Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
ES95/ES96/ES99/ST71T
Klik op een
onderwerp
In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide
aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Instellingen
Bijlagen
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of
kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en
vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge
temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente
schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke
materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de
ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp
gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen
veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u
meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en
vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de
camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de
voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader
niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en
accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera
beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door nietgoedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of
stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de
batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn
bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van
snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten
kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan
voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van
Samsung Electronics om te camera te laten repareren.
3
Samenvatting van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.
• microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde handelsmerken van SD
Association.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het
eigendom van de betreffende eigenaars.
Basisfuncties
12
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en
basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies
32
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen
van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties
48
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de
opnamemodus.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen
bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
• Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en
regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing
zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Afspelen/bewerken
70
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's
bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer aansluit.
Instellingen
93
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Bijlagen
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoud.
4
98
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus
Smart Auto
Programma
Live Panorama
Beeld in beeld
Scène
Film
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram
S
Symbool
p
N
d
s
v
[]
()
“
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie
beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld.
Opmerking: de modus s ondersteunt wellicht niet voor alle scènes functies.
*
Bijvoorbeeld:
Beschikbaar in de
Programma- en Film modus
5
Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Knoppen op de camera. Voorbeeld: [Ontspanknop] geeft de
ontspanknop weer.
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om
een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: selecteer a “ Fotoformaat
(betekent: selecteer a en selecteer vervolgens Fotoformaat).
Voetnoot
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. U kunt
de belichting aanpassen door de sluitertijd, diafragmawaarde of ISO-waarde te
wijzigen. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Op de ontspanknop drukken
• Druk de [Ontspanknop] half in: de sluiterknop half indrukken
• Druk de [Ontspanknop] in: de sluiterknop volledig indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in
Druk op de [Ontspanknop]
S Normale belichting
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
6
S Overbelicht (te helder)
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
• Stel de flitseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 52)
• Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 83)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
• Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
• Stel de ISO-gevoeligheidopties in. (pag. 54)
Foto's zijn onscherp.
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de
functie DIS of druk op [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp. (pag. 30)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
De camera probeert meer licht binnen te laten en daardoor wordt de sluitertijd langer. Het kan moeilijk zijn om de camera
zolang stil te houden tot de foto gemaakt is.
• Selecteer Nacht in de modus s. (pag. 39)
• Zet de flitser aan. (pag. 52)
• Stel de ISO-gevoeligheidopties in. (pag. 54)
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het
onderwerp te donker worden.
• Maak geen foto's tegen de zon in.
• Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 39)
• Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 52)
• Pas de belichting aan. (pag. 61)
• Stel de optie Compenseren voor tegenlicht (ACB) in. (pag. 62)
• Stel de lichtmeting in op Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (pag. 63)
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
7
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
•
•
•
•
d-modus f 38
s-modus > Beautyshot f 40
s-modus > Intelligent portret f 41
Rode ogen/Anti-rode ogen (om rode ogen te
voorkomen of te corrigeren) f 52
• Gezichtsdetectie f 58
• Zelfportret f 58
De belichting aanpassen (helderheid)
• ISO-waarde (om de lichtgevoeligheid aan te passen)
f 54
compenseren) f 62
• L.meting f 63
• AEB (om 3 foto’s met verschillende belichtingen van
dezelfde scène te maken) f 66
Foto's van de omgeving maken
• N-modus f 36
• s-modus > Landschap f 39
f 54
Effecten toepassen op foto's
Actiefoto's maken
• Serieopname, Bewegingsopname f 66
Foto's van tekst, insecten en bloemen
maken
• Smart Filter-effecten f 67
• EV (de belichting aanpassen) f 61
• ACB (om onderwerpen tegen een lichte achtergrond te
's Nachts of in het donker foto's maken
• s-modus > Nacht, Zon onder, Dageraad f 39
• Flitseropties f 52
• ISO-waarde (om de lichtgevoeligheid aan te passen)
Effecten toepassen op video's
•
•
•
•
s-modus > Magisch kader f 40
s-modus > Grappig gezicht f 42
Smart filter-effecten f 67
Beeld aanpassen (om Contrast, Scherpte, of Kleurverz.
aan te passen) f 69
• s-modus > Tekst f 39
• Macro f 55
8
Bewegingsonscherpte voorkomen
• Digitale beeldstabilisatie (DIS) f 29
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Bestanden weergeven als miniaturen f 72
Bestanden weergeven op categorie f 73
Alle bestanden in het geheugen verwijderen f 75
Foto's als diashow weergeven f 77
De camera op een computer aansluiten f 85
Geluid en volume aanpassen f 95
De helderheid van het scherm aanpassen f 96
De schermtaal wijzigen f 96
De datum en tijd instellen f 96
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
f 109
Inhoud
Basisfuncties ..................................................................................................................... 12
Uitgebreide functies ..................................................................................................... 32
Uitpakken .................................................................................................................... 13
De Smart Auto-modus gebruiken ...................................................................... 33
Onderdelen en knoppen van de camera ......................................................... 14
De Programmamodus gebruiken ...................................................................... 35
De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................................................... 17
De modus Live Panorama gebruiken ................................................................ 36
De batterij opladen en de camera inschakelen ............................................. 18
De modus Beeld in Beeld gebruiken ................................................................. 38
De batterij opladen ................................................................................................ 18
De camera inschakelen ......................................................................................... 18
De Scènemodus gebruiken .................................................................................. 39
De modus Magisch kader gebruiken ..................................................................
De Beautyshot-modus gebruiken .......................................................................
De modus Intelligent portret gebruiken ............................................................
De modus Grappig gezicht gebruiken ...............................................................
De Nachtmodus gebruiken ..................................................................................
De eerste instellingen uitvoeren ........................................................................ 19
Uitleg over de pictogrammen ............................................................................. 21
Opties of menu's selecteren. ................................................................................ 22
[MENU] gebruiken .................................................................................................. 22
[Fn] gebruiken ......................................................................................................... 23
40
40
41
42
43
De Filmmodus gebruiken ...................................................................................... 45
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken .............................................. 46
Display en geluid instellen .................................................................................... 25
De weergave instellen ........................................................................................... 25
Het geluid instellen ................................................................................................ 25
Foto's maken .............................................................................................................. 26
Zoomen .................................................................................................................... 27
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) ........................................................... 29
Tips om betere foto's te maken ........................................................................... 30
9
Inhoud
Gezichtsdetectie gebruiken ................................................................................. 58
Opnameopties ................................................................................................................. 48
Gezichten detecteren ............................................................................................
Een zelfportret maken ...........................................................................................
Een foto van een lachend gezicht maken ..........................................................
Knipperende ogen detecteren .............................................................................
Tips voor gezichtsdetectie ....................................................................................
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren ....................................................... 49
De resolutie selecteren .......................................................................................... 49
Een beeldkwaliteit selecteren .............................................................................. 50
Timer gebruiken ....................................................................................................... 51
Opnamen in het donker maken .......................................................................... 52
Helderheid en kleur aanpassen .......................................................................... 61
Rode ogen voorkomen ......................................................................................... 52
De flitser gebruiken ................................................................................................ 52
De ISO-waarde aanpassen .................................................................................... 54
De belichting handmatig aanpassen (EV) ..........................................................
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................................................
De lichtmeetmethode wijzigen ...........................................................................
Een instelling voor Witbalans selecteren ............................................................
De scherpstelling aanpassen ............................................................................... 55
Macro gebruiken ....................................................................................................
Autofocus gebruiken .............................................................................................
Het scherpstelgebied aanpassen ........................................................................
Meebewegende autofocus gebruiken ...............................................................
58
58
59
59
60
55
55
56
57
61
62
63
64
Serieopnamen ........................................................................................................... 66
Effecten toepassen/beelden aanpassen .......................................................... 67
Smart filter-effecten toepassen ........................................................................... 67
Afbeeldingen aanpassen ...................................................................................... 69
10
Inhoud
Afspelen/bewerken ....................................................................................................... 70
Instellingen ....................................................................................................................... 93
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ......................................... 71
Instellingenmenu ..................................................................................................... 94
De afspeelmodus starten ...................................................................................... 71
Foto's weergeven ................................................................................................... 76
Een video afspelen ................................................................................................. 78
Het instellingenmenu openen .............................................................................
Geluid .......................................................................................................................
Display ......................................................................................................................
Instellingen ..............................................................................................................
Foto's bewerken ........................................................................................................ 80
Het formaat van foto's wijzigen ...........................................................................
Een foto draaien .....................................................................................................
Een close-upportret maken ..................................................................................
Smart filter-effecten toepassen ...........................................................................
Foto's aanpassen ....................................................................................................
80
81
81
82
83
94
95
95
96
Bijlagen ............................................................................................................................... 98
Foutmeldingen .......................................................................................................... 99
Cameraonderhoud ................................................................................................ 100
De camera reinigen ..............................................................................................
De camera gebruiken of opbergen ...................................................................
Geheugenkaarten ................................................................................................
De batterij ..............................................................................................................
Bestanden naar een computer overbrengen ................................................. 85
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen .................................. 85
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ........................................... 86
100
101
102
105
Programma's op een computer gebruiken ..................................................... 88
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .................................. 109
i-Launcher installeren ............................................................................................ 88
i-Launcher gebruiken ............................................................................................ 89
Cameraspecificaties ............................................................................................... 112
Woordenlijst ............................................................................................................. 116
Index ........................................................................................................................... 121
11
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken …………………………………………
Onderdelen en knoppen van de camera ………
De batterij en geheugenkaart plaatsen ………
De batterij opladen en de camera
inschakelen ………………………………………
13
Display en geluid instellen ……………………… 25
14
De weergave instellen ………………………… 25
Het geluid instellen …………………………… 25
17
18
De batterij opladen …………………………… 18
De camera inschakelen ………………………… 18
De eerste instellingen uitvoeren ……………… 19
Uitleg over de pictogrammen ………………… 21
Opties of menu's selecteren. …………………… 22
[MENU] gebruiken ……………………………… 22
[Fn] gebruiken ………………………………… 23
Foto's maken …………………………………… 26
Zoomen ………………………………………… 27
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) ……… 29
Tips om betere foto's te maken ………………… 30
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
Camera
AC-adapter/USB-kabel
Camera-etui
Oplaadbare batterij
Batterijoplader
Polslus
Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
Snelstartgids
• De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
• Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten.
• U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een
servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen
die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
Basisfuncties 13
Onderdelen en knoppen van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Power-knop
Ontspanknop
Microfoon
Flitser
Luidspreker
Lens
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Basisfuncties 14
USB-aansluiting
Aansluiting USB-kabel
Onderdelen en knoppen van de camera
Zoomknop
• In de opnamemodus: in- en uitzoomen
• In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de
Statuslampje
• Knippert: wanneer de camera een foto
of video opslaat, wanneer de gegevens
op de camera worden gelezen door
een computer, wanneer het beeld niet
is scherpgesteld of als er een probleem
optreedt met het opladen van de batterij
• Licht op: wanneer de camera is
aangesloten op een computer, wanneer
de batterij wordt opgeladen of wanneer
het beeld is scherpgesteld
foto, bestanden als miniaturen weergeven of het
volume aanpassen
De polslus bevestigen
x
y
Scherm
Knoppen
(pag. 16)
Basisfuncties 15
Onderdelen en knoppen van de camera
Knoppen
Knop
Beschrijving
Knop
Beschrijving
Naar opties of menu's gaan.
Een opnamemodus selecteren.
Modus
S
p
N
d
s
v
Beschrijving
Smart Auto: een foto maken met een scènemodus
automatisch geselecteerd door de camera.
Programma: een foto nemen met handmatige
instellingen.
Live Panorama: een serie foto's maken en combineren
om een panoramisch beeld te maken.
Beeld in beeld: maak of selecteer een achtergrondfoto
van volledige grote en plaats vervolgens een kleinere
foto in de voorgrond om een samengestelde foto te
maken.
Scène: een foto maken met vooraf ingestelde opties
voor een specifieke scène.
Film: een video opnemen.
Basisfuncties 16
D
c
F
t
Basisfuncties
De weergaveoptie wijzigen.
De macro-optie wijzigen.
De flitseroptie wijzigen.
De timeroptie wijzigen.
Overige functies
Omhoog
Omlaag
Naar links
Naar rechts
Gemarkeerde optie of menu bevestigen.
Naar de afspeelmodus gaan.
• Opties openen in de opnamemodus.
• Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Batterijvergrendeling
Schuif de vergrendeling naar
boven om de batterij los te
maken.
Oplaadbare batterij
Zorg dat bij het plaatsen van een
geheugenkaart de goudkleurige
contactpunten omhoog zijn gericht.
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat
deze uit de camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
Geheugenkaart
Plaats de batterij met het Samsung-logo
naar boven.
Geheugenkaart
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties 17
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
De camera inschakelen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden
opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het
andere uiteinde van de USB-kabel aan op de netspanningsadapter.
Druk op [X] om de camera in- of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt
wanneer u de camera voor het eerst inschakelt.
(pag. 19)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Statuslampje
• Rode lampje brandt: opladen
• Rode lampje uit: volledig opgeladen
• Rode lampje knippert: fout
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als
u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij
van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties 18
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera
te configureren. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen.
1
Druk op [t] “ [c] om Tijdzone te selecteren en druk op [t] of
[o].
3
Druk op [D/c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren en
druk vervolgens op [t] of [o].
Nederlands
Tijdzone
Datum/tijd aanpassen
Datumtype
Type tijd
Afsl.
Londen
Tijdzone
JJJJ/MM/DD
Datumtype JJJJ MM DD
Type tijd
12 uur
Terug
Terug
Druk op [F/t] om een tijdzone te selecteren en druk op [o].
• Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [D].
4
5
Tijdzone
Londen
Terug
Instellen
• Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
• Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
2
Londen
Datum/tijd aanpassen
Zomertijd
Basisfuncties 19
Druk op [F/t] om een item te selecteren.
Druk op [D/c] om de datum en tijd in te stellen en druk op
[o].
De eerste instellingen uitvoeren
6
Druk op [D/c] om Datumtype te selecteren en druk op [t] of
[o].
7
Druk op [D/c] om een datumtype te selecteren en druk
vervolgens op [o].
Nederlands
Londen
Tijdzone
Datum/tijd aanpassen
Datumtype
Type tijd
Terug
JJJJ/MM/DD
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Instellen
• De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde
taal.
8
Druk op [D/c] om Type tijd te selecteren en druk op [t] of
[o].
9
Druk op [D/c] om een type tijd te selecteren en druk
vervolgens op [o].
10
Druk op [m] om de eerste configuratie te voltooien.
Basisfuncties 20
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Als u een opnameoptie wijzigt, knippert het
bijbehorende symbool korte tijd geel.
1
2
Symbool
Beschrijving
Bewegingsonscherpte
Fotoresolutie als de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld
Zoomindicator
Zoomverhouding
Huidige tijd en datum
3
1 Opnamegegevens
Symbool
Beschrijving
Beschikbare opnametijd
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart niet geplaatst
(intern geheugen)
Geheugenkaart geplaatst
•
•
•
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk opgeladen
: leeg (opladen)
Autofocuskader
2 Opnameopties (rechts)
Symbool Beschrijving
3 Opnameopties (links)
Symbool
Beschrijving
Onderwerpen die veel bewegen
Opnamemodus
Diafragmawaarde en sluitertijd
Lange sluitertijd
Belichtingswaarde (EV)
Witbalans
Gezichtstint
Gezichtretouch
Fotoresolutie
ISO-waarde
Videoresolutie
Smart filter
Framesnelheid
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en
kleurverzadiging)
Fotokwaliteit
Lichtmeting
Flitser
Sound Alive Aan
Optie voor serieopnamen
Digitale beeldstabilisatie (DIS)
Timer
Autofocusinstelling
Gezichtsdetectie
Basisfuncties 21
Opties of menu's selecteren.
Als u een optie of een menu wilt selecteren, drukt u op [m] of [f].
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
[MENU] gebruiken
Als u opties wilt selecteren, drukt u op [m] en vervolgens op [D/c/F/t]
of [o].
1
2
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
Selecteer een optie of menu.
1
2
3
• Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan.
• Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan.
Druk in de opnamemodus op [M].
Selecteer p.
Druk op [m].
Fotoformaat
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
3
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu
te bevestigen.
Afsl.
4
Druk op [m] om terug te gaan naar het vorige menu. Druk de [Ontspanknop]
half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
Basisfuncties 22
Wijzigen
Druk op [D/c] om a te selecteren en druk op [t] of [o].
Opties of menu's selecteren.
5
Druk op [D/c] om Witbalans te selecteren en druk op [t] of
[o].
[Fn] gebruiken
U kunt opnameopties openen door op [f] te drukken, maar sommige opties zijn
dan niet beschikbaar.
Fotoformaat
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Smart filter
Gezichtsdetectie
Afsl.
6
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [M].
Selecteer p.
Druk op [f].
Terug
Fotoformaat
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
Daglicht
Afsl.
Terug
7
Verpl.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Basisfuncties 23
Verpl.
Opties of menu's selecteren.
4
Druk op [D/c] om naar
te scrollen.
Witbalans
Afsl.
5
Verpl.
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
Daglicht
Afsl.
6
Verpl.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Basisfuncties 24
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
De weergave instellen
Het geluid instellen
U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of afspeelmodus. Elk type
geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Het geluid instellen dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert.
1
2
3
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
Selecteer O “ Piepjes.
Selecteer een optie.
Optie
Alle informatie over het
opnemen tonen
Uit
1/2/3
Druk meerdere keren op [D] om het type weergave te wijzigen.
Modus
Opnemen
Afspelen
Type weergave
•
•
•
•
Alle informatie over opnameopties verbergen.
Alle informatie over opnameopties weergeven.
Alle informatie over de huidige foto verbergen.
Informatie weergeven over het huidige bestand met
uitzondering van de opname-instellingen.
• Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Basisfuncties 25
Beschrijving
De camera laat geen geluid klinken.
De camera laat een geluid klinken.
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [M].
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
6
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
7
Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus.
Selecteer S.
• Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
• Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is.
Plaats het onderwerp in het kader.
Druk op [P] om de gemaakte foto weer te geven.
• Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [f] en selecteert u Ja.
Zie pagina 30 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties 26
Foto's maken
Digitale zoom
Zoomen
ps
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u
inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt
zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 25
keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (5X) als de digitale zoomfunctie
(5X) gebruikt.
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
• De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met de het Smart filter-effect of de
Zoomverhouding
Tracking AF-optie.
Uitzoomen
• Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn
Inzoomen
dan normaal.
• Hoe langer u op de zoomknop drukt, hoe sneller de camera in- of uitzoomt.
• Wanneer u op de zoomknop drukt, kan de zoomverhouding op het scherm
ongelijk worden gewijzigd.
Basisfuncties 27
Foto's maken
Intelligent zoomen
Sps
Intelligent zoomen instellen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt
de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk
van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot
10 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt.
Fotoresolutie als de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ Intelli-zoom.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
Optisch bereik
Zoomindicator
Bereik intelligent zoomen
• De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar met het intelligente filtereffect
of de optie Tracking AF.
• Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter
wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
• De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding
instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch
uitgeschakeld.
• Intelli-zoom is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
Basisfuncties 28
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS)
ps
• DIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen
- wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt
- wanneer de camera te veel trilt
- wanneer u een lagere sluitersnelheid gebruikt (bijvoorbeeld voor
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte digitaal beperken.
nachtopnamen)
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
• Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig.
Als dit gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
S Vóór correctie
1
2
3
• De DIS-functie is niet beschikbaar wanneer u opties voor serieopnamen instelt.
S Na correctie
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ DIS.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: DIS is uitgeschakeld.
Aan: DIS is ingeschakeld.
Basisfuncties 29
Tips om betere foto's te maken
Bewegingsonscherpte voorkomen
De camera op de juiste manier vasthouden
Stel de DIS-optie (Digital Image Stabilization) in om de
bewegingsonscherpte te reduceren. (pag. 29)
Zorg ervoor dat niets de lens, flitser of
microfoon blokkeert.
Als
wordt weergegeven
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch
aan.
Bewegingsonscherpte
De camera stelt de diafragmawaarde en
sluitersnelheid automatisch in.
Scherpstelkader
• Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto
te maken als het scherpstelkader groen is.
• Pas de compositie aan en druk de [Ontspanknop]
nogmaals half in als het scherpstelkader rood is.
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitseroptie niet is ingesteld op Langz sync
of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk zijn om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een scherpe foto te maken.
• Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 52)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 54)
Basisfuncties 30
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te
stellen:
- er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het onderwerp
bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de achtergrondkleur)
- de lichtbron achter het onderwerp is te fel
- het onderwerp glanst of weerspiegelt
- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is
- het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader
• Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser
in. (pag. 52)
• Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
Serieopname of
Bewegingsopname.
(pag. 66)
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Basisfuncties 31
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van
video's door een modus te selecteren.
De Smart Auto-modus gebruiken ……………………………
De Programmamodus gebruiken ………………………………
De modus Live Panorama gebruiken …………………………
De modus Beeld in Beeld gebruiken …………………………
De Scènemodus gebruiken ……………………………………
De modus Magisch kader gebruiken …………………………
De Beautyshot-modus gebruiken ………………………………
De modus Intelligent portret gebruiken ………………………
De modus Grappig gezicht gebruiken …………………………
De Nachtmodus gebruiken ……………………………………
33
35
36
38
39
40
40
41
42
43
De Filmmodus gebruiken ……………………………………… 45
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken ……………… 46
De Smart Auto-modus gebruiken
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent
met de camera-instellingen voor de diverse scènes.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [M].
Symbool
Selecteer S.
Beschrijving
Landschappen
Scènes met een helderwitte achtergrond
Plaats het onderwerp in het kader.
Landschappen 's nachts
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven.
De pictogrammen worden hieronder weergegeven.
Portretten 's nachts
Landschappen met tegenlicht
Portretten met tegenlicht
Portretten
Close-upfoto's van objecten
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
Heldere luchten
Bossen
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
De camera is gestabiliseerd of op een statief geplaatst
(bij opnamen in het donker)
Onderwerpen die veel bewegen
Uitgebreide functies 33
De Smart Auto-modus gebruiken
4
5
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
• Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen
portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp en de
lichtval.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
• Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus
niet detecteert als het onderwerp beweegt.
• De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om
de juiste scène te selecteren.
Uitgebreide functies 34
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [M].
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Selecteer p.
Stel de gewenste opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 48)
Uitgebreide functies 35
De modus Live Panorama gebruiken
In de modus Live Panorama kunt u een brede panoramascène vastleggen in één foto. Maak een serie foto's en combineer deze om een panoramisch beeld te maken.
5
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de camera langzaam
in de richting waarin de rest van de panoramaopname moet worden
vastgelegd.
• Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele
opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak.
S Opnamevoorbeeld
1
2
3
• Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto
automatisch vast.
Druk in de opnamemodus op [M].
Selecteer N.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
• Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-, onder- of
bovenkant van de scène die u wilt vastleggen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten.
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
• Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd, combineert de
camera deze tot één panoramafoto.
Uitgebreide functies 36
De modus Live Panorama gebruiken
• Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het
•
•
•
•
•
volgende vermijden:
- de camera te snel of te langzaam bewegen
- de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen
- de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen
- de camera schudden
- opnemen op donkere locaties
- bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen
- opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt
gestopt onder de volgende omstandigheden:
- als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt
- als u de camera te snel beweegt
- als u de camera niet beweegt
Als u de modus Live Panorama selecteert, worden de digitale en optische
zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus selecteert terwijl de lens
is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie.
Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de opname of
beweging van het onderwerp.
Mogelijk legt de camera de laatste scène niet volledig vast als u de
camerabeweging exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als
u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het
punt waar u de scène wilt eindigen.
Uitgebreide functies 37
De modus Beeld in Beeld gebruiken
In de modus Beeld in beeld kunt u een achtergrondfoto op volledige grootte maken of selecteren en een kleinere foto invoegen op de voorgrond.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [M].
Selecteer d.
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te
maken.
6
Druk op [o] en vervolgens op [D/c/F/t] om de grootte van
het invoegpunt te wijzigen.
7
8
Druk op [o] om de instelling op te slaan.
• Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt u
op [m] en selecteert u a “ Afbeelding selecteren “ een gewenste
foto. U kunt geen videobestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in
de modus Live Panorama.
4
Druk op [o] om de foto in te stellen als achtergrondafbeelding.
5
Druk op [o] en vervolgens op [D/c/F/t] om het
invoegpunt te wijzigen.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, drukt u op [m].
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een foto te maken en in te
voegen.
• Het venster voor invoegen wordt groter wanneer u de [Ontspanknop]
indrukt zodat u kunt bepalen of het onderwerp scherp in beeld is.
9
Als u de samengestelde foto wilt weergeven, drukt u op [P].
• Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus.
• Wanneer u achtergrondfoto's maakt, wordt de resolutie automatisch ingesteld
op
en worden alle gemaakte foto's opgeslagen.
• De uiteindelijke Beeld in beeld-foto's worden opgeslagen als één gecombineerd
bestand en de ingevoegde foto's worden niet afzonderlijk opgeslagen.
• Wanneer u een afbeelding invoegt, wordt de resolutie voor het gecombineerde
bestand automatisch ingesteld op
.
• Wanneer u een achtergrondfoto vastlegt, wordt een foto die in de verticale
positie wordt vastgelegd, niet automatisch gedraaid.
• De maximale grootte van het venster voor invoegen is 1/4 van het scherm en de
beeldverhouding blijft gelijk wanneer u de grootte aanpast.
• De opties voor de scherpstelafstand zijn niet beschikbaar.
Terug
Verpl.
Uitgebreide functies 38
De Scènemodus gebruiken
In de Scènemodus kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [M].
Selecteer s.
Optie
Landschap
Selecteer een scène.
Tekst
Zon onder
Magisch kader
Beautyshot
Intelligent portret
Grappig gezicht
Nacht
Landschap
Tekst
Dageraad
Tegenl.
Strand/sneeuw
Beschrijving
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Tekst in drukwerk of elektronische documenten duidelijk
leesbaar vastleggen.
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten
vastleggen.
Zonsopgangen vastleggen.
Onderwerpen met tegenlicht vastleggen.
Onderbelichting van onderwerpen beperken die wordt
veroorzaakt door zonlicht dat wordt gereflecteerd door
zand of sneeuw.
• Als u een scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [m] en selecteert u s.
U kunt een van de weergegeven scènes selecteren.
Optie
Magisch kader
Beschrijving
Scènes met verschillende kadereffecten vastleggen.
(pag. 40)
Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van
onzuiverheden op het gezicht. (pag. 40)
Automatisch close-upportretten van een individueel
Intelligent portret
onderwerp in een scène extraheren en opslaan. (pag. 41)
hiermee kunt u een foto maken met grappige
Grappig gezicht
gezichtseffecten. (pag. 42)
Scènes 's nachts of bij weinig licht vastleggen (het
Nacht
gebruik van een statief wordt aanbevolen). (pag. 43)
Beautyshot
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies 39
De Scènemodus gebruiken
De modus Magisch kader gebruiken
De Beautyshot-modus gebruiken
In de modus Magisch kader kunt u verschillende kadereffecten toepassen op uw
foto's. De vorm en het uiterlijk van de foto's verandert afhankelijk van het kader dat
u selecteert.
In de Beautyshot-modus kunt u een portret maken met opties voor het verdoezelen
van onzuiverheden op het gezicht.
1
2
3
4
5
6
Druk in de opnamemodus op [M].
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Selecteer s “ Magisch kader.
Druk op [m].
Selecteer a “ Kader.
Selecteer een optie.
1
2
3
4
5
Selecteer s “ Beautyshot.
Druk op [m].
Selecteer a “ Gezichtstint.
Selecteer een optie.
• Verhoog bijvoorbeeld de instelling voor de gezichtstint om de huid lichter te
laten lijken.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
De resolutie wordt automatisch ingesteld op
Druk in de opnamemodus op [M].
Niveau 2
.
Terug
6
Druk op [m].
Uitgebreide functies 40
Verpl.
De Scènemodus gebruiken
7
8
Selecteer a “ Gezichtretouch..
De modus Intelligent portret gebruiken
Selecteer een optie.
In de modus Intelligent portret kunt u automatisch close-upportretten van een
individueel onderwerp in een scène extraheren en opslaan. Wanneer de camera
eenmaal een gezicht heeft gedetecteerd in de scène, vergroot hij het automatisch
en snijdt hij het beeld bij rond het gezicht. De camera slaat vervolgens de hele
scène en twee close-upportretten op als drie afzonderlijke bestanden.
• Verhoog bijvoorbeeld de instelling voor gezichtsretouchering om meer
imperfecties te verbergen.
Niveau 2
Terug
Verpl.
9
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
10
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [M].
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Selecteer s “ Intelligent portret.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
• De originele foto en 2 bijgesneden foto's worden onmiddellijk op het scherm
weergegeven en opgeslagen onder opeenvolgende bestandsnamen.
De scherpstelafstand wordt ingesteld op Auto macro.
Uitgebreide functies 41
De Scènemodus gebruiken
• De modus Intelligent portret slaat alleen de originele foto op als:
- er geen gezicht wordt gedetecteerd
- er meer dan 2 gezichten worden gedetecteerd
- het gedetecteerde oppervlak dat wordt ingenomen door het gezicht, groter is
dan een bepaald percentage
• De bijgesneden foto's worden opgeslagen met dezelfde hoogtebreedteverhouding (16:9) als de oorspronkelijke foto, of de omgekeerde hoogtebreedteverhouding (9:16).
• De scherpstelafstand wordt ingesteld op Auto macro.
De modus Grappig gezicht gebruiken
In de modus Grappig gezicht kunt u het gezicht van uw onderwerp vervormen met
grappige effecten.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [M].
4
5
Druk op [m].
Selecteer s “ Grappig gezicht.
Richt de camera op het gezicht van het onderwerp.
• De camera detecteert gezichten met de functie Gezichtsdetectie.
Selecteer a “ Grappig effect “ een grappig effect.
• U kunt het gezicht met het toegepaste effect weergeven op het scherm.
Neus omhoog
Terug
Uitgebreide functies 42
Verpl.
De Scènemodus gebruiken
6
7
8
9
Druk op [m].
De Nachtmodus gebruiken
Selecteer a “ Vervormingsniveau.
In de Nachtmodus kunt u een lange sluitertijd gebruiken om de sluiter langer
open te laten staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting te
voorkomen.
10
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Het vervormingsniveau regelen.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
• De modus Grappig gezicht werkt niet als de camera geen gezicht kan
detecteren.
• Als de camera 2 of meer gezichten detecteert, wordt het effect alleen toegepast
op het gezicht dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
• In de modus Grappig gezicht zijn de opties voor de scherpstelafstand niet
beschikbaar.
1
2
3
4
5
Druk in de opnamemodus op [M].
Selecteer s “ Nacht.
Druk op [m].
Selecteer a “ Lange sluitert..
Selecteer de diafragmawaarde of sluitersnelheid.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Lange sluitert.
Terug
Uitgebreide functies 43
Verpl.
De Scènemodus gebruiken
6
Selecteer een optie.
• Als u AUTO selecteert, worden diafragma en sluitertijd automatisch
aangepast.
7
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen.
• In de modus Nacht zijn de scherpstelopties niet beschikbaar.
Uitgebreide functies 44
De Filmmodus gebruiken
In de Filmmodus kunt u video's met high-definition kwaliteit opnemen van maximaal 20 minuten. Wanneer het formaat van een video groter wordt dan 4 GB, stopt de camera
automatisch met opnemen zelfs als de maximale opnametijd nog niet is bereikt. De camera slaat opgenomen video's op als MJPEG-bestanden.
• Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk beschadigd of worden niet correct
afgespeeld.
• Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen ondersteuning voor video's met een hoge resolutie. Gebruik voor het opnemen van video's met een hoge resolutie
geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid.
• Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de Sound Alive-functie om het geluid van de
zoomfunctie te beperken. Zie stap 7 en 8 hieronder.
1
2
3
4
5
8
Druk in de opnamemodus op [M].
Selecteer v.
Selecteer een optie.
Symbool
Druk op [m].
Selecteer v “ Framesnelheid.
Selecteer een opnamesnelheid (het aantal frames per seconde).
Dempen: er wordt geen geluid opgenomen.
• Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, maar wordt het
bestand ook groter.
6
7
Beschrijving
Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen om het
zoomgeluid te verminderen.
Sound Alive Uit: de Sound Alive-functie uitschakelen om het
zoomgeluid op te nemen.
• Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt.
• Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders klinken
Druk op [m].
dan de daadwerkelijke geluiden.
Selecteer v “ Sound Alive.
9
Stel de gewenste opties in.
10
11
Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 48)
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen.
Uitgebreide functies 45
De Filmmodus gebruiken
Opnemen onderbreken
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met
deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video.
In de Intelligente scènedetectiemodus selecteert uw camera automatisch de juiste
camera-instellingen op basis van de scène die is gedetecteerd.
1
2
3
4
5
Stop
Opnemen
Druk in de opnamemodus op [M].
Selecteer v.
Druk op [m].
Selecteer v “ Intelligente scènedetectie “ Aan.
Plaats het onderwerp in het kader.
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven.
• Druk op [o] om de opname te onderbreken.
• Druk op [o] om de opname te hervatten.
Uitgebreide functies 46
De Filmmodus gebruiken
Symbool
Beschrijving
Landschappen
Zonsondergangen
Heldere luchten
Bossen
6
7
Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen.
• Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Intelligente scènedetectiemodus gebruikt.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
• Smart filter-effecten zijn niet beschikbaar.
Uitgebreide functies 47
Opnameopties
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 49
De resolutie selecteren ………………………… 49
Een beeldkwaliteit selecteren ………………… 50
Timer gebruiken ………………………………… 51
Opnamen in het donker maken ……………… 52
Rode ogen voorkomen ………………………… 52
De flitser gebruiken …………………………… 52
De ISO-waarde aanpassen ……………………… 54
De scherpstelling aanpassen …………………… 55
Macro gebruiken ………………………………
Autofocus gebruiken ……………………………
Het scherpstelgebied aanpassen ………………
Meebewegende autofocus gebruiken …………
55
55
56
57
Gezichtsdetectie gebruiken …………………… 58
Gezichten detecteren ………………………… 58
Een zelfportret maken ………………………… 58
Een foto van een lachend gezicht maken ……… 59
Knipperende ogen detecteren ………………… 59
Tips voor gezichtsdetectie ……………………… 60
Helderheid en kleur aanpassen ……………… 61
De belichting handmatig aanpassen (EV) ……
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ……………
De lichtmeetmethode wijzigen ………………
Een instelling voor Witbalans selecteren ………
61
62
63
64
Serieopnamen …………………………………… 66
Effecten toepassen/beelden aanpassen ……… 67
Smart filter-effecten toepassen ………………… 67
Afbeeldingen aanpassen ……………………… 69
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De videoresolutie instellen
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en
daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie
neemt ook de bestandsgrootte toe.
De fotoresolutie instellen
1
2
3
Sps
1
2
3
Druk in de video-opnamemodus op [m].
Selecteer v “ Filmformaat.
Selecteer een optie.
Symbool
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ Fotoformaat.
Selecteer een optie.
Symbool
v
Beschrijving
4608 X 3456: afdrukken op A1-papier.
4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2
(breed).
4608 X 2592: afdrukken op A2-formaat in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
3648 X 2736: afdrukken op A3-papier.
2592 X 1944: afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: afdrukken op A5-formaat in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
1024 X 768: bij een e-mail voegen.
Opnameopties 49
Beschrijving
1280 X 720 HQ: bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen op
een HDTV.
640 X 480: bestanden om af te spelen op een analoge TV.
320 X 240: plaatsen op een webpagina.
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
De videokwaliteit instellen
Een beeldkwaliteit selecteren
Een instelling voor de fotokwaliteit instellen. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in
grotere bestanden. De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op
in JPEG-indeling.
De fotokwaliteit instellen
1
2
3
pds
Druk in de opnamemodus op [m].
v
De camera comprimeert de beelden die u opneemt en slaat ze op in de indeling
MJPEG.
1
2
3
Druk in de video-opnamemodus op [m].
Selecteer v “ Framesnelheid.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Selecteer a “ Kwalit..
30 fps: 30 frames per seconde opnemen.
Selecteer een optie.
15 fps: 15 frames per seconde opnemen.
Symbool Beschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
Opnameopties 50
Timer gebruiken
Spdsv
Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken.
1
3
Druk in de opnamemodus op [t].
Druk op de [Ontspanknop] om de timer te starten.
• De camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
• Druk op de [Ontspanknop] of [t] om de timer te annuleren.
• Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie of voor
scherpstelgebied, is de timerfunctie mogelijk niet beschikbaar.
Uit
2
• Als u opties voor serieopnamen instelt, zijn er geen timeropties beschikbaar.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: de zelfontspanner is niet actief.
10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden.
2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden.
Dubbel: een foto maken na een vertraging van 10 seconden en
nog een foto maken na een vertraging van 2 seconden.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
Opnameopties 51
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
Rode ogen voorkomen
De flitser gebruiken
ps
Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon maakt, kan
er een rode gloed in de ogen verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of
Anti-rode ogen te selecteren. Zie de flitseropties in 'De flitser gebruiken'.
Spds
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in
de foto's wilt hebben.
1
Druk in de opnamemodus op [F].
Auto
S Vóór correctie
S Na correctie
2
Selecteer een optie.
Symbool
Opnameopties 52
Beschrijving
Uit:
• Er wordt niet geflitst.
• De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
beweegt wanneer u foto's maakt bij weinig licht.
Opnamen in het donker maken
Symbool
Beschrijving
Symbool
Anti-rode ogen:
• De flitser gaat twee keer af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is. De camera corrigeert rode ogen via
geavanceerde softwareanalyse.
• Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Langz sync:
• Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open.
• Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht
wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te
maken.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp
worden.
• De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
beweegt wanneer u foto's maakt bij weinig licht.
Invulflits:
• Er wordt altijd geflitst.
• De camera past automatisch de intensiteit van het licht aan.
Rode ogen:
• De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de achtergrond
te donker is om het rode-ogeneffect te verminderen.
• Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Beschrijving
Auto: de flitser wordt automatisch gebruikt wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Auto: in de modus Smart Mode selecteert de camera een
geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
Opnameopties 53
• Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serieopnamen of als u Zelfportret of
Knipperen selecteert.
• Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser
bevindt. (pag. 113)
• Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen
er kleine vlekjes op de foto komen.
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
p
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht,
zoals gedefinieerd door de International Organization for Standardization (ISO).
Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik
een hogere ISO-waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te
voorkomen wanneer u de flitser niet gebruikt.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ ISO.
Selecteer een optie.
• Selecteer
om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de
helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
Opnameopties 54
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden.
Macro gebruiken
psv
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of
insecten.
Autofocus gebruiken
Spsv
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot
het onderwerp past.
1
Druk in de opnamemodus op [c].
Normaal (AF)
• Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
• Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm
bedraagt.
Opnameopties 55
De scherpstelling aanpassen
2
Selecteer een optie.
Symbool
Het scherpstelgebied aanpassen
Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een
afstand van 250 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de
zoom.
Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 5-80 cm. 100-250 cm
wanneer u de zoom gebruikt.
Auto macro:
• Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van
meer dan 5 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van
100 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom.
• Auto macro wordt in sommige modi automatisch ingesteld.
U kunt de optie niet handmatig instellen.
ps
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de
locatie van het onderwerp in de scène.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ Scherpstelgebied.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor
onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het
midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke gebieden.
Tracking AF: stel scherp op en beweeg mee met het onderwerp.
(pag. 57)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
Opnameopties 56
De scherpstelling aanpassen
Meebewegende autofocus gebruiken
4
p
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Met Aanraak AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld
houden, ook wanneer u beweegt.
• Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader weergegeven
1
2
3
• Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
- het onderwerp is te klein
- het onderwerp beweegt te veel
- er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
- kleuren of patronen van het onderwerp komen overeen met de achtergrond
- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is
- de camera trilt erg
• Wanneer tracking mislukt, wordt de functie gereset.
• Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp
in het midden van het scherm.
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ Scherpstelgebied “ Tracking AF.
Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk op [o].
• Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp
volgt als u de camera beweegt.
opnieuw selecteren.
• Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood
weergegeven en wordt de scherpstelling gereset.
• Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
Gezichtsdetectie, Timer, Intelli-zoom en Smart filter in te stellen.
• Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
• Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het
onderwerp scherp in beeld is.
• Het rode kader betekent dat de camera niet heeft kunnen scherpstellen.
Opnameopties 57
Gezichtsdetectie gebruiken
ps
Bij gebruik van de opties voor Gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt,
past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen.
Gezichten detecteren
Een zelfportret maken
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in een scène detecteren.
Maak foto's van uzelf. De camera stelt de scherpstelafstand in op close-up en geeft
een pieptoon weer wanneer dit gereed is.
1
2
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ Gezichtsdetectie “ Normaal.
Het gezicht dat zich het dichtst
bij de camera of het dichtst bij
het midden van de scène bevindt,
wordt weergegeven in een wit
scherpstelkader en de overige
gezichten worden weergegeven in
grijze scherpstelkaders.
1
2
3
4
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ Gezichtsdetectie “ Zelfportret.
Stel de opname samen met de lens naar u toe gericht.
Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op de [Ontspanknop].
Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten
detecteert.
Wanneer gezichten zich in het midden
bevinden, piept de camera snel.
Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen pieptoon
weer. (pag. 95)
Opnameopties 58
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken
Knipperende ogen detecteren
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt
gedetecteerd.
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 2 foto's na elkaar
gemaakt.
1
2
3
1
2
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ Gezichtsdetectie “ Smile shot.
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ Gezichtsdetectie “ Knipperen.
Stel de opname samen.
• De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht
wordt gedetecteerd.
De camera herkent de lach eerder
wanneer het onderwerp breeduit lacht.
Opnameopties 59
Gezichtsdetectie gebruiken
Tips voor gezichtsdetectie
• Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gedetecteerde gezicht
automatisch gevolgd.
• Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
- de afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader
•
•
•
•
•
wordt oranje weergegeven voor Smile shot en Knipperen)
het is te licht of te donker
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
het onderwerp draagt een zonnebril of een masker
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch
het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk
Gezichtsdetectie is niet beschikbaar als u Smart filter-effecten, Beeld aanpassen of
Tracking AF instelt.
Afhankelijk van de opname-instellingen kunnen de beschikbare opties voor
gezichtsdetectie verschillen.
Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie, is de timerfunctie
mogelijk niet beschikbaar.
Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied automatisch
ingesteld op Multi AF.
Afhankelijk van de opties voor gezichtsdetectie die u hebt geselecteerd, zijn
opties voor serieopnamen mogelijk niet beschikbaar.
-
Opnameopties 60
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
De belichting handmatig aanpassen (EV)
3
pv
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te
donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te
krijgen.
S Donkerder (-)
1
2
S Neutraal (0)
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
• De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
• Als u de waarde voor de belichting aanpast, wordt het pictogram als volgt
weergegeven.
S Helderder (+)
Druk in de opnamemodus op [m].
4
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
• Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch
Selecteer a of v “ EV.
opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden aangepast om onder- of
overbelichting te voorkomen.
• Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto Exposure
Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een andere belichting:
normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 66)
Opnameopties 61
Helderheid en kleur aanpassen
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
p
3
Selecteer een optie.
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot
contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp
waarschijnlijk donker op de foto. Stel in dit geval de optie Automatische
contrastverbetering (ACB) in.
Symbool
Beschrijving
Uit: ACB (Automatische contrastverbetering) is uitgeschakeld.
Aan: ACB (Automatische contrastverbetering) is uitgeschakeld.
• De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
• De functie ACB is niet beschikbaar wanneer u opties voor serieopnamen of
Smart filter instelt.
S Zonder ACB
1
2
S Met ACB
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a “ ACB.
Opnameopties 62
Helderheid en kleur aanpassen
De lichtmeetmethode wijzigen
pv
Symbool
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een camera de
hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de
gekozen lichtmeetmethode.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a of v “ L.meting.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Multi:
• De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en
meet de lichtintensiteit in elk gebied.
• Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
• De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden
van het kader.
• Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan
de foto verkeerd belicht worden.
• Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Opnameopties 63
Beschrijving
Centr. gewogen:
• De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van
het gehele beeld, maar met nadruk op het midden.
• Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden
van het beeld bevindt.
Helderheid en kleur aanpassen
Een instelling voor Witbalans selecteren
pv
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit
daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een
witbalansinstelling die geschikt is voor de lichtomstandigheden, zoals Auto
witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a of v “ Witbalans.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van
de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag.
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Kunstlicht
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de
schaduw.
TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen.
TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Meten: sluiter: instellingen voor de witbalans gebruiken die u
hebt ingesteld. (pag. 65)
Opnameopties 64
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals
een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De
functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met
de werkelijke scène.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer a of v “ Witbalans “ Meten: sluiter.
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop].
Opnameopties 65
Serieopnamen
p
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Het kan
ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren. Selecteer in deze gevallen een van de modi voor serieopnamen.
Symbool
1
2
3
• U kunt de flitser, timer, ACB en Smart filter alleen gebruiken wanneer u
Druk in de opnamemodus op [m].
1 opname selecteert.
• Als u Bewegingsopname selecteert, stelt de camera de resolutie in op
en de
ISO-waarde op Auto.
• Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
opnameopties niet beschikbaar.
• Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de capaciteit en
prestaties van de geheugenkaart.
Selecteer a “ Snelheid.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
AEB:
• 3 foto's achter elkaar maken, elk met een andere belichting.
normaal, onderbelicht en overbelicht.
• Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik een statief
voor optimale resultaten.
Beschrijving
1 opname: één foto maken. (1 opname is niet een optie voor
serieopnamen.)
Serieopname:
• Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera
achter elkaar foto's maken.
• Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de capaciteit van
de geheugenkaart.
Bewegingsopname: terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt
houdt, maakt de camera -foto's (6 foto's per seconde; met een
maximum van 30 foto's).
Opnameopties 66
Effecten toepassen/beelden aanpassen
Smart filter-effecten toepassen
Beschikbare filters bij het vastleggen van een foto
pv
Pas verschillende filtereffecten toe op uw foto's en video's om unieke afbeeldingen
te maken.
Symbool Beschrijving
Normaal: geen effect
Miniatuur: een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur
weer te geven. (De boven- en onderkant van de foto worden wazig
gemaakt.)
Vignetten: retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering
van Lomo-camera's toepassen.
Miniatuur
Halftoonstip: een halftooneffect toepassen.
Vignetten
Schets: een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog: de randen van het frame donker maken en objecten
vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren.
Anti-nevel: de afbeelding duidelijker maken.
Visoog
1
2
3
Klassiek: een zwart-witeffect toepassen.
Schets
Retro: een sepiatinteffect toepassen.
Druk in de opnamemodus op [m].
Negatief: het effect van een negatieffilm toepassen.
Selecteer a of v “ Smart filter.
• Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan het fotoformaat automatisch
Selecteer een effect.
worden gewijzigd in
of kleiner.
• Als u intelligente filtereffecten instelt, kunt u de opties voor ACB, Burst-opties,
opties voor Afbeelding aanpassen, intelligent zoomen of Tracking AF niet
gebruiken.
Opnameopties 67
Effecten toepassen/beelden aanpassen
Beschikbare filters tijdens het opnemen van een video
Symbool
• Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd.
• Als u Miniatuur selecteert, kunt u geen geluid voor de video opnemen.
• Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de opnameresolutie automatisch
Beschrijving
Normaal: geen effect
worden gewijzigd in
Paleteffect 1: een heldere look maken met een scherp contrast en
sterke kleur.
Paleteffect 2: scènes helder en duidelijk maken.
Paleteffect 3: een zachte bruine tint toepassen.
Paleteffect 4: een koud en eenkleurig effect toepassen.
Miniatuur: een tilt-shifteffect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten: retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering
van Lomo-camera's toepassen.
Visoog: objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Anti-nevel: de afbeelding duidelijker maken.
Klassiek: een zwart-witeffect toepassen.
Retro: een sepiatinteffect toepassen.
Negatief: het effect van een negatieffilm toepassen.
Opnameopties 68
of lager.
Effecten toepassen/beelden aanpassen
Afbeeldingen aanpassen
p
4
Druk op [F/t] om de waarden aan te passen.
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen.
1
2
3
Contrast
–
Druk in de opnamemodus op [m].
+
Selecteer a “ Beeld aanpassen.
Scherpte
Selecteer een optie.
• Contrast
• Scherpte
• Kleurverz.
–
+
Kleurverzadiging
–
Beeld aanpassen
Contrast
Scherpte
Kleurverz.
Terug
-2
-1
0
+1
+2
-2
-1
0
+1
+2
-2
-1
0
+1
+2
+
5
Beschrijving
De kleuren en helderheid verlagen.
De kleuren en helderheid verhogen.
Beschrijving
De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
Randen verscherpen om de foto duidelijker te maken.
(Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen.)
Beschrijving
De kleurverzadiging verlagen.
De kleurverzadiging verhogen.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
• Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
• Als u aanpassingsfuncties instelt, kunt u de opties voor Smart filter en
Verpl.
gezichtsherkenning niet gebruiken.
Opnameopties 69
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op
een computer aansluit.
Foto's of video's weergeven in de
afspeelmodus …………………………………… 71
Bestanden naar een computer overbrengen … 85
De afspeelmodus starten ……………………… 71
Foto's weergeven ……………………………… 76
Een video afspelen ……………………………… 78
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen …………………………………… 85
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen …………………………………… 86
Foto's bewerken ………………………………… 80
Programma's op een computer gebruiken …… 88
Het formaat van foto's wijzigen …………………
Een foto draaien …………………………………
Een close-upportret maken ……………………
Smart filter-effecten toepassen …………………
Foto's aanpassen ………………………………
80
81
81
82
83
i-Launcher installeren
i-Launcher gebruiken
………………………… 88
………………………… 89
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
De afspeelmodus starten
Fotobestandsinformatie
Bekijk foto's en video's die op de camera zijn opgeslagen.
1
Actief geheugen
Druk op [P].
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
• Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het
Bestandsgegevens
recentste bestand weergegeven.
2
Druk op [F/t] om door de bestanden te scrollen.
• Houd [F/t] ingedrukt om snel door de bestanden te scrollen.
• Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de
geheugenkaart.
• U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk
Symbool
niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten
(afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander
apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
• Foto's of video's die zijn vastgesteld in de staande stand, worden niet
automatisch gedraaid en worden weergegeven in de liggende stand op de
camera en andere apparaten.
Beschrijving
Beveiligd bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D].
Afspelen/bewerken 71
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Videobestandsinformatie
Bestanden als miniatuur weergeven
Bekijk miniaturen van bestanden.
Druk in de afspeelmodus op [-] om de miniaturen weer te geven
(3 tegelijk). Duw nog een of twee keer op [-] om meer miniaturen weer
te geven (9 of 20 tegelijk). Druk op [+] om terug te keren naar de vorige
weergave.
Afspelen
Symbool
v
Vastleggen
Beschrijving
Videobestand
Beveiligd bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
Lengte van de video
Als u bestandsinformatie wilt weergeven op het scherm, drukt u op [D].
Filter
Functie
Door bestanden scrollen
Bestanden verwijderen
Afspelen/bewerken 72
Beschrijving
Druk op [D/c/F/t].
Druk op [f] en selecteer Ja.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden weergeven op categorie
3
Druk op [F/t] om door de bestanden te scrollen.
4
Druk op [o] om terug te gaan naar de normale weergave.
Geef bestanden weer op categorie, zoals datum, gezicht of bestandstype.
1
2
Druk in de afspeelmodus op [-] “ [m].
• Houd [F/t] ingedrukt om snel door de bestanden te scrollen.
• Etc wordt weergegeven in de weergave voor Kleur als de camera een kleur niet
Selecteer een categorie.
kan extraheren.
• Als u de categorie wijzigt, kan het enige tijd duren voordat de camera de
bestanden opnieuw indeelt, afhankelijk van het aantal bestanden.
Type
Datum
Kleur
Week
Terug
Instellen
Optie
Type
Beschrijving
Bestanden weergeven op bestandstype.
Datum
Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Hiermee worden bestanden gesorteerd op de dominante
kleur in het beeld weergegeven.
Bestanden weergeven op volgorde van de weekdag waarop
ze zijn opgeslagen.
Kleur
Week
Afspelen/bewerken 73
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Een bestand beveiligen
Bestanden wissen
U kunt bestanden beveiligen om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist.
Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus.
1
2
Selecteer u “ Beveiligen “ Select..
Eén bestand verwijderen
U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen.
Scroll naar het bestand dat u wilt beveiligen en druk op [o].
1
2
3
Druk in de afspeelmodus op [m].
• Als u alle bestanden wilt beveiligen, selecteert u Alles “ Vergrendel.
• Druk nogmaals op [o] om de selectie te annuleren.
Selecteer een bestand in de afspeelmodus en druk op [f].
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Pictogram Beveiligd
bestand
Select.
4
Instellen
Druk op [f].
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Afspelen/bewerken 74
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Meerdere bestanden verwijderen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
2
1
2
3
Druk in de afspeelmodus op [f].
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Meer wissen.
• U kunt ook meerdere bestanden verwijderen in de afspeelmodus door op
[m] te drukken en u “ Wissen “ Select. te selecteren.
3
Scroll naar de bestanden die u wilt verwijderen en druk op [o].
4
5
Druk op [f].
Druk in de afspeelmodus op [m].
Selecteer u “ Wissen “ Alles.
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
• Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd.
• Druk nogmaals op [o] om de selectie te annuleren.
Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Kopieer bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart.
1
2
3
Druk in de afspeelmodus op [m].
Selecteer u “ Kopie.
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Afspelen/bewerken 75
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Foto's weergeven
Functie
Het vergrote gebied
verplaatsen
Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow.
Een foto vergroten
Druk in de afspeelmodus op [+] om een deel van de foto te vergroten.
Druk op [-] om uit te zoomen.
De vergrote foto
bijsnijden
Beschrijving
Druk op [D/c/F/t].
Druk op [o] en selecteer Ja. (De bijgesneden
foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand. De
oorspronkelijke foto blijft in zijn oorspronkelijke vorm
bewaard.)
Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de
zoomverhouding verschillen.
Vergroot gebied
Bijsnijden
Afspelen/bewerken 76
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Panoramafoto's weergeven
Een diashow afspelen
Bekijk foto's die zijn gemaakt in de modus Live Panorama.
1
Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's. De diashowfunctie
werkt niet voor video's.
Druk in de afspeelmodus op [F/t] om naar de gewenste
panoramafoto te scrollen.
• De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm.
2
Druk op [o].
• De camera scrollt automatisch van links naar rechts door de foto voor een
horizontale panoramafoto en van boven naar beneden voor een verticale
panoramafoto. De camera schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus.
• Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op [o] om te pauzeren
of hervatten.
• Druk nadat u het weergeven van een panoramafoto hebt gepauzeerd, op
[D/c/F/t] om de foto horizontaal of verticaal te bewegen, afhankelijk
van de richting waarin u bewoog tijdens het maken van de foto.
3
1
2
3
Druk in de afspeelmodus op [m].
Selecteer C.
Selecteer een effect voor de diashow.
• Ga naar stap 4 als u een diashow zonder effecten wilt starten.
* Standaard
Optie
Starten
Foto's
Druk op [m] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
U kunt de panoramafoto alleen afspelen door op [o] te drukken als de langste
rand van de foto twee of meer keer langer is dan de kortste rand.
Interval
Muziek
Afspelen/bewerken 77
Beschrijving
Instellen of de diashow wordt herhaald. (Afspelen, Herhalen)
De foto's instellen die u als diashow wilt weergeven.
• Alles*: alle foto's in een diashow weergeven.
• Datum: alle foto's van een specifieke datum in een diashow
weergeven.
• Select.: geselecteerde foto's in een diashow weergeven.
• Het interval tussen foto's instellen.
(1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
• U moet de optie Effect instellen op Uit om een interval in
te stellen.
Achtergrondmuziek instellen.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
* Standaard
Optie
Beschrijving
In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en vervolgens delen van de
afgespeelde video opnemen.
• Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's.
(Uit*, Kalm, Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht)
Effect
• Selecteer Uit om de effecten te annuleren.
• Als u de optie Effect gebruikt, wordt het interval tussen
foto's ingesteld op 1 seconde.
4
Selecteer Starten “ Afspelen.
5
Geef de diashow weer.
Een video afspelen
1
2
Selecteer een video in de afspeelmodus en druk op [o].
Geef de video weer.
• Selecteer Herhalen om de diashow te herhalen.
• Druk op [o] om de diashow te onderbreken.
• Druk nogmaals op [o] om de diashow te hervatten.
• Druk op [o] en druk op [F/t] om de diashow te stoppen en terug te gaan
Pauze
naar de afspeelmodus.
• Druk op [-] of [+] om het volumeniveau aan te passen.
Stop
Functie
Terugspoelen
Beschrijving
Druk op [F].
Het afspelen onderbreken of
hervatten
Druk op [o].
Vooruitspoelen
Het volume aanpassen
Afspelen/bewerken 78
Druk op [t].
Druk op [-] of [+].
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
1
Druk tijdens het afspelen van een video op [o] op het punt waarop
u een beeld wilt opnemen.
2
Druk op [c].
• De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de originele video.
• Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Afspelen/bewerken 79
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
• De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
• Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid, worden niet automatisch geconverteerd naar
een lagere resolutie.
• Foto's die zijn vastgelegd in bepaalde modi, kunnen niet worden bewerkt.
4
Het formaat van foto's wijzigen
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan.
U kunt instellen dat een foto wordt weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
1
2
3
Selecteer een foto in de afspeelmodus en druk op [m].
Selecteer e “ Res.wijz.
Selecteer een optie.
• Selecteer Beginafb. om de foto als een beginafbeelding op te slaan. (pag. 95)
1984 X 1488
Terug
Verpl.
Afspelen/bewerken 80
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het
originele formaat van de foto.
Foto's bewerken
Een foto draaien
Een close-upportret maken
1
2
3
Het gezicht van een individueel onderwerp extraheren uit een bestaande foto.
Selecteer een foto in de afspeelmodus en druk op [m].
Selecteer e “ Draaien.
Selecteer een optie.
1
2
3
Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op [m].
Selecteer e “ Intelligent portret.
Selecteer Opslaan om de foto bij te snijden rond het gedetecteerde
gezicht.
• 2 bijgesneden portretten worden opgeslagen met opeenvolgende
bestandsnamen.
Rechts 90 gr.
Terug
4
Opslaan
Verpl.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Terug
De camera overschrijft het originele bestand.
Verpl.
De functie Intelligent portret functioneert niet als:
- er geen gezicht wordt gedetecteerd
- er meer dan 2 gezichten worden gedetecteerd
- het gedetecteerde oppervlak dat wordt ingenomen door het gezicht, groter is
dan een bepaald percentage
Afspelen/bewerken 81
Foto's bewerken
Smart filter-effecten toepassen
Symbool
Pas speciale effecten toe op uw foto's.
1
2
3
Beschrijving
Vignetten: retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Selecteer een foto in de afspeelmodus en druk op [m].
Halftoonstip: een halftooneffect toepassen.
Selecteer e “ Smart filter.
Schets: een schetseffect van een pen toepassen.
Selecteer een effect.
Visoog: objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Anti-nevel: de afbeelding duidelijker maken.
Klassiek: een zwart-witeffect toepassen.
Retro: een sepiatinteffect toepassen.
Miniatuur
Negatief: het effect van een negatieffilm toepassen.
Terug
Symbool
4
Verpl.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Beschrijving
Normaal: geen effect
Miniatuur: een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur
weer te geven. (De boven- en onderkant van de foto worden
wazig gemaakt.)
Afspelen/bewerken 82
Foto's bewerken
Rode ogen verwijderen
Foto's aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u rode ogen corrigeert, de huidskleur aanpast, en
de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging instelt. Als het midden van een
foto donker is, kunt u deze lichter maken. De camera slaat een bewerkte foto op als
een nieuw bestand, maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie.
1
2
3
Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op [m].
Selecteer e “ Beeld aanpassen “ Anti-rode ogen.
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
Donkeren onderwerpen aanpassen (ACB)
1
2
3
Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op [m].
Selecteer e “ Beeld aanpassen “ ACB.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Gezichten retoucheren
1
2
3
4
Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op [m].
5
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
Selecteer e “ Beeld aanpassen “ Gezichtretouch..
Druk op [o].
Druk op [F/t] om de huidstint aan te passen.
• Hoe hoger het nummer, des te helderder en gelijkmatiger de huidskleur.
Afspelen/bewerken 83
Foto's bewerken
De helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen
1
2
3
Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op [m].
Selecteer e “ Beeld aanpassen.
Selecteer een optie voor aanpassen.
Ruis aan de foto toevoegen
1
2
3
Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op [m].
Selecteer e “ Beeld aanpassen “ Ruis toevoegen.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Symbool Beschrijving
Helderheid
Contrast
Kleurverz.
4
5
6
Druk op [o].
Druk op [F/t] om de optie aan te passen.
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
Afspelen/bewerken 84
Bestanden naar een computer overbrengen
Sluit de camera aan op een computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer.
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
5
Schakel de camera in.
6
Selecteer op de computer Deze computer “ Verwisselbare schijf
“ DCIM “ 100PHOTO.
7
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf.
Windows XP, Windows Vista Windows 7 of Windows 8 moet worden uitgevoerd op
uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf.
1
2
3
4
• De camera wordt automatisch herkend.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
Selecteer n “ i-Launcher “ Uit.
Schakel de camera uit.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Afspelen/bewerken 85
Bestanden naar een computer overbrengen
De camera loskoppelen (voor Windows XP)
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen
Met Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 lijken de manieren waarop de camera
moet worden losgemaakt sterk op elkaar.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het
knipperen ophoudt.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de
computer.
Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt het apparaat
automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de
camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te
installeren.
Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund.
1
2
3
4
Klik op het pop-upbericht.
5
Verwijder de USB-kabel.
Schakel de camera uit.
Sluit de camera met de USB-kabel op een Mac-computer aan.
Klik op het berichtvenster dat aangeeft dat de camera veilig kan
worden verwijderd.
Afspelen/bewerken 86
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Bestanden naar een computer overbrengen
3
Schakel de camera in.
• De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram van
een verwisselbare schijf weer.
4
5
Open de verwisselbare schijf.
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
Afspelen/bewerken 87
Programma's op een computer gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden.
5
6
i-Launcher installeren
1
2
3
4
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
Selecteer n “ i-Launcher “ Aan.
Schakel de camera in.
Als een pop-upvenster wordt weergegeven met de vraag of u
i-Launcher wilt installeren, selecteert u Ja.
• Als een pop-upvenster wordt weergegeven dat u iLinker.exe moet uitvoeren,
moet u dit eerst uitvoeren.
Schakel de camera uit.
• Wanneer u de camera aansluit op een computer waarop i-Launcher is
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
geïnstalleerd, wordt het programma automatisch gestart.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
7
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
• Er wordt een snelkoppeling voor i-Launcher weergegeven op de computer.
• Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is
verbonden met een netwerk.
• Als u i-Launcher wilt installeren op uw Mac OS-computer, klikt u op Apparaten
“ i-Launcher “ Mac “ iLinker.
Afspelen/bewerken 88
Programma's op een computer gebruiken
Beschikbare programma's tijdens het gebruik van i-Launcher
i-Launcher gebruiken
Optie
Multimedia Viewer
Beschrijving
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven.
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer.
Firmware Upgrade
Hiermee kunt u de firmware van uw camera bijwerken.
Als u een Mac-computer gebruikt, is alleen Firmware bijwerken beschikbaar.
• De vereisten zijn slechts aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct
zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de
toestand van de computer.
• Als uw computer niet voldoet aan de vereiste, worden video's mogelijk niet
correct afgedrukt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het
gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
Afspelen/bewerken 89
Programma's op een computer gebruiken
Vereisten voor Windows OS
Vereisten voor Mac OS
Item
Vereisten
Intel® Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/
AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger
Item
Vereisten
Besturingssysteem Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van PowerPC)
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8
Minimaal 250 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
• 1024 X 768 pixels, monitor met ondersteuning voor
16-bits (1280 X 1024 pixels, ondersteuning voor 32-bits
kleuren aanbevolen)
• USB 2.0-poort
• nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600-serie of hoger
• Microsoft DirectX 9.0c of hoger
Schijfruimte
Processor
RAM
Besturingssysteem*
Schijfruimte
Overig
RAM
Overig
Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen)
Minimaal 110 MB
USB 2.0-poort
i-Launcher openen
Selecteer op de computer start “ Alle programma's “ Samsung “ i-Launcher “
Samsung i-Launcher. Klik op uw Mac op Applications (Toepassingen) “ Samsung
“ i-Launcher.
* Een 32-bits versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits edities van
Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8.
Afspelen/bewerken 90
Programma's op een computer gebruiken
Multimedia Viewer gebruiken
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer.
• Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen:
- Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO
• Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
Foto's weergeven
1
2
Nr.
1
3
!
0
9 8
7
6
5 4
Afspelen/bewerken 91
2
3
4
5
6
7
8
9
0
!
Beschrijving
Best.naam
Vergroot gebied
Histogram
Het geselecteerde bestand openen.
Histogram-knop
Naar links draaien/naar rechts draaien.
Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan.
Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm.
De foto op origineel formaat weergeven.
Inzoomen/uitzoomen
Schakelen tussen 2D- en 3D-modus.
Programma's op een computer gebruiken
Video's bekijken
1
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
Beschrijving
Best.naam
Het volume aanpassen.
Het geselecteerde bestand openen.
Naar het volgende bestand gaan.
Stop
Pauze
Naar het vorige bestand gaan.
Voortgangsbalk
2
De firmware bijwerken
8
7 6 5 4
3
Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade.
Afspelen/bewerken 92
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Instellingenmenu ……………………………………………… 94
Het instellingenmenu openen …………………………………
Geluid ……………………………………………………………
Display …………………………………………………………
Instellingen ……………………………………………………
94
95
95
96
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren.
3
Het instellingenmenu openen
1
2
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
Volume
Begingeluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Selecteer een menu.
Opname
Geluid
Display
Volume
Begingeluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Optie
O
i
n
Middel
Uit
1
1
Aan
Afsl.
Instellingen
Afsl.
Selecteer een item.
4
Wijzigen
Selecteer een optie.
Volume
Begingeluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Beschrijving
Geluid: verschillende camerageluiden en het volume instellen.
(pag. 95)
Display: de scherminstellingen aanpassen. (pag. 95)
Instellingen: de instellingen voor het camerasysteem aanpassen.
(pag. 96)
Terug
5
Instellingen 94
Terug
Uit
Laag
Middel
Hoog
Instellen
Druk op [m] om terug te gaan naar het vorige scherm.
Instellingenmenu
Geluid
Display
* Standaard
Item
Volume
Begingeluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Beschrijving
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
* Standaard
Item
Functiebeschrijving
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de
camera inschakelt. (Uit*, 1, 2, 3)
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de
ontspanknop drukt. (Uit, 1*, 2, 3)
Hiermee stelt u het geluid in dat de camera afspeelt als u op de
knoppen drukt of de modus wijzigt. (Uit, 1*, 2, 3)
Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de camera een geluid
afspeelt als u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Beginafbeelding
Beschrijving
Een korte beschrijving van een optie of menu weergeven.
(Uit, Aan*)
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke.
• Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven.
• Logo: een standaardafbeelding uit het interne geheugen
weergeven.
• Gebr.afb: selecteer Gebr.afb uit de foto's die u hebt
vastgelegd in het geheugen.
• De camera slaat per keer slechts één
gebruikersafbeelding in het interne geheugen op.
• Als u een nieuwe foto selecteert als
gebruikersafbeelding of als u de camera opnieuw
instelt, wordt de huidige afbeelding gewist.
Achtergronden
Datum/tijd
weergeven
Instellingen 95
Een achtergrondafbeelding instellen voor de schermen
Modus en Menu.
Instellen of de datum en tijd op het scherm van de camera
worden weergegeven. (Uit*, Aan)
Instellingenmenu
* Standaard
Item
Helderh. scherm
Snel tonen
Beschrijving
Instellingen
* Standaard
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Item
Normaal is de vaste waarde voor de afspeelmodus, zelfs
als Auto is geselecteerd.
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt
weergegeven voordat u teruggaat naar de Opnamemodus.
(Uit, Aan*)
Formatt.
Deze functie werkt niet in alle modi.
Als u gedurende 30 seconden geen handelingen uitvoert,
schakelt het scherm automatisch uit en knippert het
statuslampje. (Uit*, Aan)
• Wanneer het scherm automatisch uitschakelt, drukt u
Scherm auto. uit
op een andere knop dan [X] om de camera weer te
gebruiken.
• Zelfs als u de spaarstand niet inschakelt, wordt het
scherm 60 seconden na de laatste bewerking gedimd
om stroom te besparen.
Reset
Language
Tijdzone
Datum/tijd
aanpassen
Datumtype
Instellingen 96
Beschrijving
De geheugenkaart formatteren. Wanneer u formatteert, worden
alle bestanden verwijderd, ook beveiligde bestanden. (Ja, Nee)
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer of in
een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer
geheugenkaarten in de camera voordat u ze gebruikt om
beelden op te slaan.
Reset menu's en opnameopties. De instellingen voor datum en
tijd en taal worden niet gereset. (Ja, Nee)
Een taal voor de tekst op het scherm instellen.
Hiermee stelt u de tijdzone voor uw locatie in. Selecteer de
juiste tijdzone wanneer u naar een ander land reist.
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
Hiermee stelt u een datumnotatie in.
(JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ)
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
Instellingenmenu
* Standaard
Item
Beschrijving
* Standaard
Item
Hiermee stelt u een tijdnotatie in. (12 uur, 24 uur)
Type tijd
Instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven op
gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
De standaardtijdnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
• De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek van de
foto weergegeven.
De naamgeving van bestanden opgeven.
• Op nul: instellen dat de bestandsnummering weer bij
0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt
geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden verwijderd.
• Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt
wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden
worden verwijderd.
• Mogelijk drukken sommige printermodellen de datum en
Afdruk
tijd niet correct af.
• De datum en tijd worden niet op de foto weergegeven als:
- u Intelligent portret, Grappig gezicht of Tekst selecteert
in de modus s
- u de modus N selecteert
- u de modus d selecteert
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen
bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
• De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de
Bestandsnr.
Beschrijving
standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001.
• Het bestandsnummer wordt elke keer dat u een foto maakt
of video opneemt, met 1 verhoogd, van SAM_0001 tot
SAM_9999.
• Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van
100PHOTO tot 999PHOTO.
• Het maximum aantal bestanden dat in een map kan worden
opgeslagen, is 9999.
• De camera definieert bestandsnamen volgens de DCF-norm
(Design rule for Camera File system). Als u bestandsnamen
wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer
weergeven.
Automatisch
uit
• Uw instellingen worden niet gewijzigd wanneer u de
batterij vervangt.
• De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de
camera is aangesloten op een computer, of wanneer u een
diashow of video's afspeelt.
i-Launcher
Hier kunt u instellen dat i-Launcher automatisch wordt gestart
wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*)
Open bronlicenties
Open bron-licenties weergeven.
Instellingen 97
Bijlagen
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
Foutmeldingen ………………………………………………… 99
Cameraonderhoud ……………………………………………… 100
De camera reinigen …………………………………………
De camera gebruiken of opbergen …………………………
Geheugenkaarten ……………………………………………
De batterij ……………………………………………………
100
101
102
105
Voordat u contact opneemt met een servicecenter ………… 109
Cameraspecificaties …………………………………………… 112
Woordenlijst ……………………………………………………… 116
Index ……………………………………………………………… 121
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding
Mogelijke oplossingen
Kaartfout
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
DCF Full Error
De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund
door de camera. Plaats een microSD- of microSDHCgeheugenkaart.
Bestandsnamen komen niet met de DCF-norm overeen.
Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een
computer en formatteer de kaart. Open vervolgens het menu
Instellingen en selecteer Bestandsnr. “ Op nul. (pag. 97)
Foutmelding
Bestandsfout
Bestandssysteem
wordt niet
ondersteund.
Mogelijke oplossingen
Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op met
een servicecenter.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste geheugenkaart
wordt niet ondersteund door de camera. Formatteer de
geheugenkaar in de camera.
Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Geheugen vol
Geen foto
Bijlagen 99
Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's in de
camera.
Cameraonderhoud
De camera reinigen
Camerabody
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een
zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u
lensreinigingsvloeistof op een stuk lensreinigingspapier aan en veegt u de lens
voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze
oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken.
• Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap.
Bijlagen 100
Cameraonderhoud
Camera voor langere tijd opbergen
• Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend
De camera gebruiken of opbergen
materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten houder plaatsen.
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera
• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten
• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de
•
•
•
•
•
vóór gebruik opnieuw worden opgeladen.
luchtvochtigheid snel verandert.
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme
locaties met slechte ventilatie, zoals in een auto die in de zon staat.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen
om ernstige schade te voorkomen.
Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slechtgeventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te
voorkomen.
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of
ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en
explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de
camera.
Berg de camera niet op met mottenballen.
• U moet de datum en tijd opnieuw instellen wanneer de u de camera inschakelt
nadat de batterij lange tijd uit de camera is verwijderd.
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme omgeving, kan er
condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera.
In dit geval moet u de camera uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er
condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera
halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst.
Overige aandachtspunten
• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of
anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.
• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan
Gebruik op het strand of aan de waterkant
zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden.
• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een
andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart
niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de
camera beschadigd raken.
• Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
• Uw camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet
blootstelt aan schokken.
Bijlagen 101
Cameraonderhoud
• Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen tegen externe
•
•
•
•
•
•
•
• Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of
druk. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om
te voorkomen dat er krassen op de camera komen.
Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is. Gebarsten glas
of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar
een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.
Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in
verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten
kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of een ontploffing
veroorzaken.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren
of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een
zachte, schone doek.
De camera kan worden uitgeschakeld als deze een stoot krijgt of valt. Dit gebeurt
om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de camera
te gebruiken.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van
invloed op de levensduur of prestaties van uw camera.
Bij lage temperaturen kan het langer duren voor de camera is ingeschakeld,
kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven.
Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de
camera weer bij normale temperaturen gebruikt.
bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een
van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
• Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en
toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt
mogelijk niet door de garantie gedekt.
• Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden
aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die
voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door
de garantie.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
De camera ondersteunt de volgende typen geheugenkaarten: microSD (Secure
Digital) en microSDHC (Secure Digital High Capacity).
Bijlagen 102
Als u gegevens wilt lezen met een computer of een
geheugenkaartlezer, moet u de geheugenkaart plaatsen in een
geheugenkaartadapter.
Cameraonderhoud
Capaciteit van de geheugenkaart
Video's
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de
opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een
microSD-kaart van 2 GB:
Formaat
1280 X 720 HQ
Foto's
Formaat
Superhoog
Hoog
Normaal
213
417
616
244
476
693
283
559
824
337
656
953
649
1220
1743
1052
1906
2653
1743
2905
3813
3211
5085
6102
640 X 480
320 X 240
30 fps
15 fps
Ongeveer 08' 07"
Ongeveer 15' 03"
Ongeveer 18' 42"
Ongeveer 36' 06"
Ongeveer 66' 39"
Ongeveer 120' 55"
De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van de
zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Om de totale
opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen.
Bijlagen 103
Cameraonderhoud
• Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
• Stel de geheugenkaarten niet bloot aan zeer lage of hoge temperaturen (lager
•
•
•
•
•
•
•
•
dan 0 °C/32 °F of hoger dan 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor
zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken.
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in
de verkeerde richting plaatst, kunnen camera en geheugenkaart worden
beschadigd.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer
zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw
eigen camera.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het
lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor kunnen worden beschadigd.
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's
meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk
worden blootgesteld.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige
magnetische velden.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of
luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen.
•
•
•
•
vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon
voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf in contact komen met
vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat
geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken.
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de
kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen.
Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een vaste schijf, CD of
DVD.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
Bijlagen 104
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Cameraonderhoud
De batterij
Levensduur van de batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Batterijspecificaties
Specificatie
Model
Type
Capaciteit
Voltage
Oplaadduur*
(wanneer de camera is uitgeschakeld)
Beschrijving
BP70A
Lithium-ionbatterij
700 mAh
3,7 V
Testomstandigheden
(bij een volledig opgeladen batterij)
De levensduur is gemeten onder de volgende
omstandigheden: in de modus p, in het donker,
resolutie , kwaliteit Hoog, DIS aan.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en
zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto en zoom
in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 uit. Wacht 30 seconden tussen
de stappen. Herhaal het proces na 5 minuten en
schakel de camera 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Foto's
Ongeveer
140 min/
Ongeveer
280 foto's
Video's
Ongeveer 110 min. Neem video's op met de resolutie
Ongeveer 160 min.
* Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te
laden.
en 30 fps.
• De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen
afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
• Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te
bepalen.
Bijlagen 105
Cameraonderhoud
Melding Batterij bijna leeg
Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt
de melding 'Batterij bijna leeg'.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een
verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of
permanente schade aan de batterijen en brand of een schok veroorzaken.
De batterij gebruiken
• Stel de geheugenkaarten niet bloot aan zeer lage of hoge temperaturen (lager
•
•
•
•
•
•
dan 0 °C/32 °F of hoger dan 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de
laadcapaciteit van de batterijen beperken.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm
worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en levensduur van de
batterij afnemen.
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone
capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden
opbergt terwijl de batterij is geplaatst, raakt de batterij leeg. U kunt een volledig
lege batterij mogelijk niet weer opladen.
Wanneer u de camera lagere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet
u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij regelmatig laat
leeglopen, kunnen de capaciteit en de levensduur afnemen, wat kan leiden tot
een storing, brand of explosie.
De batterij opladen
• Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is
geplaatst.
• Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de batterij mogelijk niet
volledig opgeladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt.
• Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een
schok veroorzaken.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
• Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt nadat de batterij is
opgeladen.
• Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal
leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die
veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te
gebruiken.
Bijlagen 106
Cameraonderhoud
• Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij volledig is opgeladen,
•
•
•
•
•
brandt het statuslampje ongeveer 30 minuten.
Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel
leeg. Laad de batterij op totdat het rode indicatielampje uitgaat.
Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of
verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te
hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld,
wordt het opladen gestart.
Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij korter worden.
Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de kabel uit de camera.
Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Als u
dit wel doet, kan het netsnoer worden beschadigd.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de
voorschriften
• Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het
weggooien van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een
magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet
worden.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
• Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
• In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet opgeladen:
- wanneer u een USB-hub gebruikt.
- wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten.
- wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit.
- wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet
ondersteunt (5 V, 500 mA)
Bijlagen 107
Cameraonderhoud
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid
de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij:
• De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste
wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere
afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik
hiervan en neemt u contact op met een servicecenter.
• Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de
procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld.
• Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet
bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de
zon.
• Plaats de batterij niet in een magnetron.
• Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals
een badkamer of douche.
• Plaats de batterij niet langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals
matrassen, tapijten of elektrische dekens.
• Als het apparaat is ingeschakeld, moet u het niet langere tijd in een
afgesloten ruimte achterlaten.
• Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met
metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges.
• Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging.
Bijlagen 108
• Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gat in met een scherp
voorwerp.
• Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten.
• Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze
van grote hoogte te laten vallen.
• Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F).
• Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
• De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte
zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
• Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
• Gooi de batterij nooit in een open vuur.
• De regelgeving voor weggooien kan verschillen per land of regio.
Gooi de batterij weg in overeenstemming met alle lokale en landelijke
regels.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedures in deze
gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze
niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem
hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij.
Situatie
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
De camera wordt
plotseling uitgeschakeld.
Mogelijke oplossingen
Situatie
• Controleer of de batterij in de camera is geplaatst.
• Controleer of de batterij correct in de camera is
•
•
•
•
•
•
De batterij raakt snel leeg.
•
Mogelijke oplossingen
• Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Verwijder
onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart.
geplaatst. (pag. 17)
Laad de batterij op.
Laad de batterij op.
De camera bevindt zich mogelijk in de stand voor
automatisch uitschakelen. (pag. 97)
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te
voorkomen dat de geheugenkaart door een harde
schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in.
Bij lage temperaturen (onder 0 °C/32 °F) kan de
batterij sneller leeg raken. Houd de batterij warm
door deze in uw zak te steken.
Als u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt
de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop
van tijd moeten worden vervangen. Koop een
nieuwe batterij als de gebruiksduur van de batterij
aanzienlijk afneemt.
Er kunnen geen foto's
worden gemaakt.
De camera loopt vast.
De camera wordt warm.
De flitser werkt niet.
Bijlagen 109
• Formatteer de geheugenkaart.
• De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe
geheugenkaart.
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
• Laad de batterij op.
• Controleer of de batterij op de juiste wijze is
geplaatst.
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit
is normaal en is niet van invloed op de levensduur of
prestaties van uw camera.
• Mogelijk is de flitseroptie ingesteld op Uit. (pag. 52)
• In sommige modi kunt u de flitser niet gebruiken.
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Er wordt onverwachts
geflitst.
De datum en tijd zijn
onjuist.
Het scherm of de
knoppen werken niet.
Het camerascherm
reageert niet goed.
Er is een fout met
de geheugenkaart
opgetreden.
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld.
Mogelijke oplossingen
Situatie
De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege
statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect van
de camera.
Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen.
(pag. 96)
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt,
kan het camerascherm verkleuren of slecht
functioneren. Voor betere prestaties van het scherm
moet de camera bij normale temperaturen worden
gebruikt.
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie. (pag. 104)
Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de
camera het bestand mogelijk niet afspelen (de
bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een
computer afspelen.
Mogelijke oplossingen
• Controleer of de ingestelde scherpsteloptie voor
close-upfoto's geschikt is. (pag. 55)
De foto is onscherp.
• Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens
indien nodig. (pag. 100)
• Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren.
De foto is te licht.
De foto is te donker.
Bijlagen 110
bereik van de flitser bevindt. (pag. 113)
Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische
kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie
voor de lichtbron. (pag. 64)
De foto is overbelicht.
• Schakel de flitser uit. (pag. 52)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 54)
• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 61)
De foto is onderbelicht.
• Schakel de flitser in. (pag. 52)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 54)
• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 61)
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossingen
Situatie
• Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is
De computer herkent de
camera niet.
Mogelijke oplossingen
• Sluit i-Launcher af en start het programma
geplaatst.
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
• Controleer of het besturingssysteem wordt
ondersteund.
opnieuw.
• Controleer of i-Launcher is ingesteld op Aan in het
instellingenmenu. (pag. 97)
• Afhankelijk van de specificaties en omgeving van
De computer verbreekt
de verbinding met
de camera tijdens
het overbrengen van
bestanden.
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de USB-kabel
los en sluit deze weer aan.
De computer kan geen
video's afspelen.
Video's kunnen mogelijk niet worden afgespeeld met
bepaalde videospelers. Als u videobestanden wilt
afspelen die zijn gemaakt met uw camera, gebruikt
u het Multimedia Viewer-programma dat u met
het programma i-Launcher op uw computer kunt
installeren.
i-Launcher werkt niet
correct
Bijlagen 111
de computer wordt het programma mogelijk
niet automatisch gestart. Klik in dit geval op
start “ Alle programma's “ Samsung “
i-Launcher “ Samsung i-Launcher op uw
Windows-computer. (Voor Windows 8 opent u het
startscherm en selecteert u All apps (Alle apps)
“ Samsung i-Launcher.) Of klik op Applications
(Toepassingen) “ Samsung “ i-Launcher op uw
Mac-computer.
Cameraspecificaties
Beeldsensor
Type
1/2,3" (ongeveer 7,77 mm) CCD
Effectieve pixels
Ongeveer 16,1 megapixel
Totaalaantal pixels
Ongeveer 16,6 megapixel
Lens
Brandpuntsafstand
Samsung-lens f = 4,5-22,5 mm
(35 mm filmequivalent: 25-125 mm)
Diafragmabereik
F2.5 (W)-F6.3 (T)
Zoom
Fotomodus: 1,0-5,0X
(optische zoom X digitale zoom: 25,0X,
optische zoom X Intelli-zoom: 10,0X)
Display
Type
TFT LCD
Functionaliteit
2,7 inch (67,5 mm) QVGA (230K)
Bereik
Groothoek (G)
80 cm-oneindig
5-80 cm
5 cm-oneindig
Tele (T)
250 cm-oneindig
100-250 cm
100 cm-oneindig
Sluitertijd
• Smart Auto: 8-1/2000 sec.
• Programma: 1-1/2000 sec.
• Nacht: 8-1/2000 sec.
Belichting
Regeling
Programma AE
Lichtmeting
Multi, Spot, Centr. gewogen
Compensatie
±2EV (1/3 EV Stap)
ISO-equivalent
Auto, ISO 80, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800,
ISO 1600, ISO 3200
Scherpstelling
Type
Normaal (AF)
Macro
Auto macro
TTL auto focus (Multi AF, Centrum AF,
Gezichtsdetectie AF, Tracking AF)
Bijlagen 112
Cameraspecificaties
Flitser
Datering
Modus
Uit, Anti-rode ogen, Langz sync, Invulflits, Rode ogen,
Auto
Bereik
• Groothoek: 0,3-4,2 m (ISO Auto)
• Tele: 0,5-1,6 m (ISO Auto)
Oplaadtijd
Ongeveer 4 sec.
Uit, Datum, Datum/tijd
Opnemen
• Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portretfoto
Trillingsreductie
Digitale beeldstabilisatie (DIS)
Foto's
Effect
• Smart filter: Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Opnamemodus voor
foto's
Opnamemodus voor
video's
Halftoonstip, Schets, Visoog, Anti-nevel, Klassiek,
Retro, Negatief
• Beeld aanpassen: Contrast, Scherpte, Kleurverz.
• Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap,
Smart filter: Normaal, Paleteffect 1, Paleteffect 2,
Paleteffect 3, Paleteffect 4, Miniatuur, Vignetten,
Anti-nevel, Visoog, Klassiek, Retro, Negatief
•
•
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Meten: sluiter
met tegenlicht, Nacht, Tegenl., Landschap, Wit,
Natuurlijk groen, Blauwe lucht, Zonsondergang,
Macro, Macro tekst, Macro kleur, Statief, Actie),
Programma, Live Panorama, Beeld in beeld, Scène
(Magisch kader, Beautyshot, Intelligent portret,
Grappig gezicht, Nacht, Landschap, Tekst, Zon
onder, Dageraad, Tegenl., Strand/sneeuw)
• Serie: 1 opname, Serieopname, Bewegingsopname,
AEB
• Timer: Uit, 10 sec, 2 sec, Dubbel
Video's
•
•
•
Bijlagen 113
Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang),
Film
Indeling: MJPEG (maximale opnameduur: 20 min)
Formaat: 1280 X 720 HQ (per bestand: max. 4 GB),
640 X 480, 320 X 240
Framesnelheid: 15 fps, 30 fps
Sound Alive: Sound Alive Aan, Sound Alive Uit,
Dempen
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen,
foto's maken
Cameraspecificaties
Afspelen
Symbool
• Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek en
effecten, Video
Foto's
Video's
• Bewerken: Res.wijz, Draaien, Intelligent portret,
4608 X 3072
Smart filter, Beeld aanpassen, Bijsnijden
• Effect: Beeld aanpassen (ACB, Anti-rode ogen,
Gezichtretouch., Helderheid, Contrast, Kleurverz.,
Ruis toevoegen), Smart filter (Normaal, Miniatuur,
Vignetten, Halftoonstip, Schets, Visoog, Anti-nevel,
Klassiek, Retro, Negatief)
4608 X 2592
Beeldformaat
1984 X 1488
1920 X 1080
Bewerken: foto's maken
1024 X 768
• Intern geheugen: ongeveer 70 MB
• Extern geheugen (optioneel):
Bestandsindeling
3648 X 2736
2592 X 1944
Opslag
Media
Formaat
4608 X 3456
microSD-kaart (2 GB gegarandeerd),
microSDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specificaties afwijken.
• Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21
• Video: AVI (MJPEG)
Bijlagen 114
Cameraspecificaties
Interface
Afmetingen (B x H x D)
Digitale uitvoer
USB 2.0
91,6 x 55,2 x 17,5 mm (zonder uitstekende delen)
Audio-invoer/-uitvoer
Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono)
Gewicht
Gelijkstroomaansluiting
5,0 V
90 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
Voedingsbron
Oplaadbare batterij
Lithium-ionbatterij (BP70A, 700 mAh)
0-40 °C
Connectortype
Micro USB (5-pins)
Bedrijfsluchtvochtigheid
Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.
5-85 %
Software
i-Launcher
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties.
Bijlagen 115
Woordenlijst
Automatische contrastverbetering (ACB)
Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het
onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de
achtergrond.
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld
bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig
resultaat.
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden
belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken.
DIS (Digital Image Stabilization)
Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden tijdens de opname.
Er kan enig kwaliteitsverlies in de afbeelding optreden in vergelijking met optische
beeldstabilisatie.
Autofocus (AF)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw
camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen.
DCF (Design rule for Camera File system)
Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem
voor digitale camera's die is ontwikkeld door de Japan Electronics and Information
Technology Industries Association (JEITA).
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige
beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom
bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of
een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de OIS- of DIS-functie gebruiken om
de camera te stabiliseren.
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden
scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma,
brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u
bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en
wordt de achtergrond van een compositie vaag.
Digitale zoom
Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de
zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt
de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd.
Bijlagen 116
Woordenlijst
EV-compensatie
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde
belichting.
Flitser
Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden
met weinig licht.
Belichtingswaarde (EV)
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend
door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren.
Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen
en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters).
Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere
weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een
grotere beeldhoek.
Exif (Exchangeable Image File Format)
Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandsindeling voor digitale
camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development
Association (JEIDA).
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in
het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt
tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en
CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor).
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt
bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde.
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente
filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de
camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die
wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met
een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.
Bijlagen 117
Woordenlijst
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden
weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt
meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer
de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden
gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale
afname van de beeldresolutie.
LCD (Liquid Crystal Display)
Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica.
Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om
kleuren te kunnen reproduceren.
Optisch zoomen
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met
een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert.
Macro
Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de
macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen
met een verhouding op bijna ware grootte (1:1).
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld.
Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal
resulteert in grotere bestanden.
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid
licht meet om de belichting in te stellen.
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer
pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie.
MJPEG (Motion JPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld.
Bijlagen 118
Woordenlijst
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te
sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien
hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de
beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en
wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het
onderwerp te bevriezen.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij de randen
in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op
onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood,
groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of
kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven.
Bijlagen 119
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop
dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet
met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid
door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van
andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit
product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval
mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat
het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus
in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of
het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het
hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te
scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis
inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit
product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen
waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn
elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een
duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel
van een milieubewuste bedrijfsvoering.
Bijlagen 120
Index
A
Aansluiten op een computer
Mac 86
Windows 85
Afdruk 97
AF-geluid 95
Afspeelknop 16
Afspeelmodus 71
Afzonderlijke beelden uit een video
opslaan 79
Automatische contrastverbetering
(ACB)
Afspeelmodus 83
Opnamemodus 62
B
Beeld in beeldmodus 38
C
Batterij
Beeldkwaliteit 50
Cameraonderhoud 100
Beginafbeelding 95
Cameraspecificaties 112
Belichting 61
Contrast
Let op 106
Opladen 18
Plaatsen 17
Beautyshot-modus 40
Bestanden beveiligen 74
Beeldaanpassing
Bestanden overbrengen
ACB 62
Contrast
Afspeelmodus 84
Opnamemodus 69
Helderheid
Afspeelmodus 84
Opnamemodus 61
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 84
Opnamemodus 69
Rode ogen 83
Ruis toevoegen 84
Scherpte 69
Mac 86
Windows 85
Bestanden weergeven
Categorie 73
Diashow 77
Miniaturen 72
Panoramafoto’s 77
Afspeelmodus 84
Opnamemodus 69
D
Datum/tijd aanpassen 19, 96
De camera losmaken 86
Diashow 77
Digitale beeldstabilisatie (DIS) 29
Bestanden wissen 74
Digitale zoom 27
Bewegingsopname 66
Draaien 81
Bijlagen 121
Index
F
G
I
L
Filmmodus 45
Geheugenkaart
Instellingen 96
Lichtmeting
Flitser
Anti-rode ogen 53
Auto 53
Invulflits 53
Langzame synchronisatie 53
Rode ogen 53
Uit 52
Formatteren 96
Foto's bewerken 80
Aandachtspunt 104
Plaatsen 17
Geluidsinstellingen 25
Intelligente scènedetectiemodus 46
Intelligent portret
Afspeelmodus 81
Opnamemodus 41
Gezichten retoucheren
Afspeelmodus 83
Opnamemodus 41
Gezichtsdetectie 58
Grappig gezicht 42
Foutmeldingen 99
H
Functieknop 16
Helderheid
Afspeelmodus 84
Opnamemodus 61
Intelligent zoomen 28
ISO-waarde 54
K
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 84
Opnamemodus 69
Knipperen 59
Helderheid scherm 96
Bijlagen 122
Centr. gewogen 63
Multi 63
Spot 63
Live Panoramamodus 36
M
Macro
Auto macro 56
Macro 56
Normaal (AF) 56
Menuknop 16
Miniaturen 72
Modus Magisch kader 40
Index
Scherpstelgebied
N
P
R
Nachtmodus 43
Pictogrammen
Reinigen
O
Ontspanknop 14
Ontspanknop half indrukken 30
Open bron-licenties 97
Opladen 18
Opnamemodus 51
Opnamereeks met verschillende
belichtingen (AEB) 66
Optionele accessoires 13
Afspeelmodus 71
Opnamemodus 21
Camerabody 100
Lens 100
Scherm 100
Portretten maken
Anti-rode ogen 53
Beautyshot-modus 40
Gezichtsdetectie 58
Grappig gezicht 42
Intelligent portret 41
Knipperen 59
Rode ogen 53
Smile shot 59
Zelfportret 58
Reset 96
Resolutie
Afspeelmodus 80
Opnamemodus 49
Rode ogen
Afspeelmodus 83
Opnamemodus 52
Centrum AF 56
Multi AF 56
Tracking AF 56
Scherpte 69
Serieopnamen
Bewegingsopname 66
Continu 66
Opnamereeks met verschillende
belichtingen (AEB) 66
Servicecenter 109
Smart Auto-modus 33
Smart filter
Power-knop 14
S
Programmamodus 35
Scènemodus 39
Scherm auto. uit 96
Bijlagen 123
Afspeelmodus 82
Opnamemodus 67
Index
Smile shot 59
U
Z
Snel tonen 96
Uitpakken 13
Zelfportret 58
Statiefbevestigingspunt 14
USB-poort 14
Zoom
Statuslampje 15
V
T
Vergroten 76
Taalinstellingen 96
Video
Tijdinstellingen 19
Tijdzone-instellingen 19, 96
Zoomfunctie gebruiken 27
Zoomgeluidsinstellingen 45
Zoomknop 15
Afspeelmodus 78
Opnamemodus 45
Timer 51
W
Type weergave 25
Witbalans 64
Bijlagen 124
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
www.samsung.com.