Miele KM 2357 de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Downloaded from www.vandenborre.be
Gebruiks- en montageaanwijzing
Gaskookvlakken
KM 2356
KM 2357
Lees absoluut de gebruiks-
en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 336 900
nl-BE
Downloaded from www.vandenborre.be
Beschrijving van het toestel .........................................5
Meegeleverd toebehoren ............................................7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................8
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................17
Vóór het eerste gebruik............................................18
Bediening .......................................................19
Systeem voor snelontsteking .........................................19
Regelknop .......................................................19
Inschakelen ......................................................20
Regelen .........................................................21
Uitschakelen .....................................................21
Kookgerei .......................................................22
Wokring.......................................................23
Combi-ring ....................................................23
Tips om energie te besparen .......................................24
Veiligheidsvoorzieningen ..........................................25
Thermo-elektrische ontstekingsbeveiliging ..............................25
Veiligheidsuitschakeling ............................................25
Reiniging en onderhoud ...........................................26
Wat gedaan als ...?................................................30
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................32
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw ........................33
Inhoud
3
Downloaded from www.vandenborre.be
KM 2356 ........................................................36
Inbouwafmetingen .................................................36
KM 2357 ........................................................39
Inbouwafmetingen .................................................39
Inbouw ..........................................................41
Toestel bevestigen................................................44
Na de inbouw.....................................................44
Elektrische aansluiting ............................................45
Gasaansluiting ...................................................47
Brandervermogen ................................................49
Aanpassen aan een andere gassoort ................................50
Tabel voor de inspuiters ............................................50
Grote inspuiters vervangen ..........................................51
Kleine inspuiters vervangen .........................................53
Werking controleren................................................54
Dienst Herstellingen aan huis van Miele, typeplaatje, garantie............55
Inhoud
4
Downloaded from www.vandenborre.be
a Sudderbrander
b Intensieve brander
c Wokbrander
d Normale brander
e Normale brander
f Pandrager (3 delen)
Regelknoppen voor het kookvlak:
g Vooraan links
h Achteraan links
i Midden
j Achteraan rechts
k Vooraan rechts
Beschrijving van het toestel
5
Downloaded from www.vandenborre.be
Branders
Wokbrander
a Buitenste branderdop
b Binnenste branderdop
c Branderkop
d Brandervoet
e Thermisch element
f Ontstekingselektrode
Sudder-, normale, intensieve brander
a Branderdop
b Branderkop
c Thermisch element
d Ontstekingselektrode
e Brandervoet
Beschrijving van het toestel
6
Downloaded from www.vandenborre.be
Meegeleverd toebehoren
U kunt het meegeleverde toebehoren apart kopen (zie rubriek
"Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Dit geldt ook voor an
-
der toebehoren.
Wokring
De meegeleverde wokring zorgt voor extra stabiliteit van het
kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een
ronde bodem.
Combi-ring
(voor wokbrander)
Voor klein en groot kookgerei (zie rubriek "Kookgerei").
Beschrijving van het toestel
7
Downloaded from www.vandenborre.be
Dit gaskookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
-
schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter
een letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing daarom aandachtig
door voordat u het gaskookvlak in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de in
-
stallatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is vei
-
liger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan
wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
~
Dit gaskookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en
gelijkaardige omgevingen.
~
Gebruik het gaskookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor
het bereiden en warmhouden van gerechten.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver-
antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge
-
bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
~
Dit gaskookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om dit gaskookvlak veilig te bedienen, mogen het toestel alleen on
-
der het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand
gebruiken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Downloaded from www.vandenborre.be
Kinderen in het huishouden
~
Let op kinderen die in de buurt van het gaskookvlak komen. Laat
kinderen nooit met het toestel spelen.
~
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het gas
-
kookvlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden
gehouden.
~
Kinderen vanaf acht jaar mogen het gaskookvlak zonder toezicht
bedienen of reinigen, maar alleen wanneer hun de bediening of rei
-
niging van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedie
-
nen of reinigen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een fou-
tieve bediening of omgang kunnen beseffen.
~
Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft
het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het
toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat
dat ze er zich aan verbranden.
~
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, bo-
ven of achter het gaskookvlak. Anders worden kinderen ertoe
verleid op het toestel te klauteren. Er is gevaar voor verbranding!
~
Zorg ervoor dat kinderen geen hete kookpotten en pannen om
-
laag kunnen trekken. Draai de handvaten van de kookpotten en
pannen over het werkblad. Hierdoor voorkomt u dat iemand zich
verbrandt. In de handel vindt u een speciaal beveiligingshekje waar
-
door dit risico wordt beperkt.
~
Delen van de verpakking, bijv. folie of piepschuim, kunnen voor
kinderen gevaar inhouden. Kinderen kunnen verstikken! Bewaar
deze delen van de verpakking buiten hun bereik en verwijder de
verpakking ook zo vlug mogelijk.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Downloaded from www.vandenborre.be
Technische veiligheid
~
Controleer vóórdat het gaskookvlak wordt ingebouwd of het zicht
-
baar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen
geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in ge
-
vaar brengen!
~
De elektrische veiligheid van het gaskookvlak is alleen gewaar
-
borgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd aardsysteem. Het is belangrijk dat u dit controleert.
Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elek
-
tricien controleren. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor
schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere ge-
vaar voor elektrische schokken.
~
Vergelijk zeker eerst de aansluitgegevens (spanning en frequen-
tie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit
daarna pas uw gaskookvlak aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt
er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een
elektricien.
~
Gebruik het gaskookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel
dan is een veilige werking gewaarborgd.
~
Alleen een erkend installateur mag het toestel aansluiten op het
gasnet. Wordt de stekker verwijderd, dan mag het toestel uitsluitend
door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangeslo
-
ten. Laat dit werk uitvoeren door vakmensen die goed op de hoogte
zijn van de nationale voorschriften en van de bijkomende voor
-
schriften van het plaatselijke energiebedrijf; ze moeten deze voor
-
schriften zorgvuldig naleven. Wanneer er bij het inbouwen en aan
-
sluiten van het toestel fouten worden gemaakt, kan Miele niet aan
-
sprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het ge
-
volg van is.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Open in geen geval de behuizing van het gaskookvlak.
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elektrische
en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar ople
-
veren. Het kan ook tot storingen in de werking van het toestel leiden.
~
Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen wor
-
den uitgevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's
ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
~
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het
gaskookvlak van het gasnet en het elektriciteitsnet losgekoppeld
zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaar-
den is voldaan:
– De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld.
– De schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitge-
draaid.
– De stekker is uit het stopcontact getrokken.
Trek bij toestellen met stekker niet aan de kabel maar aan de stek-
ker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet.
~
Laat u het gaskookvlak tijdens de garantieperiode herstellen, dan
mag dat enkel gebeuren door een technicus die door Miele erkend
is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op ga
-
rantie.
~
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origi
-
nele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle
voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
~
Het gaskookvlak is niet bestemd voor gebruik met een externe
schakelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden
vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij de fabrikant of via de
Service After Sales.
~
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen stopcontactenblokken
of verlengkabels om het gaskookvlak op het elektriciteitsnet aan te
sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat
onder andere gevaar voor oververhitting.
~
Als het gaskookvlak defect is, mag u het niet in gebruik nemen en
dient u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het gaskook
-
vlak van het elektriciteitsnet en het gasnet. Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Veilig gebruik
~
Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft
het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Let erop dat u het toestel
niet aanraakt zolang het nog warm kan zijn.
~
Zorg dat op een ontstoken brander altijd kookgerei staat. Anders
kan een erboven geplaatste dampkap door de te sterke hitte van de
vlammen schade oplopen of vlam vatten.
~
Laat het gaskookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in wer
-
king is! Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en
kan vervolgens het toestel in brand vliegen.
~
Als heet vet of hete olie in brand vliegt, probeer het vuur dan niet
met water te blussen! Doe het vuur stikken, bijv. met een deken, een
vochtige keukenhanddoek of iets dergelijks.
~
Gebruik het gaskookvlak niet om het vertrek te verwarmen. Door
de hoge temperaturen kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de
omgeving vlam vatten. Het zou bovendien de levensduur van uw
toestel verminderen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Flambeer nooit gerechten onder een dampkap. De ventilator
zuigt de vlammen aan zodat de dampkap in brand kan vliegen.
~
Bescherm uw handen telkens als u met het hete gaskookvlak
omgaat. Maak gebruik van ovenwanten, pannenlappen of iets der
-
gelijks. Zorg dat deze niet te dicht bij de vlammen komen. Gebruik
dus geen al te grote pannenlappen, keukenhanddoeken of iets der
-
gelijks.
Het textiel mag niet nat of vochtig zijn. Anders wordt de warmte
sterker overgedragen en kunt u zich verbranden.
~
Gebruik het gaskookvlak niet om er voorwerpen op neer te leg
-
gen.
Wanneer u dan het toestel per ongeluk inschakelt of wanneer het
dan nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat het mate-
riaal van de voorwerpen verhit. U kunt zich daaraan verbranden. Het
materiaal zelf kan ook smelten of vlam vatten.
~
Dek het gaskookvlak nooit af, bijv. met een afdekplaat, doek of
folie. Wanneer u dan het toestel per ongeluk inschakelt of wanneer
het dan nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat het
materiaal in brand vliegt, springt of smelt.
~
Gebruik geen kookgerei van kunststof of aluminiumfolie. Dat
smelt bij hogere temperaturen. Er is dan ook brandgevaar!
~
Verwarm geen gesloten recipiënten, bijv. conservenblikjes, met
dit gaskookvlak. Door de resulterende overdruk kunnen de reci
-
piënten of blikjes uiteenspatten. Er is dan risico op verbrandingen
en andere lichamelijke letsels !
~
Ontsteek een brander alleen wanneer alle branderdelen op de
juiste wijze in elkaar zijn gezet.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
13
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Gebruik alleen kookgerei waarvan de diameter niet groter of
kleiner is dan de in de tabel aangegeven afmetingen (zie rubriek
"Kookgerei"). Als de bodemdiameter te klein is, staat het kookgerei
niet stevig genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de
hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen
het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv. met panelen) of on
-
derdelen van het gaskookvlak beschadigd raken. Voor schade die
op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden ge
-
steld.
~
Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het kookgerei
vandaan komen en aan de rand omhoogslaan.
~
Gebruik geen kookgerei met een te dunne bodem. Verwarm nooit
leeg kookgerei tenzij de fabrikant van het kookgerei deze toepas-
sing uitdrukkelijk toelaat. Als u hiermee geen rekening houdt, kan
het gaskookvlak schade oplopen.
~
Gebruik altijd de meegeleverde pandragers. U mag het kookge-
rei niet rechtstreeks op de branders plaatsen.
~
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het
gaskookvlak.
~
Verwijder vetspatten en andere brandbare etensresten zo snel
mogelijk van het gaskookvlak. Anders bestaat er brandgevaar.
~
Plaats de pandragers verticaal op het toestel, zodat er geen kras
-
sen kunnen ontstaan.
~
Bij gebruik van een gaskookvlak ontstaan warmte, vocht en
verbrandingsproducten in het vertrek waar het toestel is geplaatst.
Vooral terwijl het toestel in werking is, moet het vertrek waar het toe
-
stel is geplaatst goed worden verlucht: de natuurlijke luchttoevoero
-
peningen moeten open worden gehouden of er moet een mechani
-
sche ventilatievoorziening (bijv. een dampkap) aanwezig zijn.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
14
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Als u het toestel intensief en lang aan één stuk door gebruikt, is
het aan te raden de ruimte extra te verluchten, bijvoorbeeld door
een raam te openen of door de aanwezige mechanische
ventilatievoorziening (bijv. een dampkap) op een hogere stand in te
schakelen.
~
Tijdens het gebruik van het gaskookvlak moet een dampkap met
luchtafvoer of een ventilatievoorziening in uw woning ingeschakeld
zijn.
~
Wanneer u een elektrisch toestel, bijv. een handmixer, gebruikt in
de buurt van het gaskookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel
niet met het hete gaskookvlak in contact komt. De isolatie van de ka-
bel kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elektrische
schokken!
~
Als er onder het gaskookvlak een lade is aangebracht, mag u
daarin geen spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of andere
brandbare voorwerpen bewaren. Is die lade met een bestekinzet uit-
gerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hit-
te bestand is.
~
Gebruik geen braadpannen, andere pannen of grillstenen die zo
groot zijn dat ze meerdere branders bedekken. Door de daardoor
ontstane hitte zou het toestel beschadigd kunnen raken.
~
Voorkom dat er zouthoudende gerechten of vloeistoffen op het
gaskookvlak terechtkomen. Gebeurt dat toch, dan moet u het toestel
meteen grondig reinigen om corrosie te voorkomen.
~
Als het gaskookvlak is ingebouwd achter een meubeldeur, mag
het alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur is geopend.
Sluit de meubeldeur pas wanneer het toestel uitgeschakeld is.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
15
Downloaded from www.vandenborre.be
~
Als het gaskookvlak gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet
is gebruikt, is het aan te bevelen het toestel grondig te reinigen
voordat u het weer in gebruik neemt. Laat in dat geval zo nodig door
een vakman of vakvrouw controleren of het toestel nog correct
werkt.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
16
Downloaded from www.vandenborre.be
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd voor milieu
-
vriendelijk en recycleerbaar verpak
-
kingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsma
-
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw
Miele-handelaar neemt de verpakking
terug.
Wat met een afgedankt toe
-
stel?
Oude elektrische en elektronische toe
-
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
-
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als u het toestel bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
-
handeling kunnen deze stoffen schade
-
lijk zijn voor de gezondheid en het mi
-
lieu. Geef uw oude toestel dus niet mee
met het gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst-
bijzijnde gemeentelijk containerpark.
Vraag meer informatie aan uw Miele-
handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel
kindveilig wordt bewaard voor u het
wegbrengt.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
17
Downloaded from www.vandenborre.be
Kleef het typeplaatje dat u vindt bij de documentatie, op de
daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Typeplaatje".
Eerste reiniging
^
Verwijder eventuele beschermfolies.
^
Reinig de afneembare delen van de branders vóór het
eerste gebruik met een sponsdoek, wat handafwasmiddel
en warm water. Vervolgens wrijft u de delen droog en daar
-
na zet u de branders weer in elkaar (zie rubriek "Reiniging
en onderhoud").
^
Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over
het toestel. Vervolgens wrijft u het droog.
De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speci
-
aal beschermlaagje. Daarom is er een tijdelijke geurvorming
als u het toestel voor het eerst gebruikt.
Die geur en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze
verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch
op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de
gezondheid.
Vóór het eerste gebruik
18
Downloaded from www.vandenborre.be
Systeem voor snelontsteking
Het toestel is uitgerust met een systeem voor snelontsteking.
Dit heeft de volgende eigenschappen:
–
Na het ontsteken van de brander kunt u de regelknop on
-
middellijk loslaten.
–
Automatische herontsteking
Als de vlam door tocht etc. dooft, wordt de brander auto
-
matisch opnieuw ontstoken. Als dit niet lukt, wordt de gas
-
toevoer automatisch afgesloten (zie rubriek "Veiligheidsuit
-
schakeling").
Regelknop
Met de regelknop ontsteekt u de brander en regelt u de
grootte van de vlam.
Sudder-, normale, intensieve brander
ß de gastoevoer is afgesloten
& grootste vlam
/ kleinste vlam
Wokbrander
ß de gastoevoer is afgesloten
& grootste vlam:
binnenste en buitenste brander
branden in de hoogste stand
& grote vlam:
buitenste brander in de laagste
stand,
binnenste brander in de hoogste stand
/ kleine vlam:
buitenste brander uit,
binnenste brander in de hoogste stand
/ kleinste vlam:
buitenste brander uit,
binnenste brander in de laagste stand
Bediening
19
Downloaded from www.vandenborre.be
Inschakelen
Tijdens het gebruik van het gaskookvlak moet een
dampkap met luchtafvoer of een ventilatievoorziening in
uw woning ingeschakeld zijn.
^
Ontsteek de brander door de desbetreffende regelknop in
te drukken en naar links op het grootste vlamsymbool te
draaien. De ontstekingselektrode maakt een klikkend ge
-
luid en ontsteekt het gas.
Als u een regelknop bedient, wordt automatisch op alle
gaskookzones een vonk afgegeven. Dit is normaal en wijst
niet op een defect.
Als de brander niet wordt ontstoken, draait u de regelknop op
"ß". Verlucht de ruimte of wacht minstens 1 minuut voor u een
tweede keer probeert om de brander te ontsteken.
Als de brander ook deze keer niet wordt ontstoken, draait u
de regelknop op "ß" en raadpleegt u de rubriek "Wat gedaan
als ...".
Het is mogelijk dat tijdens het inschakelen de brander kort
wordt herontstoken (1 tot 2 keer klikkend geluid) als de vlam
aan het thermische element kort dooft of het thermische ele-
ment nog niet voldoende warm is (bijv. bij tocht).
Bediening
20
Downloaded from www.vandenborre.be
Regelen
Regel de vlam zodanig dat deze in geen geval boven het
kookgerei uitsteekt. Omdat de vlam aan de buitenkant heter
is dan in de kern moeten de punten van de vlam onder de
bodem van het kookgerei blijven. De warmte wordt anders
aan de lucht afgegeven. Bovendien kunnen de handvaten
van het kookgerei beschadigd raken en neemt de kans op
verbrandingen toe.
De branders kunnen traploos worden geregeld, van de groot
-
ste vlam tot de kleinste vlam. Uitzondering: wokbrander.
Bij de wokbrander bevindt er zich op 6 uur een barrière tus
-
sen een grote vlam en een kleine vlam. Om van een grote
vlam naar een kleine vlam te gaan, moet u de regelknop in
-
drukken om deze over de barrière heen te draaien.
^ Om van een grote naar een kleine vlam te gaan, draait u de
regelknop in tegenwijzerzin tot aan de barrière. Druk de re-
gelknop in, draai deze over de barrière heen en laat de re-
gelknop los. U kunt nu het gewenste vermogen instellen.
^ Om van een kleine naar een grote vlam te gaan, draait u de
regelknop in wijzerzin tot aan de barrière. Druk de regel-
knop in, draai deze over de barrière heen en laat de regel-
knop los. U kunt nu het gewenste vermogen instellen.
Uitschakelen
^
Draai de regelknop naar rechts op "ß".
De gastoevoer wordt afgesloten en de vlam wordt gedoofd.
Draai de regelknop niet in wijzerzin over "ß" heen.
Bediening
21
Downloaded from www.vandenborre.be
Branders Minimale bodemdiameter pannen/kookpotten (in
cm)
Sudderbrander
Normale brander
Intensieve brander
Wokbrander
10
10
12
15
Maximale bovendiameter pannen/kookpotten (in
cm)
Zonder Met
Combi-ring
Sudderbrander
Normale brander
Intensieve brander
Wokbrander
22
22
24
26
-
-
-
30
–
Neem de in de tabel vermelde afmetingen in acht. Als de
bodemdiameter te klein is, staat het kookgerei niet stevig
genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de
hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en
kunnen het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv.
met panelen) of onderdelen van het gaskookvlak bescha-
digd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
– Hou er bij het aankopen van kookpotten en pannen re-
kening mee dat meestal niet de bodemdiameter maar de
bovendiameter wordt aangegeven.
–
Voor gas is geen speciaal kookgerei nodig. Het materiaal
moet alleen hittebestendig zijn.
–
Gebruik bij voorkeur kookgerei met een dikke bodem, om
-
dat de warmte hierdoor goed wordt verdeeld. Als de bo
-
dem te dun is, kan het voedsel op bepaalde plaatsen over
-
verhit raken. Roer daarom in dat geval regelmatiger om.
–
Plaats het kookgerei altijd op de meegeleverde pandrager.
U mag het kookgerei niet rechtstreeks op de branders
plaatsen.
–
Zorg ervoor dat het kookgerei stevig op de pandrager
staat, zodat het niet kan omkantelen. Hou er rekening mee
dat het kookgerei altijd wat kan wankelen, zelfs als het
goed is geplaatst.
–
Gebruik geen kookpotten of pannen met een bodem die
steunt op de rand.
Kookgerei
22
Downloaded from www.vandenborre.be
Wokring
Gebruik de meegeleverde wokring voor extra stabiliteit van
het kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een
ronde bodem.
Zorg ervoor dat de wokring juist geplaatst is, zodat deze
vastzit en niet kan verschuiven (zie afbeelding).
De wok vormt een buitenbeentje onder het kookgerei. De wok
heeft een kleine bodemdiameter en een grote bovendiameter
(meestal 35-40 cm).
Combi-ring
De Combi-ring moet worden gebruikt wanneer u op de wok-
brander
– kookgerei met een kleinere diameter (min. bodemdiameter)
dan deze in de tabel wilt gebruiken. Op deze manier staat
het kookgerei stevig op het gaskookvlak en kan het niet
kantelen.
– groot kookgerei wilt gebruiken. Op deze manier voorkomt u
dat het werkblad beschadigd raakt en dat het roestvrijsta-
len lekblad verkleurt. Hou rekening met de informatie in de
tabel.
Kookgerei
23
Downloaded from www.vandenborre.be
–
Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo
vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt.
–
Gebruik weinig water bij het bereiden.
–
U kunt de bereidingstijd aanzienlijk verkorten door een
snelkookpan/snelkookpot te gebruiken.
–
Stel na de kookstart of het aanbraden een kleinere vlam in.
–
Kies liever brede, lage kookpotten dan smalle, hoge
kookpotten. Ze warmen immers sneller op.
Tips om energie te besparen
24
Downloaded from www.vandenborre.be
Thermo-elektrische ontstekingsbeveiliging
Uw gaskookvlak is uitgerust met een thermo-elektrische ont
-
stekingsbeveiliging. Deze zorgt ervoor dat de gastoevoer
wordt afgesloten wanneer de gasvlam uitgaat (bijvoorbeeld
omdat deze uitwaait of omdat een gerecht overkookt) en
wanneer een daaropvolgende poging tot automatische
herontsteking mislukt. Op deze manier wordt voorkomen dat
er verder gas naar buiten stroomt.
^
Om het gaskookvlak weer in gebruik te nemen, draait u de
regelknop naar rechts op "ß". Schakel de brander vervol
-
gens op de normale manier weer in.
Veiligheidsuitschakeling
Wanneer een kookzone gedurende een ongewoon lange tijd
wordt verwarmd (ca. 4 uur), wordt deze automatisch uitge-
schakeld.
^ Om het gaskookvlak weer in gebruik te nemen, draait u de
regelknop naar rechts op "ß". Schakel de brander vervol-
gens op de normale manier weer in.
Veiligheidsvoorzieningen
25
Downloaded from www.vandenborre.be
,
Gebruik nooit een stoomreiniger om het toestel te reini
-
gen. De stoom kan in aanraking komen met onderdelen
van het toestel die onder spanning staan en zo een kort
-
sluiting veroorzaken.
–
Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst
afkoelen.
–
Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voor
-
komt u kalkaanslag.
–
Hardnekkig vuil laat u eerst inweken.
–
Verwijder vuil onmiddellijk!Als de inhoud van pannen of
kookpotten overloopt op het hete toestel, kan dit tot ver
-
kleuringen leiden op de branderdelen en het roestvrijstalen
lekblad van het kookvlak.
– De oppervlakken van de branderdelen en de pandragers
worden met de tijd iets matter. Dit is normaal en heeft ver-
der geen gevolgen voor het gebruik van het gaskookvlak.
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid-
delen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of
chloor bevatten,
–
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
vlek- en roestverwijderaars,
–
schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder,
schuurmelk, poetsstenen,
–
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
afwasmiddelen voor de afwasautomaat,
–
grill- of ovensprays,
–
glasreinigers,
–
schurende harde borstels en sponsen (bijv.
schuursponsen), of gebruikte sponsen die nog resten van
een schuurmiddel bevatten,
–
scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen
tussen het frame en het werkblad beschadigd raken).
Reiniging en onderhoud
26
Downloaded from www.vandenborre.be
Reiniging Opmerkingen
Roestvrijstalen
lekblad
Reinig het roestvrijstalen lekblad met een
sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en
warm water.
Indien nodig kunt u de ruwe kant van een
afwasspons en het reinigingsmiddel voor glas
-
keramiek en roestvrij staal van Miele gebruiken
(zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebeho
-
ren").
Let erop dat u met het middel uitsluitend de
slijprichting (de richting van de ribbels) volgt.
Om te voorkomen dat het roestvrije staal snel
weer vuil wordt, raden we aan het onder
-
houdsmiddel voor roestvrij staal van Miele te
gebruiken (zie rubriek "Mits toeslag verkrijg
-
baar toebehoren"). Breng dit middel met een
zachte doek gelijkmatig en spaarzaam aan.
Bedrukking
(vlamsymbolen)
De bedrukking kan bescha
-
digd raken wanneer vuil er
lang op inwerkt, bijv. als u
eten of vloeistoffen met keu
-
kenzout of olijfolie morst. Ver
-
wijder vuil onmiddellijk!
Gebruik geen reinigingsmid
-
del voor roestvrij staal voor
het deel met de bedrukking.
U zou de bedrukking afschu
-
ren.
Pandrager
Verwijder de pandragers.
Reinig deze in de afwasautomaat of met een
sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en
warm water.
Indien nodig gebruikt u de ruwe kant van een
afwasspons.
Regelknop
Reinig de regelknoppen met een sponsdoek,
een beetje handafwasmiddel en warm water.
Niet geschikt voor de af-
wasautomaat.
Branderdop
Reinig de branderdoppen met een sponsdoek,
een beetje handafwasmiddel en warm water.
Indien nodig kunt u de ruwe kant van een
afwasspons gebruiken.
Niet geschikt voor de af-
wasautomaat.
Branderkop
Reinig de branderkoppen met een sponsdoek,
een beetje handafwasmiddel en warm water.
Indien nodig kunt u de ruwe kant van een
afwasspons gebruiken.
Niet geschikt voor de af
-
wasautomaat.
Zorg dat ook de gleuven in
de brander na de reiniging
goed droog zijn.
Ontstekings
-
elektrode
Thermisch ele
-
ment
Reinig de ontstekingselektrode en het ther
-
mische element voorzichtig met een goed uit
-
gewrongen vochtige doek.
De ontstekingselektrode
mag niet nat worden. Anders
kan er geen vonk worden af
-
gegeven.
Reiniging en onderhoud
27
Downloaded from www.vandenborre.be
Sudder-, normale, intensieve brander in elkaar zetten
^ Plaats de branderkop b zodanig op de brandervoet e dat
de ontstekingselektrode d en het thermische element c
door de gleuven van de branderkop heen steken. De bran-
derkop moet goed op de brandervoet liggen.
^ Plaats de branderdop a zodanig dat de nokjes in de uit-
sparingen van de branderkop b vallen.
Als de branderdop juist is geplaatst kan deze niet worden
verschoven.
Reiniging en onderhoud
28
Downloaded from www.vandenborre.be
Wokbrander in elkaar zetten
^ Plaats de branderkop c zodanig op de brandervoet d dat
het thermische element e en de ontstekingselektrode f
door de gleuven van de branderkop heen steken. De bran
-
derkop moet goed op de brandervoet liggen.
^
Plaats de branderdoppen a en b.
^
Zorg ervoor dat u de branderdelen in de juiste volgorde in
elkaar zet.
Reiniging en onderhoud
29
Downloaded from www.vandenborre.be
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u
zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellin
-
gen aan huis van Miele, bespaart u tijd en kosten.
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te
vinden en problemen te verhelpen. Vergeet echter niet:
,
Herstellingen aan elektrische en gastoestellen mogen alleen door vakmen
-
sen worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er
niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Probleem Oorzaak Oplossing
De brander ontsteekt niet
wanneer u het toestel voor
de eerste keer gebruikt of
wanneer u het lange tijd
niet hebt gebruikt
Mogelijk bevindt er
zich lucht in de gaslei
-
ding.
Herhaal het ontstekingsproces indien nodig
meerdere keren.
Tussen de verschillende ontsteekpogingen
moet u telkens minstens 1 minuut wachten om
ophoping van onverbrand gas te voorkomen.
De brander kan niet wor-
den ontstoken na meerde-
re pogingen
Draai alle regelknoppen op "ß" en ontkoppel
het toestel enkele seconden van het elektrici-
teitsnet
De brander is niet juist
in elkaar gezet.
Zet de brander juist in elkaar.
De gaskraan is niet ge-
opend.
Open de gaskraan.
De brander is nat en/of
vuil.
Reinig en droog de brander.
De gleuven in de bran
-
der zijn verstopt en/of
nat.
Reinig en droog de gleuven in de brander
Wat gedaan als ...?
30
Downloaded from www.vandenborre.be
Probleem Oorzaak Oplossing
Stroomonderbreking terwijl
het toestel in werking is
Draai alle regelknoppen naar rechts op "ß". Zo
-
dra de stroom weer is hersteld, kunt u het toe
-
stel weer gewoon bedienen.
Gasvlam gaat uit na de
ontsteking
De vlammen komen
niet in contact met het
thermische element;
het wordt niet heet ge
-
noeg:
- De branderdelen zijn
niet juist geplaatst.
- Er bevindt zich vuil bij
het thermische ele
-
ment.
Zet de branderdelen juist op elkaar.
Verwijder het vuil.
De gasvlam ziet er anders
uit
De branderdelen zijn
niet juist geplaatst.
Zet de branderdelen juist op elkaar.
De branderkop of de
gleuven van de bran-
derdop zijn vuil.
Verwijder het vuil.
De gasvlam gaat uit terwijl
het toestel in werking is
De branderdelen zijn
niet juist geplaatst.
Zet de branderdelen juist op elkaar.
De elektrische
ontstekingsinrichting van
de brander functioneert
niet
De desbetreffende ze-
kering in uw
zekeringkast is
gesprongen.
Neem eventueel contact op met een elektricien
of de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
- Er bevinden zich
etensresten tussen de
ontstekingselektrode
en de branderdop
- Er bevinden zich
etensresten bij het ther
-
mische element
Verwijder het vuil. (Raadpleeg de rubriek "Rei
-
niging en onderhoud".)
Stroomonderbreking Draai alle regelknoppen naar rechts op "ß". Zo
-
dra de stroom weer is hersteld, kunt u het toe
-
stel weer gewoon bedienen.
Wat gedaan als ...?
31
Downloaded from www.vandenborre.be
Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren aan
dat geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld
aan reinigings- en onderhoudsproducten.
U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele
Online Shop:
U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After
Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar.
Onderhoudsproducten
Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal
250 ml
Verwijdert sterke vervuiling, kalkvlekken en lichte verkleu-
ringen.
Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal
250 ml
Hiermee verwijdert u gemakkelijk waterstrepen, vlekken en
vingerafdrukken.
Voorkomt dat het roestvrij staal snel weer vuil wordt.
Microvezeldoek
Verwijdert vingerafdrukken en lichte vervuiling.
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
32
Downloaded from www.vandenborre.be
Om schade aan het toestel te ver
-
mijden, mag u het pas inbouwen na
-
dat de wandkasten en de dampkap
zijn gemonteerd.
~
De lijsten en randen van het werk
-
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen. Ook de
wandafdichtstrips moeten hittebesten
-
dig zijn.
~
Dit toestel mag niet op niet-vaste
plaatsen (bijv. op een schip) worden
gebruikt.
~
Vanwege het risico op overslaande
vlammen mag een gaskookvlak niet
vlak naast een friteuse worden inge-
bouwd. Er dient tussen het gaskookvlak
en een friteuse een afstand van min-
stens 300 mm te worden aangehouden.
~
Gaskookvlakken mogen niet worden
ingebouwd boven koeltoestellen, af-
wasautomaten, wasautomaten en
droogautomaten.
~
De gasslang en de aansluitkabel
mogen na de inbouw niet in aanraking
komen met onderdelen van het toestel
die bij gebruik warm worden. Anders
kunnen de gasslang en de aansluitka
-
bel beschadigd raken.
~
De aansluitkabel en een flexibele
gasaansluiting moeten zodanig aange
-
bracht zijn dat deze niet in contact
komen met beweegbare delen van de
keukenelementen (bijv. een lade) en
dat deze niet blootgesteld zijn aan me
-
chanische belastingen.
~
Neem de veiligheidsafstanden op
de volgende pagina's strikt in acht.
~
Gebruik geen middel om de voegen
te dichten, tenzij dat uitdrukkelijk wordt
gevraagd. De dichtingsstrook van het
toestel garandeert voldoende afdich
-
ting ten opzichte van het werkblad.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Vertrek waar het toestel wordt ge
-
plaatst
Het vertrek waar het gaskookvlak wordt
geplaatst, moet
– minstens 25,2 m
3
groot zijn
– minstens één buitendeur of één bui-
tenraam hebben, die of dat kan wor-
den geopend
– uitgerust zijn met een dampkap met
luchtafvoer of een gecontroleerde
ventilatievoorziening (geen werking
met luchtcirculatie) die een ventilatie-
vermogen biedt van minstens
189 m
3
/uur.
–
geschikte luchttoevoeropeningen
hebben.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
33
Downloaded from www.vandenborre.be
Veilige afstand naar boven toe
Hou tussen het toestel en een dampkap
erboven de veiligheidsafstand aan die
door de fabrikant van de dampkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de dampkap
geen afstand vermeld of zijn er licht
ontvlambare materialen (bijv. een rekje)
boven het toestel geïnstalleerd, dan
dient de veiligheidsafstand minstens
760 mm te bedragen.
Als u verschillende toestellen (bijv. een
gaskookvlak en een elektrisch kook
-
vlak) naast elkaar inbouwt onder een
dampkap, neemt u de grootste afstand
die wordt vermeld in de gebruiks- en
montageaanwijzing.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
34
Downloaded from www.vandenborre.be
Veiligheidsafstand naast en achter
het toestel
Het toestel mag slechts aan één zijkant
(rechts of links) en aan de achterkant
grenzen aan meubels of wanden die
hoger zijn dan het toestel zelf (zie de
afbeeldingen).
a Achter het toestel: minstens 50 mm
tussen de uitsparing in het werkblad
en de achterkant van het werkblad.
b Rechts van het toestel: minstens
150 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
c Links van het toestel: minstens
150 mm tussen de uitsparing in het
werkblad en een ernaast geplaatst
meubel (bijv. een hoge kast) of een
muur.
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
35
Downloaded from www.vandenborre.be
Inbouw
^
Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de maatschetsen. Neem de
veiligheidsafstanden (zie rubriek
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid
bij inbouw") in acht.
^
Bescherm het zaagpatroon bij houten
werkbladen met speciale lak,
siliconenrubber of giethars om op
-
zwellen door vocht te verhinderen.
De gebruikte materialen moeten hitte
-
bestendig zijn.
Zorg ervoor dat deze materialen niet
in contact komen met het oppervlak
van het werkblad.
^ Voer de aansluitkabel van het toestel
naar onderen door de uitsparing in
het werkblad.
^ Plaats het toestel in de uitsparing.
Wordt bij het inbouwen geconsta-
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius (ß
R4) voorzichtig met een decoupeer
-
zaag worden nabewerkt.
^
Sluit het toestel aan op het elektrici
-
teitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
^
Sluit het toestel aan op gas (zie "Gas
-
aansluiting").
^
Bevestig het toestel vooraan en ach
-
teraan met de meegeleverde draag
-
profielen. Zie rubriek "Toestel bevesti
-
gen".
KM 2356
37
Downloaded from www.vandenborre.be
Dichting tussen het toestel en het
werkblad
De dichtingsstrook onder de rand van
het bovenste deel van het toestel ga-
randeert voldoende afdichting ten op-
zichte van het werkblad.
Het toestel mag in geen geval met
voegdichtingsmiddel (bijv. silicone)
worden afgedicht.
Het toestel en het werkblad zouden
dan beschadigd kunnen raken wan
-
neer het toestel moet worden verwij
-
derd.
Betegeld werkblad
De voegen a en het gearceerde deel
onder de ondersteuning van het gas-
kookvlak moeten glad en effen zijn, zo-
dat het gaskookvlak er gelijkmatig op
ligt en de dichtingsstrook onder de
rand van het bovenste deel van het toe-
stel een voldoende goede afdichting tot
het werkblad garandeert.
KM 2356
38
Downloaded from www.vandenborre.be
Inbouwafmetingen
a Vooraan
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting
R 1/2 - ISO 7-1 (DIN EN 10226)
d Aansluitkastje voor aansluiting op het
elektriciteitsnet met aansluitkabel,
L = 2000 mm
e Elektronicabehuizing 100 x 200 mm
maximale inbouwhoogte 101 mm
f Trapsgewijze uitsparing voor werk
-
bladen van natuursteen
Bij inbouw in een werkblad van na
-
tuursteen moet u voor de afmetingen
van de uitsparing in het werkblad in
elk geval de detailtekeningen in acht
nemen.
KM 2357
39
Downloaded from www.vandenborre.be
Een kookvlak zonder randlijst is en
-
kel geschikt voor inbouw in natuur
-
steen (graniet, marmer), massief
hout en betegelde werkbladen.
Bij werkbladen van andere materia
-
len vraagt u de fabrikant of het werk
-
blad geschikt is voor vlakke inbouw
van een kookvlak zonder randlijst.
Voor de inbouw is een onderkast
van 900 mm breed vereist.
Het gaskookvlak moet na de inbouw
onderaan vrij toegankelijk zijn voor
onderhoudsdoeleinden, zodat de si-
liconenkit voor het afdichten van de
voeg niet moet worden verwijderd.
Het gaskookvlak wordt
– rechtstreeks in een correct
uitgefreesd werkblad van natuur-
steen geplaatst.
–
met houten lijsten bevestigd in de uit
-
sparing in een werkblad van massief
hout/betegeld werkblad. Deze lijsten
worden niet bij het toestel meegele
-
verd.
KM 2357
40
Downloaded from www.vandenborre.be
Inbouw
Werkblad van natuursteen
a Werkblad
b Gaskookvlak
c Voeg
Voor het toestel en de uitsparing in
het werkblad geldt een zekere maat-
tolerantie, zodat de breedte van de
voeg c kan variëren.
^
Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de maatschets. Neem de
veiligheidsafstanden (zie rubriek
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid
bij inbouw") in acht.
^
Voer de aansluitkabel van het toestel
naar onderen door de uitsparing in
het werkblad.
^
Plaats het toestel b in de uitsparing
en centreer het.
^
Sluit het toestel aan op het elektrici
-
teitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
^
Sluit het toestel aan op gas (zie "Gas
-
aansluiting").
^ Bevestig het toestel vooraan en ach-
teraan met de meegeleverde draag-
profielen. Zie rubriek "Toestel bevesti-
gen".
^ Ga na of het toestel correct werkt.
^ Dicht de resterende voeg c af met
een temperatuurbestendige (min-
stens 160 °C) siliconenkit voor het
afdichten van voegen.
Gebruik uitsluitend een siliconenkit
voor het afdichten van voegen die
geschikt is voor natuursteen en volg
de instructies van de fabrikant van
de kit.
KM 2357
41
Downloaded from www.vandenborre.be
Werkblad van massief hout / bete
-
geld werkblad
a Werkblad
b Gaskookvlak
c Voeg
d Houten lijsten 7 mm
(niet meegeleverd)
Voor het toestel en de uitsparing in
het werkblad geldt een zekere maat-
tolerantie, zodat de breedte van de
voeg c kan variëren.
^
Maak een uitsparing in het werkblad
zoals op de maatschets. Neem de
veiligheidsafstanden (zie rubriek
"Opmerkingen omtrent uw veiligheid
bij inbouw") in acht.
^
Bevestig de houten lijsten d 2mm
onder de bovenkant van het werk
-
blad (zie afbeelding).
^
Voer de aansluitkabel van het toestel
naar onderen door de uitsparing in
het werkblad.
^
Plaats het toestel b in de uitsparing
en centreer het.
^ Sluit het toestel aan op het elektrici-
teitsnet (zie "Elektrische aansluiting").
^ Sluit het toestel aan op gas (zie "Gas-
aansluiting").
^ Bevestig het toestel vooraan en ach-
teraan met de meegeleverde draag-
profielen. Zie rubriek "Toestel bevesti-
gen".
^ Ga na of het toestel correct werkt.
^
Dicht de resterende voeg c af met
een temperatuurbestendige (min
-
stens 160 °C) siliconenkit voor het
afdichten van voegen.
Hou rekening met de opmerkingen
van de fabrikant van de siliconenkit
voor het afdichten van voegen.
Gebruik bij tegels van natuursteen
uitsluitend een siliconenkit voor het
afdichten van voegen die geschikt is
voor natuursteen.
KM 2357
42
Downloaded from www.vandenborre.be
Inbouw in een roestvrijstalen werkblad
Dit toestel kan in een roestvrijstalen werkblad worden ingelast. Het toestel moet na
het inlassen nog steeds als Miele-toestel herkenbaar zijn.
,
Het inlassen mag alleen worden uitgevoerd door een vakman of vakvrouw
die door de Service After Sales van Miele is gecertificeerd.
a Roestvrijstalen werkblad
b Lasercontour
c Lascontour
KM 2357
43
Downloaded from www.vandenborre.be
Bevestig het toestel met de meegele
-
verde draagprofielen volgens de aan
-
wijzingen op de afbeelding.
Werkblad 20 mm
Werkblad 30 mm
Werkblad 40 mm
Na de inbouw
Controleer na het inbouwen de werking
van het gaskookvlak door alle branders
te ontsteken.
Op de laagste stand mag de vlam niet
doven, ook niet wanneer u de regel
-
knop snel van de grote naar de kleine
vlam draait.
Op de hoogste stand moet de brander
een duidelijk zichtbare kern hebben.
Toestel bevestigen
44
Downloaded from www.vandenborre.be
Het is aan te bevelen het toestel via een
stekker aan te sluiten op het elektrici
-
teitsnet. Daardoor worden onderhouds-
en herstellingswerken eenvoudiger.
Zorg ervoor dat het stopcontact na de
inbouw van uw toestel nog vlot toegan
-
kelijk is.
Als de aansluiting niet via een stopcon
-
tact gebeurt, dient u de aansluiting te
laten uitvoeren door een elektricien, die
goed op de hoogte is van de nationale
voorschriften en aanvullende voor
-
schriften van de plaatselijke elektrici
-
teitsmaatschappij, en die deze voor
-
schriften nauwkeurig opvolgt.
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vaste
aansluiting voorzien, dan moet die
voor elke pool met een stroomonder-
breker uitgerust zijn. Als stroomonder-
brekers kunnen schakelaars worden
gebruikt met een contactopening van
minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoor-
beeld aan installatieautomaten en zeke-
ringen.
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje. Deze gegevens
moeten overeenstemmen met de gege
-
vens van het elektriciteitsnet.
De fabrikant wijst erop dat hij geen
aansprakelijkheid aanvaart voor
(on)rechtstreekse schade die
voortvloeit uit een ondeskundige in
-
bouw of verkeerde aansluiting.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er zijn in dat
geval elektrische schokken mogelijk.
Na inbouw moet worden gewaar
-
borgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange-
raakt.
Totaalvermogen
Zie typeplaatje.
Aansluiting en zekering
AC230V/50Hz
Zekering: 10 A
Uitschakelkarakteristiek: type B of C
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen wordt
aangeraden vóór het toestel een
verliesstroomschakelaar met een uit
-
schakelstroom van 30 mA te plaatsen.
Elektrische aansluiting
45
Downloaded from www.vandenborre.be
Van het elektriciteitsnet loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het elektriciteitsnet dient te worden los
-
gekoppeld, gaat u afhankelijk van de
installatie als volgt te werk:
–
Smeltzekeringen:
Neem de inzetstukken helemaal uit
de schroefkappen. of:
–
Bij een automaat met
schroefzekeringen:
Druk op de testknop (rood) tot de
middelste knop (zwart) uitspringt.
of:
– Inbouwzekeringsautomaat
(installatieautomaat, min.
type B of C!):
Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan)
op 0 (uit). of:
– Aardlekschakelaar
(verliesstroomschakelaar) Zet de
hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0
(uit) of druk op de testtoets.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha
-
keld.
Aansluitkabel vervangen
Bij het vervangen van de aansluitkabel
mag alleen een speciale aansluitkabel
van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie)
worden gebruikt. Deze kabel is verkrijg
-
baar bij de fabrikant of de Service After
Sales van Miele.
De kabel mag enkel worden vervangen
door de fabrikant van het toestel, de
door Miele erkende dienst Herstellingen
aan huis of een elektricien. De vereiste
aansluitgegevens vindt u op het type
-
plaatje.
Elektrische aansluiting
46
Downloaded from www.vandenborre.be
,
De aansluiting op gas of het
aanpassen aan een andere gassoort
mag uitsluitend worden uitgevoerd
door een installateur die erkend is
door het plaatselijke gasbedrijf. De
installateur is ervoor verantwoorde
-
lijk dat het toestel goed functioneert
op de plaats waar het toestel wordt
geplaatst.
De gasaansluiting moet zo zijn ge
-
plaatst dat men het toestel binnen of
buiten het keukenmeubel kan aan
-
sluiten. De afsluitkraan moet, even
-
tueel na het openen van de meubel-
deur, toegankelijk en zichtbaar zijn.
Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf
welke gassoort u hebt en vergelijk
dit met de gegevens op het type-
plaatje.
Dit toestel mag niet op een afvoerlei-
ding voor verbrandingsgassen wor-
den aangesloten. Het moet volgens
de geldende installatievoorschriften
worden geplaatst en aangesloten.
Het vertrek waarin het toestel wordt
geplaatst moet voldoende worden
verlucht.
Het gaskookvlak moet volgens de
geldende voorschriften en richtlijnen
op het gasnet worden aangesloten.
Bij de gasaansluiting moeten ook de
speciale voorschriften van het
plaatselijke gasbedrijf en die van de
bouwtoezichtsinstanties in acht wor
-
den genomen.
De gasaansluitingen moeten zo zijn
aangebracht dat deze niet worden
beschadigd door de hitte die het
gaskookvlak afgeeft als het aan
-
staat.
Met name de gasleidingen en de
aansluitarmaturen mogen niet in
contact komen met hete verbran
-
dingsgassen.
De gasslang en de aansluitkabel
mogen niet in contact komen met
onderdelen van het gaskookvlak die
bij gebruik warm worden, omdat de
slang en de kabel anders bescha-
digd kunnen raken.
Een flexibele aansluitleiding moet zo
zijn aangebracht dat deze niet in
contact komt met beweegbare delen
van de keukenelementen (bijv. een
lade) en dat deze niet blootgesteld
is aan mechanische belastingen.
Na het inbouwen van het toestel
moet het aan de plaatselijke
gasverhoudingen worden aange
-
past.
Tot slot moet de gasaansluiting op
dichtheid worden gecontroleerd.
Gasaansluiting
47
Downloaded from www.vandenborre.be
Het toestel is geschikt voor aardgas en
vloeibaar gas.
Categorie overeenkomstig EN 30:
BE II 2E+ 3+ 20/25, 28-30/37 mbar.
Het toestel is, afhankelijk van de
landspecifieke uitvoering, voorzien voor
aardgas of vloeibaar gas (zie sticker op
het toestel).
Voor het aanpassen aan een andere
gassoort is, afhankelijk van de
landspecifieke uitvoering, de overeen
-
komstige set inspuiters meegeleverd.
Als de voor uw installatie vereiste set in
-
spuiters niet meegeleverd is, dient u
contact op te nemen met uw Miele-han-
delaar of de Service After Sales van
Miele.
Het aanpassen aan een andere gas-
soort wordt beschreven in de rubriek
"Aanpassen aan een andere gassoort".
Schroefdraadaansluiting op het toe-
stel
De gasaansluiting van het toestel is
voorzien van tapse 1/2" schroefdraad.
Er zijn twee aansluitingsmogelijkheden:
–
vaste aansluitleiding
–
flexibele aansluitleiding
volgens DIN 3383 Teil 1
Een flexibele aansluitleiding mag niet
langer zijn dan 2 m.
Om dichte verbindingen te garande
-
ren, moet geschikt dichtingsmiddel
worden gebruikt.
Gebruik van een bochtstuk van 90°
c Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1
(DIN EN 10226)
d Bochtstuk van 90°
Bij gebruik van een bochtstuk van 90°
wordt de inbouwhoogte voor de gas-
aansluiting ca. 60 mm hoger.
Gasaansluiting
48
Downloaded from www.vandenborre.be
Nominaal vermogen
Branders Gassoort Grote vlam Kleine vlam
kW g/h kW
Sudderbrander Aardgas H
Vloeibaar gas
1,00
1,00
-
0,73
0,27
0,21
Normale brander Aardgas H
Vloeibaar gas
1,70
1,70
-
124
0,30
0,30
Intensieve brander Aardgas H
Vloeibaar gas
2,70
2,60
-
189
0,51
0,64
Wok Aardgas H
Vloeibaar gas
4,50
4,10
-
298
0,27
0,21
Totaal Aardgas H
Vloeibaar gas
11,60
11,10
-
808
Brandervermogen
49
Downloaded from www.vandenborre.be
,
Het aanpassen aan een andere gassoort mag uitslui
-
tend worden uitgevoerd door een installateur die erkend is
door het plaatselijke gasbedrijf.
Bij het aanpassen aan een andere gassoort moeten de grote
inspuiters en de kleine inspuiters van de branders worden
vervangen.
Tabel voor de inspuiters
Grote inspuiter C Kleine inspuiter C
Aardgas H
Sudderbrander
Normale brander
Intensieve brander
Wok
0,76
0,94
1,20
2x1,00 / 0,72
0,39
0,42
0,54
0,88 / 0,42
Vloeibaar gas
Sudderbrander
Normale brander
Intensieve brander
Wok
0,52
0,66
0,81
2 x 0,66 / 0,46
0,23
0,27
0,39
0,52 / 0,23
De boringsdiameter van de inspuiters is in mm aangegeven.
Aanpassen aan een andere gassoort
50
Downloaded from www.vandenborre.be
Inspuiters vervangen
Ontkoppel het gaskookvlak van het
elektriciteitsnet en sluit de gastoe
-
voer af.
Grote inspuiters vervangen
Sudder-, normale, intensieve brander
^ Verwijder de pandragers, de bran-
derdop a en de branderkop b.
^ Schroef met een steeksleutel (M7) de
grote inspuiter c los.
^
Vervang de grote inspuiter.
Aanpassen aan een andere gassoort
51
Downloaded from www.vandenborre.be
Wokbrander
^ Verwijder de branderdoppen ab en
de branderkop c.
^
Schroef met een steeksleutel (M7) de
grote inspuiters d los.
^
Plaats de juiste inspuiters (zie tabel
voor de inspuiters) en draai deze
vast.
^
Verzegel de inspuiters met zegellak,
om te voorkomen dat de inspuiters
per ongeluk worden losgedraaid.
Aanpassen aan een andere gassoort
52
Downloaded from www.vandenborre.be
Kleine inspuiters vervangen
Om de kleine inspuiters te vervangen,
moeten de bevestigingsschroeven van
de branders worden losgemaakt en het
bovenblad van het toestel worden afge
-
nomen.
^
Verwijder de regelknoppen van bo
-
ven af.
^
Verwijder de branderdelen.
^
Maak de schroeven los.
^
Verwijder het bovenblad van het toe
-
stel.
Sudder-, normale, intensieve brander
^
Draai de kleine inspuiter a in de
gasarmatuur met een kleine schroe
-
vendraaier los.
^
Verwijder de inspuiter met een punt
-
tang.
^
Plaats de juiste inspuiter (zie tabel
voor de inspuiters) en draai deze
vast.
^
Verzegel de inspuiter met zegellak,
om te voorkomen dat de inspuiter per
ongeluk wordt losgedraaid.
Wokbrander
a Kleine inspuiter met kleinere diame-
ter (bijv. bij vloeibaar gas: 0,23)
b Kleine inspuiter met grotere diameter
(bijv. bij vloeibaar gas: 0,52)
^ Draai de twee kleine inspuiters a en
b in de gasarmatuur met een kleine
schroevendraaier los.
^
Verwijder de inspuiters met een punt
-
tang.
^
Plaats de juiste inspuiters (zie tabel
voor de inspuiters) en draai deze
vast.
^
Verzegel de inspuiters met zegellak,
om te voorkomen dat de inspuiters
per ongeluk worden losgedraaid.
Aanpassen aan een andere gassoort
53
Downloaded from www.vandenborre.be
Werking controleren
Controleer alle delen waar gas door
-
loopt op dichtheid.
^
Zet het toestel weer in elkaar.
^
Controleer de werking van het gas
-
kookvlak door alle branders te ontste
-
ken.
Op de laagste stand mag de gas
-
vlam niet doven, ook niet wanneer u
de regelknop snel van de grote naar
de kleine vlam draait.
Op de hoogste stand moet de bran-
der een duidelijk zichtbare kern heb-
ben.
^ Kleef de sticker die bij de inspuiterset
hoort over de oude sticker met de
vermelde gassoort.
Aanpassen aan een andere gassoort
54
Downloaded from www.vandenborre.be
Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met:
–
uw Miele-handelaar of
–
de Herstellingen aan huis van Miele.
Het telefoonnummer van de Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de
achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan al
-
tijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het meegeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeen
-
stemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de meegele
-
verde garantievoorwaarden.
Dienst Herstellingen aan huis van Miele, typeplaatje,
55
Downloaded from www.vandenborre.be
Wijzigingen voorbehouden / 1512
M.-Nr. 09 336 900 / 00

Documenttranscriptie

nl ow D d de oa m fro Gebruiks- en montageaanwijzing e .b re or nb de an .v w w w Gaskookvlakken KM 2356 KM 2357 Lees absoluut de gebruiksen montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel. nl - BE M.-Nr. 09 336 900 nl ow D Inhoud d de oa m fro Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Meegeleverd toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 w or nb de an .v w w Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Vóór het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 re e .b Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Systeem voor snelontsteking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Regelknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Regelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Kookgerei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Wokring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Combi-ring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Veiligheidsvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Thermo-elektrische ontstekingsbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Veiligheidsuitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Wat gedaan als ...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 3 nl ow D Inhoud d de oa m fro KM 2356 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Inbouwafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 w or nb de an .v w w KM 2357 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Inbouwafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 e .b re Toestel bevestigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Na de inbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Brandervermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Aanpassen aan een andere gassoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Tabel voor de inspuiters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Grote inspuiters vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Kleine inspuiters vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Werking controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Dienst Herstellingen aan huis van Miele, typeplaatje, garantie. . . . . . . . . . . . 55 4 nl ow D Beschrijving van het toestel d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w a Sudderbrander Regelknoppen voor het kookvlak: b Intensieve brander g Vooraan links c Wokbrander h Achteraan links d Normale brander i Midden e Normale brander j Achteraan rechts f Pandrager (3 delen) k Vooraan rechts 5 fro Sudder-, normale, intensieve brander m Wokbrander d de oa Branders nl ow D Beschrijving van het toestel e .b re or nb de an .v w w w a Branderdop b Branderkop c Thermisch element a Buitenste branderdop b Binnenste branderdop c Branderkop d Brandervoet e Thermisch element f Ontstekingselektrode 6 d Ontstekingselektrode e Brandervoet nl ow D Beschrijving van het toestel d de oa Meegeleverd toebehoren fro m U kunt het meegeleverde toebehoren apart kopen (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Dit geldt ook voor ander toebehoren. or nb de an .v w w w Wokring De meegeleverde wokring zorgt voor extra stabiliteit van het kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een ronde bodem. e .b re Combi-ring (voor wokbrander) Voor klein en groot kookgerei (zie rubriek "Kookgerei"). 7 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa m fro Dit gaskookvlak voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter een letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel. e .b re or nb de an .v w w w Lees de gebruiks- en montageaanwijzing daarom aandachtig door voordat u het gaskookvlak in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het onderhoud van uw toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel. Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt. Juist gebruik ~ Dit gaskookvlak is bedoeld voor gebruik in het huishouden en gelijkaardige omgevingen. ~ Gebruik het gaskookvlak uitsluitend in huishoudelijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening. ~ Dit gaskookvlak is niet bestemd voor gebruik buiten. ~ Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om dit gaskookvlak veilig te bedienen, mogen het toestel alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken. 8 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa Kinderen in het huishouden fro m ~ Let op kinderen die in de buurt van het gaskookvlak komen. Laat or nb de an .v w w w kinderen nooit met het toestel spelen. ~ Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het gaskookvlak worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden. bedienen of reinigen, maar alleen wanneer hun de bediening of reiniging van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen of reinigen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening of omgang kunnen beseffen. e .b re ~ Kinderen vanaf acht jaar mogen het gaskookvlak zonder toezicht ~ Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg totdat het is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat ze er zich aan verbranden. ~ Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven of achter het gaskookvlak. Anders worden kinderen ertoe verleid op het toestel te klauteren. Er is gevaar voor verbranding! ~ Zorg ervoor dat kinderen geen hete kookpotten en pannen om- laag kunnen trekken. Draai de handvaten van de kookpotten en pannen over het werkblad. Hierdoor voorkomt u dat iemand zich verbrandt. In de handel vindt u een speciaal beveiligingshekje waardoor dit risico wordt beperkt. ~ Delen van de verpakking, bijv. folie of piepschuim, kunnen voor kinderen gevaar inhouden. Kinderen kunnen verstikken! Bewaar deze delen van de verpakking buiten hun bereik en verwijder de verpakking ook zo vlug mogelijk. 9 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa Technische veiligheid fro m ~ Controleer vóórdat het gaskookvlak wordt ingebouwd of het zichtw or nb de an .v w w baar beschadigd is. Is dat het geval, neem het toestel dan in geen geval in gebruik. Een beschadigd toestel kan uw veiligheid in gevaar brengen! ~ De elektrische veiligheid van het gaskookvlak is alleen gewaar- e .b re borgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is belangrijk dat u dit controleert. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien controleren. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken. ~ Vergelijk zeker eerst de aansluitgegevens (spanning en frequen- tie) op het typeplaatje met die van uw elektrische installatie. Sluit daarna pas uw gaskookvlak aan. Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien. ~ Gebruik het gaskookvlak enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een veilige werking gewaarborgd. ~ Alleen een erkend installateur mag het toestel aansluiten op het gasnet. Wordt de stekker verwijderd, dan mag het toestel uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Laat dit werk uitvoeren door vakmensen die goed op de hoogte zijn van de nationale voorschriften en van de bijkomende voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf; ze moeten deze voorschriften zorgvuldig naleven. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het toestel fouten worden gemaakt, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is. 10 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Open in geen geval de behuizing van het gaskookvlak. m Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van het toestel leiden. or nb de an .v w w w ~ Installatie-, onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen wor- e .b re den uitgevoerd door vakmensen die door Miele erkend zijn. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld. ~ Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken moet het gaskookvlak van het gasnet en het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Het toestel is pas stroomloos als aan een van deze voorwaarden is voldaan: – De zekeringen in uw zekeringkast zijn uitgeschakeld. – De schroefzekeringen in uw zekeringkast zijn helemaal uitgedraaid. – De stekker is uit het stopcontact getrokken. Trek bij toestellen met stekker niet aan de kabel maar aan de stekker om het toestel los te koppelen van het elektriciteitsnet. ~ Laat u het gaskookvlak tijdens de garantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door Miele erkend is. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie. ~ Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. ~ Het gaskookvlak is niet bestemd voor gebruik met een externe schakelklok (timer) of een systeem voor besturing op afstand. 11 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze worden m vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie). Deze kabel is verkrijgbaar bij de fabrikant of via de Service After Sales. or nb de an .v w w w ~ Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen stopcontactenblokken e .b re of verlengkabels om het gaskookvlak op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting. ~ Als het gaskookvlak defect is, mag u het niet in gebruik nemen en dient u het toestel direct uit te schakelen. Ontkoppel het gaskookvlak van het elektriciteitsnet en het gasnet. Neem contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Veilig gebruik ~ Het gaskookvlak wordt heet wanneer het in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Let erop dat u het toestel niet aanraakt zolang het nog warm kan zijn. ~ Zorg dat op een ontstoken brander altijd kookgerei staat. Anders kan een erboven geplaatste dampkap door de te sterke hitte van de vlammen schade oplopen of vlam vatten. ~ Laat het gaskookvlak niet zonder toezicht achter terwijl het in werking is! Door oververhitting kunnen olie en vet in brand vliegen en kan vervolgens het toestel in brand vliegen. ~ Als heet vet of hete olie in brand vliegt, probeer het vuur dan niet met water te blussen! Doe het vuur stikken, bijv. met een deken, een vochtige keukenhanddoek of iets dergelijks. ~ Gebruik het gaskookvlak niet om het vertrek te verwarmen. Door de hoge temperaturen kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving vlam vatten. Het zou bovendien de levensduur van uw toestel verminderen. 12 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Flambeer nooit gerechten onder een dampkap. De ventilator m zuigt de vlammen aan zodat de dampkap in brand kan vliegen. or nb de an .v w w w ~ Bescherm uw handen telkens als u met het hete gaskookvlak e .b re omgaat. Maak gebruik van ovenwanten, pannenlappen of iets dergelijks. Zorg dat deze niet te dicht bij de vlammen komen. Gebruik dus geen al te grote pannenlappen, keukenhanddoeken of iets dergelijks. Het textiel mag niet nat of vochtig zijn. Anders wordt de warmte sterker overgedragen en kunt u zich verbranden. ~ Gebruik het gaskookvlak niet om er voorwerpen op neer te leg- gen. Wanneer u dan het toestel per ongeluk inschakelt of wanneer het dan nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat het materiaal van de voorwerpen verhit. U kunt zich daaraan verbranden. Het materiaal zelf kan ook smelten of vlam vatten. ~ Dek het gaskookvlak nooit af, bijv. met een afdekplaat, doek of folie. Wanneer u dan het toestel per ongeluk inschakelt of wanneer het dan nog warm is van een bereiding, bestaat het risico dat het materiaal in brand vliegt, springt of smelt. ~ Gebruik geen kookgerei van kunststof of aluminiumfolie. Dat smelt bij hogere temperaturen. Er is dan ook brandgevaar! ~ Verwarm geen gesloten recipiënten, bijv. conservenblikjes, met dit gaskookvlak. Door de resulterende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes uiteenspatten. Er is dan risico op verbrandingen en andere lichamelijke letsels ! ~ Ontsteek een brander alleen wanneer alle branderdelen op de juiste wijze in elkaar zijn gezet. 13 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Gebruik alleen kookgerei waarvan de diameter niet groter of m kleiner is dan de in de tabel aangegeven afmetingen (zie rubriek "Kookgerei"). Als de bodemdiameter te klein is, staat het kookgerei niet stevig genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv. met panelen) of onderdelen van het gaskookvlak beschadigd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. e .b re or nb de an .v w w w ~ Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het kookgerei vandaan komen en aan de rand omhoogslaan. ~ Gebruik geen kookgerei met een te dunne bodem. Verwarm nooit leeg kookgerei tenzij de fabrikant van het kookgerei deze toepassing uitdrukkelijk toelaat. Als u hiermee geen rekening houdt, kan het gaskookvlak schade oplopen. ~ Gebruik altijd de meegeleverde pandragers. U mag het kookgerei niet rechtstreeks op de branders plaatsen. ~ Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het gaskookvlak. ~ Verwijder vetspatten en andere brandbare etensresten zo snel mogelijk van het gaskookvlak. Anders bestaat er brandgevaar. ~ Plaats de pandragers verticaal op het toestel, zodat er geen krassen kunnen ontstaan. ~ Bij gebruik van een gaskookvlak ontstaan warmte, vocht en verbrandingsproducten in het vertrek waar het toestel is geplaatst. Vooral terwijl het toestel in werking is, moet het vertrek waar het toestel is geplaatst goed worden verlucht: de natuurlijke luchttoevoeropeningen moeten open worden gehouden of er moet een mechanische ventilatievoorziening (bijv. een dampkap) aanwezig zijn. 14 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Als u het toestel intensief en lang aan één stuk door gebruikt, is m het aan te raden de ruimte extra te verluchten, bijvoorbeeld door een raam te openen of door de aanwezige mechanische ventilatievoorziening (bijv. een dampkap) op een hogere stand in te schakelen. or nb de an .v w w w ~ Tijdens het gebruik van het gaskookvlak moet een dampkap met ~ Wanneer u een elektrisch toestel, bijv. een handmixer, gebruikt in e .b re luchtafvoer of een ventilatievoorziening in uw woning ingeschakeld zijn. de buurt van het gaskookvlak, zorgt u ervoor dat de aansluitkabel niet met het hete gaskookvlak in contact komt. De isolatie van de kabel kan beschadigd raken. Er bestaat gevaar voor elektrische schokken! ~ Als er onder het gaskookvlak een lade is aangebracht, mag u daarin geen spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of andere brandbare voorwerpen bewaren. Is die lade met een bestekinzet uitgerust, dan dient die vervaardigd te zijn van materiaal dat tegen hitte bestand is. ~ Gebruik geen braadpannen, andere pannen of grillstenen die zo groot zijn dat ze meerdere branders bedekken. Door de daardoor ontstane hitte zou het toestel beschadigd kunnen raken. ~ Voorkom dat er zouthoudende gerechten of vloeistoffen op het gaskookvlak terechtkomen. Gebeurt dat toch, dan moet u het toestel meteen grondig reinigen om corrosie te voorkomen. ~ Als het gaskookvlak is ingebouwd achter een meubeldeur, mag het alleen worden gebruikt wanneer de meubeldeur is geopend. Sluit de meubeldeur pas wanneer het toestel uitgeschakeld is. 15 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid d de oa fro ~ Als het gaskookvlak gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet m is gebruikt, is het aan te bevelen het toestel grondig te reinigen voordat u het weer in gebruik neemt. Laat in dat geval zo nodig door een vakman of vakvrouw controleren of het toestel nog correct werkt. e .b 16 re or nb de an .v w w w Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen. nl ow D Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu m Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het toestel nodig waren. Als u het toestel bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Geef uw oude toestel dus niet mee met het gewone huisvuil. e .b re or nb de an .v w w w Het recycleren van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw Miele-handelaar neemt de verpakking terug. Wat met een afgedankt toestel? fro De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen. d de oa Recycleerbare verpakking Breng het toestel liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Mielehandelaar. Zorg er ook voor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt. 17 nl ow D Vóór het eerste gebruik d de oa m fro Kleef het typeplaatje dat u vindt bij de documentatie, op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Typeplaatje". or nb de an .v w ^ Verwijder eventuele beschermfolies. w w Eerste reiniging ^ Vóór het eerste gebruik gaat u met een vochtige doek over het toestel. Vervolgens wrijft u het droog. e .b re ^ Reinig de afneembare delen van de branders vóór het eerste gebruik met een sponsdoek, wat handafwasmiddel en warm water. Vervolgens wrijft u de delen droog en daarna zet u de branders weer in elkaar (zie rubriek "Reiniging en onderhoud"). De metalen delen van het toestel zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje. Daarom is er een tijdelijke geurvorming als u het toestel voor het eerst gebruikt. Die geur en eventueel ook damp trekken gauw weg. Deze verschijnselen wijzen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel. Ze zijn niet schadelijk voor de gezondheid. 18 nl ow D d de oa Systeem voor snelontsteking Bediening fro m Het toestel is uitgerust met een systeem voor snelontsteking. Dit heeft de volgende eigenschappen: w w – Automatische herontsteking or nb de an .v w – Na het ontsteken van de brander kunt u de regelknop onmiddellijk loslaten. e .b re Als de vlam door tocht etc. dooft, wordt de brander automatisch opnieuw ontstoken. Als dit niet lukt, wordt de gastoevoer automatisch afgesloten (zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling"). Regelknop Met de regelknop ontsteekt u de brander en regelt u de grootte van de vlam. Sudder-, normale, intensieve brander ß de gastoevoer is afgesloten & grootste vlam / kleinste vlam Wokbrander ß de gastoevoer is afgesloten & grootste vlam: binnenste en buitenste brander branden in de hoogste stand & grote vlam: buitenste brander in de laagste stand, binnenste brander in de hoogste stand / kleine vlam: buitenste brander uit, binnenste brander in de hoogste stand / kleinste vlam: buitenste brander uit, binnenste brander in de laagste stand 19 d de oa Inschakelen nl ow D Bediening fro m Tijdens het gebruik van het gaskookvlak moet een dampkap met luchtafvoer of een ventilatievoorziening in uw woning ingeschakeld zijn. or nb de an .v w w w Als u een regelknop bedient, wordt automatisch op alle gaskookzones een vonk afgegeven. Dit is normaal en wijst niet op een defect. e .b re ^ Ontsteek de brander door de desbetreffende regelknop in te drukken en naar links op het grootste vlamsymbool te draaien. De ontstekingselektrode maakt een klikkend geluid en ontsteekt het gas. Als de brander niet wordt ontstoken, draait u de regelknop op "ß". Verlucht de ruimte of wacht minstens 1 minuut voor u een tweede keer probeert om de brander te ontsteken. Als de brander ook deze keer niet wordt ontstoken, draait u de regelknop op "ß" en raadpleegt u de rubriek "Wat gedaan als ...". Het is mogelijk dat tijdens het inschakelen de brander kort wordt herontstoken (1 tot 2 keer klikkend geluid) als de vlam aan het thermische element kort dooft of het thermische element nog niet voldoende warm is (bijv. bij tocht). 20 nl ow D d de oa Regelen Bediening fro m Regel de vlam zodanig dat deze in geen geval boven het kookgerei uitsteekt. Omdat de vlam aan de buitenkant heter is dan in de kern moeten de punten van de vlam onder de bodem van het kookgerei blijven. De warmte wordt anders aan de lucht afgegeven. Bovendien kunnen de handvaten van het kookgerei beschadigd raken en neemt de kans op verbrandingen toe. or nb de an .v w w w e .b re De branders kunnen traploos worden geregeld, van de grootste vlam tot de kleinste vlam. Uitzondering: wokbrander. Bij de wokbrander bevindt er zich op 6 uur een barrière tussen een grote vlam en een kleine vlam. Om van een grote vlam naar een kleine vlam te gaan, moet u de regelknop indrukken om deze over de barrière heen te draaien. ^ Om van een grote naar een kleine vlam te gaan, draait u de regelknop in tegenwijzerzin tot aan de barrière. Druk de regelknop in, draai deze over de barrière heen en laat de regelknop los. U kunt nu het gewenste vermogen instellen. ^ Om van een kleine naar een grote vlam te gaan, draait u de regelknop in wijzerzin tot aan de barrière. Druk de regelknop in, draai deze over de barrière heen en laat de regelknop los. U kunt nu het gewenste vermogen instellen. Uitschakelen ^ Draai de regelknop naar rechts op "ß". De gastoevoer wordt afgesloten en de vlam wordt gedoofd. Draai de regelknop niet in wijzerzin over "ß" heen. 21 nl ow D Kookgerei d de oa Branders fro Minimale bodemdiameter pannen/kookpotten (in cm) 10 10 12 15 m Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Wokbrander or nb de an .v w w w Maximale bovendiameter pannen/kookpotten (in cm) Zonder Met Combi-ring 30 e .b 22 22 24 26 re Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Wokbrander – Neem de in de tabel vermelde afmetingen in acht. Als de bodemdiameter te klein is, staat het kookgerei niet stevig genoeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, niet-hittebestendige wanden (bijv. met panelen) of onderdelen van het gaskookvlak beschadigd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. – Hou er bij het aankopen van kookpotten en pannen rekening mee dat meestal niet de bodemdiameter maar de bovendiameter wordt aangegeven. – Voor gas is geen speciaal kookgerei nodig. Het materiaal moet alleen hittebestendig zijn. – Gebruik bij voorkeur kookgerei met een dikke bodem, omdat de warmte hierdoor goed wordt verdeeld. Als de bodem te dun is, kan het voedsel op bepaalde plaatsen oververhit raken. Roer daarom in dat geval regelmatiger om. – Plaats het kookgerei altijd op de meegeleverde pandrager. U mag het kookgerei niet rechtstreeks op de branders plaatsen. – Zorg ervoor dat het kookgerei stevig op de pandrager staat, zodat het niet kan omkantelen. Hou er rekening mee dat het kookgerei altijd wat kan wankelen, zelfs als het goed is geplaatst. – Gebruik geen kookpotten of pannen met een bodem die steunt op de rand. 22 nl ow D d de oa Wokring Kookgerei fro m Gebruik de meegeleverde wokring voor extra stabiliteit van het kookgerei. Deze is vooral geschikt voor wokken met een ronde bodem. or nb de an .v w w w Zorg ervoor dat de wokring juist geplaatst is, zodat deze vastzit en niet kan verschuiven (zie afbeelding). e .b re De wok vormt een buitenbeentje onder het kookgerei. De wok heeft een kleine bodemdiameter en een grote bovendiameter (meestal 35-40 cm). Combi-ring De Combi-ring moet worden gebruikt wanneer u op de wokbrander – kookgerei met een kleinere diameter (min. bodemdiameter) dan deze in de tabel wilt gebruiken. Op deze manier staat het kookgerei stevig op het gaskookvlak en kan het niet kantelen. – groot kookgerei wilt gebruiken. Op deze manier voorkomt u dat het werkblad beschadigd raakt en dat het roestvrijstalen lekblad verkleurt. Hou rekening met de informatie in de tabel. 23 nl ow D Tips om energie te besparen d de oa m fro – Kook bij voorkeur met een deksel op de kookpot of pan. Zo vermijdt u dat er nodeloos warmte ontsnapt. – Gebruik weinig water bij het bereiden. w or nb de an .v w w – U kunt de bereidingstijd aanzienlijk verkorten door een snelkookpan/snelkookpot te gebruiken. – Stel na de kookstart of het aanbraden een kleinere vlam in. e .b re – Kies liever brede, lage kookpotten dan smalle, hoge kookpotten. Ze warmen immers sneller op. 24 nl ow D Veiligheidsvoorzieningen d de oa Thermo-elektrische ontstekingsbeveiliging fro m Uw gaskookvlak is uitgerust met een thermo-elektrische ontstekingsbeveiliging. Deze zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt afgesloten wanneer de gasvlam uitgaat (bijvoorbeeld omdat deze uitwaait of omdat een gerecht overkookt) en wanneer een daaropvolgende poging tot automatische herontsteking mislukt. Op deze manier wordt voorkomen dat er verder gas naar buiten stroomt. or nb de an .v w w w e .b re ^ Om het gaskookvlak weer in gebruik te nemen, draait u de regelknop naar rechts op "ß". Schakel de brander vervolgens op de normale manier weer in. Veiligheidsuitschakeling Wanneer een kookzone gedurende een ongewoon lange tijd wordt verwarmd (ca. 4 uur), wordt deze automatisch uitgeschakeld. ^ Om het gaskookvlak weer in gebruik te nemen, draait u de regelknop naar rechts op "ß". Schakel de brander vervolgens op de normale manier weer in. 25 nl ow D Reiniging en onderhoud d de oa m fro ,Gebruik nooit een stoomreiniger om het toestel te reinigen. De stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken. or nb de an .v w w w – Reinig het hele toestel na elk gebruik. Laat het toestel eerst afkoelen. – Hardnekkig vuil laat u eerst inweken. e .b re – Wrijf het toestel na elke vochtige reiniging droog. Zo voorkomt u kalkaanslag. – Verwijder vuil onmiddellijk!Als de inhoud van pannen of kookpotten overloopt op het hete toestel, kan dit tot verkleuringen leiden op de branderdelen en het roestvrijstalen lekblad van het kookvlak. – De oppervlakken van de branderdelen en de pandragers worden met de tijd iets matter. Dit is normaal en heeft verder geen gevolgen voor het gebruik van het gaskookvlak. Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt om de oppervlakken te reinigen: – reinigingsmiddelen die soda, alkali, ammoniak, zuur of chloor bevatten, – kalkoplossende reinigingsmiddelen, – vlek- en roestverwijderaars, – schurende reinigingsproducten, zoals schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen, – reinigingsmiddelen met oplosmiddel, – afwasmiddelen voor de afwasautomaat, – grill- of ovensprays, – glasreinigers, – schurende harde borstels en sponsen (bijv. schuursponsen), of gebruikte sponsen die nog resten van een schuurmiddel bevatten, – scherpe voorwerpen (om te vermijden dat de dichtingen tussen het frame en het werkblad beschadigd raken). 26 nl ow D Reiniging en onderhoud Bedrukking (vlamsymbolen) m w De bedrukking kan beschadigd raken wanneer vuil er lang op inwerkt, bijv. als u eten of vloeistoffen met keukenzout of olijfolie morst. Verwijder vuil onmiddellijk! Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal voor het deel met de bedrukking. U zou de bedrukking afschuren. Pandrager Verwijder de pandragers. Reinig deze in de afwasautomaat of met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water. Indien nodig gebruikt u de ruwe kant van een afwasspons. Regelknop Reinig de regelknoppen met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water. Branderdop Reinig de branderdoppen met een sponsdoek, Niet geschikt voor de afwasautomaat. een beetje handafwasmiddel en warm water. Indien nodig kunt u de ruwe kant van een afwasspons gebruiken. Branderkop Reinig de branderkoppen met een sponsdoek, Niet geschikt voor de afeen beetje handafwasmiddel en warm water. wasautomaat. Indien nodig kunt u de ruwe kant van een afwasspons gebruiken. Zorg dat ook de gleuven in de brander na de reiniging goed droog zijn. Ontstekingselektrode Thermisch element Reinig de ontstekingselektrode en het thermische element voorzichtig met een goed uitgewrongen vochtige doek. e .b re or nb de an .v w w Reinig het roestvrijstalen lekblad met een sponsdoek, een beetje handafwasmiddel en warm water. Indien nodig kunt u de ruwe kant van een afwasspons en het reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal van Miele gebruiken (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Let erop dat u met het middel uitsluitend de slijprichting (de richting van de ribbels) volgt. Om te voorkomen dat het roestvrije staal snel weer vuil wordt, raden we aan het onderhoudsmiddel voor roestvrij staal van Miele te gebruiken (zie rubriek "Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren"). Breng dit middel met een zachte doek gelijkmatig en spaarzaam aan. Opmerkingen fro Roestvrijstalen lekblad d de oa Reiniging Niet geschikt voor de afwasautomaat. De ontstekingselektrode mag niet nat worden. Anders kan er geen vonk worden afgegeven. 27 nl ow D Reiniging en onderhoud d de oa Sudder-, normale, intensieve brander in elkaar zetten m fro e .b re or nb de an .v w w w ^ Plaats de branderkop b zodanig op de brandervoet e dat de ontstekingselektrode d en het thermische element c door de gleuven van de branderkop heen steken. De branderkop moet goed op de brandervoet liggen. ^ Plaats de branderdop a zodanig dat de nokjes in de uitsparingen van de branderkop b vallen. Als de branderdop juist is geplaatst kan deze niet worden verschoven. 28 nl ow D Reiniging en onderhoud d de oa Wokbrander in elkaar zetten m fro e .b re or nb de an .v w w w ^ Plaats de branderkop c zodanig op de brandervoet d dat het thermische element e en de ontstekingselektrode f door de gleuven van de branderkop heen steken. De branderkop moet goed op de brandervoet liggen. ^ Plaats de branderdoppen a en b. ^ Zorg ervoor dat u de branderdelen in de juiste volgorde in elkaar zet. 29 nl ow D Wat gedaan als ...? d de oa m fro De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik kunnen voordoen, kunt u zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellingen aan huis van Miele, bespaart u tijd en kosten. w or nb de an .v w w Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en problemen te verhelpen. Vergeet echter niet: ,Herstellingen aan elektrische en gastoestellen mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan. Oorzaak Oplossing De brander ontsteekt niet wanneer u het toestel voor de eerste keer gebruikt of wanneer u het lange tijd niet hebt gebruikt Mogelijk bevindt er zich lucht in de gasleiding. Herhaal het ontstekingsproces indien nodig meerdere keren. Tussen de verschillende ontsteekpogingen moet u telkens minstens 1 minuut wachten om ophoping van onverbrand gas te voorkomen. Draai alle regelknoppen op "ß" en ontkoppel het toestel enkele seconden van het elektriciteitsnet De brander kan niet worden ontstoken na meerdere pogingen De brander is niet juist in elkaar gezet. Zet de brander juist in elkaar. De gaskraan is niet ge- Open de gaskraan. opend. De brander is nat en/of Reinig en droog de brander. vuil. De gleuven in de bran- Reinig en droog de gleuven in de brander der zijn verstopt en/of nat. 30 e .b re Probleem nl ow D Oorzaak d de oa Probleem Wat gedaan als ...? Oplossing fro Draai alle regelknoppen naar rechts op "ß". Zodra de stroom weer is hersteld, kunt u het toestel weer gewoon bedienen. m Stroomonderbreking terwijl het toestel in werking is w w De vlammen komen niet in contact met het thermische element; het wordt niet heet ge- Zet de branderdelen juist op elkaar. noeg: Verwijder het vuil. - De branderdelen zijn niet juist geplaatst. - Er bevindt zich vuil bij het thermische element. De gasvlam ziet er anders uit De branderdelen zijn niet juist geplaatst. Zet de branderdelen juist op elkaar. De branderkop of de gleuven van de branderdop zijn vuil. Verwijder het vuil. De gasvlam gaat uit terwijl het toestel in werking is De branderdelen zijn niet juist geplaatst. Zet de branderdelen juist op elkaar. De elektrische ontstekingsinrichting van de brander functioneert niet De desbetreffende zekering in uw zekeringkast is gesprongen. Neem eventueel contact op met een elektricien of de dienst Herstellingen aan huis van Miele. e .b re or nb de an .v w Gasvlam gaat uit na de ontsteking - Er bevinden zich etensresten tussen de Verwijder het vuil. (Raadpleeg de rubriek "Reiontstekingselektrode niging en onderhoud".) en de branderdop - Er bevinden zich etensresten bij het thermische element Stroomonderbreking Draai alle regelknoppen naar rechts op "ß". Zodra de stroom weer is hersteld, kunt u het toestel weer gewoon bedienen. 31 nl ow D Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren d de oa m fro Miele biedt een uitgebreid gamma van Miele-toebehoren aan dat geschikt is voor uw toestellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reinigings- en onderhoudsproducten. w e .b re or nb de an .v w w U kunt deze producten zeer gemakkelijk bestellen in de Miele Online Shop: U kunt deze producten ook verkrijgen via de Service After Sales van Miele (zie omslag) of bij uw Miele-handelaar. Onderhoudsproducten Reinigingsmiddel voor glaskeramiek en roestvrij staal 250 ml Verwijdert sterke vervuiling, kalkvlekken en lichte verkleuringen. Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal 250 ml Hiermee verwijdert u gemakkelijk waterstrepen, vlekken en vingerafdrukken. Voorkomt dat het roestvrij staal snel weer vuil wordt. Microvezeldoek Verwijdert vingerafdrukken en lichte vervuiling. 32 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw Alle afmetingen zijn opgegeven in mm. e .b re ~ De gasslang en de aansluitkabel mogen na de inbouw niet in aanraking komen met onderdelen van het toestel die bij gebruik warm worden. Anders kunnen de gasslang en de aansluitkabel beschadigd raken. or nb de an .v w ~ Gaskookvlakken mogen niet worden ingebouwd boven koeltoestellen, afwasautomaten, wasautomaten en droogautomaten. te dichten, tenzij dat uitdrukkelijk wordt gevraagd. De dichtingsstrook van het toestel garandeert voldoende afdichting ten opzichte van het werkblad. w ~ Vanwege het risico op overslaande vlammen mag een gaskookvlak niet vlak naast een friteuse worden ingebouwd. Er dient tussen het gaskookvlak en een friteuse een afstand van minstens 300 mm te worden aangehouden. ~ Gebruik geen middel om de voegen w plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt. de volgende pagina's strikt in acht. m ~ Dit toestel mag niet op niet-vaste ~ Neem de veiligheidsafstanden op fro ~ De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loskomen of vervormen. Ook de wandafdichtstrips moeten hittebestendig zijn. d de oa Om schade aan het toestel te vermijden, mag u het pas inbouwen nadat de wandkasten en de dampkap zijn gemonteerd. Vertrek waar het toestel wordt geplaatst Het vertrek waar het gaskookvlak wordt geplaatst, moet – minstens 25,2 m3 groot zijn – minstens één buitendeur of één buitenraam hebben, die of dat kan worden geopend – uitgerust zijn met een dampkap met luchtafvoer of een gecontroleerde ventilatievoorziening (geen werking met luchtcirculatie) die een ventilatievermogen biedt van minstens 189 m3/uur. – geschikte luchttoevoeropeningen hebben. ~ De aansluitkabel en een flexibele gasaansluiting moeten zodanig aangebracht zijn dat deze niet in contact komen met beweegbare delen van de keukenelementen (bijv. een lade) en dat deze niet blootgesteld zijn aan mechanische belastingen. 33 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw d de oa Veilige afstand naar boven toe m fro e .b re or nb de an .v w w w Hou tussen het toestel en een dampkap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant van de dampkap wordt opgegeven. Is er door de fabrikant van de dampkap geen afstand vermeld of zijn er licht ontvlambare materialen (bijv. een rekje) boven het toestel geïnstalleerd, dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen. Als u verschillende toestellen (bijv. een gaskookvlak en een elektrisch kookvlak) naast elkaar inbouwt onder een dampkap, neemt u de grootste afstand die wordt vermeld in de gebruiks- en montageaanwijzing. 34 nl ow D Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw m Niet toegestaan! e .b re or nb de an .v w w w a Achter het toestel: minstens 50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en de achterkant van het werkblad. fro Het toestel mag slechts aan één zijkant (rechts of links) en aan de achterkant grenzen aan meubels of wanden die hoger zijn dan het toestel zelf (zie de afbeeldingen). d de oa Veiligheidsafstand naast en achter het toestel b Rechts van het toestel: minstens 150 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur. c Links van het toestel: minstens 150 mm tussen de uitsparing in het werkblad en een ernaast geplaatst meubel (bijv. een hoge kast) of een muur. Zeker aan te bevelen! Niet aan te bevelen! Niet aan te bevelen! 35 nl ow D m e .b re or nb de an .v w w w ^ Bescherm het zaagpatroon bij houten werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om opzwellen door vocht te verhinderen. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn. fro ^ Maak een uitsparing in het werkblad zoals op de maatschetsen. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw") in acht. d de oa Inbouw KM 2356 Zorg ervoor dat deze materialen niet in contact komen met het oppervlak van het werkblad. ^ Voer de aansluitkabel van het toestel naar onderen door de uitsparing in het werkblad. ^ Plaats het toestel in de uitsparing. Wordt bij het inbouwen geconstateerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt. ^ Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet (zie "Elektrische aansluiting"). ^ Sluit het toestel aan op gas (zie "Gasaansluiting"). ^ Bevestig het toestel vooraan en achteraan met de meegeleverde draagprofielen. Zie rubriek "Toestel bevestigen". 37 d de oa Betegeld werkblad m fro Dichting tussen het toestel en het werkblad nl ow D KM 2356 e .b re or nb de an .v w w w De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel garandeert voldoende afdichting ten opzichte van het werkblad. Het toestel mag in geen geval met voegdichtingsmiddel (bijv. silicone) worden afgedicht. Het toestel en het werkblad zouden dan beschadigd kunnen raken wanneer het toestel moet worden verwijderd. 38 De voegen a en het gearceerde deel onder de ondersteuning van het gaskookvlak moeten glad en effen zijn, zodat het gaskookvlak er gelijkmatig op ligt en de dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toestel een voldoende goede afdichting tot het werkblad garandeert. nl ow D d de oa Inbouwafmetingen KM 2357 bladen van natuursteen m fro e .b re or nb de an .v w w w a Vooraan b Inbouwhoogte c Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN EN 10226) d Aansluitkastje voor aansluiting op het elektriciteitsnet met aansluitkabel, L = 2000 mm Bij inbouw in een werkblad van natuursteen moet u voor de afmetingen van de uitsparing in het werkblad in elk geval de detailtekeningen in acht nemen. e Elektronicabehuizing 100 x 200 mm maximale inbouwhoogte 101 mm f Trapsgewijze uitsparing voor werk39 e .b 40 re – met houten lijsten bevestigd in de uitsparing in een werkblad van massief hout/betegeld werkblad. Deze lijsten worden niet bij het toestel meegeleverd. or nb de an .v w – rechtstreeks in een correct uitgefreesd werkblad van natuursteen geplaatst. w Het gaskookvlak wordt w Het gaskookvlak moet na de inbouw onderaan vrij toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden, zodat de siliconenkit voor het afdichten van de voeg niet moet worden verwijderd. m Voor de inbouw is een onderkast van 900 mm breed vereist. fro Bij werkbladen van andere materialen vraagt u de fabrikant of het werkblad geschikt is voor vlakke inbouw van een kookvlak zonder randlijst. d de oa Een kookvlak zonder randlijst is enkel geschikt voor inbouw in natuursteen (graniet, marmer), massief hout en betegelde werkbladen. nl ow D KM 2357 nl ow D ^ Maak een uitsparing in het werkblad zoals op de maatschets. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw") in acht. m fro Werkblad van natuursteen d de oa Inbouw KM 2357 or nb de an .v w w w ^ Voer de aansluitkabel van het toestel naar onderen door de uitsparing in het werkblad. ^ Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet (zie "Elektrische aansluiting"). a Werkblad b Gaskookvlak c Voeg Voor het toestel en de uitsparing in het werkblad geldt een zekere maattolerantie, zodat de breedte van de voeg c kan variëren. e .b re ^ Plaats het toestel b in de uitsparing en centreer het. ^ Sluit het toestel aan op gas (zie "Gasaansluiting"). ^ Bevestig het toestel vooraan en achteraan met de meegeleverde draagprofielen. Zie rubriek "Toestel bevestigen". ^ Ga na of het toestel correct werkt. ^ Dicht de resterende voeg c af met een temperatuurbestendige (minstens 160 °C) siliconenkit voor het afdichten van voegen. Gebruik uitsluitend een siliconenkit voor het afdichten van voegen die geschikt is voor natuursteen en volg de instructies van de fabrikant van de kit. 41 d de oa ^ Maak een uitsparing in het werkblad zoals op de maatschets. Neem de veiligheidsafstanden (zie rubriek "Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw") in acht. m fro Werkblad van massief hout / betegeld werkblad nl ow D KM 2357 or nb de an .v w w w ^ Bevestig de houten lijsten d 2 mm onder de bovenkant van het werkblad (zie afbeelding). a Werkblad b Gaskookvlak c Voeg d Houten lijsten 7 mm (niet meegeleverd) Voor het toestel en de uitsparing in het werkblad geldt een zekere maattolerantie, zodat de breedte van de voeg c kan variëren. ^ Plaats het toestel b in de uitsparing en centreer het. ^ Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet (zie "Elektrische aansluiting"). ^ Sluit het toestel aan op gas (zie "Gasaansluiting"). ^ Bevestig het toestel vooraan en achteraan met de meegeleverde draagprofielen. Zie rubriek "Toestel bevestigen". ^ Ga na of het toestel correct werkt. ^ Dicht de resterende voeg c af met een temperatuurbestendige (minstens 160 °C) siliconenkit voor het afdichten van voegen. Hou rekening met de opmerkingen van de fabrikant van de siliconenkit voor het afdichten van voegen. Gebruik bij tegels van natuursteen uitsluitend een siliconenkit voor het afdichten van voegen die geschikt is voor natuursteen. 42 e .b re ^ Voer de aansluitkabel van het toestel naar onderen door de uitsparing in het werkblad. nl ow D d de oa Inbouw in een roestvrijstalen werkblad KM 2357 fro m Dit toestel kan in een roestvrijstalen werkblad worden ingelast. Het toestel moet na het inlassen nog steeds als Miele-toestel herkenbaar zijn. w w e .b re or nb de an .v w ,Het inlassen mag alleen worden uitgevoerd door een vakman of vakvrouw die door de Service After Sales van Miele is gecertificeerd. a Roestvrijstalen werkblad b Lasercontour c Lascontour 43 Na de inbouw fro Controleer na het inbouwen de werking van het gaskookvlak door alle branders te ontsteken. m or nb de an .v w w w Werkblad 20 mm d de oa Bevestig het toestel met de meegeleverde draagprofielen volgens de aanwijzingen op de afbeelding. nl ow D Toestel bevestigen Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de regelknop snel van de grote naar de kleine vlam draait. Werkblad 30 mm Werkblad 40 mm 44 e .b re Op de hoogste stand moet de brander een duidelijk zichtbare kern hebben. nl ow D Elektrische aansluiting or nb de an .v w w w De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn in dat geval elektrische schokken mogelijk. e .b re De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. Deze gegevens moeten overeenstemmen met de gegevens van het elektriciteitsnet. m Is het stopcontact voor de gebruiker niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke pool met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Denk hierbij bijvoorbeeld aan installatieautomaten en zekeringen. De fabrikant wijst erop dat hij geen aansprakelijkheid aanvaart voor (on)rechtstreekse schade die voortvloeit uit een ondeskundige inbouw of verkeerde aansluiting. fro Als de aansluiting niet via een stopcontact gebeurt, dient u de aansluiting te laten uitvoeren door een elektricien, die goed op de hoogte is van de nationale voorschriften en aanvullende voorschriften van de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij, en die deze voorschriften nauwkeurig opvolgt. d de oa Het is aan te bevelen het toestel via een stekker aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Daardoor worden onderhoudsen herstellingswerken eenvoudiger. Zorg ervoor dat het stopcontact na de inbouw van uw toestel nog vlot toegankelijk is. Na inbouw moet worden gewaarborgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aangeraakt. Totaalvermogen Zie typeplaatje. Aansluiting en zekering AC 230 V / 50 Hz Zekering: 10 A Uitschakelkarakteristiek: type B of C Verliesstroomschakelaar Om de veiligheid te verhogen wordt aangeraden vóór het toestel een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van 30 mA te plaatsen. 45 nl ow D Elektrische aansluiting d de oa Aansluitkabel vervangen Als het stroomcircuit van het toestel van het elektriciteitsnet dient te worden losgekoppeld, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk: Bij het vervangen van de aansluitkabel mag alleen een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden gebruikt. Deze kabel is verkrijgbaar bij de fabrikant of de Service After Sales van Miele. De kabel mag enkel worden vervangen door de fabrikant van het toestel, de door Miele erkende dienst Herstellingen aan huis of een elektricien. De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. e .b 46 re Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingeschakeld. or nb de an .v w – Aardlekschakelaar (verliesstroomschakelaar) Zet de hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) of druk op de testtoets. w – Inbouwzekeringsautomaat (installatieautomaat, min. type B of C!): Zet de tuimelschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit). of: w – Bij een automaat met schroefzekeringen: Druk op de testknop (rood) tot de middelste knop (zwart) uitspringt. of: m – Smeltzekeringen: Neem de inzetstukken helemaal uit de schroefkappen. of: fro Van het elektriciteitsnet loskoppelen nl ow D Bij de gasaansluiting moeten ook de speciale voorschriften van het plaatselijke gasbedrijf en die van de bouwtoezichtsinstanties in acht worden genomen. m fro e .b De gasaansluitingen moeten zo zijn aangebracht dat deze niet worden beschadigd door de hitte die het gaskookvlak afgeeft als het aanstaat. Met name de gasleidingen en de aansluitarmaturen mogen niet in contact komen met hete verbrandingsgassen. re or nb de an .v w w w De gasaansluiting moet zo zijn geplaatst dat men het toestel binnen of buiten het keukenmeubel kan aansluiten. De afsluitkraan moet, eventueel na het openen van de meubeldeur, toegankelijk en zichtbaar zijn. d de oa ,De aansluiting op gas of het aanpassen aan een andere gassoort mag uitsluitend worden uitgevoerd door een installateur die erkend is door het plaatselijke gasbedrijf. De installateur is ervoor verantwoordelijk dat het toestel goed functioneert op de plaats waar het toestel wordt geplaatst. Gasaansluiting Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf welke gassoort u hebt en vergelijk dit met de gegevens op het typeplaatje. De gasslang en de aansluitkabel mogen niet in contact komen met onderdelen van het gaskookvlak die bij gebruik warm worden, omdat de slang en de kabel anders beschadigd kunnen raken. Dit toestel mag niet op een afvoerleiding voor verbrandingsgassen worden aangesloten. Het moet volgens de geldende installatievoorschriften worden geplaatst en aangesloten. Het vertrek waarin het toestel wordt geplaatst moet voldoende worden verlucht. Een flexibele aansluitleiding moet zo zijn aangebracht dat deze niet in contact komt met beweegbare delen van de keukenelementen (bijv. een lade) en dat deze niet blootgesteld is aan mechanische belastingen. Het gaskookvlak moet volgens de geldende voorschriften en richtlijnen op het gasnet worden aangesloten. Na het inbouwen van het toestel moet het aan de plaatselijke gasverhoudingen worden aangepast. Tot slot moet de gasaansluiting op dichtheid worden gecontroleerd. 47 Gebruik van een bochtstuk van 90° m fro or nb de an .v w w w Categorie overeenkomstig EN 30: BE II 2E+ 3+ 20/25, 28-30/37 mbar. d de oa Het toestel is geschikt voor aardgas en vloeibaar gas. nl ow D Gasaansluiting Het toestel is, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering, voorzien voor aardgas of vloeibaar gas (zie sticker op het toestel). e .b re Voor het aanpassen aan een andere gassoort is, afhankelijk van de landspecifieke uitvoering, de overeenkomstige set inspuiters meegeleverd. Als de voor uw installatie vereiste set inspuiters niet meegeleverd is, dient u contact op te nemen met uw Miele-handelaar of de Service After Sales van Miele. c Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN EN 10226) Het aanpassen aan een andere gassoort wordt beschreven in de rubriek "Aanpassen aan een andere gassoort". Bij gebruik van een bochtstuk van 90° wordt de inbouwhoogte voor de gasaansluiting ca. 60 mm hoger. Schroefdraadaansluiting op het toestel De gasaansluiting van het toestel is voorzien van tapse 1/2" schroefdraad. Er zijn twee aansluitingsmogelijkheden: – vaste aansluitleiding – flexibele aansluitleiding volgens DIN 3383 Teil 1 Een flexibele aansluitleiding mag niet langer zijn dan 2 m. Om dichte verbindingen te garanderen, moet geschikt dichtingsmiddel worden gebruikt. 48 d Bochtstuk van 90° nl ow D Brandervermogen d de oa Nominaal vermogen Gassoort Grote vlam m fro Branders kW Sudderbrander Aardgas H Vloeibaar gas 1,00 1,00 0,73 Normale brander Aardgas H Vloeibaar gas 1,70 1,70 124 or nb de an .v w w g/h w kW Kleine vlam Intensieve brander Aardgas H Vloeibaar gas 2,70 2,60 189 0,51 0,64 Wok Aardgas H Vloeibaar gas 4,50 4,10 298 0,27 0,21 Totaal Aardgas H Vloeibaar gas 11,60 11,10 808 0,27 0,21 e .b re 0,30 0,30 49 nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort d de oa m fro ,Het aanpassen aan een andere gassoort mag uitsluitend worden uitgevoerd door een installateur die erkend is door het plaatselijke gasbedrijf. or nb de an .v w w w Bij het aanpassen aan een andere gassoort moeten de grote inspuiters en de kleine inspuiters van de branders worden vervangen. Tabel voor de inspuiters Kleine inspuiter C Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Wok 0,76 0,94 1,20 2x1,00 / 0,72 0,39 0,42 0,54 0,88 / 0,42 0,52 0,66 0,81 2 x 0,66 / 0,46 0,23 0,27 0,39 0,52 / 0,23 Vloeibaar gas Sudderbrander Normale brander Intensieve brander Wok De boringsdiameter van de inspuiters is in mm aangegeven. 50 e .b re Grote inspuiter C Aardgas H nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort Grote inspuiters vervangen fro Sudder-, normale, intensieve brander m e .b re or nb de an .v w w w Ontkoppel het gaskookvlak van het elektriciteitsnet en sluit de gastoevoer af. d de oa Inspuiters vervangen ^ Verwijder de pandragers, de branderdop a en de branderkop b. ^ Schroef met een steeksleutel (M7) de grote inspuiter c los. ^ Vervang de grote inspuiter. 51 nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort d de oa Wokbrander m fro e .b re or nb de an .v w w w ^ Verwijder de branderdoppen ab en de branderkop c. ^ Schroef met een steeksleutel (M7) de grote inspuiters d los. ^ Plaats de juiste inspuiters (zie tabel voor de inspuiters) en draai deze vast. ^ Verzegel de inspuiters met zegellak, om te voorkomen dat de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid. 52 nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort e .b re or nb de an .v w w w ^ Verwijder de branderdelen. m ^ Verwijder de regelknoppen van boven af. Wokbrander fro Om de kleine inspuiters te vervangen, moeten de bevestigingsschroeven van de branders worden losgemaakt en het bovenblad van het toestel worden afgenomen. d de oa Kleine inspuiters vervangen ^ Maak de schroeven los. ^ Verwijder het bovenblad van het toestel. Sudder-, normale, intensieve brander a Kleine inspuiter met kleinere diameter (bijv. bij vloeibaar gas: 0,23) b Kleine inspuiter met grotere diameter (bijv. bij vloeibaar gas: 0,52) ^ Draai de twee kleine inspuiters a en b in de gasarmatuur met een kleine schroevendraaier los. ^ Verwijder de inspuiters met een punttang. ^ Plaats de juiste inspuiters (zie tabel voor de inspuiters) en draai deze vast. ^ Draai de kleine inspuiter a in de gasarmatuur met een kleine schroevendraaier los. ^ Verzegel de inspuiters met zegellak, om te voorkomen dat de inspuiters per ongeluk worden losgedraaid. ^ Verwijder de inspuiter met een punttang. ^ Plaats de juiste inspuiter (zie tabel voor de inspuiters) en draai deze vast. ^ Verzegel de inspuiter met zegellak, om te voorkomen dat de inspuiter per ongeluk wordt losgedraaid. 53 nl ow D Aanpassen aan een andere gassoort m fro ^ Zet het toestel weer in elkaar. ^ Controleer de werking van het gaskookvlak door alle branders te ontsteken. Op de laagste stand mag de gasvlam niet doven, ook niet wanneer u de regelknop snel van de grote naar de kleine vlam draait. Op de hoogste stand moet de brander een duidelijk zichtbare kern hebben. ^ Kleef de sticker die bij de inspuiterset hoort over de oude sticker met de vermelde gassoort. 54 e .b re or nb de an .v w w w Controleer alle delen waar gas doorloopt op dichtheid. d de oa Werking controleren nl ow D Dienst Herstellingen aan huis van Miele, typeplaatje, d de oa Neem bij storingen of problemen die u niet zelf kunt verhelpen, contact op met: m or nb de an .v w w w – de Herstellingen aan huis van Miele. fro – uw Miele-handelaar of Het telefoonnummer van de Herstellingen aan huis van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. e .b re Neemt u contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele, geef dan altijd het toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Kleef hier het meegeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming overeenstemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing. Duur en voorwaarden van de garantie De duur van de garantie bedraagt 2 jaar. Meer informatie vindt u in de meegeleverde garantievoorwaarden. 55 nl ow D d de oa m fro e .b re or nb de an .v w w w Wijzigingen voorbehouden / 1512 M.-Nr. 09 336 900 / 00
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Miele KM 2357 de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor