61BP A3L Comfort
NL
apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen
weldra vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool
AN
knipperen
zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U
kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijcompartiment open 4 aan de onderzijde van
het apparaat.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals
beschreven in «Paragraaf 2.».
Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd
gereset moeten worden – het jaartal knippert daarom auto-
matisch nadat de batterijen zijn vervangen.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik
4
nieuwe, long-life 1,5V, type
AA
alkaline batterijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
9. Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare
Microlife
netadapter
voor uw voedingsspanning.
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 5 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
10.Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
«ERR 2»
BO
Foutmelding
Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan,
door bijvoorbeeld een beweging of
samentrekking van een spier. Herhaal de
meting terwijl u uw arm stil houdt.
«ERR 3»
BL
Geen juiste
drukopbouw
in de
manchet
Een adequate druk kan niet in de
manchet worden geproduceerd. Er kan
een lek in het manchet zijn. Controleer of
de manchet goed is aangesloten en niet
te los om de arm zit. Vervang de batte-
rijen indien nodig. Herhaal de meting.
«ERR 5» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«ERR 6» MAM Modus
Er waren teveel fouten tijdens het meten
in
MAM
mode, wat het onmogelijk maakt
om een betrouwbaar resultaat weer te
geven. Lees de controlelijst door voordat
u betrouwbare metingen verricht en
herhaal dan de metingen.
«HI» Hartslag of
manchet-
druk te hoog
De druk in de manchet is te hoog
(boven 299 mmHg) OF de hartslagfre-
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*