Onderdeel Beschrijving
(3) Lampje voor draadloze
communicatie
Aan: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een WLAN-
apparaat (Wireless Local Area Network) of een Bluetooth®-apparaat, is
ingeschakeld. Het lampje voor draadloze communicatie blijft aan ook als alle
apparaten voor draadloze communicatie zijn uitgeschakeld.
(4) Audio-ingang
(microfooningang)
Hierop kunt u een optionele headsetmicrofoon, stereomicrofoonarray of
monomicrofoon aansluiten.
(5) Combostekker voor audio-
uit (hoofdtelefoon)/audio-
in (microfoon)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een
hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een
televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele
headset aansluiten. Deze ingang ondersteunt geen optionele zelfstandige
microfoons.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon,
oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging.
Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
▲ Selecteer de knop Start, HP Help en ondersteuning en vervolgens HP
documentatie.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze connector, worden de
computerluidsprekers uitgeschakeld.
(6) USB 3.x SuperSpeed-poort Hiermee sluit u een USB-apparaat, zoals een mobiele telefoon, camera,
activiteitstracker of smartwatch, aan. Deze poort biedt ook gegevensoverdracht
in hoge snelheid.
(7) USB 3.x SuperSpeed-poort
met HP Sleep and Charge
Hiermee sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook snelle
gegevensoverdracht en zelfs wanneer de computer is ingeschakeld, laadt deze
poort de meeste apparaten, zoals een mobiele telefoon, camera,
activiteitentracker of smartwatch, op.
(8) USB Type-C-poorten (2) Wanneer de computer ingeschakeld, kunt u hiermee een USB-apparaat dat een
Type-C-connector heeft, zoals een mobiele telefoon, camera, activiteittracker of
smartwatch, aansluiten en opladen. Deze poort biedt ook dataoverdracht.
(9) Geheugenkaartlezer Hiermee kunnen optionele geheugenkaarten worden gelezen waarop u
gegevens kunt opslaan, bekijken, beheren en delen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren naar de
computer gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart aan totdat deze
goed op zijn plaats zit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
▲ Druk de kaart iets naar binnen en verwijder deze vervolgens uit de
geheugenkaartlezer.
(10) Vergrendeling van de
harde schijf
Hiermee vergrendelt u de onderhoudsklep van de harde schijf.
Rechterkant 5