
"Aanpassen aan een andere gassoort".
Schroefdraadaansluiting op het toe-
stel
De gasaansluiting van het toestel is met
kegelvormige schroefdraad (1/2 ") uit
-
gerust. Er zijn twee
aansluitingsmogelijkheden:
vaste aansluitleiding
flexibele aansluitleiding
volgens DIN 3383 Teil 1
Een flexibele aansluitleiding mag niet
langer zijn dan 2 m.
Om dichte verbindingen te garande
-
ren, moeten geschikte
dichtingsmiddelen worden gebruikt.
Gebruik van een bochtstuk van 90°
c Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1
(DIN EN 10226)
d Bochtstuk van 90°
Bij gebruik van een bochtstuk van 90°
wordt de inbouwhoogte voor de gas-
aansluiting ca. 60 mm hoger.
Gasaansluiting
48
Downloaded from www.vandenborre.be
Continuvermogen
Branders Gassoort Grote vlam Kleine vlam
kW g/h kW
Sudderbrander Aardgas H
Vloeibaar gas
1,0
0,95
-
69
0,25
0,20
Normale brander Aardgas H
Vloeibaar gas
1,7
1,7
-
124
0,30
0,35
Intensieve brander Aardgas H
Vloeibaar gas
2,7
2,55
-
186
0,50
0,60
Wok Aardgas H
Vloeibaar gas
4,7
4,6
-
335
0,30
0,40
KM 3010
Totaal
Aardgas H
Vloeibaar gas
7,10
6,90 502
KM 3014
Totaal
Aardgas H
Vloeibaar gas
7,40
7,25 528
Brandervermogen
49
Downloaded from www.vandenborre.be
,
Het aanpassen aan een andere gassoort mag uitslui
-
tend worden uitgevoerd door een installateur die erkend is
door het plaatselijke gasbedrijf.
Bij het aanpassen aan een andere gassoort moeten de grote
inspuiters en de kleine inspuiters van de branders worden
vervangen.
Tabel voor de inspuiters
Grote inspuiter C Kleine inspuiter C
Aardgas H
Sudderbrander
Normale brander
Intensieve brander
Wokbrander
0,76
0,94
1,20
2x 1,07 / 0,72
0,39
0,42
0,54
0,42
Vloeibaar gas
Sudderbrander
Normale brander
Intensieve brander
Wokbrander
0,52
0,66
0,81
2x 0,70 / 0,46
0,23
0,36
0,42
0,25
De boringsdiameter van de inspuiters is in mm aangegeven.
Aanpassen aan een andere gassoort
50
Downloaded from www.vandenborre.be
Inspuiters vervangen
Ontkoppel het gaskookvlak van het elektriciteitsnet en sluit
de gastoevoer af.
Grote inspuiters vervangen
Sudder-, normale, intensieve brander
^
Verwijder de pandrager, de branderdop a en de brander
-
kop b.
^
Schroef met een steeksleutel (M7) de grote inspuiter f los.
^
Plaats de juiste inspuiter (zie tabel voor de inspuiters) en
draai deze vast.
^
Verzegel de inspuiter met zegellak, om te voorkomen dat
de inspuiter per ongeluk wordt losgedraaid.
Aanpassen aan een andere gassoort
51
Downloaded from www.vandenborre.be
Wokbrander
^ Verwijder de branderdoppen ab en de branderkop c.
^
Schroef met een steeksleutel (M7) de grote inspuiters d
los.
^
Plaats de juiste inspuiters (zie tabel voor de inspuiters) en
draai deze vast.
^
Verzegel de inspuiters met zegellak, om te voorkomen dat
de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid.
Aanpassen aan een andere gassoort
52
Downloaded from www.vandenborre.be
Kleine inspuiters vervangen
Om de kleine inspuiters te vervangen moeten de bevesti
-
gingsschroeven van de branders worden losgemaakt en het
bovenblad van het toestel worden afgenomen.
^
Verwijder de bedieningsknoppen van boven af.
^
Verwijder de branderdelen.
^
Verwijder het bovenblad van het toestel (zie afbeelding).
^ Draai de kleine inspuiter a in de gasarmatuur met een
kleine schroevendraaier los.
^
Verwijder de inspuiter met een punttang.
^
Plaats de juiste inspuiter (zie tabel voor de inspuiters) en
draai deze vast.
^
Verzegel de inspuiters met zegellak, om te voorkomen dat
de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid.
Aanpassen aan een andere gassoort
53
Downloaded from www.vandenborre.be
Werking controleren
Controleer alle delen waar gas doorloopt op dichtheid.
^
Zet het toestel weer in elkaar.
^
Controleer de werking van het gaskookvlak door alle bran
-
ders aan te steken.
Op de laagste stand mag de gasvlam niet doven, ook niet
wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam
draait.
Op de hoogste stand moet de brander een duidelijk zicht
-
bare kern hebben.
^ Kleef de sticker die bij de inspuiterset hoort over de oude
sticker met de vermelde gassoort.
Aanpassen aan een andere gassoort
54
Downloaded from www.vandenborre.be
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met:
uw Miele-handelaar of
de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al
-
tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen
-
stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de bijgele
-
verde garantievoorwaarden.
Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie
55
Downloaded from www.vandenborre.be
Wijzigingen voorbehouden / 0212
M.-Nr. 09 289 570 / 00

Documenttranscriptie

nl ow D d de oa m fro Gebruiks- en montageaanwijzing e .b re or nb de an .v w w w Gaskookvlakken KM 3010 KM 3014 Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel. nl - BE M.-Nr. 09 289 570 nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w 2 nl ow D Inhoud d de oa m fro Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 KM 3010. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 KM 3014. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Bijgeleverd toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Vóór het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Bedieningsknoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Inschakelen tijdens een stroomonderbreking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Regelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Kookgerei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Verkleinring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Wokring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Veiligheidsvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Wat gedaan als ...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Toestel- en inbouwafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Brandervermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Aanpassen aan een andere gassoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Tabel voor de inspuiters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Grote inspuiters vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Kleine inspuiters vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Werking controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 e .b re or nb de an .v w w w 4 nl ow D Beschrijving van het toestel d de oa KM 3010 m fro e .b re or nb de an .v w w w a Intensieve brander Bedieningsknoppen voor het kookvlak b Sudderbrander g Vooraan rechts cd Normale branders h Achteraan rechts e Pandragers (voor elke brander) i Achteraan links f Kookzonesymbool j Vooraan links 5 nl ow D Beschrijving van het toestel d de oa KM 3014 m fro e .b re or nb de an .v w w w a Wokbrander Bedieningsknoppen voor het kookvlak b Sudderbrander f Vooraan rechts c Normale brander g Achteraan rechts d Pandragers (voor elke brander) h Links e Kookzonesymbool 6 nl ow D Beschrijving van het toestel d de oa Branders Wokbrander fro m a Buitenste branderdop d Brandervoet e Thermisch element e .b re f Ontstekingselektrode or nb de an .v w c Branderkop w w b Binnenste branderdop Sudder-, normale, intensieve brander a Branderdop b Branderkop c Brandervoet d Thermisch element e Ontstekingselektrode 7 d de oa Bijgeleverd toebehoren nl ow D Beschrijving van het toestel fro m U kunt het bijgeleverde toebehoren apart kopen (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Dit geldt ook voor ander toebehoren. or nb de an .v w w w Wokring (alleen voor KM 3014) Verkleinring (alleen voor KM 3014) Wanneer u kookgerei wilt gebruiken dat kleinere afmetingen heeft dan deze die vermeld staan in de tabel in de rubriek "Kookgerei", moet u de bijgeleverde verkleinring gebruiken. 8 e .b re De meegeleverde wokring zorgt voor extra stabiliteit van het kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een ronde bodem. nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro m Dit gaskookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel. or nb de an .v w w w e .b re Lees de gebruiks- en montageaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het gaskookvlak in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel. Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt. 9 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro Juist gebruik m ~ Dit gaskookvlak is bedoeld voor gebruik in het huis- e .b re – op boerderijen, or nb de an .v w – in winkels, kantoren en gelijkaardige werkomgevingen, w w houden en gelijkaardige omgevingen zoals – door klanten in hotels, motels, bed-and-breakfasts en andere typische woonomgevingen. ~ Gebruik het gaskookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening. ~ Dit gaskookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten. ~ Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om dit gaskookvlak veilig te bedienen, mogen het toestel alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken. 10 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro Kinderen in het huishouden m ~ Laat kinderen nooit met het toestel spelen. ~ Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt van or nb de an .v w w w het gaskookvlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden. maar gebruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen. e .b re ~ Kinderen vanaf 8 jaar mogen het gaskookvlak alleen ~ Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden. ~ Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interes- sant zijn, boven of achter het gaskookvlak. Anders worden kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren. Ze kunnen zich verbranden! ~ Zorg ervoor dat kinderen geen hete kookpotten en pannen omlaag kunnen trekken. Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werkblad. Hierdoor voorkomt u dat iemand zich verbrandt. In de handel vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit risico wordt beperkt. 11 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Delen van de verpakking, bijv. folie of piepschuim, m kunnen voor kinderen gevaar inhouden. Kinderen kunnen verstikken! Bewaar deze delen van de verpakking buiten hun bereik en verwijder de verpakking ook zo vlug mogelijk. ~ Controleer vóórdat het gaskookvlak wordt geplaatst of het aan de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen! ~ De elektrische veiligheid van het gaskookvlak is al- leen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken. 12 e .b re or nb de an .v w w w Technische veiligheid nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Vergelijk zeker eerst de aansluitgegevens (spanning m en frequentie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw gaskookvlak aan. Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien. e .b re or nb de an .v w w w ~ Gebruik uw gaskookvlak enkel in ingebouwde toe- stand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd. ~ Alleen een erkend installateur mag het toestel aan- sluiten op het gasnet. Wordt de stekker verwijderd, dan mag het toestel uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Laat dit werk uitvoeren door vakmensen die goed op de hoogte zijn van de nationale voorschriften en van de bijkomende voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf; ze moeten deze voorschriften zorgvuldig naleven. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het toestel fouten worden gemaakt, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is. ~ Open in geen geval de behuizing van het gaskook- vlak. Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het toestel leiden. 13 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mom gen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. e .b re or nb de an .v w w w ~ Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het gaskookvlak van het gasnet en het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is voldaan: – De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld. – De schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitgedraaid. – De stekker is uit het stopcontact getrokken. Trek bij toestellen met stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet. ~ Laat u het gaskookvlak tijdens de garantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door Miele erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie. 14 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen m door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. or nb de an .v w w w ~ Het kookvlak is niet bestemd voor gebruik met een e .b re externe schakelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand. ~ Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze wor- den vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij de fabrikant of via de Service After Sales. ~ Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen stopcontactenblokken of verlengkabels om het gaskookvlak op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting. ~ Als het gaskookvlak defect is of als de glaskeramiekplaat barsten of spleten vertoont, mag u het gaskookvlak niet in gebruik nemen en dient u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het gaskookvlak van het elektriciteitsnet en het gasnet. Neem in dat geval contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. 15 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro Veilig gebruik m ~ Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik w staat. Door de te sterke hitte van de vlammen kan een erboven geplaatste dampkap schade oplopen of vlam vatten. ~ Laat het gaskookvlak niet zonder toezicht achter ter- e .b ~ Zorg dat op een ontstoken brander altijd kookgerei re or nb de an .v w w is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Let erop dat u het toestel niet aanraakt zolang het nog warm kan zijn. wijl het in werking is! Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en kan vervolgens het toestel in brand vliegen. ~ Als heet vet of hete olie in brand vliegt, probeer het vuur dan niet met water te blussen! Doe het vuur stikken, bijv. met een deken, een vochtige vaatdoek of iets in die aard. ~ Gebruik het gaskookvlak niet om het vertrek te ver- warmen. Door de hoge temperaturen bestaat er brandgevaar voor licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving van het toestel. Bovendien vermindert hierdoor de levensduur van het toestel. 16 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Bescherm uw handen telkens als u met het hete toem stel omgaat. Maak gebruik van ovenwanten, pannenlappen of iets dergelijks. Zorg dat deze niet te dicht bij de vlammen komen. Gebruik dus geen al te grote pannenlappen, theedoeken of iets dergelijks. De pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn. Anders wordt de warmte sterker overgedragen en kunt u zich verbranden. e .b re or nb de an .v w w w ~ Flambeer nooit gerechten onder een dampkap. De ventilator zuigt de vlammen aan zodat de dampkap in brand kan vliegen. ~ Vermijd dat er voorwerpen of kookgerei op de glaskeramiekplaat vallen. Zelfs lichte voorwerpen zoals zoutvaatjes kunnen in een minder gunstig geval barsten of spleten veroorzaken. ~ Gebruik het gaskookvlak niet om er voorwerpen op neer te leggen. Wanneer u het toestel per ongeluk inschakelt of wanneer het nog warm is van een kookproces, bestaat het risico dat het materiaal van de voorwerpen verhit. U kunt zich daaraan verbranden. Het materiaal zelf kan ook smelten of vlam vatten. 17 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Dek het gaskookvlak nooit af, bijv. met een afdekm plaat, doek of folie. Als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat het materiaal in brand vliegt, springt of smelt. or nb de an .v w w w ~ Verwarm geen gesloten recipiënten, bijv. conserven- e .b folie. Dat smelt bij hogere temperaturen. Er is dan ook brandgevaar! re ~ Gebruik geen kookgerei van kunststof of aluminium- blikjes, met dit toestel. Door de resulterende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspatten. Er is dan risico op verbrandingen en ander lichamelijk letsel! ~ Ontsteek een brander alleen wanneer alle branderdelen op de juiste wijze in elkaar zijn gezet. ~ Gebruik alleen kookgerei waarvan de diameter niet groter of kleiner is dan de in de tabel aangegeven afmetingen (zie rubriek "Kookgerei"). Als de bodemdiameter te klein is, staat het kookgerei niet stevig genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv. met panelen) of onderdelen van het gaskookvlak beschadigd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. 18 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het m kookgerei vandaan komen en aan de rand omhoogslaan. or nb de an .v w w w ~ Gebruik geen kookgerei met een te dunne bodem. e .b re Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij de fabrikant van het kookgerei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als u hiermee geen rekening houdt, kan het gaskookvlak schade oplopen. ~ Gebruik altijd de bijgeleverde pandragers. U mag het kookgerei niet rechtstreeks op de branders plaatsen. ~ Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het gaskookvlak. ~ Verwijder vetspatten en andere brandbare etensresten zo snel mogelijk van het gaskookvlak. Anders bestaat er brandgevaar. ~ Plaats de pandragers verticaal op het toestel, zodat er geen krassen kunnen ontstaan. 19 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Bij gebruik van een gaskookvlak ontstaan warmte, m vocht en verbrandingsproducten in het vertrek waar het toestel is geplaatst. Vooral terwijl het toestel in werking is, moet het vertrek waar het toestel is geplaatst goed worden verlucht: de natuurlijke ventilatieopeningen moeten open worden gehouden of er moet een mechanische ventilatievoorziening (bijv. een dampkap) aanwezig zijn. e .b re or nb de an .v w w w ~ Als u het toestel intensief en lang aan één stuk door gebruikt, is het aan te raden de ruimte extra te verluchten, bijvoorbeeld door een raam te openen of door de aanwezige mechanische ventilatievoorziening (bijv. een dampkap) op een hogere stand in te schakelen. ~ Wanneer u een elektrisch toestel, bijv. een handmixer, gebruikt in de buurt van het gaskookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met het hete gaskookvlak in contact komt. De isolatie van de kabel kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken! ~ Als er onder het gaskookvlak een lade is aange- bracht, mag u daarin geen spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of andere brandbare voorwerpen bewaren. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte bestand is. 20 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Gebruik geen braadpannen, andere pannen of m grillstenen die zo groot zijn dat ze meerdere branders bedekken. Door de daardoor ontstane hitte zou het toestel beschadigd kunnen raken. or nb de an .v w w w ~ Als het gaskookvlak is ingebouwd achter een meu- e .b re beldeur, mag het alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur is geopend. Sluit de meubeldeur pas wanneer het toestel uitgeschakeld is. ~ Als het gaskookvlak gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet is gebruikt, is het aan te bevelen het toestel grondig te reinigen voordat u het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van het toestel zo nodig door een vakman of vakvrouw controleren. Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen. 21 nl ow D Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu d de oa – de handelaar bij wie u het kocht De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen. of e .b 22 – uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt. re Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met of or nb de an .v w Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild. w Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval. – de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be w Het afdanken van het apparaat m Het recycleren van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw handelaar neemt de verpakking terug. fro Recycleerbare verpakking Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen. nl ow D Vóór het eerste gebruik d de oa m fro Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie bijgevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Typeplaatje". or nb de an .v w ^ Verwijder eventuele beschermfolies. w w Eerste reiniging ^ Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over het toestel. Vervolgens wrijft u het droog. e .b re ^ Reinig de afneembare delen van de branders vóór het eerste gebruik met een sponsdoek, wat handafwasmiddel en warm water. Vervolgens droogt u de delen en daarna zet u de branders weer in elkaar (zie rubriek "Reiniging en onderhoud"). De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje. Daarom komt er een geur vrij als het toestel voor het eerst wordt gebruikt. Die geur en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de gezondheid. 23 nl ow D Bediening d de oa Inschakelen fro m ^ Ontsteek de brander door de desbetreffende bedieningsknop in te drukken en naar links op het grootste vlamsymbool te draaien. or nb de an .v w w w Als u de bedieningsknop bedient, wordt automatisch op alle gaskookzones een vonk afgegeven. Dit is normaal en wijst niet op een defect. e .b re ^ Zodra er een vlam zichtbaar is, houdt u de bedieningsknop nog 5-10 seconden ingedrukt. Daarna laat u deze los. ^ Als de vlam voortijdig uitgaat, draait u de bedieningsknop op "ß". Wacht minstens 1 minuut voor u een tweede keer probeert om de brander te ontsteken. Houd de bedieningsknop eventueel langer ingedrukt. ^ Als de brander ook deze keer niet wordt ontstoken, draait u de bedieningsknop op "ß" en raadpleegt u de rubriek "Wat gedaan als ...". Inschakelen tijdens een stroomonderbreking Tijdens een stroomonderbreking kunt u de brander handmatig ontsteken, bijv. met een lucifer. ^ Druk de bedieningsknop in en draai deze naar links op het grootste vlamsymbool. ^ Houd de bedieningsknop ingedrukt en ontsteek het uitstromende mengsel van gas en lucht met een lucifer. ^ Houd de bedieningsknop nog ca. 5–10 seconden ingedrukt. Daarna laat u deze los. 25 d de oa Regelen nl ow D Bediening fro m Regel de vlam zodanig dat deze in geen geval boven het kookgerei uitsteekt. Omdat de vlam aan de buitenkant heter is dan in de kern moeten de punten van de vlam onder de bodem van het kookgerei blijven. De warmte wordt anders aan de lucht afgegeven. Bovendien kunnen de handvaten van het kookgerei beschadigd raken en neemt de kans op verbrandingen toe. or nb de an .v w w w e .b re De branders kunnen traploos worden geregeld, van de grootste vlam tot de kleinste vlam. ^ Om van een grote naar een kleine vlam te gaan, draait u de bedieningsknop in tegenwijzerzin tot aan de barrière. Druk de bedieningsknop in, draai deze over de barrière heen en laat de knop los. U kunt nu het gewenste vermogen instellen. ^ Om van een kleine naar een grote vlam te gaan, draait u de bedieningsknop in wijzerzin tot aan de barrière. Druk de bedieningsknop in, draai deze over de barrière heen en laat de knop los. U kunt nu het gewenste vermogen instellen. Uitschakelen ^ Draai de bedieningsknop naar rechts op "ß". De gastoevoer wordt afgesloten en de vlam wordt gedoofd. Draai de bedieningsknop niet in wijzerzin over "ß" heen. 26 nl ow D Minimale bodemdiameter pannen/kookpotten (in cm) 10 12 14 14 m fro or nb de an .v w w w Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Wokbrander d de oa Branders Kookgerei