Aeg-Electrolux CS5200 Handleiding

Categorie
Koffie makers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

63
l
Geachte klant,
wij verzoeken u deze gebruiksaanwij-
zing zorgvuldig door te lezen. Let
vooral op de veiligheidsaanwijzingen!
Bewaar de gebruiksaanwijzing om deze
later te raadplegen en geef hem aan
eventuele latere eigenaars van het
apparaat door.
Inhoud
1 Legenda 64
1.1 Vooraanzicht (afb. 1) 64
1.2 Vooraanzicht met open
servicedeurtje (afb. 2) 64
1.3 Bedieningspaneel (afb. 3) 64
2 Veiligheidsvoorschriften 65
3 Eerste ingebruikneming 66
3.1 Apparaat opstellen en aansluiten 66
3.2 Met water vullen 67
3.3 Koffiebonenreservoir vullen 67
3.4 Eerste keer inschakelen 67
4 Koffie zetten met bonen 68
5 Instellen van het
maalmechanisme 70
6 Koffie zetten met voorgemalen
koffie 70
7 Heet water maken 71
8 Melk opschuimen 71
8.1 Melkopschuimer reinigen 72
9 Reiniging en onderhoud 72
9.1 Reinigen van de koffiemachine 73
9.2 Koffiedikreservoir legen 73
9.3 Reinigen van de koffiezeteenheid 73
9.4 Ontkalking 74
9.5 Waterhardheid instellen 75
10 Betekenis van de normale
controlelampjes 76
11 Betekenis van de alarmlampjes
en wat te doen als ze gaan
branden 76
12 Problemen die opgelost
kunnen worden voordat
u de klantendienst belt 78
13 Technische gegevens 79
14 Afvalverwerking 80
15 Service 80
822_949_352 CS5200.book Seite 63 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
64
1 Legenda
3
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor de
volautomatische koffiemachines van
de modellen CS 5000 en CS 5200.
Beide machines worden op dezelfde
manier bediend.
In afbeelding 1 en afbeelding 2 zijn de
twee modellen te zien. In alle andere
afbeeldingen wordt model CS 5200
gebruikt.
1.1 Vooraanzicht (afb. 1)
A Warmhoudplaat voor kopjes
B Stoomdraaiknop
C Stoompijpje
D Melkopschuimer
E Melkopschuimer (afneembaar)
F Melkopschuimmondstuk (afneembaar)
G Knop om servicedeurtje te openen
H Watertank (uitneembaar)
J Afdruipbakje (afneembaar)
K Afdruiprooster
L In de hoogte verstelbare koffieuitloop
M Bedieningspaneel (zie afbeelding 3)
N Deksel voor koffiebonenreservoir
O Deksel voor koffiebonenreservoir
1.2 Vooraanzicht met open
servicedeurtje (afb. 2)
P Maatlepel voor de voorgemalen koffie
Q Vak voor de maatlepel
R Vulschacht voor de voorgemalen koffie
S Servicedeurtje
T Uittrekbaar koffiedikreservoir
U Zwenkvak
V Koffiezeteenheid
W Draaiknop voor het instellen van de
maalgraad
X Koffiebonenreservoir
Y Typeplaatje (onderkant van het
apparaat)
Z Vloeibaar ontkalkingsmiddel en
teststrookje
1.3 Bedieningspaneel (afb. 3)
a Draaiknop hoeveelheid koffie (weinig,
normaal of veel)
b Draaiknop hoeveelheid gemalen koffie
(voor milde, normale of sterke koffie)
c Bereidingstoets voor één kopje
d Bereidingstoets voor twee kopjes
e AAN/UIT-toets van de koffiemachine
f Keuzetoets functie „Stoom“
g Toets voor selectie van gemalen koffie
(uitschakelen van het
maalmechanisme)
h Toets „Spoelen“ en „Ontkalken”
j Controlelampje 1 kopje en
koffietemperatuur OK
k Controlelampje 2 kopje en
koffietemperatuur OK
l Controlelampje stoom en
stoomtemperatuur OK
m Controlelampje selectie gemalen koffie
(maalmechanisme uitgeschakeld)
n Controlelampje „Alarm kalk”
o Controlelampje „Geen water“ of
„Watertank niet ingezet”
p Controlelampje „Koffiedikreservoir vol“
of „Koffiedikreservoir niet ingezet“
q Controlelampje „Algemeen alarm”
822_949_352 CS5200.book Seite 64 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
65
2 Veiligheidsvoorschriften
1
De veiligheid van dit apparaat voldoet
aan de officiële regels der techniek en
de wet in het kader van veilige appara-
ten. Toch voelen wij ons als fabrikant
verplicht u op de volgende veiligheids-
voorschriften te wijzen.
Algemene veiligheid
Het apparaat mag alleen worden aan-
gesloten aan een stroomnet waarvan
spanning, stroomtype en frequentie
overeenkomen met de specificaties op
het typeplaatje (zie onderkant van het
apparaat)!
Het snoer nooit met hete onderdelen
van het apparaat in contact laten
komen.
De stekker nooit aan het snoer uit het
stopcontact trekken!
Het apparaat niet in gebruik nemen
als:
het snoer beschadigd is
de ommanteling zichtbare schade
vertoont.
Dit apparaat is niet geschikt voor per-
sonen (ook kinderen) met een lichame-
lijke, sensorische of geestelijke
handicap of met gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij zij het gebruik van het
apparaat eerst hebben geleerd onder
toezicht of met instructie van een per-
soon die voor hun veiligheid verant-
woordelijk is.
Veiligheid van kinderen
Laat het apparaat niet zonder toe-
zicht lopen en voorkom vooral dat
kinderen letsel oplopen!
Verpakkingsmateriaal, zoals plastic
zakken, horen niet in de handen van
kinderen.
Veiligheid tijdens het gebruik
Attentie! Koffieuitloop, melkopschui-
mer en warmhoudplaat voor kopjes
worden tijdens het gebruik heet.
Houd kinderen uit de buurt!
Attentie! Verbrandingsgevaar als de
melkopschuimer geactiveerd is! Uit-
stromend heet water of hete stoom
kan tot brandwonden leiden. Activeer
de melkopschuimer alleen als u er
een kopje of bakje onder houdt.
Geen ontvlambare vloeistoffen met
stoom verhitten!
Het apparaat alleen gebruiken als er
zich water in het systeem bevindt!
Alleen koud water in de watertank
doen, geen heet water, melk of
andere vloeistoffen. Neem de max.
vulhoeveelheid van ca. 1,8 liter in acht.
Geen bevroren of gekarameliseerde
koffiebonen in het bonenreservoir
doen, alleen gebrande koffiebonen!
Verwijder vreemde elementen, zoals
steentjes, uit de koffiebonen. Blokke-
ring of beschadiging veroorzaakt
door vreemde elementen in het maal-
mechanisme vallen eventueel niet
onder de garantie.
Alleen gemalen koffie in de vulschacht
voor voorgemalen koffie doen.
Apparaat niet onnodig ingeschakeld
laten.
Apparaat niet blootstellen aan weer-
sinvloeden.
Bij gebruik van een verlengsnoer alleen
een normaal snoer met een geleider-
doorsnede van minstens 1,5 mm2
gebruiken.
Personen met motorische storingen
mogen het apparaat nooit zonder
begeleidende persoon gebruiken, om
risico's te voorkomen.
Het apparaat alleen gebruiken als het
afdruipbakje, het koffiedikreservoir
en het afdruiprooster ingezet zijn!
822_949_352 CS5200.book Seite 65 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
66
Veiligheid bij reiniging en
verzorging
Reinigings- en ontkalkingsinstructies
in acht nemen.
Voor onderhoud of reiniging apparaat
uitschakelen en stekker uit het stop-
contact trekken!
Apparaat niet in water onderdompelen.
De melkopschuimer alleen schoonma-
ken als er geen druk is en het apparaat
koud en uitgeschakeld is!
Onderdelen van het apparaat niet in de
vaatwasmachine wassen.
Nooit water in het maalmechanisme
doen; daardoor wordt het maalmecha-
nisme beschadigd.
Het apparaat niet open maken en niet
repareren. Ondeskundig uitgevoerde
reparaties kunnen gevaarlijk zijn voor
de gebruiker.
Reparaties aan elektrische apparaten
mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd.
Bij een evt. noodzakelijke reparatie of
vervanging van het snoer dient contact
te worden opgenomen met
de winkel waar u het apparaat hebt
gekocht of
de servicelijn van AEG/Electrolux.
Als het toestel verkeerd wordt
gebruikt of bediend, kunnen wij niet
aansprakelijk gesteld worden voor
eventuele schade die hieruit
voortvloeit; dit geldt ook voor schade
die ontstaat doordat het
ontkalkingsprogramma niet
onmiddellijk na het knipperen van
het controlelampje volgens de
instructies in deze
gebruiksaanwijzing wordt uitgevoerd.
Blokkering of beschadiging
veroorzaakt door vreemde elementen
in het maalmechanisme vallen
eventueel niet onder de garantie.
3 Eerste ingebruikneming
3.1 Apparaat opstellen en aansluiten
0 Controleer na het uitpakken of het
apparaat onbeschadigd is. Neem in
geval van twijfel het apparaat niet in
gebruik en neem contact op met een
vakkundig persoon.
0 Zet het apparaat op een werkvlak, ver
van waterkranen, gootstenen en
warmtebronnen.
1
Controleer, nadat het apparaat op een
werkvlak is gezet, of er bij de zijwan-
den en achterwand van het apparaat
een vrije ruimte van ongeveer 5 cm is
en er boven de koffiemachine een vrije
ruimte van minstens 20 cm is.
Installeer het apparaat nooit in een
ruimte waar de temperatuur 0°C of
minder kan bedragen (indien het water
bevriest, kan het apparaat beschadigd
worden).
1
Controleer of de netspanning overeen-
komt met de waarde aangegeven op
het typeplaatje van het apparaat. Sluit
het apparaat alleen aan een geaard
stopcontact met een vermogen van
minstens 10 A aan. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor eventuele ongeval-
len die door de afwezigheid van een
aardleiding worden veroorzaakt.
1
Als het stopcontact niet compatibel is
met de stekker van het apparaat, laat
het dan vakkundig vervangen door een
geschikt stopcontact.
0 Sluit het apparaat aan een stopcontact
aan.
Als de koffiemachine de allereerste
keer aan het stroomnet wordt aange-
sloten, gaan alle controlelampjes een
paar seconden aan voor een test,
daarna gaan alle controlelampjes uit.
3
Het is aan te bevelen zo snel mogelijk
de hardheid van het water aan te pas-
sen volgens de procedure beschreven in
paragraaf 9.5 „Waterhardheid instel-
len“, pagina 75.
822_949_352 CS5200.book Seite 66 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
67
3
Om vertrouwd te raken met het gebruik
van het apparaat moet u de eerste keer
de aanwijzingen beschreven in de vol-
gende paragrafen stap voor stap volgen.
3.2 Met water vullen
Controleer elke keer voor het inschake-
len of de watertank water bevat en vul
hem indien nodig. Het apparaat heeft
bij elk inschakel- en uitschakelproces
water nodig voor het automatische
spoelen.
0 De watertank eruitnemen (afb. 4), uit-
spoelen en tot de markeringslijn MAX
met vers water vullen. Om de water-
tank eruit te nemen de melkopschui-
mer altijd naar het midden van het
apparaat richten, anders kan deze het
verwijderen van de tank belemmeren.
1
Doe altijd koud water in de watertank.
Nooit andere vloeistoffen, zoals mine-
raalwater of melk, erin doen.
0 De watertank weer inzetten en stevig
aandrukken.
3
Om altijd een aromatische koffie te
krijgen moet u:
het water in de watertank dagelijks
verversen,
de watertank minstens eens per week
in normaal afwaswater (niet in de
vaatwasmachine) schoonmaken. Ver-
volgens met schoon water afspoelen.
3.3 Koffiebonenreservoir vullen
0 De deksel van het koffiebonenreser-
voir openen (afb. 5).
0 Het reservoir met koffiebonen vullen .
0 De deksel sluiten.
1
Attentie! Denk eraan dat u alleen zui-
vere bonen zonder toevoeging van
gekarameliseerde of gearomatiseerde
bestanddelen en ook geen bevroren
bonen mag gebruiken. Vergewis u
ervan dat er geen vreemde elementen,
zoals steentjes, in het bonenreservoir
komen. Blokkering of beschadiging
veroorzaakt door vreemde elementen
in het maalmechanisme vallen even-
tueel niet onder de garantie.
3
De koffiemachine is in de fabriek
getest. Hiervoor is koffie gebruikt, dus
het is volkomen normaal als u een
beetje koffie in het maalmechanisme
aantreft. Deze koffiemachine is in ieder
geval gegarandeerd nieuw.
3.4 Eerste keer inschakelen
Als u het apparaat de eerste keer
gebruikt, moet de koffiemachine ont-
lucht worden.
0 Controleer of de watertank vol is en of
de stekker van het snoer in het stop-
contact is gestoken.
0 Draai de melkopschuimer naar buiten,
zet er een kopje onder (afb. 6) en druk
op de toets (afb. 7) om de machine
in te schakelen.
0 Onmiddellijk daarna, binnen maximaal
30 seconden, de stoomknop helemaal
naar links draaien (afb. 8) (het is volko-
men normaal als het apparaat hierbij
wat luidruchtig is).
Na enkele seconden komt water uit de
melkopschuimer.
0 Als het kopje met circa 30 ml gevuld is,
draait u de stoomknop helemaal naar
rechts (afb. 8) om de waterafgifte te
stoppen.
0
Wacht tot de controlelampjes en
niet meer knipperen, maar continu
branden. (Het knipperen van de contro-
lelampjes geeft aan dat het apparaat aan
het voorverwarmen is; als ze continu
branden, betekent dit dat de ideale tem-
peratuur is bereikt om koffie te zetten.)
Net vóór de controlelampjes continu
branden, voert de koffiemachine auto-
matisch een spoeling uit: er komt wat
heet water uit de openingen van de
koffieuitloop, dat wordt opgevangen in
het eronder aanwezige afdruipbakje.
3
Tip: Als u sterke koffie wilt zetten
(minder dan 60 ml), vul het kopje dan
eerst met het hete spoelwater. Laat het
water enkele seconden in het kopje
(alvorens het leeg te gieten) om het
kopje voor te verwarmen.
Nu is de koffiemachine klaar voor
gebruik.
822_949_352 CS5200.book Seite 67 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
68
4 Koffie zetten met bonen
0 Controleer vóór de koffieafgifte altijd
of de controlelampjes en con-
tinu branden en of het koffiebonenre-
servoir vol is.
0 Stel met de draaiknop voor hoeveel-
heid gemalen koffie (afb. 9) de
gewenste koffiesmaak in.
Hoe verder u naar rechts draait, des te
meer koffiebonen maalt de koffiema-
chine, waardoor de koffie sterker
wordt. Zet bij het eerste gebruik van de
koffiemachine als test een aantal kop-
pen koffie om de juiste stand van de
draaiknop vast te stellen. Pas op dat u
niet te ver naar rechts draait, anders
bestaat het risico dat de koffieafgifte
te langzaam (druppelsgewijs) plaats-
vindt, met name als u twee kopjes
tegelijk zet.
0 Met de draaiknop hoeveelheid koffie
(afb. 10) stelt u de gewenste hoeveel-
heid koffie in.
Hoe verder u naar rechts draait, des te
meer koffie wordt er gemaakt. Zet bij
het eerste gebruik van de koffiema-
chine als test een aantal koppen koffie
om de juiste stand van de draaiknop
vast te stellen.
0 Zet één of twee kopjes onder de ope-
ningen van de koffieuitloop (afb. 11).
Om een bijzonder goede crema te krij-
gen, brengt u de koffieuitloop zo dicht
mogelijk bij de kopjes door hem
omlaag te brengen (afb. 12).
0 Om één kop koffie te zetten drukt u op
de toets (afb. 13). Om twee koppen
koffie te zetten drukt u op de toets
(afb 14).
Nu begint de koffiemachine koffiebo-
nen te malen, er wordt even voorge-
kookt en ten slotte wordt de koffie in
het kopje afgegeven.
Zodra de gewenste hoeveelheid koffie
afgegeven is, wordt de afgifte automa-
tisch gestopt en wordt het koffiedik in
het koffiedikreservoir afgevoerd.
Na enkele seconden, als de twee con-
trolelampjes en weer continu
branden, kunt u opnieuw koffie zetten.
0
Om de koffiemachine uit te zetten,
drukt u op de knop
.
Voordat de
koffiemachine uitgeschakeld wordt,
wordt er automatisch een spoeling uit-
gevoerd: er komt wat heet water uit de
openingen, dat wordt opgevangen in
het eronder aanwezige afdruipbakje.
Pas op dat u zich niet brandt.) Als u het
apparaat niet met de toets
uitscha-
kelt, schakelt het in ieder geval 3 uur
na het laatste gebruik vanzelf uit na
eerst een korte spoeling te hebben uit-
gevoerd
.
3
Opmerking 1: Als de koffie druppels-
gewijs of helemaal niet wordt afgege-
ven, moet de draaiknop voor het
instellen van de maalgraad (afb. 17)
één stand naar rechts worden gedraaid
(zie hoofdstuk 5 „Instellen van het
maalmechanisme“, pagina 70). Draai
telkens één stand verder tot er een
bevredigende koffieafgifte bereikt is.
1
De maalgraad mag alleen tijdens het
malen veranderd worden. Instellen
terwijl het maalmechanisme stil-
staat, kan de koffiemachine bescha-
digen.
3
Opmerking 2: Als de koffie te snel
wordt afgegeven en de crema u niet
bevalt, draait u de draaiknop hoeveel-
heid gemalen koffie (afb. 9) één stand
naar rechts. Probeer door een aantal
keren koffie te zetten de juiste stand
van de draaiknop vast te stellen. Pas op
dat u de knop niet te ver naar rechts
draait, anders bestaat het risico dat de
koffieafgifte te langzaam (druppelsge-
wijs) plaatsvindt, met name als u twee
kopjes tegelijk zet. Als u na enkele kop-
pen nog steeds niet tevreden bent met
de crema, draai de knop voor het
instellen van de maalgraad (afb. 17)
dan één stand naar links (zie hoofdstuk
5 „Instellen van het maalmechanisme“,
pagina 70).
822_949_352 CS5200.book Seite 68 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
69
3
Opmerking 3: Tips voor afgifte van
hetere koffie:
1) Als u meteen na het inschakelen van
de koffiemachine een sterk kopje (min-
der dan 60 ml) wilt zetten, gebruik dan
het hete water van het spoelproces om
de kopjes te verwarmen.
2) Als er echter sinds het zetten van
het laatste kopje meer dan 2 of 3
minuten verstreken zijn, moet u de
koffiezeteenheid voor het volgende
kopje voorverwarmen door op de toets
te drukken.
Laat het water dan in het eronder
staande afdruipbakje lopen. U kunt dit
water gebruiken om het kopje dat u
voor de koffie gebruikt voor te verwar-
men. In dat geval doet u het hete
water gewoon in het kopje (dat u
daarna leegt).
3) Gebruik geen te dikke kopjes, ook
niet als ze voorverwarmd worden, want
die absorberen te veel warmte.
4) Gebruik altijd voorverwarmde kopjes
door ze met warm water te spoelen of
minstens 20 minuten op de warm-
houdplaat op de deksel van de inge-
schakelde koffiemachine te zetten.
3
Opmerking 4: Opmerking 4: Terwijl het
apparaat koffie zet, kan de afgifte op
elk moment worden gestopt door op
de toets (afb. 13) of de toets
(afb. 14) te drukken of door de draai-
knop hoeveelheid koffie (afb. 10) tegen
de klok in de draaien.
3
Opmerking 5: Als u na afloop van de
koffieafgifte meer koffie in het kopje
wilt hebben, houdt u gewoon de toets
(afb. 13) of de toets (afb. 14)
ingedrukt tot de gewenste hoeveelheid
koffie bereikt is of draait u de knop
hoeveelheid koffie (afb. 10) met de
klok mee (dit moet gebeuren onmid-
dellijk nadat de koffie is afgegeven en
voordat de verbruikte koffie in het kof-
fiedikreservoir wordt uitgeworpen).
3
Opmerking 6: Als het controlelampje
continu brandt, moet de watertank
gevuld worden. Anders kan er geen
koffie worden gezet. De watertank kan
alleen verwijderd worden als de mel-
kopschuimer eerst naar het midden van
de machine is gericht. (Het is normaal
dat de tank nog wat water bevat wan-
neer het controlelampje gaat bran-
den).
3
Opmerking 7: De koffiemachine telt
het aantal gezette koppen koffie. Tel-
kens na 14 apart (of 7 paarsgewijs)
gezette koppen koffie gaat het contro-
lelampje continu branden om aan
te geven dat het koffiedikreservoir vol
is en geleegd en gereinigd moet wor-
den (zie 9.2 „Koffiedikreservoir legen“,
pagina 73.
3
Opmerking 8: Bij het gebruik van de
koffiemachine kan het op den duur
gebeuren dat het maalmechanisme slijt
en de koffie te snel en zonder crema
afgegeven wordt omdat de bonen de
grof gemalen zijn.
Om deze storing te verhelpen moet de
maalgraad van het maalmechanisme
opnieuw worden ingesteld. Hiervoor
moet de draaiknop voor het instellen
van de maalgraad (afb. 17) één stand
naar links worden gedraaid (zie hoofd-
stuk 5 „Instellen van het maalmecha-
nisme“, pagina 70).
3
Opmerking 9: Als de koffiemachine
lang niet is gebruikt, moet de koffie-
zeteenheid gereinigd worden zoals
beschreven in par 9.3 „Reinigen van de
koffiezeteenheid“, pagina 73, voordat
hij weer wordt gebruikt.
3
Opmerking 10: Tijdens de koffieafgifte
nooit de watertank weghalen. Als deze
eruit genomen wordt, kan de koffie-
machine geen koffie meer zetten en
begint het controlelampje (geen
water) te knipperen. Als u dan probeert
nog een kopje te zetten, maakt de kof-
fiemachine veel lawaai en zet geen
koffie. Om de koffiemachine weer te
starten draait u de stoomknop hele-
maal naar links en laat u een paar
seconden lang water uit de melkop-
schuimer lopen.
822_949_352 CS5200.book Seite 69 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
70
3
Als u de koffiemachine de eerste keer
in gebruik neemt, moet u minstens 4-5
koppen koffie zetten voordat de
machine een bevredigend resultaat
levert.
3
Als er een storing optreedt die wordt
aangegeven doordat de betreffende
alarmindicatie gaat branden, hoeft u
niet meteen contact op te nemen met
de technische klantendienst. Het pro-
bleem kan bijna altijd verholpen wor-
den als u de instructies in hoofdstuk 11
„Betekenis van de alarmlampjes en wat
te doen als ze gaan branden“,
pagina 76 en hoofdstuk 12 „Problemen
die opgelost kunnen worden voordat u
de klantendienst belt“, pagina 78 volgt.
Als de instructies niet voldoende zijn
om het probleem te verhelpen, neem
dat contact op met de klantdienst.
5 Instellen van het
maalmechanisme
Omdat het maalmechanisme al in de
fabriek voor goede afgifte van koffie is
ingesteld, hoeft u dit, althans in het
begin, niet zelf te doen.
Als de koffie toch na de eerste kop te
snel of te langzaam (druppelsgewijs)
wordt afgegeven, kunt u dit corrigeren
met de draaiknop voor het instellen
van de maalgraad (afb. 17) in het kof-
fiebonenreservoir.
Het effect van deze correctie merkt u
echter pas na minstens 2 keer koffie
zetten.
1
De maalgraad mag alleen tijdens het
malen veranderd worden. Instellen
terwijl het maalmechanisme stil-
staat, kan de koffiemachine bescha-
digen.
0 Om een langzamere koffieafgifte en
een betere crema te krijgen draait u de
knop één stand naar links (= koffiebo-
nen worden fijner gemalen) (afb. 18).
0 Om een snellere koffieafgifte te krijgen
(niet druppelsgewijs) draait u de knop
één stand naar rechts (= koffiebonen
worden grover gemalen) (afb. 18).
3
De koffiemachine is in de fabriek
getest. Hiervoor is koffie gebruikt, dus
het is volkomen normaal als u een
beetje koffie in het maalmechanisme
aantreft. Deze koffiemachine is in ieder
geval gegarandeerd nieuw.
6 Koffie zetten met
voorgemalen koffie
0 Druk op de knop om de functie
voorgemalen koffie te selecteren
(afb. 19).
Het controlelampje gaat branden
om aan te geven dat de functie gese-
lecteerd is en het gebruik van het
maalmechanisme uitgeschakeld is.
0 Til de deksel in het midden op en doe
één (voor één kopje) of twee (voor
twee kopjes) afgestreken maatlepels
voorgemalen koffie in de vulschacht
(afb. 20).
0 Met de draaiknop hoeveelheid koffie
(afb. 10) kiest u de instelling van de
gewenste hoeveelheid koffie.
Hoe verder u naar rechts draait, des te
meer koffie wordt er gemaakt.
0 Zet één of twee kopjes onder de ope-
ningen van de koffieuitloop (afb. 11).
Om een bijzonder goede crema te krij-
gen, brengt u de koffieuitloop zo dicht
mogelijk bij de kopjes door hem
omlaag te brengen (afb. 12).
0 Om één kop koffie te zetten drukt u op
de toets (afb. 13). Om twee koppen
koffie te zetten drukt u op de toets
(afb. 14).
3
Opmerking 1: Doe nooit voorgemalen
koffie in de koffiemachine wanneer
deze uitgeschakeld is, om te voorko-
men dat de koffie verloren gaat en in
de machine verspreid wordt.
3
Opmerking 2: Gebruik nooit meer dan
2 afgestreken maatlepels koffie, anders
zet de koffiemachine geen koffie en
gaat de gemalen koffie verloren in de
822_949_352 CS5200.book Seite 70 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
71
koffiemachine, waardoor deze vuil
wordt of de koffie druppelsgewijs
wordt afgegeven.
3
Opmerking 3: Gebruik om hoeveelheid
gemalen koffie te doseren uitsluitend
de bijgeleverde maatlepel.
3
Opmerking 4: Doe in de vulschacht
alleen voorgemalen koffie voor espres-
soapparaten: gebruik in geen geval
koffiebonen, gevriesdroogde koffie of
ander materiaal dat de machine kan
beschadigen.
3
Opmerking 5: Als bij het vullen meer
dan twee maatlepel voorgemalen kof-
fie de vulschacht verstoppen, duw de
koffie dan met een mes naar beneden
(afb. 21), neem de koffiezeteenheid
eruit en reinig deze samen met de kof-
fiemachine zoals beschreven in para-
graaf 9.3 „Reinigen van de
koffiezeteenheid“, pagina 73 beschrie-
ben reinigen.
0 Als u na de koffieafgifte met voorge-
malen koffie koffie wilt zetten met
koffiebonen, schakelt u de functie
voorgemalen koffie uit door op de
toets te drukken (het controle-
lampje gaat uit en het maalmecha-
nisme is weer bedrijfsklaar).
3
Lees ook hoofdstuk 4 „Koffie zetten
met bonen“, pagina 68, opmerkingen 3
- 7, 9 en 10.
7 Heet water maken
0 Controleer altijd of de controlelampjes
en continu branden.
0 Draai de melkopschuimer naar de bui-
tenkant van de machine (afb. 6).
0 Zet een kop of kan onder de melkop-
schuimer (afb. 6).
0 Draai de stoomknop een halve slag
naar links tot de aanslag (afb. 8): het
hete water loopt uit de melkopschui-
mer in de daaronder staande kop of
kan.
0 Om de afgifte van heet water te onder-
breken draait u de stoomknop hele-
maal naar rechts (afb. 8) en draait u de
melkopschuimer weer in zijn oorspron-
kelijke stand naar het midden van het
apparaat toe. Het is aan te raden niet
langer dan 2 minuten heet water te
maken.
8 Melk opschuimen
0 Vul een kop of kan met circa 100 gram
melk per kop cappuccino de u wilt
maken. Denk er bij het kiezen van de
kop of kan aan dat het melkvolume
twee- of driemaal zo groot wordt.
3
Het is aan te bevelen halfvette, koele
melk uit de koelkast te gebruiken.
0 Draai de melkopschuimer naar buiten
(afb. 6).
0 Zet de espresso zoals in deze gebruiks-
aanwijzing wordt beschreven en
gebruik voldoende grote koppen.
0 Druk dan op de stoomtoets
(afb. 22).
Het controlelampje begint te knip-
peren, hetgeen betekent dat de koffie-
machine aan het verwarmen is (de
controlelampjes en branden
niet, waarmee wordt aangegeven dat
er geen koffie kan worden gezet).
Zodra het controlelampje continu
brandt en niet meer knippert, heeft de
temperatuur van de koffiemachine de
optimale waarde voor het produceren
van stoom heeft bereikt.
0 Dompel onmiddellijk hierna, binnen
twee minuten (anders gaat de machine
automatisch terug naar de functie kof-
fie), de melkopschuimer in de kop of
kan met melk (afb. 23). Draai de
stoomknop dan een halve slag naar
links (afb. 8).
1
Pas op dat u zich niet brandt.
1
Attentie! Gevaar van verontreiniging
door opgedroogde melk in de melkop-
schuimer. Let erop dat u de melkop-
schuimer niet zo diep in de melk
dompelt dat de luchtaanzuigopening
aan de bovenkant van de melkopschui-
822_949_352 CS5200.book Seite 71 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
72
mer met melk bedekt is. Hierdoor kan
er melk in het pijpje gezogen worden,
die evt. tot verontreiniging van de mel-
kopschuimer kan leiden.
Uit de melkopschuimer komt de stoom,
die de melk opschuimt en deze een
romige consistentie geeft. Om een
romiger melkschuim te krijgen dompelt
u de melkopschuimer in de melk en
beweegt u het kannetje langzaam van
beneden naar boven. (Het is aan te
raden niet langer dan 2 minuten heet
water te maken.)
0 Zodra het gewenste schuim bereikt is,
kunt u de stoomafgifte stoppen door
de stoomknop helemaal naar rechts te
draaien (afb. 8); om de functie "Stoom"
uit te schakelen drukt u op de stoom-
toets (afb. 22).
0 Doe het melkschuim in de tevoren met
espresso gevulde koppen. De cappuc-
cino is klaar (naar believen suiker toe-
voegen en eventueel cacao op het
schuim strooien).
3
Aanwijzing: Onmiddellijk na het
maken van de cappuccino en het uit-
zetten van de functie "Stoom" met de
stoomtoets (afb. 22) is de tempera-
tuur van de koffiemachine nog te hoog
om koffie te zetten (de controlelampjes
en knipperen om aan te geven
dat de temperatuur niet goed is om
weer koffie te zetten). Daarom moet u
ongeveer 10 minuten wachten voordat
u weer koffie zet, om de koffiemachine
iets te laten afkoelen.
TIP: Om ervoor te zorgen dat de koffie-
machine na het uitschakelen van de
functie "Stoom" sneller afkoelt, opent
u de stoomdraaiknop en laat u het
water uit de melkopschuimer in een
bakje lopen tot de controlelampjes
en niet meer knipperen.
8.1 Melkopschuimer reinigen
Het is belangrijk dat de melkopschui-
mer na elk gebruik schoongemaakt
wordt.
0 Laat enkele seconden lang wat water
of stoom afgeven door de stoomknop
helemaal naar links te draaien (afb. 8).
Daardoor worden eventuele melkresten
uit het stoompijpje verwijderd.
3
Belangrijk: Om hygiënische redenen is
het aan te raden dit proces elke keer
uit te voeren om te voorkomen dat er
melk binnen in de melkopschuimer
vastkoekt.
0 Draai de knop helemaal naar rechts.
Wacht een paar minuten tot de mel-
kopschuimer afgekoeld is.
0 Houd met één hand de greep van het
stoompijpje vast. Open met uw andere
hand de bajonetsluiting van de mel-
kopschuimer door deze iets met de klok
mee te draaien. Trek de melkopschui-
mer eruit (afb. 24).
0 Trek het melkopschuimmondstuk naar
beneden van het stoompijpje af.
0 Was de melkopschuimer en het mond-
stuk met lauw water zorgvuldig af.
0 Controleer of de twee in afb. 25 met
pijlen aangegeven gaatjes niet verstopt
zijn. Steek ze indien nodig met een
naald door en maak ze schoon.
0 Monteer het melkopschuimmondstuk
weer door het op het stoompijpje te
zetten en krachtig omhoog te draaien.
0 Monteer de melkopschuimer weer door
deze omhoog te schuiven en tegen de
klok in te draaien (afb. 24).
9 Reiniging en onderhoud
1
Laat de koffiemachine vóór elke reini-
gingsbeurt altijd afkoelen en verbreek
de verbinding met het elektriciteitsnet.
Dompel de koffiemachine nooit in
water: dit is een elektrisch apparaat.
Gebruik voor het reinigen van de kof-
fiemachine geen oplos- of schuurmid-
delen. Een vochtige, zachte doek is
voldoende.
Geen van de componenten van de kof-
fiemachine mag in de vaatwasser afge-
wassen worden.
822_949_352 CS5200.book Seite 72 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
73
9.1 Reinigen van de koffiemachine
0 Elke keer als het controlelampje
continu brandt, moet het koffiedikre-
servoir gereinigd worden (beschreven
in paragraaf 9.2 „Koffiedikreservoir
legen“, pagina 73).
0 Het is aan te bevelen ook de watertank
vaak schoon te maken.
0 Het afdruipbakje is voorzien van een
waterpeilmarkering (rood) (afb. 26). Als
deze markering zichtbaar wordt
(enkele millimeters onder het afdruip-
bakje), moet het afdruipbakje geleegd
en gereinigd worden.
0 Controleer of de openingen van de
koffieuitloop niet verstopt zijn. Voor
het schoonmaken daarvan kunt u de
opgedroogde koffie met een naald ver-
wijderen (afb. 27).
9.2 Koffiedikreservoir legen
Het apparaat telt het aantal gezette
koppen koffie. Na 14 apart (of 7 paars-
gewijs) gezette koppen koffie brandt
het controlelampje om aan te
geven dat het koffiedikreservoir vol is
en geleegd en gereinigd moet worden.
Zolang het koffiedikreservoir niet
gereinigd wordt, kan de koffiemachine
geen koffie zetten.
0 Ontgrendel voor het reinigen het servi-
cedeurtje door op de daarvoor
bestemde knop te drukken en open het
(afb. 15); het controlelampje knip-
pert.
0 Het afdruipbakje eruit nemen (afb. 16),
leeg maken en reinigen.
0 Maak het koffiedikreservoir zorgvuldig
leeg en schoon. Let erop dat alle op de
bodem achtergebleven resten verwij-
derd worden.
Belangrijk: Elke keer als u het afdruip-
bakje eruit trekt, moet ook het koffie-
dikreservoir geleegd worden, ook als
het niet helemaal vol is. Als dit niet
wordt gedaan, kan het de volgende
keer bij het koffie zetten gebeuren dat
het koffiedikreservoir te vol wordt en
het overtollige koffiedik de koffiema-
chine verstopt.
3
Als u het apparaat dagelijks gebruikt,
maak het reservoir dan ook dagelijks
leeg.
Maak het koffiedikreservoir alleen leeg
als het apparaat ingeschakeld is. Alleen
dan detecteert het apparaat dat het
geleegd wordt.
9.3 Reinigen van de koffiezeteenheid
De koffiezeteenheid moet regelmatig
een schoonmaakbeurt krijgen om te
voorkomen dat er koffieresten in vast-
koeken (wat tot storingen kan leiden).
Ga voor het reinigen als volgt te werk:
0 Schakel de koffiemachine met de toets
"Aan/uit" (afb. 4) uit (niet de stek-
ker uit het stopcontact trekken) en
wacht tot alle controlelampjes uit zijn.
0 Open het servicedeurtje (afb. 15).
0 Het afdruipbakje en het koffiedikreser-
voir eruit nemen (afb. 16) en reinigen.
0 De twee rode ontgrendelingsknoppen
van de koffiezeteenheid opzij en naar
het midden tegen elkaar drukken
(afbeelding 28) en de koffiezeteenheid
eruit trekken.
1
Attentie: De koffiezeteenheid kan
alleen uit de machine worden geno-
men als deze uitgeschakeld is. Als u
probeert de koffiezeteenheid uit de
koffiemachine te nemen terwijl deze
ingeschakeld is, riskeert u dat het
apparaat ernstig beschadigd wordt.
0 Reinig de koffiezeteenheid onder stro-
mend leidingwater zonder afwasmiddel
te gebruiken.
1
Was de koffiezeteenheid nooit in de
vaatwasmachine.
0 De machine van binnen zorgvuldig rei-
nigen. Krab de vastgekoekte koffieres-
ten in de koffiemachine weg met een
houten of plastic vork (afb. 29) en zuig
alle resten met een stofzuiger weg
(afb. 30).
0 Om de koffiezeteenheid weer in te zet-
ten (afb. 32, a) deze in de houder
(afbeelding 32, b) en de pen (afb. 32, c)
schuiven. De pen moet in de buis
822_949_352 CS5200.book Seite 73 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
74
(afbeelding 32, d) onder aan de koffie-
zeteenheid worden geschoven.
0 Druk dan stevig op de tekst PUSH (afb.
32,e) tot de koffiezeteenheid hoorbaar
vastklikt.
0 Controleer of de twee rode knoppen
(afb. 32, f) naar buiten zijn gekomen,
anders kan het deurtje niet gesloten
worden.
Afb. 33: de twee rode knoppen zijn
correct naar buiten gekomen.
Afb. 34: de twee rode knoppen zijn niet
naar buiten gekomen.
3
Opmerking 1: Als de koffiezeteenheid
niet correct is ingezet, d.w.z. voordat
het vastklikken te horen is, en de rode
knoppen niet goed naar buiten zijn
gekomen, kan het servicedeurtje niet
gesloten worden en kan het apparaat
niet gebruikt worden (als het ingescha-
keld wordt, knippert het controle-
lampje ).
3
Opmerking 2: Als het inzetten van de
koffiezeteenheid moeilijk gaat, moet
deze (voor het inzetten) op de juiste
grootte worden gebracht, en wel door
de koffiezeteenheid tegelijk van onde-
ren en van boven, zoals in afb. 31
weergegeven, stevig samen te drukken.
3
Opmerking 3: Als de koffiezeteenheid
dan nog steeds moeilijk in te zetten is,
probeer het dan niet met geweld, maar
sluit het servicedeurtje, trek de stekker
van het voedingssnoer uit het stopcon-
tact en steek hem er dan meteen weer
in. Wacht tot alle symbolen uit zijn,
open dan het servicedeurtje en zet de
koffiezeteenheid weer in.
Zet het afdruipbakje samen met het
koffiedikreservoir weer in het apparaat
en sluit het servicedeurtje.
9.4 Ontkalking
Doordat het gebruikte water voor het
koffie zetten voortdurend verwarmd
wordt, is het normaal dat er zich in de
loop van de tijd kalk in de koffiema-
chine afzet. Zodra het controlelampje
begint te knipperen, moet de
koffiemachine ontkalkt worden.
3
Aanwijzing: Als het controlelampje
begint te branden, kan er nog
steeds koffie worden gezet.
Ga als volgt te werk:
0 Druk op de toets (afb. 7) om de
machine in te schakelen.
0 Wacht tot de controlelampjes en
niet meer knipperen, maar continu
branden.
0 Maak de oplossing zoals aangegeven
op de fles van het bijgeleverde ontkal-
kingsmiddel klaar:.
Giet de inhoud van de fles ontkalkings-
middel (0,125 liter) in de watertank en
voeg dat 1 liter water toe.
1
Attentie: Gebruik in geen geval ont-
kalkingsmiddelen die niet door AEG/
Electrolux aanbevolen worden. Bij
gebruik van andere ontkalkingsmidde-
len aanvaardt AEG/Electrolux geen
aansprakelijkheid voor eventuele
schade. Vloeibaar ontkalkingsmiddel is
verkrijgbaar in de vakhandel of via de
servicelijn van AEG/Electrolux.
0 Zet een bak met een inhoud van min-
stens 1,5 liter onder de melkopschui-
mer (afb. 6).
0 Druk op de toets en houd deze
minstens 5 seconden ingedrukt. Dan
begint het controlelampje te
branden om aan te geven dat het ont-
kalkingsprogramma gestart is (de con-
trolelampjes en blijven uit,
waarmee wordt aangegeven dat er
geen koffie kan worden gezet).
0 Draai de stoomknop een halve slag
maar links (afb. 8). Dan loopt de ont-
kalkingsoplossing uit de melkopschui-
mer in de daaronder geplaatste bak.
822_949_352 CS5200.book Seite 74 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
75
Het ontkalkingsprogramma doorloopt
automatisch een serie spoelingen en
pauzes om vastgekoekte kalk binnen
uit de koffiemachine te verwijderen.
0 Draai na circa 30 minuten, als het con-
trolelampje gaat branden, de
stoomknop een halve slag naar rechts
tot de aanslag (afb. 8).
Nu moet er gespoeld worden om de
restanten van de ontkalkingsoplossing
uit de koffiemachine te verwijderen.
0 Neem de watertank eruit, spoel hem en
vul hem met vers water.
0 Zet de watertank weer in.
0 Giet de onder de melkopschuimer
geplaatste, met vloeistof gevulde bak
leeg en plaats deze weer onder de mel-
kopschuimer.
0 Draai de stoomknop een halve slag
maar links (afb. 8). Er komt heet water
uit de melkopschuimer, dat in de eron-
der geplaatste bak loopt.
Zodra de watertank leeg is, gaat het
controlelampje uit en begint
het controlelampje te branden.
0 Draai de stoomknop helemaal naar
rechts (afb. 8) en vul de watertank
nogmaals met schoon water.
Nu is het ontkalkingsprogramma afge-
lopen en de koffiemachine is weer
gebruiksklaar.
3
Aanwijzing: Als het ontkalkingsproces
niet volledig wordt uitgevoerd en voor-
tijdig wordt afgebroken, gaat het
alarm niet uit en moet het pro-
ces vanaf het begin herhaald worden.
1
Belangrijk: als het ontkalken niet vol-
gens de voorschriften wordt uitge-
voerd, vervalt de garantie.
9.5 Waterhardheid instellen
Het controlelampje gaat bran-
den na een gebruikstijd die, rekening
houdend met de in het leidingwater
aanwezige maximale hoeveelheid kalk,
in de fabriek is ingesteld. U kunt de
ingestelde gebruikstijd verlengen als u
minder vaak een ontkalking wilt uit-
voeren. Hiervoor moet de koffiema-
chine aan de hand van het werkelijke
kalkgehalte van het gebruikte water
worden geprogrammeerd. Gebruik het
bijgeleverde teststaafje om de hard-
heidsstand te bepalen of vraag bij uw
watermaatschappij naar de hardheid.
Bepalen van het
waterhardheidsniveau
0 Doop hiervoor het teststrookje ca. 1
seconde in koud water. Schud het
overtollige water eraf en bepaal het
hardheidsniveau aan de hand van de
roze vakjes.
Geen of één vakje roze
hardheidsniveau 1, zacht
tot 1,24 mmol/l of
tot 7° Duitse hardheid of
tot 12,6° Franse hardheid
Twee vakjes roze:
hardheidsniveau 2, middelhard
tot 2,5 mmol/l of
tot 14° Duitse hardheid of
tot 25,2° Franse hardheid
Drie vakjes roze:
hardheidsniveau 3, hard
tot 3,7 mmol/l of
tot 21° Duitse hardheid of
tot 37,8° Franse hardheid
Vier vakjes roze:
hardheidsniveau 4, zeer hard
meer dan 3,7 mmol/l of
meer dan 21° Duitse hardheid of
meer dan 37,8° Franse hardheid
Instellen en opslaan van het
bepaalde waterhardheidsniveau
U kunt 4 hardheidsniveaus instellen.
Het apparaat is in de fabriek op hard-
heidsniveau 4 ingesteld.
0 Controleer of de koffiemachine uitge-
schakeld is (alle controlelampjes zijn
uit).
0 Druk op de toets en houd deze
minstens 5 seconden ingedrukt. De vier
controlelampjes , , en
gaan branden.
0 Druk een aantal keren op de toets
(afb. 19) tot het aantal brandende con-
trolelampjes gelijk is aan het vastge-
822_949_352 CS5200.book Seite 75 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
76
stelde hardheidsniveau (om b.v.
hardheidsniveau 3 in te stellen drukt u
zo vaak op de toets dat de drie
controlelampjes , en samen
branden).
0 Druk op de toets om de waarde
op te slaan. Nu is het apparaat zo
geprogrammeerd dat het aangeeft
wanneer er volgens het werkelijke
kalkgehalte beslist een ontkalking
moet worden uitgevoerd.
10 Betekenis van de normale
controlelampjes
De controlelampjes en
knipperen
De koffiemachine is niet bedrijfsklaar
(het water heeft nog niet de ideale
temperatuur bereikt om koffie te zet-
ten). Begin pas met koffie zetten als
alle controlelampjes continu branden.
De controlelampjes en
branden continu
De koffiemachine heeft de ideale tem-
peratuur bereikt om koffie te zetten
Het controlelampje brandt
continu
De koffiemachine is een kop koffie aan
het afgeven.
Het controlelampje brandt
continu
De koffiemachine is twee koppen kof-
fie aan het afgeven.
Het controlelampje stoom
knippert
De koffiemachine wordt verwarmd om
de ideale temperatuur te bereiken om
stoom te produceren. Wacht tot het
controlelampje continu brandt alvo-
rens de stoomknop te draaien.
Het controlelampje stoom brandt
continu
De koffiemachine is gereed voor
stoomafgifte en u kunt de stoomknop
draaien.
Het controlelampje brandt
continu
De koffiemachine is ingesteld voor het
afgeven van koffie op basis van gema-
len koffie (zie par. 6 „Koffie zetten met
voorgemalen koffie“, pagina 70).
Het controlelampje brandt
continu
Het automatische ontkalkingspro-
gramma loopt (zie par. 9.4 „Ontkal-
king“, pagina 74)
11 Betekenis van de
alarmlampjes en wat te
doen als ze gaan branden
Het controlelampje brandt
continu
De watertank is leeg of niet goed inge-
zet.
0
De watertank vullen zoals beschreven
in par
. 3.2 „Met water vullen“,
pagina 67,
en correct inzetten
.
De watertank is vuil of er hebben zich
kalkkorsten in gevormd.
0 De watertank uitspoelen of ontkalken.
Het controlelampje knippert
De koffiemachine kan geen koffie zet-
ten en maakt veel lawaai.
0 Draai de stoomknop naar links zoals
beschreven in hoofdstuk 4 „Koffie zet-
ten met bonen“, pagina 68,
opmerking 10 (Abb. 8).
De koffie komt te langzaam uit het
apparaat.
0 Draai de draaiknop voor het instellen
van de maalgraad (afb. 17) één stand
naar rechts (zie hoofdstuk 5 „Instellen
van het maalmechanisme“, pagina 70).
Het controlelampje brandt
continu
Het koffiedikreservoir is vol of niet
goed ingezet.
0 Het koffiedikreservoir legen en zoals
beschreven in hoofdstuk 9.2 „Koffie-
dikreservoir legen“, pagina 73, reini-
gen en correct inzetten.
822_949_352 CS5200.book Seite 76 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
77
Na het schoonmaken is het koffiedikre-
servoir niet ingezet.
0 Het servicedeurtje openen en het kof-
fiedikreservoir inzetten.
Het controlelampje knippert
De functie is gekozen, maar er is
geen gemalen koffie in de vulschacht
gedaan.
0 De gemalen koffie erin doen zoals
beschreven in hoofdstuk 6 „Koffie zet-
ten met voorgemalen koffie“,
pagina 70.
Het koffiebonenreservoir bevat geen
koffiebonen meer.
0 Het koffiebonenreservoir met koffie-
bonen vullen zoals beschreven in
hoofdstuk 3.3 „Koffiebonenreservoir
vullen“, pagina 67.
Als het maalmechanisme veel lawaai
maakt, betekent dit dat een klein
steentje tussen de koffiebonen het
maalmechanisme geblokkeerd heeft.
0 Neem contact op met de klantendienst.
Blokkering of beschadiging veroor-
zaakt door vreemde elementen in het
maalmechanisme vallen eventueel
niet onder de garantie.
Het controlelampje knippert
Geeft aan dat de koffiemachine ver-
kalkt is.
0 Het in par. 9.4 „Ontkalking“, pagina 74
beschreven ontkalkingsprogramma
moet uitgevoerd worden.
De machine maakt een abnormaal
geluid en de vier controlelampjes
, , en knipperen
afwisselend
Waarschijnlijk hebt u vergeten de kof-
fiezeteenheid na het reinigen weer in
de koffiemachine te plaatsen.
0 Laat het servicedeurtje dicht en zet de
koffiezeteenheid niet in. Houd de toet-
sen en ingedrukt tot de vier
controlelampjes uitgaan. Pas wanneer
alle vier de alarmlampjes uit zijn, kan
het servicedeurtje geopend worden en
kan de koffiezeteenheid ingezet wor-
den (zie hiervoor par. 9.3 „Reinigen van
de koffiezeteenheid“, pagina 73).
De controlelampjes en
knipperen afwisselend
De koffiemachine is zojuist ingescha-
keld en de koffiezeteenheid is niet cor-
rect ingezet, zodat het servicedeurtje
niet gesloten kan worden.
0 Druk op de tekst PUSH op de koffiezet-
eenheid tot u een klik hoort. Let erop
of de twee rode knoppen naar buiten
gekomen zijn (par. 9.3 „Reinigen van de
koffiezeteenheid“, pagina 73). Het ser-
vicedeurtje sluiten en op de toets
drukken.
De controlelampjes , en
zijn aan en knipperen
De koffiemachine is ingeschakeld ter-
wijl de stoomdraaiknop ingeschakeld is.
0 Draai de stoomknop helemaal naar
rechts (afb. 8).
Het controlelampje knippert
Het servicedeurtje is open.
0 Als u het servicedeurtje niet kunt slui-
ten, controleer dan of de koffiezeteen-
heid correct is ingezet (zie par. 9.3
„Reinigen van de koffiezeteenheid“,
pagina 73).
Het controlelampje brandt
continu en de controlelampjes en
knipperen
Waarschijnlijk hebt u vergeten de kof-
fiezeteenheid na het reinigen weer in
de koffiemachine te plaatsen.
0 Zet de koffiezeteenheid in, zie hiervoor
par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteen-
heid“, pagina 73.
De koffiemachine is van binnen zeer
vuil.
0
De koffiemachine reinigen zoals
beschreven in par
. 9.3 „Reinigen van de
koffiezeteenheid“, pagina 73.
Het controlelampje knippert
De vulschacht voor gemalen koffie is
verstopt.
0 De vulschacht met behulp van een mes
schoonmaken zoals beschreven in
hoofdstuk 6 „Koffie zetten met voor-
gemalen koffie“, pagina 70,
opmerking 5 (Abb. 21).
822_949_352 CS5200.book Seite 77 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
78
12 Problemen die opgelost
kunnen worden voordat u
de klantendienst belt
Als de koffiemachine niet functioneert
en er een alarmlampje brandt, kunt u
de oorzaak van de storing gemakkelijk
vinden en verhelpen door hoofdstuk 11
„Betekenis van de alarmlampjes en wat
te doen als ze gaan branden“,
pagina 76 te raadplegen. Als er echter
geen alarmlampje brandt, voer dan de
volgende controles uit voordat u con-
tact opneemt met de klantendienst.
De koffie is niet heet
De kopjes zijn niet voldoende voorver-
warmd.
0 De kopjes voorverwarmen door ze met
heet water te spoelen of minstens 20
minuten op de warmhoudplaat (A) te
zetten (zie hoofdstuk 4 „Koffie zetten
met bonen“, pagina 68, opmerking 3).
De koffiezeteenheid is te koud.
0
Voor het koffie zetten de koffiezeteen-
heid voorverwarmen door op de toets
die
drukken (zie hoofdstuk
4
„Koffie zetten met bonen“, pagina 68,
opmerking
3).
De koffie heeft weinig crema
De machine gebruikt te weinig koffie
voor het zetten.
0 Draai de knop voor de hoeveelheid
gemalen koffie (afb. 9) iets naar rechts
(zie hoofdstuk 4 „Koffie zetten met
bonen“, pagina 68 opmerking 2).
De koffie is te grof gemalen.
0 Draai de knop voor het instellen van de
maalgraad (afb. 17) één stand naar
links (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het
maalmechanisme“, pagina 70).
Het koffiemengsel is niet geschikt.
0 Gebruik een koffiemengsel dat
geschikt is voor volautomatische kof-
fiemachines.
De koffie komt te langzaam uit het
apparaat
De koffie is te fijn gemalen.
0 Draai de knop voor het instellen van de
maalgraad (afb. 17) één stand naar
rechts (zie hoofdstuk 5 „Instellen van
het maalmechanisme“, pagina 70).
De machine gebruikt te veel koffie
voor het zetten.
0 Draai de knop voor de hoeveelheid
gemalen koffie (afb. 9) iets naar links.
De koffie komt te snel uit het
apparaat
De koffie is te grof gemalen.
0 Draai de knop voor het instellen van de
maalgraad (afb. 17) één stand naar
links (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het
maalmechanisme“, pagina 70).
De machine gebruikt te weinig koffie
tijdens het koffie zetten.
0 Draai de knop voor de hoeveelheid
gemalen koffie (afb. 9) iets naar rechts.
De koffie komt niet uit beide
openingen van de koffieuitloop
De opening is verstopt.
0 Verwijder de opgedroogde koffie met
een naald (afb. 27).
Ondanks draaien aan de stoomknop
komt er geen stoom uit de
melkopschuimer
De gaatjes van de melkopschuimer en
het melkopschuimmondstuk zijn ver-
stopt.
0 Reinig de gaatjes van de melkopschui-
mer en het melkopschuimmondstuk
(zie par. 8.1 „Melkopschuimer reini-
gen“, pagina 72 – afb. 25).
Als er op de toetsen en
wordt gedrukt, komt er geen koffie,
maar water uit de machine
De gemalen koffie is misschien vast
blijven zitten in de vulschacht.
0 Verwijder de gemalen koffie die de vul-
schacht verstopt met een mes (zie
hoofdstuk 6 „Koffie zetten met voor-
gemalen koffie“, pagina 70 – opmer-
king 5). Reinig dan de koffiezeteenheid
en het inwendige van de machine (zie
822_949_352 CS5200.book Seite 78 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
79
hiervoor de instructies in par. 9.3 „Rei-
nigen van de koffiezeteenheid“,
pagina 73).
Als er op de toets wordt gedrukt,
wordt de machine niet ingeschakeld
De koffiemachine is niet aan het
stroomnet aangesloten.
0 Controleer of het snoer goed in het
stopcontact gestoken is.
De koffiezeteenheid kan niet
verwijderd worden om gereinigd te
worden
De koffiemachine is ingeschakeld. De
koffiezeteenheid kan alleen uit de
machine worden genomen als deze uit-
geschakeld is
.
0 Schakel de machine uit (zie par. 9.3
„Reinigen van de koffiezeteenheid“,
pagina 73).
1
Attentie: De koffiezeteenheid kan
alleen uit de koffiemachine worden
genomen als deze uitgeschakeld is. Als
u probeert de koffiezeteenheid uit de
koffiemachine te nemen terwijl deze
ingeschakeld is, riskeert u dat het
apparaat ernstig beschadigd wordt.
Er is gemalen koffie gebruikt (in
plaats van koffiebonen) en de
machine geeft geen koffie
Er is te veel gemalen koffie in de
machine gedaan.
0 De koffiezeteenheid uit de machine
nemen en de machine van binnen
zorgvuldig reinigen zoals beschreven in
par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteen-
heid“, pagina 73. De procedure herha-
len en daarbij maximaal 2 afgestreken
maatlepels gemalen koffie gebruiken.
Er is niet op de toets gedrukt en de
machine heeft zowel de voorgemalen
koffie als de door het maalmechanisme
gemalen koffie gebruikt.
0 Reinig de machine van binnen zorgvul-
dig zoals beschreven in par. 9.3 „Reini-
gen van de koffiezeteenheid“,
pagina 73. Eerst zoals in hoofdstuk 6
„Koffie zetten met voorgemalen kof-
fie“, pagina 70 beschreven op de toets
drukken en de procedure herhalen.
De gemalen koffie is in de machine
gedaan terwijl deze uitgeschakeld was.
0 De koffiezeteenheid uit de machine
nemen en de machine van binnen
zorgvuldig reinigen zoals beschreven in
par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteen-
heid“, pagina 73. Herhaal de procedure
terwijl de machine ingeschakeld is.
De koffie komt niet uit de openingen
van de koffieuitloop, maar opzij uit
het servicedeurtje
De openingen van de koffieuitloop zijn
verstopt met opgedroogde koffie.
0 Steek de gaatjes met een naald door
(afb. 27).
Het zwenkvak aan de binnenkant van
het servicedeurtje is geblokkeerd en
draait niet.
0 Het zwenkvak zorgvuldig reinigen,
vooral bij de scharnieren, zodat deze
beweegbaar blijven.
Wat moet u doen als het apparaat
getransporteerd moet worden?
Originele verpakking als transportbe-
scherming bewaren. Ter bescherming
tegen krassen in ieder geval de oor-
spronkelijke plastic zak gebruiken.
Apparaat tegen schokken beveiligen.
Voor schade tijdens het transport aan-
vaarden wij geen aansprakelijkheid.
Watertank en koffiedikreservoir leeg
maken.
Let er ook op waar u het apparaat
plaatst, vooral in de winter. Er kan
vorstschade ontstaan.
13 Technische gegevens
Netspanning: 220-240 V
Opgenomen vermogen: 1350 W
;
Dit apparaat voldoet aan de volgende
EU richtlijnen:
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC
EMC-richtlijn 89/336/EEC met toe-
voeging 92/31/EEC en 93/68/EEC
822_949_352 CS5200.book Seite 79 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19
l
80
14 Afvalverwerking
2
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn onscha-
delijk voor het milieu en herbruikbaar.
De kunststoffen zijn voorzien van een
aanduiding, b.v. >PE<, >PS< enz. Ver-
wijder de verpakkingsmaterialen in
overeenstemming met de aanduiding
bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in
de daarvoor bestemde containers.
2
Oude apparaten
Het symbool W op het product of
op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar naar een
plaats moet worden gebracht voor re-
cycling van elektrische en elektroni-
sche apparatuur. Als u ervoor zorgt dat
dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
voor mens en milieu negatieve gevol-
gen die zich zouden kunnen voordoen
in geval van verkeerde afvalbehande-
ling. Voor meer details in verband met
het recyclen van dit product kunt u het
best contact opnemen met de gemeen-
telijke instanties, het bedrijf of de
dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
15 Service
De originele verpakking inclusief
piepschuimdelen beslist bewaren. Om
transportschade te voorkomen moet
het apparaat veilig verpakt zijn.
822_949_352 CS5200.book Seite 80 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19

Documenttranscriptie

822_949_352 CS5200.book Seite 63 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 klant, l Geachte wij verzoeken u deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen. Let vooral op de veiligheidsaanwijzingen! Bewaar de gebruiksaanwijzing om deze later te raadplegen en geef hem aan eventuele latere eigenaars van het apparaat door. Inhoud 1 Legenda 1.1 Vooraanzicht (afb. 1) 1.2 Vooraanzicht met open servicedeurtje (afb. 2) 1.3 Bedieningspaneel (afb. 3) 64 64 10 Betekenis van de normale controlelampjes 76 64 64 11 Betekenis van de alarmlampjes en wat te doen als ze gaan branden 76 2 Veiligheidsvoorschriften 65 3 3.1 3.2 3.3 3.4 Eerste ingebruikneming Apparaat opstellen en aansluiten Met water vullen Koffiebonenreservoir vullen Eerste keer inschakelen 66 66 67 67 67 12 Problemen die opgelost kunnen worden voordat u de klantendienst belt 78 13 Technische gegevens 79 14 Afvalverwerking 80 4 Koffie zetten met bonen 68 15 Service 80 5 Instellen van het maalmechanisme 70 Koffie zetten met voorgemalen koffie 70 Heet water maken 71 8 Melk opschuimen 8.1 Melkopschuimer reinigen 71 72 9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 72 73 73 73 74 75 6 7 Reiniging en onderhoud Reinigen van de koffiemachine Koffiedikreservoir legen Reinigen van de koffiezeteenheid Ontkalking Waterhardheid instellen 63 822_949_352 CS5200.book Seite 64 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 1 Legenda 3 1.1 A B C D E F G H J K L M N O 1.2 Deze gebruiksaanwijzing geldt voor de volautomatische koffiemachines van de modellen CS 5000 en CS 5200. Beide machines worden op dezelfde manier bediend. In afbeelding 1 en afbeelding 2 zijn de twee modellen te zien. In alle andere afbeeldingen wordt model CS 5200 gebruikt. P Q R S T U V W Vooraanzicht (afb. 1) X Y Warmhoudplaat voor kopjes Stoomdraaiknop Z Stoompijpje Melkopschuimer 1.3 Melkopschuimer (afneembaar) Melkopschuimmondstuk (afneembaar) a Knop om servicedeurtje te openen Watertank (uitneembaar) b Afdruipbakje (afneembaar) Afdruiprooster c In de hoogte verstelbare koffieuitloop d Bedieningspaneel (zie afbeelding 3) e Deksel voor koffiebonenreservoir f Deksel voor koffiebonenreservoir g h j k l m n o p q 64 Vooraanzicht met open servicedeurtje (afb. 2) Maatlepel voor de voorgemalen koffie Vak voor de maatlepel Vulschacht voor de voorgemalen koffie Servicedeurtje Uittrekbaar koffiedikreservoir Zwenkvak Koffiezeteenheid Draaiknop voor het instellen van de maalgraad Koffiebonenreservoir Typeplaatje (onderkant van het apparaat) Vloeibaar ontkalkingsmiddel en teststrookje Bedieningspaneel (afb. 3) Draaiknop hoeveelheid koffie (weinig, normaal of veel) Draaiknop hoeveelheid gemalen koffie (voor milde, normale of sterke koffie) Bereidingstoets voor één kopje Bereidingstoets voor twee kopjes AAN/UIT-toets van de koffiemachine Keuzetoets functie „Stoom“ Toets voor selectie van gemalen koffie (uitschakelen van het maalmechanisme) Toets „Spoelen“ en „Ontkalken” Controlelampje 1 kopje en koffietemperatuur OK Controlelampje 2 kopje en koffietemperatuur OK Controlelampje stoom en stoomtemperatuur OK Controlelampje selectie gemalen koffie (maalmechanisme uitgeschakeld) Controlelampje „Alarm kalk” Controlelampje „Geen water“ of „Watertank niet ingezet” Controlelampje „Koffiedikreservoir vol“ of „Koffiedikreservoir niet ingezet“ Controlelampje „Algemeen alarm” 822_949_352 CS5200.book Seite 65 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 2 Veiligheidsvoorschriften 1 De veiligheid van dit apparaat voldoet aan de officiële regels der techniek en de wet in het kader van veilige apparaten. Toch voelen wij ons als fabrikant verplicht u op de volgende veiligheidsvoorschriften te wijzen. Algemene veiligheid • Het apparaat mag alleen worden aangesloten aan een stroomnet waarvan spanning, stroomtype en frequentie overeenkomen met de specificaties op het typeplaatje (zie onderkant van het apparaat)! • Het snoer nooit met hete onderdelen van het apparaat in contact laten komen. • De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken! • Het apparaat niet in gebruik nemen als: – het snoer beschadigd is – de ommanteling zichtbare schade vertoont. • Dit apparaat is niet geschikt voor personen (ook kinderen) met een lichamelijke, sensorische of geestelijke handicap of met gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij het gebruik van het apparaat eerst hebben geleerd onder toezicht of met instructie van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Veiligheid van kinderen • Laat het apparaat niet zonder toezicht lopen en voorkom vooral dat kinderen letsel oplopen! • Verpakkingsmateriaal, zoals plastic zakken, horen niet in de handen van kinderen. Veiligheid tijdens het gebruik • Attentie! Koffieuitloop, melkopschuimer en warmhoudplaat voor kopjes worden tijdens het gebruik heet. Houd kinderen uit de buurt! • Attentie! Verbrandingsgevaar als de melkopschuimer geactiveerd is! Uitstromend heet water of hete stoom kan tot brandwonden leiden. Activeer de melkopschuimer alleen als u er een kopje of bakje onder houdt. • Geen ontvlambare vloeistoffen met stoom verhitten! • Het apparaat alleen gebruiken als er zich water in het systeem bevindt! Alleen koud water in de watertank doen, geen heet water, melk of andere vloeistoffen. Neem de max. vulhoeveelheid van ca. 1,8 liter in acht. • Geen bevroren of gekarameliseerde koffiebonen in het bonenreservoir doen, alleen gebrande koffiebonen! Verwijder vreemde elementen, zoals steentjes, uit de koffiebonen. Blokkering of beschadiging veroorzaakt door vreemde elementen in het maalmechanisme vallen eventueel niet onder de garantie. • Alleen gemalen koffie in de vulschacht voor voorgemalen koffie doen. • Apparaat niet onnodig ingeschakeld laten. • Apparaat niet blootstellen aan weersinvloeden. • Bij gebruik van een verlengsnoer alleen een normaal snoer met een geleiderdoorsnede van minstens 1,5 mm2 gebruiken. • Personen met motorische storingen mogen het apparaat nooit zonder begeleidende persoon gebruiken, om risico's te voorkomen. • Het apparaat alleen gebruiken als het afdruipbakje, het koffiedikreservoir en het afdruiprooster ingezet zijn! 65 822_949_352 CS5200.book Seite 66 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l Veiligheid bij reiniging en verzorging 3 Eerste ingebruikneming 3.1 • Reinigings- en ontkalkingsinstructies 0 in acht nemen. • Voor onderhoud of reiniging apparaat uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken! • Apparaat niet in water onderdompelen. 0 • De melkopschuimer alleen schoonmaken als er geen druk is en het apparaat koud en uitgeschakeld is! • Onderdelen van het apparaat niet in de 1 vaatwasmachine wassen. • Nooit water in het maalmechanisme doen; daardoor wordt het maalmechanisme beschadigd. Het apparaat niet open maken en niet repareren. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen gevaarlijk zijn voor de gebruiker. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Bij een evt. noodzakelijke reparatie of vervanging van het snoer dient contact te worden opgenomen met • de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of • de servicelijn van AEG/Electrolux. Als het toestel verkeerd wordt gebruikt of bediend, kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die hieruit voortvloeit; dit geldt ook voor schade die ontstaat doordat het ontkalkingsprogramma niet onmiddellijk na het knipperen van het controlelampje volgens de instructies in deze gebruiksaanwijzing wordt uitgevoerd. Blokkering of beschadiging veroorzaakt door vreemde elementen in het maalmechanisme vallen eventueel niet onder de garantie. 66 1 Apparaat opstellen en aansluiten Controleer na het uitpakken of het apparaat onbeschadigd is. Neem in geval van twijfel het apparaat niet in gebruik en neem contact op met een vakkundig persoon. Zet het apparaat op een werkvlak, ver van waterkranen, gootstenen en warmtebronnen. Controleer, nadat het apparaat op een werkvlak is gezet, of er bij de zijwanden en achterwand van het apparaat een vrije ruimte van ongeveer 5 cm is en er boven de koffiemachine een vrije ruimte van minstens 20 cm is. Installeer het apparaat nooit in een ruimte waar de temperatuur 0°C of minder kan bedragen (indien het water bevriest, kan het apparaat beschadigd worden). Controleer of de netspanning overeenkomt met de waarde aangegeven op het typeplaatje van het apparaat. Sluit het apparaat alleen aan een geaard stopcontact met een vermogen van minstens 10 A aan. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele ongevallen die door de afwezigheid van een aardleiding worden veroorzaakt. Als het stopcontact niet compatibel is met de stekker van het apparaat, laat het dan vakkundig vervangen door een geschikt stopcontact. 0 Sluit het apparaat aan een stopcontact aan. Als de koffiemachine de allereerste keer aan het stroomnet wordt aangesloten, gaan alle controlelampjes een paar seconden aan voor een test, daarna gaan alle controlelampjes uit. 1 3 Het is aan te bevelen zo snel mogelijk de hardheid van het water aan te passen volgens de procedure beschreven in paragraaf 9.5 „Waterhardheid instellen“, pagina 75. 822_949_352 CS5200.book Seite 67 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 3 3.2 Om vertrouwd te raken met het gebruik van het apparaat moet u de eerste keer de aanwijzingen beschreven in de volgende paragrafen stap voor stap volgen. 3 Met water vullen Controleer elke keer voor het inschakelen of de watertank water bevat en vul 3.4 hem indien nodig. Het apparaat heeft bij elk inschakel- en uitschakelproces water nodig voor het automatische spoelen. 0 0 De watertank eruitnemen (afb. 4), uitspoelen en tot de markeringslijn MAX met vers water vullen. Om de water0 tank eruit te nemen de melkopschuimer altijd naar het midden van het apparaat richten, anders kan deze het verwijderen van de tank belemmeren. 0 Doe altijd koud water in de watertank. 1 Nooit andere vloeistoffen, zoals mineraalwater of melk, erin doen. 0 De watertank weer inzetten en stevig aandrukken. Om altijd een aromatische koffie te krijgen moet u: • het water in de watertank dagelijks verversen, • de watertank minstens eens per week in normaal afwaswater (niet in de vaatwasmachine) schoonmaken. Vervolgens met schoon water afspoelen. 3 3.3 Koffiebonenreservoir vullen 0 De deksel van het koffiebonenreservoir openen (afb. 5). 0 Het reservoir met koffiebonen vullen . 0 De deksel sluiten. 1 Attentie! Denk eraan dat u alleen zuivere bonen zonder toevoeging van gekarameliseerde of gearomatiseerde bestanddelen en ook geen bevroren bonen mag gebruiken. Vergewis u ervan dat er geen vreemde elementen, zoals steentjes, in het bonenreservoir komen. Blokkering of beschadiging veroorzaakt door vreemde elementen in het maalmechanisme vallen eventueel niet onder de garantie. De koffiemachine is in de fabriek getest. Hiervoor is koffie gebruikt, dus het is volkomen normaal als u een beetje koffie in het maalmechanisme aantreft. Deze koffiemachine is in ieder geval gegarandeerd nieuw. Eerste keer inschakelen Als u het apparaat de eerste keer gebruikt, moet de koffiemachine ontlucht worden. Controleer of de watertank vol is en of de stekker van het snoer in het stopcontact is gestoken. Draai de melkopschuimer naar buiten, zet er een kopje onder (afb. 6) en druk op de toets (afb. 7) om de machine in te schakelen. Onmiddellijk daarna, binnen maximaal 30 seconden, de stoomknop helemaal naar links draaien (afb. 8) (het is volkomen normaal als het apparaat hierbij wat luidruchtig is). Na enkele seconden komt water uit de melkopschuimer. 0 Als het kopje met circa 30 ml gevuld is, draait u de stoomknop helemaal naar rechts (afb. 8) om de waterafgifte te stoppen. 0 Wacht tot de controlelampjes en niet meer knipperen, maar continu branden. (Het knipperen van de controlelampjes geeft aan dat het apparaat aan het voorverwarmen is; als ze continu branden, betekent dit dat de ideale temperatuur is bereikt om koffie te zetten.) Net vóór de controlelampjes continu branden, voert de koffiemachine automatisch een spoeling uit: er komt wat heet water uit de openingen van de koffieuitloop, dat wordt opgevangen in het eronder aanwezige afdruipbakje. 3 Tip: Als u sterke koffie wilt zetten (minder dan 60 ml), vul het kopje dan eerst met het hete spoelwater. Laat het water enkele seconden in het kopje (alvorens het leeg te gieten) om het kopje voor te verwarmen. Nu is de koffiemachine klaar voor gebruik. 67 822_949_352 CS5200.book Seite 68 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 4 Koffie zetten met bonen 0 Controleer vóór de koffieafgifte altijd of de controlelampjes en continu branden en of het koffiebonenreservoir vol is. 0 Stel met de draaiknop voor hoeveelheid gemalen koffie (afb. 9) de gewenste koffiesmaak in. Hoe verder u naar rechts draait, des te meer koffiebonen maalt de koffiemachine, waardoor de koffie sterker wordt. Zet bij het eerste gebruik van de koffiemachine als test een aantal koppen koffie om de juiste stand van de draaiknop vast te stellen. Pas op dat u niet te ver naar rechts draait, anders bestaat het risico dat de koffieafgifte te langzaam (druppelsgewijs) plaatsvindt, met name als u twee kopjes tegelijk zet. 0 Met de draaiknop hoeveelheid koffie (afb. 10) stelt u de gewenste hoeveelheid koffie in. Hoe verder u naar rechts draait, des te meer koffie wordt er gemaakt. Zet bij het eerste gebruik van de koffiemachine als test een aantal koppen koffie om de juiste stand van de draaiknop vast te stellen. 0 Zet één of twee kopjes onder de openingen van de koffieuitloop (afb. 11). Om een bijzonder goede crema te krijgen, brengt u de koffieuitloop zo dicht mogelijk bij de kopjes door hem omlaag te brengen (afb. 12). 0 Om één kop koffie te zetten drukt u op de toets (afb. 13). Om twee koppen koffie te zetten drukt u op de toets (afb 14). Nu begint de koffiemachine koffiebonen te malen, er wordt even voorgekookt en ten slotte wordt de koffie in het kopje afgegeven. Zodra de gewenste hoeveelheid koffie afgegeven is, wordt de afgifte automatisch gestopt en wordt het koffiedik in het koffiedikreservoir afgevoerd. 68 Na enkele seconden, als de twee controlelampjes en weer continu branden, kunt u opnieuw koffie zetten. 0 Om de koffiemachine uit te zetten, drukt u op de knop . Voordat de koffiemachine uitgeschakeld wordt, wordt er automatisch een spoeling uitgevoerd: er komt wat heet water uit de openingen, dat wordt opgevangen in het eronder aanwezige afdruipbakje. Pas op dat u zich niet brandt.) Als u het apparaat niet met de toets uitschakelt, schakelt het in ieder geval 3 uur na het laatste gebruik vanzelf uit na eerst een korte spoeling te hebben uitgevoerd. 3 Opmerking 1: Als de koffie druppelsgewijs of helemaal niet wordt afgegeven, moet de draaiknop voor het instellen van de maalgraad (afb. 17) één stand naar rechts worden gedraaid (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het maalmechanisme“, pagina 70). Draai telkens één stand verder tot er een bevredigende koffieafgifte bereikt is. 1 De maalgraad mag alleen tijdens het malen veranderd worden. Instellen terwijl het maalmechanisme stilstaat, kan de koffiemachine beschadigen. 3 Opmerking 2: Als de koffie te snel wordt afgegeven en de crema u niet bevalt, draait u de draaiknop hoeveelheid gemalen koffie (afb. 9) één stand naar rechts. Probeer door een aantal keren koffie te zetten de juiste stand van de draaiknop vast te stellen. Pas op dat u de knop niet te ver naar rechts draait, anders bestaat het risico dat de koffieafgifte te langzaam (druppelsgewijs) plaatsvindt, met name als u twee kopjes tegelijk zet. Als u na enkele koppen nog steeds niet tevreden bent met de crema, draai de knop voor het instellen van de maalgraad (afb. 17) dan één stand naar links (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het maalmechanisme“, pagina 70). 822_949_352 CS5200.book Seite 69 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 3 3 3 3 Opmerking 3: Tips voor afgifte van hetere koffie: 1) Als u meteen na het inschakelen van de koffiemachine een sterk kopje (minder dan 60 ml) wilt zetten, gebruik dan het hete water van het spoelproces om de kopjes te verwarmen. 2) Als er echter sinds het zetten van het laatste kopje meer dan 2 of 3 minuten verstreken zijn, moet u de koffiezeteenheid voor het volgende kopje voorverwarmen door op de toets te drukken. Laat het water dan in het eronder staande afdruipbakje lopen. U kunt dit water gebruiken om het kopje dat u voor de koffie gebruikt voor te verwarmen. In dat geval doet u het hete water gewoon in het kopje (dat u daarna leegt). 3) Gebruik geen te dikke kopjes, ook niet als ze voorverwarmd worden, want die absorberen te veel warmte. 4) Gebruik altijd voorverwarmde kopjes door ze met warm water te spoelen of minstens 20 minuten op de warmhoudplaat op de deksel van de ingeschakelde koffiemachine te zetten. Opmerking 4: Opmerking 4: Terwijl het apparaat koffie zet, kan de afgifte op elk moment worden gestopt door op de toets (afb. 13) of de toets (afb. 14) te drukken of door de draaiknop hoeveelheid koffie (afb. 10) tegen de klok in de draaien. Opmerking 5: Als u na afloop van de koffieafgifte meer koffie in het kopje wilt hebben, houdt u gewoon de toets (afb. 13) of de toets (afb. 14) ingedrukt tot de gewenste hoeveelheid koffie bereikt is of draait u de knop hoeveelheid koffie (afb. 10) met de klok mee (dit moet gebeuren onmiddellijk nadat de koffie is afgegeven en voordat de verbruikte koffie in het koffiedikreservoir wordt uitgeworpen). Opmerking 6: Als het controlelampje continu brandt, moet de watertank gevuld worden. Anders kan er geen koffie worden gezet. De watertank kan alleen verwijderd worden als de melkopschuimer eerst naar het midden van de machine is gericht. (Het is normaal dat de tank nog wat water bevat wanneer het controlelampje gaat branden). 3 Opmerking 7: De koffiemachine telt het aantal gezette koppen koffie. Telkens na 14 apart (of 7 paarsgewijs) gezette koppen koffie gaat het controlelampje continu branden om aan te geven dat het koffiedikreservoir vol is en geleegd en gereinigd moet worden (zie 9.2 „Koffiedikreservoir legen“, pagina 73. 3 Opmerking 8: Bij het gebruik van de koffiemachine kan het op den duur gebeuren dat het maalmechanisme slijt en de koffie te snel en zonder crema afgegeven wordt omdat de bonen de grof gemalen zijn. Om deze storing te verhelpen moet de maalgraad van het maalmechanisme opnieuw worden ingesteld. Hiervoor moet de draaiknop voor het instellen van de maalgraad (afb. 17) één stand naar links worden gedraaid (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het maalmechanisme“, pagina 70). 3 Opmerking 9: Als de koffiemachine lang niet is gebruikt, moet de koffiezeteenheid gereinigd worden zoals beschreven in par 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73, voordat hij weer wordt gebruikt. 3 Opmerking 10: Tijdens de koffieafgifte nooit de watertank weghalen. Als deze eruit genomen wordt, kan de koffiemachine geen koffie meer zetten en begint het controlelampje (geen water) te knipperen. Als u dan probeert nog een kopje te zetten, maakt de koffiemachine veel lawaai en zet geen koffie. Om de koffiemachine weer te starten draait u de stoomknop helemaal naar links en laat u een paar seconden lang water uit de melkopschuimer lopen. 69 822_949_352 CS5200.book Seite 70 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 3 3 5 Als u de koffiemachine de eerste keer in gebruik neemt, moet u minstens 4-5 koppen koffie zetten voordat de machine een bevredigend resultaat levert. Als er een storing optreedt die wordt aangegeven doordat de betreffende alarmindicatie gaat branden, hoeft u niet meteen contact op te nemen met de technische klantendienst. Het probleem kan bijna altijd verholpen worden als u de instructies in hoofdstuk 11 „Betekenis van de alarmlampjes en wat te doen als ze gaan branden“, pagina 76 en hoofdstuk 12 „Problemen die opgelost kunnen worden voordat u de klantendienst belt“, pagina 78 volgt. Als de instructies niet voldoende zijn om het probleem te verhelpen, neem dat contact op met de klantdienst. Instellen van het maalmechanisme Omdat het maalmechanisme al in de fabriek voor goede afgifte van koffie is ingesteld, hoeft u dit, althans in het begin, niet zelf te doen. Als de koffie toch na de eerste kop te snel of te langzaam (druppelsgewijs) wordt afgegeven, kunt u dit corrigeren met de draaiknop voor het instellen van de maalgraad (afb. 17) in het koffiebonenreservoir. Het effect van deze correctie merkt u echter pas na minstens 2 keer koffie zetten. De maalgraad mag alleen tijdens het malen veranderd worden. Instellen terwijl het maalmechanisme stilstaat, kan de koffiemachine beschadigen. 0 Om een langzamere koffieafgifte en een betere crema te krijgen draait u de knop één stand naar links (= koffiebonen worden fijner gemalen) (afb. 18). 0 Om een snellere koffieafgifte te krijgen (niet druppelsgewijs) draait u de knop 1 70 één stand naar rechts (= koffiebonen worden grover gemalen) (afb. 18). 3 6 De koffiemachine is in de fabriek getest. Hiervoor is koffie gebruikt, dus het is volkomen normaal als u een beetje koffie in het maalmechanisme aantreft. Deze koffiemachine is in ieder geval gegarandeerd nieuw. Koffie zetten met voorgemalen koffie 0 Druk op de knop om de functie voorgemalen koffie te selecteren (afb. 19). Het controlelampje gaat branden om aan te geven dat de functie geselecteerd is en het gebruik van het maalmechanisme uitgeschakeld is. 0 Til de deksel in het midden op en doe één (voor één kopje) of twee (voor twee kopjes) afgestreken maatlepels voorgemalen koffie in de vulschacht (afb. 20). 0 Met de draaiknop hoeveelheid koffie (afb. 10) kiest u de instelling van de gewenste hoeveelheid koffie. Hoe verder u naar rechts draait, des te meer koffie wordt er gemaakt. 0 Zet één of twee kopjes onder de openingen van de koffieuitloop (afb. 11). Om een bijzonder goede crema te krijgen, brengt u de koffieuitloop zo dicht mogelijk bij de kopjes door hem omlaag te brengen (afb. 12). 0 Om één kop koffie te zetten drukt u op de toets (afb. 13). Om twee koppen koffie te zetten drukt u op de toets (afb. 14). 3 Opmerking 1: Doe nooit voorgemalen koffie in de koffiemachine wanneer deze uitgeschakeld is, om te voorkomen dat de koffie verloren gaat en in de machine verspreid wordt. 3 Opmerking 2: Gebruik nooit meer dan 2 afgestreken maatlepels koffie, anders zet de koffiemachine geen koffie en gaat de gemalen koffie verloren in de 822_949_352 CS5200.book Seite 71 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l maal naar rechts (afb. 8) en draait u de melkopschuimer weer in zijn oorspronkelijke stand naar het midden van het apparaat toe. Het is aan te raden niet langer dan 2 minuten heet water te maken. koffiemachine, waardoor deze vuil wordt of de koffie druppelsgewijs wordt afgegeven. 3 Opmerking 3: Gebruik om hoeveelheid gemalen koffie te doseren uitsluitend de bijgeleverde maatlepel. 3 Opmerking 4: Doe in de vulschacht alleen voorgemalen koffie voor espressoapparaten: gebruik in geen geval koffiebonen, gevriesdroogde koffie of ander materiaal dat de machine kan beschadigen. Opmerking 5: Als bij het vullen meer dan twee maatlepel voorgemalen koffie de vulschacht verstoppen, duw de koffie dan met een mes naar beneden (afb. 21), neem de koffiezeteenheid eruit en reinig deze samen met de koffiemachine zoals beschreven in paragraaf 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73 beschrieben reinigen. 0 Als u na de koffieafgifte met voorgemalen koffie koffie wilt zetten met koffiebonen, schakelt u de functie voorgemalen koffie uit door op de toets te drukken (het controlelampje gaat uit en het maalmechanisme is weer bedrijfsklaar). 3 3 7 8 Melk opschuimen 0 Vul een kop of kan met circa 100 gram melk per kop cappuccino de u wilt maken. Denk er bij het kiezen van de kop of kan aan dat het melkvolume twee- of driemaal zo groot wordt. 3 0 0 0 Lees ook hoofdstuk 4 „Koffie zetten met bonen“, pagina 68, opmerkingen 3 - 7, 9 en 10. Heet water maken 0 Controleer altijd of de controlelampjes en continu branden. 0 Draai de melkopschuimer naar de buitenkant van de machine (afb. 6). 0 Zet een kop of kan onder de melkopschuimer (afb. 6). 0 Draai de stoomknop een halve slag naar links tot de aanslag (afb. 8): het hete water loopt uit de melkopschuimer in de daaronder staande kop of kan. 0 Om de afgifte van heet water te onderbreken draait u de stoomknop hele- 0 Het is aan te bevelen halfvette, koele melk uit de koelkast te gebruiken. Draai de melkopschuimer naar buiten (afb. 6). Zet de espresso zoals in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven en gebruik voldoende grote koppen. Druk dan op de stoomtoets (afb. 22). Het controlelampje begint te knipperen, hetgeen betekent dat de koffiemachine aan het verwarmen is (de controlelampjes en branden niet, waarmee wordt aangegeven dat er geen koffie kan worden gezet). Zodra het controlelampje continu brandt en niet meer knippert, heeft de temperatuur van de koffiemachine de optimale waarde voor het produceren van stoom heeft bereikt. Dompel onmiddellijk hierna, binnen twee minuten (anders gaat de machine automatisch terug naar de functie koffie), de melkopschuimer in de kop of kan met melk (afb. 23). Draai de stoomknop dan een halve slag naar links (afb. 8). 1 Pas op dat u zich niet brandt. 1 Attentie! Gevaar van verontreiniging door opgedroogde melk in de melkopschuimer. Let erop dat u de melkopschuimer niet zo diep in de melk dompelt dat de luchtaanzuigopening aan de bovenkant van de melkopschui- 71 822_949_352 CS5200.book Seite 72 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 0 Laat enkele seconden lang wat water of stoom afgeven door de stoomknop helemaal naar links te draaien (afb. 8). Daardoor worden eventuele melkresten uit het stoompijpje verwijderd. mer met melk bedekt is. Hierdoor kan er melk in het pijpje gezogen worden, die evt. tot verontreiniging van de melkopschuimer kan leiden. Uit de melkopschuimer komt de stoom, die de melk opschuimt en deze een romige consistentie geeft. Om een romiger melkschuim te krijgen dompelt u de melkopschuimer in de melk en beweegt u het kannetje langzaam van beneden naar boven. (Het is aan te raden niet langer dan 2 minuten heet water te maken.) 0 Zodra het gewenste schuim bereikt is, kunt u de stoomafgifte stoppen door de stoomknop helemaal naar rechts te draaien (afb. 8); om de functie "Stoom" uit te schakelen drukt u op de stoomtoets (afb. 22). 0 Doe het melkschuim in de tevoren met espresso gevulde koppen. De cappuccino is klaar (naar believen suiker toevoegen en eventueel cacao op het schuim strooien). 3 8.1 Aanwijzing: Onmiddellijk na het maken van de cappuccino en het uitzetten van de functie "Stoom" met de stoomtoets (afb. 22) is de temperatuur van de koffiemachine nog te hoog om koffie te zetten (de controlelampjes en knipperen om aan te geven dat de temperatuur niet goed is om weer koffie te zetten). Daarom moet u ongeveer 10 minuten wachten voordat u weer koffie zet, om de koffiemachine iets te laten afkoelen. TIP: Om ervoor te zorgen dat de koffiemachine na het uitschakelen van de functie "Stoom" sneller afkoelt, opent u de stoomdraaiknop en laat u het water uit de melkopschuimer in een bakje lopen tot de controlelampjes en niet meer knipperen. Melkopschuimer reinigen Het is belangrijk dat de melkopschuimer na elk gebruik schoongemaakt wordt. 72 3 0 0 0 0 0 0 0 9 1 Belangrijk: Om hygiënische redenen is het aan te raden dit proces elke keer uit te voeren om te voorkomen dat er melk binnen in de melkopschuimer vastkoekt. Draai de knop helemaal naar rechts. Wacht een paar minuten tot de melkopschuimer afgekoeld is. Houd met één hand de greep van het stoompijpje vast. Open met uw andere hand de bajonetsluiting van de melkopschuimer door deze iets met de klok mee te draaien. Trek de melkopschuimer eruit (afb. 24). Trek het melkopschuimmondstuk naar beneden van het stoompijpje af. Was de melkopschuimer en het mondstuk met lauw water zorgvuldig af. Controleer of de twee in afb. 25 met pijlen aangegeven gaatjes niet verstopt zijn. Steek ze indien nodig met een naald door en maak ze schoon. Monteer het melkopschuimmondstuk weer door het op het stoompijpje te zetten en krachtig omhoog te draaien. Monteer de melkopschuimer weer door deze omhoog te schuiven en tegen de klok in te draaien (afb. 24). Reiniging en onderhoud Laat de koffiemachine vóór elke reinigingsbeurt altijd afkoelen en verbreek de verbinding met het elektriciteitsnet. Dompel de koffiemachine nooit in water: dit is een elektrisch apparaat. Gebruik voor het reinigen van de koffiemachine geen oplos- of schuurmiddelen. Een vochtige, zachte doek is voldoende. Geen van de componenten van de koffiemachine mag in de vaatwasser afgewassen worden. 822_949_352 CS5200.book Seite 73 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 9.1 Reinigen van de koffiemachine 3 0 Elke keer als het controlelampje continu brandt, moet het koffiedikreservoir gereinigd worden (beschreven in paragraaf 9.2 „Koffiedikreservoir legen“, pagina 73). 0 Het is aan te bevelen ook de watertank 9.3 vaak schoon te maken. 0 Het afdruipbakje is voorzien van een waterpeilmarkering (rood) (afb. 26). Als deze markering zichtbaar wordt (enkele millimeters onder het afdruipbakje), moet het afdruipbakje geleegd en gereinigd worden. 0 0 Controleer of de openingen van de koffieuitloop niet verstopt zijn. Voor het schoonmaken daarvan kunt u de opgedroogde koffie met een naald ver- 0 wijderen (afb. 27). 0 9.2 Koffiedikreservoir legen Het apparaat telt het aantal gezette koppen koffie. Na 14 apart (of 7 paarsgewijs) gezette koppen koffie brandt het controlelampje om aan te geven dat het koffiedikreservoir vol is en geleegd en gereinigd moet worden. Zolang het koffiedikreservoir niet gereinigd wordt, kan de koffiemachine geen koffie zetten. 0 Ontgrendel voor het reinigen het servicedeurtje door op de daarvoor bestemde knop te drukken en open het (afb. 15); het controlelampje knippert. 0 Het afdruipbakje eruit nemen (afb. 16), leeg maken en reinigen. 0 Maak het koffiedikreservoir zorgvuldig leeg en schoon. Let erop dat alle op de bodem achtergebleven resten verwijderd worden. Belangrijk: Elke keer als u het afdruipbakje eruit trekt, moet ook het koffiedikreservoir geleegd worden, ook als het niet helemaal vol is. Als dit niet wordt gedaan, kan het de volgende keer bij het koffie zetten gebeuren dat het koffiedikreservoir te vol wordt en het overtollige koffiedik de koffiemachine verstopt. Als u het apparaat dagelijks gebruikt, maak het reservoir dan ook dagelijks leeg. Maak het koffiedikreservoir alleen leeg als het apparaat ingeschakeld is. Alleen dan detecteert het apparaat dat het geleegd wordt. Reinigen van de koffiezeteenheid De koffiezeteenheid moet regelmatig een schoonmaakbeurt krijgen om te voorkomen dat er koffieresten in vastkoeken (wat tot storingen kan leiden). Ga voor het reinigen als volgt te werk: Schakel de koffiemachine met de toets "Aan/uit" (afb. 4) uit (niet de stekker uit het stopcontact trekken) en wacht tot alle controlelampjes uit zijn. Open het servicedeurtje (afb. 15). Het afdruipbakje en het koffiedikreservoir eruit nemen (afb. 16) en reinigen. 0 De twee rode ontgrendelingsknoppen van de koffiezeteenheid opzij en naar het midden tegen elkaar drukken (afbeelding 28) en de koffiezeteenheid eruit trekken. Attentie: De koffiezeteenheid kan alleen uit de machine worden genomen als deze uitgeschakeld is. Als u probeert de koffiezeteenheid uit de koffiemachine te nemen terwijl deze ingeschakeld is, riskeert u dat het apparaat ernstig beschadigd wordt. 0 Reinig de koffiezeteenheid onder stromend leidingwater zonder afwasmiddel te gebruiken. 1 Was de koffiezeteenheid nooit in de vaatwasmachine. 0 De machine van binnen zorgvuldig reinigen. Krab de vastgekoekte koffieresten in de koffiemachine weg met een houten of plastic vork (afb. 29) en zuig alle resten met een stofzuiger weg (afb. 30). 0 Om de koffiezeteenheid weer in te zetten (afb. 32, a) deze in de houder (afbeelding 32, b) en de pen (afb. 32, c) schuiven. De pen moet in de buis 1 73 822_949_352 CS5200.book Seite 74 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l (afbeelding 32, d) onder aan de koffie- 9.4 zeteenheid worden geschoven. 0 Druk dan stevig op de tekst PUSH (afb. 32,e) tot de koffiezeteenheid hoorbaar vastklikt. 0 Controleer of de twee rode knoppen (afb. 32, f) naar buiten zijn gekomen, anders kan het deurtje niet gesloten worden. 3 Afb. 33: de twee rode knoppen zijn correct naar buiten gekomen. Afb. 34: de twee rode knoppen zijn niet naar buiten gekomen. 0 3 Opmerking 1: Als de koffiezeteenheid niet correct is ingezet, d.w.z. voordat 0 het vastklikken te horen is, en de rode knoppen niet goed naar buiten zijn gekomen, kan het servicedeurtje niet 0 gesloten worden en kan het apparaat niet gebruikt worden (als het ingeschakeld wordt, knippert het controlelampje ). 3 3 74 Opmerking 2: Als het inzetten van de koffiezeteenheid moeilijk gaat, moet deze (voor het inzetten) op de juiste grootte worden gebracht, en wel door de koffiezeteenheid tegelijk van onderen en van boven, zoals in afb. 31 weergegeven, stevig samen te drukken. Opmerking 3: Als de koffiezeteenheid dan nog steeds moeilijk in te zetten is, probeer het dan niet met geweld, maar sluit het servicedeurtje, trek de stekker van het voedingssnoer uit het stopcontact en steek hem er dan meteen weer in. Wacht tot alle symbolen uit zijn, open dan het servicedeurtje en zet de koffiezeteenheid weer in. Zet het afdruipbakje samen met het koffiedikreservoir weer in het apparaat en sluit het servicedeurtje. Ontkalking Doordat het gebruikte water voor het koffie zetten voortdurend verwarmd wordt, is het normaal dat er zich in de loop van de tijd kalk in de koffiemachine afzet. Zodra het controlelampje begint te knipperen, moet de koffiemachine ontkalkt worden. Aanwijzing: Als het controlelampje begint te branden, kan er nog steeds koffie worden gezet. Ga als volgt te werk: Druk op de toets (afb. 7) om de machine in te schakelen. Wacht tot de controlelampjes en niet meer knipperen, maar continu branden. Maak de oplossing zoals aangegeven op de fles van het bijgeleverde ontkalkingsmiddel klaar:. Giet de inhoud van de fles ontkalkingsmiddel (0,125 liter) in de watertank en voeg dat 1 liter water toe. Attentie: Gebruik in geen geval ontkalkingsmiddelen die niet door AEG/ Electrolux aanbevolen worden. Bij gebruik van andere ontkalkingsmiddelen aanvaardt AEG/Electrolux geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. Vloeibaar ontkalkingsmiddel is verkrijgbaar in de vakhandel of via de servicelijn van AEG/Electrolux. 0 Zet een bak met een inhoud van minstens 1,5 liter onder de melkopschuimer (afb. 6). 1 0 Druk op de toets en houd deze minstens 5 seconden ingedrukt. Dan begint het controlelampje te branden om aan te geven dat het ontkalkingsprogramma gestart is (de controlelampjes en blijven uit, waarmee wordt aangegeven dat er geen koffie kan worden gezet). 0 Draai de stoomknop een halve slag maar links (afb. 8). Dan loopt de ontkalkingsoplossing uit de melkopschuimer in de daaronder geplaatste bak. 822_949_352 CS5200.book Seite 75 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 0 0 0 0 0 0 3 1 9.5 Het ontkalkingsprogramma doorloopt automatisch een serie spoelingen en pauzes om vastgekoekte kalk binnen uit de koffiemachine te verwijderen. Draai na circa 30 minuten, als het controlelampje gaat branden, de stoomknop een halve slag naar rechts tot de aanslag (afb. 8). Nu moet er gespoeld worden om de restanten van de ontkalkingsoplossing uit de koffiemachine te verwijderen. Neem de watertank eruit, spoel hem en vul hem met vers water. Zet de watertank weer in. Giet de onder de melkopschuimer geplaatste, met vloeistof gevulde bak leeg en plaats deze weer onder de melkopschuimer. Draai de stoomknop een halve slag maar links (afb. 8). Er komt heet water uit de melkopschuimer, dat in de eronder geplaatste bak loopt. Zodra de watertank leeg is, gaat het controlelampje uit en begint het controlelampje te branden. Draai de stoomknop helemaal naar rechts (afb. 8) en vul de watertank nogmaals met schoon water. Nu is het ontkalkingsprogramma afgelopen en de koffiemachine is weer gebruiksklaar. Aanwijzing: Als het ontkalkingsproces niet volledig wordt uitgevoerd en voortijdig wordt afgebroken, gaat het alarm niet uit en moet het proces vanaf het begin herhaald worden. Belangrijk: als het ontkalken niet volgens de voorschriften wordt uitgevoerd, vervalt de garantie. Waterhardheid instellen Het controlelampje gaat branden na een gebruikstijd die, rekening houdend met de in het leidingwater aanwezige maximale hoeveelheid kalk, in de fabriek is ingesteld. U kunt de ingestelde gebruikstijd verlengen als u minder vaak een ontkalking wilt uitvoeren. Hiervoor moet de koffiema- chine aan de hand van het werkelijke kalkgehalte van het gebruikte water worden geprogrammeerd. Gebruik het bijgeleverde teststaafje om de hardheidsstand te bepalen of vraag bij uw watermaatschappij naar de hardheid. Bepalen van het waterhardheidsniveau 0 Doop hiervoor het teststrookje ca. 1 seconde in koud water. Schud het overtollige water eraf en bepaal het hardheidsniveau aan de hand van de roze vakjes. Geen of één vakje roze hardheidsniveau 1, zacht tot 1,24 mmol/l of tot 7° Duitse hardheid of tot 12,6° Franse hardheid Twee vakjes roze: hardheidsniveau 2, middelhard tot 2,5 mmol/l of tot 14° Duitse hardheid of tot 25,2° Franse hardheid Drie vakjes roze: hardheidsniveau 3, hard tot 3,7 mmol/l of tot 21° Duitse hardheid of tot 37,8° Franse hardheid Vier vakjes roze: hardheidsniveau 4, zeer hard meer dan 3,7 mmol/l of meer dan 21° Duitse hardheid of meer dan 37,8° Franse hardheid Instellen en opslaan van het bepaalde waterhardheidsniveau U kunt 4 hardheidsniveaus instellen. Het apparaat is in de fabriek op hardheidsniveau 4 ingesteld. 0 Controleer of de koffiemachine uitgeschakeld is (alle controlelampjes zijn uit). 0 Druk op de toets en houd deze minstens 5 seconden ingedrukt. De vier controlelampjes , , en gaan branden. 0 Druk een aantal keren op de toets (afb. 19) tot het aantal brandende controlelampjes gelijk is aan het vastge- 75 822_949_352 CS5200.book Seite 76 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l Het controlelampje brandt continu De koffiemachine is ingesteld voor het afgeven van koffie op basis van gemalen koffie (zie par. 6 „Koffie zetten met voorgemalen koffie“, pagina 70). Het controlelampje brandt continu Het automatische ontkalkingsprogramma loopt (zie par. 9.4 „Ontkalking“, pagina 74) stelde hardheidsniveau (om b.v. hardheidsniveau 3 in te stellen drukt u zo vaak op de toets dat de drie controlelampjes , en samen branden). 0 Druk op de toets om de waarde op te slaan. Nu is het apparaat zo geprogrammeerd dat het aangeeft wanneer er volgens het werkelijke kalkgehalte beslist een ontkalking moet worden uitgevoerd. 10 Betekenis van de normale controlelampjes De controlelampjes en knipperen De koffiemachine is niet bedrijfsklaar (het water heeft nog niet de ideale temperatuur bereikt om koffie te zetten). Begin pas met koffie zetten als alle controlelampjes continu branden. De controlelampjes en branden continu De koffiemachine heeft de ideale temperatuur bereikt om koffie te zetten Het controlelampje brandt continu De koffiemachine is een kop koffie aan het afgeven. Het controlelampje brandt continu De koffiemachine is twee koppen koffie aan het afgeven. Het controlelampje stoom knippert De koffiemachine wordt verwarmd om de ideale temperatuur te bereiken om stoom te produceren. Wacht tot het controlelampje continu brandt alvorens de stoomknop te draaien. Het controlelampje stoom brandt continu De koffiemachine is gereed voor stoomafgifte en u kunt de stoomknop draaien. 76 11 Betekenis van de alarmlampjes en wat te doen als ze gaan branden • 0 • 0 • 0 • 0 • 0 Het controlelampje brandt continu De watertank is leeg of niet goed ingezet. De watertank vullen zoals beschreven in par. 3.2 „Met water vullen“, pagina 67, en correct inzetten. De watertank is vuil of er hebben zich kalkkorsten in gevormd. De watertank uitspoelen of ontkalken. Het controlelampje knippert De koffiemachine kan geen koffie zetten en maakt veel lawaai. Draai de stoomknop naar links zoals beschreven in hoofdstuk 4 „Koffie zetten met bonen“, pagina 68, opmerking 10 (Abb. 8). De koffie komt te langzaam uit het apparaat. Draai de draaiknop voor het instellen van de maalgraad (afb. 17) één stand naar rechts (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het maalmechanisme“, pagina 70). Het controlelampje brandt continu Het koffiedikreservoir is vol of niet goed ingezet. Het koffiedikreservoir legen en zoals beschreven in hoofdstuk 9.2 „Koffiedikreservoir legen“, pagina 73, reinigen en correct inzetten. 822_949_352 CS5200.book Seite 77 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l • Na het schoonmaken is het koffiedikreservoir niet ingezet. 0 Het servicedeurtje openen en het koffiedikreservoir inzetten. Het controlelampje knippert • De functie is gekozen, maar er is geen gemalen koffie in de vulschacht gedaan. 0 De gemalen koffie erin doen zoals beschreven in hoofdstuk 6 „Koffie zetten met voorgemalen koffie“, pagina 70. • Het koffiebonenreservoir bevat geen koffiebonen meer. 0 Het koffiebonenreservoir met koffiebonen vullen zoals beschreven in hoofdstuk 3.3 „Koffiebonenreservoir vullen“, pagina 67. • Als het maalmechanisme veel lawaai maakt, betekent dit dat een klein steentje tussen de koffiebonen het maalmechanisme geblokkeerd heeft. 0 Neem contact op met de klantendienst. Blokkering of beschadiging veroorzaakt door vreemde elementen in het maalmechanisme vallen eventueel niet onder de garantie. Het controlelampje knippert • Geeft aan dat de koffiemachine verkalkt is. 0 Het in par. 9.4 „Ontkalking“, pagina 74 beschreven ontkalkingsprogramma moet uitgevoerd worden. De machine maakt een abnormaal geluid en de vier controlelampjes , , en knipperen afwisselend • Waarschijnlijk hebt u vergeten de koffiezeteenheid na het reinigen weer in de koffiemachine te plaatsen. 0 Laat het servicedeurtje dicht en zet de koffiezeteenheid niet in. Houd de toetsen en ingedrukt tot de vier controlelampjes uitgaan. Pas wanneer alle vier de alarmlampjes uit zijn, kan het servicedeurtje geopend worden en kan de koffiezeteenheid ingezet worden (zie hiervoor par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73). • 0 • 0 • 0 • 0 • 0 • 0 De controlelampjes en knipperen afwisselend De koffiemachine is zojuist ingeschakeld en de koffiezeteenheid is niet correct ingezet, zodat het servicedeurtje niet gesloten kan worden. Druk op de tekst PUSH op de koffiezeteenheid tot u een klik hoort. Let erop of de twee rode knoppen naar buiten gekomen zijn (par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73). Het servicedeurtje sluiten en op de toets drukken. De controlelampjes , en zijn aan en knipperen De koffiemachine is ingeschakeld terwijl de stoomdraaiknop ingeschakeld is. Draai de stoomknop helemaal naar rechts (afb. 8). Het controlelampje knippert Het servicedeurtje is open. Als u het servicedeurtje niet kunt sluiten, controleer dan of de koffiezeteenheid correct is ingezet (zie par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73). Het controlelampje brandt continu en de controlelampjes en knipperen Waarschijnlijk hebt u vergeten de koffiezeteenheid na het reinigen weer in de koffiemachine te plaatsen. Zet de koffiezeteenheid in, zie hiervoor par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73. De koffiemachine is van binnen zeer vuil. De koffiemachine reinigen zoals beschreven in par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73. Het controlelampje knippert De vulschacht voor gemalen koffie is verstopt. De vulschacht met behulp van een mes schoonmaken zoals beschreven in hoofdstuk 6 „Koffie zetten met voorgemalen koffie“, pagina 70, opmerking 5 (Abb. 21). 77 822_949_352 CS5200.book Seite 78 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 12 Problemen die opgelost kunnen worden voordat u de klantendienst belt Als de koffiemachine niet functioneert en er een alarmlampje brandt, kunt u de oorzaak van de storing gemakkelijk vinden en verhelpen door hoofdstuk 11 „Betekenis van de alarmlampjes en wat te doen als ze gaan branden“, pagina 76 te raadplegen. Als er echter geen alarmlampje brandt, voer dan de volgende controles uit voordat u contact opneemt met de klantendienst. • 0 • 0 • 0 • 0 De koffie is niet heet De kopjes zijn niet voldoende voorverwarmd. De kopjes voorverwarmen door ze met heet water te spoelen of minstens 20 minuten op de warmhoudplaat (A) te zetten (zie hoofdstuk 4 „Koffie zetten met bonen“, pagina 68, opmerking 3). De koffiezeteenheid is te koud. Voor het koffie zetten de koffiezeteenheid voorverwarmen door op de toets die drukken (zie hoofdstuk 4 „Koffie zetten met bonen“, pagina 68, opmerking 3). De koffie heeft weinig crema De machine gebruikt te weinig koffie voor het zetten. Draai de knop voor de hoeveelheid gemalen koffie (afb. 9) iets naar rechts (zie hoofdstuk 4 „Koffie zetten met bonen“, pagina 68 opmerking 2). De koffie is te grof gemalen. Draai de knop voor het instellen van de maalgraad (afb. 17) één stand naar links (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het maalmechanisme“, pagina 70). • Het koffiemengsel is niet geschikt. 0 Gebruik een koffiemengsel dat geschikt is voor volautomatische koffiemachines. 78 • 0 • 0 • 0 • 0 • 0 • De koffie komt te langzaam uit het apparaat De koffie is te fijn gemalen. Draai de knop voor het instellen van de maalgraad (afb. 17) één stand naar rechts (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het maalmechanisme“, pagina 70). De machine gebruikt te veel koffie voor het zetten. Draai de knop voor de hoeveelheid gemalen koffie (afb. 9) iets naar links. De koffie komt te snel uit het apparaat De koffie is te grof gemalen. Draai de knop voor het instellen van de maalgraad (afb. 17) één stand naar links (zie hoofdstuk 5 „Instellen van het maalmechanisme“, pagina 70). De machine gebruikt te weinig koffie tijdens het koffie zetten. Draai de knop voor de hoeveelheid gemalen koffie (afb. 9) iets naar rechts. De koffie komt niet uit beide openingen van de koffieuitloop De opening is verstopt. Verwijder de opgedroogde koffie met een naald (afb. 27). Ondanks draaien aan de stoomknop komt er geen stoom uit de melkopschuimer De gaatjes van de melkopschuimer en het melkopschuimmondstuk zijn verstopt. 0 Reinig de gaatjes van de melkopschuimer en het melkopschuimmondstuk (zie par. 8.1 „Melkopschuimer reinigen“, pagina 72 – afb. 25). Als er op de toetsen en wordt gedrukt, komt er geen koffie, maar water uit de machine • De gemalen koffie is misschien vast blijven zitten in de vulschacht. 0 Verwijder de gemalen koffie die de vulschacht verstopt met een mes (zie hoofdstuk 6 „Koffie zetten met voorgemalen koffie“, pagina 70 – opmerking 5). Reinig dan de koffiezeteenheid en het inwendige van de machine (zie 822_949_352 CS5200.book Seite 79 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l • 0 • 0 1 • 0 • 0 hiervoor de instructies in par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73). Als er op de toets wordt gedrukt, wordt de machine niet ingeschakeld De koffiemachine is niet aan het stroomnet aangesloten. Controleer of het snoer goed in het stopcontact gestoken is. De koffiezeteenheid kan niet verwijderd worden om gereinigd te worden De koffiemachine is ingeschakeld. De koffiezeteenheid kan alleen uit de machine worden genomen als deze uitgeschakeld is. Schakel de machine uit (zie par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73). Attentie: De koffiezeteenheid kan alleen uit de koffiemachine worden genomen als deze uitgeschakeld is. Als u probeert de koffiezeteenheid uit de koffiemachine te nemen terwijl deze ingeschakeld is, riskeert u dat het apparaat ernstig beschadigd wordt. Er is gemalen koffie gebruikt (in plaats van koffiebonen) en de machine geeft geen koffie Er is te veel gemalen koffie in de machine gedaan. De koffiezeteenheid uit de machine nemen en de machine van binnen zorgvuldig reinigen zoals beschreven in par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73. De procedure herhalen en daarbij maximaal 2 afgestreken maatlepels gemalen koffie gebruiken. Er is niet op de toets gedrukt en de machine heeft zowel de voorgemalen koffie als de door het maalmechanisme gemalen koffie gebruikt. Reinig de machine van binnen zorgvuldig zoals beschreven in par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73. Eerst zoals in hoofdstuk 6 „Koffie zetten met voorgemalen koffie“, pagina 70 beschreven op de toets drukken en de procedure herhalen. • De gemalen koffie is in de machine gedaan terwijl deze uitgeschakeld was. 0 De koffiezeteenheid uit de machine nemen en de machine van binnen zorgvuldig reinigen zoals beschreven in par. 9.3 „Reinigen van de koffiezeteenheid“, pagina 73. Herhaal de procedure terwijl de machine ingeschakeld is. De koffie komt niet uit de openingen van de koffieuitloop, maar opzij uit het servicedeurtje • De openingen van de koffieuitloop zijn verstopt met opgedroogde koffie. 0 Steek de gaatjes met een naald door (afb. 27). • Het zwenkvak aan de binnenkant van het servicedeurtje is geblokkeerd en draait niet. 0 Het zwenkvak zorgvuldig reinigen, vooral bij de scharnieren, zodat deze beweegbaar blijven. • • • • 13 Wat moet u doen als het apparaat getransporteerd moet worden? Originele verpakking als transportbescherming bewaren. Ter bescherming tegen krassen in ieder geval de oorspronkelijke plastic zak gebruiken. Apparaat tegen schokken beveiligen. Voor schade tijdens het transport aanvaarden wij geen aansprakelijkheid. Watertank en koffiedikreservoir leeg maken. Let er ook op waar u het apparaat plaatst, vooral in de winter. Er kan vorstschade ontstaan. Technische gegevens Netspanning: Opgenomen vermogen: ; 220-240 V 1350 W Dit apparaat voldoet aan de volgende EU richtlijnen: • Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC • EMC-richtlijn 89/336/EEC met toevoeging 92/31/EEC en 93/68/EEC 79 822_949_352 CS5200.book Seite 80 Mittwoch, 9. Mai 2007 7:26 19 l 14 2 Afvalverwerking Verpakkingsmateriaal De verpakkingsmaterialen zijn onschadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen zijn voorzien van een aanduiding, b.v. >PE<, >PS< enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers. 2 Oude apparaten W Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar naar een plaats moet worden gebracht voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product kunt u het best contact opnemen met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. 80 15 Service De originele verpakking inclusief piepschuimdelen beslist bewaren. Om transportschade te voorkomen moet het apparaat veilig verpakt zijn.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268

Aeg-Electrolux CS5200 Handleiding

Categorie
Koffie makers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor