3. Wanneer de brandstof uit een injectieleiding overspoelt, druk erop en wacht tot de brandstof
uit een andere stroomt. Herhaal dit tot alle injectieleidingen ingedrukt zijn.
4. Reinig na de drainage de gemorste brandstof.
5.3. Koelsysteem
Controle van het koelmiddel
Laat de motor afkoelen. Neem de druk van het koelsysteem weg alvorens de drukplaat te
verwijderen. Dek, om de druk weg te nemen, de drukplaat af met een dik doek en draai de plaat
langzaam linksom. Verwijder de plaat wanneer de druk helemaal weggenomen is en de motor
afgekoeld is. Controleer het koelmiddelpeil in de tank. Hij moet ongeveer voor 3/4 gevuld zijn.
Het wordt aanbevolen een koelmiddel Sole Diesel CC 50% of een ander koelmiddel met
gelijksoortige specificaties te gebruiken. Anderzijds is gedestilleerd water met antivries ook geschikt.
Het wordt aanbevolen de concentratie van antivries te selecteren op basis van een temperatuur van
ca. 5 ºC onder de werkelijke luchttemperatuur. Andere motorkoelmiddelen kunnen een weerslag
hebben op de dekking van de garantie, de ontwikkeling van interne corrosie in de hand werken en de
gebruiksduur van de motor wijzigen en/of inkorten.
Meng nooit verschillende soorten koelmiddel. Dit zou negatieve gevolgen kunnen hebben voor de
eigenschappen van het motorkoelmiddel.
Vullen / verversen van het koelmiddel
1. Laat het koelmiddel weglopen door de twee aftapbouten te openen; één op
de warmtewisselaar en de andere op het cilinderblok.
2. Sluit de aftapbouten.
3. Maak de ontluchtingsschroef van de afdekking van de thermostaat los
(alleen in de Mini-17/29).
4. Vul opnieuw tot de opening van de afdekking van de tank met koelmiddel
Inspectie van zeewaterfilter
Het is belangrijk een zeewaterfilter te installeren (geleverd als accessoire) tussen de
zeewaterkraan en de zeewaterpomp, om te vermijden dat onzuiverheden het zeewatercircuit of de
zeewaterpomp verstoppen. Om dit filter te reinigen:
1. Maak de vleugelmoer los.
2. Verwijder het filtercomponent en reinig het.
3. Installeer het opnieuw en zorg dat de afdekking stevig vastzit op de ring.
4. Schakel de motor in om te controleren of er geen zeewaterlekken bestaan.
Inspectie van de impeller van de zeewaterpomp
De impeller van de zeewaterpomp is vervaardigd van neopreen en mag nooit drooglopen. Indien
hij zonder water bediend wordt, kan de impeller stukgaan. Daarom is het belangrijk altijd te
beschikken over een vervangingsimpeller. Inspectie- en vervangingsprocedure van de impeller:
1. Sluit de zeewaterkraan.
2. Verwijder de afdekking van de zeewaterpomp.
3. Verwijder de impeller van de as.
4. Reinig de buitenste afdekking van de pomp.
5. Inspecteer de impeller op beschadigde, geknikte, defecte, verloren, of afgeplatte schoepen.
De schoepen van de impeller moeten recht en flexibel zijn.
Vervang hem door een nieuwe indien hij beschadigd is.
6. Smeer de impeller met zeepwater in voor de installatie.
7. Installeer de impeller. Trek tijdens de installatie de impeller aan en draai hem in dezelfde
draairichting van de motor tot hij volledig vastzit op de behuizing van de impeller.