Maximale bovendiameter pannen/kookpotten (in cm) Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Wokbrander 20 22 24 26 re e .b – Neem de in de tabel vermelde afmetingen in acht. Als de bodemdiameter te klein is, staat het kookgerei niet stevig genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv. met panelen) of onderdelen van het gaskookvlak beschadigd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. – Hou er bij het aankopen van kookpotten en pannen rekening mee dat meestal niet de bodemdiameter maar de bovendiameter wordt aangegeven. – Voor gas is geen speciaal kookgerei nodig. Het materiaal moet alleen hittebestendig zijn. – Gebruik bij voorkeur kookgerei met een dikke bodem, omdat de warmte hierdoor goed wordt verdeeld. Als de bodem te dun is, kan het voedsel op bepaalde plaatsen oververhit raken. Roer daarom regelmatiger om. – Gebruik kookgerei dat qua diameter bij de brander past. Algemene regel: grote diameter = grote brander, kleine diameter = kleine brander. – Plaats het kookgerei altijd op de meegeleverde pandrager. U mag het kookgerei niet rechtstreeks op de branders plaatsen. 27 nl ow D Kookgerei d de oa m fro – Zorg ervoor dat het kookgerei stevig op de pandrager staat, zodat het niet kan omkantelen. Hou er rekening mee dat het kookgerei altijd wat kan wankelen, zelfs als het goed is geplaatst. w w Verkleinring or nb de an .v w – Gebruik geen kookpotten of pannen met een bodem die steunt op de rand. e .b re U moet de bijgeleverde verkleinring gebruiken wanneer u kookgerei wilt gebruiken dat kleinere afmetingen heeft dan deze die vermeld staan in de tabel. Op deze manier staat het kookgerei stevig op het gaskookvlak en kan het niet kantelen. Wokring Gebruik de wokring voor extra stabiliteit van het kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een ronde bodem. Zorg ervoor dat de wokring juist geplaatst is, zodat deze vastzit en niet kan verschuiven. De wok vormt een buitenbeentje onder het kookgerei. De wok heeft een kleine bodemdiameter en een grote bovendiameter (meestal 35-40 cm). De wokbrander is speciaal geschikt voor de wok. 28 nl ow D Tips om energie te besparen d de oa m fro – Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt. – Gebruik weinig water bij het bereiden. w or nb de an .v w w – U kunt de bereidingstijd aanzienlijk verkorten door een snelkookpan/snelkookpot te gebruiken. – Stel na de kookstart of het aanbraden een kleinere vlam in. e .b re – Kies liever brede, lage kookpotten dan smalle, hoge kookpotten. Ze warmen immers sneller op. 29 nl ow D Veiligheidsvoorzieningen d de oa Thermo-elektrische vlambeveiliging fro m Uw gaskookvlak is uitgerust met een thermo-elektrische vlambeveiliging. Deze zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt afgesloten wanneer de gasvlam uitgaat, bijvoorbeeld omdat deze uitwaait of omdat een gerecht overkookt, en wanneer de brander vervolgens zonder succes weer wordt ontstoken. Op deze manier wordt voorkomen dat er verder gas naar buiten stroomt. or nb de an .v w w w De veiligheidsuitschakeling werkt onafhankelijk van de stroomtoevoer. Dat betekent dat deze ook werkt wanneer het toestel bij een stroomonderbreking in gebruik is. 30 e .b re ^ Om het gaskookvlak weer in gebruik te nemen, draait u de bedieningsknop naar rechts op "ß". Schakel de brander vervolgens op de normale manier weer in. nl ow D Reiniging en onderhoud d de oa m fro ,Gebruik nooit een stoomreiniger om het toestel schoon te maken. De stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken. or nb de an .v w w w – Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoelen. e .b re – Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voorkomt u kalkafzetting. – Hardnekkig vuil laat u eerst inweken. – Als de inhoud van pannen of kookpotten overloopt op het hete toestel, kan dit tot verkleuringen leiden op de branderdelen. Verwijder vuil dus onmiddellijk! – De oppervlakken van de branderdelen en de pandragers worden na verloop van tijd iets matter. Dit is normaal en heeft verder geen gevolgen voor het gebruik van het gaskookvlak. 31 nl ow D Reiniging en onderhoud d de oa m fro Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen: – kalkoplossende reinigingsmiddelen, – vlek- en roestverwijderaars, – schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen, – reinigingsmiddelen met oplosmiddel, e .b re or nb de an .v w w w – reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of chloor bevatten, – afwasmiddelen voor de afwasautomaat, – grill- of ovensprays, – glasreinigers, – schurende harde borstels en sponsjes (bijv. schuursponsjes), of gebruikte sponsjes die nog resten van een schuurmiddel bevatten, – scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen tussen het frame en het werkblad beschadigd raken). 32 nl ow D Reiniging en onderhoud d de oa Reiniging Opmerkingen fro Verwijder de pandragers. Reinig deze in de afwasautomaat of met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water. Indien nodig gebruikt u de ruwe kant van een afwasspons. Bedieningsknop- Reinig deze met een sponsdoek, een beetje handpen afwasmiddel en warm water. Niet geschikt voor de afwasautomaat. Verwijder alle losse delen van de brander. Reinig deze met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water. Ga vervolgens met een vochtige doek over de niet-afneembare branderdelen. Niet geschikt voor de afwasautomaat. Branders Ontstekingselek- Ga hier voorzichtig over met een goed uitgewrongen vochtige doek. trode Thermisch element e .b re or nb de an .v w w Pandragers w Verwijder al het grove vuil met een vochtige doek. Aangekoekt vuil schraapt u weg met een glaskrabber. m Gebruik geen handafwasmiddel. Hiermee kunt u niet al het vuil en alle resten verwijderen. Bovendien vormt Maak het kookvlak grondig schoon met het specia- er zich dan een onzichtbare film, die ervoor zorgt dat er le reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij verkleuringen ontstaan op staal van Miele (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren") of een reinigingsmiddel voor ke- de glaskeramiek. U kunt ramische kookplaten dat in de handel verkrijgbaar deze verkleuringen niet meer verwijderen. is. Gebruik daartoe wat keukenrolpapier of een schone doek. Breng het reinigingsmiddel niet op een warm kook- Volg bij gebruik van speciale reinigingsmiddelen voor vlak aan. Hierdoor kunnen er vlekken ontstaan. keramische kookplaten de richtlijnen van de fabrikant. Ga daarna met een vochtige doek over het kookvlak en wrijf tot slot alles droog met een zachte doek. Glaskeramiek Zorg dat ook de gleuven in de brander na de reiniging goed droog zijn. De ontstekingselektrode mag niet nat worden. Anders kan er geen vonk worden afgegeven. 33 nl ow D Reiniging en onderhoud d de oa Sudder-, normale, intensieve brander in elkaar zetten m fro e .b re or nb de an .v w w w ^ Plaats de branderkop b zodanig op de brandervoet c dat het thermische element d en de ontstekingselektrode e door de gleuven van de branderkop heen steken. De branderkop moet goed op de brandervoet liggen. ^ Plaats de branderdop a zodanig dat de nokjes in de uitsparingen van de branderkop b vallen. Als de branderdop juist is geplaatst kan deze niet worden verschoven. Zorg ervoor dat u de branderdelen in de juiste volgorde in elkaar zet. 34 nl ow D Reiniging en onderhoud d de oa Wokbrander in elkaar zetten m fro e .b re or nb de an .v w w w ^ Plaats de branderkop c zodanig op de brandervoet d dat het thermische element e en de ontstekingselektrode f door de gleuven van de branderkop heen steken. De branderkop moet goed op de brandervoet liggen. ^ Plaats de branderdoppen a en b. Zorg ervoor dat u de branderdelen in de juiste volgorde in elkaar zet. 35 nl ow D Wat gedaan als ...? d de oa m fro De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellingen aan huis van Miele, bespaart u tijd en kosten. w or nb de an .v w w Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en problemen te verhelpen. Vergeet echter niet: ,Herstellingen aan elektrische en gastoestellen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan. Oorzaak De brander kan niet De brander is niet juist in elkaar worden aangestoken gezet. na meerdere pogin- De gaskraan is niet geopend. gen De brander is nat en/of vuil. De gleuven in de brander zijn verstopt en/of nat. De desbetreffende zekering in uw zekeringkast is gesprongen. De vlammen komen niet in contact met het thermische element; het wordt niet heet genoeg: - De branderdelen zijn niet juist geplaatst. - Er bevindt zich vuil bij het thermische element. De gasvlam ziet er De branderdelen zijn niet juist anders uit geplaatst. De branderkop of de gleuven van de branderdop zijn vuil. De desbetreffende zekering in De elektrische ontstekingsinrichting uw zekeringkast is gesprongen. van de brander functioneert niet Oplossing Zet de brander juist in elkaar. Open de gaskraan. Reinig en droog de brander. Reinig en droog de gleuven in de brander Neem eventueel contact op met een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Gasvlam gaat uit na de ontsteking Zet de branderdelen juist op elkaar. Verwijder het vuil. Zet de branderdelen juist op elkaar. Verwijder het vuil. Neem eventueel contact op met een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis van Miele. U kunt het gas ontsteken met een lucifer (zie rubriek "Inschakelen tijdens een stroomonderbreking"). Verwijder deze voorzichtig (volg de instructies Er bevinden zich etensresten tussen de ontstekingselektrode van de rubriek "Reiniging en onderhoud"). en de branderdop 36 e .b re Probleem nl ow D Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren d de oa m fro Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren dat geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reinigings- en onderhoudsproducten. w e .b re or nb de an .v w w U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele Online Shop: U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar. Onderhoudsproducten Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml Hiermee verwijdert u hardnekkig vuil, kalkvlekken en aluminiumresten (metaalachtige, glinsterende vlekken). Microvezeldoek Hiermee verwijdert u vingerafdrukken en normaal vuil. 37 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw e .b 38 Alle afmetingen zijn opgegeven in mm. re ~ De aansluitkabel en een flexibele gasaansluiting moeten zodanig aangebracht zijn dat deze niet in contact komen met beweegbare delen van de keukenelementen (bijv. een lade) en dat deze niet blootgesteld zijn aan mechanische belastingen. or nb de an .v w ~ De gasslang en de aansluitkabel mogen na de inbouw niet in aanraking komen met onderdelen van het toestel die bij gebruik warm worden. Anders kunnen de gasslang en de aansluitkabel beschadigd raken. te dichten, tenzij dat uitdrukkelijk wordt gevraagd. De dichtingsstrook van het toestel zorgt al voor voldoende afdichting met het werkblad. w ~ Gaskookvlakken mogen niet worden ingebouwd boven koeltoestellen, afwasautomaten, wasautomaten en droogautomaten. ~ Gebruik geen middel om de voegen w ~ Vanwege het risico op overslaande vlammen mag een gaskookvlak niet direct naast een friteuse worden ingebouwd. Er dient tussen het gaskookvlak en een friteuse een afstand van minstens 300 mm te worden aangehouden. de volgende pagina's strikt in acht. m ~ Dit toestel mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt. ~ Neem de veiligheidsafstanden op fro ~ De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hittebestendig zijn. d de oa Om schade aan het toestel te vermijden, mag u het pas inbouwen nadat de wandkasten en de dampkap zijn gemonteerd. nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw d de oa Veilige afstand boven het toestel m fro e .b re or nb de an .v w w w Hou tussen het toestel en een dampkap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de dampkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de dampkap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen. Als u verschillende toestellen (bijv. een gaskookvlak en een elektrisch kookvlak) naast elkaar inbouwt onder een dampkap, neemt u de grootste afstand die wordt vermeld in de gebruiks- en montageaanwijzing. 39 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw m Niet toegestaan! e .b a Achter het toestel: minstens 50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad. b Rechts van het toestel: minstens 150 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur. c Links van het toestel: minstens 150 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur. Zeker aan te bevelen! Niet aan te bevelen! Niet aan te bevelen! 40 re or nb de an .v w w w Neem minstens volgende afstanden in acht: fro Het gaskookvlak mag slechts aan één zijkant (rechts of links) en aan de achterkant grenzen aan meubels of wanden die hoger zijn dan het toestel zelf (zie de afbeeldingen). d de oa Veilige afstand opzij nl ow D d de oa m fro or nb de an .v w w w ^ Maak een uitsparing in het werkblad zoals op de maatschets. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw") in acht. Inbouwen ^ Voer de aansluitkabel van het toestel naar onderen door de uitsparing in het werkblad. ^ Plaats het toestel in de uitsparing. Wordt bij het inbouwen geconstateerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt. e .b Zorg ervoor dat deze materialen niet in contact komen met het oppervlak van het werkblad. re ^ Bescherm het zaagpatroon bij houten werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om opzwellen door vocht te verhinderen. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn. Na het inbouwen Controleer na het inbouwen de werking van het gaskookvlak door alle branders aan te steken. Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de bedieningsknop snel van de grote naar de kleine vlam draait. Op de hoogste stand moet de brander een duidelijk zichtbare kern hebben. ^ Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet (zie "Elektrische aansluiting"). ^ Sluit het toestel aan op gas (zie "Gasaansluiting"). ^ Bevestig het toestel met de bijgeleverde draagprofielen a. 43 d de oa Betegeld werkblad m fro Dichting tussen het toestel en het werkblad nl ow D Inbouwen e .b re or nb de an .v w w w De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel zorgt reeds voor voldoende afdichting met het werkblad. Het toestel mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht. Het toestel en het werkblad kunnen beschadigd raken wanneer het toestel moeten worden verwijderd. 44 De voegen a en het gearceerde deel onder de ondersteuning van het gaskookvlak moeten glad en effen zijn, zodat het gaskookvlak er gelijkmatig op ligt en de dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel een voldoende goede afdichting tot het werkblad garandeert. nl ow D Elektrische aansluiting or nb de an .v w w w De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk. e .b re De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenstemmen met de gegevens van het elektriciteitsnet. m Is het stopcontact voor de gebruiker niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automatische uitschakelaars, zekeringen en contactsluiters. De fabrikant wijst erop dat hij geen aansprakelijkheid aanvaart voor (on)rechtstreekse schade die voortvloeit uit een ondeskundige inbouw of verkeerde aansluiting. fro Als de aansluiting niet via een stopcontact gebeurt, dient u de aansluiting te laten uitvoeren door een elektricien, die goed op de hoogte is van de nationale voorschriften en aanvullende voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij, en die deze voorschriften nauwkeurig opvolgt. d de oa Het is aan te bevelen het toestel via een stekker aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Daardoor worden onderhoudsen herstelwerken eenvoudiger. Zorg ervoor dat het stopcontact na de inbouw van uw toestel nog vlot toegankelijk is. Na inbouw moet worden gewaarborgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aangeraakt. Totaal vermogen Zie typeplaatje. Aansluiting en zekering AC 230 V / 50 Hz Zekering: 10 A Onderbrekingskarakteristiek: type B of C Verliesstroomschakelaar Om de veiligheid te verhogen wordt aangeraden vóór het toestel een veiligheidsschakelaar met een uitschakelstroom van 30 mA te plaatsen. 45 Bij het vervangen van de aansluitkabel mag alleen een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden gebruikt. Deze kabel is verkrijgbaar bij de fabrikant of de Service After Sales van Miele. De kabel mag enkel worden vervangen door de fabrikant van het toestel, de door Miele erkende dienst Herstellingen aan huis of een elektricien. De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. 46 e .b Aansluitkabel vervangen re Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingeschakeld. or nb de an .v w – Aardlekschakelaar (verliesstroomschakelaar) Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op de testtoets. w – Inbouwzekeringsautomaat (stroomonderbreker, min. type B of C!): Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit). of: w – Automaat met schroefzekeringen Druk op de testknop (rood) tot de middelste knop (zwart) uitspringt. of: m – Smeltzekeringen Neem de inzetstukken helemaal uit de schroefkappen. of: fro Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet dient te worden losgekoppeld, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk: d de oa Van het elektriciteitsnet loskoppelen nl ow D Elektrische aansluiting nl ow D or nb de an .v w w De gasaansluitingen moeten zodanig zijn aangebracht dat deze niet worden beschadigd door de hitte die het toestel afgeeft als het aan staat. Met name de gasleidingen en de aansluitarmaturen mogen niet in aanraking komen met hete verbrandingsgassen. e .b re Het gaskookvlak moet volgens de geldende voorschriften en richtlijnen op het gasnet worden aangesloten. w Dit toestel mag niet op een afvoerleiding voor verbrandingsgassen worden aangesloten. Het moet volgens de geldende installatievoorschriften worden geplaatst en aangesloten. De ruimte waarin het toestel wordt geplaatst, moet voldoende worden verlucht. m Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf welke gassoort u hebt en vergelijk dit met de gegevens op het typeplaatje. Bij de gasaansluiting moeten ook de speciale voorschriften van het plaatselijke gasbedrijf en die van de bouwtoezichtsinstanties in acht worden genomen. fro De gasaansluiting moet zo zijn geplaatst dat een aansluiting binnen of buiten het keukenmeubel mogelijk is. De afsluitkraan moet, eventueel na het openen van de meubeldeur, toegankelijk en zichtbaar zijn. d de oa ,De aansluiting op gas of het aanpassen aan een andere gassoort mag uitsluitend worden uitgevoerd door een installateur die erkend is door het plaatselijke gasbedrijf. De installateur is ervoor verantwoordelijk dat het toestel goed functioneert op de plaats waar het toestel wordt geplaatst. Gasaansluiting De gasslang en de aansluitkabel mogen niet in aanraking komen met onderdelen van het gaskookvlak die bij gebruik warm worden, omdat de slang en de kabel anders beschadigd kunnen raken. Een flexibele aansluitleiding moeten zodanig aangebracht zijn dat deze niet in contact komt met beweegbare delen van de keukenelementen (bijv. een lade) en dat deze niet blootgesteld is aan mechanische belastingen. Na het inbouwen van het toestel moet het aan de plaatselijke gasverhoudingen worden aangepast. Tot slot moet de gasaansluiting op dichtheid worden gecontroleerd. 47 Gebruik van een bochtstuk van 90° m fro or nb de an .v w w w Categorie overeenkomstig EN 30: BE II 2E+ 3+ 20/25, 28-30/37 mbar. d de oa Het toestel is geschikt voor aardgas en vloeibaar gas. nl ow D Gasaansluiting Het toestel is, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering, voorzien voor aardgas of vloeibaar gas (zie sticker op het toestel). Het aanpassen aan een andere gassoort wordt beschreven in de rubriek "Aanpassen aan een andere gassoort". Schroefdraadaansluiting op het toestel De gasaansluiting van het toestel is met kegelvormige schroefdraad (1/2 ") uitgerust. Er zijn twee aansluitingsmogelijkheden: – vaste aansluitleiding – flexibele aansluitleiding volgens DIN 3383 Teil 1 Een flexibele aansluitleiding mag niet langer zijn dan 2 m. Om dichte verbindingen te garanderen, moeten geschikte dichtingsmiddelen worden gebruikt. 48 e .b Als de voor uw installatie vereiste set inspuiters niet bijgeleverd is, dient u contact op te nemen met uw Miele-handelaar of de Service After Sales van Miele. re Voor het aanpassen aan een andere gassoort is, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering, de overeenkomstige set inspuiters bijgeleverd. c Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN EN 10226) d Bochtstuk van 90° Bij gebruik van een bochtstuk van 90° wordt de inbouwhoogte voor de gasaansluiting ca. 60 mm hoger. nl ow D Brandervermogen d de oa Continuvermogen Gassoort Grote vlam m fro Branders kW Sudderbrander Aardgas H Vloeibaar gas 1,0 0,95 69 Normale brander Aardgas H Vloeibaar gas 1,7 1,7 124 or nb de an .v w w g/h w kW Kleine vlam Intensieve brander Aardgas H Vloeibaar gas 2,7 2,55 186 0,50 0,60 Wok Aardgas H Vloeibaar gas 4,7 4,6 335 0,30 0,40 KM 3010 Totaal Aardgas H Vloeibaar gas 7,10 6,90 502 KM 3014 Totaal Aardgas H Vloeibaar gas 7,40 7,25 528 0,25 0,20 e .b re 0,30 0,35 49 nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort d de oa m fro ,Het aanpassen aan een andere gassoort mag uitsluitend worden uitgevoerd door een installateur die erkend is door het plaatselijke gasbedrijf. or nb de an .v w w w Bij het aanpassen aan een andere gassoort moeten de grote inspuiters en de kleine inspuiters van de branders worden vervangen. Tabel voor de inspuiters Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Wokbrander 0,76 0,94 1,20 2x 1,07 / 0,72 0,39 0,42 0,54 0,42 0,52 0,66 0,81 2x 0,70 / 0,46 0,23 0,36 0,42 0,25 Vloeibaar gas Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Wokbrander De boringsdiameter van de inspuiters is in mm aangegeven. 50 e .b Kleine inspuiter C re Grote inspuiter C Aardgas H nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort d de oa Inspuiters vervangen fro m Ontkoppel het gaskookvlak van het elektriciteitsnet en sluit de gastoevoer af. Sudder-, normale, intensieve brander e .b re or nb de an .v w w w Grote inspuiters vervangen ^ Verwijder de pandrager, de branderdop a en de branderkop b. ^ Schroef met een steeksleutel (M7) de grote inspuiter f los. ^ Plaats de juiste inspuiter (zie tabel voor de inspuiters) en draai deze vast. ^ Verzegel de inspuiter met zegellak, om te voorkomen dat de inspuiter per ongeluk wordt losgedraaid. 51 nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort d de oa Wokbrander m fro e .b re or nb de an .v w w w ^ Verwijder de branderdoppen ab en de branderkop c. ^ Schroef met een steeksleutel (M7) de grote inspuiters d los. ^ Plaats de juiste inspuiters (zie tabel voor de inspuiters) en draai deze vast. ^ Verzegel de inspuiters met zegellak, om te voorkomen dat de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid. 52 nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort d de oa Kleine inspuiters vervangen fro m Om de kleine inspuiters te vervangen moeten de bevestigingsschroeven van de branders worden losgemaakt en het bovenblad van het toestel worden afgenomen. or nb de an .v w w w ^ Verwijder de bedieningsknoppen van boven af. ^ Verwijder de branderdelen. ^ Verwijder het bovenblad van het toestel (zie afbeelding). e .b re ^ Draai de kleine inspuiter a in de gasarmatuur met een kleine schroevendraaier los. ^ Verwijder de inspuiter met een punttang. ^ Plaats de juiste inspuiter (zie tabel voor de inspuiters) en draai deze vast. ^ Verzegel de inspuiters met zegellak, om te voorkomen dat de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid. 53 nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort d de oa Werking controleren fro m Controleer alle delen waar gas doorloopt op dichtheid. or nb de an .v w w w ^ Zet het toestel weer in elkaar. ^ Controleer de werking van het gaskookvlak door alle branders aan te steken. Op de hoogste stand moet de brander een duidelijk zichtbare kern hebben. ^ Kleef de sticker die bij de inspuiterset hoort over de oude sticker met de vermelde gassoort. 54 e .b re Op de laagste stand mag de gasvlam niet doven, ook niet wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam draait. nl ow D Dienst Herstellingen aan huis, typeplaatje, garantie d de oa Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met: m or nb de an .v w w w – de dienst Herstellingen aan huis van Miele. fro – uw Miele-handelaar of Het telefoonnummer van de dienst Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. e .b re Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeenstemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing. Duur en voorwaarden van de garantie De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de bijgeleverde garantievoorwaarden. 55 nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w Wijzigingen voorbehouden / 0212 M.-Nr. 09 289 570 / 00
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Miele KM 3010 GAS de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor