Aeg-Electrolux L98699FL Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

L 98699 FL
NL
WASAUTOMAAT GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten
de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al
uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg-electrolux.com/shop
2
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie
6 Milieubescherming
7 Beschrijving van het product
8 Accessoires
8 Bedieningspaneel
14 Wasprogramma's
17 VOOR HET EERSTE GEBRUIK
18 HET APPARAAT GEBRUIKEN
18 Het apparaat inschakelen en een
programma instellen
19 Wasgoed in de machine doen
20 Wasmiddelen en overige
wasproducten gebruiken
22 Een programma starten
23 Aan het einde van het programma
23 Nuttige aanwijzingen en tips
25 Onderhoud en reiniging
30 Problemen oplossen en service
33 Technische gegevens
34 Montage
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke
veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Inhoud
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of gebruikt:
Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
Voor het milieu
Voor de correcte bediening en werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of aan een an-
der geeft.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstande-
lijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij
moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van
iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
letsel.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is.
Voordat u de deur van het apparaat sluit, dient u te controleren dat er geen kinderen of
huisdieren in de trommel zitten.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Kinderbeveiliging
Als u deze beveiliging activeert, kunt u de deur niet sluiten. Dit voorkomt dat u kinderen
of huisdieren in de trommel opsluit. Om de beveiliging te activeren draait u het naar
rechts tot de groeve horizontaal staat. Om de beveiliging te deactiveren draait u het naar
links tot de groeve verticaal staat.
Algemene veiligheid
Het apparaat is niet geschikt voor professioneel gebruik. Dit apparaat is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik.
De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en be-
schadiging van het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc-
ten in, bij of op het apparaat. Risico op explosie of brand.
Volg de veiligheidsinstructies van de verpakking van het wasmiddel om brandwonden
aan ogen, mond en keel te voorkomen.
4 Veiligheidsinformatie
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed verwijdert. Harde en scherpe mate-
rialen kunnen het apparaat beschadigen.
Raak het glas van de deur niet aan als een programma in gebruik is. Het glas kan heet
worden.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg dat de filters op de juiste wijze worden ge-
installeerd. Een onjuiste installatie leidt tot waterlekkage.
Interne lamp
Dit apparaat is voorzien van een interne lamp die aan- en uitgaat met het openen en slui-
ten van de deur.
WAARSCHUWING!
Zichtbare LED-straling, niet rechtstreeks in de straal kijken.
Neem contact op met het servicecentrum om het binnenlampje te vervangen.
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u de binnenlamp vervangt.
Montage
Het apparaat is zwaar, wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat.
Installeer en sluit geen beschadigd apparaat aan.
Zorg dat u alle verpakkingsmaterialen en transportbouten verwijdert.
Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Alleen een erkende persoon mag de elektrische installatie, het loodgieterswerk en de in-
stallatie van het apparaat uitvoeren. Dit om het risico op structurele schade of lichame-
lijk letsel te voorkomen.
Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C
komt.
Als u het apparaat installeert op vloerbedekking, dient u ervoor te zorgen dat er luchtcir-
culatie is tussen het apparaat en de vloerbedekking. Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de vloerbedekking te creëren.
Aansluiting op de waterleiding
Sluit het apparaat niet aan met oude slangen die al gebruikt zijn. Gebruik alleen nieuwe
slangen.
Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt.
Sluit het apparaat niet op nieuwe leidingen aan of op leidingen die lang niet zijn ge-
bruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan.
Let er bij het eerste gebruik op dat de watertoevoerslangen en de koppelingen niet lek
zijn.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Zorg ervoor dat het apparaat is geaard.
Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom-
voorziening.
Veiligheidsinformatie
5
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppelen van de netvoeding. Trek altijd
aan de stekker.
Het apparaat afvoeren
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
3. Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat u kinderen of huisdieren in de trom-
mel opsluit. Er bestaat gevaar voor verstikking.
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Verpakkingsmaterialen
Recycle de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen.
6 Milieubescherming
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 2 3
5
6
7
8
4
8
9
10
11
12
1 Bovenblad
2 Wasmiddeldoseerbakje
3 Bedieningspaneel
4 Handgreep
5 Interne lamp
6 Typeplaatje
7 Afvoerpomp
8 Stelvoetjes
9 Afvoerslang
10 Wateraansluiting
11 Hoofdkabel
12 Transportbouten
13 Stelvoetjes
Beschrijving van het product
7
ACCESSOIRES
1 2
45 3
1 Spanner
Om de transportbouten te verwijderen.
2 Plastic dopjes
Voor het sluiten van de gaten aan de
achterkant van de kast als u de ver-
voersbouten verwijdert.
3 Geluidsdemper
Om het geluid te verminderen tijdens
de werking van het apparaat
4 Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van een
gootsteen aan te sluiten.
5 Toevoerslang met geintegreerd be-
schermingssysteem
Om mogelijk lekken en overstromen te
voorkomen.
BEDIENINGSPANEEL
Wol/Zijde
Katoen
Extra Stil
Synthetica
Strijkvrij
Fijne Was
Dekbed
Anti-Allergie
Centrifugeren/
Pompen
Spoelen
Outdoor
20 Min. - 3 kg
Super Eco
Eco
Opfrissen
Ontkreuk
Auto Off
Geheugen 1
Geheugen 2
Stoom
Start/Pauze
Start-
uitstel
Tijd
Besparen
Extra
Spoelen
Vlekken/
Voorw.
TPM
Temp.°C
Beladingssensor
1 2 3
4
5
6789101112
1 Auto Off-toets
2 Programmaschakelaar
3 Display
4 Stoom-tiptoets
5 Geheugen-tiptoetsen
6 Start/Pauze-tiptoets
8 Accessoires
7 Startuitstel-tiptoets
8 Tijd Besparen-tiptoets
9 Extra Spoelen-tiptoets
10 Vlekken/Voorwas/Inweken -tiptoets
11 Tiptoets Kort centrifugeren (TPM)
12 Tiptoets Temperatuur (Temp.°C)
TIPTOETSSCHERM
Draag geen handschoenen als u op de toetsen drukt.
