NordicTrack NETL82905.0 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voorzorgs-
maatregelen in deze handleiding
door voordat u dit apparaat gaat
gebruiken. Bewaar deze handlei-
ding voor verdere raadpleging.
Sticker met serienummer
Het serienummer kunt u in de hieron-
der aangegeven plaats vinden. Schrijf
het serie nummer van het apparaat
hierboven voor toekomstige referentie.
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan con-
tact op met de winkel waar u dit
produkt hebt gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
Modelnummer NETL82905.0
Serienummer
2
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
Opgelet: U kunt in het midden van deze handleiding een GEDETAILLEERDE TEKENING vinden.
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
3
1
. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2.
Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 135 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al
-
tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 10). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
1
2. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de electri-
citeit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband
niet wanneer het electrische snoer of stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij
niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN
op pagina 29 als de loopband niet goed werkt.)
14. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
15. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
16. De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
metingen beïnvloeden. De pols-sensor is al-
leen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
17. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Haal altijd de sleutel, trek de stekker
uit het stopcontact, en druk de aan/uit stroom-
onderbreke in de uit positie wanneer u de loop-
band niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5
om de aan/uit stroomonderbreke te vinden.)
18. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP
-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa-
gina 27.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
19. Verander de hellingstand van de loopband
niet door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
20. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten
is voordat u de loopband inklapt of verplaatst.
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
m
atie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
21. U zult een “piep” geluid horen wanneer tijdens
het gebruik van de iFIT.com programma’s de
snelheid en/of de hellingstand van de loopband
veranderd wordt/worden. Luister naar het
“piep” geluid en ben er op voorbereid dat de
snelheid en/of hellingstand van de loopband
gaat/gaan veranderen. In sommige gevallen
k
an de snelheid en/of hellingstand veranderen
voordat de persoonlijke trainer dat aangeeft.
22. U kunt wanneer u dat wilt tijdens het gebruik
van de iFIT.com programma’s handmatig de
snelheid en hellingstand aanpassen door op de
Snelheid en Helling toetsen te drukken. De
snelheid en hellingstand instellingen van de
programma’s zullen worden aangepast wan-
neer u nochtans een “piep” geluid hoort.
23. Haal altijd de iFIT.com CD’s en video’s uit uw
CD- of videospeler en maak uw MP3 speler
los wanneer u deze niet gebruikt.
24. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
25. Inspecteer alle onderdelen van de loopband
en draai ze dan goed vast.
26.
GEVAAR: Neem altijd voordat u de
l
oopband schoonmaakt het snoer uit het
stopcontact. Doe dit ook wanneer u loopband
onderhoud en bijstellen procedures uitvoert
zoals in deze handleiding is beschreven.
Verwijder nooit de motorkap tenzij een techni-
cus dat aangeeft. Ander onderhoud dan dat-
gene wat vermeld staat in deze handleiding
moet door een technicus uitgevoerd worden.
27. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel of voor verhuur.
WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond-
heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon-
lijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
FR
SP
IT
GR
DU
De stickers hier getoond zijn op uw looband geplakt. Let erop dat de tekst op de sti-
ckers in het Engels is. Zoek naar de stickers in het Nederlands en plak ze over de en-
gelse stickers. Als er een sticker onbreekt, of niet leesbaar is, neem dan contact op
met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht (zie laatste pagina van deze handlei-
ding). Plak de stickers op de aangegeven plaatsen.
Opmerking: het etiket is niet op ware grootte afgebeeld.
English Translation:
233005
Hand and Foot warning
5
Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire
N
ordicTrack
®
E
3800 loopband. De E3800 loopband
bevat verschillende opties ontworpen om het oefenen
thuis meer aangenaam en effectief te maken. En wan-
neer u de loopband niet gebruikt kunt u de E3800 loop-
b
and inklappen zodat hij minder ruimte in beslag neemt
dan andere loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg-
vuldig door voordat u de loopband gebruikt.
Raadpleeg, mocht u nog vragen hebben, de kaft van
d
eze gebruiksaanwijzing. Om u beter van dienst te
kunnen zijn, zorg ervoor dat u het model- en serienum-
mer bij de hand hebt voordat u belt. Het modelnummer
is NETL82905.0. Het serienummer bevindt zich op een
s
ticker op de loopband (zie kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Bedieningspaneel
Ventilator
Sluitknop
Boekenhouder
Sleutel/Klip
Aan/uit Knop
Stroomonderbreker
Loopband
Voetkussentje
Regelbaar Kussen
Loopplatform
(zie pagina 23)
Bijstelbouten voor
de Achterroller
Accessoire Houder
Pols-sensor
6
1. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontactuit het
stopcontact.
Met de hulp van een tweede persoon, leg zoals getoond
de loopband voorzichtig op zijn linkerkant. Klap het
Onderstel (110) gedeeltelijk op zodat de loopband meer
stabiel is.
Klap de loopband niet helemaal op totdat
de montage voltooid is.
Steek twee Verlengstukken van het Been (102) in de
basis van de Staanders (69). Zorg ervoor dat de
Verlengstukken van het Been zodanig gedraaid zijn dat
de Kussentjes van de Basis (99) zich zoals getoond be
-
vinden.
Maak ieder Verlengstuk van het Been (102) vast met twee
Bouten van het Verlengstuk van het Been (130).
102
102
99
130
110
130
99
69
1
MONTAGE
D
e montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren.
P
laats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Opgelet: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het
vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Voor de montage heeft u de meegeleverde inbussleutel en daarnaast een platkopschroeven-
draaier , draadschaar , en draadschaar en rubberen hamer . Bekijk de
tekening hieronder om de montage stukken te kunnen herkennen.
w (123)–2
1/2” Silver Screw
(48)–1
3
( )
Spacer Screw (60)–2
1
1” Schroef (148)–4
Bout van het Bedieningspaneel (78)–2
3
Bout van het Polsbar (33)–4
Sterring (77)–8
Korte Bout van het
Bedieningspaneel (106)–2
Moer (9)–2
Bout van het Wiel (94)–2
P
Bout van het Verlengstuk
van het Been (130)–4
7
2. Maak vier Kussentjes van de Basis (99) vast aan de
basis van de Staanders (69) met vier 1" Schroeven (148).
A
andacht: Een vervang Kussentje van de Basis kan mee-
geleverd zijn. Gebruik dat Kussentje van de Basis om
e
en versleten Kussentje te vervangen.
Met de hulp van een tweede persoon, leg de loopband
neer zodat de vier Kussentjes van de Basis (99) en het
Onderstel (niet getoond) plat op de vloer liggen en de
Staanders (69) zich rechtop bevinden.
148
148
148
69
148
99
99
3. Met de hulp van een tweede persoon, leg de Staanders
(69) voorzichtig tegen de vloer.
Plaats een van de Wieltjes (95) zoals aangegeven en
steek deze in een van de Wielkapjes (101). Druk vervol-
gens het Wielkapje en het Wiel in de basis van de
Staanders (69). Maak het Wielkapje en het Wiel vast met
twee Wielbouten (94) en twee Moeren (9). Draai de
Wielbouten niet te vast. De Wieltjes moet vrij kunnen
draaien.
Maak het ander Wieltje (95) en het Wielkapje (101) vast
zoals hierboven is beschreven.
Met de hulp van een tweede persoon, til de Staanders
(69) weer rechtop.
4. Snij de verbinding van de Polsdraad (66) aan de
Staanders (69) los. Houdt de Polsstang (65) vast bij de
dwarsstang van de Staanders. Maak de Polsdraad vast
aan de draad van de Polsstang. De connectors moeten
gemakkelijk in elkaar passen en vastbinden. Mocht
dat niet het geval zijn, draai dan een van de connec-
tors en probeer nogmaals. Steek de draden in de
dwarsstang.
Maak de Polsstang (65) vast aan de dwarsstang van de
Staanders (69) met vier Bouten van de Polsstang (33) en
vier Sterringen (77).
Draai alle vier Bouten van de
Polsstang vast maar zorg ervoor dat de draden niet
beklemd raken.
9
95
101
69
94
94
95
69
66
33
33
65
77
77
66
101
2
3
4
9
8
8. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Bewaar de meegele-
verde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te
stellen (zie pagina 30).
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen.
6. Zet het bedieningsapneel op de Staanders (69). Zorg er-
voor dat de draden niet beklemd raken. Draai de Bout
van het Bedieningspaneel (78) handmatig vast met een
Sterring (77) aan het lagere gat in iedere Staander (alleen
een kant is getoond).
Draai vervolgens handmatig een Korte Bout van het
Bedieningspaneel (106) en een Sterring (77) vast in het
bovenste gat in iedere Staander (69) (alleen een kant is
getoond). Wees voorzichtig om de Korte Bouten van
het Bedieningspaneel niet in de Staanders te laten
vallen. Draai de twee Bouten van het Bedieningspaneel
(78) en de twee Korte Bouten van het Bedieningspaneel
goed vast.
Steek een Kapje van de Staander (79) in de bovenkant
van iedere Staander (69) (alleen een kant is getoond).
Aandacht: Steek in eerst het eind door een pijl aangege-
ven van het Kapje van de Staander. Gebruik mocht het
nodig zijn een rubberen hammer.
7. Druk de Mouw van de Sluitknop (70) in de linker Staander
(69). Aandacht: Gebruik mocht het u wat gemakkelijk
maken een rubberen hammer om de Mouw van de
Sluitknop van het Slot in te steken.
Verwijder de knop van de pen. Zorg ervoor dat de kraag
en veer zich op de pen bevinden zoals aangegeven is.
Aandacht: Plaats, mochten er twee kragen zijn, een
kraag aan beide kanten van de veer.
Steek de pin in de Mouw van de Sluitknop (70) en in de
linker Staander (69).
Draai de knop weer op de pen.
106
69
77
77
78
79
69
70
Knop
Pen
Kraag
Veer
5. Laat een tweede persoon het bedieningspaneel vasthou-
den bij de Staanders (69). Maak het Bovenste Draadhar-
n
as (98) en de Polsdraad (66) vast aan de draden van het
bedieningspaneel.
De connectors moeten gemakkelijk
i
n elkaar passen en vastbinden. Mocht dat niet het
geval zijn, draai dan een van de connectors en pro-
beer nogmaals.
Steek de draden in de dwarsstang.
Maak de Geaarde Draad van de Staander (11) aan de ge-
aarde draad van het bedieningspaneel vast. Zorg ervoor
dat de draden goed verbonden zijn. Steek vervolgens
de geaarde draden in het bedieningspaneel.
69
98
Bediening-
spaneel
Geaarde
Draad
66
11
98
6
6
5
6
7
9
H
OE DE BORSTKAS-SENSOR TE DRAGEN
D
e borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de borst-
kas-band en de sensor (zie de tekening hieronder).
Steek de gesp van de borstbeugel in het gat aan één
uiteinde van de sensor zoals op de tekening wordt
aangegeven. Druk het uiteinde van de sensor onder
de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn
met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de
borstkas-sensor om
uw borstkas en maak
het andere eind van
de borstkas-band
vast aan de sensor.
Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte
van de band bij. De borstkas-sensor moet onder uw
kleding gedragen worden, strak tegen uw huid en hoog
onder uw borstspieren of borsten. Zorg ervoor dat het
logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant
(de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide
electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug
of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug
tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORST-
KAS-SENSOR
Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De
borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de
electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De
borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afge-
daan en de electrodes gedroogd worden. De sensor
blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen
de batterijen leeg lopen als de borstkas-sensor elec-
trodes niet goed gedroogd worden.
Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge
plaats. Bewaar de borstkas-sensor niet in een plas-
tic zak of enig andere verpakking die vocht kan vast-
houden.
Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct
zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -10 C
of aan een temperatuur hoger dan 50 C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op-
bergen van de borstkas-sensor niet te veel.
Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische
producten. U kunt de borstkas-band met de hand
wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OP-
LOSSEN
De instructies op de volgende pagina’s leggen uit
hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspa-
neel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde
procedures door wanneer de borstkas-sensor niet
goed werkt.
Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Opgelet: Verplaats de
sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de
borstkas-sensor niet goed werkt.
Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof
voor contact lenzen om de electrodes van de sensor
nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat
wanneer de hartslag metingen pas verschijnen
nadat u begint te transpireren.
Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband.
Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben
zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart
-
kloppingen, of aritmie.
De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen veroorzaakt
door hoogspanningsdraden en andere electromag-
netische bronnen. Verplaats de loopband als u ver-
moedt dat dit de oorzaak is.
De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden
(zie pagina .31).
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN
Borstkas-band
Flappen
Uiteinde van de Sensor
Flap
Uiteinde van
de Sensor
Gesp
10
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u
de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge-
bruikt worden.
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
Stopcontact van de
loopband
1
F
IT
Stopcontact
2
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
1
1
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het
engels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse
talen op het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw
taal op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend te oe
-
fenen. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest
de snelheid en de hellingstand van de loopband veran-
deren door een druk op een toets. Het bedieningspa-
neel zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback
geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de inge-
bouwde hartslagsensor of borstriem.
Het bedieningspaneel biedt ook acht vooraf ingestelde
programma’s. Ieder programma verandert automatisch
de snelheid en de helling van de loopband tijdens uw
oefening. U kunt ook nog uw eigen programma's
maken en in het geheugen opslaan voor latere oefe-
ningen. Er worden daarnaast elf voorgeprogram-
meerde trainingen aangeboden. Ieder programma re-
gelt automatisch de snelheid en de hellingstand van de
loopband om uw oefening doeltreffend te maken.
Het bedieningspaneel kent tevens de nieuwe iFIT.com
interactieve technologie. De iFIT.com technologie
werkt als een persoonlijke trainer bij u thuis. Met een
audio snoer kunt U de loopband op uw geluidssys
-
teem, uw portable stereo, computer, of video speler
aansluiten en de speciale iFIT.com MP3, CD en video
programma’s afspelen (MP3’s, CD’s en video’s zijn
apart te koop). De iFIT.com programma’s regelen au-
tomatisch de loopband en geven duidelijk aan hoe u
uw snelheid moet toepassen net zoals een trainer dat
doet tijdens uw training. Enerverende muziek motiveert
extra.
Bezoek www.iFIT.com om iFIT.com MP3 pro-
gramma’s te downloaden. Bel om iFIT.com CD’s of
videocassettes raadpleeg de kaft van de gebruiks-
aanwijzing.
Wanneer de loopband op uw computer is aangesloten,
kunt U ook onze website www.iFIT.com bekijken en
daar basis programma’s direct van internet oproepen.
Raadpleeg de website voor meer informatie.
Klip
Sleutel
Opgelet: Het kan zijn dat er op het be-
dieningspaneel een plastic vel zit.
12
Om het controlepaneel handmatig te bedienen,
volg de stappen beginnende op bladzijde 12. Om een
v
oorgeprogrammeerd programma te gebruiken, z
ie
bladzijde 15. Om een op maat eigen programma te
m
aken en gebruiken,
z
ie bladzijden 17 en 18.
O
m het
op hartslag afgestemde programma te gebruiken,
zie bladzijde 19. Om een iFIT.com MP3, CD, of video
programma te gebruiken, zie bladzijde 23. Om een
iFIT.com programma onmiddellijk van onze
Website te gebruiken, zie bladzijde 25.
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
De stekker in het stopcontact steken (zie pagina
10).
Zoek naar de aan/uit
knop bij het snoer van
de loopband. Plaamts
de aan/uit knop in de
aan positie.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband
staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vast zit
(zie tekening op pagina 11) en maak de klip aan
de tailleband van uw kleding vast. Steek vervol-
gens de sleutel in het bedieningspaneel. De dis-
play zal oplichten.Aandacht: Het programma dat
de laatste keer was gekozen toen de Save toets
was ingedrukt wordt automatisch opnieuw geko-
zen wanneer de stroom wordt geschakeld. De
handmatige instelling wordt gekozen wanneer de
Save toets nog niet is ingedrukt.
Test de klip door voorzichtig een paar stappen
achteruit te zetten totdat de sleutel uit het be-
dieningspaneel wordt getrokken. Als de sleu-
tel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan
de lengte van de klip bij.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN hier-
boven.
Uzelf aanduiden als gebruiker A of als gebrui-
k
er B.
H
et bedieningspaneel kan programma instellingen
voor twee verschillende gebruikers opslaan. Druk
op toets A om uzelf aan te duiden als gebruiker A.
Druk op toets B om gebruiker B te zijn.
De handmatige instelling kiezen.
Wanneer u
de handma-
tige instelling
wil kiezen,
druk dan
meerdere
keren op de
Programma toets totdat de piste in het midden
van display verschijnt. Zorg ervoor dat het woord
Programs
(programma’s) niet onder de piste ver-
schijnt.
De band starten.
Druk op de Start toets, de Snelheidstoename
toets [SPEED], of een van de twaalf 1-staps
Snelheidstoetsen [1 STEP SPEED] om de loop-
band te starten.
De loopband zal wanneer
u op de Start toets of
Snelheidstoename toets
drukt, met een snelheid
van 1 km/h opstarten. De
snelheid van de loopband
kan worden geregeld met de Snelheidstoename en
-afname toetsen Iedere keer als de toets wordt in-
gedrukt zal de snelheid van de loopband 0,1 km/h
veranderen. Wanneer u de toets ingedrukt houdt zal
de snelheid van de loopband 0,5 km/h veranderen.
Aandacht: Het kan zijn dat, nadat u op de toetsen
heeft gedrukt het eventjes duurt voordat de loop-
band de gekozen snelheid bereikt.
Als een van de twaalf 1-staps Snelheids- toetsen
wordt ingedrukt, zal de loopband langzaam sneller
gaan draaien tot de geselecteerde snelheid is be-
reikt.
Druk op de Stop-toets om de loopband te stop-
pen. De tijd zal op de display opflikkeren. Druk op
de Start toets, de Snelheidstoename toets, of op
een van de 1-staps Snelheids- toetsen om de
loopband weer op te starten.
4
3
2
1
3
2
1
Aan
Positie
Piste
De hellingstand van de loopband veranderen
z
oals gewenst.
D
ruk op de Hellingstoename of -afname toets of
op een van de 12 1-staps Helling toetsen om de
helling van de loopband te veranderen.
Met ieder druk op de
Hellingstoename of -af-
name toets zal de hel-
ling met 0,5% wijzigen.
Note: After the buttons
are pressed, it may take
a moment for the treadmill to reach the selected
incline setting.
Wanneer u een van de 1-staps Hellingstoetsen in-
drukt zal de helling geleidelijk toenemen totdat de
gekozen hellingsinstelling bereikt is.
Volg uw vordering op de display.
Het midden
van de dis-
play zal
wanneer de
handmatige
instelling of
de iFIT.com
instelling gekozen wordt een piste van 400 meter
(1/4 mijl) aangeven. Indicatoren rond de piste zul-
len tijdens het lopen of rennen de een na de an-
dere gaan branden totdat de hele piste verlicht is.
De piste zal dan doven en de indicatoren zullen
dan weer na elkaar gaan branden.
Het rechter onderste ge-
deelte van de display zal
een trainingszone kolom
aangegeven die bij bena-
dering de inspanning van
uw oefening weergeeft.
Wanneer alle acht indica
-
toren van de kolom bran-
den is bijvoorbeeld Uw
tempo ideaal voor een aerobic oefening.
De Hellings-/Koolhydra-
ten zone van de display
geeft de hellingsinstel
-
ling van de loopband
aan en het bij benade-
ring aantal verbruikte
koolhydraten (in grammen). Aandacht: De display
zal telkens wanneer de helling verandert de hel-
lingsinstelling een paar seconden lang aangeven.
De Tijd zone van de dis-
play zal de verlopen tijd
a
angeven. Aandacht: De
display zal wanneer een
p
rogramma gekozen is
de overblijvende tijd aan-
geven in plaats van de verlopen tijd.
De Hartslag/Calorieën
zone van de display zal
bij benadering het aantal
verbrande calorieën
aangeven. De display
zal ook uw hartslag aan-
geven wanneer u de handgreep met polssensor of
de borstkassensor gebruikt.
Tempo/Snelheidszone
van de display zal de
snelheid van de loopband
en uw tempo aangeven
(tempo wordt in minuten
per kilometer gemeten).
Aandacht: Het bediening-
spaneel kan de snelheid
en de afstand in kilometers
of mijlen aangeven. Houdt
de Stop toets ingedrukt
terwijl u de sleutel insteekt
om te zien welke eenheid gebruikt wordt. Een
M
voor kilometers en een
E
voor engelse mijlen zal op
de Tempo/Snelheidszone van de display verschij-
nen. Druk om van eenheid te veranderen op de
Snelheidstoename toets. Haal de sleutel uit het be-
dieningspaneel wanneer de gewenste eenheid ge-
kozen is. Aandacht: Voor de eenvoud verwijzen
alle instructies naar kilometers.
De kilometerteller van de
display geeft de gelopen
of gerende afstand aan
tijdens uw oefening.
Druk op de Kilometerteller [Odometer] toets om het
totaal aantal kilometers te zien dat de loopband ge
-
draaid heeft sinds de aankoop van de loopband. De
woorden
Total Dist.
(totaal afstand) en het aantal ki-
lometers zullen op de display verschijnen.
Druk nogmaals op de Kilometerteller toets om te
zien hoeveel kilometers de band gedraaid heeft in
de laatste week, de laatste maand, of enige an
-
dere tijdsperiode dan ook. De woorden
My Dist.
(mijn afstand) en het aantal kilometers zal dan op
de display verschijnen. Houdt de Kilometerteller
toets een paar seconden lang ingedrukt om dit
nummer opnieuw in te stellen.
6
5
13
Piste
Druk,om de gelopen of gerende afstand tijdens
uw workout nog eens te zien, nog een keer op de
k
ilometerteller toets.
D
ruk op de Stop knop, haal de sleutel uit het be-
dieningspaneel en steek de sleutel weer in om de
displays opnieuw in te stellen (te resetten).
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Als u de
borst-puls-
sensor wilt
gebruiken,
zie pagina
9. Zie de in-
structies
hieronder
voor het ge-
bruik van de
handgreep
met polssensor.
Aandacht: Het bedieningspa-
neel zal uw hartslag niet goed kunnen aange-
ven wanneer u de borstkassensor en de hand-
greep met poslssensor gelijktijdig gebruikt.
Verwijder eerst de plastic velletjes geplakt over de
metalen contactpunten op de handleuning om de
handgreep met polssensor te gebruiken. Stap
vervolgens op de voetbalken en houdt de meta-
len contactpunten vast—beweeg uw handen
niet. Een hartje zal wanneer de hartslag gemeten
kan worden op de rechterkant van de display ver-
schijnen. Een of twee streepjes verschijnen en uw
hartslag [PULSE] zal dan worden aangegeven.
Houdt de contactpunten ongeveer 15 secon-
den vast voor het meest zuivere resultaat.
De ventilator aan doen als u dat wilt.
Druk op de AutoBreeze
Fans toets om de venti-
latoren op lage snelheid
te laten draaien. Het
getal 1 zal onder het woord “Fan” (ventilator) op
de display verschijnen. Druk een tweede keer op
d
e knop om de ventilatoren op matige snelheid te
laten draaien. Het getal 2 zal verschijnen. Druk
e
en derde keer op de knop om de ventilatoren op
hoge snelheid te laten draaien. Het getal 3 zal
verschijnen. Druk nogmaals op de knop om de
Auto instelling te kiezen. Het woord “Auto” zal ver-
schijnen. Als de auto mode is geselecteerd zal de
snelheid van de ventilatoren zal automatisch aan-
passen aan de snelheid van de loopband.
Druk weer op de AutoBreeze toets om de ventila-
toren uit te schakelen. Aandacht: Enkele minuten
nadat de loopband is gestopt zullen de ventilato-
ren automatisch uitschakelen.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand in de laagste positie.
De helling van de loopband moet zich in de
laagste stand bevinden wanneer u de loop-
band wilt opbergen anders kan de loopband
beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een
veilige plek. Opgelet: Het bedieningspaneel be-
houdt de “demo” instelling wanneer de dis-
plays en indicatoren blijven branden nadat u
de sleutel heeft uitgetrokken. Zie pagina 26 om
de demo instelling uit te schakelen.
De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in
de uit positie zetten wanneer u klaar bent met uw
oefening en de stekker uit het stopcontact
trekken.
Aandacht: Bekijk tijdens de eerste paar minuten
de ligging van de band en stel deze bij mocht het
nodig zijn (zie pagina 30).
9
8
7
14
Contactpunten
15
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN pa-
gina 12.
Uzelf aanduiden als gebruiker A of als gebrui-
ker B.
Het bedieningspaneel kan programma instellingen
voor twee verschillende gebruikers opslaan. Druk
op toets A om uzelf aan te duiden als gebruiker A.
Druk op toets B om gebruiker B te zijn.
Kies een van de preset programma’s.
Druk om een
van de acht
preset pro-
gramma’s te
kiezen meer-
dere keren
op de
Programma
toets totdat
de woorden “Weight Loss”, Aerobic” , of “
Performance” en het getal 1, 2 of 3 midden on-
derin de display verschijnen.
De maximum snelheidsinstelling en de maximum
hellingsinstelling van het programma zullen voor
ieder gekozen preset programma een paar secon-
den lang op de display opflikkeren. De Tijdszone
van de display zal aangeven hoe lang het pro-
gramma zal duren. Een profiel van de snelheidsin-
stellingen van het programma zal op het schema
in het midden van de display verschijnen.
Het inspanningsniveau van het programma bij-
stellen als u dat wilt.
Rechtsonder op de dis-
play wordt het inspan-
ningsniveau van het ge-
kozen programma aan-
gegeven. Er bestaan 15
inspanningsniveaus.
Draai aan de
Programma Intensiteits-
knop om de zwaarte
van het programma te
verhogen of verlagen.
Wanneer u het niveau wijzigt dan zullen de
nieuwe maximum snelheids- en de nieuwe maxi-
mum hellingsinstelling van het programma een
paar seconden lang op de display opflikkeren. Het
profiel in het schema zal ook veranderen om de
v
erandering in snelheid van het programma weer
te geven. Druk op de Save toets om de nieuwe in-
t
ensiteit voor verdere oefeningen op te slaan.
Druk op de Start toets of op de
Snelheidstoename toets om het programma te
starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Ieder programma is verdeeld in 20, 30, of 40 seg-
ment van 1 minuut. Ieder segment heeft één instel-
ling voor de helling en voor de snelheid. Aandacht:
dezelfde snelheid en/of helling instelling(en)
kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende
segmenten worden geprogrammeerd.
De snelheid
van het eer-
ste segment
zal aangege-
ven worden
in de eerste
kolom van
het Huidig Segment van de piste, welke opflik kert
op de midden gedeelte van de display. (De helling
instelling wordt niet op de piste aangegeven). De
snelheidsinstellingen voor de volgende vier seg-
menten worden in de kolommen rechts weergege-
ven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste
kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog
maar drie seconden overblijven in het eerste seg
-
ment. Er klinkt een serie geluidssignalen.
Bovendien zullen de snelheid en/ou de helling op-
flikkeren wanneer de snelheid en de helling van
de loopband gaan veranderen.
Wanneer het eerste segment voltooid is
zullen
alle instellingen een kolom naar links verplaatst
worden.
De snelheid voor het tweede segment
wordt dan in de kolom van het Huidig Segment
(welke opflikkert) aangegeven. De snelheid en de
helling van de loopband zullen zich automatisch
aan het tweede segment aanpassen. Opmerking:
als alle lampjes in de kolom voor het huidige seg
-
ment brand,
bewegen de snelheidsinstellingen
omlaag
zodat alleen de hoogste indicatoren in het
programma piste worden getoond.
Het programma gaat door totdat de snelheidsin-
stellingen voor het laatste segment worden weer
-
gegeven in de kolom voor het huidige segment en
er geen tijd resteert.
De loopband komt dan lang
-
zaam tot stilstand.
5
4
3
2
1
Huidige Segment
HOE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA’S TE
GEBRUIKEN
16
U kunt wanneer de snelheids- en/of de hellingsin-
stellingen van het programma te hoog of te laag
z
ijn de zwaarte van het programma bijstellen door
aan de Programma Intensiteit knop te draaien.
D
ruk op de Save toets om de nieuwe intensiteit
voor verdere oefeningen op te slaan.
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk
te stoppen. De tijd zal op de display beginnen op
te flikkeren. Druk op de Start-toets of the Sne-
lheidstoename toets om het programma weer op
te starten. De loopband zal met een snelheid van
2 km/h beginnen te draaien. De loopband zal
wanneer het volgend segment van het pro-
gramma begint automatisch de snelheid en de
helling van het volgende segment instellen.
Volg uw vordering op de display.
Zie stap 6 op pagina 13.
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 14.
De ventilator aan doen als u dat wilt.
Zie stap 8 op pagina 14.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zorg ervoor dat wanneer het programma eindigt de
h
elling van de loopband op de laagste stand
staat.
Haal vervolgens de sleutel uit het bediening-
spaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Opgelet: Het bedieningspaneel blijft in de
“demo” instelling wanneer de displays en indi-
catoren blijven branden nadat u de sleutel uit
het bedieningspaneel heeft gehaald. Zie pagina
26 om de demo instelling uit te schakelen.
De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in
de uit positie zetten wanneer u klaar bent met uw
oefening.
9
8
7
6
17
D
e sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN pa-
g
ina 12.
Uzelf aanduiden als gebruiker A of als gebrui-
ker B.
Het bedieningspaneel kan programma instellingen
voor twee verschillende gebruikers opslaan. Druk
op toets A om uzelf aan te duiden als gebruiker A.
Druk op toets B om gebruiker B te zijn.
Kies een van de programma’s op maat.
Druk om een
programma
op maat te
kiezen
meerdere
keren op de
Programma
toets totdat
de woorden
My Design
(Mijn Ontwerp) en het getal
1
of
2
op
de display verschijnen.
Aandacht: Slechts drie indicator kolommen
zullen langs het schema in het midden van de
display schuiven als het programma op maat
nog niet ontworpen is. Raadpleeg HOE EEN
PROGRAMMA OP MAAT TE GEBRUIKEN op
pagina 18 wanneer meer dan drie kolommen
verschijnen.
Druk op de Start-toets of de Snelheid + toets
en stel de gewenste snelheid en helling instel-
ling.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt zal de
loopband beginnen te draaien. Houdt u vast aan
de handleuningen en begin te oefenen.
Raadpleeg
het schema.
I
eder seg-
ment heeft
é
én instelling
voor de hel-
ling en voor
de snelheid. De snelheid van het eerste segment
zal in de eerste kolom van het Huidig Segment
van het piste opflikkeren. (De helling instelling
wordt niet op de piste aangegeven.) Om een snel-
heid en een helling instelling voor uw eerste seg-
ment te programmeren stelt U gewoon de snel-
heid en de helling van de loopband in door op de
Snelheid en de Helling toetsen te drukken. Iedere
keer als op de snelheidstoetsen wordt gedrukt zal
een bijkomende indicator oplichten of doven in de
kolom Huidig Segment.
Wanneer het eerste segment van het programma
eindigt zal een serie tonen klinken en zullen de
huidige snelheidsinstelling en hellingsinstelling in
het geheugen worden opgeslagen.
De drie kolom-
men met indicatoren zullen dan een kolom naar
links verplaatst worden
en de snelheid en helling
instelling zullen in de kolom van het Huidig
Segment opflikkeren. Programmeer een snelheid
en helling instelling voor het tweede segment
zoals hierboven is beschreven.
Ga door met het programmeren van snelheid en
helling instellingen voor het aantal gewenste seg-
menten. U programma kan uit veertig segmenten
bestaan. Druk twee keer op de Stop-toets wan-
neer u klaar bent met uw oefening. De snelheids-
en hellingsinstelling die u geprogrammeerd hebt
en het aantal geprogrammeerde segmenten zul-
len dan in het geheugen worden opgeslagen.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan-
neer het programma eindigt.
Zie stap 9 op pagina 16.
5
4
3
2
1
Huidig Segment
HOE UW EIGEN PROGRAMMA SAMEN TE
STELLEN
18
H
OE UW EIGEN PROGRAMMA TE GEBRUIKEN
D
e sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN pa-
g
ina 12.
Uzelf aanduiden als gebruiker A of als gebrui-
ker B.
Het bedieningspaneel kan programma instellingen
voor twee verschillende gebruikers opslaan. Druk
op toets A om uzelf aan te duiden als gebruiker A.
Druk op toets B om gebruiker B te zijn.
Kies een van de programma’s op maat.
Druk om
een pro-
gramma op
maat te kie-
zen meer-
dere keren
op de
Programma
toets totdat
de woorden
My Design
(Mijn Ontwerp) en het
getal
1
of
2
op de display verschijnen.
De maximum snelheid en maximum helling van
het programma zullen voor ieder gekozen pro-
gramma op maat een paar seconden lang op de
display opflikkeren. De Tijdszone van de display
zal aangeven hoe lang het programma zal duren.
Een profiel van de snelheidsinstellingen van het
programma zullen op het schema in het midden
van de display verschijnen. Opgelet: Raadpleeg
HOE UM EIGEN PROGRAMMA SAMEN TE
STELLEN op pagina 17 wanneer er maar 3 indi-
cator kolommen in de piste branden.
Op de Start-toets of de Snelheid + toets druk-
ken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Ieder programma wordt in meerdere segmenten
verdeeld, die verschillen in tijd. Ieder segment heeft
één instelling voor de helling en voor de snelheid.
Aandacht: Dezelfde snelheids- en/of hellingsin-
stelling kunnen voor twee of meer opeenvolgende
segmenten geprogrammeerd worden.
De snelheid
van het eer-
s
te segment
zal aangege-
v
en worden
in de eerste
kolom van
het Huidig Segment van de piste, welke opflik kert.
(De helling instelling wordt niet op de piste aange-
geven). De snelheidsinstellingen voor de verschil-
lende segmenten worden in de kolommen rechts
weergegeven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste
kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog
maar drie seconden overblijven in het eerste seg-
ment. Er klinkt een serie geluidssignalen.
Bovendien zullen de snelheid en/ou de helling op-
flikkeren wanneer de snelheid en de helling van
de loopband gaan veranderen.
Wanneer het eerste segment voltooid is
zullen
alle instellingen een kolom naar links verplaatst
worden.
De snelheid voor het tweede segment
wordt dan in de kolom van het Huidig Segment
(welke opflikkert) aangegeven. De snelheid en de
helling van de loopband zullen zich automatisch
aan het tweede segment aanpassen. Opmerking:
als alle lampjes in de kolom voor het huidige seg-
ment brand,
bewegen de snelheidsinstellingen
omlaag
zodat alleen de hoogste indicatoren in het
programma piste worden getoond.
Het programma gaat door totdat de snelheidsin-
stellingen voor het laatste segment worden weer-
gegeven in de kolom voor het huidige segment en
er geen tijd resteert. De loopband komt dan lang-
zaam tot stilstand.
U kunt als u dat wilt tijdens gebruik het programma
nogmaals bijstellen. Druk gewoon op de Snelheid
en Helling toetsen
om de snelheid en de hellings-
tand van het huidige segment aan te passen.
Deze nieuwe instellingen zullen in het geheugen
worden opgeslagen nadat het huidige segment vol-
tooid is. Om de tijdsduur van het programma te
verlengen moet
u eerst wachten totdat het pro
-
gramma beëindigd is. Druk dan vervolgens op de
Start-toets en programmeer snelheid en helling in-
stellingen voor zoveel meer segmenten als U
wenst. Druk twee keer op de Stop-toets wanneer u
het aantal gewenste segmenten heeft toegevoegd.
Om de tijdsduur van het programma te vermin-
deren moet u altijd tijdens het uitvoeren van het pro
-
gramma twee keer op de Stop drukken.
4
3
2
1
Huidige Segment
19
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk
te stoppen. De tijd zal op de display beginnen op
t
e flikkeren. Druk op de Start-toets of the Sne-
lheidstoename toets om het programma weer op
t
e starten. De loopband zal met een snelheid van
2 km/h beginnen te draaien. De loopband zal
w
anneer het volgend segment van het pro-
gramma begint automatisch de snelheid en de
h
elling van het volgende segment instellen.
Volg uw vordering op de display.
Zie stap 6 op pagina 13.
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 14.
De ventilator aan doen als u dat wilt.
Zie stap 8 op pagina 14.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina 16.
HOE HARTSLAGPROGRAMMA'S TE GEBRUIKENM
Volg de stappen hieronder om een programma voor de
hartslag te gebruiken.
De borstkas-sensor dragen.
U moet de borstkas-sensor dragen om een
programma de hartslag te gebruiken.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN pa-
gina 12.
Uzelf aanduiden als gebruiker A of als gebrui-
ker B.
Zie stap 2 op pagina 12.
Kies een van de programma’s op maat.
Druk om een
p
rogramma
voor het hart
te kiezen
meerdere
keren op de
Programma
toets totdat
het woord
Heart Rate
(Hartslag) en het getal
1
of
2
op het mid-
den onderste gedeelte van de display verschijnen.
Voor ieder gekozen hartslag programma zal een
profiel van de na te streven hartslaginstellingen in
het schema in het midden van de display verschij-
nen.
Een maximum na te streven hartslag instelling
invoeren.
Wanneer een programma
voor de hartslag gekozen
wordt zullen de woorden
Heart Rate
in de
Hartslag/Calorieën zone
van de display verschij-
nen en zal de maximum na te streven hartslag in-
stelling opflikkeren. U kunt op de Hartslag toe-
name en -afname toets drukken als u dat wilt om
de maximum na te streven hartslag instelling te
veranderen. Druk op de Save toets om de nieuwe
maximum na te streven hartslag instelling voor
verdere oefeningen op te slaan. Aandacht: Zie
hartslagkaart op pagina 33 vor hartslag richtlijnen.
Druk op de Start toets of op de Snelheidstoe-
name toets om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Ieder programma is verdeeld in 20 segmenten
van 1 minuut. Een na te streven hartslag instelling
is voor ieder segment geprogrammeerd. Note:
The same target heart rate setting may be pro-
grammed for two or more consecutive segments.
6
5
4
3
2
1
8
7
6
5
WAARSCHUWING: Gebruik
de programma’s voor de hartslag niet wanneer
U hartklachten heeft of wanneer U ouder dan
60 en niet actief bent. Bespreek met uw huis-
arts, als u regelmatig medicijnen inneemt of de
medicijnen uw oefening voor de hartslag kan
beïnvloeden.
20
De na te
streven hart-
s
lag instel-
ling voor het
e
erste seg-
ment zal in
de Huidige
Segment Kolom verschijnen. De na te streven
hartslag instellingen voor de 12 volgende seg-
menten zullen in de kolommen rechts ervan wor-
den aangegeven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste
kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog
maar drie seconden overblijven in het eerste seg-
ment. De snelheid- en/of de hellingsinstelling zul-
len tevens op de display opflikkeren. Wanneer het
eerste segment voltooid is
zullen alle instellingen
een kolom naar links verplaatst worden.
De hart-
slag voor het tweede segment wordt dan in de
kolom van het Huidig Segment (welke opflikkert)
aangegeven.
Het bedieningspaneel zal tijdens ieder segment
uw hartslag vergelijken met de huidige na te stre-
ven hartslag. De snelheid en/of de helling van de
loopband zal automatisch toenemen of verminde-
ren wanneer uw hartslag veel lager of hoger is
dan de na te streven hartslag om zodoende uw
hartslag dichterbij de na te streven hartslag te
brengen. Wanneer uw hartslag nog te laag is en
de snelheid van de loopband de maximum snel-
heid van het programma heeft bereikt (12 km/h)
dan zal de helling van de loopband toenemen
gaan om uw hartslag dichter bij uw na te streven
hartslag te brengen.
Het programma zal zo door gaan totdat de na te
streven hartslag instelling voor het laatste seg-
ment in de Huidige Segment Kolom wordt aange
-
geven en het laatste segment eindigt. De loop-
band zal dan langzaam tot stilstand komen.
U kunt wanneer de snelheids- en/of de hellingsin-
stellingen van het programma te hoog of te laag
z
ijn de zwaarte van het programma bijstellen door
op de Hartslag toename of-afname toetsen te
d
rukken om de maximum na te streven hartslag
instelling te veranderen. Druk op de Save toets
om de nieuwe maximum na te streven hartslag in-
stelling voor verdere oefeningen op te slaan.
De letters
PLS
zullen wanneer er geen pols ge-
meten kan worden tijdens het programma op de
Hartslag/Calorieën zone van de display worden
getoond en de snelheid en helling van de loop-
band zullen automatisch verminderen totdat uw
pols gemeten kan worden. Raadpleeg PROBLE-
MEN MET DE BORSTKASSENSOR OPLOSSEN
op pagina 10 als dit voorkomt.
Druk op de Stop-toets om het programma wan-
neer dan ook te stoppen. De tijd zal dan op de
display opflikkeren. Druk op de Start toets of the
Snelheidstoename toets om het programma op-
nieuw te laten starten. De loopband zal met een
snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De snel-
heid en/of helling van de loopband zullen automa-
tisch veranderen wanneer het bedieningspaneel
uw hartslag met de na te streven hartslag instel-
ling vergelijkt om zodoende uw hartslag dichter bij
de na te streven hartslag instelling te brengen.
Volg uw vordering op de display.
Zie stap 6 op pagina 13.
De ventilator aan doen als u dat wilt.
Zie stap 8 op pagina 14.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina
16.
9
8
7
Huidig Segment
21
HOE UW LOOPBAND AAN TE SLUITEN OM
IFIT.COM PROGRAMMA'S TE GEBRUIKEN
Om de iFIT.com MP3 oder CD’s te kunnen gebrui-
k
en
m
oet u de loopband op uw portable MP3 speler,
C
D speler, portable stereo, geluidssysteem of computer
(met CD speler) aansluiten. Zie pagina’s 21 tot en met
22 voor instructies m.b.t. aansluiting. Om de iFIT.com
programma’s van internet op te roepen moet u de
loopband op uw computer aansluiten. Zie pagina 22
voor instructies m.b.t. aansluiting. Om de iFIT.com vi-
deocassettes te gebruiken moet u de loopband op uw
video speler aansluiten. Zie pagina 23 voor instructies
m.b.t. aansluiting.
HOE OP UW MP3 SPELER ODER CD SPELER AAN
TE SLUITEN
A. Steek één eind van de meegeleverde 3,5mm bij
3,5mm stereo audio kabel in het contactpunt van
het bedieningspaneel. Steek het andere eind van
de kabel in het contactpunt van uw MP3 speler of
CD speller. Steek uw koptelefoon in het contactpunt
van het bedieningspaneel.
HOE OP UW PORTABLE STEREO AAN TE SLUITEN
Opgelet: Zie instructie A als uw stereo van een
AUDIO OUT plug is voorzien. Zie instructie B als
uw stereo van een 3,5 mm LINE OUT plug is voor-
z
ien. Zie instructie C als uw stereo alleen een PHO-
NES plug heeft.
A. Steek het ene eind van de 3,5mm lange RCA ste-
reo audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken)
in het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind in het AUDIO OUT contactpunt van
uw stereo.
B. Bekijk de tekening hierboven. Steek één eind van
de 3,5mm bij 3,5mm lange stereo audio kabel (ver-
krijgbaar in electronica zaken) in het contactpunt
van het bedieningspaneel. Steek het andere eind
van de kabel in het LINE OUT contactpunt van uw
stereo. Aandacht: Steek uw koptelefoon niet in het
contactpunt van het bedieningspaneel wanneer de
kabel in het LINE OUT contactpunt zit.
C. Steek één eind van de 3,5mm bij 3,5mm lange ste-
reo audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken)
in het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind in het PHONES contactpunt van uw
stereo. Steek uw koptelefoon in het contactpunt van
het bedieningspaneel.
LINE OUT
PHONES
LINE OUT
PHONES
Audio
Snoer
Koptelefoon
A
A
C
PHONES
A
UDIO OUT
RIGHT
LEFT
L
INE OUT
Audio Snoer
A/B
A
C
PHONES
AUDIO OUT
R
IGHT
LEFT
LINE OUT
Audio
Snoer
C
Koptelefoon
22
HOE OP UW GELUIDSSYSTEEM AAN TE SLUITEN
O
pgelet: Zie instructie A als uw systeem een LINE
OUT plug heeft die niet gebruikt wordt. Zie instruc-
t
ie B als de LINE OUT plug in gebruik is.
A. Steek één eind van de 3,5mm lange RCA stereo
audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken) in
het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind in het LINE OUT contactpunt van
uw stereo. Aandacht: Steek uw koptelefoon niet in
het contactpunt van het bedieningspaneel wanneer
de kabel in het LINE OUT contactpunt zit.
B. Steek één eind van de 3,5mm lange RCA stereo
audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken) in het
contactpunt van het bedieningspaneel. Steek het an-
dere eind in een RCA Y-adaptor (verkrijgbaar in
electronica zaken). Haal vervolgens het snoer die
nu in de LINE OUT plug zit uit deze plug en steek
deze in de Y-adapter. Steek de Y-adapter in de
LINE OUT plug van uw stereo. Aandacht: Steek uw
koptelefoon niet in het contactpunt van het bedie-
ningspaneel wanneer de Y-adaptor in het LINE
OUT contactpunt zit.
HOE OP UW COMPUTER AAN TE SLUITEN
A
. Steek één eind van de 3,5mm bij 3,5mm lange ste-
reo audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken)
i
n het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind van de kabel in het LINE OUT con-
tactpunt van uw computer. Aandacht: Steek uw
koptelefoon niet in het contactpunt van het bedie-
ningspaneel wanneer de kabel in het LINE OUT
contactpunt zit.
B
A
CD
VCR
Amp
LINE OUT
LINE OUT
CD
VCR
Amp
LINE OUT
Audio Snoer
A
B
A
CD
VCR
Amp
LINE OUT
LINE OUT
CD
VCR
Amp
LINE OUT
Audio
Snoer
RCA Y-
adapter
Snoer verwijderd uit
de LINE OUT plug
B
A
LINE OUT
Audio Snoer
A
23
HOE OP UW VIDEO AAN TE SLUITEN
O
pgelet: Zie instructie A als uw video speler een
AUDIO OUT plug heeft die niet gebruikt wordt. Zie
i
nstructie B als de AUDIO OUT plug al in gebruik
is. Zie instructie B als u een televisie heeft met in-
gebouwde video speler. Zie HOE OP UW GELUIDS-
SYSTEEM AAN TE SLUITEN op pagina 22 als uw
video op uw geluidssysteem is aangesloten.
A. Steek één eind van de 3,5mm lange RCA stereo
audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken) in
het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind in het LINE OUT contactpunt van
uw video.
B. Steek één eind van de 3,5mm lange stereo audio
kabel (verkrijgbaar in electronica zaken) in het con-
tactpunt van het bedieningspaneel. Steek het an-
dere eind in een RCA Y-adaptor (verkrijgbaar in
electronica zaken). Haal vervolgens het snoer die
nu in de AUDIO OUT plug zit uit deze plug en steek
deze in de Y-adapter. Steek de Y-adapater in de
AUDIO OUT plug van uw video.
HOE DE IFIT.COM MP3, CD EN VIDEO PRO-
R
AMMA’S TE GEBRUIKEN
TDe loopband moet aangesloten zijn op uw MP3 spe-
ler, CD speler, of video om iFIT.com MP3, CD, of
video programma te kunnen gebruiken. Raadpleeg
H
OE UW LOOPBAND AAN TE SLUITEN OM
I
FIT.COM PROGRAMMA’S TE GEBRUIKEN op pa-
gina 21 tot 23. Bezoek www.iFIT.com om MP3 pro-
gramma’s te downloaden. Bel om iFIT.com cd’s of
video’s te kopen het telefoonnummer, dat vermeld
staat op de kaft van deze handleiding.
Volg de stappen hieronder om een iFIT.com MP3, CD
of video programma te gebruiken.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN pa-
gina 12.
Uzelf aanduiden als gebruiker A of als gebrui-
ker B.
Zie stap 2 op pagina 12.
De iFIT.com instelling kiezen.
Druk op de
Programma
toets om de
iFIT.com in-
stelling te
kiezen totdat
de letter
“iFIT” op de
display ver-
schijnen.
Op de PLAY-toets van uw MP3 speler, CD spe-
ler of video drukken.
Aandacht: Plaats de cd in uw cd speler wanneer u
een iFIT.com cd wilt gebruiken. Steek de video
-
cassette in uw video wanneer u een iFIT.com
video wilt gebruiken.
Direct nadat u op de Play
toets heeft gedrukt zal
uw persoonlijke trainer u helpen bij uw oefening.
Volg de instructies van uw trainer. Aandacht: Druk
op de Start toets of de Snelheidstoename toets
van het bedieningspaneel wanneer de tijd op de
display opflikkert. De loopband zal niet reageren
op MP3, cd, of video programma’s wanneer de tijd
op de display opflikkert.
4
3
2
1
B
VIDEO AUDIO
ANT. IN
RF OUT
IN
OUT
CH
34
A
AUDIO OUT
RIGHT
LEFT
VIDEO AUDIO
ANT. IN
RF OUT
IN
OUT
CH
34
Audio Snoer
A
B
VIDEO AUDIO
ANT. IN
RF OUT
IN
OUT
CH
34
A
AUDIO OUT
RIGHT
LEFT
VIDEO AUDIO
ANT. IN
RF OUT
IN
OUT
CH
34
B
Snoer verwijderd uit
de AUDIO OUT plug
RCA Y-
adapter
Audio Snoer
24
U zult tijdens een CD of video programma een
“piep” geluid horen wanneer de snelheid en/of de
h
elling gaat/gaan veranderen. O
PGELET: Luister
naar het “piep” geluid en bereidt u er op voor
d
at de snelheid en/of hellingstand van de loop-
band gaat/gaan veranderen. Het kan zijn dat in
sommige gevallen de snelheid en/of hellings-
tand kunnen veranderen voordat de persoon-
lijke trainer dat aangeeft.
U kunt de instellingen handmatige bijstellen door
op de Snelheid of Helling toetsen van het bedie-
ningspaneel te drukken wanneer de snelheid of
helling instellingen te hoog of te laag zijn. Echter,
wanneer u een "piep" geluid hoort zullen de
snelheid en/of de helling stand veranderen in
de eerstvolgende instellingen van het pro-
gramma.
Druk op de Stop-toets van het bedieningspaneel
wanneer u de loopband wilt stoppen. De tijd zal
op de display beginnen op te flikkeren. Druk op de
Start toets of de Snelheidstoets om het pro-
gramma opnieuw op te starten. De loopband zal
dan met een snelheid van 2 km/h beginnen te
draaien.
De snelheid en/of de helling zullen
wanneer een piep geluid gehoord wordt naar
de volgende instelling van het programma
overgaan.
Nadat de CD of video programma eindigt zal de
loopband tot stilstand komen. Aandacht: Om een
andere MP3, CD of video programma te gebrui-
ken moet u de Stop-toets drukken of de sleutel uit
het bedieningspaneel halen en stap 1 op pagina
23 raadplegen.
Aandacht: Als de snelheid of de helling van de
loopband niet verandert wanneer u het “piep”
geluid hoort:
Zorg ervoor dat de letters
iFIT
op de display
verschijnen en dat de tijd op de display niet
o
pflikkert. Druk op de Start toets of de
Snelheids + toets van het bedieningspaneel
w
anneer dit het geval is.
Stel de volume van uw MP3 speler, CD speler
of video bij. Het kan zijn dat het bediening-
spaneel het signaal van het programma niet
ontvangt omdat de geluidssterkte van de CD
speler of video te hoog of te laag is.
Zorg ervoor dat het audio snoer juist is aan-
gesloten.
Plaats de CD speler op de vloer of op een
vlakke ondergrond in plaats van op het be-
dieningspaneel wanneer de CD speler over-
slaat.
Volg uw vordering op de display.
Zie stap 6 op pagina 13.
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 14.
De ventilator aan doen als u dat wilt.
Zie stap 8 op pagina 14.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina 16.
OPGELET: Haal altijd de iFIT.com CD’s en de
videocassettes uit uw CD speler of video spe-
ler en maak uw MP3 speler los wanneer u ze
7
6
5
4
25
H
OE DE PROGRAMMA’S DIRECT VAN ONZE
WEBSITE TE GEBRUIKEN
Bezoek onze website www.iFIT.com voor directe inter-
net toegang tot eenvoudige programma’s. Additional
options are soon to be available. See www.iFIT.com for
details.
Om deze programma’s van onze website te gebruiken
moet de loopband aangesloten zijn op uw computer.
Zie HOE OP UW COMPUTER AAN TE SLUITEN op
pagina 22. Bovendien moet U een internet aansluiting
en een provider hebben. Een lijst met specifieke sys-
teemvereisten kunt u op onze website vinden.
Volg de stappen hieronder om een programma van
onze website te gebruiken.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN pa-
gina 12.
Uzelf aanduiden als gebruiker A of als gebrui-
ker B.
Zie stap 2 op pagina 12.
De iFIT.com instelling kiezen.
Zie stap 3 op pagina 23.
Naar uw computer gaan en de internetverbin-
ding starten.
Start, mocht dat nodig zijn, uw web browser en
ga naar onze website www.iFIT.com.
Het gewenste programma van onze website
kiezen.
Lees en volg on line de programma instructies.
De on line instructies volgen en het pro-
gramma starten.
Wanneer u met een programma start begint een
aftelprocedure op uw scherm.
Ga naar uw loopband terug en stap op de voet-
kussentjes. Zoek naar de klip, die aan de sleu-
tel vastzit en maak de klip aan de tailleband
van uw kleding vast.
Wanneer de aftelprocedure voorbij is zal Uw pro
-
gramma beginnen en de loopband gaan draaien.
Houdt u vast aan de handleuningen, stap op de
band en begin te oefenen. U zult tijdens het pro-
g
ramma een “piep” geluid horen wanneer de snel-
heid en/of de helling instelling gaat/gaan verande-
r
en.
O
PGELET: Luister naar het “piep” geluid
en bereidt u er op voor dat de snelheid en/of
hellingstand van de loopband gaat/gaan veran-
deren.
U kunt de instellingen handmatige bijstellen door
op de Snelheid of Helling toetsen van het bedie-
ningspaneel te drukken wanneer de snelheid of
helling instellingen te hoog of te laag zijn.
Echter,
wanneer u een "piep" geluid hoort zullen de
snelheid en/of de helling stand veranderen in
de eerstvolgende instellingen van het pro-
gramma
.
Druk op de Stop-toets van het bedieningspaneel
wanneer u de loopband wilt stoppen. De tijd zal op
de display beginnen op te flikkeren. Druk op de
Start-toets of de Snelheidstoename toets om het
programma weer opnieuw te starten. De loopband
begint met een snelheid van 2 km/h te draaien.
Bij
het volgende “piep” geluid zal de snelheid
en/of de helling veranderen en zich bij de vol-
gende segment instelling van het programma
aanpassen.
Nadat de programma is beëindigd zal de loop-
band tot stilstand komen. Opgelet: Om een ander
programma te gebruiken moet u op de Stop-toets
drukken en stap 5 raadplegen.
Aandacht: Zorg ervoor als de snelheid of de
helling van de loopband niet verandert wan-
neer u het “piep” geluid hoort dat de iFIT.com
indicator aan is en dat de Tijd/Tempo display
niet opflikkert. Zorg er bovendien voor dat het
audio snoer juist is aangesloten, goed in de
plug zit en dat het snoer niet om het electrici-
teitssnoer gewikkeld is.
Volg uw vordering op de display.
Zie stap 6 op pagina 13.
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 14.
De ventilator aan doen als u dat wilt.
Zie stap 8 op pagina
14.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan
-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina
16.
12
11
10
9
7
7
6
5
4
3
2
1
26
DE INFORMATIE INSTELLING/DEMO INSTELLING
H
et bedieningspaneel biedt een informatie instelling
die het aantal gebruikte uren op de loopband en het
a
antal gelopen kilometers op de loopband bijhoudt. U
kunt met de informatie instelling ook de eenheid van
het bedieningspaneel in kilometers of mijlen kiezen. U
kunt eveneens de demo instelling aan en uit en alle
programma’s opnieuw instellen met originele instellin-
gen.
Houdt de Stop-toets ingedrukt terwijl u de sleutel in het
bedieningspaneel steekt om de informatie instelling te
kiezen. Laat vervolgens de Stop toets los. De volgende
informatie wordt op de display aangegeven:
De Tijdszone van
de display zal het
totaal aantal uren
aangeven dat de
loopband ge-
bruikt is. De
Kilometerteller
zal het totaal
aantal kilometers
aangeven dat de loopband gedraaid heeft. Een “M”
voor kilometers en een “E” voor engelse mijlen zal in
het rechter boven gedeelte van de display verschijnen.
Druk als u dat wilt om van eenheid te veranderen op
de Snelheid toename toets.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel is in de “demo”
instelling wanneer een “d” in de Hartslag/Calorieën
zone van de display verschijnt. Het bedieningspaneel
is in de demo instelling wanneer een
d
op de display
verschijnt. Deze instelling is alleen bedoeld voor de-
monstraties in een winkel. Wanneer het snoer is inge-
stoken en het bedieningspaneel de demo instelling
aangeeft kan de sleutel uit het bedieningspaneel wor-
den genomen, de displays plus indicatoren zullen au
-
tomatisch in een zekere volgorde oplichten.
Een “d”
verschijnt wanneer de informatie instelling geko-
zen is. Druk op de Snelheid afname toets totdat de
“d” verdwijnt.
Druk eerst op de Start toets
om alle programma’s tot origi-
n
ele instellingen terug te bren-
gen. Het woord “SAVE” zal op
d
e Tempo/ Snelheidszone van
de display opflikkeren. Druk
op de Save toets om alle programma’s opnieuw in te
stellen. Druk op de Stop toets wanneer u alle pro-
gramma’s niet opnieuw wilt instellen.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor-
matie instelling te verlaten.
HOE HET KUSSEN SYSTEEM BIJ TE STELLEN
De loopband is
voorzien van een
kussen systeem
die de impact tij-
dens het lopen of
rennen op de
loopband vermin-
dert. Om een wat
steviger loopplat-
form te hebben,
schuif dan de
handgrepen van het kussen (alleen de rechter hand-
greep wordt aangegeven) tegen de achterkant van de
loopband. Om een wat zachter platform te hebben,
schuif dan de handgrepen van het kussen naar de
voorkant van de loopband.
Aandacht: Zorg ervoor
dat beide handgrepen op dezelfde standen zitten.
De loopplatform moet steviger zijn naarmate u
sneller op de loopband rent, of naarmate u meer
weegt.
Kilometers
Uren
Bijstelknop
27
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Stel de helling in de laagste stand voordat u de loopband
inklapt. U kunt als u dit niet doet de loopband voor altijd
b
eschadigen. Verwijder de sleutel en neem het snoer uit
het stopcontact. WAARSCHUWING: U moet zeker 20 kg
kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, in-
klappen of verplaatsen.
1. Houdt de loopband vast op de rechts aangegeven plaat-
sen.
WAARSCHUWING: Buig door uw knieën en houdt
uw rug recht om persoonlijk letsel te vermijden. Zorg
ervoor dat u de kracht van uw benen gebruikt in plaats
van uw rug om de loopband te tillen. Til de loopband
half omhoog.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de
loopband goed vast. Trek, met gebruik van uw linker
hand, de slotpen naar links en houdt deze vast. Til de
loopband op totdat de slotpen gelijk staat met het gat in
de staander. Steek de slotpen in het gat.
Zorg ervoor dat
de slotpen zich volledig in het gat bevindt. Opgelet:
Druk op de knop wanneer de bijstelknop (zie pagina 23)
tegen het staander slagt.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedek-
king te beschermen. Houdt de loopband uit direct
zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving
waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband kunt verplaatsen moet u eerst de
loopband inklappen zoals hierboven is beschreven. Zorg er
-
voor dat de slotpen volledig in het gat zit.
1.
Plaats uw handen aan de bovenste uiteinden van de
staanders en plaats een voet tegen een van de wieltjes.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwiel-
tjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste
plaats. Zorg ervoor dat u de loopband altijd kantelt
voordat u deze verplaatst. Wees heel voorzichtig tij-
dens het verplaatsen van de loopband zodat u risico
op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loop-
band niet over een oneffen ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loop-
band tot deze weer rechtop staat.
Slotpen
Staander
Basis
Wieltjes
28
HOE DE LOOPBAND UIT TE KLAPPEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangege-
ven. Trek de slotpen naar links en houd hem in die posi-
tie vast. Scharnier de loopband omlaag totdat het frame
voorbij de pen op de slotpen is.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de
loopband op de vloer zakken. Buig door uw knieën en
houdt u rug recht om het risico op persoonlijk letsel te
vermijden.
Slotpen
29
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Z
oek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
neem dan contact op met onze klantendienst.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING:
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 10).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter. De loop-
band kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op
het onderstel van de loopband. Als de knop uit-
steekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker
doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de scha-
kelaar opnieuw in om de stroomonderbreker op-
nieuw in werking te stellen (te resetten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electriciteits-
noer van de loopband bevindt. De knop moet zich
in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Bekijk de stroomonderbreker (zie tekening hierboven). Wacht 5 minuten wanneer de stroomon-
derbreker uit is en druk dan de reset knop.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt.
e. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING:
a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Leg de
Staanders (69) zorvuldig neer zoals hier rechts
wordt getoond. Verwijder de 1” Schroeven (156) en
de 2” Schroeven (3) van de Kap (23).
Til de Staanders (69) op en verwijder de kap (23).
23
69
Doorgeslagen
c
Resetten
Aan
Positie
d
3
156
69
23
a
30
Zoek de Sensor (10) en de Magneet (7) aan de linker-
kant van de Katrol (8). Draai de Katrol zodanig dat de
M
agneet gelijk staat met de Sensor. Z
org ervoor dat de
afstand tussen de Magneet en de Sensor ongeveer 3
m
m is.
M
aak de Schroef (27) wat los mocht dat nodig
zijn en verplaats de Snelheidssensor wat. Draai de
Schroef weer vast. Maak de Kap (niet getoond) weer
vast. Zorg ervoor dat de schroeven zich in dezelfde
gaten bevinden. Laat de loopband een paar minuten
draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING:
a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband
minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de
sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT.
Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed
is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van het
loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band
goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleu-
tel weer in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband
goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer de
loopband niet goed in het midden ligt. Als de
loopband naar links is verschoven, draai met de
meegeleverde sleutel de linker bout van de achterrol-
ler een 1/2 slag met de klok mee. Als de loopband
naar rechts is verschoven, draai dan de bout van
de achterroller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg er-
voor dat u de band niet te strak aandraait. Steek de
stekker en de sleutel weer in en laat de loopband
een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de meegele
-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm
van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat
de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
loopband goed ligt.
Bouten voor de Achterroller
7–10 cm
b
a
b
7
8
27
3 mm
Z
icht van
b
oven
1
0
31
PROBLEEM: De hartslag monitor werkt niet goed.
O
PLOSSING: a
. Kijk bij PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOSSEN op pagina 9 wanneer de
hartslag monitor niet goed werkt.
b. Wanneer de hartslag monitor nog steeds niet goed werkt vervang dan
de batterij. Zoek om de batterij te vervangen naar de deksel aan de
achterkant van de sensor. Steek een muntje in de gleuf van de deksel
en draai de deksel tegen de klok in tot aan de “open” positie.
Verwijder de deksel. Haal vervolgens de batterij uit de sensor.
Plaats er een nieuwe CR2032 batterij in met het opschrift naar
boven. Zorg er ook voor dat de rubber band goed in de sensor zit.
Maak de deksel weer vast en draai de deksel in de gesloten positie.
PROBLEEM: De schokbreker laat het onderstel van de loopband niet omlaag komen.
OPLOSSING: a. Het kan zijn dat koude temperaturen het gebruik van de schokbreker belemmeren. Houdt beide
uiteinden van het onderstel bij de eindkapjes met beide handen vast. Laat het onderstel voor-
zichtig tot de vloer zaken en til het weer op. Doe dit een paar keer om de functie van de
schokbreker te herstellen.
Batterij
Rubber
Band
Deksel
b
Deksel
32
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet
verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge
-
tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan-
gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen.
Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw
lichaam makkelijke bereikbare
koolhydraten
. Pas na de
eerste paar minuten begint uw lichaam
vet
als energie
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal
van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en
helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw
cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oe-
fening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer
voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit vraagt
een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw
spieren te pompen. Het vereist ook een grotere presta
-
tie van uw longen om het bloed van zuurstof te voor-
zien. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij
totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trai-
ningszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden
bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en
wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefe-
ning verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag
en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op
uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit
van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag
binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60 minu-
ten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw
oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten). Haal
diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
a
nder oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
mensen met gezondheidsproblemen. Lees
alle instructies door voor gebruik.
De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
hartslag metingen beïnvloeden. De pols-sen-
sor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor al-
gemene hartslag meting.
33
VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN
D
e juiste houding voor de strekoefeningen is hier rechts getoond.
Strek u langzaam, vermijdt krachtige inspanning.
1. Tenen aanraken
Sta met uw knieën lichtjes gebogen en buig uw lichaam vanuit uw
heupen naar voren. Ontspan uw rug en schouders zo veel moge-
lijk en reik zover mogelijk naar uw tenen toe. Houdt deze houding
15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: knie-
pees, achterkant van knieen en rug.
2. Kniepees strekken
Zit met één been gestrekt. Trek uw andere voet naar u toe en leg
deze tegen de binnenkant van het gestrekte been. Reik zover mo-
gelijk naar uw tenen. Houdt deze houding 15 seconden vol en ont-
span. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,onderrug en lies.
3. Kuit/achillespees strekken
Leun met het ene been voor het andere, naar voren en plaats uw
handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw
achterste voet plat op de grond. Buig uw voorste been, leun naar
voren en duw uw heupen naar de muur toe. Houdt deze houding
15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been.
Om uw achillespees verder te strekken, buig ook uw achterste
been. Spieren: kuiten, achillespees en enkels.
4. Dijspier strekken
Pak met één hand tegen de muur voor evenwicht, uw voet met uw
andere hand vast. Breng uw voet zo ver mogelijk tegen uw zitvalk
aan. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit
3 keer voor ieder been. Spieren: dijspier en heupspieren.
5. Binnendij strekken
Zit met de voetzolen tegen elkaar en knieën naar buiten gebogen.
Haal uw voeten zover mogelijk naar uw lies toe. Herhaal dit 3
keer. Spieren: dijspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
34
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NETL82905.0 R0805A
D
e GEDETAILLEERDE TEKENING in het midden van deze handleiding bekijken om de onderdelen die hieron-
der opgesomd staan te kunnen vinden.
1 2 Inleg Voetkussentje
2 1 Linker Voetkussentje
3 2 2” Buikpanschroef
4 1 Voor Beschermkapje (Linker)
5 2 Schakelbout van het Onderstel
6 2 Schakeltussenstuk van het Onderstel
7 1 Magneet
8 1 Voorste Roller/Katrol
9 5 Moer
10 1 Sensor/Sensor-draad
11 1 Massadraad van Staander
12 1 Sensorklip
13 1 Lift Onderstel
14 1 Loopband
15 14 Schroef voor de Voetleuning/
Schroef van het Beschermkapje
16 1 Motor
17 1 Contactpunt
18 2 Bout van Motor
19 1 Huls van Voorste Roller
20 2 Schakelmoer van Onderste
21 1 Bovenste Bout van Helling Poot
22 1 Riem van de Motor
23 1 Kap
24 1 Bout van Hellingmotor
25 2 Doorvoer voor Motor
26 1 Splitter
27
19 Schroef voor Elektronica
28 2 Schuimrubber Kussen
29 1 Controller
30 1 Linker Buiten Huls
31 1 Draad van Controller van de Motor
32 1 Bijstelbout van de Voorste Roller
33 4 Bout van het Polsbar
34 6 Tussenring van de Roller/
Tussenring van de Veer
35 1 Linker Bescherm Plaat van de Roller
36
1
Hellingmotor
37 1
Hellingmotor Stop
38 1 Onderkap van de Motor
39 1 Moer van Audio Snoer
40 1
Waarschuwing
41
1
Aan/Uit Knop
42 1 Elektriciteitssnoer
43 1
Rechter Bescherm Plaat van de Roller
44 4
Veerbout
45 4 Schroef van de Loopband Geleider
46 2 Loopband Geleider
47 2
Isolator
48 1 Katrolmoer
49 1 Massaschroef
50 4 Veermoer
51 1 Voor Beschermkapje (Rechter)
52 1 Loopoppervlak
53 2 Platformschroef voorste
54 2 Platformschroef achter
55 2 Veerkussen
56 2 Veer
57 1 Massadraad van de Arm
58 1 Achter Beschermkapje (Rechter)
59 2 Bijstelbout van de Achterroller
60 1 Sticker met Waarschuwing
61 1 Inbussleutel
62 1 Achteroller
63 1 Audio Snoer
64 1 Borstkas-band Sensor
65 1 Polsbar
66 1 Pols-draad
67 2 Schroef van het Veerkussen
68 1 5/16” Inbussleutel
69 1 Staanders
70 1 Mouw van de Sluitknop
71 1 Borstkas-band
72 1 Stervormige Pakkingring van Roller
73 1 Filter
74 1 Adapter
75 1 Filter Draad
76
1 Perilla del Control
77 8 Sterring
78 2 Bout van het Bedieningspaneel
79 2 Staander Beschermkapje
80 1 Plaat met Elektronica
81 1 Basis van het Bedieningspaneel
82 1 Bedieningspaneel
83 2 Kapje van de Staander
84 1 Sleutel/Klip
85 1 Draad voor iFIT.com
86
1
Stekerbus
87 1
Inleg Bedieningspaneel
88 1 Achterkant van het Bedieningspaneel
89 1 Verbinding
90 14 Schroef van het Bedieningspaneel
91
2
Verbindingsklip
92 5 8” Kabelbevestiging
93
2
Schakelbout van Lift
94
2
Bout van het Wiel
95 2 Wiel
96 1 Achter Beschermkapje (Linker)
97
1
Pakkingring
98 1 Draadharnas van de Staander
Onder- Aantal Beschrijving
deelnr.
Onder- Aantal Beschrijving
deelnr.
35
99 6 Kussen voor de Basis
100 12 3/4” Schroef
101 2 Eindkapje voor het Wiel
102 2 Verlengstukken van het Been
103 2 Eindkapje van Verlengpoot
104 2 Sticker met Waarschuwing van Helling
105 1 Bout van de Arm
106 2 Korte Bout van het Bedieningspaneel
107 2 Ventilator
108 1 Boekenhouder
109 1 Dosje met Ferriet
110 1 Onderstel
111 1 Montage van Sluiting
112 1 Massadraad van Bedieningspaneel
113 2 Veerplaat
114 1 Massamoer
115
1 Linker Houder
116 1 Rechter Houder
117 1 Linker Binnen Huls
118 1 Rechter Binnen Huls
119 1 Rechter Buiten Huls
120 2 Bijstelpin voor het Kussen
121 2 Bijstelpunt voor het Kussen
122 2 Bijstelwiel voor het Kussen
123 2 Bijstelkstang voor het Kussen
124 1 Bijstelknop voor het Kussen
125 1 Schroef van de Kussenknop
126 1 Pols Ontvanger
127 1 Beugel voor Elektronica
128 2 Tussenstuk van de Veerplaat
129 2 Versnellingsstang
130 4 Bouten van het Verlengstuk van het
Been
131 1 Stroomonderbreker
132 1 Motor Isolator
133 1 Arm
134 1
Veer Arm
135 2 Nylon Tussenring van de Arm
136 1 Moer van de Beugel
137 1 Katroltussenring van de Arm
138 1 Katrol van de Arm
139 1 Arm Tussenstuk
140 1 Linker Achter Voet
141 1 Rechter Achter Voet
142 1 Schokdemper
143 1 Transformator
144 2 Schroef van Isolator
145 1 Rechter Voetkussentje
146 2 Moer van het Loopplatform
147 2 Schakel Moer van de Voorste
Hellingpoot
148 6 1” Schroef
149 2 Klip Schokdemper
150
1 Massadraad van Lift Onderstel
151 4 Schroef voor Ventilator
152 1 Bout van de Houder
153 1 Tapa de la Perilla
154 1 Buikpanschroef
155 3 3/4” Buikpanschroef
156 2 1” Buikpanschroef
# 1 8” Groene Draad, Vrouwelijk/Ring
# 1 8” Groene Draad, 2 vrouwelijke
# 1 4” Groene Draad, Vrouwelijk/Ring
# 1 16” Blauwe Draad, 2 vrouwelijke
# 1 6” Blauwe Draad, 2 vrouwelijke
# 1 16” Witte Draad, 2 vrouwelijke
# 1 12” Zwarte Draad, 2 Ring
# 1 Gebruikersaanwijzing
# Deze onderdelen woorden niet getoond.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden ver-
anderd.
Onder- Aantal Beschrijving
deelnr.
Onder- Aantal Beschrijving
deelnr.
45
46
113
113
128
128
147
27
2
1
4
5
6
7
8
20
10
27
12
13
9
21
147
32
20
6
5
37
36
9
38
3
131
41
3
145
51
1
53
52
14
60
61
54
110
54
62
17
63
39
53
96
34
59
100
58
100
124
121
122
123
120
122
121
117
90
90
120
125
30
55
56
50
44
34
67
44
50
34
56
67
119
90
118
55
45
129
45
129
45
46
47
47
28
140
43
34
59
35
15
15
100
22
16
132
18
25
18
133
134
137
48
138
9
54
105
135
28
141
15
15
15
15
15
15
100
146
146
144
144
42
109
75
31
27
57
139
74
27
29
127
143
27
73
24
72
72
68
19
27
150
136
152
155
155
156
155
156
154
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. NETL82905.0 R0805A
Zie voor een beschrijving van de onderdelen de LIJST MET ON-
DERDELEN op pagina 34 en 35 in de GEBRUIKSAANWIJZING.
89
27
91
92
94
93
99
148
104
99
148
97
98
104
9
94
93
23
130
69
111
77
78
70
95
101
79
79
83
83
100
95
9
101
142
99
26
64
71
126
112
49
114
99
148
103
102
99
148
103
102
77
78
65
106
98
66
66
106
77
11
77
33
77
33
27
90
115
81
90
107
90
90
107
116
82
84
87
108
90
88
40
76
90
90
90
90
90
90
80
100
148
130
99
148
85
86
149
151
151
151
151
153
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. NETL82905.0 R0805A
Onderdeel Nr. 227855 R0805A
Gedrukt in USA
©
2005 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit appa-
r
aat hebt gekocht. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
het MODELNUMMER van het produkt (NETL82905.0)
de NAAM van het produkt (NordicTrack E3800 loopband)
het SERIENUMMER van het produkt (zie de kaft van de handleiding)
het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING (zie LIJST MET ONDERDELEN op pagina 30
en 31 en de GEDETAILLEERDE TEKENING in het midden van deze handleiding)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

NordicTrack NETL82905.0 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor