Documenttranscriptie

NEDERLANDS Inleiding Installatie Via een luchtaanzuigkast kan buitenlucht direct naar de motor als verbrandingslucht worden aangevoerd. Ook kan via een lucht­aanzuigkast buitenlucht als verbrandingslucht de machinekamer worden ingezogen of als ventilatielucht worden aan- of afgevoerd. Ontvet de rand van de luchtaanzuigpoort en breng het afdichtband aan. Houdt de deelnaad van het afdichtingsband aan de bovenzijde, zie tekening: . Indien gewenst kunnen de filtermatten in de luchtaanzuigpoort worden geplaatst, zie tekening: . De netto doorlaat van de luchtaanzuigkast wordt bepaald door de grootte slangaansluiting: - 1,81 dm2 voor ø 152 mm slangaansluiting - 2,49 dm2 voor ø 178 mm slangaansluiting Monteer de luchtaanzuigpoort. Houdt met de bevestiging rekening met het extra gewicht van de luchtaanzuigkast en de slang. Indien de verbrandingslucht via een ventilatieslang direct naar de motor wordt aangevoerd, dan is de luchtaanzuig­poort geschikt voor een motor tot maximaal: - 150 kW (200 pk) bij een ø 152 mm ventilatieslang. - 210 kW (280 pk) bij een ø 178 mm ventilatieslang. Stel bij 2 luchtaanzuigpoorten indien ze worden toegepast voor ventilatie van de machinekamer er aan bakboord en één aan stuurboord op. Een natuurlijke doorstroming van de lucht wordt dan verkregen. De luchtaanzuigpoort mag zowel met de aansluiting voor de ventilatieslang naar omhoog als naar beneden worden geïnstalleerd. Een slang van ø 152 mm kan direct op de luchtaanzuigkast worden aangesloten. Indien een slang van ø 178 mm wordt aangesloten op de luchtaanzuigkast dient de aansluiting voor slang ø 152 mm te worden afgezaagd. Braam de het zaagvlak goed af, zie tekening: . Gebruik de zelfborgende moeren om de luchtaanzuigkast met de hoekstukken tegen de luchtaanzuigpoort te monteren. Zet de zelfborgende moeren gelijkmatig vast tot het afdichtband voor ca. 50% is ingedrukt, zie tekening: Ã. Monteer de ventilatieslang met een slangklem op de luchtaanzuigpoort. Ondersteun de slang zodat de luchtaanzuigkast/-poort niet door het gewicht van de slang wordt belast. De (2) filtermatten, tussen luchtaanzuigpoort en luchtaanzuigkast, voeren water af dat mogelijk met de lucht mee door de louvres is aangezogen. Waarschuwing Indien de verbrandingslucht via een ventilatieslang direct aan de motor wordt toegevoerd dan moet de luchtaanzuigpoort zo hoog in de opbouw van het schip worden ge­plaatst dat zelfs bij een rollend schip er geen gevaar bestaat dat de motor water aanzuigt. Zelfborgende moer Afbramen Afzagen ø 152 (6”) 2 080303.01 ø 178 (7”) Luchtaanzuigkast MOFI100