Zorg ervoor dat het tipttoetsscherm en de toetsen altijd schoon en droog zijn.
AUTO OFF toets
1
Druk op deze toets om het apparaat in of uit te schakelen. Er klinkt een geluid als het appa-
raat wordt ingeschakeld.
De AUTO OFF-functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te beparen als:
Voor op toets
6 te drukken, u het apparaat gedurende vijf minuten niet gebruikt. Druk
op knop
1 om het apparaat weer in te schakelen.
Na 5 minuten na afloop van het wasprogramma. Raadpleeg “Aan het eind van het pro-
gramma”.
Programmaschakelaar
2
Draai deze knop om een programma in te stellen. Het bijbehorende programma-indicatie-
lampje gaat branden.
Display
3
ABCD
EFGH
IJ
A
De tekstbalk:
Begeleidt u tijdens het gebruik van het apparaat.
Vertelt u over de programmastatus en fase.
Toont alarmboodschappen. Raadpleeg het hoofdstuk "Problemen oplossen en servi-
ce".
9
De symbolen verschijnen op de display als de bijbehorende fase of functie is ingesteld.
B
Kinderbeveiliging
C
Deur vergrendeld Het symbool gaat aan als een programma start.
U kunt de deur niet openen als het symbool aan is.
U kunt de deur alleen openen als het symbool uit gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid:
Er staat water in de trommel.
De functie Spoelstop is aan.
D
Het tijdstip van de dag
Als u het apparaat inschakelt toont de display gedurende een paar seconden het tijd-
stip van de dag. Raadpleeg "Klok instellen" om de klok te wijzigen.
De duur van het programma
Als het wasprogramma start, vermindert de programmatijd elke minuut.
Symbool Programmaduur
Het symbool gaat aan als de cijfers de programmaduur weergeven.
De eindtijd van het wasprogramma.
Symbool Einde programma
Het symbool gaat aan als de cijfers de programma-eindtijd weergeven.
De uitsteltijd
Als u de startuitstel instelt, wordt het einde van de programmatijd verhoogd met
stappen van 30 minuten tot 10 uur en met stappen van één uur tot 20 uur.
Het einde van het programma
Op de display verschijnt een nul.
E
Dit deel gaat alleen aan als de deur open is - Zie 'Het wasgoed laden'.
De maximale programmabelading
Het gewicht van het wasgoed
Het indicatiebalkje gaat branden al naar gelang het gewicht van het
wasgoed.
Het indicatielampje gaat volledig branden als u de maximale belading
plaatst.
Als u een functie dient in te stellen
Een leeg indicatiebalkje gaat branden als de bijbehorende functie beschikbaar is voor
het ingestelde programma. Als een indicatiebalkje niet aan gaat, betekent dit dat de-
ze niet beschikbaar is.
Het functiesymbool gaat aan als de functie is ingesteld.
Het indicatiebalkje toont de ingestelde functie.
Indien u een verkeerde keuze maakt, geeft de tekstbalk op de display aan dat de keuze niet mo-
gelijk is.
10
F
Tijd Besparen
Het symbool gaat aan als u de volgende functies instelt:
Verkorte tijd
Extra kort
G
Extra spoelen
Het indicatiebalkje toont het aantal spoelgangen.
H
Vlekken
Voorwas
Inweken
Het indicatiebalkje gaat branden als u de functies instelt.
I
De standaard centrifugesnelheid van het programma.
_ _ _
Niet centrifugeren
1)
Spoelstop
1) Alleen beschikbaar voor het CENTRIFUGEREN/POMPEN programma.
J
De standaard temperatuur van het programma.
Koud programma
STOOM TOETS
4
Raak de toets 4 aan voor het instellen van een van de drie stoomniveaus in de program-
ma's waar de stoomfunctie beschikbaar is. De duur van de stoomfase is afhankelijk van het
stoomniveau.
GEHEUGEN TOETSEN
5
Raak een van de toetsen 5 aan om een programma op te slaan of om een opgeslagen
programma in te stellen.
Een programma opslaan
1. Druk op de toets
1 om het apparaat in te schakelen.
2. Draai de programmaschakelaar (
2 ) op uw favoriete programma.
3. Selecteer indien nodig een of meer functies.
4. Blijf gedurende enkele seconden op een van de toetsen
5 drukken. De zoemer klinkt
en de display toont dat het programma is opgeslagen.
Stel een opgeslagen programma in
1. Raak de toets aan waarmee u het programma heeft opgeslagen dat u wilt instellen.
2. Het programmalampje gaat aan en de display toont alle informatie.
11
Om een opgeslagen programma te annuleren kunt u alleen een nieuw programma opslaan.
START/PAUZE TOETS
6
Druk op de toets 6 om het programma te starten of te onderbreken.
STARTUITSTEL TOETS
7
Druk op de toets 7 om de start van een programma vanaf 30 minuten tot 20 uur uit te
stellen.
TIJD BESPAREN TOETS
8
Druk op de toets 8 om de programmatijd te verminderen.
Druk op deze toets om de programmatijd in te korten.
U kunt selecteren:
VERKORTE DUUR
Voor het wassen van normaal vervuild wasgoed.
EXTRA KORT
Voor het snel wassen van weinig vervuild wasgoed.
Sommige programma's zijn niet beschikbaar voor beide functies.
EXTRA SPOELEN TOETS
9
Druk op de toets 9 om spoelfases toe te voegen aan een programma.
Gebruik deze functie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden
waar het water erg zacht is.
VLEKKEN/VOORWAS/INWEKEN TOETS
10
Druk op de toets 10 om een van deze functies in te stellen:
VLEKKEN
Gebruik deze functie voor wasgoed met vlekken die moeilijk te verwijderen zijn.
Als u deze functie instelt, doet u vlekkenverwijderaar in het vakje
.
De programmaduur neemt toe.
Deze functie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
VOORWAS
Gebruik deze functie voor sterk vervuild wasgoed.
Het apparaat voegt een voorwasfase toe aan de hoofdwas.
De programmaduur neemt toe.
INWEKEN
Gebruik deze functie voor sterk vervuild wasgoed.
Het apparaat weekt het wasgoed ongeveer een halfuur op 30˚C voordat de wascyclus be-
gint.
TOETS CENTRIFUGEREN
11
Druk op de toets 11 om:
De maximale snelheid van de centrifugefase te verlagen als u een programma instelt.
12
De display toont alleen de centrifugesnelheden die voor het ingestelde programma beschik-
baar zijn.
De centrifugefase uit te schakelen (functie ' Niet centrifugeren ').
Het inschakelen van de functie ' Spoelstop '.
Stel deze functie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen. Het apparaat pompt geen
water weg als het programma is voltooid.
TOETS TEMPERATUUR (
12
)
Druk op de knop 12 om de standaard temperatuur te wijzigen.
Symbolen - - - en
= koud water
Geluidssignalenfunctie
U hoort geluidssignalen als:
U het apparaat inschakelt.
U het apparaat uitschakelt.
U de toetsen aanraakt.
Het programma is voltooid.
Het apparaat een storing ondervindt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op toets
10 en toets 9 gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen uitschakelt, blijven ze alleen werken als u op de toetsen drukt en er
een storing optreedt.
Kinderbeveiliging -functie
Deze functie voorkomt dat kinderen spelen met het bedieningspaneel.
Druk om de functie te activeren, tegelijkertijd op toets
12 en toets 11 totdat de display
het symbool
toont.
Druk om de functie te deactiveren, tegelijkertijd op toets
12 en toets 11 totdat het sym-
bool
uitgaat.
U kunt de volgende functie activeren:
Voordat u op de toets
6 drukt kan het apparaat niet starten.
Nadat u drukt op de toets
6 , worden alle toetsen en de programmaschakelaar uitge-
schakeld.
Permanente extra spoelfunctie
Met deze functie kunt u de extra spoelfunctie permanent aan laten als u een nieuw pro-
gramma instelt.
Voor het inschakelen van de functie drukt u tegelijkertijd op de toets
8 en de toets 7
tot de display het symbool toont.
Voor het uitschakelen van de functie drukt u tegelijkertijd op de toets
8 en de toets 7
tot het symbool uitgaat.
13
WASPROGRAMMA'S
Programma Temperatuur Type lading
Gewicht van de la-
ding
Programma de-
scripiton
Functies
Katoen 95° - Koud Wit en bont katoen,
zwaar vervuild.
Maximum belading 9
kg
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
VOORWAS
2)
INWEKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
3)
Extra Stil 95° - Koud Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
Maximum belading 9
kg
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
Stop met water
in de trommel
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
VOORWAS
2)
INWEKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
3)
Synthetica 60° - Koud
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
Synthetische of ge-
mengde stoffen,
normaal vervuild.
Maximum belading 4
kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
1)
VOORWAS
2)
INWEKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
3)
Strijkvrij 60° - Koud Synthetische stoffen,
normaal vervuild.
Het voorkomt kreuk-
vorming van het
wasgoed.
Maximum belading
1,5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
INWEKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
3)
Fijne Was 40° - Koud
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
Delicate stoffen
zoals acryl, viscose,
polyester stoffen,
normaal vervuild.
Maximum belading 4
kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
1)
INWEKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
3)
14 Wasprogramma's
Programma Temperatuur Type lading
Gewicht van de la-
ding
Programma de-
scripiton
Functies
Wol / Zijde 40° - Koud
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
Wollen artikelen
voor in de machine
en met de hand te
wassen wollen arti-
kelen en fijne was
waarin het «hand-
was»-symbool staat.
Maximum belading 2
kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
Dekbed 60° - 30°
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
Speciaal programma
voor één syntheti-
sche deken, dekbed,
sprei enz.
Maximum belading 2
kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
Anti-Allergie 60° Witte katoenen arti-
kelen
4)
.
Maximum belading 9
kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
VOORWAS
2)
INWEKEN
EXTRA SPOELEN
Centrifugeren /
Pompen
5)
Alle stoffen.
De maximale bela-
ding wasgoed is af-
hankelijk van het ty-
pe wasgoed.
Afvoer van het
water
Centrifugefase
op de maximale
snelheid
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
6)
Spoelen Alle stoffen.
Maximum belading 9
kg
Eén spoelgang
met toevoeging
Centrifugefase
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
7)
Outdoor 40° - Koud Waterbestendige,
sport- en buitenkle-
ding. Gebruik geen
wasverzachter!
Maximum belading
2,5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
20 min. - 3 kg 40° of 30° Snelle was voor
sportkleding, of ka-
toenen en syntheti-
sche licht vervuilde
of slechts eenmaal
gedragen kleding.
Maximum belading 3
kg
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
Wasprogramma's 15
Programma Temperatuur Type lading
Gewicht van de la-
ding
Programma de-
scripiton
Functies
Super Eco Gemengde stoffen
(katoen en syntheti-
sche weefsels)
8)
.
Maximum belading 3
kg
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Eco 60° of 40° Wit en bont katoen,
normaal vervuild
9)
.
Maximum belading 9
kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
VOORWAS
2)
INWEKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
3)
1) Niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
2) Stel niet de VOORWAS in als u vloeibare wasmiddelen gebruikt.
3) Als u op toets
8
drukt voor het instellen van de functie Extra Kort, raden wij u aan om de hoeveelheid
belading te verkleinen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar de wasresultaten zullen niet
afdoende zijn.
4) Dit programma verwijdert de micro-organismes dankzij het wassen op 60°C en voegt een extra spoelgang toe.
Op die manier is de werking effectiever. Belangrijk!Plaats in het vakje
een speciale toevoeging voor
hygiëne en selecteer de functie VLEKKEN.
5) De standaard centrifugesnelheid is voor katoenen artikelen. Stel de centrifugesnelheid in die van toepassing is
op uw wasgoed.
6) Als u deze functie selecteert, voert de machine alleen een afpompfase uit.
7) Druk op de toets EXTRA SPOELEN om extra spoelgangen in te stellen. Als een laag centrifugetoerental is
ingesteld, voert het apparaat delicate spoelgangen uit en een korte centrifugegang.
8) Gebruik een speciaal wasmiddel voor lage temperaturen.
9) Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het
wasprogramma wordt verlengd.
STOOMPROGRAMMA'S
Programma
1)
Type lading Lading
Stoom Opfrissen
2)
Deze cyclus verwijdert luchtjes uit het
wasgoed.
Stoom verwijdert geen dierenluchtjes.
Katoen en synthetica.
Stel het Stoomprogramma niet in voor dit type
kleding:
Kleding waar op het wasvoorschrift niet
staat of het geschikt is voor de droger.
Kleding met veel ingewerkte stukjes plastic,
metaal, hout e.d.
tot 1,5
kg
Stoom Ontkreuk
2)
Dit programma helpt het wasgoed te
ontkreuken en op te frissen.
tot 1,5
kg
Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of eenmaal gedragen wasgoed. Deze program-
ma's kunnen kreukvorming en luchtjes verminderen en het wasgoed zachter maken.
Gebruik geen wasmiddel. Indien nodig, verwijder vlekken door te wassen of plaatselijke vlekverwij-
deraar te gebruiken.
Stoomprogramma's voeren geen hygiënische cyclus uit.
16 Wasprogramma's
Druk op de knop
4
om de duur van de stoomfase te wijzigen.
1) Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de cyclus vochtig
aanvoelen. Het is beter om de kleren aan de lucht te drogen gedurende 10 minuten om de vochtigheid te laten
verdampen. Het wasgoed moet zo snel mogelijk uit de trommel worden verwijderd. Na een stoomcyclus kunt u
de kleding toch nog strijken, maar dan uiteraard met veel minder moeite!
2) Raadpleeg de display voor de programmatijd.
Verbruikswaarden
Programma
1)
Energieverbruik (kWh) Waterverbruik (liter)
Witte katoen 95° C 2.50 73
Katoen 60° 1.60 69
Katoen Eco op 60° C
2)
0.99 63
Katoen 40° 1.00 69
Katoen Eco op 40° C
2)
0.80 63
Synthetische stoffen 40° 0.60 48
Fijne was 40° 0.70 58
Wol/Handwas 40° 0.50 57
De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhankelijk van de
hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water en de omgevingstempe-
ratuur
1) Raadpleeg de display voor de programmatijd.
2) Dit is het programma voor testinstituten met een maximale belading katoen op de maximale centrifugesnelheid
die overeenkomt met de laatste goedgekeurde versie van de EN60456.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade om het
afvoersysteem te activeren.
2. Giet een klein beetje wasmiddel in het vakje van het hoofdwasmiddel van de wasmid-
dellade. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder was-
goed en start het programma. Dit verwijdert mogelijk vuil uit de trommel en de kuip.
Taal instellen
De eerste keer als u de machine inschakelt, toont de display de standaard taal en vraagt u
deze te bevestigen of te wijzigen:
Draai aan de programmaschakelaar om de gewenste taal in te stellen.
Als de display de benodigde taal toont, drukt u op de toets
6 om de keuze te bevesti-
gen.
Taal instellen - Dagelijks gebruik
Verander de taal nadat het apparaat is aangezet.
De taal van de display wijzigen:
1. Raak
11 en de toets 10 tegelijkertijd aan gedurende enkele seconden.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
17
2. Als de display de ingestelde taal toont, draait u de programmaschakelaar om een nieu-
we taal in te stellen.
3. Druk op de toets
6 om de keuze te bevestigen.
Klok instellen
Na het instellen van de taal, vraagt de display u de klok in te stellen:
De uurcijfers knipperen.
Draai de programmaschakelaar om de uurtijd te wijzigen.
Druk op toets
6 om de keuze te bevestigen.
De minuutcijfers knipperen.
Draai de programmaschakelaar om de minuuttijd te wijzigen.
Druk op toets
6 om de keuze te bevestigen.
Klok instellen - Dagelijks gebruik
Verander de dagtijd nadat het apparaat is aangezet.
Om de tijd van de dag in te wijzigen:
1. Raak
9 en de toets 8 tegelijkertijd aan gedurende enkele seconden.
2. De uurcijfers knipperen.
3. Draai aan de programmaschakelaar om de uurtijd te wijzigen.
4. Druk op toets
6 om de keuze te bevestigen.
5. De minuutcijfers knipperen.
6. Draai aan de programmaschakelaar om de minuuttijd te wijzigen.
7. Druk op toets
6 om de keuze te bevestigen.
HET APPARAAT GEBRUIKEN
1. Draai de waterkraan open.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
HET APPARAAT INSCHAKELEN EN EEN PROGRAMMA INSTELLEN
Voor het juist functioneren van de gewichtssensor, zet het apparaat aan en selecteer een program-
ma VOORDAT er wasgoed in het apparaat wordt geplaatst.
1. Druk op de toets 1 om het apparaat in te schakelen.
2. Draai de programmaschakelaar (
2 ) naar het juiste programma of druk op de toetsen
5 om een opgeslagen programma in te stellen. Het programmalampje gaat branden.
3. Het lampje van de toets
6 knippert in het rood.
4. Op het display verschijnt de standaard temperatuur en centrifugesnelheid. Druk, indien
nodig, op de toets
12 en de toets 11 om de watertemperatuur en de centrifugesnel-
heid te wijzigen.
18 HET APPARAAT GEBRUIKEN
5. Druk, indien nodig op de andere toetsen om andere functies of een uitgestelde start in
te stellen. De display toont het symbool van de ingestelde functie en het getal (
D )
toont de uitgestelde tijd.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open de deur van het apparaat.
2. De display (E) toont de maximale programmabelading voor het programma (MAX ) en
het gewicht van het wasgoed (KG). De tekstbalk op de display vertelt of u meer was-
goed kunt toevoegen.
3. Plaats het wasgoed een voor een in de trommel. Schud het wasgoed uit voor u ze in de
wasmachine plaatst.
4. Op de display wordt het gewicht van het wasgoed bijgewerkt in stappen van 0,5 kg. Het
gewicht is puur indicatief en hangt af van het type wasgoed.
Indien u te veel wasgoed in de machine plaatst, geeft de tekstbalk op de display aan dat u
de maximale belading heeft overschreden.
Het wasgoed kan dan nog worden gewassen, maar het water- en energieverbruik zal dan
toenemen.
De overbeladingsindicatie is alleen beschikbaar voor programma's met een maximale bela-
ding die lager is dan de maximale belading van de machine.
5. Sluit de deur. De tekstbalk op de display vertelt u hoeveel wasmiddel u dient toe te voe-
gen. Deze data zijn indicatief en zijn gebaseerd op de hoeveelheid wasmiddel bij een
maximum belading die wordt geadviseerd door de fabrikant.
Zorg dat er geen wasgoed uit de trommel
steekt als u de deur vergrendelt. Er kan wa-
terlekkage of beschadigd wasgoed ont-
staan.
Wasgoed in de machine doen 19
WASMIDDELEN EN OVERIGE WASPRODUCTEN GEBRUIKEN
Het vakje voor het wasmiddel voor de voorwasfase en het inweekprogramma.
Voeg wasmiddel toe voor de voorwas en het inweken voordat u het programma
start.
Het vakje voor het wasmiddel voor de wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van
het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare wasmiddelen.
Het vakje voor de vlekverwijderaar.
Plaats het product in het vakje en stel de vlekfunctie in voordat u het program-
ma start.
Klepje voor poeder of vloeibaar wasmiddel
Draai het (omhoog of omlaag) in de juiste stand om poeder of vloeibaar was-
middel te gebruiken.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de wasmiddelen.
Controleer de stand van de klep
1. Trek de wasmiddellade uit tot deze
stopt. Druk de hendel in om de lade uit
te trekken.
20 Wasmiddelen en overige wasproducten gebruiken
2. Draai de klep omhoog om poederwas-
middel te gebruiken.
3. Draai de klep omlaag om vloeibaar was-
middel te gebruiken.
Met de klep in de stand OMLAAG:
Gebruik geen gelatineachtige of dikke
vloeibare wasmiddelen.
Giet niet meer vloeibaar wasmiddel in
het vakje dan de limiet op de klep.
Stel niet de voorwasfase in.
Stel niet de startuitstelfunctie in.
4. Meet het wasmiddel en wasverzachter
af.
5. Sluit de wasmiddellade voorzichtig.
Zorg ervoor dat de klep het wasmiddel
niet blokkeert bij het sluiten van de la-
de.
De startuitstel instellen
1. Druk herhaaldelijk op de toets 7 om de gewenste startuitstel in te stellen. De display
toont de verwachte eindtijd van het programma
2. Druk op de toets
6 , het apparaat begint het aftellen van de uitgestelde start.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart.
Voordat u op de toets 6 drukt om het apparaat te starten, kunt u de instelling van de
uitgestelde start annuleren of wijzigen.
U kunt de uitgestelde start niet instellen bij het Stoom programma.
De uitgestelde start annuleren
1. Druk op de toets 6 . Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
7 tot de display aangeeft dat er geen startuitstel is.
3. Druk op de toets
6 . Het programma wordt gestart.
21
EEN PROGRAMMA STARTEN
1. Druk op de toets 6 om het programma te starten. Het lampje van de toets 6 stopt
en knippert en brandt in het rood.
Als de uitgestelde start is ingesteld, start het apparaat met aftellen.
Het apparaat past de duur van het programma automatisch aan op het wasgoed wat in het appa-
raat is geplaatst voor een perfect wasresultaat in een zo kort mogelijke tijd. Na ongeveer 15 minu-
ten vanaf het begin van het programma zal de display de nieuwe programmatijd aangeven.
Een programma onderbreken
1. Druk op de toets 6 . Het indicatielampje knippert.
2. Druk nogmaals op de toets
6 . Het wasprogramma gaat verder.
Een programma annuleren
1. Druk op de toets 1 om het programma te annuleren en om het apparaat uit te scha-
kelen.
2. Druk opnieuw op de toets
1 om het apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat geen water weg pompt.
Een functie wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1. Druk op de toets
6 . Het indicatielampje knippert.
2. De ingestelde functie wijzigen.
3. Druk nogmaals op de toets
6 . Het wasprogramma gaat verder.
Open de deur.
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van het apparaat vergren-
deld.
De deur van het apparaat openen:
1. Druk op de toets
6 . Het symbool deurvergrendeling op de display gaat uit en een be-
richt vertelt dat de deur is ontgrendeld.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Sluit de deur van de machine en druk opnieuw op de toets
6 . Het programma of de
startuitstel gaat verder.
Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn, blijft het deurvergren-
delingssymbool aan en kan de deur niet worden geopend. U kunt de deur van het apparaat
niet openen, maar het is nodig om te openen.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Wacht enkele minuten.
3. Zorg ervoor dat er geen water in de trommel is.
22 Een programma starten
Als u het apparaat uit zet, dient u het programma opnieuw in te stelllen.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
1. Stopt het apparaat automatisch.
2. De geluidssignalen weerklinken als dit is ingeschakeld.
3. In de display
gaat aan en vertelt het bericht u dat het programma is voltooid.
4. Het lampje van de toets
6 gaat uit.
5. Het deurvergrendelingssymbool in de display gaat uit.
6. Druk op de toets
1 om het apparaat uit te schakelen.
De AUTO OFF functie schakelt het apparaat automatisch uit na 5 minuten na afloop van
het programma.
Als het apparaat weer aan wordt gezet, verschijnt het einde van het laatst gekozen pro-
gramma in de display. Draai aan de programmaknop om een nieuw wasprogramma te se-
lecteren.
7. Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
8. Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
9. Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om te voorkomen dat er kreukvorming in het wasgoed ko-
men.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. Indien nodig, verlaag het centrifugetoerental.
2. Druk op de toets
6 . Het apparaat gaat afpompen en centrifugeren.
3. Als het programma is voltooid, gaat het deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de
deur openen
4. Druk op de toets
1 om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat pompt het water automatisch af en begint te centrifugeren na ongeveer 18
uur.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De wasgoedlading
Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol.
Voor een juiste wijze van wassen dient u de instructies op de waslabels van het wasgoed
op te volgen.
Aan het einde van het programma
23
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We ra-
den daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Sluit riemen.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was zwaar vervuilde delen van wasgoed met een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken en stop de gordijnen in een zak.
Niet in de machine wassen:
Wasgoed zonder zomen of met scheuren
Beugelbeha's.
Gebruik een waszakje om kleine stuks wasgoed te wassen.
Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt
kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik
in een wasmachine.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur
en de mate van vervuiling.
Stel de voorwasfase niet in als u vloeibare wasmiddelen gebruikt.
Milieutips
Gebruik minder water en energie om het milieu te helpen, volg deze instructies:
Stel een programma in zonder voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te was-
sen.
Was altijd met de maximum hoeveelheid wasgoed.
Gebruik een vlekverwijderaar voor het wassen, en selecteer een programma met een la-
gere temperatuur.
Controleer de waterhardhied van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid was-
middel te gebruiken.
Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van wa-
terverzachter voor wasmachines aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het ge-
bruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met de plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw ge-
bied.
Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de producten.
Gelijkwaardige eenheden meten de waterhardheid:
Duitse graden (°dH).
Franse graden (°TH)
24 Nuttige aanwijzingen en tips
mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water).
Clarke-graden.
Waterhardheidstabel
Niveau Type
Waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reiningen.
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk. Als het nodig is dient u waterverzachter te gebrui-
ken om deze kalk te verwijderen.
Gebruik een speciaal product voor wasautomaten. Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van de producent.
Doe dit apart van het wassen van wasgoed.
Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volle-
dig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten.
Onderhoudswasbeurt
Bij wassen op lage temperatuur is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswas uit. Om dit te doen:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Stel het heetste wasprogramma in voor katoen
Gebruik de juiste hoeveelheid poederwasmiddel met biologische eigenschappen.
Houd de deur enige tijd open na elke wasbeurt, om schimmels en onprettige geurtjes te
voorkomen .
Onderhoud en reiniging
25
Deurrubber
Controleer regelmatig het deurrubber en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
Trommel
Controleer regelmatig de trommel om kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten om roestdeeltjes te verwijderen uit de trommel.
Ga als volgt te werk:
Reinig de trommel met een speciaal product voor roestvrijstaal.
Start een kort programma voor katoen op de maximale temperatuur met een kleine hoe-
veelheid wasmiddel.
Wasmiddeldoseerbakje
Het wasmiddelbakje reinigen:
1
2
1. Druk op de hendel.
2. haal het wasmiddelbakje er met kracht
uit.
3. Verwijder het bovenste gedeelte van
het vloeibare wasmiddelvakje.
4. Maak alle onderdelen schoon met wa-
ter.
26 Onderhoud en reiniging
5. Maak de ruimte van de wasmiddellade
schoon met een borstel.
6. Doe het wasmiddelbakje terug in de
ruimte van het wasmiddeldoseerbakje.
Afvoerpomp
Controleer regelmatig de afvoerpomp en zorg dat deze schoon is.
De pomp schoonmaken als:
Het apparaat geen water afpompt.
De trommel niet kan draaien.
Het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door een blokkade in de afvoerpomp.
De display een alarmcode weergeeft door een probleem met de waterafvoer.
WAARSCHUWING!
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het filter niet als het apparaat in gebruik is. Reinig de afvoerpomp niet als het
water in de machine heet is. Het water moet koud zijn voordat u de afvoerpomp kunt
reinigen.
De afvoerpomp reinigen:
1. Open het afvoerpompdeurtje.
2. Trek de klep naar voren om hem te ver-
wijderen.
3. Houd een bak onder de uitsparing van
de afvoerpomp om het water op te
vangen dat eruit stroomt.
4. Druk de twee hendels in en trek het af-
voerkanaal naar voren om het water er-
uit te laten stromen.
Onderhoud en reiniging 27
1
2
5. Als de bak vol met water is, duwt u het
afvoerkanaal terug en leegt u de bak.
Herhaal de vorige stap tot er geen wa-
ter meer uit de afvoerpomp stroomt.
6. Duw het afvoerkanaal terug en draai
het filter om deze te verwijderen.
7. Verwijder stof en voorwerpen uit de
pomp.
8. Zorg dat het schoepenrad op de juiste
wijze kan draaien. Neem indien dit niet
lukt contact op met de service-afdeling.
1
2
9. Reinig het filter onder de waterkraan
en plaats deze terug in de pomp in de
speciale geleiders.
10. Zorg er voor dat het filter stevig vastzit
om waterlekkage te voorkomen.
11. Plaats de klep terug en sluit het afvoer-
pompdeurtje.
Het filter van de toevoerslang en het klepfilter
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
Het apparaat niet wordt gevuld met water.
De machine langdurig water vult.
Het lampje van de toets
6 knippert en de display het bijbehorende alarm toont. Raad-
pleeg het hoofdstuk "Problemen oplossen en service".
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcontact.
28 Onderhoud en reiniging
De watertoevoerfilters schoonmaken:
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Verwijder de watertoevoerslang van de
kraan.
3. Reinig het filter in de toevoerslang met
een harde borstel.
4. Verwijder de toevoerslang achter de
machine.
5. Reinig het filter in de klep met een har-
de borstel of een handdoek.
45°
35°
6. Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg er voor dat de koppelingen
stevig vast zitten om lekkage te voorko-
men.
7. Draai de waterkraan open.
Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (6) uit van "Afvoerpomp".
Reinig de pomp als dit nodig is.
Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de afvoerpompklep.
Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, dient u het afvoersysteem opnieuw te
activeren:
1. Giet twee liter water in het vakje van het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade.
2. Start het programma om water af te voeren.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0 °C, dan
dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Verwijder de watertoevoerslang
4. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
5. Leeg de afvoerpomp. Houd u zich aan de noodafvoerprocedure
Onderhoud en reiniging
29
6. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt.
De producent is niet verantwoordelijk voor schades veroorzaakt door een zeer lage tempe-
ratuur.
PROBLEMEN OPLOSSEN EN SERVICE
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt contact op
met de service-afdeling.
Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmbe-
richt.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De display geeft aan
dat u de kraan dient
te controleren: het
apparaat wordt niet
gevuld met water.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang is be-
schadigd.
Verzeker u ervan dat de watertoevoers-
lang niet is beschadigd.
De filters in de watertoevoers-
lang zijn verstopt.
Reinig de filters Zie het hoofdstuk "On-
derhoud en reiniging".
De aansluiting van de water-
toevoerslang is niet correct.
Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
De waterdruk is te laag. Neem contact op met de waterleidings-
maatschappij.
De waterkraan is verstopt of
aangezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De display geeft aan
dat u de afvoerfilter
dient te controleren:
het apparaat pompt
geen water weg.
De waterafvoerslang is bescha-
digd.
Verzeker u ervan dat de waterafvoers-
lang niet is beschadigd.
Het filter in de afvoerpomp is
geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de afvoerpomp
schoon. Zie het hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging".
De aansluiting van de wateraf-
voerslang is niet correct.
Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
30 Problemen oplossen en service
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De display geeft aan
dat u de deur dient te
controleren.
De deur is open of niet goed
gesloten.
Sluit de deur goed.
De display geeft aan
dat er een water-
alarm is.
Beveiligingssysteem tegen wa-
teroverlast is geactiveerd.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met het servicecen-
trum.
PROBLEEM ZONDER ALARMBERICHT
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat pompt
geen water af.
Er is een wasprogramma zon-
der afpompfase ingesteld.
Stel het afpompprogramma in.
De functie Spoelstop is aan. Stel het afpompprogramma in.
De centrifugefase
werkt niet.
De centrifugefase is uitge-
schakeld.
Stel het centrifugeprogramma in.
Het filter in de afvoerpomp is
geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de afvoerpomp
schoon. Zie het hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging".
Balansproblemen met de was-
lading.
Verdeel de artikelen handmatig in de
trommel en start de centrifugefase op-
nieuw.
Het programma be-
gint niet.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
De zekering in de meterkast is
doorgebrand.
Vervang de zekering.
U heeft niet op de toets
6
gedrukt.
Druk op de toets
6
.
De uitgestelde start is inge-
steld.
Annuleer de uitgestelde start als het
wasgoed direct moet worden gewassen.
De functie Kinderbeveiliging is
geactiveerd.
De functie Kinderbeveiliging uitschake-
len.
Er ligt water op de
vloer.
Lekkage van de koppelingen
van de waterslangen.
Zorg dat de koppelingen goed zijn aan-
gedraaid.
Lekkage van de afvoerpomp. Zorg dat het filter van de afvoerpomp
goed is bevestigd.
De waterafvoerslang is be-
schadigd.
Verzeker u ervan dat de watertoevoers-
lang niet is beschadigd.
U kunt de deur van
het apparaat niet
openen.
Het wasprogramma is bezig. Laat het wasprogramma beëindigen.
Problemen oplossen en service 31
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Er staat water in de trommel. Kies het programma Pompen of Centri-
fugeren.
Het apparaat maakt
een abnormaal geluid.
Het apparaat staat niet water-
pas.
Het apparaat waterpas afstellen. Raad-
pleeg "Installatie".
U heeft de verpakking en/of de
transportbouten niet verwij-
derd.
Verwijder de verpakking en/of de trans-
portbouten. Raadpleeg "Installatie".
De lading is erg klein. Meer wasgoed in de machine doen.
Het apparaat vult zich
met water en pompt
direct af.
Het uiteinde van de afvoers-
lang is zich te laag.
Zorg dat de afvoerslang in de juiste
hoogte is.
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
Het door u gebruikte wasmid-
del was niet correct of onvol-
doende.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een
ander middel.
U heeft de hardnekkige vlek-
ken niet voor het wassen uit
het wasgoed gehaald.
Gebruik speciale producten om hardnek-
kige vlekken te verwijderen.
U heeft een onjuiste tempera-
tuur ingesteld.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Te veel wasgoedbelading. Verminder de hoeveelheid wasgoed.
Het binnenlampje
brandt niet.
Het lampje is verbrand. Neem contact op met het service-cen-
trum om de lamp te vervangen.
Na een stoompro-
gramma zijn de kle-
dingstukken gedeelte-
lijk nat.
Het apparaat staat niet water-
pas.
Zet de wasmachine waterpas door de
pootjes te stellen.
Na een stoompro-
gramma zijn de kle-
dingstukken niet vol-
doende ontkreukt.
Er is een verkeerd STOOM-pro-
gramma geselecteerd (b.v.
Synthetica in plaats van Ka-
toen).
Let op de samenstelling van de stof.
Te veel wasgoed in de trom-
mel.
Verminder het wasgoed in de trommel
De trommel is leeg en
de display geeft aan
dat er gewicht in ligt.
Het is nodig om een leeg ge-
wicht in te stellen.
Druk op de toets
1
om het apparaat
uit te schakelen en weer in te schakelen.
De trommel is vol,
maar de display geeft
0.0 kg aan.
U heeft het wasgoed geladen
voordat u het apparaat heeft
ingeschakeld.
Druk op de toets
1
om het apparaat
uit te schakelen. Haal de trommel leeg
en volg de benodigde stappen op.
(Raadpleeg 'Het wasgoed laden')
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar
het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service-afdeling.
32 Problemen oplossen en service
Indien het display andere alarmberichten meldt, neem dan contact op met onze service-
afdeling.
Service
Raadpleeg de meegeleverde informatie
voor dit apparaat voor de garantievoor-
waarden en het contactpunt. De beno-
digde informatie voor de service-afdeling
staat op het typeplaatje.
Wij adviseren u om de informatie hier te noteren:
Model
(MOD.)
..................
Productnummer :
(PNC)
..................
Serienummer
(S.N.)
..................
TECHNISCHE GEGEVENS
Dimensies Breedte /Hoogte / Diepte 600 / 850 / 600 mm
Torel diepte 640 mm
Aansluiting op het elektrici-
teitsnet:
Spanning
Totale stroom
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Waterleidingdruk Minimaal 0.5 bar (0.05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belading Katoen 9 kg
Centrifugetoerental Maximaal 1600 Toeren per minuut
1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
Technische gegevens 33
MONTAGE
Uitpakken
1. Gebruik de handschoenen. De folie eraf
trekken. Gebruik een mes als dat nodig
is.
2. Verwijder de kartonnen bovenkant.
3. Verwijder de piepschuim verpakkings-
materialen.
4. De interne folie eraf trekken.
5. Open de deur. Verwijder het piepschuim
blok van de deur en alle andere onder-
delen uit de trommel.
34 Montage
6. Plaats het piepschuimen voordeel op de
vloer achter het apparaat. Plaats het
apparaat er voorzichtig op met de ach-
terzijde. Zorg ervoor dat de slangen niet
beschadigen.
1
2
7. Verwijder de piepschuimen bescher-
ming van de onderkant.
8. Maak de onderrkant van het apparaat
helemaal schoon en droog. Gebruik
geen brandspiritus, oplosmiddelen of
chemische producten.
A
B
9. Zorg dat u verschillende afmetingen en
posities vaststelt van de geluidsdem-
pers. Raadpleeg de illustratie:
A (FRONT) = Voorkant van het apparaat
B (BACK) = Achterkant van het appa-
raat
Montage
35
x4
A
B
10. Verwijder de hechtstrips van de ge-
luidsdempers.
Bevestig de vier dempers op de eer-
der aangegeven onderkant. Raad-
pleeg de illustratie.
Zorg ervoor dat de dempers goed
worden bevestigd.
11. Zet het apparaat weer rechtop.
12. Verwijder het aansluitsnoer en de af-
voerslang van de slanghouders.
13. Draai de drie bouten met de sleutel die
bij de machine geleverd is. Trek de plas-
tic tussenstukken eruit.
36 Montage
14. Vervang de plastic tussenstukken voor
de plastic doppen. U vindt deze doppen
in de zak van de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING!
Verwijder alle transportbouten en verpakking voordat u het apparaat installeert.
Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als u het apparaat
gaat verplaatsen.
Plaatsing en waterpas zetten
x4
Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het apparaat niet
stopt.
Zorg ervoor dat het apparaat geen mu-
ren of andere keukenapparaten raakt
Gebruik de verstelbare voetjes om het
apparaat waterpas te zetten. Een juiste
afstelling van het apparaat voorkomt
trillingen en lawaai en het bewegen van
het apparaat als deze in bedrijf is.
Het apparaat moet waterpas en stabiel
staan.
Montage 37
LET OP!
Plaats geen karton, hout of vergelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om
deze waterpas te stellen.
De toevoerslang
35
O
35
O
35
O
45
O
45
O
45
O
Sluit de slang aan op het apparaat. Draai
de toevoerslang alleen naar links of
rechts. Maak de ringmoer los om in de
juiste stand te zetten.
Sluit de watertoevoerrslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4-schroefdraad.
LET OP!
Zorg dat de koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klanten-
service voor vervanging van de toevoerslang.
Waterstop
A
De watertoevoerslang is voorzien van een
waterstop. Dit toestel voorkomt schade van
waterlekken in de slang door natuurlijke
slijtage. Het rode gedeelte in het venster «A»
toont deze storing.
Indien dit gebeurt, de kraan dichtdraaien en
contact opnemen met de klantenservice om
de slang te laten vervangen.
38 Montage
Waterafvoer
Er is een bepaalde procedure om de toevoerslang aan te sluiten:
Met de plastic slanggeleider.
Op de rand van een gootsteen.
Zorg dat de plastic geleider niet kan be-
wegen als het apparaat water afvoert.
Bevestig de geleider op de waterkraan of
wand.
Op een standpijp met ventilatieopening.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks in
een afvoerpijp op een hoogte van niet
minder dan 60 cm en niet meer dan 100
cm. Het einde van de afvoerslang moet
altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de bin-
nendiameter van de afvoerpijp groter
moet zijn dan de buitendiameter van de
afvoerslang.
Zonder de plastic slanggeleider.
Op een gootsteenafvoer.
Raadpleeg de illustratie. Plaats de af-
voerslang in de gootsteenafvoer en draai
vast met een clip. Zorg dat de afvoers-
lang een bocht maakt om te voorkomen
dat resterende deeltjes uit de gootsteen
in het apparaat komen.
Montage 39
Direct op een ingebouwde afvoerpomp
in de kamerwand.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 mm verlengen. Neem contact op met de klantenservi-
ce voor de andere afvoerslang en de verlenging.
40
41
42
43
www.aeg-electrolux.com/shop 132941470-A-432010
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Aeg-Electrolux L98699FL Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor