2e spelmogelijkheid: het dobbelspel
Een kleurendobbelspel voor 1 kind vanaf 3 jaar en een volwassene.
Doel van het spel:
Wie helpt flink mee bij het werk op de boerderij?
Spelvoorbereiding:
De puzzelstukken en de voorbeeldplaat blijven in de doos.
Uw kind kiest de boer of de boerin als speelstuk uit. U zelf neemt het overgebleven pop-
petje. Alle dieren en voorwerpen worden op het spelbord op hun plaats gelegd.
Spelverloop:
Om beurten wordt telkens een keer met de dobbelsteen gegooid. Het kind mag beginnen.
Wordt er een kleur gegooid? Dan mag de speler met zijn speelstuk naar het dier / voor-
werp van deze kleur lopen en het voor zich neerleggen (bv. bij roze het varken, bij groen de
tractor, bij wit de zak graan).
Zijn reeds alle dieren en voorwerpen van de gegooide kleur weggehaald? Dan mag nog een
tweede en laatste keer worden gegooid.
Wanneer de zon wordt gegooid, dan mag een dier of voorwerp naar keuze
gepakt worden.
Wanneer de regenwolk wordt gegooid, dan mag er iets niet nat worden. Een van de al
verzamelde dieren of voorwerpen moet weer op het spelbord worden teruggelegd.
Uitzondering: de appelboom wordt vrolijk van de regen. Hij hoeft niet opnieuw op het
spelbord worden teruggelegd. Wie tot nu toe slechts de appelboom heeft, heeft geluk
gehad: hij mag hem behouden. Wie nog niets heeft, hoeft ook niets terug te leggen.
Einde van het spel:
Er wordt net zo lang doorgespeeld, tot alle dieren en voorwerpen verdeeld zijn.
Beide spelers zetten nu hun verzamelde stukken achter elkaar op een rij. Degene die de
langste rij kan neerzetten, heeft het best meegeholpen en heeft het spel gewonnen.
Als beide spelers een even lange rij hebben, dan hebben allebei het spel gewonnen. Dat is
ook goed, want het werk op de boerderij verloopt het best, wanneer iedereen meehelpt.
17
1e Spelmogelijkheid: het sorteerspel
Voor een kind vanaf 2 jaar en een volwassene.
Op de boerderij is er een heleboel te zien: de grote boerenhoeve, verschillende dieren, de tuin
en het veld. Voor de boer en de boerin is er dan ook een heleboel te doen!
Doel van het spel:
Alle dieren en voorwerpen moeten op juiste wijze in de uitsparingen worden gelegd.
Spelvoorbereiding:
De puzzelstukken, de voorbeeldplaat en de dobbelsteen blijven in de doos.
Het spelbord wordt op tafel gelegd. Alle houten stukken en de zak meel liggen naast
elkaar voor uw kind.
Spelverloop:
Uw kind kiest de boer of de boerin uit, neemt het poppetje in z’n hand en laat het naar de
dieren en voorwerpen toe gaan. Wanneer het poppetje bv. naar de koe loopt, pakt uw kind
vervolgens de koe en legt deze in de overeenkomstige uitsparing van het spelbord.
Helemaal aan het eind worden ook de boer en de boerin op hun plaats gelegd.
U kunt het spel ook als aanleiding nemen om met uw kind over kleuren, geluiden en over
de boerderij in het algemeen te spreken. In de uitsparingen van het spelbord staan de voor-
werpen afgebeeld, die wij van dieren en planten verkrijgen:
• Aan de appelboom groeien appels. Daarvan wordt bv. appelsap gemaakt.
• Het graan wordt tot meel vermalen. Daarvan worden brood en broodjes gebakken.
• De kip legt eieren.
• De koe geeft melk: Daarvan wordt yoghurt, kaas en kwark gemaakt.
• Het schaap levert wol voor kleren
• Het varken levert worst en ham.
Geef uw kind eenvoudige opgaven op, bv.:
"De boer gaat naar het dier dat eieren legt."
"De boer gaat naar het dier dat "boe" zegt."
"De boerin gaat naar een wit dier en brengt het naar zijn plek."
"De boerin wil appelsap maken. Wat heeft zij daarvoor nodig?"
Einde van het spel:
Heeft uw kind alle stukken op hun juiste plaats gelegd? Dan kan het al gauw ook het
dobbelspel uitproberen.
16